NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING
Hattem, Dijkpoort
Zwolle, Sassenpoort
Elburg, Vispoort
Deventer, de Waag
Apeldoorn, paleis het Loo
AFDELING APELDOORN EN OMSTREKEN AFDELINGSBLAD
2011 • No.4 NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
1
NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING AFDELING APELDOORN EN OMSTREKEN BESTUUR: Voorzitter: J.W. Limpers Timorlaan 5, 7314 BV Apeldoorn, (055) 578 6529 e-mail:
[email protected] Secretaris, tevens PR-functionaris F.C. Nelis Kruizemuntstraat 135, 7322 LG Apeldoorn, (055) 366 53 08 e-mail:
[email protected] Penningmeester: A.A. Vlietstra Rijksstraatweg 238, 7395 MG Teuge, (055) 323 1224 e-mail:
[email protected] Algemeen bestuurslid: J. Hamaker Vlierbessenlaan 4, 7322 HZ, (055) 522 31 34 e-mail:
[email protected] Algemeen bestuurslid, PR-functionaris en webmaster: J.W.G. Netelbeek Klingmakersdonk 212, 7326 GC Apeldoorn, (055) 533 1663 e-mail:
[email protected] Coördinator afdelingsledenservice (CALS): vacture Afdelingswebsite: http://apeldoorneo.ngv.nl/
Afdelingsblad NGV Apeldoorn en omstreken ISSN: 1571-9014 Verschijnt in 2011 vier maal: februari, mei, augustus en november. Redactieadres: Kruizemuntstraat 135, 7322 LG Apeldoorn
2
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
Van de voorzitter Op zaterdag 26 november 2011 werd in Utrecht de algemene najaarsvergadering van de NGV gehouden, bijgewoond door onze afdelingsafgevaardigde Jan Limpers en zijn plaatsvervanger Auke Vlietstra. Op de website van de NGV (www.ngv.nl) kunt u een kort verslag van deze vergadering vinden. (klik op Actueel en vervolgens op Landelijk nieuws). Op zaterdag 29 oktober 2011 vond de “Dag van de Regionale Geschiedenis en Streekcultuur” plaats in de Bovenkerk te Kampen. Afdeling Apeldoorn e.o. was daar aanwezig met een stand en enkele bestuursleden. Wandelend door die prachtige Bovenkerk ontdekte uw voorzitter aan een van de muren de marmeren urn van Jan Willem de Winter (zie foto). Hij is één van die helden uit de roerige tijden rond 1800. In 1781 nam hij onder Zoutman en van Kinsbergen deel aan de slag bij de Doggersbank. In 1787 vluchtte hij zoals zoveel patriotten na de komst van het Pruisische leger naar Frankrijk. In de winter van 1794/95 kwam hij met Pichegru en Daendels over de bevroren Waal terug in Holland. Tijdens de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland vervulde hij hoge militaire functies en kreeg uiteindelijk het bevel over de landmacht en de vloot. In 1810 gaf keizer Napoleon hem het Grootkruis van de Légion d’honneur. Jan Willem de Winter overleed in 1812 in Parijs en werd (als enige Nederlander ooit!) begraven in het Panthéon (zie foto). Zijn hart bevindt zich in die marmeren urn te Kampen, zijn geboorteplaats. In Wikipedia kunt meer lezen over Jan Willem de Winter. Tijdens onze afdelingsbijeenkomst op 8 november 2011 kregen de aanwezigen een NGV bladwijzer voorzien van het nieuwe logo van de NGV. Op de achterkant staat een uitleg over Romeinse getallen (I,V,X,L,D,M). Op de voorkant staat een gevel afgebeeld waarop vermeld het bouwjaar CΙƆΙƆ CLXXXVI. Niet te ontcijferen met de uitleg aan de voorkant van de bladwijzer. Wat ontbreekt, is dat D (=500) ook wordt geschreven als ΙƆ en M (=1000) als CΙƆ. Het bouwjaar is dus 1686. Maar hebt u Paleis Het Loo (tuinzijde) herkend?
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
3
Van de redactie Voor dit nummer had de redactie nog zoveel kopij, dat er gekozen moest worden: ofwel een deel van het verhaal over de familie Pannekoek overhevelen naar de volgende jaargang, of het verslag van de lezing over dopersen even laten wachten. Gekozen is voor de eerste mogelijkheid, omdat daarmee ook Otto Huizinga meer tijd krijgt om het concept aan te vullen. De interessante bespreking van favoriete genealogische websites schuift ook door naar het volgende nummer. In dit nummer de aankondiging van twee interessante lezingen. Jos Kaldenbach is ons al bekend van een eerdere lezing over onderzoek in Duitsland. Neem gerust een vraag op dat gebied mee. De kans is groot, dat hij u een zetje in een oplossingsrichting kan geven. Robert Philippo heeft zijn lezing al in diverse regio’s gehouden. Zijn lezing gaat over wat je met DNA-onderzoek verder kunt bereiken. Misschien is deze lezing een extra aansporing voor u om familieleden te benaderen om mee te werken aan een breder onderzoek. Plichtsgetrouw heb ik als secretaris weer een verslag van de ledenvergadering opgesteld. Van de vorige ledenvergadering was de bijdrage van Auke Vlietstra nog in portefeuille gehouden en die krijgt u nu voorgeschoteld. Vervolgens een uitgebreid verslag van de lezing van Jos Rademaker over het Nederlandse aandeel in de Trans-Atlantische slavenhandel. Ik heb de verleiding kunnen weerstaan om er illustraties en voorbeelden uit de tv-serie aan toe te voegen. U kunt altijd nog de website van De slavernij raadplegen. Zoals gebruikelijk ook dit jaar een overzicht van de voor Veluwse onderzoekers interessante artikelen uit periodieken van historische verenigingen uit de regio. In Zwolle zijn momenteel twee exposities gewijd aan de Moderne Devotie. In het Stedelijk Museum Zwolle ‘Aan God gehecht, het verhaal van de Moderne Devotie’ en in Museum De Fundatie (i.s.m. Historisch Centrum Overijssel) Van Albrecht Dürer en Thomas à Kempis, kunst en handschriften uit de tijd van de Moderne Devotie’. Voor een liefhebber van geschiedenis en kunst een binnenen buitenkansje. Inderdaad ook buiten, want er is ook een wandelroute langs 14 historische gebouwen, die een relatie hebben met het onderwerp. De halve dag, die ik ervoor had uitgetrokken was eigenlijk te kort. Had ik maar eerst op internet moeten kijken naar de openingstijd van 11 uur, dan had ik van 10 tot 11 de wandelroute kunnen volgen in een mooi herfstzonnetje. Beide tentoonstellingen zijn tot en met 8 januari 2012 te bewonderen.
