Bijlage 3.
Motivatie voor FT’en voor het volgen van een masteropleiding (MRCA) Het volgen van een masteropleiding als fysiotherapeut is geen vlotte beslissing die in een impuls wordt genomen. Nogal logisch, je legt jezelf drie intensieve jaren op met veel (zelf)studie; liefst 20 uur per week, het zijn onbekostigde master opleidingen zodat er ook flink wat kosten zijn (gemiddeld 6.000 Euro per jaar). Weliswaar aftrekbaar, maar toch. Mogelijk betaalt een werkgever een deel van de kosten, hoe dan ook; het betreft een keuze met flinke consequenties. Waarom de MRCA masteropleiding? Werken als bachelor fysiotherapeut is plezierig en zinvol, je onderzoekt patiënten zelfstandig, werkt samen met die patiënt aan de verbetering van de gezondheid en voert overleg met verwijzers. U ontplooit zichzelf door postacademiale cursussen volgen en met collegae te discussiëren. Als je ook nog tevreden bent met uw salaris dan lijkt alles tip top. Toch kan het prikkelen als je meer uit jezelf en je beroep wilt halen. Als je echt over een breed vlak een hoger niveau wilt halen, als je een actieve en leidende rol wenst te spelen in de veranderende zorg, zijn postacademiale cursussen vaak niet afdoende. De MRCA biedt die ontwikkeling op het brede en relevante gebied van de zorg voor patiënten met chronische aandoeningen. Naast het verbeteren van de directe zorg ontwikkel je ook overstijgende competenties op gebied van communicatie, wetenschappelijke verantwoording, implementatie strategieën en moderne technologische hulpmiddelen zodat je je ontwikkelt en profileert als master fysiotherapeut. Je bent beter geëquipeerd op de toekomst. De MRCA focust op de ZeTeSa begrippen: Zelfredzaamheid, Technologie en Samenwerking. En ook op de praktische implementatie daarvan. Je leert competenties om daadwerkelijk projecten op te zetten, uit te voeren en te evalueren. Je kunt op academisch niveau communiceren met medisch specialisten en komt beslagen ten ijs bij besprekingen met zorgverzekeraars. Je leert het opstellen van een business model zodat de kans dat projecten die je in de praktijk initieert gaan slagen, wordt vergroot. Wat zijn algemene kenmerken van master opgeleiden? In 1999 hebben 29 Europese partners (waaronder Nederland) de Bologna verklaring ondertekend. Daarin werden afspraken vastgelegd om opleidingen in het hoger onderwijs in Europa onderling vergelijkbaar te maken, om transparantie en mobiliteit op onderwijsgebied binnen de Europese Unie te vergroten. In 2003 publiceerden de partners de Dublin descriptoren. Deze beschrijven de kwalificaties (competenties) die een afgestudeerde minimaal moet bezitten, op het niveau van een associate degree, bachelor, master en doctor op vijf gebieden, namelijk: Dublin descriptoren: Kennis en inzicht Toepassen van kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Leervaardigheden Op de volgende pagina staat tabel 1 met een overzicht van bovengenoemde 5 descriptoren ‘vertaald en uitgewerkt’ naar verschillen tussen opgeleiden op bachelor en op master niveau.
1
1. Kennis en inzicht
Kwalificaties Bachelor
Kwalificaties Master
Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt
Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een
overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het
kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband.
vakgebied vereist is. op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van
probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te
argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
integreren en met complexe materie om te gaan.
Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-
Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden
maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.
aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen.
Is in staat om informatie, ideeën en
Is in staat om conclusies, alsmede de kennis,
oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of nietspecialisten.
motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten.
5. Leervaardigh.
Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie
Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelf gestuurd of
veronderstelt aan te gaan.
autonoom karakter.
