Monnikendreef 3 | 2980 Zoersel | T 03 311 77 67 |
INHOUD INLEIDING
3
OPRICHTING EN STATUTAIR DOEL MISSIE
5 5
LEDEN ALGEMENE VERGADERING LEDEN RAAD VAN BESTUUR
7 9
TIJDLIJN HUIZE MONNIKENHEIDE
10
CLIËNTEN 1. Tehuis niet Werkenden 2. Tehuis voor kortverblijf 3. Dagcentrum 4. Beschermd wonen 5. Geïntegreerd wonen 6. Leveren van assistentie aan huis (PAB) 7. Dagbesteding
13 15 21 33 35 37 39 41
PERSONEEL 1. Cijfers 2. Vorming 3. Sociaal overleg 4. Vrijwilligers 5. Introductie nieuw personeel
45 45 49 50 52 53
THEMA’S 1. Thema 1: Een nieuwe woning: uitbreiding en verbouwing van de Orangerie 2. Thema 2: Monnikenhuis en de Orangerie, een stukje geschiedenis wordt afgerond 3. Thema 3: Het Doezelbos 4. Thema 4: Beschermd en Geïntegreerd wonen worden diensten voor inclusieve ondersteuning (DIO) 5. Thema 5: Nieuwe huisvesting voor Geïntegreerd wonen 6. Thema 6: Tevredenheidsonderzoek Tehuis niet Werkenden 7. Thema 7: Feesten in Monnikenheide 8. Thema 8: Externe samenwerking 9. Thema 9: Verbeteringsprojecten logistiek & infrastructuur 10. Thema 10: Kwaliteit en beleidsplan 11. Thema 11: Afscheid nemen
63 65 67 69 71 73 77 79
TERUGBLIK 2009
81
VOORUITBLIK 2010
83
BIJLAGEN: Bijlage 1 – Leden Gebruikersraad Bijlage 2 – Leden Toezichtsraad Beschermd Wonen Bijlage 3 – Samenstelling Comité voor Preventie en Bescherming op de Werkplaats Bijlage 4 – Samenstelling Ondernemingsraad Bijlage 5 – Vaste Vrijwilligers Bijlage 6 – Vrijwilligers familiecafé Bijlage 7 – Vragenlijst tevredenheidsonderzoek Bijlage 8 – Organogram vzw Huize Monnikenheide
85 87 89 91 93 95 87 99
55 59 61
2
INLEIDING Doorheen de volgende 99 pagina’s nemen we u mee terug naar 2009 in Huize Monnikenheide. In de eerste helft van dit jaarverslag zal u heel wat feitenmateriaal vinden. Aansluitend bij deze inleiding is er de vermelding van statuten, missie, visie, leden en bestuurders. Vervolgens wordt het verloop van 2009 chronologisch voorgesteld op een tijdlijn die een overzicht geeft over het voorbije jaar. Daarna wordt in Deel 1 Cliënten en Deel 2 Personeel gewerkt met tabellen, grafieken en bondige analyses om onze cliënten- en personeelsgroep te karakteriseren samen met de evoluties die ze doormaken. We hopen dat de informatie over 2009 in deze beknopte vorm een helder beeld geeft over de mensen die leven in en begeleid worden door Huize Monnikenheide en ook over de mensen die Huize Monnikenheide besturen, er voor werken en dagelijks zorg en begeleiding bieden.
Een aantal thema’s worden grondiger belicht in deel twee. Het gaat om een 11-tal onderwerpen die in 2009 centraal stonden of onze bijzondere aandacht verdienden: - Thema 1: Een nieuwe woning, uitbreiding en verbouwing van de Orangerie - Thema 2: Monnikenhuis en de Orangerie, een stuk geschiedenis wordt afgerond - Thema 3: Het Doezelbos - Thema 4: Beschermd en Geïntegreerd wonen worden Diensten voor Inclusieve Ondersteuning (DIO) - Thema 5: Nieuwe huisvesting voor Geïntegreerd wonen - Thema 6: Tevredenheidsonderzoek Tehuis niet werkenden - Thema 7: Feesten in Monnikenheide - Thema 8: Externe samenwerking - Thema 9: Verbeteringsprojecten logistiek en infrastructuur - Thema 10: Kwaliteit en beleidsplan - Thema 11: Afscheid nemen Aan de hand van deze exemplarische beschrijvingen proberen we u inhoudelijk uitgebreider te informeren over bepaalde aspecten van de werking in 2009.
We ronden het jaarverslag af met een conclusie, een stand van zaken op 31 december 2009. Dit koppelen we aan een eerste kijk op 2010 met een overzicht van de belangrijkste projecten die op stapel staan. Deze terug- en vooruitblik vormen de synthese van dit jaarverslag.
Onze bijzondere dank gaat uit naar alle mensen die in 2009 op de één of andere manier betrokken waren bij Huize Monnikenheide: cliënten, families, medewerkers, vrijwilligers, bestuurders, sponsors, partners, sympathisanten, leveranciers, buren, … Het overzicht dat we in dit jaarverslag mochten schetsen van 2009 werd vorm gegeven door hun enthousiasme, inzet, betrokkenheid en sympathie! Onze bijzondere dank gaat naar u als lezer: voor uw interesse in Huize Monnikenheide, haar mensen en haar projecten! Herman Roelants Voorzitter
Johan Vermeeren
Kris De Koninck
Pedagogisch Directeur
Financieel & Administratief Directeur
3
MISSIE Huize Monnikenheide wil uitmunten in warme én professionele dienstverlening aan mensen met een verstandelijke handicap en hun gezin. VISIE
WAARDEN
~ Professioneel = we kiezen voor kwaliteit. We zijn kritisch tegenover ons werk en vragen ons steeds af waarin we kunnen verbeteren of vernieuwen om wat er is te behouden of te optimaliseren. We organiseren ons goed. Door alle middelen efficiënt aan te wenden, kunnen we meer doen en beter. ~ Warm = we werken voor en met mensen. vanuit een empatische grondhouding zorgen we voor een onthalende en betrokken sfeer. ~ Mensen met een versandelijke handicap én hun gezin zijn onze cliënten.
STRATEGIE
~ pedagogische inzichten introduceren ~ maatschappij-open werken ~ sociale achtergrond van cliënten respecteren ~ innoveren ~ netwerken binnen de sector versterken ~ open staan voor levensbeschouwelijke overtuigingen ~ diversiteit bij medewerkers als meerwaarde zien ~ regelgeving naleven ~ financieel evenwicht bewaren ~ duurzaamheid nastreven ~ ruimtelijke context verzorgen
Kernstrategieën ~ Cliëntgericht handelen = we handelen zorgzaam, vraaggericht en respectvol om de vraag van elke individuele cliënt zo goed mogelijk te beantwoorden. Hiertoe passen we een duidelijk neergeschreven pedagogisch concept toe voor de begeleiding van cliënten. We volgen dit individueel op via hulp- en dienstverleningsplannen. ~ Samenwerken = met een open en respectvolle communicatie en inzet van ieders kwaliteiten werken we aan een gezamenlijk doel. Medewerkers ontwikkelen de juiste competenties om zo te komen tot personeelstevredenheid én een optimaal samenwerkende groep die warme én professionele dienstverlening kan waarborgen. Ondersteunende strategieën ~ werken volgens het kwaliteitssysteem ~ gedifferentieerde werkvormen aanbieden ~ families, vrijwilligers en derden actief betrekken
Hoofdacties beleidsplan 2008 - 2010 ~ de missie, visie, waarden en doelstellingen van Huize Monnikenheide zijn geactualiseerd en gekend bij alle medewerkers ~ competentieontwikkeling is geïntroduceerd als methodiek om medewerkers te ondersteunen ~ het dagprogramma van cliënten met een verhoogde ondersteuningsvraag is ruim en gevarieerd ingevuld ~ het tehuis niet werkenden breidt uit met 5 plaatsen, tot 60 cliënten ~ het geïntegreerd wonen voor 12 cliënten wordt als nieuwe en volwaardige werkvorm uitgebouwd
DOELEN
OPRICHTING EN STATUTAIR DOEL Het ondernemingsnummer van de vereniging is 0473.613.322 De actuele gecoördineerde statuten van de vereniging werden gepubliceerd in de bijlage van het Belgisch Staatsblad van 4 juli 2008 onder het nummer 08118037. De gecoördineerde statuten kunnen geraadpleegd worden via de website www.monnikenheide.be. De vereniging heeft tot statutair doel huizen en instellingen voor personen met een mentale handicap op te richten en te beheren. Tot verwezenlijking van dit doel mag de vereniging alle nodige of nuttige verrichtingen plegen en kan zij roerende en onroerende goederen verwerven. Zij kan samenwerken met andere instellingen die dezelfde of analoge doelstellingen nastreven.