4
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
BIJEENKOMSTEN, EXCURSIES, CURSUSSEN
(Zie ook onze website: http://apeldoorneo.ngv.nl/) De Stolp, Violierenplein 101, 7329 DR Apeldoorn; zaal open 19.00 uur en aanvang programma 19.30 uur; sluiting 21.50 à 22.00 uur. Zowel voorafgaand aan de lezing, als tijdens de pauze is er gelegenheid voor onderling contact en inzien van de periodieken van zusterafdelingen. De Stolp is het zalencentrum van De Maten, waarin ook een vestiging van de bibliotheek is; het ligt aan het Violierenplein, het grote parkeerterrein bij het winkelcentrum De Eglantier aan de Eglantierlaan. Dinsdag 14 februari 2012: Een Europees geallieerd leger – door Jos Kaldenbach. The King’s German Legion (1803-1815) werd door de Engelse koning George III, die ook Keurvorst van het grote koninkrijk Hannover was, opgericht om Hieronymus (Jerome) Napoleon (broer van onze Lodewijk) uit Hannover te verdrijven. Gepoogd werd eerst alleen Hannoveranen van het opgeheven leger te rekruteren, maar die waren er te weinig, waardoor het een Europees huurleger werd, met o.a. 771 man uit de Nederlanden. Zij vochten in heel West- en Zuid-Europa, o.a. Denemarken, Iberië, Italië, Walcheren, Waterloo, enz. Van de in totaal 26.000 man zijn verschillende archieven bewaard gebleven. Zo zijn er inschrijvingslijsten van de paymasters in Hannover te vinden, waarvan de spreker er bijna 4500 uit de periode 1806-1813 heeft beschreven, met alle signalementen, geboorteplaats en –land, leeftijd, beroep en alle andere relevante militaire gegevens, vanwaar ze kwamen en waarheen ze gingen. Deze worden met behulp van een beamer vertoond. De mooiste zijn natuurlijk de soldaten uit de KGL van 1806-1812, die specifiek opgaven uit het Apeldoornse te komen (en niet per ongeluk “uit Holland “ of zo) en die op die avond ook worden getoond, zoals J. Robert en J. Albek uit Apel, C. Bartels, Hr. Schwering en W. Wessling uit Arnhem, B. Gerritsen en J. Stande uit Nijmegen, J. Daykman (Zutphen, met lange neus, blauwe ogen, arbeider), Giovanni Vanhuet, klokkenmaker met grijze ogen en bruine haren, en …?? Dinsdag 15 maart 2012: DNA in de genealogie – door Robert Philippo. Een boeiende, interactieve en praktijkgerichte lezing over de valkuilen en zegeningen van DNA-onderzoek als hulpmiddel bij familieonderzoek. Aan de hand van praktijkvoorbeelden uit enkele genetische reconstructies van de Philippo-stam en de Joodse Rudelsheim-stam laat de spreker zien hoe hij met behulp van deze techniek verwantschapsvragen in zijn familieonderzoek oploste. Hij toont ook hoe hij tegen plezierige en minder plezierige verrassingen aanliep. Het wordt een laagdrempelige, kennisdelende en “niet-wetenschappelijke’ lezing voor iedereen die meer over dit onderwerp wil weten. Neem gerust uw eigen stamboomprobleem mee en laat u verrassen wat DNA als hulpmiddel mogelijk voor u zou kunnen betekenen. Dinsdag 10 april 2012: voorjaarsledenvergadering en themabijeenkomst met inbreng van de leden over een nader te bepalen onderwerp. NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
5
Historische Vereniging Wijhe, werkgroep genealogie Genealogische contactdagen op zaterdag in de Oudheidkamer IJsselstreek, Kerkstraat 34, 8131 BZ Wijhe; 10:30 tot 16:00 uur; dit jaar nog op 17 december. Informatie voor beginners en mogelijkheid voor onderzoek in de beschikbare bronnen en indices. Doorgaans is op deze dagen een lid van de vereniging aanwezig met een omvangrijk genealogisch bestand van Sallanders op zijn laptop. Zie voor meer informatie www. historischeverenigingwijhe.nl. Eerste donderdag van de maand: Bijeenkomst HCC! Afd. Apeldoorn Wijkcentrum Dok Zuid, 1e Wormenseweg 460, Apeldoorn; aanvang 20.00 uur. Op alle eerste donderdagen van de maand biedt HCC een lezing of demonstratie. Bovendien is er iedere donderdagavond op de HCC-bijeenkomst in Dok Zuid een genealoog aanwezig voor hulp. Zie voor meer informatie: www.genealogie.hcc.nl Landelijke evenementen Alle evenementen zijn te vinden op de website www.ngv.nl; linker kolom NGV Actueel, Agenda; kies in het kader de categorie evenementen waar u meer van wilt weten.
OVER DE LEDEN VAN DE AFDELING
De afdeling kreeg bericht van het overlijden van de heren mr. G. Liesveld te Apeldoorn en H. van Beugen te Elburg. Wij wensen hun nabestaanden sterkte en zullen hun nagedachtenis in ere houden. Een hartelijk welkom aan ons nieuwe lid: - de heer J. Vis, Gorinchemstraat 50 – 417, 6843 KS Arnhem In augustus had ook Bas Bolsenbroek uit de wijk De Maten zich als lid opgegeven, maar wegens gezondheidsproblemen heeft hij hier alweer van moeten afzien. Wij hopen, dat zijn gezondheidssituatie spoedig zoveel zal verbeteren, dat hij weer aandacht aan de genealogie kan besteden. Registreer u en plaats uw stamboom op de NGV-website Door u te registreren op de website kunt u ten volle profiteren van de mogelijkheden van de site. Vooral de mogelijkheden tot uitwisseling zijn de moeite waard. Denk eraan om ook uw e-mailadres in uw profiel in te voeren (en te updaten), dan bent u verzekerd van ontvangst van nieuwsbrieven. Plaats een of meer stambomen door middel van en Gedcomfile op de stamboompagina en geniet van de geweldige hoeveelheid aan informatie die daar te vinden is. Ook vele gasten hebben deze weg gevonden. Europese genetische genealogie op www.eupedia.com Onder ‘Genetics’ vindt u kaarten, tijdlijnen en gereconstrueerde migratieroutes. Ook staat er een tabel in met per land de aandelen van de verschillende haplogroepen. De website biedt nog veel meer informatie .(Bron: CBG-nieuws) 6
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
Verslag van de najaarsledenvergadering: van dinsdag 8 november 2011 Frans C. Nelis
1. Opening. Voorzitter Jan Limpers heet allen welkom. De heer Dries Diersmann stuurde bericht van verhindering. De consumptie in de pauze komt voor rekening van de afdeling. De agenda van de vergadering is afgedrukt in de hand-out, die Auke heeft samengesteld voor de bespreking na de pauze. 2. Notulen van de voorjaarsledenvergadering van 12 april (zie nummer 2011-2, pagina’s 6 en begroting voor 2012. Ten opzichte van vorig jaar heeft het bestuur slechts aangepast aan verwachte prijsverhogingen. De landelijk penningmeester heeft een korting van 29 euro toegepast. Onze penningmeester ziet dat niet als probleem. Naar aanleiding van het penningmeestersoverleg zullen ook wij voortaan zoveel mogelijk de gemaakte kosten in het betreffende jaar te boeken. Gevraagd wordt naar de vergelijkbaarheid van de begrotingen van de verschillende afdelingen. Hier is ook in het landelijk overleg over gesproken en Jochen Rengers (2e pm) heeft hier speciaal aandacht aan besteed. Door de bank genomen staan de begrotingsbedragen in een redelijke verhouding tot de activiteiten van de afdelingen. Hierbij zijn verschillen aan te wijzen in aantal bijeenkomsten, kosten van accommodatie, aantal leden, oplage, omvang en verschijningsfrequentie van het afdelingsblad. 3. Agenda Algemene Ledenvergadering (AV) van 26 november 2011. Jan Limpers, die ook lid van de stuurgroep is, noemt het totaal van de - sluitende - begroting: 373.500 euro. Hij heeft de nieuwe huisstijl bij de stukken gezien en noemt die “gelikt”. We zullen daar in 2012 gebruik van maken, na instemming van de AV. De stuurgroep werkt aan inhoudelijke voorstellen voor Gens Nostra. De werkgroep website werkt aan toegankelijker maken voor nieuwe bezoekers. De werkgroep Verenigingscentrum (VC) werkt aan voorstellen. Voor de collecties van het VC gaat het ook om de toegankelijkheid van de collecties. Welke collecties moeten door de NGV toegankelijk worden gemaakt door scannen en indexeren. Scannen zal centraal gebeuren, maar indexeren kan via het internet, dus decentraal. Gelet wordt op voorkomen van dubbel werk, daarbij wordt gedacht aan sites als mensenlinq en familieberichten. Jan wijst erop, dat de stuurgroepacties stap voor stap verlopen. Alle betrokkenen moeten het ook kunnen bijbenen. 4. Uitslag prijsvraag. De voorzitter laat alle geopperde namen de revue passeren en verklaart waarom het bestuur toch aan de huidige naam wil vasthouden. Hij bedankt al degenen die voorstellen hebben ingediend. Auke verontschuldigt zich, dat hij de prijzen thuis heeft laten liggen. Hij zal ervoor zorgen, dat de inzenders de publicatie (met Drentse genealogie) thuis krijgen. 5. Niets verder ter tafel komend, sluit de voorzitter de vergadering om 20:01 uur. Na de pauze volgde een bespreking van favoriete genealogische websites. Verslag hiervan volgt in het volgende nummer van dit blad.
