Voorstel (2002) nummer 85 Voorstel tot het realiseren van een multifunctioneel theater, mede in relatie tot de ontwikkeling van het centrum. Aan de raad, Inleiding Theater De Willem is al 25 jaar één van de belangrijkste culturele voorzieningen voor de inwoners van Papendrecht. Velen gaan er met plezier naar toe om te kijken en luisteren naar kleine en grote namen. Artiesten en gezelschappen komen op hun beurt graag naar Papendrecht. Een goed gevulde theateragenda, bovengemiddelde bezoekersaantallen, een divers samengesteld publiek, waaronder veel jongeren, een aantrekkelijke programmering en hierdoor dikwijls uitverkochte zalen zijn hiervan sprekende bewijzen. Recent onderzoek bevestigt dat ons theater voorziet in een uitgesproken behoefte1. In dit licht bezien is het dan ook vanzelfsprekend dat het theater een prominente plaats heeft gekregen in de plannen om van de Markt een bruisend en gezellig centrum te maken; een centrale ontmoetingsplaats in het midden van onze lokale gemeenschap. Op 31 januari jongstleden heeft uw raad daarom besloten: “voor wat betreft de culturele component binnen de centrumontwikkeling, tot het realiseren van een cultureel centrum met hierin de functies theater, bibliotheek en kunstuitleen, internetcafé en een commerciële exploitatie als uitgangspunt te nemen. Dit besluit uit te werken door middel van het laten opstellen van een programma van eisen, het uitwerken van de financiën en het laten verrichten van een massastudie.” Voor we nader ingaan op dit onderzoek is het goed kort stil te staan bij de externe en interne factoren die van invloed zijn op de exploitatie van het toekomstige theater. Externe analyse Trends en ontwikkelingen Recent onderzoek van onder andere het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) laat zien dat de bezoekersaantallen al jaren lang een stijgende lijn te zien geven en dat deze lijn zich naar verwachting ook in de toekomst zal doorzetten. Tegelijkertijd stellen bezoekers steeds hogere eisen aan dienstverlening en 1
Vrijetijdsbesteding in de Drechtsteden in 2001
-1-
voorzieningen. Onze huidige theatervoorziening beantwoordt niet aan de eisen die de consument tegenwoordig stelt. Bij de interne analyse zullen wij hier nader op ingaan. Daarnaast stellen theatergezelschappen steeds hogere eisen aan de zaal en de podiumfaciliteiten. Hierbij gaat het niet in de eerste plaats om de grootte, maar om de kwaliteit. Verder hechten bezoekers belang aan de sociale veiligheid rondom theaters en andere maatschappelijke voorzieningen. Het huidige theater is thans gevestigd in een school die verder verlaten is. Voorts wordt door bezoekers de nabijheid van voorzieningen bij een theater (horeca, winkels, e.d.) als belangrijk beoordeeld. Een andere ontwikkeling is dat steeds meer gemeenten kiezen voor een multifunctioneel theater, waarbij er meerdere gebruiksmogelijkheden zijn. In dit raadsvoorstel gaan wij daarom nader in op de voordelen van een extra, kleine zaal, waarbij ook het synergie-effect aan bod zal komen. Concurrentie-analyse Vanwege het feit dat Papendrecht in een stedelijk gebied ligt is niet alleen het aanbod, maar ook de vraag groot. Het bovengemiddelde bezoekersaantal in Papendrecht bevestigt deze constatering. Als ‘stand-alone’ theater heeft De Willem dus geen enkele moeite zijn bestaansrecht te bewijzen. Daarnaast hebben de meeste gemeenten reeds een eigen theater- of podiumvoorziening of hebben er recentelijk één gerealiseerd.1a Wanneer geen positief besluit zou worden genomen zou Papendrecht de enige gemeente in de Drechtsteden zijn zonder eigen podiumvoorziening. Hoewel ons huidige theater zich aan de ene kant primair richt op de lokale markt is het aan de andere kant goed denkbaar dat in de nabije toekomst door diverse samenwerkingsvormen met theaters in de regio allerlei voordelen kunnen worden behaald. Ook kunnen de kaartverkoop en de programmering op elkaar worden afgestemd. Wanneer een voorstelling is uitverkocht kan snel worden doorverwezen naar een andere theatervoorziening in de regio. Daarnaast kan de know how gemakkelijker worden uitgewisseld en kunnen gerichter speciale bevolkingsgroepen worden benaderd. Hiermee kan wellicht ook de discussie over een regionale theatervoorziening weer worden vlotgetrokken, bij voorbeeld in de vorm van een multi-oevervariant. Want, zoals ook reeds in januari jongstleden is gemeld, heeft de in 1999 opgestarte discussie over het regiotheater nog niet tot nieuwe stappen in besluitvorming geleid.
