MULTICULTURALISERING VAN HET TELEVISIE-AANBOD Een kijk op Brabant in relatie tot Nederland
Faye Danaë Leijtens Afstudeerreflectie Fontys Hogeschool voor Journalistiek, Tilburg November 2003
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...................................................................................................................... 0 Voorwoord............................................................................................................................. 2 Hoofdstuk 1 Probleemstelling ........................................................................................... 3 1.1 Inleiding................................................................................................................... 3 1.1.1 Allochtoon Nederland ....................................................................................... 3 1.1.2 Mediabeleid...................................................................................................... 3 1.1.3 Provincie Brabant............................................................................................. 3 1.2 Afbakening onderwerp ............................................................................................ 4 1.3 Probleemstelling...................................................................................................... 4 1.4 Deelvragen.............................................................................................................. 4 1.5 Aanpak reflectie ...................................................................................................... 5 1.5.1 Inleiding............................................................................................................ 5 1.5.2 Formulering probleemstelling ........................................................................... 5 1.5.3 Hoofdstukindeling............................................................................................. 5 Hoofdstuk 2 Literatuuronderzoek...................................................................................... 6 2.1 Inleiding................................................................................................................... 6 2.2 Afbakening onderzoek............................................................................................. 6 2.4 Pluriforme informatie in een pluriforme samenleving ............................................... 8 2.4.1 Boek................................................................................................................. 8 2.4.2 Discussiebijeenkomst....................................................................................... 8 2.4.3 Eindrapport onderzoek ‘Mediabeleving van allochtonen in Nederland’ ............10 2.5 Multiculturaliteit en journalistiek in Nederland .........................................................12 2.6 Politiek en media....................................................................................................14 2.7 Analyse literatuuronderzoek ...................................................................................15 Hoofdstuk 3 Veldonderzoek.............................................................................................17 3.1 Karakterisering onderzoeksmethode ......................................................................17 3.2 Afbakening onderzoek............................................................................................17 3.2.1 Cijferonderzoek ...............................................................................................17 3.2.2 Gesprekken en interviews ...............................................................................18 3.3 Eigen onderzoek - Cijfers allochtonen ....................................................................18 3.3.1 Inleiding...........................................................................................................18 3.3.2 Cijferonderzoek Nederland..............................................................................19 3.3.3 Cijferonderzoek omroepen ..............................................................................20 3.3.4 Analyse cijfermateriaal ....................................................................................20 3.4 Eigen onderzoek - Gesprekken met mensen uit de praktijk ....................................22 3.4.1 Inleiding...........................................................................................................22 3.4.2 Pieternel Smit, producer MC2 en Malou Landre, netmanager TV West...........22 3.4.3 Johan Sponselee, programmamanager RTV Utrecht ......................................23 3.4.4 Erik van der Schaft, directeur Salto en interim-directeur AT5 ..........................24 3.4.5 Walther Tjon Pian Gi, zakelijk directeur MTNL ................................................24 3.4.6 Gerard Reteig, directeur MTNL .......................................................................27 3.5 Kijkcijfers................................................................................................................28 3.6 Eindinterview Omroep Brabant...............................................................................29 3.7 Analyse veldonderzoek ..........................................................................................31 3.7.1 Inleiding...........................................................................................................31 3.7.2 Cijferonderzoek ...............................................................................................31 3.7.3 Visies ..............................................................................................................31 3.7.4 Diversiteit of integratie.....................................................................................32 3.7.5 Doelgroeptelevisie...........................................................................................32 Hoofdstuk 4 Conclusie.....................................................................................................34 4.1 Inleiding..................................................................................................................34 4.2 Beantwoording deelvragen.....................................................................................34 4.3 Beantwoording probleemstelling.............................................................................35
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Bronnenlijst ..........................................................................................................................36 Boeken, artikelen, brieven, essays e.d..............................................................................36 Internetsites ......................................................................................................................36 Mondelinge (en e-mail) bronnen .......................................................................................36 Dankwoord ...........................................................................................................................37 Bijlage I : TV-programma’s Omroep Brabant ..................................................................38 Bijlage II : Weekplan 2003 – 2004 van Agnes van der Straaten.......................................41
1
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Voorwoord Met veel plezier en gedrevenheid heb ik aan deze reflectie gewerkt. Nooit had ik gedacht dat ik tot verrassende resultaten zou komen. Ik vind dat de media een belangrijke rol spelen in het functioneren van de Nederlandse samenleving. Passie voor het belang van het onderwerp heeft mij gedreven om deze reflectie op tijd af te ronden. Dankzij de medewerking en openheid van alle gesproken partijen heb ik een realistisch beeld kunnen scheppen van multiculturalisering van het televisie-aanbod in Nederland en Brabant. Aanvankelijk wilde ik Omroep Brabant confronteren met het feit dat de gehele programmering ‘blank’ is, terwijl cijfers aangeven dat de Brabantse bevolking behoorlijk ‘gekleurd’ is. Tegen het eind van mijn onderzoek kreeg ik via het Ministerie van OCenW te horen dat Omroep Brabant bezig zou zijn met een plan voor interculturalisering van de omroep. Mira Media zou hierin een rol spelen. In contact met Mira Media bleek deze informatie correct. Ik vroeg de hoofdredacteur van Omroep Brabant om een nadere toelichting.
2
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Hoofdstuk 1 1.1
Faye Danaë Leijtens
Probleemstelling
Inleiding
1.1.1 Allochtoon Nederland In 2003 telt Nederland ruim zestien miljoen mensen. Hiervan is bijna één vijfde deel allochtoon. De landelijke Nederlandse politiek lijkt dit inmiddels te beseffen. Op drie december 2002 heeft de Tweede Kamer besloten tot het instellen van een ‘Tijdelijke Commissie Onderzoek Integratiebeleid’. Deze commissie heeft als doel de Kamer in staat te stellen een oordeel te vormen over het integratiebeleid van de Nederlandse regering in de afgelopen 30 jaar. Het onderzoek moet tevens bouwstenen opleveren voor het toekomstige integratiebeleid. De media spelen een belangrijke rol in het integratiebeleid en dus in ‘allochtoon Nederland’. Zij hebben hierin, naar mijn idee, een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Media moeten zo pluriform mogelijk zijn om alle mensen van informatie te kunnen voorzien én om ze te vertegenwoordigen. Mensen hebben recht op kennis en inzicht wat betreft de samenleving waarin ze leven, om een eigen mening te kunnen vormen. 1.1.2 Mediabeleid Het mediabeleid van de overheid heeft als doel dat zoveel mogelijk burgers toegang hebben tot een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand media-aanbod. Nu de samenstelling van de Nederlandse bevolking steeds meer ‘verkleurt’ moet dit ook zichtbaar zijn in het aanbod, de makers en het publiek van de media. Op landelijk media-niveau heeft de NPS hierin, als enige zendgemachtigde, een speciale taak. In de mediawet staat dat de NPS 25 % van haar radiozendtijd en 20% van haar televisiezendtijd moet besteden aan programma’s over de multiculturele samenleving. Maar ook op regionaal niveau probeert de overheid haar verantwoordelijkheid te nemen. Sinds november 2001 financieren rijksoverheid en de vier grote gemeenten van Nederland de organisatie MTNL (Migranten Televisie Nederland). Deze maakt in samenwerking met regionale omroepen doelgroeptelevisie voor de vier grootste allochtone groepen in Nederland: Turken, Surinamers, Marokkanen en Antilianen/Arubanen. Momenteel is het Ministerie van OCenW bezig met de voorbereidingen van een evaluatie van de activiteiten van MTNL. 1.1.3 Provincie Brabant Algemeen gedachtegoed is dat de meeste allochtonen in de vier grote steden wonen: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Daar speelt ook de politiek op in zoals bijvoorbeeld met het randstedelijke MTNL. Maar hoe zit het eigenlijk met multiculturalisering van de media in de rest van Nederland? Als onderzoeksgebied neem ik hiervoor de provincie Brabant en haar publieke regionale omroep: Omroep Brabant. Wanneer je naar het programma-aanbod van Omroep Brabant kijkt (*Bijlage I) dan blijkt dat geen van de programma’s iets te maken hebben met de multiculturele samenleving. In eerste instantie lijkt Surinamer Guilly Koster die ‘Take Care’ presenteert, een dertiendelige serie over de zorg in Brabant, de enige inbreng uit de multiculturele samenleving.
3
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
1.2
Faye Danaë Leijtens
Afbakening onderwerp
Ik heb gekeken wat Omroep Brabant, die de gehele provincie Brabant als haar verspreidingsgebied heeft, doet aan multiculturalisering van het televisie-aanbod. Dit vond ik erg vreemd want je hoeft maar de bus te nemen naar Tilburg-Noord en je waant je in een ‘gekleurde wereld’. Vertegenwoordigt en informeert Omroep Brabant ook deze groep mensen? Ik ben vervolgens onderzoek gaan doen naar de verspreiding van allochtonen in Nederland, de provincie Brabant en verspreidingsgebieden van regionale omroepen die wel een multicultureel televisieprogramma uitzenden. Verder heb ik mensen gesproken van onder andere regionale omroepen over hun ervaringen met multiculturele televisie. Boeken, artikelen en brieven hebben ervoor gezorgd dat ik mijn onderzoek in een maatschappelijke context kon plaatsen.
1.3
Probleemstelling
De probleemstelling: Is een multicultureel televisieprogramma een noodzakelijke aanvulling op de programmering van Omroep Brabant?
1.4
Deelvragen
Met het opstellen van deelvragen heb ik geprobeerd de belangrijkste pijlers van het onderzoek naar voren te laten komen: verspreiding van allochtonen, maatschappelijke relevantie, ervaringen met multiculturele televisie in de regio en het reflecteren van alle onderzoeksresultaten op Omroep Brabant. Deelvragen: •
Is er een markt (voldoende kijkerspubliek) voor multiculturele televisie in het verspreidingsgebied van Omroep Brabant?
•
Heeft de Nederlandse media een maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van allochtonen in Nederland?
•
Hoe zijn de ervaringen van regionale omroepen met multiculturele televisie (MTNL)?
•
Doet Omroep Brabant iets met multiculturalisering in hun televisieprogrammering?
4
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
1.5
Faye Danaë Leijtens
Aanpak reflectie
1.5.1 Inleiding Ik begon met een heel vaag idee om iets te over de ‘multiculturele samenleving’ te doen. Maar het is een onderwerp dat ontzettend is uitgekauwd en wat wil ik hier nu nog over kwijt? Onderwerpen die te maken hebben met buitenland en buitenlandse culturen hebben mijn fascinatie (zoals ook te zien is in mijn afstudeerproductie) en ik kon het niet loslaten. 1.5.2 Formulering probleemstelling Na veel brainstormen en surfen op internet stuitte ik op MTNL en kon ik concreet aan de slag. Mijn aanvankelijke probleemstelling formuleerde ik als volgt: ‘Zou MTNL een goede aanvulling kunnen zijn op de programmering van Omroep Brabant?’ Toen ik contact opnam met de regionale omroepen die MTNL uitzenden, kreeg ik informatie die mij nieuw was. De subsidie van OCenW die de omroepen voor vier jaar kregen was bestemd voor zowel een lokaal multicultureel programma als voor het grootstedelijke programma MTNL. Dus de omroepen konden een eigen programma gaan maken en daarbij was MTNL inbegrepen. Ik heb mijn probleemstelling vervolgens aangepast en ben een nieuwe weg ingeslagen: ‘Is een televisieprogramma een noodzakelijke aanvulling op de programmering van Omroep Brabant?’ MTNL heb ik nu als een ‘ervarings-bron’ gebruikt. 1.5.3 Hoofdstukindeling Hoofdstuk 2 van mijn reflectie is het literatuuronderzoek. Hierin wil ik de noodzaak van mijn onderzoek onderstrepen en een plaatsje geven in de discussie over media en allochtonen. Hoofdstuk 3 is het veldonderzoek dat ik heb gedaan; het belangrijkste en grootste gedeelte van mijn reflectie. Dit bestaat uit een cijferonderzoek naar de verspreiding van allochtonen en een aantal (telefonische) interviews en gesprekken met regionale omroepen, het Ministerie van OCenW, projectorganisatie Mira Media en natuurlijk Omroep Brabant zelf. Hoofdstuk 4 is een evaluatie en daarmee de conclusie van mijn reflectie.
5
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Hoofdstuk 2 2.1
Faye Danaë Leijtens
Literatuuronderzoek
Inleiding
Gezien de probleemstelling ‘Is een multicultureel televisieprogramma een noodzakelijke aanvulling op de programmering van Omroep Brabant?’ deed ik eerst een veldonderzoek om te weten of het überhaupt zin had om dit onderzoek te doen. Natuurlijk had ik enige literatuur gelezen om een beeld te krijgen van de multiculturele ontwikkelingen in de maatschappij en media. Ik vond het belangrijk onderzoek te doen naar de multiculturele samenleving en de journalistiek omdat de media naar mijn idee een grote verantwoordelijkheid dragen in de maatschappij. Media informeren niet alleen. Ze dragen er zorg voor dat mensen nadenken over wat er in hun leefomgeving en in de wereld gebeurt. Zo ontwikkelen mensen een mening en beeld over allerlei aspecten. Daarom zouden de media een goede afspiegeling moeten zijn van de Nederlandse samenleving. In programma’s en discussies moeten alle bevolkingsgroepen gelijkwaardig kunnen participeren. De media functioneren als platform tussen de verschillende culturen maar ook als communicatie- en informatiekanaal voor elke burger. Bronnen Voor mijn literatuuronderzoek heb ik verschillende bronnen geraadpleegd. De belangrijkste bronnen heb ik in dit hoofdstuk samengevat en geanalyseerd. Interessant was het boek: Pluriforme informatie in een pluriforme samenleving van het Bedrijfsfonds voor de Pers. Dit boek gaat over knelpunten in de informatievoorziening van etnische minderheden in Nederland, met bijzondere aandacht voor de persmedia. Door het lezen van artikelen en brieven van internet, kreeg ik een idee hoe de politiek omgaat met media en multiculturaliteit. Ook las ik een essay van Dr. Mark Deuze, onderzoeker aan de UvA. En probeerde ik het publieke debat over integratie te volgen. Dit debat gaat vooral over Marokkaanse probleemjongeren en de vraag of de integratie nu na dertig jaar geslaagd of gefaald is. Wanneer je de televisie aanzet hoor je helaas te vaak het woord ‘gefaald’ vallen.
