Verduurzaming, waaronder energietransitie, is een belangrijke opgave voor het Gelders erfgoed. In de afgelopen drie jaar heeft dit thema vaste grond onder de voeten gekregen: de helft van de Gelderse monumenteneigenaren wil aan de slag met verduurzaming. Drie jaar geleden was nog vrijwel niemand hiermee bezig. De overheid beweegt mee: Rijksdienst en gemeenten werken aan verduurzaming van monumenten, met behoud van culturele waarden. Het kennis- en leertraject Monumentale energietransitie heeft een rol van betekenis gespeeld in de bewustwording van energiekansen in erfgoed bij eigenaren en overheden. De provincie blijkt een effectieve aanjager te zijn om samenwerking en innovatie te bevorderen en energietransitie te versnellen. De volgende stap is: uitvoering, monitoring en opschaling van Monumentale energietransitie. Al doende leren eigenaren, bouwwereld en overheden om kansen voor verduurzaming, waaronder energietransitie, te verzilveren. De rol van de provincie is in deze fase nodig in de vorm van voortbouwen op gerealiseerde samenwerking, stimuleren van innovatie en kennis delen over concreet toepasbare verduurzamingsmaatregelen in erfgoed.
“Als ik zie dat de transitie te traag gaat, dan moet ik mensen manen tot snelheid.” Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde
MONUMENTALE ENERGIETRANSITIE ZEER SUCCESVOL evaluatie en vooruitblik
Monumenten moeten in gebruik blijven, daarom is het belangrijk ook in de toekomst ruimte te bieden aan energieverbeteringen en comfort.
Beeldmateriaal
Wing, Evert Jan Nusselder, Wikimedia
Wilt u meer weten?
www.duurzamelandgoederen.nl
Gelderland investeert in haar cultureel erfgoed. Onderhoud en beheer zijn belangrijk en vergen veel aandacht, tijd en geld. Energie speelt daarbij een belangrijke rol én biedt kansen. Energie is een grote kostenpost in monumenten, dit kan oplopen tot 50% van de exploitatiekosten. Met energiebesparing en duurzame, lokale energieopwekking kan geld worden bespaard, comfort worden gewonnen en het levert een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van de Gelderse monumenten. Eigenaren kunnen, afhankelijk van de omstandigheden, 20 tot 30% besparen op hun energierekening. Het kennis- en leertraject Monumentale energietransitie stimuleert eigenaren om aan de slag te gaan met energietransitie door kennis en ervaringen te delen en samenwerking te realiseren. In 2012 is Monumentale energietransitie gestart op landgoederen. Met effect: de helft van de Gelderse landgoederen is op een of andere manier bezig met energietransitie. Dit succes biedt kansen voor verbreding naar andere monumenten, zoals industrieel, religieus en agrarisch erfgoed. Deze activiteit maakt deel uit van het Gelders Kennisprogramma DuurzaamDoor 2013-2016 en SHARE Interreg IVB NWE Programme Safeguarding Heritage and Rural Economies
LANDGOEDEREN
RESULTATEN
IN GELDERLAND
Een typisch beeld van een landgoed- of kasteeleigenaar is wel dat hij eerder een dikkere trui aantrekt dan dat hij de thermostaat omhoog draait; immers die weliswaar prachtige historische panden zijn niet warm te stoken…. Of toch wel? Dankzij het project Monumentale energietransitie van de provincie Gelderland zijn wij ons heel wat bewuster geworden van de energiebesparende maatregelen die je in monumentale opstallen kunt toepassen. En welke voordelen in euro’s en comfort dat biedt. Diverse eigenaren zijn nu maatregelen aan het nemen. Voor veel anderen zijn er interessante kansen. Sommige kunnen door individuele eigenaren worden toegepast, voor anderen is samenwerking tussen eigenaren, experts of overheden cruciaal. Dat is, naast energiebesparing, zeker bij benutting van biomassa het geval en wellicht ook bij andere vormen van energieopwekking. GPG wil de komende jaren de brug blijven slaan tussen de private belangen van eigenaren en grote maatschappelijke opgaven. We nodigen de provincie van harte uit om samen met onze leden de kansen te verzilveren en praktijkvoorbeelden, kennis en ervaring te blijven delen. Gijs van Heemstra, bestuurslid Gelders Particulier Grondbezit
Landgoederen behoren tot de parels van Gelderland. Ze vertegenwoordigen veel waarden, waaronder natuurwaarden, bos, landbouwgrond en cultuurhistorie. Witteveen en Bos toonde in 2012 met het onderzoek ´In stand houden loont´ (zie deze link) aan dat de kwaliteit van landgoederen bijdraagt aan de economie van de provincie. De baten hiervan komen slechts ten dele toe aan landgoedeigenaren. Dit is een belangrijke reden voor de provincie Gelderland om bij te dragen aan verduurzaming van de landgoederen, onrendabele kostenposten te beperken en met eigenaren te kijken naar nieuwe dragers en verdienmodellen voor de toekomst.