1a
De Wipmolen in Alblasserdam, 4 km; Sliedrecht, 4 km; Kunstmin in Dordrecht 5 km; Cascade in Hendrik-Ido-Ambacht 6 km; De Uitstek in Zwijndrecht 7 km; Het Kruispunt in Barendrecht 14 km; Isala in Capelle a/d IJssel 17 km; Luxor en overige theaters in Rotterdam 19; De Nieuwe Doelen in Gorinchem 21 km.
-2-
Interne analyse Een korte terugblik Vanaf de start, 25 jaar geleden, heeft het theater een belangrijke plaats veroverd in het leven van de inwoners van Papendrecht. Tien jaar na de start groeide het besef echter dat voor het voortbestaan van het theater een kwaliteitsimpuls noodzakelijk was. Bovendien bleek 2 dat het theater op zijn huidige plaats nooit optimaal zou kunnen functioneren. In 1998 gaf de gemeente opdracht voor een onderzoek5 naar de financiële en bouwkundige gevolgen van het vernieuwen van het bestaande theater en het bouwen van geheel nieuw theater. Hieruit bleek dat aanpassingen aan het bestaande gebouw niet zouden leiden tot betere agendering en exploitatie. Dit had ook te maken met het gebruik van de zaal/aula door de school. In 1998 werd al geconcludeerd dat in de nabije toekomst een gezamenlijk gebruik van de aula op termijn niet meer mogelijk moest worden geacht6. In het rapport werd een positief oordeel uitgesproken over de optie een nieuw theater, liefst in het centrum, te realiseren7. Bovendien werd na al deze jaren geconcludeerd dat nieuwbouw op de huidige locatie de ontwikkelingen van het Willem de Zwijger College sterk zou bemoeilijken8. Knelpunten van theater De Willem Het huidige theater kent een aantal exploitatietechnische knelpunten. Zo heeft het een verscholen ingang met weinig uitstraling, een exploitatie die moet worden afgestemd op de school, een groot aantal stoelen dat slechte zichtlijnen heeft, een lage zaal met daardoor een verminderde akoestiek, een te lage toneeltoren, een te kleine toneelvloer, te weinig opslagruimte voor decorstukken, te weinig kleedkamers, trekkenwanden en loopbruggen die niet meer voldoen aan de eisen die de arbo-wetgeving stelt en een klimaatbeheerssingssysteem dat niet meer voldoet. Met het oog op een verzekerde toekomst voor het theater hebben de afgelopen jaren daarom verschillende onderzoeken plaatsgevonden naar bovengenoemde knelpunten4. 2
Modellenstudie door architectenbureau Snelder in 1992. Uitgevoerd door Hevo Bouwmanagement 1998 6 Pag. 5 Hevo rapport 7 Pag. 42 Hevo rapport 8 Pag. 25 Hevo rapport 4 Sinds 1992 verschenen vijftien rapporten/onderzoeken: 1) Modellenstudie, architectenbureau Snelder 1992; 2) Theaterstuk, CRP 1992; 3) Draaiboek voor de organisatie van het theater, CRP 1993; 4) Twee onder één kap, nota 1995; 5) Toekomst theater De Willem, nota 1996; 6) Onderzoeksopdracht theater De Willem, nota 1997; 7) Haalbaarheidsonderzoek naar nieuwbouw, Hevo 1998; 8) Toekomst theater De Willem, nota 1998; 9) Nieuwbouw theater De Willem, nota 1999;10) PPS: mogelijkheden t.a.v. realisatie en exploitatie, BBN 1999; 11) De theaterfunctie van de Drechtsteden, Cenario 1999; 12) Tussenrapportage theater De Willem, nota 1999; 13) Haalbaarheidsonderzoek regiotheater, BBN 2000; 14) Eindrapportage werkgroep multifunctioneel centrum, 2002; 15) Haalbaarheidsonderzoek theater te Papendrecht, Drijver & partners 2002 5
-3-
Daarnaast heeft het Willem de Zwijger College aangegeven steeds meer van de aula gebruik te moeten maken. Het zogenaamde dubbelgebruik komt danig onder druk te staan. Cultuur als motor voor de centrumontwikkeling In het meerjarenbeleidsprogramma Impulsen voor nieuw beleid staat: ‘Ons centrum staat aan de vooravond van een belangrijke kwaliteitsimpuls. Het moet zich ontwikkelen tot een bruisend hart waar ruimte is voor winkelen, cultuur, dienstverlening en ontspanning in de openbare ruimte. Kortom, het moet een veelzijdige ontmoetingsplaats voor alle Papendrechters worden, waar een gezellige levendigheid is en waar voor jong en oud altijd iets te doen is’. Ons staat een ‘hart’ voor ogen waar het goed en veilig wonen, winkelen, werken en onspannen is, een plek waar we elkaar kunnen treffen. In die ontwikkeling is cultuur een onmisbare component met naast een multifunctioneel theater plaats voor een bibliotheek, kunstuitleen, horeca