Nederland en energie efficiëntie Zal Nederland in 2020 de Europese norm van 20% efficiënter energieverbruik behalen?
Frank Menger en Pepijn Wolterinck
Young European Specialists 2012
1
Inhoudsopgave Het verdrag (inleiding) - Uitleg verdrag - Toekomstscenario’s en richtlijnen
3 4
Nederland - Standpunt Nederland en toekomstvisie - Situatie van Nederland t.o.v. de 20-20-20- doelstellingen, nationaal en regionaal, en de maatregelen van de Nederlandse overheid - Grootschalige oplossingen CO2-uitstoot in Nederland - Voordelen en nadelen soorten hernieuwbare energie productie in Nederland
7 12 14
Nederlandse bedrijven - Hoe gaan bedrijven dit bewerkstelligen? (Onderzoek bedrijf DSM en NUON)
17
Ligt Nederland op schema? - Conclusie - Toekomstverwachting en aanbevelingen
25 27
2
5
Het verdrag Uitleg 20-20-20 Doelen Bijna iedereen is tegenwoordig op de hoogte van het energieprobleem. Wij als mensen gebruiken veel te veel en steeds meer energie, waarbij wij ook nog eens een deel energie verspillen. Al dit energie verbruiken is natuurlijk slecht voor het milieu, dus er moet iets aan gedaan worden. Dit probleem is echter moeilijk aan te pakken, aangezien het vaak de consumenten en bedrijven zijn die deze energie hard nodig hebben en het erg moeilijk is om een energie besparend initiatief aan een grote groep voor te leggen. Hier springt de overheid in. De overheid legt wetten voor, die er voor moeten zorgen dat wij met z’n allen minder gaan verbruiken. Maar helaas is dit probleem niet voor één land, maar voor de hele wereld. Overheden kunnen dus wel in hun eigen land initiatief nemen en zorgen voor minder verbruik en verspilling, maar één land dat dit doet is lang niet genoeg. Omdat overheden geen macht hebben in andere landen, moest de Europese Unie wetten voorleggen, aangezien alle lidstaten deze wetten horen te volgen. Zo wordt er dus een veel grotere groep betrokken bij het energie besparende project. Er zijn doelen gesteld voor een groene economische groei. Die maakte deel uit van de EU 2020-strategie gemaakt in juni 2010 waarin de doelen moeten worden gehaald binnen tien jaar. De kerndoelen hadden te maken met meer onderzoek, ontwikkeling en werkgelegenheid, het bevorderen van sociale insluiting, het onderwijs niveau verhogen en dus een groenere economie. De 20-20-20 doelen. Alle Europese lidstaten hebben toegezegd deze doelstellingen te gaan halen:
de broeikasgasemissies moeten met tenminste 20% zijn verminderd ten opzichte van 1990; het aandeel hernieuwbare energie moet 20% van het totale EUenergiegebruik zijn; het aandeel biobrandstoffen moet 10% van het totale EU-verbruik van benzine en diesel in de vervoersector zijn; bedrijven moeten in 2020 21% minder CO2 uitstoten dan in 2005. De Europese Unie wil dat bereiken met emissiehandel.
Deze vier doelstellingen vormen samen dus de 20-20-20 doelstellingen. Als er een wereldwijd klimaatverdrag komt, zal de EU de uitstoot van CO2 met 30% willen verminderen in 2020. Deze huidige doelstellingen zijn bindend voor alle lidstaten, maar er zijn wel verschillen. Malta moet bijvoorbeeld 10% hernieuwbare energie opwekken t.o.v. de totale productie, terwijl Zweden dit tot 49% moet brengen. Dit komt omdat Zweden al sinds lange tijd hernieuwbare energie produceert uit waterkracht en biomassa. Dit is het solidariteitsbeginsel. Ook zijn er tussendoelstellingen gesteld om de voortgang te stimuleren. Tussendoelstellingen zoals CO2 opslag horen hierbij. De Europese Commissie stelt ook richtlijnen en toekomstscenario’s op die de landen kunnen helpen bij het behalen van de doelen. Ook is er gezorgd voor meer ruimte voor nationale samenwerkingsprojecten. Natuurlijk kunnen bedrijven en consumenten niet uit zichzelf meer investeren in beter 3
energieverbruik. De overheid subsidieert schone goederen bijvoorbeeld en steunt bedrijven met geld. De minst milieu vriendelijke goederen worden simpelweg verboden.
Toekomstscenario’s en richtlijnen Europese Commissie Energy Roadmap In oktober (uitgelekt) is het Energie Roadmap concept te voorschijn gekomen. In dit concept zijn verschillende toekomstscenario’s te zien die mogelijke oplossingen en maatregelen bevatten om de CO2-uitstoot aan te pakken. Ook dit concept stelt weer tussentijdse doelen. Zo krijgen bedrijven, maar ook de overheden beter inzicht in wat er gebeurd moet worden en wat misschien dus niet gedaan moet worden. Scenario’s en consequenties worden beschreven. Er zijn combinaties van scenario’s gemaakt, maar het is nog maar de vraag of deze werkelijkheid worden, wel kunnen Europese landen nu keuzes maken voor hun energiebeleid. Elk scenario heeft een andere manier van het werken naar een hernieuwbare energie economie. Hier worden dan de verwachte voor en nadelen op bijvoorbeeld de prijzen van energie en technologie gegeven. Ook worden er een aantal eventuele nieuwe problemen vastgesteld en worden de effecten van ieder scenario nauwkeurig weergegeven. Europa wil in 2050 de uitstoot van CO2 met 80% hebben verminderd, dat betekent dus dat er bijna geen koolstof meer wordt gebruikt. Om dit te behalen zijn er in het Energie Stappenplan 2050 vijf mogelijke scenario’s opgesteld: 1. Ontkoling van het energiesysteem
2.
Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie
3.
Vroege investeringen
4.
Prijsstijgingen in de hand houden
5.
Gezamenlijk actie ondernemen
In September 2011 is de Roadmap voor een energie-efficiënt Europa (Roadmap for a Resource Efficient Europe) vrijgegeven. Dit concept maakt plannen om met minder verbruik meer te verkrijgen. Denk aan energie en materiaal en dergelijke. Er moet een duurzame, nooit opgaande energiebron komen. Om hiervoor te zorgen worden er weer maatregelen voorgesteld en indicaties gegeven. Het geschatte bedrag om de wereldeconomie efficiënter te maken, ligt ongeveer tussen 1.05 en 2.59 triljoen US dollars. Het geld is er, maar het probleem blijft de onzekerheid van de investeringen. Wat zijn de gevaren en wat krijg je er uiteindelijk voor terug? Bovendien zijn de meeste investeerders minder geneigd om lange termijn investeringen te doen.
De Richtlijn Hernieuwbare Energie is in 2009 opgesteld door de Europese Commissie. Deze zou de groei naar hernieuwbare energie bevorderen. Deze richtlijn is opgesteld om de 20-20-20 doelen te verwezenlijken. Het doel is om hernieuwbare energie in elk land tot 20% van het energie verbruik te krijgen. Voor Nederland is het aandeel in 2020 gesteld op 14%. Ook worden er nationale regels opgesteld in deze richtlijn. 4
de statistische overdracht tussen lidstaten; gezamenlijke projecten tussen lidstaten onderling en met derde landen; garanties van oorsprong; administratieve procedures; voorlichting en opleiding; toegang tot het elektriciteitsnet voor energie uit hernieuwbare bronnen.
Deze nieuwe regelgeving is opgenomen in de wet in Nederland. Tegelijk is ook de richtlijn voor schone en energie zuinige wegvoertuigen in de nationale wetgeving opgenomen.
