NATIONAAL ACTIEPLAN INZAKE DE STRIJD TEGEN HET PARTNERGEWELD
Principes & Lopende acties en perspectieven
Goedgekeurd op de interministriële conferentie van 8 februari 2006
INHOUDSTAFEL
VOORWOORD ...................................................................................................................... 1 I. PRINCIPES ...................................................................................................................... 3 1. Gemeenschappelijke definitie................................................................................... 3 2. Toelichting ................................................................................................................ 3 3. Een gemeenschappelijke aanpak............................................................................... 4 4. Opvolging van het plan............................................................................................. 5 II. LOPENDE ACTIES EN PERSPECTIEVEN 2006-2007 ....................................................... 7 SENSIBILISEREN .................................................................................................................. 7 1. Folder “laat ons de stilte breken voor we zelf gebroken zijn”................................. 7 2. Sensibiliseren van de juridische wereld inzake het gebruik van de wet over de toewijzing van de gezinswoning ................................................................ 8 3. Folder over de wet over de toewijzing van de gezinswoning.................................. 8 4. Specifieke informatieve brochure “Geweld, Wat nu?” voor slachtoffers van partnergeweld, seksueel geweld en stalking .................................................... 9 5. Sensibiliseringscampagne van de regering m.b.t. echtelijk geweld......................... 10 6. Sensibiliseringscampagne naar jongeren toe over geweld in liefdesrelaties ...................................................................................................... 11 7. Informatie voor mediaprofessionals ........................................................................ 11 8. Sensibilisering van jongeren voor het fenomeen “partnergeweld” in het kader van de seksuele en emotionele opleiding ................................................ 12 9. Omzendbrief en verspreiding in scholen van een gids met beschikbare sensibiliseringsmiddelen in de Franse Gemeenschap ............................................. 12 10. Organisatie van een ronde tafeldebat over geweld tussenpartners bij jongeren ............................................................................................................. 13 11. Provinciale adressengids......................................................................................... 13 12. Sensibilisering van de artsen met betrekking tot partnergeweld en mishandeling van kinderen en ouderen................................................................... 14
13. Website ................................................................................................................... 15 14. Samenwerking met lokale pers ............................................................................... 15 15. Witte lintjes campagne............................................................................................ 16 16. Sensibiliseren van politie en parketten inzake de nieuwe methodologie om gegevens met betrekking tot partnergeweld te registreren en inzake de juridische opvolging van partnergeweld................................................. 17 17. Het sensibiliseren van de artsen rond de verzameling van gegevens ..................... 18 18. Ministeriële richtlijn en info-sessies over de Seksuele Agressie Set (SAS)........... 18 19. Provinciale coördinatoren/trices ............................................................................. 19 20. Project screening (zwangere) slachtoffers van partnergeweld................................ 20 21. Sensibilisering van de centra voor algemeen welzijnswerk ................................... 20 22. Samenwerking met de Brusselse gemeenten .......................................................... 21 23. Brussels overlegplatform ........................................................................................ 22 24. Regionaal repertorium inzake partnergeweld ......................................................... 22 25. Eerstelijnsbundel van het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap ........................................................................................... 23 VORMING ............................................................................................................................ 25 26. Organiseren van opleidingen met én door provinciale coördinatoren/trices .......... 25 27. Vorming inzake telefonische opvang...................................................................... 26 28. Vormingen voor magistraten en gerechtelijk stagiaires.......................................... 26 29. Vormingen voor justitiehuizen ............................................................................... 27 30. Vormingen rond de wet over de toewijzing van de gezinswoning......................... 28 31. Vormen van de politiemensen ................................................................................ 28 32. Basisopleiding van politiebeambten ....................................................................... 29 33. Invoeren van een baremische opleiding politionele slachtofferbejegening............ 29 34. Voortgezette opleiding partnergeweld.................................................................... 30 35. Vorming van de centra voor algemeen welzijnswerk............................................. 31
36. Initiële lerarenopleiding voor leerkrachten inzake gelijkheid tussen mannen en vrouwen ................................................................................................ 31 37. Voortgezette opleiding voor onderwijzeres m.b.t. de gelijkheid mannen-vrouwen..................................................................................................... 32 38. Voortgezette opleiding voor PMS-centrum (psychologisch, medisch en sociaal centrum)-medewerk(st)ers over gelijkheid ............................................................. 32 39. Integratie in de opleidingen “geweld/conflictenbeheer” aangeboden door het Institut de formation continue (IFC) van het begrip “gelijkheid tussen jongens en meisjes”................................................................................................. 33 40. Opleiding van de Brusselse beroepsmensen ........................................................... 34 41. Bordspel Shalimar verspreiden en implementeren in scholen (Vlaamse Gemeenschap) ........................................................................................ 34 PREVENTIE.......................................................................................................................... 37 Daderbegeleiding .......................................................................................................... 37 42. Projecten daderbegeleiding..................................................................................... 37 43. Daderbegeleiding binnen het algemeen welzijnswerk in Vlaanderen .................... 38 44. Praatgroepen daderbegeleiding............................................................................... 38 45. Algemene interventiemaatregelen inzake de opvolging van daders van geweld ... 39 46. Hulp bieden aan daders van echtelijk geweld in gevangenissen ............................ 39 47.Hulp aan de daders van partnergeweld .................................................................... 40 48. Preventie van recidive bij jonge gewelddaders in het kader van de jeugdwerking 40 Andere acties…………………………………………………………………………..41 49. Algemene campagne omtrent veiligheid van vrouwen in grote steden .................. 41 50. Repertorium inzake preventiebeleid ....................................................................... 42 51. Vijf jaar emancipatiebeleid voor allochtone vrouwen : diverse wegen tot emancipatie ........................................................................................................ 42 52. Tiran-nie-soe ........................................................................................................... 43 53. Strijd tegen seksistische voorstellingen in schoolboeken ....................................... 44
54. Integratie van het thema “seksistisch geweld” in richtlijnen voor reclamemakers 44 55. Invoer van een jaarlijkse prijs voor programma’s en reclames die gelijkheid tussen mannen en vrouwen promoten..................................................................... 45 56. De sensibilisering rond mannen en vrouwen ontwikkelen binnen de administratie van de Franse Gemeenschap en de kabinetten.................................. 45 57. Kwalitatieve en kwantitatieve studie over partnergeweld bij jongeren .................. 46 58. Preventie- en veiligheidscontract in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.............. 47 59. Projectoproep aan de Brusselse gemeenten ............................................................ 47 60. Opleiding van de lokale actoren en van de politie.................................................. 48 61. Vakoverschrijdende eindtermen ............................................................................. 49 62. Website over weerbaarheid..................................................................................... 49 63. Beleid ter preventie en bestrijding van geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag voor de scholen in de Vlaamse Gemeenschap ............................................ 50 64. Project Diversiteit in de lerarenopleidingen – Vlaamse Gemeenschap .................. 51 65. Sensibilisering bij onderwijsveld over beeldvorming in educatief materiaal – Vlaamse Gemeenschap ........................................................................................... 51 66. Bekendmaking van vormingsaanbod inzake gender-/diversiteitsthematiek bij het onderwijsveld – Vlaamse Gemeenschap........................................................... 52 BESCHERMING EN OPVANG ................................................................................................ 53 67. Uitwerken van de rechtspersoonlijkheid van het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen ......................................................................................... 53 68. Verbeteren van de informatieverstrekking inzake de opvang van slachtoffers ...... 54 69. Verbeteren van de juridische positie van het slachtoffer ........................................ 55 70. Maatregelen ter verbetering van de bescherming van slachtoffers en hun omgeving.......................................................................................................... 55 71. Optimaliseren van de politionele slachtofferbejegening......................................... 56 72. Vlaams horizontaal beleid rond intrafamiliaal geweld ........................................... 57 73. Slachtofferbegeleiding in het Waals Gewest .......................................................... 58
74. Opvang van slachtoffers en daders van partnergeweld in het algemeen welzijnswerk........................................................................................... 59 75. Doorstroming van slachtoffers van de vluchthuizen naar de reguliere woonmarkt ............................................................................................... 59 76. Projectoproepen ...................................................................................................... 60 77. Gebruik van foto’s als bewijsmateriaal................................................................... 60 78. Coördinatie en regionale netwerking ...................................................................... 61 REPRESSIEVE EN ANDERE MAATREGELEN ......................................................................... 63 79. Verbetering van de toepassing van de wet over de toewijzing van de gezinswoning .......................................................................................................... 63 80. Evalueren van de toepassing van de wet van 30 oktober 1998 tot invoering van een artikel 422bis in het strafwetboek houdende de strafbaarstelling van belaging ............................................................................................................ 64 81. Verbeteren van het strafrechtelijk beleid ten aanzien van daders van partnergeweld.......................................................................................................... 64 82. Verbeteren van de burgerrechtelijke maatregelen inzake partnergeweld ............... 65 83. Verbeteren van de vervolging inzake seksueel geweld .......................................... 65 84. Verbeteren van de wetgevende maatregelen........................................................... 66 85. Evaluatie lokale bemiddeling als alternatief voor strafvervolging ......................... 68 86. Het verbeteren van specifieke juridische maatregelen voor de medische wereld om op een zo efficiënt mogelijke wijze het geweld van vrouwen te kunnen aanpakken................................................................................................... 68 REGISTRATIE ...................................................................................................................... 71 87. Statistieken over partnergeweld in de medische en hulpverleningssector.............. 71 EVALUATIE ......................................................................................................................... 73 88. Verhogen van de zichtbaarheid van de problematiek via kwantitatieve evaluaties................................................................................................................. 73 89. Studiedag of een colloquium .................................................................................. 74
Voorwoord Naar aanleiding van de interministeriële conferentie van 13 juli 2005 werd er een interministeriële werkgroep opgericht om de samenhang te versterken van de overheidsacties inzake de strijd tegen het partnergeweld. Er werd aan de werkgroep gevraagd een definitie van partnergeweld op te stellen die gemeenschappelijk is voor de federale Regering, de Gemeenschappen en de Gewesten. Er werden een reeks verduidelijkingen aangebracht in de definitie in de toelichting. Deze toelichting benadrukt enerzijds de context van de ongelijke verhoudingen tussen vrouwen en mannen die aan de basis liggen van het partnergeweld en anderzijds de noodzaak om deze genderaanpak af te stemmen op de preventieve en repressieve maatregelen die genomen worden om de verschillende vormen van huiselijk of intrafamiliaal geweld te bestrijden. Een gezamenlijk nationaal actieplan werd uitgewerkt in de vorm van een stand van lopende zaken en perspectieven tot eind 2007. Het overzicht van lopende acties en perspectieven voor 2006 en 2007 in het kader van de strijd tegen het partnergeweld, is de vrucht van een samenwerking tussen de bevoegde federale ministers en de bevoegde ministers van de gemeenschappen en gewesten. De Ministerraad van 7 april 2004 heeft het federale actieplan 2004 – 2007 goedgekeurd, een actieplan opgesteld door de Minister van Gelijke Kansen, de Minister van Volksgezondheid, de Minister van Binnenlandse zaken, de Minister van Justitie en de Staatssecretaris voor het Gezin. Het federale actieplan werd gecoördineerd door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen door middel van interdepartementale vergaderingen met de administraties van de verantwoordelijke ministers. Het federale Plan voorzag een samenwerking met de gemeenschappen en gewesten, onontbeerlijk element voor de samenhang en effectiviteit van de openbare actie in deze materie. Op de interministeriële conferentie van 13 juli 2005 is er dan ook beslist om een nationaal actieplan op te stellen dat gemeenschappelijk is voor het federale en de gemeenschappen en gewesten, en om de interdepartementale cel uit te breiden met vertegenwoordigers van de Gemeenschappen en de Gewesten. De stand van zaken en perspectieven 2006-2007 werd opgesteld door deze werkgroep en gevalideerd door de interkabinettenwerkgroep. In dit kader, en in functie van de beschikbare informatie, worden voor elke actie een tijdsschema, de toegewezen middelen en het opvolgingsinstrument verduidelijkt Met het oog hierop werden er uitwisselingen georganiseerd tussen de bevoegde administraties.
1
2
I. Principes 1. Gemeenschappelijke definitie Geweld in intieme relaties is een geheel van gedragingen, handelingen en houdingen van één van de partners of ex-partners die erop gericht zijn de andere te controleren en te domineren. Het omvat fysieke, psychische, seksuele en economische agressie, bedreigingen of geweldplegingen die zich herhalen of kunnen herhalen en die de integriteit van de ander en zelfs zijn socioprofessionele integratie aantasten. Dit geweld treft niet alleen het slachtoffer, maar ook de andere familieleden, waaronder de kinderen. Het is een vorm van intrafamiliaal geweld. Meestal zijn de daders van dit geweld mannen en de slachtoffers vrouwen. Geweld in intieme relaties in de privé-sfeer is een uiting van de ongelijke machtsverhoudingen die in onze samenleving nog steeds bestaan tussen vrouwen en mannen. Deze definitie kan niet los gezien worden van de definitie van intrafamiliaal geweld die door het College van Procureurs-Generaal werd aangenomen en die partnergeweld omschrijft als “ieder vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen echtgenoten, samenwonenden of personen die hebben samengewoond en tussen wie een affectieve band bestaat of bestaan heeft”. 1
2. Toelichting De definitie van geweld in intieme relaties heeft betrekking op koppels, al dan niet gehuwd, heteroseksueel of homoseksueel, ongeacht of ze samenwonen of niet. De duur van de relatie heeft weinig belang, aangezien het geweld zich kan voordoen vanaf het begin van de relatie of na een relatie van korte duur, en aangezien het kan aanhouden, of zelfs beginnen, na een scheiding. Partnergeweld kan verschillende vormen aannemen : fysiek, seksueel, psychologisch en/of economisch geweld. Fysiek geweld wordt vaak vooraf gegaan door of gaat vaak gepaard met andere, meer geniepige vormen van geweld, zoals psychologisch of economisch geweld. Het kan rechtstreekse of onrechtstreekse gevolgen hebben voor de andere familieleden, en in het bijzonder voor de kinderen, ongeacht of deze er “enkel” getuigen van zijn of gebruikt worden als middel om de andere te treffen. Over het algemeen verergert het geweld met de tijd en wordt het steeds gevaarlijker voor de slachtoffers. Het verloopt in cycli waarbij fases waarin spanningen oplopen en losbarsten, worden afgewisseld met fases van verzoening of fases waarin alles “koek en ei” is. De dominantiestrategie die van toepassing is bij partnergeweld, onderscheidt partnergeweld van de gewone “huiselijke ruzie ”. In een gewoon conflict is agressiviteit een van de middelen om meningsverschillen te uiten. Hoewel deze ruzie zich in geweld kan vertalen, onderscheidt ze zich van 1
Volgens deze definitie omvat partnergeweld: a)
“alle strafbare gedragingen die , omwille van een toebrengen of een verzuim, schade berokkenen aan de benadeelde. Dit geweld kan van fysieke aard zijn ( bijvoorbeeld: opzettelijke slagen en verwondingen), van seksuele aard (bijvoorbeeld: aanranding van de eerbaarheid of verkrachting), van psychische aard (bijvoorbeeld: belaging, laster, eerroof , beledigingen of zelfs van economische aard (bijvoorbeeld: familieverlating); b) maar eveneens alle gedragingen betreffende familieleden die, hoewel ze geen inbreuken lijken te zijn, toch worden aangegeven aan de politie of het parket en het voorwerp uitmaken van een proces-verbaal van inlichting of een proces-verbaal met tenlasteleggingscode 42L (familiaal geschil….)” Deze definitie wordt zowel hernomen in het ontwerp van richtlijn dat wordt uitgewerkt door het College van Procureurs-Generaal en dat handelt over de opsporing en registratie van de dossiers van intrafamiliaal geweld, als in de gemeenschappelijke omzendbrief van de Minister van Justitie en van het College van Procureurs-Generaal met betrekking tot het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld.
3
het door het Plan bedoelde partnergeweld, zowel wat de oorsprong als wat de gevolgen ervan betreft: de huiselijke ruzie is niet gestoeld op een hiërarchische voorstelling van de geslachten, niemand van de partners wil dat de andere zich volledig aan zijn wil onderwerpt en de angst voor de dader is niet aanwezig. ** * Er is op dit moment een sociaal discours dat wil doen geloven dat mannen en vrouwen voortaan gelijk zijn, zowel op openbaar als op privé-vlak. Objectieve cijfers en indicatoren tonen echter aan dat de ongelijkheid blijft bestaan inzake werk, rijkdom, bevordering op het werk, toegang tot besluitvorming, zowel op professioneel en politiek vlak als in het verenigingsleven. In deze context wordt het partnergeweld erkend op internationaal en Europees vlak als gendergeweld, waarvan de globale aanpak moet worden opgenomen in het beleid van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. De sociale en educatieve boodschappen bepalen de manier waarop jongens en meisjes zich gedragen. Deze boodschappen beïnvloeden hun gedrag en de mate van sociale steun die de zogenaamde vrouwelijke of mannelijke houding krijgt. Zo blijft men de mannen nog te vaak als actief en de vrouwen als passief beschouwen, de mannen als dominerend en de vrouwen als diegenen die gedomineerd worden. Van bij de geboorte leren meisjes en jongens welk standpunt ze moeten innemen over de verwachtingen rond hun geslacht en hun macht. Gedurende hun hele leven worden dezelfde waarden onderhouden door de samenhang van de sociale boodschappen. Vanuit een dergelijk standpunt bestaat er een tendens om het partnergeweld te minimaliseren of te banaliseren. ** * Het partnergeweld bestaat in alle sociale lagen van de bevolking en in alle culturen. Het ziekte- en sterftecijfer en de misdaadcijfers tonen aan dat dit soort geweld vooral gericht is tegen vrouwen. Als een persoon zich ergens veilig zou moeten voelen, dan is het wel in de eigen privé-omgeving. Aangezien het elke dag een bedreiging vormt voor de fundamentele rechten van duizenden personen, is het de plicht van de overheid om gepaste maatregelen te nemen op het vlak van preventie en de bescherming van de slachtoffers en de begeleiding van de daders en om de verscheidene actoren van de openbare sector en de burgermaatschappij ertoe aan te sporen, elk op zijn niveau, actie te ondernemen om dit soort geweld uit te roeien.
