Naam: Sevgi Özen, Eline Booyink & Leonie Kraesgenberg. Klas: 3H1. Docenten: Dhr. Steenbergen & Mevr. Meijer. Datum: 2 oktober 2007.
Hoe schoon is het water in de Dinkel bij het Singraven?
Wij denken dat het water chemisch gezien schoon is, want er leven allemaal beestjes en planten in.
A. Nodig: Algemeen: -milieukoffer met bepalingen: temperatuur, zuurgraad, ammonium, nitraat, nitriet, zuurstof, hardheid en fosfaatgehalte. -indicator papier sulfide bepaling. -test sticks voor sulfaatbepaling. -testkit voor chloride bepaling. -fles 1000ml met goed afsluitbare dop. ivm met inwerking van zuurstof helemaal vullen(bolle meniscus)en dan meteen goed afsluiten. -etiket om naam plek en temperatuur te noteren. -handdoek. -laarzen. -labjas. -schrijfbenodigheden.
Proef 1, Zuurstofbepaling: · Aantoningsset zuurstof (sauerstoff 1 t/m 5). · 40 ml watermonster.
Proef 2, De zuurgraad (pH): · · · ·
Milieukoffer. 1 liter water in een donkere afgesloten fles. pH-papier. 1 maatcilinder.
Proef 3, Ammoniumgehalte: · Aantoningsset ammonium (3 potjes). · 20 ml watermonster.
Proef 4, Nitraatgehalte: · Aantoningsset nitraat (nitrat). · 20 ml watermonster.
Proef 5, Nitrietgehalte: · Aantoningsset nitriet (nitrit). · 20 ml watermonster.
Proef 6, De hardheidbepaling: · Aantoningsset hardheid (gesamthärte). · 20 ml watermonster.
Proef 7, De fosfaatgehalte: · Maatcilinder. · Aantoningsset calcium (Phosphat).
Proef 8, Sulfidegehalte: · Indicatorpapier om sulfide aan te tonen(loodacetaatpapier). · maatcilinder uit milieukoffer. · 10 ml watermonster.
Proef 9, Sulfaatgehalte: · Teststaafje voor sulfaatbepaling. · 10 ml watermonster. · Maatcilinder uit milieu koffer.
Proef 10, Chloridegehalte: · Aantoningsset chloride(chloride CL 500) indicator Cl 500 salpeterzuur 4%, tritratieopl., testbuisje met ringmarkering, 1 titratiespuit, 2 kunststofdruppelpunten. · 20 ml watermonster.
B. Tekening van de opstelling: Proef 1:
Proef 2:
C. Beschrijving: Proef 1, Zuurstofbepaling: a. Meet eerst de temperatuur van het water waar je het watermonster neemt. b. vul het grote glazen flesje in de milieukoffer tot aan de rand met het watermonster en sluit de fles af. c. voeg 5 druppels reagens 1 (Sauerstoff) toe, gevolgd door 5 druppels reagens 2 (Sauerstoff). Door deze toevoeging zal het flesje overlopen als je hem afsluit. Zet daarom het flesje op een schoteltje. d. schud het flesje goed en wacht 1 minuut (dop erop laten!!). e. voeg dan 10 druppels reagens 3 (Sauerstoff) toe. PAS OP REAGENS 3 IS EEN GIFTIG MENGSEL!! Sluit het flesje opnieuw af en schud goed. f. spoel nu een maatcilinder met de vloeistof uit het flesje en vul deze dan met 5 ml vloeistof. g. voeg nu 1 druppel reagens 4 (Sauerstoff) toe en schud de maatcilinder. De vloeistof zal nu verkleuren tot violet of blauw. h. draai nu de deksel van de pot reagens 5 (Saurstoff) en vul het titratiepipet door langzaam de zuiger omhoog te trekken totdat de onderkant de 0 mg/L O2-merklijn bereikt. Let op de vloeistof zit onderin het pipet! i. haal nu het pipet uit de pot en zorg ervoor dat de druppel die er aanhangt, afgestreken wordt aan de binnenkant van de rand. j. laat de titreervloeistof DRUPPEL VOOR DRUPPEL in de maatcilinder lopen. Zorg ervoor dat je continu de maatcilinder ronddraait. Ga net zolang door totdat de kleur van het water van blauw/violet omslaat naar kleurloos. k. lees nu het zuurstofgehalte af in mg/L.op het pipet. l. spuit de overtollige titratievloeistof terug in de daarvoor bestemde fles (reagens 5). m. noteer het zuurstofgehalte in verzameltabel. n. Vergelijk de gevonden waarden met de oplosbaarheid van zuurstof in water in evenwicht met lucht bij 1 atm en verschillende temperaturen in de tabel:
Temperatuur (ºC)
Oplosbaarheid O2 (mg/l)
0
14,62
5
12,80
10
11,33
15
10,15
20
9,17
25
8,38
30
7,63
Proef 2, De zuurgraad (pH): a. vul de maatcilinder met 10 ml te testen water. b. neem een indicatorstrookje en doop deze in het water. Het strookje zal gaan verkleuren. c. vergelijk de kleur van het strookje met die op het doosje en noteer de zuurgraad (pH) in verzameltabel.