Energie is een grote kostenpost (20-50%), die met energiemaatregelen flink verkleind kan worden. Onder het motto ‘als we er toch zijn’ investeert de provincie in energiemaatregelen gelijktijdig met restauratiewerkzaamheden. De exploitatie van landgoederen wordt hierdoor beter en duurzamer en landgoederen worden hiermee op termijn minder afhankelijk van subsidie. Ook opwekken van duurzame energie biedt kansen om reststromen op landgoederen te verwaarden en nieuwe economische dragers te ontwikkelen.
Oppervlakte
Gegevens op basis van GNN in de vastgestelde omgevingsvisie van de provincie Gelderland, CBS bestand bodemgebruik 2011 en NSW-gerangschikte landgoederen dataset uit 2009 van de provincie
MONUMENTALE ENERGIETRANSITIE Monumentale energietransitie is in 2012 begonnen als kennis- en leertraject voor eigenaren en beheerders van Gelderse landgoederen en buitenplaatsen. De provincie Gelderland ondersteunt Monumentale energietransitie met met financiële middelen en een netwerkaanpak. In bijeenkomsten, masterclasses en m.b.v. pilots bouwen deelnemers gezamenlijk aan kennis en ervaring over Monumentale energietransitie. En dat is nodig: energietransitie in een monument is maatwerk waarvoor veel kennis nodig is en waarmee nog volop ervaring moet worden opgedaan. De eerste successen zijn geboekt. Een brede groep landgoedeigenaren onderzoekt de potentie van energiebesparing en opwekking. En de schop gaat de grond in! Op verschillende plekken in Gelderland worden op landgoederen en in monumenten energiebesparende maatregelen en energieopwekking gerealiseerd. Het netwerk gaat hiermee een nieuwe fase in: van onderzoek naar uitvoering; ervaring opdoen met uitvoering, monitoring en doorontwikkeling van resultaten.
Voor landgoederen die van generatie op generatie worden overgedragen is een bestendige toekomst van groot belang, hetgeen continu aanpassing vergt aan de immer wijzigende context. Vandaag is er meer nodig om de toekomst op een landgoed te kunnen verzekeren. Het leertraject Monumentale energietransitie van de provincie draagt daar zeker aan bij door het helpen creëren van nieuwe economische dragers, nieuwe samenwerkingsverbanden (bv energiecoöperaties) en nieuwe betrokkenheid van vrijwilligers, welke een landgoed zeer wel kunnen ondersteunen. Het proces, nodig om de transitie te kunnen volbrengen, heeft samenwerking, tijd en geld nodig. Succes gaat gepaard met de bereidheid om (samen) de uitdaging aan te gaan, gewaagde ideeën uit te proberen en op te staan als er iets mislukt. De betrokkenheid en continuïteit van de eigenaar verzekert de cultuurhistorische waarden van het Landgoed, die ver buiten haar fysieke grenzen uitstraalt, voor komende generaties.
