NACHTEGAEL Dordrecht- Arnemuiden - Middelburg - Zierikzee - Rotterdam Gorinchem - Vlissingen - Den Haag. door H.K. Nagtegaal
In Dendermonde in België treffen we in de 16e eeuw twee Nachtegalen met hetzelfde wapen als de groep Nachtegalen, die in de 17e eeuw in Holland en Zeeland woonachtig waren. Die twee zijn Jan Nachtegale, schepen van Dendermonde 1517-1518 en Pieter Nachtegale, zoon van Louis, eveneens schepen van Dendermonde 1518-1519, 1521-1522 en 1529-1530 en (belasting)ontvanger in en om Dendermonde. Hun wapen was: in goud drie zwarte dwarsbalken.1 Jan en Pieter Nachtegale waren niet de oudste naamdragers in Dendermonde, in 1416 werd reeds Ghisel Nachtegale genoemd.2 Het is niet ondenkbaar dat de genoemde Nachtegalen verwant zijn van het nu beschreven geslacht Nachtegael. Deze genealogie is mede tot stand gekomen dankzij aanvullingen van de heer A.C. Macaré te Vlissingen.
1
Genealogie I. WILLEM JANSZ. NACHTEGAEL, geb. ca. 1534, wonende te Dordrecht, machtigde op 9 januari 1566 als controleur van de tol van Geervliet een procureur te Brussel om aan zijn zwager Willem Blasius Boucquet te transporteren het recht dat hij bezat op het controleurschap van de genoemde tol.3 Hij stond te Dordrecht op 16 mei 1566 borg voor Johan Damen betreffende een obligatie.4 Tollenaar van Arnhem.5 Beleend met “den halve Nes ende die Meer met der visscherien” gelegen in de Bommelerwaard aan de gemeenschappelijke dijk langs de Maas tussen Aelst, Zuilichem en Poederoien 5 mei 1572.5 Blasius Boucquet Blasiusz., de oude, zwager, gemachtigde van Roelant Grauwaert, drossaard van Ameide, transporteerde een rentebrief op 14 mei 1572 aan Willem Nachtegael.6 Met het woord "zwager" wordt soms ook schoonvader bedoeld. Op 17 mei 1572 legde Willem Nagtegael, tollenaar te Arnhem, oud omtrent 38 jaar, verklaringen af betreffende betalingen over de tol van Dordrecht gedurende 1553 tot 15617 en over de tol van Bommel en Gorinchem in 1557.8 Blasius Boucquet Blasiusz., de oude, poorter van Dordrecht, stelde zich borg voor Willem Nachtegael zijn zwager, voor de collectatie en ontvangsten van de impost van bieren en wijnen te Dordrecht. Deze ongedateerde akte staat tussen de akten van 5 en 6 augustus 1574.9 Willem Nachtegael Jansz. overl. vóór 1596. Hij huwde met Catharina Boucquet, overl. verm. Dordrecht 15 augustus 1600, dochter van Blasius Boucquet en Lijsbet Jansdr.10 Zij hertr. in of voor 1596 met Jacus Despotijn. Catharina Boucquet, wed. van Willem Nachtegael, en Jacus Despotijn, stiefvader, waren getuige bij het huwelijk van Blasius Nachtegael en Mayke Schot in 1596. Kinderen uit dit huwelijk (volgorde niet exact bekend): 1. JAN, volgt IIa. 2. WOUTER, geb. Dordrecht 1563, kocht op 8 juni 1594 een zoutkeet te Arnemuiden.11 Hij werd op 3 maart 1597 poorter van Arnemuiden, komende van Dordrecht, en benoemd tot schepen, burgemeester, en licentmeester te Arnemuiden.12 Hij was tussen 1601 en 1606 eigenaar van een huis in de Langstraat genaamd “Schutterije”.13 Van 1607 t/m 1617 was hij ook eigenaar van het er naast gelegen pand genaamd “De Oraingnen Boom”. 14, 15, 16 Op 14 oktober 1613 werd hij als tollenaar van de grafelijke tol te Arnemuiden aangesteld.17 Hij werd in het cohier van de 1000e penning van 1623 te Arnemuiden vermeld 18 en werd met Blasius, Elisabeth en Catharina Nachtegael op 5 september 1624 in een processtuk bij het Hof van Holland in Den Haag genoemd.19 Hij werd op 6 november 1627 vermeld in notariële akte te Den Haag.20 Overl. 13 september 1638 en begr. Arnemuiden in de Ned. Herv. Kerk.21 3. MARIA, overl. 27 februari 1595, begr. Arnemuiden in de Ned. Herv. Kerk. Zij huwde Dordrecht 2 december 1586 met Corijn Albertsz. (Aelbrechtsz.) van der 2
4. 5. 6. 7.