3. Een gemeenschappelijke aanpak De federale overheid, de gemeenschappen en gewesten zijn het eens om een overlegde strategie te ontwikkelen met het oog op de verwezenlijking van de volgende doelstellingen: 1. Diversifiëren, versterken en duurzaam maken van de acties die het grote publiek, groepen of personen via directe informatie bewust moeten maken van de realiteit en van de actiemiddelen tegen het partnergeweld. 2. De opleiding systematiseren en verbeteren van personen die beroepsmatig of in het kader van vrijwilligersactiviteiten geconfronteerd kunnen worden met partnergeweld om de processen van partnergeweld te identificeren en erop te reageren.
4
3. De preventie van partnergeweld opvoeren aan de hand van doelgerichte en systematische initiatieven die enerzijds de factoren aanpakken die aan de basis liggen van het geweld en dus het geweld mogelijk maken, en anderzijds het gedrag beïnvloeden van de gewelddadige personen en de houding betreffende partnergeweld beïnvloeden. 4. De maatregelen en voorzieningen nauwkeurig bepalen en valoriseren die werden genomen om het slachtoffer te beschermen, op te vangen en te begeleiden en zijn/haar sociale en juridische situatie te verbeteren. 5. De doeltreffendheid systematiseren en verbeteren van de maatregelen die door de justitiële instanties worden opgelegd aan de verdachten en daders van partnergeweld om de slachtoffers te beschermen en de recidive te voorkomen. 6. De gewelddaden en de follow-up ervan systematisch en in een uniform kader registreren evenals de specifieke effecten van genomen acties meten en in functie van duidelijk gedefinieerde criteria, een waardeoordeel vellen over de acties en hun effecten, of ze gewenst of ongewenst zijn, direct of indirect, op korte of op lange termijn,….
4. Opvolging van het plan Een interdepartementale cel zal de opvolging van de uitvoering van het plan verzekeren. Zij wordt gecoördineerd door het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen en is samengesteld uit vertegenwoordigers van de FOD’s Justitie, Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken en de vertegenwoordigers van de bevoegde administraties van de Gemeenschappen en de Gewesten. Deze cel wordt tweemaal per jaar belast met de actualisatie van het document “Stand van zaken en perspectieven”. Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal een begeleidingscomité voor het nationaal plan oprichten, samengesteld uit deskundigen en verenigingen actief op het terrein. Dit comité heeft als opdracht een advies te geven aan de Interministeriële Conferentie over de vooruitgang van de maatregelen die voorzien zijn in het Plan alsook over eventuele ontwikkelingen.
5
6
II.
LOPENDE ACTIES EN PERSPECTIEVEN 2006 – 2007 Sensibiliseren Personen of groepen via directe informatie bewust maken van de problematiek van het partnergeweld.
1. Folder “Laat ons de stilte breken voor we zelf gebroken zijn”. Beschrijving van de actie: In het kader van het eerste actieplan werden verschillende initiatieven ondernomen inzake de verspreiding van informatie naar slachtoffers. De campagne ‘doorbreek de stilte’ werd in 2002 opnieuw gelanceerd via de verspreiding van kleine affiches en folders. De folder ‘doorbreek de stilte’ werd vertaald in 12 verschillende talen. In 2006-2007 zullen deze folders geactualiseerd en opnieuw via diverse gerichte kanalen verspreid worden. Ter ondersteuning zullen de vrijwilligers die de telefonische opvang bieden aan de slachtoffers in 12 verschillende talen een vorming krijgen inzake de thematiek. Doelstelling: Het geven van informatie via een folder aan slachtoffers van partnergeweld, en allochtone slachtoffers in het bijzonder. Doelpubliek: (Allochtone) slachtoffers van partnergeweld. Evaluatie: Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zal statistieken verzamelen rond de meldingen van slachtoffers bij de instellingen die in al deze folders vermeld staan zoals o.a. hulpcentra. Indicatoren: De folder in de 12 talen bevindt zich op de website van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Aantal downloads van de folder. Aantal (via de post) verspreide folders. Evaluatie van het succes van de folder via een enquêteformulier dat wordt toegevoegd bij elke verzending van de folder. Budget: 5.451, 87 EUR + budget personeel Instituut. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen
7
2. Sensibiliseren van de juridische wereld inzake het gebruik van de wet over de toewijzing van de gezinswoning2 Beschrijving van de actie: In samenwerking met het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zullen acties gelanceerd worden om een betere informatieverspreiding naar onder andere de justitiehuizen, de parketten en de vrederechters inzake de wet over de toewijzing van de gezinswoning te bekomen. Doelstelling van de actie: Sensibiliseren van de juridische wereld inzake het gebruik van de nieuwe wet over de toewijzing van de gezinswoning. Doelpubliek: Juridische wereld (die deze wet kan toepassen). Evaluatie: In samenwerking met het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zal een studiedag georganiseerd worden omtrent de evaluatie van deze wet. Verder zullen de bevoegde diensten van de FOD Justitie onderzoeken hoe statistieken kunnen worden verzameld inzake de toepassing van deze wet. Deze statistieken worden doorgegeven aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen die de opdracht krijgt om alle statistieken met betrekking tot geweld op vrouwen te verzamelen. Indicatoren: Overzicht van de diverse initiatieven die werden genomen inzake de sensibilisering. Budget: Deze actie kadert in de normale begroting van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen. Minister van Justitie.
3. Folder over de wet over de toewijzing van de gezinswoning. Beschrijving van de actie: In 2003 werd er een folder verspreid over de nieuwe wet over de toewijzing van de gezinswoning. Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal nagaan of het noodzakelijk is om nieuwe acties te ondernemen om de informatieverspreiding inzake de wet over de toewijzing van de gezinswoning, te verhogen naar alle doelgroepen. Hiervoor zal zij in samenwerking met de FOD Justitie eerst overgaan tot de evaluatie van deze wet. Doelstelling: Het verbeteren van de informatieverspreiding over deze recente wet aan slachtoffers en professionelen. Doelpubliek: 2
Wet van 28.01.03 tot toewijzing van de gezinswoning aan de echtgenoot of aan de wettelijke samenwonende, die het slachtoffer is geworden van gewelddaden vanwege diens partner en tot aanvulling van artikel 410 van het SW (B.S. 12.02.03).
8
Slachtoffers en professionelen. Evaluatie: Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal statistieken verzamelen omtrent de bekendheid van deze folder. Indicatoren: De folder is beschikbaar in drie talen via de website van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Aantal downloads van de website. De verspreiding via de post wordt eveneens door het Instituut verzekerd. Aantal verspreide folders. Aantal evenementen waarop de folder verspreid wordt (stands van het Instituut op studiedagen en dergelijke). Steekproef bij professionelen om de kennis van de folder of de wetgeving te evalueren. Budget: 30.000 EUR, budget Instituut. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen Minister van Justitie
4. Specifieke informatieve brochure “ Geweld. Wat nu?” voor slachtoffers van partnergeweld, seksueel geweld en stalking Beschrijving van de actie: In 2001 werd door de toenmalige Directie voor de Gelijke kansen van vrouwen en mannen 3 de brochure “Geweld. Wat nu?” massaal verspreid. Deze brochure handelde over partnergeweld, seksueel geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en stalking en bood een overzicht van de bestaande wetgeving inzake deze vormen van geweld, van de mogelijk te ondernemen stappen bij confrontatie met dit geweld en van de mogelijkheden tot hulpverlening. In 2006-2007 zal de informatiebrochure “Geweld. Wat nu?” door het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen geactualiseerd en opnieuw massaal verspreid worden. De informatie zal geconcretiseerd worden naar de problematiek van partnergeweld, seksueel geweld en stalking. De verspreidingskanalen worden zo gekozen dat ieder mogelijk slachtoffer deze brochure in bezit kan krijgen. Ook zal de verspreiding worden doorgevoerd naar alle professionals die in contact kunnen komen met (eventuele) slachtoffers. Op die manier krijgen deze professionals niet alleen concrete informatie rond geweld op vrouwen, maar kunnen zij op hun manier deze informatie doorgeven aan de (eventuele) slachtoffers. Doelstelling: Het geven van concrete informatie inzake wetgeving, mogelijkheden en hulpverlening aan slachtoffers van deze gewelddaden in de eerste plaats, maar ook aan iedereen die er rechtstreeks of onrechtstreeks mee geconfronteerd wordt. Doelpubliek: Slachtoffers van partnergeweld, maar ook iedereen die er rechtstreeks of onrechtstreeks mee geconfronteerd wordt (familie, professionelen,…)
3
huidig Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
9
Evaluatie: Het Instituut zal statistieken opmaken inzake de verspreiding van deze informatiegids en inzake de bijkomende aanvraag van deze gids. Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal ook statistieken verzamelen rond de meldingen van slachtoffers bij de instellingen die in al deze folders vermeld staan zoals o.a. hulpcentra. Indicatoren: Aantal verspreide brochures. Steekproef bij verenigingen en organisaties om na te gaan of ze de brochure kennen. Aantal downloads van de brochure via de website. Budget: Lay-out en druk: 30.000 EUR. Verspreiding: 2.500 EUR. Bijbestellen: 10.000 EUR. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen
5. Sensibiliseringscampagne van de regering van de Franse Gemeenschap m.b.t. echtelijk geweld. Beschrijving van de actie Sensibiliseringscampagne van de Franse Gemeenschapsregering i.v.m. echtelijk geweld. Doel van de actie: Preventiecampagne die geweldfactoren tegen vrouwen wil inperken. Deze campagne wil het publiek informeren over zijn rechten en plichten. Ze wil de hele maatschappij sensibiliseren voor de strijd tegen geweld tussen partners, voor het feit dat dit geweld bestaat en dat dit geweld niet alleen onaanvaardbaar, maar bovendien een misdrijf is. Doelpubliek: Het grote publiek. Evaluatie: Inzameling van gegevens door de Directie Gelijke Kansen. Indicatoren: Nog nader te bepalen. Budget: Geraamd budget: 70.000 EUR. Deadline: eind 2006. Verantwoordelijke minister Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap.
10
6. Sensibiliseringscampagne naar jongeren toe over geweld in liefdesrelaties. Beschrijving van de actie: Sensibiliserings- en informatiecampagne naar jongeren toe over geweld in liefdesrelaties. Ze wordt prioritair verspreid in scholen, sport-, cultuur- en jongerencentra. Deze campagne draait rond respect in liefdesrelaties en geeft nauwkeurige informatie over de diverse vormen van echtelijk geweld en de gevolgen daarvan. Doelstellingen van de actie: - de jongeren bewust maken over de manier waarop ze hun liefdesrelaties beleven; - komaf maken met stereotypes en de mythes rond liefdesrelaties en geweld; - jongeren de mogelijkheid geven om de signalen te herkennen van verbaal, psychologisch, fysiek en seksueel geweld in hun liefdesrelaties en die van hun omgeving; - jonge slachtoffers, daders en getuigen van dergelijk geweld de contactinfo van hulpdiensten geven. Doelpubliek: Jongeren (15/24 jaar). Evaluatie: Gebeurt door de Directie Gelijke Kansen. Indicatoren: De campagne “Je t’aime. La violence nuit gravement à l’amour” – die in 2004 gelanceerd werd, wordt nu geëvalueerd tot in augustus 2006. Na die evaluatie kunnen er evaluatie-indicatoren worden vastgelegd voor de toekomstige campagne. Budget: Nog nader te bepalen. Deadline: Eind 2007. Verantwoordelijke minister: Minister President van de regering van de Franse Gemeenschap
7. Informatie voor mediaprofessionals. Omschrijving van de actie: De wijze waarop de media geweld tussen partners behandelen opnemen in de bespreking met de CSA (Conseil supérieur de l’audiovisuel) over sexisme, met het oog op informatiespreiding bij de beroepsmensen via een brief en een advies van de CSA. Doel van de actie: Professionals uit de media informeren over geweld tussen partners, zodat ze dit onderwerp op een geschikte manier kunnen behandelen (discretieplicht, respect voor de anonimiteit in onthaalcentra…). Dit moet het ontstaan van stereotypes afremmen en een positief imago van vrouwen en mannen uitdragen. Doelpubliek: Tv- en radiojournalisten Evaluatie: Nog nader te bepalen.
11
Indicatoren: Aantal en/of verhouding mediaprofessionals die geïnformeerd zijn. Budget: Valt onder de normale begroting van de Franse Gemeenschap Deadline: 2006. Verantwoordelijke minister Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd van de Franse Gemeenschap
8. Sensibilisering van jongeren voor het fenomeen “partnergeweld” in het kader van de seksuele en emotionele opleiding. Omschrijving van de actie: Relaties en respect onder jongeren – en meer specifiek de problematiek van geweld binnen liefdesrelaties – inpassen in de voorlichting op school over het gevoels- en seksleven. Doel van de actie: Jongeren doen nadenken over het begrip “respect” in hun relaties. Ze bewust maken van het onaanvaardbare en strafbare karakter van geweld in liefdesrelaties. Doelpubliek: Leerlingen. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Nog nader te bepalen. Budget: 100 000 EUR/jaar Deadline: 2006. Verantwoordelijke minister: Minister van Kinderwelzijn, Jeugdwerking en Gezondheid van de Franse Gemeenschap.
9. Omzendbrief en verspreiding in scholen van een gids met beschikbare sensibiliseringsmiddelen in de Franse Gemeenschap. Omschrijving van de actie: Opstelling en verspreiding bij onderwijzers van een gids met sensibiliseringsmiddelen over de gelijkheid meisjes-jongens en over geweld die binnen de Franse Gemeenschap beschikbaar zijn. Doel van de actie: Informatie over de bestaande resources doorsturen naar onderwijzend personeel zodat ze het onderwerp “geweld in liefdesrelaties” kunnen bespreken met hun leerlingen.
12
Doelpubliek: Leerkrachten, alle niveaus en alle netten Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Aantal verspreide en/of bestelde gidsen. Budget: 55.000 EUR Deadline: 2006. Verantwoordelijke minister Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie
10. Organisatie van een rondetafeldebat over geweld tussen partners bij jongeren. Omschrijving van de actie: Een rondetafeldebat / internationale conferentie organiseren over geweld tussen partners bij jongeren. Doelstelling van de actie: Goede praktijken uitwisselen over de integratie van dit aspect in geweldpreventie bij jongeren. Doelpubliek: Actoren uit de jeugdsector en uit onderwijzende en opvoedende kringen. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Aantal deelnemers aan het rondetafeldebat. Budget: Valt onder het normale budget van de Franse Gemeenschap. Deadline: 2007. Verantwoordelijke minister: Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd van de Franse Gemeenschap.
11. Provinciale adressengids. Beschrijving van de actie: Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal de provinciale coördinatoren/trices aanmoedigen om per provincie een adressengids op te maken waarin alle professionele actoren die bij de problematiek van partnergeweld zijn betrokken opgenomen worden. Specifieke aandacht zal besteed worden aan het sensibiliseren van de medewerkers van OCMW’s en aan een goede verspreidingspolitiek van brochures en provinciale adressengidsen aan deze instantie.
13
Doelstelling: Een uitgebreide inventaris te hebben van alle professionele actoren die bij de problematiek van partnergeweld betrokken zijn, zodat elke actor weet bij wie hij/zij terecht kan. Doelgroep: In eerste instantie de provinciale coördinatoren/trices, in tweede instantie alle professionele actoren die bij de problematiek van partnergeweld betrokken zijn. Evaluatie: Het Instituut zal er op toezien dat er tegen eind 2006 per provincie zo’n adressengids wordt opgemaakt. Indicatoren: Het aantal opgemaakte adressengidsen. Het aantal verspreide adressengidsen. Een analyse van de verspreidingspolitiek. Budget: Werkingskosten provinciale coördinatoren/trices geweld. Verantwoordelijke Minister:
Minister van Gelijke Kansen Minister-President van de Franse Gemeenschap. Minister van Gelijke Kansen van het Waalse Gewest. Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
12. Sensibilisering van de artsen met betrekking tot partnergeweld en mishandeling van kinderen en ouderen. Beschrijving van de actie : De Minister van Volksgezondheid heeft aan Dr. Pas van de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH) de evaluatie toevertrouwd met betrekking tot de gidsen rond partnergeweld en kinder- en ouderenmisbehandeling, die werd opgesteld door de vertegenwoordigers van de Société Scientifique des Médecins Généralistes (SSMG) en de WVVH onder de coördinatie van de FOD Volksgezondheid. Ze bestond uit de evaluatie van de verschillende hulpmiddelen die naar de professionals uit de gezondheidszorg werden opgestuurd (gidsen, folders en affiches), het uitwerken van praktische instrumenten in de vorm van synthesekaarten en boomschema’s om te helpen bij de besluitvorming en om de gidsen te verbeteren. In 2006 zal de DG1 van de FOD Volksgezondheid deze documenten drukken en verspreiden ter attentie van het personeel van de spoeddiensten in de ziekenhuizen. Doelstellingen van de actie: Het sensibiliseren van de professionals uit de gezondheidssector voor de problematiek, hen meer aangepaste instrumenten ter beschikking stellen die hen toelaten om zo gepast mogelijk om te gaan met de slachtoffers van partnergeweld in de spoeddiensten en het verbeteren van de redactie van de gids. Doelpubliek : Het medisch, verplegend en verzorgend personeel en de maatschappelijke werkers van de spoeddiensten. Evaluatie : Deze actie is al een evaluatie van de reeds verspreide gids.
14
Indicatoren : Het aantal kaarten en schema’s die naar de spoeddiensten werden gestuurd. Het on line zetten van de documenten en de verbeterde gids (nieuwe redactie van het Franstalige gedeelte over kindermisbehandeling). Budget: Werkingskosten van de DG1 van de FODVolksgezondheid. Verantwoordelijke Minister: Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
13. Website. Beschrijving van de actie: Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal via haar website alle informatie (onderzoeken, folders, gidsen) inzake geweld tegen vrouwen, intrafamiliaal geweld en meer specifiek partnergeweld verspreiden. Tevens zal zij andere departementen verzoeken om hun informatie ook via hun website te verspreiden. Doelstelling: Het verspreiden van informatie over partnergeweld aan een zo breed mogelijk publiek. Doelpubliek: Individuen, specifieke groepen (professionelen, specialisten, slachtoffers…), het grote publiek. Evaluatie: Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal de gegevens verzamelen met betrekking tot de consultaties van deze webpagina’s. Ook zal op elke webpagina een evaluatieformulier kunnen ingevuld worden. Indicatoren: Officiële lancering op maandag 12 september 2005. Toegang via: www.iefh.fgov.be en www.igvm.fgov.be. Aantal consultaties van deze webpagina’s maandelijks Aantal gevraagde informatie of documenten via de website , telefonisch en via de post per jaar. Budget: Budget personeel Instituut + budget website Instituut. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen.
