De vallei
De vallei 1 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
Van John Renehan is verschenen: De vallei e e ook als e-book verschenen
De vallei 2 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
John Renehan
De vallei Vertaald door Jonas de Vries
uitgeverij luitingh-sijthoff
De vallei 3 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
© 2015 John Renehan All rights reserved including the right of reproduction in whole or in part in any form This edition published by arrangement with Dutton, a member of Penguin Group (USA) LLC, a Penguin Random House Company © 2015 Nederlandse vertaling Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam Alle rechten voorbehouden Oorspronkelijke titel: The Valley Vertaling: Jonas de Vries Omslagbeeld: Bryan Fiffe Omslagontwerp: DPS Design & Prepress Studio, Davy van der Elsken isbn 978 90 245 6733 1 nur 332 www.lsamsterdam.nl www.boekenwereld.com
De vallei 4 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
Voor Susan, samen met al het andere.
De vallei 5 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
De vallei 6 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
geesten
I
n de droom liep hij in de zon over een smal pad, op een kale berghelling bezaaid met metalen resten. Vóór hem, op de top, zag hij het door licht omgeven stenen gebouw. Ze stond achter het raam in de schaduw, zoals altijd. Haar gezicht kon hij niet zien. Het pad liep rechtstreeks naar de deur. Hij bleef klimmen, over gruis en kiezels die onder zijn blote voeten naar beneden rolden. Hij liep langs een wrak. De verwrongen restanten van een auto. Een ander wrak was onherkenbaar. Stukken en scherven metaal lagen her en der verspreid op het pad. Hij voelde er eentje door zijn voetzool prikken. Een betonnen bunker op de berghelling was bemand met soldaten. Ze strekten hun armen uit door het schietgat en riepen in stilte naar hem, maar hij bleef klimmen. Het pad werd steil en zijn voeten gleden nu weg bij elke stap. De metaalscherven drongen zijn voetzolen binnen, tot op het bot, en scheurden het zachte vlees tussen zijn tenen. Hij boog voorover en probeerde met zijn handen houvast te krijgen om zichzelf omhoog te kunnen trekken. Hij zag scherven uit de rug van zijn ene hand steken en de vingers van zijn andere hand doorklieven. De berg zwol op. De gestalte achter het raam draaide zich om en verdween in het kleine gebouw terwijl een van de muren verbrokkelde en in stukken weggleed. Een stem achter hem riep zonder woorden dat hij moest afdalen. Hij verloor zijn evenwicht op de uiteenvallende berg. Hij viel en kwam met zijn gezicht op het pad terecht. Een scherf doorboorde zijn wang en tong. Overal om hem heen vielen bommen. Hij graaide naar houvast, maar de grond viel uiteen terwijl hij achterwaarts de krater in gleed... 7
De vallei 7 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
Hij schrok wakker, claxonnerend met beide handpalmen. Armetierig getoeter was alles wat je mocht verwachten van zo’n zuinig huurautootje, maar in de stilte van de slapende buurt was het oorverdovend. In de middenconsole waren wat zakdoekjes gepropt, die hij er nu uit trok om het zweet van zijn gezicht te vegen. Met zijn handen op zijn bovenbenen keek hij naar het huis, wachtend totdat zijn hartslag weer wat was gedaald. De ramen op de eerste verdieping bleven verduisterd. Hij leunde naar achteren en bekeek zichzelf in de achteruitkijkspiegel. De ogen die in de zilverkleurige rechthoek zijn blik beantwoordden, waren gitzwart en hard, terwijl de grauwe wallen eronder hol en zacht waren. Hij slaakte een zucht. Op de passagiersstoel lag een rugzak. Na enig gegraaf trok hij er een boekje met leren kaft uit, niet veel groter dan de palm van zijn hand. Achter een leren bandje aan de binnenzijde was een pennetje gestoken. Hij pakte het pennetje en bladerde naar de laatste bladzijde. Daar zette hij een streepje, naast een aantal andere. Hij stak het boekje weer in de rugzak en reikte naar het contactsleuteltje, dat nog in de off-positie stond. Hij draaide het sleuteltje naar on en legde zijn arm over de rugleuning van de passagiersstoel. Hij wierp een laatste blik op het huis, keek over zijn schouder en liet de auto in z’n vrij over het grind van de oprit achteruitrollen. Eenmaal op de weg draaide hij heuvelopwaarts, waarna hij de motor startte en schakelde. Aan weerskanten van de weg stonden in slaap verzonken bungalows. Bij de eerstvolgende kruising sloeg hij rechts af en zette zijn koplampen aan. De donkere weg liep door de glooiende uitlopers van een kustgebergte. Boven en rechts van hem bevonden zich beboste kammen. Onder en links keek hij uit over de door de maan verlichte daken, helemaal tot aan het glinsterende wateroppervlak van een door grote bruggen overspannen zwarte baai, een kilometer of zes verderop. Achter de huizen en boven de boomtoppen verhief zich een gotisch bouwwerk, de contouren van een kathedraal die nu steeds kleiner werden. Onder de donkere steunberen weenden en waakten de hordes en legioenen, en hurkten en dansten gargouilles en cherubijnen. Hij draaide de dalende hoofdweg op en reed richting de baai. Over de brug, over het glinsterende water en naar de heuvels. Nog een uur naar het zuiden, daar waar snelweg en oceaan samenkwamen. Daarna een lange, nachtelijke rit langs de bergachtige kust van Californië. 8
De vallei 8 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
Er waren kortere routes naar Los Angeles. Hij nam de lange route, slingerend langs de rotsformaties, waar ver onder hem de golven braken. Hij draaide de raampjes open, luisterde niet naar muziek. De kleine uurtjes braken aan. Ten zuiden van Big Sur reed hij langs een kasteel op een bergtop, gebouwd door iemand die rijk was geworden in de krantenwereld en lang geleden was overleden. Toen de snelweg landinwaarts boog, stopte hij in de enkele straat van een toeristisch stadje, weggestopt in een kleine vallei. Hij wist nog dat hier een drankzaak moest zijn die open was. Met half dichtgeknepen ogen tegen het neonlicht kocht hij een blikje energydrink, die smaakte naar kauwgomballen opgelost in schoonmaakmiddel. Eenmaal uit het stadje liep de weg weer langs de kust, langs een grote rots die onzichtbaar vanuit de donkere zee omhoog rees. Daarna boog hij weer landinwaarts, waar de eerste tekenen van beschaving zich aandienden. Hij draaide de raampjes dicht, zette de radio aan en slurpte met een vies gezicht van zijn drankje. De zon was al opgekomen toen hij aankwam op de luchthaven van Los Angeles. Te midden van een menigte vermoeide vakantiegangers leverde hij de auto af bij het verhuurbedrijf, waarna hij zijn rugzak over zijn schouder slingerde en de beveiliging met zo min mogelijk menselijke interactie probeerde door te komen. In het vliegtuig sloeg hij het aanbod van een gratis drankje af en viel meteen in slaap. De hele dag en nacht en een deel van de daaropvolgende dag vloog het vliegtuig naar het oosten. Al na een paar uur werd hij wakker, waarna hij niet meer kon slapen. Het vliegtuig maakte veel tussenstops. In Shannon, Ierland, dronk hij op de luchthaven een pint in een pub die om een of andere reden de hele nacht open was. In Amsterdam trok hij op het toilet een schoon hemd en schone sokken aan en gooide de oude in een afvalbak. Hij stapte over op een chartervlucht. In Koeweit slenterden hij en zijn medepassagiers een uurtje rond in een privéterminal voordat ze weer aan boord gingen en verder oostwaarts vlogen. Hij dacht: zou de andere kant op vliegen niet sneller gaan? Op de eindbestemming, in het holst van de nacht, spuwde het vliegtuig de passagiers uit in een georganiseerde chaos. De donkere terminal van hout en canvas gonsde met de stemmen van transitpassagiers die op zoek waren naar andere passagiers, korte medede9
De vallei 9 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
lingen uit krakende speakers, rugzakriempjes die werden aangesnoerd en het zachte geplof van plunjezakken die op de vloer werden gegooid. Er waren burgers – journalisten, civiele contractors, mensen van wie hij niet goed kon inschatten wat ze deden – en veel militairen. Van deze laatsten volgde hij een groepje naar buiten, de nacht in. Ze sjokten over grindpaden tussen tenten en tijdelijk opgetrokken gebouwen om uit te komen bij een grote, goed verlichte keet aan de rand van een verduisterde landingsbaan. Daar keken ze op een whiteboard dat dienstdeed als vertrekbord en kozen ze een stoeltje om te wachten. Hij zag een tengere journalist met kuif en rechthoekige bril met zijn rugzak en perskaart rommelen. Gedurende de nacht verdwenen ze in groepjes van twee of drie. Het vliegveld verwerkte een gestage stroom van aankomende en vertrekkende helikopters en vrachtvliegtuigen. Telkens als er een over de heuvels kwam aanvliegen, zwol het geluid, dat eerst nog nauwelijks hoorbaar was, aan totdat de hele keet trilde. Mensen liepen achter elkaar de duisternis en het geraas in, waarna de triplexdeur zich met een klap achter hen sloot. Op weg naar hun eindbestemming. Daarna stilte, tot de volgende vlucht. Op zijn vlucht moest een klein aantal mensen mee: hijzelf, twee journalisten en tien militairen. Hij had nog even de tijd. Hij liep naar buiten om naar het vliegverkeer te kijken. Hij genoot van het eerste, geruststellende geluid van de helikopters achter de heuvels en probeerde ze te ontwaren. Dat was lastig, aangezien al hun navigatielichten gedoofd waren. Ze konden zich al recht boven je bevinden voordat je ze zag: ijle, oorverdovende schimmen in de nacht. Hij genoot ervan om in stilte te blijven staan nadat ze waren vertrokken, om te kijken naar de blauwe landingslichten die knipperden onder een lege lucht. Het was nu diep in de nacht en het tijdstip van zijn eigen vertrek naderde. Een groot vrachtvliegtuig zou hem en een aantal anderen naar hun eindbestemming brengen. Een helikopter zou het niet halen. Hun reisdoel lag te ver weg, een van de verste die je vanaf dit vliegveld kon bereiken, en een van de minst populaire. Hoezo door de mangel gehaald, dacht de jonge soldaat. Hij was het gewend om slonzige burgers en smoezelige contractors te zien, 10
De vallei 10 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:23
ook mensen die bij de luchtmacht zaten. Je kwam het allemaal tegen hier. Niet iedereen kan zo onberispelijk zijn als wij, zou zijn sergeant opmerken. Een grabbelton, deze plek. Hij snapte het wel. Toch voelde hij zich verplicht er wat van te zeggen. Hoe oud was die vent? Een jaar of vijfentwintig? Ouder nog? Oud genoeg om beter te weten. Bovendien wilde hij dolgraag zijn handen wassen en wegwezen voordat hij de wind van voren zou krijgen. Hij liep op hem af en tikte hem op de schouder. ‘Pardon, luitenant?’ Hij draaide zich verschrikt om. Een soldaat, negentien jaar hooguit. Die daar al God weet hoelang stond te wachten. Hij herpakte zich en hoorde nu pas het grote taxiënde propellervliegtuig buiten. Zijn vlucht. De soldaat wilde waarschijnlijk zijn handen wassen en zijn spullen op orde brengen voordat ze hem een uitbrander zouden geven omdat hij op het allerlaatste moment kwam opdraven. Toen het tijdstip van zijn vertrek naderde, was hij naar het eenvoudige toilet gelopen om zijn gezicht te wassen. Hij was bij de enige wastafel blijven staan, starend naar de spiegel, monsterend wat de afgelopen zesendertig uur had aangericht. Misschien had hij in al die tijd iets van vier uur geslapen. Zijn donkere ogen hadden nog steeds die grauwe wallen, waarover hij juist aan het peinzen was toen de soldaat hem deed opschrikken. ‘Sorry,’ zei hij. Hij stapte opzij en draaide zich naar de deur, terwijl de soldaat zijn handen begon te wassen. ‘Geen probleem, luitenant.’ De jongen was fris en fruitig, gretig. ‘Luitenant?’ Hij draaide zich om. ‘Het spijt me, luitenant, maar u hebt...’ Bij wijze van uitleg stak de soldaat zijn hand uit naar zijn rechterschouder, kneep zijn vingers samen en trok. Tussen zijn vingers hield hij een kluwentje groen draad, dat hij nu ter inspectie omhooghield. ‘Ik dacht, misschien had u dat niet gezien daar,’ zei de jongen, zenuwachtig nu. Hij voelde zijn wangen rood worden en bedankte de jonge soldaat. De soldaat stamelde ‘Geen probleem, luitenant’ en verdween. 11
De vallei 11 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij keek weer in de spiegel. Een jonge man keek hem vermoeid aan vanonder donkere wenkbrauwen die van zichzelf al in een lichte frons stonden, alsof hij zijn ogen voortdurend een klein beetje dichtkneep tegen fel licht. Zijn haar, dat de kleur van bosgrond had, was van voor tot achter kortgeknipt. Hij had nog geen kraaienpootjes, maar toch hadden zijn ogen om een of andere reden iets vermoeids, zodat mensen met wie hij sprak het bevreemdende gevoel kregen met een veel ouder iemand van doen te hebben, iemand die in een jonger lichaam was gepropt en zich daar maar moest zien te redden. Die ogen gleden nu over de rest van zijn lichaam. Jezus, man. De veter van één bruine kist zat los. Broekspijp deels uit de andere getrokken. Jas gekreukt op het schandalige af, ook al was het een camouflagejas. Toen hij zijn schouder bekeek, zag hij dat het draadje los was geraakt bij de rand van de patch van de Amerikaanse vlag, die met klittenband op zijn jas was bevestigd. De patch zat scheef. Dat wil zeggen, hij zat bij de landmacht. Hij haatte de landmacht. Hij trok de patch los en bevestigde hem opnieuw, zorgvuldig. Hij boog voorover en fatsoeneerde zijn veter en broek, waarna hij rechtop ging staan om de rest te inspecteren. Midden op zijn borst, op een vierkantje met klittenband bevestigde stof, was met zwart stiksel de verticale streep van eerste luitenant genaaid. Een officier. Een lage officier. Aan de ene kant van de streep zat een reep stof met u.s. army erop. Aan de andere kant zijn naampatch, waar black op stond. Hij had een voornaam, maar luitenant Black was er zo goed als zeker van dat die de komende zes maanden door niemand zou worden gebruikt. Hij zou weinig vrienden treffen. Er waren sowieso maar weinig mensen die zijn voornaam kenden. Hij groef in zijn rugzak en vond een nagelknipper, waarmee hij een paar andere losse draadjes afknipte. Daarna haalde hij een scheermesje tevoorschijn. Hij draaide de kraan open, waar alleen koud water uit kwam, en begon met het natte scheermes over zijn gezicht te schrapen. Eenmaal klaar borg hij het mesje op en keek nog één keer naar de iets minder afgetobde jonge man in de spiegel. Hij pakte zijn rugzak op en liep weg. 12
De vallei 12 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Bij de deur van de keet, naast een slaperige soldaat die een boek las, trok hij zijn id-pasje door een scanner, waarna hij samen met de anderen het winderige tarmac op liep. Hij wachtte op het teken en liep via de laadklep het verduisterde vrachtruim in. Hij snoerde zichzelf vast in een stoel gemaakt van camouflagenetten, keek naar het sluiten van de laadklep en luisterde naar het geraas van de motoren dat het donkere ruim begon te vullen. Hij sloot zijn ogen en viel pas in slaap toen het vliegtuig opsteeg, de nacht in, daar waar de geesten waren.
De vallei 13 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 14 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
deel 1
De vallei 15 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 16 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
1
‘G
ast, niet doen.’ Black schrok op, draaide in zijn stoel en zag een van zijn minst favoriete personen in het leger. Bradley Derr, vierentwintig jaar maar met het uiterlijk van een eerstejaarsstudent, stond achter hem, met de handen in de zakken en, zoals altijd, kauwend op pruimtabak. Hij tuurde over Blacks schouder naar de memo die open en bloot op zijn bureau lag. Black had hem niet horen naderen. Hij had zelfs niet gemerkt dat hij het plastic flesje voor zijn tabaksspuug op het bureau had gezet, vlak naast zijn onderarm. Hij keek nu naar het flesje, waarin vijf centimeter donkerbruine vloeistof tot rust kwam. Hij draaide verder en keek Derr aan met een veelbetekenende blik, of dat hoopte hij tenminste. De blik kaatste zonder schade aan te richten af van diens verbrande voorhoofd. ‘Jezus Black, ben je aan het spacen?’ Dat was hij wel geweest. Hij had lang naar dat ene velletje papier gestaard, het velletje waarop Derr nu met een knikje de aandacht had gevestigd. ‘Geloof mij nou. Niet doen.’ Derr was luitenant, een lagere officier, net als Black. In tegenstelling tot Black zat hij niet achter een bureau in het administratiekantoor van het bataljon. Derr bracht zijn tijd vooral door buiten de muren van de deprimerende, middelgrote basis waar Black al zijn tijd doorbracht, en marcheerde door het Afghaanse achterland om op de vijand te jagen. Dat was precies wat Derr voor ogen had gehad toen hij besloot officier te worden en de voorzienigheid had hem geen enkele reden gegeven zijn aanname in twijfel te trekken. 17
De vallei 17 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Om de paar weken keerde hij terug met zijn manschappen en bleef hij een dag of twee op de basis, in de kantine en slenterend over de grindpaden, zonnebril op. Telkens als hij iets administratiefs geregeld moest hebben, ging hij naar Black, die altijd achter zijn bureau te vinden was en precies het tegenovergestelde deed van wat híj had verwacht toen hij officier werd. En nu stond Derr achter hem, zonnebril achterstevoren op zijn blonde gelstekeltjes, een meewarige blik in de ogen. ‘Wat moet je hebben, Derr?’ ‘Kopie van mijn loonstrookje, zodat ik die sufkut thuis kan laten zien dat ik niks achterhoud.’ Derr vond zichzelf om te gillen, en knap en hoffelijk bovendien. Blijkbaar vond een verdwaasde jongedame in Amerika dat ook. Derr was, wonderbaarlijk genoeg, getrouwd. ‘Sufkut’ was maar een van de koosnaampjes waaronder Black Derrs geliefde had leren kennen. Afhankelijk van zijn stemming was ze ‘neukgleuf’, ‘mijn souffleur’ of ‘de hoer’, of iets anders wat Black maar liever wenste te vergeten. Hij realiseerde zich dat hij niet eens de echte naam van het betreurenswaardige meisje kende. ‘Lekker respectvol,’ zei hij laconiek, en hij richtte zich op zijn computer. Derr snoof. ‘Pff! Je moest eens weten hoe ik haar in bed moet noemen.’ Hij lachte en dirigeerde een verse, donkere klodder naar de bodem van zijn flesje. Hij was er trots op dat hij zijn glinsterende tabaksfluimen schoon door de twee centimeter brede opening van een colaflesje kon mikken zonder bruine druipsporen aan de binnenkant achter te laten. Derr vond dat als enige aspect van de op een na populairste bezigheid in het leger – na roken – niet kunnen. ‘Daar zeg je trouwens wat, Black,’ ging hij verder, ‘want “respectvol” is nou precies de benaming van een van de dingen die ze me altijd laat doen.’ Hij nam een atletische pose aan en maakte aanstalten een en ander treffend uit te beelden. ‘Ik pak haar been ongeveer hier vast, en dan...’ ‘Laat me dat printje voor je maken.’ Derr trok zijn schouders op. ‘Wat je wilt, makker. Maar respectvol werkt prima, hoor. Succes verzekerd.’ Black vroeg er verder niet naar en probeerde zich niet voor te stellen wat ‘succes’ in deze context zou kunnen betekenen. Hij opende Derrs gege18
De vallei 18 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
vens en drukte zijn meest recente loonstrookje af. Hij zag dat Derr en hij, beiden eerste luitenant, precies evenveel verdienden. Wie van ons zou dat erger moeten vinden? ‘Hier is-ie.’ Hij overhandigde het printje. ‘Top.’ Derr maakte aanstalten om te vertrekken, maar bedacht zich en gebaarde naar het formulier op het bureau. ‘Maar ik zeg het je, gast. Niet doen.’ Black zuchtte, en hapte. ‘Waarom niet, Derr?’ ‘Omdat je vindt dat ze je belazerd hebben. Dat ze je genaaid hebben over dat ene.’ Dat ene. Black zweeg. ‘Dus moet je ze terugnaaien,’ ging Derr verder, en hij trok zijn schouders op, alsof het allemaal niks om het lijf had. ‘Niet tekenen, en niet naar de commandant. Vergeet die shitzooi.’ Derr draaide negentig graden naar links. ‘Waar of niet, sergeant Cousins?’ Cousins werkte samen met Black in de Sectie 1-keet, wat legerpraat was voor het administratiekantoor van het bataljon, waar ze administratieve taken verrichten voor vierhonderd man en verscheidene admeurs aanstuurden, van wie er nu niemand aanwezig was. Hij zat ver achterovergeleund, voeten op het bureau, verdiept in een mannentijdschrift. ‘Zeker weten, luitenant.’ Hij keek niet op. Black zocht naar iets droogs of gevats om te zeggen, maar besefte toen dat het advies welgemeend en vriendelijk bedoeld moest zijn geweest, afkomstig van de persoon die Derr meende te wezen, en gericht aan de persoon die Black in Derrs ogen was. ‘Dank je, Derr.’ ‘Geen probleem, makker.’ Hij liep tussen de bureaus en geïmproviseerde werkplekken door naar de deur van de keet. ‘Rustig aan, sergeant Cousins. Ik moet weer aan de bak, schieten en zo.’ Cousins sloeg een bladzijde om. Derr keek over zijn schouder. 19
De vallei 19 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Nooit “respectvol” accepteren van het leger, Black.’ Hij gniffelde om zijn eigen gevatheid en slaagde er wederom in een fluim feilloos door de hals van zijn spuugflesje te mikken, wat, lopend, toch wel een aardige prestatie was. ‘Zuivere dunk,’ mompelde hij opgewekt terwijl de triplexdeur achter hem dichtviel. Het kantoor was weer stil. Black keek naar het papier op zijn bureau. Cousins wierp zijn tijdschrift ter zijde en richtte zijn kalende hoofd en vriendelijke ogen op Black. ‘Als u het niet erg vindt, luitenant, en het is zeker niet zo dat ik het normaal gesproken eens ben met luitenant Derr, maar hij heeft een punt.’ Black bleef naar het papier staren. ‘Ik bedoel, u ziet de zaak heel anders. Laat u dus niks wijsmaken door het leger. U moet het leger vertellen hoe het zit.’ ‘En dat wordt makkelijker als ik dit niet onderteken?’ ‘U moet laten zien dat u niet met zich laat sollen, lt.’ lt. De bijnaam in het leger voor luitenants, de laagste en minst ervaren officieren. De bijnaam was ontleend aan de manier waarop de rang schriftelijk werd afgekort: hoofdletter l, hoofdletter t. Een sergeant heeft ooit in een ver verleden bedacht dat het grappig zou zijn om het hardop te spellen en zijn grasgroene pelotonsleider zo aan te spreken in plaats van met ‘luitenant’. Met de jaren had het gebruik zich ontwikkeld. Soms getuigde het van vertrouwdheid of genegenheid, en soms zelfs van respect. Andere keren was het simpelweg een manier om niet overdreven beleefd te hoeven doen tegen een snotneus die vijf keer zo kort in het leger had gezeten als jij, maar die het desalniettemin voor het zeggen had omdat hij officier was. Black was er redelijk zeker van dat het eerste het geval was bij Cousins. Cousins vond hem blijkbaar een waardig project. ‘Dank je, sergeant.’ ‘U kunt op me rekenen, lt. Maar nu is het tijd om te nassen.’ Eten was een populair gespreksonderwerp in het kantoor. Cousins duwde zijn stoel naar achteren en kwam langzaam overeind. Black keek op zijn horloge en zei tegen Cousins dat hij zo zou komen. Cousins haalde zijn schouders op en banjerde naar buiten. Black, alleen nu, bleef weifelen, maar zette uiteindelijk pen op papier en 20
De vallei 20 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
ondertekende de memo. Hij stopte hem in een okergele envelop, die hij dichtplakte en op zijn bureaublad legde. Hij bleef er nog even naar kijken en liep toen weg. De buitenlucht was koel. Een zacht herfstbriesje waaide langs de tijdelijke kantoorkeet waar hij, Cousins en de andere admeurs de dagen doorbrachten met papierwerk en gesprekjes over eten. Hij sloeg links af, ook al wist hij dat Cousins naar rechts was gelopen. Grindpaden vertakten zich tussen de vrachtcontainers, kleine prefabslaapunits, dixi’s, opleggers met generatoren en al het andere materiaal dat het Amerikaanse leger op uitzending nodig had. Algauw liep hij over aarde, toen hij een kunstmatige heuvel beklom. De heuvel was zo’n twintig meter hoog en bood een onbelemmerd uitzicht over de rest van de basis. De top was met een bulldozer afgevlakt en stond vol met antennes, schotels en allerlei andere elektronische communicatieapparatuur. Men had de heuvel Radio Hill gedoopt. Op de top keek hij om zich heen om het panorama in zich op te nemen. Forward Operating Base Omaha. Zijn eigen fob. Thuis. Op deze heuvel na was de basis deprimerend en plat, zoals elke grotere fob in Afghanistan deprimerend en plat was. Zoals de meeste andere bases was ze in verschillende stadia uitgebreid, al naar gelang van de militaire vereisten. Van bovenaf was het allegaartje duidelijk zichtbaar, met ‘wijken’ of secties met verschillende soorten tijdelijke bouwwerken van verschillende soorten constructiematerialen. Hij liep naar de andere kant van de antennecluster om datgene te kunnen zien wat hij wilde zien. Radio Hill bevond zich aan de rand van de Omaha. Voor hem strekte een van de grote oostelijke vlaktes van Afghanistan zich uit. Bruin gras en bruine struiken golfden naar de horizon. Daarachter verhieven zich de grote, donkere bergen van de Hindoekoesj in Nooristan. Black beklom Radio Hill bijna elke avond om de zon achter de bergen te zien zakken, de laatste stralen over de toppen te zien scheren en de valleimondingen in schaduw gehuld te zien worden. In de bergen vonden de meeste vanuit fob Omaha ondersteunde gevechten plaats. Natuurlijk waren er de gebruikelijke mortieraanvallen op de basis, maar die werden uitgevoerd door prutsers die wat geld hadden gekregen om de Amerikanen wakker te houden door op veilige afstand wat granaten af te vuren. 21
De vallei 21 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De echt slechte jongens, de jongens die nog met weemoed terugdachten aan de tijd waarin de wetten van een toornige god ook de wetten van het land waren en die tijd in ere wilden herstellen, de jongens met de manschappen en planningsvaardigheden om dat voor elkaar te krijgen, díé jongens zaten in de bergen. In de voetheuvels, aan de rand van de vlakte, zaten mensen als Derr, die week in week uit de strijd met die lui aangingen. Andere eenheden trokken nog verder de bergen in en kwamen in heviger gevechten terecht. Een klein aantal Amerikaanse adrenalinejunkies woonde zowat in die bergen, op dodelijke flanken en in dodelijke valleien, in kleine voorposten die enkel met een flinterdunne levenslijn met Omaha waren verbonden. Die soldaten vochten dag in dag uit. Ze vochten voor hun leven en voor die kleine stukjes terrein waarop ze hun zinnen hadden gezet. Gedurende hun verblijf in Afghanistan, een jaar misschien, kwamen ze maar een of twee keer op een fob. De antennes op Radio Hill waren bedoeld om met hen te communiceren. Niet direct, maar via een reeks van relayeerstations die strategisch op kammen en toppen waren neergezet, als vuurbakens, om boodschappen over de pieken en in de valleien te krijgen, totdat ze bij die kleine, weggestopte Amerikaanse enclaves terechtkwamen. Black stelde zich altijd voor hoe dat onzichtbare netwerk zich over de vlakte uitstrekte, voorbij de horizon, en vroeg zich dan af wat er op dat moment in die voorposten gebeurde. Wat hij daar op Radio Hill zeker wist, was dat het vannacht in dat hoogland zou gaan regenen. En flink ook. Een kolkende massa donderkoppen verzamelde zich over de hele lengte van de bergketen. Sommige soldaten zouden in een verdomd vervelend bergoord een verdomd vervelende wachtbeurt hebben. De zon was nu helemaal onder. Black daalde af en liep de driekwart kilometer naar de kantine. De ‘vreetschuur’. Hij had geen honger, maar vond toch dat hij wat moest eten. De kantine was een van de grootste en nieuwste gebouwen op de basis. Externe stalen balken en stijlvolle, semipermanente aluminiumwanden en afwerking. Als je de kantine voor het eerst van buiten zou zien, zou je haar voor een moderne sporthal kunnen houden. Black verbaasde zich telkens weer over de extravagante vreetorgie die 22
De vallei 22 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
zich daarbinnen afspeelde. De toko werd gerund door een grote defensiecontractor en zou de best toegeruste ziekenhuiskantine in Amerika het schaamrood op de kaken hebben bezorgd. Kippenvleugels, burgers en biefstuk. Elke avond friet. Voorgerechten in overvloed. Gestoomde groenten met boter. Een grillbar. Rijen koelbakken voor fris- en sportdrank. Een sandwichbar. Saladebar. Pastabar. Een bar met tweeëndertig verschillende soorten ijs. Softijsmachine. Bergen koeken. Een rijke keuze aan cakejes. Viermaal per dag, inclusief midden in de nacht, elke dag opnieuw. Als je op een fob was gestationeerd, zoals Black, was het geen enkel probleem om moddervet te worden terwijl de oorlog voortwoedde. ‘Hé, eikel.’ Daar had je het al. Hij schuifelde juist een plaatsje naar voren in de opscheprij toen hij het hoorde. De stem kwam uit de rij voor de uitgang, die een metertje verderop de andere kant op ging. Hij draaide zich niet om en keek niet op. Dat hoefde ook niet. Hij kende de stem – hij kende de stemmen van de meesten die hem van tijd tot tijd lastigvielen terwijl hij zijn werk in Omaha deed. Hij wist welke naam hij op het uniform zou zien staan naast het luitenants- of kapiteinsembleem, mocht hij de moeite nemen te kijken. Hij keek dus niet op en de eigenaar van de stem verwachtte ook niet anders. Het was inmiddels een verplicht nummertje geworden. Hij was eraan gewend geraakt gedurende zijn eerste maanden in Omaha; afgestompt, zoals hij het zelf noemde. ‘Je hoort me wel, eikel,’ zei de stem, achter hem nu, dichter bij de uitgang. ‘Tot de volgende keer.’ Black pakte zijn eten en liep naar een tafel in een verre hoek van het grote gebouw. Hij kon Cousins niet vinden en deed ook geen moeite. Cousins zou het ook niet erg vinden, wist hij. Hij ging alleen zitten en las een roman over een eigengereide detective uit Los Angeles die vernoemd was naar een in taferelen van zonde en eeuwige verdoemenis gespecialiseerde renaissanceschilder. Van tijd tot tijd tuurde hij over de rand van zijn boek om het spektakel in ogenschouw te nemen. Onder felle tl-verlichting zaten hordes soldaten aan eettafels hun voedsel naar binnen te schuiven. Op plasmaschermen die aan de dakspanten waren bevestigd werden sportfragmenten afgewisseld met reclamespotjes 23
De vallei 23 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
van Defensie. Posters aan de muur repten van leiderschap en vastberadenheid, eigenschappen verkregen door rotsklimmen of catamaranzeilen, of vertelden rekruten uit de jaren veertig dat Uncle Sam ze nodig had. Binnenkort zouden ze de dakspanten versieren met oranje en bruine stroken crêpepapier en de wanden optuigen met de papieren kalkoenen, pelgrims en hoornen des overvloeds die hij zich nog van Thanksgiving op de basisschool kon herinneren. Het vreetfestijn – vier vreetfestijnen eigenlijk – op die dag zou zijn weerga niet kennen. ‘Fobbits’ was hoe ze in het leger soldaten noemden die hun hele uitzending in kleine kantoortjes met airconditioning zaten, die hun maaltijden naar binnen werkten en zelden buiten de basis kwamen. Het was een term die Black ook wel eens had gebruikt, voordat hij er zelf eentje werd. Het was donker toen hij de koele avondlucht in stapte. Toen hij onder een aluminium overkapping door liep, hoorde hij een andere stem naar hem roepen. Deze herkende hij niet. ‘Sorry, luitenant...?’ Hij draaide zich om en zag de rang. Hij stopte en keek, achterdochtig. Sergeant-majoor is in het leger de hoogste rang onder onderofficieren. Sergeant voor de sergeants, voor het leven. Een favoriete bezigheid van sergeant-majoors is om jonge luitenants in het gareel te krijgen, mensen die in hun ogen stuntelende schandvlekken op het officierskorps zijn. Black kende deze niet, maar hij zag eruit zoals je zou verwachten: kort, gedrongen, jaartje of vijftig, vierkante kaak, ernstige mond. ‘Als u het niet erg vindt, luitenant, er zit hier iets niet helemaal goed...’ Zodra hij het trekkende geluid van klittenband hoorde, sloeg Black met vlakke hand hard op zijn patch met de Amerikaanse vlag. De oersterke vinger en duim van de sergeant zaten voor het moment vastgepind onder zijn handpalm. De man sperde zijn ogen wijd open. ‘Ik vind het inderdaad erg, sergeant-majoor.’ Black draaide zich om en verdween in de nacht, de verbouwereerde oudere soldaat met open mond achterlatend. Dat was niet slim. Hij zou uitzoeken tot welke eenheid Black behoorde. Een sergeant-majoor kon alles te weten komen. Hij zou zeggen dat Black hem had geslagen, wat bijna even erg was als het bewusteloos slaan van een generaal. ‘Luitenant.’ 24
De vallei 24 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij negeerde de stem. Ongetwijfeld een andere sergeant die alles had gezien en die nu een luitenant op zijn plaats wilde zetten omdat die niet in de kont van een sergeant-majoor had willen kruipen. ‘Luitenant!’ Een zware hand op zijn schouder. Met een wild gebaar veegde hij de hand weg om zich vervolgens razendsnel om te draaien, klaar om de ander een douw te geven. ‘Sodemieter o...’ Cousins. Met opengesperde ogen en verbazing op zijn gezicht. Black voelde zichzelf leeglopen. Hij zei niets. Hij draaide zich om en liep weg. ‘Het spijt me, sergeant Cousins,’ mompelde hij en verdween achter een rij generatoren en vrachtcontainers. Hij bleef lopen, naar de Sectie 1-keet, en zei zelfs niets tegen de soldaten die hem onderweg begroetten; hij beantwoordde hun ‘Goedenavond, lt,’ noch hun saluut. Hij bleef lopen, tussen de bureaus door, en griste de envelop mee terwijl hij alweer op weg was naar de deur. Eigenlijk bleef hij ook nog lopen toen hij op de deur van de commandant klopte, twee keten verderop. Hij wachtte niet op het onvermijdelijke ‘Binnen!’, maar deed de deur open terwijl hij klopte, envelop in de hand. Luitenant-kolonel Gayley, de bataljonscommandant die verantwoordelijk was voor het leven en welzijn van de vierhonderd soldaten in de eenheid, keek nauwelijks op van de paperassen op zijn bureau. Hij was juist iets aan het ondertekenen. ‘Luitenant Black. Dus sergeant Cousins heeft je gevonden.’ Black knipperde met zijn ogen. ‘Ga zitten. Ik heb wat voor je.’ Hij gebaarde achteloos naar de twee stoelen die voor zijn bureau stonden. Iedere commandant in het leger heeft twee stoelen voor zijn bureau staan. Hij begon door zijn papieren te bladeren. ‘Ah, hier.’ Gayley haalde een dossier tevoorschijn, dat hij nu vluchtig begon door te nemen. ‘Het gaat om het volgende.’ ‘Overste...?’ ‘Je gaat het niet leuk vinden.’
25
De vallei 25 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
2
B
lack had al enige tijd geleden besloten dat Gayley geen kwaaie pier was, voor een commandant tenminste. Het bureaucratische hart van het leger ging sneller kloppen voor officieren als Gayley. Ergens in de keuken van West Point hadden de instructeurs hem in een kom gegoten en vermengd met exact de juiste hoeveelheid plichtsbesef, oog voor detail, opgeruimd optimisme en onvoorwaardelijke dienstbaarheid, waarna ze verdraagzaamheid voor papierwerk en een niet-aflatende professionele ambitie door het mengsel hadden geroerd, om het af te maken met een snufje gebronsde fysieke perfectie. Dat hadden ze al talloze keren eerder geprobeerd, met teleurstellend resultaat, maar toen ze Gayley in de bakvorm hadden gegoten en even later uit de oven hadden gehaald, zagen ze wat ze hadden gemaakt, jubelden ze Dat is ’m!, omhelsden ze elkaar en werd er een fles sprankelende cider opengetrokken om het succes te vieren. Hij was een beetje van alles en een beetje van niets. Hij schreeuwde tegen de juiste mensen, schreeuwde niet tegen de verkeerde mensen, deed zijn werk en zorgde niet voor verrassingen of gênante situaties. Hij was in alles nét goed. Al deze aantrekkelijke eigenschappen ten spijt riep Gayley minder achterdocht bij Black op dan iemand als hij normaal gesproken zou doen. De meeste commandanten in Gayleys positie zouden een luitenant als Black, mocht die hun in de schoot worden geworpen, het minst enerverende officiersbaantje van het bataljon geven en hem vervolgens vergeten. Wat ook precies was wat Gayley had gedaan. Iemand de Sectie 1-baan in de schoenen schuiven was in feite dé manier van het leger om te zeggen: deze officier is niet geschikt voor welke andere functie dan ook. Maar Gayley was Black niet helemaal vergeten en hij had op geheel ei26
De vallei 26 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
gen wijze een projectje van zijn jonge luitenant gemaakt. Dat omvatte zo nu en dan vragen hoe het ging, en op die zeldzame momenten waarop de twee alleen waren, gaf hij motiverende praatjes over onderwerpen als ‘het meeste uit jezelf halen’, ‘tegenslagen ombuigen in meevallers’ en ‘de moed erin houden’, soms met een joviale klap op de schouder die de boodschap moest onderstrepen. Black tolereerde deze gesprekjes met meer geduld dan hij normaal gesproken kon opbrengen. Waar de meeste officieren in het bataljon hem straal negeerden of openlijk vijandig bejegenden, was Gayley slechts irritant paternalistisch. Dat kon hij wel hebben. Bovendien waren er dingen waarvoor Black oprechte bewondering had. Zo was Gayley niet dik. Gayley was tijdens zijn gestage opmars door de legerhiërarchie niet het vermogen kwijtgeraakt om ter zake te komen. Op een of andere manier, en ondanks het feit dat hij in het bataljon bekendstond als die blonde man met vierkante kaak die onfortuinlijke soldaten urenlang kon vervelen met verhandelingen over de kracht van positief denken, was Gayley nog altijd zeer kordaat wat zijn werk betrof. Geheel in stijl wierp hij nu het dossier over het bureau, zodat Black het kon inzien. ‘Mijn 15-6-officier.’ ‘Overste...?’ Hij pakte de papieren op. ‘15-6, jongen. Je bent aan de beurt.’ Procedure 15-6 heeft betrekking op onderzoek naar wangedrag in een militaire eenheid. Het 15-6-onderzoek wordt door de commandant in gang gezet om informatie over de vermeende overtreding te verzamelen. De overtreding kan groot of klein zijn en geen verdere gevolgen hebben of juist tot de krijgsraad en oneervol ontslag leiden, maar het begint allemaal met procedure 15-6. Het onderzoek moet uitgevoerd worden door een officier met hogere rang dan de persoon of personen die verdacht worden van het wangedrag. Omdat de meeste werknemers van het leger geen officier zijn, en omdat de meeste hogere officieren hun tijd niet willen verdoen aan wat in wezen intern onderzoek is, worden veel 15-6-onderzoeken doorgeschoven naar luitenants – de laagste officieren, zodat er geen reglementen worden overtreden. Black herinnerde zich wat een vriend had verteld over zijn eerste 15-6, over een inbraak in een kazerne in Amerika. 27
De vallei 27 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Je doet onderzoek naar soldaten die jou niet kennen, aangezien de procedure vereist dat de 15-6-officier uit een andere eenheid komt dan de eenheid waarin het vergrijp heeft plaatsgevonden. Ze beschouwen je dus echt als een rat. Je krijgt geen hulp uit de eenheid zelf, omdat je een rat bent, en ook omdat je luitenant bent, en niemand heeft respect voor luitenants, want die hebben zich nog niet bewezen. Niemand vertrouwt je, je krijgt geen hulp, en het is allemaal klote. Kennelijk moest hij er weer aan geloven. Black begon de eerste bladzijde door te nemen. Gayley zweeg. Hij kende de betrokken eenheid. Derde bataljon, 44e Infanterieregiment, afgekort 3/44, had zijn hoofdkwartier en barakken aan de andere kant van fob Omaha. Black kwam er vaak langs als hij een rondje over het terrein maakte. Hij stopte met lezen toen hij bij aanleiding tot onderzoek was aanbeland. Verbaasd keek hij naar Gayley. ‘Een waarschuwingsschot, overste?’ ‘Ons nieuwe strijdtoneel, luitenant.’ Hij had het over de verandering. Nu het leger steeds verder optrok in het rurale achterland, had Washington besloten nieuwe instructies op te stellen voor wanneer en hoe Amerikaanse soldaten geweld mochten inzetten. Iemand had kennelijk bedacht dat het lastig is om burgers voor je te winnen als je auto’s die vergeten af te remmen voor een controlepost stelselmatig doorzeeft met kogels en een half dorp met een vijfhonderdponder van de kaart veegt terwijl je eigenlijk alleen die ene strijder in dat ene huis wilt hebben. Deze strenge instructies, die door de gebruikelijke bureaucratische filters waren gehaald, hadden talloze routinematige 15-6-onderzoeken over hoofdzakelijk routinematige geweldsinzet opgeleverd, ook als die inzet niet tot burgerslachtoffers of schade aan woningen had geleid. Black besefte dat hij nu naar een van die situaties keek. Enkele weken geleden hadden een paar soldaten waarschuwingsschoten gelost in de buurt van Afghaanse burgers, toen de spanning in hun dorp was opgelopen. Iemand had blijkbaar de avond ervoor de geit van een dorpsbewoner gedood en de volgende ochtend was er een confrontatie geweest toen men de kwestie wilde afhandelen. Niemand was gewond geraakt en er was geen schade aangericht, met uitzondering van een kapotte bloempot of zoiets. Een en ander was met een sisser afgelopen en de man in kwestie kreeg een vergoeding uitbetaald. 28
De vallei 28 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Nu moest Black dus helemaal naar de andere kant van Omaha om deze soldaten te ondervragen over wat op het eerste gezicht een correcte handelwijze was geweest. Vanzelfsprekend. ‘Wanneer keren ze terug, overste?’ Gayley keek hem verbaasd aan. ‘Pardon?’ ‘Wanneer komen ze terug uit het veld?’ Normaal gesproken, als het incident buiten de fob had plaatsgevonden, wachtte je totdat de soldaten terug bij hun eenheid waren, gedurende een van hun periodieke herbevoorradingstrips naar de basis. Fantastisch – hij moest die jongens ondervragen in die korte periode waarin ze even niet aan vechten hoefden te denken. Ze zijn op hun enige vrije dag bezig met het beantwoorden van de vragen van een of andere officier, voelen zich behandeld als criminelen en denken alleen maar: ik zal het nóg eens volgens het boekje doen. Gayley schudde zijn hoofd. ‘Ze komen niet terug.’ Nu was het Black die verbaasd keek. ‘Ze zijn druk bezig met vechten daar, luitenant,’ legde Gayley uit. ‘Ze komen niet terug, niet hiervoor. Jij moet naar hen toe.’ Druk bezig met vechten. ‘Mag ik iets vragen, overste?’ ‘Ga je gang.’ ‘Ik ben sinds mijn komst naar Omaha niet meer in het veld geweest, behalve toen ik naar huis vloog voor verlof en weer terugkwam, vorige week.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Ben ik dan wel de aangewezen persoon?’ Gayley bleef hem strak aankijken. ‘Het is het nieuwe selectiesysteem,’ bromde hij. ‘Integriteit in de selectieprocedure of zoiets. Kennelijk acht men mij niet langer in staat mijn eigen onderzoeksofficieren te kiezen.’ Hij had het over die andere verandering die gepaard ging met de nieuwe geweldsinstructies. De 15-6-officieren werden nu aangewezen door een computer in het divisiehoofdkwartier, een paar niveaus boven Gayley. In feite was het nu volstrekte willekeur. Het gezicht van Gayley verraadde niets, maar Black was lang genoeg werkzaam in Sectie 1 om te weten dat de commandant in bijna al dit soort gevallen zelf kon beslissen of een officier geschikt was voor de betreffende 29
De vallei 29 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
klus. Gayley had Black hoger zitten dan hij deed voorkomen óf hij wist dat het onderzoek nutteloze werkverschaffing was waarvoor hij geen andere luitenant wilde missen. Moeilijk te zeggen. ‘Waar zitten ze, overste?’ Gayley kuchte. ‘In pelotonsbase Vega.’ Hij gaf geen verdere informatie, maar keek Black aan alsof hij op een bepaalde reactie wachtte. ‘Die post ken ik niet.’ Gayley knikte en pakte een dubbelgevouwen kaart. Op de kaart stonden veel rasterlijnen en topografische symbolen. Black zag ook veel groen. Gayley wierp de kaart naar hem toe als een frisbee. Hij schoof tollend over het bureaublad en kwam in de schoot van de geschrokken Black terecht. ‘Je gaat de Vallei in.’ De bergen van Nooristan kenden veel valleien, en veel daarvan waren hardvochtige plekken waar mensen een hardvochtige dood stierven. Toch was er maar één Vallei. De echte naam kende hij niet, maar Black wist wel wat de Vallei was. Iedereen op fob Omaha wist wat de Vallei was. Ze was de verste, de gevaarlijkste en de ergste. Ze lag dieper in de bergen dan alle andere plekken in Nooristan waar de Amerikanen kwamen, verder dan de bergketen die je vanaf Radio Hill kon zien liggen, en verder dan de bergen die daarachter lagen. Je moest een netwerk van in elkaar uitlopende valleien door, langs alle andere vooruitgeschoven Amerikaanse voorposten, en dan was je pas bij de valleimonding. Vanaf daar liep de Vallei omhoog, slingerend tussen de steile bergflanken om uiteindelijk, zo had Black begrepen uit op fluistertoon doorvertelde verhalen, op haar hoogste punt uit te komen bij een smalle pas die je naar Pakistan bracht. Niemand die het wist, omdat geen enkele Amerikaan ooit zo ver was gekomen. Black wist dat er voorposten in de Vallei waren, maar hij wist niet hoeveel of hoe ver. Zo nu en dan werden er op de basis verhalen verteld over stukken grond die geclaimd en bevochten of verloren en overlopen werden, oprukkende en terugtrekkende bewegingen, voorposten die werden verlaten om later weer te worden ingenomen. 30
De vallei 30 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De verhalen konden niet worden geverifieerd. Alles wat hij wist over de Vallei was gestoeld op mythes en geruchten. Niemand op de fob leek iemand te kennen die er was geweest. Black hoorde de jonge soldaten in Sectie 1 wel eens praten. Heb je gisteren in de kantine die gasten uit de Vallei nog gezien? Vervolgens de scepsis bij een andere soldaat, en tegenwerpingen, gestaafd door een andere soldaat wiens maatje met ze had gesproken en ja, ze kwamen inderdaad uit de Vallei. Black had geconcludeerd dat de plek zo ver weg lag dat soldaten die erheen gingen er ook bleven en dus bijna hun hele uitzending in de bergen zaten en zelden terugkeerden naar de fob. Als of wanneer ze dat deden, wilden ze waarschijnlijk vooral slapen, hun eigen gang gaan. Hij nam het ze niet kwalijk. De enige feiten die hij kende, stonden in de lijsten met gesneuvelden die wekelijks van het brigadehoofdkwartier binnenkwamen: 3/44 had regelmatig het hoogste aantal doden te betreuren. En nu, met het 15-6-dossier in de hand, begreep Black waarom. Er rustte een vloek op de Vallei. Hoe dan ook, het enige wat hij wist, was dat hij de waarheid nooit zou kennen. ‘Het is zes uur met een grondkonvooi,’ zei Gayley, ‘en een verdomd stuk korter door de lucht.’ Black keek naar de losse papieren die nu op zijn schoot lagen. Pelotonsbase Vega leek klein. Piepklein zelfs. Een ‘base’, zoals de gewone soldaat het noemde, bestond meestal uit niet meer dan een paar haastig opgetrokken verblijven, slechts gedeeltelijk omringd door blast walls. Pelotonsbases moesten compact en goed verdedigbaar zijn, voor zover een piepkleine basis midden in vijandelijk gebied verdedigd kon worden. Vega leek wat dat betreft normaal. De voorpost was op een berghelling neergezet, niet ver van de rivier die door de vallei liep. Het uitzicht werd aan alle kanten belemmerd door bergen. Een gemakkelijk doelwit. ‘Ik weet nog niet hoe 3/44 je daar wil krijgen,’ ging Gayley verder. ‘De commandant laat het me nog weten.’ Hij wees naar de kaart die op Blacks schoot lag. ‘Maar ik hoop op grondvervoer, aangezien helikopters in die contreien niet lang in de lucht blijven. Ze worden bij bosjes neergehaald als ze laag door de valleien vliegen.’ 31
De vallei 31 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black bracht de kaart naar zijn gezicht. De voorpost was bereikbaar via een weg of pad, of iets wat daarvoor moest doorgaan. Maar afgaande op de rapporten die hij in zijn hand had, leek het alsof er op bepaalde plekken helemaal geen weg of pad was, behalve het spoor dat getrokken was door Amerikaanse legervoertuigen, en die reden nou niet direct dagelijks heen en weer. ‘Dat is wat we weten,’ zei Gayley kortaf. ‘Nog vragen?’ Dat was wat alle onberispelijke legerofficieren aan het einde van een briefing vroegen. Black bladerde wat en vond een personeelslijst van de Sectie 1-afdeling van 3/44. Pelotonsbase Vega was bemand door een enkel infanteriepeloton, onvolledige bezetting. Zevenenveertig man, tenzij er soldaten gesneuveld waren sinds het rapport was opgemaakt. Wat heel goed mogelijk was. De voorpost werd regelmatig aangevallen. Hij stond er al een jaar en degenen die de post daar liever niet zagen, hadden zich duidelijk nog niet bij de huidige situatie neergelegd. ‘Waarom op die plek, overste?’ vroeg hij. ‘Waarom in zo’n tactisch zwakke locatie?’ Gayley trok een wenkbrauw op zodra hij Black het woord ‘tactisch’ hoorde zeggen. Beter niet over beginnen. ‘Ze moesten wel,’ legde Gayley uit. De missie van Vega was het tegenhouden van strijders die vanuit Pakistan de grens overstaken en zich vanuit de bergen van Afghanistan over de rest van het land verspreidden. De Vallei was een belangrijke doorgangsroute. De snelweg. ‘Alles loopt via die vallei.’ Black knikte. ‘Verder nog iets?’ vroeg Gayley, klaar om verder te gaan met zijn andere werk. ‘Verder niets, overste.’ Gayley knikte en keek toe terwijl Black de papieren verzamelde. ‘Denk niet te licht over die Vega-jongens, luitenant.’ Black keek de kolonel aan. ‘Denk niet te licht over hun situatie. Ze zijn afgemat en hebben veel van hun strijdmakkers verloren. Ze zullen het niet leuk vinden dat je je neus in hun zaken komt steken.’ 32
De vallei 32 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Begrepen, overste.’ ‘Stel je vragen, praat met iedereen met wie je moet praten en schrijf alles op zoals je het hoort. Laat je niet met een kluitje in het riet sturen.’ ‘Zal ik doen, overste.’ ‘Maar loop ze niet voor de voeten en bemoei je niet met hun operatie. Doe je werk, schrijf je rapport en keer terug naar Omaha.’ De Sectie 1-keet was vergrendeld. Iedereen was in zijn eigen kot op de Xbox aan het spelen of een filmpje op de laptop aan het kijken, of was in de sportzaal. Black opende het hangslot en trok de deur open. Hij liep langs de donkere bureaus naar zijn eigen werkplek achter in de keet. De ereplek. Hij knipte de bureaulamp aan. Een vriend annex grapjurk had hem die opgestuurd nadat hij het Sectie 1-baantje had gekregen. Het was een klein muziekdoosachtig ding met een versierde lampenkap die begon te draaien als je het licht aandeed, waarna de projecties van bountyeilanden in opzichtige Technicolor-kleuren voorbij gleden. Hij legde de kaart in het regenbooglicht en juist op dat moment, terwijl er een zacht, clichématig hoeladeuntje klonk, besefte hij dat hij in zijn andere hand nog steeds de okergele envelop vasthield die hij naar Gayleys kantoor had meegenomen. Hij legde de envelop opzij en boog zich over de kaart. Jaren geleden was hij in New York geweest. Hij wist nog hoe het voelde toen hij eenmaal naast het World Trade Center stond, hoe hij zich verwonderde over het feit dat dat gebouw waar hij zoveel over gelezen en gefantaseerd had nu ineens echt was – enorm, angstwekkend echt. Dat gevoel kreeg hij nu ook toen hij naar de kaart van de Vallei staarde: een bijna mythische plek uitgetekend in topografische vorm, met symbolen en annotaties die het bestaan ervan aantoonden en die verkondigden: ik besta. De Vallei kronkelde als een slang omhoog door de bergen. Vega was niet de enige Amerikaanse basis. In de monding van de vallei lag een andere voorpost: pelotonsbase Arcturus. Een of andere officier had zich blijkbaar laten inspireren door de sterrenkunde toen het tijd werd om namen te bedenken. In het dossier dat Gayley hem had gegeven had hij ergens gelezen dat Arcturus door soldaten ‘Hemels’ werd genoemd. Ongetwijfeld. Vega lag een paar kilometer verder dan Arcturus. Op de kaart stonden 33
De vallei 33 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
geen andere voorposten. Vega vormde de grens van de Amerikaanse opmars. De Vallei slingerde dieper en hoger de bergen in, totdat ze uitmondde in een smalle pas, enkele kilometers voorbij Vega – iets waarop in de verhalen al werd gezinspeeld. Daar moest ongeveer de grens met Pakistan liggen. De exacte locatie van de grens was in de Nooristaanse bergen nogal onduidelijk. Niemand die daar woonde had blijkbaar behoefte aan nauwkeurigheid. Hij legde de kaart opzij, uit zicht in het beschaduwde deel van zijn bureau, en zette zijn computer aan. Terwijl het ding opstartte, dacht hij na over hoe onwaarschijnlijk het was dat ze juist hem voor deze klus hadden gekozen. Over Gayleys waarschuwing. Het postvak van zijn privéaccount floepte in beeld. Hij opende een nieuw bericht en dacht even na voordat hij de onderwerpregel invulde: De ultieme belediging.
De geadresseerde was een goede vriend die Black al kende sinds ze als burger een plekje bij de officiersopleiding probeerden te bemachtigen. Ze hadden gezamenlijk de training doorlopen, maar daarna waren ze elkaar uit het oog verloren. Hij was degene die hem de lamp had gestuurd toen Black naar Omaha was vertrokken. Op het pakketje had geen retouradres gestaan, wat wel paste bij iemand die steeds actiever werd in de wereld van geheime militaire operaties. De vriend was een bijzonder intelligente grapjurk die graag vermaakt werd en spitsvondige plagerijtjes verkoos boven gewone gesprekken. Soms was dat vermoeiend, maar aangezien hij in Omaha weinig Amerikaanse vrienden had, vond Black het doorgaans prima om het spelletje mee te spelen. De kans was klein dat hij het bericht op tijd zou ontvangen, maar misschien had hij nog nuttige tips. Ik denk dat jij, als specialist op het gebied van bureaucratische onzinnigheid, hier wel gecharmeerd van zult zijn. Als kroon op een opzienbarende militaire carrière mag ondergetekende Forward Operating Base VerganeGlorie verlaten om, in zijn eentje en onversaagd, naar de weidse, zonovergoten hoogvlaktes van het naburige Barbaristan te trekken,
34
De vallei 34 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
waar hij door de kloeke jongens van 44 Infanterie onthaald zal worden met sterke verhalen over sterkedrank (thuis genuttigd) en sterke mannen (van soldatenleeftijd) die ze hebben overleefd dan wel gedood; en waar hij tevens de 15 bij de 6 zal voegen, aangezien hij hiertoe in staat wordt geacht door het grote, malende monster van militaire human resource-efficiëntie. Als ik de onzinnigheid van deze onderneming zou verwoorden, zou je in janken uitbarsten. In welk land je ook vertoeft, dat je maar mateloos dronken en irritant moge zijn. Of slechteriken aan het afknallen bent. Per adres:
Hij pakte de kaart van de Vallei en las de coördinaten af. Oscar Zulu 36119 81534. Stumper fidelis! Hoogachtend, vanuit het Land der Middelmaat, Je papieren tijger
Het volstond. Mocht zijn vriend het bericht ontvangen, dan zou hij het waarschijnlijk voldoende amusant vinden om te antwoorden. Hij had het juist verstuurd toen de telefoon op zijn bureau ging. Hij nam op. Gayley. Met nadere informatie over het transport. ‘Overste...?’ ‘Grondkonvooi. Ze willen daar niet met heli’s heen, tenzij iemand dodelijk verwond is, en zelfs dan niet altijd.’ ‘Uitstekend. Wanneer vertrek ik?’ ‘Morgenavond.’ Hij had wel wat meer tijd gewild. Maar Black wist wel beter dan verontwaardigd te zwijgen, tegen te sputteren of op andere manier zijn irritatie kenbaar te maken. ‘Begrepen, overste.’ ‘Ik weet het,’ zei Gayley, die zijn gedachten had geraden, ‘maar het herbevoorradingskonvooi gaat er maar één keer per week heen, op zondag.’ Het was nu zaterdagavond. ‘Ze vertrekken om zeventienhonderd uur vanuit het hoofdkwartier van 3/44. Neem morgen vrij en breng je uitrusting op orde. Zorg ervoor dat je om zestien uur dertig klaarstaat.’ 35
De vallei 35 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Begrepen, overste,’ antwoordde Black. ‘Betekent dat...’ ‘Inderdaad. Je zult er een hele week zitten.’ Ditmaal verzonk Black dan toch in stilzwijgen. Ook Gayley zweeg. Black vroeg zich af of hij zijn beslissing om hem daarheen te sturen aan het heroverwegen was. Het was de kolonel die uiteindelijk zijn keel schraapte en iets zei. ‘Grijp deze kans, luitenant. Verpest het niet. Het lijkt misschien een saaie klus, maar verpest het niet.’ ‘Begrepen, overste.’ ‘Misschien ga je hierdoor wat positiever denken over je uitzending.’ Black zag zich ineens Gayleys gezicht tot pulp slaan met de hoorn van de telefoon. Hij kneep zijn ogen dicht om het beeld uit zijn hoofd te bannen. ‘Dank u wel, overste.’ Hij kon nauwelijks geloven dat hij de woorden uit zijn strot had gekregen. ‘En luitenant?’ ‘Overste...?’ ‘Pas op daar.’ Gayley verbrak de verbinding. Minder dan vierentwintig uur. Black maakte zich geen zorgen over zijn uitrusting. Zijn spullen waren schoon en goed onderhouden. Maar er waren wel een paar mensen die hij nog wilde spreken. Hij pakte de kaart en het 15-6-dossier en wilde de computer uitschakelen, maar aarzelde toen. Er was een e-mailbericht dat nog ongeopend in zijn postvak had gestaan sinds hij van verlof was teruggekeerd. Hij kende de afzender, maar had het bericht nog niet gelezen. Het onderwerp stond vet afgedrukt tussen de overige, al geopende berichten.
Onderwerp: ?
Hij staarde er even naar, maar zette toen de computer uit en liep weg. Hij stopte bij een dixi in de buurt, stak het dossier onder zijn arm en stapte naar binnen. Op de wand waren teksten gekrabbeld, teksten die je op de wand van elke dixi op elke basis in Irak en Afghanistan aantrof. Black kon in het zwakke licht nog net de tekst van vandaag onderscheiden. 36
De vallei 36 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
chuck norris toont geen medelijden hij voelt alleen wat minder minachting nadat hij je een roundhouse-kick in de ballen heeft gegeven
37
De vallei 37 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
3
B
lack opende het hangslot van zijn slaapverblijf en liep de duisternis in. Hij verbleef in een Afghaans gebouw van één verdieping dat er al had gestaan voordat fob Omaha werd opgebouwd. Het was in villastijl opgetrokken, met een binnenplaats met bomen, en schaduw. Zodra ze het gebouw hadden ontdekt, dat prettig genoeg al was opgedeeld in kamers voor een of twee man, hadden de officieren en hogere sergeants van Blacks eenheid de plek voor zichzelf opgeëist. Elke kamer was door middel van provisorisch aangelegde bedrading voorzien van elektriciteit en er waren deuren geplaatst waar er eerder nog geen waren. Algauw werd er onder de bomen een vuurkuil gegraven, waar tuinstoelen omheen werden gezet. Mocht je worden uitgezonden, dan was dit een prima plek om terecht te komen. De soldaten en jongere onderofficieren, die in rumoerige barakken sliepen, noemde het de Senior Dorm. Hij deed het licht aan en keek op zijn horloge. Het was nog vroeg in de avond. Hij trok een rugzak uit zijn hutkoffer en propte er extra ondergoed en een tweede uniform in. Hij haalde zijn geweer en pistool uit elkaar en inspecteerde ze zorgvuldig. Beide waren schoon vanbinnen. Hij handelde snel en op de automatische piloot, vette de wapens in en maakte de munitie schoon, terwijl zijn gedachten afdwaalden. Toen hij klaar was, keek hij nogmaals op zijn horloge. Nog steeds vroeg. Het was koeler nu, maar toch verwisselde hij zijn werkkleding voor het trainingstenue, dat bestond uit een eenvoudige, zwarte korte broek en een grijs t-shirt met army erop, in reflecterende letters. Black gaf er de voorkeur aan om ’s avonds te hardlopen. Hij liep dan langs de rand van de basis, zo ver mogelijk van de beschaving en zo dicht mogelijk bij de berm die de fob omringde. Op een heldere avond zag je 38
De vallei 38 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
veel sterren, en als de maan scheen, kon je ook de dreigende contouren van de bergen boven de blast wall zien uitsteken. Als het donker en helder genoeg was, zag hij soms een lichtpuntje op de uitlopers, waarop hij zich afvroeg: onze jongens of die van hen? Hij liep een rondje om de basis, waarna hij over houten plankieren naar de douchecabines achter de Senior Dorm sjokte. Terug in zijn kamer trok hij een spijkerbroek, polo en een dun, zwart jack aan. Hij zette een honkbalpet op en liep de duisternis in. Burgerkleding dragen op uitzending was natuurlijk een grove overtreding van de reglementen. Maar Black had al enige tijd geleden geleerd dat als je vrijetijdskleding droeg en niks geks deed, mensen amper op je letten. Ze gingen er dan van uit dat je een van die half-burger-half-leger-contractors was – private beveiligers, wapensysteemtechnici, mensen met minder duidelijke werkzaamheden – die zich vrijelijk onder het militaire personeel konden begeven. Hij deed het alleen ’s avonds. De kans was sowieso klein dat hij herkend zou worden in het gedeelte van de basis waar hij nu heen liep. Hij vermeed de populaire looproutes. Op dit tijdstip trok het leven op de basis zich terug in de kantine, de sportzaal en de ‘kotjes’ – legerjargon voor de in elkaar geflanste leefruimtes die door soldaten op uitzending werden ingericht en bewoond. Terwijl hij tussen de vrachtcontainers, parkeerterreinen, tijdelijke gebouwen en vervallen Afghaanse woningen door liep, ving hij her en der een glimp op van deze geïmproviseerde wereldjes, die, lukraak geschikt gemaakt voor werk of wonen, gezamenlijk de diverse wijken op de basis vormden. Het was alsof hij een stad probeerde te doorkruisen door alleen achterplaatsjes en achterafsteegjes te gebruiken. Hij zag een uit luifels, tapijten en witte kerstboomverlichting – niet alleen populair tijdens de feestdagen – opgetrokken kot van waaruit de geur van wierook en de klanken van psychedelische rock de nacht in dreven. Ergens anders hoorde hij explosies uit een videogame, gelach. Weer ergens anders, in de schaduw van een zelfgemaakte veranda, lichtten de oranje puntjes van sigaren op. Hij volgde een lange, slingerende route en passeerde zo nu en dan soldaten in t-shirt en camouflagebroek, die rookten en met de neuzen van hun kistjes in de grond poerden of een vinger in hun oor staken terwijl ze verbinding probeerden te krijgen via een satelliettelefoon – een kostbare luxe. 39
De vallei 39 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Na een kwartiertje voelde hij een dikke grindlaag onder zijn gympen en liep hij tussen een container en een blast wall door een felverlicht plein op. Hij bevond zich aan de andere kant van de basis, op de markt. Een terrein van dertig bij dertig meter werd aan alle kanten geflankeerd door grote witte opleggers waarin de gebruikelijke kampvoorzieningen te vinden waren. Een kapsalon, twee fastfoodtenten (Nathan’s en McDonald’s), een naaiatelier, de gebruikelijke rommelwinkeltjes – met Turkse kooplui die Perzisch ogende tapijten verkochten aan soldaten die zich in de lokale cultuur wilden onderdompelen – en een oplegger waarop een Green Beans Coffee was gevestigd. Het terrein baadde in het licht van vier verplaatsbare metaalhalidelampen. In Blacks wijk van de fob was ook een markt, maar die vermeed hij. In dit deel van Omaha waren veel van de tolken en andere buitenlanders te vinden die op de basis werkten, wat een interessanter gezelschap opleverde. Black liep naar de koffieshop. Die was ruim, voor zover dat mogelijk was. Het was een verhoogde oplegger op wielen met een houten veranda, aangelegd door enkele ijverige leden van de National Guard. Buiten zaten soldaten en contractors aan picknicktafels. Binnen was een complete koffiebar ingericht, evenals een aparte ruimte met nog vier tafeltjes. Hij liep omringd door gelach en sigarettenrook het trappetje op. Hij was nog niet eens binnen of er schalde al een stem door de kleine ruimte. ‘Breedman!’ Het was Koerasj, de Afghaanse eigenaar, die Black begroette zoals hij altijd deed. Jaartje of vijftig, grijzend haar, opgewekt. Opgegroeid in Kaboel, waar zijn familie en kinderen nog steeds woonden, maar hijzelf was het Amerikaanse geld naar de Nooristaanse vlakte gevolgd. Had alle checks doorlopen en een baantje gekregen bij Green Beans Coffee. Ze hadden elkaar ontmoet toen Black enkele maanden geleden naar Omaha was gekomen. Black vermoedde dat breedman iets als ‘luitenant’ betekende in het Pasjtoe. Koerasj snelde achter de bar vandaan en omhelsde Black. ‘As-salamu aleikum, mijn vriend,’ zei hij. De Arabische begroeting die wereldwijd door moslims werd gebruikt, ongeacht moedertaal. Vrede zij met je. Hij deed glimlachend een stap naar achteren en legde een hand op zijn borst. 40
De vallei 40 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Aleikum salam,’ antwoordde Black, die wegkeek en een grijns niet kon onderdrukken. Koerasj fronste en sprak hem beschuldigend toe. ‘Mijn vriend, waar ben je?’ vroeg hij. ‘Ik zie jou niet sinds... een maand! Ik vraag me af, waar ben je?’ Black legde uit dat hij enkele weken verlof had gehad en was teruggegaan naar de Verenigde Staten. ‘Oké, dat is goed. Ik vrees dat je weg bent, misschien om te vechten in dorpen of bergen.’ ‘Je weet dat ik dat soort dingen niet doe.’ ‘Ja, God zij bedankt. Naar binnen nu!’ Hij dirigeerde Black naar de bar, waar hij zelf weer achter ging staan. ‘Zoals altijd?’ Black dronk zijn koffie altijd zwart. Je kon hier alle exotische varianten krijgen die ook in Amerika te koop waren, of in ieder geval de poederversie ervan. Hij voelde zich opgelaten omdat hij telkens het goedkoopste op de kaart koos, maar kon zich er niet toe brengen in oorlogsgebied een Triple Chai Smoothie te bestellen. Hij knikte. Koerasj bestookte hem met vragen en treuzelde met de koffie. De koffiebar was leeg, met uitzondering van een paar jonge soldaten die aan een tafeltje hun mierzoete bestelling opslurpten. De oudere man zette de koffie voor hem neer en weigerde zijn geld, zoals gewoonlijk. Black deponeerde het geld in de fooienpot, zoals gewoonlijk. Hij keek op zijn horloge. Nog altijd te vroeg in de avond om zijn bezoekjes af te leggen. Hij had juist besloten om nog even zijn boek te pakken toen hij een ingeving kreeg. ‘Mag ik je wat vragen?’ Koerasj keek hem aan met een blik die zei: van alle vragen is dat de enige domme die je kunt stellen. ‘Wat weet je over de Vallei?’ De oudere man keek hem niet-begrijpend aan. Black wees door het raam naar waar ze de bergen zouden zien, als het licht was geweest. Koerasj fronste opnieuw. Met zijn vingers beeldde hij aanhalingstekens uit. ‘Bedoel je de “Vallei”-vallei?’ Hij gebruikte een Pasjtoe-naam, die Black niet kende. Black knikte. 41
De vallei 41 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Hoezo?’ ‘Ik moet erheen. Voor een week.’ Koerasj monsterde Black met een ernstig gezicht. Hij draaide zich om en riep iets in het Pasjtoe naar een deurtje dat toegang verschafte tot een piepkleine inloopkast annex kantoortje. Een jonge Afghaan verscheen en ging achter de bar staan. Koerasj liep op Black af en duwde hem zachtjes de andere ruimte in, waar de soldaten inmiddels hun consumptie hadden opgedronken en nu hun geweren schouderden om te vertrekken. Ze gingen zitten. Koerasj boog voorover. ‘Vertel.’ Black legde uit dat hij onderzoek moest doen op een kleine Amerikaanse basis daar. Koerasj sloeg de armen over elkaar en luisterde aandachtig. Toen Black uitgesproken was, leunde hij naar achteren en blies langzaam rook uit, de blik nog steeds op de jonge luitenant gericht. Hij schudde zijn hoofd. ‘Wat?’ vroeg Black. ‘Die plek, die valleien, ze zijn erg...’ Hij dwaalde af en gooide vertwijfeld zijn armen in de lucht. ‘Wat is het woord als ze niet in de wereld zijn, iedereen nog van gisteren is? Achter?’ ‘Achtergebleven.’ ‘Ja, die. Deze plek is erg achtergebleven. Erg oud. Kafiristan. Ken je die naam?’ Black schudde zijn hoofd. ‘Kafir. Ongelovigen. Die hele plek, Nooristan, is de laatste plek in Afghanistan die islam wordt. Heet altijd Kafiristan. Land van ongelovigen, omdat de mensen vroeger Allah verwerpen.’ Dat was nieuws voor Black. ‘Nu houden ze van Allah, lang voor de taliban. Maar de taliban haten deze mensen, zien ze als kafir, ongelovigen. Ze hebben geen vertrouwen. Willen dit land graag voor de taliban.’ Koerasj fronste. ‘Dus ze vechten, en nu zijn jullie hier en vechten. Taliban willen jullie hier niet.’ Daar keek Black niet van op. Overal in de bergen werd er bitter gevochten tussen de Amerikanen en de taliban, terwijl de stammen tegen de tali42
De vallei 42 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
ban of de Amerikanen vochten of tussen hamer en aanbeeld terecht waren gekomen. Iedereen had partij gekozen, om geheel eigen redenen. ‘Broeder, als je erheen gaat, zorg dat je... dat je niet...’ Hij zwaaide met zijn arm en mompelde wat woorden. ‘Mee...’ ‘Mee wordt gezogen?’ ‘Ik denk het. Niet mee vechten.’ Black maakte een sussend gebaar. ‘Ik blijf voornamelijk in de voorpost zelf.’ ‘Ik hoop voor je. Deze mensen, deze kafir, willen... vechten. Ik weet het woord. Vechten om bloed.’ ‘Bloedvetes?’ ‘Ik denk het,’ zei Koerasj, waarna hij zich vooroverboog en een vinger naar Black uitstak. ‘De families, de stammen, als ze vechten met elkaar, duurt dat misschien honderd jaar. Broeder vecht met broeder, en zijn zonen, en zijn zonen. Ze onthouden. Oude mensen. En ze haten de taliban.’ Hij leunde naar achteren. ‘Te veel vijanden.’ Hij stak vertwijfeld zijn handen in de lucht, alsof hij de puzzel niet kon oplossen. ‘Gróte rommel.’ ‘Ik begrijp het.’ ‘Broeder. Je weet niet wie vijand is, wie vriend is. Je gaat niet tussen deze mensen en vijanden staan.’ ‘Zoals ik al zei, ik blijf voornamelijk in de voorpost zelf. Ik denk niet ik me daarmee hoef te bemoeien.’ ‘God zij bedankt.’ Het werd tijd om te vertrekken. Black bedankte Koerasj en verzekerde hem nogmaals dat hij voorzichtig zou doen, waarna hij lijdzaam een tweede omhelzing onderging. Buiten was het inmiddels minder druk. Het werd al laat. Hij stak het grindplein over en verdween tussen twee opleggers. Hoogste tijd om de acquisitiespecialist te spreken. Wat klonk als een officiële militaire functie, maar dat was het niet.
43
De vallei 43 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
4
E
lke landmachteenheid had een sergeant Distributie en elke eenheid had een acquisitiespecialist. Dit kon wel of niet dezelfde persoon zijn. De acquisitiespecialist was de man op de basis die werkelijk alles voor je kon ritselen. Meestal zat hij al jaren in het leger en had hij zich niet zozeer gespecialiseerd in de gebruikelijke distributiekanalen, als wel in alle kanalen die daarnaast werden onderhouden. Hij wist hoe je spullen moest krijgen via de officiële weg en hij wist hoe je alles op die andere manier kon bemachtigen. Hij wist waar je dealtjes kon sluiten en hij kende zijn weg naar de lokale markten, mochten alle andere wegen niets hebben opgeleverd. Hij was de reden dat commandanten die een plasmascherm voor hun commandopost wilden hebben twee of drie exemplaren moesten bestellen om er daadwerkelijk eentje uit Amerika geleverd te krijgen. Bij elke tussenstop waren acquisitiespecialisten actief en de slimme commandanten leerden door schade en schande dat ze hun eigen specialist nodig hadden om alle andere te snel af te zijn. Sergeant Maru Toma was de enige acquisitiespecialist op fob Omaha die Black persoonlijk kende. Hij was de master gunner – de hoogste technische expert – van een artilleriebataljon dat aan de andere kant van de basis was gehuisvest. Hij had jarenlang bij infanterie-eenheden gewerkt als forward observer en ondersteunde hun operaties door luchtaanvallen en artillerievuur naar hun doelwit te leiden. Nu naderde zijn pensioen, en aangezien hij onvoldoende had aangepapt met de officieren om tot adjudant te worden bevorderd, had men hem de functie van master gunner gegeven. In wezen een adviseur die op afroep beschikbaar was. Black wist dat Toma bijna elke avond voetbalde met een aantal Domi44
De vallei 44 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
nicaanse jongens die in de kantine werkten, en die ongetwijfeld deel uitmaakten van zijn netwerk. Hij liep naar het zanderige veldje waar ze altijd speelden, maar dat was donker en leeg. Hij liep verder. Toma sliep in een bewoonbaar gemaakt gebouw met binnenplaats, vergelijkbaar met de Senior Dorm van Blacks eenheid. Hij had natuurlijk de grootste kamer gekregen en hoefde die met niemand te delen. Toen Black de hoek omsloeg, zag hij Toma’s lege kampeerstoel naast de deur staan, met een nog brandende sigarettenpeuk op de zitting. Hij had geluk. Hij klopte. De deur zwaaide meteen open. Kennelijk was Toma juist op weg naar buiten om zijn sigaret op te roken. Nu stond hij stil in de deuropening, flesje bier en flesopener in de hand. Toma was een gespierde Polynesiër die nog altijd met een vet accent sprak. Hij was zo’n tien centimeter korter dan Black, maar woog waarschijnlijk anderhalf keer zoveel, vooral dankzij zijn spiermassa. ‘Hé, man, hoe gaat-ie.’ Hij stak zijn hand uit en trok Black daarmee in een mannelijke omhelzing, borst tegen borst. Black voelde duidelijk de fles en flesopener toen Toma hem nonchalant op de rug sloeg. Alcohol was strikt verboden op uitzending, maar Toma deed – typisch – geen enkele moeite om zijn biertje verborgen te houden. ‘Hé,’ zei Black. ‘Heb je even?’ Militaire omgangsvormen en beleefdheden waren eigenlijk irrelevant als je met iemand als Toma van doen had; daar had hij niets mee. De sergeant trok zijn schouders op en gebaarde Black om hem te volgen. Binnen keek hij verbaasd om zich heen. Je had jongens die hun slaapverblijf op de basis opsierden, en je had Toma. Zijn kot was spectaculair. Amerikaans meubilair, elektronica, meerdere airconditioningunits. De gebruikelijke minikoelkast volstond blijkbaar niet voor Toma; Black staarde in verwondering naar een roestvrijstalen bakbeest. Ergens zat een commandopost zonder plasma-tv, aangezien die nu hier de halve muur in beslag nam. De ruimte was l-vormig. De ‘slaapkamer’ bevond zich in het korte gedeelte, waarin Toma een houten ophoging voor een onwaarschijnlijk groot burgerbed had gebouwd. Een hangend tapijt, dat nu open werd gehouden door haken die aan de gitzwarte muren waren bevestigd, fungeerde als afscheiding. ‘Bier?’ 45
De vallei 45 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Toma knikte naar de koelkast. Black schudde zijn hoofd. Toma trok zijn schouders op en ging in een leunstoel zitten, sigaret en aansteker in de aanslag. ‘Wat kan ik voor je doen?’ Black kende Toma goed genoeg om meteen ter zake te komen. ‘Wat weet je allemaal over de Vallei?’ ‘Voor wie vraag je dat?’ ‘Voor mezelf.’ ‘Hoezo?’ ‘Ik moet er morgen heen.’ ‘Lul niet. Jij gaat nooit ergens heen.’ Het was niet als belediging bedoeld; Toma sprak gewoon de waarheid. ‘Ik moet naar een pelotonsbase, voor een 15-6.’ ‘Oké, dus je hebt een 15-6. Wat dan nog?’ ‘Jij zat er toch?’ ‘Gelul.’ ‘Niks gelul. Ik weet dat je er geweest bent.’ Black wist dat eigenlijk niet zeker, maar hij ging ervan uit dat Toma, ervaren als hij was, op alle bergflanken in de wijde omgeving artilleriebeschietingen moest hebben gecoördineerd voordat hij master gunner op de fob werd. ‘Hoezo weet jij dat?’ vroeg Toma argwanend. Black probeerde zo mysterieus mogelijk te glimlachen. ‘Ik weet meer dan je denkt.’ Een lullig en riskant iets om tegen Toma te zeggen, en de sergeant barstte dan ook in lachen uit. ‘Gelul. Je probeert maar wat. En wat dan nog als ik daar geweest ben?’ Black wist eigenlijk niet precies wat hij van Toma wilde weten. Hij had geen speciale spullen nodig om zich in de voorpost een week lang afzijdig te kunnen houden. Hij had bovendien niks wat Toma nodig had en maakte zichzelf niet wijs dat hij en Toma maatjes waren. Hij wilde alleen weten wat Toma te melden had. Toma’s opvattingen over jonge, lagere officieren waren over het algemeen negatief en ongefundeerd, maar hij leek besloten te hebben dat Black wel oké was. In het verleden was hij altijd vriendelijk geweest. ‘Ik weet het eigenlijk niet. Misschien is er iets waar ik rekening mee moet houden.’ Toma dacht na. 46
De vallei 46 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Het is klote daar,’ zei hij uiteindelijk. ‘Zoiets vermoedde ik al. En verder?’ ‘Waar gaat die 15-6 over?’ Black gaf hem de samenvatting. Boze menigte, waarschuwingsschoten. Volgens het dossier had een dorpeling geklaagd bij een cimic-officier – Toma snoof toen hij dat hoorde – die het dorp had bezocht om goodwill te kweken. Die gaf de klacht door, met de 15-6 als resultaat. Toma liet dit allemaal bezinken en staarde zo lang naar de muur dat Black op het punt stond te vragen of hij nog wakker was. Uiteindelijk sprak hij weer. ‘Welk dorp?’ Black groef in zijn geheugen. ‘Darreh Sin of zoiets.’ ‘Ben ik nooit geweest,’ zei Toma kortaf. ‘Moet je langs bij het stamhoofd?’ ‘Bij wie?’ ‘Het stamhoofd,’ zei Toma, geïrriteerd. ‘De baas van het dorp. Jezus, man, volgens mij heb je iets te lang in Omaha gezeten.’ ‘Waarom moet ik langs bij het stamhoofd?’ ‘Er is toch geklaagd? Iemand heeft geklaagd bij die kneus van cimic. Het stamhoofd dus.’ ‘Hoe weet je dat zo zeker?’ ‘Die cimic-gast zal een kapitein zijn of hoger. Het stamhoofd is degene die de officiële klacht indient bij een officier.’ ‘Oké.’ ‘Maar hij zal niet willen praten met iemand die niet minstens kapitein is,’ legde Toma uit. ‘Beneden zijn waardigheid of zo.’ Black begreep het niet. ‘Goed, dus het stamhoofd heeft geklaagd bij een officier,’ zei hij. ‘Waarom moet ík dan met hem praten?’ Hij had zich de gebruikelijke situatie voorgesteld, ondervraag-de-betrokken-soldaten-en-schrijf-een-rapport, en niet een topoverleg met het Afghaanse stamhoofd. ‘Je moet met hem praten om zo snel mogelijk weer te kunnen vertrekken.’ ‘Ik snap het niet.’ ‘Je baas. Gayley, toch?’ ‘Yep.’ 47
De vallei 47 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Zo’n regeltjesneuker.’ ‘Dus...?’ ‘Die neemt geen genoegen met wat verklaringen van soldaten. Hij verwacht ook verklaringen van de Afghanen.’ Daar had Black nog niet aan gedacht. ‘Stel, je geeft door dat je met de soldaten hebt gesproken en dat die zeiden dat alles cool was en dat je nu klaar bent,’ ging Toma verder. ‘Wat denk je dat er gaat gebeuren? Die eikel vertelt je om nog een week te blijven en het onderzoek over te doen, maar nu goed. Of denk je van niet?’ Toma had natuurlijk gelijk. Gayley had niet direct blijk gegeven van liefde of sympathie voor het Afghaanse volk, maar had wel een verfijnd en onwrikbaar eergevoel en was erg fel op de juiste procedures. Als het aankwam op het voorkomen van ook maar de geringste schijn van onbetamelijkheid, was hij een padvinder tot in het extreme. Een incident met Afghaanse burgers onderzoeken zonder met de burgers zelf te praten was simpelweg onacceptabel. Gayley verwachtte dat Black elk aspect van de zaak zou onderzoeken, hoe triviaal of idioot ook. ‘Aha,’ zei Black uiteindelijk. ‘Je kan dus niks. Het stamhoofd wil niet met je praten.’ ‘Waarom niet?’ Toma wees naar Blacks borst. Natuurlijk. Luitenant. Beneden zijn waardigheid. ‘Oké, het stamhoofd wil niet met me praten. Dus praat ik met de man om wie het gaat.’ ‘Die wil ook niet met je praten.’ ‘Waarom niet?’ ‘Niemand in het dorp zal met je willen praten zonder toestemming van het stamhoofd, en die zal geen toestemming geven. Dat het leger een luitenant stuurt, is een belediging nadat hij geklaagd heeft bij een kapitein.’ Hij hief zijn sigaret en aansteker op. ‘Niks persoonlijks, hoor.’ Black liet dit even bezinken. ‘Oké, dus wat moet ik doen?’ Toma kwam moeizaam overeind, liep naar een kist in de hoek van de kamer en opende het hangslot met een sleutel die samen met zijn identiteitsplaatje aan het kettinkje om zijn nek hing. Hij liep terug en wierp een klein, in papier verpakt pakketje naar Black, die het met beide handen opving. 48
De vallei 48 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Het pakketje was langwerpig, misschien vijftien centimeter lang en vijf centimeter dik, maar opvallend zwaar. Het papier was eromheen gevouwen, maar bleek niet dichtgeplakt. Black trok het los. Binnenin zat een rechthoekig blok, verpakt in cellofaanachtig spul. Het was bruin en zag eruit als klei. Black had al eerder plaatjes gezien, maar bleef een tiental tellen naar het blok staren voordat hij begreep dat hij het echte spul op zijn schoot had liggen. ‘Een klomp heroïne? Meen je dat nou?’ Toma was inmiddels – heel nonchalant – weer gaan zitten. ‘Wat moet ik hiermee?’ vroeg Black. Toma stak zijn sigaret aan. ‘Aan het stamhoofd geven.’ ‘Wat?’ ‘Om zijn vertrouwen te winnen.’ ‘Ik begrijp het niet.’ Toma blies een grote wolk rook de kamer in. ‘Zodra het stamhoofd dat ziet, weet hij dat je geloofwaardig bent, ook al ben je maar een luitenant. Dan praat-ie wel met je.’ ‘Ik moet het stamhoofd dus heroïne verkopen?’ ‘Nee, man.’ Toma schudde vertwijfeld zijn hoofd. ‘Het is een cadeautje,’ zei hij. ‘Een eerbetoon. Je gaat natuurlijk niet naar het stamhoofd om hem een pietluttig beetje heroïne te verkopen. Hij zal je recht in je gezicht uitlachen voordat hij je overhoop knalt omdat je zijn tijd hebt verspild en hem hebt beledigd.’ Black probeerde dit allemaal te verwerken. Toma ging verder. ‘Je gaat naar hem toe en toont hem respect en zo, en flink ook. Je geeft hem de heroïne bij wijze van geschenk, om te laten zien dat je weet dat hij de man is. Dan weet hij ook dat jij de man bent, dat je spul kunt krijgen, en dat-ie met je kan praten.’ ‘Ik dacht dat er nauwelijks meer papaver werd verbouwd in deze bergen,’ zei Black. ‘Vanwege de taliban.’ Toma keek hem zowel gepijnigd als teleurgesteld aan. ‘Oké dan,’ zei Black, gelaten. ‘Dus ik geef hem de heroïne en dan denkt hij dat ik, wat precies? Wil helpen met de verkoop?’ ‘Waarschijnlijk. Denk je dat dat nooit eerder is gebeurd? Maar maak je geen zorgen, je hoeft geen deals te sluiten of zoiets.’ 49
De vallei 49 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Toma nam een flinke trek. ‘Hij heeft je heroïne niet nodig. Als hij handelt, wat hij ongetwijfeld doet als hij uit de Vallei komt, heeft hij zijn papaver al lang en breed op de berghellingen staan. Dit is alleen om elkaar beter te leren kennen. Het is een soort rituele dans, waarin je alle juiste bewegingen moet maken. Jij geeft hem de heroïne en hij weet met wie hij van doen heeft. Misschien denkt-ie dat je hem kunt helpen de taliban op afstand te houden of dat je ook andere spullen kunt regelen. Die gasten willen allemaal elektronica en zo. Maakt verder niet uit. Je blijft beleefd, zegt dat je graag nog een keer met hem wilt afspreken, dat soort dingen.’ ‘Oké.’ ‘Je hoeft hem niet meer te ontmoeten, omdat je dan al weg bent uit de Vallei,’ ging Toma verder. ‘Je moet hem gewoon een beetje paaien. En vlak voor je vertrekt, zeg je dat er nog iets anders is waarover je wilt praten.’ ‘De klacht.’ ‘Juist. En dan neem je zijn verklaring op. Waarschijnlijk zwakt hij de zaak nu wat af, omdat jullie dikke mik zijn, en hoef je niks meer te onderzoeken. Dan ga je terug naar Vega en kun je alles afronden. Je levert je rapport in bij Gayley, is die ook weer blij.’ Met zijn vinger trok hij wat lijnen in de rokerige lucht. ‘Gayley stuurt het door naar het brigadekantoor, waarna dat mietje van cimic teruggaat met een pak geld voor die gast met die geit en die gast met die kogel in de muur van zijn modderhut. Voelt die zich ook weer een hele jongen. En Gayley krijgt z’n medaille voor het kweken van goodwill.’ Hij sloeg zijn benen over elkaar en leunde achterover. ‘En zo komt alles weer recht.’ Black schudde zijn hoofd. ‘Wat als het stamhoofd die man van cimic of iemand van Vega over de heroïne vertelt?’ Toma keek hem aan alsof hij achterlijk was. ‘Het stamhoofd houdt z’n mond wel.’ Black besefte dat Toma gelijk had. Wat had hij daar in hemelsnaam bij te winnen? ‘Ik vind het nog steeds idioot,’ zei hij, twijfelend. ‘Ik kan toch niet rondlopen met dit spul op zak?’ Zodra hij de vraag had gesteld, had hij al spijt. Toma oogde slechts geïrriteerd. Met een priemende vinger wees hij naar Black. 50
De vallei 50 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wanneer hebben ze jou voor het laatst in Omaha aangehouden om je spullen te doorzoeken?’ Black zweeg. ‘Wanneer moest je voor het laatst je rugzak en plunjezak ter controle leeghalen, als de eerste de beste soldaat?’ ‘Oké, duidelijk.’ ‘Luister. Doe lekker wat je wilt. Maar van mij mag je het spul meenemen, bij wijze van verzekering.’ Hij nam een trek van zijn sigaret. ‘Mocht je het niet aandurven en besluiten het niet te gebruiken, gooi het dan gewoon in de rivier voordat je teruggaat.’ ‘Wil je het niet terug dan?’ vroeg Black. ‘Wat moet ik in godsnaam met heroïne?’ ‘Weet ik veel. Ik dacht alleen...’ ‘Dacht je soms dat ik dealde?’ ‘Nee, man. Ik...’ Black besloot van onderwerp te veranderen. ‘Hoe kom je er trouwens aan?’ ‘Maak je daar maar geen zorgen over. Ik heb het alleen niet gekocht en was ook niet van plan om het te gaan verkopen, oké?’ Black stak zijn handen in de lucht. Genade. ‘Ik dacht alleen dat je het zelf misschien ook een keer nodig gaat hebben, zoals ik nu,’ zei hij. ‘Zoals je weet, ga ik nergens meer heen, lt.’ Black wikkelde het papier weer om de heroïne en woog het blok in zijn handen. Waarom verdomme ook niet. Hij stak de heroïne in de zak van zijn jack en stond op. ‘Oké. Dank je, Smoke.’ Hij gebruikte de onofficiële beleefdheidstitel voor de hoogste sergeant van een houwitserpeloton. Toma was al jaren geen pelotonssergeant meer, maar de naam was blijven hangen. De enige mensen die hem sergeant Toma noemden, waren keurige commandanten die sowieso het verschil tussen een sergeant Distributie en acquisitiespecialist niet kenden. Voor ieder ander was hij Smoke. ‘No problemo.’ Einde gesprek. Black liep naar de deur. 51
De vallei 51 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Hé, lt.’ Black draaide zich om. Toma had nog een voorwerp uit zijn kist gehaald, dat de hele tijd op zijn schoot had gelegen. Hij draaide zich half om in zijn stoel en wierp het over zijn schouder naar Black. Het bleek een kleine, zwarte etui van canvas, klein genoeg voor de palm van zijn hand. Black wilde de rits opentrekken. ‘Hoeft niet, joh. Neem maar gewoon mee.’ Black stak de etui in zijn zak en keek Toma aan met een blik van verderalles-goed-met-je? Toma blies een wolk rook uit en nestelde zich weer in zijn stoel, de blik afgewend van Black. ‘“Ik weet meer dan je denkt,”’ zei hij op hetzelfde samenzweerderige toontje dat Black had gebruikt. ‘Will...’ Black liet zichzelf uit. Hij hield zijn hand op het pakket in zijn zak, peinzend over de Vallei en haar mogelijkheden. Hij was zo afgeleid dat hij de fob alweer half had doorkruist toen hij besefte dat hij nog bij iemand anders langs moest. Hij keek op zijn horloge. Het werd al laat, maar hij wist dat hij voorlopig toch niet zou kunnen slapen. Hij maakte rechtsomkeert en liep weer terug. Dit zou een kort gesprekje worden. Hij betrad een zo goed als verlaten terrein met voertuigen en onderhoudsketen. Achter een vrachtcontainer, aan het einde van een rijtje lage schuurtjes, vond hij het kot waarnaar hij op zoek was. Zoals altijd weerklonk een krakerige opname van strijkers tussen de opslagketens naast het parkeerterrein. Black bonsde op de deur, hard genoeg om boven de muziek uit te komen. ‘Binnen!’ klonk een stem. Hij trok de triplexdeur open en keek naar binnen, naar de vioolbouwer van Gandamak. ‘Hé, lt, hoe is-ie.’ De vioolbouwer zat achter haar werktafel, gezicht naar de deur. De duisternis in het kot werd doorbroken door het warme schijnsel van een bureaulamp, die handen en stukjes hout verlichtte. ‘Hé, sorry dat ik stoor.’ 52
De vallei 52 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Geeft niet. Wat kan ik voor je doen?’ Black stapte naar binnen. In de hoek stond een platenspeler, die verbonden was met moderne speakers. De vioolbouwer was een rare. Het ambacht werd al vier of vijf generaties lang in haar familie uitgeoefend, aanvankelijk nog in Italië. Alleen de zonen werden in principe vioolbouwer, maar bij ontstentenis van broers had zij als tiener het ambacht van haar vader geleerd. Ze zat nu al tien jaar in het leger en was opgeklommen tot sergeant en hospik. Op elke uitzending bracht ze haar eigen hout en gereedschap mee. Dit keer had ze het goed getroffen: nachtdiensten in Charlie Med, het noodhospitaal van de basis. Black wist dat ze elke avond een paar uur werkte voordat ze aan haar dienst begon. Ze zat over het tafelblad gebogen en was in kisten, t-shirt en legerbroek hout aan het schaven, het haar in een strak knotje gestoken. Met uitzondering van haar camouflagejas, die aan een haakje bij de deur hing, was ze gekleed voor haar dienst. Hij begon zich schuldig te voelen dat hij haar stoorde in haar hobby. ‘Ik sta op het punt ergens heen te gaan en hoopte op wat nieuw materiaal.’ ‘Waar ga je heen dan?’ ‘De Vallei.’ ‘Godskolere.’ ‘Zeker. Heb je nog wat?’ ‘Wat vind je mooi?’ ‘Dit.’ Een tweetal violen stuwde een akkoord het schemerduister in. Lage strijkers rezen op uit een zwarte zee. Black zag oranje tinten boven een zwarte horizon voor zich. ‘Ralph Vaughan Williams. Britse componist.’ ‘Hoe heet het?’ ‘Fantasia on a Theme by Thomas Tallis.’ ‘Mooi.’ ‘Hij kon de kenners niet bekoren.’ ‘Heb je die in bitjes?’ In het leger werden voor veel doodgewone dingen zelfbedachte woorden gebruikt. Hij bedoelde: op je computer? ‘Uiteraard.’ 53
De vallei 53 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Dan neem ik hem.’ Black haalde een usb-stick uit zijn zak en wierp die naar de vioolbouwer. Ze ving hem op, stak hem in haar laptop en opende haar enorme digitale muziekbibliotheek. ‘Nog wat?’ vroeg ze. ‘Meer van dit?’ ‘Dit is met niks te vergelijken.’ ‘Verras me dan maar. Je kent mijn smaak.’ ‘Alledaags?’ ‘Haha.’ Een paar jaar geleden had Black de muziek waarnaar hij in zijn jongere jaren had geluisterd afgezworen om helemaal opnieuw te beginnen. De vioolbouwer hielp hem nu nieuwe horizonten te verkennen. Ze klikte op een aantal bestanden en kopieerde ze naar de usb-stick. ‘Ik zag je vanavond nog in de kantine, met je boek,’ zei ze tegen haar computerscherm. ‘Had even hallo gezegd.’ Militairen gingen er altijd van uit dat als je een boek zat te lezen, je eigenlijk gezelschap wilde. ‘Volgende keer,’ zei Black, maar wist dat hij dat niet moest doen als ze bij haar maatjes zat. Om publiekelijk in haar gezelschap te worden gezien. Ze wierp de stick terug naar Black, die haar bedankte en hem weer in zijn zak stak. ‘Ook goed. Ik zie je, lt.’ ‘Insgelijks.’ ‘Maar niet in Charlie Med. Pas op daar.’ Black grinnikte en liet haar alleen. Terug in zijn eigen vertrek wierp hij de usb-stick op zijn bed, naast zijn mp3-speler en koptelefoon. Hij haalde de heroïne uit zijn jaszak en legde het pakketje op een plank in de hoek, boven op een in leer gebonden boek met Latijnse titel. Hij had Toma’s etui nog altijd niet geopend. Nu ritste hij hem open en keek kort naar de inhoud voordat hij de rits weer dichttrok. Hij dacht even na en wierp toen ook de etui op zijn bed. Hij keek naar de heroïne, maar liet die ongemoeid en trok zijn trainingstenue weer aan. Hij liep naar buiten en begon te rennen. En hij bleef rennen.
54
De vallei 54 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
5
H
alverwege de ochtend werd hij wakker. Hij was laat naar bed gegaan, maar het was alsof hij een jaar had geslapen. Hij lag op zijn bed en ervoer de kalmte. Het gevoel kwam hem bekend
voor. Er was maar één ding dat hij echt moest doen, en dat had geen haast. Hij douchte op zijn gemak en liep toen de korte afstand naar de ‘markt’ aan zijn eigen kant van de fob. Hij kocht sigaretten bij het postkantoortje en stak het pakje ongeopend in zijn zak. Daarna ging hij in een voor hem onbekende Green Beans Coffee-vestiging zitten en begon te lezen. Aan het einde van de middag verzamelde hij zijn spullen en liep naar de Sectie 1-keet, waar hij sergeant Cousins trof. Black verontschuldigde zich voor de avond ervoor. Cousins nam het goed op en zei vergeet het, en pas op daar. Voor de rest viel er weinig te zeggen. Black liep naar zijn bureau, dumpte zijn spullen op de vloer en zette de computer aan. Terwijl het ding opstartte, pakte hij de envelop die hij de avond ervoor had laten liggen. Met een zwarte markeerstift schreef hij black op de voorkant, en rekest voor ontslag eronder. Hij stond op en liep met de envelop in zijn hand de deur uit. In het voorbijgaan meende hij Cousins’ hoofd te zien schudden. De deur zat niet op slot, maar Gayleys kantoor bleek leeg. Black ging naar binnen, liep rechtstreeks naar het opgeruimde bureau van de luitenant-kolonel en legde de envelop netjes midden op het werkblad. Hij draaide zich om en liep weer weg. Als Gayley die avond zou terugkeren, zou hij in de envelop een memo aantreffen met een aanvraag voor beëindiging van het dienstverband, 55
De vallei 55 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
inclusief de vereiste documentatie. Blacks afzwaaipapieren. Terug bij zijn bureau was zijn computer inmiddels opgestart. Hij opende zijn e-mail. Toen hij zeker wist dat niemand op het punt stond zijn kant op te komen, klikte hij op het bericht dat ongelezen in zijn postvak had gestaan sinds hij een week geleden van verlof was teruggekeerd. Ik weet niet of je toegang hebt tot een computer en dit bericht binnen afzienbare tijd kunt lezen. Ik hoop van wel, hoewel ik weet dat je niet zult reageren. Toch moet ik dit even aan je kwijt. Ik heb over je gedroomd vannacht. Dat je hier was, in mijn kamer, op een stoel bij het raam, en dat je naar me keek. Je kwam dichterbij, en toen ging je weg. Ik ben niet gek of onzin aan het uitkramen. Natuurlijk was je er niet echt. Ik weet dat je ergens aan de andere kant van de wereld zit. Maar ik vond dat je het moest weten. Ik weet dat je me niet wilt horen zeggen dat ik je mis, maar laat me dan wel zeggen dat ik aan je denk. Ik weet dat je niet zult antwoorden, en dat begrijp ik. Maar laat me ten minste weten dat je dit bericht ontvangen hebt. Dat zou ik fijn vinden. Ik hoop dat alles goed met je gaat.
