Naam van de schoolexterne interventie: Netwerk 1. Inhoud vd schoolexterne interventie 1 Algemeen kader :
Ontstaansgeschiedenis
2
Leerrecht Leuven
“Schooluitval” werd in de werkgroep dagbesteding van het Platform Bijzondere Jeugdzorg regio Leuven aanvankelijk benaderd vanuit de vraag wat er vanuit de voorzieningen bijzondere jeugdzorg gemeenschappelijk kon ontwikkeld worden als dagopvang van jongeren die tijdens de schooltijd strandden in de voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg. Deze ontwikkelingen hebben vragen gegenereerd bij andere hulpverleners, bij CLB’s en bij scholen. Zowel het “Boomproject” als “Rizsas” werden bevraagd op hun toegankelijkheid vanuit andere circuits dan de Bijzondere Jeugdzorg. Het Provinciaal Platform Bijzondere Jeugdzorg heeft dan het initiatief genomen om partners over de sectoren heen te zoeken, om na te gaan of er vanuit een gedeelde ondergrond initiatieven kunnen genomen worden om de problemen die zich stellen i.v.m. schooluitval op een geïntegreerde manier aan te pakken. Eind 2005 werd vanuit de regio Leuven intersectoraal (Bijzondere Jeugdzorg, Gehandicaptenzorg en Onderwijs) een projectvoorstel ingediend bij de ministers van Welzijn en Onderwijs. De initiatiefnemers ervoeren de gemeenschappelijke nood aan een aangepaste omkadering van jongeren die om één of andere reden niet langer naar school gaan, terwijl ze nog leerplichtig zijn. Als antwoord formuleerden zij de ontwikkeling van een regionaal netwerk, waarin verschillende initiatieven (die reeds het “recht op leren” van leerplichtige jongeren invullen buiten het reguliere onderwijs) op mekaar afgestemd worden en toegankelijk gemaakt worden voor elke leerling waarbij de verbinding met de reguliere onderwijswereld ernstig verstoord is. Voor de regio werd uitgegaan van een case-load van 140 dossiers die behandeld zouden worden door 7 werknemers. Op deze aanvraag werd niet ingegaan door de aangesproken Vlaamse overheden. Een beperkte vraag werd gesteld aan de dienst Welzijn van de provincie Vlaams-Brabant. De provincie stelde via het Platform Bijzondere Jeugdzorg een budget ter beschikking van € 35.000 voor een werking van één schooljaar, met ingang van 1 september 2006. (Deze som werd uitgekeerd aan het Jongerencentrum Cidar, dat instaat voor personeelsaanwerving en logistieke ondersteuning). Dit maakte het mogelijk dat het “Netwerk leerrecht” als beperkt experiment kon opstarten. Als primaire
1
Met je focus duidelijk gericht op de schoolexterne interventie die hier wordt beschreven. Graag een korte schets van de ontstaansgeschiedenis van je schoolexterne interventie, met je focus op de redenen waarom je precies met deze schoolexterne interventie bent gestart + vergeet ook niet te vermelden wanneer precies deze schoolexterne interventie van start is gegaan. 2
doelen werden gesteld: - 10 à 15 dossiers behandelen van jongeren in een problematische onderwijssituatie - “leerplekken” zoeken waarop een beroep kan gedaan worden. Visie
Het Netwerk Leerrecht stelt zich als primair doel om het leren en de ontwikkeling van leerplichtige jongeren die ‘volledig’ vastgelopen zijn in onderwijs opnieuw in beweging te brengen; deze jongeren niet opgeven en blijven zoeken naar hoe ook voor hen het leerrecht kan gevrijwaard blijven. Vanuit de concrete ervaringen wil het Netwerk ook de bestaande onderwijsstructuren en –praktijken, alsook de brede maatschappelijke context waarin de problematiek van deze jongeren verschijnt kritisch onderzoeken. Het recht op onderwijs is immers een universeel basisrecht. Ieder individu moet zijn rechten en vrijheden op het vlak van onderwijs kunnen verwezenlijken. Onderwijs is hét vehikel bij uitstek voor sociale mobiliteit, een zeer belangrijke maatschappelijke doelstelling. Netwerk Leerrecht wil meewerken aan sterke partnerschappen tussen sectoren, onderwijs, opleiding en andere partners. Door jongeren een traject te bieden die hun kansen op het vinden van werk vergroot, wordt mede antwoord geboden op de problematiek van de hoge werkloosheidscijfers. Op lange termijn beschouwd is de tijdsinvestering om jongeren terug aan te sluiten op reguliere schooltrajecten of arbeidsmogelijkheden meer dan de moeite waard. Met andere woorden, de investering die vanuit de samenleving hier gebeurt, is meer dan verantwoord: we zetten in op hen die uitvallen op dat terrein waarvan in vele onderzoeken en beleidsnota’s wordt gezegd dat ze cruciaal zijn voor integratie en participatie in een samenleving, om de kwetsbaarheid of kansarmoede te ontgroeien.
