Nationaal Studiekeuzeonderzoek NSKO 2008 Augustus 2008
Nationaal Studiekeuzeonderzoek NSKO 2008 Augustus 2008
Uitgevoerd door: Markteffect BV Hooghuisstraat 35 5611 GS Eindhoven 040-239 22 90 www.markteffect.nl
[email protected]
Contactpersoon: Maarten van Nieuwland 06-54 94 11 92
[email protected]
In samenwerking met: www.jijbentbelangrijk.nl
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 1 van 42
Voorwoord
Op 1 april jl. is Markteffect gestart met het Nationaal Studiekeuze onderzoek 2008 (NSKO). Het NSKO is een jaarlijks terugkerend project dat dit jaar voor het eerst is georganiseerd. De uitvoering van dit eerste NSKO lag in handen van Jasper Oelers – Stagiair van de Fontys Hogeschool voor Marketing Management in Eindhoven. Alle middelbare scholen en ROC’s in Nederland zijn benaderd om deel te nemen aan dit landelijke onderzoek. Het doel van het NSKO is om de studiekeuzes van scholieren te onderzoeken en zodoende de verwachtingen van het onderwijsklimaat voor de komende jaren vast te kunnen stellen. In totaal hebben bijna 100 scholen en meer dan 2.000 scholieren uit de laatste jaren van het VMBO, Havo en VWO deelgenomen aan het NSKO 2008. De uitkomsten van dit onderzoek leiden tot een beter beeld betreffende de studiekeuze en van leerlingen in de bovenbouw van de middelbare school. Naar verwachting zal het NSKO binnen twee jaar één van de grootste terugkerende studiekeuzeonderzoeken van Nederland zijn. Markteffect wil alle deelnemende scholen bedanken voor hun medewerking aan het Nationaal Studiekeuze Onderzoek. Het komende jaar zal het NSKO 2008 geëvalueerd en 2009 georganiseerd worden. Uiteraard rekenen wij dan opnieuw op uw medewerking! Markteffect B.V. Eindhoven, augustus 2008
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 2 van 42
Inleiding De behoefte aan kennis over het studiekeuzegedrag van middelbare scholieren is evident. Hogescholen ontwikkelen nieuwe opleidingen en doen hun best om deze onder de aandacht van hun doelgroepen te brengen. In samenspraak met meerdere hogescholen is het initiatief tot het uitvoeren van een Nationaal Studiekeuzeonderzoek ontstaan bij Markteffect. Het NSKO 2008 is uitgevoerd door Markteffect B.V. dankzij de samenwerking met deze hogescholen en met de medewerking van bijna 100 middelbare scholen. Markteffect is een full-service marktonderzoeksbureau met eigen online onderzoektools, panels en een inhouse callcenter. Via het jongerenpanel www.jijbentbelangrijk.nl voert Markteffect regelmatig instroomonderzoeken uit voor Hobéon en diverse hogescholen. Voor het NSKO 2008 heeft Markteffect een antwoord geformuleerd op de volgende onderzoeksvraag: “Welke keuzecriteria zijn van belang voor leerlingen in het middelbaar onderwijs en wat zijn de verbanden met hun persoonlijke achtergrond en interesses?”
Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld: Deelvragen: Hoe is de samenstelling van het respondentenpanel? Hoe ziet de huidige scholier zijn/haar toekomst? Wat zijn de belangrijkste beweegredenen van scholieren bij hun studiekeuze? Welke interesses heeft de toekomstige student?
Antwoorden op deze vragen zijn in dit rapport per deelvraag geanalyseerd.
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 3 van 42
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Inleiding
3
Inhoudsopgave
4
Hoofdstuk 1:
Over het NSKO 2008
5
Hoofdstuk 2:
Beantwoording van de deelvragen
6
2.1 Hoe is de samenstelling van het respondentenpanel?
6
2.2 Hoe ziet de huidige scholier zijn/haar toekomst?
7
2.3 Belangrijkste beweegredenen bij studiekeuze ?
8
2.4 Welke interesses heeft de toekomstige student?
11
Hoofdstuk 3:
Beantwoording van de onderzoeksvraag
14
Hoofdstuk 4:
Samenvatting en conclusies
16
Hoofdstuk 5:
Inschrijven voor het NSKO 2009
18
Bijlage 1:
Flyer NSKO
19
Bijlage 2:
Rechte tellingen
20
Bijlage 3:
Fax inschrijving NSKO 2009
42
Bijlagen:
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 4 van 42
Hoofdstuk 1:
Over het NSKO 2008
Om een beeld te krijgen van de keuzes die Nederlandse scholieren maken met betrekking tot hun (vervolg) studie, heeft Markteffect een vragenlijst ontwikkeld over de studie- en profielkeuze van leerlingen op het MBO en VMBO/Havo/VWO. Deze vragenlijst bestond in totaal uit 24 vragen. Antwoorden op deze vragen waren zo veel mogelijk gesloten zodat een optimale respons gegarandeerd werd. De enquête bevatte allereerst vragen die betrekking hadden op zogenaamde achtergrondvariabelen (ook wel strata/onafhankelijke variabelen). Strata die aan bod kwamen in de vragenlijst waren bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en thuissituatie. Deze onafhankelijke variabelen kunnen afhankelijke variabelen beïnvloeden. Afhankelijke variabelen in dit onderzoek zijn bijvoorbeeld profielkeuze, keuze van vervolgopleiding en hobby’s. Zo kan het hebben van de hobby winkelen bijvoorbeeld worden beïnvloed door het geslacht van de scholier. Vervolgens zijn in de maanden april, mei en juni 2008 alle decanen van middelbare scholen en ROC’s telefonisch door Markteffect benaderd met het verzoek om deel te nemen aan het NSKO. Om leerlingen te stimuleren deel te nemen aan de online enquête op www.NSKO.nl, is een flyer1 ontworpen en naar alle deelnemende scholen opgestuurd. In totaal zijn 30.000 flyers opgestuurd. Deze flyers zijn vervolgens door de decanen uitgedeeld onder de leerlingen. In verband met de vakanties en examentijd is de respons helaas lager uitgevallen dan verwacht waardoor een respons van ongeveer 7% is gerealiseerd. Desondanks konden scholieren die wel deel hebben genomen aan het onderzoek een concretere invulling geven aan de vragen over hun toekomst omdat zij zich in een latere fase van hun opleiding bevonden.
Op deze manier hebben 94 scholen deelgenomen aan het NSKO. In totaal hebben 2.009 leerlingen van het MBO, VMBO, Havo en VWO deelgenomen aan het Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008. Van deze leerlingen zit 63% in het laatste of een na laatste jaar van middelbare school. Dit zorgt er voor dat dit onderzoek een betrouwbaarheidsinterval heeft van 2,7%. Dit betekent vrij vertaald dat met 95% zekerheid gesteld mag worden dat de uitkomsten van deze steekproef niet meer dan 2,7% naar boven of beneden zullen afwijken wanneer een meting gedaan wordt bij de gehele populatie.
