Natuurlijk, een netwerkcoach voor allochtone mantelzorgers! Verhalen uit de praktijk
Een netwerkcoach voor allochtone mantelzorgers? Natuurlijk! De methodiek ‘Natuurlijk, een netwerkcoach!’ bewijst al een aantal jaren goede dienst. Netwerkcoaches helpen mantelzorgers om hun netwerk te verbreden en hun eigen kracht te versterken. Daarmee past de methodiek uitstekend bij het gedachtegoed van de Wet maatschappelijke ondersteuning en bij Welzijn nieuwe stijl. Maar in de praktijk is het merendeel van de ondersteunde mantelzorgers én van de netwerkcoaches van Nederlandse komaf. Bij Mezzo rees daarom de vraag of de methodiek ook geschikt zou zijn voor allochtone mantelzorgers, begeleid door allochtone netwerkcoaches. Met subsidie van VSBfonds voerde Mezzo in 2011-2012 het project ‘Kleurrijk doorbreken’ uit. Vijf organisaties - Carinova Deventer, Dynamo Amsterdam, Humanitas Groningen, PEP Den Haag en Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel - deden ervaring op met de inzet van allochtone netwerkcoaches bij allochtone mantelzorgers. In deze uitgave delen zij dit met u.
Overeenkomsten en verschillen
Inspirerende voorbeelden
De vraag of een netwerkcoach ook voor allochtone mantelzorgers geschikt is, kon na het project met een volmondig ‘Natuurlijk!’ beantwoord worden. De overeenkomsten én de verschillen van de inzet van een netwerkcoach bij autochtone en allochtone mantelzorgers werden helder. Zo geldt voor alle mantelzorgers dat ze niet snel zullen vragen om iemand die ze kan helpen hun natuurlijke netwerk uit te breiden. Dus of het nu autochtone of allochtone mantelzorgers zijn, er is overtuigingskracht nodig om een netwerkcoach te kunnen inzetten. Ook geldt voor beide groepen dat mantelzorgers in een achterstandsituatie, die bijvoorbeeld kampen met laaggeletterdheid of een stapeling van problemen, bijzondere aandacht nodig hebben. De netwerk coach moet extra goed op de hoogte zijn van de sociale kaart om mantelzorgers voor aanvullende ondersteuning door te verwijzen. Voor allochtone mantelzorgers in het bijzonder geldt dat er vaak een groot taboe rust op het vragen van hulp. Het voelt als een morele plicht om onophoudend voor de zieke naaste te zorgen. Uit het project blijkt dat het kan helpen als een netwerkcoach uit de eigen cultuur, die de eigen taal spreekt - en soms soortgelijke ervaringen heeft - meedenkt over hoe de zorg met anderen te delen. Samenwerking met lokale migrantenorganisaties helpt om zowel allochtone mantelzorgers als allochtone coaches te bereiken. Tijdens het project bleek ook dat de training van allochtone netwerkcoaches door matige taalbeheersing of lager opleidingsniveau meer tijd kan kosten en soms om een andere aanpak, met meer herhaling en oefening, vraagt. Tot slot is er extra aandacht voor het stellen van grenzen nodig, want net als bij de allochtone mantelzorger kan bij de allochtone netwerkcoach een groot moreel plichtsbesef spelen om de ander oneindig te helpen.
Overweegt uw organisatie ook om netwerkcoaches in te zetten bij allochtone mantelzorgers? Wij willen de ervaringen, verhalen en tips uit het project ‘Kleurrijk doorbreken’ hier graag met u delen. Dit doen we door projectleiders, netwerkcoaches en een cliënt aan het woord te laten. We hopen dat de diverse inspirerende voorbeelden u helpen een goede start te maken.
2 | Natuurlijk, een netwerkcoach
Carinova Deventer Carinova Deventer heeft meegedaan aan het project kleurrijk doorbreken maar staat niet met een ervaringsverhaal in deze uitgave. Carinova heeft namelijk gekozen voor een gefaseerde aanpak. Zij zijn niet meteen gestart met het uitvoeren van individuele coachingstrajecten maar met het scholen van Turkse mantelzorgers en zorgvrijwilligers. Kern van de scholing was het breder leren kijken naar eigen taken en belasting. Dit begon met het ontrafelen van het gevoel van overbelasting, kijken naar de eigen taken en vervolgens bedenken welke taken eventueel door anderen uit het eigen netwerk gedaan zouden kunnen worden. Als vervolgstap worden de vrijwilligers getraind als netwerkcoach. Deze aanpak heeft ertoe geleid dat de Turkse mantelzorgers meer handvatten hebben gekregen om steun te vragen binnen hun eigen netwerk, wat ervoor zorgt dat zij zelf minder belast zijn.Ook is de netwerkmethodiek integraal onderdeel geworden van de ondersteuning die Carinova biedt. Meer informatie over allochtone mantelzorgers: http://www.mezzo.nl/themas_allochtone_mantelzorgers
‘Westerse methodiek ook geschikt voor niet-westerse doelgroep’ Anes Rustempašic kent als coördinator Maatschappelijke begeleiding vluchtelingen en migranten bij Humanitas Groningen de (verborgen) problematiek van allochtone mantelzorgers maar al te goed. Bijvoorbeeld dat zij de zorg niet kunnen delen met anderen of de weg naar de juiste professionele zorg niet kennen. Een netwerkcoach kan uitkomst bieden. Maar hoe bereik je allochtone mantelzorgers die hieraan mogelijk behoefte hebben en waar vind je allochtonen die zelf misschien netwerkcoach willen worden? In het project ‘Kleurrijk doorbreken’ zocht Humanitas Groningen naar antwoorden op deze, en andere, vragen.