Belangrijke uitgangspunten
Leerplicht ≠ schoolplicht, leerrecht voor elke minderjarige Leerplicht wordt herkaderd in termen van leerrecht: het is niet omdat naar school gaan niet lukt, dat een jongere ook de mogelijkheid om te leren moet ontzegd worden. Dit leren kan ook gebeuren buiten een schoolse context, waardoor de jongere toch in orde blijft met de leerplicht. Vrijwillige basis - bemiddeling Jongere en ouders/opvoedingsverantwoordelijken moeten akkoord gaan met een inschrijving in het project Netwerk Leerrecht, geen enkele instantie kan hen hiertoe verplichten. Afspraken worden binnen een bemiddelingscontext gemaakt, waarbij iedereen achter keuzes kan staan, in overeenstemming met eigen verlangens en visies. Er wordt uitgegaan van gelijkheid tussen alle gesprekspartners (ook de jongere zelf!). Toegankelijkheid Het project is toegankelijk voor elke jongere uit de regio Vlaams-Brabant Oost (regio groot
Leuven + Hageland) wiens verbinding met de reguliere onderwijswereld onderbroken is waardoor de jongere niet langer toekomt aan zijn/haar recht op leren. Coördinatie en continuïteit Het project coördineert de combinatie van verschillende inzetbare onderdelen van het aanbod en volgt het traject van de cliënt op. Cliëntparticipatie De cliëntparticipatie is verzekerd in het project: de leersituatie van cliënten wordt met alle betrokkenen (inclusief jongeren en ouders) geproblematiseerd, het leerrechttraject wordt altijd in samenspraak uitgezet en opgevolgd. Maatschappelijke noodzaak Het project wordt ingezet t.a.v. jongeren die niet meer toekomen aan hun leerrecht en daardoor niet voldoen aan de leerplicht. Het project vertaalt “maatschappelijke noodzaak” in “maatschappelijk engagement”. Doelstelling(en)
Ten aanzien van de regio/leerplekken: draaisschijffunctie en aanbod optimaliseren
Draaischijffunctie Het netwerk werkt bij gratie van een diversiteit aan pedagogisch aanbod en klimaat. Doordat de toegang tot de verschillende leerplekken niet afhangt van de sector waarbinnen een initiatief genomen werd, kan er van bij de vraagstelling op een gediversifieerde manier ingespeeld worden op uiteenlopende achtergronden die leiden tot schooluitval. Het Netwerk Leerrecht wil de mogelijke alternatieven voor jongeren die tijdelijk niet binnen onderwijs terecht kunnen inventariseren, het aanbod structureren en mogelijks uitbreiden en voornamelijk een draaisschijffunctie opnemen naar dat aanbod. Het project Netwerk Leerrecht zorgt ervoor dat er een goede match jongere-leerplek/leerplek-jongere gevonden wordt, die eventueel doorheen het traject kan wijzigen en waarbij ook aandacht is voor de noden en visies van de leerplekken zelf. Aanbod leerplekken optimaliseren Het Netwerk Leerrecht creëert niet alleen een forum voor bestaande initiatieven, maar gaat ook actief op zoek naar nieuwe leerplekken waar jongeren hun leertraject kunnen realiseren. Deze leerplekken bevinden zich zowel in commerciële als niet-commerciële contexten (bedrijven, vzw’s, zelfstandigen, zorgboerderijen, sociaal-economische projecten, …) Ten aanzien van de jongeren Het Netwerk Leerrecht voorziet in een educatief – op leren en ontwikkeling gericht - aanbod voor
jongeren uit alle vormen van secundair onderwijs bij wie de relatie met de school of opleiding dermate verstoord is dat een perspectief op volledige heraansluiting op korte of middellange termijn niet haalbaar geacht wordt. Voor elke vraag, om actie te ondernemen naar aanleiding van schooluitval van jongeren, die aan het Netwerk gesteld wordt, wordt een rondetafelgesprek georganiseerd, waartoe alle betrokken personen uit de context van de jongere worden uitgenodigd. Het antwoord op de vraag kan 3 richtingen uitgaan: 1° Een (her-)onderhandeling met het reguliere onderwijs, gericht op het herstellen van een werkbare verbinding tussen leerling en onderwijs op korte termijn. Het organiseren van een rondetafelgesprek met alle betrokkenen onder de regie van een neutrale partij (professional Netwerk Leerrecht) kan op zich al nieuwe openingen maken in een problematische communicatie en/of situatie. 2° Het activeren van één of meerdere plaatsen van het Netwerk, ter ondersteuning van een engagement vanwege een school ten aanzien van een leerling, dat tijdelijk niet kan geconcretiseerd worden (vb. omdat de jongere eerst een opname op een psychiatrische afdeling nodig heeft). De activering van het Netwerk gebeurt dan in het perspectief van een heraansluiting met het reguliere onderwijs. 3° Het activeren van één of meerdere plaatsen van het netwerk, als alternatief voor regulier onderwijs. Het perspectief hier is een langdurig engagement van het Netwerk t.a.v. bepaalde jongeren. In het geval van antwoord 2 en 3 wordt voor hen en met hen naar boeiende leerplekken gezocht die uitnodigen tot activiteit en leren. Het Netwerk zoekt naar wat deze jongeren (nog) aanspreekt, raakt of in beweging zet en voorziet een relatie- en begeleidingsaanbod dat gebaseerd is op aandachtige aanwezigheid, uitnodiging, dialoog en bemiddeling. Via deze weg wordt het zelfwaardegevoel van de jongere versterkt met als mogelijk resultaat het herontdekken van de eigen mogelijkheden, de opbouw van kennis, vaardigheid en attitudes met betrekking tot ‘werk’ en/of een heraansluiting op onderwijs of opleiding. Doelgroep(en)
3
3
De doelgroep wordt gevormd door de minderjarige leerplichtige leerlingen in alle vormen van Nederlandstalig secundair onderwijs bij wie de relatie met de school dermate verstoord of verbroken is dat een herstel ervan binnen de beperkte termijn van time-out niet mogelijk of wenselijk geacht wordt, maar waarbij wel voldoende motivatie kan gegenereerd worden voor een alternatief
Omschrijf je doelgroep zo concreet mogelijk, ook bijv. brede toegang of (eerder) beperkt tot bepaalde sector(en), …? Expliciete insluitings- en/of uitsluitingscriteria?
