Leertraject Engels richtgraad 2.4 1/23 JAARPLAN
Docent : Dirk Dufour
VORDERINGSPLAN
Cursusjaar 2008-2009
Lestijden/week: 4 Leerplannummer: 2003/654M Engels Cursusmateriaal: Innovations, upper interlmediate (second edition) by Hugh Dellar and Darryl Hocking with Andrew Walkley, Thompson - Heinle, 2004
UITGANGSPRINCIPES Innovations: lexicaal en communicatief stramien • elke unit van het handboek is opgebouwd rond een communicatiesituatie, met specifieke lexicale en grammaticale input • elke unit bevat een sterk aanbod aan “collocations, expressions and phrasal verbs” die cyclisch worden ingeoefend • aan de hand van dialogen op band en spreekopdrachten wordt doorlopend intensief gewerkt aan luister- en spreekvaardigheid: begrijpen, uitspraak en intonatie, conversatielexis enz. Het hele boek wordt doorlopen om de variëteit aan communicatiesituaties te garanderen • alle units worden selectief behandeld (veeleer dan slechts een deel exhaustief) in coherente lesgehelen • de precieze verdeling en selectie hangt af van behoeften van studenten (sneller wat kan, langer wat moet) • via huiswerk worden taken voorbereid of verder verwerkt Het handboek wordt aangevuld met eigen ‘topics’ en ‘maatwerk’ (volgens de behoeften) • schrijfvaardigheid: samen schrijven in de les, individuele opdrachten thuis met gebruik van email en persoonlijke respons • intensief woordenboekgebruik als bron voor ondersteunende kennis en hulpmiddel voor taalproductie: betekenis, spelling, uitspraak, stijl en register, grammatica • bijzondere nadruk op natuurlijke en gevariëerde klemtonen en intonatie, en werk aan uitspraakknelpunten • doorlopend: gevariëerde communicatieactiviteiten • op specifieke momenten: individuele en groepsfeedback
PRAKTISCHE PLANNINGOPMAAK Drie soorten sessies worden onderscheiden in de planning. Voor de cursisten vormen zij een doorlopend geheel. OPSTARTSESSIES (1 - 4) Unit 1 en 2 worden gespreid en verweven met bijkomende opstartactiviteiten • intake interviews en kenninsmakingsactiveiten • gebruik van handboek en woordenboek • leren leren: attitude, tips voor “note taking” enz. UNITSESSIES (18) Elke sessie behandelt in principe 1 unit uit het handboek (vanaf unit 3).
EXTRA SESSIES (7) Deze creëren speelruimte voor • testmomenten • meer tijd voor units die dat behoeven • herhalingsactiviteiten • extra materiaal en activiteiten • verbreding, inspelend op behoeften en interesses van cursisten Breed inzetbare communicatiecompetentie Deze sessies worden dus niet noodzakelijk afzonderlijk gegeven, maar • de focus ligt op training in taalhandelingen rond specifieke communicatieuitdagingen, voortbouwend op reeds verworven lexis verweven met de overige, naargelang de behoeften. rond contexten en taalvelden • de aangegeven contexten zijn veeleer indicaties van waar die taalhandelingen kunnen worden ingezet, maar komen niet altijd letterlijk aan bod.
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 2/23 JAARPLAN Week
1+2
VORDERING datum OPSTART
16 SEPT 23 SEPT unit 1
Context 4 consumptie
Leerinhouden Taalhandelingen: Informatie uitwisselen - waarnemingen interpreteren - waarnemingen evalueren Modaliteit uitdrukken - iemand naar zijn hand proberen te zetten Actie en reactie uitlokken - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen - eigen standpunt bespreekbaar maken Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken - het effect van een boodschap nagaan Doelstellingen: Spreken: 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. 7. Bij de uitvoering van de spreektaak kan de cursist vrij vlot de nodige communicatiestrategieën gebruiken : efficiënt omgaan met beperkte talige middelen; compenserende strategieën gebruiken zoals parafraseren, zeggen dat hij iets niet begrijpt en verzoeken om langzamer te spreken; in voorkomend geval (bv. bij een uiteenzetting) gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en van niet- verbaal gedrag. Lezen: 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. Luisteren: 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 3. De cursist kan de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren : - woordenschat en grammatica/noties en functies; uitspraak en intonatie; taalregister; socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken, basiskennis van traditionele moedertaallanden). Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - zichzelf en anderen beschrijven Ondersteunende kennis: present simple and continuous modifiers
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 3/23 JAARPLAN
3+4
VORDERING OPSTART
30 SEP 07 OKT unit 2