Proef 3, Ammoniumgehalte: a. Spoel beide glazen flesjes (met witte dop) meermaals met het te onderzoeken water. b. Vul nu beide flesjes met 5 ml (m.b.v. het spuitje) met het te onderzoeken water. Je voert met één van de beide flesjes de proef uit. De andere is voor het kleurvergelijk. c. Doe nu 12 druppels REAGENS 1 AMMONIUM in één van de beide flesjes en meng dit goed. d. nu 1 spatel (kleine witte staafje) REAGENS 2 AMMONIUM toe voegen in het flesje en opnieuw goed mengen e. Doe nu 4 druppels REAGENS 3 AMMONIUM in het flesje en meng dit goed. f. wacht 7 minuten en vergelijk de kleur in het flesje met de kleuren van de bijgesloten kleurenkaart Ammonium. g. noteer het ammoniumgehalte (in mg/L) in verzameltabel.
Proef 4, Nitraatgehalte: a. Spoel beide glazen flesjes (met witte dop) meermaals met het te onderzoeken water. b. Vul nu beide flesjes met 5 ml (m.b.v. het spuitje) met het te onderzoeken water. Je voert met één van de beide flesjes de proef uit. De andere is voor het kleurvergelijk. c. nu 1 spatel (kleine witte staafje) NITRAT TEST REAGENS toe voegen in het flesje en goed mengen d. wacht 5 minuut en vergelijk de kleur in het flesje met de kleuren van de bijgesloten kleurenkaart Nitrat. e. noteer het nitraatgehalte (in mg/L) in verzameltabel.
Proef 5, Nitrietgehalte: a. Spoel beide glazen flesjes (met witte dop) meermaals met het te onderzoeken water. b. Vul nu beide flesjes met 5 ml (m.b.v. het spuitje) met het te onderzoeken water. Je voert met één van de beide flesjes de proef uit. De andere is voor het kleurvergelijk. c. Doe nu 5 druppels REAGENS 1 NITRIT TEST in één van de beide flesjes en meng dit goed. d. nu 1 spatel (kleine witte staafje) REAGENS 2 NITRIT TEST toe voegen in het flesje en opnieuw goed mengen. e. wacht 1 minuut en vergelijk de kleur in het flesje met de kleuren van de bijgesloten kleurenkaart Nirtit. f. noteer het nitrietgehalte (in mg/L) in verzameltabel.
Proef 6, De hardheidbepaling: a. spoel een maatcilinder zorgvuldig uit met het watermonster en vul het met 5 ml water. b. voeg 3 druppels REAGENS 1 (Gesamthärte) toe en meng deze met het watermonster. Bij de aanwezigheid van kalk zal het monster rood kleuren. c. draai nu de deksel van de fles REAGENS 2 (Gesamthärte) en vul het titratiepipet tot aan 0 DH-merklijn (er staat ook mmol/L. Deze maatgeving niet gebruiken). d. haal nu het pipet uit het flesje en zorg dat de druppel die eraan hangt afgestreken wordt aan de binnenkant van de rand. e. laat de titreervloeistof DRUPPEL VOOR DRUPPEL in de maatcilinder lopen. Zorg ervoor dat je continu de maatcilinder ronddraait. Ga net zolang door totdat de kleur van het water van rood tot blauw- groen omslaat. f. lees nu de hardheid af in graden dH (Deutsche Einheitsverfahren). Zie onderstaande afbeelding. g. spuit de overtollige titratievloeistof terug in de daarvoor bestemde fles (reagens 2). h. noteer de hardheid (in DH) in tabel in verzameltabel.
