Voor gebruik in Zone 2 (IEC/EN 60079-10-1) II 3G Ex nA IIC T. Gc Optioneel: Voor gebruik in zone 21 of 22 (IEC/EN 60079-10-2) 0102 II 2D Ex tb IIIA/B/C T...°C Db of II 3D Ex tc IIIA/B/C T...°C Dc
LOHER CHEMSTAR Asynchrone krachtstroommotor Type 1PS1 Bedieningshandleiding / Montagehandleiding N-R 601n
Editie
05/2015
Answers for industry.
13.07.2015 15:48 V8.00
Inleiding
1
Veiligheidsaanwijzingen
2
Asynchrone krachtstroommotor
Beschrijving
3
LOHER CHEMSTAR 1PS1
Voorbereiding voor gebruik
4
Montage
5
Elektrische aansluiting
6
Inbedrijfstelling
7
Bedrijf
8
Onderhoud
9
Bedieningshandleiding Montagehandleiding
Voor gebruik in Zone 2 (IEC/EN 60079-10-1) II 3G Ex nA IIC T. Gc Optioneel: Voor gebruik in zone 21 of 22 (IEC/EN 60079-10-2) II 2D Ex tb IIIA/B/C T...°C Db of II 3D Ex tc IIIA/B/C T...°C Dc
Reserve-onderdelen
10
Afvalverwijdering
11
Service en support
A
Technische gegevens en tekeningen
B
Kwaliteitsdocumenten
C
0102
Editie 05/2015
Wettelijke informatie Waarschuwingsconcept Dit handboek omvat aanwijzingen die u voor uw persoonlijke veiligheid alsmede ter voorkoming van materiële schade in acht dient te nemen. De aanwijzingen voor uw persoonlijke veiligheid zijn aangegeven door middel van een waarschuwingsdriehoek. Bij aanwijzingen voor materiële schade staat geen waarschuwingsdriehoek. De waarschuwingsteksten worden naar gelang hun gevarenniveau in afnemende volgorde weergegeven. GEVAAR betekent dat het negeren van de betreffende veiligheidsmaatregelen dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg zal hebben. WAARSCHUWING betekent dat het negeren van de betreffende veiligheidsmaatregelen dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. VOORZICHTIG betekent dat het negeren van de betreffende veiligheidsmaatregelen licht lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. LET OP betekent dat het negeren van de betreffende veiligheidsmaatregelen materiële schade tot gevolg kan hebben. Wanneer er meerdere gevarenniveaus aanwezig zijn, wordt telkens de waarschuwing voor het hoogste gevarenniveau aangegeven. Wanneer bij een waarschuwingstekst met waarschuwingsdriehoek geattendeerd wordt op lichamelijk letsel, dan is het mogelijk dat aan dezelfde waarschuwingstekst ook een waarschuwing voor materiële schade is toegevoegd.
Gekwalificeerd personeel Het product/systeem dat bij deze documentatie behoort, mag uitsluitend worden gebruikt door voor de betreffende taak gekwalificeerd personeel, met inachtneming van de documentatie voor deze specifieke taak en met name van de daarin gegeven veiligheidsinstructies en waarschuwingen. Gekwalificeerd personeel is op basis van zijn opleiding en ervaring in staat om bij de omgang met deze producten/systemen de risico’s te herkennen en mogelijke gevaren te voorkomen.
Reglementair gebruik van Siemens-producten Het volgende dient in acht te worden genomen: WAARSCHUWING Siemens-producten mogen enkel worden gebruikt voor de gebruiksdoeleinden die in de catalogus en in de bijhorende technische documentatie worden beschreven. Als producten en componenten van derden worden gebruikt, moeten deze door Siemens aanbevolen of goedgekeurd zijn. Een onberispelijke en veilige werking van de producten veronderstelt een vakkundig transport, alsook een vakkundige opslag, opstelling, montage, installatie, inbedrijfstelling, bediening en een vakkundig onderhoud. De toegelaten omgevingsvoorwaarden moeten worden nageleefd. De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen.
Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
Ontheffing van aansprakelijkheid De inhoud van dit drukwerk hebben wij gecontroleerd op overeenstemming met de omschreven hard- en software. Desondanks zijn afwijkingen niet uitgesloten, waardoor wij niet garant staan voor de complete overeenstemming. De gegevens in dit drukwerk worden regelmatig gecontroleerd en noodzakelijke correcties zijn opgenomen in de volgende oplagen.
Siemens AG Process Industries and Drives Postfach 48 48 90026 NÜRNBERG DUITSLAND
Bestelnummer document: N-R 601n Ⓟ 05/2015 Wijzigingen voorbehouden
Copyright © Siemens AG 2015. Alle rechten voorbehouden
Inhoudsopgave 1
Inleiding......................................................................................................................................................11
2
Veiligheidsaanwijzingen.............................................................................................................................13 2.1
Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie.........................................................13
2.2
De vijf veiligheidsregels..........................................................................................................13
2.3
Gekwalificeerd personeel.......................................................................................................14
2.4
Veilig gebruik van elektrische machines................................................................................14
2.5
Werking in explosiegevaarlijke zones....................................................................................16
2.6
Elektrostatisch bedreigde modules........................................................................................17
2.7
Elektromagnetische compatibiliteit.........................................................................................18
2.8
Storingsbestendigheid............................................................................................................18
2.9
Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer.......................................................18
2.10
Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek......................................................................................................................19
2.11
Verluchting.............................................................................................................................19
3
Beschrijving................................................................................................................................................21
4
Voorbereiding voor gebruik........................................................................................................................27 4.1
Veiligheidsrelevante aspecten bij de projectering van de installatie......................................27
4.2
Machines zonder deklak........................................................................................................27
4.3
Koeling waarborgen...............................................................................................................28
4.4
Vergrendelingsschakelaar voor stilstandverwarming.............................................................28
4.5
Vergrendelingsschakelaar voor motor van externe ventilator................................................28
4.6
Geluidsemissies.....................................................................................................................28
4.7
Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf...................................................29
4.8
Bescherming tegen ontoelaatbare verwarming......................................................................29
4.9
Systeemeigen frequenties......................................................................................................30
4.10 4.10.1 4.10.2 4.10.3 4.10.4 4.10.5 4.10.6 4.10.6.1 4.10.7
Transport en opslag...............................................................................................................30 Transportcoderingen..............................................................................................................30 Levering controleren..............................................................................................................30 Lastopnamemiddel controleren..............................................................................................31 Hijsen en transporteren..........................................................................................................31 Rotorvoorziening voor de opslag aanbrengen.......................................................................33 Opslag tot aan twee jaar........................................................................................................34 Voorwaarden voor opslag......................................................................................................34 Opslag voor een periode van twee tot vier jaar......................................................................34
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
5
Inhoudsopgave
5
6
6
4.10.8 4.10.9 4.10.10 4.10.11 4.10.11.1 4.10.11.2 4.10.11.3 4.10.11.4
Opslag bij lagere temperaturen..............................................................................................35 Gezamenlijke opslag van motoren en de werkmachine.........................................................35 Opslag in de open lucht.........................................................................................................35 Inbedrijfstelling na opslag.......................................................................................................36 Isolatieweerstand en polarisatieindex....................................................................................36 Smeren van de walslagers ....................................................................................................36 Nasmeren van walslagers na een opslagperiode tot twee jaar..............................................36 Nasmeren van walslagers na een opslagperiode van twee tot vier jaar................................37
4.11 4.11.1
Bedrijf aan de omvormer........................................................................................................37 Lagerstromen verminderen bij bedrijf aan de omvormer ......................................................39
Montage......................................................................................................................................................41 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3
Montage voorbereiden...........................................................................................................41 Veiligheidsaanwijzingen voor de montage.............................................................................41 Voorwaarden voor de montage..............................................................................................42 Aansluitvlakken bij wandbevestiging voorbereiden ...............................................................43
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6
Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren.................................................................43 Voorwaarden voor het correct uitrichten en voor de veilige bevestiging ...............................43 Lastopnamemiddel controleren..............................................................................................44 Hijsen en transporteren..........................................................................................................44 Machine neerzetten................................................................................................................46 Machine grof uitrichten...........................................................................................................46 Condenswater aflaten............................................................................................................46
5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.2.1 5.3.2.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6
Machine monteren ................................................................................................................47 Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop...................................................................47 Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen..........................................................47 Horizontale bouwvorm met voeten.........................................................................................47 Verticale bouwvorm met flens................................................................................................48 Rotorkleminrichting verwijderen.............................................................................................49 Maatnauwkeurigheid bij het uitlijnen......................................................................................49 Aangedreven elementen monteren........................................................................................50 Axiale en radiale krachten .....................................................................................................51
Elektrische aansluiting................................................................................................................................53 6.1 6.1.1
Voorbereiding.........................................................................................................................53 Kabel selecteren....................................................................................................................53
6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5 6.2.6 6.2.7 6.2.8 6.2.9 6.2.10 6.2.11 6.2.12 6.2.13
Aansluiten..............................................................................................................................54 Aansluitkast met ontstekingsbescherming "Ex e" .................................................................54 Aardingsleider aansluiten.......................................................................................................55 Schakelschema in het deksel van de aansluitkast.................................................................55 Klemaanduiding.....................................................................................................................55 Machine voor een bepaalde draairichting aansluiten ............................................................56 Aansluitkast............................................................................................................................56 Minimum luchtafstanden........................................................................................................57 Kabeleinde met draadeindhuls...............................................................................................57 Aansluiten met klemplank......................................................................................................58 Aanhaalmomenten voor kabelwartels ...................................................................................59 Aluminiumleider aansluiten....................................................................................................60 O-ringafdichting .....................................................................................................................60 Aansluitwerken afsluiten........................................................................................................61
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Inhoudsopgave
6.2.14 7
8
9
10
Interne potentiaalvereffening .................................................................................................61
Inbedrijfstelling............................................................................................................................................63 7.1
Controles voor de inbedrijfstelling .........................................................................................63
7.2
Bevestiging en uitrichting controleren....................................................................................63
7.3
Isolatieweerstand en polarisatieindex....................................................................................65
7.4
"Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren"...............................................................65
Bedrijf.........................................................................................................................................................69 8.1
Veiligheidsaanwijzingen tijdens het bedrijf.............................................................................69
8.2
Machine inschakelen..............................................................................................................71
8.3
Externe ventilator uitschakelen..............................................................................................71
8.4
Herinschakelen na noodstop..................................................................................................71
8.5 8.5.1 8.5.2
Bedrijfsonderbrekingen..........................................................................................................71 Stilstandverwarming inschakelen...........................................................................................71 Stilstandschade aan de wentellager vermijden......................................................................72
8.6
Machine buiten bedrijf stellen.................................................................................................72
8.7
Machine terug in bedrijf nemen..............................................................................................72
8.8 8.8.1 8.8.2 8.8.3 8.8.4 8.8.5
Storingen................................................................................................................................72 Inspectie bij storingen............................................................................................................72 Elektrische storingen..............................................................................................................73 Mechanische storingen..........................................................................................................74 Storingen aan de wentellager................................................................................................74 Storingen aan de externe ventilator.......................................................................................75
Onderhoud..................................................................................................................................................77 9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.1.4 9.1.5 9.1.6 9.1.6.1 9.1.6.2 9.1.6.3 9.1.6.4 9.1.6.5 9.1.6.6 9.1.6.7 9.1.6.8 9.1.6.9
Inspectie en onderhoud..........................................................................................................77 Inspectie bij storingen............................................................................................................80 Eerste inspectie......................................................................................................................80 Hoofdinspectie.......................................................................................................................81 Inspectie van de wentellagers................................................................................................81 Mechanische explosiebeveiliging walslager ..........................................................................82 Onderhoud.............................................................................................................................82 Explosiegevaar door verhoogde oppervlaktetemperatuur.....................................................82 Isolatieweerstand en polarisatieindex....................................................................................83 Vet: gebruiksduur en hoeveelheden......................................................................................84 Vet: gebruiksduur en hoeveelheden......................................................................................85 Nasmeerintervallen en vettypes voor het gebruik van walslagers.........................................85 Alternatieve soorten vet voor bedrijf van walslagers..............................................................87 Aansluitkast onderhouden......................................................................................................89 Lakschade verbeteren............................................................................................................90 Nalakken................................................................................................................................90
9.2 9.2.1
Reparatie................................................................................................................................91 Reserve-onderdelen stilstandverwarming..............................................................................92
Reserve-onderdelen...................................................................................................................................93 10.1
Bestelgegevens......................................................................................................................93
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
7
Inhoudsopgave
11
A
B
10.2
Vervanging van wentellagers.................................................................................................94
10.3
Aankoop van onderdelen in de vrije handel...........................................................................94
10.4
Reserve-onderdelen stilstandverwarming .............................................................................95
10.5
Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 071 tot 132..........................................................96
10.6
Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 160 tot 280..........................................................97
10.7
Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 315......................................................................99
10.8
Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 071-160................................................................................................................................101
10.9
Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 180-225................................................................................................................................102
10.10
Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 250 tot 355...........................................................................................................................103
Afvalverwijdering......................................................................................................................................105 11.1
Inleiding................................................................................................................................105
11.2
Demontage voorbereiden.....................................................................................................105
11.3
Machine demonteren...........................................................................................................106
11.4
Componenten verwijderen...................................................................................................106
Service en support....................................................................................................................................109 A.1
Siemens Industry Online Support........................................................................................109
A.2
RoHS - beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen..................................110
Technische gegevens en tekeningen.......................................................................................................111 B.1
C
Aanhaalmomenten voor boutborgingen...............................................................................111
Kwaliteitsdocumenten...............................................................................................................................113 C.1
IECEx-certificaat..................................................................................................................113
C.2
EG-conformiteitsverklaring...................................................................................................115
C.3
EG-conformiteitsverklaring zone 21 of 22............................................................................116
C.4
Gegevensinformatie.............................................................................................................119
Index.........................................................................................................................................................121 Tabellen Tabel 3-1
Markering van de machines met ontstekingsbescherming Ex nA...............................................22
Tabel 3-2
Markering van de machines met ontstekingsbescherming Ex tb voor zone 21..........................23
Tabel 3-3
Markering van de machines met ontstekingsbeschermingEx tc voor zone 22 zonder certificaat.....................................................................................................................................23
Tabel 3-4
Machine-uitvoering .....................................................................................................................23
Tabel 3-5
Machine-uitvoering met veiligheidsklasse Ex nA........................................................................24
8
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Inhoudsopgave
Tabel 3-6
Machine-uitvoering met ontstekingsbescherming Ex t
...........................................................24
Tabel 5-1
Aanbevolen nauwkeurigheid bij het uitlijnen...............................................................................49
Tabel 6-1
Bepaling van de doorsnede van de aardgeleider........................................................................55
Tabel 6-2
klemaanduidingen aan bijvoorbeeld 1U1-1.................................................................................55
Tabel 6-3
Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning Ueff................57
Tabel 6-4
Aandraaimomenten voor standaardkabelschroefverbindingen [Nm]
Tabel 7-1
Isolatieweerstand van de statorwikkeling bij 40 ℃......................................................................66
Tabel 8-1
Elektrische storingen ................................................................................................................73
Tabel 8-2
Mechanische storingen .............................................................................................................74
Tabel 8-3
Storingen aan de wentellager
Tabel 8-4
Storingen in het koelsysteem .....................................................................................................75
Tabel 9-1
Controle na montage of reparatie ...............................................................................................80
Tabel 9-2
Controles bij de hoofdinspectie...................................................................................................81
Tabel B-1
aanhaalmomenten van schroefverbindingen met een tolerantie van ± 10%............................111
.....................................59
.................................................................................................74
Beelden Beeld 5-1
Soort balancering aan de DE-zijde..............................................................................................50
Beeld 6-1
kabelaansluitingVoorbeeld voor aderaansluiting.........................................................................58
Beeld 6-2
kabelaansluitingVoorbeeld voor aderaansluiting.........................................................................59
Beeld 10-1
D-DN000-0007............................................................................................................................96
Beeld 10-2
E-AN000-0004.............................................................................................................................97
Beeld 10-3
E-AN000-0005.............................................................................................................................99
Beeld 10-4
E-9-101_162-0001.....................................................................................................................101
Beeld 10-5
E-9-101_208-0001.....................................................................................................................102
Beeld 10-6
E-9-101_285-0001.....................................................................................................................103
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
9
Inhoudsopgave
10
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
1
Inleiding
Deze bedieningshandleiding beschrijft en informeert u over de omgang met de machine - van de levering tot de uiteindelijke verwijdering. Bewaar de handleiding binnen handbereik en op een veilige plek. Lees deze bedieningshandleiding voordat u de machine gaat gebruiken en neem de instructies in acht. Zo garandeert u een veilige en storingsvrije werking en een lange levensduur van de machine. Als u vragen of opmerkingen heeft met betrekking tot dit document, neem dan contact op met ons Service Center (Pagina 109).
Tekstkenmerken Het waarschuwingsconcept wordt aan de achterkant van de binnentitel toegelicht. Neem de veiligheidsinfo in deze bedieningshandleiding steeds in acht. Naast de info die u om veiligheidsredenen altijd in acht moet nemen, vindt u in deze bedieningshandleiding de volgende tekstkenmerken: 1. Handelingsaanwijzingen worden als een genummerde lijst weergegeven. Neem de volgorde van de diverse stappen in acht. ● Opsommingen maken gebruik van een lijstpunt. – Het plat streepje kenmerkt opsommingen van het tweede niveau. Opmerking Een informatietekst bevat belangrijke informatie over het product, de handhaving van het product of het betrokken deel van de documentatie. De Info geeft u help of bijkomende raadgevingen.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
11
Inleiding
12
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Veiligheidsaanwijzingen 2.1
2
Informatie voor de verantwoordelijke van de installatie Het ontwerp evenals de uitvoering van deze machine, die is bedoeld voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen, voldoet aan de Europese richtlijn 94/9/EG ("Explosieveiligheidsrichtlijn"). Het in gebruik nemen van de machine binnen de Europese Gemeenschap is volgens richtlijn 2006/42/EG pas toegestaan als is vastgesteld dat de installatie waarin de machine wordt geïnstalleerd voldoet aan deze richtlijn. Bij het gebruik van de machine buiten de Europese gemeenschap moeten de nationale voorschriften in acht worden genomen. WAARSCHUWING In gebruik nemen voordat conformiteit is vastgesteld Als de machine in gebruik wordt genomen voordat de conformiteit van de installatie is vastgesteld, dan is bescherming van de installatie tegen explosies niet gewaarborgd. Dit kan leiden tot een explosie. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Neem de machine pas in bedrijf als de conformiteit van de installatie met de richtlijn "Apparatuur in explosieve omgeving" is bevestigd.
2.2
De vijf veiligheidsregels Voor uw persoonlijke veiligheid en ter voorkoming van materiële schade dient u bij alle werkzaamheden altijd de veiligheidsrelevante aanwijzingen en de volgende vijf veiligheidsregels conform EN 50110‑1 "Werkzaamheden in spanningsvrije toestand" in acht te nemen. Voer de vijf veiligheidsredenen in de vermelde volgorde uit voordat u met de werkzaamheden begint.
Vijf veiligheidsregels 1. Vrijschakelen. Schakel ook de hulpstroomkringen vrij, zoals de stilstandverwarming. 2. Zorg voor een beveiliging die onbedoeld opnieuw inschakelen voorkomt. 3. Controleer of er inderdaad geen spanning meer aanwezig is 4. Aarden en kortsluiten. 5. Aangrenzende, onder spanning staande delen afdekken of afsluiten. Na voltooiing van de werken de genomen maatregelen in omgekeerde volgorde terug opheffen.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
13
Veiligheidsaanwijzingen 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines
2.3
Gekwalificeerd personeel Alle werken aan de machine mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel gebeuren. Gekwalificeerd personeel in de zin van deze documentatie zijn personen die aan de volgende voorwaarden voldoen: ● Ze zijn op grond van hun opleiding en ervaring in staat om in het betrokken activiteitsgebied risico's te herkennen en mogelijke gevaren te vermijden. ● Ze moeten telkens door de verantwoordelijke met de uitvoering van werken aan de machine worden belast.
2.4
Veilig gebruik van elektrische machines De veiligheid op de werkplaats hangt af van de aandacht, de voorzorg en het gezond verstand van alle personen die de machine installeren, gebruiken en onderhouden. Naast de inachtneming van de uitgevoerde veiligheidsmaatregelen is in principe voorzichtigheid in de buurt van de machine geboden. Let steeds op uw veiligheid. Let voor het vermijden van ongevallen op het volgende: ● Algemene veiligheidsvoorschriften van het land waar de machine gebruikt wordt ● Specifieke voorschriften van de exploitant en het toepassingsgebied. ● Specifieke afspraken die met de exploitant gemaakt worden ● Afzonderlijke veiligheidsaanbevelingen die met de machine werden geleverd ● Veiligheidssymbolen en info op de machine en haar verpakking WAARSCHUWING Spanningvoerende delen Elektrische machines bevatten onderdelen die onder spanning kunnen staan. Het ongeoorloofd verwijderen van noodzakelijke afdekkingen, ondeskundig gebruik van de machine, foutieve bediening of onvoldoende onderhoud kunnen de dood, zwaar lichamelijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben. ● Houd u bij werken aan de machine steeds aan de "Vijf veiligheidsregels" (Pagina 13). ● Verwijder de afdekkingen alleen volgens de aanwijzingen van de bedieningshandleiding. ● Bedien de machine vakkundig. ● Onderhoud de machine regelmatig en vakkundig.
