België – Belgique P.B. / P.P. 1700 Dilbeek Driemaandelijks contactblad van Natuurpunt Dilbeek – april, mei, juni 2011 Retouradres: Louis De Leeuw, Vlinderstraat 362, 1700 Dilbeek Verantw. uitgever: Marc Bruneel, Brusselsesteenweg 639, 1731 Zellik
BC - 31151 Afgiftekantoor: Dilbeek P908098
2011 het jaar van koestersoorten & dagvlinders 25 & 26 juni
Natuurweekend in de vallei van de Zwarte Beek Cursus Plantengemeenschappen p. 5
De veldleeuwerik: een OLA verstomt p. 6
zondag 30 januari 10u30
Algemene Vergadering & Aperitiefconcert
Natuurpunt in actie p. 2
Noteer alvast zondag 10 april – 14 u
zondag 22 mei – 14 u
zondag 17 april – 9 u
zaterdag 4 juni – 10 u
12, 26 & 28 mei, 11 & 18 juni
zaterdag 18 juni 2011 - 22 u
Natuurwandeling Thaborberg Leeuwerikenfietstocht Cursus Plantengemeenschappen
Natuurwandeling Wolfsputten Beheerswerken Thaborberg Nacht van de laatvlieger
Doe mee aan de fotowedstrijd Biodiversiteit in Beeld!
activiteitenkalender zondag 3 april – 14 u
Natuurpunt in actie
Vlinderspeurtocht
Breughelpost, Brusselstraat, Sint-UlriksKapelle zondag 10 april – 14 u
Natuurwandeling Thaborberg
Parking Zonnelied, Kattebroekstraat 199, 1700 Dilbeek (afrit 12 op de Ring, richting Sint-Agatha-Berchem nemen) zondag 17 april – 9 u
Veldleeuweriken en zwaluwen-fietstocht
Dorpsplein, Sint-Martens-Bodegem maandag 25 april – 14 u
Inventarisatie Ter Pede
Ter Pede, Roomstraat, Sint-Anna-Pede (vanaf kerk: losweg 100 m voorbij spoorwegbrug, rechts) zondag 1 mei – 14 u
Vlinderspeurtocht
plaats te bepalen, contacteer 0474 414 825 donderdag 12 mei – 19.30
Cursus Plantengemeenschappen
theorieles – Solleveld, St-Martens-Bodegem zondag 22 mei – 14 u
Natuurwandeling Wolfsputten Westrand, Kamerijklaan z/n, Dilbeek maandag 23 mei – 14 u
Inventarisatie Ter Pede Roomstraat, zie 25/4
donderdag 26 mei – 19.30
Cursus Plantengemeenschappen
theorieles – Solleveld, St-Martens-Bodegem zaterdag 28 mei – 9-12 u
Cursus Plantengemeenschappen praktijkles – parking Westrand, zie 22/5 zaterdag 4 juni – 10 u
Beheerswerken Thaborberg
Parking Zonnelied: zie 10 april Opgelet: van 2 juni (Hemelvaartsdag) tot 5 juni staan diverse werkzaamheden gepland, ook buiten de Thaborberg. Wie tijd en zin heeft, contacteert 0474 414 825. zondag 5 juni 2011 - 14 u tot 16 u
Vlinderspeurtocht
plaats te bepalen, contacteer 0474 414 825 zaterdag 11 juni 2011 - 9 u tot 12 u
Cursus Plantengemeenschappen praktijkles – parking Westrand, zie 22/5 zaterdag 18 juni 2011 - 9 u tot 12 u
Cursus Plantengemeenschappen praktijkles – parking Westrand, zie 22/5 zaterdag 18 juni 2011 - 22 u
Nachtwandeling op zoek naar laatvliegers en nachtvlinders
Wivinakapel, Wivinadreef, Groot-Bijgaarden maandag 20 juni 2011 - 14 u
Inventarisatie Ter Pede Roomstraat, zie 25/4
weekend 25 & 26 juni
Natuurweekend in de Vallei van de Zwarte Beek zie artikel
zondag 3 juli 2011 - 14 u tot 16 u
Vlinderspeurtocht
plaats te bepalen, contacteer 0474 414 825 maandag 18 juli 2011 - 14 u
Inventarisatie Ter Pede Roomstraat, zie 25/4
zondag 7 augustus 2011 – 14 u
Vlinderspeurtocht
plaats te bepalen, contacteer 0474 414 825
Geslaagde algemene vergadering met aperitiefconcert door Framagomi Een kleine 40 leden tekenden present voor de algemene vergadering van 29 januari. Na de officiële geplogenheden bracht het kamerkoor Framagomi een gesmaakt aperi-
tiefconcert met een aangepast repertoire dat varieerde van een Middeleeuws madrigaal over de vrolijk zingende krekel tot een moderne boerencharleston. Als afsluiter werd het nieuwe jaar ingezet met een gezellige babbel en bubbels.