2.2
Afbakening onderzoek
In mijn onderzoek richt ik me alleen op Nederland; Nederland als multiculturele samenleving met betrekking tot de media. In het literatuuronderzoek zal ik vooral het medium ‘televisie’ onderstrepen aangezien dat ook onderdeel is van mijn probleemstelling. Het onderwerp ‘multiculturaliteit en media’ is niet puur een Nederlandse aangelegenheid. Ook op Europees niveau speelt dit item. Zo werd er op 17 november 2002 het symposium ‘Iriscope’ gehouden naar aanleiding van de Prix d’Iris, een Europese mediaprijs voor multiculturele televisieprogramma’s. Het symposium werd georganiseerd door het bureau Meer van Anders van de NVJ, het LBR (Landelijk Bureau ter bestijding van Rassendiscriminatie) en de NPS. Men sprak over de programmering van multiculturele televisie in Zweden, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland. Tijdens het symposium werd gekeken naar een documentaire die bekroond was met de Prix d’Iris 2002: ‘In an alien land’. Er werd door sprekers uit verschillende landen gesproken en gediscussieerd over vragen als: ‘Wat zijn de verschillende rollen van de commerciële en publieke zenders? En hoe werken machtsverhoudingen binnen de blanke bolwerken van televisie?’ Met dit voorbeeld wordt duidelijk dat het onderwerp ‘media en multiculturele televisie’, springlevend is. Zowel in Nederland als daarbuiten.
6
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
2.3
Faye Danaë Leijtens
Multiculturele programmering Nederland – De geschiedenis
Andra Leurdijk heeft veel geschreven over media en de multiculturele samenleving. Zo heb ik van haar ook het boek Televisiejournalistiek over de multiculturele samenleving gelezen. Voor mijn onderzoek van toen relevant maar in dit geval niet. Ik heb op de site van Migranten & Media van de NVJ wel een artikel gevonden dat mooi aansluit op mijn onderzoek. In haar artikel ‘Bij Lobith, de eerste zwarte talkshow en de geschiedenis van multiculturele programmering op de Nederlandse televisie’ schrijft Leurdijk over de ontwikkelingen van multiculturele televisie in Nederland: Het programma van de VPRO Bij Lobith begon als een experiment op de lokale televisie in Amsterdam. Later kwam het op de landelijke televisie als de eerste zwarte talkshow voor ‘de nieuwe Nederlanders’ met een live publiek in de studio, gepresenteerd door Guilly Koster en Yvette Forster. De makers wilden dat het een dynamisch, multicultureel programma werd over cultuur en politiek. Toch was er veel kritiek. De gasten voor de show kwamen vooral uit de Surinaamse en Antiliaanse gemeenschappen. De Surinaamse presentatoren werden bekritiseerd op het feit dat het programma té Surinaams zou zijn. Etnische groeperingen als Turken en Marokkanen zouden zich niet kunnen identificeren met het programma. Ook binnen de redactie zelf waren er verschillende visies op de programma-inhoud. Bij Lobith was een opvallend programma op de Nederlandse buis door het grote aantal gekleurde gasten maar de VPRO vond het format traditioneel. Door conflicten en verschillende visies op wat een multicultureel programma zou moeten zijn werd de talkshow na twee seizoenen (1989 en 1990) niet meer uitgezonden. De korte geschiedenis van Bij Lobith is kenmerkend voor de vele dilemma’s waar programmamakers voor staan bij het maken van multiculturele televisie. Zo zijn er meer ontwikkelingen geweest in de programmering van multiculturele televisie in Nederland. Halverwege de jaren zestig werden aanvankelijk radio- en later ook televisieprogramma’s gemaakt voor de juist gearriveerde migranten uit Spanje, Griekenland, Italië en later ook Turkije en Marokko. De programma’s in de moedertaal werden Nederlands ondertiteld. Ze informeerden de migranten over onderwerpen als wonen, gezondheidszorg en werkgelegenheid, maar ook nieuws, muziek en cultuur van de herkomstlanden waren te zien en te horen. In de zeventiger jaren werden de programma’s breder; ook voor de vrouwen en kinderen van de migrantenwerkers. Daarnaast werd een breed publiek geïnformeerd over de positie van migranten in de Nederlandse maatschappij. Een grote verschuiving vond plaats in de jaren tachtig. De formule van de programma’s veranderde. Nederlanders en etnische minderheden werden over elkaar geïnformeerd. De stijl van de programma’s werd steeds meer journalistiek in plaats van educatief. Gedurende de jaren negentig maakte de landelijke televisie programma’s waar multiculturaliteit werd geïntegreerd in een aantrekkelijke programmering voor een breed publiek. Nu komt multiculturaliteit voor in diverse genres: komedies, jongerenprogramma’s, series en documentaires. Enkelen worden zelfs uitgezonden tijdens prime-time. Multiculturele programmering is nog steeds niet structureel geïntegreerd in televisieproducties. Daardoor blijft er spanning tussen het maken van programma’s voor een breed publiek en het voeden van de behoefte van etnische minderheden.
7
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
2.4
Faye Danaë Leijtens
Pluriforme informatie in een pluriforme samenleving
2.4.1 Boek In het boek ‘Pluriforme informatie in een pluriforme samenleving’ (2000) vond ik belangrijke informatie voor mijn onderzoek. Op 25 maart 1999 werd door het Bedrijfsfonds voor de Pers een discussiebijeenkomst georganiseerd in Nieuwspoort, Den Haag. Het Bedrijfsfonds voor de Pers is een zelfstandig bestuursorgaan dat tot doel heeft het handhaven en bevorderen van de pluriformiteit van de informatievoorziening via de pers. Er werd gesproken over knelpunten in de informatievoorziening van en voor etnische minderheden in Nederland, met speciale aandacht voor de persmedia. In het boek worden de inleidingen van de sprekers aangevuld met tekst uit het eindrapport ‘Mediabeleving van allochtonen in Nederland’ (1999). Het onderzoek is in opdracht van het NVJ en het Bedrijfsfonds voor de Pers uitgevoerd door de Sectie Communicatiewetenschap van de Katholieke Universiteit van Nijmegen. 2.4.2 Discussiebijeenkomst Volgens Prof. Dr. S.W. Douma, voorzitter van het Bedrijfsfonds voor de Pers, is er veel meer informatie dan vroeger maar hebben bepaalde groepen in de samenleving een tekort aan informatie. Uit onderzoek is gebleken dat mensen met een hogere opleiding vaker de krant lezen. Mensen met een minimum inkomen doen vaak de krant de deur uit. Voor hen dreigt een informatieachterstand. Dit is vaak van toepassing op etnische groepen in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat etnische groepen veel televisie kijken. Zenders uit het land van herkomst die hier via schotel of kabel ontvangen kunnen worden, spelen zeker een rol. Die media richten zich op het in het moederland wonende publiek. Het ligt daarom voor de hand dat er in die media niet veel plaats wordt ingeruimd voor nieuws over Nederland. Media in de Nederlandse taal lijken bij etnische groepen minder populair te zijn. Het taalprobleem kan hier een rol spelen maar ook andere oorzaken zijn mogelijk zoals onderwerpkeuze of Westerse opvattingen. Misschien moeten Nederlandse kranten en tijdschriften gewoon meer journalisten uit etnische groepen in dienst nemen en is het probleem dan al voor een groot deel opgelost. Mediavraag en media-aanbod veranderen voortdurend. Er is een toenemende belangstelling voor informatie via het beeld, in de vorm van infographics en audiovisuele media. Dit vraagt om een vernieuwend persbeleid. Dr. F. Van der Ploeg, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, bekijkt het begrip ‘multiculturele samenleving’ vanuit een andere hoek: De samenstelling van de Nederlandse bevolking is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. In demografische zin is Nederland dus zeker een multiculturele samenleving. Dit geldt in versterkte mate voor de grote steden, waar nu al tussen de 30 en 40 procent van de bevolking van allochtone afkomst is.
8
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Een andere invalshoek is de feitelijke invulling die geven wordt aan de multiculturele samenleving. In hoeverre is er sprake van gelijkwaardigheid van bevolkingsgroepen, van wederzijdse aanpassing en aanvaarding? Het Sociaal en Cultureel Planbureau stelt in zijn rapport ’25 jaar sociale verandering’ (1998) dat de verwezenlijking van dat ideaal nog ver weg is. Wel heeft een toenemend aantal hoogopgeleide allochtonen een goede maatschappelijke positie, maar tussen de bevolkingsgroepen bestaat nog altijd grote sociaaleconomische ongelijkheid. Welke rol spelen de media bij die multiculturele samenleving? De relatie ‘media en minderheden’ is complex en valt uiteen in vier clusters: • Wat is het beeld dat de media schetsen van minderheden? • Welke effecten heeft de berichtgeving over minderheden? • Hoe ziet het mediagebruik van minderheden eruit? • Hoe zit het met de vertegenwoordiging van minderheden bij de media? Eind vorig jaar (1998) is er een rapport uitgekomen van de vakgroep Communicatiewetenschap van de UvA, in opdracht van de NVJ-werkgroep ‘Migranten en Media’. Hieruit is gebleken dat in de informatiebehoefte van minderheden een verandering waarneembaar is. Begin jaren tachtig was er vooral interesse in informatie over Nederland om het functioneren in Nederland te vergemakkelijken. Eind jaren tachtig kwam daar ook amusement en informatie over het land van herkomst bij. Thans wil men informatie over land van herkomst en over sociaal-economische zaken die het functioneren in Nederland kunnen verbeteren. In het feitelijke mediagebruik blijkt een verschil tussen autochtone en allochtone Nederlanders. De Nederlandse media zijn over het algemeen nog te veel gericht op hun ‘witte’ doelgroep. Een aanbeveling zou zijn om in de Nederlandse media meer aandacht te besteden aan berichtgeving over de diverse landen van herkomst en de dagelijkse leefomgeving van allochtone landgenoten. Dit is voor zowel minderheidsgroepen als autochtonen van belang. Het mediagebruik van tweede en derde generatie allochtonen blijkt overigens meer overeen te komen met dat van autochtone Nederlanders. De overtuiging van Van der Ploeg is dat er meer ruimte moet komen voor etnische minderheden. Het algemene programma-aanbod op radio en televisie moet een multicultureler aanzien krijgen. Voor wat betreft de specifieke programmering voor minderheden bestaat er behoefte aan programma’s die aansluiten bij de eigen taal en cultuur. Daarnaast kunnen minderhedenredacties bijdragen aan het multiculturele karakter van andere programma’s. Ze fungeren als kweekvijver voor allochtoon talent en multiculturele programma-formats. Bovendien kunnen ze een informatiebron zijn voor andere programmamakers en journalisten. In de concessiewet heeft Van der Ploeg voorstellen opgenomen die moeten leiden tot meer aandacht voor de multiculturele samenleving over de volle breedte van de landelijke publieke omroep. Daarnaast wil hij specifieke minderheden programma’s via de lokale omroep, met name in de grotere steden, versterken. Dr. J.A. Kemenade, voorzitter bestuur Stichting Nederlands Centrum Buitenlanders, vraagt zich af of integratie met behoud van eigen identiteit wel mogelijk is. Allochtonen maken gemiddeld gezien veel minder gebruik van verschillende media dan autochtonen. Oorzaak hiervan is een laag opleidingsniveau, slechte beheersing van het Nederlands en het media-aanbod. Op de Nederlandse televisie zijn al jaren geen migrantenprogramma’s meer te zien. Op de radio wordt vooral naar muziek geluisterd. Het is logisch dat mensen dan een schotel aanschaffen. Veel migranten, ook de jongeren, weten vaak meer over hun herkomstland dan over Nederland. Dit draagt niet bij aan de inburgering. Deze ontwikkeling wordt gemakshalve alleen aan de allochtonen verweten!
9
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Media zullen moeten bijdragen aan meer integratie en oriëntatie van migranten in de Nederlandse samenleving. Aangezien het om relatief verschillende en kleine publieksgroepen gaat is dit moeilijk. Volgens Van Kemenade zou het met extra middelen van het Rijk en op basis van grondig onderzoek naar mediabehoeften mogelijk moeten zijn. Van Kemenade benoemt de belangrijke taken van de media, onder andere het zoveel mogelijk inschakelen van journalisten uit allochtone groepen en informatie verstrekken over Nederland én herkomstland. Pas als erin geslaagd wordt voorwaarden te scheppen om allochtonen een meer gelijkwaardige plaats in onze samenleving te geven, zal een multiculturele samenleving ook inhoudelijk werkelijkheid worden. Gebeurt dit niet, dan blijven groepen zich isoleren, afstand nemen van onze samenleving of gaan zich zelfs afzetten in criminaliteit of fundamentalisme. 2.4.3 Eindrapport onderzoek ‘Mediabeleving van allochtonen in Nederland’ Het onderzoek geeft in grote lijnen de mediabeleving onder allochtonen in Nederland weer. Dit wordt verder uitgesplitst in de informatiebehoeften van etnisch-culturele minderheden én de wijze waarop de media hierop inspelen. Verder wordt de door deze groep gepercipieerde beeldvorming en het mediagebruik belicht. Voor etnisch-culturele minderheden spelen onderwijs en media een belangrijke rol bij het verwerven van kennis en inzicht over de samenleving waarin ze leven. Het etnisch-culturele minderheden vraagstuk is inmiddels uitgegroeid tot een complex maatschappelijk probleem. Drie factoren spelen hierbij een rol: • sociale ongelijkheid • kansarmoede • verschillende culturele achtergrond; op zoek naar eigen identiteit en botsing met de cultuur van het ‘gastland’ Beeldvorming. Bij de beeldvorming spelen massamedia een belangrijke rol. Hoe brengen zij de thematiek in beeld en in hoeverre dragen zij bij aan de vorming van de publieke opinie? Het huidige televisie-aanbod uit herkomstlanden Marokkanen in Nederland kunnen kiezen uit een aantal Arabische televisiezenders. Op de kabel varieert het aanbod per regio of stad. Er zijn uitzendingen van MBC London (soort commerciële Saoedische CNN), Al Jazira (kwaliteitszender uit Khatar) en RTM-1 (Marokkaanse zender). Met uitzondering van de allochtonenkanalen in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam is er op lokaal niveau niets of is het aanbod minimaal. Turken hebben een groter aanbod. Commerciële satellietzenders als ATV Satel, Interstar, Show-tv, HBB-tv en TGRT en verder nog de meest bekeken zender TRT International op de kabel. Er zijn in Nederland geen televisiezenders uit Suriname, de Antillen en Aruba. Het Veldkamp Marktonderzoek ‘Mediagebruik van allochtonen in Nederland’ (1998) van de vakgroep Communicatiewetenschap van de UvA vermeldt dat er een langzame verandering waarneembaar in de informatiebehoefte van minderheden. Begin jaren tachtig was er vooral behoefte aan informatie over Nederland. Eind tachtiger jaren speelt ook de behoefte aan amusement en informatie uit het herkomstland een rol. Eind jaren negentig is er sprake van een tweesporige behoefte: informatie over het land van herkomst én over sociaal-economische en educatieve zaken die het functioneren in Nederland kunnen verbeteren.
