Enquête kennis- en leertraject Monumentale Energietransitie Energie besparen in monumenten en lokaal energie opwekken op landgoederen In het kennis- en leertraject Monumentale Energietransitie werkt de provincie met alle betrokken partijen aan het verzilveren van kansen voor economische draagkracht van landgoederen en buitenplaatsen. Concreet gaat het om energiebesparing en lokale energieopwekking met behoud van monumentale waarden. In een inspirerend kennis- en leertraject voor eigenaren en beheerders van landgoederen en buitenplaatsen, gemeenten en kennisinstellingen gaan we aan de slag met concrete kansen en mogelijkheden. Als start van het kennis- en leertraject Monumentale Energietransitie is een internetenquête opgesteld om te peilen wat de kennis en ervaring is van eigenaren en beheerders van landgoederen en buitenplaatsen met energiebesparing en lokaal opwekken van energie. De enquête is via het Geldersch Particulier Grondbezit verstuurd aan de particuliere landgoederen die bij hen aangesloten zijn, aan de terreinbeherende organisaties die landgoederen beheren (Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer) en aan twee rentmeesterkantoren. De deelnemers aan de enquête geven aan ervaring te hebben met energiebesparing (70%), terwijl voor bijna 60% energieopwekking een onderwerp is waarmee ze nog geen ervaring hebben. De belangrijkste overweging om te investeren in energiebesparing en energieopwekking is kostenbesparing (lagere stookkosten). Opvallend is dat de ideële overweging ‘bijdragen aan energietransitie/ duurzamer samenleving’ ook belangrijk is. Een grote vraag is of investeringen rendabel zijn. Verder geven respondenten aan vooral behoefte te hebben aan kennis over energieopwekking. De volledige enquêteresultaten zijn in dit document uitgewerkt.
Inhoud Enquête Monumentale energietransitie ................................................................................................ 2 Landgoedkenmerken ..................................................................................................................... 2 Ervaringen en overwegingen rond energiebesparing en energieopwekking ................................. 3 Behoefte rond energiebesparing en energie opwekking................................................................ 4 Bijlage: Figuren enquêteresultaten ....................................................................................................... 6
1
Enquête Monumentale energietransitie Landgoedkenmerken De landgoedkenmerken hebben betrekking op een aantal kenmerken van het landgoed die van belang zijn om de volgende tien vragen te kunnen interpreteren. De eerste vraag is bedoeld om te achterhalen of u een particuliere landgoedeigenaar bent of een organisatie als bijvoorbeeld Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen, Natuurmonumenten of een rentmeesterkantoor. In totaal hebben 50 respondenten de enquête ingevuld. De overgrote meerderheid (92%) heeft een landgoed in particulier bezit. De overige 8% is eigenaar of beheerder van meerdere, niet particuliere landgoederen. Voor de grootste groep respondenten (36%) beslaat het areaal van hun landgoed 10 tot 50 hectare. 28% bezit meer dan 100 ha en 18% minder dan 10 ha.
In particulier bezit
8%
92%
De eigendoms situatie is anders
Figuur 1. Wat is de eigendomssituatie van uw landgoed?
De deelnemers geven aan dat hun landgoed meerdere functies heeft. Gemiddeld gezien huisvest elk landgoed 2-3 functies. Het meest genoemd is de functie woonhuis, vrijwel elk landgoed heeft een woning (44 keer genoemd). Daarna volgen kantoor, boerderij en verblijfsrecreatie (respectievelijk 23, 22 en 22 keer). Andere functies op landgoederen zijn o.a. agrarische exploitatie, museum, natuurontwikkeling en bosbouw/ houtopbrengst en vergaderruimte.
18%
18%
10% 18%
36%
Kleiner dan 10 hectare Tussen 10 en 50 hectare
Aantal landgoederen
31 respondenten bezitten een pand met monumentstatus, dit is een rijksmonumentenstatus (24 keer) en/of gemeentelijke monumentenstatus (19 keer). In 38% van de gevallen is er geen sprake van een pand met monumentenstatus.
50 40 30 20 10 0
Tussen de 50 en 100 hectare Tussen de 100 en 500 hectare
Figuur 3. Wat is het areaal van uw landgoed?
Figuur 2. Wat zijn de functies op uw landgoed?