Standpunt Nederland en toekomstvisie Het Nederlandse kabinet was optimistisch over het verdrag dat in maart 2010 is gemaakt en vond het duurzaamheidsbeleid belangrijk. GroenLinks was teleurgesteld, omdat er maar drie van de zes milieuwetten werden gesteund en de rest was niet genoeg voor een minder vervuilend Europa. Ook de milieuorganisaties waren niet blij. De doelen die waren gesteld, waren lang niet genoeg om echt iets aan het klimaat te doen. Wel was men positief over de 30% vermindering van de CO2uitstoot. Tijdens de Europese Raad op 1 maart 2012 waren de regeringsleiders en staatshoofden kritisch op hun eigen werk om de groei te stimuleren. Onze premier Mark Rutte vond dat de groeidoelstellingen in het verdrag door Nederland niet specifiek genoeg waren behandeld. Iedereen was van mening dat er meer tussentijdse doelen moesten worden gesteld om zo het eind doel te behalen. De overheid wil met haar energiebeleid bereiken dat de CO2-uitstoot verminder en Nederland minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen. Om dit te bereiken moet er worden overgeschakeld naar schone, hernieuwbare energie en de energievoorziening moet betrouwbaar en betaalbaar blijven. Er moeten nieuwe energietechnieken worden uitgevonden om de energiesector in Nederland groener te krijgen. Er zijn maatregelen om het gebruik van fossiele brandstoffen tegen te gaan en zo wordt er ook gewerkt aan de CO2-uitstoot. In 2050 moet Nederland leven in een CO2-arme samenleving. In de politiek zijn klimaat, energie en duurzaamheid belangrijke begrippen. Om de wetten van Europa na te volgen, moeten er goede plannen worden gemaakt. Het Centraal Plan Bureau (CPB) heeft een rapport opgesteld en daarin komt niet heel verrassend GroenLinks er als meest duurzame partij uit, PVV staat onderaan de lijst. Na alle berekeningen zullen de meeste partijen de Europese normalen gaan halen, behalve PVV en CDA. Ook PVV vindt als enige dat de subsidiëring van wind- en zonne-energie moet worden gestopt. Volgens de partijen moet de uitstoot van broeikasgassen worden verminderd door fossiele brandstoffen in te ruilen voor groene energie.
5
PvdA is het eens met het verdrag en vindt dat in 2050 Nederland volledig duurzaam en onafhankelijk van fossiele brandstoffen is. Kernenergie moet er niet komen en CO2 moet worden opgeslagen. Ook VVD wil de doelen van Europa halen. Energiebesparing en het stimuleren van brandstoffen op biomassa staan voorop. VVD vindt wel dat subsidies de markt verstoren en duur zijn. PVV besteedt niet veel aandacht aan het klimaat en wat daar mee te maken heeft. PVV wil de belasting op energie verlagen en wil dat kernenergie blijft. Daarnaast wil de partij vooral met dingen stoppen, zoals stoppen met duurzaam inkopen, de SDE+regeling en de duurzaamheid- en CO2-reductiesubsidies. D66 vindt dat de huidige gang van zaken moet veranderen. Er wordt 1,5 miljard extra geïnvesteerd en de subsidieregeling voor duurzame energie wordt verdubbeld. Volgens D66 produceert Nederland dan in 2020 voor 16% aan duurzame energie. SP vindt dat er energie moet worden bespaard (2% per jaar) en het aandeel duurzame energie met 1,5% per jaar moet worden verhoogd. Nederland moet grote investeringen doen voor de verbetering op de elektriciteitsnetten en samenwerken met de buurlanden. CDA zegt dat er alternatieven moeten worden gezocht, omdat de huidige energiebronnen opraken. Het doel is dat we in 2050 over een betrouwbare, betaalbare energievoorziening op basis van hernieuwbare grondstoffen beschikken. Energiebesparing komt eerst, daarna het investeren in duurzame energie, kernenergie en dan de CO2-opslag. Zo zie je dat deze politieke partijen zich ervan bewust is dat er wat moet worden gedaan aan het klimaat. Bijna iedereen is het eens met de doelen die zijn gesteld en willen deze behalen. Wat er van al deze standpunten terecht komt is nog maar de vraag, aangezien de verkiezingen eraan komen en er daarna een kabinet moet worden gevormd waarbij er altijd concessies moeten worden gedaan. Alsnog is het goed dat de partijen druk met het klimaat bezig zijn.
6
Nederland De situatie van Nederland t.o.v. de 20-20-20 doelen, nationaal en regionaal, en de maatregelen van de Nederlandse overheid Nationaal Nederland en CO2-uitstoot Gekwantificeerde Emissie Reductie. (2008-2011) – -28% Luxembourg • 0% Finland – -21% Germany • +4% Sweden – -21% Denmark • 0% France – -13% Austria • +6,5% Italy – -12,5% UK • +13% Ireland – -7,5% Belgium • +15% Spain –- 6% Netherlands • +25% Greece • +28% Portugal Zoals te zien bij de gegevens hierboven is Nederland op weg naar de 20% vermindering van de CO2-uitstoot. Nederland blinkt weliswaar niet uit met de 6% vermindering, maar de vermindering is er wel! Landen zoals Italië, Ierland, Spanje, Griekenland en Portugal hebben zelfs een hogere uitstoot. Dit komt waarschijnlijk omdat in deze landen er geen investeringen zijn gemaakt door de slechte economische tijden. Griekenland is nu zelfs bijna failliet, dus dit was wel te verwachten met de crisis. Als Nederland deze vermindering doorzet, lijkt de 20% niet eens zo heel moeilijk te behalen, maar dan moeten de investeringen wel door blijven gaan en in deze tijd is dit vrij onzeker. In Nederland zijn allerlei projecten gestart om de energie efficiëntie omhoog te krikken. Een mooi voorbeeld van zo’n project is het SDE (Stimulering Duurzame Energieproductie). Dit project is gestart door het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. De overheid heeft een enorm geldbedrag vrijgegeven om subsidies te verlenen aan bedrijven en non-profit organisaties die duurzame energie willen produceren (energie uit biomassa, wind, zon, waterkracht, geothermie en osmose). Er is dus 1,7 miljard geïnvesteerd door de overheid en het lijkt te werken. Steeds meer bedrijven zijn geïnteresseerd in schone energie.
De gegevens hiernaast zijn interessant om te bekijken, want dit laat de CO2-uitstoot veranderingen in de afgelopen jaren zien. Wat op valt is dat vanaf 1990 in alle sectoren de uitstoot is toegenomen, behalve die van de Industrie en de Raffinaderijen. CO2-uitstoot in Nederland per sector. Bron: CBS. 7
Doordat hier de uitstoot verminderde leek het alsof Nederland goed op weg was naar een verminderende uitstoot, maar er is geen rekening gehouden dat Nederland hier in een crisis zat, zowel in 1990 als in 2009. Nu de economie weer een beetje begint te groeien is de uitstoot weer omhooggeschoten van deze sector. De uitstoot is nog nooit zo hoog geweest. Nog meer redenen voor deze hoge uitstoot is de strenge winter in 2010 (te zien aan de groei van de uitstoot in de huishoudens) en de groeiende vraag naar energie, waardoor de uitstoot ook weer toeneemt. Doordat er zoveel factoren meespelen bij de jaarlijkse groei of daling van de uitstoot is het erg moeilijk om een goed beeld te krijgen van hoe een land er daadwerkelijk voor staat. Nederland is echter niet het enige land dat dit soort cijfers vertoond. De mondiale economie heeft hetzelfde probleem. De CO2 verminderingen hebben in 2007-2008 goed doorgezet, maar dit kwam dus door de crisis. Ook de mondiale energie consumptie is fors gestegen in 2010. De enige manier om de CO2-uitstoot te laten dalen moet dus een blijvende oplossing zijn. Er moeten meer innovaties komen om onuitputtelijke energiebronnen te verkrijgen en om duurzamer met materiaal om te gaan. Het overgrote deel van de CO2-uitstoot in Nederland komt uit de grote bedrijven, met name de raffinaderijen en kolencentrales. Hiernaast is te zien dat in 2011 de uitstoot bij de meeste van deze grootvervuilers is gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. Het gevolg van de crisis is ook weer te zien in deze gegevens. De daling van de uitstoot in 2011 is echter niet toe te schrijven aan de crisis. Dit is goed voor het milieu, maar heeft ook een groot gevolg voor de emissie handel. De prijs per ton CO2 daalt en hierdoor kunnen bedrijven veel meer uitstoten voor minder geld. Dit geld wordt gestoken in klimaatvriendelijke projecten (denk aan het aanleggen van nieuwe groengebieden, die weer CO2 opnemen en dus de uitstoot verminderen). Het heeft dus ook meteen een gevolg dat weer slecht is voor het milieu. De Europese Commissie heeft de taak om deze prijs hoger te houden (Ze houden rechten van emissie handel vast, zodat de prijs omhoog gaat), maar de Commissie staat nu onder druk, het heeft teveel gratis rechten weggegeven. Het belangrijkste wapen van de overheid om iets voor elkaar te krijgen zijn de wetten en regels. Zoals eerder gezegd zijn de doelen van de EU commissie in het Nederlandse energie beleid toegevoegd en zijn de kosten in de begroting verrekend. Met wetten kan de overheid de bedrijven en de inwoners beïnvloeden in hun energie gebruik, productie en verspilling. Hieronder een aantal maatregelen die de overheid heeft getroffen.
verhogen van de energiebelasting op aardgas; afschaffen van de vrijstelling in de kolenbelasting voor elektriciteitsopwekking;
8
afschaffen tariefverschil rode diesel (speciale diesel met minder accijns voor voertuigen die niet op de openbare weg rijden en aan pleziervaar boten.) en gewone diesel; niet afschaffen van de leidingwaterbelasting; niet afschaffen van het Eurovignet (Belasting op zware voertuigen).
