Van: Aan:
Cc: Onderwerp: Datum: Bijlagen:
Citters R van beemster; edan-volendam; landsmeer; oostzaan; overgemeenten; Griffie; waterland; zaanstad; zeevang; Beemster - J.R.P.L. Dings; Edam-Volendam - G.H.M. Kroon; Landsmeer - C. Hienkens; Oostzaan - M. Olij; Daan, B. (Berent); Waterland - B.G. Schalkwijk; Wormerland - A. de Groot; Zaanstad - E. Struijlaart; Zeevang - M.W.F. Habold Verheul F; Boon P Aanbieding uitvoeringsplan transitie BaanStede dinsdag, 3 december 2013 14:52:15 131129 Aanbiedingsbrief.pdf 2013 11 19 Reactie op zienswijze en moties gemeenteraden.pdf 131129 Uitvoeringsplan transitie Baanstede.pdf KwartaalrapportageTransitie sep-13.pdf
Geachte dames en heren, Namens het Algemeen Bestuur van BaanStede zend ik u hierbij de aanbiedingsbrief betreffende het uitvoeringsplan transitie BaanStede. Tevens treft u de in de aanbiedingsbrief vermelde bijlagen aan: - Het uitvoeringsplan transitie Baanstede 2013-2017 - Reactie op zienswijzen en moties Transitieplan Baanstede 2013-2017 - Kwartaalrapportage Wij gaan ervan uit dat u de stukken desgewenst zelf inbrengt bij uw College. Met vriendelijke groet, Rosemarie ter Bals- van Citters Directiesecretaresse
Postbus 404 1440 AK Purmerend T (0299) 469 335 F (0299) 469 169 M (06) 5248 8732
Einsteinstraat 103 1446 VE Purmerend E RosemarieterBals-vanCitters@BaanStede.nl I www.BaanStede.nl
Volg BaanStede
BaanStede is specialist in arbeid en arbeidsontwikkeling voor een brede groep mensen die door allerlei oorzaken naast het arbeidsproces zijn geraakt. Onze diensten zijn gericht op het ontdekken, ontwikkelen en het bevorderen van arbeidsvermogen. Wij motiveren, begeleiden en bemiddelen mensen naar werk dat past bij hun persoonlijke mogelijkheden en omstandigheden. Onze eigen leerwerkbedrijven en contacten met de markt maken de juiste ontwikkeling mogelijk. Dat schept kansen voor mensen en organisaties. Disclaimer: Dit is een e-mailbericht van BaanStede. Openbaarmaking, vermenigvuldiging en/of verstrekking van deze informatie aan derden is, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de verzender van dit bericht niet toegestaan. De verzender staat niet in voor de juiste en volledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mailbericht, noch voor tijdige ontvangst daarvan. De verzender kan niet garanderen dat een verzonden e-mailbericht vrij is van virussen, noch dat e-mailberichten worden overgebracht zonder inbreuk of tussenkomst van onbevoegde derden. Denkt u a.u.b. aan het milieu, voordat u deze e-mail afdrukt.
Reactie op zienswijzen en moties Transitieplan Baanstede 2013 – 2017
gemeente
zienswijze/motie
Beemster Edam-Volendam
1.
2.
3.
Edam-Volendam (vervolg)
4.
Geen zienswijze op het transitieplan ontvangen.. Het transitieplan kent veel open einden en geeft geen duidelijkheid over de gevolgen voor de kosten van het zittende personeel, de opzet van de detacheringsorganisatie en de resultaten van verwachte uitstroom. Ook zijn de risico’s van terugval van Wsw-geïndiceerden (met eventueel behoud van oude rechten) niet (voldoende) in kaart gebracht. De gemeenteraad van Edam-Volendam maakt zich ernstig zorgen over deze risico’s en wil deze nog dit jaar inhoudelijk en financieel uitgewerkt zien. Wij zijn overtuigd van de toegevoegde waarde van het ‘lokale netwerk’. Edam-Volendam kent veel ondernemers en werkgevers die bereid zijn mee te denken en ook uitvoering te geven aan plannen met betrekking tot het plaatsen van mensen met een arbeidshandicap of uitkering. Wij willen er de nadruk op leggen dat dit ook in het transitieplan geborgd dient te zijn. Wij zijn voorstanders van regionale samenwerking waar dit een meerwaarde heeft voor de lokale acties en activiteiten. Wij stellen vast dat het uitstellen van de Participatiewet, de gevolgen van het Sociaal Akkoord en de bezuinigingen van nu en in de toekomst grote invloed hebben op de herstructurering en het voortbestaan van Baanstede. Wij willen graag periodiek op de hoogte gehouden worden van de voortgang van het transitieproces en de herstructurering en vragen het bestuur van Baanstede met klem aandacht te hebben voor de mensen die onderdeel uitmaken van de organisatie Baanstede, zowel het ambtelijk personeel als de mensen die werkzaam zijn voor of via Baanstede met een Wsw-indicatie. motie: Uitstroom van Wsw-geïndiceerden
reactie/advies De personeelskosten (lonen en secundaire arbeidsvoorwaarden conform cao) blijven voor rekening van Baanstede. Met de externe partijen (coöperatie en andere bedrijven die bedrijfsactiviteiten en medewerkers van Baanstede overnemen) worden afspraken gemaakt over een detacheringstarief per uur. Die afspraken dienen het negatieve subsidieresultaat (= verschil personeelskosten en subsidie) zoveel mogelijk te compenseren en bepalen mede de financiële resultaten van de transitie. Ook over de procedure inzake terugval van SW-ers worden afspraken gemaakt met de externe partijen. De risico’s hiervan worden uitgewerkt in het uitvoeringsplan. In het overleg met de coöperatie worden afspraken gemaakt op welke wijze gebruik wordt gemaakt van het lokale netwerk van Edam-Volendam teneinde de kansen die daar liggen optimaal te benutten. Ook participeert de coöperatie in de regionale werkgeversbenadering.
Eens met deze vaststelling. Baanstede zegt toe de negen gemeenten 1x per kwartaal te rapporteren over de voortgang van het transitieproces. De zorg voor de mensen die onderdeel uitmaken van de organisatie Baanstede, zowel ambtelijk als in SW-verband, staat in de uitvoering van het transitieproces voorop. Ambtelijk worden gedwongen ontslagen niet uitgesloten. Het is daarom gewenst dat de aan de GR deelnemende gemeenten hun verantwoordelijkheid hierin nemen en personeel van Baanstede voorrang geven bij vacatures. In de eerste plaats is dit in het belang van de betreffende medewerkers. In de tweede plaats in het belang van de gemeenten zelf, om hoge herstructureringskosten te voorkomen. Echt uitstroom uit de SW is landelijk gezien te verwaarlozen en daarom ook geen
1
naar een reguliere werkgever, eventueel met inzet van instrumenten als coaching en begeleiding, geniet de voorkeur. Pas indien dit niet mogelijk blijkt, streven naar groeps- of individuele detachering bij reguliere werkgevers of mogelijkheden, zoals begeleid werken, open te houden.
Landsmeer
1.
De gemeenteraad van Landsmeer ziet vooral kwetsbaarheid in het plan op het gebied van: De nieuwe detacheringsorganisatie; De nieuwe Gemeenschappelijke Regeling (GR) De begeleiding van SWmedewerkers na en tijdens plaatsing; De voorziening voor beschut werken. De aard van de GR brengt voor gemeenten verder met zich mee dat directe sturing niet altijd eenvoudig is. Dit betekent een extra risico voor gemeenten.
2.
U heeft aangegeven periodiek (1x per kwartaal) actief te communiceren over de actuele stand van zaken om monitoring door gemeenten eenvoudiger te maken. De gemeenteraad van Landsmeer is blij met deze toezegging. De gemeenteraad van Landsmeer dringt er bij u op aan naast de gebruikelijke sturingsmomenten actief gemeenten te informeren op in het proces belangrijke momenten. Daarnaast gemeenten op tijd de gelegenheid te bieden tijdens deze belangrijke momenten het proces indien nodig bij te sturen.
3.
Oostzaan
1.
Grip op financiën, controle en bijsturingmomenten van de raad Zolang er wordt onderschreven wat er in het transitieplan staat en de
realistische optie in het transitieproces. Het instrument begeleid werken heeft ook bij Baanstede voorkeur. Echter: het bestuur van Baanstede garandeert de SW-medewerkers hun arbeidsvoorwaarden conform de cao voor de sociale werkvoorziening. Het is niet aannemelijk dat SW-medewerkers met een vast dienstverband in grote getale de zekerheid daarvan vrijwillig opgeven en de arbeidsovereenkomst met Baanstede inruilt voor een tijdelijk contract bij een reguliere werkgever. Daardoor weten we nu al dat (groeps) detachering het meest aannemelijke instrument is om de transitie te realiseren. Overdracht van de uitvoering van de Wsw aan Baanstede beperkt inderdaad de mogelijkheid van directe sturing voor de gemeenten. Het is in dit verband wel van belang op te merken dat er geen nieuwe GR komt. Baanstede blijft in het transitieplan bestaan als GR en houdt als werkgever haar verantwoordelijkheid voor de SW-medewerkers die bij Baanstede op de loonlijst staan, evenals de overgedragen wettelijke verantwoordelijkheid voor de overige SW-ers. Goede contractuele afspraken met de coöperatie , ook over de begeleiding van de SW-ers, moeten risico’s op dit gebied beperken. De voorziening beschut werken moet, in samenwerking met andere organisaties, nog vorm krijgen. Tot daarvoor een degelijk plan voorhanden is en de realisatie daarvan een feit, blijft Baanstede zelf beschutte werkplekken bieden. Baanstede zal deze toezegging nakomen.
