Fiscaalcorrect Nota
n°4
04 december 2015
Naar een aangepaste fiscaliteit voor “alleenwoners” Een oproep voor correcte gelijkheid. Werkgroep Fiscaal correct Op 5 september 2012 werd de werkgroep “Fiscaal Correct” boven de doopvont gehouden. Ze is samengesteld uit een aantal experten en docenten fiscaal recht die actief zijn aan onze Vlaamse universiteiten en hogescholen. De bedoeling van de werkgroep is om aan de verschillende regeringen in ons land maatregelen voor te stellen die zullen leiden tot een meer transparante en rechtvaardiger (ondernemings) fiscaliteit. Om dit doel te bereiken heeft de werkgroep o.a. via haar website een rondvraag gedaan bij particulieren en bij ondernemingen over de werking van het huidige fiscale systeem. Zie onze fiscaalcorrect nota n° 3 met de resultaten van onze “1ste nationale taks survey”. Onlangs heeft fiscaalcorrect met de actie “IEDEREEN OFF SHORE” de economische en fiscale ongelijkheid aangekaart tussen zelfstandigen, KMO’s en multinationals. Meer info zie: http://www.fiscaalcorrect.be/source/acties/
Met dit 4de rapport wil de werkgroep de focus leggen op de problematiek van de fiscale ongelijkheid bij alleenwoners.
In het kader van de discussie over de Vlaamse energieheffing op elektriciteit, de zogenaamde Turteltaks, werd gesteld dat deze belasting discriminerend zou werken ten aanzien van alleenstaanden. De belasting is immers verschuldigd per aansluitingspunt waardoor in verhouding een alleenstaande zwaarder wordt belast dan een doorsnee gezin. Deze discussie was voor de werkgroep Fiscaalcorrect het sein om een nota op te stellen waarbij de fiscale situatie van alleenstaanden in kaart wordt gebracht en waarbij aan de overheid voorstellen worden gedaan om aan deze problematiek te verhelpen.
Fiscaal correct nota 4
Fiscaalcorrect nota 4 | Naar een aangepaste fiscaliteit voor “alleenwoners”.
1
I.
Inleiding
Onze maatschappij is constant in evolutie. Dit geldt ook voor onze bevolkingssituatie. In dit verband moet worden vastgesteld dat het aantal eenpersoonsgezinnen in stijgende lijn zit. Volgens de studiedienst van de Vlaamse regering telde Vlaanderen in 1997 614.000 eenpersoonsgezinnen. In 2008 was dit aantal al gestegen tot 770.000 en er wordt voorzien dat dit aantal verder zal toenemen tot 934.000 eenheden in 2028. Dit betekent dat het aantal alleenwoners in Vlaanderen op 30 jaar tijd met meer dan 50% zal zijn gestegen. Het toenemend aantal alleenwoners doet uiteraard ook heel wat maatschappelijke vragen stellen. De fiscaliteit is er daar een van. Niemand zal ontkennen dat het leven duurder en duurder wordt. Recent nog wees een studie uit dat het aantal huisvrouwen in Vlaanderen op 15 jaar tijd met 40% is gedaald met als voornaamste oorzaak tweeverdienersinkomens een noodzaak zijn geworden in onze samenleving. Het is duidelijk dat deze problematiek des te meer doorweegt voor alleenwoners die individueel alle kosten moeten dragen. Ondanks het feit dat alleenwoners heel wat kosten alleen moeten dragen, worden ze vaak ook fiscaal gediscrimineerd. Fiscale lusten worden immers veelal toegekend per persoon, terwijl fiscale lasten meestal per gezin gedragen kunnen worden. Zo is het ondertussen welbekend dat alleenwoners ( zonder kinderen ) op het vlak van de personenbelasting nergens zwaarder worden belast op arbeid dan in België. In het jaarlijkse “taxing wages”-rapport van de OESO staat België sinds jaar en dag bovenaan de internationale ranglijst. Volgens de OESO diende een alleenstaande in 2013 maar liefst 55,8 % van zijn bruto inkomen afstaan aan de overheid. Ter vergelijking, het OESOgemiddelde is 36 %.