en mogelijk andere voorzieningen. Dit geeft ook prima invulling aan de doelstelling om het cultuurbeleid te versterken en om onze inwoners kennis te laten maken met cultuur in de brede zin van het woord. In het licht van bovenstaande is vervangende nieuwbouw daarom een essentiële voorwaarde voor een levendig centrum. Welzijnsvisie In de vorig jaar vastgestelde Welzijnsvisie spreken we met elkaar de ambitie uit dat Papendrecht zich wil blijven ontwikkelen tot een aantrekkelijke woongemeente, waar alle inwoners optimaal gebruik kunnen maken van de diensten en voorzieningen op het brede welzijnsterrein. Op het gebied van de vrije tijd, één van de drie pijlers van de Welzijnsvisie, vertaalde deze ambitie zich naar de doelstelling: ‘Papendrecht streeft naar het inzetten van en zonodig creëren van voorzieningen op het gebied van cultuur, horeca en recreatie/sport voor zowel de georganiseerde als de ongeorganiseerde vormen van vrijetijdsbesteding’. Bij deze visie hoort een culturele ontmoetingsplaats, een centrum waar we (hernieuwd) kennis maken met kunst en cultuur, met plaats voor muziek, toneel, cabaret, exposities, film, speel-o-theek. Maar ook een plek waar onze verenigingen en bands terecht kunnen voor bijvoorbeeld repetities en uitvoeringen, waar we kennismaken met andere culturen en waar we kunnen vergaderen5. Een multifunctioneel theater dus, midden in onze gemeenschap en voor onze burgers. Leefbaarheid Theater De Willem draagt in belangrijke mate bij aan het sociale en culturele klimaat van onze lokale gemeenschap. Het is een bindend element, belangrijk 5
Zie ook Haalbaarheidsonderzoek Theater te Papendrecht, Drijver & Partners 2002.
-4-
in de ontwikkeling van onze jeugd en goed bereikbaar voor onze senioren. Dit animo en de vraag naar meer culturele evenementen is een uitstekende opmaat voor een nieuw multifunctioneel theater. Uiteraard mag de leefbaarheid en veiligheid van omwonenden van de Markt en omgeving niet vergeten worden. Daarom wordt voorzien in een overdekt laad- en los perron voor het theater en streven we ernaar het politiebureau in de voormalige museumruimte in te passen. Jeugd Voor de scholieren in Papendrecht heeft het theater ook een belangrijke functie in het kader van het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV), een onderdeel van het lesprogramma vanaf het derde leerjaar. Ze bezoeken jaarlijks voorstellingen en maken op deze manier kennis met podiumkunsten. Een laagdrempelig theater dat in het hart van de gemeente is gevestigd is ook praktisch voor ouders en leerkrachten, zeker als het gaat om leerlingen in het basisonderwijs. Wij zijn ons ervan bewust dat deze jeugdige bezoekersgroep een zekere verantwoordelijkheid voor de gemeente met zich meebrengt. De laatste jaren nam het aantal jeugdige bezoekers van het theater toe van ongeveer 2.000 naar ruim 4.000. Deze trend zet zich verder voort. Dat ook onze jeugd het theater graag bezoekt behoeft dus geen betoog. Senioren De bevolkingsgroep van 55 jaar en ouder neemt de komende jaren zowel in relatieve als in absolute zin toe. Naarmate we ouder worden stellen we hogere eisen aan de bereikbaarheid. Veel bezoekers geven aan dat de gemakkelijke bereikbaarheid in Papendrecht een belangrijke reden is om naar het theater te gaan, naast de belangrijke ontmoetingsfunctie die het theater ook gekregen heeft. Een theater buiten de gemeentegrenzen wordt door deze bevolkingsgroep veel minder bezocht. Daarom wordt ook bij de programmering van het huidige theater nu al rekening gehouden met deze belangrijke groep inwoners. Economische impuls Meer gemeenten realiseerden een multifunctioneel centrum of theater in het hart van hun gemeente. De vestiging ervan gaf een economische impuls door stijgende bezoekeraantallen en een opbloei van het centrum of de vestiging van horecavoorzieningen in de directe nabijheid (o.a. Waalwijk, Goes, IJsselstein, Uden). Het meervoudig gebruik van het centrum brengt andere voordelen met zich mee. In algemene zin verhoogt het de rentabiliteit van parkeervoorzieningen door het zogenaamde‘ dubbelgebruik’, dat wil zeggen dat ze ook nog na sluitingstijd van de winkels benut kunnen worden.