Nieuwe vindplaatsen voor sleedoornpages in Dilbeek Op 6 februari trokken 10 mensen mee op zoek naar eitjes van de sleedoornpage. Met succes. We vonden alles samen 13 eitjes. Er waren vindplaatsen aan de Zeypweg te Schepdaal, de René De Cuyperstraat op de grens van Groot-Bijgaarden en Sint-Martens-Bodegem, de Kloosterstraat te Dilbeek en de Wolfsputten. Alleen aan de Rodenberg bleek ondanks een overvloed aan sleedoorn geen sleedoornpage te bespeuren. Geen vlinders, wel visjes... Vlinders vinden op 6 maart bleek iets te optimistisch. De aanhoudende kou zorgde ervoor dat de vlinders zich nog even bleven schuilhouden.Toch was de zoektocht geen maat voor niets, want in de Smissenbosbeek troffen we een mooie populatie van enkele tientallen driedoornige stekelbaarsjes aan. Leerlingen Sint-Jozef helpen bij beheerswerken In het weekend van 12 en 13 maart stond de beplanting van de “koer” van de Thaborberg op het programma, maar bij gebrek aan de nodige vergunning werd het een alternatief programma. Op de Thaborberg werd een oude afsluiting verwijderd en een haag aangeplant om sluikstorten tegen te gaan. Op het Mussenbeekveld vulden we de opgevallen gaten in de heg op met nieuw plantgoed. Een aantal leerlingen van het Sint-Jozefsinstituut uit Ternat kwamen hierbij helpen in het kader van een schoolopdracht. Koestersoortenstand op plantdag geboortebomen In het kader van het Charter voor Biodiversiteit brengt Natuurpunt informatie over de Dilbeekse koestersoorten bij manifestaties georganiseerd door de gemeente. Zo ook op zaterdag 19 maart bij de aanleg van de nieuwe geboorteboomgaard. Onder ruime publieke belangstelling werden 12 hoogstammige inheemse fruitbomen aangeplant in de Broekbeekvallei. Bij deze gelegenheid overhandigde Natuurpunt aan schepen Walraevens een nestkast voor eikelmuizen, een soort die zich perfect thuis voelt in boomgaarden en misschien de Broekbeekvallei opnieuw kan komen bevolken.
25 & 26 juni: een natuurweekend om niet te missen!
Ontdek de vallei van de Zwarte Beek De Vallei van de Zwarte Beek is met 1.500 ha het grootste natuurgebied van Natuurpunt. Naast z’n eigen terreinen beheert Natuurpunt in dezelfde vallei 600 ha van het Militair Domein van Leopoldsburg en 53 ha provinciaal terrein in de Bocht van Laren. De Vallei van de Zwarte Beek geniet door haar verscheidenheid, natuurkwaliteit en omvang internationale erkenning en waardering. Ons natuurweekend belooft dan ook bijzonder bijzonder boeiend te worden. Te meer daar de plaatselijke Natuurpunt-afdelingen ons wegwijs maken. Dit is ùw kans voor een ontmoeting met watersnip, nachtzwaluw, rugstreeppad, bosbeekjuffer, gentiaanblauwtje en lavendelheide... Van Kempen tot Hageland
Uniek beekbiotoop
De Zwarte Beek ontspringt in Hechtel en Helchteren en stroomt via Koersel, Beringen, Paal, Meldert en Zelem naar de Demer te Diest. De afstand van bron tot monding bedraagt 27 km in vogelvlucht en 35 km als je de beek volgt.Tussen Hechtel en Beringen stroomt de Zwarte Beek op de westflank van het Kempens Plateau.Verder stroomafwaarts wringt ze zich tussen Hagelandse getuigenheuvels. Dit levert een rijke variatie aan landschappen op met een rijke cultuurhistorie.
De intacte structuur en de goede waterkwaliteit van de bovenstroom zorgen voor zeldzame watergebonden natuur. Zo herbergt de Zwarte Beek de
grootste populatie beekprik van Vlaanderen. Ook uitzonderlijke bedreigde libellensoorten zoals gewone bronlibel, beekoeverlibel en bosbeekjuffer kan je er aantreffen. In de benedenloop vind je ondermeer pijlkruid, kleine egelskop en drijvend fonteinkruid. Door de verbeterde waterzuivering stroom-
Framago-
Watersnip
opwaarts evolueren de midden- en benedenloop ook gunstig. Bovendien zijn er concrete plannen om de beek te hermeanderen om de natuur nog meer kansen te geven.
Veen van Europees niveau Werkelijk uniek, zelfs op West-Europees niveau, is de Zwarte Beek door haar grote oppervlakte ongerepte veenbodems. Op sommige plaatsen is het veenpakket meer dan 6 meter dik. Het veen werkt als een reusachtige spons. In het laagveenmoeras treffen we typische kleine zeggevegetaties aan begeleid door waterdrieblad en veenpluis. Dit waterrijke gebied is ook de uitgelezen biotoop voor de watersnip. Hier leeft de helft van de Vlaamse populatie van deze soort. Ook porseleinhoen en blauwborst voelen zich hier perfect in hun sas. Zeldzaamheden zoals moerassprinkhaan, zompsprinkhaan, gerande oeverspin en bont dikkopje – een vlindertje – komen veelvuldig voor en hebben baat bij ruigere stukjes. Het veengebied dreigt te verdrogen door de aanleg van ontwateringgreppels. Het lopende natuurinrichtingsproject tracht hier oplossingen voor te vinden.