14. Samenwerking met lokale pers. Beschrijving van de actie: De provinciale coördinatoren/trices van geweld zullen gestimuleerd worden om samen te werken met de lokale pers om via deze lokale pers een zo ruim en correct mogelijke verspreiding van de informatie rond partnergeweld te verkrijgen. Om ook de allochtone doelgroep te bereiken wordt gevraagd om specifieke acties naar de allochtone pers te organiseren. Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal aan de provinciale coördinatoren/trices verzoeken om bij elke persmededeling een ‘telefonische hulplijn’ te vermelden. Het is dan wel van belang dat deze telefonische hulpverlening gedurende een lange periode gehandhaafd blijft en dat de hulpverleners voldoende gevormd zijn omtrent de problematiek.
15
Doelstelling van de actie: De lokale pers bewust maken over de problematiek van het partnergeweld en hen sensibiliseren en informeren opdat er voldoende en op een correcte wijze over de problematiek van partnergeweld wordt bericht. Doelpubliek: De lokale pers met een specifieke aandacht voor de lokale allochtone pers. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Bevraging van de provinciale coördinatoren/trices omtrent het aantal contacten met de pers. Aantal artikels dat in de lokale pers is verschenen per jaar Budget: Werkingskosten provinciale coördinatoren/trices “geweld” “geweld”. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen. Minister-President van de Franse Gemeenschap. Minister van Gelijke Kansen van het Waalse Gewest. Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
15. Witte lintjes campagne. Beschrijving van de actie: In een aantal provincies werd door de provinciale coördinatoren/trices “geweld” reeds verschillende malen de “witte lintjes campagne” georganiseerd. De “witte lintjes campagne” is een internationaal netwerk van individuen en verenigingen dat ernaar streeft om de stem, de betrokkenheid en de mogelijkheden van mannen te mobiliseren in hun inspanningen om het geweld van mannen op vrouwen te doen stoppen. De campagne bestaat uit het dragen van witte lintjes gedurende een bepaalde periode en wordt eventueel ondersteund door een sensibiliseringscampagne over de problematiek via folders, radiospots, affiches,… Doelstelling: Het brede publiek maar in de eerste plaats mannen bewust maken van en betrekken bij de problematiek van het partnergeweld en hen bewust maken van hun mogelijkheden om het geweld van mannen op vrouwen een halt toe te roepen. Doelpubliek: Het grote publiek maar in de eerste plaats de mannen. Evaluatie: Het Instituut voert een evaluatie uit van witte lintjes campagnes die reeds hebben plaatsgehad. Bij positief resultaat zal de campagne als good practice worden verspreid en zal onderzocht worden hoe een ruime verspreiding van dit initiatief kan worden gelanceerd. Indicatoren: Aantal campagnes Budget van de campagnes
16
Evaluatie van de campagnes Het aantal witte linten dat wordt uitgedeeld Budget: Later te bepalen Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen Minister-President van de Franse Gemeenschap. Minister van Gelijke Kansen van het Waalse Gewest De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
16. Sensibiliseren van politie en parketten inzake de nieuwe methodologie om gegevens met betrekking tot partnergeweld te registreren en inzake de juridische opvolging van partnergeweld. Beschrijving van de actie: In het kader van het Actieplan 2001- 2003 werd een werkgroep opgestart die tot doel had om in het kader van het Phenix-project de extractie van gegevens met betrekking tot intrafamiliaal geweld, uitgesplitst naar geslacht en naar de familiale band tussen dader en slachtoffer, mogelijk te maken op het niveau van de parketstatistieken. De verwezenlijking van deze subdoelstelling kan echter nog een vijftal jaar op zich laten wachten. Er werd gezocht naar mogelijke pistes om in de tussentijd reeds gegevens te verzamelen. Er werd een uniforme definitie opgesteld inzake intrafamiliaal geweld. De pistes en de definitie werden in een gemeenschappelijke richtlijn van de Minister van Justitie en het College van Procureurs-Generaal gegoten. Deze werkgroep zal in een volgende fase worden belast met het opstellen van een stappenplan inzake de strafrechtelijke opvolging van partnergeweld. In dit stappenplan zal ook gewezen worden op het belang van het verzamelen van bewijzen en op het toevoegen van foto’s en de medische attesten bij de pv’s om de verzameling van bewijzen te verbeteren. Doelstelling van de actie: Sensibiliseren van de doelgroep aangaande registratie en opvolging van partnergeweld. Doelpubliek: Politiediensten en parketten. Evaluatie: In eerste instantie zullen de bevoegde diensten van het College van Procureurs-Generaal statistieken verzamelen inzake de registratie op de parketten rond partnergeweld en inzake het strafrechtelijk gevolg dat aan deze dossiers werd gegeven. Deze statistieken worden doorgegeven aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen die de opdracht krijgt om alle statistieken met betrekking tot geweld op vrouwen te verzamelen. Indicatoren: Beschikbaarheid van statistische gegevens inzake partnergeweld. Budget: Budget politiediensten en parketten. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie. Minister van Binnenlandse Zaken
17
17. Het sensibiliseren van de artsen rond de verzameling van gegevens. Beschrijving van de actie : In de loop van 2006 zal de DG1 van de FOD Volksgezondheid een testregistratie van het partnergeweld organiseren bij een representatieve steekproef van de spoeddiensten in de ziekenhuizen, om zo onder andere de inhoud, de methodologie, de feedback… te bepalen. De documentatie die onlangs ter beschikking werd gesteld door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen over de initiatieven die reeds hebben plaatsgevonden met betrekking tot deze materie is een eerste bron van informatie. Als de eindresultaten positief zijn, zou daarna de veralgemening van deze registratie naar alle ziekenhuizen, door middel van een koninklijk besluit, voorzien kunnen worden Doelstelling van de actie: Het sensibiliseren van de professionals uit de gezondheidssector aan het hoofd van de spoeddiensten voor de problematiek, en kunnen beschikken over een betrouwbaar registratieinstrument. Doelpubliek : Het medisch en verzorgend personeel van de spoeddiensten. Evaluatie. Eind 2006. Indicatoren : Naargelang de samenwerking met de informaticadienst en de beschikbaarheid van het personeel dat intern werd aangeduid om mee te werken aan dit project, de opvolging van de verschillende fasen van de planning, die zal opgesteld worden zodra de verschillende ingediende documenten geanalyseerd kunnen worden. Budget 87.000 EUR. Verantwoordelijke Minister : Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
18. Ministeriële richtlijn en info-sessies over de Seksuele Agressie Set (SAS). Beschrijving van de actie: De nieuwe richtlijn inzake de Seksuele Agressie Set (SAS), aangenomen op 15 september 2005 en in werking getreden op 1 oktober 2005, werd opgesteld naar aanleiding van de evaluatie van de Ministeriële richtlijn betreffende de SAS van 15 december 1998. In de nieuwe Ministeriële richtlijn betreffende de SAS is onder meer gesteld dat de Procureurs des Konings zich dienen te vergewissen van de goede kennis en de correcte uitvoering van de onderrichtingen die zijn opgenomen in de richtlijn, zowel door magistraten, politieambtenaren en artsen. Ze nemen de noodzakelijke maatregelen ter verduidelijking van bepaalde uitvoeringsmodaliteiten, onder meer het opmaken van de lijst van artsen en/of ziekenhuizen die gevorderd kunnen worden om slachtoffers van seksuele agressie te onderzoeken, het afsluiten van samenwerkingsprotocollen met ziekenhuizen enz. Doelstelling van de actie: De correcte toepassing van de richtlijn moet enerzijds de kwaliteit van de onderzoeken inzake verkrachtingen of aanrandingen van de eerbaarheid waarborgen en anderzijds toelaten de
18
psychologische verwarring veroorzaakt door seksuele agressie te beperken en aldus secundaire victimisering te vermijden. Doelpubliek: Slachtoffers. Eenieder die gebruik maakt van de Seksuele Agressie Set. Evaluatie: De toepassing van de richtlijn zal met het oog op de nodige aanpassingen worden geëvalueerd, rekening houdend met zowel de juridische als de praktische problemen. De evaluatie zal 3 jaar na de inwerkingtreding plaatsvinden, in samenwerking met het College van Procureurs-generaal, het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid en de betrokken diensten. Indicatoren: Uitvoeringsmodaliteiten, voorzien in de richtlijn (samenwerkingsakkoorden, lijst van artsen en ziekenhuizen, …). Budget: Deze actie kadert in de normale begroting van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
19. Provinciale coördinatoren/trices. Beschrijving van de actie: Sinds 1991 werken er per provincie provinciale coördinatoren. Deze provinciale coördinatoreb/trices werden onder meer belast met het verbeteren van de netwerking tussen de verschillende interveniënten en de coördinatie op lokaal vlak van alle initiatieven inzake geweld tegen vrouwen. Naast de coördinatoren(trices) inzake de strijd tegen het geweld is er ook een netwerk van coördinatoren(trices) inzake gelijke kansen. Deze coördinatoren worden sinds 2002 gezamenlijk gesubsidieerd door het federale budget gelijke kansen en de gemeenschappen en gewesten. Sinds 2004 wordt er specifieke aandacht besteed aan de opdracht inzake netwerking van alle lokale deskundigen uit alle professionele hoeken om een perfecte doorverwijzing te kunnen organiseren van slachtoffers en daders van partnergeweld (huisartsen, gynaecologen, spoeddiensten, politie, justitie en hulpverlening en OCMW). Er zal specifieke aandacht worden besteed aan de netwerking inzake de opvang van allochtone slachtoffers. Het voorstel is om dit netwerk per regio in een draaiboek te zetten. Doelstelling: Het verbeteren van de coördinatie van alle initiatieven en de netwerking tussen de verschillende betrokken instanties op lokaal vlak om zo de bewustwording van de problematiek en de samenwerking om het probleem aan te pakken, te verbeteren. Doelpubliek: Elke lokale actor die bij de aanpak van het geweld betrokken is. Evaluatie: Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal jaarlijks in samenwerking met de andere financierende partners het netwerk evalueren. Indicatoren: Aantal uitgebouwde netwerken. Evaluatie van de jaarverslagen.
19
Budget van de provinciale coördinatie. Werkplannen van de provinciale coördinatie. Budget: 284.000 EUR. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen. Vlaams Minister van Gelijke Kansen. Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap. Minister van Gelijke Kansen van het Waalse Gewest. Minister van Werk van het Waalse Gewest. Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
20. Project screening (zwangere) slachtoffers van partnergeweld. Beschrijving van de actie: In het NAP 2001-2003 werd het onderzoek inzake de screening van (zwangere) slachtoffers van partnergeweld vermeld als één van de lokale vernieuwende projecten uitgewerkt door de provinciale coördinatoren/trices. Het Instituut heeft de evaluatie van dit onderzoek verspreid als good practice. Samen met de FOD Volksgezondheid zal bekeken worden welke opvolging deze good practice krijgt. Doelstelling: Een good practice aan een zo ruim mogelijk publiek bekend maken en verspreiden Doelgroep: De medische en paramedische hulpverleningssector. Evaluatie: Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal in samenwerking met de FOD Volksgezondheid de implementatie van deze good practice verifiëren. Indicatoren: De studie is overgedragen aan de FOD Volksgezondheid. Navraag door het Instituut bij de FOD Volksgezondheid van de publicatiedatum en het aantal consultaties van deze good practice. Navraag door het Instituut bij de FOD Volksgezondheid over de toepassing van deze good practice (op hoeveel plaatsen). Budget: Budget personeel Instituut + budget personeel DG 1 FOD Volksgezondheid. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.
21. Sensibilisering van de centra voor algemeen welzijnswerk. Beschrijving van de actie: De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin subsidieert op het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk een stafmedewerker "intrafamiliaal geweld" (IFG). Haar taak bestaat er in de centra voor
20
algemeen welzijnswerk te sensibiliseren voor de problematiek van IFG en hen te ondersteunen. Concreet zal ze in 2006 vijf pilootregio's begeleiden, met het oog op een preventieve en integrale aanpak van intrafamiliaal geweld vanuit de centra voor algemeen welzijnswerk. Doelstelling: De centra voor algemeen welzijnswerk verder sensibiliseren. Doelpubliek: De centra voor algemeen welzijnswerk. Evaluatie: Periodieke verslaggeving van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk voor de overheid. Indicatoren: Nog te bepalen. Budget: 61.538 EUR voor het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (vormt een geheel met het vormen van de centra voor algemeen welzijnswerk, zie strategische doelstelling “vorming”). Verantwoordelijke Minister: Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
22. Samenwerking met de Brusselse gemeenten Beschrijving van de actie : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal meewerken aan de verscheidene activiteiten die worden georganiseerd door de Brusselse gemeenten, zoals de veertiendaagse « De Vrouw en de Stad » die wordt georganiseerd door de Stad Brussel om een krachtlijn partnergeweld te ontwikkelen. Doelstellingen : - De inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sensibiliseren en informeren i.v.m. deze problematiek - Het verenigingsleven sensibiliseren en steunen, alsook de lokale instanties die actief zijn in dit domein of te maken krijgen met rechtstreekse en onrechtstreekse slachtoffers - Het werk binnen een netwerk en de begeleiding naar ad hoc structuren vergemakkelijken. Doelpubliek : -De Brusselse bevolking, -De lokale beroepsmensen, -De lokale verenigingen Evaluatie : Later te bepalen Indicatoren : -De mate waarin er wordt deelgenomen aan de acties -het aantal verenigingen dat betrokken is bij de gemeentelijke campagne Budget: Later te bepalen
21
Verantwoordelijke Minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
23. Brussels overlegplatform Beschrijving van de actie : De regionale coördinatie heeft als taak een overlegplatform op te richten, waarin de verscheidene terreinwerkers en experts verenigd zijn, alsook om de prioriteiten te bepalen, acties op te zetten en maatregelen voor te stellen op basis van de verworven deskundigheid. Doelstellingen : - De ontmoetingen van experts en de uitwisselingen tussen de experts en de terreinwerkers in de hand werken. - De regionale netwerkvorming in de hand werken - De noden van de autoriteiten en de lokale partners identificeren (politie, gerechtelijke diensten, medische hulpverleners, verenigingen en organisaties in de sociale sector) - Een echte samenwerking opzetten en deze bevorderen Doelpubliek - De deskundigen - de terreinwerkers van verscheidene sectoren Evaluatie : De goedkeuring van het jaarverslag van de coördinatie door het begeleidingscomité Indicatoren : - de aanwezigheid en de inspanningen die de actoren van de verscheidene sectoren leveren in het kader van dit overlegplatform - de vertegenwoordiging van de verscheidene sectoren - de politieke opvolging van de voorstellen van het overlegplatform Budget : Werkingskosten van de coördinatie Verantwoordelijke Minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
24. Regionaal repertorium inzake partnergeweld Beschrijving van de actie : In 2006 zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een tweetalig repertorium publiceren van de sectoren die actief zijn op het vlak van het partnergeweld. Doelstellingen : Beschikken over een brede inventaris van alle regionale en lokale sectoren die inspanningen leveren rond de problematiek van het partnergeweld of die in contact staan met de slachtoffers van dit geweld Doelpubliek : De beroepsmensen die te maken hebben met de problematiek van het partnergeweld
22
Evaluatie : Indicatoren : - verspreiding van het repertorium - interesse voor dit werk in de betrokken sectoren Budget: Werkingskosten van de coördinatie Verantwoordelijke minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
25. Eerstelijnsbundels van het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Omschrijving van de actie: De Klasse-redactie heeft met een netwerk aan organisaties een map voor leerkrachten en een map voor ouders ontwikkeld (incl. DVD) over thema’s als geweld, verschillen, pesten, communicatie, enz. Ze schenkt permanent horizontale aandacht in al haar publicaties en sites aan deze thematieken. Voor het schooljaar 2006-’07 wordt in Klasse het thema partnergeweld behandeld. Doel van de actie: Sensibilisering en ondersteuning van scholen en ouders in hun eerstelijnsfunctie in de aanpak en de preventie van problemen. Doelpubliek Het brede onderwijsveld (school- en CLB-teams (Centra lerarenopleidingen, ouders, leerlingen,…), alle niveaus en alle netten
voor
leerlingenbegeleiding),
Evaluatie: Feedback vanwege gebruikers Indicatoren: Oplagen en aantal aanvragen Budget: Valt binnen het Klasse-budget. Deadline: lopend initiatief. Verantwoordelijke minister Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap.
23
24
Vorming Het opleiden van personen, zowel professionelen als vrijwilligers, die tijdens hun activiteiten in aanraking komen met partnergeweld en hen de dynamieken van partnergeweld leren kennen en hen leren hoe ze er in hun specifieke job op kunnen reageren.
26. Organiseren van opleidingen met én door provinciale coördinatoren/trices. Beschrijving van de actie: Het Instituut en de provinciale coördinatoren/trices ‘geweld’ werden steeds betrokken bij de specifieke opleidingen inzake geweld tegen vrouwen georganiseerd door de verschillende departementen. Het Instituut werd over het initiatief ingelicht en werd bij de opmaak van de vormingsmodule betrokken. Telkens werden de departementen aangemoedigd om de provinciale coördinatoren/trices lesgever bij de opleiding te betrekken. Op die manier werden de verschillende opleidingen eenvormig gemaakt en werd telkens een garantie inzake deskundigheid geboden. Het zijn immers de provinciale coördinatoren/trices die reeds sinds jaren een deskundigheid hebben opgebouwd inzake een (lokaal) multidisciplinair beleid rond geweld tegen vrouwen en inzake de toepassing ervan in de praktijk. Zij zijn bovendien een lokaal aanspreekpunt voor de lesnemers en zij kunnen dus een eventuele nazorg voor de opleiding verzorgen. Zij zorgen via hun coördinatie dat de opgeleiden in contact blijven met andere deskundigen op hun of op een ander terrein. Op hun beurt organiseren de provinciale coördinatoren/trices voor verschillende professionele doelgroepen op lokaal vlak opleidingen en vormingen. In 2006 – 2007 zullen de provinciale coördinatoren/trices aangemoedigd worden om vormingen te voorzien voor de medewerkers van de verschillende lokale OCMW – afdelingen. In 2006-2007 zullen alle departementen blijvend gestimuleerd worden om in het kader van hun opleidingen samen te werken met het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen en de provinciale coördinatoren/trices ‘geweld’ . Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal inspanningen leveren om in samenwerking met de verschillende bevoegde departementen en de provinciale coördinatoren/trices inhoudelijk kwalitatieve modules uit te werken voor de vorming rond partnergeweld naar de verschillende doelgroepen. Doelstelling: Zoveel mogelijk actoren op lokaal vlak vormen inzake de problematiek. Doelpubliek: Alle bij de problematiek betrokken doelgroepen (hulpverleners, politie,…) Evaluatie: Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zal statistieken verzamelen inzake de verschillende georganiseerde opleidingen en zal telkens verzoeken om een evaluatie van deze opleidingen door elke deelnemer. Indicatoren: Werkplannen van de provinciale coördinatoren/trices. Aantal vormingen die werden georganiseerd door of in samenwerking met de provinciale coördinatie. Nagaan wie welk evaluatieformulier gebruikt en een gemeenschappelijk evaluatieformulier opstellen. Verspreiden van gegevens over vormingen in het kadaster “Les violences dans le couple: quelles formations pour les professionels?” (Enquête gerealiseerd door Femmes Prévoyantes Socialistes). Dit bestaat momenteel alleen voor de Franstalige gemeenschap. Het moet aangevuld worden met gegevens van de Vlaamse Gemeenschap.
