Nederlands in Uitvoering Leerjaar 2
Beroepen
Een interview houden
Algemene modulegegevens Leerjaar:
2
Thema:
Beroepen
Taaltaak:
Een interview houden
Leerstijlvariant: DOE – ERVAAR - BEKIJK – DENK
Algemene modulebeschrijving In deze module maken de leerlingen een beroepenkwartet. De informatie voor het kwartet verkrijgen ze door iemand te interviewen over zijn of haar werk, of ouderejaarsleerlingen over hun sector, stage of bijbaantje.
Wat betreft vaardigheden staan in deze module de voorbereiding van het interview (maken van een afspraak en bedenken van vragen) en het maken van een interviewverslag centraal. Gezien de leerstijlvariant leren de leerlingen in deze module vooral van het zelf uitvoeren van de taaltaak en van elkaar.
Inzet van de module Het thema van deze module leent zich goed voor een koppeling met de praktische sectororiëntatie of voor samenwerking met verschillende vakken uit het leergebied Mens & Maatschappij (economie, aardrijks-
kunde, geschiedenis of maatschappijleer). Kijk voor meer informatie bij ‘Suggesties voor samenwerking
met andere vakken’ aan het eind van deze handleiding.
Doelen • •
•
•
Nederlands in Uitvoering
•
2
De leerlingen kunnen middels het houden van een interview informatie verkrijgen die ze nodig hebben.
Ze kunnen daartoe geschikte vragen bedenken.
De leerlingen zijn in een interview verstaanbaar (door intonatie, articulatie, spreektempo). De leerlingen gebruiken non-verbale uitingen om hun boodschap te ondersteunen.
De leerlingen kunnen de inhoud van het interview weergeven in een interviewverslag.
De leerlingen kunnen kritisch denken en praten over de aanpak en het resultaat van een taak.
Materialen en voorbereiding Les 1
De eerste les is de DOE-les, die meteen de interviewopdracht bevat. Omdat leerlingen waarschijnlijk
iemand van buiten school gaan interviewen, zijn de feitelijke interviews echter buiten de les gepland, tus-
sen les 1 en les 2 in. Les 1 op school wordt gebruikt voor de introductie van de module en om de beroepen te verdelen over de leerlingen (tweetallen), naar aanleiding waarvan zij de interviews kunnen voorbereiden (bedenken wie ze gaan interviewen en vragen opstellen). Ook kan in deze les gelegenheid gegeven wor-
den tot het maken van interviewafspraken. Maar afhankelijk van het lesrooster en uw eigen voorkeur, kunt u de leerlingen natuurlijk ook gelegenheid geven tot het houden van de interviews binnen lestijd. In dat geval hebt u waarschijnlijk een extra les nodig.
Bedenk verder of u de leerlingen vrij wilt laten in de keuze voor de geïnterviewden, of dat u hierin wilt stu-
ren. In het laatste geval dient u van tevoren wellicht vast afspraken te maken met mensen die u op het oog
heeft, over hun beschikbaarheid. Ook sturing op type beroepen is natuurlijk mogelijk; zo kunt u een of meer specifieke beroepssectoren centraal stellen, bij voorkeur die sectoren die op school ‘aanwezig’ zijn.
De leerlingen werken gedurende een groot deel van de module samen in tweetallen. Besteed daarom aandacht aan het formeren van tweetallen. Woorden
Laat de leerlingen gebruik maken van de woordenbladen op de laatste pagina's van de leerlingmodule. Of kopieer het werkblad bij de woordenlijst, als u ervoor kiest om
de betekenis van de woorden onderaan de woordenlijst niet zelf door de leerlingen te
Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3
laten opzoeken.
Neem eventueel informatie mee over verschillende beroepen, zeker wanneer u wilt
sturen in de richting van een bepaalde sector. Wellicht beschikt de decaan over voorlichtingsmateriaal of beroepenoverzichten.
Er is een werkblad bij opdracht 2 beschikbaar. Bekijk of dit werkblad bruikbaar is voor uw leerlingen en kopieer het zonodig.
Maak voor elke leerling een kopie van het werkblad bij opdracht 3. Bepaal of u in de
les (les 2) tijd wilt reserveren voor het maken van het interviewverslag, of dit als huiswerk opgeeft.
Les 2
Interviewverslag
Wanneer u ervoor kiest het interviewverslag in de les op de computer te laten maken,
Opdracht 8
Maak per tweetal een kopie van het werkblad bij opdracht 8 (kwartetkaarten). Zorg
moet u over voldoende computers kunnen beschikken.
daarnaast voor tekenmateriaal, scharen, lijm en eventueel tijdschriften met plaatjes
van beroepen. Opdracht 9 Opdracht 12
Bedenk van tevoren enkele interviewvragen om aan de leerlingen te stellen.