Gevariëerde bossen Op de valleiflanken vind je typische eikenberkenbossen met heiderelicten. In de vallei zelf zijn vooral de elzenbroekbossen en het beekbegeleidende eikenbeukenbos van belang. Dit laatste type is langs de bovenloop van de
beek aanwezig en kan bestempeld worden als “oud bos”. Hier groeien planten die in de Kempen zelden voorkomen, zoals dalkruid, gewone salomonszegel, lelietje-van-dalen en witte klaverzuring. Elzenbroekbossen zijn gebonden aan de natste standplaatsen en genieten een Europese bescherming. Zwarte els en wilgen zoals grauwe wilg maken hier de dienst uit. Waardevolle elzenbroekbossen komen voor in de bovenstroom van de Zwarte Beek en in De Leunen in Zelem. Naast de talrijke zeggesoorten vind je er ook slangenwortel, waterscheerling en gagel.
Heide van topkwaliteit De valleiflanken van de Zwarte Beek herbergen nog heel wat relicten van het heidelandschap, zoals de Resterheide in Hechtel. De meest ongerepte en uitgestrekte heide is te vinden op het Militair Domein van Leopoldsburg. Hier gaan droge heide, natte heide en duinen naadloos in elkaar over met alle typische soorten die ermee verbonden zijn. Zo staat het hoge aantal klokjesgentianen in de natte heide garant voor de grootste Vlaamse populatie van het gentiaanblauwtje, een zeer zeldzame vlindersoort. Maar ook andere minder algemene vlinders zoals heivlinder, heideblauwtje, groentje en kommavlinder komen er veelvuldig voor. Sprinkhanen als negertje, snortikker, heidesabelsprinkhaan en blauwvleugelsprinkhaan voelen zich er perfect thuis. Net als vele veld- en boskrekels. Bij de broedvogels moet zeker de grote populatie nachtzwaluw vermeld worden. In dit landschap liggen ook verschillende mooie vennen met bijzondere planten en dieren zoals venwitsnuitlibel, venglazenmaker, heikikker en rugstreeppad. Op sommige plaatsen komt veen voor dat niet in contact staat met het grondwater: hoogveen, een zeldzaam fenomeen in Vlaanderen. Hier komen weer andere plantensoorten als lavendelheide en kleine veenbes voor. Op andere plaatsen liggen
Rugstreeppad
duinstroken met hun typische flora en fauna of heischrale graslanden met onder andere heidekartelblad. Het is voor dit landschapstype dat het Militair Domein van Leopoldsburg tot Europa’s topnatuurgebieden hoort.
Open weidelandschap In de vallei streeft Natuurpunt naar het herstel van een open landschap. Nergens is dit duidelijker dan in Lummen aan de Bocht van Laren. Weidevogels zoals wulp en kievit broeden er, maar ook grutto en watersnip komen er voor.Voor deze vogels is het belangrijk dat de terreinen voldoende nat zijn in het voorjaar, zodat ze in de modderige bodem genoeg voedsel vinden. Ze houden ook van open gebieden, waar ze mogelijke vijanden al van ver kunnen zien aankomen.
Boeiend cultuurlandschap Onder menselijke invloed ontstond aan de rand van de beekvallei een kleinschalig landschap met akkers en weilanden, omzoomd door houtkanten, afgewisseld met bosjes. Mooie voorbeelden vind je nog rond de Katershoeve in Hechtel, in het beschermd landschap van de Overslag in Koersel en op de Venusberg in Lummen. Het is de ideale biotoop voor geelgors en sinds enkele jaren wordt ook weer grauwe klauwier waargenomen.Via akkerbeheer, aanleg van hoogstamboomgaarden, onderhoud van houtkanten en herstel van poelen, heiderelicten en schraalgraslanden tracht Natuurpunt het natuurlijk en cultureel erfgoed te bestendigen.
Plan Watersnip
De mijnterril van Beringen
Natuur kan zich niet handhaven op een eiland in een natuuronvriendelijke omgeving. Daarom streefde Natuurpunt vanaf het prille ontstaan van acties rond het gebied in 1976 naar samenwerking met alle betrokken partijen: de gemeenten, het Limburgs provinciebestuur, de Vlaamse overheid en het Belgisch leger. Met de lancering van Plan Watersnip in 1992 kwam een dynamiek op gang die leidde tot belangrijke realisaties. Zo werd in samenwerking tussen alle betrokken partijen het Vlaamse bezoekerscentrum De Watersnip in Koersel opgericht. De Vlaamse overheid bouwde rondom de vallei nieuwe natuurreservaten uit: Helderbeek, mijnter-
rils van Zolder en Beringen, Rotbroek ,… en stelde het beheer van gemeentebossen beter af op de gewenste natuurwaarden. De provincie Limburg droeg bij aan de verdere uitbouw van de Bocht van Laren in Lummen en de Vlaamse Landmaatschappij startte, samen met het Agentschap voor Natuur en Bos, een natuurinrichtingsproject in Koersel. Deze dynamiek resulteerde ook in een afspraak tussen de Vlaamse overheid en de federale overheid om in het hele militair domein van Leopoldsburg (en bij uitbreiding alle militaire domeinen in Vlaanderen) actief natuurbeheer mogelijk te maken. Het Agentschap voor Natuur en Bos realiseerde vervolgens één van de grootste Europese Life-projecten voor een verregaand herstel van heide, vennen, landduinen, moerassen en graslanden op dit militair domein.
