ACTIVITEITENVERSLAG CPO/Mtnl 2004
ACTIVITEITENVERSLAG CPO/Mtnl 2004 CPO/Mtnl Weteringschans 84C 1017 XR Amsterdam Telefoon 020 - 535 3535 Fax 020 - 330 4080 Email
[email protected] Website www.mtnl.nl Amsterdam, juni 2005
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ............................................................................ 3 Achtergronden en doelstelling CPO/Mtnl ........................................... 4 Achtergronden ............................................................................. 4 Doel- en taakstelling Mtnl .............................................................. 4 Centrale en decentrale productiestructuur ........................................ 5 Organisatiestructuur CPO/Mtnl........................................................ 6 Distributiestructuur ....................................................................... 6 2
ONTWIKKELINGEN NAAR 2005-2008 ........................................ 7
ORGANISATIE...................................................................... 3 Personeel .................................................................................. Aansluiting Omroep-CAO ............................................................. Opleidingen en trainingen ............................................................ Freelancers ................................................................................ CPO .......................................................................................... Samenwerkingsverbanden ........................................................... Regionale partners...................................................................... Lokale partners en projecten ........................................................ Landelijke partners en projecten ................................................... Bestuur ..................................................................................... Programmabeleidsraad ................................................................
10 10 11 11 11 11 11 11 12 12 13 13
PROGRAMMERING ................................................................ 4 Programmaformat....................................................................... Programmakarakteristieken.......................................................... Programmathema’s ..................................................................... Journalistiek-informatieve programma’s ......................................... Cultuur en lifestyle...................................................................... Informatie ................................................................................. Programma’s voor jongeren ......................................................... Aantal producties en uitzendingen ................................................. Toelichting................................................................................. Producenten en uitzendplekken..................................................... Grootstedelijke producties............................................................ Lokale producties........................................................................ Aantal uren productie in 2004....................................................... Aantal uren uitzending in de vier steden......................................... Ontwikkelingen in de programmering............................................. Verschuiving van anderstalig naar Nederlands................................. Verschuiving aandeel inkoop naar eigen producties.......................... Herkenbaarheid voor jongeren......................................................
14 14 14 15 15 16 16 16 16 17 17 18 18 18 18 19 19 19 19
HUISVESTING EN TECHNIEK.................................................. 20 5 Huisvesting................................................................................ 20 Techniek ................................................................................... 20 DISTRIBUTIE, INTERNET, PR EN COMMUNICATIE...................... 6 Distributie ................................................................................. Internet .................................................................................... PR en communicatie....................................................................
22 22 23 23
7 SUBSIDIEOVERZICHT EN FINANCIËLE POSITIE ........................ Inleiding.................................................................................... Subsidies CPO/Mtnl 2001-2004 ..................................................... Financiële positie in 2004............................................................. Distributiekosten ........................................................................ Financiën regionale/lokale productiepartners .................................. 8
24 24 24 25 25 26
TOT SLOT ........................................................................... 27
Bijlage A.................................................................................... 28 Personeel in loondienst per 31 december 2004................................ 28 Bijlage B.................................................................................... 30 Overzicht programma’s................................................................ 30 Bijlage C ................................................................................... 31 Uitzendschema per stad............................................................... 31 Bijlage D ................................................................................... 37 Productie en uitzendingen in de diverse steden ............................... 37 Bijlage E.................................................................................... 39 Subsidievoorwaarden .................................................................. 39 Bijlage F .................................................................................... Samenvatting onderzoek MCA Communicatie bv ............................. 1. Achtergrond en opzet van het onderzoek .................................... 1.1 Opdracht ......................................................................... 1.2 Onderzoeksopzet .............................................................. 1.3 Rapportage onderzoek ....................................................... 2. Conclusie en samenvatting evaluatie convenant Mtnl.................... 2.1 Hoofdconclusie ................................................................. 2.2 Het aanbod ...................................................................... 2.3 Het oordeel van de samenwerkingspartners .......................... 2.4 Bereik en waardering kijkers ..............................................
40 40 40 40 41 41 41 41 42 42 43
Bijlage G ................................................................................... Quik Scan TNO ........................................................................... Samenvatting risico’s en kansen ................................................... Risico’s...................................................................................... Kansen...................................................................................... Conclusies .................................................................................
45 45 45 45 46 47
2
’
Sahbie & Kardes: Jongeren bij de vuilnis? Er wordt veel over jongeren gezegd: ze zijn dom, slecht opgevoed, maken zich nergens druk om behalve om zichzelf, ze hebben geen respect, zijn alleen maar bezig met hun mobieltjes en nieuwe dure kleding, uitgaan, drank en drugs, zijn agressief, en ze hebben geen waarden en normen. Een reportage met Sahbie & Kardes over de zogenaamde slechte opvoeding van ‘de jeugd van tegenwoordig’.
1
INLEIDING
Voor u ligt het Activiteitenverslag 2004 van Stichting Multiculturele Televisie Nederland Mtnl. Drie dvd’s maken er onderdeel van uit: twee die vier grootstedelijke programma’s bevatten die exemplarisch zijn voor de productie in 2004 en een met een keuze uit de lokale programma’s van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Zo kunt u niet alleen lezen wat Mtnl naar voren wil brengen over 2004, u kunt zich ook een oordeel vormen over wat Mtnl gemaakt heeft. 2004 betekende voor Mtnl de afsluiting van de eerste en de voorbereiding van een nieuwe vierjarige subsidieperiode. Over de gehele linie bekeken kan Mtnl terugkijken op een geslaagd vierjarig grootstedelijk project. Niet alleen werden in de ogen van de organisatie de doelstellingen behaald, onderzoeken wezen uit dat ook de kijker een zeer positief oordeel had over de prestaties van Mtnl. Het belang van de programma’s groeide: het aantal uitzendplekken steeg van vijf naar zeven, maar wat belangrijker was, de uitzendtijden werden steeds gunstiger en de uitzendfrequentie hoger. Steeds meer organisaties onderkenden het belang van Mtnl. De educatieve zender ETV.nl te Rotterdam koppelt haar educatieve programma’s graag aan de Mtnl-programma’s omdat zij als trekker dienen voor een groot deel van hun doelgroep. Het dagblad Het Parool ging een aanzienlijke advertentie-barter aan met Mtnl. Gaandeweg de periode 2001-2004 veranderde Mtnl van een producent van doelgroeptelevisie in een producent van interculturele programma’s, waarvan
3
een deel in het bijzonder gericht was op jongeren. In de ogen van de subsidiënten ging de verschuiving niet snel genoeg. In de aanloop naar de subsidieaanvraag voor 2005-2008 drongen zij dan ook aan op een snelle overgang naar een interculturele programmering met het Nederlands als voertaal. De intensieve dialoog die tussen Mtnl en de subsidiënten ontstond kon niet verhinderen dat de gemeente Rotterdam afhaakte als subsidiënt. Ook de positieve resultaten van de onderzoeken naar het functioneren van Mtnl konden haar niet vermurwen. Dat betekent dat het lokale Rotterdamse programma MC2 in de toekomst niet meer zal worden gemaakt. Mtnl zal echter wel blijven uitzenden in Rotterdam, vooral via en dank zij ETV.nl. Het hele proces van versnelde verandering trok een wissel op de medewerkers van Mtnl. Zo ook het feit dat er in principe met minder budget zou moeten worden gewerkt in de komende vier jaar. Het is te danken aan de grote inzet van het voltallige personeel in alle steden dat er onverminderd goede programma’s werden geproduceerd. Pas laat in december 2004 werd duidelijk wat de programmatische en financiële mogelijkheden van Mtnl voor 2005-2008 waren. De duidelijkheid over het personeelsvolume in de toekomst bracht weer rust in de organisatie. Met een externe adviseur werden intensief nieuwe formats ontwikkeld die in borg moeten staan voor toegankelijke en tegelijkertijd spannende, interculturele televisie. Mtnl is volop in beweging haar positie onwrikbaar te verankeren in het grootstedelijke televisielandschap.
Achtergronden en doelstelling CPO/Mtnl Achtergronden In oktober 1999 bereikten de betrokken wethouders van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en toenmalig staatssecretaris OCW-Media R. van der Ploeg en minister voor het Grote Stedenbeleid R. van Boxtel een principeakkoord over de versterking van lokale migrantentelevisie. Behalve in Amsterdam, waar Migranten Televisie Amsterdam actief was, was een aanbod van lokale televisieprogramma’s voor migranten elders niet van de grond gekomen. Daardoor hadden de grootstedelijke programma’s van producent SOM-Media onvoldoende inbedding in het plaatselijke grootstedelijke programma-aanbod. Daarom spraken de partijen af om één nieuwe gezamenlijke organisatiestructuur te ontwikkelen en daarvoor een stevig programmabudget beschikbaar te stellen. Het ministerie van OCW gaf bureau Van Naem & Partners vervolgens de opdracht een bedrijfsplan op te stellen voor deze centrale programma organisatie. In mei 2000 was dit plan afgerond. Vervolgens duurde het nog ruim een jaar, voordat de nieuwe Centrale Programma Organisatie (CPO)/ Multiculturele Televisie Nederland (Mtnl) - in dit jaarverslag verder aangeduid als Mtnl - van start kon gaan. Doel- en taakstelling Mtnl Het primaire doel van Mtnl, zoals dat in 2001 werd geformuleerd, was het creëren van een aanbod van tweetalige televisieprogramma’s voor migrantendoelgroepen in de grote steden in de Randstad van Antilliaanse,
4
Marokkaanse, Turkse en Surinaamse origine. Mtnl stond echter ook open voor andere groepen. Elementen van cross-over waren nadrukkelijk aanwezig. Door de productiewijze (een eigentijds West Europees format) en waar nodig Nederlandse ondertiteling waren de programma’s ook bedoeld als cultureel venster voor een algemeen publiek. Mtnl maakt grootstedelijke doelgroeptelevisie en heeft daarbij een samenleving voor ogen die drijft op wederzijds respect, het accepteren van verschillen, het positief waarderen van verscheidenheid en de gelijkwaardigheid van ieder individu. Mtnl streeft ernaar met haar programmering de participatie van allochtonen en hun inburgering in een dergelijke samenleving te bevorderen door individuele ontplooiing en sociale betrokkenheid. Operationeel is de doelstelling van de programmering van Mtnl als volgt te omschrijven: Mtnl • beoogt een platform voor discussie en opinievorming te zijn binnen de gemeenschappen, van discussie en dialoog tussen de generaties alsook tussen de allochtone en autochtone gemeenschap; • wil informeren over maatschappelijk relevante zaken en politiekmaatschappelijke ontwikkelingen in de samenleving; • wil informatie geven over de diverse gemeenschapsvoorzieningen op het gebied van scholing, werkgelegenheid, gezondheidszorg, sociale zekerheid en andere relevante terreinen; • wil het empowerment en de participatie bevorderen om zo de inburgering te stimuleren; • moet een ‘kweekvijver’ zijn, waarin mediatalent uit de allochtone gemeenschap zich kan ontwikkelen om zo ‘meer kleur in de media’ te bevorderen; • wil een podium bieden voor kunst- en cultuuruitingen uit de allochtone gemeenschappen. Zie voor een omschrijving van het vastgestelde programmaformat hoofdstuk 4: Programmering.
Centrale en decentrale productiestructuur Bij de oprichting van Mtnl is afgesproken, dat de productie van een deel van de lokale en grootstedelijke programmering uitbesteed diende te worden aan producenten buiten Amsterdam. Concreet heeft Mtnl primair de samenwerking gezocht met de regionale omroepen. De professionele inbreng van deze partners en de verwachte multiculturalisering van hun redacties door de inbreng van Mtnl leek een uitstekende combinatie op te leveren vanuit de doelstellingen van Mtnl.
5
Organisatiestructuur CPO/Mtnl Er is gekozen voor een scheiding van de toezichthoudende en uitvoerende taken. Daartoe is naast de stichting CPO een apart productiebedrijf, stichting Mtnl, opgericht. De CPO ontvangt de subsidies en geeft opdracht aan de productiestichting Mtnl om de programmering te realiseren. Het bestuur van de CPO fungeert als Raad van Toezicht van Mtnl, waar de directie tevens het bestuur is. Deze constructie levert fiscale voordelen op (BTW, printprijsregeling), die aan de programmering ten goede komen.