-5-
We mogen daarom verwachten dat ook een multifunctioneel theater in het centrum van Papendrecht een impuls zal geven aan de uitstraling van het centrum.
-6-
Resultaten vooronderzoek Om een beter beeld te krijgen van de problemen en kansen van nieuwbouw van theaters zijn werkbezoeken afgelegd. Hierbij zijn zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau contacten gelegd en ervaringen uitgewisseld. Ook hebben wij ons terzijde laten staan door externe deskundigen. Zo hebben we gekeken naar de beschikbare oppervlakte en naar de functies die we daarbinnen willen realiseren. Dit leidde, zoals ook reeds in januari jongstleden werd gemeld, tot een splitsing tussen het ‘gebouw Super De Boer’, waarin theatervoorzieningen en horecagelegenheden zijn voorzien, en het ‘gebouw bibliotheek/kunstuitleen’, waar mogelijk ook de speel-o-theek een plaats kan krijgen. De werkbezoeken leverden een duidelijk en coherent beeld op met betrekking tot de lessen die konden worden getrokken: een nieuwe theatervoorziening heeft een enorme uitstraling, ga voor kwaliteit en niet voor luxe, beknibbel niet op de noodzakelijke voorzieningen in het programma van eisen, en realiseer een kleine, flexibel te gebruiken extra zaal. Programma van eisen Het programma van eisen is afgestemd op de wens een intiem theater te realiseren. Er zal sprake zijn van een ‘compact’ gebouw met alle professionele voorzieningen die nodig zijn voor een goede exploitatie. Ruimtelijke beschrijving Voor een programma van eisen is het belangrijk dat een totaalopstelling van de benodigde ruimten en een ruimtestaat wordt gemaakt. • Het rapport van Hevo Bouwmanagement uit 1998 (ook voor het technische programma van eisen); • Het toneel heeft voldoende afmeting. Er is een achtertoneel en er zijn twee zijtonelen. De toneeltoren geeft plaats aan een beperkte, maar adequate theatertechnische installatie. • Er zijn voldoende kleedruimten met bijbehorende sanitaire ruimten. • Het theater heeft een uitnodigende entree aan de Markt. Nabij de entree is een garderobe. • De foyer heeft tezamen met het theatercafé voldoende ruimte voor de opvang van het publiek uit de grote zaal. • Het theatercafé is geschikt voor de opvang van circa 100 personen en is los bruikbaar van de foyer. • De zaal is geschikt voor 500 zitplaatsen en bestaat uit een parterre (350) en een balkon (150). De zaal is verder voorzien van een regiecabine.
-7-
•
•
Er is een kleine zaal met een vlakke vloer die voor meerdere doeleinden is te gebruiken. De installatie van deze zaal zal zoveel mogelijk hergebruikt worden vanuit het huidige theater. Er is ruimte gereserveerd voor kantoor, berging en opslag en voor technische installaties.