14
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Veiligheidsaanwijzingen 2.4 Veilig gebruik van elektrische machines WAARSCHUWING Roterende delen Elektrische machines bevatten gevaarlijke roterende bestanddelen. Het ongeoorloofd verwijderen van noodzakelijke afdekkingen, ondeskundig gebruik van de machine, foutieve bediening of onvoldoende onderhoud kunnen de dood, zwaar lichamelijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben. ● Verwijder de afdekkingen alleen volgens de aanwijzingen van de bedieningshandleiding. ● Bedien de machine vakkundig. ● Onderhoud de machine regelmatig. ● Borg de vrije asuiteinden. WAARSCHUWING Warme oppervlakken Oppervlakken van elektrische machines kunnen heet zijn. Raak deze oppervlakken niet aan. Dit kan tot ernstige brandwonden leiden. ● Laat de machine eerst afkoelen voor u met werken aan de machine begint. ● Verwijder de afdekkingen alleen volgens de aanwijzingen van de bedieningshandleiding. ● Gebruik de machine waarvoor deze bedoeld is. VOORZICHTIG Stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid Chemische stoffen die noodzakelijk zijn voor de opbouw, het bedrijf en het onderhoud van de machine, kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Dit kan leiden tot vergiftigingen, huidbeschadigingen, brandwonden van de ademwegen en andere schade aan de gezondheid. ● Let op de aanbevelingen in de bedieningshandleiding en de productinformatie van de fabrikant. ● Neem de overeenkomstige veiligheidsvoorschriften in acht en draag de voorgeschreven veiligheidsuitrusting. VOORZICHTIG Licht ontvlambare en brandbare stoffen Chemische stoffen die noodzakelijk zijn voor de opbouw, het bedrijf en het onderhoud van de machine, kunnen licht ontvlambaar of brandbaar zijn. Dit kan tot brandwonden en andere schade voor de gezondheid leiden. ● Let op de aanbevelingen in de bedieningshandleiding en de productinformatie van de fabrikant. ● Neem de overeenkomstige veiligheidsvoorschriften in acht en draag de voorgeschreven veiligheidsuitrusting.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
15
Veiligheidsaanwijzingen 2.5 Werking in explosiegevaarlijke zones
WAARSCHUWING Geluidsemissies De machine kan tijdens het gebruik geluidsemissiepegels vertonen die voor werkplaatsen niet toegelaten zijn. Dit kan tot gehoorschade leiden. Zorg door passende veiligheidsmaatregelen zoals afdekkingen, geluidsisolatie of maatregelen voor de bescherming van het gehoor, voor een veilig bedrijf van de machine binnen uw installatie.
2.5
Werking in explosiegevaarlijke zones Elektrische installaties in omgevingen met explosiegevaar moeten door de verantwoordelijke volgens de hiervoor geldende voorschriften en verordeningen worden gemonteerd, geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld. Opmerking De basisvereisten voor elektrische installaties en hun bedrijf in omgevingen met explosiegevaar vindt u bijv. in de richtlijn 1999/92/EG alsmede in de norm IEC / EN 60079-14.
Ontstekingsgevaren De evaluatie van de bedrijfsrisico's, de plaatselijke bedrijfsomstandigheden en de noodzakelijke controlemethoden moet door de exploitant in overleg met de bevoegde toezichthoudende instantie worden afgehandeld. De noodzakelijke maatregelen moeten absoluut in acht worden genomen. De fabrikant van de machine kan hiervoor geen algemeen geldende aanbevelingen geven. Neem de informatie in deze bedieningshandleiding in acht. Opmerking De basisvereisten voor de beoordeling van ontstekingsgevaren door elektrische apparaten en hun bedrijf in omgevingen met explosiegevaar vindt u bijv. in de richtlijnen 94/9/EG en1999/92/ EG alsmede in de normreeks IEC / EN 60079. Indien de machine door een externe instantie is gecertificeerd, dient u zich aan de hierin gedefinieerde technische gegevens en speciale voorwaarden te houden. Dit certificaat moet voor de inbedrijfstelling beschikbaar zijn.
16
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Veiligheidsaanwijzingen 2.6 Elektrostatisch bedreigde modules
2.6
Elektrostatisch bedreigde modules
ESD-beschermingsmaatregelen LET OP Elektrostatische ontlading De elektronische modules bevatten elektrostatisch bedreigde onderdelen. Deze modules kunnen door ondeskundige behandeling zeer gemakkelijk worden vernield. Let op de onderstaande aanwijzingen om materiële schade te voorkomen. ● Raak de elektronische modules alleen aan als u absoluut noodzakelijke werkzaamheden aan deze modules moet uitvoeren. ● Als elektronische modules moeten worden aangeraakt, moet het lichaam van de betrokken persoon onmiddellijk daarvoor elektrostatisch worden ontladen en geaard zijn. ● Breng elektronische modules niet in contact met elektrisch isolerend materiaal zoals plasticfolie, kunststofdelen, isolerende tafellagen of kleding uit synthetische vezels. ● Leg de modules uitsluitend neer op een geleidende ondergrond. ● Bewaar en transporteer de elektronische modules en onderdelen alleen in geleidende verpakking zoals gemetalliseerde kunststof of metalen containers, geleidende schuimmaterialen of huishoudelijk aluminiumfolie. De noodzakelijke ESD-beschermingsmaatregelen voor elektrostatisch bedreigde onderdelen zijn in de onderstaande tekeningen nog eens duidelijk weergegeven:
(1) Zitplek a = geleidende vloer d = ESD-mantel
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
(2) Staplaats b = ESD-tafel e = ESD-armband
(3) Sta- / zitplaats c = ESD-schoenen f = aardaansluiting van de kas‐ ten
17
Veiligheidsaanwijzingen 2.9 Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer
WAARSCHUWING Explosiegevaar door elektrostatische ontlading Elektrostatische ontladingen zijn een mogelijke ontstekingsbron. In een atmosfeer met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Neem de ESD-richtlijnen in acht.
2.7
Elektromagnetische compatibiliteit Deze machine is volgens IEC/EN 60034 ontworpen en voldoet bij reglementair gebruik aan de vereisten van de Europese richtlijn 2004/108/EG inzake de elektromagnetische verdraagzaamheid.
2.8
Storingsbestendigheid De machine voldoet in principe aan de vereisten inzake de storingsbestendigheid conform IEC/ EN 61000‑6‑2. Bij machines met geïntegreerde sensoren (bijv. PTC-weerstanden) moet de fabrikant van de installatie zelf door de juiste keuze van de sensorsignaalkabels en analyse-apparatuur voor een toereikende storingsbestendigheid zorgen.
2.9
Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer WAARSCHUWING Stoorspanningen bij bedrijf aan de frequentieomvormer Bij bediening op de frequentieomvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (fabrikant, type, ontstoringsmaatregelen) in sterkte verschillende storingsemissies op. Bij motoren met geïntegreerde sensoren (bijv. PTC-weerstanden) kunnen door de omvormer bij de sensorkabel storingsspanningen voorkomen. Het kan tot storingen komen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade kunnen leiden. Let op de EMC-aanbevelingen van de omvormerfabrikant om een overschrijding van de grenswaarden volgensIEC/EN 61000-6-3 bij het aandrijfsysteem, bestaande uit motor en omvormer, te voorkomen. Tref de overeenkomstige EMV-maatregelen.
18
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Veiligheidsaanwijzingen 2.11 Verluchting
2.10
Elektromagnetische velden bij het gebruik van installatie uit de elektrische energietechniek WAARSCHUWING Storing van elektrische apparatuur door installatie met elektrische energietechniek Installaties voor de opwekking van elektriciteit genereren elektrische velden tijdens het bedrijf. De machine kan in zijn onmiddellijke omgeving levensgevaarlijke storingen doen ontstaan in medische implantaten zoals pacemakers. Gegevens op magnetische of elektronische gegevensdragers kunnen verloren gaan. ● Het verblijf van personen met pacemakers in de nabijheid van de machine is niet toegestaan. ● Neem adequate maatregelen om het rondom de installatie werkzame personeel te beschermen; breng bijv. markeringen, omheiningen, veiligheidsinstructies en waarschuwingen aan. ● Neem de overeenkomstige nationale beschermings- en veiligheidsvoorschriften in acht. ● Neem geen magnetische of elektronische datadragers mee.
2.11
Verluchting LET OP Ventilatie ● Hinder de ventilatie niet. ● Voorkom het direct aanzuigen van de afvoerlucht van naastgelegen aggregaten. ● Voorkom bij een verticale machinebouwvorm met luchtinlaat van boven het binnendringen van vreemde objecten en water in de luchtinlaatopeningen. ● Voorkom bij een aseinde naar boven het binnendringen van vloeistoffen langs de as.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
19
Veiligheidsaanwijzingen 2.11 Verluchting
20
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Beschrijving
3
Toepassingsgebied Deze elektrische maschine is ontworpen voor de aandrijving van roterende werkmachines in een industriële omgeving, bv. voor de omvorming van energie. Ze onderscheidt zich door haar hoge veiligheid, haar lange levensduur en de grote betrouwbaarheid. Deze machine werd volgens de specificatie van de besteller ingericht en mag alleen voor de contractueel overeengekomen toepassing gebruikt worden.
Ontstekingsbescherming Ex nA Deze machine is uitgevoerd met ontstekingsbescherming "Niet vonkend" (Ex nA) volgens IEC / EN 60079-15. Daarom mag ze worden gebruikt in omgevingen met explosiegevaar van de Zone 2 volgens IEC / EN 60079‑10-1.
Ontstekingsbescherming Ex tc, Ex tc Deze machine is uitgevoerd met type ontstekingsbeveiliging “Bescherming door behuizing" (Ex t) volgens IEC / EN 60079‑0 en IEC / EN 60079‑31 . Daarom mag ze worden gebruikt in omgevingen met explosiegevaar van zones 21 22 in de ontstekingsbescherming Ex tb en zone 22 in de ontstekingsbescherming Ex tc volgens IEC / EN 60079‑10-2.
Gebruik in omgevingen met explosiegevaar Explosieveilige, elektrische machine voldoen aan de normen uit de series IEC / EN 60034 en IEC / EN 60079. Gebruik de machine in omgevingen met explosiegevaar alleen na toestemming en goedkeuring van de verantwoordelijke instantie. Deze instantie is verantwoordelijk voor de risicobepaling van explosies en indeling van zones. Ontstekingsbescherming alsmede bijzondere informatie worden weergegeven op het kenplaatje resp. in het keuringscertificaat. Als het nummer van het certificaat met een X is aangevuld, dient u de speciale aanwijzingen in de bedieningshandleiding of de EGkeuringscertificaat (indien aanwezig) of in het IECEx Certificate of Conformity voor het veilige gebruik van de machine in acht te nemen. Het gebruik aan de omvormer moet gecertificeerd zijn. De speciale instructies van de leverancier moeten in acht worden genomen.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
21
Beschrijving
GEVAAR Explosiegevaar door hybride mengsels Hybride mengsels zijn mengsels van brandbare stoffen met explosieve gas-luchtmengsels die bij gelijktijdig uittreden samen een gevaarlijke explosieve atmosfeer kunnen vormen. Daarbij kunnen veranderingen van de veiligheidstechnische kenwaarden optreden, zoals bv. wijziging van de zone-indeling, toevoer van de explosiedruk, vermindering van de minimum ontstekingsenergie en een vermindering van de te respecteren maximale temperaturen. Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Om die reden moeten bij het optreden van hybride mengsels de relevante kenwaarden zowel voor gas (zones 0, 1 en 2) als voor stof (zones 20, 21 en 22) in acht worden genomen. Of bij een bepaalde hybride mengsels de voor een ontsteking maatgevende kenwaarden ongunstig worden beïnvloed, moet in een individueel geval door een hiervoor bevoegde instantie worden beoordeeld. ● Motoren met dubbel opschrift voor G ("Gas") en D ("Dust") mogen bij gelijktijdig optreden alleen na voorafgaande controle van de eigenschappen van de hybride mengsels door de gebruiker worden ingezet.
LET OP Gebruik van machines zonder CE-markering Machines zonder CE-markering zijn bedoeld voor gebruik buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Gebruik binnen de EER geen machines zonder CE-markering. De machines met ontstekingsbescherming Ex nA kunnen van de volgende markering zijn voorzien:
Tabel 3-1
Markering van de machines met ontstekingsbescherming Ex nA
Richtlijnen RL 94/9/EG met EG-keuringscertificaat
Ex-markering II 3G Ex nA IIC T1 tot T4 Gc II 3G Ex nA d IIC T1 tot T4 Gc II 3G Ex nA ib IIC T1 tot T4 Gc II 3G Ex nA d ib IIC T1 tot T4 Gc
IECEx-Scheme met Certificate of Confor‐ Ex nA IIC T1 tot T4 Gc mity Ex nA d IIC T1 tot T4 Gc Ex nA ib IIC T1 tot T4 Gc Ex nA d ib IIC T1 tot T4 Gc INMETRO
22
Ex nA IIC T3 Gc
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Beschrijving
De machines met ontstekingsbescherming Ex t kunnen van de volgende markering zijn voorzien: Tabel 3-2
Markering van de machines met ontstekingsbescherming Ex tb voor zone 21
Richtlijnen
Ex-kentekening
RL 94/9/EG met EG-keuringscertificaat
IECEx-Scheme met Certificate of Conformity
0102
II 2D Ex tb IIIC T... °C Db
0102
II 2D Ex tb IIIB T... °C Db
0102
II 2D Ex tb IIIA T... °C Db
Ex tb IIIC T... °C Db Ex tb IIIB T... °C Db Ex tb IIIA T... °C Db
Tabel 3-3
Markering van de machines met ontstekingsbeschermingEx tc voor zone 22 zonder certificaat
Richtlijnen
Ex-markering
RL 94/9/EG
II 3D Ex tc IIIC T... °C Dc II 3D Ex tc IIIB T... °C Dc II 3D Ex tc IIIA T... °C Dc
IECEx-Scheme met Certificate of Conformity
Ex tc IIIC T... °C Dc Ex tc IIIB T... °C Dc Ex tc IIIA T... °C Dc
Machine-uitvoering De voorschriften en normen die de basis vormen voor de uitleg en controle van deze machine vindt u op de kenplaat. De uitvoering van de machine voldoet principieel aan de onderstaande normen: De versies van de geharmoniseerde normen waaraan wordt gerefereerd, kunt u ontlenen aan de EGconformiteitsverklaring. Tabel 3-4
Machine-uitvoering
Kenmerk
Norm
Dimensionering en werkgedrag
IEC/EN 60034‑1
Beschermingsgraad
IEC/EN 60034‑5
Koeling
IEC/EN 60034‑6
Bouwvorm
IEC/EN 60034‑7
Aansluitbenamingen en draairichting
IEC/EN 60034‑8
Geluidsemissie
IEC/EN 60034‑9
Aanloopgedrag, draaiende elektrische machines
IEC/EN 60034‑12*
Oscillatiestanden
IEC/EN 60034‑14
Grenswaarden trillingbelasting
DIN ISO 10816-3
* Alleen voor machines voor netbedrijf
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
23
Beschrijving
Zie ook Kwaliteitsdocumenten (Pagina 113) Bij machines met explosiebeveiliging gelden aanvullend de volgende normen: Tabel 3-5
Machine-uitvoering met veiligheidsklasse Ex nA
Kenmerk
Norm
Veiligheidsklasse Ex nA
IEC/EN 60079‑0 IEC / EN 60079-15
Bij explosiebeveiligde machines gelden bijkomend de volgende normen: Tabel 3-6
Machine-uitvoering met ontstekingsbescherming Ex t
Kenmerk
Norm
Ontstekingsbescherming Ex t ①
IEC / EN 60079-0 IEC / EN 60079-31
①
Optioneel (volgens bestelling)
Kenplaatje Het kenplaatje van de machine bevat de identificatiegegevens en de belangrijkste technische gegevens. Deze gegevens op het kenplaatje leggen in combinatie met de contractuele afspraken de grenzen voor een reglementair gebruik vast.
Motorbehuizing met oppervlakte-, ribben- of buizenkoeling De statorbehuizing en de lagerplaten zijn afhankelijk van de bouwgrootte van gietijzer of staal gemaakt. De ventilatorkap is van staalplaat gemaakt. Het oppervlak van de statorbehuizing is voorzien van koelribben, holle ribben of buizen en is van een gemonteerde aansluitkast voorzien.
Koeling bij machines met oppervlakte-, ribben- of buizenkoeling Bij machines met ribben-, holle ribben- of buizenkoeling wordt de koellucht door de openingen in de ventilatorkap aangezogen. Hierbij wordt de lucht over het oppervlak en door de koelbuizen van de statorbehuizing geleid. Bij holle ribben- en buizenkoeling wordt de afvoer van warmte ondersteund door een gesloten koelcircuit binnenin de motor.
Statorwikkeling De statorwikkeling is uitgevoerd in een warmteklasse volgens EN 60034-1, zie kenplaatje. Hoogwaardige wikkeldraden, geschikt isolatiemateriaal en de speciale impregnering garanderen grote mechanische en elektrische stevigheid alsmede een hoge gebruikswaarde en lange levensduur.
24
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Beschrijving
Rotor De rotor is voorzien van een kortsluitkooi van gegoten aluminium of een koperen rotor in hardgesoldeerde uitvoering. De rotor is statisch uitgebalanceerd. De balanstoestand vindt u in de asspiegel of op het kenplaatje.
Ontstekingsrisico bij de rotor De fabrikant heeft voor alle machines een risico-evaluatie uitgevoerd wat betreft vonkvorming tussen rotor en stator. Als er explosief gas is aangezogen, bestaat bij het starten van de machine explosiegevaar. Als voorspoelen nodig is, is de elektrische machine van een extra kenplaatje voorzien. Extra kenplaatje: Voorspoelen voor de start noodzakelijk, volgens risico-evaluatie bij kooirotors IEC / EN 60079– 15:2010 Zie hiervoor ook "Voorspoelen voor de start"
Lagers De motoren zijn uitgerust met vet gesmeerde walslagers. ● De lagers van de motoren tot bouwgrootte 280 worden in normale uitvoering continu gesmeerd. ● De lagers van motoren vanaf bouwgrootte 315 beschikken over een nasmeervoorziening en automatische vethoeveelheidregeling.
Aansluitkast In de aansluitkast van de motor bevinden zich extra aansluitklemmen die voor bewakingsvoorzieningen kunnen worden gebruikt. Bij de grotere machines is optioneel een extra aansluitkast gemonteerd. Het aantal aanwezige klemmen kan worden afgeleid uit de schakelschema's.
Laklaag De machine is op basis van uw bestelling gelakt.
Bewakingsvoorzieningen Afhankelijk van de uitvoering zijn bewakingsvoorzieningen aanwezig. KTY83- en KTY84– halfgeleidersensoren zijn elektrostatisch bedreigde bouwelementen (EGB). Deze elementen kunnen door elektrostatische ontladingen worden beschadigd. Neem de EGBveiligheidsmaatregelen (Pagina 17)in acht.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
25
Beschrijving
GEVAAR Explosiegevaar bij gebruik door te hoge oppervlaktetemperatuur Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. • Voorkom het overschrijden van de maximale oppervlaktetemperatuur door het in acht nemen van de voorgeschreven bedrijfsvoorwaarden. • Controleer de wikkelingstemperatuur. Gebruik hiervoor de in de statorwikkeling gemonteerde temperatuursensor, zoals op het vermogensplaatje of extra plaatje is aangegeven.
Externe ventilator De machine kan optioneel worden voorzien van een externe ventilator. Bij IC 666 zijn twee externe ventilatoren aanwezig. De aansluitgegevens vindt u op het kenplaatje van de motor van de externe ventilator.
Stilstandverwarming De machine kan optioneel worden voorzien van een stilstandverwarming. De aansluitgegevens vindt u op een bijkomend plaatje op de machine.
26
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Voorbereiding voor gebruik
4
Een goede planning en voorbereiding voor het gebruikvan de machine zijn belangrijke voorwaarden voor een eenvoudige en correcte installatie, het veilig bedrijf en de toegankelijkheid van de machine voor het onderhoud en de service. In dit hoofdstuk verneemt u waarop u bij de projectering van uw installatie met betrekking tot deze machine moet letten en wat u voor de levering van de machine moet voorbereiden.
4.1
Veiligheidsrelevante aspecten bij de projectering van de installatie Van de machine gaan restgevaren uit. Deze worden beschreven in het hoofdstuk "Veiligheidsaanwijzingen" of de thematisch toegewezen hoofdstukken. Zorg door passende veiligheidsmaatregelen zoals afdekkingen, afsperringen, kentekeningen, enz. voor een veilig bedrijf van de machine binnen uw installatie. Bedrijfstype respecteren Neem het bedrijfstype van de machine in acht. Vermijd door een geschikte besturing te hoge toerentallen en daarmee schade aan de machine.
4.2
Machines zonder deklak Bij machines die alleen met een grondlaag werden geleverd, moet een laklaag worden aangebracht die voldoet aan de geldende richtlijnen voor de betrokken toepassing. De grondlaag alleen biedt geen voldoende bescherming tegen corrosie. De aangebrachte laklaag moet voldoen aan de richtlijnen ter vermijding van het tot stand komen van elektrostatische ontladingen, zie EN 60079-0. Opmerking Voor aanbevelingen over het lakken, kunt u contact opnemen met ons Service Center.
Zie ook Nalakken (Pagina 90)
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
27
Voorbereiding voor gebruik 4.6 Geluidsemissies
4.3
Koeling waarborgen Zorg ervoor dat de machine op de gebruikslocatie door de koelluchtstroom voldoende wordt gekoeld: ● Zorg ervoor, dat de koellucht ongehinderd kan toe- en wegstromen. De volledige ventilatorcapaciteit wordt uitsluitend geleverd als de ventilator zonder belemmeringen lucht kan aanzuigen. Houd in axiale richting een afstand vrij van minimaal 1 x de instroomdiameter. ● Zorg ervoor, dat de machine de warme lucht niet opnieuw kan aanzuigen. ● Bij een verticale bouwvorm met luchttoevoer van boven dienen de luchttoevoeropeningen tegen het binnendringen van vreemde voorwerpen en water te worden beveiligd.
4.4
Vergrendelingsschakelaar voor stilstandverwarming Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen. ● Gebruik een vergrendelingsschakeling die bij het inschakelen van de machine de stilstandsverwarming uitschakelt. ● Gebruik de stilstandverwarming enkel bij een uitgeschakelde motor.
4.5
Vergrendelingsschakelaar voor motor van externe ventilator Monteer bij machines met een externe ventilator een blokkeerschakeling die voorkomt dat de hoofdmachine ingeschakeld of gebruikt kan worden als de externe ventilator niet in gebruik is.
4.6
Geluidsemissies WAARSCHUWING Geluidsemissies De machine kan tijdens het gebruik geluidsemissiepegels vertonen die voor werkplaatsen niet toegelaten zijn. Dit kan tot gehoorschade leiden. Zorg door passende veiligheidsmaatregelen zoals afdekkingen, geluidsisolatie of maatregelen voor de bescherming van het gehoor, voor een veilig bedrijf van de machine binnen uw installatie.
