Draaiboek Zorgpaden in de JGZ
naar inhoudsopgave
1
1
naar inhoudsopgave
Inhoud
Waarom zorgpaden in de JGZ 3
Draaiboek Hoe maak ik een zorgpad ‘e-consult’? 6
Draaiboek Hoe maak ik een zorgpad ‘module opvoeding’? 18
Draaiboek Hoe maak ik een nieuw zorgpad? 23 Draaiboek Hoe ga ik een verandertraject aan met JGZ professionals? 27
naar inhoudsopgave
Waarom zorgpaden in de JGZ? De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is waarschijnlijk de meest (kosten)effectieve vorm van preventie in de Nederlandse gezondheidszorg. Cruciaal voor dit succes is het enorme bereik van de JGZ. Alle kinderen en jongeren worden in beginsel op vaste contactmomenten gezien. De JGZ is mede daardoor een vertrouwde autoriteit voor ouders en een rijke bron aan betrouwbare epidemiologische gegevens voor de overheid. Om in een veranderende wereld die kwaliteit en impact te behouden en te verbeteren, is het belangrijk dat de JGZ ook open blijft staan voor effectieve veranderingen.
De introductie van zorgpaden in de JGZ is een verandering waarvan in een proefproject in Zeeland is aangetoond dat het haalbaar is en leidt tot gewenste verbeteringen: een centralere plaats voor de ouders en jeugdigen en meer inzicht in het proces van zorgverlening. De nieuwe benadering sluit ook aan bij de veranderingen in de zorg voor kinderen en jongeren, zoals in de nieuwe Jeugdwet. De aanpassingen in het proefproject komen erop neer dat sommige ouders en kinderen meer aandacht krijgen, terwijl voor een groot deel van de andere ouders enkele contactmomenten vervangen worden door een digitaal consult.
De zorgpadbenadering maakt het mogelijk om in te gaan op verschillen tussen gezinnen en hun behoeften.
Van SPARK tot zorgpaden
Door de introductie van meetinstrumenten zoals SPARK zijn verpleegkundigen en artsen van de JGZ in staat om systematisch eventuele problemen vroegtijdig in beeld te krijgen. Zo’n tijdige herkenning maakt het vaak mogelijk om met beperkte interventies verergering te voorkomen (normaliseren). Maar dat betekent wel dat er ruimte moet zijn om ‘door te pakken’ en sommige ouders gerichte ondersteuning aan te bieden. In de
3
naar inhoudsopgave
*
‘Een zorgpad is een complexe interventie om de gemeenschappelijke besluitvorming en organisatie van zorgprocessen te verwezenlijken voor een specifieke groep van cliënten gedurende een gedefinieerd tijdskader’ (Vanhaecht et al, 2007). Het streefdoel van een zorgpad is de kwaliteit van zorg, over de grenzen van een organisatie heen, te verbeteren.
huidige situatie, waarbij bijna alle kinderen even vaak gezien worden, ontbreekt die ruimte. Het opzetten van een zorgpad* kan oplossingen bieden. Een zorgpad omschrijft alle stappen die een individu doorloopt in het zorgtraject. Het omschrijven van zo’n zorgpad helpt vaak om de zorgverlening te verbeteren en de behoeften van de individuele patiënt of cliënt centraal te stellen. In de curatieve zorg wordt al langer met zorgpaden gewerkt. In de JGZ komt deze aanpak tegemoet aan de behoefte van ouders en professionals aan een flexibelere omgang met de contactmomenten. Ook in CJG’s en andere samenwerkingsverbanden die al veel werk hebben gestoken in onderlinge afstemming, is het zinvol om een zorgpad helder te formuleren. Het levert energie op als je het hele proces in kaart brengt en dat levert altijd mogelijkheden voor verbetering op.
Iets meer, iets minder
De twee zorgpaden die in het Zeeuwse proefproject ontwikkeld zijn, beschrijven een module opvoeding en e-consulten. Sommige ouders hebben wat meer ondersteuning nodig bij het aanleren van vaardigheden in de opvoeding. Voor die groep kan, in samenspraak met partners in het CJG, een traject worden ontwikkeld met extra contactmomenten. Aan het eind van dit traject zijn de ouders of beter in staat om zelf weer volledig op eigen kracht de opvoeding ter hand te nemen, of het gezin heeft samen met de professionals gekozen voor gespecialiseerde hulpverlening. Aan de andere kant zijn er ouders die graag een aantal contactmomenten vervangen zien door een digitaal consult. Zij vinden het prettig om door te geven hoe het gaat en hoe hun kind gegroeid is, maar vinden het wel zo gemakkelijk om het bezoek aan het consultatiebureau over te
4
naar inhoudsopgave
slaan. Dit zorgpad kan, na een investering in de techniek, bijdragen aan een goed contact met een deel van de ouders, tegen lagere kosten dan de gebruikelijke zorg. Op deze manier kan met dit zorgpad geld bespaard worden, waardoor er ruimte ontstaat voor zorgpaden met meer contactmomenten. De ontwikkelingen in Zeeland gaan door, ook nu het onderzoeksproject afgerond is. Er zijn nieuwe technische ontwikkelingen, naast organisatorische en maatschappelijke ontwikkelingen. Wie meer wil weten, ook over de actuele stand van zaken, kan altijd even contact opnemen.
In de draaiboeken komt het ontwikkelen van deze en andere zorgpaden aan de orde. Deze geven de bouwstenen om zelf zorgpaden op te zetten. Wij hopen dat anderen hier iets mee kunnen en horen graag terug wat het heeft opgeleverd. Zo kunnen we met elkaar leren om zorgpaden in de JGZ vorm te geven.
5
naar inhoudsopgave
Draaiboek
Hoe maak ik een zorgpad ‘e-consult’? Wat
Dit draaiboek betreft de ontwikkeling van een volg-zorgpad met e-consulten: digitale informatie-uitwisseling in plaats van een bezoek aan het consultatiebureau. Door dit zorgpad verandert er nogal wat, zowel voor ouders als voor professionals. Het is dus belangrijk dat alle betrokkenen worden ‘meegenomen’ bij de ontwikkeling ervan. Voor de professionals is het belangrijk om te weten dat de ontwikkeling van het kind optimaal gevolgd wordt dankzij gevalideerde vragenlijsten en dat er tijd beschikbaar komt voor de belangrijkste contactmomenten. De ouders krijgen dank-zij het nieuwe zorgpad een actievere rol bij het volgen van de ontwikkeling van hun kind. Voor dit zorgpad moet er een beveiligd ‘ouderportaal’ ontwikkeld worden waarbinnen de informatieuitwisseling kan plaatsvinden. Daarbij is
het goed om ook al na te denken over toekomstige functies van dit ouderportaal.