Het programma van eisen is vertaald in een zogenaamde ruimtestaat en een vlekkenplan voor een gedeelte van het huidige ‘gebouw Super De Boer’ en het daarachter gelegen gebied. Het programma van eisen hebben wij laten toetsten door Hi-tech Consultants Van der Zwaan vof. Deze heeft het programma als realistisch beoordeeld. Door (iets) minder stoelen te realiseren en de ruimtestaat op enkele punten bij te stellen ontstond een haalbaar plan. Kleine zaal Een toegevoegde kleine zaal heeft een aanzienlijke functionele meerwaarde, zo leert de praktijk. Het theater kan breder en gevarieerder programmeren, de totale accommodatie kan commercieel beter benut worden, er komt zaalruimte beschikbaar voor verenigingen en andere, nieuwe activiteiten. Kortom: een tweede zaal maakt intensiever en efficiënter gebruik van het multifunctionele theater mogelijk. Het niet realiseren van een kleine zaal zou slechts leiden tot een verhoudingsgewijs geringe vermindering van de kapitaallasten. Het college kiest dan ook nadrukkelijk voor een theater, inclusief een kleine zaal. Binnen de beperkingen van de beschikbare ruimte en locatie (lees: minder vloeroppervlak) is het balkon een goede en praktische oplossing om ruimte te benutten zonder dat dit tot een substantieel hogere investering leidt. Daarnaast heeft een klein balkon andere voordelen, zeker wanneer een bepaalde voorstelling niet geheel is uitverkocht of wanneer laatkomers bij de voorstelling arriveren. Ruimtelijke inpasbaarheid Stedenbouwkundige opzet Het bureau RBOI heeft de opdracht gekregen een beeldkwaliteitsplan op te stellen dat de stedenbouwkundige structuur en de ruimtelijke kwaliteit van het centrum van Papendrecht beschrijft. Het beeldkwaliteitsplan geeft de Markt aan als een belangrijke verblijfsruimte met een multifunctioneel gebruik. De Markt kan worden beschouwd als huiskamer van Papendrecht. Het fungeert als een verbindend element waaraan een aantal belangrijke voorzieningen, zoals het multifunctioneel theater, zich kunnen presenteren.’ Het oostelijk deel is direct gerelateerd aan de winkelfunctie en het westelijk deel als een noodzakelijk, aanvullende verpoosfunctie (Markt, theater, horeca, bibliotheek en kunstuitleen)
-8-
Vlekkenplanstudie Onderzocht is of wat wij willen ook past op de beoogde locatie. Dit blijkt zeer wel mogelijk te zijn. In de rapportage van BBN en Drijver & partners is een zogenaamde vlekkenplan voor deze locatie gemaakt. Er zijn geen juridische belemmeringen voor de vestiging van een multifunctioneel theater op deze locatie. Hoewel het gebouw de achterkant van de flats betreft, de kant van de galerijen, zal bij het verder uitwerken van de vlekkenplannen veel belang worden gehecht aan het beperken van daglichthinder. Een tweede aspect waar aandacht aan zal worden geschonken is de aan- en afvoer van decorstukken. Hiertoe wordt een overdekt laad- en losperron gerealiseerd. De conclusie is dat binnen het geformuleerde programma van eisen een multifunctioneel theater kan worden gerealiseerd op de plaats die we voor ogen hebben. Uitgangspunten en visie t.a.v. het nieuwe theater Uitgangspunten De volgende uitgangspunten zijn van belang voor de exploitatie van het nieuwe theater: • het multifunctionele theater levert een positieve bijdrage aan de uitstraling van de Markt; • het nieuwe theater is een voorziening die qua aard en omvang past bij de gemeente Papendrecht; • het nieuwe theater kan de voorstellingen die in de huidige programmering van theater De Willem zijn opgenomen goed faciliteren (tevens voldoet het theater aan de nieuwste eisen op het gebied van de arbo-wetgeving); • het nieuwe theater biedt plaats aan de potentiële bezoekers die nu voorstellingen niet kunnen bezoeken omdat deze zijn uitverkocht; • het nieuwe theater heeft daarnaast een kleine zaal die multifunctioneel is te gebruiken voor: * kleinschalige theatervoorstellingen * filmvoorstellingen * lezingen, huiskamerconcerten * vergaderingen en bijeenkomsten * amateurkunst en verenigingen in Papendrecht * sociaal-culturele en commerciële verhuuractiviteiten Visie Het nieuwe theater verstevigt de lokale functie die de huidige theatervoorziening vervult. Daarnaast is een belangrijke rol weggelegd voor de toekomstige Markt. Het theater levert een aanzienlijke bijdrage aan de uitstraling van de Markt en trekt veel bezoekers waardoor het plein verlevendigt.