1
Bijlage 1: Flyer NSKO
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 5 van 42
Hoofdstuk 2: Beantwoording van de deelvragen 2.1 Hoe is de samenstelling van het respondentenpanel? De meeste respondenten zijn afkomstig uit Limburg. Ook Noord-Brabant, Utrecht en Gelderland zijn goed vertegenwoordigd. Er zijn echter minder respondenten afkomstig uit de regio’s Flevoland, Noord-Holland, Drenthe en Overijssel. Dit wordt geïllustreerd in Figuur 3.1.1. In totaal is 64% van de respondenten vrouw en 36% van de respondenten man. Hoewel blijkt dat de meeste vrouwelijke respondenten op het VWO zitten, is dit effect alleen in de steekproef gevonden. Dit wil zeggen dat geslacht geen invloed heeft op het niveau van de middelbare schoolopleiding dat scholieren volgen. Figuur 3.1.1
Veruit de meeste respondenten zijn geboren in Nederland (96%). Slechts een enkeling is hier niet geboren. We zien geen effect van geboorteland op het opleidingsniveau: het feit dat een scholier buiten Nederland is geboren heeft geen invloed op of hij op VMBO/Havo of VWO zit. Er is ook geen verschil gevonden in profielkeuze; respondenten met een nietNederlandse nationaliteit kiezen dezelfde profielen als Nederlandse scholieren doen. Van alle respondenten woont 96% nog thuis. In totaal spreekt 94% van de respondenten thuis de Nederlandse taal. 6% Spreekt thuis een andere taal dan Nederlands. We zien dat scholieren die niet bij hun ouders wonen vaker een andere taal dan Nederlands spreken. Tenslotte hebben de meeste respondenten ouders die in Nederland geboren zijn: 90% van de scholieren heeft een Nederlandse moeder. Eenzelfde percentage heeft een Nederlandse vader. De meeste respondenten zitten op dit moment in Havo 4 (28%). VWO 5 is hierna het beste vertegenwoordigd, met 15% van de respondenten.
Leerlingen uit VMBO 4 zijn minder goed vertegenwoordigd: zij vormen slechts 1% van de totale steekproef. Door de eindexamens bleken de leerlingen uit het laatste jaar lastig bereikbaar.
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 6 van 42
Uit de analyses blijkt dat het bij het kiezen van een profiel niet uitmaakt of een scholier uit het zuiden, midden of noorden van Nederland afkomstig is. Geslacht heeft echter wel een significante invloed op het kiezen van een profiel: we zien dat vrouwen eerder kiezen voor het profiel Cultuur en Maatschappij (C&M). Mannen kiezen eerder voor het profiel Natuur en Techniek (N&T).
2.2 Hoe ziet de huidige scholier zijn/haar toekomst? Verreweg de meeste scholieren willen na hun middelbare school voltijd doorstuderen (71%). Het combineren van werken en studeren wil 17% van de scholieren graag doen. Minder favoriet is werken (slechts 1%). 3% Wil graag een tijdje naar het buitenland. In Figuur 3.2.1 zijn de populairste opties weergegeven; de populairste optie is het dikst gedrukt (studeren).
combineren werken en studeren
studeren
reizen
weet het nog niet
werken
Figuur 3.2.1. Toekomstvisie Nederlandse scholieren
Wanneer we kijken naar de populairste keuzes dan zien we dat mannen en vrouwen dezelfde keuzes maken. Ook het land waar scholieren zijn geboren heeft geen invloed op wat scholieren kiezen om te doen na de middelbare school. Er bestaan echter wel verschillen per vooropleiding: VWO scholieren willen eerder doorstuderen dan VMBO of Havo scholieren. VMBO studenten kiezen eerder dan VWO studenten om werken en studeren te combineren. Betreffende de soort vervolgopleiding bestaat de meeste interesse om door te stromen naar het HBO. In totaal wil de meerheid (52%) een HBO opleiding gaan volgen. Het WO staat op een goede tweede plaats bij de respondenten (28%). Hoewel het MBO in de steekproef weinig interesse wekt (6%) moet worden opgemerkt dat de VMBO-ers in deze steekproef ondervertegenwoordigd zijn. Wanneer verdere analyses worden uitgevoerd zien we inderdaad een logisch positief verband tussen vooropleiding en de gekozen vervolgopleiding. Hoe hoger het niveau van de vooropleiding, des te hoger het niveau van de gekozen vervolgopleiding. Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 7 van 42
2.3 Wat zijn de belangrijkste beweegredenen van scholieren bij hun studiekeuze ? Bij de keuze voor een vervolgopleiding spelen twee belangrijke factoren een rol: de opleiding zelf en de plaats waar de opleiding gevestigd is. Scholieren geven met overgrote meerderheid (86%) aan dat zij de opleiding belangrijker vinden dan de plaats waar de opleiding gevestigd is. Er zijn verschillende elementen die bij de keuze voor de vervolgopleiding een rol kunnen spelen. Dit zijn bijvoorbeeld kans op werk, stagemogelijkheden en de aantrekkelijkheid van het toekomstige beroep. In totaal zijn er van 18 elementen gemeten hoe belangrijk scholieren deze vinden.
% “belangrijk/ Positie
Element
“zeer belangrijk”
1
Aantrekkelijk toekomstig beroep
96%
2
Kans op werk
94%
3
Praktijkervaring opdoen
94%
4
Indruk tijdens open dag
86%
5
Onderwijsmethode
86%
6
Stagemogelijkheden
84%
7
Samenwerking met de praktijk
84%
8
Goede naam/status opleiding
80%
9
Voorlichtingsmateriaal
79%
10
Salaris toekomstig beroep
76%
11
Aandacht voor ondernemerschap
69%
12
Aantrekkelijkheid stad/gemeente
66%
13
Maatschappelijke relevantie opleiding
64%
14
Studentenleven stad
59%
15
Reistijd woonadres- opleiding
58%
16
Internationale oriëntatie opleiding
55%
17
Kleinschaligheid van instelling
32%
18
Levensbeschouwelijke richting
33%
Tabel 3.3.1. Elementen studiekeuze Nederlandse scholieren
Uit Tabel 3.3.1 blijkt dat scholieren voornamelijk de kansen op de arbeidsmarkt belangrijk vinden wanneer zij een studie willen kiezen. In totaal zijn aantrekkelijkheid van het toekomstig beroep en de kans op werk de twee belangrijkste criteria bij het kiezen voor een vervolgopleiding. De indruk tijdens de open dag en het opdoen van praktijkervaring zijn ook criteria waar scholieren op letten wanneer zij een vervolgopleiding kiezen. Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 8 van 42