Baanstede is verantwoordelijk voor een efficiënte en effectieve uitvoering van het transitieplan. Steun en directe betrokkenheid daarbij vanuit de deelnemende gemeenten is van zeer groot belang. Onder andere om te voorkomen dat de herstructureringskosten de begrote € 5,6 miljoen gaan overschrijden, kunnen de gemeenten zelf mee sturing geven aan het proces door onder andere werk uit te besteden en niet gesubsidieerde medewerkers in dienst te nemen. De Wsw subsidie die de gemeente van het rijk ontvangt en overhevelt naar de GR wordt volledig uitgegeven aan personeelskosten (lonen, overige personeelskosten en
2
gemeenteraad inzicht heeft op de besteding van gelden, gaan wij akkoord. Als gemeenteraad houden wij graag helder waar het gemeenschapsgeld aan wordt besteed en deze doelstelling streven wij ook na wanneer er onderdelen worden uitbesteed aan een detacheringorganisatie. 2.
3.
4.
5.
6.
Oostzaan (vervolg)
7.
Vangnet als detachering niet lukt en voorziening voor mensen die beschut werken De gemeente is verheugd dat een vangnet gehandhaafd blijft voor beschut werken. We hopen dat de omvang voldoende zal zijn. We zien dit ook graag terug tijdens de halfjaarlijkse evaluatie. Begeleiding Jobcoaches inzetten blijft van groot belang voor succesvolle plaatsingen.
Baangarantie voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij verkoop Wij zijn van mening dat baangarantie niet geboden kan worden, omdat dit nergens bestaat. Aanscherping op aanpak voor vervolgplaatsingen en goede voorbereiding is eerder gewenst. Eigen inzet gemeente voor de doelgroep, sociaal rendement Gemeente Oostzaan zet zich reeds actief in en zal daarbovenop de mogelijkheden uitwerken om de inzet te intensiveren en wij verwachten dat de andere regio gemeenten zich ook verbinden en een commitment aangaan. Omgang met de wachtlijst en nieuwe instroom Wanneer de Participatiewet in 2015 ingaat, zal de aangedragen oplossing in de leeswijzer uitvoerbaar zijn, mits een hogere rijksvergoeding voor loonkostensubsidie wordt verstrekt. Communicatie Het is van groot belang dat er uitstekend wordt gecommuniceerd naar alle betrokkenen, (zowel de samenwerkende partijen, alle SW medewerkers en personeel). In het communicatieplan van Baanstede is daar zorgvuldig rekening mee gehouden.
loonkostensubsidies) van de SW-medewerkers. Het tekort dat daarbij resteert, dient zo veel mogelijk te worden beperkt door een inkomende geldstroom vanuit de coöperatie en andere bedrijven/ organisaties waarmee Baanstede contractuele afspraken maakt over inleenvergoedingen. (Zolang Baanstede nog eigen bedrijfsactiviteiten heeft, zullen die financieel uiteraard op de gebruikelijke manier worden verantwoord.) Totdat er een nieuwe voorziening beschut werken is, zegt Baanstede toe dat binnen de eigen organisatie beschut werk wordt geboden. Het aantal beschutte werkplekken binnen Baanstede zal direct worden gekoppeld aan de behoefte. In de kwartaalrapportage wordt ook hierover gerapporteerd.
Het is de inzet van Baanstede dat dit ook gebeurt en daarover zullen ook afspraken gemaakt worden met de externe detacheringsorganisatie en andere bedrijven die invulling gaan geven aan de transitie. De SW-medewerkers in dienst van Baanstede zijn ervan op de hoogte dat zij hun huidige werkplek wellicht niet kunnen behouden. Wel is hun inkomen gegarandeerd conform de cao voor de sociale werkvoorziening. De coöperatie geeft invulling aan de aanpak die moet leiden tot externe plaatsingen. Baanstede bereid haar medewerkers daar zo goed mogelijk op voor. Meerdere gemeenten hebben zich reeds in deze zin uitgesproken. In regionaal verband wordt onderzocht hoe invulling kan worden gegeven aan sociaal rendement en welke afspraken hierover concreet tussen gemeenten kunnen worden gemaakt. Ook hier doen zich mogelijkheden voor om direct als gemeente mee sturing te geven aan het transitieproces van Baanstede. Baanstede gaat niet over de rijksvergoeding.
Baanstede geeft zo goed mogelijk invulling aan de communicatie naar alle betrokkenen. Hiervoor is een strategisch communicatieplan vastgesteld, een werkgroep communicatie ingesteld en een communicatiekalender die wordt uitgevoerd en geactualiseerd.
3
8.
9.
10.
Risico’s Wij vinden het van groot belang de financiële en de sociale risico´s zoveel mogelijk te beperken. Zie hiervoor ook onze opmerkingen bij punt 5. motie: Vraagt in het najaar een uitvoeringsplan van Baanstede aan de raden voor te leggen waarin in ieder geval nader is uitgewerkt (voor zover dat mogelijk is in de tijd): De opzet en opdracht van het detacheringsbureau en de controlefunctie van de GR. Een analyse van de haalbaarheid van andere vormen dan detachering. De werkgeversbenadering en de voorbeeldfunctie van de gemeenten. Waarbij werkgevers ook als coproducent kunnen worden betrokken bij de uitwerking en uitvoering van de aanpak . De begeleiding van mensen: in groepsverband en individueel. De businesscases van de te verzelfstandigen bedrijfsonderdelen van Baanstede en de effecten daarvan voor de mensen en de begroting. Verzoekt het herstructureringsfonds niet open te stellen alvorens bovenstaande is uitgewerkt. motie: Verzoekt de risico’s die kleven aan het transitieplan van Baanstede nu en het uitvoeringsplan in de toekomst inzichtelijk te maken door het methodisch te beschrijven en een inschatting te geven van de beleidsmatige en financiële risico’s. Verzoekt hierbij tevens inzicht te verschaffen in de verwachte omvang en de verwachte kans van optreden en te treffen beheersmaatregelen per risico.
Baanstede onderschrijft dit belang en zet van haar kant in op afspraken die deze risico’s beperken.
Is meegenomen in de procedure van aanbesteding en de selectie- en beoordelingscriteria en / of is beschreven in het uitvoeringsplan.
Het budget voor herstructurering is opgenomen in de vastgestelde begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 – 2017. Is meegenomen in de procedure van aanbesteding en de selectie- en beoordelingscriteria en / of is beschreven in de risicoparagraaf van het uitvoeringsplan.
4
Verzoekt wachtende de uitkomsten hiervan het structureringsfonds nog niet open te stellen. Verzoekt de (gewijzigde) risicoparagraaf als vast onderdeel van de rapportage over het uitvoeringsplan terug te laten komen per kwartaal bij de negen raden.
Purmerend
Waterland
Waterland
De benoemde risico’s worden beschreven en behandeld in de kwartaalrapportages.
Het budget voor herstructurering is opgenomen in de vastgestelde begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 – 2017. Er is een uitvoeringsplan beschikbaar waarin de diverse stappen en onderdelen van de transitie worden beschreven. In het uitvoeringsplan wordt het eventueel aanbesteden benoemd en uitgewerkt. Het uitvoeringsplan wordt op basis van concrete tarieven, overgaand volume en andere afspraken doorgerekend. Ook de risico’s worden beschreven en gekwantificeerd.
1.
Wij zien het transitieplan niet als een statisch geheel. Een aantal belangrijke elementen van het transitieplan zijn nog niet uitgewerkt. Zo verwachten wij dat voor de keuze van zowel een detacheringsorganisatie, als voor elk van de bedrijfsonderdelen die vervreemd worden (bijvoorbeeld groen) plannen van aanpak worden gemaakt. Hierin opgenomen de organisatievorm van de detacheringsorganisatie en daarmee samenhangend de sturingsmogelijkheden en verantwoordelijkheden van de nieuwe detacheringsorganisatie in relatie tot de gemeenschappelijke regeling (governance-structuur). Ook dienen vragen m.b.t. aanbesteding nog nader te worden uitgewerkt, alsmede zaken als tarieven, overgaand volume, etc. Wij willen het bestuur van Baanstede meegeven dat deze plannen van aanpak vergezeld zijn van een financiële- en een risicoparagraaf.
2.