Distributiestructuur Mtnl heeft zelf geen zendmachtiging en biedt haar programma’s aan via bestaande regionale en lokale zendgemachtigden in de vier grote steden.
6
Groeten uit Turkije: Nederlanders in Alanya over toetreding Mtnl ging naar Turkije en peilde onder zowel Turken als Nederlanders hoe er wordt gedacht over de toetreding van Turkije tot de EU. In de eerste twee afleveringen kwamen vooral Turken in Istanbul aan het woord. In deze derde en laatste aflevering van Groeten uit Turkije geven Nederlanders in Alanya hun visie. Totaal zijn er ruim 2000 Nederlandse huiseigenaren gevestigd.
2
ONTWIKKELINGEN NAAR 2005-2008
Een belangrijk aspect van de verslaglegging over 2004 vormen de ontwikkelingen naar een nieuwe subsidieperiode 2005-2008. Op deze plek willen we dit onderdeel apart aan de orde brengen om in de rest van de verslaglegging strikter in te kunnen gaan op de daadwerkelijke productie van programma’s in 2004. In maart 2004 schreef Mtnl een bedrijfsplan voor de periode 2005-2008. Daarin werd uitgegaan van een programmatisch geleidelijke overgang van doelgroepprogrammering naar een interculturele aanpak met het Nederlands als voertaal, met 31 december 2008 als einddatum. In het bedrijfsplan werd de doelstelling als volgt geformuleerd: “Met de programma’s informeert en stimuleert Mtnl het debat in de verschillende gemeenschappen. De dialoog aangaan, de opinievorming stimuleren en een podium zijn voor kunst- en cultuuruitingen uit de allochtone gemeenschappen zijn instrumenten die een belangrijke bijdrage leveren aan de integratie en het inburgeringproces in de vier grote steden en de sociale cohesie in de steden versterken.” Het bedrijfsplan was mede gebaseerd op de uitslag van twee onderzoeken die waren ingesteld door de subsidiënten en waarin de resultaten van Mtnl als goed tot zeer goed uit de bus kwamen. • Mtnl heeft in belangrijke mate de in het convenant 2001-2004 geformuleerde inspanningen gerealiseerd;
7
•
De bekendheid van Mtnl en haar programma’s zijn onder de doelgroep redelijk tot goed; • Het bereik en de waardering van de programma’s onder de allochtonen doelgroep zijn hoog te noemen; • Er bestaat voldoende draagvlak bij de doelgroepen en de samenwerkingspartners van Mtnl voor het voortbestaan van Mtnl. Zie bijlage F: Samenvatting rapport MCA. In mei 2004 werd het bedrijfsplan door het ministerie van OCW en de G4 besproken. Vooral de wethouders van de vier gemeenten wensten een snellere overgang naar een interculturele aanpak. De gemeente Rotterdam stelde zelfs op voorhand niet door te willen gaan met de subsidiering van Mtnl. Er werd een werkgroep ingesteld, bestaande uit de subsidiënten en vertegenwoordigers van Mtnl, die als taak kreeg een plan te maken voor een snellere omslag. Op 22 juni werd de uitkomst van het overleg in de werkgroep vastgelegd in een Hoofdredactioneel Statuut. De belangrijkste uitgangspunten van dit statuut waren: • een interculturele benadering met een thematische aanpak; • accent op jongeren en ‘opvoeders’; • Nederlands als voertaal; • West-Europees publiek format; • synergie tussen de grootstedelijke en lokale producties. Op verzoek van Mtnl werd een quickscan uitgevoerd door TNO naar de risico’s en de kansen van het verlaten van de doelgroepgerichte benadering. Een samenvatting van deze quickscan is bijgevoegd als bijlage G. In november en december is met steun van een externe deskundige door de redactie gewerkt aan het ontwikkelen van nieuwe formats conform de uitgangspunten zoals geformuleerd in het Hoofdredactioneel Statuut. Dat leidde tot twee nieuwe grootstedelijke redacties. • BSX (spreek uit: basics) - een jongerenredactie die in een cyclus van vier weken een wisselend programma uitzendt: een muziekprogramma (On track), een eigengereid jongerenmagazine (Generation Now), een thematisch documentair programma (Bru-Ja!) en een discussieprogramma met jongeren in de studio (Bru-Ja! - Het gesprek). • Een redactie die twee programma’s per week maakt volgens vijf verschillende formats: het Magazine met informatie, cultuur en human interest, een programma met reportages en documentaires (De Verdieping), een programma over de politieke en culturele ontwikkelingen in de Randstad (Big city), een paneldiscussie over recente controversiële onderwerpen (Boter, kaas en eieren) en een tweewekelijks overzicht van de meest relevante lokaal geproduceerde onderwerpen (De Mix). week 1
week 2
week 3
week 4
Bru-Ja!
Bru-Ja! - Het gesprek
Generation now
On track
Mtnl Magazine
De Verdieping
Mtnl Magazine
Big city
De Mix
Boter, kaas en eieren
De Mix
Boter, kaas en eieren
8
Daarnaast bleven de lokale programma’s bestaan, waarbij de interculturele aanpak, voor zover die al niet veel eerder doorgevoerd was, centraal stond. In Amsterdam wordt wekelijks een lokaal magazine gemaakt en uitgezonden op donderdag: Mtnl in de stad. In Den Haag blijft TV West drie keer per week Het andere oog produceren, in Utrecht maakt Danzon met dezelfde frequentie Utopics. Een geleidelijke overgang van doelgroepprogrammering naar interculturele programmering, zoals voorzien in het Hoofdredactioneel Statuut, bleek achteraf organisatorisch en logistiek niet goed mogelijk. Eind 2004 werden de redacties heringedeeld om een abrupte omslag per 1 februari 2005 naar de nieuwe programmering mogelijk te maken. Deze ontwikkelingen, die een enorm beroep deden op de hele organisatie, hebben gelukkig weinig invloed gehad op de kwaliteit en kwantiteit van de productie in 2004. Tegen het eind van het jaar, toen de nieuwe formats ontwikkeld moesten worden, zijn er enkele producties ingekocht om de redacties de ruimte te geven zich op de nieuwe programma’s te concentreren. Daartegenover staat dat de multiculturele redactie, die van oorsprong in 2001 was opgezet als ‘inkoopredactie’ steeds meer zelf is gaan produceren, een trend die zich ook in 2004 heeft doorgezet. De uitzendingen worden wekelijks geëvalueerd en waar nodig wordt het format bijgesteld. In dit dynamisch evaluatieproces is een inbreng van de kijker onontbeerlijk. Om budgettaire redenen is hierin nog niet voorzien. Er wordt dringend gezocht naar mogelijke extra financiering.
9
Michael Tedja Rudy Lion Sjin Tjoe praat in de studio met Michael Tedja over zijn boek A.U.T.O.B.I.O.G.R.A.F.I.E en over Surinaamse schrijvers. Tedja neemt stelling tegen de gemakzucht waarmee zij hun publiek benaderen. Hij wil dat de lezer zelf nadenkt: ‘Je hoeft de lezer helemaal niet bij de hand te nemen zoals veel traditionele verhalenschrijvers doen’.
3
ORGANISATIE
voltijd
deeltijd
totaal
fte totaal
vast contract
tijdelijk contract
REDACTIE + PRODUCTIE Turkse redactie Marokkaanse redactie Surinaams/Antilliaanse redactie Multiculturele redactie Productie
vacatures
Personeel
2 4 4 1 3
5 0 2 2 0
7 4 6 3 3
5.8 4,0 5,6 2,8 3,0
2 2 3 1 1
5 2 3 2 2
Editing ALGEMENE STAF Directie Secretariaat/receptie Boekhouding PR en website Techniek en beheer
2
2
4
3,5
4
0
2 0 2 1 3
0 3 1 1 1
2 3 3 2 4
2 2,0 2,8 1,8 3,5
2 0 2 0 3
0 3 1 2 1 ID baan
Overig
0
1
1
0,7
1
0
24
18
42
37,6
21
21
TOTAAL
1
1
10
Het schema op de vorige pagina geeft de personele bezetting van Mtnl op 31 december 2004 weer. Eind 2004 werkten er 42 medewerkers in loondienst bij Mtnl, gelijk verdeeld over 21 mannen en 21 vrouwen. Daarvan waren er 21 in vaste dienst en hadden 21 een tijdelijk dienstverband. Er stond op dat moment een vacature open voor 0,5 fte webredactie. De gemiddelde leeftijd van de Mtnl-staf was in 2004 ongeveer 30 jaar. Bij de start in 2001 was de gemiddelde leeftijd nog 39 jaar. Zie bijlage A voor een overzicht van de medewerkers van Mtnl in 2004. Aansluiting Omroep-CAO Mtnl volgde in 2004 de Omroep-CAO wat betreft salarisschalen en aanvullende afspraken met betrekking tot de eindejaarsuitkering, vakantiedagen, adv-dagen enz. Opleidingen en trainingen In het kader van training en bijscholing is in 2004 grote nadruk gelegd op de bijscholing van de medewerkers die direct bij de vervaardiging van de programma’s betrokken zijn. Twee medewerkers werden getraind in presentatie, twee andere volgden een cursus voor bureauredacteur. Tien verslaggevers deden mee aan een cursus item-regie. Deze activiteiten hebben zichtbaar tot verbetering van de programma’s bijgedragen. Vooral de cursus itemregie heeft gezorgd voor een grotere efficiency in het maken van korte nieuws- en variaitems. Freelancers Zoals gebruikelijk is in de omroepwereld werkte Mtnl in 2004 met freelancers voor een aantal functies: presentatoren, visagisten, camera- en geluidsmensen. De Marokkaanse en multiculturele redacties hadden hun budget voor inhoudelijke medewerkers niet volledig opgesoupeerd, waardoor zij ook een budget voor inhoudelijke freelancers overhielden. Het beleid van Mtnl is er overigens op gericht zoveel mogelijk vaste inhoudelijke medewerkers te contracteren om de continuïteit te waarborgen en de ontwikkeling van jonge programmamakers te stimuleren door lange termijn coaching.
CPO Bij de stichting CPO was in 2004 geen personeel in dienst. De administratieve ondersteuning van het CPO-bestuur werd verzorgd door Mtnl.
Samenwerkingsverbanden Regionale partners In Amsterdam produceerde Mtnl zelf het lokale programma. In Den Haag en Rotterdam zijn de lokale producties uitgevoerd door speciale Mtnl-redacties
11
binnen de redactie van de regionale omroepen TV West en TV Rijnmond en in Utrecht door een zelfstandig productiebedrijf (Danzon te Utrecht). De invoeging van een multiculturele Mtnl-redactie op de werkvloeren van TV West en TV Rijnmond was duidelijk van invloed op de multiculturalisering van de redacties van deze regionale omroepen en op de regionale programmering in Den Haag en Rotterdam. Zo werden bij TV West leden van de redactie van Het andere oog ingezet voor de algemene Nieuwsredactie. De verantwoordelijke eindredacteuren voor het lokale programma waren in 2004: Jorge Alcocer (Danzon), Zaïd Abdoelrahman (TV West) en Peggy Wijntuin (TV Rijnmond). De eindredacteuren van TV West en TV Rijnmond werkten formeel zowel onder verantwoordelijkheid van de hoofdredactie van de regionale omroepen als van de hoofdredactie van Mtnl. Deze constructie van ‘twee kapiteins op één schip’ maakte dat Mtnl in het begin onvoldoende grip had op de lokale producties. Door de ontwikkeling van het Datiq netwerk, dat Mtnl gebruikt voor het elektronische transport van de programma’s naar de uitzendgemachtigden, en een daaraan gekoppelde ‘marktplaats’ konden de redacties vanaf het najaar van 2003 programma’s gaan uitwisselen. Zij konden door deze marktplaats en door onderling overleg beter inspelen op elkaars werk. Lokale partners en projecten Mtnl werkt al sinds de oprichting samen met Tapahony Producties. In 2004 is die samenwerking voortgezet en werden twee lange documentaires in coproductie gerealiseerd tussen Mtnl, Tapahony en de Nederlandse Moslim Omroep. Sinds 2003 werkte Mtnl met het Wereldmuseum te Rotterdam aan een tentoonstelling over het slavernijverleden. Het beeldmateriaal werd in coproductie met het museum verzorgd en Mtnl stelde faciliteiten beschikbaar, in ruil voor naamsvermelding op publiciteitsmateriaal, logo op alle videomateriaal en een permanente videozuil tijdens de gehele duur van de tentoonstelling, die in november 2004 werd afgesloten. De zichtbaarheid van Mtnl op deze tentoonstelling was groot, te meten naar het aantal reacties dat ernaar verwees. Landelijke partners en projecten Met de NPS zijn al in 2002 afspraken gemaakt over de streaming van Mtnlprogramma’s via de Internet portal www.omroep.nl. (Uitzending gemist?). Anno 2004 kunnen van elke redactie de twee laatste uitzendingen bekeken worden via streaming video. Het streamen van de Mtnl programma’s kan ook via de directe link op de eigen Mtnl-website www.mtnl.nl en tot ons genoegen is dat de meest gebruikte link op onze site. Een bijzondere samenwerking was die met Een ander joods geluid. Mtnl verslaggeefster Ebru Baskan reisde in oktober mee met een groep jongeren van deze organisatie naar Israël en Palestina om nou eens heel goed uit te zoeken hoe dat zit met die vreselijke ‘muur van apartheid’ die daar met medeweten van de gehele internationale gemeenschap gebouwd wordt tussen de Israëli’s en de Palestijnen. Met de jongerenradiozender FunX werden gezamenlijke campagnes gevoerd om elkaars positie te versterken. Mtnl participeerde in overlegverbanden met brancheorganisaties als Roos (regionale omroepen) en MiraMedia (multiculturalisering omroep). Met
12
MiraMedia zijn belangrijke ESF-projecten opgestart die in de komende jaren hun definitief beslag zullen krijgen, onder meer in samenwerking met De Balie te Amsterdam.