leertraject. Wie die jongeren zijn, waar ze verblijven, uit welk schooltype – gewoon of buitengewoon onderwijsze ‘afhaken’ of hoe en waarom zich dit voordoet zijn bijgevolg geen parameters voor de omschrijving van de doelgroep van het Netwerk. Sommige van deze jongeren zitten gewoon thuis, anderen verblijven in een instelling voor Bijzondere Jeugdzorg of en een Voorziening van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Het gevolg hiervan is dat het Netwerk instaat voor de begeleiding van jongeren met zeer uiteenlopende profielen. Duur van het traject 5 Actieradius
4
Gemiddeld aantal trajecten (expliciteer per kalenderjaar of per schooljaar en maak eventueel onderscheid tussen minimaal te behalen en effectief gerealiseerd)
4 5
Zo kort als mogelijk, zo lang als nodig, gemiddeld 3 à 4 maanden Vlaams Brabant Oost (regio groot Leuven + Hageland) Clb van de regio School in de regio Gedomicilieerd in de regio Geplaatst in de regio Samen met de projecten Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde en Brussel wordt de volledige provincie Vlaams-Brabant inclusief Brussel opgenomen. 100 à 120 aanmeldingen per schooljaar, resulterend in 60 à 70 trajecten per schooljaar 30 à 40 interventies die niet resulteren in een opstart, maar in een andere oplossing (heraansluiting bij onderwijs, ander project, opname, …) Tiental jongeren waarvoor geen acties ondernomen kunnen worden wegens wachtlijst
Van aanmelding tot afsluiting van het dossier Hiermee wordt het werkterrein bedoeld. Werk je bijvoorbeeld voor een ganse provincie of een deel ervan? Welk deel dan exact? Etc?
Concrete invulling:
Hoe wordt het traject met de 6 jongere concreet ingevuld?
De aanmelding gebeurt steeds via het CLB dat verbonden is aan de school waarin deze jongere ‘vastloopt’. Ook als de jongere gedurende langere tijd uit het blikveld is verdwenen van de school waarin deze is ingeschreven wordt het CLB bij de aanmelding betrokken, ook al gebeurt deze dan occasioneel door derden (vb. voorziening, consulenten jeugdrechtbank of comité bijzondere jeugdzorg). Een aanmelding gebeurt uiteraard in overleg met en met instemming van de jongere en de ouders. Een aanmelding bij het Netwerk Leerrecht geeft aanleiding tot het bijeenroepen van een eerste rondetafelgesprek door de medewerker. Alle betrokkenen worden uitgenodigd. Wanneer de jongere effectief wordt ingeschreven, wordt hij/zij begeleid bij de keuze van de ‘werk-’ of ‘leerplek’ door een professional van het Netwerk, iemand die vertrouwd is met de verschillende werkplekken en een overzicht heeft van de mogelijkheden. Een waaier van ‘boeiende plekken’ staat ter beschikking. Het zijn plekken waar jongeren kunnen deelnemen aan activiteiten van geëngageerde volwassenen: vakmannen/vrouwen, kunstenaars, verkopers enz… Er zijn nu reeds verschillende plekken beschikbaar via o.a. Reisburo (Sporen), Rizsas (De wissel), sociaal restaurant (Leren Ondernemen), Radick en Multimedia Club (Cidar) zorgboerderijen, vzw’s, bedrijven, … Dit aanbod wordt constant nog meer uitgebreid. Vanuit de interesses en de mogelijkheden van de jongere wordt gezocht naar een boeiende leerplek. De jongere kan ook steeds zelf een voorstel doen. Eventueel kan een combinatie gemaakt worden van activering op een leerplek én onderwijs of opleiding.
Welke methodiek(en) gebruik je 7 hierbij?
Rondetafelmethodiek (inspiratie methodiek van Eigenkrachtconferenties) Voor alle deelnemers ontstaat er een forum waarop mekaars perspectieven, belevingen, begrenzingen en betekenisverleningen voor elkaar bespreekbaar en nuanceerbaar worden, in een setting waarbij elke deelnemer zintuiglijk waarneembaar is voor de andere. Deze setting laat toe dat de deelnemers zich in concreto met elkaar verhouden, wat de gedragenheid van de ingerichte leertrajecten verhoogt. De begeleiding in het project komt dan in een gedeelde ervaring. De deelnemers hebben dan ook eenzelfde referentiepunt om verder en later (bij de heraansluiting bij het geregelde onderwijs) met elkaar in zee te gaan en zich t.a.v. elkaar te engageren.
6 7
Bijvoorbeeld: Welke activiteit(en) bied je tijdens het traject aan? Atelierwerking?, werkplekleren?, coaching? … Bijvoorbeeld methodiek van ronde tafel, van ‘actieve vorming’, van ervaringsleren, …?
Het voelbaar en herkenbaar maken van de engagementen vormt een wezenlijk onderdeel van de methodiek die erop gericht is jongeren met moeilijkheden tot integratie in de geregelde circuits (waaronder onderwijs) te brengen. De werkingsprincipes: - op maat van de jongere - community-based - participatief - responsabiliserend - contextueel - bemiddelingsfilosofie - dialoog Welke ingezette methodiek(en) zouden kunnen inspirerend zijn voor het onderwijs? Waarom?
Echte dialoog via een ronde tafel, een kritische succesfactor. De rondetafels zijn een belangrijk werkinstrument om maximaal participatief en responsabiliserend te werken. Enkel wanneer op een open en transparante manier iedereen die betrokken is, kan zeggen wat hem aanbelangt, bezighoudt, bezorgd maakt in de situatie van de jongere,… kan men pas onderzoeken wat mogelijk is om terug beweging te krijgen in de situatie. Tijdens de ronde tafel worden tevens bepaalde doelstellingen geformuleerd, waaraan gedurende het ganse traject zal worden gewerkt. Uiteraard kunnen deze in de loop van de uitvoering ook ten allen tijden worden bijgestuurd. Leerrecht streeft er bijgevolg naar voor elk traject rondetafelgesprekken te laten doorgaan. Belangrijke aspecten hierbij zijn: Het is belangrijk om ‘rondetafelgesprekken’ te laten doorgaan op voor de jongere bekend terrein (laagdrempelig).
Alle betrokken partijen zijn van belang in het gesprek. Minstens moeten aanwezig zijn: jongere, ouder(s) en/of opvoedingsverantwoordelijken, CLB en een leerrechtmedewerker. Mogelijk zijn ook aanwezig: leerlingenbegeleider, directeur of klastitularis, hulpverlener(s), familieleden, nog andere relevante derden.