Black klikte op de antwoordknop en typte een paar korte zinnetjes. Hij sloeg het bericht op, opende een menu en stelde in dat het bericht over tien dagen automatisch zou worden verzonden. Hij stond juist op het punt de computer uit te zetten toen er een nieuw bericht binnenkwam. re: De ultieme belediging
Het was de grapjurk. Ook hij had kennelijk toegang tot een computer. Black opende het bericht. Mijn beste middelmaatje, Ach! Mijn strijdmakker gaat een ommetje maken in de Hindoekoesj. Ik ben jaloers. Wellicht dat de omgeving je aangenaam zal verrassen. En de hoeveelheid explosieven. Vergeet je reisgids niet en onthoud: er is geen
56
De vallei 56 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
survival of the fittest in de bergen. Alleen schepsels die Chuck Norris in leven heeft gelaten. Je trof me in de oase, maar ik ben alweer weg. Niet dronken, maar wel met – hevig kriebelende – baard. Geniet van alle geneugten in het lustpaleis, vader. Van de zomer, als je weer terug bent, moet je gewoon op bezoek komen in het strandhuis, met Bradley, Eliza en – uiteraard – ondergetekende. Dan maken we kwast! Moeder vraagt steeds naar je. Veni, vidi, foetsie! Chaz
Vreemd. Geen nuttige informatie. Black zette de computer uit en pakte zijn rugzak, geweer en helm. Cousins had de konvooilijst al klaarliggen, met dank aan de Sectie 1-collega’s in het hoofdkwartier van 3/44. Black bekeek het document en veinsde verbazing. ‘Geen helikopter?’ vroeg hij droogjes. ‘Grappig, lt.’ Hij stak het document in zijn zak. ‘Dank je, sergeant.’ ‘Pas op daar, lt.’ ‘Dat zeggen ze allemaal.’ ‘Doe nou maar.’ Hij liep weg. De Humvees stonden opgesteld buiten het hoofdkwartier van 3/44. Toen hij aankwam, liepen de motoren al: het geluid van zes diesels echode tussen de stenen gebouwen. Hij liet de rugzak van zijn rug glijden en ging op een houten bank voor de commandopost zitten, wachtend op het teken. Soldaten brachten de voertuigen in gereedheid, zonder haast en met de soepele efficiëntie van een eenheid die elke dag buiten de basis komt. Black wist dat dit veruit de langste reguliere trip was die ze moesten maken en dus kreeg alles een beetje extra aandacht. Hij zag hoe ze munitiekratten, water en dozen met mre’s, de fameuze gevechtsrantsoenen van het leger, in de voertuigen laadden. Aan drie daarvan waren open aanhangers gekoppeld, de lading gefixeerd met tarpen. De gebruikelijke bevoorrading voor een voorpost, vermoedde Black. Hospikken gooiden hun grote, zwarte ehbo-tas in de cabines. Een sergeant schoot hem aan. ‘Black?’ ‘Yep.’ 57
De vallei 57 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ik neem uw rugzak wel, luitenant.’ Hij hield er niet van wanneer mensen aanboden zijn spullen te dragen, maar de zakelijke toon van de sergeant vertelde hem dat de man het ook liever anders had. Waarschijnlijk wilde hij niet dat Black zijn rugzak in het verkeerde hoekje van de toch al volle voertuigen propte. ‘Dank je.’ ‘Wilt u nog pissen voordat we gaan?’ ‘Als het kan.’ ‘Om die hoek daar. Koffie in de cp, mocht u behoefte hebben.’ De commandopost. ‘Niet nodig.’ ‘Okidoki. We vertrekken over tien minuutjes, luitenant.’ Hij hees Blacks rugzak op en sjokte over het grind naar de open laadbak van de voorste Humvee. Toen Black terugkwam, zaten de soldaten al achter het stuur en het geschut. De sergeant wees naar het voertuig waarin zijn rugzak lag en hij wurmde zich op een stoel achterin. Het konvooi slingerde zich tussen de gebouwen en vrachtcontainers op de basis door. Radio’s kraakten terwijl de voertuigcommandanten hun bondige boordradiochecks deden. Black zag door het kleine raampje van gepantserd glas hoe de gebouwen van de basis plaatsmaakten voor zandzakken en blast walls aan beide kanten van de weg. Het konvooi kwam tot stilstand in de uitritsluis van de oostelijke poort van de fob. De elektronische jammers werden ingeschakeld en in de voertuigen klonk het gekletter van het geschut dat in gereedheid werd gebracht. De konvooilijst werd aan de wachters overhandigd en de poort werd geopend. Het konvooi reed langs de wachttorens en mitrailleursnesten en reed links-rechts-links-rechts over de weg met versperringen, die zigzaggend was aangelegd om aanstormende bomauto’s te vertragen. Ze lieten de muren achter zich en de goudgele vlakte strekte zich voor hen uit, met daarachter, aan de horizon, de bergen. Het komende uur, met het lengen van de schaduwen, zouden die bergen in omvang toenemen, totdat er niets anders te zien zou zijn door de voorruit van de Humvee. De vage vormen die Black eerder nog vanaf Radio Hill had gezien, kregen meer detail en focus naarmate ze dichterbij kwamen. Tegen de tijd dat de grond merkbaar begon te stijgen naar de monding van 58
De vallei 58 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
de eerste vallei, wierp de ondergaande zon een oranje gloed over het gehele voorgebergte. Black boog opzij, kwam half overeind en keek door de opening van het wapenstation. Boven de dreigende pieken kwam, vanuit het oosten, een tweede band van zwarte wolken opzetten. Vanavond zou het wederom regenen in de bergen. Hij pakte zijn koptelefoon en deed de oortjes in. Hij sloot zijn ogen en voelde zich weer kalm worden. De violen van Fantasia on a Theme ijlden voor zijn geestesoog voorbij en deden de zwarte wateren van zijn gedachten kolken. Terwijl het konvooi hoger en hoger klom en het beton plaatsmaakte voor een onverharde weg, viel hij in slaap. Deze keer, in de droom, bleef ze voor het raam staan terwijl hij viel, en draaide ze zich niet om terwijl hij naar beneden gleed, de diepte in. Hij zag nog steeds haar gezicht niet.
59
De vallei 59 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 60 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
deel 2
De vallei 61 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 62 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
6
B
lack werd wakker door rollende donder en regendruppels op zijn gezicht. Het was stikdonker buiten. Het konvooi was nog altijd onderweg. Er moest een aardig windje staan, aangezien regendruppels langs de boordschutter naar binnen waaiden en op Blacks stoel spatten. Hij keek naar de benen van de arme jongen, die nu bijna tot de knieën doorweekt was. Als hij niet zeker had geweten dat geen enkele serieuze soldaat zijn post vrijwillig zou afstaan aan een officier, zou hij hebben aangeboden een tijdje de mitrailleur te bemannen. Hij vond het niet erg om nat te worden. Maar hij bleef zitten en keek langs de chauffeur naar de lichtjes van de console en de groene displays van de radioapparatuur. Door de voorruit viel weinig te zien. Het konvooi reed verduisterd door de bergen, met de koplampen uitgeschakeld, zodat gebruik moest worden gemaakt van nachtzichtapparatuur. Hij haalde zijn leren notitieboekje uit zijn zak en sloeg het open. In de rode gloed van zijn hoeklamp zette hij een streepje. Hij borg het boekje weer op. Meer gedonder. In de verte. ‘Luitenant, misschien wordt het tijd om wakker te worden,’ riep de sergeant over zijn schouder, zijn ogen verborgen achter een nachtzichtkijker. ‘Ik ben wakker.’ ‘Prima. We naderen Hemels.’ Black stak zijn nek uit en tuurde door de voorruit, maar kon niets zien in de duisternis. Goeie black-outdiscipline. De voertuigen, die nog altijd licht bergopwaarts reden, begonnen af te 63
De vallei 63 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
remmen. Na een tijdje verscheen er niet ver vóór hen in de regen een zwak, okergeel lichtpunt. Links en rechts zag hij nu donkere gevaartes opdoemen. Hesco-containers: tweeënhalve meter hoge, met dik staaldraad gevormde zuilen, bekleed met textiel en ter plekke gevuld met puin en zand. De goedkoopste blast walls ter wereld. Ze reden een sluis in die amper breed genoeg was voor de Humvees. Aan het veranderende geluid van de banden te horen reden ze over een dikke laag grind. Het okergele lichtpunt veranderde in een vierkant en werd nu snel groter. Een raam in de blast wall – nee, een keet of een ander soort laagbouw, beschermd met zandzakken en ingebouwd in de wanden van de sluis. Toen het voorste voertuig langs het raam reed, werd het raam van binnenuit opengetrokken. Iemand stak zijn hoofd en schouders naar buiten, in de regen en de wind. Black ving een glimp op van een enorme veiligheidsbril en een legerpet die achterstevoren was opgezet. ‘Ho!’ riep het hoofd. Donder echode tussen de bergpieken. Het konvooi kwam op het grindpad tot stilstand. ‘Tien minuutjes pauze, luitenant,’ zei de sergeant op de voorbank, waarop hij de nachtzichtkijker van zijn hoofd trok en zich uitrekte. ‘Alleen om te tanken. Als u moet plassen, doe dat dan nu.’ Black trok aan de zware klink en zette zijn schouder tegen het portier, dat openzwaaide met het gemak van een bankkluisdeur. Hij stapte de regen in. Zijn kisten zakten diep weg in het grind. Hij boog zijn onderbeen naar achteren totdat hij zijn voet kon beetpakken en stretchte, zichzelf in evenwicht houdend aan de hete, trillende motorkap. Hij draaide zijn hoofd om de stijfheid uit zijn nekspieren te krijgen en keek om zich heen. Buiten de Hesco-containers, die de sluis voor hun voertuigen vormden, en het zwakke, gele licht uit de controlepost was er niets te zien van pelotonsbase Arcturus. Hij vermoedde dat ze niet binnen de omheining van de basis zelf waren, maar in een brandstofsluis, bedoeld om passerende konvooien snel te kunnen helpen zonder de poort te hoeven openen, waar die zich ook mocht bevinden in de duisternis. Soldaten en sergeants klommen uit de voertuigen en rekten hun spieren terwijl de bebrilde figuur ze vanuit het raampje toeschreeuwde. 64
De vallei 64 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Lekker avondje om langs te komen! Bedankt, mannen! Woehoe!’ Hij droeg een t-shirt, dat inmiddels doornat was. In de ene hand hield hij de microfoon van een radio vast, het krulsnoer strak getrokken. Hij drukte op de knop en begon te blèren. ‘Hup, hup! Schiet eens een beetje op!’ Hij wierp de microfoon naar binnen en begon tegen niemand in het bijzonder te schreeuwen, terwijl de regendruppels over zijn brillenglazen stroomden. ‘Heerlijk! Wat een hemels nachtje! Dit is waarom ik me heb aangemeld!’ De sergeant van dienst. Het enige wat hij nog miste, was de shawl van een vliegenier. Black sjokte om de Humvee en keek om zich heen. De sergeant zag zijn donkere gestalte, onzeker bewegend in de duisternis, en raadde zijn rang. ‘Pissen kan daaro, luitenant,’ riep hij boven het lawaai van de wind en de motoren uit. Hij wees naar een grindhelling vóór het voorste voertuig. ‘Roken kan aan de andere kant van de Hesco’s.’ Hij gebaarde naar de deur van de controlepost, een metertje verderop, bij een bordje waarop pitcrew stond gekalkt. ‘Koffie daaro.’ Black hief bij wijze van dank zijn hand op en liep knarsend weg. Schimmige figuren verschenen in de regen en liepen de andere kant op. Soldaten met zware plastic jerrycans vol diesel. Niemand die een woord tegen hem zei. Sommigen droegen een donker regenjack, anderen gingen slechts gekleed in een t-shirt, net als hun sergeant, die ze opgewekt bleef aanmoedigen terwijl ze de voertuigen van nieuwe brandstof voorzagen. Aan het einde van de sluis stond een blauwe dixi. Black rammelde aan de klink. Bezet. Hij stak zijn handen in de zakken en wachtte. Naast de wc was een houten wegwijzer neergezet, zo’n ding dat je altijd in oorlogsfilms zag. Terwijl hij in de regen op zijn beurt wachtte, probeerde Black de met de hand beschreven richtingsborden lezen. ← kaboel: 222 km De pijl wees in de richting waaruit ze gekomen waren. 65
De vallei 65 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
← bagdad: mocht je willen ← falluja: mocht je willen 60 km ← jessica alba: 13.660 km ← je echte vriendin: thuis jody aan het pijpen ↓ hemel: ben je al → hel: 0 km ‘Jody’ kende zijn oorsprong in de Tweede Wereldoorlog, of eerder nog. Hij was de gast die thuisbleef en je vriendinnetje of vrouw afpakte terwijl jij in den vreemde aan het vechten was. Onder hel was nog een bordje bevestigd, dat deels was afgebroken. Op het resterende stuk stond ook een pijl gekalkt. ↑ xanadu: De deur ging open en een van de chauffeurs stapte naar buiten. Black wist de deur vast te grijpen voordat die dichtsloeg en stapte naar binnen. Hij draaide de deur in het slot, en de regen en wind verstomden. Binnen was het aardedonker. Aan de voorkant van zijn gevechtsvest was een lampje met rode lens bevestigd. Hij zette het aan. Meteen zag hij een tekst in de lichtbundel: vandaag is de laatste dag van de rest van je leven Hij stapte naar buiten en liet de plastic deur hard in de wind dichtslaan. Hij liep naar de andere kant van de Hesco’s. Hij hoefde niet te roken, maar had niets te zoeken in de drukke sluis terwijl de soldaten daar nog aan het werk waren. Het was stiller aan deze kant, weg van de dieselmotoren. Rukwinden joegen nog steeds door de vallei en de regen viel diagonaal naar beneden, maar hij kon zichzelf in ieder geval horen denken. Zijn ogen wenden aan de duisternis. Hij werd zich gewaar van een open ruimte. Hij kon door de regen nog steeds weinig zien van de pelotonsbase, maar hij zag nu wel iets wat leek op een overkapping, die achter de Hesco’s en de controlepost was opgetrokken. Toen hij erop afliep, besefte hij dat er rechts van hem, op een afstand van zo’n drie tot vijf meter, een parallelle rij van blast walls was neergezet. Hij liep door een andere sluis, klaarblijkelijk bedoeld voor voetgangers. Hij keek omhoog en vermoedde dat er achter de dikke bewolking een 66
De vallei 66 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
halfvolle maan schuilging. Links en rechts van hem kon hij nog net donkere pieken onderscheiden. Hij bevond zich op het kruispunt van twee diep ingesneden valleien. De bergrug was waarschijnlijk nog honderden meters hoger dan waar hij nu stond. Hij boog zijn hoofd naar achteren totdat zijn helm de rand van zijn scherfvest raakte. ‘Zeshonderdveertig meter, luitenant.’ De stem deed hem opschrikken. Onder de overkapping stond een man in een lange regenjas; hij droeg een waterdichte camouflagehoed. Hij zag geen gezicht, maar op zijn borst stond een sergeantsembleem. Onder de brede rand van zijn hoed lichtte een sigaret op. Naast hem, op de grond, stond een verfblik gevuld met zand en uitgedrukte peuken. ‘Van hier tot de kam?’ Black ging onder de overkapping staan. De regen en wind werden meteen een stuk minder. ‘Yep.’ Gerommel rolde van de bergen. Terwijl hij naar de lucht staarde, besefte Black dat het geen onweer was dat hij hoorde. Alweer leek de sergeant zijn gedachten te kunnen lezen. ‘Fixed-wing uit Bagram. Waarschijnlijk f-15’s. In de cp hebben we een mannetje van de luchtmacht zitten om ze te begeleiden.’ ‘Om jullie luchtsteun te geven?’ ‘Om júllie luchtsteun te geven,’ corrigeerde de sergeant hem. ‘Bij elk konvooi komen ze in actie.’ Daar keek Black van op. ‘Zelfs in dit weer?’ ‘Ja, natuurlijk in dit weer,’ antwoordde de sergeant. ‘Voorál in dit weer.’ ‘De taliban vinden het toch vreselijk om ’s nachts in dit weer te vechten?’ ‘Niet deze taliban.’ De meeste lokale strijders wisten dat ze ’s nachts niet tegen de Amerikanen op konden, aangezien ze niet over het juiste materieel beschikten. En ze hadden een hekel aan vechten in slecht weer. Bij regen bleven ze binnen. ‘Deze lui,’ ging de sergeant verder, ‘zouden hun dochter nog verpatsen voor de kans om het konvooi op te blazen terwijl jullie hier rustig aan het tanken zijn.’ Hij nam een lange trek; de sigaret verlichtte kortstondig een breed, vermoeid gezicht. ‘Weer of geen weer.’ 67
De vallei 67 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black liet dit even bezinken. ‘Drones zien helemaal niks in dit weer,’ zei de sergeant ten slotte. ‘Dus dit is het ideale moment.’ Wat verklaarde waarom er een black-out gold voor de voorpost. Het bestaan van de post was geen geheim, maar in de regen en zonder nachtzichtapparatuur was je zo goed als onzichtbaar. Black keek naar de bergtoppen. ‘Ze waren al aan het patrouilleren voordat jullie er waren,’ zei de sergeant, ‘en zullen dat blijven doen tot jullie weer vertrekken.’ ‘Wie identificeert de doelwitten?’ ‘We kunnen vanaf deze positie natuurlijk niet op die bergruggen kijken,’ antwoordde de sergeant. ‘En zoals ik al zei, heb je nu ook niks aan drones. In dit weer moeten we dus fac’ers naar boven sturen.’ Forward Air Controllers. De jongens die de doelwitten aanwezen en aan de piloten doorgaven waar ze hun bommen moesten droppen. ‘We hebben een team zitten op díé rug’ – de sergeant wees – ‘die de tegenoverliggende flanken in de gaten houdt, en een team op díé rug, die de andere kant op kijkt.’ ‘Aardige klim.’ De sergeant nam een trek van zijn sigaret en knikte. ‘Klote op deze hoogte. Ze vertrekken ’s nachts, voordat het konvooi langskomt, en verschuilen zich overdag. Zodra jullie weg zijn, dalen ze weer af, hoewel ze in dit weer helemaal kapot zullen zijn.’ Black stelde zich twee kleine teams voor, beide in een plas water in een camouflagetent op een bergtop, kijkend door een nachtvizier naar het andere team, zich afvragend welke plas dieper was. ‘Hebben ze specifieke doelwitten of bombarderen ze alleen voor gebiedsontzegging?’ De sergeant trok zijn schouders op. ‘Soms laten ze hier en daar wat vallen om iedereen daarboven te laten weten dat ze het niet in hun hoofd moeten halen iets te flikken. Maar wie zal het zeggen in dit weer? Misschien blazen ze wel een geitenhoeder met z’n kudde op.’ Black wist niet wat hij hierop moest zeggen. De sergeant begon te lachen. ‘Rustig maar, lt,’ zei hij hoofdschuddend. ‘Was een grapje. Ze gedragen zich netjes daar.’ 68
De vallei 68 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij knikte in de richting van de bergen. ‘Als ze iets zien wat ze niet kunnen thuisbrengen, bombarderen ze er een beetje in de buurt om ze de stuipen op het lijf te jagen, wie het ook zijn.’ Hij blies een lange wolk rook uit zijn mondhoek, in de richting van de Vallei. ‘Vertel die gasten van Vega dus maar dat ze blij mogen zijn met hun voer en postpakketjes van het thuisfront. Hier zetten jongens hun leven op het spel zodat zij hun neus in het slipje van hun vriendin kunnen steken.’ ‘Zal ik doen.’ Ineens zag Black een lichtflits op de bergrug. Het licht weerkaatste tegen de wolken en enkele tellen later weerklonk er een dof gerommel door de vallei. ‘Maar u bent dus de nieuwe pelotonsleider, luitenant?’ ‘Pardon?’ ‘Ik heb maar één officier ooit naar Vega zien gaan, en dat was de luitenant die er nu zit.’ Hij monsterde Black. ‘Hij zag er overigens een stuk gehavender uit dan u.’ ‘Dank je.’ ‘Geen probleem. Maar u bent dus niet de nieuwe pelotonsleider?’ Black schudde zijn hoofd. ‘Ik ben bezig met een 15-6.’ ‘Shit,’ verkondigde de sergeant. ‘Deze hele vallei is een 15-6. Iets specifieks?’ ‘Waarschuwingsschot in een dorp, geen gewonden.’ De sergeant zweeg en bleef zo lang roerloos staan dat Black even dacht dat zijn sigaret zou uitdoven. Uiteindelijk bracht een lange trek hem weer tot leven. Hij blies de rook langzaam uit en dacht zorgvuldig na over zijn volgende woorden. ‘God...’ zei hij, ‘... verdomme.’ ‘Yep.’ Tijd om te gaan. ‘Tot ziens, sergeant.’ ‘Doe rustig aan, lt,’ zei de sergeant terwijl Black wegliep. ‘Zorg ervoor dat u niet in Xanadu terechtkomt.’ Black keek over zijn schouder, maar de man bukte juist voorover om zijn sigaret in het verfblik uit te drukken. Hij draaide zich om zonder op te kijken en verdween door een lage deur. 69
De vallei 69 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
In de rumoerige brandstofsluis waren soldaten nog altijd in de weer met de voertuigen, en nog altijd moedigde hun bebrilde leider ze vanuit zijn raampje aan met geveinsd of verdwaasd enthousiasme. In de pitcrew-keet schonk Black voor zichzelf een bekertje koffie in. Hij stond in een kleine ruimte vol radio’s en laptops, slechts hier en daar verlicht door kleine rode of okergele lampjes om lichtlekken zo veel mogelijk te voorkomen. In de drukte sprak niemand hem aan. Zo nu en dan kwamen er krakerige radioboodschappen binnen van de teams in de bergen. Hij dronk zijn koffie snel op en liep weer naar buiten. De voertuigen werden weer bemand voor de laatste etappe. De soldaten met de jerrycans waren verdwenen. Brillemans richtte zijn aandacht op het vertrekkende konvooi. ‘Een hemels avondje toegewenst!’ riep hij vanuit zijn raampje. ‘Geniet van uw verblijf! Wees op uw hoede, u die koning wil worden!’ Black klom in zijn stoeltje en trok het zware portier dicht om het geschreeuw van de rare wachter buiten te sluiten. Hij was inmiddels doornat, maar dat kon hem niet schelen. Hij was vooral opgelucht Arcturus achter zich te kunnen laten. De plek bezorgde hem de kriebels. De chauffeur en voertuigcommandant zaten al in hun stoeltjes en voerden radiochecks uit. ‘Wat bedoelde hij?’ riep Black. ‘Met wat?’ vroeg de sergeant. ‘Met die koning.’ ‘Dat soort dingen roept-ie altijd. Iets uit de Bijbel of zo.’ ‘Helemaal koekoek,’ vulde de chauffeur aan. ‘En wat is “Xanadu”?’ vroeg Black. De sergeant trok zijn schouders op en ging verder met zijn checks. Twee minuten later was het konvooi weer onderweg en klonk het bekende geknars van grind onder autobanden. Ze reden langs de raampjes de brandstofsluis uit. Voor zich zagen ze weer de bekende duisternis. Het grind maakte plaats voor aarde en de onzichtbare voorpost verdween uit zicht, alsof ze nooit waren gestopt. Black maakte het zich zo gemakkelijk mogelijk. Hij sloot zijn ogen, maar dit keer viel hij niet in slaap.
70
De vallei 70 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Vega X-Ray, dit is Cyclone Mobile, over.’ De stem van de sergeant, die de naam van hun bestemming doorgaf via de radio, deed Black opschrikken uit zijn slaap. Hij drukte op het lichtknopje van zijn digitale horloge. Alweer anderhalf uur door de regen geboemeld. Hoe verder ze kwamen, hoe hobbeliger de rit en hoe langzamer ze vorderden. De sergeant drukte op de knop van de microfoon en probeerde zijn oproep opnieuw. Er ging enige tijd voorbij terwijl het signaal dansend tussen de winderige pieken en rotswanden door de duisternis werd gejaagd. Black vroeg zich af hoe ver ze nog van de voorpost verwijderd waren, hoeveel bergpassen en haarspeldbochten er nog kwamen. Het konvooi ploeterde voort door de modder. Er klonk geruis over de radio. ‘Cyclone Mobile, dit is Vega X-Ray,’ kwam de krakerige boodschap terug. X-Ray betekende een commandopost of ops-center. De stem aan de andere kant was waarschijnlijk van de soldaat die de nachtdienst moest draaien in de radiokamer van Vega. De sergeant drukte op de knop van de microfoon. ‘Cyclone Mobile in aantocht, zes voertuigen, vijfentwintig man. Checkpoint Grapevine, tijd: nu.’ ‘Roger,’ klonk de stem door de ruis en interferentie. Een checkpoint in het leger betekende niet altijd wat je zou denken. In dit geval was het simpelweg een referentiepunt op de kaart, zodat het hoofdkwartier de voortgang van het konvooi in de gaten kon houden. Black wilde juist vragen waar Grapevine naar verwees, toen de sergeant naar de schutter achter het boordwapen begon te roepen. ‘Evans!’ ‘Sergeant!’ klonk het van boven. ‘Naar binnen!’ Evans liet zich zakken en plofte in de passagiersstoel aan de andere kant van het wapenstation. Hij was doorweekt. De sergeant richtte zich tot de chauffeur. ‘Go!’ De jongen trok een handschoen uit en drukte iets in op het plafond. Het schermpje van een mp3-speler lichtte hemelsblauw op, waarna hij iets leek te selecteren. 71
De vallei 71 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Een explosie van geluid. Black schrok op. In alle vier de hoeken van de Humvee waren speakers gemonteerd. Tegen de voorschriften in, maar het werd gedaan. Black had ze tot nu toe niet opgemerkt. Een overduidelijk oude opname van een rocknummer schalde door het verduisterde compartiment. De gitarist herhaalde continu drie losse noten, telkens wat hoger, en stapelde dissonantie op dissonantie totdat alle toonladders doorlopen waren en hij weer bij de lage tonen begon. Een strijkerssectie kronkelde als een slang door de gitaarriff. Op een andere track klonken de bass drum en de snaredrum, die slechts om de paar maten gelijkliepen met de gitaar. Black zag een duizelingwekkende, eindeloze, brede trap voor zich die door grotgewelven omhoogklom naar een donkere hemel. Het nummer beviel hem wel. De boordschutter zocht en vond zijn stoelriem. Hij gespte zich vast, klapte zijn nachtzichtkijker omhoog en leunde naar achteren, de ogen gesloten. ‘Wat is dit?’ riep Black. De soldaat opende zijn ogen en keek hem niet-begrijpend aan. ‘Meent u dat nou, luitenant?’ riep hij. ‘Kashmir?’ Black besloot van onderwerp te veranderen. ‘Waarom “Grapevine”? Ik zie weinig druiventrossen hier.’ De jongen reikte naar zijn helm, ontkoppelde zijn nachtzichtkijker en gaf hem aan Black. Die bevestigde hem aan zijn eigen helm en keek om zich heen. De soldaat, die nu groen en wit licht gaf, gebaarde naar het linkerraampje. Black deed zijn stoelriem losser, boog opzij en probeerde langs zijn buurman te kijken. Hij zag niets. Op een paar honderd meter afstand meende hij de wand van de vallei te zien, maar door de regen wist hij het niet zeker. Hij boog nog wat verder opzij, en toen zag hij het. Een meter links van de Humvee hield de weg ineens op. Stenen en zand maakten plaats voor leegte, met daarachter duisternis. Hij wees. ‘Wat is dat?’ ‘Rivier,’ antwoordde de schutter. Black huiverde, ging weer zitten en gespte zich vast. Hij keek door de voorruit. 72
De vallei 72 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ze reden vlak langs een bergflank – of eigenlijk een afgrond – over een heel smalle zandweg. De weg was amper breed genoeg voor het konvooi. Rechts verhief zich een rotswand, links was de diepte. Om in deze omstandigheden een aanhanger mee te slepen was gekkenwerk. De boordschutter las Blacks gedachten en wees naar de afgrond. ‘Bevoorradingstruck,’ riep hij. ‘Plus een Humvee met volle bezetting,’ riep de sergeant boven de muziek uit. ‘Twee keer zelfs,’ voegde de schutter toe. ‘En ook nog eens keer een heli,’ riep de chauffeur, waarop de sergeant hem toebeet zijn kop te houden en op de weg te letten. Ze reden stapvoets nu. De angstaanjagende weg slingerde omhoog en naar links, verder omhoog en weer naar rechts. Het leek alsof hij een bocht maakte om het nachtelijke zwerk zelf. Black begreep nu waarom de schutter naar binnen was geroepen. Dat was niet om te voorkomen dat hij onder de Humvee terecht zou komen in het geval die op zijn dak zou rollen. Rollen kon hier domweg niet. De gedachte was dat alle lichamen zo op één enkele plek geborgen konden worden. Hij trok de nachtzichtkijker van zijn helm en gaf hem terug aan de schutter, die hem op zijn eigen helm in opgeklapte positie vastklikte. Het was duidelijk dat hij zelf geen behoefte had om naar buiten te kijken. Black was blij dat hij zijn eigen nachtzichtkijker in zijn rugzak had laten zitten. Ook nu las de schutter zijn gedachten. ‘Beter zo, lt,’ riep hij, waarop hij weer ging zitten en zijn ogen sloot. Zijn hoofd knikte mee met de maat van de muziek. ‘Vega X-Ray, dit is Cyclone Mobile, over.’ ‘Cyclone Mobile, Vega X-Ray.’ De verbinding was beter nu. ‘We passeren Checkpoint Two, tijd: nu.’ ‘Roger.’ ‘Evans!’ riep de sergeant weer naar de boordschutter. ‘Sergeant!’ ‘Wakker worden!’ De schutter laadde de grote .50 mitrailleur. De sergeant keek over zijn schouder. 73
De vallei 73 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Oké, luitenant. Zodra we bij Vega zijn, is het erin en eruit. We stoppen alleen om de aanhangers te ontkoppelen en te keren.’ ‘Begrepen.’ ‘Dat betekent dus dat u als de sodemieter de billen moet lichten.’ ‘Begrepen.’ Black leunde naar voren en tuurde langs de sergeant en chauffeur. Enkel duisternis. De sergeant zag hem vanuit zijn ooghoek kijken. Nu was het zijn beurt om zijn nachtzichtkijker te ontkoppelen. Zonder iets te zeggen gaf hij hem door naar achteren. ‘Nergens tegenaan rijden nu, Nelson,’ zei hij tegen de chauffeur. ‘Roger, sergeant.’ Black nam de kijker aan en hield hem voor zijn ogen. De wereld werd weer groen en helder. Hij zag vage bandensporen. De Humvee had nu meer ruimte, maar in wezen reden ze crosscountry, met links, waar de rivier moest zijn, een zwarte leegte. Rechts schoot de grond steil omhoog. Ze reden langs de rechterwand van de Vallei en klommen langzaam. Na de volgende bocht, recht vóór hem, zag hij het. Pelotonsbase Vega was gesitueerd op de flank van de berg, zo hoog boven de aanrijroute als het terrein toeliet. Boven de blast walls en lage onderkomens van de basis begon de helling ineens flink op te lopen. De basis was vatbaar voor beschietingen vanaf de andere rivieroever en de steile bergflanken achter de basis. Hooggelegen terrein aan alle kanten, zonder dat je goed zicht had op wie of wat er van de bergen omlaag kwam. Alles bij elkaar genomen was het een bijzonder slecht gekozen locatie. ‘Die moet ik terug hebben, lt.’ Black gaf de nachtzichtkijker aan de sergeant. Hij leunde achterover. Op het moment kon hij weinig anders meer doen dan wachten op het teken om uit te stappen. De Humvees remden af en maakten een bocht, waarna ze heuvelopwaarts begonnen te ploeteren. Na een aantal minuten pakte de sergeant een andere microfoon. ‘Fighting Fours X-Ray, dit is Cyclone Mobile.’ Seconden verstreken. ‘Cyclone Mobile, Fighting Fours X-Ray.’ De bevestiging van het hoofdkwartier van 3/44 – de ‘Fighting Fours’ – op fob Omaha was zwak en stoorde flink. Black besefte dat ze via verschil74
De vallei 74 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
lende relayeerstations tussen het konvooi en Omaha communiceerden, over de pieken en de vlakte naar de antennes op Radio Hill. ‘Roger, Cyclone Mobile, rally point Vega, tijd: nu.’ ‘Roger, Cyclone Mobile, rally point Vega, tijd: nu.’ De sergeant legde de microfoon neer. Het terrein vlakte af. Black voelde de Humvee optrekken en een scherpe bocht naar links maken, zodat hij tegen het portier werd gedrukt. Hij legde een hand op zijn geweer en maakte de stoelriem los. De Humvee remde plotseling af. ‘Nu, luitenant,’ riep de sergeant. ‘Bedankt voor de lift.’ ‘Ahoea,’ luidde het vlakke antwoord. De Humvee kwam tot stilstand. Black trok de klink omhoog en duwde met zijn schouder het zware portier open. Koele lucht. Zijn kisten zakten weg in de modder. Hij draaide zich om, maar voordat hij het portier kon dichtdoen, drong iemand zich langs hem heen om in te stappen. Iemand die naar huis mocht. Mazzelpik. Te midden van het rumoer probeerde Black zich in het zwakke licht te oriënteren. Hij stond op een soort binnenplaats. Zo’n vijfentwintig tot dertig meter in het vierkant, met lage gebouwen en Hesco-containers langs elke zijde, met uitzondering van een enkele in- en uitrit die amper breder was dan een Humvee. Hij zag nergens duidelijke lichtbronnen. De eerste drie voertuigen van het konvooi hadden een ruime u-bocht gemaakt voordat ze tot stilstand waren gekomen en stonden nu in een halve cirkel tegenover de uitrit opgesteld. De achterste voertuigen hadden zich losgemaakt van de rest en zichzelf met de souplesse van een stel luchtacrobaten naast elkaar gemanoeuvreerd om de aanhangers vlak naast een blast wall te kunnen parkeren. Nog voordat ze tot stilstand waren gekomen, zwaaiden de achterportieren al open en sprongen er twee soldaten uit om de aanhangers te ontkoppelen. Enkele tellen later hadden ze het tegenovergestelde gedaan met drie lege aanhangers die al klaarstonden voor het konvooi. Daarna sprongen ze weer in de Humvees, die meteen in beweging kwamen en zich in formatie opstelden. De voorste voertuigen waren al op weg naar de uitgang. Het was overduidelijk een goed geoefende exercitie, die niet langer dan 75
De vallei 75 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
negentig seconden in beslag had genomen. Kennelijk waren er in het verleden konvooien beschoten. De laatste Humvee passeerde Black en ploeterde door de modder naar de uitgang. Voordat hij goed en wel doorhad wat er was gebeurd, zag hij het konvooi langs de blast walls rijden en in de duisternis verdwijnen. Pas op dat moment besefte hij dat iemand zijn rugzak uit de Humvee had geladen en in de modder naast hem neer had gegooid. Het geluid van de motoren stierf weg. Black keek om zich heen. De regen was afgenomen, de gierende wind geluwd. Maanlicht brak door het wolkendek en wierp korte schaduwen. Hij kon de gebouwen nu beter onderscheiden. Langs de gehele lengte was een soort luifel of overkapping bevestigd om een overdekte passage te creëren. Daaronder, op regelmatige afstand van elkaar, lonkten verduisterde deuropeningen. Op andere plekken waren er doorgangen in de blast walls vrijgelaten, die hoogstwaarschijnlijk naar andere delen van de voorpost leidden. Hij zag nergens licht en hoorde geen enkel geluid, behalve het gefluister van de wind die door de bomen op de berghelling boven hem blies. Ze hadden hem aan zijn lot overgelaten. Typisch. Hij keek nogmaals om zich heen. De binnenplaats was leeg en stil. Hij had niet direct op een ontvangstcomité gerekend, maar íémand zou fijn zijn geweest. Black slaakte een onhoorbare zucht. ‘Typisch,’ zei hij hardop, een fractie van een seconde voordat de vuist zijn rechterwang raakte en hem dusdanig deed duizelen dat hij niet zag hoe de donkere schaduw uithaalde naar zijn maagstreek. Door die stoot liet hij zijn geweer uit zijn handen vallen en viel hij achterover in de modder. Degene die de taliban Tajumal noemden, stond op zodra het gerommel van bommen in de verte hoorbaar werd. Tajumal kleedde zich haastig aan en bekeek zichzelf in de gebarsten spiegelscherf die aan de met leem dichtgesmeerde muur hing. De spiegel was van een Amerikaans militair voertuig gehaald. Tajumal zag het gezicht van een jongen, twaalf jaar oud misschien, shawl om het hoofd gebonden, die vanonder een capuchon terugkeek. Voor u, vader, voor jou, broertje. 76
De vallei 76 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Telkens als ze kwamen, lieten ze bommen regenen op de bewoners van de Vallei. Een duidelijker signaal was er niet. Hun domheid zou gauw worden bestraft. Maar nu was het tijd om te kijken. Leid mij, vader. Laat me zien wat ik moet zien. Op kousenvoeten door het kleine stenen huisje, langs de plek waar moeder sliep. Het gordijn dat bij de deuropening de regen buiten moest houden, ruiste nauwelijks toen Tajumal de nacht in glipte.
77
De vallei 77 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
7
‘H
arakat makawa! ’ Het gezicht bevond zich op centimeters van dat van Black en schreeuwde met opengesperde ogen iets in het Pasjtoe. Door het gewicht op zijn borstkas werd hij dieper in de modder gedrukt. ‘Harakat makawa! ’ Spuug spatte op zijn huid. De harde loop van een pistool drukte tegen zijn linkerslaap. Een onderarm probeerde zijn kin omhoog te duwen om de hals te ontbloten. Black probeerde zich te verzetten, maar tevergeefs; zijn hakken trokken geulen in de modder. ‘Moekwawamat makawaje!’ Alleen omdat hij in paniek zijn hals probeerde te beschermen door zijn kin omlaag te duwen, ving Black een glimp op van zijn aanvaller. Het duurde even voordat hij besefte wat hij zag. Een elleboog duwde zijn kin weer omhoog en gorgelend wist hij het enige woord uit te brengen dat hem te binnen viel. ‘Amerikaans!’ Het gewicht op zijn borstkas werd niet minder, maar de verwilderde ogen schoten nu over Blacks tenue. ‘Zeg wat!’ riep zijn aanvaller. ‘Zodat ik weet wie je bent!’ ‘Amerikaans!’ sputterde Black opnieuw. ‘Ga van me af!’ Zijn aanvaller ging rechtop zitten. Zijn ene hand drukte Black nog steeds tegen de grond, terwijl zijn andere hand het pistool op zijn hals richtte. Zijn ogen bleven hangen op Blacks borstkas. Hij rukte Blacks kinriempje los, waarna hij de helm van zijn hoofd trok. De benen van de man verslapten hun ijzeren greep rond Blacks middel. Woedend gooide hij zijn armen in de lucht. ‘Godverdomme, luitenant! Wat maak je me nou?!’ 78
De vallei 78 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij plantte een gevechtslaars in de modder, kwam langzaam overeind en borg zijn pistool op in de holster. Black bleef hijgend liggen. ‘Verdomme! Ik dacht dat je een van die klootzakken was.’ Hij gebaarde naar de duisternis, naar de bergen. De man was niet opvallend lang, maar had het figuur van een beroepsworstelaar. Overduidelijk een sergeant, geen gewone soldaat. Hij beende om de nog altijd liggende Black heen en raapte diens helm op uit de modder. Hij bood zijn vrije hand aan, die geaccepteerd werd door Black. Met scherfvest, uitrusting en munitie woog hij zo’n honderdtwintig kilo. De sergeant trok hem met gemak overeind. Black wankelde. De achterzijde van zijn lichaam was van top tot teen besmeurd met modder. ‘Sorry,’ hijgde hij. ‘U hoeft zich echt niet te verontschuldigen,’ beet de man hem toe. ‘Ik stond op het punt een kogel door uw kop te jagen.’ Hij droeg gevechtslaarzen en een camouflagebroek, vastgesnoerd met een bruine koppelriem. Beide waren nu besmeurd met modder. Het voorgeschreven beige t-shirt, waar twee identiteitsplaatjes op bungelden, zat onder zijn riem gepropt. Black zag de spieren van zijn bovenarmen bollen. Happend naar adem spuugde Black bruin speeksel uit. Met zijn duim gebaarde hij over zijn schouder. ‘Ik ben met het konvooi gekomen.’ ‘Ja, dat snap ik,’ zei de man geïrriteerd, alsof Black dacht dat hij traag van begrip was. ‘Niemand heeft tegen me gezegd dat we bezoekers zouden krijgen.’ ‘Ik ben de enige.’ ‘Goh, luitenant, weet u dat zeker?’ zei hij sarcastisch. ‘Geen andere mysterieuze luitenants die nu door mijn voorpost zwerven?’ Hij had zijn handen vragend in de lucht gestoken en keek ostentatief in de rondte. Black negeerde de schimpscheut. De man speurde de grond af, nog altijd geïrriteerd. ‘Waar is uw wapen?’ vroeg hij kortaf. Black kwam weer op adem, keek om zich heen en zag zijn geweer op een paar passen afstand liggen. Hij sjokte ernaartoe en raapte het op. Het zat onder de modder en kon waarschijnlijk niet worden gebruikt voordat hij het had schoongemaakt. ‘Oké, gevonden. Maar kom mee, voordat u echt een kogel door uw kop krijgt.’ 79
De vallei 79 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black keek naar de bergen. De sergeant tilde zijn rugzak op en droeg hem naar de overdekte passage die de binnenplaats omringde. Black volgde hem. Zodra hij onder de overkapping was gestapt, dumpte de sergeant de rugzak voor zijn voeten. Zijn gastheer ademde langzaam uit en kwam tot rust; de spanning leek uit zijn lichaam te vloeien. Hij inspecteerde Black van top tot teen. ‘Nou dan,’ zei hij. ‘Wie bent u in godsnaam, luitenant?’ ‘De 15-6-officier,’ antwoordde Black. ‘Vijftien-wat?’ ‘Vijftien-zes. Ik ben de officier belast met het onderzoek.’ De sergeant keek hem niet-begrijpend aan. ‘Welk onderzoek?’ ‘De schietpartij in het dorp.’ De sergeant staarde Black enige tellen wezenloos aan. Toen hij eindelijk iets zei, klonk hij ernstig, beschuldigend. ‘Wélke schietpartij in het dorp, luitenant?’ ‘De waarschuwingsschoten.’ ‘De waarschuwingsschoten,’ papegaaide de sergeant. ‘Inderdaad.’ De man raakte weer geïrriteerd. ‘Het spijt me als ik me wat sterk uitdruk, luitenant, maar waar hebt u het godverdomme over?’ ‘De waarschuwingsschoten op de drieëntwintigste van de vorige maand. Om de menigte uiteen te drijven.’ De sergeant keek hem verdwaasd aan, om zich na enige tijd weer te focussen. ‘Wacht even,’ zei hij. ‘Bedoelt u dat gedoe met die geit? Die gast met die kogelgaten in z’n modderhut?’ ‘Dat, ja. Iemand uit het dorp heeft geklaagd bij een cimic-officier.’ ‘Iemand heeft geklaagd bij een cimic-officier,’ herhaalde de sergeant droogjes. ‘Inderdaad.’ ‘En dus...?’ ‘En die officier heeft het bij het brigadekantoor gemeld, waarop ik belast werd met het onderzoek.’ ‘En u bent helemaal van Omaha naar dit godvergeten oord gekomen voor een 15-6 over een kogelgat in een muur.’ 80
De vallei 80 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Klopt.’ Er volgde een tweede lange stilte waarin de sergeant hem verdwaasd aankeek. De man knipperde een paar keer met de ogen en algauw werd duidelijk dat hij zich moest inhouden om niet te gaan lachen. Een strijd die hij verloor. ‘Typisch weer iets voor het leger,’ grinnikte hij, hoofdschuddend. ‘Jij zegt het.’ ‘En dus,’ ging de sergeant opgewekt verder, hoewel zijn blik verhardde, ‘gaat u nu mijn mannen lastigvallen met vragen en verklaringen onder ede en al die bullshit.’ ‘Yep.’ De sergeant knikte. ‘Hm-mm. Dacht ik al.’ Hij spuugde op de grond. ‘Niks persoonlijks hoor, lt. U kunt het natuurlijk ook niet helpen dat ze u die 15-6 in de maag hebben gesplitst, maar hier noemen we het beestje graag bij de naam.’ ‘Ik begrijp het.’ ‘Oké.’ Hij staarde Black nog enkele tellen aan en leek uiteindelijk een besluit te nemen. ‘Maar goed,’ zei hij op zakelijke toon. ‘U blijft hier dus tot het konvooi van volgende week? Of sturen ze een helikopter zodra u klaar bent met uw Columbo-act?’ ‘Ik ben hier de hele week.’ De sergeant schudde zijn hoofd. ‘Oké dan,’ zei hij, en hij trok zijn schouders op. ‘Dat is mooi klote.’ ‘Yep.’ ‘Dan zult u ook wel een plek willen om te pitten.’ ‘Als het kan.’ De sergeant trok de walkietalkie van zijn riem en drukte op een knop. ‘Corelli.’ Er klonk een krakerige stem. ‘Present.’ ‘Kom even naar de binnenplaats.’ ‘Roger,’ zei de radio. ‘Miller zit op de pot.’ ‘Zodra die klaar is.’ 81
De vallei 81 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij haakte de walkietalkie aan zijn riem, plantte zijn vuisten op zijn heupen en bolde zijn wangen – wat te doen, wat te doen? Hij keek naar Black en stak zijn hand uit. ‘Caine.’ Black schudde hem de hand. ‘Black.’ ‘Ik heb de tweede geweergroep. Verwacht niet al te veel gesalueer hier.’ ‘Ik had al zo’n vermoeden.’ Caine grinnikte. ‘Uitstekend. Grote kans dat u wordt neergeschoten anders.’ Hij gebaarde naar de bergen. ‘Snipers lijken te denken dat een officier meer punten oplevert,’ zei hij met geveinsde verbazing. Hij beende naar een zelfgemaakt houten bankje dat een paar meter verderop tegen de muur stond. Hij ging zitten, zette zijn legerpet af en trok een sigaret en aansteker uit zijn heupzak. Hij wierp de pet op de bank. ‘Welkom in Vega, luitenant,’ zei hij, en hij knipte zijn aansteker aan. ‘U kunt die rugzak net zo goed afdoen. Miller neemt altijd z’n tijd als-ie moet schijten.’ Black liep naar het bankje en ging zwijgend naast de sergeant zitten, die zijn sigaret aanstak. In het geelrode schijnsel zag hij een vierkante kaak en ronde wangen, kortgeknipt blond haar en een open gezicht dat er zowel babyachtig als mannelijk uitzag. Hij kon zo poseren voor een kalender, als strenge legersergeant. Black schatte hem op dertig jaar. Caine bood hem een sigaret aan, die Black afsloeg. ‘Maar vertel, luitenant,’ zei Caine, en hij blies een wolk rook uit. ‘Waarom hebben ze juist u gekozen voor deze nobele taak?’ ‘Stom geluk.’ Caine snoof. ‘Toch opmerkelijk, hoe jullie officieren steeds weer nieuwe manieren verzinnen om elkaar wat te kunnen flikken.’ ‘Ik was gewoon aan de beurt.’ ‘Gelul.’ Caine borg zijn sigaretten en aansteker op en ging verder. ‘Niks persoonlijks hoor, luitenant, maar iemand heeft u wat geflikt, of u het nu weet of niet. Waarschijnlijk hebt u voorgedrongen in de rij voor ijs terwijl er een kolonel achter u stond.’ ‘Ik eet geen ijs.’ 82
De vallei 82 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Tuurlijk niet. Bij wijze van spreken dan. Ik vreet altijd die hele kantine leeg als ik terug ben in Omaha.’ ‘Wanneer was je er voor het laatst?’ ‘Drie maanden geleden? Iets in die richting. Kreeg zowaar een hele dag de tijd om wat vers bloed op te pikken, en toen meteen weer terug hiernaartoe, om heldendaden te verrichten.’ Hij nam een trek van zijn sigaret en blies de rook langzaam uit. ‘Wat riep je nou zonet?’ vroeg Black. Caine wapperde de rookwolk voor zijn gezicht weg. ‘Gewoon,’ zei hij, en hij trok zijn schouders op. ‘Je pikt wat op hier en daar. “Liggen”, “Laat je wapen vallen”, dat soort dingen.’ Hij nam nog een trek. ‘“Harder zuigen”.’ Hij grinnikte om zijn eigen grap en keek naar Black. ‘Hoe is het met uw wang?’ ‘Beurs.’ Black bewoog zijn kaak. Hij wilde er niet aan zitten waar Caine bij was. ‘Sorry,’ zei Caine op een toon die anders deed vermoeden. ‘Zoals ik al zei, niemand had me verteld dat u in aantocht was. Het zou niet de eerste keer zijn dat een van die zelfmoordgasten zich in Amerikaans legertenue naar binnen weet te werken om zichzelf op te blazen.’ Hij knikte naar de modderige binnenplaats. ‘Laatste keer was ook tijdens een konvooistop. Sloop door de poort terwijl de trucks werden uitgeladen.’ ‘Toch is het raar,’ zei Black. ‘Ik dacht dat ze jullie hadden ingelicht over mijn komst.’ ‘Misschien dat ze het tegen onze onverschrokken leider hebben gezegd,’ mompelde Caine. ‘Maar dan heeft-ie mij niks verteld.’ Hij had het overduidelijk over de jonge officier die de leiding had over het peloton, in naam tenminste. Black had zijn naam zien staan in het 15-6-dossier. ‘Luitenant... Pistone?’ ‘Niet “Pis-to-nie”,’ verbeterde Caine hem, ‘maar “Pis-tóón”.’ Hij blies rook uit. ‘Rijmend op “hoon”.’ ‘Ah.’ ‘Maar goed, dat is ’m inderdaad.’ De manier waarop hij het zei, vertelde Black alles wat hij moest weten over wat Caine, en waarschijnlijk ook de andere sergeants en soldaten 83
De vallei 83 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
in het peloton, precies van de luitenant vonden. ‘Het lijkt me het best als ik hem morgen al kan spreken,’ zei Black. Gayley had hem verteld dat Pistone zijn contactpersoon in Vega zou zijn. ‘Hij is er niet,’ antwoordde Caine door een wolk rook. ‘Wat?’ ‘Vertrokken met het konvooi. Verlof, of de commandant had hem nodig of zoiets.’ Black herinnerde zich de figuur die hem in het donker voorbij was gesneld om in de Humvee te stappen waar hij zojuist uit was gestapt. ‘Een grote tegenslag,’ zei Caine met uitgestreken gezicht. ‘Geen flauw idee hoe we de week moeten doorkomen zonder zijn supervisie en begeleiding.’ Black stond perplex. Een 15-6-onderzoek was een officierskwestie en hij had verwacht een en ander via de pelotonsleider te kunnen coördineren. ‘Wie is de pelotonssergeant?’ vroeg hij. De pelotonssergeant was de hoogste onderofficier in de eenheid. Hij stond direct onder de luitenant, maar in de praktijk was het de sergeant, en niet de officier, die de boel runde. ‘Dood.’ ‘O.’ ‘Je moet het doen met mij en sergeant Merrick,’ legde Caine uit. ‘Hij had de eerste geweergroep, maar heeft net zijn e-7 gekregen, en dus is hij nu waarnemend pelotonssergeant.’ ‘e-7’ was de administratieve benaming voor een sergeant-majoor. De strepen op zijn pet gaven aan dat Caine sergeant der eerste klasse was, één rang onder Merrick. ‘Maar we verdelen de taken min of meer,’ voegde Caine toe. ‘Ah.’ ‘Trouwens, Merrick zal wel blij zijn met u en uw onderzoek, luitenant.’ ‘Dat geloof ik best.’ Caine tikte de as van zijn sigaret op de stenen. ‘Hoe dan ook, wij hebben de leiding. Wij, een paar e-5’s’ – gewone sergeants – ‘en een stel soldaten, lekker aan het spartelen.’ ‘Spartelen’. Aan je lot worden overgelaten om een ondankbare, gevaarlijke klus te klaren, zonder back-up. ‘Begrepen.’ Caine keek hem aan. 84
De vallei 84 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Geen zorgen, lt,’ zei hij. ‘U kunt uw onderzoekje doen. U kunt met iedereen praten, zodat u uw verslagje kunt schrijven.’ ‘Fijn.’ ‘Maar dan wel wanneer wíj zeggen dat het kan, en zonder de operatie hier te verstoren.’ ‘Dat was ik ook niet van plan.’ ‘De jongens lopen al op hun tandvlees en hebben maten verloren,’ ging Caine verder. ‘Ze krijgen al amper tijd voor zichzelf en willen die dan niet besteden aan een of ander kloteonderzoek dat door een fobbit-officier is bekokstoofd.’ Hij nam nog een trek. ‘Niks persoonlijks.’ ‘Zo had ik het ook niet opgevat,’ antwoordde Black, maar de sergeant keek al langs hem heen. Black hoorde het geluid van voetstappen die op hen af kwamen gesneld, en keek opzij. ‘Eindelijk,’ zei Caine boos. ‘Zeg tegen Miller dat-ie meer vezels moet eten.’ ‘Ja, sergeant,’ luidde het serieuze antwoord. Voor hen stond een soldaat, de voeten iets uit elkaar en de handen achter de rug gevouwen, starend naar een onzichtbaar punt boven hun hoofd. Eerste rust – de houding die een soldaat aanneemt als hij tegen een sergeant spreekt. Hij was tenger, had blond, kortgeknipt haar, en zijn huid was bleek, ook in het weerkaatste maanlicht. Hij leek hooguit negentien jaar. Hij droeg het insigne van een gewone soldaat. Op de naampatch op zijn tenue stond corelli. Caine gooide zijn sigaret op de grond en drukte hem uit met zijn hak. Langzaam hief hij zijn gespierde lichaam van de bank. Ook Black ging staan. ‘Dit is luitenant Black,’ begon hij, maar voordat hij verder kon gaan, schoten Corelli’s ogen van het punt in de verte naar het midden van Blacks borstkas, waar de patch met luitenantsstreep op zijn tenue was bevestigd. Terwijl hij zijn voeten tegen elkaar klapte een salueerde, schoten zijn ogen weer naar voren. ‘Doe verdomme die arm omlaag,’ riep Caine, en hij begon zo wild met zijn eigen arm te zwaaien dat Black even dacht dat hij de soldaat een mep wilde verkopen. Afgaande op zijn schrikreactie dacht Corelli hetzelfde. ‘Ik heb het gezegd, luitenant Pistone heeft het gezegd, niet salueren 85
De vallei 85 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
hier!’ beet Caine hem toe. ‘Dacht je dat dat soms anders was als er een andere luitenant voor je staat?’ ‘Nee, sergeant!’ antwoordde de beteuterde Corelli, die weer in zijn vorige houding was gaan staan. ‘Waar waren we,’ ging Caine verder, nadrukkelijk en langzaam pratend, alsof Corelli nogal traag van begrip was. ‘Dit is dus luitenant Black. Hij is overgekomen van Omaha. Hij blijft hier een week. Hij doet onderzoek conform procedure vijftien-streep-zes. En hij heeft een plek nodig om te maffen.’ Hij wees naar Blacks rugzak. ‘Neem die mee, haal de loper en berg zijn spullen op in luitenant Pistones kot.’ ‘Loper’ was sergeantstaal voor betonschaar. Alles in het leger werd achter slot en grendel opgeborgen, maar degene met de sleutel was niet altijd in beschikbaar. Sergeants moesten dan ook aardig wat sloten open knippen. ‘Sergeant?’ Corelli’s stem verraadde twijfel. Black begreep het wel. Ook een pelotonsleider die door niemand wordt gerespecteerd, is nog altijd een officier. Corelli voelde er weinig voor om zich toegang tot zijn verblijf te verschaffen. ‘Ben ik soms niet duidelijk?’ riep Caine. Corelli kromp weer ineen. ‘Hij gebruikt zijn kot niet meer! Neem de spullen van de luitenant mee!’ ‘Begrepen, sergeant!’ Corelli haastte zich om Blacks rugzak op te pakken. Van Black hoefde het niet, en het was ook niet nodig, maar hij meende dat dit niet het juiste moment was om er wat van te zeggen. ‘Neem zijn geweer ook mee,’ zei Caine, en hij strekte zijn arm uit. Dit keer merkte hij Blacks aarzeling op. ‘Zo onder de modder hebt u er weinig aan, luitenant. En u hebt uw pistool nog.’ Hij gebaarde naar de holster op Blacks heup, die vreemd genoeg brandschoon was gebleven. Blacks geweer was ontegenzeggelijk onbruikbaar op het moment. Hij overhandigde het wapen aan Caine, die het aan Corelli gaf. ‘Berg hem samen op met die rugzak,’ instrueerde Caine de jonge soldaat. Corelli maakte aanstalten om weg te lopen. 86
De vallei 86 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Of eigenlijk,’ zei Caine, alsof hij zojuist een ingeving kreeg, ‘neem hem mee naar de wapenkamer en maak hem daar schoon. Daarna mag je hem opbergen.’ ‘Begrepen, ser...’ ‘Ik maak hem zelf wel schoon,’ onderbrak Black hem. Alleen de schofterigste schoft van een officier zou er ooit mee instemmen een soldaat zijn wapen te laten schoonmaken. ‘Kijk aan,’ zei Caine tegen Corelli, de blik op Black gericht. ‘De luitenant maakt graag zelf zijn wapen schoon.’ Hij leunde tegen de muur. ‘Berg zijn modderige wapen op in het kantoor.’ Corelli bevestigde het bevel te hebben begrepen, ogenschijnlijk opgelucht dat hij mocht inrukken. Hij keek nog even snel naar Black en maakte zich toen door de verduisterde doorgang uit de voeten. Caine richtte zich weer tot Black. ‘Onze padvinder van dienst,’ legde hij uit. ‘Superreligieus. Maar wel een goeie soldaat. Ik heb hem op de wapenkamer gezet omdat hij zowaar kan tellen. In tegenstelling tot de meesten hier.’ Black knikte. ‘Het lijkt me wel gepast om u in het verblijf van de lt onder te brengen. Een van de weinige privébedden die we hier hebben.’ Black vond het prima. Caine rekte zich uit. ‘Maar jezus, luitenant, dan kan ik u net zo goed een rondleiding geven.’ Tajumal keek toe terwijl de twee Amerikanen tussen de gebouwen van de basis verdwenen, kroop toen achterwaarts de bosjes in en leunde tegen een rots. Stof tot nadenken. Waarom vochten ze met elkaar? Die was makkelijk. De ene Amerikaan had iets geroepen tegen de ander. Niet in de taal van Tajumal. In de handelstaal van de steden, die Tajumal ook kon verstaan. Hij dacht dat de ander een van ons was, ook al droeg hij de kleren van een Amerikaanse soldaat. De Amerikanen waren voorbereid op deze tactiek. Tajumal zwol van trots. Zoals ik al tegen Kadir had gezegd. 87
De vallei 87 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Stomme Kadir, die nu waarschijnlijk op de tegenoverliggende helling lag, hoger en meer naar rechts, zijn geweer op de verkeerde kant van de Amerikaanse basis gericht. Onbezonnen Kadir, met zijn voorspelbare plannetjes, die dacht dat de taliban hem zouden respecteren als hij maar genoeg Amerikanen zou neerschieten die dom genoeg waren om ongedekt rond te lopen, of als hij zichzelf zou opblazen, net als de allerdomste Arabische moedjahedien. Waarom zouden ze respect hebben voor een jongen die alleen de domste en minst waardevolle Amerikanen kan doden? Kadir, die Tajumal als een kind behandelde omdat hij wel vijf jaar ouder was. Die wist waar de basis van de Amerikanen lag, maar weinig anders. Wiens grootste daad zou zijn om zijn leven in stukken op de berg te beëindigen. Die er waarschijnlijk niet eens in zou slagen om Amerikanen op te blazen, omdat ze hem al van ver zouden zien aankomen. Kadir weet niet wat ik allemaal kan. Hij weet niet wie ik ben. Hij ziet alleen een nutteloze jongen rondkruipen op de berg, een berg die hij als de zijne beschouwt. Maar hij zal het zien. De taliban zullen het zien, en de Amerikanen. Toch had Kadir zo zijn nut. Hij had informatie die Tajumal nodig had. Alleen wist Kadir niet wat hij met die informatie moest doen. Ik wel. De echte strijd tegen de Amerikanen was een strijd der geesten. Daarom kijk ik, en blijf ik kijken totdat ik weet wat ik moet weten. En nu heb ik het gezien. Vader, u hebt mij geleid. Moge u trots zijn in het Paradijs. En moge Soeraf met Gods zegen onbezorgd spelen in uw nabijheid, en moge u uw vingers door zijn haar strijken zoals u ze ooit door mijn haar streek, en moge hij liefdevol naar u opkijken, voor altijd. Alleen Tajumal was de basis dicht genoeg genaderd om het geschreeuw te horen, wat duidelijk maakte dat Kadirs nieuwste plan zinloos was. Alleen Tajumal was blijven liggen en niet weggevlucht toen de voertuigen aankwamen, zoals Kadir had gedaan. En alleen Tajumal had gezien wat veel belangrijker was, dat wat Kadir niet had gezien, omdat hij daar in het donker aan de verkeerde kant van de vallei lag. Het saluut. Alleen Tajumal wist wat de anderen niet konden weten. Wat nieuwe hoop zou schenken. De officier is terug. Dank u vader, God zij geloofd. 88
De vallei 88 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
8
D
e post was groter dan hij had verwacht. Maar bijna nergens was openlucht te zien. Hij had de gebruikelijke indeling voor zulke geïsoleerde voorposten verwacht: gebouwen, bijgebouwen en fortificaties verspreid over een klein stuk open land, omringd door een berm of misschien concertina. Maar toen ze de verschillende secties van de uitgestrekte compound doorkruisten, liepen Black en Caine bijna continu onder een soort overkapping. Een groot deel van de post was overdekt. Het was begonnen zoals met de meeste pelotonsbases, legde Caine uit tijdens het lopen. Voordat de Amerikanen kwamen, stond er al een gebouw, hoog op de berg. De grote, solide woning van een talib-stamhoofd. Een woonstede die ook gebruikt werd voor bijeenkomsten. Caine had in de allereerste eenheid gezeten die ter plaatse kwam. ‘Dertien maanden geleden,’ zei hij, terwijl hij met echoënde voetstappen naast Black liep. ‘Toen we nog gewend waren aan het luxeleventje in Omaha, net als jullie.’ Black zweeg. ‘Maar toen werden we naar de Vallei gestuurd,’ ging Caine verder. ‘Niemand van ons die ooit zo ver was geweest. We waren op zoek naar een goede locatie voor een base, om de routes van die geschifte jihadi’s uit Pakistan af te snijden.’ Hij wees door de muur. ‘Een stukje terug ligt een dorp. We rukten op door de Vallei, stuitten op dat dorpje en vroegen: waar is de opper-talib? Waarop zij bergop wezen. Wij dus met een geweergroep op verkenning, totdat we bij het huis van die gast kwamen, gewoon, midden op de berghelling, achter een muur, en verder niks. Een villa zelfs.’ 89
De vallei 89 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij schudde zijn hoofd. ‘Met voldoende privacy, ongetwijfeld.’ Ze liepen nu door een gangetje van triplex. Tl-balken waren opgehangen waar wand en plafond, ook van triplex, samenkwamen. Ergens aan de andere kant van de wand stond een generator vredig te brommen. ‘Maar goed, blijkbaar had hij ons niet verwacht, want er stonden maar twee of drie bewakers. En die maakten het ons gemakkelijk, aangezien ze meteen begonnen te schieten, dus we hoefden ons niet eens af te vragen of we die gast gevangen moesten nemen of wat? We doodden de bewakers, en daarna doodden we die talib-gast omdat die ook begon te schieten.’ ‘Ging hij er niet vandoor?’ ‘Nee. Wat we nogal raar vonden, want we hadden verwacht dat-ie wel zijn billen zou lichten zodra hij ons zag komen. Maar hij bleef dus plakken. Geweer in de ene hand, pistool in de andere. Ging glorieus ten onder, billen en al.’ Hij grinnikte om zijn eigen grap terwijl ze de hoek omsloegen en het triplex gangetje achter zich lieten. Ze liepen nu over beton. De wanden van deze doorgang waren hard en koud. Ergens blies de wind door een scheurtje, wat een fluitend geluid gaf. ‘Daarna meldden we het bij de commandopost. Zeiden dat we een groot huis hadden gevonden. En met huis bedoel ik baksteen en cement en zo, en tegels.’ Hij bonsde op de muur tijdens het lopen. Black zag dat het kale betonblokken waren. ‘Goed gebouwd,’ ging Caine verder. ‘Niet al die losse stenen, zoals ze hier in al die bouwvallen gebruiken. Maar wij dus melden dat we dat huis gevonden hadden en of we er wat mee moesten. Zegt cp: positie houden.’ Ze beklommen een triplex trappetje. ‘Wij dus, voor hoelang? Zij: totdat jullie worden afgelost.’ ‘En hoelang was dat?’ ‘Twee weken,’ antwoordde Caine smalend. ‘Twee weken lang in dat klotehuis, zonder enige voorbereiding. Het peloton was nog niets eens volledig bezet, ook niet met de geweergroep in het dorp, die onder leiding stond van sergeant Merrick. Hij was er ook.’ ‘En toen?’ ‘We riepen Merricks geweergroep op en zeiden dat ze zo snel mogelijk moesten komen, wat ze ook deden, waarop we ons verschansten voor de nacht. Doodsbang natuurlijk. We hebben geen oog dicht gedaan, aange90
De vallei 90 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
zien de jongens de hele nacht bezig waren met loopgraven, mitrailleurposities, Claymores enzovoort.’ ‘Wauw,’ zei Black, en hij meende het. De moderne krijgsmacht deed tegenwoordig al het mogelijke om te voorkomen dat soldaten belandden in ongeplande, oncontroleerbare, nietwinbare houtje-touwtjesituaties die in vroegere, meer hopeloze oorlogen vaker voorkwamen. Tegenwoordig was dat een goede manier voor officieren om ontheven te worden uit hun functie en aangeklaagd te worden wegens plichtsverzuim. Ze hielden halt bij een lage deur waarop iemand met sjabloon en zwarte spuitverf cp had geschilderd. Caine duwde de triplex deur met zijn voet open en bukte om zijn hoofd naar binnen te kunnen steken. Black deed hetzelfde. Ze werden begroet door knipperende lichtjes en het gesnor van een ventilator. De commandopost. In feite de radiokamer. Vierkant, opgetrokken uit betonblokken, misschien drie bij drie meter, geen ramen. De vloer lag een paar traptreden lager dan de gang. Aan de muren hingen grote topografische kaarten van de omgeving. In het midden van de ruimte stond een metalen bureau die een ‘l’ vormde met een tafel waarop meerdere rekken met radioapparatuur stonden. Vanuit deze ruimte kon de operator van dienst met de hele pelotonsbase communiceren, van de uitkijkposten tot de eerstehulppost, en met iedereen die op patrouille was, evenals het hoofdkwartier van 3/44 in Omaha. Het enige licht kwam van een bureaulamp en de knipperende groene displays van de radioapparatuur. De rest van de ruimte was gehuld in schaduwen en bleek leeg, met uitzondering van een kast met draagbare radio’s bij de muur en een brits in een donkere hoek aan de rechterkant. Twee mannen konden een hele nachtdienst draaien en om de beurt een uiltje knappen. Achter het bureau met radioapparatuur zat een voorovergebogen, duidelijk vermoeide soldaat in camouflagebroek en beige shirt. Hij las een paperback met op de kaft een ruimteschip dat de peilloze ruimte doorkruiste. ‘Hé, highspeed,’ zei Caine kortaf. Highspeed. Die tijdloze legerterm voor het onberispelijke strebertje. De term kon in alle ernst of sarcastisch worden gebruikt, en dat laatste was hier blijkbaar het geval, de sjofele uitstraling van de soldaat in aanmerking genomen. ‘Dit is luitenant Black.’ 91
De vallei 91 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De ogen van de soldaat schoten opzij, registreerden Blacks aanwezigheid en schoten weer terug. Hij verroerde verder geen vin. Waarschijnlijk vroeg hij zich af wanneer zijn maatje zou terugkomen van de latrine, de vreetschuur of wat dan ook, zodat hij weer gestrekt kon gaan. ‘Ahoea,’ mompelde hij. Caine trok zijn hoofd weer naar buiten en liet de deur dichtvallen. Hij liep verder. ‘“Wauw” is het juiste woord,’ zei hij, om verder te gaan met zijn verhaal. ‘Het was een ouderwetse, Vietnam-vuurbasis-achtige, in-the-middle-ofnowhere-hopen-op-een-wonder-klotezooi zoals ik nog nooit heb meegemaakt.’ ‘Spartelen,’ suggereerde Black. ‘Spartelen, zeker.’ Caine haalde zijn neus op en spuugde in het zand. Ze liepen door een korte, onoverdekte doorgang met manshoge blast walls aan weerszijden. De doorgang fungeerde als sluis tussen twee gebouwen. Black kon de bomen en droge lucht ruiken. ‘Sommige jongens begonnen zelfs te bidden,’ zei hij, terwijl ze bukten om een andere sectie van het complex te kunnen betreden. ‘Ze schreven al hele spijtbetuigingen op de achterkant van hun rantsoendoos.’ De lucht werd weer aan het zicht onttrokken en was vochtiger nu. Elke doorgang leek van een andere combinatie van materialen te zijn opgetrokken. In de hoeken van dit labyrint, op regelmatige afstanden van elkaar, stonden munitiekistjes van verschillende afmetingen opgestapeld. ‘En denk niet dat we die nacht niet werden aangevallen, of alle daaropvolgende dagen,’ ging Caine verder. ‘Twee weken, zeven doden en bijna iedereen werd ten minste één keer geraakt.’ Black probeerde zich de wanhoop voor te stellen. Caine had gelijk; het was iets uit een andere tijd. ‘Ze moesten heli’s sturen om munitie, rantsoenen en water te droppen, elke dag weer. Maar we wisten onze positie te behouden. Na twee weken kwam de genie, ook met de helikopter...’ Hij spuugde uit minachting. ‘... om het huis te checken.’ De genie: troepen die gespecialiseerd waren in het aanleggen van tijdelijke wegen, bruggen en barricades, en het provisorisch verstevigen van bestaande bouwwerken. 92
De vallei 92 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wat zeiden ze?’ vroeg Black. Caine snoof. ‘Ze keken even rond, wreven over hun kin, trokken een serieus gezicht en zeiden: “Hm, echt metselwerk. Hm, draagmuren. Goeie basis.” Plus al die andere onzin die ik ze op dag één al via de radio had kunnen vertellen. Toen kwam de heli terug en vertrokken ze weer, en kwam het bericht dat dit de pelotonsbase zou worden. Dus bleven we nog vijf dagen zitten totdat het materiaal van de genie kwam.’ Caine legde uit hoe ze met het woonhuis begonnen en de stevige structuur van steen en cement als basis namen. Eerst bouwden ze versterkingen, waarbij ze ook de bestaande schuren en bijgebouwen gebruikten, waarna ze de bakstenen muur rond het complex bij het geheel trokken. Ze legden zandzakken voor de ramen en richtten op alle hoeken van het dak ‘kraaiennesten’ of uitkijkposten op. Toen kwamen de generatoren, de vrachtcontainers met spullen, Hesco’s voor rond de mortierkuil en het gebruikelijke materieel. Een en ander resulteerde in een keurige, kleine voorpost, een aantal gebouwen rond de villa van het stamhoofd, allemaal neergezet op een vlakke richel op de steile bergflank. Het bleek niet genoeg. Er lag te veel hoge grond omheen. De voorpost werd voortdurend bestookt. Het afgelopen jaar had men alles overdekt wat nog niet overdekt was. Tussen de gebouwen werden gefortificeerde gangen gecreëerd, buitenplaatsen werden omgebouwd tot binnenplaatsen, daken werden bedekt met zandzakken en overal werden Hesco’s neergezet. Een deel van het werk, het zware deel, was door de genie uitgevoerd nadat de sergeants en het hoofdkwartier van Vega daar herhaaldelijk op hadden aangedrongen. De rest was, stukje bij beetje, door de soldaten zelf gedaan. Inmiddels was de voorpost uitgegroeid tot een uitgestrekte lappendeken van doorgangen en kamertjes, een matroesjka-poppenhuis van ruimtes binnen ruimtes en uitbouwsels van bij elkaar getrokken bouwwerken. Een compound. Black was gefascineerd door de plek. Als je een hoek omsloeg, wist je nooit of je je nog in dezelfde ruimte bevond of heel ergens anders, in een geïmproviseerde aanbouw. Als je van buitenaf naar de compound keek, vermoedde hij, moest je goed je best doen om de oorspronkelijke villa nog te kunnen herkennen. 93
De vallei 93 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Caine vertelde dat ze nu liepen door wat eerder nog de hal en de salon van de villa waren geweest, daar waar het stamhoofd zijn gasten ontving. Black keek omlaag en zag grote, versierde vloertegels. ‘Waarom hebben ze de base Vega genoemd?’ vroeg hij. ‘Geen idee,’ antwoordde Caine. ‘Die namen worden door officieren verzonnen.’ Oké. ‘Ik zal u het dak laten zien, luitenant.’ Ze lieten de hal achter zich, sloegen de hoek om en liepen een donkere gang in. De enige verlichting kwam van groene glowsticks in een soort soepblikken die op regelmatige afstand van elkaar aan de muur waren bevestigd. Black zag geen versierde tegels meer; de vloer was ruwer nu. Hij voelde ook de temperatuur dalen. Ze kwamen uit bij een stenen trap die de duisternis in leidde. Caine inspecteerde Black. ‘Ik zie dat u een hoeklamp aan uw tenue hebt hangen, lt,’ zei hij, wijzend op Blacks borst. ‘Maar u snapt natuurlijk wel dat u dat ding niet moet aanzetten als we eenmaal boven zijn.’ Black staarde hem vol ongeloof aan. Caine trok zijn schouders op. ‘Luitenant, het zou u verbazen.’ Hij draaide zich om en kloste de trap op. Black volgde hem. Na een paar treden, bij een glowstick, boog de trap naar rechts. Black voelde een briesje van boven komen. Toen hij omhoogtuurde, zag hij de duisternis doorbroken worden door een zachte blauwe gloed. Ze kwamen op een kleine overloop waar de trap weer een knik maakte. De gloed kwam nu recht van voren, ongeveer op borsthoogte. Black zag dat het schijnsel vanachter een laken of gordijn kwam. Caine trok een hoek van het laken opzij. ‘Gebeurt er nog wat, Oswalt?’ Het gordijn hing voor een uitsparing in de muur op ongeveer één meter van de vloer. In de uitsparing bevond zich het kleinste kot dat Black ooit had gezien – een stenen nis van twee meter breed, één meter hoog en één meter diep. Aan beide kanten waren in het kale steen haken en betonspijkers gedreven, waaraan een toilettas en gaaszakjes met diverse persoonlijke spulletjes hingen. Een soort matras of matje was in de ruimte gepropt en op de ongelijke stenen ondergrond gelegd. 94
De vallei 94 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Op het matras, leunend tegen een paar kussens, lag een soldaat gekleed in trainingstenue. Op zijn draagbare dvd-speler speelde een actiefilm die Black niet kon thuisbrengen. Toen de soldaat zijn bezoekers opmerkte, trok hij de enorme koptelefoon van zijn hoofd, waarop een kakofonie van ingeblikte achtervolgingsgeluiden het trappenhuis vulde. ‘O, hallo, sergeant Caine.’ Hij had grote ogen en een jong gezicht, hoewel hij niet klein was en er voor de rest ouder uitzag dan twintig. Hij had grote, sterke handen en gemillimeterd haar. De licht verbaasde blik in zijn ogen was blijkbaar onderdeel van zijn gewone gelaatsuitdrukking. Zijn lage stem leek uit het binnenste van een met mos beklede holle boomstam te komen. Hij leek niet van zijn stuk gebracht door Blacks aanwezigheid en leek de luitenant zelfs amper op te merken. ‘Hallo, Oswalt,’ antwoordde Caine. ‘Waar kijk je naar?’ ‘Transporter 2. Dvd’tje van Hubbard.’ ‘Net zo goed als de eerste?’ ‘Zeker, sergeant.’ ‘Mooi.’ Caine liep weer door, gevolgd door Black. ‘Welterusten, Oswalt.’ ‘Welterusten, sergeant,’ antwoordde Oswalt, en hij zette zijn koptelefoon weer op. ‘Welterusten, luitenant.’ Black, verrast, mompelde ‘welterusten’ over zijn schouder terwijl hij samen met Caine verder liep. Caine zei niets, en dus besloot Black het maar op tafel te gooien. ‘Ik zag geen wapen in zijn kot.’ Soldaten op uitzending verloren hun wapen zelden uit het oog, of ze nou dienst hadden, zaten te eten of lagen te slapen. Caine snoof. ‘Aha, dus toch Columbo,’ zei hij. ‘Als onderzoeksofficier hebben ze aan u een goeie, luitenant.’ Black wachtte af. ‘Hij mag van ons zijn wapen in de wapenkamer opbergen als hij geen dienst heeft,’ legde de sergeant uit. Ze liepen verder. ‘Oswalt is een speciaal geval,’ zei Caine uiteindelijk. Black dacht hier even over na. ‘Verwonding aan het hoofd, of gewoon speciaal?’ 95
De vallei 95 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Gewoon speciaal,’ antwoordde Caine kortaf. ‘Vraag me niet hoe hij door de keuring is gekomen, maar zo is het nou eenmaal.’ Black zag de trap weer een knik maken. Hij rook pijnbomen. ‘De landmacht keurt blijkbaar alles en iedereen goed,’ verzuchtte sergeant Caine. ‘Blijkbaar.’ ‘Begrijp me niet verkeerd. Het is een goeie soldaat. Doet alles wat je hem opdraagt. Geen bijgoochem. Redelijk trefzeker ook.’ Hij trok zijn schouders op. ‘Goeie gast. Alleen wat traag met bepaalde dingen.’ ‘En hij woont in het trappenhuis?’ ‘Ach, ieder z’n meug. Hij heeft het naar zijn zin daar. Maar hij gaat nooit het dak op.’ ‘Nooit?’ ‘Nee,’ antwoordde Caine, en hij tikte op zijn voorhoofd. ‘Daarvoor mist hij het een en ander. Voor je het weet word je neergeschoten daaro, of ga je zelf op het verkeerde schieten na een wacht van zes uur.’ ‘Wat doet hij dan wel?’ ‘Ditjes en datjes. Wapenonderhoud is-ie erg goed in. En als er niks gebeurt, mag hij de radio bemannen.’ Hij trok zijn schouders op. ‘Kortom, hij draagt z’n steentje bij.’ Bij een knik in de trap hield Caine in. ‘Oké, luitenant, hou de pas erin zodra we boven zijn.’ ‘Begrepen.’ Caine sloeg de hoek om. Black volgde hem. Boven aan de trap tekende zich een rechthoek van grijs licht af: een opening in het vlakke dak. Ze stapten naar buiten. Aangezien ze de afgelopen paar minuten door gangen hadden gelopen die slechts verlicht waren geweest door glowlights, waren Blacks ogen al aan het donker gewend. Achter hem gaapte het trapgat en hij voelde een lichte duizeling toen hij de onmetelijke open ruimte in stapte. Aan zijn ene kant, achter de rand van het dak, verrees een beboste berghelling. In de overige drie richtingen zag hij enkel lucht. De voorpost bevond zich op een brede richel. Het was misschien anderhalve kilometer naar de overzijde van de Vallei en de kam bevond zich zo’n driehonderd meter boven hem. Daarboven was het wolkendek verder opengebroken en zag hij grote stukken kraakheldere sterrenhemel. De wind die daarvoor 96
De vallei 96 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
had gezorgd, werd van de bergtoppen aangevoerd en blies nu zacht in zijn gezicht. Hij rook de weldadige geur van de herfst. Hij bleef een paar tellen stilstaan, maar Caine spoorde hem aan door te lopen en liep snel weg over het dak. Black volgde hem. Het dak was groot en vlak. Achter elkaar gelegde plankieren vormden houten looppaden, die zich in drie richtingen vertakten. Caine nam het middelste pad, dat naar de omvangrijke contouren van een uitkijkpost leidde, op de hoek van het dak. Het bouwsel zag eruit als een hooiberg, maar bleek te zijn opgetrokken uit donkergroene zandzakken. Toen ze dichterbij kwamen, zag Black dat veel zakken gescheurd waren door kogelinslagen en zand hadden gelekt. Afgaande op de slordige manier waarop ze waren opgestapeld, hadden ze herhaaldelijk oude zakken moeten vervangen door nieuwe. Ze liepen over de gammele plankieren; in de doodse stilte van de nacht was het geluid van hun voetstappen luid genoeg om op de bergkam te worden gehoord. Black zag op andere hoeken van het dak nog twee uitkijkposten. Het plankierenpad liep rechtstreeks naar de donkere opening in de achterzijde van de uitkijkpost. Caine stapte meteen naar binnen, gevolgd door Black. Ze konden amper rechtop staan. De uitkijkpost was vanbinnen maar een paar vierkante meter groot. Door twee rechthoekige schietgaten, een rechts en een links, keek je uit over de door de maan verlichte Vallei. Bij elk schietgat stond een mitrailleur opgesteld en achter beide mitrailleurs zat een soldaat op een kruk. De ene soldaat tuurde over zijn wapen de nacht in en zat juist op gedempte toon te praten, zo te horen over gedoe met vriendinnetjes. De andere soldaat zat zijdelings op zijn kruk naast zijn schietgat, leunend tegen de zandzakken, luisterend naar zijn maat. ‘Verdomme, Bosch,’ zei Caine. ‘Zou je je eigen sector niet eens in de gaten houden?’ De soldaat antwoordde niet, maar keek Black aan en draaide zich langzaam om op zijn kruk totdat hij, net als zijn maat, over zijn wapen naar buiten keek. ‘Nou dan, luitenant,’ zei Caine, verveeld. Zodra hij ‘luitenant’ zei, keek de ene soldaat schielijk over zijn schouder naar Black. 97
De vallei 97 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘De rivier ligt daar.’ Hij wees langs de begroeide en door rotspartijen onderbroken helling naar beneden. Black zag geen water, maar honderd meter onder hem wel een opening tussen de bomen, waar de waterloop zich moest bevinden. Caine wees naar rechts, iets hoger nu. ‘En als je daar naar beneden gaat, niet helemaal tot de rivier, maar achter die heuvels daar, kom je in een kleine zijvallei. Daar ligt het dorp waar ik het over had.’ ‘Darreh Sin.’ ‘Yep. Kloteplek.’ ‘Is dat wat het betekent in het Afghaans, sergeant?’ grinnikte de ene soldaat. ‘Hou je muil,’ zei Caine, mild. ‘Dus dat is het dorp waar ik het over had, luitenant, toen we voor het eerst van deze plek hoorden.’ Hij wees verder naar rechts, weer wat hoger. ‘Als je omhooggaat, kom je op een pad, of meerdere paden eigenlijk, maar een van die paden loopt verder de Vallei in, helemaal tot Pakistan.’ ‘Hoe ver is dat?’ ‘Te voet?’ Caine trok zijn schouders op. ‘Geen idee, ik ben er nog nooit geweest. Mag niet. Twaalf, dertien kilometer misschien. Maar niemand weet waar de grens precies loopt. Alle grond daar wordt betwist.’ Hij stak zijn handen in zijn zakken. ‘Maar we weten dat die paden tot de grens lopen, want de locals smokkelen heroïne naar Pakistan en de taliban verplaatsen hun strijders van God weet waar allemaal hiernaartoe’ – hij zwaaide met zijn arm, als een zuiverende vloedgolf die zich door de bergpassen naar beneden stort – ‘en vervolgens naar de rest van dit lieflijke landje.’ ‘Gebiedsontzegging doen jullie ook?’ ‘Voor tango’s? Strikt genomen is dat inderdaad onderdeel van de missie. Meteen na “overleven en standhouden, verdomme.”’ De ene soldaat beaamde dat met een knikje. ‘Die eerste taak houdt ons aardig bezig,’ ging Caine verder. ‘Dus we hebben weinig tijd over om op bezoekende jihad-terroristen te jagen. Meestal proberen we ze gewoon af te maken wanneer ze ons aanvallen.’ ‘En drugs?’ Caine trok weer zijn schouders op. ‘Daarover maken we ons niet te veel zorgen,’ zei hij. ‘Ongetwijfeld wordt 98
De vallei 98 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
er ook aan deze kant van de grens papaver geteeld, maar zoals ik al zei, we weten het niet, aangezien niemand ooit die kant op gaat.’ Hij keek naar de bergen. ‘Ongetwijfeld doen ze hun ding daarboven,’ zei hij. ‘En wij doen ons ding hier.’ Black liet dit even bezinken en volgde Caines blik. ‘Hoe vaak gaan jullie naar Darreh Sin?’ Caine knikte, alsof hij de vraag had verwacht. ‘Eenmaal per week sturen we er een patrouille naartoe,’ antwoordde Caine. ‘Voor goodwill of om tango’s op te sporen?’ Caine bewoog zijn hoofd naar links en naar rechts: een beetje van beide. ‘In Darreh Sin,’ zei hij, ‘gaat het meer om goodwill. We moeten foto’s maken van het irrigatiesysteem dat ze aan het bouwen zijn en waarvoor wij hebben betaald. Zo’n systeem om meer water uit de bergen naar de velden te krijgen en zo.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Als ze het aan mij zouden vragen, zou ik zeggen dat ze daar alleen maar de locals van het naburige dorp mee in het harnas jagen, aangezien dit dorp nu cash en meer water krijgt. Maar wat weet ik er nou van? Ik ben maar gewoon een domme sergeant, en niet van cimic. Maar goed, die foto’s moeten er komen, om de voortgang aan te tonen en zo.’ Black knikte. ‘De mist begint op te zetten,’ zei de ene soldaat vanachter zijn mitrailleur. Caine bukte en keek uit het schietgat. ‘Yep.’ Ook Black boog om te kunnen kijken. Slierten mist kropen omhoog over de onderste flanken, waar de rivier liep. ‘Straks zie je geen hand voor ogen meer,’ zei Caine tegen Black. ‘Ik heb een hekel aan die prut,’ zei de ene soldaat. ‘Ik ben gek op die prut,’ zei zijn maat, Bosch, die voor het eerst zijn mond opendeed. Caine richtte zich tot Black. ‘Tenzij u nog vragen hebt over deze stop van onze uitgebreide rondleiding, zal ik u naar uw slaapvertrek brengen.’ Black had geen vragen meer en ze liepen weer naar buiten. 99
De vallei 99 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Welterusten, sergeant,’ riep de ene soldaat over zijn schouder. ‘Dank je.’ Ze liepen terug over de krakende plankieren, de trap af en passeerden weer het gordijn van Oswalts kot, waarachter nog altijd blauw licht flikkerde. Ditmaal namen ze een route die Black nog niet kende, om uit te komen bij een aantal houten afstapjes. Rechts van hen zag Black een triplex deur. Erop stonden grote, gesjabloneerde letters:
schijthuis
Iemand had er met markeerstift onder geschreven:
oost west, thuis best
Caine trok de deur open, waarop Black een blik werd gegund in een soort binnenschuurtje met daarin een dixi. De dixi stond op plankieren, bleek geheel omsloten door Hesco’s en was overdekt met triplex. Black vermoedde dat er zandzakken op het triplex en langs de buitenzijde waren gestapeld. Het kleine luchtkanaal van de dixi verdween door een gat in het verstevigde dak. ‘De dichtstbijzijnde latrine, luitenant. Volledig beschermd tegen de elementen.’ ‘Indrukwekkend.’ Bij zijn eenheid in de Verenigde Staten had Black een sergeant gekend die erin was geslaagd een kleine opbergkast in het hoofdkwartier tot douchecabine om te bouwen, compleet met tegelvloer en waterdichte wanden. Ideaal voor een douche na de ochtendtraining. Toen andere eenheden dat hadden ontdekt, wilden ze er ook eentje in hun hoofdkwartier. Qua vernuft was deze wc van hetzelfde kaliber. Het was een fraai stukje doe-het-zelven. ‘We waren min of meer genoodzaakt het zo te doen,’ zei Caine met enige trots. ‘Vorig jaar sneuvelde een jongen op de pot toen die door een mortier werd geraakt.’ ‘Jakkes.’ ‘Inderdaad,’ verzuchtte Caine. ‘Niet echt een glorieuze dood. Maar goed, we bouten nu allemaal beschermd.’ 100
De vallei 100 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij draaide zich om en beklom het trappetje naar een lage, met glowsticks verlichte gang. Links zag Black meerdere deuren, die op een na met een hangslot waren afgesloten. Caine liep naar de deur zonder hangslot en trok hem open. ‘Treed binnen, lt.’ Black betrad een raamloze kamer. De muren waren van beton en aan het plafond was een felbrandende tl-balk bevestigd. Luitenant Pistones kot. Het zag er netjes en opgeruimd uit. Blacks rugzak lag in het midden van de kamer, met dank aan soldaat Corelli. ‘Dank je.’ Caine trok zijn schouders op. ‘We moeten u ergens kwijt. En luitenant Pistone is er toch niet.’ ‘Prima.’ Caine draalde in de deuropening, de handen in de zakken gestoken. ‘Ik weet wat u denkt, luitenant. U denkt: “Ga ik nog last krijgen van die vent?”’ Black nam de moeite niet het te ontkennen. ‘Ik weet dat u dit moet doen, ook al is het vrij zinloos en stupide,’ ging Caine verder. Black zei niets. Caine slaakte een zucht. ‘Ik zal u geen strobreed in de weg leggen, luitenant.’ ‘Mooi.’ Caine keek Black vorsend aan. ‘Maar u weet nu wat er is gebeurd hier,’ zei hij. ‘U weet nu hoe we deze plek hebben ingenomen. Dus u begrijpt waarom ik dit als “mijn” voorpost zie. Na alles wat we hier hebben meegemaakt, mogen we deze plek wel als de onze beschouwen, toch? We hebben hier verdomme meer voor moeten bloeden dan de vijand. Begrijpt u?’ ‘Ik begrijp het.’ ‘Houdt u daar dus alstublieft rekening mee wanneer u mijn mannen ondervraagt.’ ‘Zal ik doen.’ ‘Ik weet hoe een en ander kan overkomen,’ ging Caine verder, ‘als u alles op papier zet en naar de brigade stuurt. Dat simpele dingen als een opstootje en waarschuwingsschoten op een massaslachting lijken, of dat we het hele dorp terroriseren of wat dan ook.’ 101
De vallei 101 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ik weet het.’ ‘Maar zo zijn mijn mannen niet,’ zei Caine, en hij keek Black strak aan. ‘Ze hebben maten verloren en lopen voortdurend zelf gevaar. Ik wil niet dat ze gaan denken dat ze het hebben verkloot en in de problemen komen omdat ze doen wat ze is opgedragen.’ Black knikte. ‘Ze krijgen al genoeg te verstouwen hier,’ zei Caine. ‘Ze hebben geen behoefte aan nog meer gezeik.’ ‘Daar ben ik ook niet op uit.’ ‘Mooi,’ zei Caine droogjes. Hij bekeek Black van top tot teen en schudde lachend zijn hoofd. ‘Shit. Sorry nog voor de modder en uw kaak, lt.’ ‘Vergeet het.’ ‘Maar goed, u weet nu waar de latrine is, en voor de kantine hoeft u maar iemand aan te schieten. Als u morgenochtend bij me langskomt, kan ik u voorzien van al het nodige.’ ‘Zal ik doen.’ ‘Of misschien,’ zei Caine, de blik op de wallen onder Blacks ogen gericht, ‘is het beter als u morgen uitslaapt. U ziet eruit alsof u een week lang niet hebt geslapen.’ ‘Klinkt goed.’ Black dacht dat Caine nu eindelijk zou weggaan, maar de sergeant bleef hem zwijgend aankijken. Hij stond juist op het punt om te vragen of hij nog wat voor hem kon betekenen toen Caine een zucht slaakte, alsof hij bedroefd was over iets. Voordat Black wist wat er gebeurde, schoot de arm van de sergeant naar zijn borst. Hij rukte de patch met de luitenantsstreep van zijn uniform. Hij omklemde de patch in zijn vuist en deed een stap naar voren, zodat hij nu vlak voor Black stond, een dreigende blik in zijn ogen. ‘Als u ons voor de voeten loopt en onze missie hier naar de kloten helpt,’ zei hij zacht, ‘schiet ik u overhoop, officier of niet.’ Hij bleef een halve tel staan, deed toen een stap naar achteren en sloeg de patch weer op zijn uniform, waar die scheef bleef hangen. Hij draaide zich om en beende weg door de gang, onderwijl nog een opgewekt ‘Welterusten, luitenant’ over zijn schouder roepend. Black bleef roerloos staan en wachtte totdat zijn hartslag weer wat was gedaald. Gayleys woorden schoten door zijn hoofd. 102
De vallei 102 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ze zijn afgemat en hebben veel van hun strijdmakkers verloren. Ze zullen het niet leuk vinden dat je je neus in hun zaken komt steken. Hij sloot de deur.
103
De vallei 103 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
9
D
e kamer was sober ingericht. Bed, houten stoel, houten roede waar uniformjassen aan hingen, een in elkaar geflanste kledingkast met sokken en opgevouwen ondergoed, een zelfgemaakt nachtkastje. Dat was het wel. Black was gewend aan kotten volgehangen met posters of bikinikalenders, versierd met kerstverlichting en ingericht met allerlei spulletjes van thuis. De enige decoratie in deze kamer was een ingelijste foto op de kledingkast en iets wat leek op een dagboek met leren kaft op het nachtkastje. Hij boog voorover om de foto te bekijken. Het bovenlichaam van een jonge man, die zijn blote arm om de nek van het bovenlichaam van een jonge vrouw had geslagen. Ze was klein en feeëriek en had krullend blond haar. De camera had haar in een lach vastgelegd en ze keek Black met pretoogjes aan. Hij droeg een bril en zijn haar was gemillimeterd. Zijn smalle gezicht was babyachtig. Hij keek gespannen glimlachend naar de camera en zijn ogen waren iets samengeknepen, alsof hij zijn best deed om zelfvertrouwen uit te stralen. Het stelletje stond op een weelderige plek, onder palmbomen op een heuvel of klif, met de zee op de achtergrond. Luitenant Pistone waarschijnlijk. Met zijn meisje. De omgeving, de pose, de uitbundigheid van zijn poppige vriendinnetje, de keuze om juist deze foto mee te nemen naar de Vallei. Black kon mensen die zich aangetrokken voelden tot het leger doorgaans bliksemsnel doorgronden. Je had ze in alle soorten en maten, maar hij wist meteen tot welke categorie Pistone behoorde: die van de getransformeerde nerd. Hij kende het type. De studiebol die nooit handig was geweest met meisjes, die nooit werd gekozen met gym, die altijd wel een beetje gepest werd en daardoor toch gefrustreerd was geraakt. Die vervolgens het leger 104
De vallei 104 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
had ontdekt en had geleerd dat hij nog altijd dát kon doen, zelfs hij. En dat een loopbaan in het leger een opgestoken middelvinger was naar al die jongens die vroeger populairder waren dan hij. Hij had zich op geheel eigen wijze omgevormd tot de onberispelijke supersoldaat. Georganiseerd tot het overdrevene af, fanatiek tijdens trainingen. Niet meteen een geboren leider. In zijn hoofd weerklonk de soundtrack van zijn nieuwe, waanzinnige leventje. Daarbij leek hij te vergeten dat succes in het leger niet zozeer te maken had met je eigen zucht naar heldendom, als wel met de manier waarop je andere mensen benaderde, behandelde, beschermde. Vroeg of laat zou het leger zich tegen hem keren, waarna hij alleen achter zou blijven, net als vroeger. Heeft zijn oordeel snel klaar. Hij liep naar het nachtkastje en streek met zijn vingers over de kaft van het dagboek, met daarop een gebosseleerd Keltisch knoopwerk. Het was een opzichtig geval, inclusief leren riempje: de gebruikelijke, veel te dure impulsaanschaf in zo’n slechtlopende, in windgongs gespecialiseerde cadeauwinkel in het stille centrum van dat toeristische stadje dat je met je feeërieke vriendinnetje had bezocht. Dagboek? Hij keek om zich heen en zag toen pas de kleine opbergkist onder het bed. Die liet hij ongemoeid. Hij nam zijn wapen af en ging op de houten stoel zitten, bewust van het feit dat hij zich in de leefruimte van iemand anders moest installeren en dat die persoon bij zijn vertrek geen flauw idee had gehad dat dat zou gebeuren. Het was een gek gevoel. Hij schudde het indringersgevoel van zich af, kwam overeind en opende zijn rugzak. Hij trok er een schoon uniform uit, ontdeed zich van zijn modderige kleren en hing die aan een knaapje. Hij kleedde zich aan, haalde de schoonmaakkit voor zijn wapen uit de rugzak en ging in het midden van de kamer zitten. Hij demonteerde zijn wapen tot de patroontrekker en werkte daarna een uur lang in stilte, de onderdelen om hem heen gespreid. Nadat hij zijn wapen weer in elkaar had gezet, legde hij het neer op het onberispelijk opgemaakte bed en ging ernaast zitten. Hij staarde naar de deur en besefte dat de slaap niet snel zou komen, ook al ging hij liggen. Caines waarschuwing spookte door zijn hoofd, maar algauw kwam hij overeind en verliet de kamer.