Belangrijkste successen • •
• •
Monumentale energietransitie is een begrip geworden in én buiten Gelderland. Twee jaar geleden was nog vrijwel niemand bezig met energie, op dit moment heeft ongeveer de helft van de monumenteneigenaren interesse in verduurzaming (bron: Monumentenwacht); Monumentale energietransitie projecten worden gerealiseerd, met en zonder financiële ondersteuning van de provincie. Binnen de provincie wordt met Monumentale energietransitie ervaring opgedaan met integraal en cross-sectoraal werken; tussen de provinciale programma’s Energie, Cultureel Erfgoed en Natuur en landschap.
Grootste uitdagingen van Monumentale energietransitie •
Het afwegen van duurzaamheid en monumentale waarden is maatwerk. • Meer samenwerking in de bouwkolom kan voor efficiëntie en creatieve oplossingen zorgen. • Eigenaren, mensen in de bouw en overheden hebben nog onvoldoende ervaring met de concrete uitvoering van Monumentale energietransitie: we moeten leren door proberen, monitoren, evalueren en doorgaan. Dit is de boodschap van betrokkenen bij Monumentale energietransitie die aan het woord komen in deze evaluatie.
Monumentale energietransitie is in 2012 gestart op landgoederen en beoogt dat zoveel mogelijk eigenaren kunnen meekijken en meeleren met de investeringen die worden gedaan. Een impressie van de werkwijze van het kennis- en leertraject en resultaten vindt u in deze folder. Het traject heeft potentie voor verbreding naar andere monumenten en de bouwwereld (zie p. 10 en 11).
Gelderland. Cijfers geven een indicatie van omvang en percentages.
Constance van Weede, landgoed Bingerden 2
3
Het gebouw heeft de oorspronkelijke opzet en functie behouden. Dat is van grote betekenis in termen van cultuurwaarden. Het behoud van het huis, inboedel en de toegesneden wijze van gebruik, bewoning, onderhoud en herstel verdient alle lof. Evert Jan Nusselder, Monumentenzorg.
LANDGOED KEPPEL
LANDGOED MIDDACHTEN Kasteel Middachten wordt voor het eerst vermeld in het jaar 1190. Het kasteel dateert uit de vroege Middeleeuwen, het huidige huis is gebouwd tegen het einde van de 17de eeuw. Het kasteel is uniek omdat het nog een echt werkend landgoed is. Middachten bestaat namelijk niet alleen uit een kasteel met park en tuinen, maar ook uit bossen, boerderijen en agrarische gronden.
tot en met de 20e eeuw en oorspronkelijke kasten met serviezen, glaswerk, zilver en linnengoed. Het beheer van het landgoed ligt in handen van de 25ste Heer van Middachten, F.W.F.L. Graaf Ortenburg. Middachten gaat mee met de tijd. De inkomsten op de buitenplaats vloeien voort uit de kerstopenstelling (20%), evenementen (20%), catering en ontvangsten (39%). Daarnaast zorgen entreegelden (11%), logies (5%) en de landgoedwinkel (5%) voor inkomsten. PR, kantoorkosten en personeel zijn op Middachten de grootste kosten (48%), gevolgd door gebouw en installaties (36%) en de energierekening (bijna 10%). Bij de restauratie van het linker bouwhuis worden energiebesparende maatregelen toegepast om de energiekosten te beperken. Daarnaast oriënteert het landgoed zich op duurzame energieopwekking met top- en takhout.
Middachten is nooit verkocht, maar van de ene generatie op de andere generatie overgegaan. Middachten is daardoor zeer verbonden met haar omgeving. Dat blijkt onder meer uit de intensieve samenwerking met vrijwilligers.
Energiebesparing
Investering
Terugverdientijd
15%
40.000
6 jaar
In het traject Monumentale energietransitie is de business case voor Keppel door deskundigen doorgerekend. Mede door het huidige zuinige stookgedrag van de eigenaren is de terugverdientijd vrij lang (minimaal 9 jaar). Vooral de kosten van de aanleg van een warmtenet/ leidingwerk zullen in het begin zwaar op de exploitatie drukken. Evengoed gelooft de familie in nut en noodzaak van verduurzaming. De provincie kan eigenaren helpen de stap te zetten naar verduurzaming. Rentmeester Frans van Lynden stelt zich bijvoorbeeld een ‘revolving fund’ voor, waarbij de aflossing betaald kan worden uit (een deel van) de besparing van energiekosten. Van Lynden heeft positieve ervaringen met een biomassakachel op landgoed Hemmen. De resultaten van de business case pilot zijn te bekijken via www.duurzamelandgoederen.nl.