Welke ervaring had Humanitas Groningen al eerder met de methodiek ‘Natuurlijk, een netwerkcoach!’ opgedaan? “Humanitas is in 2010 het project ‘Een netwerk, samen sterk!’ gestart, waarin we de methodiek toepassen om mensen uit hun isolement te halen. Inmiddels komen er zo’n 25 tot 30 koppelingen per jaar tot stand, waaronder ook mantelzorgers die een netwerkcoach krijgen. Omdat we denken dat de netwerkcoach voor veel meer hulpvragers van Humanitas geschikt is, screenen we ook de hulpvragen die bij andere projecten binnenkomen - van maatjesprojecten tot bezoekwerk. Misschien is het voor een hulpvrager van het bezoekwerk wel veel beter om met een netwerkcoach te kijken hoe hij zelf zijn netwerk kan uitbreiden, dan dat er iedere week iemand op de koffie komt.”
Waren jullie er gelijk van overtuigd dat de methodiek ook voor allochtone mantelzorgers toepasbaar is? “Eerlijk gezegd niet. De methodiek kwam op mij zeer westers over, op het individu gericht. Het behoren tot een groep en het sociaal-wenselijk handelen volgens de ‘groepsregels’ komen in de methodiek niet aan de orde. Maar tot onze verbazing waren de Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC’ers), die wij tijdens een bijeenkomst om hun mening over de methodiek hebben gevraagd, er erg enthousiast over. Ze gaven ons twee belangrijke tips. Zorg dat de tijd tussen de stappen zo kort mogelijk is, in ieder geval niet langer dan twee weken. En besteed vooral veel aandacht aan de tweede stap: het in kaart brengen van het netwerk en de inventarisatie van de (mantel)zorgtaken.”
Jullie hebben het project ‘Kleurrijk doorbreken’ vervolgens aangegrepen om ook allochtone mantelzorgers te bereiken die baat bij een netwerkcoach kunnen hebben. Hoe zijn jullie te werk gegaan? “We zijn begonnen met heel veel over het project te vertellen, in de wijkcentra, aan de VETC’ers, aan belangengroepen van allochtonen, maar ook intern. Het is een valkuil om te denken dat je collega’s allemaal wel op de hoogte zijn van wat je precies doet. Het is vooral belangrijk dat je de sleutelfiguren bereikt: mensen met een groot netwerk in de migrantengemeenschap. Ik bleek zelf ook zo’n sleutelfiguur te zijn. De VETC’ers zijn binnen hun eigen cultuur vervolgens actief voor ons gaan werven. Dit bleek een groot succes. Met hun hulp vonden we zes allochtone netwerkcoaches: uit Iran, Irak, China, Turkije en twee uit Somalië - allemaal als vluchteling naar Nederland gekomen. De VETC’ers hebben ook direct drie cliënten aangemeld en een vierde aanmelding kwam via een van onze wijkwerkers. De coaches hebben de training tot netwerkcoach gevolgd. Ze leerden werken met dezelfde methodiek en materialen als autochtone coaches. Maar omdat de meeste coaches matig Nederlands spreken, lag de nadruk tijdens de training wel meer op oefening dan op verbale uitleg. Anders is het heel moeilijk uitleggen wat een netwerkcoach precies doet.” Natuurlijk, een netwerkcoach | 3
En toen kwamen de matches tot stand? “Dat bleek lastiger. Eén kandidaat trok zich terug. We hadden voor deze Iraakse man een Iraakse coach geregeld, maar de kandidaat haakte af. Misschien omdat zijn vrouw steeds zieker werd, of omdat hij de Iraakse coach (die hij vaag kende) toch liever niet zag komen. Er hadden zich via de VETC’ers ook twee Chinese vrouwen als ‘deelnemer’ aangemeld. Toen bleek maar weer hoe belangrijk het is goed uit te leggen wat wij onder deelnemers verstaan en wat onder netwerkcoaches. Tijdens de intakes bleek dat een van de twee dacht dat deelnemer netwerkcoach betekende; dát wilde zij worden. De andere dame - wél een mantelzorger - trok zich tijdens de intake terug. Maar op een dag werd ik gebeld door de vrouw die coach wilde zijn. Ze zei dat ze contact had gelegd met die andere vrouw en haar wilde helpen door haar mee te nemen naar het wijkcentrum. Of ik dat goed vond. Natuurlijk! Er zijn inmiddels twee koppels door ons tot stand gebracht. Een Palestijnse vrouw coacht een Iraakse vrouw van wie de man terminaal ziek is. Tijdens het kennismakingsgesprek hebben de coach en ik een aantal brieven van de Belastingdienst bekeken en uitgelegd. De coach gaat inventariseren in hoeverre deze mantelzorger weet wat zij kan verwachten nu haar man stervende is, waar ze de juiste zorg kan krijgen. De vrouw is zelf ook ziek, ik ben bang dat ze heel eenzaam wordt als haar man straks overlijdt. De coach kan haar helpen om nu al meer mensen te leren kennen, bijvoorbeeld in het buurtcentrum, waar ook taallessen worden gegeven. De enige match die al wat langer loopt is die tussen een Iraakse moeder van een zoon met aandachtsproblemen en haar Turkse coach.” (zie kader op blz. 5)
