n o o s r e p n e e t e m n a Omga et dementie m s e e n gi d
voor
gers r o z l e t de man
Dementie: een wereld vol vragen
Niet meer weten waarvoor een lepel dient of hoe men zijn of haar hemd of blouse dient dicht te knopen, honderd keer per dag hetzelfde vragen, verdwalen in de eigen woning, het eigen kind of de eigen partner niet meer herkennen, ... Wie nauw betrokken is bij iemand met dementie, weet hoe pijnlijk het is voor de betrokkene zelf. Ook jij als mantelzorger stelt je heel wat vragen: Wat is hier toch aan de hand? Waarom zegt moeder dat zij naar huis wil, terwijl zij eigenlijk in haar eigen woning is? Waarom wordt mijn partner plots zo agressief, terwijl hij dat vroeger nooit was? ... De reden voor al deze feiten kan dementie zijn. Dementie wordt gekenmerkt door een chronische, globale en onomkeerbare beschadiging van de hersenfunctie. Een arts dient de diagnose van dementie te stellen, gezien ook andere ziekten gelijkaardige symptomen kunnen geven en dus zeker uitgesloten dienen te worden, zoals geheugenstoornissen door uitdroging of door een infectie. De meest voorkomende symptomen van dementie zijn: • geheugenstoornissen, zoals het onvermogen om nieuwe informatie te onthouden of zich eerder geleerde informatie te herinneren; 2
• verlies van oriëntatie in tijd en ruimte en later ook personen niet meer herkennen; • taalstoornissen; • verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren; • onvermogen om objecten te herkennen; • problemen om te plannen, te organiseren en om abstract te denken; • veranderingen in gedrag. Dementie is geen normaal ouderdomsverschijnsel; het is wel een aandoening die vooral ouderen treft. In België zijn echter ook zo’n 3.000 personen jonger dan 65 jaar die lijden aan de ziekte. Toch is de kans op dementie groter naarmate de leeftijd vordert. Dementie kan verschillende oorzaken hebben. Hieronder zetten we de meest voorkomende op een rij.
Dementie door de ziekte van Alzheimer: De ziekte van Alzheimer komt het vaakst voor. Zo’n 35 à 50 procent van de personen die lijden aan dementie heeft deze vorm. De ziekte van Alzheimer wordt gewoonlijk gekenmerkt door een sluipend begin en een langzame achteruitgang. Tijdens de vroege fase doen zich stoornissen in het geheugen
en de andere cognitieve functies voor, terwijl in een latere fase verstoring optreedt van de hogere mentale functies, zoals oriëntatie, begrip, taal en beoordeling. Dan kan ook de persoonlijkheid veranderen. De motoriek en spraak worden zeer laattijdig aangetast. Na verloop van tijd wordt het voor deze personen moeilijk mensen en plaatsen te herkennen. Naarmate de aandoening erger wordt, zullen alledaagse handelingen verloren gaan, zoals bijvoorbeeld de armen in een jas steken en schoenen dichtknopen. Ook kunnen er communicatie- en inschattingsproblemen voorkomen, die op hun beurt kunnen leiden tot ontremd gedrag.
Vasculaire dementie of multi-infarctdementie: Deze vorm komt voor bij zo’n 10 à 15 procent van de dementerenden. Hij wordt veroorzaakt door problemen in de bloedstroom naar de hersenen, waardoor verschillende kleine infarcten ontstaan in het hersenweefsel. De infarcten leiden tot schade aan bepaalde gebieden in de hersenen. Bij deze vorm van dementie treedt meestal een trapsgewijze achteruitgang van de uitvoerende functies op, met of zonder taalstoornissen en motorische stoornissen. Vasculaire dementie kan zich dus heel on-
regelmatig ontwikkelen, met periodes van plotseling verlies van functies. Meer en meer blijkt echter dat ook bij mensen met meerdere vasculaire letsels een langzaam voortschrijdend verloop kan gezien worden. Vasculaire dementie is gerelateerd aan cardiovasculaire risicofactoren, zoals roken, hypertensie en diabetes.
Mengvorm (vasculaire dementie – ziekte van Alzheimer): Er kan zich ook een combinatie voordoen van vasculaire dementie en de ziekte van Alzheimer. Dit is het geval bij 10 à 20 procent van de personen met dementie.