105
De vallei 105 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Goeie manier om per ongeluk overhoop te worden geschoten, luitenant.’ De soldaat achter de mitrailleur keek kort over zijn schouder toen Black zich bukte om de uitkijkpost te betreden. Hij en zijn maat reageerden verder nauwelijks op zijn komst. Hij was op weg naar het dak bijna verdwaald en had een of twee keer op zijn schreden moeten terugkeren voordat hij de met glowlights verlichte gang weer had gevonden. Stilletjes de tochtige trap op en langs Oswalts kot, die nu eindelijk donker was en waar een luidruchtig geronk uit klonk, daarna omhoog en over de plankieren. Caine had niet overdreven wat de mist betrof. De nevel was uit de hogere gedeelten van de Vallei langs de rivierloop komen opzetten totdat elk beschikbaar stukje ruimte was ingenomen. Daarna had hij zich naar boven uitgebreid. Voor hen strekte zich een stille, grijze zee uit, waarvan de kustlijn zich slechts een honderdtal meters onder hen bevond. Black bleef als gehypnotiseerd staan kijken, de handen in de zakken. Uiteindelijk begon de soldaat weer te spreken. ‘Ze zullen nu in elk geval Sniper Town verlaten.’ ‘Wat is dat?’ De soldaat wees omhoog, naar de bergflanken boven Vega. ‘Die houden ons continu in de gaten. Maar ze hebben een hekel aan mist. Meestal vertrekken ze zodra die prut komt opzetten.’ Black zei niets. ‘Hun eigen verdomde vallei en zelfs zíj vinden die mist doodeng,’ zei de soldaat hoofdschuddend. ‘Puur uit bijgeloof. Weet u hoe ze de mist noemen, luitenant?’ ‘Nou?’ ‘Duivelsmist.’ ‘Wat bedoelen ze daarmee?’ De jongen maakte aanhalingstekens met zijn vingers. ‘“Folklore” en zo.’ ‘Zoals?’ De soldaat trok zijn schouders op. ‘Nou ja, zoals de boeman,’ zei hij. ‘Daar gaan een hoop verhalen over. Dat de duivel door de mist loopt en baby’s meeneemt en zo.’ ‘Ah.’ ‘Wat op zich komisch is, want ze zouden eigenlijk bang voor elkaar moeten zijn,’ ging de soldaat verder. ‘Al die stammen met die stamhoofden die 106
De vallei 106 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
elkaar afmaken en elkaars dochters verkrachten omdat iemand honderd jaar geleden een geit van ze gejat heeft.’ De soldaat schudde zijn hoofd. ‘Eikels.’ De andere soldaat, Bosch, leunde achterover en keek Black geringschattend aan. ‘Ik zie dat u de wasserette gevonden hebt, luitenant,’ zei hij droogjes, zijn blik op Blacks uniform gericht. Black rommelde in zijn zakken en haalde er een pakje sigaretten en een aansteker uit. Hij stak een sigaret in zijn mond en bood er eentje aan aan de ene soldaat, die fronsend naar de aansteker keek. ‘Geen vuur, luitenant.’ Black trok zijn schouders op. ‘We zijn in dekking. En je zei zonet nog dat die snipers naar huis zijn.’ De soldaat zei niets. Black bood de sigaret aan aan de andere soldaat. Overduidelijk het type dat bereid was de reglementen te overtreden om iets te bewijzen. Bosch aarzelde even, maar nam de sigaret toch aan. Ze staken op. Black inhaleerde diep. Niet hoesten nu, als de eerste de beste puber. Sigarettenrook kringelde door de uitkijkpost. Na een minuutje of twee doorbrak de ene soldaat de stilte. ‘Mag ik u een domme vraag stellen, luitenant?’ Black knikte – ga je gang – terwijl hij een wolk rook langs de mitrailleur naar buiten blies. ‘Waarom bent u hier eigenlijk, luitenant?’ ‘Ik wilde de mist zien.’ De soldaat fronste. ‘Nee, luitenant, ik bedoel, waarom bent u hier in Vega? Behalve de lt hebben we in tijden geen officier gezien.’ Black blies een wolk sigarettenrook uit en trok zijn schouders op. ‘Er is wat gezeik.’ De soldaat knikte ernstig, alsof die verklaring volstond voor alles wat je in het leger ook maar te horen kreeg, van wie dan ook. ‘Begrepen, luitenant.’ Ze keuvelden wat. De ene soldaat had een vriendinnetje met wie hij al problemen had sinds ze hem hadden uitgezonden; iets wat niet ongewoon was voor soldaten. Hij had een rond gezicht en sproetjes en zag er enigszins uitgeblust uit, maar 107
De vallei 107 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
oogde vriendelijk. Zijn meeste klasgenoten van vroeger zaten nog thuis en gebruikten meth. Bosch, de oudere van de twee, zei niet veel, maar leek een cynicus met principes te zijn, wat Black wel kon waarderen. Ook wanneer hij met de andere soldaat praatte, wist Black zijn sceptische blik op zich gericht. Hij was stevig gebouwd, niet kort genoeg om klein te worden genoemd, maar wel om niet als lang te worden aangemerkt. De lengte van zijn haar voldeed maar net aan de voorschriften; zou hij het laten groeien, dan zou hij waarschijnlijk donkere krullen krijgen. Op zijn gezicht stond een Had je een probleem?-uitdrukking gebeiteld en zijn volle snor deed denken aan de jaren zeventig. Black nam zich voor de jongen naar zijn opmerkelijke naam te vragen, mocht hij loskomen. Hij vermoedde dat Bosch meerdere grotere jongens een pak slaag had gegeven over de kwestie. ‘Waar komt u vandaan, luitenant?’ vroeg de ene soldaat. ‘In het leger, of de wereld?’ De soldaat trok zijn schouders op. ‘Allebei?’ ‘Lang verhaal.’ ‘Voor het leger of de wereld, luitenant?’ ‘Allebei.’ Het leger zat vol met lui die een lange reis achter de rug hadden. Sommigen hielden er niet van om daarover te vertellen. De soldaat trok het zich dan ook niet aan, en het leek hem weinig te kunnen schelen. ‘Cool.’ Ze rookten en keken toe hoe de vallei zich met mist vulde. ‘Hoe vaak worden jullie beschoten?’ vroeg Black. Ze vertelden het hem. Het was spitsroeden lopen. In de voorpost zelf en op patrouille, grote hinderlagen, kleine hinderlagen, snipers, zwaar geschut en licht, waar dan ook, altijd. Behalve de afgelopen twee weken. Het was rustig geweest, behalve wanneer ze de pelotonsbase verlieten voor patrouilles te voet. Geen serieuze aanslagen op Vega zelf. Ook nauwelijks sniperactiviteit. ‘Wat dus betekent dat ze iets van plan zijn,’ zei de ene soldaat. ‘Iets groots.’ Hij roffelde met zijn handen op zijn benen. ‘Zo gaat het altijd. Ze houden ons in de gaten nu. Zijn dingen aan het uitvogelen.’ Roffel, roffel. 108
De vallei 108 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wie precies?’ ‘Jezus, luitenant, als ik het wist,’ zei de soldaat fel. ‘Vaak hebben we geen flauw idee wie er schiet. De stammen hier hebben een hekel aan de taliban, maar het zijn niet altijd de taliban die ons aanvallen, zoveel is zeker. Dan raken we verzeild in een vuurgevecht en zien daarna de lijken liggen van gasten die we een dag eerder nog in het dorp hadden gezien. Dus ook in de Vallei doen ze lekker mee.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘In het dorp vriendelijk glimlachen, maar op de berg proberen ze ons af te maken.’ ‘Waarom doen ze dat?’ ‘Geen flauw idee, luitenant. Die Vallei-gasten hebben het zo druk met allianties smeden, allianties verbreken, drugs, vetes en partij kiezen, wie weet hoe het precies zit met die taliban? Het is zo debiel ingewikkeld allemaal, zelfs het leger kan daar nog een puntje aan zuigen.’ Ik mis dit soort gesprekjes, dacht Black. ‘Tyfustaliban,’ mopperde de soldaat. ‘Tyfusvallei.’ Hij keek naar Black. ‘Geef mij er ook maar eentje – ik bedoel, als u het goed vindt, luitenant.’ Hij wees naar het pakje sigaretten, dat Black bij het schietgat had neergelegd. Black maakte een ga je gang-gebaar. De soldaat haalde een sigaret uit het pakje, keek over zijn schouder naar het trapgat, en knipte zijn aansteker aan. ‘Deze hele plek,’ verkondigde hij plechtig, ‘is één grote tyfuszooi.’ Die paar woordjes vormden een goede samenvatting van de info over de Vallei die Black onder ogen had gekregen. Wat hij ook tegen de soldaat zei. De jongen begon te lachen. ‘Nou ja, nu kunt u het met eigen ogen zien, luitenant!’ Hij zwaaide met zijn arm. ‘Ik hoop dat u een aardige voorstelling te zien krijgt voordat u weer weggaat.’ ‘Ik pas,’ zei Black droogjes. De soldaat grinnikte. ‘Wanneer is de volgende patrouille naar het dorp?’ vroeg Black. ‘Overmorgen, volgens mij.’ Ze zwegen en staarden naar de grijze zee die kwam opzetten. De dikke 109
De vallei 109 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
deken had een dempende werking. Door de schietgaten kwam geen enkel nachtelijk geluid binnendrijven. Hij dacht aan zijn officiersopleiding in Fort Benning, diep in de beboste heuvels van westelijk Georgia. Het kader stuurde de kandidaten, zoals ze werden genoemd, de wildernis in om hun vaardigheden op het gebied van landnavigatie te toetsen. Je kreeg dan kaart en kompas en een vel papier met een reeks van coördinaten. Die coördinaten waren je ‘punten’. Elk punt op de kaart correspondeerde met een bewegwijzeringsbordje in de bossen. Een punt kon zich op de top van een heuvel of onder in een ravijn bevinden, of waar dan ook. Iedere kandidaat kreeg zijn eigen vel papier met zijn eigen reeks van coördinaten mee. Aan elke bordje hing een stempel. Je deed de training in je eentje en moest binnen een bepaalde tijd een bepaald aantal punten zien te vinden en bij elk punt je papiertje afstempelen. Het was zwaar. Het trainingsparcours besloeg een gebied van een tiental vierkante kilometers, met daarin alle soorten boslandschap die je je maar kon voorstellen. Moerassen, heuvels, rivieren, bossen die zo dicht waren dat je je amper tussen twee bomen door kon persen, aanlokkelijke bospaden die er begaanbaar uitzagen, maar uit Bennings beruchte oranje klei bleken te bestaan en bij regen in spekgladde, vette, zuigende smurrie veranderden. Veel kandidaten kwamen doornat, bont en blauw en vol schrammen uit de bossen gekropen. Navigatietraining betekende wel dat je niet in het opleidingsgebouw zelf hoefde te blijven, waar de instructeurs je de hele dag uitkafferden en elke nacht wakker maakten. Je mocht de bossen in, waar je eindelijk wat rust had. Als je je punten snel kon vinden, had je zelfs even de tijd om een tukje te doen, en niemand in Fort Benning die dan wist waar je was. Iedereen hield van navigatietraining. De dagsessies tenminste. De nachtsessies waren een ander verhaal. Je kreeg dan te maken met dierengeluiden, onzichtbare geulen waar je in kon vallen, en je eigen verbeelding die met je aan de haal ging. Er waren kandidaten die met hun velletje coördinaten vijftig meter het bos in liepen en vervolgens drie uur tegen een boom gingen zitten, piekerend over het nachtelijke terrein dat zich voor hen uitstrekte. Na afloop van de sessie keerden ze weer terug naar het kamp en zeiden: Sorry, ik heb vannacht geen enkel punt kunnen vinden. De meesten hadden een hekel aan de nachtelijke trainingen. Black was er gek op. Hij genoot ervan om zich door de duisternis een weg door het 110
De vallei 110 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
bos te banen, en waardeerde de mentale discipline die je daarvoor nodig had. In je eentje ’s nachts door het bos dwalen bezorgde sommigen doodsangsten. Na één zo’n sessie stond hij met een aantal anderen rond een brandende oliedrum na te praten. Een jongen zei dat hij in een ondiepe vallei naar een van zijn punten had gezocht. Hij had rondjes gelopen op de plek waar dat verdomde bordje had moeten zijn, maar had niks gevonden, had de hoop opgegeven en voelde de bomen op zich afkomen. Toen keek hij omhoog. Daar, op de top een heuvel, zag hij in het schemerduister een mistbank. Een echte mistbank, zoals je in films hebt, die langzaam van de helling op hem af kwam rollen. Alsof het een levend wezen was. Hij draaide zich om en begon te rennen. Letterlijk weg te rennen. Hij zag de mistbank dichterbij komen en zijn reactie was zo instinctief en direct dat hij de training helemaal vergat en de benen nam, struikelend over boomstammen en takken. Toen hij het verhaal vertelde, deed hij niet eens de moeite te verbloemen dat hij het bijna in zijn broek had gedaan. Dat had hij later nog vaak te horen gekregen. Maar nu, nu hij naar de schimmige nevel keek, wist Black exact wat die jongen bedoelde. Hij besefte dat ook hij het op een lopen zou hebben gezet. Hoe dichter de mist naderde, hoe stiller de Vallei werd. Zelfs dieren leken zich terug te trekken. Black sloeg zijn armen over elkaar tegen de kou. Geen wonder dat de inwoners van de Vallei bang waren. ‘Je hebt gelijk over die mist,’ zei Black ten slotte. ‘Doodeng.’ ‘Ja toch?’ zei de soldaat. ‘Ik ben die prut meer dan zat.’ Hij blies een wolk rook uit. ‘Hoe laat is het?’ vroeg Black. ‘Nul uur dertig,’ mompelde de soldaat, zonder op zijn horloge te kijken. Nul uur dertig. De manier waarop in het leger de tijd werd aangegeven. Nul vierhonderd. Nul zeshonderd. Nul uur dertig was ook het tijdstip waarop zijn allereerste dag op de officiersopleiding was begonnen. Ze hadden de avond ervoor lang moeten opblijven om zich bij verschillende loketten te melden, formulieren in te vullen achter veel te kleine bureautjes en te wachten in slaperige rijen om verscheidene naalden in de arm gestoken te krijgen. Daarna mochten ze dan toch naar bed, maar na een kwartiertje, of zo leek het, werden ze alweer gewekt door het geluid van metalen bakken die in de gangen tegen 111
De vallei 111 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
elkaar werden geslagen. De instructeurs, die ze in het holst van de nacht goedemorgen wensten. De ijskoude bossen in voor een ‘terreinloop’, zoals het kader het noemde. Stroompjes om door te waden. Een hindernisbaan op een open plek, met natriumlampen op palen die hun zwoegende lichamen een oranje gloed gaven. Een heuvel bij een landingsbaan op en af sprinten. Man-tegen-mangevechten in ijskoude plassen. En daarna weer terug naar de zwarte bossen. Uren later, in het halfduister van de ochtend, verzamelden ze zich doodmoe op een dauwveldje, waar een parcours van anderhalve kilometer op hen wachtte. Een laatste grap van het kader. Iedereen moest twee rondjes lopen, getimed, zo snel als je kon. Haalde je de streeftijd niet, dan lag je eruit en werd je ‘gerecycled’, en mocht je weken wachten zonder te weten of je dóór was. Hij rende. Na de eerste zevenhonderd meter stonden zijn scheenbenen in brand en voelde hij pijnscheuten in zijn rug en bovenbenen. Zevenhonderd meter verder stond hij op het punt van opgeven. In het laatste rondje had hij zich warmgelopen en rende hij alsof zijn leven ervan afhing. Bij de finish strompelde hij tussen zijn hijgende medekandidaten door en zag hij zijn vriend, de grapjurk die hem later geinige lampen en spitsvondige mailtjes zou sturen. Hij liep op hem af en ze sloegen hun arm over elkaars schouders: we hebben het gehaald. Black kon zich maar één andere keer herinneren dat zijn vriend zijn laconieke, gecultiveerde façade had laten vallen en zijn ware ik had laten zien. ‘Goed,’ zei Black, en hij drukte zijn sigaret uit. ‘Ik moet gaan.’ ‘Welterusten, lt.’ ‘Dank je.’ Hij maakte juist aanstalten om te gaan toen Bosch zijn mond opendeed. ‘lt, waarom bent u hier nou echt?’ Black vertelde hem over de 15-6. ‘Jezus, luitenant,’ zei de ene soldaat. ‘U had niet gelogen over dat gezeik.’ ‘Inderdaad.’ De soldaat dacht even na. ‘Dan is het maar goed dat Bosch en ik die dag niet in Darreh Sin waren, of niet, luitenant...?’ ‘Hoezo?’ 112
De vallei 112 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Nou, als u 15-6-officier bent, is het niet de bedoeling dat we hier een beetje met elkaar zitten te lullen.’ Black stak zijn handen in de zakken en trok zijn schouders op. ‘Jezus, luitenant,’ zei de jongen. ‘Het kan u werkelijk geen ene flikker schelen, of wel?’ Black liep over de plankieren naar het trapgat. Hij was er bijna toen hij beweging zag. Een schaduw in de schaduwen. Hij hield halt en kneep zijn ogen samen. In een ommuurde hoek van het dak zat een man, de rug naar Black gekeerd en in de weer met het een of ander. Black zakte meteen door zijn knieën en tastte naar zijn pistool, maar zag toen dat de man een Amerikaans camouflagetenue droeg. ‘Wie is daar?’ riep hij zacht, enigszins opgelaten. De man draaide zich razendsnel om, duidelijk geschrokken, en moest zichzelf vastgrijpen aan het muurtje om zijn evenwicht te bewaren. ‘Danny! Danny!’ riep hij zacht terug, en hij stak zijn hand in de lucht. ‘Chill, man!’ Hij sprak met een zwaar accent. Black liep gebukt op de man af en hurkte naast hem om niet boven het muurtje uit te komen. De man week naar achteren en keek Black wantrouwig aan. Hij was slank en had een getinte huid, een smal gezicht, onderzoekende, okerkleurige ogen, en borstelig, zwart haar. Black schatte hem op dertig jaar. Zijn tenue viel ruim om zijn magere gestalte en bevatte geen onderscheidingstekens, met uitzondering van een u.s. army-patch op zijn linkerborst en een tweede patch op zijn rechterborst, waar danny op stond. ‘Je bent de tolk,’ concludeerde Black. Elk peloton dat regelmatig in contact kwam met de Afghaanse bevolking beschikte over zijn eigen tolk. De meeste tolken waren Afghanen die veel op het spel zetten voor de goede beloning die je als contractor voor de Amerikanen kreeg. De meesten gebruikten een valse naam, doorgaans een westerse. Dat deden ze niet zozeer uit voorkomendheid, als wel uit lijfsbehoud. Je wilde natuurlijk niet dat een Amerikaan per ongeluk je echte naam noemde terwijl je in gesprek was met iemand die jou en je familie later de keel kwam doorsnijden omdat hij je had kunnen achterhalen. De man knikte en stak zijn hand uit. ‘Danny,’ zei hij, wat inmiddels wel duidelijk was. 113
De vallei 113 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black schudde hem de hand. Hij zag hoe Danny de patches met zijn rang en naam inspecteerde. ‘Black,’ zei hij. Danny fronste. Hij wist overduidelijk genoeg van de landmacht om te weten dat een peloton geen twee luitenants kon hebben. ‘Bent u de nieuwe lt?’ vroeg hij. Black schudde zijn hoofd. ‘Ik blijf hier maar een week.’ ‘Oké dan,’ zei Danny. ‘Cool.’ Tolken waren over het algemeen beleefde jongens, en Danny vroeg dan ook niet verder. Achter Danny, in de hoek, was een metalen radioantenne gemonteerd die boven de rand van het muurtje uitstak. De antenne mondde uit in een raamwerk van draad, zoals je wel eens ziet op foto’s van huizen uit de jaren zestig en zeventig. Een kabel liep van de antenne door een spleet in het stenen dak. Naar Danny’s kot, vermoedde Black. ‘Wat probeer je te ontvangen?’ vroeg hij. Danny keerde zich om en inspecteerde de antenne. ‘Radio,’ mompelde hij. ‘Dat is alles.’ ‘Hebben de jongens hier geen muziek voor je?’ Danny schudde zijn hoofd. ‘Ik wil mijn muziek,’ zei hij. ‘Afghaanse muziek.’ Hij stak zijn duim over zijn schouder. ‘Ik heb deze gekocht van iemand in de Vallei, die zegt dat er hier weinig radio is. Ik zet hem neer, ik zet hem ergens anders neer, ik...’ Hij zocht naar het juiste woord terwijl hij de nek van een onzichtbare antenne omdraaide. ‘... verstel hem elke dag.’ ‘Kun je nu wel wat ontvangen?’ Danny stak vertwijfeld zijn handen in de lucht. ‘Niks!’ riep hij luid. Zodra hij besefte wat hij had gedaan, bukte hij en keek schaapachtig lachend naar de bergen. ‘Ik wilde je daarnet niet laten schrikken,’ verontschuldigde Black zich. ‘Ha,’ lachte Danny. ‘Ik denk je gaat schieten.’ Er klonk blijdschap door in zijn stem. Ondeugendheid. ‘Sorry,’ zei Black. ‘Geen zorgen, man.’ ‘Tot ziens dan maar.’ 114
De vallei 114 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Oké, lt,’ antwoordde Danny. ‘Als u wat nodig hebt, kom naar mij.’ Black knikte. ‘Zal ik doen.’ Hij liep naar het trapgat en liet Danny alleen met zijn antenne. De helling af, wegrollende stenen. De mist in. Sandalen die het pad zochten. De gestalte van een jongen, onzichtbaar in de witte nacht, die soepel tussen de wazige vormen van bomen en struiken glipte. Hier links, daaromheen, daar bukken. Zo zelfverzekerd. Die laffe Kadir is een uur geleden al weggerend met zijn geweer. Waarschijnlijk heeft hij de hoge, lange route gekozen om die suffe mist te ontlopen. Dan kan hij net zo goed zijn kleren uittrekken en op de top van de berg gaan staan, zodat het stille vliegtuig van de Amerikanen hem kan opblazen. Handen op zandsteen, over een bekend rotsblok. De grijze zee in, voeten die vat krijgen, met trefzekere stappen de berg af. Kadir met zijn duivels en demonen. Hij is zo dwaas als het verste en hoogste bergvolk, met hun bijgeloof en godslastering van duizend jaar geleden. Hij moet bij hen gaan wonen en mij niet langer lastigvallen. Het aanzwellende geluid van de rivier. Vader, waarom zou ik bang zijn voor mist en onzin als ik u bij elke stap naast me weet? Als ik het ware geloof heb? Het geluid van klaterend water. Als ik de ware duivel ken? Vijftien minuten over het pad naast de rivier, daarna een stukje de helling op en de droge rivierbedding oversteken, de kom in. Kadir en zijn stomme gepoch. Kelen doorsnijden en huilende weduwen en al die onzin. Hij weet niet wat kracht is. Hij weet niet wat ik kan. Hij is te dom om het te begrijpen. Ik zal hem laten zien wat kracht is. Sandalen op het gras. Zand en steentjes bij de deur. Gordijn open, langs moeders kamer, de deken mee en weer naar buiten. Handen op het koude steen, omhoog en over de rand het dak op. Vader, ik slaap in uw nabijheid. Geen valse demonen om mijn nachtrust te verstoren. Tajumal ging onder de rafelige deken op het met stro bedekte dak liggen, liet de mist over zich heen glijden en droomde van zoete wraak.
115
De vallei 115 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
10
‘V
erdomme, Caine!’ De man die Caine zojuist had voorgesteld als sergeant-majoor Stephen Merrick smeet zijn kleine, groene, door het leger verschafte notitieboekje met een klap op tafel. Nieuwsgierige blikken van soldaten schoten door de piepkleine, uit triplex opgetrokken kantine. Merrick was lang en slank, een bonenstaak met knokige ledematen. Zijn gezicht was ook lang en strak, en werd bekroond door kortgeschoren, bruin haar. Zijn onderzoekende, pientere, zo goed als zwarte ogen en fronsende, donkere wenkbrauwen straalden norse competentie uit. Ze troffen hem te midden van een groepje soldaten en jongere sergeants, waar hij de orders voor die dag uitdeelde. Hij bleek onaangenaam verrast door Blacks komst. ‘Waarom heb je me hier niks over verteld?’ vroeg hij geïrriteerd. ‘Hoezo, niks verteld?’ antwoordde Caine defensief. ‘Ik wist er niks van! Niemand wist ervan, behalve luitenant Pistone, en die heeft mij ook niks verteld.’ ‘En waar is híj dan? Hij zal nu toch wel wakker moeten zijn.’ Wat als belediging was bedoeld. ‘In Omaha. Weet je nog? Gisteravond vertrokken met het konvooi.’ Merrick gooide vertwijfeld zijn armen in de lucht. ‘Geen probleem, hoor!’ riep hij sarcastisch. ‘We hebben meteen weer een nieuwe gekregen!’ Hij gebaarde naar Black zonder hem aan te kijken en zette zijn tirade voort. ‘En wie heeft hém hierheen gestuurd?’ ‘Je bataljonscommandant,’ interrumpeerde Black, die het zat was om het onderwerp te zijn van een gesprek waar hij zelf bij stond. 116
De vallei 116 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Merrick negeerde hem. ‘Ik ben me daar gek,’ zei Merrick tegen Caine, en hij wees naar zijn borst. ‘Ik weiger ook maar één soldaat hier één uur voor op te offeren.’ ‘Sergeant,’ zei Caine sussend, en hij gebruikte Merricks rang als wenk naar diens positie in de pikorde. ‘De luitenant heeft de 15-6 toegewezen gekregen. Hij heeft hier net zo weinig over te zeggen als wij.’ ‘Hiep hiep hoera,’ bitste Merrick. ‘Ik heb geen tijd voor een bullshitonderzoek naar wat mijn mannen in het veld doen, wanneer ze aan de bak moeten. Hij mag ze wat mij betreft naar hartenlust ondervragen wanneer we terugkeren naar Omaha. Áls we ooit nog terugkeren.’ ‘Luister nou,’ zei Caine op gedempte toon. ‘De lt en ik hebben het er gisteren over gehad. Hij wil dit zo snel mogelijk afhandelen, om weer zo snel mogelijk te vertrekken.’ Hij keek naar Black. ‘Toch, luitenant?’ ‘Het kan me werkelijk geen reet schelen wat hij wil,’ snauwde Merrick, waarna ook hij de blik op Black richtte. ‘Luitenant,’ zei hij, ‘ik begrijp dat u mijn mannen niet van hun werk wílt houden met uw kloteonderzoek, en ik begrijp dat u niet zélf gekozen hebt voor die 15-6, maar dat kan me niets schelen. Ongetwijfeld hebt u gemerkt dat we het nogal druk hebben hier, onder andere met in leven blijven.’ Laat hem maar even stoom afblazen, dacht Black. Hij wist dat Merrick vooral voor zijn eigen soldaten sprak, van wie er nu enkelen het tafereel vanaf hun tafel nauwgezet in de gaten hielden. Merrick was een ervaren sergeant, die al minstens twaalf tot vijftien jaar in de landmacht had gediend. Hij wist dat hij verplicht was mee te werken met het onderzoek van een officier. Maar misschien kon het hem niets schelen, omdat hij zich onaantastbaar waande hier in de Vallei en alles kon doen wat hij wilde om pas later de consequenties ervan onder ogen te zien. Hoe dan ook, Black vond dat hij het net zo goed nu kon ontdekken. In het laatste geval kon hij zich de rest van de week in luitenant Pistones kot opsluiten en tegen Gayley zeggen dat hij in zijn onderzoek belemmerd was. Daarna zou de 15-6 naar een majoor worden doorgeschoven en was het niet langer zijn probleem. Merrick bleef tieren en deed een stap naar voren. ‘Weet u wanneer ik mijn laatste dode had, luitenant?’ 117
De vallei 117 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Nee.’ ‘Vijf dagen geleden. En die daarvoor? Drie dagen eerder. En morgen zal ik waarschijnlijk weer gewonden hebben, of misschien nóg een dode. Het spijt me dus vreselijk, luitenant, maar ik heb geen tijd voor al die bullshit.’ Black had voldoende aanvaringen gehad met opgewonden sergeants om te weten dat de zo spreek je niet tegen je meerdere!-aanpak in dit geval geen zin zou hebben. Tegelijkertijd wist hij dat hij absoluut niet mocht terugkrabbelen. ‘Ik evenmin,’ sprak hij vlakjes. Merricks ogen schoten vuur, en hij sprak langzaam. ‘En wat mag dát precies betekenen, luitenant?’ De twee mannen staarden elkaar aan, en beiden werden aangestaard door de soldaten. Laat hem maar terugkrabbelen. ‘Dat betekent,’ antwoordde Black kalm, ‘dat ik betere dingen te doen heb dan me helemaal hiernaartoe te slepen om mijn en jouw tijd te verspillen. Maar dat is nou eenmaal wat me is opgedragen, en je hebt ongetwijfeld gemerkt dat ik óók in het leger zit, en daarom ben ik hier.’ Black stak zijn handen in de lucht, in een dus wat gaan we eraan doen?gebaar. Merrick bleef hem tien tellen lang aanstaren. Uiteindelijk keek hij naar Caine, die het tafereel met onzekere blik had gadegeslagen. ‘Krijg nou wat,’ zei hij, geheel niet onder de indruk. ‘Een luitenant met ballen.’ Hij keek langs Caine naar de soldaten aan hun tafels. ‘Ingerukt jullie.’ De soldaten sprongen op en stommelden naar buiten. Merrick keek weer naar Black en bleef hem indringend aanstaren terwijl de soldaten de kantine verlieten. Uiteindelijk waren ze alleen. ‘Luitenant,’ zei hij, ‘klopt het wat sergeant Caine zei, dat u dit zo snel mogelijk wilt afhandelen, met zo min mogelijk gezeik?’ ‘Ik doe alleen wat ik moet doen,’ antwoordde Black laconiek. ‘Hiep hiep hoera,’ zei Merrick droogjes, en hij keek naar Caine. ‘Hij doet alleen wat-ie moet doen.’ Hij had zich overgegeven. Hij vond het maar niks, maar Black zag dat hij zich bewust was van zijn verplichtingen. Hij had Black alleen willen intimideren. Een gebruikelijke manier van doen voor sergeants, die een he118
De vallei 118 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
kel hadden aan officieren die zich met hun zaken bemoeiden. Merrick maakte een zwaai met zijn arm, alsof hij de gehele voorpost bij de discussie wilde betrekken. ‘Maar ga gerust uw gang, luitenant,’ zei hij sarcastisch. ‘Doe alsof u thuis bent.’ ‘Ik beloof dat ik niets zal aanraken,’ zei Black, ook sarcastisch. Merrick bleef hem aanstaren. ‘Waar wilt u beginnen, luitenant?’ vroeg hij, op een toon die zei: zegt u het maar. ‘Ik wil naar Darreh Sin,’ zei Black kortaf. Merricks gezicht verstarde. Hij keek alsof Black hem een mooi aanbod had gedaan, maar hem nu al zijn geld afhandig had gemaakt. ‘Darreh Sin,’ zei hij. Black trok zijn schouders op. ‘Om met het stamhoofd te praten,’ zei hij, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. ‘Wat heeft het stamhoofd ermee te maken?’ vroeg Caine. ‘Ik moet met het stamhoofd praten om de man met het kogelgat in zijn muur te spreken te krijgen.’ Merricks ogen vernauwden zich. Ondanks zijn opvliegende karakter leek hij de beter opgeleide van de twee sergeants, beschikkend over meer mensenkennis. Hij keek Black aan alsof hij probeerde uit te vogelen met wie hij precies van doen had. ‘Luitenant,’ zei hij, zijn stem laag en beheerst. ‘We hebben zojuist vastgesteld dat u uw nietszeggende flutonderzoek wilt doen met zo min mogelijk verstoring van onze operatie. Waarom zou ik speciaal een patrouille samenstellen en mijn mannen in gevaar brengen om u naar het dorp te begeleiden, waar u iemand wilt spreken die niet eens Amerikaans is, over iets waar hij geen enkele rol in heeft gespeeld?’ Black wachtte op Caine, maar die zei niets en staarde naar de vloer. ‘Jullie hoeven niet speciaal een patrouille te sturen,’ zei Black opgewekt. ‘Jullie gaan er toch elke week heen?’ Merrick keek hem achterdochtig aan. ‘Wie,’ zei hij langzaam, ‘heeft u geïnformeerd over onze troepenbewegingen?’ ‘Troepenbewegingen’. Merrick gebruikte de dure term, de favoriete term van hogere officieren die veiligheidsbriefings gaven. Troepenbewe119
De vallei 119 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
gingen prijsgeven, bewust dan wel onbewust, was op uitzending de klassieke veiligheidsovertreding. Een overtreding die de krijgsraad voor soldaten betekende en een enkeltje naar huis voor journalisten. Black negeerde de vraag en veinsde verbazing. ‘Niemand in de voorpost doet er anders geheimzinnig over,’ zei hij. Caine bleef naar de vloer staren. ‘Wat is het probleem?’ vroeg Black argeloos. ‘Het ligt toch in de planning dat jullie morgen weer gaan?’ Caine keek op, verrast. Hij deed zijn mond open om hem meteen weer dicht te doen. Merrick, wiens verbeten gezicht steeds roder begon aan te lopen, keek naar Caine. Caine zag eruit alsof hij op het punt stond zichzelf vrij te pleiten, maar leek zich te bedenken. Merrick, kwaad maar klemgezet, ging nog dichter bij Black staan. ‘Luitenant,’ zei hij zacht, ‘ik heb nagelaten u te vertellen om op te sodemieteren met uw onderzoek. Zorg ervoor dat ik daar geen spijt van krijg.’ ‘Het is mijn onderzoek niet,’ zei Black. ‘Het is een onderzoek van het leger.’ ‘O,’ zei Merrick, die Black nog altijd indringend aankeek. ‘Dan mag het leger opsodemieteren.’ ‘Ik zal het doorgeven.’ Caine vatte dat op als zijn teken. ‘Zullen we gaan, luitenant?’ ‘Prima,’ zei Black luchtig, en hij keek beide sergeants aan. ‘Maar ik wil jullie beiden nog spreken voordat we morgen naar het dorp gaan.’ Voordat de almaar roder wordende Merrick iets kon zeggen of een rolberoerte kon krijgen, had Caine zijn hand op Blacks schouder gelegd. ‘Is goed, luitenant,’ zei hij, en hij dirigeerde Black naar de deur. ‘Dat zullen we dan meteen even regelen.’ Black ging de sergeant voor op weg naar buiten, waar de soldaten stonden te wachten totdat ze weer naar binnen mochten. De triplex deur viel met een klap achter Caine dicht. De soldaten deden alsof ze de sergeant en Black niet zagen in het voorbijgaan. ‘Jezus, lt,’ zei Caine sarcastisch. ‘U maakt ook meteen vrienden.’ Black negeerde de opmerking. ‘Brydon, Shannon en Corelli,’ zei hij. ‘Pardon?’ 120
De vallei 120 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Dat zijn de drie die ik vandaag wil spreken.’ Tijdens het lopen leek Caine na te denken over de namen. Is hij slim genoeg om te weten waarom? ‘Corelli omdat hij degene is die heeft geschoten,’ begon hij, langzaam, alsof hij het tegen zichzelf had. ‘Brydon omdat hij de hospik is, en Shannon omdat hij het dichtst bij Corelli stond.’ ‘Helemaal goed.’ Caine leek te begrijpen dat dit een uiterst bescheiden verzoek was, dat alle directbetrokkenen omvatte en veel papierwerk zou opleveren bij een minimaal aantal gesprekken. ‘Oké, lt,’ zei hij uiteindelijk. ‘Gaan we doen.’ Hij dacht even na. ‘Ze staan alle drie op wacht tot zestienhonderd uur. U kunt ze daarna spreken in hun kot.’ Black nam kennis van het feit dat Caine de roosters van de drie soldaten uit zijn hoofd kende en geen klein groen notitieboekje of verfrommeld stukje papier met de wachtdiensten van die dag tevoorschijn hoefde te halen. Hij wist precies wat zijn mannen aan het doen waren. ‘Klinkt goed.’ ‘Corelli kent u nog van gister,’ zei Caine tijdens het lopen. ‘Ziet eruit als een mietje, maar hij valt wel mee.’ ‘Oké.’ ‘Shannon zult u niet kunnen velen. En hij zal u niet kunnen velen.’ ‘Begrepen.’ ‘Brydon,’ ging hij verder, ‘is de Tovenaar.’ Black keek hem vragend aan. ‘Vreemde knul,’ zei Caine. ‘Chagrijnig, net als u. Zegt weinig. Maar zal voor iedereen hier zijn leven wagen, daar hoeft u niet aan te twijfelen.’ Black knikte. ‘Hebt u wel eens voor iemand uw leven gewaagd, luitenant?’ Black negeerde de vraag. ‘Waarom “Tovenaar”?’ ‘Dat zult u wel zien.’ Black verwachtte dat Caine hem zou vragen wie hem had verteld dat er morgen een patrouille zou vertrekken, maar hij zei niets. Misschien meende hij dat hij en Black nu quitte stonden, aangezien Black hem in de kantine niet had verraden. 121
De vallei 121 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ze kwamen bij Pistones kamer. Black deed de deur open. ‘Ik kom u om zestienhonderd uur halen,’ zei Caine. Op de drempel keerde Black zich om. ‘Sergeant, weet je nog wat ik heb gezegd over de klus klaren en zo snel mogelijk weer vertrekken?’ ‘Sorry? Eh, ja...’ ‘Ik zou het dan ook waarderen als je me al die bullshit bespaart.’ Caine keek hem vragend aan. ‘Welke bullsh...’ ‘Je zou me ook gewoon kunnen bedanken,’ onderbrak Black hem, ‘voor het feit dat ik je er niet bij heb gelapt bij de grote baas.’ Caine werd rood. ‘Grote baas?’ Waarom jaag je hem tegen je in het harnas? ‘En ik heb het echt wel gemerkt dat je me voor paal wilde zetten tegenover al die soldaten daar.’ ‘Wat? Luitenant, niemand heeft u...’ Black sloeg de deur dicht.
122
De vallei 122 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
11
G
eïrriteerd ging hij op het bed zitten. Merrick was overduidelijk de baas hier in Vega. Hij was het hoogst in rang en hoewel Caine had gezegd dat hij en Merrick de taken ‘verdeelden’, bepaalde Merrick hoe en wat. Caine voegde zich naar Merrick, punt uit. Hij vroeg zich af wat Merrick gevonden zou hebben van zijn sergeant, met diens gepoch over ‘zijn’ mannen. Black kende Merricks type wel. Hij was ze al eerder tegengekomen, de sergeants die het nooit ofte nimmer zouden accepteren dat een officier zich met hun zaken bemoeide. Ook al was die officier de meest onberispelijke mens op aarde, hij beschikte over de macht de sergeant te vertellen wat hij moest doen, en dat was iets wat de sergeant nooit zou kunnen verkroppen. Merrick zou tegenwerken, van begin tot eind, hoezeer Black zich ook op de vlakte zou houden. Fantastisch. Sergeants en hun trots. Wat Caine betreft: die had doelbewust op de aanvaring in de kantine aangestuurd, om Black belachelijk te maken voor het oog van de soldaten die hij later zou moeten ondervragen. Caine kende Merrick en wist dat Merrick woedend zou worden als hij hem over Black en de 15-6 zou vertellen. Hij had geen enkele reden gehad om het nieuws pas de volgende ochtend te vertellen, in de kantine, in aanwezigheid van zowel Black als een groepje soldaten. Het was zelfs ongepast om de hoogste in rang niet meteen te vertellen dat er een officier was gearriveerd in zijn voorpost. Of hij was dom, of hij vond dat Black dom was. Of allebei. Hij zette zijn geweer in de hoek en ging op bed liggen, nog altijd met het ongemakkelijke gevoel in het privédomein van iemand anders te vertoeven. Zijn kaak deed nog steeds pijn van de vuistslag die Caine hem eerder 123
De vallei 123 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
had gegeven. Hij pakte zijn boek en begon te lezen, zo nu en dan even pauzerend om naar het plafond te staren. Na een tijdje besefte hij dat hij niet had gegeten toen hij naar de kantine was gegaan om Merrick te spreken. Hij had honger. Hij stond op, schouderde zijn geweer en liep naar buiten, blij dat hij het bevreemdende kot van luitenant Pistone achter kon laten. Hij stopte bij de zonderlinge wc en keek naar de enorme hoeveelheid Chuck Norris-teksten die op de wanden waren gekalkt. Traditiegetrouw verwezen de meeste naar de geduchte reputatie (als de boeman gaat slapen, checkt hij eerst of chuck norris niet onder zijn bed ligt), de bovennatuurlijke krachten (chuck norris is zo snel dat hij de wereld rond kan rennen om zichzelf van achteren neer te slaan) en ontzagwekkende moed van de vechtsportexpert. Pal in het midden, in grote blokletters, stond de tekst die een en ander waarschijnlijk in gang had gezet. chuck norris heeft hier gescheten daarna veranderde er een hoop Hij las nog een paar andere teksten, vol bewondering voor de eindeloze, immer vulgaire vindingrijkheid van de gewone soldaat. Hij stond nog steeds te grinniken over een treffende vondst (chuck norris laat zijn boodschap achter vóór de piep) toen hij de deur openduwde en bijna tegen twee jonge soldaten botste die door de nauwe gang liepen. Ze zagen hem grijnzen. ‘Iets grappigs, luitenant?’ vroeg de een. Black antwoordde meteen. ‘Chuck.’ ‘Fan van Chuck, luitenant?’ Kennelijk was hij de geinponem van het stel. ‘Wie niet?’ De jongen grinnikte naar zijn maat. ‘We dachten altijd dat officieren te bekakt waren voor Chuck, luitenant.’ Black stak zijn handen in zijn zakken en maakte aanstalten om door te lopen. ‘“Chuck Norris is zo’n bikkel,”’ improviseerde hij, ‘“dat-ie de kak uit een officier kan beuken.”’ 124
De vallei 124 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De soldaten bleven even met opengesperde ogen naar Black staren om deze armzalige poging tot humor te kunnen verwerken, maar ze herpakten zich snel, en barstten in lachen uit. ‘Shit, u bent wel oké, lt,’ riep de een, terwijl Black wegliep. ‘Ahoea, luitenant!’ riep de ander met geveinsd enthousiasme. De stemmen stierven weg; eentje hoorde hij nog iets zeggen over een blanke officier genaamd Black. ‘Die kon je ook niet laten liggen, gast,’ lachte zijn maat. Hij liep door de doolhof terug naar de kantine, die hij leeg had verwacht op dit moment van de dag – ten onrechte, zo bleek. Aan een tafel zaten enkele soldaten, die meteen stopten met praten en opkeken toen hij binnenkwam. Terwijl hij naar de balie liep, staarden ze hem met lege blik aan, donkere wallen onder de ogen. Sinds hij de vijfentwintig was gepasseerd, zagen alle jonge soldaten er als veertien uit, en deze vormden daarop geen uitzondering. Hij zei niets en deed waarvoor hij gekomen was. Geleidelijk begonnen de gesprekken weer op gang te komen, hoewel op zachtere toon. Hij had verwacht dat deze mannen het hele jaar door gevechtsrantsoenen aten. Deze lagen weliswaar opgestapeld op de hoek van de balie, maar blijkbaar konden er ook gewone maaltijden worden genuttigd – in ieder geval tot een paar dagen na het bevoorradingskonvooi. De voorpost beschikte blijkbaar over middelen om voedsel gekoeld te houden. Een vrieskist, van stroom voorzien door een generator. Niet slecht. Het aanbod was niet om over naar huis te schrijven. Koelbakken met vleeswaren en zakjes met sponsachtig witbrood, en daarnaast een opengescheurde doos met zakjes mosterd en mayo. Maar het waren in ieder geval geen gevechtsrantsoenen. De soldaten aan tafel verorberden hun slappe sandwiches met gulzige happen. Black pakte een dienblad van de stapel en begon een sandwich met worst en mosterd samen te stellen. Hij hoorde de deur dichtklappen. Iemand ging naast hem staan en pakte een dienblad. Hij voelde dat hij bekeken werd. ‘Goeiemiddag, lt.’ Hij keek op en zag een soldaat die hij niet herkende. De jongen zag er even mager en afgemat uit als de rest. ‘Hé.’ Hij richtte zich weer op zijn sandwich en ging verder met het uitknijpen 125
De vallei 125 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
van zakjes mosterd over zijn plakjes boterhamworst. De soldaat deed hetzelfde. Hij voelde zich weer bekeken. Bliksemsnel keek hij op en zag de soldaat hem aanstaren. ‘Wat?’ vroeg hij bits. ‘Eh, het spijt me, luitenant,’ zei de soldaat zenuwachtig. ‘Ik vroeg me alleen af of...’ Black keek hem afwachtend aan. ‘Ik weet dat het mijn zaken niet zijn, luitenant, maar bent u niet degene die...’ ‘Nee.’ Black ging verder met zijn sandwich. De soldaat besefte dat het gesprek tot een einde was gekomen. ‘Eh, oké dan. Sorry, luitenant.’ ‘Vergeet het.’ Black liep met zijn bord naar de tafel die het dichtst bij de tafel van de soldaten stond. Hij ging met zijn rug naar hen toe zitten. Hun gemompel werd nog zachter. Je bent een lastpak. Hij at zijn sandwich snel op en liep terug naar Pistones spartaanse slaapvertrek. Hij ging liggen en pakte zijn boek. Tijdens het lezen nam hij een besluit. Het werd vier uur. Geen Caine. Het maakte niet uit. Hij wilde sowieso niemand lastigvallen die net van wachtdienst kwam. Om ongeveer kwart voor vijf hoorde hij iemand op de deur kloppen. Hij stond op en pakte zijn groene notitieboekje van het nachtkastje, van hetzelfde soort als Merrick bij zich had gehad in de kantine. Twaalf bij twintig centimeter, verstrekt door het leger, paste in de heupzak van een uniformbroek. Verplicht spul voor officieren en hogere sergeants. Hij stak het boekje in zijn zak, liep naar de deur en deed open. Merrick. Black kon zijn verbazing niet verbergen. ‘Had u iemand anders verwacht, luitenant?’ Merrick keek hem aan met wat Black slechts onverholen minachting kon noemen. Black, geïrriteerd door zijn eigen reactie, negeerde de opmerking en 126
De vallei 126 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
stapte de gang in. Merrick liep meteen weg, zodat Black gedwongen was een sprintje te trekken. ‘Nee, ik stuur mijn directe ondergeschikte niet om u naar míjn mannen te brengen,’ zei hij, in antwoord op een vraag die Black niet had gesteld. De nadruk op mijn was duidelijk hoorbaar. ‘Als u hun tijd wilt verdoen met bullshit, ben ik degene om het ze te vertellen.’ Black bleef zwijgen. Ze liepen door andere passages, gangen en doorsteekjes dan Black de avond ervoor had gezien. Hij raakte steeds meer onder de indruk van de omvang van de compound. Ze sloegen de hoek om en liepen door een gang met verplaatsbare Hesco’s aan de ene kant en de buitenmuur van een gebouw aan de andere kant, met metaalplaten als overkapping. Ze kwamen uit bij een vierkante, stenen opening waarin provisorisch een houten deur was gehangen. Op de deur stond: barak 2 hellraisers Binnenin was de gebruikelijke konijnenburcht van soldaten op uitzending. Je begon met een grote, lege kamer in een bezet gebouw. Een fikse ruimte, bij voorkeur met hoog plafond. Daarna nam je een berg houten platen en balkjes, waarna je de soldaten en hun sergeants hun gang liet gaan met zagen, hamers en spijkers. Binnen een paar dagen hadden ze dan tientallen afgescheiden leefruimtes gecreëerd. Geen enkel kot had een dak, om de ventilatie te bevorderen. De elektra, een kluwen van verlengsnoeren, stekkerdozen en lasdoppen, vormde een onvermijdelijke en continue overtreding van de brandweervoorschriften. Maar iedere soldaat had zijn eigen ruimte en zijn eigen deur. Het kot mocht dan wel de grootte van een gangkast hebben, maar het was van hém. Op uitzending was dat een ongekende luxe. De ruimte werd verlicht met een aantal grote lampen aan het plafond, op een hoogte van zo’n vier meter. Merrick beende het eerste smalle gangpad in. Hij stopte bij een deur en draaide zich om. Veel deuren waren beschreven, gesjabloneerd of beklad, maar deze niet. 127
De vallei 127 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Brydon,’ zei hij, en hij knikte naar de deur. Black stapte naar voren en klopte aan. Achter de deur klonk een schorre stem. ‘Binnen.’ Black duwde de deur open en stapte naar binnen. Merrick volgde hem. Waarop Black zich meteen weer omdraaide en naar buiten liep. Daar bleef hij staan wachten, zodat Merrick gedwongen was ook weer naar buiten te gaan. Zodra de sergeant dat had gedaan, draaide Black zich om en liep een stukje verder de gang in, weg van de geopende deur. Daar wachtte hij tot Merrick hem had ingehaald. ‘Wat ben je aan het doen?’ vroeg Black. ‘Wat bedoelt u?’ ‘Als ik met de betrokkenen praat, doe ik dat alleen.’ ‘Waar hebt u het verdomme over?’ ‘Ik doe het onderzoek, en jij bent hun meerdere,’ zei Black, zakelijk. ‘Jij hebt part noch deel aan het interview.’ Merrick schudde zijn hoofd. ‘Zo gaat het normaal niet,’ zei hij boos. ‘Wat is dit voor bullshit?’ ‘Toch wel,’ antwoordde Black koeltjes. ‘Heb je ooit eerder een 15-6 meegemaakt?’ Die opmerking viel verkeerd. Merrick deed een stap naar voren en sprak met de kaken op elkaar geklemd. ‘Jazeker, luitenánt, ik heb ooit eerder een 15-6 meegemaakt. En u? Dit is verdomme niet hoe het normaal gesproken gaat. Ik blijf erbij.’ Wie A zegt... ‘Als het toen inderdaad zo ging met die 15-6,’ beet Black terug, ‘deed die officier het helemaal verkeerd. Heb je ooit de reglementen gelezen, sergéánt?’ Aan zijn gezicht te zien stond Merrick op het punt van uithalen. Hij ging verder. ‘Ik spreek de betrokkenen in m’n eentje. Dat is hoe het gaat gebeuren. Als je me wilt tegenhouden, ga je gang. Dan blijf ik een week lang in luitenant Pistones kamer zitten, ga ik terug naar Omaha, meld daar dat ik ben tegengewerkt en dan mag jij je verheugen op het bezoek van een hoofdofficier.’ Merrick begon te koken van woede. ‘Of je kunt míj het onderzoek laten doen,’ ging Black verder, ‘waarna ik weer vertrek en je die hele 15-6 verder mag vergeten.’ 128
De vallei 128 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij wachtte af. Achter zijn woede leek Merrick zijn mogelijkheden af te wegen. Gezien zijn ervaring en overduidelijke intelligentie zou hij de reglementen best wel eens gelezen kunnen hebben, besefte Black. De sergeant draaide zich om en beende naar Brydons onbeschreven deur. ‘Hé, kuttenkop!’ ‘Wat,’ klonk dezelfde schorre stem. ‘De luitenánt heeft een paar vragen voor je,’ sprak Merrick sarcastisch. ‘Hij is helemaal van kolonel Gayleys bullshiteenheid hiernaartoe gekomen voor een 15-6-onderzoek.’ ‘Roger,’ teemde de stem. ‘Beantwoord zijn vragen naar waarheid. Graag níét speculeren over zaken waar je geen persoonlijke kennis van hebt. Mocht de luitenant langer dan dertig minuten nodig hebben’ – hierop keek hij naar Black – ‘meld je dat naderhand aan mij.’ ‘Roger.’ ‘En laat je spreuken maar achterwege. Het is maar een lullig luitenantje.’ ‘Roger.’ Merrick keerde zich naar Black. ‘Shannon zit daar,’ zei hij geërgerd, de gang in wijzend, ‘en Corelli zit rechts om de hoek, laatste deur.’ Hij liep weg in de richting die hij zojuist had aangewezen en bonsde op de deur van Shannons kot. Dat-ie dat heeft geslikt, dacht Black terwijl hij de kamer van de Tovenaar betrad.
129
De vallei 129 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
12
H
ij nam het tafereel in zich op. Het kotje van de soldaat was piepklein, misschien tweeënhalf bij anderhalve meter. De blikvanger, op de wand recht tegenover hem, was een groot, geplooid doek van zwart nylon, met daarop een witte vijfpuntige ster in een cirkel. Doordat de punten van de ster buiten de cirkel vielen, vormde het geheel net geen pentagram. Vóór de ster, met zijn rug naar de kijker gekeerd, stond een naakte man, de voeten iets uit elkaar en de handpalmen in afwerende houding, alsof hij zichzelf wilde beschermen tegen de onbekende, dreigende kracht die de enorme ster in zich had. Op een andere wand hing een pagina uit een tijdschrift, met daarop een tekening van een stad op de top van een berg die smaller werd naarmate je dichter bij de basis kwam, zodat het geheel uiteindelijk op een uiterst dunne zuil van steen bleek te rusten. De overige wandruimte werd in beslag genomen door tekeningen die deels over elkaar heen hingen en thematisch gegroepeerd waren, zoals de annonces op een mededelingenbord. In één hoek zag Black gespierde wezens met enorme hamers en sierlijke, elfachtige boogschutters op wonderschone strijdrossen. Ergens anders hing een groot aantal tekeningen van eenhoorns, in verschillende fantasiewerelden. De tekenaar had ontegenzeggelijk talent. Op het bed dat onder het zwarte doek stond, lag Brydon zelf, de Tovenaar. Hij was gekleed in een beige t-shirt en staarde Black aan over de rand van zijn boek. Op de kaft was een reizend gezelschap van zwaardvechters en magiërs afgebeeld. Het was een nogal gedrongen jongen. Zijn brede gezicht werd ontsierd door de littekens van jeugdpuistjes. Hij zou dik zijn geweest, als hij niet de fysieke inspanning had gehad van het continu op- en afrennen van berghellingen. Hij leek nogal in zichzelf gekeerd. 130
De vallei 130 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij keek lodderig uit zijn ogen en zijn borstelige haar hield het midden tussen bruin en blond. Het was opmerkelijk lang, zelfs voor een soldaat die diep in de bergen op missie was, ver van de fob. Het viel over zijn oren en Black schatte de lengte boven op zijn hoofd op een goeie vijf centimeter. Een dikke bos. Brydon moest wel een goede soldaat zijn, of een rare, om daarmee weg te komen. Black vroeg zich af hoeveel echte vrienden hij in het peloton had. In de hoek stond een krukje. ‘Mag ik...?’ vroeg Black. ‘Tuurlijk.’ Brydon bleef roerloos liggen, achterovergeleund tegen zijn kussen. Black ging zitten, trok het notitieboekje uit zijn zak en legde het op een tafeltje. Hij leunde tegen de triplex wand en zag toen pas de tatoeage op Brydons rechterbovenarm. Het was een schild met twee Latijnse woorden erop: vae victis. Het logo van een eenheid die hij niet herkende. Hij keek weer naar Brydon. ‘Ik ben luitenant Black,’ zei hij, hoewel zijn naampatch duidelijk zichtbaar was. ‘Wat weet je van een 15-6-onderzoek?’ ‘Niks, behalve wat sergeant Merrick net zei.’ Brydon sprak met een nogal lijzig accent. Black kon het niet thuisbrengen. Midwesten – verder kwam hij niet. ‘Oké,’ ging Black verder. ‘Zoals hij dus al zei, gaat het om een onderzoek dat mij is toegewezen. Het is het laagst mogelijke onderzoek binnen de landmacht.’ Hij stak zijn handen in de lucht, bij wijze van geruststelling. ‘Ik ben niet van de militaire politie, en je zit niet in de problemen.’ ‘Waarom word ik dan onderzocht?’ Dit vond Black het vervelende gedeelte van de 15-6. Er was nou eenmaal geen goede manier om cynische en wantrouwige soldaten uit te leggen dat ze weliswaar ‘onderzocht’ werden, maar dat ze zich geen zorgen hoefden te maken. Soldaten maakten zich altijd zorgen, en met reden. Zoals ze het zelf uitdrukten, de les die ze keer op keer en door schade en schande hadden geleerd: gezeik komt altijd van boven. ‘Het gaat niet specifiek om jou,’ legde Black uit. ‘Ik moet met een aantal van jullie praten. Met een paar andere jongens in het peloton, met sergeant Merrick, sergeant Caine...’ 131
De vallei 131 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Dus het hele peloton wordt onderzocht.’ ‘Min of meer. Of eigenlijk niet. Het is geen...’ Wat hij wilde zeggen, was: het is geen ‘onderzoek’-onderzoek, maar hij besefte hoe stom dat zou klinken. ‘Het is geen onderzoek waarbij...’ Hij zocht naar de juiste woorden. ‘Moet je horen,’ stamelde hij. ‘Ik heb dit al eerder gedaan. Ik praat gewoon met wat soldaten om een paar zaken duidelijk te krijgen, zet dat op papier, en daarna wordt het gearchiveerd, zodat niemand er ooit meer wat over hoort. Is dat goed?’ Hij herkende de blik die nu op Brydons gezicht verscheen: puur wantrouwen. ‘Wat voor zaken dan?’ Black pakte zijn notitieboekje. ‘Laten we gewoon bij het begin beginnen,’ zei hij, maar hij bedacht zich. ‘Sorry. Heb je nog vragen voordat we beginnen?’ ‘Wat voor vragen?’ ‘Algemene vragen. Als je nog wat wilt weten over de procedure.’ Brydon schudde zijn hoofd. Hij ging iets meer rechtop zitten. ‘Ik ging er alleen van uit dat u wel een kapitein zou zijn of zo,’ zei hij. Door zijn vorige twee 15-6-onderzoeken was Black gewend geraakt aan de schimpscheuten en heimelijke insubordinatie van soldaten te velde, die geïrriteerd waren door het feit dat ze werden ondervraagd, maar tegelijk ook bang om te horen te krijgen dat ze wat verkeerds hadden gedaan terwijl ze gewoon hun werk deden. Hij negeerde de opmerking. ‘Je volledige naam is Billy Brydon.’ ‘Yep.’ ‘Korporaal.’ ‘Yep.’ De korporaal viel in rang onder de sergeant, maar werd niet als onderofficier beschouwd. Sommige soldaten bleven jarenlang korporaal zonder te worden bevorderd. Sommigen wilden dat niet eens. ‘En je bent hospik.’ ‘Yep.’ ‘Hoelang zit je al in sergeant Merricks peloton?’ ‘Waarom wilt u dat weten?’ Dit beloofde toch nog een beproeving te worden. 132
De vallei 132 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Voor de administratie. Achtergrond en zo.’ Brydon keek hem sceptisch aan. ‘Drie maanden.’ ‘En daarvoor?’ ‘Amerika. In een andere eenheid.’ Black stelde de gebruikelijke vragen. Wanneer hij zijn training had gekregen, wanneer zijn dienstverband afliep. Hij zag dat de jongen niet nadacht over zijn antwoorden. Hij wilde gewoon weten waar hij aan toe was. Black sloeg zijn boekje dicht en legde het op tafel. Alles wat Brydon hem vertelde, moest hij sowieso later opnieuw opschrijven, op het standaardformulier voor verklaringen onder ede. Hij knikte naar Brydons tatoeage. ‘Wat is dat?’ Brydon keek instinctief omlaag. ‘Vae victis,’ mompelde hij. ‘Dat betekent...’ ‘Wee de overwonnenen,’ vulde Black aan. ‘Hoe wist u dat?’ vroeg Brydon stomverbaasd. Black trok zijn schouders op. ‘Maakt niet uit,’ zei hij. ‘Waar heb je die tatoeage laten zetten?’ ‘Maakt niet uit,’ antwoordde Brydon, die Black nog steeds aankeek alsof die op het punt stond zijn kamer leeg te roven. Black besloot het te laten varen. Tijd om weer ter zake te komen. ‘Goed,’ zei hij. ‘Wat ik vooral wil weten, is wat er precies is gebeurd op de drieëntwintigste van de vorige maand. Dat was op een woensdag.’ Hij zag de jongen in zijn geheugen graven, maar wist al dat het vergeefse moeite zou zijn. Data en dagen van de week waren irrelevant in een oord als Vega. Brydon keek hem aan en schudde zijn hoofd. ‘Maakt ook niet uit. Uit het dossier dat ik heb gelezen voordat ik hierheen ging, meende ik begrepen te hebben dat jullie geweergroep die dag op patrouille was.’ ‘Oké.’ ‘Corelli was er, Shannon, sergeant Caine en luitenant Pistone.’ ‘Oké.’ Brydon zat rechtop nu, armen om zijn knieën geslagen, en hij keek Black indringend aan. Hij antwoordde fel, alsof hij Black wilde uitdagen. Zeg nou maar wat ik volgens het leger zou hebben misdaan. Hij was gespannen. Gezeik komt altijd van boven. ‘Ik neem aan,’ zei Black, ‘dat de dorpelingen nogal boos waren.’ 133
De vallei 133 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Kan wel.’ ‘Het is allemaal nogal vaag, maar het klinkt alsof ze boos waren omdat de avond ervoor de geit van een van de oudere dorpelingen was doodgeschoten.’ Brydon zweeg even terwijl hij zich de bewuste dag voor de geest probeerde te halen. Zijn gezicht verstarde toen hij zich het voorval herinnerde en hij keek Black vol ongeloof aan. ‘Is dát waarom u hier bent?’ Black begon weer te stamelen. ‘Nou nee. Ik bedoel, niet echt. Het gaat niet om die geit, maar om...’ Vroeger kon je nog gewoon met zulke jongens praten. Hij herpakte zich. ‘Moet je horen. Ik weet dat dit allemaal nogal lullig klinkt. Het ís ook lullig. Maar tegenwoordig wordt er voor alles een 15-6 in gang gezet, ook voor lullige dingen. En deze hebben ze aan mij gegeven. Zoals ik al zei, je zit niet in de problemen of zo. Ik wil alleen de feiten op een rijtje hebben, zodat ik mijn rapport kan schrijven en voilà.’ Hij was vaak genoeg met onverholen afkeer aangekeken om Brydons blik te herkennen. ‘Dus laten we dit gewoon even afhandelen, oké?’ Brydon zei niets en bleef Black aankijken alsof hij een onherroepelijk oordeel had geveld over Blacks waarde als mens. ‘Kun je bevestigen of dat klopt? Of de geit van die man werd gedood?’ ‘Jazeker,’ zei Brydon, op een toon die zijn minachting voor het hele gebeuren meer dan duidelijk maakte. ‘De geit van die man werd gedood.’ ‘Was je er ook op de avond ervoor?’ ‘Ja, ik was er ook op de avond ervoor.’ ‘Wat gebeurde er toen?’ ‘Volgens mij weet u dat allang, lt,’ zei hij ongeduldig. ‘Ik wil het graag van jou horen.’ ‘De geit van die man werd gedood.’ Black keek hem aan met een blik van kom op nou. De jonge soldaat slaakte een zucht en schudde zijn hoofd. Toen begon hij geagiteerd te ratelen. ‘We waren op patrouille net buiten het dorp en het was donker en mistig en iemands geit was buiten de omheining geraakt en Miller, die nogal achterlijk is, schrok zich dood en dacht dat het een monster was of zo, en toen schoot hij en dat was het einde van de geit. Goed zo?’ 134
De vallei 134 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Goed zo,’ zei Black geduldig. ‘En de dag daarna?’ Brydon trok zijn schouders op, alsof de vraag, of de vragensteller, dom was. ‘We gingen op patrouille naar het dorp om erachter te komen van wie die geit was.’ ‘En toen was er een oploopje onder de locals?’ ‘Ja,’ zei hij kortaf. ‘Wat deden ze?’ ‘Gewoon staan, boos zijn.’ ‘Waarom waren ze boos?’ ‘Sergeant Merrick heeft me opgedragen niet te speculeren over dingen waar ik geen persoonlijke kennis van heb, dus dat weet ik niet.’ ‘Ik zal het niet opschrijven, en jij hoeft het ook niet op te schrijven,’ zei Black, nog altijd geduldig. ‘Ik vroeg me gewoon af of je wist waarom ze boos waren.’ ‘Misschien omdat Miller die geit had doodgeschoten?’ antwoordde Brydon, alsof Black traag van begrip was. ‘Ze leven toch van die beesten?’ ‘Heeft er iemand een waarschuwingsschot gelost om de menigte uiteen te drijven?’ Brydon slaakte een zucht. ‘Ja.’ ‘Wie?’ ‘Corelli.’ ‘Raakte er iemand gewond?’ ‘Niet dat ik weet.’ ‘Dus je hebt niemand ter plekke behandeld, voor wat dan ook?’ Brydon keek hem aan alsof hij nog nooit zo’n stuitende domheid had meegemaakt. ‘Volgens mij heb ik dat net gezegd, luitenant.’ ‘Waarom vuurde Corelli dat waarschuwingsschot af?’ ‘Dat moet u aan Corelli vragen.’ De rest van het interview verliep op soortgelijke wijze. Brydon bleef ongeduldig en onwillig. Black besloot een einde te maken aan het gesprek. Hij zou de jongen morgen ook nog kunnen spreken, voor aanvullende informatie en een verklaring onder ede. Hij sloot af met zijn gebruikelijke juristenvraag. ‘Goed, dan zijn we er wel, denk ik. Is er nog wat anders wat je me wilt vertellen?’ 135
De vallei 135 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Zoals?’ Black telde tot tien. ‘Het is gewoon een standaardvraag, om er zeker van te zijn dat we niks vergeten zijn.’ Brydon keek hem strak aan. ‘Volgens mij hebt u alles wat u nodig hebt, luitenant.’ Hij leunde achterover ten teken dat Black verder niets meer van hem hoefde te verwachten. Black bedankte de soldaat, pakte zijn notitieboekje en verliet de kamer. Weirdo. De meeste soldaten zijn op zijn minst een beetje opgelucht als blijkt dat het onderwerp van de gevreesde 15-6 iets onschuldigs blijkt, waarvoor niemand in de problemen zal komen. Sommigen worden kwaad omdat het tijd kost. Brydon leek zich vooral te ergeren aan de zinloosheid, de typische bureaucratische onzinnigheid van het hele gebeuren. Ergens begreep Black dat wel. Hij liep naar de deur die volgens Merrick aan Shannon toebehoorde. Hij klopte. Na een lange stilte klonk er een diepe stem: ‘Binnen.’ Black deed de deur open. De kamer was in typische deathmetal-stijl ingericht, met posters van doodskoppen aan de muur en potten creatine. Op een plankje stond een Xbox, onder een kleine, gebutste monitor. De indeling was identiek aan die van Brydons kamer, maar op de muur waar de hospik dat vreemde doek had hangen, hing hier een grote poster van een overbelichte blondine met glimmende, opgeblazen borsten die zich naakt over de motorkap van een pick-up had gevlijd. In een stoel onder de blondine, balancerend op de achterste twee poten, speelde Shannon op zijn Xbox. Hij droeg een krap t-shirt en liet zijn voeten op een tafeltje rusten. De kamer was net zo klein als die van de Tovenaar, maar Shannon nam domweg meer ruimte in beslag. Hij was ruim een meter tachtig lang en breedgebouwd, had blonde haren en een strak, door de zon verbrand gezicht. Net zoals Brydon had hij een tatoeage op zijn bovenarm: een mes voor een vlammende bloemenkrans, met de letters ‘xliv’ op het lemmet. Hij keek niet op toen Black binnenkwam en bleef geconcentreerd naar het scherm staren. ‘Korporaal Shannon?’ Stilte. 136
De vallei 136 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Hm,’ bromde de soldaat. ‘Ik ben luitenant Black.’ Niets. ‘Heeft sergeant Merrick je over mijn komst verteld?’ ‘Yep.’ Duimen schoten over knoppen. Door de speakers van de monitor schalde automatisch-geweervuur. ‘Mag ik gaan zitten?’ Net als in de kamer van de Tovenaar stond er een krukje bij de muur. ‘Doe wat u niet laten kunt.’ Er explodeerde iets op het scherm. ‘Wil je me aankijken als ik tegen je praat?’ ‘Niet echt.’ Black slaakte een zucht, stapte naar voren en sloeg in één vloeiende beweging de controller uit Shannons handen. Het ding schoot tegen het voorhoofd van de grote jongen, wat Black niet had voorzien, ketste af en klapte tegen de blote buik van het liggende pick-up-meisje aan de muur, waar het een duidelijke scheur achterliet. Shannon sprong overeind en stak beide armen instinctief in de lucht om zijn bezeerde voorhoofd te beschermen. Black ging op het krukje zitten. ‘Godverdomme?!’ Ook zijn stemgeluid was stevig. ‘Sorry,’ zei Black, die in het geheel geen spijt had van zijn actie. ‘U hebt verdomme een soldaat geslagen!’ riep de jongen verbijsterd. Black sloeg zijn been over zijn knie. ‘Wat, wou je me aanklagen?’ zei hij spottend. ‘Ik wist niet dat je zo’n huilebalk was.’ De jongen keek hem stomverbaasd aan, zoekend naar een antwoord. ‘Maar ga je gang,’ zei Black kalm. ‘Meld het maar. Of sla terug, dan kunnen we het allebei melden. Benieuwd wie er dan het slechtst vanaf komt.’ Hij zou niet raar hebben opgekeken als hij op dat moment door Shannons kolenschoppen van zijn kruk zou zijn getrokken en tegen de muur zou zijn gekwakt. Aan zijn vuurrode gezicht te zien was Shannon die optie serieus aan het overwegen. Maar het gedeelte van zijn brein dat nog niet helemaal aan de kook was gebracht, realiseerde zich dat de luitenant dan weliswaar een berisping zou krijgen omdat hij per ongeluk die con137
De vallei 137 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
troller tegen zijn voorhoofd had geslagen, maar dat hij zelf waarschijnlijk het leger zou worden uit gegooid voor het slaan van een officier, of in ieder geval zou worden gedegradeerd met opschorting van het soldij en een paar maanden wc’s schrobben zodra hij weer terug was in Amerika. Shannon draaide zich boos om en dook onder de plank om de controller op te rapen. De plastic behuizing was opengesprongen. Black vroeg zich af of dat kwam door Shannons voorhoofd of door de muur. ‘U hebt hem verdomme gesloopt!’ ‘Sorry,’ zei Black weer, nog steeds zonder enige spijt. ‘Kunnen we nu beginnen?’ Hij raapte zijn notitieboekje op van de vloer. ‘Laten we beginnen bij het begin,’ zei hij. De jongen stond voor hem en zwaaide met de kapotte controller. ‘Ik had graag dat u opsodemietert, luitenánt.’ ‘Huidige rang, korporaal. Huidige functie, infanterist.’ Hij wierp een blik in zijn notitieboekje. ‘Vorige functie... forward observer?’ ‘Bent u soms doof?’ ‘Nee hoor, ik heb gehoord wat je zei,’ antwoordde Black, zo verveeld mogelijk klinkend. ‘Weet je wat een 15-6-onderzoek inhoudt?’ ‘Ja, en het kan me niet schelen. Opzouten met die vragen.’ ‘Dan weet je ook dat je verplicht bent antwoord te geven?’ Shannon, die nog steeds voor Black stond, boog zich voorover. ‘Het. Kan. Me. Niet. Verdómmen wat ik “verplicht” ben te doen,’ schreeuwde hij, met consumptie. Hij wierp de controller opzij. ‘Ik heb al tegen sergeant Merrick gezegd dat ik niet met u wil praten.’ ‘En waarom niet?’ Een onbestemde uitdrukking. Verwarring? ‘Ik praat niet met u omdat ik niet met u wíl praten.’ Black slaakte een zucht. ‘Dat is niet echt een antwoord.’ Shannon ging op zijn bed zitten, dat ineens klein afstak tegen zijn massa, en keek Black recht in de ogen aan. Zijn zware wenkbrauwen trokken zich dreigend samen. ‘Oké dan,’ zei hij. ‘Ik wil niet met u praten omdat u eruitziet als een mie tje en ik wil geen mieterige bullshitvragen over mijn werk beantwoorden 138
De vallei 138 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
van een fobbit die geen flikker begrijpt van wat we hier meemaken en nog niet eens weet uit welke kant van zijn geweer de kogels komen.’ Hij zweeg even voor het effect. ‘Luitenant.’ Een heuse redenaar. ‘Hoe weet je dat het bullshitvragen zijn als je nog niet eens weet waar het over gaat?’ ‘Hoef ik niet te weten,’ bitste Shannon. ‘U bent bullshit, dus uw vragen ook.’ Black zuchtte. ‘Moet je horen, korporaal,’ zei hij, zonder acht te slaan op het feit dat Shannon al heel wat dingen had gezegd die hem ergens anders dan in deze godvergeten, levensgevaarlijke vallei flink in de problemen hadden kunnen brengen. ‘Je beseft toch wel dat je niet in de problemen zit? Dat niemand het op je gemunt heeft, en dat ik gewoon mijn vragen moet stellen, waarna ik weer verdwijn? Maar als je mijn vragen niet wilt beantwoorden, heb je wél een probleem.’ Shannon leunde tegen de muur, sloeg zijn armen over elkaar en keek stuurs de andere kant op. ‘Joepie.’ ‘Je beroept je dus op je recht op juridische bijstand?’ Het was de enige uitweg die hij nog voor zich zag. ‘Op wat?’ ‘Op een advocaat,’ antwoordde Black. ‘Als je weigert mijn vragen te beantwoorden, zeg je in feite dat je geen bezwarende verklaring over jezelf wilt afleggen en door een advocaat wilt worden bijgestaan. Maar zoals ik maar blijf benadrukken, is er niks om je tegen te hoeven verdedigen. Tenzij je iets voor mij verborgen houdt.’ ‘Is dit een politieserie of zo? Ik hoef geen advocaat.’ ‘Goed dan,’ zei Black geduldig. ‘Je wilt dus geen advocaat en je wilt niet met me praten. Dat betekent dat je weigert mee te werken aan een 15-6-onderzoek, wat een vergrijp is. Nu moet ik dus terug naar Omaha en aan mijn commandant melden dat je weigert mee te werken, waarna ze een majoor of kolonel zullen sturen om de zaak op te pakken.’ ‘Bullshit,’ bitste Shannon. ‘Leuk geprobeerd, luitenant, maar ik heb nog nooit een majoor of kolonel gezien sinds ik hier zit. Zelfs de kapitein van mijn eigen eenheid heeft z’n smoel nog nooit laten zien.’ ‘Ze zullen geen andere keuze hebben,’ wierp Black tegen. ‘Als je weigert 139
De vallei 139 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
om een paar simpele vragen te beantwoorden, zal deze pietluttige 15-6 tot enorme proporties worden opgeblazen en moeten ze het naar het brigadehoofdkwartier sturen onder de noemer obstructie, waarna ze wel gedwongen zijn de kwestie te laten onderzoeken door een hoge pief in plaats van een onderdanige luitenant, zoals ik.’ Shannon keek hem argwanend aan en grijnsde. ‘Probeert u me nou bang te maken, lt?’ Black stak zijn handen in de lucht, onschuld veinzend. ‘Ik denk van wel. Ik denk dat u me bang wilt maken.’ ‘Ik probeer je gewoon te helpen, zodat je verder niet zult worden lastiggevallen door mij of welke andere legerofficier dan ook.’ ‘Bullshit,’ zei Shannon, ogenschijnlijk tevreden dat hij had uitgevogeld wat er aan de hand is. ‘U dreigt wat met majoors en kolonels en denkt dat ik het daardoor in m’n broek ga doen en met u wil praten.’ ‘Dat is niet de opzet.’ ‘Denk het wel. En ik ben niet bang voor u of uw advocatengezeik.’ Black wierp zijn notitieboekje ter zijde. ‘Kennelijk heeft iemand je bang gemaakt, aangezien je niet met me wilt praten.’ Shannon keek hem aan alsof hij gek was geworden. ‘Ongelooflijke...’ Hij dwaalde af, verbijsterd. ‘Ongelooflijke wat?’ Shannon schudde zijn hoofd om zijn gedachten weer op een rijtje te krijgen. Hij legde zijn handen in zijn schoot, boog naar voren en keek Black strak aan. ‘Oké dan, luitenánt,’ zei hij spottend. ‘U wilt het dus horen?’ ‘Wat?’ ‘Wat ik te zeggen heb?’ ‘Graag.’ ‘Zeker weten?’ ‘Zeker weten.’ ‘Oké dan,’ zei Shannon. Hij leunde langzaam achterover en sloeg zijn armen over elkaar. Hij keek Black enige tijd aan voordat hij van wal stak. Toen hij eenmaal begon, was de minachting onmiskenbaar. ‘Om te beginnen,’ zei hij, ‘bent u een klootzak, luitenant. U bent een 140
De vallei 140 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
klootzak omdat u een mietje bent en geen flauw idee hebt van wat er hier allemaal gebeurt.’ ‘Begrepen.’ ‘En vertel mijn commandant gerust dat ik u heb uitgescholden, mocht u hem ergens tegenkomen in Omaha. Kan me geen flikker schelen.’ ‘Ik heb inmiddels begrepen dat je me niet mag,’ antwoordde Black onbewogen. Shannon fronste zijn wenkbrauwen. ‘Zie je wel...?’ sputterde hij hoofdschuddend, en hij wees naar Black. ‘“Ik heb inmiddels begrepen dat je me niet mag,”’ zei hij op een spottend, deftig toontje. ‘Moet u zichzelf nou zien zitten, alsof u iets weet wat ik niet weet. Lullen over waar ik allemaal bang voor ben.’ Hij rochelde luidruchtig en Black vreesde even een fluim in zijn gezicht te krijgen. Maar kennelijk had hij hem doorgeslikt. ‘U hebt geen flauw idee waar u het over hebt,’ zei Shannon. ‘Geen flauw idee wat we hier meemaken.’ ‘Vertel het me dan maar.’ ‘Ik bén het aan het vertellen, klootzak. Dus u wilt weten waar ik bang voor ben?’ ‘Alsjeblieft.’ ‘Mooi, want u gaat het sowieso te horen krijgen, aangezien u zoveel weet over waar we hier bang voor zijn.’ ‘Prima.’ Shannon wees naar de gang. ‘Ik heb u vanochtend met sergeant Merrick horen praten, in de kantine. Toen hij het over onze laatste dode had.’ ‘Dat weet ik nog.’ ‘Dat was Parsons,’ zei Shannon. ‘Hij was hier pas zes weken.’ ‘Oké.’ ‘Sergeant Merrick heeft niet verteld hoe hij is omgekomen.’ ‘Hoe dan?’ ‘Hij raakte achterop tijdens de patrouille.’ ‘Oké.’ ‘U begrijpt het niet,’ ging Shannon verder. ‘Ik bedoel niet dat-ie verdwaalde, een andere route nam of een halve kilometer achteropraakte. Wilt u weten hoe ver hij achteropraakte?’ ‘Nou...?’ 141
De vallei 141 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Tien meter,’ zei Shannon kortaf. Hij staarde Black aan. ‘Hij was onze laatste man en raakte verdomme tien meter achterop vanwaar hij had moeten lopen, en het was donker en een beetje mistig. Dat was het. Ik hoorde het niet eens toen ze hem grepen.’ ‘Oké.’ ‘Weet u wat de taliban doen als ze een van onze jongens te pakken krijgen?’ ‘Wat dan?’ ‘Ze planten hem neer voor de camera en houden hem vast totdat we hem ruilen voor een paar van hun eigen gasten. Wat we altijd doen, ook al zegt onze opperbevelhebber van niet als hij op de tv orakelt over hoe fantastisch het hier allemaal gaat.’ ‘Oké.’ ‘Dát zijn de taliban,’ zei Shannon droogjes. ‘Mietjes.’ Hij keek Black indringend aan. ‘Wilt u weten wat die klootzakken hier in de Vallei deden?’ ‘Nou?’ ‘Ze lieten hem voor ons achter.’ Black kreeg een akelig voorgevoel. ‘Hoe bedoel je?’ ‘Ze lieten hem achter bij een boom.’ ‘O.’ ‘Op honderd meter van de muur, op open terrein. De eerste boom die je tegenkomt als je naar buiten gaat.’ ‘Oké.’ ‘Vastgebonden aan de boom, ballen afgesneden, al zijn ingewanden eruit.’ Black zei niets. ‘En hij leefde nog.’ Hij wachtte op een reactie van Black, maar ging toen verder. ‘Hij heeft niet eens om hulp geroepen,’ zei Shannon, en de eerbied klonk door in zijn stem. ‘Hij wilde niet dat we hem zouden komen halen, omdat we dan neergeschoten zouden worden. We zagen hem pas de volgende ochtend, toen het licht werd. Nog steeds in leven, verdomme.’ Hij leek te vergeten dat Black er was. ‘Gozer was nog maar achttien, paratroeper voor het leven, liep verdom142
De vallei 142 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
me een jaar geleden nog meisjes te versieren op de kermis en zat nu op deze godvergeten plek vastgebonden aan een boom, te kijken hoe zijn maten vanaf de muren terugkeken. En we kunnen niet naar hem toe, omdat die klotesnipers op de berg hun kans afwachten.’ Black wist daarop maar één ding te zeggen. ‘Hoelang?’ ‘De hele dag, tot het donker werd. Weet u wie hem uiteindelijk te hulp schoot?’ ‘Nee.’ ‘Sergeant Merrick.’ ‘Ah.’ ‘In z’n eentje. Wilde niet dat iemand van ons meeging. Zei dat-ie ons zou neerknallen als we hem zouden proberen te volgen.’ Black dacht hier even over na. ‘Een held,’ zei Shannon uitdagend, starend naar de muur. ‘Maar denk niet dat hij een medaille krijgt voor wat-ie geflikt heeft.’ ‘Hij heeft hem dus niet kunnen redden?’ vroeg Black. Shannon negeerde de vraag. Hij leunde naar voren, legde zijn handen op zijn knieën en keek weer naar Black. ‘Er is dus maar één ding waar ik bang voor ben in dit godvergeten oord, luitenant,’ zei hij, en de woede in zijn stem nam weer toe. ‘En dan heb ik het niet over doodgaan. Dat kan me niet verdommen, en hetzelfde geldt voor uw advocatengezeik.’ ‘Oké.’ ‘Ik ben bang dat als ze me te pakken krijgen, me aan een boom binden, mijn ballen eraf hakken en mijn buik opensnijden, dat ik dan niet zo sterk ben als Parsons. Ik ben bang dat ik om hulp ga roepen in plaats van dood te gaan zonder mijn maten in gevaar te brengen. Dat sergeant Merrick of een van die andere bikkels naar buiten komen en neergemaaid wordt omdat ze me te hulp schieten.’ Hij liet een stilte vallen. ‘En dat,’ besloot hij, ‘is wat we hier zoal meemaken, en waarom het me allemaal niet kan verdommen.’ ‘Begrepen.’ ‘Bullshit,’ zei Shannon, vermoeid nu. ‘U begrijpt er helemaal geen flikker van.’ Hij leunde weer naar achteren en sprak zacht. 143
De vallei 143 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘U kent deze plek niet.’ ‘Wat bedoel je precies?’ ‘Ik bedoel dat de duivel in de Vallei huist, luitenant. En hij is op jacht.’ Hij knikte naar Blacks notitieboekje. ‘Schrijft u dus maar op wat u moet opschrijven, ga terug naar Omaha en neem de volgende keer gerust een majoor of kolonel mee. Ze weten waar ik ben.’ Hij pakte zijn controller. ‘Ik ben dan toch al dood, dus het maakt me allemaal geen ene flikker uit.’ Black kwam overeind en stak zijn notitieboekje in zijn zak. Er viel niets meer te zeggen. Shannon begon te prutsen aan zijn kapotte controller. Black duwde de deur open en liep weg, en vroeg zich af hoeveel moeite het nog zou kosten om een paar simpele verklaringen te krijgen en zijn rapport op te kunnen stellen. Hij liep naar het einde van de geïmproviseerde gang en sloeg rechts de hoek om, zoals Merrick had aangegeven. Hij liep met grote passen naar de laatste deur en trapte hem open.
144
De vallei 144 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
13
D
e deur zwaaide open en smakte tegen de triplex wand waaraan ze was opgehangen. Corelli, de keurige soldaat van de vorige avond, zat half met zijn rug naar de deur gekeerd een brief te schrijven, maar sprong nu letterlijk op van zijn kruk, de armen beschermend opgeheven, angst en verwarring op zijn gezicht. Doordat hij ook iets naar achteren sprong, werd de kruk richting de hoek gelanceerd, waar die ondersteboven tegen de muur klapte. ‘Ga jij het me ook moeilijk maken?’ riep Black. Corelli, die nu met zijn rug tegen de muur stond, verstarde en kromp ineen, en dat alles tegelijk. ‘Wat? Nee, luitenant, ik...’ Black, die op de drempel was blijven staan, beende naar binnen. ‘Want als ik dezelfde bullshit van jou krijg als van die andere twee,’ riep hij, ‘wil ik dat graag nú weten, zodat ik terug kan naar Omaha om jullie alle drie aan te geven voor obstructie, waarna je jezelf voor de krijgsraad mag verantwoorden.’ Toen de jongen het woord krijgsraad hoorde, leek hij nog meer te schrikken dan toen Black zijn kamer was binnengestormd. ‘Luitenant!’ riep hij verbijsterd. ‘Ik-ik wil niet... wat?’ Black wees naar de omvergekegelde kruk. ‘Zitten.’ Corelli schuifelde naar de hoek, zette de kruk recht en nam plaats. Black ging zelf op de rand van het bed zitten. Hij wees naar Corelli’s borst. ‘Ga je met me praten,’ zei hij streng, ‘of ga je alleen mijn tijd verdoen, zoals je maten?’ ‘Nee, luitenant,’ stamelde Corelli. ‘Ik bedoel, ja, luitenant. Ik zal met u praten. Ik wil uw tijd niet verdoen.’ 145
De vallei 145 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De soldaat oogde bleek. Black keek hem enkele tellen aan, verbaasd over hoe jong de soldaat oogde. De gladde huid op zijn kin had waarschijnlijk nog nooit een scheermes gezien, vermoedde hij. ‘Ik heb je gisteravond al ontmoet.’ ‘Ja, luitenant.’ ‘Weet je wat een 15-6 inhoudt?’ ‘Ja, luitenant.’ ‘Weet je wat déze 15-6 inhoudt?’ ‘Ik denk het wel, luitenant,’ zei hij nerveus, en hij wreef met zijn hand over de blonde stekeltjes op zijn hoofd. ‘Waarom denk je dat?’ ‘Omdat ik wist dat ik in de problemen zou komen door dat waarschuwingsschot, luitenant.’ ‘Je zit niet in de problemen.’ Corelli leek verbaasd. ‘Maar ik word toch onderzocht, luitenant?’ Black slaakte een zucht. Soldaten. ‘Niet jij specifiek. Ik praat met iedereen, zodat ik een beeld krijg van wat er gebeurd is.’ ‘Maar ik ben degene die geschoten heeft, luitenant.’ Hij wilde dus praten. ‘Prima,’ zei Black, kalmer nu. ‘Ik bedoel, waarom beginnen we niet gewoon bij het begin.’ Hij pakte zijn notitieboekje en pen, en nam even de tijd om Corelli’s kamer te bekijken. Het was de meest spartaanse van de drie. Een boekenplankje met een Bijbel en een paar paperbacks. Foto’s van thuis met een punaise vastgeprikt aan de muur. Zijn ouders waarschijnlijk, en – misschien – een adorerend jong zusje. Corelli in burgerkleren samen met een groepje keurige tieners, armen over elkaars schouder geslagen, waterval op de achtergrond. Zo te zien een kampeertripje, georganiseerd door de kerk. Op een plank in de hoek stond een draagbare, goedkoop ogende gettoblaster waaruit bombastische, experimentele jarenzeventigrock klonk. Windgongs gemixt met meanderende synthesizerklanken. Leek niet echt bij de jongen te passen. ‘Michael A. Corelli, klopt dat?’ ‘Klopt, luitenant.’ 146
De vallei 146 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black ging snel door de formaliteiten, waarvoor zelfs hij het geduld niet langer kon opbrengen. Hij wierp zijn boekje ter zijde en leunde achterover. ‘Oké dan,’ zei hij. ‘Zeg het maar.’ De jongen deed zijn verslag van het gebeuren. Zijn verhaal was identiek aan dat van Brydon, voor zover die het hele verhaal verteld had tenminste. Ze waren naar het dorp gegaan om het stamhoofd te spreken nadat Miller de avond ervoor in de mist de geit had gedood. Ze wilden weten wie de eigenaar was, om hem te kunnen compenseren, maar terwijl de bijeenkomst binnen nog gaande was, verzamelden zich buiten steeds meer dorpelingen. Ze waren boos en riepen dingen naar de soldaten die zich buiten hadden opgesteld. ‘Wat riepen ze dan?’ vroeg Black. ‘Dat weet ik niet, luitenant. Danny was binnen.’ ‘Hoelang zit Danny al bij deze eenheid?’ ‘Zolang ik hier al zit, luitenant.’ De windgongs hadden plaatsgemaakt voor pretentieuze, complexe, kijkmij-eens-riffs van de gitarist. ‘Oké, ga verder.’ ‘Ik kon ze niet verstaan, maar zag wel dat ze niet blij waren, en ze begonnen nogal opdringerig te worden.’ ‘Waar waren jullie op dat moment?’ ‘We stonden midden in het dorp, op het dorpsplein als je het zo kan noemen. Zand en gras, met een paar huizen eromheen. We hadden ons verspreid, oogjes in de rondte, terwijl de rest binnen was.’ ‘Waren Caine en Merrick bij het stamhoofd?’ ‘Sergeant Caine was buiten om ons in de gaten te houden, luitenant.’ ‘Waar was luitenant Pistone?’ ‘Die was niet meegegaan, luitenant.’ Hoe verrassend. ‘Alleen sergeant Merrick was binnen,’ ging Corelli verder, ‘samen met de kapitein.’ ‘Kapitein?’ ‘Er was die dag een kapitein bij die ik niet kende. Hij was door een heli afgezet bij de rivier.’ De cimic-officier, wiens rapport het 15-6-onderzoek in gang had gezet. ‘Oké,’ zei Black. 147
De vallei 147 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Inmiddels hadden zich al heel wat mensen uit het dorp verzameld. Sommige jong, sommige ouder.’ ‘Ga door.’ ‘Een paar jongeren stonden vlak bij me en gingen op een gegeven moment om me heen staan. Ze begonnen ook dingen naar me te schreeuwen, dingen die ik niet kon verstaan, maar ik kon wel merken dat ze boos waren, en toen dacht ik dat een van hen, hun leider of zo, mijn wapen wilde afpakken.’ ‘Waarom dacht je dat?’ ‘Zo leek het gewoon, luitenant.’ ‘Oké.’ ‘Ik ben al in meer van die Afghaanse dorpen geweest en je wéét gewoon wanneer iets uit de klauwen gaat lopen.’ ‘Ik begrijp het.’ ‘En dit was zo’n situatie. Ze drongen zich op en ik voelde, ik wíst gewoon dat die ene gast mijn wapen wilde afpakken.’ Behalve de gitarist liet nu ook de drummer van zich horen en ook de ‘zanger’, die slechts in het hogere register leek te kunnen janken en brullen, had zich in de strijd geworpen. Iets over honingdauw en rivieren. ‘Was het wapen gezekerd?’ ‘Ja, luitenant. Hij zat aan mijn d-ring, zoals altijd.’ ‘Wat gebeurde er toen?’ ‘Toen ik doorhad wat er stond te gebeuren, deed ik twee stappen naar achteren om wat ruimte te maken tussen de Afghanen en mij en stak ik mijn geweer in de lucht en schoot ik een paar keer in de muur van een van de lemen huizen rond het plein, achter hun rug.’ Black fronste. ‘Waar was sergeant Caine op dat moment?’ ‘Hij stond aan de andere kant van het plein, luitenant.’ ‘Waarom heb je niet gewacht totdat hij zei wat je moest doen?’ Corelli schudde zijn hoofd: daar was de situatie niet naar. ‘Ik handelde in een reflex, luitenant,’ zei hij. ‘Hij stond vijfenzeventig tot honderd meter van me vandaan, en ik kon hem zien en hij mij, maar ik had moeten roepen om zijn aandacht te trekken. Ik had mijn radio kunnen gebruiken, maar dat zou nog langer hebben geduurd. Ik had niet zoveel tijd en wilde die Afghanen ook niet neerschieten.’ ‘Heb je gericht geschoten?’ Corelli knikte driftig. ‘Absoluut, luitenant. Het dichtstbijzijnde vaste 148
De vallei 148 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
doelwit bevond zich achter hen. Met het telescoopvizier van mijn geweer kon ik precies zien waar de kogels insloegen. Ik wist zeker dat ik niet door het raam schoot.’ ‘Had je al eens zo’n situatie met Afghaanse burgers meegemaakt?’ ‘Ja, luitenant.’ ‘Maar je hebt nooit eerder een waarschuwingsschot hoeven lossen?’ ‘Eh, nee, luitenant,’ zei Corelli. ‘Niet in een van de eerdere burgersituaties die ik in dit peloton heb meegemaakt.’ Het eindeloze rocknummer leek naar een soort climax toe te werken. Het klonk alsof de hele mikmak van drums, gongs en cimbalen van de trap werd gelazerd om bij de onderste trede door de mangel te worden gehaald. De zanger loeide alsof hij in een zwart gat werd gezogen. Het was niet om aan te horen, en Black probeerde zich te focussen. ‘Waarom heb je eigenlijk niet in de lucht geschoten?’ Corelli keek hem niet-begrijpend aan. ‘Nou, omdat die kogels ook weer naar beneden komen, luitenant. We kunnen niet zomaar als gekken in de lucht schieten, zoals die Irakezen doen na voetbalwedstrijden en zo.’ ‘Ik snap het.’ Black voelde zich rood worden. Hij kon zich maar moeilijk concentreren. Hij was afgeleid geweest door de tekst van het nummer, dat blijkbaar nog steeds niet was afgelopen. A thousand years have come and gone. Hij keek naar Corelli, die naar de vloer staarde. ‘Waarschijnlijk was ik een beetje gespannen, luitenant.’ ‘Waarom was je gespannen?’ ‘Omdat ze zo boos waren, luitenant.’ Black probeerde na te denken, maar werd weer afgeleid door de jammerende zanger, die zong over de hemel die stopte of zoiets. ‘Waarom zei je zonet dat je wist dat je in de problemen zou komen?’ Corelli schraapte zijn keel. ‘Toen we terugkwamen van patrouille zei de luitenant dat dat waarschijnlijk zou gebeuren als er ooit een onderzoek zou komen.’ De zanger hield maar niet op over de bevroren hemel. ‘Hij had het over een onderzoek?’ ‘Dat was het woord dat hij gebruikte, luitenant.’ Black gaf zichzelf een mentaal schouderklopje voor het feit dat hij op 149
De vallei 149 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
basis van een enkele foto had ingeschat hoe kleinzielig en ineffectief de absente Pistone als leider moest zijn geweest. ‘Waarom waren de dorpelingen zo boos, denk je?’ vroeg hij. Corelli keek Black aarzelend aan. ‘Ik denk niet dat ik die vraag kan beantwoorden, luitenant.’ Nu wilde de zanger dat de wereld tot zijn einde kwam. ‘Waarom niet?’ Of dat het weer ochtend moest worden. Lastig te zeggen. ‘Van... van sergeant Merrick mag ik niet speculeren over dingen waar ik geen kennis van heb, luitenant,’ stamelde Corelli. ‘Ik dacht dat je had gezegd dat er de avond daarvoor een geit was gedood?’ ‘Ja, luitenant,’ zei Corelli. ‘Dat klopt. Ik bedoel, ik mag niet gissen naar wat er op een bepaald moment in iemands hoofd omgaat.’ Praying for the light. ‘Het enige wat ik echt weet over die dag,’ ging Corelli verder, ‘is dat er de avond ervoor een geit was gedood...’ Prison of the lost. ‘... en dat de dorpelingen boos waren toen wij de volgende dag kwamen. Ik weet niet wat...’ Xanadu. Black spitste zijn oren. Xaaaaaaaaaa-naaaaaaaa-dooooooo... ‘Wat is dit?’ vroeg hij fel. ‘Huh?’ ‘Wat is dit?’ vroeg Black opnieuw. Corelli keek hem niet-begrijpend aan. ‘Wat is wat, luitenant?’ ‘Dat.’ Black gebaarde naar de gettoblaster. ‘Die muziek? Heb ik van de Tovenaar gekregen.’ Corelli fronste de wenkbrauwen. ‘Relaxed toch, luitenant?’ ‘Wat bedoelen ze met dat “Xanadu”?’ vroeg Black. ‘Luitenant...?’ ‘In het liedje.’ Corelli schudde zijn hoofd. ‘Dat is gewoon de tekst, luitenant.’ ‘Hoe bedoel je?’ 150
De vallei 150 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Volgens de Tovenaar komt het uit een gedicht.’ ‘Welk gedicht?’ Corelli trok zijn schouders op. ‘Echt zo’n Tovenaar-gedicht. Die leest alleen maar dat soort dingen.’ Corelli leek zich iets te herinneren. ‘Hij zei: “Xanadu is wat komt vóór het einde van de wereld,” wat dat ook mag betekenen. Ik denk dat het gewoon de tekst is, luitenant.’ Black schudde zijn hoofd en richtte zijn aandacht weer op zijn vragen. De zanger, die nu gedeprimeerd klonk, jammerde door. Corelli vertelde dat de waarschuwingsschoten het groepje opdringerige dorpelingen deden terugdeinzen, en de rest van de omstanders deden opschrikken. Op dat moment nam Caine het heft in handen en het stamhoofd kwam samen met Merrick en de kapitein uit het huis gelopen en maande iedereen tot kalmte. ‘Wat gebeurde er toen?’ ‘Daarna maakten we ons uit de voeten, luitenant,’ zei Corelli. ‘We wilden de zaak niet op de spits drijven, zeker die dag niet, en dus gingen we terug naar de basis.’ Black dacht na. De zanger, die gepijnigd aan het kwelen was over een of ander existentiële tragedie, leidde hem af. ‘Goed,’ zei hij. ‘Dat is het wel. Ben je bereid alles op te schrijven in een verklaring onder ede, zodat ik die mee terug kan nemen naar Omaha?’ Corelli keek hem ernstig aan. ‘Alle vragen die u me stelt,’ zei hij op eigenaardig formele toon, ‘kan ik ook in een verklaring onder ede beantwoorden, luitenant.’ ‘Prima,’ zei Black. ‘Is dat alles, of heb je nog wat toe te voegen?’ ‘Dat is alles wat ik te melden heb over die dag, luitenant.’ Black bedankte hem voor zijn tijd en verontschuldigde zich voor zijn ruwe binnenstormen. ‘Verrassingen kan ik wel hebben, luitenant.’ Rare knul. Black liet hem achter met zijn brief. Het eindeloze rocknummer was nog altijd niet ten einde. De gitaarriff was terug en zwalkte heen en weer terwijl hij, opgelucht, door de gang wegliep. Black stak zijn hoofd naar binnen bij de uitkijkpost en bood zijn pakje sigaretten aan. 151
De vallei 151 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘En of, luitenant!’ Hij stapte naar binnen en ze staken op. Ze keuvelden wat en zagen dat de mist weer kwam opzetten. ‘Hebben jullie hier internet?’ vroeg Black. De ene soldaat nam een trek. ‘Wat denkt u zelf, luitenant?’ ‘Ik zou het niet weten, misschien hebben jullie een satellietverbinding of zo.’ De jongen schudde van nee en blies een wolk rook uit. ‘We kunnen vanaf hier geen satellieten zien, luitenant,’ zei hij. Hij gebaarde naar de bergflanken die boven hen uittorenden. ‘Obstructie en zo.’ Black knikte. ‘Ik heb hier nog nooit iemand van mwr gezien,’ verkondigde de soldaat, ‘en ik denk ook niet dat die ooit zal komen.’ mwr stond voor Morale, Welfare, Recreation, de legerterm voor de kleine ontspanningsruimtes die je op elke fob aantrof – pingpongtafel, tv, bordspelletjes, internet – en voor alle legerinitiatieven op het gebied van moraal, ontspanning en welzijn, zoals satellietverbindingen met afgelegen voorposten, zodat het voetvolk contact kon leggen met het thuisfront. ‘Wat probeert Danny op te vangen met zijn antenne?’ ‘Danny?’ schamperde de soldaat. ‘Danny is gek, luitenant. Maffe tolk. Denkt dat-ie hier zijn hadjimuziek kan ontvangen.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Heeft geen enkele zin,’ zei hij. ‘Niemand om naar te luisteren, niemand om mee te praten.’ De andere soldaat, de besnorde Bosch, knikte. ‘De enige manier waarop wij een e-mailtje kunnen versturen,’ sloot de soldaat af, ‘is als ze er vaart achter zetten en ons zo snel mogelijk uit dit godvergeten oord weghalen.’ ‘Hoelang moeten jullie nog?’ De soldaat maakte een hoe kan ik dat nou weten?-gebaar. ‘Shit, we zouden hier allang weg moeten zijn.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Ik bedoel, deze hele voorpost zou al weg moeten zijn, luitenant. Opgeheven.’ ‘Wie heeft je dat verteld?’ ‘De lt,’ antwoordde de soldaat. 152
De vallei 152 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Pistone?’ De jongen knikte. ‘Hij kwam een keer terug van Omaha en zei dat hij van de bataljonscommandant had gehoord dat deze plek zou worden opgegeven. En pelotonsbase Hemels ook.’ De soldaat rochelde en spuugde een fluim door het schietgat naar buiten. ‘Onderdeel van een “strategische hergroepering” of zoiets. Ik weet niet precies meer wat hij zei, maar waar het op neerkwam, is dat we ons aan het terugtrekken waren. Weg uit deze tyfusvallei.’ ‘Dat wist ik niet.’ ‘Toch is het zo, luitenant,’ ging de soldaat verder. ‘De post wordt opgeheven. We zitten er alleen nog.’ ‘Waarom?’ ‘Het materieel was elders nodig. Ze stonden klaar om ons op te halen en de compound te ontmantelen, maar op het allerlaatste moment zeiden ze dat ze alle geniespullen en vrachtwagens nodig hadden voor een groot gevecht in een andere vallei. En dus zeiden ze: “Blijf zitten waar je zit, we komen zo snel mogelijk.”’ ‘En hoelang geleden was dat?’ ‘Drie maanden.’ ‘Wat?’ ‘Inderdaad, luitenant. Drie maanden geleden en we hebben nog steeds niks gehoord.’ Hij spuugde weer. ‘Nog niet eens dat ze ons niet vergeten zijn. Radiostilte en zo.’ Het was een van de grootste zondes in het leger, vond Black: leiders die geen informatie doorgaven aan de manschappen. Te veel officieren leken te denken dat je een sterke leider was als je informatie achterhield en stukje bij beetje iets uitdeelde, als snoepjes op Halloween. Hij vroeg zich af waar precies in de hiërarchie, van de sergeants die deze jongens aanstuurden tot de kolonel die leidinggaf aan het bataljon, de communicatie was stukgelopen. ‘Maar niet dat we ons achter de muren mogen verschansen om onze tijd uit te zitten, wat een slimmerik zou doen,’ ging de soldaat verder, fel nu. ‘We moeten “de missie voortzetten”. We moeten de hort op, op patrouille, om de dag Sniper Town uitmesten, het hele dorp door, neergemaaid worden, en waarom...? Om op een dag een verdwaalde hadji-wannabe-zelf153
De vallei 153 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
moordterrorist tegen te houden? Alsof ze geen andere routes kennen in deze tyfusvallei.’ Na zijn betoog leek hij te kalmeren. Hij nam nog een lange trek en drukte zijn sigaret uit. ‘Welkom in het land van de verlorenen, luitenant. We zijn een peloton zonder doel.’ ‘Wanneer zat jullie eenheid in Irak?’ vroeg Black plompverloren. De jongen keek hem verbaasd aan. ‘Hoe weet u dat, lt?’ ‘Hadji,’ zei Black, bij wijze van verklaring. Die term werd vooral gebruikt in Irak. In Afghanistan hoorde je vaker ‘moedji’, voor moedjahedien. Onder andere. ‘In 2003,’ antwoordde de soldaat. Black knikte. ‘Hadji is hadji, luitenant, in welk godvergeten land hij ook zit. De ene keer zijn we hier, dan weer daar, we gaan de hele wereld over en hadji’s zijn overal gelijk. Ze laten de hele zooi gierend uit de klauwen lopen of zitten al in de shit, en dan komen wij weer, met een houding van dat-fiksen-wijwel-weer-even.’ Bosch keek toe terwijl zijn maat zat te tieren en liet de rook uit zijn mond kringelen. ‘Hadji don’t surf,’ citeerde hij met uitgestreken gezicht. Zijn maat proestte het uit en knipte zijn peuk door het schietgat. ‘Dus daar zitten we dan, luitenant,’ zei hij. ‘Denk aan ons als ze weer aan ons denken.’ Er viel een stilte. ‘Shit,’ zei de soldaat onzeker. ‘Misschien laten ze ons met rust nu ze weten dat we op het punt staan te vertrekken.’ Black zweeg. Bosch keek zijn maat aan met een mengeling van ergernis en medelijden. ‘Wanneer waren jullie voor het laatst in Omaha?’ vroeg Black. ‘Jezus,’ zei de soldaat fel. ‘Wat zal het zijn, Bosch? Twee maanden geleden?’ Het was nauwelijks te zien, maar Bosch knikte. ‘En zelfs dat was bullshit. We mochten niks en werden bij wijze van spreken opgesloten in de barakken. We konden een wasje draaien, maar dat sloeg nergens op, want binnen een week zou alles toch weer smerig zijn. Moesten met de hele meute tegelijk naar de kantine. Ik dacht even dat ze ons 154
De vallei 154 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
daar in formatie naartoe zouden marcheren, alsof we de eerste de beste groentjes waren. Hetzelfde gold voor het postkantoor en het internetcafé. Voor de rest mochten we niks. Vierentwintig uur later was het terug naar de vrachtwagens en werden we weer hierheen gebracht.’ ‘Hoe kwam dat zo?’ ‘Vraag maar aan de leiding, luitenant. Ze wilden ons “gefocust” houden of zo. Voor hetzelfde geld stond Omaha in Amerika. Ik had geen flauw idee waar alles was daar. Ik zou u zelfs niet kunnen vertellen welke eenheden er allemaal zaten.’ De mist vulde inmiddels de hele vallei en werd gestaag dikker. ‘Weten jullie wat “Xanadu” is?’ vroeg Black. ‘Wat?’ ‘Xanadu.’ De soldaat keek hem niet-begrijpend aan. Ook Bosch schudde van nee. ‘Laat maar.’ Black nam een laatste trek van zijn sigaret. ‘Ik hoor hier eigenlijk ook niet te zijn,’ zei hij. ‘U bedoelt, hier in Vega, luitenant?’ ‘Nee, hier in deze uitkijkpost.’ ‘Ah.’ Black knipte zijn peuk door het schietgat en wilde juist weglopen toen Bosch wat zei. ‘Dan hebben we toch wat gemeen, lt.’ Black draaide zich om, maar Bosch zat alweer over zijn wapen gebogen. Black stapte de duisternis in. Danny zat weer bij de rand van het dak met zijn antenne te klooien.
