Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school Een werkkader Inhoud Samenwerking tussen ouder en school ...................................................................................................... 2 Het concept ouderbetrokkenheid ................................................................................................................ 3 De dimensies van ouderbetrokkenheid ...................................................................................................... 3 Hoe krijg je een beeld van de betrokkenheid van ouders op onderwijs? .......................................... 3 De betrokkenheid van ouders op verschillende dimensies aanpakken ............................................. 5 Betrokkenheid van de school op de ouders ............................................................................................... 7 Hoe krijg je een beeld van de betrokkenheid van de school op de ouders? ...................................... 7 De betrokkenheid van de school op de ouders verhogen .................................................................... 8 Conclusie ............................................................................................................................................................ 9
Ouder en school zijn partners in het leren van hun kind. Dat impliceert dat er een sterke samenwerking moet zijn tussen ouder en school. Een krachtige samenwerking tot stand brengen is de verantwoordelijkheid van zowel de school als de ouders. Ouders moeten betrokken zijn op het onderwijs van hun kind. De school moet betrokken zijn op de ouders van hun leerlingen. Deze tekst biedt een werkkader aan om in het basisonderwijs en het secundair onderwijs te werken aan een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Dit kader werd geschreven door het Kruispunt Migratie-Integratie samen met alle integratiecentra en Steunpunt Diversiteit en Leren.
Samenwerking tussen ouder en school Er zijn verschillende vormen van samenwerking tussen ouders en school: Ouders en school denken samen na hoe de beste leerkansen en leerresultaten en het meeste welbevinden bij het kind bereikt kunnen worden. Ouders en school wisselen daartoe bijvoorbeeld informatie uit. Ouders en school werken samen om de klas- en schoolwerking te versterken. Dat kan op verschillende manieren: - De school organiseert activiteiten en ouders nemen eraan deel: ze nemen een taak op tijdens het schoolfeest, ze komen naar een openklasactiviteit, ze zijn leesmoeder/-vader,… - Ouders versterken de klas- en de schoolwerking van thuis uit: ze kijken na of het huiswerk van het kind gemaakt is, ze lezen een boekje voor uit de verteltas,… De school geeft de ouders de kans om van thuis uit effectief de klas- en schoolwerking te versterken: ze communiceert bijvoorbeeld duidelijk over het huiswerkbeleid, over het doel van de verteltas, …). - Ouders denken en beslissen mee over het schoolbeleid door deel te nemen aan formele participatiestructuren. De school zorgt ervoor dat de participatiestructuren voor iedereen toegankelijk zijn. De ene vorm van samenwerking is niet ondergeschikt aan de andere. Tegelijk zijn er grenzen aan deze samenwerking. Ouders kunnen niet meepraten over alle aspecten van het schoolbeleid. En ook de engagementen die de school kan vragen van ouders om van thuis uit de klas- en school te versterken, zijn begrensd. In de samenwerking school-ouders hebben we twee evenwaardige partners. Toch verwachten we van de professionele partner (in dit geval de school) dat hij het voortouw neemt om deze samenwerking mogelijk te maken.
2
Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Een werkkader – januari 2011
Het concept ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid slaat op de verbondenheid van ouders met de school en de ruime interesse van ouders voor het schoolgebeuren. Betrokkenheid is vooral een houding, een attitude. Ouderbetrokkenheid is niet hetzelfde als ‘de ouders bereiken’. Het bereiken van ouders slaat slechts op hun aanwezigheid op oudercontacten, schoolfeesten, enz. De samenwerking tussen ouder en school veronderstelt enerzijds dat de ouders actief betrokken zijn op het klas- en schoolgebeuren van hun kind. Anderzijds dat de school actief betrokken is op de ouders van hun leerlingen. Ouderbetrokkenheid wijst dus op een wederzijdse relatie tussen ouders en school. Het gaat dus ook over de houding van de school tegenover de ouders.1 Het begrip ‘ouderbetrokkenheid’ verwijst vaak impliciet naar het westerse modelgezin met twee ouders die samen onder één dak wonen. Dat is echter niet de realiteit van veel kinderen uit gescheiden gezinnen, nieuw samengestelde gezinnen, kansarme gezinnen, gezinnen met een migratiegeschiedenis, … Vaak nemen nog andere personen daar een verantwoordelijke rol voor het kind op: grootouders, oudere broer of zus, een buur, een sleutelfiguur in de wijk, … Het ruimere begrip ‘gemeenschapsbetrokkenheid’2 is misschien soms een betere keuze.