Waarom
Wanneer na de eerste anderhalf jaar duidelijk is dat alles goed gaat met een kind, vragen veel ouders zich af of er geen alternatief is voor de bezoekjes aan het consultatiebureau. Ze vinden het fijn als een kind gevolgd wordt, maar die afspraak past niet altijd in hun drukke leven en levert voor hun gevoel niet zoveel op. Tegelijkertijd zijn ook JGZ organisaties zich aan het bezinnen op de basistaken, mede door alle veranderingen in het sociale domein. Digitale informatieuitwisseling is een eigentijdse manier om contact te houden in situaties waarin alles volgens verwachting goed verloopt. Het is minder belastend voor ouders en
6
naar inhoudsopgave
zorgverleners. Ouders kunnen de gegevens invullen op een moment dat het hun uitkomt. Voor die e-consult momenten is het niet meer nodig om een afspraak te plannen bij het consultatiebureau en daar met het kind langs te gaan. Ook de jeugdverpleegkundige kan haar of zijn tijd efficiënter indelen. Zo komt er ruimte vrij voor gezinnen die wat extra aandacht nodig hebben.
Ook is er dan rustig de tijd voor de overblijvende contactmomenten in de eerste levensmaanden en op belangrijke ‘ijkmomenten’ in het leven van het kind. Communiceren via het ouderportaal betekent dat de gerechtigde ouder na login via login via DigiD en sms-code ook inzage heeft in een deel van het digitale dossier, inclusief
naar inhoudsopgave
de groeicurves. Ook staat daar opvoedinformatie die relevant is voor de leeftijd van het kind. Dit geeft de ouders al meer mogelijkheden voor regie in de JGZ. In de toekomst kan het ouderportaal verder ontwikkeld worden met modules voor het plannen van afspraken, chatsessies met deskundigen ( jeugdverpleegkundigen, pedagogen, experts op een specifiek thema zoals gezonde voeding, enzovoorts) en communicatie tussen ouders onderling. Het dossier wordt steeds meer ‘van de ouders/jeugdigen’. Het is de plek waar informatie wordt uitgewisseld en afspraken worden vastgelegd, niet alleen op de kleuterleeftijd, maar ook daarna. Uiteraard vraagt dit alles de nodige zorgvuldigheid op het gebied van privacy en in complexe gezinssituaties, bijvoorbeeld na een echtscheiding.
Hoe doe je dat?
Het zorgpad e-consult betekent de vertaalslag van het bezoek aan het consultatiebureau naar online contact. Een belangrijk hulpmiddel daarbij zijn gevalideerde online vragenlijsten. In dit project zijn gebruikt de
ASQ, ASQ-SE en NOSIK. Daarmee kan men bijvoorbeeld de ontwikkeling van het kind volgen vergelijkbaar met het Van Wiechen schema. In het proefproject in Zeeland zijn de contacten op de leeftijd van 2, 2,5 en 3 jaar vervangen door e-consulten. De eerste kinderen uit deze groep zijn op de leeftijd van 2,5 jaar uitgenodigd om te testen of de gegevens die zo verkregen werden, voldoende betrouwbaar waren om kinderen via een e-consult te volgen. Ondanks technische problemen waren de meeste ouders zeer positief. Zij waren van harte bereid om de vragenlijsten in te vullen en voelden zich daardoor meer betrokken bij het volgen van de ontwikkeling van hun kind. De plaats waar de e-consulten plaatsvinden is het zogeheten ouderportaal/mijn kinddossier. Dit is het internetadres waar de ouders na een e-mail van de jeugdverpleegkundige heengaan om de vragenlijsten in te vullen. Hun antwoorden worden hier beveiligd opgeslagen, evenals de reacties en antwoorden van de jeugdverpleegkundige. Onderdeel van de voorbereidingen is ook een goede werkinstructie voor alle medewerkers
8
naar inhoudsopgave
die met het ouderportaal te maken krijgen. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan afspraken over wie de vragen krijgt over problemen bij het inloggen. Communicatie via e-mail vraagt verder een goede voorbereiding, omdat sommige ouders al veel e-mail krijgen. Afzender, vraagstelling, eventuele bijlagen en dergelijke moeten herkenbaar zijn, zodat ze opvallen in die stroom van overige berichten. De ontwikkeling van het zorgpad e-consult betekent verder dat samen met de ouders en de professionals alle mogelijke scenario’s worden ‘doorgedacht’. Bij elk e-consult is de vraag of een e-consult voldoende is of dat de ouders toch liever langskomen op het consultatiebureau. De antwoorden op de vragenlijsten maken duidelijk of alles inderdaad naar verwachting verloopt of dat er signalen zijn waarbij intensiever contact nodig is. Sommige ouders vinden het prima om via de mail een vragenlijst in te vullen, maar willen toch graag dat het wegen of meten op het consultatiebureau plaatsvindt. Er wordt ook een procedure afgesproken voor de situatie
dat ouders niet reageren op de uitnodiging of een deel van de vragen niet beantwoorden. Het is aan te raden om het zorgpad uiteindelijk in een flowchart in beeld brengen. Dat maakt duidelijk waar de beslissingsmomenten zitten en welke acties op welk moment gewenst zijn.
Wanneer/voor wie
Het e-consult is bedoeld voor gezinssituaties die geen bijzondere aandacht vanuit de JGZ nodig hebben. Het is belangrijk om dit algemene uitgangspunt te vertalen in concrete criteria, gebaseerd op systematische metingen. Selectiecriteria zijn: – Laag risico op de SPARK – Goede ontwikkeling – Gezonde leefstijl – Competente ouders
Exclusievoorwaarden:
9
naar inhoudsopgave
– Het kind heeft medische problematiek doorgemaakt in de eerste 18 maanden die opvolging voor groei en ontwikkeling vraagt. Dat laatste is hierbij essentieel. Het eenmalig doormaken van bijvoor beeld een oorontsteking is geen exclusie criterium. – Het kind heeft een medische familiaire geschiedenis in 1e tot 3e graad, bijvoor- beeld ouders met oogproblematiek, die aandacht vanuit het consultatiebureau behoeft. Een goede anamnese verdient hierbij aandacht maar ook overleg met de ouders. Wanneer de ouders bijvoorbeeld zelf al contact hebben met een specialist op dit gebied, en zij hun kinderen hiermee naar toe nemen ter controle, kan het kind verder weer goed via e-consulten gevolgd worden. Randvoorwaarde is uiteraard dat de ouders digitaal bereikbaar zijn: zij beschikken over digitale communicatiemogelijkheden en kunnen deze ook makkelijk hanteren. De volgende pagina is een voorbeeld van
een flowchart zoals gebruikt in het Zeeuwse proefproject. Op www.zorgpadenjgz.nl/p/draaiboeken. html kunt u ook de Praktische invulling van het zorgpad e-consult in Zeeland vinden. Hierin staat het werkproces meer in detail beschreven.