155
De vallei 155 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
14
I
n het ochtendduister, ineengedoken in de schaduwen, oogden de soldaten als grijze gestaltes. Ze hadden zich langs de rand van de modderige binnenplaats verzameld, onder de overkapping, onder dekking. De stilte werd slechts doorbroken door dichtklikkende bevestigingsclips en gespjes die werden aangesnoerd. Sommige jongens hadden oordopjes in en roffelden neuriënd met hun vingers, ogen gesloten, teruggetrokken in hun eigen wereldje. Zacht, blikkerig geschetter omgaf hen terwijl ze hun gedachten probeerden uit te bannen door zich mee te laten voeren met de muziek. Andere soldaten prutsten aan hun wapen of wipten van de ene op de andere voet. In een hoek hielden sergeants op fluistertoon overleg. Niemand die rookte. Black drukte op het lichtknopje van zijn horloge. Op het okergele venstertje las hij 05:32 af. Het werd nog niet licht, maar dat zou spoedig veranderen. De mist die op de oevers van pelotonsbase Vega klotste, werd lichter en begon zich langzaamaan terug te trekken. Black zag Corelli staan. Hij had geen oordopjes in en staarde de nacht in, de duimen achter zijn gevechtsvest gehaakt. Shannon stond iets verderop onder de overkapping, een reus behangen met gevechtsuitrusting. Hij vermeed Blacks blik en smoesde met zijn maten. Niemand leek trouwens enige aandacht aan de luitenant te schenken, maar Black beschikte inmiddels over een fijngevoelige radar voor gefluisterde insinuaties en steelse blikken, en die piepte nu op volle sterkte. Waarschijnlijk vond niemand het prettig dat de patrouille, die al riskant was, bezwaard werd met het onderzoekje van de luitenant. Toen zijn ogen aan de duisternis gewend waren, zag hij aan de overzijde van de binnenplaats een grotere groep soldaten staan. Ze hadden zich rond een lange gestalte verzameld, iemand die niet gekleed was als 156
De vallei 156 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
soldaat. Black sprak de soldaat aan die naast hem stond te frunniken. ‘Wie is dat?’ vroeg hij zacht. De soldaat trok zijn schouders op en leek een reden te vinden om weg te lopen en een paar meter verderop door te gaan met frunniken. ‘Dat is de Monnik, luitenant,’ klonk een lage, zachte stem achter zijn rug. Hij draaide zich om. Oswalt, de lange soldaat van de nis in de muur. ‘Goedemorgen, luitenant.’ Oswalt keek glimlachend op hem neer. Hij droeg geen gevechtsuitrusting. ‘Goedemorgen,’ antwoordde Black zacht. ‘Wie is “de Monnik”?’ ‘Dat is zo’n supersoldaat, luitenant. Zo’n Rambo.’ ‘Wat hij probeert te zeggen,’ mompelde Caine, die uit het niets tevoorschijn was gekomen, ‘is dat-ie bij de speciale eenheden zit.’ Caine was uitgerust en klaar voor vertrek. Danny stond naast hem in het halfduister. Black tuurde naar de overkant om de Monnik nog eens goed te bekijken. ‘Hij ziet eruit als een landloper.’ ‘Héle speciale eenheden, luitenant,’ antwoordde Caine. Black knikte. Niet je doorsneecommando. ‘Hoort-ie bij ons?’ Wat hij bedoelde, was: keurkorps van de landmacht of van een ander legeronderdeel? Caine trok zijn schouders op. ‘Dat vertellen ze ons niet. Hij komt zo nu en dan langs om z’n batterijen op te laden en een paar zakdoekjes te bietsen, maar voor de rest...’ Hij stak zijn handen in de lucht, alsof hij wilde zeggen: ik weet het ook niet. ‘Kom anders even gedag zeggen,’ zei hij. Hij liep weg. Black en Danny volgden hem. ‘Tot ziens, Oswalt,’ zei Black over zijn schouder. ‘Tot ziens, luitenant. Succes.’ Caine had nog niets gezegd over Merrick die gistermiddag in zijn plaats was komen opdraven, en door zijn laconieke gedrag vergat Black bijna dat hij de deur van Pistones kot in het gezicht van de sergeant had dichtgeslagen. Misschien had Merrick Caine opgedragen om wat te dimmen en de kwestie te vergeten, hoewel dat niet aannemelijk was. 157
De vallei 157 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ze wrongen zich door groepjes soldaten om aan de overkant te komen. De man was in gesprek met een paar soldaten en jongere sergeants, en droeg een traditionele Afghaanse budzun-mantel, een hoog om zijn nek gewikkelde bruine linnen sjaal en een opgerolde wollen chitrali-muts. Hij was ongeveer van Blacks leeftijd. Hij was niet breed, maar wel lang, en zelfs met mantel was duidelijk te zien dat hij een afgetraind lichaam had. Black kon geen wapens of andere uitrusting onder zijn kledij onderscheiden, maar ging ervan uit dat hij iets bij zich droeg. Zijn haarkleur hield het midden tussen donkerblond en zandkleurig, en een woeste baard deed verwoede pogingen het onderste deel van zijn gezicht te bedekken. Wat zichtbaar bleef, was een hoekig, gebruind gezicht met scherpe gelaatstrekken dat de meeste mensen maar met moeite zouden kunnen plaatsen. Het was in ieder geval opvallend, Europees, iets wat je in die zwart-witfoto’s van honderd jaar geleden zag. Wellicht was het een mix van het een of ander. Bosch, van de uitkijkpost, was er ook. Hij was niet toegerust voor de patrouille, waarschijnlijk omdat hij de hele nacht op was geweest. Blijkbaar was hij na zijn wacht hierheen gekomen om een praatje met de Monnik te maken. Ze schudden elkaar juist de hand toen Black en Caine het groepje naderden. Bosch zag ze komen, stak zijn handen in zijn zakken en liep weg, starend naar de grond. ‘Gast,’ zei Caine, en hij stapte op de Monnik af. ‘Hoe gaat het?’ ‘Het gaat,’ antwoordde de Monnik neutraal. Hij stak een futloze hand uit en ze schudden elkaar de hand. ‘Dit is luitenant Black,’ zei Caine. ‘Hij is van Omaha hierheen gekomen, voor het weekarrangement.’ De Monnik wendde zich tot Black en keek hem recht in de ogen terwijl hij zijn hand uitstak. Dat deed hij op opmerkelijk formele wijze: duim omhoog, handpalm verticaal, hoofd gekanteld, de onderarm in een hoek van negentig graden, en de rest van zijn lichaam stokstijf, als een keurige zakenman uit een zwart-witfilm. ‘Luitenant,’ zei hij overdreven opgewekt. ‘Aangenaam,’ antwoordde Black langzaam, de blik op de baard van zijn gesprekspartner gericht. De Monnik knikte met geveinsde ernst en pakte Blacks hand vast. Caine bekeek het opmerkelijke tafereel met argwaan. 158
De vallei 158 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De Monnik negeerde Caines blik en zette het gesprek met de soldaten monter voort. ‘Maar goed, jongens, over een week of twee dus?’ ‘Tuurlijk,’ zei een van hen, duidelijk onder de indruk. ‘Oké dan,’ zei hij. ‘Dan ga ik maar weer.’ Hij wilde weglopen, maar leek zich toen te bedenken. Hij wendde zich weer tot Black. ‘Zeg makker, je blijft hier dus nog een paar dagen?’ Black knikte. De man stak een hand onder zijn gewaad en trok een verfomfaaid ziploczakje tevoorschijn. Hij pulkte het open en haalde er een verkreukelde envelop uit, net groot genoeg voor een indexkaartje of een opgevouwen stukje papier. ‘Vind je het erg om dit op de post te gooien als je weer terug bent?’ Black nam de envelop aan en hield het in het halfduister voor zijn ogen. Op de voorzijde stond een adres in blokletters. Toen hij de envelop omdraaide, kon hij met moeite een aantal ingekleurde hartjes onderscheiden. ‘Maak je geen zorgen, lt,’ lachte de Monnik. ‘Geen postzegel, dus je maakt je niet schuldig aan slordige omgang met poststukken of zoiets.’ Hij grijnsde naar de soldaten. ‘Ik weet hoe jullie officieren letten op...’ Hij kapte zichzelf af. ‘Vind je het erg om ook een postzegel voor me te kopen?’ Hij glimlachte schuldbewust. ‘Sorry.’ ‘Geen probleem,’ antwoordde Black, die nog steeds naar de envelop staarde. ‘Cool. Ontzettend bedankt. Ik loop daar al weken mee rond.’ Hij keek naar zijn toehoorders en veinsde verlegenheid. ‘Mijn meissie zal zó blij zijn!’ De Monnik stak zijn handen in de zakken van zijn budzun en maakte aanstalten om te vertrekken. ‘Oké, mannen. Nogmaals bedankt. En doe het rustig aan.’ Hij draaide zich om en liep over de vochtige aarde naar de poort. ‘Wauw, luitenant,’ zei Caine droogjes, om in het gevlij te komen bij de aanwezige soldaten. ‘Belast met supergeheime post!’ De soldaten grinnikten, maar Black wist dat ze stiekem jaloers waren dat hij die simpele taak had gekregen van de mysterieuze strijder, iemand die zo’n bikkel was dat hij zich er in het geheel niet voor schaamde dat an159
De vallei 159 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
deren hem in de weer zagen met een liefdesbrief voor zijn meisje. Black stak de verkreukelde envelop in zijn zak en de soldaten verspreidden zich. ‘Waarom wordt hij “de Monnik” genoemd?’ vroeg hij aan Caine. ‘Zo noemen de jongens hem gewoon. Hij leeft als een monnik in de bergen. Niemand kent natuurlijk zijn echte naam.’ ‘Wat doet hij daar?’ Caine trok zijn schouders op. ‘Stenen vreten, proberen te bedenken waar de tango’s kunnen zitten en waarom letterlijk iedere klootzak hier ons allemaal de strot wil doorsnijden.’ ‘Waar slaapt hij?’ ‘Weet ik veel. In een boom, bij de rivier. Vooral in die schijthutjes waarschijnlijk.’ ‘Hoe werkt dat?’ ‘Ik bedoel,’ zei Caine ongeduldig, ‘dat-ie waarschijnlijk vooral met die domme boeren in hun kuttige hutjes aan een waterpijp zit te lurken om te vragen waarom neef zus en zo zo’n hekel heeft aan ongelovigen, terwijl hij zijn woede beter op de taliban kan richten.’ ‘Dat snap ik,’ zei Black, die zijn ergernis duidelijk liet blijken. ‘Als blanke, bedoel ik.’ ‘Hebt u ooit iemand uit Nooristan gezien, lt?’ Black moest toegeven van niet. ‘Er zijn er die er blank uitzien, of half blank. Ze lijken niet op andere Afghanen, in etnisch opzicht. Ergens zit wat blank, Europees bloed.’ Op Omaha had niemand dat tegen Black gezegd. ‘Waarom denkt u dat ik u wilde horen praten toen ik u dat pak rammel gaf?’ ‘Ah,’ zei Black, en hij herinnerde zich het voorval. Zijn kaak deed nog steeds zeer. Caine knikte. ‘Dat is waarom sommigen van die Vallei-gasten zich scheren en Amerikaanse compounds kunnen binnendringen voordat iemand doorheeft dat ze zich in onze uniformen hebben gehesen. En als een blanke zijn baard laat staan en wat vodden aantrekt, kan hij aardig opgaan in de lokale bevolking.’ ‘Maar wat gebeurt er als hij daadwerkelijk moet praten met de mensen?’ ‘Zodra hij zijn mond opentrekt, weten ze inderdaad dat hij niet van hier is,’ antwoordde Caine. ‘Zelfs tolken kennen niet al die brabbeltaaltjes van 160
De vallei 160 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
hier, behalve “hallo” en zo. Ze kennen alleen Pasjtoe. Maar je kunt aardig ver komen zonder al te veel aandacht te trekken.’ ‘Dus ze weten dat hij in het leger zit?’ ‘Dat betwijfel ik. Hij zal wel een goed verhaal hebben, dat-ie een maffe Europese hiker of avonturier is of zo. Je weet wel, door Afghanistan trekken, de locals ontmoeten, boekie schrijven...’ ‘Heeft hij jou dat verteld?’ ‘O, nee. Ons vertelt-ie geen flikker. Maar zoiets denk ik dan. Waarschijnlijk ook de reden dat hij hier alleen komt als het donker en mistig is.’ Black liet dit alles bezinken. ‘Waar komen die Europese genen vandaan?’ ‘Grappig dat u dat vraagt,’ zei Caine, verguld. ‘Van een Romeins legioen, dat van de aardbodem verdween.’ ‘Wat?’ ‘Precies wat ik zeg. Het Romeinse leger kwam hier om te vechten en vertrok minus een heel legioen.’ Ook dat was nieuw voor Black. ‘Die gasten verspreidden hier hun zaad,’ zei Caine, de Vallei besprenkelend door middel van een weids armgebaar, ‘met het huidige mengelmoesje als resultaat.’ ‘O ja?’ ‘Jazeker,’ zei Caine, in zijn nopjes met zichzelf. ‘Ik zie u denken, is dat die suffe sergeant Caine? Nou, lt, die suffe sergeant Caine weet ook wel het een of...’ ‘Caine.’ Merrick, een paar meter achter hen. Caine draaide zich om. Merrick knikte ten teken dat hij dichterbij moest komen. Hij zag Black staan, maar zei niets. ‘Blijf hier,’ zei Caine tegen Black, waarna hij wegliep. ‘Hij bedoelt Alexander de Grote,’ zei een stem met zwaar accent. Het was Danny. Hij droeg het gebruikelijke, kale patrouille-uniform van tolken: een afgedankt tenue met Amerikaanse vlag maar zonder rangaanduiding, een niet-gecamoufleerde helm met bevestiging voor een nachtzichtkijker en enkele andere stukken uitrusting. Black en Danny schudden elkaar de hand. ‘Hoe gaat het?’ ‘Hé, man, hoe gaat het met u?’ vroeg Danny. 161
De vallei 161 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Prima. Wat zei je nou over Alexander de Grote?’ ‘Hij heeft het over het Romeinse legioen,’ legde Danny uit, ‘maar die zijn hier nooit gekomen. De Britten, die komen een stuk later, maar de Romeinen zijn hier nooit geweest. Hij bedoelt Alexander de Grote.’ ‘Die was hier wel?’ ‘Ja, man. Heeft hier vlakbij gevochten. Met de kafir.’ Black kende het woord nog, van Koerasj, in Omaha. ‘Ongelovigen,’ zei hij. Danny glimlachte, en knikte. ‘Klopt, lt. De ongelovigen die het boek niet accepteren.’ Telkens als Danny ‘lt’ zei, klonk dat anders dan bij de soldaten. Er klonk meer respect in door. Hij zat niet in het leger, dus ‘ja, luitenant, nee, luitenant’ zat er niet in. Beter dan ‘lt’ werd het blijkbaar niet. ‘Dus de soldaten van Alexander de Grote trouwden met lokale vrouwen?’ Danny maakte een afwegend gebaar met zijn handen: een beetje van dit, een beetje van dat. ‘Niemand weet het. Zo is de theorie. Er zijn veel theorieën.’ Ook Danny wist dus wel het een en ander. ‘Weet je waarom ik hier ben?’ vroeg Black. Danny stak zijn handen in zijn zakken en knikte. ‘Ja, man. Onderzoek. Cool. Als ik kan helpen, help ik.’ ‘Ik vermoed dat de patrouille van vandaag vooral voor mij bedoeld is. Omdat ik het stamhoofd in Darreh Sin moet spreken.’ ‘Hm,’ zei Danny bewonderend. ‘Hij is een machtige man, een goede man. Goede man om mee te praten.’ ‘Oké.’ Caine voegde zich weer bij hen. ‘We gaan vertrekken,’ zei hij zacht. ‘U blijft bij Danny en mij, luitenant. En blijf een beetje op de achtergrond.’ ‘Begrepen.’ Langs de randen van de binnenplaats, onder de overkapping, hadden de soldaten zich in verschillende geweergroepen verdeeld. Wapens werden geladen en koptelefoontjes opgeborgen. Het gebabbel op fluistertoon was opgehouden. Beginnend met de soldaat die het dichtst bij de poort stond, stapte de ene na de andere soldaat onder de dekking van de overkapping vandaan om zich naar buiten te begeven. Iedere soldaat liet zo’n tien meter vallen 162
De vallei 162 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
tussen hem en zijn voorganger. De overdekte passage rond de binnenplaats stroomde geleidelijk aan leeg. Dit hadden ze overduidelijk al eerder gedaan. De eerste die naar buiten liep, was Merrick. Dat was ongebruikelijk: de hoogste in rang die vooropging, waar hij als eerste kon worden neergeschoten of op een mijn kon stappen. ‘Waar kom je vandaan?’ fluisterde Black tegen Danny terwijl ze op hun beurt wachtten. ‘Kaboel.’ Danny legde uit dat zijn vader uit een eenvoudige familie uit Kaboel kwam en zich in het oude Afghaanse leger naar de top had opgewerkt voordat het in rivaliserende bendes uiteenviel. Hij had een hekel aan de taliban, maar had zijn weg weten te vinden in het nieuwe Afghanistan, zo begreep Black. Hij was nu zakenman en verwachtte van zijn zoons dat ook zij hun eigen boontjes konden doppen. Danny gaf direct toe dat hij ongeschikt was voor het leger en een hekel had aan het zakenleven. Hij had ervoor gekozen tolk te worden, om wat geld te kunnen sparen en een goede start in het leven te maken. Hij kende de risico’s. ‘Misschien word ik neergeschoten,’ grinnikte hij, ‘of misschien word ik een groot succes!’ Black meende iets avontuurlijks te onderscheiden in Danny. Iemand die had ontdekt dat hij genoot van riskante situaties, of hij dat nu wilde toegeven of niet. ‘Hoelang ben je al in Vega?’ ‘Vier maanden,’ antwoordde Danny hoofdschuddend. ‘Man, deze plek is wild,’ fluisterde hij. Hij grinnikte, alsof hij zich zojuist iets had gerealiseerd. ‘Nooristan noemen ze het nu,’ zei hij met een ondeugende glimlach. ‘Weet u wat dat betekent?’ Black schudde van nee. ‘Land van het licht!’ riep Danny, en hij zwaaide met beide armen, alsof hij de hele duistere vallei wilde omvatten. Iemand maande hem tot stilte. Hij legde zijn hand over zijn mond – oeps! – en grinnikte. Ook Black moest glimlachen. Weer wat geleerd. Hij mocht Danny meteen. Hij had het vaak kunnen vinden met de tolken die hij ontmoette. Hij had respect voor ze. Respect voor de risico’s die ze vaak namen, buiten de risico’s die bij hun officiële werkzaamheden 163
De vallei 163 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
hoorden. Respect voor het feit dat ze zich meteen loyaal opstelden, hoewel ze alleen werden betaald voor wat in zekere zin een simpele dienst was. Respect voor hun kennis van het land en de inwoners. Maar bovenal had hij respect voor hun wijze raad. Zulke raad had hem eens het leven gered. Caine kwam in beweging. Black keek naar Danny, die een na u-gebaar maakte. Hij wachtte enkele tellen voordat hij Caine volgde en werd zich meteen bewust van zijn eigen kwetsbaarheid in de open ruimte tussen de bergflanken. Hij weerstond de neiging om zijn pas te versnellen, wat slechts zou betekenen dat hij tegen Caine op zou botsen. Dit waren dingen die rekruten voortdurend fout deden tijdens de training, dingen waarvoor ze dan weer werden uitgekafferd door het kader. Hij passeerde twee sergeants die zich aan weerszijden van de poort hadden opgesteld om de leden van de patrouille te tellen. Een verstandige maatregel. Je kon dan wel weten wie er in je geweergroep en peloton zat, wie er op patrouille moest en wie er daadwerkelijk voor de patrouille is komen opdraven, maar tenzij je iedere man die de basis verliet in persoon telde, wist je niet of iedereen later ook weer was teruggekeerd. ‘Zeventien,’ fluisterden ze eendrachtig toen Black hen passeerde. Ze keken hem aan, maar hun gezichtsuitdrukking was onpeilbaar.
164
De vallei 164 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
15
B
lack liep de poort uit onder een fonkelend zwart uitspansel. Donkere bergflanken torenden boven hem uit, bergkammen versmolten met de nachtelijke lucht. Voor hem open terrein. Aangezien het snel ochtend zou worden, had slechts de helft van de soldaten hun nachtzichtkijker naar beneden geklapt. Wanneer het kon, gaf Black de voorkeur aan zijn eigen gezichtsvermogen. Hij kneep zijn ogen samen en zag Caine lopen. Hij volgde hem, waarbij hij de voorgeschreven afstand in acht nam. Ze waren nog maar een klein stukje afgedaald toen ze rechts afsloegen en een nauwelijks zichtbaar kiezelpaadje begonnen te volgen dat hier en daar nog glad was door de modder. Ze liepen net boven de mist uit, die zich nu zichtbaar begon terug te trekken. Niemand die een woord zei; alleen uit Caines radio klonk zo nu en dan zacht gemurmel. Vóór Caine schuifelde een langgerekte rij van schimmige gestaltes door de duisternis. Black keek over zijn schouder en zag Danny lopen, handen in de zakken. De tolk grijnsde en zwaaide kort. Achter hem meer gestaltes, contouren van wapens. Nadat ze gedurende driekwart kilometer de hoogtelijn hadden gevolgd, begon het pad weer te dalen. Het aantal bomen nam toe, wat de voortgang bemoeilijkte. De patrouille zocht zich een weg over de lichtbegroeide helling. Na een halfuur keek Black omhoog. De hemel was aan het veranderen; nog geen daglicht, maar dat halflicht tussen dag en nacht in. Nachtzichtkijkers werden losgekoppeld en in rugzakken gestoken. Het smalle pad slingerde tussen bomen en rotsblokken en daalde aanvankelijk nog sterk. Na een tijdje werd de helling minder steil en kwamen 165
De vallei 165 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
ze terecht op een bredere landweg die uit een smalle zijvallei liep, een soort ravijn met beboste hellingen. Voor Black leek het alsof hij op een van de bospaden bij Fort Benning liep. De afdaling had de nodige tijd gekost. Inmiddels was het goed en wel ochtend geworden en had het halfduister plaatsgemaakt voor een wolkeloze lucht. De bergkam aan hun rechterzijde was hier lager en bevond zich misschien honderd meter boven hen. Zonnestralen scheerden over de rotsen en verlichtten de hogere flanken aan de overzijde van de Vallei. Het ging niet snel, maar ze vorderden gestaag. De soldaten keken naar links, naar rechts, naar de flanken, de schaduwen doorzoekend met de geoefende routine van een eenheid die gewend was aan vijandig vuur. Caine was langzamer gaan lopen en was nu bijna teruggezakt tot Blacks positie. ‘Hé, luitenant.’ Hij had zich omgedraaid en liep nu achterstevoren. Black maakte een opwaarts knikje: wat is er? Caine gebaarde over zijn schouder, naar de lagergelegen kam. Black keek. ‘Helemaal op de top, luitenant.’ Toen zag hij het. Op de kam, tussen twee iets hogere rotsformaties. Een vreemd, hoekig bouwwerkje. ‘Verrekijker?’ vroeg Caine. Black knikte. Caine stopte met lopen, groef in een van zijn zakken en haalde er een kleine veldkijker uit. Black nam hem aan en tuurde omhoog. Het had de omvang van een grote hut, maar was opgetrokken uit steen. Het felle ochtendlicht bescheen het van opzij, zodat één kant in een oranje gloed baadde. Black kon geen deuren of ramen onderscheiden. ‘De bunker op Signal Mountain,’ mompelde hij. ‘Wat?’ vroeg Caine. ‘Laat maar.’ Hij gaf de verrekijker terug aan Caine, die hem argwanend aankeek. ‘Wat is het?’ vroeg hij, en hij knikte naar de kam. ‘Britse meuk van een hele tijd geleden. Toen ze hier nog zaten. Met hun kolonies en zo.’ Hij versnelde zijn pas om zijn positie weer in te nemen. ‘Dacht dat u het wel interessant zou vinden, lt.’ 166
De vallei 166 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black knikte. Hij wierp nog een blik omhoog, maar ze waren alweer een stukje verder gelopen en het kleine gebouwtje was al goeddeels uit het zicht verdwenen. ‘Telegraaf,’ mompelde Danny plotseling. Black draaide zich om. De tolk was hem tot een paar passen genaderd. ‘Sorry?’ ‘Dit is de...’ Hij maakte een ronddraaiende beweging met zijn hand en zocht naar de juiste woorden. ‘Groot-Brittannië. Die had de telegraaf, in... in... een netwerk. Over de hele wereld.’ Black meende hier ooit iets over te hebben gelezen, over het wereldwijde telegraafnetwerk dat in de tweede helft van de negentiende eeuw was aangelegd, hoofdzakelijk door de Britten, in hun enorme koloniale rijk. ‘Hoe oud?’ ‘Achttien, achttienzeventig? Tachtig?’ Dat kon wel kloppen. Juist in de tijd waarin zulke verbindingen werden gelegd. ‘Dus waarvoor dient dat gebouwtje?’ vroeg hij. ‘Is het een soort... tussenstation?’ ‘Ja, man. Telegraafstation. Einde van de lijn. Einde van het netwerk. Helemaal tot hier, en toen zijn ze gestopt met bouwen.’ Black snapte niet waarom een deel van dat netwerk tot hier in Afghanistan zou lopen, en zei dat ook. ‘Dit hier was Pakistan, en daarvoor India. Brits.’ ‘Dat weet ik, maar...’ Zijn gedachten dwaalden af. Black wist dat ze dicht bij de grens met Pakistan waren, maar ook weer niet zo dichtbij. Danny zag hem denken. Zijn ogen begonnen te glinsteren. ‘Lijnen op de kaart. Nu zijn ze weer hier, dan weer daar,’ zei hij droog, en hij maakte een gebaar van wie-het-weet-mag-het-zeggen. ‘Lijnen van gister, lijnen van vandaag, lijnen van morgen. De Britten trekken veel lijnen.’ Hij stak zijn handen weer in zijn zakken. ‘De Afghanen kennen hun land.’ Danny liet zich weer afzakken voordat Caine hem kon terechtwijzen. Black vond het fascinerend dat de Britten de telegraaf helemaal tot de 167
De vallei 167 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Afghaanse grens hadden doorgetrokken, of wat toen min of meer de grens was. Waarschijnlijk hadden ze nog goede hoop op verdere uitbreiding. Het landweggetje boog naar rechts en verdween achter de helling. De patrouille bleef rechtdoor lopen, door de bossen. Eenmaal van het pad af liep de grond weer iets omhoog. De voorste soldaten verspreidden zich en vormden een voorste linie. Black volgde Caine, die nog altijd rechtdoor liep. Het bos was weer dunner begroeid, zodat er steeds meer ochtendlicht door de takken scheen. Black zag dat de grond nu zowel links als rechts van hem omlaag liep. Hij kreeg de indruk dat ze een soort uitstulping beklommen. Na een paar honderd meter hield Caine halt. Hij zette zijn gevechtslaars op een omgevallen boom en stretchte, waarna hij over zijn schouder keek en naar Black gebaarde om dichterbij te komen. Danny voegde zich bij hen. Ze stonden bij de bosrand, inderdaad op een uitstulping in het land, en keken uit over een inham in de valleiwand. Beboste hellingen liepen af naar de rivier, die spoedig zonlicht zou krijgen. Een kleinere waterloop, amper groot genoeg om zelf een rivier te worden genoemd, stroomde uit een zijvallei aan hun rechterhand. Tussen de vork in de rivier en de lagere bergflanken, verscholen in een holte, lag een nederzetting. ‘Darreh Sin,’ zei Caine, en hij overhandigde Black de verrekijker. Het dorp lag op zo’n tweeënhalve kilometer afstand, driehonderd meter lager dan waar ze nu stonden. Het was niet veel soeps. Hooguit enkele tientallen hutten, voor het grootste deel de gebruikelijke bouwsels van steen en hout die je wel vaker zag in dit deel van Afghanistan. Sommige waren tegen de bergflank aan gebouwd en leken bijna op elkaar gestapeld. Hier en daar zag Black dorpelingen lopen, de meesten op weg naar de rivier. ‘Klein,’ zei hij. Caine trok zijn schouders op. ‘Yep.’ Hij keek toe hoe Black door de verrekijker naar het dorp tuurde. ‘Dit dorp is “ongevaarlijk”,’ zei hij, waarbij hij aanhalingstekens uitbeeldde met zijn vrije hand. ‘Iets wat we niet kunnen zeggen van de andere dorpen, verderop in de Vallei.’ ‘Hoezo?’ ‘Blijkbaar heeft iedereen zijn eigen manier om de taliban op afstand te houden.’ 168
De vallei 168 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black zag hoe kleine stipjes zich naar de rivier bewogen. Vrouwen, voor zover hij kon zien. Hij wees naar de kleine zijrivier. Het leek alsof die van hogergelegen grond kwam. ‘Waar komt die vandaan?’ ‘De wei.’ ‘De wei?’ ‘Een vlak stuk grond,’ legde Caine uit. ‘Veel gras, bomen, schaduw. Soort van inhammetje in de bergen. Ook met huizen. Boerderijen.’ ‘Gaan jullie daar wel eens heen?’ ‘Niet vaak,’ antwoordde Caine. ‘Het valt allemaal onder hetzelfde stamhoofd en dezelfde dorpsraad. De wei is eigenlijk een soort buitenwijk van dit dorp.’ Black tuurde weer door de verrekijker, maar hij kon niet ver in de zijvallei kijken. ‘Maar goed,’ ging Caine verder, ‘sergeant Merrick gaat met een geweergroep vooruit. Eet anders even wat.’ Hij wees en begon te graven in zijn rugzak. Vijftig meter rechts van hen had Merrick een aantal soldaten apart genomen. ‘Om de route vrij te maken?’ ‘Yep.’ Waarschijnlijk waren ze al eerder boobytraps en snipers tegengekomen. In terrein zoals dit kon je je beoogde doel maar op een paar verschillende manieren bereiken. Het was niet moeilijk te raden welke route de Amerikanen zouden nemen. Blijkbaar wilde Merrick aan een paar takken schudden om eventuele vijandige strijders tot vluchten of vechten te dwingen. Black hoorde een geluid. Vier soldaten, zwaar gecamoufleerd, kwamen tevoorschijn uit het bos en pleegden kort overleg met Merrick. Daarna liepen ze terug in de richting van de landweg, daar waar die achter de bergmassa verdween. Twee van hen droegen een snipergeweer. Ze liepen naar een plek waar ze zicht hadden op Merrick en zijn geweergroep terwijl die de loop van de rivier volgden, om te kijken of er nog andere pottenkijkers in de buurt waren. Merrick en zijn mannen verdwenen uit het zicht. Black struinde weg van de bosrand. De soldaten van de voorste linie hadden zich over het terrein verspreid. Sommigen stonden nog, anderen knielden, maar ze waren allemaal in de nabijheid van een boom, en ze ke169
De vallei 169 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
ken allemaal om zich heen. Ze zochten in hun bepakking naar pakjes met crackers of koekjes. Ze scheurden de verpakking met hun tanden open en aten met één hand, de andere hand op hun wapen. Sergeants maakten zo nu en dan een rondje om te kijken of er niemand aan het wegsuffen was. De patrouille was zo vroeg vertrokken dat waarschijnlijk niemand fatsoenlijk ontbeten had. Ook Black had nog niets gegeten, maar was wakker genoeg geweest om de kist met gevechtsrantsoenen te plunderen die speciaal voor dat doel op de binnenplaats was neergezet. Hij ging op een steen zitten en trok een bruine zak spaghetti met saus tevoorschijn. Hij scheurde het open en lepelde de inhoud koud naar binnen met zijn spork. Danny kwam op hem afgelopen en ging met zijn rug tegen een boom zitten. Ze spraken op gedempte toon. Er verstreek een uur zonder dat er veel gepraat werd, behalve toen een soldaat aan Black vroeg om zijn Chuck Norris-grap nog eens te vertellen. De grap was door de voorpost gegaan en genoot inmiddels enige roem als toppunt van meligheid. Plotseling begon Caines radio te kraken. De sergeant, die op een boomstam zat, zag eruit alsof hij zelf al een beetje was weggesuft. Hij stond op, trok de microfoon van zijn scherfvest en liep naar de rand van het bos om de onderliggende vallei in ogenschouw te nemen. Een minuutje later kwam hij terug, zacht pratend in de microfoon. De soldaten in zijn buurt krabbelden overeind. ‘Tijd om te gaan, lt,’ zei hij. ‘Het trefpunt is in de vallei daar.’ Ze namen dezelfde route als Merrick. De afdaling was eerst nog lastig; gruis en kiezels rolden weg onder hun schuivende kisten. Na verloop van tijd werd de helling minder steil en maakte het gruis plaats voor gras. Uiteindelijk liepen ze vol in de zon, over vlakke stukken grasland geflankeerd door rietkragen en de rivier. Black verbaasde zich erover hoe groen het hier was vergeleken met de rest van Afghanistan, dat hoofdzakelijk dor en droog was. Overal zag hij bloesemende bomen en struikgewas, en al het groen voedde zich met het water van de rivier. Het was een schitterende plek. Voor hen, te midden van een groepje bomen tussen het pad en de rivier, stond een laag gebouwtje opgetrokken uit hout en steen, groot genoeg voor een paar kamers. Black keek Danny vragend aan. ‘Dit is...’ Danny zocht naar het juiste woord. ‘Een geboortehuis. Voor baby’s en mamma’s.’ 170
De vallei 170 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij legde uit dat baby’s in Nooristaanse dorpen ter wereld werden gebracht in gebouwtjes buiten het dorp zelf, om daar vervolgens samen met de moeders enkele dagen te verblijven. ‘De medicijnen zijn slecht,’ zei hij. ‘Veel gaan dood.’ Achter het geboortehuis troffen ze Merrick en zijn geweergroep. Hij draaide zich zonder iets te zeggen om en liep samen met zijn mannen verder. Na honderd meter zette hij koers heuvelopwaarts. Caine en de rest van de patrouille volgden. Ze bevonden zich nu pal onder het dorp, dat Black door de bomen kon zien liggen. Twee zwartharige vrouwen kwamen ze tegemoet, op weg naar de rivier. Een van hen droeg een zwart gewaad dat het midden hield tussen een jurk en een jas en dat tot haar enkels reikte. De andere vrouw droeg iets soortgelijks, maar dan bruin. Beiden droegen blauwe, dun geweven en met borduursel versierde sjaals die ze losjes om hun hoofd hadden geslagen. Ze hielden in het voorbijgaan hun blik op de grond gericht en bleven stug doorlopen. De patrouille bleef klimmen en bereikte uiteindelijk de eerste lemen huizen van het dorp, daar waar de flank van de berg ineens een stuk steiler werd. Bij een van de huizen zat een jongen van een jaar of vijftien juist de veter van een schoen van dierenvel te strikken. Hij kwam overeind toen de patrouille passeerde. Caine zwaaide kort, bij wijze van begroeting. De jongen keek ze onbewogen aan met groene, vorsende ogen. Zowel links als rechts nam het aantal huizen toe. Sommige waren niet meer dan hutten. Sommige waren opgetrokken uit steen en boomstammen, andere waren bijna geheel opgetrokken uit vakkundig bewerkt hout. Enkele hadden meer dan één verdieping. Uit meerdere daken kwam rook van het ochtendhaardvuur gekringeld. Geen enkel huis had een hek of afscheiding, ondanks het feit dat ze in sommige gevallen dicht op elkaar waren gebouwd. Hekjes had Black sowieso nog nooit gezien in Afghanistan. De dorpelingen deden wat ze elke ochtend deden. Grijze mannen met gegroefd gelaat, gekleed in grijze en zwarte gewaden, platte chitrali-mutsen en grijze sjaals, sjokten heuvelopwaarts, waarschijnlijk op weg naar de bergflanken, waar hun geiten graasden. Ook vrouwen liepen heuvelopwaarts, hoewel ze uiteindelijk een andere kant op gingen dan de mannen. Black volgde hun route en zag dat er op de lagergelegen hellingen veldjes voor gewassen waren aangelegd. In een land171
De vallei 171 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
schap zoals dit moest bruikbare landbouwgrond wel zeer schaars zijn. Achter de eerste huizen van het dorp speelden kinderen tikkertje. Black hoorde Danny iets roepen en hij draaide zich om. De tolk was uit de linie gestapt en had een van de kinderen aangesproken, een jongen van een jaar of twaalf die hij blijkbaar al eerder had ontmoet. Na een korte omhelzing sprak hij een paar woorden in het Pasjtoe. Het kind knikte en holde heuvelopwaarts, langs Black en de rest van de patrouille, zo nu en dan zwaaiend naar een soldaat die hij kende. Langs Merrick, die vastberaden doorliep zonder met wie dan ook contact te zoeken. Geen van de volwassenen leek hoe dan ook veel acht te slaan op de patrouille. Caine zwaaide of knikte zo nu en dan naar iemand; toenaderingen die werden ontvangen met wat Black slechts kon betitelen als inschikkelijke desinteresse, een soort onverschilligheid. De overige soldaten leken Merricks voorbeeld te volgen, ze bemoeiden zich nergens mee en keken strak voor zich uit. Danny haalde Black in, die over zijn schouder naar de soldaten achter in de linie keek. Corelli liep twee posities achter hem. Hij keek naar een onzichtbaar punt in de verte en hield beide handen op zijn wapen. Een paar kinderen kwamen de hoek om gerend en botsten bijna tegen Black en Danny op. Zodra ze de soldaten zagen, kwamen ze abrupt tot stilstand. Ze keken de twee mannen met grote ogen aan. Danny glimlachte en zwaaide, en begroette ze in een andere taal dan Pasjtoe. De kinderen bleven de mannen aanstaren en begonnen toen achterwaarts weg te lopen, waarbij ze bijna over elkaars benen struikelden. Een klein meisje met hoofddoek, gekleed in een donker gewaad met felgekleurd, sierlijk borduursel op de manchetten, stapte op Black af. Haar blauwe ogen waren zo fel dat ze bijna zilverkleurig leken. Ze glimlachte, reikte onder haar hoofddoek en trok een rode bloem uit haar kortgeknipte haar, die ze vervolgens aan Black aanbood. Hij nam de bloem aan, waarop een oudere jongen het meisje een pets op haar achterhoofd gaf en wegjoeg. Black stak de bloem achter de nylon riemen op zijn scherfvest. Danny en Caine hadden gelijk; deze mensen hadden een opvallend uiterlijk. Tussen de meer traditioneel Afghaanse types zag hij rood haar en blanke huid. Ze oogden... gezond. Blakend. Hij was gewend aan Afghanen die eruitzagen alsof ze wel een goede maaltijd konden gebruiken, die je de hand schudden alsof hun eigen hand op elk moment kon afbreken. Het leed 172
De vallei 172 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
geen twijfel dat de inwoners van de Vallei naar westerse – en zelfs Afghaanse – maatstaven straatarm waren. Maar het harde leven in de bergen had wat met ze gedaan. Ze beschikten over een zinderende energie, ook als ze niets deden. De patrouille naderde de bergflank. De huizen weken uiteen voor een open zanderige plek die hier en daar met gras was begroeid. Dit was blijkbaar het dorpsplein waarover Brydon en Corelli hadden gesproken. Aan de overkant, tegen de berghelling geplakt, bevond zich wat waarschijnlijk het huis van het stamhoofd was. Enkel in vergelijking met de rest van het dorp was het huis indrukwekkend te noemen. Het had twee verdiepingen en de muren waren glad, hoewel ze niet van steen en niet gestuukt waren. De bovenste verdieping was betimmerd en had een houten balkon. Ook dit huis had geen omheining en toen ze de open plek opliepen, zag Black een man van middelbare leeftijd voor de deur staan, gekleed in een grijs gewaad. Hij keek Danny met opgetrokken wenkbrauwen aan. Was hij het? Danny schudde zijn hoofd. Merrick was in het midden van de open plek gaan staan. De soldaten verspreidden zich meteen en namen langs de rand van het plein hun posities in, op regelmatige afstand van elkaar. Enkele dorpelingen bleven staan kijken, nieuwsgierig naar wat er te gebeuren stond. Merrick gebaarde naar Caine. Danny en Black bleven op afstand. Black kon amper horen wat er tussen de twee werd gezegd, behalve dat Merrick ‘jij’ zei. Caine draaide zich om en gebaarde naar Black en Danny om dichterbij te komen. Ze liepen over het zand en gras naar de plek waar de twee sergeants op hen wachtten. ‘Oké, luitenant,’ begon Merrick geïrriteerd. ‘Daar zijn we dan.’ Hij zwaaide met zijn arm, alsof hij het verder ook niet wist. ‘Hoe luidt uw bevel?’ Oorlogsfilmtaal. Niemand in het leger die daadwerkelijk ‘Hoe luidt uw bevel’ zei, tenzij hij de boodschap wilde uitzenden die Merrick hier overduidelijk wilde uitzond: U wilt hier onderzoekertje komen spelen? Prima. Zegt u het maar, luitenant. Mocht het uit de klauwen lopen, dan is het úw schuld. Black besloot de provocatie te negeren. ‘Je weet waarom we hier zijn,’ antwoordde hij, en hij liet zijn irritatie 173
De vallei 173 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
door de onbeschofte sergeant bewust in zijn stem doorklinken. ‘Een halfuur,’ zei Merrick kortaf. ‘Een minuut langer en u mag in uw eentje teruglopen.’ Black wilde de sergeant juist van repliek dienen toen Caine een stap naar voren deed en een hand op zijn schouder legde. ‘Kom maar, luitenant,’ zei hij, en hij dwong Black met zachte hand de andere kant op. ‘Volgens mij hebben we tijd zat.’ ‘Nee, dat heb je niet, Caine,’ zei Merrick bits. ‘Een halfuur.’ Caine gaf Merrick een veelbetekenende blik terwijl hij Black naar het huis van het stamhoofd leidde. ‘Geen zorgen, lt,’ zei Caine. De sergeant ging voorop, gevolgd door Black en Danny. De man die voor het huis van het stamhoofd stond te wachten, keek roerloos toe hoe ze naderbij kwamen. Zijn gewaad was eenvoudig, maar het platte hoofddeksel was versierd met felblauw en zilver. Zijn gezicht was getekend door de zon en zijn korte baard begon al te grijzen, hoewel Black hem begin veertig schatte, hooguit. Black schouderde zijn geweer en trok zijn handschoenen uit, die hij in zijn zakken stopte. Caine liep op de man af en legde zijn hand op zijn hart. ‘Salam aleikum.’ De man beantwoordde de begroeting zonder zijn gezicht uit de plooi te halen, leunde naar voren en gaf de sergeant een korte omhelzing, waarbij hij tegelijkertijd Black bekeek. Ook Danny stapte nu naar voren en deed wat Caine had gedaan, en sprak bovendien enkele woorden in het Pasjtoe. Net als het Dari was dit een soort gemeenschappelijke taal in de provincie, waar vijf verschillende Nooristaanse talen en talloze dialecten werden gesproken. Toen de man antwoordde, schudde hij zijn hoofd en maakte hij een gebaar van nee, nee, geen probleem. Zijn gelaatsuitdrukking vertelde echter een heel ander verhaal. Black vermoedde dat Danny zijn verontschuldigingen had aangeboden voor het feit dat ze op zo’n korte termijn het stamhoofd wilden spreken. Blijkbaar was het eerste wat het stamhoofd erover gehoord had afkomstig geweest van de jongen die eerder nog door Danny was aangesproken. Danny gebaarde naar Black en begon weer in het Pasjtoe tegen de man te praten. De man knikte. ‘Salam.’ 174
De vallei 174 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij draaide zich zonder iets te zeggen om en liep over een stenen paadje naar het huis van het stamhoofd. De mannen volgden. ‘Broer van het stamhoofd,’ fluisterde Danny. ‘Chagrijn.’ De man trok de deur open en riep een paar woorden naar binnen. Daarna stapte hij opzij om de deur open te houden. Hij staarde strak voor zich uit terwijl de mannen naar binnen stapten. Caine ging voorop, gevolgd door Danny. Black kwam als laatste en was meteen onder de indruk. De woning bleek verrassend ruim en luxueus ingericht: gladde, geelbruine muren, een donkere tegelvloer en een opengewerkte eerste verdieping, zodat de ontvangstruimte een hoog plafond had. Door een opening in het dak stroomde daglicht naar binnen. Ergens klonk muziek: een krakerige mono-opname van een vrouw die zong in een taal die Black wederom niet herkende. Op de vloer lag een groot tapijt, Perzisch of iets wat erop leek. Aan de muren hingen donkere wandkleden. Midden op het tapijt stond een laag, sierlijk tafeltje van pikzwart hout. Eromheen stonden enkele stoelen met hoge rugleuning, gemaakt van hetzelfde soort hout en met zittingen van gevlochten stroken leer. Op de stoel met de hoogste rugleuning, recht tegenover de deur, zat het stamhoofd. Hij stond op toen de bezoekers naar binnen kwamen en spreidde zijn armen. Hij was lang, bijna even lang als Merrick, en oogde indrukwekkend. Deze man, die gekleed was in een lichtbruin gewaad, was ontegenzeggelijk gezaghebbend. Hij straalde kracht uit, fysiek en anderszins. Hij was potig en vitaal, waar zijn broer gespannen en schuchter oogde, en ondanks zijn grijze baard zag hij eruit alsof hij elk moment een sprintje naar de dichtstbijzijnde bergtop kon trekken. Breed glimlachend en met glinsterende ogen strekte hij zijn pezige armen uit, alsof deze buitenlandse indringers zijn allerbeste vrienden waren. ‘Sergeant,’ zei hij met een moddervet accent, en hij stapte op Caine af om hem te omhelzen. Daarna begroette hij Danny in het Pasjtoe, waarbij hij het middel van de tolk fijnkneep als een tube tandpasta. Daarna deed hij een stap naar achteren om Black in ogenschouw te kunnen nemen. Danny sprak enkele zinnen en gebaarde hierbij naar Black, die zijn eigen naam hoorde vallen. Toen de tolk uitgesproken was, stapte het stamhoofd naar voren. 175
De vallei 175 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Luitenant,’ zei hij. ‘Salam,’ perste Black eruit, aangezien ook hij in een stevige omhelzing werd genomen. Het stamhoofd deed weer een stap naar achteren en sprak nu alle drie de mannen met gespreide armen toe. ‘Wees wederom welkom in mijn huis, vrienden,’ vertaalde Danny. ‘En welkom luitenant Black, een nieuwe vriend, met dank aan God.’ Black glimlachte vanbinnen en knikte. Het stamhoofd, de blik nog altijd op Black gericht, draaide zijn hoofd naar Danny en sprak met olijke blik enkele zinnen. Danny grinnikte en richtte zich tot Black. ‘Hij zegt dat de laatste officier die hem bezocht kapitein was en hij hoopt dat hij het Amerikaanse leger niet heeft beledigd.’ Hij doelde op de cimic-officier. Black dwong zichzelf te lachen, een lach die beantwoord werd door het stamhoofd. ‘Hij maakt maar een grapje, lt,’ grinnikte Caine. ‘Ik zal het uitleggen,’ zei Danny, waarop hij weer in het Pasjtoe tegen het stamhoofd begon te praten. Het stamhoofd fronste en stelde een vraag. ‘De andere luitenant,’ vertaalde Danny. ‘Hij zegt dat hij hem lang niet heeft gezien. Hij vraagt waar hij is? Ik zal het uitleggen.’ Black luisterde terwijl Danny sprak. Het stamhoofd leek zeer geïnteresseerd in het hele verlofgebeuren. Uiteindelijk verscheen er een glimlach op zijn gezicht en begon hij zorgvuldig te spreken, waarbij hij Caine aankeek. Danny leek verrast. ‘Eh, dit is...’ stamelde hij, gesticulerend. ‘Dit is...’ Hij zocht naar het juiste woord. ‘Onbruikbaar?’ Maar toen wist hij het. ‘Ongebruikelijk.’ ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Caine. ‘Het stamhoofd vraagt...’ Danny keek naar de vloer en schraapte zijn keel. ‘Als u het goed vindt, sergeant Caine, hij vraagt of hij alleen met de luitenant mag spreken.’ Caine keek de tolk niet-begrijpend aan. ‘Ja, natuurlijk,’ zei hij, geveinsd joviaal. ‘Geen enkel probleem.’ Black keek Danny vragend aan. Danny keek naar het stamhoofd. Het stamhoofd keek naar Black. 176
De vallei 176 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
16
‘E
rg mooi,’ zei Black tegen het stamhoofd nadat ze waren gaan zitten. Hij zwaaide met zijn arm om aan te geven dat hij de muziek bedoelde. Danny vertaalde. Het stamhoofd grijnsde. ‘Dit is de muziek van mijn volk,’ vertaalde Danny. ‘Heel oud. Voordat de islam kwam.’ ‘Ze heeft een schitterende stem.’ Black vroeg of er ooit een Amerikaan was geweest die het stamhoofd naar zijn muziek had gevraagd. Het stamhoofd knikte. Hij zei iets tegen Danny, die knikte en grinnikend antwoord gaf. ‘Hij zegt dat de jonge officier een goede smaak heeft,’ vertaalde Danny voor Black. ‘Ik heb gezegd dat u geleerd bent. Veel weet van geschiedenis.’ Het stamhoofd leek een idee te krijgen. Hij gebaarde naar Black om op te staan en hem te volgen – kom, kom – en hij leidde hem naar een verre hoek van de kamer, bij een groot raam. Hij gebaarde trots naar een houten kast. De kast reikte tot borsthoogte, had onderin een lade en was aan de voorzijde voorzien van strakgespannen stof en houten sierkrullen. Aan de bovenkant zat een klep, die geopend was. Toen hij dichterbij kwam, besefte Black dat het een grote en overduidelijk erg oude platenspeler was. Het was een schitterend meubel. Rozenhouten delen die met delicaat houtsnijwerk waren afgewerkt. Een losse slinger stak aan de zijkant uit een metalen inkeping. Een echte, mechanische fonograaf. De versterkende hoorn moest in de kast zelf zijn weggewerkt, onder de draaischijf. Vanachter de met stof bespannen opening klonk een sterke en volle vrouwenstem. Black boog voorover en inspecteerde het metalen plaatje dat naast de draaischijf was bevestigd. edison, las hij. model c200. Jaren twintig, 177
De vallei 177 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
schatte Black. Hij vroeg zich af wat dit ding zo diep in een Nooristaanse vallei deed, in dit huis dat tegen de flank van de berg was geplakt. Hij besefte dat hij bijna met zijn neus tegen het meubel aan stond. Opgelaten kwam hij weer overeind. ‘Wat een schitterend apparaat,’ zei hij tegen Danny. ‘Kun je vragen hoe hij eraan is gekomen?’ Danny deed wat hem was gevraagd. Het was duidelijk dat het stamhoofd de vraag al had verwacht. Hij straalde, zette zijn handen in zijn zij en sprak één enkel woord. Zelfs Danny leek verbaasd. ‘Russen.’ Toen de Sovjets Afghanistan in de jaren zeventig waren binnengevallen en het land hadden bezet, legde het stamhoofd uit, vonden er hevige gevechten plaats in zijn vallei en de omringende dalen. Nooristan was de eerste provincie geweest die met succes in opstand was gekomen tegen de communisten en hen had verjaagd. ‘Uit dit vuur,’ vertaalde Danny, ‘ontstaat overal in Afghanistan vuur. De Afghanen zien hoe het volk in Nooristan het Russische leger verslaat. Daarna vechten alle Afghanen tegen de Russen.’ Het stamhoofd richtte zich nu direct tot Black. Zijn ogen glommen. ‘Door de hele geschiedenis houdt iedereen van het land en de schoonheid van Nooristan. Iedereen wil Nooristan voor zichzelf. Alexander de Grote en de Grieken, de Britten, en de Russen. Iedereen probeert het.’ Hij keek Black nu strak aan. ‘Iedereen faalt.’ Black begon zich wat ongemakkelijk te voelen. ‘En nu de taliban,’ ging het stamhoofd via Danny verder. ‘Zij proberen het. Ook zij falen. De vallei is alleen van God. En wij bewaken de vallei voor hem.’ Black knikte. Het stamhoofd fleurde op. ‘De officier vergeet zijn vraag,’ luidde de vertaling. ‘Waar krijg ik de platenspeler? Van de Russen, van een grote generaal.’ Black keek verbaasd, waarover het stamhoofd zich zichtbaar verkneukelde. ‘Groot headquarters,’ ging hij verder. ‘Ver in de vallei. Eten, alcohol, muziek.’ Met een zwaai veegde hij alles opzij, als had het niets om het lijf. Daarna trok hij zijn schouders op. 178
De vallei 178 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ik steel ’s nachts,’ vertelde hij onbewogen, ‘en verbrand hq! Ik draag de platenspeler naar huis, op mijn rug, als een ezel.’ Het stamhoofd lachte hartelijk om zijn eigen wapenfeit. Black en Danny lachten mee. ‘Maar vertel de taliban niet over de platenspeler,’ waarschuwde hij, met geveinsde bezorgdheid. ‘Muziek maakt ze heel boos!’ Lachend liepen ze weer terug. Black koos een van de stoelen die tegenover de stoel van het stamhoofd stonden. Danny zat tegenover hem en oogde nerveus. Het stamhoofd ging ook zitten en klapte tweemaal. Uit een zijkamer kwam een jongen van een jaar of tien, twaalf tevoorschijn, met in zijn handen een zilveren dienblad. Op het dienblad stonden drie zilveren bekertjes gevuld met geelbruine drank. Thee, vermoedde Black. De jongen, die een eenvoudige zwarte tuniek droeg, liep met het dienblad eerst naar het stamhoofd, die naar Black gebaarde. De jongen ging naar Black en keek met donkere ogen toe hoe die een glaasje van het dienblad pakte. Black bedankte de jongen in het Pasjtoe. De jongen draaide zich zwijgend om. Danny was als volgende aan de beurt, gevolgd door het stamhoofd. Black nipte van zijn thee, die kokendheet was. Zonder iets te zeggen liep de jongen de kamer uit. ‘Vrienden,’ begon het stamhoofd, via Danny. ‘Dank voor jullie komst en ik hoop dat ik kan helpen met jullie kwestie.’ Black keek instinctief naar Danny, die zich sinds het vertrek van Caine niet meer op zijn gemak leek te hebben gevoeld. Toen bedacht hij zich dat het onbeleefd was om tegen je tolk te praten terwijl je het eigenlijk tegen je gesprekspartner had. Hij wendde zich weer tot het stamhoofd en schraapte zijn keel. ‘Sardar,’ begon hij, en hij probeerde zich te herinneren hoe je een stamhoofd moest aanspreken. ‘Dank u dat u de tijd hebt willen nemen om ons in uw huis te ontvangen. Het spijt me dat ik u niet tijdig van mijn komst heb kunnen verwittigen.’ Hij wachtte totdat Danny klaar was met vertalen. Het stamhoofd knikte glimlachend. ‘Ik hoop,’ ging Black verder, ‘dat wij ook u kunnen helpen met eventuele problemen, of ze nu groot of klein zijn.’ 179
De vallei 179 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black besefte dat hij zat te zweten. Het stamhoofd glimlachte nog steeds. Black nam een slok thee en zette zijn kopje neer. Hij kuchte. ‘En ik hoop dat u deze kleine... blijk van waardering voor uw hartelijke ontvangst wilt accepteren.’ Zijn hand zat al in de ehbo-zak op zijn scherfvest, de zak waaruit hij die ochtend zijn eerstehulpkit had gehaald. Met een vloeiende beweging trok hij Toma’s klomp heroïne tevoorschijn en legde hem midden op tafel. Danny’s ogen werden zo groot als schoteltjes. Black leunde kalmpjes achterover. Toma, zo besefte hij, had volkomen gelijk. Het stamhoofd mocht hem wel, voor zover hij Amerikanen mocht, en genoot er duidelijk van om gemakkelijk te imponeren jonge officieren te ontvangen. Maar wat ook duidelijk was, was dat hij Black niet serieus nam als iemand die hem daadwerkelijk met zijn klacht kon helpen. Het stamhoofd wist verdomd goed dat als het leger hem serieus nam, ze niet iemand zouden sturen van lagere rang dan de kapitein bij wie hij had geklaagd. In de ogen van het stamhoofd zei het leger door Black te sturen in feite dat hij kon opsodemieteren met zijn klacht. Dat had hij in zoveel woorden ook al tegen Black gezegd, maar dan beleefder. Het stamhoofd wilde ter zake komen, zijn gefrustreerde dorpelingen tevredenstellen. Nu wist hij dat hij wel degelijk zaken kon doen met deze jonge luitenant. Danny zat roerloos in zijn stoel en zag lijkbleek. Hij stamelde wat, maar slaagde er niet in iets samenhangends te zeggen. Ook de blik van het stamhoofd was op de heroïne gericht, de klomp die midden op tafel tussen hen in lag, als een babyolifant. De grote man bewoog en kwam langzaam overeind, en richtte zijn blik nu zwijgend op Black. Godverdegodver was het enige wat door sergeant Caines hoofd schoot toen hij midden op het plein stond en al frunnikend aan zijn tenue de omringende bergen in de gaten hield. Fuck. Fuckerdefuck. Hij hoorde de deur van het huis dichtslaan. Dat was snel. Hij draaide zich om. Danny was naar buiten gelopen, gevolgd door luitenant Black. 180
De vallei 180 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Caine was onder de indruk dat Black de kwestie met het stamhoofd zo snel had weten op te lossen. Dat gevoel ebde meteen weg toen hij zag hoe haastig de twee mannen op hem afliepen. ‘Merrick!’ riep hij over zijn schouder, de blik nog steeds op de luitenant en de tolk gericht. Beide mannen zagen bleek. Black hield halt naast de sergeant. Danny voegde zich bij hen. ‘We moeten gaan,’ zei hij. ‘Sorry?’ vroeg Caine. ‘We moeten gaan, nú,’ antwoordde Black, geagiteerd. Merrick kwam juist aanlopen. ‘Hoe bedoel je?’ zei hij. ‘Wat is er aan de hand?’ ‘Dat komt in Vega wel. We moeten hier weg!’ ‘Bullshit,’ antwoordde Merrick. ‘Wat heb je in godsnaam gedaan?’ Merrick wendde zich tot Danny en eiste een verklaring, maar viel stil toen hij zich bewust werd van het asgrauwe gezicht van de tolk. Danny knikte driftig. ‘Nu, sergeant,’ zei hij. Merrick en Caine keken elkaar aan. Er leek een soort verstandhouding te ontstaan. Merrick aarzelde niet langer. Hij draaide zich om en stak zijn hand in de lucht om zijn mannen te waarschuwen. Hij spoedde zich heuvelafwaarts en sprak met gebogen hoofd in de microfoon van de radio die onder het sleutelbeen aan zijn scherfvest was bevestigd. Ook Caine draaide zich om en floot om de aandacht te trekken van de mannen die het handsignaal niet hadden opgemerkt. ‘Volg hem,’ zei hij kortaf tegen Black, wijzend naar Merrick. Danny en Black spoedden zich naar Merrick terwijl Caine achterbleef om zijn mannen te verzamelen en te controleren of iedereen wist dat het sein tot vertrek was gegeven. De mannen die de wachtposities hadden ingenomen keken in verwarring om zich heen en kwamen overeind zodra ze begrepen dat er iets aan de hand was. De patrouille verzamelde zich en stelde zich in het gelid op achter Merrick, die zijn looptempo doelbewust had teruggebracht tot iets wat bijna nonchalant kon worden genoemd. Ze liepen langzaam door het dorp. Hoofden keken van links naar rechts en inspecteerden de hogere bergflanken. Black hoorde soldaten aan elkaar vragen wat er in godsnaam was gebeurd. Het sjokkende tempo was onverdraagbaar. 181
De vallei 181 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ze passeerden de lagergelegen huizen. Vrouwen en kinderen keken stilzwijgend toe hoe de Amerikanen vertrokken. De voorste soldaten bereikten de rivier en sloegen links af, over het gras en langs de bomen, terug waar ze vandaan gekomen waren. Merrick bleef aan de voet van de helling stilstaan en wachtte totdat alle soldaten hem waren gepasseerd. Zodra de laatste man het vlakke terrein had bereikt en uit het zicht van het dorp was, begon hij te hollen. En hij bleef hollen. De rest van de verwarde patrouille volgde. Het was meer looppas dan hollen, maar met alle uitrusting, munitie en wapens die iedereen bij zich had, was het verre van ontspannen. Ze volgden de rivier tot het begin van de helling die naar de uitstulping liep. Sergeants joegen de soldaten op die hijgend over de losse steengrond omhoogklauterden. Eenmaal tussen de bomen op de top begonnen ze weer te hollen. Half struikelend haastten ze zich naar het landweggetje. Het sniperteam was al present; spookachtig witte ogen in groen geschminkte gezichten wachtten de komst van de patrouille af. Merrick stapte uit de linie om ze te begroeten. Na enkele gehaaste instructies verlieten de snipers het pad en begonnen ze de bergflank te beklimmen. Merrick en de rest van de mannen volgden het pad terug de bocht om, terug naar Vega. Op de heenweg hadden ze nauwelijks geluid gemaakt. Nu was de patrouille een hijgende, kletterende massa die gehaast het pad langs het gekke gebouwtje volgde. De mannen hapten naar adem. Degenen met de mitrailleurs en andere zware wapens leden het meest. Sleepvoetende kisten, geweren slingerend aan bungelende armen. Her en der gaven soldaten over, te moe zelfs om even van het pad af te stappen. Caine, de enige die alle inspanningen goed leek te verteren, sloot de rij om ervoor te zorgen dat niemand achteropraakte. De heuvel op! En snel wat! schreeuwde hij, waarbij hij zo nodig aanmoedigingen en dreigementen afwisselde. Die varieerden van beeldende beschrijvingen van alle seksuele gunsten en traktaties die de soldaat in kwestie van zijn vrouw of vriendinnetje zou krijgen als hij de top van de heuvel zou bereiken tot het vooruitzicht van castratie als het niet sneller zou gaan. Black kon er slechts naar raden hoe Caine dit kon volhouden terwijl hij zichzelf en zijn uitrusting de heuvel moest zien op te hijsen. Ook Black had het moeilijk. Hij was fit, maar Vega lag een duizendtal 182
De vallei 182 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
meter hoger dan Omaha en hij had de afgelopen maanden geen bergketens hoeven te doorkruisen met tientallen kilo’s op zijn rug. Hij was verre van gewend aan dit soort inspanningen. Terwijl hij struikelend en met brandende longen voortjakkerde, dwaalden zijn gedachten af. Naar een nacht in Fort Benning, tijdens de officiersopleiding. De allerlaatste landnavigatietoets. Drie uur om vijf punten te vinden, ergens in het nachtelijk duister. Lukte het niet, dan betekende dat ontheffing. Na negentig minuten, bij de westelijke rand van het uitgestrekte parcours, vond hij zijn vriend, de grapjurk. Over een kletsnatte kaart gebogen, starend in het rode schijnsel van zijn hoeklamp. Hij had het moeilijk. Hij had nog geen enkel punt gevonden. Het lot had hem een slechte combinatie gegeven, punten die ver uit elkaar lagen en in de natte februarinacht zo goed als onmogelijk te vinden waren. Het enige punt dat hij bijna had weten te lokaliseren, lag onder water. Black had pas één van zijn vijf punten gevonden. Ze zouden allebei worden afgewezen. Ze keken elkaar aan en zeiden: dat nooit. Ze zetten een nieuwe koers uit en kwamen in beweging. Ze deden gezamenlijk beide setjes coördinaten. Met nog negentien minuten te gaan kwam zijn vriend er nog één tekort. Ze liepen in cirkels over de bodem van een vallei terwijl de tijd wegtikte. Tussen hen en de finish lag anderhalve kilometer van bebost, bergachtig terrein. Ga maar, zei zijn vriend. Zorg dat je op tijd binnen bent. Nooit van mijn leven, antwoordde Black, en toen hij zich omdraaide om een eventueel weerwoord in de kiem te smoren zag hij het bordje, het laatste punt, op een meter of drie afstand. Ze stempelden af en zetten het op een lopen. Ze liepen als gekken en stormden door het inktzwarte bos, struikelden over wortels, botsten tegen bomen en gleden uit in stroompjes. Zijn vriend droeg de fameuze ‘anticonceptiebril’ van het leger en de glazen waren zo smerig door mist en zweet dat hij hem maar in zijn zak stopte en zonder verderging. Op een gegeven moment moesten ze een stel omgehakte bomen over, wat maar duurde en duurde. Ze zetten hun hoeklamp aan en bleken midden in een grote open plek vol boomstammen te zitten. Ze waren genoodzaakt op hun schreden terug te keren en een andere route te kiezen. Ontmoedigd ploeterden ze voort. 183
De vallei 183 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Uiteindelijk kwamen ze, doornat en onder de modder, uit op een verharde weg, op een meter of tweehonderd van de finish. Half struikelend, half rennend legden ze het laatste stuk af. Blacks vriend riep hijgend om vol te houden, terwijl een kaderlid stapvoets naast hen reed in een pick-up en door een megafoon schreeuwde dat ze het nooit zouden halen. Ze haalden het, met nog een minuut te gaan. Andere kandidaten keken verbaasd toe hoe ze over de eindstreep strompelden, van top tot teen onder de blubber, gehuld in geheimen. Niemand die vroeg wat er was gebeurd. De meesten hadden hun eigen geheimen. Het kader zou het als vals spel hebben betiteld. Black en zijn vriend vonden dat ze elkaar uit de brand hadden geholpen. Black beschouwde het nog altijd als een van de meest onwaarschijnlijke voorvallen in zijn leven, om van de honderd kandidaten juist zijn vriend daar te zien zitten in de uitgestrektheid van het pikdonkere parcours. Het was het lot. Wat er op dat nachtelijke parcours was gebeurd, mocht niemand ooit te weten komen. Zelfs onderling spraken ze er niet meer over. Kort na hun afstuderen kwam Blacks vriend in het vizier van de inlichtingendienst, waarna hij werd ingezet voor vage en steeds geheimzinniger wordende klussen, zodat Black op een gegeven moment ook niet langer wist waar hij uithing en slechts zo nu en dan een mailtje van hem kreeg, zoals dat mailtje dat hij kort voor zijn vertrek uit Omaha had ontvangen. Maar die nacht waren ze elkaars gelijken geweest, waren ze beiden tot het uiterste gedreven. Het was de enige keer dat Black zijn vriend gezien had zoals hij werkelijk was, zonder zijn clownsmasker op. Déze inspanning, besloot Black terwijl hij zichzelf bergopwaarts sleurde, was zwaarder dan die nachtelijke test. Zwaarder dan om het even welke andere fysieke beproeving die het kader te Fort Benning had bekokstoofd. Maar niet de zwaarste die je ooit hebt doorstaan. Het was het enige wat hij nu kon doen om niet binnen het bereik van Caines verwensingen en dreigementen te geraken. Dat nooit. Danny, die niet getraind was als militair, liep op zijn laatste benen. Hij strompelde piepend en hijgend naast Black en kwam nog slechts vooruit dankzij zijn geringe lichaamsgewicht en het feit dat hij, behalve een helm en kaal scherfvest, geen wapens of uitrusting droeg. Na een eeuwigheid op het pad te hebben gelopen begonnen ze aan de laatste, steile klim. Meerdere soldaten gleden weg en moesten het gat met hun voorganger dichten. 184
De vallei 184 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Eindelijk kwam de poort van de voorpost weer in zicht. De voorste soldaten strompelden al naar binnen. Merrick en een andere sergeant stonden aan weerszijden van de poort en telden hijgend de binnendruppelende soldaten. Toen Black en Danny langsliepen, boorden zijn ogen in die van Black. ‘Achttien... negentien-en-denk-er-godverdomme-niet-aan-om-weg-telopen-luitenant... twintig...’ Soldaten ploften hijgend neer onder de overkapping rond de binnenplaats. Scherfvesten werden losgetrokken. Helmen werden afgeworpen en stuiterden op het beton terwijl hun eigenaren met rood hoofd en met de handen in de zij rondjes liepen of trillend veldflessen probeerden open te draaien. Anderen konden domweg niet langer rechtop blijven staan en vielen op hun knieën, de handpalmen op het beton, het hoofd gebogen. Black liep naar de dichtstbijzijnde overkapping en trok het klittenband van zijn scherfvest los. Danny volgde hem kuchend en kokhalzend, maar liep meteen door. Black keek toe hoe hij voorovergebogen en rochelend de hoek omsloeg. Hij draaide zich om en zag de laatste paar soldaten door de poort lopen, gevolgd door een bezwete Caine, die zijn duim opstak toen hij Merrick passeerde. Iedereen was binnen, op de snipers na: Merrick had ze over de kam gedirigeerd om de patrouille dekking te geven. Zij hadden meer tijd nodig om terug te keren. Overal stonden en zaten soldaten die zich vloekend en hijgend afvroegen wat er gebeurd was. Caine baande zich een weg door hen heen naar Black. ‘Wat is er godverdomme gebeurd?’ riep hij. ‘Waar is Danny?’ ‘Kotsen.’ Alleen al de inspanning van het spreken was voldoende voor Black om bijna zelf over zijn nek te gaan. Ook Merrick kwam nu zwetend en met grote passen aangelopen. ‘Breng die zooi hier op orde!’ riep hij naar Caine, gebarend naar de meute uitgeputte soldaten en de haastig afgeworpen spullen op de binnenplaats. Zonder zijn pas in te houden wees hij naar Black. ‘Mee!’ bitste hij in het voorbijgaan. Merrick leidde Black door een nauwe doorgang tussen twee blast walls, en toen onder een overkapping door naar een deur. Hij trapte de deur 185
De vallei 185 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
open en stapte in één beweging naar binnen, zodat de deur weer in Blacks gezicht dichtsloeg toen hij op trillende benen wilde volgen. Ze stonden in iemands kot, waarschijnlijk een van Merricks jongere sergeants. Hij draaide zich om naar Black, die voorovergebogen naar adem stond te happen. ‘Oké dan, luitenant,’ zei hij, zelf ook nog buiten adem. Hij keek de uitgeputte Black aan als een boze vader die uitleg eist van een stout kind. ‘We zijn weer binnen. Wat was dat voor vertoning?’ In het halfduister van het kot zag Black sterretjes en voelde hij de vloer op en neer gaan. Hij dwong zichzelf om niet over te geven voor de ogen van Merrick. ‘Nee,’ hijgde hij. ‘Wat?’ Black negeerde de krampen in zijn buik en ging rechtop staan. Zout prikte in zijn ogen toen hij de sergeant weer recht in de ogen aankeek. ‘Ik vertel je helemaal nie...’ Juist op dat moment sloeg de eerste mortier in op pelotonsbase Vega, waarop een oorverdovende klap het kot deed trillen. Spullen vlogen van plankjes en tafeltjes. Het geluid van automatische wapens volgde meteen. ‘Terug naar je kot!’ schreeuwde Merrick, en hij beende naar buiten, naar de binnenplaats. Black volgde hem. Op de binnenplaats was het verwachte tumult: schreeuwende soldaten die helmen en wapens opraapten en zich door deuren en doorgangen naar andere delen van de voorpost haastten. Merrick stond midden op de binnenplaats en schreeuwde in zijn radio iets over het sniperteam dat zich nog buiten de muren bevond. Terwijl Black onder de overkapping door holde, sloeg vlak buiten de poort een tweede mortier in. Aarde vloog over de muur en iedereen in de buitenlucht werd enkele tellen verdoofd. Hij zag Merrick overeind komen uit knielende positie en naar een van de twee doorgangen naar het binnenste van de pelotonsbase rennen. Black vond de juiste doorgang. Hij holde trappen op, sloeg hoeken om en zocht zich een weg door de voorpost terwijl explosies de muren en de grond onder zijn voeten deden trillen. Soldaten haastten zich alle kanten op en negeerden hem. Hij liep verkeerd en keerde om, en liep weer verkeerd. Een labyrint, deze plek. Terwijl hij rondjes rende te midden van de ontploffende chaos hoorde 186
De vallei 186 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
hij slechts de woorden van het stamhoofd in Darreh Sin, terwijl hij boven Black en Danny uittorende. Jullie glippen mijn vallei in als een slang in de nacht, had hij gezegd, langzaam, woedend. En brengen de Duivel mee, en zijn werk. In zijn oude, gespierde hand hield hij het blok heroïne omhoog. Zijn stem was luider nu, zijn gezicht rood. En jullie brengen zijn... zijn dienaar naar mijn dorp. Danny bleef vertalen, op de automatische piloot, met grote ogen en handen die de leuningen van zijn stoel steeds steviger vastgrepen terwijl het stamhoofd begon te schreeuwen. Ik zou jullie allemaal moeten doden! De klomp heroïne verbrokkelde in zijn hand, maar Black en Danny waren al uit hun stoelen opgesprongen en renden struikelend naar de deur. De overige verwensingen van het stamhoofd werden niet meer vertaald. Juist toen Black achter Danny aan naar buiten stommelde, spatte naast zijn hoofd de restanten van het blok heroïne op de muur uiteen, en terwijl hij de deur achter hem dichtgooide, hoorde hij een van de stoelen tegen de muur worden gesmeten. Het bombardement op Vega duurde veertien uur, tot diep in de nacht. ‘Wilde u weer wat reglementen overtreden, luitenant?’ Hij bood zijn pakje sigaretten aan. Het aanbod werd geaccepteerd. Hij keek op zijn horloge: 02:12. Het had hem vier minuten gekost om van zijn kamer op het dak te geraken. Het was weer stil. De lucht was kraakhelder en overal schitterden sterren. Vannacht was er geen mist in de Vallei. Ze staken op. ‘Hoe gaat het met uw onderzoek, luitenant?’ vroeg de ene soldaat. Black trok zijn schouders op. ‘Niemand wil praten.’ ‘Ah,’ antwoordde de soldaat. Hij inhaleerde en hulde de kolf van zijn mitrailleur in rook. ‘Dat is gek, luitenant.’ ‘Hoezo?’ ‘Nou ja, u komt wel over als iemand met wie de jongens wel zouden willen praten.’ ‘O.’ 187
De vallei 187 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De soldaat nam nog een lange trek. ‘Iemand tegen wie de jongens al hun zonden zouden willen opbiechten.’ Een briesje waaide door het schietgat. Pas nu, nu het geluid niet door de mist werd gedempt, hoorde Black het geklater van de rivier. De stroming moest in dat stuk redelijk sterk zijn. Hij hield niet van het geluid, zo dicht bij de plek waar hij sliep. Ze rookten in stilte. ‘Waar denkt u aan, lt?’ Hij schrok op. De soldaat keek hem aan. Black schraapte zijn keel. Voorzichtig nu. ‘Ik zat juist te bedenken hoe het moest zijn geweest.’ ‘Hoe wat moest zijn geweest, luitenant?’ ‘Toen jullie hier voor het eerst kwamen,’ zei Black terloops. ‘Ik heb begrepen dat het toen net zo was als nu.’ ‘Zoals nu?’ vroeg de soldaat. ‘Helder?’ ‘Nee, stil. Dat ze gevlucht waren en jullie deze plek gewoon konden innemen.’ De soldaat fronste. ‘Van wie hebt u dat gehoord, luitenant?’ Black aarzelde. ‘Niemand. Iemand in Omaha.’ ‘Nou, diegene lult maar wat, luitenant.’ De soldaat liet een sliert rook uit zijn mondhoek ontsnappen. ‘Gevlucht waren ze zeker niet.’ ‘Wat is er dan wel gebeurd?’ ‘Toen de eerste geweergroep hier aankwam, werden ze al opgewacht door dat stamhoofd en z’n mannen, bewapend en al. Ze moesten serieus aan de bak, maar uiteindelijk wisten ze hem overhoop te knallen. Ze namen het huis in en moesten het voor een week of twee bezet houden voordat de spullen kwamen en de base kon worden ingericht.’ Black knikte. Of misschien ook niet. Hij rookte in stilte, maar plotseling werd hij zich bewust van iets wat de soldaat had gezegd. ‘Het stamhoofd?’ vroeg hij. ‘Yep,’ zei de soldaat. ‘De drugsbaas.’ 188
De vallei 188 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ik dacht dat het de plaatselijke talibancommandant was die hier zat?’ ‘Nee, de plaatselijke drugsbaas. Een of andere hoge pief.’ ‘Weet je dat zeker?’ ‘Absoluut, luitenant.’ ‘Ah,’ zei Black neutraal. ‘Dat is ook waarom ze zich zo verzetten,’ zei de soldaat. ‘Ze zaten op een berg drugs.’ ‘Heroïne?’ ‘Heroïne, absoluut. Een stuk of dertig van die klompen. De taliban zouden die meteen in de fik hebben gestoken.’ ‘Wat hebben jullie ermee gedaan?’ ‘Ook in de fik gestoken!’ lachte de soldaat. ‘Gek als je erover nadenkt, toch? Bondgenoot van de taliban.’ ‘Ja.’ ‘Zoals we al zeiden: welkom in de Vallei, luitenant.’ Black glimlachte. ‘Jullie waren er dus ook bij?’ ‘Echt niet,’ antwoordde de soldaat. ‘Van die gasten is er bijna niemand meer. Bosch en ik zitten hier nu, zeven maanden of zo? Dat is het verhaal zoals ze het ons verteld hebben.’ ‘Wie precies?’ ‘Sergeant Merrick.’ Black nam een trek en blies een wolk rook uit het schietgat. Een minuut lang keek hij naar buiten voordat hij weer wat zei. ‘Wat vinden jullie van sergeant Merrick?’ Bosch sprak nu voor het eerst. ‘En wat bedoelt u daar precies mee, luitenant?’ Black rookte zijn sigaret op en liep weg, over de plankieren naar de trap. Na de eerste treden bleef hij even staan om te luisteren. Toen liep hij verder, langs Oswalts kot. Het was stikdonker achter het gordijn. ‘Goedenavond, luitenant,’ klonk een stem. Black schrok zich wezenloos en kukelde bijna van de trap. ‘Goedenavond, Oswalt.’ ‘Kijk uit waar u loopt, luitenant.’ ‘Zal ik doen,’ zei Black over zijn schouder. Op de heenweg was hij voorzichtig geweest, en ook nu keek hij goed om zich heen. Hij wilde niemand tegenkomen. Hij had veertien uur in de kamer van luitenant Pistone gezeten, luiste189
De vallei 189 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
rend naar het regelmatig terugkerende gedreun van mortieren en raketten en het constante inkomende en uitgaande geweervuur. Hij was verstandig genoeg om niet rond te gaan rennen om te helpen. Zolang de aanvallers, wie het ook waren, de pelotonsbase vanaf de flanken van de berg bestookten en de compound nog niet daadwerkelijk waren binnengevallen, moest hij zich afzijdig houden en de soldaten en hun sergeants hun werk laten doen. Hij wilde de gewonden niet zien, wilde niet luisteren naar hun gekerm. Een van hen hadden ze door de gang afgevoerd, langs zijn deur, en dat vond hij al meer dan genoeg. Hij had tijd nodig gehad om na te denken. Hij wilde weer terug naar het dorp. Omdat hij nu wel begreep dat hij zijn rapport niet zou schrijven en niet terug zou keren naar Omaha. Dat hij een idioot was. Dat hij niks wist, behalve dat de komende vijf dagen alles in het honderd zou lopen. Hij liep naar de dixi nabij zijn kamer. Inmiddels had hij elke graffititekst wel gelezen. Maar dat was niet waar. Hij wilde zich juist omdraaien om terug te gaan naar zijn kamer toen hij een onbekende zag. Hij stond helemaal onderaan, onder de andere, op een van de weinige lege plekjes van de wand die nog resteerden. Hij boog voorover om de tekst beter te kunnen lezen. Het waren slechts drie woordjes. Hij wist zeker dat de tekst pas was geschreven nadat ze waren teruggekeerd uit Darreh Sin. chuck ziet jou Deze keer was hij het die in de droom uit het raam staarde, naar zichzelf, hoe hij omhoogkroop om bij zichzelf te komen, en hoe hij viel. Iemand legde een hand op zijn schouder. Hij schudde de hand van zich af en klauwde naar het raamkozijn in een poging naar buiten te klimmen. Tajumal lag op het dak van het huis en was verbaasd. Het klopte niet. Eén ding was duidelijk. Het was de juiste beslissing geweest om niet de man met de baard te volgen toen die die ochtend de Amerikaanse basis verliet. 190
De vallei 190 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ik had het bijna gedaan, vader. Maar viel daardoor iets te leren wat nog onbekend was? Dat de man een Amerikaanse strijder was die door de valleien trok om de stammen tegen elkaar op te zetten, om twist uit te lokken en twijfel te zaaien? Dat was al bekend. Dat hij de Amerikaanse basis betrad en verliet als een jakhals in de nacht? Dat hij op vreemde plekken spullen en radio’s verborg? Niemand die dat wist, behalve Tajumal. Dat komt wel. Nee, het was slimmer geweest om te wachten en te kijken wat er nog méér uit de Amerikaanse basis kwam. En om meteen daarna naar het dorp te rennen en te wachten totdat het stamhoofd zou zijn ontwaakt. Om hem te vertellen dat de echte prijs eraan kwam. Het stamhoofd was een onbesuisde slappeling die niet bereid was zijn stam naar de ware religie te leiden, naar de ware verdedigers van de vallei. Zelfs Kadir, die hem stroop om de mond smeert, weet dat. Zelfs Kadir weet aan wie hij trouw moet zijn. Het was dan ook geen verrassing dat het stamhoofd niets had gedaan en zijn prooi had laten ontsnappen. Maar nu valt hij de Amerikanen aan in hun fort, de hele dag en de hele nacht. Er was geen reden om dat te doen. Maar er is tenminste wel een verklaring. U wilt dat ik uw werktuig ben, vader. Mijn kwetsbare lichaam, om uw wil te doen geschieden. Tajumal zou de prijs mogen ontvangen. De ware duivel. En nu heb ik je gezien.
191
De vallei 191 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 192 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
deel 3
De vallei 193 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 194 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
17
B
lack schrok wakker van iemand die op zijn deur bonsde. Het was aardedonker. Hij ging rechtop zitten en drukte op het lichtknopje van zijn horloge. 08:12. Hij had een paar uur geslapen. Weer gebons. De deur trilde in zijn grendels, lichtstralen lekten vanuit de gang naar binnen. Hij staarde enkele tellen naar de deur en hield zichzelf voor dat hij hierop voorbereid was. Zijn blote voeten vonden de teenslippers op de betonnen vloer; zijn trainingstenue had hij nog aan. Hij stond op en liep naar de deur terwijl het gebons aanhield. Hij vond de klink op de tast en opende de deur op een kier, waarna die met kracht helemaal werd opengeduwd. ‘Waar is-ie?!’ Het was Caine, schreeuwend. Black keek hem slaperig aan. ‘Wat?’ ‘Wat heb je met hem gedaan?’ riep Caine boos. Dit was niet de persoon of vraag die Black had verwacht. ‘Wat?’ herhaalde hij, suffig. ‘Danny!’ Black schudde zijn hoofd om wakker te worden. ‘Waar heb je het over?’ ‘Waar is Danny, godverdomme?’ ‘Waar heb het over?’ herhaalde hij. ‘Danny, de tolk! Waar is-ie?’ ‘Kun je hem niet vinden dan?’ ‘Nee, we kunnen hem verdomme niet vinden. Waar is hij?’ Black begreep er niets van. ‘Hoe moet ik dat nou weten? Waar heb je hem het laatst gezien?’ ‘Bij jou!’ 195
De vallei 195 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Hij is niet bij me geweest sinds...’ begon hij, en hij begreep toen pas waar Caine op doelde. ‘Bedoel je toen we terugkwamen van patrouille?’ vroeg hij. ‘Ja, toen we terugkwamen van patrouille,’ riep Caine. ‘Maar dat is bijna vierentwintig uur geleden!’ ‘O ja, luitenant?’ Black draaide zich om en liep snel naar zijn sneakers, die naast zijn rugzak stonden, veters nog gestrikt. Hij griste er een op van de vloer en begon hem over zijn blote voet aan te trekken, op één been balancerend in het licht dat naar binnen viel. ‘Wat gaat u verdomme doen?’ ‘Ik moet sergeant Merrick spreken,’ riep Black terwijl hij bliksemsnel zijn tweede schoen aantrok. ‘Waar is hij?’ ‘Luitenant, hij zal u dezelfde vraag ste...’ ‘Sorry,’ zei Black terwijl hij zich langs Caine heen wrong. Hij liet de deur dichtvallen en beende weg door de gang, achtervolgd door de stem van Caine. Hij schoot de eerste soldaat aan die hij zag en vroeg op strenge toon waar Merrick was. De jongen verwees hem naar de kantine. Black liep meteen verder en sloeg links en toen rechts af in het gangenstelsel van de compound tot hij er duizelig van werd. Merrick zag Black de kantine binnenstormen. ‘Waar is Danny?’ riep hij. ‘Hoezo is Danny weg?’ riep Black. ‘Wat?’ antwoordden ze als één man. ‘Waar. Is. Danny?’ herhaalde Merrick. Hij stond te midden van een groepje soldaten, bezig met het uitdelen van de orders voor die ochtend. ‘Ik weet niet waar hij is!’ antwoordde Black. ‘Klopt het dat niemand hem gezien heeft sinds we terug zijn van patrouille?’ ‘Niemand behalve u, luitenant.’ ‘Ik heb hem niet gezien!’ ‘Volgens mij zei u anders dat u hem had zien kotsen, en dus zou ik nu graag willen weten waar dat precies was.’ ‘Ik heb niet gezien waar hij heen ging! Waarom weet jij niet waar hij is?’ De consternatie onder de soldaten nam toe. 196
De vallei 196 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Pardon?’ vroeg Merrick vinnig. ‘Heb je de hele post doorzocht?’ ‘Of ik de hele post heb doorzocht?’ ‘Ja.’ Merrick keek alsof Black zojuist de krankzinnigste vraag had gesteld die hij ooit had gehoord. ‘Jazeker, luitenant,’ antwoordde hij vol minachting. ‘Terwijl u lag te maffen, heb ik inderdaad mijn hele post doorzocht.’ Een paar soldaten waagden het te grinniken. Black weigerde terug te krabbelen. ‘Heb je zijn kamer doorzocht?’ ‘Het is niet mijn gewoonte iemands persoonlijke spullen te doorzoeken, luitenant,’ zei Merrick, nog altijd met minachting. ‘Ik heb in zijn kot gekeken. Hij was er niet.’ ‘Hoe heeft hij dan de post kunnen verlaten?’ Merrick keek de soldaten aan met een blik van snappen jullie die vent? ‘Hij is dus poef! van de aardbodem verdwenen?’ Meer gegrinnik. ‘We beschikken helaas niet over een krachtveld, luitenant,’ ging Merrick verder. ‘Als hij had willen vertrekken, had hij gewoon over de muur kunnen klimmen.’ Het idee stond Black geheel niet aan. ‘Waarom zou hij dat willen?’ Merrick keek hem strak aan. ‘Zegt u het maar, luitenant.’ Black negeerde de opmerking. Hij dacht enkel aan Danny, alleen in de bergen. ‘Heb je hem als vermist opgegeven?’ vroeg hij. Zodra hij de vraag had gesteld, had hij al spijt. ‘Of ik hem...’ Merrick werd vuurrood. Soldaten keken nerveus om zich heen. ‘Jazeker, luitenant. Ik heb aan mijn meerderen gemeld dat mijn door het leger toegewezen civiele contractor annex linguïst vermist is in Afghanistan!’ Niemand die nu nog grinnikte. ‘En ik weet zeker, luitenant,’ ging Merrick verder, ‘dat ze graag een woordje met ú zouden willen wisselen in de loop van hun éígen onderzoek naar wat er is gebeurd.’ Black dacht razendsnel na. ‘Wat als ze hem gegrepen hebben?’ 197
De vallei 197 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Gegrepen?’ ‘Gegrepen, ja. Sergeant Caine zei dat er al eerder vijandige strijders de compound zijn binnengedrongen, verkleed als Amerikaanse soldaten.’ Merrick viel stil. Er had urenlang chaos geheerst, ook na het vallen van de duisternis. Danny was voor het laatst dicht bij de poort gezien en niemand wist waar hij daarna nog was geweest. De minachting verdween even van Merricks gezicht. ‘Onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk,’ zei hij kortaf. ‘Dus wie zou de compound willen binnendringen om onze tolk te ontvoeren?’ Daar was de minachting weer. ‘Nogmaals, luitenant, zegt u het maar.’ Hou op met dit spelletje. Black schraapte zijn keel. ‘Laat ons alleen,’ zei hij tegen niemand in het bijzonder, en hij was zich er ineens van bewust hoe moeilijk het was om gezag uit te stralen als je slechts gekleed ging in korte broek, t-shirt en sneakers zonder sokken. Een paar soldaten, de jongere, liepen aarzelend naar de deur. De rest keek de pelotonssergeant aan, die nog altijd naar Black keek. ‘Wegwezen,’ zei Merrick. Nu spoedde ook de rest zich naar buiten. Merrick keek toe hoe de laatste de deur achter zich dichttrok en richtte zich toen weer op Black. ‘Geen gelul meer, luitenant,’ zei hij. ‘Zeg het maar.’ Black slikte. ‘Nee.’ ‘Wat?’ ‘Ik ga geen vertrouwelijke informatie van mijn onderzoek met je delen.’ ‘Wát?’ ‘Vertel me wat er aan de hand is.’ ‘Waar hebt u het over?’ ‘Vertel me,’ herhaalde Black zacht, ‘wat er aan de hand is.’ Merrick fronste, nu duidelijk in verwarring gebracht. ‘Wat er aan de hand is, luitenant, is dat mijn mannen nu zijn opgehoepeld, zodat u mij kunt vertellen wat er met u en Danny in Darreh Sin is gebeurd. Misschien dat ik dan kan uitvogelen waarom hij mijn voorpost heeft verlaten en waar hij heen is gegaan.’ ‘Daar heb ik het niet over.’ Merrick keek hem aan alsof hij krankzinnig was geworden. 198
De vallei 198 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Oké dan,’ zei hij ongeduldig. ‘Waar hebt u het dan wél over, luitenant?’ ‘Sergeant...’ zei Black, en hij schudde zijn hoofd. ‘Luitenant,’ antwoordde Merrick spottend. ‘Ik heb het over de Vallei.’ ‘De Vallei.’ ‘Ik wil graag weten wat aan de hand is met dit peloton en met deze vallei.’ ‘Dit peloton en deze vallei,’ herhaalde Merrick. ‘Ja.’ ‘Wat daarmee aan de hand is.’ ‘Ja.’ Merrick staarde hem zwijgend aan. Black staarde terug en wachtte af. Uiteindelijk beende Merrick naar de deur. De deur was voorzien van een scharniersluiting, zodat de kantine van binnenuit kon worden afgesloten. Merrick klapte het scharnier dicht en draaide de oogbout een kwartslag zodat niemand ongevraagd binnen kon komen. Hij draaide zich om en liep met samengeperste lippen terug naar Black. ‘Oké dan, luitenant,’ zei hij. ‘Ik zal u vertellen wat er aan de hand is met de Vallei. Bent u er klaar voor?’ ‘Ga je gang.’ ‘Ú bent wat er aan de hand is met de Vallei, luitenant.’ Black zweeg. ‘U bent hier, en u hebt geen flauw idee.’ ‘Sergeant...’ ‘En u loopt de boel te verkloten,’ raasde Merrick. ‘U bent hier nog geen tweeënzeventig uur en u hebt mijn operatie en mijn hele peloton al in gevaar gebracht. U bent direct verantwoordelijk voor vier slachtoffers, onder wie twee van mijn snipers, die amper thuis wisten te komen.’ ‘Sergeant...’ ‘En u hebt geluk,’ ging Merrick verder, ‘dat hun verwondingen nog meevielen, wat we wel een wonder mogen noemen, en u hebt geluk dat ik u niet in de kamer van luitenant Pistone heb laten opsluiten voor de rest van uw verblijf om te voorkomen dat u mijn mannen de dood in jaagt.’ ‘Dat is allemaal niet...’ Merrick onderbrak hem. ‘Blijkbaar hebt u het idee gekregen dat u op het spoor bent van een of ander groot mysterie, aangezien u maar blijft raaskallen over deze vallei en dat er wat aan de hand is hier.’ 199
De vallei 199 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij sprak snel en vol venijn. ‘Ik heb geen flauw idee waar u het over hebt en om eerlijk te zijn kan het me ook niks schelen, aangezien u luitenant bent en luitenants altijd lijken te denken dat ze iets weten wat de rest van de wereld nog niet weet, zodat ze onmisbaar zijn.’ Black haalde adem om Merrick van repliek te dienen, maar Merrick was nog niet klaar. ‘U kunt me vertellen wat u op het spoor denkt te zijn, of niet. Zoals gezegd kan het me niks schelen, aangezien ik toch geen flauw benul heb van wat er allemaal in die officierskoppen omgaat. Wat me wél kan schelen, is het uitvoeren van mijn taken, iets wat ik ook van plan ben te doen.’ Hij liet een stilte vallen. ‘U gaat dus nu even naar mij luisteren, luitenant. Hoort u mij?’ ‘Ik hoor je.’ Merrick ging nu pal voor Black staan. ‘Dit is wat er gaat gebeuren,’ zei hij afgemeten, zinderend van woede. ‘U houdt op met die spelletjes en gaat eens goed nadenken over de situatie waarin u zich bevindt, namelijk dat u een onervaren klootzak bent voor wie de huidige tactische realiteit veel te hoog gegrepen is en die daardoor het leven van soldaten in gevaar brengt. Uw enige verantwoordelijkheid als officier is nu om mij alle informatie te geven die ik nodig heb om te óntkloten wat u hebt verkloot. De hoogste tijd, dus, luitenánt, om uw bek open te trekken en me zonder omhaal te vertellen waarom die klotezooi heeft plaatsgevonden, zodat ik het kan proberen het recht te breien.’ Merrick wachtte, kokend van woede. Black slikte. Hij hield Merricks blik vast. ‘Je bluft,’ zei hij. ‘Wat?’ ‘Je probeert van onderwerp te veranderen. Je wilt me bang maken.’ Merricks ogen sperden zich open. ‘Dit heeft niks te maken met wat er in het dorp is gebeurd, en dat weet je maar al te goed,’ zei Black. Merrick leek zijn spraakvermogen te hebben verloren. ‘Is dat dorp echt zo “ongevaarlijk”?’ ging Black verder, op stoom nu. ‘Waarom heb ik dan geen mannelijke dorpelingen tussen de vijftien en vijftig jaar oud gezien? Waarom keken die kinderen ons aan alsof we de duivel in eigen persoon waren?’ 200
De vallei 200 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Dat is niet...’ ‘Dat is niet normaal,’ zei Black, wiens wangen nu warm werden. ‘En dat komt niet door die geit. Je maakt me niet wijs dat dit allemaal met die geit te maken heeft.’ ‘Dit hééft niet met die geit te maken!’ brieste Merrick, die zijn stem weer had gevonden. ‘Dit heeft te maken met wat u geflikt hebt om die aanval over ons af te roepen!’ ‘Gelul!’ hoorde Black zichzelf in het gezicht van de sergeant blaffen. ‘Dat komt niet door mij!’ O jawel. ‘Er is iets gebeurd in dat dorp,’ brieste Black. ‘Of in deze vallei. En jij weet wat. Jij hebt Danny en mij daarheen gestuurd. Het was aan jou om mij te vertellen wat ik moest weten, dus begin niet over wat ik allemaal moet doen en laten!’ ‘Er is niks in dat dorp gebeurd, behalve wat u geflikt hebt!’ ‘Hou op met die bullshit!’ ‘Het is geen bullshit! U verzint maar wat om uzelf in te dekken voor iets wat u hebt verkloot daar!’ Hij heeft gelijk. Vertel het hem. Black deed een stap naar achteren. ‘Dit,’ zei hij, kalm nu, ‘komt allemaal door jou.’ Nee. Merrick ontplofte. ‘Godverdomme, luitenant,’ tierde hij, rood aangelopen en trillend van woede. ‘Vertel me wat u gedaan hebt daar!’ Hij was nu aan het schreeuwen. ‘Eerst vertelt u me wat u gedaan hebt daar, en daarna gaat u terug naar uw kamer en doet u geen ene móér meer totdat u opsodemietert van mijn basis!’ ‘Waarom,’ vroeg Black kalm, ‘draag je je soldaten op om te liegen over hoelang ze al in Vega zijn?’ Merrick keek hem verbijsterd aan. ‘Wat?’ ‘Waarom vertel je je mannen om te liegen over hoelang ze hier al zitten?’ ‘Waarom doe ik wát?’ ‘Vertel me wat er aan de hand is, sergeant.’ Merricks mond viel open. De consternatie droop van zijn rood aangelopen gezicht. 201
De vallei 201 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Je gaat me niet opsluiten op mijn kamer,’ ging Black kalm verder, ‘omdat je pelotonssergeant bent en weet wat het belemmeren van een onderzoek voor je carrière betekent.’ ‘Luitenant,’ brieste Merrick, ‘het wordt tijd dat u de kantine verlaat.’ ‘Vertel het me voordat ik er zelf achter kom.’ Merrick schreeuwde zo hard dat hij zijn ogen moest dichtknijpen. ‘Sodemieter op!’ Black draaide zich om en liep weg. De deur viel dicht. Hij beende weg zonder te weten waarheen, en een enkele gedachte bleef maar door zijn hoofd spoken. Danny. Verdwenen. Wat heb je gedaan? Hij liep de hoek om en zag een metalen afvalbak bij de muur staan. Hij trapte ertegen, zo hard als hij kon. De bak kletterde door de gang, proppen papier vlogen door de lucht. Tajumal daalde af over de rotsen en keien van de steile bergrug – een silhouet dat duidelijk zichtbaar was tegen de donkere lucht, maar dat maakte niet uit. Tajumal was opgetogen. Ik wist dat u me vannacht zou beschermen, vader. Ook dit was een moeilijk keuze geweest: om de godslasteraar te volgen die tijdens het vechten de basis van de Amerikanen was ontvlucht of om de gok te wagen en door te gaan met het plan. Tajumal was doorgegaan met het plan. En u hebt me niet in de steek gelaten, vader. U hebt me in uw gezegende armen gedragen. Zoals verwacht was het moeilijk geweest. Het leek bijna onmogelijk: helemaal naar de top van de berg en weer naar beneden vóór het aanbreken van de dag. Voordat moeder zou ontwaken. De bewoners van de valleien waren voor het klimmen in de wieg gelegd. Het bloed van de geit stroomde door hun aderen. Maar dit was de zwaarste, snelste klim van Tajumals nog jonge leven geweest. En succes op de bergtop was niet zeker. Maar u noemde me altijd al slim, vader. En dat ben ik ook. Eigenlijk was het simpel geweest. Bijna net zo simpel als het vernielen van de spullen van de bebaarde Amerikaan, de strijder die de bergen doorkruiste op zoek naar de zielen van het valleivolk. 202
De vallei 202 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Dit was belangrijker, maar bleek geen probleem. Maak wat kabels los van wat overduidelijk een heel grote batterij was en gooi ze van de berg. Ook nu weer geen wapens, geen explosieven. Tajumal had gedaan wat Kadir met zijn geweer en onbezonnen ideeën niet had kunnen doen. En nu zat het allerbelangrijkste onderdeel veilig opgeborgen in Tajumals zak. Een klein metalen cilinder met uitsteeksels aan beide uiteinden die pasten op de uiteinden van de kabels, zodat het leek op wat er gebeurde als een jongetje en een meisje samenkwamen, hoe gek dat ook was. Het onderdeel was het bewijs. Nu zullen de taliban het snappen. De Amerikanen zullen komen om hun spullen te repareren. Maar dat zal tijd kosten. Tijd genoeg voor Tajumal. En spoedig zal de officier het ook snappen.