De eerste indruk van een school kan daarom een doorslaggevende factor zijn bij het kiezen van een opleiding. Factoren die van minder belang zijn voor alle scholieren zijn bijvoorbeeld de levensbeschouwelijke richting van de school en de grootte van de school. Bij sommige elementen zien we dat deze meer van belang zijn bij VWO/Havo of MBO scholieren. Zo komt uit de analyses naar voren dat bij de studiekeuze van Nederlandse scholieren: Havo scholieren meer belang hechten aan stagemogelijkheden en ondernemerschap dan VWO scholieren; Reistijd een element is waar Havo scholieren ook meer op letten dan VWO scholieren; Zowel Havo als VMBO scholieren meer letten op het salaris van het toekomstig beroep, de kleinschaligheid van de instelling en de kans op werk dan VWO scholieren; De levensbeschouwelijke richting van de opleiding bij VMBO scholieren een belangrijkere rol speelt dan bij Havo en VWO scholieren. Havo scholieren letten echter meer op dit element dan VWO scholieren dit doen; Verschillende typen toekomstige studenten De overige elementen spelen een even grote rol bij studiekeuze van Nederlandse scholieren. Niet alle studenten kiezen echter op dezelfde manier voor een vervolgopleiding. Om te kijken wat voor ‘type’ scholier er bestaat met betrekking tot studiekeuze, is er een factoranalyse toegepast. Factoranalyse onderscheidt verschillende typen scholieren met betrekking tot het keuzegedrag van vervolgopleidingen. In dit geval zien we 5 groepen. Zo onderscheiden we scholieren die vooral kiezen op: Studie Deze eerste groep “studiegerichte” scholieren vindt de volgende aspecten van een vervolgstudie belangrijk: samenwerking met de praktijk binnen de opleiding, voorlichtingsmateriaal, indruk tijdens de open lesdag, stagemogelijkheden en het opdoen van veel praktijkervaring binnen de opleiding. Vrouwen kiezen vaker dan mannen op grond van deze elementen voor hun opleiding. We zien hierbij geen verschillen tussen middelbare schoolopleiding;
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 9 van 42
Beroepsperspectieven De tweede groep “beroepsgerichte” scholieren vindt de aantrekkelijkheid van het toekomstig beroep van belang, evenals de kans op werk, het salaris van het toekomstig beroep en de reisafstand van het woonadres naar de opleidingsplaats. Mannen kiezen vaker op grond van deze elementen voor een bepaalde studie dan vrouwen. Hoe lager het middelbare schoolniveau van de scholier is, des te eerder hij op grond van deze elementen zal kiezen. VMBO scholieren behoren eerder tot deze groep dan VWO scholieren. Dit geldt ook voor de havisten. Studentenleven Deze groep “studentenleven-georiënteerden” baseert hun studiekeuze vooral op het studentenleven in de stad en de aantrekkelijkheid van de stad waar zij gaan studeren. We zien hierbij geen verschil tussen mannen en vrouwen. Scholieren met een hogere vooropleiding zullen eerder op grond van deze elementen hun vervolgopleiding kiezen dan scholieren met een lagere vooropleiding: VWO-ers behoren eerder tot deze groep dan havisten. Maatschappelijke oriëntatie De vierde groep “maatschappij-gerichte scholieren” let bij het maken van een studiekeuze vooral op de levensbeschouwelijke richting van de studie. Ook vinden zij de kleinschaligheid van de opleiding en de maatschappelijke relevantie van een opleiding van belang bij het maken van een studiekeuze. Tenslotte vinden zij (hoewel in mindere mate dan kleinschaligheid en maatschappelijke relevantie) de internationale oriëntatie van de opleiding belangrijk bij het kiezen van een vervolgopleiding. Vrouwen kiezen vaker op deze gronden hun opleiding dan mannen. Scholieren met een lagere middelbare schoolopleiding kiezen eerder op deze gronden dan scholieren met een hogere middelbare schoolopleiding. VMBO scholieren zullen eerder op basis van deze elementen kiezen dan Havo en VWO scholieren. Havo scholieren kiezen eerder op basis van deze elementen dan VWO scholieren. Ondernemerschap Deze laatste groep “ondernemers” let bij het maken van een studiekeuze vooral op het feit of er veel praktijkervaring kan worden opgedaan tijdens de opleiding en of er voldoende aandacht voor ondernemerschap is. Ook vinden zij het van belang dat er wordt samengewerkt met de praktijk en dat er voldoende stagemogelijkheden zijn. De reisafstand van hun woonplaats naar de studie vinden de “ondernemers” niet belangrijk. Van alle groepen studiekiezers vinden ondernemers internationale oriëntatie van de studie het
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 10 van 42
belangrijkste. Vrouwen kiezen eerder op grond van deze elementen voor een opleiding dan mannen. Er is echter geen verschil gevonden per opleidingsniveau: scholieren van het VWO zullen dus niet eerder op deze gronden kiezen dan scholieren op Havo/VMBO en vice versa. De vijf typen scholieren verschillen niet per regio. Het is dus niet zo dat scholieren in het noorden van het land eerder tot de “ondernemers” behoren dan de scholieren in het zuiden van het land. Hoewel we zien dat er veel scholieren hun vervolgstudie kiezen op basis van de aantrekkelijkheid van het toekomstig beroep en de kans op werk, en minder kiezen aan de hand van factoren als levensbeschouwelijke richting en maatschappelijke relevantie, zien we toch dat de laatste twee factoren voor de ‘maatschappelijk georiënteerde’ scholier toch van belang bij het kiezen van een vervolgopleiding. De twee factoren onderwijsmethode en goede naam van de opleiding worden als belangrijk aangegeven door scholieren in het kiezen van een vervolgstudie, maar zijn bij geen enkele groep een duidelijke reden om voor een opleiding te kiezen. Dit wil niet zeggen dat scholieren niet op deze gronden kiezen; “maatschappelijk-georiënteerde scholieren” kiezen eerder dan de andere groepen op basis van levensbeschouwelijke richting, maar kiezen niet meer of minder dan andere scholieren op basis van de naam van de opleiding of de onderwijsmethode.
2.4 Welke interesses heeft de toekomstige student? De hobby die de meeste scholieren hebben is muziek luisteren. 76% Van de scholieren doet dit graag. 64% Van de respondenten heeft als hobby computeren. Ook uitgaan in cafés/bars is voor 60% een favoriete bezigheid. 47% Heeft individuele sport als hobby en 52% beoefent een teamsport. Hobby’s die minder favoriet zijn onder de toekomstige studenten zijn fotograferen/filmen (20%) en uitgaan in restaurants (18%). Er bestaat weinig interesse in verzamelen. Slechts 4% geeft aan dit als hobby te hebben. In onderstaand Figuur 3.4.1 wordt dit geïllustreerd: de populairste hobby is het dikst gedrukt (muziek luisteren).
