Klokkenlaan 2 5231 BA ’s Hertogenbosch 073 6417465 073 6441668
[email protected] www.mytylschool-gabriel.nl
productontwikkeling in het kader van het Equal2 project
Mytylschool Gabriël
Equal 2 op Mytylschool Gabriël Inleiding Mytylschool Gabriël in Den Bosch heeft deelgenomen aan Equal 2 met als doel de arbeidstoeleiding binnen de school verder te versterken en uit te bouwen. De trajectbegeleiders arbeid begeleiden alle leerlingen van school naar een vervolg dagbesteding. In de meeste gevallen betreft het een begeleiding van de overgang van school naar werk. Vaak gaat het om onbetaald werk in een activiteitencentrum, maar regelmatig vinden leerlingen ook een betaalde baan of vervolgen leerlingen hun schoolse loopbaan binnen een ROC. Volgens de methode van Begeleid Werken zoekt de trajectbegeleider met de leerling de meeste geschikte weg voor een vervolg. Tot nu toe is de school vooral actief geweest op toeleiding naar werk. De school is evenwel van mening dat we niet alleen naar ‘werken’ moeten kijken, maar ook de gebieden ‘wonen’ en ‘vrije tijd’ erbij moeten betrekken, vanuit het uitgangspunt dat alleen vanuit een samenhang van de drie levensgebieden een succesvol vervolg na school mogelijk is. Binnen het Equal 2 project willen we hierop inzetten. Daarbij hebben we ervoor gekozen ons te richten op de onderdelen ‘Loopbaancentrum’ en ‘Leerlijnen’. Dit wordt later verder beschreven. Korte beschrijving van Mytylschool Gabriël De leerlingen zijn op mytylschool Gabriël verdeeld in vier clusters, pleinen genaamd (de aangegeven leeftijden gelden als richtlijn: hiervan kán afgeweken worden): - Kleuters: 3 tot 6 jaar - Blauwe Plein: 6 tot 10 jaar - Rode Plein: 10 tot 14 jaar - VSO: 14 tot 20 jaar Ieder plein bestaat uit een vier tot zes basisgroepen. De criteria voor de indeling van de basisgroepen zijn onder meer: leeftijd, belevingswereld, ontwikkelingsmogelijkheden van het kind, heterogeniteit en fysieke belastbaarheid van de groep. We stemmen het onderwijs af op de ontwikkeling en fysieke belastbaarheid van het kind. De afstemming tussen alle betrokkenen rondom een leerling vindt plaats volgens het principe Eén Kind, Eén Plan (EKEP), waarin het onderwijs en de zorg op een voor het kind logische wijze worden geïntegreerd. Binnen een plein zijn de leerlingen qua niveau verdeeld in 3 leerwegen, ook wel stromen genoemd (waarbij de aangegeven niveaus als richtlijn fungeren): - Stroom 1: MCG (IQ < 35) - Stroom 2: ZML (IQ 35-70) - Stroom 3: SO (IQ > 70) We plannen en volgen in het leerlingvolgsysteem LVS2000. Hierin staan doelen voor de korte (6-8 weken) en lange (1 jaar) termijn weergegeven. A.d.h.v. deze doelen worden de leerlingen door het jaar heen gevolgd en besproken. Overlegmomenten, waarbij activiteitenplannen worden opgesteld of geëvalueerd (zowel per discipline als interdisciplinair), hebben binnen school een belangrijke plaats. De ontwikkeling leggen we vast in een jaarlijks geïntegreerd verslag voor de ouders: het leerlingplanverslag. Halverwege wordt de tussenstand opgenomen en besproken middels het evaluatieverslag. Daarnaast krijgen de kinderen tweemaal per jaar een eigen woordrapport mee naar huis. Het VSO op mytylschool Gabriël Binnen het VSO zijn de leerlingen verdeeld in beperkt heterogeen samengestelde basisgroepen, wat inhoudt dat de leerlingen verdeeld zijn in drie niveaus; de MG-leerlingen (stroom/leerweg 1), de ZMLleerlingen (stroom/leerweg 2) en de Basisvorming/VMBO-leerlingen (stroom/leerweg 3). In schooljaar 2007-2008 is de verdeling: 1 MCG-groep, 4 ZML-groepen en 2 Bavo-/VMBO-groepen.