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
7
MIGRATIE EN INTERNET, het thema van 12 april 2011 Bijdrage Auke Vlietstra
De familie Klugkist in Höxter - naar een familiekroniek In Höxter aan de Weser, een stadje met stadsboeren, maar ook een Hanzestad, liggen de wortels van de Bremense en Groninger/Oostfriese nakomelingen van de familie Klugkist. De abt (Fürstabt) van het klooster van Corvey was er landsheer. De eerste personen met de naam Klugkist treft men aan in de belastingregisters van de stad; kerkregisters uit die tijd zijn niet (meer) aanwezig). Belasting werd betaald door: - Kort Kluuckiste, van 1482 tot 1493, - Herman (Harmen) Kluuckiste, van 1482 tot 1517, - Hanss Klukiste, van 1482 tot 1517. Hans en Harmen bezaten grasland buiten de stadspoort. Kort staat vanaf 1477 te boek door Renteverkauf, vermoedelijk gaat het om een lijfrente. De familie is dus aantoonbaar vanaf 1477 in Höxter woonachtig. De drie vermelde personen waren landbouwers en huizenbezitters, oefenden waarschijnlijk ernaast een ambacht uit. Van een paar van hun nakomelingen is dat bekend. Henrich en Christoffer Kluckiste betaalden van 1550 tot 1559 schraapgeld als beenhouwer, en Cordt Kluckiste staat van 1595 tot 1606 als beenhouwer te boek. Volgens het belastingregister, dat sinds 1595 weer bewaard gebleven is, betaalden belasting: - Cord Klukiste, van 1595 tot 1614, - Henrich Klukiste, van 1595 tot 1605. Vanaf die tijd verdwijnt de naam uit het belastingregister, en in de vanaf ongeveer 1650 bewaard gebleven kerkboeken komt de naam niet meer voor. De oorzaak daarvan ligt bij de zogeheten “Rebellie van Höxter” in de jaren 1601 tot 1604. Het was een opstand van de niet bevoorrechte burgers tegen de patricische stadsraad. Cordt en Henrich deden mee aan de zijde van de opstandelingen. De stad was bijna 3 jaar in handen van de opstandelingen. De regerende vorsten van de naburige staatjes gingen zich ermee bemoeien. De kwestie kwam tot bij de keizer (van het Duitse Rijk) in Praag terecht. Ten slotte werd de stad met wapengeweld bevrijd van de opstandelingen, die in de kerker belandden. Tot een gerechtsdag kwam het echter nooit, ondanks de vaak aangekondigde rechtszittingen. Op die manier was het voor de in de kerker opgeslotenen geleidelijk aan mogelijk, de gevangenis en de stad heimelijk te verlaten. Nadat de rebellie in de herfst van 1603 neergeslagen was, werd Cordt als hoofdraddraaier in de kerker geworpen en zat daar jarenlang in onmenselijke gevangenschap. In 1606 ontkwam hij, bracht zich in veiligheid in het gebied van de landgraven van Hessen en ging van daar naar Groningen. Daar wordt hij bevestigd als “Conradus Kluckiste” uit Höxter aan de Weser, leermeester aan het Weeshuis in Groningen. 8
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
Henrich Kluckiste, eveneens een opstandeling, maar slechts een “meeloper”, kwam weliswaar eveneens in de gevangenis, werd echter spoedig met vele anderen “sub cautione” (op borgtocht) vrijgelaten. Hij moest in Höxter blijven en later voor de rechter verschijnen. Voor 15 mei 1605 werd ook een dagvaarding “tot de door de keizerlijke majesteit verordende halsgerecht” opgelegd aan hem en 30 anderen. Deze zittingsdag vond weliswaar niet plaats, echter leek het de aangeklaagden de hoogste tijd, om de stad te verlaten, voordat een nieuwe rechtszitting werd bepaald. Ook Henrich dacht aan vluchten. Hij bevond zich vanaf augustus 1604 weer in de gevangenis, omdat hij bij dronkenschap naar de gevangenis onder het stadhuis was gegaan en de gevangenen toegeschreeuwd had: “Berust erin en wees geduldig, lieve burgers. Dieven en schelmen hebben jullie hierin laten zetten: echter eerlijke mensen worden ook weer vrijgelaten.” Daar hij, door de wacht tot kalmte gemaand, deze aanviel, werd hij weer vastgezet. Dat verhinderde hem niet, met twee metgezellen zijn vlucht voor te bereiden. Hij ontsnapte op zondag 14 juli 1605 uit de gevangenis en verstopte zich met die twee anderen in een oude schuur achter de stadsmuur. De drie gingen toen bij daglicht bij de Claustoren naar buiten.
Höxter, Raadhuis, rond 1935 Het bericht over deze vlucht is te danken aan de Braunschweigse landvoogd Bröseke, die zegt: “Ik vraag me ten zeerste af, waarom de eerzame heren alle gevangenen zowel door betaalde mannen als ook door de burgerij dag en nacht laten bewaken”. Men zou denken dat het niet alleen nalatigheid is, maar ook “immo etiam ipsos duos Consules et Senatores conniventes”. [dat zowel de Consuls als de Senatoren een oogje dicht deden.] De opstandelingen schijnen van buitenaf geschreven te hebben, dat de grote hongersnood hen NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
9
had gedwongen "zichzelf uit de gevangenis te bevrijden en te vluchten”. Zij waren wel van plan op de dag van het halsgerecht (voor strafzaken) weer te verschijnen. Op grond waarvan is aan te nemen, dat de Henrich Kluckiste, die in de zomer van 1605 uit Höxter vluchtte, dezelfde is als zijn naamgenoot, die een jaar later burger wordt van de stad Bremen? Bremen was een zelfstandige stadstaat. Sinds eeuwen bestonden er handelsbetrekkingen tussen de twee aan de Weser gelegen steden, zodat het aannemelijk is, dat Henrich al contact onderhield met Bremen. De taal zal geen moeilijkheden hebben opgeleverd, want zowel Höxter als Bremen behoorde tot het Nederduitse taalgebied. De godsdienstige ontwikkelingen gaven de doorslag. Vanuit Hessen was het calvinisme naar Höxter gekomen, en de opstandelingen hadden zich daarop enthousiast gericht. De abt Westzijde Benedictijner abdij Corvey (Fürstabt) van Corvey, tevens landsheer van (karolingisch, 873 – 885) bij Höxter, Höxter, probeerde vanaf 1585 in zijn gebied de Contrareformatie door te voeren. Een uit Höxter komende man gold dus in Bremen, waar aan het einde van de 16de eeuw het calvinisme gezegevierd had, als een vanwege zijn geloof vervolgde Calvinist. Men was daar zeker bereid, een Calvinist op te nemen en te steunen. Zover de algemene situatie. Er zijn echter nog twee persoonlijke aanwijzingen van beslissend belang. Ten eerste: Bij elke dagvaarding voor het halsgerecht van 15 mei 1605 werd een Berdt Loman onder de opstandelingen genoemd. In 1612 legde een Berdt Loman in Bremen als nieuwe burger de burgereed af, en één van zijn getuigen was Henrich Kluckiste, die duidelijk zijn landgenoot deze vriendendienst bewees. Ten tweede: In Höxter waren in de 16de eeuw de ons bekende voornamen van de familie: Henrich, Christoffer en Cordt. En Henrich Kluckiste noemde zijn drie zonen Conrad, Christoffer en Henrich! Hiermee wordt geacht voldoende bewezen te zijn, dat de Bremense en de Groninger/ Oostfriese familie Klugkist oorspronkelijk uit Höxter aan de Weser komt. bron: Chronik des Bremer Zweiges der Familie Klugkist, Hedwig Klugkist, Bremen 1966 en de vertaling daarvan in het boek (op cd-rom) "In de Groningse/Oostfriese voetsporen van de familie Klugkist" door mevr. H.C. Geukes Foppen, verkrijgbaar bij
[email protected]. 10
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
Auke Albert Vlietstra, geb. Beverwijk 8 aug 1947, tr. Hellendoorn 29 mei 1974 Maria Wilhelmina Petronella (Marianne) ter Telgte, geb. Hellendoorn 30 juni 1953, II. Albertha Antonijsen, geb. Beverwijk 21 jan 1906, † Almelo 22 jan 1989, begr. Hellendoorn, tr. Beverwijk 21 juni 1932 Auke VLIETSTRA, geb. Sneek 25 mei 1902, † Hellendoorn 7 aug 1979, zn. van Wybren Vlietstra en Sintje Tjalsma. III. Willem Anthony Antonijsen, geb. Sappermeer 10 jan 1875, † Alkmaar 16 mei 1949, tr. Beverwijk 30 mrt 1905 Geertrui Cornelia Hagen, geb. Beverwijk 18 juli 1876, † ald. 3 okt. 1956, dr. van Pieter Hagen en Albertje Gertenbach. IV. Alida Jager, geb. Oterdum (gem. Delfzijl) 9 mei 1850, † Sappermeer 25 juni 1876, tr. Hoogezand 4 juli 1872 Albert ANTONIJSEN, geb. Beverwijk 14 mrt 1842, † Rotterdam 16 jan 1895, zn. van Willem Anthonie Antonijsen en Anna Elisabeth van Abs; hij hertrouwt Sappermeer 9 nov 1883 Helena Beck (nakomeling Maarten Luther). V. Jacoba Johanna Groenier, geb. Winschoten 1 mrt 1819, † Zutphen 14 okt 1893, tr. Winschoten 23 apr 1849 Jacob Berends JAGER, geb. Wagenborgen (gem. Termunten) 29 apr 1811, † Kalkwijk (gem. Hoogezand) 4 mei 1882, zn. van Berend Hendriks Jager en Nantje Derks Bosscher. VI. Abraham Groenier, geb. Winschoten 12 mei 1786, winkelier 1830-,1 gemeentesecretaris 1839-, 2 † Winschoten 23 sept. 1871, tr. Winschoten 17 mei 1873 Alida Swalue geb. Leeuwarden 16 juni 1785, † Winschoten 3 febr. 1850, dr. van Jacob Swalue en Maria Wybranda van den Bosch. VII. Ubbo Jans Groenier, ged. Heiligerlee 28 juli 1751, koopman 1785-1817,13 † Winschoten 8 jan 1848, tr. Winschoten 20 mrt 1776 Willemina Zuidema [31], ged. Winschoten 28 mrt 1753, dr. van Jan Zuidema en Meggeltien van der Tuik. VIII. Jan Ubbes Groenier, ged. Eexta, Scheemda 7 juni 1722, † Heiligerlee 26 feb 1779, tr. Westerlee 18 sept. 1746 Tettje Harms, ged. Westerlee 26 jan 1715, dr. van N.N. Harm Hindriks en N.N. Imme Epps. IX. Ubbo Jans Groenier, geb. Uttum (Ost Friesland) 22 okt 1699, 1722, Eexta Scheemda 10 jan 1722 Catharina KLUGKIST, ged. Eexta Scheemda 24 mrt 1686, †? Sappemeer vóór 17 juni 1764, dr. van Sijwert Klugkist en Trijntje Wessels Linthuijs en wed. van Jacob Jans Gijl. X. Sijwert Klugkist, ged. Eexta Scheemda omstr. 1648, tr. omstr. 1672 Trijntje Wessels Linthuijs, geb. omstr. 1650. XI. Conrad Klugkist, geb. Bremen 15 aug 1611, † Eexta Scheemda 1 juni 1653, tr. Eexta Scheemda 1 juni 1653 Maria Spaeren van Roermonde. XII. Heinrich Klugkist, geb.? Höxter 1577, Kaufmann, † Bremen 20 jan 1662, tr. Bremen 1608 Adelheid Dannemann, geb. 1581, † Bremen 12 juli 1651. XIII. Heinrich (Daniel?) Klugkiste, Raadsheer in Bremen 1570-1577. Zijn kinderen: 1. Cordt Klugkiste, geb. Höxter? vóór 1577, Bürgermeister Höxter 1603. 2. Heinrich, hiervoor XII. I.