2
Ervaringen en overwegingen rond energiebesparing en energieopwekking Van de respondenten heeft 30% geen ervaring met energiebesparing op het landgoed. De ervaringen van de overige 70% hebben met name te maken met de wens tot renovatie met energiebesparende maatregelen.15 deelnemers (30%) geven aan recent een renovatie met energiebesparende maatregelen te hebben uitgevoerd. Een kleine minderheid (4 respondenten) vindt energiebesparende maatregelen geen optie in een monumentaal pand. Een groot deel van de deelnemers heeft nog geen ervaring met energieopwekking (58%). Ervaringen van deelnemers die hier in het verleden wel aandacht aan hebben besteed, hebben met name betrekking op energieopwekking via biomassa (10 keer genoemd) of zonnecellen, windenergie of waterkracht (5 keer), een houtgestookte kachel (5 keer) en energieopwekking met behulp van een warmtepomp (2 keer). Een groot deel van de respondenten staat positief tegenover energiebesparing en –opwekking op landgoederen, maar liefst 88%.Een kleine minderheid van 6% weet niet hoe of gelooft niet dat energiebesparing een rol kan spelen. Uit de enquête blijkt dat het financiële aspect een belangrijke overweging is bij de investering in duurzame energieopwekking en –besparing. Het verlagen van de stookkosten wordt als voornaamste overweging gezien. Ook weegt het zicht op een rendabele bussinesscase mee. Maar daarnaast vindt men het eveneens belangrijk bij te dragen aan de energietransitie en een duurzame samenleving. Opmerkingen die respondenten plaatsen bij de vraag welke overwegingen van belang zijn, zijn onder andere dat de netto rendementen van energieopwekkende investeringen nog veel te laag zijn en dat de voorgespiegelde berekeningen vaak te optimistisch zijn. Men vraagt zich af of de investering rendabel is. Tegelijkertijd draagt men ook aan het belangrijk te vinden bij te dragen aan het betaalbaar houden van het onderhoud van het landschap. Ook vinden deelnemers het belangrijk naar het gebouw als geheel te kijken bij het overschakelen naar duurzame energie. Daar is specifieke kennis voor nodig. “Duurzame energie en besparingen staan niet op zichzelf. Als je die kant opgaat dan moet het hele gebouw en het gedrag er omheen aangepast worden. Het is een totaal concept dat alle aspecten van het beheer raakt en niet alleen een ketel vervangen. De kennis die nodig om het te bereiken wordt vaak onderschat.” Met uitzondering van de vraag over rendabele business cases, scoren op de vraag welke belemmeringen gezien worden alle mogelijkheden gemiddeld rond de 3 (neutraal). Dit kan voortkomen uit het feit dat de deelnemers nog weinig ervaring hebben met energieopwekking en dus ook weinig zicht hebben op de mogelijke hindernissen. Deelnemers geven bij deze vraag aan dat er een tekort is aan middelen om investeringen te doen, waar vaak een laag rendement tegenover staat. Ze verwijzen naar de tijdsinvestering die het overschakelen naar duurzame energie vergt en zien belemmeringen met betrekking tot wet- en regelgeving. Tevens wordt aangedragen dat de exploitatie bedrijfsmatig opgezet zou moeten worden, bijvoorbeeld door het oprichten van een BV, waarbij zoveel mogelijk stakeholders en belanghebbenden zouden moeten participeren. Mogelijke belemmeringen zijn in beeld, maar er is nog geen zicht op welke het belangrijkst zijn.
3
Behoefte rond energiebesparing en energie opwekking Uit de vraag aan welke kennis de respondenten het meest behoefte hebben, komt naar voren dat men voornamelijk geïnteresseerd is in kennis rondom energieopwekking. Ook hieruit blijkt dat men op dit vlak nog weinig ervaring heeft. In vergelijking met contact met andere landgoedeigenaren heeft men eveneens meer behoefte op het vlak van energieopwekking dan energiebesparing. Andere vormen van kennis waaraan landgoedeigenaren behoefte hebben, zijn een duurzaamheidschecklist, kennisbehoefte 40 omtrent wet- en 35 regelgeving en 30 kennis en contact 25 met anderen met 20 betrekking tot de 15 afzetmogelijkheden 10 van lokaal 5 opgewekte energie. 0
Contact Contact Kennis Kennis Geen Anders over over besparing opwekking behoefte ervaring ervaring aan kennis besparing opwekking Figuur 4. Aan welke kennis heeft u behoefte?