De overheid heeft vaak een beleid van merit goods en demerit goods. Merit goods zijn producten of diensten die milieuvriendelijk zijn en geen schade voor gezondheid en dergelijke veroorzaken. Demerit is het omgekeerde. Het gebruik van olie is slecht voor het milieu en daarom legt de overheid een accijns boven de olie prijs op. De prijs gaat omhoog en de vraag naar beneden, zodat er minder milieu vervuiling plaatsvindt. Bij schone energie vormen is het weer omgekeerd. Om de vraag te vergroten geeft de overheid subsidies uit aan gebruikers en producenten van deze producten. Zo gaan meer mensen gebruik maken van deze milieu vriendelijke, niet schadelijke producten. Het effect is wel degelijk te merken. De laatste paar jaren is het aantal schone voertuigen (of amper vervuilende) toegenomen. Doordat er meer interesse en geld kwam voor deze soort voertuigen, is er meer onderzoek naar gedaan en dit heeft zichzelf uitbetaald. De schone voertuigen hebben nu nog veel nadelen (denk aan elektrische auto’s die lang moeten opladen), maar er zit zeker verbetering in. Ook heeft de overheid de wegenbelasting en dergelijke bij schonere voertuigen verminderd. Het word steeds rendabeler om een schone auto te kopen. De overheid kan de particulieren nog verder beïnvloeden door voorlichting, afspraken en samenwerken. Voorlichting en samenwerken spreekt voor zich, maar afspraken maken is erg moeilijk, aangezien er botsende belangen zijn. Toch probeert de Nederlandse overheid, vooral met de grote bedrijven, afspraken te maken over hoe zij produceren. De productie is in Nederland, net als in het buitenland, vaak nog veel te inefficiënt, met name op energie gebied. Teveel wordt verspild en de overheid kan de ondernemers de goede richting op sturen. In ons dagelijks leven is het optreden van de overheid goed te merken. Wie televisie kijkt, ziet vaak reclame spotjes van klimaatorganisaties en energie bedrijven die schonere producten aanbieden en ook voorlichting spotjes komen regelmatig voorbij. De overheid gebruikt de media volop om ons te beïnvloeden in ons gebruik verdrag. Maatregelen zoals de 80km zones zijn ons ook niet onopgemerkt gebleven. Een auto die 80km/h rijdt is namelijk zuiniger dan een auto die 100km/h rijdt. We zullen dit niet allemaal even leuk vinden, maar om de doelstellingen te halen is er nog veel nodig. Nederland en Energie efficiëntie Een niet onbekend fenomeen is de energie label. Deze geven aan hoe zuinig een product is. De overheid informeert ons hiermee en zo is het ook makkelijker om een energie zuinig product uit te kiezen. Auto’s en huizen hebben deze labels ook en wat blijkt: huizen met energie label A zijn meer in trek dan huizen met slechtere labels. De consument had dit overzicht voorheen niet en daarom vonden veel mensen het 9
teveel moeite om dit allemaal uit te zoeken. Hier komt nog bij dat de overheid de prijs van gas en elektriciteit 10-15% duurder heeft gemaakt door middel van belasting. Duurzamere huizen besparen dus steeds meer op de kosten. Het positieve effect van deze verhoging is dat de periode korter word om de investeringen in schonere energie terug te verdienen voor de overheid.
Ook is bijvoorbeeld het vervangen van gloei – naar spaarlampen door de overheid gestimuleerd. Dit is weer een voorbeeld van het goed gebruik maken van de media. Een overheid kan wel iedere burger een brief sturen, maar de tv, radio en kranten hebben veel meer invloed. Spaarlampen werden goedkoper en gloei lampen duurder. In sommige landen zijn gloeilampen al verboden en is de spaarlamp overal te verkrijgen en overal te zien. Australië is zo’n land. Als alle lampen in Nederland verwisseld zouden worden voor gloeilampen, kan er zo’n 1,5 miljoen ton CO2-uitstoot bespaard worden. Dit is bijna 1% van de totale uitstoot. De voorbeelden van de energie label en de gloeilampen laten goed zien dat hoe klein een project ook is, alle kleine projecten bij elkaar vormen een groot geheel en dit is het geval bij de 20-20-20 wetten.
Nog een grote verbetering is het feit dat de overheid meer met bedrijven (vooral energiebedrijven en toeleveringsindustrie) is gaan samenwerken. De overheid steunt deze bedrijven en geeft bijvoorbeeld subsidies, waardoor deze bedrijven meer ruimte krijgen om energie efficiënt uit te breiden. Kijk bijvoorbeeld naar een energie bedrijf zoals Nuon. Deze is de laatste jaren veel meer gaan investeren in schone energie, en het betaalt zich uit. De vraag naar groene stroom (mede door de campagnes van de overheid) is omhooggeschoten. Nog een voorbeeld van een energie efficiënter wordend bedrijf is een chemisch bedrijf hier in Nederland dat een onderzoek had verricht en hierdoor erachter kwam dat zij in plaats van speciaal water (gemaakt speciaal voor chemische doeleinden) ook gewoon het afvalwater van de huishoudens in de buurt kon gebruiken. Hierdoor bespaarden zij enorm op de uitgaven en, belangrijker, werd er een verminderde uitstoot gerealiseerd. Van dit soort initiatieven bij grote bedrijven moeten er nog veel meer komen als Nederland de 20% vermindering wil behalen. Aan de gebouwde omgeving wordt ook veel aandacht besteedt. Denk bijvoorbeeld aan overbodige straatverlichting dat weggehaald wordt, meer stimuleringsprogramma’s voor zonnepanelen en ga zo maar door. De bouwsector is ook aan het veranderen. Er komt steeds meer plaats voor innovatie en meer aandacht voor beheer. De kwaliteitseisen in de bouwsector zijn ook verscherpt, waardoor er efficiënter wordt gewerkt. Energie verspilling is zoals gezegd ook een groot probleem en een obstakel voor de doelstellingen. Het is echter niet alleen de consument die veel verspilt. Bedrijven zijn de grootste verspillers. Voor bedrijven heeft de overheid een aantal maatregelen verplicht die meer dan een bepaald aantal aardgasequivalenten of teveel kWh 10
uitstoten. Vooral bedrijven met ‘’open deuren’’ (denk aan supermarkten) verspillen teveel energie als dit in combinatie is met airco’s en dergelijke die aanstaan in het bedrijf. De overheid steunt daarom de gemeenten in het bestrijden van dit soort verspilling, de overheid kan namelijk nooit alles aanpakken, maar gemeentes kunnen lokaal actie ondernemen. Van dit soort projecten zijn er heel veel, want energie verspilling zit vaak in de details. De verspilling is mondiaal een groot probleem en door dit alleen al te tackelen, kan er een enorme verbetering van het klimaat behaald worden.
Regionaal Op regionaal niveau wordt er in Nederland veel gedaan om bewust te worden van het energieprobleem en wordt er aan dit probleem gewerkt. Provincies investeren in verschillende projecten, ze laten graag zien dat ze bezig zijn met duurzaamheid. Er worden samenwerkingsprojecten gestart en deze pakken goed uit. De gemeenten geven het goede voorbeeld door met andere gemeenten samen te werken en bijvoorbeeld de openbare verlichting duurzamer te maken of de energieverspilling van gemeentelijke gebouwen tegen te gaan. Er was zelfs een ‘Energy Battle’ tussen een aantal gemeenten wie de meeste energie kon besparen. De gemeenten zetten hun inwoners aan tot efficiënter energieverbruik. De stadsregio Rotterdam heeft een eigen site met een klimaatagenda en er bestaat ook een site van het ‘HIER opgewekt’ project. Men kan per provincie bekijken welke initiatieven er zijn en hoe deze werken. In Nederland zijn er nu bijna 300 initiatieven en door de campagnes van dit project komen er steeds meer bij. Mensen die een project willen starten kunnen naar een contactpersoon van de gemeente gaan die hun hierbij kan helpen.