10
Volg-Zorgpad
naar inhoudsopgave
18 maanden
2 jaar
Huisbezoek met SPARK: Volledig beeld van alle kinderen wat betreft gezondheid, veiligheid, ontwikkeling, opgroeien en omgeving en afspraak over te volgen zorgpad.
JGZ
Anticiperende voorlichting
levensloop
2,5 jaar
E-consult: Ouders krijgen terugkoppeling score asq/asq se/nosik + de vraag of zij vragen of gebeurtenissen hebben meegemaakt die aanleiding zijn tot behoefte aan contact.
3 jaar
3,9 jaar
IJkmoment: In dialoog met de ouders voor alle kinderen het vervolgpad basisschool vaststellen
E-consult: Ouders krijgen terugkoppeling score asq/asq se/nosik + de vraag of zij vragen of gebeurtenissen hebben meegemaakt die aanleiding zijn tot behoefte aan contact.
Alleen gedurende dit project: Ouders worden uitgenodigd voor contactmoment om te toetsen of het weglaten van het contactmoment bij 2 jaar terecht was.
Na project: Monitoring + E-consult Zie 2 en 3 jaar
Laag risico: goede ontwikkeling, gezonde leefstijl en competente ouders
Bevestiging ouders
Verlaten middelbare school
Scholier/ puber
Kleuter/ leerling
Peuter
Geboorte/ zuigeling
Omgeving ouder(s)/verzorger(s); andere kinderen in het gezin; opa(s)/oma(s); sociale contacten
Bevestiging laag risico
Ja
Bevestiging laag risico
Ja
Bevestiging laag risico
Ja
Vastleggen vervolgafspraken
Nee
Ouders
Nee
Ouders ontvangen (digitaal) ASQ/ASQ SE/NOSIK
Ouders ontvangen (digitaal) ASQ/ASQ SE/NOSIK Ouders worden uitgenodigd voor contactmoment
Nee
Ouders ontvangen (digitaal) ASQ/ASQ SE/NOSIK Ouders worden uitgenodigd voor contactmoment
Indien nodig bellen ouders zelf/maken gebruik van ouderportaal
Ouders worden uitgenodigd voor contactmoment
Ouders worden uitgenodigd voor contactmoment
naar inhoudsopgave
Met wie
Ouders, JGZ professionals, functioneel beheer, leverancier DD JGZ
Wat als…
Door het volgzorgpad ‘e-consult’ ontstaat een verschuiving naar meer digitale communicatie en het ‘loslaten’ van kinderen en ouders waar het goed mee gaat. De ontwikkeling van dit zorgpad betekent dan ook een
ingrijpende verandering voor alle betrokkenen. Aandacht hiervoor in het scholingsaanbod voor medewerkers is aan te raden. Ook vraagt het om helder en open ‘tweerichtingsverkeer’ met de ouders. Het is ook belangrijk om alle kritische vragen serieus te nemen. Zo kan ervoor worden gezorgd dat het e-consult een volwaardige (en in sommige opzichten betere) manier wordt om kinderen
naar inhoudsopgave
binnen deze doelgroep te volgen. We noemen hier enkele vaak gestelde vragen met mogelijke antwoorden. Wat als... • … de ouders niet alle vragen hebben beantwoord van de vragenlijsten voor het e-consult? Het is belangrijk om een procedure (workflow) af te spreken voor het geval dat vragen onbeantwoord blijven. In Zeeland is bijvoorbeeld afgesproken dat de jeugdverpleegkundige contact opneemt met de ouders als er op meerdere vragen geen antwoord wordt gegeven. In dialoog met de ouder maakt de verpleegkundige hierna een inschatting of het betreffende kind op ‘zorgpad e-consult’ blijft of dat er toch gekozen wordt voor een face-to-face contact binnen ‘zorgpad regulier’. • … de ouders ‘niet verschijnen’ bij het e-consult? Ook voor het niet invullen van de gehele vragenlijst moet een procedure worden afgesproken. Ouders krijgen per e-mail een herinnering of telefonisch het verzoek om
alsnog mee te doen. Wanneer dit na zes weken nog niet geleid heeft tot een compleet e-consult, worden de ouders uitgenodigd op het consultatiebureau voor een face-to-face contactmoment. Tevens wordt een kind op dit moment verplaatst van ‘zorgpad e-consult’ naar ‘regulier zorgpad’ in het DDJGZ. • … ouders sociaal wenselijke antwoorden geven op de vragenlijsten? Net als bij een gewoon bezoek aan het consultatiebureau komt het uiteraard voor dat ouders sociaal wenselijke antwoorden geven. Gevalideerde vragenlijsten zijn erop gericht om het effect hiervan zo klein mogelijk te maken. Bovendien betreft het bij de e-consulten normale gezinssituaties waarin uit eerdere contacten (tot de leeftijd van 18 maanden) niet is gebleken dat er ernstige problemen zijn. Daarnaast heeft in de keuze van de vragenlijsten ook meegespeeld dat ouders eerder hadden aangegeven dat zij deze lijst leuk vonden om samen met hun kind dan wel kijkend naar hun kind in te vullen.
13
naar inhoudsopgave
• … ik de controles zoals visus, gewicht, andere volgens richtlijnen uit te voeren controles wil uitvoeren, terwijl we de face-to-face contacten vervangen door e-consulten? De nieuwe werkwijze betekent dat ouders, ondersteund door gevalideerde meetinstrumenten, in staat worden gesteld om zelf de belangrijkste controles uit te voeren. De gegevens belanden automatisch
in het digitale dossier. In het Zeeuwse project is in de steekproef op de leeftijd van 2,5 jaar gebleken dat hierdoor geen wezenlijke gegevens gemist worden. Een dergelijke steekproef kan bij de invoering van het e-consult in een andere JGZ organisatie opnieuw worden uitgevoerd. Zeker wanneer het een heel andere populatie betreft, kan het nuttig zijn om dit te doen.
naar inhoudsopgave
• … ouders het gewicht willen weten? De aandacht die in de eerste 18 levensmaanden besteed wordt aan lengte en gewicht, hebben ouders doordrongen van het belang hiervan. Zij kunnen daardoor onzeker zijn over het zelf meten. De meeste ouders zijn echter met een goede instructie prima in staat om zelf gewicht en lengte van het kind bij te houden. De I grow app van TNO is een leuke manier om hen hierbij te ondersteunen. Ouders die toch heel graag gebruik maken van de weegschaal en de meetlat van het consultatiebureau, kunnen hiervoor alsnog even langskomen. • … ik het van Wiechen schema wil bijhou den en het kind volg via e-consult? Dankzij gevalideerde vragenlijsten, met name de ASQ, kunnen ouders zelf goed kijken hoe hun kind zich ontwikkelt. Veel ouders vinden het leuk om dit te leren en zo meer te weten over de gezonde ontwikkeling van hun kind. Zoals uit de steekproef in het Zeeuwse project blijkt, zijn ouders goed in staat om deze gegevens te verzamelen en in te vullen.