De antwoorden die respondenten noemen op de vraag welke samenwerkingsbehoefte er is, zijn grofweg in te delen in drie categorieën. Het overzicht van antwoorden op deze vraag wordt weergegeven in Figuur 5.
Figuur 5. Welke samenwerkingsbehoefte heeft u?
In de eerste plaats richt men zich in het antwoord op samenwerkingsvormen die een bepaald doel dienen. Hierbij wordt voornamelijk gedacht aan het uitwisselen van kennis en het delen van ervaringen. Samenwerking is een goede manier om “niet twee keer het wiel te hoeven uitvinden”. Daarnaast kunnen er samenwerkingsverbanden worden opgezet waarbij men gezamenlijk gebruik maakt van dezelfde middelen, bijvoorbeeld installaties om biomassa mee te oogsten.
4
“Samenwerking met betrekking tot het opdoen van kennis over mogelijkheden; kansen en bedreigingen; business cases en financieringsmogelijkheden.” Een tweede deel van de antwoorden richt zich op de verschillende partijen die bij elkaar gebracht kunnen worden bij het opzetten van een samenwerkingsverband. De partijen die deelnemers noemen, zijn overheden, waaronder provincie en gemeente, marktpartijen, landgoedeigenaren en bewoners van landgoederen, kennisinstanties en potentiële afnemers van opgewekte energie. “Samenwerken met andere landgoedeigenaren; bewoners van onze landgoederen; collega's; instanties en personen met kennis op dit gebied om projecten op te kunnen zetten.” “Met andere publieke of semi-publieke instellingen die veel monumenten hebben. Die eenzelfde probleem hebben en eenzelfde doel (openbaar maken en houden van erfgoed).”
De rol die de provincie Gelderland binnen een dergelijk samenwerkingsverband kan vervullen, is het creëren van capaciteit voor het snel en soepel doorlopen van vergunningentraject voor lokale energieopwekking uit biomassa. Hier hechten veel deelnemers belang aan. Ook kan de provincie een netwerk faciliteren waarin kennis gedeeld kan worden over energie besparen en energie opwekken. “Belangrijk is voor mij de opheffing van belemmerende (monumentale) wet- en regelgeving.” Andere antwoorden hebben betrekking op het gebied waarop de samenwerking zou kunnen plaats vinden. In het bijzonder geven de deelnemers aan behoefte te hebben aan samenwerking rondom de opwekking van biomassa, bijvoorbeeld om in totaal voldoende biomassa te genereren. Dit kan echter ook op het gebied van het vinden van afzet of juist het aanwenden van biomassa. Daarnaast zouden samenwerkingsverbanden duidelijkheid kunnen bieden in het rendement dat er te behalen valt met energieopwekking en/of –besparing en de mogelijkheden voor het verkrijgen van subsidies. “Samenwerking met andere producenten/leveranciers van biomassa om te komen tot een optimaal efficiënte keten van oogst en verwerking van de biomassa.” “Ik heb vier maanden geleden een houtsnipperketel laten installeren. Ik heb zelf onvoldoende snippers om het hele jaar de ketel te voeden; dus moet ik droge snippers bijkopen. Graag zou ik contact hebben met anderen over waar ik in de omgeving goede en goed geprijsde houtsnippers kan kopen.”
5
Bijlage: Figuren enquêteresultaten Staan er pand(en) met een monumentenstatus op uw landgoed? 30
Aantal landgoederen
25 20 15 10 5 0 Ja; rijksmonumentenstatus
Ja; gemeentelijke monumentenstatus
Nee
Andere cultuurhistorische waardering
Ongeveer 2/3 van de deelnemers bezit een pand dat een monumentenstatus heeft.
Welke ervaring heeft u met energiebesparing op uw landgoed(eren)? 35 Aantal landgoederen
30 25 20 15 10 5 0 We wekken zelf energie We wekken zelf energie Geen ervaring met op uit biomassa op met zonnepanelen/ opwekking van lokale windkracht/ duurzame energie waterkracht Het grootste deel van de respondenten heeft nog geen ervaring met het opwekken van lokale duurzame energie.
