NAAR EEN PAPIERLOOS DOUANEVERVOER BINNEN DE BENELUX:
ERVARINGEN EN VOORUITZICHTEN
SEPTEMBER 2015
SECRETARIAAT-GENERAAL SECRÉTARIAT GÉNÉRAL
Verantwoordelijke uitgever Dr. J.P.R.M. van Laarhoven Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie Regentschapsstraat 39 ● BE-1000 Brussel ● T+32(0)2 519 38 11 ●
[email protected]
Redactie Jan Molema ( hoofd Team M), Yasmina Jarine (beleidsmedewerkster Team M)
Coördinatie Team Markt van het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie Contactpersoon: Yasmina Jarine ● T +32(0)2 519 38 27 ●
[email protected]
EEN RAPPORT VAN HET SECRETARIAAT-GENERAAL VAN DE BENELUX UNIE IN SAMENWERKING MET
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ......................................................................................................................................................... - 5 I.
PAPIERARME BENADERING: WIN-WIN-WIN VOOR DOUANE, HAVENS EN BEDRIJVEN ................... - 6 a)
Invoering van elektronische douanesystemen ................................................................................. - 6 -
b)
Doelstelling voor de Benelux: eenvoudig, snel en efficiënt douanevervoer .................................... - 7 -
II.
EEN BENELUX-PROJECT IN HET CENTRUM VAN INTERNATIONALE HAVENS .................................. - 7 a)
In-, uit- en doorvoercijfers van de BENELUX-landen ........................................................................ - 8 -
b)
Belang van goederenvervoer over water.......................................................................................... - 8 -
III. DE MUREEN PILOOT: BESCHRIJVING EN RESULTATEN .................................................................. - 9 a)
Beschrijving ..................................................................................................................................... - 10 -
b)
Procedure en resultaten ................................................................................................................. - 10 -
IV. NAAR PAPIERLOOS DOUANEVERVOER IN DE BENELUX .............................................................. - 11 -
V.
a)
Nationale projecten en Benelux ..................................................................................................... - 11 -
b)
Europese ontwikkelingen ................................................................................................................ - 12 -
c)
Standpunten en aanbevelingen ...................................................................................................... - 12 LIJST CONTACTEN ..................................................................................................................... - 14 -
BIJLAGE : Hinterland-Manifest MUREEN ........................................................................................................ - 15 -
I.
PAPIERARME BENADERING: WIN-WIN-WIN VOOR DOUANE, HAVENS EN BEDRIJVEN
Aangezien de voorkeur wordt gegeven aan een operationele aanpak tussen partners heeft het Belgische voorzitterschap van de Benelux in 2015 drie prioriteiten in de samenwerking benoemd: energie, duurzame mobiliteit en veiligheid. Optimale afwikkeling van het goederenvervoer is een vlaggeschipproject van het voorzitterschap. Door hun geografische ligging en logistieke potentieel is er in de Benelux-landen over het algemeen een belangrijk handelsverkeer. Naast in- en uitvoer speelt het communautair douanevervoer zich voornamelijk af in internationale havens als Antwerpen en Rotterdam. Bijgevolg is een vereenvoudiging en stroomlijning van de administratieve procedures zinvol om de logistieke keten te optimaliseren en aanzienlijke tijdwinst en geldbesparing te behalen voor zowel de douane-administraties als de marktpartijen. In dat kader willen de douane-administraties van België, Nederland en Luxemburg binnen de Benelux Unie samenwerken en in de praktijk, in de verschillende sectoren, de meerwaarde testen van papierarm douanevervoer van zendingen over de weg, het spoor en de binnenwateren.