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
11
Het Nederlandse aandeel in de Trans-Atlantische slavenhandel, door Jo Rademakers Verslag van Frans C. Nelis van de op 11 oktober 2011 gehouden lezing.
De Trans-Atlantische slavenhandel begint rond 1500 en duurt voort tot rond 1860. In totaal werden er 11,5 miljoen mensen verscheept en er waren vele landen bij de slavenhandel betrokken. Een slavenschip voer in drie maanden van Holland naar Afrika, daar werden de slaven aan boord gebracht. De overtocht duurde drie maanden, evenals de terugreis naar Holland.
Enkele jaartallen: 1441: Hendrik de Zeevaarder (Enrique navigator); 1492: Columbus ontdekt Amerika; 1515: Karel V staat de eerste transporten toe (tot 1550 op incidentele basis); 1530: begin van Hollandse slavenhandel; 1621: oprichting West-Indische Compagnie; 1630: Nieuw Holland Recife, 1634: Curaçao, Peter Stuyvesant Curaçao in de loop der tijd. 1634 : veroverd door de WIC; die begon met de aanleg van zoutpannen, ves tigde een maritieme basis en ging fortificaties en plantages aanleggen. Veel land was onvruchtbaar; het werd geen wingewest 1645-1900 : handelscentrum voor de regio; 1645-1720 : slavenhandelscentrum – hieraan heeft het eiland zijn naam te danken; vanaf 1920: groei door olie-industrie; 2011 : 150.000 inwoners; men leeft van toerisme, olie, financiële diensten. 12
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
Plantage Knip was een van de grootste op Curaçao. Gesticht in 1696 door de WIC; in 1795 waren daar circa 300 slaven. Producten: runderen, geiten, schapen, varkens, maïs. Hier begon Tula in 1795 de slavenopstand, waaraan 1000 slaven deelnamen. Het Tulamuseum op Curaçao heeft veel over de slavernijperiode. Kenmerkend voor Curaçao is het grote aantal vrijgestelde slaven. Plantage Rooi Catootje had nooit meer dan 26 slaven. Het huis van deze plantage werd in 1853 door de familie Maduro verworven. (Dit is inderdaad familie van luitenant George Maduro, die samen met korporaal Gerrit Hekhuizen zijn sporen verdiende in de meidagen van 1940 in de strijd tegen op en rond Ypenburg gelande Duitse para’s. De naamgever van het in 1952 geopende Madurodam.) In 1954 werden er de Ronde Tafelconferenties gehouden ter voorbereiding van het Statuut van het Koninkrijk. Momenteel is er de collectie gehuisvest van Mongui Maduro die niet alleen boeken, maar vele andere zaken heeft verzameld met betrekking tot de ontwikkeling van de politieke, sociale en culturele geschiedenis van de Nederlandse Antillen en in het bijzonder van Curaçao. Zie http://madurolibrary.org. Herkomst van slaven 700-1900 van Sahara naar Noord-Afrika en Midden Oosten 15 à 21 mln. 1475-1575 Canarische/Portugese eilanden in Atlantische Oceaan: 0,75 mln 1500-1860 Trans-Atlantische route: 11,5 mln. Laatstgenoemde groep was vooral bedoeld voor aanleg van en werk op suikerrietplantages. Portugal ging daarmee in 1550 aan de slag in Brazilië. Spanje had slaven nodig voor de mijnbouw. NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
13
Slavernij was een onderdeel van de Afrikaanse cultuur. De waarde van slaven was daar laag. Bij verkoop aan blanken werd een betere prijs gemaakt. Slaven werden verkregen als krijgsbuit in onderlinge oorlogen van Afrikaanse stammen/volkeren. De hierboven genoemde aantallen slaven zijn bruto. Onderweg stierf 15 à 20%. Van de 11,5 miljoen slaven overleefden 9,5 miljoen de reis. In zijn boek The Atlantic slave trade geeft J. Postma de aandelen van de verschillende landen in de slavenhandel. Van de 11.5 miljoen slaven vervoerde Portugal 46%, Engeland 28%, Frankrijk 13%, Spanje 5%, Nederland 5%, Noord-Amerika 2% en Denemarken 1%. De aandelen varieerden in de tijd. Vanaf 1700 was Engeland de grootste transporteur, maar na 1800 nam Portugal de leiding weer over. Rond 1780 was er een piek in de transporten: rond de 100.000 slaven per jaar. In de jaren 1808-1820 wordt een Engels verbod op de Trans-Atlantische slavenhandel geleidelijk actief. Daarna (tot 1860) vervoeren Portugal, Spanje en Frankrijk nog zo’n 2 miljoen slaven, totdat daar in 1860 een eind aan komt.
Het Nederlandse aandeel in de slavenhandel in de periode 1635-1800 is in een publicatie van Bosma te vinden: 1635-1645: naar Hollands Brazilië 26.000 1645-1675: verspreiding suikerteelt naar Caribisch gebied 1645-1780: Curaçao slavenhandelscentrum 116.000 1670-1780: St. Eustatius slavenhandelscentrum 29.000 1658-1800: Nederlands Guyana (Suriname) 232.000 1635-1800: onbekende bestemming 55.000 14
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
In totaal waren er 543.000 slaven in Afrika aangekocht en daarvan bereikten er 457.000 (zie bovenstaande tabel) de nieuwe wereld; 86.000 overleden tijdens de overtocht. Het is de tijd van de West-Indische Compagnie, die in1623 werd opgericht. De WIC leefde van kolonisatie, handel (o.a. slaven) en kaapvaart. Het Groot Desseyn was het plan om de Portugezen en de Spanjaarden uit hun koloniën te verdrijven. Zo werden er in 1624 en 1625 grote aanvallen vanuit zee uitgevoerd op Brazilië (Belem) en Angola (Luanda), maar die liepen op niets uit. De roemruchte winst van de Zilvervloot was in 1628. In de jaren 1630-1635 werd Brazilië veroverd. Johan Maurits van Nassau Siegen (Maurits de Braziliaan) werd er gouverneur. Hij liet fort Elmina (Ghana) veroveren (1637), waarna de Hollanders daar de slavenhandel overnamen. Dit fort was in 1482 door de Portugezen gebouwd met de naam San Jorge del Mina. Het was Hollands van 1637 tot 1871, toen het werd verkocht aan de Engelsen. In 1645 wisten de Portugezen Brazilië te heroveren. In 1650 kon de WIC over veel slaven beschikken, maar waren er geen afzetgebieden, totdat de Engelsen en de Fransen in het Caribisch gebied voor hun suikerplantages behoefte aan slaven begonnen te krijgen.