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 11 van 42
computeren fotografie
uitgaan bar film individueel sporten lezen dansen
muziek luisteren muziek maken reizen teamsport uitgaan bioscoop/theater uitgaan restaurant tekenen
verzamelen
winkelen
Figuur 3.4.1. Hobby’s Nederlandse scholieren
Wanneer we kijken naar de verschillen tussen mannen en vrouwen zien we dat mannen meer interesse hebben in teamsport dan vrouwen. We zien echter niet dat vrouwen eerder individuele sport als hobby hebben dan mannen. Vrouwen hebben meer interesse in winkelen dan mannen. Mannen hebben daarentegen duidelijk meer interesse in computeren. Lezen wordt voornamelijk gedaan door vrouwen. Er bestaat weinig interesse meer in het verzamelen als hobby. In Figuur 3.4.2 zien we dat mannen computeren en verzamelen interessanter vinden dan vrouwen. Vrouwen houden eerder van muziek luisteren, restaurantbezoek , lezen, reizen en winkelen dan mannen. + Computeren + Verzamelen
+ Muziek luisteren + Restaurantbezoek + Lezen + Bioscoopbezoek + Reizen + Winkelen Figuur 3.4.2. Hobby’s Nederlandse scholieren per geslacht
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 12 van 42
Wanneer we de scholieren indelen in de vorige vijf genoemde groepen, zien we dat de hobby’s per groep verschillen. De studiegeoriënteerde scholier houdt meer van lezen, fotografie en uit eten gaan dan de andere scholieren. Ook houdt de studiegeoriënteerde scholier meer dan andere groepen van bioscoopbezoek en winkelen; De beroepsgeoriënteerde scholier houdt net als de studiegeoriënteerde scholier van winkelen. De beroepsgeoriënteerde scholier houdt eerder dan de andere studenten van sport in teamverband, uitgaan in een bar/disco en theater. Ook computeren is een hobby van deze scholieren. Verzamelen, lezen en muziek maken zijn echter hobby’s die deze scholieren minder kunnen waarderen; De scholier die zijn keuzes maakt op basis van aspecten die te maken hebben met het studentenleven, heeft logischerwijs de hobby uitgaan in cafés en restaurants. Ook houdt deze scholier van teamsporten, naar de bioscoop gaan en winkelen. Reizen en fotograferen zijn ook hobby’s die deze scholier weet te waarderen. Computeren is echter een hobby die minder wordt gewaardeerd door deze scholieren; De maatschappelijk georiënteerde scholier houdt niet van individuele sporten. Uitgaan vindt deze scholier minder interessant dan andere scholieren; De ondernemende scholier houdt eerder dan de andere scholieren van sport in teamverband, uitgaan in een bar/disco, restaurant en theaterbezoek. Computeren is echter géén hobby van deze studenten. Winkelen, reizen en fotograferen zijn tenslotte ook nog hobby’s die deze ondernemers weten te waarderen We zien dat de gemiddelde scholier hobby’s heeft als muziek luisteren, uitgaan en computeren. Als we de scholieren verdelen in de vijf eerder genoemde groepen, zien we dat iedere groep andere hobby’s heeft.
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 13 van 42
Hoofdstuk 3 Beantwoording van de onderzoeksvraag “Welke keuzecriteria zijn van belang voor leerlingen in het middelbaar onderwijs en wat zijn de verbanden met hun persoonlijke achtergrond en interesses?” In totaal is er van 18 keuzecriteria gemeten in welke mate deze belangrijk zijn bij het maken van een studiekeuze. Criteria die Nederlandse scholieren het belangrijkste vinden zijn de aantrekkelijkheid van het toekomstige beroep en de kans op werk. Elementen die het minst van belang zijn bij de studiekeuze van Nederlandse scholieren zijn de kleinschaligheid en de levensbeschouwelijke richting van de instelling. We zien dat:
Havo scholieren meer belang hechten aan stagemogelijkheden en ondernemerschap dan VWO scholieren; reistijd een element is waar Havo scholieren ook meer op letten dan VWO scholieren; zowel havisten als VMBO-ers meer letten op het salaris van het toekomstig beroep, de kleinschaligheid van de instelling en de kans op werk dan VWO scholieren; de levensbeschouwelijke richting van de opleiding speelt bij VMBO scholieren een belangrijkere rol dan bij Havo en VWO scholieren. Havisten letten echter meer op dit element dan VWO scholieren dit doen.
Niet alle studenten kiezen echter op dezelfde manier voor een vervolgopleiding. Hierbij worden vijf groepen onderscheidden welke elk hun keuze meer op bepaalde elementen baseren dan de ‘gemiddelde’ student. De “studiegerichte scholier” vindt de elementen samenwerking met de praktijk binnen de opleiding, voorlichtingsmateriaal, indruk open lesdag, stagemogelijkheden en het opdoen van veel praktijk binnen de opleiding meer van belang dan andere scholieren, wanneer zij kiezen voor een vervolgopleiding. Vrouwen kiezen vaker dan mannen op basis van deze elementen voor hun opleiding. We zien hierbij geen verschillen tussen middelbare schoolopleiding. Hobby’s van deze scholieren zijn bijvoorbeeld lezen, fotografie en uit eten gaan. De tweede groep “beroepsgerichte” scholieren vindt de aantrekkelijkheid van het toekomstig beroep van belang, evenals de kans op werk, het salaris van het toekomstig beroep en de reisafstand van het woonadres naar de opleidingsplaats. Mannen kiezen vaker op grond van deze elementen voor een bepaalde studie dan vrouwen. VMBO scholieren behoren eerder tot deze groep dan VWO scholieren. Dit geldt ook voor Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 14 van 42
havisten. De “beroepsgerichte” scholier houdt onder meer van winkelen en computeren. De derde groep “studentenleven” georiënteerde scholieren baseert hun studiekeuze vooral op het studentenleven in de stad en de aantrekkelijkheid van de stad waar zij gaan studeren. We zien hierbij geen verschil tussen mannen en vrouwen. VWO-ers behoren eerder tot deze groep dan havisten. Deze groep scholieren houdt minder van computeren dan de gemiddelde student. Logischerwijs is uitgaan en cafés en restaurants een van de hobby’s die deze scholier weet te waarderen. Voor “maatschappelijk” gerichte scholieren zijn de elementen levensbeschouwelijke richting, kleinschaligheid van de opleiding, de maatschappelijke relevantie en de internationale oriëntatie van de opleiding belangrijk bij het kiezen van een vervolgopleiding. Vrouwen kiezen vaker op deze gronden hun opleiding dan mannen. VMBO behoren eerder tot deze groep dan VWO-ers en havisten. Havo scholieren kiezen eerder op basis van deze elementen dan VWO scholieren. Deze scholier houdt minder dan andere scholieren van individuele sporten. Uitgaan vindt de “maatschappelijk gerichte scholier” minder interessant. Tenslotte wordt de groep “ondernemers” onderscheiden. Criteria waar deze scholier vooral op let bij het maken van een studiekeuze zijn voldoende aandacht voor ondernemerschap en de mogelijkheid tot het op doen van praktijkervaring. Samenwerking met de praktijk is van belang, evenals stagemogelijkheden. Reisafstand vinden zij minder belangrijk. Ook is internationale oriëntatie van de studie een belangrijk aspect voor deze groep. Vrouwen kiezen eerder op grond van deze elementen voor een opleiding dan mannen. Er is echter geen verschil gevonden per opleidingsniveau: scholieren op het VWO/Havo/VMBO hebben dezelfde kansen om op deze gronden hun vervolgopleiding te kiezen. De ondernemende scholier houdt bijvoorbeeld meer dan de andere scholieren van sport in teamverband, uitgaan in een bar/disco, restaurant en theaterbezoek. Computeren is echter géén hobby van deze studenten.