Bestuur Het bestuur van stichting CPO, dat tevens de Raad van Toezicht van Mtnl vormt, bestond in 2004 uit de volgende personen: mw. H. d’Ancona, voorzitter dhr. C. Vis, penningmeester dhr. D. Ramlal, secretaris mw. V. Yildirim dhr. B. El Otmani dhr. H. Brammerloo Het CPO-bestuur vormde een goede afspiegeling van de Randstedelijke samenleving in termen van culturele diversiteit, sekse en geografische spreiding. Het algemeen bestuur vergaderde 5 maal, het dagelijks bestuur daarnaast zo vaak als nodig werd geacht. Het CPO-bestuur werd administratief ondersteund door de directie van stichting Mtnl, de heren G. Reteig en W. Tjon Pian Gi. Programmabeleidsraad De Programmabeleidsraad die eind 2003 werd ingesteld, heeft een belangrijk aandeel gehad in de discussie over de richting die Mtnl in zou moeten gaan in de periode 2005-2008. In dat kader werd zij betrokken bij de opstelling van het nieuwe Hoofdredactioneel Statuut. Haar belangrijkste kanttekening betrof het verlaten van de doelgroepprogrammering, waarvan zij zich afvroeg of dat wel zo verstandig was (zie ook de quickscan die Mtnl liet uitvoeren door TNO). In de discussie werd ook haar commentaar op de programma’s betrokken. In grote lijnen toonde de programmabeleidsraad zich daar zeer tevreden over. In de programmabeleidsraad hebben de volgende personen zitting: mw. Ph. Weyenborg-Pot mw. M. Shatanawi mw. F. Orgu dhr. R. Lemmer dhr. S. de Jesus dhr. O. Golpinar dhr. F. Ghaleb dhr. M. Abdoelrahman
13
In Rozengeur & Khadija Lijm sprak Khadija met jongeren over loverboys; jongens die meisjes met gladde praatjes en mooie hebbedingetjes verleiden en vervolgens geld aan ze verdienen door ze bijvoorbeeld de prostitutie in te dwingen. Hulpverleningsinstanties krijgen steeds meer aanmeldingen van zogeheten ‘risicomeisjes’ en slachtoffers van deze criminelen. De week daarop volgde een studiogesprek over hetzelfde onderwerp.
4
PROGRAMMERING
Programmaformat De opdracht van Mtnl was zich in haar programmering vooral te richten op randstedelingen van Antilliaanse, Marokkaanse, Turkse en Surinaamse origine. Van aanvang af werd voor elke doelgroep werd wekelijks een programma van circa 45 minuten aangeboden, bestaande uit: a een grootstedelijk programma van 30 minuten, dat voor alle steden gelijk is. De inhoud bestaat uit informatie, educatie, cultuur en amusement. Qua opzet en thematiek wordt hier aangesloten bij thema’s die in alle steden leven. In de uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de inbreng van alle steden wat betreft een evenredige vertegenwoordiging van onderwerpen, geïnterviewden, samenstelling van discussiepanels enz.; b een lokaal programma van circa 15 minuten per stad met nieuws en actualiteiten. Programmakarakteristieken De programma’s kenmerken zich door de volgende aspecten: • ze zijn herkenbaar voor de doelgroepen; • ze hebben een toegevoegde waarde ten opzichte van het bestaande mediaaanbod; • ze verbreden de kennis van de kijker en maken kennis bereikbaar;
14
• • • •
ze brengen maatschappelijke ontwikkelingen terug naar de menselijke maat; ze belichten en becommentariëren onbevooroordeeld maatschappelijke processen en ontwikkelingen, zonder belerend en/of paternalistisch te zijn; bij de onderwerpkeuze gaan makers taboes niet uit de weg; in de programma’s wordt gezocht naar vernieuwing zowel in vorm en inhoud.
Programmathema’s In 2004 kwamen de volgende programmathema’s aan bod: Journalistiek-informatieve programma’s Het journalistiek-informatieve gedeelte van de programmering had in 2004 in de moord op Theo van Gogh een van haar belangrijkste onderwerpen. Maar er waren meer belangrijke ontwikkelingen op politiek-maatschappelijk gebied. De voorbereidingen voor de toetreding van Turkije tot de EU en de verkiezingen voor het Europarlement zijn voorbeelden van specifieke gebeurtenissen die Mtnl behandelde, de stigmatisering van Antilliaanse jongeren en de verharding van het integratiedebat zijn lopende thema’s waar wij onvermoeibaar aandacht aan schenken. Een greep uit aan bod gekomen onderwerpen: • Turkije en de EU; • Soz Bende! (…en nu ik!), een serie waarin mensen van Turkse afkomst terugblikken op de veranderingen van gastarbeiders tot burgerschap aan de hand van hun eigen ervaringen; • 40 jaar migratie van Turken in Nederland; • loverboys; • de moord op Theo van Gogh; • de aardbeving in Al-Hoceima; • verkiezingen voor het Europees Parlement; • zero tolerance oftewel het lik-op-stuk-beleid; • de rol van Zwarte Piet; • de toon van het integratiedebat; • Curaçaose scholieren met perspectief; • Surinaamse afdeling van Bejaarden Wooncentrum De Venser; • Bandariba, een serie korte reportages over het leven op Curaçao; • multicultureel Nederland vanuit het perspectief van een allochtoon; • wat moet je doen en vooral laten als je met jongeren werkt? Vanaf september werd Big city, een programma over politieke en culturele ontwikkelingen in de Randstad, verrijkt met de clips van Robz Rep Revue. Deze clips (met een knipoog naar de samenleving) vormen een vast onderdeel van Big city en zorgen voor het aantrekken van jongere kijkers. De clips zijn ook op de website van Mtnl te zien. In 2003 maakte Mtnl Bandariba, een serie speciaal gewijd aan de Antillen, die doorliep tot in 2004. Ook maakten in juli 2004 vier verslaggevers van Mtnl een persreis met DutchCaribbeanExel naar Curaçao en Bonaire; een reis die de kennis en het begrip van de eilanden verbeterde en daardoor bijdroeg aan een betere verslaggeving over de Antillen en de Antillianen.
15
Een volledige opsomming en beschrijving van de programma’s en de daarin behandelde thema's is in een aparte bijlage (bijlage B) bij dit activiteitenverslag gevoegd. Cultuur en lifestyle Uitingen en initiatieven op het vlak van literatuur, beeldende kunst, muziek, film, en theater van personen en groepen uit de diverse gemeenschappen zijn in 2004 regelmatig aan bod geweest. Bij de selectie van onderwerpen is extra aandacht besteed aan elementen van cross-over van culturen. Die mix komt sterk naar voren in de lifestyle van de nieuwe Nederlander. • Rachid Aazouzi, de Marokkaanse Frans Bauer; • Schoonheidsidealen in India en de invloed daarvan op de SurinaamsHindostaanse vrouw; • Jalal draait door, een luchtige serie waarin programmamaker Jalal doordraait op verschillende feesten en zich afvraagt wat jongeren bezighoudt; • Randal Corsen - Curaçaose pianist en de eerste Antilliaanse winnaar van de Edison Award 2004 (categorie Jazz); • Extreme sporten (een driedelige serie); • Brayce – jong talent. Informatie Op Mtnl werden wederom diverse rubrieken over gezondheid en gemeenschapsvoorzieningen, spotjes tegen zinloos geweld en andere ideële zaken uitgezonden. Programma’s voor jongeren Naast de hierboven genoemde politiek-maatschappelijke en culturele programma-onderdelen is in 2004 in veel uitzendingen aandacht besteed aan onderwerpen die aansluiten op de belevingswereld van jongere kijkers, zoals multiculturele jongerencultuur, lifestyle, jeugdcriminaliteit en beeldvorming. Daarnaast was er om de ene week een brutale, op jongeren gerichte serie programma’s met de titel Sahbie&Kardes, dat later in het jaar Bru-Ja! ging heten toen een van de twee presentatoren solo doorging. In november begon Mtnl met On Track, een nieuw urban-programma over de passie van jongeren voor muziek, en City talk, een serie debatten op locatie naar aanleiding van de actualiteit.
Aantal producties en uitzendingen In de overzichten op de volgende pagina’s staan kengetallen vermeld over de productie en de uitzending van de programma’s in 2004. Dit betreft onder meer: 1. Producties: Het aantal en aantal uren centraal en lokaal geproduceerde programma’s. 2. Uitzendplekken: De verschillende uitzendgemachtigden per stad waar de programma’s van Mtnl worden uitgezonden. 3. Uitzendingen: De uitzendtijden/uitzendfrequentie per stad. (zie ook bijlage C)
16
Toelichting Producenten en uitzendplekken Het grootstedelijke programma Studio Mtnl werd geproduceerd door Mtnl. Hetzelfde gold voor het lokale programma Weekjournaal Amsterdam. In Amsterdam werden de programma’s uitgezonden via Salto A1. In Den Haag werd het lokale programma geproduceerd door TV West, die het onder de naam Het andere oog in zijn programmering opnam naast Studio Mtnl. Verder konden beide programma’s in Den Haag ook bekeken worden via het lokale kanaal Den Haag TV. Het lokale programma in Rotterdam werd geproduceerd door TV Rijnmond, die het onder de naam MC2 opnam in zijn reguliere programmacarrousel. Studio Mtnl wordt eveneens door Rijnmond uitgezonden maar was ook te bekijken via de lokale omroep Slor. De beste uitzendfrequentie werd echter bereikt via ETV.nl dat Studio Mtnl vier dagen per week elk uur de klok rond uitzond. In Utrecht tenslotte werd het lokale programma Utopics geproduceerd door de lokale producent Danzon. De uitzendingen daarvan vonden plaats via TV Utrecht tezamen met die van Studio Mtnl. Aantal producties in 2004 Grootstedelijk (Studio Mtnl) Aankoop Amsterdam (Weekjournaal) Den Haag (Het andere oog) Rotterdam (MC2) Utrecht (Utopics) Totaal aantal producties in 2004
190 18 126 120 120 120 676
Aantal uren productie in 2004 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Totaal aantal uren productie in 2004
127 30 30 30 217
Aantal uitzendingen in 2004 Amsterdam Salto Den Haag TV West Stadsomroep Den Haag Rotterdam TV Rijnmond Slor ETV.nl Utrecht TV Utrecht Totaal aantal uitzendingen in 2004
3.162 1.048 656 2.816 408 4.992 1.772 14.854
17
Aantal uitzenduren in 2004 Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht Totaal aantal uren uitzending in 2004
1.297 508 3.478 586 5.869
Voor een specificatie van de producties, uren producties, producenten, uitzendingen, uren uitzendingen en uitzendplekken, zie bijlage D. Grootstedelijke producties In 2004 werden er door Mtnl gedurende 52 weken iedere week 4 grootstedelijke programma’s van 30 minuten gemaakt (Studio Mtnl). Gedurende 42 weken hadden die een hoge actualiteitswaarde. In de zomerperiode werden eerder voorbereide programma’s uitgezonden. In totaal werden er voor de grootstedelijke uitzendingen 18 programma’s aangekocht, vooral in de laatste maanden van het jaar toen het nodig was de redacties ruimte te geven voor het ontwikkelen van de formats voor 2005-2008. Lokale producties In iedere stad zijn, met uitzondering van de zomermaanden, elke week 3 lokale (doelgroep)programma’s gemaakt onder verschillende namen. De duur van elk van deze programma’s was 15 minuten. Gedurende het zomerreces werd de productie van deze lokale programma’s 12 weken stilgelegd, hetgeen neerkomt op een productieperiode van 40 weken (in Amsterdam 42 weken) in 2004. Aantal uren productie in 2004 In 2004 zijn onder de vlag van CPO/Mtnl in de vier steden 676 programma’s met een totaal van 217 uur per jaar geproduceerd; dit komt neer op ongeveer 4,2 uur nieuwe productie per week. Aantal uren uitzending in de vier steden Omdat de uitzendingen vooral bij TV West en TV Rijnmond voortdurend aan veranderingen onderhevig waren zijn de gegevens niet 100% exact. Daarbij gaat het voornamelijk om de herhalingsfrequentie van de lokale programma’s Het andere oog en MC2. In totaal vonden in de vier steden 14.854 uitzendingen van de grootstedelijke en lokale programma’s plaats, met een totaal van 5.869 uitzenduren; dit betekent gemiddeld ruim 113 uur ‘Mtnl’ per week. In 2004 werden in de verschillende steden de volgende aantallen uitzenduren gerealiseerd: Amsterdam: 1.297 uur (gemiddeld 25 uur per week); Den Haag: 508 uur (gemiddeld 10 uur per week); Rotterdam: 3.478 uur (gemiddeld 67 uur per week) en Utrecht: 586 uur (gemiddeld 11 uur per week).