10
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Er werd kwantitatief onderzocht onder jongeren en volwassenen, respectievelijk in 1995 en 1997. De belangrijkste aspecten die naar voren kwamen uit dit onderzoek zijn de volgende: Televisie is en blijft het belangrijkste informatieve medium voor allochtonen; voor alle leeftijden en etnische groepen. Jongeren kijken vooral Nederlandse zenders en media. Jong volwassenen: Turken kijken veel naar televisie uit herkomstland en Marokkanen kijken meer naar Nederlandse televisie. Oudere volwassenen: Turken en Marokkanen kijken vooral naar zenders uit het herkomstland. Surinamers, Antilianen en Arubanen kijken vooral naar Nederlandse televisie. Door het ontbreken van een eigen uitgebreid media-aanbod is er behoefte aan een eigen radio- of televisiezender. In het onderzoek ‘Mediabeleving van allochtonen in Nederland’ (juni 1999) van de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN) wordt dieper ingegaan op de complexe mediabelevingscontext en betekenisverlening van media-inhouden door allochtonen in Nederland. Dit onderzoek is verkennend en kwalitatief van aard. Het diepte-interview staat centraal en gaat ook in op vragen omtrent nieuwe media. Uit het onderzoek van de KUN vallen een aantal aspecten op bij het mediagebruik van Turken, Marokkanen, Surinamers en Antilianen/Arubanen in Nederland: •
Allochtonen blijken kritische mediagebruikers omdat ze media uit Nederland en moederland met elkaar kunnen vergelijken waardoor ze een brede kijk op het nieuws hebben. De buitenlandse media hebben een belangrijke aanvullende rol. Bij oude generatie allochtonen is de eigen media de belangrijkste bron omdat ze het Nederlands niet goed beheersen en de binding met het moederland nog erg sterk is.
•
De informatiehonger over de eigen kring en het moederland wordt door het huidige media-aanbod slechts gedeeltelijk gestild. Daarom grijpen allochtonen naar buitenlandse media als alternatief. Een andere bron van informatie vindt men via vrienden en familie die in het land van herkomst verblijven.
•
Allochtonen herkennen zich te weinig in Nederlandse media. Het beeld dat de media schetst wordt niet als een terechte afspiegeling van de multiculturele samenleving ervaren. (Jongeren zijn vaak opgegroeid in Nederland en daarom gewend aan het Westers beeld dat de media geeft. Hun behoefte aan media uit herkomstland is daarom ook kleiner.)
•
Eenzijdigheid in de Nederlandse berichtgeving over allochtonen wordt als storend ervaren. Ze vinden dat (blanke) journalisten te weinig verstand van zaken hebben om een betrouwbaar beeld te geven van de positie van allochtonen in Nederland. Men belicht vooral negatieve kanten en heeft geen oog voor positieve ontwikkelingen binnen het allochtone circuit.
•
Allochtonen hebben scherpe kritiek op het negatieve beeld van de eigen etnische groep in de Nederlandse media.
•
Jongeren hebben behoefte aan meer informatie voor en over jongeren. Ze vinden het taalgebruik van de media te moeilijk en de onderwerpen te saai. Alleen als ze toevallig een onderwerp tegenkomen dat betrekking heeft op henzelf of wanneer het om voor hen belangrijke gebeurtenissen gaat, wordt hun aandacht getrokken.
11
Multiculturalisering van het televisie-aanbod •
Faye Danaë Leijtens
Internet is een goed medium om allochtone lezers te trekken. Vooral jongeren en jong volwassenen maken steeds vaker gebruik van het internet om informatie over hun herkomstland te verwerven. Mogelijkheden hieromtrent kunnen nog op vele manieren worden uitgebreid zoals bijvoorbeeld met een elektronisch dagblad.
Het onderzoek van het KUN geeft een aantal suggesties voor de Nederlandse gedrukte media. Deze suggesties zijn mijns inziens ook van toepassing op de ontwikkeling van televisieprogramma’s:
2.5
•
De reguliere Nederlandse printmedia moet zich meer richten op allochtonen. Er wordt óver hen bericht maar onvoldoende vóór hen.
•
Nederlandse regionale kranten kunnen de weg naar allochtone lezers vinden door de nadruk te leggen op het multiculturele aspect in de buurtberichtgeving. Hierbij moeten ook leuke onderwerpen aan bod komen.
•
Nederlandse kranten kunnen meer allochtonen aan zich binden door in hun buitenlandartikelen meer aandacht te besteden aan de herkomstlanden van allochtonen.
•
Om contacten op te bouwen met allochtone groepen kunnen allochtone journalisten in dienst genomen worden. Bijvoorbeeld allochtone freelancers.
•
Speciale aandacht moet uitgaan naar jongeren. De krant is te hoogdrempelig. Dit zou o.a. verminderd kunnen worden door beeldmateriaal en eenvoudiger taalgebruik, eventueel uitgewerkt op een aparte (multiculturele) pagina.
•
Internet kan een interessante, aanvullende rol spelen bij het werven van allochtone lezers. Dit zou verwezenlijkt kunnen worden met vertalingen van artikelen of archieven met thema’s. Allochtone internetgebruikers kunnen ook zelf nieuws brengen of suggesties doen: interactiviteit.
Multiculturaliteit en journalistiek in Nederland
De commotie in de media en politiek rondom het ‘multiculturele drama’, zoals dit werd verwoord door publicist Paul Scheffer in het NRC Handelsblad van 29 januari 2000 heeft onder meer laten zien hoe actueel en belangrijk deze maatschappelijke kwestie is voor de (rol van de) media en journalisten in Nederland, vooral in de Randstad. In 2000 verscheen het essay ‘Multiculturaliteit en journalistiek in Nederland’ van Marc Deuze. Dit essay gaat over de discussie die in de media wordt gevoerd ten aanzien van de multiculturalisering van de samenleving, ontleed in termen van hoe journalisten om kunnen gaan met deze brede en complexe thematiek. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een enquête onder meer dan duizend Nederlandse journalisten. Het bevat ook een kritische evaluatie van bestaand onderzoek in Nederland aangaande media en de multiculturele samenleving en gesprekken met experts in het veld: media, onderwijsinstellingen en belangenorganisaties.
12
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Er moet wel een kanttekening geplaatst worden bij het gebruikte journalistenonderzoek. Want heeft wat journalisten zeggen daadwerkelijk te maken met hetgeen ze doen? Literatuur biedt daarover weinig uitsluitsel. Men mag aannemen dat de journalist gezien kan worden als het product van zijn of haar persoonlijke achtergrond: milieu, opleiding en opvoeding, alsook zijn of haar werkomgeving, arbeidsverhouding en bedrijfscultuur. Persoonlijke achtergrond en zelfbeeld van journalisten hebben wel degelijk invloed op zijn of haar professionele attitude en daarmee op de geproduceerde inhoud van de media. Multiculturaliteit is op drie niveaus te onderscheiden: kennis, representatie en verantwoordelijkheid. Bij kennis gaat het om de vraag: wat weten journalisten van migrantenculturen? Representatie heeft met name betrekking op beeldvorming over migranten, ‘kleurrijkheid’ op de werkvloer en in de verslaggeving. De brede thematiek rondom journalistieke verantwoordelijkheid handelt over de verwachtingen ten aanzien van de nieuwsmedia en de verschillende rollen die journalisten (kunnen) spelen in de Nederlandse multiculturele democratie. Kennis Alle verslaggeving heeft een multiculturele component die bijdraagt aan een bredere oriëntering van de gemiddelde journalist op verschillen en overeenkomsten tussen culturele etniciteiten en minderheden in de samenleving. Deze kennis dient niet voorbehouden te zijn aan een enkele specialist. Het is van belang dat journalisten meer ervaringskennis opdoen, daar waar het gaat over het maken en onderhouden van persoonlijke contacten in bijvoorbeeld de zogenaamde ‘achterstandswijken’, het leren van een andere dan de Westerse taal (bijvoorbeeld Turks of Arabisch) en het bezoeken van verschillende culturele en religieuze bijeenkomsten. Verschillende journalisten merkten in het onderzoek op, dat zij hierdoor meer zicht kregen op de multiculturalisering van onze samenleving. Cruciaal aspect van deze aanbeveling is de kennisdeling op redactioneel niveau. Weten journalisten van elkaar wat de aanwezige specialismen en expertises zijn en in hoeverre maken ze daar gebruik van? Onderzoek en ervaringen uit de praktijk suggereren dat hieraan nog betrekkelijk weinig wordt gedaan op redacties. Representatie De ontwikkelingen in de Nederlandse media suggereren dat het absolute aantal allochtone journalisten geen eerste punt van zorg hoeft te zijn. Het aantal hoogopgeleide allochtonen loopt min of meer gelijk met het aantal autochtone journalisten in ons land. Uit bestanden van organisaties als Mixed Media en uit het landelijke journalistenonderzoek blijkt dat het aan getalenteerde en/of gekwalificeerde journalisten in Nederland niet ontbreekt. Ten aanzien van de aan allochtonen toegewezen werkplek en –specialisatie, de samenstelling van netwerken en het bronnengebruik van journalisten in het algemeen. Er wordt teveel gebruik gemaakt van ‘witte’ gevestigde netwerken. Dit lijkt slecht voor een representatieve verhouding in termen van ‘kleurrijke’ pluriformiteit in de nieuwsverslaggeving. Deuze vermeldt dat recente initiatieven zoals online deskundigendatabase Perslink hierin verandering zouden kunnen brengen. Het is noodzakelijk dat er grondig onderzoek gedaan wordt naar de redactionele hiërarchie en de plaats, welke minderheden zoals allochtonen (maar ook vrouwen en jongeren) daarin nemen. Verantwoordelijkheid Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse journalisten een dubbele pet dragen: zowel kritisch uitleggen als afstandelijk informeren. Het lijkt aanbevelingswaardig om de media (nog meer) te stimuleren de mengvorm tussen beide typen journalistiek op te zoeken en zo tegemoet te komen te komen aan een pluriforme invulling van de functie van de media in de Nederlandse democratie. Daarnaast is het zaak voor de media zich (opnieuw) te oriënteren op de multiculturalisering, de veranderende samenstelling van het mediapubliek en de verschuivende inhoudelijke interesses van gefragmenteerde doelgroepen in de samenleving.
13
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Deuze geeft aan dat met het bovenstaande niet is gezegd dat redacties op dit gebied niets doen. Uit dit en ander onderzoek blijkt dat er wel degelijk sprake is van een proces van bewustwording. Te verwachten valt dat in de nabije toekomst veranderingen plaats zullen moeten vinden middels verder onderzoek en publiek debat. Het blijvende karakter van migratie rechtvaardigt een meer bewuste en weloverwogen aanpak van de dilemma’s van kennisniveau, representatie en sociale verantwoordelijkheid die daarmee in de media gepaard gaan.
2.6
Politiek en media
De ‘Voortgangsbrief Culturele Diversiteit’ (2002) is een tussenreportage van staatssecretaris Van der Ploeg over de voortgang en voorlopige resultaten van de nota ‘media en minderheden’. Voor mijn onderzoek wil ik een aantal belangrijke gegevens hieruit vermelden. Vanaf het begin heeft Van der Ploeg culturele diversiteit hoog op de agenda geplaatst met de nota’s ‘Ruim baan voor culturele diversiteit’ en ‘Media en minderheden’ (1998-1999). Zijn beleid heeft steeds veel reacties opgeroepen: confrontaties in de kranten, op televisie en in de Tweede Kamer. Ondanks een zekere vermoeidheid rondom het onderwerp culturele diversiteit is de urgentie hieromtrent alleen maar toegenomen. De gebeurtenissen rond 11 september hebben die constatering op dramatische wijze onderstreept. Op 10 november 2000 heeft Van der Ploeg de Kamer bericht over de voortgang van het beleid inzake media en minderheden. De nota ‘Media en minderheden’ heeft als uitgangspunt dat de veranderingen in de samenstelling van de Nederlandse bevolking zichtbaar dienen te zijn in het aanbod, de makers en het publiek van de media. Hierbij zijn de volgende achterliggende doelstellingen vastgelegd: - Verrijking van de kwaliteit en diversiteit in het media-aanbod - Verbetering van het bereik van Nederlandse media onder culturele minderheden - Stimuleren van evenwichtige beeldvorming van en debat over de multiculturele samenleving, met als achterliggende gedachte dat dit kan bijdragen aan het proces van wederzijdse integratie Deze doelstellingen krijgen hun beslag via onder meer concessiewetgeving, programmaversterkingsbudget, meer frequentieruimte, verhoging van de rijksbijdrage lokaal televisieaanbod voor migranten, scherper toezicht door het Commissariaat voor de Media, pilotprojecten en programma-uitwisselingen met de Antillen en Aruba. Voortgang mediabeleid De landelijke radio en televisie kunnen een samenbindende functie vervullen door aandacht te besteden aan de multiculturele samenleving in het algemeen, terwijl de lokale en regionale omroepen zich kunnen richten op specifiek programma-aanbod voor migranten. De lokale migrantentelevisie in de randstad is inmiddels versterkt. De betrokken overheden (de vier grote steden en OCenW) hebben daarvoor gezamenlijk een budget beschikbaar gesteld van ruim 3,5 miljoen per jaar voor de periode van 2002-2004. Bij de herverdeling van radiofrequenties is extra frequentieruimte gereserveerd voor lokale migrantenradio. De oprichting van een multiculturele jongerenzender voor de grote steden is in voorbereiding. In de Concessiewet zijn diverse voorschriften opgenomen die de publieke omroep aanzetten tot meer culturele diversiteit op en achter de schermen. Een goede ontwikkeling is dat steeds meer projecten zelfstandig, zonder subsidie, verdergaan.
14
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Het Commissariaat voor de Media rekent minderhedenprogrammering sinds 1 januari 1999 mee voor het verplichte zendtijdpercentage informatie, educatie en cultuur. Het Commissariaat ziet erop toe dat de besturen van lokale- en regionale omroepen representatief zijn voor de verschillende bevolkingsgroepen; dit is opgenomen in de Mediawet.