25
Budget: Werkingsbudget van de provinciale coördinat(rices)oren“geweld”. Verantwoordelijke Minister : Minister van Gelijke Kansen Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap. Minister van Gelijke Kansen van het Waalse Gewest. Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
27. Vorming inzake telefonische opvang. Beschrijving van de actie: Het Instituut gaat een samenwerking met Tele-onthaal en Télé-acceuil aan om vrijwillige hulpverleners voor voornamelijk allochtone slachtoffers een vorming inzake telefonische hulpverlening aan te bieden. Deze vorming is een ondersteuning van de verspreiding van de folder “Laat ons de stilte breken voor we zelf gebroken zijn”. Doelstelling: Vrijwillige hulpverleners voor allochtone slachtoffers een uniforme basisvorming inzake telefonische hulpverlening bezorgen om allochtone slachtoffers een gepaste telefonische opvang te waarborgen. Doelpubliek: Vrijwillige hulpverleners voor allochtone slachtoffers. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Aantal vormingen. Aantal deelnemers aan de vormingen Gebruik van een evaluatieformulier voor de vormingen. Budget: 5.500 EUR Verantwoordelijke Minister : Minister van Gelijke Kansen
28. Vormingen voor magistraten en gerechtelijke stagiairs. Beschrijving van de actie: In 2002 en 2003 werd een specifieke opleiding voor de magistraten rond geweld tegen vrouwen (doorlopende opleiding) georganiseerd. Ook de gerechtelijke stagiair(e)s werden in deze opleiding toegelaten. Specifieke aandacht ging naar partnergeweld. Ook een vertegenwoordiger van het project van Antwerpen werd gevraagd als lesgever. Andere modules zijn: de uitsluiting en het geweld, gelijkheid van kansen, strafrechtelijk bewijs en wetenschappelijke vooruitgang, alternatieve maatregelen, uitwisseling van professionele ervaringen tussen bevoegde magistraten inzake familieaangelegenheden (bemiddeling), ongewenst seksueel gedrag op het werk, … In 2006-2007 zullen deze opleidingen worden herhaald. De opleidingen zullen ook bijzondere aandacht besteden aan de nieuwe wetten inzake de toewijzing van de gezinswoning en de nieuwe richtlijnen
26
(Seksuele Agressie Set en strafrechtelijke opvolging) en aan de mogelijke toepassingen van de alternatieve maatregelen in zaken van intrafamiliaal geweld en meer specifiek partnergeweld. Doelstelling van de actie: Het vormen van magistraten en gerechtelijke stagiairs, meer specifiek inzake de problematiek van het partnergeweld. Doelpubliek: Magistraten en gerechtelijke stagiairs. Evaluatie: De Hoge Raad voor Justitie zal gegevens verzamelen inzake deze vormingen. Indicatoren: Diverse indicatoren met betrekking tot de georganiseerde opleidingen (aantal, inhoud, deelnemers, …). Budget: Budget Hoge Raad voor Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
29. Vormingen voor justitiehuizen. Beschrijving van de actie: In 2003 hebben verschillende justitieassistenten (zowel Nederlandstalig als Franstalig) de mogelijkheid gehad om deel te nemen aan vormingen rond het thema ‘geweld tegen vrouwen’. Ook in de toekomst zullen vormingen rond het thema ‘geweld tegen vrouwen’ worden opengesteld voor de justitieassistenten. In deze opleidingen zal ook aandacht besteed worden aan de toepassing van de alternatieve strafvervolgingen in zaken van intrafamiliaal geweld en meer specifiek partnergeweld. Doelstelling van de actie: Het vormen van justitieassistenten inzake geweld tegen vrouwen en meer specifiek intrafamiliaal geweld en partnergeweld. Doelpubliek: Justitiehuizen. Evaluatie: Het Directoraat-generaal rechterlijke organisatie, Dienst Justitiehuizen van de FOD zal de evaluatie van deze actie op zich nemen. Indicatoren: Diverse indicatoren met betrekking tot de georganiseerde opleidingen (aantal, inhoud, deelnemers, …). Budget: Deze actie valt onder de normale begroting van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
27
30. Vormingen rond de wet over de toewijzing van de gezinswoning. Beschrijving van de actie: Er zal bijzondere aandacht gegeven worden aan de opleidingen van alle betrokkenen in het juridisch apparaat inzake de toepassing van de nieuwe wetgeving over de toewijzing van de gezinswoning. Doelstelling van de actie: Vormen van de juridische wereld inzake het gebruik van de nieuwe wet over de toewijzing van de gezinswoning. Doelpubliek: Juridische wereld. Evaluatie: Via evaluatieformulieren zal de opleiding geëvalueerd worden. Indicatoren: Kennis en toepassing van de nieuwe wet. Budget: Deze actie valt onder de normale begroting van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
31. Vormen van de politiemensen. Beschrijving van de actie: In de basisopleiding en in de opleiding voor slachtofferbejegenaars werd in het verleden aandacht besteed aan geweld tegen vrouwen en intrafamiliaal geweld. De module partnergeweld in de verschillende opleidingen zal terug geïntensifieerd en verruimd worden. Doelstelling van de actie: Het geven van een basiskennis inzake partnergeweld aan alle nieuw binnenkomende politiebeambten, alle wijkagenten, alle politiefunctionarissen die eerste opvang bieden en al diegenen die een voorgezette opleiding volgen. Doelpubliek: Alle politiefunctionarissen die eerste opvang doen, alle wijkagenten en alle nieuw binnenkomende politiebeambten. Evaluatie: De Directie van de opleiding van de federale politie zal de evaluatie van deze vorming op zich nemen. Zij zal statistieken opmaken inzake het aantal vormingen, het aantal uren en het aantal deelnemers. Indicatoren: Aantal georganiseerde opleidingen per jaar inzake partnergeweld. Aantal cursisten per opleiding (opgesplitst in basisopleiding, voortgezette opleiding en functionele opleiding.) Budget: Deze actie valt onder de normale begroting van de FOD Binnenlandse Zaken
28
Verantwoordelijke Minister: Minister van Binnenlandse Zaken
32. Basisopleiding van politiebeambten. Beschrijving van de actie: Het Koninklijk Besluit betreffende de basisopleidingen wordt momenteel herwerkt en aangepast. Eén van onze expliciete aandachtspunten is het vergroten van de aandacht voor het onderwerp partner- en intrafamiliaal geweld. Dit ontwerpKB dient nog verschillende onderhandelingsrondes te doorstaan vooraleer het kan aanvaard en ingevoerd worden Doelstelling: Meer aandacht vestigen op het onderwerp partner- en intrafamiliaal geweld binnen de basisopleiding zodat alle nieuw binnenkomende politiebeambten weten hoe hiermee om te gaan. Doelpubliek: Alle nieuw binnenkomende politiebeambten Evaluatie: Wanneer de wetswijziging ingevoerd wordt, moet gekeken worden of dit onderwerp weerhouden is. Indicatoren: De herwerkte versie van het KB opleiding Budget: Deze actie valt onder de normale begroting van de FOD Binnenlandse Zaken. Verantwoordelijke Minister: Minister van Binnenlandse Zaken
33. Invoeren van een baremische opleiding politionele slachtofferbejegening. Beschrijving van de actie: In samenwerking met de Vaste Commissie van de Lokale Politie, zal de Directie van de Opleiding een nieuwe baremische opleiding ontwerpen inzake politionele slachtofferbejegening. Doelstelling: De opleiding heeft tot doel: - de cursist inzicht te geven in de verschillende vormen van politionele slachtofferbejegening; - de cursist in staat te stellen de mogelijke signalen te herkennen, er gepast op te reageren en gepast te handelen bij vraag naar tussenkomst en eerste opvang; - de cursist de aandacht vestigen op het belang van de doorverwijzing naar de bevoegde instanties; - de cursist te sensibiliseren om vanuit een interventiefunctie of een wijkpolitiefunctie, aandacht te hebben voor dit fenomeen in hun dagelijkse dienstuitoefening; - door discussie de verschillende ervaringen met mogelijke oplossingen of verbeteringen kunnen doorgeven; Doelpubliek: Alle personeelsleden van de geïntegreerde politie, zowel de operationele personeelsleden als de burgerpersoneelsleden.
29
Evaluatie: Deze opleiding zou in 2006 moeten tot stand komen. Nadien kan de Directie van de Opleiding van de Federale Politie nagaan hoeveel opleidingen er doorgegaan zijn en hoeveel cursisten hieraan hebben deelgenomen. Indicatoren: - is de opleiding effectief tot stand gekomen. - hoeveel van deze opleidingen zijn er georganiseerd. - hoeveel cursisten hebben aan deze opleiding deelgenomen. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de FOD Binnenlandse Zaken. Verantwoordelijke Minister: Minister van Binnenlandse Zaken.
34. Voortgezette opleiding partnergeweld. Beschrijving van de actie: In samenwerking met de provinciale coördinator van de provincie Antwerpen en de Antwerpse politieschool POTVA, zouden wij graag een voortgezette niet baremische opleiding partnergeweld starten. Aangezien de Directie van de Opleiding geen zeggenschap heeft over de politiescholen, kan zij enkel voorstellen opperen. Het is nu aan de Antwerpse Politieschool om hierop in te gaan. Bedoeling van de opleiding is een train the trainervorming voor lesgevers van de politie. Inhoud: - politioneel/ technische aspecten - dynamiek van Intrafamiliaal geweld en veiligheidsaspecten - culturele aspecten - samenwerking hulpverlening en sociale kaart - kinderen/minderjarigen Doelstelling: De lesgevers van de politiescholen vormen zodat zij de verdere vorming van het politiepersoneel kunnen doen. Doelpubliek: De opleiders van de politiescholen die zich bezighouden met modules intrafamiliaal geweld. Evaluatie: - Komt de opleiding er effectief? Zoals reeds gezegd, kan de directie van de opleiding geen opleidingen opleggen in de politiescholen. Tot nu toe is het voorgesteld aan POTVA. De pedagogen daar gaan het voorleggen op hun opleidingsvergadering. Het is nu afwachten wat er uit de bus komt. Indicatoren: - als de opleiding er komt: - hoeveel opleidingen zijn er geweest - wordt er een gevolg aan gegeven (cascadesysteem) Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de FOD Binnenlandse Zaken. Verantwoordelijke Minister: Minister van Binnenlandse Zaken
30
35. Vorming van de centra voor algemeen welzijnswerk. Beschrijving van de actie: De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin subsidieert op het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk een stafmedewerker "intrafamiliaal geweld". Haar taak bestaat er in de centra voor algemeen welzijnswerk te sensibiliseren voor de problematiek van intrafamiliaal geweld en hen te ondersteunen. Concreet zal ze in 2006 een vormingscyclus organiseren over de aanpak van intrafamiliaal geweld in de verschillende werkvormen van het algemeen welzijnswerk. Doelstelling: De centra voor algemeen welzijnswerk verder vormen en begeleiden. Doelpubliek: De centra voor algemeen welzijnswerk. Evaluatie: Periodieke verslaggeving van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk voor de overheid. Indicatoren: Het aantal vormingsmomenten georganiseerd door het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en het aantal deelnemers aan deze vormingen. Budget: 61.538 euro voor het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (vormt een geheel met het sensibiliseren van de centra voor algemeen welzijnswerk, zie strategische doelstelling “sensibiliseren”). Verantwoordelijke Minister: Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
36. Initiële lerarenopleiding voor leerkrachten inzake gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Beschrijving van de actie: Na een herziening van het decreet over de initiële lerarenopleiding voor onderwijzers en regenten, omvat de initiële lerarenopleiding een opleiding over de problematiek mannen-vrouwen. Doel van de actie: Toekomstige onderwijzers opleiden over de sociale problematiek rond gelijkheid mannen-vrouwen en de seksistische stereotypes die in de maatschappij worden uitgedragen, ook in het onderwijs. Doelgroep: Toekomstige leerkrachten Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Verhouding regenten en leerkrachten uit het hoger middelbaar die een module “gelijkheid mannenvrouwen” hebben gevolgd. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de Franse Gemeenschap.
31
Deadline: 2006 Verantwoordelijke minister: Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen van de Franse Gemeenschap.
37. Voortgezette opleiding voor onderwijzers m.b.t de gelijkheid mannenvrouwen. Beschrijving van de actie: De voortgezette opleiding van onderwijzers en kaderpersoneel over het man-vrouwprobleem verzekeren. Doel van de actie: Onderwijzers opleiden in de sociale problematiek over de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de seksistische stereotypes die in de maatschappij worden verspreid, zelfs in het onderwijs. Doelgroep: Leerkrachten van alle niveaus en alle netten, naast het kaderpersoneel Evaluatie: Nog nader te bepalen Indicatoren: - Verhouding en aantal onderwijzers die een voortgezette opleiding gelijkheid mannen-vrouwen hebben gevolgd - Aantal modules beschikbaar inzake een voortgezette opleiding over de gelijkheid mannen-vrouwen per net. Budget: Budget van het “Vormingsinstituut” loopt verder. Deadline: 2006-2007. Verantwoordelijke minister: Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie.
38. Voortgezette opleiding voor PMS-centrum (psychologisch, medisch en sociaal centrum)-medewerk(st)ers over gelijkheid. Beschrijving van de actie: De voortgezette opleiding verzekeren van PMS-medewerk(st)ers over de problematiek mannen – vrouwen. Doel van de actie: De PMS-medewerk(st)ers opleiden inzake de sociale problematiek van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de seksistische stereotypes verspreid in de maatschappij, zelfs in het onderwijs. Doelpubliek: Medewerk(st)ers van PMS-centra
32
Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: - verhouding en aantal PMS-medewerk(st)ers die een opleiding over de gelijkheid mannen-vrouwen hebben gevolgd - aantal modules die voor de PMS-centra per net beschikbaar zijn voor opleidingen “gelijkheid mannenvrouwen”. Budget: Budget van het “Institut de formation” loopt door. Deadline: 2006-2007. Verantwoordelijke minister: Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie.
39. Integratie in de opleidingen “geweld/conflictenbeheer” aangeboden door het Institut de formation continue (IFC) van het begrip “gelijkheid tussen jongens en meisjes”. Beschrijving van de actie: De preventie van seksistisch geweld inpassen in de opleidingen “geweld/conflictenbeheer” aangeboden door het Institut de formation continue. Doel van de actie: De leerkrachten ervan bewust maken dat er ongelijkheden bestaan tussen meisjes en jongens. Het voortbestaan van seksistische vooroordelen is een bron van geweld en conflicten tussen de leerlingen. Doelpubliek: Leerkrachten, alle niveaus en alle netten. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: - Aantal/verhouding modules aangeboden door het IFC waarin het begrip “gelijkheid meisjes-jongens” is opgenomen - Aantal/verhouding leerkrachten die de opleidingen volgden (statistieken volgens geslacht, volgens net). Budget: Budget van het “Institut de formation” loopt door. Deadline: 2006-2007. Verantwoordelijke minister: Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met Verplicht Onderwijs en Sociale Promotie.
33
40. Opleiding van de Brusselse beroepsmensen. Beschrijving van de actie : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal specifieke opleidingen inzake partnergeweld verstrekken aan de actoren op het terrein en de eerstelijnshulpverleners. Doelstelling : - inzicht verwerven in het partnergeweld (cycli van het geweld,…) - de slachtoffers en de daders opsporen - preventiemiddelen aanreiken - de opsporing in de hand werken - de doorverwijzing van de slachtoffers en de daders verbeteren. Doelpubliek : - politie - medisch en paramedisch personeel - personeel van de lokale overheden - aatschappelijk werkers (jeugdhuizen, buurthuizen,…) Evaluatie : Er zal een evaluatieformulier worden uitgedeeld aan de deelnemers. Indicatoren : - het aantal verstrekte opleidingen - het aantal deelnemers aan de opleidingen. Budget: Werkingskosten van de coördinatie Verantwoordelijke minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
41. Bordspel Shalimar verspreiden en implementeren in scholen (Vlaamse Gemeenschap). Omschrijving van de actie: Implementeren van een educatief spel, gericht op de bespreekbaarheid van relaties, seksualiteit en seksuele gezondheid. Tweedaagse vorming (basiskennis en visieontwikkeling omtrent relationele en seksuele vorming, interculturele communicatie en de spelvorm) voor intermediairs die het spel willen gebruiken. Doel van de actie: Vaardigheden bij leerlingen stimuleren om open en constructief om te gaan met verschillen op vlak van relatievorming, seksualiteit en seksuele gezondheid. Ondersteunen van leerkrachten, CLB(Centra voor leerlingenbegeleiding)-medewerkers en preventiewerkers om een interculturele dialoog te voeren over relaties, seksualiteit en seksuele gezondheid, ook in een divers samengestelde klas. Doelpubliek Spelvorm: leerlingen van de tweede graad secundair onderwijs (o.m. multiculturele klassen) Opleiding: leerkrachten, CLB-medewerkers, preventiewerkers
34
Evaluatie: - Pre-testing in 9 scholen (17 klasgroepen) in Brussel, Antwerpen en Oost-Vlaanderen. - Screening van handleiding door projectontwikkelaars, expertengroep en leerkrachten. - Bevindingen observatoren, leerkrachten en begeleiders. Indicatoren: - Aantal opgeleide spelbegeleiders. - Aantal klassen die het spel spelen. Budget: 60.000 EUR Deadline: december 2006. Verantwoordelijke minister Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap.