6
Hoe staat u tegenover energiebesparing en energieopwekking op landgoederen? 2% 6%
Positief; ik pas het toe of wil het zelf toepassen
4%
Redelijk positief; nog geen concrete plannen Neutraal; geen mening over dit onderwerp
32%
56%
Ik weet niet hoe energiebesparing een rol kan spelen Ik geloof niet dat energiebesparing een rol kan spelen
Een zeer groot merendeel staat positief tegenover energiebesparing en energieopwekking op landgoederen.
7
Welke overwegingen zijn voor u van belang bij de keuze om te investeren in energiebesparing of energieopwekking? 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Verhoogd gebruiksgemak
Lagere stookkosten
Biomassa kan een nieuwe economische drager zijn
Met biomassa kunnen lokaal energieketens gebouwd worden
Zicht op een Bijdragen aan rendabele energietransitie / business case duurzamer samenleving
Van zeer belangrijk (donker groen) tot helemaal niet belangrijk (donker rood)
5 4,5
Gemiddelde waarde
4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 Verhoogd gebruiksgemak
Lagere stookkosten
Biomassa kan Met biomassa Zicht op een nieuwe kunnen lokaal rendabele economische energieketens business case drager zijn gebouwd worden
Bijdragen aan energietransitie/ duurzamere samenleving
1= helemaal niet belangrijk tot 5= zeer belangrijk Lagere stookkosten zijn veruit de belangrijkste overweging om te kiezen voor energiebesparing of – opwekking. Daarna volgt de motivatie om bij te dragen aan een energietransitie en een duurzame samenleving.
8
Welke belemmeringen voorziet u bij investeringen in energiebesparing of energieopwekking? 25 20 15 10 5 0 Regelgeving rond Regelgeving rond Hoe garandeer ik energiebesparing lokale energie voldoende in een monument opwekking biomassa
Waar kan ik Is het rendabel op Kan ik de Ik heb (nog) opgewekte termijn cultuurhistorische onvoldoende energie kwijt? waarde van het kennis van het landgoed onderwerp waarborgen?
1= helemaal niet belangrijk tot 5= zeer belangrijk
5 Gemiddelde waarde
4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1
Van zeer belangrijk (donker groen) tot helemaal niet belangrijk (donker rood) Uit bovenstaande figuren is af te leiden dat voornamelijk de vraag of de investering met betrekking tot duurzame energie op termijn rendabel is de grootste belemmering is die men ziet. De overige belemmeringen scoren gemiddeld rond neutraal en spelen in eerste instantie een minder grote rol.
9
Aan welke kennis heeft u behoefte? 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Contact over Contact over Kennis ervaring ervaring besparing besparing opwekking
Kennis opwekking
Geen behoefte aan kennis
Anders
Respondenten voornamelijk behoefte aan kennis met betrekking tot energieopwekking. Met energiebesparing hebben de landgoedeigenaren meer ervaring en op dit vlak is dan ook minder behoefte aan kennis en contact met anderen.
Welke rol ziet u voor de provincie Gelderland in het stimuleren van energiebesparing en energieopwekking? 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Faciliteren kennisnetwerk
Capaciteit voor snel en Inzet revolverende Haalbaarheidsstudie soepel doorlopen middelen bij risicovolle naar beschikbare vergunningtraject investeringen op biomassa en opwekking biomassa gebied lokale toepassing op opwekking uit landgoederen biomassa
Anders
De provincie zou zich met name moeten richten op het snel en soepel laten verlopen van het vergunningentraject. Daarnaast zou zij de verschillende betrokkenen in contact met elkaar kunnen brengen door het faciliteren van een kennisnetwerk.
10
Wilt u deelnemen aan het kennis- en leertraject Monumentale Energietransitie?
48%
Ja 52%
Nee
Ongeveer de helft van de deelnemers wenst deel te nemen aan het kennis- en leertraject Monumentale energietransitie.
Wilt u op de hoogte blijven van de resultaten van dit project?
8%
Ja Nee
92%
92% van de deelnemers wil graag op de hoogte worden gebracht van de resultaten van deze enquête.
11