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 15 van 42
Hoofdstuk 4
Samenvatting en conclusies
Samenstelling van het respondentenpanel In totaal hebben 2.009 respondenten deelgenomen aan het NSKO 2008. Van deze respondenten zit 63% in zijn (één na-) laatste jaar van de middelbare school. 64% Van de respondenten is vrouw en 36% van de respondenten man. Het grootste gedeelte van hen is woont in Limburg of Noord Brabant. Flevoland, Noord-Holland, Drenthe en Overijssel zijn minder goed vertegenwoordigd. Veruit de meeste respondenten zijn geboren in Nederland (96%). De meeste van hen (94%) spreekt dan ook de Nederlandse taal thuis. Ook woont 96% van de scholieren nog thuis. De meeste respondenten zitten op dit moment in Havo 4 (28%) of VWO 5 (15%). Toekomstvisie huidige scholier Verreweg de meeste scholieren willen na hun middelbare school voltijd doorstuderen (71%). Het combineren van werken en studeren wordt door 17% van de scholieren genoemd. 3% Wil graag gaan reizen en slechts 1% wil gaan werken. VWO scholieren willen eerder doorstuderen dan VMBO of Havo scholieren. VMBO studenten kiezen eerder dan VWO studenten om werken en studeren te combineren. Hoe hoger het niveau van de vooropleiding, des te hoger het niveau van de gekozen vervolgopleiding. Belangrijkste beweegredenen bij studiekeuze Elementen die de grootste rol spelen bij de keuze voor een vervolgopleiding zijn de aantrekkelijkheid van het toekomstig beroep en de kans op werk. Elementen die een kleinere rol spelen zijn de levensbeschouwelijke richting van de opleiding en de kleinschaligheid van de instelling. Havisten hechten meer belang aan stagemogelijkheden en ondernemerschap dan VWO scholieren. Reistijd een element is waar Havo scholieren ook meer op letten dan VWO scholieren. We zien ook dat zowel Havo als VMBO scholieren meer letten op het salaris van het toekomstig beroep, de kleinschaligheid van de instelling en de kans op werk dan VWO scholieren. Vervolgens speelt de levensbeschouwelijke richting van de opleiding speelt bij VMBO scholieren een belangrijkere rol dan bij Havo en VWO scholieren. Tenslotte letten Havo scholieren meer op dit element dan VWO scholieren dit doen. We onderscheiden vijf groepen scholieren die ieder meer op basis van bepaalde elementen kiezen dan andere scholieren. Zo kiezen de “studiegerichte” scholieren bijvoorbeeld meer op basis van de indruk van de open lesdag en het voorlichtingsmateriaal. “Beroepsgerichte” scholieren kiezen bijvoorbeeld meer op de aantrekkelijkheid toekomstige beroep, waar de
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 16 van 42
scholier die zich meer richt op het studentenleven de aantrekkelijkheid van de stad van belang vindt. De “ondernemers” hechten bijvoorbeeld belang aan de mate waarin de vervolgopleiding aandacht besteedt aan ondernemerschap en de “maatschappelijk” georiënteerde scholieren letten meer op de levensbeschouwelijke richting van de opleiding. Hoewel de goede naam van de instelling en onderwijsmethode bij geen van deze groepen naar voren komen als keuzecriteria wil dit niet zeggen dat hier niet naar wordt gekeken door studenten. De “beroepsgerichte” scholier kijkt meer dan andere scholieren naar de aantrekkelijkheid van het toekomstige beroep, maar kijkt evenveel naar de goede naam en onderwijsmethode. Deze twee criteria worden daarom door scholieren respectievelijk op de 8e en 6e plek gezet bij criteria waar zij op letten wanneer ze een vervolgopleiding kiezen. Interesses toekomstige student De hobby die de meeste scholieren hebben is muziek luisteren. 64% Van de respondenten heeft als hobby computeren. Ook uitgaan in cafés/bars is voor 60% van de scholieren een favoriete bezigheid. Minder favoriete hobby’s zijn uitgaan in restaurants en verzamelen. We zien dat mannen meer van computeren houden en vrouwen meer van winkelen. Wanneer we de vijf eerder genoemde typen scholieren in ogenschouw nemen, zien we bijvoorbeeld dat:
de “studiegeoriënteerde” scholier meer houdt van lezen dan de gemiddelde scholier; de “beroepsgeoriënteerde” scholier eerder dan de andere scholieren houdt van sport in teamverband; de scholier die zijn studie kiest op basis van het studentenleven meer houdt van uitgaan in cafés; de “maatschappelijk” georiënteerde student minder houdt van uitgaan in cafés maar meer van het beoefenen van individuele sport; De “ondernemer” van sporten in teamverband houdt, maar niet van verzamelen.
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 17 van 42
Hoofdstuk 5
Inschrijven voor het NSKO 2009
Markteffect wil alle deelnemende onderwijsinstellingen van harte bedanken voor hun deelname aan het Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008! Ook in 2009 zal het NSKO door Markteffect georganiseerd worden. Uw school kan zich inschrijven als deelnemer. De verwachte startdatum van het volgende NSKO is januari 2009. Zo worden meer eindexamenkandidaten betrokken bij het onderzoek. We rekenen op een verdere toename van het aantal deelnemende scholen en leerlingen. Welke doelgroepen worden benaderd voor het NSKO 2009? Het NSKO 2009 heeft de volgende doelgroepen: VMBO: theoretische leerweg: leerjaar 3 en 4 Havo: leerjaar 3 en 4 en 5 VWO: leerjaar 3, 4, 5 en 6 MBO: leerjaar 3 en 4 Hoe kunt u zich inschrijven voor het NSKO 2009? U kunt uw school alvast inschrijven door een e-mail te sturen naar
[email protected]. Gelieve hierbij uw adresgegevens en het aantal flyers dat u toegezonden wilt hebben vermelden. Indien u vooraf informatie wenst over het NSKO 2009 kunt u contact opnemen door een email te sturen naar
[email protected]. Wij zien u graag terug als deelnemer van het NSKO 2009!
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 18 van 42
Bijlagen NSKO 2008 Bijlage 1: Flyer NSKO 2008
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 19 van 42
Bijlage 2:
