MugnieuwzZzz Sophie Barbé
De talentendag Ik wist dat er een talentendag zou zijn, Maar ik wist niet precies hoe wat en waar. Mijn moeder drong me er op aan mee te doen aan de talentendag (zoals elke moeder zou doen) Mijn antwoord: “Ik heb geen talent.” (Zoals ieder kind zou antwoorden) De discussie die daarna volgde kan iedereen wel raden. Uiteindelijk kwam het erop neer dat ik niet mee deed. Ik vond het wel leuk om te kijken. Ik weet jammer genoeg niet meer welke kinderen optraden, maar ik weet wel dat er héél veel talent tussen zat. Gelukkig hadden de kinderen liedjes uitgekozen die iedereen kende, dus iedereen kon meezingen. Meneer van de Venne had een geweldig lied over formules geschreven. Iedereen was ontzettend entousiast,
en iedereen zong hardop mee. Meneer Dohmen en Meneer Mulders waren de presentators. Het was een groot succes en iedereen was enthousiast.
Laatste schooldag Ik kwam vandaag de fietsenstalling in, En ik was totaal verrast. Overal hingen ballonnen. Ik had gehoord dat dit de laatste schooldag voor de examen-leerlingen zou zijn. Ik wist dat ik via de gymzaal moest, dus ik liep met de grote massa kinderen mee richting de ingang van de gymzaal. Ik was halverwege toen ik een paar meisjes met schmink-doosjes in hun handen zag staan. Ik voelde het aankomen, en ik probeerde zo snel mogelijk langs de meisjes te glippen. Maar het was al te laat. Voor ik het wist had ik een paarse veeg op mijn linkerwang. Ik zag nog iemand met een schmink-doosje dreigend op me aflopen. “Oh nee!” “Nee, dat gaat dus nìèt gebeuren.” riep ik. En ik zette het op een lopen. Natuurlijk ontkwam ik er niet aan, en even later liep ik met een zuur gezicht en een rode veeg op mijn rechterwang de gymzaal in. Ik bleek niet het enige slachtoffer te zijn. Overal stonden kinderen met gekleurde gezichten. Tot overmaat van ramp zag ik midden in de gymzaal een mega-springkussen staan. “Nééééééééé!!!” riep ik. Toen ik klaar was met me aanstellen klom ik met tegenzin op het springkussen. Wat ik ook deed, ik mocht niet omvallen.
Want dan zou ik met mijn schmink-gezicht tegen iemand aanvallen. Ik probeerde uit alle macht recht te lopen. Ik haalde het gelukkig tot een verhoging in het springkussen. Ik pakte de touwen vast die eraan bevestigd waren, en klom omhoog. Terwijl ik klom, hoopte ik vurig dat het hierna ophield. Toen ik boven was, zag ik tot mijn vreugd dat er een glijbaan naar beneden liep. Ik liet me snel naar beneden glijden. Ik sprong van het springkussen, en liep naar de uitgang van de gymzaal. Toen ik nog eens goed keek zag ik dat er ook hier meisjes met schmink stonden. Ik kreunde dramatisch, en liep langs de meisjes. “Ja, en bedankt hoor.” zei ik bij elke veeg schmink. Zodra ik kon rende ik via de aula het toilet in. Ik keek in de spiegel… “Néééééééééé…Hé het valt eigenlijk best mee. ” Ik rukte een stuk wc papier los, en begon alles weg te vegen. Jammer genoeg bleek de ene kleur schmink wat koppiger dan de andere. Dus alles wat er nu nog op mijn gezicht zat, was een paars-rozige vlek. Net een blauwe plek. Gelukkig was ik niet de enige die mijn schmink niet weg kreeg. Ik liep de aula weer in. Het was helemaal donker op een paar blauwe lampen na. Best wel gaaf eigenlijk. Ik viste een paar neon-stiften uit mijn etui. Ik tekende alles wat ik me opkwam op mijn armen en gezicht. Ik zag eruit als een moderne clown. Maar wat gaf dat? De hele aula zag eruit als een modern circus. Ik had gehoord dat de lessen toch door zouden gaan. Ik las op de info-monitors dat ik drie uur uitval had. In eerste instantie dacht ik: “Jippie!!!!” Maar toen zag ik dat alu-uur ook uitviel. Dus toen dacht ik: “Whèèèèèh!!!” (Ik hou van de drama-queen uithangen ) Ik sleepte mezelf het tweede uur naar wiskunde. Daar hoorde ik dat het alu-uur toch doorging.