28
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Voorbereiding voor gebruik 4.8 Bescherming tegen ontoelaatbare verwarming
4.7
Spannings- en frequentieschommelingen tijdens netbedrijf Als op het vermogensplaatje niets anders is aangegeven, dan bedraagt de toegelaten spanningsschommeling ±10 % en de toegelaten frequentieschommeling ±2 % In principe geldt het volgende: In de praktijk zal de machine soms buiten de grenzen moeten worden gebruikt. Dergelijke uitzonderingen moeten met betrekking tot de daarbij voorkomende waarden, alsook de duur en de frequentie van hun optreden, worden begrensd. Neem indien mogelijk corrigerende maatregelen binnen een passende tijd, bijv. een vermindering van het vermogen. Op die manier kan een verkorting van de levensduur van de machine door thermische veroudering worden vermeden. LET OP Oververhitting van de wikkeling Een overschrijding van de toegelaten toleranties van spanning en frequentie kan tot ongeoorloofde hoge verwarming van de wikkeling en daarmee op lange termijn tot schade aan de machine leiden.
4.8
Bescherming tegen ontoelaatbare verwarming Elke machine beschermd moet worden tegen oververhitting. Neem hiervoor de volgende aanwijzingen in acht: ● Elke machine moet conform IEC / EN 60079–14 in alle fasen met behulp van een vertraagde aardlekschakelaar met fase-uitvalbescherming conform IEC / EN 60947of een gelijkwaardige voorziening worden beschermd. ● Stel de beveiliging in op de nominale stroom (waarde op vermogensplaatje). ● De beveiligingsinrichting moet bovendien zodanig worden gekozen, dat de motor ook blij geblokkeerde rotor thermisch beveiligd is. ● Bewaak bij explosiebeveiligde elektrische machines met de ontstekingsbescherming "Verhoogde veiligheid" ook de start (startbewaking met bouwtestcertificering conform richtlijn EG- 94/9/EG of IECEx–Scheme met Certificate of Conformity). Bij een geblokkeerde rotor moet de beveiligingsinrichting binnen de tE-tijd uitschakelen. Er is aan de eisen voldaan als de uitschakeltijd niet groter is dan de aangegeven tE-tijd. ● losserlosserWikkelingen in driehoekschakeling moeten zodanig worden beveiligd, dat de schakelaars of relais in serie met de wikkelingsstrengen zijn geschakeld. Leg voor de keuze en de instelling van de beveiligingsunit de nominale waarde van de fasestroom vast. De fasestroom bedraagt het 0,58-voudige van de gemeten motorstroom. De naast de motorbeveiligingsschakelaar te gebruiken thermische motorbeveiliging door directe temperatuurbewaking is indien nodig op het vermogensplaatje aangegeven.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
29
Voorbereiding voor gebruik 4.10 Transport en opslag
4.9
Systeemeigen frequenties LET OP Schade aan de machine als gevolg van systeemresonanties Het systeem uit fundament en machineset moet dusdanig geprojecteerd en afgestemd zijn dat geen systeemresonanties kunnen ontstaan, waarbij de toegelaten trillingswaarden worden overschreden. Door te hoge trillingen kan de machineset worden beschadigd. De grenswaarden voor de trillingsbelasting volgens DIN ISO 10816-3 mogen niet worden overschreden.
4.10
Transport en opslag
4.10.1
Transportcoderingen De manier waarop de machine wordt verpakt is afhankelijk van de transportweg en de afmetingen van de machine Wanneer niet speciaal contractueel geregeld, voldoet de verpakking aan de verpakkingsrichtlijnen van de Internationale Norm voor Plantbeschermingsmaatregelen (ISPM). Let op de op de verpakking aangebrachte symbolen. Ze hebben de volgende betekenis:
Boven
Breekbaar
Tegen Tegen hitte Zwaartepunt Handhaken vocht be‐ bescher‐ verboden schermen men
Hier aan‐ slaan
Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties.
4.10.2
Levering controleren De levering is individueel samengesteld. Controleer na ontvangst van de levering meteen of de leveringsomvang overeenstemt met de begeleidende papieren. Bij reclamaties achteraf wegens ontbrekende delen aanvaardt Siemens geen aansprakelijkheid. ● Reclameer bij zichtbare transportschade meteen bij de leverancier. ● Reclameer bij zichtbare gebreken of bij een onvolledige levering meteen bij de bevoegde vertegenwoordiger van Siemens. De gebruiksaanwijzing is een bestanddeel van de leveringsomvang en moet op een toegankelijke plaats worden bewaard.
30
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Voorbereiding voor gebruik 4.10 Transport en opslag
4.10.3
Lastopnamemiddel controleren Controleer alle hijsmiddelen zoals de kranen, hijsogen en ringbouten voordat u de machine optilt: ● Controleer de aan de machine aangebrachte lastopnamemiddelen op mogelijke schade. Vervang de lastopnamemiddelen als ze beschadigd zijn. ● Controleer voor het gebruik of de lastopnamemiddelen behoorlijk bevestigd zijn. ● Gebruik alleen toegelaten, onbeschadigde en voldoende bemeten voorzieningen voor de kabelgeleiding of spreidvoorzieningen voor het hijsen van de machine. Controleer deze voor het gebruik. WAARSCHUWING De machine kan vallen Als de hijspunten of hijsmiddelen beschadigd zijn of niet correct zijn bevestigd, dan kan de machine vallen tijdens het hijsen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Controleer de lastopnamemiddelen en hijsmiddelen voor het gebruik.
4.10.4
Hijsen en transporteren ● Het personeel moet over de overeenkomstige kwalificatie beschikken voor het besturen van kranen en het rijden met vorkheftrucks. ● Gebruik de toegelaten, onbeschadigde en voldoende bemeten voorzieningen voor de kabelgeleiding of spreidvoorzieningen voor het hijsen van de machine. Controleer deze voor het gebruik. Het gewicht van de machine vindt u op het vermogensschild van de machine.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
31
Voorbereiding voor gebruik 4.10 Transport en opslag ● Respecteer bij het hijsen van de machine de gegevens op het hijsplaatje: – Neem de vermelde spreidhoek in acht. – Til de machine zonder schokken op. ● Gebruik voor het hijsen alleen de aan de staanderbehuizing aangebrachte hijsmiddelen zoals hijsogen of ringschroeven. WAARSCHUWING Transporteren of hijsen van de machine De machines of de machineset mag uitsluitend in een voor hun bouwvorm geschikte positie worden getransporteerd en opgetild. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. 1. Gebruik voor het hijsen alleen de aan de statorbehuizing aangebrachte hijsogen. 2. Gebruik geschikte draadgeleidings- of spreidinrichtingen. Het gewicht van de machine vindt u op het vermogensschild van de machine. WAARSCHUWING Zwaartepuntpositie bij het transporteren of hijsen van de machine Als het zwaartepunt van een last zich niet in het midden tussen de aanslagpunten bevindt, kan de machine bij het transporteren of hijsen omvallen of in de hijsinrichting verschuiven. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. 1. Transporteer of hijs de machine enkel volgens de zwaartepuntpositie. Het zwaartepunt van de machine staat ook op de afbeelding van de machineafmetingen vermeld. 2. Let bij alle transportwerken op de handhavingsmarkeringen die op de machine zijn aangebracht. Wanneer het zwaartepunt van een last zich niet in het midden van de aanslagpunten bevindt, dient de hijshaak voor het optillen boven het zwaartepunt te worden aangebracht. 3. Let op de verschillende belasting van de stroppen of hijsbanden alsmede de draagkracht van de hijsinrichting.
WAARSCHUWING Vallen van de machine De hijsogen van de machine zijn enkel voor het gewicht van de machine voorzien. Het hijsoog kan breken als de machineset met één enkele hijsinrichting wordt opgetild en getransporteerd. De machine resp. de machineset kan vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Hijs de machinesets niet door het vasthaken op de enkele machine. ● Gebruik voor het transport van machinesets alleen de daartoe voorziene inrichtingen, zoals openingen of hijsogen van de basisplaten. Let daarbij op de draagcapaciteit van de hijsinrichting.
32
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Voorbereiding voor gebruik 4.10 Transport en opslag
Opmerking Opslag rotorkleminrichting Sla de rotorkleminrichting onmiddellijk op. Deze moet bij een eventuele demontage en volgend transport opnieuw worden aangebracht.
Opmerking Machine in een verhoogde en veilige positie stutten Om gevaarloos en eenvoudig aan de onderkant van de machine te geraken, plaatst u de machine een verhoogde en veilige positie. GEVAAR Verblijf onder opgetakelde lasten Als het hijs- of lastopnamemiddel faalt, kan de machine vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Ga niet onder of in de buurt van de opgetakelde machine staan.
4.10.5
Rotorvoorziening voor de opslag aanbrengen LET OP Opslagschade door trillingen Bij onoordeelkundige opslag kunnen de lagers na verloop van tijd beschadigd raken. Dit kan materiële schade veroorzaken, bv. schade aan de lagers als gevolg van trillingen. ● Beveilig de rotor bij machines die met een rotorblokkering werden geleverd overeenkomstig de aanwijzingen voor het transport. ● Bescherm de machine tegen sterke radiale trillingen, aangezien deze ook door de rotorblokkering niet volledig kunnen worden opgevangen. LET OP Schade aan de lagers tijdens transport Als aan zijde van de klant reeds aanbouwdelen zijn gemonteerd, bijvoorbeeld koppeling of riemschijf, kan tijdens transport schade aan het lager ontstaan. ● Zorg in een dergelijke situatie voor een rotorblokkering van zijde van de klant.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
33
Voorbereiding voor gebruik 4.10 Transport en opslag
4.10.6
Opslag tot aan twee jaar
4.10.6.1
Voorwaarden voor opslag ● Sla de machines op in een droge, stofvrije en verwarmde ruimte. Een speciale verpakking is dan niet noodzakelijk. In alle andere gevallen moeten de machines in kunststoffolie met absorberende stoffen (bijv. Branogel, ) of in luchtdicht gesealde folie worden verpakt. Gebruik een beschermende afdekking tegen zon en regen. ● Sla de machines uitsluitend op een trillingsvrije ruimten om gevolgschade aan de lagers als gevolg van trillingen tijdens stilstand te voorkomen. ● Controleer bij machines met afgesloten condenswaterboringen op aanwezigheid van condenswater en laat dit indien aanwezig weglopen. Sluit de boringen vervolgens weer af. WAARSCHUWING Explosiegevaar bij beschadigde afdichtmaterialen Als u de machine buiten de gespecificeerde temperatuurgrens opslaat, kunnen de afdichtmaterialen worden beschadigd en kan hun dichtfunctie falen. Bijgevolg bestaat de mogelijkheid dat er een explosieve atmosfeer in de machine geraakt, die bij de inbedrijfstelling wordt ontstoken. Het kan tot een explosie komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. De gebruikte materialen zijn voor het bestelde temperatuurbereik geoptimaliseerd. Bewaar de machine niet buiten de gespecificeerde temperatuurgrenzen. De gespecificeerde temperatuurgrenzen vindt u op het vermogensplaatje.
4.10.7
Opslag voor een periode van twee tot vier jaar Als machines voor een periode van 2 tot 4 jaar worden opgeslagen, dient u bovendien het volgende in acht te nemen: De opslagtijd moet bij de fabrikant ten tijde van de bestelling bekend zijn. Op de asdoorvoer en op het deksel van de aansluitkast zijn vetafsluitingen aangebracht. Laat de motoras niet voor de inbedrijfstelling draaien; de beschermende vetlaag wordt hierdoor beschadigd. Als roterende delen toch gedraaid moeten worden, breng dan de beschermde vetlaag opnieuw aan.
34
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Voorbereiding voor gebruik 4.10 Transport en opslag
4.10.8
Opslag bij lagere temperaturen Wanneer machines bij temperaturen tot -50° C worden opgeslagen, dan dient met het volgende rekening te worden gehouden: ● Het normale walslagervet van de machine is geschikt voor bedrijfstemperaturen tussen -30° C en +130° C. Temperaturen tot -50° C zijn geen probleem voor het walslagervet van motoren die buiten bedrijf zijn of worden opgeslagen. Voor het bedrijf bij ‑50° C moet er voor de lagers speciaal vet worden gebruikt, bijv. Aeroshell Grease 7. ● Machines met nasmering moeten bij de inbedrijfstelling worden nagesmeerd. Verdubbel hierbij de hoeveelheid vet ten opzichte van wat op het smeerplaatje is aangegeven.
4.10.9
Gezamenlijke opslag van motoren en de werkmachine. ● Voor de montage van motoren moeten de vrije gedeeltes van het asuiteinde worden ingevet, net als alle andere blanke metalen delen zoals bijvoorbeeld voetoppervlakken, flensvlakken of aansluitkasten en de oppervlakken van deksels/afdekkingen. Breng aan de asdoorvoer vetafsluitingen van walslagervet aan als bescherming tegen stof en vochtigheid. ● Breng in de aansluitkasten van de machine een wateropnemende stof aan, bijvoorbeeld Branogel. ● Sla de machines op in een droge, stofvrije en verwarmde ruimte.
Zie ook Voorwaarden voor opslag (Pagina 34)
4.10.10
Opslag in de open lucht Als de machine in de open lucht wordt opgeslagen dan moet naast bovenstaand het volgende in acht worden genomen: ● Zorg voor een beschermende afdekking tegen de inwerking van zon en regen. Er moet luchtuitwisseling kunnen plaatsvinden ter voorkoming van condenswater. ● Controleer iedere twee maanden het volgende: – Vrije delen van het aseinde en andere blanke metalen delen, bijv. voet- of flensoppervlakken, oppervlakken van aansluitkasten en deksels/afdekkingen moeten nog voldoende ingevet zijn. – Op de asdoorvoer moeten vetafsluitingen voor de bescherming tegen stof en vocht nog werkzaam zijn.
Zie ook Voorwaarden voor opslag (Pagina 34)
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
35
Voorbereiding voor gebruik 4.10 Transport en opslag
4.10.11
Inbedrijfstelling na opslag
4.10.11.1
Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: ● Voordat de machine de eerste keer gestart wordt ● Na langdurige opslag of een periode van stilstand ● In het kader van onderhoudswerkzaamheden Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie van de wikkelingen: ● Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal? ● Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen? Met deze informatie kunt u beslissen voor inbedrijfstelling van de machine of over eventuele maatregelen zoals reiniging of drogen van de wikkeling. ● Kan de machine in bedrijf worden genomen? ● Moeten er reinigings- of drogingsmaatregelen worden genomen? Gedetailleerde informatie over controle van de grenswaarden kunt u hier vinden: "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" (Pagina 65)
4.10.11.2
Smeren van de walslagers Als de machine voor langere tijd conform de voorschriften wordt opgeslagen, heeft dit geen negatieve gevolgen voor het smeervet in de lagers. ● Bij motoren van de warmteklasse 155 wordt voor normale omgevingstemperatuur een lithiumverzeept walslagervet met een druppelpunt van minstens 180° C gebruikt. ● Gebruik bij machines van warmteklasse 180 en bij bepaalde speciale machines het specifieke smeervet dat op het typeplaatje van de machine wordt vermeld.
4.10.11.3
Nasmeren van walslagers na een opslagperiode tot twee jaar ● Bij machines met nasmeerinrichtingen moeten kort na de ingebruikstelling beide lagers uit voorzorg bij draaiende motor worden doorgesmeerd. ● Vetsoort, hoeveelheid vet en nasmeertermijn bij een nasmeerinrichting zijn op een extra plaatje op de motor aangegeven.
36
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Voorbereiding voor gebruik 4.11 Bedrijf aan de omvormer
4.10.11.4
Nasmeren van walslagers na een opslagperiode van twee tot vier jaar ● Smeer machines met nasmeerinrichting direct na inbedrijfstelling bij lopende machine met ongeveer een dubbele hoeveelheid vet na. Hierdoor wordt het oude vet weggeslingerd. ● Aansluitend kan worden doorgegaan met het invetten met het op het smeerplaatje aanbevolen lagervet. Opmerking Verhoogde geluidsproductie lagers Tijdens het inlopen kunnen de lagers meer geluid produceren. Deze geluiden van de lagers zijn ongevaarlijk wanneer de bedrijfstempeatuur van het lager nog niet is bereikt en het geluid door de viscositeit en de dynamische taaiheid van de lagervetten wordt veroorzaakt.
4.11
Bedrijf aan de omvormer Bij omvormervoeding van een machine met explosiebeveiliging neemt u R-Nr.20000 in acht (Pagina 119)
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
37
Voorbereiding voor gebruik 4.11 Bedrijf aan de omvormer
koppelkoppelToerental- / draaimomentkromme voor gebruik aan de SINAMICS-omvormer De belastbaarheidskrommen geven het principiële verloop van het continu toelaatbaar lastmoment weer, afhankelijk van toerental en koeltype. Het lastmoment wordt als percentage afgeleid van het maximale draaimoment dat op het extra kenplaatje voor omvormerbedrijf is aangegeven.
00PD[
11V\QF
① ①
extern gekoeld buiten en binnen Oppervlaktegekoeld, eigen koeling
Bedrijf aan de omvormer • Indien er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer vereist is, worden de desbetreffende extra gegevens op het kenplaatje vermeld. • Parametreer de omvormer op correcte wijze. Informatie m.b.t. de parameters kunt u vinden in de bedieningshandleiding van de omvormer. WAARSCHUWING Overschrijding van de grenswaarden De maximale toerental- en draaimomentwaarden die op het extra kenplaatje voor omvormerbedrijf zijn aangegeven, mogen niet worden overschreden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
38
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Voorbereiding voor gebruik 4.11 Bedrijf aan de omvormer
4.11.1
Lagerstromen verminderen bij bedrijf aan de omvormer Met de volgende maatregelen kunt u lagerstromen reduceren: ● Voer de contactering uit op een plaats met voldoende ruimte. Massieve koperen leidingen zijn vanwege het stroomverdringingseffect voor de HF-aarding niet geschikt. Leidingen voor potentiaalvereffening: Gebruik leidingen voor potentiaalvereffening: ● Tussen de motor en de werkmachine ● Tussen de motor en de omvormer ● Tussen de aansluitkast en de positie van de hoogfrequente aarding op de motorbehuizing Keuze en aansluiting van de kabel: Gebruik indien mogelijk symmetrisch opgebouwde, afgeschermde verbindingskabels. Het vlechtwerk van de afscherming dat uit zo veel mogelijke afzonderlijke onderdelen bestaat, dient een goede elektrische geleiding te hebben. Gevlochten afschermingen van koper of aluminium zijn zeer geschikt. ● De afscherming wordt zowel op de motor als op de omvormer aangesloten. ● De contactering voor een goede wegleiding van stromingen met hoge frequenties dient ruimschoots te zijn uitgevoerd: – Als 360°-contactering aan de omvormer – Aan de motor, bijv. door middel van elektromagnetisch compatibele schroefverbindingen aan de kabelingangen. ● Als de kabelafscherming zoals beschreven is aangesloten, brengt hij de benodigde potentiaalvereffening tussen motorbehuizing en omvormer tot stand. Een speciale hoogfrequente leiding voor potentiaalvereffening is dan niet nodig. / /
3(
/
/
/
3(
/
/ 3(
Concentrisch koper- of aluminiumscherm
/
/
3(
Staalarmatuur
● Als de kabelafscherming vanwege bijzondere randvoorwaarden niet of onvoldoende kan worden gecontacteerd, kan de noodzakelijke potentiaalvereffening niet tot stand worden gebracht. Maak in dat geval gebruik van een afzonderlijke hoogfrequente leiding voor potentiaalvereffening: – Tussen de motorbehuizing en de randaardegeleider van de omvormer. – Tussen de motorbehuizing en de werkmachine – Breng de hoogfrequente leiding voor potentiaalvereffening tot stand met gevlochten koperen vlakbanden resp. hoogfrequentie-bandgeleiders. Massieve koperen leidingen zijn vanwege het stroomverdringingseffect voor de HF-aarding niet geschikt. – Voer de contactering uit op een plaats met voldoende ruimte.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
39
Voorbereiding voor gebruik 4.11 Bedrijf aan de omvormer
Opbouw van het net Voor de doelmatige vermindering en voorkoming van beschadigingen door lagerstromen dient u het complete systeem uit motor, omvormer en werkmachine te bekijken. De volgende maatregelen ondersteunen de reductie van lagerstromen: ● Voorzie de gehele installatie van een fijnmazig aardingssysteem met een lage impedantie. ● Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en de dimensionering gebeurt via de distributiepartner van Siemens. ● Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Dit dempt de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning. Opmerking Omvormerdocumentatie De bedieningshandleiding van de omvormer maakt geen deel uit van deze documentatie. Let ook op de projecteringsinformatie van de omvormer.
WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning door de omvormer Zolang de voedende omvormer niet is uitgeschakeld of het tussenkruis van de omvormer niet ontladen is, kunnen de motorklemmen ook bij stilstaande rotor onder elektrische spanning staan. Afhankelijk van het type omvormer kan de spanning tot 1000 V zijn. Zorg dat voor werkzaamheden aan de motor de vijf veiligheidsregels worden nageleefd.
40
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
5
Montage
Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 13) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties.
5.1
Montage voorbereiden
5.1.1
Veiligheidsaanwijzingen voor de montage WAARSCHUWING Gevaar door ongeschikt bevestigingsmateriaal Als bouten met een verkeerde stevigheidsklasse werden gekozen, of met een verkeerd draaimoment werden bevestigd, dan kunnen ze breken of loskomen. De machine beweegt, de lagers kunnen worden beschadigd. De loper kan tegen de behuizing van de machine slaan of er kunnen machinedelen worden weggeslingerd. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Respecteer de vereiste stevigheidsklassen voor schroefverbindingen. ● Trek de schroefverbindingen met de vermelde draaimomenten aan. WAARSCHUWING Spanningen in de bevestigingsonderdelen Als de machine niet goed is uitgerust, komt het tot spanningen in de bevestigingsdelen. Schroeven kunnen loskomen of breken. De machine beweegt, de machinedelen kunnen worden weggeslingerd. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Hoe richt ik de machine op de werkmachine uit.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
41
Montage 5.1 Montage voorbereiden LET OP Beschadiging van de aanbouwdelen Aanbouwdelen zoals de temperatuursensor of de toerentalsensor zijn op de machine aangebracht en kunnen door een onvakkundige behandeling scheuren of beschadigd worden. Als gevolg daarvan kunnen zich storingen aan de machine voordoen of kan de machine volledig worden beschadigd. ● Gebruik indien nodig geschikte ladders als u montagewerkzaamheden aan de machine uitvoert. ● Ga bij de montage niet op de leidingen of aanbouwdelen staan. Gebruik de aanbouwdelen niet als stijghulp.
Opmerking Verlies van conformiteit met Europese richtlijnen Bij levering voldoet de machine aan de vereisten van de Europese richtlijnen. Eigenmachtige wijzigingen of conversies aan de machine leiden tot verlies van de conformiteit met Europese richtlijnen. Hierdoor komt de garantie te vervallen.