Gracht, geb. Amsterdam 1567, koopman van Arnemuiden, overl. Arnemuiden 1 november 1605 aan de pest, waardoor zijn tweede huwelijk niet bevestigd kon worden, zoon van Albrecht Pieters van der Gracht en Mari Jacobs; hij ondertr. 2e Arnemuiden 22 oktober 1605 met Tanneke Goyvaerts, wed. van Anthony Goosszens. BLASIUS, volgt IIb. ELISABETH, compareerde te 's-Gravenhage op 6 november 1627.22 Zij huwde met Andries Stevens, overl. na 6 november 1627, zoon van Daniel Stevens. CATHARIJNE, compareerde te 's-Gravenhage op 6 november 1627.22 Zij huwde met Jacob N.N. IZAAC, ged. Dordrecht mei 1574, overl. Vlissingen 22 december 1595.23
IIa. JAN NACHTEGAEL, geb. verm. Dordrecht ca. 1558, erft van zijn vader het leen “den halve Nes ende die Meer met der visscherien” gelegen in de Bommelerwaard aan de gemeenschappelijke dijk langs de Maas tussen Aelst, Zuilichem en Poederoien 22 april 15775, overl. vóór 13 september 1591. Hij huwde met Magdalena Aerx (Haerx); zij procedeerde te Arnemuiden op 23 juli 1596 tegen haar zwager Crijn Aalbrechtsz. van der Gracht 24 en op 20 april 1606 voor het Hof van Holland, als weduwe van Jan Nachtegael.25 Magdeleentgen Haecks, weduwe van Jan Nachtegael, bezocht het avondmaal te Arnemuiden op 5 april 1598.26 Kinderen uit dit huwelijk: 1. NICOLAAS JANSZ., volgt IIIa. 2. CORNELIA, ged. Dordrecht 1 juni 1586. 3. JANNEKEN, ged. Arnemuiden 9 januari 1593 (laat gedoopt), doopget. Wouter Nachtegael en Neeltje, de vrouw van Jan Spierinck. Janneke Nachtegael was op 14 augustus 1619 doopgetuige te Arnemuiden. IIIa. NICOLAAS JANSZ. NACHTEGAEL, geb. Zierikzee 1582, kuiper en koopman te Zierikzee. Vermeld te Maassluis op 16 mei 1617 in akte opgemaakt door notaris Otto de Roij27, begr. Zierikzee 2 oktober 1636 in de St. Lievens-Monsterkerk (54 jaar oud).28 Hij huwde 1e Zierikzee 15 november 1605 met Maaiken Willemsdr. de Keijser, geb. ca. 1585, j.d. van Zierikzee, overl. voor 26 april 162429, dochter van Willem de Keijser en Jacomina Dingemans, huwde 2e Middelburg 3 februari 1625 met juffr. Agneta Veron, dochter van Samuel Veron en Elisabeth van de Stringe. Kinderen uit eerste huwelijk: 1. WILLEM, geb. verm. Zierikzee 1610 (14 jaar oud op 26 april 1624 29). 2. JAN, volgt IVa. 3. CORNELIS, volgt IVb. IVa. JAN NACHTEGAEL, geb. Zierikzee ca. 1613 (10 jaar oud op 26 april 162429), koopman, keurmeester meekrap 1636-1638, kerkmeester 1641-1645 en gezworen poortambacht 1650-1652, overl. Zierikzee 1652. Hij huwde Zierikzee 3 augustus 1638 met Symken de Munninck, geb. 1617, j.d. van Zierikzee, dochter van Wouter Munninck en Martina Grijse Weuijte.30 Kinderen uit dit huwelijk: 1. NICOLAAS, geb. Zierikzee 1 september 1641, koopman, wijnsteker en keurmeester meekrap 1671, overl. Zierikzee 1673. Hij huwde Zierikzee 4 februari 1670 met Cornelia Goltzius, ged. Zierikzee 6 september 1649, regentes weeshuis 1704-1723, begr. Zierikzee 15 april 1723, dochter van Jacob Goltzius en diens 2e vrouw Pieternella Branijn. Cornelia Goltzius ondertr. 2e Zierikzee 10 mei 1676 met Adriaan Zandijck, ged. Zierikzee 12 december 1630, dijkgraaf van het Poortambacht 1672-1689, kerkmeester 1680, 1684, 3