Eventueel kunt u ook ouderejaarsleerlingen uitnodigen voor het interview, of een of
meer volwassen beroepsbeoefenaar(s).
Laat de leerlingen gebruik maken van de woordenbladen achterin de leerlingmodule.
3
Beroepen - Een interview houden
Les 3
Opdracht 13
Maak enkele kleurenkopieën van de ingevulde kwartetkaarten (werkbladen bij
opdracht 8), zoveel als nodig om voldoende spelexemplaren te hebben voor gebruik
in de klas. Als het totale spel uit meer dan tien kwartetten bestaat, kunt u per groepje
ook een half spel laten spelen. Vervolgens kunt u de kaarten (laten) lamineren en uitsnijden.
Extra opdracht:
Maak enkele sets van het memoryspel, door de bladen met woord- en betekeniskaartjes te kopiëren en de kaartjes uit te snijden.
Aanwijzingen per les Doe: Houd een interview
Les 1
Introduceer de module aan de hand van het titelblad. Bekijk met de leerlingen globaal het voorbeeldkwartet bij opdracht 2 en behandel eventueel ook klassikaal de begrippen die daarin voorkomen (enkele van deze
begrippen behoren tot de doelwoorden van de module). Neem naar eigen keuze ook de woordenlijst klassikaal door. Eventueel laat u leerlingen met het werkblad bij de woordenlijst werken. Opdracht 1
Geef leerlingen kort de tijd om te bedenken welke beroepen hen interessant lijken. Laat hen hierbij eventueel gebruikmaken van het meegebrachte voorlichtings- en beroeps-
keuzemateriaal en/of geef aanvullende instructies over de sector of het type beroepen
waaraan leerlingen kunnen denken. Vraag daarna wat zij hebben opgeschreven en inventariseer de beroepen die genoemd worden.
Deel vervolgens de leerlingen in tweetallen in en wijs aan elk tweetal een beroep toe.
Opdracht 2 en 3
Bespreek de praktische zaken van de interviewopdracht: •
Wie kunnen of mogen de leerlingen interviewen?
•
Wanneer moet of kan het verslag geschreven worden?
•
•
Wanneer moet het interview gehouden worden? Wanneer moet het verslag ingeleverd zijn?
Enzovoort
Belangrijk: Benoem alleen de opdrachteisen en ga niet inhoudelijk in op de voorberei-
ding of uitvoering van de interviews. De opzet van de module in deze variant is juist dat
de leerlingen beginnen met 'gewoon doen'. Ontneem ze dus niet de mogelijkheid van
eigen fouten te leren, ook niet wat betreft een geschikte voorbereiding op hun taak.
Laat de tweetallen zelfstandig de interviews voorbereiden en opdracht 4 doen. Bied
eventueel het werkblad bij opdracht 2 aan.
(NB: Wanneer u het interviewverslag binnen de les laat maken verschuift opdracht 3 in
Nederlands in Uitvoering
feite naar les 2. De leerlingen kunnen het werkblad bij opdracht 3 echter wel gebruiken
bij de voorbereiding van hun interviews.)
4
Opdracht 4
Laat de leerlingen bij voorkeur (eerst) zelfstandig proberen goede zinnen te maken.
Wanneer u inschat dat dit te moeilijk is, kunt u de opdracht ook klassikaal doen. Het lijkt misschien vreemd dat de leerlingen het doelwoord niet mogen gebruiken, maar om het woord te kunnen vervangen moeten zij de betekenis ervan wel kennen.
NB. In deze opdracht oefenen de leerlingen met de doelwoorden uit de module, maar
het is tevens een oefening in het formuleren van interviewvragen. Besteed daarom bij uw controle ook aandacht aan de formulering van de zinnen. Ervaar: Hoe ging jouw interview?
Les 2
Refereer kort aan de vorige les en bespreek het gidsblokje bij les 2 (pagina 9 van het werkschrift).
Controleer aan het begin van de les of alle leerlingen de interviews afgenomen hebben. Als u ervoor had
gekozen om het interviewverslag als huiswerk te laten doen, controleert u ook of de verslagen geschreven zijn. Zo niet dan kunnen de leerlingen nu aan hun verslag gaan werken. Opdracht 5 en 6
Zie leerlingenmateriaal. Neem na afloop de zelfbeoordelingslijsten in.