Met een ronde tafel ontstaat een forum waarop mekaars perspectieven, belevingen, begrenzingen en betekenisverleningen voor elkaar bespreekbaar en genuanceerd kunnen worden. Van belang hierbij is dat dit in een setting plaatsvindt waarbij elke deelnemer
zintuiglijk waarneembaar is voor de andere.
Wordt er tijdens het traject samengewerkt met de context? Zo 8 ja, met wie? Hoe? Wanneer?
Vanaf de eerste ronde tafel wordt de context van de jongere betrokken bij het leertraject dat wordt opgestart. Deze mensen zullen blijven betrokken worden of worden uitgenodigd tot en met het einde van de begeleiding. De context van de jongere kunnen de ouders zijn maar ook andere familieleden, een goede buur,… waar we beroep kunnen op doen om jongeren terug te motiveren. Er wordt gewerkt vanuit de visie dat de jongere deel uitmaakt van zijn (enge en brede) context. Wanneer een jongere opnieuw in beweging wordt gebracht, heeft dit automatisch ook zijn gevolgen op de context en omgekeerd.
Wordt er tijdens het traject samengewerkt met andere organisaties/partners? Zo ja, met 9 wie? Hoe? Wanneer?
Per definitie werken we intensief samen met de CLB medewerker en de school van de jongeren (wanneer er nog een school betrokken is).
Meet je op een bepaalde manier 10 het resultaat van je traject? Zo ja, wat precies? En hoe doe je dit concreet?
8
Tijdens deze gesprekken wordt duidelijk wat de nood van de jongere is en wat zijn of haar perspectief is. Ook de andere aanwezigen brengen hun perspectief hierop in. Het voelbaar en herkenbaar maken van ieders engagement vormt een wezenlijk onderdeel van deze participatieve methodiek, erop gericht om de kansen tot integratie van jongeren met moeilijkheden te verhogen.
Afhankelijk van het traject dat de jongere loopt, kan er worden samengewerkt met verschillende organisaties die voorzien in een aanbod naar de jongeren als leerplek, zoals XXX Wat betreft competenties Neen, we zijn nog op zoek naar een manier om de Elders Verworven Competenties in kaart te brengen. Is de Competentie Stick van Jes of Oscar ook bruikbaar voor leerrechttrajecten? Wat kan de C-stick (www.jes.be)of Oscar(www.oscaronline.be) betekenen? Jes ontwikkelde de C-stick vooral vanuit de idee om aan te sluiten op de arbeidscontext. Het lijkt ons interessant voor leerrecht dat we de competenties en mogelijkheden van de jongeren in beeld krijgen. De C-stick of Oscar kan voor de jongere een hip eigentijds werkinstrument zijn op maat van hen.
Wordt er tijdens het traject van de jongere samengewerkt met de context? Zo ja, wie uit de context? Bijv. de ouders? Het gezin van de jongere? Ruimere context, …?. Zo ja, wanneer en hoe? 9 Wordt er tijdens het traject samengewerkt met andere organisaties/partners? Dit kan zowel intern zijn, bijv. een aanbod dat binnen je organisatie aanwezig is, of extern, dit is dan buiten je eigen organisatie. Met leerplekken bijvoorbeeld? Met vrijwilligers? Etc. En/of werk je ook samen met interventies binnen onderwijs? Welke eventueel? 10 Maak je bijvoorbeeld gebruik van bepaalde vormen van kwalificering tijdens het traject met de jongere zoals EVC (Elders Verworven Competenties)?
Wat betreft de heraansluiting bij onderwijs, opleiding of arbeid Momenteel werken we aan een follow-up onderzoek waarin voor alle jongeren die ooit ingeschreven waren in het Netwerk Leerrecht Leuven wordt nagegaan hoe zij achteraf de periode in het project ervaren hebben en in hoeverre zich nadien een heraansluiting bij onderwijs, opleiding of arbeid gerealiseerd heeft. 2. Proces vd schoolexterne interventie Proces van aanmelding tot afsluiting
Wie kan er aanmelden bij jouw schoolexterne interventie?
De aanmelding gebeurt steeds via het CLB dat verbonden is aan de school waarin de jongere is vastgelopen. De CLB medewerker is cruciaal in dit proces gezien het zo goed als altijd over schooluitval gaat en zij de eindverantwoordelijkheid heeft in het onderwijsproces van de jongeren. Als een jongere niet is ingeschreven in een school, dan is het CLB van de laatste school van inschrijving bevoegd. Maw ook als de jongere gedurende langere tijd uit het blikveld is verdwenen van de school waarin deze is ingeschreven wordt het CLB bij de aanmelding betrokken, ook al gebeurt deze dan occasioneel door derden (vb. voorziening, consulenten jeugdrechtbank of comité bijzondere jeugdzorg). Een aanmelding gebeurt uiteraard in overleg met en met instemming van de jongere en de ouders. Een aanmelding bij het Netwerk Leerrecht geeft aanleiding tot het bijeenroepen van een eerste rondetafelgesprek door de medewerker. Alle betrokkenen worden uitgenodigd. Niet elke aanmelding betekent een vraag naar een leerrechttraject als alternatief voor schooluitval. Zodra evenwel duidelijk is dat het effectief een vraag naar een leerrechttraject is, start het traject op. Een eerste stap hierbij is dat de CLB medewerker een aanmeldingsfiche doorstuurt naar de Leerrechtmedewerker, via het meldpunt. De leerrechtmedewerker nodigt samen met het CLB de verschillende partijen uit voor een rondetafel.
Wat gaat vooraf aan de aanmelding bij 11 jouw schoolexterne interventie?