Er bestaat al lange tijd het ‘Klimaatverbond’. Dit is een vereniging waar 150 gemeenten, elf provincies en twee waterschappen lid van zijn. Deze gemeenten vertegenwoordigen meer dan zeven miljoen mensen. Ook hier worden tal van projecten gestart, ‘Klimaatverbond’ steunt deze projecten en zorgt dat er een geheel ontstaat. Er is zelfs een plan waarbij gemeenten, die bepaalde maatregelen uitvoeren, de status A, AA of triple A kunnen krijgen. Als andere gemeenten dit van elkaar zien, geeft dat een stimulans om zelf ook zulke dingen te bereiken. ‘Klimaatverbond’ is tevens een medeoprichter met andere organisaties van ‘Klimaatkeuze.nl’, een site waarop politieke partijen door middel van vragen aan konden geven wat hun standpunt is over de oplossing voor het klimaatprobleem. Mensen die dit erg belangrijk vinden, kunnen makkelijk op de site zien wat elke partij vindt. Partij voor de Dieren kreeg de hoogste score, Partij Voor de Vrijheid de laagste. Volgens de visie van ‘Klimaatverbond’ moet de Nederlandse politiek als doel stellen: energiebesparing, energie-efficiëntie en twee sporen voor energieopwekking: 1. Het stimuleren van de lokale duurzame energievoorziening, via salderingsmogelijkheden voor de kleinverbruiker (lokale energie coöperaties) 2. Het vergroenen van de grootschalige energieproductie, onder meer door een (CO2) heffing op fossiel geproduceerde energie en het aanpassen van de grootverbruikers tarieven. Door alle initiatieven, projecten en campagnes steekt men elkaar aan en wordt een steeds grotere groep bij energiebesparing betrokken. 11
Grootschalige oplossingen CO2-uitstoot in Nederland -
CO2 opslag Emissie Handel Hernieuwbare energie
CO2 opslag Een relatief nieuwe oplossing is het opslaan van CO2 onder de grond of onder de zee bodem. Nederland is een vlak land met grote stukken weiland en is theoretisch gezien een goede kandidaat voor deze vorm van CO2-uitstoot reductie. Ook kan deze vorm leiden tot economische groei. De haven van Rotterdam heeft al plannen op tafel liggen die van de Rotterdamse haven een internationale CO2 opslag kan maken met buitenlands CO2. Toch is er grote weerstand tegen ondergronds opslaan van CO2. Het kan namelijk vrij gevaarlijk worden als de CO2 vrijkomt. Nog een negatief effect is dat door de opvang de industrie denkt rustig door te kunnen gaan met bouwen. Er wordt wel beweerd dat de opslag geen echte oplossing, maar meer een tussenoplossing is, de CO2 verdwijnt namelijk niet echt. De overheid ziet al af van het plan om CO2 onder de grond in Nederland op te slaan. Niemand kan namelijk garanderen dat er geen lek optreedt. De overheid ziet echter nog niet af van het opslaan op de zeebodem. Het plaatje hiernaast laat nauwkeurig zien hoe het opslaan in werking treed. Een centrale vangt de CO2 op en die wordt via pijpleidingen vervoert naar de opslag reservoirs onder de grond (of door zoals in het plaatje schepen naar tussenopslag punten). Steenkoollagen hebben we in Nederland ook en hier zou ook CO2 opgeslagen kunnen worden. In Limburg zit er methaan tussen de steenkoollagen en dit zou weer gewonnen kunnen worden, tegelijkertijd met het pompen van CO2 in de lagen. Dit is echter heel duur en daarom wordt er nog vrij weinig mee gedaan. De veiligheid is echter wel groot bij deze soort van opslag. De druk is hier altijd al hoog geweest dus lekken ontstaan hier waarschijnlijk niet. Het opslaan in aardgasvelden is in Nederland al wel in ontwikkeling. Barendrecht – Ziedewijveld is zo’n voorbeeld van een aardgasveld waar CO2 opgeslagen wordt. Ook hier is de veiligheid beter dan bij de oceaan. Het voordeel van het opslaan in oceanen en zeeën is dat er meestal al geboord is (het wordt opgeslagen in reservoirs die al leeg zijn gepompt). De kosten zijn dus wel wat lager. Als er geen leidingen zijn geboord zijn de kosten wel degelijk hoger. Het is dus nog maar afwachten of Nederland doorgaat met deze ‘’tussenoplossing’’ of dat zij nog meer gaat investeren in hernieuwbare energie.
12
Emissie Handel Emissie handel is erg populair bij de overheden van de deelnemende landen van de 20-20-20 doelstellingen. Hier rechts staat het basis principe van emissie handel goed weergegeven. Bedrijven die minder uitstoten dan dat zij mogen van de overheid kunnen de rechten op het uitstoten van de hoeveelheid die zijzelf niet uitstoten verkopen aan bedrijven die bijvoorbeeld meer uitstoten dan zij wettelijk mogen. Deze bedrijven kopen dus rechten om meer uit te stoten. Doordat het voor bedrijven op de lange termijn goedkoper is hun productie proces te verschonen i.p.v. de rechten te blijven kopen is dit een goede maatregel (meer uitstoten betekent immers steeds hogere kosten). Landen mogen om hun doelstellingen te halen ook emissie rechten verkopen aan de andere landen. Er is echter wel een potentieel nadeel van de emissie handel wat voorgaand al genoemd is. De prijs van een ton CO2 equivalent moet hoog gehouden worden, anders verliest het systeem zijn werking. Met de emissie handel blijft de uitstoot volgens de vastgestelde hoeveelheid. Ook Nederland handelt veel in emissie.
Hernieuwbare Energie Hiernaast is de groei van de productie van hernieuwbare energie te zien ten opzichte van de totale productie van energie. Er zit een stijgende lijn in, wat erg positief is. Wat minder positief is, is dat Nederland vergeleken met andere Europese landen een achterstand heeft qua hernieuwbare energie. Dit komt door het feit dat de subsidies voor hernieuwbare energie waren afgeschaft (economische crisis). Deze subsidies zijn nu wel weer terug, omdat dit een enorme stimulans is voor de groei van de hernieuwbare energie productie. Nog een rede is het vele geld dat de overheid ontvangt door accijnzen en belasting op bijvoorbeeld olie. Overgaan op een andere energie vorm was dus voor de overheid een minpunt. Gelukkig heeft Nederland eisen waar ze aan moet voldoen, dit 13
zorgt ervoor dat het de goede kant opgaat. Nederland ligt met de cijfers goed op schema. 2007: 6% 2008: 7.5% 2009: 8,9%. Het rare is dat het VERBRUIK van hernieuwbare energie in 2010 maar 4% was van het binnenlandse energie verbruik. Dit komt omdat de cijfers van de productie in werkelijkheid niet kloppen. Door de economische crisis is er veel minder stroom geproduceerd, simpelweg omdat de vraag minder was. De Europese Commissie heeft Nederland hier ook op gewezen, dus zo op schema liggen we helemaal niet. Dit is echter wel weer een wake up call om meer te gaan doen aan dit probleem. De overheid is hier ook volop mee bezig. Overal in Nederland worden plekken aangewezen die gebruikt kunnen worden voor windmolens. Ook is er veel onderzoek naar de best mogelijk plaatsen in de zee voor windmolens. Doordat het zo hard waait bij ons voor de kust, lijkt dit een goede plaats te zijn voor windmolen parken. De overheid heeft het SDE (Stimulering Duurzame Energie) project, zoals eerder besproken (blz ), ook weer verder uitgebreid en verscherpt. Er is ook weer een nieuwe uitgebreidere regeling bijgekomen bij het SDE project naar hernieuwbare warmte. Dit sloeg goed aan bij de ondernemers en er zijn al veel aanvragen om subsidie te ontvangen, zodat de bedrijven hun energie kunnen omzetten naar hernieuwbare energie. Dit stimuleringsprogramma wordt elk jaar uitgebreider en hopelijk wordt het budget verder verhoogd, aangezien de resultaten heel positief zijn en de aanvragen voor subsidie maar door blijven gaan.