Opdracht 7
Geef zonodig aan welke tweetallen samen kunnen werken.
Opdracht 8
Geef elk tweetal een exemplaar van het werkblad bij opdracht 8 (Kwartetkaarten) en
deel zonodig de andere werkmaterialen uit. Benadruk nogmaals dat de leerlingen de kaarten niet los moeten knippen.
Loop rond en ondersteun waar nodig tweetallen bij het invullen van de kaarten. Controleer ook op taalfouten!
Laat de werkbladen na afloop inleveren. Wanneer leerlingen nog niet klaar zijn, moet u
afspraken met hen maken over het afmaken van het werk. De kaarten zijn in principe de
volgende les nodig voor het spelen van het spel, en u moet nog gelegenheid hebben de kwartetten voor die tijd te (laten) vermenigvuldigen, eventueel te lamineren en te snijden.
Les 3
Bekijk en denk: Wat is nog meer belangrijk bij een interview?
Refereer kort aan de vorige lessen en bespreek het gidsblokje bij les 3 (op pagina 13). Opdracht 9
Interview verschillende leerlingen in de klas over hun toekomstige beroep (of hun
verwachtingen daaromtrent). De bedoeling is dat u, door dat te doen, leerlingen laat zien hoe je een goed interview houdt. Stel telkens aan verschillende leerlingen een vraag.
•
•
• •
openingszin (Mag ik je iets vragen?/Heb je even tijd?/...)
slotzin (Bedankt voor je antwoord/Bedankt voor je tijd/...)
doorvragen (Wat bedoel je daar precies mee?/Sorry, dat begrijp ik niet helemaal. Kun
je dat uitleggen?/…)
parafraseren/samenvatten (Dus jij vindt dat…/Dus je zegt (eigenlijk) dat…/…) 5
Beroepen - Een interview houden
Illustreer voor de leerlingen in elk geval:
Bespreek het interview kort na. Vraag enkele leerlingen naar hun aantekeningen, of
naar de tips die zij uit het interview hebben afgeleid. Vraag zonodig expliciet of ze
bepaalde dingen gehoord hebben, bijvoorbeeld een zin waarin u om verduidelijking
vroeg. Hebben zij nog meer zinnen gehoord die hetzelfde uitdrukten? Kunnen ze zelf nog alternatieven bedenken voor hoe je zoiets kunt zeggen? Geef hen daarna gelegenheid het Tip-schema aan te vullen.
Opdracht 10 en 11 In deze leerstijlcyclus vormt de theorie in feite een samenvatting van wat leerlingen
gedurende de rest van de module al geleerd hebben. Het zelfstandig doorlezen van de
uitleg zal daarom waarschijnlijk voldoende zijn. Eventueel neemt u de uitleg toch nog
klassikaal door.
Neem na afloop van opdracht 11 de schema’s met interviewtips in. (Vertel erbij dat leerlingen de schema’s later terugkrijgen).
Opdracht 12
Zie leerlingmateriaal.
(Wanneer u krap in de tijd zit kunt u deze opdracht beter op een later moment laten
doen en de leerlingen eerst opdracht 13 (kwartetspel spelen) laten doen.) Opdracht 13
Maak groepjes van drie tot vijf leerlingen en laat het zelfgemaakte kwartetspel spelen. Bespreek zonodig eerst nog de (algemene) kwartetregels. Suggestie
Bespreek ter afsluiting van de module met de leerlingen, of het beroepenkwartet
geschikt is om volgend jaar als informatiebron voor tweedeklassers te gebruiken bij de sectororiëntatie, of in hogere klassen voor de oriëntatie op stage en vervolgopleiding.
Nederlands in Uitvoering
Extra opdracht
6
Leerlingen die eerder klaar zijn met een opdracht kunnen het memoryspel doen. Het spel kan zowel in tweetallen als in groepjes gespeeld worden.