Maar ook in andere belastingen blijken alleenwoners overbelast te worden. Zo bijvoorbeeld worden de registratierechten en onroerende voorheffing geheven per woning, en moet een alleenwoner deze kost alleen dragen, daar waar de aftrek van de woonbonus per persoon wordt toegekend en gehuwde koppels dus dubbel van de aftrek kunnen profiteren. En ook andere fiscale lasten zoals bepaalde forfaitaire gemeentebelastingen, de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling en sinds kort de ook de Vlaamse energieheffing (de zogenaamde “Turteltax”) werken nadelig voor alleenwoners.
Fiscaal correct nota 4
De werkgroep Fiscaalcorrect wil met deze nota een aantal voorstellen doen om tegemoet te komen aan de fiscale problematiek van alleenwoners.
2
II.
Naar
een
aangepaste
fiscaliteit
voor
ALLEENWONERS
1. De wettelijke erkenning van het feitelijke concubinaat als fiscale samenlevingsvorm. De Werkgroep Fiscaal Correct is er zich van bewust dat het creëren van aparte fiscale regimes voor alleenwoners uitsluitend voor deze categorie kan en mag gelden. Het mag immers niet de bedoeling zijn om de fiscale voordelen voor alleenwoners ook te gaan toekennen aan alleenstaanden die feitelijk samenwonen en samen een gezin vormen. Er moet dan ook een duidelijk fiscaal onderscheid worden gemaakt tussen “samenwonende alleenstaanden” en “alleenwonende alleenstaanden”. Samenwonenden alleenstaanden zijn mensen die feitelijk samenleven en dus een gemeenschappelijke huishouding hebben, maar niet samenleven in het officiële statuut van wettelijke samenwoning of huwelijk. Deze categorie van mensen hebben de facto geen financieel fiscaal nadeel van het alleenstaand zijn, dit in tegenstelling tot alleenstaanden die effectief alleen wonen. De Werkgroep Fiscaal Correct pleit er dan ook om “het feitelijk concubinaat” als fiscale samenlevingsvorm wettelijk te erkennen. Op die manier zouden gehuwden, wettelijk samenwonenden en feitelijk samenwonenden fiscaal op dezelfde manier behandeld worden en wordt het mogelijk om in een aparte fiscale behandeling te voorzien van alleenwoners.
Momenteel wordt het feitelijk samenwonen enkel als fiscale samenlevingsvorm erkend in de Vlaamse schenkbelasting en de Vlaamse erfbelasting. In deze belastingen worden feitelijk samenwonenden fiscaal gelijkgesteld met gehuwden en wettelijk samenwonenden zodra de feitelijk samenwonenden minstens één jaar ononderbroken hebben samengewoond en een gemeenschappelijke huishouding voeren. ( zie artikel 1.1.0.0.2 Vlaamse Codex Fiscaliteit ) Het is aangewezen om de fiscale gelijkschakeling tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden enerzijds en feitelijke samenwonenden anderzijds te veralgemenen en uit te breiden tot andere vormen van belastingen zoals de personenbelasting en de Brusselse en Waalse registratie- en successierechten
2. De personenbelasting
In de personenbelasting is er een duidelijke ongelijkheid tussen wettelijk samenwonenden en gehuwden enerzijds en alleenstaanden anderzijds. Dit is onder meer het gevolg van het stelsel van het huwelijksquotiënt en het stelsel van de meewerkende echtgenoot. In beide stelsels kunnen gehuwden en wettelijk samenwonenden 30% van het arbeidsinkomen van de ene partner fiscaal gaan aanrekenen bij de andere partner. Dit heeft dan tot gevolg dat de partner met het grootste of het enige arbeidsinkomen van het gezin in een lagere belastingschijf terecht komt en dus een merkelijk voordeel geniet. De Werkgroep Fiscaal Correct doet dan ook een oproep om via de belastingvrije som een correctie door te voeren in het voordeel van alleenwonenden.