Suikerrietmolen, 1n 1850 getekend door Théodore Bray (1818-1878). Bray was planter en medeeigenaar van de plantage Spieringshoek aan de Corrowijne. Op de moddelgrote plantage werkten 99 slaven. Van 1645 tot 1720 was Curaçao slavenhandelscentrum ten behoeve van de Spaanse gebieden in Zuid Latijns-Amerika. De Engelsen namen de handel in 1720 over, desondanks werden er in de jaren 1720-1780 nog 16.000 slaven naar Curaçao vervoerd. Van 1720 tot 1730 was St. Eustatius slavenhandelscentrum; in die jaren 11.000 slaven. Het eiland was in 1636 door Zeeland veroverd en werd in 1680 overgenomen door de WIC. In 1756 werd het een handelsvrijhaven, een overslaghaven voor het Caribisch NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
15
gebied, waar goede zaken werden gedaan: ‘de gouden rots’. In de jaren 1775-1781 speelde St. Eustatius een rol in de Amerikaanse revolutie als overslaghaven van wapens. Het was het eerste land waar een Amerikaanse oorlogsbodem met saluutschoten werd verwelkomd: erkenning van de vlag. In 1781 werd St. Eustatius door de Engelsen verwoest – nog als vergelding voor die erkenning van de Yanks. Suriname was al vanaf 1660 een Engelse kolonie. Het werd in 1666, na het verlies van Nieuw Amsterdam aan de Engelsen veroverd door de WIC. De Engelse planters bleven. In 1700 begon de Surinaamse Sociëteit met het tot ontwikkeling brengen. In 1770 waren er meer dan 600 plantages, 50.000 slaven en 3.000 planters. In 1775 was er een financiële crisis. Tussen 1667 en 1775 waren er 190.000 slaven naar Suriname gebracht. In 1796 werd het land bezet door de Engelsen (Terwijl stadhouder Willem Voor de patriotten en de Fransen naar Engeland was gevlucht. Red.). Het jaar 1800 was het begin van het einde van de slavenhandel. Toch verhandelden Engeland, Portugal, Frankrijk en Spanje tussen 1800 en 1860 nog 3.25 miljoen slaven. De slavernij werd niet overal tegelijk afgeschaft: 1803 Denemarken; 1834 Engeland; 1848 Frankrijk; 1863 Nederland; 1865 Verenigde Staten; 1869 Portugal; 1886 Spanje en 1888 Brazilië. De overheid stelde eigenaars schadeloos. Op de vraag of er in Brazilië nog iets te vinden is uit de tijd van Maurits antwoordt de spreker, dat er geen gebouwen meer zijn uit die tijd, maar dat er in handboeken en literatuur wel het nodige over te vinden is. Jan Limpers voegt hieraan toe, dat er in Brazilië nog wel mensen met blauwe ogen en blond haar rondlopen en dat er Hollandse woorden in de taal zijn opgenomen. Jos merkt op, dat negers niet als volwaardige mensen werden gezien, of als verdoemden, naar het voorbeeld van de tot slaaf verdoemde zoon van Noach. Over de schepen: we zouden het nu combischepen noemen. Op de heenreis ingericht voor het vervoer van slaven en in de bestemmingshaven door meevarende timmerlieden omgebouwd voor vrachtvervoer. Vrijgestelden waren bijvoorbeeld op grond van het testament van hun eigenaar vrijgesteld van hun verplichtingen als slaaf. Naar de zuidelijke van de later Verenigde Staten zijn 4 à 500.000 slaven vervoerd. De bevolking groeide daar snel. Slaven hadden een zwaar leven; ze werkten gemiddeld tien jaar. Zie voor de tv-serie over De slavernij: http://deslavernij.ntr.nl. Hier zijn ook tips te vinden voor onderzoek naar slaven.
16
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
Papier en papiermolens op de Veluwe (slot): De familie Pannekoek Nel Pannekoek, Vlissingen
Afstammingsreeks Geurt Marten PANNEKOEK (zie 2011 no. 3 p. 23): - I Willem Pannekoek 1775-1839. Papiermaker te Loenen en Eerbeek; hij woonde met zijn broer Cornelis, nadat hun broer Abraham naar Renkum was vertrokken, op de molen Nagedacht in Laag-Soeren. - II Geurt Pannekoek 1738-1778. Mr. Papiermaker op de Kayersmolen in Wormen, per 6 mei 1771 op de molen Het Oude Klooster in Eerbeek. - III Abraham Johannesz. Pannekoek 1698-1778. Papiermaker op Het Oude Klooster te Eerbeek (1727-1778); tevens eigenaar van De Onderste molen onder Coldenhove II; hij erft in 1724 met zijn broers en zusters De Hallemolen te Vaassen van hun ouders - IV Joannes Willemsz. Pannekoek 1665-1719. Papiermaker op De Jan Dirksen Sijthoff’s molen bij Schaveren, later op de molen De Werfhorst te Doornspijk. Vanaf 1706 pachter van de molen Het Kraaiennest, staande en gelegen achter De Cannenburch (deze molen werd vroeger De Hallemolen genoemd). - V Willem Reinders Pannekoek ca. 1635-1675. Papiermaker te Wenum - VI Reinder Claesz. Pannekoek ca 1617-1679 was eigenaar van de Pannekoeksmolen; deze molen is naar hem genoemd (vanaf 1753 genoemd de Rotterdamse kopermolen) - VII Claes Goerts Pannekoek ca 1570-1625. Grondbezitter, geërfde en papiermolenaar. De molen was waarschijnlijk een watermolen op het terrein van de Stinkmolen De drie papiermolens die eens deel uitmaakten van het complex ‘De Stinkmolen’ in Apeldoorn-Noord langs de voormalige Grift. Dit uit de 17e eeuw stammende bedrijf verdween kort voor de Tweede Wereldoorlog. Oorspronkelijk werd ter plekke zeemleer bereid en de stank die daarvan het gevolg was vormt de voor de hand liggende verklaring voor de naam van het complex. Tekening uit 1907 door W.B. Tholen (1860-1931), Museum Boymansvan Beuningen, Rotterdam. (Bron: Vijf&zeventig jaar Apeldoorn, uitgegeven in 1984 ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Rabobank-Apeldoorn)
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
17
Het papiermolencomplex De Stinkmolen dankt zijn naam volgens Hardonk aan de stank, die deze vroegere zeem- en leermolens verspreidden, voordat ze in papier-molens werden omgezet. Vanaf 1611 werd Claes vermeld als resp. geërfde, gerichtsman, onderscholtis en in 1625 als herbergier. (De stinkmolens lagen bij de uitmonding van een zijbeek in de Grift in Noord-Apeldoorn nabij de plaats waar nu de Vlijtseweg uitkomt op de Anklaarseweg. Red.) Geurt Marten Pannekoek (van De Halve Maan, zie 2011 no. 3 p. 23) was de oudste zoon van (I) Willem Pannekoek, geb. 13 december 1775 te Hall, ovl. 15 februari 1839 te Brummen. Willem was papiermaker. Hij woonde met zijn broer Cornelis op de molen Nagedacht in Laag Soeren; zij waren daar van 1799 tot 1830 pachters en papiermakers; de molen was eigendom van Carel Otto van Kesteren. Willem is in 1819 in Brummen getrouwd met Gerritje SANDERS, zij kregen na Geurt Marten nog 5 kinderen: - Lotta, werd slechts 1 maand oud; - Hendrik, stierf op zijn 22e jaar; - Lotta Cornelia, gehuwd met papiermakersknecht Willem Cornelis LOOIJS; zij stierf op 32-jarige leeftijd; - Dirk Willem, gehuwd met Driesjen LOOIJS, vertrok naar Rotterdam in 1855; hij werd handelaar in lompen en metalen. Dirk Willem werd in 1876, na het overlijden van broer Geurt Marten en zijn vrouw, voogd over hun drie kinderen. Na overlijden van Driesjen huwde hij met Hillegonda Maria VAN DER GARDE. - Hester Alberta, trouwde in 1855 met de landarbeider Johannes MULDER. Willem was een zoon van (II) Geurt Pannekoek, ged. 1 juni 1738 te Hall, ovl. 26 oktober 1778 te Hall. Hij trouwde in 1764 in Loenen met Lutjen ANDRIESSEN, dochter van Hendrik AERTS en Henrica Hendriks CAPEL, die werkzaam waren als papiermakers op De Bovenste Molen I en II in Loenen. Na het overlijden van Geurt op 40-jarige leeftijd trouwde Lutjen met Bernardus NIKKELS, Mr. Papiermaker, markerichter over de Mark van Halle, Eerbeek, Coldenhove. Geurt en Lutjen kregen 8 kinderen: - Driesjen, zij trouwde in 1786 te Ellecom met Willem Willemsen. Zij beheerden de Papiermolen Het Oude Klooster; in 1797 vertrokken zij naar Laag Soeren naar de molens Goedgedacht en Nagedacht. Willem gebruikt later de familienaam van zijn vrouw: Pannekoek. - Hester, die trouwde met resp. Hendrik Lodewijk LURING en in 1790 in Amster dam met Willem DE LOOPER; - Marten, als kind met zijn ouders naar de molen Het Klooster gegaan, in 1787-1788 was hij in Amsterdam, vermoedelijk om ervaring op te doen in de papierhandel; hij stierf op 27-jarige leeftijd aan de vermoeienissen van een reis naar Kaldenkirchen – na zijn dood werden 50 balen lompen bezorgd, die hij op zijn reis had gekocht. - Hendrik, papiermaker op Het Klooster te Eerbeek, later de molen Welbedacht; hem werd met zijn broer Willem door het Hof op 1-3-1805 octrooi toegekend tot 18
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
