MSD Pensioenregeling Uitgave maart 2015
Inhoudsopgave
1.
Deelnemen aan de pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds MSD
4
5.
Uitbetaling van jouw pensioen
17
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.6.1 1.7
Wat is pensioen? Welke pensioenregeling heeft MSD? Wanneer ga je pensioen opbouwen? Wanneer kan je met pensioen? Hoeveel bedraagt jouw ouderdomspensioen? Wie betaalt de pensioenpremie? Betalingsvoorbehoud van de werkgever Welke risico’s in de pensioenregeling liggen bij jou?
4 4 4 4 4 6 6 6
5.1 5.2 5.3 5.4
Hoe weet je wat je tot nu toe hebt opgebouwd? Hoe ontvang je jouw pensioen? Wat gaat nog van dat maandbedrag af? Wanneer krijgt je ex-partner pensioen uitgekeerd?
17 17 17 17
6.
Meer informatie
18
2.
Gebeurtenissen die invloed hebben op je pensioen
8
6.1 6.2 6.3 6.4
Welke informatie kun je nog meer van het Pensioenfonds verwachten? Waar kun je terecht met een klacht? Welke informatie moet je zelf verstrekken? Pensioenreglement
18 18 18 18
7.
Belangrijke adressen
20
8.
Begrippenlijst
21
2.1 Wat ontvangen jouw partner en kinderen als jij komt te overlijden? 2.1.1 Wie wordt als partner aangemerkt? 2.1.2 Hoeveel bedraagt het partnerpensioen? 2.1.3 Welke kinderen ontvangen een wezenpensioen? 2.1.4 Hoeveel bedraagt het wezenpensioen? 2.2 Wat is er geregeld als je arbeidsongeschikt wordt? 2.2.1 Premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid 2.2.2 Aanvullende pensioenuitkering(en) in verband met arbeidsongeschiktheid 2.3 Wat gebeurt er als je in deeltijd gaat werken? 2.4 Wat gebeurt er als je dienstverband eindigt? 2.5 Hoe werkt waardeoverdracht? 2.5.1 Wel of geen waardeoverdracht? 2.5.2 Hoe zet je waardeoverdracht in gang? 2.6 Ga je samenwonen? Wat moet je doen om jouw partner in aanmerking te laten komen voor partnerpensioen? 2.7 Je gaat scheiden. Wat betekent dit voor je pensioen? 2.7.1 Verevening van het ouderdomspensioen 2.7.2 Hoe zet jij of je ex-partner verevening in gang? Wanneer moet verevening worden aangevraagd? 2.7.3 Kun je andere afspraken maken met je ex-partner? 2.7.4 Wat als je na scheiding een nieuwe partner krijgt?
8 8 8 9 9 9 9 10 11 12 12 12 12
3.
Je keuzemogelijkheden als je met pensioen gaat
15
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Omzetten (uitruil) van ouderdomspensioen in partnerpensioen Omzetten (uitruil) van partnerpensioen in ouderdomspensioen Omzetten (uitruil) van ouderdomspensioen in tijdelijk ouderdomspensioen Eerder met pensioen Variabele hoogte pensioenuitkering (hoog-laag of laag-hoog) Deeltijdpensioen Wanneer moet je kiezen en wat moet je dan doen?
15 15 15 15 15 15 15
4.
Hoe houdt jouw pensioen zijn waarde?
16
4.1 4.2
Toeslagen en voorwaardelijkheidsverklaring Toeslagverlening afhankelijk van financiële positie (geen garantie)
16 16
2 | MSD Pensioenregeling
13 13 13 14 14 14
MSD Pensioenregeling | 3
1. Deelnemen aan de pensioenregeling van MSD 1.1
Wat is pensioen?
Pensioen is inkomen dat je krijgt als je stopt met werken in verband met het bereiken van de pensioenleeftijd of arbeidsongeschiktheid. Pensioen is ook inkomen voor de nabestaanden (partner en kinderen) als je overlijdt. Pensioen bestaat in ieder geval uit twee onderdelen: • inkomen dat je krijgt door wettelijke voorzieningen, zoals de Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene nabestaandenwet (ANW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA); • het werknemerspensioen; een aanvullend pensioen voor jou en je nabestaanden dat je bij het Pensioenfonds opbouwt. Daarnaast kun je individueel via een lijfrenteverzekering aanvullend pensioen opbouwen. Let op: de fiscus stelt hier wel bepaalde voorwaarden aan, dus informeer je vooraf goed. De pensioenregeling van MSD kent: • een ouderdomspensioen: dit krijg je iedere maand, zolang je leeft, vanaf het moment dat je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt (dat moment is je 67ste verjaardag). • een partnerpensioen: dit krijgt je partner1, nadat je bent overleden, zolang de partner leeft; •e en wezenpensioen: dit krijgen jouw kinderen2, nadat je bent overleden; •e en premievrij vervolg van je pensioenopbouw, indien je arbeidsongeschikt wordt; •e en aanvullende pensioenuitkering, indien je arbeidsongeschikt wordt.
1.2
het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen vooraf worden vastgesteld in concrete pensioenbedragen. De pensioenregeling heeft een voorwaardelijke toeslagregeling (indexering). Met deze regeling probeert het Pensioenfonds jaarlijks toeslagen te verlenen om je opgebouwde pensioenaanspraken aan te passen aan de algemene salarisontwikkeling bij MSD. Zonder toeslagen kan je pensioen in waarde dalen. Want over 20 jaar kun je voor een euro minder kopen dan nu. De toeslag is voorwaardelijk, dat betekent dat er geen recht is op deze toeslag. Jaarlijks besluit het bestuur van het Pensioenfonds of er voldoende middelen zijn om een toeslag te verlenen. In hoofdstuk 4 lees je meer over de toeslagen.
Vanaf het moment dat je deelneemt aan de pensioenregeling bouw je ook ouderdomspensioen op. Je neemt deel aan de regeling vanaf de datum van in dienst treden, als je op die datum 21 jaar of ouder bent3. Je blijft deelnemer (en blijft dus pensioen opbouwen) totdat je met pensioen gaat of totdat je voor de pensioenleeftijd uit dienst treedt. Indien je arbeidsongeschikt wordt, heb je mogelijk recht op premievrije voortzetting van pensioenopbouw (zie hoofdstuk 2.2).
Franchise: Het deel van je salaris waarover je geen pensioen opbouwt, omdat je al AOW krijgt van de overheid.
Pensioengrondslag: Het (maximum) pensioengevend jaarsalaris min de franchise. Opbouwpercentage: Het percentage van de pensioengrondslag dat je als ouderdomspensioen opbouwt. Bij MSD is dit opbouwpercentage in 2015 1,875%. Het opbouwpercentage mag niet meer zijn dan het maximaal fiscaal toegestane opbouwpercentage.
