Nationaal Ontwikkelingsperspectief Landschap IJsseldelta
Grens Nationaal Landschap IJsseldelta Alternatieve begrenzing
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Inhoud Inhoud Samenvatting
4
0
Boegbeeld Netwerkstadvisie Zwolle - Kampen
11
1
Inleiding
15
1.1
Nationaal Landschap IJsseldelta
17
1.2
Het Ontwikkelingsprogramma
18
1.3
Leeswijzer
19
2
De kernkwaliteiten
21
2.1
Kernkwaliteiten als basis
23
2.2
Ontstaansgeschiedenis IJsseldelta
24
2.3
Polder Mastenbroek
26
2.4
Kampereiland en buitenpolders
28
2.5
Rivierenlandschap, Ketelmeer en Zwarte Meer
31
3
Beleid, ontwikkelingen en wensen
35
3.1
Steden en dorpen
36
3.2
Buitengebied
38
4
Het ontwikkelingsperspectief
41
4.1
Het perspectief op hoofdlijnen
42
4.2
Oude kavels en nieuwe kreken: de kracht van de IJsseldelta
44
4.2.1
Landschap, cultuurhistorie en water
44
4.2.2.
Bodem
48
4.2.3
Natuur
49
4.3
Van melk, tapijt en tomaten: wonen en werken in de IJsseldelta
52
4.3.1
Landbouw
52
4.3.2
Bedrijvigheid
57
4.3.3
Wonen
59
4.4
Dwalen door de delta: de IJsseldelta ontsloten
63
4.4.1
Samenhang en doelgroepen
63
4.4.2
Beleving rond stad en dorp
64
4.4.3
Netwerken en voorzieningen
67
4.4.4
Verblijfsrecreatie
69
4.4.5
Informatie en promotie
69
5
Zicht op uitvoering
71
Bijlage 1 Verantwoording van het proces
74
Bijlage 2 Uitkomsten werkgroepen gebiedsconferentie
76
Bijlage 3 Samenvatting Concept Netwerkstadvisie Zwolle Kampen (oktober 2005)
80
3
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Samenvatting In de Nota Ruimte wijst het Rijk 20 Nationale Landschappen aan. Dit zijn gebieden met (inter-)nationaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten en, in samenhang daarmee, bijzondere, natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. De opgave voor deze Nationale Landschappen is het behouden, duurzaam beheren en waar mogelijk versterken van de bijzondere kwaliteiten. Ook de recreatieve toegankelijkheid moet vergroot worden. Het Ontwikkelingsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta werkt de opgave voor dit gebied verder uit in een ontwikkelingsperspectief (deel I, vaststelling door staten, raden en algemeen bestuur waterschap) en een uitvoeringsprogramma (deel II, vaststelling door dagelijkse besturen). De IJsseldelta is een van de Nationale Landschappen. De Nota Ruimte geeft een globale begrenzing aan. Globaal gaat het om het gebied tussen de IJssel, het Zwarte Water en het Zwarte Meer. De IJsseldelta dankt haar status als Nationaal Landschap aan enkele specifieke kenmerken, de zogenaamde kernkwaliteiten. Dit zijn volgens de Nota Ruimte grofweg: I de grote mate van openheid; I de oudste rationele, geometrische verkaveling; I reliëf in de vorm van huisterpen en kreekruggen. Binnen de Nationale Landschappen zijn de landschappelijke en natuurlijke kernkwaliteiten medesturend voor de ontwikkeling van het gebied. Onderstaande tabellen geven de kernkwaliteiten weer zoals die voor Nationaal Landschap IJsseldelta zijn benoemd.
Kernkwaliteiten landschap, cultuurhistorie, archeologie
Deelgebied
Hoofdkenmerken
Structuren
Polder Mastenbroek
Weidsheid
I I I I
Kampereiland en de buitenpolders*
Openheid
I I I I
Rivieren-landschap
Kleinschaligheid en openheid
I I I I I
Elementen
Geometrie Lange linten en weteringen Ontbrekende wegbeplanting Contrastrijke randen
I
Reliëf Onregelmatige vormen Rivierarmen Dijken
I
Meanderende rivieren Uiterwaarden Contrastrijke randen Dijken Historische kernen
I
I I I I
I I I
I I I I I
* Mandjeswaard, Polder de Pieper, Zuiderzeepolder
4
Boerderijen op terpen Bajonetkruisingen Kreken Sloten Kolken
Kreken Sloten Kolken Boerderijen op terpen Boerderijen Kreken Hanken Rivierduinen Kolken Moeras
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Kernkwaliteiten natuur
Deelgebied
Hoofdkenmerken
Waardevolle leefgebieden
Polder Mastenbroek
Veen- en kleibodem
Graslanden Rieten (kreken) I Sloten I Dijken I Kolken Met bijzondere planten en dieren als: I Zwanebloem I Grutto (bv), purperreiger (vz), kolgans, kleine zwaan (wg) I Goudplevier en watersnip (dt) I 8 soorten (Hrl) zoogdieren I Heidekikker (Rls) I Grote en kleine modderkruiper en bittervoorn (Hrl-vissen in sloten) I I
Rust door geringe ontsluiting Ligging tussen IJssel en Zwarte Water
Kampereiland en de buitenpolders
Ligging langs Zwarte Meer Rust door geringe ontsluiting
Rivierenlandschap
Zwarte Meer en Ketelmeer
Graslanden Kreken I Sloten I Wegbermen Met bijzondere planten en dieren als: I Eebies, veldgerst, zilte greppelrus I Grutto (bv), kolgans en grauwe gans (wg), goudplevier (dt) I I
Overstromingen, afzetting en erosie
Vochtige graslanden Moerassen I Hanken en geulen I Kolken en plassen I Dijken Met bijzondere planten en dieren als: I Rivierfonteinkruid, margriet, cichorei, bitterkruid, kievitsbloem I Kwartelkoning en ijsvogel (bv) I Wilde zwaan, kleine zwaan, kolgans, meerkoet en smient (wg) I Slobeend en grutto (dt), watervleermuis
Omvangrijk moeras
Moeras Ondiep water I Vogeleiland I NURG eilanden I Keteleiland Met bijzondere planten en dieren als: I Dotterbloem, mattenbies, bittere veldkers I Roerdomp, purperreiger, grote karekiet en baardman (bv) I Lepelaar (zg), aalscholvers, wintertaling en krakeend (dt) I Grauwe ganzen, kolganzen en kleine zwanen (slaappl.; wg) I Watervleermuis, meervleermuis en otter I Zeeforel, zeeprik, rivierprik, kwabaal en meerval
I I
I I
Voedselrijk ondiep water Rust door geringe ontsluiting
bv=broedvogel; vz=voedselzoekend; wg=wintergasten; dt=doortrekkers; zg=zomergasten; Hrl=Habitatrichtlijn; Rls=rode lijstsoort
Binnen Nationale Landschappen is er ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei (migratiesaldo nul). Daarnaast is er ruimte voor naar aard en schaal passende bedrijvigheid. Maatvoering, schaal en ontwerp zijn bepalend voor behoud van de kwaliteiten van het landschap. Voor het ruimtelijke beleid geldt ‘behoud door ontwikkeling’ als uitgangspunt. Dit betekent dat de gebieden zich sociaal-economisch voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of versterkt. Dit wordt ook wel het ’ja, mits’-regime genoemd.
5
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Binnen Nationaal Landschap IJsseldelta krijgt dit vorm langs drie ontwikkelingslijnen: I Oude kavels en nieuwe kreken: de kracht van de IJsseldelta I Van melk, tapijt en tomaten: wonen en werken in de IJsseldelta I Dwalen door de delta: de IJsseldelta ontsloten Oude kavels en nieuwe kreken: de kracht van de IJsseldelta De landschappelijke en natuurlijke kernkwaliteiten van de IJsseldelta vormen het krachtige uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkeling. Het landschap vertelt het verhaal van de eeuwenoude strijd met het water. De partners willen het deltakarakter van de IJsseldelta behouden en versterken. Dit betekent in de eerste plaats dat de aanwezige waarden worden gekoesterd. Daarnaast zal de beleving van de delta op specifieke plaatsen worden versterkt, onder andere door het uitgraven van oude kreken (ook wel rietes genoemd) of rivierarmen en het stimuleren van waterberging. Ten aanzien van...
...zetten de samenwerkende partners zich, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, actief in voor:
Openheid en beplanting
I I I
Kolken, kreken en hanken
I
Het zichtbaar en herkenbaar maken van kreken, kolken en hanken, waar mogelijk in combinatie met natuurontwikkeling met behoud van openheid
Weteringen en sloten
I
Het vergroten van de waterberging, in combinatie met ontwikkeling van vochtminnende natuur, met behoud van de strakke lijnen van weteringen en sloten in Mastenbroek Het vergroten van de waterberging, in combinatie met ontwikkeling van vochtminnende natuur,met behoud van openheid, bestaande slootpatronen en reliëf op Kampereiland/buitenpolders Het in kaart brengen van te behouden slootpatronen, in combinatie met een goede landbouwkundige inrichting en het realiseren van voldoende bergingscapaciteit
I
I
Dijken en wegen
I
I I
Terpen, erven en bebouwing
I I
I I I I
Veenweidegebied polder Mastenbroek
I I
6
Ontwikkeling van de grondgebonden landbouw als drager van de openheid en het tegengaan van de niet-grondgebonden veehouderij Het accentueren van de openheid door ontplanting en het verder ontwikkelen van het contrast bij de randen van Nationaal Landschap IJsseldelta Het handhaven en accentueren van bestaande zichtlijnen
Een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheid om bij Kampereiland/ buitenpolders te volstaan met een waterkering alleen langs het Zwarte Meer, waarbij Ganzendiep en Goot bij hoogwater afgesloten worden Het in stand houden van dijken en dijk- en wegenpatronen, ook wanneer dijken hun functie als waterkering verliezen Het natuurvriendelijk beheren van dijken en bermen Het behoud van het terp- en ervenkarakter in polder Mastenbroek, op het Kampereiland en in de buitenpolders Behoud van de aardkundig en archeologische waarden, met name op Kampereiland/buitenpolders en in de randzones van Nationaal Landschap IJsseldelta De ontwikkeling en transformatie van agrarisch en industrieel erfgoed en het behoud van monumenten Het stimuleren van streekeigen bouwstijlen, materialen en beplanting Het opstellen en uitvoeren van dorpsontwikkelingsplannen voor de vier kleine kernen Het behoud van de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de historische kernen en het versterken van het zicht op de stadsfronten Het hanteren van een waterpeil dat gericht is op gebruik als grasland in combinatie met een zo beperkt mogelijke inklink Het opstellen van een plan van aanpak dat ingaat op de mate van klink, de verwachte gevolgen en mogelijke maatregelen
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Ten aanzien van...
...zetten de samenwerkende partners zich, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, actief in voor:
Ecologische hoofdstructuur (EHS)
I I I I
Realisering van de EHS via het natuurbeleidspoor Een balans tussen recreatie en natuur waarbij beide er per saldo op vooruit gaan De terugkeer van de zeearend in de IJsseldelta (verdere natuurontwikkeling in oostelijk deel Ketelmeer, onder andere op Keteleiland) Versterken natuurwaarde oeverzone Zwarte Meer
Het Jutjesriet
I
Het opstellen van een plan van aanpak voor de waterhuishouding en natuur ontwikkeling van het Jutjesriet
Weidevogels en wintergasten
I
Het behoud van openheid en rust voor weidevogels en wintergasten Analyse van oorzaak achteruitgang weidevogels met het oog op effectief agrarisch natuurbeheer Het stimuleren van agrarisch natuurbeheer in het gehele gebied met zo mogelijk structurele financiering van groen/blauwe diensten
I I
Van melk, tapijt en tomaten: wonen en werken in de IJsseldelta Nationaal landschap IJsseldelta en directe omgeving kennen diverse krachtige economische sectoren, zoals de grondgebonden veehouderij, de tapijtindustrie en de glastuinbouw in de Koekoek. Grootschalige woningbouw vindt plaats in de aangrenzende VINEX-locatie Stadshagen. De ‘ja mits’-benadering maakt ruimtelijke ontwikkeling binnen Nationaal Landschap IJsseldelta mogelijk, indien ze de kernkwaliteiten van het landschap behouden of versterken. De partners zien de grondgebonden veehouderij als belangrijke voorwaarde voor diverse kernkwaliteiten. Voor recreatie en verbreding van de landbouw zijn er mogelijkheden voor kleinschalige ontwikkeling en wordt ingezet op een goede inpassing in het landschap. Ten aanzien van...
...zetten de samenwerkende partners zich, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, actief in voor:
Grondgebonden landbouw
I
I
Het verbeteren van de productievoorwaarden in combinatie met behoud van kernkwaliteiten; op Kampereiland/buitenpolders krijgt dit onder andere vorm door het vernieuwen van de pachtregels Maatregelen die, in aanvulling op de wijziging van de pachtregels op Kampereiland/buitenpolders, de structuurverbetering cq schaalvergroting in het gebied ondersteunen en versnellen, zoals een verplaatsingsfonds. De mogelijkheden worden onderzocht.
Kavelruil
I
Het stimuleren van kavelruil voor meerdere doelen waaronder vergroting van huiskavels
Agrarische bebouwing
I
Het zorgvuldig situeren van nieuwe agrarische bebouwing binnen bestaande (noord-zuid) linten en op terpen en erven Het gezamenlijk opstellen van één uitvoeringskader voor VABís (vrijkomende agrarische verbouwing) en ‘Rood voor rood’ voor Nationaal Landschap IJsseldelta
I
Verbreding
Glastuinbouwgebied de Koekoek
I
Verbreding van de landbouw, met name in de randen van Nationaal Landschap IJsseldelta en voor wat betreft agrarisch natuurbeheer ook elders
I
Vestiging van glastuinbouw in de Koekoekspolder overeenkomstig het streek planbeleid en behoud van de kernkwaliteiten van de Mastenbroekerpolder Een gezamenlijk onderzoek naar de uitbreidingsbehoefte en de mogelijkheden voor intensiever ruimtegebruik van de glastuinbouw in de Koekoekspolder en de ruimtelijke consequenties daarvan Het verkennen van de behoefte van glastuinbouw in Overijssel en het in kaart brengen van locatiealternatieven ook over de provinciegrens Het tegengaan van lichthinder door de tuinbouwsector
I
I I
7
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Ten aanzien van...
...zetten de samenwerkende partners zich, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, actief in voor:
Duurzame energie
I
Het stimuleren van duurzame energie in de vorm van vergisting van mest en tuinbouwafval en het weren van grote windturbines
Bedrijvigheid
I
Het creëren van ontwikkelingsmogelijkheden voor naar aard en schaal passen de bedrijvigheid door primair revitalisering en inbreiding, in samenhang met noodzakelijke uitleg Het verbeteren van de landschappelijke inpassing van bestaande terreinen Een kwalitatief hoogwaardige inpassing van de oostelijke uitbreiding van het bedrijventerrein bij Genemuiden door het gezamenlijk opstellen en uitvoeren van een plan Het zoeken naar verplaatsingsmogelijkheden voor bedrijven in Kamperzeedijk die willen uitbreiden en het kwalitatief goed inpassen van blijvende bedrijfslocaties
I I
I
Zandwinzone
I I I I
Wonen, algemeen
I
Het voorzien in de behoefte aan woningbouw voor de eigen bevolkingsgroei (migratiesaldo nul)
Stadshagen en Westenholte
I
Het handhaven van een bebouwingsgrens langs de Milligersteeg in samen hang met het realiseren van een ‘groen ingepaste’ randweg, verzonken ter hoogte van de Oude Wetering Een afrondende, zorgvuldig ingepaste woonontwikkeling op de flanken van Stadshagen en Westenholte in combinatie met een groen/blauwe ontwikkeling van het aangrenzende gebied vanuit de kernkwaliteiten
I
Wonen in Oosterholt bij IJsselmuiden
I
Het realiseren van de woningbouwlocaties Oosterholt Noord en Zuid conform de gemeentelijke ontwikkelingsvisie
Genemuiden en Hasselt
I
Transformatie, herstructurering en revitalisering van bestaande bedrijventerrei nen als de Tapijtwijk Het afronden van woningbouw in Genemuiden in westelijke richting en vervol gens ten noorden van de randweg overeenkomstig de gemeentelijke struc tuurvisie Het nader afwegen en beoordelen van de wijze van invulling van een uitbrei ding zuidelijk van de randweg op langere termijn Het realiseren van woonuitbreiding ten oosten van Hasselt, buiten Nationaal Landschap IJsseldelta, overeenkomstig de structuurvisie
I
I I
Vier kleine kernen
8
Het schrappen van het gebied ten westen van de provinciale weg ZwolleHasselt als zandwinzone Het situeren van een mogelijke zandwinlocatie op voldoende afstand van het Zwarte Water in verband met de waterhuishouding en de veiligheid De herinrichting van de omgeving van de mogelijke zandwinlocatie in samen hang met de omgeving en haar kernkwaliteiten Het heroverwegen van de zandwinzone indien er in 2009 geen realistisch, uit voeringsgereed plan voorhanden is
I
Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige in- en uitbreiding van de kleine kernen
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Dwalen door de delta: de IJsseldelta ontsloten De polders in Nationaal Landschap IJsseldelta zijn een ‘liefhebberslandschap’1: je moet er van (leren) houden. Het raamwerk van Nationaal Landschap IJsseldelta -de IJssel, het Zwarte Water en het Zwarte Meer met de historische stadjes- heeft potenties die daar ver boven uitgaan, en biedt daarmee grote kansen. De partners zien dit als de ruggengraat voor het geleidelijk vergroten van de toegankelijkheid van Nationaal Landschap IJsseldelta als geheel. Onder andere door het uitbreiden van routenetwerken en het samenstellen van arrangementen leggen zij een basis voor een verbeterde beleving van de delta. In de verwachting dat nog vele liefhebbers - zowel van binnen als buiten de regio - de IJsseldelta komen ontdekken. Ten aanzien van...