Voordelen en nadelen soorten hernieuwbare energie productie in Nederland Windenergie: In Nederland is weinig ruimte zoals iedereen weet en ons land biedt minder mogelijkheden voor de productie van hernieuwbare energie als de meeste andere Europese landen (het is in Nederland duurder). Toch is windenergie in Nederland wel goed toepasbaar. Dit komt door onze ligging aan de zee. Op zee waait het erg hard en op land in Nederland gemiddeld ook hoger dan andere landen. Maar windenergie is op het moment nog erg duur en het levert relatief minder energie op dan andere vormen van hernieuwbare energie opwekking. De overheid gebruikt echter de mogelijkheid wel, aangezien Nederland minder geschikt is voor andere types. Ook in 2012 worden er weer meer windmolens bijgebouwd. Energie opwekken met deze manier kost ongeveer (op land) 9,6 eurocent/kWh en op zee 13,7 eurocent/kWh. Waterkracht: Ondanks dat Nederland een vlak land is, hebben wij wel geluk met de grote rivieren zoals de Rijn en de Maas. Deze zijn op veel plekken geschikt om waterkrachtcentrales te bouwen en Nederland heeft ook enkele waterkracht installaties in de Rijn en de Maas. (zie plaatje). De gehele waterkracht energie opwekking is ongeveer 38 Mega Watt. Dit is meer dan is opgewekt door zonneenergie. Er zijn weer plannen van de overheid om meer installaties te bouwen, maar de kosten zijn hoog van deze installaties dus zekerheid is er nog niet. De regering investeert ook meer in getijden energie opwekking. Bij de delta werken kan veel energie vandaan gehaald worden. 14
Biomassa: Bio-energie is energie opgewekt uit organisch materiaal (biomassa). Daartoe behoren hout, groente- ,fruit- en tuinafval, maar ook plantaardige olie, mest en (delen van) speciaal geteelde gewassen. Op dit moment bestaat de hernieuwbare energie in Nederland voor 62% uit biomassa. Waarom? Biomassa kan voor veel dingen (her) gebruikt worden. Voor energie maar ook bijvoorbeeld voor brandstof voor de transport sector. De goedkoopste manier om biomassa bij te stoken of mee te stoken is in kolencentrales. Het plan van de overheid is om de ondernemers te verplichten om een deel biomassa bij te stoken. Zij worden dus verplicht om een deel van hun energie groen te maken en dit te kunnen leveren aan de klant. Helaas is op 23 april 2012 het kabinet demissionair verklaard. De hoofdlijnnotitie ‘’Biobased economy’’ wordt door het demissionaire kabinet niet meer behandeld. Dit betekent dus een vertraging in de ontwikkeling helaas. De energie uit biomassa komt uit het methaan dat vrijkomt als het vergist of vergast wordt. Dit methaan kan omgezet worden tot biogas. Met de SDE regeling (voorheen besproken) wordt het steeds aantrekkelijker om op dit gas over te gaan. Er zitten echter wel haken en ogen aan Biomassa. Het verbouwen van biomassa mag niet de voedselproductie aantasten. Ook mag de productie van het biogas niet teveel CO2 uitstoten (denk aan transport bijvoorbeeld). Om dit niet te laten gebeuren heeft het kabinet plannen om duurzamere productie te realiseren door middel van duurzamere materialen (biotransportstoffen). Innovatie projecten zijn het resultaat. Het opwekken van biomassa energie kost nu ongeveer (met bijstoken) 12,0 eurocent/kWh.
Zonne-energie: Zonne-energie heeft de afgelopen jaren een enorme sprong gemaakt in heel Europa, maar vooral in de Zuidelijke landen. Dit is logisch, aangezien het rendement hier veel hoger is. Nederland heeft niet de ideale omstandigheden om een hoog rendement te ontvangen met zonnepanelen. Toch wordt zonne-energie ook in Nederland steeds populairder, vooral voor consumenten. Een zonnen paneel kopen is een investering. Een investering die over de jaren besparend wordt. Na de installatie en aankoop, zijn er geen kosten meer (tenzij ze defect worden). De overheid subsidieert deze vorm van hernieuwbare energie ook en maakt veel reclame onder de consument. Het beeld van daken vol met zonnen panelen wordt steeds minder raar. Tien jaar terug keek men raar op naar dit plaatje. In 2009 van de totale duurzame energie productie in Nederland was 0,5%. Dit lijkt erg weinig en het is ook te weinig. Een zonnepaneel brengt gemiddeld 113Kwh/M2 op. Om het totale verbruik te dekken zou er een oppervlakte van 1.000.000.000M2 met panelen gedekt moeten worden. Dat is 1000Km2. Dat is 3% van de totale oppervlakte van Nederland. Toch kan dit niet. Het energie netwerk zou dit nooit aankunnen. Energie wordt namelijk teruggestuurd naar het net door zonnepanelen. Er zou dus een enorme opslagruimte gemaakt moeten worden om dit aan te kunnen. Er zijn nu wel, ook gezien door de regering, kansen om vooraanstaand te zijn op de wereldmarkt met zonnen energie. Het kabinet maakt nu dus plannen om het netwerk uit te breiden en om grote zonnepanelen – parken aan te leggen. Ook de SDE regeling springt hier weer bij om een subsidie bedrag per opgewekte KW te betalen. Zo krijgt iedereen wat hij wil. De bedrijven rendabele stroom en de overheid een schoner klimaat. Het positieve is dat er steeds meer bedrijven aanvragen doen, maar dat het SDE project ze niet allemaal aan kan nemen. Het subsidie totaalbedrag is te klein. Het opwekken van zonne-energie kost nu ongeveer 26,8-31,8 15
eurocent/kWh. De schattingen van de groei van deze sector liggen tussen de 1135% per jaar. Veelbelovend, maar misschien niet genoeg. De Nederlandse overheid is van plan om het subsidie bedrag te gaan verhogen om meer. Raar genoeg blijft een deel van het SDE geld nog onbenut. Dit kan zijn omdat de installatie tijd vooral bij grotere bedrijven erg lang is.
De verbetering is te zien hiernaast. Maar het probleem is dat het misschien niet genoeg is. Helaas ligt Nederland ook weer bij deze vorm achter op de rest van Europa.
16
Nederlandse bedrijven Hoe gaan bedrijven dit bewerkstelligen? Inleiding onderzoek Het leek ons interessant om een onderzoek te doen naar 2 grootvervuilers in de Nederlandse economie en daarvoor hebben wij ENECO en DSM gekozen. Deze twee bedrijven zijn in Nederland leidinggevend in hun sectoren. Wij willen kijken of de gegevens die gemiddeld voor de sectoren zijn bepaald door het CBS bij zulke grote bedrijven overeenkomen en zijn deze bedrijven klimaatvriendelijker geworden? Wat hebben deze bedrijven de afgelopen jaren gedaan voor duurzaamheid en minder emissie uitstoot? Wat waren hun doelstellingen en wat hebben zij hiervan daadwerkelijk bereikt of zijn ze goed op weg of niet? Al deze vragen worden beantwoord hieronder. Om goed onderzoek te kunnen doen hebben we de Annuel Reports van beide bedrijven bekeken (jaren 2009 – 2011). Hierin staat nauwkeurig goedgekeurde informatie over beide bedrijven. Wij hebben ons dus verdiept in de duurzaamheid bij beide bedrijven en de ontwikkeling hiervan. De Koninklijke DSM N.V. is een mondiale onderneming die vanuit wetenschappelijke basis actief is op het gebied van gezondheid, voeding en materialen. DSM produceert enorm veel verschillende producten en het hoofdkantoor is gevestigd in Nederland. NUON is een Nederlandse energie leverancier die in heel Nederland energie levert. Deze energie is groen en daarom dus interessant voor de toekomst.