Wij vragen ons af hoe de voorziening voor beschut werken voor SWmedewerkers die niet gedetacheerd kunnen worden, eruit ziet. Hoe gaat Baanstede samen met andere organisaties deze voorziening neerzetten? En wat zijn de financiële consequenties?
De voorziening beschut werken moet, in samenwerking met andere organisaties, nog vorm krijgen. Tot daarvoor een degelijk plan voorhanden is en de realisatie daarvan een feit is, blijft Baanstede zelf beschutte werkplekken bieden. De financiële consequenties worden uitgewerkt in de begroting.
1.
Meer duidelijkheid verwacht over organisatievorm/bestuursvorm nieuwe detacheringsorganisatie (op welke manier geeft de GR sturing aan de nieuwe organisatie?)
Het bestuur stuurt op basis van directie- en kwartaalrapportages. Sturing aan de nieuwe organisatie wordt vooral gegeven met contractuele afspraken die voor de start van de nieuwe organisatie worden gemaakt.
2.
Meer duidelijkheid verwacht over begeleiding van SW-medewerkers naar en tijdens plaatsing (concrete vorm). Meer duidelijkheid verwacht over
Is onderdeel geweest van de aanbestedingscriteria.
3
De voorziening beschut werken moet, in
5
(vervolg)
Wormerland
voorziening beschut werken voor SWmedewerkers die niet gedetacheerd kunnen worden (vormgeving, samenwerking, financiële consequenties)
1.
Plan Actiecomité Baanstede niet verwerkt. Waarom niet?
2.
SW-medewerkers dienen voldoende begeleiding van professionals te krijgen, die zich kunnen verplaatsen in zowel hun beperking als het werk dat zij doen. Bij verandering van baan en/of bedrijf worden zij van werk naar werk begeleid.
3.
4.
Zaanstad
1.
2.
Zaanstad (vervolg)
3.
De ondergrens-procedure wordt nog eens besproken in het AB van Baanstede. Ziet het transitieplan als basis voor de daadwerkelijke uitwerking waarmee de nieuwe detacheringorganisatie aan de slag gaat. motie: Vraagt de wethouder op te roepen: Om in het uitvoeringsprogramma op te nemen dat één detacheerder de totale SWpopulatie begeleidt. Om zorg te dragen dat detachering (of vervreemding) ten allen tijde in “mixed people’ groepen plaatsvindt, waarbij in het bijzonder wordt gekeken dat voor medewerkers met de laagste loonwaarde ook een plek is. motie: Verzoekt:
samenwerking met andere organisaties, nog vorm krijgen. Tot daarvoor een degelijk plan voorhanden is en de realisatie daarvan een feit is, blijft Baanstede zelf beschutte werkplekken bieden. De financiële consequenties worden uitgewerkt. Kern van het plan van het Actiecomité Baanstede: behoud van de huidige Baanstede organisatie. Kern van het transitieplan: afbouwen van de huidige uitvoeringsorganisatie van Baanstede. Door deze strijdige doelen waren beide plannen niet met elkaar te verenigen. Er is wel degelijk serieus gesproken met de opsteller van het plan. Baanstede onderschrijft dit en zal daarover afspraken maken met de coöperatie.
De werkgever is verantwoordelijk voor de begeleiding van werk naar werk. Er is steeds aangegeven dat het niet de bedoeling is dat SW-ers thuis komen te zitten. Voor de gedetacheerden geldt: wanneer een externe werkplek wegvalt, behoudt de SW-er de arbeidsovereenkomst en dus ook zijn inkomen vanuit Baanstede. De detacheringsorganisatie is verantwoordelijk voor een herplaatsing. Dit laatste geldt ook voor de begeleid werkers. Wanneer die hun werkplek bij de externe werkgever verliezen, krijgen zij echter geen arbeidsovereenkomst bij Baanstede. Advies: ondergrensprocedure en rapportage over volume agenderen voor de volgende AB vergadering. Klopt. Naast de coöperatie zullen ook andere bedrijven en organisatie worden betrokken bij het transitieproces. Het bestuur heeft besloten dat de detachering niet op voorhand is voorbehouden aan één organisatie en dat geldt ook voor de begeleiding van de SW-ers. Voor alle extern geplaatste SW-ers geldt wel dat vanuit Baanstede afspraken worden gemaakt over hun begeleiding. Baanstede kiest ervoor om het “mixed people” concept toe te passen, zodat niet alleen de betere SW-medewerkers extern worden geplaatst en de medewerkers met een lage loonwaarde achterblijven. Wordt meegenomen in het uitvoeringsplan en de kwartaalrapportage.
6
-
4.
Zeevang
1.
2.
3.
de risico’s die kleven aan het transitieplan van Baanstede nu en het uitvoeringsplan in de toekomst inzichtelijk te maken door het methodisch te beschrijven en een inschatting te geven van de beleidsmatige en financiële risico’s. Hierbij tevens inzicht te verschaffen in de verwachte omvang en de verwachte kans van optreden en te treffen beheersmaatregelen per risico. En de (gewijzigde) risicoparagraaf als vast onderdeel van de rapportage over het uitvoeringsplan terug te laten komen per kwartaal bij de raad. motie: Verzoekt uiterlijk in het najaar een uitvoeringsplan aan de raad voor te leggen waarin in ieder geval nader is uitgewerkt: De opzet en opdracht van het detacheringsbureau en de controle functie van de GR. De werkgeversbenadering en de voorbeeldfunctie van de gemeenten. De begeleiding van mensen: in groepsverband en individueel. De business cases van de te verzelfstandigen bedrijfsonderdelen van Baanstede en de effecten daarvan voor de mensen en de begroting. Het beschut werken en/of arbeidsmatige dagbesteding. Vragen over de organisatievorm van de detacheringsorganisatie en daarmee samenhangend de sturingsmogelijkheden en verantwoordelijkheden van de nieuwe detacheringsorganisatie en het oude Baanstede. Op welke manier wordt de voorziening voor SW-medewerkers die niet gedetacheerd kunnen worden vormgegeven? In het transitieplan wordt toegewerkt naar een model waarbij behoudens een detacheringsorganisatie en een voorziening voor beschut werk, ook vier separate (zelfstandige)
Is meegenomen in de procedure van aanbesteding en de selectie- en beoordelingscriteria en / of is beschreven in de risicoparagraaf van het uitvoeringsplan.
Is meegenomen in de procedure van aanbesteding en de selectie- en beoordelingscriteria en / of is beschreven in de risicoparagraaf van het uitvoeringsplan.
De voorziening beschut werken moet, in samenwerking met andere organisaties, nog vorm krijgen. Het is expliciet niet de bedoeling dat de coöperatie en de zelfstandige organisaties, die met overname van bedrijfsactiviteiten SWmedewerkers een externe werkplek bieden, gaan ressorteren onder de GR. Het worden
7
Zeevang (vervolg)
organisaties ressorteren onder de gemeenschappelijke regeling. Hoe de invulling wordt is onduidelijk. Verder brengt betreffend model risico’s met zich mee die (nog) niet zijn onderzocht. Welke organisatievorm hebben deze (zelfstandige) onderdelen, welke mensen worden hierin ondergebracht en schaadt dit niet het aanbod voor de detacheringsorganisatie. Hoe zwaar wordt de “managementkoepel” die boven dit model hangt en is dat noodzakelijk?
4.
Vooralsnog heeft het bestuur een externe projectleider aangesteld die het proces verder moet vormgeven, sturen en begeleiden. De projectleider rapporteert per kwartaal over de vorderingen van de transitie. Of dit allemaal gaat lukken en met welk resultaat is nog onduidelijk.
geen verbonden partijen en daarmee worden ook de risico’s voor de GR beperkt. Er komt vanuit de GR dus ook geen “managementkoepel” boven deze organisaties. De organisatievorm hangt samen met de externe partijen die geselecteerd worden en dat is op dit moment nog niet bekend. De verschillende bedrijfsonderdelen van Baanstede herbergen nu reeds een mix van sterk en zwak. Worden de groenactiviteiten overgedragen, dan is het de bedoeling dat zowel de sterke als de zwakke medewerkers van dit bedrijfsonderdeel de werkzaamheden volgen. De coöperatie zal naast SW-ers die thans binnen Industrie en dienstverlening werkzaam zijn (óók een mix van sterk en zwak), ook SWers bemiddelen en begeleiden die nu op stafafdelingen van Baanstede werken of reeds gedetacheerd zijn of begeleid werken. De coöperatie krijgt dus SW-ers van alle treden van de werkladder. Er is besloten tot een voortgangsrapportage per kwartaal en dat is haalbaar. De verwachte resultaten van de transitie zijn berekend in de meerjarenraming op basis van de daarin vermelde aannames. Op basis van concrete afspraken met derde partijen kan een nadere berekening van de te verwachten resultaten worden gemaakt en verwerkt in komende begrotingen en meerjarenramingen.