2.7
Analyse literatuuronderzoek
Met het literatuuronderzoek heb ik geprobeerd mijn probleemstelling ‘Is een multicultureel televisieprogramma een noodzakelijke aanvulling op de programmering van Omroep Brabant?’ in een maatschappelijk kader te plaatsen. Met de daarin vermelde relevante gegevens heb ik een idee gekregen van de media en de multiculturele samenleving. De media informeren de samenleving. Door deze informatie en gesprekken met familie, vrienden en collega’s ontwikkelen mensen een visie. Wanneer berichtgeving te eenzijdig is of niet helemaal juist krijg je kromme ideeën. Deze reflecteren zich weer in de politieke meningsvorming, die invloed heeft op de democratische samenleving. Onder andere doordat media te weinig nuanceren kun je extreme reacties verwachten zowel in de politiek, bijvoorbeeld het ‘Fortuynisme’ als ook in het publieke debat over bijvoorbeeld ‘Marokkaanse probleemjongeren’. Als voorbeeld uit mijn omgeving wil ik aangeven hoe gemakkelijk er gestigmatiseerd kan worden door mensen. De hierna volgende conversatie geeft aan dat de media, in dit geval de krant, een grote rol spelen in meningsvorming. Mijn vader vertelde: “Wat ik toch in de krant heb gelezen over een school in Amsterdam. Er zat een docent een broodje te eten in de lunchpauze. En die man werd vervolgens in elkaar geslagen door een paar Marokkanen omdat het Ramadan was en hij een broodje zat te eten!” Mijn oom: “Je weet toch niet precies wat er echt gebeurd was. Misschien had die docent met z’n broodje het wel uitgelokt met een reactie. Zo van: ‘ik mag lekker eten en jullie niet’. En dat die jongens daardoor hartstikke link werden”. Mijn tante: “Eerste berichten over iets dat er gebeurd is geloof ik niet. Het duurt meestal dagen voordat een verhaal helemaal naar buiten komt en duidelijk wordt”. Mijn oom: “Ik beschouw wat er in de krant staat ook niet als de waarheid”. Mijn vader: “Ja, dat is misschien ook wel en moet ik er niet meteen zo op reageren”. Mijn oom: “Bij mij op kantoor werken veel allochtonen. En daarvan zijn er ook veel die aan de Ramadan doen. Vooral de eerste week is dat erg moeilijk natuurlijk. Tijdens lunchpauze gaan ze dan vaak buiten een blokje om”. Mijn tante: ‘Hetzelfde geldt voor die vrouw die gestolen zou hebben uit een Albert Heijn in Amsterdam. Later bleek pas dat ze helemaal niets gestolen had en dat het geen Marokkaan was die haar doodtrapte maar een Tunesier die überhaupt niet eens bij het winkelpersoneel hoorde!’
Allochtonen De aspecten die in het kwalitatieve onderzoek van de KUN naar voren kwamen over mediagebruik van allochtonen zijn mijns inziens zeker de moeite waard. Om inzicht te krijgen in ‘media en allochtonen’ moet gekeken worden naar de visie die allochtonen hebben op de media. Hun visie kan verrijkend zijn. Zeker de tweede generatie is in staat om vanuit twee verschillende achtergronden de zaken te benaderen; vanuit westers perspectief en vanuit de vaderlandse cultuur. Ontwikkelingen Ook al gaan bij veel mensen de haren recht overeind staan bij de woorden ‘multiculturele samenleving’; het onderwerp is en blijft actueel. Ook in de mediawereld speelt de samenstelling van onze bevolking een rol. Uit de literatuur (en ook het veldonderzoek) blijkt dat de journalistiek zich nog lang niet heeft aangepast aan haar omgeving die inmiddels ‘gekleurder’ is dan ooit. Het is een feit dat veel mensen in Nederland een andere culturele achtergrond hebben dan de Nederlandse. Dit zou logisch gezien ook zichtbaar moeten zijn in
15
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
de media. Met name in het massamedium televisie. Bovendien is televisie het meest gebruikte medium door allochtonen. De multiculturele televisie die in de jaren ’60 begon met het informeren van migranten uit o.a. Turkije is inmiddels uitgegroeid tot een soort stroming. Deze probeert geaccepteerd te worden binnen de media en de maatschappij. Zover is het nog lang niet. Heden ten dage wordt er nog steeds gepraat, gediscussieerd en gespeculeerd over de noodzaak van het interculturaliseren van journalistiek én de vorm die multiculturele media moet krijgen. In de door mij geraadpleegde literatuur is iedereen het erover eens dat er in de media rekening gehouden dient te worden met allochtonen en minderheden. Maar de materie wordt als zijnde complex gekenschetst. Van Kemenade stelt zich zelfs de vraag of het terugdringen van sociale ongelijkheid en het bevorderen van de culturele diversiteit eigenlijk wel met elkaar verenigbaar zijn. Toch doen velen een poging om de rol van de media met betrekking tot de multiculturele samenleving uiteen te zetten. Van der Ploeg vindt dat ‘media en minderheden’ onderverdeeld kan worden in vier delen: welk beeld media schetsen van minderheden, wat de effecten van berichtgeving zijn over minderheden, hoe het mediagebruik is van die groep en hoe de minderheden vertegenwoordigd zijn binnen de media. Een voor de hand liggende en algemene benadering van de problematiek. Marc Deuze gaat nog een stapje verder. Hij onderscheidt multiculturaliteit in drie niveaus. Kennis (wat weten journalisten van migrantenculturen?), representatie (beeldvorming over migranten, ‘kleurrijkheid’ op de werkvloer en in de verslaggeving) en journalistieke verantwoordelijkheid. Deuze stelt vast dat er een proces van bewustwording gaande is. Dit zit naar mijn idee wel in de lift maar heeft nog een lange tijd te gaan. Bewustwording De bewustwording van het belang van een multicultureel component, die zich door de journalistiek weeft, is in mijn ogen een kwestie van algemene ontwikkeling van journalisten. Hierbij maakt het niet uit bij welk medium men werkt en wat voor functies men bekleedt. Of het nu een bureauredacteur betreft, een samensteller, een verslaggever of eindredacteur. Je dient signalen uit de samenleving op te vangen en die mee te laten wegen in de invalshoek van je verhaal. Ik geloof niet in pure objectiviteit aangezien iedereen zijn eigen geschiedenis en achtergrond met zich meedraagt. Wel moeten de media zo pluriform mogelijk zijn, zowel op de werkvloer als in de programmering zodat ze een waarheidsgetrouwe afspiegeling van de maatschappij kunnen geven. Zonder geld kan er niets gedaan worden. De overheid zal de ontwikkelingen in deze sector op de voet moeten volgen om het mediabeleid zo actueel mogelijk houden. Zodat, wanneer nodig, met subsidies de weg geëffend kan worden voor een juiste positie van de media in de Nederlandse multiculturele samenleving.
16
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Hoofdstuk 3 3.1
Faye Danaë Leijtens
Veldonderzoek
Karakterisering onderzoeksmethode
Het belangrijkste deel van mijn scriptie is het veldonderzoek. Het bestaat uit een cijferonderzoek, om een beeld te krijgen van de verspreiding van allochtonen. Daarmee kan ik de deelvraag: ‘Is er een markt (voldoende kijkerspubliek) voor multiculturele televisie in het verspreidingsgebied van Omroep Brabant ?’ beantwoorden. Het tweede gedeelte van het veldonderzoek bestaat uit gesprekken en interviews met mensen uit de praktijk; ‘Hoe zijn de ervaringen van regionale omroepen met multiculturele televisie (MTNL) ?’ De twee deelvragen van het veldonderzoek moeten, samen met de deelvraag uit het literatuuronderzoek, de algemene probleemstelling van mijn reflectie kunnen beantwoorden. De deelvraag of ‘Omroep Brabant iets doet met multiculturalisering in hun televisieprogrammering ?’ is een aanvulling op de probleemstelling. In een interview met hoofdredacteur Jan Kriek en projectcoördinator van ‘Kleurrijk Omroep Brabant’ Agnes van der Straaten sprak ik over Omroep Brabant en de multiculturele samenleving.
3.2
Afbakening onderzoek
3.2.1 Cijferonderzoek Het cijferonderzoek nam veel tijd in beslag. In het onderzoek over allochtonen heb ik me alleen gericht op de meest recente cijfers (2003). Van 1996 tot 2003 was er in de cijfers een progressieve lijn te zien. In de afgelopen acht jaar is het aantal allochtonen dus alleen maar toegenomen. In verband met de beperkte tijd voor dit onderzoek heb ik mij alleen op de actuele stand van zaken gericht. Naast cijfers van het totaal aantal allochtonen heb ik ook alles berekend over de vier grootste allochtonengroepen van Nederland: Turken, Surinamers, Marokkanen en Antillianen/Arubanen. Dit zijn tevens ook de doelgroepen van MTNL. Ik heb gegevens van verschillende gebieden verzameld om vergelijkingen te kunnen trekken. Zo wilde ik eerst een beeld krijgen van ‘allochtoon Nederland’. Want hoeveel mensen wonen er nu eigenlijk in ons kikkerlandje en hoeveel daarvan zijn allochtoon? Vervolgens ben ik de provincies met elkaar gaan vergelijken (waarin een zeer verrassend aspect naar voren kwam!). Daarna heb ik de bevolkingssamenstelling van de verspreidingsgebieden van regionale omroepen onderzocht. Ik heb gekozen voor de verspreidingsgebieden van RTV Rijnmond, RTV West, RTV Utrecht en Salto, omdat deze omroepen MTNL (Multiculturele Televisie Nederland) uitzenden. Zo heb ik vergelijkingen getrokken tussen de omroepen op het gebied van percentages allochtonen én ervaringen met multiculturalisering in het televisieaanbod. Op deze manier kun je een helder beeld krijgen of Omroep Brabant, net als die andere regionale omroepen, ook iets met multiculturele televisie zou kunnen doen.
17
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
3.2.2 Gesprekken en interviews Het tweede gedeelte van het veldonderzoek bestaat uit gesprekken en interviews met mensen uit de praktijk. Ik heb gekozen voor mensen van omroepen, die een eigen multicultureel tv-programma maken en daarnaast ook MTNL uitzenden. Vanuit het Ministerie van OCenW krijgen ze sinds 2001 subsidie waardoor men ervaring heeft met multiculturele televisie. De visie van MTNL wilde ik natuurlijk ook weten om een goed beeld te krijgen. Bovendien hebben zij onder de vlag van MTV (Migrantentelevisie) al vijftien jaar uitgezonden. Beleidsmedewerker Freek Ingen Housz van OCenW is momenteel bezig met de voorbereidingen van een evaluatie van MTNL. Van elke omroep heb ik contact gehad met één persoon. Van RTV Rijnmond heb ik gesproken met de producer van MC2. Van RTV West heb ik de netmanager van TV West gecontacteerd. Ik heb mailcontact gehad met de programmamanager van RTV Utrecht. Uiteindelijk heeft de directeur van Salto mij ook nog te woord willen staan. En juist voor de deadline sprak ik de zakelijk directeur en de directeur van MTNL. Voor de laatste deelvraag heb ik contact opgenomen met de projectleider media-educatie en directeur van Mira Media en natuurlijk met Omroep Brabant.
3.3
Eigen onderzoek - Cijfers allochtonen
3.3.1 Inleiding Ik heb veel cijfermateriaal verzameld en berekeningen gemaakt om aan te geven of er überhaupt markt is in Brabant voor multiculturele televisie. In eerste instantie wilde ik een totaal beeld krijgen van ‘allochtoon Nederland’. Met hoeveel mensen wonen we nu in ons kikkerlandje en hoeveel daarvan zijn allochtoon, hoe is de verdeling per provincie en in de verspreidingsgebieden van MTNL? Een voorlichter van Omroep Brabant had mij aangeraden om contact op te nemen met het PON, Provinciaal Opbouworgaan Brabant. Daar had men helaas geen recente informatie over allochtonen in Brabant. Een medewerkster van de bibliotheek van het PON heeft mij telefonisch wegwijs gemaakt op de site van het CBS, die zij ook regelmatig raadpleegt.
18
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
3.3.2 Cijferonderzoek Nederland PROVINCIE INWONERS
Zuid-Holland Noord-Holland Brabant Gelderland Utrecht Limburg Overijssel Friesland Groningen Drenthe Zeeland Flevoland Nederland
aantal 3.439.982 2.573.120 2.400.198 1.960.422 1.152.218 1.141.889 1.100.677 639.787 572.997 481.254 378.348 351.680
ALLOCHTONEN totaal aantal % van inwoners aantal 863.916 25,1 390.285 660.136 25,7 269.480 354.211 14,8 111.954 267.067 13,6 72.473 214.912 18,7 87.784 224.299 19,6 33.133 150.928 13,7 45.786 53.766 8,4 8.566 69.940 12,2 16.257 42.195 8,8 5.522 55.812 14,8 9.049 81.576 23,2 36.413
16.192.572 3.038.758
18,8 1.086.702
3.500.000
35,8
6,7
Aantal allochtonen: overige groepen
3.000.000
Aantal mensen
4 hoofdgroepen % van totaal % van inwoners 45,2 11,3 40,8 10,5 31,6 4,7 27,1 3,7 40,8 7,6 14,8 2,9 30,3 4,2 15,9 1,3 23,2 2,8 13,1 1,1 16,2 2,4 44,6 10,4
2.500.000
Aantal allochtonen: 4 hoofdgroepen
2.000.000 1.500.000 1.000.000
Aantal autochtonen
500.000 Flevoland
19
Drenthe
Provincies Nederland
Zeeland
Friesland
Groningen
Overijssel
Limburg
Gelderland
Utrecht
Brabant
Noord-Holland
Zuid-Holland
0
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
3.3.3 Cijferonderzoek omroepen
VERSPREIDINGSGEBIED INWONERS ALLOCHTONEN
OMROEP
Salto RTV Utrecht (Stadstv) RTV West RTV Rijnmond Omroep Brabant
aantal 1.007.157 327.275 1.385.521 2.081.461 2.400.198
totaal aantal % van inwoners 404.886 40,2 92.130 28,2 365.459 26,4 498.385 23,9 354.211 14,8
2.500.000
4 hoofdgroepen % van totaal % van inwoners 50,4 20,3 52,0 14,6 41,2 10,9 48,1 11,5 31,6 4,7
Aantal allochtonen: overige groepen
2.000.000 Aantal mensen in verspreidingsgebied
aantal 204.121 47.944 150.590 239.659 111.954
Aantal allochtonen: 4 hoofdgroepen
1.500.000 1.000.000
Aantal autochtonen 500.000
Omroep Brabant
RTV Rijnmond
RTV West
RTV Utrecht (Stadstv)
Salto
0
Omroepen
3.3.4 Analyse cijfermateriaal Nederland Wanneer je een atlas openslaat en de wereldkaart voor je neemt is Nederland nauwelijks te zien. Maar op dat kleine stipje wonen ruim zestien miljoen mensen. Bijna één vijfde deel van al die inwoners zijn allochtonen. Het betreft de eerste en tweede generatie allochtonen. Het CBS rekent personen tot de allochtonen als tenminste één ouder in het buitenland geboren is. Daarbij wordt onderscheidt gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (tweede generatie). Deze definiëring houd ik ook aan in mijn reflectie. Turken, Surinamers, Marokkanen en Antillianen/Arubanen zijn de vier grootste allochtone groepen in Nederland. Dit zijn tevens de vier belangrijkste doelgroepen van Multiculturele Televisie Nederland (MTNL). Samen vormen zij ongeveer 36 procent van alle allochtonen in Nederland, dat is meer dan één derde.