Scherp je natuurkennis aan met de cursus
Ga mee op verkenning naar de Zwarte Beek
Echte sleutelbloem en slanke sleutelbloem zijn zeer nauw verwant, maar je vindt ze nooit samen. Lievevrouwebedstro en daslook zijn allebei bosplanten, maar groeien nooit naast mekaar. Maar daslook en slanke sleutelbloem komen wel samen voor. Soorten die aangepast zijn aan dezelfde leefomstandigheden, zoeken elkaars gezelschap. Die leefomstandigheden worden vooral bepaald door de bodemsamenstelling, de waterhuishouding en het klimaat. Bestaat de bodem uit zand, leem, klei of rots? Is hij zuur of basisch? Stikstofrijk of schraal? Nat of droog? Overstroomt het terrein geregeld? Krijgt het veel of weinig zon? Zijn de verschillen tussen zomeren wintertemperatuur groot of klein? Allemaal factoren die mee bepalen welke plantengemeenschap zich ergens gaat vestigen.
Natuurpunt Dilbeek biedt u de kans om twee dagen lang deze buitengewone streek te verkennen. Bezoekerscentrum DeWatersnip maakt voor ons een programma op maat dat de meest interessante plekjes aandoet. Behalve helaas het militair domein, waar dat weekend oefeningen doorgaan. Maar er blijft zeker nog genoeg te beleven. Mis deze kans dus niet.
Schrijf nù in! Wanneer? 25 en 26 juni (aankomst vanaf vrijdagavond 24/6, 18 u) Verblijfplaats? Mezennestje, Kroonstraat 51, 3581 Beverlo – gemeenschappelijke slaapzalen, geen individuele kamers. Bijdrage? 35 €/persoon, incl. maaltijden Inschrijving bij Louis De Leeuw (02/5692728 –
[email protected]).
plantengemeenschappen
Daslook, aronskelk, eenbes, speenkruid en bosanemoon: dit moet subatlantisch eikenhaagbeukenbos zijn.
Plantengemeenschappen kunnen onderscheiden is erg nuttig, zowel voor de natuurliefhebber als de -beheerder. Als je een aantal soorten uit een gemeenschap hebt aangetroffen, dan weet je dat je in de omgeving nog méér soorten uit die gemeenschap mag verwachten. Zo kan je gericht gaan zoeken. En als bepaalde soorten uit de gemeenschap ontbreken, dan kan je met aan-
gepast beheer proberen ze terug te krijgen. Ook is goed bekend hoe plantengemeenschappen evolueren als de omgevingsfactoren wijzigen. Op basis van die kennis kan je correcte doelstellingen voor het beheer bepalen en opvolgen of het de goede kant uit gaat. In de twee theorielessen van de cursus leer je alle begrippen die noodzakelijk zijn om plantengemeenschappen in het veld op naam te brengen. Je krijgt ook een overzicht van de belangrijkste plantengemeenschappen in Vlaanderen. De drie praktijklessen zijn gericht op het herkennen van plantengemeenschappen in het veld en inventarisatietechnieken. Praktisch Theorielessen: donderdag 12 en 26 mei, 19u30 Gemeenschapscentrum Solleveld, Solleveld 11, 1700 Sint-Martens-Bodegem Praktijklessen: zaterdag 28 mei, 11 en 18 juni Wolfsputten, bijeenkomst aan Westrand, Kamerijklaan z/n, 1700 Dilbeek. Inschrijven bij Louis De Leeuw (02/569 27 28 –
[email protected]). Bijdrage: leden 25 €, niet-leden: 30€.
Biodiversiteit in beeld Doe mee aan onze fotowedstrijd! Hoe groot is de biodiversiteit in Dilbeek? Daar wil Natuurpunt graag zicht op krijgen. Letterlijk. Daarom organiseren we dit jaar een fotowedstrijd die resulteert in een grote tentoonstelling die van 17 tot 27 oktober zal doorgaan in Westrand. Wie kan meedoen? Iedereen. Je hoeft echt geen ervaren natuurfotograaf te zijn. En je kan ook deelnemen – graag zelfs – met je klas of vereniging. Welke foto’s komen in aanmerking? We zijn op zoek naar herkenbare foto’s van alle soorten levende wezens, behalve gedomesticeerde: vogels, zoogdieren, amfibieën, reptielen, insecten, andere ongewervelden, planten, paddenstoelen, korstmossen, algen, wieren en noem maar op. De foto’s moeten in Dilbeek genomen zijn en niet ouder dan 5 jaar.