18
Ontwikkelingen in de programmering Verschuiving van anderstalig naar Nederlands De verschuiving in het gebruik van talen uit de herkomstlanden naar het Nederlands is eigenlijk al in het eerste jaar van Mtnl begonnen. In 2002 werden de lokale uitzendingen in Rotterdam en Den Haag volledig in het Nederlands geproduceerd; in Utrecht en Amsterdam werd in het lokale programma wel gebruik gemaakt van ondertiteling. In 2003 is ook in het grootstedelijke Marokkaanse en Turkse programma meer gebruik gemaakt van de Nederlandse taal. In de Turkse en Marokkaanse programma´s is bij gebruik van het Nederlands steeds in het Turks respectievelijk Marokkaans ondertiteld. Het Surinaams/Antilliaanse programma is zoals al gebruikelijk, voornamelijk in het Nederlands geproduceerd. Deze trend heeft zich in 2004 doorgezet en vanaf 2005 zullen de programma’s volledig in het Nederlands worden geproduceerd. Het spreekt voor zich dat waar het functioneel relevant is, er wel gebruik zal worden gemaakt van andere talen dan het Nederlands. Verschuiving aandeel inkoop naar eigen producties Mtnl koopt bij tijd en wijle programma’s in, die naast de eigen productie worden uitgezonden. Dit om interessante projecten die ergens anders worden geproduceerd ook aan onze kijkers te tonen. Bij aanvang van Mtnl in 2001 was de multiculturele redactie zelfs volledig als ‘inkoop-redactie’ opgezet. Mtnl is erin geslaagd deze redactie geleidelijk om te bouwen tot een producerende redactie, die zelfs als speerpunt ging fungeren in het beleid om ons meer op jongeren te richten. In 2004 was de ratio bij de multiculturele redactie 14 aankopen tegenover 38 eigen producties (inclusief de 8 zomerherhalingen). Herkenbaarheid voor jongeren In 2004 is het beleid om meer aandacht te besteden aan programma’s voor en door jongeren voortgezet. Dit gold niet alleen voor de multiculturele redactie; ook bij de andere redacties is gestreefd naar een grotere betrokkenheid van jongeren. Dit betekent dat in de programmering ook ‘lichtere’ onderwerpen zoals lifestyle en jongerenculturen een plaats hebben gekregen.
19
Liefde, islam en sexualiteit Liefde, islam en sexualiteit niet als tegenpolen, maar als onlosmakelijke drie-eenheid, dat is de rode draad in het nieuwe boek van imam van Abdulwahid van Bommel. “Wil je ook met je ouders kunnen praten over verliefdheid, liefde en sex, dan zou je dit boek misschien moeten aanschaffen”.
5
HUISVESTING EN TECHNIEK
Huisvesting De personele bezetting van Mtnl bereikte in 2004 met 42 personen de optimale capaciteit. De huisvesting in de twee panden Weteringschans en Rembrandtplein blijkt goed te voldoen bij dit aantal medewerkers en de geplande activiteiten. De spreiding over twee panden zal altijd een goede logistieke planning blijven vereisen. Beide gebouwen werden in 2004 aangepast in het kader van het rookbeleid.
Techniek In 2003 werd Mtnl aangesloten op het Datiq netwerk dat elektronische transport van beeldmateriaal mogelijk maakt tussen Mtnl en de steden. Verder verzorgt Datiq de encodering van de Mtnl programma’s naar het format dat nodig is voor streaming via www.omroep.nl. De voordelen van Datiq zijn evident: • de kosten voor de aanlevering van het grootstedelijke programma in Rotterdam, Utrecht en Den Haag zijn aanmerkelijk lager; • er wordt tijdwinst behaald, waardoor de programmering in alle vier de steden meer synchroon kan lopen; • de producenten in de vier steden kunnen onderling hun programma’s uitwisselen en gebruik maken van items uit elkaars productie.
20
FTP-technieken maken het mogelijk het programma Sranan fawaka uit Suriname via het Internet over te brengen, wat een enorme verbetering is ten opzichte van het onzekere transport van bandjes. Op de website kunnen korte filmpje in flash getoond worden, die de actualiteit van Mtnl kunnen verhogen. De technologische ontwikkelingen hebben in 2004 niet geleid tot majeure investeringen. Op korte termijn verwacht de televisiewereld ook geen baanbrekende, onontkoombare veranderingen. Wel is de introductie van een mobiele regieset, waar Mtnl haar zinnen op had gezet, uitgesteld; die wordt in 2005 verwacht. Verder werden gebruikelijke software updates uitgevoerd en de kleine montagesets werden ook hardwarematig op peil gebracht. In de naaste toekomst zal geherinvesteerd moeten worden in het computernetwerk.
21
Emotionele wake Zeer emotionele taferelen gisteren bij het huis van de 15- jarige Fabian Mahadio. De Rotterdammer kwam zondagavond bij een steekpartij om het leven. Zijn klasgenoten en vrienden hielden gisteren een stille tocht door de wijk F waar het slachtoffer woonde. Bij de woning van de familie werd vervolgens een emotionele wake gehouden. Scholengemeenschap Johannes Calvijn kreeg eerder al met een vermoorde leerling te maken.
6
DISTRIBUTIE, INTERNET, PR EN COMMUNICATIE
Distributie De distributie van de programma’s is optimaal in de vier grote steden. In Amsterdam is de positie van Mtnl bij Salto A1 van oudsher stevig en worden de programma’s op goede tijden en in regelmatige herhalingen uitgezonden. In Den Haag worden Studio Mtnl en het lokale Haagse programma Het andere oog door TV West en door Den Haag TV op het net gezet. In Rotterdam werden zowel Studio Mtnl als het lokale MC2 door TV Rijnmond en de Slor uitgezonden, terwijl de vier wekelijkse afleveringen van Studio Mtnl ieder uur te zien zijn op ETV.nl in een carrousel van 24 uur. De herkenbaarheid van het Mtnl-blok was en is buiten Amsterdam nog steeds onvoldoende. Dit komt omdat de lokale programmering daar een eigen kader heeft en niet direct gerelateerd wordt aan Studio Mtnl. Verder mag Studio Mtnl daar niet met het eigen logo in beeld verschijnen. Daardoor breekt de synergetische gedachte rondom Mtnl niet door. Het overleg met de betrokken omroepen om dit te verbeteren staat permanent op de agenda. In het kader van de nieuwe formats in 2005-2008 is het programma De Mix ontworpen waarin elke twee weken een compilatie van de meest relevante lokale programma’s wordt gemonteerd. In Boter, kaas en eieren discussieert een panel over spraakmakende gebeurtenissen uit de afgelopen dagen, waarbij er instarts worden gebruikt uit onder meer de verschillende lokale programma’s.
22
Pogingen om regionale omroepen en lokale omroepen elders in Nederland, waar relatief veel allochtonen wonen, te interesseren voor het Mtnl-product worden ook gecontinueerd.
Internet De website van Mtnl is van belang voor informatie over de programma’s en de uitzendtijden, omdat deze niet in de reguliere TV-gidsen staat. Door de toename van uitzendplekken was een beter content management systeem nodig. In 2004 is de onderliggende structuur van de website van Mtnl door het Rotterdamse bureau Webkracht ingrijpend veranderd. In 2005 zullen er applicaties toegevoegd worden die de interactiviteit tussen de Mtnl programma’s en de website moeten vergroten. Een van de weinige methoden bij regionale/lokale televisie om het bereik te meten is een relatie te leggen tussen de programma’s en een bezoek aan de website, door communities te creëren. De acht meest recente afleveringen van Studio Mtnl zijn momenteel via streaming video te bekijken vanaf de website van Mtnl, door middel van een onzichtbare link met het portal www.omroep.nl. Na de homepage is TVonline de meest bezochte pagina van de Mtnl website.
PR en communicatie De grootste zorg voor Mtnl blijft de relatieve grote inspanning die nodig is om de programma’s in vier steden op zeven kanalen te promoten. Iedere zender heeft zijn eigen niches van kijkers en de uitzendtijden van de Mtnl programma’s zijn overal verschillend. Daardoor kunnen er geen generieke campagnes gevoerd worden en moet er veel dubbel werk verzet worden. Omdat ook het advertentiebeleid per uitzendgemachtigde telkens afwijkt, kunnen er met potentiële adverteerders geen goede afspraken gemaakt worden over een grootstedelijk bereik. En dat terwijl Mtnl als interessante partner wordt gezien. Waar de interesse beperkt is tot een stad, kunnen goede overeenkomsten gesloten worden. Zo sloot Mtnl in 2004 een barter met het Parool, dat een half jaar lang rondom de Amsterdamse Mtnl programma’s adverteerde in ruil voor advertentieruimte voor Mtnl in haar dagelijkse edities. In die campagne werd de logo-bekendheid op de voorgrond geplaatst. Voor het jongerenprogramma is Mtnl een belangrijke coalitie aangegaan met de radiozender FunX. Een voorbeeld van die samenwerking is de rap Wil je weten hoe het voelt die speciaal op uitnodiging van Sahbie&Kardes door de groep THC werd geschreven. Het nummer werd een hit op FunX en de clip en teksten konden worden gedownloaded op de Mtnl site. Het aantal bezoeken aan de Mtnl site verdubbelde in die periode. Zo ziet Mtnl toch kansen om met betrekkelijk weinig middelen een goede externe communicatie hoog te houden.
23
Afscheid van de kouseband Voor je lol met je handen in de volkstuin wroeten lijkt toch vooral een bezigheidstherapie van de westerse maatschappij. Wat brengt iemand als Evert Muntslag ertoe een plekje te zoeken bij de tuiniersvereniging Stadion? Begon hij met kouseband, nu kweekt hij vooral “Nederlandse groenten”, maar wel die soorten die ook in Suriname kunnen groeien. Want daar wil hij zijn oude dag slijten met de kennis die hij nu opdoet.
7
SUBSIDIEOVERZICHT EN FINANCIËLE POSITIE
Inleiding In deze paragraaf wordt allereerst een overzicht gegeven van het initiële subsidiebudget voor de periode 2001-2004, en een aantal aanvullende afspraken die bij de start van Mtnl zijn gemaakt. Een belangrijk gegeven in de financiering van Mtnl is de verdeling van inkomsten en kosten over een vierjarige periode. Omdat de jaarlijkse kostenstijging groter is dan de indexering van de inkomsten (lees subsidies) is het zaak in de eerste twee jaar een positief saldo te creëren dat in het derde en vierde jaar geëgaliseerd wordt. De situatie bij de start van Mtnl versterkten het begrote overschot in 2001 en 2002. In 2003 en 2004 werd het gecalculeerde verlies genomen waardoor de reserves weer afnamen. In bijlage E staan de inhoudelijke subsidievoorwaarden vermeld die gelden voor de periode 2001-2004.