8
Uitvoeringsplan transitie Baanstede 2013 - 2017
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Inleiding Hoofdlijnen stappenplan Social Return Gemeenten: voorwaarde voor realisatie Vaststelling uitvoeringsplan Transitiemanagement, -besluitvorming en –communicatie Afstemming werkgeversbenadering Instemmingsaanvraag OR inzake gevolgen transitie Overleg over sociaal plan Aanbestedingsrechtelijke consequenties vervreemding Nieuwe detacheringsorganisatie Noppes Schoonmaak Groen Post & Print Fietsenstalling Beschut werk Afbouw huidige uitvoeringsorganisatie GR Activa/passiva GR Eindsituatie Financiële paragraaf Risicoparagraaf Transitie Baanstede
pagina 2 3 4 5 5 6 6 7 8 8 9 9 11 13 14 15 16 17 18 19 20
1
1.
Inleiding
Dit uitvoeringsplan is gebaseerd op het transitieplan dat op 3 juli 2013 is vastgesteld door het bestuur van GR Baanstede. Doel is om de huidige SWmedewerkers individueel of groepsgewijs te plaatsen bij reguliere werkgevers (publiek en privaat) en bedrijfsonderdelen te vervreemden. De uitvoering van de transitie vindt gefaseerd plaats op basis van de hierna omschreven stappen en tijdlijnen. Deze tijdlijnen lopen uiteraard synchroon met het transitieplan. Maar het bestuur sluit niet uit dat de vervreemdingen sneller plaats vinden of in een andere volgorde. Wanneer dan aan de orde is, zal overlegd worden met de belanghebbenden. De verschillende activiteiten ter uitvoering van de transitie en de onderlinge afhankelijkheid worden in dit uitvoeringsplan toegelicht. Dit plan dient als basis voor een (1) verantwoorde aansturing van de implementatieactiviteiten en beheersing van de hiermee gepaard gaan de procesrisico’s. Dit plan dient tevens (2) om de verschillende stakeholders te informeren en wederzijdse verwachtingen in het kader van de transitie op elkaar af te stemmen.
2
2.
Hoofdlijnen stappenplan
Het GR-bestuur heeft vastgesteld welke transitie nodig is in de uitvoering van de huidige WSW en welk tijdspad daarvoor uitgetrokken wordt. In het uitvoeringsplan en de op te stellen advies- of instemmingsaanvraag voor de OR worden de gevolgen zichtbaar gemaakt van de transitie voor organisatie en medewerkers. Uit het onderstaand schema wordt duidelijk wat de stappen zijn in hoofdlijnen en hoe deze stappen gefaseerd in de periode 2013-2016 gerealiseerd kunnen worden. Per stap volgt hierna een nadere toelichting op de benodigde activiteiten, planning in de tijd en eventuele afhankelijkheden met andere activiteiten en stappen. Er is sprake van succes wanneer een mijlpaal binnen de afgesproken tijdslijn wordt gehaald met de afgesproken inhoudelijke doelstellingen en binnen de financiële randvoorwaarden.
3
3.
Social Return Gemeenten: voorwaarde voor realisatie
Met ingang van 1 januari 2015 wordt de nieuwe participatiewet van kracht en wordt een sterker beroep gedaan op werkgevers om te voorzien in werk voor arbeidsgehandicapten. Gemeenten zullen het goede voorbeeld geven. Zeker nu in de wet nog geen verplichting komt voor werkgevers om arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Hiervoor in de plaats hebben sociale partners afgesproken om met gezamenlijke inspanningen in korte tijd werk te regelen voor een groot aantal arbeidsgehandicapten (sociaal akkoord). Voor een succesvolle transitie is het noodzakelijk dat (1) gemeenten als reguliere werkgever zelf bij aanvang van de wet het goede voorbeeld geven en (2) bij opdrachten aan bedrijven en instellingen voorwaarden stellen waardoor werkmogelijkheden ontstaan voor arbeidsgehandicapten. Het is gewenst dat de bij GR Baanstede aangesloten gemeenten een beleidskader vaststellen zodat bij openvallende vacatures en het aangaan of verlengen van opdrachten aan derden voorwaarden gelden gericht op het creëren van meer plaatsingsmogelijkheden voor huidige (SW)-medewerkers van Baanstede dan wel hen in dienst te nemen.
In dit beleidskader zal met name aandacht worden besteed aan de vorm en inhoud van social return verplichtingen in zowel subsidieovereenkomsten als opdrachtbestekken bij aanbesteding van overheidsopdrachten door gemeenten. Daarvoor is nodig dat van elke gemeente bekend wordt waar en hoeveel Wsw-ers geplaatst kunnen worden.
4
Overdracht van een aantal werkbedrijven van Baanstede naar (private) partijen zal ertoe leiden dat gemeenten deze opdrachten voortaan mogelijk zullen moeten aanbesteden (tenzij een activiteit wordt georganiseerd als gemeenschappelijk shared service center ten behoeve van deelnemende gemeenten). Social returnvoorwaarden moeten waarborgen dat opdrachtnemers (ook na overname van het personeel van Baanstede) het aantal plaatsingsmogelijkheden voor werknemers met een arbeidshandicap blijft toenemen (t.b.v. nieuwe instroom). 4.
Vaststelling uitvoeringsplan
De directie heeft in juli 2013 van het DB de opdracht ontvangen om een uitvoeringsplan voor te bereiden en daarin uitdrukkelijk rekening te houden met aanbestedingsvoorschriften en voorgeschreven afstemmingsmomenten met onder meer ondernemingsraad en vakbonden. Deze zijn per stap benoemd en worden verderop in dit plan toegelicht. Over de inrichting van het proces en de voorgestelde wijze van communicatie zoals omschreven in het concept voor het uitvoeringsplan wordt de OR geïnformeerd. Eventuele opmerkingen en suggesties van OR-zijde worden meegenomen in het uitvoeringsplan zoals dat door de directie ter goedkeuring wordt aangeboden aan het bestuur.
Het uitvoeringsplan wordt daarna als onderdeel van de adviesaanvraag (voorgenomen besluit) formeel aan de OR voorgelegd. Deze werkwijze bevordert het draagvlak voor de procesmatige keuzes in de gewenste transitie. 5.
Transitiemanagement, -besluitvorming en –communicatie
De directeur is verantwoordelijk en stuurt de transitie projectmatig aan naast de reguliere directievoering over de GR-activiteiten (zolang deze onder verantwoordelijkheid van de GR plaatsvinden). Hij laat zich afhankelijk van de aard van het onderdeel van de transitie wisselend en tijdelijk bijstaan door deskundige adviseurs (juridisch, rechtspositioneel). Er worden geen speciale bevoegdheden of nieuwe organisatie-eenheden gecreëerd. Voor de bemensing
5
van taken van het transitieteam wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van de binnen Baanstede voor handen zijnde kennis en capaciteit (onder meer leden MT). Wanneer deze deskundigheid ontbreekt binnen Baanstede, zal deze extern ingehuurd worden. Er wordt periodiek een communicatiebulletin verzorgd door de huidige werkgroep communicatie conform de besproken communicatiekalender. Met een toelichting op de voortgang ten behoeve van het personeel. De bestuurders worden middels directie- en kwartaalrapportages op de hoogte gehouden van de voortgang. Deze rapportages kunnen door de bestuurders gebruikt worden om de raad over de voortgang te informeren. Zij kunnen op basis van deze rapportages besluiten tot versnelling of bijstelling van dit plan. Daarnaast voert de directeur regelmatig een informatief en klankbordoverleg met vertegenwoordigers vanuit de OR.
6.
Afstemming werkgeversbenadering
Baanstede neemt in samenwerking met de nieuwe detacheringsorganisatie deel aan de regionale werkgeversbenadering in Zaanstreek Waterland. 7.
Instemmingsaanvraag OR inzake gevolgen transitie
In de instemmingsaanvraag worden de gevolgen geschetst van de transitie en de wijze van implementatie. Naast het transitieplan en uitvoeringsplan wordt een sociaal plan opgesteld waarin duidelijk wordt op welke wijze de werkgever (GR) de gevolgen voor het personeel wil opvangen. Gelijktijdig met het verzenden van de instemmingsaanvraag aan de OR zullen de vakbonden worden geïnformeerd en uitgenodigd worden voor overleg over de maatregelen in het sociaal plan. Ook zullen de medewerkers worden geïnformeerd over het ter instemming aan de OR voorgelegde voorgenomen besluit en het concept 6
voor een sociaal plan. De OR kan op deze wijze de zorgen en wensen van medewerkers (en vakbonden) inventariseren en op basis hiervan vragen formuleren of suggesties doen tot eventuele aanpassing of aanvulling van de ter instemming voorgelegde plannen. In het uitvoeringsplan is rekening gehouden met een periode van acht weken voor de OR om in te stemmen met het voorgenomen besluit zoals geformuleerd in de toegezonden adviesaanvraag. Binnen deze periode kunnen vragen worden beantwoord, overleg met de directie worden gevoerd en een achterbanraadpleging worden gehouden. 8.