...zetten de samenwerkende partners zich, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, actief in voor:
Samenhang en doelgroepen
I I I
Beleving
I I I I I
Promotie en stimulering
I I I
Netwerken en voorzieningen
I I I
Verblijfstoerisme
I I
Het uitwerken en uitvoeren van een totaal marketingconcept IJsseldelta vanuit de ruggengraat van de historische kernen en het vaarwater Een recreatief-toeristisch concept dat zich allereerst richt op de lokale bevolking, vervolgens op bewoners van regio en de rest van Nederland Het stimuleren van samenwerking en regie tussen organisaties Het vergroten van de belevingsmogelijkheden van de delta met haar historische kernen, stadsfronten en de contrasten aan de randen Het stimuleren van educatie rond het Nationaal Landschap IJsseldelta Het stimuleren van kunstuitingen gekoppeld aan de IJsseldelta Het bevorderen van cultuurtoerisme Het tegengaan van het gebruik van jetski’s Het ontwikkelen van een samenhangend systeem van bewegwijzering Het ontwikkelen van promotiemateriaal Het ontwikkelen van publieksvoorzieningen, gekoppeld aan bestaande toeristische locaties en trekpleisters Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige routes en routenetwerken voor fietsen, wandelen en varen, rekening houdend met kwetsbare natuurwaarden Het creëren en verbeteren van recreatief-toeristische voorzieningen Voorzieningen en routenetwerken die zoveel mogelijk ook bereikbaar zijn voor mensen met een lichamelijke beperking Het ontwikkelen en stimuleren van meerdaags verblijfstoerisme, bijvoorbeeld door aansprekende arrangementen Het stimuleren van overnachtingsmogelijkheden
Uitloopgebieden voor stad en dorp
I
Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige uitloopmogelijkheden in de flanken van Stadshagen/Westenholte en nabij andere kernen
Recreatie bij stad en dorp aan het water
I
Het benutten en verbreden van de recreatieve kracht van historische kernen aan het water met versterking van de fronten aan het water
1) Zie
‘Nationale landschappen, vaste koers en kange adem’ van Raad voor het Landelijk Gebied, februari 2005
Het op te stellen uitvoeringsprogramma zal, in overleg met burgers en organisaties, periodiek worden herijkt en aangevuld. In de visie van de partners is betrokkenheid van burgers en organisaties bij de voorbereiding en uitvoering van projecten en maatregelen belangrijk. Waar mogelijk zal de uitvoering van projecten worden neergelegd bij (georganiseerde) burgers, organisaties en marktpartijen. Coördinatie en ondersteuning van het hele programma zal vanuit de samenwerkende partners plaatsvinden. De structurele financiële ruimte voor projecten en maatregelen kan nog niet worden aangegeven. Over de periode 2007-2013 zal in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) met het Rijk onderhandeld moeten worden over Rijksgeld voor de Nationale Landschappen. De afspraken over uitvoering, beheer en financiering tussen partijen willen partners vastleggen in (een) uitvoeringsconvenant(en). Per ontwikkelingslijn worden in het laatste hoofdstuk projecten en maatregelen benoemd die in beeld zijn voor het nader op te stellen uitvoeringsprogramma.
9
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
10
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Boegbeeld Netwerkstadvisie Zwolle Kampen
0 11
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
12
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Nationaal Landschap IJsseldelta is één van tien boegbeelden in de concept Netwerkstadvisie Zwolle Kampen (oktober 2005). De samenvatting van deze concept Netwerkstadvisie is opgenomen als bijlage 3. De regio Zwolle Kampen heeft volop potentie voor kwalitatieve groei. Het gaat om kansen die gegrepen moeten worden om de kwaliteiten van de regio te behouden en te versterken, en dat vraagt om regie. Zwolle Kampen Netwerkstad maakt deel uit van een dynamisch regionaal en landelijk krachtenveld. Belangrijk daarbij zijn: I de grote waarde die het Rijk aan de regio toekent (o.a. in de Nota Ruimte); I nieuwe infrastructuur die de afstand tot andere regio’s verkleint; I het beleid voor natuur- en landschapsontwikkeling en waterberging dat vraagt om bovenlokale en integrale keuzes en toekomstplannen. Boegbeeldprojecten als Nationaal Landschap IJsseldelta zetten de schijnwerpers op de belangrijkste opgaven. In de concept Netwerkstadvisie Zwolle Kampen zijn onder de thema’s ‘Landschap en Natuur’, ‘Toerisme en Recreatie’, ‘Wonen en Werken’ afspraken opgenomen. De volgende zijn vooral van belang voor Nationaal Landschap IJsseldelta: I cultuurtoerisme ontwikkelen; I landschapsschoon als motor voor plattelandsvernieuwing; I landschap en natuur leidend voor wijze van realisering bedrijventerreinen en intensief ruimtegebruik; I realisering Ecologische Hoofdstructuur (EHS); I bijzondere aandacht voor landschappelijke inrichting overgangen stad-land en stadsranden; I nieuwe woonmilieus bij de stadsrand Zwolle, bij Westenholte, richting ‘s-Heerenbroek en bij Stadsbroek, in combinatie met natuur, water, landschap; I revitalisering van bedrijventerreinen in samenwerking met alle partijen; I bij glastuinbouw inzetten op: kennisinnovatie en kennisnetwerken, intensief en innovatief ruimtegebruik, goede landschappelijke inpassing en onderzoek naar de haalbaarheid van een duurzame tweede locatie voor glastuinbouw; I doorgaan met uitwerking van Masterplan Toerisme; I meerdaags verblijfstoerisme ontwikkelen, met gecoördineerde aansturing en vermarkting.
13
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
14
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Inleiding Inleiding
1 15
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
1.1 Nationaal Landschap IJsseldelta In de Nota Ruimte wijst het Rijk 20 Nationale Landschappen aan. Dit zijn gebieden met (inter-)nationaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten en, in samenhang daarmee, bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. De opgave voor deze Nationale Landschappen is het behouden, duurzaam beheren en waar mogelijk versterken van de bijzondere kwaliteiten. Ook zal de recreatieve toegankelijkheid moeten worden vergroot. Het tekstkader geeft enkele andere aandachtspunten uit de Nota Ruimte.
De Nota Ruimte over het ruimtelijk beleid in de Nationale Landschappen Binnen de Nationale Landschappen zijn de landschappelijke kwaliteiten medesturend voor de ontwikkeling van het gebied. Voor het ruimtelijke beleid geldt ‘behoud door ontwikkeling’ als uitgangspunt. Dit betekent dat de gebieden zich sociaal-economisch voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of versterkt. Dit wordt ook wel het ‘ja, mits’-regime genoemd. Binnen Nationale Landschappen is er ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei (migratiesaldo nul). Daarnaast is er ruimte voor de aanwezige regionale en lokale bedrijvigheid. Maatvoering, schaal en ontwerp zijn bepalend voor behoud van de kwaliteiten van het landschap. Grootschalige verstedelijkingslocaties en bedrijventerreinen, nieuwe grootschalige glastuinbouwlocaties en nieuwe grootschalige infrastructurele projecten zijn daarom niet toegestaan. Wanneer deze ingrepen redelijkerwijs, vanwege een groot nationaal belang onvermijdelijk zijn, dienen mitigerende en compenserende maatregelen te worden getroffen.
De IJsseldelta is een van de Nationale Landschappen. De Nota Ruimte geeft een globale begrenzing aan. Globaal gaat het om het gebied tussen de IJssel, het Zwarte Water en het Zwarte Meer. De IJsseldelta dankt haar status als Nationaal Landschap aan enkele specifieke kenmerken, de zogenaamde kernkwaliteiten. Dit zijn volgens de Nota Ruimte grofweg: I de grote mate van openheid; I de oudste rationele, geometrische verkaveling; I reliëf in de vorm van huisterpen en kreekruggen. Gevraagd wordt deze kernkwaliteiten nader uit te werken.De provincie Overijssel is hiervoor verantwoordelijk. Samen met de gemeenten Zwolle, Kampen en Zwartewaterland en het waterschap Groot-Salland, heeft zij het initiatief genomen voor het Ontwikkelingsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta. Dit bestaat uit twee delen: I het ontwikkelingsperspectief (deel I) en I een uitvoeringsprogramma (deel II). De Ministeries van VROM en LNV, Natuur en Milieu Overijssel, de Land- en Tuinbouworganisatie Noord en de belangenvereniging Polder Mastenbroek zijn bij het opstellen van het programma via een projectorganisatie intensief betrokken. Daarnaast zijn andere organisaties en burgers in allerlei bijeenkomsten gedurende het hele proces bij het maken en uitvoeren van het Ontwikkelingsprogramma betrokken.
17
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
1.2 Het Ontwikkelingsprogramma Doel In het Ontwikkelingsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta geven de samenwerkende partners, de provincie Overijssel, de gemeenten Zwolle, Kampen en Zwartewaterland en het Waterschap Groot Salland, aan hoe zij de opgave voor dit gebied - behoud, beheer en versterking - zullen realiseren. Het geeft aan welke kwaliteiten het gebied in hun ogen zo uniek maken en wat zij zullen doen om deze te behouden en te versterken. Het Ontwikkelingsprogramma is in de eerste plaats een gezamenlijke visie en afsprakenlijst tussen de partners. In de tweede plaats is het Ontwikkelingsprogramma bedoeld om afspraken te maken met het Rijk, ook voor wat betreft zijn bijdrage aan investeringen en beheerskosten. Vaststelling Het Ontwikkelingsprogramma bestaat uit twee onderdelen, namelijk het ontwikkelingsperspectief (deel I, vaststelling door Provinciale Staten van Overijssel, de gemeenteraden van Zwolle, Kampen en Zwartewaterland en het Algemeen Bestuur van het Waterschap Groot-Salland) en het uitvoeringsprogramma (deel II). Het uitvoeringsprogramma (deel II), als uitvoering van het ontwikkelingsperspectief, wordt vastgesteld door Gedeputeerde Staten, de colleges van Burgermeester en Wethouders van de drie betrokken gemeenten en het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Groot Salland. Status ontwikkelingsperspectief Provincie, gemeenten en waterschap spreken af dat zij, met het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief, haar inhoud zullen doorvertalen naar hun eigen juridische/planologische plannen. De inhoud van het ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta krijgt daarmee formele status. Dit betekent dat: I de kernkwaliteiten en begrenzing worden opgenomen in een herziening van het Streekplan; I de afspraken ten aanzien van ruimtelijk beleid worden opgenomen in het Streekplan en de gemeentelijke bestemmingsplannen; I de partners zich inzetten om in hun begrotingen budget reserveren om het perspectief uit te kunnen voeren met cofinanciering van Rijk en Europese Unie (EU). De afspraken over uitvoering, beheer en financiering tussen deze en overige partijen (Rijk, maatschappelijke organisaties) worden tevens vastgelegd in (een) uitvoeringsconvenant(en) Nationaal Landschap IJsseldelta. Het voornemen is om het ontwikkelingsperspectief in 2010 te herijken. Dat is halverwege de eerste prestatieperiode voor het Investeringsbudget Landelijke Gebied (ILG; 20072013). Het uitvoeringsprogramma wordt periodiek herijkt en aangevuld. Werkwijze Nationaal Landschap IJsseldelta vormt samen met de maatregelen rond de bypass Kampen het Voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie IJsseldelta. Daarnaast hebben de Provinciale Staten van Overijssel Nationaal Landschap IJsseldelta aangewezen als een burgerparticipatieproject. Dit betekent dat het Ontwikkelingsprogramma nog meer dan anders samen met overheden, vertegenwoordigende organisaties en burgers uit het gebied is en wordt opgesteld. Voor het Ontwikkelingsprogramma heeft dit geleid tot een intensief proces. Naast de
18
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
regelmatige overleggen van de projectgroep en het bestuurlijke kernteam, zijn er in totaal zes bijeenkomsten met werkgroepen geweest. Daarnaast is er voor het gehele gebied een gebiedsconferentie georganiseerd (20 oktober 2005) en zijn er aan het eind van 2005 projectgesprekken gevoerd. Gedurende het proces heeft, in het kader van het Voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie, een commissie gebiedsontwikkeling onder leiding van Riek Bakker, ingesteld door de minister van VROM, enkele malen adviezen gegeven. De commissie is in haar eindadvies (nov. 2005) lovend over de wijze waarop de creativiteit van betrokkenen is benut en draagvlak is verkregen voor uitvoeringsprojecten.
Bijlage 1 beschrijft het gevolgde proces meer uitgebreid.
1.3 Leeswijzer Opbouw van het ontwikkelingsperspectief De opbouw van het ontwikkelingsperspectief is weergegeven in onderstaande figuur.
Uitgangspunt voor het ontwikkelingsperspectief zijn de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap IJsseldelta. Deze kernkwaliteiten zijn beschreven in hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk geven de samenwerkende partners aan welke kernkwaliteiten het behouden en het ontwikkelen waard zijn. In Nationaal Landschap IJsseldelta zijn veel verschillende partijen actief. Deze partijen kunnen grofweg worden onderverdeeld in inwoners en gebruikers, maatschappelijke organisaties en overheden. Deze partijen beïnvloeden op verschillende manieren het gebied, onder andere door middel van activiteiten, wensen, plannen en beleid. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van al die zaken die op dit moment al in Nationaal Landschap IJsseldelta aan de orde zijn of aan de orde zijn gesteld. In hoofdstuk 4 ‘Het ontwikkelingsperspectief’ worden de ambities ten aanzien van het behouden en versterken van de kernkwaliteiten gekoppeld met bestaand beleid en voorgenomen plannen. Hieruit volgt het gezamenlijke perspectief van de partners ten aanzien van de ontwikkeling van Nationaal Landschap IJsseldelta. Hoofdstuk 5 ‘Zicht op uitvoering’ beschrijft uitgangspunten voor het uitvoeringsprogramma (deel II) en benoemt al een aantal projecten. Het uitvoeringsprogramma zelf (deel II) zal uitgebreid ingaan op: I de projecten en maatregelen; I de mogelijke financiering; I de realisatiestrategie.
19
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
20
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
DeDekernkwaliteiten kernkwaliteiten
2 21
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
22
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Linkerpagina: IJsseldelta eind 18e eeuw
2.1 Kernkwaliteiten als basis Dit hoofdstuk beschrijft de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap IJsseldelta. Kernkwaliteiten zijn die landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden die kenmerkend zijn voor zowel het ontstaan als de huidige beleving van de IJsseldelta. Daarmee vormen zij de basis voor de opgave ten aanzien van behoud, beheer en versterking (zie 1.1.). Begrenzing De kernkwaliteiten zijn richtinggevend voor de begrenzing van Nationaal Landschap IJsseldelta. Nationaal Landschap IJsseldelta is geen ‘eiland’ in de omgeving. De polders die in de Nota Ruimte worden genoemd - Mastenbroek, Kampereiland en de buitenpolders* liggen als het ware in het raamwerk van de IJssel, Zwarte Water, Ketelmeer en Zwarte Meer, inclusief de daaraan gelegen steden en stadjes. In dit gebied als totaal is sprake van een samenhangende natuurlijke-, culturele-, gebruiks- en belevingskwaliteit als bedoeld in de Nota Ruimte. Vanuit dat perspectief ligt het voor de hand om bij een functionele begrenzing de grote rivieren met de historische (binnen-) steden en stadjes te volgen, inclusief het Zwarte Meer. De begrenzing zoals die door de samenwerkende partners wordt gehanteerd is weergegeven op de kaart vóór in dit rapport. De ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden binnen dit gebied worden beschreven in het ontwikkelingsperspectief. De aanduiding Nationaal Landschap leidt op zichzelf dus niet tot een ander ruimtelijk regime. Nationaal Landschap IJsseldelta kent verschillende landschapseenheden: de polder Mastenbroek, Kampereiland en de Buitenpolders en het rivierenlandschap. Deze hebben elk hun eigen verschijningsvorm, maar zijn ook nauw met elkaar verweven. Daarnaast hebben Ketelmeer en het Zwarte Meer (deels grondgebied Flevoland) geheel eigen kenmerken. In de paragrafen 2.3 tot en met 2.5 zijn de kernkwaliteiten per landschapseenheid beschreven. Daarbij wordt tevens onderscheid gemaakt tussen drie niveaus: hoofdkenmerken, structuren en elementen.
De IJsseldelta: een uniek gebied Het mondinggebied van de IJssel is een schoolvoorbeeld van een delta. Kernmerkend zijn de vertakkende riviermonden, waarbij vorm en sedimentatie door de rivier zijn bepaald. Een uniek gebied in Nederland en zelfs in Europa. Want ondanks de nabijheid van die Zuiderzee was de getijdenwerking gering. Alleen tijdens zware stormen drong het zoute zeewater de overwegend zoete delta binnen en overstroomde het door lage dijken beschermde land. Eeuwenlang streden de bewoners van het gebied met het water. Het water dat dan weer van de IJssel, dan weer van de Zuiderzee kwam. En soms van beide kanten tegelijk. De tekenen van deze strijd zijn op veel plaatsen nog terug te zien in het landschap. Een landschap dat alleen om die reden al zijn status als Nationaal Landschap meer dan waard is.
*Mandjeswaard, Polder de Pieper, Zuiderzeepolder
23
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
2.2 Ontstaansgeschiedenis IJsseldelta Oorspronkelijk was de IJssel een zijtak van de Rijn, zoals dat nu ook het geval is. Tijdens de laatste IJstijd is de verbinding tussen Rijn en IJssel verbroken en werd de IJssel voornamelijk gevoed uit het Achterhoekse en Overijsselse achterland. Na de laatste IJstijd was de IJssel niet meer dan een stroompje door het veen. De deltavorming startte pas in de twaalfde eeuw en beslaat dus een relatief korte periode. Zand en klei werden afgezet. Dit gebeurde onder andere op de veengebieden die in het Holoceen aan de rand van de grote zandgebieden als de Veluwe, Salland en het Drents Plateau waren ontstaan. Polder Mastenbroek is een van de gebieden waar dit proces in de bodemopbouw nog zichtbaar is. Langs de geulen van de verschillende riviertakken werd het grofste materiaal neergelegd, hierdoor ontstonden de hoger gelegen oeverwallen (zand en zavel). In de aangrenzende kommen ontstonden de zwaardere kleigronden. Landschap en natuur stonden sterk onder invloed van de grillen van het water van de IJssel en de Zuiderzee. Men woonde vooral aan de randen van het gebied op zandopduikingen en in de vestingstadjes aan de rivier. De oeverwal van de IJssel werd voornamelijk gebruikt voor akkerbouw en fruitteelt, de uiterwaarden voor het weiden van vee. Ook het ‘woeste land’ werd hiervoor gebruikt, maar ook voor het sprokkelen van hout en het steken van turf en plaggen. De komgronden waren in gebruik als griend, weide- of hooiland en speelden een rol bij kleiwinning.
Kampereiland
24
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
De IJsseldelta is uniek omdat het in de polder Mastenbroek de oudste rationele, geometrische verkaveling van Nederland heeft. Vanaf 1362 is de polder ontgonnen volgens een voor de middeleeuwse veenontginningen uniek en modern patroon. Eeuwen voordat typische droogmakerijen als de Schermer en De Beemster zijn ontstaan, kende Nederland dus al een uiterst rationele verkaveling gebaseerd op drie evenwijdig gegraven weteringen. Ook op het Kampereiland/buitenpolders is vanaf de tweede helft van de veertiende eeuw sprake van ontginning. De eilanden (14 stuks) die door de deltavorming ontstonden werden geschonken aan de stad Kampen. Het is niet duidelijk of er toen al bewoning aanwezig was op de eilanden. Ook is onduidelijk of de eerste bewoners (rond 1500) al terpen hadden opgeworpen. Wel is zeker dat veel van de belten al voor 1682 zijn opgeworpen en dat deze in meerdere fasen zijn opgehoogd. Na de zestiende eeuw werd de groei van de IJsseldelta minder sterk. De rivier verzandde. In de zeventiende eeuw kon men zelfs met paard en wagen de IJssel oversteken. Door de steeds voortgaande bedijkingen en dijkverhogingen nam de invloed van de Zuiderzee en de IJssel op het gebied af. Toch stroomde het land regelmatig over en bleef het aanleggen van huisbelten noodzakelijk. De vele kolken en bochten in de dijken zijn nog steeds stille getuigen van de invloed van het water. Vanaf 1862 werden de dijken sterk verhoogd, waardoor het aantal overstromingen flink afnam: van ongeveer 3 overstromingen per winterhalfjaar tot minder dan één maal per twee jaar. Met het afsluiten van de Zuiderzee behoorden vanaf 1932 overstromingen in de polder Mastenbroek en op Kampereiland/buitenpolders definitief tot het verleden.