Subsidies CPO/Mtnl 2001-2004 CPO/Mtnl wordt hoofdzakelijk gefinancierd uit subsidies van OCW en de lokale overheden aan de CPO. Daarnaast zijn er inkomsten uit extern gefinancierde producties, reclame-inkomsten en de verhuur van productiefaciliteiten. Externe projectfinanciering tikt daarbij het meeste aan. Er zijn in 2004 geen externe
24
projecten geëntameerd omdat dergelijke projecten een lang voorbereidingstraject hebben en Mtnl de kans liep dat ze niet goed meer zouden aansluiten op de veranderingen die in het programmaformat voorzien waren. De inkomsten in 2004 zijn dan ook sterk achtergebleven bij de voorgaande jaren. Zie verder het Financieel Verslag Mtnl 2004. Door de print-prijsconstructie en het uiteenlopen van de dotaties van (en soms de subsidieafspraken met) de verschillende subsidiënten, is de financieringsstructuur van CPO/Mtnl complex. Ook is door de vele mutaties tijdens de onderhandelingen tussen het ministerie van OCW en de gemeenten niet altijd meer eenduidig zeker, wie wat en hoeveel betaalt. Hieronder staan de cijfers uit de begroting zoals die door CPO/Mtnl in 2004 is gehanteerd. Inkomsten CPO (in €) Amsterdam Den Haag Rotterdam Utrecht OCW Totaal
2001
2002
2003
2004
Totaal
242.394 183.781 113.455
495.270 183.781 226.890
510.826 191.206 231.428
521.043 195.030 236.056
1.769.533 753.798 807.819
113.455 1.078.409 1.731.494
113.445 2.406.071 3.425.457
113.445 2.466.242 3.513.147
113.445 2.515.567 3.581.141
453.780 8.466.289 12.251.219
Het aandeel van de diverse subsidiënten in de financiering van Mtnl over deze subsidieperiode is: OCW: 69,1%; Amsterdam: 14,4%; Rotterdam: 6,6%; Den Haag: 6,1% en Utrecht: 3,7%.
Financiële positie in 2004 Het begrote verlies in 2004 was € 427.841. De exploitatie vertoonde uiteindelijk een tekort van € 459.752. Dit verschil kon worden opgevangen doordat het verlies in 2003 kleiner was dan begroot. Een punt van aandacht vormt de liquiditeit. Twee zaken spelen daarin een grote rol. Ten eerste de helderheid en regelmaat in de betalingsmomenten van subsidies van de gemeentelijke overheden, die nog steeds te wensen overlaat. Zo zijn de afrekeningen van 2001, 2002 en 2003 door een van de gemeenten pas in 2005 voldaan. Een ander punt is de systematiek van piekbetalingen aan de lokale coproducenten die voorloopt op de subsidieontvangsten van CPO. In een nieuwe subsidieperiode zal dan ook een ander betalingsregime contractueel worden vastgelegd. Voor een meer gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar de Financiële Verslagen van CPO en Mtnl 2004.
Distributiekosten Ofschoon dit niet expliciet in de subsidievoorwaarden is vermeld, is het steeds de intentie geweest dat elke gemeente, in geval van uitzending via lokale toegangskanalen, de uitzendkosten voor zijn rekening zou nemen. Dit is afgesproken, omdat de uitzendkosten per uur in de verschillende steden sterk uiteenlopen en de steden door hun lokale subsidiebeleid hier zelf invloed op kunnen uitoefenen.
25
De herinnering aan deze afspraak is bij sommige gemeenten snel vervaagd. In 2004 reserveerde de gemeente Utrecht net als het jaar ervoor een bedrag van circa € 22.500 voor TV Utrecht, die daarvoor producties diende te maken voor Mtnl. Ook dit jaar bleven die echter achterwege. Wel bracht TV Utrecht Mtnl een bedrag van gelijke hoogte in rekening voor de uitzendingen van haar programma’s in de lokale zendertijd van TV Utrecht. Naar de mening van Mtnl is dit bedrag niet zozeer gebaseerd op een realistische uurprijs, maar op een al te simpele inruil van dit productiebudget voor distributiekosten. In Amsterdam stelde de gemeente zich niet aansprakelijk voor de betaling van de uitzendkosten 2004. In Den Haag werd het bedrag dat Mtnl kon krijgen voor uitzending via Den Haag TV gemaximeerd op € 9.075. Dat bedrag is onvoldoende voor een elementaire reeks uitzendingen op dat lokale kanaal. Rotterdam voldoet de (relatief lage) kosten van eenmalige uitzending via de Slor probleemloos. De onduidelijkheid over de uitzendkosten blijft een lastige factor in de financiering van Mtnl. Het is vreemd programma’s te kunnen maken zonder de dekking om die ook uit te kunnen zenden.
Financiën regionale/lokale productiepartners Naast de wekelijkse programma’s die Mtnl ten behoeve van de inwoners van de vier grote steden produceert, geeft Mtnl in Den Haag, Rotterdam en Utrecht opdrachten aan lokale/regionale producenten om een lokaal programma te maken. Zo komt een groot deel van de subsidie aan CPO/Mtnl indirect weer ten goede aan de lokale werkgelegenheid. Omdat Mtnl in Amsterdam gevestigd is, betaalt die stad dan ook een hogere bijdrage dan de andere steden. Voor de lokale productie in de andere steden is jaarlijks een budget van circa € 345.000 beschikbaar. Als dit bedrag wordt vergeleken met de jaarlijkse subsidiebijdragen van de vier steden (zie onderstaande tabel), blijkt dat het productiebudget dat de in de steden gevestigde productie- en omroepbedrijven jaarlijks ter beschikking krijgen voor de productie van het lokale Mtnlprogramma aanzienlijk hoger is dan de jaarlijkse bijdrage van alle vier subsidiënten. Dit geldt ook voor Amsterdam, omdat daar ook de grootstedelijke programmering wordt geproduceerd.
Subsidie gemeente 2004 Productiebudget lokale producenten Netto ‘rendement’ per gemeente
Amsterdam 534.970 pm
Den Haag Rotterdam Utrecht 201.925 236.000 113.445 346.683 144.758
345.600 346.273 109.600 232.830
De conclusie is gerechtvaardigd, dat de centrale opzet van Mtnl de subsidiesynergie positief beïnvloedt. Bovendien krijgen de steden het grootstedelijk programma Studio Mtnl om niet aangeboden.
26
Robz Rep Revue. De clips Robz Rep Revue (met een knipoog naar de samenleving) worden een vast onderdeel van Big City en zorgden (wellicht) voor een verjonging van het publiek. Ook te zien en beluisteren via www.mtnl.nl.
8
TOT SLOT
Mtnl heeft in 2004 een spannende periode afgesloten waarin de overgang moest worden verwezenlijkt van een lokale Amsterdamse televisieproducent naar een grootstedelijke productiemaatschappij die met veel aspecten rekening moest houden: een keur aan subsidiënten die elk hun eigen verlangens hadden, verschillende uitzendplekken die elk hun eigen inhoudelijke, technische en logistieke voorwaarden hanteerden en het werven van een volledig nieuw kijkerspubliek in drie van de vier steden. In die missie zijn wij, zoals door velen bevestigd, uitstekend geslaagd. De voor ons liggende periode van vier jaar brengt nieuwe uitdagingen. Is het wel goed mogelijk om interculturele programma’s te brengen? Zullen die kijkers waar het bij Mtnl in eerste instantie toch om gaat – de Turkse, Surinaamse, Marokkaanse en Antilliaanse groeperingen – niet afhaken nu Mtnl geen specifieke doelgroepprogramma’s meer maakt? Die vragen zal Mtnl moeten beantwoorden met innovatieve, sprankelende programma’s die uitstijgen boven het gemiddelde.
27
Bijlage A Personeel in loondienst per 31 december 2004 Personeel algemeen hr G. Reteig hr W.L. Tjon Pian Gi mw W.J. Fer mw M. J. Hamers mw T. Libert hr T.M. Haile hr C. Hess hr R. Nayoan mw D. Van Braak hr T. Gesthuizen hr O. Strik hr A.S. Tyrakis hr G. Lowe hr S. Mozaffari
algemeen directeur zakelijk directeur receptioniste receptioniste secretaresse administrateur boekhouder assistent boekhouder PR medewerker webredacteur technicus assistent technicus schoonmaker huismeester
Personeel programma's hr R.P. Troelstra mw C. Leunura mw T. De Jong hr S. Acer mw Y.J. Dikmoet hr A. Faher mw G.T. Hendriksen mw H. Karahisarli mw Y.J. Bohr mw E. Mangnus mw A.T.M. Wambrauw mw O. Canel mw M. Dipdere hr H. Ilik mw H. Ilkin-Yavuz mw M. Karasu mw C. Bazuin mw C. Tjin mw K. Verbeek hr M. Ben Ayad mw K. Massaoudi mw E. Baskan hr A. Konyali hr L. Lankhuijzen hr S.J. Lucas hr J.L. Mendonça hr E. Oostwoud
producent producer producer eindredacteur eindredacteur eindredacteur eindredacteur bureauredacteur bureauredacteur bureauredacteur bureauredacteur redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever redacteur/verslaggever editor editor editor editor geluidsman
28
Stagiairs mw R. mw N. hr A. mw M. mw H. hr S.
Burzic Dasoulli Michtschenko Nijman El Kaddouri Cetin
PR PR PR secretariaat redactie redactie
29
Bijlage B Overzicht programma’s Bijlage B is een apart gebundeld overzicht van de programma’s die zijn geproduceerd door Mtnl en haar coproducenten in 2004. • Studio Mtnl - Mtnl • Weekjournaal Amsterdam - Mtnl • Het andere oog - TV West • MC2 - TV Rijnmond • Utopics - Danzon Producties
30
Bijlage C Uitzendschema per stad AMSTERDAM In Amsterdam zond Mtnl uit op Salto A1. De uitzendingen bestonden uit het Weekjournaal Amsterdam (actualiteiten uit de regio Amsterdam) en het grootstedelijk programma Studio Mtnl.
Salto A1 Multiculturele redactie Maandag 17:00-19:00 21:00-23:00 Woensdag 11:00-13:00
Studio Mtnl Studio Mtnl* Studio Mtnl*
Turkse redactie Dinsdag 17:00-19:00 21:00-23:00 Donderdag 11:00-13:00
Weekjournaal Amsterdam / Studio Mtnl Weekjournaal Amsterdam* / Studio Mtnl* Weekjournaal Amsterdam* / Studio Mtnl*
Marokkaanse redactie Donderdag 17:00-19:00 21:00-23:00 Vrijdag 11:00-13:00
Weekjournaal Amsterdam / Studio Mtnl Weekjournaal Amsterdam* / Studio Mtnl* Weekjournaal Amsterdam* / Studio Mtnl*
Surinaams/Antilliaanse redactie Vrijdag 17:00-19:00 Weekjournaal Amsterdam / Studio Mtnl 21:00-23:00 Weekjournaal Amsterdam* / Studio Mtnl* Zaterdag 11:00-13:00 Weekjournaal Amsterdam* / Studio Mtnl* *herhaling
31
DEN HAAG In Den Haag zond Mtnl uit op TV West en Den Haag TV. De uitzendingen in Den Haag bestonden uit Het andere oog (actualiteiten uit de regio Den Haag), geproduceerd door TV West en het grootstedelijk programma Studio Mtnl.