-9-
Door de ligging aan de Markt is de sociale veiligheid rondom het theater goed. Deze centrale ligging komt eveneens ten goede aan de bezoekersaantallen in het centrum. Het nieuwe theater kan de voorstellingen in de huidige programmering van theater De Willem goed huisvesten. Dat betekent voor de vertoning van de voorstellingen geen onaanvaardbare compromissen hoeven worden gesloten ten aanzien van de grootte van het podium, technische faciliteiten en de hoogte van de toneeltoren. Ook worden de publieksruimten (zaal, horeca, garderobe, toiletten e.d.) afgestemd op de eisen van deze tijd. Hetzelfde geldt voor de ruimten voor de acteurs en overige nevenruimten. De grote zaal heeft een balkon met 150 stoelen. De acteurs en het publiek op de achterste rijen bevinden zich dichter bij elkaar dan in een zaal zonder balkon. Dit geeft extra intimiteit die zowel door acteurs als door toeschouwers van belang wordt geacht. Het theatercafé biedt de theaterbezoekers de mogelijkheid iets te drinken. Tevens is het theatercafé overdag en ’s avonds geopend voor passanten. Het karakter van het theatercafé is afgestemd op de sfeer van het theater. Het moet immers een positief synergie-effect hebben. Financiën Investeringskosten Bij het benodigde investeringsbedrag van € 13.603.000 is er al rekening mee gehouden dat een aanzienlijk deel van de eigen, interne (voorbereidings)kosten zullen worden doorberekend aan het project. Verder is uitgegaan van oplevering van het project eind 2006/2007 en er is uitgegaan van een kapitaalrente van 5,5%. In de investeringskostenraming is verder € 50.000 opgenomen voor presentatie, communicatie en promotiekosten. Daarnaast is rekening gehouden met 5% onvoorzien en 2% meer- en minderwerk tijdens de bouw. Dit levert een jaarlijkse kapitaallast op van € 986.000. Een theater zonder kleine zaal zou dit laatste bedrag ‘slechts’ met € 111.000 verminderen. Rentekosten inbrengwaarde grond. In het centrumproject wordt op een inbrengwaarde van € 2.400.000 gerekend hetgeen onder meer verband houdt met het aankopen van de supermarkt. De rentelasten ad € 132.000 zijn eveneens op een rentevoet van 5,5% gebaseerd. Exploitatieresultaat De exploitatiekosten, exclusief kapitaallasten, zijn afgerond € 601.000 per jaar. Het onderzoeksbureau komt, omdat het altijd met kengetallen werkt, met betrekking tot de doorrekening van de personele formatie, iets hoger uit. Maar het theater werkt al 25 jaar, naast een deskundige directie en een professioneel management, met een trouwe aanhang vrijwilligers. Zij hebben
- 10 -
hun bestaansrecht in Papendrecht meer dan bewezen. Het onderzoeksbureau erkent deze formule. Vandaar dat onze bedragen hiermee iets lager uitkomen. Bij deze exploitatieberekening zijn we verder uitgegaan van het prijspeil eind 2006. Hierdoor voorkomen we dat uw raad geconfronteerd wordt met het verzoek om aanvullend krediet als gevolg van prijsstijgingen. Bij deze opzet hebben we ook geen rekening gehouden met mogelijke inkomsten uit sponsoring of als gevolg van het vrijkomen van gebouwen waarin nu nog instellingen en verenigingen zijn gevestigd. Met deze reële benadering rekenen we ons dus niet rijk. Financiële dekking Binnen de vastgestelde meerjarenraming 2003-2006 is € 876.000 budget beschikbaar. Het betreft de CAI-reserve waarmee de jaarlijkse kapitaallasten met € 155.000 worden verlaagd; de bestemming van het extra dividend van ENECO (€ 220.000) en uiteraard de huidige exploitatie van het museum en theater De Willem ( € 500.000). Een financiële uitsplitsing en nadere toelichting is bijgevoegd. Wij stellen u voor om de beschikbare budgetten overeenkomstig de aangegeven wijze te oormerken. Het restant aan te dekken jaarlasten bedraagt € 843.000. Wij stellen voor door dit te realiseren via een gelijke verdeling van enerzijds ruimtescheppende maatregelen zoals efficiencyverbetering, beleidsversobering, beleidsbeëindiging en beleidsombuiging en anderzijds via een stapsgewijze benutting van de belastingcapaciteit. Met betrekking tot bedoelde ruimtescheppende maatregelen kunnen wij u op korte termijn een voorstel aanbieden zodat dit proces van financiële ombuigingen doelgericht kan worden aangepakt. Ter dekking van de