Loopbaancentrum en leerlijnen
2
Mytylschool Gabriël
Het onderwijs is in grote lijnen opgebouwd uit schoolse vaardigheden (o.a. Nederlandse taal, Engels, Rekenen/Wiskunde) en praktische vaardigheden (o.a. Huishoudkunde, Techniek, Plant- en Dierkunde). Gedurende de VSO-periode komt de nadruk steeds meer te liggen op het toepassen van de geleerde vaardigheden binnen werksituaties. Hiervoor is de opbouw als volgt: - Praktische vaardigheden, oftewel Praktijkvakken Bij de praktijkvakken maakt de leerling kennis met het vakgebied en leert hij/zij de verschillende basisvaardigheden. Bij het bepalen van het vervolgaanbod voor praktijkvakken gaan we uit van de mogelijkheden en interesses van de leerling. - Praktijktraining Praktijktraining wordt individueel of in kleine groepjes aangeboden. Bij Praktijktraining voert de leerling kortdurende taken uit, zoals papier versnipperen, kopiëren en zwerfvuil verwijderen. Begeleiding vindt plaats door een personeelslid van de afdeling VSO. Dit hoeft dus niet persé een leerkracht te zijn, maar deze is en blijft wel verantwoordelijk voor de gang van zaken. - Interne stage De interne stage is gericht op de arbeidshouding, handelingsvaardigheden staan op de tweede plaats. De stages (van een of twee dagdelen per week) vinden plaats bij de ondersteunende diensten van school: conciërge, systeembeheer, huishoudelijke dienst en administratie. - Externe stage De externe stage is een stagevorm buiten school, maar wel door de school begeleid. Deze stagevorm is in eerste instantie gericht op de arbeidshouding, maar handelingsvaardigheden worden in de loop van de tijd steeds belangrijker. De leerwegen binnen het VSO Er is sprake van drie leerwegen. Deze worden hier kort beschreven; verder uitwerking ervan is te vinden in de documenten ‘Traject leerweg 1 MSG’, ‘Traject leerweg 2 MSG’ en ‘Traject leerweg 3 MSG’. •
Leerweg 1: gericht op algemene vorming, beschermd werken, beschermd wonen en vrijetijdsbesteding Centraal binnen deze leerweg staat de directe belevingswereld van de leerlingen, die veelal bestaat uit de mensen en omgeving om hen heen. Voor deze leerlingen is het lesprogramma gericht op het vergroten van hun maatschappelijke en sociale redzaamheid binnen de genoemde leefwereld. Een veilige, sfeervolle en overzichtelijke omgeving zijn randvoorwaarden om aan die leerdoelen te kunnen voldoen. Het merendeel van deze leerlingen zal na zijn/haar schoolloopbaan een vorm van dagbesteding vinden op een activiteitencentrum. In de jaren op het VSO zal het programma in het teken staan van de uiteindelijke overstap naar het activiteitencentrum. •
Leerweg 2: gericht op algemene vorming, werk(voorziening) en (zelfstandig) wonen en vrijetijdsbesteding Bij deze leerweg staat de verruiming van de leefwereld binnen de grenzen van de individuele mogelijkheden centraal. Het lesprogramma is gericht op het uitbreiden van de algemene vorming, waarbij het accent ligt op een praktische uitvoering volgens het principe "leren door doen". De definitieve toekomstige dagbesteding is nog niet vastomlijnd. De mogelijkheden op het gebied van werken, wonen en vrije tijdsbesteding moeten nader onderzocht worden. Het lesprogramma geeft deze leerlingen de gelegenheid geven om die gebieden te exploreren. Alle leerlingen uit deze leerweg gaan uiteindelijk werken, al dan niet betaald. Het varieert van werken met behoud van uitkering in een activiteitencentrum tot werken binnen een sociale werkvoorziening, in een enkel geval binnen een regulier bedrijf. •
Leerweg 3: gericht op theoretische vorming/vervolgonderwijs, werken, (zelfstandig) wonen en vrijetijdsbesteding Binnen deze leerweg staat het uitbreiden van theoretische en praktische vaardigheden centraal. Soms ligt het behalen van einddoelen op VMBO-niveau binnen de mogelijkheden van de leerlingen. Een voortgezette beroepsopleiding (bijvoorbeeld in het middelbaar beroepsonderwijs) kan een vervolg zijn. Deze leerlingen zijn veelal in staat om te werken binnen een sociale werkvoorziening en in sommige gevallen in het vrije bedrijf. De fysieke mogelijkheden en beperkingen zijn medebepalend voor een mogelijk vervolg op de arbeidsmarkt.