“Jippie!!!!!!!!” (Ik was blij ) Ik ging het derde uur toch voor de zekerheid naar Nederlands. Het bleek niet uit te vallen. We hadden alleen een invalster. Wat een geluk dat ik toch was gegaan! Anders had ik straf gekregen. Ook al stond het dan niet duidelijk aangegeven.
De projectdagen Ik had gehoord dat we tijdens de projectdagen een wandeling zouden maken, en naar het Gaiapark zouden gaan. Normaal gesproken begin ik al te klagen als ik (bij wijze van spreken) drie stappen moet lopen. Maar op dat moment had ik best zin in een lange wandeling. A miracle! In elk geval, we gingen blijkbaar niet alleen langs Terworm, maar ook langs de weltervijver. We hadden een of ander boekje meegekregen waarin stond wat je moest doen. Uit gemakzucht dacht ik: “Ach wat…ik ga gewoon op mijn gevoel af.” Ik had geen camera bij me, dus dat maakte de zaken wel een stuk lastiger.
Ik deed mijn uiterste best om bij mijn groepje te blijven, maar al snel was ik dat zat. Ik liep weg, en kwam mijn zus tegen. Zij bleek in dezelfde situatie te zitten. (Ook geen camera, en ook uit het groepje gezet) We hadden ontzettend veel medelijden met onszelf . Ik besloot er het beste van te maken, en sloot me weer aan bij mijn groepje. Ik probeerde met een paar goede ideeën te komen, maar dat bleek verloren werk te zijn. Toen we bij het kasteel van terworm kwamen, besloot ik alleen verder te gaan. Ik zou gewoon de hele groep volgen. Jammer genoeg lette ik niet zo goed op, en raakte ik de groep kwijt. (Niet dat dat de situatie veranderde) Ik volgde een aantal medelotgenoten, En zo kwamen we uiteindelijk bij de school terug. Ik ging de school in, en rende snel naar het lokaal waar ik moest zijn. Daar was mijn groepje al, ze hadden me blijkbaar lopen zoeken. (Huh?) We mochten ons gezicht reinigen met scrub en een maskertje. Op het laatste kon je jezelf zelfs laten opmaken. Ik draag nooit make-up (In elk geval niet naar school) maar ik wilde best opgemaakt worden. Uiteindelijk werd het dus toch nog een leuke dag . De eerste schooldag na de Meivakantie. De eerste schooldag. Ik denk persoonlijk dat niemand er zin in had. Die ochtend sleepte ik mezelf uit bed. Toen ging ik naar beneden. Zodra ik mijn moeder tegenkwam, Begon ik meteen te klagen;
“Ik-ben-zo-moeoeoeoeoehhh!” kreunde ik. Jammer genoeg was mijn moeder niet onder de indruk. “Zo is het leven.” lachte ze. Nou ja! Natuurlijk zag ik, naarmate de ochtend verstreek steeds minder op tegen de eerste bel. Toch keek ik er niet naar uit. Ik deed nog een aantal pogingen om mijn zin te krijgen. “Ik geloof dat ik ziek ben.” kreunde ik. Jammer genoeg ben ik nooit goed geweest in acteren. “Ach, ik ben ook ziek.” Lachte mijn moeder. “Maar ik ben schoolziek!” probeerde ik nog. Maar het hielp natuurlijk geen steek. Even later liep ik de school in met een knoop in mijn maag. Ik werd gelukkig hartelijk ontvangen door mijn klasgenoten. Dat was tenminste iets. Al met al viel het eigenlijk best mee. De Maandag vloog voorbij. Net als de rest van de week. Nu ik op Vrijdag dit zit te typen, denk ik: Was dat nou zo erg? Ik hoef straks nog maar èèn uur. En dan heb ik alweer weekend. Ik weet zeker dat ik komende Maandagochtend weer met een knoop in mijn maag wakker wordt. Maar dat komt nog wel.
Pop on top We zouden op 19 mei met het hele gezin naar een concert gaan. Ik gooide al mijn kleren uit mijn kledingkast, en groef net zolang tot ik een tshirt had gevonden wat vies mocht worden maar wel toonbaar was. Zoals verwacht vond ik niks . Toen besloot ik de klerenkast van mijn zus uit te pluizen. Uiteindelijk vond ik iets wat van mij was, maar per ongeluk in haar kast lag. Ik trok het aan.
