Museum voor Religieuze Kunst - Uden
Lesbrief | Er was eens…de vliegende vis van Jeroen Bosch
Docentenhandleiding Doelgroep: Vakgebied: Deelgebied: Thema: Tijdsduur: Benodigdheden:
Leerlingen uit de groepen 5-6, 8 tot 9 jaar Drama & kunstgeschiedenis Interactieve vertelvoorstelling (theater) De Vliegende Vis van Jeroen Bosch Afhankelijk van de les Afbeeldingen van de vreemde wezens van Jeroen Bosch
Belangrijk vooraf: Deze lesbrief is bedoeld als ondersteunend en voorbereidend materiaal ten behoeve van de interactieve vertelvoorstelling “Er was eens…de vliegende vis van Jeroen Bosch”. Dit betekent dat de gegeven informatie in deze lesbrief een handreiking is. Het staat de docent vrij, zelf een keuze te maken uit de stof die hij/zij wil behandelen en deze waar nodig te vertalen naar de eigen groep. Deelname aan tekenopdracht 2 is zeer wenselijk, omdat de tekeningen deel gaan uitmaken van het decor (dus ook graag meenemen naar de voorstelling)
Deel I. Informatie over het project
Doelstelling kennismaken met drama / historievertelling kennismaken met de wereld van Jeroen Bosch en de betekenis ervan voor onze cultuur realisatie kerndoelen kunstzinnige oriëntatie (zie p.2) Introductie In 2016 is het 500 jaar geleden dat Jeroen Bosch overleed. De schilder wordt geëerd met een expositie in het Noord-Brabants Museum en tal van andere initiatieven en exposities in Brabant. Voor het MRK maken Marc Mulders, Piet Hein Eek e.a. de expositie Topografie van een natte wereld over hemelse visioenen en aardse driften ( september- november 2016). Voorafgaand hieraan organiseert het MRK het educatief project De vis van Jeroen Bosch . In de wereld van Jeroen Bosch ziet de vis er vreemd uit en vliegt net zo gemakkelijk door de lucht als dat hij zwemt in het water. Met de vis gaan wij dan ook de wereld van Jeroen Bosch binnen. Door zijn werk goed te bekijken, door ons te verkleden en te spelen laten wij ons in deze wereld opzuigen. De voorstelling De kinderen bezoeken de interactieve vertelvoorstelling ‘Er was eens…de vliegende vis van Jeroen Bosch’. Ze maken kennis met de kleine Jeroen Bosch, net 14 jaar, die van een sloepje op de Binnendieze in Den Bosch zijn geheime schuilplaats heeft gemaakt. Dobberend in zijn sloepje verschijnt er een vis aan het wateroppervlak. De vis vertelt Jeroen, dat hij zo graag zou leren vliegen! Misschien kan Jeroen hem helpen? In zijn zoektocht naar het antwoord ontmoet Jeroen allerlei vreemde figuren die op en om de Binnendieze wonen, de catacomben van Den Bosch. De kinderen zullen met hun zelfgemaakte attributen en hoofddeksels deze rare wezens spelen, en zo Jeroen op het goede spoor zetten…. Of juist niet?
Museum voor Religieuze Kunst - Uden Locatie Van half februari tot juni 2016 is het Museum gesloten vanwege verbouw- en herinrichtingswerkzaamheden. De voorstelling vindt daarom elders plaats: in het voormalig postkantoor, naast de bibliotheek en Stichting C, een ruimte die momenteel gebruikt wordt door STUK (Stichting Udense Kunstenaars). Een aantal leden van deze groep is bij het project betrokken, zij verzorgen mede de inrichting, het decor van de ruimte, die wordt omgetoverd tot de wereld van Jeroen Bosch.