3. Oordeelsvorming
Is in staat om kennis en inzicht en
4. Communicatie
2. Toepassen van kennis en inzicht
Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht
Tabel 1. Nederlandse vertaling van de Dublin descriptoren voor het eindniveau van de tweede en derde cyclus; in Nederland aangeduid met bachelor en master niveau (uit: Handleiding HBO niveau, Saxion, versie 1.0, mei 2011).
2
Daarnaast zijn op landelijk niveau een zevental HBO kernkwalificaties voor master onderwijs onderscheiden (Commissie accreditatie hoger onderwijs, 2001. Prikkelen, presteren en profileren. Eindrapport.). Zes kenmerken gelden voor de master opgeleiden; de zevende (het beschrijven van een didactisch model) geldt voor de master opleiding. HBO kernkwalificaties voor master opgeleiden: 1. Uitvoeren van op toepassing van kennis gericht onderzoek, waarin complexe problemen worden geanalyseerd, mede met behulp van kennis voortkomend uit fundamenteel onderzoek. 2. Zelfstandig kennis verwerven en daarover kunnen communiceren met anderen. 3. Onafhankelijke oordeelsvorming met betrekking tot gewenste ontwikkelingen, gebaseerd op kennis van hoog niveau. 4. Methodisch verantwoord en gedisciplineerd werken. 5. Leiding geven aan gecompliceerde projecten waarin complexe problemen worden opgelost, of innovaties worden voorbereid of worden geïmplementeerd. 6. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. 7. Heeft de opleiding gevolgd aan een opleiding met beschreven en goedgekeurd didactisch concept.
Wat zijn kenmerken van fysiotherapie masters? In de verschillende BCP’s (Beroeps Competentie profielen) zijn de volgende beroepsrollen vertegenwoordigd: Specialist; Beroepsontwikkelaar; Professioneel leider; Adviseur / coach. Elk van de rollen kent een aantal competenties. De rol van specialist staat centraal en kent ook de meeste competenties en tevens te behalen studiepunten (ECTS’en). De tweede plek wordt ingenomen door de rol ontwikkelaar die twee aspecten kent: de wetenschappelijke rol waarmee de professie wordt onderbouwd en de innovatieve rol waarin verbeteringen voor de praktijk worden ontwikkeld. Een professioneel leider is in staat die veranderingen op adequate wijze in de praktijk te realiseren en de belangrijke communicatieve aspecten van de master worden weerspiegeld in de adviseur en coachende rol die de (M)FT frequent hanteert. Op de volgende pagina volgen figuur 1 die de vier beroepsrollen en de elf competenties weergeeft en tabel 2 met de uitwerking van die elf competenties op bachelor en master niveau.
3
Beroepsrollen en competenties MRCA. Specialist:
Professioneel leider: 8. Leiding geven en managen van innovatie projecten.
1. Screenen 2. Diagnosticeren 3. Therapeutisch handelen 4. Preventief handelen 5. Professioneel samenwerken
Ontwikkelaar: 6. Wetenschappelijk onderbouwen van de professie
7. Innoveren beroep
Adviseur / coach: 9. Deskundigheid bevorderen 10. Begeleiden professionals en vrijwilligers 11. Verlenen consultatie
Figuur 1. beroepsrollen en competenties in master onderwijs MRCA. Tabel 2. De elf competenties op begin (=bachelor) en eind niveau (= master) van de MRCA.
Betreffende rol / competentie met: Startniveau (niveau bachelor) 1. Specialist / screenen. De bachelor kan screening gericht op de vraag ‘Is sprake van een indicatie voor nader medisch onderzoek’ op juiste wijze uitvoeren vooral gebaseerd op het toepassen van bekende rijtjes met mogelijke risico’s op basis van wetenschap of consensus.
Eindniveau (eindniveau master) De master kan screenen zelfstandig en correct uitvoeren in meer complexe praktijksituaties, kan op meerdere niveau’s narratief redeneren om te bepalen of verwijzen naar een medicus tot gewenst resultaat leidt; de communicatie met de medicus vindt plaats op academisch niveau.