20
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Provincie MTNL zendt uit in de provincies Noord-Holland (Salto), Zuid-Holland (RTV West en RTV Rijnmond) en Utrecht (RTV Utrecht). In de Randstad dus. Maar in welke provincies wonen eigenlijk de meeste allochtonen? Opvallend is, wanneer we naar de provincies kijken, dat Brabant na Zuid- en Noord-Holland op de derde plaats staat voor wat betreft het aantal allochtonen! En niet Utrecht, wat logischer zou zijn wanneer je kijkt naar de uitzendgebieden van MTNL. Hoe zit het met de vier hoofdgroepen in de verschillende provincies? Dit is belangrijk om te weten aangezien die vier groepen ook de belangrijkste doelgroepen van MTNL zijn. Ik doel dan op het percentage Turken, Surinamers, Marokkanen en Antilianen samen, van het totaal aantal allochtonen in een provincie. Wanneer we specifiek naar de vier grootste allochtonen groepen kijken, blijken de cijfers een stuk variabeler. Op de eerste plaats staat Zuid-Holland. Maar op plaats twee staat Flevoland. Op drie Utrecht, op vier Noord-Holland en op vijf komt de provincie Brabant. Verspreidingsgebied MTNL is te ontvangen op de lokale Amsterdamse omroep Salto, het Rotterdamse RTV Rijnmond, RTV West in Den Haag en RTV Utrecht. De uitzendgebieden beslaan niet alleen de grote steden maar ook andere gebieden van de provincie. Zo dekken Rijnmond en West samen de gehele provincie Zuid-Holland met hun radio en televisie-uitzendingen. Voor RTV Utrecht zit het als volgt in elkaar: RTV Utrecht bestaat uit Regio tv en Stads tv. MTNL wordt alleen uitgezonden op Stads tv en heeft daarmee slechts een bereik van de stad Utrecht en Nieuwegein. Salto is de publieke lokale omroep van Amsterdam. Ze maken radio en televisie. De televisie afdeling heeft twee kanalen: A1 en A2. MTNL wordt uitgezonden op A1 en in Amsterdam en nog drie andere plaatsen ook op A2. Het verspreidingsgebied van Omroep Brabant beslaat de hele provincie Brabant. Het percentage allochtonen in de verschillende verspreidingsgebieden loopt sterk uiteen. Salto is koploper met 40 %. Utrecht, West en Rijnmond liggen bijna gelijk, rond de 26 % en Brabant hobbelt erachteraan met 15 %. Een groot verschil dus met Groot-Amsterdam. Kijken we naar de hoofddoelgroepen van MTNL: Turken, Surinamers, Marokkanen en Antilianen en Arubanen dan blijkt dat zij bij RTV Utrecht 52,0 % van het totaal aantal allochtonen zijn. Bij Salto 50,4 %, RTV Rijnmond 48,1 %, RTV West 41,2 % en Omroep Brabant 31,6 %. Is er markt in Brabant voor multiculturele televisie? Landelijk gezien is er zeker markt in Brabant voor multiculturele televisie; de provincie Brabant staat in de top drie. Dit komt ook omdat Brabant een grote provincie is. Maar daarmee heeft Omroep Brabant wel een groot bereik. Wat de specifieke doelgroepen betreft staat Brabant ook hoog genoteerd; op de vijfde plaats. Vergelijken we de verspreidingsgebieden met elkaar dan zien we dat Brabant achter blijft. Dus, wanneer we kijken naar de gekleurde bevolking in Brabant en vergelijkingen trekken met andere gebieden, kan gezegd worden dat er wel degelijk een markt is voor multiculturele televisie.
21
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
3.4
Faye Danaë Leijtens
Eigen onderzoek - Gesprekken met mensen uit de praktijk
3.4.1 Inleiding Aanvankelijk begon ik mijn onderzoek met een andere probleemstelling: Of MTNL een goede aanvulling zou kunnen zijn op de programmering van Omroep Brabant. Ik heb dit uiteindelijk veranderd in de huidige probleemstelling. Wel wilde ik MTNL graag als onderdeel opnemen in mijn onderzoek. Maar dan meer als bron van ervaring. Ik heb contact opgenomen met de betreffende omroepen en MTNL. In grote lijnen heb ik ze de volgende punten voorgelegd:
• • • • •
Ervaring met MTNL en het lokale kwartier Reacties op de programma’s Passen de programma’s in de programmering Kijkcijfers Toekomstperspectief
3.4.2 Pieternel Smit, producer MC2 en Malou Landre, netmanager TV West Volgens Pieternel Smit moet er, om te weten of multiculturele televisie nodig is in een gebied, gekeken worden naar de samenstelling van de bevolking. “In het Rijnmond gebied is bijna de helft van de bevolking van allochtone afkomst. De samenstelling van de bevolking is dus van dien aard dat mijns inziens er niet een apart programma zou moeten bestaan, maar dat onderwerpen veel meer geïntegreerd zouden moeten worden. MC2 helpt bij de bewustwording van dit proces. Dit programma is voorlopig nodig. Maar wat erg belangrijk is, is niet alleen het programma, maar ook de samenstelling van de redactie. Die zou naar verhouding van de samenstelling van de bevolking moeten zijn, zodat er ook een ander geluid om de redactie klinkt.” Bij TV Rijnmond is om MC2 te kunnen maken een redactie samengesteld van ongeveer acht redacteuren. Daarvan zijn er drie vast in dienst, de overige zijn freelancers. Ze maken een multicultureel programma, dus niet voor specifieke allochtone groepen. Malou Landre laat weten dat Het andere oog ook gemaakt wordt door een redactie binnen de omroep. “We dachten dat het moeilijk zou zijn om allochtone journalisten te vinden. Maar door middel van een campagne en sollicitatieprocedures hebben we een redactie samen kunnen stellen.” De redacteuren zijn tenminste afkomstig uit de vier hoofdgroepen allochtonen. ‘Het andere oog’ wordt drie keer per week twaalf minuten en een keer per week 22 minuten (samenvatting) uitgezonden. In iedere nieuwsuitzending van TV West zit ook één item van Het andere oog. Landre vertelt dat ze de programma’s van MTNL iedere week op banden krijgen aangeleverd. Ze heeft een duidelijke mening over de programma’s van MTNL: “MTNL is te veel op Amsterdam gericht.” Volgens Smit van Rijnmond is “MTNL het doorgeefluik van de subsidie welke van OCenW afkomstig is. Zij hebben het contract en dus de voorwaarden van ons programma op papier gezet. Verder zenden wij vier keer in de week het programma van MTNL uit. Zo nu en dan is er een uitwisseling van items.”
22
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Pieternel Smit laat weten dat de programma’s MTNL en MC2 goed binnen de programmering van TV Rijnmond passen. “Ze zorgen voor meer verdieping. MC2 heeft in twee jaar een behoorlijke naamsbekendheid gekregen en mensen vinden het leuk om er mee samen te werken.” Wel is het uiteindelijke doel om samen te gaan werken met het nieuws. Dit idee sluit naadloos aan op het toekomstperspectief dat TV West heeft. Landre: “Na twee jaar een aparte nieuwsredactie en een redactie van Het andere oog te hebben gehad is er het idee om de twee redacties samen te gaan voegen de komende jaren. De allochtone bevolking zal dan, ook als de subsidie wegvalt, beter vertegenwoordigd zijn binnen RTV West.” De programmering was volgens Landre vooralsnog ‘blank’ en dat terwijl een op de drie Hagenezen allochtoon is.
3.4.3 Johan Sponselee, programmamanager RTV Utrecht Hoe is de samenwerking tussen MTNL en RTV Utrecht tot stand gekomen? “Iedere zondag hebben we op de lokale TV een zogenoemd Open Kanaal. Iedereen die wil, zich aan de wet en fatsoen houdt en verwerkingskosten betaalt, mag daarop uitzenden. Zo ook MTNL.” Hoe is alles financieel en organisatorisch geregeld? “Men betaalt per uur een verwerkingstarief en that' s it. Uiteindelijk komt het er op neer dat MTNL wordt betaald door de gemeente Utrecht.” Zijn er reacties gekomen op het programma? Nee, nooit. Ondanks het feit dat we inmiddels de MTNL-programma' s ook doordeweeks (gratis) extra uitzenden. Zo ja, wat voor reacties? “Ik hoor in allochtone kringen dat ze het programma van MTNL helemaal niks vinden. Het is TV voor tobberige types en beleidsmakers, hoor ik. Ik kan me daarbij overigens wel wat voorstellen. Met name het zogenaamde grootstedelijke programma zou ik zelf nooit zo saai en voorspelbaar maken. Het Utrechtse programma UTopics is aardiger, maar ook behoorlijk agendajournalistiek met veel wethouders, beleidsmakers, congressen en zo.” Past MTNL in de programmering van TV Utrecht? “UTopics wel, hoewel we het zelf heel anders van toon en onderwerpkeuze zouden maken. Het grootstedelijke programma zend ik alleen uit omdat het in het pakket er schijnbaar bij hoort.” Wat zijn jullie ervaringen tot nu toe met MTNL? “Niet echt een snelle club. Wel aardige mensen die eigenlijk eens een tijdje zouden moeten meelopen met een club als FunX. ( www.funx.nl ) dat wij in Utrecht op de radio uitzenden op 96.1 FM.” Hoe zijn de kijkcijfers van TV Utrecht en hoe zijn die van MTNL en UTopics? “Lokaal wordt er door het bureau Kijk- en Luisteronderzoek niet gemeten. We moeten het hebben van respons. Die is dus v.w.b. MTNL en UTopics zero.” Toekomstperspectief? “Ik kan me niet voorstellen dat MTNL in z' n huidige vorm over 5 jaar nog bestaat. Daarvoor zijn er in allochtone kringen te veel "eigentijdse" initiatieven, zoals FunX, Demet TV e.d. Bovendien hebben wij ook zelf een aantal multiculturele doelen in reguliere programma' s gelegd, zoals in ons jongerenprogramma Rauwkost.”
23
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
3.4.4 Erik van der Schaft, directeur Salto en interim-directeur AT5 Salto is een lokale omroep voor Amsterdam en omstreken. Ook zij zenden MTNL uit. De uitzending voor Salto verschilt met die voor de andere omroepen in tijd. Bij Salto wordt vier keer per week veertig minuten MTNL uitgezonden. Bij de andere omroepen is dat een half uur. Salto bestaat al achttien jaar, waarvan zij al vijftien jaar migrantentelevisie uitzenden. Twee jaar geleden kwam er vanuit overheid geld en kwamen er andere samenwerkingspartners bij: Migrantentelevisie werd veranderd in MTNL. ”De programma’s zijn niet veel veranderd”, aldus Erik van der Schaft. “Er is alleen een zakelijk directeur bij gekomen: Walther Tjon.” “Er komen weinig reacties op MTNL. Dat komt naar mijn idee waarschijnlijk door de degelijke en brave verslaggeving waar MTNL voor gekozen heeft.” Van der Schaft vindt het onzin dat er programma’s gemaakt worden voor aparte doelgroepen. “Ik vind dat er thematisch gewerkt moet worden zoals bijvoorbeeld thema’s als gezondheidszorg of sport.” MTNL vindt dit volgens hem niet leuk want dat voldoet niet aan de opdracht die ze gekregen heeft. Op mijn vraag waarom Salto dan toch MTNL uitzendt als zijn mening en die van anderen zo negatief zijn, antwoordt hij: “Het politieke klimaat was toen anders. Toen werd er gesproken van ‘diversiteit’.” Dat vindt Van der Schaft helemaal passé. Multiculturaliteit moet meer geïntegreerd zijn in de programma’s. AT5 doet dat in haar programma’s en is volgens de directeur van Salto daarom zo succesvol. “Netwerken zijn erg belangrijk en journalisten moeten open staan voor geluiden uit de culturele samenleving.” Zijn er bij AT5 dan veel allochtone redacteuren voor de programma’s? Daar blijken er, zelfs bij het hoofdstedelijke AT5, te weinig van te zijn. “Maar het gaat ook over de journalistieke kwaliteit en niet of je een kleurtje hebt. Omdat iemand een mooi bruin velletje heeft gaan we die niet aannemen. Ik ben zelf ook van een gemixte achtergrond en het lijkt me vreselijk als ik daar op geselecteerd zou worden.” Hij heeft wel een tip voor Omroep Brabant: “Ga niet multicultureeltje spelen.” Er moet in de berichtgeving rekening mee gehouden worden. Je moet weten wat er speelt in de diverse groepen.
3.4.5 Walther Tjon Pian Gi, zakelijk directeur MTNL Ik heb weken lang geprobeerd directeur Gerard Reteig te contacteren. Maar dat bleek onmogelijk vanwege zijn overvolle agenda. Toen ik weer eens naar MTNL belde en vroeg naar een producer of eindredacteur van MTNL werd ik naar de PR-afdeling doorverwezen. Ik heb toen contact opgenomen met Freek Ingen Housz van OCenW en hem voorgelegd dat ik niemand van MTNL te pakken kreeg. Hij heeft toen bemiddeld in het contact tussen mij en Walther Tjon. Ook de zakelijk directeur heb ik nog diezelfde dag gesproken.
Hoe kijkt u terug op MTNL sinds de oprichting? “De producten zijn goed en in ontwikkeling. De kracht van de lokale en regionale media is dat ze dicht bij de burgers staat. De omroepen zijn co-producenten in het lokale nieuws en zenden alles uit. MTNL weet zich positief te onderscheiden wat betreft kwaliteit, thema’s en is een goede aanvulling op de rest van het aanbod.”