Zijn er verschillen in het toepassen van de methodiek bij autochtone versus allochtone deelnemers? “Vooral de start is anders, sneller - zoals de VETC’ers ons ook adviseerden. Intake en kennismaking met de netwerkcoach doen wij tegelijkertijd. Dit is zeker handig als de deelnemer slecht Nederlands spreekt en de coach wel de taal van de deelnemer spreekt. De coach gaat zo snel mogelijk aan de slag en biedt het liefst direct wat praktische hulp, een keertje mee naar de huisarts bijvoorbeeld, of samen de belastingpapieren doornemen. Dit schept vertrouwen. Zo komt er ook ruimte om een stap uit de methodiek te maken. Daarnaast is er extra aandacht voor wat professionele zorg en welzijn in de stad te bieden hebben. In Groningen hebben we vooral te maken met vluchtelingen en allochtonen van de eerste generatie; zij kennen de weg in de zorg niet goed.” * met dank aan Wia Postema, projectcoördinator ‘Een netwerk, samen sterk!’ 4 | Natuurlijk, een netwerkcoach
3 tips van Anes Rustempašic Tip 1: communiceer duidelijk “Leg goed uit wat het verschil is tussen een deelnemer en een netwerkcoach. De taal kan hierbij een obstakel zijn, dus zorg dat u mensen betrekt die de taal machtig zijn, zoals Voorlichters Eigen Taal en Cultuur. Sommige koppelingen kunnen niet zonder netwerkcoach die de eigen taal van de deelnemer spreekt, Arabisch bijvoorbeeld.” Tip 2: betrek de collega’s “Humanitas registreert niet op afkomst - gelukkig maar. Maar dit betekent ook dat we niet zomaar even een bestandje kunnen opentrekken van allochtone mantelzorgers die een netwerkcoach kunnen gebruiken. Des te belangrijker is het dat alle collega’s weten wat een netwerkcoach voor deze doelgroep kan betekenen en dat ze naar ons doorverwijzen.” Tip 3: ga direct aan de slag “De methodiek laat zich lastig uitleggen aan mensen uit andere culturen. Daarom is het belangrijk om deelnemers zo snel mogelijk in de praktijk te laten ervaren wat de netwerkcoach te bieden heeft. Laat de coach direct wat praktische hulp bieden aan de deelnemer, om zo vertrouwen te winnen.”
praktijk
‘Ze is veel sterker dan ze denkt’ De Turkse Yildiz Duskun (35) is netwerkcoach van een IraaksTurkse moeder van vier kinderen, waarvan de zoon van zeven aandachtsproblemen heeft. Duskun helpt haar om beter voor zichzelf te zorgen, om de stappen te zetten die daarvoor nodig zijn. “Als je bij de eerste ontmoeting op beide gezichten een smile ziet, weet je dat het goed zit”, zegt coördinator Anes Rustempašic van Humanitas. Toevallig bleek netwerkcoach Yildiz Duskun de Iraakse mantelzorger waaraan Humanitas haar wilde koppelen al vaag te
Adviseren en motiveren Duskun heeft tijdens de training vooral geleerd hoe ze een ander kan adviseren en motiveren om stappen te nemen en níet over te nemen. “Ik kan het niet voor haar doen. Ik benadruk steeds dat ze veel sterker is dan zij zelf denkt.” Een vrijwillig oppasmaatje van Humanitas brengt nu wekelijks wat tijd met het zoontje door, zodat moeder even tijd voor zichzelf heeft. “Maar de stap om ook echt iets leuks voor zichzelf te gaan doen, is moeilijker”, zegt haar netwerkcoach. “Ik heb folders voor haar meegebracht over de activiteiten in het vrouwencentrum, zoals schilderen haar hobby. Ik wil best een eerste keer met haar meegaan.”
kennen. “Als we elkaar op straat tegenkwamen, zeiden we hallo. Ze leek me heel aardig, rustig en lief.” Maar Humanitas had andere
Stralende ogen
redenen om de twee vrouwen met elkaar in contact te brengen:
Het doet Duskun goed dat haar komst zo wordt gewaardeerd. “Ik vind het heel leuk om haar te helpen. En als ik haar stralende ogen zie als ik weer kom, geeft me dat een fijn, positief gevoel. Ze geeft me ook vaak complimenten.” Maar is ze niet bang om straks weer als netwerkcoach te stoppen bij deze mevrouw? “Nee hoor, ik weet zeker dat ze het straks zelf kan. Ze doet voor iedereen haar best, alleen moet ze nog even leren ook voor zichzelf haar best te doen. Daar help ik haar een tijdje bij.”
beide vrouwen spreken Turks, zijn hun vaderland ontvlucht en zorgen voor een zoon met aandachtsproblemen. Duskun zegt hierover: “Wij praten Turks met elkaar. Het is heel belangrijk dat zij haar gevoelens goed met mij kan delen, dat gaat veel makkelijker in onze moedertaal dan in het Nederlands. Ze heeft erg veel pijnlijke dingen meegemaakt voordat ze Irak is ontvlucht en wil daar veel met mij over praten. Soms huilen we samen, en later lachen we door onze tranen heen.” Deze gesprekken met haar coach geven haar vertrouwen, en zijn een opstap om met de methodiek aan de slag te gaan. Het helpt volgens Duskun dat zij als coach ook open is over haar eigen ervaringen. “Ik heb ook een pijnlijk verleden, met huiselijk geweld. En weet als alleenstaande moeder van drie kinderen, waarvan eentje met ADHD en autisme, hoe moeilijk het is om tijd voor jezelf te maken. Maar het leven is te kort om in het verleden te blijven hangen, dus kijk ik naar de toekomst en zoek de positieve dingen in het leven.”