5.1.2
Voorwaarden voor de montage Voor het begin van de montagewerkzaamheden moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn: ● Deze bedieningshandleiding en montagehandleiding zijn beschikbaar voor het personeel. ● De machine staat uitgepakt klaar voor de montage op de plaats van de montage. Opmerking Isolatieweerstand van de wikkeling bij het begin van de montagewerkzaamheden meten Meet de isolatieweerstand van de wikkeling indien mogelijk voor het begin van de montagewerkzaamheden. Als de isolatieweerstand onder de voorgeschreven waarde ligt, leid dan overeenkomstige correctiemaatregelen in. Voor de correctiemaatregelen moet de machine mogelijk terug worden gedemonteerd en getransporteerd.
LET OP Hoge temperaturen Tijdens het bedrijf worden de machineonderdelen heet. Aanbouwdelen, bijvoorbeeld leidingisolatie, kunnen door hoge temperaturen worden beschadigd. ● Temperatuurgevoelige onderdelen, bijvoorbeeld normale leidingen of elektronische componenten, mogen niet tegen of op machine-aanbouwdelen worden bevestigd. ● Gebruik enkel hittebestendige delen. De aansluitleidingen, kabel - en leidinginvoerstukken moeten voor de omgevingstemperatuur geschikt zijn.
42
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren
WAARSCHUWING Explosiegevaar bij wijzigingen aan de machine Het aanbrengen van aanzienlijke wijzigingen aan de machine is niet toegestaan resp. mag uitsluitend door de fabrikant worden uitgevoerd. In een omgeving met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Neem indien nodig contact op met het Service Center.
5.1.3
Aansluitvlakken bij wandbevestiging voorbereiden ● Zorg ervoor, dat het wandoppervlak vlak en schoon is. ● Controleer de maten voor de voetruimte. ● Ondersteun de machine, bijv. door middel van een wandbalk naar beneden, of maak deze met pennen vast.
5.2
Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren
5.2.1
Voorwaarden voor het correct uitrichten en voor de veilige bevestiging Voor het correcte uitrichten en het veilig bevestigen is een gedetailleerde vakkennis over de noodzakelijke maatregelen nodig, o.a. voor: ● Voorbereiding van de fundering ● Keuze en montage van de koppeling ● Meting van de afwijkingen bij rondlopen en vlaklopen ● Positionering van de machine Wanneer de hiervoor noodzakelijke maatregelen en handelingen niet bekend zijn, adviseren wij om gebruik te maken van de diensten van de hiervoor verantwoordelijke Klantenservice van Siemens.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
43
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren
5.2.2
Lastopnamemiddel controleren Controleer alle hijsmiddelen zoals de kranen, hijsogen en ringbouten voordat u de machine optilt: ● Controleer de aan de machine aangebrachte lastopnamemiddelen op mogelijke schade. Vervang de lastopnamemiddelen als ze beschadigd zijn. ● Controleer voor het gebruik of de lastopnamemiddelen behoorlijk bevestigd zijn. ● Gebruik alleen toegelaten, onbeschadigde en voldoende bemeten voorzieningen voor de kabelgeleiding of spreidvoorzieningen voor het hijsen van de machine. Controleer deze voor het gebruik. WAARSCHUWING De machine kan vallen Als de hijspunten of hijsmiddelen beschadigd zijn of niet correct zijn bevestigd, dan kan de machine vallen tijdens het hijsen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Controleer de lastopnamemiddelen en hijsmiddelen voor het gebruik.
5.2.3
Hijsen en transporteren ● Het personeel moet over de overeenkomstige kwalificatie beschikken voor het besturen van kranen en het rijden met vorkheftrucks. ● Gebruik de toegelaten, onbeschadigde en voldoende bemeten voorzieningen voor de kabelgeleiding of spreidvoorzieningen voor het hijsen van de machine. Controleer deze voor het gebruik. Het gewicht van de machine vindt u op het vermogensschild van de machine.
44
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren ● Respecteer bij het hijsen van de machine de gegevens op het hijsplaatje: – Neem de vermelde spreidhoek in acht. – Til de machine zonder schokken op. ● Gebruik voor het hijsen alleen de aan de staanderbehuizing aangebrachte hijsmiddelen zoals hijsogen of ringschroeven. WAARSCHUWING Transporteren of hijsen van de machine De machines of de machineset mag uitsluitend in een voor hun bouwvorm geschikte positie worden getransporteerd en opgetild. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. 1. Gebruik voor het hijsen alleen de aan de statorbehuizing aangebrachte hijsogen. 2. Gebruik geschikte draadgeleidings- of spreidinrichtingen. Het gewicht van de machine vindt u op het vermogensschild van de machine. WAARSCHUWING Zwaartepuntpositie bij het transporteren of hijsen van de machine Als het zwaartepunt van een last zich niet in het midden tussen de aanslagpunten bevindt, kan de machine bij het transporteren of hijsen omvallen of in de hijsinrichting verschuiven. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. 1. Transporteer of hijs de machine enkel volgens de zwaartepuntpositie. Het zwaartepunt van de machine staat ook op de afbeelding van de machineafmetingen vermeld. 2. Let bij alle transportwerken op de handhavingsmarkeringen die op de machine zijn aangebracht. Wanneer het zwaartepunt van een last zich niet in het midden van de aanslagpunten bevindt, dient de hijshaak voor het optillen boven het zwaartepunt te worden aangebracht. 3. Let op de verschillende belasting van de stroppen of hijsbanden alsmede de draagkracht van de hijsinrichting.
Opmerking Machine in een verhoogde en veilige positie stutten Om gevaarloos en eenvoudig aan de onderkant van de machine te geraken, plaatst u de machine een verhoogde en veilige positie. GEVAAR Verblijf onder opgetakelde lasten Als het hijs- of lastopnamemiddel faalt, kan de machine vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Ga niet onder of in de buurt van de opgetakelde machine staan.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
45
Montage 5.2 Machine op de inzetplaats hijsen en positioneren
5.2.4
Machine neerzetten
Voorwaarden Voordat u de machine neerzet op de plaats van gebruik moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: ● De aansluitvlakken zijn schoon. ● De corrosiewerende laag is op de aansluitvlakken verwijderd, zoals aan de machinevoeten, flens,... ● In de machine bevindt zich geen condenswater.
Machine neerzetten ● Laat de machine voorzichtig en zonder stoten zakken tot hij op de plaats van gebruik staat.
5.2.5
Machine grof uitrichten
Voorwaarde Het afdrijfelement zoals een koppelingshelft, is al opgetrokken.
Machine grof uitrichten ● Voor de horizontale positionering verschuift u de machine op het fundament zijwaarts. Let daarbij op het behoud van de axiale positie.
5.2.6
Condenswater aflaten Door de volgende omstandigheden kan zich condenswater in de machine ophopen: ● Sterke schommelingen van de omgevingstemperatuur, bijv. directe zonnestralen en hoge luchtvochtigheid ● Uitschakelbedrijf resp. lastschommelingen tijdens de werking LET OP Schade door condenswater Als de staanderwikkeling vochtig is, daalt de isolatieweerstand van de staanderwikkeling. Dit heeft spanningsoverslagen tot gevolg waardoor de wikkeling kan worden verstoord. Bovendien kan zich door condenswater roest in de machine vormen. Zorg voor de afloop van het condenswater.
46
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Montage 5.3 Machine monteren
Condenswater laten aflopen In de lagerschilden op DE en NDE zijn in het voetgedeelte resp. tegenover de nasmeerinrichting boorgaten voor de waterafvoer aangebracht. Deze gaten worden afgesloten door sluitschroeven en borgringen. ● Verwijder de afsluitschroeven om het condenswater te laten weglopen. ● Breng de sluitschroeven en borgringen weer aan, zodat de beschermingsklasse van de machine gewaardborgd is. Er kunnen ook ontwateringsdoppen aangebracht zijn die het mogelijk maken om het condenswater ongehinderd te laten weglopen. De boorgaten voor de waterafvoer moeten na de opstelling telkens naar beneden zijn gericht. ● Controleer de ontwateringsdoppen geregeld. Het condenswater moet ongehinderd kunnen weglopen. LET OP Beschermtype wordt gereduceerd De veiligheidsklasse van de machine wordt door het verwijderen van de kunststofdop resp. de sluitschroef nominaal op IP44 gereduceerd.
5.3
Machine monteren
5.3.1
Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop Voorwaarden voor een rustige, trillingsvrije loop: ● Stabiele vormgeving van de fundering ● Nauwkeurig uitrichten van de machine ● Correcte uitbalancering van de op het aseinde op te trekken delen ● In acht nemen van de amplitudesnelheden volgens ISO 10816‑3
5.3.2
Machine op de werkmachine uitrichten en bevestigen
5.3.2.1
Horizontale bouwvorm met voeten 1. Houd rekening met de eventuele voorschriften voor het uitrichten van de werkmachine en van de fabrikant van de koppeling. 2. Richt de motoren met de koppelingsafdrijving dusdanig uit dat de middellijnen van de assen parallel en zonder verspringing verlopen. Daardoor werden er tijdens het bedrijf geen bijkomende krachten in op de lageringen.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
47
Montage 5.3 Machine monteren 3. Voor de verticale positionering (x→0) plaatst u dunne platen onder de machinevoeten. Gebruik zo weinig mogelijk platen. Dit betekent dat er zo weinig mogelijk hulpstukken op elkaar mogen worden gestapeld. Daarmee wordt het vastzetten van de machines vermeden. Gebruik de eventueel aanwezige schroefdraad voor afdrukbouten om de machine wat op te tillen. 4. Let bij de positionering ook op een gelijkmatig rondlopende axiale spleet (y→0) op de koppeling. 5. Bevestig de machine op het fundament. De keuze van de bevestigingselementen is afhankelijk van het fundament en valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant van de installatie. Opmerking Uitzetting van de machine Houd bij het uitlijnen rekening met de uitzetting van de machine door opwarming.
5.3.2.2
Verticale bouwvorm met flens De standaardflens is met een centrering uitgevoerd. De keuze van de passing van de tegenflens van de werkmachine valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant van het systeem of van de exploitant van de installatie. Opmerking Als de machine geen standaardflens bezit, richt de machine dan passend op de werkmachine uit.
Handelwijze De machineas moet bij het optillen horizontaal zijn, de flens moet parallel met de tegenfles uitgericht zijn, zodat klemmen en vastzetten worden vermeden. Anders kan dit de centrering schaden. 1. Vet de centreerflens met montagepasta in om de procedure te vergemakkelijken. 2. Schroef de twee stabouten aan de tegenoverliggende kanten in de flenswinding van de werkmachine. De stabouten dienen als positioneerhulp. 3. Plaats de machine langzaam over de werkmachine in de centrering, zodat deze nog net geen contact maakt. Bij te snel neerzetten kan de centrering worden beschadigd. 4. Draai de machine indien nodig in de juiste positie, zodat de flensboringen in het midden boven de schroefdraadboringen liggen. 5. Zet de machine volledig op de tegenflens neer, zodat deze volledig rust en verwijder de stabouten. 6. Fixeer de machine met de flensbevestigingsbouten.
48
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Montage 5.3 Machine monteren
LET OP Beschadiging van het lager Als u de rotorblokkering bij horizontale stand van de machine demonteert, kan het lager beschadigd raken. Demonteer de rotorblokkering uitsluitend bij verticale stand van de machine. LET OP Beschadiging van het lager Als de rotorblokkering niet is aangebracht, kan de lager bij het omleggen van de machine worden beschadigd. Fixeer de rotor voor u de machine in de horizontale positie omdraait.
5.3.3
Rotorkleminrichting verwijderen Als een rotorkleminrichting op de machine aanwezig is, verwijder deze dan zo laat mogelijk; bijvoorbeeld pas voor het ophijsen van het aangedreven element of het aandrijfelement. Opmerking Opslag rotorkleminrichting Sla de rotorkleminrichting onmiddellijk op. Deze moet bij een eventuele demontage en volgend transport opnieuw worden aangebracht.
5.3.4
Maatnauwkeurigheid bij het uitlijnen De benodigde maatnauwkeurigheid bij het uitlijnen is in belangrijke mate afhankelijk van de configuratie van de totale machinestreng. Neem bij het uitlijnen van de machine de vereiste maatnauwkeurigheid van de koppelingsfabrikant in acht. Tabel 5-1
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Aanbevolen nauwkeurigheid bij het uitlijnen
Toerental [1/min]
Parallelle verschuiving [mm]
Hoekverschuiving [mm pro 100 mm koppelingsdiameter]
750
0,09
0,09
1500
0,06
0,05
3000
0,03
0,025
49
Montage 5.3 Machine monteren
5.3.5
Aangedreven elementen monteren
Balanceerkwaliteit De rotor is statisch uitgebalanceerd. Bij asuiteinden met pasveren is het balanceertype bij machines met een bouwgrootte < 100 op het vermogensplaatje gedrukt. Bij machines met een bouwgrootte >= 100 is het balanceertype aangegeven met de volgende markering aan de kopkant van de DE-zijde van het asuiteinde: ● Kenteken "H" betekent uitbalancering met een halve inlegspie ● Kenteken "F" betekent uitbalancering met een hele inlegspie
Beeld 5-1
Soort balancering aan de DE-zijde
Aangedreven elementen monteren ● Voorwaarden: – De koppeling resp. het aangedreven element moet over de juiste afmetingen voor het bedrijf beschikken. De balanceerkwaliteit moet aan de eisen voldoen. – Let op de gegevens van de fabrikant van de koppeling. – Let op het juiste balanceertype van het aangedreven element volgens het balanceertype van de rotor. – Gebruik alleen klaar geboorde en gebalanceerde aangedreven elementen. Controleer de boringsdiameter en de balanstoestand voor de montage. Reinig het asuiteinde grondig. ● Monteren: – Warm het aangedreven element voor het monteren op zodat het uitzet. Kies het temperatuurverschil van de opwarming volgens de diameter van de koppeling, de passing en de werkstof. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de koppeling. – Plaats en verwijder de aangedreven elementen alleen met geschikte voorzieningen. Monteer het aangedreven element in een keer ofwel via de schroefdraadopening aan de kopse kant in de as of door het element manueel op te schuiven. – Vermijd hamerslagen om de lagering niet te beschadigen.
50
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Montage 5.3 Machine monteren
Asuiteinden met inlegspie Om de balans te behouden, hebt u de volgende mogelijkheden: ● Als het aangedreven element bij uitbalancering "H" korter is dan de pasveer, moet u het uit de ascontour en het aangedreven element stekende deel van de pasveer afwerken of de uitbalancering moet worden behouden. ● Als het aangedreven element tot aan de schouder van de asafzet wordt gemonteerd, let er dan op dat bij het uitbalanceren van de koppeling rekening wordt gehouden met het niet uitgevulde deel van de koppelinggroef van de inlegspie. Bij alle tweepolige machines en bij vierpolige machines met een frequentie van ≥ 60 Hz geldt het volgende: ● De inlegspie moet worden ingekort als de koppelingsnaaf korter is dan de inlegspie. ● Het zwaartepunt van de koppelingshelft moet binnen de lengte van het aseinde liggen. ● De gebruikte koppeling moet geschikt zijn voor de uitbalancering van het systeem Het poolgetal van de machine vindt u op het kenplaatje in de beschrijving van het motortype. WAARSCHUWING De inlegspie kan worden weggeslingerd De inlegspieën zijn alleen zo beveiligd dat zij tijdens transport niet kunnen uitvallen. Als een machine met twee asuiteinden aan een asuiteinde niet over een aangedreven element beschikt, kan de inlegspie tijdens bedrijf worden weggeslingerd. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Gebruik deze machine niet zonder gemonteerde aangedreven elementen. ● Borg aan het asuiteinde zonder aangedreven element de inlegspie tegen wegslingeren en kort ze bij balanceertype "H" tot de helft van de lengte in.
5.3.6
Axiale en radiale krachten De toelaatbare waarden voor axiale en radiale krachten kunt u opvragen bij ons Siemens Service Center of opzoeken in de machinecatalogus. LET OP Lagerschade of asschade Grote aangedreven massa's waarvan het zwaartepunt buiten het asuiteinde ligt, kunnen ernstige resonanties veroorzaken. Dit kan de lagers en de assen beschadigen. Neem de toegelaten belastingen voor de krachten aan het aseinde volgens de catalogusgegevens of projecteringsgegevens in acht.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
51
Montage 5.3 Machine monteren
52
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Elektrische aansluiting
6
Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 13) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties. Opmerking Service Center Wanneer u ondersteuning nodig hebt bij de elektrische aansluiting van de machine, neem dan contact op met het Service Center (Pagina 109).
WAARSCHUWING Aansluitdelen kunnen losraken Als u bevestigingselementen uit verkeerd materiaal gebruikt of met het verkeerde aanhaalmoment bevestigt, dan kan de stroomovergang belemmerd worden of kunnen aansluitdelen loskomen. Bevestigingselementen kunnen draaien. daardoor kan het zijn dat de minimum luchttrajecten niet worden bereikt. Er kan vonkvorming ontstaan, wat in een omgeving met explosiegevaar tot een explosie kan leiden. Dit kan de dood, zware lichamelijke verwondingen en materiële schade aan de machine tot gevolg hebben en kan leiden tot het uitvallen van de machine, of kan ook materiële schade aan de installatie veroorzaken door het uitvallen van de machine. ● Trek de schroefverbindingen met de vermelde draaimomenten aan. ● Gebruik de vereiste materialen voor de bevestigingselementen. ● Controleer de verbindingpunten bij inspecties.
6.1
Voorbereiding
6.1.1
Kabel selecteren Houd bij de keuze van de aansluitleidingen rekening met de volgende criteria: ● Nominale stroomsterkte ● Nominale spanning ● Eventuele servicefactor ● Installatiegebonden voorwaarden, zoals de omgevingstemperatuur, het installatietype, kabeldiameter bepaald door de benodigde kabellengte, enzovoort. ● Vereisten volgens IEC/EN 60204‑1
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
53
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten ● Vereisten volgens IEC/EN 60079-14 bij gebruik in zone 1, 2 of 21, 22 ● Projecteringsaanwijzingen
6.2
Aansluiten
6.2.1
Aansluitkast met ontstekingsbescherming "Ex e"
WAARSCHUWING Als de afdichting van de drukontlastingsklep (ingestelde breukplaats) in het onderste deel van de aansluitkast beschadigd is, is de ontstekingsbescherming niet meer gewaarborgd. Het kan tijdens de werking tot een explosie komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. De beschadigde afdichting mag alleen met origineel afdichtmateriaal terug tot stand worden gebracht. WAARSCHUWING Bij aansluitkasten met ontstekingsbescherming "Ex e" mogen geen kabel- en leidingsinvoeren alsmede afsluitdoppen van eenvoudig bouwtype worden gebruikt. Het kan tijdens de werking tot een explosie komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Gebruik alleen drukvaste kabelinvoeren die volgens IEC / EN 60079–7 gecontroleerd en gecertificeerd zijn. ● Gebruik alleen drukvaste kabelinvoeren die volgens IEC / EN 60079–7 gecontroleerd en gecertificeerd zijn. VOORZICHTIG Bewerking van de aansluitkasten met ontstekingsbescherming "Ex e" met ongeboorde invoerplaat. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Let erop dat na boren van de schroefdraad de invoerplaat voldoende stevigheid biedt.
54
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten
6.2.2
Aardingsleider aansluiten De doorsnede van de aardgeleider van de machine moet met de voorschriften voor de selectie en de opstelling en met IEC / EN 60204-1 overeenstemmen. Tabel 6-1
Bepaling van de doorsnede van de aardgeleider
Buitendoorsnede van de geleider S
Doorsnede van de aardgeleider [mm²]
S ≤ 16 mm²
S
16 mm² < S ≤ 35 mm²
16 mm²
S > 35 mm²
S/2
Volgens de bouwvorm is aan de staanderbehuizing of aan het flenslagerbord een klemlip voor de aarding aanwezig. Het aardpunt is gekenmerkt. De klemlip is geschikt voor het aansluiten van meerdradige geleiders met kabelschoenen of platte banden. Alle motoren hebben bovendien een beschermleiderklem binnenin de aansluitkast. Let er bij het aansluiten van de aardgeleider op dat het aansluitvlak contactloos en met een geschikt middel tegen corrosie is beschermd, bijv. met zuurvrije vaseline;.
6.2.3
Schakelschema in het deksel van de aansluitkast Informatie over de schakeling en de aansluiting van de motorwikkeling vindt u in het schakelschema op de deksel van de aansluitkast.
6.2.4
Klemaanduiding Bij de klemaanduidingen volgens IEC / EN 60034‑8 gelden voor draaistroommachines de volgende definities: Tabel 6-2 1
U
klemaanduidingen aan bijvoorbeeld 1U1-1 1
-
1 Benaming
x
Kencijfer voor pooltoewijzing bij machines met omschakelbare polen, voor zover van toepassing. Een lager cijfer komt overeen met een lager toerental. Een speci‐ aal geval voor onderverdeelde wikkeling. x
Fasenbenaming U, V, W x
Kencijfer voor schroefdraadbegin (1) of schroefdraadeinde (2) resp. bij meer dan een aansluiting per schroefdraad x
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Bijkomend kengetal indien bij meerdere klemmen met verder een gelijke benaming een aansluiting van parallelle nettoevoerleidingen verplicht is
55
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten
6.2.5
Machine voor een bepaalde draairichting aansluiten Als de machine een aseinde of twee aseinden met verschillende diameter heeft, dan is de draairichting met zicht op de kopse kant van de enige of van het dikste aseinde als volgt gedefinieerd: ● Als de netleidingen met de fasenvolgorde L1, L2, L3 aan U, V, W aansluiten, volgt de draaiing in uurwijzerzin. ● Als twee aansluitingen worden verwisseld, bv. L1, L2, L3 aan V, U, W, dan vindt de draaiing plaats tegen uurwijzerzin. Machines die maar in een bepaalde draairichting mogen lopen, zijn met een draairichtingpijl gekentekend.