11
Schoolinterne interventies zoals gesprekken CLB, ouders en jongere. Er kunnen ook al sancties genomen zijn of tuchtmaatregelen. Soms is de tuchtprocedure ook al gestart. Andere schoolexterne initiatieven zoals bijvoorbeeld een time-out. Vaak wordt een aanmelding bij Netwerk Leerrecht door de betrokken jongeren en ouders ervaren als een laatste mogelijkheid na verschillende faalervaringen.
Wat gebeurt er meestal concreet voor dat er een aanmelding wordt gedaan. Wie heeft bijv. welke stappen gezet? Of heb je er geen zicht op….?
Hoe kan een aanmelding 12 plaatsvinden?
De CLB medewerker stuurt een aanmeldingsfiche door naar de Leerrechtmedewerker via het meldpunt. De leerrechtmedewerker nodigt samen met het CLB de verschillende partijen uit voor een rondetafel.
Hoe verloopt de besluitvorming tot 13 opstart van het traject?
Voor elke vraag, om actie te ondernemen naar aanleiding van schooluitval van jongeren, die aan het Netwerk gesteld wordt, wordt een rondetafelgesprek georganiseerd, waartoe alle betrokken personen uit de context van de jongere worden uitgenodigd. Aangezien idealiter dit zo snel mogelijk moet plaatsvinden, liefst binnen de 10 dagen, is deze opdracht voor de Leerrechtmedewerker verre van eenvoudig. Het vraagt veel organisatietalent en overredingskracht om de vele partijen zo snel rond één tafel te krijgen. Het antwoord op de vraag kan 3 richtingen uitgaan: 1° Een (her-)onderhandeling met het reguliere onderwijs, gericht op het herstellen van een werkbare verbinding tussen leerling en onderwijs op korte termijn. Het organiseren van een rondetafelgesprek met alle betrokkenen onder de regie van een neutrale partij (professional Netwerk Leerrecht) kan op zich al nieuwe openingen maken in een problematische communicatie en/of situatie. 2° Het activeren van één of meerdere plaatsen van het Netwerk, ter ondersteuning van een engagement vanwege een school ten aanzien van een leerling, dat tijdelijk niet kan geconcretiseerd worden (vb. omdat de jongere eerst een opname op een psychiatrische afdeling nodig heeft). De activering van het Netwerk gebeurt dan in het perspectief van een heraansluiting met het reguliere onderwijs. 3° Het activeren van één of meerdere plaatsen van het netwerk, als alternatief voor regulier onderwijs. Het perspectief hier is een langdurig engagement van het Netwerk t.a.v. bepaalde jongeren.
Hoe wordt de effectieve start 14 genomen?
Netwerk Leerrecht is vrijwillig, d.w.z. dat alle betrokken partijen zich akkoord moeten verklaren met de opstart van traject. In het geval van antwoord 2 en 3 wordt voor hen en met hen naar boeiende leerplekken gezocht die uitnodigen tot activiteit en leren. Het Netwerk zoekt naar wat deze jongeren (nog) aanspreekt, raakt of in beweging zet en voorziet een relatie- en begeleidingsaanbod dat gebaseerd is op
12
Via meldpunt, schriftelijk (hoe dan concreet), telefonisch, … ? Welke stappen worden allemaal genomen? Hoe loopt het besluitvormingsproces van aanmelding tot effectieve opstart? 14 Met effectieve start bedoelen we: de eerste dag dat de jongere effectief deelneemt aan de schoolexterne interventie. 13
aandachtige aanwezigheid, uitnodiging, dialoog en bemiddeling. Via deze weg wordt het zelfwaardegevoel van de jongere versterkt met als mogelijk resultaat het herontdekken van de eigen mogelijkheden, de opbouw van kennis, vaardigheid en attitudes met betrekking tot ‘werk’ en/of een heraansluiting op onderwijs of opleiding. Met op zak de doelstellingen uit de ronde tafel gaan de Leerrechtmedewerker en de jongere samen op zoek naar een leerwerkplek. Aangezien het op maat werken hier een cruciaal werkingsprincipe is, gaat de Leerrechtmedewerker bij deze keuze niet over één nacht ijs. Er wordt zorgvuldig bekeken of een geschikte leerplaats in de pool aanwezig is, dan wel dat nieuwe contacten dienen te worden gezocht en gelegd. Uitgangspunt in deze zoektocht is datgene waarvoor de jongere zich nog kan en wil engageren. Zodra een geschikte werkplek is gevonden, moet het ijzer verder worden gesmeed, en wordt zo snel mogelijk een gesprek gepland met de verschillende betrokkenen (jongere, werkplekbegeleider, Leerrechtmedeweker). Een dergelijk afstemmingsgesprek is cruciaal want zorgt voor de figuurlijke ‘KLIK’ tussen alle partijen. Het Leerrechttraject heeft nu haar startblokken verlaten. De leerrechtmedewerker streeft hierbij voltijdse dagbesteding na, uiteraard rekening houdend met de mogelijkheden van de jongere en de beschikbaarheid van de leerplekken. Bij de start wordt een engagementsverklaring met alle betrokkenen en de jongere zelf opgemaakt. De jongere kan steeds terug naar school als het kan. Deelnemers krijgen geen loon of vergoeding voor hun prestaties. Tijdens de schoolvakanties wordt er niet gewerkt. Opvolging Leerrechttraject en tussentijdse rondetafels. Een blijvende opdracht van de Leerrechtmedewerker is de vinger aan de pols te houden. Frequent vinden er gesprekken plaats tussen de jongere, de leerrechtmedewerker en de leerplekverantwoordelijke om het traject zorgvuldig op te volgen. Worden de werkingsprincipes nog gerespecteerd? Kunnen de doelstellingen, geformuleerd op de ronde tafel, worden gerealiseerd? Doen er zich bepaalde problemen voor, die om een antwoord vragen? Etc. De Leerrechtmedewerker organiseert tevens, indien nodig, tussentijdse ronde tafels, met de jongere, de ouders, het CLB, de school en eventueel een belangrijke omgevingsfiguur (hulpverlener, jeugdwerker,…). Het hoofddoel is te bespreken of het traject daadwerkelijk de aanvankelijk geplande richting uitgaat. Dergelijke tussentijdse evaluaties zijn erg belangrijk. Het is tevens een plaats om het positieve gedrag van de jongere in de verf te zetten, om eventuele
minder positieve gedragingen te bespreken en de consequenties hiervan op de werkplek te benoemen en te zoeken naar oplossingen, om nogmaals toe te lichten wat er van de jongere op de werkplek wordt verwacht, etc. Aangezien één van de doelen van elk leertraject is om te trachten de jongere opnieuw aan het reguliere school- of arbeidscircuit aan te haken, wordt dit op de tussentijdse evaluaties ook telkens getoetst. Hoe ver staan we hierin? Wat is er eventueel nog nodig? Zijn er bepaalde noodzakelijke 15 administratieve formaliteiten?