Lewy-body-dementie: Ook deze vorm komt voor bij ongeveer 20 procent van de patiënten. Deze ziekte wordt gekenmerkt door sterk afwisselende aandacht, parkinsonverschijnselen en visuele hallucinaties. De schommelingen in het bewustzijnsniveau (verwarring of helder bewustzijn) kunnen optreden in een tijdspanne van minuten, uren of zelfs dagen. Deze personen vallen regelmatig als gevolg van de parkinsonverschijnselen.
3
Frontotemporale of frontale dementie: Deze vorm komt voor bij zo’n 10 procent van de personen met dementie. De dementie is hier het gevolg van schade in de frontale (en temporale) hersenkwabben en wordt gekenmerkt door ofwel gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen (lusteloosheid, gebrek aan spontaniteit en motivatie of daarentegen net impulsiviteit, agressiviteit en ontremmend gedrag), ofwel taalstoornissen. Deze vorm uit zich meestal rond het 60ste levensjaar of vroeger en is vaak familiaal bepaald. Daarnaast is er nog een restgroep van ongeveer 5 procent, waarbij de dementie te wijten is aan andere oorzaken, zoals: • dementie als gevolg van de ziekte van Parkinson; • dementie als gevolg van multiple sclerose; • dementie als gevolg van de ziekte van Huntington; • dementie als gevolg van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (de menselijke variant van de dollekoeienziekte); • dementie als gevolg van het syndroom van Down; • alcoholgerelateerde dementie; • AIDS-gerelateerde dementie.
4
Het is duidelijk dat alle vormen van dementie te maken hebben met ons geheugen. Het geheugen kan opgedeeld worden in een kortetermijngeheugen, waarmee je bijvoorbeeld een telefoonnummer kan onthouden dat je na het bellen weer mag vergeten, en een langetermijngeheugen, waarin al onze zaken zitten opgeslagen die wij in het verleden geleerd en onthouden hebben en ook onze herinneringen. Je kan het beschouwen als een plank vol dagboeken. Vanaf het intreden van dementie zullen herinneringen verloren gaan: eerst de meest recente, uiteindelijk ook de oudere. Langzaamaan vallen dus bijna alle dagboeken om. Alleen degene die blijven staan, hebben op dat moment nog betekenis voor de persoon met dementie. Zo kan een oude man in een vergevorderd stadium van dementie plots vragen naar zijn moeder, die eigenlijk al meer dan 20 jaar overleden is. De man heeft enkel nog de herinneringen aan zijn vroege jeugd behouden en zoekt dus zijn moeder. De gemiddelde levensverwachting na diagnosestelling is vijf tot zes jaar voor personen met de ziekte van Alzheimer. Voor personen met Lewy-body-dementie is dit ongeveer zes jaar. Over de levensverwachting na diagnosestelling van personen met vasculaire dementie bestaan momenteel geen betrouwbare gegevens.
Aangezien er geen geneesmiddelen zijn die leiden tot genezing of duidelijke afremming van de ziekte, beperkt de doelstelling van de behandeling zich tot het verbeteren van de cognitieve functies en het verminderen van de gedragsproblemen en allerhande symptomen, zoals agressie, angst, depressie. Door het voorschrijven van medicatie proberen artsen de levenskwaliteit van de persoon met dementie en van jou als man-
telzorger te verbeteren, en dit met een minimum aan ongewenst effecten. Bij vasculaire dementie helpen bepaalde medicijnen om nieuwe bloedingen te voorkomen, waardoor de verschijnselen van dementie niet verergeren.