6.2.6
Aansluitkast ● Het aantal en het formaat van de invoerwinding staat op de maattekening van de machine vermeld. ● Gebruik alleen kabelinvoeren die geschikt zijn voor de kabel. ● Gebruik uitsluitend kabelinvoeren en kabels die geschikt zijn voor de optredende omgevingstemperatuur. ● Controleer kabelschroefverbindingen en kabels op dichtheid en goede bevestiging. ● Sluit niet gebruikte schroefdraden of boorgaten vakkundig af zodat de IPbeschermingsgraad is gewaarborgd. De IP-beschermingsgraad vindt u op het kenplaatje. Let bij explosieveilige machines op de volgende punten: ● Vervang niet gebruikte kabelschroefverbindingen door gecertificeerde afsluitschroeven. ● Als u kabelschroefverbindingen gebruikt, gebruik dan alleen gecertificeerde kabelschroefverbindingen met trekontlasting. Hierbij dient u de voorwaarden voor de inbouw en het bedrijf in acht te nemen die in het certificaat voor deze schroefverbindingen zijn vastgelegd. Opmerking Ongeboorde invoerplaat Bij een ongeboorde invoerplaat kunt u het aantal en de grootte van de schroefverbindingen van de kabels aan de bedrijfsomstandigheden aanpassen. Dit geldt niet voor aansluitkasten met ontstekingsbescherming Ex d. 1. Schroef de kabelinvoerplaat af. 2. Boor het nodige aantal gaten of windingen in de benodigde afmeting in de kabelinvoerplaat. De plaatdikte moet dusdanig worden gekozen dat bij het boren van de winding een voldoende aantal schroefgangen wordt bereikt. Let erop, dat u zelf verantwoordelijk bent voor een voldoende stevigheid van de invoerplaat na het aanbrengen van de windingen.
56
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten 3. Monteer de plaat voor de kabelinvoer en de kabel met de kabelschroefverbindingen aan de aansluitkast. Trek na het invoeren van de kabel in de aansluitkast de schroefverbindingen en de delen van de trekontlasting met het overeenkomstige draaimoment volgens de gegevens van de fabrikant aan. 4. De moffen met schroefdraad van de schroefverbindingen van de kabels dienen conform de veiligheidsklasse te worden afgedicht. Gebruik alleen sluitdoppen en kabel- en geleiderinvoerstukken die voor de inzet in de betrokken explosiebeveiligde omgeving (de zone) werden gecertificeerd en gekenmerkt.
6.2.7
Minimum luchtafstanden Controleer na de vakkundige montage, of de minimale luchtafstand tussen niet geïsoleerde delen wordt nageleefd. Let daarbij op de afstaande draadeinden. Tabel 6-3
Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning Ueff
Effectieve waarde van de wisselspanning Ueff
Minimale luchtafstand
≤ 500 V
8 mm
≤ 630 V
10 mm
≤ 800 V
12 mm
≤ 1000 V
14 mm
≤ 1250 V
18 mm
De waarden gelden voor een installatiehoogte tot 2000 m. Bij vaststelling van de benodigde minimale luchtafstand mag de spanningswaarde in de tabel met de factor 1,1 worden verhoogd, zodat het huidige nominale spanningsbereik bij algemeen gebruik in acht wordt genomen.
6.2.8
Kabeleinde met draadeindhuls Gebruik voor de kabeleinden bij voorkeur draadeindhulzen in plaats van solderen. Bevestig deze vóór het aansluiten door een vakkundige, stroombestendige persverbinding op de geleider werden bevestigd. WAARSCHUWING Zekere klemming en omvatting van het geleideruiteinde Als het geleideruiteinde niet juist door de draadeindhuls wordt omvat en daarmee verklemd is, kan oververhitting ontstaan. De temperatuurklasse van de machine mag niet worden overschreden. Er kan een ontsteking van een ontvlambaar mengsel ontstaan. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Gebruik per draadeindhuls maar een geleideruiteinde. Bevestig de draadeindhulzen vakkundig.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
57
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten
6.2.9
Aansluiten met klemplank Zorg ervoor, dat bij een klemplank met U-vormige klembeugels de leidingen U-vormig onder de klembeugels worden aangebracht. Als alternatief legt u bij meervoudige en fijndradige leidingen de leidingstreng gelijkmatig (2-delig) en rechtlijnig onder de U-vormige klembeugel. Zie ook schema!
Beeld 6-1
58
kabelaansluitingVoorbeeld voor aderaansluiting
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten
1
6kt-moer – DIN934
2
Veerring – DIN128
3
optionele compensatieschijf – DIN125 Cu (voor sterschakeling)
4
optionele schakelverbinding
5
Klembeugel
6
optionele compensatieschijf Cu
7
Hoekkabelschoen
8
Oplegschijf – DIN125 St
Beeld 6-2
kabelaansluitingVoorbeeld voor aderaansluiting
Aanhaalmomenten voor kabelwartels
6.2.10
● Trek de kabelschroefverbinding en de delen van de trekontlasting van de aansluitkast na het invoeren van de toevoerleidingen met het overeenkomstige draaimoment volgens de gegevens van de fabrikant. De aantrekmomenten zijn afhankelijk van de gebruikte kabelschroefverbinding en de gebruikte kabel of leiding. ● Trek de met de motor meegeleverde standaardkabelschroefverbindingen volgens de onderstaande tabel aan. Tabel 6-4
Aandraaimomenten voor standaardkabelschroefverbindingen [Nm]
Nominale grootte
Kabelschroefverbinding voor Ex e II Type HSK-M
Kabelschroefverbinding voor Ex e / Ex d IIC Type ADE 1F, ADE 4F
R... / B...
Wartelmoer
Aansluitschroefdraad
Wartelmoer / aansluit‐ schroefdraad
Wartelmoer / aansluit‐ schroefdraad
M12 x 1,5
5
7
7,5
-
M16 x 1,5
5
7
12,5
17
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
59
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten Nominale grootte
Kabelschroefverbinding voor Ex e II Type HSK-M
Kabelschroefverbinding voor Ex e / Ex d IIC Type ADE 1F, ADE 4F
R... / B...
Wartelmoer
Aansluitschroefdraad
Wartelmoer / aansluit‐ schroefdraad
Wartelmoer / aansluit‐ schroefdraad
M20 x 1,5
5
7
20
23
M25 x 1,5
7
10
30
29
M32 x 1,5
7
10
55
33
M40 x 1,5
7
10
75
41
M50 x 1,5
7
10
100
50
M63 x 1,5
7
10
135
75
M75 x 1,5
-
-
175
100
6.2.11
Aluminiumleider aansluiten Als u aluminium geleiders gebruikt, let dan ook het volgende: ● Gebruik alleen voor de aansluiting van aluminium geleiders geschikte kabelschoenen. ● Verwijder de oxidelaag aan de contactpunten op de geleider en/of op het tegenstuk vlak voor het aanbrengen van de aluminiumgeleider door borstelen of vijlen. ● Vet de geleider daarna meteen met neutrale vaseline in om nieuwe oxidatie te voorkomen. LET OP Contactdrukafhankelijk vervormen van het aluminium Door de contactdruk kunnen aluminium onderdelen na de montage alsnog gaan vervormen. De verbinding met de klemmoeren kan daardoor loskomen. De overgangsweerstand stijgt en de stroomovergang wordt belemmerd. Als gevolg daarvan kunnen de aansluitkast en de omgeving branden. Dit kan materiële schade aan de machine tot gevolg hebben en kan leiden tot het uitvallen van de machine, of kan ook materiële schade aan de installatie veroorzaken door het uitvallen van de machine. Trek de klemmoeren na circa 24 uur aan en nog een keer na circa 4 weken. Let erop dat de klemmen spanningsvrij geschakeld zijn.
6.2.12
O-ringafdichting Als o-afdichtringen aanwezig zijn, controleer dan of ze in goede toestand verkeren en of de Oringafdichtringen goed in de groeven tussen de onderdelen zitten. Vervang beschadigde Oafdichtringen. O-ringafdichtdingen kunnen bv. op de volgende onderdelen aanwezig zijn: ● Reducties ● Schroefverbindingen ● Lagerafdichtingen ● Lagerschildafdichtingen
60
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten ● Afdichtingen van de aansluitkast ● Kabelsteunen ● Enz.
6.2.13
Aansluitwerken afsluiten 1. Controleer vóór het sluiten van de aansluitkast of: – De elektrische aansluitingen in de aansluitkast goed zijn aangetrokken en volgens de gegevens in de voorafgaande paragrafen zijn uitgevoerd; – De machine volgens de voorgeschreven draairichting is aangesloten; – het binnenste gedeelte van de kast schoon is en er geen leidingresten aanwezig zijn. – Alle afdichtingen onbeschadigd zijn. – Niet gebruikte kabelschroefverbindingen moeten door geattesteerde sluitelementen worden vervangen of door andere geschikte sluittypes worden gesloten. Hierbij dient u de voorwaarden voor de inbouw en het bedrijf in acht te nemen die in het certificaat voor deze sluitelementen zijn vastgelegd. – De drukontlastingsinrichting onbeschadigd is. De drukontlastingsinrichting kan volgens het type aansluitkast door het vergieten van gleucen of een overdrukmembraan zijn uitgevoerd. WAARSCHUWING Beschadigde drukontlastingsvoorziening Als de voorziening voor de drukontlasting beschadigd is, kunnen water en vreemde voorwerpen binnendringen: De beveiligingsklasse van de schakelkast is niet meer gegarandeerd, er kan kortsluiting onstaan. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Gebruik deze machine niet met beschadigde drukontlastingsvoorziening. ● Repareer beschadigingen alleen na overleg met de voor de veiligheid van de installatie verantwoordelijke en gebruik uitsluitend originele onderdelen. Beschadigingen mogen uitsluitend in overleg met de persoon die verantwoordelijk is voor de veiligheid van de installatie, en uitsluitend met originele onderdelen worden gerepareerd. 2. Sluit de aansluitkast. Het aanhaaldraaimoment voor de bevestigingsschroeven van het deksel vindt u in het hoofdstuk "Aanhaaldraaimomenten van schroefverbindingen".
6.2.14
Interne potentiaalvereffening De potentiaalvereffening tussen de aardklem in de behuizing van de aansluitkast en de motorbehuizing wordt via de metalen contactvlakken van de aansluitkast tot stand gebracht. De contactpunten zijn tegen corrosie beschermd.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
61
Elektrische aansluiting 6.2 Aansluiten De potentiaalvereffening wordt via een lip tot stand gebracht. De potentiaalvereffening tussen kabelinvoerplaat en behuizing van de aansluitkast wordt tot stand gebracht via een koperen gevlochten band, een lip of een metalen contact.
62
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Inbedrijfstelling
7
Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 13) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties.
7.1
Controles voor de inbedrijfstelling Controleer na de montage en voor de inbedrijfstelling van de installatie het volgende: Opmerking Controles voor de inbedrijfstelling De volgende opsomming van controles voor de inbedrijfstelling kan niet volledig zijn. Het is mogelijk dat er verdere controles volgens de bijzondere, voor de installatie specifieke verhoudingen noodzakelijk zijn.
7.2
Bevestiging en uitrichting controleren ● De machine is niet beschadigd. ● De machine is behoorlijk gemonteerd en uitgericht, de aandrijfelementen zijn juist uitgebalanceerd en ingesteld. ● Alle bevestigingsbouten, verbindingselementen en elektrische aansluitingen zijn met de voorgeschreven aanhaalmomenten aangetrokken. ● De bedrijfsvoorwaarden stemmen overeen met de voorziene gegevens volgens de technische documentatie, bv. met betrekking tot de beschermklasse, de omgevingstemperatuur,.... ● Beweeglijke delen, zoals de koppeling, rem, etc. moeten vlot lopen. ● Wanneer er bij machines met twee aseinden op één aseinde geen aandrijfelement wordt geplaatst, dient de inlegspie zo te worden beveiligd dat deze er niet uit kan worden gekatapulteerd en dient deze bij de rotorbalancering "H" (normale uitvoering) op de helft van de lengte te worden ingekort. ● Alle maatregelen ter bescherming tegen aanraking voor bewegende een spanningsvoerende onderdelen zijn toegepast. ● De rotor kan zonder aanlopen worden doorgedraaid. ● De lagerisolatie is niet overbrugd.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
63
Inbedrijfstelling 7.2 Bevestiging en uitrichting controleren ● Door de juist geconfigureerde besturing en toerentalbewaking is gewaarborgd dat de maximale toerentallen zoals vermeld op het kenplaatje niet worden overschreden. ● De eventueel aanwezige extra inrichtingen voor de motorbewaking zijn volgens de voorschriften aangesloten en operationeel. Motoren met externe koeling ● Aanwezige externe ventilatoren zijn operationeel en aangesloten. De externe ventilatoren zijn standaard afhankelijk van de draairichting. Bij externe ventilatoren die afhankelijk zijn van de draairichtingen, kunt u de draairichting vinden op het kenplaatje op de machine. ● De geleiding van de koellucht wordt niet nadelig beïnvloed. Elektrische aansluiting ● De verbindingen van de aardings- en potentiaalvereffeningen zijn volgens de voorschriften aangebracht. ● of de machine volgens de voorgeschreven draairichting is aangesloten. ● Door een adequaat geconfigureerde besturing en toerentalbewaking is gewaarborgd dat er geen hogere toerentallen dan op het kenplaatje vermeld, worden aangestuurd. Vergelijk hiervoor de gegevens op het typeplaatje of eventueel de installatiespecifieke documentatie. ● De minimumisolatieweerstand zijn gerespecteerd. ● De minimumisolatieweerstand en de minimumluchtafstanden zijn gerespecteerd. ● De eventueel aanwezige extra inrichtingen voor de machinebewaking volgens de voorschriften aangesloten en operationeel zijn. ● De aanwezige remmen of terugloopblokkeringen werken probleemloos. ● Aan de bewakingsinrichtingen zijn de waarden voor ‘Waarschuwing’ en ‘Uitschakelen’ ingesteld. Bedrijf aan de omvormer ● Wanneer er voor de motorconfiguratie een speciale indeling van de omvormer is vereist, dienen de betrokken bijkomende gegevens op het typeplaatje te worden vermeld. ● De omvormer is correct geparametriseerd. De parametriseringsgegevens vindt u op het typeplaatje van de machine. Informatie m.b.t. de parameters kunt u vinden in de bedieningshandleiding van de omvormer. ● De aanwezige extra inrichtingen voor de machinebewaking volgens de voorschriften aangesloten en operationeel zijn. ● Bij het continubedrijf wordt het aangegeven grenstoerental nmax niet overschreden en het aangegeven grensgetal nmin niet onderschreden. ● De toelaatbare aanlooptijd tot het grenstoerental nmin is gericht op de ingestelde parametergegevens.
64
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Inbedrijfstelling 7.4 "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren"
7.3
Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: ● Voordat de machine de eerste keer gestart wordt ● Na langdurige opslag of een periode van stilstand ● In het kader van onderhoudswerkzaamheden Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie van de wikkelingen: ● Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal? ● Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen? Met deze informatie kunt u beslissen voor inbedrijfstelling van de machine of over eventuele maatregelen zoals reiniging of drogen van de wikkeling. ● Kan de machine in bedrijf worden genomen? ● Moeten er reinigings- of drogingsmaatregelen worden genomen? Gedetailleerde informatie over controle van de grenswaarden kunt u hier vinden: "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren"
7.4
"Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" WAARSCHUWING Gevaarlijke spanning aan de klemmen Bij en onmiddellijk na meting van de isolatieweerstand of van de polarisatie-index (PI) van de statorwikkeling staat op de klemmen gedeeltelijk gevaarlijk hoge spanning. Bij aanraking kan dit zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● U dient bij aangesloten netleidingen te waarborgen dat er geen spanning kan worden aangelegd. ● Eerst moet de wikkeling na de meting ontladen worden tot het gevaar is uitgesloten, bijvoorbeeld met de volgende maatregelen: – Verbind de aansluitklemmen met het aardpotentiaal, totdat de na-ijlspanning tot een ongevaarlijke waarde is gedaald. – Klem de aansluitkabel vast.
Isolatieweerstand meten 1. Lees voor begin van de meting van de isolatieweerstand de bedieningshandleiding van het gebruikte isolatiemeetinstrument. 2. Controleer eerst of er geen netkabels zijn aangesloten.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
65
Inbedrijfstelling 7.4 "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" 3. Meet de temperatuur van de wikkeling en de isolatieweerstand van de wikkeling tegen de machinebehuizing. De temperatuur van de wikkeling mag bij de meting 40 °C niet overschrijden. Reken de gemeten waarden van de isolatieweerstand volgens de formule om naar de referentietemperatuur van 40 °C. Hiermee is een goede vergelijking met de aangegeven minimale waarden gegarandeerd. 4. Lees de isolatieweerstand af, 1 minuut na het aanleggen van de meetspanning.
Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de statorwikkeling De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand aan. Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEEE 43‑2000. Tabel 7-1
Isolatieweerstand van de statorwikkeling bij 40 ℃ UN [V]
UMess [V]
RC [MΩ]
U ≤ 1000
500
≥5
1000 ≤ U ≤ 2500
500 (max. 1000)
100
2500 < U ≤ 5000
1000 (max. 2500)
5000 < U ≤ 12000
2500 (max. 5000)
U > 12000
5000 (max. 10000)
UN = nominale spanning, zie vermogensplaatje Umeet = DC-meetspanning RC = minimale isolatieweerstand bij een referentietemperatuur van 40 °C
Omrekenen naar de referentietemperatuur Als bij andere wikkelingstemperaturen dan 40 °C wordt gemeten, rekent u de meetwaarde met behulp van de volgende vergelijkingen uit IEEE 43‑2000 om naar de referentietemperatuur 40 °C. (1) RC = KT · RT (2) KT = (0,5) (40-T)/10
RC
Isolatieweerstand omgerekend naar referentietemperatuur 40 °C
KT
Temperatuurcoëfficiënt volgens vergelijking (2)
RT
Gemeten isolatieweerstand bij meet- / wikkelingstemperatuur T in °C
40
Referentietemperatuur in °C
10
Halvering / verdubbeling van de isolatieweerstand met 10 K
T
Meet- / wikkelingstemperatuur in °C
Daarbij wordt een verdubbeling, resp. halvering van de isolatieweerstand bij een temperatuurverandering van 10K als uitgangspunt genomen. ● Per 10 K temperatuurstijging wordt de isolatieweerstand gehalveerd. ● Per 10 K temperatuurdaling wordt de isolatieweerstand verdubbeld.
66
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Inbedrijfstelling 7.4 "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" Bij een wikkelingstemperatuur van circa 25 °C bedragen de minimale isolatieweerstanden dus 20 MΩ (U ≤ 1000 V) resp. 300 MΩ (U > 1000 V). De waarden gelden voor de hele wikkeling tegen aarde. Bij het meten van afzonderlijke strengen gelden de dubbele minimale waarden. ● Droge wikkelingen die zo goed als nieuw zijn, hebben isolatieweerstanden van 100 ... 2000 MΩ en kunnen eventueel ook hogere waarden hebben. Wanneer de waarde voor de isolatieweerstand dicht bij de minimale waarde ligt, dan kan de oorzaak hiervoor vocht en/of verontreiniging zijn. De afmetingen van de wikkeling, de nominale spanning en andere kenmerken beïnvloeden de isolatieweerstand en moeten bij de bepaling van maatregelen eventueel in de beoordeling worden betrokken. ● Tijdens de bedrijfstijd kan de isolatieweerstand van de wikkelingen door omgevings- of bedrijfsinvloeden dalen. Bereken de kritische waarde van de isolatieweerstand, afhankelijk van de nominale spanning, door de nominale spanning (kV) met de specifieke kritische weerstandswaarde te vermenigvuldigen. Reken de waarde om naar de actuele wikkelingstemperatuur op het meettijdstip, zie bovenstaande tabel.
De polarisatie-index meten 1. Voor de vaststelling van de polarisatie-index moet de isolatieweerstand na 1 minuut en na 10 minuten worden gemeten. 2. Plaats de gemeten waarde in de vergelijking: PI = Risol 10 min / Risol 1 min Veel meetapparaten tonen deze waarde automatisch na het verstrijken van de meetperioden. Bij isolatieweerstanden van > 5000 MΩ is het meten van de PI niet meer relevant en wordt derhalve niet meer meegenomen in de beoordeling. R(10 min) / R(1 min)
Beoordeling
≥2
Isolatie in goede toestand
<2
Afhankelijk van de totale beoordeling van de isolatie
LET OP Beschadiging van de isolatie Een kritische isolatieweerstand of een lagere gemeten waarde kan leiden tot schade aan de isolatie en tot spanningoverslag. ● Neem contact op met ons Service Center. ● Wanneer de gemeten waarde zich dicht bij de kritische waarde bevindt, dan dient de isolatieweerstand daarna in kortere intervallen te worden gecontroleerd.
Zie ook Isolatieweerstand en polarisatieindex (Pagina 36)
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
67
Inbedrijfstelling 7.4 "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren"
Grenswaarden van de isolatieweerstand van de stilstandverwarming De isolatieweerstand van de stilstandverwarming tegen de machinebehuizing mag bij een meting met DC 500 V de waarde 1 MΩ niet onderschrijden.
68
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
8
Bedrijf
Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 13) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties.
8.1
Veiligheidsaanwijzingen tijdens het bedrijf WAARSCHUWING Aansluitkasten moeten gesloten zijn Aansluitkasten bevatten spanningvoerende delen. Het verwijderen van de de afdekkingen van aansluitkasten kan tot de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade leiden. Aansluitkasten moeten tijdens het bedrijf altijd gesloten zijn. Aansluitkasten mogen alleen bij stilstaande en spanningsvrije machine geopend zijn. WAARSCHUWING Afdekkingen niet bij lopende machine verwijderen Ronddraaiende of spanningvoerende onderdelen die niet zijn geïsoleerd, vormen een gevaar. Het verwijderen van de noodzakelijke afdekkingen kan tot de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade leiden. Afdekkingen die het aanraken van actieve of draaiende onderdelen verhinderen, die het beschermtype van de machine waarborgen, of die noodzakelijk zijn voor de juiste luchtgeleiding en zodoende voor een effectieve koeling, mogen tijdens het bedrijf niet geopend zijn. WAARSCHUWING Storingen in het bedrijf Veranderingen ten opzichte van het normale bedrijf, bv. hogere krachtafname, temperaturen of trillingen, ongewone geluiden of geuren, activering van de controle-inrichtingen enz.,geven aan dat de functie nadelig wordt beïnvloed. Het kan tot storingen komen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade kunnen leiden. ● Verwittig onmiddellijk het onderhoudspersoneel. ● In geval van twijfel dient u de machine onder inachtneming van de voor de installatie specifieke veiligheidsvoorwaarden onmiddellijk uit te schakelen.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
69
Bedrijf 8.1 Veiligheidsaanwijzingen tijdens het bedrijf VOORZICHTIG Gevaar van brandwonden Afzonderlijke machineonderdelen kunnen temperaturen van meer dan 50 °C bereiken. Wanneer u deze onderdelen aanraakt, kunt u zich verbranden. ● Controleer de temperatuur van de onderdelen voordat u deze aanraakt en neem eventueel geschikte veiligheidsmaatregelen.