Natuurlijk, een netwerkcoach | 5
‘De coaches hebben zelf activiteiten voor mantelzorgers ontwikkeld’ Tijdens het project ‘Kleurrijk doorbreken’ van Mezzo werkte de Amsterdamse welzijnsorganisatie Dynamo nauw samen met drie lokale migrantenorganisaties in Amsterdam-Oost: SSCCM (Marokkaans), Al Fanaar (Egyptisch) en TISC (Turks). De veertien vrouwelijke netwerkcoaches kwamen uit de achterban van deze organisaties, kenden hun eigen gemeenschap in de wijk goed en wisten zo vijftig allochtone vrouwelijke mantelzorgers te bereiken. In activiteitencentrum De Verbinding blikken projectcoördinator Yousry Saad van Dynamo, de Egyptische netwerkcoach Nagla Elsayed en de Marokkaanse netwerkcoach Samira el Bachini terug op een ‘práchtig project’.
Waarom heeft Dynamo deelgenomen aan het project? Yousry: “Het project kwam voor ons precies op het juiste moment. Dynamo wil de eigen kracht van mensen versterken. Dit doen we door aanwezig te zijn tot in de haarvaten van de wijk en buurtbewoners met elkaar in contact te brengen. Veel allochtone mantelzorgers zitten in een isolement. Onze inschatting was dat een netwerkcoach uit de eigen gemeenschap ze zou kunnen helpen om hieruit te komen - en dat bleek te kloppen.”
Nagla en Samira, waarom wilden jullie netwerkcoach worden? Samira: “Ik weet hoeveel zorg er op schouders van mantelzorgers kan liggen. Ik was zelf mantelzorger van verschillende buur vrouwen. Maar ik weet ook hoe eenzaam je je als allochtone vrouw in een moeilijke situatie in Nederland kunt voelen. Zelf heb ik in een blijf-van-mijn-lijfhuis gezeten. Ik had toen weinig familie en vrienden om me te helpen. ”Nagla: “Voor mij geldt hetzelfde: ook ik vond in moeilijke situaties niemand om mijn zorgen mee te delen.”
Hoe zag de training eruit? Yousry: “De coaches kregen tien weken lang een ochtend per week training. Opzet, inhoud en tempo van de training werden aangepast aan de achtergrond van de coaches. De methodiekmap was daarbij een belangrijke leidraad. Alle teksten hebben we met elkaar gelezen en besproken. Steeds kwam een ander thema aan bod. Zo is kennismaking een belangrijk thema. Hulp vragen is taboe, daar schamen allochtone mantelzorgers zich voor, of ze voelen zich er schuldig over. Mantelzorg is een taak die ze voor Allah doen. De coaches leren om het contact te beginnen door bij een kop koffie of thee eens aan de mantelzorger te vragen hoe het met háár gaat, wat háár dromen zijn. Die vraag krijgen ze nauwelijks en zo komen er al snel heel veel verhalen los. Als het vertrouwen er is, kan de coach samen met de mantelzorger kijken hoe het netwerk eruitziet en wie er kan helpen, en zo de eigen kracht versterken. In de training was er ook aandacht voor de sociale kaart. In allochtone gemeenschappen wordt al snel gedacht dat personen die de Nederlandse taal goed spreken, ook precies weten hoe en waar alles geregeld is. Daar zouden de netwerkcoaches mee te maken krijgen, dus ze moesten goed weten wanneer en waarheen door te verwijzen.”
Hoe zijn de coaches vervolgens aan de slag gegaan? Samira: “We hebben tijdens de training al contact gelegd met mantelzorgers. Ik heb geleerd dat ik zelf geen schakel ben in hun netwerk, maar dat ik ze juist moet stimuleren om zelf hun netwerk uit te breiden. Dit gaat vanzelf als je volgens de stappen werkt. Vroeger zou ik ook zelf hulp bieden, nu zoeken we iemand anders in de familie of de buurt die kan helpen, die de kinderen bijvoorbeeld een keer naar school kan brengen.” Yousry: “De bedoeling was dat iedere coach gekoppeld zou worden aan één mantelzorger, maar al snel begeleidden de meeste coaches meerdere mantelzorgers.” Nagla: “Ze gaven mijn mobiele telefoonnummer aan elkaar door. Ik heb zelfs een mantelzorger uit Purmerend geholpen.” Yousry: “Het isolement was volgens de coaches het grootste probleem van de mantelzorgers die ze begeleidden. Dus hebben ze zelf een aantal initiatieven ontwikkeld waar mantelzorgers aan deel kunnen nemen, zoals naailes, een wekelijks spreekuur, 6 | Natuurlijk, een netwerkcoach
Nederlandse taalles, sportactiviteiten, voorlichting over gezonde leefstijl en eens per week een gezamenlijk ontbijtochtendje.” Samira: “In de conversatieles Nederlandse taal die ik hier in De Verbinding geef zitten vijf mantelzorgers die ik heb gecoacht.”
Nagla en Samira, gaan jullie nog door als coach? Samira: “Zéker. Ik doe dit voor de mantelzorgers die echt hulp nodig hebben, ook al moet je soms veel geduld hebben” Nagla: “Ik ga echt niet stoppen. Ik doe dit uit mijn hart en heb geduld genoeg.”