Overleg over sociaal plan
De vakbonden zijn met de ondernemingsraad geïnformeerd over de voorgenomen besluiten en uitgenodigd voor een overleg over het concept-sociaal plan (voor niet gesubsidieerde medewerkers) en een sociaal arrangement (voor sw medewerkers). Het streven is gericht op het overleg met de vakbonden gelijktijdig met de advisering door de ondernemingsraad af te ronden met een overeenstemming over sociaal plan en sociaal arrangement. Op deze wijze kan direct na finale besluitvorming door het bestuur gestart worden met individuele gesprekken met medewerkers en maximale duidelijkheid worden gecreëerd over de individueel te volgen trajecten om iedereen van werk naar werk te begeleiden (en gedwongen ontslagen zoveel als mogelijk te voorkomen).
De uitnodiging aan en procedure van overleg met de vakbonden vinden plaats overeenkomstig de voorschriften in de CAO gemeenten c.q. de AGZ van Zaanstad (Baanstede volgt in haar personeelsbeleid de AGZ).
7
9.
Aanbestedingsrechtelijke consequenties vervreemding
Het vervreemden van activiteiten (verkoop en overdracht) is op zichzelf niet aanbestedingsplichtig. Wanneer de activiteiten die door de gemeenten voorheen gegund werden aan Baanstede, nu worden uitgevoerd door een derde, dan zijn deze opdrachten wel aanbestedingsplichtig. Het zal immers gaan om (private) bedrijven waarop de gemeenten geen toezicht uitoefenen als ware het een eigen uitvoerende dienst van de gemeenten. Wanneer na overdracht van een onderdeel aan een derde partij slechts een subsidierelatie resteert (dus geen opdrachtovereenkomst) is aanbesteding ook niet verplicht (bijvoorbeeld wanneer fietsenstalling of kringloop naast een subsidie zichzelf kan bedruipen met eigen inkomsten). In alle andere gevallen zullen de opdrachtovereenkomsten (voor werk) vanuit Gemeenten of Baanstede aanbestedingsplichtig zijn en is het dus ook verstandig om de partij waar de activiteiten aan overgedragen worden te selecteren via de gunningsprocedure voor de te verstrekken overeenkomst voor werkopdrachten (voor een bepaalde periode). In de selectiecriteria kunnen dan de voorwaarden waaronder een partij bereid is om de huidige activiteiten (en medewerkers) van Baanstede over te nemen, worden meegenomen. 10.
Nieuwe detacheringsorganisatie / coöperatie
De selectie van een nieuwe detacheringsorganisatie is afgerond. Via een aanbestedingsprocedure is een geschikte partij (een coöperatie onder leiding van Agens b.v.) geselecteerd waarmee een uitvoeringsovereenkomst wordt opgesteld voor een periode van 3 jaar (met een optie van verlenging voor nog eens 2 jaar). Volgens plan zou men per 1 december aan de slag kunnen. Uitgangspunt is dat alle medewerkers ultimo 2013 door Dariuz beoordeeld zijn. De persoonlijke loonwaardemetingen (staan gepland voor 2014) zijn de basis voor de hoogte van de detacheringstarieven. Dat geldt ook voor tarieven van de medewerkers die in een vervreemding in groepsverband gedetacheerd worden in het mixed people concept. De coöperatie is verantwoordelijk voor ziekteverzuimbeleid, eventueel herplaatsen en een vangnet voor de bij hen gedetacheerden. Medewerkers die een begeleid werken-arbeidsovereenkomst hebben en ontslagen worden, komen conform het wettelijk kader weer terug bij Baanstede. Zij worden vervolgens overgedragen aan de coöperatie voor een nieuwe arbeidsplaats.
8
Aan de OR wordt instemming gevraagd voor de keuze voor de coöperatie met name gericht op de personele en organisatorische gevolgen. De samenwerking zal worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst. Op de in het contract overeengekomen indicatoren zoals de hoeveelheid plaatsingen, de wijze waarop het vangnet wordt vormgegeven, de vormgeving en uitvoering van ziekteverzuimbeleid, mensontwikkeling etc. vindt sturing plaats. De bestuurders sturen op basis van de directie- en kwartaalrapportages. Wanneer de coöperatie zich niet houdt aan de gemaakte afspraken zal Baanstede in overleg met hen treden. Wanneer de afgesproken dienstverlening desondanks niet geleverd wordt, kan in het ultieme geval het contract worden opgezegd. 11.
Noppes
Met Noppes worden na afloop van de huidige termijn voor de vergoedingen hogere detacheringsvergoedingen afgesproken. Uitgangspunten daarbij zijn loonwaarde en marktconformiteit. Uiterlijk 1 januari 2017 zal de algemeen directeur van Baanstede niet meer qualitate qua in het bestuur van Noppes zitting nemen. Hiervoor is een statutenwijziging nodig. 12.
Schoonmaak
Nadat over het uitvoeringsplan en de gevolgen van transitie door de OR is geadviseerd en de plannen definitief door het bestuur zijn vastgesteld kan begonnen worden met uitvoeringshandelingen ter voorbereiding van de overdracht van het schoonmaakonderdeel van Baanstede aan een reeds eerder geselecteerde samenwerkingspartner. Gezien het feit dat hierin reeds voorbereidende werkzaamheden zijn ondernomen, en gezien de relatief geringe omvang is het voornemen dit onderdeel onderhands te verkopen. Ook een management buy out (MBO) bestaat tot de mogelijkheden. De selectie van een samenwerkingspartner en de overdracht van het bedrijfsonderdeel is op zichzelf niet onderhevig aan voorschriften uit aanbestedingsregels. Het in een later stadium opnieuw afsluiten van opdrachtovereenkomsten vanuit gemeenten met de nieuwe eigenaar van het schoonmaakonderdeel is mogelijk wel 9
onderhevig aan aanbestedingsvoorschriften. De Europese Commissie maakt in beginsel geen bezwaar tegen de overdracht en ongewijzigd voortzetten van bestaande opdrachtrelaties in het kader van overname van onderneming mits direct na de overname op de korts mogelijke termijn een aanbestedingsprocedure wordt opgestart ter vernieuwing van de aanbesteding plichtige opdrachtovereenkomsten. Voor de transitie van Baanstede is het daarom van belang dat de inhoud van het gewenste beleidskader social return zo snel mogelijk bekend is opdat afspraken over overname van bedrijfsonderdelen met een goed inzicht in de gevolgen voor de overnemende partij kunnen worden afgerond. Nadat over de voorwaarden van overdracht is onderhandeld kan een voorgenomen besluit worden geformuleerd dat aan de OR ter advies kan worden voorgelegd. De gevraagde advisering van de OR betreft de specifieke gevolgen van de overdracht en gekozen route tot beëindiging van deze werkvoorziening binnen de GR. Het principebesluit zelf en de gekozen fasering in beëindiging van de GR-werkvoorzieningen (advisering over uitvoeringsplan) staan niet meer ter discussie. Na advisering door de OR zal het bestuur een definitief besluit kunnen nemen en zal de directie namens de GR het overdrachtscontract definitief kunnen afsluiten. In het klankbordoverleg tussen directie en vertegenwoordigers van OR zal gesproken worden over de vraag in hoeverre het wenselijk is om ter voorbereiding van de adviesaanvraag reeds verkennende gesprekken te arrangeren tussen de overnemende partij en personeel van de GR teneinde de gevolgen voor medewerkers zo concreet mogelijk zichtbaar te maken. Formele afspraken op individueel niveau kunnen echter pas gemaakt worden wanneer het definitieve besluit vaststaat en medewerkers volledig geïnformeerd zijn over hun rechten en verplichtingen in relatie tot de overdracht van taken aan een derde partij. In de desbetreffende adviesaanvraag zal nader worden ingegaan op de wijze waarop continuïteit van werk en productie/dienstverlening wordt geborgd gedurende het proces van overdracht. De klanten (en eventuele leveranciers) worden in ieder geval vanuit de GR geïnformeerd over de beëindiging van de relatie met het werkbedrijf van de GR. De overnemende partij is verantwoordelijk voor de informatievoorziening over de wijze waarop de contractrelatie en productie/dienstverlening wordt voortgezet vanaf het moment van overdracht.
10
13.
