Montage & gebruikershandleiding 1399 03 23
Versie 17.01.2005
Geldig voor de serie:
Stoombad-generatoren Cleo Basic
Aanwijzing: De generatoren dienen door vakkundige installateurs en/of handelaren te worden geïnstalleerd resp. in bedrijf te worden genomen. Bij wijzigingen aan het originele produkt of onderdelen ervan, wordt iedere garantieaansprakelijkheid uitgesloten. Bewaar deze handleiding bij uw generator ! _____________________________________________________________________________________________________ Bij het opvolgen van deze aanwijzigingen bent u zeker van een optimale werking van dit produkt. Heeft uw eventueel vragen m.b.t. de installatie, neem dan kontakt op met uw vakhandelaar. Inhoudsopgave
Pagina
0. Inleiding
0.1
Werking van elektrodengeneratoren voor stoombaden
2
1. Installatie
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Afmetingen Montage Wateraansluiting Stoomslang Kondensaat Temperatuurvoeler Elektrische aansluitingen Geadviseerde externe zekeringen voor de verwarmingsspanning
2 3 3 4 4 4 5 6
2. In bedrijfname
2.1 2.2
Voorbereiding voor het in bedrijf nemen Stomen
6 7
3. Bediening
3.1 3.2 3.3 3.4
Stomen met licht Instellen van de kabinetemperatuur Geurstofpomp Kabineverlichting
7 7 7 8
4. Onderhoud
4.1 4.2
Regelmatig onderhoud Cylinder reinigen of vervangen
8 9
5. Diagnostiek
5.1 5.2
Afwijkingen bij gebruik Meldingen bij gebruik
9 10
6. Opties
6.1
Temperatuurvoeler
10
7. Onderdelen
10
1
0. Inleiding: 0.1
Werking van elektrodengeneratoren voor stoombaden
De stoombadgenerator Cleo-Total produceert stoom voor het verwarmen van stoomkabines. Deze beschikt over een verwarmingssysteem, waarmee het water door elektroden, direkt wordt verwarmd. Het leidingwater wordt d.m.v. een inlaatventiel en een speciaal vulsysteem in de cylinder gevoerd. De elektroden, die met de netspanning zijn verbonden, voeren de verwarmingsstroom in het cylinderwater. De stroom verwarmt het water tot het kookpunt en produceert stoom. Bij het eerste gebruik van een nieuwe cylinder, kan er een bepaalde tijd nodig zijn (startfase), tot de maximale capaciteit van de generator bereikt wordt. Deze tijd is afhankelijk van de geleidbaarheid van het leidingwater. Bij zacht water kan deze startfase enkele uren duren. Is deze startfase eenmaal voorbij, dan wordt de maximale capaciteit binnen enkele minuten bereikt. Bij het in gebruik nemen van elke nieuwe cylinder heeft U eenmalig met deze startfase te maken. Door verdamping wordt de concentratie van de mineralen in het cylinderwater verhoogd. Het elektronische regelsysteem zorgt daarom voor het automatisch laten weglopen van bepaalde hoeveelheden sterk gemineraliseerd water, zodat de geleidbaarheid van het cylinderwater wordt gestabiliseerd. De geproduceerde stoom verwarmd de kabine tot de gewenste temperatuur. Een temperatuurregeling regelt de stoomcapaciteit al naar gelang het energieverbruik van de kabine. Daardoor is een stabiele temperatuur van de kabine, bij een optimale capaciteitsinzet alsmede continue stoomafgifte, gewaarborgd. Füllbecher
Heiz-Strom
Elektroden
Dampf-Zylinder Ablass-Ventil Ablass-Kanal Wasser-Einlass
Elektrodengeneratoren produceren stoom met zeer lage druk. Geheel in verhouding daarmee, moet het drukverlies van de stoomleiding resp. de stoominlaat ook zeer laag worden gehouden ( Minder dan 0,1 bar) Een overdruk kan de capaciteit van de generator beïnvloeden.
Installatie: 1.1. Afmetingen Type
Capaciteit
mm
mm
mm
Stoominlaat
Afvoer
Gewicht
Gewicht
A
B
C
Ø mm
Ø mm
Netto kg
Brutto kg
4
3 kW
370
590
215
1 x 22
1 x 22
10
13,5
8
6,1 kW
370
590
215
1 x 22
1 x 22
11
17,5
15
11,4 kW
440
640
300
1 x 35
1 x 22
16
31
23
17,5 kW
440
640
300
1 x 35
1 x 22
17
32
32
24,3 kW
480
680
340
1 x 35
1 x 22
27
52
45
34,2 kW
480
680
340
2 x 35
1 x 22
28
53
A
C
B
1.