Bron: Transparantiefiche Dementie, Belgisch Instituut voor Farmacotherapeutische Informatie (B.C.F.I.) en Expertisecentrum Dementie Vlaanderen
5
Zorgen voor een persoon met dementie
Het merendeel van de personen met dementie verblijft nog steeds in de vertrouwde thuisomgeving. Volgens de meest recente onderzoeken is dit het geval bij 65 procent van de dementerenden. Zij worden in eerste instantie verzorgd door de partner, één of meerdere van de kinderen of een andere mantelzorger. In een later stadium van de ziekte komt er vaak ook professionele hulp aan huis (poetshulp, gezins- en bejaardenhulp, thuisverpleging, levering van warme maaltijden, ...) of wordt de persoon met dementie enkele dagen per week naar een dagverzorgingscentrum gebracht. De coördinerende rol blijft evenwel in handen van jou als mantelzorger. Hetzelfde geldt echter ook soms voor het merendeel van de taken. Als mantelzorger loop je dan ook het risico om overbelast te geraken. In onze brochure ‘Zelfzorg voor mantelzorgers. Zorg voor een ander begint bij jezelf’ vind je heel wat tips. Graag sommen we er kort nog enkele op: • Laat de ziekte van je naaste met dementie niet altijd het centrale thema van je leven zijn. • Werk volgens een vaste planning met duidelijke afspraken. • Blijf vrienden en vriendinnen opbellen en opzoeken. Onderhoud je relatie met andere zorgdragende familieleden goed, juist nu je elkaar zo hard nodig hebt. 6
• Onderhandel met de andere mantelzorgers en met de professionele hulpverleners. • Kijk vooruit. Probeer verder te kijken dan één dag vooruit. Probeer problemen te voorzien en te voorkomen. • Willen anderen je helpen? Aanvaard de hulp. Spreek duidelijk af welke taken zij kunnen doen. Als je als mantelzorger toe bent aan enkele weken rust of vakantie, kan je de persoon met dementie laten gebruik maken van de dienstverlening van een centrum voor kortverblijf. Ieder woon- en zorgcentrum (of rusthuis) dient te beschikken over minstens één kamer voor kortverblijf. Het aantal kamers voor kortverblijf is afhankelijk van het totaal aantal kamers in het woon- en zorgcentrum. Een zorgbehoevende persoon kan gedurende maximaal 90 dagen per jaar, waarvan maximaal 60 dagen aaneensluitend, gebruik maken van het kortverblijf. Reserveer wel tijdig, vooral voor een verblijf tijdens de zomermaanden. De Liberale Mutualiteit geeft een tussenkomst voor het gebruik van het kortverblijf. Meer info kan je vinden onder het item ‘Hulp nodig?’.
Omgaan met een persoon met dementie
Omgaan met een persoon die lijdt aan dementie is niet eenvoudig en vereist vaak veel geduld en een sterk doorzettingsvermogen. Om de zorgtaak een beetje te vereenvoudigen, bieden we jou graag enkele handvaten aan.
Omgaan met de diagnose ‘dementie’ Een diagnose ‘dementie’ komt aan als een harde klap, zowel voor de persoon in kwestie als voor de personen uit de omgeving. Het bespreekbaar maken van de ziekte maakt de klap echter een stukje beter draagbaar. Eerlijkheid kan pijnlijk zijn, maar het versterkt ook de vertrouwensband. Het stelt de familie in staat een aantal afspraken te maken, gevoelens uit te spreken en/of plannen voor de toekomst aan te passen. Spreken over de ziekte, met bijvoorbeeld de huisarts, kan deze ook in een juister perspectief zetten: een diagnose ‘dementie’ is nog niet het eindpunt. Er zijn zeker nog mooie momenten mogelijk.
Omgaan met agressie Vooral in de beginfase van dementie is agressief gedrag vaak een uiting van onmacht. Personen met dementie voelen dat ze de greep op hun leven verliezen en dat
hun toestand verslechtert. Ze hebben angst voor wat er met hen gaat gebeuren en voor wat er gaat komen. De kwaadheid is dus een soort emotionele reactie op het beleven van hun geestelijke achteruitgang. Dat verklaart ook waarom personen met dementie niet veel nodig hebben om verschrikkelijk kwaad te worden, vaak ook op een onverwacht moment. De aanleiding is meestal een kleinigheid: een uitspraak, een goedbedoelde opmerking, een handeling van jou als mantelzorger, ... Je hoeft die uitbarstingen niet meteen in te tomen. Geef de persoon met dementie rustig de tijd om uit te razen. In discussie treden en uitspraken doen, zoals: “Als je nu niet stopt met roepen, stuur ik je naar een rusthuis!”, nemen het vertrouwen weg. Probeer echter wel te achterhalen waarom de persoon met dementie kwaad is. Dikwijls is de reden voor de boosheid verdriet, angst of onzekerheid omwille van een toenemend onvermogen. Personen met beginnende dementie kunnen ook boos worden wanneer je hen iets laat doen wat zij niet meer kunnen of wanneer zij denken iets nog te kunnen maar moeten vaststellen dat het niet meer lukt. Hoe zou je zelf reageren als het plots niet meer lukt om je schoenen dicht te knopen? Ook schaamte in verzorgingssituaties kan 7
een oorzaak van agressief gedrag zijn. Ga op zo’n momenten rustig bij de persoon met dementie zitten en vertel hem of haar dat je je best kan inbeelden dat hij of zij kwaad is. Luister naar wat de persoon te vertellen heeft en probeer het probleem bespreekbaar te maken. Probeer bij agressief gedrag van de persoon met dementie vooral zelf rustig te blijven, niet kwaad te worden of te panikeren.
