‘Nederland wordt slimmer met energie’ SPEECH Bert de Vries, plv. Directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging, NEBC 8 juni (uitgesproken door Jaco Stremler (plv. directeur Energie en Duurzaamheid)
Ik zal met u vier punten langslopen: 1. Het energiebeleid van het kabinet en de plek van slimme netten daarin; 2. Het belang van slimme netten voor de energievoorziening en de economie; 3. De rol die de overheid wat mij betreft zal spelen bij de ontwikkeling van slimme netten, en 4. De rol van bedrijven, burgers, NGO’s en dergelijke bij de ontwikkeling van slimme netten, en het belang van goede samenwerking. 1. Slimme netten en het energiebeleid Geld verdienen met smart grids staat vandaag centraal bij deze kick-off van de New Energy Business Community in Groningen. Dat thema past uitstekend in de benadering van het Energierapport dat de minister binnenkort aan de Tweede Kamer zal aanbieden. Daarin neemt het belang van geld verdienen met energie een belangrijke plaats in. In het
nationale energiebeleid streven we er naar om minder afhankelijk te worden van vervuilende brandstoffen en de import van energie uit onstabiele regio’s. Tegelijk is de energiesector een economische sector met kansen waarbij we de comparatieve voordelen van Nederland moeten benutten. In de periode tot 2020 plaats kiezen we voor realistische doelen op het gebied van duurzaamheid. En we kiezen voor innovatie. Voor de korte termijn, maar zeker ook met het oog op de lange termijn. Innovatie maakt energie schoner, betrouwbaarder en goedkoper en geeft een impuls aan onze economie. Dat is de essentie van groene groei. Daarom is energie ook één van de topgebieden die het kabinet heeft benoemd waarop we inspanningen willen richten. Maar groen of grijs, van belang is dat we het slim doen. Binnenkort zal de heer Van der Veer het advies van het topteam Energie aan de minister aanbieden. Zoals sommigen van u wellicht ook tijdens de ' outputdag'van het topteam hebben gehoord, zal dit advies vooral gaan over de spelregels waarlangs het toekomstige innovatiebeleid vormgegeven kan worden. In dit advies ligt een grote nadruk op vraagsturing. Ik denk dat dit kansen kan bieden voor partijen, die bereid zijn inspanningen te leveren voor de R&D ontwikkelingen rond smart grids.
Geld verdienen speelt ook een rol bij de Green Deal die dit kabinet met de samenleving aan wil gaan. Er liggen ook nu al kansen op het gebied van energiebesparing en lokale duurzame energieopwekking. In de praktijk blijkt dat vaak financiën niet de belemmering vormen voor initiatieven, maar dat er andere knelpunten zijn. Met de Green Deal wil het kabinet deze knelpunten oplossen en samen met ambitieuze partijen laten zien dat verduurzaming van energie kan én economisch aantrekkelijk is. Daarbij gaat het om concrete initiatieven die als voorbeeldfunctie dienen voor andere partijen en daarmee de totale markt in beweging zetten. Doel van de Green Deal is laten zien dat groen en groei hand in hand gaan. Daarin spelen slimme netten wat mij betreft een belangrijke rol. Steeds meer partijen zien het belang van slimme netten en de economische kansen die er liggen voor burgers en bedrijven. In het Energierapport 2008 is het onderwerp “slimme netten“ voor het eerst geagendeerd door de overheid. Sindsdien is er een enorme beweging op gang gekomen rond dit thema, mede dankzij de Taskforce Intelligente Netten die vorige maand haar eindrapport aan de minister heeft aangeboden. 2. Het belang van slimme netten Kernwoorden bij slimme netten en energiebeleid zijn de drie publieke belangen: betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam.
In 2008 waren slimme netten één van de drie iconen van het Energierapport. De gedachte hierachter is in hoofdlijnen simpel: Het huidige systeem van eenrichtingsverkeer is meer dan 100 jaar oud. Met slimme netten wordt tweewegverkeer mogelijk zodat grote maatschappelijke en economische voordelen te halen zijn met bijvoorbeeld energiebesparing, elektrische auto’s, zonnepanelen en energieopslag. Met slimme netten krijg je dus slimme energiesystemen. Met slimme netten moet het mogelijk worden om duurzame energie en nieuwe functies in te passen zonder dat dit leidt tot grote investeringen in de infrastructuur. En zonder dat dit leidt tot een lagere betrouwbaarheid van de energievoorziening. Tegelijk biedt deze innovatie kansen aan Nederlandse bedrijven. Nederland is goed in infra en ICT. En slimme netten bieden ook kansen voor actieve participatie van consumenten. Kortom: slimme netten zijn belangrijk. Maar zijn geen doel op zich, ze zijn een middel. Een middel dat bijdraagt aan de verduurzaming van onze energievoorziening en versterking van de concurrentiekracht van onze economie. 3. De rol van de overheid Hoe zorgen we nou dat die slimme netten er komen?