Rechte tellingen gesloten vragen
1. Geef aan op welke opleiding je zit:
6
Valide Percentage ,3
144
7,2
HAVO
1022
50,9
VWO
759
37,8
MBO
22
1,1
HBO
34
1,7
WO
12
,6
Frequentie Valide
Basisschool VMBO, MAVO
Anders, namelijk: Totaal
10
,5
2009
100,0
2. In welk leerjaar zit je op dit moment? Frequentie Valide
1ste 2de
6
,3
3de
486
25,2
4de
848
44,0
5de
499
25,9
6de Totaal Ontbrekend
8
Valide Percentage ,4
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
79
4,1
1926
100,0
5 78 83 2009
3. Welk profiel volg je:
Valide
Frequentie 421
Valide Percentage 22,0
Economie en Maatschappij
627
32,7
Natuur en Gezondheid
574
30,0
Natuur en Techniek
293
15,3
1915
100,0
Cultuur en Maatschappij
Totaal Ontbrek end
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
10 84 94 2009
Pagina 20 van 42
4. Onder welke sector valt deze opleiding?
Valide
-1
Frequentie 6
Valide Percentage ,3
1941
96,6
Grafimedia
2
,1
Gezondheid
8
,4
Taal, Cultuur & Hobby
1
,0
16
,8
1
,0
9
,4
1
,0
15
,7
Anders, namelijk Samenleving Onderwijs & Wetenschap Horeca & Toerisme Economie & Administratie Techniek
7
,3
Bouw
2
,1
Totaal
2009
100,0
5. Wat ben je van plan na deze opleiding te gaan doen? Frequentie Valide
Studeren Werken en studeren combineren Werken
1357
71,0
319
16,7
11
,6
Weet ik nog niet
135
7,1
Anders, namelijk
88
4,6
1910
100,0
Totaal Ontbrekend
Valide Percentage
[Geen antwoord]
15
Systeem
84
Totaal Totaal
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
99 2009
Pagina 21 van 42
5a. Wat ben je van plan na deze opleiding te doen? Anders, namelijk…
Opmerking 1 jaar als Au-Pair naar Engeland 1 jaar weg 1 jaar werken buitenland daarna hogere hotelschool 3 maanden reizen of studeren Au pair jaar en daarna studeren Dansacademie Een half jaar naar Amerika, daarna een half jaar werken en daarna studeren Een jaar high school doen in Amerika Een jaar naar Amerika te gaan Een jaar naar Amerika. (Of studeren). een jaar naar de verenigde staten, daar au pair zijn Een jaar naar het buitenland Een jaar naar het buitenland of studeren Een jaar op reis gaan Een jaar reizen Een jaar werken en reizen en daarna studeren Eerst een half jaar werken, dan een half jaar op reis en daarna studeren Eerst een jaar buitenland, dan studeren Eerst een jaar highschool in Amerika Eerst een jaar naar het buitenland dan studeren Eerst een jaar naar het buitenland en daarna een opleiding. eerst een jaar reizen eerst een jaar reizen en daarna studeren Eerst een jaar werken en Orun-cursus doen, daarna een combinatie van een Studie + Orun-instructrice, of niet studeren en verder als Orun-Instructrice. eerst een jaar werken of naar het buitenland Eerst een jaar werken, daarna HBO opleiding eerst een jaartje niks en daarna studeren eerst Havo dan studeren en werken Eerst reizen en dan beginnen met studeren eerst wereldreis daarna studeren Eerst werken, dan een half jaar naar het buitenland Eerst werken, dan studeren en misschien tegelijk. Eerst werken, en dan een half jaar reizen Gap year, reizen Halfjaar werken en daarna reizen HAVO HAVO Havo HAVO gaan doen HAVO gaan doen Highschool project Iets in het buitenland doen Ik weet het nog niet, maar ik wil wel iets in de richting van muziek Jaar in het buitenland, dan studeren Jaar naar buitenland Jaartje naar het buitenland KLM Flight Academy Landmacht in Leger
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 22 van 42
Leger Leger leren wat ik wil worden mbo opleiding daarna werken misschien wel reizen of studeren of werken.. misschien 1 jaar werken in het buitenland, daarna aan een vervolgopleiding beginnen misschien een jaar er tussenuit voor sport, en een bijbaantje nemen misschien een jaar naar de VS naar buitenland naar het buitenland naar het VWO Of studeren, of eerst reizen en dan studeren Opleiding tot straaljagerpiloot Reizen reizen Reizen reizen reizen, later studeren Reizen, studeren Studeren én een baan in het weekend in de horeca. studeren en reizen Studeren en spelen in een band studie of reizen. tennisen tennissen verkennen wat ik precies wil gaan doen voordat ik een echte keuze ga maken, tenzij ik die volgend jaar al echt weet. vervolgopleiding voetballen vooropleiding volgen vwo VWO VWO vwo doen VWO halen waarschijnlijk bij de landmacht Werken in het buitenland werken in het buitenland en dan studeren werken, reizen, daarna studeren Werken, studeren en reizen
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 23 van 42
6. Welk niveau vervolgopleiding ben je van plan te gaan volgen? Frequentie Valide
VWO (Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs)
66
3,4
MBO (Middelbaar Beroepsonderwijs)
111
5,7
HBO (Hoger Beroepsonderwijs, hogeschool)
1010
51,5
549
28,0
157
8,0
10
,5
WO (Wetenschappelijk Onderwijs, universiteit) Weet (nog) niet Ik ga geen vervolgopleiding volgen Anders, namelijk: Totaal Ontbrekend
Valide Percentage
60
3,1
1963
100,0
[Geen antwoord]
25
Systeem
21
Totaal
46
Totaal
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
2009
Pagina 24 van 42
6. Welk niveau vervolgopleiding ben je van plan te gaan volgen? Anders, namelijk:
Opmerking College conservatorium conservatorium dansacademie dansacademie dit is mijn vervolgopleiding Een MBO opleiding of een particulieren opleiding Eerst een VWO diploma halen en daarna naar WO. eerst hbo(tussenopleiding) en dan WO Eerst MBO daarna HBO Geen vervolgopleiding Groep 2 HAVO HAVO HAVO HAVO Havo HAVO HAVO Havo Havo Havo misschien HBO of MBO HBO of VWO HBO of WO HBO of WO hbo of wo Hbo of Wo HBO of WO HBO, Universiteit Het leger in. high school in Amerika ik ben aan mijn vervolgopleiding bezig Ik twijfel nog tussen MBO en HAVO KLM Flight Academy laatste jaar highschool landmacht Leger Leger Maritieme accedemie MBO of HBO MBO of HBO of WO of HBO Orun-cursus is een één-jarige opleiding voor elk niveau, anders studie Criminologie ofzo (WO) Pabo piloot opleiding Politie/ Marechaussee Tennissen theaterschool
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 25 van 42
Universitair vliegschool (KLM /Airbus) bij EPST vwo of hbo waarschijnlijk naar de landmacht Werken Wo of HBO 7. Bij de keuze voor een vervolgopleiding spelen twee belangrijke factoren een rol: de opleiding zelf en de plaats waar die opleiding gevestigd is. Welk van beide factoren komt voor jou op de eerste plaats? Valide Percentage
Frequentie Valide
De opleiding zelf De opleidingsplaats Geen van beide
1680
86,1
149
7,6
24
1,2
Weet niet Totaal Ontbrekend
99
5,1
1952
100,0
[Geen antwoord]
36
Systeem
21
Totaal
57
Totaal
2009
8a. Maatschappelijke relevantie van de opleiding
Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk
Valide Percentage 4,7
379
20,1
935
49,7
Zeer belangrijk
267
14,2
Weet niet
212
11,3
1882
100,0
Totaal Ontbrekend
Frequentie 89
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
106 21 127 2009
8b. Studentenleven in de stad/gemeente waar de opleiding plaatsvindt
Valide
Frequentie 135
Valide Percentage 7,2
Niet zo belangrijk
596
31,7
Belangrijk