Museum voor Religieuze Kunst - Uden
Deel II. Voorbereiding in de klas Lesdoel De leerlingen maken kennis met het leven, werk en denken van de laatmiddeleeuwse schilder Jeroen Bosch. Ze leren over zijn schilderstijl en oefenen met het interpreteren van (één van) zijn schilderijen. Daarnaast laten zij zich door de wondere schepsels van Jeroen Bosch inspireren tot het maken van een eigen attribuut dat ze presenteren voor de klas en meenemen naar de vertelvoorstelling van het MRK “Er was eens…de vliegende vis van Jeroen Bosch”. Na afloop wordt er onder leiding van de docent gereflecteerd en geëvalueerd.
Lesverloop - Kijken & luisteren - Onderzoeken, analyseren, interpreteren - Produceren en presenteren - Reflecteren & evalueren Vooraf: Gebruik onderstaande informatie (of een deel daarvan) om te vertellen over het leven en werk van Jeroen Bosch. Religie speelde een grote rol in het leven en werk van de schilder, maar dat hoeft niet benadrukt te worden. Waar nodig, omschrijf religieuze termen anders, op een voor jouw groep toegankelijke manier. ‘Zonden’ kunnen bijvoorbeeld ‘slechte eigenschappen’ zijn. Introductie door de docent - Maak een tijdlijn en geef daarin aan wanneer Jeroen Bosch leefde (1450 – 1516) - Informatie over het leven van Jeroen Bosch en zijn leefwereld: Zijn echte naam was Jheronimus van Aken, al tijdens zijn leven was hij al een beroemd schilder en bekend buiten zijn woonplaats ’s-Hertogenbosch. Waarschijnlijk noemde hij zich daarom later Jheronimus Bosch. Hij trouwde met Aleid van de Meervenne, ze kregen geen kinderen. Hij kwam uit een schilders familie. Zijn vader, opa en broers waren ook schilder en ze hadden een familieatelier midden in Den Bosch. Hij was erg religieus, dat is zichtbaar in zijn schilderingen; veel heiligen en bijbelse voorstellingen. In die tijd konden de meeste mensen niet lezen, schilderingen waren vooral ook bedoeld om mensen te informeren en te waarschuwen; als je slechte dingen deed zou je na je dood naar de hel gaan! Als je je goed had gedragen ging je naar de hemel. Hij schilderde vaak de misstanden die hij om zich heen zag en die onfatsoenlijk waren in die tijd. Dit om de mensen te waarschuwen voor hun slechte gedrag. Daarom schilderde hij ook veel demonen en vreemde wezens. Zijn schilderingen waren heel symbolisch, alles had een diepere betekenis! - Informatie over zijn werk: JB leefde tijdens de overgang van de middeleeuwen naar de ‘renaissance’ (‘wedergeboorte’ van de klassieke kunsten uit de Griekse en Romeinse oudheid). Dat zag je terug in zijn schilderstijl. Wel veel religieuze thema’s als in de middeleeuwen, maar ook meer aandacht voor natuur, landschap, kleur en dieptewerking.
Museum voor Religieuze Kunst - Uden JB schilderde voornamelijk drieluiken op hout (de buitenste luiken konden dichtgeklapt worden). Hij schilderde met olieverf. Tubes bestonden nog niet, dus de verf moest hij zelf mengen. Belangrijkste kenmerk van Jeroen Bosch: zijn originele vondsten, rare fantasievolle wezens waarmee hij de mensen van zijn tijd een spiegel voor hield, waarschuwde en voor de gek hield. Zoek op internet een afbeelding van het drieluik ‘Het laatste oordeel’ (met de vliegende vis) en laat deze zien
'Het laatste oordeel’, navolger Jeroen Bosch, ca. 1560, Museum voor Religieuze Kunst
-
Wat zien we op het schilderij? Wat zou dat kunnen betekenen? En zou een diepgelovig middeleeuwse mens daar hetzelfde of anders over denken? Samen kenmerken bespreken
Zoek op internet enkele afbeeldingen van de wezens van Bosch en laat deze zien (zoek op titel)
Het Heremietendrieluik, Venetië, Gallerie dell’Accademia
De Temptatie van Antonius, Lissabon, Museu Nacional de Arte Antiga
Museum voor Religieuze Kunst - Uden
De Temptatie van Antonius, Lissabon, Museu Nacional de Arte Antiga
De Temptatie van Antonius, middenpaneel, Lissabon, Museu Nacional de Arte Antiga
Uitleg over de vreemde wezens en wat ze zouden kunnen betekenen: - Titels van de betreffende schilderijen (zie bijschrift) De titels zijn later bedacht! Misschien heette ze wel anders toen JB ze net geschilderd had. - Wat voor vreemde schepsels zijn dit? Wat zie je? (analyseren) Wat zou dat kunnen betekenen? (interpreteren) En zou een diepgelovig middeleeuwse mens daar hetzelfde of anders over denken? Samen bespreken
Raad je plaatje!