Steenbreek en lavendelheide
Hoe en tot wanneer inzenden? Je digitale foto’s zijn welkom bij
[email protected] tot 15 sep-
tember. Het formaat moet groter zijn dan 2000 x 1300 pixels en opgeslagen als JPEG met hoge resolutie. Vermeld bij elke foto de soortnaam (indien gekend), de vindplaats en de datum. Wat valt er te winnen? De hoofdprijs voor individuele deelnemers is een gratis deelname aan het jaarlijkse natuurweekend van Natuurpunt Dilbeek. Groepen en klassen kunnen twee gidsbeurten met een ervaren natuurgids in de wacht slepen. Verder is er een speciale attentie voor elke deelnemer die één van de Dilbeekse koestersoorten kan kieken: ijsvogel, veldleeuwerik, eikelmuis, papegaaizwammetje, fijngeschubde aardtong, boerenzwaluw, gierzwaluw, bosorchis, sleedoornpage en laatvlieger. Binnen de gemeentegrenzen uiteraard! En ook de klas/groep die het grootste aantal verschillende soorten inzendt, krijgt een prijs. Maar meedoen is altijd al winnen: van elke deelnemer selecteren we minstens 1 foto voor de tentoonstelling.
De veldleeuwerik: een Nagenoeg alle karakteristieke Open Landschaps Akkervogels (OLA’s) zijn de voorbije jaren op de rode lijst van Vlaamse broedvogels beland. Een van de meest dramatische slachtoffers van de achteruitgang is de veldleeuwerik. In de voorbije 30 jaar dook de Vlaamse broedpopulatie met zomaar eventj es 95% naar beneden. Wat is er aan de hand? En is er nog redding mogelijk? Een saaie piet met een gouden stem Met z’n onopvallend grijsbruine verenpak oogt de veldleeuwerik wat saai. Maar toch bracht hij menig poëet – van Shakespeare tot Gezelle – in vervoering. Dank zij zijn gouden stem en zijn unieke vliegshow. Tijdens de baltsvlucht stijgt het mannetje uitbundig kwinkelerend op tot een hoogte van 50 à 100 meter. Daar blijft hij een hele poos – het record staat op 56 minuten – vrolijk jubelend hangen. Daarna daalt hij in geleidelijke spiralen tot hij aan het eind van de vlucht pijlsnel naar beneden ploft, zodat niet te zien is waar hij precies neerkomt. De hele act is bedoeld om zijn territorium af te bakenen en de vrouwtjes te imponeren. Een typische OLA De veldleeuwerik is het prototype van de OLA, de Open Landschaps Akkervogel. Dat wil zeggen dat hij droge, open, vlakke tot licht heuvelende landschappen verkiest. Om te broeden vraagt de veldleeuwerik minstens 4 hectare open ruimte. De meest aangewezen percelen liggen op de top van een plateau of
heuvel. De koppels maken een grondnest in een open, lage vegetatie, meestal meer dan 10 meter van de perceelsrand en meer dan 100 meter van bebouwing of hoog opgaande begroeiing. Het nest ligt op een plaats die de vogels lopend kunnen bereiken zonder op te vallen. De omgeving moet voldoende afwisseling vertonen om aan het nodige voedsel te geraken. In de zomer foerageren de vogels meer op braakland en in lage grasvegetaties
dan in de akkergewassen, omdat die vaak te hoog en te dicht zijn. ’s Winters bezoeken ze alle mogelijke gebieden waar voedsel te vinden is, zoals randen en ruigten, droge graslanden en vooral graanstoppelvelden.
Levenscyclus Een koppeltje veldleeuweriken produceert tussen begin april en eind juli 2 of 3 legsels van 3-5 eieren. Het vrouwtje neemt het broeden voor haar rekening en zit 10 dagen op de eieren. De jongen zijn helemaal kaal en totaal hulpeloos. Dit is ongebruikelijk voor vogels die hun nest op de grond bouwen. De jongen worden door beide ouders gevoed met kevers en wormen en soms een paar andere insecten. Na 9 tot 10 dagen verlaten de jongen het nest. Ze verplaatsen zich lopend in de beschutting de vegetatie. Na in 20 dagen zijn ze vliegvlug. De veldleeuwerik komt het hele jaar voor in onze contreien. Sommige vogels trekken tot in Zuid- Europa, andere overwinteren hier.