17
DSM Jaarverslagen 2009 – 2011
1) Wat heeft DSM bereikt op het gebeid van energie duurzaamheid ? 2) Welke rol heeft de Nederlandse Overheid gehad bij het behalen van deze resultaten ? 3) Zijn de resultaten van DSM representatief voor het algemene resultaat in Nederland ? 4) Waarom DSM ? ‘’Wij vinden dat al wat wij doen moet bijdragen aan een duurzamere wereld.’’ 2011: Gegevens Energieverbruik, doorlopende activiteiten (in PetaJoule) 44 Waterverbruik, doorlopende activiteiten (in M3) 157 Broeikasgasemissies, totaal DSM (Miljoen ton) 4,6 Emissie stijging/ daling t.o.v. 2008 +8% Verbetering/ verslechtering energie efficiëntie t.o.v. 2008. +13% verbetering 2010: Gegevens Energieverbruik, doorlopende activiteiten (in PetaJoule) 44 activiteiten (in M3) niet vermeld* Broeikasgasemissies, totaal DSM (Miljoen ton) 5,2 Emissie stijging/ daling t.o.v. 2008 +2% Verbetering/ verslechtering energie efficiëntie t.o.v. 2008 +12% verbetering
*DSM heeft dit niet in het Annual Report gezet. 18
1) Wat heeft DSM bereikt op het gebied van duurzaamheid ? Onder de term duurzaamheid verstaat DSM: ‘’ voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in gevaar te brengen.’’ Het eerste dat te zien is, is dat het energieverbruik, het watergebruik en de Emissie uitstoot allemaal flink gestegen zijn. Dit is echter niet speciaal in de economie van tegenwoordig. Wat wel interessant is om te bekijken is de energie efficiëntie en de emissie stijging die te zien is. DSM heeft als doelen gesteld: ‐ ‐
In 2020 20% verbetering energie efficiëntie, vergeleken met 2008 -25% emissie uitstoot in 2020, vergeleken met 2008
De cijfers die te zien zijn op het jaarverslag van DSM die hierboven vermeld zijn, laten echter een enorme verbetering maar ook een enorme verslechtering zien. DSM heeft de laatste paar jaren flink geïnvesteerd in ECO+ producten (duurzamer dan normaal product) en in het People+ (het verbeteren van de kwaliteit van het leven d.m.v. activiteiten, producten en innovaties van DSM). Dit is terug te zien in gegevens. De 13% verbetering van de energie efficiënte beaamt dit. Deze verbetering is mede mogelijk gemaakt door het feit dat DSM erg veel heeft gedaan op het gebied van duurzaamheid. Voorbeelden hiervan zijn: ‐
Advanced Manufacturing (dit programma richt zich op de bedrijfskosten en dus ook op energie en waterkosten. De verspilling is hierdoor flink aan banden gelegd, wat ook weer te zien is aan de energie efficiëntie verbetering. ‐ DSM heeft meerdere afdelingen opgestart (denk aan Corporate Sustainability). Deze afdelingen hebben zich gericht op de duurzaamheid van producten en de weg naar de consument. Afspraken zijn gemaakt tussen bedrijven om tot een duurzamere manier te komen. ‐ Een groep van externe specialisten op het gebied van duurzaamheid is aangesteld om het bestuur te adviseren. ‐ Cradle to Cradle toegepast op sommige producten. Kort gezegd: DSM is op het gebied van energie efficiëntie erg goed bezig en het is een voorbeeld voor andere bedrijven. DSM is niet voor niets alweer verkozen als nummer 1 in zijn sector in de Dow Jones Sustainability Index. Een ander erg opvallend gegeven is de 2% en 8% stijging van de Co2 emissie in 2010 en in 2011. Dit terwijl DSM een enorm ambitieuze -25% emissie uitstoot doelstelling heeft neergezet. Toch zijn deze getallen niet helemaal kloppend. T.o.v. 2008 is de uitstoot omhoog gegaan, maar jaarlijks heeft DSM gemiddeld 4 miljoen ton CO2 minder uitgestoten. Dit lijkt raar, maar het klopt wel. Het blijft moeilijk voor grote internationale bedrijven om duurzamer te worden omdat niet elk land (bijv. het energie netwerk) geschikt is voor verduurzaming. DSM is ook lang niet het enige bedrijf dat dit soort cijfers vertoont. In 2010 is de industriële productie ook gegroeid. Dit verklaart ook de toename. Overigens hebben de koude maanden in 2010 en 19
2011 ook invloed gehad op de grote stijging. Ook is DSM actief in emissie handel, alhoewel de regelingen nu meer een nadeel dan een voordeel zijn voor DSM.
2) Welke rol heeft de Nederlandse Overheid gehad bij het behalen van deze resultaten ? Uiteraard hebben de wetten, regels en afspraken die de overheid heeft gemaakt invloed gehad op de resultaten van DSM in 2010 en 2011. DSM hoort zich uiteraard ook gewoon te houden aan de wetten die gelden voor heel Nederland. Het beleid van DSM is ook aangepast op de verschillende situaties in verschillende landen. Omdat Nederland de kyoto – doelstellingen heeft geaccepteerd heeft DSM zich hier ook aan te houden. De Nederlandse overheid probeert altijd een goede onderneming sfeer te creëren en dit is de rede dat bedrijven Nederland interessant blijven vinden. Internationals zoals DSM kun je maar beter tegemoet komen dan tegenspreken lijkt het wel. DSM zorgt namelijk voor groei, inkomen en naamsbekendheid van Nederland. Veel conflicten hebben de DSM, wat vroeger een Nederlands staatsbedrijf was, dus niet gehad. De projecten die de overheid financiert hebben natuurlijk ook vat op DSM.
3) Zijn de resultaten van DSM representatief voor het algemene resultaat in Nederland ? De gegevens van DSM vergelijken met de gegevens van heel Nederland zou niet rationeel zijn, aangezien DSM een chemisch bedrijf is en erg veel produceert. Daarom is het verstandiger DSM te vergelijken met zijn eigen sector. De sector Industrie en raffinaderijen is zoals te zien een van de grootste vervuilers in Nederland. Zoals te zien heeft deze sector in 2010 een grotere hoeveelheid Co2 equivalenten geproduceerd dan in 2009. Dit geldt ook voor DSM. Zoals eerder gezegd komt dit door hogere productie en koudere dagen. Bron: CBS gepubliceerd: 2011
Een punt dat bij DSM wel gezegd moet worden: DSM blijft grotendeels uit schot van de crisis. De uitstoot is dus wel iets hoger dan gemiddeld in Nederland in deze tijd, aangezien DSM een grotere groei heeft doorgemaakt dan de meeste andere bedrijven in zijn sector. Een heel ander verhaal is de energie efficiëntie. DSM is vooraanstaand in duurzaamheid en is stukken verder dan de meeste bedrijven in Nederland. T.o.v. 2008 13% verbetering is iets waar bedrijven in Nederland van kunnen dromen, maar verwezenlijken is echter moeilijker. Bij het overgrote deel van de bedrijven in 20
dezelfde sector is de energie efficiëntie door de hogere productie en koudere dagen alleen maar verslechterd. DSM heeft een erg goed beleid en dit is goed te zien in de resultaten vergeleken met de Nederlandse sector. 4) Waarom DSM ? DSM is een bedrijf dat in Nederland ontsprongen is. Het bedrijf is eerst een staatsbedrijf geweest. Het is uiteindelijk geprivatiseerd. DSM is een international die erg is gericht op Europa (maar ook bijvoorbeeld China). Omdat DSM een ‘’typische’’ vervuiler is, leek het interessant om te kijken hoe het in vergelijking staat tot de rest van de Nederlandse bedrijven in zijn sector. Ook hebben we voor DSM gekozen , omdat hier goed te zien is dat een duurzaam efficiënt beleid wel degelijk goede resultaten kan opleveren. Nog een rede hiervoor
21
Nuon Jaarverslagen 2006 – 2011 1) Wat heeft Nuon bereikt op het gebied van energie duurzaamheid ? 2) Welke rol heeft de Nederlandse overheid gehad bij het behalen van deze resultaten ? 3) Zijn de resultaten van Nuon representatief voor het algemene resultaat in Nederland ? 4) Waarom Nuon ? ‘Nuon is een inspirerend energiebedrijf dat blijvende waarde en groei creëert door grenzen te verleggen.’