Die zaterdag reden we in een snikhete auto naar Valkenburg. Daar aangekomen moesten we meteen een heel stuk naar de ingang lopen. Dat ging natuurlijk niet zonder een hoop gezucht, geklaag en gezeur van mij . Uiteindelijk kwamen we bij de ingang, Waar ik en mijn zus door een poortje moesten. Stiekem vond ik dat onzin, want vanaf de grote heuvel (waar de poortjes stonden) kon je gemakkelijk het concert bekijken. Ik sprak mij gedachten maar niet uit, want vlak voor me stond een bodybuilder met een t-shirt waar: ‘security’op stond. Toen we aankwamen, begon Chris Hordijk net aan zijn show. Ik heb de helft van zijn eerste lied gemist, want ik stond direct weer te zeuren over de hitte. Uiteindelijk ging ik in de schaduw van vier felgele vuilnisbakken zitten. Een paar keer kreeg ik afval op mijn hoofd van mensen die verkeerd mikten. Mijn humeur werd beter toen Iris Kroes (winnaar van ‘the voice of holland’) werd aangekondigd. Bovendien had ik een flesje ijswater gekregen, dus ik had het ook al minder heet. Ik zat op mijn vest, en kon maar net over de schouders van de hossende mensen kijken. Gelukkig hingen er een paar grote schermen op waarop de show te volgen was. Ik begon knap honger te krijgen, en dus knap irritant te worden. Mijn ouders stuurden mij en mijn zus met een paar bonnen in de richting van de eettentjes. Je kon kippenvleugels kopen, en dat klonk zo lekker dat we het maar kochten. Toen ik het bakje in mijn handen kreeg geduwd moest ik even slikken. Ik hou helemaal niet van kip met vieze gefrituurde velletjes. Ik verwachtte meer zoiets als kipnuggets. Maar ik moest beleefd blijven en ik zei met een grafstem: “Hmmmm…” Zodra we uit het zicht waren duwde ik het bakje in de handen van mijn zus. Ik gedraag me altijd erg onredelijk als ik mijn zin niet krijg, en ik was dan ook boos dat ik niks kon eten. Terwijl mijn arme ouders daar toch ook niks aan konden doen. Mijn snel tevreden zus was allang blij met haar kippenvleugels. Ik had na drie minuten een paar bonnen bij elkaar gezeurd, en ik was alweer halverwege mijn weg naar de eettentjes.
Tot mijn schrik hoorde ik dat Van Velzen werd aangekondigd. Stik! Nu zou ik de hele show missen. Ik stond bijna een halfuur in de rij en toen ik eindelijk aan de beurt was bestelde ik maar een frikandel Ik ben normaal gesproken helemaal geen junkfood mens. Maar ik had zo’n honger… Ik rende terug naar de gele prullenbakken, en gaf mijn zus een stukje frikandel. Op dat moment gooide een grapjas, Een vol bekertje bier achter mij in het gras. Mijn hele t-shirt was nat! Ik had zin om mij om te draaien en een héél grof woord te roepen. Maar zo ben ik niet opgevoed, dus ik klemde mijn lippen op elkaar en bleef zitten. Het werd laat, later, later, en ik begon te verlangen naar mijn bed. Het was pikkedonker, en de meeste mensen waren dronken. Om de tijd te doden besloot ik over het terrein rond te lopen. Ik zag een kraam met suikerspinnen. Binnen drie seconden stond ik naast mijn ouders. “Daarachter kun je suikerspinnen krijgen.” Begon ik. Mijn ouders hadden mij al meer dan genoeg bonnen gegeven, en zeiden dus nee. Maar ik ben niet zo’n persoon die zich daarbij neerlegt. Ik besloot een preek over mijn goede rapport af te steken. Dus na een half uurtje liep ik tevreden met een suikerspin rond Het concert was bijna afgelopen, En ik wilde niets liever dan naar huis gaan. Ik ging op mijn vochtige vest in het vochtige gras zitten. Eindelijk besloten mijn ouders naar huis te gaan. We liepen naar de uitgang, en moesten de hele weg opnieuw lopen. Dit maal zonder geklaag en gezeur van mij. Want daar had ik geen energie meer voor. Samengevat: Het was een hele leuke dag Dit was mijn mugnieuwzzz