TV West Marokkaanse redactie Maandag 17:00-17:45 18:45-19:00 Dinsdag 09:25-16:00 Zaterdag 16:00-16:30
Het andere oog / Studio Mtnl Het andere oog* Het andere oog* Studio Mtnl*
Surinaams/Antilliaanse redactie Dinsdag 17:00-17:45 Het andere oog / Studio Mtnl 18:50-19:00 Het andere oog Woensdag 09:25-16:00 Het andere oog* Vrijdag 17:35-17:45 Het andere oog* Zondag 16:00-16:30 Studio Mtnl* Turkse redactie Donderdag 17:00-17:45 18:45-19:00 Vrijdag 09:25_16:00 Zaterdag 17:00-17:30
Het andere oog / Studio Mtnl Het andere oog* Het andere oog* Studio Mtnl*
Multiculturele redactie Woensdag 17:15-17:45 Zondag 17:00-17:30
Studio Mtnl Studio Mtnl*
Speciaal Vrijdag Zaterdag
19:30-19:55 20:30-00:55 09:20-17:55
compilatie van de week compilatie van de week* compilatie van de week* *herhaling
32
Den Haag TV Marokkaanse redactie Dinsdag 19:00-19:10 19:10-20:00 Woensdag 11:00-11:10 11:10-12:00
Het andere oog Studio Mtnl Het andere oog* Studio Mtnl*
Surinaams/Antilliaanse redactie Woensdag 19:00-19:10 Het andere oog 19:10-20:00 Studio Mtnl* Donderdag 11:00-11:10 Het andere oog* 11:10-12:00 Studio Mtnl* Turkse redactie Maandag 19:00-19:10 19:10-20:00 Dinsdag 11:00-11:10 11:10-12:00
Het andere oog Studio Mtnl Het andere oog* Studio Mtnl*
Multiculturele redactie Donderdag 19:00-20:00 Vrijdag 11:00-12:00
Studio Mtnl Studio Mtnl* *herhaling
33
ROTTERDAM In Rotterdam zond Mtnl uit op TV Rijnmond, ETV.nl en Rotterdam TV.
TV Rijnmond Op TV Rijnmond bestonden de uitzendingen uit MC2 (actualiteiten uit de regio Rotterdam), geproduceerd door TV Rijnmond en het grootstedelijk programma Studio Mtnl. MC2 is geen doelgroepgericht, maar een intercultureel programma. Marokkaanse redactie Maandag 16:00-17:00
Studio Mtnl
Surinaams/Antilliaanse redactie Dinsdag 16:00-17:00 Studio Mtnl Multiculturele redactie Woensdag 16:00-17:00
Studio Mtnl
Turkse redactie Donderdag 16:00-17:00
Studio Mtnl
Redactie MC2 Maandag 17:40-17:55 Donderdag 17:40-17:55 Vrijdag 17:40-17:55
MC2 MC2 MC2
herhalingen tot de volgende dag 16:00 herhalingen tot de volgende dag 16:00 herhalingen tot de volgende dag 17:00
ETV.nl Op ETV.nl werden de volgende uitzendingen van Studio Mtnl ieder uur herhaald van 08:00 tot de volgende dag 08:00, telkens op het halve uur. Marokkaanse redactie Woensdag De hele dag
Studio Mtnl
Multiculturele redactie Donderdag De hele dag
Studio Mtnl
34
Surinaams/Antilliaanse redactie Vrijdag De hele dag Studio Mtnl Turkse redactie Zaterdag De hele dag
Studio Mtnl
Rotterdam TV Op Rotterdam TV bestonden de uitzendingen uit Studio Mtnl en MC2. Marokkaanse redactie Zondag 15:00-15:30
Studio Mtnl
Multiculturele redactie Zondag 15:30-16:00
Studio Mtnl
Surinaams/Antilliaanse redactie Zondag 16:00-16:30 Studio Mtnl Turkse redactie Zondag 16:30-17:00
Studio Mtnl
Redactie MC2 Dinsdag 23:00-23:15 Woensdag 23:00-23:15 Donderdag 23:00-23:15
MC2 MC2 MC2
35
UTRECHT In Utrecht zond Mtnl uit op Regio TV Utrecht en Stads TV Utrecht (zondag). Hier bestonden de uitzendingen uit Utopics (actualiteiten uit de regio Utrecht), geproduceerd door Danzon en het grootstedelijk programma Studio Mtnl.
TV Utrecht Marokkaanse redactie Maandag 19:15-19:30 22:00-22:30 Zondag 17:00-17:30 22:30-23:00
Utopics Studio Mtnl Studio Mtnl~ Utopics
Surinaams/Antilliaanse redactie Dinsdag 19:25-19:40 Utopics 22:00-22:30 Studio Mtnl Zondag 17:30-18:00 Studio Mtnl 22:00-22:30 Utopics
(herhalingen tot 22:00)
(herhalingen tot 22:00)
Turkse redactie Woensdag 19:15-19:30 22:00-22:30 Zondag 16:30-17:00 21:30-22:00
Utopics Studio Mtnl Studio Mtnl~ Utopics
(herhalingen tot 22:00)
Multiculturele redactie Zaterdag 10:30-11:00 Zondag 16:00-16:30
Studio Mtnl~ Studio Mtnl
(herhalingen tot 18:00)
~nieuw programma
36
Bijlage D Productie en uitzendingen in de diverse steden
Aantal uren productie per jaar
Aantal uitzendingen per week Salto A1
Aantal uren per jaar Salto A1
Aantal uitzendingen per jaar Amsterdam
Aantal uitzenduren per jaar Amsterdam
Mtnl Mtnl Mtnl Mtnl Mtnl Mtnl Mtnl
30 30 30 30 15 15 15
52 52 52 52 42 42 42
26 26 26 26 10,5 10,5 10,5
9 9 9 12 9 9 9
234 234 234 312 94,5 94,5 94,5
468 468 468 624 378 378 378
234 234 234 312 94,5 94,5 94,5
135
Totaal
Aantal uren productie per jaar
Aantal uitzendingen per week TV West
Aantal uren uitzending per jaar TV West
Aantal uitzendingen per week Den Haag TV
Mtnl Mtnl Mtnl Mtnl TV West TV West TV West
Den Haag
Aantal uitzendweken per jaar
G G G G L L L
Zender
Duur van het programma in minuten
Turks Surant Marokkaans Multicultureel Turks Surant Marokkaans
Producties
Producent
Doelgroep
Studio Mtnl Studio Mtnl Studio Mtnl Studio Mtnl Het andere oog Het andere oog Het andere oog
Grootstedelijk (G) / Lokaal (L)
Programma
Productie en uitzending Mtnl 2004 Den Haag
1297 3162 1297
30 30 30 30 15 15 15
52 52 52 52 40 40 40
0 0 0 0 10 10 10
*82 *82 *82 *82 6 6 6
41 41 41 41 60 60 60
2 2 2 2 2 2 2
30
344
Aantal uitzendingen per jaar Den Haag
Totaal
Aantal uren uitzending per jaar Den HaagTV
G G G G L L L
Aantal uitzendweken per jaar
Turks Surant Marokkaans Multicultureel Turks Surant Marokkaans
Amsterdam
Duur van het programma in minuten
Redactie
Studio Mtnl Studio Mtnl Studio Mtnl Studio Mtnl Weekjournaal Amsterdam Weekjournaal Amsterdam Weekjournaal Amsterdam
Zender
Producent
Programma
Grootstedelijk (G) / Lokaal (L)
Producties
Aantal uitzenduren per jaar Den Haag
Productie en uitzending Mtnl in 2004 Amsterdam
52 52 52 52 20 20 20
186 186 186 186 320 320 320
67 67 67 67 80 80 80
268
1704
508
Noot: * 22 weken 1 x per week, 30 weken 2 x per week; totaal 82 uitzendingen per jaar
37
Aantal uitzendingen per week ETV
Aantal uren uitzending per jaar ETV
Aantal uitzendingen per week Rotterdam TV
Aantal uren uitzending per jaar Rotterdam TV
Aantal uitzendingen per jaar Rotterdam
Aantal uitzenduren per jaar Rotterdam
24 24 24 24 0 0 0
624 624 624 624 0 0 0
**72 **72 **72 **72 1 1 1
36 36 36 36 10 10 10
1424 1424 1424 1424 840 840 840
712 712 712 712 210 210 210
30
808
52 52 52 52 40 40 40
0 0 0 0 10 10 10
Aantal uitzendingen per week TV Rijnmond
2 52 2 52 2 52 2 52 20 200 20 200 20 200
30 30 30 30 15 15 15
Totaal
Rotterdam
Aantal uren uitzending per jaar TV Rijnmond
Mtnl Mtnl Mtnl Mtnl TV Rijnmond TV Rijnmond TV Rijnmond
Aantal uren productie per jaar
Producent
Grootstedelijk (G) / Lokaal (L) G G G G L L L
Zender
Aantal uitzendweken per jaar
Turks Surant Marokkaans Multicultureel Multicultureel Multicultureel Multicultureel
Producties Duur van het programma in minuten
Studio Mtnl Studio Mtnl Studio Mtnl Studio Mtnl MC2 MC2 MC2
Doelgroep
Programma
Productie en uitzending Mtnl 2004 Rotterdam
2496
174 8216 3478
Noot: ** 32 weken 1x per week, 20 weken 2x per week; totaal 72 uitzendingen per jaar.
Totaal
Aantal uitzendingen per week TV Utrecht
Aantal uren per jaar TV Utrecht
Aantal uitzendingen per jaar Utrecht
Aantal uitzenduren per jaar Utrecht
Mtnl Mtnl Mtnl Mtnl Danzon Danzon Danzon
Utrecht
Aantal uren productie per jaar
Producent
Grootstedelijk (G) / Lokaal (L) G G G G L L L
Zender
Aantal uitzendweken in 2004
Turks Surant Marokkaans Multicultureel Turks Surant Marokkaans
Producties Duur van het programma in minuten
Studio Mtnl Studio Mtnl Studio Mtnl Studio Mtnl Utopics Utopics Utopics
Doelgroep
Programma
Productie en uitzending Mtnl in 2004 Utrecht
30 30 30 30 15 15 15
52 52 52 52 40 40 40
0 0 0 0 10 10 10
2 2 2 5 10 10 10
52 52 52 130 100 100 100
104 104 104 260 400 400 400
52 52 52 130 100 100 100
30
586
1772 586
38
Bijlage E Subsidievoorwaarden1 Het bedrijfsplan van de CPO d.d. 1 mei 2001 en het politiek akkoord op hoofdlijnen tussen het ministerie van OCW en de vier gemeenten d.d. 4 januari 2001 gelden als het uitgangspuntenkader, waarbinnen CPO/Mtnl zijn activiteiten dient te verrichten. Hieruit vloeien de volgende subsidievoorwaarden voort: Programmering • De doelgroepuitzendingen zijn in ieder geval gericht op Turken, Marokkanen en Surinamers/Antillianen. Per doelgroep wordt tenminste wekelijks een programma verzorgd, dat bestaat uit een onderdeel lokaal nieuws en uit grootstedelijke programmering. • Daarnaast worden met enige regelmaat programma’s uitgezonden, gericht op kleinere migrantengroepen en op een multicultureel publiek. Deze programmaonderdelen hebben een grootstedelijk karakter. • Alle programma’s zijn tweetalig, dat wil zeggen dat zij ondertiteld zijn ofwel in het Nederlands ofwel in de herkomsttaal van de doelgroep. • Het betreft een voornamelijk origineel, actueel en Nederlands product, in de categorieën informatie, educatie en cultuur, en toegesneden op de belevingswereld van migranten in de vier grote steden. Representativiteit • Een deel van de doelgroepprogrammering bestaat uit lokale nieuwskwartieren voor elk van de vier steden afzonderlijk. Hiervoor is per stad (Utrecht, Rotterdam en Den Haag) een budget beschikbaar van jaarlijks ten minste € 295.000. Het lokale nieuws voor Amsterdam wordt verzorgd door Mtnl zelf en valt onder de reguliere personeels-, organisatie- en programmakosten. • In de multiculturele programmaonderdelen en in de grootstedelijke programmaonderdelen zijn de vier grote steden evenwichtig vertegenwoordigd, dat wil zeggen: herkenbaar door bijvoorbeeld onderwerpen locatiekeuze. • De lokale programmaonderdelen alsmede ten minste vijfentwintig procent van het grootstedelijk aanbod worden gemaakt door lokale of regionale omroep of audiovisuele producenten uit de regio. Distributie • Over de distributie van de programma’s worden afspraken gemaakt met lokale en/of regionale omroepen.
1
Uit de subsidiebeschikking OCW 2002 van 11 juli 2002 (MLB/M/2002/26.692).