echter opnieuw naar haar moeder vragen. Beter is het om Germaine gerust te stellen door te zeggen dat haar moeder haar zeker zal komen halen. Sommige personen hebben het hier moeilijk mee, aangezien zij dan moeten liegen tegen iemand die ze graag zien. Door te ‘liegen’ of beter gezegd, door mee te gaan in het verhaal van Germaine, geef je haar een rustig gevoel, terwijl je anders enkel ellende, verdriet en misschien zelfs woede creëert.
Gebruik van realiteitsoriëntatie Zoals eerder reeds gesteld, keren personen met dementie geleidelijk terug in hun dagboeken uit het verleden. Germaine eraan herinneren dat haar moeder dood is en dat ze nu 78 jaar is, zou haar zeker informeren over de werkelijkheid, maar het zou haar ook heel erg van streek brengen. Als Germaine zegt dat haar moeder haar gaat komen halen, wil dat zeggen dat voor Germaine haar moeder nog leeft. Haar herinneren aan de waarheid zou haar verdriet doen. Ze zou in een wereld worden getrokken die haar herinnert aan haar verlies. Germaine heeft dementie en verliest dus haar korte termijngeheugen. Ze zal ‘de waarheid’ vergeten die je haar hebt verteld, maar zal achterblijven met het gevoel van verlies en angst dat misschien de hele dag kan blijven hangen. De volgende dag kan ze 8
Dit voorbeeld wil echter niet zeggen dat realiteitsoriëntatie in de omgang met personen met dementie volledig verworpen moet worden. Het heeft zeker een plaats, met name in de beginfase waarin de persoon met dementie nog ‘bijna georiënteerd’ is. Dan kunnen kleine aanwijzingen, zoals foto’s, kalenders, pictogrammen, ..., dementerenden helpen zich te oriënteren in ruimte (bijvoorbeeld het eigen huis) en tijd (bijvoorbeeld de dagen van de week).
Communiceren met een persoon met dementie Uit onderzoek blijkt dat personen met dementie het vaak hebben over ‘moeder’ en ‘thuis’. Het is belangrijk goed de ervaring te begrijpen die achter deze twee uitgesproken begrippen schuil gaat. Als Marie-Jeanne je voortdurend vertelt dat haar mama op haar
wacht, wil ze misschien eerder zeggen dat ze wilde dat haar mama bij haar was. Het kan zijn dat ze het gevoel heeft ‘verloren’ te zijn en dat ze ‘bemoederd’ wil worden. Als Gilbert je vertelt dat hij naar huis wil, wil dat misschien zeggen dat hij zich zorgen maakt en dat hij zich beter zou voelen als hij thuis zou zijn. ‘Thuis’ is echter niet altijd de huidige woonplaats van de persoon met dementie, maar wel ‘de plaats waar zijn of haar hart ligt’, vaak wordt hiermee het ouderlijk huis bedoeld. Het zou dus zeker geen goed idee zijn om tegen Gilbert te vertellen dat hij thuis is. De enige persoon die weet waar zijn hart ligt, is Gilbert zelf. We kunnen vaak alleen maar gissen naar de verborgen betekenissen en gevoelens van de persoon met dementie, maar we moeten op zijn minst de tijd nemen om te overwegen dat de uitgesproken woorden de echte betekenis niet letterlijk overbrengen. Voor de meesten onder ons is slechts 20 procent van onze communicatie verbaal (woorden), terwijl 80 procent non-verbaal is: aanrakingen, intonatie, mimiek, gebaren en lichaamstaal. Met de aantasting van de vaardigheden voor verbale communicatie, door de dementie, wordt de non-verbale communicatie nog belangrijker. Personen met dementie worden zich veel meer bewust van de emotionele inhoud van een gesprek. Als mantelzorger moet je je bewust