LET OP Condensatiegevaar door condenswater Tijdens het bedrijf van de machine kan door het uitschakelbedrijf resp. lastschommelingen in de binnenruimte luchtvochtigheid condenseren. Er kan zich condenswater in de machine ophopen. Dit kan tot materiële schade leiden, bijv. roestvorming. 1. Verwijder afhankelijk van de omgevings- en bedrijfsomstandigheden de afsluitschroeven met borgringen voor het aftappen van het water. 2. Monteer vervolgens de afsluitschroeven en borgringen opnieuw. Als de machine van aftappluggen is voorzien, kan het water vanzelf weglopen.
VOORZICHTIG Aansluitkast met stroomomvormer Bij gebruik van stroomomvormers moet worden gewaarborgd dat de secundaire stroomkring van de stroomomvormer tegen ongewild openen tijden het bedrijf beschermd is.
LET OP Verhoogde machinetemperatuur Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde temperaturen in de machine komen. Dit kan tot materiële schade leiden. ● Zorg ervoor dat de stilstandverwarming uitgeschakeld is voor u de motor inschakelt. ● Gebruik de stilstandverwarming enkel bij een uitgeschakelde motor.
WAARSCHUWING Explosiegevaar Indien u bij het bedrijf van de machine de stilstandverwarming inschakelt, kan het toegestane temperatuurbereik of de maximale oppervlaktemperatuur van de machine worden overschreden. In een atmosfeer met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Schakel de stilstandverwarming pas na het uitschakelen van de machine in.
70
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Bedrijf 8.5 Bedrijfsonderbrekingen
8.2
Machine inschakelen 1. Rijd de machine indien mogelijk zonder last aan en controleer de looprust. 2. Als de machine onberispelijk loopt, de machine belasten. 3. Controleer de temperaturen van de lager en de staanderwikkeling, voor zover dit met de aanwezige meetinrichtingen mogelijk is.
8.3
Externe ventilator uitschakelen Als de externe ventilator niet door een automatische besturing wordt uitgeschakeld, schakel deze dan bij stilstand van de machine uit.
8.4
Herinschakelen na noodstop ● Controleer na een noodstop de machine voordat u de werkmachine opnieuw inschakelt. ● Verhelp alle oorzaken die tot de nooduitschakeling hebben geleid
8.5
Bedrijfsonderbrekingen De bedrijfspauze is een tijdelijk begrensde bedrijfsonderbreking waarbij de machine stilstaat en op de plaats van inzet blijft. Tijdens bedrijfspauzes onder normale omgevingsvoorwaarden, bijv. geen extern op de stilstaande machine inwerkende trillingen, geen verhoogde corrosiebelasting, enzovoort, zijn in het algemeen de volgende maatregelen noodzakelijk:
8.5.1
Stilstandverwarming inschakelen Als de machine over een stilstandverwarming beschikt, schakel deze dan tijdens bedrijfsonderbrekingen van de machine in. WAARSCHUWING Explosiegevaar Indien u bij het bedrijf van de machine de stilstandverwarming inschakelt, kan het toegestane temperatuurbereik of de maximale oppervlaktemperatuur van de machine worden overschreden. In een atmosfeer met explosiegevaar kan dit tot een explosie leiden. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Schakel de stilstandverwarming pas na het uitschakelen van de machine in.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
71
Bedrijf 8.8 Storingen
8.5.2
Stilstandschade aan de wentellager vermijden Bij langere bedrijfspauzes kan de gelijke of nagenoeg gelijke rustpositie van de wentellager tot stilstandschade resp. standstrepen of corrosievorming leiden. ● Neem de machine in bedrijfspauzes geregeld een keer per maand kortstondig in bedrijf of draai minstens meermaals de rotor door. Als u de machine van de werkmachine wordt afgekoppeld en met een rotorstopvoorziening heeft beveiligd, verwijder deze dan voor u de rotor draait, resp. voor het bedrijf. Zorg ervoor dat de rustpositie van de wentellager daarna anders is dan voordien. Gebruik daardoor de inleg of de koppelingshelft als referentiepunt. ● Let bij de herinbedrijfstelling op de informatie in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling".
8.6
Machine buiten bedrijf stellen LET OP Stilstandschade bij langere buitenbedrijfstelling Als de machine langer dan zes maanden buiten bedrijf wordt gesteld, dienen adequate maatregelen voor conservering en opslag te worden genomen. Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden. Protocolleert u de buitenbedrijfstelling Dit protocol is zeer nuttig bij het opnieuw in bedrijf stellen.
8.7
Machine terug in bedrijf nemen Als de machine terug in bedrijf wordt genomen, ga dan als volgt te werk: ● Kijk het protocol voor de buitenbedrijfstelling in en maak de maatregelen voor de conservering en de opslag terug ongedaan. ● Voer de maatregelen uit die vermeld staan in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling".
8.8
Storingen
8.8.1
Inspectie bij storingen Natuurrampen of buitengewone bedrijfssituaties, zoals overbelasting of kortsluiting zijn storingen die elektrisch of mechanisch te veel van de machine vragen. Voer na dergelijke storingen onmiddellijk een inspectie uit. Verhelp de oorzaak van de storing volgens de maatregelen bij storingen. Verhelp op de beschadigingen die aan de machine ontstaan zijn.
72
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Bedrijf 8.8 Storingen
8.8.2
Elektrische storingen Opmerking Wanneer u de motor aan een omvormer hebt gekoppeld, raadpleegt u bij het optreden van een elektrische storing de bedieningshandleiding van de omvormer.
Tabel 8-1
Elektrische storingen
↓ Motor start niet ↓ Motor komt moeilijk op gang ↓ Brommend geluid bij het starten ↓ Brommend geluid tijdens het bedrijf ↓ Grote verhitting bij onbelast draaien ↓ Grote verhitting bij belasting ↓ Sterke opwarming van enkele wikkelingsdelen X
X
X
X
X X
X
X
X
X X X
Mogelijke oorzaken van de storing
Hulpmaatregelen
Overbelasting
Verminder de belasting.
Onderbreking van een fase in de toe‐ voerleiding
Controle van de schakelaars en de toevoerleidin‐ gen.
Onderbreking van een fase in de toe‐ voerleiding na het inschakelen
Controle van de schakelaars en de toevoerleidin‐ gen.
Netspanning te laag, frequentie te hoog
Controleer de netverhoudingen.
Netspanning te hoog, frequentie te laag
Controleer de netverhoudingen.
X
X
X
X
Staanderwikkeling verschakeld
Controleer de schakeling van de wikkeling in de aansluitkast.
X
X
X
X
Windingsslot of faseslot in de staander‐ wikkeling
Kijk de wikkelingsweerstanden en de isolatie‐ weerstanden na. Repareer deze na overleg met de fabrikant.
Verkeerde draairichting
Controleer de aansluiting.
X
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
73
Bedrijf 8.8 Storingen
8.8.3
Mechanische storingen
Tabel 8-2
Mechanische storingen
↓ Slepend geluid ↓ Radiale schommelingen ↓ Axiale schommelingen X
Hulpmaatregelen
Omlopende delen slijpen
Stel de oorzaak vast en stel de delen bij.
X
Onevenwicht van de rotor of van de kop‐ Ontkoppel de rotor of de koppeling en stel ze bij. peling Wanneer er bij machines met twee aseinden op één aseinde geen aandrijfelement wordt geplaatst, dient de inlegspie zo te worden beveiligd dat deze er niet uit kan worden gekatapulteerd en dient deze bij de rotorbalancering "H" (normale uitvoering) op de helft van de lengte te worden ingekort.
X
Loper niet rond, as verbogen
Overleg met de fabrikant.
Gebrekkige uitlijning
Richt de machineset uit, controleer de koppeling. (1)
Balanceren van de aangekoppelde ma‐ chine
Balanceer de aangekoppelde machine na.
X
Stoten van de aangekoppelde machine
Onderzoek de aangekoppelde machine.
X
X
Onrust van de transmissie
Breng de transmissie in orde.
X
X
Resonantie van het volledige systeem uit motor en fundament
Verstevig het fundament na overleg.
X
X
Wijzigingen in het fundament
Stel de oorzaak van de veranderingen vast en verhelp deze indien nodig; richt de machine opnieuw uit.
X
X
X
(1)
Mogelijke oorzaken van de storing
Houd rekening met de eventuele veranderingen bij verwarming.
8.8.4
Storingen aan de wentellager Opmerking Beschadigingen aan de wentellagers zijn gedeeltelijk moeilijk te herkennen. Vervang de wentellager in geval van twijfel. Pas alleen andere lageruitvoeringen toe na overleg met de fabrikant.
Tabel 8-3
Storingen aan de wentellager
↓ Lager is te warm ↓ Lager fluit ↓ Lager klopt Mogelijke oorzaken van de storing
Hulpmaatregelen
X
Koppeling drukt
Richt de machine beter uit.
X
Riemspanning te groot
Reduceer de riemspanning.
X
Lager vervuild
Reinig de lager resp. vervang deze. Controleer de afdichtingen.
74
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Bedrijf 8.8 Storingen X
Hoge omgevingstemperatuur
Gebruik een geschikt vet dat bestand is tegen hoge temperaturen.
X
X
Smering ontoereikend
Smeren volgens voorschrift.
X
X
Lager niet recht ingebouwd
Bouw het lager vakkundig in.
X
X
Lagerspeling te klein
Alleen na overleg met de fabrikant: Bouw een lager met een gro‐ tere speling in.
Lagerspeling te groot
Alleen na overleg met de fabrikant: Bouw een lager met een klei‐ nere speling in.
Lager is gecorrodeerd
Vervang de lager. Controleer de afdichtingen.
X
Teveel vet in de lager
Verwijder overtollig vet.
X
Verkeerd vet in de lager
Gebruik het juiste vet.
X
Afbladderpunten in de loopbaan
Vervang de lager.
X
Standstrepen
Vervang de lager. Vermijd trillingen tijdens de stilstand.
X X
X
8.8.5
Storingen aan de externe ventilator In de volgende tabel vindt u de mogelijke oorzaken en maatregelen voor het verhelpen van storingen aan de machines met externe ventilatoren.
Tabel 8-4
Storingen in het koelsysteem
↓ Grote verhitting bij belasting Mogelijke oorzaken van de storing
Hulpmaatregelen
X
Verkeerde draairichting van de externe venti‐ lator
Controleer de elektrische aansluiting van de externe ventilator.
X
De externe ventilator werkt niet
Controleer de externe ventilator en zijn aansluiting.
X
Luchttoevoer verminderd
Controleer de luchtwegen, reinig de machine.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
75
Bedrijf 8.8 Storingen
76
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
9
Onderhoud
Door zorgvuldig en regelmatig onderhoud, inspecties en revisies kunt u storingen vroegtijdig herkennen en verhelpen. Op die manier kunt u gevolgschade voorkomen. Door de zeer verschillende bedrijfsverhoudingen kunnen hier alleen algemene onderhoudsintervallen bij een storingsvrij bedrijf worden aangegeven. Daarom dient u de onderhoudsintervallen aan te passen aan de locale omstandigheden (vuil, inschakelfrequentie, belasting etc.). Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 13) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties. Let bij alle inspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de machine op de norm IEC / EN 60079‑17. Opmerking Service Center Wendt u zich tot het Service Center, als u ondersteuning bij de inspectie,onderhoud of reparatie nodig heeft.
9.1
Inspectie en onderhoud WAARSCHUWING Roterende of spanningvoerende onderdelen Elektrische machines zijn voorzien van spanningvoerende en roterende onderdelen. Als de machine tijdens de onderhoudswerkzaamheden niet stilstaat en spanningsvrij is, kan dit ernstige tot dodelijke ongevallen of materiële schade veroorzaken. ● Voer de onderhoudswerkzaamheden alleen uit bij een stilstaande machine. Alleen het nasmeren van de walslagers is bij een draaiende machine toegelaten. ● Houd u bij de onderhoudswerkzaamheden aan de vijf veiligheidsregels. WAARSCHUWING Schade aan de machine Als de machine niet onderhouden wordt, kan er schade aan de machine ontstaan. Het kan tot storingen komen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot de dood, zware lichamelijke verwondingen of materiële schade kunnen leiden. Onderhoud de machine regelmatig.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
77
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud VOORZICHTIG Opdwarrelend stof bij het werken met perslucht Bij het reinigen met perslicht kunnen stof, metaalspaanders of reinigsmiddelen worden opgedwarreld. Dit kan tot lichamelijke letsels leiden. Voor het reinigen met perslucht dient op een geschikte afzuiging en persoonlijke veiligheidsmaatregelen te worden gelet, bijvoorbeeld een veiligheidsbril, beschermende kleding, enz. LET OP Beschadiging van de isolatie Als tijdens het reinigen met perslucht metalen spanen de wikkelkop binnendringen, kan de isolatie worden beschadigd. Lucht- en kruiptrajecten kunnen wellicht niet worden aangehouden. Dit kan schade en zelfs een volledige uitval van de machine veroorzaken. Let bij het reinigen per perslucht op de geschikte afzuiging. LET OP Machineschade door vreemde voorwerpen. Bij onderhoudswerken kunnen vreemde voorwerpen zoals vuil, werktuigen of losse onderdelen zoals schroeven enz. in de machine blijven. Het gevolg daarvan kan kortsluiting, een verminderd koelvermogen, of meer lawaai bij de werking zijn. De machine kan worden beschadigd. ● Let er bij onderhoudswerkzaamheden op dat er geen vreemde voorwerpen in en op de machine blijven. ● Bevestig losse onderdelen terug na de onderhoudswerkzaamheden. ● Verwijder eventueel vuil zorgvuldig. Opmerking Door de zeer verschillende bedrijfsverhoudingen kunnen hier alleen algemene onderhoudsintervallen bij een storingsvrij bedrijf worden aangegeven.
78
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
WAARSCHUWING Explosiegevaar De ingebouwde onderdelen van de motor kunnen heter zijn dan de maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur van de behuizing. In een explosieve stofatmosfeer kan het tot een ontsteking door stof en tot explosies komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Open de bedrijfswarme machine niet in een explosieve stofatmosfeer. ● Laat de motor voor het openen afkoelen. ● Zorg ervoor, dat tijdens het demonteren onderdelen die voor de dichtheid van de behuizing zorgen niet beschadigd raken, zoals dichtingen, vlakke oppervlakken etc. Gerepareerde onderdelen die essentieel zijn voor de beveiliging tegen stof moeten opnieuw gecontroleerd worden.
WAARSCHUWING Explosiegevaar door oververhitting van de machine door stoflaag Stoflagen van meer dan 5 mm dik kunnen door hun warmteisolerende werking tot oververhitting van de machine leiden. De maximale oppervlaktetemperatuur van de machine kan niet worden gerespecteerd. Het kan tot een ontsteking door stof en tot explosies komen. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Onderhoud de machine regelmatig. Verwijder de stoflagen van meer dan 5 mm dik. Schakel de machine alleen terug in als het stof is verwijderd. WAARSCHUWING Explosiegevaar door te hoge opslagtemperatuur De naleving van de maximale oppervlaktetemperatuur is bij een te hoge opslagtemperatuur niet gewaarborgd. Het kan tot een ontsteking door stof en tot explosies komen. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Controleer altijd de opslagtemperatuur.. ● Controleer bovendien de stroomafhankelijke overbelastingsbeveiliging die in de drie fasen van de aansluitkabel is aangebracht door middel van in de wikkeling van de staander geïntegreerde temperatuursensoren.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
79
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
WAARSCHUWING Explosiegevaar bij het reinigen met perslucht Bij het reinigen met perslucht kunnen de kunststofdelen statisch opladen en een explosieve atmosfeer ontsteken. Het kan tot een explosie komen. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Reinig de kunsttofdelen in explosieve atmosferen nooit met perslucht. Zorg bij het reinigen voor een gasvrije en stofvrije omgeving van de machine.
9.1.1
Inspectie bij storingen Natuurrampen of buitengewone bedrijfssituaties, zoals overbelasting of kortsluiting zijn storingen die elektrisch of mechanisch te veel van de machine vragen. Voer na dergelijke storingen onmiddellijk een inspectie uit.
9.1.2
Eerste inspectie Voer na circa. 500 bedrijfsuren, uiterlijk na een jaar, de volgende controles uit: Tabel 9-1
Controle na montage of reparatie
Controle
Tijdens be‐ Bij stil‐ drijf stand
Of de elektrische parameters in acht worden genomen.
X
De toegestane temperaturen op de lagers mogen niet worden overschreden.
X
of de rust en de geluiden tijdens het draaien van de machine niet erger zijn geworden.
X
Of in het fundament geen verzinkingen of scheuren zijn ontstaan. (*)
X
X
(*) Deze controles kunt u bij stilstand of eventueel bij bedrijf uitvoeren.
Andere controles Op basis van aanvullende bedieningshandleidingen of voor de voor de installatie specifieke verhoudingen kunnen verdere controles nodig zijn. LET OP Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk. Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden.
80
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
9.1.3
Hoofdinspectie Controleer of aan de opstelvoorwaarden is voldaan. Voer na ca. 16 000 bedrijfsuren, uiterlijk na twee jaar, de volgende controles uit: Tabel 9-2
Controles bij de hoofdinspectie
Controle
Tijdens be‐ Bij stil‐ drijf stand
Of de elektrische parameters in acht worden genomen.
X
De toegestane temperaturen op de lagers mogen niet worden overschreden.
X
of de rust en de geluiden tijdens het draaien van de machine niet erger zijn geworden.
X
Of in het fundament geen verzinkingen of scheuren zijn ontstaan. (*)
X
X
Of de uitlijning van de machine zich binnen de toelaatbare toleranties bevindt.
X
Of alle bevestigingsbouten voor mechanische en elektrische verbindingen goed zijn vastgedraaid.
X
Of alle potentiaalaansluitingen, aardingsaansluitingen en afschermingen correct zijn geplaatst en vakkundig aangesloten.
X
Of de isolatieweerstanden van de wikkelingen hoog genoeg zijn.
X
Een eventueel aanwezige lagerisolatie is volgens de beschrijving uitgevoerd.
X
Leidingen en isolatie-elementen bevinden zich in goede toestand en verto‐ nen geen verkleuringen.
X
(*) Deze controles kunt u bij stilstand of eventueel bij bedrijf uitvoeren.
LET OP Schade aan de machine Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk. Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden.
9.1.4
Inspectie van de wentellagers Bij een inspectie van wentellagers is het over het algemeen niet noodzakelijk om de machine te demonteren. De machine moet voor de eerste keer worden gedemonteerd, wanneer de lagers worden vernieuwd.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
81
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
9.1.5
Mechanische explosiebeveiliging walslager Alle machines die volgens RL 94/9/EG zijn gekenmerkt, moeten regelmatig worden gecontroleerd op mechanische schade die een ontstekingsrisico volgens IEC / EN 60079‑17 kan vormen. ● Neem de volgende intervallen in acht: – Intervallen voor de vervanging van de lagers – Nasmeertermijnen – Termijnen voor de vervanging van het vet – Termijnen voor de verversing van de olie ● Levensduur walslager – Vervang de walslagers zodra de nominale levensduur is bereikt. Alternatief kan in het kader van een inspectie worden aangetoond dat deze vrij zijn van schade. – Bij niet nasmeerbare lagers is gewaarborgd dat de nominale levensduur pas duidelijk na het bereiken van de gebruiksduur voor het vet van de lagers wordt bereikt. – Bij machines die met radiale of axiale krachten belast worden, bedraagt de levensduur van de walslagers bij vol aangegeven last minstens 20 000 uur. – Bij machines zonder inwerkende krachten bedraagt de nominale levensduur van de walslagers minstens 40 000 uur. ● Controleer bij walslagers met externe olievoorziening de smering.
9.1.6
Onderhoud
9.1.6.1
Explosiegevaar door verhoogde oppervlaktetemperatuur WAARSCHUWING Explosiegevaar De ingebouwde onderdelen van de motor kunnen heter zijn dan de maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur van de behuizing. In een explosieve stofatmosfeer kan het tot een ontsteking door stof en tot explosies komen. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Open de bedrijfswarme machine niet in een explosieve stofatmosfeer. ● Laat de motor voor het openen afkoelen.
82
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
9.1.6.2
Isolatieweerstand en polarisatieindex Door meting van de isolatieweerstand en van de polarisatieindex (PI) kunt u informatie verkrijgen over de toestand van de machine. Controleer daarom op de volgende tijdstippen de isolatieweerstand en de polarisatieindex: ● Voordat de machine de eerste keer gestart wordt ● Na langdurige opslag of een periode van stilstand ● In het kader van onderhoudswerkzaamheden Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie van de wikkelingen: ● Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal? ● Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen? Met deze informatie kunt u beslissen voor inbedrijfstelling van de machine of over eventuele maatregelen zoals reiniging of drogen van de wikkeling. ● Kan de machine in bedrijf worden genomen? ● Moeten er reinigings- of drogingsmaatregelen worden genomen? Gedetailleerde informatie over controle van de grenswaarden kunt u hier vinden: "Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren"
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
83
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
9.1.6.3
Vet: gebruiksduur en hoeveelheden Standaard walslagering
Bouw‐ grootte
Gebruiksduur van vet bij continue smering resp. nasmeerinterval bij nasmeerinrichting in bedrijfsuren bij meettoerental Horizontale bouwvorm (B)
Verticale bouwvorm (V)
Vethoeveelheid bij continue smering resp. vethoeveelheid bij nasmering in g per lager Continue smering
Nasmering
3000
1500
≤1000
3000
1500
≤1000
3000
≤1500
3000
≤1500
min
min
min
min
min
min
min
min
min
min-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
-1
71
3
3
-
-
80
3
3
-
-
4
4
-
-
9
9
-
-
90 100
33000
24000
33000
112
9
9
-
-
132
18
18
-
-
160
32
32
-
-
180
51
51
-
-
63
63
-
-
79
79
-
-
99
99
-
-
280
99
132
-
-
315
-
-
35
25
-
-
35
50
40000
200
40000
40000
225 250
24000
4000 355
16000
8000
11000
2800
26000
5600
8000
4000
5600
De vermelde smeertijden resp. nasmeertijden gelden voor een omgevingstemperatuur van max. 40 °C. Verkort de smeertijden bij een temperatuurverhoging van 10 °C met een factor 0,7 van de waarde in de tabel (max. 20 °C = factor 0,5). Bij een omgevingstemperatuur van <= 25 °C geldt een dubbele gebruiksduur van het vet, met een maximum van 40000 h. Termijnen bij bedrijf in 60 Hz–netwerken zijn leverbaar op aanvraag. Bij puur koppelbedrijf met elastische koppeling is de rekenkundige lagerlevensduur L10h groter dan 50 000 uur. Neem de gebruiksduur van het vet en de nasmeertermijnen in acht.