3 Taalhandelingen: afspraken en Sociaal functioneren regelingen - slecht nieuws brengen 8 Argumenteren nutsvoorzie- eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen ningen - eigen standpunt ondersteunen door gebruik te maken van argumenten van anderen 11 gezondheids- Doelstellingen: voorzieningen Spreken: 2. in een gesprekssituatie verslag uitbrengen over een gebeurtenis of een situatie met betrekking tot informatieve en narratieve teksten. 9. Bij de uitvoering van de spreektaak geeft de cursist blijk van volgende attitudes : - contactbereidheid; - de nodige spreekdurf;- openheid voor culturele diversiteit. Schrijven: 1. informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een curriculum vitae; persuasieve teksten zoals een eenvoudige sollicitatie. 5. Bij de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist de nodige ondersteunende kennis toepassen : woordenschat en grammatica/noties en functies; spelling, interpunctie en lay- out; taalregister (formeel en informeel); socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). 8. Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de schrijftaak kan de cursist reflecteren over schrijfproces en schrijfproduct, o.m. door inhoud, structuur en formulering te reviseren. Lezen: 1. specifieke informatie zoeken in informatieve teksten zoals schema's en grafieken; prescriptieve teksten zoals een voorschrift, een handleiding en een instructie. 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. Luisteren: 1. alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie. 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. Subcontexten en cobntextspecifieke taalhandelingen Afspraken en regelingen (nr 3): voor- en nadelen opsommen van maatschappelijke topics (gevangeniswezen) en erover discussiëren Ondersteunende kennis: Comparatives
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 4/23 JAARPLAN
VORDERING
14 OKT unit 3
3 Afspraken en regelingen (logies en maaltijden)
Taalhandelingen: Informatie uitwisselen - waarnemingen interpreteren - waarnemingen evalueren Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen - eigen standpunt bespreekbaar maken Doelstellingen: Spreken: 2. in een gesprekssituatie verslag uitbrengen over een gebeurtenis of een situatie met betrekking tot informatieve en narratieve teksten. Lezen: 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst Luisteren: 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 4. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist vrij vlot volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : het luisterdoel bepalen; hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; relevante voorkennis oproepen en gebruiken; Subcontexten en cobntextspecifieke taalhandelingen - iemand overtuigen om iets te drinken en/of te eten, om te logeren, ... - Logeermogelijkheden, maaltijden, gerechten, eetgewoonten, recepten, vakantiegewoonten, ... vergelijken en bediscussiëren Ondersteunende kennis: grammar: gerund prepositions: Literal + idiomatic use prepositions with adjectives and participle
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 5/23 JAARPLAN
VORDERING
21 OKT unit 4
3 Afspraken en regelingen (logies en maaltijden)
Taalhandelingen: Informatie uitwisselen - waarnemingen evalueren Gevoelens en attitudes uitdrukken Modaliteit uitdrukken - iemand naar zijn hand proberen te zetten Actie en reactie uitlokken - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken Doelstellingen: Spreken: 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. 7. Bij de uitvoering van de spreektaak kan de cursist vrij vlot de nodige communicatiestrategieën gebruiken : - efficiënt omgaan met beperkte talige middelen; - compenserende strategieën gebruiken zoals parafraseren, zeggen dat hij iets niet begrijpt en verzoeken om langzamer te spreken; - in voorkomend geval (bv. bij een uiteenzetting) gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en van niet- verbaal gedrag. - 9. Bij de uitvoering van de spreektaak geeft de cursist blijk van volgende attitudes : - contactbereidheid; - de nodige spreekdurf;- openheid voor culturele diversiteit. Schrijven: 1. informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een curriculum vitae; persuasieve teksten zoals een eenvoudige sollicitatie. 4. een mening en een standpunt weergeven in persuasieve teksten zoals een verzoekschrift. 5. Bij de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist de nodige ondersteunende kennis toepassen : woordenschat en grammatica/noties en functies; spelling, interpunctie en lay- out; taalregister (formeel en informeel); socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). 8. Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de schrijftaak kan de cursist reflecteren over schrijfproces en schrijfproduct, o.m. door inhoud, structuur en formulering te reviseren. Lezen: 2. alle gegevens begrijpen in informatieve teksten zoals een gepersonaliseerde brief; persuasieve teksten zoals een advertentie. De cursist kan op beoordelend niveau : 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. 8. Bij de uitvoering van de leestaak is de cursist bereid om - geconcentreerd te lezen; - zich in te leven in de socioculturele wereld van de tekst; - zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid); - te reflecteren over zijn leesgedrag; - andere teksten in de doeltaal te lezen. Luisteren: 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - beoordeling en appreciatie Ondersteunende kennis: grammar: conditionals (would) quantifiers: much and many
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 6/23 JAARPLAN
VORDERING
HERFSTVAKANTIE EXTRA 4 NOV
Bevat: Evalutiemoment: • Spreken: Discussing interests • Luisteren: How often / uit handboek “Working week” (professional English) • Schrijven: samen een 100-word story schrijven (teamwork) • Uitspraak (spreken + luisteren): Proncunciation assessment test (30 min.)
