De gekapte Valkenet . . . Bestaat nog steeds
Tekst en foto’s: Josip Pekanović (Servië)
Het hierna volgende artikel is ons toegezonden door Josip Pekanović uit Servië. Hij schreef ons zijn artikel in het Duits, maar hiermee werden we wel even op het verkeerde been gezet, omdat hij als rasnaam “Indianer” gebruikte, een rasnaam die afwijkt van een verwant ras in een aantal andere Europese landen, maar bovendien wijkt de Duitse Indianer ook nog eens op essentiële punten af van de Barb in Engeland (om maar één ander land en ras te noemen). De Entente Européenne maakt ook onderscheid in de verschillende typen; mooi voorbeeld zijn de Fransen, die hebben het in hun standaard over de Polonais Duits Type (Indianer) en de Polonais Engels Type (Barb). Omdat wij (red.) vinden dat de duiven van Josip het meest op de Barb lijken, zullen wij de naam Barb hanteren, om verwarring te voorkomen.
MIJN ERVARINGEN MET DE “BARB” - Door Josip Pekanović De Barb is al een heel oud ras. Honderd jaar terug werden ze nog overal gehouden en in die tijd werden ze niet in volières gehouden, maar konden ze vrij uitvliegen. Dit ras houdt ervan om te vliegen. Naast de normaal voorkomende gladkoppige Barbs, kwamen er ook gekapte Barbs voor, die zeer goed konden vliegen omdat ze de bouw van een tuimelaar/hoogvlieger of van een postduif hadden. In de oude duivenboeken is echter zeer weinig te vinden over de gekapte Barbs. Jammer genoeg zijn foto’s van de gekapte Barbs al even moeilijk te vinden. Ik verkreeg mijn eerste Barbs in 1952 van een oude fokker, Andria Karba uit Sombor (vroegere Joegoslavië). Deze Barbs waren nog uit een lijn die stamde van vóór de tweede wereldoorlog. Sommigen van die Barbs waren gekapt en voor mij was dat niets bijzonders, maar 10 jaar later was die kap verdwenen uit mijn fokstam. Links: Josip Pekanović van Servië, met een tweetal gekapte Barbs in zijn handen.
In 1965 was ik als student op een zomer cursus in een Kaufhof in Keulen. Daar kocht ik verschillende duivenboeken van Edmund Zurth en in die boeken las ik over de gekapte Barb, wat een zeldzaamheid zou zijn. Zurth had de laatste gekapte Barb gezien in 1954 bij een Zweedse Fokker, Henry Hansson. Waar ik later contact mee opnam. GEKAPTE BARB In 1980 kon ik Henry Hansson in Höllviksnas (Zweden) bezoeken. Ik zag daar prachtige Barbs, maar hij had al heel lang geen gekapte Barbs meer. Ik nam een koppel van zijn prachtige ‘hoge kwaliteit’ Barbs mee naar huis en koppelde ze met mijn duiven. Omdat onze foklijnen nog fokzuiver waren, lukte het om hieruit, na korte tijd toch weer gekapte Barbs te fokken.
Als eerste lukte het mij om witte en zwarte gekapte Barbs te fokken. In 2000 kreeg ik bezoek van Rolf Pillen, een duivenvriend uit Duitsland en hij bracht een zwart gekapte Indianer voor mij mee, die bij hem thuis los vloog en zelfs afstanden van 30 km terug naar zijn hok kon vliegen. Een bewijs hoe vitaal en krachtig zijn oude foklijn nog was. Op dit moment fok ik gekapte Barbs in alle voorkomende kleuren. Rechts: Een zwarte gekapte Barb, van respectabele leeftijd, zoals te zien aan de ontwikkelde onderwratten en oogranden.
Helaas is Hansson al jaren terug overleden, waardoor er nog maar één fokker van Barbs in Zweden overbleef, en dat was Per Persson. Maar een paar jaar terug is ook die overleden, waarna ik in 2005, 16 Barbs van Persson’s foklijn importeerde. Die duiven deden het goed hier en leverden het benodigde verse bloed op voor mijn foklijn. Natuurlijk speelt het Zuid Europese klimaat hierbij een gunstige rol. Al vele jaren hebben fokkers uit veel landen mij Barbs gebracht en op dit moment ben ik in het bezit van 100 Barbs in alle kleuren. Links: Omdat de kap recessief vererft, komen er ook nogal wat ongekapte Barbs in de fok voor.