MISSIE In haar zitting van 26 februari 2008 heeft de Raad van Bestuur de volgende missiezin van Huize Monnikenheide goedgekeurd.
Huize Monnikenheide wil uitmunten in warme én professionele dienstverlening aan mensen met een verstandelijke handicap en hun gezin. Achter deze duidelijke missie schuilt een coherente visie die vertrekt vanuit een transparant waardepatroon. Via strategische keuzes worden de doelen nagestreefd die worden gebundeld in het beleidsplan. Uit dit samenhangende geheel leiden we de kerncompetenties af waarover alle medewerkers van Huize Monnikenheide moeten beschikken. Gedreven en deskundige medewerkers vormen de basis voor een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening. Hiernaast wordt schematisch voorgesteld hoe de missie zich verhoudt tot de visie, waarden, strategie en doelstellingen van Huize Monnikenheide.
5
6
LEDEN ALGEMENE VERGADERING De heer Frederik Daeseleire, Grote Parijsstraat 7 te 1980 Zemst De heer Ivo Daeseleire (*), Eglantierlaan 93 te 2610 Wilrijk De heer John De Graef, Tulpestraat 15 te 2860 Sint-Katelijne-Waver De heer Kris De Koninck, Gierledijk 46 te 2340 Vlimmeren De heer Paul Demeester, Monnikendreef 5 te 2980 Zoersel De heer Pieter Demeester, L. Hapstraat 216 te 1040 Brussel Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer (*), Monnikendreef 5 te 2980 Zoersel Mevrouw Klara De Wilde, L. De Boningestraat 11 bus 4 te 2650 Edegem Mevrouw Lisette Embrechts-Willemsens, Kardinaal Cardijnplaats 15 te 2390 Malle De heer Ignace Goethals, Schriek 231 te 2180 Ekeren Mevrouw Christine Van Ussel-Gonnissen, Einhoven 29 te 2980 Zoersel De heer Gilbert Hertecant (*), Waversebaan 117 te 3001 Heverlee De heer Wim Lemmens, Berkenlei 22 te 2900 Schoten De heer Antoine Leurs, J. Buerbaumstraat 47 te 2170 Merksem De heer Geert Noels, Haegenbroekseweg 11 te 2520 Emblem De heer Urbain Penders, St. Servaasstraat 6 te 3500 Hasselt De heer Luc Piens, Grasmarkt 105 bus 40 te 1000 Brussel Mevrouw Gilberte Plessers, G. Schobbenslaan 30 te 2140 Borgerhout De heer Herman Roelants, Oudstrijderslei 86 te 2180 Ekeren Mevrouw Jeanine Van Oostveldt-Dierendonck (*), Lusthofdreef 5 te 2900 Schoten De heer Patrick Van Overwaelle, Frankrijkstraat 85 te 1060 Brussel De heer Johan Vermeeren, R. Keldermansstraat 13 te 2320 Hoogstraten De leden gemerkt met (*) zijn stichtende leden. De Algemene Vergadering van vzw Huize Monnikenheide kwam in 2009 samen op 28 april 2009.
7
8
LEDEN RAAD VAN BESTUUR De heer Kris De Koninck, Gierledijk 46 te 2340 Vlimmeren (mandaat van 2006 tot 2010) De heer Pieter Demeester, L. Hapstraat 216 te 1040 Brussel (mandaat van 2008 tot 2012) Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Monnikendreef 5 te 2980 Zoersel (mandaat van 2008 tot 2012) De heer Ignace Goethals, Schriek 231 te 2180 Ekeren (mandaat van 2008 tot 2012) Mevrouw Christine Van Ussel-Gonnissen, Einhoven 29 te 2980 Zoersel (mandaat van 2009 tot 2013) De heer Wim Lemmens, Berkenlei 22 te 2900 Schoten (mandaat van 2008 tot 2012) De heer Geert Noels, Haegenbroekseweg 11 te 2520 Emblem (mandaat van 2008 tot 2012) De heer Luc Piens, Grasmarkt 105 bus 40 te 1000 Brussel (mandaat van 2009 tot 2013) De heer Herman Roelants, Oudstrijderslei 86 te Ekeren (mandaat van 2007 tot 2011) Mevrouw Jeanine Van Oostveldt-Dierendonck, Lusthofdreef 5 te 2900 Schoten (mandaat van 2008 tot 2012) De heer Patrick Van Overwaelle, Frankrijkstraat 85 te 1060 Brussel (mandaat van 2009 tot 2013) De heer Johan Vermeeren, R. Keldermansstraat 13 te 2320 Hoogstraten (mandaat van 2009 tot 2013) In de Raad van Bestuur neemt Herman Roelants de functie op van voorzitter. Wivina Demeester-De Meyer neemt de functie op van afgevaardigd bestuurder en secretaris. Christine Van Ussel-Gonnissen neemt de functie op van penningmeester. De Raad van Bestuur van vzw Huize Monnikenheide kwam in 2009 7 keer samen op: 17 februari 2009, 23 maart 2009, 28 april 2009 (AV), 23 juni 2009, 17 augustus 2009, 29 september 2009 en 24 november 2009.
Commissaris De heer Harry Van Donink (lidmaatschapsnummer A1748), p/a KPMG, Prins Boudewijnlaan 24 bus d te 2550 Kontich. (mandaat van 2007 tot 2011)
9
Tijdlijn Huize Monnikenheide 2009
Familiecafé + nieuwjaarsdrink 18-01-09
Filmgala Kiwanis Metropolis 29-01-09
Verjaardag Monnikenheide 31-03-09
Nieuwjaarsreceptie personeel 23-01-09
Dag van de Vrijwilliger 05-03-09
jan/09 Aankoop IVO 12-01-09 Bouwvergunning nieuwe woning 19-01-09
Oudercontacten Dagcentrum 27-01-09 28-01-09 Verhuis uit de Orangerie 16-01-09
familiecafé feestmomenten andere nieuwe woning
Familiecafé 02-2009
Valentijnsbrunch 10-02-09
feb/09 Plandag Co-team 04-02-09
Ontvangst Indische delegatie 24-02-09
Familiecafé 03-2009
mrt/09
Familiecafé + Lentemarkt 26-04-09
apr/09 Algemene vergadering vzw Huize Monnikenheide 28-04-09
Truckrun Turnhout 05-06-09 06-06-09 Familiecafé 05-2009
Nekarea 29-05-09
mei/09 Verlenging akte erfpacht 08-05-09
Principieel akkoord VIPA 26-05-09 Start verbouwing nieuwe woning Noordbouw 27-05-09
Familiecafé 06-2009
jun/09
Tijdlijn Huize Monnikenheide 2009 Optreden Eddy Smets & Letty Lanka 17-09-09
Familiecafé 07-2009
Opening Doezel-bos 18-09-09
Familiecafé 08-2009
jul/09
aug/09
Monnikenheide Feest + 1ste Rommelmarkt 20-09-09
sep/09 Audit erkenning Geïntegreerd wonen 30-09-09
familiecafé feestmomenten andere nieuwe woning
Familiecafé 10-2009
Sinterklaasfeest voor bewoners & kinderen personeel 04-12-09
Familiecafé 11-2009
okt/09 Audit rechtpositie minderjarigen 08-10-09
Rondleiding leerlingen SintElisabethschool 10-10-09
nov/09
Eindejaarsfeest MH 22-12-09 Familiecafé + Kerstmarkt 20-12-09
dec/09 Selectie architect Huis aan 't Laar 11-12-09
12
CLIËNTEN In 2009 deden 278 cliënten met een verstandelijke handicap beroep op de dienstverlening van Huize Monnikenheide: Tehuis voor kortverblijf Tehuis niet werkenden Dagcentrum Beschermd wonen Geïntegreerd wonen PAB
erkend voor 10 plaatsen erkend voor 55 plaatsen erkend voor 21 plaatsen erkend voor 14 plaatsen erkend voor 12 plaatsen Assistentie aan huis
ontving 164 cliënten begeleidde 56 cliënten begeleidde 26 cliënten begeleidde 15 cliënten begeleidde 12 cliënten aan 5 cliënten
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH) verleent telkens de erkenning van een aantal plaatsen binnen een werkvorm. In het Tehuis niet werkenden bleef de 56ste cliënt opgenomen in een convenantregeling. Daarbij bieden we overbruggingszorg in afwachting van de realisatie van de huisvesting van vzw De Hoeve. Eind 2009 overleden Ritje Vrebos en Staf Van Dyck, bewoners van het Tehuis niet werkenden. Op 31 december 2009 waren twee van de erkende plaatsen niet ingevuld en was de procedure voor de invulling via de Centrale Registratie Zorgvragen (CRZ) lopende. In het Dagcentrum kiezen we voor een hoger aantal cliënten omwille van de wisselende aanwezigheden en het engagement t.a.v. de wachtenden in de regio rond Zoersel. Tegenover 2008 namen we in 2009 een bijkomende cliënt op in overtal. In 2009 overleed Johan De Muynck, een cliënt die thuis werd begeleid door PAB-assistenten. Het aantal cliënten die begeleid werden in het kader van hun Persoonlijk Assistentie Budget liep daarmee terug van 6 naar 5.