Hoe heeft Dynamo de coaches begeleid? Yousry: “De coaches hadden behoefte aan onderlinge uitwisseling. Ze namen deel aan onze maandelijkse zorgvrijwilligerslunch, waar we coaching, voorlichting en intervisie bieden. De coaches hebben ook gevraagd om voorlichting over schuldhulpverlening, zodat ze beter om kunnen gaan met huishoudens waar schulden een groot probleem vormen - en soms blokkerend zijn voor iedere andere actie. Sociaal raadslieden hebben deze voorlichting voor ons verzorgd.”
Was het niet lastig de grenzen te bewaken? Nagla (lachend): “Soms lukt het me om vandaag nee te zeggen, maar dan doe ik het altijd morgen. Dat is een mooie eerste stap, toch? In het begin wilde ik alles meteen doen en regelen voor mijn mantelzorgers. Nu weet ik welke dingen even kunnen wachten. Een dag van 24 uur is te kort om iedereen iets te geven.” Samira: “Grenzen stellen is voor alle coaches moeilijk. Ze willen allemaal zo graag helpen. We hebben een voorbeeld nodig om ons dat te leren, zoals Yousry.” Nagla: “Ik zeg er tegen mijn mantelzorgers ook altijd bij dat ik geen toverstaf heb en niet alle problemen voor ze kan oplossen. Soms moet ik doorverwijzen naar maatschappelijk werk of schuld hulpverlening. Maar een andere keer blijken de problemen mee te vallen. Is het al genoeg als ik naar de mantelzorger luister en haar meetrek naar een activiteit, zoals samen koken - even niet aan thuis denken.”
Hoe verder, nu het project is afgerond? Yousry: “De verantwoordelijkheid voor training en begeleiding van de netwerkcoaches heeft Dynamo overgedragen en ligt nu bij de migrantenorganisaties zelf. Binnen iedere organisatie is er één netwerkcoach die de andere coaches begeleidt. Samira en Nagla hebben deze rol op zich genomen. Er komen ook aanvragen van buiten de wijk, maar het is nog niet gelukt om migranten organisaties in die wijken ook met netwerkcoaches aan de slag te laten gaan. We hadden ook graag een mannengroep gehad van mannelijke coaches voor mannelijke mantelzorgers, maar dat is evenmin gerealiseerd.” Nagla: “Ik ben gebeld door een Egyptische mantelzorger om hem te helpen. Ik heb naar hem geluisterd, maar meer kan ik als vrouw niet doen. Een mannelijke netwerkcoach zou hier van pas komen.”
3 tips van Yousry Saad Tip 1: organiseer de eigen kracht “We zien dat de aanpak ‘je stapt er in, neemt niet over maar versterkt, en je gaat weer weg’ goed is opgepakt door de netwerkcoaches. Aan de hand van de methodiek maken wij tijdens de training duidelijk waarom het belangrijk is om de verschillende stappen in een bepaalde volgorde te zetten. De netwerkkaart geeft de coach een goed beeld van de verschillende cirkels om de mantelzorger heen. Dit helpt om de eigen kracht te kunnen organiseren.” Tip 2: besteed aandacht aan grenzen stellen “De netwerkcoaches vinden het erg lastig om nee te zeggen. Hun verleden is daarbij vaak hun handicap: de meesten hebben ooit zelf in een lastige (mantelzorg)situatie gezeten waarin zij zich erg alleen voelden. Ze willen anderen in vergelijkbare situaties bijstaan. Grenzen stellen is een onderdeel in de training, maar ook tijdens de coaching moet hier aandacht voor blijven.” Tip 3: benut het volle potentieel van de coaches “Wij hebben van te voren niet het volle potentieel van de netwerkcoaches gezien. Het kwam voor ons onverwacht dat zij zelf activiteiten gingen opzetten, omdat ze vonden dat ‘hun’ mantelzorgers meer nodig hadden om uit hun isolement te komen dan het inschakelen van de directe omgeving bij de zorg en bestaande activiteiten. Onze rol hierin was niet groter dan het stimuleren van de coaches om de gewenste activiteiten op te zetten, het in contact brengen met anderen die bij de activiteit kunnen helpen en het regelen van ruimtes.”
Natuurlijk, een netwerkcoach | 7
‘Netwerkcoach is vrijwilliger-plus’ In het werkgebied van PEP Den Haag (voorheen Stichting MantelZorg Den Haag) wonen veel allochtone mantelzorgers. Binnen het project ‘Kleurrijk doorbreken’ trainde projectleider Eugenie Bühlmann tien allochtone netwerkcoaches om deze doelgroep te helpen het sociale netwerk te vergroten. De methodiek ‘Natuurlijk, een netwerkcoach!’ was nieuw voor haar, maar wist ze door training snel eigen te maken. Bühlmann heeft in het project ervaren dat de netwerkcoach niet zomaar een vrijwilliger is, maar een ‘vrijwilliger-plus’. En dat het best veel moeite kost om allochtone mantelzorgers van de meerwaarde van een netwerkcoach te overtuigen. ‘Maar uiteindelijk hoorde ik positieve verhalen terug.’
De methodiek was nieuw voor jullie, maar welke ervaring hadden jullie met ondersteuning van allochtone mantelzorgers? “We werkten al langer met een team van allochtone ambassadeurs: ervaringsdeskundigen die mantelzorgers uit hun eigen cultuur benaderen en informeren over mogelijke ondersteuning. Zelf heb ik veel ervaring met de doelgroep opgedaan in de vijf jaar die ik in stadsdeel Centrum werkte, dat voor een groot deel uit allochtonen bestaat. Daar zag ik al hoe zwaar belast veel mantelzorgers zijn. Zeker de derde generatie vrouwen. De culturele druk is groot: je móét voor je ouders of schoonouders zorgen, of voor allebei. Ze zoeken niet snel hulp en relaties verwateren. Ik besprak het belang van een groter netwerk met ze. Maar het werkt nog beter als iemand met een vergelijkbare achtergrond dit doet.”