De dimensies van ouderbetrokkenheid Welke factoren beïnvloeden de betrokkenheid van ouders op het onderwijs? Om daarin meer inzicht te krijgen, hanteren we ‘de dimensies van ouderbetrokkenheid’.
Hoe krijg je een beeld van de betrokkenheid van ouders op onderwijs? We hanteren een model3 dat ouderbetrokkenheid op onderwijs in kaart brengt aan de hand van zeven dimensies. Het staat in tegenstelling tot modellen die enkel kijken naar het gedrag van ouders en de frequentie ervan. In het model ‘zeven dimensies van ouderbetrokkenheid’ zijn dat slechts twee van de zeven dimensies, namelijk: 1. de gedragsdimensie 2. de tijdsdimensie.
1
Samaey, S. en Vettenburg, N. (2007). Eindrapport: Ontwikkeling van een instrument ‘betrokkenheid van ouders bij het onderwijs’. Onuitgegeven onderzoeksrapport. Universiteit Gent, faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, vakgroep sociale agogiek, p.13 2
Er zijn aanwijzingen dat de steun van de ouders en bij uitbreiding ook van de lokale gemeenschap waarin de kinderen zich bewegen, een aantoonbare positieve invloed heeft op de schoolprestaties van leerlingen met een allochtone achtergrond. (Leman, J., Trappers, A., 2006) 3
Samaey, S. en Vettenburg, N. (2007). Op. cit.
Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Een werkkader – januari 2011
3
Dit model gaat eveneens na: 3. wat de ouder weet over onderwijs (kennisdimensie); 4. welke gevoelens de ouder heeft in de relatie tot de school (emotionele dimensie); 5. welke overwegingen bepalen of ouders zich al dan niet inzetten voor het onderwijs van hun kinderen (rationele dimensie); 6. de mate waarin de ouder ervan overtuigd is dat hij een rol kan spelen in de schoolloopbaan van zijn kind (overtuigingsdimensie); 7. de mate waarin de ouder zich competent voelt of competent is om zijn kind te ondersteunen (competentiedimensie). We lichten de zeven dimensies van ouderbetrokkenheid uitgebreider toe. 1. Kennisdimensie: wat weet de ouder over onderwijs? Wat weten ouders over onderwijs in het algemeen (bijvoorbeeld wetgeving, leerplicht, aantal scholen in de buurt)? Wat weten ouders over de school van hun kinderen (bestuur, schoolorganen, activiteiten voor ouders)? Wat weten ouders over de klas van hun kind? (Wat leert mijn kind? Welke activiteiten gebeuren er in de klas?) Weten de ouders waar ze meer info over onderwijs kunnen vergaderen? Weten de ouders waar ze terecht kunnen met onderwijsgerelateerde problemen? 2. Emotionele dimensie: welke gevoelens overheersen in de relatie van de ouder tot de school? Heeft de ouder het gevoel dat de school openstaat voor hem/haar? Heeft de ouder het gevoel dat het schoolpersoneel vriendelijk is? Heeft de ouder het gevoel dat hij zijn mening mag zeggen, een inbreng kan hebben, mag deelnemen aan het schoolleven? 3. Rationele dimensie: Welke overwegingen bepalen of ouders zich inzetten (of niet) voor het onderwijs van hun kinderen? Deze component wijst op de afwegingen die ouders maken in hun contacten met onderwijs (afweging van kosten en baten). Bijvoorbeeld: waarom gaat een ouder wel of niet naar het oudercontact? 4. Overtuigingsdimensie: Is de ouder ervan overtuigd dat hij een rol kan spelen in de schoolloopbaan van zijn kind? Zijn alle ouders ervan overtuigd dat ze hun mening mogen uiten, een inbreng op de school mogen doen? Is de ouder ervan overtuigd dat hij een positieve invloed kan uitoefenen op het welslagen en welbevinden van zijn kind? 5. Competentiedimensie: Over welke capaciteiten gerelateerd aan ouderbetrokkenheid beschikt de ouder? Bijvoorbeeld: Heeft de ouder de competentie om zijn kind te ondersteunen? Bezit de ouder de capaciteit om te communiceren (in het Nederlands) met het schoolpersoneel? Voelt de ouder zich assertief genoeg om zijn mening te durven verkondigen? 6. Gedragsdimensie: Hoe zet de ouder zijn ouderbetrokkenheid om in concreet waarneembaar gedrag? Bijvoorbeeld: Ondersteunt de ouder het kind bij het maken van schooltaken, door een rustige omgeving te creëren, of door met het kind te praten over school? Neemt de ouder deel aan oudercontacten, openklasmomenten, informatiemomenten?