• … je de SPARK niet kent/gebruikt Afspraken over een zorgpad hebben alleen zin als je afspreekt welke cliënten in aanmerking komen en zeker weet dat je die cliënten ook selecteert. Dat betekent dat het belangrijk is om gebruik te maken van wetenschappelijke kennis over risicogroepen/risicofactoren en een gevalideerde, systematische screeningsmethode. De SPARK is ontwikkeld om in die behoefte te voorzien en heeft als voordeel dat het in dialoog met ouders gebeurd. Er zijn andere instrumenten, die lokaal wellicht de voorkeur verdienen. Om te voorkomen dat kinderen en ouders waarvoor je een bepaald zorgpad hebt gemaakt juist niet in het bij hun passende zorgpad komen, raden we aan om kritisch te kijken hoe goed die gevalideerd zijn. • … ik werk met kinderen, ouders en jeug digen in een andere leeftijd. Is dit zorgpad iets voor mij? Als alle technische voorzieningen helemaal ontwikkeld zijn, is het gemakkelijk om dit zorgpad uit te rollen naar andere leeftijden. Het maakt het mogelijk om wat
15
‘Makkelijk in te vullen. Goede manier van kijken naar het kind. I grow app was handig.’
naar inhoudsopgave
Reactie van een moeder uit het Zeeuwse project. De I grow app toont de positie van het kind op de groeicurve.
vaker dan in dit huidige schema gegevens van de ouders te krijgen en de ouders te informeren over belangrijke ontwikkelingen. Dat kan gaan van een mazelenepidemie tot de ontwikkeling van een nieuwe app op het gebied van preventie. Ook kan het ouderportaal een laagdrempelige manier worden voor ouders om vragen te stellen op het gebied van opvoeding en ontwikkeling. • … kinderen verhuizen? Als kinderen verhuizen, worden zij net als bij het reguliere JGZ-traject overgedragen aan de JGZ-organisatie in hun nieuwe woonplaats. Als daar nog geen zorgpad e-consult bestaat, zullen zij aan het reguliere JGZ-aanbod deelnemen. • … onze organisatie met een andere leve rancier van het DD JGZ werkt als GGD Zeeland? Bijna alle leveranciers van digitale dossiers in de jeugdgezondheidszorg denken na over of hebben inmiddels mogelijkheden voor een vorm van een ouderportaal ontwikkeld. De kennis en ervaring vanuit
dit project zijn bruikbaar bij het ontwikkelen van een e-consultatie daarin. Op detail en technische inhoud zullen deze dan mogelijk wel verschillen van het voorbeeld. • … er een ouderportaal is, welke mogelijk heden zijn er nog meer of in de toekomst mogelijk? De ontwikkeling van een ouderportaal is een belangrijke investering in de toekomst. Zoals in dit draaiboek al op een aantal manieren beschreven wordt, biedt het verscheidene mogelijkheden en voordelen: – ouders worden meer en meer ‘eigenaar’ van het elektronisch dossier – het portaal kan zich idealiter ontwikke len tot een online consultatiebureau, waar ouders gemakkelijk even langs gaan om een vraag te stellen, infor- matie op te halen, ervaringen te delen met andere ouders, etc. – voor het consultatiebureau/de JGZ organisatie biedt het portaal mogelijk- heden om gericht groepen ouders te benaderen, bijvoorbeeld bij epidemieën (mazelen!), de ontwikkeling van nieuwe
16
naar inhoudsopgave
apps, activiteiten zoals voorlichtings avonden, enzovoorts. – bij dit zorgpad ligt de nadruk op jonge kinderen, maar zoals hierboven al ver meld is het zonder veel extra investe ringen uit te breiden naar oudere kinderen en jongeren. – ook voor gezinnen die juist extra aandacht krijgen, bijvoorbeeld in het kader van de module opvoeding, kan het ouderportaal een aanvullende rol spelen. Het gezinsplan, modules over specifieke problemen, informatie-uitwisseling tussen professional en ouders kan plaatsvinden via het portaal. – zodra de kinderen/jongeren zelf in staat zijn om digitaal te communiceren (wat natuurlijk op steeds jongere leeftijd gebruikelijk wordt), kan het ouderportaal worden uitgebreid met een jeugdportaal, met allerlei interactieve mogelijkheden, voor het delen van ervaringen, het stellen van vragen en voor betrouwbare informatie over leefstijl, dieet, bewegen, sporten, seks, genotmiddelen, etcetera.
Nieuwboer, C.C., Fukkink, R.G., & Hermanns, J.M.A. Single session email consultation for parents: an
evaluation of its effect on empowerment. British Journal of Guidance and Counselling, published online July 1, 2014.
Nieuwboer, C.C. Online Parenting Support. Guiding parents towards empowerment through single
session email consultation. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, 2014.
Bocklandt, P.; Saelens, S.; Vandecasteele, A. Leidraad
voor e-maildienstverlening in opvoedondersteuning. Gent: Arteveldehogeschool en Brussel: Expoo, 2012 Krijgsman, J., Peeters, J., Burghouts, A., Brabers, A.,
de Jong, J., Beenkens, F., Friele, R. en van Gennip, L.. Op naar meerwaarde! – eHealth-monitor 2014. Den Haag: Nictiz en het NIVEL, 2014.
17
naar inhoudsopgave
Draaiboek
Hoe maak ik een zorgpad ‘module opvoeding’? Wat
Het gaat om de ontwikkeling van een zorgpad ‘module opvoeding’. Dat beschrijft uiteindelijk de interventies en extra contactmomenten rondom opvoeden en hoe de regie bij de ouders versterkt kan worden. Bij de ontwikkeling en de uitvoering worden de ketenpartners betrokken.
Waarom
In de praktijk blijkt dat niet alle ouders de vaardigheden in huis hebben om een kind goed op te voeden. Dit kan tot (ernstige) problemen leiden. Vroegsignalering in de JGZ en laagdrempelige ondersteuning kunnen preventief werken. Daarbij is wel goede afstemming nodig met de ketenpartners. Er moet natuurlijk ook (budgettair en organisatorisch) ruimte voor zijn. Een zorgpad is een duidelijke omschrijving van alle stappen die cliënten (in dit geval de ouders) doorlopen. Zij vullen het samen met de
jeugdverpleegkundige in aan de hand van hun behoeften en mogelijkheden. Het is daarmee een prima manier om voor alle betrokkenen duidelijk te omschrijven wat men kan verwachten. Het helpt ouders om regie te houden/krijgen. De betrokken professionals kunnen zich richten op de inhoud en verliezen geen tijd aan doublures en domeindiscussies.