Fiscaal correct nota 4
a) De belastingvrije som
3
In het huidige systeem van de personenbelasting wordt aan alleenstaande ouders met één of meerdere kinderen ten laste, een bijkomende toeslag op de belastingvrije som toegekend van 1.510 euro (aanslagjaar 2016, inkomsten 2015). Aangezien deze toeslag wordt toegekend bovenop de toeslagen voor kinderlast, is het aangewezen om deze toeslag toe te kennen aan alle alleenwoners, los van enige kinderlast. In dit verband lijkt het ook billijk om de toeslag te moduleren in functie van het belastbaar inkomen zodat alleenstaanden met een laag inkomen een hogere toeslag zouden krijgen dan alleenstaanden met een hoog inkomen. Terzelfdertijd lijkt het eveneens niet meer dan billijk dat deze toeslag niet langer zou worden toegekend aan feitelijk samenwonenden met kinderlast. ( zie ook punt 1 ) b) De bedrijfsvoorheffing Alleenstaande werknemers genieten elke maand een korting van 24 euro op de te betalen bedrijfsvoorheffing. Dit wordt politiek vaak vertaald als een “korting”, maar dit is helemaal niet het geval. De bedrijfsvoorheffing is immers niet meer dan een voorschot op de uiteindelijke te betalen eindbelasting. In de fiscale eindafrekening moeten alleenstaanden deze “korting” dan ook volledig terugbetalen. Er is immers geen verhoogde vrijstelling of een andere belastingvermindering voorzien. Door zoals hierboven geschetst alleenwonenden een bijkomende belastingvrije som toe te kennen kan men dit probleem (gedeeltelijk) oplossen.
3. De woonfiscaliteit Ook op het vlak van de woonfiscaliteit kunnen fiscale maatregelen bijdragen om de situatie van alleenwoners te verbeteren. Iedereen zal willen erkennen dat het afsluiten en afbetalen van een hypothecaire lening voor een alleenwoner (met slechts één loon) niet evident is, vergeleken met de situatie waarbij koppels samen hypothecaire lening kunnen afsluiten om een woning te kopen of te renoveren. In dit verband kunnen maatregelen worden genomen zowel op het vlak van de registratierechten, de onroerende voorheffing als op het vlak van de woonbonus.
De Werkgroep Fiscaal Correct stelt vast dat de berekening van onroerende voorheffing van een woning volledig steunt op het kadastraal inkomen, dit is de forfaitair geschatte nettohuurwaarde van een woning. De gewesten voorzien elk afzonderlijk wel in belastingverminderingen voor bescheiden woningen, personen met een handicap en personen ten laste. Nergens wordt echter voorzien in een fiscale tegemoetkoming voor alleenwoners. De Werkgroep Fiscaal Correct vraagt de Gewesten dan ook om te voorzien in een bijkomende vermindering ten voordele van alleenwoners. Ook deze vermindering zou gemoduleerd kunnen worden in functie van de omvang van het kadastraal inkomen en degressief kunnen worden verminderd.
Fiscaal correct nota 4
a) De onroerende voorheffing
4
b) De woonbonus
Ook voor wat betreft de woonbonus, de thans geregionaliseerde belastingvermindering voor de intresten en kapitaalsaflossing van woonkredieten voor de enige en eigen woning, valt de fiscale discriminatie tussen alleenstaande en samenwonende eigenaars op. De woonbonus geldt immers per belastingplichtige zodat gehuwden en wettelijk samenwonenden beiden recht hebben op de belastingvermindering en dus dubbel kunnen genieten van deze fiscale aftrek. Aangezien de fiscaliteit op dat vlak dus duidelijk benadelend werkt ten aanzien van alleenwoners, vraagt de Werkgroep Fiscaal Correct de gewesten om te voorzien in een verhoging van de woonbonus.
4. De schenkings- en successierechten Wat de schenkings- en successierechten ( “erfbelasting in Vlaanderen genaamd) betreft moet worden vastgesteld dat de tarieven van zowel de schenkingsrechten als de successierechten in de drie gewesten nog steeds worden bepaald door enerzijds de omvang van de schenking en successie, maar anderzijds ook door de bloed- en aanverwantschap tussen respectievelijk de schenker of de overleden en de begiftigde. De hoogste tarieven, die in Vlaanderen tot 65% en in Brussel en Wallonië tot 80% kunnen oplopen, zijn van toepassing op schenkingen en erfenissen tussen personen die geen bloedof aanverwantschap hebben. Alleenstaanden zonder kinderen die personen die hen dierbaar zijn willen begiftigen tijdens hun leven met een schenking of na hun overlijden met een erfenis geven dus eigenlijk een fiscaal vergiftigd geschenk aan hun dierbaren.
5. De forfaitaire regionale en lokale belastingen Op het vlak van de regionale en de lokale fiscaliteit blijken heel wat nutsbelastingen te bestaan die forfaitair georiënteerd zijn en die geen rekening houden met het familiaal statuut van de belastingplichtigen. Ook hier pleit de Werkgroep Fiscaal Correct voor een aanpassing en wijziging van het fiscaal beleid zodat rekening wordt gehouden met de situatie van alleenwoners.