Wijdverspreid maar lokaal bedreigd De veldleeuwerik is wijdverspreid in heel Europa, behalve in het hoge noorden. Het is nog altijd een redelijk algemene broedvogel op Europees niveau, maar sinds 1960 gingen de populaties op vele plaatsen drastisch achteruit. In Vlaanderen en Nederland met maar liefst 95%. In Groot-Brittanië met ongeveer 60%.
keverbank
Wat is er aan de hand? Akkervogels hebben vooral behoefte aan drie zaken: veilige nestgelegenheid, zomervoedsel en wintervoedsel. De moderne landbouw biedt die helaas alsmaar minder. Omdat het akkerlandschap een zeer dynamisch biotoop is – gewassen groeien snel en na de oogst blijft er plots een kale akker over – maken de vogels hun nest niet steeds
Is er nog redding mogelijk? Een heropleving van de Vlaamse populatie behoort zeker tot de mogelijkheden als er maar opnieuw geschikte biotopen gecreëerd worden. Dat kan door een hele reeks van maatregelen. Keverbanken zijn licht verhoogde stroken dwars door een akker die zijn ingezaaid met polvormende grassen. Ze bieden loopkevers,
op dezelfde plaats. Het tweede legsel van het seizoen is vaak in een ander gewas, dat op dat moment aan de vereisten voldoet. Een veldleeuwerik kiest daarom zijn territorium liefst op een kruispunt van teelten. Het vergroten van de kavels en het gebruik van uitgestrekte monoculturen brengt een vermindering van het aantal territoria teweeg. Ook de vervanging van zomergranen door wintergranen speelt een rol. Als de vogels aan een tweede legsel willen beginnen, staat het wintergraan immers al hoog, zodat ze geen geschikte nestgelegenheid meer vinden. Verder gaan veel nesten verloren door werkzaamheden op het land. Broedsels in granen zijn betrekkelijk veilig, als ze niet liggen op het tracé dat de landbouwmachines volgen. Dit is anders in gewassen als aardappelen of bieten. Deze worden regelmatig geschoffeld of aangeaard wat desastreuze gevolgen heeft voor de aanwezige nesten. Ook de gevolgen van het oogsten zijn vaak vernietigend. Net als bij veel andere vogels zitten in de maag van de veldleeuwerik steentjes die als een soort molenstenen het voedsel verbrijzelen. Die vind hij op stukken kale grond, zoals onverharde veldwegen. Daar vindt hij ook stof, waarin hij zich kan baden om parasieten te verjagen. Met het doorvoeren van de ruilverkavelingen zijn onverharde wegen bijna allemaal vervangen door beton. De veldleeuwerik heeft tenslotte ook nog te kampen met een verminderd voedselaanbod. Door het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn er veel minder insecten en onkruidzaden dan vroeger. Bovendien gebeurt het oogsten veel efficiënter en blijft er nauwelijks nog zaad achter tussen de stoppels.
spinnen, sluipwespen, lieveheersbeestjes... een zone waar ze bespuitingen kunnen overleven en snel opnieuw de akker koloniseren om schadelijke insecten te lijf te gaan. Dat was de oorspronkelijk bedoeling en het werkt. Een leuk neveneffect is dat veldleeuweriken, net als patrijzen en grauwe gorzen keverbanken als broed- en voedselgebied gebruiken. Leeuwerikenvlakjes hebben in Groot-Britannie al hun degelijkheid bewezen. Het gaat om vlakken van 3x6 of 4x4 meter in wintergraanakkers die niet worden ingezaaid. Ze bieden veldleeuweriken tot ver in de zomer geschikte broed- en foerageerplekken. Hierdoor kan de soort meer broedsels per jaar grootbrengen. De benodigde oppervlakte bedraagt minder dan 0,5 % en betekent dus maar een gering verlies voor de landbouwer. Ook het telen van zomergraan in plaats van wintergraan biedt aanzienlijke voordelen voor veldleeuweriken. De vegetatie groeit tijdens het broedseizoen minder snel dicht en hoog, waardoor de soort er makkelijker een tweede keer kan nestelen. Door de meer open vegetatiestructuur warmt de bodem sneller op wat gunstig is voor insecten en dus ook voor het broedsucces. Bij de oogst gaan vaak nesten en jongen verloren. Een alternatieve oogstroute die zo is gekozen dat er steeds een vluchtroute overblijft naar een naburig perceel of een randstrook kan een oplossing bieden. Geen pesticiden gebruiken op de buitenrand van de akker leidt tot een duidelijk betere voedselvoorziening voor akkervogels in het broedseizoen. In die onbespoten faunaranden kunnen zich namelijk allerlei onkruiden en insecten vestigen. Het opbrengstverlies voor
n OLA verstomt
de landbouwer is beperkt omdat de opbrengst in de rand sowieso al lager ligt. Een strook graan aan de rand van de akker of op overhoekjes gewoon niet mee te oogsten, biedt zeer veel wintervoedsel aan een reeks akkervogels.Vooral de randen die gelegen zijn naast een haag of een houtkant blijken veel vogels aan te trekken. Maar geen leeuweriken. Die zoeken de open ruimte op. Stroken maïs laten staan in de winter is niet nuttig voor akkervogels, want alleen fazanten profiteren ervan. Graanstoppels zijn de meest geliefde voedselgebieden tijdens de winter voor nagenoeg alle OLA’s. Als het de granen zelf niet zijn, worden de onkruid(zad)en gegeten. Stoppels na de oogst niet inploegen en niet bespuiten met pesticiden is dan ook zeer gunstig voor akkervogels. Percelen een of twee jaar braak laten liggen – b.v. in het kader van het Europees landbouwbeleid – creëert ook een geschikt leeuwerikenbiotoop. Voor veel akkervogels is de aanleg van ‘vogelzaadakkertjes’ een bijzonder efficiënte steun. Dit zijn kleine perceeltjes met voor vogels geschikte voedselplanten, zoals koolzaad, rapen of quinoa. Een halve hectare per 20 ha landbouwgebied volstaat. De veldleeuwerik maakt hier echter weinig gebruik van en verkiest afgelegen stoppelvelden. Het is duidelijk dat de landbouw de toekomst van de veldleeuwerik – en vele ander akkervogels – in handen heeft. De grote uitdaging is dan ook de landbouwer te overtuigen van het belang van een goede natuurkwaliteit in de ruimte die hij beheert.