Hoe doe je dat?
Uitvoerenden uit JGZ en ketenpartners (bijvoorbeeld in CJG-verband) gaan rond de tafel zitten. Het is vruchtbaar om allereerst de huidige gang van zaken in kaart te brengen aan de hand van één of meer praktijkvoorbeelden. Daaruit wordt direct duidelijk waar eventuele doublures en/of witte plekken zitten. Ook blijkt als nog onbekend is welke interventies effectief zijn. Als je de huidige praktijk met zijn allen beschrijft, ontstaat vaak energie. Door het herken-
18
naar inhoudsopgave
nen van sterke punten en het erkennen van verbeterpunten komt een proces op gang waarin veranderingen mogelijk worden. Aan de hand van deze eerste inventarisatie werkt men toe naar een flowdiagram van het ideale zorgpad. Het zorgpad moet uiteindelijk voldoende houvast bieden voor alle betrokken professionals en voldoende ruimte om in te spelen op de behoeften van de ouders.
Het zorgpad zoals dat in het voorbeeldproject in Zeeland ontwikkeld is, start als bij een kind van 18 maanden uit de SPARK blijkt dat er sprake is van een verhoogd of hoog risico door wat in de CAP-J classificatie ‘ontoereikende opvoedingsvaardigheden’ wordt genoemd. Ouders en jeugdverpleegkundige zetten dan samen het zorgpad in werking. Daarin staat beschreven welke vervolgstappen en contactmomenten nodig
naar inhoudsopgave
zijn en wanneer andere ketenpartners erbij betrokken worden. Op het gebruikelijke contactmoment op tweejarige leeftijd bespreken ouders en de jeugdverpleegkundige het resultaat van het zorgpad. Als uit die evaluatie blijkt dat het inmiddels goed gaat, maakt men een afspraak voor een volgend contactmoment. Als nog meer zorg nodig is, wordt het zorgpad voortgezet. Deze cyclus herhaalt zich op de leeftijd van 2,5 en 3 jaar. Op de leeftijd van 3,9 jaar sluit de jeugdverpleegkundige de peuterperiode en het zorgpad af en maakt met de ouders afspraken voor het vervolg in de komende fase, de basisschoolperiode. Een uitgewerkte flowchart van dit zorgpad is te zien op pagina 21.
Wanneer/met wie?
Voor het zorgpad ‘module opvoeding’ komen ouders in aanmerking als het kind een verhoogde of hoge score heeft op de SPARK en de problemen zich vooral voordoen op het gebied van de opvoedingsvaardigheden zoals beschreven in het classificatiesysteem CAP-J (NJI, 2009). Het is zinvol om uit te gaan van deze of een andere afgebakende om-
schrijving, zodat duidelijk is wie wel en wie niet in het zorgpad thuishoort. Het zorgpad geeft aan op welke professionals bij JGZ en ketenpartners de ouders een beroep kunnen doen in hun specifieke situatie. Hieronder vallen ook communicatie afspraken tussen professionals en met cliënten en hun familie (in dit geval in ieder geval de ouders). Afhankelijk van specifieke problemen (bijv. huisvesting, schuldenproblematiek, middelenmisbruik, etc.) komen andere ketenpartners in beeld. Op de volgende pagina een voorbeeld van een flowchart waarin wordt aangegeven wat de volgende stappen zijn om vanuit de huidige situatie naar verbeteringen te gaan. Deze flowchart is een momentopname vanuit het Zeeuwse proefproject.
20
Zorgpad ‘Module opvoeding’
naar inhoudsopgave
Regie bij ouders? Proeftuin ZAT/ CJG met ouders
Ouder(s)/ Verzorger(s)
Verlaten middelbare school
Scholier/ puber
Kleuter/ leerling
Peuter
Geboorte/ zuigeling
Omgeving ouder(s)/verzorger(s); andere kinderen in het gezin; opa(s)/oma(s); sociale contacten
18 maanden
2 jaar
Vastleggen vervolg met ouders: CJG overleg Telefonisch contact Plan van aanpak
Vastleggen vervolg met ouders: CJG overleg Telefonisch contact
levensloop
2,5 jaar
3 jaar
Vastleggen vervolg met ouders: CJG overleg Telefonisch contact
3,9 jaar
Vastleggen vervolg met ouders: CJG overleg Telefonisch contact Contactmoment JGZ: • In dialoog met de ouders voor alle kinderen het vervolgpad • Basisschool vaststellen
Laag risico IJkmoment: huisbezoek met SPARK
Risico inschatting
Kern-team Buurt-niveau JGZ
Check bekendheid Inbreng bij ZAT/CJG?
ja Eindvragen ZAT/CJG: • Wie is zorg-coördinator? • Hoe koppelen we terug? • Inbreng in MDO-CJG (regio)?
Contactmoment 2 jaar
laaG
verhoogd/hoog opvoedingsvaardigheden (D101; CAP-J) Dossiervorming Advisering: triple p VHT Opvoedcursus Opvoedsteunpunt Melden verwijs
Risico inschatting
Contactmoment 2, 5 jaar
laaG
Risico inschatting
Contactmoment 3 jaar
laaG
Risico inschatting
verhoogd/hoog opvoedingsvaardigheden (D101; CAP-J)
verhoogd/hoog opvoedingsvaardigheden (D101; CAP-J)
verhoogd/hoog opvoedingsvaardigheden (D101; CAP-J)
Overleg ingezette zorg/hulp Plan van aanpak
Overleg ingezette zorg/hulp Plan van aanpak
Overleg ingezette zorg/hulp Plan van aanpak
Financiële hulpverlening / lichte opvoedsteun
Welke interventie?
Staat beschreven in document preventieplan CJG.
Langdurige opvoedondersteuning
Welke interventie?
Staat beschreven in document preventieplan CJG.
Opvoedondersteuning bij sprake van beperking / vermoeden ontwikkelingsachterstand / VTO
Welke interventie?
Staat beschreven in document preventieplan CJG.
BJZ
Bepalen vrijwillig / niet vrijwillig
Welke interventie?
Staat beschreven in document preventieplan CJG.
indigo
Psychologische hulpverlening
Welke interventie?
Staat beschreven in document preventieplan CJG.
huisarts kinderarts
Signalen opvangen
Welke interventie?
Staat beschreven in document preventieplan CJG.
gezinszorg
Monitoren / signaleren
Welke interventie?
Staat beschreven in document preventieplan CJG.