Fiscaal correct nota 4
De Werkgroep Fiscaal Correct meent dat de manier waarop de schenkings- en successierechten thans zijn gestructureerd niet meer zijn aangepast aan de maatschappelijke evolutie. De Werkgroep Fiscaal Correct doet aldus een oproep aan de gewesten om de tariefstructuur van de schenkings- en successierechten te wijzigen zodat ook alleenstaanden zonder kinderen mensen kunnen begiftigen volgens het tarief in rechte lijn. Het is evident dat ook alleenstaanden emotionele banden met andere mensen hebben die allicht vaak veel sterker zijn dan de normale familiebanden. De fiscaliteit moet aan deze maatschappelijke evolutie worden aangepast, zoals het Brussels Gewest reeds heeft aangekondigd om te doen.
5
Het meest recente voorbeeld van de fiscale benadeling van alleenwoners is uiteraard de Vlaamse energieheffing, de zogenaamde Turteltax, die grotendeels werkt volgens een forfaitair tarief, en dus alleenwoners proportioneel benadeeld. Maar ook op nadere niveaus is deze scheeftrekking merkbaar. De algemene provinciebelastingen voor gezinnen van de Provincies Antwerpen, Limburg en OostVlaanderen bijvoorbeeld verstaan onder het begrip “gezin” zowel alleenstaanden als hele families die op een en hetzelfde adres wonen. Een gehuwd koppel of een alleenwoner betaalt dus evenveel belasting. Dit is niet zo voor de provincie West-Vlaanderen waar er in het kader van de algemene provinciebelasting voor gezinnen wel rekening wordt gehouden met het onderscheid tussen alleenstaanden en koppels/families. Het is aangewezen om dit onderscheid verder door te trekken. En ook op het vlak van de gemeentebelastingen is er nog ruimte voor verbetering. Zo heffen heel wat gemeenten nog steeds een forfaitaire huisvuilbelasting waarbij huisgezinnen en alleenstaanden op dezelfde manier worden belast. Ook dat is niet correct aangezien er kan verwacht worden dat een huisgezin meer afval produceert dan een alleenstaande. Ook hier vraagt de Werkgroep Fiscaal Correct dat het beleid zou worden aangepast.
Conclusie
Werkgroep Fiscaal Correct 4/12/2015 Werkten mee aan deze nota: Michel Maus, Eddy Claesen, Kaat Vanseer, Mark Delanote, Denis-Emmanuel Philippe, Aagje Bellens, Koen Tranchet en José Haustraete
Fiscaal correct nota 4
Het is, omwille van de sterk gewijzigde maatschappij - zo vinden de leden van de werkgroep “Fiscaal correct” - tijd om werk te maken van een “oprechte en gelijke behandeling voor fiscaliteit van alleenwoners”.
6
Fiscaalcorrect – Kuilenstraat 16 – 3600 Genk - www.fiscaalcorrect.be Verantwoordelijke Eddy Claesen – 089 32.91.10
Fiscaal correct nota 4
Leden van Fiscaal correct zijn: Prof. Dr. Michel Maus, advocaat, docent VUB, UGent en UA Prof. Luc Maes, Voorzitter Fiscale Hogeschool, docent HUB-EHSAL en UA Prof. Patrick Wille, docent VUB, UGent, Fiscale Hogeschool en Groep T Prof. Dr. Herman Matthys, hoogleraar VUB Prof. Dr. Mark Delanote, advocaat, docent VUB, ESSF Prof. Dr. Miquel De Jonckheere, Hoogleraar VUB, Bijzonder hoogleraar Erasmusuniversiteit Rotterdam Prof. Dr. Paul Beghin, Gewoon Hoogleraar UGent Mr. Victor Dauginet, advocaat Dhr. Eddy Claesen, familiebedrijfsadviseur, accountant en belastingconsulent Mevrouw Kaat Vanseer, statisticus en datamining. Dhr. José Haustraete, Erebedrijfsrevisor, Erkend boekhouder-fiscalist B.I.B.F., Professor Universiteit Gent Dhr. Koenraad Tranchet, docent analist - loonfiscaliteit - personenbelastingen Mr. Denis-Emmanuel Philippe, advocaat, docent Ulg
7