4
Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Een werkkader – januari 2011
Verleent de ouder zijn hulp bij het organiseren van school- of klasactiviteiten? Maakt de ouder deel uit van de bestuurlijke schoolorganen? 7. Tijdsdimensie: Hoeveel tijd besteedt een ouder aan bepaalde zaken? Deze dimensie wordt vaak bekeken samen met de gedragsdimensie, waarbij wordt nagegaan hoe vaak de ouder bepaald gedrag stelt. Opmerking: Contextfactoren zitten niet in deze dimensies vervat, maar zijn wel belangrijk om mee te nemen. Voorbeeld: Een gezin leeft in extreem slechte omstandigheden. Daardoor bezitten de ouders niet de mentale ruimte om zich in te zetten voor de schoolloopbaan van het kind. Nadenken over de betrokkenheid van ouders aan de hand van de zeven dimensies van ouderbetrokkenheid kan aanzetten tot een multidimensionele (probleem)analyse. Ervaart de school de betrokkenheid van ouders als problematisch, dan kan ze aan de hand van deze dimensies een zicht krijgen op waar de problemen liggen. Hebben de ouders negatieve gevoelens tegenover de school (emotionele dimensie)? Zijn de ouders onvoldoende overtuigd van de rol die ze kunnen spelen in de schoolloopbaan van hun kind (overtuigingsdimensie)? Voelen ze zich niet competent om hun kind te ondersteunen (competentiedimensie)? Er zijn geen kant en klare vragenlijsten beschikbaar waarmee de school de ouders hierover kan bevragen. Het is de bedoeling dat de school door haar dagelijkse contacten met de ouders een antwoord formuleert en reflecteert op deze vragen. Soms komt de school tot de ontdekking dat ze eigenlijk niet alle het antwoorden heeft. Een reden te meer om meer te investeren in de dagelijkse (informele) contacten met ouders om zo meer inzicht te krijgen in het ouderpubliek van de school.
De betrokkenheid van ouders op verschillende dimensies aanpakken Multidimensionele probleemanalyses (moeten) leiden tot multidimensionele oplossingsstrategieën. Zoals gezegd bieden de dimensies inzicht in de factoren die de betrokkenheid van ouders op het onderwijs beïnvloeden. Wie de betrokkenheid van ouders wil beïnvloeden, kan het best inwerken op alle dimensies van ouderbetrokkenheid. Duurzaam werken aan de betrokkenheid van ouders betekent dus: een multidimensionele probleemanalyse maken en ook multidimensionele oplossingsstrategieën aanwenden. Daarom is inwerken op alle dimensies zo belangrijk: De school werkt aan de kennis die ouders hebben over de school en het onderwijs; Ze werkt aan meer positieve gevoelens van ouders tegenover de school, Ze speelt in op overwegingen die bepalen of ouders zich inzetten voor het onderwijs van hun kind; Ze probeert ouders ervan te overtuigen dat ze wel degelijk een rol kunnen spelen in de schoolloopbaan van hun kind, Ze werkt aan de competenties van ouders om een rol op te nemen. Op die manier ondersteunt ze ouders om meer gebruik te maken van hun mogelijkheden om onderwijsondersteunend op te treden.
Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Een werkkader – januari 2011
5
De ervaring leert dat scholen bijna automatisch inspelen op de kennisdimensie (‚Als de ouders maar meer weten over het onderwijs, dan zullen ze zich ook meer betrokken voelen…‛) of op de gedragsdimensie (de school verwacht ‘wenselijk gedrag’ van ouders). Ouders moeten dan gaan voorlezen, moeten de agenda dagelijks ondertekenen, ze moeten aanwezig zijn op alle oudercontacten, ... Dat ouders het vooropgestelde gedrag vertonen, garandeert echter niet dat ze ook echt betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind. Een ondertekende agenda kan erop wijzen dat een ouder de agenda goed heeft bestudeerd en daarvoor eventueel met zijn kind heeft gesproken. Maar het kan evengoed wijzen op een ouder die snel zonder iets te lezen of zonder het te begrijpen zijn handtekening op de juiste plaats zet. Vandaar weer het belang om álle dimensies aan bod te laten komen 4. Het is niet altijd mogelijk om tijdens één oudermoment5 in te werken op alle dimensies van ouderbetrokkenheid. Daarom is een diversiteit aan oudermomenten nodig. Tegelijk kom je dan ook tegemoet aan de diversiteit van dat ouderpubliek . De onderstaande checklist helpt om na te gaan of een oudermoment of ouderbeleid de ouderbetrokkenheid vergroot. Iedere vraag verwijst naar een dimensie van ouderbetrokkenheid.