Is er regelmatige opvolging tijdens het traject. Zo ja, hoe verloopt dit? Met wie?
Hoe gebeurt de afsluiting van het traject? Met wie?
15
-
Aanmeldingsfiche door de CLB medewerker Voorlopig attest bij inschrijving en definitief attest bij uitschrijving (code O) naar de school Engagementsverklaring tussen alle betrokken en de leerplek Identificatiefiche per jongere met contactgegevens van alle betrokkenen Individueel dossier per jongere met registratie van alle contacten in het kader van begeleiding Ja, er is een zeer regelmatige opvolging van het traject. Zo zal netwerk Leerrecht: o nauw samenwerken met CLB o start-, tussentijdse- en afsluitende rondetafelgesprekken organiseren o zoeken vanuit de interesses en mogelijkheden van de jongere naar een passende leerplek o het traject opvolgen, door heel regelmatig telefonisch contact met de leerplek o alle betrokken partijen op de hoogte houden o Regelmatig een herintrede in het onderwijs of het arbeidscircuit aftoetsen en eventueel kennismakingsgesprekken organiseren en bijwonen Een inschrijving in het Netwerk Leerrecht betekent geen opgave van een schoolse carrière. Het is een tijdelijke verwijdering voor onbepaalde duur van jongeren uit de schoolse context, zonder evenwel een schoolse herintrede uit te sluiten. Het traject dat een jongere doorloopt, wordt bewaakt en regelmatig afgetoetst naar een herintegratie binnen het reguliere onderwijs. Het traject kan lopen tot het einde van de leerplicht. Het project stopt als: 1° de jongere en/of de ouders de vraag stellen of het verlangen hebben naar een meer formele scholing of opleiding (school, leercontract..), 2° de jongere of de ouders weigeren om zich nog verder in te zetten voor het traject of 3° wanneer na herhaaldelijke pogingen geen langduriger engagement op een werk- of leerplek ontstaat. In ieder geval wordt het traject afgerond met een afsluitende Ronde tafel waaraan alle
Of nog, moeten bepaalde administratieve formaliteiten zijn vervuld opdat de jongere effectief kan starten? Zo ja, welke dan precies?
betrokkenen deelnemen. Tijdens dit rondetafelgesprek wordt het ‘voorbije traject’ alsook het toekomstperspectief met besproken. De verdere opvolging – indien het gaat over minderjarige leerplichtige leerlingen – gebeurt door het CLB, waarbij het Netwerk in het kader van de nazorg betrokken kan blijven. Dit gebeurt door middel van een eindrondetafel. - Noodzakelijke aanwezigen: * De jongere * De ouders en/of opvoedingsverantwoordelijke * De CLB medewerker * De school (bij een bestaand school perspectief) - Eventuele aanwezigen: * Consulent van Jeugdrechtbank of Comité Voor Bijzonder Jeugdzorg * Begeleidende voorziening * Andere betrokken hulpverleners * Andere relevante derden Eindrondetafel
16
Wanneer exact?
16
Is er een evaluatie ? Zo ja, hoe verloopt dit? Met wie? In welke fase van de ‘probleemontwikkeling’ tav het schooltraject wordt je schoolexterne 17 interventie ingezet?
Is het traject op de leer- of werkplaats beëindigd, dan wordt een evaluatiegesprek gepland samen met de jongere, de context van de jongere, hulpverleners, CLB, de school en de leerrechtmedewerker. De eindbalans kan een herintrede in de school zijn, een aansluiting bij een vormings- of arbeidstraject of niet het verhoopte resultaat opleveren. Sowieso wordt er tijdens dit evaluatiemoment veel ruimte gecreëerd voor de opmerkingen, bedenkingen, vragen, reflecties, … van elke aanwezige. Een gesprek op de leerplek (hoe is alles verlopen? Positieve en negatieve punten, …) dit nemen we mee naar de eindrondetafel, waar we dit verder bespreken. Zie ook vraag hierboven. Leerrecht wordt aangesproken wanneer men kan spreken van een verstoorde relatie met school/opleiding (naar school gaan lukt niet meer). En dit wanneer er een bestaand, maar beperkt schools perspectief is of wanneer er een totaal gebrek aan schools perspectief is. Vaak hebben de betrokken jongeren en ouders al meerdere faalervaringen gehad in het verleden en wordt het aanbod van Netwerk Leerrecht als een laatste mogelijkheid/kans gezien.
Met evaluatie bedoelen we: wordt er op een gegeven moment teruggeblikt op het traject van de jongere? Stilgestaan bij de vraag hoe één en ander is gelopen? Edm. Dit kan gaan van jongeren die niet meer op school zitten tot zij die er nog dagdagelijks zijn. Of nog: binnen welke radius tussen ‘het loopt prima op school’ en ‘de jongere heeft geen school/is uitgesloten van de school’ situeert jouw schoolexterne interventie zich? 17
Na afsluiting?
Vinden er nog acties plaats na afsluiting van het traject van de 18 jongere? Bijv. Nazorg?