2
1.2.
Montage AANWIJZING: Voor montagewerkzaamheden uitsluitend geschoold personeel nemen ! Gebruik tevens alleen originele onderdelen.
Gewenste installatieomstandigheden : Maximale omgevingstemperatuur Minimale omgevingstemperatuur Maximale luchtvochtigheid Netspanning Maximale druk cylinderuitgang Watergeleiding
: : : : : :
40°C 5°C 80% rF, niet kondenserend -8 +10% 0,1 bar 125 – 1250 microSiemens/cm
De stoomgeneratoren zijn uitsluitend bestemd voor het gebruik in combinatie met stoomkabines
Dampfbad-Kabine mit Generator Cleo-Basic Min. 3R Min. 10 % Min. 300 mm
Licht
Temperatur-Fühler
Generator Cleo-Basic
Dampfbad-Kabine
Wasser-Einlass Duftstoff-Pumpe Dampfdüse Ablass
Min. 5%
Zuluft-Ventilator Siphon
1.3 Wateraansluiting Waterkwaliteit: De generatoren Cleo-total kunnen gebruik maken van zacht tot hard water. Het beste is onbehandeld leidingwater De 16 bit-processor past de werkwijze aan de aanwezige omstandigheden aan. Volledig ontzout water mag niet worden toegepast, aangezien de elektrische geleidbaarheid te gering is. Onthard water brengt nauwelijks voordelen en dient alleen weloverwogen te worden toegepast. Een minimale hardheid van 6° D is te adviseren. Ontharders op basis van ionenwisseling maken welliswaar zacht water, maar het zoutgehalte kan echter agressief water produceren, waardoor corrosie van de elektroden kan optreden. Het gebruik van waterontharders moet derhalve goed worden overwogen. De geleidbaarheid van het leidingwater: Moet tussen 125 en 1250 microSiemens/cm liggen. Waterhardheid: Deze wordt naar de internationele Milimol/l calcium en magnesiumionen per liter gemeten (vroeger graden Duitse hardheid). Zacht water Middelhard water Hard water Zeer hard water
: < 1,3 mmol/l : 1,3 – 2,5 mmol/l : 2,5 – 3,8 mmol/l : > 3,8 mmol/l
-
1° DH komt overeen met
: 1,05° Amerikaanse hardheid : 1,25° Engelse hardheid : 1,79° Franse hardheid : 10,0 mg/l CaO : 17,9 mg/l CaCO3 (ppm)
< 7° DH 7° - 14° DH 14° - 21° DH > 21° DH
3
1.3.1 Watertoevoer Let op: Zo mogelijk normaal leidingwater gebruiken. Neem kontakt op met de vakhandel, wanneer behandeld water moet worden gebruikt. Bij installatie dient men zich te houden aan de plaatselijk installatievoorschriften. De waterzijdige installatie moet d.m.v. een stopkraan kunnen worden afgesloten. Waterdruk: Van 1-10 bar (0,1-1Mpa) druk, is direkte aansluiting aan het leidingnet mogelijk. Bij meer dan 10 bar (>1Mpa) druk dient een reduceerventiel te worden geplaatst, ingesteld op 4-6 bar (0,4-0,6 Mpa). Bij waterdrukken lager dan 1 bar, dient U kontakt met de vakhandel op te nemen. Aanwijzing: De waterleiding moet voor het in gebruiknemen van de generator, goed worden doorgespoeld. Een waterfilter adviseren wij om verstopping door verontreiniging in de aanvoer-leiding te voorkomen. Gebruik nooit rubber- of kunststofleidingen als wateraanvoer. Deze leidingen kunnen schuimvorming in de cylinder veroorzaken en daardoor de werking van de generator negatief beïnvloeden.
1.3.2 Waterafvoer De waterafvoer moet met een afschot van 5° worden gelegd. De slang dient in een open sifon uit te monden (zie fig. 6).