Loopbaancentrum en leerlijnen
3
Mytylschool Gabriël
Loopbaancentrum en de leerlijnen Het project Equal 2 heeft binnen mytylschool Gabriël de werknaam ‘Loopbaancentrum en Leerlijnen’ meegekregen. Dit zijn de onderdelen die we verder specifiek willen vormgeven. Op het gebied van het onderdeel ‘Loopbaancentrum’ willen we naast een verdieping van onze inspanningen naar werk meer aandacht schenken aan wonen en vrije tijd. Samen met ouders en leerling gaan we inventariseren wat de wensen zijn op het gebied van wonen en vrije tijd en bekijken we welke actie we hierop kunnen ondernemen. Hiervoor hebben we de opzet voor de verschillende leerwegen binnen het VSO verder uitgewerkt en geconcretiseerd, zodat sprake is van een heldere, eenduidige lijn en werkwijze. Op het gebied van ‘Leerlijnen’ is de school al een aantal jaren actief. Daarbij blijkt dat de specifieke invulling daarvan binnen de afdeling VSO, met name richting wonen, werken en vrije tijd, tekort schiet. Er is teveel sprake van los van elkaar staande componenten vanuit verschillende hoeken en te weinig van een coherent geheel, gericht op de ontwikkeling van de leerling richting de naschoolse periode. We willen dit gehele traject helder en eenduidig kunnen vormgeven, waarbij voor iedere betrokkene duidelijk is wat zijn/haar rol is én met wie de communicatie daarover moet plaatsvinden. Dit houdt verregaande samenwerking en afstemming in binnen alle AT-gerichte activiteiten (OAB, Praktijkvakken, Praktijktraining, Interne en Externe stage), zowel in de praktische uitvoering als in de theoretische voorbereiding en evaluatie daarvan. Het vormt daarmee de basis voor het loopbaancentrum. Melba Vanuit de voorgaande gedachten is de school op zoek geweest naar een geschikt instrument voor analyse van werkzaamheden en van de leerling tijdens het uitvoeren van werkzaamheden. Het instrument zou ook inpasbaar moeten zijn in het door de school gebruikt leerlingvolgsysteem. In dat kader hebben we ons georiënteerd op de mogelijkheden van Melba en hebben we de bijbehorende cursus gevolgd. Wat is Melba? (Het gebruik van) Melba is een hulpmiddel bij de begeleiding van de leerlingen op weg naar werk en een zinvolle invulling van de naschoolse dagbesteding. Melba analyseert de arbeidscapaciteiten van de leerling (persoonsprofiel) tijdens de uitvoering van werkzaamheden en geeft tevens een gewenste ontwikkeling aan. Daarnaast is het mogelijk m.b.v. Melba een functieprofiel van een taak/werkzaamheid te maken. Door matching van beide is af te lezen wat de geschiktheid van de leerling voor de taak is, welke discrepanties er zijn en waar de ontwikkelingsnoodzaak ligt. In theorie zijn dan de volgende uitkomsten en vervolgmogelijkheden mogelijk: - De leerling is geschikt voor de taak. - De leerling is ´overgeschikt´ voor de taak; de taak is te makkelijk voor de leerling. - De leerling is pas geschikt voor de taak als hij/zij zich verder ontwikkelt in door Melba aangegeven items. - De leerling is niet geschikt voor de taak en verdere ontwikkeling tot geschiktheid is niet haalbaar. Melba concretiseert gedragskenmerken in relatie tot werk, hetgeen de begeleider in staat stelt geschikte begeleidingsaspecten te kiezen. Voor de leerling en de ouders is Melba verhelderend voor het zelfbeeld en de te volgen ontwikkelingsroute. Binnen school biedt Melba de gelegenheid tot gerichte, functionele samenwerking tussen de verschillende disciplines, met name onderwijs en therapie. Implementatie Melba De volgende stap is het onderzoeken hoe we de principes van Melba binnen de werkwijze van de school kunnen integreren. Hiervoor is een stappenplan opgesteld. De implementatie van Melba vindt gefaseerd en geproportioneerd plaats. De overwegingen daarbij zijn dat het niet haalbaar is al het VSO personeel de volledige Melba cursus te laten volgen (en dus Melba gecertificeerd te laten zijn). We willen een deel van het VSO personeel – dat met de begeleiding van de praktijktraining te maken heeft- een verkorte cursus laten volgen en onder supervisie met Melba laten werken. Die supervisie ligt bij diegenen, die Melba-gecertificeerd zijn; dit zijn personen in aansturende functies.