11 NOV FEESTDAG
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 7/23 JAARPLAN
VORDERING
18 NOV unit 5
11 gezondheidsvoorzieningen
Taalhandelingen: Informatie uitwisselen - waarnemingen interpreteren - waarnemingen evalueren Modaliteit uitdrukken - iemand naar zijn hand proberen te zetten Actie en reactie uitlokken - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen - eigen standpunt bespreekbaar maken - eigen standpunt ondersteunen door gebruik te maken van argumenten van anderen Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken - tekstelementen op een rijtje zetten - het effect van een boodschap nagaan Sociaal functioneren small talk Doelstellingen: Spreken: De cursist kan op structurerend niveau : 1. in een gesprekssituatie informatie vragen en geven met betrekking tot informatieve teksten zoals een sollicitaiegesprek;prescriptieve teksten zoals een instructie, een opgave en een opdracht. Lezen: De cursist kan op structurerend niveau : 1. specifieke informatie zoeken in informatieve teksten zoals schema's en grafieken; prescriptieve teksten zoals een voorschrift, een handleiding en een instructie. 2. alle gegevens begrijpen in informatieve teksten zoals een gepersonaliseerde brief; persuasieve teksten zoals een advertentie. De cursist kan op beoordelend niveau : 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. Luisteren: De cursist kan op beoordelend niveau : 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - bepaalde gewoonten (i.c. roken ...) vergelijken en bediscussiëren - argumenten van de gesprekspartner weerleggen of afwimpelen Ondersteunende kennis: question tags gerund and infinitive
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 8/23 JAARPLAN
VORDERING
25 NOV unit 6
5 openbaar en privévervoer
Taalhandelingen: Informatie uitwisselen - waarnemingen interpreteren - waarnemingen evalueren Sociaal functioneren - contacten beleefd afwijzen - een voorstel afwijzen - een uitnodiging beleefd afwijzen - bezwaren afwimpelen Doelstellingen: Spreken: 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. Schrijven: 2. een verslag schrijven over uitgevoerde werkzaamheden, een situatie en een gebeurtenis. 4. een mening en een standpunt weergeven in persuasieve teksten zoals een verzoekschrift. 5. Bij de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist de nodige ondersteunende kennis toepassen : woordenschat en grammatica/noties en functies; spelling, interpunctie en lay- out; taalregister (formeel en informeel); socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). Lezen: 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. Luisteren: 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - ongerustheid uiten over een gezondheidsprobleem (i.c. roken) - spreken over luchtvaart en veiligheid Ondersteunende kennis: conditionals adjectives
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 9/23 JAARPLAN
VORDERING
02 DEC unit 7
3 afspraken en regelingen (weekend)
Taalhandelingen: Sociaal functioneren - contacten beleefd afwijzen - een voorstel afwijzen - een uitnodiging beleefd afwijzen - bezwaren afwimpelen Doelstellingen: Spreken: 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. 9. Bij de uitvoering van de spreektaak geeft de cursist blijk van volgende attitudes : - contactbereidheid; - de nodige spreekdurf; - openheid voor culturele diversiteit. Lezen: 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vrij vlot de nodige leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - het leesgedrag afstemmen op het leesdoel (o.m. skimmen en scannen); - hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - de tekstsoort herkennen; - de structuuraanduiders interpreteren; gebruik maken van redundantie. Luisteren: 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 3. De cursist kan de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren : - woordenschat en grammatica/noties en functies; uitspraak en intonatie; - taalregister; socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken, basiskennis van traditionele moedertaallanden). Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - iemand overtuigen om iets te drinken en/of te eten, om te logeren, ... - bezwaren afwimpelen i.v.m. een geweigerde vraag of uitnodiging - een uitnodiging beleefd afwijzen en uitleggen waarom je weigert - gevoelens uitdrukken (verveeld, gevleid, ... ) i.v.m. uitnodiging of een weigering - op het allerlaatste ogenblik een reservatie annuleren of verplaatsen Ondersteunende kennis: pronunciation: (’ll) grammar: future tense
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 10/23 JAARPLAN
VORDERING
09 DEC unit 8
3 afspraken en regelingen (weekend – vervolg)
EXTRA 16 DEC
Taalhandelingen: Actie en reactie uitlokken - iemand proberen uit te horen - iemand plagen op een speelse manier Sociaal functioneren - contacten beleefd afwijzen - een voorstel afwijzen - een uitnodiging beleefd afwijzen - bezwaren afwimpelen Doelstellingen: Spreken: 3. in een gesprekssituatie een samenvatting geven van beluisterde of gelezen informatieve en narratieve teksten. Schrijven: 3. een samenvatting schrijven van persuasieve teksten zoals een gedachtewisseling. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist vrij vlot volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : een schrijfplan aangepast aan de communicatiesituatie uitwerken; relevante voorkennis oproepen en gebruiken; informatie verzamelen, ook via de informatie- en communicatietechnologie; een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken en hanteren. Lezen: 2. alle gegevens begrijpen in informatieve teksten zoals een gepersonaliseerde brief; persuasieve teksten zoals een advertentie. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vrij vlot volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) toepassen : - proberen de betekenis van ongekende woorden af te leiden uit de context; - gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal; - hulpbronnen raadplegen (traditionele en electronische). Luisteren: 1. alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie. 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - voor- en nadelen opsommen over verblijfsformules en erover discussiëren - een bepaald restaurant, hotel, ... suggereren aan een gesprekspartner en hem ervan proberen te overtuigen dat het de beste keuze is - op restaurant of hotel een precieze plaats aanvragen - vakantieherinneringen bovenhalen en de gevoelens die erbij horen verwoorden Ondersteunende kennis: verb+ noun collocations Bevat: Evalutiemoment: • spreken: Acting out a dialogue / big decisions / plans for the future • Tekstexploratie: op zoek naar “chunks” (lexicale eenheden, zoals collocations, uitdrukkingen) + sentence stress en intonatie • luisteren: uit “Working Week” of podcast