Fig.6 3/8"
3/4"
5%
1.4
Stoomslang Let op: De stoomslang dient zo kort mogelijk te zijn. Let altijd op dat de bochten zo ruim mogelijk zijn, wanneer de stoomleiding niet recht kan worden verlegd. De stoomslang moet goed worden ondersteund om een zak in de leiding te voorkomen. De stoomslang mag thermisch niet worden geïsoleerd. De stoom moet ongehinderd door de slang kunnen stromen, zonder hindernissen, versmallingen knikken of deuken. Door verkeerde montage kan tegendruk of kondensaat ontstaan, waardoor een probleemloos funktioneren zal worden beïnvloed. De drukvermindering door de stoomleiding en stoominlaat mag niet hoger zijn dan 0,1 bar. Bij het opstarten van de generator voor oplevering moeten de slangen in warme toestand op mogelijke verandering van worden gecontroleerd. Gebruik de originele stoomslang volgens de onderdelenlijst. Bij de toepassing van andere slangen, is een correct funktioneren niet gewaarborgd. Voor de bevestiging van de slangen, dienen de meegeleverde slangklemmen te worden gebruikt. Bij langere stoomleidingen moet koperen pijp met aangepaste doorsnede worden gebruikt. Bij de toepassing van koperen pijp is een thermische isolatie van 20 mm dikte te adviseren.
Goede installatie
Slecht installatie
Min. 300 mm
Min. 5% Min. 20%
Fig.7
Fig. 8
Fig. 9
Fig.10
Let op: Bij het installeren van een stoomleiding in een kabelgoot, moeten de materialen in de directe omgeving, bestand zijn tegen temperaturen van 100°C.
1.5 Kondensaat Bij het leggen van de stoomleiding dient er op te worden gelet, dat het kondensaat in dezelfde richting kan stromen als de stoom. 4
1.6 Temperatuurvoeler De temperatuurvoeler moet volgens bijliggend schema worden aangesloten. De voeler dient zodanig te worden gemonteerd, dat een juiste temperatuur wordt gemeten. De voeler mag niet door een ander object worden afgedekt. De standaardlengte van de aansluitkabel bedraagt 10 m. Het verlengen van deze kabel moet worden vermeden, onjuiste verbindingen zullen de temperatuurmeting verminken en een correct functioneren beïnvloeden.
1.7 Elektrische aansluitingen Aanwijzing: Alle elektrische installaties moeten door vakkundig personeel worden aangesloten. Voor en tijdens de elektrische werkzaamheden, dienen alle stroomleidingen te worden onderbroken. Plaatselijke voorschriften moeten worden nageleefd. Bij de installatie moet een al-polige onderbrekingskast worden ingebouwd met een kontaktafstand van min. 3 mm. De stoombadgeneratoren behoren tot beschermingsklasse I (elektrische apparaten) en zijn voor het aansluiten aan randaarde gedacht. De betreffende elektroschema’s worden bij elke generator bijgepakt. Het aansluiten dient konform deze schema’s en in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften te worden uitgevoerd. In het aansluitschema is de maximale belasting van de interne circuits aangegeven. Deze belastingen mogen niet worden overschreden. Er mogen geen veranderingen aan de originele bekabeling worden uitgevoerd. Externe componenten mogen uitsluitend aan de daarvoor bestemde klemmen worden aangesloten.
1.7.1 Stuurspanning Algemeen wordt een interne stuurspanning van 230 V gebruikt. De spanning wordt van de klemmen L2 en N genomen De nul-leiding N, bij een 3-fase uitvoering, moet daarom worden aangesloten. Een 6,3 A zekering op de elektronica, zekert de 230 V stroomvoorziening af.
1.7.2 Verwarmingsspanning De stoomgeneratoren Cleo-Basic zijn gemaakt voor de verwarmingsspanningaansluiting, 50 HZ met nul (N) en aarde (PE). De aansluiting voor de verwarmingsspanning moeten via een schakelelement met kontaktpuntwijdte van min. 3 mm plaatsvinden. Al naar gelang de aansluitwaarde moet de doorsnede van de stroomleidingen alsook de afzekering, door een vakman worden bepaald. Wij adviseren, de klemaansluitingen, enige dagen na ingebruikname te kontroleren en vast te draaien. Toestel
Klemmen
Wartelmaat
Wartelmaat
mm2
Verwarmingsspanning
Stuurspanning
4xx
4
PG M16
PG M12
8xx
4
PG M16
PG M12
15xx
6
PG M25
PG M12
23xx
10
PG M25
PG M12
32xx
10
PG M40
PG M12
45xx
16
PG M40
PG M12
=> Extra boringen zijn in de bodem van het huis aanwezig.
1.7.3
Regeling De stoombadgenerator Cleo-Basic regelt de temperatuur van de stoomkabine al naar gelang de ingestelde gewenste waarde automatisch. De stoomhoeveelheid wordt voortdurend aan de energiebehoefte van de cabine, aangepast. Dit garandeert een optimaal energieverbruik. Er is een schema voor aansluiting bijgesloten. Alleen de originele voeler mag worden toegepast.