Onderstaande grafiek geeft het verloop weer van het aantal erkende plaatsen per werkvorm over de voorbije 6 jaren. Aangezien voor PAB geen erkenning wordt verleend, wordt hier het aantal cliënten geteld. ERKENDE PLAATSEN PER WERKVORM 60 Tehuis niet werkenden 50
40
30 Dagcentrum 20 Tehuis voor kortverblijf Geïntegreerd Wonen 10
Beschermd Wonen PAB
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
13
In deze grafiek zijn als meest opvallende bewegingen te lezen: dat op 1 januari 2006 zes plaatsen van het Tehuis voor kortverblijf werden omgezet naar 7 plaatsen Tehuis niet werkenden; dat Geïntegreerd wonen voor 12 personen met een verstandelijke handicap werd opgestart in 2008. Wanneer we voor de verschillende werkvormen het aantal werkelijk begeleide cliënten samentellen – uitgezonderd het Tehuis voor kortverblijf, waar we het erkenningsgetal 10 nemen voor de berekening – komen we op 124 begeleide cliënten eind 2009. Dezelfde som voor de voorbije 6 jaren, geeft volgend overzicht van het totaal aantal begeleide cliënten: AANTAL BEGELEIDE CLIËNTEN 140 124 124
120 105
100 100
102
2004
2005
110
80 60 40 20 0 2006
2007
2008
2009
Wanneer we de bestedingsruimte van de voorbije zes jaren in verhouding zetten tot het aantal begeleide cliënten, bekomen we volgend verloop: BESTEDINGSRUIMTE PER CLIËNT 54.000 53.000 52.000 51.000 50.000 49.000 48.000 47.000 46.000 45.000 44.000 2004
2005
2006
2007
2008
2009
In 2009 bedroeg de bestedingsruimte per begeleide cliënt € 52.794,58. Deze grafiek geeft een idee over de mate waarin Huize Monnikenheide er in slaagt werkingsmiddelen te verwerven voor het begeleiden van de cliënten waarmee ze een begeleidingsovereenkomst aanging.
14
1. TEHUIS NIET WERKENDEN WERKENDEN 1.1. Cijfers In het Tehuis niet werkenden woonden op 31 december 2009 53 personen met een matige of ernstige verstandelijke handicap, waarvan 10 in het stelsel Bezigheid en 43 in het stelsel Nursing. Twee plaatsen binnen het nursingstelsel waren op dat moment niet ingevuld wegens twee overlijdens eind 2009. Naast de 53 personen die opgenomen waren binnen de erkenning van 55, werd aan één bijkomende cliënt overbruggingszorg (volgens nursingstelsel) aangeboden via een convenantregeling met vzw De Hoeve (Deurne). De cliëntgroep telde op 31 december 2009 32 mannen en 22 vrouwen. De gemiddelde leeftijd van de cliënten was 56,4 jaar. 79,6% van de cliënten heeft een leeftijd tussen 41 en 70 jaar en 38,9% was 60 jaar of ouder. LEEFTIJDSVERDELING TEHUIS NIET WERKENDEN 2009 18
17
16 14
14 12
12 10 8 6 4
4
3
2
3 1
0 21-30 jaar
31-40 jaar
41-50 jaar
51-60 jaar
61-70 jaar
71-80 jaar
81-90 jaar
1.2. Hulp- en dienstverlening in het Tehuis niet werkenden Laatste dagen van de Orangerie De eerste weken van januari gonsden al van bedrijvigheid. De bewoners van de Orangerie moesten hun huis verlaten om de bouwvakkers de kans te geven deze woning te verruimen en te vernieuwen. Tijdens de verbouwingen zou de Orangerie onbewoonbaar zijn en daarom moest gezocht worden naar een nieuwe woonst voor de cliënten van de Orangerie. Na grondige afweging en gesprekken met de cliënten en hun families en na overleg met de ontvangende woningen werd beslist om vanaf 16 januari de cliënten te laten aansluiten bij verschillende woningen van het Tehuis niet werkenden. Zo vond Jan een enigszins vertrouwde oplossing binnen de Bloesem (hij ging daar al jaren wekelijks eten nadat indertijd Denise van de Orangerie naar de Bloesem verhuisde en hij bleef deze traditie aanhouden, ook na het overlijden van Denise). Roos sloot aan bij de Rode Roos (met zo’n naam kon dat niet anders). Dirk kon terecht bij zijn vrienden van de Kamille (waarmee hij ’s avonds geregeld op de
15
sjotterkesbak ging spelen). En Gust vond een ruime kamer in de Kerselaar waar hij volop zijn eigen programma’s op de TV kon volgen. In de open haardhoek van Monnikenbos werden voor de gelegenheid drie individuele kamers opgebouwd, volgens de timmermanskunsten van de technische dienst, met een eigen woonplek voor Dirk, Roger en Mark. Vlug werd duidelijk dat de huisgenoten voor een boeiende dynamiek zorgden in hun nieuwe thuisomgeving en dat hun aanpassingsperiode opvallend snel en vlot verliep. Nochtans werd van de bewoner en zijn omgeving verwacht dat de jarenlang opgebouwde gewoonten en de huisafspraken werden overgezet naar een nieuwe woongemeenschap met nieuwe (wel enigszins vertrouwde) partners en moest een evenwicht gezocht worden in de interacties en in de verdeling van de territoria. De afwas, de winkelopdrachten, de TV,… werden opnieuw ter discussie gesteld. De bewoners en de begeleiders van de ontvangende woningen hebben hierin, zeer loyaal hun opdracht tot een goed einde gebracht, waarvoor ze een reuze pluim verdienen. Zorg voor oudere personen met een verstandelijke handicap In Huize Monnikenheide hebben we de voorbije jaren op vele vlakken expertise opgebouwd betreffende de zorg voor oudere personen met een verstandelijke handicap en daarnaast ook voor cliënten die vormen van dementie ontwikkelen. Deze expertise maakt dat medewerkers van Huize Monnikenheide vaak gevraagd worden om deel te nemen aan overleg (o.a. werkgroepen palliatieve zorgen, SEN expertisenetwerken), bij te dragen tot wetenschappelijk onderzoek (via Multiplus, Sen, HUB Brussel, …), vorming te geven (bv. gastcollege in het Hoger instituut voor Gezinswetenschappen, opleiding seniorenconsulent) of een lezing te houden. Onderstaande tekst geeft het pedagogisch referentiekader weer betreffende de evolutie in het zorgproces naargelang de wijzigende zorgvraag van de cliënten.