Netwerk Leerrecht werkt voor minderjarigen door tot ze effectief de band met onderwijs opnieuw hebben opgenomen. Het is mogelijk dat er, om de vertrouwensband tussen jongere en de nieuwe school te optimaliseren, ook na de herintrede in een school toch nog één of meerder rondetafels georganiseerd worden. De nazorg is verder beperkt tot een informatief telefonisch contact, nadat de jongere terug aan het regulier school of arbeidscircuit is aangesloten. Wanneer jongeren opnieuw beroep doen op Leerrecht omdat ze bijvoorbeeld opnieuw de verbinding met het reguliere onderwijs niet optimaal tot stand kan komen, wordt als een nieuwe aanmelding beschouwd en wordt het traject doorlopen zoals hierboven beschreven. Bij jongeren die het leerrechttraject stop zetten (vb. hulpvraag jongere door te complexe POS situatie) trachten we deze jongeren toe te leiden naar meer gespecialiseerde hulp. Samen met de jongere een afspraak plannen bij GGZ, jongere begeleiden tot op een dienst, jongere doorverwijzen naar POT van Groep Intro of via het CLB andere mogelijkheden onderzoeken zijn hierbij mogelijke pistes.
Andere?
Zijn er nog andere activiteiten die je 19 tijdens of na het traject doet? Zo ja, wat?
Wij bieden dus nazorg via telefonisch contact en/of mail met de jongere zelf, de school en/of het CLB. Huisbezoeken, individuele gesprekken, gesprekken met en op de leerplekken, scholen, toeleiding naar VDAB, opstarten hulpverleningstrajecten (CGGZ, CBJ, CAW, JAC, drugshulpverlening, …)
3. Structurele inbedding vd schoolexterne interventie Wat is je organisatievorm?
18
20
OOOC Cidar (vzw) huisvest de projectverantwoordelijke van het Netwerk Leerrecht Leuven en is aldus verantwoordelijk voor de organisatie van het project. Cidar host deze middelen op verzoek van de stuurgroep. Door de ervaringen en opgebouwde know how in het verleden met huisonderwijs en het Time-Out project Koinoor, werd Cidar door de stuurgroep naar voor geschoven als de aangewezen projectcoördinator.
Hoe wordt dit dan ingevuld? Intern? Extern? …? Hoe verloopt dit? Bijvoorbeeld informatie/advies? Toeleiden naar hulpverlening tijdens het traject van schoolexterne interventie? Nog andere? 20 Staat bijv. je interventie op zich of maakt het deel uit van een groter geheel (organogram toevoegen)? of nog anders…? 19
Hoe ziet de personeelsequipe eruit qua
Profesioneel statuut
-statuut (professioneel/vrijwilligers)?
50% master psychologie, criminologie – familiaal bemiddelaar 50% bachelor gezinswetenschappen - bemiddelaar
-diploma(‘s)?
Elk 19/38 per week, samen 1FTE
-tewerkstellingsvolume? 21 Welke middelen worden ingezet?
Welke financieringslogica wordt gehanteerd, bijv. per dossier, voor de algemene werking,…? 22 Wat is/zijn je financieringsbron(nen)? Over welke periode(n) loopt de financiering? Reguliere financiering: sinds wanneer? Projectfinanciering: duur vd financiering? Welk(e) bedrag(en)?
Wie stuurt de ontwikkeling van je aanbod 23 concreet inhoudelijk aan?
21
35.000 euro/jaar vanuit dienst welzijn provincie Vlaams-Brabant 25.000 euro/jaar vanuit OOOC Cidar Algemene jaarlijkse werking
Provincie Vlaams-Brabant, dienst Welzijn OOOC Cidar Provincie: per kalenderjaar wordt de financiering opnieuw geëvalueerd - project Cidar: niet structureel, ter aanvulling van acute noden 60 000 euro
Er werd een stuurgroep opgericht, die de werking en invulling van het Netwerk Leerrecht Leuven van bij de start mee aanstuurt. Dit wordt de adviesgroep Leerrecht Leuven genoemd. Deze stuurgroep kwam een eerste keer samen in september 2006 en vanaf dan ongeveer eens om te twee maanden tot op heden. Alle sectoren uit IJH buiten de geestelijke gezondheidszorg zijn vertegenwoordigd in deze stuurgroep. Daarnaast is de
Denk hierbij zowel aan personele, werkings- als eventuele andere middelen. Is dit eigen financiering vanuit de organisatie? Externe financiering? Vrijwilligers? Combinatie? … Vergeet zeker ook niet eventuele ‘indirecte financiering’ te vermelden. 22 Specifieer voldoende naar bijv. welke overheid precies levert welke middelen aan. 23 Of nog anders gezegd: wie beslist hoe je schoolexterne interventie concreet wordt ingevuld? Zich verder ontwikkelt? Is dit je eigen organisatie? Een samenwerking tussen organisaties? Een stuurgroep? Nog andere? Combinatie? ….
stuurgroep samengesteld uit diverse organisaties die schoolexterne interventies aanbieden. In eerste instantie bestond deze groep uit de projectondertekenaars (functies), dit zijn het Provinciaal Platform Bijzondere Jeugdzorg, Arktos Vlaams-Brabant, Time-Out Koïnoor, de voorzieningen Gehandicaptenzorg, het Vrij CLB en het CLB van het Gemeenschapsonderwijs. Deze groep werd in de loop van de jaren uitgebreid met vertegenwoordigers uit betrokken sectoren en belanghebbende derden: POT, Leren Ondernemen vzw, Jongerencentrum Cidar, LOP SO Leuven, Provincie Vlaams Brabant, Integrale Jeugdhulp, projectmedewerkers. Naast de stuurgroep van het Netwerk Leerrecht Leuven is er ook een stuurgroep Netwerk Leerrecht Asse-Halle-Vilvoorde en Brussel. Daarnaast komen de 3 netwerken Leerrecht Leuven, AHV en Brussel met de coördinators en andere projecten regelmatig samen. We bespreken casussen, leggen knelpunten bloot en wisselen ervaringen uit. Aan welke overlegorganen in het kader van je schoolexterne interventie participeer je?