5
1.8 Geadviseerde externe zekeringen voor de verwarmingsspanning Verwarmings- Type Type Type Type Type Type Type Type Type Type Type Type Type Type Type spanning
422 424 432 434 822 824 832 834 1532 1534 2362 2364 3262 3264 4564
220V
20
16
50
25
50
63
100
230V
20
16
50
25
50
63
100
240V
20
16
35
25
50
63
80
380V
16
10
25
16
25
35
50
70
400V
16
10
25
16
25
35
50
70
415V
16
50
70
10 25 16 25 35 Let op de plaatselijke aansluit- en veiligheidsvoorschriften.
Verder ingebouwde zekeringen Deze zekeringen zijn ingebouwd in de volgende circuits : Verlichting 12 V : Stuurspanning 230V : Geurstofpomp 12 V :
6,3 A 6,3 A 6,3 A
als aansluitklem op de elektronische printplaat op de geurstofdosering
2. In bedrijfname: 2.1 Voorbereiding voor het in bedrijf nemen -
De generator moet correct gemonteerd zijn, zoals in hoofdstuk 1 omschreven staat.
-
De watertoevoer, leidingen en slangen, wateruitlaat, stoomleiding, en elektrische bedrading, moeten door vakkundig personeel volgens de plaatselijke installatie- en veiligheidsvoorschriften overeenkomstig de schema’s worden gemonteerd.
-
Waterdruk op de leiding zetten en toestelschakelaar in pos. „ I “ schakelen.
De stoomgenerator is nu klaar voor gebruik. De automatische, temperatuurgestuurde werking met een gewenste temperatuur van ca 45 °C (fabrieksinstelling), is nu geactiveerd. Het licht in de cabine is ingeschakeld.
Hauptschalter
0
Nur Licht eingeschaltet
automatischer Dampf-Betrieb mit Licht Dampfbetrieb ausgeschaltet In positie „ I “ stoom en kabinelicht ingeschakeld. In positie „ 0 “ stoom en kabinelicht uitgeschakeld.
In positie „ II “ alleen het licht is ingeschakeld (bijv. voor schoonmaakwerkzaamheden).
6
2.2 Stomen Alvorens stoom in te schakelen moeten de voorbereidingen als onder 2.1 aangegeven, worden uitgevoerd. De hoofdschakelaar op het toestel in pos. „ I “ zetten. De automatische werking Na instelling van de gewenste temperatuur, is de stoomgenerator voor automatisch gebruik gereed. Hierna worden de leegloop en vulklep geactiveerd en de cylinder gevuld . Wanneer het water de elektroden bereikt begint de verwarmingsstroom het water te verhitten tot er stoom ontstaat. Afhankelijk van waterkwaliteit en de geleiding van het leidingwater wordt bij het eerste maal starten van een nieuwe cylinder een startfase doorlopen. Pas na enige tijd bereikt de generator de noemcapaciteit. Wanneer de startfase eenmaal doorlopen is , zal bij een volgende start, de noemcapaciteit snel worden bereikt. Bij iedere nieuwe cylinder dient U met een nieuwe startfaserekening te houden.
3. Bediening: 3.1 Stoom en licht De hoofdschakelaar in pos. „ I “ brengen.
3.2 Instellen van de kabinetemperatuur De gewenste temperatuur van de kabine kan met een pot-meter met schaalindeling op de electronica tussen 25 en 55 °C worden ingesteld. (zie fig 11).
3.3
Geurstofpomp
Aansluitingen voor de Cleopatra geurstofpomp 12 V zijn standaard aanwezig. De werking van de pomp kan d.m.v. kodeerschakelaars op de electronica wat betreft pulsatie en interval, handmatig worden ingesteld (Fig 11). Alleen de cleopatra 12 V pomp mag worden toegepast. De geurstofpomp wordt uitsluitend geactiveerd boven een kabinetemperatuur van 35 °C.
Temperature adjustment Einstellung der Temperatur Ajustement de la température 1
Manual drain
2
3
Manueller Ablass
Fragrance adjustment
Vidange manuelle
Einstellung der Duftstoffpumpe Ajustement eukalyptus
Fig. 11
7
Fragrance pump
Fuse 6,3 A
Interval (minutes)
pcb Cleo-Basic
1
2
Temperature adjustment
3
manual drain
adjustment fragrance pump
running time (seconds)
10
2,0
6,6
2,2
4,5
2,4
3,5
2,7
2,5
3,0
2,0
3,4
1,6
4,0
1,4
4,7
1,2
5,7
1,0
7,0
not working
on
on
on
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
Fig.12
3.4
Kabine verlichting
De aansluiting voor kabinelicht van 12 V ac Max 80 W is standaard. De afzekering bedraagt 6,3 A. Is de netschakelaar voor de produktie van stoom in Pos. „ I “ geschakeld dan brandt ook het licht. De schakelaar op II geeft uitsluitend licht (bij schoonmaakwerk).