het zetten van een windpapiermolen in de buurtschap Eerbeek. - Abraham, die slechts 16 maanden werd; - Abraham (ook wel Geurt Jan genaamd), trouwde Jannetje BERENDS, dochter van Jan Jacobs BERENDS en Woutertje Derks POLL, eigenaren van de Kleine Bazemolen, waar schrijf- en bijenkorfvellen post- en tekenpapier gemaakt werden. Abraham heeft in 1791 de molen Nagedacht gepacht (eigendom van Carel Otto van Kesteren); in 1798 koopt hij de korenmolen en papierfabriek Harten onder Renkum; hij liet Nagedacht over aan zijn broers Cornelis en Willem. Op De Hartense molen heeft hij 50 jaar gewerkt, hij maakte verschillende soorten papier, waaronder pakpapier waarvoor hennep als grondstof diende. Op de tentoonstelling van Voorwerpen en Nationale Nijverheid in Gent in 1820 kreeg hij hiervoor een eervolle vermelding. De molen ging in 1907 over naar Van Gelder en Zonen en werd in 1981 aan de gemeente Renkum verkocht. - Willem, gehuwd met Gerritje SANDERS (zie I). - Cornelis, ongehuwd, woonden op de molen Nagedacht te Laag-Soeren, nadat Abraham naar Renkum was vertrokken, Geurt was een zoon van (III) Abraham Johanneszn Pannekoek, geb. 1698 te Doornspijk, ovl. 10-12-1778 te Hall, gehuwd in 1726 te Oosterbeek met Maritjen Martens SCHUT. Maritjen kwam uit een belangrijk papiermakers-geslacht. Haar overgrootvader, MARTEN ORGES (1570-1626), was afkomstig uit Zwitserland en mogelijk eind 1598 als soldaat naar Gelderland gekomen nadat hij had gevochten in de slag bij Nieuwpoort. Hij werd een van de grondleggers van de papierindustrie op de Veluwe. Hij huwde Geertje Dircksdr. SCHUT. De kinderen gebruiken allen de naam SCHUT als familienaam. In Martens grafsteen in de kerk van Beekbergen zijn de kruisboog (het huismerk van de familie Schut), de letters M en O, alsmede een inscriptie over hem gehouwen. Abraham erft, met zijn broers en zuster, in 1724 van zijn ouders De Hallemolen in Vaassen. In 1729 wordt Abraham pachter en papiermaker op het Oude Klooster; het echtpaar woonde daar ook. In 1739 verkoopt het echtpaar, samen met de andere erfgenamen, hun geërfde gedeelte van de papiermolen Op de Rollekote. Abraham en Maritjen kregen 6 kinderen: - Marijken (Maria), geb. 1726 te Oosterbeek; zij huwde Gerrit Gerrit REYNHOLT. Zoon Johannes, genoemd Jannes, geb. 1729 te Hall en huwt Hilletje Henderiks Ma terman in 1773; Jannes pacht de molen Coldenhove II van zijn vader, totdat hij de molen van hem koopt in 1770. Kort na zijn overlijden in 1782 huwt Hilletje met papiermaker Maes DE GOEIJE, waarschijnlijk om het bedrijf voort te kunnen zet ten. - Cornelis Abrahams, geb. 1731 te Hall, hij huwt in 1773 met Johanna TOEWATER Johanna erfde nog 3/4 deel van de molen onder Coldenhove. Deze molen werd ver kocht. Cornelis pachtte de Molen Het Klooster vanaf 1772; zij woonden en werkten daar. Het echtpaar kreeg geen kinderen. Na het overlijden van Cornelis houdt Johanna 3/8 deel; de familie Pannekoek erft eveneens 3/8 deel. - Marten Abrahams, geb. 1733, niet gehuwd. NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
19
- -
De ouders huren voor Marten de Kayersmolen van de lompenhandelaren Lambert en Nicolaas Lamberts uit Deventer. Marten kreeg een longbloeding en overleed bij zijn ouders in 1760. Hester, geb. 1736, ovl. 1789. Geurt Pannekoek, 1738-1778 (zie II).
Abraham was een zoon van (IV) Johannes Willems (genoemd Jannes) Pannekoek, geb. 1665 en ovl. 10 juli 1719 te Vaassen, hij huwde in februari 1689 met Maritjen Abrahams BROEKHUIZEN. Zij is een dochter van Mr. Papiermaker Abraham Ambrosius BROEKHUIZEN en Engeltje Berend van WIJTTINGEN. Maritjen was vanaf 1680 papiermaakster en ging in 1682 naar Amsterdam, maar kwam na de dood van haar vader terug naar Vaassen; daar trouwde ze later met de meesterknecht Jannes en werkte op de molen bij Schaveren. Jannes woonde van 1685-1689, samen met zijn dochter Maritjen, als pachter op Jan Dircksen Sijthofs Molen te Emst. Na hun huwelijk vertrokken Abraham en Maritjen naar Doornspijk, waar hij werkzaam was als papiermaker op de molen De Werfhorst. Na zijn vestiging in Vaassen werd Jannes pachter van de molen Het Kraaienest, staande en gelegen achter de Cannenburch. Deze molen werd vroeger Hallemolen of De Holste molen genoemd. De molen is op 26 april 1724 verkocht aan de heer (vrouwe) van Cannenburch; deze verpachtte de molen aan Gerrit Kroon, later aan Maas Kroon. Jannes en Maritjen kregen 5 kinderen die waarschijnlijk in Doornspijk gedoopt zijn; dit gebeurde in ieder geval niet in Vaassen: - Willem Reinder, geb. ca. 1690. Hij was papiermaker op de Hallemolen, later het Kraaienest en trouwde in 1720 met zijn nicht Engeltje Berends BROEKHUIZEN, weduwe van Jan Jansen DE GOEIJE, dochter van Abraham Ambrosius BROEKHUIZEN en Engeltje Berends van WIJTTINGEN. De Oude Hattemse molen was van Engeltje en werd verpacht. Zij maakte papier op de Rollekoot tot 1724. In 1721 werd Willem eigenaar van de twee Hattemse molens. - Maria Pannekoek, geb. 1694, zij trouwde in 1733 in Amsterdam met Jan Sas, hij was pakker in de Engelse kelder. Op 14-7-1739 vragen zij broer Jan Willemse Pannekoek de boedel van oom Geurt te verdelen en de helft van De Rollekoot te Vaassen te verkopen. - Abraham Johanneszn. van 1727-1798 papiermaker op Het Oude Klooster, tevens eigenaar van De Onderste Molen onder Coldenhove II (zie III)). - Jannes Willem, geb. 1698, trouwde in 1728 met Hendrica WEIJERMAN, dochter van Jan Jurjen WEIJERMAN en Anna TIEBEN, winkeliers te Zutphen. Jannes Willem was eveneens winkelier te Zutphen en volgens overlevering tamboer-majoor. Hij werd 27 april 1728 burger en 15 september 1734 grootburger van Zutphen. - Geurt, geb. ca 1708, burgerlijke staat onbekend, had nakomelingschap te Vaassen; hij werd in 1746 wegens valsheid in geschrifte tot 8 jaar tuchthuisstraf veroordeeld. Johannes Willems was een zoon van (V) Willem Reinders Pannekoek, geb. ca 1635
20
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
in Apeldoorn, gehuwd voor 1659 in Vaassen met Marie NICOLAASDR., geb. 1652 in Vaassen. Willem was papiermaker in Wenum en overleed ca 1675. Na zijn overlijden trouwde Marie op 16-5-1675 met Jan JACOBS. Willem en Marie kregen 6 kinderen: - Marrighien Willems, 13-1-1700 te Vaassen gehuwd met Evert Abrahams BROEKHUYSEN; - Elisabeth Willems, geb. ca 1659 te Vaassen, ondertrouw te Amsterdam 6-10-1685 met Adriaan JARIGSZ., herbergier; huwde 25-11-1707 in Amsterdam met Willem VAN NORDEN; huwde 27-11-1721 met monseigneur Jochem DADELBEECK; deze laatste maakte in 1726 een testament op voor notaris Willem Lageman, waarbij Elisabeth verklaart twee zusters te hebben, n.l. Rijniera Willemse Pannekoek en Geertruid Willemsen Pannekoek, huisvrouw van Jan Borman. - Rijniera, geb. ca 1660 in Vaassen, begraven 19-11-1732 te Amsterdam. - Geurt Willemsen, geb. ca 1662 te Vaassen. Geurt Willemsen is pachter van en papiermaker op De Werfhorst; deze molen is in 1688 gelegd door Philip van Zuylen van Nijevelt. Begin 1700 draagt Geurt deze molen over aan zijn broer Joannes en gaat naar Vaassen, waar hij huwt met de weduwe van Jacob Jacobsen en papiermaker wordt op de molen De Rollekoot. Jacob had in 1681 de molen De Rollekoot in Vaassen gelegd. Geurt Willemsen is medeondertekenaar van een rekest van 7 april 1721 van de Veluwse papiermakers aan de Staten van Gelre en het Graafschap Zutphen. In dit schrijven vragen de papiermakers om opheffing of verzachting van het invoerverbod op lompen, dat door de regering uit vrees voor het uitbreken van de pest, die in deze tijd uit andere landen naar Nederland dreigde over te slaan, was ingesteld. Door dit verbod dreigden de papiermakers in de uitoefening van hun beroep zeer te worden geschaad. De akte bevindt zich in het Rijksarchief te Arnhem. Onder de handtekeningen vinden we ook die van Willem Pannekoek an Abraham van Broekhuysen. - Johannes Willems, geb. 1665 te Vaassen (zie IV). - Geertruij, geb. ca 1670 te Apeldoorn. Zij ging in Amsterdam in ondertrouw met Jan BORREMAN: den 7 april 1707 zijn op de akte van dominee Joannes Junius, predicant tot Loenen, ingetekend Jan Borreman, j.m. op ’t Rusland en Geertruij Pannekoeks, j.d. wonende tot Loenen. Het echtpaar tekende de akte niet. De ondertrouw wordt ook vermeld in de Impost trouw en begraven te Loenen. Willem Reinders was een zoon van (VI) Reinder Claes Pannekoek, geb. ca 1617 te Apeldoorn, gehuwd, waarschijnlijk te Apeldoorn, met Neeltjen LAMBERTS. Reinder is in 1636 vermeld is gerichtsman. Hij is vanaf 1648 eigenaar van de Pannekoeksmolen in Wenum, de molen is naar hem genoemd (later vernoemd tot Rotterdamse kopermolen). Hij bezit in 1648 1/3 schepel zaailand in Wiesel, is eigenaar van een “hof en campken”, een perceel zaailand en een morgen land in De Havercamp. De Pannekoeksmolen werd in 1627 gelegd door Jan Ariens; vanaf 1637 waren Jan en Evert Willems eigenaars en papiermakers en tevens pachters van water. In 1753 wordt de molen overgenomen door Daniel de Jongh en de molen ingericht als Kopermolen.