203
De vallei 203 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
18
‘S
oldaat Corelli.’ Corelli schrok, alweer. Hij keek naar waar de stem vandaan kwam en zag luitenant Black uit de schaduw stappen. Het gezicht van de jonge officier had nog altijd dezelfde gespannen, bezorgde uitdrukking, de frons die op zijn gezicht gebeiteld leek, ook al fronste hij in werkelijkheid niet. ‘Luitenant!’ riep hij, en hij ging in de houding staan. Hij was juist op weg van de latrine naar de cp om zijn dienst af te maken, waarna hij naar bed mocht. Black had blijkbaar tussen twee lege kluisjes gestaan die onder de overdekte passage tegen de muur stonden. Corelli vroeg zich af hoelang de zwaarmoedige luitenant daar in de schaduwen had staan wachten. Black wuifde de formaliteiten weg en kwam meteen ter zake. ‘Jij bent toch de wapenmeester?’ ‘Ja, luitenant,’ antwoordde Corelli, en hij nam eerste rust aan. De luitenant keek Corelli aan met donkere, priemende ogen en begon op zakelijke toon te spreken. ‘Als 15-6-officier beveel ik je al mijn vragen inzake het onderzoek naar waarheid te beantwoorden.’ ‘Luitenant?’ begon Corelli, onzeker over wat er aan de hand was. Dacht de luitenant dat hij de waarheid niet had verteld? ‘Dat betekent dat je moet meewerken en niet mag weigeren.’ ‘Luitenant, ik...’ ‘Nou ja,’ zei Black welwillend, ‘je mag wel weigeren, maar dat heeft dan wel consequenties.’ Corelli begon te stamelen. ‘Nee! Ik bedoel, ja, ik zal meewerken, luitenant.’ 204
De vallei 204 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wanneer is je dienst afgelopen?’ ‘Eenentwintighonderd uur, luitenant.’ ‘En waar is de wapenkamer?’ Corelli vertelde het hem. De luitenant leek zijn aanwijzingen te begrijpen. Hij kende de basis al goed. ‘Dan spreken we elkaar daar, na je dienst.’ ‘Begrepen, luitenant.’ De luitenant maakte aanstalten om weg te lopen, maar bedacht zich en keek weer naar Corelli, nog altijd met dezelfde blik in zijn ogen. ‘En zeg tegen niemand dat we daar hebben afgesproken.’ ‘Begrepen, luitenant,’ zei Corelli. Dat was hij ook niet van plan geweest. De luitenant draaide zich om en liep weg. Corelli keek hem na en herhaalde in zijn hoofd de belofte die hij had gedaan. Black zag dat de deur van de wapenkamer niet op slot zat. Corelli was al binnen. Het was een van de meest basale regels in het leger: je wapens moesten continu op het lijf gedragen worden of anders achter slot en grendel zijn opgeborgen. Er waren altijd reservewapens en dus had elke voorpost een speciale wapenkamer nodig om al die wapens, viziers en nachtzichtkijkers te kunnen opbergen. In Vega had men een geschikte ruimte gevonden: de houten deur behoorde tot de dikste in de compound en er waren geen ramen. Langs de met cement bestreken muren waren kluisjes en wapenrekken geplaatst. In het midden van de ruimte stond een klaptafel met aan weerszijden klapstoeltjes. De enige lichtbron was een metalen bureaulamp. Corelli had de tl-verlichting niet aangedaan, zodat de ruimte voor het grootste deel in duisternis was gehuld. Buiten in de gang had Black geen licht zien ontsnappen. Corelli zat op de stoel achter de tafel. Hij stond op toen Black binnenkwam. Black gebaarde om weer te gaan zitten, trok de deur achter zich dicht en nam zelf plaats op de andere stoel. ‘Heb je tegen iemand gezegd dat je hiernaartoe ging?’ vroeg hij. ‘Nee, luitenant. Ik heb gedaan wat u zei.’ ‘Heeft iemand je hiernaartoe zien gaan?’ Corelli keek hem vragend aan. ‘Ik denk van niet, luitenant.’ ‘Hoelang ben je al wapenmeester?’ 205
De vallei 205 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Zolang ik hier al ben, of bijna.’ ‘En hoelang is dat?’ ‘Zoals ik u al had verteld, ongeveer vier maanden, luitenant.’ ‘Wat is er met de vorige wapenmeester gebeurd?’ ‘Hij raakte na mijn komst gewond en moest terug naar Omaha.’ ‘Waarom werd jij gekozen als wapenmeester?’ ‘Sergeant Merrick zei dat ik er wel slim genoeg voor was. Maar persoonlijk denk ik dat niemand anders wou.’ Beide dingen waren waarschijnlijk waar. De wapenmeester was verantwoordelijk voor de opslag van een hoop van dezelfde spullen. Hij moest geen hekel hebben aan papierwerk, over voldoende geduld beschikken om veel te tellen en te lezen en namen en serienummers te noteren, en aandachtig genoeg zijn om er geen zooitje van te maken. Bovenal moest hij toegewijd zijn. En als Corelli iets was, dacht Black, dan was het wel toegewijd. ‘Hou je van alle wapens bij wie ze krijgt toegewezen?’ ‘Ja, luitenant.’ ‘En je houdt bij welke wapens worden opgeslagen en uitgereikt?’ ‘Ja, luitenant.’ ‘En klopt die informatie een beetje?’ ‘Jazeker, luitenant,’ antwoordde Corelli, gekrenkt dat Black de vraag had gesteld. Een goed teken. ‘Oké dan,’ zei Black, en hij legde twee aan elkaar geniete vellen papier op tafel. ‘Je gaat me helpen dit rooster te vergelijken met jouw administratie.’ ‘Luitenant?’ ‘Ik wil de naam van iedere soldaat in deze voorpost, en zijn functie,’ ging Black verder. ‘Behalve jou uiteraard.’ In het dunne dossier dat Black van Gayley had gekregen voordat hij uit Omaha was vertrokken had ook een printje van het hoofdkwartier van 3/44 gezeten, een lijst met namen van iedereen die in Vega was gestationeerd, inclusief datum van aankomst en verlofdata. Black had geen flauw idee of de gegevens klopten, maar gezien de slordige administratie binnen legereenheden en de gewelddadige en chaotische realiteit in de Vallei had hij reden om te twijfelen aan de accuratesse. En dat was waar Corelli hem mee kon helpen. De wapenmeester hield 206
De vallei 206 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
het gebruik van alle wapens in de basis bij, wat betekende dat hij ook het komen en gaan van alle militairen bijhield. Corelli knikte. ‘Kind kan de was doen, luitenant.’ Het was Blacks favoriete legeruitdrukking. Iedereen nam die tijdens de training over van de drilsergeants die ze op de huid zaten terwijl ze elementaire militaire vaardigheden aan het oefenen waren. Zelfs jullie kunnen dit niet verkloten, mannen, zeiden ze dan, terwijl ze de rekruten lieten zien hoe je een gasmasker opdeed of de poolster kon vinden. Kind kan de was doen. ‘Goed,’ zei hij. ‘Aan de slag dan.’ Corelli pakte zijn administratie erbij. ‘Derek Chen,’ begon Black. En zo verder. Black noemde een naam, waarop Corelli vertelde of die soldaat daadwerkelijk in Vega was gestationeerd, wat hij van diens functie in het peloton wist, wat zijn wachtdiensten waren en in welke barak hij sliep. Verscheidene soldaten waren een week lang op patrouille in de bergen en keerden alleen kort terug naar de basis voor herbevoorrading. Het was lastig om vóór die tijd contact met hen te krijgen, maar Black besloot dat dat van later zorg was. Bij elke soldaat die Black opnoemde, moest Corelli de naam afvinken in zijn eigen administratie, zodat Black kon zien wie er op zijn eigen lijst ontbrak. Hij wist dan precies welke soldaten hij te spreken kon krijgen, en waar hij ze kon vinden. Na zeven namen troffen ze de eerste discrepantie. ‘Robert Dale,’ verkondigde Black. ‘Eh, die is kia, luitenant.’ Killed in action. Gesneuveld. ‘O.’ Black streepte de naam door op zijn rooster. Na nog een paar namen ontdekten ze een tweede soldaat die gesneuveld was sinds Blacks lijst voor het laatst was bijgewerkt. Daarna ontdekten ze nog enkele soldaten die zwaar genoeg waren verwond om uit Vega te worden geëvacueerd en die eigenlijk niet meer terug werden verwacht. Ook die namen streepte Black door. ‘Jason Traynor.’ Ze waren inmiddels bijna aan het einde van de lijst. ‘Wie?’ 207
De vallei 207 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Traynor.’ Corelli schudde zijn hoofd. ‘Sorry, luitenant.’ ‘Pardon?’ ‘Die heb ik hier niet staan.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Er is niemand in Vega met de naam Traynor, luitenant.’ Black keek fronsend naar de naam op zijn lijst. ‘Waarschijnlijk is uw rooster flink verouderd, luitenant,’ zei Corelli bij wijze van verklaring. ‘Misschien zat hij hier voordat ik kwam, en is dat de reden dat ik hem niet ken.’ Black vond het maar raar. ‘Dat kan,’ zei hij, met twijfel in zijn stem. ‘Maar dan moet je toch wel over hem gehoord hebben.’ Corelli dacht diep na. ‘Dat hoeft niet per se. Misschien was het een plaatsvervanger die sneuvelde voordat hij echt, eh, geaccepteerd kon worden door de jongens.’ Black staarde naar de naam en stelde zich een jongen voor zonder vrienden, stervend te midden van vreemdelingen in de bergen van Afghanistan. Zijn blik gleed naar rechts, samen met zijn vinger. ‘Helaas,’ zei hij kortaf. ‘Luitenant?’ ‘Hij is met verlof gegaan.’ ‘Wat?’ Blacks vinger was aan het einde van de regel blijven hangen, daar waar die kruiste met twee kolommen: start verlof en einde verlof. Corelli boog voorover, verwarring op zijn gezicht. ‘Wanneer was dat, luitenant?’ ‘Zes weken geleden.’ Hij draaide het papiertje om, zodat Corelli het beter kon zien. ‘En een maand geleden teruggekomen uit Amerika,’ zei Black, de vinger bij de betreffende notitie. Corelli schudde zijn hoofd. ‘Dat kan niet kloppen, luitenant. Ik was er toen al, en sindsdien is er geen Traynor geweest.’ Er klopte iets niet. Black wist hoe deze roosters werden opgesteld. Het administratiekantoor van de eenheid in Omaha hield een dossier bij van iedere soldaat in het bataljon, waarin ook stond vermeld waar die soldaat was ingezet. Dat kantoor was de definitieve bron voor wie zich waar be208
De vallei 208 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
vond en eventuele wijzigingen of overplaatsingen. Dat was waarvoor het kantoor was bedoeld, waar die lui zich mee bezighielden. Ook al was er een fout gemaakt, als een soldaat fob Omaha verliet voor verlof, zou dat worden opgepikt. Soldaten moesten in een kleine vertrekkeet naast de landingsbaan op hun vlucht wachten. Het laatste wat een soldaat bij de deur deed voordat hij over het tarmac naar de helikopter liep, was het door de scanner halen van zijn id-pasje. Die informatie werd elektronisch vastgelegd en naar het administratiekantoor van de eenheid gestuurd, waar ze werd gebruikt voor het invullen van het rooster. Dit was het definitieve, officiële verslag van wie er allemaal aankwam in en vertrok uit fob Omaha. Was het pasje eenmaal door de scanner gehaald, dan bevond de soldaat zich onder de hoede van de helikoptercrew, en na zijn eerstvolgende stop werd hij aan zijn lot overgelaten totdat hij zich weer meldde na afloop van zijn verlof. De roosters werden dagelijks gebruikt, voor allerlei doeleinden, en elke eenheid moest ze maandelijks verifiëren. Geen enkele fout kon langer dan een week of twee onopgemerkt blijven. Als Jason Traynor volgens het rooster bij een bepaalde eenheid zat, dan zat er iemand genaamd Jason Traynor bij die eenheid. Black greep het vel papier en hield het voor Corelli’s neus, die ineenkromp. ‘Dit rooster is opgesteld door het Sectie-1-kantoor van je bataljon,’ zei hij streng. ‘Ga je me vertellen dat jouw Sectie 1 niet weet wie er in je eenheid zit?’ Corelli deed zijn mond open, maar kon niets uitbrengen. ‘Nou moet je me niet belazeren, Corelli.’ ‘Dat doe ik ook nie...’ ‘Wie is Traynor?’ Corelli keek hem nu angstig aan. ‘Dat weet ik niet, luitenant!’ protesteerde hij. ‘Corelli!’ ‘Luitenant!’ Corelli schudde zijn hoofd en stak zijn handen in de lucht. Black bleef hem strak aankijken, maar Corelli ontweek zijn blik. Black sloeg het papier met vlakke hand op tafel. ‘Verder met de rest,’ beval hij. De laatste namen leverden geen discrepanties op. 209
De vallei 209 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Nieuwe telling,’ zei Black. ‘Ik wil weten hoeveel jongens hier nu op dit moment zijn, jou uitgezonderd.’ Corelli nam zijn rooster door. ‘Zesenveertig, luitenant.’ Black telde zijn eigen namen, van boven naar beneden. ‘Ik heb er zevenenveertig,’ zei hij geïrriteerd, en hij schoof het papier opzij. Hij leunde achterover en keek Corelli aan. ‘Dat is dus inclusief Traynor,’ zei hij. ‘Wie dat ook is.’ Corelli keek hulpeloos om zich heen. ‘Soldaat,’ zei Black, de blik nog altijd op Corelli gericht. ‘Het is heel belangrijk dat je me de waarheid vertelt.’ Corelli beantwoordde Blacks blik, en sprak nu zonder te stotteren. ‘Ik zou u geen dingen vertellen die niet waar zijn, luitenant.’ Black bekeek de soldaat aandachtig aan en slaakte een zucht. ‘Nee,’ zei hij zacht. ‘Dat zou je niet doen.’ Corelli leek zich wat te ontspannen. ‘Mag ik u een vraag stellen, luitenant?’ ‘Ga je gang.’ ‘Waarom wilt u precies weten wie hier allemaal zijn?’ ‘Zodat ik zeker weet dat ik met iedereen heb gesproken.’ ‘Ah.’ Blacks blik gleed door de half verduisterde wapenkamer, langs de wapenrekken en kluisjes. Aan één wand waren metalen schappen bevestigd. Op een ervan lag een beige legerhanddoek, met daarop kleine reserveonderdelen: slagpinnen, terugspringveren. In het midden lag een groter onderdeel, cilindrisch van vorm en gemaakt van zwart metaal. Black herkende het als de afsluitergroep van een geweer: het onderdeel dat ervoor zorgde dat kogels werden afgeschoten. Hij wees ernaar. ‘Is die van Oswalt?’ Corelli veinsde verbazing. ‘Luitenant?’ ‘Kom op, Corelli,’ zei Black geduldig. ‘Ik weet dat Oswalt een speciaal geval is.’ Op de fob gebeurde het regelmatig dat sergeants de afsluiter van een geweer verwijderden of het wapen op andere wijze onklaar maakten als de eigenaar mentale problemen had of verdacht werd van suïcidale neigingen. Dat verkleinde de kans dat de soldaat zichzelf of iemand anders wat aandeed, en het was minder vernederend dan het helemaal afnemen van 210
De vallei 210 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
het wapen. Totdat zijn maten erachter kwamen natuurlijk, wat altijd gebeurde. ‘Ja, luitenant,’ antwoordde Corelli. ‘Die ene is van Oswalt.’ Black had nog nooit meegemaakt dat de afsluiter werd afgenomen van een soldaat in een voorpost, wat je deed afvragen wat die soldaat sowieso in die voorpost te zoeken had. Maar hij had begrepen dat Oswalt niet mee mocht op patrouille, dus vandaar. ‘Hoelang al?’ vroeg hij. ‘Met Oswalt? Sinds ik hier ben, luitenant.’ Black knikte. Hij pakte zijn rooster en maakte aanstalten om op te staan, maar ineens hield hij in. ‘Wat bedoel je met “die ene”?’ Corelli aarzelde. ‘Corelli,’ zei Black streng, ‘wiens afsluiter ligt hier nog meer?’ De jonge soldaat slikte. ‘Die van de Tovenaar, luitenant.’ ‘Waar dan?’ Corelli wees. ‘In dat kluisje, luitenant.’ ‘Maar hij gaat mee op patrouille!’ ‘Als hospik, luitenant. Die hoeven toch nooit te schieten.’ ‘Is zijn pistool ook onklaar gemaakt?’ ‘Ja, luitenant.’ Black dacht hier even over na. ‘Hoelang al?’ ‘De afgelopen paar weken.’ ‘Waarom?’ ‘Dat kreeg ik niet te horen, luitenant.’ Black pakte zijn rooster en liep naar de deur. Bij de drempel draaide hij zich om. ‘Dank je wel, Corelli.’ ‘U hoeft me niet te bedanken, luitenant.’ ‘Het is je plicht, niet?’ ‘Jazeker, luitenant.’ Zijn ernst was pijnlijk om te zien. ‘Maar je zult me ook niets vertellen waar ik niet naar vraag, toch?’ Corelli keek naar zijn schoot. ‘Probeer te voorkomen dat iemand je ziet vertrekken.’ Corelli keek op; zijn gelaat was bleek. 211
De vallei 211 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Begrepen, luitenant.’ Genoeg zo. ‘Corelli?’ ‘Luitenant?’ ‘Van wie kreeg je dat niet te horen?’ ‘Ik begrijp u niet.’ ‘Wie kwam er met de afsluiter van de Tovenaar aanzetten?’ Black meende Corelli te zien huiveren. ‘Sergeant Caine, luitenant.’ Black draaide zich weer om en liet Corelli achter met zijn tafeltje en zijn administratie, in het zwakke schijnsel van de bureaulamp.
212
De vallei 212 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
19
B
lack duwde de deur van de commandopost open. In de hoek snorde de ventilator. Knipperende lampjes van de gestapelde radio’s. Zo nu en dan wisten elektromagnetische golven uit de donkere bergen naar binnen te dringen, waar speakers ze een stem gaven. De soldaat met het sciencefictionboekje zat met zijn ellebogen op tafel te wachten tot het einde van zijn dienst. Hij was degene die Black gehoopt had te treffen. De verveelde, snel afgeleide soldaat. ‘lt,’ mompelde hij lusteloos toen hij Black binnen zag komen. Black vond het uiterst onwaarschijnlijk, onmogelijk zelfs, dat de naam van een soldaat per ongeluk maandenlang in het verkeerde rooster kon staan. Toch voelde hij zich verplicht de mogelijkheid uit te sluiten en wist maar één manier om dat te doen. Tegen de muur, naast het lege bed, stond een klapstoeltje. Hij zette het achterstevoren neer bij het bureau, recht tegenover de soldaat. Hij ging er schrijlings op zitten en liet zijn armen op de rugleuning rusten. De jongen liet zijn paperback een stukje zakken en keek over de rand van de kaft, in verwarring gebracht, maar te cool om dat te laten blijken. ‘Goeienavond, luitenant,’ zei hij, half grinnikend. Black ontwaarde dieprood in zijn gekortwiekte kapsel. De zon had een spoor van vlekjes tussen zijn jukbeenderen en half dichtgeknepen, spottende ogen achtergelaten. Black vermoedde dat er meerdere jongetjes moesten zijn geweest die het patroon van die sproetjes van dichtbij hadden gezien terwijl ze op de speelplaats op hun rug lagen en het bloed, het resultaat van hun eerdere aframmeling, in hun mond proefden. Hij stak zijn hand uit en trok het boek voorzichtig uit de greep van de soldaat. Hij legde het ondersteboven en geopend op het bureaublad. De jongen volgde de handeling aandachtig. 213
De vallei 213 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Weer je waarom ik hier ben?’ ‘Eh, hier in ops of in Vega, luitenant?’ ‘Hier in Vega.’ ‘Nee.’ ‘Waarom zou je dan wel weten wat ik hier in ops kom doen?’ De jongen trok zijn schouders op en veinsde verwarring. ‘Gewoon voor de duidelijkheid, luitenant.’ Dat zelfgenoegzame lachje weer. ‘Ik ben bezig met een 15-6-onderzoek. Weet je wat dat inhoudt?’ ‘Nee,’ verkondigde de jongen triomfantelijk. ‘Wat dat inhoudt, is het volgende,’ ging Black verder. ‘Ik ben hier inzake een kwestie die prevaleert boven wat je meerderen je hebben bevolen te doen of te laten, en bij deze beveel ik je mijn vragen naar waarheid te beantwoorden.’ De soldaat knikte. ‘“Prevaleren”...’ zei hij bedachtzaam. ‘Inderdaad, en ik zie dat je weet wat dat betekent, dus probeer me niet voor de gek te houden. Ik beveel je je meerderen niet in te lichten over mijn bezoek hier vanavond, of wat ik aan je heb gevraagd.’ Deze keer wist de jongen even niets te zeggen. Hij dacht na terwijl hij de indruk probeerde te wekken niet na te denken. ‘Je mag kiezen of je dat bevel wenst te eerbiedigen of te negeren,’ ging Black zakelijk verder, ‘maar hou er rekening mee dat het negeren van het bevel strafrechtelijke gevolgen heeft.’ ‘Dus wat u probeert te zeggen, luitenant, is dat gezeik altijd van boven komt.’ ‘Ben je klaar nu?’ De soldaat stak zijn handen in de lucht; hij gooide de handdoek in de ring. ‘Waarom zou ik uw bevel negeren, luitenant?’ vroeg hij. ‘Ik ben maar een domme soldaat. Als officier mag u het zeggen.’ ‘Ik heb de radio nodig,’ zei Black. ‘Luitenant?’ ‘De radio.’ ‘Welke radio precies, luitenant?’ ‘Langeafstand. Ik moet het Sectie 1-kantoor van jullie bataljon spreken.’ Het lachje verscheen weer. 214
De vallei 214 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Helaas, luitenant.’ ‘Sorry?’ ‘Langeafstand gaat niet.’ ‘Waarom niet?’ De soldaat gebaarde met zijn duim over zijn schouder, richting de top van de berg. ‘Het relayeerstation is kaduuk, luitenant. We kunnen op het moment met niks en niemand in Omaha praten.’ ‘Wat bedoel je kaduuk?’ ‘Waarschijnlijk heeft hadji wat gesloopt.’ ‘Dat kan niet,’ wierp Black tegen. ‘Sergeant Merrick heeft de radio nog gebruikt om aan jullie hq te melden dat Danny vermist is.’ De soldaat schudde zijn hoofd, in zijn nopjes omdat de luitenant zich even geen raad wist. ‘Onmogelijk, luitenant. Het station is al sinds de aanval gister kaduuk.’ Blacks nekharen gingen rechtovereind staan. Vlekken verschenen aan de randen van zijn gezichtsveld. Hij staarde de jongen aan. De jongen staarde terug. ‘Probeer het gerust, luitenant, als u wilt,’ zei hij, en hij gebaarde naar de langeafstandsradio. Black voelde zich misselijk worden. Impulsief reikte hij naar de microfoon van de radio terwijl zijn gastheer hem onbewogen aanstaarde. Met plezier zag hij hoe Black de knop van de microfoon indrukte en enkel ruis uit de speakers wist te krijgen terwijl hij tevergeefs het hoofdkwartier van 3/44 probeerde op te roepen. Lummel. Black hing de microfoon terug. ‘Wanneer wordt hij gerepareerd?’ De soldaat trok zijn schouders op. ‘Wanneer ze een heli vanuit Omaha deze kant op sturen om een nieuwe te installeren, zodat ook die kan worden vernield.’ Hij vond het zelf uiterst geestig. ‘mirc-chat,’ riep Black. mirc was een online-chatsysteem, een versleutelde versie van het systeem voor de uitwisseling van tekstberichten op internet. Het mirc-signaal liep via satellieten en was razendsnel van onschatbare waarde geworden voor de communicatie tussen afgelegen voorposten en hun hoofdkwartier. 215
De vallei 215 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ergens in Omaha kon iemand achter een mirc-terminal zitten (niemand wist waar de ‘m’ voor stond – de meesten dachten aan ‘military’) en kraakheldere updates van de diverse eenheden in het veld ontvangen zonder dat hij tot razernij werd gedreven door de storende communicatie via zeven verschillende relayeerstations. ‘Ook geen mirc, luitenant, maar de sergeant Communicatie gaat dat morgenochtend fiksen. Tenzij u hem nu wakker wilt maken.’ Het gebeurde inderdaad regelmatig dat mirc eruit lag. ‘Satelliettelefoon,’ probeerde Black. De meeste verafgelegen eenheden hadden ten minste één satelliettelefoon in gebruik, speciaal voor dit soort situaties. De jongen knipperde met zijn ogen. ‘Sergeant Merrick heeft inderdaad een satelliettelefoon, luitenant, maar er zijn hier geen satellieten voor de verbinding.’ Terwijl hij dat zei, leek hij helemaal op te fleuren. ‘Geen gezichtslijn en zo,’ zei hij, en hij trok blijmoedig zijn schouders op. Hij pakte zijn walkietalkie. ‘U kunt het proberen als u wilt, luitenant.’ Hij hield het apparaat triomfantelijk in de lucht. ‘Wilt u dat ik hem oproep?’ ‘Nee.’ ‘Geen zorgen, lt,’ zei hij terwijl Black wegliep. ‘Als niemand ons hoort, kunnen we ook niet worden afgeluisterd, toch?’ Black liep zo stilletjes mogelijk de trap op en bleef bij de hoek staan luisteren totdat hij het gesnurk uit Oswalts kot kon horen. Hij sloop er op kousenvoeten langs. Bij het trapgat keek hij om zich heen om te controleren of het dak goed en wel verlaten was. Daarna liep hij snel over de plankieren naar de donkere vorm van de uitkijkpost en keek naar binnen. Ze waren er. Hij haalde zijn pakje sigaretten uit zijn zak en bood ze er een aan. Hij had een vraag voor ze. Bosch keek hem sceptisch aan en verroerde zich niet. De andere soldaat schraapte zijn keel. ‘Eh, hallo, luitenant,’ zei hij. ‘Gebeurt er nog wat?’ vroeg Black. ‘Weinig, luitenant, weinig,’ zei de soldaat, zijn mitrailleur bepotelend. 216
De vallei 216 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij keek naar zijn maat, die niets zei, en hij schraapte nogmaals zijn keel. ‘Eh, moet u horen, luitenant,’ stamelde hij. ‘Zeg het maar gewoon,’ onderbrak Black hem. ‘Ik ben bang dat we niet met u kunnen praten, luitenant.’ Black fronste. ‘Hoezo niet?’ ‘Nou ja, daar kunnen we last mee krijgen, snapt u, als we hier een beetje zitten te roken en te geiten terwijl we dienst hebben.’ ‘Ah.’ ‘U hebt toch gezien hoe kwaad sergeant Caine werd toen Bosch niet achter zijn wapen zat? Dat bedoel ik eigenlijk, luitenant. U weet hoe het gaat.’ Black keek de soldaat argwanend aan. ‘Zeker.’ ‘Maar het gaat niet alleen om sergeant Caine, luitenant,’ ging hij verder. ‘Iedere onderofficier zou gek worden als ze ons hier zagen babbelen met een, eh, bezoeker.’ ‘Ik snap het.’ Black stak de sigaretten weer in zijn zak, maar bleef de soldaat strak aankijken. ‘Sorry, luitenant.’ ‘Geen probleem.’ Hij keerde de mannen de rug toe om te vertrekken. ‘O ja, lt?’ zei de soldaat. Black draaide zich weer om. ‘Eh, weet u nog wat we zeiden over toen ze deze plek innamen?’ ‘Ja.’ ‘Met die drugsbaas en zo?’ ‘Ja.’ ‘Als u het niet erg vindt, luitenant, is het misschien beter als u niet tegen sergeant Merrick zegt dat we het daarover hebben gehad.’ Black keek hem vragend aan. ‘Hij heeft niet graag dat we het daarover hebben.’ ‘Oké.’ ‘Oud zeer en zo.’ ‘Ik begrijp het.’ Hij wilde weer weggaan. ‘En misschien ook niet tegen sergeant Caine, luitenant.’ 217
De vallei 217 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black knikte. ‘Als u het niet erg vindt.’ ‘Nee hoor,’ antwoordde Black kortaf. Ook Bosch trok nu zijn mond open, voor het eerst sinds Black de uitkijkpost was binnengestapt. ‘Misschien is het beter als u hier een tijdje niet komt, luitenant,’ zei hij ronduit. Black keek de snotaap aan. ‘Dat had ik wel begrepen,’ zei hij, geïrriteerd. Hij sloop weer langs Oswalts kot en liep de stenen trap af. Hij wist al aardig de weg in Vega. Hij kende een paar verschillende routes naar zijn eigen kamer. Een van die routes liep een stukje buitenlangs. Dat was een donkere, meer afgezonderde route. Die route nam hij nu, in gedachten verzonken. Danny was verdwenen. Niemand die hem aan het zoeken was. Hij schrok van een soldaat die hem tegemoetkwam, maar ze passeerden elkaar met een gemompelde groet en gingen ieder huns weegs. Danny was niet ontvoerd. Hij was slim genoeg om dat niet te laten gebeuren. Hij was uit eigen beweging weggegaan. Iets in Vega boezemde hem meer angst in dan wat dan ook in de Vallei. Jullie brengen de Duivel mee, en zijn werk. Hij liep nu een stukje onbeschut. De donkere bergen torenden boven hem uit en versmolten met de inktzwarte lucht. Hij ging weer naar binnen. Hij was bijna bij zijn kot. En jullie brengen zijn dienaar naar mijn dorp. Black had vragen die alleen Danny kon beantwoorden. Met name één vraag. ‘Jezus, lt, waar bent u geweest?’ Black schrok en draaide zich om. Caine had zich in de schaduwen opgesteld, net zoals Black had gedaan toen hij op Corelli wachtte. De sergeant stapte naar voren. Hij droeg geen jas; zijn spieren bolden onder zijn beige t-shirt. ‘Wat hebt u uitgespookt?’ vroeg hij. ‘Avondwandelingetje?’ ‘Wat moet je?’ antwoordde Black. ‘Loop even met me mee, luitenant.’ Hij knikte over zijn schouder, in de richting van een gang. 218
De vallei 218 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Waarom?’ ‘Verdomme, lt, kan het nou nooit eens gemakkelijk gaan?’ ‘Waarom moet ik mee?’ herhaalde Black. Caine slaakte een zucht en keek om zich heen. ‘Omdat ik u kan helpen, luitenant.’ Hij zette een stap in de richting van de verduisterde gang. ‘Volg me nou maar,’ zei hij bits. Hij liep weg. Black bleef even dralen, maar volgde hem toen toch.
219
De vallei 219 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
20
C
aine trok de zware deur van de container achter zich dicht, zodat ze in duisternis werden gehuld. Hij knipte een zaklamp aan en scheen hem heen en weer over de vloer totdat hij had gevonden wat hij zocht. Hij drukte met zijn voet op de schakelaar van de stekkerdoos en duizend kerstlampjes lichtten op. Ze hingen als ijspegels aan het dak van de container en namen de helft van de lege ruimte boven hun hoofd in beslag. Langs de met hout betimmerde wanden waren nog meer strengen gehangen. Rond een lage kaarttafel, die gemaakt was van mre-dozen en een stuk triplex, was een aantal goedkope tuinstoeltjes neergezet. In de hoek stond een kleine koelkast, met daarop een gettoblaster en een stapel cd’s. Tegen de wand stonden nog meer mre-dozen gestapeld, naast een krat met flessen water. De wanden waren behangen met posters en tijdschriftfoto’s van vrouwen in verschillende stadia van ontkleding. De wand aan het verre uiteinde van de container, de ereplek, was gereserveerd voor een exotische dame die onder de poort van een met klimop begroeide villa door kwam gelopen, weg van een blauw zwembad, en gekleed in een luchtig, losgeknoopt bloesje en een doorschijnend bikinibroekje. Iemand had met een mes twee kleine sneetjes gemaakt langs de string van het broekje en er een opgevouwen dollarbiljet tussen gewurmd. Iemands hangplek. Waarschijnlijk die van Caine, voor hemzelf en de jongere sergeants. Hij had Black door twee donkere gangetjes geleid, waarna er vóór hen een flard maanlicht verscheen. Caine vroeg aan Black om even te wachten en liep naar buiten. ‘Wegwezen,’ had hij tegen iemand uit het zicht gezegd. ‘Roger,’ luidde het antwoord van de onzichtbare persoon. 220
De vallei 220 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Caine had gewacht totdat ze alleen waren en gebaarde toen naar Black om ook naar buiten te komen. Black zag een langgerekte, smalle ruimte tussen de buitenmuur van de villa en een hoge, stenen omheining. Overal stonden vrachtcontainers, generatoren en pallets met kratten water. De achterplaats van pelotonsbase Vega. Ze hadden een meter of vijftig langs de muur gelopen. De ingang tot de container bevond zich tegenover de muur van de villa, afgewend van de bergflank, en er was amper genoeg ruimte voor een van de deuren om half te worden geopend. Naast de deur had iemand taj mahal gesjabloneerd. Caine ging nu in een van de tuinstoeltjes zitten en gebaarde naar Black om zelf ook plaats te nemen. ‘Oké dan, luitenant,’ zei hij. ‘Gaat u nou open kaart spelen of niet?’ ‘Wat bedoel je?’ ‘Bent u echt van plan om uw plannetje door te zetten?’ ‘Welk plannetje?’ ‘Moet u horen, luitenant,’ zei Caine ongeduldig. ‘Ik weet waar u mee bezig bent. Ik wil alleen weten of u er echt mee door wilt gaan.’ ‘Waar ik mee bezig ben? Wat bedoel je?’ Caine slaakte een zucht. ‘Kunnen we het gelul gewoon achterwege laten? Ben ik niet naar u gekomen?’ Black zweeg. ‘Ik weet waar u mee bezig bent,’ ging hij verder, ‘en u weet waar u mee bezig bent.’ ‘Mag ik weten waarom je dat denkt?’ Caine sloeg zijn armen over elkaar. ‘Nee. Mag ík weten wie u heeft verteld dat we op dinsdag naar Darreh Sin zouden gaan?’ ‘Nee.’ ‘Dat is dan duidelijk,’ zei Caine. ‘U vertrouwt me niet. Dat is uw werk. Wat ik wil weten, is of ik ú kan vertrouwen, of dat ik te maken heb met iemand die Columbo speelt en loopt te klootviolen totdat-ie het weer tijd vindt om te gaan.’ ‘Wat wil je me vertellen?’ Caine keek hem enkele tellen zwijgend aan. ‘Iets wat totaal verrot is.’ 221
De vallei 221 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black keek naar de potige sergeant in het schijnsel van de kerstverlichting. ‘Ik ben niet aan het klootviolen,’ zei hij. ‘Dat moet nog maar blijken. Daarom gaan we dit stapje voor stapje doen.’ ‘Wat precies?’ Caine leunde achterover en reikte naar de minikoelkast. ‘Wilt u ook wat?’ Hij trok de deur open. De koelkast was gevuld met fris en energydrink, wat soldaten als water naar binnen klokten, en een paar blikjes bier. Caine pakte twee biertjes en bood er eentje aan aan Black, die zijn hoofd schudde. ‘Hm,’ mompelde Caine, en hij verwisselde het bier voor fris. Ze openden hun blikjes en dronken. Black wachtte op Caine om verder te gaan. ‘Luister, luitenant,’ zei hij. ‘Ik weet dat ik in het begin nogal lomp overkwam.’ Hij nam een slok. ‘En dan bedoel ik niet alleen die mep, maar ook in mijn gedrag.’ Black trok zijn schouders op. ‘Het leek me normaal gedrag voor een onderofficier,’ zei hij, zonder echte reden. Caine trok zijn schouders op. ‘Die heb ik wel verdiend,’ zei hij. ‘Luister, luitenant, er is een reden waarom ik zo deed. Het kwam me op dat moment even niet uit dat ik samen met u werd gezien, of te veel met u in verband werd gebracht.’ ‘Waarom niet?’ Caine keek hem aan over de rand van zijn blikje. ‘Omdat u niet de enige bent die het een en ander probeert uit te vinden hier, daarom niet.’ Hij nam een slok. ‘Wat probeer je dan uit te vinden?’ ‘Nogmaals, luitenant,’ zei Caine, ‘ik zou het waarderen als u me zou vertellen wie u ons patrouillerooster heeft gegeven meteen na uw plotselinge verschijnen in Vega.’ ‘Volgens mij is dat niet wat je eigenlijk wilt weten.’ ‘Nee, maar ik wil wel weten wie ik in deze eenheid wel en niet kan vertrouwen. Net als u.’ 222
De vallei 222 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black keek hem zijdelings aan. ‘Waarom zou een onschuldige opmerking van een soldaat betekenen dat je hem niet langer kunt vertrouwen?’ ‘Dat is mijn zaak. U hebt uw onderzoek en ik het mijne. Belangrijk is om tot een vergelijk te komen.’ ‘Ik weet nog niet eens waar je het over hebt,’ antwoordde Black nijdig. ‘En nee, ik zeg niks over informatie die me inzake het onderzoek is toevertrouwd. Jij wilt tot een vergelijk komen, vertel me dan maar wat er aan de hand is.’ Caine zette zijn blikje neer. ‘Luitenant, u snapt niet welk risico ik loop door alleen al met u te práten.’ ‘Risico? Hoe dan?’ De sergeant schudde zijn hoofd. ‘Ik kan u helpen, lt, maar dan moet u mij helpen.’ ‘Hoe?’ ‘Gooi de rem erop.’ ‘Gooi de rem erop?’ ‘Doe het wat rustiger aan.’ ‘Rustiger aan met wat?’ ‘Met al dat doorvragen.’ ‘Doorvragen?’ ‘U weet wat ik bedoel.’ Black leunde naar achteren en dacht na. ‘Je wilt dus dat ik mijn onderzoek tijdelijk stopzet,’ zei hij. ‘Dat zou wel lekker uitkomen.’ ‘Niemand heeft het over stopzetten,’ zei Caine. ‘Punt is om het goed aan te pakken. Als u zo onvoorzichtig bent, loopt u ook risico.’ ‘Ik ben niet onvoorzichtig.’ ‘Dat bent u wel, luitenant.’ Caine keek hem nu recht aan. ‘Als een olifant in een porseleinkast.’ ‘Ik denk dat je uit je nek lult,’ zei Black. ‘O ja?’ riep Caine, die nu eindelijk zijn irritatie liet blijken. ‘Vertel me dan het volgende, luitenant. Heb ik u ooit gevraagd wat er die dag in Darreh Sin is gebeurd?’ ‘Nee.’ 223
De vallei 223 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Dat heb ik inderdaad niet gevraagd, hoewel het mijn enige plicht is om uit te vinden wat er toen is gebeurd en waarom, zodat ik mijn mannen kan beschermen tegen dat wat u allemaal hebt veroorzaakt. Ik voldoe nu geenszins aan die plicht. Maar toch vraag ik het niet, omdat er iets belangrijkers speelt, begrepen?’ ‘Je klinkt u als sergeant Merrick,’ antwoordde Black. Caine zuchtte. Toen hij weer begon te spreken, was dat zonder irritatie. ‘Ik weet dat u me niet vertrouwt, luitenant,’ zei hij, ‘maar u moet proberen me in ieder geval een beetje te vertrouwen. Ik zal u helpen met uw onderzoek, maar dan moet u het initiatief aan mij laten.’ Black zweeg. Voorzichtig nu. ‘Waarom heeft sergeant Merrick zijn mannen opgedragen te liegen over hoelang ze al in Vega zijn?’ vroeg hij. ‘Sorry?’ ‘Sommige soldaten zitten hier al langer dan ze willen toegeven.’ Caine keek hem argwanend aan. ‘Hoezo denkt u dat?’ ‘Toen ik korporaal Brydon sprak, vertelde Merrick hem om...’ ‘Brydon is onderdeel van dit peloton,’ onderbrak Caine hem, ‘en een verdomd goeie soldaat. U weet best dat soldaten soms rare dingen zeggen, dus als er...’ ‘Wat?’ onderbrak Black hem. ‘Wat wat?’ zei Caine. ‘Wat ik wilde zeggen,’ ging hij langzaam verder, ‘is dat Merrick tegen Brydon heeft gezegd dat kolonel Gayley me gestuurd heeft. Maar ik weet dat jullie de afgelopen zes maanden maar een of twee keer zijn teruggekeerd naar Omaha, en dan slechts voor vierentwintig uur, en niemand die toen de barakken uit mocht.’ ‘Dat klopt,’ zei Caine. ‘Maar dat was voor hun eigen bestwil. Het is niet goed voor de mannen om te proeven van alles wat de fob te bieden heeft en daarna weer terug te moeten gaan naar deze poort van de hel. Dan draaien ze door.’ ‘Precies,’ zei Black. ‘Dat bedoel ik. Het kan gewoon niet dat een soldaat hier in Vega, die hier pas een paar maanden zit, de naam kent van de commandant van een eenheid aan de andere kant van Omaha. Tenzij hij hier al een stuk langer is dan hij beweert te zijn, sinds de tijd dat ze nog echt verlof kregen en Omaha daadwerkelijk onveilig mochten maken.’ 224
De vallei 224 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Caine trok zijn schouders op. ‘Het klinkt allemaal wat vergezocht.’ ‘Ik denk het niet. Brydon herkende kolonel Gayleys naam zonder ook maar een moment na te hoeven denken.’ In het gelige licht leek het alsof Caine iets bleker werd. Hij deed zijn mond open om iets te zeggen, maar sloot hem toen weer. ‘Ik denk,’ zei hij uiteindelijk, ‘dat u wat belangrijks vergeet, luitenant.’ ‘En dat is?’ ‘Ik heb nooit tegen sergeant Merrick gezegd dat kolonel Gayley u gestuurd heeft. En ik heb nooit gezegd uit welke eenheid u kwam.’ De mannen keken elkaar aan. ‘Wie heeft dat dan verteld?’ vroeg Black. Caine antwoordde niet meteen. ‘Ik denk, lt, dat dit een mooi moment is om af te ronden voor vanavond.’ Hij stond op. Zijn blikje fris stond nog op het tafeltje. ‘Wie is Traynor?’ flapte Black eruit. ‘Wie?’ ‘Traynor. Jason Traynor.’ ‘Wie is dat?’ ‘Dat vraag ik aan jou.’ Caine keek hem niet-begrijpend aan en schudde zijn hoofd. ‘U moet met wat meer komen, luitenant. Ik ken geen Traynor.’ ‘Laat maar.’ Caine maakte een sussend gebaar. ‘Ik kom wel naar u toe, luitenant. Gauw. Doe voorlopig even rustig aan, oké?’ Black keek de sergeant aan. ‘Ik ben echt niet onvoorzichtig.’ ‘Ik wil u graag geloven, lt,’ zei hij. ‘Maar rustig aan, oké?’ ‘Oké.’ Caine liep naar de deur. ‘Wacht een paar minuten voordat u zelf vertrekt,’ zei hij. ‘De deur hoeft niet op slot.’ ‘Begrepen.’ Caine schakelde met zijn voet de kerstverlichting uit. Black hoorde krakende scharnieren en zag Caines silhouet in de smalle deuropening staan. 225
De vallei 225 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Doe het niet. ‘Wat is “Xanadu”?’ vroeg hij. Hij zag hoe het silhouet zich omdraaide en zijn hoofd schudde. ‘Vergeet dat, luitenant.’ Waarop Caine wegliep. Black bleef een minuut lang naar de deuropening staren voordat hij ook zelf opstond en zich door de deuropening wurmde. Hij liep snel en stilletjes langs de muur van de villa en door het gangenstelsel van de compound naar Pistones kamer. Iets wat Caine had gezegd bleef maar door zijn hoofd spoken. Hij trok de deur van zijn kamer dicht, liep meteen naar zijn rugzak en trok het dossier dat hij uit Omaha had meegenomen tevoorschijn. Boven op de stapel papier lag het mysterieuze rooster met Traynors naam erop. Zijn vinger gleed langs de kolommen. Dat meen je niet. Tegen de tijd dat hij de kamer uit was gesneld, was hij zijn belofte aan Caine alweer vergeten.
226
De vallei 226 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
21
B
lack vermoedde dat de Tovenaar een nachtbraker zou zijn, en hij had gelijk. ‘Wat?’ luidde het verveelde antwoord toen hij op de deur klopte. Black vatte dat op als toestemming om binnen te komen. De plafondverlichting in barak 2 was uit, zodat het slechts de stoffige lichtkolommen uit enkele triplex hokjes waren die schaduwen wierpen. Toen hij om zich heen keek, zag Black dat de kotjes direct naast die van Brydon verduisterd waren. Uit één klonk gesnurk. Hij duwde de deur open. Hij lag op zijn bed, handen achter zijn hoofd, starend naar het donkere plafond. Nergens een boek te bekennen. In zijn hand hield Black het verfomfaaide rooster vast. ‘Wie ben jij?’ vroeg hij. Brydon zuchtte, maar zei niets. ‘Waarom sta je niet op dit rooster?’ Brydon sloot zijn ogen. De vraag leek hem niet te verrassen. ‘Soldaat,’ zei Black streng. ‘Waarom zie ik je naam hier niet staan?’ Brydon zuchtte. ‘Omdat ik een geest ben, luitenant,’ mompelde hij. ‘Wat? Wat betekent dat?’ Brydon hield zijn ogen gesloten. ‘Het betekent wat het betekent.’ ‘Wat bedoel je? Wie is Traynor?’ Brydon zuchtte opnieuw en schudde zijn hoofd. Black kreeg het warm en moest zichzelf eraan herinneren dat hij zacht moest praten in deze konijnenburcht van dakloze kotjes. ‘Brydon, dit is geen spelletje,’ ging hij verder. ‘Ik weet nog wat je zei. Dat je al drie maanden in Vega bent. Maar dat klopt niet. Wie heeft tegen je gezegd dat je moest liegen?’ 227
De vallei 227 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Brydon zei niets. ‘Je weet wat er aan de hand is, maar wilt het niet vertellen.’ Stilte. ‘Waarom zei je dat je ervan uitging ik een kapitein was?’ vroeg Black. ‘Waarom zou ik een kapitein zijn?’ ‘Ik denk,’ zei Brydon lijzig, ‘dat ik u niks meer te zeggen heb.’ Black schudde zijn hoofd in ongeloof. ‘Beroep je je nou op je zwijgrecht? Dat zou ik echt niet doen als ik jou was.’ Brydon antwoordde niet. ‘Brydon, ik heb het niet op jou voorzien,’ zei Black, verzoenend. ‘Volgens mij heb je niks verkeerd gedaan. Je roept alleen helse problemen over jezelf af.’ Brydon opende zijn slapeloze ogen en draaide zijn hoofd naar Black. ‘Luitenant,’ zei hij. ‘Ik zit al een hele tijd in de hel.’ ‘Wat bedoel je daarmee?’ Brydon sloot zijn ogen en draaide zijn hoofd weer recht. ‘Welterusten, luitenant.’ ‘Wat?’ Niets. Vraag het niet. ‘Wat is “Xanadu”?’ vroeg Black. Brydon reageerde alsof iemand een mes in zijn buik had gestoken. ‘Aaahhh...’ Hij rolde op zijn zij, als een hond die zojuist was afgeranseld. Je wordt slordig. Het waren van die typische onbenulligheden die er elke dag weer toe leidden dat soldaten sneuvelden in Afghanistan. Allemaal dingen die je vroeger gewoon goed deed. En slordig was het. Gebrekkige opmerkzaamheid, slechte communicatie. Toen hij met Corelli de lijst had doorgenomen, was hij zo gefocust geweest op de namen van de andere soldaten in de eenheid dat hij niet eens had gemerkt dat Brydon er niet bij stond. Hij had tegen Corelli gezegd, ik wil de naam van iedere soldaat in deze post, behalve jou, zonder te beseffen dat de nauwgezette soldaat hem letterlijk zou nemen en één van het totaal zou aftrekken, voor hemzelf. Black 228
De vallei 228 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
had er niet aan gedacht de vraag te verduidelijken, was zich er niet eens van bewust geweest dat er iets te verduidelijken viel. Daarom was Corelli tot 46 gekomen, vergeleken met de 47 van Black, terwijl beide roosters 47 namen bevatten. Op Blacks rooster, dat direct van het hoofdkwartier van 3/44 afkomstig was, ontbrak Brydon, maar de absente Traynor stond er wel op. Bij Corelli was het precies andersom geweest. Hij zwierf in gedachten verzonken door de stille gangen en passages en liep meerdere keren verkeerd, zodat hij terug moest, waarna hij weer wegzakte in zijn overpeinzingen. De vragen stapelden zich op en lieten zich niet langer ordenen. Leugen op leugen. Hij stond voor zijn slaapvertrek. Volgens zijn horloge was het bijna drie uur in de ochtend. Hij liep naar binnen en begon door de kamer te ijsberen. Waarom geloofde het hoofdkwartier van 3/44 twee dingen die niet waar waren? Wie had Merrick verteld over zijn komst naar Vega? Had iemand in Omaha radiocontact gemaakt om hem te waarschuwen? Zo ja, waarom had diegene het dan aan Merrick verteld, en niet aan Pistone, de commandant van het peloton? Alles, vermoedde hij, hing af van het antwoord op die vragen. Hij ging op de stoel zitten en leunde tegen de muur. Zijn blik gleed door de kamer, bleef hangen bij de opbergkist, richtte zich op de foto van de glimlachende Pistone met zijn meisje, en eindigde uiteindelijk bij het Keltische dagboek dat op het nachtkastje stof lag te verzamelen. Hij zuchtte. De jongen had al problemen genoeg gehad met sergeants als Merrick en Caine, en soldaten zonder enig respect voor gezag. Het laatste wat hij kon gebruiken, was een medeofficier die door zijn persoonlijke spullen snuffelde. Geen uitvluchten nu. Hij stond op en liep naar de dixi. Hij was zo afgeleid dat hij bijna de nieuwe tekst miste die onder de oude was geschreven. chuck ziet jou aan het einde van de wereld 229
De vallei 229 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij zat op zijn knieën naast het bed en trok Pistones opbergkist tevoorschijn. De foto van de luitenant en zijn meisje lag plat op de plank, de voorzijde naar beneden. ‘Sorry, makker,’ mompelde hij, en hij begon aan het slot te rammelen. Het deksel ging gelijk open. Waarom zou de kist ook afgesloten zijn? Pistone had natuurlijk nooit gedacht dat zijn kamer de komende week bezet zou zijn door een wildvreemde. Hij inspecteerde de inhoud. Aan de ene kant een softbal en handschoen die weinig leken te zijn gebruikt. Aan de andere kant een kaki burgerbroek en een poloshirt, netjes opgevouwen, met daaronder een paar afgedragen loafers. De meeste militairen hadden ten minste één setje burgerkleding paraat, voor wanneer ze in aanmerking kwamen voor hun twee weken verlof in Amerika. Zolang je in het begin maar iets had om aan te trekken in plaats van je uniform, kon je al het andere wel aanschaffen. In het midden van de kist lag een stapel boeken, cd’s en tijdschriften, met ertussen iets groots en hards. Hij trok het uit de kist, zodat de stapel cd’s over de kleding schoof. Een boek. Een foto-achtig schilderij van een school, gemaakt door een onervaren schilder, sierde de voorkant. fairview high eindexamenklas 2001 Pistones jaarboek. Black vond het vreemd dat hij juist dat helemaal mee hiernaartoe had genomen. Mooiste tijd van je leven? Vreemd, en een beetje treurig. Hij legde het jaarboek weg en rommelde door de cd’s en tijdschriften, die geen van alle interessant leken. Alles wat hij bekeken had, legde hij in nette stapeltjes op het bed, totdat hij bij de bodem van de kist was aanbeland. Nog een boek. Het was een dikke paperback, met een onbekende titel. Hij draaide het om. Het zag er nogal stukgelezen uit. Hij wierp een laatste blik in de kist om er zeker van te zijn dat hij niets had gemist en liet de bladzijden langs zijn duim roetsjen. Gedichten. Op een bepaald moment begonnen de bladzijden anders aan te voelen. Het was duidelijk dat dat gedeelte vaker gelezen was. Hij draaide het boek om om de knik in de rug te vinden en liet de blad230
De vallei 230 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
zijden opnieuw langs zijn duim roetsjen, voorzichtig nu. Toen hij bij de juiste punt was aanbeland, draaide hij het boek weer om en zag hij dat de bladzijde in kwestie was losgeraakt bij de lijmrand. Hij bekeek de tekst. ‘Godverdomme,’ zei hij tegen de lege kamer. Hij begon te lezen. Toen hij het eerste stuk uit had, bladerde hij naar het begin van het boek om meer te weten te komen over de schrijver. Na een halfuur besefte hij dat hij nog steeds op zijn knieën op de betonnen vloer zat. Hij stond op en ging op de stoel zitten, voorovergebogen, bladerend. Zo bleef hij nog een halfuur lezen, waarna hij het boek dichtsloeg en rechtop ging zitten. Hij staarde naar de muur. Na een tijdje zo gezeten te hebben stond hij op en doorkruiste hij de kamer. De deur van Pistones kot had een scharniersluiting aan de binnenkant. Hij sloot de sluiting zo goed als hij kon met het restant van het hangslot dat Corelli op die eerste avond had opengeknipt. Het moest maar. Hij ging terug naar de stoel, pakte het boek en liep ermee naar het bed, waar hij verderging met het stukgelezen gedeelte. Voor Kubla Khan in Xanadu verrees een statig lustpaleis Toen een paar uur later de ochtend aanbrak, was hij nog steeds op zijn kamer, en hij had nog altijd niet geslapen toen er die avond op de deur werd geklopt.
231
De vallei 231 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
22
B
lack wachtte even voordat hij het kapotte hangslot uit de scharniersluiting trok en de deur opendeed. Korporaal Shannon. Met mitrailleur. Black verstijfde. Shannon keek bozig op hem neer. ‘Boodschap van sergeant Merrick, luitenant.’ Shannon keek de kamer in, naar het onopgemaakte bed met Pistones jaarboek en de andere spullen uit de opbergkist. Black zag de afkeer op het gezicht van de korporaal, die de blik nu weer op hem richtte. ‘Hij zegt dat u nu moet komen als u wilt helpen zoeken.’ ‘Zoeken?’ ‘Als u mee wilt,’ ging Shannon verder, ‘moet u spullen voor een overnachting meebrengen.’ ‘Mee? Waarheen?’ ‘Om uit te vinden wat er met Danny is gebeurd.’ Uitkijken nu. ‘Geef me even.’ ‘Over twintig minuten onder aan de trap bij Oswalt,’ zei Shannon, en hij begon zich om te draaien. Black deed zijn mond open. ‘Ja, ik weet dat u weet waar het dak is,’ zei Shannon, en hij liep weg. Black keek hem na. Zodra Shannon de hoek was omgeslagen, holde hij weg in de tegenovergestelde richting. Het kostte hem slechts een minuutje om Caine te vinden. De soldaat in ops zei dat hij in het krachthonk was: een in elkaar geflanste trainingsruimte waar Caine en Black op die eerste avond nog langs waren gelopen. 232
De vallei 232 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Toen hij dichterbij kwam, hoorde hij het gedempte geroffel van drums. Hij deed de deur open, waarop het geluid over hem heen werd gestort: gruizige gitaren die tegen het gruizige stemgeluid van de zanger op beukten. Hij herkende de muziek: deathmetal. In Omaha en elders had hij andere soldaten ernaar horen luisteren. Dan had hij liever de onheilspellende windgongrock van de Tovenaar. De vervallen, zweterige ruimte was raamloos en bood plaats aan verroest, bijeengeraapt fitnessmateriaal dat iemand ooit de gevaarlijke Afghaanse valleien in had gesleept, waarna het van de ene op de andere eenheid was overgegaan. De toestellen leken rechtstreeks uit een afvalcontainer te komen en waren waarschijnlijk al langer in Afghanistan dan de Amerikanen die nu op uitzending waren. Caine was in het gezelschap van drie soldaten in camouflagebroek en beige legershirt. Het tenue voor de snelle training: jack uit, je reps doen en weer terug naar je dienst. De soldaten gunden Black slechts een korte blik waardig toen hij de deur opendeed. Caine keek hem vragend aan. Black keek terug met een blik die, zo hoopte hij, geen achterdocht zou opwekken, maar toch veelbetekenend was. Hij sloot de deur en liep de andere kant op, dwars door de compound, om uiteindelijk bij het donkere achterplaatsje uit te komen. In de Taj Mahal waren een jongere sergeant en twee soldaten aanwezig. Shit. ‘Wegwezen,’ zei hij zonder aarzelen, in de verwachting uitgelachen te worden. Tot zijn verrassing stonden ze meteen op. ‘Luitenant,’ zei de jonge sergeant in het voorbijgaan. Dit, zo herinnerde Black zich, was het leuke van recent bevorderde sergeants. Ze gedroegen zich nog als gewone soldaten, die het niet in hun hoofd zouden halen om een grote bek te geven tegen een officier, of wie dan ook. Het gehoorzame zat er nog goed in. Black knikte en keek ze na, en schakelde het licht uit zodra ze weg waren. Een minuut later was Caine er. ‘Verdomme, luitenant,’ begon hij geïrriteerd, in het licht van de geopende deur. ‘Wat had ik nou gezegd?’ Hij keek over zijn schouder en stapte de donkere container in. Hij liet de deur open. 233
De vallei 233 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ik weet het, je wilt niet met me in verband worden gebracht,’ zei Black. ‘Maar dit is belangrijk.’ ‘Daar heb ik het niet over,’ zei Caine, geïrriteerd fluisterend. ‘Probeert u het voor uzelf te verkloten hier?’ ‘Wat?’ ‘Ik dacht dat u zei dat u het rustig aan zou doen en een tijdje geen vragen zou stellen.’ Black was even van zijn stuk gebracht, maar voelde toen irritatie opkomen. ‘Ik heb de hele dag in mijn kamer uit mijn neus zitten vreten. Dit is belangrijk.’ ‘Wat is belangrijk?’ ‘Merrick wil dat ik meega buiten de muren.’ Dat leek Caine te verbazen. ‘Buiten de muren? Waarheen dan?’ vroeg hij langzaam. Dat heeft hij niet verteld. Caine tuitte zijn lippen, blies langzaam uit en schudde zijn hoofd. ‘Ik zou niet met hem meegaan, luitenant,’ zei hij zacht. ‘Waarom niet?’ ‘Ik weet dat u zich medeverantwoordelijk voelt voor Danny’s verdwijning, maar nogmaals, ga niet met hem mee.’ ‘Waarom niet?’ herhaalde Black. ‘Geef me ten minste een reden!’ ‘Verdomme, luitenant!’ riep Caine. ‘Waarom kunt u me gewoon niet vertrouwen!’ Black voelde zijn bloeddruk stijgen. Zeg het niet. ‘Dit heeft allemaal te maken met het begin, toen jullie hier kwamen!’ riep hij. Caine schudde zijn hoofd. ‘Luitenant,’ zei hij, ‘ik dacht dat ik u had gevraagd dat te laten rusten.’ ‘Wat?’ vroeg Black. ‘Om wat te laten rusten? Ik heb het daar nog helemaal niet over gehad. Waar heb je het over?’ ‘Gewoon niet meegaan, lt.’ Black staarde de sergeant aan en probeerde in het halfduister zijn gelaatsuitdrukking te lezen. ‘Ik begin te vermoeden,’ zei hij, ‘dat jullie allemaal de kluit belazeren.’ Hij perste zich naar buiten en liep weg. 234
De vallei 234 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Luitenant!’ hoorde hij Caine roepen, smekend bijna. Black beende naar zijn kamer en trok de deur open. Hij propte een extra paar sokken en onderkleding in zijn kleine gevechtsrugzak. Hij pakte zijn scherfvest en wapens en was binnen een minuut klaar voor vertrek. Hij bleef doodstil midden in de kamer staan. Doe het. Hij keek op zijn horloge. Hij had over vijf minuten met Shannon afgesproken. ‘O, shit,’ riep hij hardop, en hij schudde vertwijfeld zijn hoofd. Hij gooide zijn geweer op het bed en pakte luitenant Pistones dagboek van het nachtkastje. Hij sloeg het open, bladerde naar het einde en liet de bladzijden langs zijn duim roetsjen totdat hij de meest recente aantekeningen had gevonden. Hij las de laatste twee bladzijden. ‘O, shit.’ Hij legde het boek met trillende hand weg. Volgens zijn horloge had hij nog drie minuten. Hij staarde naar de muur, seconden tikten in stilte voorbij. ‘Verdomme, waarom ook niet,’ zei hij. Hij pakte zijn geweer en liep de kamer uit. Het dagboek lag opengeslagen op het nachtkastje, bij de op een na laatste beschreven bladzijde. 29 oktober Er is iets gaande. Dat is wel duidelijk. Ik weet dat sgt Merrick erbij betrokken is, maar dat is ook het enige, behalve dan het gedrag van de manschappen. 2 november Danny doet zo geheimzinnig sinds het voorval. Toen ik hem naar Merrick vroeg, ontplofte hij bijna. Volgende week komt er een 15-6-officier, waarschijnlijk vanwege dit Shannon stond bij de trap te wachten, beladen met patrouille-uitrusting, geweer over zijn schouder. In het bedompte schijnsel van de glowsticks zag Black de minachting op zijn gezicht. De korporaal draaide zich zonder iets te zeggen om en liep langs de trap weg door de gang. Black volgde. Deze kant was hij nog niet eerder op geweest. 235
De vallei 235 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Er waren geen glowsticks hier. Shannon schakelde de roodstand van de hoeklamp aan zijn scherfvest in. In het zwakke schijnsel zag Black een massief stenen passage. Shannon sloeg rechts af en hield halt bij een deur. Hij haalde een sleutel uit zijn zak en draaide het slot open. Black volgde hem naar binnen. Een gangkast, een meter of twee diep. In het rode schijnsel zag Black een zwabber en een karige verzameling schoonmaakspullen. Tegenover hen bevond zich een tweede deur. Shannon sloot de eerste deur en draaide die op slot, waarna hij naar de tweede liep. Deze bleek niet op slot. Hij deed zijn hoeklamp uit en opende de deur. Frisse lucht. Ze stapten naar buiten. Ze stonden in een van de hoeken van de compound, in een zeer smalle doorgang tussen de buitenmuur van de villa en de grote stenen muur die het complex omringde. De doorgang was hooguit een anderhalve meter breed. Black keek omhoog en zag boomtakken in het maanlicht. Dit deel van de compound schurkte tegen bebossing aan. Tegen de muur stond een korte ladder. Shannon vergrendelde de deur en knikte. ‘Onze jongens aan de andere kant,’ fluisterde hij. Black knikte en schouderde zijn geweer. De ladder was net hoog genoeg om je been over de muur te zwaaien. Eventjes zat hij in spreidstand; jonge dennentakken veegden tegen zijn helm. Hij zwaaide zijn andere been over de muur, schuifelde naar voren en liet zich vallen. Door het gewicht van zijn spullen landde hij zwaar en met gebogen knieën. Zijn behandschoende vingertoppen raakten de grond. Kisten. Merricks lange gestalte. Toen hij overeind gekomen was, zag hij de gebruikelijke minachting op het gezicht van de sergeant. Black keek om zich heen. Het maanlicht wierp lange schaduwen. Ze waren vanuit de compound direct in het bos terechtgekomen. Vanaf zijn positie kon hij geen enkele uitkijkpost op het dak zien, en hij nam aan dat zij hem ook niet zagen. Achter Merrick stonden drie mannen. Black kneep zijn ogen samen. Twee soldaten herkende hij niet. De derde was Brydon. Hij leek niet veel blijer om Black te zien dan Merrick. Hij hoorde hoe Shannon zich van de muur liet glijden en met een plof 236
De vallei 236 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
naast hem neerkwam. Meer kwamen er niet. Het was een heel kleine patrouille, kleiner dan de reglementen normaal gesproken zouden voorschrijven. Black vroeg niet naar de reden. Merrick draaide zich om, trok het geweer van zijn schouder en liep zwijgend het bos in. De anderen volgden hem een voor een. De grond liep langzaam omhoog en naar rechts en was bedekt met dennennaalden. Links liep het steil naar beneden. Ze traverseerden de bergflank en wonnen geleidelijk aan hoogte. Ze liepen evenwijdig aan het pad dat ze twee dagen eerder hadden gevolgd naar Darreh Sin, hoewel die route een stuk lager liep en algauw uit het zicht verdween. Black liep in de laatste positie. Na een kwartiertje verhoogde hij zijn tempo en haalde hij de andere soldaten in. Brydon bleef naar de grond staren terwijl Black hem passeerde. Shannon zei niets, maar hield de blik op Black gericht. Eenmaal vooraan ging hij naast Merrick lopen. Ze staken net een open plek in het bos over, zodat ze een spectaculair uitzicht kregen over de Vallei linksonder hen, badend in het maanlicht. ‘Ga je me nog vertellen waar we heen gaan?’ vroeg hij op gedempte toon. Merrick keek hem aan. ‘Naar de op.’ op stond voor observatiepost. Voorposten als Vega richtten vaak kleinere posten in op tactisch belangrijke plekken, bemand door twee of drie soldaten. Zulke posten waren met name nuttig voor het in de gaten houden van troepenbewegingen in onoverzichtelijk, bergachtig terrein, waar je de vijand anders niet zou opmerken totdat hij ineens voor je neus stond. Niemand had Black verteld dat Vega een observatiepost had. Op zijn kaarten stond niets vermeld wat daarop zou kunnen duiden. ‘De op?’ ‘De op’ ‘Welke op?’ ‘op Traynor.’
237
De vallei 237 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
23
D
e post was onder de lange bergkam neergezet, te midden van grote rotsblokken en dikke bomen, daar waar het terrein bijna verticaal begon te lopen. Het was een positie vanwaaruit je een goed overzicht over twee bergflanken had, aangezien de rivier en de Vallei daar een bocht maakten. Black nam aan dat hij beneden ergens Darreh Sin moest kunnen zien liggen, als hij wist waar hij moest kijken. Het had een paar uur gekost om er te komen. Toen hij sjokkend de laatste meters op het onbeschutte en spekgladde pad aflegde, bovenlangs een steile puinhelling, kreeg Black meer dan ooit het gevoel een uit de kluiten gewassen boomhut te betreden. In de beschutting van de bomen leek op Traynor uit ten minste drie of vier verschillende lagen te bestaan. Eigenlijk was er sprake van aparte bouwsels, die tussen de rotsblokken en bomen naast elkaar waren opgetrokken, tegen een bijna verticale rotswand aan. De bouwsels, van triplex en zandzakken, waren op enige afstand van elkaar neergezet, zodat ze elkaar niet raakten. Sommige waren niet volledig afgeschermd en hielden het midden tussen een vlonder en een serre. Het geheel werd met elkaar verbonden door houten opstapjes en ladders, en hier en daar had men van zandzakken vuurposities gecreëerd. Zelfs in de koele avondlucht was het zwaar geweest om er te komen, vanwege de hoogte. Black moest er niet aan denken om al dat hout de berg op te slepen. De locatie moest wel verdomd goed zijn om zoveel moeite te steken in een bouwwerk dat per definitie een tijdelijke post was. Een reeks van trappetjes leidde van de stenige grond naar een houten vlonder waarop een schuurtje was neergezet, voor de opslag van rantsoenen en pallets met flessen water. 238
De vallei 238 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Merrick liep langs de keet en beklom een volgende reeks van trappetjes. Black en de anderen volgden hem. Op de volgende vlonder bevond zich een kleine, houten keet die het communicatie- en ops-center van de post bleek te zijn: op de buitenkant was de tekst comm-op! gekalkt. Soldatenhumor. Een dunne, grijnzende soldaat in camouflagebroek en beige t-shirt liep de keet uit, handen in de zakken. Hij inspecteerde de patrouille. ‘Sergeant,’ zei hij, en hij knikte naar Merrick. Hij zag eruit als een typische hillbilly. Zelfs zijn gemillimeterde kastanjebruine haar leek slordig te zitten. Toen hij Blacks ranginsigne en naampatch zag, trok hij zijn wenkbrauwen op. ‘Luitenant,’ zei hij met een grijns. Met een knikje begroette hij de rest van de patrouille. ‘Hé, jongens.’ ‘Luitenant Black,’ zei Merrick, met een gebaar van zijn duim. ‘Ahoea, luitenant,’ zei de soldaat, Black inspecterend. ‘Wat een eer. Heb hier al een tijdje geen officier meer gezien. Behalve luitenant Pistone dan.’ Merrick wendde zich tot Shannon, Brydon en de rest. ‘Pak je rust, jongens,’ zei hij. ‘Ik moet even met de luitenant praten.’ Je hoeft soldaten doorgaans niet twee keer te vertellen om pauze te nemen. Je weet nooit wanneer je weer verder moet of wanneer de volgende pauze komt, en dus kun je net zo goed de kansen die je krijgt, pakken. De soldaten liepen meteen het volgende trappetje op, tussen de bomen door naar hogergelegen vlonders. De grijnzende soldaat volgde Shannon en de anderen. ‘Nou ja, aangezien u het aanbiedt,’ zei hij op gespeeld deftige toon, tegen niemand in het bijzonder, ‘zeg ik daar geen nee tegen.’ ‘En drink wat,’ riep Merrick hen na. Brydon was zonder iets te zeggen achtergebleven en liep de radiokeet in. ‘Hé, doc,’ klonk een bekende stem. Het was de eerste keer dat Black iemand Brydon hoorde begroeten met de gebruikelijke bijnaam voor een hospik. ‘Hoe gaat-ie, Billy?’ vroeg iemand anders, die ook bekend klonk. Black zag hoe de soldaten het trappetje op liepen en in een grot in de bergwand verdwenen, of in ieder geval een beschutte plek tussen twee grote rotsblokken. Merrick wachtte totdat ze weg waren. ‘Oké, luitenant,’ zei hij. ‘U en ik.’ 239
De vallei 239 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wat?’ ‘We gaan even spijbelen.’ ‘Waar gaan we heen?’ ‘U kunt daar wat te drinken pakken,’ zei Merrick, wijzend naar de kratten water die tegen de muur van de radiokeet waren opgestapeld. ‘Ga mee of niet, dat is me om het even.’ Hij pakte een paar flessen en kloste de trap op. Halverwege draaide hij zich om om te zien of Black meekwam. Black pakte een paar flessen voor hemzelf en stak ze in de heupzakken van zijn broek. Op de volgende verdieping leidde Merrick hem naar een steile geul tegen de bergwand. Ze klauterden tussen de rotsen en gebruikten boomtakken om zichzelf omhoog te trekken. Na een meter of vijftien kwamen ze uit het gebladerte tevoorschijn, in de openlucht en het schijnsel van de maan. Black voelde dezelfde duizeling als toen Caine hem mee had genomen naar het dak van Vega. Ze stonden op de top van de berg, op het hoogste stuk van de kam. De grond was kaal hier, en het uitzicht fenomenaal. Toen hij naar rechts keek, zag Black de bergkam lichtjes stijgen tot aan de bergtop, die omringd was door bomen. Was de top er niet geweest, dan had hij in alle richtingen om zich heen kunnen kijken. Aan de overzijde van de Vallei baadde de bergwand in het maanlicht. De toppen bevonden zich op dezelfde hoogte als waar Black en Merrick nu stonden, als ze niet lager waren. Ergens tussen de twee bergketens in lagen de rivier en Darreh Sin, met daarachter pelotonsbase Vega. Merrick gebaarde naar Black om dichterbij te komen. Hij schonk zijn water over in de waterzak die Black op zijn rug droeg. Black deed hetzelfde voor Merrick. De sergeant trapte de lege flessen plat en stak ze in zijn rugzak, waarna hij zich zwijgend omdraaide en afdaalde aan de andere kant van de berg. Deze kant was droog en kaal, waar het terrein aan de andere kant weelderig en bebost was. Vergeleken met het bos dat ze op de heenweg hadden doorkruist, deed dit pad door alle armzalige struiken, het stof en het gruis aan een koraalrif denken. Ver onder hen, aan hun linkerzijde, glinsterde het zilveren lint van de rivier in het licht van de maan. Een minuut of twintig lang daalden ze af, het merendeel van de tijd in stilte, behalve wanneer Merrick oude Sovjet-landmijnen langs het pad 240
De vallei 240 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
aanwees. Naarmate ze lager kwamen, kwam er meer begroeiing, die uiteindelijk ook wat dekking bood. Black had zich in het maanlicht ongemakkelijk en kwetsbaar gevoeld. Ze kwamen uit op een richel die dichtbegroeid was met bomen en struiken. Merrick liep naar de rand en knielde achter een omgevallen boom. Black knielde naast hem en keek. Ze waren afgedaald tot een lange, brede rivierbedding die rechts van hen omhoogliep. Aan hun linkerzijde liep een stroompje. Aan de overkant, op misschien anderhalve kilometer afstand, zag Black een pas, een opening in de bergrug. Daarachter zag hij, genesteld tussen de hoge toppen, een weelderige vlakte, waar gras afgewisseld werd met stukken bos. Black was er redelijk zeker van dat dit het zijriviertje was dat hij bij Darreh Sin naar beneden had zien stromen. Dan was de beschutte vlakte aan de overzijde van het riviertje... ‘De wei,’ zei hij hardop. Merrick knikte en deed zijn rugzak af. ‘U wilde toch antwoorden, luitenant?’ Black keek hem niet-begrijpend aan. Merrick groef in zijn rugzak en trok er een volumineus stuk materiaal uit, dat hij aan Black overhandigde. Het was een krachtig nachtvizier. Ontkoppeld van een geweer kon het als handige nachtzichtkijker dienen. Black zette het vizier aan. Hij hield hem tegen zijn oog, waarop de wereld onmiddellijk groen kleurde. Terwijl hij de vlakte afspeurde, zag hij talloze gebouwtjes tussen en onder de bomen, maar ook op open grond. Geiten en andere dieren die buiten graasden of sliepen, gloeiden op. De plek oogde beschut en uitnodigend. Als je naar Afghanistan moest verhuizen, was dit zeker geen slechte keus. Het duurde niet lang voordat hij zag wat Merrick wilde dat hij zag. Aan de rechterzijde van de vlakte, daar waar de hogere flanken begonnen, zag hij menselijke gedaantes lopen. Langs de rand van de grasvlakte waren terrasveldjes aangelegd en Black zag de mensen heen en weer lopen, bukken en knielen. Naast een van de veldjes stond een schuurtje met eromheen een paar geiten, of zo vermoedde Black tenminste. Black schakelde naar de hoogste vergroting en inspecteerde de mannen en hun gewassen. 241
De vallei 241 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Papaver,’ zei hij. ‘Correct,’ antwoordde Merrick. ‘Ze oogsten het melksap.’ ‘Yep.’ ‘Voor opium.’ ‘En morfine, en heroïne.’ Black probeerde zich het briefingmateriaal over de heroïnehandel in Afghanistan voor de geest te halen. ‘Ik had begrepen dat ze alleen ’s ochtends oogsten,’ zei hij. ‘Dat doen ze ook.’ ‘Wat doen ze hier dan midden in de nacht?’ ‘Geen flauw idee.’ Black liet het vizier zakken en keek naar de donkere gestalte van de sergeant. ‘Wat ik vermoed,’ zei Merrick met overdreven nadruk, ‘is dat ze niet willen dat de taliban ze zien.’ Dat vond Black vreemd. ‘De taliban weten toch dat hier overal papavervelden zijn?’ vroeg hij. ‘Het zit zo,’ zei Merrick. ‘De taliban zitten overal in de Vallei, ook al zie je ze niet. Ook al zien de locals ze niet. Maar ze zijn er wel degelijk. Vergeet dat nooit.’ ‘Als de taliban niet willen dat ze papaver produceren voor heroïne, waarom vernietigen ze de velden dan niet?’ ‘Wie zegt dat de taliban niet willen dat ze papaver produceren voor heroïne?’ Black keek hem niet-begrijpend aan. ‘Ik snap u wel, luitenant,’ zei Merrick. ‘De taliban zijn niet tuk op drugs. Officieel dan.’ ‘Officieel?’ ‘Zo simpel is het allemaal niet, luitenant. De taliban hebben de papaveroogst in dit land ongeveer één jaar lang onmogelijk gemaakt. Eén jaar maar. En dat was voordat wij hier kwamen. En dan nog geloof ik er geen reet van dat er toen ook geen veldjes waren, op plekken als hier, of hoger nog. De taliban die er nog zijn, mogen dan wel van die goeie ouwe tijd dromen, maar voorlopig kunnen ze er geen reet aan doen. Ze beschikken domweg niet over de mankracht om alles te vernietigen. Dus als er dan toch geld wordt verdiend, willen zij een graantje meepikken. En we heb242
De vallei 242 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
ben geen flauw idee wie de deals sluit, wie er wordt afgeperst of geïntimideerd. We weten gewoon geen ene moer.’ ‘Oké.’ ‘Misschien dat die gasten daar hun papaver willen oogsten en het spul uit de Vallei willen smokkelen, zodat ze geen geld aan de taliban hoeven te betalen.’ ‘Oké.’ ‘Dat vermoed ik tenminste.’ Weer dat overdreven toontje. ‘Of misschien houden die gasten zich schuil voor een van de andere stammen in de Vallei. Misschien worden ze afgeperst door de stam aan de andere kant van de berg en proberen ze een handeltje veilig te stellen voordat morgen de officiële oogst begint.’ ‘Begrepen.’ ‘Of misschien is het een van honderd andere redenen. Begrijpt u het nou een beetje?’ Merrick klonk geïrriteerd. ‘Wat ik bedoel te zeggen, luitenant, is dat ik geen flauw idee heb.’ ‘Begrepen.’ ‘En u ook niet.’ ‘Oké.’ ‘Snapt u?’ ‘Nee.’ Merrick slaakte een zucht. ‘U vroeg me wat er aan de hand is in de Vallei,’ ging hij verder. ‘En dat weet ik gewoon niet. Of het nou drugs is of iets anders. Dát is wat ik bedoel te zeggen.’ Hij wees naar de wei. ‘Dát is wat er aan de hand is. Dat, en al het andere wat we gewoon niet kunnen zien en niet kunnen begrijpen en ook nooit zúllen begrijpen.’ Hij keek weer naar Black. ‘Dit is hún vallei, luitenant. Dit zijn hún problemen en hún vetes. Dit is hún bullshit. We kunnen hier nog twintig jaar blijven en dan nog begrijpen we het niet. Nog niet eens half. Begrepen?’ ‘Begrepen.’ ‘Waar het om gaat,’ ging Merrick verder, ‘is dat ik het niet weet, en dat kan me ook niet verrotten. Ik ben door het leger naar dit dorp en deze velden ge243
De vallei 243 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
stuurd omdat dit een doorvoerroute is voor klootzakken en men kennelijk wil weten of de vriendelijke benadering hier beter werkt dan een opgestoken middelvinger. Daarbuiten heb ik geen enkele interesse in dit dorp of het dorp ernaast of het dorp daar weer naast. Ik wil alleen mijn mannen in leven houden. Dát is mijn werk, en ik wil me geen zorgen hoeven te maken over wie wie afslacht voor heroïne, wie er allemaal schoon drinkwater krijgt na ons vertrek of wiens dochter met welke dikke pad moet trouwen in ruil voor weet ik niet hoeveel geiten, of andere problemen waar we geen flikker van afweten.’ Black keek naar de sergeant. ‘Is dat de reden dat je hier een op hebt waar hq en de helft van je peloton geen weet van hebben?’ Merrick leek verrast, maar herstelde zich snel. ‘Waarom denkt u,’ zei hij kalm, ‘dat hq hier geen weet van heeft?’ Hij keek Black aan met een blik die verraadde dat hij verder niets over het onderwerp kwijt wilde. ‘En nu,’ zei hij, en hij wees weer naar de wei, ‘ga ik naar die plek daar, omdat Danny weliswaar niet een van mijn mannen is, maar wel onder mijn verantwoordelijkheid valt, en sommige lui daar weten misschien wat er met hem is gebeurd. Misschien. Ik heb geen flauw idee of ze me wel of niet gaan helpen, maar aangezien ik geen ene moer weet over wat hier allemaal gaande is, is het de enige mogelijkheid die ik heb.’ De façade van vijandigheid leek van hem af te vallen, maar daarvoor in de plaats kwam iets wat even kil en afstotelijk was. ‘En ik ga alleen. No way dat ik het leven van mijn mannen weer op het spel zet na wat u in Darreh Sin geflikt hebt. Maar aangezien ik u nu alles heb verteld wat ik níét weet en u mijn hele peloton in gevaar hebt gebracht, zou ik het waarderen als u me nu één ding vertelt waarmee ik misschien kan voorkomen dat ik zélf word afgemaakt, namelijk: wat is er in godsnaam gebeurd in Darreh Sin?’ Black staarde naar de wei. ‘Wat daar is gebeurd heeft niks te maken met Danny,’ zei hij zachtjes. Waarom lieg je nou? ‘Luitenant,’ zei Merrick, ‘misschien is het u niet opgevallen, maar we zijn in ons eentje hier in dit godverlaten oord.’ Black had zijn geweer geschouderd toen hij het vizier had aangenomen. Op hetzelfde moment als Merrick merkte hij dat zijn hand langzaam naar de kolf van zijn pistool bewoog. 244
De vallei 244 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Jezus, luitenant,’ zei Merrick, ‘als ik u had willen afmaken, zou ik dan eerst dit allemaal hebben laten zien?’ Black voelde zich rood worden in het donker. ‘Wat ik probeer te zeggen, is dat ik de reglementen heb overtreden en mijn mannen en mezelf in gevaar heb gebracht door u hierheen te slepen en u de attracties te laten zien in een poging u ervan te overtuigen dat ik moet weten wat ú weet. Lap me er gerust bij zodra u weer in Omaha bent en u zich met kolonel Gayley in de kantine zit vol te vreten. Maar in de tussentijd, nu we ons nog in het vunzige gedeelte van m’n endeldarm bevinden, zou ik het waarderen als u ophoudt met dat gezeik en me wat info geeft.’ Black bepotelde het vizier. Merrick wachtte. ‘Het stamhoofd zei dat we de Duivel naar zijn dorp hadden gebracht,’ zei hij uiteindelijk, ‘samen met zijn dienaar.’ Merrick bleef lange tijd zwijgen. ‘U hebt gelijk,’ zei hij ten slotte. ‘Dat heeft waarschijnlijk niks met Danny te maken.’ Hij hield zijn hand op. Black gaf hem het vizier terug. ‘Ik neem aan dat u ook zonder kaart de op nog wel kunt vinden,’ zei Merrick. Black ving de vreemde toon in Merricks stem op en spitste zijn oren. ‘Ja, ik weet hoe het zit,’ zei Merrick. Black wilde iets zeggen, maar bedacht zich. ‘Of moet ik uw handje vasthouden?’ vroeg Merrick spottend. ‘Nee.’ ‘Dat valt dan weer mee.’ Hij stak het vizier in zijn rugzak. ‘Ik ben snel weer terug.’ Merrick kwam overeind en deed zijn rugzak om. ‘Wie was Traynor?’ vroeg Black. Het was geen rare vraag. Veel voorposten kregen een nieuwe naam als er iemand was gesneuveld, doorgaans onder heroïsche of tragische omstandigheden, of allebei. Merrick reageerde volkomen normaal. ‘Hij sneuvelde toen we hier kwamen om de op op te richten.’ Dat was alles. Black knikte en begon heuvelopwaarts te lopen. Het kostte hem twee keer zoveel tijd om de steile helling te beklimmen. 245
De vallei 245 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij voelde zich nog kwetsbaarder dan op de heenweg, in het maanlicht en met zijn rug naar de wei toegekeerd. Halverwege zag hij kans naar links af te buigen, naar een stuk bos dat doorliep tot de top. Het was maar een kleine omweg en hij voelde zich meteen veiliger. Onder de top boog hij weer naar rechts en daalde tussen de bomen af over de licht hellende kam. Hij kwam weer op de open plek en zag waar hij en Merrick de beboste geul waren uit geklommen. Hij liet zichzelf tussen de rotsen zakken en kwam uiteindelijk weer terug bij de observatiepost. Eenmaal op de houten vlonder, tussen de trapjes en ladders, keek hij om zich heen. Niemand te zien. Ergens boven hem klonk zacht gelach – waarschijnlijk Shannon en de anderen in hun grot. Hij daalde een niveau af, liep naar de radiokamer en stak zijn hoofd door de deur. Brydon zat op de vloer tegen de wand geleund, las een tijdschrift en deed alsof hij Black niet zag. Achter de radio zat een zeer jonge soldaat die Black niet herkende. Op zijn naampatch stond chen. Black probeerde juist te bedenken waar hij die naam van kende toen er naast hem een stem klonk. ‘Eh, hallo, luitenant.’ Op een kruk in de hoek zat de soldaat uit de uitkijkpost van Vega. Zijn maat Bosch zat naast hem. Zij waren het die eerder Brydon hadden begroet. Beide soldaten keken nu naar Black. Zelfs de doorgaans norse Bosch leek verbaasd. Black keek om zich heen en maakte een gebaar van hoe kan dat nou? De soldaat kuchte; verbazing maakte plaats voor ongemak. ‘Eh, ja, blijkt dat we naar de op moesten, luitenant,’ zei hij mistroostig. Black besefte waar hij Chens naam eerder had gezien. De soldaten die volgens Corelli’s rooster een week lang op patrouille waren. ‘Zo leren we steeds weer wat bij,’ ging de soldaat verder. Black werd achterdochtig. ‘Wanneer zijn jullie hier aangekomen?’ vroeg hij. ‘Gisteren, luitenant.’ ‘En waarom jullie?’ ‘Waarschijnlijk waren we gewoon aan de beurt, luitenant,’ antwoordde de soldaat somber. Bosch, die de hele tijd naar de vloer had zitten staren, keek op. ‘Maar wie heeft ju...’ begon Black. Hij slikte de woorden in toen hij de blik in Bosch’ ogen zag. 246
De vallei 246 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Buiten klonken voetstappen. De grijnzende soldaat stak zijn hoofd naar binnen, zijn ogen wazig. ‘Hé, jongens,’ begon hij, maar toen ontwaarde hij Black. ‘O, hallo, lt.’ Black knikte. Grijns ging verder. ‘We gaan even naar de vissenkom, voor een peuk. Gaan jullie mee?’ Hij zette een denkbeeldige pet af voor Black. ‘U bent natuurlijk ook uitgenodigd, luitenant.’ Plotseling leek hij zich bewust te worden van de ongemakkelijke sfeer. Hij bekeek zijn terneergeslagen maten en spoorde hen aan. ‘Kom op, jongens.’ ‘Wat is de vissenkom?’ vroeg Black. ‘De beste plek in de hele wereld voor een peuk, luitenant. Als u meekomt, kunt u het zelf zien.’ Hij wenkte iedereen in de keet mee te komen. ‘Best,’ zei de soldaat, en hij stond op van zijn kruk. Niemand die opgetogen reageerde. Grijns bleef volhouden. ‘Jij ook, doc. Chen, blijf jij chillen bij de radio?’ De jongen knikte. Blijkbaar hoorde hij er nog niet helemaal bij. Alle anderen kwamen overeind, maar zonder veel enthousiasme. ‘Zo gaat-ie goed. Kom op, doc. Als u me wilt volgen, luitenant.’ Black volgde hem naar buiten.