Beoordeling Geef de leerlingen een beoordeling die gebaseerd is op de zelfbeoordeling (opdracht 5), de informatie op de kwartetkaarten en de tips die de leerling zelf geformuleerd heeft in het schema op het werkblad bij opdracht 7. NB: Geef de leerlingen na afloop van de module hun schema’s met interviewtips terug. Beoordeelsuggestie: Zelfbeoordeling •
positief (lijkt terecht)
3 punten
•
negatief (lijkt onterecht)
2 punten
•
positief (lijkt onterecht)
1 punt
•
•
negatief (lijkt terecht)
niet (serieus) ingevuld
Kwartetkaarten
1 punt
0 punten
•
correcte en duidelijke info, volledig ingevuld
2 punten
•
niet correct, onduidelijk, onvolledig
0 punten
•
•
soms onduidelijk of onvolledig goede plaatje, mooi verzorgd
Tipschema (werkblad bij opdracht 7) •
•
• •
•
bij (vrijwel) elk punt een tip, tips zijn nuttig en begrijpelijk
bij (vrijwel) elk punt een tip, maar tips zijn summier of erg
algemeen (wel begrijpelijk) of: bij slechts vier of vijf punten
1 punt
1 punt (aanvullend) 4 punten
een tip, tips zijn wel nuttig en begrijpelijk
3 punten
erg algemeen
2 punten
bij slechts vier of vijf punten tips, tips zijn summier of minder dan vier tips, tips zijn wel nuttig en begrijpelijk minder dan vier tips, tips zijn summier, onduidelijk of slecht begrijpelijk
Totaal aantal behaalde punten (maximaal 10) = ……
1 punt
0 punten
+
____________
Beroepen - Een interview houden
7
Suggesties voor samenwerking met andere vakken Het thema van deze module leent zich goed voor een koppeling met de praktische sectororiëntatie (pso) of voor samenwerking met verschillende vakken uit het leergebied Mens & Maatschappij.
In het kader van praktische sectororiëntatie voeren leerlingen vaak een opdracht uit in een (al dan niet gesimuleerde) realistische beroepscontext. In die context komen zij waarschijnlijk in aanraking met
beroepsbeoefenaren die geïnterviewd kunnen worden. Zo niet, dan vormt het zoeken en interviewen van een beroepsbeoefenaar een goede aanvulling op de eigen indrukken, om een completer beeld van een
bepaald beroep of werksoort te krijgen. Ook vormt het maken van een kwartetset een alternatieve manier van reflectie of evaluatie op het geleerde tijdens de pso-opdracht.
In het kader van samenwerking met een of meerdere vakgebieden uit het leergebied Mens &
Maatschappij kan aangehaakt worden bij specifieke thema’s die binnen de vakken aan de orde zijn. Bij
Nederlands kunnen de leerlingen dan mensen interviewen die werk doen dat aan zo’n thema raakt, om het onderwerp of de situatie interessanter en beter voorstelbaar te maken. Voorbeelden: •
In het kader van het thema industrialisering of de overgang van een industriële naar een dienstenmaatschappij (kan zowel aan bod komen binnen aardrijkskunde als geschiedenis als economie), kunnen leerlingen mensen van verschillende generaties interviewen over hun werk en die interviews naast
elkaar leggen. Zij kunnen eventueel kwartetseries over bepaalde perioden of bepaalde beroepssectoren •
maken (Bijvoorbeeld: ‘werken in de textielindustrie’ of ‘typische jaren ‘50-beroepen’).
In het kader van het thema Middeleeuwen (bij geschiedenis) kunnen leerlingen informatie inwinnen over Middeleeuwse beroepen of ambachten. Om te interviewen kunnen zij iemand zoeken die zo’n
ambacht heden ten dage nog beoefend, maar ook een geschiedkundige of educatief medewerker van
Nederlands in Uitvoering
een museum.
8
Werkblad bij woordenlijst De betekenis van de woorden onderaan de woordenlijst vind je hier op een rij. Bedenk zelf een onthoudtip en een voorbeeldzin en schrijf de woorden op je woordenblad of zet ze in je digitale woordenboek.
een interview afnemen
= een interview houden
doorvragen
= verder vragen over een antwoord (als je iets niet begrijpt of als je meer wilt weten)
iemand in de rede vallen
= iemand niet laten uitspreken
iets beheersen
= iets kunnen
de eigenschap
= iets wat typisch is voor iets of iemand
het kenmerk
= iets waaraan je iets of iemand kunt herkennen
Beroepen - Een interview houden
9
Werkblad bij opdracht 2
Voorbeelden interviewafspraak maken
Hier zie je een voorbeeld van een gesprek waarin een jongen met een andere jongen afspreekt om hem te interviewen: Rachid:
Jeffrey: Rachid: Jeffrey: Rachid: Jeffrey: Rachid:
Hallo, ik ben Rachid en ik zou je wat willen vragen. Voor school moet ik een werkstuk maken over het beroep dat ik later ga kiezen. Daarvoor moet ik iemand interviewen. En ik dacht, jij hebt al stage gelopen. Zou ik jou mogen interviewen? Ja, dat is prima. Lijkt me leuk. Wanneer moet dat gebeuren? Nou, het liefst deze week nog. Kun jij morgenmiddag? Nee, morgenmiddag gaat niet, maar donderdag na schooltijd of in de pauze kan ik wel. Oké, dan spreken we donderdag in de pauze af. Waar zullen we afspreken? Laten we maar in de kantine afspreken. Dan zoeken we daarna wel een goede plek om te praten. Oké, dan zie ik je donderdag in de pauze in de kantine. Alvast bedankt!