24
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Dat is tegenstrijdig om te horen. De omroepen zelf zijn een stuk minder positief. MTNL zou bijvoorbeeld te veel op Amsterdam gericht zijn. MTNL noemt zich toch een grootstedelijk programma… “Het grootstedelijk programma is helemaal niet zo Amsterdams. In andere steden wordt gewoon gemuggenzift. Wanneer de Kalverstraat te zien is in plaats van het Spui dan is het al te Amsterdams. En dat terwijl de studiogasten, wethouders en ambtenaren tegenwoordig vaker uit de andere steden komen. Zo hebben we eens een programma gemaakt over eenzaamheid. Het was een portret van een oude vrouw die werd gefilmd op een boot door de Amsterdamse grachten en niet door bijvoorbeeld de Utrechtse grachten. Het was echt een prachtig portret over eenzaamheid. Maar dan hoor je: ‘Zie je wel, weer Amsterdam!’ “ Heeft er de afgelopen twee jaar een ontwikkeling plaatsgevonden binnen MTNL? “De mensen van MTV (Migrantentelevisie) vormden een hechte groep. Toen MTNL begon is het personeel verdubbeld. Er zijn veel jonge reporters bij gekomen die een frisse wind erdoor heen hebben gejaagd. De oude garde, in combinatie met de jonge heeft een goede mix opgeleverd. Zo is er een programma dat gemaakt wordt door een Turks/ Marokkaans team waar we heel veel reacties op krijgen.” Hoe zijn de reacties van kijkers? “We krijgen heel veel positieve reacties. Zowel per e-mail als telefoontjes.” Het moet wel even duidelijk zijn hoe het in elkaar zit. MTNL heeft een aanbieding: een grootstedelijk programma en een lokaal kwartier. En in opdracht van MTNL mogen de omroepen een eigen programma maken. De formule is dat het grootstedelijk programma en het lokale kwartier als één geheel wordt uitgezonden. Rijnmond zet het eigen kwartier in de carrousel en MTNL zetten ze op 16.00 uur. Een tijd dat er weinig televisie gekeken wordt. Dus ze houden zich dan niet eens aan de opdracht. De gemeente Den Haag heeft onderzoek gedaan naar het Andere oog en MTNL. Uit dat onderzoek blijkt dat MTNL hoog scoort en als waarderingscijfer een acht krijgt.” Maar qua ontwikkelingen, wat is er dan concreet veranderd? “Kijk, als organisatie geloven we in doelgroeptelevisie. Vroeger waren uitzendingen van de Turkse redactie over bijvoorbeeld hoofddoekjes in het Turks. Dan kijken er met name Turken. Nu is het zo dat uitzendingen (ook de Marokkaanse) meestal in het Nederlands zijn. Dan is het programma niet alleen specifiek op Turken gericht maar op iedereen. Dit is een duidelijke koersverandering. Er kijken dan ook veel ‘witte’ Nederlanders.” U zegt: ‘Wij als organisatie geloven dat..’ Als MTNL zo’n opstelling heeft en de omroepen blijven ook bij hun standpunt. Op welk vlak kunnen jullie dan elkaar tegemoet komen? “De omroepen hebben de opdracht om redacties te kleuren. MTNL heeft als opdracht het maken van doelgroeptelevisie. Wij zouden er dus niet zo blij mee zijn als West straks de redactie van Het andere oog wil gaan integreren met de redactie van het nieuws. We zitten continue om de tafel met de omroepen. Maar West wil onze programma’s gewoon niet uitzenden op goede tijden. Dus zijn wij nu bezig met het uitbreiden van onze uitzendplekken. Stadsomroep Den Haag zendt MTNL nu ook uit en op goede tijden. Zo zenden we nu ook uit op het Rotterdamse Ed-tv en we krijgen heel veel reacties binnen.” Wat is beter: doelgroeptelevisie of een andere manier van interculturalisatie? “Doelgroeptelevisie heeft meerdere facetten. Persoonlijk ben ik meer voor multiculturele televisie. Dus niet vóór wie maar vanuit welke doelgroep. Dus een Turkse redactie die een programma maakt zodat iedereen vanuit het Turkse perspectief kan kijken. En niet alleen het maken van een Turks product.”
25
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Hoe kijkt u tegen de toekomst aan? “Wat er gaat gebeuren weet niemand. TV West wil redacteuren van Het andere oog in haar nieuwsredacties plaatsen om een gekleurdere blik op het nieuws te kunnen geven. Maar als dat zomaar enkele redacteuren zijn heeft dat geen zin. Als dat niet meer als 30% is kan er geen vuist gemaakt worden. Wat betreft doelgroeptelevisie: televisie is per definitie doelgroeptelevisie. Zolang blijkt dat daar behoefte aan is vanuit de doelgroep en vanuit de overheid, onze subsidiënten, gaan we door. Het zit alleen heel tegenstrijdig in elkaar. Er wordt geroepen dat doelgroeptelevisie niet meer van deze tijd is maar achter de schermen zijn ze wel positief. In het openbaar debat is het woord ‘doelgroep’ een vies woord. Maar het kan zijn dat de volgende dag het Ministerie van Justitie op de stoep staat omdat wij het goede kanaal zijn om iets te doen met criminele Antillianen. Vroeger adverteerde de gemeente Amsterdam met spotjes van Postbus 51 op MTV. Daar zijn ze mee gestopt omdat doelgroeptelevisie uit was. Een maand later kwam er een ambtenaar met de vraag of we niet iets konden doen met zuigelingensterfte, aangezien wij die doelgroepen kunnen bereiken.” Zou doelgroeptelevisie geschikt zijn voor Omroep Brabant? “Het probleem van doelgroeptelevisie is de dichtheid. In Brabant zijn de allochtonen waarschijnlijk minder geconcentreerd. Wij als MTNL zijn juist gericht op die concentratie. Wel zijn we bezig met Flevoland. Almere is bijna een buitenstad van Amsterdam. Alleen moeten we er wel voor zorgen dat we niet te snel groeien want het kost veel tijd en geld om MTNL te pluggen op veel verschillende plekken.” Toch is Omroep Brabant in samenwerking met Mira Media bezig met een plan om de omroep te interculturaliseren. “Ik zit eigenlijk op twee stoelen want ik ben ook bestuurslid van Mira Media. Het is goed om kleur te krijgen maar als het niet meer dan 30 % is heeft het weinig zin. In het algemeen gaat het alleen over die façade om iets met multicultuur te doen maar of het nu echt vruchten afwerpt.. Vaak heeft het te maken met angst om overwoekerd te worden door andere culturen.” Maar wat is dan het echte doel van multiculturele televisie? “Het geloof in de kracht van verrijking van cultuur. De BBC doet het bijvoorbeeld wel goed. Die hebben radicaal gezegd: zoveel procent en punt. Die zijn als één blok erachter gaan staan. Het heeft te maken met macht en medestanders; die moeten in evenwicht zijn met de rest. Hier in Nederland is het pappen en nathouden. Om nog een voorbeeld te geven: commerciële televisie loopt als een trein. Hoe komt dat? Omdat er geld en markt is. Als ze vinden dat er een bruin koppie nodig is op de tv dan doen ze dat gewoon. De publieke televisie is in wezen alleen bezig met het verdedigen van machtsblokken.” Maar hoe zit het dan met Brabant? “Vanuit MTNL zou ik best wel willen gaan praten maar ik verwacht niet dat er veel enthousiaste mensen zullen zijn. Mijn verkooppraatje zou zijn dat de helft van onze kijkers blanke Nederlanders zijn. Maar het proces is heel anders dan in grote steden.” Maar in steden als Tilburg, Eindhoven en Breda is wel een hogere concentratie allochtonen… “Het punt is dat daar geen lokale televisie is. De luistercultuur, radio, zou de enige optie zijn. Maar die is erg gecommercialiseerd en overal wordt hetzelfde gedraaid.”
26
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Wat vind u dan van het plan van Mira Media en Omroep Brabant? “Ik vind het een goed plan van Mira Media en Omroep Brabant maar hoe effectief het is weet ik niet. Je moet de hoofdzaken van de bijzaken scheiden. Er spelen altijd veel belangen mee en geheime agenda’s. Onderzoek in dit veld is verdomd lastig omdat je al die valkuilen moet kennen.” 3.4.6 Gerard Reteig, directeur MTNL Gerard Reteig: “Wij willen een programma voor de diverse groepen en we doen ons uiterste best om het ook voor een breed publiek te maken. Als je wilt dat mensen integreren is het belangrijkste ze te informeren. Wij verhullen niet dat er een hoeveelheid Marokkaanse rotjongens is. Maar we praten met ze. Met ons doen ze dat wel want ze hebben geen zin meer in de Nederlandse media.”
Denkt u dat doelgroeptelevisie toekomst heeft? “De komende tien jaar heeft het zeker toekomst. Kijk eens naar bijvoorbeeld Australië of Canada. Daar zijn nog steeds Nederlandse radiozenders. Je moet inspelen op de samenleving zoals hij is.” Is doelgroeptelevisie dan een opstapje naar een volgend niveau? “Ik denk het wel. De komende decennia gaan culturen zich vermengen. Autochtone en allochtone jongeren zitten bij elkaar op school. Mensen trouwen met elkaar. Er is een groeiende Marokkaanse en Turkse middenklasse. En er zijn steeds meer Surinamers die hogere functies bekleden. Je kunt het proces niet dwingen. Er zal wel twintig tot dertig jaar voor nodig zijn. Maar ik denk dat het uiteindelijk goed komt hoor.” Walther Tjon benoemde 30 % als minimaal percentage allochtonen in de samenstelling van het personeel. Als het bij een groepje mensen of enkelingen blijft die met initiatieven komen, heeft het dan allemaal wel zin? “Iedere actie is zinvol. Ik ben er trots op dat we in staat waren die omroepen geoormerkt geld te geven zodat ze mensen van die culturen in dienst konden nemen. Maar of ze, als de subsidie ophoudt, de mensen die ze in dienst hebben genomen daar houden… ik ben er niet gerust op. En het is waar dat als je een redactie hebt van vijftien redacteuren en twee ervan zijn allochtoon, dat die het ontzettend zwaar hebben. Het is moeilijk om dingen duidelijk te maken en er doorheen te krijgen. Op een gegeven moment ga je je toch conformeren. Je ziet ook vaak dat ze onderwerpen krijgen die met allochtonen te maken hebben. Maar het is een proces. Je moet ergens een impuls geven. Ik sprak hierover met Hans Laroes van het NOS Journaal. Je moet ervan overtuigd zijn dat het een meerwaarde heeft: ‘Ik wíl dat mijn omroep multiculturaliseert.’ Het is een kwestie van willen en een taakstelling innemen.“ Jan Kriek van Omroep Brabant zei dat het goed is om doelstellingen te hebben maar dat je niet kunt verwachten dat, als je een jaar later de tv aanzet, je een verandering ziet. “Er is vaak een bepaalde weerzin en angst om kijkers te verliezen. Maar je kunt ook kijkers winnen. Je moet er energie in stoppen.”
27
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Het lijkt wel of de omroepen andere dingen voor ogen hebben dan jullie. Maar uiteindelijk gaat het toch allemaal om hetzelfde: een goede afspiegeling van de maatschappij zijn. Op wat voor vlak kom je elkaar tegemoet? “Je moet constant in gesprek blijven. Om alle mogelijkheden open te houden moet je blijven trekken en duwen. De allochtone journalisten hebben bewezen dat ze goed zijn. Omroepen kunnen er niet meer omheen. Voorbeelden zijn Gerri Eijkhof en Iwris Kelly die bij MTNL hebben gewerkt. De vaste cameraman van Villa Felderhof is een Argentijn en bij MTNL opgeleid. Het is dus wél effectief. Door MTNL wordt dit proces versneld. We hebben nu ook gesprekken met de NPS voor een eventuele innige samenwerking maar het is een moeizaam proces.” Wanneer je naar Brabant kijkt. Wat zou daar gedaan kunnen worden? “Ik wil daar best gaan praten. Ik zie bijvoorbeeld een mogelijkheid om gedeelten van ons programma daar uit te zenden om te kijken hoe kijkers erop reageren. Het is een kwestie van durf maar vooral willen. Als je op safe blijft spelen en de bekende paden blijft bewandelen zal er nooit iets veranderen.” “Ik wil graag nog het volgende concluderen. Doelgroeptelevisie is zeker noodzakelijk om mensen te kunnen informeren en te betrekken. Als het goed wordt ingevuld kan het zelfs een kweekvijver zijn voor journalisten uit de allochtone gemeenschap. Alle televisie is doelgroeptelevisie. Maar zodra die doelgroep etnisch-cultureel is wordt er een probleem van gemaakt. Migranten moeten zich aanpassen aan Nederland. Maar stellen zich ook de vraag: Wat ís de Nederlandse samenleving? Nederlanders zullen zich ook aan moeten passen aan hun omgeving.”
3.5
Kijkcijfers
Ik wilde graag de kijkcijfers op een rijtje zetten om te weten hoeveel er gekeken wordt naar MTNL en de eigen multiculturele programma’s. Helaas kan ik hier geen beeld van geven. MTNL en UTopics worden in Utrecht alleen lokaal uitgezonden en het bureau Kijk- en Luisteronderzoek meet daar geen cijfers. Hetzelfde geldt voor de lokale omroep Salto. Sponselee van RTV Utrecht gaf al aan dat ze het moeten hebben van respons van mensen maar dat die, wat betreft MTNL en Utopics, zero is. TV Rijnmond gaf cijfers van het algemene bereik door. Pieternel Smit liet weten dat er wel specifieke cijfers per programma zijn, maar dat het met de hand moet worden uitgezocht en dat het onmogelijk is om dat in een periode als deze uit te zoeken. Zowel TV Rijnmond en TV West kampen met reorganisaties en dus is het een enorme chaos binnen de omroepen. Malou Landre gaf ook al aan dat het heel moeilijk was nu maar dat ze haar best zou doen. Ik had ook gevraagd naar verdeling van cijfers in allochtoon en autochtoon. Maar die zijn er blijkbaar niet. Je kunt dat door Intomart laten doen maar dat kost erg veel geld. Onderstaande cijfers zijn uiteindelijk de enige die ik heb kunnen verzamelen. Sinds januari 2001 worden MC2 en MTNL uitgezonden. Wanneer je kijkt naar de cijfers is er een stijgende lijn te zien maar of dit nu ligt aan het uitzenden van multiculturele programma’s kan op basis van deze cijfers niet gezegd worden. TV Rijnmond Jaar 2003 2002 2001 2000 1999
dagbereik in % 23,8 18,7 14,7 15,2 15,8
weekbereik in % 55,6 44,7 40,5 41,3 45,6
28
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
3.6
Faye Danaë Leijtens
Eindinterview Omroep Brabant
Ik heb een gesprek gehad met hoofdredacteur Jan Kriek van Omroep Brabant en Agnes van der Straaten, projectcoördinator van ‘Kleurrijk Omroep Brabant’. Ik sprak met hen over Omroep Brabant in de multiculturele samenleving en de interculturalisering van de omroep.