247
De vallei 247 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
24
Z
e moesten een aantal ladders beklimmen en zich door een nauwe, verticale rotsspleet persen om er te komen, maar Grijns had gelijk. De vissenkom was een natuurlijke richel met een doorsnede van ongeveer zeven meter die aan drie kanten werd begrensd door graniet en bij de vierde door openlucht. Als je op de rand ging staan, zag je leegte, en twee enorme bergen aan de overzijde van de Vallei. Diverse klapstoeltjes waren in een halve cirkel neergezet rond wat Black eerst nog als peukenblik had opgevat, maar wat een cilindervormige metalen houtkachel bleek. Tegen de rotswand waren kleine houtblokken opgestapeld. Een paar andere waren in de houtkachel gegooid en knapten lustig. Twee soldaten waren er al en zaten onderuitgezakt in een klapstoeltje bij het vuur. ‘Verdomme, Hill,’ zei een van hen toen hij de wazig kijkende gids tussen de rotsen vandaan zag komen. Hill. Op-en-top hillbilly en dan heette je Hill. Ook die naam herkende Black van het rooster. Ook Hill maakte deel uit van de patrouille die een week duurde. ‘Je maakt wel kabaal voor in je eentj...’ De soldaat viel stil toen hij Black opmerkte. ‘Alles goed, luitenant?’ De jongen zag er bekend uit, en zijn maat ook. Het duurde even voordat Black het doorhad, aangezien hun gezichten niet besmeerd waren met camouflageverf. ‘Jullie zijn het sniperteam.’ Hij had ze voor het laatst gezien op het pad boven Darreh Sin, tijdens de slopende mars terug naar Vega. 248
De vallei 248 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ahoea, luitenant,’ zei de jongen. ‘Levend en wel.’ Merrick had gezegd dat de snipers ternauwernood thuis wisten te komen. Blijkbaar was dit ‘thuis’. Ze gingen zitten. Brydon koos een stoeltje aan het uiteinde van de halve cirkel en leek ontstemd. Hill gaf een pakje sigaretten door. Iedereen nam er eentje. ‘Wat vindt u ervan, lt?’ vroeg Hill, en hij zwaaide met zijn peuk. Black keek uit over het donkere panorama. ‘Ik wil niet zeuren,’ zei hij, starend naar het kleine vuurtje, ‘maar denken jullie niet dat het een beetje gevaarlijk is om hier op de bergtop een vuurtje te stoken?’ ‘Dat is nou het mooie, luitenant,’ zei Hill door een wolk van rook. ‘Wat?’ Hill gebaarde naar de nacht. ‘Kijk nou, luitenant,’ zei hij. ‘We zijn van drie kanten gedekt. De enige mensen die dit vuurtje kunnen zien zitten hélemaal...’ Hij wees over de afgrond naar de bergen aan de andere kant van de Vallei, waarvan de toppen nog zichtbaar waren. ‘... daaro.’ ‘Aha.’ ‘Alleen een topsniper kan ons vanaf die berg raken.’ Hij nam een trek van zijn sigaret. ‘En Afghanen met geweren zijn over het algemeen niet top,’ zei hij, terwijl hij een wolk rook uitblies. De jongens van het sniperteam knikten. Black keek naar de bergen in de verte. ‘Niet dat ze niet weten dat we hier zitten,’ ging Hill verder. ‘Dat vuur moet ze helemaal gek maken. Dat ze ons elke avond willen neerknallen, maar het gewoon niet kunnen. Cool toch?’ ‘Zeker.’ De twee soldaten van de uitkijkpost tuurden onzeker de duisternis in. ‘En als het ze op een dag tóch lukt om zo’n schot te lossen,’ ging Hill verder, een smalle rookpluim in de richting van de afgrond blazend, ‘dan is dat niet meer dan eerlijk, toch? Als je dát kan, verdien je gewoon een beloning.’ Hij grijnsde zijn nicotinegele tanden bloot en nam een flinke trek. ‘En dat houdt het ook een beetje spannend.’ Bosch trok voor het eerst zijn mond open. 249
De vallei 249 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Dat is gestoord, man,’ zei hij stuurs. Hill leunde achterover, sloeg zijn benen over elkaar en staarde naar de leegte. ‘Hier,’ zei hij zachtjes, ‘ga je ook heen om gestoorde dingen te doen.’ Hij keek Bosch met priemende ogen aan. ‘Niet dan?’ Bosch zweeg, maar schudde zijn hoofd. ‘Je bent geschift, Hill.’ ‘Pff! Geschift? Wat is geschift? Dat we hier als een stel schipbreukelingen op een berg in een godvergeten uithoek van de wereld zitten, dát is pas geschift.’ Hij nam een trek en blies de rook langzaam uit. ‘Deze plek bestaat nog niet eens,’ mompelde hij door de nevel. Hij bleef even peinzend voor zich uit staren, maar wendde zich toen weer grijnzend tot Black. ‘Hebt u zich ooit afgevraagd wat geschift is en wat niet, luitenant?’ Black keek hem aan. ‘Ja,’ antwoordde hij kortaf. ‘Dat heb ik inderdaad.’ Hill leek even van zijn stuk gebracht, maar herpakte zich. Hij keek Black nieuwsgierig aan en knikte alsof hij precies wist wat hij bedoelde. ‘Maar goed,’ zei hij opgewekt, ‘wat komt u hier precies doen, luitenant?’ Black keek naar Brydon, die naar de grond staarde. ‘Iets met sergeant Merrick.’ De jongen knikte veelbetekenend. ‘Hm. Ik snap het wel hoor, luitenant. Ahoea. Officierszaken.’ Hij stak zijn sigaret de lucht in, bij wijze van toost. ‘Nou ja, welkom dan maar in ons nederige stulpje.’ Black toostte met zijn eigen sigaret en liet zijn hoofd zakken. Hij vond het prima om naar de soldaten te luisteren terwijl ze rookten en grappen maakten, maar met uitzondering van Hill leek niemand zich in het bijzijn van Black te kunnen ontspannen. De norse Bosch zei zoals gebruikelijk weinig en bleef schichtig naar Black kijken. Zijn maat staarde wat ongemakkelijk naar de duisternis. Brydon inspecteerde de stenen ondergrond en leek ergens anders te willen zijn. De snipers hadden Black nog niet eerder ontmoet, en soldaten houden zich over het algemeen op de vlakte ten overstaan van een onbekende officier. ‘Hoe is Traynor gesneuveld?’ vroeg hij aan niemand in het bijzonder, hoewel hij Brydon aankeek. 250
De vallei 250 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De hospik keek verrast op, maar wendde de blik meteen weer af. ‘Jezus, luitenant,’ zei een van de snipers. ‘Wilt u dat echt weten?’ ‘Ja.’ De sniper schudde zijn hoofd, nam een lange trek van zijn sigaret en begon te vertellen. ‘Het gebeurde toen ze deze locatie innamen,’ zei hij, en hij gebaarde naar de omringende rotsen. ‘Dit uiterst waardevolle stukje kutland waar we nu zitten.’ ‘Aha.’ Vega, legde hij uit, was indertijd nog maar net opgericht. Niemand die veel verder de Vallei in was getrokken en het peloton werd geregeld aangevallen wanneer het iets ondernam. Het hoofdkwartier meldde dat ze een hoog stuk grond tussen Vega en Darreh Sin moesten zoeken om een observatiepost op te richten. ‘Ze hadden een geweergroep nodig,’ zei de sniper. ‘Vrijwilligers. Snel en licht, om een locatie te spotten. De locatie zou vervolgens vanuit de lucht worden veiliggesteld.’ ‘Traynors geweergroep.’ ‘Inderdaad.’ De sniper keek naar zijn maten. ‘Ze waren met z’n negenen, en dikke mik,’ zei hij hoofdschuddend. ‘Ze kenden elkaars meisjes en trokken ook buiten dienst veel met elkaar op. Nogal vreemd als je het mij vraagt.’ Gegrinnik. ‘Niet vreemd in de zin van homo,’ ging de sniper verder, ‘maar u weet hoe het gaat met zulke groepjes. Vroeg of laat splitst het op en vind je een of twee goeie maten om mee te chillen. Maar niet bij die gasten. Alsof het negen broers waren. Traynor was de jongste. Soldaat der tweede klasse, was een week of drie eerder bij de eenheid gekomen, en moest zich maar zien te redden tussen jongens die al praktisch familie waren.’ De hele dag hadden ze de bergruggen en passen verkend totdat ze de perfecte locatie hadden gevonden. Ze sloegen hun kamp op. Ze hadden niemand gezien. Maar iemand had hen wel gezien. Iemand had hen opgewacht. Toen het ochtend werd, werden ze aangevallen, door een aanzienlijk grotere troepenmacht. ‘Ze hebben nooit geweten door wie,’ zei de sniper. ‘Taliban? Ze hadden 251
De vallei 251 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
geen flauw idee wanneer ze dan gespot waren of hoe de vijand zo snel zo’n zware aanval had kunnen inzetten.’ De situatie werd algauw onhoudbaar. Negen jongens, nog amper ingegraven, met alleen de wapens die ze zelf de berg op hadden gesjouwd. Ze hadden geen schijn van kans. Te veel strijders met te veel zware wapens en raketten, die overal om hen heen oprukten. Een aantal jongens raakte meteen gewond. Onder zwaar vuur slaagden ze erin hoogte te winnen en de gewonden naar de kam te slepen. Ze riepen luchtsteun in voor zichzelf en medevachelikopters om de gewonden te evacueren. De aanvallers rukten op, op beide flanken, en vuurden raketten en granaten af op de kam. Elke Amerikaanse tegenaanval werd afgeslagen. De meeste jongens waren inmiddels uitgeschakeld of gesneuveld. De aanvallers, wie het ook mochten zijn, waren de overwinning nabij. De volledige inname en vernietiging van een Amerikaanse positie. Dat gebeurde niet elke dag. Een aanvalshelikopter kwam ter plekke en deed wat hij kon. Het bleek lastig de aanvallers in de dichte bossen te spotten en de heli werd geregeld zelf onder vuur genomen. De piloot moest zich telkens terugtrekken. Wat hij wel zag, zou hij later melden. Hij zag een aantal Amerikanen op de kam. Een van hen bewoog nog. Sterker nog, die persoon sprintte heen en weer, van de ene kant van de kam naar de andere. Hij rende alsof hij krankzinnig was geworden, gooide granaten en vuurde met zijn mitrailleur op de bosrand, en probeerde zo veel mogelijk flitslicht en kabaal te produceren om de aanvallers ervan te overtuigen dat ze nog op volle sterkte waren. ‘Traynor,’ zei Black. ‘U begrijpt het al, luitenant.’ De medevac-heli arriveerde. De piloot was ook krankzinnig. ‘Die gast had ballen van staal en besloot te landen,’ zei de sniper, en hij gebaarde over zijn schouder. ‘Hij kwam aanvliegen over de top en scheerde vlak over de kam, op een hoogte van zes, zeven meter. Hij vloog zo laag dat niemand hem kon raken.’ Traynor ging niet aan boord. De medevac-piloot wist nog niet wat de andere piloot had gezien, namelijk dat er maar één iemand was overgebleven die op de top aan het vechten was. Had hij dat wel geweten, dan had hij hem wel opgedragen aan boord te 252
De vallei 252 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
gaan. Het enige wat de piloot wist, was dat de aanval nog gaande was en dat er zwaargewonden waren om te evacueren. Traynor hielp de crew om drie gewonden aan boord te krijgen en keek toe terwijl ze wegvlogen. Later, toen het allemaal voorbij was, zei iemand van de medevaccrew dat hij aan Traynor had gevraagd met hoeveel ze nog waren. In de wind van de rotor riep hij ‘Alles oké!’, waarop hij weer naar het gevecht rende. Maar de andere piloot, die van de gevechtshelikopter, kon nog maar één bewegend iemand op de bergkam zien nadat de medevac-heli was vertrokken. Alle anderen waren dood. Traynor bleef rondrennen en voor vuurwerk zorgen. Hij plunderde de lichamen van zijn maten voor munitie en granaten. ‘Hoe is het afgelopen?’ vroeg Black. ‘Ook de Apache moest zich uiteindelijk terugtrekken,’ zei de sniper, ‘maar sergeant Caine heeft gezien wat er daarna gebeurde.’ ‘Caine?’ ‘Yep. Hij was met de qrf van Vega gekomen.’ Quick Reaction Force. De ontzettingseenheid. ‘Iedereen was kapot omdat ze vanuit Vega de hele berg op waren gestiefeld,’ zei hij, gebarend naar de donkere lucht achter hem. ‘Behalve sergeant Caine. U weet hoe die is in de bergen. Een machine.’ Black herinnerde zich de slopende klim op de terugweg van Darreh Sin, toen Caine geen enkel moment hoefde uit te blazen en iedereen aanspoorde om nog sneller te lopen. ‘Hij had de qrf achter zich gelaten en kwam over de kam aangehold.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Een halve minuut te laat. Hij zag nog hoe de raket onder Traynors voeten ontplofte.’ ‘Jezus.’ ‘Helemaal weggevaagd,’ zei de sniper sip. ‘De sergeant kon zelfs geen stukje meer vinden om in de kist te stoppen.’ Iedereen zweeg. De soldaten van Vega’s uitkijkpost waren in gedachten verzonken. ‘En het mooiste is nog wel dat geen enkele jongen die Traynor in de heli had gepropt het overleefd heeft.’ Hij staarde naar zijn sigaret, die bijna was uitgedoofd. Hij zoog hem weer tot leven en schudde zijn hoofd. 253
De vallei 253 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Traynors dood kwam hard aan bij sergeant Caine. Hij mocht die jongen wel. Had hem onder zijn hoede genomen.’ ‘Als iedereen al gesneuveld was,’ vroeg de soldaat, Bosch’ maat, ‘waarom ging Traynor dan niet mee met de heli?’ ‘Hij had inderdaad gewoon kunnen instappen en wegwezen,’ antwoordde de sniper. ‘Hij wist dat-ie anders waarschijnlijk het loodje zou leggen. Maar hij wou de lichamen van zijn maten niet achterlaten, om te voorkomen dat ze in stukken gehakt en onteerd werden en zo, en hij wilde absoluut geen plekje in de medevac inpikken van iemand die nog leefde, hoe kapotgeschoten ook.’ ‘Shit man.’ ‘Zeker. Hij kende die gasten pas twee weken, maar dat is wat-ie deed. Zonder aarzelen.’ De sniper keek naar Black. ‘Dat, luitenant, noem ik nou loyaliteit,’ zei hij. ‘Je maten zijn je maten, ook al ken je ze nog maar net.’ Hij nam ostentatief een lange trek van zijn sigaret. De andere sniper knikte instemmend. ‘Hoop dat jullie officieren dat ook een beetje snappen.’ Black wierp de sniper een blik toe die hem – verrassend – deed verstommen. Niemand anders die wat zei. Blacks gedachten dwaalden af, naar de onmetelijke bergen. De stem van Hill bracht hem weer terug. ‘Mazzelpik,’ zei hij zachtjes. ‘Wie?’ vroeg de soldaat. ‘De taliban, of wie dan ook, hebben hem een dienst bewezen.’ Iedereen keek hem aan alsof hij gek was geworden. Hill drukte zijn sigaret uit en pakte een nieuwe. Hij strekte zijn benen, leunde achterover in het klapstoeltje en monsterde zijn toehoorders. Liet ze even wachten. ‘Paar jaar geleden zag ik iets op het nieuws,’ zei hij. ‘Zestig jaar sinds Pearl Harbor. Ze hadden het over een of andere gast, de enige overlevende van de schepen die ze tot zinken hadden gebracht.’ Hij stak zijn sigaret aan. ‘Niet eens een van de grotere. Weinig matrozen aan boord. Maar hij was de enige die wist te ontkomen.’ ‘Oké,’ zei de soldaat. 254
De vallei 254 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Die gast was toen dertig jaar oud. Zat al een tijdje bij de marine. Nieuwsitem ging erover dat-ie naar Hawaï ging voor de herdenking, voor het eerst sinds de oorlog. Je weet wel, zo’n groep krasse knarren met blauwe petjes op en zo.’ ‘Absoluut.’ ‘Hij dus naar Hawaï, met zijn vrouw en kinderen en al die andere blauwe petjes met hún vrouw en hún kinderen. Gezellig met z’n allen.’ ‘Oké.’ ‘Ontbijtje in het hotel, allemaal de touringcar in, beetje rondlopen op de kade, naar het water staren en naar hun oude maten salueren, en maar denken aan de tijd dat ze allemaal nog jochies waren, zonder rimpels en zo, zoals wij nu op deze richel zitten. Leuk uitje, traantje, elkaar een beetje omhelzen en dan weer naar huis.’ Hij pauzeerde even om een trek van zijn sigaret te nemen. ‘Gast komt dus terug in het hotel en zegt tegen zijn vrouw en kinderen dat als-ie doodgaat zijn as in Pearl Harbor over het water moet worden uitgestrooid.’ ‘Oké.’ ‘En zijn vrouw vindt het maar niks, omdat zij al rekening had gehouden met een plekje in het familiegraf. Voor altijd gezellig naast elkaar in zo’n boerenkinkeldorp, zoals waar ik vandaan kom.’ Hij grinnikte. ‘Maar zijn kinderen zien de blik in zijn ogen, en zijn vrouw ziet het ook, en ze snappen dat ze hem niet op andere gedachten kunnen brengen, en dus zeggen ze: “Hé, wat jij wilt, ouwe,” en dan omhelzen ze elkaar allemaal, en ze denken dat-ie een beetje gek is geworden, maar hij heeft wel mooi Pearl Harbor overleefd en dan mag je wel een beetje gek zijn, toch?’ Hij blies een wolk rook uit. ‘Gast overlijdt dus die nacht,’ zei hij kortaf. ‘Is nooit teruggekeerd naar zijn boerenkinkeldorp of waar dan ook. Heeft niet eens het vliegtuig gehaald. Ging slapen na het gezellige, gezamenlijke etentje in de Holiday Inn of waar dan ook, en was dood toen-ie weer wakker werd.’ ‘Jezus.’ ‘En iedereen in dat nieuwsitem die het verhaal te horen kreeg, begon te janken, zo van: “O, dat is zo mooi, dat-ie nog lang genoeg heeft geleefd om zijn vrienden de laatste eer te bewijzen voordat-ie doodging.” Maar dat is gelul.’ 255
De vallei 255 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De soldaat keek hem vragend aan. ‘Hij had helemaal geen mooi leven,’ zei Hill, en hij nam nog een trek. ‘Zijn leven was gedoemd.’ ‘Wat bedoel je?’ Hill keek de soldaat aan. ‘Hij is niet gesneuveld op het schip, samen met zijn maten, zoals had gemoeten.’ Hij inhaleerde en blies een lange rookpluim uit. ‘En dus was hij gedoemd om nog zestig jaar rond te lopen, achtervolgd door zijn maten. Misschien leek het wel alsof-ie gelukkig was, maar dat maakte het alleen maar erger. Hoe meer hij kreeg in het leven, vrouw, kinderen, hoe meer hij begon te malen over dingen die híj wel had, en zijn maten niet.’ ‘Ah.’ ‘Hij ging echt niet terug om zijn maten de laatste eer te bewijzen. Hij ging terug om ze te vragen: “Is zestig jaar niet lang genoeg geweest?”’ De soldaat staarde hem aan als een jongetje dat naar een kampvuur kijkt. ‘En zijn maten zeiden: “Het is mooi zo, man.”’ Hij keek naar zijn toehoorders. ‘Ze lieten hem los.’ Niemand die wat zei. Hill ging op plagerige toon verder. ‘Blijkt dat die maten het helemaal niet zo mooi vonden. Iedereen in dat nieuwsitem was ontroerd en zei: “O, hij wil dat zijn as wordt uitgestrooid om bij zijn maten te zijn.” Maar ook dat is gelul.’ ‘Hoezo?’ ‘Zijn maten zijn daar helemaal niet meer,’ zei Hill hoofdschuddend. ‘Een paar van de grote schepen liggen er nog, zoals de Arizona, maar die kleinere schepen zijn allemaal geborgen. Opgetakeld en tot schroot verwerkt.’ Hij grinnikte, cynisch. ‘Zijn maten liggen helemaal niet meer op de bodem van de zee. Maar dat was wel waar hij eindigde. Dát was de deal.’ Een windvlaag deed de vlammen dansen. ‘En hij gaat er nooit meer weg. Zelfs zijn vrouw zei dat nog. Toen ze weer thuis was, schreef de lokale krant er een artikel over en moest ze het hele verhaal vertellen. En toen ze bij het uitstrooien van de as kwamen, vroegen ze: “Wat vond van je van die as?”’ 256
De vallei 256 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘En?’ ‘Ze keek die verslaggever aan en zei: “In zekere zin is Gerald nooit teruggekeerd van Pearl Harbor.” En dat heeft ze waarschijnlijk haar hele leven gedacht, maar pas toen besefte ze hoezeer ze gelijk had. Heeft haar hele leven samengehokt met een man die gedoemd was, en dat besefte ze pas op het allerlaatste moment.’ Hij blies een wolk rook uit en liet zijn woorden even bezinken. ‘Wat is er van haar geworden?’ vroeg Black. ‘Leuk dat u dat vraagt, lt,’ zei Hill met een gemene grijns. ‘Ze was een stuk jonger dan hij. Bleek dat haar oude jeugdliefde ook nog ergens in dat boerenkinkeldorp rondhing. Zes maanden later waren ze getrouwd en dat was dan dat.’ Hij lachte. ‘Allejezus,’ verzuchtte de soldaat. Iedereen staarde naar de grond, terneergeslagen. ‘En dat,’ zei een van de snipers, ‘is een van de slechtste goede aflopen die ik ooit heb gehoord.’ ‘Yep,’ zei Hill geamuseerd. ‘Waarschijnlijk moest ze elke week van haar leven wel een keertje aan die jeugdliefde denken, maar bleef ze maar zitten met onze Gerald. En toen zei Gerald: “Ontzettend bedankt voor het schitterende leventje samen, maar als je het niet erg vindt, laat ik me nu even afzinken.”’ Iedereen verviel weer tot stilzwijgen. Hill keek naar Black. ‘Hebt u een vrouw thuis, luitenant?’ vroeg hij. ‘Iemand die trouw zit te wachten is op de terugkeer van goeie ouwe luitenant Black?’ Black ontweek zijn blik. ‘Hm-mm,’ humde Hill, en hij nam een lange trek. Toen hij weer begon te spreken, was dat tegen de hele groep. ‘Probeer nooit de laatst overgebleven man te zijn,’ zei hij, starend naar de bergen. ‘Traynor wist dat. Hij wist wat-ie deed. Na het vuurgevecht, toen alles voorbij was, vertelde de hospik in de medevac-heli het verhaal tegen de onderzoekers. Hij zei dat toen de heli landde en hij naar buiten sprong en naar Traynor rende, en de arme donders zag liggen die Traynor naar de landingsplek had gesleept, hij wist dat het allemaal voor niks was, dat het wel duidelijk was dat niemand het zou overleven. Ze waren al halfdood. De hospik greep Traynor bij de arm en zei dat deze jongens het niet zouden redden en dat hij andere gewonden moest brengen, die misschien 257
De vallei 257 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
méér kans hadden. En Traynor zei dat-ie moest opsodemieteren en zijn maten moest evacueren. Dat de andere jongens in orde waren. Dat alles oké was.’ Hill kwam overeind en liep naar de rand van de richel, een fles water in de hand. ‘Rust dus in vrede, Jason,’ zei hij, en hij schonk een scheut water de diepte in. ‘En doe de groeten aan de jongens.’ Hij liep terug en ging weer zitten. Iedereen staarde naar een rotswand of de grond. Black keek naar Brydon, die ook naar de grond staarde. ‘En dat,’ zei Hill tegen de nieuwkomers, ‘is het verhaal van Traynor, soldaat der tweede klasse, voor al jullie op Traynor-maagden.’ Hij keek naar Black. ‘Met alle respect natuurlijk, luitenant.’ Black knikte. ‘Waar is de latrine?’ vroeg hij. ‘Eh, we hebben een chemisch toilet voor het geval dat, luitenant, maar als u moet pissen...’ Hij gebaarde naar de leegte vóór hem. ‘... ligt de wereld aan uw voeten.’ Black besloot dat het respectloos zou zijn om te urineren op de nagedachtenis van soldaat Traynor, en dus kwam hij overeind en wurmde zich tussen de rotsblokken door. Hij keek om zich heen. Vanaf hier was het maar een kort stukje klauteren over een steenrichel naar de flank achter de top en een stukje bos. Hij trok zijn geweer van zijn schouder en klauterde en sprong over de rotsen. Hij rondde de top; rechts van hem verrees de bergmassa en links viel de bergflank de diepte in. Hij was net van het laatste rotsblok gesprongen en tussen de bomen terechtgekomen toen iemand hem van achteren vastgreep. ‘lt!’ fluisterde een stem.
258
De vallei 258 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
25
H
ij dook ineen, draaide zich razendsnel om en schokte met zijn schouder om zich los te rukken van zijn aanvaller. Danny’s bezwete gelaat staarde hem met opengesperde ogen aan in het door bladeren onderbroken maanlicht. Black sprong naar voren met zijn geweer overdwars. Door het gewicht van zijn uitrusting wist hij Danny naar achteren te drukken totdat ze over een groot rotsblok struikelden en hard op de grond vielen. Black kwam overeind, deed een paar stappen naar achteren en richtte zijn geweer op de tolk. ‘lt!,’ riep Danny, doodsbang. ‘Niet doen!’ ‘Jij!’ riep Black, en hij kwam dreigend dichterbij. ‘Jij was het!’ ‘Wat?!’ ‘De dienaar! Jij bent de dienaar!’ ‘Niet waar! Welke dienaar?!’ ‘Lul niet, Dan...’ Geritsel, achter hem. Vijf meter ongeveer. Hij draaide zich razendsnel om. Voor de loop van zijn geweer stond een donkere gestalte. Voordat hij kon nadenken haalde hij de trekker over. Niets, met uitzondering van de doffe metallische klik van een wapen dat weigert. Hij knipperde met zijn ogen. De Monnik stond even stil, maar maakte zich toen door de bomen uit de voeten. Black draaide zich weer om naar Danny, die bewegingloos en met zijn handen in de lucht was blijven staan. Hij liet zijn geweer los, dat met een kort riempje en d-ring aan zijn uitrusting bevestigd was, en trok zijn pistool. 259
De vallei 259 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘lt!’ ‘Kop dicht.’ Hij keek om zich heen en liep naar een omgevallen boom. Hij legde zijn pistool op de stam, nog steeds gericht op Danny, en ging er vlak naast zitten. Hij ontkoppelde het geweer van de d-ring. ‘Wat doe je hier, Danny?’ Hij klapte het geweer open en begon hem te demonteren, één oog op de angstige tolk gericht. ‘Heb je je aan een kind vergrepen? Of wilde je achter zijn rug om een eigen handeltje opzetten?’ Hij trok de laadhendel uit het wapen om de afsluitergroep open te leggen. Danny bleef stamelend protesteren. ‘Ik ben het zat dat iedereen maar tegen me blijft liegen, Danny.’ Hij rukte zijn legerpet uit zijn heupzak, klapte hem met een vinnige polsbeweging uit en legde hem ondersteboven op de boomstam, als een soort bakje. ‘Je gaat me dus de waarheid vertellen. Zo niet, dan schiet ik je ter plekke neer. Begrepen?’ Danny had nu ogen zo groot als schoteltjes. ‘Wat wilde het stamhoofd me vertellen voordat hij woedend werd over die heroïne?’ Hij wierp de laadhendel in de pet en stak zijn vingernagel onder de borgpen. Danny deed zijn mond open om iets te zeggen. Hij trok de borgpen los en klemde hem tussen zijn tanden. ‘lt!’ riep Danny. ‘Dat probeer ik te zeggen! Niet het stamhoofd!’ ‘Wat?’ Hij keerde de afsluitergroep om boven zijn geopende hand. Er viel niets uit. ‘Het was niet het stamhoofd dat u alleen wou spreken,’ zei Danny. ‘Maar ík!’ Er zat geen slagpin in het geweer. Hij keek naar Danny. ‘Het stamhoofd zei niet dat Caine moet vertrekken,’ zei Danny. ‘Dat zei ik. Ik wilde dat u alleen met het stamhoofd praat.’ Black keek hem niet-begrijpend aan. Danny ratelde door. ‘Ik verzon het allemaal, lt. Het stamhoofd vraagt: “Wie is de jonge officier, hij lijkt op een baby?” Ik vertel hem dat sergeant Caine helaas weg 260
De vallei 260 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
moet, maar dat hij alles vertelt tegen de jonge luitenant en dat de jonge luitenant met zijn baas praat om hulp te krijgen.’ Blacks hoofd duizelde. ‘Ik hoopte dat hij het u misschien vertelt, lt. Wat er is gebeurd.’ ‘Wat bedoel je? Wanneer?’ ‘Op patrouille,’ zei Danny. ‘Niet met de geit. Eerder. Een week, tien dagen.’ ‘Welke patrouille?’ Danny schudde mistroostig zijn hoofd. ‘Weet ik niet,’ zei hij. ‘Ik zag niets. Ik ging niet mee. ’s Nachts. Ze zeiden: “Danny, jij blijft in Vega.” Ze komen weer terug, maar er is wat verkeerd. Ik zie dat. Veel fluisteren, soldaten zijn bang.’ ‘Wie?’ ‘Ik ken ze niet allemaal, maar een paar met wie u gepraat hebt voor het onderzoek. Zeker een paar.’ ‘Shannon?’ ‘Ja. En Corelli. Die waren op patrouille.’ ‘En de Tovenaar?’ ‘Dat weet ik niet.’ ‘De sergeants?’ ‘Caine wel. Merrick bleef in Vega. En de luitenant was mee. Hij ziet er slecht uit toen ze terugkwamen. Gaat meteen naar zijn kamer – uw kamer – en blijft daar. Hij weet dat er wat verkeerd is.’ ‘En hij heeft het niet proberen te voorkomen?’ Danny keek hem verwijtend aan en schudde zijn hoofd. ‘Ik weet niet wat er is gebeurd, lt,’ zei hij, ‘maar alles is slecht sinds die nacht. Iedereen is bang. Niemand praat meer. En dan komt u, en ik hoop dat u komt helpen. Ik weet dat het stamhoofd weet wat er is gebeurd, omdat hij ook is veranderd, als we daarna komen. Ik hoopte dat het stamhoofd met u zou praten.’ En dat heb je dus aardig verkloot. ‘En wat doe je hier?’ vroeg Black fel. ‘Na Darreh Sin, na het stamhoofd, kan ik niet in Vega blijven. U geeft die heroïne...’ Zijn handen zochten naar het woord. ‘... die heroïneblok, en het stamhoofd wordt kwaad, en dan begint de aanval en de bommen. Sergeant Caine en sergeant Merrick vragen me: 261
De vallei 261 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
“Wat is er gebeurd?” En ik weet dat u het niet vertelt, omdat...’ Hij staarde Black aan in de duisternis. Omdat je het verkloot hebt. ‘Dus ik ga weg,’ zei Danny, berustend. ‘Het is niet meer veilig in Vega. Ze gaan het me vragen, en ik ben bang dat ze het weten als ik lieg en u help.’ Hij wendde zijn blik af. ‘Ik weet niet wat ze gaan doen om antwoord te krijgen.’ De woorden bleven in de lucht hangen. Black pakte zijn pistool op. ‘Lieg je nou tegen me?’ ‘lt,’ zei Danny droevig, ‘ik hou u in de gaten.’ Black begon nu ook het pistool te demonteren. ‘U bent een man die de waarheid wilt hebben.’ Het pistool zat eenvoudiger in elkaar en het kostte Black maar even om het te demonteren. Ook het pistool miste de slagpin. Black legde de nutteloze onderdelen neer. Zijn gedachten schoten alle kanten op totdat hij het begreep. ‘Wat weet je nog meer?’ Danny keek hem met donkere ogen aan. ‘De Vallei, hij is...’ Hij zwaaide met zijn armen, alsof hij een wolk rook wilde omvatten. ‘... zich aan het klaarmaken, lt. Niemand in Vega is veilig.’ ‘Wat bedoel je?’ ‘Ik hoor veel. Iedereen in de Vallei zegt dat de Duivel weg moet.’ ‘Is de Monnik bij je?’ ‘Ik moet gaan, lt, alstublieft,’ zei hij. ‘Is de Monnik bij je?’ Danny kwam langzaam overeind. ‘Alstublieft, ik moet gaan. Ik zal helpen als ik kan.’ ‘Wacht.’ Black zakte door zijn knieën, gedachten schoten door zijn hoofd. ‘Wat zei het stamhoofd nog meer?’ ‘Sorry?’ ‘Toen we naar buiten renden. Hij riep iets wat je niet vertaalde.’ Hij zag aan Danny’s ogen dat hij het zich herinnerde. De tolk schudde zijn hoofd. ‘Pas op voor dat stamhoofd, lt. Hij zit op een slechte... plek? Met zijn dorp.’ 262
De vallei 262 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wat zei hij?’ Danny knikte. ‘Ik begrijp dat deel niet,’ zei hij. ‘Ik bedoel, ik hoor de woorden, ik begrijp de woorden. Ik weet niet wat hij bedoelt.’ ‘Wat waren die woorden dan?’ ‘U hebt toch gehoord dat hij zei dat hij u allemaal moest doden?’ ‘Ja.’ ‘Wat hij daarna zegt, snap ik niet. Hij zegt dat hij u allemaal moet doden, stuk voor stuk tot...’ Met zijn vingers tekende hij een cirkel in de lucht. ‘Aarde...?’ zei hij met een frons. ‘Bol?’ ‘Wereld.’ ‘Dat ja, denk ik,’ zei Danny. ‘Ik dood u allemaal van deze plek tot... tot het einde van de wereld.’ Black keek Danny na terwijl hij door de bomen heuvelafwaarts holde en zette zijn onklaar gemaakte wapens weer in elkaar. Toen dat achter de rug was, groef hij diep in zijn heupzak en trok de kleine envelop met hartjes tevoorschijn die de Monnik hem in Vega had gegeven. Hij ging op de grond zitten en scheurde de envelop open. Er zat een enkel briefje in. Hij las de boodschap en sloot zijn ogen om de tekst uit zijn hoofd te leren. Hij stopte het briefje weer terug in de envelop en stak de envelop weer in zijn zak. Hij staarde in de richting die Danny op was gegaan. Hij trok een kaart uit zijn zak en hield hem vlak voor zijn gezicht, turend in het rode schijnsel van zijn hoeklamp. Daarna borg hij de kaart weer op. Hij zocht zich langzaam een weg door de rotsen, terug naar de vissenkom, waar de soldaten nog waren. Hij perste zich juist tussen de laatste rotsblokken door toen hij nieuwe stemmen hoorde. Hij liep naar voren en keek. Iedereen staarde hem aan. Rechts, vlak bij de rand, stonden Shannon en de twee soldaten die Merrick had meegenomen op patrouille, rokend. Hill en de soldaten van de uitkijkpost zaten nog altijd in hun stoeltjes. Links klonk een stem. ‘Hé, luitenant.’ In een klapstoeltje, naast Brydon, zat Caine.
263
De vallei 263 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
26
N
aast de potige sergeant verdween Brydon bijna in zijn stoeltje. ‘Hé,’ antwoordde Black, en hij keek om zich heen. De aanwezige soldaten vervielen in een ongemakkelijk stilzwijgen, zonder dat ze precies wisten waarom. Opgelaten keken ze elkaar aan. Behalve Shannon, met zijn gebruikelijke spottende blik, en Caine, die Black uitdrukkingsloos aanstaarde. ‘Iedereen wegwezen,’ zei Caine. ‘Ik moet even babbelen met de lt.’ De soldaten van de uitkijkpost kwamen aarzelend overeind. Shannon duwde ze voor zich uit, in de richting van de opening in de rotsen. Brydon bewoog ongemakkelijk heen en weer. ‘Ja,’ zei Black, en hij keek naar Brydon. ‘Iedereen wegwezen.’ Brydon kwam overeind, de blik op de grond gericht, en volgde de anderen. Alleen Shannon, Caine en Black bleven achter. ‘Ga zitten, luitenant,’ zei Caine. Shannon stond op de rand van de richel, achter het stoeltje waar Black eerder nog had gezeten. Daarachter, de nacht. Black liep naar het laatste stoeltje en ging zitten, de blik op Caine gericht, en met Shannons rijzende gestalte in zijn ooghoek. Hij legde zijn onklaar gemaakte geweer op zijn schoot, de loop opzij gericht, en liet zijn hand erop rusten. Hij wachtte totdat Caine begon te spreken. Caine nam alle tijd om een sigaret op te steken. ‘Fijn dat u me wilde vertellen waar u heen ging, luitenant,’ zei hij door een wolk rook. ‘Ik begon me al een beetje zorgen te maken.’ Black monsterde de sergeant. Zijn gedachten gingen als een gek tekeer. Doe het niet. ‘Ik ben in orde,’ antwoordde hij. ‘Maar ik ben blij dat je er bent.’ ‘O?’ 264
De vallei 264 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Het moet. ‘Ja,’ zei Black. ‘Ik had gehoopt dat je iets voor me kon doen wanneer je teruggaat naar Vega.’ In zijn ooghoek meende hij Shannon te zien grinniken. Caine vertrok geen spier. ‘En wat dan wel?’ vroeg hij. ‘Mijn kamer even controleren.’ Nu verscheen er toch enige verwarring op Caines gezicht. ‘Toen ik gister naar sergeant Merrick ging om over Danny te praten, heb ik hem niet op slot gedaan,’ zei Black, en hij hield Caine nauwlettend in het oog. ‘En kennelijk is er iemand binnen geweest.’ Daar. Dat was de blik. ‘Dus misschien kun je even kijken of ik de deur dit keer wel op slot heb gedaan,’ ging Black verder. Hij zag Shannon naar Caine kijken. Caine zweeg. Black wendde zich weer tot Caine. ‘Gelukkig had ik al mijn spullen gecontroleerd voordat ik hierheen ging.’ Caines sigaret hing aan zijn lip, tijdelijk vergeten. Shannon keek naar Black en toen weer naar Caine. ‘Shannon,’ zei Black, de blik nog steeds op Caine gericht, ‘waarom ga jij ook niet even weg?’ ‘Ja,’ zei Caine langzaam. ‘Wegwezen.’ Shannon keek nog even naar Caine en liep toen naar de rotsblokken. Met moeite wist hij zijn omvangrijke lichaam ertussendoor te persen. De richel was nu leeg, met uitzondering van Black, Caine en het verwaarloosde vuurtje, dat langzaam verviel tot gloeiend houtskool. De geur deed Black aan kamperen denken. Caine nam theatraal een lange trek van zijn sigaret en blies de rook langzaam uit. ‘Ik vraag me af of u bluft,’ zei hij kalmpjes, terwijl zijn blik afzakte naar Blacks geweer. ‘Of wie u de slagpin heeft gegeven als u níét aan het bluffen bent.’ ‘Hou toch op,’ zei Black. ‘Is dit je imitatie van een maffiabaas of zo?’ Caine schudde zijn hoofd, ogenschijnlijk bedroefd. ‘Ik had u nog zo gezegd om hier niet heen te gaan, lt,’ zei hij. ‘Ik probeer u alleen maar te helpen.’ ‘Waar is Traynor?’ 265
De vallei 265 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Caines ogen schoten van Blacks geweer naar zijn gezicht. ‘En nu vraag ik me af of u nog steeds bluft,’ zei hij zacht. ‘Waar is Traynor? Waarom zei je dat je hem niet kende?’ ‘Er is geen Traynor,’ antwoordde Caine. ‘Traynor is dood.’ ‘Nee, dat is-ie niet. Hij is met verlof gegaan en een paar weken geleden teruggekomen.’ Caine kon zijn verbazing niet verbergen. ‘Wie heeft u dat verteld, luitenant?’ Voorzichtig nu. Black slikte. ‘Ik ben zo’n admeur, weet je nog?’ Admeur, een samentrekking van administratie en ‘meuren’ of slapen, was de term die soldaten gebruikten voor militairen die andere dan gevechtstaken verrichten. Hij zette zijn bluf door. ‘Dacht je soms dat we in Omaha geen pelotonsroosters hebben?’ Caine kneep zijn ogen samen terwijl hij zat te denken. Black wist waar de sergeant heen ging met zijn gedachten. Stop. ‘Je hebt gelogen over Traynor, dat hij hier is gesneuveld,’ ging Black verder. ‘Misschien dat Merrick die bullshit gelooft, maar ik niet. Waar is hij? Wat heb je met hem gedaan?’ Caine bekeek Black van top tot teen, kokend van woede. Zijn lijvige gestalte was in het stoeltje geperst, zijn gespierde onderarmen hangend in de strakgespannen stof van de armleuningen. Even dacht Black dat hij op hem af zou springen. Maar in plaats daarvan knipte hij zijn peuk in het vuur en begon hij de rotswand te inspecteren. ‘U zegt maar wat,’ zei hij met enige voldoening. ‘U hebt geen flauw idee.’ Hij keek naar Black. ‘En u zit te bluffen,’ zei hij, een kille blik in de ogen. ‘Bullshit,’ zei Black fel. ‘Je weet niet wat ik wel en niet weet.’ ‘Wie heeft u over Traynor verteld?’ Stop. ‘Je hebt gelogen over de dag waarop je Vega innam,’ ging Black verder. ‘Dat weet ik zeker. Waarom zei je niks over de drugs? Waarom loog je over de vijand toen? Wat heb je gedaan dat ik niet mag...’ 266
De vallei 266 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ik hád het u verdomme nog gezegd, luitenant!’ onderbrak Caine hem, schreeuwend bijna. ‘Dat ik u wilde helpen. Maar ik krijg nog stee...’ De rotsen trilden door het geluid van een explosie. Caine en Black sprongen overeind. Caine ging voorop en sprong bijna door de opening in de rotsen. Black volgde hem door de wirwar van trappetjes en ladders naar de vlonder met de radiokeet. In de schaduwen stonden enkele soldaten door nachtzichtapparatuur te kijken. Shannon kwam van een lagergelegen vlonder omhooggestormd. ‘Wat gebeurt er?’ riep Caine. Bosch leunde tegen een houten leuning en tuurde door het vizier van zijn geweer naar beneden. Onder zijn scherfvest droeg hij slechts een t-shirt. De spieren van zijn blote armen waren strakgespannen. Shannon begon iets te roepen, maar Bosch onderbrak hem. ‘Ik dacht dat ik drie gasten met geweren zag,’ zei hij droog, en hij zwenkte zijn geweer heen en weer. Shannon keek hem verbaasd aan. ‘Wat voor gasten?’ vroeg Caine fel. ‘Geen idee,’ antwoordde Bosch verveeld, zijn oog nog steeds tegen het vizier gedrukt. ‘Misschien heb ik het niet goed gezien, of zijn ze hem ’m gepeerd toen ik die granaat gooide.’ Hij liet zijn wapen zakken en keek naar de verzamelde soldaten. Shannon leek verward. ‘Of ik heb ze te pakken,’ peinsde hij, alsof hij de kans op regen probeerde in te schatten. Hij streek met zijn vinger over zijn snor. Hij keek Black vluchtig aan. ‘We zullen het morgen wel zien,’ concludeerde hij laconiek. Black keek van Bosch naar Shannon en van Shannon weer naar Bosch, die een sussend gebaar maakte. ‘Rustig maar, lt,’ zei hij. ‘Het is niet het einde van de wereld.’ Er klonken zware voetstappen. ‘Wat is er godverdomme aan de hand?’ Merrick, nog zwetend van de klim, kwam tevoorschijn uit de duisternis. ‘Wie gooit er granaten?’ ‘Bosch,’ zei Caine, en hij keek de soldaat sceptisch aan. ‘Hij zei dat hij wat zag daarbeneden.’ Merrick keek Caine verbaasd aan. ‘Wat doe jíj verdomme hier?’ 267
De vallei 267 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Caine trok zijn schouders op. ‘Ik wilde weten of alles goed ging met de lt.’ ‘Wat?’ Caine veinsde onschuld. ‘Ik wist dat je hier het een en ander moest doen en dat de lt de weg niet kent, en aangezien we min of meer verantwoordelijk voor hem zijn, besloot ik hiernaartoe te komen om een oogje in het zeil te houden.’ Merrick keek Caine argwanend aan. ‘Maar goed,’ ging Caine verder, ‘ben je al iets over Danny te weten gekomen?’ Merrick negeerde de vraag. ‘Hoe wist je dat de luitenant mee was?’ Caine staarde naar Black in het schemerlicht. Eventjes dacht Black dat hij het zou zeggen. ‘Gewoon geraden,’ zei hij, en hij trok zijn schouders op. ‘Hij was niet in Vega, en iedereen probeerde Danny te vinden, dus vandaar.’ ‘O, vandaar,’ zei Merrick bars. ‘Ga terug naar Vega, waar je hoort te zijn.’ Black meende in het schemerlicht Caine rood te zien worden nu hij zo op zijn plaats was gezet ten overstaan van zijn mannen. De sergeant wilde wat zeggen, maar bedacht zich. Hij stak zijn handen in de lucht. ‘Geen probleem, hoor,’ zei hij. ‘Ik wilde alleen maar helpen.’ ‘Ga maar helpen in Vega,’ zei Merrick. ‘En laat het voortaan uit je hoofd om in je eentje rond te gaan zwerven.’ ‘Roger, roger,’ mopperde Caine, en hij liep naar het trappetje. ‘Jij bent de baas.’ ‘Ik ben inderdaad de baas,’ zei Merrick tegen de rug van zijn sergeant. ‘Ik ga mee,’ zei Black ineens. Caine en Shannon draaiden zich om. Iedereen draaide zich om. ‘Wat?’ zei Merrick. Hij keek Black fronsend aan. Black hield zijn blik enkele tellen vast. ‘Ik ga met hem mee,’ verkondigde hij, alsof zijn besluit vanzelfsprekend was. ‘Ik zou u graag even willen spreken, luitenant.’ ‘Later,’ antwoordde Black. Hij keek naar de nog altijd verbaasde Caine en Shannon. Dank je, Bosch. ‘Terug naar Vega,’ zei hij. 268
De vallei 268 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De hele weg terug, die twee uur duurde, werd er geen woord gezegd. Black liep op derde positie, voor Shannons rijzende gestalte en achter Brydon. Caine ging voorop. De stilte werd pas doorbroken toen ze er bijna waren en Caine de radio gebruikte om Vega hun komst te melden. Het was nog altijd donker toen ze door de poort kwamen gelopen, verbaasd gadegeslagen door de soldaat op wacht. Ze staken de binnenplaats over, waarna Caine Brydon aansprak. ‘Ga even kijken naar de gewonden van gister,’ zei hij. ‘Roger,’ mompelde Brydon, en met een laatste blik naar Black maakte hij zich uit de voeten. ‘En ga jij maar wat eten of zo,’ zei Caine tegen Shannon. Shannon aarzelde even, maar liep toen weg. Black en Caine stonden nu als enigen op de binnenplaats, recht tegenover elkaar. ‘Ik neem aan dat jij ook nog wat te regelen hebt,’ zei Black. Caine zweeg. ‘En nog bedankt voor de lift,’ voegde hij eraan toe. Hij staarde uitdrukkingsloos naar de sergeant, die zijn blik met onverholen woede beantwoordde. Toen draaide Caine zich om en beende zonder een woord te zeggen naar de villa. Black keek hem na terwijl hij rustig naar de passage banjerde om naar barak 2 te gaan. Zodra Caine uit het zicht was verdwenen, begon hij te rennen.
269
De vallei 269 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
27
C
orelli was niet in zijn kamer. Een soldaat kwam de hoek om gelopen. Black greep hem bij zijn uniformjas en vroeg op hoge toon waar Corelli was. De geschrokken jongen stamelde dat Corelli net klaar was met zijn dienst in de commandopost en was gaan eten. Black holde weer weg. Bij elke hoek keek hij eerst of er iemand aankwam. De kantine was leeg, met uitzondering van een enkele soldaat die een portie vleeswaren zat te verorberen was. ‘Is Corelli hier geweest?’ vroeg Black, en hij liep naar de stapel gevechtsrantsoenen op de hoek van de balie. ‘Eh, ja, luitenant. Een paar minuten geleden.’ De soldaat wees naar een papieren bordje met etensresten. ‘Waar is hij nu?’ vroeg Black, en hij stak een gevechtsrantsoen in zijn heupzak. ‘Volgens mij in de wapenkamer, luitenant,’ antwoordde de jongen. ‘Samen met Shannon.’ Nee. Black holde weer naar buiten. Hij stampte onhandig door de gangen, zijn zware uitrusting hotsend en slingerend aan riempjes. Hij smeet de deur van de wapenkamer open. Hij hield zijn geweer vast bij de loop, als een knuppel. Corelli sprong verrast op uit zijn stoel. ‘Waar is Shannon!’ riep Black, en hij keek om zich heen. ‘Die is een minuutje geleden weggegaan, luitenant,’ zei de geschrokken Corelli, en met zijn pen wees hij naar wat vellen papier. ‘Ik was juist bezig met het noteren van zijn munitieverbruik.’ ‘Munitieverbruik?’ ‘Een handgranaat,’ zei Corelli. ‘Blijkbaar was-ie vannacht op patrouille.’ 270
De vallei 270 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Het begon Black te duizelen. Bosch had gezegd dat híj de granaat had gegooid. Focus. Black liep met drie grote stappen om de tafel heen en greep Corelli bij de arm. ‘Jij, mee, nu,’ zei hij, en hij trok de verbaasde soldaat mee. ‘Wat? Maar luitenant, ik...’ ‘Waar is je wapen?’ ‘Hier, luitenant,’ antwoordde Corelli, wijzend naar een geweer en scherfvest in de hoek. ‘Neem ze mee.’ Hij duwde Corelli naar de hoek van de kamer en liep naar de plank met reserveonderdelen, waar Brydons afsluiter nog altijd lag. Hij zag meerdere slagpinnen. Hij pakte er eentje en stopte hem in zijn zak. ‘Heb je een sledegroep?’ ‘Eentje lager,’ stamelde Corelli, en hij wees naar de juiste plank. ‘Wat is er aan de hand, luitenant?’ ‘Heb je je kaart?’ ‘Hier, luitenant,’ zei Corelli, en hij legde zijn hand op een zak op zijn scherfvest. ‘Water?’ Corelli wees naar een doos naast de deur. Black stopte het pistoolonderdeel in zijn zak en pakte twee flessen water. ‘Pistool?’ Corelli klopte op zijn holster. ‘Oké, mee dan,’ zei hij kortaf, terwijl hij een fles water in zijn heupzak stak. ‘Snel.’ Corelli, volkomen in de war nu maar plichtsgetrouw als altijd, stelde geen vragen meer en liep haastig met zijn geweer in de ene hand en zijn scherfvest in de andere naar Black. ‘Neem deze en geef mij de jouwe,’ zei Black, en hij hield zijn geweer omhoog. Corelli gehoorzaamde en gaf zijn eigen geweer aan Black. Black laadde het, duwde zachtjes de deur open en tuurde de gang in. Binnen een minuut waren ze de trap die naar Oswalts kot leidde gepasseerd en liepen ze de verduisterde gang in. Na drie trappen was de fragiele deur van de gangkast opengetrapt. Black sloot de deur achter zich. 271
De vallei 271 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Buiten was het nog steeds donker, maar dat zou niet lang meer duren. Hij trok Corelli mee naar de hoek van de buitenmuur, waar het maanlicht niet kon komen en ze zich enigszins konden verschuilen. Hij knielde en keek naar links en naar rechts om er zeker van te zijn dat er niemand aankwam. Corelli knielde naast hem. ‘Trek je uitrusting aan,’ gebood hij Corelli op zachte toon. Hij keek toe terwijl de jonge soldaat zijn scherfvest omdeed. ‘Wat is er allemaal aan de hand, lt?’ smeekte hij. ‘Je moet weg uit Vega.’ Corelli’s ogen werden zo groot als schoteltjes. ‘Hup hup,’ spoorde Black hem aan. ‘Schiet op.’ Corelli ging verder met zijn vest. ‘Je moet jezelf ergens verstoppen,’ zei hij. ‘Je loopt gevaar hier.’ De ontsteltenis en angst waren af te lezen op Corelli’s gezicht. ‘Hoe bedoelt u, luitenant? Waarom loop ik gevaar?’ Omdat ik gelogen heb om mezelf te redden, wilde hij zeggen. En nu denkt Caine dat jij het hebt gedaan. ‘Omdat je me geweeronderdelen hebt gegeven,’ zei hij. ‘En Traynor.’ ‘Hoe bedoelt u, luitenant?’ stamelde Corelli hulpeloos. ‘Ik heb alleen...’ ‘Geen tijd,’ onderbrak Black hem. ‘Draai je om.’ Hij begon het water uit de flessen over te gieten in de waterzak op Corelli’s rug. Toen hij klaar was, gaf hij hem het gevechtsrantsoen, dat Corelli in zijn eigen heupzak stak. Tot slot ruilde hij zijn eigen geweer om voor die van de soldaat. ‘Kun je kaartlezen?’ Corelli knikte onzeker. ‘Luister dan goed, Corelli,’ zei Black, en hij groef in zijn heupzak. ‘Je gaat eraan als je in Vega blijft. Ik beveel je om de compound te verlaten en je ergens te verstoppen.’ ‘Waar dan, luitenant?’ Black trok de envelop van de Monnik uit zijn zak en gaf hem aan Corelli. ‘Ga hiernaartoe,’ zei hij. ‘Blijf lopen totdat je bij deze coördinaten bent, en blijf daar totdat de Monnik je komt halen, of anders ik.’ Corelli begon de envelop met trillende handen open te scheuren. ‘Niet hier,’ siste Black. ‘Zo meteen is het licht. De muur over, die kant op.’ 272
De vallei 272 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij wees naar het bos op de berghelling. De overdonderde Corelli zag lijkbleek. Black legde zijn handen op Corelli’s schouders. ‘Michael,’ zei hij, het protocol even negerend. ‘Het is zo simpel als wat. Klim over de muur en verstop je. Gebruik de kaart om je punt te vinden.’ Corelli staarde naar de envelop. Om je punt te vinden. Black zag hem het bevel verwerken. Net zoals op landnavigatietraining. Zijn handen trilden. Ineens zag Black hem zoals hij was, zoals hij in een vorig leven was, gisteren nog, en zoals hij nu was, vandaag. In de kleren van een man. Hij groef in zijn heupzak en haalde de etui eruit die Smoke Toma hem had gegeven. Hij drukte hem in Corelli’s hand. ‘Neem deze ook mee.’ Corelli keek naar de etui. Black dwong Corelli om hem weer aan te kijken door zijn kin omhoog te duwen. ‘Hij houdt je in de gaten,’ zei hij. ‘Geen fouten maken nu.’ Corelli’s ogen focusten zich. Hij knikte, en slikte opzichtig. ‘Wegwezen,’ zei hij, en hij wees naar de ladder, die nog steeds stond waar Shannon hem had achtergelaten. ‘We komen je halen.’ Corelli stak de envelop en etui in zijn zak. Hij beklom de ladder en zwaaide één been over de muur. ‘Sorry,’ siste Black hem na. Corelli keek hem nog even angstig aan en verdween over de muur. Black repareerde zijn eigen wapens in de gangkast, in het schijnsel van zijn hoeklamp. Toen hij klaar was, stopte hij het pistool in zijn holster en schouderde hij het geweer. Hij liep de gang in en sloot de kapotte deur zo goed als hij kon. Hij rechtte zijn rug en liep doelbewust de hoek om, recht naar het hart van Vega. Buiten werd het langzaam licht. Soldaten volgden hun ochtendroutine. Niemand die op hem lette, behalve om te registreren hoe vermoeid en verwilderd de luitenant eruitzag, en om zich af te vragen waarom hij in gevechtsuitrusting door de compound liep. De meesten gingen ervan uit het iets te maken had met de schoten die zo nu en dan buiten de muren te horen waren. Niets nieuws onder de zon. Hij betrad barak 2 voor de tweede keer in één uur. Brydon was niet in 273
De vallei 273 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
zijn kot. Zoals hij al had verwacht had de Tovenaar de deur niet op slot gedaan. Black stapte naar binnen en sloot de deur achter zich. Hij ging op het bed zitten en wachtte. Zodra de hospik klaar was met het schoonmaken en verbinden van wonden, zou hij terugkomen. Na een uur gaf hij het op. Hij had wel een vermoeden waar de hospik zou kunnen zijn. Onderweg maakte hij een kleine omweg door de gang van zijn eigen slaapvertrek. Hij trok de deur van de dixi open en keek naar binnen. Aan het handschrift te zien had iemand anders een markeerstift ter hand genomen en woorden ingevuld links en rechts van de oudere tekst, wat twee nieuwe en niet aan elkaar gerelateerde Chuck-grappen had opgeleverd. als je chuck ziet heeft chuck jou al eerder gezien, en het licht uit je ogen geslagen chuck hoorde dat het einde van de wereld gepland stond voor 2012 maar geen zorgen, hij heeft het geannuleerd
274
De vallei 274 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
28
D
e kerstverlichting was aan in de Taj Mahal. Toen hij de deur achter zich sloot, leek het ineens weer nacht. Aan de andere kant van de vrachtcontainer, onder de poster van het villameisje, was een houten ophoging gebouwd, wat de indruk van een aparte verdieping gaf. Brydon zat tegen de achterwand geleund, tegenover de ingang, ellebogen op de knieën, starend naar een punt ergens in de verte. Zijn uitrusting en wapens lagen naast hem, bij de wand. Hij had een cd opgezet. Iets wat Black herkende als disco. Een ijle, hoge vrouwenstem, begeleid door bas en synthesizer. Black pakte een stoel weg bij het kaarttafeltje en liep ermee naar Brydon. Hij zette de stoel bij de rand van de ophoging neer, zodat hij Brydon recht in de ogen kon kijken. ‘Dank je,’ zei hij. Brydons blik bleef op het punt in de verte gericht. ‘Ik heb die handgranaat niet gegooid,’ mompelde hij. ‘Weet ik, maar ik moet jou en Bosch bedanken voor het feit dat jullie niks hebben gezegd. En Shannon.’ Brydons ogen verwijdden zich bij het horen van Shannons naam. ‘Ja,’ zei Black, ‘ik weet het.’ Hij keek naar Brydons wapens. ‘Merrick wist niets van de slagpin en slede, toch?’ vroeg hij. ‘Alleen Caine.’ Brydon zweeg. ‘Caine had ze voor je meegenomen naar de observatiepost.’ Brydon staarde Black aan. ‘Wat wilde hij van je?’ vroeg Black. ‘Wat moest je ervoor doen?’ ‘Zo zat het niet,’ mompelde Brydon, de blik afgewend nu. ‘Oké,’ antwoordde Black. Hij meende het. Hij geloofde Brydon. 275
De vallei 275 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Hoe dan ook,’ zei hij, ‘ik vermoed dat ze uit mijn wapens komen.’ Brydon keek naar Black terwijl de cd-speler naar het volgende nummer zocht. Een toonladder van synthesizerklanken die Black deed denken aan toffee die uit elkaar werd getrokken. Ook dit was een springerig disconummer, met dezelfde ijle vrouwenstem. ‘Ik moet je wat vragen,’ zei Black. ‘Oké.’ ‘Het is belangrijk, maar wel de laatste vraag die ik je zal stellen.’ ‘Oké.’ ‘Wat bedoelde je precies toen je tegen Corelli zei dat Xanadu voor het einde van de wereld kwam?’ Brydon sloot zijn ogen en schudde zijn hoofd. ‘Als u dat weet, dan wordt u ook meegesleurd, luitenant.’ Black voelde iets op zijn borstkas drukken en zijn keel dichtknijpen. Hij merkte dat hij zijn hand ophief en weer liet zakken. Hij keek de erbarmelijke soldaat zwijgend aan. ‘Wat ís het dan?’ fluisterde hij uiteindelijk. ‘Waarom wil je geen hulp?’ Brydon sprak zachtjes, het hoofd voorovergebogen. ‘Niemand die voor mij komt.’ Black schudde zijn hoofd. ‘Wat bedoel je?’ vroeg hij. ‘We laten nooit iemand achter.’ Zoals hij het zei, klonk het als een slogan. Brydon slaakte een diepe zucht. Hij groef in zijn zak en haalde er iets kleins, wits en rechthoekigs uit. Hij hield het beschermend in zijn handen. De discozangeres klonk als een fee die een intensieve massage onderging. ‘Nou wil ik u graag een vraag stellen, luitenant.’ ‘Wat dan?’ Brydon staarde naar het rechthoekige voorwerp in zijn handen. ‘Wat wilde u met uw leven doen?’ vroeg hij. ‘Voordat dit alles begon?’ Het was de eerste keer dat iemand hem die vraag had gesteld sinds de officierstraining, toen zijn vriend de grapjurk het deed. ‘Ik zat op het seminarie.’ ‘Wat is dat?’ ‘Ik wilde priester worden.’ Brydon lachte, kort, luid en zonder vreugde. Zo opgewekt had Black hem nog niet eerder gezien. 276
De vallei 276 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Vandaar,’ zei Brydon hoofdschuddend. Hij wierp het witte voorwerp losjes naar Black. Het vloog tollend door de lucht en landde op de rand van de ophoging. Black pakte het. Het was een id-pasje van het leger, met de foto van een soldaat die Black niet herkende. De naam herkende hij wel. jason traynor u.s. army Black, in verwarring gebracht, draaide het pasje om in zijn hand. Toen hij weer opkeek, zag hij Brydon naar de vloer staren. ‘Het gaat allemaal naar de klote,’ zei hij zachtjes. Black schudde zijn hoofd. ‘Hoe heb je dit kunnen gebruiken?’ vroeg hij. ‘Hoe ben je hiermee op verlof gegaan?’ Brydon snoof. ‘Wanneer hebben ze uw gezicht voor het laatst vergeleken met de foto op uw pasje, luitenant?’ Nu hij erover nadacht, had niemand zijn pasje zelfs maar vluchtig gecontroleerd sinds hij hem bij de poort van Fort Benning had laten zien om zijn auto te parkeren en met zijn eenheid naar Afghanistan te vliegen. Zodra het menens was geworden, ging iedereen er gewoon van uit dat je degene was wiens naam op het uniform stond. Waarom zou iemand zich voordoen als iemand anders om naar dít oord te gaan? Hij inspecteerde de pasfoto op het pasje. De jongen zag eruit als de typische populaire knul in een klein stadje. ‘Ik kan hem niet zijn, luitenant,’ fluisterde Brydon. ‘Dat ben je ook niet,’ zei Black. ‘Je bent Jason Traynor niet.’ ‘Nee, niet hem,’ antwoordde Brydon vol minachting. ‘Wie dan wel?’ ‘Die man van Pearl Harbor.’ ‘Wat?’ Black zag een traan van Brydons verborgen gezicht vallen en tussen zijn voeten op de vloer spatten. ‘En val dood, sergeant Caine!’ riep de Tovenaar fel. ‘Val dood, omdat je me zo gek hebt gekregen. Zeg maar tegen hem dat-ie wat mij betreft hartstikke dood mag vallen.’ Hij snikte, legde zijn voorhoofd in zijn handpalm en zuchtte diep. 277
De vallei 277 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wie bén je dan?’ smeekte Black. ‘Heb ik al gezegd, luitenant,’ verzuchtte Brydon. ‘Ik ben een geest.’ ‘Waar is je eenheid?’ Brydon keek op. Zijn ogen glinsterden. Toen hij weer sprak, sprak hij luid en duidelijk. ‘Ik bén mijn eenheid.’ Black sprong overeind en riep Brydons naam, maar het pistool lag te dichtbij en Brydon was te snel. Black deinsde achteruit zodra het schot viel. De vloer begon te schommelen. Hij liep de klapstoeltjes bij de kaarttafel omver, stootte bijna de gettoblaster van de koelkast en tastte wild met zijn armen om de deinende opening van de deur te vinden. Now that you’re near In Xanadu Now that I’m here
278
De vallei 278 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
29
B
lack stormde de vrachtcontainer uit, het zonlicht in. Wild keek hij om zich heen. Links zag hij een passage. Hij holde langs de deuren en bonsde. Hij kende dit deel van de compound niet; hoofdzakelijk opslag, zo leek het. Pas toen hij over een kratje was gestruikeld en op de vloer lag, hoorde hij het gedempte geluid van muziek vlakbij. Hij kwam overeind, negeerde de pijn in zijn knieën en stormde naar binnen. Goedkope Perzische tapijten, imitaties die op elke Amerikaanse basis werden verkocht, hingen aan de muren. Op de vloer lagen legerdekens en kleine, vierkante kleedjes. De kamer bood plek aan drie kotjes, elk afgeschermd met een opengeritste slaapzak. Van lakens en ander opvulsel waren vormloze zitmeubels gefabriceerd, die het midden hielden tussen een luie stoel en zitzak. Het enige licht kwam van een ouderwetse lavalamp in de hoek. Uit een gettoblaster klonk een Indiase sitar. Scherpe rook vulde de ruimte. In twee van de drie kotjes en op beide amorfe lakenhopen lagen soldaten, gekleed in onderbroek en t-shirt. Shannon was een van hen. Zijn uitrusting lag in de hoek, samen met zijn wapens en kisten. Shannon zelf droeg een camouflagebroek en t-shirt. Op het kleed naast hem stond een hoog instrument dat Black herkende als waterpijp. Het uiteinde van het slangetje lag binnen handbereik. Hij keek Black wazig aan. ‘Volgens mij,’ mompelde hij, terwijl de andere soldaten Blacks aanwezigheid langzaam leken te registreren, ‘kunt u beter wegwezen hier, luitenant.’ Black deinsde naar achteren, de slecht verlichte gang op. 279
De vallei 279 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Commandopost. Struikelend holde hij verder. Hij sloeg lukraak links en rechts af totdat hij een gedeelte bereikte dat hem bekend voorkwam. Hij haastte zich naar de commandopost. Drie soldaten kwamen hem tegemoet. Twee van hen ondersteunden de derde, die met een van pijn vertrokken gezicht voorthinkte. Op zijn broek, onder de knie, zat een grote bloedvlek. Hij gooide de deur van de commandopost open en keek hijgend om zich heen. Exact zoals hij hem had achtergelaten. Zacht gesnor van de ventilator, zo nu en dan statisch geruis. De wijsneuzerige jongen van eerder zat weer achter de radio. Hij nam vanachter zijn paperback nota van Blacks hijgende, zwetende verschijning door middel van een grijns en een opgetrokken wenkbrauw. ‘Perfecte timing, luitenant,’ zei hij droogjes voordat Black zijn mond kon opentrekken. ‘Een officier die op tijd komt. Wie had dat gedacht.’ ‘Wat?’ stamelde Black. De jongen pakte een opgevouwen papiertje van tafel en hield het tussen wijs- en middelvinger omhoog. ‘Voor u, luitenant,’ zei hij verveeld. ‘Van sergeant Merrick.’ Black stapte naar voren, verbaasd en nog altijd uithijgend, en nam het papiertje met trillende hand aan. ‘Wanneer heb je dit gekregen?’ vroeg hij buiten adem. ‘Paar minuutjes geleden.’ Het duurde even totdat het tot Black doordrong. Merrick was er weer. Dat was goed. Black keek naar het papiertje tussen zijn trillende vingers. Het was dichtgeplakt met een stukje plakband. ‘Uurtje getraind, luitenant?’ grijnsde de soldaat. Black draaide zich om en snelde naar buiten. Daar bedacht hij zich. Hij beende weer naar binnen en pakte onder de verbaasde protesten van de soldaat de walkietalkie van het bureau. Hij legde contact met de eerstehulppost en identificeerde zichzelf als Vega X-Ray. ‘Hospik nodig in de Taj Mahal,’ zei hij kortaf. Hij wierp de walkietalkie terug naar zijn eigenaar, die grote moeite had het stuiterende apparaat op te vangen, en stormde de commandopost uit, het papiertje openscheurend. 280
De vallei 280 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
lt. b– kom naar het dak, uitkijkpost tijd: nu sgt. m Hij stak het papiertje in zijn zak en spoedde zich door het labyrint van gangen. Tussen de commandopost en Oswalts trap kwam hij niemand tegen. Hij nam de trap met twee treden tegelijk en kwam bij Oswalts kot op de overloop. Het gordijn hing ver genoeg open om Oswalt zelf te zien liggen. Hij speelde een van zijn videospelletjes. Hij was juist begonnen aan de tweede trap toen hij Oswalts stem hoorde. ‘Dat zou ik niet doen, luitenant.’ Black kwam tot stilstand. ‘Wat?’ hijgde hij over zijn schouder. ‘Ik denk dat u nu beter niet naar het dak kunt gaan, luitenant.’ Black daalde weer af naar de overloop. ‘Waarom niet?’ vroeg hij fel. Oswalt keek niet op van zijn scherm. Een raketaanval decimeerde de vijand. ‘We hebben weer een sniper, luitenant,’ zei hij terwijl zijn duimen over de knoppen schoten. ‘Niet echt veilig nu.’ ‘Een sniper?’ ‘Ergens op de berg. Hij heeft Hernandez al in zijn been geraakt.’ De soldaat die door de gang werd geholpen toen Black Shannon achter zich had gelaten. ‘Hij pakt iedereen die het dak op komt.’ Black draaide zich om en staarde naar boven, geweer in de handen. Hij deed een stap naar achteren en viel bijna van de trap. Hij voelde zich duizelig worden. Hij zocht steun tegen de muur en liep achterwaarts naar beneden, het geweer naar boven gericht. Halverwege de trap realiseerde hij zich dat hij zijn geweer beter naar beneden kon richten. Hij draaide zich om. Onder aan de trap keek hij voorzichtig om de hoek, nog altijd hijgend, en holde de duistere gang in. Hij stormde door de vernielde gangkastdeur. Eenmaal in de buitenlucht, in de nauwe passage, ging hij naar rechts en holde hij gebukt verder, geweer in de aanslag. Zijn hart bonsde in zijn keel. 281
De vallei 281 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Onderweg naar zijn kamer zag hij niemand. Hij schoot naar binnen en deed de deur achter zich op slot. In de stikdonkere kamer kwam zijn ademhaling weer tot rust. Hij legde zijn hoeklamp op het bijzettafeltje, zette hem aan en richtte de bundel op de muur om de kamer iets te verlichten. Langzaam voelde hij zich tot rust komen. Hij deed zijn uitrusting af, trok snel een schoon uniform aan en strikte zijn kisten stevig vast. Hij groef in zijn rugzak en trok het compartiment met de waterzak tevoorschijn. Op de plank stonden een paar flessen water, waarmee hij de waterzak vulde. In de hoek van de kamer stond een doos met gevechtsrantsoenen. Hij trok er een open en stopte de inhoud in het compartiment. Daarna pakte hij zijn hoeklamp en haalde zijn kaart uit de heupzak van zijn andere broek. Hij ging op het bed zitten. Hij ontgrendelde zijn geweer, legde hem op zijn schoot en richtte hem op de deur. Daarna vouwde hij de kaart open en richtte hij de hoeklamp, zodat hij hem goed kon bestuderen. Toen hij dat gedaan had, vouwde hij de kaart weer op en stak hem in zijn heupzak. Hij zette de hoeklamp uit. Hij wachtte, blik op de deur gericht en beide handen nu op zijn geweer. Hij besefte dat hij al twee etmalen lang op was. Hij was inmiddels helemaal tot rust gekomen, maar voelde zich niet slaperig. Na vijf uur zette hij de hoeklamp weer aan en richtte hem op de berg spulletjes uit Pistones kistje, die nog altijd lagen waar hij ze had achtergelaten, op het bed. Hij pakte het jaarboek en begon erin te bladeren, één oog op de deur gericht. De oogst was mager. Aan de binnenzijde van de kaft stonden twee handtekeningen, die niet méér waren dan dat: handtekeningen. Op andere bladzijden stonden er nog een paar, met hier en daar korte, meelevende tekstjes als ‘Geniet van je zomervakantie!’ en ‘Veel succes met je studie!’ Uiteindelijk stuitte hij op de afstudeerfoto van Pistone zelf, die sterk leek op de Pistone van de foto op het nachtkastje, behalve dat deze een grotere bril droeg en een kaarsrechte zijscheiding had. Geen enkel berichtje dat van een vriend leek te komen, en geen enkel bericht van meer dan vier of vijf woorden lang, totdat hij bij de binnenkant van de achterkaft kwam. Het was een eigenaardig handschrift, alsof een rechtshandige met links had geschreven, en het bericht was redelijk lang. 282
De vallei 282 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hé eikel, met je pis-tronie Je hebt je jaarboek in het muzieklokaal laten liggen, sukkel. Dacht je een paar leuke tekstjes te krijgen? Ik heb er een voor je. Je weet wie ik ben dus ik zet mijn naam er niet onder dan kun je me ook niet weer verlinken, mietje. Maar je weet wie ik ben. Ik wou je even zeggen dat ik weet dat jij het was en je denkt misschien ermee weg te komen maar als het aan mij ligt niet. Misschien denk je dat jij geslaagd bent en dat ik hier nog de hele zomer moet zitten en dat ik je niks kan maken. Maar ik weet waar je werkt en als ik hier ’s middags weg mag kom ik elke dag bij je langs. Als je klaar bent met werken, sta ik je op te wachten. En ik ga je de hele zomer lang elke dag in elkaar slaan met die kutkop van je, mietje. Dus hou er maar rekening mee. veel succes met je studie! Black kon zich geen eigenaardiger aandenken voorstellen om mee te slepen naar Afghanistan. Hij klapte het boek dicht en legde het boven op Pistones dagboek, waarna hij de hoeklamp uitdeed en verderging met zijn wacht. Een paar uur later keek hij op het okergele venstertje van zijn horloge. Het moest inmiddels stikdonker zijn buiten. Hij stond op en schakelde zijn hoeklamp in. Hij tilde het kleine rugzakcompartiment op en pakte een legerpet. Zijn scherfvest, helm en overige uitrusting liet hij achter. Hij vergrendelde zijn geweer en legde het op het bed. Hij trok het kleine notitieboekje uit zijn heupzak, zette een streepje en borg het weer op. Hij pakte een fles water van de plank en dronk de helft op in lange teugen, waarna hij zijn hoeklamp weer uitzette en op het onzichtbare bed naast zijn onzichtbare geweer legde. Hij keek naar de deur en zag een streep zwak licht bij de deurpost. Hij liep ernaartoe, verwijderde het hangslot van de scharniersluiting en trok zijn pistool uit de holster. Hij sloot zijn ogen en ademde langzaam uit. ‘Naar huis,’ mompelde hij. Ik zie je gauw. Hij deed de deur open en stapte de gang in. De soldaat bij de poort staarde naar de nog jonge nacht en zag mistflarden aan zijn voeten likken. Zijn walkietalkie kraakte. ‘Poort, dit is Minor.’ 283
De vallei 283 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Korporaal Minor, wist de soldaat, was binnen, wapens aan het schoonmaken in wat eens de salon van de villa was geweest. Hij nam zijn walkietalkie ter hand. ‘Minor, poort hier.’ ‘Hé man, die rare luitenant komt jouw kant op. Hij liep hier langs met getrokken pistool, alsof-ie aan het trippen was of zo.’ ‘Roger.’ ‘Dat-ie je niet ineens bespringt of zo.’ ‘Roger.’ De soldaat draaide zich om en keek over de binnenplaats, geweer in de aanslag. Even later zag hij de luitenant de binnenplaats oversteken. Met getrokken pistool, zoals Minor had gezegd, maar hij had hem naar de grond gericht. Toen hij de soldaat zag, stopte hij hem weer in zijn holster. Het was een eigenaardige aanblik. Geen scherfvest of geweer, enkel een kleine rugzak en een legerpet. ‘Goedenavond, luitenant,’ zei de soldaat. De luitenant knikte en passeerde hem zonder iets te zeggen, de poort door, alsof hij op een doodnormale avond een ommetje wilde maken. ‘Eh, luitenant, u kunt niet...’ De stem van de soldaat stierf weg. De luitenant liep door, de helling af. De soldaat riep hem na. ‘Luitenant, ik denk niet dat het erg verstandig is om nu naar Darreh Sin te gaan.’ ‘Waarschijnlijk niet,’ riep de luitenant, en hij liep verder. De soldaat schakelde zijn radio in om contact te maken met de commandopost terwijl de rare, jonge officier in de duisternis verdween. Black liep de helling af totdat hij volledig door de mist was opgeslokt en zeker wist dat hij niet langer gezien kon worden vanaf de poort. Toen sloeg hij rechts af en begon hij weer te klimmen. Hij gebruikte zijn handen om zich een weg te banen door de bomen en vertrouwde op zijn goed ontwikkelde oriëntatievermogen om zijn richting te bepalen. Tot aan het einde van de wereld. Zijn voeten vonden het pad, en hij begon steeds sneller te lopen.
284
De vallei 284 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
deel 4
De vallei 285 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 286 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
30
D
uidelijk zichtbaar nu. Blacks schoenzolen maakten amper geluid op het zachte zand van het pad. Het terrein bleef heel geleidelijk stijgen, onzichtbaar bij-
na. Zijn zicht werd belemmerd door dikke mist en de maan stond nog niet aan de hemel. Maar hij wist dat hij de juiste kant op ging, wat er vóór hem lag. Hij lette op boomtakken in de mist en liet zijn voeten het pad zoeken. Verder. Hoger. Hij moest inmiddels ver voorbij de observatiepost zijn. Ergens onder hem, kilometers verderop, lag Darreh Sin. Hij was dieper de Vallei in getrokken dan wie dan ook van 3/44, zoveel wist hij zeker. Verder dan hij zelf ooit was gegaan. Verder weg van dáár. Het pad was op sommige stukken breed en vlak, smal en uitdagend op andere. De rivier was vlakbij, links, en lager. Zo nu en dan liep het pad voldoende dichtbij om het water te kunnen horen. Toen het pad afboog, werd het stil, met uitzondering van het zachte geluid van zijn voetstappen, stap voor stap, hoger en hoger, naar zijn eindbestemming. Je vindt het wel. Hij had een tempo gekozen dat hij gedurende langere tijd kon volhouden. Niet vermoeid raken. Het was een vergelijkbaar pad geweest, op die eerste donkere ochtend in Fort Benning. Ploeterend door de donkere bossen, uitgekafferd door het kader, om uiteindelijk op het natte bospad uit te komen en zijn vriend de grapjurk te treffen. 287
De vallei 287 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Laten we verdergaan, had hij tegen hem gezegd, en ze hadden de armen over elkaars schouders geslagen. Hij had het gevoel gehad voor altijd over dat pad te kunnen marcheren. Je kan het. Dóórgaan. De koele berglucht vulde zijn longen en hield zijn benen in beweging. Verder de bergen in. In die laatste nacht van landnavigatietraining, toen ze met zijn tweeën door de heuvels jakkerden, was er geen pad geweest. Het was hopeloos. Te ver van de eindstreep. Geen tijd om kaart of kompas te gebruiken, geen tijd om een route uit te stippelen. Alleen tijd om te blijven hollen. Toen ze zich over de omgevallen bomen worstelden, besefte hij dat het allemaal niet uitmaakte. De opdracht was idioot. Onmogelijk. Maar het maakte hem niet uit. Hij wist zeker dat ze het zouden halen. Het gaat je lukken. Het is je werk. Terwijl ze door stroompjes waadden en hun gezichten openhaalden aan braamtakken, moest hij hardop lachen. Op dat moment wilde hij voor altijd in het bos blijven. Dat kan ook. Hij liep dóór. Na drie uur zag hij het. Vóór hem en rechts, amper zichtbaar in de mist. Hij was zo zeker van zijn zaak dat hij niet hoefde te stoppen om zijn kaart te raadplegen. De nauwe rivierbedding liep steil omhoog en boog af van het pad. Ook het pad zelf werd smaller en slingerde zich langs de voet van de berg, langs gevaarlijke kliffen die hij al op de kaart had zien staan. Hij verliet het pad en begon te klimmen. Tussen de stenen en keien kabbelde water. Hij liet het over zijn handen stromen terwijl hij langzaam hoogte won. Intussen dwaalden zijn gedachten af. Terug naar het begin. Focus. Naar die andere klim, op die andere berg. Blijf op deze berg. Hij klom steeds hoger, trok zichzelf omhoog. Hij schatte dat hij honderdvijftig meter geklommen had toen hij de top bereikte. Hier was geen mist. De sterren fonkelden aan de inktzwarte hemel. 288
De vallei 288 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Dan wordt u ook meegesleurd.’ De flanken van de berg baadden in zilverwit maanlicht. De grond viel weg voor zijn voeten.
289
De vallei 289 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
31
E
en vallei met vlakke bodem lag verscholen tussen de bergen. Black stond bij het smalle uiteinde, op een zadel waar hij zojuist via de rivierbedding naartoe was geklommen, en keek naar beneden. Aan weerszijden zag hij steile berghellingen, die de gehele vallei flankeerden. Hij schatte de vallei drie kilometer lang en driekwart kilometer breed op het breedste punt. De valleibodem zelf was verrassend vlak. Het uitzicht was vergelijkbaar met het uitzicht dat je krijgt als je een dam op loopt en naar het erachter gelegen waterreservoir kijkt. Het pad door de vallei zou gemakkelijker gaan. Daarna een korte klim, naar het zadel aan de andere kant. Hij daalde langzaam af, nog uitblazend van de klim in de ijle lucht. Hij had pas een paar honderd meter afgelegd toen hij de eerste bloesems zag. De stengels reikten tot zijn middel en mondden uit in bolvormige zaaddozen ter grootte van een vuist. Sommige waren al in bloei, andere nog gesloten. Een papaverveld. Toen hij in Vega zijn kaart had bestudeerd, kreeg hij de indruk dat deze kleine vallei uit grasland bestond, net als de wei die hij door het vizier had gezien. Iets als dit was niet in hem opgekomen. Het veld was enorm. Zo ver hij kon kijken, over de gehele breedte van de vallei, baadden stengels en zaaddozen in het schijnsel van de maan. Iemand moest hier veel geld aan verdienen, wat de taliban er ook over te zeggen hadden. Hij moest zich erdoorheen ploegen of anders eromheen lopen, langs de lagere berghellingen. Hoe dan ook, het zou niet snel gaan en hij liep bovendien de kans door de eigenaren van het veld te worden opgemerkt. Hij liep naar de rand van het veld en boog voorover om de stengels van 290
De vallei 290 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
dichtbij te bekijken. Hij had nog nooit een bloeiend papaverveld gezien. De zaaddozen oogden indrukwekkend, buitenaards, en zaten vol met die eeuwenoude drug. Hij raakte er een aan en gleed met zijn vinger over het gladde oppervlak. Maar het oppervlak was niet glad. Hij keek nog eens goed. Zodra hij besefte wat hij zag, dook hij ineen. Elke zaadlijst was verticaal ingekerfd met een mes. Onder aan elke inkerving vormde zich een druppeltje van een melkachtige substantie. De gewassen werden juist geoogst. Iedereen wist hoe dat in zijn werk ging. Aan het einde van de dag werden de zaadlijsten ingekerfd, zodat ze de hele nacht konden lekken. ’s Ochtends werd het opgedroogde melksap – pure opium – verzameld. Als het melksap ’s ochtends verzameld werd, betekende dat dat het veld ’s nachts werd bewaakt. En een veld van deze omvang zou góéd worden bewaakt. Vijf mijl, maal twee, van vruchtbaar land Hij ademde langzaam uit. Woorden schoten door zijn hoofd. Omringd door muur en torenwand Vage herinneringen begonnen zich op te dringen door de roes van twee slapeloze nachten. Hij hoorde stemmen. Pas op! Pas op! Nee, hij hoorde inderdaad stemmen. Hij knielde en keek om zich heen. Gespijsd was hij, met honingdauw Twee oplichtende rode puntjes, die nu langzaam van de berghelling naar de rand van het veld bewogen. Met melk uit Edens hof gelaafd Hij kroop op handen en voeten weg, het papaverveld in.
291
De vallei 291 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
32
B
lack lag met zijn wang op de grond en wachtte totdat de stemmen waren weggestorven. Wakker blijven. Zo ging het al de hele tijd. Kruipen, stemmen, en dan vijf tot tien minuten plat op de buik. Stemmen weg, verder met kruipen. Hij keek op zijn horloge. Twee uur sinds hij het veld in was gedoken. Er kwam maar geen einde aan de beplanting. Wie dit land ook bezat, hij had geld en ambitie. Het enige wat Black wist, was dat het ver buiten de invloedssfeer van Darreh Sin en het ontvlambare stamhoofd lag. De stemmen verwijderden zich. Hij drukte zich met enige moeite omhoog en kroop verder door de papaver, en herinneringen kwamen boven. Hij had verhalen gehoord. Die jongen in Ranger School, die zo uitgeput en hongerig was dat hij zijn eigen hand openbeet in de veronderstelling een cheeseburger te zien. Black had nooit geloofd dat je van de honger kon gaan hallucineren of staand in slaap kon vallen totdat hij het met eigen ogen gezien had. Het kader had ze op een nieuwe nachtelijke mars door de bergen gestuurd. ‘Stoempen’ noemde ze het. Iedereen een rugzak van vijfendertig kilo om en gaan maar, door de heuvelachtige bossen bij Fort Benning. Het was een grote jongen. Hij had zich opgeworpen als vrijwilliger om de grote mitrailleur te dragen. En hij had het zwaar. Na een kilometer of vijftien, om ongeveer twee uur ’s nachts, kreeg iemand medelijden en nam de mitrailleur van hem over. Zodra hij zijn mitrailleur had ingeruild voor een gewoon geweer, viel de jongen in slaap. Black zag het gebeuren. Hij viel in slaap tijdens het lopen en bleef gewoon doorgaan. Hij week meteen af van het pad en liep de bossen in. Black moest achter hem aan en hem in het gezicht slaan om te 292
De vallei 292 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
voorkomen dat hij tegen een boom op liep of in een greppel viel. Black hield stil en luisterde. Niets. Hij kwam overeind en waagde een korte blik in de rondte, over een zee van zaadlijsten. Redelijke progressie, dacht hij, en hij schatte de afstand tot de omliggende flanken en passen. Hij liet zich weer zakken en kroop verder. Later die nacht bij Fort Benning zag Black de fameuze poort van de Officer Candidate School opdoemen. De slopende mars was voorbij. Ze waren weer terug bij de barakken. Maar dat was niet zo. De poort vervaagde en enkel het bospad en de donkere bomen resteerden. De papaverstengels namen af in aantal. Ongelofelijk. Prachtig. Hij stopte bij de laatste rij en spitste zijn oren. Hij hoorde niets en stak zijn hoofd naar voren. Hij keek om zich heen en zag niemand. Hij kroop naar voren, het veld uit, maar stopte toen hij zag wat er vóór hem lag. Een berghelling die de hoogte in schoot. Hij snapte het niet. Hij zou nu op redelijk vlak terrein moeten komen, dat hem geleidelijk aan naar het zadel zou brengen – het zadel dat hij over moest om weer op het pad te geraken. Het leek een eeuwigheid voordat hij het snapte, zittend op handen en knieën. Hij bevond zich aan de rand van het veld, en niet bij het verre uiteinde, zoals hij had gedacht. Tussen de papavers, zonder enig referentiepunt, was hij van zijn lijn afgeweken. Een beginnersfout. Hij was bij de rand van het veld. De linkerrand, wist hij zeker. Toch? Focus. Hij inspecteerde de bergkam links en rechts van het zadel. Ja, links. Hij vervloekte zichzelf. Hij kroop weer tussen de papaverstengels en hield links aan, richting het verre uiteinde van de beplanting en de pas die hem uit deze helse vallei zou krijgen. Hij nam zich voor vaker naar de omringende bergen te kijken, ter referentie. Belangrijk, zo had hij na die nachtelijke mars geleerd, was om rekening te houden met de mogelijkheid van door vermoeidheid en stress veroorzaakte hallucinaties. Om je fysieke en mentale grenzen te kennen. Door dat besef kon je die grenzen oprekken. Hij had geleerd zichzelf tot het uiterste te drijven zonder te ver te gaan. Hij had geleerd dat zijn vermogens 293
De vallei 293 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
groter waren, zijn grenzen verder lagen dan die van de meeste andere kandidaten. Zolang je je eigen limiet kende, zat je goed. Zijn vriend had die nacht bij Fort Benning roze olifanten de polka zien dansen. Hij moest glimlachen toen hij terugdacht aan de schaamtevolle bekentenis van zijn vriend de volgende ochtend, maar toen hij eindelijk, uitgeput, bij de rand van het papaverveld aankwam, zag hij nog altijd een steile berghelling voor zich verrijzen. Vol ongeloof en met open mond keek hij naar het obstakel, zijn gezicht verlicht door de maan. Hij schudde zijn hoofd, draaide zich om en ploeterde voort. Hoelang nog? Meer stemmen, vóór en rechts van hem. Waarschijnlijk een onbeplante doorgang. Hij ging op zijn buik liggen. De stemmen leken zich niet te verwijderen. Een paar mannen die een sigaret rookten. Tien minuten verstreken. De geur van de aarde was rijk en vruchtbaar. Hij keek op zijn horloge. Alweer twee uur verstreken, of dat vermoedde hij tenminste. Hij moest nu toch bijna bij het einde van het veld zijn. Maar goed dat hij zijn grenzen kende. Je grenzen kennen was het belangrijkst. Anders zou je te ver gaan en wakker worden in een papaverveld in Afghanistan met een geweer op je gericht. Van deze plek tot het einde van de wereld. Een korte rustpauze zou hem goed doen.
294
De vallei 294 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
33
W
akker worden. Black schrok wakker; aarde plakte op zijn wang. Hij duwde zijn bovenlichaam met moeite omhoog en keek om zich heen. Door de koude grond was hij gaan rillen. Hij drukte het lichtknopje van zijn horloge in. Hij kon zich niet meer herinneren op welk tijdstip hij het veld in was gekropen. Vijf uur geleden? Dom, dom, dom. Had hij iets gehoord? Weg hier. De adrenaline gierde nu door zijn lijf. Hij krabbelde overeind, dacht niet langer na en zette het op een lopen. Papaverstengels bogen en knakten terwijl hij door het veld ploegde. Aan weerszijden schoten de bergen de lucht in. Bewegend doelwit. Al na een paar seconden bereikte hij kale, open grond. Hij struikelde bijna door het plotselinge gebrek aan beplanting. Hij was op zo’n dertig meter van het einde van het veld in slaap gevallen. Hij ging langzamer lopen, ineengedoken, als een atleet in de startblokken. Hij keek om zich heen en trok zijn pistool uit de holster. Toen hij stemmen hoorde, begon hij te rennen. Niet stoppen voor je er bent. De stemmen zwollen aan tot geschreeuw. Hij rende zo hard als hij kon totdat hij niets meer hoorde, en bleef rennen toen hij de helling bereikte. Hij klom zo snel mogelijk en stopte pas toen hij het zadel achter zich had gelaten. Toen liet hij zich vallen en bleef enige tijd hijgend op de grond liggen. Vergeleken met de rivierbedding was het terrein goed begaanbaar, maar de ijle lucht en zijn eigen adrenaline hadden hem gesloopt. 295
De vallei 295 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij keek weer op zijn horloge. Het zou snel licht worden. Niemand leek hem te volgen. Hij dronk water totdat de zak leeg was en ging op zijn rug liggen om nog wat bij te komen. Aan deze zijde van de pas zag hij een heel ander panorama. Hij was weer in de Vallei, die smaller was hier. De bodem bevond zich niet ver onder hem. Xanadu is wat komt voor het einde van de wereld. Hij daalde snel af, terug de mist in die nog was blijven hangen. Tegen de tijd dat hij het pad weer had gevonden, was hij er geheel door opgeslokt. Hij begon weer te hollen. Na amper anderhalve kilometer zag hij waarnaar hij op zoek was. Zonder het vroege ochtendlicht had hij het zeker gemist. Het geitenpaadje splitste zich af naar rechts. Hij volgde het, almaar stijgend door mist en dauw. Zoals verwacht hoefde hij niet ver te klimmen. Het paadje kwam uit op een brede richel, geflankeerd door donkere rotswanden die een dertigtal meters de lucht in schoten om uiteindelijk weer te versmelten met de steile berghellingen. Hij vertraagde zijn pas en volgde de richel. Van de rotswand naar de rand, waar het terrein wegviel naar het bos, was het misschien twintig meter. De richel was hooguit vijftig meter lang. Er was een windje opgestoken dat de mist begon open te breken. Terwijl hij door het halfduister liep, ontvouwde de omgeving zich in stukken. Verkoolde balken tekenden zich af in de mist. Een commandopost misschien, of een ander tijdelijk houten bouwwerk. Een tweetal geblakerde vrachtcontainers, markeringstekens weggevaagd door het vuur. Andere objecten waren onherkenbaar. Overal verteerde resten. Het verbrande chassis van een grote dieselgenerator. Je kon niets voor hem doen. Aan het einde van de richel hield hij even halt om het tafereel in zich op te nemen. ‘Het spijt me, Billy,’ mompelde hij. Hij draaide zich weer om en begon af te dalen naar het pad, de restanten van pelotonsbase Xanadu achter zich latend.
296
De vallei 296 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Het was bijna licht nu. Naarmate hij verder en hoger kwam, werd de vallei nauwer. De heiige toppen waren dichterbij nu; de hellingen aan de overkant drongen zich op. Bomen flankeerden het pad en belemmerden zijn uitzicht. Hij hoorde geen water meer. De bron en het voedende zijriviertje bevonden zich nu onder hem. Het pad werd smaller en verdween achter de helling. Hij vertraagde zijn pas en klauterde over rotsen en omgevallen bomen op een plek die amper breed genoeg was voor een man of geit. Toen hij dat knelpunt eenmaal achter zich had gelaten, was er niets meer wat zijn uitzicht belemmerde. De tegenovergelegen hellingen lagen een meter of honderd van hem af, en kwamen steeds dichterbij. De bomen maakten plaats voor gras en struiken. Daar lag het, achter de laatste mistflarden. Hij kon niet verder klimmen in de Vallei. Daar lag het, op een meter of honderd. Het einde van de wereld. Hij naderde het in stille verbazing. Hij trok een handschoen uit en raakte het aan. De moed zonk hem in de schoenen.
297
De vallei 297 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
34
P
as toen hij daar stond, met zijn hand op het koude beton, begreep hij het. Het was een indrukwekkend bouwwerk. Het was ondenkbaar dat vrachtwagens hiernaartoe waren gereden. De spullen en materialen moesten zijn aangevoerd door vrachthelikopters. Een muur van muren. Betonnen blast walls van zo’n zes meter hoog, de een half voor de ander geplaatst, sloten de gehele bres af. Erboven was een tweede, slordige rij kortere wanden neergezet, en aan de onderzijde waren gaten afgedekt met losse exemplaren. Achter deze muur moest een vergelijkbare muur staan, aangezien de barrière was opgevuld met cement, dat bij spleten als glazuur was gaan lekken en daarna was opgedroogd. De barrière was in korte tijd gebouwd, en hij vermoedde wel wanneer. Het bouwwerk oogde slordig, maar toch had de genie zichzelf overtroffen. Op het hoogste, smalste punt van de bergkam, over een breedte van amper dertig meter, waar alles samenkwam in een enkele, smalle pas tussen de hoge bergtoppen, had het Amerikaanse leger de grenspassage verzegeld en de vallei in één keer ontoegankelijk gemaakt voor het significante transport van goederen, drugs of strijders. De muur was bedekt met zwarte sporen van vruchteloos raketvuur. Geblakerde spleten aan de onderzijde verraadden waar serieuze pogingen met explosieven waren ondernomen. Maar de muur had standgehouden, en zo te zien met vlag en wimpel. Black was ervan overtuigd dat geharde strijders probleemloos over de toppen konden komen. Maar voor de grootschalige verplaatsing van mensen die niet hun hele leven lang door de Afghaanse bergen hadden gezworven, vergeet het maar. De toegang voor strijders uit Pakistan was versperd 298
De vallei 298 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
en er konden geen drugs meer over de grens worden gesmokkeld. De Vallei was afgesloten. Geen wonder dat de soldaten van Xanadu het over het einde van de wereld hadden. Hij streek zijn handen over het koude beton. Hij leunde naar voren totdat zijn voorhoofd tegen de muur rustte. Het spijt me. Hij begreep nu dat hij gelijk had gehad, dat alles te maken had met het begin. Maar hij had ook ongelijk. Dat lag allemaal in het verleden. Hij meende nu te weten wie de dienaar was. En hij wist dat hij weer moest afdalen. Hij moest repareren wat er te repareren viel. Hij sloot zijn ogen en slaakte een haperende zucht. ‘Het spijt me dat ik niet wilde luisteren.’ Ik weet het. Hij draaide zich om en leunde tegen de muur, en liet zich zakken totdat hij op de grond zat, de benen naar voren, zijn handpalmen naar boven gekeerd. Hij leunde met zijn hoofd tegen het gewapende beton en keek naar de Vallei die zich voor hem uitstrekte. De zon was inmiddels boven de toppen uitgestegen en kleurde de hoogten en de diepten met schaduwen en een gouden gloed. Tranen trokken een spoor door het vuil op zijn wangen. ‘Wanneer?’ Niet nu. Hij duwde zijn pet van zijn hoofd en liet hem op de grond vallen. Gauw. Hij leunde tegen de muur en zag hoe de Vallei zich vulde met licht. Het beton begon hem af te koelen. Je moet gaan. Hij kwam overeind en daalde af totdat hij een bron vond om zijn waterzak bij te vullen. De eerste bron in de Vallei. Hij waste zijn gezicht en klom weer naar het pad, waar hij begon aan de lange weg terug. Tot ziens. Tijdens het hollen dacht hij aan de Tovenaar, Billy Brydon, de enige overlevende van de onder de voet gelopen en vernietigde pelotonsbase Xanadu. In zijn gedachten volgde hij het afschrikwekkende pad dat Brydon gevolgd moest hebben door de Vallei, vluchtend van de heksenketel waarin al zijn maten de dood hadden gevonden. Terug naar waar 299
De vallei 299 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
hij een andere Amerikaanse basis wist. Terug naar pelotonsbase Vega, waar Black nu niet heen ging.
300
De vallei 300 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
35
H
et ging weliswaar heuvelafwaarts, toch was hij de hele ochtend en een deel van de middag aan het lopen. Dit keer sloeg hij het papaverveld over en koos hij het gevaarlijke pad om over de berg te komen. Hij was blij dat hij in het donker de steile rotswanden en afgronden had vermeden. Toen hij op Traynor achter zich wist, verliet hij het pad naar Vega en begon hij aan de afdaling via de bergkam. De zon scheen fel en hij rekende erop dat zijn constante progressie enige bescherming zou bieden. Hij kon het nog niet zien, maar de locatie stond in zijn geheugen gegrift en hij daalde met vertrouwen af. Hij prijsde zich gelukkig dat hij kilometers had kunnen lopen zonder te zijn opgemerkt. Hij wist wat hem te doen stond en met een beetje geluk zou het hem lukken. Toen hij eenmaal onder de bomen vandaan was, op een door zonlicht overgoten kam, zag hij het. Het was een vreemd element daar op de bergtop, in een gebied waar de bouwers weinig van afwisten. Hij naderde het stenen gebouwtje behoedzaam, aangezien hij geen schrikreactie wilde uitlokken. Toen hij binnen gehoorsafstand kwam, riep hij. ‘Corelli?’ Niets. Hij kwam dichterbij. Het stenen bouwwerk was fascinerend; de stijl paste volstrekt niet bij de streek. De bouwstijl was eenvoudig. Vanaf deze kant bezien, op de bergkam, zag hij een enkele deur met een klein raampje ernaast. Het was stevig genoeg om honderdvijftig jaar van wind, sneeuw en zon te hebben overleefd, en het zag eruit of ook de volgende honderdvijftig jaar geen enkel probleem zouden opleveren. Hoe ambitieus moesten hun intenties zijn geweest. 301
De vallei 301 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Corelli, ik ben het, luitenant Black,’ riep hij terwijl naar de deur liep. Hij gluurde naar binnen. ‘Corelli, ben je...’ Corelli was er. Black stoof op hem af. Een diepe snee boven wild kijkende ogen. Hij rukte en schokte om zijn handen los te krijgen. Zijn scherfvest, helm en geweer lagen in een hoek. Zijn ogen focusten zich op Black en paniekerig probeerde hij iets te zeggen door de knevel voor zijn mond. ‘Niet bewegen,’ zei Black. In de hoek van de kamer was een stenen werktafel ingebouwd. Iemand had Corelli’s handen met tie-wraps strak achter zijn rug en aan de stenen tafelpoot gebonden. De politie gebruikte zulke handboeien tijdens rellen en in andere situaties waarbij veel arrestaties werden verricht. In het leger waren ze onderdeel van je gevechtsuitrusting, om krijgsgevangenen veilig te kunnen afvoeren. Blijkbaar waren deze van Corelli zelf. Op de tafel stond een groene legerradio. De kast was aan stukken geslagen, het venster verbrijzeld. Met een steen? Hamer? Hij richtte zijn aandacht op Corelli’s handboeien. Corelli worstelde nog altijd met de knevel voor zijn mond. Black rukte en sjorde totdat hij Corelli’s mond en kin had ontbloot. ‘Achter u, luite...’ Black hoorde het geluid en keerde zich razendsnel om. Op de drempel stond een Afghaans meisje van tien, elf jaar oud. Ze had opvallend kort haar en droeg een traditionele, met borduursel versierde zwarte Nooristaanse jurk. Haar ogen waren felblauw. Black herkende haar. Hij vroeg zich juist af waarom ze helemaal van Darreh Sin hierheen was gekomen en vond slechts tijd om zijn hand omhoog te steken en zijn mond open te doen toen het meisje Corelli’s pistool vanachter haar rug tevoorschijn haalde en Black neerschoot. De kogel trof hem aan de binnenzijde van zijn linkerschouder. Door de impact draaide hij een kwartslag, waarna hij viel. Zijn hoofd klapte op de stenen vloer; sterretjes voor zijn ogen. Corelli schopte en brulde. Hij lag op zijn rug op de koude vloer en hapte naar adem. Het plafond draaide. Licht en donker wisselden elkaar af. De adrenaline gierde door zijn lijf en hij dwong zichzelf om overeind te komen. Hij kon niet meer overeind komen. 302
De vallei 302 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Met een uiterste krachtsinspanning wist hij zijn hoofd een paar centimeter van de vloer op te tillen. Hij keek langs zijn voeten. Door de wazige deuropening, en door duizenden lichtspikkeltjes, zag hij hoe het meisje opkrabbelde en om zich heen keek. Ze bukte om iets op te rapen en stak het achter haar oor, waarna ze een stap naar voren deed. Ze stond in de deuropening en nam met haar felblauwe ogen het tafereel in zich op. In de verte rukte Corelli aan zijn boeien en brulde dat ze geen stap dichterbij moest komen. Ze deed twee stappen naar voren en boog zich over Black heen. Het was een rode bloem, die ze achter haar oor had gestoken. Ze zei iets in een taal die hij niet verstond. Ze kon haar geluk niet op. Vader, u hebt mij vandaag geleid. Ze had niet lang hoeven nadenken voordat ze besloot de jonge soldaat uit de basis te volgen, en zag tot haar verwondering dat hij naar een van de schuilplaatsen van de bebaarde Amerikaan ging. Normaal gesproken deden hij en de andere Amerikanen alsof ze elkaar niet kenden. Toen het ochtend werd, moest ze snel terug naar huis, zodat moeder haar niet zou missen. Ze was bang geweest dat dit niets zou opleveren. Ik had niet mogen twijfelen. Pas de volgende nacht kreeg ze haar kans. Toen het eenmaal achter de rug was, werd het weer ochtend en moest ze weer terug naar moeder. Arme moeder. Ze was nooit eerder overdag weggeslopen. Maar ze wist zeker dat het dit keer moest. U vertelde me dat het moest. Zelfs als het de taliban alleen maar een extra gevangene had opgeleverd, zou het de moeite waard geweest zijn. Was alles het risico waard geweest, aangezien ze als zichzelf moest. Maar deze prijs had ze niet verwacht. Niet zo gauw. De officier. Nu lag hij voor haar op de vloer, zwak, bleek en zwaar ademend. De man met de zwarte streep. De bange jonge soldaat in de hoek rukte en trok aan zijn boeien en schreeuwde in zijn Amerikaanse taal. Ze negeerde hem en deed een stap naar voren, de blik op haar prooi gericht. 303
De vallei 303 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De dienaar. Zoals ze hem al hadden genoemd. Hij beantwoordde haar blik met glazige ogen, zijn krachteloze armen schurend over de vloer als een aan de grond vastgepind insect. Hij zag eruit alsof hij snel het bewustzijn zou verliezen. Waarschijnlijk had ze zijn hart geraakt. U hebt mijn schot richting gegeven. ‘Dat ik maar het laatste mag zijn wat je ziet, duivel.’ Ze reikte naar zijn borst en negeerde zijn zwakke pogingen om zichzelf te verdedigen. Ze greep het hoekje van het stoffen vierkant waarop zijn markering stond en trok. Het kwam makkelijk los. Ze ging rechtop staan en keek naar de wild bewegende soldaat in de hoek. ‘Maak je geen zorgen,’ zei ze. ‘Je zult niet lang alleen zijn.’ Ze draaide zich om en liep weg, de berg af, naar huis. Nu zullen de taliban het begrijpen. Geen twijfel meer mogelijk. Ze zullen weten wie dit land verdedigt. Ze stopte het vierkant met de zwarte streep in haar zak. De zwarte streep die ze in het donker had gezien toen ze ineengedoken in de deuropening van moeders huis zat, in de lichtflits die Soeraf naar het Paradijs bracht om daar op vader te wachten. Ik hoop dat je niet bang was, Soeraf, toen je in je eentje moest wachten. Ze had die nacht geen gezicht gezien. Alleen de streep. Kadir had haar verteld wat die streep betekende. De officier. Kadir had haar dingen verteld die ze moest weten. Had die aan Tajumal verteld. Maar Tajumal was niet langer nodig. Zij was de wreker. Niet Kadir, niet de jongens die vergeefs op de Amerikanen afstormden. Alleen zij. De streep was het bewijs. Ze zullen weten wie trouw is. Ze holde over rots en gras en oefende haar verhaal voor moeder. Rust zacht, Soeraf. Rust zacht met vader. Terwijl ze holde, voelde ze tranen over haar wangen biggelen, en ze besefte dat het tranen van vreugde waren. In de droom zag hij het nu duidelijk. Zag dat hij het weer bij het verkeerde eind had gehad. Maar ze zei dat het niet erg was, en hij was blij dat hij het nu wel begreep. Hij lag op zijn rug en keek naar het stenen raamkozijn, en zij stond naast 304
De vallei 304 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
hem. Het was niet zij, maar zij. Ze legde een hand op zijn gezicht en zei dat hij zich geen zorgen moest maken. Ze zei dat hij moest rusten, daar op de zachte, stenen vloer. Ze zei dat hij niet lang alleen zou zijn.