De allochtone netwerkcoach? “Tijdens het project is gebleken hoe waardevol het kan zijn als iemand uit de eigen cultuur naar hun verhaal luistert en meedenkt over oplossingen. De voorbeeldfunctie van de netwerkcoach zet
de mantelzorgers in hun kracht, maakt ze wakker. Wat niet wil zeggen dat ze gelijk verandering in hun situatie kunnen aanbrengen, maar de gesprekken zijn ook nooit verloren. Soms kunnen ze er na een half jaar wél iets mee.”
Maar het viel niet mee de netwerkcoaches in te zetten? “Ik moest praten als Brugman. ‘Natuurlijk, een netwerkcoach!’ is een goede methodiek, maar niet vraaggericht. Er is geen mantelzorger die zegt: ‘Hé, laat ik mijn netwerk eens gaan vergroten.’ Ze gaan niet op zoek naar iemand die ze daarbij kan helpen. Ik heb zelf de mensen gebeld van wie ik wist dat ze een klein sociaal netwerk hadden en er vaker uit zouden willen. Doordat ik al langere tijd een goed persoonlijk contact met ze had, kon ik ze overtuigen van de meerwaarde van een coach. Ik heb benadrukt dat de coach de absolute aandacht voor ze zou hebben en dat ze samen oplossingen zouden kunnen bedenken waar de mantelzorger alleen nooit op zou komen.”
Waren de mantelzorgers uiteindelijk tevreden met hun netwerkcoach? “Ja, ik heb positieve verhalen terug gehoord. Vooral dat ze iemand hadden die naar ze luisterde. De coaches hebben veel tijd genomen om hun hele verhaal te horen. Pas daarna gingen ze met de stappen uit de methodiek aan de slag. De mantelzorgers voelden zich hierdoor geholpen om verschillende opties in ‘hun rugzakje’ te verzamelen om de zorg beter met anderen te delen en af en toe tijd voor zichzelf te nemen. Ze hebben ook echt stappen gemaakt om hun situatie te veranderen, zoals naar het buurthuis gaan of het aanhalen van verwaterde contacten. Wat ook hielp was als coaches benadrukten dat hulp vragen geen eenrichtings verkeer hoeft te zijn, dat het een wisselwerking is. Het verlaagt de drempel als mantelzorgers het gevoel hebben dat ze ook iets terug kunnen doen voor de persoon aan wie ze hulp vragen.”
8 | Natuurlijk, een netwerkcoach
Wat heb je geleerd over werving en training van allochtone netwerkcoaches? “Je vraagt meer dan gebruikelijk van een vrijwilliger. Je zoekt eigenlijk naar een vrijwilliger-plus: een persoon die vanuit werk- of levenservaring met de doelgroep kan en wil werken én de methodiek snel kan begrijpen. Het intakegesprek is hiervoor een belangrijk startpunt: het is een selectiegesprek, maar ook een introductie over de methodiek. Beide partijen kunnen na de eerste kennismaking besluiten wel of niet door te gaan. Voor bepaalde groepen is dit type vrijwilligerswerk extra interessant, zoals voor hbo-studenten zorg en welzijn. Daar ligt een groot potentieel. Maar belangrijk is wel om tijdens het intakegesprek te benadrukken dat training en coaching veel tijd kosten. Voor mensen met een voltijd baan of studie bleek het moeilijk te combineren. Tijdens de training van de netwerkcoaches - vijf keer twee uur ’s avonds - bleek dat wij te veel stof in één lesuur probeerden te stoppen. Er was meer tijd voor reflectie en uitwisseling nodig. Bijvoorbeeld om de gesprekstechniek OMA te leren: oordeel, mening en advies thuislaten. De coaches waren erg geneigd zelf allerlei oplossingen aan te dragen, terwijl ze juist de mantelzorger sterker moesten maken om die stap zelf te zetten.”
En wat was van belang in de begeleiding van de netwerkcoaches?
3 tips van Eugenie Bühlmann Tip 1: overtuig de mantelzorger “De inzet van een netwerkcoach is geen concrete vraag van allochtone mantelzorgers, maar eenmaal gestart ervaren ze hiervan wel de meerwaarde. Dus moet je ze ervan zien te overtuigen dat de kostbare tijd die nodig is voor de gesprekken met de netwerkcoach, geen verloren tijd is. Geef ook aan dat zij zelf de regie houden over de afspraken met hun coach.” Tip 2: zet netwerkcoach in bij jonge vrouwelijke mantelzorgers “Zij zitten nogal eens in een spagaat: ze hebben een eigen gezin en dragen de zorg voor (schoon)ouders. De mantelzorg is hun sociaal-morele plicht en hun eigen ontwikkeling moet wijken: niet studeren, stoppen met werken. Gesprekken met een netwerkcoach met eenzelfde achtergrond kunnen voor deze vrouwen een voorbeeld zijn van hoe het óók kan.” Tip 3: zorg dat de hulpverlening op tijd een netwerkcoach inzet “Zodra een hulpverlener ziet dat netwerkversterking gewenst is - voor cliënt, mantelzorger, of beiden - moet die hier meteen mee aan de slag gaan. Bijvoorbeeld door de eerstvolgende afspraak een netwerkcoach mee te nemen. In een ideale situatie is er een bestand getrainde netwerkcoaches beschikbaar die op ieder moment ingezet kunnen worden.”