842
44,7
Zeer belangrijk
275
14,6
Onbelangrijk
Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
34
1,8
1882
100,0
106 21 127 2009
Pagina 26 van 42
8c. Aantrekkelijkheid van de stad/gemeente waar de opleiding plaatsvindt
Valide
Frequentie 102
Valide Percentage 5,4
Niet zo belangrijk
517
27,5
Belangrijk
942
50,1
Zeer belangrijk
294
15,6
Onbelangrijk
Weet niet Totaal Ontbrekend
27
1,4
1882
100,0
[Geen antwoord]
106
Systeem
21
Totaal
127
Totaal
2009
8d. Kleinschaligheid van de instelling Frequentie Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk Weet niet Totaal
Ontbrekend
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
Valide Percentage
263
14,0
888
47,2
488
25,9
114
6,1
129
6,9
1882
100,0
106 21 127 2009
8e. Levensbeschouwelijke richting van de instelling
532
Valide Percentage 28,3
564
30,0
Frequentie Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk
507
26,9
Zeer belangrijk
121
6,4
Weet niet
158
8,4
1882
100,0
Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
106 21 127 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 27 van 42
9a. Aantrekkelijkheid toekomstig beroep
Valide
Onbelangrijk
Frequentie 19
Valide Percentage 1,0
36
1,9
Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk
602
32,5
1174
63,4
20
1,1
1851
100,0
Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord] Systeem
137 21
Totaal
158
Totaal
2009
9b. Kans op werk na afloop van de opleiding
Valide
Onbelangrijk
Frequentie 15
Valide Percentage ,8
80
4,3
689
37,2
1050
56,7
Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord] Systeem
17
,9
1851
100,0
137 21
Totaal
158
Totaal
2009
9c. Reistijd woonadres – opleiding Frequentie Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk
115
6,2
644
34,8
858
46,4
207
11,2
27
1,5
1851
100,0
Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
Valide Percentage
137 21 158 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 28 van 42
9d. Internationale oriëntatie van de opleiding
Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk
Valide Percentage 6,1
611
33,0
751
40,6
Zeer belangrijk
270
14,6
Weet niet
106
5,7
1851
100,0
Totaal Ontbrekend
Frequentie 113
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
137 21 158 2009
9e. Goede naam/status van de opleiding
Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk
Frequentie 43
Valide Percentage 2,3
287
15,5
1073
58,0
406
21,9
Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
42
2,3
1851
100,0
137 21 158 2009
10a. Salaris toekomstig beroep Frequentie Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk
44
2,4
385
20,7
974
52,4
438
23,6
17
,9
1858
100,0
Weet niet Totaal Ontbrekend Totaal
[Geen antwoord]
Valide Percentage
151 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 29 van 42
10b. Samenwerking met de praktijk binnen de opleiding
Valide
Onbelangrijk
Frequentie 17
Valide Percentage ,9
229
12,3
1145
61,6
415
22,3
Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord]
52
2,8
1858
100,0
151
Totaal
2009
10c. Voorlichtingsmateriaal Frequentie Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk
21
1,1
313
16,8
1195
64,3
264
14,2
65
3,5
1858
100,0
Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord]
Valide Percentage
151
Totaal
2009
10d. Indruk tijdens de open (les)dag
Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk
Frequentie 32
Valide Percentage 1,7
201
10,8
1020
54,9
569
30,6
Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
36
1,9
1858
100,0
151 2009
10e. Onderwijsmethode Frequentie Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk
12
,6
203
10,9
1138
61,2
460
24,8
Weet niet Totaal Ontbrekend Totaal
[Geen antwoord]
Valide Percentage
45
2,4
1858
100,0
151 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 30 van 42
10f. Stagemogelijkheden
Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk Zeer belangrijk
Frequentie 31
Valide Percentage 1,7
226
12,2
962
51,8
596
32,1
Weet niet Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
43
2,3
1858
100,0
151 2009
11. Hoe belangrijk vind je het opdoen van veel ervaring in de praktijk tijdens je opleiding? Frequentie Valide
Onbelangrijk
9
,5
73
4,0
Belangrijk
789
43,0
Zeer belangrijk
947
51,6
18
1,0
1836
100,0
Niet zo belangrijk
Weet niet Totaal Ontbrekend
Valide Percentage
[Geen antwoord]
152
Systeem
21
Totaal
173
Totaal
2009
12. Hoe belangrijk vind je aandacht voor ondernemerschap tijdens je opleiding?
Valide
Onbelangrijk Niet zo belangrijk Belangrijk
363
19,8
1003
54,7
261
14,2
Weet niet
164
8,9
1834
100,0
[Geen antwoord] Systeem Totaal
Totaal
Valide Percentage 2,3
Zeer belangrijk Totaal Ontbrekend
Frequentie 43
154 21 175 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 31 van 42
13. Wat is je huishoudsituatie? Frequentie Valide
Ik woon thuis bij (een) van mijn ouders, grootouders of plee Ik woon alleen
1781
96,2
9
,5
Ik woon samen met mijn partner
10
,5
Ik woon samen met mijn kinderen
4
,2
6
,3
12
,6
30
1,6
1852
100,0
Ik woon samen met mijn partner en kind(eren) Ik woon in een studentenhuis of woongemeenschap Anders, namelijk: Totaal Ontbrekend
Valide Percentage
[Geen antwoord]
157
Totaal
2009
14. Waar ben je geboren? Frequentie Valide
In Nederland In West-Europa Elders in Europa Buiten Europa Totaal
Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
Valide Percentage
1768
95,5
26
1,4
9
,5
48
2,6
1851
100,0
158 2009
15. Waar is je vader geboren?
Valide
In Nederland In West-Europa Elders in Europa Buiten Europa Totaal
Ontbrekend Totaal
[Geen antwoord]
Frequentie 1666
Valide Percentage 90,2
36
1,9
24
1,3
122
6,6
1848
100,0
161 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 32 van 42
16. Waar is je moeder geboren?
Valide
In Nederland In West-Europa Elders in Europa Buiten Europa Totaal
Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
Frequentie 1661
Valide Percentage 89,9
45
2,4
27
1,5
115
6,2
1848
100,0
161 2009
17. Welke taal spreek je thuis het meeste?
Valide
Nederlands
Frequentie 1737
Valide Percentage 94,0
Andere taal
111
6,0
1848
100,0
Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
161 2009
18a. Sport, individueel
Nee
984
Valide Percentage 53,4
Ja
860
46,6
1844
100,0
Frequentie Valide
Totaal Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
165 2009
18b. Sport in teamverband
Valide
Nee Ja Totaal
Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
Frequentie 886
Valide Percentage 48,0
958
52,0
1844
100,0
165 2009
18c. Muziek maken Frequentie Valide
Nee Ja Totaal
Ontbrekend Totaal
[Geen antwoord]
Valide Percentage
1247
67,6
597
32,4
1844
100,0
165 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 33 van 42
18d. Muziek luisteren
Valide
Ontbrekend
Frequentie 447
Valide Percentage 24,2
Ja
1397
75,8
Totaal
1844
100,0
Nee
[Geen antwoord]
165
Totaal
2009
18e. Uitgaan (café, bar, disco)
Valide
Ontbrekend
Frequentie 736
Valide Percentage 39,9
Ja
1108
60,1
Totaal
1844
100,0
Nee
[Geen antwoord]
165
Totaal
2009
18f. Uitgaan (restaurant)
1517
Valide Percentage 82,3
327
17,7
1844
100,0