zondag 17 april, 9u Dorpsplein Sint-Martens-Bodegem
Leeuwerikenfietstocht
De veldleeuwerik is een koestersoort voor Dilbeek. Tijdens deze fietstocht van 20 km ontdekken we hoe het met hem is gesteld. We bezoeken akkergebieden waar we hem – hopelijk – nog kunnen horen. We zien hoe hij ook in Dilbeek te kampen heeft met de gevolgen van de intensivering van de landbouw en we bekijken hoe we de toestand zouden kunnen verbeteren. Bij deze tocht besteden we ook aandacht aan een andere Dilbeekse koestersoort die thuis hoort in het boerenland: de boerenzwaluw. Misschien zijn de eerste exemplaren net terug uit hun winterkwartieren...
Late lente op waarnemingen.be Je kan clichématig stellen dat het nog koud is voor de tijd van het jaar, tenminste bij het intikken van dit tekstje. Zoniet zaten we nu wel buiten om de lente te verwelkomen. Vriesweer heeft het aantal “inzendingen” op www.waarnemingen. be wat beperkt. Hoewel: 301 waarnemingen voor Dilbeek gedurende de afgelopen 3 maanden toch niet slecht is, als je weet dat maar 6 waarnemers hiervoor hebben ingestaan. Er werden 94 verschillende soorten genoteerd: 45 vogels, 23 planten, 11 mossen, 3 zoogdieren, 3 dagvlinders, 2 dagvlinders, 4 insecten, 1 paddenstoel, 1 spin en 1 wier. Het ging meestal om algemene soorten, maar ook om 13 iets minder algemeen voorkomende soorten, nl. patrijs, grote zaagbek (overvliegend), bosuil, steenuil, keep, sijs, zwartkamdwergspanner (nachtvlinder), daslook, bosanemoon, gevlekte aronskelk, sneeuwklokje, wilde hyacint, slanke sleutelbloem. De laatste 6 maken deel uit van de voorjaarsflora, die in april in onze bossen volop tot ontwikkeling komt.
nard Vilain in Itterbeek, die tegelijk ook rietgors noteerde. Proficiat met je vroege vondsten. Traditioneel laten uilen begin maart van zich horen: bosuil eerder in parkbossen en steenuil eerder in een landschap met voldoende houtige elementen. René Dirckx volgt ze in Dilbeek met argusoren. Er werden 3 zeldzame soorten gevonden, die we echter al kenden. Tongvaren, aangetroffen in Schepdaal, staat ook op de Thaborberg en in de Wolfsputten. De baretaardster (paddenstoel) werd eerder waargenomen in Itterbeek en naar sleedoornpage is Natuurpunt Dilbeek heel gericht naar op zoek geweest, tenminste naar de eitjes ervan (zie p. 2). Dagpauwoog en oranjetip waren al van de partij in volwassen vorm. We eindigen met een pluim voor Elisabeth die zowel vogels als insecten en deze keer ook 11 mossoorten inventariseerde !
Boerenkrokus
foto W. Cocquereaux
Gezocht: beheerswerkers voor 4 juni (en de Hemelvaartdagen) Eind mei - begin juni is de periode waarin de graslanden in de gebiedjes die we beheren een maaibeurt moeten krijgen. Dat gebeurt iets vroeger dan bij het klassieke graslandbeheer om een optimale verschraling te krijgen. Op de Thaborberg krijgen het centrale grasland, de boomgaard en een stuk ruigte een maaibeurt. We gaan ook opmetingen doen voor de aanleg van een rolstoelpad. Maaien doen we ook op de Snikbergweide. Aan de Steenbergstraat ligt een pak hout te wachten om gestapeld te worden en moet er misschien opslag worden gekapt. Werk genoeg dus.