39
Bijlage F Samenvatting onderzoek MCA Communicatie bv
Evaluatie uitvoering Convenant Mtnl Samenvatting van resultaten van kijkersonderzoek en kwalitatieve gesprekken met samenwerkingspartners over de uitvoering Convenant Multiculturele Televisie Nederland 2001-2004, voorjaar 2004 In opdracht van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
1. Achtergrond en opzet van het onderzoek 1.1 Opdracht In 2001 is tussen de vier grote gemeenten, MTV Amsterdam, SOMMedia en Ministerie OCW een convenant getekend over de totstandkoming van Multiculturele Televisie Nederland (Mtnl). Het convenant heeft een looptijd tot eind 2004. Het ministerie van OCW heeft MCA Communicatie opdracht gegeven de uitvoering van dit convenant te evalueren. De vijf centrale onderzoeksvragen zijn: 1. Hoeveel uitzenduren hebben de programma’s van Mtnl per stad? Hoe is de ontwikkeling in het aantal uitzenduren in de periode 2001-2003? 2. In hoeverre voldoet het aanbod van Mtnl aan de convenantafspraken met betrekking tot de programmering? Zijn alle steden duidelijk herkenbaar in onderwerp- en locatiekeuze? Zijn de locale nieuwskwartieren gemaakt in en voor de stad van uitzending? 3. Wat zijn de eventuele tekortkomingen wat betreft de aard van de onderwerpen of doelgroep? En als het aanbod te kort schiet: wat is daarvan de oorzaak en hoe kunnen de geconstateerde problemen worden opgelost? 4. Wat is het bereik van Mtnl in de vier grote steden onder Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen en het algemeen publiek?
40
5.
Hoe waarderen verschillende kijkersgroepen de uitzendingen van Mtnl?
1.2 Onderzoeksopzet De onderzoeksvragen zijn te clusteren tot twee centrale thema’s: • Wat is het aanbod van Mtnl geweest en hoe beoordelen de samenwerkingspartners dat? • Wat is bereik en waardering van de programma’s door de verschillende kijkersgroepen? Om te komen tot het beoordelen van de eerste vraag zijn interviews gevoerd met verschillende samenwerkingspartners van Mtnl. Het gaat om elf gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, TV West, TV Rijnmond, Omroep Utrecht, Salto, E-TV, Mtnl en Ministerie OCW. De gesprekken zijn uitgevoerd in februari en maart 2004. Voor de tweede vraag is een kwantitatief onderzoek onder ruim 1.900 Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen en Nederlanders in de vier grote steden uitgevoerd. Dit kijkersonderzoek heeft in de periode januari - maart 2004 plaatsgevonden. 1.3 Rapportage onderzoek Dit rapport geeft een korte samenvatting van beide onderzoeken en beantwoordt daarmee de twee onderzoeksvragen. Het onderzoek kent daarnaast twee deelrapporten: Beoordeling uitvoering Convenant Mtnl, eindrapport van de kwalitatieve gesprekken met samenwerkingspartners over het aanbod van Mtnl 2001-2003, voorjaar 2004. Met als bijlagen: • Gespreksverslagen evaluatie Mtnl • Overzicht grootstedelijke en lokale programmering Mtnl 2002-2003 Kijkersonderzoek Mtnl, eindrapport over kennis, bereik en waardering van lokale televisie en Mtnl bij allochtonen en autochtonen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, voorjaar 2004. Met als bijlagen: • Tabellenrapport Amsterdam • Tabellenrapport Den Haag • Tabellenrapport Rotterdam • Tabellenrapport Utrecht
2. Conclusie en samenvatting evaluatie convenant Mtnl 2.1 Hoofdconclusie Alvorens een samenvatting te geven van de onderzoeksresultaten wat betreft het gerealiseerde aanbod, het oordeel van de samenwerkingspartners en het bereik onder de kijkers, wordt hier een drieledige hoofdconclusie van het evaluatieonderzoek geformuleerd: 1 Mtnl heeft in belangrijke mate de in het convenant beschreven inspanningen gerealiseerd. De kwaliteit van de gerealiseerde uitzendstructuur en werkwijze wordt niet als optimaal beschouwd en de inzichten over nut en wenselijkheid van doelgroepenprogrammering zijn danig gewijzigd. Een verdere professionalisering van de Mtnl organisatie wordt gewenst.
41
2
3
De bekendheid van Mtnl en haar programma’s zijn onder allochtone doelgroepen redelijk tot goed. Indien bekend, dan is het bereik en de waardering van de programma’s onder de allochtone doelgroepen hoog te noemen. Autochtonen kennen Mtnl minder, maar oudere autochtonen kijken wel frequent naar de lokale programmering als gevolg van de overdagprogrammering bij regionale omroepen. Bij het publiek, in het bijzonder bij Turken en Marokkanen, bestaat in voldoende mate draagvlak voor programma’s over andere culturen en voor doelgroepenprogrammering. Voor een vervolg van het convenant lijkt draagvlak te bestaan bij de samenwerkingspartners waarbij de kernbegrippen zijn: flexibilisering per stad, samenwerking lokaal en grootstedelijk, professionalisering Mtnl organisatie en interculturele programmering.
2.2 Het aanbod Voor alle vier de steden lijkt het aanbod van Mtnl zich sinds 2002 ontwikkeld te hebben tot een grootstedelijk, door Mtnl te maken, programma van circa 30 minuten (elke week) en per stad een lokaal programma van circa 15 minuten (40 keer per jaar). Zowel van de producenten als van de uitzendkanalen zijn geen reacties ontvangen die veronderstellen dat dit aantal niet is gerealiseerd. Over de periode 2002-2003 zijn door Mtnl 687 grootstedelijke en 1.915 lokale programma-items geïnventariseerd die door hen zijn geproduceerd. Een programma bestaat doorgaans uit twee tot drie items. Beide programma’s worden vrij los van elkaar geproduceerd en geprogrammeerd. Er is sprake van doelgroepenprogrammering. Elk programma wordt in beginsel voor vier doelgroepen geproduceerd (Turken, Marokkanen, Surinamers/Antillianen en multicultureel), uitgezonderd het lokale programma in Rotterdam, dat alleen een multiculturele versie kent. Het lokale programma in Den Haag oogt als een tussenvariant: wel een doelgroepeninvalshoek, maar primair in het Nederlands. 2.3 Het oordeel van de samenwerkingspartners Het oordeel van de samenwerkingspartners over het aanbod en functioneren van Mtnl is als volgt samen te vatten: • Het convenant lijkt anno 2004 op de onderdelen programmering, doelgroepen, taal en organisatiestructuur in belangrijke mate te zijn uitgevoerd conform de afspraken die in het convenant beschreven staan. Enkele afspraken in het convenant zijn niet geheel nagekomen (bijvoorbeeld ondertiteling eigen taal en bediening van de kleine doelgroepen) maar, uitgezonderd het niet functioneren van de programmaraad, tillen de samenwerkingspartners daar niet zwaar aan. • Kwalitatief worden de grootstedelijke programma’s qua onderwerpkeuze en opzet als weinig innovatief ervaren en blijft er vaak een Amsterdams accent aan kleven. Lokale programma’s lijken bij de samenwerkingspartners op meer waardering te kunnen rekenen, mede omdat stijl en inhoud dichter bij de lokale actualiteit staan en deze meer aansluiten op de rest van de programmering van de lokale zenders. Vrijwel alle samenwerkingspartners vinden het onderdeel van het convenant om alleen maar uit te gaan van doelgroepenprogrammering achterhaald.
42
•
•
Het convenant kent geen harde afspraken over een lokale uitzend- en productiestructuur. Het vraagt om een inspanningsverplichting en die heeft Mtnl in principe gerealiseerd. Het uitgangspunt van maatwerk per stad heeft wel geleid tot een zekere verscheidenheid in omvang en kwaliteit van de uitzend- en productiestructuur. De aan het convenant ten grondslag liggende wens om met een gezamenlijk Mtnl-aanbod te komen tot een samenhangende programmering voor de allochtone doelgroepen is beperkt gerealiseerd. Alleen in Amsterdam bestaat een koppeling tussen het lokale en grootstedelijke programma. De samenwerkingspartners dringen aan op een professionalisering van de organisatie. Mtnl is vooralsnog sterk een televisieproducent gebleken. Over het toekomstperspectief wordt verschillend gedacht. Wel komt als rode draad in alle gesprekken het ‘verder interculturaliseren’ van het televisieaanbod naar voren, alsmede het meer inspelen op ontwikkelingen binnen de allochtone gemeenschappen zelf. Wat betreft de organisatie, uitzend- en productiestructuur zijn vele commentaren geplaatst en zien velen de beperkingen binnen de huidige structuur maar lijkt er draagvlak te zijn voor een vorm van continuering.
2.4 Bereik en waardering kijkers Het bereik en de waardering van de kijkers naar (Studio) Mtnl en de lokale programma’s zijn als volgt samen te vatten: • Gevraagd is naar de frequentie van het kijken naar lokale televisie. Hierbij is lokale televisie opgevat als de lokale en regionale omroepen die informatie geven over de betreffende stad, verder te noemen: lokale televisie. Naar de lokale televisie wordt vooral door Nederlanders frequent gekeken Meer dan de helft van hen kijkt enkele keren per week of iedere dag. Bij de allochtone groepen ligt de frequentie van kijken naar lokale televisie veel lager, tussen eenderde en de helft kijkt nooit. Vooral Surinamers en Antillianen lijken nooit naar lokale televisie te kijken. • Onder degenen die naar lokale televisie kijken is de bekendheid van Mtnl als televisiezender voor migranten onder Marokkanen, Surinamers en Antillianen hoog, ruim de helft van hen kent Mtnl. De bekendheid onder Turken ligt een stuk daaronder, op een derde. Onder Nederlanders is de bekendheid van Mtnl zeer gering. De bekendheid van Studio Mtnl is het hoogst bij Antillianen, gevolgd door Surinamers en Marokkanen. Onder Turken is de bekendheid beduidend lager en zeker onder Nederlanders gering. Per stad zijn enige verschillen. Ongeveer driekwart van alle groepen kijkt minimaal een keer per maand naar het programma Studio Mtnl. Het aandeel personen dat nooit kijkt, maar Mtnl wel kent, is onder Surinamers en Antillianen het hoogste. Opvallend is dat voor vrijwel alle doelgroepen de hoogste frequentie (een of enkele keren per week) het meeste wordt genoemd. Per stad verschilt de bekendheid. De waardering voor de Studio Mtnl-programma’s is hoog: ongeveer driekwart van alle groepen geeft aan het ‘goed tot heel goed’ te vinden. • De bekendheid van de lokale programma’s (MC², Het andere oog en Utopics) is het hoogst onder Surinamers, ruim de helft. De bekendheid onder de andere groepen ligt beduidend lager. Voor alle groepen geldt dat ongeveer tweederde tot driekwart van hen minimaal één keer per maand naar het lokale programma kijkt. Alleen de Antilliaanse groep geeft in
43
•
•
•
•
belangrijke mate aan nooit naar het programma te kijken. De waardering voor de lokale programma’s onder alle groepen is overwegend positief. Vooral Marokkanen geven een hogere waardering: bijna iedereen vindt de programma’s goed of heel goed. Vrijwel geen enkele kijker geeft aan de programma’s slecht of heel slecht te vinden. De Surinaamse en Antilliaanse kijkers zijn het meest recent naar het programma gaan kijken. Een kwart tot een derde van de Marokkanen, Turken en Nederlanders geeft aan al langer dan een jaar naar een van beide Mtnl programma’s te kijken. Bij de Marokkanen kijkt ongeveer tweederde alleen of voornamelijk naar de eigen Marokkaanse programma’s. Bij de andere groepen ligt dat een stuk lager. Vooral Surinamers, Antillianen en Nederlanders kijken in belangrijke mate ook naar programma’s van andere doelgroepen. Alle doelgroepen (vooral Marokkanen) zijn het in belangrijke mate gedeeltelijk of helemaal erover eens dat Mtnl-programma’s zaken laat zien die je niet bij andere programma’s ziet. Marokkanen, Turken, Surinamers en Antillianen zijn het in belangrijke mate erover eens dat de Mtnl programma's goede informatie geven over werk, scholing en gezondheidszorg. De Nederlandse respondenten zijn hier het in lichte mate niet mee eens. Alle groepen, in het bijzonder Marokkanen en in iets mindere mate Turken en Surinamers, onderschrijven dat Mtnl-programma’s kunst en cultuur laten zien uit allochtone groepen. Alle groepen zijn het er in ruime mate geheel of gedeeltelijk over eens dat Mtnl-programma’s de discussie over de multiculturele samenleving stimuleren. Alle kijkersgroepen vinden in grote mate de programma’s herkenbaar. Ongeveer acht tot negen van de tien respondenten uit de kijkersgroepen beoordelen de programma’s ‘gedeeltelijk’ tot ‘helemaal’ herkenbaar. De meeste kijkersgroepen zijn het erover eens dat programma’s van Mtnl het begrip tussen de diverse bevolkingsgroepen in hun stad vergroten. Antillianen geven relatief vaak aan het hierover oneens te zijn. Vooral Turken, Marokkanen en Nederlanders geven aan het geheel of gedeeltelijk erover eens te zijn dat programma’s van Mtnl voldoende aandacht aan de situatie in hun stad besteden. Surinamers, maar vooral Antillianen, geven relatief vaker aan het hierover oneens te zijn. Tenslotte zijn Turken en Marokkanen het er overwegend mee eens, dat Mtnl zich meer op jongeren moet richten. Surinamers en Antillianen geven een verdeelde reactie, terwijl Nederlanders zich overwegend negatief hierover uitspreken. Marokkanen, Turken en Nederlanders vinden het overwegend (heel) interessant om verschillende culturen uit hun stad in televisie programma’s te zien. Surinamers en Antillianen geven veel vaker aan dit oninteressant te vinden. De meerderheid van alle groepen vinden lokale doelgroep televisie programma’s (heel) wenselijk. Het draagvlak hiervoor is vooral te vinden onder Marokkanen en in iets mindere mate onder Turken en Surinamers. Antillianen en Nederlanders geven veel vaker aan neutraal tegenover deze programma’s te staan of ze juist onwenselijk te vinden.