2. Specialist / Diagnosticeren. De bachelor kan deze complexe taak goed uitvoeren, is op de hoogte van de wetenschappelijke basis voor diagnostische tests en heeft probleemoplossend vermogen. De bachelor weet de conclusies van het FT onderzoek uit te leggen aan patiënt en verwijzer.
De master heeft meer kennis en vaardigheden betreffende patiënten met chronische aandoeningen en van de implementatie van methodologische kenmerken van diagnostische tests in het FT onderzoek. Tezamen met een hoger niveau van metacognitie komt de master tot een preciezer resultaat en kan de conclusies plus achterliggende motieven en consequenties uitleggen naar patiënt, omgeving en verwijzer
3. Specialist / Therapeutisch handelen. De bachelor kan, naar aanleiding van de diagnostiek, op systematische en verantwoorde wijze komen tot het formuleren van (sub)doelstellingen voor een FT behandeling en stelt op die wijze een adequaat plan van aanpak vast met FT
De master is beter geschikt om zelfstandig een passend plan van aanpak te realiseren voor een complexe situatie van een patiënt met co-morbiditeit. De master kan gemotiveerd en bewust afwijken van richtlijnen en algoritmes.
4
interventies. De master redeneert ook vanuit het De bachelor redeneert vooral vanuit het perspectief van de patiënt en mogelijkheden perspectief van de therapeut. van andere professionals. 4. Specialist / Preventief handelen. De master is beter in staat deze activiteiten De bachelor kan op verantwoorde wijze uit te voeren voor de populatie patiënten met beweeg programma’s voor individuele chronisch aandoeningen. De communicatie cliënten of groepen uitvoeren voor primaire naar en daardoor de motivatie van de preventie. patiënten en hun omgeving is beter. De Secundaire en tertiaire preventie worden master kan zelf beweeg programma’s door de bachelor op professionele wijze ontwerpen en aanpassen. uitgevoerd. 5. Specialist / Professioneel samenwerken. De master bezit tevens over meer kennis en De bachelor heeft voldoende besef van multidisciplinaire integratie, maatschappelijke inzicht en meer leidinggevende en communicatieve vaardigheden zodat de verantwoordelijkheid en communicatieve master een stimulerende en zo gewenst vaardigheden om op voldoende niveau met bepalende rol in de samenwerking met andere professionals te kunnen andere zorgprofessionals kan uitoefenen. samenwerken. 6. Ontwikkelaar / Wetenschappelijk onderbouwen van therapeutisch handelen. De bachelor kan wetenschappelijke artikelen De master is nadrukkelijk bezig met EBF en kan een goede vertaalslag maken van de vinden en schiften. Kan die gegevens in wetenschap naar de praktijksituatie. De eenvoudige praktijksituaties implementeren master kan zelfstandig een passend en weet richtlijnen correct uit te voeren. De bachelor kan meedoen aan wetenschappelijk onderzoek design ontwerpen en schrijft een PCS. De master integreert EBF in zijn onderzoek maar kan dat niet ontwerpen. De klinisch redeneren en wijkt zo nodig af van bachelor publiceert geen PCS. richtlijnen en realiseert op die wijze de ‘best De bachelor toont een wetenschappelijke practice’. attitude. De master toont intern wetenschappelijk gedrag. 7. Ontwikkelaar / Innoveren van beroep. De bachelor past nieuwe procedures en De master doet dat ook maar ontwikkelt ook adviezen toe in zijn dagelijkse praktijk. Is innovaties. De master herkent nieuwe flexibel genoeg om zijn handelen aan te ontwikkelingen die niet-optimaal verlopende passen aan nieuwe inzichten. processen kunnen verbeteren. Ook innovaties in complexe situaties worden geïmplementeerd. 8. Professioneel Leider / Managen van innovatie processen & ondernemen. De master is opgeleid en uitgerust om leiding Het uitoefenen van leidinggevende te geven aan verbeter processen in de vaardigheden is geen algemeen geldige praktijk en in multidisciplinair verband. De bachelor competentie. master onderneemt, ziet, vertaalt en De bachelor kan kiezen voor een ‘volgende’ implementeert kansen naar beleid. Daarbij rol. herkent de master de maatschappelijke verantwoordelijkheid. 9. Adviseur - coach / Deskundigheid van professionals bevorderen. De bachelor is in staat om informatie, ideeën De master is in staat om conclusies en de kennis, motieven en overwegingen die ten en oplossingen over te brengen op een grondslag liggen aan om die informatie, publiek bestaande uit specialisten en nietspecialisten. De deskundigheid van collega’s ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en bevorderen is geen algemeen geldende niet-specialisten. De master kan goed bachelor competentie. communiceren en presenteren en is voorbereid om te doceren aan collega’s.