Huize Monnikenheide blijft mee evolueren met het zorgproces bij de cliënten. Binnen Huize Monnikenheide streven we ernaar de ouder wordende cliënten zo lang mogelijk in hun vertrouwde leefomgeving te laten, maar hun zorgondersteuning en zorgaanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de nieuwe zorgvragen, die samenhangen met het ouder worden. We zijn binnen Huize Monnikenheide voorstander van een heterogene woningsamenstelling. Dit betekent dat we bij het samenstellen van de woningen niet vertrekken van een aantal objectieve criteria zoals leeftijd, niveau van handicap, mate van zelfredzaamheid. Richtinggevend voor onze woningsamenstelling zijn de interacties, die er zijn tussen de cliënten. Al een hele tijd geleden werden we op Huize Monnikenheide geconfronteerd met het ouder worden van de bewoners. Daarom startte Huize Monnikenheide al in 1984 met een woning voor ouderen, de Wei. De voornaamste doelstelling was dat deze bewoners op hun eigen ritme konden leven, wat niet wil zeggen dat deze bewoners niet meer deelnamen aan het leven en activiteiten op Monnikenheide. Uiteindelijk bleek de locatie niet toereikend: té ver afgelegen, weinigen kwamen er langs en de bewoners waren zelf té weinig mobiel. In 2003 werden binnen Huize Monnikenheide grote verbouwingswerken uitgevoerd aan woningen van het Tehuis niet werkenden. Hierdoor kregen we de kans om de infrastructuur aan te passen aan de behoeften van de ouderwordende populatie. We kozen toen bewust voor de oprichting van 2 zeer specifieke woningen: de laag tempo woning en de gespecialiseerde zorgwoning: - laag tempo woning: cliënten, die nood hebben aan een aangepast tempo, kunnen hier verblijven. Deze cliënten kunnen nog deelnemen aan de dagbesteding, maar krijgen meer en meer dagbesteding binnen de eigen woning daar zij op hun eigen tempo verzorgd worden en dus niet altijd klaar zijn op de uren van de dagbesteding, voornamelijk van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur. - gespecialiseerde zorgwoning: cliënten, die in een dementeringsproces zitten, kunnen in deze woning opgevangen worden, maar het moet niet. Veel hangt af van de wijze waarop het dementeringsproces verloopt en van de actuele samenstelling van deze woning. Dit betekent enerzijds dat sommige van onze dementerende cliënten in deze woningen verblijven en sommigen ook niet. Dit betekent anderzijds ook dat deze woningen niet enkel dementerende of zorgbehoevende cliënten begeleiden.
16
Het gaat hierbij om accenten, die gelegd worden en niet om een absoluut criterium. Het specifieke aan deze beide woningen is dat ze: - zeer centraal gelegen zijn: doordat vele bewoners naarmate ze ouder worden, minder mobiel
worden, hebben ze zelf minder mogelijkheden om anderen op te zoeken. Door de centrale ligging zien deze bewoners veel meer andere cliënten en begeleiders dan in de andere woningen - een meer uitgebouwde infrastructuur hebben - meer multidisciplinair ondersteund worden: eind 2003 stelden we vast dat het in de toenmalige zorgwoning moeilijk was om de zorg voor deze cliënten verder alleen te dragen. Daarom werd beslist om een multidisciplinair project te starten: de medische en paramedische dienst worden mee ingeschakeld in de dagelijkse begeleiding van de cliënten. Hierdoor kunnen zij vanuit de werkvloer de begeleiders ondersteunen. Op de maandelijkse multidisciplinaire vergaderingen werden de theoretische inzichten over comfortzorg, dementie,… vertaald naar de praktijk waaruit op zijn beurt nieuwe inzichten ontstonden. De dynamiek vanuit de nauwe samenwerking tussen begeleiders en (para)medische disciplines verrijkte de individuele begeleiding van de cliënten en zorgde voor extra motivatie bij het begeleidend personeel Overwegingen bij het verhuizen van cliënten naar een andere woning: - leeftijd: er wordt geen leeftijd vooropgesteld waarop cliënten moeten verhuizen. We gaan uit van de zorgvraag van de cliënt: de ene cliënt van 50 jaar heeft soms nood aan een rustiger tempo, terwijl een andere cliënt van 75 jaar vooral nood heeft aan veel beweging rondom zich (cfr. heterogene woningsamenstelling) - dementie: als één van de cliënten van het Tehuis niet werkenden beginnende symptomen van dementie ontwikkelt, wordt steeds een afweging gemaakt of het wenselijk/mogelijk is dat deze persoon verhuisd. Hierbij worden meerdere vragen gesteld: wat zou de verhuis betekenen voor de cliënt zelf? wat zou de verhuis betekenen voor de familie van de cliënt? wat zou de verhuis betekenen voor de huidige medebewoners? wat zou de verhuis betekenen voor de toekomstige medebewoners? wat zou de verhuis betekenen voor de huidige en toekomstige begeleiders?
-
Het resultaat van deze afweging kan zijn dat de cliënt inderdaad verhuist naar één van de specifieke woningen, maar het kan ook dat deze toch in de huidige woning blijft. In de specifiekere woningen hebben we het voordeel dat de infrastructuur meer aangepast is als de cliënt een verhoogde zorgnood zou hebben en dat de teamleden reeds veel know-how hebben omtrent het begeleiden van dementerende cliënten. Anderzijds kan het zijn dat de cliënt veel gemis zou ervaren als hij zijn huidige medebewoners en begeleiders zou moeten missen. Eén van de bepalende factoren is natuurlijk ook de samenstelling van de woningen op dat moment: is de woning al dan niet voltallig?, wie woont er momenteel?, welke processen hebben zich afgespeeld het laatste jaar (bv. al dan niet recent overlijden van cliënten)? Als we besluiten dat de cliënt niet verhuist, dan streven we ernaar de know-how van de begeleidingsploeg over dementie, indien nodig, uit te breiden. Begeleiders zijn immers vooral ontwikkelingsgericht georiënteerd. De laatste jaren werd er binnen Monnikenheide al heel wat vorming gegeven over volgende thema’s: dementie, haptonomie, belevingsgerichte activiteiten voor ouderen, palliatieve zorgen, enz. Individuele trajecten De cliëntgroep van het Tehuis niet werkenden bleef gekenmerkt door een grote onderlinge verscheidenheid, die niet mag gereduceerd worden tot de groep van oudere en/of extra zorgbehoevende cliënten. Er bleef ook dit jaar nog veel dynamiek en groei zichtbaar in de trajecten die de cliënten doorliepen. De pedagogische begeleiding bleef alert voor de signalen van de cliënten die wezen op wijzigende zorgvragen en ondersteuningspistes.
17
Eén cliënte, Ingrid, tekende haar traject zeer duidelijk uit: ze wenste in een gewone omgeving te gaan wonen in een gewoon gezin. De begeleiding nam haar vraag au sérieux en verduidelijkte onder supervisie van de pedagoog haar ondersteuningsnoden en haar gewenste groeitraject. Uit een gesprek met OPZ Geel kwam het concept van gezinsplaatsing naar voor als een mogelijk antwoord op haar vraagstelling. Na een spannende observatieperiode kon zij begin 2010 haar wens in vervulling laten gaan en in een normale omgeving gaan wonen, onder de hoede van een geëngageerde pleegmoeder. Een traject kan ook andersom verlopen. Na een langdurig ziekte- en revalidatieproces met blijvende fysieke beperkingen heeft Fons, één van de bewoners van het Beschermd wonen, in maart de stap gezet naar een woning op het domein waarin een grotere pedagogische, medische en paramedische ondersteuning kan geboden worden. Fons nam zijn intrek in de Lotus en voelt zich meer geborgen nu zijn eigen fysieke mogelijkheden begrensd zijn. Huize Monnikenheide toonde hiermee haar engagement om een terugvalpositie te bieden voor de cliënten van het beschermd wonen die omwille van een gewijzigde zorgvraag een hogere mate van omkadering en nabijheid van begeleiding nodig hebben. Bij elke vraag in deze zin zal met de cliënt bekeken worden in welke mate een opname op het domein het best aansluit bij de zorgvraag en de eigen keuze van de cliënt, vanzelfsprekend binnen de mogelijkheden die in de werking van het Tehuis niet werkenden voorhanden zijn.