Maart 2004 Cees van Eijk en Kari Postma
44
Bijlage G
Quik Scan TNO Uit de Quick Scan: kansen en risico’s nieuw Hoofdredactioneel Statuut Mtnl die TNO in opdracht van Mtnl heeft uitgevoerd, lichten wij hier de twee laatste hoofdstukken: Samenvatting risico’s en kansen en Conclusies.
Samenvatting risico’s en kansen Risico’s 1. Met de keuze voor jong en intercultureel concurreert Mtnl met commerciële omroepen die nu al populair zijn onder jongeren én met de landelijke, regionale en lokale publieke omroepen die ook meer jongeren willen bereiken. In combinatie met het gegeven dat jongeren, zeker in de leeftijd van 15 tot 24 relatief weinig televisie kijken, is dit een moeilijke opdracht. 2. Door de omslag naar een intercultureel programma loopt Mtnl het risico een deel van haar huidige kijkers te verliezen, met name kijkers waarvoor de huidige etnische en culturele identiteit van de programma’s en het gebruik van de eigen taal belangrijk zijn. Deze groepen worden in feite afgeschreven als doelgroep. Het is moeilijk vooraf te voorspellen: • hoeveel van de huidige kijkers niet meer zullen kijken naar een intercultureel programma; • hoeveel kijkers Mtnl met de nieuwe programma’s kan bereiken. De combinatie van een verlies van ‘oude’ kijkers en onvoldoende aanwinst van nieuwe kijkers, kan per saldo tot een kleiner publiek leiden. 3. Groepen die de overheid nog wel wil bereiken in het kader van het integratiebeleid, zoals oudkomers en nieuwkomers, verliezen een kanaal dat hen in contact houdt met ontwikkelingen en discussies in de Nederlandse maatschappij. Zij hebben geen toegang meer tot programma’s die in voor hen begrijpelijke taal (zowel letterlijk als figuurlijk) informatie verschaffen over de Nederlandse maatschappij en hen betrekken bij de discussies en
45
4.
5.
6.
problemen die in deze maatschappij spelen, niet in het minst rond onderwerpen als integratie en culturele en religieuze verschillen. De brugfunctie die Mtnl vervult tussen meer conservatieve ouders en jongeren en tussen deze ouders en de Nederlandse maatschappij is in een intercultureel programma moeilijker te realiseren. Ten eerste omdat een intercultureel programma zich op jongere kijkers richt en ten tweede omdat een op specifieke doelgroepen gerichte aanspreekwijze in een dergelijk programma niet past. Het is niet altijd mogelijk om met een intercultureel programma iedereen aan te spreken. De oude multiculturele magazines van de NPS waren bijvoorbeeld vaak te saai en bevatten te veel uitleg over dingen die voor allochtone kijkers al bekend waren, waardoor de programma’s niet meer interessant waren voor allochtone kijkers en vooral een ouder autochtoon publiek bereikten. Succesvolle ‘crossculturele’ programma’s van de NPS zijn vooral onder Surinamers, Antillianen en autochtone kijkers populair. Onder Turken en Marokkanen veel minder. Een programma als Premtime blijkt behalve onder autochtone Nederlanders vooral goed te scoren onder Marokkanen, maar weer minder onder Turken. Succesvolle interculturele programma’s in de zin van programma’s die een ‘mix van culturen’ bevatten en voor alle doelgroepen interessant zijn, zijn schaars. Mtnl krijgt de opdracht om een type programma te ontwikkelen waarvan nog maar weinig succesvolle voorbeelden zijn en moet zich heroriënteren op format en publiek. Risico is dat Mtnl in een spagaat terecht komt waarbij het om de oorspronkelijke achterban te behouden een bepaalde identiteit moet hebben, die juist contraproductief werkt wanneer de programma’s een breed publiek moeten bereiken.
Kansen 1. Mtnl kan met een succesvol intercultureel programma nieuwe groepen kijkers aanspreken, waaronder jongeren en autochtonen en allochtonen die geïnteresseerd zijn in andere culturen. Het succes van FunX bewijst dat er onderwerpen en invalshoeken zijn die voor een grote groep jongeren aantrekkelijk zijn. Ondanks het feit dat radio een ander medium is, zou ook Mtnl voor grootstedelijke jongeren programma’s kunnen maken die zich in sfeer en benadering onderscheiden van het gevestigde media-aanbod. 2. Jongeren vormen in de grote steden een in aantal belangrijke en groeiende groep. De keuze voor de relatief jonge groep kijkers van 15 tot 40 jaar sluit aan op de bevolkingsopbouw van de grootste groepen migranten in de grote steden. 3. Etnische groepen die tot nu toe in de programma’s van Mtnl minder aan bod komen, krijgen mogelijk meer ruimte in het nieuwe aanbod doordat bij een thematische aanpak de etnische achtergrond minder belangrijk wordt en ook andere gasten en presentatoren dan die uit de vier grootste migrantengroepen interessant kunnen zijn. 4. De uitzendingen kunnen een bijdrage leveren aan toename van interactie en contacten tussen allochtone groepen onderling en tussen autochtonen en allochtonen. Door het benadrukken van gemeenschappelijkheid in plaats van verschil kunnen de programma’s bijdragen aan meer samenhang in de maatschappij. 5. Het loslaten van de doelgroepprogramma’s geeft Mtnl meer ruimte om verschillende formats te ontwikkelen. Niet ieder programma hoeft nu meer
46
6.
opgedeeld in een blokje informatie, cultuur, en actualiteit. Er kunnen ook formats ontwikkeld worden die zich geheel op lifstyle of cultuur richten of waarin in een half uur één politiek of maatschappelijk thema wordt uitgediept. De redactie van Mtnl heeft de afgelopen paar jaar een aanzienlijke verjonging ondergaan. Een nieuw format biedt deze redacteuren en verslaggevers nieuwe mogelijkheden om programma’s te maken op het terrein van cultuur en lifestyle, die directer aansluiten bij hun eigen leefwereld.
Conclusies De uitgangspunten van het Nederlandse integratiebeleid zijn gewijzigd. De overheid heeft definitief een streep gezet onder de gedachte dat integratie met behoud van eigen cultuur mogelijk of wenselijk is. Dit is inmiddels ook vertaald in een nieuwe opdracht voor Mtnl. In het Hoofdredactioneel Statuut is bepaald dat Mtnl niet langer meer doelgroepprogramma’s maakt maar thematisch opgezette, interculturele programma’s voor een breed publiek. Mtnl heeft de afgelopen tijd zelf reeds een aantal veranderingen ingezet. De koers daarvan is door de subsidiegevers in verdergaande mate verlegd en ook het tempo van de veranderingen is aanzienlijk versneld. Het verlaten van de doelgroepprogramma’s en het gebruik van de eigen taal komen niet éen-op-één overeen met de wensen van de huidige kijkers. De omslag van doelgroepprogramma’s naar een interculturele thematische aanpak betekent dat een deel van het huidige publiek waarschijnlijk niet langer zal kijken. Daarmee verdwijnt ook de brugfunctie van Mtnl tussen met name eerste generatie kijkers en de Nederlandse maatschappij. Onbekend is nog in hoeverre potentiële nieuwe kijkers daadwerkelijk gaan kijken en in hoeverre deze het verlies aan huidige kijkers zullen compenseren. Voor een deel bestaat het beoogde publiek uit een groep die ook voor andere omroepen interessant is: de grootstedelijke jeugd. De concurrentie om deze groep kijkers is groot en jongeren zijn geen gemakkelijke doelgroep voor publieke omroepen. Een ander deel van het beoogde publiek zijn de jonge opvoeders. Van beide groepen moet nog beter worden uitgezocht hoe een intercultureel programma aansluit op de wensen die onder deze groepen leven. Tegelijkertijd beschikt Mtnl over kwaliteiten die ook bij de uitvoering van de nieuwe opdracht onontbeerlijk zijn. Zo hebben de (eind)redacteuren een uitgebreid netwerk in de verschillende etnische gemeenschappen. Door de verjonging van de redactie is dit netwerk in de afgelopen jaren ook uitgebreid naar plekken waar jongeren regelmatig komen, zoals discotheken, scholen en de straat. De redacteuren weten wat er in grote steden leeft onder de diverse migrantengroepen. Daarmee beschikken ze over expertise die andere omroepen vooralsnog onvoldoende in huis hebben. De komende jaren komt het er voor Mtnl op aan de kansen zo optimaal mogelijk te benutten en risico’s zo klein mogelijk te maken. Dit leidt tot de volgende aanbevelingen: 1. De ontwikkeling van een nieuwe programmering voor Mtnl moet worden onderbouwd met kennis over mediagebruik en behoeften van de beoogde
47
2. 3.
4. 5.
doelgroepen en de wijze waarop een nieuw format hierop kan aansluiten. Zo moet bijvoorbeeld worden uitgezocht: • of en hoe binnen het ‘merk’ Mtnl programma’s voor jongeren kunnen worden gecombineerd met bijvoorbeeld programma’s voor jonge opvoeders of informatieve en journalistieke programma’s voor meer politiek en maatschappelijke geïnteresseerde kijkers; • wat de juiste balans is tussen entertainment en het verschaffen van informatie; een functie die Mtnl vanuit haar publieke taak eveneens heeft; • hoe een lokaal- en regionaal uitgezonden televisieprogramma jongeren het beste kan bereiken, bijvoorbeeld door inhoud en distributie van het televisieprogramma aan te vullen met een sterke internetpresentie; • hoe Mtnl zich met een herkenbare identiteit van het overige aanbod kan onderscheiden en zijn sterke kanten verder kan uitbuiten; met name het vermogen om een stem te geven aan mensen die binnen de gevestigde omroepen te weinig aan bod komen en zich daarin slecht herkennen; • hoe de lokale en grootstedelijke programmaonderdelen beter op elkaar aan kunnen sluiten; • welke thema’s, invalshoeken, presentatoren en formats zich het best lenen voor een intercultureel programma en hoe organisatie en werkwijze in aansluiting hierop moeten wijzigen. Mtnl moet de huidige kijkers tot het nieuwe format verleiden door een stapsgewijze invoering van het nieuwe format. Voor de ontwikkeling van nieuwe formats zijn kwaliteiten nodig die deels binnen Mtnl beschikbaar zijn, maar waarvoor ook expertise ingehuurd moet kunnen worden van buitenaf, bijvoorbeeld op het gebied van formatontwikkeling en publieksonderzoek (testen van ‘pilots’, onderzoek naar wensen en behoeften van kijkers). Wijziging van het programmabeleid kan organisatorische en personele veranderingen noodzakelijk maken. Succes of falen van nieuwe programmaformules hangt tevens samen met een goede marketing en adequate distributie (dus bijvoorbeeld geen uitzending van een jongerenprogramma op zaterdagavond of van een programma gericht op jonge opvoeders rond etenstijd).
04-07-2004 Andra Leurdijk
48