PSZ/KVD
Monitoren / signaleren
doorlopend
signalen op elkaar afstemmen
AMW Juvent MEE ZEELAND
ja
MDO/CJG werkt overkoepelend voor de gehele regio
laaG
regie?
signalen op elkaar afstemmen
* Bij laag risico inschatting op opvoedingsvaardigheden ( D101; CAP-J) zal een kind niet meer binnen module opvoeding gevolgd worden maar binnen reguliere zorg of het volgzorgpad. De Flowchart module opvoeding is dan niet langer van toepassing voor dit betreffende kind.
‘OK jongens, roep me maar als het weer over mij gaat’.
naar inhoudsopgave
Moeder/actrice van de Wilde Kastanje tijdens de werkconferentie als de discussie meer over procedures dan over ouders ging.
Wat als…
• … het overleg binnen het CJG en/of met ketenpartners verzandt in discussies over taken en verantwoordelijkheden? Het is belangrijk om bij de start van de ontwikkeling goed duidelijk te maken wat de bedoeling is en het overleg gedegen voor te bereiden. Er zijn in het voorbeeldtraject goede ervaringen opgedaan met een werkconferentie. In één bijeenkomst met uitvoerende professionals was het de bedoeling om tot de kern te komen. Een doorslaggevende succesfactor daarbij was de aanwezigheid van een neutrale buitenstaander die de rol van ouder/kind/ oma op zich nam en vanuit die rol haar gevoelens en reacties gaf. In het voorbeeldtraject is dit gedaan door een actrice van de trainingsgroep ‘Wilde Kastanje’. Haar inbreng heeft enorm geholpen om snel tot de kern te komen, zeker waar het ging om de vraag wie precies de (eind) regie heeft in het hele proces. Zo bleven de ouder en het kind centraal staan en werden nodeloze discussies tussen ketenpartners over taken en verantwoordelijkheden voorkomen. Deze werkconferentie
had een onafhankelijke voorzitter met kennis van zaken op het gebied van zorgpaden in de curatieve zorg. De werkconferentie werd afgesloten door de bevindingen en opbrengsten gezamenlijk te delen met leidinggevenden. • … Je de SPARK niet kent/gebruikt Afspraken over een zorgpad hebben alleen zin als je afspreekt welke cliënten in aanmerking komen en zeker weet dat je die cliënten ook selecteert. Dat betekent dat het belangrijk is om gebruik te maken van wetenschappelijke kennis over risicogroepen/risicofactoren en een gevalideerde, systematische screeningsmethode. De SPARK is ontwikkeld om in die behoefte te voorzien en heeft als voordeel dat het in dialoog met ouders gebeurd. Er zijn andere instrumenten, die lokaal wellicht de voorkeur verdienen. Om te voorkomen dat kinderen en ouders waarvoor je een bepaald zorgpad hebt gemaakt juist niet in het bij hun passende zorgpad komen, raden we aan om kritisch te kijken hoe goed die gevalideerd zijn.
22
naar inhoudsopgave
Draaiboek
Hoe maak ik een nieuw zorgpad? Wat
Dit draaiboek gaat over het opzetten van een zorgpad binnen de JGZ. Het beschrijft de algemene werkwijze, in aanvulling op de draaiboeken ‘module opvoeding’ en ‘e-consult’.
Waarom
Zoals in het algemene gedeelte beschreven staat, biedt het werken met zorgpaden voordelen voor ouders, jeugdigen, professionals en JGZ-organisaties. Dat geldt niet alleen voor de voorbeelden in het Zeeuwse project. De twee zorgpaden die in de draaiboeken beschreven worden, zouden ook voor andere leeftijden ontwikkeld kunnen worden. Nieuwe zorgpaden kunnen ook ontwikkeld worden voor specifieke problemen of doelgroepen binnen de JGZ, zoals een module ‘gezond gewicht’, module ‘spraaktaal’ en onderwerpen waar een richtlijn voor bestaat. Werken met zorgpaden in de JGZ heeft immers diverse voordelen, zowel voor de
ouders en jeugdigen als voor de professionals en de betrokken organisaties. Een zorgpad betekent dat er heldere afspraken worden gemaakt over het zorgaanbod en dat de ouders meer de regie kunnen nemen. Heldere werkafspraken met ketenpartners binnen een zorgpad worden nog belangrijker door de nieuwe ontwikkelingen in het sociale domein in de komende jaren.
Hoe doe je dat?
De ontwikkeling van een zorgpad begint langs drie lijnen: een inventarisatie van de ideale zorg volgens de wetenschappelijke stand van zaken (evidence based), een inventarisatie van de huidige zorg en een inventarisatie van de wensen en vragen van ouders en professionals. Voorafgaand aan de ontwikkeling van een zorgpad is het zinvol om contact op te nemen met experts op het gebied van zorgpaden, bijvoorbeeld de onderzoekers in Zeeland. Uit de vakliteratuur kan worden afgeleid wat
23
naar inhoudsopgave
er bekend is over de optimale zorg/preventie op het gebied waar het nieuwe zorgpad af moet gaan. Daaruit wordt ook duidelijk wie er nog meer betrokken is bij het onderwerp (welke ketenpartners). De eerste inventarisatie kan gedaan worden door de initiatiefnemer met inhoudelijke experts over het onderwerp. Deze nodigt dan vervolgens de betrokken uitvoerende professionals uit om het plaatje verder in te vullen. In de eerste bijeenkomst komen de resultaten van de inventarisatie aan de orde, en natuurlijk de motivatie en achtergrond voor het zorgpad. Het nieuwe zorgpad zal vaak gaan over activiteiten die al binnen de JGZ en/of door ketenpartners worden uitgevoerd. Net als bij de ontwikkeling van de twee zorgpaden die in de andere draaiboeken beschreven staan, is het dan ook een heel vruchtbare start om de huidige zorg samen met de ketenpartners in kaart te brengen. Dat gebeurt vaak het best aan de hand van concrete voorbeelden (casuïstiek). Uit die gezamenlijke inventarisatie wordt duidelijk welke stukken nog ontbreken of waar nu doublures zijn.