Naschrift van de redactie: Dit eeuwenoude ras – de Barb – is op verschillende manieren in verschillende landen in de loop der tijd ontwikkeld en min of meer uiteengevallen in verschillende typen, die ieder wel punten van overeenstemming hebben en afkomstig zijn uit dezelfde oerstam. In Nederland kennen we de Valkenet, in Duitsland de Indianer, in Frankrijk de Polonais en in Spanje de “Ojo de Fresa” (Aardbeienoog). Het laatste (Spaanse) ras is de kleinste en is mogelijk het minst ‘verbeterd’, waardoor het nog het dichtst bij het originele (Afrikaanse) type is gebleven. De duiven die Josip vanuit Zweden kreeg, waren waarschijnlijk Barbs van het Engelse type; wij weten het niet zeker. Duidelijk is dat al deze dieren een sterk ontwikkelde en roodgekleurde oogrand bezitten met een goede wratontwikkeling. Verder komen ze voor in dezelfde veerkleur, rood, wit, zwart en geel. De kleuren zijn recessief en voorzien van de Smoky factor, waardoor ze altijd een blanke snavel hebben. Rechts: Een van Josip’s zwarte gekapte Barbs.
In 1881 schreef James C. Lyell in zijn boek “Fancy Pigeons” m.b.t. de gekapte versie: Het is te danken aan een aantal importen van Barbs uit het zuiden van Frankrijk, gedaan door de heren John Baily & Son ongeveer vijfentwintig jaar geleden, dat deze duif bestaat in ons land in zijn huidige uitmuntende kwaliteit. De Franse naam is de Poolse duif (pigeon Polonais), en hoewel ze nu bekend zijn in Duitsland als de Barbarijse duif, naar de Engels naam, heetten ze daar vroeger ‘de Indische duif’ (Indianische-Taube). Neumeister zegt erover: "Er is geen verklaring voor de oorspronkelijke naam 'Indische' of de Franse naam 'Poolse'." Men is het erover eens, zowel hier als in Duitsland, dat de Barbs van Zuid-Frankrijk de beste zijn, of althans, dat waren ze de laatste tijd, en hoewel hun naam in de Franse literatuur als pigeon Polonais (Poolse duif) staat vermeld, kunnen ze een andere naam hebben in het zuiden. Het is blijkbaar een oude variëteit en nauw verwant aan de beste types van de Meeuwen stam, meer dan alle andere rassen. Beiden kunnen afkomstig zijn van dezelfde stam, en beiden kunnen reeds aanwezig zijn geweest in prehistorische tijden. De kop van de Barb moet ongekapt zijn en de benen onbevederd; maar tegelijkertijd bestaat er ook sinds heel lang een gekapte variëteit, die reeds wordt vermeld in onze oude duivenliteratuur. De benen zijn soms iets bevederd, wat ongewenst is. Een subvariëteit die in Duitsland wordt gefokt, heeft een jabot, zoals bij de meeuwduifrassen.
Rechts: Een collectie gekapte Barbs in verschillende kleuren bij Josip Pekanović’s.
In 2010 schreef Josip Pekanović een uitgebreid artikel over de gekapte Barbs in de Feathered World, zoals u hieronder kunt zien.
Het is ongetwijfeld waar dat er een duidelijke relatie is tussen de huidige Barb in het Verenigd Koninkrijk, de Ojo de Fresa in Spanje, de Valkenet in Nederland, de Indianer in Duitsland en de Polonais in Frankrijk. Maar vergeet niet dat al deze rassen zijn ontwikkeld door de jaren heen om aan de smaak van de liefhebbers te voldoen. Links: De huidige (Duitse) Indianer is in Duitsland ontwikkeld in een nogal afwijkende richting t.o.v. de (Engelse) Barb. Foto: Mick Bassett (Duitsland).
Rechts: Valkenet tijdens de Champion Show 2009 (Nederland). Inzender: H Voerman.
Links: Valkenet rood, M/O. 96 punten tijdens de Keistadshow (Amersfoort 2010, Nederland). Inzender: H. Voerman. Foto: S. de Bruine.
Rechts: Ojo de Fresa (Aardbeienoog) van Spanje. Waarschijnlijk het ras wat het dichtst bij de oorsprong staat.
Links: Een rode Ojo de Fresa doffer (Aardbeienoog) van José Antonin (Spanje).
Rechts: Een volwassen koppel witte Barbs. Foto: Jan Buurmeijer (Nederland).
Links: In Frankrijk zult u geen Polonais (meer) aantreffen, behalve op dit ovale schilderij uit de 18th eeuw van een onbekende meester. Het maakt deel uit van een collectie van een Frans Museum.
Voor meer informatie over Barbs kunt u contact opnemen met: Josip Pekanović, Cara Dušana 17, 25000 Sombor, Servië. e-mail:
[email protected] Copyright ©2012 Aviculture-Europe. All rights reserved by VBC.