msc I. Dekker

NOTULEN

van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 12 en 19 december 2006, locatie gemeentehuis te Vlijmen.

Voorzitter Griffier

drs. H.P.T.M. Willems A.J. Emmen

Aanwezige leden

J.M.A. Aerts ing. A.G.M. van Bladel lid C.A.M. van Bokhoven lid drs. J.J. de Bonth lid C.P.P.M. van den Brandt mw. A.C.A. Couwenberg lid mw. ing./MSc I. Dekker lid A.L.J. van Delft mw. J.M.C.J.M. van den Dungen D.H. van Helvoort lid mw. L.A.J. van der Heijden lid ing. A.P.M. van den Hoven lid T.M. de Laat lid F.A. van der Lee lid drs. J.J.G. Levink lid mw. drs. M.A.T. Merkx mw. drs. M. Mulder lid mw. A.T.E. Muskens-de Bont C.M.M. Musters J. Nieuwkerk ing. S.C.O. Pladet lid A.J.M.C. Pulles mw. mr. J.E.P. Pijnenburg W.D. Schipper E.W.H.M. van Spaandonk drs. P.C.M. Verboven mw. M. de Wild ·

Afwezig op 12 december: Afwezig op 19 december:

W.D. Schipper J.M.A. Aerts mw. ing./MSc I. Dekker mw. M. de Wild

Aanwezige wethouders

R. van den Bos M. Buijs B.M. Groen A.A.G. van Mierlo dr. M.G.M. van der Poel

Verslag:

mw. R. Gijselhart

lid

lid

lid lid

lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid

1. Opening. De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur met het ambtsgebed. 2. Spreekrecht. De heer Libregts spreekt namens korfbalvereniging Never Down/ZwartWit tot de raad om zijn ongenoegen te uiten over de slecht verlopen communicatie tussen wethouder Groen en Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

vertegen-woordigers van NDZW. Er is naar zijn mening geen sprake geweest van normaal overleg en luisteren naar elkaars argumenten. Er zijn hele en halve waarheden naar buiten gekomen en het gevaar bestaat nu dat besluiten op onjuiste argumenten worden genomen. Hij pleit ervoor alsnog op basis van zorgvuldigheid en eerlijkheid te besluiten. 3. Trekking voor stemmingsnummer. De voorzitter trekt stemmingsnummer 8. Dat betekent dat bij een eventuele stemming begonnen wordt bij de heer Van Helvoort. 4. Vaststelling van de agenda. De heer Van Bladel stelt voor een motie toe te voegen betreffende Moerputten-Venkantbrug. De voorzitter besluit dit aan het einde van de vergadering te behandelen. De voorzitter deelt mee dat in de laatst gehouden commissievergadering inwonerszaken is gesproken over de welzijnsverordening met betrekking tot het peuterspeelzaalgebruik gekoppeld aan onderwijsachterstanden. De commissie pleit ervoor deze verordening per 1-1-2007 te effectueren en daarvoor is het nodig om het in deze vergadering te behandelen. De verordening zal daarom als agendapunt 24 worden toegevoegd. 5. Vaststelling van de notulen van de raadsvergaderingen van 31 oktober en 2 november 2006. De voorzitter deelt mee dat er over de notulen van 2 november opmerkingen zijn binnengekomen, die nog niet verwerkt zijn. Hij stelt daarom voor de vaststelling op 23 januari 2007 te laten gebeuren. De notulen van 31 oktober worden ongewijzigd vastgesteld. 6. Ingekomen stukken en mededelingen. 6a. Terugkoppeling ervaringen deelnemers bezoek aan Otjiwarongo, Namibië De voorzitter deelt mee dat de deelnemers van de studiereis het zinvol vinden om de recente ervaringen met de raad te delen. Het is een goed idee gebleken om raadsleden in de gelegenheid te stellen om ter plekke te bekijken welke bijdrage aan de ontwikkelingen daar geleverd is. In Otjiwarongo is het bezoek enorm op prijs gesteld, men kent er een hoog gewicht aan toe en ziet het als erkenning van nut en noodzaak. De heren Van Spaandonk, De Laat, Van den Brandt, Van den Hoven en mevrouw Muskens hebben deelgenomen, alsook mensen uit de ambtelijke organisatie, d’Oultremontcollege, GGD en nog een aantal op persoonlijke titel. De kosten van de reis zijn gedragen door de raadsleden zelf. Het was informatief, interessant, boeiend en plezierig. De heer Van de Ven geeft een korte impressie van de stand van zaken in de 3-jarige samenwerking en de ervaringen tijdens de reis. Vervolgens geeft de heer Van Spaandonk een beeld van het Multi Purpose Help Centre, de heer De Laat van de financiën, mevrouw Muskens van het onderwijs en de heer Van den Hoven van het ‘blikjesdorp’. Daarna komt de heer Van den Brandt aan het woord over het ziekenhuis en de heer De Rooy over het hiv-aids project. 6b. Lijst van ingekomen stukken en mededelingen De heer Van den Hoven wil naar aanleiding van punt III.4 spreken over het besluit van het college om gedeelten van bouwvergunningen buiten het welstandsadvies te houden. Naar zijn idee wordt het besluit hierdoor onoverzichtelijk. De heer Van den Brandt geeft aan punt III.7 inzake de bijdrage aan Huisartsenpost Midden-Brabant te willen bespreken in de raad. De heer Musters wil de brieven genoemd onder IV.4, IV.6 en IV.7 aan de orde stellen. De heer Aerts verzoekt om het beroep van de heer Van Delft en de brief van actiegroep ‘Hoor de A59’, welke hier niet opgenomen zijn, bespreekbaar te maken. De voorzitter legt uit dat dit nu niet kan en in de nieuwe vergaderstructuur ingepast zal worden. De heer Pulles gaat in op punt IV.5, de brief van Heusden Eén inzake vragen ex. Artikel 42 van het Reglement van Orde betreffende het rapport van de VROM-Inspectie. Hij kan de heer Van der Lee volledig ondersteunen en stelt voor de punten, zoals door de heer Van der Lee verwoord, mee te nemen en te bezien hoe de handhaving gestalte moet krijgen. De heer Van Spaandonk sluit zich hierbij aan. De heer Nieuwkerk wil horen welk doel de heer Van der Lee voor ogen heeft; stuurt hij aan op een aanscherping van procedures en verbeteringen voor de toekomst? De heer Van der Lee legt uit dat hij met de vragen probeert te verifiëren wat VROM aan hem heeft overgedragen over de sturing op ruimtelijke ordening. Hij ziet daarmee mogelijkheden voor de raad Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

om controlerend bezig te zijn op zaken, die het college achter gesloten deuren doet. Zijn doel is duidelijker in te kunnen spelen op de grote lijnen en een plan om het beter te beheersen. De heer Pulles vraagt of hij het ermee eens is dat bestaande zaken nog gehandhaafd dienen te worden. De heer Van der Lee bevestigt dit niet. De heer Musters vraagt of het verbeterplan nog een raadsvoorstel zal worden. De voorzitter geeft aan dat de raad nog een reactie op de vragen zal krijgen en de uitkomst daarvan zal bepalen of bespreking in de raad nog gewenst is. De voorzitter stelt nu de correspondentie over de verplaatsing van korfbalvereniging NDZW aan de orde. Op verzoek van een aantal raadsleden wordt deze bespreking hier woordelijk weergegeven. De heer Aerts: “Ik heb de antwoorden van het college ingezien en er zit een stukje voorgeschiedenis vanuit het vorige college aan vast. Ik heb ook in de brief- en mailwisseling gelezen dat de heer Van Spaandonk dat bestrijdt. Dat hoor ik dan wel van de heer Van Spaandonk. In de eerste plaats: er zijn 2 clubs gefuseerd vanuit 2 locaties. Er is uitgegaan van de situatie dat er op 1 locatie verder gegaan zou worden; in dit geval Haarsteeg. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen omdat een meerderheid is gekoppeld aan Haarsteeg en dan is dat ook vrij logisch. Van de andere kant: wil je toch een paar zaken aanpakken en zorgen voor een goede accommodatie voor de korfbalclub, dan speelt de zaak met voetbalclub FC Haarsteeg mee en anderzijds dat het sportpark De Hoge Heide de accommodatie van de ene fusieclub is. Dan zul je goed moeten overwegen wat ermee te doen. Ik begrijp dat hier een grote kostenpost aan hangt van €150.000 en het is gemeenschapsgeld en pas na rijp beraad kun je als raad zeggen: wat doen we ermee. Je moet naar de financiën kijken maar ook kijken naar de bezwaren vanuit de korfbalclub, zoals we vanavond hebben gehoord bij monde van de inspreker. Dat hebben we ook gezien in de briefwisseling. In hoeverre kun je daaraan tegemoetkomen zonder dat het de gemeenschap een hoop geld gaat kosten? Ik wacht graag af wat de reacties van de andere fracties zijn en dan kom ik er in 2e termijn op terug.” De heer Van Spaandonk: “Ik begin met een kleine reactie op de kostenpost van € 150.000. Dat is uit de lucht gegrepen, er staat nergens beargumenteerd en gedefinieerd dat het dat zou moeten zijn. Op 26 november stuurden wij u een brief inzake de gang van zaken met betrekking tot korfbalvereniging Neve Down/Zwart Wit met daarin elf vragen op basis van artikel 42 van het Reglement van Orde van de raad van de gemeente Heusden. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van de berichtgeving vanuit het gemeentehuis richting lokale en regionale media en de reacties vanuit de verschillende verenigingen richting pers en politiek. Uw antwoord is op 8 december bij DDE en DMP bezorgd. Bij uw brief zijn geen stukken gevoegd, ofschoon wij daarom hadden verzocht. We hebben reeds per mail aangegeven dat in onze ogen op geen enkele wijze antwoord wordt gegeven op de 11 duidelijke vragen, die door ons zijn gesteld. Wij zullen zo meteen deze vragen herhalen dan wel overhandigen, want u kent ze als het goed is, met het verzoek deze vragen niet in algemene zin maar per vraag te beantwoorden. In uw antwoordbrief, in de uitspraken van de heer Groen tijdens de uitzending van HTR afgelopen zaterdag en in het Brabants Dagblad van 11 december wordt gesteld, dat het college, met name de heer Groen, verbaasd is over de commotie die is ontstaan omdat reeds in januari door mij als toenmalig wethouder Sport zou zijn verteld dat het voor de gemeente geen vanzelfsprekende zaak zou zijn om toe te staan dat de activiteiten van de fusieverenigingen plaats zouden gaan vinden in Haarsteeg, mede gezien de capaciteitsproblemen van voetbalvereniging Haarsteeg en de leegstand van de korfbalaccommodatie in Vlijmen. Ik kan u verklaren dat deze uitspraken door mij níet zijn gedaan. De verenigingen, vertegenwoordigd door hun voorzitters, hebben op hun verzoek met mij en de sportambtenaar een oriënterend gesprek gehad over hun plannen. In dit gesprek is door hen aangegeven dat de veldcapaciteit in Haarsteeg voor de fusievereniging op zich voldoende was, doch dat er wel een probleem zou kunnen ontstaan met betrekking tot de beschikbare kleed- en wasgelegenheid. Het verdere, ook bij u bekende mailverkeer tussen de ambtenaar, de heer Verbaan, en de vereni-gingen geeft aan dat ambtelijk de mogelijkheden en het kostenaspect van tijdige was- en kleed-gelegenheid wordt onderzocht. Alles lag op dat moment open en dat blijkt ook wel uit het feit dat de verenigingen pas op 16 mei in een brief aan het college vragen om met elkaar van gedachten te wisselen over de functie voor de fusie en een definitieve oplossing voor de toekomst. Op 15 juni heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de op dat moment verantwoordelijk wethouder, de heer Groen, bijgestaan door de heer Verbaan en de heren Pulles en Libregts namens de fusievereniging waarin met name is gesproken over de tijdelijke voorzieningen en de daaraan gekoppelde aansluitingskosten en dus duidelijk níet over opzegging van de huur en een verplaatsing naar Vlijmen. Ik geef hierbij dus duidelijk aan dat de uitspraken van de heer Groen naar geschreven pers en naar HTR radio en televisie van afgelopen zaterdag onwaar zijn. Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

Op 4 september heeft er een gesprek plaatsgevonden met de sportraad. U geeft aan dat met de sportraad is gesproken over de plannen van de fusieverenigingen en dat de sportraad kon instemmen met het door de gemeente ingenomen standpunt. Er is contact opgenomen met de voorzitter van de sportraad, de heer Hubben. Deze heeft verklaard dat tijdens het overleg met de heer Groen op 4 september niet is gesproken over de visie van de korfbalverenigingen, dus ook op dit punt spreekt de heer Groen niet de waarheid. Vervolgens zou er binnen het college over gesproken zijn op 10 oktober 2006, waarbij besloten is door het college dat niet akkoord wordt gegaan met de door de fusieverenigingen gestelde voorwaarde dat de nieuwe vereniging zal spelen in Haarsteeg. Voorzitter, als het college iets besluit, dan staat dit op een openbare besluitenlijst van het college. Dit is niet het geval omdat op de besluitenlijst van het college van 10 oktober hierover niets is opgenomen. Op 21 november is onder agendapunt 14a de accommodatieproblematiek van ND/ZW besproken in het college. Het onderliggende stuk daarbij was alleen maar het in de week daarvoor uitgegane persbericht van wethouder Groen. U geeft aan dat het besluit om de huur op te zeggen een privaatrechtelijke handeling is, waartoe het college bevoegd is en waarin de raad geen stem heeft. Formeel heeft u wellicht gelijk. Echter, wanneer u de huur opzegt aan een vereniging die puur en alleen omdat zij als sterke vereniging een zustervereniging wil helpen en daardoor komt tot behoud en versterking van de korfbalsport binnen de gemeente, heeft het wel degelijk iets te maken met de raad. Zeker als in het proces wat tot deze opzegging heeft geleid, wethouder Groen een heel eigen koers is gaan varen en nu door middel van het neerschrijven en uitspreken van onwaarheden het in onze ogen onjuiste optreden wordt weggeschreven. Naast de reacties op bovenstaande vragen, geven wij nogmaals aan dat wij een antwoord verwachten op de vragen zoals die in onze brief zijn vermeld. Ik wil ze herhalen, maar u heeft ze dus ik acht dat op dit moment niet nodig, maar u krijgt ze aangereikt dus u kunt daar in 1e termijn op antwoorden.” De heer De Laat: “Zoals bekend hebben wij als fractie DMP geageerd tegen de mogelijke huuropzeg-ging voor NDZW. De eerder genoemde tegenstelling is volstrekt weg en de 2 verenigingen hebben zich met elkaar ontfermd over de korfbalvereniging Haarsteeg. We hebben gemeend schriftelijk vragen te moeten stellen op grond van artikel 42 van het Reglement van Orde. Sindsdien is de eerdere commotie en onduidelijkheid alleen maar groter geworden en dienen zich steeds meer vragen aan. Enerzijds is dit een gevolg van allerlei aangereikte informatie uit de verenigingen, de sportraad en andere betrokkenen en anderzijds vanwege de wijze van beant-woorden van onze brief. Wij vinden deze beantwoording zwaar onder de maat en getuigen van minachting voor de raad. Ik was vreselijk boos en ontdaan, maar het is ook onbegrijpelijk voor mij dat een brief door een voltallig college zó kan passeren. Voor alle duidelijkheid: wat heeft NDZW gevraagd? Vanwege de omvang van de gefuseerde club vroeg zij om uitbreiding van kleedruimten en sanitaire ruimten. In alle communicatie van de wethouder wordt gesuggereerd dat er uitbreidingen worden gevraagd die gigantisch veel geld kosten. Ik hoor de heer Aerts praten over € 150.000. Waar hij die wijsheid vandaan haalt, niemand weet het. Er is dus geen sprake van gigantische investeringen. Overigens kunt u dit teruglezen in het emailverkeer tussen de verenigingen en de gemeente waar overigens de gemeente met de regelmaat van de klok weigert te antwoorden en weigert besluiten toe te zenden. Wat uit het emailverkeer blijkt, is dat de vereniging dus echt alleen maar vroeg om uitbreiding van voorzieningen. Dat de mededeling van de heer Groen op 15 november insloeg als een bom, kunnen wij ook heel goed begrijpen. Zijn mededeling dat hij namens het college en de raad dit bericht moest brengen, blijkt nergens uit. Sterker nog, navraag bij twee collega-wethouders gaf aan dat er van een collegebesluit geen sprake was. Gewoon gepubliceerd. Als antwoord op de eerste vraag van onze brief van 23 november 2006 of het college besloten heeft de huur op te zeggen, wordt gemeld dat het college hierover op 10 oktober gesproken heeft en besloten heeft niet akkoord te gaan met de door de vereniging gestelde voorwaarden. Dit is echter niet aangetroffen in een openbaar besluit. Wie of wat moeten wij nou geloven? Wat is nu de waarheid? Op 21 november 2006, enkele dagen nadat de commotie mede door de overval via de pers was ontstaan, kwam er een openbaar besluit. Dan blijkt uit navraag bij de griffier dat er geen sprake was van een collegevoorstel, het was slechts een persbericht. Het besluit maakt duidelijk dat wethouder Groen vooruit is gelopen op de openbare besluitvorming. Bij DMP komt dit over als rugdekking aan de wethouder die op de, zijn bekende solotour was. Van de heer Groen willen we weten of er sprake was van een unaniem collegebesluit of een meerderheidsbesluit. Misschien zou het wel eens kunnen zijn dat hij er niet achter stond. Daar is onze hoop op gevestigd. Graag krijgen wij een antwoord op de vraag op basis van welk beleid het besluit genomen is. Daar is absoluut niet op geantwoord. Wij zijn toch gewend in dit huis onze besluiten te nemen op basis van vigerend beleid. Vigerend beleid in onze gemeente is tot nog toe niet anders geweest dan dat wij vooral de eigenheid van de kernen willen Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

handhaven. Als je dan kijkt naar de kern en je kijkt naar NDZW, dan is dat Haarsteeg met direct daarbij de Vijfhoeven. Volstrekt duidelijk dus dat men zich daarop oriënteert. Op 4 september 2006 zou overleg met de sportraad over de situatie van NDZW hebben plaatsge-vonden. Uit navraag bij de voorzitter van de sportraad blijkt dat slechts gesproken is over een visiedocument dat als onderlegger gebruikt diende te worden voor de sportnota waarvan mogelijk de bevruchting heeft plaatsgevonden. Van de heer Groen willen we weten wat de waarheid is. Antwoord op onze vraag waarom de vereniging niet voldoende tijd heeft gehad om hun leden ordentelijk te kunnen informeren, ontbreekt. Is hier sprake van een overvaltactiek? Graag een antwoord over de werkelijke redenen. Wij kunnen ons niet voorstellen dat de wethouder het serieus meent dat je zoiets per e-mail af kunt doen. Of het college de heer Groen heeft opgedragen naar de media te communi-ceren zoals het gebeurd is, willen we eveneens nog weten. Gelukkig hebben we uit uw brief kunnen opmaken dat de heer Groen ten onrechte heeft aangegeven in opdracht van de raad te spreken. Het is een afgeleide uit de brief, maar ook hierop krijgen wij geen rechtstreeks antwoord. In onze brief hebben wij op grond van de Wet Openbaarheid Bestuur gevraagd om alle informatie en stukken ten aanzien van het onderhavige onderwerp toe te zenden. Wij vinden het schandalig dat hier geen enkele reactie aan gewijd is. Ik wil nog eens onderstrepen dat dit ook wijst op minachting van de raad. In uw brief wordt verwezen naar uitspraken van de toenmalige wethouder van sport, de heer Van Spaandonk. Op basis van de correspondentie die wij ontvingen en navraag bij de fractie geeft aan dat die uitspraken nimmer gedaan zijn, hetgeen blijkt uit de ingeslagen koers door zowel de verenigingen als de gemeente. De zojuist geuite mening van de heer Van Spaandonk hierover is ondubbelzinnig. Eenzijdige informatie door de vereniging, zoals beweerd wordt door de heer Groen en de media is een pertinente onwaarheid, zoals blijkt uit de correspondentie en informatie die wij hebben. Kan wethouder Groen staven wat hij hierover geschreven en gezegd heeft? Heeft de heer Groen het argument gebruikt dat er nooit uitbreiding kon komen achter het sportpark vanwege woningbouw die daar zou komen? De presentatie over de structuurvisie gaf vorige week heel iets anders aan en ik kan u uit eigen ervaring vertellen dat het niet zo kan zijn. In een eerdere situatie, toen ik nog wethouder was in het college, heb ik persoonlijk met Woonveste gesproken over verwerving van de grond achter het sportpark Haarsteeg met de bedoeling om daar de uitbreiding te gaan plaatsen voor in ieder geval VV Haarsteeg en zo nodig voor de korfbalvereniging ZwartWit. Het zal voor eenieder volstrekt duidelijk zijn dat DMP duidelijkheid wil hebben over het hele gebeuren. Wat vandaag de ene vereniging overkomt, kan namelijk morgen de andere overkomen. Met deze aanpak van de sport mogen en kunnen wij niet gelukkig zijn. Ik zie dat als een grote bedreiging. Ten aanzien van het verzoek van NDZW willen wij als fractie DMP het college meegeven dat wij op basis van vigerend beleid en alle argumenten, ook aangedragen door de korfbalvereniging, volledig overtuigd zijn van de noodzaak de vereniging ter plekke te laten sporten. Dit in het belang van de vereniging, de korfbalsport, de sporters en ouders van sporters. De collega’s in de raad roepen wij op dit standpunt te ondersteunen. Allemaal vinden wij namelijk het verenigingsleven het cement van de samenleving. Laten wij hieraan niet gaan morrelen, laten wij er geen zoutzuur op strooien. Tot slot willen wij kwijt dat wij de wijze waarop de heer Groen twee verenigingen, die al jarenlang buitengewoon goed met elkaar optrekken en zelfs samen van voorzieningen gebruik maken, tegen elkaar uitspeelt, ten zeerste afkeuren. Dit doet hij in de pers, dit doet hij voor de HTR. Overigens is het vertrek van de korfbalvereniging geen adequate oplossing voor VV Haarsteeg, maar slechts een fopspeen. De VV Haarsteeg heeft recht op een oplossing, die recht doet aan ons sportbeleid en hetzelfde geldt voor NDZW.” De heer Pulles: “Tijdens de laatste begrotingsbehandeling heb ik gemeend niet te moeten meestemmen inzake uitbreiding sportpark Haarsteeg. Dit om de integriteit zoveel mogelijk te waarborgen. De tijd heeft echter geleerd dat deze houding niet altijd wordt gewaardeerd. Zeker niet als blijkt dat vanuit dit huis door diverse personen onjuiste en op onzorgvuldige wijze informatie naar buiten wordt gebracht. Als gekozen raadslid heb ik op me genomen de belangen van de burger en gemeente op een open en eerlijke manier te behartigen. Ik heb als voorzitter van de vereniging geen enkel persoonlijk belang bij de beraadslaging rondom deze kwestie en daarom zal ik gebruik maken van het recht om deel te nemen aan discussies of stellingen indien ik daar zelf de tijd rijp voor acht.” De heer Nieuwkerk: “We hebben veel informatie gekregen, maar daar wil ik inhoudelijk niet op ingaan. Ik wil alleen even wijzen op onze begrotingsbehandeling. Er is raadsbreed gezegd dat er iets aan de sportaccommodaties gedaan moet worden. We hebben moties ingediend, waar iedereen sympathiek tegenover stond maar deze werden ontraden omdat er geen structurele dekking voor was. We hebben daarbij ook gewezen op uitbreiding van wonen en op de sportfunctie. Het sportpart Haarsteeg is een belangrijk punt daarbij. Wij vinden het vreemd dat je daar wijzigingen zou aanbrengen en aan een vereniging die geen uitbreiding vraagt, gezegd wordt dat het maar moet Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

verkassen omdat men zo vriendelijk is geweest een andere club mee op te vangen. Ik zit met een paar dingen en die vind ik terug in de brief die u verstuurd heeft aan de fractie DMP en DDE. Steeds komt naar voren dat de wethouder gezegd heeft dat hij namens de raad sprak en ik moet eerlijk zeggen: ik heb daar nooit iets van gemerkt in de raadsbesprekingen, dus ik keur dat ten zeerste af. Ten tweede: de heer Van Spaandonk wordt ten tonele gevoerd als voormalig sportwethou-der. Gelukkig heeft hij daar nu duidelijk afstand van genomen, maar ik wil van de heer Groen weten of de heer Van Spaandonk liegt of niet. Hetzelfde geldt voor de sportraad. Heeft men het nu wel of niet besproken? Kan de heer Groen dat middels verslagen aantonen? Ik heb geen verslagen gezien. Ik heb erg veel moeite met de toonzetting in de brief, waarin gemeld wordt dat de huur opgezegd zal worden. Eerst wordt gezegd: ‘wij spreken namens de raad’ en later wordt gemeld dat de raad er niets over te zeggen heeft. Ik vind het te pas en te onpas gebruik maken van en ik vind het een zinsnede die druipt van de arrogantie in de zin van ‘waar bemoeit men zich mee, we doen toch wat we willen’. Ik denk dat dat niet kan. Ook al heb je een contract, dan moet je ook nog redenen hebben. Je kunt het niet maken om een gevestigde vereniging binnen 3 maanden op straat te schoppen. Anderzijds bevreemdt het mij in hoge mate dat niemand van de coalitiepartijen zich geroepen voelt hierover iets te zeggen. Ik denk dat op die manier de handelwijze van de heer Groen in de kaart gespeeld wordt. Ik vind dat u de plicht heeft uw mening te geven over deze zaak en ik zal zo nodig dat via een motie naar voren laten komen. Ik vind dat het hier om veel meer gaat dan alleen maar een clubje wat we eventjes van links naar rechts proberen te pushen. Het gaat over de geloofwaardigheid van de politiek, het gaat erover of de wethouder de waarheid spreekt, of hij gebruik of misbruik van de raad maakt. Ik vind het dus heel diepgaand en ik hoor graag de meningen, ook van de coalitiepartijen.” De heer Van den Brandt: “Veel van wat ik zou willen betogen, is al gezegd. Ik sluit me dan ook volledig aan bij de woorden van de heren De Laat, Van Spaandonk en Nieuwkerk. Zeker ook omdat ik erg getriggerd wordt vanwege het feit dat er gezegd is dat er namens de raad gesproken wordt. Ik zou ervan op de hoogte moeten zijn, maar kan daar niets van terugvinden. Ik vind ook dat er niet zorgvuldig gehandeld is, naar de verenigingen maar ook naar de raad. Dat vind ik een minachting. Natuurlijk mag er een weging gemaakt worden over de accommodaties op de Vliedberg en in Haarsteeg. Als je dat doet en je weet dat er emotie aan te pas komt, dan zou je het middels discussie, ook in de raad, direct moeten spelen en niet via een overvaltechniek met militaire precisie er doorheen duwen. Ik vind dat een kwalijke zaak. Gemeentebelangen vindt dat de Vliedberg ook in beeld zou kunnen komen. Wij hebben echter twee zaken zwaarder laten wegen en komen daardoor ook op een andere uitkomst als die van wethouder Groen en het college. Het toekomstperspectief op de plaats in Haarsteeg is namelijk vele malen beter en de voetbalvereniging Haarsteeg wordt er noch op korte, noch op lange termijn wijzer van. Ze worden er niet mee geholpen en daarom zijn we het er niet mee eens. Het betrekkingsniveau is ongelofelijk: een methode van verdeel en heers. Het is bekend bij deze wethouder en ik vind het jammer dat hij weer in deze fout vervalt. Een wethouder wordt politiek gelegitimeerd door een raad en er zullen mensen zijn in deze raad die de handelswijze legitimeren. Ik ben erg benieuwd of de raadsleden zich uit durven spreken dat ze de handelswijze van deze wethouder op deze manier dan ook daadwerkelijk durven en willen onder-steunen en daarbij met droge ogen dat willen volhouden naar de verenigingen die het hier betreft. Ook een oproep naar de vijf collega’s in het college, die volgens de berichten toch wel overrompeld zijn en vervolgens in de pers wel allerlei omtrekkende bewegingen moeten maken om het uiteindelijk weer een beetje recht te trekken. Graag hoor ik van deze mensen of zij daadwerkelijk van tevoren op de hoogte waren en dat het ook ergens zwart-op-wit staat. Ik zou de oproep willen doen om wethouder Groen namens de raad de opdracht te geven om terug te komen op deze bestuurlijke dwaling en opnieuw met ons in discussie te gaan over een andere oplossing als tot nu gekozen.” De voorzitter geeft gelegenheid tot het geven van reacties. Mevrouw Van den Dungen: “Ik vind het schandalig wat er allemaal wordt geroepen: overvaltactiek, onwaarheden en hoe met de situatie is omgegaan. Dat kan ik allemaal omdraaien. Slagvaardigheid wordt nu betiteld als ‘buiten het boekje gaan’. Er worden allerlei zaken bij gehaald zoals het vandalisme, maar dat is in heel de gemeente aan de hand. Natuurlijk spelen er emoties mee, maar ik denk dat we vergeten waar het werkelijk om gaat. De korfbalvereniging heeft 2 locaties. Het sportpark in Haarsteeg is overbelast. De voetbalvereniging heeft al jaren een groot probleem en in Vlijmen staat een prima accommodatie voor de korfbal. Wat is dan een logische stap die je kunt maken? Vlijmen te handhaven als korfballocatie, dan kun je voor de voetbalvereniging Haarsteeg een jaren durend Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

probleem oplossen. Als je vele reacties hoort van verenigingen om ons heen, dan vindt men dat je een locatie in Vlijmen toch niet zomaar laat verpauperen. Eigenlijk is het een eenzijdig verhaal, want we wisten al langer dat het college er wel eens anders over kon denken maar er is naar buiten toe constant geroepen dat men in Haarsteeg wilde blijven. Een uitbreiding van de voorzieningen daar kost ook geld. Ik vind het jammer dat er aan de andere kant zoveel kritiek is. De druiven zijn zuur als er snel zaken worden afgehandeld. Wij blijven voor de volle 100% achter het voorstel staan van het college. ” De heer Van den Brandt: ”Mevrouw Van den Dungen, waar is uw geloofwaardigheid? De afgelopen jaren stond u op de bres; als er ook maar één vinger werd uitgestoken naar welke vereniging dan ook, schreeuwde u moord en brand. Het was het cement van de samenleving, blijf eraf! Nu stapt u er gewoon overheen en u beschermt alleen maar uw eigen wethouder.” Mevrouw Van den Dungen: “Er wordt nu een oplossing gecreëerd. De gefuseerde korfbalvereniging krijgt een locatie en het langdurige probleem van VV Haarsteeg wordt opgelost. Wat moeten we dan nog anders doen?” De heer Van den Brandt: “Uw krampachtige bescherming geeft aan dat u hiervoor móet gaan strijden, maar er is geen oplossing voor VV Haarsteeg. Het erge is dat er een wig gedreven moet worden tussen deze twee verenigingen, terwijl zij absoluut onderkennen dat er geen oplossing is voor korte of lange termijn. U blijft dit nu volhouden omdat u blijkbaar een andere opdracht heeft gekregen.” Mevrouw Van den Dungen: “Hoe kunt u het aan de buitenwacht verkopen dat er in Vlijmen een schitterende locatie vrij blijft staan, terwijl er in Haarsteeg voorzieningen moeten komen?” De heer Van Spaandonk: “Het enige wat er aan tijdelijke voorziening nodig is voor de korfbal-vereniging zijn de kleedlokalen. Daarbij komt dat er op geen enkele wijze wordt ingegaan op de mogelijkheid de vrijkomende locatie in Vlijmen op een andere, meer effectieve wijze te benutten. Als de vereniging ZwartWit niet had willen fuseren, had u daar dan ook de huur opgezegd?” De heer De Laat: “Wat mij hogelijk verbaasd is dat degene, die al jarenlang roept de ‘bescherm-vrouwe van de verenigingen in de sport’ te zijn, nu zo simpel alleen de locatie noemt. Alle argumenten van de korfbalvereniging - 85% van de leden komt direct uit de buurt - daar stapt zij nu zo overheen! Zij vergeet ook dat het korfbalveldje nog niet een fractie van de oplossing vormt voor de problemen van VV Haarsteeg. Zij verwijst onterecht naar de tijd dat de heer Van Spaandonk wethouder was. Alle dingen die er fout zijn gegaan, doet zij af met het woord ‘slagvaardigheid’. Er wordt gesproken over een mogelijke verpaupering van de locatie Vlijmen, maar de wethouder zou daar het liefst woningbouw zien.” De heer Nieuwkerk: “Mevrouw Van den Dungen heeft inhoudelijk gereageerd, over de voor- en nadelen van een verplaatsing van de vereniging, maar waar ik op doelde was de manier waarop het gegaan is en dat de raad misbruikt is. Dat noemt zij dan slagvaardig beleid, maar voor mij is het slagvaardig met de botte bijl. Dat is niet de tactiek om met verenigingen om te gaan. Je kunt niet dreigen om binnen 3 maanden de huur op te zeggen, dat is niet sociaal.” Mevrouw De Wild: “Ik heb moeite met het soort ping-pong wat aan mij voorbij komt van welles en nietes. We hebben ons in de fractie gebogen over hetgeen er aan de hand is en waarom die verhuizing moet plaatsvinden. De argumenten en wensen van de korfbalclub zijn helder en begrijpelijk. Zij willen in Haarsteeg blijven en noemen argumenten als onveiligheid, afstand, de pr-waarde van het park, de parkeerruimte, het vandalisme en dergelijke. Het geeft de gevoelswaarde aan van de betrokkenheid bij de locatie in Haarsteeg. Daar kan ik tegenover stellen dat het wonen in kleine kernen met zich meebrengt dat je voor voorzieningen wel eens wat afstanden moet afleggen en dat het vandalisme op De Hoge Heide mogelijk niet groter is dan elders. De betrokkenen van de korfbalclub worden als eerste geconfronteerd met het beleid uit het coalitie-programma. In dit programma staat dat het van belang is dat de vele versnipperde sportaccommo-daties zodanig geherstructureerd worden en verdeeld dat er dus efficiënter gebruik van gemaakt gaat worden. Het hebben van zoveel sportparken en –parkjes binnen onze gemeente gaat uiteraard gepaard met hoge kosten. In het belang van die herverdeling is het goed dat de nieuwe korfbalvereni-ging juist naar Vlijmen gaat en dat in Haarsteeg gewerkt wordt aan meer ruimte voor de voetbalclub. In Vlijmen staat een locatie die anders leeg zou komen staan en hier gaat voor ons het algemeen belang boven het clubbelang. Het collegebeleid wordt door ons gesteund, het is de uitvoering van het programma. De communicatie tussen de gemeente en de clubs verdient ons inziens geen schoonheidsprijs, sterker nog: we geven dat een vette onvoldoende. Wij hopen dan ook dat partijen weer met elkaar aan tafel gaan om constructief te bekijken hoe vanuit de ontstane situatie toch een win-win verhaal tot stand gebracht kan worden.” De heer Aerts: “Ik wil graag horen van de verantwoordelijke wethouder wat er in de visie van het college nou precies aan de hand is.” Mevrouw Couwenberg: “De VVD-fractie zou ook eerst een reactie willen horen van wethouder Groen voordat zij inhoudelijk reageert.” Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

De heer Van Helvoort: “Als ik deze kwestie vergelijk met de ellendige situatie in Otjiwarongo, vind ik het schandalig dat hier zo over een weeldeprobleem wordt gesproken.” Wethouder Groen: “De schuldige staat achter het tafeltje. Zoals wel vaker gebeurt in deze vergade-ring, wordt er op de persoon gespeeld. Ik ben blij met de toevoeging van de PvdA want er zijn inder-daad een aantal opdrachten vanuit de raad gegeven. Eén is het ambitieprogramma van de coalitie. Dat de oppositie daar afstand van genomen heeft, is wel duidelijk maar het is wel de opdracht van de raad aan het college. De argumenten die door de PvdA zijn genoemd, zijn de argumenten die aan dit beleid ten grondslag liggen. De heer De Laat: “De heer Groen geeft aan dat het coalitieprogramma het beleid is waarop deze beslissing gebaseerd is. Het ambitieprogramma is naar mijn weten nog niet vertaald in een beleids-document en ik wil graag van hem horen of dat zo is of niet.” De heer Groen: “Ik geef antwoord op alle gestelde vragen en elke interruptie neigt ertoe dat je op dát aspect ingaat. Hoe het college aankijkt tegen het ambitieprogramma van deze coalitie heb ik net verwoord. Dat is aangenomen in deze raad en daar hoef ik niets aan toe te voegen, daar heb ik reeds antwoord op gegeven. De beantwoording door het ambtelijk apparaat is in de brief overgenomen en die brief houdt het college keihard overeind. De inhoud van die brief is gewoon waar. Daarna is het een verslaglegging over wat er is gebeurd. Over wat er in de verwijtende sfeer is geuit, kan ik het volgende zeggen. In het verslag van de sportraad van 4 september 2006 wordt in punt 5 de fusie van de korfbalverenigingen genoemd. Toch gelooft u dat het niet besproken is. Het gaat dus om emotie, niet om een zakelijke afweging. Op 10 oktober is er wél een besluit van het college genomen maar dit besluit is pas op 21 november openbaar gemaakt. Het is allemaal zoals het in de brief staat. De opdracht van de raad zie ik dus tweeledig. Natuurlijk gaat het over de ambitie van de coalitie en hoe we daarmee om moeten gaan, maar die heb ik ook nog gezien bij de begrotingsbehandeling waarbij de hele raad zich heeft ingespannen om te zorgen dat er een aantal dingen in ieder geval wel geregeld zou worden volgend jaar. Dat is RKDVC en VV Haarsteeg. Andere verenigingen zijn niet genoemd. Ik heb toen namens het college geantwoord dat wij ons echt ook richten op die twee grootste problemen die nu al jaren bestaan, namelijk RKDVC en VV Haarsteeg. De oplossing die het college voorstaat en die ook besproken is met VV Haarsteeg, is het creëren van een extra veld en het inrichten van 2 kunstgrasvelden waarbij de vereniging voorlopig de eerste 8 jaar vooruit kan. Uitbreiden naar de andere kant is niet zo gemakkelijk. Alle gesprekken, ook van het vorige college, om een eventuele uitbreiding van het sportpark snel mogelijk te maken, hadden dan al resultaat gehad. Het gaat alleen niet om het huren van een grasveld, het gaat om een functieverandering en daar let de provincie helaas heel erg op. Je kunt dat niet even snel regelen. Over de toon waarop het dan gaat: er wordt gezegd ‘er valt met ons wel te praten over een zakelijke benadering’ maar er wordt gedaan of het de militaire precisie van een dodelijke machine is. Daar heb ik toch wel wat moeite mee want duidelijkheid is wat anders dan dodelijke precisie. Ik meen dat u toch eens op moet passen wat u allemaal zegt, u gaat veel te ver in het persoonlijk onderuit halen van mensen die hier een taak doen voor anderen. Het is wel een hobby in deze raad. Over de communicatie kun je strijden. Ik kijk terug naar hoe lang er al met de korfbalvereniging over gecommuniceerd is. Ik heb ook gezien dat de waarheid daarover maar net is met wie je er tegenaan kijkt. Ik begrijp heel goed dat een club met een verband en emotie heel erg met elkaar te maken hebben, maar wat is er daadwerkelijk aan de hand? Je praat over een korfbalvereniging met 2 locaties en een voetbalvereniging met een groot probleem. Beide dingen kunnen we oplossen. De korfbal-vereniging gaat 2 km de andere kant op, krijgt daar een keurige locatie die in overleg met de club kan worden aangepast aan hun wensen en de voetbalvereniging kan geholpen worden zoals ik heb aangegeven. Wat is daar nu fout aan? Het is heel duidelijk verwoord door de fractie van de PvdA. Ik zie het als een invulling geven aan de ambitie die deze coalitie heeft. Wij lossen problemen op, laten ze niet jaren op een rij staan maar nu meedoen betekent een goede oplossing zowel voor RKDVC als voor VV Haarsteeg en inderdaad, díe problemen vinden wij zwaarder en groter dan die van de korfbalvereniging. Wat dat betreft ben ik het met de heer Van Helvoort eens, het is een luxeprobleem op 2 km afstand.” De heer Nieuwkerk: “Ik heb het antwoord gemist of de wethouder namens de raad gesproken heeft. Als hij met de raad bedoelt het ambitieprogramma, dan betekent het dat wij voortaan gewoon thuis kunnen blijven.” De heer Groen: ”Het is zoals ik heb aangegeven. De urgentie van de raad om VV Haarsteeg te helpen, die heb ik gebruikt. Daar zijn de moties duidelijk genoeg over. En als het zo emotioneel wordt als u daarnet heeft laten zien, dan snap ik ook wel dat niet alles zo goed wordt opgevangen. Het kan zijn dat ik daar dan iets te duidelijk in ben geweest, maar we hebben ook haast. In september 2007 willen we voor VV Haarsteeg het probleem hebben opgelost en ik denk dat die ambitie terecht is.” Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

In tweede termijn. De heer De Laat: “Ik zit met een zwaar teleurgesteld gevoel. Ik vind dat de wethouder zich heel erg makkelijk van de zaak afmaakt. Ik vind dat de vragen die zijn blijven liggen, alsnog beantwoord zouden moeten worden. Er is ook nog een lijstje van de heer Van Spaandonk. In een besloten stuk van het college van 10 oktober is het besluit genomen om de vereniging ZW te transporteren naar de Vliedberg. Waar is de slagvaardigheid, zoals genoemd door mevrouw Van den Dungen, tussen 10 oktober en 15 november? Wat is de reden dat die slagvaardigheid achterwege is gebleven? Ik vind het onzin wat de heer Groen vertelt dat het heel moeilijk is om bij de provincie te regelen om het sportpark aan de achterzijde uit te breiden. In februari heeft het college een brief geschreven aan de provincie. Dat men hier vervolgens gaat wachten tot er een antwoord komt op die brief, vind ik wel merkwaardig. De discussie over de inrichting is een hele simpele als de gemeente goed onderbouwd gebruik maakt van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Ik vind het onzin als je zegt dat het niet kan. Ik denk dat VV Haarsteeg zich achter de oren zal krabbelen als ze nu genoegen moeten nemen met de oplossing die hier aangereikt wordt, welke geen oplossing is voor de behoefte en noodzaak die er is. Ik denk dat die club dan liever nog een jaar wil wachten. Ik denk dat de club ook nog zoveel in zich heeft dat zij niet een vereniging, die al jarenlang met hun samenwerkt en een noodlijdende vereniging helpt, tekort wil doen.” De heer Pulles: ”Ik wil van de heer Groen weten of wij kennis kunnen nemen van het verslag van 4 september van de sportraad. De voorzitter heeft aan mij persoonlijk verklaard dat er niet over gespro-ken is, maar dat er wel een paar keer geprobeerd is door de heer Groen om hierover te spreken. Er is nog nooit en te nimmer een officieel verzoek bij de sportraad binnengekomen om hierover van gedachten te wisselen. Als de heer Groen meent dat beraad over wat te doen met de verenigingen overleg is, dan klopt het wat vanavond al een aantal keren geuit is: overleg betekent dan niet overleggen, maar opleggen.” De heer Nieuwkerk: “Ik heb een vraag aan de heer Groen om in voorkomende gevallen maar te spreken over de meerderheid van de raad en niet over de raad. Ik vind niet dat hij dat als mijn overtuiging voor moet dragen en ik vind het jammer dat hij zich daarachter verschuilt. Als het te pas komt, wordt het gebruikt en als het niet te pas komt, heeft de raad gewoon niets te zeggen want dan is het een bevoegdheid van het college. Ik concludeer dat volgens wethouder Groen de heer Van Spaandonk gewoon keihard zit te liegen. Dat geldt dan ook voor de voorzitter van de sportraad. Ik heb daar een heel onplezierig gevoel bij. Een lachertje is het idee dat de provincie dit niet zou toestaan. Al met al een zeer onbevredigend gevoel en ik moet echt zeggen dat de communicatie nergens op slaat. Zo gaat je niet met sportbesturen om. Ik geef het een zware onvoldoende en overdenk nog of het een gele kaart waard is. Verder wil ik nog weten of die besluiten die in beslotenheid genomen worden, ook worden vastgelegd. Worden daar verslagen van gemaakt? Dan zou ik die graag ter inzage hebben.” De heer De Laat: “Ik neem aan dat aan onze vraag om alle stukken beschikbaar te stellen, nog wordt voldaan.” De heer Van den Brandt: “De voorzitter van de sportraad en de heer Van Spaandonk spreken dus niet de waarheid volgens de heer Groen. Verder treedt er een rookgordijn op over alleen maar emotionele raadsleden die niet bij machte zijn om een feitelijke afweging te maken. Dat is ook een constatering van de heer Groen. Ik durf wel te zeggen dat er inderdaad enige emotie voelbaar is, maar ik ben me er wel degelijk van bewust dat er ook een feitelijke afweging heeft plaatsgevonden, daar waar wij hebben aangegeven dat wij het sportpark Vliedberg betrokken hebben in onze afweging en uiteindelijk tot een andere keuze zijn gekomen. Dit omdat wij vinden dat de toekomst van de fusie-verenigingen dan vele malen gunstiger en rooskleuriger is als dat de keuze van Groen gerespecteerd zou gaan worden. Ik vind dat een hele bewuste keuze, temeer omdat wij van mening zijn dat VV Haarsteeg op korte als lange termijn hier niet mee geholpen is. Ook vanuit de VV Haarsteeg is dit een duidelijk signaal. Ik blijf bij mijn mening dat de gekozen communicatiestructuur van wethouder Groen een zeer armoedig beleid is en gelukkig wordt dit door de PvdA ondersteund. Ik kan er niet over uit dat op deze manier een dwingend beroep op met name de fractie Heusden Eén bij monde van mevrouw Van den Dungen een heel ander beleid laat zien als dat men in voorgaande jaren voorstond en dat vind ik echte armoede.” De heer Van Spaandonk: “Iemand die mij beticht van het vertellen van een leugen, is de eerste. Integriteit is eerder aan de orde geweest en ik wil daar niet verder over uitweiden. Ik kan zeggen dat ik integer ben en dat hetgeen ik zeg, waar is en dat blijkt ook uit alle stukken. Alles wat er ligt, wijst erop dat ik een oriënterend gesprek heb gehad met de fusieverenigingen om te kijken naar een tijdelijke oplossing voor het kleedkamerprobleem. Dat het niet ging om extra ruimte om te spelen, ziet u ook in het emailverkeer tussen de ambtenaar en de verenigingen. De wijze waarop ik met de fusie-verenigingen heb gesproken, wordt bevestigd door de fusieverenigingen en alle acties daarna, Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

ook in de brief van de verenigingen van 16 mei waarin zij expliciet aan uw college vragen om mee te denken aan een oplossing voor het probleem. Dus het was nog volkomen open op dat moment. Er zijn geen toezeggingen gedaan, er is alleen gesproken over een tijdelijke oplossing. Ik distantieer me van de woorden van de heer Groen als hij beweert dat ik iets gezegd zou hebben wat in de lijn van de besluitvorming van de heer Groen ligt. Ik heb eerder gezegd dat ik niet alle 11 vragen opnieuw wil voorlezen. Ik heb ze uitgereikt, de heer Groen beschikt hierover en ik wil vragen om deze alsnog te beantwoorden. DDE gaat niet akkoord met de beantwoording van de vragen in de brief zoals die gezamenlijk aan DDE en DMP is verstuurd. Ik denk dat de raad en de burger binnen deze gemeente recht heeft op de waarheid en antwoord op vragen die gesteld zijn. Ik vraag de voorzitter om op dit moment een schorsing toe te staan.” De voorzitter schorst vervolgens de vergadering. Na de heropening geeft hij het woord aan de heer De Laat: “De emoties gieren nog rond en het lijkt ons op dit moment zinvol om de beraadslagingen op te schorten. Het geeft de ruimte om de vragen die nog niet beantwoord zijn, alsnog te beantwoorden. Daar hebben wij recht op denken we, als we het hebben over artikel 42. Het geeft vervolgens de mogelijkheid om alle stukken aan te reiken die wij gevraagd hebben op basis van de Wet Openbaar-heid Bestuur, bij voorkeur verslagen die ook zijn geaccordeerd. Dan kunnen wij er in een eventuele volgende vergadering op terugkomen.” De voorzitter vraagt wat de raad van dit ordevoorstel vindt. De heer Groen: “Ik denk dat er vanavond veel dingen zijn gezegd over wat de waarheid is of niet. Mensen hebben zichzelf aangevallen gevoeld, mensen hebben zelf conclusies getrokken die niet gezegd zijn, ook niet door mij. Ik denk wel dat we niet nog een keer zo’n raadsvergadering over weer de interpretatie van de feiten moeten hebben. Ik stel toch voor dat de raad dit vanavond afwerkt want zo prettig is het niet en het is ook niet prettig voor al die mensen waar het steeds over gaat. Ik wil wel toezeggen namens het college dat alles wat openbaar is, wordt toegestuurd en dan zullen we zien dat de waarheid wederom in het midden ligt. Ik stel aldus voor om het vanavond af te werken.” De heer Pulles: “De waarheid in het midden betekent al dat er geen uitgesproken waarheden zijn. Het is een bewering waar we wederom alle kanten mee opkunnen.” De heer Groen: “Dat blijft het, zeker als belanghebbenden in de raad zitten en zich ook nog uiten.” De heer Pulles: ”Ik heb daar geen enkele moeite mee, ik reageer gewoon als raadslid. Ik zal de positie innemen die ik zelf meen in te moeten nemen en ook een eigen keuze maken.” De heer De Laat: “Ik ben begonnen met zeggen dat de emotie nog rondwaart bij oppositie en coalitie. Altijd, alles en iedereen weet dat de tijd daarin kan helpen, maar ik heb ook geleerd tijdens de schorsing dat er nog vragen leven ten aanzien van beantwoording. Mensen die gewoon zaken willen verifiëren en het dan moeilijk vinden een standpunt in te nemen. Mensen aan weerskanten van de discussie, dus ik denk dat je dan ermee gebaat bent om die duidelijkheid naar elkaar te verschaffen en dan zou de conclusie wel eens heel erg snel getrokken kunnen worden de volgende keer. Ik kan me niet voorstellen dat de voetbalvereniging Haarsteeg, de vereniging ZwartWit en de politiek plotseling zo snel moeten zijn. Ik roep toch op om elkaar die tijd te gunnen en op basis van feiten te oordelen.” De heer Aerts: “Ik ben verbijsterd over wat er hier over tafel is gegaan. De beschuldigingen die vanavond zijn geuit, zijn dermate zwaar dat het voor mij alle perken van fatsoen te buiten gaat. De kern is dat er twee sportverenigingen zijn, waar iets mee moet gebeuren. Er ligt een voorstel van het college en in het belang van de verenigingen moet je daar wederzijds over kunnen praten. Dan zul je gewoon afwegingen moeten maken van het voorstel en dan vind ik ook dat we het vanavond af moeten werken. We kunnen er weer een hele beschouwing aan wijden en dan krijgen we weer dezelfde verwijten en allerlei egotripperij en kennis van oud-wethouders, die boven tafel komt. Laten we het verdorie uitpraten en geef de sporters een stukje duidelijkheid.” De heer Verboven: ”Ik wil ervoor waken dat de volgende keer, als het tot een tweede discussie zou komen, het weer zo’n vertoning wordt als deze. Dat is heel jammer. Ik moet zeggen dat ik bij sommige raadsleden wel degelijk een inhoudelijke bijdrage vond, maar dat werd dan weer binnen 1,5 seconde om zeep geholpen door allerlei emotionele verhalen er achteraan. Het is ontzettend jammer dat het zo is gegaan vanavond. U kunt wat het standpunt van GroenLinks betreft, ervan uitgaan dat we prima kunnen aansluiten bij de woorden van mevrouw De Wild. De boodschapper van slecht nieuws voor de korfballers wordt hier geslachtofferd. Dat is jammer en was niet nodig geweest als we ons allemaal bij de feiten en de inhoud hadden gehouden. Ik kan me wel voorstellen dat er zorgvuldig wordt omge-gaan met de antwoorden en dat alles beschikbaar wordt gesteld wat beschikbaar gesteld kan worden, zodat we in ieder geval deze discussie niet hoeven te herhalen.” Mevrouw Couwenberg: “Ook voor ons: wij hebben geen behoefte aan uitstel van de discussie om een volgende keer weer in een emotioneel verhaal te vervallen en niet de keuzes te maken op de inhoud. De inhoud is dat er 2 clubs zijn met problemen en dat er 2 locaties zijn voor de korfbalclub en Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

dat het de bedoeling is de korfbalclub te verplaatsen om ruimte te maken voor de voetbalclub. De keuzes zullen soms mensen tegen de borst stuiten en dat daar emotioneel op gereageerd wordt, dat hoort daarbij. Wij zijn er als raad om toch die keuzes te maken. Wij kunnen ons ontzettend goed vinden in de verwoording, zoals mevrouw De Wild die heeft gekozen. Daarin zitten alle ingrediënten en wij laten uiteindelijk de weegschaal doorslaan door aan het college te vragen om inderdaad de korfbalclub te plaatsen op de Vliedberg en ruimte te creëren voor de voetbalvereniging Haarsteeg.” Mevrouw Van den Dungen: “Ik sluit me volledig aan bij de woorden van mevrouw Couwenberg. Het is onvoorstelbaar wat hier vanavond allemaal is gebeurd en ik wil absoluut niet meer zo’n vertoning, dus vanavond die besluitvorming.” De heer Van Bokhoven: “Het is akkoord dat er vanavond een besluitvorming plaatsvindt maar er wordt toch ontzettend veel welles-nietes gespeeld. Is VV Haarsteeg nu wel uit de zorgen? De een zegt van wel, de ander van niet. Er zijn bepaalde zaken betwist over de bespreking met de sportraad en de uitspraken van de heer Van Spaandonk. Ik zie dat graag nog op papier richting de raad. Mocht er aanleiding voor zijn, bij voorbeeld als er bepaalde informatie niet schijnt te kloppen, dan is er alsnog de mogelijkheid om te zeggen: wij willen dit nog een keer terug op de agenda. Dat zou mijn suggestie zijn. Ik kan zo niet inschatten of hetgeen wat beweerd is, juist is. Daarom graag inzage in de stukken.” De heer Nieuwkerk: “Naar mijn idee is het een hardnekkig misverstand om te denken dat er nu een besluit moet worden genomen. Het gaat nu om de wijze waarop ermee omgegaan is, de manier waarop gecommuniceerd is. Ik hoor hier zoveel dingen die niet of wel waar zijn en daarom zit ik op de lijn van de heer Van Bokhoven. Ik zou willen pleiten voor een soort onderzoekscommissie of een informatieverstrekking, alle stukken op tafel, ook die van de besluiten die in beslotenheid genomen zijn. Ik wil graag alles weten. We kunnen alsnog besluiten om daar een apart agendapunt van te maken, want vergis u niet: we kunnen altijd zeggen dat wij toch een punt op de agenda van de raad willen hebben of een aparte raadsvergadering. Ik doe een dringend beroep op iedereen om te zeggen: laten we zoveel mogelijk gegevens verzamelen en dan besluiten of het al of niet in de raadsvergadering moet.” De heer De Laat: “Ik denk dat het voor iedereen helder moet zijn dat het niet alleen over de inhoud gaat, maar dat het in de politiek, vooral omwille van de betrouwbaarheid, ook gaat over de wijze waarop het een en ander gebeurt en de wijze waarop dat gecommuniceerd wordt. De slechte communicatie roept op dat je meer commotie krijgt dan strikt noodzakelijk is. Om dit af te doen met slagvaardigheid is mij te kort door de bocht. Er is geen besluitvorming vanavond.” De heer Van de Brandt: “Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Nieuwkerk en de heer Van Bokhoven. Ik vind dat een goede suggestie. Eerst die zaken, want die treffen namelijk het fundament, de integriteit van mensen uit deze raad, Graag eerst die zaken boven tafel en daarna behandelen in een vergadering als dat nodig mocht zijn.” De heer Van Spaandonk: “Ik vind dat mijn integriteit is aangetast en ik behoud me dan ook het recht voor om, los van de uitkomsten van het onderzoek, eventueel door derden een onderzoek te laten instellen naar wat heeft plaatsgevonden.” De voorzitter: ”Ik stel vast dat er geen besluitvorming plaatsvindt. Er is langdurig gediscussieerd over vragen en antwoorden op die vragen. U heeft als raad verschillende mogelijkheden om vragen te stellen en discussies op te voeren. Het is goed om je te bezinnen op de vraag welke instrumenten je zou willen hanteren voor welke doelstelling.” De heer De Laat: “Stelt u nu voor om de discussie over dit onderwerp te schorsen? Ik heb niet het gevoel dat er door iedereen ja of nee op is gezegd.” De voorzitter: “De vraag ging over de wijze waarop een besluit tot stand is gebracht en de beschrij-ving en interpretatie van het hele proces. Daar heeft u flink over gediscussieerd en daarover verschil-len we diametraal met elkaar van opvatting. Wat ik nu wil voorstellen en dat ligt in de lijn van Van Bokhoven en anderen is dat ik in het college zal nagaan welke vragen wij nog moeten beantwoorden en welke stukken er nog ter informatie aan gehecht kunnen worden. Dat pakket krijgt u toegestuurd. Dan moet u maar zien wat u daarmee doet. Ik denk dat dat het enige is wat je er ordentelijk van kunt maken. ” De heer Van Helvoort: “Ik begrijp dat voor 100%, maar de antwoorden die dus van het college komen, worden altijd weer een aanleiding om weer een keer zo’n zelfde sessie te hebben. Daar heb ik helemaal geen zin in.” De voorzitter: “Nee, er zijn vragen beantwoord. Men is het met de antwoorden eens of niet eens en ik heb niet de illusie dat je mensen die zo diametraal tegenover elkaar staan, met elkaar kunt verzoenen, zeker niet als het gaat om de interpretatie van ‘dit is waar of niet waar’. Wat ik nog wil doen, is naar de ontbrekende elementen zoeken, kijken wat we nog verzuimd hebben te antwoorden en daarnaast alles wat we aan informatie en documentatie hebben, toe te sturen. Ik heb niet de intentie om de Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

discussie van vanavond en ook niet de wijze waarop die discussie is verlopen, te laten herhalen, maar ik ga er niet over want de instrumenten die er zijn, zijn er en die ga ik u niet ontnemen.” De heer Van Helvoort: “Wij zouden toch graag een afronding van dit verhaal hebben vanavond en als u straks nog een aanvullende antwoordsessie wilt geven aan alle raadsleden, dan denk ik dat dat positief is. Het verhaal van vanavond is door alle mensen duidelijk verwoord en ik zou daar eigenlijk een afronding van willen hebben.” Mevrouw Van den Dungen: “Er ligt in feite toch alleen een collegevoorstel?” De voorzitter: “Nee, er ligt een serie antwoorden op een serie vragen en daar hebben we het met elkaar over gehad. De antwoorden van het college op die vragen hebben bij een paar fracties, toch een groot deel van de raad, niet geleid tot instemming, die hebben geleid tot de discussie die we met elkaar gevoerd hebben en de conclusie die ik daaraan moet hechten is heel simpel: de opvatting en de waardering van de antwoorden ligt divers en naar de extreme kant van de lijn. Het is niet zo dat we vlak bij elkaar zitten, het beleid en de toelichting op de procesgang wordt door een groot deel van de raad gedeeld en door een groot deel absoluut niet gedeeld wordt. En dan kan ik niet anders concluderen dan zeggen: dat is nu de stand van zaken en meer ook niet. Na vanavond vind ik dat u mij mag vragen of wij de vragen vanuit uw perceptie allemaal aan de orde hebben laten komen, en na te gaan welke informatie u niet heeft en wij wel hebben en die we op grond van de Wet Openbaarheid Bestuur nog zouden moeten geven. Dat wil ik doen. Dan heb ik iedereen gegeven wat hij of zij gevraagd heeft binnen de onmogelijkheid, gelet op de aard van de discussie, de illusie te koesteren dat wij elkaar aan het einde van die reeks informatie wel zullen vinden. Die illusie heb ik niet, maar dat is een persoonlijke taxatie en ik heb graag dat ik daarin mijn ongelijk zou kunnen krijgen. Daarmee wil ik het afronden want ik vind dat wij nu niets meer toevoegen aan de discussie.” De heer Pulles: “Voorzitter, ik wil toch nog via u reageren op de inbreng van mevrouw Van den Dungen, als u me toestaat.” De voorzitter: “Nee, ik vind echt dat we meer dan genoeg gezegd hebben, ik kap ermee. Gelet op de tijd en het feit dat wij twee termijnen, maar dan ook heel ruim geïnterpreteerd, van alles tegen elkaar hebben kunnen zeggen, hamer ik nu dit onderdeel af.” De heer Pulles: “Het blijkt natuurlijk toch dat een en ander niet klip en klaar en duidelijk is geweest, want anders had er niet zoveel tijd, ook niet van de andere partij, aan gelegen hoeven te liggen. We komen er op terug, want mevrouw Van den Dungen noemde het al een collegebesluit, maar ik wilde eigenlijk aangeven en het advies meegeven dat ze na vanavond toch alle onderliggende stukken op een andere wijze leest als ze nu net gedacht heeft dat ze een collegeadvies moest overnemen.” De voorzitter: “Ik wil daar de discussie niet over openen, ik constateer nu dat ik hier het woord door niemand meer over wil laten hebben.” De voorzitter stelt nu de vraag van de heer Musters over de lichtmasten SC Elshout aan de orde. De heer Van Bokhoven wijst erop dat in het presidium besproken is dat dit als agendapunt behandeld zou worden en dat dit per abuis niet is gebeurd. De heer Musters gaat niet inhoudelijk op de kwestie van de lichtmasten in, maar op de zorgvuldigheid van de besluitvorming. Het besluit om hier € 18.000 voor beschikbaar te stellen, wordt niet door een ambtelijk voorstel ondersteund. Het is gewoon genomen en marge van de begrotingsbehandeling en dat lijkt hem geen goede basis voor een kwalitatief goede besluitvorming. In het collegebesluit staat niets vermeld over de financiële dekking. Na het stellen van schriftelijke vragen blijkt eigenlijk dat er geen budget voor aanwezig is in de begroting en dat dit bedrag alleen maar kan komen uit de post onvoorzien. Die post onvoorzien heeft een stand van € -358.000 en dat vindt hij een kwalijke zaak. Het betekent dat het college een beslag legt op gelden die niet door de raad beschikbaar zijn gesteld. Gemeentebelangen vraagt daarom aandacht voor een zorgvuldige besluitvorming en voor een goede financiële dekking van besluiten. Mevrouw Van den Dungen vindt het onvoorstelbaar dat er eindelijk een probleem wordt opgelost. Men noemt dat spijkers met koppen slaan, maar men vndt dat een onaanvaardbare gang van zaken. Zelfwerkzaamheid moet je ondersteunen, tot nu toe is dat alleen maar geroepen. Nu wordt dat beloond. We moeten blij zijn, juichen dat er weer een probleem is opgelost.

A-lijst 7. Milieuprogramma 2007. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

8. Ontheffingbeleid hogere grenswaarde wegverkeerslawaai en industrielawaai. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 9. Normenkader rechtmatigheid 2006 en aanpassing gemeentelijke beleidsregels. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 10. Wijziging regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 11. Aanpassing Verordening op de Rekenkamercommissie Heusden. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. B-lijst 12. Bestuursrapportage-2 2006 De heer Nieuwkerk haalt aan dat er toezeggingen zijn gedaan om ten aanzien van Die Heygrave de bestuursrapportage aan te passen. Het valt hem tegen dat het nog niet is opgenomen en hij geeft aan alleen in te willen stemmen met de bestuursrapportage mét deze toevoeging. De voorzitter besluit vervolgens conform het voorstel. 13. Beschikbaarstelling van een krediet voor de invoering van diftar en de aanschaf van minicontainers en chips. De heer Van Bokhoven wil nader geïnformeerd worden over de resultaten van het krediet van 1,7 miljoen euro. Hij geeft aan dat mensen van 1 duobak overstappen naar 2 grote bakken en vindt het onverantwoord om de inwoners te stimuleren de afvalbak 4 weken te laten staan; na twee weken moet de bak echt geleegd worden om stankoverlast en dergelijke te voorkomen. Verder merkt hij op dat het zelf composteren voor niet veel mensen is weggelegd. Hij vraagt of men een reductie op de afvalinzamelkosten krijgt als men dat gaat doen. De heer Van Delft zegt nog een antwoord tegoed te hebben op de vraag of er verordeningen komen voor de plaatsen waar de 3 containers komen (2 nieuwe containers voor het afval en de oude container voor het oud papier). Verder merkt hij op dat er veel mensen zijn die geen plaats hebben voor 3 containers, wat ongeveer 2 mtr.² vergt, en dat het straatbeeld achteruit zal gaan. De heer Aerts geeft aan in te kunnen stemmen met het voorstel. De heer De Laat wil graag horen wat de actuele stand van zaken is met betrekking tot de grijze containers in verband met de nog bestaande, forse boekwaarde. Hij wil in overweging geven om de burger wat middelen aan te reiken om te composteren. Verder pleit hij ervoor in de zomermaanden de gft-container ten minste te kunnen aanbieden. Dan wordt het een persoonlijke keuze om de stank voor lief te nemen of niet. De heer Nieuwkerk merkt op dat de vraag over de kosten van het ontschotten van de duo-containers nog niet is beantwoord. Hij vindt dat wat makkelijk wordt omgegaan met de stankoverlast in de zomermaanden bij het systeem van 2 bakken. Die problemen leven wel in Heusden, vooral als men een kleine achtertuin heeft. Maar hoe geloofwaardig ben je als het gaat om het scheiden van afval wanneer je adviseert om vis- en vleesresten in de bak te gooien die het eerst geleegd wordt? Het lijkt hem goed te onderzoeken wat het kost om een keer extra op te halen. Het bespaart mensen overlast van stank en onhygiënische toestanden en de geloofwaardigheid wordt op peil gehouden. Hij doet een dringend beroep aan de wethouder om dit toe te zeggen en wil eventueel een uitspraak van de raad. De heer Musters zegt dat Gemeentebelangen in grote lijnen in kan stemmen met het voorstel. Hij informeert of het onderzoek naar de huidige duobakken al iets heeft opgeleverd. Het idee om deze container te gebruiken als papiercontainer zou voor de verenigingen, die nu het oud papier ophalen, een financiële strop betekenen. De heer Musters wil horen hoe men het college hier nu tegenover staat. De heer Van Bladel verwijst naar de 2e alinea van de haalbaarheidsstudie waarin wordt gesuggereerd dat er 25% reductie zou zijn. Hij informeert waarop dat % gebaseerd is. Verder wil hij weten hoe hoog de mogelijke subsidietoekenning kan zijn. Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

Wethouder Van der Poel geeft aan dat er nu gevraagd wordt in te stemmen met een krediet voor de invoering van diftar volgens het systeem volume/frequentie. Het onderzoek naar de huidige duo-containers loopt nog en dat heeft te maken met de aanbesteding van de nieuwe containers. In januari kan hij de raad nader inlichten en er een besluit over laten nemen. Het is niet zo dat de duo-container per se moet worden vervangen door 2 grote containers. Men kan straks kiezen tussen een grote (240 liter) of kleinere container (140 liter). Na de proefperiode kan er nog gewisseld worden. De groene container zal vooral in de winter minder vaak vol zitten, wat een gevolg kan hebben voor het ophalen. De containers worden in principe iedere 2 weken opgehaald maar ook hier krijgen mensen een keuze-mogelijkheid. Men kan aangeven dat het minder vaak hoeft te zijn. Het aantal keren van ophalen telt straks mee in hetgeen men gaat betalen, dus hier kan een besparing in komen. Gevraagd wordt of het ook mogelijk wordt om de frequentie naar wekelijks om te zetten. De heer Van der Poel antwoordt dat dit niet de bedoeling is omdat het tot hogere kosten leidt. Na verloop van tijd zal evenwel bij de evaluatie bekeken worden of dit nodig is. Verder wordt gevraagd of er ook maatwerk komt voor de grote gezinnen, die meer afval hebben. De heer Van de Poel zegt dat het mogelijk wordt om meer dan 2 containers (1 voor het groenafval en 1 voor het restafval) in gebruik te hebben als het niet voldoende zou blijken te zijn. Om de overlast bij hele hoge temperaturen te voorkomen, noemt hij de volgende oplossingen: - vlees- en visafval deponeren in de container die het eerst geleegd gaat worden, - met composteerbare plastic zakken werken. De heer Aerts merkt op dat er middelen bestaan waarmee je je gft-bak stankvrij kunt houden. De heer Van der Poel is het niet eens met de opmerking dat composteren voor weinig mensen is weggelegd. Ook in een kleine tuin kan dit prima en heeft niemand er last van. Als mensen zelf composteren, hoeven ze hun groene bak niet aan de straat te zetten en krijgen ze minder kosten. Dat is precies het idee achter diftar. Dus zelf composteren levert een reductie op. De heer Van Spaandonk vraagt of er een verordening komt voor de plaatsing van 2 of mogelijk 3 containers. Er zal ruimte geschapen moeten worden om de extra container of 2 containers kwijt te kunnen. De heer Van der Poel antwoordt dat de appartementen die nu gebruik maken van een verzamel-container, dat zo houden. Als het gaat om mensen die nu 1 duo-container hebben en geen plaats hebben voor 2 containers, dan moet er een oplossing bedacht worden. De waarde van de duo-containers hangt voor een deel af van de aanbesteding voor de nieuwe containers. In die aanbesteding wordt de inname van de duo-containers als een optionele variant meegenomen. In de januarivergadering zijn die cijfers bekend en komt dit opnieuw aan de orde. De heer Van der Poel noemt het een goede suggestie om middelen ter beschikking te stellen (niet gratis) ter stimulering van het zelf composteren. Het ontschotten van de duo-containers is ook iets wat gaat spelen wanneer er een keuze wordt gemaakt voor gebruik als papiercontainer. De kosten van het ontschotten van de duo-containers en deze te gebruiken als een van de diftar-containers worden in het memorandum vernoemd en vergeleken met het aanschaffen van 2 minicontainers. Ook de kosten van puur het ontschotten worden hier vermeld. De heer Nieuwkerk vraagt naar de berekening van het extra ophalen. Hij geeft aan dat het misschien per jaar maar 2x nodig is en dat deze extra kosten in het tarief kunnen worden opgenomen. Het lijkt hem goed dit vooraf te regelen, zodat die mogelijkheid van extra ophalen er komt. Hij verwacht dat burgers anders gaan klagen over stankoverlast. De heer Van der Poel zegt daarop dat er ook andere opties zijn ter voorkoming van dit probleem, die geen geld kosten. Als deze oplossingen bezwaar zouden geven, kan extra ophalen alsnog overwogen worden. Het aspect van het ophalen van oud papier, gekoppeld aan het gebruik van de container, komt in januari in de raad. De insteek van het college daarbij is de inzet door de verenigingen te continueren. De heer Van Spaandonk verzoekt om hierbij de kosten van inzamelen door de verenigingen mee te nemen, alsmede wie deze kosten zal betalen. Wethouder Van der Poel bevestigt dit. In antwoord op de vraag van de heer Van Bladel zegt hij dat de 25% reductie is gebaseerd op ervaringen in andere gemeenten en dat de subsidie voor de invoering van diftar, eenmalig € 86.000, verleend zal worden. De heer Nieuwkerk geeft aan een motie te willen indienen om te zorgen dat er onderzoek wordt gedaan naar de kosten van een extra inzamelronde bij hoge temperaturen en tevens onderzoek naar de criteria daarvoor. De heer Van Bokhoven zegt dat Heusden Eén nog steeds tegen het voorstel is. De fractie opteert voor het ombouwen van de huidige duobakken, wat vrij goedkoop kan gebeuren. De bakken zijn bijna Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

afgeschreven, maar nog in goede staat. Een chipfunctie vindt de fractie totaal overbodig. De mensen moeten wel de mogelijkheid krijgen naar volume aan te bieden en dus van bak te wisselen. De heer Van Helvoort weerspreekt de woorden van zijn fractiegenoot en geeft aan dat de mening van Heusden Eén verdeeld is. De voorzitter wil overgaan tot hoofdelijke stemming, waarop de VVD bij monde van de heer Pladet verzoekt om een schorsing. De voorzitter stemt hiermee in. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Pladet zegt daarop dat de VVD van mening is dat het collegevoorstel een-op-een gehandhaafd moet blijven. Het lijkt hem niet goed om bij dit systeem ‘de krenten uit de pap te halen’, dat zou de intentie van het voorstel onderuit halen. De heer Musters geeft aan dat de strekking van het betoog van de heer Van Bokhoven hem nog niet helemaal duidelijk is. Wat wil de heer Van Bokhoven voorstellen voor de inzamelsystemen, zoals die nu worden gehanteerd? Het collegevoorstel houdt een switch in van 3 systemen naar 1 systeem, 2 minicontainers. Dit heeft tot voordeel dat de kosten van de afvalstoffendienst gehalveerd worden, deze gaan van € 58 naar € 28. Als het huidige systeem zou blijven bestaan, zou dat meteen betekenen dat de afvalstoffenheffing drastisch omhoog moet. Ingeval er alleen maar het volume-systeem van toepassing wordt en de frequentie wordt losgelaten, dan beschouwt het ministerie VROM dit niet als een adequaat systeem om afval te scheiden. Alleen volume acht men niet voldoende, volume/frequentie wel en wegen zou ook een goed systeem zijn. De heer Van Bokhoven legt uit dat hij niet tegen diftar is. Hij ziet alleen geen heil in het volume-/frequentiesysteem en verkiest een volumesysteem. Bij de keuze voor één systeem kan in beschouwing genomen worden dat 4/5 van de inwoners een duobak heeft. Als deze ontschot worden, zal een deel van de inwoners kiezen voor een kleinere bak, waardoor het surplus over het ‘oude Heusden’, waar men nu gebruik maakt van 2 containers, verdeeld kan worden. Het is een misvatting dat Heusden Eén het huidige systeem wil handhaven, zij wil ook naar één systeem. Zij denkt dat de verwachte 25% reductie kan alleen maar bereikt worden als veel mensen zelf gaan composteren en gelooft er niet in dat er minder restafval aangeboden zal worden. Het lijkt haar wel zinvol in de groencontainers een chip te bouwen. De heer Van Spaandonk vertaalt de uitleg van Van Bokhoven als volgt: de gemeente kan met een nieuwe groencontainer toe en de oude, ontschotte container blijft voor gebruik van restafval. De voorzitter brengt het ongewijzigde collegevoorstel in stemming. Vóór het voorstel zijn de heren Aerts, Pladet, Verboven, Van de Lee, De Bonth, Van den Hoven, Van de Brandt en Musters en de dames Merkx, Couwenberg, De Wild, Dekker, Pijnenburg, Van der Heijden en Van den Dungen. Tégen het voorstel stemmen de heren Van Helvoort, Van Bladel, Nieuwkerk, Levink, Pulles, De Laat, Van Spaandonk, Van Delft en Van Bokhoven, alsmede mevrouw Muskens. Met 15 stemmen vóór en 10 stemmen tégen wordt het voorstel aangenomen. De voorzitter stelt nu de motie van het CDA over de kosten van extra inzameling aan de orde, mede ondertekend door de fracties DDE en DMP. Vóór de motie stemmen Nieuwkerk, Levink, Pulles, De Laat, Van Spaandonk, Van Delft , De Bonth, Van den Hoven, Van de Brandt, Musters, Verboven en de dames Merkx en Muskens Tégen de motie wordt gestemd door de heren Aerts, Pladet, Van Bokhoven, Van Helvoort, Van Bladel, Van de Lee en de dames Merkx, Couwenberg, De Wild, Dekker, Pijnenburg, Van der Heijden en Van den Dungen. Met 13 stemmen vóór en 12 stemmen tégen wordt het voorstel aangenomen. Na de behandeling van dit agendapunt deelt de voorzitter mee dat deze vergadering voortgezet zal worden op 19 december 2006. De heer Van Bokhoven heropent de vergadering op 19 december en meldt de afwezigheid van de heren Willems, Emmen en Aerts en de dames De Wild en Dekker. 14. 8e Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening. Zonder verdere discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 15. Evaluatie Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) over de periode 2002-2006. De heer Levink geeft aan een goede toelichting te hebben gehad op het achterstandenbeleid. De CDA-fractie spreekt de wens uit te komen tot een fusie van de peuterspeelzalen binnen de gemeente en is tevreden over de inzet van 2 gelijkwaardige, professionele krachten in de speelzalen. De heer Van den Brandt deelt mee dat zijn fractie kan instemmen met het voorstel. Persoonlijk heeft Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

hij er moeite mee dat er 2 gelijkwaardige krachten ingezet gaan worden. Hij acht het wel degelijk mogelijk om met een gedifferentieerd opleidingsniveau tot een goed resultaat te komen. De heer De Laat deelt mee dat zijn fractie de behoefte aan een 2e professionele beroepskracht met de koppeling naar het VVE-traject ondersteunt. De heer Van Spaandonk zegt dat zijn fractie blij is met het voorstel, zeker als er sprake is van VVE. Mevrouw Van den Dungen zegt dat haar fractie zich ook achter dit voorstel kan scharen. De voorzitter rondt dit onderwerp af en stelt vast dat de raad akkoord gaat. 16. Vaststellen van de Verordening commissie bezwaarschriften. De heer Musters geeft aan dat Gemeentebelangen kan instemmen met het voorstel, maar niet met de argumentatie tot wijziging van het benoemende orgaan. Dat de doorloop van een raadscyclus langer duurt, is voor de fractie geen argument om de benoeming van de raad naar het college over te brengen. De heer Nieuwkerk heeft er moeite mee dat de benoeming van een onafhankelijke adviescommissie, die een controlerende taak heeft, bij het college komt te liggen. Hij vindt dat de raad er enige controle over moet houden; democratie moet immers zo objectief mogelijk gebeuren. Het argument om de benoeming niet langer bij de raad te laten vindt hij uitermate zwak. Het gaat toch over een benoeming van 4 jaar. Verder lijkt het hem juist dat het schriftelijke verslag van een hoorzitting vooraf kan worden ingezien en ondertekend door belangenhebbende partijen, voordat het naar de commissie gaat. In de praktijk gebeurt dat echter niet. Het zou naar zijn idee een standaardprocedure moeten worden dat een verslag goedgekeurd wordt door de mensen die gehoord zijn, ook in het kader van democratie en openheid. De heer De Laat wil aansluiten bij het betoog van de heer Nieuwkerk. Hij informeert naar de in artikel 16 onder punt 3 genoemde termijn van 10 weken; hoe hoog is het % van de gevallen waarbij deze termijn wordt gehaald? Wethouder Groen verklaart dat deze verordening is opgesteld vanuit een VNG-modelverordening. VNG komt met dit voorstel en hij vindt het de overweging waard om het over te nemen. Hij neemt aan dat men zich houdt aan de termijn van 10 weken nadat er bezwaar is ingediend, maar de raad wordt hiervan op de hoogte gesteld door de verslagen. De heer De Laat antwoordt daarop dat er niet altijd een verslag van komt. Hij is van mening dat in 90% van de gevallen de termijn van 10 weken gehaald moet worden. De heer Nieuwkerk acht het beter dat het college een eigen invulling formuleert en niet zonder meer een modelverordening overneemt. De heer Musters is deze mening ook toegedaan. Daarnaast vindt hij het argument niet steekhou-dend voor een benoeming die eens in de 4 jaar gebeurt. Hij bevestigt dat het overgrote deel van de gevallen binnen 10 weken wordt afgehandeld. Wethouder Groen benadrukt dat het college absoluut geen invloed heeft op de beoordeling van een zaak door de commissie en dat het erom gaat dat een onafhankelijke toetsingscommissie kijkt naar het orgaan dat het besluit heeft genomen. De commissie moet formeel benoemd worden en qua onafhankelijkheid maakt het niet veel uit of dit nu door de raad of door het college gebeurt. De heer Nieuwkerk zegt dat voorheen het college de leden voordroeg en de raad benoemde en dat dat een goede samenwerking gaf. De heer Groen geeft aan dat de raad niet bij de selectie van de leden betrokken wordt en dat de benoeming daarom een puur formele handeling is. Het gaat om de onafhankelijkheid van het orgaan wat getoetst wordt. De heer Nieuwkerk meent dat het zuiverder is als de leden worden benoemd door de raad. De heer De Laat meent dat de raad de selectie en de benoeming zou kunnen doen. De heer Groen merkt op dat de termijn van afhandeling korter dan 10 weken is en dat belang-hebbende standaard een verslag krijgt en daar nog commentaar op kan geven. Mevrouw Merkx en Pijnenburg laten weten het voorstel te steunen. De voorzitter stelt vast dat de raad in kan stemmen met het voorstel met uitzondering van CDA en DMP.

17. Uitvoeringsbesluit Wet maatschappelijke ondersteuning. De heer Van der Lee merkt op dat dit onderwerp in de commissievergadering al besproken is en dat hij erg tevreden is over de manier waarop wethouder Van der Poel ermee omgaat. Mevrouw Mulder geeft aan dat in het voorstel nog geen duidelijkheid kon worden gegeven over een eventuele verandering van de aangepaste variabele. Zij informeert of dit nu wel duidelijk is. Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

Mevrouw Merkx zegt dat GroenLinks positief adviseert, maar het wel jammer vindt dat de verhoging van de inkomens tot 120% van de bijstandsnorm niet mogelijk is. De heer Levink vraagt zich af of het zo verstandig is om het voorschotbedrag in de Pgb te verhogen van 80% naar 100% omdat je daarmee een situatie creëert dat degene die een Pgb krijgt, achteraf geen verantwoording meer hoeft af te leggen omdat hij daar geen financieel belang meer bij heeft. De heer Van den Brandt vindt dat wethouder Van der Poel bij deze materie het stokje goed overgenomen heeft. Hij wil nog graag horen of de ambtelijke organisatie voorbereid is op de invoering per 1 januari 2007. Wethouder Van der Poel dankt voor de lovende woorden. Hij zal deze ook aan de ambtenaren overbrengen. Hij legt uit dat de variabele voor het CAK al in het aangepaste voorstel is opgenomen. Verder meldt hij dat vanuit het gehandicaptenplatform een verzoek is gekomen om het voorschot-bedrag direct op 100% te stellen. De voordelen zijn duidelijk: mensen financieel tegemoetkomen en de administratieve lasten verlagen. Dit betekent niet dat mensen geen verantwoording meer hoeven af te leggen. Dat risico schat de heer Van der Poel niet hoog in en als het nodig mocht zijn, kan de wijziging weer teruggedraaid worden. Hij verwacht dat de ambtelijke organisatie de invoering aankan. De bestaande klanten kunnen bij hun huidige aanbieder blijven, zij zijn per brief geïnformeerd. Ook voor de nieuwe aanvragers is de organisatie klaar. De voorzitter constateert dat men met dit voorstel kan instemmen. 18. Jaarrekening 2005 van het Centrum voor Muziek en Dans. De heer Van Spaandonk zegt dat de wethouder al een uitvoerige toelichting heeft gegeven in de commissie. 2005 was een roerig jaar voor het CMD en dat verklaart dat de begroting 2007 er nog niet kon zijn. Hij heeft behoefte aan een uitleg op de bewering over het ontbreken van kwaliteit van mensen. De heer Van den Brandt wil weten waarom een extern bureau ingeschakeld wordt om een aantal zaken in de begroting nader de onderzoeken. De heer Levink is verbijsterd over de milde reactie op dit voorstel. Hij vindt het zorgwekkend dat de verhouding tussen de bezittingen en de schulden in één jaar met € 115.000 is gedaald. Hij is zeer ontevreden over de situatie en zegt er 1,5 jaar geleden voor te hebben gewaarschuwd. Hij stelt vast dat er niet voldoende maatregelen ter sanering zijn genomen en is benieuwd naar de financiële resultaten over 2006. Hij heeft een motie voorbereid om de raad hierover de informeren. Wethouder Van der Poel zegt dat voor het CMD zaken anders zijn gelopen in 2005, ook in de kostensfeer. Hij heeft niet expliciet genoemd dat een extern bureau zou worden ingeschakeld. Er is in collegiaal verband naar de conceptbegroting gekeken omdat men niet zeker was dat het een goede begroting zou zijn. Hij deelt mee dat de jaarrekening 2005 met een tekort is afgesloten en dat dit doorloopt in 2006. De zorg hierover deelt hij, al loopt het tekort niet verder op. Er zijn inhoudelijk wel verbeteringen doorge-voerd zoals nieuwe, alternatieve cursussen en veel pr en dat levert aan de inkomstenkant wel een verhoging op. Hoe negatief het resultaat 2006 zal zijn, is nog niet bekend. De heer Van der Poel zal zich ervoor inzetten om voor 31 januari meer duidelijkheid te verschaffen. In tweede termijn. Mevrouw Van den Dungen is ervan overtuigd dat de wethouder zijn best doet aangaande de cijfers, maar geen ijzer met handen kan breken. Reactie naar de heer Levink, dat onze fractie tijdens de commissie wel degelijk kritisch is geweest, wij ook onze zorgen kenbaar hebben gemaakt betreffende de financiële situatie bij het CMD. Maar beter een goede begroting 2007, dan dat er weer teruggedraaid moet worden. De heer Van den Brandt wijst op het laatste punt van het besluit: ‘bij het CMD aan te dringen op een spoedige aanbieding van de begroting 2007’. Hij vraagt naar een datum hiervoor. De heer Van der Poel denkt dat 31 januari wel veel gevraagd is. Hij verzekert de raad dat hij ervoor zal zorgen de cijfers zo snel mogelijk te ontvangen. De heer Van Spaandonk denkt dat er voor 1 maart een mogelijkheid kan zijn om te rapporteren hoe de ontwikkeling van het CMD doorklinkt in de cijfers over 2006 en begroting 2007. De heer Nieuwkerk geeft aan dat het CDA niet naar de cijfers vraagt, maar naar het resultaat in het algemeen van 2006. De heer De Laat stelt voor dat de wethouder op 31 januari laat weten wat wel en niet bekend is. De heer Van der Poel zegt toe dat hij zijn uiterste best zal doen die cijfers tijdig te krijgen en in ieder geval voor 31 januari een rapportage over het CMD zal geven. De voorzitter stelt vast dat men akkoord kan gaan met het voorstel. Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

19. Vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, WRO voor de verbouwing van de woning aan Inlaagdijk 39 te Haarsteeg door de heer M.G.M. van der Poel, Inlaagdijk 39 te Haarsteeg. Mevrouw Muskens zegt geen enkel probleem te hebben met de inhoud van het besluit. Zij wil daaraan het advies binden om voor alle bestemmingsplannen in het buitengebied ouder dan 10 jaar hetzelfde te laten gelden, namelijk het streekplan als ruimtelijke onderbouwing ten grondslag te nemen. De heer Groen antwoordt dat dit aardig klinkt, maar niet kan. Het uitgangspunt moet zijn of een bestemmingsplan nog geen 10 jaar oud is en voor de rest moet het van geval tot geval bekeken worden. De locatie en omgeving bepalen dan meer de mogelijkheden. Mevrouw Muskens houdt hier een subjectief gevoel aan over; hoe weet je nu of dezelfde meetlat gebruikt wordt? De heer Pladet legt uit dat er op dit moment getracht wordt om de aanpassing in het buitengebied mogelijk te maken. Daarbij moet in beginsel voor elke aanvraag gelden: gaat het om het buitengebied en is het bestemmingplan ouder dan 10 jaar? Dan spelen de plaatselijke omstandigheden een rol of iets wel of niet gehonoreerd kan worden. De voorzitter constateert dat ieder zich in dit voorstel kan vinden. 20. Bezwaarschrift voorkeursrecht toekomstig bedrijvenpark “Het Hoog II”, J.H.M. van Delft, Mommersteeg 90 te Haarsteeg. De heer Van Helvoort spreekt uit dat hij niet met dit voorstel kan instemmen. De heer Van Delft geeft aan dat DDE het voorstel ook niet ondersteunt. Het laatste contact is geweest in 2003-2004 dus kan niet gesproken worden van een actief aankoopbeleid. Daarnaast vindt DDE het vreemd dat de vervangende grond niet door de heer Van Delft gekocht kon worden. DDE wil daarom de druk op het college houden om een actief aankoopbeleid te voeren. Men is benieuwd of dit wel is gebeurd. De heer Van Helvoort zegt dat hij zonder wethouders met de betrokken mensen gesproken heeft en dat er schot in de zaak zit. Hij verwacht er binnenkort meer van te horen. De heer Groen bevestigt hetgeen de heer Van Helvoort heeft gezegd. Samen met de heer Van Helvoort heeft hij een aantal situaties vastgelegd om nader te onderzoeken. Er is hier al een aantal keren gesproken over aankopen, dus kan wel gezegd worden dat het een actief beleid is. De heer Van Delft vraagt of de raad daarover geïnformeerd kan worden, ook als het niet gelukt is. De heer Groen zegt daarop dat in de nieuwe vergaderstructuur alle mogelijkheden om daarover te praten, aanwezig zijn. De heer Buijs voegt toe dat het in het geval van de heer Van Delft niet zozeer met aankoopbeleid te maken heeft, maar dat er andere zaken bij spelen. De voorzitter sluit af met de constatering dat men instemt met het voorstel met uitzondering van de heer Van Helvoort. 21. Overname Bergsche Maasveren. De heer Verboven vindt dat de veren van groot belang zijn voor de mensen die daar wonen of grond hebben. Hij heeft bewondering voor wethouder Groenestein, die met vasthoudendheid bereikt heeft dat het 30 jaar gratis blijft. De heer Pladet vindt het een prima onderhandelingsresultaat. De VVD vindt een overbruggingstermijn van 30 jaar ruim voldoende voor toekomstige generaties om zich te beraden en is voorstander van behoud van de veren in het kader van bereikbaarheid en toeristisch-recreatieve aspecten. De heer Van Spaandonk uit een woord van dank aan de voormalig wethouder en wil nog weten in hoeverre andere gemeenten bijdragen aan het krediet van € 30.000. Ook de heer Pulles deelt complimenten uit aan het adres van wethouder Groenestein. De heer Nieuwkerk sluit zich hierbij aan en waarschuwt om alleen met professionele krachten te werken vanwege de hoge verantwoordelijkheid. De heer Van den Hoven is tevreden over het resultaat en informeert of er een onderzoek gaat komen en wat de verdeelsleutel wordt. De heer Van Helvoort zegt dat ook Heusden Eén respect heeft voor de manier van onderhandelen onder leiding van wethouder Groenestein. Hij vindt de manier van werken van Rijkswaterstaat vreemd. Mevrouw Mulder zegt dat de PvdA positief staat tegenover het voorstel. Wethouder Buijs complimenteert het vorige college en de heer Groenestein met het goed op de rit hebben van dit proces. De veren geven een goede service aan de burgers. Het college is bezig met een inventarisatie naar een onderzoek en zal dat extern laten toetsen. Als dit proces niet snel genoeg zal gaan, zal men direct een externe partij inschakelen. Over de verdeelsleutel zegt hij dat de oude dienstregeling in de exploitatie van Rijkswaterstaat Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

vermeld stond. Dat wordt aangehouden en als mensen meer willen, zullen zij dat zelf moeten betalen. Vanaf het moment van overname geldt dus de exploitatie. Wanneer Heusden het bedrag ontvangt, zal het krediet van € 30.000 hierop in mindering worden gebracht. De andere gemeenten dragen niets bij. Heusden is de kartrekker in dit proces, voteert eerst en krijgt het later terug. De heer Van Spaandonk zegt dat hij het op prijs zou stellen als de rol van de andere gemeenten ook in het besluit tot uitdrukking wordt gebracht. De heer Buijs vindt het ver gaan om in het stuk op te nemen of het bedrag van € 30.000 verdeeld wordt over 3 gemeenten of dat er een verdeelsleutel bestaat. Het idee om vrijwilligers in te zetten heeft wel eens gespeeld. Dan zou het met alle zorgvuldigheid omkleed moeten worden, waarbij mensen goed opgeleid moeten zijn en continuïteit in de dienstverlening gegarandeerd is. Hij verwacht echter niet dat dit haalbaar is. De voorzitter stelt vast dat allen kunnen instemmen met het voorstel. 22. Motie 12 fractie VVD d.d. 2 november 2006 inzake het verzoek om in de voorjaarsnota de ozb niet langer structureel te verhogen. Mevrouw Couwenberg vraagt een schorsing aan. De voorzitter stemt erin toe en hervat de vergadering om 21.05 uur. Mevrouw Couwenberg vraagt of het college behoefte heeft om nogmaals een toelichting te geven op deze motie. De heren Nieuwkerk en Pulles reageren hierop met de mededeling dat volgens de wet de motie gewoon in stemming gebracht moet worden. De voorzitter betwijfelt of het college geen reactie meer mag geven. De heer Van den Brandt doet daarop een voorstel tot een nieuwe schorsing om volstrekte duidelijk-heid te verkrijgen over de procedure die nu gevolgd moet worden volgens het Reglement van Orde. De voorzitter gaat hiermee akkoord. Om 21.17 uur wordt de vergadering hervat. De vervangend griffier, de heer Eulderink geeft aan dat er geen echte duidelijke oplossing wordt gegeven. Het is wel duidelijk dat verdere beraadslaging niet kan, maar een toelichting door het college is iets anders. Het ligt eraan of de raad de ruimte wil geven. De heer De Laat zegt dat een reactie van het college neerkomt op beïnvloeding en alles te maken heeft met discussie en beraadslaging. Het advies van het college is vorige keer al gegeven. De voorzitter concludeert dat men het niet eens wordt over de toelichting en dat de motie nu in stemming moet worden gebracht. Bij hoofdelijke stemming is de uitslag: 13 voor en 10 tegen de motie, waarmee de motie wordt aangenomen. Vóór de motie zijn de dames Couwenberg en Muskens en de heren De Bonth, Van den Hoven, Van den Brandt, Musters, Nieuwkerk, Levink, Pulles, De Laat, Van Spaandonk, Van Delft en Pladet. Tégen de motie zijn de dames Merkx, Mulder, Pijnenburg, Van der Heijden en Van den Dungen en de heren Verboven, Van Bokhoven, Van Bladel, Van der Lee en Schipper. De heer Van Helvoort neemt niet deel aan de stemming. 23. Administratieve aanpassing raadsbesluit begroting 2007. De heer Musters meent dat er sprake is van een bijzondere situatie. Op het moment dat de raad de begroting behandelde, was er een sluitende begroting met een klein overschot in 2010. Daarna is de motie over de toeristenbelasting aangenomen en heeft het college aangegeven dat deze motie uitgevoerd zal worden met het gevolg dat de begroting niet meer structureel sluitend is. In 2010 zal er een tekort ontstaan. De heer Van Mierlo legt uit dat de provincie een modelverklaring gevraagd heeft, om cijfers in een formulier te zetten. Die verklaring is per abuis niet opgenomen en deze omissie wordt nu recht getrokken. Dat alles doet geen afbreuk aan de structureel dekkende begroting. Het doorvoeren van de motie levert geen negatief saldo op. Het overschot voor 2010 wordt nog om en nabij de € 2.500. De heer Van Mierlo zegt dat hij anders nooit toegezegd zou hebben dat de raad de motie kon overnemen. Hij zal het een en ander nog schriftelijk bevestigen. De voorzitter stelt vast dat de fracties DDE, DMP en CDA tegen dit voorstel zijn. De meerderheid kan zich vinden in het voorstel. 24. De welzijnsverordening met betrekking tot het peuterspeelzaalgebruik. De heer Levink zegt dat met dit voorstel verwarring is ontstaan. Er wordt gesproken over een tegemoetkoming tot een maximum van € 20 per maand, wat slechts ¼ deel is van hetgeen in de beleidsnotitie vermeld staat. Verder is niet duidelijk wat verstaan wordt onder ‘alleenstaande met kind’ en onder ‘minima’. De eerder gebruikte definitie van ‘minima’ was dat het inkomen niet meer dan Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006

112% van het minimumloon mag bedragen, maar deze definitie wordt hier niet aangehouden. Wethouder Van den Bos denkt dat de periodes in het voorstel niet duidelijk omschreven zijn. Het begrip ‘alleenstaande met kind’ wordt gelijk gesteld met een gezin van 2 personen. Bij de definitie van minima wordt een andere rekenmethodiek toegepast, maar het komt op hetzelfde neer. In de berekeningen wordt steeds uitgegaan van 10 maanden per jaar. De heer Van Spaandonk adviseert de heer Van den Bos om de regelgeving goed te redigeren. Als er bezwaren komen, moet het juridisch goed afgedekt zijn. Hij wijst in dit verband op lid 4, waarin een begrenzing van € 200 op jaarbasis wordt aangegeven, terwijl het relateert aan punt 3 van artikel 3. De heer Van den Bos stelt voor het stuk aan te passen en op 4 januari opnieuw aan te bieden. De voorzitter constateert dat de raad hiermee instemt. 25. Motie van Heusden Eén betreffende Moerputtenbrug-Venkantbrug. De heer Van Bladel zegt dat de Moerputtenbrug op 25 oktober geopend is. De Venkantbrug ligt in het verlengde daarvan en valt voor de helft onder de gemeente Heusden. De Venkantbrug over de Bossche sloot verkeert in slechte staat en is eigendom van NS. Er bestaat een behoefte om de brug te behouden, het is de laatste schakel in het hele traject. Daarom is er op 8 november jl. in de gemeenteraad van Den Bosch een motie ingediend om de restauratie van de brug te bewerkstelligen. De heer Van Bladel wil met de motie het college verzoeken zich in te spannen om de restauratie van de brug tot stand te brengen. Het is de bedoeling er een wandelpad te realiseren, zodat naar Den Bosch gewandeld kan worden. De heer Verboven wil de restauratie van de burg aanbevelen. De heren Pladet, Van Spaandonk, De Laat en Nieuwkerk sluiten zich hierbij aan. De heer Musters noemt het een sympathieke motie, maar heeft vraagtekens bij de formule die gekozen is. ‘Zich in te spannen bij restauratie’ is net een stapje te ver. Uit het onderzoek naar restau-ratie van de brug bleek dat er een groot kostenplaatje aan hangt en daarom wil de heer Musters vragen om de motie aan te passen in de zin van ‘het college verzoeken een haalbaarheidsonderzoek te doen’. De heer Van Bladel zegt dat er een hele strategie aan te pas komt en dat Den Bosch hier al aan werkt. Hij pleit ervoor dat Heusden zich met Den Bosch in gaat zetten, ook al is het financieel nog niet helemaal uit te drukken. Het project zal voor minimaal de helft gesubsidieerd worden. Hij verzoekt de motie te handhaven omdat er veel overleg zal moeten zijn op diverse niveaus. Hij noemt nog even dat de Venkantbrug een erkend monument is en dat de Rijksdienst het typeert als een zeldzame uitdrukking van een belangwekkende periode uit onze geschiedenis. De voorzitter stelt vast dat de motie unaniem door de raad gesteund en aangenomen wordt. 26. Sluiting. De voorzitter deelt namens burgemeester Willems mee dat men het boek ‘Zicht op Brabant’ mee mag nemen en dat hij allen prettige feestdagen en een voortreffelijk 2007 toewenst. De heer Van Spaandonk herinnert de voorzitter eraan dat men nog een uitgave van de provincie met belangrijke informatie over gemeenten tegoed heeft. De voorzitter sluit vervolgens de vergadering om 22.00 uur na het sluitingsgebed. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Heusden van 23 januari 2007,

de griffier,

A.J. Emmen

de voorzitter,

drs. H.P.T.M. Willems

Notulen raadsvergadering van 12 en 19 december 2006