Stoomgemaal ‘d’Olde Mesiene’
25
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Behalve het buiten houden van water is het afvoeren van water een rode draad in de ontstaansgeschiedenis van de IJsseldelta. Na de ontginning daalde de bodem in polder Mastenbroek geleidelijk tot onder het rivier- en zeewaterpeil. Hierdoor werd het land natter en het gebruik beperkt tot weide- en hooiland. In de 19e eeuw kreeg waterbeheersing een nieuwe dimensie met de introductie van het stoomgemaal. Het waterpeil werd constanter en lager en de Koekoek - een gebied dat in de 18e eeuw werd uitgegeven voor vervening, maar tot begin 1900 een grote waterplas was gebleven - werd drooggemalen. De polder werd beter bruikbaar voor de landbouw. De mechanisering in de landbouw, de ruilverkaveling en het Europese landbouwbeleid leidden in de twintigste eeuw tot een toenemende intensivering van de landbouw. 2.3 Polder Mastenbroek Weidsheid is de belangrijkste kernkwaliteit van polder Mastenbroek. De mate van openheid, de vergezichten en de maatvoering van de polder zijn bijzonder. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het grondgebruik. De term weidsheid is bewust gekozen. De weilanden geven een ander beeld dan bijvoorbeeld de akkerlanden van Flevoland. Ook is er een duidelijk verschil met bijvoorbeeld Kampereiland en de buitenpolders, waar de opgaande beplanting verspreid over het gebied ligt, gekoppeld aan de erven. In polder Mastenbroek wordt de weidsheid versterkt door het contrast met de bebouwingslinten. Voor weidevogels en wintergasten is dit weidse gebied belangrijk, dit in samenhang met de rust in het gebied en nog voorkomende natte delen, onder andere langs de vele sloten in het gebied. De polder Mastenbroek kenmerkt zich door een sterke geometrische structuur met drie rechte noord-zuid bebouwingslinten. De grote geometrische vlakverdeling van de polder verhult dat de wegen niet kaarsrecht liggen. Door kleine afwijkingen lijken de lijnen met de hand getrokken. Dit is vooral zichtbaar bij de zogenaamde bajonetkruisingen, die op een typische manier verspringen. In veel veenontginningen liggen wegen en weteringen gescheiden van elkaar. De wegen markeren dan de voorzijde van het erf en de wetering de achtergrens van het eigendom. In de polder Mastenbroek liggen wegen en weteringen steeds naast elkaar waardoor een eenduidige achterlijn ontbreekt. De boerderijen in de polder liggen vrijwel allemaal op terpen. In tegenstelling tot vergelijkbare polders zijn de wegen in Mastenbroek niet beplant. De Koekoekspolder heeft door
Geometrische structuur Mastenbroek
26
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
het verschil in ontstaansgeschiedenis en de lagere ligging een afwijkend karakter. Oorspronkelijk kenmerkend voor de Koekoekspolder is de kleinschalige opdeling van kavels binnen het vlak en het gescheiden stelsel van wegen en tochten. Daarnaast zijn de linten in de Koekoekspolder vooral oost-west georiënteerd, terwijl de linten in Mastenbroek vooral noord-zuid lopen. De randen van polder Mastenbroek worden gemarkeerd door dijken. Bijzonder is echter dat het gridpatroon van de polder niet overal doorloopt tot aan de dijk. Aan de zijde van de IJssel ligt een overgangszone tot aan de dijk met een willekeurige blokverkaveling, terwijl aan de zijde van Kamperzeedijk de rechte verkaveling helemaal doorloopt tot aan het bebouwingslint. De noordelijke en oostelijke overgang wordt gekenmerkt door een patroon van oude veenkreken. Aan de randen van de polder liggen verschillende kolken (zie ook 2.4 en 2.5). Veel boerderijen in de polder staan op hoge terpen of huispollen. Een aantal boerderijen is aangewezen als rijksmonument. In het kader van ‘Streekeigen huis en erf’ (mei 2004) zijn de voorkomende boerderijtypen uitgebreid beschreven. De erven worden gekenmerkt door - als windkering fungerende - singels fruitbomen en solitaire bomen. Op sommige plaatsen is er nog agrarisch industrieel erfgoed aanwezig, zoals de voormalige melkfabriek in ‘s-Heerenbroek.
Kernkwaliteiten landschap, cultuurhistorie en archeologie Polder Mastenbroek Hoofdkenmerken
Structuren
Weidsheid
I I I I
Geometrie Lange linten en weteringen Ontbrekende wegbeplanting Contrastrijke randen
Elementen
I I I I I
Boerderijen op terpen Bajonetkruisingen Kreken Sloten Kolken
Kernkwaliteiten natuur Polder Mastenbroek
Hoofdkenmerken
Waardevolle leefgebieden
Veen- en kleibodem
I I
Rust door geringe ontsluiting
I I
Ligging tussen IJssel en Zwarte Water
I
Graslanden Rieten (kreken) Sloten Dijken Kolken
Met bijzondere planten en dieren als: I Zwanebloem I Grutto (bv), purperreiger (vz), kolgans en kleine zwaan (wg) I Goudplevier en watersnip (dt) I 8 soorten (Hrl) zoogdieren I Heidekikker (Rls) I Grote en kleine modderkruiper en bittervoorn (Hrl-vissen in sloten) bv=broedvogel; vz=voedselzoekend; wg=wintergasten; dt=doortrekkers; Hrl=Habitatrichtlijn; Rls=rode lijstsoort
27
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Terpboerderij Kampereiland
2.4 Kampereiland en Buitenpolders Openheid is ook bij Kampereiland en Buitenpolders een grote kernkwaliteit. In dit deelgebied krijgt de openheid vooral vorm door de puntsgewijze verspreid gelegen verdichtingen van de terpen en andere erven. Deze terpen, ook wel huisbelten genoemd, zijn zeer kenmerkend voor het gebied. Tot aan de afsluiting van de Zuiderzee werden alle boerderijen op verhogingen gebouwd om zich te beschermen tegen overstromingen. De oudste belten zijn te vinden op de oeverwallen in het zuidelijke gedeelte van dit gebied. In tegenstelling tot de strak ingerichte ruimte van polder Mastenbroek zijn op Kampereiland/buitenpolders vooral onregelmatige vormen in het kavelpatroon, wegen en waterlopen zichtbaar die samenhangen met het reliëf in het gebied. Het gaat om een aardkundig waardevol gebied. De Zuiderzeepolder heeft echter een rechte structuur. De onregelmatige vormen in de andere polders gaan terug op oude rivierarmen en geulen uit het onbedijkte stadium. Ganzendiep, Goot, Noorddiep zijn rivierarmen die nog steeds als brede waterlopen Kampereiland en buitenpolders doorsnijden. Op andere plaatsen zijn rivierarmen verdwenen door herverkaveling of afdamming.
28
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Mandjeswaard en Zuiderzeepolder
De dijken laten de eeuwenlange strijd tegen het water zien. Van een heel aantal dijken is het dijklichaam nog zichtbaar in het landschap. Daarnaast zijn voormalige dijken zichtbaar in de loop van een weg of een perceelsscheiding. Kolken zijn ontstaan door dijkdoorbraken waarbij het water een diep gat uitschuurde. De grote diepte maakte dempen vaak onmogelijk. Bij herstel van de dijk werd deze om de kolk heengeleid, zodat een kronkel in de dijk ontstond. De Kamperzeedijk heeft hierdoor bijvoorbeeld een bijzonder kronkelig verloop. Grafhorst is op een kenmerkende wijze gelegen op de dijk van het Ganzendiep. De boerderijen op het Kampereiland en in de Buitenpolders zijn te verdelen in twee groepen, namelijk de oude terpboerderijen en de nieuwe ruilverkavelingboerderijen. De oude terpboerderijen hebben hun oorsprong in de zeventiende en achttiende eeuw en staan op terpen van 1 tot 3 meter hoog. Op en rond de terp staan veelal fruitbomen, sierbomen, een haag en een singel om de wind te keren. De bebouwing bestaat uit een lage, rietgedekte boerderij met topgevel en een asymmetrische voorgevel. Meestal staat er ook een kleine of grotere stal en soms nog een hooiberg op het achtererf.
29
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
De ruilverkavelingboerderijen uit de jaren vijftig staan niet meer op terpen. In de bebouwing zit meer variatie omdat meer rekening werd gehouden met de moderne agrarische bedrijfsvoering. Zo zijn de boerderijen hoog en zijn er nauwelijks bijgebouwen. De voorzijde van de erven is vrij van beplanting en opstallen. De beplanting bestaat voornamelijk uit essen.
Kernkwaliteiten landschap, cultuurhistorie en archeologie Kampereiland & buitenpolders Hoofdkenmerken
Structuren
Openheid
I I I I
Onregelmatige vormen Reliëf Oude rivierarmen Dijken
Elementen
I I I I
Kreken Sloten Kolken Boerderijen op terpen
Kernkwaliteiten natuur Kampereiland & buitenpolders
Hoofdkenmerken
Waardevolle leefgebieden
Ligging langs Zwarte Meer
I I
Rust door geringe ontsluiting
I I
Graslanden Kreken Sloten Wegbermen
Met bijzondere planten en dieren als: I Zeebies, veldgerst, zilte greppelrus I Grutto (bv), goudplevier (dt) I Kolgans en grauwe gans (wg)
bv=broedvogel; wg=wintergasten; dt=doortrekkers;
30
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
2.5 Rivierenlandschap, Ketelmeer en Zwarte Meer Het Nationaal Landschap IJsseldelta wordt omringd door water: de IJssel, het Zwarte Water en het Ketelmeer en Zwarte Meer. De meanderende rivieren geven de randen van de IJsseldelta een heel eigen karakter. Het relatief kleinschalige rivierenlandschap van de IJssel kenmerkt zich door een brede, in grote bochten slingerende dijk. Deze contrastrijke rand vormt de grens tussen de laag gelegen polder Mastenbroek en de hoger gelegen grotendeels open uiterwaarden. Op veel plaatsen is er een mooi zicht op de polder. De regelmatig overstromende uiterwaarden zijn grotendeels open, maar zijn soms - vooral langs de oude rivierarmen/hanken - dichtgegroeid met riet en struweel. Aan de flanken van de dijk ligt een open landschap met daarin enkele grotere landschapseenheden als dorpen, buurtschappen en beplantingsblokken, waaronder de eendenkooi. De oeverwallen langs de IJssel kenmerken zich door een onregelmatig patroon van wegen en een onregelmatige blokverkaveling. De bebouwing in het gebied is een mengeling van oude boerderijen en moderne, agrarische bedrijven. Vooral rond Wilsum is nog bebouwing te vinden die typisch is voor het rivierenlandschap. Op sommige erven zijn de vroegere fruitboomgaarden nog te herkennen. Net als langs de IJssel vormt de dijk langs het Zwarte Water een contrastrijke grens tussen polder en uiterwaarden. Wel is de dijk langs het Zwarte Water een stuk steiler. Kenmerkend zijn de oude veenkreken aan de polderzijde en de kolken aan weerszijden van Vreugderijkerwaard
31
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Kolken Kamperzeedijk
de dijk. Vooral ten noorden van Hasselt liggen veel kolken. Op en nabij de dijk langs het Zwarte Water liggen, meer dan bij de IJssel, verspreid gelegen dijkwoningen en erven met veel beplanting. Tussen de erven door is er fraai zicht op de open ruimte en polderlinten. De rand met het Zwarte Meer is het meest rustige deel van Nationaal Landschap IJsseldelta. Vanaf de - grotendeels niet publiek toegankelijke - dijk is er een prachtig uitzicht over het Zwarte Meer, het Kampereiland en de buitenpolders. Daar waar langs het Zwarte Water en de IJssel vooral sprake is van zich plotseling voordoende vergezichten, kenmerkt de rand van het Zwarte Meer zich juist door aaneengesloten weidsheid en rust. In het westelijke deel van Nationaal Landschap IJsseldelta ligt buitendijks in het Ketelmeer een moeraszone waar een groot natuurontwikkelingsproject is uitgevoerd met de aanleg van zes nieuwe eilanden. Hier ontwikkelt zich een zeer gevarieerde rivierdelta. Daar ligt ook het (oudere) Keteleiland met op de westelijke punt een natuurlijk bos. Het Zwarte Meer is ontstaan bij de inpoldering van de Noordoostpolder. Het Zwarte Meer bestaat grotendeels uit open water, maar langs de oevers en rond het Vogeleiland zijn plaatselijk brede rietkragen te vinden. Het Zwarte Meer is uiterst ondiep. Buiten de vaargeul is het gebied nergens dieper dan 1-2 meter. De oeverlanden zijn deels in bezit van een natuurbeschermingsorganisatie. Deze voedselarme graslanden worden gemaaid en begraasd om er de zeldzame kievitsbloem te behouden. Vanwege de aanwezigheid van de vele bijzondere vogelsoorten is het Zwarte Meer een moerasgebied van internationaal belang en Vogelrichtlijngebied. De historische dorpen en steden aan de randen van het rivierenlandschap zijn een belangrijke kernkwaliteit. Het gaat om Kampen, Wilsum, Hasselt, Genemuiden en Zwartsluis. De identiteit van deze kernen, die vanaf verschillende plaatsen uit het gebied prachtig zichtbaar zijn, wordt voor een groot deel bepaald door de ligging aan en de beleefbaarheid van de rivier. De historische waarden van ‘s-Heerenbroek zijn minder prominent gekoppeld aan de rivier.
Zwarte Meer met biezen
32
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Hasselt
Kernkwaliteiten landschap, cultuurhistorie en archeologie Rivierenlandschap, Ketelmeer en Zwarte Meer Hoofdkenmerken
Structuren
Kleinschaligheid en openheid
I I I I I
Meanderende rivieren Contrastrijke randen Dijken Historische kernen Open water
Elementen
I I I I I I
Boerderijen Kreken Hanken Kolken Rivierduinen Moeras
Kernkwaliteiten natuur Rivierenlandschap
Hoofdkenmerken
Overstromingen, afzetting en erosie
Waardevolle leefgebieden
I I I I I
Vochtige graslanden Moerassen Hanken en geulen Kolken en plassen Dijken
Met bijzondere planten en dieren als: Rivierfonteinkruid, margriet, cichorei, bitterkruid, kievitsbloem I Kwartelkoning en ijsvogel (bv) I Wilde zwaan, kleine zwaan, kolgans, meerkoet en smient (wg), slobeend en grutto (dt) I Watervleermuis I
Kernkwaliteiten natuur Ketelmeer en Zwarte Meer
Hoofdkenmerken
Voedselrijk ondiep water
Waardevolle leefgebieden
I I I
Omvangrijke moeraszones Rust door geringe ontsluiting
I I
Moeras Ondiep water Vogeleiland NURG-eilanden Keteleiland
Met bijzondere planten en dieren als: Dotterbloem, mattenbies, bittere veldkers I Roerdomp, purperreiger, grote karekiet en baardman (bv) I Lepelaar (zg), aalscholvers, wintertaling en krakeend (dt) I Grauwe ganzen, kolganzen en kleine zwanen (slaappl.; wg) I Watervleermuis, meervleermuis en otter I Zeeforel, zeeprik, rivierprik, kwabaal en meerval I
bv=broedvogel; wg=wintergasten; dt=doortrekkers; zg=zomergasten
33
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
34
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Ontwikkeling wensen Beleid, ontwikkeling enen wensen
3 35
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Met het fenomeen Nationaal Landschap wordt geen nieuw regime geïntroduceerd dat als een belemmering voor het gebied moet worden opgevat. Uitgangspunt is dat de Nationale Landschappen zich sociaal-economisch voldoende moeten kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden of versterkt. Dit hoofdstuk beschrijft globaal het bestaande beleid en gaat daarnaast in op voorziene en gewenste ontwikkelingen in de IJsseldelta. Daarin zijn, onder verwijzing naar bijlage 2, ook belangrijke wensen en aanwijzingen uit de burgerparticipatie opgenomen. In de concept Netwerkstadvisie Zwolle Kampen (oktober 2005) zijn onder de thema’s Landschap en Natuur, Toerisme en Recreatie, Wonen, en Werken afspraken opgenomen die van belang zijn voor Nationaal Landschap IJsseldelta. Die zijn reeds vermeld in hoofdstuk 0. Het gaat onder andere om de ontwikkeling van cultuurtoerisme, landschapsschoon als motor voor plattelandsvernieuwing, de rol van natuur en landschap bij realisering van bedrijventerreinen, inrichting van de stadsranden, de ontwikkeling van de glastuinbouw, uitwerking van het Masterplan Toerisme, en ontwikkeling van meerdaags verblijfstoerisme. 3.1 Steden en dorpen Streekplan Overijssel 2000+ Het streekplan Overijssel 2000+ en bijbehorende partiële herzieningen geven in hoofdlijnen aan waar uitbreiding van wonen en werken kan plaatsvinden. Bij wonen staat het sturen op kwaliteit en bouwproductie centraal. Rode lijnen geven aan waar uitbreiding van wonen of bedrijvigheid in verband met andere belangen ongewenst is: ten noordwesten Stadshagen
36
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
van IJsselmuiden en Kampen, ten westen, noorden en oosten van Genemuiden en ten westen van Hasselt. In de kleine kernen Wilsum, ‘s-Heerenbroek, Grafhorst en Kamperzeedijk kan in een beheerst tempo worden gebouwd voor de eigen bevolking. Bij het werken biedt het streekplan ruimte aan naar aard en schaal passende bedrijvigheid. Gemeentelijke structuurvisies De gemeenten Zwartewaterland en Kampen hebben recent een gemeentelijke structuurvisie vastgesteld. De gemeente Zwolle verwacht binnenkort hetzelfde te doen. Kampen kiest buiten de grenzen van Nationaal Landschap IJsseldelta voor uitbreiding ten westen van de IJssel en ten zuiden van IJsselmuiden in het gebied Oosterholt. Zwartewaterland richt zich op uitbreiding van wonen en werken gekoppeld aan elk van de kernen: Zwartsluis, Genemuiden en Hasselt. De kwaliteit van de kernen aan het Zwarte Water wil de gemeente in een totaal aanpak een impuls geven, het project Zwartewaterlint. Zwolle ontwikkelt op dit moment Stadshagen II en wil aan de flanken tot een goed stedenbouwkundige afronding komen. De door de gemeenten gekozen uitbreidingsrichtingen sporen met het streekplanbeleid. Aanwijzingen vanuit de burgerparticipatie In de dorpen spelen allerlei zaken die aangepakt moeten worden. Deze variëren van de te saneren betonfabriek en de parkeerproblemen in Grafhorst, het gebrek aan uitstraling van het dorpsplein in Wilsum en behoud van het industriële erfgoed als de melkfabriek in ‘s-Heerenbroek. Voor wat betreft woningbouw vinden de inwoners gelijkmatige groei voor de juiste doelgroepen heel belangrijk. Dit vormt een waarborg voor de continuïteit van de scholen. Ook wordt er veel belang gehecht aan bouwen in gebiedseigen stijl, zowel in de dorpen als daarbuiten. De inwoners van Nationaal Landschap IJsseldelta zijn verder van mening dat bedrijventerreinen en woningbouwlocaties landschappelijk goed moeten worden ingepast (geen puisten) en dat er meer aandacht moet zijn voor beeldkwaliteit. Er zijn zorgen over het opschuiven van de stadsrand van Zwolle. Het bedrijfsleven heeft de uitbreiding en revitalisering van bedrijventerreinen geagendeerd en wijst op de noodzaak van een goede verkeersafwikkeling richting de A28. Bewoners willen sluipverkeer in de dorpen en polders tegengaan.