kosten in verband met voorbereiding en ter gewenning aan een aangepast belastingniveau stellen wij u voor de onroerende zaakbelasting vanaf 2004 in drie gelijke stappen met jaarlijks 3,5% te verhogen. Cumulatief stijgt de aanslag ten opzichte van 2003 bij een WOZ-waarde van € 100.000 met € 24. Daarmee ligt de gemeente binnen Drechtsteden qua tariefstelling onder het gemiddeld OZB-tarief. Toekomstige investeringen Uiteraard zal er sprake zijn van enige druk op de reservepositie. Na bestemming van de CAI-reserve bedraagt de omvang van de algemene reserves circa € 6.500.000 Hiervan komt het vruchtgebruik grotendeels ten gunste van de exploitatie. Voor de nabije en verre toekomst van onze sportvoorzieningen en voor de planning met betrekking tot de revitalisering van het industrieterrein Oosteind kunt u vanaf volgend jaar onderbouwde financieringsvoorstellen tegemoet zien. De financiële gevolgen zijn uiteraard afhankelijk van de invulling die wordt
- 11 -
gegeven aan de voorstellen. Ook is het afhankelijk van de kostendragers die worden ingebracht. Uiteraard zullen wij, wanneer deze situaties zich aandienen, keuzen moeten maken. Thans zijn die keuzen nog onvoldoende in beeld om gerichte uitspraken te kunnen doen. Wij verwachten voldoende financiering te kunnen organiseren van gebruikers, andere overheden en pas in laatste instantie de plaatselijke belastingplichtigen. Aangezien de stand van de reserves positief blijft en de budgettaire ontwikkeling van de meerjarenraming naar huidig inzicht beheersbaar is, zijn wij van mening dat besluitvorming over de realisatie van een multifunctioneel theater verantwoord is. Voorbereiding Ter voorbereiding op de bouw van het multifunctioneel theater zal nader onderzoek worden gedaan naar: • de gewenste beheersstructuur; • de fiscale aspecten van de bouw en de exploitatie; • de additionele functie van het theater; • een historisch bodemonderzoek; • mogelijke claims als gevolg van planschade. Naar verwachting is hiermee een bedrag van € 150.000 gemoeid, uiteraard als onderdeel van de totale investering. Over de voortgang van de voorbereidingen en de uitkomsten van de onderzoeken zullen wij u terstond informeren. Resumerend stellen wij u voor een multifunctioneel theater in het centrum van Papendrecht te realiseren, zoals beschreven in dit raadsvoorstel en hiervoor een krediet van € 13.603.000 voor het theater en € 2.400.000 voor de inbrengwaarde van de grond beschikbaar te stellen. De dekking is verantwoord via een reeks van ruimtescheppende maatregelen, inclusief een stapsgewijze verhoging van de onroerende zaakbelasting. Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd.
Papendrecht, 9 december 2002. burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris, ing. J.H . van de Zedde.
de burgemeester, C.J.M. de Bruin.
- 12 -
Bijlage De financiële dekking nader beschouwd
- 13 -
Investeringskosten l € 13.603.000 2.400.000 € 16.003.000
Investering (bouw, installaties en inrichting) Investering (inbrengwaarde grond)
Exploitatiekosten 1 Samenhangende kapitaallasten 2 Rentelasten inbrengwaarde grond 3 Overige exploitatielasten
€
€
l 986.000 132.000 601.000 1.719.000
Samenhangende kapitaallasten De kapitaallasten zijn op de volgende uitgangspunten gebaseerd: ♦ annuïteiten waardoor de rente- en afschrijvingslasten gedurende de looptijd gelijk zijn; ♦ de bouw-, installatie- en inventariskosten worden in resp. 40, 20 en 10 jaar afgeschreven (deze termijnen zijn bedrijfseconomisch acceptabel); ♦ het rentepercentage bedraagt 5,5% en stemt overeen met de prognose van bancaire instellingen indien thans een lening zou worden afgesloten die over ruim 3 jaar wordt opgenomen. Rentelasten inbrengwaarde grond In het centrumproject wordt op een inbrengwaarde van € 2.400.000 gerekend, hetgeen onder meer verband houdt met het aankopen van de supermarkt. De rentelasten zijn eveneens op een rentevoet van 5,5% gebaseerd. Overige exploitatielasten De overige exploitatielasten zijn door Drijver & partners berekend. Hierop is het budget voor kantoorkosten in mindering gebracht. De administratie van het theater en het financieel beheer vindt nu op het gemeentehuis plaats. Deze kosten zijn daarom niet meegenomen.