35
36
Preventie Alle concrete maatregelen die doelbewust en systematisch anticiperen op het elimineren van de factoren die partnergeweld mogelijk maken en alle maatregelen die genomen worden om het gedrag en de houding betreffende partnergeweld te beïnvloeden.
Daderbegeleiding. Inleiding bij de zeven acties rond daderbegeleiding die hierna volgen. Daderbegeleiding is een aanbod naar daders toe dat kan ingezet worden om het geweld te doen stoppen en om recidive zoveel mogelijk tegen te gaan. Momenteel wordt het principe van daderbegeleiding in België op een multidisciplinaire manier aangepakt. Daderbegeleiding van partners die geweld plegen in België komt onder verschillende vormen voor: het kan gaan om vrijwillige daderbegeleiding of gedwongen daderbegeleiding. Het laatste betreft vooral daderbegeleiding in het justitieel kader. Het federaal gelijke kansenbeleid subsidieert 3 experimentele projecten inzake daderbegeleiding. In deze 3 projecten wordt zowel de vrijwillige, de forensische als de semi-justitiële aanpak getest. In de meeste gevallen wordt een samenwerkingsverband opgestart tussen politie, justitie en de hulpverlening. Het doel is immers daderbegeleiding op te nemen in het brede aanbod van maatregelen tegen partnergeweld, en de specifieke acties van de betrokken actoren op elkaar te laten aansluiten. Op die manier zijn er verschillende federale en gefedereerde instanties betrokken : Justitie treedt bij in het forensisch luik van het systeem onder meer in het kader van de alternatieve juridische maatregelen en de gemeenschappen dragen bij doordat de begeleiding van de daders in de meeste gevallen wordt uitgevoerd binnen het systeem van het algemeen welzijnswerk en justitieel welzijnswerk.
42. Projecten Daderbegeleiding. Beschrijving van de actie: In het ‘Nationale Actieplan geweld tegen vrouwen 2000-2003 werd daderbegeleiding heel specifiek aangehaald als een te behandelen thema in de strijd tegen geweld op vrouwen. Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen heeft in 2003 een interkabinetten en interdepartementale werkgroep ‘daderbegeleiding’ opgestart. In de schoot van deze werkgroep werden 3 experimentele projecten opgestart inzake daderbegeleiding bij partnergeweld. Elk van deze projecten vertaalt een andere buitenlandse methodologie naar het Belgisch systeem. Deze projecten werden eind 2005 geëvalueerd. Doelstelling: Het behandelen van daders van partnergeweld en het voorkomen van recidive. Doelpubliek: Daders van partnergeweld. Evaluatie:
37
De evaluatie die werd uitgevoerd zal met de verschillende betrokken actoren worden besproken. Indicatoren: De voorstellen die worden geformuleerd naar aanleiding van de evaluatie. Budget: Budget projecten daderbegeleiding 2005 – midden 2006: 500.000 EUR. Budget evaluatie van deze projecten: 25.000 EUR. Bevoegde Minister: Minister van Gelijke Kansen.
43. Daderbegeleiding binnen het algemeen welzijnswerk in Vlaanderen. Zie de actie nr. 74 welzijnswerk”.
“Opvang van slachtoffers en daders van partnergeweld in het algemeen
Bevoegde Minister: Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
44. Praatgroepen daderbegeleiding. Beschrijving van de actie : Inzake de preventie van recidive zal het Waals Gewest ondersteuning geven aan initiatieven aangaande daderhulp bij geweldzaken door de overheden en institutionele instanties zoals ondersteuning van praatgroepen van mannelijke daders tegenover vrouwelijke slachtoffers om recidive te voorkomen. Tegen 2007 moet per provincie een praatgroep georganiseerd worden en de deelname aan deze praatgroepen kan verplicht of vrijwillig zijn. De organisatie van deze groepen wordt gezien als een proces in onderling overleg met de betrokken instanties zoals de diensten voor mentale gezondheidszorg, de centra voor gezinsplanning en de diensten voor hulp aan justitiabelen… Doelstelling :
Het voorkomen van recidive. Doelpubliek : Mannen die geweld plegen tegen vrouwen. Evaluatie : De evaluatiemethode zal bekeken worden met de organisatoren van de praatgroepen. Budget : 25.000 EUR per jaar vanaf 2007. Bevoegde Minister : Minister van Gezondheid, Sociale actie en Gelijke Kansen van het Waalse Gewest.
38
45. Algemene interventiemaatregelen inzake de opvolging van daders van geweld. Beschrijving van de actie: Reeds verschillende jaren worden, in het kader van de alternatieve gerechtelijke maatregelen, initiatieven genomen inzake de opvolging van daders van geweld. In het kader van de alternatieve gerechtelijke maatregelen financierde de Minister van Justitie projecten tot het instellen van een begeleiding die hoewel gespecialiseerd, gericht is op het overgaan tot geweld in het algemeen. Het gaat hier meer bepaald om de projecten « dader in zicht », slachtoffer in beeld », « suggnomè”, “médiante”, “Triangle”, “leerproject daders van seksueel geweld”. De Minister van Justitie investeert dus, via de financiering van nationale projecten, in het beschikbaar stellen van middelen voor dergelijke vormingen, die een concreet en constructief antwoord geven op het probleem van het beheersen van het geweld. Er worden bovendien bijkomende middelen toegekend aan de FOD Justitie voor de organisatie van deze vormingsmaatregelen. In dit opzicht is de opmaak van de reglementaire wijziging thans bezig. Doelstelling van de actie: Het is de bedoeling daders bewust te maken van de ernst van hun daden en hen te helpen om andere oplossingen te vinden dan het gebruiken van geweld om conflicten op te lossen. Doelpubliek: Daders van partnergeweld. Evaluatie: Het Instituut voor de gelijkheid van Vrouwen en Mannen zal in samenwerking met de FOD Justitie de evaluatie van al deze projecten bespreken via de interdepartementale werkgroep. Indicatoren: De genomen gerechtelijke maatregelen. Budget: Deze acties vallen onder het normale budget van de FOD Justitie. Bevoegde Minister: Minister van Justitie
46. Hulp bieden aan daders van echtelijk geweld in gevangenissen. Beschrijving van de actie Specifieke preventieprojecten tegen echtelijk geweld richten tot daders in gevangenissen, in overleg met verenigingen die terzake bevoegd zijn. Doel van de actie: Recidive voorkomen bij opgesloten daders van echtelijk geweld. Doelpubliek Gevangenen Evaluatie: Nog nader te bepalen.
39
Indicatoren: Aantal gevangenen dat informatie en/of hulp kreeg rond de problematiek van echtelijk geweld. Budget: Nog nader te bepalen. Deadline: 2007 Verantwoordelijke minister: Minister van Kinderwelzijn, Jeugdwerking en Gezondheid van de Franse Gemeenschap.
47. Hulp aan de daders van partnergeweld. Beschrijving van de actie : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil de hulp aan de daders van geweld aanvatten in zijn strijd tegen het partnergeweld. Doelstelling : - de daders van partnergeweld behandelen - de recidive voorkomen - bewustwording door de daders van de ernst van hun daden ten aanzien van de slachtoffers - andere oplossingen helpen vinden dan het gebruik van geweld om conflicten op te lossen Doelpubliek : - de daders van partnergeweld Evaluatie : Te bepalen. Indicatoren : Te bepalen. Budget: Te bepalen.
Verantwoordelijke minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
48. Preventie van recidive bij jonge gewelddaders in het kader van de jeugdwerking. Beschrijving van de actie: Onderzoek en actie bij een groep adolescente “seksuele misbruikers” die zijn opgesloten in de jeugdinstellingen van de Franse Gemeenschap. Dat aantal adolescenten blijft stijgen. Ze vertegenwoordigen bijna 40% van de totale jongerenbevolking die is opgesloten in jeugdinstellingen. In een eerste vaststelling kan er een onderscheid worden gemaakt tussen diegenen bij wie geweld het symptoom is van mentale moeilijkheden en diegenen bij wie geweld deel uitmaakt van een gebrekkige opvoeding en omgeving. Bij die tweede groep wordt er onderzoek-actie gevoerd in synergie met de vereniging Groupados en de jeugdinstelling van Braine-le-Château. Dat onderzoek moet aan drie doelstellingen voldoen:
40
- het profiel bepalen van jonge daders die geweld plegen tegen slachtoffers van het andere geslacht - een aangepast interventiemodel opmaken om een herinstromingsbeleid te voeren en recidive te voorkomen - de sociale werkers assisteren bij de begeleiding van die jongeren (door het promoten van een houding die respect voor de ander probeert aan te leren, net als opvoeding op zowel het gevoelsmatige en seksuele vlak als op het psychosociale vlak) Doel van de actie Recidive voorkomen bij minderjarige seksuele misbruikers en hun herinstroming verzekeren. Doelpubliek Minderjarige seksuele misbruikers. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Nog nader te bepalen. Budget: 45 000 EUR. voor de studie Deadline: 2006. Verantwoordelijke minister
Minister van Kinderwelzijn, Jeugdwerking en Gezondheid van de Franse Gemeenschap. Andere acties. 49. Algemene campagne omtrent veiligheid van vrouwen in grote steden. Beschrijving van de actie: In grote steden hebben vrouwen in het algemeen een groter gevoel van onveiligheid dan mannen. Met de provinciale coördinatoren/trices bekeken worden welke specifieke projecten kunnen ontwikkeld worden in het kader van het verhogen van het gevoel van veiligheid van vrouwen in de grote steden, hoe hun autonomie kan verhoogd worden, hoe gelegenheden tot het plegen van agressieve feiten kunnen verminderd worden,…(Er wordt hierbij gedacht aan voorbeelden vanuit Montréal en enkele piloot – projecten in België) Er zal ook een samenwerking gebeuren in het kader van het grootstedelijk beleid. Doelstelling: Het verhogen van de veiligheid van de vrouwen en het verlagen van het onveiligheidsgevoel bij vrouwen in de grote steden. Doelgroep: Vrouwen als mogelijke slachtoffers van geweld in de grote steden. Indicatoren: Aantal acties dat het Instituut heeft gepland, gecoördineerd of waaraan het Instituut als partner heeft deelgenomen in het kader van deze problematiek. Budget: Nog te bepalen. Bevoegde Minister:
41
Minister van Gelijke Kansen.
50. Repertorium inzake preventiebeleid. Beschrijving van de actie : De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken heeft in 2001 een eerste uitgave van een repertorium met de meest betekenisvolle acties inzake preventiebeleid gepubliceerd. In dit repertorium ‘Geweldspreventie: pistes en lokale initiatieven’ werd een volledig hoofdstuk gewijd aan ‘intrafamiliaal geweld’. De bedoeling was aan de potentiële nieuwe initiatiefnemers voor preventieprojecten een overzicht te geven van goede praktijken voor preventieacties inzake geweld tegen vrouwen. Het repertorium bevatte ook een overzicht van een wetenschappelijke analyse over de evolutie van geweld in België. Geweld tegen vrouwen werd hier als aandachtspunt vermeld. Daarnaast werden interventiemodules voor sensibilisering en opleidingen voorgesteld. In 2006 zal dit repertorium geactualiseerd worden, onder meer op basis van informatie m.b.t. lokale projecten inzake partnergeweld in de veiligheids-en preventiecontracten, de zonale veiligheidsplannen en de actieplannen. Tevens zal het opzetten en verderzetten van lokale preventieprojecten inzake partnergeweld verder gestimuleerd worden. Doelstelling : Een overzicht geven van preventieprojecten en van goede praktijken voor preventieacties inzake geweld tegen vrouwen en partnergeweld. Doelgroep : Potentiële initiatiefnemers van preventieprojecten (lokale overheden, preventiewerkers, politie,…) Indicatoren : - Opstellen repertorium inzake preventiebeleid - Inhoudelijke evaluatie van lokale preventieprojecten Budget : Deze actie valt onder het normale budget van de FOD Binnenlandse Zaken. Verantwoordelijke Minister : Minister van Binnenlandse Zaken.
51. Vijf jaar emancipatiebeleid voor allochtone vrouwen: diverse wegen tot emancipatie! Beschrijving van de actie: De Vlaamse minister van Gelijke Kansen financiert dit project van het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen gedeeltelijk. Het omvat een startcongres op 11/11/2005, gevolgd door regionale activiteiten en een publicatie. Dit mondt uit in een intern debat in de loop van 2006 (afronding oktober 2006). Doelstelling: De operationele doelstelling is het “empoweren” van allochtone meisjes en vrouwen door het aankaarten van enkele gevoelige thema’s binnen de allochtone gemeenschap, die cruciaal zijn in dit emancipatieproces (huwelijksmigratie, gemengde relaties, maagdelijkheid, gedwongen huwelijk, echtscheiding); het debat rond deze taboethema’s voeden door het aanbieden van informatie; activiteiten: startcongres, regionaal georganiseerde feestmomenten, theatervoorstelling, video-opnamen, publicatie Doelpubliek:
42
De allochtone gemeenschap Evaluatie: De evaluatie van het project gebeurt aan de hand van een werkingsverslag. Dit verslag geeft enerzijds een beschrijving van de activiteiten die in het kader van het project werden uitgevoerd, anderzijds een kritische beschouwing en toetsing van de vooropgestelde doelstellingen. Het geeft een beeld van de bereikte resultaten en effecten. Budget: 12.500 EUR. Verantwoordelijke Minister: Vlaams Minister van Gelijke Kansen.
52. Tiran-nie-soe. Beschrijving van de actie: Via een toneelstuk (40 voorstellingen in 2006) wordt aan leerlingen van de derde graad secundair onderwijs en hun ouders de problematiek van geweld binnen relaties voorgesteld. Het toneelstuk verwijst niet naar intellectuele vaardigheden, maar doet een beroep op de socio-affectieve competenties. Met dit project zoekt men aansluiting bij de gevoelens, belevings- en denkwereld van jongeren. Bovendien biedt men aan jongeren de mogelijkheid om over relaties en geweld te communiceren zowel in de klas zelf, als individueel (in de begeleiding/nabespreking). Er zijn verschillende partners betrokken: LRV-producties vzw (een theaterproductiehuis), Pandora vzw, centra voor algemeen welzijnswerk, de Bijzondere Jeugdbijstand, scholen en centra voor leerlingenbegeleiding. Het project heeft ook een sectoroverschrijdende samenwerking tot stand gebracht die in de nabije toekomst verder vorm dient te krijgen binnen de netwerken rechtstreeks toegankelijke hulp (integrale jeugdhulp). Doelstelling: Dit project heeft de volgende operationele doelstellingen: 1° De alertheid bij jongeren verhogen rond het thema ‘partnergeweld en geweld binnen het gezin’; 2° De relatiebekwaamheid bij jongeren verhogen en bevorderen. Jongeren inzicht in relaties bijbrengen en hen handvatten aanreiken om gepast om te gaan met spanningen en problemen in hun relaties; 3° Het voorkomen van geweld in relaties; 4° Het sensibiliseren rond deze problematiek; 5° De netwerkvorming inzake deze problematiek versterken en de laagdrempelige hulpverlening kenbaar maken aan de jongeren. De volgende acties zullen worden ondernomen om de operationele doelstellingen te realiseren: 1° Het geven van 40 voorstellingen van het toneelstuk ‘Tiran-nie-soe’ als methodiek om het thema bespreekbaar te maken; 2° Het ter beschikking stellen van een lessenpakket dat informatie en praktische vaardigheden bevat voor leerkrachten en leerlingen; 3° Het voorbereiden, het begeleiden en het nabespreken van het toneelstuk door het plaatselijk jongerenadviescentrum; 4° Het ontwikkelen van een netwerk in het kader van de integrale jeugdhulpverlening. Doelpubliek: Leerlingen van de derde graad secundair onderwijs en hun ouders. Evaluatie:
43
De administratie zal de actie evalueren op basis van het financiële verslag en op basis van het werkingsverslag, dat begin 2007 aan de administratie bezorgd moeten worden. Indicatoren: Er zijn reeds 40 voorstellingen van het toneelstuk "Tiran-nie-soe" geweest in 2005. Budget: 8.000 EUR. Bevoegde Minister: Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
53. Strijd tegen seksistische voorstellingen in schoolboeken. Beschrijving van de actie: Integratie van de dimensie “geslacht” in de labellisering in schoolboeken en documentaires. Doel van de actie: Seksistische stereotypes uitsluiten en de reële rol van mannen en vrouwen voorstellen in schoolboeken. Doelpubliek: PO, schooldirecties, onderwijzers, leerlingen, ouders van leerlingen enz. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Nog nader te bepalen. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de Franse Gemeenschap. Deadline: 2006. Verantwoordelijke minister: Minister- President van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het Leerplicht Onderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie.
54. Integratie van het thema “seksistisch geweld” in richtlijnen voor reclamemakers. Beschrijving van de actie: Aanneming van richtlijnen over de voorstelling van mannen en vrouwen in de reclame door de reclamesector om de reclamemakers te helpen advertenties te maken die een positief imago van mannen en vrouwen uitdragen. Doel van de actie Reclamemakers en reclameadviseurs aansporen om het thema “de voorstelling van mannen en vrouwen” te integreren in het ontwerp van advertenties. Doelpubliek Reclameprofessionals Evaluatie:
44
Nog nader te bepalen. Indicatoren: Evolutie van het aantal klachten tegen seksistische reclames. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de Franse Gemeenschap. Deadline: 2006-2007. Verantwoordelijke minister Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd van de Franse Gemeenschap.
55. Invoer van een jaarlijkse prijs voor programma’s en reclames die gelijkheid tussen mannen en vrouwen promoten. Beschrijving van de actie Invoer van een jaarlijkse prijs die gezamenlijk wordt uitgereikt door de Franse Gemeenschap en de professionals aan een reclame of een audiovisio- of radioprogramma dat ertoe bijdraagt de traditionele voorstelling van de mannelijke en vrouwelijke rollen te veranderen en het principe van gelijkheid tussen de geslachten promoot. Doel van de actie Seksistische stereotypes bestrijden door de sensibilisering van het grote publiek en de media- en reclameprofessionals voor het gelijkheidsprincipe tussen mannen en vrouwen. Doelpubliek Professionals uit de audiovisuele media en het grote publiek. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren Aantal seksistische reclames dat per jaar wordt geteld en/of aangeklaagd. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de Franse Gemeenschap. Deadline: 2007. Verantwoordelijke minister Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd van de Franse Gemeenschap.