Loopbaancentrum en leerlijnen
4
Mytylschool Gabriël
Het lijkt niet werkbaar voor het begeleidend personeel om vanaf de start (in de fase van de praktijktraining) alle (29) Melba items te hanteren. We hebben 10 items gekenmerkt als ‘basisitem’; dit zijn items, die in eerste instantie direct relevant zijn. Het scoren van deze items vindt plaats bij de start van een praktijktrainingstaak en verder na iedere 10 weken. Hiervoor is een ‘Begeleidingsblad Praktijktraining’ opgesteld. Het plan is om vanaf de fase van de interne stage het aantal Melba-items uit te breiden, om uiteindelijk alle items in te zetten, voor zover voor de betreffende leerling relevant. Op dat moment wordt de leerling dus middels Melba gevolgd. Overige doelen vanuit de oorspronkelijke leerlijn worden dan alleen nog maar gescoord, indien de leerling hierbinnen een specifiek ontwikkelpunt heeft. OAB en Intervisie OAB (Oriëntatie op Arbeid en Beroep): de leerlingen nemen hierbij kennis van de stage- en arbeidsmogelijkheden en de inhoud van de verschillende werkvelden, ze leren welke arbeidshouding en -voorwaarden van belang zijn en we bekijken voor welke richting de leerling interesse heeft. Bij OAB maken we o.a. gebruik van de methode ‘Aan het werk’. Intervisie: leerlingen die stage lopen nemen wekelijks deel aan de groepsintervisie waarbij de stageervaringen met elkaar gedeeld en besproken worden. De bedoeling is dat leerlingen elkaar waar nodig adviseren en bekritiseren. Dit gebeurt onder leiding van een gespreksbegeleider. De stand van zaken (tot en met schooljaar 2006-2007) is dat zowel OAB als Intervisie verzorgd worden door de trajectbegeleider arbeid. Vanaf schooljaar 2007-2008 willen we beide in handen geven van de leerkracht als centraal punt binnen (het volgen van) de ontwikkeling van de leerling. De trajectbegeleider ondersteunt daarbij. Tenslotte De onderdelen ‘Loopbaancentrum’ en ‘Leerlijnen’ grijpen in elkaar. We gebruiken de gewenste opzet van ons loopbaancentrum bij de plaatsbepaling van Melba daarbinnen. Andersom hanteren we de inhoud van Melba (de leerlijnen) bij het volgen van de leerlingen binnen het loopbaancentrum. Op het moment van schrijven (einde schooljaar 2006-2007) zijn we als school volop bezig met de verdere ontwikkeling, voorbereiding en afstemming van de verschillende onderdelen, gericht op implementatie in schooljaar 2007-2008. We kunnen dan ook niet spreken van een afgerond traject; met name de implementatie van de werkwijze binnen de school zal nog veel werk en tijd kosten. Daarbij horen ook de tussentijdse evaluaties, inclusief mogelijke bijstellingen van het traject. Het doel, het komen tot een volwaardig loopbaancentrum, blijft daarbij overeind.
Loopbaancentrum en leerlijnen
5
Mytylschool Gabriël
Het traject Arbeidstoeleiding in schema (aanvangsmomenten zijn richtlijnen) 1. Schoolse vaardigheden (Rode Plein, doorlopend op het VSO); 2. Van Schoolse vaardigheden naar functionele vaardigheden (eind Rode Plein, VSO); 3. Praktijkvakken (start VSO); e Opstellen 1 persoonsprofiel Melba 4. Praktijktraining (VSO, vanaf jaar 3); Assessment (vanuit het Geïntegreerd verslag, inclusief Persoonsprofiel) 5. Interne stage (VSO, vanaf jaar 4); 6. Externe stage (VSO, vanaf jaar 5/6); 7. Einde schoolloopbaan: plaatsing op de werkplek.
Willen
Kunnen
Leeftijd
externe partijen
18-20 Uitstroomrichtingen: Activiteitencentra SW bedrijven Bedrijven ROC’s
W ERK Minder hulp en begeleiding, grotere verantwoordelijkheid ARBEIDSVOORBEREIDENDE STAGE in de gewenste branche ARBEIDSORIËNTERENDE STAGE in de gewenste sector
SiW UWV’s CWI’s CIZ
I N T E R V I S I E
INTERNE STAGE
Symbioseonderwijs Tolbrug MEE
TRAJECTPLAN + gesprek met ouders ASSESSMENT
GEÏNTEGREERD VERSLAG + gesprek met ouders Van schoolse vaardigheden naar FUNTIONELE VAARDIGHEDEN incl. praktijkvakken en OAB
14-16
P R A K T I J T R A I N I N G
ONDERWIJS in SCHOOLSE VAARDIGHEDEN veel hulp, geringe verantwoordelijkheid, directe begeleiding
<14
Willen
Loopbaancentrum en leerlijnen
Kunnen
6
Mytylschool Gabriël