KERSTVAKANTIE
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 11/23 JAARPLAN
VORDERING
06 JAN unit 9
4 consumptie
Taalhandelingen: Informatie uitwisselen - waarnemingen evalueren - waarnemingen corrigeren - waarnemingen weerleggen Actie en reactie uitlokken - iemand proberen uit te horen Doelstellingen: Spreken: 3. in een gesprekssituatie een samenvatting geven van beluisterde of gelezen informatieve en narratieve teksten. 9. Bij de uitvoering van de spreektaak geeft de cursist blijk van volgende attitudes : - contactbereidheid; - de nodige spreekdurf; - openheid voor culturele diversiteit. Lezen: 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. 8. Bij de uitvoering van de leestaak is de cursist bereid om geconcentreerd te lezen; zich in te leven in de socioculturele wereld van de tekst; zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid); te reflecteren over zijn leesgedrag; andere teksten in de doeltaal te lezen. Luisteren: 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - gebruiksvoorwerpen, levensmiddelen, huishoudartikelen en kantoorbenodigdheden vergelijken voor een aankoop en proberen de gesprekspartner te overtuigen de eigen keuze te volgen (i.c. sociale bijeenkomsten, parties etc) Ondersteunende kennis: simple past vs. present perfect
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 12/23 JAARPLAN
VORDERING
13 JAN Unit 10
EXTRA 20 JAN
relaties (extra, Taalhandelingen: niet als dusdanig Actie en reactie uitlokken in leerplan) iemand plagen op een speelse manier Gevoelens en attitudes uitdrukken zich verrast voelen Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken - tekstelementen op een rijtje zetten - het effect van een boodschap nagaan Doelstellingen: Spreken: 2. in een gesprekssituatie verslag uitbrengen over een gebeurtenis of een situatie met betrekking tot informatieve en narratieve teksten. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak kan de cursist de ondersteunende kennis gebruiken met betrekking tot : woordenschat en grammatica/noties en functies; uitspraak en intonatie; taalregister (formeel en informeel), socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). Schrijven: 2. een verslag schrijven over uitgevoerde werkzaamheden, een situatie en een gebeurtenis. 9. De cursist is bereid om bronnen in de doeltaal te raadplegen; correctheid in formulering en vormgeving na te streven; rekening te houden met culturele diversiteit. Lezen: 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. 4. De cursist kan de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de leestaak uit te voeren : woordenschat en grammatica/noties en functies; spelling/interpunctie; taalregister (formeel en informeel), de socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken, basiskennis van traditionele moedertaallanden). Luisteren: 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen subcontext (extra, niet in leerplan): relaties: iemands karakter en uiterlijk beschrijven een gesprek voeren over relaties Ondersteunende kennis: compound adjectives Bevat: Evalutiemoment: • Spreken: Decisions • Luisteren: uit “Working week”
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 13/23 JAARPLAN
VORDERING
27 JAN unit 11
6 Taalhandelingen: voorlichtingsdien Informatie uitwisselen sten - waarnemingen interpreteren Gevoelens en attitudes uitdrukken - zich verrast voelen - zich verveeld voelen
ACE-GROEP T
Modaliteit uitdrukken - eromheen draaien Actie en reactie uitlokken - iemand proberen uit te horen - iemand plagen op een speelse manier - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken - tekstelementen op een rijtje zetten - het effect van een boodschap nagaan Doelstellingen: Spreken 2. in een gesprekssituatie verslag uitbrengen over een gebeurtenis of een situatie met betrekking tot informatieve en narratieve teksten. 3. in een gesprekssituatie een samenvatting geven van beluisterde of gelezen informatieve en narratieve teksten. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak kan de cursist de ondersteunende kennis gebruiken met betrekking tot : - woordenschat en grammatica/noties en functies; - uitspraak en intonatie; - taalregister (formeel en informeel) - socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). 9. Bij de uitvoering van de spreektaak geeft de cursist blijk van volgende attitudes : - contactbereidheid; - de nodige spreekdurf; - openheid voor culturele diversiteit. - taalregister (formeel en informeel); - socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). Lezen 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. 4. De cursist kan de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de leestaak uit te voeren : - woordenschat en grammatica/noties en functies; - spelling/interpunctie; - taalregister (formeel en informeel) - de socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken, basiskennis van traditionele moedertaallanden). 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vrij vlot de nodige leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - het leesgedrag afstemmen op het leesdoel (o.m. skimmen en scannen); - hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - de tekstsoort herkennen; - de structuuraanduiders interpreteren; - gebruik maken van redundantie. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vrij vlot volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) CVO toepassen • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected] : - proberen de betekenis van ongekende woorden af te leiden uit de context; - gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal; - hulpbronnen raadplegen (traditionele en electronische).