In 1976 begon Omroep Brabant met radio-uitzendingen in Zuid-Oost Brabant en in 1989 in de hele provincie. Pas in 1997 werden er ook televisie-uitzendingen gemaakt. Is er iets veranderd in het publiek en de televisieprogramma’s? “Omroep Brabant maakt tv voor de hele provincie. Van 0 tot 80 zeggen wij altijd. Een programma als bijvoorbeeld ‘De Wandeling’ wordt goed bekeken. We krijgen naast reacties van ouderen ook enthousiaste reacties van jongeren. In de loop der jaren zijn we denk ik wel verjongt.” Was daar vraag naar? “Nee, dat wilden we zelf.” Is er bij Omroep Brabant wel eens iets gedaan op het gebied van de multiculturele samenleving? “Ja, met Mundial doen we altijd veel. Vooral op het gebied van radio. Zo hebben we eens vier journalisten die gevlucht waren, op Festival Mundial gezet en mensen laten interviewen over wat ze van Nederland en de Nederlandse samenleving vinden. In het nieuws willen we iedereen aan het woord laten. Zowel allochtonen als autochtonen. In gewone programma’s moet rekening gehouden worden met dat multiculturele aspect.” Waarom komen jullie nu pas met een plan en is daar nooit eerder iets mee gedaan? “We hebben het wel geprobeerd maar het mislukte steeds. Het is belangrijk dat je er een persoon voor aanstelt die zich daarmee bezighoudt binnen de omroep. Agnes is eigenlijk aanjager. Ze loopt rond en wijst mensen erop anders te denken of te kijken. Bijvoorbeeld in Xtra Cultuur werd er een item gemaakt over de opening van de moskee in Tilburg. Er waren heel veel negatieve aspecten zoals bijvoorbeeld de buurt die het er helemaal niet mee eens was. Zij heeft ervoor gezorgd dat ook de positieve kant werd belicht.” Hoe komt Omroep Brabant op het idee om Guilly Koster het programma ‘Take Care’ te laten presenteren? “Nou, je maakt een programma en op een bepaald ogenblik heb je ook iemand nodig die het presenteert. We vonden het leuk om het Guilly Koster te laten presenteren. Omdat je zo’n persoon meer verwacht voor een programma over de multiculturele samenleving en niet over zorg in Brabant.” Hoe is de verhouding allochtoon / autochtoon in het personeel? “Je kunt hier niet eens van een verhouding spreken. We hebben hier één Surinamer werken. En die woont al zo lang in Nederland dat hij zichzelf waarschijnlijk niet als allochtoon beschouwt.” De slogan van Omroep Brabant luidt: ‘Omroep Brabant, en je weet wat hier leeft.’ Hoe weten jullie wat hier leeft? Waar hebben jullie je netwerken zitten? “Ja, dat is een goeie. Want de netwerken moeten anders worden. Netwerken kun je zien als tentakels die door heel Brabant heen lopen. Er moeten meer van die tentakels bij komen. Zoals bijvoorbeeld mensen van allochtone organisaties.”
29
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Perslink is dan ook wel interessant om als bestand voor allochtonen te hebben? “Ja, Perslink gaan we ook gebruiken. Maar het gaat ook om één op één contact. Als je iemand geïnterviewd hebt weet je of hij of zij geschikt is. Want iemand moet wel een verhaal kunnen vertellen voor televisie of radio.” Inmiddels ligt er een plan voor interculturalisering van de Omroep. Wie is er met het idee gekomen: Mira Media of Omroep Brabant? “Ik denk dat Omroep Brabant naar Mira Media is gegaan en het plan hebben ze samen geschreven.” Wat is de belangrijkste doelstelling van het plan? “Het belangrijkste is dat we programma’s maken voor iedereen. Concreet kunnen we dat doen door het organiseren van een mediadag om scholieren in aanraking te brengen met media. En bijvoorbeeld cursussen geven aan het personeel om hun kennis over de multiculturele samenleving te vergroten.” Welke rol speelt Mira Media in het ontwikkelen en uitvoeren van het plan? “Mira Media is procesbegeleider. Als wij vragen hebben kunnen we die bij hen neerleggen omdat zij al veel ervaring hebben in deze materie. Omroep Brabant is de projectbegeleider. We werken verder samen met onder andere Palet en de Fontys Hogeschool voor Journalistiek.” Hoe zit het met de financiën en subsidies? “Omroep Brabant financiert zelf een deel en verder zullen er subsidies vanuit het Rijk moeten komen. Het plan is al wel naar de provincie gestuurd.” Hoe kunnen jullie het plan op korte termijn realiseren? “We beginnen met een 0-meting. Dat houdt in dat je bekijkt wat de stand van zaken is bij de televisie en radio. Agnes heeft een werkplan waar activiteiten op korte termijn op staan (Bijlage II). Na een jaar kun je dan kijken wat er veranderd is.” Maar als ik over een jaar de televisie aanzet, wat kan ik dan als kijker zien aan veranderingen? “Doelstellingen hebben is goed; en dat je bepaalde dingen gedaan wilt hebben. Maar er moet een omslag in het denken van de redacteuren komen en dat is een moeilijk proces door de weerbarstige materie. Als je over een jaar de televisie aanzet is het onmogelijk dat je daar het werk van Agnes ziet.” Dus eigenlijk moet er iets veranderen in de algemene ontwikkeling van de journalisten en moet het multiculturele er meer als een soort automatisme inzitten? “Ja, dat zou je zo wel kunnen zeggen.” De titel van het plan is ‘Afstemmen op diversiteit’. Wat houdt die titel in? “Afstemmen is het afstemmen van je radio of televisie. En diversiteit staat voor verrijking. Redacties moeten straks terug kunnen kijken en zeggen dat er toch wel dingen veranderd zijn. Dat moet ook voor de kijkers zo zijn. Dus zowel intern als extern moet er een verrijking plaats vinden.” Ik wil mijn probleemstelling eens voorleggen aan jullie: Is het noodzakelijk dat er een multicultureel televisieprogramma komt in het aanbod van Omroep Brabant? “Zoals ik het nu zie: Nee. Programma’s moeten voor iedereen zijn maar niet voor specifieke groepen. Uiteindelijk doel is dat er meer kleur op de tv te zien is en dat allochtonen Omroep Brabant ook als hún zender beschouwen.”
30
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
3.7
Analyse veldonderzoek
3.7.1
Inleiding
Faye Danaë Leijtens
Het veldonderzoek was leuk om aan te werken. Het cijferonderzoek was taai maar de resultaten gaven wel een kick. Toen ik drie maanden geleden begon had ik wel een idee over allochtonen en het programma-aanbod van Omroep Brabant. Maar je kunt pas een helder en eerlijk antwoord op je probleemstelling geven als je deze kunt onderbouwen met feiten. Meningen en visies kleurden het onderzoek verder in en zetten aan tot nadenken over het onderwerp. De materie bleek pittig; ik begon met een idealistische insteek en eindigde met zakelijkheden als kijkcijfers, geld en macht. Toch geloof ik nog steeds dat er een drastische verandering moet komen in de journalistiek ten aanzien van de moderne samenleving.
3.7.2
Cijferonderzoek
De cijfers spreken voor zich. Wel denk ik dat, wanneer mensen dit onder ogen krijgen behoorlijk verbaasd zullen zijn over de hoeveelheid allochtonen in Nederland. Ook de provincie Brabant staat hoog genoteerd in de lijst met provincies wat betreft aantal allochtonen. Ik wil hierbij onderstrepen dat ik hoop dat mensen (ook journalisten) wakker geschud worden met dit cijferonderzoek. Deze cijfers zijn er niet om negatief geïnterpreteerd te worden. Dus niet om angst te creëren om overschaduwd te worden door andere culturen maar om te beseffen hoe de samenstelling van de Nederlandse samenleving nu werkelijk is. Een bewustwording van de wereld om ons heen. De taak van de media is om hier goed mee om te gaan. Het is de bedoeling zowel negatieve als positieve aspecten in de berichtgeving naar voren te laten komen zodat er een zo goed mogelijke afspiegeling van de samenleving ontstaat.
3.7.3
Visies
De visies van anderen op de samenleving, de rol die de media daarin speelt en de kijk op doelgroeptelevisie hebben ervoor gezorgd dat ik mijn ideeën kon ontwikkelen. Ik vond het boeiend om met mensen uit de journalistiek te praten over deze onderwerpen. Al viel het vaak niet mee om mensen te pakken te krijgen. Ik had besloten om eerst contact op te nemen met de regionale omroepen die MTNL uitzenden om na te gaan wat hun ervaringen zijn met het maken en uitzenden van multiculturele televisieprogramma’s. In de uitzendgebieden van de omroepen zijn allochtonen geconcentreerd. De regionale media dienen daar zeker op in te spelen. Er waren veel negatieve reacties op MTNL: ‘teveel op Amsterdam gericht’, ‘doorgeefluik van de subsidie van OCenW’, ‘zij hebben het contract en dus de voorwaarden van ons programma op papier staan’, ‘tv voor tobberige types en beleidsmakers’, ‘saai en voorspelbaar’, ‘degelijke en brave verslaggeving’. Bovendien zouden er weinig reacties komen op MTNL. Op mijn vraag waarom ze het dan uitzenden wordt geantwoord dat MTNL er nu eenmaal bij hoort in het pakket. Alleen Pieternel Smit van Rijnmond vindt dat MC2 en MTNL voor meer verdieping zorgen in het programma-aanbod. Ook Malou Landre van West laat ook weten het goed te vinden dat er iets gedaan wordt aangezien een op de drie Hagenezen allochtoon is.
31
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
3.7.4
Faye Danaë Leijtens
Diversiteit of integratie
Wat ik een opvallend aspect vond was dat TV West en TV Rijnmond de redacties van MC2 en Het andere oog in de toekomst willen integreren met de nieuwsredacties. Erik van der Schaft zei het onzin te vinden dat er programma’s gemaakt worden voor aparte doelgroepen. Waarom zend Salto ze dan al vijftien jaar MTV uit en nu ook MTNL? Volgens hem omdat het politieke klimaat toen anders was. Dit is een belangrijk punt dat ik meerdere gesprekken aan de orde kwam. Er wordt gesproken over doelgroepen en multiculturele programma’s. Het beleid van Van der Ploeg gaat ook over Culturele Diversiteit. Het is dan vreemd om te constateren dat de politiek praat over diversiteit en dat er programma’s gemaakt worden voor etnische doelgroepen. Echter wanneer je mensen uit de praktijk spreekt, lijkt het of ze van etnische doelgroepprogrammering af willen. Naar mijn idee vindt er een verschuiving plaats in de media: ‘doelgroeptelevisie voor allochtonen of niet?’. Er wordt gezocht naar een vorm voor ‘media en minderheden’. En ik denk terug aan wat Van Kemenade zich in zijn toespraak afvroeg (of integratie met behoud van identiteit wel mogelijk is?)
3.7.5
Doelgroeptelevisie
Toen de ontwikkeling ‘doelgroeptelevisie of niet’ in mijn onderzoek aan de orde kwam, heb ik dit in de interviews daarna voorgelegd aan de kandidaten. In het gesprek met Omroep Brabant kwamen niet veel duidelijke doelstellingen of ideeën naar voren. Misschien logisch omdat de projectcoördinator pas sinds juli is aangesteld en het plan om te interculturaliseren pas kort in werking is. Ook de ervaring met de multiculturele samenleving is minimaal. Ideeën waren er wel maar over concrete oplossingen of uitwerkingen hoorde ik weinig. Men is het er wel over eens dat er een verrijking van en een omslag in het denken moet komen. Maar over een jaar zal er nog niets concreets te zien zijn van interculturalisering op de televisie en een multicultureel televisieprogramma zal er ook niet komen als het aan Jan Kriek ligt. Hij zei dat programma’s voor iedereen moeten zijn en niet voor specifieke doelgroepen. Toen ik na het interview weer buiten stond had ik een ontevreden gevoel. Misschien had ik de verkeerde vragen gesteld? Of waren mijn verwachtingen te hoog gespannen omdat het een eind-interview betrof? Nader bezien denk ik dat het kwam door het feit dat Omroep Brabant nog in een vroeg stadium zit en dat mogelijk ook de hoofdredacteur nog een omslag in denken moet krijgen. Ik geloof best dat er een aantal dingen kunnen veranderen binnen het Brabantse bolwerk maar dan moet er wel meer daadkracht zijn. Op de valreep, drie dagen voor de deadline van mijn scriptie, kreeg ik ook nog de kans om naar de visie van MTNL te vragen. Zowel Gerard Reteig als Walther Tjon lieten weten dat het belangrijk is dat je gelooft in de verrijking van culturen en dat je als eenling tussen blanke Nederlanders niets begint. Bij MTNL gelooft men in doelgroeptelevisie. Walther Tjon laat weten dat hij liever meer multiculturele programma’s zou zien; voor verschillende culturen en niet voor een enkele specifieke allochtone groepen. Gerard Reteig denkt dat doelgroeptelevisie de komende tien jaar nog toekomst heeft omdat je moet inspelen op de samenleving zoals hij is. Ik denk dat doelgroeptelevisie goed kan functioneren als een opstapje naar een betere integratie. Het helpt om inzicht te krijgen in andere culturen. Wanneer je daar inzicht in krijgt verdwijnt misschien ook de angst voor culturen die je vreemd zijn.