Burgerparticipatie
37
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
3.2 Buitengebied Streekplan Overijssel 2000+ Het streekplan geeft met vier zones aan welke ontwikkelingen in het buitengebied worden voorgestaan. De randen van Nationaal Landschap IJsseldelta (Ecologische Hoofdstructuur) vallen voor een groot deel samen met de zones III en IV. Hier staan natuur en landschap voorop en zijn er mogelijkheden voor recreatief medegebruik. Het Jutjesriet ligt ook in zone III. Polder Mastenbroek ligt in zone I waar landbouw de hoofdfunctie is. Kampereiland, de buitenpolders en een deel van het rivierenlandschap langs de IJssel vallen in zone II. Hiervoor geldt een landbouw- en landschappelijke functie met recreatief medegebruik. In het streekplan is nagenoeg het heel Nationaal Landschap IJsseldelta opgenomen als belangrijk voor weidevogels, ganzen en andere wintergasten. Hier geldt een beleid van handhaving van de condities voor de instandhouding van de weidevogel- en ganzenpopulaties (waterpeil, openheid en rust). Het structureel verbeteren geschiedt alleen op basis van vrijwilligheid. Het streekplan geeft ten zuiden van het bedrijventerrein van Hasselt ruimte voor zandwinning. Er is nog geen winning gerealiseerd. Milieubeleidsplan Overijssel 2000+ Net als in het streekplan is ook in het Milieubeleidsplan de ontwikkeling van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) aangegeven. Het gaat om gebieden langs de IJssel, het Ganzendiep en het Zwarte Water, en het Zwarte Meer, die grotendeels ook zijn aangewezen als Vogelen Habitatrichtlijngebieden. In de EHS gaat het om een duurzaam behoud, herstel en ontwikkeling van karakteristieke natuur- en landschapswaarden. In natuurgebiedsplannen is dit nader uitgewerkt. Daarin staat onder andere waar sprake is van aankoop voor (nieuwe) natuur en waar van beheersgebieden. Ontwikkelingsvisie Mastenbroek Deze ontwikkelingsvisie Mastenbroek geldt als bouwsteen voor beleid en werkt het toekomstbeeld voor de Mastenbroekerpolder verder uit. Daarin is de gewenste ontwikkeling van de volgende aspecten beschreven: I openheid (in combinatie met een rechthoekige verkaveling); I weidevogels en agrarisch natuurbeheer; I polderlinten door de open ruimte; I landschappelijke dijkranden; I strakke stedelijke randen; I cultuurhistorische elementen (terpen, bajonetaansluitingen historische bouwwerken, etc).
Grens Nationaal Landschap Zones in het streekplan: Landelijk gebied 1 Landelijk gebied 2 Landelijk gebied 3 Landelijk gebied 4
38
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Benoorden de Willemsvaart
Gemeentelijke structuur- en bestemmingsplannen De gemeentelijke structuur- en bestemmingsplannen volgen in grote lijnen het streekplanbeleid en de ontwikkelingsvisie Mastenbroek. De gemeente Zwolle is als vervolg op de ontwikkelingsvisie Mastenbroek gestart met het project Noordelijke Stadsrand Zwolle. Hierin wordt een perspectief geschetst met onder andere herinrichting van en mogelijkheden voor recreatieve uitloop in polder Benoorden de Willemsvaart. Het gaat om een landgoedachtige ontwikkeling in combinatie met onder andere dijkverlegging en natuurontwikkeling. Aanwijzingen vanuit de burgerparticipatie De landbouw wijst op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw en hoe die benut kunnen worden, bijvoorbeeld door vergroting van de huiskavels (kavelruil). De landbouwbedrijven moeten kunnen groeien en de beleidsruimte moet niet verder verkleind worden, vindt men. De sector zet onder andere in op de doorontwikkeling van de bestaande glastuinbouw in de Koekoekspolder en wil uitbreidingsmogelijkheden in de naastgelegen delen in de polder Mastenbroek. De inwoners en organisaties in het gebied hebben talrijke suggesties gedaan om in het buitengebied en hun directe woonomgeving kwaliteiten te ontwikkelen en de recreatieve toegankelijkheid te vergroten. Daarbij gaat het om de uitbouw van het recreatief netwerk (varen, fietsen en wandelen) met daarbij (kleinschalige) voorzieningen als picknickplaatsen, zwemstrandjes, visplekken, et cetera, ook dichtbij huis (dorps-ommetjes). Natuurontwikkeling in het Ketelmeer, onderhoud en herstel van kreken en hanken, toekomst gerichte landschapsontwikkeling dicht bij huis en bouwen in gebiedseigen stijl staan op de agenda bij inwoners en organisaties in Nationaal Landschap IJsseldelta. Gepleit wordt voor het uitvoeren van een ontplantingsplan in Mastenbroek en het elders terugbrengen van karakteristieke beplantingen langs wegen. Net als bij de conferentie over de Noordelijke Stadsrand Zwolle, zomer 2005, wordt gepleit voor integrale herinrichting van het binnendijkse gebied tussen Zwolle-IJsselkanaal, IJssel, Zalkerdijk en stadsrand Westenholte (agrarisch gebied met recreatieve uitloopmogelijkheden en cultuurhistorische waarden, met natuurlijk ingerichte watergangen, twijgwaarden en open gegraven kolken, en aanleg van een strandje bij Westenholte). Een en ander in combinatie met ‘Ruimte voor de Rivier’ (dijkverlegging) en realisering van (een) landgoed(eren).
39
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
40
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Ontwikkelingsperspectief Het ontwikkelsperspectief
4 41
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Dit hoofdstuk beschrijft het ontwikkelingsperspectief van Nationaal Landschap IJsseldelta. In dit perspectief komen verschillende lijnen uit de vorige hoofdstukken samen: de aanwijzingen uit de Nota Ruimte, de specifieke kernkwaliteiten van de IJsseldelta en het beleid en de wensen van de burgers, organisaties en samenwerkende partners.
4.1 Het perspectief op hoofdlijnen Als verschillende belangen samen komen moeten er keuzen worden gemaakt. In het ontwikkelingsperspectief geven de partners aan hoe zij tegen de opgave voor Nationaal Landschap IJsseldelta aankijken, welke ambities zij hebben en hoe zij dit willen uitvoeren. Het geldt dus ook als belangrijkste basis voor het uitvoeringsprogramma. Nationaal Landschap IJsseldelta kent drie ontwikkelingslijnen. Deze lijnen worden hieronder kort beschreven en in de volgende paragrafen verder uitgewerkt. Oude kavels en nieuwe kreken: de kracht van de IJsseldelta De landschappelijke kernkwaliteiten van de IJsseldelta vormen het krachtige uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkeling. Het landschap vertelt het verhaal van de eeuwenoude strijd met het water. De partners willen het deltakarakter van de IJsseldelta behouden en versterken. Dit betekent in de eerste plaats dat de aanwezige waarden worden gekoesterd en beheerd. Daarnaast zal de beleving van de delta op specifieke plaatsen worden versterkt, onder andere door het uitgraven van kreken en hanken. Ramspol
42
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Glastuinbouw in de Koekoek
Van melk, tapijt en tomaten: wonen en werken in de IJsseldelta Nationaal Landschap IJsseldelta en directe omgeving kennen diverse krachtige economische sectoren, zoals de grondgebonden veehouderij, de tapijtindustrie en de glastuinbouw in de Koekoek. Grootschalige woningbouw vindt plaats in de VINEX-locatie Stadshagen. De ‘ja mits’-benadering maakt ruimtelijke ontwikkeling binnen Nationaal Landschap IJsseldelta mogelijk, indien ze de kernkwaliteiten van het landschap behouden of versterken. De partners zien de grondgebonden veehouderij als belangrijke voorwaarde voor diverse kernkwaliteiten. Voor recreatie en verbreding van de landbouw zijn er op specifieke locaties mogelijkheden voor kleinschalige ontwikkeling en wordt ingezet op een goede inpassing in het landschap. Dwalen door de delta: de IJsseldelta ontsloten Nationaal Landschap IJsseldelta is een ‘liefhebberslandschap’. Dat geldt vooral voor de poldergebieden: je moet er van (leren) houden. De IJsseldelta heeft de liefhebbers veel te bieden. Het raamwerk van Nationaal Landschap IJsseldelta - de IJssel, het Zwarte Water en het Zwarte Meer met de historische stadjes - biedt hierbij grote kansen. De partners zien dit als de ruggengraat voor het geleidelijk vergroten van de toegankelijkheid van Nationaal Landschap IJsseldelta als geheel. Onder andere door het uitbreiden van routestructuren en het samenstellen van arrangementen groeit de basis voor een verbeterde beleving van de delta. In de verwachting dat nog vele liefhebbers - zowel van binnen als buiten de regio de IJsseldelta komen ontdekken.
Veehouderijbedrijf in Mastenbroek
43
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Hasselterdijk
4.2
Oude kavels en nieuwe kreken: de kracht van de IJsseldelta
4.2.1 Landschap, cultuurhistorie en water De thema’s landschap, cultuurhistorie en water hangen in de IJsseldelta nauw met elkaar samen. Water is een basiselement van de deltageschiedenis en bijvoorbeeld de oorzaak van de grillige structuur van het Kampereiland en de buitenpolders. Grote wateren gaan evenals de polders vaak samen met openheid. Door zowel de openheid als de zichtbaarheid van het water te vergroten kan de beleving van Nationaal Landschap IJsseldelta als delta verder versterkt worden. De partners willen dit op verschillende manieren invullen. Openheid en beplanting De openheid is de basis voor het weidse landschap van Nationaal Landschap IJsseldelta en haar weidevogelkwaliteiten. De partners zien de grondgebonden landbouw als belangrijke drager voor deze openheid. Op sommige plaatsen wordt de weidsheid negatief beïnvloed door opgaande beplanting die cultuurhistorisch gezien niet past in het landschap. Hier is ontplanting aan de orde. In polder Mastenbroek loopt hiervoor reeds een project ter uitvoering van de ontwikkelingsvisie, het ‘Plan van de Weidsheid’. Samen met maatschappelijke organisaties en burgers wordt te verwijderen beplanting in kaart gebracht en afgesproken hoe vrijkomend terrein daarna gebruikt gaat worden. De partners vinden het wenselijk dat deze aanpak wordt opgeschaald naar het hele Nationaal Landschap IJsseldelta. Kolken, kreken en hanken In de eerste plaats is het van belang dat de aanwezige kwaliteiten worden beschermd. Daarnaast kan de zichtbaarheid (en ecologische kwaliteit) van bestaande - soms dichtgegroeide - kreken en hanken en kolken worden versterkt. Partners zullen hiervoor een apart actieplan opstellen. Net als bij het ‘Plan van de Weidsheid’ is een zorgvuldige, stapsgewijze aanpak gewenst. Daar waar openheid een kernkwaliteit is moet voorkomen worden dat kruidige vegetaties met wilgenbosjes ontstaan. Het selectief realiseren van plasdras-oevers of natte laagten is tevens waardevol voor weidevogels en steltlopers.
Openheid en beplanting
44
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Dichtgegroeide kreek
Kolken Kreken en geulen
Weteringen en sloten Ook de combinatie met extra waterberging biedt perspectief voor het vergroten van de zichtbaarheid van water. In Nationaal Landschap IJsseldelta is naar schatting 1 tot 3% extra bergingscapaciteit nodig. In polder Mastenbroek vormt het stelsel van rechte weteringen, sloten en wegen een kernkwaliteit. Het vergroten van de bergingscapaciteit van weteringen en sloten door het aanleggen van bijvoorbeeld plasdras-zones, zal behoedzaam gebeuren. Er zullen geen andere vormen in het strakke lijnenlandschap worden geïntroduceerd. Ook op het Kampereiland en in de Buitenpolders zal gewaakt moeten worden voor aantasting van het open karakter van het gebied, het aardkundig waardevolle reliëf en de slootpatronen.
Wetering in Mastenbroek
45
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Waterkering dijken en voormalige dijken
Door verdere schaalvergroting van bedrijven en kavelruil groeit bij de landbouw de behoefte om sloten te dichten. Het is echter belangrijk dat de essentie van het cultuurhistorisch patroon zichtbaar blijft, dat essentiële natuurwaarden worden gespaard en dat bergingscapaciteit die verloren gaat gecompenseerd wordt. Partners willen samen met de landbouw- en natuurorganisaties in beeld brengen welke slootpatronen (op Kampereiland/ buitenpolders in combinatie met reliëfpatronen) zichtbaar moeten blijven, hoe dat gecombineerd wordt met een goede landbouwkundige inrichting en waar extra bergingscapaciteit gerealiseerd dan wel gecompenseerd kan worden. Bij het realiseren van extra bergingscapaciteit door maaiveldverlaging langs sloten is ontwikkeling van vochtminnende natuur ook een kans. Het Rijk heeft in het kader van ‘Ruimte voor de Rivier’ aangegeven dat op de langere termijn het Noorddiep mogelijk een functie moet krijgen voor de waterafvoer via de IJssel (reserveproject). Partners vinden het nu te vroeg om daarvoor al plannen te maken. Eventueel is dat bij een herijking van het Ontwikkelingsprogramma aan de orde. Dijken en wegen De dijk- en wegenpatronen in Nationaal Landschap IJsseldelta vertellen de geschiedenis van het gebied. Het bieden van veiligheid is en blijft de belangrijkste functie van de dijken. Partners willen onderzoeken of het haalbaar is om alleen langs de buitenzijde van Kampereiland/buitenpolders langs het Zwarte Meer te volstaan met een waterkering waarbij de Ganzendiep en Goot bij hoogwater worden afgesloten. Wanneer dijken op Dijk in het landschap
46
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Terpen
Kampereiland/buitenpolders als gevolg daarvan hun functie als waterkering verliezen is het belangrijk ze toch in stand te houden. Landbouwkundig gebruik en/of verdere ontwikkeling van de natuurkwaliteiten van deze dijken wordt dan mogelijk. Bij natuurontwikkeling gaat het om het afstemmen van het beheer van de dijken en bermen op de ontwikkeling van specifieke flora en fauna. Het waterschap zal bij de dijken als beheerder een leidende rol spelen en de gemeenten bij de wegbermen. Terpen, erven en dorpsbebouwing Het terp- en erfkarakter in polder Mastenbroek, op het Kampereiland en in de Buitenpolders dient behouden te blijven. Het gaat hierbij ook om de gebouwen in relatie tot de specifieke inrichting van de terp en het erf. Bij nieuwbouw zal gebruik worden gemaakt van streekeigen bouwstijlen, materialen en beplanting. Daarnaast dient er duidelijk onderscheid te zijn tussen hoofd- en bijgebouwen en wordt er een passende bouwhoogte gehanteerd. Karakteristieke boerderijen die in verval dreigen te raken komen in aanmerking voor een conservatie- en renovatietraject. De partners willen bovendien het project ‘Streekeigen huis en erf’ - dat al in polder Mastenbroek heeft gelopen - in het hele buitengebied van Nationaal Landschap IJsseldelta introduceren. Niet alleen bij het agrarisch erfgoed spelen de aspecten beeldkwaliteit en esthetiek. Ook bij de herinrichting of uitbreiding van openbare en particuliere ruimte in de dorpen zal rekening worden gehouden met de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap IJsseldelta. Het opstellen en uitvoeren van dorpsontwikkelingsplannen, met name in kernen als ‘s-Heerenbroek, Wilsum, Grafhorst en Kamperzeedijk, samen met de inwoners, zien partners hierbij als bruikbaar instrument (zie ook paragraaf 4.3.3) Terpboerderij
47
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Ten aanzien van de historische kernen aan de randen van Nationaal Landschap IJsseldelta zetten de partners allereerst in op behoud van de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden. Vanuit Zwolle, Kampen, Hasselt, Genemuiden en Zwartsluis zijn er mogelijkheden voor het vergroten van de recreatieve beleving van Nationaal Landschap IJsseldelta als geheel. Met name de elementen die het verleden van de binnensteden koppelen aan het historisch gebruik van het buitengebied zijn daarbij interessant. Ook het zicht op de stadsfronten van de overzijde van de rivier kan op verschillende plaatsen - bijvoorbeeld bij Hasselt - worden versterkt. 4.2.2 Bodem De polder Mastenbroek staat bekend als veenweidegebied. Onder een laag klei ligt een veenpakket met een variabele dikte. Boven het waterpeil zorgt een natuurlijk proces voor een geleidelijke oxidatie (mineralisatie) van dit veenpakket waardoor het maaiveld geleidelijk zakt. In het verleden is het waterpeil hierop weer aangepast. Het landbouwkundig gebruik van polder Mastenbroek stelt voorwaarden aan het waterpeil. De peilbesluiten die Waterschap Groot Salland neemt zijn gebaseerd op het beleid uit het Streekplan dat inzet op een verdere ontwikkeling van de landbouw (grasland). Naast het belang van de landbouw richt het beleid zich op een zo beperkt mogelijke bodemdaling. De waterhuishouding is afgestemd op graslandgebruik. De bodemdaling kan daarmee weliswaar worden vertraagd, maar niet helemaal worden gestopt. Op langere termijn zal de veenlaag geheel geoxideerd zijn en is het maaiveld een halve meter of meer gezakt. De hoogteverschillen in de ondergrond worden dan zichtbaar en zullen het afwateringsstelsel beïnvloeden. Ook kunnen verzakkingen van opstallen ontstaan. Partners willen op deze ontwikkelingen inspelen en zullen gezamenlijk nagaan op welke termijn deze zich voor zullen doen, wat de verwachte gevolgen zijn en hoe deze kunnen worden opgevangen. Deze studie mondt naar verwachting uit in een plan van aanpak.