“Vooral het stellen van grenzen bleek een hot item. Als er eenmaal vertrouwen is, zijn sommige allochtone mantelzorgers net sponzen. De coaches moesten leren aangeven dat er een einde zou komen aan hun ondersteuning. Sommige coaches komen in heel complexe situaties terecht. Daar schrik je wel eens van. Zij hadden behoefte aan meer begeleiding. Logisch, het is ook niet niets als je een complex levensverhaal te horen krijgt. Ik heb ze geleerd dat het niet egoïstisch is, en juist ook in het belang van die ander, om grenzen te stellen.”
Natuurlijk, een netwerkcoach | 9
praktijk
‘Eens per week ontspannen in het buurthuis’ Souria Amekran (37 jaar) en Ahlam Lamakchaoui (29 jaar): beiden Marokkaanse, beiden mantelzorger, beiden netwerkcoach bij PEP Den Haag. Ze hielpen het isolement te doorbreken van twee andere Marokkaanse vrouwen, die vanwege hun mantelzorgtaken de deur nog maar nauwelijks uitkwamen. “In onze cultuur is mantelzorg vanzelfsprekend. Dat doe je gewoon en daar klaag je niet over”, zegt Souria Amekran. Haar zoontje van twaalf werd geboren met een open ruggetje en zij heeft de dagelijkse zorg voor hem. “Inmiddels weet ik hoe belangrijk het is dat je als mantelzorger ook tijd neemt om te ontspannen en voor jezelf te zorgen.” Ze vindt het als netwerkcoach een ‘interessante’ uitdaging om andere mantelzorgers uit haar cultuur hierbij te helpen. “De Marokkaanse vrouw die ik coach zorgt voor haar lichamelijk zieke man en stelt zichzelf steeds op de laatste plaats”, vertelt Amekran. “Maakt ze een afspraak met de dokter voor zichzelf, zegt ze die keer op keer af omdat ze thuis niet weg kan. Ik heb haar gevraagd wat ze graag voor zichzelf wil doen. Nu gaat ze eens per week naar het buurthuis en zegt: ‘Souria, je hebt gelijk, ik ontspan als ik daar met andere vrouwen praat en denk dan even niet aan thuis.’”
Herkenning Ahlam Lamakchaoui heeft als coach ruim een half jaar meegelopen met een jonge Marokkaanse vrouw die voor haar depressieve vader zorgt. Vader werd depressief toen haar moeder stierf. Ook hier weer de herkenning van coach in gecoachte. “Mijn vader lijdt ook aan depressies; het is een van de ergste ziektes die er is.” Maar ondanks haar mantelzorgtaken volgt Lamakchaoui wel een opleiding (maatschappelijk werk en dienstverlening) en bouwt aan haar toekomst. “De vrouw die ik coachte is gestopt met werken en studeren. Haar broer en zus zijn getrouwd en hebben een gezin, dus werd van haar verwacht dat ze thuis bleef wonen om voor haar vader te zorgen.” Samen wisten ze stapjes te zetten om haar netwerk te verbreden. Zo is zus inmiddels dichterbij komen wonen. Om de zorg voor hun vader te delen komt ze eens per week logeren. Lamakchaoui maakte dankbaar gebruik van de stappen in de werkmap ‘Natuurlijk, een netwerkcoach!’ “Sommige opdrachten heb ik wel iets naar haar leeftijd aangepast. Zo heb ik haar niet in kaart laten brengen wie ze allemaal kent in de buurt, maar heb ik haar via social media oud-klasgenoten laten zoeken. Sommige verwaterde contacten zijn weer aangehaald.”
10 | Natuurlijk, een netwerkcoach
OMA thuislaten Het liefst zou Lamakchaoui zien dat de jonge vrouw weer terug naar school gaat, maar ze heeft geleerd haar OMA (oordeel, mening en advies) thuis te laten. “Uitgangspunt is wat die ander wil, wat haar hulpvraag is. Zij had er vrede mee dat ze niet naar school ging, maar wilde wel graag weer meer contacten.” Ook voor Souria Amekran is dit het belangrijkste leerpunt uit de training. “Ik had er in het begin wel moeite mee om niet te zeggen wat ze zou kunnen doen, maar haar hierover zelf te laten nadenken en haar zelf te laten kiezen.” De twee netwerkcoaches hebben ‘de smaak te pakken’ en gaan graag door met dit ‘dankbare vrijwilligerswerk’. Heeft het coachen van een Marokkaanse mantelzorger de voorkeur? Amekran: “Voor mij maakt dat niet uit, zolang ik maar kan helpen iemand uit het isolement te halen. Dezelfde taal en cultuur kan wel een voordeel zijn als de mantelzorger geen opleiding in Nederland heeft gehad en de taal slecht spreekt.” Lamakchaoui voegt toe: “Het gaat erom of de coach het probleem begrijpt en accepteert. Dat is de sleutel voor een geslaagde match. Aan mij hoef je niet uit te leggen dat je als Marokkaanse vanzelfsprekend voor je depressieve vader zorgt.”