Groen
De mogelijkheden en gevolgen van een verzelfstandiging of vervreemding van het groenbedrijf zullen voor 1 april 2014 grondig worden onderzocht. In dit onderzoek zal met name aandacht moeten worden gegeven aan fiscale (BTW) en aanbestedingsrechtelijke aspecten. Daarbij is het van belang om de nieuwe (ruimere) Europese regels voor aanbesteding van overheidsopdrachten mee te nemen (besluit in oktober 2013). Op basis van een aldus overwogen strategische keuze kan vervolgens indien nodig een marktconsultatie worden georganiseerd om tot een zo doelmatig mogelijke afbakening en route te komen met betrekking tot de dienstverlening op het gebied van groenonderhoud aan gemeenten. Een marktconsultatie is slechts nodig wanneer onvoldoende duidelijk is welke dienstverlening door marktpartijen kan worden aangeboden, nieuwe oplossingen voor nieuwe vraagstukken geboden zijn of gezocht wordt naar nieuwe innovatieve werkmethoden. De ervaringen die opgedaan worden met de aanbesteding van de externe detacheerder zullen als input gebruikt worden voor de wijze van selectie van een overnemend bedrijf. Ook een management buy out (MBO) bestaat tot de mogelijkheden. Nadat over de voorwaarden voor verzelfstandiging, MBO of vervreemding zijn geformuleerd kan een voorgenomen besluit worden ge formuleerd dat aan de OR ter advies kan worden voorgelegd. De gevraagde advisering van de OR betreft de specifieke gevolgen van de overdracht en gekozen route tot beëindiging van deze werkvoorziening binnen de GR. Het principebesluit zelf en de gekozen fasering in beëindiging van de GR-werkvoorzieningen (advisering over uitvoeringsplan) staan niet meer ter discussie. Na advisering door de OR zal het bestuur een definitief besluit kunnen nemen en zal de
11
directie namens de GR het overdrachtscontract definitief kunnen afsluiten. In het klankbordoverleg tussen directie en vertegenwoordigers van OR zal bij vervreemding gesproken worden over de vraag in hoeverre het wenselijk is om ter voorbereiding van de adviesaanvraag reeds verkennende gesprekken te arrangeren tussen de overnemende partij en personeel van de GR teneinde de gevolgen voor medewerkers zo concreet mogelijk zichtbaar te maken. Formele afspraken op individueel niveau kunnen echter pas gemaakt worden wanneer het definitieve besluit vaststaat en medewerkers volledig geïnformeerd zijn over hun rechten en verplichtingen in relatie tot de overdracht van taken aan een derde partij. In de desbetreffende adviesaanvraag zal nader worden ingegaan op de wijze waarop continuïteit van werk en productie/dienstverlening wordt geborgd gedurende het proces van overdracht. De klanten (en eventuele leveranciers) worden in ieder geval vanuit de GR geïnformeerd over de beëindiging van de relatie met het werkbedrijf van de GR. De overnemende partij is verantwoordelijk voor de informatievoorziening over de wijze waarop de contractrelatie en productie/dienstverlening wordt voortgezet vanaf het moment van overdracht.
12
14.
Post & Print
De mogelijkheden en gevolgen van een verzelfstandiging of vervreemding van het post & printbedrijf zullen grondig worden onderzocht. Ook een management buy out (MBO) bestaat tot de mogelijkheden. Op basis van een aldus overwogen strategische keuze kan vervolgens indien nodig een marktconsultatie worden georganiseerd om tot een zo doelmatig mogelijke afbakening en route te komen met betrekking tot de dienstverlening op het gebied van post & print aan gemeenten. Nadat over de voorwaarden voor verzelfstandiging, MBO of vervreemding zijn geformuleerd kan een voorgenomen besluit worden geformuleerd dat aan de OR ter advies kan worden voorgelegd. De gevraagde advisering van de OR betreft de specifieke gevolgen van de overdracht en gekozen route tot beëindiging van deze werkvoorziening binnen de GR. Het principebesluit zelf en de gekozen fasering in beëindiging van de GR-werkvoorzieningen (advisering over uitvoeringsplan) staan niet meer ter discussie. Na advisering door de OR zal het bestuur een definitief besluit kunnen nemen en zal de directie namens de GR het overdrachtscontract definitief kunnen afsluiten. In het klankbordoverleg tussen directie en vertegenwoordigers van OR zal bij vervreemding gesproken worden over de vraag in hoeverre het wenselijk is om ter voorbereiding van de adviesaanvraag reeds verkennende gesprekken te arrangeren tussen de overnemende partij en personeel van de GR teneinde de gevolgen voor medewerkers zo concreet mogelijk zichtbaar te maken. Formele afspraken op individueel niveau kunnen echter pas gemaakt worden wanneer het definitieve besluit vaststaat en medewerkers volledig geïnformeerd zijn over hun rechten en verplichtingen in relatie tot de overdracht van taken aan een derde partij. In de desbetreffende adviesaanvraag zal nader worden ingegaan op de wijze waarop continuïteit van werk en productie/dienstverlening wordt geborgd gedurende het proces van overdracht. De klanten (en eventuele leveranciers) worden in ieder geval vanuit de GR geïnformeerd over de beëindiging van de relatie met het werkbedrijf van de GR. De overnemende partij is verantwoordelijk voor de informatievoorziening over de wijze waarop de contractrelatie en productie/dienstverlening wordt voortgezet vanaf het moment van overdracht.
13
15.
Fietsenstalling
De mogelijkheden en gevolgen van een verzelfstandiging of vervreemding van het fietsenstalling zullen grondig worden onderzocht. Ook een management buy out (MBO) bestaat tot de mogelijkheden. Gezien het feit dat hierin reeds voorbereidende werkzaamheden zijn ondernomen, en gezien de relatief geringe omvang is het voornemen dit onderdeel onderhands te verkopen. Op basis van een aldus overwogen strategische keuze kan vervolgens indien nodig een marktconsultatie worden georganiseerd om tot een zo doelmatig mogelijke afbakening en route te komen met betrekking tot de dienstverlening op het gebied van fietsenstalling aan gemeenten. Nadat over de voorwaarden voor verzelfstandiging, MBO of vervreemding zijn geformuleerd kan een voorgenomen besluit worden geformuleerd dat aan de OR ter advies kan worden voorgelegd. De gevraagde advisering van de OR betreft de specifieke gevolgen van de overdracht en gekozen route tot beëindiging van deze werkvoorziening binnen de GR. Het principebesluit zelf en de gekozen fasering in beëindiging van de GR-werkvoorzieningen (advisering over uitvoeringsplan) staan niet meer ter discussie. Na advisering door de OR zal het bestuur een definitief besluit kunnen nemen en zal de directie namens de GR het overdrachtscontract definitief kunnen afsluiten. In het klankbordoverleg tussen directie en vertegenwoordigers van OR zal bij vervreemding gesproken worden over de vraag in hoeverre het wenselijk is om ter voorbereiding van de adviesaanvraag reeds verkennende gesprekken te arrangeren tussen de overnemende partij en personeel van de
14
GR teneinde de gevolgen voor medewerkers zo concreet mogelijk zichtbaar te maken. Formele afspraken op individueel niveau kunnen echter pas gemaakt worden wanneer het definitieve besluit vaststaat en medewerkers volledig geïnformeerd zijn over hun rechten en verplichtingen in relatie tot de overdracht van taken aan een derde partij. In de desbetreffende adviesaanvraag zal nader worden ingegaan op de wijze waarop continuïteit van werk en productie/dienstverlening wordt geborgd gedurende het proces van overdracht. De klanten (en eventuele leveranciers) worden in ieder geval vanuit de GR geïnformeerd over de beëindiging van de relatie met het werkbedrijf van de GR. De overnemende partij is verantwoordelijk voor de informatievoorziening over de wijze waarop de contractrelatie en productie/dienstverlening wordt voortgezet vanaf het moment van overdracht.
16.
Beschut werk
De vorm van de beschutte werkvoorziening wordt onderzocht in samenwerking met gemeenten, werkgevers en instellingen die momenteel voorzieningen voor dagbesteding exploiteren. Er wordt onderzocht welke vorm en omvang van complementaire werkvoorziening in een beschutte omgeving gewenst is en welke partijen bereid zijn om samen te werken bij de uitvoering daarvan. Wanneer een beschutte werkvoorziening door de gemeenten gewenst blijft en een geschikte partij is gevonden voor de exploitatie daarvan, zullen in principe dezelfde activiteiten en stappen kunnen worden gevolgd als bij vervreemding van de hiervoor beschreven GR-activiteiten. Net als bij de vervreemdingen kan deze discussie ook eerder gevoerd worden, zeker wanneer gemeenten
15
al spoedig een standpunt hebben ingenomen rond dagbesteding WMO en de 30.000 beschutte plaatsen die bij de invoering van de participatiewet beschikbaar komen.
17.
Afbouw huidige uitvoeringsorganisatie GR
Het SW- en niet-gesubsidieerd personeel wordt gelijktijdig met de OR en vakbonden geïnformeerd over de plannen zodat zo snel mogelijk duidelijkheid ontstaat over de gevolgen voor de huidige functies en rechtspositie van medewerkers. Medewerkers kunnen voor hun vragen en zorgen terecht bij zowel hun leidinggevende, de afdeling Personeel & Organisatie, als OR-leden en eventueel een vakbond. Antwoorden op veel voorkomende vragen worden via regelmatig verschijnende bulletins gepubliceerd. Wanneer antwoorden op vragen pas later in het transitieproces kunnen worden gegeven zal worden gepubliceerd dat de vraag is opgetekend met aanduiding van het verwachte tijdstip waarop het antwoord zal kunnen worden geleverd. Onder verantwoordelijkheid van de directie zal een mobiliteitscentrum ingericht worden en de bestaande rechten en verplichtingen van de GR worden geïnventariseerd (inclusief een actualisatie van de personeelsdossiers zodat goed voorbereid aan mobiliteitsgesprekken kan worden begonnen). Het mobiliteitscentrum wordt verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen die er op gericht zijn om de ambtelijke medewerkers die niet overgaan naar externe organisaties in het kader van de vervreemdingen zo veel als mogelijk van werk naar werk te brengen.