Stadsfront Hasselt
48
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Ecologische Hoofdstrucuur en Vogel- en habitatrichtlijngebied
Kuifeenden
4.2.3 Natuur Internationale waarden De natuur in met name de randen van Nationaal Landschap IJsseldelta (uiterwaarden van IJssel en Zwarte Water, Zwarte Meer) is van internationale betekenis en valt samen met de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In het provinciaal Natuurgebiedsplan voor deze gebieden is het beleid hiervoor uitgewerkt. Een groot deel van de EHS valt ook onder de Speciale Beschermingszones (SBZ) in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn en/of de Natuurbeschermingswet. De samenwerkende partners vinden dat het beleid voor deze gebieden bijdraagt aan het behoud, beheer en ontwikkeling van de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap IJsseldelta en spreken af dat dit beleid wordt voortgezet. Op Kampereiland/buitenpolders, langs de randen van het Zwarte Meer zien partners kansen om de natuurwaarde in de oeverzone, ook in relatie tot noodzakelijke natuurcompensaties in verband met ingrepen elders, te vergroten. Rust is in Nationaal Landschap IJsseldelta van groot belang voor de natuurwaarden. Medegebruik dient dan ook op geschikte plaatsen plaats te vinden. Dit betekent dat bijvoorbeeld bij uitbreiding van recreatief-toeristische voorzieningen en activiteiten steeds gezocht wordt naar combinatie van belangen. Uitgangspunt van de partners is dat er bij nieuwe ontwikkelingen in het Nationaal Landschap per saldo zowel voor natuur als voor andere belangen winst wordt geboekt. De Zeearend terug in de IJsseldelta In het uiterst westelijke deel van Nationaal Landschap IJsseldelta ligt buitendijks een moeraszone en is de laatste jaren een groot natuurontwikkelingsproject uitgevoerd met aanleg van 6 nieuwe eilanden (NURG-programma). Hier ontwikkelt zich een zeer gevarieerde rivierdelta. Daar ligt ook het (oudere) Keteleiland met op de westelijke punt een natuurlijk bos. Het eiland biedt unieke mogelijkheden voor een verdere ontwikkeling en zonering van natuur en recreatie. De metafoor die de partners voor de verdere ontwikkeling van het oostelijk Ketelmeergebied hanteren is: de Zeearend terug in de IJsseldelta. Partners willen dit idee samen met alle betrokkenen nader uitwerken en toetsen op haalbaarheid.
49
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Keteleiland
Het Jutjesriet Het Jutjesriet is een natuurgebied van circa 160 hectare nabij Hasselt. Het is bij de ruilverkaveling als weidevogelreservaat aangewezen. Er bevinden zich veel beschermde en kwetsbare plant- en diersoorten als kievitsbloem, zwarte stern en purperreiger. Ontwikkeling van de natuurwaarden van het Jutjesriet hangt nauw samen met de grondwaterstand. Het handhaven van het hoge waterpeil dat hoort bij de oorspronkelijke natuurdoelstellingen wordt door het toenemende hoogteverschil met de landbouwgronden in de polder, als gevolg van klink, steeds moeilijker. De strategie ten aanzien van het Jutjesriet zal door partners worden verwoord in een apart plan van aanpak dat kan rekenen op draagvlak bij landbouw en natuurorganisaties. Handhaving van de openheid van het Jutjesriet zal daarbij voorop staan. Landbouw en natuur De natuurwaarden in de polders van de IJsseldelta zijn de afgelopen decennia, net als elders in Nederland, sterk teruggelopen. Het gaat om achteruitgang van de weidevogelstand en afnemende soortenrijkdom van planten en dieren in de wei en in en bij sloten. Veranderend landbouwkundig gebruik van het land is daar in zijn algemeenheid de oorzaak van. Op basis van vrijwilligheid willen partners projecten uitvoeren om kwaliteiten weer te vergroten. Behalve om weidevogelbeheer (zie hierna) gaat het bijvoorbeeld om de ontwikkeling van vochtminnende natuur langs (verbrede) sloten in combinatie met het realiseren van extra bergingscapaciteit en natuurlijk beheer van dijken en wegbermen.
50
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Jutjesriet
Weidevogels Nationaal Landschap IJsseldelta is van internationaal belang voor weide- en watervogels. Verschillende kernkwaliteiten van het gebied, en met name de openheid, dragen hier aan bij. De laatste jaren loopt het aantal weidevogels echter achteruit. Om deze ontwikkeling te keren is vanuit de Ontwikkelingsvisie Mastenbroek het project Agrarisch Natuurbeheer gestart, waarin onder andere de basis is gelegd voor een enthousiaste agrarische natuurvereniging. Partners willen deze ontwikkeling blijven stimuleren. Meer dan in het verleden moet gezocht worden naar structurele financiering van vergoedingen voor de (groene) diensten die agrariërs leveren. Het - binnen Nationaal Landschap IJsseldelta - geconcentreerd inzetten van compensatiegelden van grootschalige projecten elders kan hierin bijdragen. Hetzelfde geldt voor nieuwe vormen van beheer, zoals mozaïekbeheer. Ook een verdere ontplanting werkt gunstig uit doordat predatoren als kraaien en vossen zo minder nest- en schuilgelegenheid en uitkijkpunten hebben. Een verdere analyse van de oorzaken van de achteruitgang van de weidevogels in de IJsseldelta is nodig voor een effectiever agrarisch natuurbeheer.
Tureluur
51
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
4.3 Van melk, tapijt en tomaten: wonen en werken in de IJsseldelta Deze ontwikkelingslijn heeft betrekking op de thema’s landbouw, bedrijvigheid en wonen. 4.3.1 Landbouw Een gezonde grondgebonden veehouderijtak vereist goede productiefactoren en mogelijkheden om te innoveren. Van belang zijn onder andere een goed waterpeil, grote huiskavels, voldoende bedrijfsomvang en een goede ontsluiting van de kavels. Binnen Nationaal Landschap IJsseldelta wordt over het algemeen redelijk tot goed aan deze voorwaarden voldaan. Er is weinig spanning tussen de bestaande, landbouwkundige inrichting en de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten van Nationaal Landschap IJsseldelta. Het is een van de beste landbouwgebieden van de provincie en een waarborg voor behoud van de openheid. De spanning tussen de weidevogelkwaliteiten van het gebied en de landbouw zullen, op basis van vrijwilligheid, vooral moeten worden opgelost door goede en effectieve(re) beheersafspraken, waar een vergoeding tegenover staat. De partners zetten zich er voor in de landbouw verder te ondersteunen bij het verbeteren van de productievoorwaarden in combinatie met het behoud van de kernkwaliteiten van het gebied, en bevorderen agrarisch natuurbeheer. Structuurverbetering en pachtregels Kampereiland Op het Kampereiland en in de buitenpolders is sprake van stagnerende schaalvergroting. Er is te weinig marktwerking waardoor noodzakelijk groei van nu nog levenskrachtige
Grondgebonden veehouderij
52
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Kampereiland
bedrijven achterwege blijft. Als er niets gebeurt zal dit op den duur voor de landbouw en de sociaal-economische ontwikkeling op Kampereiland als geheel, slecht uitwerken. De gemeente Kampen zal daarom binnenkort besluiten nemen over wijzigingen in het beleid dat zij als verpachter voert. Dit betekent dat van de nieuwe pachtregels stimulansen zullen uitgaan die schaalvergroting bevorderen. In het gebied waar Kampen verpachter is kan zij ook sturen op vergroting van de huiskavels in combinatie met behoud van de karakteristieke kavel- en slootpatronen. Partners gaan na welke mogelijkheden er nog meer zijn om de structuurverbetering c.q. schaalvergroting op Kampereiland/buitenpolders te ondersteunen en te versnellen. Het gaat dan bijvoorbeeld om planmatige pachtruil, locale herverkaveling en het realiteitsgehalte van een verplaatsingsfonds. Bij bedrijfsbeëindiging en het realiseren van passende nieuwe economische dragers op vrijkomende erven kan in sommige gevallen gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die de regeling ‘Rood voor Rood’ biedt en het beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing (VAB’s). Ook de gebiedsmakelaar kan hierbij een rol spelen. Kavelruil De bedrijfsomvang in Mastenbroek is weliswaar groter dan op Kampereiland maar vergroting van bedrijven blijft ook daar voor veel agrariërs een belangrijk thema. De behoefte aan kavelruil neemt toe. De partners willen daaraan meewerken onder de voorwaarde dat de geometrische indeling en het hoofdpatroon van weteringen en sloten behouden blijft. Tevens willen partners behoud en ontwikkeling van de aan sloten en slootranden gekoppelde natuurwaarden realiseren. De provincie Overijssel zal samen met de andere partners onderzoeken in hoeverre het provinciaal Revolving Fund ingezet kan worden voor grondaankopen. Hiermee zouden meerdere doelen zoals kavelruil, vergroten bergingscapaciteit in combinatie met behoud en ontwikkeling van vochtminnende natuur, aanleg van fietspaden en revitalisering van kreken en hanken kunnen worden gediend. Over de inzet van deze gronden voor meerdere doelen zal dan in gezamenlijk overleg met alle partijen in het gebied, mogelijk in een op te richten gebiedscommissie, besluiten kunnen worden genomen. Ervaringen elders wijzen uit dat wanneer partners in een Nationaal Landschap op deze manier zelf speler worden op de grondmarkt coalities mogelijk worden en meerdere doelen soepel bereikt kunnen worden.
53
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Agrarische bebouwing
Agrarische bebouwing Nieuwe agrarische bebouwing voor de grondgebonden landbouw zal zorgvuldig moeten worden ingepast. Hierbij houden partners er rekening mee dat de stallen voor de grondgebonden veehouderij in omvang zullen toenemen. Uitgangspunt van de partners is dat nieuwbouw primair op de bestaande agrarische bouwblokken plaats zal vinden. In voorkomende gevallen kunnen in Mastenbroek nieuwe bouwblokken worden toegevoegd. Hierbij zal eerst gekeken worden naar de noord-zuid georiënteerde linten en alleen in uitzonderingsgevallen naar de oost-west georiënteerde bebouwing. Op Kampereiland en in de buitenpolders kan naar verwachting voldoende ruimte gevonden worden op bestaande huisbelten en erven. Via haar pachtbeleid heeft de gemeente Kampen in het gebied waar zij verpachter is een extra sturingsmogelijkheid in handen. Waar uitbreiding op de terpen en erven plaatsvindt zal per geval bekeken worden wat vanuit de kernkwaliteiten geredeneerd de meest logische situering, ontwerp en maatvoering is. Nieuwe niet-grondgebonden veehouderijbedrijven worden tegengegaan. De extra bouwmassa’s die daarmee gepaard gaan willen partners weren uit Nationaal Landschap IJsseldelta. Vrijkomende agrarische bebouwing en Rood voor Rood Vrijkomende agrarische bebouwing (VAB’s) kan leiden tot leegstand, verval en verpaupering in het landelijk gebied. Het stimuleren van passend hergebruik van deze gebouwen is daarom belangrijk. De provincie Overijssel is op dit moment bezig met een aanpassing van
54
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Kamperen bij de boer
de provinciale handreiking waardoor de ruimte die het streekplan hiervoor biedt ook daadwerkelijk door de gemeenten kan worden ingevuld. Naast het stimuleren van passend hergebruik van voormalige agrarische gebouwen kan het nodig zijn landschapsontsierende bebouwing af te breken. Een van de instrumenten voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit is ‘Rood voor Rood’. Afbraak van stallen ten gunste van woningen en kwaliteitsverbetering van het erf (rood voor groen). Gemeenten zullen het bestaande provinciaal uitvoeringskader uitwerken in hun eigen beleid. Binnen Nationaal Landschap IJsseldelta zullen partners een gezamenlijk uitvoeringskader voor VAB’s en Rood voor Rood opstellen. Hierbij gelden de ruimtelijke kernkwaliteiten van de gebieden als uitgangspunt. De gemeente Kampen kan en zal daarnaast via haar eigen pachtregels in het gebied waar zij verpachter is, blijven sturen op het behoud van karakteristieke opstallen en verantwoorde inpassing van nieuwe bebouwing op de bestaande erven. Verbreding Verbreding in de landbouw vindt in Nationaal Landschap IJsseldelta nog maar mondjesmaat plaats. Kansen voor verbreding liggen er echter wel en worden hier en daar al benut. Het gaat bijvoorbeeld om agrarisch natuurbeheer, een zorgboerderij of ‘kamperen bij de boer’. Bij de uitbouw van het agrarisch natuurbeheer kan o.a. gedacht worden aan uitbreiding van het zogenaamde Koploperproject en randenbeheer in combinatie met waterberging. Recreatie- en zorgverbreding passen goed in de randen van Nationaal Landschap IJsseldelta. Verbreding van de landbouw kan ook het nodige betekenen voor de recreatieve, sociaal-economische en ecologische ontwikkeling van het gebied. Daarom zullen partners initiatieven voor verbreding vanuit een positieve grondhouding beoordelen en waar mogelijk ondersteunen. Voorwaarde is wel dat de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt en dat andere agrarische ondernemers niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd. In de conferentie over de Noordelijke Stadsrand van Zwolle, juni 2005, zijn ideeën ontwikkeld voor herinrichting van het gebied bij Westenholte (polder Benoorden de Willemsvaart) en Stadsbroek, in combinatie met stedenbouwkundige afronding, waarbij agrariërs een functie vervullen in het leveren van zogenaamde groen/blauwe diensten. Partners steunen deze ontwikkeling en werken deze nader uit.
55
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Glastuinbouw de Koekoek
Glastuinbouwgebied De Koekoek Polder De Koekoek wordt in de Nota Ruimte aangeduid als projectvestigingslocatie voor de glastuinbouw. Op dit moment ontwikkelt de glastuinbouw zich sterk, onder andere door vernieuwing en transformatie. De sector gaat er vanuit dat over 5 tot 7 jaar de ruimte voor uitbreiding van glastuinbouw in de Koekoek is benut en wil graag in zuidelijk richting in de Mastenbroekerpolder kunnen uitbreiden. Partners vinden dat dit op gespannen voet staat met behoud van de kernkwaliteiten van deze polder. Zij vinden dat allereerst gekeken moet worden naar de mogelijkheden voor intensivering binnen polder De Koekoek, ook door vollegrondsteelt verder plaats te laten maken voor glastuinbouw, en innovatieve oplossingen waar het gaat om intensief en gecombineerd ruimtegebruik. De behoefte aan uitbreidingsruimte voor glastuinbouw in heel Overijssel wordt momenteel verkend. In een volgende stap zullen alternatieve locaties integraal worden bekeken en beoordeeld. Hierbij wordt ook gekeken naar een verdere groei op locaties direct over de provinciegrens. Lichtuitstraling door de Koekoek is binnen Nationaal Landschap IJsseldelta een aandachtspunt. Deze lichtuitstraling is in de wijde omtrek te zien. Hoewel 'donker' op zich geen kernkwaliteit is, is er wel samenhang met de beleving van de kernkwaliteiten weidsheid en openheid. De sector wordt gevraagd met maatregelen te komen die de lichtuitstraling beperken. LTO-Nederland en Stichting Natuur en Milieu zijn samen een plan van aanpak overeen gekomen om stapsgewijs tot minder lichthinder te komen. Om te beginnen moeten de bestaande wettelijke regels beter worden nageleefd en gehandhaafd en wordt de lichtuitstraling naar boven beperkt met al aanwezige (energie)schermen. Daarnaast omvat het akkoord een stappenplan om per 1 januari 2008 het licht boven de kassen voor 95 procent af te schermen. Duurzame energie In de Ontwikkelingsvisie Mastenbroek is ontwikkeling van duurzame energie in de landbouw al geagendeerd. Bouw van grote windturbines in Nationaal Landschap IJsseldelta is recent via een streekplanherziening uitgesloten. Vergisting van afval van de tuinbouw uit de Koekoek en mest biedt wel kansen, ook omdat in de Koekoek veel behoefte is aan energie/warmte, mogelijk in combinatie met warmte- en koudeopslag. Partners willen initiatieven in deze richting actief ondersteunen.
56
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
4.3.2 Bedrijvigheid In Nationaal Landschap IJsseldelta is de bedrijvigheid goed ontwikkeld en biedt aan veel mensen werkgelegenheid en inkomen. De tapijtindustrie van Genemuiden is van nationale betekenis. Grotere bedrijventerreinen bij IJsselmuiden, Genemuiden en Hasselt nemen een prominente plaats in het landschap in. Maar ook op de Kamperzeedijk zijn grote en levenskrachtige bedrijfsvestigingen gerealiseerd. Het beleid van de partners in Nationaal Landschap IJsseldelta richt zich op het creëren van ontwikkelingsmogelijkheden voor naar aard en schaal passende bedrijvigheid door primair revitalisering en inbreiding, in samenhang met noodzakelijke uitleg. Investeringen voor inbreiding en revitalisering zijn niet alleen nodig om economisch aantrekkelijk te blijven, maar ook om uitleglocaties zo lang mogelijk te kunnen gebruiken en daarmee de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap IJsseldelta te behouden. In verband hiermee is ook een verbetering van de landschappelijke inpassing van bestaande bedrijventerreinen aan de orde. Bedrijventerreinen Zwartewaterland De Structuurvisie Zwartewaterland zet voor de bedrijventerreinen reeds in op revitalisering, inbreiding en selectieve uitleg. Bij Genemuiden wordt, net als in de ontwikkelingsvisie Mastenbroek, aan de oostzijde een uitbreiding voorgestaan in combinatie met een groen/blauwe binnendijkse zone langs de Zwarte Waterdijk. Deze zone waarborgt een goede landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein en houdt rekening met de openheid van het rivierlandschap en de kleinschaligheid langs de dijk. Partners willen deze binnendijkse zone gebruiken om een ruimtelijke kwaliteitsslag te maken en spreken af samen hiervoor een plan op te stellen. De uitbreiding van het bedrijventerrein bij Hasselt vindt overeenkomstig het streekplan en de structuurvisie plaats in zuidelijke richting en zal landschappelijk goed worden ingepast. Ook ten aanzien van de bescheiden uitbouw en afronding van de bedrijventerreinen bij Zwartsluis volgen partners de Structuurvisie Zwartewaterland. Voor de bedrijventerreinen in Genemuiden en Hasselt ontwikkelt de gemeente Zwartewaterland samen met het bedrijfsleven revitaliseringplannen. Voor het terrein bij Hasselt wordt tegelijkertijd nagegaan hoe het zicht op het historische stadsfront van Hasselt verbeterd kan worden. Inhoudelijk en financieel wordt aansluiting gezocht bij economische en ruimtelijke doelstellingen van provincie, Rijk en Europese Unie.