Proef 7, De fosfaatgehalte: a. maatcilinder meermaals met het te onderzoeken water spoelen. b. Vul nu de maatcilinder tot aan de rode maatstreep met het te onderzoeken water. c. 5 druppels Phosphat-Test REAGENS 1 toevoegen, dopje erop en goed mengen. d. nu 1 spatel (kleine witte staafje) Phosphat-Test REAGENS 2 toe voegen en opnieuw goed mengen. e. Wacht 2 minuten en vergelijk de kleur in de maatcilinder met de kleuren van de bijgesloten kleurenkaart. f. noteer de concentratie fosfaat in mg/L in verzameltabel.
Proef 8, Sulfidegehalte: 1. Scheur een strookje loodacetaatpapier af. 2. Doop ongeveer de helft van het strookje in het watermonster en lees na 1 minuut af. 3. Als er sulfide aanwezig is verkleurt het indicatorpapier grijsachtig/zwart naargelang de hoogt van de sulfide concentratie. 4. Vergelijk het strookje met een ongebruikt indicatorstrookje. 5. Hoe hoger de concentratie des te donkerder de verkleuring op het indicatorpapier. 6. Noteer de uitslag van het sulfide onderzoek in verzameltabel.
Proef 9, Sulfaatgehalte: 1. Steeds alleen het noodzakelijke aantal teststaafjes ontnemen. De verpakking daarna onmiddellijk weer stevig sluiten. De testvelden niet met de vingers aanraken. 2. Teststaafjes met alle testvelden slechts 1 seconde in het watermonster dompelen. 3. Na 2 minuten het kleurmonster van de testvelden met de kleuren-schaal van het flesje vergelijken. 4. Noteer het sulfaatgehalte in mg/L in verzameltabel.
Proef 10, Chloridegehalte: 1. Testbuisje meermalen met het watermonster uitspoelen,dan tot de ringmarkering vullen. 2. 1 druppel indicator CL 500 toevoegen,door het buisje heen en weer te bewegen mengen.Het monster wordt blauw. Indien het monster na toevoeging van de indicator geel wordt, net zo lang(druppelsgewijs) natronloog(ca 10%) toevoegen tot de oplossing blauw geworden is. 3. Salpeterzuur titreren tot de oplossing geel wordt. Na iedere druppel schudden. Meestal is een druppel voldoende. 4. Druppelpunt op titratiespuit zetten. Plunjer naar beneden drukken, de spuit in titratieoplossing TL CL 500 dompelen en de plunjer langzaam optrekken tot de onderkant van de zwarte o-ring met de spuitgraduatie o overeenkomt. Het luchtkussentje onder de o-ring stoort de analyse niet. 5. Toevoeging van de titratieoplossing: Wij adviseren de titratiespuit in de linker en het testbuisje in de rechter hand te nemen(zie schets) en tijdens het licht heen en weer bewegen van het buisje druppelgewijs de titratieoplossing toe te voegen tot de gele kleur van de olossing verandert in violet. Chloridegehalte in mg/l aan de onderkant van de o-ring op de spuit aflezen. De kleurverandering is tegen een lichte achtergrond goed te volgen(bv een wit vel papier) Indien de eerst spuitvulling niet voldoende is om de kleurverandering te realiseren (gehalte groter dan 500mg/l Cl ¯) vult men de spuit opnieuw met de titratieoplossing TL CL 500 en titreert tot de kleurverandering gerealiseers is(zoals boven aangegeven). Chloride gehalte aflezen en bij de oorspronkelijk gevonden waarde 500 mg/l Cl¯ optellen. Testbuisje onmiddellijk met water uitspoelen! De methode kan ook gebruikt worden voor de analyse van zeewater na verdunning (1:50) 6. spuit de overtollige titratievloeistof terug in de daarvoor bestemde fles (TL CL 500). 7.Noteer het chloridegehalte (in mg/L) in de verzameltabel.