1684-1702, weesmeester 1685, gezworen Poortambacht 1689-1702, notaris 1656-1702 en procureur, begr. Zierikzee 6 maart 1702, zoon van Constant Adriaansz. Zandijk en diens 1e vrouw Anneken Jansdr.31 2. MARTINA, ged. Zierikzee 19 februari 1648, regentes van het armkinderenhuis 1701/1702, begr. Zierikzee 21 april 1702. Zij huwde Zierikzee 28 februari 1675 met Leendert (Leonard) Gaenders, geb. Brouwershaven 1643, notaris te Brouwershaven 1662, sedert 1663 te Zierikzee, gezworen Poortambacht 1676-1697, kerkmeester 1682/1683, dijkgraaf Saspolder 1686-1697, landrechter van Schouwen 1686, 1693, 1694, heemraad van Schouwen 1687-1690 en weesmeester 1691/1692, begr. Zierikzee 29 november 1697, zoon van Anthonis Gaenders en Elisabeth Cats.32 IVb. CORNELIS CLAESZ. NACHTEGAEL, geb. Zierikzee ca. 1620 (3 jaar oud op 26 april 1624.29 Cornelis Claesz. Nachtegael, j.m. van Zierikzee, geassisteerd door zijn broer Jan Claesz. Nachtegael, en Adriaentge Bosman, weduwe zijn a.s. bruid, geassisteerd door Jan Jopsz. van der Haven, haar stiefvader, en Wijntge van der A, haar moeder, stellen op 19 september 1642 hun huwelijksvoorwaarden op. Beide brengen al hun bezit in. Sterft de bruidegom als eerste kinderloos dan gaat de helft van de nalatenschap naar zijn verwanten. Sterft de bruid als eerste kinderloos dan krijgen haar verwanten 2000 gulden.33 Hij huwde Rotterdam 21 oktober 1642 met Adriana Imansdr. Bosman, overl. vóór 1684 34; zij was weduwe van Louis Elsevier, kapitein, brouwer in "De Bijl" met wie zij op 9 november 1639 te Rotterdam in het huwelijk trad.35 Uit de genealogische-heraldische verzameling van de Rotterdamse notaris Hartman de Custer (1687-1760) blijkt dat Cornelis Nachtegael een wapen voerde en wel in goud drie zwarte dwarsbalken.36 Op 11 november 1643 Cornelis en Adriana, wonend te Schiedam, hun huwelijksvoorden van 19 september 1642. Zij benoemen elkaar tot erfgenaam, mits zij aan zijn broer Jan Claesz. Nachtegael 200 gulden uitkeert, als er geen kinderen zijn. Is de man langstlevende dan moet hij aan haar twee voorkinderen bij Couwijn Elsevier 1500 gulden uitkeren. Zijn er gezamelijke kinderen dan wordt daar ook voor geregeld.37 Kinderen uit dit huwelijk: 1. WEYNA, geb. Zierikzee, vermeld te Kralingen 168434, overl. aang. Rotterdam 21 februari 1684, huwde Rotterdam 23 maart 1681 met Jan Ketel (Kettels), j.m. van Moordrecht. 2. MARIA, geb. Zierikzee, vermeld te Kralingen 1684.34 3. CORNELIA, geb. Zierikzee, vermeld te Kralingen 168434, ondertr. 1e Rotterdam 6 oktober 1675, huwde Bleiswijk 20 oktober 1675 met Isaac Oppenhorst, j.m. van "Tombrits", huwde 2e Rotterdam 13 mei 1685 met Cornelis Pieterse Raas, j.m. van Edam. IIb. BLASIUS NACHTEGAEL, geb. ca. 1570, ontvanger van de schellingen over de 40e penning betreffende een koop van een rentebrief op 1 februari 1599 en 30 september 1599.38 Hij was eigenaar-bewoner van het huis "Den Hoffhont" aan de westzijde van de Molstraat te Middelburg in 1601 en 1606. Dit huis had zes haardsteden.39 Blasius schreef in augustus 1602 als gemachtigde in bij de V.O.C. voor een bedrag van 50.000 gulden voor Cornelis Frans Wittens sone te Dordrecht (grootvader van de gebroeders De Witt).40 In 1602 stond een hofstede van 100 gemeten in de "houden polder" in 't land van Neusen (Terneuzen) op naam van Blasius Nachtegael. Blasius deed zaken met de V.O.C., kamer Amsterdam 23 augustus 161741 en werd in 1637 vermeld als beëdigd hoofdparticipant van de V.O.C. kamer Zeeland.40 Hij werd in het cohier van de 1000e penning van 1623 vermeld42 en zegelde op 7 mei 1635 en 15 februari 1636 te Middelburg. Zijn wapen was in goud met drie zwarte dwarsbalken, helmteken: een vogel met zijwaarts gestrekte vleugels vergezeld van de letters B en N.43 Hij vertoefde ook regelmatig in Den Haag, waar hij compareerde op 3 augustus 162244, 6 november 162745 en 14 november 1633.46 Blasius was in Den Haag op 6 4