Leertraject Engels richtgraad 2.4 14/23 JAARPLAN
VORDERING
03 FEB unit 12
6 voorlichtingsdiensten
Taalhandelingen: Informatie uitwisselen - waarnemingen interpreteren - waarnemingen evalueren Actie en reactie uitlokken - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen - eigen standpunt bespreekbaar maken - eigen standpunt ondersteunen door gebruik te maken van argumenten van anderen Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken - tekstelementen op een rijtje zetten - het effect van een boodschap nagaan Sociaal functioneren Doelstellingen: Spreken 2. in een gesprekssituatie verslag uitbrengen over een gebeurtenis of een situatie met betrekking tot informatieve en narratieve teksten. 3. in een gesprekssituatie een samenvatting geven van beluisterde of gelezen informatieve en narratieve teksten. Lezen 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vrij vlot de nodige leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - het leesgedrag afstemmen op het leesdoel (o.m. skimmen en scannen); - hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - de tekstsoort herkennen; - de structuuraanduiders interpreteren; - gebruik maken van redundantie. Luisteren 4. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist vrij vlot volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - het luisterdoel bepalen; - hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - het luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (o.m. skimmen en scannen). Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - (soorten) programma’s uit de media en uitzendschema’s vergelijken en bediscussiëren - eenzelfde nieuwsfeit uit verschillende opiniebladen vergelijken en becommentariëren Ondersteunende kennis: past simple/continuous
EXTRA 10 FEB
Bevat: Evalutiemoment: • spreken: telling and reacting to a story • luisteren: uit “Working Week” • Ondersteunende kennis: units 1-10
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 15/23 JAARPLAN
VORDERING
17 FEB unit 13
4 Taalhandelingen: consumptie Modaliteit uitdrukken (in extra spreek- - iemand naar zijn hand proberen te zetten oefening) - iemand naar de mond praten Actie en reactie uitlokken - iemand proberen uit te horen - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Argumenteren - eigen standpunt ondersteunen door gebruik te maken van argumenten van anderen Doelstellingen: Spreken 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak kan de cursist vrij vlot de nodige leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - een spreekplan opstellen; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken (ook via ICT); - informatie verzamelen en gebruiken; - een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken en hanteren. 9. Bij de uitvoering van de spreektaak geeft de cursist blijk van volgende attitudes : - contactbereidheid; - de nodige spreekdurf; - openheid voor culturele diversiteit. Luisteren 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist vrij vlot de nodige communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) toepassen : - van niet gegevenof gekende woorden de betekenis achterhalen op basis van de context; - gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor nietverbaal gedrag; - in een gesprekssituatie vragen om te herhalen, trager te spreken, vragen om uitleg. Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen - discussiëren over het belang van bepaalde zaken of producten in je leven (eten, kleren, mode, ...) - gedetailleerd zijn mening uiten over een prijs of een product Ondersteunende kennis: adverbials
KROKUSVAKANTIE
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 16/23 JAARPLAN
VORDERING
03 MA unit 14
4 consumptie +
Taalhandelingen: Gevoelens en attitudes uitdrukken - zich verrast voelen - zich opgelucht voelen 8 - zich verveeld voelen nutsvoorzie- zich gekrenkt voelen ningen - zich te kort gedaan voelen - zich beledigd voelen - zich in het nauw gedreven voelen - zich gevleid voelen Actie en reactie uitlokken - iemand proberen uit te horen - iemand plagen op een speelse manier Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen - eigen standpunt bespreekbaar maken - eigen standpunt ondersteunen door gebruik te maken van argumenten van anderen Doelstellingen: Spreken 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak kan de cursist de ondersteunende kennis gebruiken met betrekking tot : - woordenschat en grammatica/noties en functies; - uitspraak en intonatie; - taalregister (formeel en informeel) - socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). 9. Bij de uitvoering van de spreektaak geeft de cursist blijk van volgende attitudes : - contactbereidheid; - de nodige spreekdurf; - openheid voor culturele diversiteit. Schrijven 2. een verslag schrijven over uitgevoerde werkzaamheden, een situatie en een gebeurtenis. 7. Bij de uitvoering van de schrijfopdracht kan de cursist vrij vlot de nodige communicatiestrategieën toepassen : - onmiddellijk in de doeltaal formuleren; - compenserende strategieën gebruiken om zich bij ontoereikende taalbeheersing in eenvoudige taal uit de slag te trekken; - door een duidelijke structuur de leesbaarheid van de tekst bevorderen. 8. Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de schrijftaak kan de cursist reflecteren over schrijfproces en schrijfproduct, o.m. door inhoud, structuur en formulering te reviseren. 9. De cursist is bereid om - bronnen in de doeltaal te raadplegen; - correctheid in formulering en vormgeving na te streven; - rekening te houden met culturele diversiteit. Luisteren 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist vrij vlot de nodige communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) toepassen : - van niet gegevenof gekende de betekenis achterhalen op basis van de context; ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13woorden • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected] - gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal en aandacht hebben voor nietverbaal gedrag; - in een gesprekssituatie vragen om te herhalen, trager te spreken, vragen om uitleg. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist reflecteren over de eigenheid van gesproken taal. Dit betekent dat hij