Frequentie Valide
Nee Ja Totaal
Ontbrekend
[Geen antwoord]
165
Totaal
2009
18g. Uitgaan (bioscoop, theater) Frequentie Valide
Nee
986
53,5
Ja
858
46,5
1844
100,0
Totaal Ontbrekend
Valide Percentage
[Geen antwoord]
Totaal
165 2009
18h. Winkelen
Valide
Ontbrekend Totaal
Frequentie 803
Valide Percentage 43,5
Ja
1041
56,5
Totaal
1844
100,0
Nee
[Geen antwoord]
165 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 34 van 42
18i. Reizen
Valide
Nee
Frequentie 1235
Ja Totaal Ontbrekend
609
33,0
1844
100,0
[Geen antwoord]
Totaal
Valide Percentage 67,0
165 2009
18j. Computeren
Valide
Ontbrekend
Nee
Frequentie 726
Valide Percentage 39,4
Ja
1118
60,6
Totaal
1844
100,0
[Geen antwoord]
Totaal
165 2009
18k. Lezen Frequentie Valide
Nee Ja Totaal
Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
Valide Percentage
1212
65,7
632
34,3
1844
100,0
165 2009
18l. Verzamelen
Valide
Nee Ja Totaal
Ontbrekend
[Geen antwoord]
Totaal
Frequentie 1770
Valide Percentage 96,0
74
4,0
1844
100,0
165 2009
18m. Fotograferen, filmen
Valide
Nee Ja Totaal
Ontbrekend Totaal
[Geen antwoord]
Frequentie 1471
Valide Percentage 79,8
373
20,2
1844
100,0
165 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 35 van 42
18. Anders, namelijk:
Opmerking Acteren Acteren Acteren Acteren Acteren Acteren, en dingen doen met toneel Acteren, leuke dingen verzinnen om te doen actief zijn op foras afspreken met vriendinnen en rond fietsen alles van treinen anders kunstzinnig bezig zijn (tekenen, schrijven) anime en manga Bandjes gaan bekijken en concerten bij mijn kinderen zijn bij vrienden zijn bloemencorso bouwen Bloemencorso, Tractoren Breien brommer sleutelen brommer sluitelen buiten chillen Buiten zijn Chillen chillen concerten concerten concerten, optredens concerten/festivals Contact, vrienden creatief bezig zijn creatief bezig zijn creatief bezig zijn (mode) creatieve dingen als tekenen,schilderen enz crossen Dagdromen, Tekenen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 36 van 42
Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen Dansen! Dansen, acteren Dansen, tekenen Dansen, zingen, acteren Dansen, zwemmen in de zomer, vriendinnen Dansen. draaien, als DJ drummen Festivals afstruinen festivals en concerten bezoeken festivals. concerten Fietsen film kijken film kijken op pc films kijken filosoferen freerunnen gamen gamen gamen Gamen GAMEN gamen Gamen Gamen Gamen Gamen gaming Geld Verdienen. Gezellig doen met mijn vriend(en) gezellig iets met vrienden ondernemen gezellig met vrienden optrekken Grafisch Vormgeven handenarbeid handwerk Huisdieren iets leuks doen met me vriendje illustreren jojoen Jongleren Kleding ontwerpen kleding ontwerpen kletsen en afspreken met vrienden en vriendinnen Kletsen met mijn vriendinnen Klussen klussen knutselen
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 37 van 42
knutselen en afspreken met vrienden koekjes bakken koken koken Kunst kunst leuke dingen met vrienden doen en lekker relaxen liedjes en gedichten schrijven in het Engels Lol hebben met vrienden lol maken om alles mannen bekijken me huisdieren met dieren bezig zijn Met familie leuken dingen doen Met kinderen omgaan Met mijn vrienden en familie zijn met vrienden afspreken met vrienden gezellige dingen doen met vrienden kletsen met vrienden of vriendinnen afspreken met vrienden stappen met vrienden wat doen met vriendinnen afspreken met vriendinnen dingen doen mode maken en bedenken modelbouw Modelbouw modeontwerpen en maken msn/ vriend msn/vriend musical spelen musical vooral toneel naar stad gaan, met vrienden chillen naar voetbal kijken (in stadion) en films kijken natekenen natuurkennis opdoen in teamverband (NJN) opassen (geld verdienen) oppassen Optredens organiseren Paardrijden Paardrijden paardrijden paardrijden paardrijden en voetballen paardrijden, zingen, acteren Photoshop & 3D applicaties (Mapping voor de Source engine) puzzelen radio programma lokale radio ramen ingooien rel schoppen relaxen op zijn tijd Rondhangen
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 38 van 42
Rondhangen rondhangen met mn vrienden Schaken schaken schilderen Schilderen schilderen e.d. schilderen, tekenen schilderen, tekenen, naaien. Schrijven Schrijven Schrijven Schrijven Schrijven Schrijven Schrijven Schrijven Schrijven Schrijven Schrijven & tekenen Schrijven Schrijven van verhalen en gedichten schrijven, tekenen scouting scouting scouting Scouting scouting scouting scouting (wandelen etc.) shoppen, vrienden Skieen smsen,hyvesen spellen Sport individueel: fitness stijldansen-latin streetdance Streetdance Talen tekenen tekenen tekenen Tekenen tekenen tekenen tekenen Tekenen tekenen tekenen tekenen tekenen tekenen
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 39 van 42
Tekenen Tekenen tekenen Tekenen tekenen tekenen tekenen tekenen tekenen Tekenen tekenen Tekenen tekenen tekenen tekenen Tekenen tekenen tekenen tekenen tekenen tekenen Tekenen Tekenen & Schilderen tekenen en schilderen tekenen en schilderen Tekenen en verhalen verzinnen tekenen etc. Tekenen, dichten tekenen, Grafisch Ontwerp Tekenen, schilderen enz. Tekenen, Schrijven tekenen, vrienden theater spelen toneel Toneel toneel Toneel spelen toneel spelen toneel spelen toneelspelen toneelspelen Touren traktor rijden trampolinespringen trekkers tv kijken TV kijken TV Kijken tv kijken tv kijken uitgaan (buiten) Uitgaan (concerten, festivals)
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 40 van 42
veel met men vrienden omgaan Verhaaltjes schrijven en kleine gekke teksten. vissen voetbal Voetballen vrienden, vriendje, bezig zijn met iets wandelen in het bos webdesign werken werken rondom huis x box zelf theater spelen zingen zingen Zingen zingen Zingen, dansen, Visagie, dichten zingen, tekenen, schrijven, dansen Zweefvliegen zwemmen, zonnen, make-up opdoen 19. Provincie
Noord-Holland
13
Valide Percentage ,7
Zuid-Holland
Frequentie Valide
97
5,4
Utrecht
266
14,7
Zeeland
55
3,0
Noord-Brabant
430
23,8
Limburg
569
31,4
Gelderland
287
15,9
Overijssel
6
,3
Flevoland
5
,3
Drenthe
9
,5
Friesland
35
1,9
Groningen Totaal Ontbrekend
38
2,1
1810
100,0
Systeem
Totaal
199 2009
20. Wat is je geslacht?
Valide
Ontbrekend Totaal
Man
Frequentie 656
Valide Percentage 35,8
Vrouw
1178
64,2
Totaal
1834
100,0
[Geen antwoord]
175 2009
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 41 van 42
Bijlage 3
Fax inschrijving NSKO 2009
NSKO 2009 DEELNAMEFORMULIER Schoolgegevens: Naam school
:
Naam decaan
:
E-mailadres decaan : Adres
:
Postcode
:
Plaats
:
Telefoon nummer
:
Aantal leerlingen
:
Postadres: (niet invullen als dit gelijk is aan het verzendadres) Naam
:
Adres
:
Postcode
:
Plaats
:
Bestelling: De flyers worden kosteloos toegezonden zodra het NSKO 2009 wordt gestart. Gewenst aantal flyers: …………………… stuks
Opmerkingen:
Deze fax kan verzonden worden naar Markteffect B.V.: 040-237 35 83
Nationaal Studiekeuzeonderzoek 2008 Markteffect, effectief marktonderzoek
Pagina 42 van 42