Vanuit de ‘evidence’ en de huidige zorg kun je dan gezamenlijk een flowchart ontwikkelen van de gewenste zorg: wat is de structuur, de inhoud, welke afspraken maak je over overleg tussen professionals en communicatie met de ouders, verantwoordelijkheden, verwijzing en terugkoppeling? Parallel aan deze professionele invulling is het belangrijk om ook in een vroeg stadium de doelgroep erbij te betrekken. Een zorgpad is immers ook bedoeld om hun meer regie te geven. Dat kan het beste al beginnen bij het ontwerp van het zorgpad. Ook in de gesprekken met de professionals gaat het niet alleen om hun inhoudelijke inbreng, maar ook om hun wensen en mogelijke twijfels bij de nieuwe aanpak. Wanneer er in een vroeg stadium echte aandacht is voor de gevoelsmatige reacties van alle betrokkenen, kan dat bijdragen aan het draagvlak in de implementatiefase. Als het zorgpad eenmaal helder op papier staat en breed gedragen wordt, worden afspraken gemaakt over de invoering (implementatie), het tijdstip van evaluatie en wie als aanspreekpunt fungeert. Deze persoon
24
naar inhoudsopgave
verzamelt alle punten van kritiek en bereidt zo de evaluatie voor. Het verdient aanbeveling om ook de ervaringen van ouders (en voor sommige zorgpaden, de jeugdigen) actief te verzamelen. Terugkoppeling van de ervaringen en gebruikersoordelen (vanuit alle oogpunten: ouders/jeugdigen, JGZ, ketenpartners) aan de professionals was een succesfactor in het Zeeuwse proefproject. Ten slotte nodigen we iedereen die een zorgpad ontwikkeld heeft, van harte uit om de ervaringen en het zorgpad met ons te delen. Zo kunnen we met elkaar leren om zorgpaden in de JGZ vorm te geven.
Wanneer/ voor wie
Uitgangspunt voor een zorgpad is altijd een duidelijk afgebakende doelgroep. Aan de hand van gevalideerde instrumenten en/ of een systematische werkwijze wordt vastgesteld wie wel en wie niet voor het zorgpad in aanmerking komt. Onderdeel van het zorgpad is een check bij elk contact of de ouders/de jeugdige nog steeds binnen die criteria vallen en of zij zelf ook binnen dit zorgpad willen blijven.
Met wie
De inhoud van het zorgpad bepaalt, welke partners betrokken zijn en wat hun verantwoordelijkheden zijn. De ouders en/of de jeugdige staan altijd centraal.
Wat als...
De vraag ‘wat als’ is in zijn algemene vorm een goede manier om te kijken naar de gewenste en ongewenste consequenties van een zorgpad. Dit soort vragen kunnen puur inhoudelijk zijn, gericht op het verbeteren van het zorgpad. Het kan ook wijzen op twijfels of weerstanden, die wellicht beter eerst duidelijk gemaakt kunnen worden. Angst voor verandering is een algemeen menselijk verschijnsel, dat ook gewoon aandacht vraagt. Bijna altijd zit er ook een kern van oprechte betrokkenheid in. Als er veel problemen zijn, kan een onafhankelijk adviseur of vergadervoorzitter helpen om hierin de juiste koers te varen.
25
naar inhoudsopgave
Huiskes N., Schrijvers A.J.P. Het zorgpadenboek. Uitgeverij Thoeris. Amsterdam 2010.
Vanhaecht K c.s. Clinical pathway audit tools: a
systematic review. Journal of Nursing Management, 2006: 14:529-537.
Vanhaecht K., proefschrift, Leuven 2007. The impact of Clinical Pathways on the organisation of care processes.
Grol en Wensing, 2014 - Implementatie - effectieve verbetering in de patiëntenzorg. Hoofdstuk 3:
Effectieve implementatie van verbetering in de zorg Langley et al, 2009. The improvement guide : a
practical approach to enhancing organizational performance
26
naar inhoudsopgave
Draaiboek
Hoe ga ik een verandertraject aan met JGZ professionals? Wat
de millenniumwisseling toen de laatste grote veranderingen werden voltrokken. In het sociale domein verandert er bovendien zeer veel vanwege de transities van rijk naar gemeente. Dit alles vraagt van de JGZ organisaties de bereidheid om te veranderen. Die bereidheid is er zeker bij JGZ-medewerkers, maar bijna ieder mens heeft ook een natuurlijke weerstand tegen verandering. Professionals hebben daarnaast vaak inhoudelijke zorgen. In de huidige situatie weten ze hoe zij voldoende kwaliteit kunnen leveren, een ingrijpende verandering kan dit in gevaar brengen.
Waarom
Het begeleiden van een veranderingsproces vraagt dus het nodige inlevingsvermogen en de bereidheid goed te luisteren naar de vragen die boven komen (en de vragen die ‘daaronder’ leven). De ervaringen die zijn opgedaan tijdens het Zorgpadenproject bij
JGZ professionals zijn vaak zeer betrokken bij de inhoud en bij de kinderen en hun ouders. Een verandering in werkwijze bij grote groepen ouders en kinderen vraagt aandacht en begeleiding. Dat geldt voor diverse veranderingen die in het kader van de transities in het sociale domein op de JGZ afkomen (werken in wijkteams bijvoorbeeld), maar ook voor de ontwikkeling van zorgpaden. Dit draaiboek beschrijft enkele ervaringen met veranderingsprocessen die opgedaan zijn in de Zeeuwse zorgpadprojecten. De JGZ staat midden in de samenleving. Die samenleving verandert voortdurend. Ouders en jeugdigen hebben anno 2014 andere behoeften, problemen, vragen en communicatiemogelijkheden dan rond
27
naar inhoudsopgave
de GGD Zeeland hebben kennis opgeleverd die gebruikt kan worden bij vergelijkbare veranderingsprocessen in andere JGZ organisaties.
Hoe doe je dat
Uit het Zeeuwse project komen de volgende ervaringen en mogelijke oplossingen naar voren. – Het begrip zorgpaden is abstract; mensen geven er hun eigen invulling aan, waarin hun angsten en vooroordelen vrij spel hebben. Een externe procesbegeleider met expertise op het vlak van zorgpaden leidde de werkconferentie. Die kon veel vooroordelen ter plaatse ontkrachten en het doel van de werkconferentie bereiken ipv te verzanden in discussie over taken en verantwoordelijkheden. Door diens kennis en ervaring over het waarom, wat en hoe van zorgpaden kwam er een proces op gang waarin professionals enthousiast werden. Zo ontstaat ruimte om daadwerkelijk met elkaar aan de slag te gaan op inhoud.