Checklist Draagt het ouderbeleid6 in mijn school bij tot meer ouderbetrokkenheid? Draagt het oudermoment of ouderbeleid ertoe bij: 1. dat de ouders meer weten over het onderwijs / de school? 2. dat de ouders een beter gevoel hebben tegenover de school / het onderwijs? 3. dat de ouders beter het belang van onderwijs inzien? 4. dat de ouders er meer van overtuigd zijn dat ze een rol kunnen spelen in het onderwijs? 5. dat de ouders zich competenter voelen om een rol op te nemen in het onderwijs? 6. dat de ouders meer gebruik maken van de mogelijkheden om betrokken te zijn? 7. dat de ouders meer tijd investeren in het onderwijs?
Boeraeve A., Van Rijn M. (2010). Werken aan ouderbetrokkenheid op school: 7 dimensies als leidraad voor succesvolle aanpak. Welwijs, jg 21, nr 2 pp. 23-25 5 Met oudermoment bedoelen we hier alle activiteiten zoals een open klasmoment, een oudercontact, een ouderbijeenkomst over het huiswerkbeleid van de school,…. 6 Met ouderbeleid bedoelen we hier: het beleid dat de school voert om ouders te betrekken bij het school- en klasgebeuren van hun kind. 4
6
Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Een werkkader – januari 2011
Betrokkenheid van de school op de ouders Een goede samenwerking tussen ouder en school vereist niet alleen een betrokkenheid van ouders op het onderwijs van hun kind. De school moet zich ook verbonden voelen met de ouders. Ze moet een ruime interesse hebben voor de ouders van haar leerlingen,… Kortom, ze moet betrokken zijn op die ouders. Met ‘school’ bedoelen we hier: het geheel van leerkrachten, zorgcoördinatoren, directie, pedagogische raad, …
Hoe krijg je een beeld van de betrokkenheid van de school op de ouders? We wilden ook meer inzicht krijgen in de betrokkenheid van de school op de ouders. Daarom ‘vertaalden’ we de ‘dimensies van ouderbetrokkenheid’ ook in die richting. We gaan na hoe de school kijkt naar de ouders en wat de school al doet rond ouderbetrokkenheid. In welke mate is de school / de leerkracht betrokken op de ouders? 1. Kennisdimensie: wat weet de school/de leerkracht over de ouders? Bijvoorbeeld: Wat weet de school/de leerkracht over de sociaal-economische situatie van de ouders? Over de gevoelens van de ouders tegenover de school/onderwijs in het algemeen? Over de overwegingen van ouders om zich al dan niet in te zetten voor het onderwijs van hun kind? Over de kennis die ouders hebben over het onderwijs van hun kind, …? Kent de school (informatie)kanalen om ouders beter te leren kennen? 2. Emotionele dimensie: welke gevoelens heeft de school/de leerkracht tegenover de ouders? Bijvoorbeeld: Staat de school/de leerkracht open voor alle ouders? Is de school/de leerkracht vriendelijk tegenover alle ouders? 3. Rationele dimensie: welke overwegingen bepalen of de school/de leerkracht zich inzet / niet inzet voor alle ouders? 4. Overtuigingsdimensie: is de school/de leerkracht ervan overtuigd dat alle ouders een rol kunnen spelen in de schoolloopbaan van het kind? Dat ouders een positieve invloed kunnen hebben op de kwaliteit van het onderwijs? Dat alle ouders een positieve invloed kunnen uitoefenen op het welslagen en welbevinden van het kind? 5. Competentiedimensie: beschikt de school/de leerkracht over competenties om ouderbetrokkenheid te realiseren? Voelt de school/de leerkracht zich voldoende competent om alle ouders te betrekken bij het schoolgebeuren van hun kind? Bijvoorbeeld: Beschikt de school/de leerkracht over de capaciteiten om met alle ouders te communiceren? Om alle ouders te ondersteunen? Om inzicht te krijgen in de vragen en bezorgdheden van ouders?
Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Een werkkader – januari 2011
7
6. Gedragsdimensie: wat doet de school/de leerkracht concreet om ouders te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kind? Bijvoorbeeld: Voert de school een communicatiebeleid dat haalbaar is voor alle ouders? Wordt er op school ruimte en tijd gecreëerd voor informele contacten met ouders (bv. schoolpoortcontacten)? Organiseert de school oudercontacten, openklasmomenten en andere ouderbijeenkomsten die zijn afgestemd op de diverse groep ouders van de school? 7. Tijdsdimensie: hoeveel tijd besteedt de school/de leerkracht tijd aan het werken aan ouderbetrokkenheid? Opmerking: Ook hier ontbreken bepaalde contextfactoren. Voorbeeld: een school ziet in enkele jaren tijd haar schoolpopulatie sterk veranderen: van voornamelijk kinderen van Vlaamse origine naar voornamelijk kinderen met een migratiegeschiedenis. Onze ervaring leert dat scholen tijd nodig hebben om zich te heroriënteren in deze nieuwe situatie. Wordt de betrokkenheid van de school op de ouders als problematisch ervaren, dan krijgen we met een analyse aan de hand van deze dimensies zicht op waar de problemen liggen.
De betrokkenheid van de school op de ouders verhogen Wil een schooldirecteur, een pedagogische begeleidingsdienst, een CLB, … de betrokkenheid van een school op de ouders verhogen, dan moet hij met diverse acties inwerken op zoveel mogelijk dimensies. De meeste aandacht gaat dan naar die dimensies waar de problemen liggen. De onderstaande checklist helpt om na te gaan of de actie / het geheel van acties de betrokkenheid van de school of de leerkracht op de ouders vergroot. Checklist Vergroten de acties de betrokkenheid van de school op de ouders? Draagt de actie of het geheel van acties ertoe bij: 1. dat de school/de leerkracht meer weet over de ouders? 2. dat de school/de leerkracht een beter gevoel heeft ten opzichte van de ouders? 3. dat de school/de leerkracht beter het belang van een goede samenwerking met ouders inziet? 4. dat de school/de leerkracht er meer van overtuigd is dat alle ouders een rol kunnen spelen in de schoolloopbaan van hun kind? 5. dat de school/de leerkracht zich competenter voelt om ouderbetrokkenheid te realiseren? 6. dat de school/de leerkracht meer gebruik maakt van de mogelijkheden om ouders te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kind? 7. dat de school/de leerkracht meer tijd vrijmaakt om te werken aan ouderbetrokkenheid?
8
Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Een werkkader – januari 2011
Conclusie Het concept ouderbetrokkenheid wijst op een wederzijdse relatie tussen ouders en school: ouders moeten betrokken zijn op het onderwijs en de school van hun kinderen én de school moet betrokken zijn op de ouders van haar leerlingen. Die wederzijdse betrokkenheid ‘meten’ en verbeteren doe je aan de hand van ‘de zeven dimensies’. Op die manier doe je meer dan enkel inwerken op gedrag van mensen en de frequentie van dat gedrag. Je gaat ook werken aan de kennis, de overtuigingen, de competenties, de gevoelens en de overwegingen van mensen om zich al dan niet in te zetten voor het onderwijs/de ouders.
Meer weten? Neem contact op met: Ann Boeraeve Kruispunt Migratie-Integratie
[email protected] 02-205 00 50 www.kruispuntmi.be
Bronnen Leman J., Trappers A. (2006). Allochtone leerlingen en secundair onderwijs: sociale cohesie, cultuurrespect en gelijke kansen. Voordracht gehouden op Vliebergh-Senciecentrum KU Leuven. Algemene Studiedag 2006 over ‚Omgaan met multiculturaliteit en religieus pluralisme in het onderwijs‛. 15 november 2006. Samaey, S. en Vettenburg, N. (2007). Eindrapport: Ontwikkeling van een instrument ‘betrokkenheid van ouders bij het onderwijs’. Onuitgegeven onderzoeksrapport. Universiteit Gent, faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, vakgroep sociale agogiek Boeraeve A., Van Rijn M. (2010). Werken aan ouderbetrokkenheid op school: 7 dimensies als leidraad voor succesvolle aanpak. Welwijs, jg. 21, nr 2 pp. 23-25
Naar een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Een werkkader – januari 2011
9