En hieronder staat een voorbeeld van een tekst voor een brief of e-mail die je naar iemand kunt sturen als je hem of haar wilt interviewen: Beste Mevrouw Aïda, Voor school moet ik een werkstuk maken over het beroep verkoopmedewerker. Daarvoor moet ik ook iemand interviewen die dat beroep uitoefent. Mehmet vertelde dat u verkoper bent bij het Kruidvat. Daarom wilde ik vragen of ik u mag interviewen. Als u het goed vindt, kan ik een keer tussen de middag naar de winkel komen. Het interview duurt ongeveer twintig minuten. Ik hoop dat u hier tijd voor heeft. Kunt u mij laten weten of het kan? Mijn telefoonnummer is: 010-2181218. Maar u kunt het ook tegen Mehmet zeggen.
Nederlands in Uitvoering
Met vriendelijke groet, Saskia Groenen (klasgenoot van Mehmet)
10
Werkblad bij opdracht 3
Interviewverslag
Verslag van het interview met ………………………………………....…………….………………. Door: …………………….………………………….................….
Datum: ……………………….
Ik heb …………………………................................………… geïnterviewd over het beroep van ………………….................……….. .
………………………….................................………… vertelde, dat je voor dat beroep heel
goed moet kunnen …………………………………….……...........………. . Ook moet je
............................ ..………………………………………………………………. Dat zijn dus belangrijke vaardigheden voor dit beroep.
Volgens ………………………….................................………… heb je ook wel een aantal
karakter-eigenschappen nodig om een goede ………….............…………………. te zijn. Hij/zij
noemde als belangrijkste eigenschappen: …………………………………………………………..
en …………………………………………………………………… .
Over de lichamelijke eisen voor dit beroep zei ……………………………...........………….……,
dat …………………………............……………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………..… .
Wat ………………………….................................………… erg leuk vindt aan dit beroep, is dat …………………………………..……………………………………………………………………… . Ook vindt hij/zij het leuk dat ……………………………………………………….....………………
………………………………………………………………………………………………………… .
Een minder leuke kant aan het beroep is volgens hem/haar, dat …………………………..……. ……………………………..…………………………………………………………………………… .
Het meest interessante dat we geleerd hebben van het interview is dat ……………………… ……………………………………………………………………………………………………………
……………………………..…………………………………………………………………………… . Ik heb dit verslag laten lezen aan de geïnterviewde. Die vindt dat dit verslag klopt met wat
Handtekening geïnterviewde …………………………………. Paraaf docent voor gezien: …………..
Datum: ……………………….
Datum: ……………………….
11
Beroepen - Een interview houden
hij/zij in het interview gezegd heeft.
Werkblad bij opdracht 8 Beroep:
Beroep:
å Lichamelijke eisen:
å Lichamelijke eisen:
ç Vaardigheden:
ç Vaardigheden:
é Eigenschappen:
é Eigenschappen:
è Leuke kanten:
è Leuke kanten:
Beroep:
Nederlands in Uitvoering
Set kwartetkaarten
Beroep:
å Lichamelijke eisen:
å Lichamelijke eisen:
ç Vaardigheden:
ç Vaardigheden:
é Eigenschappen:
é Eigenschappen:
è Leuke kanten:
è Leuke kanten:
12
Kopieerblad A bij Extra opdracht
Woordkaartjes memoryspel
professioneel
lichamelijke eisen
dat houdt in
de vaardigheid
deskundig
uitgaan van
ervaring hebben (met)
de kant
het karakter
afnemen (van een interview)
ergens over beschikken
doorvragen
beheersen
in de rede vallen
het kenmerk
Beroepen - Een interview houden
13
Kopieerblad B bij Extra opdracht
dat betekent
wat je kunt
met verstand van zaken
wat je moet kunnen met je lichaam
het al eens meegemaakt of gedaan hebben
het onderdeel
zoals beroepsmensen het doen
baseren op
hoe iemand is
(een interview) houden
in het bezit zijn van iets, iets hebben
verder vragen over een antwoord
kunnen
eigenschap waaraan je iets of iemand kunt herkennen
Nederlands in Uitvoering
niet laten uitspreken
14
Betekeniskaartjes memoryspel