56. De sensibilisering rond mannen en vrouwen ontwikkelen binnen de administratie van de Franse Gemeenschap en de Kabinetten. Beschrijving van de actie Info-ontmoetingen over de sociale problematiek rond de gelijkheid van mannen en vrouwen aanbieden en de dimensie “gender” invoeren in de beleidsbeslissingen. Doel van de actie
45
De spelers van de openbare sector informeren over en sensibiliseren voor die sociale realiteit en hen de kans geven om daarmee rekening te houden bij het uitwerken en toepassen van acties en beleidsbeslissingen. Doelpubliek Ambtenaren tewerkgesteld in administraties en kabinetten van de Franse Gemeenschap. Alle niveaus. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren Aantal en % mannen en vrouwen werkzaam in kabinetten/administraties per niveau (graad) en per kabinet/algemene administratie die aan infosessies hebben deelgenomen. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de Franse Gemeenschap. Deadline: 2004-2007. Verantwoordelijke minister: Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie.
57. Kwalitatieve en kwantitatieve studie over partnergeweld bij jongeren. Beschrijving van de actie Een kwalitatieve en kwantitatieve studie over partnergeweld bij jongeren. Doel van de actie De omvang van dit fenomeen bij jongeren kennen. Doelgroep Jongeren Evaluatie: Directie van Gelijke Kansen Indicatoren: Nog nader te bepalen. Budget: 70 000 EUR.
Deadline: 2006. Verantwoordelijke minister Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap.
46
58. Preventie- en veiligheidscontract in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Beschrijving van de actie : Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal een projectoproep steunen in de politiezones en de gemeenten om de optiek van het partnergeweld in te voeren en acties te ondernemen om de zichtbaarheid van het werk van de betrokken sectoren te vergroten. Doelstellingen : - sensibiliseren van preventieambtenaren en lokale, sociale en familiale bemiddelaars over deze problematiek. - opleiden van terreinwerkers om de goedkeuring van eerbiedig gedrag van personen te bevorderen bij de doelgroepen. - sensibiliseringsacties voeren bij het publiek van de sociale en lokale bemiddelingsdiensten, van jeugdhuizen en wijkhuizen, van huizen voor vrouwen, … Doelpubliek: - de jonge Brusselaars (rechtstreekse of onrechtstreekse slachtoffers, daders of getuigen). - de terreinwerkers (preventieambtenaren, sociale bemiddelaars, lokale bemiddelaars, sociale assistenten, opvoeders, …) Evaluatie: Het Gewest zal de projecten evalueren die worden uitgevoerd in samenwerking met de betrokken actoren. Indicatoren: - aantal dossiers dat wordt ingediend in het kader van de projectoproep - aantal preventieacties dat wordt gevoerd in de gemeenten - peiling bij de terreinwerkers over de opleiding, over de sensibiliseringsactie Budget: Later te bepalen Verantwoordelijke Minister: De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
59. Projectoproep aan de Brusselse gemeenten Beschrijving van de actie: Naar het voorbeeld van de veertien dagen tegen het geweld van de Stad Brussel in 2003 zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een projectoproep lanceren bij de 19 gemeenten, opdat ze sensibiliserings- en preventieacties inzake partnergeweld op touw zouden zetten. De voorwaarden van de projectoproep zullen worden geformuleerd met behulp van de expertise van de actoren van het overlegplatform. Het Gewest zal in samenwerking met de gemeenten een sensibiliseringscampagne coördineren die de acties ook zichtbaar moet maken op een dag die gewijd zal zijn aan de problematiek op regionaal niveau. Doelstellingen: - De inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest informeren over deze problematiek. - Het verenigingsleven erbij betrekken, alsook de lokale instanties die actief zijn in dit domein of die in aanraking komen met directe en indirecte slachtoffers en met de daders.
47
- Het werk binnen een gemeentelijk netwerk en de doorverwijzing naar de ad-hocstructuren in de hand werken. Doelpubliek:: - De Brusselse bevolking. - De lokale beroepsmensen. - De lokale verenigingen. Evaluatie : Te realiseren tussen het Gewest, de gemeenten en de betrokken actoren. Indicatoren : - Het aantal gemeenten die hebben geantwoord op de projectoproep. - Het aantal verenigingen die betrokken zijn bij de gemeentecampagne. Budget: Te bepalen. Verantwoordelijke minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
60. Opleiding van de lokale actoren en van de politie Beschrijving van de actie : Er zullen opleidingen over de problematiek van het partnergeweld worden voorgesteld in de Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur (GSOB) en in de Gewestelijke en Intercommunale Politieschool (GIP), in samenwerking met het overlegplatform en de betrokken actoren. Doelstelling: - inzicht verwerven in het partnergeweld (cycli van het geweld, opsporen van de slachtoffers en de daders, adequate doorverwijzing van de directe en indirecte slachtoffers…) - preventiemiddelen aanreiken - de opsporing in de hand werken Doelpubliek : - de politieagenten - de preventieambtenaren Evaluatie :
De vraag om de opleiding duurzaam te maken. Indicatoren : - Het aantal verstrekte opleidingen. - Het aantal deelnemers aan de opleidingen. Budget: Te bepalen. Bevoegde Minister:Verantwoordelijke minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
48
61. Vakoverschrijdende eindtermen. Omschrijving van de actie: Het secundair onderwijs streeft vakoverschrijdende eindtermen na om een brede basisvorming te garanderen en inhouden te behandelen die onvoldoende in de vakken zitten. Inzake partnergeweld zijn dat: - leerlingen bespreken vormen van machtsmisbruik binnen relaties en oefenen zich in fysieke en mentale weerbaarheid (2de graad) - leerlingen herkennen bij zichzelf en anderen signalen van diverse vormen van partnerdruk, sociale druk, fanatisme, discriminatie en onverdraagzaamheid en reageren daar passend en tijdig op (3de graad) Doel van de actie: De leerlingen voldoende voorbereiden op alle vormen van partnergeweld. Het gaat hier over het herkennen van de verschillende vormen van geweld en over het verwerven van voldoende assertiviteit en weerbaarheid. Ter ondersteuning van leerkrachten wordt naast de eindtermen ook het werkboek voor de onderwijspraktijk ‘Over de Grenzen’, aan alle scholen aangeboden. Doelpubliek Leerkrachten tweede en derde graad secundair onderwijs, alle onderwijsvormen en alle netten Evaluatie: De inspanningsverplichting bij de vakoverschrijdende eindtermen wordt geëvalueerd door de inspectie via de schooldoorlichting. Indicatoren: Een specifiek evaluatie-instrument werd ontworpen, dat scholen ook voor zelfevaluatie kunnen gebruiken. Budget: Valt binnen het werkbudget van het departement onderwijs. Deadline: is een lopende actie Verantwoordelijke minister: Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap.
62. Website over weerbaarheid. Omschrijving van de actie: Op de startpagina www.ond.vlaanderen.be kan een site aangeklikt worden, die een overzicht biedt van materiaal over ‘weerbaarheid’. De databank, samengesteld met hulp van een aantal organisaties, geeft per item; titel, auteur, vindplaats en een korte beschrijving. Doel van de actie: Materiaal aanbieden om leerlingen weerbaar te maken. Naast duidelijke doelen is het belangrijk om goede materialen, methodieken en achtergrondinformatie snel en gebruiksvriendelijk te vinden. De site bevat materiaal om leerlingen weerbaar te maken tegen: • gevoelens van verdriet, angst en onmacht • gevoelens van te grote afhankelijkheid bij verliefdheid en liefde • geweld, seksuele intimidatie, ongewenste intimiteiten, machtsmisbruik • groepsdruk en partnerdruk • onwetendheid over seksuele ontwikkeling, seksueel misbruik
49
• ... Doelpubliek Leerkrachten, ouders, CLB- medewerkers, zorgcoördinatoren en alle teamleden op school, van alle niveaus, alle onderwijsvormen en alle netten. Evaluatie: De website wordt regelmatig geactualiseerd. Indicatoren: Het nut voor het doelpubliek wordt gemeten door het aantal bezoeken. Budget: Valt binnen het werkbudget van het departement onderwijs. Deadline: lopend initiatief. Verantwoordelijke minister Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap.
63. Beleid ter preventie en bestrijding van geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag voor de scholen in de Vlaamse Gemeenschap. Omschrijving van de actie: Ondersteuning van integraal schoolbeleid inzake preventie en bestrijding van geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag, via model van Beleidsplan, de dienstverlening van Steunpunt Grensoverschrijdend Gedrag op School en sensibiliseringsactie Anti-pestweek. Doel van de actie: Scholen voeren een beleid omtrent antisociaal gedrag. Vertrekkend vanuit het wettelijke kader wordt hen een globale beleidsvisie, concrete interventieplannen, goede-praktijkvoorbeelden en eventuele bemiddeling aangereikt, met ruime aandacht voor ontwikkelen positief schoolklimaat en sociale vaardigheden. Doelpubliek Directies, leerkrachten en leerlingen, alle niveaus en alle netten. Evaluatie: Werkingsverslagen van het Steunpunt. Indicatoren: Aantal klachten, aantal info-aanvragen, aantal interventie-aanvragen (Steunpunt). Budget: o.a. 63.000 EUR (Steunpunt) en het werkbudget van het departement onderwijs. Deadline: lopend initiatief. Verantwoordelijke minister Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap.
50
64. Project Diversiteit in de lerarenopleidingen - Vlaamse Gemeenschap. Omschrijving van de actie: Projectgroepen van lerarenopleiders en middenveldorganisaties doen een schooljaar lang aan expertiseuitwisseling over omgaan met diversiteit. Doel van de actie: Deskundigheid ontwikkelen over omgaan met verschillen (bv. gender, sociale achtergrond, seksualiteit, leeftijd, etniciteit). Herdenken van opleiding in functie van effectieve, sociaal vaardige toekomstige leerkrachten, die deze competenties kunnen doorgeven. Goede praktijken verspreiden. Doelpubliek Lectoren in de lerarenopleidingen en toekomstige leerkrachten; middenveldorganisaties die werken voor kansengroepen. Evaluatie: Via de stuurgroep en bij deelnemers. Indicatoren: - Aantal deelnemende lectoren; aantal deelnemende hogescholen en universiteiten en scholen voor volwassenenonderwijs; aantal afgevaardigden uit middenveldorganisaties. - Boekpublicatie voor lerarenopleidingen en studiedag. Budget: 65.000 EUR. Deadline: lopend initiatief. Verantwoordelijke minister Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap.
65. Sensibilisering bij onderwijsveld over beeldvorming in educatief materiaal - Vlaamse Gemeenschap. Omschrijving van de actie: Nastreven van niet-stereotiepe en roldoorbrekende beeldvorming in de eigen onderwijspublicaties en in educatief materiaal, door een checklist ter beschikking te stellen op de onderwijswebsite en deze te promoten. Doel van de actie: Professioneel communiceren betekent dat rekening gehouden wordt met diversiteit. Daarbij zijn de dimensies man-vrouw, etnisch-culturele herkomst, religie, seksuele geaardheid, gezinsvormen, fysieke toegankelijkheid, opleidingsniveau en sociaal-economische positie belangrijk. Op basis van bestaande beeldvormingschecklists (in Vlaanderen en buitenland) wordt een lijst tips opgesteld die onderwijsbetrokkenen kunnen hanteren. Deze tips worden op de onderwijswebsite geplaatst. Doelpubliek Onderwijsinstellingen, leerkrachten, administratie Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap, educatieve uitgeverijen. Evaluatie: Nog nader te bepalen Indicatoren: Aantal hits op en links naar de betreffende pagina.
51
Budget: Valt binnen het werkbudget van het departement onderwijs. Deadline: 2007 Verantwoordelijke minister: Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap.
66. Bekendmaking van vormingsaanbod inzake gender-/diversiteitsthematiek bij het onderwijsveld -Vlaamse Gemeenschap. Omschrijving van de actie: Proactief attenderen op het bestaande (na)vormingsaanbod inzake gender-/diversiteitsthematiek via databank op www.wordwatjewil.be Doel van de actie: Het bevorderen van genderdeskundigheid en het verhogen van het inzicht in de werking van gendermechanismen. Doelpubliek Leerkrachten, alle niveaus leerlingenbegeleiding).
en
alle
netten,
lerarenopleidingen,
CLB’s
(Centra
voor
Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Nog nader te bepalen. Budget: Valt binnen het werkbudget van het departement onderwijs Deadline: 2007 Verantwoordelijke minister Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap .
52
Bescherming en opvang Hieronder verstaan we alle maatregelen voor de bescherming, de opvang en de begeleiding van het slachtoffer en de verbetering van de juridische positie van het slachtoffer.
67. Uitwerken van de rechtspersoonlijkheid van het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen. Beschrijving van de actie: Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen werd opgericht door de wet van 16 december 2002, die op 31 december 2002 in het Belgisch Staatsblad verscheen. Het instituut kan onder andere binnen de perken van zijn doelstelling, hulp verlenen aan iedereen die om raad vraagt in verband met de omvang van zijn rechten en plichten. Die hulp laat de betrokkene toe om inlichtingen en raadgevingen te verkrijgen over de middelen die hij/zij kan aanwenden om zijn/haar rechten te doen gelden. Maar het Instituut heeft ook het recht om in rechte op te treden in rechtsgeschillen waartoe de toepassing van de strafwetten en andere wetten die specifiek tot doel hebben de gelijkheid van vrouwen en mannen te waarborgen, aanleiding kan geven. In 2006 zal deze bevoegdheid verder concreet worden uitgewerkt. Het instrument zal ook van toepassing zijn voor slachtoffers van partnergeweld. Doelstelling: Het verbeteren van de juridische positie van slachtoffers van geslachtsdiscriminatie en van partnergeweld als vorm van ongelijkheid in het bijzonder. Doelpubliek: Slachtoffers Evaluatie: Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal per jaar een overzicht maken van de verzoeken om juridisch advies en de ontvangen klachten inzake geweld tegen vrouwen en het vervolg dat hier aan werd gegeven. Indicatoren: Aantal klachten. Aantal raadplegingen. Aantal interventies bij justitie. Aantal behandelde klachten met succesvolle interventie. Budget: 194.000 EUR. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke kansen.
53
68. Verbeteren van de informatieverstrekking inzake de opvang van slachtoffers. Beschrijving van de actie: Het uitwerken en verspreiden van de richtlijnen inzake de strafrechtelijke opvolging van intrafamiliaal geweld en inzake de Seksuele Agressie Set beogen ook een verbetering van het onthaal bij de justitiehuizen van slachtoffers van (ex) partnergeweld. Slachtoffers hebben het recht om geïnformeerd te worden over het verloop van de juridische procedure en over alle maatregelen. Sommige gerechtelijke arrondissementen passen het informatierecht onvoldoende toe voor slachtoffers van (ex)partnergeweld. Uit de evaluatie van het NAP blijkt dat er enkele verbeteringen kunnen aangebracht worden inzake de opvang van slachtoffers van intrafamiliaal geweld en meer specifiek partnergeweld tijdens de gerechtelijke procedure, met name door het snel informeren van het slachtoffer over de vrijlating van de dader. Doelstelling van de actie: De richtlijn inzake het gebruik van de Seksuele Agressie Set legt de nadruk op het belang van de opvang van slachtoffers door de politie en in ziekenhuizen bij het gebruik van de Set. In deze optiek zal aan de justitiehuizen verzocht worden de toepassing van richtlijn 4/2000 inzake het inlichten van slachtoffers van partnergeweld uit te breiden. In het kader van het ontwerp tot oprichting van een strafuitvoeringsrechtbank, zal rekening worden gehouden met de rechten van de slachtoffers met betrekking tijdens het hele uitvoeringsproces van de vrijheidsberovende straf. Zo zal het slachtoffer worden geïnformeerd bij penitentiair verlof, elektronisch toezicht en beperkte hechtenis. Het ontwerp beoogt tevens het verbeteren van de kwaliteit van de informatie die aan de slachtoffers wordt verstrekt in het kader van de strafrechtelijke procedure, in het stadium van het vonnis: de personen die een klacht indienden zullen worden geïnformeerd over het opstarten van de strafvordering en over de mogelijkheden die ze hebben om zich burgerlijke partij te stellen (een verplichting die thans alleen bestaat ten overstaande van de personen die schade hebben geleden). Er zal ook onderzocht worden hoe er een verbetering kan komen van de informatie naar slachtoffers toe inzake de gevoerde analyses voor bewijsvoering, zoals de DNA analyses en het gebruik van de Seksuele Agressie Set. Doelpubliek: Slachtoffers. Evaluatie: De bevoegde dienst van de FOD Justitie zal in samenwerking met het Instituut voor de gelijkheid van Vrouwen en Mannen de evaluatie van deze acties op zich nemen. Indicatoren: Mate waarin slachtoffers van partnergeweld worden geïnformeerd en de manier waarop ze worden opgevangen. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de FOD Justitie. Doelpubliek: Slachtoffers. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie
54
69. Verbeteren van de juridische positie van het slachtoffer. Beschrijving van de actie: Er zullen algemene verbeteringen van wettelijke maatregelen worden uitgevoerd die ook de slachtoffers van partnergeweld ten gunste zullen komen. Zo zal de wet van 13 juni 2005 inzake bemiddeling worden voorzien van uitvoeringsbesluiten, zal het zogenaamde ontwerp-Franchimont het voorwerp uitmaken van een bijzonder onderzoek over de weerslag ervan op de slachtoffers, zal het kaderbesluit van de Europese Raad van 15 maart 2001 inzake de verbetering van de rechtspositie van het slachtoffer in het kader van de strafprocedures volledig worden toegepast en zullen er initiatieven worden genomen voor de effectieve uitwerking van de verschillende samenwerkingsakkoorden tussen de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten. Het Wetboek van Strafvordering, aangenomen door de Senaat en momenteel ter behandeling in de Kamer richt zich in het bijzonder tot het verbeteren van het statuut van de benadeelde persoon en van de rechten van slachtoffers (en verdachten) in het kader van de informatie (dwz de onderzoeken geleid door de Procureur des Konings). Een debat over de plaats van het slachtoffer zal dus naar aanleiding hiervan plaats vinden in de Kamer. Doelstelling van de actie: Door middel van algemene maatregelen voor slachtoffers, ook hulp bieden aan slachtoffers van partnergeweld. Doelpubliek: Slachtoffers. Evaluatie: De effectieve aanname van de bedoelde teksten en maatregelen. Indicatoren: De verbetering van de juridische positie van het slachtoffer. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
70. Maatregelen ter verbetering van de bescherming van slachtoffers en hun omgeving. Beschrijving van de actie: Er bestaan verschillende mogelijkheden om wettelijke verbodsbepalingen op te leggen ten aanzien van de dader (contactverbod, straatverbod, wet over de toewijzing van de gezinswoning). Evenwel blijkt in de praktijk dat de opvolging van deze beschermende maatregelen soms te wensen over laat, waardoor het gevoel van onmacht en onveiligheid voor het slachtoffer wordt vergroot en waardoor de dader zich in zijn machtspositie gesterkt kan weten. Er zullen initiatieven genomen worden om in samenwerking met de politiediensten en de parketten een betere opvolging te verkrijgen van deze beschermende maatregelen zodat ook bij niet naleving van deze maatregelen efficiënt kan worden ingegrepen. Bij de oprichting van een strafuitvoeringsrechtbank zal men de mogelijkheid onderzoeken om de politie te informeren over de verbodsmaatregelen in geval van recidive.