Groene bufferzone Uitbreiding bedrijventerrein
Industrieterrein Genemuiden
57
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
In en rond Kamperzeedijk bestaat er spanning tussen de schaal en maat van de bedrijfslocaties enerzijds en lokale kernkwaliteiten als kolken, dijkwoningen en een bochtige dijk anderzijds. Om deze spanning te verminderen zal gezocht worden naar verplaatsingsmogelijkheden voor bedrijven die willen uitbreiden. Op de vrijkomende locatie kan dan mogelijk een deel van de woningbouw plaatsvinden. Ruimtereservering voor het totale woningbouwprogramma van Kamperzeedijk blijft daarbij noodzakelijk. In een dorpsontwikkelingsplan kan daarnaast worden ingegaan op functionele en uitvoerbare inrichtingsmaatregelen die de ruimtelijke kwaliteit in de bestaande situatie op Kamperzeedijk vergroten. Een goede afwikkeling van de vervoerstromen vanuit Genemuiden, Hasselt en Kamperzeedijk naar de A28 wordt gerealiseerd door aanleg van een twee maal tweestrooks verbinding vanaf Stadshagen naar de A28. Delen zijn in uitvoering. Langs Stadshagen wordt een nieuwe randweg gemaakt. Tijdige realisering van deze randweg en Stadshagen II moeten goed op elkaar worden afgestemd voor de gewenste doorstroming van (zakelijk) verkeer vanuit Zwartewaterland. Zandwinning In het Streekplan is ruimte gereserveerd voor een zandwinning in de polder Mastenbroek. Deze blijft vooralsnog gewenst omdat het hierbij gaat om de continuïteit van de delfstoffenvoorziening op de lange termijn. Wel vinden de partners dat het kerngebied van de polder Mastenbroek gevrijwaard moet blijven van deze ingreep. Het gebied ten westen van de provinciale weg Zwolle-Hasselt wordt via een streekplanherziening als zandwinzone geschrapt. Om waterhuishoudkundige en veiligheidsredenen zal een mogelijke zandwinlocatie op voldoende afstand van het Zwarte Water moeten liggen. Het gebied tussen de zandwinlocatie en de dijk van het Zwarte Water leent zich voor een herinrichting die de kwaliteiten van de dijk met zijn erven, historische bebouwing, boomgaarden en andere beplanting versterkt. De zandwinplas zelf zal een open karakter moeten krijgen om de weidsheid van Mastenbroek niet aan te tasten. Daarmee kan het tegelijkertijd een functie voor watervogels vervullen in combinatie met extensief recreatief medegebruik. Indien enigszins mogelijk zal een groot deel van het zand per schip moeten worden afgevoerd om extra belasting van het wegennet te beperken. Bij zandwinning en herinrichting van het aangrenzende gebied zal sprake moeten zijn van verevening van kosten en opbrengsten. Als er vanuit het bedrijfsleven vóór 2009 geen realistisch uitvoeringsgereed plan is voor de zandwinning en de herinrichting van het aangrenzende gebied dan zal, via een streekplanprocedure, heroverweging van de zandwinzone plaatsvinden.
Stuurmansweg - Milligersteeg
58
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
4.3.3 Wonen Uitgaande van de Nota Ruimte geldt voor alle Nationaal Landschappen het criterium ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei (migratiesaldo nul). Dit betekent dat er, met onderscheid naar de verschillende doelgroepen (vooral ouderen en starters) en marktsegmenten, voor de eigen bevolking mag worden gebouwd. Dit komt overeen met het beleid op basis van het Streekplan dat nu al voor het gebied geldt. Bij het migratiesaldo gaat het om het verschil tussen vertrekkende en binnenkomende mensen. Het begrip geboorteoverschot staat hier los van. ‘Migratiesaldo nul’ heeft dus geen consequenties voor het bouwen voor mensen die in het gebied geboren zijn en daar willen blijven wonen. Zij verschijnen op een gegeven moment op de woningbouwmarkt als starter en vormen dus geen factor bij de berekening van het migratiesaldo, want dat gaat immers alleen over vertrekkende en binnenkomende mensen. De ruimte voor het wonen wordt primair gevonden bij bestaande kernen, door zowel inbreiding als uitbreiding. Hierbij zal specifieke aandacht zijn voor de 'kwaliteit van de woonomgeving'. Door aan te sluiten bij de kernkwaliteiten van Nationaal Landschap IJsseldelta, zoals bijvoorbeeld de cultuurhistorische patronen, wordt bijgedragen aan herkenning en ruimtelijke kwaliteit, ook in de openbare ruimte. Inbreiding en herstructurering beperken de aanslag op de open ruimte en dragen daarmee bij aan de opgave voor Nationaal Landschap IJsseldelta. Stadshagen/Westenholte De VINEX-locatie Stadshagen II grenst aan Nationaal Landschap IJsseldelta. De noordelijke grens (Milligersteeg) reikt tot het kerngebied van de polder Mastenbroek. Verdere grootschalige bebouwing in noordelijke richting leidt tot een onomkeerbare aantasting van de openheid van de polder, juist een van de redenen voor de aanwijzing tot Nationaal Landschap. De fysieke grens tussen Mastenbroek en Stadshagen II wordt dus bepaald door de ligging van de nieuwe Hoofdinfrastructuur (HIS), de verbinding tussen de Zwartewatersteden en Zwolle/A28. Ter hoogte van de Oude Wetering kruist deze HIS een karakteristieke zicht-as, en daarmee de aansluiting tussen de oude polderstructuur en Stadshagen II. Om de zicht-as en de beleving van de polder Mastenbroek in stand te houden is het van groot belang dat de HIS landschappelijk goed wordt ingepast en ter hoogte van de Oude Wetering verzonken, zonder geluidsschermen, wordt aangelegd. De partners kiezen binnen het project Noordelijke Stadsrand Zwolle verder voor een afrondende, zorgvuldig ingepaste woonontwikkeling op de flanken van Stadshagen/Westenholte: I aan de westzijde tussen provinciale weg en spoorlijn, richting ‘s-Heerenbroek, waarbij een voldoende groene buffer tussen dorp en stad behouden blijft;
Noordelijke Stadsrand Zwolle
Stadshagen
59
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Woonuitbeiding Oosterholt
Oosterholt (situatie 2005)
I
I
een hoogwaardige stedelijke afronding en landgoedachtige uitbreiding bij Westenholte in combinatie met een goed ingepast groen/blauw uitloopgebied in polder Benoorden de Willemsvaart en het uiterwaardengebied; langs de Milligerplas in Stadsbroek met een groen/blauw uitloopgebied langs het Zwarte Water, rekening houdend met kwel en waterberging.
Hierbij zullen de contrastrijke dijkranden worden behouden en waar mogelijk versterkt. Het zicht op en vanaf de dijken zal vrij moet blijven. Wonen in Oosterholt Bij IJsselmuiden is in de ontwikkelingsvisie van de gemeente woningbouw voorzien op de locatie Oosterholt (locaties Noord en Zuid). De partners constateren dat deze uitbreiding plaats vindt in een overgangsgebied dat behoort bij het rivierlandschap. Als gevolg van afgravingen in het verleden is het oorspronkelijke rivierduinlandschap van Oosterholt nog beperkt herkenbaar. De kernkwaliteiten van de polder Mastenbroek zijn bij deze woonuitbreiding niet in het geding. Wonen in Genemuiden Transformatie van de Tapijtwijk naar wonen kan naar de mening van de partners een belangrijke impuls geven aan de ruimtelijke kwaliteit van Genemuiden als geheel. Het gaat echter om een zeer kapitaalsintensieve ingreep die afgestemd moet worden op de ontwikkeling van de bedrijvigheid in Genemuiden. Revitalisering van bedrijventerreinen en uitplaatsing van bedrijven moet tegelijkertijd haalbaar zijn.
Woonuitbeiding Genemuiden
60
Genemuiden
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Hasselt
Genemuiden heeft nog voor een aantal jaren bouwcapaciteit in bestaande bestemmingsplannen in westelijke richting tot de dijk. Daarnaast wordt ten noorden van de randweg wooncapaciteit gevonden. De kernkwaliteiten van Nationaal Landschap IJsseldelta worden niet aangetast en de overgang naar de polder wordt duidelijk gemarkeerd. In overeenstemming met de ontwikkelingsvisie Mastenbroek geven de partners daarbij de voorkeur aan een strakke groene rand die past bij de geometrie van de polder Mastenbroek. Om te kunnen blijven bouwen voor de eigen bevolking verwacht de gemeente Zwartewaterland op langere termijn (10 - 15 jaar) woonuitbreiding ten zuiden van de randweg nodig te hebben. In de Structuurvisie wordt voorgesteld dit vorm te geven door verspreid liggende woonclusters. Vanuit de ontwikkelingsvisie Mastenbroek verdient een strakke begrenzing de voorkeur. In een later stadium zal, aan de hand van een concrete ruimtelijke uitwerking, een nadere afweging en beoordeling plaats vinden. Hierbij zullen beperking van het ruimtebeslag en behoud van maat, linten en zichtlijnen leidend zijn. Wonen in Hasselt In de gemeentelijke structuurvisie is aan de oostzijde van Hasselt, buiten Nationaal Landschap IJsseldelta, een woonuitbreiding voorgenomen. Dit past bij het behoud van de kernkwaliteit weidsheid in de polder Mastenbroek en is in overeenstemming met het streekplanbeleid.
61
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Wilsum
De vier kleine kernen In Nationaal Landschap IJsseldelta liggen vier kleine kernen: ‘s-Heerenbroek, Wilsum, Kamperzeedijk en Grafhorst. Elk dorp heeft zijn eigen kenmerkende ligging en wordingsgeschiedenis en daarmee eigen ruimtelijke kwaliteiten. Wilsum heeft zich op een rivierduin ontwikkeld, terwijl Kamperzeedijk en Grafhorst typische dijkdorpen zijn. Grafhorst wordt getypeerd door de ligging aan het water, terwijl Kamperzeedijk met de kolken een kwaliteit heeft die nog meer benut kan worden. ‘s-Heerenbroek wordt onder andere getypeerd door het profiel met de schoorsteen van de melkfabriek en de kleinschaligheid bij de IJsseldijk. Ook in deze kleine kernen is behoefte aan woningen voor de eigen bevolking, met name voor doelgroepen als jongeren en ouderen. In de dorpen staan de partners beperkte in- en uitbreiding toe. Hierbij zijn naast de bovengenoemde kwaliteiten de schaal, maatvoering en ontwerp van zowel gebouwen als openbare ruimte van belang. In de dorpsontwikkelingsplannen kan dit samen met de bevolking verder worden uitgewerkt.
Wat is een dorpsontwikkelingsplan? Inwoners van een dorp denken zelf na over verbetering van hun leefomgeving. Er worden in samenspraak met de bewoners plannen gemaakt op bijvoorbeeld het gebied van zorg en welzijn, cultuur, cultuurhistorie, streekeigen beplanting en recreatie. De input van de inwoners is hierbij leidend. Zij bepalen welke thema’s in het dorpsontwikkelingsplan worden opgenomen en uitgewerkt. Het gaat hier zowel om behoud van waardevolle kwaliteiten als om de ontwikkeling van nieuwe functies. Hierbij valt naast voorzieningen te denken aan dienstverlening, sociale cohesie en ruimtelijke kwaliteit. Dus: wat kunnen mensen voor elkaar betekenen, welke voorzieningen zijn nodig en hoe kunnen we het dorpsbeeld versterken?
Voor wat betreft wonen in vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) en Rood-voor-Rood wordt verwezen naar paragraaf 4.3.1.
62
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Blauwe randen
4.4 Dwalen door de delta: de IJsseldelta ontsloten Deze ontwikkelingsrichting heeft met name betrekking op de themaís recreatie, toerisme en beleving. Afstemming van activiteiten met de uitvoering van de Netwerkstadvisie Zwolle Kampen staat bij deze ontwikkelingsrichting voorop. 4.4.1 Samenhang en doelgroepen Onze visie: de IJsseldelta als totaalconcept De polders in Nationaal Landschap IJsseldelta vormen een liefhebberslandschap. De blauwe omlijsting van de polders met het rivierenlandschap en de historisch waardevolle stadjes geven de IJsseldelta een dimensie die daar ver boven uit stijgt. De partners zijn er van overtuigd dat het vergroten van de recreatieve beleving en toegankelijkheid van Nationaal Landschap IJsseldelta als geheel een samenhangende aanpak vergt. Bij het vergroten van de recreatieve belevingsmogelijkheden zijn allerlei invalshoeken aan de orde. Denk aan cultuurtoerisme, natuurrecreatie, kunstuitingen en educatie. Voor de IJsseldelta is het belangrijk om die kenmerken te benutten die het gebied onderscheiden van andere regio's. In de visie van de partners gaat het dan vooral om de landschappelijke contrasten. In de randen van het gebied zijn deze contrasten het sterkst en kun je de delta het beste beleven. Ontwikkeling van toerisme, verblijfsrecreatie en horeca kan alleen renderen binnen een totaal marketingconcept voor Nationaal Landschap IJsseldelta. Hierbij is een goede samenwerking tussen de aanbieders onontbeerlijk. Binnen een dergelijk concept is het ook mogelijk arrangementen te bedenken, bijvoorbeeld overnachten in een van de historische stadjes in combinatie met het verkennen van Nationaal Landschap IJsseldelta. Recreatievaart op de Goot
63
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Strandje bij Wilsum
Doelgroepen: van lokaal naar nationaal Partners onderscheiden drie doelgroepen voor het totaalconcept Nationaal Landschap IJsseldelta. Allereerst vinden zij het belangrijk dat de uitbouw van recreatie en toerisme betekenis heeft voor de eigen bevolking. Vervolgens richten zij zich op de bevolking uit de regio en in de derde plaats op de mensen in de rest van Nederland. Alleen op die manier blijft er draagvlak voor ontwikkelingen op dit gebied. Als doelgroepen benaderd worden is regie en samenwerking tussen alle betrokken organisaties en bedrijfsleven noodzakelijk. De recreatieve uitloop voor de eigen bevolking is van groot belang. Niet alleen het creëren van recreatieve ommetjes hoort hier bij, maar ook het vergroten van belevingswaarden ‘dicht bij huis’. Dit krijgt vorm door het terugbrengen en herstellen van typische landschapselementen, zoals kreken, hanken en eendenkooien. Voor de regionale en nationale doelgroep is de watersport met haar - aan de historische kernen gekoppelde - rand rond Nationaal Landschap IJsseldelta en het haarvatenstelsel in het gebied zelf van groot belang. De ambitie is om deze doelgroepen vanuit de randen te verleiden Nationaal Landschap IJsseldelta te ontdekken. Partners willen dat voorzieningen en routenetwerken zoveel mogelijk ook bereikbaar zijn voor mensen met een lichamelijke beperking. 4.4.2 Beleving rond stad en dorp Stadshagen is een zeer grote stadswijk direct grenzend aan Nationaal Landschap IJsseldelta. Op termijn wonen hier tienduizenden mensen die dicht bij huis willen recreëren. Vooral in de flanken van Stadshagen/Westenholte - richting IJssel en Zwarte Water - zien partners mogelijkheden om een relatief kleinschalig uitloopgebied te realiseren. Een goede zonering kan er voor zorgen dat recreatie en natuurontwikkeling worden gecombineerd. Een selectief gebruik van ‘rood voor groen’-regelingen brengt een duurzame inrichting van het gebied dichterbij.
Fietsen op Kampereiland
64
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Kerk Mastenbroek
Naar analogie van de ontwikkelingsvisie Mastenbroek wordt in Mastenbroek ter hoogte van Stadshagen (Milligersteeg en Stuurmansweg) gekozen voor een strakke groene begrenzing. Het ontwerp daarvoor wordt in samenhang met de te realiseren randweg gemaakt. Ontwikkeling van een uitloopgebied in de polder Mastenbroek met opgaand groen is niet verenigbaar met de kernkwaliteit openheid. Een ontwikkeling van ‘vingers’vanuit Stadshagen de polder in, langs sloten of weteringen met natuurvriendelijke oevers zonder opgaande beplanting en met behoud van de rechte wetering- en slotenstructuur en de openheid, is wel denkbaar. Vrijwillige medewerking van eigenaren en agrariërs is daarbij noodzakelijk. In verband met verspreiding van ziektes en verstoring van vee zouden randvoorwaarden kunnen worden gesteld ten aanzien van toegang voor honden. Als uitwerking van de ontwikkelingsvisie Mastenbroek wordt een plan opgesteld om over de oude waterhuishoudkundige structuur van de polder kanorecreatie mogelijk te maken. De centraal gelegen kern Mastenbroek in de gelijknamige polder is met haar kerktoren een belangrijk oriëntatiepunt in de polder. Bij het meer beleefbaar maken van de polder zal hiervan gebruik moeten worden gemaakt. Kampen
65
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Het rivierenlandschap bij IJssel en Zwarte Water is één van de sterkere toeristische productonderdelen. Juist daar moet de landschappelijke variatie gewaarborgd worden. De filosofie van de partners is dat toeristen hun bezichtiging van IJsseldelta idealiter combineren met bezoek aan één van de stadjes. De ingezette doorontwikkeling van de oude kernen en stads- en waterfronten is hierbij van wezenlijk belang. Voor Zwartsluis geldt dit ook voor de bezoekers die georiënteerd zijn op de Wieden. Bij Hasselt kan herstel van het zicht op het historische stadsfront vanuit de polder bijdragen aan kwaliteitsverhoging. Een vitale binnenstad van Kampen met een prachtig waterfront geeft kansen om meer toeristen te trekken die ook de rest van de IJsseldelta bezoeken. De stad biedt al vele evenementen en in relatie met Nationaal Landschap IJsseldelta liggen er nog meer mogelijkheden. De Koggewerf kan daarin bijvoorbeeld een centrale rol spelen. Ook bij Wilsum en 's-Heerenbroek en omgeving liggen kansen om het toeristisch-recreatief aanbod en decor te versterken. Het gaat bijvoorbeeld om het uitgraven van een hank bij Scherenwelle, de aanleg van een nieuw passantenhaventje bij ís-Heerenbroek, het kwalitatief opwaarderen van het haventje bij Wilsum en de aanleg van een terras met zicht op de IJssel zijn recreatief gezien interessante initiatieven om op haalbaarheid te onderzoeken. Er zijn ook recreatieve activiteiten die niet thuis horen in Nationaal Landschap IJsseldelta, bijvoorbeeld omdat ze de rust verstoren of andere recreatieve activiteiten. Het varen met jetski’s willen partners daarom weren. Bij de versterking van de binnensteden, mede in relatie tot Nationaal Landschap IJsseldelta, gaan de partners uit van het ingezette Masterplan Toerisme Zwolle Kampen en de Netwerkstadvisie Zwolle Kampen. Bij de aanpak van de stads- en waterfronten in Zwartewaterland is de aangegeven richting in de gemeentelijke structuurvisie leidend. Via het project Zwartewaterlint wordt hieraan verdere invulling gegeven.
Recreatie op het Zwarte Meer
66
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
4.4.3 Netwerken en voorzieningen Routenetwerken Vergroting van de toegankelijkheid en de ontwikkeling van natuur- en landschapsgerichte recreatie en toerisme zal zich vooral richten op de randen van de IJsseldelta, inclusief aders als Ganzendiep en Goot. Hiervoor is een kwalitatief hoogwaardige, sluitende infrastructuur nodig. Deze kenmerkt zich door voldoende wandel- en fietsmogelijkheden, inclusief rondgaande routes. Ook is het van belang dat er rond het gehele gebied watersportvoorzieningen zijn die watersporters ook daadwerkelijk uitnodigen om aan de wal te recreëren. Door recreatie en natuur in samenhang te ontwikkelen wordt voorkomen dat er schade optreedt. Met de spoorlijn van Zwolle naar Kampen kan het publieksbereik van Nationaal Landschap IJsseldelta ook worden vergroot. Deze lijn krijgt, met te realiseren extra haltes, een interlokale betekenis in het kader van het boegbeeld IJsselnet, de kwaliteitsimpuls voor openbaar vervoer in de Netwerkstad. De basis voor goede routenetwerken ligt in de medewerking van alle betrokkenen: grondeigenaren, pachters, Rijkswaterstaat, waterschap, natuurorganisaties et cetera. Recreatieve voorzieningen Concrete voorzieningen die uitgebreid of opgewaardeerd kunnen worden zijn fiets- en wandelpaden (gedeeltelijk over de dijken), struinpaden (in de uiterwaarden), kijkhutten, ligstrandjes, pleisterplaatsen en aanleghavens. Kansen liggen zowel in de kernen als daarbuiten. Zo kan de Koggewerf in Kampen bijvoorbeeld doorgroeien naar een pleisterplaats van grote betekenis. Langs de natte aders, zoals de IJssel, het Zwarte Water en het Ganzendiep, is vooral behoefte aan picknickplaatsen, fietspaden en pontjes. De huidige populariteit van de wateren voor sportvissers vraagt om verdere begeleiding. Partners zetten zich verder in voor een voortzetting van de herstructurering van het recreatielint bij Seveningen, in combinatie met versterking van het bijzondere karakter van het Ganzendiep. Een kleine haven in Grafhorst aan het Ganzendiep kan bijvoorbeeld de variatie aan ligplaatsen in het gebied verder vergroten.