a) Invoering van elektronische douanesystemen Uit een studie van 2015 van de Europese Commissie blijkt dat de Benelux-landen onder het gemiddelde liggen wat betreft het aantal dagen voor invoer en uitvoer van goederen (Afb. 1), wat getuigt van een doelmatige en doeltreffende administratieve procedure op dat gebied1. Afb. 1: Duur in- en uitvoerprocedure in de EU-lidstaten (2015)
Bron: Wereldbank; TEP analyse
Het vereenvoudigen van de administratieve procedures en de overgang naar elektronische procedures zijn voor de douane-administraties een prioriteit. In Europees verband zijn daartoe drie soorten aangiftes vastgesteld: PLDA, NCTS en EMCS. PLDA (Paperless Customs and Excise) werd ontwikkeld voor het elektronisch indienen en verwerken van importen exportaangiftes. NCTS (New Computerised Transit System) heeft betrekking op transitgoederen onder douanetoezicht. Met EMCS (Excise Movement and Control System) wordt het Administratief Geleidedocument 1
Europese Unie, Europese Commissie. (2015), Evaluation of the electronic customs implementation in the EU: Final report. http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/customs/policy_issues/electronic_customs/ecust_evaluation_final_e n.pdf
-6-
(AGD) vervangen door een elektronisch document (e-AD) om de bewegingen van goederen onder de accijnschorsingsregeling geautomatiseerd te monitoren. De Belgische douane gebruikt het e-AD sinds 2010 en heeft een platform Paperless Douane en Accijnzen als algemene applicatie voor het elektronisch indienen en verwerken van douane-aangiftes2. In Nederland zijn de douaneprocedures eveneens geautomatiseerd: alle in-, uit- en doorvoeraanvragen worden elektronisch behandeld via de ICT-centrale Digipoort3. Voor Luxemburg is de applicatie eDouane4 de nationale procedure waarmee de aangiftes van commercieel goederenverkeer online kunnen worden verwerkt. Hoewel elektronische systemen en tal van vereenvoudigingen werden ontwikkeld, zijn administratieve simplificaties nog altijd een uitdaging. Een van de mogelijkheden voor een verdergaande vereenvoudiging lijkt te zitten in de procedure rond het papieren begeleidingsdocument – in de piloot is onderzocht welke mogelijkheden op dit gebied aanwezig zijn.
b) Doelstelling voor de Benelux: eenvoudig, snel en efficiënt douanevervoer Het communautaire Douanewetboek definieert communautair vervoer als een douaneschorsingsregeling waarmee niet-communautaire goederen van de ene plaats in de EU naar een andere plaats in de EU kunnen worden vervoerd. Voor dit vervoer is in de communautaire wetgeving voorgeschreven dat goederen dienen te worden begeleid door een zogenaamd Transit Accompanying Document (TAD) of Transit/Security Accompanying Document (T/SAD), waarop – in de vorm van een barcode – het nummer is vermeld waarmee de betreffende vervoersbeweging in NCTS (het elektronisch aangiftesysteem voor douanevervoer) is geregistreerd. Dat nummer is het zogenaamde MRN, het Movement Reference Number. Dat betekent dat bij een vervoermiddel even zo veel TAD- of T/SAD-bescheiden aanwezig dienen te zijn als er goederen worden vervoerd. Bij een schip met bijvoorbeeld 100 containers aan boord zullen derhalve eveneens 100 TAD- of T/SAD-bescheiden de goederen dienen te begeleiden. Doel van het project van de Benelux-landen is om de douane-administraties en marktpartijen de handen in elkaar te laten slaan om douanevervoer te faciliteren via een geleidelijke vermindering van het papiergebruik. Op korte en lange termijn kan de private sector in de drie landen aanzienlijke voordelen realiseren:
Vereenvoudiging
II.
Minder papier
Grotere efficiëntie
Tijdwinst
Kostenbesparing
Groter concurrenti e-voordeel
EEN BENELUX-PROJECT IN HET CENTRUM VAN INTERNATIONALE HAVENS
Dankzij de samenwerking tussen de Belgische en de Nederlandse douane-autoriteiten en met de medewerking van multimodale en internationale vervoersbedrijven werd een pilootproject gerealiseerd voor papierarm douanevervoer over de binnenwateren tussen de containerterminalsin de haven van Rotterdam en Antwerpen. 2
Kijk voor informatie op: http://plda.fgov.be/nl/NCTS Kijk voor meer informatie op: https://www.logius.nl/diensten/digipoort/ 4 Kijk voor meer informatie op: http://www.do.etat.lu/edouanes/Accueil/Services_eDouane.htm 3
-7-
Het proefproject is gestart met één specifieke lichter, namelijk de Mureen, waarnaar het project dan ook genoemd is. Ter herinnering: deze havens hebben internationaal gezien een leidinggevende positie op het gebied van goederenvervoer, logistieke infrastructuur en technologische ontwikkeling en staan respectievelijk 11e en 16e op de wereldranglijst op basis van het in 2013 verhandelde goederenvolume5.