32
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Wel merk je dat MTNL alleen gelooft in doelgroeptelevisie voor de vier grote steden waar hoge concentraties allochtonen wonen. Toen ik vroeg naar hun visie op Omroep Brabant, werd er gereageerd alsof daar niet echt toekomst in zit. Zelfs toen ik vertelde welke positie Brabant landelijk inneemt. Het lag volgens hen aan het feit dat in de provincie allochtonen niet zo geconcentreerd zijn en dat er in de grotere Brabantse steden geen lokale televisie is (Breda, Eindhoven en Tilburg). Tjon vroeg zich af of het plan van Omroep Brabant en Mira Media daadwerkelijk vruchten af zou werpen. Reteig zou best eens met Omroep Brabant willen gaan praten over een eventuele mogelijkheid om gedeeltes van het programma uit te zenden. Ik denk dat het niet eens zo’n slecht idee zou zijn om Gerard Reteig en Walther Tjon uit te nodigen op de koffie. Maar dan niet de insteek om delen van het programma te verkopen maar om duidelijk te maken waar het nu allemaal om draait, waar je op moet letten en hoe je dingen aan kunt pakken. Maar het belangrijkste lijkt me wel om een multiculturele spirit door de omroep te blazen. Tenslotte komen alle initiatieven samen in één gedachte: de media moeten een waarheidsgetrouwe afspiegeling worden van de Nederlandse samenleving (zowel achter de schermen, als wat er op de televisie te zien is).
33
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Hoofdstuk 4 4.1
Faye Danaë Leijtens
Conclusie
Inleiding
In de analyses van het literatuur- en veldonderzoek ben ik uitgebreid op het onderwerp ingegaan waardoor ik mij in dit laatste hoofdstuk beperk tot het beantwoorden van de deelvragen en de probleemstelling ‘Is een multicultureel televisieprogramma een noodzakelijke aanvulling op de programmering van Omroep Brabant?’
4.2
Beantwoording deelvragen
Is er een markt (voldoende kijkerspubliek) voor multiculturele televisie in het verspreidingsgebied van Omroep Brabant? Ja. Cijfers geven aan dat er in de provincie Brabant veel allochtonen wonen; ook in vergelijking met andere provincies. Heeft de Nederlandse media een maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van allochtonen in Nederland? Ja. Uit de geraadpleegde literatuur is naar voren gekomen dat de media zeker een belangrijke rol spelen in de Nederlandse maatschappij. Zij hebben de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een zo goed mogelijke afspiegeling van de samenleving en dit vorm te geven in hun berichtgeving. Hoe zijn de ervaringen van regionale omroepen met multiculturele televisie (MTNL)? De ervaringen variëren. Op het programma van MTNL wordt veelal negatief gereageerd door de regionale- en lokale omroepen. Over het lokale kwartier verschillen de meningen. TV West en TV Rijnmond zijn positiever over hun programma. MTNL is heel positief over multiculturele doelgroeptelevisie. Maar dat is logisch aangezien dit het doel is van de organisatie. Doet Omroep Brabant iets met multiculturalisering in hun televisieprogrammering? Wanneer je het programmaoverzicht (Bijlage I) bekijkt, heeft geen van de programma’s iets te maken met de multiculturele samenleving. Wel besteed Omroep Brabant ieder jaar aandacht aan Festival Mundial; vooral in radio-uitzendingen. De programmering is ‘blank’ te noemen.
34
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
4.3
Faye Danaë Leijtens
Beantwoording probleemstelling
Is een multicultureel televisieprogramma een noodzakelijke aanvulling op de programmering van Omroep Brabant? In het licht van mijn literatuur- en veldonderzoek blijkt dat Omroep Brabant zeker iets moet doen met de multiculturele samenleving. Intern zal er een proces van verandering in denken op gang moeten worden gebracht. Daarnaast zal het belangrijk zijn om het personeelsbestand aan te vullen met vertegenwoordigers uit de multiculturele samenleving, bijvoorbeeld allochtone journalisten. Omroep Brabant ziet voorlopig niets in een multicultureel programma. Ik denk dat het belangrijk is om niet alleen achter de schermen te multiculturaliseren maar om dit ook uit te dragen in programma’s. Dat is namelijk hetgeen de kijker meekrijgt en daar gaat het uiteindelijk om. Omroep Brabant zou een multicultureel programma kunnen uitzenden of multiculturele componenten op kunnen nemen in bestaande programma’s. In de nieuwsberichtgeving zal rekening moeten worden gehouden met het feit dat vijftien procent van de Brabanders allochtoon is. Voorlopig zal het aantal toenemen en dat onderstreept nog eens de urgentie van multiculturaliseren.
35
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Bronnenlijst Boeken, artikelen, brieven, essays e.d. • • • • • • •
Bedrijfsfonds voor de Pers (2000). Pluriforme informatie in een pluriforme samenleving. ANDO BV, ‘s-Gravenhage Deuze M. (2000). Multiculturaliteit en journalistiek in Nederland. The Amsterdam School of communications Research ASCOR. Ekelen, van Yvonne (2002). Meer kleur in de media. Zoetermeer: Ministerie van OC en W. Mira Media (2002). Actieplan Omroep Brabant 2003-2007 – Afstemmen op diversiteit. OC en W (2003). Mediabeleid in Nederland. Zoetermeer: Ministerie van OC en W. Ploeg, F. van der (2002). Voortgangsbrief Culturele Diversiteit. Zoetermeer: Ministerie van OC en W. Smets J. (2001). Brabant en zijn multi-etnische samenleving – IV. Actualisering van cijfermatige gegevens. Tilburg: PON. Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant.
Internetsites • • • • •
CBS MTNL Ministerie van OCenW Mira Media Omroep Brabant
www.cbs.nl www.mtnl.nl www.minocw.nl www.Mira Media.nl www.omroepbrabant.nl
Mondelinge (en e-mail) bronnen • • • • • • • • • • •
Malou Landre Pieternel Smit Johan Sponselee Erik van der Schaft Freek Ingen Housz Ad van Dam Ed Klute Walther Tjon Pian Gi Gerard Reteig Agnes van der Straaten Jan Kriek
Netmanager TV West Producer MC2 TV Rijnmond Programmamanager RTV Utrecht Directeur Salto en interim-directeur AT5 Beleidsmedewerker Ministerie van OCenW Projectcoördinator media–educatie Mira Media Directeur Mira Media Zakelijk directeur MTNL Directeur MTNL Projectcoördinator ‘Kleurrijk Omroep Brabant’ Hoofdredacteur Omroep Brabant
36
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Dankwoord Graag wil ik de mensen bij de lokale- en regionale omroepen, Ministerie van OCenW, Mira Media, MTNL en uiteraard Omroep Brabant bedanken voor hun medewerking. Mede dankzij hun reacties op mijn vragen kon ik een realistisch beeld schetsen van multiculturalisering van het televisie-aanbod in Brabant.
37
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Bijlage I : TV-programma’s Omroep Brabant Baanbrekend
In het mini-magazine Baanbrekend staan de arbeidsmarkt, (beroeps)onderwijs en de actualiteit centraal.
Brabant Nieuws
' Brabant Nieuws'is het nieuwsprogramma van Omroep Brabant TV met actualiteiten uit de provincie en de regio. Presentatie: Gabrina Kikkert, René van Brakel of Roel Rambags.
Brabant Party
' Brabant Party'is een oergezellig programma met livepubliek dat geheel in het teken staat van Brabantse artiesten. Presentatie: Rogier van Oosterhout. Een gezellige mix van Nederlands- en Engelstalige muziek. Rogier ontvangt de artiesten op diverse locaties. Naast optredens zijn er interviews met de artiesten. In een apart informatieblokje wordt alles gemeld over nieuwe singles, concerten, fanclubdagen en andere weetjes.
Bureau Brabant
Op dinsdag 16 september in Bureau Brabant een reconstructie van een overval in Rosmalen en aandacht voor een zware mishandeling. De politie heeft goede signalementen van de daders en hoopt met tips van kijkers dit misdrijf op te lossen.
De Wandeling
' De W@ndeling'is het cultuurhistorisch erfgoedprogramma van Omroep Brabant TV. Presentator Rene Bastiaanse en cameraman Leon Hagedoorn nemen de kijkers mee naar de mooiste plekjes van het Brabantse land. Rene vertelt over de geschiedenis, de natuur, de cultuur van bijzondere plaatsen in Brabant. En dat doet hij natuurlijk op zijn eigen onnavolgbare wijze.
Deckers op Donderdag
Wekelijkse talkshow waarin allerlei zaken aan de orde komen die in Brabant spelen en die tongen los maken. Presentatie: Ward Deckers
Filmspot
Jac Goderie bespreekt in ' Filmspot'op geheel eigen wijze de nieuwste films in de Brabantse bioscopen.
Gestrikt!
' Gestrikt!'is een society-programma, waarin Theo Verbruggen een duik neemt in de wereld van de Brabantse showbizz.
Go West
Bart Coenders zoekt in ' Go West'Brabanders op in Canada, de VS en Mexico.
NL Net
In ' NL Net'de boeiendste onderwerpen van alle regionale omroepen in Nederland.
38
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
NOS Journaal
NOS Journaal
Spoorzoeker
' Spoorzoeker'is de cultuurhistorische serie op Omroep Brabant TV. De kijker gaat veertien weken met Vincent van den Elshout op ontdekkingsreis door het onbekende verleden van Noord-Brabant.
Take Care
13-delige serie over de zorg in Brabant, waarbij de client of de patiënt in de zorg centraal staat. Elk programma begint met een korte introductie van alle hoofdrolspelers uit de dertien afleveringen. Daarna wordt de hoofdpersoon gevolgd in een minidocumentaire. Aan het eind van elk programma wordt terug geblikt op de documentaire in een studiogesprek met de hoofdrolspeler en enkele hulpverleners. Elke aflevering belicht een of meer branches in de regionale zorg: ouderenzorg, jeugdzorg, psychiatrie, gehandicaptenzorg, thuiszorg en verpleeg- en ziekenhuiszorg. Presentatie: Guilly Koster.
Team Terriërs
In het programma ' Team Terriers'binden twee teams geleid door bekende Brabanders de strijd met elkaar aan. Rogier van Oosterhout en Toon den Engelsen nemen het ook dit seizoen weer tegen elkaar op. Was het eerder in het kader van Landlopers, nu is het strijdperk omgedoopt tot Team Terriërs. Rogier en Toon krijgen elke week een opdracht om in een Brabantse gemeente samen met de inwoners iets te organiseren. Een rommelmarkt, een playbackshow, een sportdag of een buurtfeest … de Team Terriërs schrikken voor geen enkel initiatief terug.
Top Talent
Kun je zingen, grappen maken, rappen, toneelspelen, dichten, drummen, dansen, of heb je een nieuwe kunstvorm uitgevonden, waar je een podium voor zoekt... geef je dan op voor Toptalent! Vanaf 21 november 2003 op Omroep Brabant TV. Toptalent is een nieuw televisieprogramma over een unieke talentenjacht in Brabant. Van amateurs tot professionals, van pop tot klassiek, van buikdanseressen tot stand-up comedians, van rappers tot gevoelige poëten, van volksdansgroepen tot vaandelzwaaiers... Elk talent vanaf 16 jaar kan zich tot 14 oktober bij Omroep Brabant aanmelden. Een voorwaarde voor deelname is, dat de kandidaten in Brabant wonen. Op 21 november gaat Toptalent bij Omroep Brabant van start. De talentenjacht wordt afgesloten met een grote live finale op vrijdag 12 maart 2004 vanuit Popcentrum 013 in Tilburg.
Uit in Brabant TV
In ' Uit in Brabant TV'kijkt Renate Schutte vooruit naar de evenementen van de komende week.
39
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Xtra Cultuur
' Xtra Cultuur'duikt dieper in de wereld van de cultuur, met reportages, interviews en portretten.
Xtra Sport
' Xtra Sport'gaat dieper in op de achtergronden bij het sportnieuws, met reportages, interviews en portretten.
Xtra Weekend
' Xtra Weekend'doet verslag van een activiteit die het afgelopen weekend in Brabant werd gehouden.
Zap!
Een beeld van het Brabant van Nu. Soms actueel, soms tegendraads, soms experimenteel, maar in ieder geval afwisselend. Jongerenprogramma. ZAP! is in het nieuwe seizoen vanaf 1 september weer iedere maandag op Omroep Brabant TV.
40
Multiculturalisering van het televisie-aanbod
Faye Danaë Leijtens
Bijlage II : Weekplan 2003 – 2004 van Agnes van der Straaten (Projectcoördinator ‘Kleurrijk Omroep Brabant’)
Uitdragen van het project
• • • • • • •
Publiciteit van het project binnen en buiten Omroep Brabant. (Inmiddels is er een stuk verschenen in Spreekbuis en verschijnt er iets in de Brom en Omroep Brabant Actueel.) Bij voorkomende gevallen steeds weer publiciteit zoeken bij elk onderdeel. Zoveel mogelijk publiciteit regelen bij de Mediadag. Sponsoren van projecten buiten Omroep Brabant (i.s.m MPR) Herkenbaar verschijnen op evenementen van allochtonen. Onze eigen agenda invullen met allochtonen-projecten (i.s.m redactie). I.s.m MPR regelmatig allochtonen organisaties regelmatig allochtone organisaties uitnodigen voor een kennismaking met Omroep Brabant (bijv. maandelijks) Mailing versturen naar organisaties in de regio met uitnodiging. Bij elke rondleiding zou ook een journalist betrokken moeten zijn i.v.m. het leggen van contacten.
Binnenhalen van allochtonen bij Omroep Brabant
• • • • • •
Organiseren van de Mediadag op 13 november i.s.m. Mira Media en de AVDJ. Organisatie is in volle gang. Samen met P&O werken aan het krijgen van meer personeel uit verschillende groepen in de samenleving. Dat kan door mee te werken aan het formatieplan en daar een diversiteitsparagraaf te maken (i.s.m P&O) Wervingsactie houden voor allochtone stagiaires voor Omroep Brabant Ons specialisten-bestand uitbreiden met allochtonen. Aanhaken bij Perslink. Het maken van een overzicht van allochtone organisaties die bestaan in Noord-Brabant (bijv. op intranet). Daarvoor eventueel een stagiaire vinden. Onderzoek doen naar het kijk- en luistergedrag van allochtonen. Inventariseren welk onderzoek er al gedaan is. Dan pas overwegen of het zinvol is daar zelf onderzoek naar te doen.
Bewustwording personeel
• • • • •
Scholing van de projectleider zelf. Informatie verzamelen bij andere regionale omroepen/bedrijven over hoe zij diversiteit aanpakken. Thema-avond met medewerkers over het thema media en allochtonen. Themaavond is onderdeel van vier avonden over verschillende onderwerpen. Organisatie van een gedegen cursus voor journalistieke beslissers binnen de organisatie. Bezoek aan nieuwe moskee Tilburg (we zijn uitgenodigd). Het op de huid zitten (in positieve zin) van collega’s als het gaat om onze berichtgeving over allochtonen. (Vanaf het moment dat ik projectleider was is er wekelijks gelegenheid geweest om mijn stem te laten horen. Hier heb ik zeker een rol in te vervullen.)
41