april 1639 doopgetuige bij Pieter, zijn kleinzoon, overl. Middelburg 4 juli 1643, begr. in de Nieuwe Kerk aldaar. Hij huwde Vlissingen 16 juni 1596 met Maria Jacobsdr. Schot (Scot)47, van Vlissingen, overl. Middelburg 28 december 1633, begr. op 3 januari 1634 in het koor van de Nieuwe Kerk aldaar, dochter van Jaques Bouwensen Schot en Maria Andries. Kinderen uit dit huwelijk: 1. Mr. WILLEM, geb. Middelburg 25 maart 1597, ged. Gapinge (Walcheren) 13 juni 1617, gelijk met zijn broer Jacobus, nadat ze in Middelburg bij de kerkeraad aldaar hun geloof hadden beleden. Willem noemde zich bij die gelegenheid Quilelmus, een foutief geschreven vorm van de Latinisering van de naam Willem. Hij was te 's-Gravenhage op 10 maart 1641 doopgetuige bij Maria, dochter van zijn broer Jacob Nachtegael, overl. Middelburg 8 april 1644, ongehuwd. 2. JACOB, volgt IIIb. 3. CATHARINA (CATRINA), geb. Middelburg 6 december 1601, overl. 15 januari 1605, begr. Middelburg 17 januari 1605. 4. MARIA, geb. Middelburg 3 augustus 1603, ged. Gapinge (Walcheren) 17 juni 1625, tegelijk met haar zusters Catharina en Elisabeth, nadat ze voor de broeders van Middelburg belijdenis hadden gedaan. Maria was op 10 maart 1641 te 's-Gravenhage doopgetuige bij Maria, dochter van haar broer Jacob Nachtegael, overl. Middelburg 10 december 1669, huwde (huwelijksvoorwaarden maart 1643) met Huybrecht Govertsen, j.m. De bruidegom bracht 3000 pond contant in en een huis gelegen aan de markt te Veere. De bruid 500 pond, tot securiteit van welke de bruidegom in handen wordt gegeven een windpacht van 5 pond per jaar op de molen tot Axel, en de helft van 34 gemeten 100 roeden in de noord buiten polder van de stad Axel in't kwartier van Vlaanderen. De bruid zal een dienstbode van Middelburg mogen huren en te Veere in haar huishouding opnemen. Getuigen waren Maria, Blasius en Willem Nachtegael. 5. CATHARINA (CATRINA), geb. Middelburg 28 juni 1605, ged. Gapinge 17 juni 1625, na belijdenis te Middelburg, overl. 24 september 1667, huwde Middelburg 13 januari 1644 met Benjamin Jacot. 6. ELISABETH, geb. Middelburg 19 mei 1607, overl. aldaar 10 september 1612. 7. ISAAC, geb. Middelburg 2 mei 1614, overl. aldaar 21 juni 1614. 8. ELISABETH, geb. Middelburg 17 september 1617, ged. Gapinge 17 juni 1625, na belijdenis voor de kerkeraad van Middelburg, overl. Middelburg 18 januari 1649, begr. Vlissingen in de Groote of St. Jacobskerk, waar haar rouwbord links van het oude orgel hing.48 Zij huwde Middelburg 21 april 1642 met Pieter Macaré, geb. Middelburg 10 september 1618, koopman in wijnen te Middelburg, vanaf 1683 te Vlissingen, overl. Den Haag april 1685, zoon van Pierre Macaré en Susanne Deleborghe. Hij huwde 2e Vlissingen 22 februari 1650 met Maria Schot49, geb. Vlissingen augustus 1616, overl. Middelburg 17 oktober 1652, dochter van Bouwen Schot (schepen van Vlissingen) en Agnieta Snoucx. Hij huwde 3e Dordrecht 3 maart 1654 met Gijsbertha van den Heuvel, geb. september 1621, overl. Middelburg 26 mei 1667, weduwe van Thomas de Vries. Hij huwde 4e West Souburg 30 mei 1668 met Françoise de With, geb. Masulipatam (Kust van Coromandel) 8 januari 1634, overl. Middelburg 10 januari 1672, dochter van Jacob de With en Susanna van de Wateringe; zij was reeds weduwe van Carel Reiniersz, gouverneur generaal van Ned. Indië, en van Adriaan Welleboorts, secretaris van de Hoge Regering van Indië. IIIb. Mr. JACOB NACHTEGAEL, geb. Middelburg 1 juni 1599, ged. Gapinge 13 juni 1617, gelijk met zijn broer Willem, nadat ze in Middelburg bij de kerkenraad aldaar hun geloof hadden beleden. Hij was doctor in de rechten, woonde te Dordrecht 1628, advocaat bij het Hof van Holland tin Den Haag. Er zijn vele notariële akten van Jacob in Den Haag 5