305
De vallei 305 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
36
B
lack zweefde door zwarte diepten, maar vond geen rust omdat het leek alsof er tegen zijn hoofd werd getrapt. De vloer verhardde zich onder hem. Het gedempte geluid zwol aan tot een stem en hij besefte dat iemand inderdaad tegen zijn hoofd trapte. ‘Luitenant, wakker worden.’ Corelli. ‘Alstublieft, luitenant, word nou wakker.’ Trap. De jongen gebruikte dan wel de zijkant van zijn voet, maar kom op, zeg. ‘Hou op,’ kreunde hij. Hij proefde zand. ‘Sorry, luitenant,’ hoorde hij Corelli antwoorden. ‘U mag alleen niet in shock raken.’ Hij kon zich er nog niet toe brengen zijn ogen te openen. ‘Hoelang?’ fluisterde hij. ‘Niet langer dan een kwartier. Wakker blijven nu, luitenant.’ ‘Oké,’ fluisterde hij. Hij had een droge mond en zijn hoofd bonsde vreselijk daar waar hij tegen de vloer was geklapt. De linkerkant van zijn borstkas stond in brand. Hij voelde wat plakkerigs achter zijn rug. Hij deed voorzichtig zijn ogen open en sloot ze meteen weer. Veel te fel. Gaat niet zo goed. ‘Ik ben nog wakker,’ mompelde hij. ‘Goed om te horen, luitenant.’ Corelli slaakte een zucht en leek in te storten. ‘Het spijt me, luitenant. Ik heb het helemaal verkloot.’ 306
De vallei 306 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Niet nu, Corelli. ‘Geef me een minuutje,’ pufte Black. En hij nam dat minuutje. Het enige wat hij wilde, was doodstil blijven liggen. Uiteindelijk schraapte hij zijn keel. ‘Wat is er gebeurd?’ ‘Ik ben in slaap gevallen, luitenant!’ klaagde Corelli. ‘Het spijt me zo, ik heb het verkloot!’ Met de onderkant van zijn voet stampte hij tegen de stenen muur. ‘Ik ging hierheen zoals u me had opgedragen. Ik vond de plek en heb de hele dag gewacht, maar kon de frequentie op het papiertje dat u me gegeven had niet oproepen omdat iemand de radio had vernield.’ Verdomme. ‘En toen heb ik de hele nacht gewacht,’ ratelde Corelli door. ‘Ik was maar een uurtje gaan liggen, vlak voordat het licht werd. Ze heeft mijn geweer gepakt en me met een steen of zo op mijn hoofd geslagen toen ik lag te slapen. Ze had mijn pistool en mijn mes en mijn boeien en alles. Ze bleef maar schreeuwen en wijzen totdat ik hier in de hoek ben gaan zitten, en ik was nog helemaal daas omdat ze me met die steen had geslagen, de hele kamer draaide, en ze had mijn pistool en ze bleef me maar met de kolf op mijn achterhoofd slaan terwijl ze de handboeien omdeed. Jezus, wat doet het pijn.’ Black draaide zijn hoofd opzij op en waagde een blik. Het gezicht van de soldaat was lijkbleek en de bloedende snee op zijn hoofd zag er lelijk uit. ‘Ik ga hulp halen,’ zei Black meteen, en hij begon op te krabbelen. Hij was nog maar halverwege toen de hele wereld ondersteboven kantelde en een gloeiende pook hem doorboorde, van de binnenkant van zijn schouder tot aan zijn heup. Hij zakte in elkaar en een golf van misselijkheid overspoelde hem. ‘Blijf liggen, luitenant. U bent te zwaargewond. Hebt u een mes?’ Mes. Zijn mes. Bij zijn scherfvest en geweer en andere spullen in Pistones kot. ‘Nee.’ ‘Ah.’ Sukkel. ‘Geeft niet, luitenant. Ik verzin wel wat.’ Hij zweeg en wachtte tot de misselijkheid wegtrok terwijl Corelli wat verzon. Na vijf hele minuten waarin geen plan werd voorgesteld, besefte hij dat niets zou gaan werken. Hij zag geen enkele uitweg. 307
De vallei 307 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ik heb een minuutje nodig. Het gedraai van de kamer werd minder. Zolang hij maar stil bleef liggen kon hij beter nadenken. Maar op het moment had niemand wat aan hem. Hij had dorst. Hij tilde zijn hoofd op en keek naar Corelli, die er nog altijd bleek en ellendig uitzag. ‘Wat heeft jullie peloton met de familie van dat meisje gedaan?’ vroeg hij aan de jonge soldaat. Corelli keek hem verbaasd aan, maar liet daarna zijn hoofd weer zakken, zodat Black zijn gezicht niet langer kon zien. Hij slaakte een diepe zucht. ‘Het is allemaal mijn schuld,’ zei hij. ‘Wat dreigde hij met je te doen als je het aan mij zou vertellen?’ Corelli schudde zijn hoofd. ‘Niet hij, luitenant. Sergeant Caine.’ ‘Die bedoelde ik ook.’ ‘Wat?’ Er was iets wat niet klopte in wat Corelli zei, maar door een nieuwe duizeling kon Black het niet plaatsen. Hij kon zo niet zijn hoofd optillen en achterwaarts en ondersteboven naar Corelli kijken. Hij lag op zijn rug en staarde naar het stenen plafond. Zijn diepe ademhaling deed pijn. Black sloot zijn ogen om zich minder duizelig te voelen en dacht aan Corelli’s behoedzame, zorgvuldig geformuleerde antwoorden op zijn vragen die eerste dag in Vega. ‘Je hebt me alles verteld wat je me kon vertellen,’ zei hij. ‘Het is jouw schuld niet.’ Corelli’s antwoord was nauwelijks meer dan gefluister. ‘Toch wel, luitenant.’ Black riskeerde een blik naar de bovenkant van Corelli’s hoofd. ‘Wat heb je gedaan, Michael?’ vroeg hij zachtjes. Corelli’s stem brak toen hij antwoord gaf. ‘Níks, luitenant.’ ‘Vertel het nou maar.’ Corelli slaakte een diepe zucht. En toen stak hij van wal. ‘Het was een paar dagen eerder dan dat gedoe met die geit,’ begon hij, de blik nog steeds naar de vloer gericht. ‘Sergeant Caine zei dat iemand vuur had gezien ergens boven de wei, en we zouden op patrouille gaan om 308
De vallei 308 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
het te onderzoeken. Wat al raar was, want de wei lag aan de andere kant van de berg en naar ik weet hadden we die nacht niemand in het veld die het vuur gezien kon hebben.’ De jongens in de observatiepost. ‘De sergeant was nogal boos toen we vertrokken, en dat werd alleen maar erger toen we dichterbij kwamen. Toen hij het zag, sloegen de stoppen zelfs door. Je zag het vuur branden op de hellingen. Op een van de papavervelden, waar de Afghanen de bloemen voor hun drugs hadden geplant. Maar Vega liep geen enkel gevaar, dus ik snapte niet waarom hij zo boos werd.’ Ik denk dat ik het wel weet, dacht Black. ‘Hij en luitenant Pistone zonderden zich af en begonnen verhit met elkaar te praten. Alsof ze ruzie hadden, maar ik kon het niet goed horen. En toen sergeant Caine terugkwam, zei hij dat we naar de wei moesten om het huis van een of andere gast te doorzoeken, de eigenaar van het veld of zo. Wat ook raar was, aangezien Danny niet mee was.’ ‘Waarom niet?’ ‘Weet ik niet, luitenant. Danny zou meegaan op patrouille, zoals altijd. Ik had gezien dat hij zich aan het klaarmaken was. Maar sergeant Caine zei dat-ie moest blijven. Ik vond dat raar, maar ik was nog maar een paar maanden bij de eenheid en ben een gewone soldaat, dus wat weet ik er nou van? Ik hield mijn mond dicht en ging mee op patrouille.’ ‘Waar was sergeant Merrick?’ ‘Hij gaf sergeant Caine het bevel. Ze gingen niet altijd allebei mee op patrouille.’ ‘Oké.’ ‘We gingen dus naar de wei, maar het voelde meteen al niet goed. De sergeant was boos, zoals ik al zei, en hij wilde niet zeggen waarom we het huis van die gast moesten doorzoeken.’ Black kon wel raden waarom. ‘We kwamen aan bij zijn huis, kort na middernacht denk ik, en alle huizen in de wei waren donker, en de sergeant begon weer te fluisteren tegen de luitenant en nam Shannon mee, die ook mee was gegaan met de patrouille, en ze klopten nog niet eens aan, wat we eigenlijk wel moeten doen in dorpen die ons niet vijandig gezind zijn.’ ‘Oké.’ ‘De sergeant trapte meteen de deur in en ze gingen naar binnen met de richtlamp op hun geweer aan, en ze begonnen te schreeuwen, en ik hoorde 309
De vallei 309 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
de sergeant een paar van zijn commando’s in het Pasjtoe roepen. U weet wel, “Liggen” en zo. Iemand riep iets terug, en hij klonk erg bang, en ik hoorde ook een vrouw, en kinderen, het was allemaal erg chaotisch.’ Hij haalde diep adem. ‘Na een paar minuten kwam de sergeant weer naar buiten,’ zei hij met trillende stem. ‘Samen met een jochie.’ ‘Wat?!’ ‘Een jochie, luitenant. Een klein jochie, zeven of acht jaar oud. Hij had hem bij zijn kleren gegrepen en sleepte hem naar buiten zoals je een puppy in zijn nekvel pakt. En dat jochie maar huilen en jammeren, omdat-ie niet wist wat er allemaal gebeurde.’ Black sloot zijn ogen. ‘En toen kwam ook Shannon naar buiten. Met de vader van dat jochie. En niemand van ons die wist wat er aan de hand was. Zelfs Shannon wist het volgens mij niet. De sergeant zei: “Hou hem vast,” en Shannon stond daar gewoon en hield de vader vast en keek naar de sergeant.’ Er vormde zich een klomp in Blacks maag. ‘En de sergeant begon tegen de vader te schreeuwen. Hij trok zijn pistool en begon ermee te zwaaien, en richtte hem zelfs op dat jochie. En hij bleef maar hetzelfde herhalen.’ ‘Wat dan?’ ‘Dat kon ik niet verstaan, luitenant. De sergeant kent een paar woordjes Pasjtoe. Maar ik probeerde het merendeel te onthouden en toen we terugkwamen in de pelotonsbase zocht ik het op op mijn taalkaart, en het betekende iets als “Waar?” of “Waar is het?” of zoiets.’ ‘Oké.’ ‘En die vader begon terug te schreeuwen, totaal in paniek, en hij riep iets wat ik ook niet verstond, behalve dat hij maar iets bleef zeggen als talib, talib, alsof-ie de taliban bedoelde.’ Zijn stem stokte in zijn keel. ‘Het enige wat-ie deed, was sméken, luitenant! Om te stoppen met wat ze aan het doen waren. De sergeant had zijn zoontje vast en bleef maar schreeuwen.’ Hij slikte. ‘De jongens van de patrouille begonnen nu ook in paniek te raken, omdat het allemaal zo open en bloot gebeurde. Iedereen scheet in z’n broek en wilde dat Caine dat joch liet gaan, zodat we weg konden daar.’ 310
De vallei 310 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wat deed luitenant Pistone?’ Hij had meteen spijt van zijn vraag. Hij kende het antwoord al. Hij stond erbij en keek ernaar. Corelli klonk verbaasd. ‘Wat, luitenant?’ ‘Waarom hield hij Caine niet tegen?’ Corelli keek hem met een van pijn vertrokken gezicht aan. ‘Hij was degene die het dééd, luitenant.’ ‘Wat deed?’ Corelli barstte in tranen uit. ‘Hij schoot hem neer!’ snikte hij. Black deed zijn ogen open en zag sterretjes. ‘Wie? De vader?’ ‘Dat jochie!’ jammerde Corelli. ‘En hij zei niet eens wat voordat hij het deed!’ Zijn stem sloeg over, als een kind. ‘Hij liep naar waar de sergeant hem vasthield en had zijn pistool in zijn hand en deed het gewoon! Waarom deed-ie dat nou, luitenant?’ Corelli huilde nu voluit. Het telegraafgebouwtje tolde, hoewel Black doodstil lag. En jullie brengen zijn dienaar naar mijn dorp! Herinneringen drongen zich op, pijnigden hem. Iedereen in de Vallei zegt dat de Duivel weg moet. Zijn mond was kurkdroog en zijn hoofd voelde aan als een rammelende spaarpot. Hij haalde diep adem en dacht: ik ben een idioot. ‘Wat gebeurde er toen?’ Corelli probeerde zich te herpakken. ‘Iedereen raakte in paniek, luitenant,’ zei hij droevig, verdwaald in de afschrikwekkende herinnering. ‘De vader stond te schreeuwen en probeerde zich los te rukken van Shannon, en je kon de vrouw binnen ook horen gillen.’ Hij zuchtte diep en schudde zijn hoofd. ‘Zelfs sergeant Caine raakte in paniek. Niemand die had verwacht dat de luitenant zoiets zou doen. Hij riep: “Jezus, luitenant!” en het leek wel alsof de luitenant gek was geworden.’ ‘Hoezo?’ ‘Het leek alsof-ie ergens anders was, en deed erg... formeel. Ik bedoel, 311
De vallei 311 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
die vader stond te schreeuwen en huilen en begon Shannon te slaan, en de luitenant was gewoon aan het bazelen en bleef maar herhalen: “Nu weten ze het allemaal.” En daarna gaf hij ons het bevel om terug te keren naar Vega.’ ‘Wat deden jullie toen?’ ‘De sergeant liep op Shannon af en nam de vader van hem over, en op datzelfde moment kwam er een ander kind uit het huis gerend, en verdween tussen de bomen.’ ‘Een kind?’ ‘Ja, een ander jong kind. Ik kon niet zien of het een jongen of meisje was, maar blijkbaar dacht hij ook neergeschoten te worden, en dus zette hij het op een lopen.’ Meisje. ‘De sergeant zei tegen Shannon dat-ie achter het kind aan moest. Shannon had die hele tijd geen woord gezegd, en nou stond-ie daar en keek Caine recht in de ogen en zei: “Loop naar de hel.”’ ‘Wat deed Caine toen?’ Vanuit zijn ooghoek ving hij een glimp op van de bovenkant van Corelli’s hoofd. ‘Die was woest. Helemaal over de rooie. Hij zei alleen “Godverdegodver”, waarop hij de vader naar de bosrand meenam, waar niemand hem kon zien, en daar schoot-ie hem dood.’ Corelli liet een stilte vallen en ging toen op zakelijke toon verder. ‘Toen kwam hij terug en leidde ons weg van het huis, naar een ander deel van de wei, weg van luitenant Pistone, en zei dat er helemaal niks was gebeurd en dat niemand van ons wat had gezien. Hij zei dat als iemand iets zou zeggen, ook al was het sergeant Merrick, de luitenant ons ook zou doodschieten. Het was alsof hij luitenant Pistone in bescherming nam. Hij zei: “Nu weten jullie ook dat het menens is voor de luitenant.” Maar ik merkte dat hij bang was.’ ‘Oké.’ ‘En toen gingen we terug naar Vega.’ ‘Wie zat er nog meer in de patrouille?’ ‘Behalve Shannon en ik, alleen Hill, luitenant. En Chen.’ Van op Traynor. ‘Wat gebeurde er toen?’ ‘Niks, luitenant. Sergeant Caine herinnerde ons er elke week aan wat 312
De vallei 312 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
luitenant Pistone ging doen, of mij in ieder geval wel. Niemand die het erover had, en de sergeant deed alsof alles normaal was.’ Black begreep iets niet. ‘Waarom bleef hij jullie dan meenemen op patrouille?’ vroeg hij. ‘Waarom bleef Caine naar Darreh Sin gaan?’ ‘Dat wilde hij ook niet, luitenant,’ zei Corelli, ‘maar we moesten wel. We hadden dat irrigatieproject waar we eenmaal per week foto’s van moesten maken en zo. De sergeant kon ons moeilijk de hele tijd in Vega opsluiten, want daar zou de rest van het peloton achterdochtig van worden. En hij kon zéker niet uitleggen aan hq waarom we geen foto’s meer konden maken.’ Black stelde zich voor hoe het gegaan moest zijn. ‘Die patrouilles waren zeker wel gevaarlijk.’ ‘Absoluut, luitenant. We zijn er twee of drie keer geweest sinds het voorval, en voordat we u meenamen.’ Hij begon nu beter te begrijpen hoe het zat met Darreh Sin. ‘En die geit?’ ‘Die geit was gewoon die geit, luitenant. Een foutje, dat was alles. Sergeant Merrick stuurde ons de volgende dag naar het dorp om de boel te fiksen.’ ‘Dat zal Caine niet leuk hebben gevonden.’ ‘Verre van, luitenant.’ ‘Maar hij kon er natuurlijk niks van zeggen.’ ‘Nee. Volgens mij wilde hij niet dat sergeant Merrick ook maar iets zou gaan vermoeden.’ ‘Het zal wel raar geweest zijn, toen jullie er waren.’ ‘Héél raar, luitenant,’ zei Corelli, huiverend. ‘Maar op dat moment wist ik het.’ ‘Wat?’ ‘Dat ze wisten wie we waren, luitenant. Niet alleen wat er was gebeurd. Dat wisten ze wel. Maar dat ze precies wisten wie erbij was geweest.’ Zijn stem dwaalde af. ‘Ik kon het zien aan de manier waarop ze naar me keken.’ ‘Dus dat was de reden dat je zo gespannen was en je wapen afvuurde.’ ‘Ik denk het, luitenant.’ Black bleef roerloos liggen. Hij besefte dat hij enorme dorst had. ‘Wanneer verdween Hill precies?’ Hij zag Corelli verbaasd opkijken. 313
De vallei 313 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Hoe weet u van Hill, luitenant?’ ‘Gewoon.’ ‘Een paar dagen na het voorval. Niemand die hem sindsdien in Vega heeft gezien. Sergeant Caine bleef maar zeggen dat hij op een lange patrouille was, maar hij kwam nooit terug naar de compound. En een paar dagen geleden verdween Bosch. Misschien zijn ze...’ ‘Ze zijn er nog,’ zei Black. ‘Ik heb ze gezien.’ ‘Luitenant?’ ‘Maak je maar geen zorgen. En wat gebeurde er met luitenant Pistone na het voorval?’ ‘Hij verdween gewoon, luitenant. Hij was wel in Vega, maar niemand die hem nog zag. Hij sloot zich op in zijn kamer en ging zeker niet meer mee op patrouilles. Waarschijnlijk had sergeant Caine hem verteld dat hij zich gedeisd moest houden. De ochtend na dat gedoe met die geit, vlak voordat sergeant Merrick ons meenam naar Darreh Sin, zei sergeant Caine tegen me dat ik me geen zorgen hoefde te maken, dat de locals vooral boos waren op luitenant Pistone, en de laatste keer dat we er waren had hij tegen de burgemeester of het stamhoofd verteld dat de luitenant Vega had verlaten en niet terug zou komen.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik begrijp het nog steeds niet, luitenant. Ik bedoel, luitenant Pistone leek me niet meteen een toffe peer, maar ook weer niet iemand om...’ ‘Ik weet het,’ zei Black. Hij diepte het dagboekfragment op uit zijn geheugen. ‘Hij heeft mij ook voor de gek gehouden.’ Ze bleven even zitten, en liggen. ‘Was Brydon er ook die nacht?’ vroeg Black. ‘Nee, luitenant. Godzijdank. Billy heeft wel genoeg voor z’n kiezen gehad.’ Black staarde naar Corelli, maar die zei niets meer. ‘Wat weet je over Brydon?’ vroeg hij. ‘Hoe bedoelt u, luitenant?’ ‘Waar hij vandaan komt, hoe hij hier terecht is gekomen en zo.’ Corelli dacht even na. ‘Eigenlijk niks, luitenant. Ik mag Billy wel.’ ‘Maar?’ Het was duidelijk dat Corelli worstelde met iets. ‘Nou ja, toen hij hier kwam, was het nogal raar.’ 314
De vallei 314 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Hoe bedoel je?’ ‘De avond voordat hij naar Vega kwam, gebeurde er iets raars,’ zei Corelli, voor zich uit starend. ‘Wat dan?’ ‘Ik had dienst in de commandopost en zat te lezen terwijl ik de frequenties afluisterde, en toen kreeg ik allerlei flarden binnen op het brigadenet.’ Het kanaal dat iedereen in het operationele gebied, inclusief de Vallei, gebruikte om met het brigadehoofdkwartier te communiceren. ‘Gevechtscommunicatie.’ ‘Gevechtscommunicatie inderdaad, hoe wist u dat?’ ‘Laat maar.’ ‘Nou ja, het ging slecht, luitenant. Het vuurgevecht bedoel ik. De verbinding was trouwens ook niet top. Erg veel storing. Zo nu en dan kregen we wat binnen. Iemand die in de problemen zat, maar ik had geen flauw idee wie. Hemels was het niet, en verderop in de Vallei hadden we niemand zitten, en dus begonnen we ons af te vragen of we niet per ongeluk communicatie uit een andere vallei opvingen. Door de weersomstandigheden of zo.’ ‘Oké.’ ‘Sergeant Caine en Shannon verlieten de basis om een en ander vanaf hogergelegen terrein te kunnen checken. Wat sergeant Merrick nooit zou hebben toegestaan, maar hij was met verlof en sergeant Caine runde de boel. Maar na een paar uur kwamen ze terug en zeiden ze dat ze niets hadden gezien.’ ‘En Billy arriveerde de volgende dag.’ Hij wist Corelli’s blik op zich gericht. ‘Eh, ja. De volgende dag kwam sergeant Caine met Billy naar de wapenkamer en zei dat hij vanuit een andere eenheid was overgeplaatst en dat ik hem aan het rooster moest toevoegen. Ik vond het maar raar, aangezien er volgens mij geen konvooi was aangekomen die nacht.’ Hij zuchtte. ‘Ik weet het niet. Misschien dacht ik dat hij wat problemen in zijn andere eenheid had en daarom was overgeplaatst. Dat-ie ermee zat of zoiets, wat het ook was. Dat er iets boven zijn hoofd hing.’ ‘Heeft hij je niks verteld?’ ‘Nee. Ik kreeg wel het gevoel dat hij me wat wilde vertellen, maar dat heeft hij niet gedaan, en ik heb er verder niet naar gevraagd. Wat het ook was, het was zijn eigen zaak. Zoiets, luitenant.’ 315
De vallei 315 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij zweeg. ‘Misschien was dat ook de reden dat sergeant Caine hem zo vaak op verlof stuurde.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Nou ja, telkens voor een dag of twee. Maar als ze echt vermoeden dat iemand er langer tussenuit moet, sturen ze wel iemand.’ Hij viel even stil. ‘Het is alleen dat Billy er vaak tussenuit moet, luitenant.’ Black meende iets te begrijpen nu. ‘Heb je hem ooit verteld over die nacht in de wei?’ ‘Nee, luitenant,’ mompelde hij, ‘maar ik denk dat hij wel wat vermoedt.’ ‘Hoezo?’ ‘Hij is maatjes met Bosch en ik denk dat Bosch het hem heeft verteld. Hij deed ineens een stuk aardiger tegen me, gaf me muziek en zo. Alsof hij wist dat ik ook ergens mee zat.’ Corelli’s ademhaling klonk alsof hij elk moment weer in tranen kon uitbarsten. ‘Ik kon het gewoon niet, luitenant!’ riep hij droevig. ‘Wat niet?’ ‘Ik heb het hem niet verteld, of aan wie dan ook! Niemand had het erover. Iedereen was bang voor wat er anders zou gebeuren.’ ‘Je hebt het aan mij geprobeerd te vertellen, en je vertelt het nu.’ Corelli’s stem werd hees, ernstig. ‘Ik was een lafbek en zal ervoor boeten,’ mompelde hij tegen niemand in het bijzonder. ‘Niemand die ervoor gaat boeten,’ zei Black. ‘Tijd om weg te gaan hier.’ Corelli keek hem niet-begrijpend aan. ‘Komt de Monnik, luitenant?’ ‘De Monnik komt niet.’ Corelli viel even stil. ‘Jezus, luitenant,’ kreunde hij, ‘we zijn er geweest. We zitten vast hier.’ ‘We zitten niet vast,’ zei Black. ‘Ik zal ervoor zorgen dat je hier wegkomt.’ ‘Maar, luitenant, u bent zelf...’ In één enkele beweging drukte Black zichzelf op totdat hij rechtovereind zat. De pijn schoot van zijn schouder tot aan zijn middel en het voelde alsof zijn hoofd elk moment uit elkaar kon klappen. De kamer begon weer te draaien en even wist hij zeker dat hij zou overgeven. 316
De vallei 316 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij keek hijgend om zich heen. Pas toen zag hij de plas bloed waar zijn schouder op de vloer had gelegen. Zijn linkerarm hing nutteloos langs zijn lichaam. Hij had zoveel dorst. ‘Luitenant,’ zei Corelli nuchter, ‘u bent op het moment niet in staat om wie dan ook te redden.’ Black negeerde hem. Hij draaide zich om zodat Corelli de achterkant van zijn schouder kon zien, waar de kogel zijn lichaam had verlaten. ‘Zie je de wond nog bloeden?’ ‘Volgens mij niet, luitenant, maar er ligt een grote pla...’ ‘Mooi.’ Corelli keek toe terwijl Black langzaam opkrabbelde totdat hij op handen – hand – en knieën zat, met zijn hoofd naar de deur. De pijn straalde uit over zijn borst en zij. ‘Blijf hier,’ zei Black. Hij besefte hoe idioot zijn bevel moest klinken en lachte hardop. Corelli keek hem bezorgd aan. Black slaagde erin een voet plat op de vloer te zetten, waarna hij zichzelf aan de deurpost omhoogtrok. De wereld begon te schommelen. ‘Luitenant,’ riep Corelli, ‘vertel het niet aan Billy als hij het nog niet weet. Ik wil het hem graag zelf vertellen.’ ‘Billy is dood.’ Hij strompelde de deur uit, het daglicht in. Het panorama was overweldigend. Hij kreeg het gevoel dat hij van de berg de lucht in zou storten als hij zich niet ergens aan vasthield. Hij wachtte totdat de duizeligheid was weggeëbd en keek naar de grond. Corelli’s pistool. Hij liet het wapen liggen. Hij zette zijn ene voet voor de andere, in de richting van pelotonsbase Vega. Toen de volgende stap. Hij had zo’n twintig stappen genomen toen hij viel. Dat de duivel door de mist loopt en baby’s meeneemt en zo. Hij krabbelde overeind en begon opnieuw.
317
De vallei 317 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
37
T
erwijl hij struikelend over de bergen naar Vega strompelde, hoorde en zag Black veel dingen, waarvan sommige echt, volgens hem, en andere ingebeeld. Na wat een aantal uur moest zijn geweest werd het avond. Hij wist dat hij hallucineerde, aangezien hij zijn vriend de grapjurk naast zich zag lopen om hem naar zijn volgende punt te leiden, richting pelotonsbase Vega. Hij proefde aarde. Soms dacht hij dat hij aan het kruipen was. ’s Nachts koelde de lucht snel af, en daarmee ook de grond. Hij wist zeker dat hij gedonder hoorde tussen de bergtoppen. Hij moest water hebben, en snel. Misschien was hij even gaan liggen om te rusten, maar de gapende verschrikkingen die zich in de krochten van zijn dromen aan hem openbaarden, drukten hem weer omhoog, door de aardkorst heen, en dwongen hem weer overeind te krabbelen. Het enige wat hij wist, was dat hij op zijn gezicht tussen de bladeren en naalden lag en dat een ruwe hand hem op zijn rug draaide. Hij voelde zijn hielen over de grond schrapen terwijl dezelfde hand hem voorttrok aan de schouderbanden van zijn rugzak, als een slede, totdat hij werd losgelaten en weer terugstortte op de gezegende grond. Hij deed zijn ogen open en zag sterren door het gebladerte. En Shannon, die naast hem stond en zijn smerige handen afveegde en zijn stijve vingers masseerde. De korporaal draaide zich om, in reactie op iemand anders die dichterbij kwam. Merrick. Die kwaad op hem neerkeek. ‘Verdomme, luitenant. Was de boodschap niet duidelijk?’ Black bewoog zijn hand naar zijn heup en slaagde erin zijn pistool, dat wel twintig kilo leek te wegen, uit de holster te trekken. Zwakjes zwaaide hij het wapen in Merricks richting. 318
De vallei 318 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Man, man, man,’ zei Merrick geïrriteerd, en hij ontwapende Black met een simpele beweging. Hij richtte zich tot Shannon. ‘We moeten hem zien weg te krijgen hier.’ Meer gedonder in de verte. Merrick knielde om Blacks schouder te inspecteren. ‘Ik vertel het u zus, en ik vertel het u zo,’ mopperde hij, en hij scheurde het jack open om beter te kunnen kijken. ‘Ik probeer u duidelijk te maken dat ik erbovenop zit. Ik dacht dat jullie bataljonsofficieren slim waren. Jezus, hebt u ook maar één poging ondernomen om het verband te zien?’ Black probeerde Merricks handen te ontwijken terwijl de sergeant hem op zijn zij draaide om de achterkant van zijn schouder te inspecteren. Die nog altijd erg vochtig was, realiseerde hij zich. ‘Wie heeft u neergeschoten, luitenant?’ ‘Krijg de tering,’ fluisterde Black, zijn mond zo droog als gort. ‘Graag gedaan,’ zei Merrick geïrriteerd, en hij rolde Black wat ruwer dan nodig was terug op zijn rug, waarna hij overeind kwam. Black tastte naar zijn rechterzak en wist er met enige moeite een verfrommeld stukje papier uit te vissen. Hij gooide het zwakjes in Merricks richting. Halverwege verloor het snelheid, zodat het vlak voor de voeten van de sergeant op de grond dwarrelde. ‘Doe het... zelf...’ kreunde hij. Het uitspreken van die drie woordjes putte hem volledig uit. Merrick raapte het papiertje op en las het zonder het te begrijpen. ‘Wat is dit? Van wie heb je dit?’ Hij gaf het aan Shannon, zodat hij het ook kon lezen. ‘Jij,’ wist Black uit te brengen. ‘Wat?’ zei Merrick fel. Hij griste het papiertje weer uit Shannons hand. ‘Gelul. Ik heb u dit helemaal niet gegeven. Dit is mijn handschrift niet.’ Hij verfrommelde het papiertje en gooide het op Blacks borst. Het propje rolde weg en viel op de grond, ongewenst. ‘Is dit weer dat bemoeizuchtige gedoe van u?’ vroeg Merrick boos. ‘Op hoeveel verschillende manieren had ik u precies moeten vertellen dat ik alles onder controle heb?’ Black begreep dit niet, maar hij merkte dat hij zijn vermogen om de knokige, minachtende sergeant te wantrouwen aan het verliezen was. Of 319
De vallei 319 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
misschien kon het hem niet langer schelen of Merrick te vertrouwen was. Te veel vragen spookten door zijn duizelende hoofd. ‘Caine...’ fluisterde hij met moeite, blij met het vooruitzicht even niet meer te hoeven praten. ‘Caine, ja, ik weet het,’ zei Merrick bits. ‘Wie denkt u dat ik al die tijd aan het onderzoeken was voordat u ten tonele verscheen om de boel te verstieren?’ ‘Hij bedoelt,’ zei Shannon, wijzend naar het propje op de grond, ‘Caine.’ Merrick zweeg. Hij keek naar Black. ‘Wanneer?’ O, alweer een vraag. Merrick verwachtte toch zeker geen antwoord? ‘Sniper,’ wist Black uiteindelijk te fluisteren. Merrick keek hem niet-begrijpend aan. ‘Twee dagen geleden,’ zei Shannon. ‘U was nog in de observatiepost. Die sniper waarmee we de hele dag te kampen hadden, en die Hernandez had geraakt.’ Merrick raapte het papiertje op en las het nog een keer. Langzaam drong het tot hem door. ‘Shit,’ zei hij uiteindelijk. Gedonder. Merrick tuurde door de bomen naar de omringende bergen. ‘We moeten hier weg’ zei hij tegen Shannon. ‘Heb je de brancard bij je?’ Ze begonnen het lange stuk zwarte stof met handgrepen uit te rollen. Iemand kon erop liggen als in een hangmat en zo worden afgevoerd. ‘Corelli,’ zei Black zwakjes. ‘Wat?’ ‘Corelli,’ kreunde hij. ‘Bunker.’ ‘Welke bunker?’ De beelden waren wazig en liepen door elkaar heen. ‘Signaal,’ hoorde hij zichzelf op hese toon zeggen. ‘Berg.’ Shannon keek over zijn schouder. Merrick schudde ongeduldig zijn hoofd. ‘Waar hebt u het over?’ Blacks wazige gedachten kregen langzaam vorm. Hij probeerde te slikken. ‘Telegraaf.’ Diep inademen. ‘Station.’ ‘Wat doet-ie daar in godsnaam?’ 320
De vallei 320 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Gevangen.’ Hij snakte naar adem en begon te hoesten. ‘Wat?’ Hij moest stoppen met praten. Rusten. ‘Meisje.’ ‘Welk meisje?’ Hij zag Merrick nu weer scherp, dan weer vaag. ‘Schiet me neer...’ Merrick keek hem niet-begrijpend aan, alsof hij zich afvroeg of Black helemaal gek was geworden. Black gebaarde zwakjes naar Shannon. ‘Wei.’ Shannon keek hem fronsend aan, en keek toen naar Merrick. ‘Ik weet niet wat hij bedoelt.’ Kom op, Shannon. ‘Caine...’ hijgde Black. Hij voelde dat hij weer op het punt stond het bewustzijn te verliezen. ‘Schiet Corelli dood.’ ‘Wat?!’ Shannon, die mompelend naar de grond had gestaard, vloekte en keek naar Merrick. ‘Waarschijnlijk heeft-ie gelijk,’ zei hij kortaf. Black zag vaag hoe Merrick zijn korporaal vragend aankeek. ‘Caine weet waar Corelli zit,’ zei Shannon. ‘Haal hem...’ kreunde Black. Een donderslag weerklonk tussen de bergtoppen. Merrick had geen tijd voor verdere vragen. ‘We moeten gaan,’ zei hij. Hij wees naar Black. ‘Neem hem mee,’ zei hij tegen Shannon. ‘Denk je dat je Vega kunt halen?’ Shannon keek met minachting naar de verschrompelde Black. ‘Ja, dat haal ik wel,’ gromde hij. Donder, dichterbij nu. Maar het was geen donder. ‘Wat gebeurt er?’ hijgde Black. ‘We gaan naar de kloten, dat is wat er gebeurt,’ zei Merrick, en hij graaide naar zijn geweer en rugzak. ‘Ze komen eraan,’ zei Black, nauwelijks hoorbaar. ‘Nee, ze komen niet,’ antwoordde Merrick, terwijl hij zijn rugzak op zijn rug gooide. ‘Ze zijn er al.’ 321
De vallei 321 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Shannon greep de brancard. ‘Zorg dat-ie terugkomt in Vega,’ zei Merrick. ‘Einde van de wereld,’ mompelde Black. ‘Nu!’ riep Merrick, de blik op Blacks verzwakte lichaam gericht. ‘Roger.’ Merrick maakte aanstalten om te gaan, maar keek nog één keer om. ‘Shannon.’ De grote soldaat draaide zich om. Hij torende boven Blacks krachteloze lichaam uit. ‘Sergeant Caine mag onder geen beding de compound verlaten.’ Shannon knikte nors. Merrick verdween tussen de bomen. Een daverende klap deed de grond schudden. Dichterbij nu. ‘Dit, luitenant,’ gromde Shannon terwijl hij naast Black knielde, ‘gaat pijn doen.’ En pijn deed het. Shannon begon kordaat aan de klim. Black, die als een zak aardappelen over de brede schouders van de korporaal hing en zijn eigen schouder en zij moord en brand hoorde schreeuwen, slaagde erin vier woorden te spreken voordat hij het bewustzijn verloor. ‘Je hebt niks gezegd.’ De talib nipte onbewogen van zijn thee en keek toe hoe de kille wind de bomen in beweging bracht. Het was een vreemde ochtend geweest. Hij wist dat hun vrouwen hun hoofd kaalschoren als ze in rouw waren. Die valleimensen en hun vreemde gebruiken. Maar in dit geval was de samenkomst van traditie en list perfect geweest. Schitterend zelfs. Hij begreep het nu helemaal. Dat vreemde meisje dat weken geleden naar hem toe was gekomen, wanhopig om de strijd aan te gaan met de ongelovigen. Blijkbaar had een Amerikaan haar vader en broertje vermoord. Ze wilde koste wat kost wraak nemen. Het was nuttige informatie geweest. Niet omdat de dood van een zondige papaverteler en zijn zoon in dit door God vergeten land zelf interessant was. Maar omdat het stamhoofd van Darreh Sin, die lompe boer, hem er niets over had verteld. Hij zegt mijn hulp te willen en veinst dankbaarheid. En toch vertelt hij me 322
De vallei 322 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
niets als een Amerikaanse soldaat, een officier zelfs, een van zijn telers als een hond afmaakt. Het feit dat hij niets had gezegd, vertelde de talib alles wat hij moest weten over het stamhoofd en zijn loyaliteit. En dat hij nu het grote leed, het leed van het valleivolk kende, dit achtergestelde, trotse, emotionele volk, was ook nuttige informatie geweest, wat de wensen van het stamhoofd ook waren. Zeer nuttig. Dan hebt u, God, dit meisje op mijn pad gebracht. Zij was, voor even, uw werktuig. Wie had dat gedacht. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Ze was geestdriftig geweest. Hij zag nog het vuur in haar ogen. Wat was ze boos toen hij haar terugstuurde naar haar moeder. Hij had haar onbeschaamdheid welwillend over het hoofd gezien, het gevolg van haar begrijpelijke verdriet. Maar nu zag hij het. De gelijkenis. De eenvoud van de vermomming. Het nog vreemdere jongetje dat hem niet lang daarna had bezocht, het jongetje Tajumal. Altijd met die hoofdband, altijd als het donker was, altijd met zijn regenkap, ongeacht het weer. Zo ernstig, zo humorloos. Even geestdriftig als het meisje was geweest. De talib grinnikte, want nu begreep hij het. Hij was jonger dan gebruikelijk, maar had bepaalde talenten. Of eigenlijk, zíj had bepaalde talenten. Of geluk, en talent voor misleiding. De radioapparatuur vernielen was indrukwekkend geweest, gedurfd. Dat moest hij hem – haar – nageven. Maar het stukje kleding met de rang van de officier, en de gevangene, áls het waar was van de gevangene... Wat dat betreft had het meisje nog niet geleerd de leugen wat geloofwaardiger te maken. Een officier neerschieten en de soldaat vastbinden! Een elfjarig meisje! Het enige interessante van deze flagrante leugen was wat er in werkelijkheid was gebeurd toen ze de twee Amerikanen ontdekte. Wat had ze ertoe gebracht elkaar neer te schieten en vast te binden in de oude toren van de Britten? Zulke dingen zullen we nooit van elkaar te weten komen. Het geheim van ons volk. Ik breng u een nieuwe prijs, had ze ernstig en veelbetekenend gezegd, nadat ze haar ware identiteit had onthuld. Waarna ze nogmaals smeekte om te mogen meevechten tegen de ongelovigen. Ik ben de verdediger van deze 323
De vallei 323 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
vallei, had ze geroepen, of iets anders onzinnigs en hoogdravends. Hij schudde zijn hoofd en nam een slok thee. Kinderen. De gevangene – nou ja, gevangenen waren altijd handig, op zich. Als dit deel van haar verhaal waar was. Hij zou het snel genoeg weten. Een van de vele onthullingen die deze kille dag zal brengen. Hij had zich een klein beetje schuldig gevoeld toen hij haar wederom had teruggestuurd naar haar moeder. Een dapper meisje. Maar eigenlijk zou hij haar moeten afranselen, voor de leugen.
324
De vallei 324 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
38
E
choënde voetstappen. Black lag in het donker op zijn rug, op een schokkende brancard. Hij waagde een voorzichtige blik en zag steen boven en links van hem. Rechts, lucht en licht. Fel licht. Koud. De donkere contouren van een stenen pilaar gleden door zijn gezichtsveld. De binnenplaats. Voordat hij weer het bewustzijn verloor, nam hij met enige onverschilligheid nota van het tumult en het geschreeuw om hem heen, de bonzende impact van luchtdrukgolven op zijn borst en de enorme hoeveelheid raketen mitrailleurvuur die van alle kanten op Vega neerdaalde. Toen Black wakker werd, ging dat met een schok. Zijn rechterhand, die voelde als een rubberen vis, frommelde moeizaam aan zijn holster. Er zat geen pistool in. Hij opende zijn ogen en kwam half overeind, wat meteen afgestraft werd door een bonzende koppijn. Hij keek in paniek naar links, naar rechts. Felle lichten draaiden om hem heen, drongen door tot in zijn hersenpan. Ergens vlakbij klonk een krachtig, gedempt gerommel. ‘Hola,’ zei een stem, ‘rustig aan, lt.’ Hij schrok van de hand die hem bij zijn schouder achteroverdrukte. ‘Rustig, luitenant, rustig.’ Twee handen nu, krachtiger. ‘Ga liggen, luitenant. U leeft nog.’ Een gedaante verscheen in zijn troebele gezichtsveld. Verderop andere gedaantes. Sommige staand, andere liggend. Het leek alsof de kamer om de paar seconden trilde. 325
De vallei 325 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Explosies. Buiten. Hij was binnen. ‘Waar is Caine?’ vroeg hij, en hij probeerde over zijn schouder te kijken. ‘U bent in de eerstehulppost, luitenant,’ luidde het antwoord, op de kalme toon van een hospik. ‘U bent hier veilig.’ Een felle explosie van licht, centimeters van zijn hoofd, verblindde hem. Hij bewoog kreunend zijn hoofd opzij en kneep zijn ogen dicht. ‘Oeps,’ zei de hospik. ‘Sorry, luitenant. Mijn lampje. Probeer het nog eens.’ Aarzelend deed hij zijn ogen weer open en volgde de wijsvinger van de jonge hospik naar links, naar rechts, omhoog en omlaag. Zijn wereld begon meteen weer te schommelen. Hij voelde een golf van misselijkheid en greep de stangen van het bed beet. De hospik trok zijn oogleden open en onderzocht zijn pupillen. Hij knikte. ‘Duizelig, luitenant?’ Hij lag op een bed in de hoek, in een kamer met stenen muren. Ook op andere bedden en brancards lagen gewonden. De soldaat die het dichtst bij hem lag, was bij bewustzijn en keek Black zwijgend aan terwijl hij een met bloed doorweekt verband tegen zijn bovenarm drukte. Twee hospikken stonden bij een andere gewonde, die roerloos op zijn bed lag en zwak en piepend ademhaalde. Een derde hospik lag op een behandeltafel; een rood slangetje liep van zijn arm naar een transfusiezak die zich langzaam vulde met bloed. Daarachter een deur, waarachter Black een deel van de binnenplaats meende te zien. Buiten was veel, heel veel lawaai. ‘Ja, ik ben duizelig,’ zei Black ongeduldig. ‘Waar is sergeant Caine?’ De jonge hospik, scherper omlijnd nu, schudde zijn hoofd. ‘Weet ik niet, luitenant. Hoe duizelig zou u zeggen dat u zich voe...’ ‘Is hij hier niet geweest om de gewonden te inspecteren?’ ‘Ik heb hem niet gezien, luitenant,’ antwoordde de jongen kortaf. ‘Maar het is nogal een gekkenhuis, en we hebben het allemaal een beetje druk. Maar hoe...’ ‘En sergeant Merrick?’ ‘Luitenant,’ zei de jongen ongeduldig, ‘ik weet echt niet waar iedereen is, behalve degenen die ik voor me heb liggen. Probeer niet overeind te komen en blijf liggen terwijl ik u onderzoek.’ Hij duwde Black krachtig naar beneden en rondde zijn onderzoek in 326
De vallei 326 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
ongeveer dertig seconden af, tevreden dat Black bij zinnen was en samenhangend sprak, waarna hij hem voorzichtig op zijn zij rolde om het verband op zijn schouder te bekijken. Black dacht eventjes dat hij van het bed zou rollen. De hospik rolde hem weer terug. ‘Wat voor dag is het vandaag?’ vroeg Black, en hij sloot zijn ogen om de duizeligheid te verjagen. ‘Zondag.’ ‘Hoe laat?’ De hospik keek op zijn horloge. ‘Vijftien uur dertig.’ Hij maakte aanstalten om weg te lopen. Black besefte dat hij niet wist hoe laat hij de eerstehulppost was binnengedragen. Of hoe laat het was geweest toen Merrick en Shannon hem vonden. ‘Hé, hoelang heb ik hier...’ Maar de hospik was al weg, terug naar zijn andere patiënten. Black staarde naar het stenen plafond en dacht koortsachtig na. Zijn hoofd bonsde nog van zijn eerdere poging om overeind te komen, hoewel zijn schouder en de rest van zijn lichaam aangenaam verdoofd waren. Hij draaide voorzichtig zijn hoofd om naar de andere gewonden te kunnen kijken. Niemand die Merrick had gezien. Of Caine. Ze weten van niks. Een enorme klap buiten joeg een nieuwe schokgolf door de eerstehulppost. Gevloek. ‘Kut, die was dichtbij,’ zei een van de hospikken, geïrriteerd. Tijd om op te staan. Hij greep beide stangen van het bed vast en duwde zichzelf omhoog. Lichtflitsen schoten voor zijn ogen en zijn hoofd voelde aan alsof al het bloed in zijn lichaam erin werd gepompt. Hij zette zijn voeten op de harde vloer en besefte meteen dat hij een foute beslissing had genomen. De kamer begon te draaien. Hij dwong de vloer om te stoppen met bewegen en schuifelde met stijve benen naar de deur. Hij hoorde zijn voetzolen over de vloer glijden, maar kon ze niet voelen. Waarschijnlijk zag hij eruit als het monster van Frankenstein. Zijn rechterarm bleef hangen. Iemand trok aan zijn pols, met scherpe nagels. Hij rukte zich los en schuifelde verder. 327
De vallei 327 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Gekletter, achter zijn rug. Hij draaide zich om en keek suffig naar het infuusslangetje dat op zijn pols was geplakt en waarmee hij nu de omgevallen standaard achter zich aan trok. Zijn suffigheid maakte plaats voor irritatie, maar algauw kantelde de hele kamer en zag hij een muur op zich afkomen, en besefte hij dat hij een fout had gemaakt door zich om te draaien. De harde, koude muur trof hem vol in zijn gezicht. Zijn wang gleed langs het oppervlak. ‘Verdomme!’ Dezelfde hospik, die hem nu voorzichtig tegen een andere muur aan duwde. Nee, de vloer. De vloer was oké. ‘Wat bent u allemaal van plan, lt?’ ‘Breng me naar de commandopost.’ Waarom brabbelde hij zo? ‘Wat?’ ‘Ik moet naar de commandopost.’ ‘Laat me u helpen, luitenant.’ De jongen knielde naast hem neer en probeerde te bedenken hoe hij hem zonder verdere schade overeind kon krijgen. ‘Ik moet weg.’ ‘Kom op, luitenant. We hebben nog andere patiënten. Terug naar bed.’ ‘Ik moet de radio hebben.’ De jongen keek hem een halve tel aan. ‘Dat is goed, luitenant,’ zei hij, op zo’n toon die artsen gebruiken tegen patiënten die een beetje in de war zijn. ‘De radio. Maar eerst terug naar bed.’ Black, die nog altijd tegen de muur leunde, greep zijn onderarm. ‘Ik moet nú de radio hebben.’ De jongen schrok en rukte zich los. ‘Nee, luitenant, dat moet u niet,’ zei hij streng. ‘U gaat terug naar bed en houdt op met het verstoren van mijn triage.’ Zijn stem werd weer kalm. ‘Kom op nou.’ Hij probeerde Black rechtop te laten zitten. Black bood weerstand. ‘Het is belangrijk,’ zei hij. De jongen werd boos en keek over zijn schouder naar zijn andere patiënten. ‘Shit,’ zei hij, en hij stak zijn handen in de lucht ten teken van over328
De vallei 328 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
gave. ‘Prima. Als u weer naar uw bed gaat, mag u mijn radio gebruiken. Goed?’ Hij reikte naar een foedraaltje aan zijn koppelriem, trok er een walkietalkie uit en hield die voor Blacks neus. ‘Hup, hup.’ Black schudde zijn hoofd, waar hij meteen spijt van had. ‘Niet die,’ zei hij, en hij sloot zijn ogen. ‘De radio. Het brigadenet in de commandopost.’ De jongen schudde zijn hoofd. ‘Laat de jongens daar dat maar regelen.’ ‘Er is niemand.’ De jongen fronste. ‘Niet waar, luitenant. Er zitten nu jongens in de commandopo...’ ‘Die weten niet wat ik weet.’ ‘Wat?’ ‘Ik moet het ze vertellen.’ ‘Moet wat vertellen?’ ‘Breng me.’ ‘Wat?’ ‘Ik kan niet lopen.’ De hospik keek hem aan alsof hij gek was geworden. ‘Echt niet, luitenant. Het is een gekkenhuis daar.’ Hij gebaarde over zijn schouder, in de richting van het kabaal. ‘En u hebt een zware hersenschudding opgelopen en veel bloed verloren,’ zei hij. ‘U mag niet naar buiten.’ Duurt te lang. Black greep de jonge soldaat bij beide armen vast en trok hem naar zich toe zodat hij hem recht in de ogen kon kijken. ‘Wil je hier doodgaan dan?’ schreeuwde hij bijna. De hospik keek hem niet-begrijpend aan. ‘Denk je dat ik gek ben?’ riep hij. ‘Ik praat toch met jou? Dan kan ik ook de radio gebruiken!’ Eindelijk leek hij tot de jongen door te dringen. ‘Ik móét met het bataljon spreken!’ De hospik keek hem nu met grote ogen aan. Hij leek het te beseffen, of de moed op te geven. ‘Shit,’ zei hij. Black liet zijn armen los en zakte uitgeput neer op de vloer. 329
De vallei 329 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De hospik keek weer over zijn schouder, naar de andere hospikken en soldaten. De piepende soldaat was nu onsamenhangend aan het schreeuwen tegen een denkbeeldig iemand, en niemand die acht op hem sloeg. ‘Niks zeggen,’ mompelde Black. ‘Ga, nu.’ De jongen keek weer naar Black en begon te vloeken. Hij trok Black in zittende positie en wierp zo nu en dan een blik op de chaotische toestanden in de eerstehulppost. Black probeerde zo goed mogelijk mee te werken, wat amper effect had, en liet toe dat de hospik hem op zijn schouders tilde. De eerstehulppost keerde zich ondersteboven, waarna een nieuwe golf van misselijkheid opkwam. Hij kreunde. ‘U gaat toch niet kotsen, luitenant?’ ‘Nee,’ zei hij, maar hij dacht het tegenovergestelde. De hospik kwam moeizaam overeind. Het was dezelfde brandweergreep als Shannon had gebruikt, maar deze jongen was twee keer zo klein als de korporaal. ‘Het is nogal lawaaiig buiten, luitenant.’ Binnen ook al. ‘Begrepen.’ De jongen maakte een hupje om Blacks krachteloze lichaam hoger op zijn schouders te krijgen, leunde naar voren en stampte half hollend door de deur naar buiten. ‘Shiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiit!’ schreeuwde hij toen het lawaai en licht hen overspoelden. Kloteluitenant. Hij stormde bergopwaarts door het droge gebladerte, trok zich op steile stukken op aan smalle boomstammen, hoger, verder, dichter bij zijn bestemming. Brede bergtoppen torenden boven hem uit; achter hem vormde zich een spoor van dode bladeren en afgebroken takken. Alleen zijn voetstappen en ademhaling waren hoorbaar. Deze kam over, daarna naar beneden – die geul was niet te omzeilen – en het stroompje over, dan de volgende bergrug op en langs de helling verder. Goeie beschutting, en de snelste route. Te ver. De ene voet voor de andere, pompende beenspieren. Dunne takken die 330
De vallei 330 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
afbraken terwijl hij zich door de begroeiing worstelde. Het korstje van de uitgedroogde grond brak onder zijn voeten. Zoveel herrie. Rodney, als je zoveel lawaai maakt, vang je nooit wat. Eigenlijk was het net zoals thuis. Die vroege ochtenden, op jacht met zijn pa en broers. Hij was er gek op, op de bossen, de bergen. Het was deels de reden dat hij bij de landmacht was gegaan. En om eerlijk te zijn was dit een verdomd mooi landschap. Verdomme Corelli. Dom joch. Zijn ademhaling vormde pluimen. Toen hoorde hij dat andere geluid weer. Het kwam van achter hem, achter de rotspartijen, het gedreun en gerommel, een kakofonie die continu tussen de berghellingen echode en hem wegjoeg van waar hij nu moest zijn, waar hij eigenlijk moest wezen, de bergen over, op zoek naar hem, om zichzelf, hier, te kwellen. Ik zei het nog tegen hem, en de rest, luister niet naar een of andere kloteofficier die denkt wat te weten. Hij wist niet wat hij erger vond: dat hij hier, te midden van al dit natuurschoon, zou sterven, of dat die kloteofficier gelijk had. Het is allemaal mijn schuld. Hijgend en zwetend klom Merrick verder omhoog.
331
De vallei 331 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
39
H
et voelde alsof hij naakt en wild zwaaiend in een ziedende zee van lawaai werd gestort. De hospik had niet overdreven. Het vuur was zo intensief en frequent dat Black het ene geluid niet van het andere kon onderscheiden, inkomend of uitgaand, raket, mortier of mitrailleur. Het smolt allemaal samen tot een oorverdovende brij. ‘Van ons of van hen?’ riep hij, terwijl de hospik zich rond de binnenplaats spoedde. ‘Allebei!’ schreeuwde de jongen. Soldaten holden de andere kant op en droegen zware munitiekistjes met zich mee. Iedereen die hen passeerde, schreeuwde iets tegen iemand anders, of werd toegeschreeuwd. Een mortierinslag in de verre hoek van de binnenplaats wierp de inhoud van een dieplader aan aarde de lucht in. De explosie verdoofde Black tijdelijk. De drukgolf deed de hospik wankelen, maar hij liet zijn patiënt niet vallen. ‘Hou vast, luitenant!’ schreeuwde hij. Het is koud, dacht Black toen de jongen bij de juiste passage aankwam. Ze stiefelden langs blast walls en passeerden een met zandzakken verstevigde doorgang. ‘Opzij!’ riep de hospik naar een troep soldaten die de weg versperde. ‘Pas op!’ Ze bevonden zich in een smalle barak waar Black nog niet eerder was geweest. Hij zag verscheidene soldaten die zwetend stonden te wijzen en schreeuwen, oververhitte wapens vasthielden en zeven verschillende urgente, luidruchtige gesprekken tegelijkertijd probeerden te voeren. ‘... post Twee heeft kaliber vijftig nodig, nú.’ ‘... bij de mortierkuil, maar ik weet nie...’ 332
De vallei 332 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Nee, vergeet dat. We moeten...’ ‘... van daar naar hier te komen. We moeten eromheen!’ De hospik baande zich een weg door de groep. Soldaten onderbraken hun geschreeuw om te zien wie er langs werd gedragen. Bij de deur, ondersteboven, verscheen iemand die Black herkende. Een van Merricks jongere sergeants. Breed, gedrongen, imposant. Met een afro die geheel niet aan de reglementen voldeed. Hij nam het chaotische tafereel in zich op. ‘Koppen dicht!’ schreeuwde hij met hese stem, waarop de soldaten stilvielen. De soldaten keken toe hoe hij vol minachting hun paniek opsnoof. ‘We gaan rustig uitzoeken wie wat nodig hee...’ Hij zag Black en zijn chauffeur naderen. ‘Waar gaan jullie verdomme naartoe?’ vroeg hij. ‘Hij wil naar de commandopost om de radio te gebruiken,’ hijgde de hospik. ‘Erger dan dit kan het toch niet worden,’ bromde de sergeant. Hij beende langs en keek daarbij bedenkelijk naar Black. Black stak ondersteboven zijn duim omhoog terwijl de hospik verderliep, de gang op. ‘Hoe voelt u zich, luitenant?’ pufte hij. Ze liepen nu door een stenen passage. Buiten was het lawaai tijdelijk verstomd tot gerommel. ‘Duf.’ ‘Dat geloof ik best.’ ‘Wat heb je me gegeven?’ ‘Dat komt niet door de medicijnen, luitenant. Het is de hersenschudding.’ ‘Ah.’ Ze sloegen de hoek om. Het geluid nam weer toe. ‘Maar ik heb u wel een sloot morfine gegeven.’ ‘Ah.’ De hospik sloeg weer de hoek om, waarop Black een rechthoek van licht ontwaarde. ‘Oren dicht, luitenant.’ Koude lucht overviel ze toen ze de smalle passage tussen twee gebouwen betraden. Langs beide zijden waren Hesco-containers neergezet, maar die reikten amper tot hun schouders. Lawaai vulde de wereld. 333
De vallei 333 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wacht!’ riep Black. ‘Stop!’ De hospik gehoorzaamde. Nu zijn zicht niet langer belemmerd werd, kreeg Black, tijdelijk en ondersteboven, een duidelijker beeld van Vega en zijn omgeving. ‘We moeten door, luitenant.’ Hij keek omhoog, of omlaag eigenlijk. Langs de hospik. En toen zag hij het. Ze hingen aan het dak van een enorme grot, de wanden geschoord met hangende bomen, de vloer één grijze, kolkende wolkenmassa, de lucht ertussen trillend door het weerzinwekkende kabaal. Hij zag wat er gebeurde op alle berghellingen die om hem heen wegvielen, waar hij ook keek. Hij zag wat er op Vega neerdaalde, en begreep wat het doel was. Hij had nog nooit zoiets gezien of gehoord. Zelfs toen niet. Hij wist zeker dat als hij op dat moment zou loslaten, hij van die hellingen zou tuimelen, die kolkende wolkenmassa in. Zelfs op die berg niet. ‘Luitenant!’ riep de hospik ongeduldig. ‘Dóór!’ riep Black. Ze holden weer naar binnen en sloegen links af bij de eerste kruising. Ze volgden nu dezelfde route die Caine en hij op die eerste avond hadden genomen. ‘Wat weten ze niet, luitenant?’ ‘Wat?’ ‘Wat is het wat u wel weet...’ Hij hapte naar adem en holde verder. ‘... en de jongens in de commandopost niet?’ Op de schouders van de hospik probeerde Black te bedenken hoe hij die vraag kort en bondig kon beantwoorden. Dat jullie worden aangevallen door meer strijders dan jullie of hq ooit voor mogelijk hadden kunnen houden omdat jullie luitenant een kind heeft vermoord en het leger een muur heeft gebouwd en ik meende te weten wat ik aan het doen was en we met z’n allen hebben bereikt wat niemand in duizend jaar heeft weten te bereiken, namelijk het verenigen van alle stammen in de Vallei. Ze waren bijna bij de commandopost. En we hebben geen enkele kans Vega te behouden tenzij alle manschappen in de provincie ons te hulp schieten. 334
De vallei 334 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Loop nou maar door.’ De hospik sloeg de laatste hoek om. De commandopost bevond zich aan het einde van de gang. ‘Dank je,’ mompelde Black zwakjes. ‘Geen dank.’ Ze stonden voor de kleine deur van de radiokamer. ‘Mocht je hier problemen mee krijgen,’ zei Black, ‘dan heb ik je een direct bevel gegeven om me hierheen te brengen.’ ‘Niet nodig, luitenant.’ De hospik trapte de deur in en stapte gehurkt door de lage deuropening, wat, met Black op zijn schouders, maar net ging. Toen bleef hij staan. Black tilde zijn hoofd op om het omgekeerde tafereel in zich op te nemen. Hoewel de compound te kampen had met wat het operationele handboek zou omschrijven als een complexe artillerieaanval van een superieure en vastberaden vijandige troepenmacht met als doel het strijdveld voor te bereiden op een grondaanval, werd de verdediging vanuit de commandopost gecoördineerd door een enkele, rood aangelopen soldaat van dienst. Tussen de opgestapelde radio’s, stevig omwikkeld door het krulsnoer van de microfoon – die hij onder zijn kin had geklemd – en met een andere microfoon in de ene hand en een walkietalkie in de andere, en vanachter een groot aantal kaarten die op het bureaublad en de grond waren uitgevouwen, stond het relaxte, sproeterige, in t-shirt geklede brutaaltje dat Black al eerder achter het bureau had aangetroffen. Op het moment was hij verre van relaxed. ‘Waar is iedereen godverdomme?’ schreeuwde hij hysterisch.
335
De vallei 335 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
40
H
et radioverkeer was een kakofonie van binnenkomende oproepen, boodschappen van soldaten uit alle uithoeken van de compound en interferentie over de speakers, die blijkbaar allemaal waren ingeschakeld. Wie weet hoelang de hysterische jongen alles al in goede banen had proberen te leiden. Zijn taak was om op de rustige momenten naar de radio te luisteren en zijn boek te lezen, en om plaats te maken voor de pelotonsleider of pelotonssergeant als er iets aan de hand was. Aan de dikke paperback te zien die naast de brits op de grond lag, was dat ook precies wat hij gedaan had. Dit had hij niet verwacht. ‘Ja, ik weet het!’ riep de jongen in een microfoon. ‘Ik ga het regelen!’ Hij probeerde munitie te regelen voor een uitkijkpost die bijna zonder zat. Alle radio’s piepten gelijktijdig om aandacht. ‘Breng ze naar Twee!’ riep hij in de walkietalkie, en hij stak een tweede onder zijn arm. De hospik knielde en probeerde zijn lading voorzichtig neer te zetten, wat hem niet lukte. Black gleed van zijn schouders en plofte op de brits. Plafond en vloer wisselden van plaats en hij greep de stangen van het bed vast terwijl zijn maag zich omdraaide en zijn hoofd uit elkaar leek te klappen. ‘Aaaah,’ kreunde hij, en kneep zijn ogen dicht. De hospik kwam overeind, strekte zijn rug en keek bedenkelijk om zich heen. ‘Wat nou weer, luitenant?’ riep de sproeterige soldaat tussen verschillende radioboodschappen door. Hij greep de walkietalkie. ‘Nee, naar Twéé!’ 336
De vallei 336 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ga maar,’ zei Black tegen de hospik, en hij wreef over zijn neusbrug. ‘Doe wat je moet doen.’ ‘Zeker weten, luitenant?’ ‘Ja,’ antwoordde Black, hoewel hij verre van zeker was. ‘Probeer wat te rusten, en niet bewegen,’ zei hij. ‘Zodra het kan, kom ik terug om te kijken hoe het gaat.’ ‘Doe maar niet.’ ‘Oké, luitenant.’ Iemand schold iemand anders uit over de radio. De hospik keek de twee mannen nog eenmaal bedenkelijk aan en liep toen weg. Black deed zijn ogen open en knipperde hard om de vlekken voor zijn ogen te verjagen. Het was binnen nauwelijks stiller dan buiten; het lawaai buiten kreeg slechts een scherper of gedempter randje, al naar gelang de geluiden harder of zachter waren. De jongen tetterde in zijn radio’s. ‘Waar is sergeant Caine?’ vroeg Black aan het plafond. ‘Wat?’ Hij wisselde van microfoon. ‘Nee, naar Twéé! Weet ik veel, luitenant!’ ‘Wanneer heb je hem voor het laatst gezien?’ ‘Weet ik veel! Een tijd geleden.’ ‘Hij is dus nog steeds weg.’ ‘Wat?’ ‘En sergeant Merrick?’ ‘Zegt u het maar, luitenant!’ ‘Niet langs geweest, geen boodschap achtergelaten?’ ‘Niet langs geweest, nee!’ schreeuwde de jongen. ‘Niemand is hier langs geweest!’ Hij boog om een andere oproep te beantwoorden. ‘Nee, munitie voor de twee-veertig! Geen kaliber vijftig!’ Hij wierp de microfoon van zich af. ‘Ik zit hier al de hele tijd in mijn eentje! Weet ik veel waar iedereen is!’ ‘Geen oproepen via het patrouillenet?’ ‘Het patrouillenet?’ Het kanaal dat door manschappen werd gebruikt als ze Vega te voet verlieten. ‘Het patrouillenet.’ 337
De vallei 337 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Daar luister ik helemaal niet naar! Waarom zou ik daar naar lui...’ Black onderbrak hem. ‘Wat heeft het bataljon gezegd over steun?’ De jongen keek hem aan alsof hij gek geworden was. ‘Het bataljon zegt helemaal niks, luitenant!’ ‘Waarom niet?’ ‘Het relayeerstation!’ Het relayeerstation. Er vormde zich een knoop in Blacks maag. ‘We kunnen met helemaal niemand praten!’ riep de jongen. ‘Alleen met onszelf!’ Dat was hij inderdaad vergeten. De antenne was nog niet gerepareerd. ‘mirc-chat?’ probeerde hij. ‘Ze hebben de schotel opgeblazen met een raket!’ De aanvallers hadden hun huiswerk gedaan. ‘Satelliettelefoon?’ ‘Heb ik al verteld, luitenant. Die werkt hier niet.’ ‘Was dat wáár dan?’ riep Black, verbijsterd. ‘Natuurlijk was dat waar! Satelliettelefoons doen geen ene moer!’ Black sloot zijn ogen. ‘Waar is sergeant Merrick in godsnaam?’ jammerde de jongen wanhopig. Het bataljon wist niet eens dat ze werden aangevallen. De jongen greep een microfoon. ‘Iemand moet hem als de sodemie...’ ‘Sergeant Merrick en sergeant Caine zijn niet in Vega.’ De jongen gaapte hem aan. De radio’s kwetterden om aandacht, maar bleven onbeantwoord. ‘Wat?’ riep hij. ‘Waar zijn ze dan?’ ‘Maakt niet uit,’ zei Black ongeduldig. ‘Neem contact op met het patr...’ ‘Wie heeft er dan de leiding?’ ‘Jij.’ ‘Wat?!’ In het heetst van de strijd had waarschijnlijk niemand bedacht dat beide hogere sergeants, van wie er een de plek van luitenant Pistone had ingenomen, misschien wel eens afwezig konden zijn en dat de jongen in de commandopost in zijn eentje was. ‘Kalm blijven,’ zei Black, maar overtuigend klonk het niet. 338
De vallei 338 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Of de situatie was inmiddels zo nijpend dat niemand tijd had om zijn post te verlaten en de jongen te helpen. ‘We gaan eraan,’ jammerde de jongen. Alle radio’s begonnen tegelijkertijd te kwetteren. ‘Shit,’ zei hij, en het besef drong tot hem door. ‘En niemand die het weet.’ Black probeerde rechtop te gaan zitten. De kamer begon meteen te draaien. Hij ging weer liggen. ‘Beantwoord je oproepen,’ zei hij, ogen gesloten om de misselijkheid te onderdrukken. ‘Niemand die het weet! Geen enkele hulp!’ ‘Beantwoord je oproepen!’ De jongen greep een microfoon. ‘Nee, niet naar de mortierkui...’ Iemand brak in op de frequentie. Hij vloekte. ‘Ik zei níét naar de mortierkuil!’ riep hij, en hij trapte tegen de tafelpoot. ‘Blijf kalm.’ ‘Dacht het niet!’ riep de jongen met schrille stem. ‘Wat moeten we verdomme doen?’ ‘Blijf kalm.’ ‘Blijf zelf kalm, lt! Ik probeer alleen maar...’ Hij liet de microfoon zakken en drukte de walkietalkie tegen zijn mond. ‘Blijf hangen! Ik kom zo bij jullie!’ Een explosie deed de kamer trillen. ‘Verdómme!’ schreeuwde de jongen, terwijl feedback door de speakers gierde. ‘Blijf kalm!’ riep Black. Het volume van zijn stem deed zijn hoofd bonzen. De jongen smeet de microfoons en walkietalkies op het bureaublad. Black draaide op zijn zij en raapte de dikke paperback op van de vloer. De jongen begon met gebalde vuisten en opengesperde ogen te schreeuwen. ‘Zeg me niet dat ik kalm blij...’ Black gooide overhands. Het boek vloog door de lucht en landde recht op de neus van de jongen. Hij wankelde met zwaaiende armen naar achteren en staarde Black ontzet aan. ‘Godverdomme!’ riep hij. Black liet zich weer vallen, duizelig van de worp. 339
De vallei 339 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Hoe heet je?’ vroeg hij terwijl hij door half dichtgeknepen ogen naar het plafond keek. Hij had de jongen nog nooit in uniformjas gezien, waarop de naampatch was bevestigd. ‘Wat?’ ‘Hoe heet je?’ riep Black, waarop de jongen ineendook. ‘Hubbard!’ riep hij. Black ademde langzaam uit. Het lawaai buiten was onwerkelijk. ‘Hubbard,’ zei hij, de handen om de stangen van de brits geklemd, ‘kijk me aan.’ Hij hield zijn ogen nog steeds dicht, tegen de duizeligheid. ‘Kijk je me aan?’ ‘Ja,’ antwoordde Hubbard nukkig, als een puber die op punt stond huisarrest te krijgen. ‘De compound zal vannacht worden overlopen.’ Hij hoorde de jongen hijgen. ‘Blijf kalm, en blijf op je post totdat er hulp komt.’ ‘Van wie dan?’ riep Hubbard. ‘Er komt helemaal geen hulp! Niemand die weet dat we...’ ‘Het konvooi.’ ‘Wat?’ Black deed zijn ogen open en keek Hubbard aan. ‘Het konvooi,’ herhaalde hij. ‘Het is zondag.’ Het was echt zo’n dag om dat soort dingen te vergeten. ‘Shit!’ riep Hubbard verbaasd. ‘Het konvooi!’ ‘Het konvooi. Beman de radio en zet het patrouillenet op de speaker.’ Hubbard keek op zijn horloge. ‘Maar ze komen pas over een uur of zes!’ ‘Maak je geen zorgen over de tijd. Beman de radio.’ Hubbard bleef hem aangapen totdat Black met beide handen gebaarde om haast te maken. De jongen ging achter de kwetterende radio’s staan, prutste aan de speakerkabel en slaakte een diepe zucht. Black lag op zijn rug en luisterde naar de kakofonie. ‘Kut,’ mompelde Hubbard, en hij draaide hoofdschuddend aan de knoppen. ‘We zijn er geweest.’ ‘Waarschijnlijk.’ ‘Val dood, lt.’ 340
De vallei 340 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Nog niet.’ De speaker kwam tot leven; ruis vermengde zich met de andere geluiden. ‘Probeer sergeant Merrick op te roepen.’ Hubbard pakte een microfoon. Hij leek wat te kalmeren. ‘Vega Zeven, dit is Vega X-Ray, over.’ Ze wachtten. Hubbard wiegde heen en weer. Het enige wat ze opvingen, was ruis. Hubbard bleef afwachtend naar de radio staren. ‘Laat maar,’ zei Black. ‘Kun je zonder het relayeerstation de observatiepost bereiken?’ Hubbard verstarde. Zijn mond viel open en hij draaide zich om naar Black, afschuw in zijn ogen. Black bedekte zijn gezicht met zijn handen. ‘O shit!’ riep Hubbard, en hij werd lijkbleek. Hij rukte de kabel van een microfoon uit de ene radio en stak hem in een andere radio, die tot dan toe ongebruikt onder in de stapel had gestaan. ‘Shit! Shit! Shit!’ Kutluitenant. Hij waadde door een stroompje dat door een breed ravijn liep en begon aan de overzijde door de pijnbomen te klimmen. Kut Corelli. Hij zou het koud hebben gehad als hij zich niet zo had ingespannen. Godvergeten slappe relifreak. Ik heb keer op keer gezegd dat ik het zou regelen. Het gerommel aan de andere kant van de berg ging onverdroten door en riep hem terug naar de plek waar zijn mannen voor hun leven vochten. Ik heb dit over mezelf afgeroepen. Niet alleen over zichzelf. Mijn beloning voor het maken van de juiste keuze. Het zou nu snel over zijn, wat er verder ook zou gebeuren. Sorry, Traynor. Hij kwam steeds dichterbij. Ik wilde je komen halen, makker. Caine klom verder de bergen in.
341
De vallei 341 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
41
‘V
ergeten! Helemaal vergeten, verdomme!’ Hubbard wierp zich op de radio’s en stootte bijna de hele stapel omver. ‘Sorry, luitenant!’ stamelde hij, en hij probeerde de kabels te ontwarren. ‘Ik dacht...’ De kamer trilde. Een inslag, vlakbij. ‘Alles gebeurde ook ineens tegelijkertijd, ik dacht dat...’ ‘Heb je het relayeerstation niet nodig dan?’ onderbrak Black hem. ‘Ze zitten op een ander station!’ antwoordde Hubbard, en hij begon cijfers in te toetsen. ‘Op een van de tussenliggende toppen!’ Hij schudde zijn hoofd, alsof hij zojuist wakker was geworden, en bleef cijfers intoetsen. ‘Wat?’ Hubbard vloekte en sloeg op het toetsenpaneel. ‘Verdómme!’ Hij trok zijn hand terug en staarde naar de radio. ‘Wat?’ herhaalde Black. ‘De frequentie!’ ‘Wat is daarmee?’ Hubbard keek hem hulpeloos aan. ‘Ik ben de frequentie vergeten! Shit!’ Black was verbijsterd. ‘Is die niet opgeslagen in de radio dan?’ ‘We mógen hem niet opslaan!’ riep Hubbard. ‘We moeten hem altijd wissen nadat we contact hebben gelegd!’ Hij toetste nieuwe cijfers in en wiste ze weer, waarna hij mompelend en vloekend nieuwe combinaties probeerde. 342
De vallei 342 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wat we trouwens maar één keer hebben hoeven doen sinds ik hier zit.’ ‘We hebben hem toch echt nodig!’ Overal lag papier op het bureau, op de grond. ‘Heb je het ergens opgeschreven?’ ‘We mochten het niet opschrijven! Dat heeft sergeant Caine ons verboden!’ Black weerstond de neiging om zijn vuist tegen de muur te rammen. Hubbard vloekte en keek in paniek om zich heen. ‘Wacht!’ zei Black plotseling. ‘Wie zijn “wij”?’ Ineens herinnerde hij zich iets wat Caine tegen hem had gezegd, en hij beantwoordde zijn eigen vraag. ‘Oswalt!’ riep hij. Pas toen schonk Hubbard Black enige aandacht. ‘Wat?’ ‘Oswalt is de andere! Die met de observatiepost mag praten!’ Hubbard sloeg zijn hand tegen zijn voorhoofd. ‘Tuurlijk! Oswalt! Maar hoe weet u...’ ‘Roep hem op!’ Hubbard zocht verwoed naar zijn walkietalkie. Toen hij hem had gevonden, draaide hij aan het kleine wieltje op de bovenkant. ‘Yo, Oswalt! Hubbard hier!’ De radio begon meteen te kraken. ‘Oswalt hier.’ Een enorm lawaai aan de andere kant. ‘Waar ben je?’ ‘Op weg naar uitkijkpost 3, met munitie.’ ‘Ik heb je in de cp nodig, en wel nu.’ Black gooide vertwijfeld zijn armen in de lucht. ‘Zeg nou maar gewoon dat-ie het moet vertellen.’ Geheimhouding had op dit moment niet echt de allerhoogste prioriteit. ‘Gast,’ begon Hubbard, op zachtere toon, ‘ik heb de frek nodig.’ ‘De wat?’ luidde het krakende antwoord. ‘De frék,’ zei Hubbard, hardop nu. ‘De frek?’ ‘Ja, man. De frek. Ik heb hem nu nodig en ben hem vergeten.’ ‘Maar we mogen hem nie...’ ‘Hier met dat ding,’ beval Black. 343
De vallei 343 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hubbard wierp de microfoon door de kamer. Black wist hem maar net op te vangen, met beide handen. ‘Oswalt, luitenant Black hier,’ zei hij snel. ‘Het is in orde. Mijn verantwoordelijkheid. Maar we hebben hem nú nodig.’ ‘Vier-nul-zes,’ antwoordde Oswalt meteen. Hubbard sloeg zijn hand weer tegen zijn voorhoofd en begon de cijfers in te toetsen. Black drukte op de knop van de microfoon. ‘Ik wil ook dat je naar het slaapvertrek van sergeant Merrick gaat en kijkt of de satelliettelefoon daar ligt.’ ‘Roger,’ klonk het door het lawaai, zonder een spoor van twijfel. ‘Dat had ik toch al gezegd, luitenant!’ zei Hubbard. ‘De telefoon werkt hier niet.’ ‘Neem de loper mee,’ ging Black verder, Hubbard negerend. ‘Breng me die telefoon zo snel mogelijk.’ ‘Roger.’ Hij verbrak de verbinding. Hubbard trok een stekker uit een speaker en stak er een andere in. ‘Wat was dat?’ vroeg Black. Toen hij met Oswalt sprak, had hij kunnen zweren dat iemand zijn naam liet vallen op een van Hubbards kanalen. ‘Hebbes!’ riep Hubbard, die Blacks vraag niet had gehoord. ‘Hopelijk dat die eikels het station nog niet hebben vernield, anders kunnen we het wel verge...’ De speaker produceerde een oorverdovende uitbarsting van ruis en galm, die de mannen deed opschrikken. Te midden van het kabaal hoorden ze een boze stem een zin afmaken. ‘... die kutradio aan diggelen!’ Hill. ‘Herhaling,’ ging Hill verder, geïrriteerd. ‘Vega X-Ray, dit is Traynor X-Ray. Bevestiging van ontvangst graag!’ Op de achtergrond was duidelijk automatisch-geweervuur te horen. Hubbard greep de microfoon. ‘Traynor X-Ray, dit is...’ Hij hield de microfoon ondersteboven. ‘Hill, Hubb hier!’ riep hij, na de microfoon te hebben omgedraaid. ‘Hubbard! We zijn er!’ Door het lawaai klonk een boze Hill. 344
De vallei 344 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Fijn dat je de telefoon eens een keer opneemt!’ ‘Hoe is de situatie daar?’ ‘De situatie is dat we worden aangevallen door een heel godvergeten leger!’ Black hoorde urgentie in Hills stem, maar geen paniek. ‘Gesneuvelden?’ vroeg Hubbard. ‘Chen is kia, Snoop is kia,’ dreunde Hill op. Hubbard vloekte na elke naam. ‘Iedereen heeft wel wat, maar we bieden nog we...’ Een explosie aan Hills kant overbelastte de speaker. ‘Weerstand,’ zei hij. Hij liet de microfoon openstaan terwijl hij iets tegen iemand schreeuwde. Black en Hubbard konden het weerzinwekkende geluid van gevechtshandelingen duidelijk horen. ‘Maar, eh,’ ging Hill verder, ‘we zouden hier wel wat hulp kunnen gebruiken, en snel ook, als het niet te veel gevraagd is.’ ‘Roger,’ antwoordde Hubbard. ‘Het is alleen dat wij ook nogal wat shit te verduren hebben, maar we proberen iets te...’ ‘Vertel hem om stand-by te blijven,’ onderbrak Black hem. ‘De lt zegt dat je stand-by moet blijven,’ herhaalde Hubbard. Het bleef enige tijd stil. ‘Eh, roger,’ antwoordde Hill. ‘We kunnen weinig anders, als je begrijpt wat ik bedoel.’ ‘Roger, we zijn ermee bezig.’ Hubbard verbrak de verbinding en keek naar Black. ‘Wat nu, luitenant?’ Black had Oswalt al opgeroepen op de walkietalkie. ‘Oswalt,’ luidde het antwoord. ‘Status?’ ‘Ik ben in sergeant Merricks kot, luitenant. Geen telefoon te zien.’ ‘Luitenant,’ riep Hubbard, geïrriteerd. ‘Ik zei toch dat de satelliettelefoon hier niet werkt?’ ‘Hoe weet je dat?’ ‘Wat bedoelt u, hoe weet je dat?’ ‘Hoe weet je dat?’ ‘Dat zei sergeant Merrick!’ ‘Heb je het zelf geprobeerd?’ Hubbard aarzelde. ‘Nee, ik... ik dacht gewoon...’ 345
De vallei 345 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Haal de hele boel ondersteboven,’ riep Black over de walkietalkie. ‘En snel.’ ‘Roger.’ Hij verbrak de verbinding. Hubbard gaf nog niet op. ‘Zelfs als de satelliettelefoon werkt, wat niet zo is, duurt het een eeuwigheid voordat we luchtsteun krijgen! We moeten nú iets voor die gasten doen!’ Hij hupte zenuwachtig van de ene op de andere voet. ‘We moeten een geweergroep sturen of zoiets!’ Black keek Hubbard aan en zei wat de jongen eigenlijk al wist. ‘Er is geen geweergroep meer.’ ‘Verdomme, luitenant! Wat?’ Het was te gek voor woorden. Eenheden zorgden voor driedubbele back-ups van welke vorm van communicatie dan ook. Communicatie betekende overleven. Je kon altijd wel wát doen. Toen alle andere mogelijkheden waren uitgeput, had een Amerikaanse officier in Grenada in een telefooncel zijn beltegoedkaart gebruikt om een gesprek doorgeschakeld te krijgen naar zijn eenheid en luchtsteun te regelen. In de Vallei stond geen telefooncel. We zijn tijd aan het verdoen. Wie de aanvallers ook waren, ze hadden zich goed voorbereid en alle communicatiemiddelen voor de lange afstand doorgesneden, zodat... Godverdomme. ‘Oswalt!’ riep hij in de walkietalkie. ‘Present.’ ‘Vergeet Merricks kot! Ga naar dat van Danny!’ ‘Wat?’ riep Hubbard, verbijsterd. Black wees ongeduldig naar Hubbards radio’s, die onophoudelijk bleven kwetteren. Hubbard greep zijn microfoons. ‘Ga naar Danny’s kamer,’ herhaalde Black in de walkietalkie, ‘en zoek daar.’ ‘Roger.’ Toen hoorde Black het weer. Iemand die zijn naam riep. ‘Wat was dat?’ vroeg hij aan Hubbard. Hubbard, overstelpt door oproepen, keek hem niet-begrijpend aan. ‘Wat was wat?’ riep hij boven het radiogekakel uit. ‘Iemand probeerde me op te roe...’ 346
De vallei 346 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Yo, Vega X-Ray,’ klonk Hill via de speaker. ‘Ik snap dat het nogal hectisch is bij jullie, maar als jullie wat van die luchtsteun onze kant op kunnen sturen, dan zou dat, eh...’ Zijn stem stierf even weg, en het geluid van geweervuur vulde de commandopost. ‘... heel fijn zijn.’ Hubbard keek hulpeloos naar Black, die gebaarde van ga je gang. Hubbard drukte met ernstig gezicht de knop van de microfoon in. ‘Eh,’ stamelde hij, ‘we hebben hier op het moment geen luchtsteun, Hill.’ Enkele seconden verstreken. ‘Roger,’ klonk Hill door een stortvloed van lawaai. Hubbard drukte tweemaal op de knop van de microfoon. ‘Standing by, over.’ Hubbard liet de microfoon zakken en keek Black droevig aan. ‘Luitenant,’ zei hij zachtjes, ‘we moeten íéts doen om ze te he...’ wham. Iets groots en krachtigs explodeerde in de compound. De commandopost trilde, radio’s bromden. Black voelde de lucht in de raamloze kamer samengedrukt worden en lichtvlekken dansten voor zijn ogen. Hij schreeuwde het uit en greep naar zijn hoofd, dat aanvoelde alsof het tussen twee op elkaar geklapte auto’s terecht was gekomen. ‘Wat wás dat, verdomme?’ riep Hubbard, en hij greep zich vast aan de radio’s om te voorkomen dat hij omviel. Black was overeind gekomen en zat in voorovergebogen positie op bed, hoofd tussen zijn armen geklemd. ‘Bazooka!’ hoorde hij zichzelf roepen. Het was maar een gok, maar de explosie had anders geklonken dan de andere. Iemand probeerde door de muur te breken. ‘Waarom wordt er geen onderdrukkingsvuur gegeven?’ riep Hubbard, graaiend naar microfoons. Alle radio’s begonnen weer te kwetteren. Hubbard had de rest van de voorpost genegeerd terwijl ze de observatiepost probeerden op te roepen. Een sergeant was aan het vloeken en tieren over zijn walkietalkie. Niemand die Blacks naam had geroepen. Een van de uitkijkposten had de afgelopen minuten verwoed ‘black’ gerapporteerd, oftewel: ze hadden geen mitrailleurmunitie meer. Terwijl Hubbard en Black met Hill in ge347
De vallei 347 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
sprek waren, konden vijandige strijders ongehinderd een draagbare raketwerper in stelling brengen. In een van de muren van de compound was een bres geslagen en de sergeant probeerde dat nu in de meest ondubbelzinnige bewoordingen te melden. Black wist hoe een en ander verder zou verlopen. Die slordigheid zou alleen maar erger uitpakken als ze niet werd rechtgezet. Dat was waar de vijandige troepen buiten de compound op rekenden. Kleine fouten met grote gevolgen. Hubbard stortte zich op de radio’s en kreeg bevestiging dat er al jongens met extra munitie op weg waren naar de uitkijkposten. Toen hij klaar was, gooide hij de microfoon neer en trapte hij tegen de stoel die ongebruikt achter hem stond. ‘Godverdegodver!’ vloekte hij. Black was weer gaan liggen en hield zijn ene hand op zijn voorhoofd. De andere stak hij uit, naar Hubbard. ‘Roep Hill op.’ Hubbard stopte met vloeken en keek zwijgend naar Blacks uitgestrekte arm. ‘Nu!’ riep Black fel. Hubbard greep de microfoon en boog over het bureaublad om hem aan Black te overhandigen. Het snoer was maar net lang genoeg. Black trok de microfoon naar zijn bonzende hoofd. Hij hoopte dat het bij die ene explosie zou blijven. Pijn. Hij drukte op de rubberen verzendknop en wachtte op het kenmerkende piepje van versleutelde radiocommunicatie. ‘Hill, luitenant Black hier.’ Niets. ‘Hill, ben je daar?’ ‘Hé, lt. Heb je wat voor me?’ klonk Hills lijzige stem boven het rumoer uit. Black slikte. ‘Moet je luisteren,’ begon hij. ‘We doen al het mogelijk om luchtsteun jullie kant op te krijgen. Break.’ Een belangrijke boodschap mocht niet langer duren dan een paar seconden. Het signaal had de neiging om af te zwakken, vooral als de ver348
De vallei 348 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
binding slecht was. Hij drukte weer op de knop. Piep. ‘We geven jullie prioriteit zodra we Omaha kunnen bereiken. Break.’ Hubbard sloot zijn ogen. ‘Maar ik weet niet wanneer dat is. Break.’ Hubbard sloeg zijn armen over elkaar en liet zijn hoofd zakken. Hij trapte hard tegen de tafelpoot. ‘Waarschijnlijk niet snel,’ sloot Black af. ‘Heb je dat?’ Het antwoord liet enkele seconden op zich wachten. Hubbard keek naar Black. Toen Hill weer contact legde, hoorden ze aanvankelijk alleen een genadeloze kakofonie op de achtergrond. ‘Roger, makker,’ antwoordde hij, alsof hij zojuist te horen had gekregen dat de wekelijkse post een uurtje later zou komen. ‘Begrepen. Hou ons op de hoogte.’ ‘Jij ook.’ ‘Roger.’ Black liet de microfoon los, waarop die terugveerde en tegen de metalen zijkant van het bureau kletterde. Hubbard liet hem bungelen. ‘Shit,’ kreunde hij. ‘Beman de radio’s.’ ‘Jezus, laten we die jongens echt aan hun lot over?’ ‘Nee.’ ‘Dat doen we wel!’ jammerde Hubbard. Hij wiegde heen en weer, de armen nog altijd over elkaar geslagen. ‘Ze gaan er allemaal aan.’ ‘Focus,’ zei Black tegen het plafond. ‘O, jezus.’ Hij zag lijkbleek. ‘Beman de radio’s!’ Hubbard schokschouderde, boog naar voren, viel op zijn knieën en kotste luidruchtig in de prullenbak die naast het bureau stond. ‘Erbij blijven nou,’ mompelde Black, die zijn stem door zijn hoofd hoorde zwalken. Hubbard hing hijgend boven de prullenbak, ogen gesloten, handen in de zij. ‘O, jezus,’ fluisterde hij. Het onbeantwoorde radioverkeer zwol aan en drong zich op als een woedende menigte. 349
De vallei 349 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Kom op, Hubbard,’ drong Black aan, zwakjes. ‘Blijf bij de radio’s. Vergeet al het andere.’ Hubbard zweeg. ‘Je doet het goed, Hubbard, maar je moet erbij blijven. Probeer overzicht te krijgen en de verdediging te coördineren.’ Hij hoorde zijn eigen stem steeds dunner en wanhopiger worden. ‘Kom op, we hebben je nodig.’ Hubbard schudde zijn hoofd. ‘We gaan eraan.’ ‘Nee, dat gaan we niet. We houden stand totdat het konvooi er is.’ Hubbard begon te schreeuwen. ‘Hoe kunnen we in godsnaam standhouden als w...’ wham. Een tweede drukgolf, even krachtig als de eerste, deed de muren zichtbaar schudden en drukte de lucht in de commandopost samen. Hubbard dook ineen en schermde zijn gezicht af met zijn armen. Black had zijn hoofd vastgegrepen en schreeuwde het uit van de pijn. Het voelde alsof zijn schedel elk moment kon barsten. ‘Verdomme!’ klonk Hubbards stem in de verte. Black zag felgekleurde vlekken die zich in talloze kleinere vlekjes opsplitsten. Zoveel pijn. Hij rolde bijna van zijn brits. ‘Probeer te ontdekken,’ hoorde hij zichzelf roepen, ‘waar dat vandaa...’ ‘Charlie breekt door!’ Een enkele stem klonk boven het overige radioverkeer uit. Black deed zijn ogen net op tijd open om te zien hoe Hubbard zijn hoofd boven het bureaublad uitstak. Hij leek de boodschap niet te begrijpen. Het overige radioverkeer viel stil. ‘Ik bedoel, de vijand breekt door,’ zei dezelfde stem. ‘De vijand breekt door!’ Hubbard wierp zich op zijn radio’s. De boodschap werd door de hele voorpost verspreid, via alle kanalen. Charlie breekt door, herhaalde Black suffig, terwijl Hubbard in zijn microfoons schreeuwde. Blijkbaar iemand die dacht dat hij in Vietnam zat. Ze waren binnen.
350
De vallei 350 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Kadir stormde naar voren, heuvelafwaarts, sandalen op de droge grond. Hij wist zijn medestrijders naast zich. Voelde hoe zijn lange benen vlogen, hoe zijn voeten over de grond gleden alsof hij lucht was. Nee, water. Een druppel in de golf van bloedige wraak die zich op de muur zou storten en zich door elke opening zou dringen, en elke donkere, verrotte ruimte zou vullen. Om te reinigen. Hij stormde naar voren en liet de oudere mannen en jongere jongens achter zich, en zoog zijn longen vol met koude lucht. De toppen van zijn gestolen thuisland torenden boven de opdoemende muur van de Amerikaanse basis uit. Hij zou de eerste zijn. Tranen welden op en eindelijk begreep hij het. Hij begreep dat zijn geboorte, zijn hele leven, slechts een opmaat was geweest voor dit ene moment. Dank u. Hij holde over de puinhopen en sprong hijgend door het onregelmatig gevormde gat in de muur, waarna zijn ogen zich meteen aanpasten aan het mindere licht. Het geweervuur was oorverdovend. Hij draaide zich in de richting van het geluid, hief zijn geweer op zonder te mikken en schoot de eerste wijdogige Amerikaan die hij zag recht in het gezicht. Het was het laatste wat Kadir zag.
351
De vallei 351 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
42
‘G
aat het, luitenant?’ Een stem, door het lawaai. Hij herkende hem niet. Of nee, toch wel. Maar wie dan?