Leertraject Engels richtgraad 2.4 17/23 JAARPLAN
VORDERING
10 MA unit 15
3 logies en maaltijden
Taalhandelingen: Gevoelens en attitudes uitdrukken - zich verrast voelen - zich opgelucht voelen + - zich verveeld voelen afspraken en - zich gekrenkt voelen regelingen - zich te kort gedaan voelen - zich beledigd voelen - zich in het nauw gedreven voelen - zich gevleid voelen Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen - eigen standpunt bespreekbaar maken - eigen standpunt ondersteunen door gebruik te maken van argumenten van anderen Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken - tekstelementen op een rijtje zetten - het effect van een boodschap nagaan Sociaal functioneren - contacten beleefd afwijzen - een voorstel afwijzen - een uitnodiging beleefd afwijzen - bezwaren afwimpelen Communicatie structureren en controleren - - signaalwoorden gebruiken Doelstellingen: Spreken 2. in een gesprekssituatie verslag uitbrengen over een gebeurtenis of een situatie met betrekking tot informatieve en narratieve teksten. 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. Schrijven 2. een verslag schrijven over uitgevoerde werkzaamheden, een situatie en een gebeurtenis. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist vrij vlot volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - een schrijfplan aangepast aan de communicatiesituatie uitwerken; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - informatie verzamelen, ook via de informatie- en communicatietechnologie; - een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken en hanteren. 9. De cursist is bereid om - bronnen in de doeltaal te raadplegen; - correctheid in formulering en vormgeving na te streven; - rekening te houden met culturele diversiteit. Lezen 2. alle gegevens begrijpen in informatieve teksten zoals een gepersonaliseerde brief; persuasieve teksten zoals een advertentie. 4. De cursist kan de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de leestaak uit te voeren : - woordenschat en grammatica/noties en functies; - spelling/interpunctie; - taalregister (formeel en informeel) ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected] - de socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken, basiskennis van traditionele moedertaallanden). Luisteren 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat.
Leertraject Engels richtgraad 2.4 18/23 JAARPLAN
VORDERING
17 MA unit 16
4 consumptie
Taalhandelingen: Informatie uitwisselen - waarnemingen corrigeren - waarnemingen weerleggen 6 Gevoelens en attitudes uitdrukken voorlichtingsdien - zich verveeld voelen sten - zich gekrenkt voelen Actie en reactie uitlokken - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken Doelstellingen: Spreken 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. Schrijven 3. een samenvatting schrijven van persuasieve teksten zoals een gedachtewisseling. 7. Bij de uitvoering van de schrijfopdracht kan de cursist vrij vlot de nodige communicatiestrategieën toepassen : - onmiddellijk in de doeltaal formuleren; - compenserende strategieën gebruiken om zich bij ontoereikende taalbeheersing in eenvoudige taal uit de slag te trekken; - door een duidelijke structuur de leesbaarheid van de tekst bevorderen. 9. De cursist is bereid om - bronnen in de doeltaal te raadplegen; - correctheid in formulering en vormgeving na te streven; - rekening te houden met culturele diversiteit. Lezen 1. specifieke informatie zoeken in informatieve teksten zoals schema's en grafieken; prescriptieve teksten zoals een voorschrift, een handleiding en een instructie. 2. alle gegevens begrijpen in informatieve teksten zoals een gepersonaliseerde brief; persuasieve teksten zoals een advertentie. Luisteren 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 4. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist vrij vlot volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - het luisterdoel bepalen; - hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - het luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (o.m. skimmen en scannen). Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen Consumptie (nr 4) - gedetailleerd zijn mening uiten over een prijs of een product Ondersteunende kennis: past perfect
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 19/23 JAARPLAN
VORDERING
EXTRA 24 MA 31 MA unit 17
Bevat: Evalutiemoment: • spreken: acting out a dialogue / old friends / describing • luisteren: uit “Working Week” 5 openbaar en privevervoer
Taalhandelingen: Gevoelens en attitudes uitdrukken - zich verveeld voelen - zich gekrenkt voelen Actie en reactie uitlokken - iemand proberen uit te horen - iemand plagen op een speelse manier - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen - eigen standpunt bespreekbaar maken - eigen standpunt ondersteunen door gebruik te maken van argumenten van anderen Doelstellingen: Spreken 2. in een gesprekssituatie verslag uitbrengen over een gebeurtenis of een situatie met betrekking tot informatieve en narratieve teksten. 3. in een gesprekssituatie een samenvatting geven van beluisterde of gelezen informatieve en narratieve teksten. 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. Lezen 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. Luisteren 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 4. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist vrij vlot volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - het luisterdoel bepalen; - hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - het luistergedrag afstemmen op het luisterdoel (o.m. skimmen en scannen). Subcontexten en contextspecifieke taalhandelingen Openbaar en privé vervoer (nr 5) - een ingewikkelde wegbeschrijving geven - gebruikte vervoermiddelen vergelijken en over een keuze discussiëren - de gesprekspartner van het gebruik van een bepaald vervoermiddel proberen te overtuigen Ondersteunende kennis: passive