Pontje Mandjeswaard - Kampereiland
67
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Recreatie Ganzendiep
Fietsen Op Kampereiland, in de Buitenpolders en bij de IJssel en het Zwarte Water moet vooral gedacht worden aan fietsen. Het toeristisch-recreatieve aanbod heeft voldoende potentie en er zijn al diverse fietsroutes beschikbaar. De fietsroute Ganzendiep (met pontje) is een aantrekkelijke route die vanuit Kampen en IJsselmuiden al intensief wordt benut. Recent is de fietsverbinding Pijperstaart over de dijk bij de Kattewaard afgerond. Op Kampereiland en in de Buitenpolders liggen zeker kansen om het routenetwerk voor fietsen verder te versterken. Hierbij dient door een goede tracering een balans gevonden te worden tussen de natuur-, landbouw- en recreatieve belangen. In de polder Mastenbroek zetten partners zich in voor het koppelen van de fietspaden aan de typische geometrische structuur. Bij uitbreiding zal een combinatie gezocht worden met specifieke zicht- en rustpunten, bijvoorbeeld in de vorm van een picknickplaats met informatiepanelen. Vanuit Stadshagen kan door het realiseren van een oost-west fietsverbinding op niet al te grote afstand van Stadshagen, een aantrekkelijk ‘rondje’ ontstaan. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het verbeteren van bestaande fietspaden in de zuid-noord richting, zoals bij de Nieuwe Wetering. Vanuit Stadshagen de polder in zijn, rekening houdend met de nieuwe randweg, goede fietsverbindingen nodig. Wandelen Bij het wandelnetwerk gaat het enerzijds om (de kwaliteit van) het landelijke en regionale padennet met Hanzestedepad en Zuiderzeepad, en anderzijds om mogelijkheden om vanuit steden en dorpen kortere wandelingen te maken. Bij versterking van de lange afstandsroutes kan ingespeeld worden op bestaande ideeën om het Monnikenspoor vanuit het Duitse Westfalen naar Vollenhove als toeristisch concept te ontwikkelen. Voor kortere wandelingen zijn er onder andere aanknopingspunten te vinden bij Hasselt (gebied De Driehoek), omgeving ‘s-Heerenbroek-Wilsum en nabij Stadshagen (polder Benoorden de Willemsvaart en een deel van Stadsbroek).
Fietsen bij Wilsum
68
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Zuiderzeepad
4.4.4 Verblijfsrecreatie De partners zetten in op het ontwikkelen en stimuleren van meerdaags verblijfstoerisme. Bij het bevorderen van overnachtingsmogelijkheden moet in dit gebied gedacht worden aan ligplaatsvoorzieningen voor de recreatievaart, verblijfsaccommodatie in de stadjes en steden. Ook kleinschalige voorzieningen als kamperen bij de boer en bed-en-breakfast in het buitengebied liggen voor de hand. Het bieden van arrangementen waarin natuur- en cultuurtoerisme worden gecombineerd zijn eveneens kansrijk. De recreatieve kracht van de historische kernen en de stadsfronten aan het water moet daarbij volop benut worden. 4.4.5 Informatie en promotie Een samenhangend systeem van bewegwijzering en andere informatiedragers is een basisvoorwaarde om IJsseldelta beter beleefbaar te maken. In het projectplan ‘Op avontuur in de IJsseldelta’ zijn hiervoor al ideeën opgenomen. Bezoekers vanuit de regio en verder komen op een aantal punten bij de steden, stadjes en dorpen (pontje ’s-Heerenbroek) Nationaal Landschap IJsseldelta in. IJssel, Zwarte Water en Zwarte Meer sluiten het gebied verder af. Op die punten waar kernkwaliteiten direct beleefd kunnen worden, willen partners de centrale publieksvoorziening uitbreiden en concentreren. De partners kiezen daarbij voor een groeimodel waarbij op bestaande locaties en trekpleisters entrees worden gecreëerd. Mogelijke locaties zijn de Koggewerf in Kampen, het stoomgemaal in Kamperzeedijk, de musea in de Zwarte Waterstadjes, het theehuis in ‘s-Heerenbroek, de voormalige melkfabriek in ‘s-Heerenbroek en de locatie van de kasteelruïne Werkeren in Stadshagen. Ook de plaatselijke VVV-kantoren spelen vanzelfsprekend een belangrijke rol. Bij de verdere uitwerking van een samenhangend informatiesysteem is de ontwikkeling van aansprekend promotiemateriaal van cruciaal belang.
Informatiebord bij Zwarte Water
69
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
70
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Zicht op uitvoering Zicht op uitvoering
5 71
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
5. Zicht op uitvoering In het uitvoeringsprogramma (deel II van het Ontwikkelingsprogramma) zal worden aangegeven welke projecten en maatregelen gaan bijdragen aan het realiseren van het perspectief. Tweejaarlijks en voortschrijdend zal het uitvoeringsprogramma door partners herijkt en aangevuld worden, in overleg met burgers en organisaties. De aard van de projecten en maatregelen kan zeer verschillend zijn. Om te komen tot daadwerkelijk uitvoering kan het nodig zijn eerst projectmatig via tussenstappen helder te krijgen wat realiseerbaar is. In de visie van de partners is betrokkenheid van burgers en organisaties daarbij steeds voorwaarde. Een dorpsontwikkelingsplan is een voorbeeld van zo’n werkwijze. De uitvoering van projecten kan en zal neergelegd worden bij (georganiseerde) burgers, organisaties en marktpartijen en bij de partners zelf. Coördinatie en ondersteuning van het hele programma zal vanuit de samenwerkende partners plaatsvinden. Om een project te trekken zijn ook middelen nodig. Deze zullen worden mee begroot. De structurele financiële ruimte voor projecten en maatregelen kan nog niet aangegeven worden. Voor de periode 2005 t/m 2006 is al wel geld beschikbaar, bij het Rijk (2.02 miljoen voor de twee Nationale Landschappen in Overijssel) en de provincie vanuit het actiefonds voor Nationaal Landschap IJsseldelta (450.000 in 2005 en 450.000 in 2006; een deel van het budget 2005 is reeds besteed). Over de periode 2007-2013 zal in het kader van het Investeringsbudget landelijk gebied in 2006 met het Rijk onderhandeld moeten worden over Rijksgeld voor de Nationale Landschappen. Het nieuwe kabinet zal hier geld voor uit moeten trekken. Het uitvoeringsprogramma voor Nationaal Landschap IJsseldelta zal daarbij in de onderhandelingen een rol spelen. Vanuit de regio zal circa 50% van de kosten gefinancierd moeten worden. Zowel de overheden als andere partners staan dan aan de lat. Bij provincie, gemeenten en waterschap zal dit via reguliere begrotingsvoorstellen moeten plaatsvinden. Van belang is dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de rijksbijdrage voor de periode 2007-2013 (ILG, inclusief extra geld voor de Nationale Landschappen). De afspraken over uitvoering, beheer en financiering tussen partijen willen partners vastleggen in (een) uitvoeringsconvenant(en). In het uitvoeringsprogramma wordt een voorlopige fasering en prioritering opgenomen. Projecten vanuit de ontwikkelingsvisie Mastenbroek lopen door en worden in het programma opgenomen, waarbij sprake kan zijn van opschaling naar het hele gebied (zoals bij het project ‘Streekeigen huis en erf’).
72
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Per ontwikkelingslijn gaat het onder andere om de volgende projecten en maatregelen: Oude kavels en nieuwe kreken: de kracht van de IJsseldelta I zichtbaar en herkenbaar maken van kreken, kolken en hanken; I vergroten waterberging bij sloten met vochtminnende natuur; I aangeven te behouden slootpatronen in samenwerking met landbouwkundige inrichting; I een studie naar de haalbaarheid van alleen een waterkering aan de buitenrand van Kampereiland/buitenpolders met beweegbare keringen bij Ganzendiep en Goot; I pilots ontwikkeling/transformatie van agrarisch/industrieel erfgoed; I uitvoeren project ‘Streekeigen huis en erf’ in het hele gebied; I opstellen/uitvoeren dorpsontwikkelingsplannen voor vier kleine kernen; I plan van aanpak in verband met gevolgen klink in Mastenbroekerpolder; I verdere natuurontwikkeling in Ketelmeer, onder andere op Keteleiland; I versterken natuurwaarden oeverzone Zwarte Meer I plan van aanpak Jutjesriet; I analyse achteruitgang weidevogels en effectiever agrarisch natuurbeheer. Van melk, tapijt en tomaten: wonen en werken in de IJsseldelta I maatregelenpakket dat in aanvulling op de wijziging van de pachtregels op Kampereiland/buitenpolders, de structuurverbetering cq schaalvergroting in het gebied ondersteunt en versnelt, indien mogelijk met een verplaatsingsfonds; I kavelruilproject(en) voor meerdere doelen waar onder vergroting van huiskavels; I één uitvoeringskader voor VAB’s en ‘Rood voor rood’; I duurzame energie: vergisting van mest en tuinbouwafval; I transformatie en revitalisering van bestaande bedrijventerreinen; I landschappelijke inpassing van bestaande bedrijventerreinen; I inpassingsplan (verzonken) randweg Stadshagen bij Milligersteeg; I noordelijke stadsrand Zwolle: realisering groen/blauw/rode ontwikkeling. Dwalen door de delta: de IJsseldelta ontsloten I marketingplan voor recreatie en toerisme met samenwerkingsconvenant; I versterking historische kernen en stadsfronten; I educatieproject Nationaal Landschap IJsseldelta; I kunstproject Nationaal Landschap IJsseldelta; I arrangementen cultuurtoerisme; I samenhangend systeem bewegwijzering; I productie promotiemateriaal; I publieksvoorzieningen bij bestaande toeristische locaties en trekpleisters; I aanleg fiets- en wandelpaden I aanleg recreatief-toeristische voorzieningen: picknickplaatsen, haventjes et cetera; I arrangementen voor meerdaags verblijfstoerisme.
73
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Bijlage 1 Verantwoording van het proces Plan van aanpak November 2004 is door de stuurgroep Netwerkstad Zwolle-Kampen een plan van aanpak vastgesteld voor het voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie IJsseldelta met een uitwerking naar twee deelprojecten: IJsseldelta Zuid (bypass en omgeving bij Kampen) en IJsseldelta Noord (Nationaal Landschap). Provinciale Staten hebben omstreeks diezelfde tijd uitgesproken dat bij het project IJsseldelta burgers en organisaties intensief betrokken moeten worden bij het opstellen en uitvoeren van de plannen (burger als coproducent van beleid). Naar aanleiding van gesprekken met (georganiseerde) burgers en organisaties is begin 2005 een meer gedetailleerd plan van aanpak opgesteld voor het maken van het Ontwikkelingsprogramma Nationaal Landschap (februari 2005 vastgesteld). Het Ontwikkelingsprogramma bestaat uit twee delen: I het ontwikkelingsperspectief (deel I) en I het uitvoeringsprogramma (deel II). Organisatie De programmagroep voor de uitvoering van de Ontwikkelingsvisie Mastenbroek is eind 2004 omgevormd naar een breed samengestelde projectgroep voor het opstellen van het Ontwikkelingsprogramma Nationaal Landschap. In deze projectgroep nemen naast de provincie, betrokken gemeenten, waterschap en VROM deel: vertegenwoordigers vanuit de landbouw (LTO), de vereniging polderbelangen Mastenbroek, Natuur en Milieu Overijssel en - als agendalid - VNO/NCW. De beleidsmatige aansturing vindt plaats vanuit een bestuurlijk kernteam onder de stuurgroep Netwerkstad. In dit bestuurlijk kernteam zitten naast de provincie, de drie betrokken gemeenten, het waterschap en VROM (mede namens LNV). Juni 2005 is op kosten van de provincie een gebiedsmakelaar aan het werk gegaan in Nationaal Landschap IJsseldelta. De taak van de gebiedsmakelaar is om burgers en organisaties te helpen concrete projecten op te zetten. Werkwijze In 2005 is in drie fasen gewerkt aan het Ontwikkelingsprogramma: I analyse en verkenning kansen/knelpunten van onderop (voorjaar 2005); I samensmeden bouwstenen in ontwikkelingsperspectief, deel I, met contouren voor het uitvoeringsprogramma (zomer en najaar 2005); I opstellen uitvoeringsprogramma, deel II (eind 2005/begin 2006). In de eerste fase is gewerkt met drie deelgebieden omdat voor Mastenbroek al een ontwikkelingsvisie was opgesteld. Per deelgebied is een werkgroep gevormd met (georganiseerde) burgers en organisaties die elk tweemaal bijeen zijn geweest om kwaliteiten, kansen en knelpunten in hun gebied aan te geven. Voor de Noordelijke Stadsrand Zwolle is juni 2005 door de gemeente een aparte tweedaagse gebiedsconferentie georganiseerd. De resultaten hiervan zijn gebruikt bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta. De projectgroep heeft in de tweede fase een concept perspectief, met een opmaat naar de uitvoering, opgesteld en deze vervolgens in een gebiedsconferentie op 20 oktober ter discussie gesteld. Voor deze conferentie zijn de werkgroepleden en leden van vele organisaties die actief zijn in het gebied uitgenodigd. Er zijn 170 uitnodigingen verstuurd. Aan het middagprogramma hebben circa 55 mensen deelgenomen en aan het avondprogramma circa 80. ‘s Middags is met drie groepen gewerkt aan verschillende opdrachten: dorpsontwikkeling in Wilsum en Kamperzeedijk, de verbetering van routenetwerken voor fietsen en de verbetering van routenetwerken voor watersport. ‘s Avonds is het perspectief kort en bondig gepresenteerd waarna in groepen hierover werd gediscussieerd en projectideeën naar voren konden worden gebracht. Over het algemeen bleek er draagvlak voor het concept ontwikkelingsperspectief. Voor behoud en ontwikkeling van de natuurlijke kwaliteiten werd meer aandacht gevraagd. Het concept ontwikkelingsperspectief is daarop aangevuld. In oktober 2005 is daarmee tevens de derde fase gestart. Burgers en organisaties leveren hun projectideeën ter uitvoering van het perspectief aan. De projectgroep voert eind 2005 de nodige projectgesprekken met (georganiseerde) burgers en organisaties en stelt eind 2005-begin 2006 het uitvoeringsprogramma samen.
74
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
In het hele proces hebben leden van het provinciaal projectbureau op vele avonden toelichting en uitleg gegeven aan (besturen van) van dorpsraden, verenigingen en het bedrijfsleven. Daarnaast zijn door de LTO Noord in overleg met de provincie in 2005 twee seminars belegd over de gewenste ontwikkeling in de landbouw. Een seminar op Kampereiland en een seminar in Mastenbroek. In 2005 zijn 2 nieuwsbrieven huis-aan-huis in het gebied verspreid. Daarnaast is vanaf de start van het proces een website geopend over het project IJsseldelta: http://www.ijsseldelta.info Door de minister van VROM is eind 2005 een adviescommissie gebiedsontwikkeling ingesteld onder leiding van Riek Bakker. Deze commissie adviseert de minister over de Voorbeeldprojecten Ontwikkelingsplanologie. Het project IJsseldelta is één van de veertien landelijke voorbeeldprojecten uit de Nota Ruimte. De adviescommissie is in 2005 enkele malen op bezoek geweest en heeft daarbij gesprekken gevoerd met (leden van) het bestuurlijk kernteam en de projectgroep. De commissie adviseerde onder meer om de indeling in drie deelgebieden slechts tijdelijk te laten zijn. Ook vroeg zij aandacht voor vereveningsmogelijkheden, daarbij zich realiserend dat de verdiencapaciteit in een Nationaal Landschap niet groot kan zijn omdat kapitaalsintensieve grootschalige ontwikkelingen in het gebied geweerd worden. Op 23 november 2005 zijn de bevindingen van de adviescommissie gepresenteerd op een conferentie die georganiseerd werd door het ministerie van VROM. De commissie is in haar eindadvies lovend over de wijze waarop in 2005 de creativiteit van betrokkenen is benut en draagvlak is verkregen voor uitvoeringsprojecten. Mediaberichten De media zijn in het gehele proces actief benaderd en uitgenodigd verslag te doen van de verschillende activiteiten en werkbezoeken. In 2005 is Nationaal Landschap IJsseldelta regelmatig positief in het nieuws geweest. Van een werkbezoek van minister Veerman aan het gebied is uitgebreid verslag gedaan. Ook de open dag van de provincie in het gebied op 28 mei 2005 kreeg ruime belangstelling. Betrokkenheid Raden en Staten De twee nieuwsbrieven zijn toegestuurd naar alle staten- en raadsleden. In 2005 is in de raadscommissies van Zwartewaterland en Kampen door de projectleiding enkele malen een toelichting gegeven op de voortgang van het proces en de perspectiefvorming. Ook is een excursie door het gebied gehouden met leden van staten- en raadscommissies van provincie en drie betrokken gemeenten. Op 18 oktober 2005 zijn, in een gezamenlijke bijeenkomst van raads- en statenleden en leden van het waterschapsbestuur, een aantal dilemma’s voorgelegd die bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectief aan de orde zijn. Vaststelling Het bestuurlijk kernteam heeft het concept ontwikkelingsperspectief (deel I), op 25 november 2005 besproken en noodzakelijke wijzigingen en aanvullingen aangegeven. Ze heeft daarbij rekening gehouden met de inbreng vanuit de werkgroepen (voorjaar) en de resultaten van de gebiedsconferentie. Na behandeling in de colleges van B&W, Gedeputeerde Staten en het Dagelijks Bestuur van het waterschap heeft het bestuurlijk kernteam het ontwikkelingsperspectief eind november 2005 vastgesteld en vervolgens aan de stuurgroep Zwolle Kampen Netwerkstad voorgelegd. De stuurgroep heeft er in december 2005 mee ingestemd. In 2006 is de behandeling van het ontwikkelingsperspectief in provinciale staten, de gemeenteraden en het algemeen bestuur van het waterschap. Het uitvoeringsprogramma (deel II) wordt begin 2006 ter vaststelling voorgelegd aan de dagelijkse besturen van betrokken gemeenten, de provincie en het waterschap.