Op zaterdag 4 juni hebben we het meest helpende handen nodig om het maaisel te ruimen op de Thabor- en de Snikberg. Daarom graag alle hens aan dek om 10 u aan de parking van Zonnelied, Kattebroekstraat 199, 1700 Dilbeek (afrit 12 op de Ring, richting Sint-Agatha-Berchem). Maar gezien het Hemelvaartweekend voor velen al vanaf donderdag begint, heb je misschien tijd en zin om donderdag en/of vrijdag aan de slag te gaan. Geef dan een seintje aan Marc Bruylandt (0486/73 69 70 –
[email protected]) en we houden je op de hoogte van de werkzaamheden.
18 juni: nacht van de laatvlieger De laatvlieger is een koestersoort voor het Dilbeeks beleid. Het is een vleermuissoort die wel houdt van cultuuromgevingen en daarom waarschijnlijk niet heel erg zeldzaam is. Maar eigenlijk is er onvoldoende informatie om daar met zekerheid harde uitspraken over te doen. Daarom is er absoluut nood aan méér onderzoek.
9 april, 17-21u
Gezellig tafelen
* PRUTTEL* samen een lekkere maaltijd in elkaar toveren *HAP* volgens de principes van het ecokoken *SLIK* om nadien zalig na te genieten *SLURP* samen rond de tafel met enkele gezelschapsspelletjes *BURP*. Groep: 7-12 j. – Info: Laura De Wolf (
[email protected], 0485/13 83 73) – Afspraak: Educatief Centrum Paddenbroek, Paddenbroekstraat 12, 1755 Gooik 23 april, 20u tot 22u
Muizentocht (ook vleermuizen)
Die avond trekken we er op uit en maken we kennis met rosse woelmensen, eikelmuizen, … en ook vleermuizen. Gids Joachim neemt ons mee op tocht en samen met hem verhogen we onze muizenkennis. Groep: 13-26 j. – Info: Stien Van Liedekerke (
[email protected], 0476/71 59 84, 054/56 80 88) – Afspraak: Paddenbroek, Gooik – Meebrengen: laarzen, zaklamp
In het nog landelijke Schepdaal fotografeerde Wilfried Cocquereaux de eerste bloeiende boerenkrokussen en ontdekte Luc Platteau honderden bloeiende exemplaren van vroegeling, een kruisbloemige die zijn naam eer aan doet. Goed gezien, allebei ! Keep kwam op een aantal plaatsen in grote getale voor op en rond de wintervoedertafels. De eerste keep werd op 1 januari waargenomen door Ber-
Kijk altijd op http://www.jnm.be/pajottenland/ voor het laatste nieuws over deze activiteiten
Bij deze activiteit hopen we met de bat detector laatvliegers te registreren in de omgeving van de Wivinakapel. Tegelijk werven we vrijwilligers die hun eigen buurt willen onderzoeken op de aanwezigheid van vleermuizen. Dat is echt niet moeilijk. Iedereen kan het vlot leren, zoals de demonstratie ongetwijfeld zal aantonen. Ook maken we kennis met een aantal prooidieren van de laatvlieger, met name nachtvlinders. Kenner Serge Van Cleynenbreugel stelt zijn loklampen op en laat ons kennis maken met de “pracht van de nacht” zoals hij zijn geliefkoosde onderwerp noemt. Afspraak op zaterdag 18 juni om 22 u aan de Wivinakapel op het eind van de Wivinadreef te Groot-Bijgaarden.
7 mei, 10u tot 17u
Geitenwollensokkenspotten
Mensen die hun eigen moestuintje aanleggen, experimenteren rond duurzame energie, brood bakken in een oude steenoven,… Wie zijn ze en waarom doen ze dit? Vandaag gaan we de handen uit de mouwen steken in een prachtige vierkantshoeve te Vollezele. Op het programma staat onder andere pizza’s maken, in de moestuin wroeten en een woordje uitleg over waarom mensen voor deze levensstijl kiezen. Kom dat zien! Kom dat zien! Groep: 7-12 j. – Info: Laura De Wolf (
[email protected], 0485/13 83 73) – Afspraak: Hof ter Hamme, Ninoofsesteenweg 148, 1570 Vollezele – Meebrengen: stevige kledij die vuil mag worden
Zomerkampen JNM-Pajottenland De kampen gaan door in Voeren Piepkamp (7-12 j.): 8 - 13 juli Ini- & ouderenkamp (13-26 j.): 14 - 23 juli Info: http://www.jnm.be/pajottenland/
Contacten Natuurpunt Dilbeek Algemene zaken Marc Bruneel, voorzitter, 0474/41 48 25 –
[email protected] of Eric De Jonge, secretaris, 02/567 04 38 –
[email protected] Natuur•ket (jongerenwerking): Ignes Verstraete 02/466 55 85 –
[email protected] Beheerswerkgroep Lien van Besien 0497/83 43 39 –
[email protected] Beheersklusteam Marc Bruylandt 0486/73 69 70 –
[email protected] Vogelwerkgroep Elisabeth Godding 02/649 00 90 –
[email protected] Inschrijving voor activiteiten Louis De Leeuw 02/569 27 28 –
[email protected] rekening: 000-3250101-19 Natuur•contact, website, natuurstudie Marc Bruneel (zie hoger) Website www.natuurpunt-dilbeek.be