Waardoor dan weer veel energie vrijkomt om samen verbeterslagen te maken. – Voorbereidingen voor een zorgpad kunnen verzanden in discussies over taken en ver- antwoordelijkheden. Bij de ontwikkeling van een zorgpad zoals de module opvoeding, waarin meerdere ketenpartners betrokken zijn, kunnen discussies over domeinen, taken en verantwoordelijkheden de vaart uit het proces halen. Dergelijke discussies ontstaan ook in de dagelijkse zorg, met het risico dat cliënten (ouders en jeugdigen) van het kastje naar de muur worden gestuurd. Het is dus al winst als binnen de ontwikkeling van een zorgpad zo’n ongewenst patroon zichtbaar wordt. Het is bevorderlijk om de positie van de cliënt duidelijk neer te zetten. Er zijn in het Zeeuwse project rond het zorgpad module opvoeding goede ervaringen opgedaan met een werkconferentie met uitvoerende professionals. Een doorslaggevende succesfactor daarbij was (naast de hierboven
28
naar inhoudsopgave
benoemde rol van externe voorzitter) de aanwezigheid van een neutrale buitenstaander die de rol van ouder/kind/oma op zich nam en vanuit die rol haar gevoelens en reacties gaf. Dit werd gedaan door een actrice van de trainingsgroep ‘Wilde Kastanje’. Haar inbreng heeft enorm geholpen om snel tot de kern te komen, zeker waar het ging om de vraag wie precies de (eind)regie heeft in het hele proces. Zo bleven de ouder en het kind centraal staan en werden nodeloze discussies tussen ketenpartners over taken en verantwoordelijkheden voorkomen. – Sommige jeugdverpleegkundigen hadden moeite met het ‘loslaten’ van gezonde kin deren door ze op een andere wijze te vol gen dan fysiek contact. Dit is een mooi voorbeeld hoe inhoudelijke, professionele bezwaren en meer emotionele weerstanden samen kunnen gaan. De gebruikelijke zorg voor jonge kinderen via de consultatiebureaus is een groot goed, dat veel gebracht heeft en veel brengt. Een verandering, zoals de
introductie van e-consulten, zou kunnen leiden tot een verslechtering. Dat professionele argument kan goed worden beantwoord door bijvoorbeeld op de leeftijd van 2,5 jaar een steekproef te doen onder alle kinderen die via het e-consult gevolgd worden, om te kijken of er essentiële feiten over het hoofd zijn gezien. Er is ook een (overigens zeer begrijpelijke) emotionele weerstand. Iemand die het werk op een consultatiebureau met grotendeels gezonde kinderen leuk vindt, zal even moeten wennen aan een nieuwe werkwijze waarin een deel van die contacten vervangen worden door digitale communicatie en waarbij de nadruk meer komt te liggen op kinderen met problemen. Die emotionele bezwaren vragen om een andere benadering. Men kan bijvoorbeeld samen met de professionals op zoek gaan naar de mogelijkheden en kansen die de nieuwe werkwijze met zich meebrengt. Daarbij wordt onder andere duidelijk dat er ook meer tijd komt voor de controles in het eerste halfjaar, voor prenatale en preconceptieconsulten en voor de fysieke
29
naar inhoudsopgave
bezoeken op de belangrijke ijkpunten. Verder is het belangrijk om de verschuiving van doelgroepen en het groeiende belang van digitale communicatie mee te nemen in het scholingsprogramma van de organisatie. – De overgang van fysiek contact naar geva lideerde vragenlijsten is ook een kwestie van vertrouwen. JGZ-professionals zijn gewend om in één oogopslag te zien hoe het met een kind gaat. Zij kijken wel systematisch, bijvoorbeeld bij het invullen van het Van Wiechenschema, maar werken niet altijd bewust een lijst vragen af. Bij e-consulten wordt die ‘klinische blik’ vervangen door gevalideerde vragenlijsten. Dat is een heel andere manier van informatie verzamelen. Dat wil echter niet zeggen dat die informatie minder betrouwbaar is. Uitleg over de ontwikkeling en validering van vragenlijsten kan helpen om dit duidelijk te maken. De eerdergenoemde steekproef op de leeftijd van 2,5 jaar kan het vertrouwen in informatieverzameling via vragenlijsten verder vergroten.
– De introductie van zorgpaden betekent een verschuiving van taken, in de richting van meer kinderen met complexe proble- men. Voor de ouders is het een voordeel als het aanbod van een JGZ organisatie diverser en breder wordt. Wanneer de ontwikkeling van het kind goed verloopt, kunnen zij kiezen voor een e-consult zorgpad, waarbij zij zelf wat actiever informatie over hun kind verzamelen en een aantal afspraken op het consultatiebureau kunnen overslaan. Wanneer ze behoefte hebben aan meer ondersteuning, kunnen zij die krijgen in zorgpaden zoals de module opvoeding, via het vertrouwde kanaal van de JGZ. Voor de jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen verschuift de aandacht van gezonde probleemloze kinderen naar gezinnen met meer problemen (naast de contactmomenten in het eerste halfjaar en de ‘ijkmomenten’ op latere leeftijd). Dat kan worden ervaren als een verrijking van het werk, en ook als een verzwaring. Belangrijk is dat medewerkers zich gesteund weten door het management en dat er voldoende nascholing is om de nodige kennis en vaardigheden op te frissen.
30
naar inhoudsopgave
– Ouders waren veel positiever dan jeugd- verpleegkundige dachten. Bij de introductie van het zorgpad e-consult waren er nogal wat technische problemen. Jeugdverpleegkundigen moesten veel extra dingen doen om te zorgen dat de ouders toegang kregen tot ouderportaal en vragenlijsten. Zij hadden regelmatig ouders met inlogproblemen aan de lijn. Door deze negatieve signalen was het beeld ontstaan dat ouders zeer ontevreden waren. Uit de evaluatie kwam echter een heel ander beeld naar voren. De ouders hadden veel waardering voor de inzet van
de jeugdverpleegkundigen en de meesten waren uiteindelijk erg tevreden over het e-consult. De terugkoppeling van het gebruikersoordeel vanuit beide perspectieven bleek belangrijk te zijn voor de verdere voortgang, want de jeugdverpleegkundigen kregen een positiever beeld van het zorgpad e-consult. Deze evaluatie leverde tevens input voor vervolgstappen waarbij eerst is ingezet op technische verbeteringen alvorens over te gaan tot verdere implementatie. Dit onderstreept het belang van systematische evaluatie en terugkoppeling naar de medewerkers.
‘Nu ik zelf positiever ben over de e-consulten draag ik het ook over op de ouders en kiezen toch steeds meer mensen voor e-consulten’.
31
naar inhoudsopgave
Colofon Betrokken organisaties bij de uitvoering van het project Zorgpaden GGD Zeeland, UMC Utrecht/Julius Centrum, Verpleegkundigen en verzorgenden Nederland (V&VN), Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN), Erasmus MC, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), Topicus. Betrokken organisaties bij het implementatietraject Yunio, GGD Brabant Zuidoost, GGD West-Brabant i.s.m. Thuiszorg West-Brabant, Thebe en Careyn, GGD Zeeland. Dit project (156520004) wordt mogelijk gemaakt door ZonMw. Projectleider Ingrid Staal Conceptontwikkeling draaiboeken Cecile Vossen Tekst Pieter van Megchelen Animatie/afbeeldingen www.inmyopinion.nl Vormgeving www.ontwerpstudiospanjaard.com
32