De inrichting van het kasteel is compleet en bijzonder. Veel van de oorspronkelijke inboedel is bewaard gebleven, waaronder een grote collectie portretten, meubels uit de 17e
Maatregel A
Kierdichting op alle ramen
B
Glazen tochtpui bij voordeur, kleppen in schoorsteenkanalen
C
Thermostaatkranenop alle verwarmingselementen
D
Radiatorfolie en isolatie CV hok
E
F
6%
30.000
10 jaar
10%
20.000
4 jaar
6%
30.000
10 jaar
Buitendakse isolatie vlakke en hellende dak velden i.c.m. dakrestauratie
20%
Zonnepanelen onzichtbvaar vanaf grond op plattedak
5%
Bron: energiescan E.J. Nusselder, DWA en Wing. 2013
4
De eigenaren van Kasteel Keppel in Bronckhorst hebben het plan om het landgoed te verduurzamen met een biomassakachel, die gevoed wordt met resthout uit eigen bossen (top- en takhout). De kachel kan warmte leveren aan het kasteel en koetshuis, een kinderdagverblijf in het park en woningen langs de Dorpsstraat. Het resthout uit het bos (nu nog een afvalstroom) wordt op deze manier een nieuwe economische drager voor het landgoed. Als kasteel, koetshuis en kinderdagverblijf met biomassa worden verwarmd zal dit leiden tot een gemiddelde energiebesparing van 45.000 m3 gas per jaar. Uitgaande van de huidige gasprijzen (begin 2015) komt dat neer op een bruto besparing van € 28.000 per jaar.
160.000
30.000
16 jaar
12 jaar
De business case pilot geeft een gedegen en onafhankelijk beeld van de business case, mogelijke valkuilen en kansrijke richtingen. Dat is voor ons een waardevolle basis voor vervolgstappen. Willem van Lynden, Landgoed Keppel
Maatregelen voor energiebesparing en opwekking zijn altijd maatwerk. Bovenstaande maatregelen passen het beste bij het hoofdhuis van Middachten volgens de enerigescan die in 2012 is uitgevoerd en geven goede indicatie van kosten, te behalen energiewinst en terugverdientijd bij continuering van het huidige extensieve gebruik.
Maatregel
Investering (euro, ex. BTW)
Energiebesparing (euro/jaar)
Terugverdientijd
A
Verbetering kierdichting
24.000,-
936,-
26 jaar
B
Isolatie zoldervloer
45.300,-
1.605,-
28 jaar
C
Radiatorfolie
6.000,-
669,-
9 jaar
D
Radioatorkranen
1.000,-
241,-
4 jaar
E
Achterzetramen
250,(per raam)
11,
23 jaar
F
Monumentenglas
500,(per raam)
11,-
47 jaar
G
Optimalisatie stookruimte
1.500,-
267,-
6 jaar
H
LED-verlichting
750,-
89,-
8 jaar
Investeringen
Basissituatie (kasteel en koetshuis)
Uitbreiding met woningen in de Dorpsstraat
Uitbreiding met zorgcentrum overzijde IJssel
A
Houtkachel
86.500,-
94.000,-
133.000,-
B
Distributienetwerk
61.500,-
92.300,-
168.100,-
C
Overig
55.600,-
64.700,-
92.300,-
Totale investering
203.600,-
251.000,-
393.400,-
Exploitatiekosten
8.100,-
10.100,-
15.500,-
24.800,-
29.500,-
61.300,-
Besparing gasgebruik Bron: DWA, oktober 2013
5
Uit onderzoek onder onze abonnees blijkt dat de helft interesse heeft om te verduurzamen. Dit is fors meer dan drie jaar geleden. Anderen geven aan dat zij geen aanpassingen willen, vanwege mogelijke aantasting van monumentale waarden. In het verleden zijn m.n. met isoleren fouten gemaakt. Monumentenwacht Gelderland is bezig met een toolkit die eigenaren kan helpt met de afweging tussen verduurzamen en monumentale waarde. Er is nog veel te leren. Ernst van der Grijp, Monumentenwacht Gelderland
Pim en Fenneken Anneveld-van Wesel, Huis Schouwenburg: ‘Monumenten hebben vaak een roerige en roemruchte geschiedenis. Onze ambitie is ons monument ook een mooie toekomst te geven. Een monument in deze tijd moet voldoen aan het comfort van deze tijd. Daarin hebben we op Schouwenburg volop geïnvesteerd, met energiebesparende maatregelen, wandverwarming, zonnepanelen en een pelletkachel. We hebben geleerd dat het belangrijk is om te inventariseren wat de historische waarden van een monument zijn om daar waar mogelijk en met grote zorgvuldigheid duurzaamheidsmaatregelen aan toe te voegen; die zorgen voor energiebesparing en hedendaags comfort en gebruiksgemak. Een gebouw dat relevant is in zijn tijd en de charme van de historie heeft behouden kan weer decennia voort. Totdat een nieuwe tijd weer andere eisen stelt. Dan herhaalt de historie zich. Zo trotseert ons cultureel erfgoed de eeuwen.’