De 7 hoofdzonden, tafelblad, Madrid, Museo del Prado
Vooraf: Het is een raad-je-plaatje, Jeroen Bosch heeft (voor die tijd) slechte eigenschappen afgebeeld. Welke zie je? Een speelse manier om kennis te maken met zijn werk. Dit is een tafelblad geschilderd door Jeroen Bosch of een navolger van hem. Het heet ‘De 7 zonden’. - Wat betekent ‘zonden’? Wat zijn dat?
Museum voor Religieuze Kunst - Uden Samen bespreken Onderzoek opdracht voor de klas: Hieronder zien jullie vijf van de zeven zonden (slechte eigenschappen). Kijk goed naar de afbeelding en zoek er de juiste zonde bij. Je kunt kiezen uit de volgende zonden: -
Woede Hebzucht Vraatzucht Luiheid IJdelheid (hoogmoed)
Samen nabespreken: - Wat zie je? (analyseren) Wat zou dat kunnen betekenen? (interpreteren) Bij welke zonde past dat?
Museum voor Religieuze Kunst - Uden
Produceren en presenteren Vooraf: Onderstaande opdrachten kunnen individueel of in groepjes worden uitgevoerd. De docent kan de leerlingen de opdracht geven die het beste bij hem/haar past. Zorg dat in groepsverband ieder kind een andere taak heeft. Ze kunnen dan bij de spelopdracht als team achter een marktkraam staan en één voor één ook de markt bezoeken. De opdrachten zijn niet verplicht. Het biedt de leerlingen verdieping vanuit de verbeelding. Tekenopdracht 2 is wel wenselijk. Graag de tekeningen meenemen naar de voorstelling, deze worden aan het decor toegevoegd. Tekenopdracht: Verzin een Jeroen Bosch personage dat er net zo gek uit ziet als de andere figuurtjes. Hij heeft dus iets geks, een rare snavel, een rare staart, takken als haren, rare flaporen, een gezicht met alleen een mond, zonder neus en ogen etc! Deze tekening is bedoeld als personage ontwikkeling. Deze kan in de klas opgehangen worden. 1. Maak hiervan een tekening 2. Bedenk nu of het een vriendelijk personage is, of misschien een slechterik 3. Bedenk een naam voor je personage Tekenopdracht 2: Graag deze opdracht uitvoeren en meenemen naar de voorstelling Naar het prentenboek Vrolijk van Mies van Hout. Laat het prentenboek zien. Voor alle leerlingen individueel: Teken jouw eigen Vis van Jeroen Bosch met een emotie (wasco op papier). Knip hem uit, schrijf je naam op de achterkant en neem jouw vis mee naar de voorstelling! Beeldende opdracht: 1. Kies een hoofddeksel of attribuut voor jouw personage en knutsel dat in de klas. Gebruik dit attribuut bij de volgende spelopdracht en neem het ook mee naar de voorstelling. (In groepsverband, knutsel attribuut of hoofddeksel voor alle kinderen in je groepje, ieder neemt eigen attribuut mee naar de voorstelling) Spelopdracht: 1. Bedenk nu (of in je groepje) wat voor spulletjes jouw/jullie personage zou verkopen op een middeleeuwse (magische) markt. Het mogen hele gekke of magische spullen zijn, of gekke onderdelen! 2. Voor de hele groep: spullen verzamelen of knutselen om te verkopen 3. Bouw met elkaar een kleine markt in je klaslokaal en de docent en leerlingen mogen één voor één over de markt lopen. Prijs (samen) je waren aan! Je wil graag verkopen, dus doe je best! Taalopdracht: Schrijf een verhaal over jouw/jullie personage, wat heeft hij meegemaakt en waarom is jullie figuur geworden zoals hij is? Waarom verkoopt hij/zij zulke rare spulletjes? Rekenopdracht: Spreek met de hele klas een betaalmiddel af (nepgeld of juist een ander betaalmiddel), en zorg dat iedereen ‘geld’ heeft om enkele spullen op de markt te kunnen kopen. Geef je/jullie koopwaar een prijs en bereken alles wat je verkoopt.
