Museum voor Kleine Kunsten Docentenhandleiding
Museum voor Kleine Kunsten In deze handleiding vindt u informatie over het project Museum voor Kleine Kunsten. Dit project bestaat uit de volgende onderdelen; 1. Introductie les op school (1 uur door Korneel Jeuken) 2. Les in CODA over hoe een tentoonstelling is opgebouwd. Deze les wordt begeleidt door iemand van CODA. 3. Verwerkingsles bij Markant (1,5 uur) door Marleen Middelhuis en Korneel Jeuken. De klas wordt in tweeën gesplitst. Let op: de groep krijgt één onderdeel, dus niet allebei. Eén groep gaat met multimedia technieken aan de slag en maakt animaties op de computer. De andere groep krijgt van Korneel Jeuken een beeldende verwerkingsles. 4. Inrichten van het Museum voor Kleine Kunsten op school. Als afsluiting van het project richt u het Museum voor Kleine Kunsten in en maakt u uitnodigingen voor de ouders en vrienden van de kinderen.
Algemene introductie De kinderen maken in les 3 bij Markant mini-kunstwerken die in het kleine museum (in de vorm van een huisje) worden tentoongesteld. Het bijzondere van dit project is dat de kinderen de kunstwerken zelf maken en dat de werken behandeld worden als echte museumstukken waardoor de kinderen de museumaspecten leren begrijpen en kennen. Ze leren een tentoonstelling inrichten. Doelstelling van het Museum voor Kleine Kunsten is; Kinderen maken kennis met aspecten van het museum, zoals het behouden, beheren en presenteren van kunstwerken. Kinderen leren foto’s maken tijdens de introductieles. In les 2 krijgen ze les van een beeldend- of multimediakunstenaar. De kinderen bewerken hun creatie tot een kunstwerk voor het kleine museum. De kinderen maken bijschriften en leren hun werk te presenteren aan de klas (door hun werk toe te lichten) en in het kleine museum (door hun werk op te hangen). De competenties die aanbod komen: de kinderen kijken naar kunst, maken beelden of werken met multimedia, reflecteren op hun eigen werk en dat van anderen en werken samen.
2
OPBOUW VAN DE MUSEUM VOOR KLEINE KUNSTENLESSEN Voorafgaand aan introductieles 1 wordt het Museum voor Kleine Kunsten naar uw school gebracht samen met vijf tassen die nodig zijn voor de introductieles. Wilt u de medewerkers van de technische dienst van CODA een plek wijzen waar ze het kleine kunsten museum kunnen plaatsen? De afmetingen zijn 120 x 150 cm en 250 cm hoog. De 5 tassen voor de introductieles graag naar het lokaal brengen waar de introductieles gegeven wordt.
LES 1. Op school Introductie Korneel Jeuken is een beeldend kunstenaar en gaat als een ‘levend’ beeld voor de klas staan. De kinderen mogen vragen aan hem stellen, bijvoorbeeld: Wat doe je? Of: Waar kom je vandaan? Of: Woon je in het museum? Enz. zo komen de kinderen erachter dat hij een beeld is. Na deze inleiding bespreekt Korneel Jeuken andere beelden met de kinderen. Let op! Wilt u voor deze 1ste les een apart lokaal gebruiken dit ivm het enthousiaste lawaai dat de kinderen in deze les gaan maken. De klas wordt in vijf groepjes verdeeld en ieder groepje gaat met elkaar een beeld maken (met o.a. ballen en bezemstelen maken ze vormen) die ze gaan fotograferen.
3
LES 2. In CODA Museumbezoek door CODA docent. Deze les vindt plaats in CODA Museum en wordt door een CODA docent begeleidt. Deze les wordt gegeven bij een lopende tentoonstelling in CODA. De les gaat over hoe een tentoonstelling is opgebouwd en wat er allemaal nodig is om een tentoonstelling te maken. Deze les is nodig om aan de kinderen te laten zien hoe je een tentoonstelling kunt inrichten. Wilt u bij binnenkomst u melden aan de museumbalie? De kinderen kunnen hun jassen en tassen kwijt in de garderobe van het museum (deze bevindt zich achter de winkel en voor het auditorium). De kinderen gaan het museum binnen en gaan op de grote trappen van het museum zitten. De CODA docent vertelt de kinderen dat ze naar een tentoonstelling gaan kijken en dat het erom gaat dat ze letten op wat je nodig hebt voor een tentoonstelling. De kinderen krijgen verschillende opdrachten met vragen. Ze gaan opschrijven wat er nodig is om een tentoonstelling te maken. A. Titel voor een tentoonstelling (belangrijk voor de bezoeker omdat aan de hand van de titel je duidelijk maakt wat de bezoeker gaat zien) B. Bijschriften (aan de hand van een bijschrift kun je iets meer informatie krijgen over een kunstwerk) C. Kunstwerken zijn vaak gesorteerd in groepjes (bijvoorbeeld per kunstenaar of per thema)
Museum bezoek in CODA
4
A. Een titel voor de tentoonstelling. De titel van de tentoonstelling die in CODA staat wordt besproken. Vinden de kinderen de titel duidelijk? Soms heb je een hoofdtitel en staat eronder een subtitel die meer uitleg geeft over de tentoonstelling. De kinderen wordt gevraagd wat er nodig is voor een goede titel? Waar let je op? - een titel moet spannend zijn en nieuwsgierig maken - een titel moet goed klinken - een titel kan grappig of aantrekkelijk zijn door een taalgrapje of door verschillende associaties of verwachtingen op te roepen. Nu gaan de kinderen in groepjes een titel bedenken voor hun eigen tentoonstelling in het Museum voor kleine kunsten. (zie bijlage 1). B. Een bijschrift maken bij hun kunstwerk. De kinderen maken een bijschrift bij de foto’s die ze in les 1 hebben gemaakt. Zie (bijlage 2). Wat staat er op een bijschrift? - een titel van het kunstwerk - de naam van de kunstenaar - van welk materiaal het kunstwerk gemaakt is - en soms staat er uitleg over het kunstwerk, waarom de kunstenaar het heeft gemaakt of waar de kunstenaar aan dacht toen hij/zij het maakte, dus wat de inspiratie was voor de kunstenaar om het kunstwerk te maken. Werkblad voor het bijschrift C. Sorteren van kunstwerken. In deze les krijgt elk groepje 5 dozen waar kopieën van kunstwerken in zitten. Per groepje gaan ze van deze kunstwerken een presentatie maken. Ze mogen de kleurenkopieën op de grond van de museumzaal leggen. Ze denken na welke kunstwerken ze bij elkaar vinden passen. Ze leggen uit (aan de anderen van de klas) waarom ze voor deze presentatie hebben gekozen, waar ze op hebben gelet. Kunstwerken zijn vaak gesorteerd in groepjes (bijvoorbeeld per kunstenaar, per thema, per kleur of vorm etc).