4.
Onderhoud:
4.1 Regelmatig onderhoud Alle stroomaansluitingen moeten i.v.m.werkzaamheden aan de generator, zoals onderhoud of schoonmaken of wisselen van de cilinder altijd stroomvrij worden gemaakt. Kleppen, watervulsystemen, Stoomcilinder en het leegloopsysteem, moeten regelmatig worden gekontroleerd en zonodig gereinigd. Hetzelfde geldt ook voor andere onderdelen. De toestand van de stoomcylinder moet regelmatig worden geïnspecteerd en tijdig worden gewisseld. Let er vooral op dat de electronica schoon is en niet door invloeden van buitenaf vuil resp. vochtig. Algemeen kunnen wij stellen dat de cilinder en electronica volgens de laatste stand der techniek moeten worden onderhouden. Onderhoud dient te worden genoteerd.
8
4.2 Cylinders reinigen en uitwisselen Het omwisselen van de cilinder mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Laten leeglopen van de cylinder : Wacht tot het water in de cilinder tot kamertemperatuur is afgekoeld. Pas op voor verbrandingsgevaar ! Netschakelaar in pos. „ 1 “ zetten. Voorpaneel openen en de leegloopknop bedienen. Met een druk op de knop, opent u het uitlaatventiel (fig.11). Na een volgende keer drukken, sluit het uitlaatventiel. Zet vervolgens de schakelaar in pos. „ 0 “. Vervolgens dienen alle stroomcircuits stroomvrij te worden gemaakt. Demontage van de cylinder : Cylinderstekkers er af trekken en zijdelingse bevestiging van de cylinder losmaken. Stoomslang losmaken en de cylinder naar boven uit het uitlaatventiel trekken. Reiniging van de cylinder : Uitlaatzeefje verwijderen en met schoon water reinigen. Cylinder eveneens met schoon water reinigen en los materiaal wegspoelen. De afzetting op de elektroden mag niet worden verwijderd. Er mogen geen chemikaliën, zuren, azijn, of andere produkten worden toegepast. De toepassing kan bij later gebruik, schuimvorming in de cylinder veroorzaken, waardoor de goede werking wordt verstoord. Inzetten van een nieuwe cylinder : Overtuig u ervan, dat de O-ring van het uitlaatventiel op de juiste manier is aangebracht en nog goed is. Zet de nieuwe cylinder in de opening en bevestig de stoomslang met een slangklem. Bevestig alle stekkers. Test de werking door het opstarten van de installatie. Door de aanloop(start)fase kan de eerste stoomproduktie even op zich laten wachten. Registreer deze cylinderwisseling.
5. Diagnostiek: 5.1
Afwijkingen bij gebruik
Afwijkingen bij het gebruik kunnen verschillende oorzaken hebben. Controleer in eerste instantie de totale installatie. Hiervoor is vakkennis noodzakelijk. Bij het zoeken adviseren wij :
1. observeren
2. concluderen
3. handelen
Controleer : -
Geleiding van het gebruikte water (aanloopfase bij elke nieuwe cylinder) Montage van de geplaatste stoomslang, ingeklemt, verstopt of sterk gebogen. Functioneren van de temperatuurvoeler. Elektrische aansluitingen. Watervoerende gedeelte (is de stopkraan geopend ?) Inlaatventiel. Filter of inspuiter verstopt of beschadigd Zekeringen
Werd er een gebruiksmelding gegeven ? Wat betekent deze ?
9
5.2
Gebruiksmeldingen
De stoomgenerator Cleo-Basic heeft een 2-kleurig LED signaal op het bedieningspaneel. De LED signalering geeft volgende situaties aan : LED groen > LED groen knipperend > LED rood-rood-rood, rood-rood-rood, > LED rood knipperend > LED rood > LED rood-groen-rood-groen… > LED rood-rood-groen, rood-rood-groen, >
Stoomproduktie. Signaal voor cylinderonderhoud. Max. waterstand in de cylinder is bereikt. De watertoevoer is onderbroken (het toestel schakelt automatisch uit). Overstroom is vastgesteld (het toestel schakelt automatisch uit). Het uitlaatventiel is handmatig geopend. De temperatuurvoeler is niet aangesloten of de verbinding is onderbroken (het toestel schakelt automatisch uit).
6. Opties: Temperatuurvoeler met 10 meter kabel.
7. Onderdelen: Zie onderdelen lijst.
10