18
19
GASTHEER VOOR POCO-A-POCO PocoPoco-a-poco repeteert in Monnikenbos Eind december 2008 werden wij gecontacteerd door de medewerkers van het VTIM programma “Hart voor Mekaar” dat in het voorjaar van 2009 van start ging. In dit programma werden verenigingen of individuele personen geholpen die zich inzetten voor anderen en die daarbij praktische problemen ondervonden. Wij werden gebeld omwille van de problemen die Poco-a-poco vanaf midden 2009 zou hebben bij de organisatie van hun repetities. Hun repetitieruimte in Oostmalle barstte stilaan uit zijn voegen en de kostprijs ging de hoogte in. Daardoor konden ze hun basisprincipe (laagdrempelig en gratis voor de muzikanten) niet meer aanhouden. Eén van de orkestleden heeft daarom een vraag gericht aan VTM. Poco-a-poco is een 80-koppig orkest, bestaande uit muzikanten met of zonder een handicap. Onder bezielende leiding van Maaike Peeraer (ergotherapeute in het Zwart Goor) is het orkest uitgegroeid tot een gevestigde muzikale waarde en brengen zij jaarlijks verschillende succesvolle concerten. Op hun website www.pocoapoco.be verzamelen ze hun fotomateriaal. Kandidaat-orkestleden moeten na een spannende auditie vaak nog een lange tijd wachten voor ze tot het orkest kunnen toetreden. Renée (Rode Roos) is sinds 2008 één van de muzikanten. Na enkele gesprekken met de productieploeg en na het bekijken van onze mogelijkheden, hebben we beslist om de polyvalente zaal van Monnikenbos ter beschikking te stellen voor de repetities. De zaal voldoet aan de vereiste afmetingen. We kunnen daarbij een mooie organisatie en een zeer geëngageerde stichter-koorleidster een hart onder de riem steken en hen ondersteunen bij hun integrerend initiatief. We verwachten dat deze muzikale avonden extra leven in huis zullen brengen en de bewoners een aangename avond kunnen bezorgen. Op dinsdag 6 januari streek een opnameploeg van VTM neer in Monnikenbos om de “verrassing voor de koorleidster” te filmen. Rani Deconinck kwam samen met de zoon van Maaike de zaal bekijken en mocht van Johan vernemen dat deze gratis ter beschikking kan gesteld worden. Deze “spontane” toezegging werd een tiental malen gefilmd, met steeds weer dezelfde stralende glimlach van Rani. ’s Avonds wachtten de orkestleden Maaike op en bezorgden haar een echt kippenvelmoment door haar luidkeels feestelijk toe te zingen en te spelen. Enkele maanden later toonde het programma ‘Hart voor Mekaar’ de beelden van deze verrassingsdag. De bewoners en medewerkers voelden zich trots dat ze hieraan konden meewerken. Wellicht zal Poco-a-poco in 2010 optreden ten voordele van Huize Monnikenheide.
20
2. TEHUIS VOOR KORTVERBLIJF 2.1. INDICATOREN Na de reconversie van het kortverblijf van 15 naar 9 plaatsen in januari 2006 en de verhoging naar 10 plaatsen in september 2007, werd in 2009 opnieuw een volledig jaar gewerkt met een erkenning van 10 plaatsen. Het kortverblijf wordt georganiseerd in één leefgroep, de Vlinder, met maximaal 11 opnameplaatsen. Daarnaast kunnen kortverblijfcliënten tijdelijk opgevangen worden in een woning van het Tehuis niet werkenden (bv. bij tijdelijke afwezigheid door een vakantieperiode of als cliënt in overtal). In de Raad van Bestuur werd beslist om de werking en het opnameverloop in het kortverblijf te monitoren via vier indicatoren: - De bezettingsgraad; - Het aantal nieuwe aanvragen en het aantal nieuw opgenomen cliënten; - De jaarlijkse uitstroom van cliënten; - De tevredenheid van de gebruikers, uitgedrukt in een periodiek tevredenheidsonderzoek. We bekijken voor elke indicator de resultaten van 2009: Indicator 1 – BEZETTINGSGRAAD De Raad van Bestuur besliste om volgende normen voorop te stellen: - het totale percentage opnames moet minimaal 95% bedragen - het totale percentage erkende opnames moet minimaal 90% bedragen Ter verduidelijking lichten we dit onderscheid even toe. De cliënten die in een Tehuis voor kortverblijf willen opgenomen worden, dienen te beschikken over een ticket van de provinciale evaluatiecommissie (PEC) dat hen toelaat gebruik te maken van het kortverblijf. Bij hun opname spreken we van een erkende opname. De opvangdagen tellen voor het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap mee voor de berekening van de gemiddelde bezetting (de overheid eist minimaal een bezetting van 83,3%). Cliënten kunnen echter ook met een ander “budget” zorg inkopen in het kortverblijf. Cliënten met een Persoonlijke Assistentiebudget (PAB), een Convenantenbudget of een Persoonsgebonden Budget (een vorm van experimentele financiering) kunnen opvangdagen inkopen, maar deze dagen tellen niet mee voor de berekening van de gemiddelde bezetting. Via een interne regel begrensden we dit aantal tot maximaal 15 opvangdagen per cliënt per jaar. Tot slot kunnen cliënten van het tehuis niet werkenden of het beschermd wonen tijdelijk gebruik maken van het kortverblijf (via interne migratie) bij wijze van time out of vakantie. Ook deze opvangdagen tellen niet voor de berekening van de gemiddelde bezetting van het kortverblijf. In 2009 werd een bezettingspercentage van 97,7% gerealiseerd (dus > 95%), waarvan 93,2% door het VAPH erkende bezetting (dus > 90%). 107 opvangdagen werden gerealiseerd voor cliënten met een PAB, 12 dagen voor cliënten met een convenant en 34 dagen voor cliënten uit het Tehuis niet werkenden of Beschermd Wonen. We kunnen hieruit concluderen dat de opnamecapaciteit van het kortverblijf optimaal gebruikt werd voor externe cliënten en een aanvullende dienstverlening betekende voor verschillende interne cliënten uit andere werkvormen. Indicator 2 – INSTROOM VAN NIEUWE CLIËNTEN De Raad van Bestuur stelde op basis van de resultaten van de voorgaande vijf jaar voorop dat jaarlijks 30 nieuwe cliënten moesten instromen en dat deze cliënten 10% van de bezetting zouden moeten uitmaken. Zoals verderop nog concreter wordt toegelicht, overtrof de instroom met 39 nieuwe gebruikers ruimschoots de verwachting en werd een opname gerealiseerd van 11,37% van de opvangdagen.
21
De instroom van voldoende nieuwe gebruikers illustreerde de noodzaak en het belang van het kortverblijf als ondersteunende zorgvorm en bevestigde dat nieuwe cliënten via de bekendmakingsacties vertrouwd zijn met het aanbod van Huize Monnikenheide.