75
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Bijlage 2 Uitkomsten werkgroepen en gebiedsconferentie Werkgroepen In april en mei 2005 zijn de drie werkgroepen in het kader van het Ontwikkelingsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta elk twee keer bijeen geweest. De werkgroepen zijn per deelgebied georganiseerd: polder Mastenbroek, Kampereiland/buitenpolders en Rivierenlandschap. Tijdens de bijeenkomsten is in de eerste plaats stil gestaan bij de specifieke kwaliteiten van de deelgebieden. In onderstaande tabel worden deze kwaliteiten samengevat. Overzicht kwaliteiten per deelgebied Deelgebied
Kwaliteiten
Polder Mastenbroek
I I I I I I
Kampereiland en Buitenpolders
I I I I I I I I
Rivierenlandschap
I I I
weidsheid cultuurhistorische waarden van bebouwing en erfbeplanting economische kracht bedrijventerreinen in Zwartewaterland economische kracht agrarische sector oude waterhuishoudkundige structuur (weteringen en sloten, combinatie met dijken) cultuurhistorische waarden van de dorpen en stadjes ligging aan het water dynamiek IJsseldelta nog afleesbaar in landschap goede landbouwabiotiek grote cultuurhistorische waarden landschap en bebouwing beleving van de randen van de 'eilanden' en de isolatie daarvan hoge beleving van de buitendijkse, landschappelijke waarden (kolken, uiterwaarden) hoge natuurwaarden terpen fraaie uiterwaarden dorpsgezichten schoorsteen melkfabriek ‘s-Heerenbroek
Vervolgens is in de bijeenkomsten stilgestaan bij kansen en knelpunten. Ook deze zijn onderstaand weergegeven. Hierbij is - naast opmerkingen ten aanzien van proces en communicatie - een indeling aangehouden die aansluit op de ontwikkelingslijnen van het ontwikkelingsperspectief: 1 Landschap, natuur, cultuurhistorie en water. 2 Wonen, werken en bedrijvigheid. 3 Recreatie, toerisme en beleving. Proces en communicatie Kansen
I I I
I
Knelpunten
76
planvorming met bewoners op dorps- en stadsniveau samenhangende aanpak van platteland van IJsseldelta inclusief stedelijke omlijsting integrale herinrichting van het binnendijks gebied tussen Zwolle-IJsselkanaal, IJssel, Zalkerdijk en stadsrand Westenholte (agrarisch gebied met recreatieve uitloopmogelijkheden en cultuurhistorische waarden, zoals natuurlijk ingerichte watergangen, twijgwaarden en open gegraven kolken; aanleg van een strandje bij Westenholte); combinatie met Ruimte voor de Rivier en dijkverlegging combineren van plannen uit het deelgebied Rivierenlandschap met de eerder ontwikkelde plannen voor de IJsselzone
Geen
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Landschap, natuur, cultuurhistorie en water Kansen
I I I I I I I I I I I
Knelpunten
I I I I
uitvoering van het bestaande ‘ontplantingsplan’ dan wel regeling van beheer en functiewijziging terugbrengen karakteristieke beplanting langs wegen en vaarten ontwikkeling agrarisch natuurbeheer en benutting van compensatiegelden Stadshagen onderhoud en herstel van oude rivierlopen en kolken natuurontwikkeling in Ketelmeer en langs IJssel doortrekken van het Noorddiep meer natuurzones, deels ingevuld met kleinschalige natuurrecreatie toekomst gericht landschap waarin cultuurhistorie en natuur vlak bij huis zijn te beleven landgoed nieuwe stijl Vreugderijkerwaard vooral bouwen in gebiedseigen stijl heropening van eendenkooi Wilsum bodemdaling esthetische kwaliteiten toegang Kampereiland dijkverzwaring verstorende elementen (hoogspanningsleiding, bruggen, et cetera)
Wonen, werken en bedrijvigheid Kansen
I I I I
Knelpunten
I I I I I I I I I I I I I I I I I I I
transport over water wonen aan het Zwarte Water bewoning van leeg staande boerderijen; ouderenwoningen kleine windturbines op de boerderij inpassing van rand van Genemuiden en Hasselt (bedrijventerreinen) tegengaan van sluipverkeer en vertraging van doorgaand verkeer, mits waarborg van agrarisch gebruik (geen drempels) eventuele aanleg van een nieuwe zandwinzone (in een waardevol kwelgebied, introductie van groot oppervlaktewater dat wezensvreemd aan de polder is) opschuiven van de stadsrand Zwolle voorgenomen ontsluiting dwars door polder Mastenbroek sanering betonfabriek Grafhorst parkeervoorzieningen Grafhorst te kleine landbouwbedrijven zonder perspectief (Kampereiland) slechte bereikbaarheid randen van de ‘eilanden’ steeds minder beleidsruimte voor de landbouw (door dijkbeheer, natuurbeheer, et cetera) 'puisten' met woningen; Trajectum horizonvervuiling ter plaatse van Zuiderzeehaven (gekapte beplanting) lage beeldkwaliteit van jachthaven-werf Seveningen (winteropslag) respectievelijk industrieterrein IJsselmuiden, in combinatie met brug horizonvervuiling door woningbouw Onderdijks respectievelijk hoogspanningskabel lichtverstoring door glastuinbouw in de Koekoek zwaar verkeer door glastuinbouw (glastuinbouw op zich mag blijven) geluidsoverlast door IJsselbrug ter plaatse van Spoolde uitholling voorzieningen woningbouw anders dan alleen voor eigen aanwas; jongerenappartementen leegstand agrarische bebouwing; verpaupering
77
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Recreatie, toerisme en beleving Kansen
I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I
Knelpunten
I I I I I I I
78
tuitbouw recreatief netwerk (kanoroutes) waterfronten van Zwartsluis, Genemuiden en Hasselt ontwikkeling duurzame energiebronnen, bij voorkeur passend bij de weidsheid (vergisting mest, hakhout) havens als springplank voor recreanten die het gebied verkennen benutten van het water direct achter het stoomgemaal voor recreatief gebruik haven Grafhorst extra fietspontjes Kampereiland boerderijmuseum Kampereiland als toeristische trekpleister creëren doorgaande routes (langs randen) met uitzichtpunten bed & breakfast als nevenactiviteit zwemvoorzieningen in de kolken ontwikkeling van de sportvisserij aanleg / opwaardering van enkele zwemstrandjes aanleg van een bezoekerscentrum met eventuele satellieten doorontwikkeling van fietspad langs de IJssel naar Ramspol kunststof koeienproject (in de wei) excursies naar het Keteleiland verbreding Mandjeswaardweg voor fietsers (ook in relatie tot het pontje naar Kampereiland) nieuw haventje 's-Heerenbroek meer natuurzones, deels ingevuld met kleinschalige natuurrecreatie toekomst gericht landschap waarin cultuurhistorie en natuur vlak bij huis zijn te beleven opschalen haventje Wilsum (groter, dieper) pontje met theehuis dorpsommetjes huidige kwaliteit en veiligheid van fietspaden Mastenbroek beperkte recreatieve rondfietsmogelijkheden (Kampereiland) onveilige (fiets)routes op Kampereiland gebrek aan toeristische pleisterplaatsen vaardiepte van het Zwarte Meer intensief toerisme in het algemeen toerisme en recreatie in Vreugderijkerwaard
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Gebiedsconferentie 20 oktober 2005 Tijdens het avondprogramma is het concept ontwikkelingsperspectief gepresenteerd. Een samenvatting van het perspectief was tijdens de aansluitende workshops beschikbaar. Tijdens de conferentie zijn de volgende reacties opgetekend: I Over het algemeen is er veel waardering voor en instemming met de strekking van het concept ontwikkelingsperspectief, inclusief de benoemde kernkwaliteiten. I Voorstel is om de kern Mastenbroek als middelpunt van Nationaal Landschap IJsseldelta te versterken. Aan de randen zijn een aantal markante 'toegangspoorten', maar je zou de kern ook beter kunnen benadrukken. Doelgroep is onder andere de inwoners van Stadshagen, zodat die bij uitstapjes ook weten dat ze in de kern van Nationaal Landschap IJsseldelta zijn beland. I Het thema natuur is onderbelicht. Het gaat dan niet eens zozeer om het behoud van de natuurwaarden op zich, maar meer om de ontwikkeling van de natuur ten opzichte van andere functies, zoals recreatie en landbouw. De insteek van ‘behoud door ontwikkeling’ zit er voor cultuurhistorie en landschap duidelijk in, maar wordt voor het thema natuur nog gemist. I Graag aandacht voor de beleving van de randen van Nationaal Landschap IJsseldelta en de directe omgeving. Als voorbeeld worden de windmolens genoemd: binnen het Nationaal Landschap zijn deze nu verboden, maar vlak daarbuiten mag het wel. De angst is dat waar Nationaal Landschap IJsseldelta ophoudt ook meteen ongewenste ontwikkelingen worden toegestaan, terwijl deze ontwikkelingen wel degelijk van invloed kunnen zijn op de kwaliteiten van het gebied. I De problematiek rond het inklinken van veen wordt in het concept ontwikkelingsperspectief slechts oppervlakkig behandeld; dit is wel een onderwerp dat serieuze aandacht verdient. I Specifieke aandacht wordt gevraagd voor de toegankelijkheid van het gebied voor gehandicapten en ouderen. I Tenslotte wordt op verschillende momenten van deze gebiedsconferentie navraag gedaan naar de status van het ontwikkelingsperspectief en de planologische inbedding van de voorgenomen maatregelen.
Hoe is deze informatie verwerkt? Bovengenoemde opmerkingen zijn verwerkt in het ontwikkelingsperspectief. Voornamelijk ten aanzien van het thema natuur zijn de nodige tekstuele toevoegingen gedaan. De suggesties ten aanzien van de kern Mastenbroek en de toegankelijkheid voor ouderen en gehandicapten zijn overgenomen en de tekst ten aanzien van de status van het ontwikkelingsperspectief is aangescherpt. De opmerking over het inklinken van veen wordt onderschreven. In het uitvoeringsprogramma zal hiervoor een apart vervolgtraject worden gestart.
79
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
Bijlage 3 Samenvatting concept Netwerkstadvisie Zwolle Kampen (oktober 2005) Zwolle Kampen Netwerkstad is een bijzonder en vitaal gebied met een dynamiek die door haar ligging en potenties de komende jaren zal toenemen. De gemeenten Zwolle en Kampen en de provincie Overijssel slaan de handen ineen om de kwaliteiten te versterken en gezamenlijke kansen voor de ontwikkeling van de regio optimaal te benutten. De samenwerking leidt tot extra kracht en mogelijkheden, een synergie die de komende jaren bij het oplossen van de vraagstukken die op de regio afkomen, onmisbaar is. Zwolle en Kampen zijn succesvolle steden. Gemeenten waarin het prettig wonen, werken en leven is. Steden met een rijke historie in een regio met unieke landschappelijke kwaliteiten. Ruim 160.000 mensen wonen met veel plezier in Zwolle Kampen Netwerkstad. Ze maken gebruik van de goede voorzieningen, vinden hun werk bij de vele bedrijven in het gebied en genieten van de buitengewone omgeving en de rijke cultuur. Het aantal inwoners neemt de komende decennia toe. De ambitie is dat Zwolle Kampen Netwerkstad in 2030 zo’n 200.000 mensen herbergt. De identiteit en cultuur van de twee steden verschilt, maar kent ook vele overeenkomsten. Zwolle Kampen Netwerkstad heeft een divers woningaanbod en het gebied kent volop kansen voor nieuwe, innovatieve woonmilieus. De natuurlijke landschappen op een steenworp afstand vormen een unieke toegevoegde waarde van de steden. Veel voorzieningen in Zwolle Kampen Netwerkstad concentreren zich in toenemende mate in Zwolle, maar Kampen is verzekerd van behoud van basisvoorzieningen. Het brede aanbod van zorg- en onderwijsinstellingen geeft Zwolle Kampen Netwerkstad een belangrijke regionale functie. Op het gebied van sport en cultuur kent het gebied instellingen van hoog niveau. Dankzij de goede weg-, water- en spoorverbindingen en de beschikbare ruimte biedt Zwolle Kampen Netwerkstad volop perspectief voor ontwikkeling op het gebied van bedrijventerreinen, kantoren, detailhandel en landbouw. En van grote meerwaarde is de combinatie met onderwijsinstellingen. De vele kwaliteiten van het gebied zijn essentieel voor de toeristische en recreatieve mogelijkheden van Zwolle Kampen Netwerkstad. Niet alleen het landschap en het water bevatten een aantrekkingskracht, ook de culturele en historische aspecten wekken interesse van buitenaf. Zwolle en Kampen zijn ambitieuze steden. De regio heeft volop potentie voor kwalitatieve groei in de komende decennia. Kansen die gegrepen moeten worden om de kwaliteiten van de regio te behouden en te versterken, en om de vraag die op de regio afkomt te kunnen regisseren. Anno 2005 maakt Zwolle Kampen Netwerkstad deel uit van een dynamisch regionaal en landelijk krachtenveld. De grote waarde die de landelijke overheid aan de regio toekent (onder meer in de Nota Ruimte), de komst van nieuwe infrastructuur die de relatieve afstand tot andere regioís verkleint en voor ontwikkelingskansen zorgt, en landelijke bewegingen op het gebied van natuuren landschapsontwikkeling en waterberging bevestigen de roep om bovenlokale en integrale keuzes en toekomstplannen. De Netwerkstadvisie legt de basis voor deze ambitie. De boegbeeldprojecten zetten de schijnwerpers op de belangrijkste opgaven. Het programma van Zwolle Kampen Netwerkstad begint bij de basis: het benoemen en ontwikkelen van de gezamenlijke identiteit en cultuur. Cultuur bindt en profileert de regio. Samenwerking en afstemming wordt gestimuleerd en zowel gezamenlijke themaís als verschillen zijn benoemd. Het boegbeeld ‘Ontdek de IJsseldelta: Deltasteden langs de IJssel’ zet in op de dragende kracht van de cultuur van Zwolle Kampen Netwerkstad. De ontwikkelingen op het gebied van wonen lenen zich bij uitstek voor afstemming binnen Zwolle Kampen Netwerkstad. De verschillende gebieden en woonbehoeften vragen om gedifferentieerde en vernieuwende woonmilieus. Zwolle Kampen Netwerkstad zet in op de gezamenlijke zorg voor een kwalitatief en kwantitatief goed en hoogwaardig woningaanbod. Voor Zwolle Kampen Netwerkstad is het centrumstedelijke woonmilieu met daarbij het stedelijke leefklimaat wat Zwolle biedt, een belangrijk - nog verder te ontwikkelen - woonmilieu. Zwolle Kampen Netwerkstad kiest ervoor zich gezamenlijk sterk te maken voor het boegbeeld Bypass Kampen. Dit is een integrale opgave, waardoor een belangrijk nieuw waterrijk woonmilieu met nieuwe vormen van waterrecreatie wordt toegevoegd. Daarbij is het project tevens van grote betekenis voor de economische structuurver-
80
Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta
sterking voor Zwolle Kampen Netwerkstad en geeft een extra impuls aan het voorzieningenniveau. De balans van de aanwezige voorzieningen in Zwolle Kampen Netwerkstad is gezocht. De ambitie om instellingen op het gebied van zorg, onderwijs en cultuur toegankelijk en van hoog niveau te houden leidt tot keuzes. Er ligt een uitdaging voor samenwerking en creatieve dwarsverbanden tussen onderwijs, zorgsector, de cultuursector, overheid en bedrijfsleven. Het boegbeeld ‘Zorgen voor de Toekomst’ concentreert zich hierop. Het belang van innovatie is groot, de mogelijkheden hiervoor in Zwolle Kampen Netwerkstad zijn veelbelovend. Met het boegbeeld ‘Vernieuwing economie: kennis, innovatie en concurrentiekracht’ wordt hierop hoog ingezet. Diverse ontwikkellocaties bieden kansen voor kwalitatieve en kwantitatieve groei van bedrijvigheid in Zwolle Kampen Netwerkstad. De infrastructuur en uitbreiding hiervan leidt tot tal van nieuwe mogelijkheden. Met het boegbeeld ‘Stationsomgevingen Hanzestations Zwolle en Kampen’ en het boegbeeld ‘A28-zone: de etalage van Zwolle Kampen Netwerkstad’ wordt in samenhang hieraan gewerkt. Op het gebied van toerisme en recreatie heeft Zwolle Kampen Netwerkstad met het boegbeeld ‘Meerdaags Toerisme’ een inhaalslag voor ogen. Met het boegbeeld ‘Nationaal Landschap IJsseldelta’ kiest Zwolle Kampen Netwerkstad voor behoud door ontwikkeling, een opgave van nationaal formaat. Externe en autonome ontwikkelingen vragen om de ontwikkeling van bestaande en nieuwe landschappen. Landschap, natuur en water zijn leidend bij de ontwikkeling van nieuwe gebieden, ook voor wonen en werken. Met het boegbeeld ‘Stadsranden’ zet Zwolle Kampen Netwerkstad in om deze integrale opgave op een unieke wijze uit te werken. De infrastructuur van Zwolle Kampen Netwerkstad begint aan een schaalsprong. De waarde van het gebied als knooppunt neemt hiermee toe. Het boegbeeld ‘IJsselnet’ heeft als doel Zwolle Kampen Netwerkstad optimaal bereikbaar te houden in de toekomst. Met het benoemen van tien boegbeelden is de vertaalslag gemaakt van een visie en een programma naar projecten. De uitwerking van de boegbeelden is gericht op actie en samenwerking. Samenwerking met marktpartijen en maatschappelijke organisaties is onmisbaar om Zwolle Kampen Netwerkstad algemeen en de boegbeelden in het bijzonder tot volle wasdom te laten komen. De boegbeelden zijn: I Het IJsselnet: kwaliteitsimpuls OV I De stationsomgevingen Hanzestations Zwolle en Kampen I A28-zone: de etalage van Zwolle Kampen Netwerkstad I Vernieuwing economie: kennis, innovatie en concurrentiekracht I Bypass Kampen I Nationaal Landschap IJsseldelta I Zorgen voor de toekomst I Stadsranden I Ontdek de IJsseldelta: Deltasteden langs de IJssel I Meerdaags verblijfstoerisme
81
Partners in Nationaal Landschap IJsseldelta Het ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta is een initiatief van het bestuurlijk kernteam IJsseldelta Noord: Provincie Overijssel Theo Rietkerk, gedeputeerde Gemeente Zwolle Erik Dannenberg, wethouder Gemeente Kampen Harman Breman, wethouder Aart van der Maat, wethouder Gemeente Zwartewaterland Jan Willem Wiggers, wethouder Waterschap Groot Salland Wim Porte, dagelijks bestuurslid In samenwerking met: Belangenvereniging Polder Mastenbroek Land- en Tuinbouworganisatie Noord Natuur en Milieu Overijssel Ministerie van VROM Ministerie van LNV Met dank aan: Alle burgers en organisaties die hebben bijgedragen aan het ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap IJsseldelta.
Colofon Tekst: Gerard van Weerd en Harke Dijksterhuis Realisatie: communicatie Project IJsseldelta Foto’s: Jos Sluiter, Gerard van Weerd, Derk Moor Kaarten: Geo-informatie Provincie Overijssel Vormgeving: meindertsma reclame, Zwolle Copyright: Project IJsseldelta, 2006 038 4 25 16 21
[email protected] www.ijsseldelta.info