84
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud Versterkte walslagers Bouwgroot‐ te
Gebruiksduur van vet bij continue smering resp. nasmeerinterval bij nasmeerin‐ richting in bedrijfsuren bij meettoerental Horizontale bouwvorm (B)
Verticale bouwvorm (V)
3000
1500
≤1000
3000
1500
≤1000
3000
≤1500
min
min
min
min
min
min
min-1
min-1
17
17
20
20
25
25
25
25
25
35
35
25
35
50
-1
-1
-1
-1
-1
-1
180 200 225
2800
5600
8000
2000
4000
5600
250 280 1400
4000
315 355
Vethoeveelheid bij na‐ smering in g per lager
2000
2800
2800
4000
5600
De aangegeven nasmeertijden gelden voor een omgevingstemperatuur van max. 40 °C. Verminder de smeertijd bij 10 °C temperatuurverhoging met een factor 0,7 van de waarde in de tabel (max. 20 °C = factor 0,5). Termijnen bij bedrijf in 60 Hz–netwerken zijn leverbaar op aanvraag.
9.1.6.4
Vet: gebruiksduur en hoeveelheden De gegevens over de gebruiksduur van het vet resp. nasmeertijden vindt u op het smeerplaatje van de machine. De aangegeven gebruiksduur van het vet geldt voor de omgevingstemperatuur die is aangegeven op het vermogensplaatje. Verkort de smeertijden bij een temperatuurverhoging van 10 °C met een factor 0,7 van de waarde in de tabel (max. 20 °C = factor 0,5). Let op, dat onafhankelijk van het aantal bedrijfsuren het walslagervet resp. het lager (2Z-lager) na vier jaren vernieuwd moet worden.
9.1.6.5
Nasmeerintervallen en vettypes voor het gebruik van walslagers
Nasmeerintervallen De nasmeerintervallen voor de walslagers in bedrijfsuren en de vetsoort staan vermeld op het smeerplaatje van de machine. Onafhankelijk van de bedrijfsuren moet de machine minstens eenmaal per jaar worden nagesmeerd. De smeergegevens vindt u op het smeerplaatje. Opmerking Let op de nasmeerintervallen voor de walslagers De noodzakelijke nasmeerintervallen voor walslagers wijken af van de inspectie-intervallen van de machine. Als de nasmeerintervallen niet in acht worden genomen, kunnen de walslagers beschadigd raken.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
85
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
Nasmeren De ruimte voor het oude vet is bedoeld voor de opname van het oude vet voor een rekenkundige levensduur van 40000 bedrijfsuren. ● Voor het nasmeren dienen de smeernippels te worden gereinigd en een geschikt vet en moet een geschikte vethoeveelheid volgens het smeerplaatje worden ingespoten. De as moet hierbij draaien om het nieuwe vet goed in het walslager te verdelen. De lagertemperatuur zal eerst beduidend stijgen. Na het verdringen van het overtollige vet uit het lager zal de temperatuur weer naar de normale waarde dalen. – Als de machine met vetvrijis uitgerust: Verwijder het verbruikte vet na het nasmeren bij lopende motor door meerdere malen aan de schuif te trekken (tot aan de aanslag) die zich bij het lager bevindt. – Als de machine met vetopvangkamers is uitgerust: Schroef de vetovangkamers volgens de intervallen die op het infoplaatje vermeld staan bij stilstaande motor los en verwijder het gebruikte lagervet. Als dit niet gebeurt, hoopt het vet zich op en raken de lagers oververhit. WAARSCHUWING De rotor kan vallen Bij een verticale machinepositie kan de rotor bij werkzaamheden aan het geleidelager naar buiten vallen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Ondersteun of ontlast de rotor bij werkenzaamheden in een verticale machinepositie.
Soorten smeermiddel Voor het standaard toepassingsgebied wordt bij de eerste smering van de walslagers over het algemeen een vet voor temperaturen tot ‑20 °C gebruikt. Indien de machines voor toepassing in een uitgebreid temperatuurbereik onder ‑20 °C werden besteld, wordt het toegestane soort smeermiddel op het smeerplaatje aangegeven. Opmerking Regeling van de vethoeveelheid De regeling van de vethoeveelheid werkt alleen probleemloos als de voorgeschreven vetten worden gebruikt. De kenplaatjes op de machine zijn hierbij maatgevend.
86
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
9.1.6.6
Alternatieve soorten vet voor bedrijf van walslagers
In de navolgende tabel vindt u een lijst met de vrijgegeven alternatieve vetsoorten. Eerste keer vullen Shell Gadus S2 V100 3
Alternatieve goedgekeurde vetten Aral Aralub HL3 BP Energrease LS3 Castrol Optimol Olista Longtime 3 Exxon Mobil Beacon EP3 Mobilux EP3 OMV Signum L3 SKF LGMT 3
Shell Gadus S5 V42P 2.5 Aeroshell Gadus S7
Op dit moment is er geen vergelijkbaar vet met Dm*n≥1.000.000 bekend.
Shell Gadus S5 V100 2
Exxon Mobil Mobilith SHC 100
Esso Unirex N3
Exxon Mobil Mobilgrease XHP 103 Shell Gadus S5 V100 2
Shell Gadus S3 T100 2
BP Energrease SY2202 Castrol Firetemp XT2 Chevron Grease SRI2 Klüber Petamo GHY 133N SKF LGHP 2 Exxon Mobil Polyrex EM
Bij de omschakeling naar alternatief toegestane vetsoorten volgens de tabel moet het volgende in acht genomen worden: Lagers met continue smering: ● Het lager eerst geheel van het oude vet ontdoen voordat het opnieuw van vet voorzien wordt. ● Walslager volledig, holtes in de lagerkap slechts tot 1/3 met vet vullen. Lagers met nasmering: Is een complete vervanging van het vet incl. reiniging van het lager niet mogelijk, dan moet de tijdsduur van vermenging van verschillende smeervetten zo kort mogelijk worden gehouden. Hiertoe moet het lager bij draaiende machine met ongeveer de dubbele hoeveelheid vet worden doorgesmeerd, totdat het oude vet uit de smeerkanalen is verwijderd. Vervolgens viermaal in afstanden van een kwart van de normale smeerinterval nasmeren.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
87
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud Controleer tijdens deze periode de betreffende lagerdelen extra. Aansluitend gelden dan weer opnieuw de normale smeerintervallen. LET OP Schade door het mengen van vetten Als vetten en oliën met diverse zeep- of oliebasis gemengd worden, kan het gebeuren dat de smeereigenschappen niet meer gewaarborgd zijn. Als een vet voor lage temperaturen met een vet voor normaal gebruik gemengd wordt, kan klontervorming optreden. Dit kan tot schade aan het walslager leiden door oververhitting. Meng geen vetten met verschillende dikkingsmiddelen en verschillende grondoliën.
Reiniging ● Voor een probleemloze werking van de machinekoeling dienen de luchtwegen vrij te zijn van verontreinigingen (roosters, kanalen, koelribben, buizen). WAARSCHUWING Explosiegevaar Het reinigen van de machine in een omgeving met explosiegevaar is verboden! Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Oppervlakken kunnen hierbij statisch worden geladen en ontladingen veroorzaken die tot een explosie kunnen leiden.
WAARSCHUWING Roterende of spanningvoerende delen Elektrische delen staan onder gevaarlijke elektrische spanning. Het aanraken ervan kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Koppel het apparaat voor het begin van de onderhoudswerken aan de externe ventilator af van het net, vooral voor het openen van de aansluitkast. Borg het apparaat tegen herinschakelen.
88
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud
Onderhoud van de externe ventilator De externe ventilator is in principe onderhoudsvrij. Alleen vuil- en stofafzettingen op het loopwiel en de motor, in het bijzonder in de spleet tussen het loopwiel en het inlaatmondstuk kunnen de functie van de externe ventilator verstoren. ● Verwijder de vuil- en stofafzettingen geregeld, afhankelijk van de plaatselijke vervuilingsgraad. ● Hierbij dient in acht te worden genomen dat het loopwiel gelijkmatig gereinigd wordt. Onregelmatige afzettingen kunnen onbalans veroorzaken. Opmerking Transportvermogen Het complete vermogen wordt alleen dan bereikt, wanneer het loopwiel vrij wordt aangestroomd.
Onderhoud van de externe ventilator ● De externe ventilatormotor dient af en toe door middel van een visuele controle en bij elk vervangen van de walslager elektrisch en mechanisch te worden gecontroleerd. ● Vervang de duurzaam gesmeerde walslagers van de externe ventilatormotor volgens de gegevens in de bedieningshandleiding van de externe ventilatormotor.
9.1.6.7
Aansluitkast onderhouden
Voorwaarde De machine is spanningsvrij.
Aansluitkast controleren ● Controleer de aansluitkast regelmatig op dichtheid, onbeschadigde isolatie en vaste aansluitverbindingen. ● Als in de aansluitkast stof of vocht binnengedrongen is, reinig resp. droog de aansluitkast dan goed en in het bijzonder de isolatoren. Controleer de afdichtingen en de afdichtvlakken en verhelp de oorzaak van de lek. ● Controleer de isolatoren, de aansluitdelen en de vermogensaansluitingen in de aansluitkast.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
89
Onderhoud 9.1 Inspectie en onderhoud ● Leidingsinvoeringen in het binnenste van de aansluitkast zijn onderdeel van de regelmatige inspectie volgens IEC / EN 60079-17. ● Vervang eventueel de beschadigde componenten. WAARSCHUWING Gevaar voor kortsluiting Door beschadigde componenten kan kortsluiting worden veroorzaakt. Dit kan zwaar of dodelijk letsel of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Vervang beschadigde componenten.
9.1.6.8
Lakschade verbeteren Als de lak beschadigd is, verbeter dan de lakschade. Daarmee is de corrosiebescherming gewaarborgd. Opmerking Lakopbouw Neem contact op met het Service Center voor u de lakschade bijwerkt. Daar verkrijgt u verdere informatie over de correcte lakopbouw en voor het verbeteren van de lakschade.
9.1.6.9
Nalakken WAARSCHUWING Nalakken van explosieveilige machines Bij grotere laklaagdikte kan de laklaag elektrostatisch opladen. Het kan een ontlading ontstaan. Explosiegevaar bestaat erin dat ook explosieve mengsels op dit moment aanwezig zijn. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Als u de gelakte oppervlakken opnieuw lakt, neem dan de volgende vereisten in acht: ● Begrenzing van de totale laklaagdikte volgens de explosiegroep: – IIB: Totale lakdikte ≤ 2 mm – IIC: Volledige dikte laklaag ≤ 0,75 mm bij motoren van groep II (gas) – III: Totale dikte van de laklaag ≤ 0,45 mm bij motoren uit groep III (stof) Op basis van tests zijn ook reparatielaklagen tot de vermelde totale dikte van de laklaag, de niet-geleidende laklaag onderzocht en toegestaan. ● Begrenzing van de oppervlakteweerstand van de gebruikte lak: – IIB, IIC, III: Oppervlakteweerstand ≤ 1 GΩ bij motoren van groep II en III (gas en stof) ● Doorslagspanning ≤ 4 kV voor explosiegroep III (alleen stof)
90
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Onderhoud 9.2 Reparatie ● Begrenzing van de belastingstransmissie: – IIB: Grenswaarde voor de hoogste verzonden lading < 30 nC – IIC: Grenswaarde voor de hoogste verzonden lading < 10 nC bij motoren uit groep II (gas) – III: Grenswaarde voor de hoogste verzonden lading < 200 nC bij motoren uit groep III (stof) ● Niet in staat gevaarlijke lading op te slaan: – IIB: Grenswaarde voor de maximale capaciteit ≤ 15 pF – IIC: Grenswaarde voor de maximale capaciteit < 5 pF bij motoren uit groep II (gas) – III: Grenswaarde voor de maximale capaciteit < 10 pF bij motoren uit groep III (stof)
Zie ook Machines zonder deklak (Pagina 27)
9.2
Reparatie Neem bij alle werkzaamheden aan de machine de algemene veiligheidsvoorschriften (Pagina 13) in acht evenals de eisen die EN 50110‑1 stelt aan de veiligheid van elektrische installaties. Opmerking Neem, indien de machine dient te worden getransporteerd, het hoofdstuk "Transporteren in acht.
Opmerking Service Center Wendt u zich tot het Service Center, als u ondersteuning bij de inspectie,onderhoud of reparatie nodig heeft.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
91
Onderhoud 9.2 Reparatie
9.2.1
Reserve-onderdelen stilstandverwarming WAARSCHUWING Explosiegevaar Door een onvakkundige aanpak bij de reparatie van de stilstandverwarming, bv. door het gebruik van niet toegelaten of niet gecontroleerde vervangdelen kan het tijdens het bedrijf van de machine in een explosieve atmosfeer tot explosie komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. De reparatie van de stilstandverwarming en de daarna noodzakelijke onderdeelcontrole mag uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd vakpersoneel van het Service Center, omdat hiervoor uitgebreide vakkennis vereist is. Er mogen alleen toegelaten en gecontroleerde vervangstukken worden gebruikt.
92
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Reserve-onderdelen 10.1
10
Bestelgegevens Geef bij het bestellen van reserveonderdelen naast de precieze benaming van de onderdelen ook altijd het machinetype en het productienummer aan.
Let erop dat de onderdelenbenaming overeenstemt met de benaming in de onderdelenlijsten en vul het bijhorende onderdeelnummer aan.
Voorbeeld:
Lagerschild, DE-zijde (Deel 105)
Machinetype ANGK-112MB-04C
Serienummer LDX/30000001
Machinetype en serienummer staan vermeld op de infoplaatjes en in de technische gegevens.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
93
Reserve-onderdelen 10.3 Aankoop van onderdelen in de vrije handel Het serienummer is bijkomend op de kopkant van het asuiteinde aan de DE-kant ingestempeld.
10.2
Vervanging van wentellagers
Walslager Voor het vervangen van walslagers is naast de lagermarkering ook de letter achter de benaming van de lageruitvoering noodzakelijk. Beide tekens staan vermeld op het smeerplaatje en in de machinedocumentatie of zijn op het ingebouwde lager af te lezen.
10.3
Aankoop van onderdelen in de vrije handel WAARSCHUWING Explosiegevaar Als u andere delen dan de originele onderdelen gebruikt, is het ontstekingsbeveiligingstype niet meer gewaarborgd. Tijdens het bedrijf kan het in een explosieve atmosfeer tot een explosie komen. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. ● Gebruik voor explosiebeveiligde machines alleen originele onderdelen; dit geldt ook voor componenten zoals dichtingen, klemmen, kabel- en leidinginvoerstukken. Bij vragen kunt u zich tot het Service Center van Siemens wenden. ● Gelijkwaardige genomeerde delen zoals schroeven kunt u in de vrije handel vinden.
94
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Reserve-onderdelen 10.4 Reserve-onderdelen stilstandverwarming
10.4
Reserve-onderdelen stilstandverwarming WAARSCHUWING Explosiegevaar Door een onvakkundige aanpak bij de reparatie van de stilstandverwarming, bv. door het gebruik van niet toegelaten of niet gecontroleerde vervangdelen kan het tijdens het bedrijf van de machine in een explosieve atmosfeer tot explosie komen. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. De reparatie van de stilstandverwarming en de daarna noodzakelijke onderdeelcontrole mag uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd vakpersoneel van het Service Center (Pagina 109), omdat hiervoor uitgebreide vakkennis vereist is. Er mogen alleen toegelaten en gecontroleerde vervangstukken worden gebruikt.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
95
Reserve-onderdelen 10.5 Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 071 tot 132
10.5
Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 071 tot 132
,0%
,0%
Beeld 10-1
Onderde‐ len
D-DN000-0007
Benaming
Onderde‐ len
1.03
Statorpakket met wikkeling
4.18
Slingerring
1.06
Statorbehuizing
4.24
Gammaring
2.00
As met rotor
4.34
Compensatieschijven
2.01
Inlegspie
4.44
Gammaring
3.01
Lagerplaat, DE-zijde
5.10
Ventilatorkap
3.08
Flensschijf
5.11
Beschermkap
3.21
Lagerplaat, NDE-zijde
5.56
Ventilator
4.01
Walslager DE-zijde
6.00
Aansluitkast
4.05
Walslager NDE-zijde
Nummer
96
Benaming
Nummer
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Reserve-onderdelen 10.6 Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 160 tot 280
10.6
Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 160 tot 280
,0% ,0%
Beeld 10-2
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
E-AN000-0004
97
Reserve-onderdelen 10.6 Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 160 tot 280
Onderde‐ len
Benaming
Onderde‐ len
1.00
Stator compleet
4.18
Slingerring AS
2.00
Rotor, compleet (uitgebalanceerd)
4.24
Dichtring AS, extern
2.01
Inlegspie
4.30
Deksel voor vetsmeerpot BS, extern
3.01
Lagerschild AS
4.32
Deksel voor vetsmeerpot BS, intern
3.08
Flensschijf AS
4.34
Compensatieschijf BS
3.21
Lagerschild BS
4.38
Deksel voor vetsmeerpot, extern
4.00
Lagerschild BS
4.44
Dichtring BS, extern
4.01
Lager AS
4.54
Nasmering BS
4.05
Lager BS
5.10
Ventilatorkap, compleet
4.10
Deksel voor vetsmeerpot AS, extern
6.00
Aansluitkast
4.12
Deksel voor vetsmeerpot AS, intern
Nummer
98
Benaming
Nummer
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Reserve-onderdelen 10.7 Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 315
10.7
Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 315
,0%
,0%
Beeld 10-3
Onderde‐ len
E-AN000-0005
Benaming
Onderde‐ len
1.00
Stator compleet
4.18
Slingerring AS
2.00
Rotor, compleet (uitgebalanceerd)
4.24
Dichtring AS, extern
2.01
Inlegspie
4.30
Deksel voor vetsmeerpot BS, extern
3.01
Lagerschild AS
4.32
Deksel voor vetsmeerpot BS, intern
3.08
Flensschijf AS
4.34
Compensatieschijf BS
3.21
Lagerschild BS
4.38
Deksel voor vetsmeerpot, extern
Nummer
Benaming
Nummer
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
99
Reserve-onderdelen 10.7 Lijst met reserve-onderdelen bouwgrootte 315 Onderde‐ len
Benaming
Nummer
Onderde‐ len
Benaming
Nummer
4.00
Lagerschild BS
4.44
Dichtring BS, extern
4.01
Lager AS
4.54
Nasmering BS
4.05
Lager BS
5.10
Ventilatorkap, compleet
4.10
Deksel voor vetsmeerpot AS, extern
6.00
Aansluitkast
4.12
Deksel voor vetsmeerpot AS, intern
100
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Reserve-onderdelen 10.8 Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 071-160
10.8
Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 071-160
Beeld 10-4
E-9-101_162-0001
Onder‐ deelnum‐ mer
Benaming
Onder‐ deelnum‐ mer
Benaming
6.03
Aansluitkast, onderste gedeelte
6.14
Draagplaat
6.05
Aansluitkast, deksel
6.15
Klemplank compleet
6.13
Aansluitkast afdichting
6.17
Extra klemmen
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
101
Reserve-onderdelen 10.9 Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 180-225
10.9
Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 180-225
Beeld 10-5
E-9-101_208-0001
Onder‐ deelnum‐ mer
Benaming
Onder‐ deelnum‐ mer
Benaming
6.03
Aansluitkast, onderste gedeelte
6.15
Klemplank compleet
6.05
Aansluitkast, deksel
6.17
Extra klemmen
6.13
Aansluitkast afdichting
102
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Reserve-onderdelen 10.10 Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 250 tot 355
10.10
Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 250 tot 355
Beeld 10-6
E-9-101_285-0001
Onder‐ deelnum‐ mer
Benaming
Onder‐ deelnum‐ mer
Benaming
6.03
Aansluitkast, onderste gedeelte
6.14
Draagplaat
6.05
Aansluitkast, deksel
6.15
Doorvoerklem
6.07
Doorvoerplaat
6.17
Extra klemmen
6.10
Kabeldoorvoering
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
103
Reserve-onderdelen 10.10 Lijst met reserve-onderdelen aansluitkast ontstekingsbescherming "Ex e" bouwgrootte 250 tot 355
104
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Afvalverwijdering 11.1
11
Inleiding De bescherming van het milieu en het sparen van de resources zijn voor ons streefdoelen met een hoge prioriteit. Een wereldwijd milieumanagement volgens ISO 14001 zorgt voor de naleving van de wetten en stelt hoge normen. Reeds bij de ontwikkeling van onze producten zijn een milieuvriendelijke vormgeving, technische veiligheid en een goede bescherming van de gezondheid belangrijke streefdoelen. In het volgende hoofdstuk vindt u aanbevelingen voor een milieuvriendelijke verwijdering van de machine en haar componenten. Volg de lokale voorschriften bij de verwijdering.
11.2
Demontage voorbereiden De demontage van de machine moet door gekwalificeerd personeel met de juiste vakkennis worden uitgevoerd, resp. worden gecontroleerd. 1. Neem contact op met een afvalverwerkend bedrijf in uw buurt. Maak duidelijk in welke kwaliteit de demontage van de machine resp. de aflevering van de componenten moet gebeuren. 2. Neem de vijf veiligheidsregels in acht. (Pagina 13). 3. Verbreek alle elektrische aansluitingen en verwijder alle kabels. 4. Verwijder alle vloeistoffen zoals olie en koelvloeistoffen. Vang de vloeistoffen gescheiden op en verwerk ze op de juiste wijze. 5. Los de bevestigingen van de machine. 6. Transporteer de machine op een plaats die geschikt is voor de demontage.
Zie ook Onderhoud (Pagina 77)
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
105
Afvalverwijdering 11.4 Componenten verwijderen
11.3
Machine demonteren Demonteer de machine volgens de algemene werkwijze die typisch is voor de machinebouw. WAARSCHUWING Machinedelen kunnen vallen De machine bestaat uit zware delen. Deze delen kunnen bij het demonteren vallen. Het negeren van deze waarschuwing kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken. Zorg ervoor, dat machineonderdelen niet kunnen vallen voordat u ze losmaakt.