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
21
Gedeelte uit een kaart van 1807, waarop de beide kopermolens te Wenum met bijbehorende wijers voorkomen. Geheel rechts staat de windkorenmolen aan de huidige Marleweg. (Koormullenaers, Pampiermaeckers en Cooperslaghers, door R. Hardonk)
Reinder is vanaf 1659 momber (voogd) over de ‘onmundige’ (minderjarige) kinderen van zijn broer Lambert. Na zijn overlijden in 1679 wordt de molen verdeeld onder de kinderen; ieder krijgt een deel van de Pannekoeksmolen.
Reinder en Neeltjen kregen 10 kinderen: - Jentjen (Jantje) Reinders, geboren te Apeldoorn, gehuwd met Jan KOECKOECK; - Willem Reijnders, geb. ca 1635, papiermaker te Wenum, voor 1659 gehuwd met Marie NICOLAASDR., hij overleed ca 1675. (zie V) - Gerrit Reinders, geb. ca 1636, voor 1674 gehuwd met Stijntjen HERMENS, 19 september 1674 gehuwd te Voorst met Aeltjen PETERS, dochter van Peter CLAESSEN en Wendeltien ROELOFS. Gerrit was vanaf 1672 pachter en papiermaker op De Achterste Molen I te Loenen. In de komende twee jaren heeft hij veel last gehad van plunderende troepen en in 1674 hoefde hij dan ook maar 8 dukaten pacht te betalen (1 dukaat was ruim 3 gld.); - Claes Reijnders, geb. ca 1637, ca 1672 gehuwd met Trijntje JONAS; geërfde; in akten van de Heerlijkheid ’t Loo van 1698 wordt hij genoemd als deelgerechtigde in de Wisselse Marke en in 1702 is hij ca 65 jaar volgens een getuigenverklaring. - Gerrit Pannekoek, geb. ca 1639, waarschijnlijk jong overleden; - Rijckje, geb. na 1639, gehuwd met Heimerick JANS; 22
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
- Anneken Reijnders, geb. ca 1655, in 1684 gehuwd met Aart Rijers CORTHALS, hij overleed voor 1687; daarna huwde Anneken met Helmig Helmigsen VAN COUDIJS, Mr. Chirurgijn. - Trijntje Reinders, geb. ca 1655 huwde in 1669 met Roelof JANSEN. Zij erft een deel van de Pannekoeksmolen van haar ouders. In 1682 vertrekken zijn naar de molen bij Vanenburg. - Mechtelt Reinders, geb. ca 1657, huwt met de papiermaker Jan Jansen CORTHALS. De Pannekoeksmolen wordt verpacht en ze blijven zelf op de Tepelenberg, eigendom van de Oranjes en afgebrand in 1749 (KPC blz. 81). Jan overlijdt dan ook op deze molen. Hij is dan 80 jaar oud en reeds 60 jaar papiermaker. Later wordt de molen beheerd door hun zonen Loog en Reinder. - Anneken Pannekoek, geboren na 1659 te Apeldoorn. Reinder Claes was een zoon van (VII) Claes Goerts Pannekoeck, onderscholtus en gerichtsman te Apeldoorn, geërfde, grondbezitter, papiermolenaar, geboren ca 1570 te Apeldoorn; hij huwde ca. 1593 met Merry Lamberts ENGELENDR, geb. te Soeren, dochter van Lambert ENGELEN (de jonge). Claes trouwde later nog met Cornelia JANSEN, dit echtpaar wordt 11 februari 1623 genoemd in verband met een papiermolen in Orden (volgens Hardonk een verkoopakte waarin sprake is van een kopermolen op De Grift te Apeldoorn, naast de molen van Pannekoek); de molen van Pannekoek was een watermolen op het terrein van de Stinkmolen. Het papiermolencomplex De Stinkmolen dankt zijn naam volgens Hardonk aan de stank, die deze zeem- en leermolens verspreidden, voordat ze in papiermolens werden omgezet. Claes overleed in 1625. Claes en Merry kregen 7 kinderen: (Deze kinderen kregen 13 maart 1628 approbatie voor een pandschap van een vierendeel holt in het Hoog-Soerderbos, gaande uit het herengoed van hun grootvader). - Jan Pannekoek, geb. ca. 1595, krijgt 7 februari 1625, als zoon van Claes, oprukking voor jonge Lambert Engelengoed tot Orden gelegen [dat is het goed van Lambert Engelen de jonge, red.]. Gebruikt samen met zijn broer Lambert een deel van het goed Wachtevelt; procedeert in 1634 en 1635. Jan overlijdt na 1636 zonder lijfserven. - Claes, geb. ca 1595, trouwde met Willemken GERRITS. Na zijn overlijden in 1633 trouwt Willemken met de neef van Claes, Jurrien Hendricks PANNEKOEK. - Lambert, geb. 1606, huwde ca. 1625 met Trijntje GIJSBERTS. Hij krijgt oprukking voor het jonge Lambert Engelengoed als erfgenaam van zijn broer Jan; wordt vermeld als onderschultus en gerichtsman van Apeldoorn tussen 1626 en 1658. - Jan of Jacob Claesz., geb. ca 1610, gehuwd ca 1645 met Aeltgen GERRITSDR., gehuwd (2) na 1649 met Naeleken JANS. Hij was koster-schoolmeester en tapper te Beekbergen en bezat land aan de Loenensebeek; hij overleed na 1666 in Beekbergen. Hendrick Claes, geb. ca 1612, huwt Evertjen HARTGERS, dochter van Hartgen Henrick, koopman te Haarlem. Hendrick is in 1645 Gerichtsman, pacht een hofstede Den Enckhoff, beneden de kerkmuur van St. Marie, die daarvoor door zijn schoonouders werd gepacht. NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
23
- Geertgen, geb. ca 1615, gehuwd met Wolter Henricx COOPSEN. - Reinder Claes 1617-1679, (zie VI). Bronnen: - Mededelingenblad Familievereniging Pannekoek (drs. Jac. Pannekoek) maart 1966 t/m de 28ste jaargang van 1993 - Het Veluwse geslacht Pannekoek door E. de Jonge, J. Pannekoek, H.F. Pannekoek en L. Overduin, Apeldoorn/Beekbergen, november 1989 - Genealogie site van Jeroen en Gerdien Nikkels - Orgaan van de Vereniging Veluwse Geslachten - Genealogen die zich in andere Veluwse families verdiept hebben - Gedenkboek Klaas Schenk en Zonen 1823-1923
PERIODIEKEN UIT DE REGIO, jaargang 2010 Nieuwsbulletin Felua, 25e jaargang Nr. 1-2 (Verschenen in december in A4-formaat) Elze Luikens: Van schout A.C.W. Nies tot maire J.H. Gunningh. L. Aardoom: De Felualaan in Apeldoorn. Margot Jongedijk: ADO-speelgoed: een belangrijke aanwinst voor CODA. Kroniek, Oudheidkundige Kring Voorst, 33e jaargang Nr. 1 Willie Hensbergen: Op m’n fietsje door het dorp Voorst in 1947. Jan Groenenberg: Boerderij de Heurne, of Hunne. Jan Koornberg: Sluisjes, beken, kolken, dijken: monumenten van het Waterschap. Nr. 2 Gerard Vrieling: De familie Sloet tot Oldhuis/De Beele. B.W. van ’t Erve: De ‘ongewaerde’ boerderijen van de Teugse of Silvolder mark *met kadastrale kaart en bewoningsgeschiedenis). Nr. 3 Wim Tempelman: Munitietrein 1942. Mr. J.H.J. van Blommestein: Eerste vliegenier E.A. Archer in Twello. Paul Bevers: De windkorenmolen op de Vecht aan de Kerkstraat. G. Groenewold: Geschiedenis bakkers Bril. Nr. 4 Jan Groenenberg: De Klok (herberg) in Twello. J. Lubberts: Vrouwenvereniging Martha. Gerard Vrieling: Beroemde personen uit het dorp Voorst: Anthony Winkler Prins. J. Lubberts: Naai- en breischool te Twello. De Marke, oudheidkundig mededelingenblad, 34e jaargang Nr. 1 (feb) Jaap van der Weel, Aad van Eijnsbergen en Joop Zengerink: W.A. Scholten. Piet Willemsens: Graan dorsen in de oude tijd. Kees Bloem: Een oorlogsherinnering aan ondergedoken vliegers in het Deelerwoud (vervolgd in nrs. 2, 3 en 4). Willem Reusink: 24
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