zijn van de non-verbale signalen die je zelf geeft en van die van de persoon voor wie je zorgt. Lichamelijk contact is heel belangrijk. Aanrakingen zijn een fundamentele vorm van communicatie die we allemaal gebruiken, zelfs wanneer onze verbale mogelijkheden intact zijn. Moeilijkheden hebben met het vinden van de juiste woorden of er zelfs helemaal niet in slagen om ze te vinden, kan mensen isoleren en bang maken. Aanraking wordt dan niet alleen een manier om aan te geven dat er voor hen wordt gezorgd, maar ook om steun en troost te bieden te midden van de spanning en de angst die gepaard gaat met de achteruitgang in communicatieve vermogens. Ook muziek is belangrijk. Personen met dementie die reeds lange tijd niet meer in staat zijn een verstaanbaar woord te produceren, kunnen wel nog in staat zijn een volledig liedje te zingen uit de kindertijd. Dit kan je aanmoedigen door spontaan mee te zingen. Op die manier geef je aan je verbonden te voelen met de persoon voor wie je zorgt en het is bovendien ook een manier om te communiceren. Een lied en de manier waarop het gezongen wordt, weerspiegelt immers vaak de stemming van de persoon of het is zelfs een uiting van de boodschap die men wil overbrengen. 9
Enkele algemene tips m.b.t. communicatie: • gebruik geen uitdrukkingen of zegswijzen, zoals ‘Het regent pijpenstelen’; • gebruik geen lange, ingewikkelde zinnen met onnodige details; • corrigeer de mededelingen van de persoon met dementie niet; • verwacht niet dat de persoon met dementie alles onmiddellijk begrijpt;
10
• spreek niet harder dan gewoonlijk (de persoon met dementie is immers niet doof); • praat niet met de persoon met dementie als je druk bezig bent met iets anders of wanneer er veel omgevingslawaai is; • zorg dat de persoon met dementie aandachtig is voor je begint te praten. Dit kan je bekomen door zijn of haar naam te zeggen, de arm lichtjes aan te raken; • benader de persoon met dementie aan de voorkant. Zorg dat er oogcontact is voordat je hem of haar aanraakt of aanspreekt; • spreek iets langzamer dan gewoonlijk en zo duidelijk mogelijk; • stel geen vragen zoals “Welke dag is het vandaag?”, “Wat heb je vanmorgen gegeten?”, ..., want dat weet de persoon met dementie doorgaans toch niet meer. Vermijd ook meerkeuzevragen. Indien je toch iets wil vragen, hou de vraag dan kort en stel er slechts één tegelijk; • gebruik visuele hulpmiddelen, bijvoorbeeld foto’s; • vermijd woorden of thema’s die de persoon met dementie angst aanjagen; • laat de persoon met dementie over het verleden praten, indien hij of zij dat wenst, en moedig dit aan. Wanneer de persoon met dementie zelf niet meer in staat is om veel te praten, vertel dan de verhalen uit het verleden van deze persoon.
Omgaan met vragen over dementie Wanneer de persoon met dementie zelf de vraag stelt of hij of zij aan dementie lijdt, heeft hij of zij recht op een eerlijk antwoord en op informatie voor zover de persoon zelf dit aankan. Probeer je uitleg te geven in bewoordingen die voor hem of haar te begrijpen zijn. Dit wordt bovendien best in overleg met de huisarts gedaan. Het vertellen van de diagnose in het begin van het dementieproces laat de persoon met dementie toe om nog een kwalitatief, zinvol leven te leiden en een actieve rol te spelen in het plannen van zijn of haar toekomst: • het voorbereiden van bepaalde documenten; • uitkijken naar eventuele opvang; • mee beslissen over het medicatieprogramma. Eenmaal het dementeringsproces in een vergevorderd stadium is, heeft het meedelen van de diagnose geen zin meer. Essentieel is dat je de dementerende persoon de boodschap geeft van “Ik laat je niet alleen, ik zie je graag, ik zal voor je zorgen op een manier die passend is voor mij en goed voor jou.” Bron: Expertisecentrum Dementie Vlaanderen & SEL Midden West-Vlaanderen
11
Hulp nodig?