Laat ik beginnen bij de rol van de overheid. Zeker in de fase waarin de ontwikkeling van slimme netten zich nu bevindt, zie ik drie redenen voor een actieve rol van de overheid. Ten eerste is de energie-infrastructuur een gereguleerd monopolie. Die regulering moet de gewenste ontwikkeling van slimme netten niet onnodig in de weg staan. De overheid moet de regulering zodanig vormgeven dat de publieke belangen optimaal worden behartigd. Ten tweede heeft de overheid hier een rol waar de markt niet tot de goede oplossingen leidt. We hebben te maken met een markt met veel en verschillende partijen. Daardoor bestaat er een gerede kans dat zij suboptimale oplossingen kiezen omdat iedere partij vanuit de eigen positie redeneert. Bijvoorbeeld de benodigde standaardisatie komt niet altijd vanzelf tot stand. In de ontwerpfase van slimme netten moet al gedacht worden over het aan elkaar koppelen van verschillende technologieën. Met de uitrol van de slimme meter hebben we veel geleerd op dit gebied, zeker ook waar het de privacy betreft. De rijksoverheid ziet ook de kansen die er – ook economisch – liggen in het verlengde van de slimme meter. Recent heeft de minister het ontwerp-besluit met eisen aan de slimme meter aan de Tweede Kamer gestuurd. Dat is belangrijk omdat de meter een platform biedt waaromheen nieuwe diensten kunnen
worden aangeboden zoals home energy management systemen met displays waar ook kinderen mee overweg kunnen. Er is zelfs al een programmaatje waarmee je moet zorgen dat de ijsschots niet smelt waar een pinguïn op staat. Dat schijnt heel succesvol te zijn om energiebewuste kinderen te krijgen. Die eisen gaan in op 1 januari 2012. Dat is het startschot voor de kleinschalige uitrol. Het gaat dan om plaatsing bij nieuwbouw, renovatie, reguliere vervanging en op eigen verzoek. Vanaf 2014 – is de bedoeling – vindt grootschalige uitrol plaats naar 7 miljoen huishoudens. Dit biedt voor bedrijven dus een kansrijk perspectief voor slimme toepassingen voor tariefgestuurd aan- en uitschaklen van apparaten, energiebesparingsadviezen op maat en lokale balancering. Ten derde gaat het bij intelligente netten om innovatie en duurzaamheid. De markt houdt niet vanzelf rekening met de maatschappelijk baten die hierbij te realiseren zijn. Goede samenwerking en kennisdeling is belangrijk. Daar kan de overheid een rol bij spelen. Wat betekent dit concreet? Een eerste belangrijke stap is al gezet. We hebben een Taskforce gevraagd een visie én een actieplan op te stellen.
De Taskforce is er in geslaagd een breed gedragen visie met aansprekende aanbevelingen te formuleren. Hoe ziet de ondersteuning van de overheid er verder uit? Vorig jaar zijn we begonnen met het opzetten van een innovatieprogramma voor Intelligente Netten, uitgevoerd door het Agentschap NL. Dit jaar komt het innovatieprogramma echt op stoom. De kern daarvan zal, zoals ook de Taskforce aanbeveelt, bestaan uit het opzetten van een aantal proeftuinen. We denken aan 5 tot 10 proeftuinen die eind dit jaar al van start kunnen gaan. De projectvoorstellen kunnen worden ingediend tussen 15 juni en 5 september. Bedrijven kunnen hiermee een deel van de meerkosten van hun investeringen vergoed krijgen. Als we de proeftuinfase voorbij zijn zullen de kosten voor intelligente netten en slimme energiesystemen zichzelf moeten terugverdienen. Deze proeftuinen moeten de weg bereiden voor de grootschalige ontwikkeling van slimme netten. Tegelijk bieden ze uitgelezen kansen voor innovatieve ondernemers die nieuwe producten, diensten en nieuwe combinaties van producten en diensten in de markt willen zetten. Met nieuwe samenwerkingsvormen tussen de verschillende partijen.