a) In-, uit- en doorvoercijfers van de BENELUX-landen In het licht van het internationaal goederenverkeer lijdt het geen twijfel dat de Benelux-landen wezenlijk met elkaar verbonden zijn. Uit de in- en uitvoercijfers van deze drie landen en hun bestemming blijkt dat ze, naast buurlanden als Duitsland en Frankrijk, belangrijke handelspartners blijven. Nederland en België worden erkend als logistieke draaischijf en de doorvoer is goed voor meer dan een derde van het binnenlands vervoer. Wat de doorvoer tussen de Benelux-landen betreft , werden in 2014 in totaal meer dan 480.000 aangiftes gemaakt (Afb 2). Met dan vooral een aanzienlijke trafiek tussen België en Nederland." Afb. 2: Aantal aangiftes douanevervoer in de BENELUX (2014) 300000 250000 200000 Naar BE
150000
Naar NL Naar LU
100000 50000 0 Doorvoer BE Bron: Douane BE, NL, LU
Doorvoer NL
Doorvoer LU
b) Belang van goederenvervoer over water Drievierde van het goederenvervoer in de Benelux-landen, en ruimer, binnen Europa, wordt weliswaar over de weg afgehandeld, maar de andere transportmodaliteiten zijn niet te verwaarlozen. Zo verloopt een niet onbeduidend deel van het goederenvervoer zowel nationaal als internationaal over de binnenwateren. In 2012 werd in de gehele Benelux in totaal 57 miljard ton km goederen via de binnenwateren opgetekend. Dit is goed voor nagenoeg 38,5% van de Europese binnenvaart (Afb. 3).
5
Volgens Top 50 world container ports: http://www.worldshipping.org/about-the-industry/global-trade/top-50-world-containerports
-8-
Afb. 3: Binnenvaart (2012)
EU-28
BNL
Totaal: 149 mld tkm
Totaal: 57 mld tkm EU28-BNL 81,3 BE 38,5% NL
61,5%
18,2%
0,5%
LU
Bron: Eurostat
Deze verhouding zal de komende jaren nog stijgen gelet op het aantal binnenhavens en multimodale terminals in aanbouw en uitbreiding zoals het multimodaal platform Trilogiport in Luik (België), de Trimodal Container Terminal Venlo (Nederland) en de rail-road terminal in Bettembourg (Luxemburg). De havens van de Beneluxlanden willen anticiperen op de toename van het internationaal goederenverkeer door hinterland havens en multimodale terminals te bouwen. De bedoeling op termijn is om gebieden te ontwikkelen die gecombineerd goederenvervoer van de zeehavens naar het hinterland mogelijk maken. Door deze visie zal het aantal douaneprocedures en door administraties verleende vergunningen aanzienlijk toenemen. Het MUREEN project is erop gericht om de grondslagen te leggen voor een meer vereenvoudigde, snellere procedure om de goederenstroom in de drie landen te optimaliseren.
III.
DE MUREEN PILOOT: BESCHRIJVING EN RESULTATEN
Op 2 maart 2015 werd een eerste proefproject voor papierarm douanevervoer opgestart tussen de haven van Antwerpen en de haven van Rotterdam. Het initiatief, dat tijdens de Benelux-top op 29 april 2015 door de drie premiers werd toegejuicht6, is er resoluut op gericht om – vooruitlopende op de wijziging van de Europese wetgeving, waarbij het papieren begeleidingsdocument voor douanevervoer wordt afgeschaft - papierloze procedures te promoten om daarmee tijd en geld uit te sparen bij bedrijven.
6
Kijk voor politieke verklaring op: http://www.benelux.int/
-9-
a) Beschrijving Hierna volgt een korte beschrijving van de terminals en het schip die aan de piloot deelnemen.
PSA Antwerp 4 containerterminals en 1 multipurpose terminal in de haven van Antwerpen Behandelde 8.85 miljoen TEU (Twenty feet Equivalent Units) in 2014. Actief in containervervoer en stukgoedvervoer.
ECT Delta Terminal
ECT baat 3 terminals uit in de haven van Rotterdam. Behandelde 7.7 miljoen TEU in 2014. Gespecialiseerd in deepsea services.