aanwezig o.a. gedateerd 7 november 1633, 22 maart 1634, 19 maart 1636, 10 september 1640, 3 januari 1642, 18 december 1647 en 27 juni 1652.50 Jacob was substituut van zijn schoonvader als raad en generaal van de munt van de Verenigde Nederlanden wegens diens ouderdom en gebreken op 5 maart 1631. Na het overlijden van zijn schoonvader op 21 oktober 1637 werd Jacob ordinarius, raad, generaal en meester van de munt der Verenigde Nederlanden, ontvanger van de grafelijkheidstol te Gorinchem en testeerde aldaar in 1646.51 Ook in Rotterdam is een notariële akte van hem aanwezig.52 Hij deed een uitspraak in een geschil op 14 maart 1650 te Gorinchem.53 Jacob zegelde op 11 oktober 1658 te Gorinchem met als wapen: het schild, gedwarsbalkt zeven horizontale stukken, helmteken: een vliegende vogel.54 Overl. Gorinchem 26 oktober 1661. Hij ondertr. op dezelfde dag te Dordrecht en Den Haag 25 juni 1628 met Maria van Beveren, geb. 1610, dochter van Pieter van Beveren en Susanna Lopez Serano. Kinderen uit dit huwelijk: 1. PIETER, ged. Den Haag 6 april 1639. 2. MARIA, ged. Den Haag 10 maart 1641. 3. JACOB, volgt IVc.
‘t Huis Der Boede, 1696 IVc. Mr. JACOB NACHTEGAEL, ged. Gorinchem 5 januari 1648, studeerde te Franeker 166455, poorter van Vlissingen 14 juli 1671, pensionaris van Vlissingen 25 april 1672, raad van Vlissingen 1674. Later werd hij gecommitteerde raad van Zeeland wegens deze stad56 en burgemeester in 1710, 1713/14 en 1717/18. Van mei 1690 tot juli 1691 was hij bewindhebber van de W.I.C.57 en bezocht 30 april 1699 een vergadering van hoofdparticipanten van die maatschappij.58 Zijn aandeel in de W.I.C. bedroeg 8.540 gulden.59 Later werd hij ook bewindhebber van de V.O.C. Hij kocht in 1694 een deel van de ambachtsheerlijkheid Zoutelande en bezat het huis "Der Boede" (Koudekerke). Op de voorgevel van dat huis stond zijn wapen afgebeeld. Naast zijn buitenverblijf "Der Boede", bewoonde hij ook het huis "t Oude Stadhuijs" op de hoek van de Bierkade te Vlissingen.60 Hij was een invloedrijke persoonlijkheid, wat niet altijd door al zijn tijdgenoten werd geapprecieerd. Zijn tegenstanders vermelden hem als een man strevende naar uitwendige glorie. Hij bezat in de Zeeuwse spotschriften de bijnaam "grote kop".61 Na de dood van Stadhouder Willem III in 1702 werd 6
Jacob ervan verdacht, dat hij de Koning van Pruisen aan het markgraafschap van Veere en Vlissingen wilde helpen. Mr. Jacob Nachtegael werd met betrekking tot verdenking eind november 1703 door het Hof van Holland "puijr, suyver en innocent" verklaard.62 Hij was peter van Susanna Catharina Thivart, ged. Colombo 1 maart 1711.63 Jacob is overl. Vlissingen 20 oktober 1718. Na zijn dood werden in Den Haag op 1 oktober 1720 verkocht "de zeer deftige bibliotheek naergelaten door den heer en meester Jacob Nachtegael, bestaende in zeer schone en rare boeken".64 Hij huwde Vlissingen (ondertr. Middelburg 28 november 1670) met Susanna Macaré 65, geb. Middelburg 28 november 1650, erfgename van haar ooms Boudewijn en Johan Schot.66 Op 24 juli 1690 compareerde zij met haar echtgenoot te Vlissingen en verklaarde geen recht meer te hebben op de boedel van Pieter Macaré de Oude.67 Susanna was doopgetuige van diverse kinderen van Pieter Macaré de Jonge en Pieter Macaré Jacobsz., tevens was zij meter van Johanna Elisabeth Thivart, ged. Colombo 15 juli 1708.63, overl. Vlissingen 1 oktober 1711, begr. in de Grote of St. Jacobskerk68, dochter van Pieter Macaré en Maria Schot.69 Kinderen uit dit huwelijk: 1. MARIA, ged. Vlissingen 16 november 1671, jong overl. 2. JACOB, ged. Vlissingen 5 januari 1672, jong overl. 3. JACOBA, geb. Vlissingen 2 juni 1673, jong overl. 