22
Indicator 3 – UITSTROOM VAN GEBRUIKERS Om een beeld te krijgen van de jaarlijkse turnover van de totale cliëntgroep van het kortverblijf, dient naast de nieuwe instroom ook de uitstroom gemonitord te worden. De informatie kan ook gebruikt worden om indicaties te krijgen van eventuele ontevredenheid. In 2009 noteerden we 39 cliënten die niet terugkeerden naar het kortverblijf. Op de 157 cliënten van 2008 betekende dit dat bijna een kwart van de cliënten (24.8 %) in 2009 geen vraag meer stelden of niet konden opgenomen worden. Toevallig deden exact hetzelfde aantal cliënten in 2009 voor de eerste maal een beroep op het kortverblijf en bleef de balans in evenwicht. Redenen voor het afhaken waren: - plaatsing in residentiële voorziening: 18 - geen nieuwe vraag gesteld: 6 - opname in 2008 was n.a.v. een unieke aangelegenheid: 2 - na opname in 2008 geweigerd: 1 - niet ingegaan op nieuw aanbod in 2009: 1 - overlijden: 1 - geen aansluiting vinden bij de cliëntgroep: 2 - onbekend: 8 Zoals we konden vermoeden, stelde bijna de helft van de afvallers geen vraag meer omwille van een definitieve plaatsing in een residentiële setting. Bij de groep “onbekend” zaten hoofdzakelijk cliënten die in 2008 voor de eerste maal een vraag stelden en die niet meer herhaalde in 2009. Bij de evaluatie van het eerste verblijf waren geen signalen van ontevredenheid opgetekend. Mogelijk zullen deze cliënten later terugkeren indien een reële aanleiding zich voordoet. Het relatief hoge percentage afvallers vereist een permanente aandacht voor bekendmaking van het aanbod en het vrijwaren van de ruimte voor nieuwe kennismakingen en opnames. Indicator 4 – TEVREDENHEID VAN DE GEBRUIKERS Zoals uitgestippeld in het kwaliteitsbeleid, wordt voor elke entiteit een periodieke peiling georganiseerd naar de tevredenheid. Voor het kortverblijf wordt deze peiling minimaal om de twee jaar gehouden. Het tevredenheidsonderzoek werd in 2009 verstuurd aan cliënten (en/of hun familie) die gedurende de afgelopen twee jaar gebruik maakten van het kortverblijf. Van de 45 respondenten maakte de grote meerderheid zich bekend, slechts een kleine 9% koos er voor om de vragenlijst anoniem in te vullen. In de vragenlijst werd gepeild naar de bevindingen van de gebruikers op drie domeinen: contacten, opnameverloop en administratie. Op het vlak van contacten werden de beoordelaars gevraagd om hun mening te geven over respectievelijk de sociale, medische, paramedische en pedagogische dienst. Er werd gepolst naar de (telefonische) bereikbaarheid, het gevoel te hebben bij de betrokken dienst terecht te kunnen en de tijd die vrijgemaakt werd om de vraag te behandelen. Logischerwijze is de sociale dienst het best gekend door de respondenten en de overgrote meerderheid laat ons weten erg tevreden te zijn met de manier waarop de contacten verlopen. De overige diensten scoren eveneens goed, al zijn die minder bekend voor circa de helft van de respondenten; ze geven aan er nog geen rechtstreeks contact mee te hebben gehad. Over de diensten heen hebben cliënten en families het gevoel met hun vragen terecht te kunnen en wordt er telkens actief meegezocht om een passend antwoord op de gestelde vragen te vinden. Slechts één invuller gaf een onvoldoende; dit had echter meer te maken met een negatief antwoord op een gevraagde opnameperiode dan wel met het contact op zich. Ook wat betreft het opnameverloop zien we een positieve tendens. Het team van de Vlinder krijgt goede punten voor de manier waarop ze cliënten en hun familie onthalen en weer uitwuiven. Ook de informatie die rond een verblijf gegeven wordt (bv. telefonisch of bij afronding van het verblijf) wordt erg geapprecieerd. Verder wordt aangegeven dat de verzorging van de cliënt tijdens het verblijf ook nauwlettend in het oog gehouden wordt. Een beperkt aantal van de respondenten geeft aan dat de uren van aankomst en vertrek bij opname iets flexibeler zouden kunnen zijn, al geven ze aan dat dit
23
vooral een suggestie is vanuit hun persoonlijke situatie. Eén respondent heeft moeite met de groepssamenstelling (met name de combinatie van volwassenen en kinderen), terwijl de overgrote meerderheid het gevoel heeft dat de samenstelling van de groep een weloverwogen keuze is. In het derde luik van de bevraging, dat peilde naar de bevindingen omtrent administratie, administratie vinden we terug dat alle cliënten en families tevreden zijn over de informatie die Huize Monnikenheide verschaft betreffende de werking en organisatie bij het kennismakingsbezoek en de eerste opname. De meerderheid is positief op de snelheid waarmee opnamevragen beantwoord worden en het aantal positieve antwoorden dat gegeven wordt, zowel wat betreft vragen voor weekends, schoolvakanties als periodes buiten de vakantie. Bij een negatief antwoord wordt een duidelijke motivatie en het mee zoeken naar een alternatieve periode erg gewaardeerd. Cliënten zijn tevreden over de manier waarop eventuele wijzigingen of annulaties verlopen. Een domein waar we kunnen streven naar verbetering is de snelheid waarmee cliënten hun factuur van een voorbije opname ontvangen: een vijfde van de beoordelaars zou graag hebben dat deze wat sneller in hun postbus valt. Tenslotte zijn alle cliënten en families opgetogen over het gebruik van de medicatie- en kledinglijst die ingevuld moeten worden ter voorbereiding van een opname. De globale tendens die we uit deze bevraging kunnen halen is erg positief. Het leert ons dat de inspanningen en de keuzes die we de voorbije jaren maakten, erg geapprecieerd worden door de gebruikers (o.a. het invoeren van een ‘briefsysteem’ om een opnamevraag te doen voor een schoolvakantie). Daarnaast is het opvallend hoe belangrijk persoonlijk contact is en hoe dit een meerwaarde betekent, zowel voor de cliënt als voor zijn netwerk. De antwoorden betekenen een pluim voor alle betrokken medewerkers en ze moedigen hen tegelijkertijd aan om kritisch te blijven omtrent de werking van het kortverblijf en nieuwe, constructieve ideeën uit te werken.
24
2.2. OPNAMES Het lange termijn overzicht van de opnamecijfers toont over de voorbije 20 jaar boeiende informatie over de evolutie in het opnameverloop en de mate waarin het kortverblijf een antwoord kan bieden op de opnamevragen van de gebruikers.
Jaar
Aantal vrouwen
Aantal mannen
Aantal personen
Verblijfsdagen
1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
93 86 97 101 98 95 78 82 82 82 78 79 75 75 81 87 73 74 72 73
92 92 85 85 85 85 102 103 108 103 108 118 121 137 149 146 108 112 85 91
185 178 181 186 183 180 180 185 190 185 186 197 196 212 230 233 181 186 157 164
4.789 4.514 4.995 4.921 4.753 4.636 4.727 4.583 4.771 4.821 4.725 4.891 4.743 5.108 4.784 4.866 3.272 3.409 3.521 3.412
Gemiddeld aantal dagen per persoon
25,98 25,36 27,60 26,46 25,97 25,76 26,26 24,78 25,11 26,06 25,40 24,83 24,20 24,09 20,80 20,88 18,18 18,42 22,43 20,80
Aantal opnames
Gem. duur v/d opname
482 434 435 459 410 427 447 481 575 591 618 618 622 642 607 712 461 457 471 472
9,94 10,40 11,48 10,72 11,59 10,86 10,57 9,53 8,30 8,16 7,65 7,91 7,63 7,96 7,88 6,83 7,10 7,46 7,48 7,23
De 10 plaatsen in het Tehuis voor kortverblijf kenden een hoog rendement: - Het aantal gebruikers zit terug op het gemiddelde van de voorbije 4 jaar (vanaf de reconversie in 2006 van 15 naar 9 en later in 2007 terug naar 10 plaatsen). 164 verschillende cliënten hebben één of meerdere periodes in de Vlinder verbleven. - Het aantal opnames (472) blijft op een zeer hoog niveau en stijgt nog lichtjes tegenover de voorgaande jaren. - De opnameratio blijft met 47,2 opnames per plaats zeer hoog. - De gemiddelde opnameduur daalde naar iets meer dan 20 dagen per cliënt, maar blijft hiermee in de lijn van de voorbije zes jaren. - Het gemiddelde aantal opnames per cliënt ligt op 2,88 wat iets lager is t.o.v. 2008 (3), maar hoger dan 2007 (2,45) en 2006 (2,54). Onderstaande grafiek toont aan dat een groeiend aantal cliënten drie of meer maal werd opgevangen (43,90% in 2009, tegenover 43,3% in 2008, 36,2% in 2007 en 37% in 2006). Verschillende gezinnen doen maandelijks beroep op het kortverblijf, hetzij voor een weekendje, hetzij voor een midweek (of een iets langere periode) om in combinatie met onderwijs, semi internaat of dagcentrum de opvang thuis te kunnen waarborgen.
25
FREQUENTIE VAN OPNAME 2009 70 61
60 50 40
31
30
28
20 11
14 7
10
3
4
7x
8x
2
1
9x
10x
1
0
0
1
0 1x
2x
3x
4x
5x
6x
11x 12x 13x
14x
De opnames blijven vooral van korte duur. Bij 91% gaat het om maximum 2 weken.