Schip MUREEN:
Afmetingen: 135 m x 11,45 m
Tonnage: 3950 ton
Tussen maart en midden september 2015: 8461 containers vervoerd van Rotterdam naar Antwerpen
b) Procedure en resultaten Met dit binnenvaartproject wordt een groot aantal papieren documenten vervangen door een enkel papieren document voor de identificatie van zendingen aan boord van een binnenschip. Op dit document zijn de barcodes vermeld waarmee de betreffende vervoersbewegingen in NCTS zijn geregistreerd. Dit document met barcodes kan worden gebruikt om bij vertrek en bij aankomst van de goederen de betreffende zendingen in NCTS te identificeren. De nieuwigheid van het project MUREEN is dat de MRN-streepjescodes (Movement Reference Number) op een enkel papieren document zijn opgenomen [zie Bijlage 1]. In beginsel dient bij elk transitvervoer van goederen een begeleidingsdocument het transport te vergezellen. In de nieuwe procedure worden deze begeleidingsdocumenten voor al de geladen containers vervangen door een enkel document. Op het manifest van de lichter worden de MRN-nummers van de verzendingen
- 10 -
vermeld. Aan de hand van dit nummer kunnen de douane-autoriteiten in Rotterdam en Antwerpen de zendingen identificeren, oproepen in het douanesysteem en controles verrichten.
Voorafgaande/ vervolgaangifte
Haven ANTWERPEN
Haven ROTTERDAM
Voorafgaande/ vervolgaangifte
Document T1 project MUREEN
Na zes maanden evaluatie, het tabel hieronder stelt de hoofdzakelijke veranderingen sinds het invoeren van papierarm douanevervoer. Bij vertrek
VOOR Douaneformaliteiten Expediteur of rederij verzamelt de papieren aangifte en bezorgt ze fysiek aan schipper
Bij aankomst
Lossen containers Schipper overhandigt de papier aangiften aan goederenbehandelaar Goederenbehandelaar stelt zijn definitieve loslijst op Goederenbehandelaar bezorgt de papieren aangiften + loslijst aan de douane Douane checkt loslijst en aangiften = MATCH Douane geeft aangiften vrij
NA Douaneformaliteiten Expediteur of rederij verzamelt de MRN en stelt een lijst van containers + MRN (manifest) op Bezorgt de MRN elektronisch aan de terminal in Antwerpen Bezorgt manifest aan schipper Lossen containers Schipper overhandigt de papier aangiften aan goederenbehandelaar Geloste containers worden onmiddellijk in het TOS (Terminal Operating System) van goederenbehandelaar gelinkt aan de MRN Goederenbehandelaar rapporteert aan douane Douane geeft aangiften vrij
De nieuwe procedure zorgt voor minder papier en tijdwinst in de behandeling van de zendingen. In de haven van Antwerpen kunnen de manifesten van de lichters met de daarop vermelde MRN-nummers elektronisch (email) naar de douane-autoriteiten verstuurd via de terminaloperators.
IV.
NAAR PAPIERLOOS DOUANEVERVOER IN DE BENELUX
Het grensoverschrijdend pilootproject was bedoeld om de haalbaarheid van tijdwinst in douanevervoer en betere communicatie tussen douaneautoriteiten en marktdeelnemers over het goederenverkeer aan te tonen en bijgevolg de interne markt in de Benelux-landen te verbeteren. De piloot werd in maart 2015 gelanceerd en werd in juli 2015 door de douane-administraties geëvalueerd. Nu is de tijd aangebroken om het project uit te breiden in samenwerking met andere belangstellende maritieme bedrijven.
a) Nationale projecten en Benelux
- 11 -
In deze tijd van multimodaliteit en synchromodaliteit wordt bij alle transportmodaliteiten - weg, spoor, zee en lucht – papiergebruik geleidelijk verminderd en wordt steeds vaker digitaal gewerkt. In Nederland heeft de Vereniging van Nederlandse Cargadoors (VNC) aangegeven graag betrokken te worden bij het project en graag haar medewerking te verlenen aan een uitbreiding hiervan. In België is sinds mei 2015 een pilootproject voor papierarm douanevervoer voor wegtransport opgestart tussen een logistieke bedrijf en drie van haar klanten. Er wordt tevens onderzocht hoe het binnenlands lichtverkeer tussen de containerterminals in de zeehavens en de hinterland terminals papierarm kan verlopen. In Luxemburg loopt al een project met een vereenvoudigde procedure voor de goederenafhandeling meteen bedrijf gespecialiseerd in goederenvervoer via de lucht.