Menno Tillema, Geldersch Landschap en Kasteelen: ‘Geldersch Landschap & Kasteelen zorgt voor ongeveer 150 prachtige natuurgebieden, kastelen en landgoederen in Gelderland. Bij onderhoud, herstel en hergebruik van onze monumentale gebouwen houden wij rekening met toekomstig energiegebruik. Wij onderzoeken op welke manier wij –met behoud van cultuurhistorische waarden - hout van eigen bodem, betere isolatie, alternatieve verwarmingsbronnen (aardwarmte, biomassa) en vermindering van energiegebruik kunnen bewerkstelligen. Cultuurhistorie en duurzaamheid samen oppakken vraagt om steeds weloverwogen afwegingen maken in soms tegenstrijdige belangen. Met onze inspanningen hebben wij onder meer een aardwarmteinstallatie gebouwd op kasteel Cannenburch, een biomassaketel op kasteel Rosendael en LED verlichting in diverse opengestelde kastelen.’ www.glk.nl
Ook andere terreinbeherende organisaties, zoals Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, doen volop ervaring op met Monumentale energietransitie en duurzaam behoud van erfgoed.
Barones Antoinette van Lynden, landgoed De Poll: ‘Een aantal monumentale boerderijen op Landgoed de Poll wordt momenteel gerestaureerd. Sommigen hebben een geheel nieuw rieten dak nodig. Rietdekker Van Wincoop heeft de gemeente en de provincie voorgesteld een andere manier van dekken toe te staan dan wat tot nu toe mogelijk was. Een hele interessante en energie besparende manier die tot nu toe alleen bij niet monumentale gebouwen toegepast kon worden. Gelukkig heeft de provincie hiermee ingestemd en is het een pilot project geworden, waarbij zowel de extra energiebesparing als de 8 cultuurhistorische waarden goed worden gemonitord. Ik vind het buitengewoon positief dat de provincie op deze manier ervaring opdoet en leert wat wel en niet kan met Monumentale energietransitie.’
Activiteiten en bereik van Monumentale energietransitie: • 4 netwerkbijeenkomsten (247 deelnemers) • 3 masterclasses (68 deelnemers) • 4 praktijkdagen Monumentaal groen (105 deelnemers) • 4 landgoedateliers (27 deelnemers) • 2 business case pilots • 46 energiescans, waarvan de helft op landgoederen • 22 projecten Monumentale energietransitie in de uitvoering (met ondersteuning van de provincie) • nieuwsbrieven en infosheets • www.duurzamelandgoederen.nl
7
MONUMENTAAL GROEN De aantrekkingskracht van Gelderland wordt mede bepaald door het groene karakter. Groen zit in het DNA van Gelderland en het groene erfgoed is hiervan een aansprekend deel. Groen erfgoed is echter niet of nauwelijks rendabel te exploiteren, terwijl het van groot maatschappelijk belang is. Voor bezoekers, omwonenden en het toeristisch-recreatief bedrijfsleven brengt het veel op in de vorm van woon- en recreatiegenot en als bron voor de vrijetijdseconomie. Vakmanschap, kennis en kunde zijn cruciaal voor de instandhouding van groen erfgoed. Evenals het vinden van efficiënte, kostenbesparende werkwijzen. Eigenaren en uitvoerders leren van elkaar en van andere deskundigen op de praktijkdagen Monumentaal Groen.