Rekenvoorbeeld (in alle rekenvoorbeelden worden zoveel mogelijk afgeronde bedragen gebruikt, dit om het duidelijk te houden) Pensioengevend jaarsalaris € 34.642,Franchise € 12.642,Opbouwpercentage: 1,875% Aantal jaren dat je pensioen opbouwt: 30 Jaarlijkse pensioenopbouw: pensioengrondslag x opbouwpercentage
1.4 Wanneer kan je met pensioen? Je ouderdomspensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Dat is je 67ste verjaardag. Je ontvangt vanaf die dag maandelijks pensioen, zolang je leeft. Je kunt ook eerder met pensioen gaan (zie hoofdstuk 3.4).
• Pensioengrondslag: € 34.642,- min € 12.642,- = € 22.000,• Jaarlijkse pensioenopbouw: € 22.000 x 1,875% = € 412,50 Bij gelijkblijvend salaris en gelijkblijvende franchise is je MSD-ouderdomspensioen vanaf het moment dat je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt: • 30 (jaar) x € 412,50 = € 12.375,- bruto per jaar
1.5
4 | MSD Pensioenregeling
Het pensioengevend salaris wordt op de begindatum van het deelnemerschap vastgesteld en vervolgens op 1 januari van elk jaar opnieuw vastgesteld. Tussentijds wordt het pensioengevend jaarsalaris alleen aangepast bij wijziging van de ploegendienst.
De franchise is voor fulltimers en parttimers hetzelfde. Net als het pensioengevend jaarsalaris, wordt ook de franchise jaarlijks per 1 januari vastgesteld. De hoogte van de vastgestelde franchise en het opbouwpercentage in de laatste paar jaren vind je op www.pf-msd.nl
1.3 Wanneer ga je pensioen opbouwen?
Welke pensioenregeling heeft MSD?
De pensioenregeling is een zogenaamde middelloonregeling. Een middelloonregeling betekent dat het pensioen wordt berekend op basis van het gemiddelde salaris (inclusief ploegentoeslag en vakantiegeld) dat je hebt verdiend in de periode dat je pensioen hebt opgebouwd. Het pensioen wordt maandelijks uitbetaald. De pensioenregeling van MSD heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst, dat wil zeggen dat
Pensioengevend jaarsalaris: Je vaste jaarsalaris (inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering), verhoogd met de ploegentoeslag (eveneens inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering). Vanaf 2015 geldt een maximum jaarsalaris waarover pensioen mag worden opgebouwd. Dit maximum is voor de MSD-pensioenregeling vastgesteld op € 99.500,- per jaar.
Hoeveel bedraagt je ouderdomspensioen?
De hoogte van je pensioen is afhankelijk van: • het aantal jaren dat je hebt deelgenomen aan de pensioenregeling; • de hoogte van je salaris.
Let op: Je krijgt je ouderdomspensioen vanaf de pensioendatum netto uitbetaald. De belasting is er dus al af. Je AOW wordt door de SVB vanaf de AOW-ingangsdatum netto uitbetaald. De optelsom van deze bedragen kan er echter voor zorgen dat je met je totale inkomen in een hogere belastingschijf komt. Het kan dus zijn dat je achteraf dus alsnog meer belasting moet betalen. Voor meer informatie hierover kun je contact opnemen met AZL.
Hierna zie je een rekenvoorbeeld voor jouw pensioenopbouw. Hierbij is een aantal termen belangrijk.
MSD Pensioenregeling | 5
1.6 Wie betaalt de pensioenpremie? MSD betaalt het grootste deel van de totale premie. Deze totale premie wordt jaarlijks door het bestuur van het Pensioenfonds vastgesteld. De premie is minimaal 20% en maximaal 30% van de pensioengrondslag. In de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) is vastgelegd dat iedere werknemer verplicht zelf een (beperkt) deel van de pensioenpremie betaalt. In de CAO staat hoe hoog dat deel is. De hoogte van het werknemersdeel vind je ook op www.pf-msd.nl. MSD betaalt de totale premie aan het Pensioenfonds en houdt jouw bijdrage maandelijks in op je brutosalaris.
1.6.1 Betalingsvoorbehoud van de werkgever De bijdrage van MSD kan verminderd of zelfs helemaal gestopt worden. Dat gebeurt alleen bij een ingrijpende wijziging van omstandigheden. De kans daarop is niet groot, maar als het toch gebeurt, dan worden de pensioenaanspraken die je in de toekomst nog zou opbouwen, aangepast aan de gewijzigde omstandig heden. De pensioenaanspraken die je al had opgebouwd veranderen hierdoor niet en blijven gewoon staan. Als deze situatie zich voordoet, word je hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
6 | MSD Pensioenregeling
1.7 Welke risico’s in de pensioenregeling liggen bij jou? Ondanks de goede pensioenregeling van MSD loop jij de volgende risico’s: Risico van geen toeslagverlening (indexatie) Zoals in hoofdstuk 1.2 en in hoofdstuk 4 wordt uitgelegd is er bij het Pensioenfonds sprake van een voorwaardelijke toeslagregeling. Het bestuur van het Pensioenfonds besluit jaarlijks of er wel of geen toeslagen worden verleend op de opgebouwde pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen. Dit besluit is afhankelijk van de financiële positie van het Pensioenfonds. Het Pensioenfonds heeft geen geld gereserveerd of een extra pensioenpremie gevraagd om je pensioen in de toekomst te verhogen. Je hebt dus geen recht op toeslagverlening. Het risico bestaat dat je in enig jaar of gedurende een langere periode van jaren geen toeslag (verhoging) krijgt. Als de prijzen stijgen, betekent dit dat je pensioen in waarde kan dalen.
Risico op het korten van pensioenaanspraken Het Pensioenfonds kan besluiten jouw opgebouwde pensioen te korten (te verlagen). Dit doet het Pensioenfonds alleen als de financiële positie van het Pensioenfonds volgens wet- en regelgeving daar aanleiding toe geeft. Dit is het geval als de dekkingsgraad gedurende een bepaalde periode (lager is dan 105% en er geen andere maatregelen mogelijk zijn om weer een dekkingsgraad van 105% te krijgen. De dekkingsgraad is de verhouding tussen de bezittingen (het vermogen) van het fonds aan de ene kant en de waarde van de huidige en toekomstige pensioenuitkeringen (de verplichtingen) van het fonds aan de andere kant. Zijn er evenveel bezittingen als verplichtingen, dan is de dekkingsgraad 100%. De wet stelt eisen aan de dekkingsgraad. De minimum vereiste dekkingsgraad is 105%. Op langere termijn moet de dekkingsgraad nog hoger zijn omdat een pensioenfonds extra reserves moet hebben die onder meer samenhangen met de mate van risico dat wordt gelopen bij het beleggen.
Is de financiële positie volgens wet- en regelgeving niet goed genoeg, dan moet een pensioenfonds een herstelplan opstellen om te laten zien dat het voldoende kan herstellen. Indien er sprake is van een korting, dan wordt je hierover vooraf schriftelijk geïnformeerd. Voordat er daadwerkelijk tot een korting wordt overgegaan, moet De Nederlandsche Bank als toezichthouder op de Nederlandse pensioenfondsen nog instemmen met de voorgenomen korting. Als de financiële situatie van het fonds na de korting verbetert (de dekkingsgraad komt ruim boven de 105%), kan het pensioenfonds besluiten de korting geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken. Als dit gebeurt dan zal het pensioenfonds je ook schriftelijk informeren.
Op de website van het Pensioenfonds vind je informatie over de actuele financiële positie van het fonds en de dekkingsgraad. Ook wordt hier gemeld als een herstelplan van toepassing is.
MSD Pensioenregeling | 7
2. Gebeurtenissen die invloed hebben op je pensioen 2.1 Wat ontvangen jouw partner en kinderen als jij komt te overlijden? Indien jij overlijdt, dan wordt een partnerpensioen en een wezenpensioen uitgekeerd. Het partnerpensioen is (levenslang) inkomen voor de partner, na jouw overlijden. Het wezenpensioen is tijdelijk inkomen voor de kinderen, na jouw overlijden. Hieronder leggen we beide vormen kort uit.
2.1.1 Wie wordt als partner aangemerkt? • de persoon met wie je getrouwd bent, of • de persoon met wie je een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, of • de persoon met wie je samenwoont, maar alleen als je partner is aangemeld bij het Pensioenfonds en jullie een samenlevingscontract hebben laten opstellen door de notaris. Een kopie van de notariële
samenlevingsovereenkomst moet je naar AZL sturen, samen met het formulier “Aanmelden partner”. Dit formulier vind je op www.pf-msd.nl.
2.1.2 Hoeveel bedraagt het partnerpensioen? Het partnerpensioen is 70% van het ouderdoms pensioen. Bij overlijden tijdens deelnemerschap is het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen dat je zou krijgen als je tot de pensioengerechtigde leeftijd zou hebben doorgewerkt. Bij overlijden na beëindiging van het deelnemerschap (dus bij einde dienstverband of bij het bereiken van de pensioenleeftijd) is het partnerpensioen 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op je overlijden en wordt levenslang aan je partner uitgekeerd, dus ook als je overlijdt nadat je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt.
Voorbeeld 1 < gratis pensioenopbouw> --|-------------------|-------------------------------------------|-----------------------------------|-----------------|-------21 jaar 30 jaar 45 jaar 67 jaar Aanvang dienstverband Overlijden
85 jaar
Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen dat je zou krijgen als je tot je 67ste zou hebben doorgewerkt.
Voorbeeld 2 --|-------------------|-------------------------------------------|-------------------------------|------------------|-------21 jaar 30 jaar 45 jaar 67 jaar Aanvang dienstverband Uit dienst
2.1.3 Welke kinderen ontvangen een wezenpensioen? Als jij overlijdt, ontvangen jouw kinderen tot hun 18de jaar een wezenpensioen. Als een kind studeert of arbeidsongeschikt is in de zin van de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (WAJONG), dan kan het wezenpensioen tot (uiterlijk) de 27-jarige leeftijd van het kind worden uitgekeerd. Stief- en pleegkinderen komen voor wezenpensioen in aanmerking als jij of je partner voor deze kinderen recht hebt op kinderbijslag en jij de opvoeding en het onderhoud van deze kinderen op je hebt genomen.
2.1.4
Hoeveel bedraagt het wezenpensioen?
Elk kind ontvangt 10,5% van het ouderdomspensioen, tot een maximum van vijf kinderen. Heb je meer dan vijf kinderen, dan wordt het maximale bedrag aan wezenpensioen (5 X 10,5 = 52,5% van het ouderdomspensioen) verdeeld over het totaal aantal kinderen. Als beide ouders zijn overleden, wordt het wezenpensioen verdubbeld. Bij overlijden tijdens het deelnemerschap is het wezenpensioen gebaseerd op het ouderdomspensioen dat je zou krijgen als je tot je 67ste zou hebben doorgewerkt. Bij overlijden na beëindiging van het deelnemerschap is het wezenpensioen gebaseerd op het opgebouwde ouderdomspensioen.
voor 35% arbeidsongeschikt raakt: • een premievrij vervolg van je pensioenopbouw, en • aanvullend pensioen. Deze voorzieningen stoppen als je de AOW gerechtigde leeftijd bereikt en AOW krijgt. Deze voorzieningen stoppen ook, of worden minder als je eerder arbeidsgeschikt wordt (revalideert) of minder arbeidsongeschikt bent geworden.
2.2.1 Premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid Wanneer je minimaal voor 35% arbeidsongeschikt bent geworden en dat 104 weken (twee jaar) blijft, dan krijg je een uitkering op basis van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Als je een WIA-uitkering ontvangt, gaat de opbouw van je ouderdomspensioen gewoon door, maar je hoeft geen premie meer te betalen als je voor 80% of meer arbeidsongeschikt bent. Je moet nog wel gedeeltelijk premie betalen, als je gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent (tussen 35% en 80%) en daarnaast ook gedeeltelijk werknemer blijft. De mate van pensioenopbouw (en premievrijstelling) hangt dus af van je arbeidsongeschiktheidspercentage. Dit percentage wordt door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) bepaald.
2.2 Wat is er geregeld als je arbeids ongeschikt wordt? 85 jaar Overlijden
Het partnerpensioen is nu 70% van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd tussen je 30ste en je 45ste.
Let op: de onderstaande uitleg over de pensioenvoorzieningen in verband met arbeidsongeschiktheid is ingewikkeld. Krijg je te maken met arbeidsongeschiktheid, lees alles dan goed en grondig door. Begrijp je iets niet, neem dan contact op met AZL. Zij helpen je graag verder! De pensioenregeling van MSD heeft twee voorzien ingen als je tijdens het MSD-dienstverband minimaal
8 | MSD Pensioenregeling
MSD Pensioenregeling | 9
Arbeidsongeschiktheidspercentage
Premievrije voortzetting pensioenopbouw:
80% of meer 65 tot 80% 55 tot 65% 45 tot 55% 35 tot 45% 0 tot 35%
100% premievrij 72,5% premievrij 60% premievrij 50% premievrij 40% premievrij 0% premievrij
De premievrije opbouw van je pensioen gaat door totdat je AOW ingaat, of totdat je weer (gedeeltelijk) arbeidsgeschikt bent.
70% van het oude jaarsalaris (maar maximaal 70% van de WIA-uitkeringsgrens), ongeacht de mate van arbeidsongeschiktheid en het benutten van de restverdiencapaciteit. Indien je de restcapaciteit tenminste voor 50% benut, bedraagt het aanvullingspercentage 75%.
Je hoeft je bij arbeidsongeschiktheid niet zelf te melden bij het Pensioenfonds. Het Pensioenfonds wordt rechtstreeks door MSD geïnformeerd over de toekenning van de WIA-uitkering. Hierna ontvang jij schriftelijk bericht van het Pensioenfonds over de voorzieningen waarop je recht hebt. Vervolgens ontvangt het Pensioenfonds van het UWV informatie over eventuele wijzigingen in het arbeids ongeschiktheidspercentage. Deze wijzigingen kunnen leiden tot een verlaging of verhoging van de al toegekende voorzieningen. Je ontvangt hierover schriftelijk bericht van het Pensioenfonds.
2.2.2 Aanvullende pensioenuitkering(en) in verband met arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheidspensioen is pensioen dat je ontvangt wanneer je tijdens het MSD-dienstverband voor 35% of meer arbeidsongeschikt raakt en recht hebt op een WIA-uitkering. De MSD-pensioenregeling kent drie soorten van arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling op de WIA-uitkering. Hieronder leggen we de drie vormen kort uit. Daarbij gaan we uit van een situatie van volledige (lees 80 tot 100%) arbeidsongeschiktheid. 1) WGA hiaatpensioen verzekering Voor het pensioengevend salaris tot aan de WIA-uitkeringsgrens is een verplichte WGA hiaat verzekering gesloten. Indien jij recht hebt op een WGA-uitkering, vult deze verzekering jouw inkomen aan tot tenminste
10 | MSD Pensioenregeling
Voor deze verzekering betaal je, samen met MSD, een extra premie. Deze premie wordt maandelijks op jouw bruto salaris in mindering gebracht. Zie voor de premiehoogte www.pf-msd.nl. 2) Excedent-arbeidsongeschiktheidspensioen Is je pensioengevend jaarsalaris hoger dan de WIAuitkeringsgrens? Als je volledig arbeidsongeschikt raakt en een WIA-uitkering ontvangt, dan ontvang je naast de uitkering vanuit de WGA hiaat verzekering, een excedent-arbeidsongeschiktheidspensioen ter grootte van 70% van je pensioengevend jaarsalaris min 70% van de WIA-uitkeringsgrens. Raak je gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan ontvang je een lagere aanvullende pensioenuitkering. De aanvullende uitkering wordt dan vermenigvuldigd met het percentage uit de rechterkolom van de tabel in hoofdstuk 2.2.1. Het excedent-arbeidsongeschiktheidspensioen is een verplichte verzekering voor alle medewerkers met een pensioengevend jaarsalaris dat hoger is dan de WIA-uitkeringsgrens. Voor deze verzekering betaal je, samen met MSD, een extra premie over dat deel van het bruto salaris dat boven de WIA-uitkeringsgrens ligt. Deze premie wordt maandelijks op jouw bruto salaris in mindering gebracht. Zie voor de premiehoogte www.pf-msd.nl.
3) Aanvullend excedent-arbeidsongeschiktheids pensioen (vrijwillige verzekering). Is je pensioengevend jaarsalaris hoger dan de WIAuitkeringsgrens? Dan krijg je (van MSD) eenmalig de keuze voorgelegd om je vrijwillig te verzekeren voor het aanvullend excedent-arbeidsongeschiktheids pensioen. Als je kiest voor deze vrijwillige verzekering, ontvang je bij volledige arbeidsongeschiktheid, naast de WGA hiaat verzekering en het excedent-arbeidsongeschiktheidspensioen, een aanvullend excedentarbeidsongeschiktheidspensioen ter grootte van 10% van je pensioengevend jaarsalaris min 10% van de WIA-uitkeringsgrens. Raak je gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan ontvang je een lagere aanvullende pensioenuitkering. De aanvullende uitkering wordt dan vermenigvuldigd met het percentage uit de rechterkolom van de tabel in hoofdstuk 2.2.1.
Voor deze vrijwillige verzekering betaal je een extra premie. Deze premie wordt maandelijks op je bruto salaris in mindering gebracht. Zie voor de premiehoogte www.pf-msd.nl. Het Pensioenfonds sluit contracten af met (her) verzekeraars voor de arbeidsongeschiktheids pensioenen. In zo’n contract staat ook het vaste percentage waarmee ingegane arbeidsongeschiktheidspensioenen jaarlijks worden verhoogd. Voor de ingegane arbeids ongeschiktheidspensioenen geldt de voorwaardelijke toeslagregeling dus niet.
2.3 Wat gebeurt er als je in deeltijd gaat werken? Als je in deeltijd gaat werken ontvang je een lager salaris en bouw je minder pensioen op. Je pensioenopbouw wordt dan als volgt berekend: Pensioengrondslag (op basis van fulltime werkweek) x opbouwpercentage x deeltijdfactor. Rekenvoorbeeld Stel, je werkte fulltime en gaat nu parttime (80%) werken. Deeltijdfactor is dan 80%, het opbouwpercentage blijft 1,875%. • •
Pensioengevend jaarsalaris: (fulltime dienstverband). € 34.642,Franchise: € 12.642,-
Aantal jaren tot nu toe (fulltime) gewerkt: 20 Aantal jaren tot pensioendatum waarin je 80% werkt: 10 % 100% 80%
FT- salaris € 34.642,- € 34.642,-
Franchise € 12.642,- € 12.642,-
Pensioengrondslag € 22.000,- € 22.000,-
Pensioenopbouw/jaar: 100% x 1,875% x 22.000 = € 412,50,80% x 1,875% x 22.000 = € 330,-
Bij gelijkblijvend salaris en gelijkblijvende franchise wordt je ouderdomspensioen: 20 (jaar) x € 412,50 = € 8.250,10 (jaar) x € 330,- = € 3.300, ------------ +/+ € 11.550,- bruto per jaar
MSD Pensioenregeling | 11
2.4 Wat gebeurt er als je dienstverband eindigt? Als je bij MSD uit dienst gaat, dan stopt je pensioen opbouw bij MSD. Het pensioen dat je tot dat moment hebt opgebouwd blijft staan. Zowel het ouderdomspensioen, als het partner- en wezenpensioen. Na uitdiensttreding ben je bij het Pensioenfonds van MSD niet meer verzekerd voor arbeidsongeschiktheid. Als je wilt, kun je de waarde van het opgebouwde pensioen overhevelen naar het pensioenfonds van je nieuwe werkgever, zie hoofdstuk 2.5: ‘Hoe werkt waardeoverdracht?’. Als je bij je uitdiensttreding al arbeidsongeschikt bent, dan heb je mogelijk recht op voortzetting van pensioenopbouw (zie hiervoor hoofdstuk 2.2). MSD kent geen mogelijkheid om op individueel verzoek deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voort te zetten.
2.5
Hoe werkt waardeoverdracht?
Als je gaat deelnemen aan de pensioenregeling van je nieuwe werkgever, dan kun je er voor kiezen om het pensioen dat je hebt opgebouwd bij je vorige werk gever, over te dragen naar de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. Door deze ‘waardeoverdracht’ krijg je (extra) pensioenaanspraken in de pensioen regeling van je nieuwe werkgever en heb je geen recht meer op pensioen van je oude werkgever. Met waardeoverdracht kun je een zogenaamde ‘pensioenbreuk’ voorkomen of beperken. Pensioenfondsen en -verzekeraars zijn wettelijk verplicht om mee te werken aan verzoeken tot waardeoverdracht. Het recht op waardeoverdracht mag niet worden uitgevoerd als daar een pensioenfonds bij betrokken is waarvan de financiële positie niet goed genoeg is. Er gelden (vanaf 2015) geen termijnen voor de aanvraag van waardeoverdracht. Het blijft wel verstandig om niet te lang te wachten met het aanvragen van waardeoverdracht, zeker als je bij je vorige uitvoerder een relatief klein pensioen hebt opgebouwd (het bedrag zit onder een bepaalde grens). Een pensioenfonds mag namelijk een klein pensioen afkopen indien er binnen 2 jaar na uitdiensttreding geen procedure tot waardeoverdracht is gestart.
12 | MSD Pensioenregeling
2.5.1 Wel of geen waardeoverdracht? Het is moeilijk te zeggen of je er verstandig aan doet om de waarde van je pensioen over te dragen. Een praktisch voordeel ervan is dat de pensioenaanspraken dan bij één pensioenfonds zijn ondergebracht. Dat is overzichtelijker. Om echter goed te kunnen beoordelen of waardeoverdracht voor jou zinvol is, moet je weten hoe de financiële situatie is van je oude en je nieuwe pensioenfonds. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten hoe de pensioenregelingen van je oude en nieuwe werkgever eruit zien. Is waardeoverdracht wel of niet verstandig? Dat hangt af van het soort regeling (eindloonregeling, middelloonregeling of een beschikbare premieregeling?), de wijze waarop er toeslagen worden verleend op je opgebouwde pensioenaanspraken (hoe is het toeslagbeleid, inclusief toekomstverwachtingen?) en de keuzemogelijkheden (hoe flexibel ben je?). Verdiep je dus eerst goed in je nieuwe pensioenregeling en/of raadpleeg een adviseur. Zo kun je beoordelen of waardeoverdracht gunstig uitpakt voor jou. Voor meer informatie kun je contact opnemen met (de administrateur van) je vorige of nieuwe pensioenfonds.
2.5.2 Hoe zet je waardeoverdracht in gang? Heb je een verzoek tot waardeoverdracht ingediend, dan vraagt het pensioenfonds van je nieuwe werkgever bij je oude pensioenfonds een opgave van de waarde van jouw opgebouwde aanspraken. Naar aanleiding daarvan ontvang je van je nieuwe pensioenuitvoerder een offerte voor waardeoverdracht. Als je daarmee akkoord gaat, is de waardeoverdracht een feit. Indien je overweegt om het bij je vorige werkgever(s) opgebouwde pensioen over te dragen naar het Pensioenfonds van MSD, dan kun je het formulier ‘Waardeoverdracht’ invullen en naar AZL sturen. Dit formulier ontvang je met de startbrief; deze brief ontvang je van AZL. Ook kun je het formulier down loaden op www.pf-msd.nl.
2.6 Ga je samenwonen? Wat moet je doen om je partner in aanmerking te laten komen voor partnerpensioen? Als je ongehuwd gaat samenwonen of al samenwoont, dan moet je zelf regelen dat je partner pensioen krijgt als je overlijdt. Vul hiervoor het formulier “Aanmelden partner” in en stuur dit formulier samen met een kopie van jullie notariële samenlevingsovereenkomst aan AZL (administrateur van het Pensioenfonds). Heb je nog geen notariële samenlevingsovereenkomst en wil je wel dat je partner recht krijgt op partnerpen sioen, dan kun je zo’n overeenkomst bij de notaris laten opstellen. Het formulier “Aanmelden partner” is bij AZL verkrijgbaar. Ook kun je het formulier downloaden op www.pf-msd.nl. Op dit formulier staan ook de voorwaarden die van toepassing zijn om je partner in aanmerking te laten komen voor een partnerpensioen bij jouw overlijden: • jij en je partner zijn geen familie van elkaar in de rechte lijn, en • jij en je partner zijn niet gehuwd of een geregistreerd partnerschap aangegaan met iemand anders, en • jij en je partner hebben (vóór de pensioendatum) een notariële samenlevingscontract afgesloten waaruit blijkt dat er sprake is van een duurzaam samen levingsverband en je hebt een kopie van dit notariële samenlevingscontract verstrekt aan AZL, en • jij en je partner staan op hetzelfde adres ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Ben je getrouwd of heb je jouw partnerschap bij de gemeente laten registreren? Dan hoef je het formulier niet in te vullen. Je partner krijgt dan automatisch pensioen als jij overlijdt.
2.6.1 Einde relatie of nieuwe relatie? Geef het door aan AZL!
2.7 Je gaat scheiden. Wat betekent dit voor je pensioen? Als je gaat scheiden heeft je ex-partner recht op het partnerpensioen dat jij tot het moment van scheiding hebt opgebouwd. Wij noemen dit het bijzonder partnerpensioen. Het bijzonder partnerpensioen zal aan je ex-partner worden uitgekeerd na jouw overlijden. Daarnaast heeft je ex-partner bij scheiding recht op de helft van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd tijdens de periode waarin je gehuwd was of een geregistreerd partnerschap had. Dit noemen we verevening van het ouderdomspensioen. Het verevend ouderdomspensioen wordt onder voorwaarden door het Pensioenfonds, na je pensionering, uitgekeerd aan je ex-partner (zie hoofdstuk 2.7.1: “verevening van het ouderdomspensioen”). Je moet AZL zelf schriftelijk of per e-mail informeren als: • je in het buitenland woont en gaat scheiden • het ongehuwd (notarieel) samenlevingsverband is beëindigd. In alle andere situaties wordt het Pensioenfonds rechtstreeks door de gemeentelijke basisadministratie geïnformeerd over een scheiding en hoef je dus geen actie te ondernemen.
2.7.1 Verevening van het ouderdomspensioen Zoals gezegd heeft degene met wie je gehuwd was of met wie je een bij de burgerlijke stand geregistreerd partnerschap had, door verevening recht op de helft van het ouderdomspensioen dat is opgebouwd tijdens de periode van het huwelijk of geregistreerd partnerschap.
Eindigt je relatie, dan is het belangrijk dat je de ex-partner afmeldt. Krijg je een nieuwe relatie en wil je dat je nieuwe partner recht krijgt op partnerpensioen na jouw overlijden? Denk er dan aan hem of haar bij AZL aan te melden door het formulier “Aanmelden partner” en een kopie van je nieuwe notariële samenlevingsovereenkomst op te sturen.
MSD Pensioenregeling | 13
Verevening van het ouderdomspensioen kan ook plaatsvinden bij scheiding van tafel en bed. Let op: er vindt geen verevening plaats bij beëindiging van het ongehuwd samenwonen. Bij verevening moet het aan je ex-partner toekomende deel van het ouderdomspensioen aan je ex-partner worden uitbetaald. Als je ex-partner eerder dan jij overlijdt, komt het verevende ouderdomspensioen weer ten goede aan jouw eigen ouderdomspensioen. Als jij komt te overlijden voor je ex-partner, dan ontvangt deze geen (verevend) ouderdomspensioen meer, maar wordt het bijzonder partnerpensioen aan je ex-partner uitbetaald.
2.7.2 Hoe zet jij of je ex-partner verevening in gang? Wanneer moet verevening worden aangevraagd? Een aanvraag tot verevening kan door jou of je ex-partner tot twee jaar na de scheidingsdatum bij het Pensioenfonds worden ingediend. Het formulier voor die aanvraag is verkrijgbaar bij de Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl) of via je echtscheidingsadvocaat. Alleen als de verevening via het formulier en binnen 2 jaar (dat is nu de wettelijke termijn) bij het Pensioenfonds is aangevraagd, is die verplicht om hieraan mee te werken. In dat geval maakt het Pensioenfonds een berekening van het verevende deel van het ouderdomspensioen en ontvangen jij én je ex-partner een opgave van het (verevende) ouderdomspensioen na scheiding. Alleen in geval van een tijdige aanvraag keert het Pensioenfonds vanaf je pensioendatum, rechtstreeks het verevende deel van het ouderdomspensioen uit aan je ex-partner. Dat deel wordt uiteraard op jouw pensioenuitkering in mindering gebracht. Zonder (tijdige) aanvraag bij het Pensioenfonds moeten jij en je ex-partner zelf voor de verevening zorgen: voor de vaststelling van het verevende deel van het ouderdomspensioen en voor de uitbetaling. Overigens kan het zijn dat jullie in de huwelijkse of partnerschapvoorwaarden of in het scheidingscon venant een andere verdeling hebben afgesproken (zie hoofdstuk 2.7.3) of hebben afgesproken dat er geen verdeling zal plaatsvinden.
14 | MSD Pensioenregeling
2.7.3 Kun je andere afspraken maken met je ex-partner? Ja. Je kunt een andere verdeling afspreken, bijvoorbeeld meer of minder dan de helft van het ouderdomspensioen verdelen of over een andere periode een verdeling maken. Ook kun je afspreken dat je ex- partner een zelfstandig ouderdomspensioen krijgt. Dat noemen we conversie. Bij conversie wordt het verevende ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen omgezet in een eigen (geconverteerd) ouderdomspensioen voor de ex-partner. Als jij, na conversie, eerder overlijdt dan je ex-partner, dan houdt jouw ex-partner het geconverteerde ouderdomspensioen. Als je ex-partner, na conversie, eerder dan jij komt te overlijden, dan komt het geconverteerde pensioen niet meer ten goede aan jouw eigen ouderdomspensioen: het verevende ouderdomspensioen komt bij conversie dus definitief te vervallen. Een keuze voor conversie of een andere verdeling dan de standaard (fifty-fifty) verdeling is overigens alleen geldig als het Pensioenfonds daarmee ook akkoord gaat. Bovendien moet de aanvraag tot verevening of conversie binnen twee jaar na de scheiding bij het Pensioenfonds zijn ingediend. Is dit niet het geval, dan zal het Pensioenfonds geen medewerking verlenen bij de uitvoering van de (afwijkende) verevening/conversie. Deze aanvraag voor conversie of afwijkende verevening moet ook via het formulier, verkrijgbaar bij de Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl) of via je echtscheidingsadvocaat, bij het Pensioenfonds worden ingediend.
3. Je keuzemogelijkheden als je met pensioen gaat De pensioenregeling bij het Pensioenfonds biedt ruimte om je pensioen aan te passen aan jouw specifieke wensen. Als je met pensioen gaat kun je een aantal keuzes maken (en combinaties van keuzes) die de hoogte van je pensioen beïnvloeden. Hoe groot die invloed is, kan het Pensioenfonds voor je berekenen. Je kunt deze berekening ook zelf maken met de pensioenplanner op de website www.pf-msd.nl. Zes maanden voor jouw pensioendatum (dit is dus de e 1 dag van de maand waarin je 67 wordt) ontvang je een brief van het Pensioenfonds. Hierin staat infor matie over de hoogte van jouw pensioen, de keuzes die je kunt maken en de gevolgen van deze keuzes.
3.1 Omzetten (uitruil) van ouderdoms pensioen in partnerpensioen Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om een deel van je ouderdomspensioen om te zetten in een partner pensioen. Zo kan je partner een hoger partnerpensioen krijgen. Maar na de omzetting mag het partnerpensioen niet hoger zijn dan 100% van het ouderdomspensioen en niet meer dan 70% van het pensioengevend salaris.
3.2 Omzetten (uitruil) van partnerpensioen in ouderdomspensioen
67 te overbruggen (ter compensatie van het gemis aan AOW-uitkering die pas later wordt uitbetaald).
3.4 Eerder met pensioen Je kunt er ook voor kiezen om je ouderdomspensioen eerder te laten ingaan, maar niet eerder dan op 55-jarige leeftijd. Dit betekent wel dat je ouderdomspensioen lager wordt. Je moet immers langer met je ouderdomspensioen doen. Bovendien stop je eerder met de opbouw en je ontvangt pas later AOW.
3.5 Variabele hoogte pensioenuitkering (hoog-laag of laag-hoog) Je kunt er op de (vervroegde) pensioendatum ook voor kiezen om in de eerste periode na je pensionering (minimaal één en maximaal tien jaar) een hogere uitkering te ontvangen, dan daarna (hoog-laag). Bijvoorbeeld als je de eerste jaren wilt gaan reizen. Andersom kan ook (laag-hoog), bijvoorbeeld als je partner nog werkt. De hoogte kun je overigens niet zelf bepalen, hiervoor geldt een vaste verhouding. De hoogte van het meeverzekerde partner- en wezen pensioen verandert in deze situatie niet.
3.6
2.7.4 Wat als je na scheiding een nieuwe partner krijgt?
Je kunt er ook voor kiezen om het volledige partnerpensioen of een deel daarvan om te zetten in een extra (hoger) ouderdomspensioen voor jezelf. Bijvoorbeeld omdat je partner zelf pensioen opbouwt of als je geen partner hebt. Let op: dit heeft als gevolg dat je partner bij jouw overlijden na de pensioendatum een lager of zelfs geen partnerpensioen krijgt.
Je nieuwe partner heeft bij jouw overlijden recht op het partnerpensioen, onder aftrek van het bijzonder partnerpensioen van de ex-partner.
3.3 Omzetten (uitruil) van ouderdoms pensioen in tijdelijk ouderdomspensioen (AOW overbruggingspensioen)
Denk eraan om je nieuwe partner aan te melden bij AZL, zie hoofdstuk 2.6!
Je kunt er op de vervroegde pensioendatum ook voor kiezen om een deel van je (levenslang) ouderdoms pensioen om te zetten in een tijdelijk ouderdoms pensioen tot je 67ste (of eerdere AOW-ingangsdatum). Dit betekent dan wel dat je (levenslang) ouderdomspensioen lager wordt. Dat komt omdat je een deel van het beschikbare bedrag gebruikt om de jaren tot aan
Deeltijdpensioen
Vanaf je 55ste kun je ook gedeeltelijk met pensioen gaan en gedeeltelijk blijven werken. Met je werkgever spreek je dan af voor welk deel je nog in dienst blijft, bijvoorbeeld 60%. Het andere deel van je tijd (40%) ben je dan met pensioen. In dat geval blijf je nog voor 60% pensioen opbouwen.
3.7 Wanneer moet je kiezen en wat moet je dan doen? Als je van een of meerdere van deze flexibele keuzemogelijkheden gebruik wilt maken, dan moet je dit minimaal drie maanden voor ingang van je pensioen doorgeven aan AZL, de administrateur van het Pensioenfonds.
MSD Pensioenregeling | 15
4. Hoe houdt jouw pensioen zijn waarde?
5. Uitbetaling van je pensioen
4.1 Toeslagen en voorwaardelijkheidsverklaring
4.2
5.1 Hoe weet je wat je tot nu toe hebt opgebouwd?
Het Pensioenfonds probeert ieder jaar per 1 juli jouw opgebouwde pensioen te verhogen met de (algemene component van de) loonontwikkeling bij de werkgever in de periode april tot en met maart. Eerdere verhogingen en de verwachting voor de komende jaren betekenen niet meteen dat je ook recht hebt op verhogingen in de toekomst.
Een verhoging van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen (toeslagverlening) kan alleen plaatsvinden als de financiële positie van het fonds naar de mening van het bestuur van het Pensioenfonds goed genoeg is. Een belangrijke graadmeter voor de beoordeling van de financiële positie is de dekkingsgraad (zie hoofdstuk 1.7)
Zodra je geen deelnemer meer bent (einde dienstverband of bij het bereiken van de pensioenleeftijd), probeert het Pensioenfonds je opgebouwde pensioenaanspraken of je pensioenuitkering te verhogen met de prijsontwikkeling. Hierbij wordt gekeken naar het (afgeleide) CBS-consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens (vergelijking april dit jaar met april vorig jaar).
Het bestuur van het Pensioenfonds besluit jaarlijks of er wel of geen toeslagen worden verleend op de opgebouwde pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen.
Ook de pensioenaanspraken van een eventuele ex-partner worden aangepast aan de prijsontwikkeling.
oeslagverlening is afhankelijk van T de financiële positie (geen garantie)
Het Pensioenfonds heeft geen geld gereserveerd of een extra pensioenpremie gevraagd om je pensioen in de toekomst te verhogen. De verhogingen (toeslagverleningen) zijn voorwaardelijk en kunnen per jaar verschillen. Je hebt dus geen recht op toeslagverlening. Op de website van het Pensioenfonds (www.pf-msd.nl) vind je meer informatie over de dekkingsgraad van het Pensioenfonds en het beleidskader van het bestuur en het toeslagbeleid.
16 | MSD Pensioenregeling
Het Pensioenfonds stuurt je elk jaar een pensioenoverzicht. Hierin staat hoeveel pensioen je kunt verwachten als je 67 bent. Ook staat erin wat je tot nu toe hebt opgebouwd. Daarnaast geeft het overzicht ook informatie over zaken als partnerpensioen en wezenpensioen. Op de website www.mijnpensioenoverzicht.nl vind je informatie over al jouw (eerder) opgebouwd pensioen en de AOW-uitkering. Hier staan niet alleen bruto bedragen maar wordt ook een indicatie gegeven van de netto jaar- en maandbedragen (op basis van huidige gegevens Belastingdienst).
5.2 Hoe ontvang je jouw pensioen? Een maand voordat je met pensioen gaat, ontvang je een opgave met de hoogte van je ouderdomspensioen en je eventuele partnerpensioen, waarbij rekening is gehouden met de door jou gemaakte keuzes. Ook staat het brutobedrag er op dat het Pensioenfonds je maandelijks uitkeert. Dit bedrag is inclusief vakantiegeld.
5.3 Wat gaat nog van dat maandbedrag af? Op je pensioenuitkering worden loonheffing en een premie voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) ingehouden. Het Pensioenfonds houdt dit automatisch in, zodat je een nettobedrag krijgt uitgekeerd, zoals je gewend was bij je salaris. Let op: als je nog geen 67 bent (in het geval je eerder met pensioen gaat, zie hoofdstuk 3.4 of in het geval van deeltijdpensioen, zie hoofdstuk 3.6), wordt er ook nog AOW-premie ingehouden.
5.4 Wanneer krijgt je ex-partner pensioen uitgekeerd? Zodra jouw ouderdomspensioen ingaat, heeft je ex-partner mogelijk recht op uitbetaling van zijn of haar verevende pensioen (zie hoofdstuk 2.7). Het Pensioenfonds keert dit bedrag rechtstreeks uit aan je ex-partner als het Pensioenfonds tijdig een formeel verzoek van je ex-partner heeft ontvangen. Als je ex-partner eerder dan jij overlijdt, maakt het Pensioenfonds het volledige ouderdomspensioen weer aan jou over (tenzij conversie heeft plaatsgevonden).
MSD Pensioenregeling | 17
6. Meer informatie 6.1 Welke informatie kun je nog meer van het Pensioenfonds verwachten?
6.3 Welke informatie moet je zelf verstrekken?
Je ontvangt van het Pensioenfonds automatisch een jaarlijkse opgave van het door jou opgebouwde pensioen, de te bereiken pensioenaanspraken en de eventuele toeslag. Je ontvangt deze informatie in de vorm van een Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Op verzoek verstrekt AZL bovendien de volgende infor matie over de activiteiten van het Pensioenfonds en je pensioenregeling. Als hieraan kosten zijn verbonden, dan word je daarover vooraf op de hoogte gebracht.
Je bent verplicht om aan het Pensioenfonds alle informatie te verstrekken die voor de uitvoering van de pensioenregeling nodig is. Als je in Nederland woont hoef je het pensioenfonds niet te informeren als zaken in jouw persoonlijke leefsituatie veranderen die invloed hebben op je pensioen, zoals trouwen, scheiden, kinderen krijgen of verhuizen. Dit wordt namelijk automatisch door die gemeente aan het Pensioenfonds gemeld. Je hoeft dat zelf dus niet nog eens te doen. Als je in of naar het buitenland verhuist, moet je deze wijzigingen wel altijd doorgeven.
• het pensioenreglement; • informatie over de verschillende keuzemogelijkheden; • de uitvoeringsovereenkomst tussen je werkgever en het Pensioenfonds; • het jaarverslag en de jaarrekening van het Pensioenfonds; • informatie over het (historische) toeslagbeleid; • informatie over hoe het Pensioenfonds je betaalde premies belegt; • de Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen; • informatie over de hoogte van de dekkingsgraad van het Pensioenfonds. Dit is de mate waarin het Pensioenfonds in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen; • inzage in het herstelplan van het fonds, als dat van kracht is; • informatie over het eventueel van toepassing zijn van een aanwijzing; • informatie over de eventuele aanstelling van een bewindvoerder.
6.4 Pensioenreglement Het Pensioenfonds heeft deze brochure met zorg samengesteld, met als doel om alle informatie over je pensioenregeling in hoofdlijnen uit te leggen. De informatie in deze brochure is een verkorte en vereenvoudigde versie van de informatie uit het pensioenreglement 2014. Het pensioenreglement is uiteindelijk leidend. Wil je meer details weten, vraag dan het pensioenreglement op via de helpdesk van AZL, telefoon: (045) 576 35 48. Je kunt het ook downloaden van www.pf-msd.nl.
Daarnaast kun je met al je vragen terecht bij de helpdesk van AZL, via
[email protected] of telefoonnummer (045) 576 35 48 of via de website www.pf-msd.nl.
6.2 Waar kun je terecht met een klacht? Ben je ontevreden over de uitvoering van de pensioenregeling? Laat het dan weten! Er is een klachtenregeling die je kunt opvragen bij AZL of downloaden van www.pf-msd.nl.
18 | MSD Pensioenregeling
MSD Pensioenregeling | 19
7. Belangrijke adressen
8. Begrippenlijst
Stichting Pensioenfonds MSD Waarderweg 39 2031 BN HAARLEM www.pf-msd.nl
AOW (Algemene Ouderdomswet)
AZL Postbus 4471 6401 CZ Heerlen AZL-helpdesk: T (045) 576 35 48 of E
[email protected]
Uitkering die je krijgt van de overheid. Vanaf 1 januari 2014 ontvang je AOW drie maanden na je 65ste verjaardag. In de komende tijd gaat de AOW-leeftijd in stapjes omhoog naar 66 jaar en 67 jaar en daarna een koppeling aan de levensverwachting.
Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het Pensioenfonds. In het bestuur zitten vier vertegenwoordigers van de werkgever, drie vertegenwoordigers van de deelnemers (benoemd door de Vaste Landelijke Commissie van MSD) en één vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden (gekozen door en uit de groep van de pensioengerechtigden).
Pensioenfederatie Postbus 93158 2509 AD Den Haag T (070) 762 02 20 E
[email protected] www.pensioenfederatie.nl
Conversie
Rijksoverheid T 0800-8051 (voor vragen aan de Rijksoverheid) www.rijksoverheid.nl
Dekkingsgraad
Sociale Verzekeringsbank Het districtskantoor is afhankelijk van je woonplaats. Je kunt dit nalezen op internet: www.svb.org Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) Het districtskantoor is afhankelijk van je woonplaats. Je kunt dit nalezen op internet: www.uwv.nl Ombudsman Pensioenen Postbus 93560 2509 AN Den Haag T (070) 333 89 99 www.ombudsmanpensioenen.nl Pensioenregister T (020) 7512870 E
[email protected] www.mijnpensioenoverzicht.nl
Het verevende ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen, in verband met echtscheiding of beëindiging van een bij de burgerlijke stand geregistreerd partnerschap, kan worden omgezet (geconverteerd) in een eigen ouderdomspensioen voor je ex-partner. Dit geconverteerde ouderdomspensioen gaat dan in op de pensioendatum van je ex-partner. Bij overlijden van je ex-partner komt het geconverteerde ouderdomspensioen te vervallen.
Een belangrijke graadmeter van de financiële positie van het Pensioenfonds. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het aanwezig vermogen van het Pensioenfonds en de pensioenen die het fonds (nu en in de toekomst) aan de pensioengerechtigden moet betalen. Het wordt uitgedrukt in een percentage. Een dekkingsgraad van 100% geeft aan dat het beschikbaar vermogen precies genoeg is om de opgebouwde rechten uit te betalen aan gepensioneerden. De Nederlandsche Bank (toezichthouder op de Nederlandse pensioenfondsen) ziet er echter op toe dat pensioenfondsen ook beschikken over een buffer (solvabiliteitsreserve). Het vereiste eigen vermogen van het Pensioenfonds en de hiervan afgeleide vereiste dekkingsgraad is onder meer afhankelijk van de beleggingsportefeuille van het Pensioenfonds.
Franchise Deel van het salaris dat niet meetelt voor je pensioenopbouw. Je krijgt straks immers ook AOW van de overheid. De franchise is afgeleid van de AOW-uitkeringen.
Geregistreerd partnerschap Een wettelijk erkende en geregelde vorm van samenleving tussen man en vrouw, twee mannen of twee vrouwen. In de Nederlandse wet staat een geregistreerd partnerschap gelijk aan een huwelijk.
Indexatie Zie toeslag.
Middelloonregeling Een pensioenregeling waarbij de hoogte van je pensioen is gebaseerd op het gemiddelde salaris dat je tijdens je loopbaan hebt verdiend.
20 | MSD Pensioenregeling
MSD Pensioenregeling | 21
Partnerpensioen Pensioen dat wordt uitgekeerd aan je partner en eventuele ex-partner na je overlijden.
Ouderdomspensioen Een levenslange uitkering die je ontvangt vanaf de pensioendatum.
Pensioengrondslag Het deel van het salaris (inclusief ploegentoeslag) waarover je pensioen opbouwt. Jaarlijks wordt dit bedrag op 1 januari vastgesteld. Je hoeft niet over je hele salaris pensioen op te bouwen, omdat je straks ook AOW van de overheid krijgt.
Noten: In hfst. 2.1.1 wordt uitgelegd welke persoon als partner wordt aangemerkt. 2 In hfst. 2.1.3 wordt uitgelegd welke kinderen voor wezenpensioen in aanmerking komen. 3 Ben je jonger dan 21 jaar, dan word je eerst aspirant-deelnemer. Je bouwt dan nog geen pensioen op, maar je bent als aspirant-deelnemer wel verzekerd voor de risico’s van overlijden en arbeidsongeschiktheid. Dit betekent dat je nabestaanden (partner en kinderen) bij jouw overlijden wel een partner- en wezenpensioen ontvangen en dat je zelf bij arbeidsongeschiktheid in aanmerking kunt komen voor een premievrije pensioenopbouw en een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen. 1
Toeslag Het bestuur van Stichting Pensioenfonds MSD bepaalt elk jaar of je opgebouwde pensioenaanspraken worden aangepast aan de algemene loon- of prijsstijging. Je pensioen kan anders in waarde dalen. Want over bijvoorbeeld 20 jaar kun je voor één euro hoogstwaarschijnlijk minder kopen dan nu.
Uitruil Je kunt een deel van het ouderdomspensioen aanwenden (uitruilen) voor een hoger partnerpensioen. Of andersom: je kunt een deel van het partnerpensioen gebruiken voor een hoger ouderdomspensioen of om eerder met pensioen te gaan.
Verevening van het ouderdomspensioen De verdeling van het, tijdens de huwelijkse periode of periode van een bij de burgerlijke stand geregistreerd partnerschap, opgebouwde ouderdomspensioen, bij scheiding of beëindiging van het geregistreerd partnerschap. De Wet Verevening pensioenrechten regelt het recht op verevening bij echtscheidingen of beëindigingen geregistreerd partnerschap van na 1 mei 1995. Een aanvraag tot verevening moet je binnen twee jaar na de scheidingsdatum bij de Stichting Pensioenfonds MSD indienen. Het formulier hiervoor is verkrijgbaar bij de Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl) of via je echtscheidingsadvocaat.
Waardeoverdracht Je kunt het pensioen dat je bij je vorige werkgever opbouwde, overhevelen naar het pensioenfonds van je nieuwe werkgever. Dit noemen we waardeoverdracht. Na waardeoverdracht heb je bij het ‘oude’ fonds geen aanspraken meer.
WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) Opvolger van de WAO, de wet die regelde dat je een uitkering kreeg als je minder of helemaal niet meer kon werken door ziekte of een handicap. De WIA wil werknemers en werkgevers met financiële prikkels stimuleren om er alles aan te doen om gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan het werk te helpen of te houden. De WIA geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden.
Wezenpensioen Een tijdelijke uitkering die na overlijden wordt verstrekt aan de kinderen tot een bepaalde leeftijd.
22 | MSD Pensioenregeling
MSD Pensioenregeling | 23