5
LES 3. Verwerkingslessen bij Markant Deze verwerkingslessen vinden plaats bij Markant. De klas wordt in tweeën opgesplitst. De foto’s die tijdens de introductieles zijn gemaakt worden in les 2 verwerkt. Één deel van de klas krijgt een multimedia animatie les van Marleen Middelhuis in het computerlokaal. De andere groep krijgt van Korneel Jeuken een beeldende verwerkingsles. Let op: de klas wordt gesplitst elke groep krijgt dus één onderdeel, de beeldende òf de animatieles, en niet beide. Ouders kunnen in de ontvangstruimte iets te drinken nemen en op de leerlingen wachten. Wat er in deze lessen door de kinderen gemaakt wordt komt te hangen in het Museum voor Kleine Kunsten op school.
Animatie les
Beeldende les
6
LES 4. Op school Inrichten van het Museum voor Kleine Kunsten en afsluiting met opening De kunstwerken die tijdens les 2 gemaakt zijn heeft u na afloop van het museumbezoek als het goed is mee naar school genomen. De kinderen gaan de kunstwerken in het kleine museum ophangen. Bespreek met de kinderen hoe de beeldende werken opgehangen kunnen worden en waar de bijschriften komen. De kinderen die aan de animatie hebben gewerkt kunnen bijvoorbeeld de titel op het Museum voor Kleine Kunsten schrijven, er is plek voor gereserveerd. De animaties kunt u afdraaien in het kleine museumhuisje dat aan de binnen kant van het museum hangt. Een tentoonstelling heeft vaak een opening. De kinderen kunnen een uitnodiging maken om de ouders, medeleerlingen en vrienden uit te nodigen. Verder kan er een affiche of flyer gemaakt worden. Op een uitnodiging staat altijd de titel van de tentoonstelling, de openingsdag en tijd van de opening en de plek van de opening, plus een kort wervend tekstje waar de tentoonstelling over gaat. Om de opening nog wat aantrekkelijker te maken kunt u aan de volgende dingen denken; - Een openingswoordje - Openingsact met bijvoorbeeld de beelden van de introductieles die tot leven komen - Een drankje
Museum voor Kleine Kunsten
Interieur van Museum voor Kleine Kunsten hierin worden de animatiefilmpjes afgedraaid
7
PRAKTISCHE INFORMATIE voor de leerkracht Huisregels CODA-bezoek voor het Onderwijs Kunstvoorwerpen in CODA Museum mogen niet worden aangeraakt, ze zijn kostbaar en uniek. Tijdens de Coda-activiteit mag niet gebeld, gerend, geschreeuwd, gegeten, gedronken of gerookt worden. De leerkracht/begeleider van de klas is verantwoordelijk voor de orde in de groep en het gedrag van de leerlingen, van hem/haar wordt dan ook een actieve rol verwacht. Opmerkingen Annuleren van een bezoek met begeleiding van een CODA-docent kan tot één week voor de afgesproken datum gratis. Tot 2 werkdagen van te voren betaalt u € 7,50 administratiekosten. Binnen de laatste 48 uur betaalt u het hele bedrag. Neem bij eventuele vertraging direct contact op met de museumbalie (055 – 5268565). Gelieve het bevestigingsformulier bij aankomst in CODA aan de medewerkers bij de balie te tonen. Tips voor het onderwijs Zorg voor genoeg begeleiders (min. 2 begeleiders per 15 leerlingen) en stel ze op de hoogte van de huisregels. Bepaal van tevoren een mogelijke indeling in 5 kleine groepjes. U kunt gebruik maken van de groepsgarderobe voor alle jassen en tassen.
CONTACTPERSONEN CULTUURMENU Volgt u dit programma in het kader van het Cultuurmenu dan kunt u voor alle praktische zaken contact opnemen met Cultuurwijzer, p/a Markant; Coördinator Cultuurmenu: Anja Fasen Telefoonnummer Cultuurwijzer: 055-521 3967 CODA Voor inhoudelijke vragen over het museumbezoek kunt u contact opnemen met Dominique Vos de Wael, CODA Educatie, tel. 055-526 8513. Heeft u vragen over de boeking van uw museumbezoek dan kunt u contact opnemen met Sylvia van Ark van CODA, tel. 055-526 8315
8
9
10