4. Knelpunten?
Ervaar je bepaalde belangrijke knelpunten in verband met je schoolexterne interventie? Zo ja, beschrijf ze kort.
Adviesgroep netwerk leerrecht Leuven Beleidsgroep Leerrecht-Schoolexterne initiatieven Coördinatorengroep Netwerken Leerrecht Themagroep Schooluitval Stuurgroep Rizsas en Reisburo Therapeutisch project in het kader van individuele hulpverleningstrajecten jongeren Stuurgroep Meldpunt Schoolexterne interventies Stafvergadering Cidar Werklast Het Netwerk Leerrecht merkt op dat er veel behoefte is aan dagbesteding voor jongeren die afhaken op school of er niet geraken. Die behoefte overstijgt de capaciteit van Leerrecht. Het is belangrijk die maximumcapaciteit niet te overstijgen om een kwaliteitsvolle leerrechtbegeleiding te waarborgen. Leerrecht is geen hulpverlening Heel wat jongeren binnen Leerrecht hebben nood aan hulpverlening of genieten reeds een bepaalde vorm van hulpverlening. De leerrechtbegeleider is echter geen hulpverlener. Dat onderscheid is, zeker wanneer er nog geen hulpverlening is, soms moeilijk aan te houden. Nochtans is de neutraliteit van de Leerrechtbegeleider cruciaal om de violen van alle betrokkenen goed af te stemmen.
Leerrecht wenst te benadrukken dat een leerrechttraject inschakelen voor hardnekkige spijbelaars niet altijd een wondermiddel is, integendeel. Hiervoor is vaak ook andere hulpverlening nodig. Zodra die geïnstalleerd is, kan Leerrecht mogelijks helpen om het proces mee te ondersteunen. Leerrecht is geen arbeid Het ‘vrijwillig onbezoldigd’ werken is voor sommige jongeren onaanvaardbaar. De Leerrechtmedewerker tracht de jongere duidelijk te maken wat de meerwaarde van deze vrijwilligerservaring kan zijn. De mogelijkheid om dit op hun cv te zetten maakt het voor sommige jongeren wel aanvaardbaar. Voltijds leerplichtige jongeren mogen niet werken 25 tot 30% van de aanmeldingen, zowel in AHV, Brussel als Leuven betreft voltijds leerplichtige jongeren. Deze jongeren vallen onder de wet op de kinderarbeid en kunnen daardoor niet in de traditionele leerwerkplaatsen terecht. Momenteel kunnen zij enkel terecht binnen Groene Zorg en binnen dagbestedingprojecten. Helaas zijn die dagbestedingprojecten bijzonder dun gezaaid. Voor deze aanzienlijke groep jongeren moeten dus oplossingen gezocht worden. Enerzijds is er een grote nood aan nieuwe dagbestedingprojecten, anderzijds moeten er misschien uitzonderingen gemaakt kunnen worden op de wet op kinderarbeid, als dit binnen een pedagogisch kader past. Zoektocht naar een gemeenschappelijk concept en structurele verankering over de drie netwerken Er is een actieve samenwerking tussen de verschillende leerrechtcoördinatoren (Leuven, AH-V en Brussel) Er is een ‘beleidsgroep’ opgestart op niveau van de drie Netwerken Leerrecht met als doel om tot een structurele inbedding op lange termijn te komen van Leerrecht in deze regio’s (Leuven, A-H-V en Brussel).Deze beleidsgroep neemt initiatief om alle initiatieven van schoolexterne interventies op elkaar af te stemmen in de regio Brussel en Vlaams-Brabant in overleg met alle betrokkenen van onderwijs en welzijn. Tijdens deze interregionale samenwerking worden ervaren knelpunten bespreekbaar en geanalyseerd en kunnen indien mogelijk acties ondernomen worden. Zo pakten we een belangrijk juridisch knelpunt m.b.t. leerplaatsen voor -15 jarigen aan. Met alle betrokken netwerken (Leuven, AHV en Brussel) onderzoeken we wat op dit ogenblik wel en niet kan en welke
andere stappen eventueel moeten gezet worden. Samenwerking met andere schoolexterne initiatieven in de regio Leerrecht is het aanbieden aan elke jongere van het recht op leren. Dit is verschillend van time-out. Time –out Koinoor en Arktos staan open voor leerlingen bij wie het op school vastloopt, krijgen gedurende een periode van 6 weken (lange time-out) of 2 weken (korte time-out) een aangepast programma en individuele begeleiding, in nauwe samenspraak met de school en het CLB. De bedoeling is steeds een positieve herinschakeling in de school. Voor het Netwerk Leerrecht Leuven is het van belang om niet in concurrentie te gaan met de time-out projecten en een goede samenwerking op poten te zetten. De samenwerking verloopt zeer positief en aangenaam. Ook met de andere Netwerken Leerrecht is een zeer positieve samenwerking. De inhoudelijke werking, tot zelfs administratieve noodzakelijkheden, zijn volledig op elkaar afgestemd. Er wordt geleerd van elkaar, er is sprake van een win-win-situatie. Ook met groene zorg is er een positieve samenwerking opgebouwd. Een moeilijkheid voor Netwerk Leerrecht Leuven is de afstemming tussen het project Netwerk Leerrecht en het project Reisburo/Roulot. Het lukt de twee projecten niet om tot onderlinge afspraken te komen die een goede samenwerking verzekeren, niet met regionale criteria, noch met inhoudelijke. Dit leidt tot verwarring op het werkveld. Momenteel werken de twee projecten naast elkaar.
5. Administratieve gegevens vd schoolexterne interventie
Contactperso(o)n(en)?
Coördinator = Elke Verlaenen Medewerker = Isabel Vangelder
Contactgegevens? Schapenstraat 13 3000 Leuven 016/58.58.31
[email protected] [email protected]