Museum voor Religieuze Kunst - Uden
Reflecteren en evalueren Na afloop van het bezoek aan de voorstelling, samen nabespreken, bijv: - Wat heb je gezien in de voorstelling? Wat gebeurde er? - Wat zou dat kunnen betekenen? - Is het echt gebeurd denk je? - Wat voor figuren heeft Jeroen ontmoet? En wat wilden ze/wat was hun doel? - Is Jeroen veranderd, heeft hij iets geleerd? Zo ja, wat? - We hebben het eerder gehad over de symbolen die Jeroen Bosch gebruikte in zijn schilderingen. Alles wat hij schilderde had een diepere betekenis. Welke symbolen herkende je in de voorstelling? - Etc.
Deel III. Het Verhaal Vooraf: Onderstaande tekst kan als ‘teaser’ voorgelezen worden in de klas, om de leerlingen alvast voor te bereiden op wat ze gaan zien. Jeroen heeft een geheime schuilplek. Hij heeft een sloepje op de Binnendieze waarmee hij rond vaart. Liefst elke dag trekt hij zich daar terug, als hij niet hoeft te werken in het atelier van vader. Zijn sloepje is zijn wereld. Daar kan hij dromen en daar ziet hij de meest fantastische dingen. Hij ziet wat het water voor alle anderen verbergt! In en om de Dieze ziet Jeroen de gekste dingen gebeuren. Hij ziet de Bosschenaren heimelijke dingen doen. Dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. En daar.. onder het water. Daar in die onderwereld, daar ontdekt hij een hele nieuwe wereld. Vol met de vreemdste wezens. Waarom ziet niemand anders deze mooie schepsels? Luierend in zijn sloepje hoort hij gefluister en gezang en uitéén spattende bellen. Een vis komt aan het oppervlak en steekt van wal. Hij heeft een droom! Hij zou zo graag willen vliegen! Een vliegende vis? Misschien kan Jeroen hem helpen! Op zoek naar het antwoord vaart Jeroen rond. Hoe kan hij een vis laten vliegen? Peinzend vaart hij liggend in zijn bootje onder de gewelven door. Tot hij opschrikt van het geschreeuw van een marktkoopvrouw. Zijn ogen moeten wennen aan het duister, maar dan ziet hij het! Ze heeft enkel een hoofd en voeten en staat in een nis haar waar te verkopen. Boven op het hoofd draagt zij een uilennest. Aan de andere kant een boekenkraam. Ah! Misschien kan hij daar iets vinden over vliegende vissen. Hij peddelt dichterbij, maar plots krast een ekster. ‘Niet dichterbij!’ Tussen de stapels boeken in de nis, zit een visachtig scharminkel met een cape zijn hoofd verhullend, een boek te lezen. De krassende ekster zit op zijn lange dunne neus. Deze en vele andere vreemde marktlui ontmoet Jeroen in de Bossche onderwereld. En allemaal proberen ze Jeroen op het goede spoor te zetten…. Of toch niet?