Aantal opnames 430 38 4 0 0 0 472
Verblijfsduur 1 – 15 dagen 16 – 31 dagen 32 – 62 dagen 63 – 92 dagen 93 – 150 dagen 151 – 250 dagen Totaal
Bovenstaande cijfers en tendensen bevestigen de keuze van Huize Monnikenheide om het kortverblijf te exploiteren als een hoogrenderende opvangvorm die met een beperkte erkenning van tien plaatsen een maximaal aantal cliënten (164) kan bedienen. Wij stellen de kortdurende gezinsondersteunende opvang prioritair en trachten de druk af te houden van de (evenzeer legitieme) vragen naar lang verblijf die in de feiten een vraag naar permanente opvang verhullen. Wij ondersteunen deze gezinnen en cliënten wel door het aanbieden van verschillende periodes doorheen het jaar, maar blijven anderzijds de verantwoordelijkheid bij het sociale netwerk leggen om te zoeken naar een permanente oplossing. Enkel indien de vervolghulp gekend is, zijn we bereid een langdurige opname (3 maanden of langer) te overwegen.
2.3. BEZETTING Zoals hierboven vermeld, bereikten we in 2009 een erkende bezettingsgraad van 93,2% en bereikten we daarmee de vooropgestelde doelstelling (90%). Hiermee werd de opnamecapaciteit optimaal gebruikt, zeker rekening houdende met de opnames die nog buiten erkenning werd gerealiseerd (4,5%). Het kortverblijf was het grootste deel van het jaar volzet of overbezet (zie volgende grafiek). Enkel in de maanden maart, mei, oktober en december zakte de bezetting onder de 90%.
26
Voor de kortdurende schoolvakanties (krokus, Pasen, herfstvakantie) hadden we ruime wachtlijsten en vele cliënten werden aangemeld voor alle korte vakantie. De wachtlijst was beperkter voor de maanden juli, augustus en voor de kerstvakantie. Buiten de schoolvakanties lagen de opnamevragen beter gespreid. Enkel voor de weekends konden meerdere vragen niet gehonoreerd worden.
GEMIDDELDE BEZETTING 2009 120 100
98,1
98,3 90
95,7
100,6 100
89
97,3
95,3
89,4
83,5
81,6
80 60 40 20 0 Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
O kt
Nov
Dec
2.4. KENMERKEN VAN DE CLIËNTGROEP VAN HET KORTVERBLIJF a. Aard van de handicap Het Tehuis voor kortverblijf heeft een erkenning voor de opvang van personen met een verstandelijke handicap als hoofdhandicap (vermeld op hun erkenning van het VAPH). De cliënten hadden vooral een matige (68) of ernstige/diepe (81) verstandelijke handicap. Personen met een licht verstandelijke handicap (15) bleven een minderheid. Vaak ging de verstandelijke handicap gepaard met bijkomende beperkingen. Bijvoorbeeld bij 16 cliënten was sprake van een motorische beperking en 8 personen waren bedlegerig. Gedragsproblemen en autismespectrumstoornissen kwamen frequent voor. Gelet op de complexiteit van het samenleven in het kortverblijf en de voortdurende wisselingen in de cliëntgroep, werd tijdens de opnamevergadering telkens stil gestaan bij de aard van de problematiek en de mogelijke interferentie met de andere cliënten zodat het verblijf voor alle gebruikers positief kon verlopen. Uit de reacties van de ouders (o.a. via het tevredenheidsonderzoek of bij de ophaalcontacten) merkten we dat zij eveneens veel belang hechtten aan een evenwichtige groepssamenstelling zodat hun kind of familielid zeker een aangenaam verblijf kon beleven. Verschuivingen of aanpassingen van de opnameperiodes waren vanuit dit oogpunt bespreekbaar. Voor de planning van de schoolvakanties ontvingen alle cliënten tijdig een uitnodiging om hun gewenste periodes kenbaar te maken zodat bij de opmaak van het opnameplan maximaal kon rekening gehouden worden met hun vragen en de opnamecapaciteit optimaal kon benut worden. b. Leeftijdsspreiding Het kortverblijf stond open voor cliënten van alle leeftijden. Drie leeftijdscategorieën waren sterk vertegenwoordigd qua aantal cliënten: de jongvolwassenen van 19–25 jaar (24,4%), de pubers en adolescenten 13-18 jaar (17,7%) en de volwassenen van 31-40 jaar (14,6%) kwamen het talrijkste naar Zoersel afgezakt. Bij de pubers en de volwassenen tussen 31 en 40 jaar zagen we vooral de cliënten die in een semiresidentiële setting worden opgevangen (semi-internaat of dagcentrum), waarvan zeker bij de laatste groep de druk op de gezinssituatie (door de verhoogde leeftijd van de ouders) begon toe te nemen.
27
De leeftijdsgroep van 19 tot 25 jaar werd ook op de Centrale Wachtlijst (CRZ) een groeiende probleemgroep die bij de overgang van de minderjarigen naar de meerderjarigenzorg plots geconfronteerd werd met lange wachttijden voor opname in een residentiële context. De druk op deze gezinnen nam zo toe dat een regelmatige opname ter versterking van de draagkracht van het gezin wenselijk werd. Hetzelfde effect was ook zichtbaar in het hogere aantal opnames van jongvolwassenen, nl. 88 opnames, zijnde 18%. Al werden zij hierin overtroffen door de pubers en adolescenten met 100 opnames (21,2%) en op de voet gevolgd door de lagere school kinderen (66 opnames, 14%) die regelmatig in het weekend werden opgevangen. Wat betreft het aantal opvangdagen, domineerde de groep van de 41 tot 50 jarigen. Zij kwamen minder vaak en waren een kleinere groep, maar hun opnameperiodes duurden samengeteld langer dan bij de overige leeftijdsgroepen. De gevorderde leeftijd van hun ouders of de broer of zus bij wie ze inwonen, was hier niet vreemd aan.
OPNAMES EN VERBLIJFSDAGEN PER LEEFTIJD 2009 700 568
600
585
488
500 433 395
400
380 324
300 174
200 100
100
66 21 2 7
17
28
88 40
49 17
56 24
47 18
12
35 6
21
0 0-6 jaar 7-12 jaar
13-18 jaar
19-25 jaar
26-30 31-40 jaar jaar Personen Opnames Verblijfsdagen
41-50 jaar
51-60 jaar
61-70 jaar
Na de reconversie van het kortverblijf in 2006 kregen we afwijzende reacties van de ouders met minderjarige kinderen die bevreesd waren voor een reële daling van de opvangmogelijkheden en voor de uitsluiting van hun kinderen uit dit opvangcircuit. In volgende cijfertabel maakten we een onderscheid tussen meerderjarige en minderjarige cliënten. Terwijl kort na de reconversie het aantal minderjarigen verhoudingsgewijze spectaculair daalde, merkten we in 2009 een opvallende ommekeer. Zowel qua aantal personen, opnames als het aantal verblijfsdagen steeg het aandeel van de minderjarigen t.o.v. 2008.
28
Personen
Opnames
Verblijfsdagen
2005
117 (50,2%)
451 (63,3%)
49,0%
2006
83 (45,9%)
248 (53,8%)
38,0%
2007
70 (37,6%)
188 (41,1%)
28,4%
2008
49 (31,2%)
151 (32,1%)
22,2%
2009
65 (39,6%)
215 (45,5%)
28,0%
De opnameduur van -18-jarigen bleef veelal beperkt tot weekends of schoolvakanties (één of twee weken) en de kinderen of jongeren kwamen vaker terug. c. woonplaats Door de toename van het aantal voorzieningen voor kortverblijf in Vlaanderen en de verspreiding over de vijf provincies groeide het relatieve aandeel van de cliënten uit de provincie Antwerpen. Om historische redenen (eerste opname langer dan 20 jaar geleden) bleven 13 cliënten uit OostVlaanderen en 6 uit Vlaams-Brabant Huize Monnikenheide verkiezen voor hun opvang- of vakantieperiode. Hun aandeel daalde verder t.o.v. de vorige jaren tot 11 % (tegenover 16.3 % in 2008 en 14,5 % in 2007).