4. PETRONELLA JACOBA, geb. Vlissingen 11 december 1675, overl. Vlissingen 27 januari 1755, begr. in de Franse Kerk aldaar, huwde Oost-Souburg 9 mei 1692 met mr. Gilles Thijssen, wedr., schepen 1682-1694 en 1701, burgemeester 1695-1700 en 1709, en raad 1703 van Vlissingen70, bewindhebber V.O.C., bezat huis "Het Nieuw Heerenlogement" in de Hellebardierstraat te Vlissingen en was eigenaar van de buitenplaats "Schoonenburg" te Oost Souburg, overl. Vlissingen 27 september 1709, begr. in de Franse Kerk aldaar, zoon van Daniel Thijssen, kapitein, raad en schepen van Vlissingen, en N.N. Grawert. Hij huwde 1e Vlissingen 8 februari 1678 (Waalse Kerk) met Elisabeth Pijl, j.d. van Vlissingen, huwde 2e Amsterdam "op 't Noorder Eijlandt" 6 november 1681 met Cornelia Schorer, geb. ca. 1662 (18 jaar oud bij huwelijk), overl. Vlissingen 17 december 1686, begr. in de Franse Kerk, dochter van Johan Schorer, schepen van Vlissingen, en Alida de Ruyter (dochter van Michiel de Ruyter). Getuige bij het huwelijk was Baron Engel de Ruyter. Hij huwde 3e Vlissingen 29 juli 1687 met Anna Royaert, dochter van Gillis Royaert, kolonel, en Anna Andries, huwde 4e met Petronella Jacoba Nachtegael. Kinderen uit het vierde huwelijk werden als volgt opgeschreven: 1. Maria Suzanna Thijssen, geb. Vlissingen 16 april 1693, werd op 7 mei 1725 ambachts vrouwe van St. Janskerke, overl. Vlissingen 6 januari 1738, begr. Franse Kerk. 2. Jacob Nachtegael Thijssen, geb. Vlissingen 26 (ged. 27) juni 1694 (get. Jacob Nachtegael), overl. aldaar 22 augustus 1695. 3. Daniel Nachtegael Thijssen, geb. Vlissingen 28 november 1695, ged. aldaar 4 december 1695 (get. Jacob Nachtegael), overl. aldaar 11 mei 1696. 4. Daniel Thijssen, geb. Vlissingen 29 maart (ged. aldaar 31 maart) 1698 (get. Jacob Nachtegael), was student aan de Hogeschool te Rotterdam, overl. Rotterdam ca. 1718. 5. Jacob Nachtegael Thijssen, geb. Vlissingen 21 september (ged. aldaar 27 september) 1699, overl. Vlissingen 18 april 1702. 6. Johanna Thijssen, geb. Vlissingen 10 juli 1701, overl. aldaar 23 december 1701. 7. Johanna Thijssen, geb. Vlissingen 29 juni 1705, werd op 7 mei 1725 Ambachts vrouwe van Zoutelande, overl. Vlissingen 22 oktober 1748, begr. in de Franse Kerk. 5. MARIA, geb. Vlissingen 17 september 1675, woonde als weduwe van Johan de Mandere te Utrecht en kocht de heerlijkheid Vierbannen op Duiveland 19 mei 1725. 71 Te Utrecht 7
vonden overdrachten plaats betreffende akten van de VOC op 18 december 1725, 23 april 1726 en 16 januari 1727.72, 73, 74 In 1726 geeft zij ook opdracht om een borg van 12.000 gulden te innen van Jan van Buren, heer van Nassau.75, 76, 77 Zij overl. Middelburg 16 februari 1743, begr. Sas van Gent 17 februari 1743. Zij huwde Vlissingen 11 februari 1701 met Johan (Jan) van der Mandere, burgemeester van Vlissingen. Zij gingen na het overlijden van haar vader Jacob Nachtegael op "Der Boede" wonen. Het huis brandde af en werd na de dood van Johan van der Mandere op 26 oktober 1721 herbouwd en werd door hun zoon Mr. Jacob van der Mandere bewoond. Over deze zoon valt het volgende te vermelden: 1. Mr. Jacob van der Mandere, geb. Gent 23 augustus 1707, Heer van Nieuwerkerk, Ouwerkerk, Capelle, Vianen, Duveland en Der Boede, burgemeester van Vlissingen78, schepen en raad van Middelburg, bewindhebber V.O.C., overl. 's-Gravenhage 19 mei 1775. Hij huwde 1e Utrecht 7 mei 1727 met Jkvr. Cornelia de Boodt, geb. Doorn op Moersbergen 19 juli 1712, vrouwe van Moersbergen, vrijvrouwe van Giessenburg, Cadzant, enz., overl. Utrecht 3 maart 1742.79 Hij huwde 2e Rotterdam 30 maart 1739 met Petronella Geertruid van Berckel, ged. Rotterdam 16 februari 1716, overl. Middelburg 9 april 1780.
NOTEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Tablettes du Brabant, 1957, blz. 239 en 240. Analen, land van Dendermonde, 1902, met dank aan de heer Flor. Nachtergaele te Ronse (B). G.A. Dordrecht, O.R.A., no. 706, f. 266. G.A. Dordrecht, O.R.A., no. 705, f. 390. J.J.S. Sloet, e.a.; Register op de leenaktenboeken van Gelre, blz. 719. G.A. Dordrecht, O.R.A., no. 9, inv. 729, f. 127. G.A. Dordrecht, O.R.A., no. 9, inv. 729, f. 129. G.A. Dordrecht, O.R.A., no. 9, inv. 729, f. 130. G.A. Dordrecht, O.R.A., no. 9, inv. 731, f. 22v en 23. Ned. Leeuw, 1935, kolom 343. R.A. Zeeland, Arnemuiden, Vierschaar, inv. no. 138, (8-5-1594). P.A. Baaijens, Grafzerken en gedenktekens uit de Oude Kruiskerk; in: Arneklanken, nr. 1 maart 2001, blz. 23. A.H.G. Verouden, Het Kohier van de 100ste Penning van Arnemuiden 1601-1606; in: Arneklanken, nr. 1, 2000, blz. 19. A.H.G. Verouden, Het Kohier van de 100ste Penning van Arnemuiden 1607 en 1608; in: Arneklanken, nr. 2, 2001, blz. 28. A.H.G. Verouden, Het Kohier van de 100ste Penning van Arnemuiden 1609 t/m 1613; in: Arneklanken, nr. 1, 2002, blz. 23. A.H.G. Verouden, Het Kohier van de 100ste Penning van Arnemuiden 1614 t/m 1617; in: Arneklanken, nr. 3, 2002, blz. 18. R.A. Zeeland, Archief Staten van Zeeland, Register van commissien en instructien, inv. 1669, f. 57. R.A. Zeeland, Archief Staten van Holland, inv. 1770, Cohier 1000e penning 1623. A.R.A., Hof van Holland 665, sententie 131, 5-9-1624. G.A. Den Haag, Oud Not. Arch. voor 1650, Wouter Nachtegael, 6 nov. 1627, inv. nr. 28, f. 3. Genealogische en Heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der Provincie Zeeland, door Bloys van Treslong, blz. 14. G.A. Den Haag, O.N.A., Elisabeth Nachtegael 6 nov. 1627, f. 3. Centraal Bureau voor Genealogie, Familiearchief Macaré, no. 85. R.A. Zeeland, Arnemuiden, Vierschaar, inv. no. 141 (23-7-1596). 8
25. A.R.A., Hof van Holland 612, sententie 64, 20-4-1606. 26. Van Zeeuwse Stam, nr. 68, maart 1990, blz. 19. A.H.G. Verouden, Lidmatenlijst van Arnemuiden 1584; in: Arneklanken, nr. 4 , 2002, blz. 18. 27. G.A. Maassluis, Notaris Otto de Roij, 5488, f. CLXVI. 28. Ned. Leeuw, 1895, kolom 51. 29. Verzameling de Vos, nr. 41 M-P. 30. De Vroedschap van Zierikzee, blz. 772. 31. De Vroedschap van Zierikzee, blz. 410, 411 en 778. 32. De Vroedschap van Zierikzee, blz. 557 en 558. 33. G.A. Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 202, akte nr. 195, blz. 242, not. Jacob Duyfhuysen (27-7-1641). 34. G.A. Rotterdam, R.A. Kralingen, 1684, f. 23. 35. Ned. Leeuw 1937, kolom 156. 36. G.A. Rotterdam, notaris Hartman de Custer (1687-1760), Wapenboek dl. S, f. 7 (Verz. handschriften Rotterdam nr. 21). 37. G.A.Rotterdam, O.N.A. Rotterdam, inv. nr. 152, akte nr. 686, blz. 1013, not. Adriaan Kieboom (11-11-1643). 38. R.A. Zeeland, Rek. D 5860, 1-2-1599/30-9-1599, f. 28. 