- 14 -
Exploitatiekosten
Af: beschikbaar aan dekking binnen de bestaande begroting en reserves 4 Lagere kapitaallasten door het inzetten van de CAI reserve ad € 5.700.000 per ultimo 2006 5 Af: financieringslasten door wegvallen vruchtgebruik CAI-reserve 6 Huidig budget voor exploitatie theater en museum 7 Inzet meeropbrengst dividend ENECO Sub-totaal Saldo: Te financieren via ruimtescheppende maatregelen €
413.000 - 257.000 500.000 220.000 876.000 - 843.000
Lagere kapitaallasten door het inzetten van de CAI-reserve De CAI-reserve bedraagt volgens de meerjarenbegroting 2003-2006 per ultimo 2006 afgerond € 5.700.000. Op dit moment bedraagt de reserve ruim € 4.400.000. Uitgaande van de jaarlijkse rentebijschrijving (1%) en het extra dividend van ENECO groeit de reserve komende jaren. Voor 2003 en 2004 is op basis van het dividend besluit over 2001 een extra dividend van € 320.000 opgenomen. Voor 2005 en 2006 is vanwege de effecten door het vrijgeven van de energiemarkt de verwachting daarom door ons met € 100.000 neerwaarts bijgesteld. Uit de halfjaarcijfers van ENECO over 2002 blijkt dat door de heffing van vennootschapsbelasting de uitkeerbare winst over 2002 ten opzichte van 2001 iets lager zal uitvallen. Gelet op het uitkeerde dividend over 2001 en de uitsproken verwachting over 2002 achten wij de prognose van de CAI-reserve realistisch. Financieringslasten door het wegvallen vruchtgebruik CAI-reserve Zoals bekend is het vruchtgebruik van de CAI-reserve een jaar of vijf geleden als ruimtescheppende maatregel ingezet. Met andere woorden: de ontvangen rente wordt als opbrengst in de exploitatie verantwoord. Het vruchtgebruik van de reserve bedraagt bruto 5,5% over het saldo. Door rentebijschrijving (1%) bedraagt het procentuele effect van het vruchtgebruik 4,5%. Het aanwenden van de CAI-reserve leidt aldus tot een jaarlijkse rentenadeel van € 257.000 (= 4,5% over € 5.700.000). Huidig budget voor het theater en museum Vanzelfsprekend kan een aanzienlijk deel van de noodzakelijke financieringsbehoefte uit de lopende begroting worden gehaald. Thans exploiteert de gemeente namelijk het theater de Willem en ook het budget voor
- 15 -
het museum zit nog in de begroting. Concreet gaat het om de volgende budgetten:
- 16 -
Theater Museum
€ Totaal €
430.000 70.000 500.000
Hierin zijn niet begrepen de kapitaallasten van bestaande investeringen alsmede de overheadkosten. Deze uitgaven zijn omtrent deze investeringsbeslissing namelijk niet beïnvloedbaar. Meeropbrengst dividend ENECO Nadat de CAI-reserve per ultimo 2006 voor de realisatie van het theater is aangewend, is het mogelijk om de reserve op te heffen en het extra dividend ad € 220.000 ten gunste van de exploitatie te verantwoorden. Wij achten een dergelijke bestemming in het kader van de financiering van het theater verantwoord.
Saldo: te financieren via ruimtescheppende maatregelen
€
- 843.000
8 Taakstellingen en wijziging van beleidskaders 50%
€
- 421.500
9 Stapsgewijze extra verhoging OZB.
€
- 421.500
9a OZB verhoging in 2004 9b Idem verhoging in 2005 9c Idem verhoging in 2006
3,5% 3,5% 3,5%
Verhoging OZB-aanslag bij een woning die een marktwaarde heeft van € 100.000 is € 24
Taakstelling: 50% Wij stellen voor om de helft van de benodigde financiering ad € 843.000 te dekken door middel van efficiencyverbeteringen, beleidsversobering, beleidsbeëindiging en beleidsombuiging. Wij kunnen u daartoe op korte termijn een opiniërend voorstel aanbieden zodat dit proces van financiële ombuigingen doelgericht kan worden aangepakt. Benutting belastingcapaciteit: 50% Het nieuwe theater als gemeenschapsvoorziening is een welbewuste keuze en vormt een impuls voor de kwaliteit en de functionaliteit van het centrum. Indien de ombuigingsoperatie slaagt, wordt van 75% uit eigen middelen voldaan. Gelet op het verbeteren van het woon- en leefklimaat van de gemeente vinden wij het niet alleen verantwoord, maar ook juist om van de burger via deze bijdrage te
- 17 -
vragen. Uitgaande van woning met een WOZ-waarde van € 100.000 bedraagt deze bijdrage op jaarbasis € 24. Ter dekking van de kosten in verband met voorbereiding en ter gewenning aan aanpassing van het niveau stellen wij voor de OZB vanaf 2004 in drie gelijke stappen met 3,5% te verhogen. Cumulatief stijgt de OZB-aanslag ten opzichte van 2003 met € 24 bij een WOZ-waarde van € 100.000. Daarmee zit de gemeente binnen Drechtsteden qua tariefstelling onder het gemiddelde OZBtarief.
- 18 -