16
Direct nadat het bestuur de plannen definitief heeft vastgesteld en het personeel hierover is ingelicht zal een meldpunt voor klachten en bezwarencommissie geactiveerd worden. Dit ter ondersteuning van een zorgvuldig en verantwoord verloop van eerst belangstellingsgesprekken en later plaatsings- of outplacementgesprekken. Voor SW-medewerkers zal een aparte voorziening worden gecreërd gericht op het bespreken van zorgen en beantwoorden van vragen gedurende het transitieproces. Daarnaast hanteert de directie een separate actielijst in verband met het saneren van relaties met externe partijen (synchroon aan het tijdspad dat gevolgd wordt voor het beëindigen van taken waarin deze externe partijen een rol spelen).
18.
Activa/passiva GR
Op basis van de geïnventariseerde rechten en verplichtingen van de GR en het te verwachten tijdspad van beëindiging van activiteiten wordt verkend wat de opties zijn (eventueel via marktverkenning) en de beste strategie is om te komen tot sanering hiervan. Voor de functionaliteiten die overblijven (aantal P&O-taken, contractmanagement) wordt onderzocht in hoeverre een shared service center met collega SW bedrijven in Noord Holland mogelijk is.
17
19.
Eindsituatie
2017 is volgens het uitvoeringsplan het eerste volledige jaar dat er gewerkt wordt in een nieuwe situatie. Indien het mogelijk is, aan de randvoorwaarden van het transitieplan is voldaan en de risico’s in praktijk beperkt blijven, kan de eindsituatie eerder zijn bereikt. • • • • • • • •
De onderdelen groen, schoonmaak, fietsenstalling en post & print zijn vervreemd. Beschut is afgebouwd. De detacheringsorganisatie heeft circa 250 medewerkers in groepsverband of individueel gedetacheerd. Er is een nog te bepalen aantal medewerkers beschut werkzaam bij een nog te bepalen externe partij. De meeste directe (ambtelijke) medewerkers en een deel van de in directe medewerkers zijn overgenomen bij vervreemding. De overige medewerkers zijn grotendeels succesvol naar ander werk begeleid of in het kader van het sociaal plan afgevloeid. Er resteren nog 12 ambtelijk medewerkers. De GR bestaat als samenwerking van de gemeenten en is de formele werkgever van de Wsw-medewerkers of is geliquideerd en de gemeenten zijn de formele werkgever van de gemeenten.
18
20.
Financiële paragraaf
Er is in inhoudelijke zin sprake van een succesvolle transitie als de doelen onder het kopje “eindsituatie” gerealiseerd zijn. Er is in financiële zin sprake van een succesvolle transitie als deze binnen de kaders van de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 – 2017 plaatsvindt. Het gaat daarbij om het behaalde resultaat onder de streep, niet om de hoogte van de verschillende baten en lasten. Als financiële vertaling van dit uitvoeringsplan is een kort overzicht bijgevoegd. Hierin wordt op basis van de cijfers uit de begroting 2014, meerjarenraming 2015 – 2017 en enkele aannames een exploitatietekort voor 2017 voorzien. In de tweede kolom van de sheet “Baten” zijn de huidige bedrijfsonderdelen genoemd. De derde kolom toont de huidige fte die bij de bedrijfsonderdelen werkzaam zijn. In de vierde kolom staan de geprognotiseerde aantallen per 1 januari 2017. De afname wordt verklaard doordat er naar verwachting bij de invoering van de participatiewet per 1 januari 2015 niemand meer in de Wsw instroomt. De vijfde kolom bevat de voor deze bedrijfsonderdelen te verwachte detacheringsvergoeding. De laatste kolom is de vermenigvuldiging van de detacheringsvergoeding en het aantal fte in 2017. In de sheet “Lasten” wordt het subsidietekort 2017 uitgerekend. Dit tekort wordt met de kosten voor de in 2017 nog werkzame ambtenaren afgetrokken van de detacheringsopbrengst. Wat resteert is een tekort van circa € 2,2 miljoen. Dit komt vrijwel geheel overeen met het geraamde tekort voor 2017 in de meerjarenbegroting.
Baten Onderdeel nu
reeds deta/BW
Post&Print Groen Schoon Fietsenstalling Deta/BW*) Beschut binnen Kringloop**)
fte fte huidige stand fte 1-1-2017 Detacheringsvergoeding fte*detavergoeding 62 56 10.000 245 221 5.000 15 14 7.000 15 14 4.000 100 90 10.000 280 252***) 3.750 100 90 6.500 817 737
Deta-opbrengst totaal
560.000 1.105.000 98.000 56.000 440.000 945.000 422.500 3.626.500
*) alleen 44 deta gerekend, 46 BW verwerkt in subsidieresultaat **) alleen 65 deta gerekend, 25 BW zit in subsidieresultaat ***) deze groep zal in 2017 grotendeels gedetacheerd zijn, individueel of in groepsverband.
19
Lasten subsidie per fte in 2017 salaris per fte in 2017 subsidietekort per fte in 2017 totaal subsidietekort 2017 correctie voor Wsw-geïndiceerde waarvoor ivm beperking 25% meer subsidie is Subsidietekort Nog (deels) af te vloeien ambtelijk personeel 12 -85000 Saldo Saldo raming 2017 Verschil
23.800 32.014 -8.214 -4.882.090 -2% -4.784.448 -1.020.000 -2.177.948 -2.156.400 -21.548
Uitgangspunten: • • • • •
Participatiewet per 1 januari 2015; vanaf dat moment geen instroom maar jaarlijkse uitstroom van 5%. Van de huidige groep beschut kan 5/6 (210) via (groeps)deta naar buiten en zal 1/6 (42) op beschut werk aangewezen zijn. Voor groepsdeta (voorheen beschut) wordt gerekend met detavergoeding van 4.500; voor groep blijvend beschut met detavergoeding van 0. Geen rekening gehouden met uitstroom ondergrenzers. Opbrengst BW is bij deta/BW en kringloop verwerkt als NTW (= rijkssubsidie -/- begeleiding -/- loonkostensubsidie).
21.
Risicoparagraaf Transitie Baanstede
In elke vorm van bedrijfsvoering ontstaan risico's en onzekerheden. Deze paragraaf geeft inzicht in de belangrijkste daarvan, onderscheiden naar reguliere exploitatierisico’s en specifieke risico’s verbonden aan het transitieproces. Omdat het toekomstgerichte projecties betreft, is het overzicht vanzelfsprekend gebaseerd op inschattingen. De periode voor deze begroting en ramingen beslaat een aantal jaren met een gemengde bedrijfsvoering: afnemende reguliere activiteiten en een transitie naar een nieuwe eindsituatie. De belangrijkste risicofactoren zijn: veranderend overheidsbeleid, onvoldoende bereidheid van werkgevers met SW-ers te willen werken, lagere detacheringstarieven, beperkingen opgelegd door het aanbestedingsrecht, beleid van sociaal rendement bij gemeenten, veranderende politiek/bestuurlijke verhoudingen in deelnemende gemeenten en het wachtlijstbeleid. We houden bij de uitvoering van het transitieplan permanent rekening met genoemde factoren. Bij een te grote of onverwachte ontwikkeling wordt het transitieplan en/of de planning bijgesteld.
20
Inschatting kwantificering van de risico's Met de huidige kennis is een inschatting gemaakt van de omvang van de risico’s voor zover het verwachte gevolg groter is dan € 100.000. Het berekende jaareffect rekening houdend met de kans van optreden is gebaseerd op het jaar 2015.