b) Europese ontwikkelingen Het Secretariaat-Generaal van de Benelux streeft ernaar de samenwerking tussen zijn landen te versterken. Tegelijkertijd dient aandacht te gaan naar de ontwikkelingen op Europees niveau. Het Douanewetboek van de Unie is van toepassing vanaf 1 mei 2016 met een overgangsregeling tot 2020. Dit nieuwe wetboek is er o.a. op gericht om de douanewetgeving en -procedures te stroomlijnen, bedrijven meer rechtszekerheid en uniformiteit te bieden, douaneambtenaren in de gehele EU duidelijker aan te sturen en de douaneregels en –procedures te vereenvoudigen met het oog op het verhogen van de efficiëntie. Met de opeenvolgende Luxemburgse en Nederlandse voorzitterschappen van de Raad van de Europese Unie (resp. juli 2015 en januari 2016) hebben de Benelux-landen al het potentieel om samen innovatieve projecten te trekken en een voortrekker te zijn in het kader van een douanebeleid dat het concurrentievermogen van bedrijven ondersteunt en ten dienste staat van de burger.
c) Standpunten en aanbevelingen De piloot Papierarm Douanevervoer heeft zonder meer waardevolle inzichten opgeleverd. De voornaamste conclusie is dat een vereenvoudiging van douaneprocedures en daarmee een facilitering van de marktdeelnemers die gebruik maken van deze douaneprocedures, alleszins en op eenvoudige wijze kan worden gerealiseerd, door bestaande douaneprocedures kritisch te beschouwen, de samenstellende onderdelen van deze procedures te simplificeren en deze waar mogelijk af te stemmen op de werkwijze en de informatiepositie van de betrokken marktdeelnemers. Tegelijkertijd dient echter te worden vastgesteld dat er grenzen zijn aan deze vorm van facilitering: ook bij vervoer in het kader van het project dient de betrokken marktdeelnemer zich immers nog steeds bij de douane te vervoegen en daar – door middel van overlegging van een document met barcodes - om een toestemming tot vertrek te verzoeken of de aankomst van de goederen te melden. Anders geformuleerd: de tussenkomst van de Douane in het logistieke proces blijft ook in de piloot noodzakelijk. Uiteraard is het mogelijk om deze tussenkomst verder terug te dringen of zelfs logistieke processen zodanig in te richten dat in het geheel geen gang naar de Douane meer noodzakelijk is. Denkbaar is een systeem waarbij de informatie-uitwisseling met betrekking tot de te vervoeren goederen zich uitsluitend afspeelt tussen de betrokken marktdeelnemers en door de Douane vereiste gegevens op een andere dan een fysieke wijze aan de Douane worden verstrekt. Dát vereist echter primair initiatieven van de betrokken marktdeelnemers en hun logistieke partners en de opzet van commerciële informatiesystemen die een beschikbaarheid van gegevens ten behoeve van de Douane kunnen waarborgen.
- 12 -
SG Benelux en de douane-administraties van België, Nederland en Luxemburg willen uiteraard graag ondersteunen bij de totstandkoming van deze initiatieven, niet enkel om daarmee een bijdrage te leveren aan de toekomstige procedures op het gebied van douanevervoer (waarin de elektronische communicatie van de MRN immers centraal staat), maar ook om op die manier een vergroting van de efficiency en daarmee een kostenbesparing voor de marktdeelnemers in de Benelux te realiseren.
- 13 -
V.
LIJST CONTACTEN
Secretariaat-Generaal van de Benelux: http://www.benelux.int
Administratie der Douane en Accijnzen België: http://fiscus.fgov.be/interfdanl/nl/index.htm
Administratie der Douane en Accijnzen Nederland: http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/douane/douane
Administration des Douanes et Accises Luxembourg: http://www.do.etat.lu
- 14 -
BIJLAGE : Hinterland-Manifest MUREEN
- 15 -
- 16 -
- 17 -
Secretariaat-Generaal Benelux
Regentschapsstraat 39 • BE-1000 Brussel • T +32 (0)2 519 38 11 •
[email protected] • www.benelux.int