Soort bepaling:
Waarde:
Temperatuur(ºC) Zuurstof (O2 in mg/L) Zuurgraad (pH) Ammonium (NH4+ in mg/L) Nitraat (NO3- in mg/L) Nitriet (NO2- in mg/L) Hardheid (DH) Calcium (Ca2+ in mmol/L) Zuurbindend vermogen Fosfaat (PO43- in mg/L) Sulfide (S2-) pos. of neg. Sulfaat (SO42- in mg/L) Chloride (Cl- in mg/L)
13 ºC 7,5 mg/L 5,7 pH 0,4 mg/L 10 mg/L 0,3 mg/L 14 ºd 2,4 mmol/L 4,8 = >1,5 = vruchtbaar 1,5 mg/L Negatief <200 mg/L 53 mg/L
Waarneming: Proef 1, Zuurstofbepaling: Testwater+ 5 druppels reagens 1 (Sauerstoff)+ door 5 druppels reagens 2 (Sauerstoff). Geel testwater+ 10 druppels reagens 3 (Sauerstoff). Testwater+ reagens 4 (Sauerstoff). Testwater + druppel voor druppel reagens 5 (Saurstoff).
Waarneming: Het testwater wordt geel. Testwater wordt beetje oranje. Testwater wordt blauw/violet. Testwater wordt kleurloos. Zuurstofgehalte: 7,5 mg/L.
Proef 2, De zuurgraad (pH): Teststrookje in 10 ml testwater.
Waarneming: Teststrookje verkleurt.. Zuurgraad: 5,7 pH.
Proef 3, Ammoniumgehalte: 5 ml testwater+ 12 druppels REAGENS 1 AMMONIUM+ 1 spatel REAGENS 2 AMMONIUM+ 4 druppels REAGENS 3 AMMONIUM Testwater vergelijken met kleurenkaart Ammonium
Waarneming: Testwater verkleurd.
Ammonium: 0,4 mg/L.
Proef 4, Nitraatgehalte: 5 ml testwater+ 1 spatel NITRAT TEST REAGENS. Testwater vergelijken met kleurenkaart Nitrat.
Waarneming: Testwater verkleurd. Nitraat: 10 mg/L.
Proef 5, Nitrietgehalte: 5 ml testwater+ 5 druppels REAGENS 1 NITRIT TEST+ 1 spatel REAGENS 2 NITRIT TEST. Testwater vergelijken met kleurenkaart Nirtit
Waarneming: Testwater verkleurd. Nitriet: 0,3 mg/L.
Proef 6, De hardheidbepaling: 5 ml testwater+ 3 druppels REAGENS 1 (Gesamthärte). Rood testwater+ druppel voor druppel REAGENS 2 (Gesamthärte).
Waarneming: Testwater wordt rood. Testwater wordt blauw/groen. Hardheid: 14 DH.
Proef 7, De fosfaatgehalte: 5 ml testwater+ 5 druppels Phosphat-Test REAGENS 1+ 1 spatel Phosphat-Test REAGENS 2. Testwater vergelijken met kleurenkaart.
Waarneming: Testwater verkleurd Fosfaat: 1,5 mg/L.
Proef 8, Sulfidegehalte: Strookje loodacetaatpapier in testwater dopen.
Waarneming: Het strookje verkleurd niet. Sulfide: negatief.
Proef 9, Sulfaatgehalte: Teststaafje in testwater dopen. Teststaafje vergelijken met de kleurschaal van het flesje.
Waarneming: Teststaafje verkleurd. Sulfaatgehalte: <200 mg/L.
Proef 10, Chloridegehalte: Waarneming: Testwater wordt geel.
Testwater+ 1 druppel indicator CL 500. Geel testwater + druppel voor Testwater wordt blauw. druppel natronloog(ca 10%). Blauw testwater+ Salpeterzuur Testwater wordt weer geel. Geel testwater+ druppel voor druppel Testwater wordt violet. titratieoplossing TL CL 500. Chloridegehalte: 53 mg/L.
Chemisch gezien is het water van de Dinkel bij het Singraven schoon, want er zit voldoende zuurstof in, dat weet je omdat er allemaal dieren en planten in het water zit.
Wij vonden dat het leuke proeven waren. Het was allemaal duidelijk wat je moest doen en welke materialen je moest gebruiken, alleen bij proef 10, Chloridegehalte was het vanaf punt 4 een beetje onduidelijk, want wij dachten dat je de stof uit de maatcilinder met testwater en 1 druppel indicator CL 500 moest halen.
Sevgi Eline Leonie
Materialen. Tekeningen Gescand. Verslag gemaakt.