55
Het voorstel tot oprichten van een gegevensdatabank met betrekking tot de voorwaarden opgelegd aan de dader, 24 u/24 consulteerbaar door de politie, wordt onderzocht. Doelstelling van de actie: Betere opvolging van de maatregelen opgelegd door de rechters ter bescherming van het slachtoffer en diens omgeving. Doelpubliek: Slachtoffers van partnergeweld en hun omgeving. Evaluatie: De bevoegde dienst van de FOD Justitie zal in samenwerking met het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen en de FOD Binnenlandse Zaken een voorstel van evaluatie van deze acties uitwerken en voorleggen aan de interdepartementale werkgroep. Indicatoren: Effectief onderzoeken van de vraag inzake de opvolging door de politie van verbodsmaatregelen ten aanzien van recidivisten, op het ogenblik van de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
71. Optimaliseren van de politionele slachtofferbejegening. Beschrijving van de actie : In het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren (geoperationaliseerd in de ministeriële omzendbrief PLP 10 van 9 oktober 2001 inzake de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie met het oog op het waarborgen van een minimale gelijkwaardige dienstverlening aan de bevolking) en in de omzendbrief OOP15ter van 9 juli 1999 betreffende politiële slachtofferbejegening werd de rol van de politie in het kader van de politiële slachtofferbejegening reeds gepreciseerd en afgebakend. De functie politionele slachtofferbejegening bestaat in het bijzonder in het verschaffen van een adequate (eerste) opvang van het slachtoffer, het verstrekken van een goede basisinformatie en bijstand aan het slachtoffer. De lokale politie dient zich dan ook derwijze te organiseren opdat elke politieambtenaar en elke hulpagent van politie in staat zouden zijn om deze taak te vervullen. Teneinde de politieambtenaren in deze opdrachten te ondersteunen, kan binnen een politiekorps een dienst politiële slachtofferbejegening worden opgericht. Het bestaan van een dienst politiële slachtofferbejegening binnen een politiekorps ontslaat evenwel geen enkele politieambtenaar van zijn wettelijke plicht aan slachtofferbejegening te doen. Een politieambtenaar mag een slachtoffer dan ook niet systematisch doorverwijzen naar deze dienst. De tussenkomst van deze dienst is wel verantwoord wanneer de politieambtenaar het slachtoffer niet alleen of niet op een optimale wijze kan bijstaan, bijvoorbeeld bij emotionele crisissituaties of ingeval van zeer ernstig slachtofferschap. In geval de lokale politie geconfronteerd wordt met zeer ernstig slachtofferschap kan ze dus een beroep doen op een gespecialiseerde (daarvoor speciaal opgeleide) medewerker inzake slachtofferbejegening. Als minimale werkings- en organisatienorm voor deze functie is in de regelgeving terzake voorzien dat er minstens één gespecialiseerde medewerker per zone aangesteld moet zijn. Bovendien wordt bepaald dat de permanente bereikbaarheid en terugroepbaarheid van dergelijke medewerker verzekerd moet zijn, (eventueel mits interzonale samenwerking).
56
Teneinde de politionele opvang van slachtoffers van partnergeweld te optimaliseren, zal er in het bijzonder op gelet worden dat voormelde minimale norm inzake slachtofferbejegening (24 uur op 24 uur permanentie van de diensten van slachtofferbejegening) in de praktijk ook gerespecteerd wordt. Te dien einde zal vooreerst nagegaan worden hoe de slachtofferbejegening in elke politiezone uitgebouwd is; hiervoor zullen statistieken inzake het aantal politiezones die een 24 uur op 24 uur permanentie slachtofferbejegening hebben uitgebouwd evenals informatie met betrekking tot het aantal verhoorlokalen die binnen elke politiezone ter beschikking zijn door de FOD Binnenlandse Zaken in samenwerking met de Vaste Commissie van de Lokale Politie verzameld worden. Voorts zal nagegaan worden hoe de 24 uur op 24 uur permanentie van de slachtofferbejegenaars in politiezones (eventueel mits interzonale samenwerking) die de minimumnorm niet halen, verhoogd kan worden. Doelstelling : - Optimaliseren van de politionele opvang van slachtoffers van partnergeweld - Verhogen van de 24 uur op 24 uur permanentie van de slachtofferbejegenaars, zodat binnen elke zone minstens 1 slachtofferbejegenaar permanent oproepbaar is (eventueel mits interzonale samenwerking). Doelgroep : Politie Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren : Inhoudelijke evaluatie van lokale projecten ter bescherming/opvang van slachtoffers Budget : Deze actie valt onder het normale budget van de FOD Binnenlandse Zaken. Verantwoordelijke Minister : Minister van Binnenlandse Zaken.
72. Vlaams horizontaal beleid rond intrafamiliaal geweld. Beschrijving van de actie: De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zal haar beleid rond intrafamiliaal geweld verder uitwerken . Dit moet leiden tot een structureel kader voor een meer geïntegreerd IFG-beleid, met aandacht voor de verschillende assen van dit Nationaal actieplan Partnergeweld. Doelstelling: De strijd opvoeren tegen alle vormen van inter- en intrafamiliaal geweld, kindermishandeling, partnergeweld en ouderenmis(be)handeling. Doelpubliek: De burgers, de voorzieningen en het parlement. Evaluatie: Op welke wijze en op welke tijdstippen het geïntegreerd beleid geëvalueerd zal worden op haar effecten zal later bepaald worden. Indicatoren: Een meer geïntegreerd beleid rond intrafamiliaal geweld.
57
Budget: Nog te bepalen. Verantwoordelijke Minister: Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
73. Slachtofferbegeleiding in het Waals Gewest. Beschrijving van de actie : Organisatie van de begeleiding van vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld in elke provincie door de diensten die gespecialiseerd zijn in de begeleiding en het onderbrengen van vrouwen die het slachtoffer zijn van partnergeweld. Doelstelling : Een 24 uur op 24 uur opvang van vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld door de versterking van het interventiepersoneel in gespecialiseerde centra mogelijk maken. Doelpubliek : Vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld in een crisis- of noodsituatie. Evaluatie : De evaluatie zal gebeuren in samenwerking met de sector. Indicatoren : Evolutie van het aantal opgevangen vrouwen en kinderen en duur van het verblijf. Toestand van de opgevangen personen na de opvang: toegang tot een verblijfplaats, autonomie, tewerkstelling/inkomen, scholing van de kinderen… Doelftreffendheid van de institutionele samenwerkingen en de netwerking… Budget: 225.000 EUR., ten vroegste vanaf 2007 (jaarlijks). Verantwoordelijke Minister: Minister van Sociale Actie, Gezondheid en Gelijke Kansen van het Waals Gewest.
74. Opvang van slachtoffers en daders van partnergeweld in het algemeen welzijnswerk. Beschrijving van de actie: Onder de centra voor algemeen welzijnswerk (verder CAW) in Vlaanderen ressorteren ongeveer 27 opvangcentra voor vrouwen en kinderen, waarvan negen zich specifiek richten naar mishandelde vrouwen (9 vluchthuizen, met ongeveer 130 opvangplaatsen). Er zijn in Vlaanderen dertien CAW met de opdracht "hulp aan slachtoffers van misdrijven" (1 per gerechtelijk arrondissement). In een samenwerkingsakkoord terzake met de federale overheid is bepaald dat slachtoffers van misdrijven, mits zij hiermee akkoord gaan, via een doorverwijsformulier worden doorverwezen naar deze centra voor slachtofferhulp, die dan zelf – met professionelen of vrijwilligers – contact opnemen met de slachtoffers. Mishandelde vrouwen kunnen door de politie rechtstreeks naar de vluchthuizen worden doorverwezen. Alle CAW bieden informatie, advies en begeleiding bij relatieproblemen.
58
De Vlaamse Gemeenschap subsidieert daderhulpvoorzieningen binnen de centra voor algemeen welzijnswerk en de centra voor geestelijke gezondheidszorg. De meeste daderhulpvoorzieningen zijn erkend in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap over de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik. Een aantal van deze voorzieningen begeleidt ook daders van partnergeweld. Diverse CAW zijn betrokken bij de daderprojecten van de federale minister voor Gelijke Kansen. Vele CAW kiezen voor een systeemtherapeutische aanpak, en niet voor een eng dader- of slachtoffertherapeutische aanpak. Dat betekent dat er binnen dezelfde setting gewerkt wordt met de daders, de slachtoffers en hun omgeving (het “systeem”). Herstel is een voorname finaliteit. Dertien CAW hebben een bezoekruimte. De kinderen zijn vaak (al dan niet vermeend) slachtoffer / getuige van intrafamiliaal geweld. Twee CAW beschikken over een specifiek IFG (intrafamiliaal geweld )-team, waar justitieel gedetecteerde daders en slachtoffers van partnergeweld begeleid worden. Op het nummer 106 van teleonthaal kan iedereen 24 uur op 24 uur terecht met om het even welke vraag of om het even welk probleem. De hulpverlening is gebaseerd op vrijwilligheid en anonimiteit. Doelstelling: Psycho-sociale hulp aan slachtoffers en daders van partnergeweld. Doelpubliek: Slachtoffers en daders van partnergeweld. Evaluatie: Jaarverslagen van de CAW, waarin gerapporteerd wordt over de mate waarin de vooropgestelde doelstellingen behaald werden of de vooropgestelde acties uitgevoerd werden. Indicatoren: De indicatoren worden bepaald in de beleidsplannen van de centra voor algemeen welzijnswerk. De boordtabellen bij de jaarverslagen van de CAW en de gegevens uit Tellus (het registratiesysteem) kunnen (mits wat aanpassingen) enig zicht geven op de mate waarin intrafamiliaal geweld/partnergeweld aan bod komt. Budget: Het is (nog) niet mogelijk om te berekenen welk deel van de enveloppes voor de CAW specifiek naar partnergeweld gaat. Verantwoordelijke Minister: Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
75. Doorstroming van slachtoffers van de vluchthuizen naar de reguliere woonmarkt. Beschrijving van de actie: Het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk voerde een behoeftepeiling uit naar de nood aan residentiële opvang van slachtoffers van intrafamiliaal geweld. Het gaat concreet over vluchthuizen en vrouwenopvangcentra. Het gebrek aan doorstroming van de vluchthuizen en de opvangcentra naar de reguliere woonmarkt is een probleem. Momenteel verblijven vrouwen nog te lang in een vrouwenopvangcentrum of vluchthuis, doordat ze niet terecht kunnen op de reguliere woonmarkt. In dit
59
kader sloten Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering een samenwerkingsprotocol. Hierin staat vermeld dat er een afzonderlijk protocol “wonen-welzijn” wordt opgemaakt dat de samenwerking en de afbakening van de beleidsdomeinen wonen-welzijn bepaalt onder meer in verband met de instroom, de begeleiding en de doorstroming van sociaal zwakkere groepen. Momenteel bereidt de denktank wonenwelzijn in dit kader een advies voor, dat verdere de afspraken op het raakvlak tussen wonen en welzijn concretiseert. Doelstelling: Vermijden dat de vluchthuizen dichtslibben omdat er geen doorstroming mogelijk is. Doelpubliek: Mishandelde vrouwen die onvoldoende mogelijkheden / middelen hebben om op de private markt een woning te huren / kopen. Evaluatie: Nog nader te bepalen. Indicatoren: Concrete afspraken tussen Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering over de doorstroming van de vluchthuizen naar de reguliere woonmarkt. Budget: Nog nader te bepalen. Verantwoordelijke Minister: Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering.
76. Projectoproepen. Beschrijving van de actie : Elk jaar zal de minister een thema bepalen en de sector vragen om projecten in te dienen. Doelstelling : De specifieke noden of vragen inzake de bestrijding van partnergeweld leren kennen. Doelpubliek : De betrokken actoren uit de sectoren. Budget : 50.000 EUR. per jaar vanaf 2006. Verantwoordelijke Minister: Minister van Sociale actie, Gezondheid en Gelijke Kansen van het Waals Gewest.
77. Gebruik van foto’s als bewijsmateriaal. Beschrijving van de actie: Het Instituut zal in samenwerking met de FOD Justitie en na consultatie van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, in de interdepartementale werkgroep en in de
60
expertenwerkgroep de problematiek inzake het gebruik en de kosten van foto’s als bewijsmateriaal bestuderen. De aanbevelingen ter zake worden overgemaakt aan de bevoegde Ministers. Doelstelling: Het verbeteren van de strafrechtelijke vervolging van partnergeweld. Doelpubliek: Bevoegde diensten en experts (vooral politie en justitie en artsen). Evaluatie: In de interdepartementale werkgroep zullen de aanbevelingen worden besproken. Indicatoren: Aantal bijeenkomsten van de werkgroep. Processen-verbaal van deze werkgroepen en de genomen beslissingen. Steekproef bij artsen om na te gaan of zij foto’s en dergelijke verzamelen. Budget: Deze actie valt onder het normaal budget van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen. Minister van Justitie.
78. Coördinatie en regionale netwerking Beschrijving van de actie : De regionale coördinatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdt zich meer bepaald bezig met het verbeteren van de netwerken tussen hulpverleners en het lokaal aanmoedigen van alle initiatieven inzake partnergeweld. De netwerking van alle lokale experts, (huisartsen, gynaecologen, nooddiensten, politie, hulpdiensten, vroedvrouwen, OCMW’s, Kind&Gezin) zal de organisatie vergemakkelijken van de doorverwijzing naar efficiënte structuren voor opsporing van de slachtoffers van partnergeweld. Doelstelling : - De coördinatie van alle initiatieven en de netwerking van de hulpverleners op lokaal niveau verbeteren. - De sensibilisering van de eerstelijnshulpverleners voor de bescherming en de opvang van de directe en indirecte slachtoffers verbeteren. Doelgroep : - Elke lokale actor die in aanraking komt met directe of indirecte slachtoffers van partnergeweld. - De eerstelijnshulpverleners. Evaluatie : Door het begeleidingscomité. Indicatoren : - Evaluatie en goedkeuring van het jaarverslag. - Werkplan van de regionale coördinatie.
61
Budget: Werkingskosten van de coördinatie. Verantwoordelijke minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
62
Repressieve en andere maatregelen Maatregelen die opgelegd worden door de justitiële instanties aan verdachten en daders van partnergeweld.
79. Verbetering van de toepassing van de wet over de toewijzing van de gezinswoning. Beschrijving van de actie: Op voordracht van de Vice-Eerste Minister, Minister van Werkgelegenheid en Gelijke Kansen, en van de Minister van Justitie in de vorige legislatuur, werd de wet betreffende de toewijzing van de gezinswoning aan de echtgenoot of aan de wettelijk samenwonende die het slachtoffer is van gewelddaden vanwege zijn partner en tot aanvulling van artikel 410 van het Strafwetboek, uitgevaardigd (B.S. 12 februari 2003). Uit de eerste evaluatie uitgevoerd in het kader van de evaluatie van het NAP blijkt dat deze wet in de praktijk nog niet goed gekend is en dat er in de praktijk vele verschillende werkwijzen worden gehanteerd die niet altijd ten goede komen van het slachtoffer. Het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen zal in samenwerking met de Fod Justitie initiatieven nemen om de werking van deze wet grondig te evalueren en voorstellen formuleren ter verbetering van de toepassing van de wet. Doelstelling: Verbeteren van de toepassing en de werking van de wet tot toewijzing van de gezinswoning aan de echtgenoot of aan de wettelijk samenwonende die het slachtoffer is van gewelddaden vanwege zijn partner en tot aanvulling van artikel 410 van het Strafwetboek. Doelpubliek: Justitiële actoren. Evaluatie: Het Instituut zal in samenwerking met de bevoegde diensten statistieken verzamelen met betrekking tot de gerechtelijke uitspraken rond de wetover de toewijzing van de gezinswoning . Het Instituut zal de initiatieven die zijn genomen om de werking van de wet in de praktijk te verbeteren, eveneens evalueren en de ‘good practices’ hiervan verspreiden. De evaluatie van de wet wordt momenteel uitgevoerd. Er zijn zeven adviezen gevraagd bij verschillende instellingen. Deze worden tegen 15 december 2005 verwacht. Het Instituut zal het syntheserapport opstellen. Indicator: De voorstellen die worden geformuleerd naar aanleiding van de evaluatie. Budget: Deze actie valt onder het normale budget van het Instituut en de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen. Minister van Justitie.
63
80. Evalueren van de toepassing van de wet van 30 oktober 1998 tot invoeging van een artikel 422bis in het Strafwetboek houdende de strafbaarstelling van belaging. Beschrijving van de actie: De wet inzake stalking4 blijkt in de praktijk te lijden aan kinderziektes. Het Instituut zal in samenwerking met de FOD Justitie deze wet evalueren. Doelstelling: Het verbeteren van de wetgeving inzake de bescherming van slachtoffers en de bestraffing van daders van stalking. Doelpubliek: Slachtoffers en daders. Indicatoren: De eigenlijke evaluatie van de toepassing van deze wet. Budget: 15.000 EUR., budget Instituut. Voor de FOD Justitie valt deze actie onder hun normale budget. Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen. Minister Van Justitie.