PAASVAKANTIE
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]
Leertraject Engels richtgraad 2.4 20/23 JAARPLAN
VORDERING
21 APRIL unit 18
4 consumptie
ACE-GROEP T
Taalhandelingen: Gevoelens en attitudes uitdrukken - zich verveeld voelen - zich gekrenkt voelen - zich te kort gedaan voelen - zich beledigd voelen - zich in het nauw gedreven voelen Actie en reactie uitlokken - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Argumenteren - eigen standpunt uiteenzetten en in passende context plaatsen - eigen standpunt bespreekbaar maken - eigen standpunt ondersteunen door gebruik te maken van argumenten van anderen Sociaal functioneren - bezwaren afwimpelen Doelstellingen: Spreken 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak kan de cursist de ondersteunende kennis gebruiken met betrekking tot : - woordenschat en grammatica/noties en functies; - uitspraak en intonatie; - taalregister (formeel en informeel) - socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de spreektaak kan de cursist vrij vlot de nodige leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - een spreekplan opstellen; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken (ook via ICT); - informatie verzamelen en gebruiken; - een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken en hanteren. Schrijven 4. een mening en een standpunt weergeven in persuasieve teksten zoals een verzoekschrift. 5. Bij de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist de nodige ondersteunende kennis toepassen : - woordenschat en grammatica/noties en functies; - spelling, interpunctie en lay- out; - taalregister (formeel en informeel); - socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken; basiskennis van traditionele moedertaallanden). 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist vrij vlot volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - een schrijfplan aangepast aan de communicatiesituatie uitwerken; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - informatie verzamelen, ook via de informatie- en communicatietechnologie; - een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken en hanteren. 7. Bij de uitvoering van de schrijfopdracht kan de cursist vrij vlot de nodige communicatiestrategieën toepassen : - onmiddellijk in de doeltaal formuleren; - compenserende strategieën gebruiken om zich bij ontoereikende taalbeheersing in eenvoudige taal uit de slag te trekken; - door een duidelijke structuur de leesbaarheid van de tekst bevorderen. 8. Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de schrijftaak kan de cursist reflecteren over schrijfproces en schrijfproduct, o.m. door inhoud, en formulering te13 reviseren. CVO structuur • Vesaliusstraat • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected] 9. De cursist is bereid om - bronnen in de doeltaal te raadplegen; - correctheid in formulering en vormgeving na te streven;
Leertraject Engels richtgraad 2.4 21/23 JAARPLAN
VORDERING
28 APRIL Unit 19
8 Taalhandelingen: Nutsvoorziening Informatie uitwisselen en - waarnemingen interpreteren - waarnemingen evalueren - waarnemingen corrigeren - waarnemingen weerleggen Actie en reactie uitlokken - iemand proberen uit te horen - iemand plagen op een speelse manier - blijk geven van de nodige assertiviteit bij het reageren Sociaal functioneren - contacten beleefd afwijzen - een voorstel afwijzen - een uitnodiging beleefd afwijzen - bezwaren afwimpelen Doelstellingen: Spreken 1. in een gesprekssituatie informatie vragen en geven met betrekking tot informatieve teksten zoals een sollicitaiegesprek;prescriptieve teksten zoals een instructie, een opgave en een opdracht. 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. 8. Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de spreektaak kan de cursist reflecteren over - het bereik van de ondersteunende kennis; - zijn talige beperkingen; - de noodzakelijke remediëring. Schrijven 2. een verslag schrijven over uitgevoerde werkzaamheden, een situatie en een gebeurtenis. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de schrijftaak kan de cursist vrij vlot volgende leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - een schrijfplan aangepast aan de communicatiesituatie uitwerken; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - informatie verzamelen, ook via de informatie- en communicatietechnologie; - een informatie- en argumentatiestructuur uitwerken en hanteren. Lezen 3. zich een persoonlijke mening vormen over informatieve teksten zoals een krantenartikel; persuasieve teksten zoals een reclametekst. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vrij vlot de nodige leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - het leesgedrag afstemmen op het leesdoel (o.m. skimmen en scannen); - hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - de tekstsoort herkennen; - de structuuraanduiders interpreteren; - gebruik maken van redundantie. Luisteren 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de luistertaak kan de cursist reflecteren over de eigenheid van gesproken taal. Dit betekent dat hij - inzicht heeft in de eigenheid van gesproken taal; - het onderscheid kan maken tussen de verschillende tekstsoorten; 7. Bij de uitvoering van de luistertaak is de cursist bereid •omTel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected] ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven - grondig en onbevooroordeeld te luisteren naar wat de gesprekspartner zegt; - zich in te leven in de socioculturele wereld van de gesprekspartner; - zich niet te laten afleiden als hij in een tekst niet alles begrijpt (weerbaarheid).