Hij. ‘Gaat het, luitenant?’ Nee, Hubbard. Die boven de herrie probeerde uit te komen. Zijn handpalmen drukten op iets kouds en hards. Zijn knieën deden pijn. Beton. Hij zat op handen en knieën op de vloer. Was hij van het bed gevallen? Misschien had hij naar de radio gegrepen toen hij wat had gehoord. De doorbraak. ‘Nee, dat weet ik!’ riep Hubbard in de microfoon. ‘Waar is de andere?’ ‘Zuidelijke muur!’ riep iemand terug. ‘Ten minste zes tango’s op de achterplaats bij barak 1!’ ‘Roger, roger!’ riep Hubbard, en greep de walkietalkie. ‘Schupe, kun je een mannetje daar krijgen?’ ‘Negatief!’ luidde het antwoord, waarna op de achtergrond meteen geweervuur klonk. ‘Zeker niet nu! Vraag anders aan Pilar!’ Er werd niet langer gepraat over de radionetten. Alleen geschreeuwd. ‘En de jongens in de mortierkuil?’ vroeg iemand. ‘Niet daarnaartoe!’ riep Hubbard, en hij drukte op de knop van een andere microfoon. ‘Stand-by!’ Hij stortte zich weer op de eerste radio. ‘Niet doen!’ herhaalde Hubbard in de walkietalkie. ‘Willis, verzamel wie je kunt en ga naar barak 2. Vijf tot tien tango’s bij de achterdeur.’ ‘Begrepen.’ 352
De vallei 352 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wright, meld je!’ Een ander kanaal werd geopend. ‘X-Ray, dit is de eerstehulppost.’ Black drukte zichzelf omhoog tot zittende positie en leunde tegen de rand van het bed. ‘Stand-by, eerstehulp! Stand-by!’ De wazige gestalte van Hubbard danste van de ene naar de andere radio in een poging een team te formeren en de indringers bij de meest recente bres terug te dringen. Hoeveel waren er? ‘X-Ray!’ riep iemand. ‘Uitkijkpost 3!’ ‘X-Ray!’ antwoordde Hubbard. ‘We staan droog en zien tango’s binnen muren, op dertig meter afstand!’ Hubbard drukte meteen op de knop. ‘Als ik jullie nou...’ Hij viel stil toen hij merkte dat de uitkijkpost inbrak op zijn boodschap. ‘We zijn pleite hier,’ riep de soldaat. ‘We trekken ons terug naar de villa.’ Black en Hubbard keken elkaar aan. Hubbard sloeg met zijn vuist op het bureaublad. ‘Shit!’ Ze raakten het initiatief kwijt. We moeten het initiatief weer terugkrijgen. Hubbard kneep de microfoon in zijn hand bijkans fijn en schudde zijn hoofd uit onmacht. ‘Roger!’ Of die jongens gaan er allemaal aan. ‘We trekken ons terug door de achterplaats, bij de generatoren,’ meldde de uitkijkpost. ‘Zorg ervoor dat ze ons niet kunnen raken onderweg!’ Hubbard wierp zijn armen in de lucht. ‘Ik doe mijn best!’ riep hij zonder veel overtuiging in de microfoon. Voor zover Black kon inschatten, waren er ten minste drie verschillende bressen in de muur geslagen en ondernamen de aanvallers gerichte pogingen om de compound binnen te dringen. Dat was op minstens twee plekken gelukt, en daar, in de nauwe, geïmproviseerde passages en plaatsjes, waren ze slaags geraakt met amper georganiseerde verdedigers. De eerstehulppost meldde zich weer. 353
De vallei 353 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘We hebben hulp nodig!’ riepen ze. ‘En snel!’ ‘Dat wéét ik,’ riep Hubbard wanhopig. ‘Ik probeer o...’ wham. De commandopost schudde hevig en Hubbard dook weer onder het bureau. Een hoge piep schalde door Blacks hoofd. Hij boog voorover, handen tegen zijn slapen gedrukt. ‘Shit!’ schreeuwde Hubbard, en hij greep zijn walkietalkie. ‘Waar was dat?’ ‘Oostelijke muur!’ riep iemand. ‘Bij de containers! Barak 2!’ De deur van de commandopost vloog open en smakte tegen de muur. Hubbard sprong op. Black dook ineen. Even hing er een gevechtslaars in de deuropening. Daarna stormde het massieve, in scherfvest gehulde lichaam van Shannon naar binnen. ‘Verdomme, jongens!’ brulde hij. ‘Jullie moeten...’ Hij viel stil toen hij zag dat alleen Hubbard de radio’s bemande. ‘Krijg nou wat...?’ Hij zag Black op de vloer liggen, hand op zijn voorhoofd. ‘Jezus.’ Hij beende naar Hubbards bureau en keek in het voorbijgaan naar Black. ‘Uw oren, luitenant.’ Black drukte zijn handen tegen de zijkant van zijn hoofd. ‘Waar zitten ze?’ vroeg Shannon aan Hubbard. Black bekeek zijn handen en zag bloed op al zijn vingers. Shannon luisterde terwijl Hubbard posities aanwees op de kaart van de compound, daar waar het grootste gevaar dreigde. ‘Oké,’ zei Shannon, en hij prikte op de kaart. ‘Als we op de binnenplaats zijn, heb ik híér een machinegeweer nodig om dekkingsvuur te geven. Lukt dat?’ ‘Ja.’ Shannon prikte met een enorme vinger op Hubbards borst. ‘Dát is prioriteit nummer één op het moment. Begrepen, Hubbard?’ Met een armzwaai veegde hij al het gekwetter van Hubbards radio’s symbolisch van tafel. ‘Geen andere bullshit, begrepen?’ ‘Begrepen. Met hoeveel zijn jullie?’ Even keken Shannon en Black elkaar recht in de ogen. 354
De vallei 354 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Vijf.’ ‘Shit.’ ‘Zorg nou maar voor dat machinegeweer.’ Hij draaide zich om en liep naar de deur. ‘Ik was te laat voor Caine,’ zei hij in het voorbijgaan tegen Black. ‘Wat ga je doen?’ ‘Deze puinzooi weer terugpakken,’ antwoordde Shannon, waarop hij de deur uit liep. ‘Volg me,’ hoorde Black hem blaffen tegen onzichtbare soldaten in de gang. Hubbard richtte zich weer op zijn radio’s en probeerde zich wanhopig verstaanbaar te maken te midden van het kakelende radioverkeer. ‘Brand, meld je!!’ riep hij. ‘Pilar... Horen jullie me?’ Iedereen schreeuwde tegen iedereen en probeerde uit te vinden wat er elders allemaal gebeurde. ‘Pilar!’ ‘Present.’ ‘Breng de twee-veertig van de binnenplaats naar de achterzijde van de Taj Mahal.’ ‘Wat? Negatief! We kunnen hier geen kant op!’ ‘Het moet! Shannon heeft hem nodig!’ Iedereen met wie Hubbard contact legde, was verwikkeld in een vuurgevecht en druk bezig te voorkomen dat de indringers verder konden oprukken. ‘... over de binnenplaats, westwaarts.’ ‘Nee, ik zei zés man.’ ‘... iemand nog in die barak?’ ‘Ze raken de generator als ze...’ ‘X-Ray!’ Shannon, die boven alle andere communicatie uit kwam. Hubbard greep de microfoon. ‘X-Ray!’ ‘Wat dacht je ervan om dat godvergeten machinegeweer deze kant op te sturen?’ ‘Dat probeer ik ook!’ schreeuwde Hubbard. ‘Maar niemand kan zijn positie verlaten!’ Hij stampte uit frustratie op de vloer. 355
De vallei 355 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Dat probéér je ook?’ riep Shannon, ongeloof in zijn stem. De eerstehulppost brak in. ‘Hubbard, we hebben die gasten echt nodig nu!’ ‘Ik héb geen gasten voor je!’ Hij greep de walkietalkie. ‘Oswalt, je moet nu als de sodemieter terugkomen!’ ‘Roger,’ antwoordde Oswalt, relaxed. ‘Nee, wacht!’ riep Black. ‘Hij moet...’ De kamer begon weer te trillen toen er vlak buiten de deur van de commandopost iets ontplofte. Black schreeuwde het uit en probeerde onder de vloer te kruipen. Zijn hoofd was gevuld met beton. Nee, zijn wang lag op het koude beton van de vloer. Hij hoorde niets meer. Hou op. Hou alsjeblieft op. Hij deed zijn ogen open en besefte dat hij ze al open had. De kamer was donker. ‘Shit!’ riep Hubbard. ‘De generator!’ De generator. Het binnenste gedeelte van de compound was nu volledig in duisternis gehuld. Black hoorde dat de lade van het bureau werd opengetrokken. Iets van metaal stootte tegen de zijkant. Radio’s piepten, paniekerige stemmen. Niemand in de compound die wat kon zien. Er werd iets hard neergezet op het bureaublad. Een spookachtig wit licht floepte aan en wierp schaduwen rond Blacks gestalte. Een lamp op batterijen. Het radioverkeer was nu complete chaos – iedereen probeerde statusupdates te geven en de locatie van de vijand te melden. Black krabbelde half overeind. Laat me stoppen. ‘Verdomme!’ riep Hubbard, en hij stopte een batterij in een radio die er nog geen had. ‘Verdomme, verdomme!’ Ik bedoel laat het stoppen. ‘X-Ray, eerste hulp hier! Alles is uitgevallen! We hebben geen stroom meer!’ Shannon brak weer in. ‘Hubbard,’ brieste hij, ‘Luister naar me. Die kutgenerator kan me geen ene...’ De deur sloeg weer open. Een stem. Wie? 356
De vallei 356 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Gaat het, luitenant? Niet hij. Dat kan niet. ‘Gaat het, luitenant?’ Oswalt, vlak naast hem. ‘Oswalt!’ hoorde hij Hubbard roepen. ‘Kom hier. Ik heb je nodig!’ ‘Wat is er aan de hand met de lui...’ ‘Laat hem maar! Je moet de twee-veertig van de binnenplaats naar Shannon brengen, nu meteen!’ ‘Oké.’ ‘En niet in sukkeldraf. Ze hebben hem dringend nodig.’ Black lag met zijn voorhoofd op de vloer en smeekte de wereld om te stoppen met draaien. In sukkeldraf. ‘Kijk op de kaart,’ zei Hubbard tegen Oswalt, ‘dan laat ik je zien waar.’ ‘Hubbard!’ brulde Shannon over de radio. ‘Meld je, godverdomme!’ ‘Is het duidelijk, Oswalt?’ vroeg Hubbard. ‘Ja.’ Two-Six Romeo. Two-Six Romeo? Wie was dat op de radio? ‘En snel, man. Voor niks en niemand stoppen.’ Voor niks en niemand stoppen. Dat was Two-Six Romeo niet. ‘Tiger Zero-Zero.’ ‘Shannon!’ riep Hubbard in de walkietalkie. ‘Oswalt komt eraan!’ ‘Hou je kop!’ riep Black tegen het beton. ‘Stop!’ ‘Vega Command, dit is Tiger Zero-Zero inbound, over.’ Hubbard en Oswalt vielen stil toen ze de nieuwe stem op de radio hoorden. ‘Herhaal, Vega Command, dit is Tiger Zero-Zero inbound.’ ‘Shit!’ Hubbard sprong op de radio af en greep de microfoon. ‘Dit is Vega!’ riep hij. ‘Vega X-Ray!’ ‘Roger, Vega X-Ray,’ klonk de rustige, afstandelijke stem van de helikopterpiloot. ‘We zijn twee minuten van jullie verwijderd, en naderen vanuit het zuiden.’ Hubbard produceerde een geluid dat het midden hield tussen een lach en een snik. 357
De vallei 357 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Iemand heeft ze weten te bereiken, luitenant!’ riep hij naar Blacks liggende gestalte. ‘Wat is jullie status, Vega X-Ray?’ vroeg de piloot, ergens tussen de engelen. Hubbard drukte op de knop en hield de microfoon tegen zijn mond alsof zijn leven ervan afhing. ‘Eh, we hebben tango’s binnen de muren, veel gewonden, generator is uitgevallen.’ ‘Begrepen, X-Ray,’ klonk het rustgevende antwoord van de piloot, alsof dit soort informatie hem tevreden stemde. ‘Ik zie rook op twaalf uur. We zullen vuursteun bieden, maar de zichtbaarheid is slecht.’ ‘Oké, prima,’ antwoordde Hubbard. Hij schudde zijn hoofd om weer helder te kunnen nadenken. ‘Eh, we hebben geen frontline-trace voor jullie.’ Het exacte verloop van de voorste linie. ‘Begrepen, X-Ray,’ antwoordde de piloot onbewogen. ‘Kunnen jullie een paar doelwitten aanwijzen?’ ‘We kunnen proberen om...’ Zijn stem stierf weg toen hij Oswalt nog steeds zag staan. ‘Schiet op, Oswalt!’ Voor niks en niemand. ‘Oswalt!’ riep Black tegen de vloer, en zijn stem galmde door zijn hoofd. Hij drukte zichzelf omhoog en rolde op zijn rug. Fluorescerende vlekken schoten voor zijn ogen. Oswalts vage gestalte verscheen bij zijn hoofd. ‘Hé, luitenant,’ zei hij kalm. ‘Ik heb geen satelliettelefoon kunnen vinden in Danny’s kamer.’ Danny’s kamer. ‘Maar die knutselradio van hem deed het wel.’ Hij had Oswalt naar Danny’s kamer gestuurd. ‘En ik hoorde allemaal getallen, in het Pasjtoe.’ Hij keek Oswalt verbaasd aan. De soldaat schommelde heen en weer. Voor niks en niemand. ‘Tenminste, het klonk als getallen. Zoals op onze taalkaart.’ Getallen. Black kneep zijn ogen dicht om de dansende gedaante van de grote soldaat buiten te sluiten. Erheen. Door de pijn begon hij langzaam helderder te denken. 358
De vallei 358 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wat zijn de coördinaten van de observatiepost?’ vroeg hij. Oswalt noemde ze. ‘Schrijf op, Hubbard!’ riep Black, en zijn stem galmde door tot in elke uithoek van zijn hersenpan. Hubbard begon verwoed naar een pen te zoeken. Black deed zijn ogen open en drukte zichzelf omhoog totdat hij op zijn ellebogen kon steunen. Het voelde alsof hij op een vlot zat, midden op een stormachtige zee. Hij vuurde een reeks van korte vragen af. ‘In welke richting ligt Darreh Sin?’ ‘Noordoost, luitenant,’ antwoordde Oswalt, alsof het de meest logische vraag was die op dat moment kon worden gesteld. ‘En hoe ver is het vanaf hier naar uitkijkpost 3?’ Oswalt trok zijn schouders op. ‘Ongeveer honderdvijftig meter.’ ‘Pak een radio en ga naar het dak.’ ‘Ho, ho!’ riep Hubbard. ‘Waarom precies, luitenant?’ Blacks hoofd voelde aan alsof er een vleespen doorheen was gestoken. Rust. ‘Om contact te leggen met de Apache en zijn vuur te leiden.’ ‘Maar ik ben niet getraind om...’ ‘Dat hoeft ook niet,’ onderbrak Black hem. ‘Praat met ze alsof je een gewoon gesprek voert, over afstand en richting. Dan doen zij de rest wel.’ Oswalt knipperde met zijn ogen, maar voordat Black nog iets kon zeggen, liep hij naar de hoek van de commandopost en pakte een van de draagbare radio’s. Hubbard begon te protesteren. ‘Luitenant, Shannon is forward observer geweest. Ik kan hem oproepen om het vuur te diri...’ ‘Shannon heeft het druk,’ zei Black kortaf. Oswalt keerde terug met de radio. ‘Probeer dekking te zoeken,’ waarschuwde Black. ‘Misschien moet je je blijven verplaatsen.’ Zijn zicht was te vlekkerig om zijn ogen geopend te houden zonder duizelig te worden. Hij hield zijn onderarm voor zijn gezicht. ‘Hubbard, geef hem de frequentie.’ Hubbard gehoorzaamde. ‘Ze wachten op informatie,’ ging hij verder. ‘Vertel gewoon waar ze zijn doorgebroken en de locatie van hun zwaarste geschut.’ 359
De vallei 359 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Begrepen, luitenant.’ Black hoorde Oswalt de radio schouderen. ‘Je kan het, Oswalt,’ zei Hubbard, zonder overtuiging. Black liet zijn arm zakken. Tussen de felgekleurde vlekken zag hij de lange soldaat staan. Een explosie klonk aan de andere kant van de compound. ‘Je bent ook nergens bang voor,’ zei hij. Oswalt draaide zich om. Black liet zich op de harde vloer vallen, die maar niet wilde stoppen met schommelen. ‘Ga, Oswalt,’ riep hij zwakjes terwijl de soldaat zich in het lawaai en de chaos stortte. Hubbard had weer contact gelegd met de Apache en gaf de coördinaten van op Traynor door. ‘We hebben een aantal mannen in de problemen daar,’ zei hij tegen de piloot. De vloer was zo koud. Naar de top. ‘Krijg de tyfus, Hubbard!’ snauwde Shannon door de walkietalkie. ‘We doen wel zonder, klootzak!’ ‘Nee!’ riep Hubbard. ‘Niet doen! Er komt luchtsteun aa...’ ‘Brand!’ riep iemand over een ander kanaal. ‘Herhaal,’ riep Hubbard in de microfoon, met een vinger in zijn oor. ‘Hoe bedoel je, brand?’ ‘Op de binnenplaats!’ antwoordde de stem. ‘Door die generator. Het gebouw naast de kantine staat in de fik!’ Brand. Dat ontbrak er nog maar aan. ‘Verdómme!’ schreeuwde Hubbard, en hij sloeg meerdere keren met zijn vuist op het bureaublad. Vuur zou zich verspreiden. Black kneep zijn bonzende ogen dicht om de schommelende kamer niet langer te hoeven zien. ‘Je doet het prima,’ mompelde hij tegen Hubbard, die wanhopig in de microfoon schreeuwde. Voor niks en niemand. ‘We zullen standhouden,’ loog hij. Geweervuur echode door de stenen gangen. ‘Hill!’ In de verte probeerde Hubbard contact te leggen met Traynor. ‘Ik heb een Apache jouw kant op gestuurd. Hill, meld je!’ 360
De vallei 360 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Blacks laatste gedachte, terwijl elke molecuul in zijn universum zichzelf in geluid omzette en de kracht van de explosie beton en steen in de commandopost liet regenen, was dat hij in ieder geval al op de vloer lag. Hij droomde niet, maar zag.
361
De vallei 361 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Iemand greep hem ruw bij de lus op het rugpand van zijn scherfvest en trok hem omhoog. Brennan, zijn pelotonssergeant. Bloedend uit een snee op zijn gezicht. Zijn mond bewoog zonder geluid te maken. Gaat het, luitenant? De explosie die zijn voeten onder hem vandaan had geveegd, galmde nog na in Blacks hoofd. Hij knikte. Ze klauterden weer omhoog. De rotsen waren vlakbij. Fultz, zijn radioman, klom mee door de chaos. Na een tiental meter lang, bruin gras zochten ze hijgend dekking achter de rotsen. De geluiden van het gevecht begonnen langzaam tot zijn gehoor door te dringen. Het geratel en gekletter van automatische wapens, onderbroken door granaatinslagen. In tweeën en drieën over de steile helling, soldaten op handen en voeten die zichzelf en hun maten omhoogtrokken of omhooggetrokken werden. Weg van de verloren gegane voertuigen. ‘X-Ray, dit is Two-Six Romeo!’ riep Fultz in de microfoon. ‘Ik ben hier met Two-Six Actual.’ Dat was hij. Two-Six. Het zesde element van het tweede peloton. Romeo was de radioman. Actual was degene die de leiding had. De verantwoordelijke. ‘X-Ray, kun je me horen?’ Weg uit de killzone. De eerste regel in het geval van een hinderlaag, meteen na terugvuren. Ze zaten vast in de killzone. De meeste soldaten van het peloton klommen omhoog, waar dekking was, waar ze vuurposities konden innemen. Iemand trok Zeke mee, de tolk. Zeke had het hem nog gezegd. Als je daar met een half peloton doorheen 362
De vallei 362 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
gaat, gaan jullie er allemaal aan. Die commandant van jullie is een idioot, had hij gezegd. En nu zaten ze er middenin. ‘X-Ray, Two-Six Romeo!’ Niemand die antwoordde. Het vuur dat op de helling neerdaalde, was oorverdovend. Soldaten doken achter rotsblokken en krompen ineen totdat een maat ze een trap gaf om ze weer in beweging te krijgen. Black keek langs het rotsblok naar de chaos op de droge berghelling. Initiatief. Ze moesten het initiatief behouden. Ze hadden het initiatief al verloren toen het begon. We moeten het weer terugkrijgen, anders gaan deze jongens er allemaal aan. Brennans stem bracht hem weer bij. ‘Hebt u de radio in de truck kunnen gebruiken?!’ Black schudde zijn hoofd. ‘Nee!’ ‘Ik ook niet!’ Black wees. ‘We moeten naar de top!’ Als ze de kam konden bereiken, op dezelfde hoogte konden komen als de tegenovergelegen berg, konden ze misschien het relayeerstation bereiken met Fultz’ radio. Helikopters. Fixed-wing. Artillerie. Al het goede, alle geneugten van het leven lagen in die radio besloten. Black zou ze als een maestro dirigeren. Een explosie. Ze doken ineen. Brennan krabbelde weer overeind en knikte. ‘Ik consolideer hier,’ riep hij, en hij wees naar de steile helling onder zijn voeten. ‘We zitten hier hoog genoeg.’ Black knikte en keek naar Fultz, die zwakjes een duim omhoogstak. Brennan kroop naar de radioman en begon met het verwijderen van zijn magazijnen, handgranaten, de zijplaten van zijn scherfvest en al het andere met gewicht. De long-range-radio met batterijen zou al zwaar genoeg zijn om omhoog te zeulen. Pas toen hij naar Fultz’ geweer reikte, bood de jongen enige weerstand. Brennan pakte het wapen toch af. ‘Zolang het niet in sukkeldraf gaat, ga je die niet nodig hebben.’ Het geweer woog geladen niet meer dan vier kilo, maar het verschil tussen rennen met een geweer en met je handen vrij was enorm. Black zwaaide die van hem op zijn rug. 363
De vallei 363 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Brennan sloeg Fultz hard genoeg op zijn schouder om hem bijna omver te slaan. Hij keek naar Black. ‘Ik regel het hier wel,’ riep hij. ‘Nú, luitenant.’ Black hurkte op zijn tenen en tuurde langs het rotsblok. Het had weinig zin om te wachten op een onderbreking in het gevecht. Die was er niet, en zou ook niet komen. Bewegend doelwit. Ze konden geen bewegende doelwitten raken. ‘Luitenant!’ riep Brennan achter hem. Black draaide zich om. Brennan schudde zijn hoofd. ‘Voor niks en niemand stoppen.’ Black sprong vanachter het rotsblok vandaan en rende bergopwaarts. Het lawaai van onwerkelijk. Explosies vermengd met paniekerig geschreeuw. Kogels die een angstaanjagend zacht ploffend geluid maakten toen ze insloegen in de losse aarde om hen heen. Te midden van de kogelregen klommen ze omhoog. Zijn eerste fout was om overeind te komen en vóór zich te kijken. Een onmogelijk lang stuk van bruin gras, onderbroken door stenen en rotsblokken, strekte zich uit tot aan de horizon, waar gras en lucht samenkwamen. Ze klommen langs rotspartijen waar soldaten vuurposities hadden ingenomen en de vijand op de tegenovergelegen helling onder vuur namen. De dichtstbijzijnde soldaat staarde verbijsterd naar de furieus klimmende Black en Fultz, maar leek het toen te begrijpen. ‘Door, door!’ riep hij wild. ‘Naar de top!’ Black had maandenlang kunnen wennen aan de hoogte. Hij was fit. Maar deze klim was onmenselijk. Hij moest rusten. Ook de aanvallers aan de andere kant van het ravijn leken te begrijpen wat er stond te gebeuren. En zodra ze het wisten, lieten ze het weten ook. Alleen de afstand tussen de twee berghellingen en de wetenschap dat stoppen of vertragen hun dood zou betekenen, hielden de twee in leven, hielden ze in beweging, ondanks hun brandende longen en protesterende beenspieren. Dat, en de kogelinslagen vlak om hen heen. Ze bleven klimmen, hijgend, snakkend naar adem. Het rumoer van het vuurgevecht achter hen werd zwakker en begon langzaam overstemd te worden door hun eigen gierende ademhaling. Black keek niet langer naar voren. Hij keek alleen naar de droge aarde voor zijn voeten, en bleef klimmen. Hij besefte dat alle gekunstelde, geforceerde martelingen die hij tijdens zijn 364
De vallei 364 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
training had doorstaan, hoe zwaar ook, helemaal niets voorstelden. Alsjeblieft, rust. Een explosie opende de grond vlak achter hem. Er waren geen rotsblokken meer die groot genoeg waren om dekking achter te zoeken. Alleen open grasland, brandend onder de zon. Voor niks en niemand. In de fob had hij een kamergenoot gehad, een andere jonge officier. Black had hem niet echt gemogen. Hij had een papiertje boven zijn bed opgehangen, iets wat iemand hem van thuis had opgestuurd. Erop stond, vetgedrukt, de tekst ‘Het gebed van een luitenant’. Black had die titel al irritant gevonden zonder zelfs maar de rest te hebben gelezen. Het gebed zelf bleek niet minder onuitstaanbaar en sentimenteel. De woorden schoten nu door zijn hoofd terwijl hij zich een weg omhoogklauwde door het dode gras. Alstublieft, God Roep mijn mannen niet tot u Dat kan ik niet verdragen. Terwijl hij klom, kon hij aan niets anders meer denken. Iemand aan de andere kant van het ravijn probeerde het nog altijd. Om hem heen sloegen kogels in. Zijn benen voelden aan alsof iemand er lava overheen had gegoten. Alstublieft, God, laat me stoppen.
365
De vallei 365 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
43
S
ix Actual. Duisternis. ‘... Six Actual.’ Iemand, vlakbij. Dit was belangrijk, vertelde Black zichzelf. Hij vond het moeilijk om zich te concentreren. Luister. Hij luisterde. Stilte. Iemand anders nu. Dit was niet de stem. ‘... bij de containers langs de noordzijde van de compound.’ Oswalt. ‘Drie of vier, en aan de andere kant. Niemand van ons.’ Over de speaker. Zijn galmende stem klonk ontspannen en onverschillig, alsof hij serienummers las in de wapenkamer. Mooi. Oswalt zou het wel regelen. ‘Roger,’ zei de piloot, ontspannen. ‘Ik kijk wel even.’ Het stoorde hem dat hij dat andere niet had kunnen verstaan. Volgens hem was het belangrijk. Nou ja, hij kon in ieder geval eventjes rusten. ‘... Six Actual. Meld u.’ Ah, daar was het weer. Gelukkig. ‘Vega X-Ray, dit is Vega Six Actual. Meld u.’ Dit was iets wat hij wel kende. ‘Vega X-Ray, dit is Vega Six Actual. Cyclone Mobile bevindt zich op drie minuten afstand. Meld u.’ Pas nu begreep hij het. ‘Vega X-Ray. Meld u.’ 366
De vallei 366 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Raar. Hij wist zeker dat hij op zijn rug had gelegen. Hij leek rechtop te staan nu, hoewel hij niet zeker wist of hij zijn voeten kon voelen. Langs het puin en de restanten van radioapparatuur. ‘Sorry nog van je neus,’ hoorde hij zichzelf mompelen tegen de bewegingloze gestalte achter wat Hubbards bureau was geweest. ‘Maar het moest even volgens het boekje.’ Hubbard lachte niet. Er lacht nooit iemand om mijn grappen. Het bleek lastig om over het puin voor de deur te klimmen. ‘... X-Ray. Meld u.’ Hij stapte over de drempel en liet het gebrabbel achter zich. Terwijl hij door de gang liep, was hij zich er vaag van bewust dat de lucht trilde, bonsde. Hij voelde pulserende geluiden, maar die leken van ver te komen. Hij hoorde vooral zijn kisten over de vloer slepen. Brennan holde op hem af. Nee, niet Brennan. Een soldaat, en zijn mond vormde woorden waarvan hij zeker wist dat hij ze kon horen. Hij kon het alleen niet opbrengen om te luisteren. Hij zag rook. Waarschijnlijk de deur waar hij naar op weg was. Hij liep door een passage en zag links van hem grote vlammen oplaaien. Rechts, zo wist hij zeker, had een aanbouw gestaan, maar nu zag hij niets meer. Of misschien was die aanbouw er nooit geweest. Misschien was het altijd al puin geweest. Hij dacht dat hij moest hoesten. Hij liep weer naar binnen en was blij ineens Fultz naast zich te zien verschijnen. Niet Fultz. Een soldaat die langsliep en iets in zijn oor tetterde. Leuk gedaan, Fultz. Deze gang door, dan weer een stukje door de buitenlucht. Dat was de route. Daarna nog één tunnel. Hij voelde de buitenlucht op zijn gezicht. Koude lucht. Toen hitte. Een kunstmatige wind blies as voor zijn ogen. Donker. Het liep tegen het einde van de schemering. Hij zag licht en keek zwijgend omhoog, naar het zwarte bergmassief dat zich boven de gebouwen van de compound verhief. Een reeks van oranjerode explosies scheurde de helling open. Tientallen moesten het er geweest zijn, onophoudelijk, een vuurkleed dat van de berg werd gerold. Iemand had bommenwerpers hiernaartoe gedirigeerd. Het 367
De vallei 367 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
leek alsof de berg uiteenviel en in vlammende brokken op hem neerdaalde. Hij slofte verder. As prikte in zijn gezicht. Nee, niet heet. Koud. Geen as. Koude prikjes. Bevroren. Sneeuw. Terwijl hij zich over de binnenplaats sleepte, viel de sneeuw geruisloos te midden van het zich opdringende lawaai. Het was vroege sneeuw. Hij was gek op sneeuw. De tunnel kwam dichterbij, doemde op, maar hij bleef lopen. Bijna daar. Hij was nog niet eens halverwege toen hij ze zag, in de rechthoekige opening. Daar, aan het einde van de tunnel, als de beloofde haven in het zicht van de kijker. Alsof het was voorbestemd. Six Actual. Corelli tilde zijn blote hoofd op en zag door de deuropening de eerste vlokken naar beneden dwarrelen. Het zou snel weer kerst zijn thuis. Hij ging verzitten. Soms hielp dat een beetje, om een ander lichaamsdeel te laten verstijven. Het verlichtte ook de druk van de tie-wrap om zijn polsen. Tegen het diepe grauw van de avondgloed was de sneeuw amper zichtbaar. Hij meende de vlokken te horen vallen, zelfs met al het gerommel van geweld aan de andere kant van de berg. Waar zijn maten waren. Gewogen en te licht bevonden. Hij rilde onder zijn uniformjas. Het was de kou die uit de stenen omhoogtrok. Hij liet zijn hoofd zakken en zong zichzelf zachtjes toe, wachtend op zijn verdiende loon.
368
De vallei 368 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
44
H
et einde van de tunnel naderde. Black stond op nog geen twintig meter afstand, in de flikkerende duisternis, pal in het midden van de binnenplaats, met achter hem een rij van rommelende, bewapende Humvees. Geelrode flitsen schoten uit het geschut. Hij stond midden in het tumult – soldaten die munitiekistjes uit de trucks laadden, hospikken die brancards ernaartoe droegen. Daartussen stond hij, de rust zelve, zijn geweer losjes over de schouder, starend naar het inferno op de bergflanken, als iemand die de veranda op was gelopen om te kijken naar het vuurwerk dat op onafhankelijkheidsdag op een naburig veld werd afgestoken. Aan het einde van de tunnel, met zijn rug naar hem toe, knielde een hospik naast een liggende gestalte. Black zag de hospik op en neer gaan en met opmerkelijke snelheid op hem afkomen. De verwarring ging over toen hij besefte dat híj het was die op de hospik afrende. Natuurlijk. Hij bracht de geschrokken jongen uit balans en viel bijna zelf, maar zijn graaiende hand wist het pistool uit de holster van de hospik te rukken. Hij draaide zich half struikelend om, naar zijn idee in één vloeiende beweging, en voelde hoe zijn kisten weer in de modder plensden. Hij voelde de koude lucht. Hij zag het gezicht, dat zich inmiddels had omgedraaid en over Blacks hoofd naar de bergen staarde. Het was een gezicht dat je snel weer zou vergeten, grof, niet knap, getekend door jaren van geringschatting en onderwaardering. Maar het vuur in de gitzwarte ogen van Pistone, zwelgend in het spektakel op de berg, was alles wat Black nodig had. Een halve tel om zeker van zijn zaak te zijn terwijl hij glijdend en slippend naar voren stormde, en toen richtte hij het pistool op zijn gezicht. 369
De vallei 369 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De hospik tackelde hem hard van achteren, waarop ze verstrengeld ter aarde stortten. Ze smakten tegen de grond en gleden verder, een diepe geul achterlatend in de plakkerige modder, die inmiddels besprenkeld was met een lichtgrijs poeder. Een enkel schot weerklonk in het donker toen ze de grond raakten. Blacks enige bijdrage aan het geweld die dag. ‘Verdomme, luitenant!’ De stem klonk van ver. ‘Wat bezielt u in hemelsnaam?’ Black voelde hoe hij in de smurrie werd gedrukt door de hospik, die nu met zijn volle gewicht op hem zat. Hoe het pistool moeiteloos uit zijn uitgestrekte hand werd getrokken. Hoe de kou door alle kledinglagen drong en zijn huid bereikte. Hij hoorde een andere stem bevelen blaffen, de stem waarmee een sergeant zijn soldaten commandeert. Dat Black zichzelf niet was en dat de hospik moest ophouden met klooien en hem gewoon moest platspuiten. En zijn eigen stem, ergens in de verte, schreeuwend tegen het bebrilde gezicht dat nu op hem neerkeek, verlicht door oranjerood geflikker. Dat naar dezelfde gitzwarte ogen keek. Schreeuwend dat het jouw eigen mannen waren. De naald deed geen pijn toen hij zijn verwonde arm binnendrong. Hij voelde niets toen de vloeistof door zijn aderen begon te stromen. Hem naar beneden trok. Verlichte sintels dwarrelden tussen zijn eigen ogen en die van hem. Hij zag, maar hoorde niet de woorden die werden gesproken. Maar hij begreep ze wel, en hij wist dat hij ze niet zou vergeten. Maar de spreker wendde zich af, en Black vergat ze terwijl zijn gespannen ledematen kracht verloren en hij dieper wegzonk, en hij liet ze verijlen als rookdeeltjes in een wolk die hij weg had gewapperd, liet ze ontsnappen uit zijn greep, waarna hij rust vond in as en in sneeuw. Corelli was nooit een goede zanger geweest. Kon geen wijs houden. Zijn zus plaagde hem er altijd mee, maar dat kon hem weinig schelen. Hij zong sowieso vooral in zijn eentje. Op die donkere navigatietrainingen had hij al zijn platen gezongen. Had zichzelf de bergen over gezongen, en hiernaartoe, waar de luitenant hem naartoe had gestuurd. Zo ver mogelijk verwijderd van veiligheid als maar kon. 370
De vallei 370 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Het gerommel in de verte werd luider. Corelli bleef zingen, nauwelijks harder dan gefluister, met een bibberend jongensstemmetje. See him in a manger laid Whom the angels praise above Het ging aardig tekeer daar waar zijn maten waren. Hij luisterde naar het afschuwelijke geluid en zong, hoofd gebogen, terwijl het buiten sneeuwde. While we raise our hearts in love Gloooooo-oooooo-oooooria In excelsis deo Hij vulde de deuropening, een zwarte gedaante tegen de vroege avondlucht. Enkel wat ik verdiend heb.
371
De vallei 371 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Luitenant!’ Hij draaide zich om. Fultz, hijgend en klauterend, wijzend. Hij keek. De bergkam, op een meter of zes afstand. Terwijl ze strompelend de laatste meters aflegden, hoorde hij een nieuw geluid aanzwellen, boven en achter hem. Ze struikelden en vielen ter aarde, net uit het zicht. Hij lag op de kam uit te hijgen terwijl het geluid steeds sterker en duidelijker werd. Hij rolde op zijn rug, nog altijd gierend in- en uitademend, en zag hoe een nieuw panorama zich ontvouwde, een panorama van hoogte, van diepte. Zijn lichaam, smachtend naar zuurstof, schrokte van het karige feestmaal dat hem hier werd voorgeschoteld. Fultz lag naast hem op zijn buik en zoog de grond van de bergtop op, één arm uitgestrekt, de microfoon van de radio in zijn hand. Het lawaai was onmiskenbaar nu en denderde over hem heen, onverschillig, onwetend. Vrachthelikopters, op weg naar een andere godvergeten vallei, met zes meter hoge betonnen blast walls hangend aan kabels.
372
De vallei 372 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
45
B
lack zag een vage, bonkige vorm opdoemen, omgeven door een halo. Hij bewoog zijn hand, die eerder nog zijn hoofd had vastgehouden, en knipperde met zijn ogen. Shannon. Die op hem neerkeek. Besmeurd met vuil en zweet. Achter hem de korporaal, de binnenplaats. Op de muren lag een paar centimeter sneeuw, die nu het vroege ochtendlicht in Blacks ogen weerkaatste. De Humvees waren weg; banden- en voetsporen in de modder waren het enige teken van hun recente aanwezigheid. Hij proefde verschillende soorten rook. Iemand had hem in een klapstoeltje onder de overkapping gezet en een uniformjas over zijn bovenlichaam gedrapeerd. Een nieuwe infuusslang liep vanonder de jas vandaan. Hij had hoofdpijn voor tien. Hij besefte dat hij zat te rillen. ‘Ik heb uw rugzak gevonden,’ bromde Shannon. Black liet zijn hoofd zakken. De enorme hand van de korporaal omklemde het lusje van zijn gevechtsrugzak, die hij twee dagen eerder in Pistones kot had achtergelaten. De rugzak zelf lag aan Shannons voeten. Erin sloegen twee harde voorwerpen tegen elkaar. Black bleef er dommig naar staren. Zijn kaak voelde slap, alsof zijn mond openhing. Hij keek op. Shannon ontweek zijn blik. ‘Ik vermoed dat u die wel wilt hebben,’ zei hij tegen de muur van de overdekte passage. Black keek naar de stille heuvels, die nu grijs geschakeerd waren. De zijkant van zijn hoofd bonsde. ‘Waar is Corel...’ begon hij, maar een hoestbui onderbrak hem. Toen hij uitgehoest was, zag hij dat Shannon hem minachtend aankeek, 373
De vallei 373 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
fronsend, alsof hij een raadsel probeerde op te lossen. Hij trok een besmeurde, halflege fles water uit zijn zak en reikte hem aan. Black accepteerde hem en dronk, en liet het water over zijn kin lopen. Hij keek op en zag dat Shannon zijn handen in de zakken had gestoken en zijn blik weer had afgewend. ‘Alleen tie-wraps,’ mompelde hij. Achter de korporaal, op de berghelling, zag hij hoe de wind sneeuwpluimen van de takken blies. Soldaten en hospikken liepen heen en weer. De meesten droegen munitie- en mre-dozen met zich mee, die ze tegen de muren rond de binnenplaats opstapelden. Black probeerde te bedenken hoelang hij al naar ze zat te kijken. Hoelang hij al bij bewustzijn was. ‘Oswalt,’ kreunde hij. ‘Die gaat lekker.’ ‘De observatiepost.’ Shannon draaide zich om en keek naar het komen en gaan van de soldaten. ‘Die is er niet meer.’ Black keek weer naar de met sneeuw bestoven hellingen. Er verscheen een hospik, dezelfde als die van de vorige avond, en die vertelde hem dat zijn medevac-heli over enkele minuten zou aankomen. Aan zijn stem te horen zou hij geen enkele vertraging accepteren en stond het buiten kijf dat Black meeging op die vlucht. De sergeant beende weg, blaffend tegen zijn hospikken. Het duurde even voordat Black doorhad dat Shannon nog steeds naast hem stond. Hij was hem even vergeten. Hij zag nu pas dat Shannons scherfvest en wapen bij de muur lagen. Hij keek op naar de grote soldaat, die in de verte staarde, handen weer in de zakken. Soldaten brachten veldbedden en ehbo-dozen. Het leek erop dat alles in de compound bij de binnenplaats werd klaargezet. ‘Ik wist niet...’ begon Shannon ineens. Black keek op. Shannon, die naar de bergen staarde, schudde zijn hoofd en zuchtte, geërgerd. ‘Ik wist niet dat sergeant Merrick bezig was met een onderzoek,’ ratelde hij boos. ‘Pas toen hij het u vertelde, gister.’ Hij sloeg zijn gespierde armen over elkaar. 374
De vallei 374 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Ik wist niet wie wat wist en waarom.’ Hij staarde naar de soldaten die op de binnenplaats in de weer waren en stak toen zijn handen weer in zijn zakken. Ook Black keek naar de soldaten. ‘Bullshit,’ verzuchtte hij. Shannon bleef Black enige tijd aanstaren voordat hij begon te spreken. Van bovenaf bezien, in daglicht, zag het er allemaal zo vredig uit. Een vallei als alle andere. Bergen als alle andere. Vanaf hier bezien zouden het de bergen van thuis kunnen zijn. Toen hij er was met zijn pa en broertje. Ze scheerden vlak onder de kam. Heiige zonnestralen flikkerden in zijn ogen. Black keek uit de helikopterdeur en zag de zwarte rookpluimen kleiner worden tot hun bron gereduceerd was tot een puntje in de inham van een met sneeuw bedekte bergflank. Ging Brydon mee met Caine toen die wegliep om te doen wat hij ging doen? Hij had de vraag bijna niet durven stellen. Nope. Dat was niet waarmee hij hem naaide. Black inspecteerde het interieur van de helikopter. Andere soldaten vlogen ook mee, ingesnoerd in smalle stoeltjes. Minder zwaargewonden, zoals hijzelf. Degenen die na de zwaargewonden en kia’s aan de beurt waren. Een van hen, besmeurd met as en opgedroogd bloed, zag Black kijken. Hij glimlachte en knikte. Black wendde zijn blik af. Wat deed Caine buiten de compound? U weet wat hij deed. Waar is hij nu dan? Shannon vertelde het hem, waarna hij rustig zijn reactie afwachtte. Toen hij weer sprak, was dat niet triomfantelijk, en zonder medelijden. Ik zei het al toen we elkaar voor het eerst spraken, luitenant. De duivel is op jacht hier. ‘Ik heb gehoord wat u hebt gedaan, luitenant!’ riep de soldaat in de heli, hard, om zich verstaanbaar te maken boven het geloei van de rotors en de wind. Black keek hem aan. ‘Wat?’ ‘Wat u hebt gedaan!’ Wat hij had gedaan. Hoe wist Caine waar Corelli was? Hij had niet verwacht dat Shannon daarvan afwist. 375
De vallei 375 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Waarschijnlijk kwam dat door mij. Shannon keek hem verbaasd aan vanonder zijn zware wenkbrauwen. Ik dacht dat u zo’n suffe admeur was. Lang verhaal. De soldaat in de helikopter knikte geestdriftig. ‘Top, luitenant!’ Ze vlogen nu onder de sneeuwgrens. Door de helikopterdeur zag hij begroeide hellingen voorbijschieten. Wat wilde u vroeger eigenlijk met uw leven doen, luitenant? Voordat u ervoor wegvluchtte en bij de landmacht ging? Het was de tweede keer die week dat iemand hem die vraag stelde, en dat zei hij ook. Wat het ook is, misschien kunt u het beter nog eens proberen. Het leger is niets voor u. De hospik was op dat moment op hem afgelopen om te zeggen dat de heli er elk moment kon zijn. Nou, tot ziens dan maar. Maar Black riep Shannon terug, boven het lawaai van de naderende heli uit. Waarom had je dat bevel geweigerd die nacht? Het was het enige wat hij eigenlijk van hem had willen weten. Toen Caine je vertelde om achter dat meisje aan te gaan? Shannon had een afwezige blik in zijn ogen gekregen. Ik wist niet of het een jongen of meisje was. Black vertelde het hem. Shannons oordeel was kort maar krachtig. Kolere. Twee hospikken kwamen aangelopen om Black in de heli te helpen. Shannon bukte om zijn spullen op te rapen. Zal allemaal wel. Die hadjikoters kunnen me gestolen worden. Dat geloofde Black wel. Maar Caine was een klootzak. Shannon schouderde zijn geweer. En u ook. Waarop hij zich omdraaide en weg beende onder de overkapping, een massief, bewegend eiland van kalmte te midden van de sneeuwjachten. De berghellingen liepen uit op een grote vlakte. De helikopter maakte een bocht en verlegde zijn koers naar huis. 376
De vallei 376 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Eenmaal uit de valleien kon de snelheid worden opgevoerd. Het lawaai van de wind en motoren was oorverdovend in de open cabine, maar het enige wat Black kon horen, was wat Shannon hem over Caine had verteld. Sergeant Merrick heeft hem gevonden. Waar? De grote korporaal keek hem recht in de ogen. Net als Parsons. Als wie? De helikopter begon te dalen, en de lucht werd merkbaar warmer. Ze hebben hem gekruisigd. Black keek naar buiten en zag in de verte Omaha opdoemen.
377
De vallei 377 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
46
H
ij bladerde door de stapel rekeningen en wierp ze terug op het bed, waar de rest lag. Een koude windvlaag blies door de gaten in de muur naar binnen en deed ze opdwarrelen, langs de geopende kist, die tot de rand toe vol zat met bruine blokken. Het was de tweede keer in zijn leven dat hij heroïne zag. Hij keek nog één keer rond in Caines kot en liep toen naar buiten, waar hij zich tussen de puinhopen een weg zocht door de restanten van de opengereten compound. Zijn luitenant stond in stilte te wachten. De rest was al aan boord. Ze checkten hun timers en stelden de detonators samen in. Daarna liepen ze naar de grote heli, die, met draaiende rotors en loeiende motor, klaar stond voor vertrek. Ze hielden halt bij de laadklep. De luitenant keek hem verwachtingsvol aan. Hij wist dat dit eraan zat te komen. Eigenlijk zou hij het erbij moeten laten. Onthoud wat Shannon had gezegd. Verdomme, Shannon. Laat nou maar. Niet laten merken dat je het weet. Nooit van mijn leven. Hij draaide zich om en keek recht in de donkere ogen van de luitenant. ‘Ga godverdomme aan boord, luitenant.’ De luitenant keek hem lang en indringend aan, maar draaide zich toen om en stapte de cabine in. Hij negeerde het plotselinge gevoel van weerloosheid en draaide zich nog één keer om om het in zich op te nemen. Alles. De kale heuvels en berghellingen, die ze allemaal hadden opgeëist. Kaal, maar niet leeg. 378
De vallei 378 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De schutter riep dat hij moest opschieten. Hij was aanmerkelijk lager geplaatst, maar helikoptercrews hadden, net als hospikken, lak aan omgangsvormen en geen enkel respect voor rang. Ze hadden enkel respect voor de heli. Dat was wat ze in de lucht hield. Merrick draaide zich om en zette eerst zijn ene voet op de laadklep, en toen de andere. Daarbij schraapte zijn voetzool over de grond, een klein stofwolkje opwerpend. Hij keek niet naar buiten toen ze wegvlogen. Hij keek naar het id-pasje in zijn hand.
379
De vallei 379 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
47
D
e recuperatievleugel van Charlie Med was met triplex en lakens opgedeeld in afzonderlijke slaapplekken. Black had graag in zijn eigen kot willen herstellen, maar de artsen hadden er niets van willen weten. In de vierentwintig uur tussen zijn schotwond en de eerste behandeling door de hospikken in Vega had hij veel bloed verloren. De baan van de kogel was fortuinlijk geweest, maar het ontbreken van directe medische hulp en de onverantwoorde fysieke inspanning hadden de wond verergerd. Toen Shannon hem vond, was hij ernstig uitgedroogd geweest, en de artsen vertelden hem dat hij meerdere zware hersenschuddingen had opgelopen. Hij moest enkele dagen het bed houden. Toen ze hem vroegen hoe hij aan zijn verwondingen was gekomen, hield hij zijn antwoorden zo kort mogelijk. De informatie die hij wel gaf, was zo bizar en verbijsterend dat ze hem hoofdschuddend tot zwijgen maanden. Ze zouden de kwestie doorschuiven naar de onderzoekers, die onvermijdelijk zouden komen. Laat maar. Hoeven we ook niet te weten. Neergeschoten door een Amerikaanse negen millimeter, check. Hoofd gestoten toen u op een stenen vloer viel, check. Zonder water door de bossen gezworven, check. Daarna vertrokken ze weer, wat hij prima vond. Aan het einde van die eerste ochtend was hij het al zat daar. ‘Verdomme, lt, wat had ik nou gezegd!’ De vioolbouwer. ‘Sorry,’ grinnikte hij. Ze was net binnengekomen om aan haar dienst te beginnen en had haar rugzak nog om. De avond ervoor had ze zijn naam op de lijst van binnenkomende patiënten zien staan. 380
De vallei 380 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ze pakte een kruk en bestookte hem met vragen over de eerste hulp die hij ter plekke van de hospikken had gekregen, en de behandeling daarna, in Charlie Med. Aangezien hij zich over dat eerste weinig kon herinneren, had hij met die vragen de minste moeite. Toen ze zich ervan had vergewist dat er goed voor hem werd gezorgd, leunde ze tegen de triplex afscheidingswand en keek hem fronsend aan. ‘Maar jezus, man... Wat is er allemaal gebeurd daar?’ Hij staarde naar de lakens en zweeg. Ze bleef hem even aankijken, maar trok toen haar schouders op. ‘Ik heb wat voor je meegebracht,’ zei ze, en ze begon in haar rugzak te graven. ‘Voor het klassieke gedeelte van je ernstig tekortschietende muzikale opvoeding.’ Ze haalde er een discman uit, een duur ogende koptelefoon en een stapeltje cd’s. Ze gaf de cd’s aan Black, die ze stuk voor stuk bekeek. ‘Charles Ives...?’ mompelde hij. De vioolbouwer sloeg haar ogen ten hemel. ‘Een Amerikaan,’ zei ze. ‘Iedereen kent hem inmiddels, dus zijn naam zou je iets moeten zeggen.’ Hij keek verder. Hij pikte er een uit en hield hem verwijtend omhoog. ‘Beethoven ken ik heus wel,’ zei hij. ‘Zijn vijfde ook?’ ‘Kom op, zeg,’ zei hij. ‘Da-da-da-dám.’ ‘Jezus, weet ik veel. Je muziekkennis schiet hier en daar ernstig tekort.’ Black wendde zijn blik af. ‘We waren nogal afgezonderd.’ Ze keek hem vluchtig aan en wachtte op méér, maar Black zweeg. ‘Dat geloof ik best,’ zei ze hoofdschuddend. ‘Maar goed, nee, je kent de vijfde niet écht. Pas als je díé uitvoering hebt gehoord.’ Ze wees naar de cd in zijn hand. ‘Wiener Philharmonika?’ las hij. ‘Carlos Kleiber?’ ‘Philharmoniker, niet Philharmonika,’ corrigeerde ze hem meewarig. ‘Het filharmonisch uit Wenen. 1975.’ Ze gebaarde naar de koptelefoon. ‘Draai hem als het donker is, met die daar. Dan snap je het wel.’ ‘Dank je.’ ‘Geen dank,’ zei ze, en ze stond op. ‘Als ik dienst heb, kijk ik wel even hoe het met je gaat. En als je wilt vertellen wat er daar in godsnaam gebeurd is, dan weet je me te vinden.’ 381
De vallei 381 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Top.’ ‘Oké.’ Ze liep weg. Ze kwam elke dag kijken hoe het met hem ging en om hem te plagen, maar vroeg niet meer naar de Vallei. Blijkbaar had ze Koerasj verteld dat hij in Charlie Med lag. Hij kwam de volgende dag langs, wond zich op als een bezorgde ouder en wrong zijn handen bij de aanblik van de verkreukelde Black. ‘Het spijt me, mijn vriend,’ zei hij. ‘Jammer dat jij doet mee aan deze oorlog.’ Sergeant Cousins kwam langs, wat aardig van hem was. Smoke Toma liet zich niet zien, en dat was misschien maar beter ook. Aan het einde van de derde dag kreeg Black bezoek van de persoon op wie hij het minst had gehoopt, en wie hij het meest had gevreesd. Hij kwam onaangekondigd langs en bleef lang in de deuropening dralen. Om zijn arm zat een verband, maar voor de rest leek hem weinig te mankeren. Toen hij zijn knokige lichaam in een stoel liet zakken, zag Black de wallen onder zijn ogen en de asgrauwe teint. Hij vroeg zich af of hij er zelf ook zo slecht uitzag. Hij zat met zijn ellebogen op zijn knieën en staarde naar een plekje op de vloer. Toen hij eindelijk wat zei, klonk zijn stem zo hol en monotoon dat Black ervan schrok. Hij herkende zijn stem amper. ‘Wat,’ zei Merrick, nog altijd naar de vloer starend, ‘is in hemelsnaam het einde van de wereld?’ Black voelde zich ineens erg moe. Hij wees naar een rolstoel in de hoek. ‘Pak die even.’
382
De vallei 382 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
48
Z
e haalden koffie bij Koerasj, die zich wederom opwond over Black en de verbaasde, nukkige sergeant met alle egards ontving. ‘De vriend van breedman Will is mijn broeder,’ zei hij groothartig. ‘Ik ben zijn vriend nie...’ stamelde Merrick. ‘Is het goed als we het terras even voor onszelf krijgen?’ vroeg Black, en hij gebaarde over zijn schouder naar de achterdeur. Koerasj legde zijn handen op zijn borst. ‘Ga je gang, broeder.’ Merrick duwde Blacks rolstoel door de deur, die door Koerasj achter hen werd afgesloten. Het terras was leeg. Het was koud, maar de sneeuw reikte nog niet tot de vlakte. Ze kozen een metalen tafeltje in de hoek. Merrick nam plaats in een plastic tuinstoel en tuurde met samengeknepen ogen naar de gele horizon. De late middagzon hing boven de bergkam en hulde de vlakte in schaduw, die nu centimeter voor centimeter over de terrasplanken kroop. Black keek naar de lange sergeant, die zich met veel ongemak in het kleine stoeltje had gevouwen, enkels gekruist en starend naar de bergen. ‘Waar heb je dat gehoord, dat van het einde van de wereld?’ vroeg Black. ‘Mensen in de wei.’ ‘Ah.’ Merrick keek hem aan. ‘En jij had het er ook over.’ Hij keek Black argwanend aan. ‘Toen je op je reet lag, in het bos.’ Daarna zei hij niets meer, maar staarde slechts. Black vertelde hem over de muur. Dat de soldaten in Xanadu, wie ze ook waren, de telers blijkbaar hun gang lieten gaan terwijl ze de strijders bij 383
De vallei 383 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
de grens probeerden tegen te houden. Totdat iemand ergens het niet langer kon hebben dat ze een cruciaal stukje grond niet konden controleren en met het plan voor de muur op de proppen was gekomen. Dat niet alleen de strijders, maar ook de telers door de muur werden tegengehouden, en alle andere telers in de Vallei. Dat de telers daarop besloten met de vijand te gaan samenwerken. Dat ze samen met de taliban een vernietigende aanval op Xanadu hadden ingezet. En dat de muur overeind bleef. Dat niemand er een bres in kon slaan. Dat de telers van de Vallei een nieuwe deal met hun nieuwe bondgenoten hadden gesloten, om de heroïne weg te sluizen. Maar iemand anders in de Vallei ontdekte de waarheid over de muur. Over Xanadu. ‘Hoe dan?’ Black wendde zijn blik af. ‘Dat weet ik niet.’ Caine wist van de situatie van de telers, maar kon niets weten over de nieuwe deal. Hij was de reden dat de telers in de wei die nacht hun gewassen verbrandden. ‘Zodat hij ze niet langer kon afpersen,’ zei Merrick gelaten. De telers uit Darreh Sin werden door twee partijen afgeperst: door de Amerikaan en door de vijanden van de Amerikaan. De Amerikaan wist daar niets van af en de telers durfden hem niets te vertellen. Ze konden geen kant op. Hun stamhoofd kon geen kant op. ‘En toen kwam Pistone.’ Het laatste wat ze daar nodig hadden, naast al het andere. Merrick zweeg. Uit zijn beker kwam damp gekringeld. Uiteindelijk schudde hij zijn hoofd. ‘Nee,’ zei hij simpelweg. ‘Die hele verdomde Vallei, al die stammen met hun vetes en bullshit, die gaan echt niet samenwerken om ons over de kling te jagen enkel en alleen omdat een of andere boer en zijn zoon werden doodgeschoten.’ Black keek naar de damp uit zijn eigen beker. ‘Die jongen,’ zei hij, ‘was het begin van het eindspel.’ Ze slurpten van hun koffie en rilden in de wind die uit de valleien en over de vlakte kwam gewaaid. Merrick keek toe hoe de schijf van de zon langzaam richting de bergtoppen kroop. 384
De vallei 384 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wie zet er nou in godsnaam een muur neer om een vallei af te sluiten?’ Ook Black keek. ‘Mensen hogerop.’ Hij warmde zijn handen aan zijn koffiebeker. ‘Overal ter wereld.’ Merrick fronste, nam een slok en zette zijn beker op tafel. Hij plantte zijn voeten op het terras en sloeg zijn armen over elkaar. Black keek hem aan. ‘Dus daarom hielden jullie de jongens van de observatiepost binnen toen ze teruggingen naar Omaha.’ Merrick knikte nors. ‘Geen Amerikanen ten oosten van Darreh Sin.’ ‘Officieel dan.’ Soldaten liepen langs, alleen of met zijn tweeën, geweren geschouderd, op weg naar de kantine, de mwr, de sportzaal of hun kot. Het dagritme van de fob veranderde in het nachtritme. Merrick nam nog een slok. Hij zette de beker weer op tafel en strekte zijn lange benen uit, waarna hij zijn armen over elkaar sloeg om zichzelf op te warmen. Hij keek naar een wereld in de verte, een wereld die ergens boven de neuzen van zijn kisten zweefde. ‘Pistone...’ mompelde hij. Hij keek naar de bergen en vervolgens weer naar voren. Toen hij sprak, klonk hij vooral verbitterd. ‘Heeft me voor lul gezet,’ zei hij. ‘En Caine ook.’ Black dronk van zijn eigen koffie. De zon hing vlak boven de bergkam. ‘Ook ik had niks door wat Pistone betreft,’ zei hij ten slotte. ‘Pas toen Corelli het me vertelde.’ Merricks antwoord was fel. ‘U hebt niet met hem samengewerkt,’ zei hij. ‘Ik zag die lul elke dag en had geen flauw idee.’ Hij schudde zijn hoofd uit afschuw. ‘En ze hebben het me nog geprobeerd te vertellen.’ ‘Wie?’ ‘Burgers. Boeren in de wei.’ Zijn blik dwaalde af. ‘Ze zeiden dat de duivel geen baby’s meer zal meenemen.’ Ze lieten dit bezinken. 385
De vallei 385 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Aan de overzijde van de markt reed een Humvee voorbij. Het geluid van de dieselmotor stierf langzaam weg. Beide mannen staarden in hun koffiebeker. ‘Sindsdien ging er niks meer goed,’ mopperde Merrick. ‘Ik wist het wel, maar niemand die wat zei.’ Black wachtte op meer, maar Merrick zweeg. ‘Dus daarom probeerde je me af te schrikken,’ zei hij uiteindelijk. Merrick keek stuurs naar de terrasplanken. Zijn blik boorde bijna een gat in het hout. Toen hij eindelijk weer wat zei, klonk hij opstandig, alsof hij het tegen zichzelf had. ‘Ik probeerde te ontdekken hoe en wat.’ Hij slaakte boos een zucht en bleef hoofdschuddend naar de terrasplanken staren. ‘Ik heb zelfs niet kunnen ontdekken wie hem hielp het spul de Vallei uit te krijgen.’ Black wendde zijn blik af en tuurde in zijn koffiebeker. Merrick leek het niet op te merken. Black besefte iets, maar hij betwijfelde of Merrick het zou willen horen. Toch zei hij het. ‘Ik zou hetzelfde hebben gedaan.’ ‘Dan bent u een idioot,’ antwoordde Merrick fel. ‘Ik heb me voor lul laten zetten door mijn pelotonsleider én mijn sergeant. Ik had geen flauw idee wat er allemaal onder mijn neus gebeurde.’ Hij ging staan en struinde met zijn handen in de zakken naar de rand van het terras. Hij staarde naar de bergen en zag hoe het laatste randje van de zonneschijf onder de kam zakte. Toen de zon eenmaal weg was, leek het gelijk een stuk frisser te worden. Black had spijt dat hij niet wat warmers had aangetrokken. Merrick, die nog altijd naar de bergen staarde, begon weer te spreken. ‘Niemand die naar me toe kwam.’ Black keek op. ‘Niemand.’ Black keek naar zijn halflege koffiebeker en besloot om de waarheid te vertellen. ‘Toch hadden ze respect voor je.’ Merrick draaide zich om en keek Black argwanend aan, de zonsondergang op de achtergrond. 386
De vallei 386 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Flikker op.’ ‘Shannon zei dat hij je niet wilde opzadelen met wat er allemaal in de wei gebeurde, en de rest.’ ‘Dat was dan dom van hem,’ zei hij verbitterd. ‘Domkop.’ ‘Shannon kijkt naar je op.’ ‘Shannon is dood.’ Hij was er in zijn eentje op uit gegaan, vertelde Merrick, om Caine van de boom te halen. ‘Tegen mijn bevel in,’ voegde hij toe. Hij liep terug en plofte in zijn stoel. Zijn gezicht stond op onweer. Hij greep zijn beker koffie, nam een slok en zette hem weer terug. Black proefde de zijne – ook die was koud geworden. Mensen liepen voorbij in de schemering. Merricks blik dwaalde weer af, naar hetzelfde onzichtbare punt op het terras. Een minuut lang bleven de mannen zwijgen. Toen Merrick weer sprak, deed hij dat bijna grommend, met de kaken op elkaar geklemd. ‘Ik heb hem nog geprobeerd in te halen.’ Black keek hem aan. Merrick keek verbitterd naar de bergen en schudde vol afschuw zijn hoofd. ‘Jezus, had ik hem maar ingehaald.’ Black keek hem fronsend aan. ‘Je hebt hem ook ingehaald.’ Merrick beantwoordde zijn blik en schudde zijn hoofd. Black snapte het niet. ‘Caine is niet gedood op weg naar het telegraafstation,’ zei Merrick gelaten, ‘maar op de weg terug.’ Black vroeg hoe hij dat wist. Merrick vertelde het hem. Daarna viel er weinig meer te zeggen. Ze leegden hun koffiebekers en roffelden op de deur. Koerasj liet ze binnen en Merrick duwde Black over het grind en de zanderige paden terug naar Charlie Med. Black klom in bed. Merrick keek hem zwijgend aan, handen in de zakken. ‘Nog even over wat er met uw laatste peloton is gebeurd,’ zei hij uiteindelijk. Black keek verbaasd op. Merrick wendde zijn blik af. ‘Hoe het in het dossier is beschreven en zo. Is het echt zo gegaan?’ ‘Ja.’ 387
De vallei 387 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Merrick wilde wat zeggen, maar bedacht zich. Hij sloeg zijn armen over elkaar, maar stak zijn handen toch weer in zijn zakken. Toen hij weer wat zei, klonk er enige geruststelling door in zijn stem. ‘Misschien dat een en ander toch nog goed uitpakt.’ Black zei niets en staarde naar de lakens. Merrick maakte aanstalten om te gaan, maar leek zich plotseling iets te herinneren. Hij draaide zich om en keek naar Black. ‘Toen u in de Vallei aan het rondrennen was, hebben ze het lichaam van Brydon aangetroffen in de Taj Mahal.’ Black streek zijn lakens recht. ‘Had zichzelf door zijn kop geschoten. Weet u daar iets van?’ ‘Nee.’ Merrick ging weg. Black reikte in zijn zak en haalde Jason Traynors idpasje tevoorschijn. Hij bleef er lange tijd naar staren.
388
De vallei 388 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
49
I
n de laatste paar dagen voor zijn ontslag uit Charlie Med kreeg Black nog één andere bezoeker. Hij kwam zwijgend binnen en ging tegenover het bed op een kruk zitten. Hij legde zijn handen in zijn schoot en glimlachte kalm, glinsterend zwarte ogen achter zijn bril. Zo bleef hij een minuut lang zitten. Uiteindelijk slaakte Black geïrriteerd een zucht. ‘Wat nu?’ vroeg hij. ‘Ga je me vervloeken of zo?’ Zijn bezoeker zweeg. ‘Best, zeg dan niks. Hoeft ook niet. Gewoon zitten, glimlachen en luisteren.’ Zijn bezoeker bleef glimlachen. ‘Je hebt het verkloot,’ zei Black. Geen zichtbare reactie. Hij wachtte even en ging toen verder. ‘Je hebt me een schuldbekentenis gegeven, ondertekend en al.’ Zijn bezoeker knipperde met zijn ogen, maar verroerde geen vin. ‘Ik weet waarom je die bij je had,’ ging Black verder. ‘Het was een soort talisman.’ ‘Ik wil hem graag terug.’ Hij schrok van de zachte stem. Zijn nekharen gingen rechtovereind staan. ‘Val dood,’ zei Black fel. ‘Je krijgt hem niet, en je zult hem ook nergens vinden.’ Hij keek naar de bleke handen van zijn bezoeker, die ineengevouwen in zijn schoot lagen. Daarna keek hij hem recht in de ogen aan. ‘Ik weet wie je bent,’ zei Black. ‘Die hele verdomde Vallei weet wie je bent.’ 389
De vallei 389 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De ogen keken Black indringend aan. Black leunde naar voren. ‘Ik weet hoe je heet.’ De glimlach verdween en maakte plaats voor een onpeilbare uitdrukking. Ook zijn bezoeker leunde naar voren, zijn gezicht vlak voor dat van Black, zijn ogen zoekend, alsof hij een zwak geluid wilde opvangen, en toen hij sprak, was het amper te horen. ‘Probeer het eens.’ Hij leunde weer naar achteren en de gelukzalige glimlach keerde weer terug. Hij stond op, legde een klein metalen voorwerp op het nachtkastje, de glinsterende ogen nog altijd op Black gericht. Pistone liep zwijgend weg. Black pakte het voorwerp. Het was een metalen identiteitsplaatje. Erop stond william brydon.
390
De vallei 390 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
50
E
r waren kampen voor als je aankwam en kampen voor als je vertrok. Aan het begin van je uitzending kwam je in het ene soort terecht, aan het einde ervan in het andere soort. Ze zagen er in feite hetzelfde uit. Uitgestrekte, ommuurde stukken land in de woestijn van Koeweit, tijdelijke steden van tenten, prefabgebouwen en vrachtcontainers omgebouwd tot fastfoodrestaurants en andere typisch Amerikaanse etablissementen, grind op de tussenliggende stukken grond gestort. Het verschil was dat het ene soort kamp bevolkt werd door mensen die hun eigen sterfelijkheid aan het overdenken waren terwijl ze wachtten op het bericht dat hun eenheid verder moest naar Irak of Afghanistan, terwijl je in het andere kamp mensen trof die blij verrast waren over het feit dat ze niet waren gedood en zich afvroegen wat ze met de rest van hun leven moesten aanvangen. Dit was het kamp voor degenen die vertrokken. Een plek om een paar dagen gratis te eten, te douchen, de telefoonkeet of het internetcafé te bezoeken of naar de woestijn te staren terwijl je op je vlucht wachtte. De meeste mensen in dit kamp kwamen uit Irak, wat hij best vond. Hij werd amper opgemerkt. Dit was een plek van anonieme drukte waar je in je eentje je weg moest vinden, en waar de ongeschreven regel gold dat je je niet met anderen bemoeide. Alleen het personeel van het Green Beans Coffee-café in dit bewuste kamp merkte dat hij al ruim drie weken over de paden en lanen van het kamp struinde, veel langer dan gemiddeld. Hij hing een handdoek over de stang van zijn bed, het onderste van een stapelbed aan het einde van een lange rij. De ruimte waarin hij verbleef was een van die barakken met vrije britskeuze, zo’n plek waar ze je na aankomst naartoe stuurden. 391
De vallei 391 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De zon stond al hoog aan de hemel toen hij naar buiten liep. Hij had zijn loafers aangetrokken en banjerde met zijn rugzak naar wat hij het dorpsplein noemde. Het trappetje op naar de koffietent, gedag zeggen tegen de lui van Green Beans, die hier uit Bangladesh kwamen, en dan met een dampende beker naar de entertainmenttent aan de overkant. Hij trok het zeil opzij en bleef – zoals altijd – even stilstaan in de tentopening om zijn ogen aan het donker te laten wennen. Kisten of schoenen waren niet toegestaan. Die zette je in de kastjes naast de ingang, waarna je op je sokken naar binnen kon. Van buitenaf bezien was de entertainmenttent van Camp Alabama de gebruikelijke hagelwitte, semipermanente, tunnelvormige fob-tent, zo’n vijftien meter hoog en dertig meter lang. Binnen zag hij een inventief en sfeervol verlicht stukje uitzendingsvlijt. Her en der stonden leren bankstellen, met tafellampen ernaast. Tegen de wanden stonden kastjes en met tapijt beklede plateaus, waar soldaten lagen te ronken. In het midden bevond zich een verhoogd plateau met een koffieautomaat en waterkoeler, met eromheen een balustrade van zwartgeverfd ijzer en door lantaarnpalen verlichte tafeltjes. Een van de hoeken van de tent was afgeschermd door afzetwandjes, wat een klein bioscoopzaaltje had opgeleverd. In een andere hoek stonden computers opgesteld. Daar liep hij met zijn koffie naartoe. Hij vond een plek waar hij met zijn rug naar het tentdoek kon zitten. Hij zette zijn rugzak naast zich neer en klikte het deksel van zijn beker open om de koffie wat te laten afkoelen. Hij logde in en wachtte totdat het e-mailsysteem hem het nieuwste bericht in een lopende correspondentie bezorgde. Re: re: re: re: re: re: Hallo Waarom heb je sergeant Merrick niet over Billy verteld?
Hij klikte het deksel weer op de beker en begon te typen. Dat verdiende Billy niet.
Hij nam een slokje koffie en staarde naar het scherm. Hij wist wat het was om een geest te zijn. Laat zijn geest rust vinden waar hij hoort te zijn.
392
De vallei 392 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Hij verstuurde het bericht en knakte zijn vingers. Hij wist dat zijn correspondentiegenoot aan de andere kant van de wereld, uren van hem verwijderd, op zijn bericht zat te wachten en meteen zou terugschrijven. Terwijl hij wachtte, zocht hij in zijn rugzak naar zijn boek, een paperback over een Israëlische huurmoordenaar met een moeilijk verleden die dat leventje vaarwel wilde zeggen om zich de rest van zijn leven te wijden aan het restaureren van de meesterwerken van renaissanceschilders. Het antwoord kwam een paar minuten later binnen. Je gelooft niet in geesten. Althans, je denkt van niet. Denk je echt dat het aan jou is om te bepalen of zijn ouders de waarheid te horen krijgen of niet? Had je me niet ooit eens verteld dat jij altijd de waarheid wilde horen, wat die ook was? Had je dat niet tegen pappa gezegd?
Zijn kleine zusje was allang niet zo klein meer. Hij staarde naar het scherm en zat juist te bedenken hoe hij zou antwoorden toen er een tweede bericht binnenkwam. Sorry. Beantwoord die vraag maar niet. (Wacht – ben even koffie halen.)
Hij volgde haar voorbeeld en haalde nieuwe koffie bij het straatlantaarncafé, waarna hij terugliep naar de computer om de rest van haar antwoord te lezen. Denk je echt dat Corelli nog leeft?
Hij klikte op reply en typte een enkele zin. Dat ga ik uitzoeken.
Hij klikte op send en pakte zijn boek weer op. In dit deel was de Israëlische spion erin geslaagd vriendjes te worden met de paus. Het mailicoontje begon te knipperen. Rust eerst wat uit, gb. Degenen die kunnen zoeken, zijn aan het zoeken.
393
De vallei 393 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
gb stond voor ‘grote broer’. Hij klikte op reply. Ik was degene die hem eropuit heeft gestuurd.
Hij wist niets anders meer te zeggen en verzond het bericht. Het antwoord kwam snel. Oké,
gb.
Ik kruip erin. Ik wou dat je er met iemand over kon praten (ik
weet het, het zijn mijn zaken niet), maar ik ben blij dat je het in ieder geval aan mij hebt verteld. Weet je zeker dat je dit soort dingen via de mail kunt versturen? kz
‘Kleine zus’. Hij type een kort antwoord. Niemand die meeleest. Welterusten. gb
Hij sloot het e-mailprogramma en staarde naar de licht brommende tent. In het bioscoopgedeelte naast hem scheurde een racemotor door het vierde of vijfde deel van een reeks actiefilms tjokvol achtervolgingsscènes en onwaarschijnlijke kungfucapriolen. Hij klapte zijn boek dicht en stak het weer in zijn rugzak. Hij kwam overeind en deed een paar stappen richting de tentopening, maar bedacht zich en schudde geïrriteerd zijn hoofd. Zijn kleine zusje, bedacht hij, en niet voor het eerst, was veel te verstandig. Hij liep terug naar de computer, liet zijn rugzak weer van zijn rug glijden en opende de map van zijn webmail. Het oude bericht stond nog steeds in zijn postvak. Het bericht van vóór Vega. Hij staarde er geruime tijd naar en opende toen het mapje waarin zijn niet-verzonden berichten werden opgeslagen. Toen hij in Charlie Med aan het herstellen was, had hij aan Cousins gevraagd om hem naar de Sectie 1-keet te brengen, zodat hij het bericht kon annuleren dat automatisch zou worden verzonden als hij niet binnen tien dagen uit Vega terugkwam. Het concept stond nog altijd in die map. Hij las het bericht, markeerde het grootste gedeelte, drukte op delete en begon opnieuw. 394
De vallei 394 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ik heb je bericht ontvangen. Ik leef nog, maar ben wel weggeweest. Dat had ik je moeten vertellen voordat ik ging.
Hij drukte een paar keer op enter en typte verder. Er is veel gebeurd.
Hij verwijderde de zin en typte: Niet te veel waarde hechten aan dromen.
Hij klikte op send, logde uit en pakte zijn rugzak op. Hij trok zijn schoenen aan en liep naar de kantine. Nadat hij gegeten had, liep hij naar Green Beans om verse koffie te halen en op het terras zijn boek te lezen. Hij was nog maar een paar bladzijden gevorderd toen hij een plagerige stem achter zich hoorde. ‘Ah, mijn allerbeste middelmaatje.’ Dat was hoe zijn vriend van de officiersopleiding hem had genoemd in de e-mail die hij had ontvangen voordat hij naar de Vallei vertrok. De grapjurk. Camp Alabama was wel de laatste plek op aarde waar Black zijn stem had verwacht te horen. Even dacht hij dat hij zich had vergist. Maar toen hij zich omdraaide en de Monnik zag staan, geschoren en grijzend in burgerkleding, wist hij dat hij het wél goed had gehoord. Naast hem stond Danny, schaapachtig lachend.
395
De vallei 395 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
51
Z
e hielden allebei een beker koffie vast. Blacks mond viel open. Zijn vriend keek hem verwachtingsvol aan. ‘Nou?’ zei hij, en hij hield zijn koffiebeker omhoog. ‘Mogen we?’ In het echt heette hij Pyne, wist Black. Sinds de officiersopleiding had hij die naam nauwelijks gebruikt. Pyne schakelde over op een verschrikkelijk Frans accent. ‘Mais oui?’ Hij ging weer normaal praten. ‘Nou?’ Black knikte, te verbaasd om wat te zeggen. De twee mannen stapten naar voren. Danny kroop met koffie en al weg in de stoel die het verst van Black af stond. ‘Hallo, lt,’ mompelde hij, met neergeslagen blik. ‘Leuke vondst nog, in die e-mail,’ zei Pyne, terwijl hij met de punt van zijn schoen een stoel onder het tafeltje vandaan schoof. ‘“Papieren tijger”. Heel aardig. Mijn complimenten.’ Hij ging zitten. ‘Hoelang hoop je jezelf te verstoppen voor de rest van de wereld?’ Hij keek naar het grindplein, dat omringd was door geïmproviseerde winkeltjes en andere etablissementen. ‘Begrijp me niet verkeerd, je zit hier natuurlijk lekker,’ zei hij goedkeurend. ‘Maar kom op, zeg.’ Hij nam een slokje van zijn koffie, en verbrandde zijn lip. ‘Corelli,’ zei Black botweg. Zijn vriend ging ineens ernstig kijken en schudde zijn hoofd. Black staarde naar het tafelblad. ‘Ik ben ermee bezig,’ zei Pyne zacht. 396
De vallei 396 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Black keek naar de damp die uit zijn koffiebeker oprees. ‘Je weet dat ik er meteen naartoe was gegaan,’ zei Pyne, ‘als ik...’ ‘Ja.’ Dat was alles wat Black erover zei. Pyne trok zijn schouders op, pakte de beker met gloeiendhete koffie en veranderde van onderwerp. ‘Bedankt nog dat je me niet hebt ontmaskerd,’ zei hij opgewekt. ‘Dat was snel denkwerk.’ Black knikte mistroostig. ‘En dat je me niet hebt neergeschoten,’ ging Pyne verder, en hij blies in zijn koffiebeker. ‘Hoewel dat denkwerk wat minder snel ging.’ ‘Ik heb je wel degelijk neergeschoten. Alleen mijn geweer niet.’ Ze bleven een minuutje zwijgend zitten. ‘Hoe heb je het trouwens voor elkaar gekregen dat je je hier mocht verstoppen?’ vroeg Pyne, en hij keek goedkeurend om zich heen. ‘“Op weg naar huis,”’ zei Black, en hij tekende narrig aanhalingstekens in de lucht. Pyne, die argwanend naar zijn koffie had gestaard, keek verbaasd op. ‘Een van de voordelen van het admeurschap,’ zei Black. ‘Hoe wist je trouwens dat ik hier zat?’ ‘Een van de voordelen van het mij zijn,’ zei zijn vriend vanachter zijn koffiebeker, en hij trok schalks zijn wenkbrauwen op. Black wachtte op de rest, maar Pyne schudde slechts zijn hoofd. ‘Soms is de waarheid wat onsmakelijk.’ Hij nam voorzichtig een slok koffie en wilde iets zeggen, maar Black stak zijn vinger op en keek naar Danny, die blijkbaar dacht dat zijn koffiebeker groot genoeg was om zich helemaal achter te verschuilen. ‘Danny,’ zei hij, ‘ik weet het.’ Danny liet zijn hoofd zakken. ‘Ik schaam me, lt. Ik zweer het. Ik wist niet dat sergeant Caine... bezig was... met dit alles.’ Pyne knikte en nam nog een slok koffie. ‘Ik heb maar een keer vertaald voor hem,’ ging Danny verder. ‘Hij brengt me mee naar de telersbaas, een grote man, en ik leg het uit, zodat hij het verder kan vertellen. Daarna zegt Caine niks meer, en ik zie niks meer.’ ‘Wat zou hij met je doen als je niet mee zou werken?’ ‘Mij doden.’ Black knikte. 397
De vallei 397 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Je kon er niets aan doen, Danny. En je hebt mijn leven gered.’ ‘A-hum,’ zei Pyne. Black keek hem vragend aan. ‘Geen dank,’ zei Pyne grootmoedig. ‘Dat ik je wederom door een navigatietraining heb geloodst.’ Black keek de twee argwanend aan. ‘Dus Danny is...’ Hij maakte de zin niet af. ‘Nee,’ zei Pyne. ‘Niet officieel.’ Hij liet zijn koffie ronddraaien in de beker. ‘Danny heeft me geholpen met uitvinden wat die sukkelige Eleven-Bravo’s in mijn vallei aan het doen waren.’ ‘Eleven-Bravo’ was in de landmacht de officiële functieclassificatie van de infanterist. ‘Mijn’ was Pynes officiële classificatie van elke plek die hij geschikt vond voor zijn duistere zaakjes. ‘Het was Danny die me vertelde dat er iets aan de hand was in Vega. En dan bedoel ik niet dat amateuristische drugsimperium van die Caine van je.’ Black keek hem verbaasd aan. ‘Natuurlijk wist ik dat,’ zei zijn vriend kortaf. ‘En ik heb het maar even op zijn beloop gelaten.’ ‘Op zijn beloop gelaten?’ Pyne trok zijn schouders op. ‘Hij maakte zichzelf onderdeel van de voedselketen in de Vallei, en voor even was dat...’ Hij maakte een cirkelbeweging met zijn hand. ‘... geenszins storend voor waar ik mee bezig was.’ Black was even met stomheid geslagen. ‘En toen, later,’ ging Pyne ontspannen verder, ‘werd een en ander, eh...’ Hij liet zijn koffie weer ronddraaien. ‘... alsnog verstoord.’ Hij leunde naar achteren en schudde zijn hoofd, alsof hij het zag gebeuren. ‘Het was voor het eerst dat ik echt het gevoel kreeg dat iedereen me haatte,’ zei hij onbewogen. Ze lieten dit even bezinken. ‘Na die brand leek ik wel besmet. Zelfs Merak wees me de deur.’ 398
De vallei 398 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Merak?’ ‘Het stamhoofd van Darreh Sin.’ ‘Is dat zijn naam?’ ‘Wist je dat niet?’ ‘Dat heeft Caine me nooit verteld.’ Pyne schudde misprijzend zijn hoofd. ‘Werkte je voor hem dan?’ vroeg Black. ‘Duh,’ antwoordde Pyne. ‘Tuurlijk.’ ‘Heb je hem over de muur verteld?’ Pyne keek naar Danny, alert op een teken van herkenning. ‘Waarom zou ik?’ zei hij kortaf. ‘Toen ik hem de heroïne liet zien...’ Pyne sloeg zijn ogen ten hemel. ‘... zei hij dat hij ons allemaal zou doden, tot het einde van de wereld.’ ‘Nou nou,’ zei zijn vriend sarcastisch. ‘Een ijskoude.’ Hij nam een grote slok koffie, eindelijk tevreden over de temperatuur. ‘Maar goed,’ zei hij, ‘na die brand kon ik me niet meer vertonen in het dorp.’ Hij keek naar Black. ‘Daardoor wist ik dat er Amerikanen waren die iets goed hadden verstierd, en er moest íémand komen om te ontdekken wat.’ Black knikte en nam zelf ook een slok. ‘Ja,’ zei hij, ‘ik snap wel dat...’ Ineens drong de betekenis van Pynes terloops gesproken woorden tot hem door. ‘Hé, wat bedoel je daar eigenlijk mee?’ Pyne glimlachte in zijn koffiebeker. ‘Danny,’ zei hij, ‘zullen we afspreken in mijn kot voordat we naar de vreetschuur gaan?’ Danny knikte en keek naar Black. ‘Later, lt.’ Hij stond op en liep weg. Black wendde zich weer tot zijn vriend. ‘Jíj bent het die het onderzoek in gang heeft gezet.’ Pyne schudde zijn hoofd. ‘Ik heb contact gelegd met wat, eh, maatjes bij cimic.’ ‘Het irrigatieproject.’ Pyne trok zijn schouders op. ‘Ik dacht, misschien dat dat Merak wat gunstig stemt.’ 399
De vallei 399 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wat ook gebeurde.’ Pyne bracht duim en wijsvinger samen. ‘Een heel klein beetje maar. Iemand moest er een wig tussen drijven.’ ‘Maar die 15-6 hadden we dus aan jou te danken.’ Pyne schudde wederom zijn hoofd. ‘Niet de 15-6 zelf,’ zei hij, vol bewondering voor de schoonheid van het hele gebeuren. ‘Dat ging allemaal vanzelf, nadat Merak over die geit had geklaagd.’ Black staarde hem aan. ‘Jij hebt ervoor gezorgd dat ik het onderzoek kreeg!’ Zijn vriend keek als de vermoorde onschuld naar de horizon. Blacks mond viel open van verbazing. ‘Vind je dat soms grappig?’ zei hij, te hard. ‘Er zijn mensen doodgegaan!’ Pyne keek om zich heen om te zien of Black de aandacht van anderen had getrokken. Hij leunde naar voren, serieus nu. ‘Nee,’ zei hij kortaf. ‘Ik vind het helemaal niet grappig. Ik hou er alleen niet van als een stelletje gluiperige psychopaten losgaat in mijn eigen achtertuin. Ik moest die zooi laten verdwijnen.’ ‘Dus je hebt mij gewoon gekózen?’ Pyne leunde weer naar achteren en trok zijn schouders op. ‘Ik wist dat je in Omaha zat. Wie had ik anders moeten kiezen?’ ‘Wie dan ook!’ Pyne leek beledigd. ‘Tuurlijk,’ zei hij spottend. ‘Ik dacht dat het volstrekt willekeurig ging!’ ‘Ik dacht dat het volstrekt willekeurig ging!’ herhaalde Pyne sarcastisch. ‘De sirenenzang van de militaire middelmaat.’ ‘Je hebt het systeem dus gehackt?’ Pyne glimlachte en nam een slok koffie. ‘We hebben goeie hackers,’ zei hij trots. ‘Maar dat mag helemaal niet!’ Pyne raakte geïrriteerd en leunde weer naar voren. ‘Niet zo schijterig nou,’ zei hij vinnig, en hij tikte met zijn vinger op het tafelblad. ‘Ben je soms vergeten dat je een militair bent in oorlogsgebied? Er worden voortdurend willekeurig soldaten gekozen voor klotemissies, missies met een grote kans op sneuvelen. Missies waarin je gegarandeerd sneuvelt.’ Hij leunde weer naar achteren en leek weer wat te kalmeren. 400
De vallei 400 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Deze was toevallig voor jou.’ Black besefte dat zijn mond al een tijdje openhing. ‘Je zit niet in mijn bevelsstructuur!’ riep hij. Pyne sloeg zijn ogen ten hemel. ‘O, dus dát is je bezwaar?’ zei hij mat. ‘Dat je willekeurig toegewezen missie niet van kolonel Brave Borst afkomstig was? Het spijt me vreselijk, maar toen je werd beëdigd, heeft niemand je verteld dat je nooit ofte nimmer willekeurige missies van onbekende partijen toegewezen zou krijgen.’ Black kon slechts stamelen. Pyne fronste afkeurend. ‘Het is niet zo dat je daar helemaal in je eentje was,’ zei hij. ‘Je wíst dat ik je in de gaten hield.’ ‘Wat? Nee! Hoezo?’ ‘Waarom denk je dat ik je dat briefje met de coördinaten en de frequentie gaf?’ ‘Ik las dat briefje pas toen Danny was verdwenen en Caine me probeerde te vermoorden!’ Nu was Pyne stomverbaasd. ‘Waarom toen pas?’ ‘Ik dacht dat het een liefdesbrief was, zoals je had gezegd!’ Pynes mond hing open, maar algauw vormde zich een grijns. ‘En wanneer had ik voor het laatst een vriendinnetje?’ vroeg hij, en hij probeerde niet te lachen. ‘Weet ik veel!’ antwoordde Black. ‘Ik zie je nooit!’ ‘En áls ik al een vriendinnetje had, zou ik dan liefdesbrieven schrijven met hartjes erop?’ Black wist daar even niets op te zeggen. ‘Nu we het er toch over hebben,’ ging zijn vriend verder, ‘in je privéberichten ben je veel te loslippig.’ Blacks wangen kleurden rood. Pyne maakte een vergevend gebaar. ‘Joh, zelfs het spul onder onze voeten hier is interessanter.’ Black fronste en zweeg. ‘Het spijt me, man,’ zei zijn vriend, nog steeds grijzend, maar vriendelijker nu. ‘Ik dacht dat mijn cryptische handdruk en kijk-mij-eens-belangrijk-zijn-houding wel duidelijk genoeg waren.’ Black slaakte een zucht. ‘Je weet dat ik je nooit zou laten spartelen,’ zei Pyne, ogenschijnlijk geraakt. ‘Daarom heb ik je ook in de gaten laten houden.’ 401
De vallei 401 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Wat?’ ‘Nou ja, via Danny natuurlijk, zo veel mogelijk...’ Ineens kwam het besef. ‘Bosch.’ De teksten in de dixi. Dat hij de schuld op zich had genomen voor de handgranaat, terwijl Shannon hem had gegooid. Pyne knikte. ‘Hij leek me wel oké, voor bepaalde taken dan,’ zei hij, en hij werd ineens somber. ‘Misschien dat we hem zelfs langduriger hadden kunnen gebruiken.’ Black wachtte af, maar Pyne zweeg. Hij groef in zijn geheugen. Bosch. Alle jongens van de observatiepost. Plotseling bedacht Black wat. Hij keek Pyne argwanend aan. ‘Wat weet je van Traynor?’ ‘De op of de soldaat?’ ‘Soldaat.’ ‘Ook met hem ben ik nog bezig.’ ‘Wat?’ ‘Tuurlijk. Dacht je dat ik het aan die Caine zou overlaten om...’ Zijn stem stierf weg toen hij het onbegrip op Blacks gezicht zag. ‘Laat maar.’ ‘Nee, wat?’ drong Black aan. ‘Maak je daarover maar geen zorgen,’ zei zijn vriend onbewogen. ‘Het gaat jou niet aan.’ Black stak zijn hand in zijn zak en sloeg met een klap Jason Traynors idpasje op tafel. ‘Wat nou, het gaat me niet aan?’ Pyne staarde naar het pasje en keek toen zenuwachtig om zich heen. Hij sloeg zijn armen over elkaar, slaakte een zucht en wees naar het tafelblad. ‘Dat hebben zíj me gegeven.’ ‘Wie?’ ‘Duh. De mensen die Jason hebben gegrepen.’ ‘Gegrepen?’ ‘Ja.’ ‘Hij leeft dus nog?’ ‘Niet officieel.’ Black fronste zijn wenkbrauwen. 402
De vallei 402 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Welke mensen?’ ‘Dat is nogal ingewikkeld.’ ‘Was Caine er ook?’ Pyne haalde zijn schouders op. ‘Weet ik niet. Hem ontmoette ik pas toen ik ontdekte dat hij eigenlijk hetzelfde aan het doen was als ik.’ ‘Hetzelfde?’ ‘Yep. In de zin dat hij de telers en al zijn andere contacten ondervroeg om uit te vinden wat er met Traynor was gebeurd, zodat-ie hem terug kon halen.’ Blacks mond viel weer open. ‘Maar goed,’ ging Pyne kalm verder, ‘dát was wel storend voor waar ik mee bezig was.’ Het begon Black te duizelen. ‘Wat deed je toen?’ Pyne pakte zijn koffie, die inmiddels lauw was geworden. ‘Ik ging met hem mee en gaf hem Traynors id-pasje en zei dat zijn man nog leefde, en dat we ermee bezig waren, en dat-ie niet zoveel stampij moest maken.’ Hij staarde in zijn beker. ‘Maar ik denk niet dat hij geluisterd heeft. Die jongen was onder zijn huid gekropen.’ Hij nam een slok en zweeg. ‘Dat was waarschijnlijk ook waarom hij zoveel geld aan het oppotten was,’ peinsde hij. ‘Hij hoopte een hoge premie te bieden, zodat gasten in de Vallei geneigd waren om...’ Hij hield de koffiebeker voor zijn gezicht. ‘En dan bedoel ik ook écht geneigd, in de zin van verkracht-je-dochteren-vermoord-je-neef-geneigd, om uit te vinden waar Traynor gevangen werd gehouden.’ Hij schudde zijn hoofd en leegde zijn koffiebeker. ‘Die gast was wanhopig.’ Black wist maar één ding te zeggen. ‘Wie zíjn jullie in hemelsnaam?’ De Monnik keek uit over het dorpsplein, dat druk bevolkt was. ‘Laten we een ommetje maken.’
403
De vallei 403 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ze liepen met lange passen over een verlaten grindpad langs de muur van het kamp. Pyne probeerde vergeefs zijn norse vriend op te beuren. ‘Ik koos jou omdat dit belangrijk was en je een uitstekende officier bent. Jij kunt met mensen praten. Jij weet hoe je ze moet aanpakken.’ ‘Tuurlijk. Zoals ik dat stamhoofd heb aangepakt.’ Pyne grinnikte. ‘Volgens mij ging het allemaal prima totdat je je zaakje op tafel legde,’ zei hij, en hij lachte om zijn eigen grap. Black staarde nors voor zich uit. Pyne zuchtte. ‘Doe jezelf niet tekort. Je hebt die hele zaak in een week opgelost. En dat is geen grap.’ ‘Er zijn doden gevallen dankzij mij.’ ‘Niet zo dramatisch,’ zei Pyne. ‘Er zijn doden gevallen dankzij de oorlog. Dankzij een slechte sergeant en een slechte luitenant. Dankzij incapabele hoge piefen...’ Hij wees naar de lucht. ‘... die die stomme pelotonsbase lieten voortbestaan lang nadat hij zijn bestaansrecht had verloren.’ Hij wees naar Black. ‘Jij hebt de waarheid ontdekt.’ Black vroeg zich af of zijn vriend op alles een antwoord had. Zoals altijd slaagde Pyne erin zijn gedachten te lezen. ‘Ik moest erachter zien te komen wat er allemaal in de Vallei gaande was,’ zei hij fel. ‘En ik had liever jou op de zaak dan een willekeurige drieëntwintigjarige popiejopie met luitenantsstreep.’ Hij was nog niet klaar. ‘Had je dan die vriend van je gewild? Hoe heet-ie ook alweer? Derr? Had je hém dan liever naar Vega zien gaan? Volgens mij ben jij even capabel als wie dan ook. En blijkbaar heb ik gelijk.’ Black schudde vermoeid zijn hoofd. ‘Waarom heb je me niet even apart genomen om me te vertellen wat je allemaal wist?’ ‘Zo makkelijk was dat niet.’ ‘Je hebt Danny en Bosch apart genomen.’ ‘Bosch gaf ik stiekem briefjes op de binnenplaats,’ zei Pyne. ‘Danny was, eh, gemakkelijk benaderbaar. Jou aanspreken was niet eenvoudig zonder mijn dekmantel in gevaar te brengen.’ 404
De vallei 404 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
‘Je hebt ook een briefje aan mij doorgegeven.’ Pyne kuchte. ‘Oké,’ zei hij, ‘maar ik moest in de gaten houden hoe het zich allemaal ontwikkelde.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Je vroeg me wie we in hemelsnaam waren.’ ‘En?’ De Monnik staarde naar de horizon. ‘Als we al een naam hebben, noemen we onszelf vooral The Activity.’
405
De vallei 405 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
demonen
De indrukwekkende vorm van Signal Mountain, waar generaties van artilleriewaarnemers en officiers in opleiding met zowel genegenheid als ergernis aan terugdenken, domineert het ‘niemandsland’ van de schiet- en oefenterreinen van Fort Sill. Signal Mountain, de berg die zijn naam dankt aan generaal Sheridan, die ten tijde van de indianenoorlogen een heliografische seinpost op de top liet bouwen (en die daarvoor al eeuwenlang voor een vergelijkbaar doel was gebruikt door de indianen zelf, zij het met rooksignalen), fungeert inmiddels als primair doelwit voor de talloze artilleriesystemen waarvan de inzet te Fort Sill wordt onderwezen. Karakteristieke kenmerken zijn hellingen die geleidelijk aan steiler worden en een stenen bunker van een enkele verdieping op de top, in 1871 gebouwd voor de huisvesting van de seinactiviteiten. Hoewel de bunker nooit direct is beschoten, is hij gedurende tientallen jaren door artilleriewaarnemers in spe gebruikt als handzaam referentiepunt voor het aanscherpen van hun vaardigheden, waarbij projectielen werden afgevuurd op de vele voertuigwrakken die als doelwitten op de flanken van de berg waren achtergelaten, bijvoorbeeld: ‘Vanaf de bunker, Signal Mountain: links vijf-nul, omlaag tweehonderd, uitwerkingsvuur’. Hoewel ze het inslaggebied nooit mochten betreden, werd de bunker als het ware een tweede thuis voor de rekruten, en eenmaal gezien werd hij nooit meer vergeten. Je zou zelfs kunnen stellen dat het bouwwerk vereerd werd, in de zin dat die ergerlijke, alledaagse aspecten van militaire training in onze herinnering in een heel ander, gunstiger licht worden gezien. Herinneringen aan de bunker op Signal Hill vormen een onderscheidingsteken voor de artilleriewaarnemer; en voor al die 406
De vallei 406 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
officiers en artilleristen die talloze uren en dagen in de hitte van Oklahoma hebben vertoefd en met dichtgeknepen ogen naar de donkere contouren op die ongenaakbare hoogte hebben getuurd, klinkt de radiocode zelfs na vele jaren nog als de vertrouwde naam van een oude vriend, iemand met wie men in jongere jaren misschien heeft geruzied, maar die nu deel is van de familie. Uit Rogers’ History of the Field Artillery, The Fort Sill Museum Press, 1972 De professor keek fronsend naar het dagboek in zijn handen. Op de lederen kaft was een Keltisch knoopwerk gebosseleerd. ‘Maar dit is bewijs,’ zei hij afkeurend. Zijn gast negeerde de opmerking. De professor trok het leren bandje los en draaide het dagboek voorzichtig om, en hield het iets omhoog om het beter te kunnen bekijken in het schijnsel van de schemerlamp. Zoals altijd was zijn ruime kantoor amper verlicht; het gewelfde plafond baadde in schaduwen. Hij was niet oud, hoewel het onaardig zou zijn voor de jeugd om hem jong te noemen. Zijn lange gezicht vertoonde nog geen rimpels, maar het grijs bij de slapen en boven de oren rukte op in het gitzwart van zijn haar, en de toekomstige winnaar in deze strijd was onmiskenbaar. Hij sloeg het dagboek open en bladerde naar de laatste notities. 2 november Danny doet zo geheimzinnig sinds het voorval. Toen ik hem naar Merrick vroeg, ontplofte hij bijna. Volgende week komt er een 15-6-officier, waarschijnlijk vanwege dit Hij sloeg de bladzijde om. hele gebeuren, en ik hoop dat de kwestie kan worden opgelost. Ik heb Merrick verteld over de onderzoeker, om te kijken hoe hij zou reageren. Hij was boos zoals altijd, dus ik werd ik er niet veel wijzer van. Maar hij zei wel dat ik niks tegen Caine moest zeggen, wat ook geheimzinnig is, en flink ook. Ik weet niet of dit allemaal te maken heeft met dat drugsgedoe van Caine, maar ik weet bijna zeker dat Danny voor een van hen werkt. Ik 407
De vallei 407 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
heb tegen Caine gezegd dat hij ermee op moet houden, maar hij wil niet luisteren. Ik ga die onderzoeker gewoon vertellen wat ik weet. Ik heb een hekel aan deze plek, maar het is mijn taak om dit peloton weer op de rails te krijgen. ‘Je zou me dit niet moeten laten zien of vertellen,’ zei hij streng, bladerend. ‘Als je met me wilt praten, wil ik dat het over jou gaat.’ Hij klapte het dagboek dicht en keek Black fronsend aan. Black zat met de armen over elkaar geslagen in een leunstoel en wachtte de verdere reactie van de oudere man af. De professor slaakte een zucht. ‘Als soldaat Corelli de waarheid heeft verteld...’ begon hij weifelend. ‘Het ís de waarheid,’ onderbrak Black hem fel. ‘Dán,’ ging de professor verder, enigszins geïrriteerd, ‘is dit wederom bewijs dat je in je bezit hebt, en wederrechtelijk verkregen volgens mij.’ ‘Mogelijk bewijs.’ ‘Bewijs desalniettemin.’ Black schudde zijn hoofd. ‘Het is bullshit, opgeschreven om mij voor de gek te houden.’ Het gezicht van de professor vertrok zichtbaar na de krachtterm. ‘Het zegt helemaal niks,’ ging Black verder, ‘tenzij ze Corelli vinden.’ ‘En je denkt dat hij nog in leven is omdat...?’ ‘Omdat sergeant Caine zijn id-pas en identiteitsplaatjes bij zich had toen ze hem vonden.’ De professor zette zijn vingers tegen zijn slapen en keek gepijnigd. ‘Wat op mij overkomt als... als...’ ‘Alleen Corelli kent het hele verhaal,’ zei Black onbewogen. De professor schudde zijn hoofd en prikte een vinger op het dagboek. ‘Dat jij niet hoort te hebben.’ ‘Shannon vertrouwde er niemand anders mee.’ ‘En waarom is dat relevant?’ ‘Shannon heeft mijn leven gered.’ ‘Ga je...’ Black wees vinnig naar het dagboek. ‘Als ik dat aan de onderzoekers geef,’ zei hij, ‘zullen ook zij die teksten lezen en krijgen Danny en Merrick nog meer problemen dan ze al hebben.’ 408
De vallei 408 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
Ze staarden elkaar aan totdat de oudere man zijn blik afwendde. De professor las de woorden opnieuw, met samengeknepen lippen. ‘Dus je wilt dat ik dit voor je bewaar?’ Black schudde zijn hoofd. ‘Dat doe ik zelf wel.’ Hij pakte het dagboek en stak het in zijn rugzak. De professor keek met ontevreden blik toe. ‘Vind je het niet eng dat een psychopaat weet dat je zijn dagboek hebt?’ Black keek hem uitdagend aan. ‘Ik wíl juist dat hij het weet.’ De professor leek niet onder de indruk. ‘Je bent te oud voor zulk machogedrag.’ Blacks wangen werden rood en hij keek naar het tapijt. De professor zweeg. Black wist dat hij er spijt van had dat hij zijn jonge vriend in verlegenheid had gebracht. ‘Pistone is geen psychopaat,’ zei hij uiteindelijk. Hij ging weer zitten en dacht na. ‘Dan doen we psychopaten tekort.’ Zijn blik volgde de ranke takken van de boom des levens tot aan de gekrulde knoppen langs de gekromde rand van het tapijtmedaillon. ‘Het kan me niks schelen,’ mompelde hij, ‘als iemand erachter komt dat ik Billy heb zien sterven.’ ‘Maar toch kan het je wél schelen als mensen erachter komen waaróm hij stierf.’ Black keek naar wouddieren die door de wilgenbladeren dartelden. ‘En jij vindt dat het aan jou is om het te vertellen.’ Black zweeg. De professor bond in, maar vroeg wel door. ‘Vind je niet dat zijn familie het recht heeft om te weten wat er is gebeurd?’ Black fronste. ‘Dat zei mijn zus ook al.’ ‘Je hebt een verstandige zus.’ Aan de andere kant van de kamer hing een bladzijde uit een eeuwenoud manuscript, ingelijst in een zware lijst van eikenhout. Op het met zorg geconserveerde papier stond in gotisch schrift, en verluchtigd met bladgoud en rood, een passage uit de Vulgaat, de Latijnse vertaling van de Bijbel door Sint-Hiëronymus. Blacks ogen gleden langs de tekst. 409
De vallei 409 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
I
n principio erat verbum: et ver bum erat apud deum: et deus erat verbum:
De professor doorbrak de stilte. ‘Praat je...’ Hij aarzelde, schraapte de keel en bestudeerde zijn vingers. ‘Praat je nog met je broer?’ Blacks ogen schoten vuur. De professor stak zijn handen omhoog ten teken van overgave en stond op uit zijn stoel. Hij liep naar een tafeltje en schonk voor beiden een glas in. ‘Je weet best dat ik dat moet vragen,’ mompelde hij, de rug naar Black gekeerd. Hij liep met de glazen naar het grote raam en wachtte. Black stond op en toen hij eenmaal uit het schijnsel van de schemerlamp was gestapt, zag hij zijn eigen evenbeeld naderbij komen, waarna de lichtpuntjes van een verafgelegen stad door zijn weerspiegeling verschenen. De professor overhandigde Black zijn glas. ‘Heb je het nu helemaal achter je gelaten?’ Black knikte en keek uit het raam. Ze dronken in stilte en staarden naar de stad in de verte. ‘Jongen,’ zei hij, ‘ben je echt alleen voor mij hiernaartoe gekomen?’ Black zweeg. De professor glimlachte. ‘Denk toch na, stomkop,’ zei hij hoofdschuddend. ‘Dat is wat mijn zus ook altijd zegt.’ ‘Je hebt een verstandige zus.’ Black liep naar buiten onder grijnzende gargouilles, stak het verduisterde campusterrein over en liet het enorme gebouw, met al zijn torentjes en steunberen, achter zich. Zijn voeten vonden het pad en hij wandelde door de bomen naar de groene woonwijk, waar hij lang bleef zitten achter het stuur van alweer een huurauto, sleutel in het contact, starend naar het verduisterde huis dat in slaap was verzonken. Vier dagen later stond hij, in dezelfde auto, geparkeerd in een door bomen omzoomde zijstraat in het Amerikaanse Midwesten. Er waren weinig hui410
De vallei 410 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
zen hier. Grote panden, met daarachter glooiende heuvels met gras en bomen. Een schitterend landschap, tenminste, wat hij er op dit tijdstip van kon zien. Hij sliep en toen hij wakker werd, zag hij inderdaad dat het landschap schitterend was. Zoals hij de afgelopen weken al talloze keren had gedaan, dacht hij aan het gesprek met Pyne terwijl ze langs de muur van het transitkamp in de woestijn van Koeweit liepen. Je zei dat ik weet hoe ik met mensen moet praten. Hij probeerde zo verveeld en sceptisch mogelijk te klinken. Je beschikt over het vermogen dingen te weten te komen. En dat is erg handig. Ik ben geen radertje in het geheel. Nee. Allesbehalve dat. Black was gestopt met lopen en had zijn vriend aangekeken. Wat bedoel je daarmee? Hij reikte in zijn zak en haalde zijn kleine boekje met leren kaft tevoorschijn. Hij maakte het gespje los, bladerde naar de laatste bladzijde, telde de streepjes en borg het boekje weer op. ‘Tot ziens,’ mompelde hij. Hij keek door het autoraampje naar het goed onderhouden huis achter de bomen en bedacht dat hij zichzelf eerst even moest opfrissen. Hij kon het stadje in rijden en een motel zoeken, of een andere plek waar hij kon douchen. Daarna zou hij terugkomen. En terugkomen zou hij, nam hij zichzelf voor. Hij zou de moed niet verliezen. Hij keek nog één keer naar de brievenbus voordat hij wegreed. Erop stond brydon.
411
De vallei 411 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 412 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
dankwoord
Ik hoop dat lezers met een militaire achtergrond mij zullen vergeven voor het vereenvoudigen van rangen, uitrusting, terminologie, uniformen en tactiek; het boek moet ook begrijpelijk zijn voor burgers, jongens! Ook lezers die bekend zijn met Nooristan en haar volkeren, talen en geografie zullen merken dat dít Nooristan afwijkt van de daadwerkelijke regio, die ik nooit heb bezocht. Met name het werk van Richard Strand en Eric Newby bleek wat dat betreft informatief, en eventuele fouten zijn geheel aan mij toe te schrijven. Er zijn talloze valleien in Nooristan, maar er is geen Vallei, en ook de overige locaties zijn fictief. Ik heb me voor dit verhaal laten inspireren door verschillende locaties en gebeurtenissen, en door vele achtenswaardige mensen, maar niets in dit boek vertegenwoordigt hun verhaal, een verhaal dat alleen zijzelf kunnen vertellen. Ik ben dank verschuldigd aan Alex London, wiens generositeit me op weg heeft geholpen. Mijn vertegenwoordiger, Robert Guinsler, is een heer en een ware natuurkracht: hij is me blijven steunen, heeft mijn werk verbeterd en heeft ervoor gezorgd dat het proces soepel verliep. Bryan Fyffe is een getalenteerd illustrator die een unieke cover heeft weten te creëren. Geddy, Alex en Neil: we hebben elkaar nooit ontmoet, maar als jullie dit lezen, accepteer dan dit bescheiden geschenk van een fan. Tot slot heb ik het enorm getroffen met mijn redacteur, Ben Sevier, wiens talent onmiskenbaar is, en zijn team bij Penguin, met name Stephanie Kelly en Nancy Resnick. Ben wist wat precies wat er moest gebeuren en toonde mij de weg. Ik ben ook dank verschuldigd aan de lezer die het tot zover heeft weten te brengen, en bovenal aan de jongens van Bravo: zonder jullie hulp had ik helemaal niets geweten over het echte soldatenleven.
413
De vallei 413 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
John Renehan heeft in Irak gediend als artillerieofficier in de derde infanteriedivisie van de Amerikaanse landmacht. Hij is werkzaam geweest als advocaat in New York. Hij woont met zijn gezin in Virginia. De vallei is zijn eerste boek.
De vallei 414 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 415 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24
De vallei 416 | Elgraphic - Vlaardingen
17-04-15 12:24