81. Verbeteren van het strafrechtelijk beleid ten aanzien van daders van partnergeweld. Beschrijving van de actie: Uitwerken van een gemeenschappelijke omzendbrief van Procureurs - Generaal met betrekking tot partnergeweld.
de Minister en van het College van
Het fenomeen beschrijven, identificeren, en de wijze van registreren preciseren. Het uitwerken van een actieplan wat betreft de vervolging ten behoeve van politiediensten en parketten. Opstarten van gegevensverzameling inzake partnergeweld met het oog op een uitbreiding naar partnergeweld. Verruimen van de lokale bemiddelingsprojecten. Met betrekking tot het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld wordt de nadruk niet enkel gelegd op het principe van de nultolerantie, maar ook op het gegeven dat het optreden van politiediensten en parketten zich niet mag beperken tot het strafrechtelijke domein, maar deel moet uitmaken van een pluridisciplinaire aanpak die gebaseerd is op een mobilisering van de bevoegdheden en de edeskundigheid van alle actoren (gerechtelijke, medische, psychologische en sociale actoren). Doelstelling van de actie: Uitwerken van een uniform strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld waarin bijzondere aandacht wordt besteed aan het slachtofferschap (stappenplan) en de mogelijkheid om het fenomeen in kaart te brengen (eenvormig identificatie- en registratiesysteem). Doelpubliek: 4
Wet van 30 oktober 1998 tot invoeging van een artikel 422bis in het Strafwetboek houdende de strafbaarstelling van belaging (B.S., 17.12.1998)
64
Politiediensten en parketten. Evaluatie: De evaluatie zal worden uitgevoerd door het College van Procureurs-generaal in samenwerking met de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid. Indicatoren: In werking treden van de omzendbrief. De magistraten en functionarissen aanstellen. Het compileren van de statistische gegevens overeenkomstig met het nieuw systeem dat nog opgesteld moet worden. Het nationaal actie plan respecteren. Budget: Deze acties vallen onder het normale budget van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
82. Verbeteren van de burgerrechtelijke maatregelen inzake partnergeweld. Beschrijving van de actie: Verbeteren van de rol van de vrederechter in de bredere problematiek van de bemiddeling in familiezaken (in 2003 werd door de vrederechter van Kontich een project ontwikkeld waarin de rol van de vrederechter als bemiddelaar wordt geaccentueerd). Doelstelling van de actie: Verbeteren van de burgerrechtelijke maatregelen inzake partnergeweld. Doelpubliek: Slachtoffers. Evaluatie: Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen bezorgt aan de bevoegde diensten van de FOD Justitie de “good practices” van dit project. Deze kunnen op hun beurt worden ingelast in de wijzigingen en de evoluties die werden voorgesteld inzake de bemiddeling in familiezaken. Indicatoren: invoering en communicatie van “good practices” projecten. Budget: Deze acties vallen onder het normale budget van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
83. Verbeteren van de vervolging inzake seksueel geweld. Beschrijving van de actie: Verspreiding en toepassing van de nieuwe Seksuele Agressie Set en de richtlijn ter zake. Verbeteren van de gegevensverzameling inzake seksueel geweld.
65
Sinds verscheidene jaren werden wettelijke initiatieven genomen inzake de gecentraliseerde gegevensbank rond seksueel geweld Uit onderzoek van 1999 bleken er echter nog heel wat kinderziektes te bestaan rond deze initiatieven. In 2006-2007 zullen verschillende (wettelijke) maatregelen worden genomen om de gecentraliseerde gegevensbank efficiënt te laten werken. Doelstelling van de actie: Verbeteren van de vervolging inzake seksueel geweld. Verbeteren van de gegevensverzameling inzake seksueel geweld. Doelpubliek: Slachtoffers van seksueel geweld. Evaluatie: Later te bepalen. Indicatoren: Aantal opgenomen maatregelen. Budget: Deze acties vallen onder het normale budget van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
84. Verbeteren van de wetgevende maatregelen. Doelstelling van de actie: Verhoor van slachtoffers van seksueel- en partnergeweld. Inzake het verhoor van minderjarigen werden reeds verschillende wetgevende initiatieven genomen. De omzendbrief van 16 juli 2001 over de audiovisuele opname van het verhoor van minderjarigen zal binnenkort worden geëvalueerd in overleg met de betrokken diensten van de FOD Justitie en met het College van Procureurs-Generaal. De betrokken diensten van de FOD Justitie zullen worden verzocht om uit te zoeken of de bestaande maatregelen niet kunnen uitgebreid worden naar meerderjarige slachtoffers van seksueel geweld en naar slachtoffers van partnergeweld, rekening houdende met de evaluatie van de omzendbrief van 16 juni 2001. Bij positief resultaat zullen dan in een latere fase aanbevelingen worden geformuleerd rond de nodige aanpassingen van de wettelijke basisteksten en de opleidingen zullen dan consequent worden opgenomen met de nodige veranderingen. Rechters in familiezaken. De Minister van Justitie denkt na over de installatie van rechters in familiezaken om te verhelpen aan de huidige versnippering van de bevoegdheid voor familiale geschillen over meerdere rechtsmachten. Deze rechters zullen zich over alle conflicten binnen in de familie kunnen buigen. Het betreft hier de burgerrechtelijke conflicten inzake gezinsmoeilijkheden, opvoedingsmoeilijkheden, co-ouderschap, hoederecht, scheiding, contactverbod….. Deze rechtbank zou naast de gerechtelijke beslissingen, ook preventieve maatregelen moeten kunnen uitwerken (bemiddeling, relatietherapie, opvoedings- en gezinsondersteuning….). Een goede samenwerking met de gezinsondersteunende centra, de hulpverlenings – en politiediensten en justitiehuizen is dus onontbeerlijk.
66
Er is een werkgroep opgericht die, samen met de terreinactoren onderzoekt welke voor dit domein de best te volgen weg is. Verbeteren van de toepassing van en het verruimen van de alternatieven strafvervolgingen. Sedert het eerste NAP zijn reeds verschillende initiatieven genomen ter verbetering en verruiming van alternatieve strafrechtsmaatregelen zoals het herstelrecht en de strafbemiddeling en is de werking van de justitiehuizen verruimd. Deze initiatieven kunnen een belangrijke rol spelen in de strafrechtelijke opvolging van feiten van geweld tegen vrouwen. De alternatieve strafrechtsmaatregelen kunnen in vele gevallen vlugger een halt toe roepen aan het geweld. Dit is met name het geval bij strafbemiddeling waardoor terzelfdertijd een begeleiding aan de dader kan voorgesteld worden en er rekening gehouden wordt met de noden en vragen van de slachtoffers. Dit is ook het geval met de nieuwe wet van 22 juni 2005 die de mogelijkheden verruimd wat betreft bemiddeling tot alle verschillende stadia van de strafprocedure en niet enkel tot het niveau van de rechtsvervolgingen. Uit het onderzoek inzake de strafrechtelijke opvolging van partnergeweld blijkt echter dat vele van de bestaande alternatieve maatregelen niet of nauwelijks worden toegepast. De studie die de strafrechtelijke vervolgingen behandelt inzake partnergeweld brengt niettemin naar voor dat een hele boel bestaande alternatieve maatregelen niet voldoende gebruikt worden. Een betere informatieverspreiding met betrekking met alle mogelijke alternatieven (bemiddeling, probatie, vorming) in het kader van partnergeweld zal opgenomen worden door de parketten, magistraten en justitiehuizen. Deze informatieverspreiding zal gevolgd worden door een specifieke vorming zodat in, elk individuele situatie, maatregelen correct kunnen worden toegepast om het geweld in een zo vroeg mogelijk stadium te bestrijden. De nieuwe maatregelen zullen ingebed worden in een richtlijn die naar de doelgroep zal verspreid worden. Elke professionele actor zal aangezet worden om binnen het kader van deze alternatieve maatregelen aandacht te hebben voor de empowering van het slachtoffer. De lokale bemiddeling is eveneens een alternatief voor de strafrechtelijke vervolging. In dit kader zijn er reeds versschillende lokale projecten ontwikkeld in samenwerking met de lokale politie. Er zal rekening gehouden worden met de evaluatie van het experimentele project omtrent bemiddeling op het lokale niveau in de stad Brussel. Onderzoek naar de mogelijkheid tot het opleggen van probatiemaatregelen als autonome straf. De probatie behoort tot de eerste generatie van alternatieve afhandelingmethoden. Sinds haar bestaan heeft zij reeds voldoende aangetoond dat zij een volwaardig alternatief kan bieden voor de vrijheidsbeneming. Naast de feiten houdt de probatie immers rekening met de persoon van de dader en zijn milieu, en voorkomt zij de negatieve effecten van de detentie. De Commissie Holsters doet het voorstel om de probatie als autonome straf in te schrijven en uit te werken. Bedoeling is de daders met psychosociale problemen te rehabiliteren. Probanten worden verplicht te werken aan hun situatie om zodoende verantwoordelijkheid op te nemen voor hun gedrag en de gevolgen ervan. Het opnemen van verantwoordelijkheid ten aanzien van slachtoffer en samenleving kan zowel preventieve als herstelrechterlijke effecten genereren. Gezien de probatie als autonome straf een geschikt alternatief zou kunnen zijn voor een bepaalde doelgroep zal onderzocht worden of zij ingeschreven kan worden in het wetboek. Doelpubliek: Slachtoffers. Evaluatie: De bevoegde diensten van de FOD Justitie zullen in samenwerking met het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen een voorstel voor evaluatie van deze acties uitwerken en voorleggen aan de interdepartementale werkgroep. Indicatoren: Nader te bepalen.
67
Budget: Deze acties vallen onder het normale budget van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Justitie.
85. Evaluatie lokale bemiddeling als alternatief voor strafvervolging. Beschrijving van de actie : In het kader van enkele lokale projecten uitgewerkt in het licht van het Nationaal Actieplan inzake de strijd tegen het geweld op vrouwen 2001-2003, werden initiatieven gestart inzake de lokale bemiddeling als alternatief voor strafvervolging. De lokale bemiddeling kadert in een overeenkomst tussen de lokale politiediensten en de parketten. De projecten werden erkend door de FOD Binnenlandse Zaken. Indien er dergelijke projecten in de veiligheids-en preventiecontracten opgenomen worden in 2006, zullen deze initiatieven geëvalueerd worden door de FOD Binnenlandse Zaken en zullen de positieve leerpunten doorgegeven worden aan de bevoegde diensten van het departement van Justitie en het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen. Doelstelling : Het verspreiden van goede praktijken van alternatieven voor strafvervolging ingeval van partnergeweld. Doelgroep : Politiediensten en parketten. Evaluatie: Inhoudelijke evaluatie van lokale projecten. Budget : Nog nader te bepalen. Verantwoordelijke Minister : Minister van Binnenlandse Zaken. 86. Het verbeteren van specifieke juridische maatregelen voor de medische wereld om op een zo efficiënt mogelijke wijze het geweld van vrouwen te kunnen aanpakken. Beschrijving van de actie: ‘Wetgeving beroepsgeheim’ Er werden reeds wettelijke initiatieven genomen inzake het gedeeltelijk opheffen van het beroepsgeheim in gevallen van kindermisbruik. Eind 2002 werd door de Minister van Volksgezondheid rond het vraagstuk ‘gedeeltelijke opheffing van het beroepsgeheim bij partnergeweld’ een studiedag voor alle artsen georganiseerd. De aanbevelingen van deze studiedag werden in aanmerking genomen in de opdracht gegeven door de Minister van Volksgezondheid aan de wetenschappelijke vereniging voor huisartsen om aanbevelingen uit te werken inzake ‘artsen en partnergeweld’. Doelstelling van de actie: Er zal een werkgroep worden opgestart in samenwerking met deskundigen, de orde van de geneesheren en met de FOD Justitie om deze problematiek verder te bestuderen. Doelpubliek: De medische wereld.
68
Evaluatie: Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen zal statistieken verzamelen met betrekking tot de verhoging van de aangiftebereidheid van de artsen inzake partnergeweld door middel van een registratieinstrument voor intrafamiliaal geweld en meer specifiek partnergeweld bij de medische – en hulpverleningswereld. De info terzake werd megedeeld aan de artsen. Er werd beslist om het medisch geheim in dit geval niet op te heffen. Indicatoren: Werkbare afspraken inzake beroepsgeheim. Budget: Deze acties vallen onder het normale budget van de FOD Justitie. Verantwoordelijke Minister: Minister van Sociale Zaken en Minister van Volksgezondheid. Minister van Justitie
69
70
Registratie
87. Statistieken over partnergeweld in de medische en hulpverleningssector. Beschrijving van de actie: Van december 2002 tot november 2003 werd het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en Mannen in opdracht van de minister van werkgelegenheid belast met gelijke kansen voor en mannen gevraagd een onderzoek naar een registratiemethode van partnergeweld in de hulpverleningssector te voeren . Van december 2003 tot november 2004 werd het vervolg van dit onderzoek uitgevoerd. De bedoeling van dit nieuwe onderzoek was de evaluatie van de toepasbaarheid van het model dat ontwikkeld werd in het kader van het hierboven vermelde onderzoek in 2003 binnen de diensten en organisaties die werkzaam zijn in de sociale sector en de gezondheidssector. Op basis van deze resultaten zal het Instituut in samenwerking met de FOD Volksgezondheid het instrument formaliseren en concreet in de praktijk installeren voor de medische sector . Er zal nagegaan worden met de gemeenschappen en gewesten of deze registratie ook in de bestaande systemen kan geïntegreerd worden. Doelstelling: Een zicht krijgen op het aantal slachtoffers van partnergeweld dat in de medische sector en de hulpverleningssector terecht komt en gelinkt aan andere statistieken een beter zicht krijgen op de ware omvang van de problematiek. Doelpubliek: De medische sector en de hulpverleningssector. Evaluatie: De opvolging van deze actie zal gezamenlijk gebeuren door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en de FOD Volksgezondheid en de gemeenschappen en gewesten. In 2006 zouden de eerste statistieken moeten kunnen verzameld worden. Indicatoren: Aantal registrerende instanties. De statistieken zelf. Budget: Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen. Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.
71
72
Evaluatie De specifieke effecten van genomen acties meten en, in functie van duidelijk gedefinieerde criteria, een waardeoordeel vellen over de acties en hun effecten, of ze gewenst of ongewenst zijn, direct of indirect, op korte of lange termijn,…
88. Verhogen van de zichtbaarheid van de problematiek via kwantitatieve evaluaties. Beschrijving van de actie: In eerste instantie wil het Instituut drie basisindicatoren opstellen om een goede evaluatie te maken van de problematiek en van de evolutie van de strijd tegen het partnergeweld. Het is heel belangrijk om na te gaan hoe al deze statistieken verzameld kunnen worden en of deze statistieken eventueel door het Instituut gecentraliseerd en verwerkt kunnen worden. 1. Meten van de aangiftebereidheid van slachtoffers van partner- en seksueel geweld Om dit te kunnen meten zou het Instituut er moeten op toezien dat volgende statistieken op een eenvormige manier verzameld kunnen worden: - Er zullen acties genomen worden voor de verzameling van de statistieken in de hulpverlenings- en medische sector in samenwerking met de FOD volksgezondheid en de gemeenschappen en gewesten.5 - Er zullen politiestatistieken worden verzameld in samenwerking met de federale politie - En er zullen gerechtelijke statistieken worden verzameld in samenwerking met de FOD Justitie 2. Budget besteed aan slachtofferopvang Er zal in samenwerking met de gemeenschappen en gewesten een totaaloverzicht van de budgetten die besteed worden aan de feitelijke opvang van slachtoffers van partnergeweld (vb. vluchthuizen), worden opgesteld. 3. Statistieken inzake ‘daderhulp’ In samenwerking met de FOD Justitie, FOD Binnenlandse Zaken en de gemeenschappen en gewesten zullen er statistieken worden verzameld van de behandeling van de daders van partnergeweld op verschillende niveaus (repressief, alternatieve straffen, vrijwillige hulpverlening). In samenwerking met de FOD Justitie zullen er statistieken worden verzameld inzake de veroordeling van de daders van partner- en seksueel geweld Doelstelling: Via kwantitatieve informatievergaring zicht krijgen op de problematiek en de evolutie van het partnergeweld. Doelpubliek: De verschillende beleidsinstanties. Indicatoren: Aantal organisaties die registreren. Statistieken zelf. Budget: 15.000 euro +budget personeel Instituut. 5
zie ook fiche sensibilisering ‘Minister van gelijke kansen’ punt 3, blz 6
73
Verantwoordelijke Minister: Minister van Gelijke Kansen.
89. Studiedag of colloquium Beschrijving van de actie : Naar aanleiding van de acties die in 2006 en in 2007 worden gevoerd, is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van plan om een colloquium te organiseren dat de experts, de actoren van het terrein en de politieke besluitvormers eind 2007 zal bijeenbrengen. Doelstelling : - een globale evaluatie opstellen van alle acties - toekomstperspectieven bieden - een regionaal beleid op lange termijn, een geïntegreerd, transversaal beleid inzake partnergeweld stimuleren Doelpubliek : de professionele actoren die rechtstreeks of onrechtstreeks in aanraking komen met slachtoffers en daders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Evaluatie : Te bepalen. Indicatoren : - representativiteit van experts van verschillende sectoren bij de voorbereiding en op het colloquium - interesse van het publiek. Budget: Te bepalen. Verantwoordelijke minister : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
74
75
Dit NAP is een samenwerking tussen de bevoegde ministers: • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Federaal Minister van Gelijke Kansen Federaal Minister van Justitie Federaal Minister van Binnenlandse Zaken Federaal Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd van de Franse Gemeenschap Minister van Kinderwelzijn, Jeugdwerking en Gezondheid van de Franse Gemeenschap Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen van de Franse Gemeenschap Minister van Werk, Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap Vlaams Minister van Gelijke Kansen Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Minister van Gelijke Kansen van het Waalse Gewest Minister van Gezondheid, Sociale actie en Gelijke Kansen van het Waalse Gewest Minister van Werk van het Waalse Gewest Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Staatssecretaris voor Gelijke Kansen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Lay-out • Vanhollebeke Liesbeth, Van Mulders Nancy , Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Drukken • Dienst offset van FOD WASO Verdeling • Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Ernest Blerotstraat I, B- 1070 Brussel, tel. 02/233.40.15 Uitgever • Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen Website • www.igvm.fgov.be
76
INSTITUUT VOOR DE GELIJKHEID VAN VROUWEN EN MANNEN ERNEST BLEROTSTRAAT I B- 1070 BRUSSEL