22
1) Wat heeft Nuon bereikt op het gebied van energie duurzaamheid ? Al in 2006 was Nuon ervan overtuigd dat er rekening moest worden gehouden met het feit dat fossiele brandstoffen op gingen raken en dat het gebruik van energie gevolgen zou hebben voor het klimaat. Om hiermee rekening te houden ging Nuon de energievoorziening verduurzamen door: -De vraag naar elektriciteit, gas en warmte te beperken; -Duurzame energiebronnen te gebruiken; -Efficiënt om te gaan met fossiele energiebronnen. Energiebesparing was belangrijk en daar werd veel onderzoek naar gedaan. Consumenten gingen energie besparen en maakten hierdoor minder kosten en er werd minder energie verspild. Enkele voorbeelden: -Aanpassing van gedrag; -Innovatie in techniek; -Bouwkundige maatregelen (isolatie). In 2005 heeft Nuon een strategie opgesteld voor duurzame energie en is daarmee doorgegaan is 2006. Er werden veel investeringen gedaan, bijvoorbeeld in windparken en warmte- en koudenetten. Nuon heeft toen ook windparken verkocht en hierdoor daalde het aandeel duurzame energie met 47%. Nuon heeft een grote ontwikkeling doorgemaakt op het gebied duurzaamheid. De opwekking van duurzame energie ten opzichte van 2006 is ongeveer drie keer meer in 2011, maar er kan nog veel meer aan gedaan worden. In 2010 werd er 6,7 miljoen in geïnvesteerd, maar in 2011 zelfs 56 miljoen. De productie van energie met fossiele brandstoffen neemt elk jaar af en er komt meer capaciteit bij voor duurzame energie productie. Net als de overheid en veel andere bedrijven heeft ook Nuon het doel gesteld om in 2050 CO2-neutraal te opereren. De CO2-uitstoot neemt af, als 2011 met 2009 wordt vergeleken is er een daling van ongeveer 12%. Om CO2-neutraal te worden, doet Nuon proeven om CO2 af te vangen en op te slaan, het zogenaamde Carbon Capture and Storage (CCS). Het gebruiken van deze methode laat op zich wachten, er moet nog veel gebeuren aan wetgeving, regulering en techniek. Nuon stimuleert de consument te adviseren hoe minder energie te verbruiken of duurzamer energie te verbruiken. Er is een test waarbij er gekeken kan worden hoeveel een huishouden verspild en er wordt uitleg gegeven over de aanschaf van zonnepanelen. Nuon helpt ook andere bedrijven met isolatie en gebouwkoeling, dit zorgt voor minder CO2-uitstoot. Er worden veel projecten gestart waaronder het Offshore Windpark Egmond aan Zee. Daar staan 36 windturbines die de elektriciteit van 100.000 huishoudens verzorgen. Verder doet Nuon mee aan elektrisch vervoer en is er een warmtetransportleiding aangelegd tussen Diemen en Almere onder het IJsselmeer door. Zo zijn er nog tal van voorbeelden: de bouw van een windpark in 23
Flevoland en deelname in een grootschalig stadsverwarmingnet van de gemeente Nijmegen waar 82 miljoen euro is geïnvesteerd. 2) Welke rol heeft de Nederlandse Overheid gehad bij het behalen van deze resultaten ? De Nederlandse overheid heeft altijd al duurzaamheid gestimuleerd door middel van overheidssubsidies en investeringspremies, zo ook bij Nuon. De ministeriële regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP-regeling) was een regeling om de productie van schone en duurzame energie te stimuleren. Deze werd gestopt in 2006. Als vervanging werd in 2008 een nieuwe regeling gemaakt: de stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE). In 2011 kreeg Nuon 11 miljoen aan subsidies binnen. Vergeleken met de vorige jaren lopen de subsidies wel terug. Natuurlijk heeft de overheid ook een andere invloed op het bedrijf. Er zijn veel wettelijke regels waar Nuon zich aan moet houden. Er zijn regels die zijn opgesteld door de Nederlandse overheid, maar de Europese Unie stelt ook regels en verdragen op waar elke lidstaat zich aan moet houden. In 2006 werd de Wet onafhankelijk netbeheer ingevoerd, waardoor het bedrijf Nuon zich moest opsplitsen in drie onderdelen: productie, distributie en transmissie. Dat laatste werd afgepakt door de overheid. Transmissie was heel erg belangrijk en daarom werd het nutsbedrijf TenneT aangewezen door de overheid om verantwoordelijk te zijn voor de hoogspanningsnetten. 3) Zijn de resultaten van Nuon representatief voor het algemene resultaat in Nederland? Als er wordt gekeken naar de uitstoot van CO2 in Nederland is deze in 2011 met ongeveer 5% gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat zijn mooie cijfers vooruitkijkend naar de doelen om te behalen in 2020. Nuon heeft ook een dalende uitstoot van CO2 met ongeveer dezelfde cijfers, dus dit komt overeen. Het aandeel hernieuwbare energie in Nederland is nu iets meer dan 4% en dat moet 20% zijn in 2020. Bij Nuon is de afgelopen jaren veel geld gestoken in hernieuwbare energie en dat heeft zich uitbetaald, want elk jaar is de productie hiervan gestegen. Het aandeel hernieuwbare energie gaat daardoor de goede kant op. Statistieken zijn niet altijd betrouwbaar en het vergelijken van cijfers klopt ook niet altijd, want er kunnen grote verschillen tussen jaren zijn. Denk bijvoorbeeld aan de crisis of het weer, waardoor gedrag van consumenten veranderd. Afgezien hiervan en kijkend naar het algemene resultaat dat is behaald, doet Nuon het goed op gebied van duurzaamheid. 4) Waarom Nuon? In 1994 Nuon is ontstaan uit een fusie tussen verschillende energiebedrijven. Het bedrijf is nog van naam veranderd en er waren plannen om te fuseren met Essent, maar dit is niet gebeurd. In 2009 werd Nuon overgenomen door Vassenfall, een bedrijf van de Zweedse staat. Nuon is een betrouwbaar bedrijf dat maatschappelijk verantwoord onderneemt. Dit bedrijf past goed bij ons onderzoek, omdat het een echt energiebedrijf is en dat ook nog eens wijzigingen moet gaan doorvoeren door de 20-20-20-doelstellingen. Zo kan je goed zien hoe een bedrijf hiermee omgaat. 24
Ligt Nederland op schema?
Conclusie
Zal Nederland in 2020 de Europese norm van 20% efficiënter energieverbruik behalen ? Nederland heeft twee jaar geleden de Europese strategie 2020 ondertekend. Een onderdeel van dit verdrag zijn de 20-20-20-doelstellingen:
de broeikasgasemissies moeten met tenminste 20% zijn verminderd ten opzichte van 1990; het aandeel hernieuwbare energie moet 20% van het totale EUenergiegebruik zijn; het aandeel biobrandstoffen moet 10% van het totale EU-verbruik van benzine en diesel in de vervoersector zijn; bedrijven moeten in 2020 21% minder CO2 uitstoten dan in 2005. De Europese Unie wil dat bereiken met emissiehandel.