Nood aan informatie of advies? Zorgen voor een persoon met dementie is een moeilijke opgave. Je kan voor hulp, steun en advies terecht bij de dienst maatschappelijk werk en het regionaal dienstencentrum van je ziekenfonds.
de thuiszorgdiensten Sowel vzw en Solidariteit voor het Gezin vzw bieden een oplossing op maat voor mantelzorgers die thuis zorgen voor een persoon met dementie, met degelijk opgeleide oppassers. Op die manier kan de thuiszorgsituatie tijdelijk worden ontlast.
Daarnaast bestaat er voor elke regio in Vlaanderen en in Brussel een Expertisecentrum Dementie. De dienstverlening van de Expertisecentra Dementie richt zich tot iedereen die vragen heeft waarop men bij de andere organisaties en diensten geen antwoord vindt. De contactgegevens van al deze voorzieningen vind je op de volgende bladzijden.
De Liberale Mutualiteit biedt een tussenkomst indien je een beroep doet op één van deze organisaties voor een oppasser aan huis. Het moet wel gaan om Alzheimerpa tiënten die op permanente basis thuis worden verzorgd. De tussenkomst wordt betaald op voorlegging van de factuur. Meer info kan je bekomen bij de dienst maatschappelijk werk van je ziekenfonds.
Ten slotte vind je ook informatie over dementie in de brochures van de Koning Boudewijnstichting die je kan raadplegen op en downloaden van de website van de vzw Liever Thuis LM (www.lieverthuis.mut400.be). Beschik je niet over een internetverbinding? Dan kan je telefonisch contact opnemen met de vereniging en een print van de brochures opvragen.
De contactgegevens van Sowel vzw, Solidariteit voor het Gezin vzw en Baluchon Alzheimer België vind je achteraan deze brochure.
Tussenkomst in de kostprijs voor thuisoppas van Alzheimerpatiënten 12
De vereniging Baluchon Alzheimer België en
Tussenkomst kortverblijf Wens je de persoon met dementie tijdelijk te laten opnemen in een centrum voor kortverblijf? De Liberale Mutualiteit geeft hiervoor een tussenkomst. De voorwaarde is wel dat de persoon met dementie na het verblijf terug naar huis gaat. Voor je aanvraag kan je terecht bij de dienst maatschappelijk werk van je ziekenfonds.
Contactadressen vzw Liever Thuis LM Nationaal secretariaat vzw Liever Thuis LM Livornostraat 25, 1050 Brussel Tel.: 02/542 87 09 Fax: 02/542 86 99 E-mail:
[email protected] Website: www.lieverthuis.mut400.be
Regionaal Dienstencentrum Liberale Mutualiteit West-Vlaanderen Revillpark 1, 8000 Brugge Tel.: 050/45 01 00 E-mail:
[email protected]
Regionale en lokale contactpunten en -personen
Regionaal Dienstencentrum Liberale Mutualiteit van Oost-Vlaanderen Brabantdam 109, 9000 Gent Tel.: 09/269 70 32 E-mail:
[email protected]
Regionaal Dienstencentrum Liberale Mutualiteit Provincie Antwerpen Lange Nieuwstraat 109, 2000 Antwerpen Tel.: 03/203 76 93 E-mail:
[email protected]
Regionaal Dienstencentrum ‘Horizon’ Liberale Mutualiteit Limburg Geraetsstraat 20, 3500 Hasselt Tel.: 011/29 10 00 E-mail:
[email protected]
Dienst Thuiszorg Liberale Mutualiteit van Brabant Koninginneplein 51-52, 1030 Brussel Tel.: 02/209 49 75 E-mail:
[email protected] - RDC Tienen Minderbroedersstraat 30, 3300 Tienen Tel.: 016/82 27 10 - RDC Halle Vondel 23, 1500 Halle Tel.: 02/356 85 88
Regionaal Dienstencentrum Liberale Mutualiteit – Vlaams Gewest ASSE Prieelstraat 22, 1730 Asse Tel.: 02/454 06 78 AALST Korte Zoutstraat 16, 9300 Aalst Tel.: 053/21 58 16 E-mail:
[email protected]
13
Provinciale hoofdzetels van de dienst maatschappelijk werk van de Liberale Mutualiteit DMW Provincie Antwerpen Lange Nieuwstraat 109, 2000 Antwerpen Tel.: 03/203 76 47 E-mail:
[email protected] DMW Brabant Koninginneplein 51-52, 1030 Schaarbeek Tel.: 02/209 48 91 E-mail:
[email protected] DMW West-Vlaanderen Revillpark 1, 8000 Brugge Tel.: 050/45 01 00 E-mail:
[email protected] DMW Oost-Vlaanderen Brabantdam 109, 9000 Gent Tel.: 09/235 72 85 E-mail:
[email protected] DMW Limburg Geraetsstraat 20, 3500 Hasselt Tel.: 011/29 10 00 E-mail:
[email protected] DMW Vlaams Gewest Prieelstraat 22, 1730 Asse Tel.: 02/454 06 78 E-mail:
[email protected] 14
Expertisecentra Dementie Expertisecentrum Dementie Vlaanderen vzw Lokkaardstraat 8, 2018 Antwerpen Tel.: 070/22 47 77 E-mail:
[email protected] Expertisecentrum Dementie Orion Sint-Bavostraat 29, 2610 Wilrijk Tel.: 03/820 73 22 E-mail:
[email protected] Expertisecentrum Dementie Tandem Graatakker 4, 2300 Turnhout Tel.: 014/47 83 71 E-mail:
[email protected] Expertisecentrum Dementie brOes Roger Vandendriesschelaan 11 1150 Sint-Pieters-Woluwe Tel.: 02/778 01 70 E-mail:
[email protected] Expertisecentrum Dementie Memo Vlaams-Brabant Wingerdstraat 14, 3000 Leuven Tel.: 016/50 29 06 E-mail:
[email protected]
Expertisecentrum Dementie Memo steunpunt Halle-Vilvoorde Molenhofstraat 31, 1670 Heikruis Tel.: 02/398 00 18 E-mail:
[email protected] Expertisecentrum Dementie Sophia Budastraat 20, 8500 Kortrijk Tel.: 056/32 10 75 E-mail:
[email protected] Expertisecentrum Dementie Foton Biskajersplein 2, 8000 Brugge Tel.: 050/44 67 93 E-mail:
[email protected] Expertisecentrum Dementie Meander Kerkstraat 115, 9200 Dendermonde Tel.: 052/37 84 97 E-mail:
[email protected]
Thuisoppas Alzheimerpatiënten Sowel vzw Thuiszorg in de provincie Antwerpen Kipdorp 41, 2000 Antwerpen Tel.: 03/231 37 34 E-mail:
[email protected] Solidariteit voor het Gezin vzw Tentoonstellingslaan 76, 9000 Gent Tel.: 09/264 18 11 E-mail:
[email protected] Baluchon Alzheimer België Paepedellelaan 87, 1160 Brussel Tel.: 02/673 75 00 E-mail:
[email protected]
Expertisecentrum Dementie Paradox Wilgestraat 123, 9000 Gent Tel.: 09/233 14 38 E-mail:
[email protected] Expertisecentrum Dementie Contact A. Rodenbachstraat 29 bus 9, 3500 Hasselt Tel.: 011/30 88 51 E-mail:
[email protected]
15
Deze brochure is een uitgave van de vzw Liever Thuis LM • Als mantelzorger of zorgbehoevende kan je bij ons terecht met je verhaal. Wij maken graag tijd om te luisteren naar je zorgen en vragen. Ook voor informatie, raad of hulp over de voorzieningen en diensten in de thuiszorg en de welzijnssector staan we steeds paraat. • Wij organiseren regelmatig infonamiddagen en andere activiteiten waar je bepaalde vaardigheden kan leren en personen ontmoeten die in dezelfde situatie zitten. Via het ledenblad word je regelmatig geïnformeerd over nuttige diensten en onderwerpen. Ook op onze website www.lieverthuis.mut400.be vind je bijkomende informatie over heel wat interssante thema’s. • Wij komen op voor jouw belangen door bij de overheid te ijveren voor een goede en eerlijk uitgebouwde dienstverlening. Het lidmaatschap is gratis. Je kan lid worden op eenvoudige aanvraag.
Verantwoordelijke Uitgever: Roni De Waele, Livornostraat 25, 1050 Brussel april 2013