11.4
Componenten verwijderen
Onderdelen De machines bestaan voor een groot deel uit staal en uit verschillende onderdelen van koper en aluminium. Metalen werkstoffen gelden algemeen als onbeperkt recycleerbaar. Scheid de onderdelen voor de recyclage volgens de volgende categorieën: ● Staal en ijzer ● Aluminium ● Gemengd metaal, bv. wikkelingen De isolatie van de wikkeling wordt bij de recyclage van koper verast. ● Isolatiematerialen ● Kabels en leidingen ● Elektronisch schroot
Hulpstoffen en chemicaliën Scheid de hulpstoffen en chemicaliën voor de verwijdering bv. volgens onderstaande categorieën: ● Olie ● Vetten ● Reinigings- en oplossmiddelen ● Lakresten ● Anticorrosiemiddel ● Koelmiddeladditieven zoals inhibitoren, antivriesmiddelen of biociden Verwijder de gescheiden componenten volgens de lokale voorschriften of via een afvalverwerkend bedrijf. Dit geldt ook voor doeken en poetsmiddelen waarmee de werkzaamheden aan de machine werden uitgevoerd.
106
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Afvalverwijdering 11.4 Componenten verwijderen
Verpakkingsmateriaal ● Neem indien nodig contact op met een afvalverwerkend bedrijf. ● Houtverpakkingen voor het zeetransport bestaan uit geïmpregneerd hout. Let op de lokale voorschriften. ● De folie van de afdichtverpakking is een aluminiumlaagfolie. Ze kan thermisch gerecycleerd worden. Vuile folies moeten via de afvalverbranding worden verwijderd.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
107
Afvalverwijdering 11.4 Componenten verwijderen
108
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Service en support A.1
A
Siemens Industry Online Support De details over de uitvoering van deze elektrische machine alsmede over de toegelaten bedrijfsvoorwaarden zijn in deze bedieningshandleiding beschreven.
Service op locatie en reserveonderdelen Als u een beroep wilt doen op de service op locatie of als u reserveonderdelen nodig heeft, wendt u dan tot uw locale verkooppartner. Hij zal contact opnemen met de bevoegde Klantenservice.
Technische vragen of aanvullende informatie Als u vragen of opmerkingen heeft of verdere informatie nodig heeft, gelieve u dan tot de Klantenservice van Siemens te wenden. Gelieve daartoe de volgende machinegegevens bij de hand te houden: ● Machinetype ● Machinenummer Deze gegevens vindt u op het kenplaatje van de machine. Contact met de centrale Technical Support voor onze klanten in Duitsland +49 911 895 7222 +49 911 895 7223
[email protected] (mailto:
[email protected]) Aanspreekpartners voor klanten buiten Duitsland: http://support.automation.siemens.com/WW/view/de/16604999 (http:// support.automation.siemens.com/WW/view/en/16604999). U kunt de volgende telefoonnummers ook rechtstreeks tijdens de locale werktijden bellen; u bereikt dan een aanspreekpartner in de betreffende landstaal. Amerika +1 423 262 5710 +1 423 262 2231
[email protected] (mailto:
[email protected])
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
109
Service en support A.2 RoHS - beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen Azië / Pacific +86 10 6475 7575 +86 10 6474 7474
[email protected] (mailto:
[email protected])
Zie ook http://www.siemens.com/automation/support-request (http://www.siemens.de/automation/ support-request)
A.2
RoHS - beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen Conform RoHS ("Restriction of certain Hazardous Substances" ) vervangen we uitgaand van de stand van de techniek milieugevaarlijke stoffen door ongevaarlijke stoffen. Daarbij heeft de veiligheid in het bedrijf en bij de handhaving steeds prioriteit.
110
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
B
Technische gegevens en tekeningen B.1
Aanhaalmomenten voor boutborgingen Boutborgingen ● Schroeven of moeren die samen met borgende, verende en/of krachtverdelende elementen zijn gemonteerd, moeten bij de montage weer met dezelfde functionele elementen zijn uitgerust. Vervang daarbij principieel vormvaste veiligheidselementen. ● Zeker met vloeibare kunststof gezekerde windingen bij het samenschroeven terug overeenkomstig, bv. met Loctite 243. Aanhaalmomenten Voor boutborgingen met metalen oplegvlakken zoals lagerschilden, bouwdelen met lagerinzetstukken, op de behuizing van de staander aangeschroefde delen van de aansluitkasten gelden overeenkomstig de grootte van de schroefdraad de volgende aanhaalmomenten: Tabel B-1
aanhaalmomenten van schroefverbindingen met een tolerantie van ± 10%
Geval
M4
M5
A
1,2
2,5
4
8
13
20
40
52
80
150
-
-
-
-
Nm
B
1,3
2.6
4.5
11
22
38
92
180
310
620
108 0
170 0
260 0
420 0
Nm
C
3
5
8
20
40
70
170
340
600
120 0
200 0
310 0
470 0
750 0
Nm
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
M6
M8
M10 M12 M16 M20 M24 M30 M36 M42 M48 M56
111
Technische gegevens en tekeningen B.1 Aanhaalmomenten voor boutborgingen Voorbeelden van gebruik De hierboven vermelde aanhaalmomenten gelden voor volgende toepassingsgevallen: ● Geval A Voor elektrische aansluitingen waarbij het toegestane aanhaalmoment over het algemeen is begrensd door het materiaal van de bouten en/of de belastbaarheid van de isolatoren, uitgezonderd stroomrailverbindingen volgens geval B. ● Geval B Voor bouten in bouwdelen met een geringe stabiliteit, bv. aluminium of voor bouten van de sterkteklasse 8.8 volgens ISO 898-1. ● Geval C Voor bouten van de sterkteklasse 8.8 of A4-70 (volgens ISO 898-1), echter uitsluitend in combinatie met bouwdelen met een hogere stevigheid, bijv. gietijzer, staal of gietstaal. Opmerking Afwijkende aanhaalmomenten De hiervan afwijkende aanhaalmomenten voor elektrische aansluitingen en voor boutborgingen van bouwdelen met bijgevoegde vlakke afdichtingen of isolatiedelen staan vermeld in de betrokken paragrafen en in de getekende afbeeldingen.
112
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Kwaliteitsdocumenten C.1
C
IECEx-certificaat Indien beschikbaar, kunt u het IECEx-certificaat via internet verkrijgen via de volgende link:
http://iecex.iec.ch/iecex/iecexweb.nsf/Home?OpenForm
De IECEx ID voor het IECEx-certificaat vindt u op het typeplaatje van de machine of op het extra plaatje voor de explosiebescherming.
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
113
Kwaliteitsdocumenten C.1 IECEx-certificaat
1.
Vult u hiertoe de IECEx ID in, in het veld "Quick access".
U verkrijgt vervolgens toegang tot het certificaat.
2. Wanneer u op de weergegeven pagina geheel naar beneden scrollt, kunt u het certificaat als PDF-bestand openen en downloaden.
114
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Kwaliteitsdocumenten C.2 EG-conformiteitsverklaring
C.2
EG-conformiteitsverklaring
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
115
Kwaliteitsdocumenten C.3 EG-conformiteitsverklaring zone 21 of 22
C.3
116
EG-conformiteitsverklaring zone 21 of 22
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Kwaliteitsdocumenten C.3 EG-conformiteitsverklaring zone 21 of 22
Industry
Anlage zur EG Konformitätserklärung Geräte-Staubexplosionsschutz durch Gehäuse "tb"
Appendix to EC Declaration of Conformity Equipment dust ignition protection by enclosure "tb" Gerät Equipment Typ Alternativer Typ type alternative type A***-071**-** 1PS*07*-*****-**** E***-071**-** 1PS*07*-*****-**** D***-071**-** 1MD*07*-*****-**** A***-080**-** 1PS*08*-*****-**** E***-080**-** 1PS*08*-*****-**** D***-080**-** 1MD*08*-*****-**** A***-090**-** 1PS*09*-*****-**** E***-090**-** 1PS*09*-*****-**** D***-090**-** 1MD*09*-*****-**** A***-100**-** 1PS*10*-*****-**** E***-100**-** 1PS*10*-*****-**** D***-100**-** 1MD*10*-*****-**** A***-112**-** 1PS*11*-*****-**** E***-112**-** 1PS*11*-*****-**** D***-112**-** 1MD*11*-*****-**** A***-132**-** 1PS*13*-*****-**** E***-132**-** 1PS*13*-*****-**** D***-132**-** 1MD*13*-*****-**** A***-160**-** 1PS*16*-*****-**** E***-160**-** 1PS*16*-*****-**** D***-160**-** 1MD*16*-*****-**** A***-180**-** 1PS*18*-*****-**** E***-180**-** 1PS*18*-*****-**** D***-180**-** 1MD*18*-*****-**** A***-200**-** 1PS*20*-*****-**** E***-200**-** 1PS*20*-*****-**** D***-200**-** 1MD*20*-*****-**** A***-225**-** 1PS*22*-*****-**** E***-225**-** 1PS*22*-*****-**** D***-225**-** 1MD*22*-*****-**** A***-250**-** 1PS*25*-*****-**** E***-250**-** 1PS*25*-*****-**** D***-250**-** 1MD*25*-*****-****
EG-Baumusterprüfbescheinigung EC-Type Examination Certificate BVS 11 ATEX E 006 BVS 14 ATEX E 101 BVS 11 ATEX E 053 X BVS 13 ATEX E 129 X BVS 11 ATEX E 014 BVS 14 ATEX E 092 BVS 11 ATEX E 027 X BVS 13 ATEX E 128 X BVS 11 ATEX E 092 BVS 14 ATEX E 089 BVS 11 ATEX E 015 X BVS 13 ATEX E 098 X BVS 11 ATEX E 105 BVS 14 ATEX E 079 BVS 10 ATEX E 155 X BVS 13 ATEX E 127 X BVS 11 ATEX E 112 BVS 14 ATEX E 070 BVS 10 ATEX E 159 X BVS 13 ATEX E 126 X BVS 11 ATEX E 118 BVS 14 ATEX E 053 BVS 10 ATEX E 123 X BVS 13 ATEX E 099 X BVS 11 ATEX E 126 BVS 13 ATEX E 086 BVS 11 ATEX E 012 X BVS 13 ATEX E 019 X BVS 11 ATEX E 010 BVS 13 ATEX E 077 BVS 11 ATEX E 047 X BVS 13 ATEX E 017 X BVS 11 ATEX E 005 BVS 13 ATEX E 056 BVS 11 ATEX E 020 X BVS 13 ATEX E 012 X BVS 11 ATEX E 017 BVS 13 ATEX E 095 BVS 11 ATEX E 046 X BVS 12 ATEX E 103 X BVS 11 ATEX E 034 BVS 12 ATEX E 109 BVS 11 ATEX E 030 X BVS 11 ATEX E 045 X
Gerät Equipment Typ Alternativer Typ type alternative type A***-280**-** 1PS*28*-*****-**** E***-280**-** 1PS*28*-*****-**** D***-280**-** 1MD*28*-*****-**** A***-315**-** 1PS*31*-*****-**** E***-315**-** 1PS*31*-*****-**** D***-315**-** 1MD*31*-*****-**** A***-355**-** 1PS*35*-*****-**** E***-355**-** 1MV*35*-*****-**** 1PS*35*-*****-**** D***-355**-** 1MD*35*-*****-**** 1MV*35*-*****-**** A***-400**-** 1PS*40*-*****-**** E***-400**-** 1MV*40*-*****-**** 1PS*40*-*****-**** D***-400**-** 1MV*40*-*****-**** 1PS*45*-*****-**** D***-450**-** 1MV*45*-*****-**** A***-500**-** 1PS*50*-*****-**** E***-500**-** 1MV*50*-*****-****
EG-Baumusterprüfbescheinigung EC-Type Examination Certificate BVS 11 ATEX E 125 BVS 12 ATEX E 113 BVS 11 ATEX E 051 X BVS 12 ATEX E 029 X BVS 11 ATEX E 123 BVS 11 ATEX E 025 X BVS 12 ATEX E 051 X BVS 10 ATEX E 077 BVS 11 ATEX E 003 X BVS 13 ATEX E 120 X BVS 10 ATEX E 078 BVS 11 ATEX E 162 X BVS 11 ATEX E 084 X BVS 13 ATEX E 114
Rev. AQ-1
Seite 2 von 2
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
117
Kwaliteitsdocumenten C.3 EG-conformiteitsverklaring zone 21 of 22
118
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Kwaliteitsdocumenten C.4 Gegevensinformatie
C.4
Gegevensinformatie
Siemens Aktiengesellschaft
SIEMENS
Postfach 1164 D-94095 Ruhstorf
R-No. 20000h
INVERTER OPERATION OF EXPLOSION-PROTECTED LOW VOLTAGE THREE-PHASE MOTORS IN PROTECTION TYPE FLAMEPROOF ENCLOSURE AND PROTECTION TYPE N (NON-SPARKINGl FOR THE TEMPERATURE CLASSES TI-T4 Inverter operation of explosion-protected motors is allowed, when the following requirements are met: I. The output voltage of the inverter is to be adjusted in such a way that in the frequency range up to the rated frequency of the motor an almost linear relationship between the (fundamental) voltage and the (fundamental) frequency is kept, i.e. the practically constant motor tlux must be kept in accordance with the rated data. Motors operating above the 1. 1 fold rated frequency are only permitted if a corresponding rating plate for inverter operation is fixed on the motor. 2.
IcOflti'l. is the value to which the inverter management limits the current in continuous duty. Icontin. is to be adjusted to the continually pennitted motor rated current as a maximum in accordance with the rating plate
for inverter operation attached to the motor or in conformity with the value detennined in the describing documents for inverter operation (R-No.). 3. l'hO
tshon is to be adjusted to 60 s at a maximum.
5. The built-in temperature sensors (PTC thermistors) which must be suitable for sole protection are to be connected to a tripping device provided with the EC type examination certificate, like e.g. CK140: PTB 04 ATEX 3038 or CKI44/145: PTB 02 ATEX 3059, according to Directive 94/9/EC. 6 . Voltage peaks (especially for PWM inverters with long motor cable) a) The design of the terminal box conceming the air and creepage distances allows the inverter operation with voltage peaks (OLL �Maximum value of the conductor-to-conductor voltage and line-to-earth voltage) up to
OLE Maximum value ofthe 0 � 1866 V which is not allowed to be exceeded for explosion protection reasons. �
b) To avoid the formation of partial discharges it is required for Ex nA machines that the voltage at the motor terminals is limited, depending on the rise time to values which are below the characteristic curve of the chart "Dielectric strength curve" (see diagram below). In order not to limit the service life this is recommended for Ex d motors.
Ruhstorf, 20 12-09-10
Siemens Aktiengesellschaft
Dr. Klaus Neupert
$pUn".,Ilr.. Ughlll��'u: "00
�--� -� � �� � -C�. : :- :�:-:---: -, : : ------;
��
�
t.;
;.v,
K ·
'(Lw," -
ofbauer
····+·+·· �·· 1··+·+··; ..·j..·;··.;.··.(.··�··-; ., ·t ·t---l----:--·,· , - ,...� -:, ·;·· ·· L· , - .. :·····"" ;,-· "" > Ci. " .,... i... ,' . . i'.. i . ,.. ' .., ... j... i ...i . ' .i . " i , ... , -+- . I _
_ .-l-•• J••• �
- •• .
:: n>' ;
"
. . .
.
••
. . •.•••
.... . . .
' " ::: ::::;1'y. + ; ···;·""· ·H···;··,;,,·, ···, ·· ·:·""H· '· ·;···; , -'. :..+ ,...;'..;...'..+..;..! , � : :-i::::::::::::::r:::::::::,:::::::::::: :: :i ::t: : ;: !: r:: "L:·::: :;::':;::;::r:j::: .
.
..
f
j
� I ...; .'. .:. .: . ,...;. ,. ."..:....'... i ..,...i i...' , :...:...,...i..., " : , ' ' ...i i .'...! _ I ··'··:··,···.····;···;···;···,··,····;···;···;···;···'··· i··;···.···,····,···,···;··;··;····, ···;···,.···; ...,....;...! .
0,0'
.
•.
'
. .
0.1
.. .
0.>
.
•.
'
'
•.
..•
.,
.. ...
0.'
0.'
..
o.e
,
'.>
. .
.
U
.)
... ..
,.
"
I.!..)
J:\LGR08\QM\QME\PrOffeld\FORM\r·nr\r·nr.20000h_EN.doc
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
119
Kwaliteitsdocumenten C.4 Gegevensinformatie
120
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Index A
D
Aanbouwdelen, 42 Aangedreven element, 50 Aanhaalmomenten, 53 Schroefverbinding, 111 Standaardkabelschroefverbindingen, 59 Aansluitkast onderhouden, 89 sluiten, 61 Aansluitleidingen Selectie, 53 Aardingssysteem gemaasd, 40 Afmetingen voetruimte, 43 Afsluitstop bevestigd, 57 Afvalverwijdering Chemicaliën, 106 Onderdelen, 106 Alternatieve vetsoorten, 87 Aluminiumgeleider, 60 Axiale kracht, 51 Axiale spleet, 48
Demontage Afvalverwijdering, 105 Dempende kern, 40 Doorsnede van de aardgeleider, 55 Draairichting, 56 Drukontlastingsvoorziening, 61
B Balanceerkwaliteit, 50 Balanceertype, 50 Bedoeld gebruik, 24 Bedrijfsonderbrekingen, 71 Wentellager, 72 Bedrijfstype, 27 Bestellen van onderdelen, 93 Boutborging, 111 Brandbare stoffen, 15
C Centreerflens, 48 Condenswater, 46 Contactpersoon, 109 Continue smering, 84 Controles voor de inbedrijfstelling, 63
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
E Elektrische storingen, 73 Elektromagnetische compatibiliteit, 18 Elektromagnetische velden, 19 ESD-richtlijnen, 17 Explosiegevaar, 22, 34, 82, 92, 95 elektrostatische ontlading, 18 Opslagtemperatuur, 79 Reinigen met perslucht, 80 Reserveonderdelen, 94 Stooflaag, 79 Externe ventilator, 26, 28 Onderhoud, 88 uitschakelen, 71
F Fijnuitlijning, 48
G Gebruiksduur van vet, 84 Gehoorschade, 16, 28 Gekwalificeerd personeel, 14 Gelijke-fasefilter, 40 Geluidsemissies, 16, 28 Grenswaarde toerental, 64
H Heringebruikneming, 72 Hijsogen, 31, 32, 44, 45 Hoofdinspectie, 81 Hybride mengsels, 22
121
Index
I
N
IECEx-certificaat, 113 Inlegspie, 51 Inschakelen, 71 Inspectie Storingen, 72, 80 Invoer leidingen bevestigd, 57 Isolatieweerstand, 36, 65, 83 meten, 65 Stilstandverwarming, 68
Nalakken, 90 Nasmeerinrichting, 36, 37 Nasmeerinterval, 85 Nasmeren, 86 Nasmeerinterval, 84 Noodstop, 71
K Kabelinvoeren, 54 Kenplaatje, 24 Klemaanduiding, 55 Kleminrichting voor de rotor Verwijderen, 49 Klemplank, 58 Koelsysteem Storingen, 75
L Lagerstromen verminderen, 39 Laklaag, 25 Lakopbouw, 90 Lakschade, 90 Leiding voor de potentiaalvereffening, 39 Levering, 30
M Machine Machine op de werkmachine uitrichten, 47 neerzetten, 46 Machine-uitvoering, 24 IEC, 23 Mechanische storingen, 74 Meer informatie, 109 Minimale luchtafstanden, 57 Montage Eerste inspectie, 80 Montage voorbereiden, 42
122
O Omleggen, 49 Omvormerdocumentatie, 40 Onderhoud Onderhoudsinterval, 77 ongeboorde invoerplaat, 54 Ontstekingsbescherming, 21, 54 Ontstekingsbescherming Ex t, 24 Ontstekingsbeveiligingstype, 94 Ontstekingsgevaar, 16 O-ringafdichting, 60 Overschrijding van de tolerantie, 29
P Polarisatieindex, 36, 65, 83 Polarisatie-index, 67 Positie van hoogfrequente aarding, 39 Positionering, 48 Potentiaalvereffening, 61
R Radiale kracht, 51 Reparatie Eerste inspectie, 80 Reserveonderdelen, 94, 109 Restgevaren, 27 Restriction of certain Hazardous Substances, 110 RoHS, 110 Roterende delen, 15 Rotorblokkering, 33, 49
S Schakelschema, 55 Service Center, 109 Service op locatie, 109 Smeerplaatje, 85
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
Index
Soorten smeermiddel, 86 Spanning door de omvormer, 40 Standaardkabelschroefverbindingen, 59 Standaarflens, 48 Stilstandverwarming, 28, 70, 71 Inbouw, 92, 95 Isolatieweerstand, 68 Onderhouden, 92, 95 Stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, 15 Stoorspanningen, 18 Stooruitzendingen, 19 Storingen, 69 elektrisch, 73 Inspectie, 72, 80 Koelsysteem, 75 Mechanisch, 74 Wentellager, 74 Storingsbestendigheid, 18 Stroomomvormer, 70 Systeemeigen frequenties, 30 Systeemresonanties, 30
Vethoeveelheid, 84 Vijf veiligheidsregels, 13
W Walslager Vervanging, 94 Wandbevestiging, 43 Wandoppervlakken, 43 Warme oppervlakken, 15 Wentellager Inspectie, 81 Storingen, 74
Z Zwaartepunt, 32, 45
T Te hoge toerentallen, 27 Temperatuurgrenzen, 34 Temperatuurklasse, 70, 71 Toepassingsgebied, 21 Transporteren, 32, 45 Transportschade, 30 Trillingswaarden, 30
U Uitrichten, 46, 48 Voorwaarden, 43 Uitzetting van de machine, 48
V Veiligheidsaanbevelingen Brandbare stoffen, 15 Onderhoudswerken, 77 Roterende delen, 15 Spanningvoerende delen, 14 Stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, 15 Warme oppervlakken, 15 Vergrendelschakeling Externe ventilator, 28 Stilstandverwarming, 28 Vetafsluitingen, 34
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
123
Index
124
LOHER CHEMSTAR 1PS1 Bedieningshandleiding 05/2015
AF EC-Declaration of Conformity (U161) AA R-No.20000h (U165) AD EC-Declaration of Conformity (U163)
Siemens AG Process Industries and Drives Postfach 48 48 90026 NÜRNBERG DUITSLAND
www.siemens.com/drives