39. R.A. Zeeland, Rekeningen Rekenkamer, Haardsteden cohiers 1601 en 1606, inv. D 4727a. 40. Dr. W.S. Unger, Het inschrijvingsregister van de kamer Zeeland der V.O.C. in Economisch Historisch Jaarboek nr. 24, 1950. 41. G.A. Amsterdam, V.O.C. 100, Res. Heren XVII, f. 406, 23 aug. 1617. 42. R.A. Zeeland, Arch. Staten van Zeeland, inv. 1770: Cohier 1000e penning 1623. 43. Lakafdrukken in de miniver van de Admiraliteit afd. Staten Generaal in portefuilles H. Gen 5500 en 5502. 44. G.A. Den Haag, O.N.A., Blasius Nachtegael, 3 augustus 1622, f. 13. 45. Als noot 35, 6 nov. 1627, f. 3. 46. Als noot 35, 14 nov. 1633, f. 305. 47. Ned. Leeuw 1944, kolom. 127. 48. P.J. Rethaan Macaré, Wapens in de kerken van Zeeland. 49. Vroedschap van Amsterdam, blz. 20. 50. G.A. Den Haag, O.N.A., Jacob Nachtegael, 7 nov. 1633, f. 305; 22 april 1634, f. 106; 19 april 1636, f. 156; 10 sept. 1640, f. 97; 3 jan. 1642, f. 70; 18 dec. 1647, f. 73; 27 juni 1652, f. 155. 51. Ned. Leeuw, 1944, kolom 127. 52. G.A. Rotterdam, O.N.A., Jacobus Nachtegael, Generaal van de munt te Gorinchem, inv. nr. 116, f. 133. 53. G.A. Gorinchem, Notarieel Pieter Heuclum, Reg. 34; Ned. Leeuw, 1911, kolom 246. 54. Lakafdruk in miniver aan de Rekenkamer der Domeinen in Holland, portefeuille nr. 483. 55. Ned. Leeuw, 1986, kolom 348, 350. 56. De Navorscher, 1905, blz. 239. 57. A.R.A. Den Haag, 2e W.I.C., inv. 767. 58. R.A. Zeeland, Fam. Arch. Matthias Pous, Tak van Poortvliet, inv. 80. 59. N.H. Schneelock, Aktionare der W.I.C. von 1674, Stuttgart 1982. 60. C.B.G., Fam. Arch. Rethaan Macaré, Huizen te Vlissingen. 61. Zeeuws Documentatie Centrum, div. schotschriften. 62. Dr. M. van der Bijl, Idee en interest, Groningen 1981. 63. Navorscher 1901, blz. 309. 64. Haegse Courant 21-8-1720. 65. Biografisch woordenboek der Nederlanden, door Van der Aa; Beschrijving der stad Dordrecht, blz. 961; Levensberichten van Zeeuwen, door F. Nagtglas, blz. 249. 66. R.A. Zeeland, Arch. Zeeuwse Eilanden, 1293, fol. 120v. 67. C.B.G., Fam. Arch. Rethaan Macaré, inv. 900. 68. CBG, Wapenboeken van C.T. Rethaan Macaré, deel 2, aanwezig bij het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht en Wapenkunde. 69. A.C. Macaré, Marcaré, Kronieken nr. 2, 1993, blz. 57-n. 9
70. Ned. Leeuw, 1917, kolom 85; Aanteekeningen van Vrouwe M.P. Lambrechtsen, katern 2, blz. 7, inv. O, Arch. Vlissingen, blz. 132, no. 28. 71. G.A. Utrecht, NA, akte nr. U167a2-27, Not. G.C.Qualenbrinck (19-5-1725). 72. G.A. Utrecht, NA, akte nr. U141a2-180, Not. W.Verweij (18-12-1725). 73. G.A. Utrecht, NA, akte nr. U167a2-74, Not. G.C.Qualenbrinck (23-4-1726). 74. G.A. Utrecht, NA, akte nr. U167a2-114, Not. G.C.Qualenbrinck (16-1-1727). 75. G.A. Utrecht, NA, akte nr. U169a2-218, Not. W. van Vloten (31-10-1726). 76. G.A. Utrecht, NA, akte nr. U141a2-222, Not. W.Verweij (1-11-1726). 77. G.A. Utrecht, NA, akte nr. U167a2-102, Not. G.C. Qualenbrinck (14-12-1726). 78. Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam, blz. 300. 79. Genealogie Van der Mandere; in: Nederland’s. Patriciaat (1916).
10