Eigenaren nemen het voortouw: het bruist van initiatief en ideeën Monumentale energietransitie werkt vanuit de vragen van eigenaren. Zij initiëren en nemen het voortouw en werken samen met overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Hiervoor is geen blauwdruk beschikbaar: het draait om ervaring opdoen in de praktijk. Anderen kunnen leren van wat goed ging én, even belangrijk, van wat niet goed ging. Eigenaren stellen het bijzonder op prijs dat de provincie ruimte biedt om ervaring op te doen, te vallen en weer op te staan. Zo komen we samen verder.
Monumentale energietransitie staat voor een beproefde nieuwe werkwijze, waarbij eigenaren en overheden gezamenlijk werken aan maatschappelijke doelen. Van Monumentale energietransitie verwacht ik…: > Inspiratie en ontmoeting. > Kennisoverdracht en nieuwe ideeën. > Voortgang in discussies. > Horen wat mogelijk is en effectief qua maatregelen en vergunningen.
Voor erfgoed is de uitdaging ‘n goede balans te vinden tussen de beschermde cultuurhistorische waarden en de wens om op energie te bezuinigen, dan wel energie op te wekken. Het platform ‘Monumentale energietransitie’ biedt de kans de wensen van eigenaren en andere betrokkenen te horen en de kennis en expertise van de RCE in te brengen. Dit verbinden van alle ‘spelers in het veld’ ervaar ik als zeer waardevol. Annemieke Vos, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
In 2014 is het kennis- en leertraject Monumentale energietransitie verbreed. Voor landgoedeigenaren is een traject gestart om vakmanschap in Monumentaal groen te ondersteunen. Daarnaast helpen Landgoedateliers eigenaren om zich bewust te worden van maatschappelijke waarden om zo nieuwe waardemodellen voor hun landgoedbeheer te ontwikkelen.
Er is veel behoefte aan praktische kennis en samenwerking in Monumentaal Groen o.a. met vrijwilligers. In 2014 hebben de praktijkdagen hierin voorzien, met een overzicht van praktische tips en trucs en een routekaart. In 2015 vindt een verdiepingslag plaats.
Deze winter hebben we een onderhoudsronde gepland voor ons bos en ik neem meteen een aantal zaken van de praktijkdagen mee o.a. verbeuking, zichtlijnen en bomen de ruimte geven. Frans Ameschot, tuinmeester Buitenplaats Oosterhout
LANDGOEDATELIERS De maatschappelijke waarden van een landgoed zien en bedenken hoe deze te verzilveren, dat is wat de Landgoedateliers eigenaren aanreiken. In een tweedaags atelier reflecteren eigenaren op zichzelf én elkaar. De eerste stappen om over te gaan tot actie worden geformuleerd. Het landgoedvenster geeft inzicht in functies die sterk zijn, waar mogelijkheden liggen voor verbinding en waar ruimte is voor verbetering. Aan het eind van de tweedaagse maken deelnemers onderling afspraken om elkaar gedurende het komende jaar te bevragen op de voortgang.
Ervaringen •
•
‘Het landgoedatelier helpt om te komen tot betere, meer harmonieuze (economische) dragers, waarbij het landgoedvenster dwingt een aantal belangrijke vragen te bespreken.’ ‘De kritische blik van “peers” helpt bij het toetsen van de ideeën en dialoog tussen belanghebbenden, waardoor meer aansluiting kan worden gevonden met de omgeving en het landgoed beter kan worden ingepast in het maatschappelijk leven.’
In mei 2015 evalueren en monitoren we de effecten van de Landgoedateliers. We bezien dan wat verder nodig is om maatschappelijke waarden te realiseren.