Ik denk dan bijvoorbeeld aan de glastuinbouw, waar tuinders gezamenlijk hun met de wkk’s opgewekte elektriciteit laten verhandelen op de APX, en dit combineren met flexibiliteit in hun eigen verbruik en energiemanagement op het eigen bedrijf. Variaties op dit concept zijn ook toe te passen met andere partijen en op andere plaatsen, zoals bij lokale energiesystemen in de gebouwde omgeving. We zullen deze proeftuinen vergezellen van een programma voor de ontwikkeling en uitwisseling van kennis. Daarmee willen we de samenwerking tussen de verschillende partijen bevorderen. Een andere belangrijke aanpak ligt op het gebied van de regulering en normering, zowel nationaal als internationaal. Uiteraard gaat het hierbij ook om de grote netten: de integratie van de Noordwest-Europese energiemarkt stimuleren door grensoverschrijdende energiestromen te bevorderen. Maar het gaat zeker ook om regulering op decentraal niveau die het mogelijk maakt het aandeel groene energie in te passen, en tegelijk de netten toekomstbestendig maakt zodat voorzieningszekerheid en betaalbaarheid gegarandeerd zijn. De huidige wet- en regelgeving is gebaseerd op de gedachte van één-weg-richtingsverkeer van productie naar consumptie.
Kleinschalige producenten, actieve consumenten die real-time reageren op prijsprikkels, levering tussen buren en lokale energiesystemen zijn ontwikkelingen die hier niet vanzelfsprekend inpassen. Een grote Europese markt en decentrale energiesystemen hoeven elkaar hierbij niet tegen te werken, maar kunnen elkaar ook prima versterken. Slimme decentrale energiesystemen kunnen bijvoorbeeld als buffer dienen voor grensoverschrijdende energiestromen. Denk aan de opslagcapaciteit die accu’s van elektrische auto’s kunnen bieden, decentraal maar ook centraal. Ook kan decentraal geproduceerde duurzame energie uit groen gas en zonnepanelen prima profiteren van grotere energiehandelssystemen. Vergelijk het met Wikipedia, een centrale kennisbank die is opgebouwd met kennis die door duizenden mensen over de hele wereld wordt aangeleverd. Hoe dit zich gaat ontwikkelen is niet precies te voorspellen. Duidelijk is dat de regulering en normering een cruciale rol kan spelen en onnodige belemmeringen moet voorkomen. De overheid moet voor een goede marktordening en zorgen dat de wet- en regelgeving geen onnodige obstakels veroorzaakt. 4. De rol van de marktpartijen
Maar de overheid heeft niet de leidende rol bij het realiseren van intelligente netten. Die rol ligt bij de verschillende partijen in het veld: netbeheerders, leveranciers van energie en diensten, leveranciers van apparatuur, en bovenal afnemers van energie en de gebruikers van apparatuur. Want zonder intelligente gebruikers is er geen intelligent energiesysteem. Het gaat om mensen en bedrijven: consumenten, producenten en partijen die beide tegelijk doen. Wat wellicht nog een belemmering is voor de grootschalige toepassing van slimme netten in Nederland, is dat onze energie-infrastructuur zeer goed is. Dus dreigt de wet van de remmende voorsprong. Of, zoals ze in Engeland zeggen, ‘If it ain’t broke, don’t fix it ‘. De uitdaging is dus om te laten zien dat: • Dat er business cases zijn, en • Dat het noodzakelijk is om het energieysteem voor te bereiden op een transitie naar duurzame en ook betaalbare en betrouwbare toekomst. We moeten dus bij de ontwikkeling van slimme netten goed kijken waar we in Nederland behoefte aan hebben en waar we goed in zijn.
We moeten hierbij leren van het buitenland waar mogelijk, internationaal samenwerken waar nodig, en ons steeds bewust zijn van de Nederlandse positie in de internationale markt. We kunnen bijvoorbeeld naar Duitsland, Denemarken en Spanje kijken waar ze veel ervaring hebben met het inpassen van grote hoeveelheden wind en zonne-energie in het net. In Nederland ligt dit nog wat verder weg. In Nederland hebben we – als gasland - juist meer ervaring met het inpassen van grote hoeveelheden elektriciteit uit wkkinstallaties en de combinatie van gas en elektriciteit. Nederland heeft een toppositie waar het gaat om de kwaliteit van de huidige energienetten. Zo’n positie bereik je niet zomaar in een dichtbevolkt land als Nederland. Dat betekent dat we niet alleen goede netbedrijven hebben, maar ook een hoogwaardige kennis en uitstekende toeleverende bedrijven. Ook in ICT-toepassingen zien we op verschillende gebieden dat Nederland voorop loopt, al dan niet dankzij het dichtbevolkte karakter van Nederland. De proeftuinen die we hier in Nederland willen realiseren bieden een uitstekende gelegenheid de Nederlandse sterktes te
in zetten bij de ontwikkeling van slimme netten. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord. Samenwerking tussen verschillende partijen in de markt, en samenwerking tussen de overheid en deze partijen. Een Green Deal. Uw inbreng is nodig. Ik wens u veel succes om daar zeer spoedig al invulling aan te geven.