Reguliere exploitatierisico’s
Omvang
Kans
Beheersmaatregel
a. Orderverlies
€ 1,5 mln
10%
Monitoren
b. Fouten in productieproces
€ 0,2 mln
10%
Verzekerd, eigen risico
c. Plaatsingsvolume komt niet tot stand
€ 4,5 mln
10%
Monitoren
d. Uurtarieven komen 25% lager uit
€ 1,1 mln
10%
Opleggen extra taakstelling
e. Stijging WSW-CAO 1,5% hoger
€ 0,37 mln
50%
Opleggen extra taakstelling
f. Minder uitstroom WSW
€ 0,2 mln
50%
Monitoren
Toelichting a. In de eerste jaren van deze begrotingsperiode bestaat een deel van de omzet nog uit leveringen en diensten vanuit de traditionele bedrijfsonderdelen. De oorzaken van het risico zijn te vinden in verdergaande economische neergang (door crisis), doordat de wetgeving verandert of de aanbestedingsregels, doordat een klant zelf orders verliest, een klant een andere leverancier kiest, dan wel een klant failliet gaat. Eveneens is er continue concurrentie van andere SW-bedrijven en andere dienstverleners, maar ook van 'lage lonen landen'. Door deze verschillende oorzaken kunnen orders wegvallen of verkoopprijzen verder onder druk komen te staan. In dat geval lopen de directe kosten door, maar vermindert de opbrengst. De omzet en NTW vallen weg en kunnen niet direct gecompenseerd worden met gelijkwaardige omzet. Dit risico is niet extern afgedekt. b. In de jaren van deze begrotingsperiode bestaat een deel van de omzet nog uit leveringen en diensten vanuit het bedrijfsonderdeel 'food-verpakken'. Bij het 'productieproces' kunnen milieubelastende stoffen ontstaan of komen dergelijke stoffen in het milieu terecht. Ook kunnen de goederen door fouten niet voldoen aan de gestelde eisen, schadelijke stoffen bevatten of niet goed zijn verpakt. Als oorzaken worden hier genoemde het verkeerde gebruik van grondstoffen of een onjuiste manier van produceren. Dit zal dan leiden tot aansprakelijkheid en saneringskosten, verlies van factureerbare uren, een recall
21
van de onjuist geproduceerde artikelen en herproductie c.q. -levering. Dit risico is extern afgedekt via een verzekering. Er blijft niettemin een eigen risico bestaan en niet verhaalbare kosten. c. Gedurende de transitie worden SW-medewerkers zoveel mogelijk duurzaam geplaatst bij reguliere werkgevers. Dit is de opdracht voor de externe plaatsingsorganisatie, die een afgesproken opbrengst uit de detachering betaalbaar stelt aan Baanstede. Aangaande het tempo en volume zijn ambitieuze aannames doorgerekend. Het risico bestaat dat de plaatsingen niet als gewenst tot stand komen door mogelijke instabiliteit van de plaatsingsorganisatie (een corporatie in oprichting) of na plaatsing niet duurzaam blijken en dat de plaatsingsorganisatie de afgesproken netto opbrengst dan ook niet zal doorbetalen. In dat geval blijven de loonkosten doorlopen terwijl er geen alternatieve opbrengst is. Dit risico is niet extern afgedekt. d. Naast het volume is deze post ook afhankelijk van het te realiseren gemiddelde uurtarief. Ook hiervoor zijn ambitieuze aannames doorgerekend. Het risico bestaat dat de gebruikte uurtarieven voor de plaatsingen niet als gewenst tot stand komen en dat de plaatsingsorganisatie de afgesproken netto opbrengst dan ook niet zal doorbetalen. In dat geval blijven de loonkosten doorlopen terwijl er geen alternatieve opbrengst is. Dit risico is niet extern afgedekt. e. In deze begrotingsperiode is gerekend met een geringe totale stijging van de Wsw-loonkosten, nl. gemiddeld 1,5%. De loonkosten kunnen meer stijgen door de resultaten van CAO-onderhandelingen of stijgingen in het werkgevers-deel van de sociale lasten. In dat geval stijgen de loonkosten meer dan is begroot. Dit risico is niet extern afgedekt. f. Vanaf 2015 zal de jaarlijkse WSW-financieringsruimte (taakstelling) dalen conform de indicatie die de overheid hierover afgaf. In deze begroting is gerekend met een nagenoeg perfect sluitende realisatie op deze taakstelling. Het risico bestaat dat de Wsw-uitstroom geringer is dan de daling van de taakstelling; er is dan overrealisatie, d.w.z. geen subsidieoverdracht terwijl de kosten gelijk blijven.
22
Extra risico’s transitieproces
Omvang
Kans
Beheersmaatregel
g. Meer gedwongen ontslag ambtenaren
€ 1 mln
10%
Onderhandeling overdracht taken
h. Afstoten bedrijfsmiddelen onder boekwaarde
€ 1,3 mln
50%
Onderhandeling overdracht taken
i. Afkoop huurverplichting
€ 0,1 mln
10%
Coördinatie huisvestingsbehoefte
j. Onvoldoende aanbod uitvoeringsorganisatie(s)
€ 0,1 mln
25%
Nieuwe aangepaste aanbesteding
k. Onvoldoende ondersteuning van gemeenten (o.a. toepassing SROI)
€ 0,5 mln
10%
Monitoren
l. Onvoldoende draagvlak bij werkgevers en werknemers (lokale veld)
€ 0,1 mln
50%
Communicatieinspanningen
m. Grote weerstand transitieproces doelgroep (vertraging, procedures)
€ 0,2 mln
25%
Communicatieinspanningen
n. Transitieproces vergt meer tijd en inspanningen (cultuur, management)
€ 0,5 mln
25%
Monitoren
Toelichting g, h & i. Het realisme van de gekozen grondslagen hiervoor hangt samen met het model voor de vervreemding van bedrijfsonderdelen. Uit een in het verleden gehouden interviewronde bij reguliere werkgevers bleek een geringe bereidheid tot overname van ambtelijk personeel. Alsdan zal er minder ambtelijk personeel overgenomen worden, alsmede minder bedrijfsmiddelen, dan wel huurverplichtingen, met als gevolg hogere (eenmalige) herstructureringskosten. Door middel van goed voorbereide onderhandelingen alsook het inventariseren van alternatieve mogelijkheden tot benutting van middelen en mensen worden de risico’s beheerst.
j. Indien op aan te besteden uitvoeringstaken onvoldoende kwalitatief wordt ingeschreven dan wel fouten worden gemaakt in het aanbestedingsproces bestaat de kans dat een nieuwe aanbesteding moet worden opgestart. k. De realisatie van detacheringen en orders voor werkbedrijven Baanstede zijn voor een deel afhankelijk van flankerend aanbestedingsbeleid vanuit gemeentelijke diensten. Door toepassing hiervan specifiek te monitoren wordt de kans vermindert dat hieraan te weinig invulling wordt gegeven.
23
l. Medewerking van werkgevers binnen de regio is essentieel om de gestelde doelstellingen te realiseren (aantal detacheringen, duurzame integratie binnen reguliere arbeidsplaatsen). De bereidheid van deze werkgevers is voor een deel ook afhankelijk van het draagvlak binnen hun eigen arbeidsorganisaties. m. Afbouw van eigen werkbedrijven van Baanstede en duurzame integratie in reguliere arbeidsorganisaties vergt bereidheid van huidige medewerkers binnen Baanstede en hun vertegenwoordigers om mee te veranderen.
24
Rapportage Transitie A. Sociaal (in FTE) januari t/m september 2013 begroot realisatie verschil 622,7 631,1 8,4 137,5 135,9 -1,6 63,6 72,9 9,3 823,8 839,9 16,1
1 Uitvoeringsorganisatie Baanstede Interne bedrijfsonderdelen Gedetacheerd Begeleid Werken
2 Externe werkgevers
-
3 Detacheringsorganisaties Gedetacheerd Begeleid Werken
15,0 15,0
-
-
-
-15,0 -15,0
Onder 1 wordt verstaan het SW-bedrijf Baanstede. Op termijn moet hier de afbouw zichtbaar worden. Onder 2 staan de verzelfstandigde/vervreemde/verkochte bedrijfsonderdelen. Onder 3 staan de aantallen extern geplaatste FTE's van personen die door plaatsingsorganisaties zijn gerealiseerd c.q. door die derden worden begeleid.
B. Herstructureringskosten (afd. 101)
Mutaties reserves/voorzieningen Salarissen en sociale lasten ongesubsidieerd Overige personeelskosten Externe dienstverlening Huren Kapitaallasten Overige bedrijfskosten
€ € € € € € €
januari begroot 262.500 259.350 16.875 63.225 81.000 33.750 716.700
t/m september 2013 realisatie verschil € 263.333 € 833 € 170.329 € -89.021 € 1.857 € -15.018 € 12.560 € -50.665 € 63.048 € -17.952 € € 36.042 € 2.292 547.169 -169.531
Rapportage Transitie C. SW-medewerkers werkzaam bij gemeenten In FTE, aantal direct bij deelnemende gemeenten geplaatsten : Gedetacheerd Gemeente BW Beemster Edam-Volendam Landsmeer Oostzaan 1,00 Purmerend 0,88 Waterland Wormerland Zaanstad 1,00 Zeevang Dit betreft de rechtstreeks en individueel bij deelnemende gemeenten geplaatste SWmedewerkers. Het is mogelijk dat, via derden en social return, andere SW-geïndiceerden werkzaam zijn in opdrachten voor de gemeenten. De opdrachtgevenden bepalen hiervoor de criteria en dienen de realisatie er op te monitoren.
D. Omzetten van gemeenten
Beemster Edam-Volendam Landsmeer Oostzaan Purmerend Waterland Wormerland Zaanstad Zeevang Totaal
omzet € 25.707 € 260.452 € 28.449 € 195.350 € 911.513 € 350.832 € 253.243 € 1.570.174 € 52.938 € 3.648.658
WSW-FTE's 14,94 84,17 8,00 8,47 250,84 26,35 17,56 383,87 10,58 804,78
€ € € € € € € € €
gemiddeld 1.721 3.094 3.556 23.064 3.634 13.314 14.422 4.090 5.004
Dit betreft de direct aan de gemeenten gefactureerde omzet. Als er via SROI van de gemeenten bij andere derden omzet is behaald, is dat voor Baanstede niet herkenbaar.