Leertraject Engels richtgraad 2.4 22/23 JAARPLAN
VORDERING
05 MEI Unit 20
werk en Taalhandelingen: arbeidsmarkt Informatie uitwisselen (niet in leerplan) - waarnemingen interpreteren - waarnemingen evalueren - waarnemingen corrigeren - waarnemingen weerleggen Modaliteit uitdrukken - iemand naar zijn hand proberen te zetten - iemand naar de mond praten - eromheen draaien Communicatie structureren en controleren - signaalwoorden gebruiken - tekstelementen op een rijtje zetten - het effect van een boodschap nagaan Doelstellingen: Spreken 3. in een gesprekssituatie een samenvatting geven van beluisterde of gelezen informatieve en narratieve teksten. 4. in een gesprekssituatie gericht op een bekende taalgebruiker een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar diens beleving met betrekking tot persuasieve teksten zoals een informele discussie en een gedachtewisseling. Schrijven 1. informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een curriculum vitae; persuasieve teksten zoals een eenvoudige sollicitatie. 8. Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de schrijftaak kan de cursist reflecteren over schrijfproces en schrijfproduct, o.m. door inhoud, structuur en formulering te reviseren. 9. De cursist is bereid om - bronnen in de doeltaal te raadplegen; - correctheid in formulering en vormgeving na te streven; - rekening te houden met culturele diversiteit. Lezen 1. specifieke informatie zoeken in informatieve teksten zoals schema's en grafieken; prescriptieve teksten zoals een voorschrift, een handleiding en een instructie. 2. alle gegevens begrijpen in informatieve teksten zoals een gepersonaliseerde brief; persuasieve teksten zoals een advertentie. 5. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vrij vlot de nodige leerstrategieën (cognitief en metacognitief) toepassen : - het leesgedrag afstemmen op het leesdoel (o.m. skimmen en scannen); - hypothesen formuleren over de inhoud en bedoeling van de tekst; - relevante voorkennis oproepen en gebruiken; - de tekstsoort herkennen; - de structuuraanduiders interpreteren; - gebruik maken van redundantie. 6. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de leestaak kan de cursist vrij vlot volgende communicatiestrategieën (o.m. compenserende strategieën) toepassen : - proberen de betekenis van ongekende woorden af te leiden uit de context; - gebruik maken van ondersteunend visueel materiaal; - hulpbronnen raadplegen (traditionele en electronische). Luisteren 2. zich een persoonlijke mening vormen over persuasieve teksten zoals een reclameboodschap en een discussie/debat. 3. De cursist kan de ondersteunende kennis gebruiken die nodig is om de luistertaak uit te voeren : - woordenschat en grammatica/noties en functies; ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected] - uitspraak en intonatie; - taalregister; - socioculturele aspecten (sociale conventies en gebruiken, basiskennis van traditionele moedertaallanden).
Leertraject Engels richtgraad 2.4 23/23 JAARPLAN
VORDERING
EXTRA 12 MEI
Bevat: Herhaling en examenvoorbereiding • question time • communicatieve activiteiten ter herhaling = examendemonstratie
EXAMEN 19 MEI
Schriftelijk examen: • schrijven en ondersteunende kennis • lezen • luisteren Mondeling examen • spreken: Debating an issue / complaining
EXAMEN 26 MEI
ACE-GROEP T CVO • Vesaliusstraat 13 • 3000 Leuven • Tel: 016/30.10.30 • www.groept.be •
[email protected]