Er zijn verschillen tussen de Europese landen over de normen van deze doelen, zo moet in Nederland in 2020 het aandeel hernieuwbare energie 14% bedragen van het totale energieverbruik. Situatie Nederland Van 2008 tot en met 2011 heeft Nederland ervoor gezorgd dat de uitstoot van CO2 met 6% is gedaald ten opzichte van 1990. We zijn al goed op weg als we kijken naar het uiteindelijke doel: 20% daling in 2020. Er wordt veel onderzoek gedaan naar nieuwe technieken om deze uitstoot te verminderen, zoals het opslaan van CO2. In Nederland wordt de meeste CO2 uitgestoten door raffinaderijen en kolencentrales, uitstoot van deze bedrijven zal worden aangepakt door de emissiehandel. Bij de meeste bedrijven zit een dalende lijn in de CO2 uitstoot als men kijkt naar de afgelopen jaren. Het aandeel hernieuwbare energie van de totale energie productie blijft in principe elk jaar geleidelijk stijgen. Nederland heeft wel een achterstand op andere landen. Biomassa is op dit moment het belangrijkste, in 2011 zorgde het voor driekwart van alle hernieuwbare energie. Biomassa is een goede energie bron, omdat het eigenlijk nooit kan opraken, want het bestaat uit organisch materiaal. Ook kan het voor veel dingen worden hergebruikt. Aan de andere kant moeten er manieren worden gevonden om ervoor te zorgen dat biomassa niet met de voedselproductie concurreert en dat transport dat hier gebruik van maakt CO2-neutraal is. Een andere grote vorm van hernieuwbare energie in Nederland is windenergie. Ons land ligt aan zee, dus hier kan goed gebruik van worden gemaakt. Windmolens worden veel gebouwd, ook de komende tijd. Het nadeel is dat het duur is en relatief minder oplevert vergeleken met de andere vormen van hernieuwbare energie. Waterkracht wordt nog niet veel gebruikt evenals zonne-energie. Er zijn plannen voor 25
waterkrachtinstallaties, maar deze zijn erg duur dus is er geen zekerheid. Zonneenergie heeft al wel een grote ontwikkeling doorgemaakt, consumenten gebruiken steeds meer zonnepanelen en de verwachtingen voor deze sector zijn groots. Ook regionaal wordt het nodige gedaan aan duurzaamheid. Gemeenten slaan de handen ineen, want samen kom je veel verder. Er worden projecten gestart en er wordt geld geïnvesteerd. Energieverspilling wordt tegengegaan, energie zelf wordt efficiënter gebruikt. De mensen raken hierbij betrokken en worden gestimuleerd om ook een bijdrage te leveren. Mensen starten zelf initiatieven en het aantal blijft groeien. Op internet komen projecten online te staan en kan iedereen hierover lezen. Door alle initiatieven, projecten en campagnes steekt men elkaar aan en wordt een steeds grotere groep bij energiebesparing betrokken. Overheid De overheid speelt een grote rol in het bereiken van de Europese doelen door middel van wetten en regels. Er worden maatregelen genomen en op vervuilende goederen komen hogere accijnzen, zodat deze minder worden gekocht. Als er wordt gekeken naar voertuigen zien we dat er steeds meer schone voertuigen op de weg komen en de elektrische auto maakt zijn op mars. Wegenbelasting voor dit soort voertuigen is lager en ze worden gesubsidieerd. De overheid speelt met media, denk aan reclames op televisie of campagnes via internet, in op de burgers. De burgers van Nederland worden steeds meer milieubewust en leven duurzamer. De energielabel voor woningen geeft aan hoe energiezuinig een huis is en het blijkt dat mensen liever een zuinig huis hebben. De gloeilampen worden binnenkort in heel Nederland verboden en dit zal CO2-uitstoot verminderen. Door de emissiehandel die de overheid heeft ingevoerd, zal de CO2-uitstoot nog verder dalen. Daarnaast zijn de overheidsprojecten en subsidies voor bedrijven van erg groot belang. Hierdoor wordt het aantrekkelijk om duurzaam te produceren. Politiek De Nederlandse politiek is betrokken bij deze klimaat kwestie en doet er veel aan om een groenere economie tot stand te brengen. Alle partijen, behalve CDA en PVV, zullen met hun verkiezingsprogramma de normen van Europa gaan halen. Dit is een mooi vooruitzicht voor de komende jaren aangezien er dit jaar een nieuw kabinet komt.
Wij denken dat een combinatie van al deze onderdelen er voor gaat zorgen dat Nederland de Europese norm gaat behalen. Nederland moet aan de eisen van Europa voldoen en zal er alles aan doen om dit voor elkaar te krijgen. Dat is eigenlijk al een reden waarom het zal gaan lukken, maar hier moet wel wat voor gedaan worden natuurlijk. De overheid speelt hierbij een grote rol en stuurt Nederland goed aan. Als we kijken naar wat er is bereikt op alle verschillende gebieden, moeten we positief zijn. Op dit moment is Nederland op de goede weg en wij zijn ervan overtuigd dat de Europese wetten worden nagestreefd, mits er nog veranderingen worden doorgevoerd.
26
Aanbeveling Nu wij de gegevens van Nederland over de CO2-uitstoot en de energie efficiëntie hebben bekeken en nadat wij gekeken hebben naar de ontwikkelingen en mogelijkheden van Nederland, zullen wij een aanbeveling maken die ons het beste lijkt om de 20 – 20 – 20 doelen te halen. Nederland is weliswaar op de goede weg, maar er moet nog veel gedaan worden en wat is nou de beste manier? Onze aanbeveling bestaat uit twee delen. Een deel voor CO2-uitstoot en het andere voor energie efficiëntie. Wij geven hier onze mening over hoe wij denken dat Nederland het beste door kan. CO2-uitstoot in Nederland Nederland is met de 6% vermindering t.o.v. 1990 al aardig opgeschoten, maar het is uiteraard niet genoeg. Deze 6% vermindering was gemeten tot 2011. Nu zitten we al in 2012 en hebben we dus nog ongeveer 8 jaar. Er moet heel wat gebeuren in deze jaren om de doelen te halen. Allereerst lijkt het ons verstandig om nog meer geld in schone energie te steken. De overheid moet een groter bedrag zien te regelen voor het SDE project. Dit is al bewezen te werken, maar er is gewoon te weinig geld en niet alles loopt nog soepel. Schone energie in Nederland is niet makkelijk echter. De zon is een te onstabiele factor in Nederland om een constante energie toevoer van te maken. Waterkracht energie en windenergie is volgens ons meer iets voor Nederland. Rond de kustgebieden waait het genoeg om een rendabele (vooral als we kijken naar de ontwikkeling van windmolens e.d., die goedkoper worden) energie bron te verkrijgen. Het probleem is weer dat om veel schone energie hiervandaan te krijgen, Nederland een enorme soms geld nodig heeft om al deze windmolens neer te zetten. Wij zien in dat het onmogelijk is om voor 2020 genoeg windmolens neer te zetten, dus Nederland zou eigenlijk een combinatie moeten hebben. Waterkracht is in Nederland ook goed toepasbaar. (Denk aan waterwerken en de Rijn, Maas en Waal, die erg goed geschikt zijn voor deze energie opwekking). De overheid kan nog meer dingen doen om CO2-uitstoot te verminderen. Wij denken dat strengere emissie regels, gecombineerd met de aantrekkelijkere schone energie (SDE) een goed effect zal hebben. Het moet voor bedrijven een echte drijfveer worden om Co2 vermindering te krijgen. Het is natuurlijk niet reëel dat Nederland zo over kan op schone energie en daarom zijn wij voor kernenergie. (In ieder geval tot de tijd dat olie en gas emissies genoeg teruggedreven zijn.) kernenergie heeft weinig uitstoot, maar is wel gevaarlijk en het laat afval achter, maar we moeten kijken naar realistische mogelijkheden en kernenergie is goedkoop en produceert relatief veel. Ook zijn wij voor een strengere regelgeving op het gebruik van fossiele brandstof, die elk jaar verscherpt zou moeten worden. Bedrijven en consumenten worden zo gedreven om schoner te consumeren en produceren. De heffingen op fossiele brandstoffen moeten ook geleidelijk omhoog. Protest is vaak dat de koopkracht omlaag gaat door deze extra kosten voor mensen, maar zolang het marktmechanisme zijn werk doet (aantrekkelijkere schone energie creëert meer vraag, waardoor er meer geproduceerd word). De kosten zullen dan ook omlaag gaan, maar dit is een lange termijn oplossing en de ongeduldige burger en de bange politici, die geen zin hebben in minder stemmen, durven het vaak toch niet aan.
27
Energie efficiëntie in Nederland Ook hier is Nederland goed op weg. Het grote probleem is dat energie efficiëntie voor het grootste deel een lange termijn probleem is. De verspilling is een groot probleem in Nederland, maar dit wordt niet altijd opgemerkt. De overheid zou een grotere rol in het verminderen van de verspilling kunnen spelen door een grote campagne op te starten. Het is namelijk zo dat de meeste mensen wel willen besparen op hun energie rekening, maar niet weten hoe zij dit het beste aan kunnen pakken. Door reclame op tv en radio, artikelen in de krant kan een veel groter publiek bereikt worden. De media is tegenwoordig het middel om de Nederlandse burger te beïnvloeden. Wij denken dat zo’n campagne een groot succes zal worden, aangezien het in het verleden ook vaak heeft gewerkt. Doordat energie efficiëntie niet echt op grote schaal gerealiseerd kan worden, maar juist door kleine verbeteringen, is het erg moeilijk voor de overheid om een verbetering in gang te zetten. We moeten dus een manier vinden die de consument en de producent het zetje geeft om energie efficiënter te proberen te produceren/ consumeren. Het IEA (Het Internationale Energie Agentschap) beweert dat elke geïnvesteerde euro in energie efficiëntie meer dan 4 euro besparing oplevert met een terugverdientijd van 4 jaar. Het grootste aandachtspunt van de overheid zou op de bedrijfsketen moeten zijn gericht. Bedrijven kunnen enorm veel geld besparen door energie efficiëntie, alleen moet de overheid, samen met de bedrijfsketen, duidelijkere alternatieven naar voren brengen en moet er meer advies komen voor bedrijven. Een investering wordt uiteindelijk terugverdiend, dus waarom zouden bedrijven dit niet doen? DSM, het bedrijf dat wij onderzocht hebben, plukt juist nu, in de tijd dat de prijzen omhoog gaan, de vruchten van de jarenlange investeringen in energie efficiëntie.
28