Havezathe De Rees te Leuvenheim (3, vervolgd in nrs. 2 en 3). Nr. 2 (jun) Rob Gruben: De Grube(n)s in Eerbeek. Jaap van der Weel: Cornelis Jaco Sickesz. (Amersfoort 19/02/1839 – Meran 19/02/1904. Nr. 3 (sep) Jaap van der Weel: De Engelenburg Nr. 4 (dec) Henk Phielix: Brummen in het begin van de oorlog. Martien Kobussen: Moeilijk begin voor de Coöperatieve Landbouwvereeniging. Piet Willemsens: Veld- en boerderijnamenboek Brummen door Herman Blom en Arie van Bodegom. Rondom de toren, Historische Vereniging Wijhe Nr. 85 (apr) Herinneringen aan de viering van 100 jaar Wijhe in 1960. H.G. Dijk: Voettocht tussen Leugenhorst en Waarheidsdrost (3). Teun de Haan: De plaatsnaam Wijhe. Nr. 86 (sep) Teun Oosterbroek: Begraafplaatsen Memento Mori en Rust Zacht. Nr. 87 (dec) Kwartierstaat van Cornelia van Meijgaard (Conny Stuart). F. Kunst: Dorpsuitbreiding 1946-1953. Ampt Epe, Historische vereniging voor Emst-Epe-Oene-Vaassen Nr. 175 (feb) Jan de Graaf: Korenmolens in Oene. René E. Taselaar: Paul Akkerman, kunstenaar. Ton Brands en Gerrit Tenkink: 100 jaar voetbal in Epe. Peter Stork: Beken en watermolens in Epe (vervolgd in nrs. 176-179). Nr. 176 (apr) Dianne Hamer: Jacques Mels (1899-1974), kunstschilder. Evert de Jonge: Bloedwraak en immuniteit in de 16e eeuw. De Grift: oorsprong, economische betekenis en kanalisatie (vervolgd in nr. 177). Nr. 177 (jun) Freek Bomhof: Gerrit Hulseboom, een kunstschilder uit Vaassen. Jan de Graaf: Spekslagershuis en Zuivelfabriek in Oene. Frans Schumacher: Apeldoorns gas voor Vaassen (1935). Dianne Hamer: Bas van Pelt (1900-1945), binnenhuisarchitect. Evert de Jonge: De Quickborn, een vergeten kasteel in Epe (vervolgd in nr. 178). Nr. 178 (okt) Evert de Jonge: Hopteelt en hopeesten. Wim van ’t Einde: 400 jaar reformatie in Vaassen (1). Dianne Hamer: Kunstenares Wilhelmina. Nr. 179 (dec) Evert de Jonge: Een vissersruzie in Vaassen (in de periode 1610-1636). Eric de Graaf: Eekschillen, seizoensarbeid uit vroeger tijden. Dianne Hamer: Wegen op de Veluwe. NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
25
Korte berichten Gevonden via bevolkingsregister Het is zo verleidelijk om een overlijden te zoeken in de burgerlijke stand. Maar na een verhuizing moet je soms bij een ander archief, of andere website terecht. Zo vond ik in het bevolkingsregister van Eindhoven (Eindhoven Digitale Stamboom) de verhuizing van het gezin Van Ruth-Verberne naar Tilburg, waarna de burgerlijke stand van Tilburg (Regionaal Archief Tilburg) keurig over de overlijdensakten bleek te beschikken. Nu er steeds meer bevolkingsregisters via internet geraadpleegd kunnen worden, moeten we die bron dankbaar aangrijpen als hulpmiddel. Bij verschillen met de burgerlijke stand geeft laatstgenoemde de doorslag. Frans C. Nelis Lancering WieWasWie uitgesteld In ‘Genalogie’ van het CBG lezen we, dat na een intensieve testperiode begin oktober is besloten de lancering en officiële presentatie voor onbepaalde tijd uit te stelen. Via de blog van WieWasWie.nl kunnen belangstellenden op de hoogte blijven van de verdere ontwikkelingen op dit gebied: http://wieiswiewaswie.wordpress.com Duitslanddag Op zaterdag 4 februari wordt voor de tiende keer de Duitslanddag gehouden in ons Verenigingscentrum in Weesp. Op deze dag zijn deskundigen aanwezig uit onder meer Dortmund, het Osnabrückerland (50 parochies), het Tecklenburgerland, Westfalen (honderden parochies), Wolhynië in de Oekranië en de WGOD (Werkgroep Genealogisch Onderzoek Duitsland). Ook onze eigen talloze Duitse bronnen en indexen zijn ter beschikking. Nieuw op deze dag is de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de Arbeitsgemeinschaft Ostdeutscher familienkunde, het Landeskundliche Institut Westmünsterland en de Hessische Familienkunde. Daarnaast zullen voor het eerst enkele verenigingen zich ook presenteren met lezingen over hun werkzaamheden en mogelijkheden. Iedereen is van 10.30 uur tot 16.00 uur van harte welkom aan de Papelaan 6. Voor meer informatie: telefoon 0294-413301 of e-mail
[email protected] Weltkriegsopfer In het mededelingenblad van de afdeling Delfland schreef Paul Scharp een en ander over de site http://www.weltkriegsopfer.de. Via de daarop getoonde wereldkaart kunt u bij alle bekende 17.521 oorlogskerkhoven komen en de namen vinden van de daar begraven 693.822 militaire slachtoffers. Van hen zijn de nodige gegevens – voor zover bekend – vermeld. Er staan ook gegevens van de Nederlandse begraafplaatsen op. Voor Nederlandse slachtoffers kunt u ook terecht bij de oorlogsgravenstichting: http:// www.oorlogsgravenstichting.nl.
26
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
Inhoudsopgave:
pagina: Van de voorzitter....................................................................................................3 Van de redactie . ....................................................................................................4 Bijeenkomsten en excursies...................................................................................5 Over de leden van de afdeling...............................................................................6 Verslag van de najaarsledenvergadering: van dinsdag 8 november 2011..............7 MIGRATIE EN INTERNET, het thema van de bijeenkomst op 12 april 2011....... Bijdrage Auke Vlietstra................................................................................8 Het Nederlandse aandeel in de Trans-Atlantische slavenhandel, Verslag van een lezing door Jo Rademakers.......................................................12 Papier en papiermolens op de Veluwe (slot): De familie Pannekoek..................17 Periodieken uit de Regio, jaargang 2010.............................................................24 Korte berichten:.............................................................................................................. 26
Aanmelden lidmaatschap NGV en adreswijzigingen Aanmelden lidmaatschap NGV (€ 39,- per jaar per acceptgiro; € 38,- per jaar bij automatische afschrijving en doorgeven van adreswijzigingen bij de landelijke ledenadministratie. Dit gaat hel snelst via de website www.ngv.nl. Klik in de rechter kolom op Tien redenen om lid te worden van de NGV en volg de aanwijzingen, dan verschijnt een aanmeldformulier. Voor aanmelding per post is het adres: Ledenadministratie NGV, Postbus 26, 1380 AA Weesp. De landelijke ledenadministratie deelt de leden in bij één van de regionale afdelingen op grond van de postcode van de woonplaats, tenzij men heeft aangegeven bij een andere afdeling ingedeeld te willen worden. Daarnaast kan ieder lid voor € 9,- per jaar ‘bijkomend’ lid worden van een extra afdeling Voor de afdeling Apeldoorn en omstreken gelden de volgende postcodes: 3887-3889, 6876-6899, 6950-6979, 6990-6994, 7300-7429, 8000-8059, 8070-8099 en 8160-8199. Abonnementen en losse nummers Voor leden en bijkomende leden is een abonnement inbegrepen in de contributie. Niet-leden kunnen zich abonneren door overmaking van € 7,- per jaar op ING Bankrekening 3501951 ten name van NGV afdeling Apeldoorn en omstreken te Apeldoorn met vermelding van het jaar. Losse nummers kunnen à € 2,50 worden besteld door overmaking dat bedrag op voornoemde rekening met vermelding van het gewenste nummer. Overname van artikelen Toegestaan met vermelding van de bron: Afdelingsblad NGV afdeling Apeldoorn en omstreken. NGV afdeling Apeldoorn en omstreken
27
Kruizemuntstraat 135 7322 LG APELDOORN 28
NGV afdeling Apeldoorn en omstreken