Ervaring van Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel “We hebben allochtone mantelzorgers als persoon zien groeien. Zij hadden net dat duwtje van de netwerkcoach nodig om ze verder te helpen,” projectmedewerker Helma Boorsma (Stichting Vrijwillige Thuiszorg Overijssel)
praktijk
‘Een buurvrouw helpt mijn hoofd leeg te maken’
praktijk
‘Elke kleine stap is een groot succes’ Een stagiaire maatschappelijk werk en dienstverlening begeleidde
Een Iraakse mantelzorger kreeg begeleiding van een netwerkcoach.
een Iraakse jonge mantelzorger. Als netwerkcoach hielp zij haar er
Door de intensieve zorg voor haar man (‘ik ben zijn verpleegster’),
meer op uit te gaan.
had ze nauwelijks nog contact met anderen. Maar dat is veranderd. “In het begin was ze een beetje verlegen. Waarschijnlijk omdat ze “Tijdens de eerste gesprekken vroeg de netwerkcoach naar mijn
me nog niet zo goed kende. De eerste paar keer hebben we samen
wensen. Ik vond het lastig om dat zomaar te vertellen, maar heb
wat oefeningen Nederlandse taal gedaan. Toen ze meer aan me
het toch gedaan. Ik wilde graag meer gezelligheid om mij heen,
gewend raakte, zijn we ook buiten gaan wandelen. Daarbij kon ik
met andere vrouwen praten, en niet heel de tijd in mijn hoofd
stap vier uit de methodiek, over het sociale verkeers- plein, goed
met mijn zorgen bezig zijn.
gebruiken. We hebben samen gekeken wat er allemaal te doen is
De netwerkcoach heeft mij meegenomen naar een handwerk-
in het dorp.
bijeenkomst met andere vrouwen. Ik vond het wel spannend.
Zo kwam zij op het idee om een sport te gaan doen. We zijn naar
Het bleek niet echt iets voor mij te zijn. De vrouwen waren
verschillende sportscholen en verenigingen gegaan om te kijken
wat ouder en ik kon ze niet goed verstaan. In de Week tegen
wat haar leuk leek. Ze wil gaan zwemmen. Ook zijn we samen naar
Eenzaamheid werd ik door mijn netwerkcoach uitgenodigd
de bibliotheek geweest om boeken te lenen om haar Nederlands
om samen met andere mensen te eten. Dat was erg gezellig.
te verbeteren. Ik merkte dat zulke uitstapjes - even de buitenlucht
Ik heb nieuwe mensen ontmoet en met ze gepraat.
in, naar een andere omgeving - haar goed deden. De stappen uit
En nu is er een vrouw uit de buurt die af en toe bij mij op bezoek
de methodiek gaven mij handvaten om haar te helpen. Ik heb díe
komt. Mijn netwerkcoach kent haar en heeft ons met elkaar in
stappen eruit gepikt die het meest van toepassing waren. In dit
contact gebracht. Ik mag mijn verhaal bij haar doen en dat helpt
traject heb ik geleerd dat je vooral het tempo van de mantelzorger
me om mijn hoofd leeg te maken. Nu zij komt, heb ik geen
aan moet houden. Én ik heb geleerd om in kleine stapjes te denken,
netwerkcoach meer nodig. Ik ben erg dankbaar.”
want elke kleine stap is een groot succes. Na verloop van tijd werd zij zelf steeds spontaner en kwam met haar eigen ideeën. Ze vroeg minder snel wat ik zou doen of wilde, maar stelde zich de vraag wat zij zelf wilde. Ze leerde naar zichzelf te luisteren en haar wensen uit te spreken. Ontzettend knap vond ik dat. Die verandering was voor mij als coach een van de leukste momenten.”
3 tips van Helma Boorsma Tip 1: neem een open houding aan
de huisarts bijvoorbeeld. Zodra er vertrouwen is, worden de
“Het is van belang om feeling met allochtonen te hebben, open te
coaches opgenomen in de groepscultuur en krijgen ze dit soort
staan voor hun culturele achtergrond. Vertrouwen is het sleutelwoord
vragen, maar ook vragen als ‘Blijf je eten?’. Het is goed om met
in het contact. Dit bereik je door oprechte belangstelling en interesse
ze te bespreken waar hun grenzen liggen.”
te tonen. Een allochtone dame zei mij: ‘Ik kan zien of iemand werkt vanuit het hart, of volgens de regels.’”
Tip 3: probeer het eerst zelf “Voor een goede begeleiding van netwerkcoaches raad ik aan
Tip 2: bespreek de grenzen
om - net als ik - eerst zelf (als coördinator) een traject met een
“Doordat de netwerkcoach Nederlands spreekt en in de ogen van
allochtone mantelzorger in te stappen. Dit om zelf te ervaren wat
de mantelzorger veel weet, komen er ook al snel allerlei praktische
een netwerkcoach van allochtone mantelzorgers mee kan maken.“
vragen: lezen van brieven, bellen met instanties of meegaan naar Natuurlijk, een netwerkcoach | 11
Mezzo Postbus 179 3980 CD Bunnik T 030 659 22 22
[email protected] www.mezzo.nl
VSBfonds ondersteunt initiatieven die bijdragen aan een samen leving waarin iedereen actief meedoet, zich betrokken voelt en de kans heeft persoonlijk en maatschappelijk te groeien. Het fonds is actief op drie gebieden: Mens & Maatschappij voor sociale initiatieven die meedoen als doel hebben, Kunst & Cultuur voor plannen waardoor meer mensen kunnen genieten van kunst en cultureel erfgoed en Beurzen voor studenten die in het buiten land verder willen studeren of onderzoek doen. Het fonds steunt projecten met geld, kennis, ervaring en een professioneel netwerk.
D78 130 3 0005
Dit project is mede mogelijk gemaakt door: