Pensioen & echtscheiding Mr. Ruben Stam cpl Assen, 16 maart 2010
Programma Alimentatie en alimentatielijfrente Pensioenverrekeningslijfrente Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Bijzonder partnerpensioen DGA-pensioen en echtscheiding
2
Alimentatie en alimentatielijfrente
Alimentatie en alimentatielijfrente Fiscaalrechtelijk moet een onderscheid worden gemaakt tussen: z P.u./p.v. die rechtstreeks uit het familierecht voortvloeien; en z P.u./p.v. die berusten op een dringende morele verplichting tot voorziening in het levensonderhoud.
4
Alimentatie en alimentatielijfrente Familierecht: z Door de rechter opgelegde alimentatieverplichtingen z Bij echtscheidingsconvenant overeengekomen alimentatie z Buitenlands familierecht
Echtscheiding, scheiding van tafel en bed of duurzaam gescheiden levend
Geregistreerde partners zijn gelijkgesteld (art. 2, zesde lid, AWR)
Familierecht Æ aftrekbaar als onderhoudsverplichting (art. 6.3, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001)
Kinderalimentatie niet aftrekbaar
5
Alimentatie en alimentatielijfrente Morele verplichting: z Bij verbreking samenleving ongehuwden
Morele verplichting Æ aftrekbaar als onderhoudsverplichting (art. 6.3, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 2001)
Kinderalimentatie wederom niet aftrekbaar (art. 6.4, eerste lid, Wet IB 2001)
6
Alimentatie en alimentatielijfrente Ontvangst van alimentatie belast bij ontvanger: z Familierecht:
art. 3.100 jo 3.101, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 2001
z Moreel:
art. 3.100 jo 3.101, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001
Conclusie: geen verschil in behandeling!?
7
Alimentatie en alimentatielijfrente Verschil ontstaat bij afkoop van de verplichting: z Afkoop van uit familierecht opgekomen verplichting aftrekbaar (art. 6.3, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 2001). Afkoopsom bij ontvanger belast (art. 3.102, eerste lid, Wet IB 2001) z Afkoop morele verplichting niet aftrekbaar (geen ongeoorloofde discriminatie (HR 14 november 2008, nr. 41537))
Alléén aftrek voor zover gedaan aan gewezen echtgenoot of gewezen geregistreerd partner z Afkoop alimentatie bij scheiding van tafel en bed dus niet aftrekbaar
8
Alimentatie en alimentatielijfrente Alimentatielijfrente: z Termijnen moeten toekomen aan gewezen echtgenoot. Alimentatielijfrente dus niet mogelijk bij: gewezen samenwoners van tafel en bed gescheiden echtgenoten
z Termijnen moeten onmiddellijk na het betalen van de premie ingaan z Termijnen moeten uiterlijk bij overlijden gewezen echtgenoot eindigen Dus geen overgang mogelijk op evt. nieuwe partner en/of kinderen
9
Alimentatie en alimentatielijfrente Koopsom alimentatielijfrente aftrekbaar z Art. 6.5, Wet IB 2001
Afkoopsom niet belast z Art. 3.102, tweede lid, Wet IB 2001
Periodieke uitkeringen wel belast
10
Alimentatie en alimentatielijfrente Vormgeving alimentatielijfrente: z Verzekeringnemer: alimentatieplichtige of alimentatiegerechtigde z Premieverschuldigde: alimentatieplichtige z Verzekerde: alimentatiegerechtigde z Begunstigde: alimentatiegerechtigde z Tijdelijk of levenslang (geen overgang) z Verzekeringstechnisch alleen tegen koopsom mogelijk Afkoop alimentatieverplichting in delen wel mogelijk
11
Alimentatie en alimentatielijfrente Bijzonderheden alimentatielijfrente: z Als p.u. een korte looptijd heeft of als het gaat om een jonge verzekerde hoeft niet getoetst te worden aan het 1%sterftekanscriterium z Geen bancaire alimentatielijfrente mogelijk z Geen ‘eigen beheer’ mogelijk z Bij afkoop alimentatielijfrente: negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen (max. 52%); én revisierente (20%)
z Goedkeuring: afkoop vóór echtscheiding mogelijk mits ten tijde van aangifte wel van echt is gescheiden
12
Alimentatie en alimentatielijfrente Afkoop alimentatie in de vorm van een bestaande lijfrente z Bestaande lijfrente wordt overgedragen als afkoopsom voor alimentatie z Gewezen echtgenoot z Geen aftrek bij alimentatieplichtige: art. 6.4, tweede lid, Wet IB 2001 z Termijnen belast bij alimentatiegerechtigde
13
Pensioenverrekeningslijfrente
Pensioenverrekeningslijfrente Bij echtscheiding kunnen pensioenaanspraken worden verrekend
Verrekening omvat: z verevening o.g.v. Wet VPS z toekenning bijzonder partnerpensioen (art. 57, PW) z pensioenverrekening o.g.v. Boon/Van Loon
Verrekening kan ook plaatsvinden door middel van een pensioenverrekeningslijfrente
Koopsom aftrekbaar (art. 6.6, Wet IB 2001) Termijnen bij begunstigde belast
15
Pensioenverrekeningslijfrente Pensioenverrekeningslijfrente moet zijn vormgegeven als: z Levenslange oudedagslijfrente; z Tijdelijke oudedagslijfrente; of z Nabestaandenlijfrente.
Combinaties mogelijk
16
Pensioenverrekeningslijfrente Vormgeving pensioenverrekeningslijfrente: z Verzekeringnemer: verrekeningsplichtige of verrekeningsgerechtigde z Premieverschuldigde: verrekeningsplichtige z Verzekerde: verrekeningsgerechtigde z Begunstigde: verrekeningsgerechtigde z Tijdelijk of levenslang (overgang mogelijk) z Direct ingaand of uitgesteld
17
Pensioenverrekeningslijfrente Bijzonderheden pensioenverrekeningslijfrente: z Geen bancaire pensioenverrekeningslijfrente mogelijk z Geen ‘eigen beheer’ mogelijk z Bij afkoop pensioenverrekeningslijfrente : negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen (max. 52%); én revisierente (20%)
z Als begunstigde voor de nabestaandenlijfrente mag de pensioenverrekeningsplichtige zijn aangewezen
18
Pensioenverrekeningslijfrente Alternatief: z Verrekeningsplichtige komt zelf p.u./p.v. overeen met verrekeningsgerechtigde z In het kader van echtscheiding of scheiding van tafel en bed z Ter verrekening van: Pensioenrechten Lijfrenten
z Aftrek p.u./p.v. bij verrekeningsplichtige: art. 6.7, Wet IB 2001 z Belastingheffing bij verrekeningsgerechtigde: art. 3.105, Wet IB 2001
19
Pensioenverrekeningslijfrente Pensioenverrekening door toekenning van een lijfrente z Bestaande lijfrente wordt overgedragen ter verrekening van pensioen z Gewezen echtgenoot z Geen aftrek bij verrekeningsplichtige: art. 6.4, tweede lid, Wet IB 2001 z Termijnen belast bij verrekeningsgerechtigde
Dus altijd fiscaal neutraal? Æ Art. 3.134, tweede lid, Wet IB 2001: geen negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen bij verevening (≠ verrekening)
20
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Wet VPS Wet VPS van toepassing bij: z echtscheiding z scheiding van tafel en bed z geregistreerd partnerschap
Verdeling ouderdomspensioen voor zover opgebouwd gedurende de huwelijkse periode (50:50)
Geen verdeling van lijfrenterechten, VUT, oudedagsreserve; wél prepensioen en TOP
Regelend recht: afwijking mogelijk bij huwelijkse voorwaarden of echtscheidingsconvenant
22
Wet VPS Onder VPS vallen pensioenen in de zin van: z Pensioenwet z ABP z Wet BPF 2000 z Wet BPR z APPA z…
23
Wet VPS Vaststelling vereveningsaanspraak z Verdeling ouderdomspensioen voor zover opgebouwd gedurende huwelijkse periode z Carriérestijgingen na echtscheiding werken niet door z Wel – indien aan de orde – indexatie van de vereveningsaanspraak
24
Wet VPS Vereveningsgerechtigde heeft rechtstreeks recht op uitbetaling door uitvoerder als mededeling is gedaan aan uitvoerder z Echtscheiding: binnen twee jaar na inschrijving registers burgerlijke stand z Scheiding tafel en bed: binnen twee jaar na datum inschrijving beschikking in huwelijksgoederenregister z Beëindiging geregistreerd partnerschap: binnen twee jaar na inschrijving verklaring beëindiging of beschikking in registers burgerlijke stand
Melding te laat gedaan: geen recht op rechtstreekse uitbetaling door pensioenuitvoerder
25
Wet VPS Bijzonderheden: z Bij vervroeging of uitstel van pensioen werkt dit door naar de vereveningsaanspraak z Conversie in eigen recht op ouderdomspensioen mogelijk Conversie is geen recht Æ in beginsel moeten beide gewezen partners aan conversie meewerken Melding aan uitvoerder binnen twee jaar na scheiding Instemming pensioenuitvoerder vereist (medische keuring mogelijk) Voordeel: eigen recht op ouderdomspensioen Nadelen: verevend pensioen definitief uit vermogen vereveningsplichtige en geen nabestaandenpensioen bij overlijden vereveningsplichtige
26
Wet VPS Fiscale spelregels rondom pensioen: z Hoofdstuk IIb, Wet LB 1964 z Toepassing art. 19b, Wet LB 1964 bij ‘verboden handeling’ z Vervreemding is verboden handeling Æ Aanspraak progressief belast (max. 52%) Æ 20% revisierente
Geen fiscale gevolgen voor loonheffing bij vervreemding/omzetting bij: z Echtscheiding z Scheiding tafel en bed z Beëindiging samenleving
Huwelijksgoederenregime niet relevant Verkrijger wordt belast voor ontvangen termijnen
27
Wet VPS Voor de Wet IB 2001 geldt het volgende: Als de één meer verkrijgt dan op grond van standaardverdeling: z Vervreemder belast voor waarde tegenprestatie (geld, overige vermogensbestanddelen): art. 3.102, derde lid, Wet IB 2001 z Verkrijger geniet aftrek: art. 6, eerste lid, onderdeel d, Wet IB 2001
Vervreemding tegen lijfrente: z Vervreemder niet belast: art. 3.102, vierde lid, Wet IB 2001 z Verkrijger geen aftrek: art. 6.4, tweede lid, Wet IB 2001
Pensioenverrekeningslijfrente (art. 6.6, Wet IB 2001)
28
Bijzonder partnerpensioen
Bijzonder partnerpensioen Als partnerrelatie eindigt door scheiding verkrijgt gewezen partner een aanspraak op bijzonder partnerpensioen
Hoogte aanspraak: alsof de deelneming op dat tijdstip zou zijn geëindigd z Risicopartnerpensioen: geen waarde! z Aanspraak ziet niet alleen op huwelijkse periode
Afwijkende afspraken mogelijk z o.g.v. partnerschapsvoorwaarden; of z o.g.v. schriftelijk gesloten overeenkomst bij scheiding
Art. 57, PW
30
Bijzonder partnerpensioen Partners in de zin van de PW zijn: z gehuwden z geregistreerde partners; of z partnerrelatie in de zin van de pensioenovereenkomst
Bij samenwoonrelaties vindt de Wet VPS geen toepassing, maar art. 57, PW wél!
31
Bijzonder partnerpensioen Toegekend recht op bijzonder partnerpensioen kan vervreemd worden aan eerdere of latere partner (art. 57, vijfde lid, PW)
Voorwaarden: z Pensioenuitvoerder is bereid een uit die overdracht voortvloeiende wijziging van het risico te dekken z Vervreemding is onherroepelijk; en z Vervreemding is overeengekomen bij notariële akte
32
DGA-pensioen en echtscheiding
DGA-pensioen en echtscheiding Regeling van voorwaarden voor pensioentoezeggingen aan direct- en indirect-grootaandeelhouders: z Eigen beheer mogelijk bij: werkgever-BV; holding van werkgever-BV; en elke andere rechtspersoon mits pensioenuitvoering ook statutair geregeld.
z Evenredige pensioenaanspraak bij ontslag z Bijzonder partnerpensioen bij echtscheiding
PSW en Regeling niet meer van toepassing PW evenmin van toepassing
34
DGA-pensioen en echtscheiding DGA-pensioen moet wél voldoen aan regels Wet LB 1964 z Eigen beheer mogelijk bij een lichaam: dat in Nederland is gevestigd; die de verplichting voor de heffing van VPB rekent tot binnenlands ondernemingsvermogen; en het gaat om DGA-pensioen (niet-PW).
Tijdsevenredige aanspraak bij ontslag? Bijzonder NP bij echtscheiding / beëindiging samenleving?
35
DGA-pensioen en echtscheiding Hoofdregel: pensioen eigen beheer hoeft vanwege echtscheiding niet te worden verzekerd
Uitzondering: als ten aanzien van pensioen wanbeheer wordt gepleegd, kan de ex-echtgenote verzekering verlangen van: z het verevende oudedagspensioen; en z het bijzonder partnerpensioen*
* HR 12 maart 2004, CO2/319HR, NJ 2004, 636
36
DGA-pensioen en echtscheiding Met arrest HR 9 februari 2007* wordt hoofdregel verlaten : z pensioenuitvoerende BV dient in beginsel het verevende oudedagspensioen te verzekeren z Gebaseerd op ‘redelijkheid en billijkheid’
Geen verzekering voorzover benodigde liquiditeiten: z ontbreken, of z niet vrij gemaakt/geleend kunnen worden zonder dat continuïteit van onderneming hierdoor in gevaar komt
En het bijzonder partnerpensioen? *HR 9 februari 2007, nr. R06/021HR
37
DGA-pensioen en echtscheiding Vervolgjurisprudentie
Hof Den Bosch 15 januari 2008, nrs. 2006/01046 en 2007/01241 z
Pensioen in eigen beheer is ook pensioen, ook al zijn er nooit premies betaald
z
DGA in privé aansprakelijk als er door zijn toedoen niet voldoende liquiditeiten aanwezig zijn
z
Lijfrenteverplichting in eigen beheer ook afstorten??
Rechtbank Zutphen 29 april 2008, nr. 86264 FA RK 07-1001 z
Recht op voorindexatie moet ook worden verzekerd
z
Hier vastgesteld op 1,75%
Hoge Raad 20 maart 2009, nr. C07/201HR z
Bevestiging HR 9 februari 2007
z
Vordering kan worden ingesteld tegen zowel BV als DGA
38
Samenvatting
Samenvatting ¾ Afstorten alimentatieverplichting bij verzekeraar mogelijk ¾ Geen ‘pensioengat’ bij benutten optie pensioenverrekeningslijfrente ¾ Bij echtscheiding moet het aan ex-partner toekomende deel van het in eigen beheer gehouden pensioen in beginsel te worden verzekerd
40
Bedankt voor uw aandacht!
41