Het is belangrijk om bij elkaar in de keuken te kijken en samen te leren. Bijzonder aan dit netwerk is dat dit ook een plek biedt aan particuliere eigenaren. Die hebben een belangrijke taak in het rentmeesterschap. Kien van Hövell tot Westerflier, landgoed Grootstal over de bijeenkomst op Huis Bergh (29 januari 2014)
8
9
De uitdaging is om de focus van partijen op individuele steenfabrieken te verleggen naar een met meer onderlinge samenhang.
Arno Boon, directeur BOEi
VERBREDING
POTENTIE
VOOR ENERGIE-OPWEKKING EN BESPARING BIJ MONUMENTEN IN GELDERLAND De resultaten van het kennis- en leertraject Monumentale energietransitie hebben potentie voor verbreding naar andere monumenten. De energiekosten van maatschappelijk erfgoed zijn erg hoog. De Stevenskerk in Nijmegen, bijvoorbeeld, verstookt voor €2.500 om het gebouw te verwarmen voor een evenement. Een haalbare exploitatie is hierdoor onwaarschijnlijk. Voorlopige onderzoeksresultaten wijzen erop dat in monumenten energiebesparing van gemiddeld 20-30% mogelijk is. Daarnaast is er potentie voor energieopwekking onder andere in de vorm van dakoppervlak voor zonneenergie, met name bij industrieel en agrarisch erfgoed en bij woningen. Energiemaatregelen dragen bij aan een gezondere exploitatie voor vrijkomend maatschappelijk vastgoed én aan de doelstelling van Gelderland om klimaatneutraal te worden. Pilotprojecten bieden de komende jaren de kans om de haalbaarheid en potentie van energiemaatregelen in erfgoed zichtbaar te maken. Met welke uitvoeringstrajecten de provincie aan de slag gaat? Op dit moment worden de behoeften rond en potentie van energiemaatregelen onderzocht.
Verkenning industrieel en religieus erfgoed
Renovatie en functieverandering van industrieel erfgoed komt in Gelderland veel voor. De hoge energierekening maakt exploitatie voor nieuwe functies lastig. Energiemaatregelen helpen de exploitatie gunstiger te maken. Hiervoor is bewustwording nodig bij eigenaren en bij (toekomstige) gebruikers. De kost gaat voor de baat uit: investeringen in energiemaatregelen leveren in de toekomst ‘winst’ in de vorm van lagere energielasten en meer comfort. Uit de verkenning rond industrieel en religieus erfgoed blijkt dat energiemaatregelen nog niet als vanzelfsprekend worden meegenomen in de planvorming rond herbestemming van monumenten. Er is behoefte aan concrete pilots die onderzoeken en aantonen welke duurzaamheidsmaatregelen effectief in erfgoed kunnen worden toegepast. 10
Daarnaast is er behoefte aan data die de potentiële energiewinst in de erfgoedcollectie in beeld brengen. De eerste resultaten van data onderzoek en onderzoek naar effectieve maatregelen zijn positief. Er zit potentie in het verbreden van Monumentale energietransitie.
Verkenning herontwikkeling steenfabrieksterreinen
Steenfabrieksterreinen zijn markante plekken in het riviersysteem van de provincie Gelderland en hebben door de directe verbinding met de rivieren (delfstof/scheepvaart) historische een belangrijke rol gespeeld in de Gelderse economie. Eind 2014 is een verkenning gestart naar kansen en uitdagingen bij het herbestemmen van voormalige terreinen, welke rollen eigenaren en betrokkenen op zich nemen en of inbreng nodig is van de provincie. Resultaten zijn voorjaar 2015 beschikbaar.
Monumentale energietransitie staat hoog op de agenda van de provincie. Het kennis- en leertraject levert echt wat op: in de afgelopen paar jaar is ongeveer de helft van de Gelderse monumenteneigenaren op de een of andere manier aan de gang gegaan met duurzame energie. Dat is een geweldige prestatie. Elkaar ontmoeten en kennis uitwisselen is belangrijk!’ Annemieke Traag, gedeputeerde Gelderland
11