5
10. Adviseur - coach / Begeleiden van professionals en vrijwilligers. De bachelor participeert in overlegstructuren De master speelt een stimulerende rol in overlegstructuren, kan leiding geven in die pogen de kwaliteit van zorg te optimaliseren zoals intercollegiale toetsing of gecompliceerde projecten, werkt op methodische wijze aan de voortgang. intervisie. De master informeert en instrueert De bachelor is in staat vrijwilligers en vrijwilligers en mantelzorgers opdat hun rol mantelzorgers te informeren over de een bijdrage levert aan de continuïteit van de aandoening van patiënten (inhoudelijk, behandeling en de zelfredzaamheid van de theoretisch en praktisch) en over hun rol bij patiënt. de begeleiding van die patiënt. 11. Adviseur - coach / Verlenen van consultatie. Het verlenen van consultatie bij patiënten Vanuit de expertise op het gebied van van collegae of andere verwijzers is geen patiënten met chronische aandoeningen algemeen geldige bachelor competentie. wordt de master door collegae geconsulteerd als vraagbaak voor directe en indirecte patiëntenzorg. De master is in staat om op methodische wijze een helder advies te formuleren en dat op correcte wijze te communiceren met de vraagstellers.
Een afgestudeerde master MRCA heeft in vergelijking met een bachelor: meer uitgebreide kennis en vaardigheden over patiënten met chronische aandoeningen (specialisten rol), heeft een hoger niveau van metacognitie (zelfreflectie) en kan daardoor klinisch redeneren ook blijven toepassen in meer complexe situaties, een grotere mate van zelfstandigheid in het oplossen van problemen, betere communicatieve mogelijkheden om die oplossingen inclusief de motivatie te expliciteren en uit te leggen aan andere professionals in de zorg en aan leken / vrijwilligers, meer mogelijkheden om nieuwe wetenschappelijke gegevens en / of innovatieve projecten te ontwikkelen en op adequate wijze in de werksetting toe te passen. Deze kenmerken zijn gelijkelijk verdeeld over de verschillende beroepsrollen specialist, ontwikkelaar, coach en professioneel leider. Wat bereik je met het volgen van en afstuderen aan de master opleiding MRCA? Je hebt jezelf verder ontwikkeld en ontplooit. Naast het beter functioneren als specialist / behandelaar ben je je meer bewust van je kwaliteiten als ontwikkelaar, coach en professioneel leider. Je kunt zelfstandig op goede wijze functioneren in complexe situaties, zowel in je rol als behandelaar als ook in de rol van ontwikkelaar, coach en leider. In je eigen praktijk context speel je een actieve rol, functioneert als vraagbaak voor je collegae en andere zorg professionals en bent in staat verander processen te initiëren, uit te voeren en te bestendigen. Voor de organisatie waarvoor je werkt ben je een bepalende zorgprofessional. Door de systematische wijze waarop je uitdagingen en problemen te lijf gaat, neemt de kans dat je projecten slagen, toe. Op die wijze voel je je prettig en wordt je werktevredenheid positief onderbouwd.
6