PROVINCIE VAN HERKOMST 2009 160
145
140 120 100 80 60 40 13
20
6
0
0
WestVlaanderen
Li mburg
0 Antwerpen
Brabant
OostVlaanderen
29
REGIO PROVINCIE ANTWERPEN 2009 1.120
1200 1000
876
800
655
600 400 200
183 43
60
34
0 Regio Voorkempen
Regio GrootAntwerpen
Regi o Turnhout Aantal personen
8
Regi o ZuidAntwerpen
Aantal dagen
De spreiding van de cliënten binnen de provincie Antwerpen volgde de tendens van de voorbije jaren met een aangroei van de regio Groot Antwerpen, de stabilisatie van de regio Turnhout en de lichte terugval van de regio Voorkempen. De Zuidkant van Antwerpen bleef traditioneel beroep doen op de collega’s van de Willekom (kortverblijf in Mechelen).
2.5. NIEUWE CLIËNTEN IN 2009 De instroom van nieuwe gebruikers is een belangrijke toetssteen voor de behoefte aan kortopvang en vormt een indicatie voor mogelijke groei of aandacht voor het behoud van de capaciteit. De Raad Van Bestuur hechtte terecht veel belang aan het monitoren van de instroom van nieuwe gebruikers (zie supra). De negatieve trend van de vorige twee jaren werd betekenisvol omgebogen qua aantal nieuwe gebruikers. In 2009 maakten 39 personen voor de eerste maal gebruik van het Tehuis voor kortverblijf in Huize Monnikenheide. Ze vormden 23,78% van de totale cliëntgroep en boekten een totaal van 11,37% van de verblijfsdagen. Door de kortere eerste kennismakingsperiodes was hun aandeel in de verblijfsdagen iets beperkter. Ter vergelijking: In 2008 kwamen 33 nieuwe cliënten (23,78% van de groep) die 10% van de verblijfsdagen opnamen. In 2007 kwamen 27 nieuwe cliënten (14,51% van de groep) die 7,39% van de verblijfsdagen opnamen. In 2006 kwamen 31 nieuwe cliënten (17,13% van de groep) die 6,08% van de verblijfsdagen opnamen. In 2005 (15 plaatsen) ging het nog om 62 cliënten (26 % van de groep en 17,5% verblijfsdagen). In 2004 49 cliënten (30% van de groep en 13,4% verblijfsdagen). Onderstaande grafiek toont de leeftijdsverdeling en het aantal verblijfsdagen van de nieuwe gebruikers.
30
NIEUWELINGEN 2009 140 119
120 92
100 80
72 58
60 40 20
23 7
10
12
3
20 5
1 4
1
0 0-12 jaar 13-18 jaar 19-25 jaar 26-30 jaar 31-40 jaar 41-50 jaar 51-60 jaar Aantal personen Aantal verbli jfsdagen
De instroom van nieuwe gebruikers werd in hoofdzaak gerealiseerd bij de minderjarigen (17 kinderen en jongeren) en de jongvolwassenen (12 personen). Verhoudingsgewijs nam het aantal dagen per cliënt toe met de stijging van de leeftijd wat indicatief is voor een gestegen urgentie van de zorgvraag. Aangezien jaarlijks cliënten zullen uitstromen uit het kortverblijf omdat ze een andere, meestal residentiële, oplossing gevonden hebben, werden ook in 2009 acties gevoerd betreffende de bekendmaking van het aanbod en de werking van het kortverblijf. Verschillende gebruikersraden van dagcentra uit de regio brachten een kennismakingsbezoek en hebben aansluitend opnamevragen gesteld. Scholen en semi-internaten kwamen via individuele cliënten, onze folder en doorverwijzinggesprekken in contact met het kortverblijf en verspreidden de informatie bij de andere potentiële gebruikers. Ondertussen groeide de samenwerking met de andere kortverblijven en nam de onderlinge doorverwijzing toe, waardoor bij alle voorzieningen de open plaatsen rationeel konden benut worden en de cliënten optimaal een aanbod konden vinden.
2.6. CLIËNTEN DIE BUITEN ERKENNING WORDEN OPGENOMEN. Sinds de invoering van de mogelijkheid om met een Persoonlijke-assistentiebudget opvang in te kopen in een erkend Tehuis voor kortverblijf (Besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 – BS 10 januari 2007) steeg het aantal aanvragen vanuit deze cliëntgroep. Terwijl het eerste jaar vooral bekende cliënten die voorheen op reguliere wijze gebruik maakten van het kortverblijf, hun vraag aan ons richtten, breidde deze groep uit met nieuwe gebruikers die o.a. via de budgethouders-verenigingen naar Huize Monnikenheide werden verwezen. In 2009 maakten 9 cliënten hiervan gebruik en waren ze samen goed voor 107 opvangdagen. Daarenboven werden 12 opvangdagen verzorgd voor cliënten die met een andere voorziening een convenant overbruggingszorg hebben en met hun budget (vergelijkbaar met PAB) ook opvang kunnen inkopen (eveneens buiten erkenning). Deze cliënten buiten erkenning betaalden per dag een vast opnamebedrag, € 125,22 (te betalen met hun PAB of convenant en te gebruiken voor de aanwerving van bijkomend personeel dat we vooral hebben ingezet tijdens de vakantie- en najaarsperiode) en een hotelkost van € 17,00 (te betalen van
31
hun kinderbijslag of tegemoetkoming). Deze bedragen werden in 2009 na lang aandringen aangepast aan de indexeringen. In het jaarverslag van 2008 meldden we een aantal administratieve knelpunten betreffende de combinatie van PAB (en bij uitbreiding convenanten en PGB) en de werking van het kortverblijf. Onder impuls en voorzitterschap van Huize Monnikenheide werd een overleg georganiseerd tussen het VAPH (PAB-cel en cel Zorgvernieuwing) en de kortverblijven van het Vlaams Welzijnsverbond om de knelpunten te bespreken. Tijdens dit overleg hebben we vastgesteld dat de vernieuwde financieringsvormen in de zorg (PAB, convenanten en PGB) nog niet geïmplementeerd geraakt zijn in de administratieve regelingen van het VAPH, waardoor de flexibiliteit op de werkvloer nog niet weerspiegeld wordt in een flexibele regelgeving. Buiten de aanpassing van de dagbedragen (personeelskost en hotelkost) die nog ver onder de gevraagde dagprijs bleef, werden de pertinente vragen van de kortverblijven nog niet eenduidig beantwoord. - De PAB, PGB en convenant dagen blijven buiten erkenning. Dit zal tot gevolg hebben dat het aantal kortverblijven dat deze opvang wil verzorgen beperkt blijft en dat de cliënten in de kou blijven staan met hun opvangvraag. - De dagprijs die mag aangerekend worden, blijft onder de berekende dagprijs voor een reguliere opname (voor Huize Monnikenheide een verschil tussen € 125,22 en de berekende dagprijs van € 207,06). Hetzelfde geldt voor de “hotelkost” (voor de meerderjarigen: € 17,00 tegenover € 30,82 voor een reguliere opnamedag). Bovendien bleef de regelgeving verstoken van een indexeringmechanisme. - De onduidelijkheid over de toepassing van de overige spelregels m.b.t. tussenkomst mutualiteit, uitreiken van fiscale attesten voor kinderopvang werd ondertussen opgeheven. Het VAPH heeft zich geëngageerd om n.a.v. het experiment met het Persoonsgebonden Budget (PGB) de regelgeving kritisch te bekijken en af te stemmen op de zorgvernieuwende projecten. Wij zullen dit vanuit de werkgroep kortverblijven nauwgezet opvolgen. Huize Monnikenheide heeft in het kader van het PGB experiment in 2009 trouwens een licentie bekomen om cliënten met een PGB budget op te vangen. Tot hiertoe werden enkele verkennende gesprekken gevoerd, die nog niet geleid hebben tot een effectieve opname in het kortverblijf.
32
3. DAGCENTRUM 3.1. CIJFERS Op 31 december 2009 maakten 12 vrouwen en 14 mannen gebruik van het dagcentrum, samen 26. Vanaf januari 2009 verliet een cliënte het dagcentrum. De jonge cliëntengroep van het dagcentrum groeide in 2009 toch aan tot 26 gasten. Koen en Lien werden het ondertussen al goed gewoon en kwamen met veel zin elke dag hun werkjes en activiteiten uitvoeren in de Lora. In vergelijking met 2008 werd dus één extra cliënt begeleid, waarmee tegemoet gekomen werd aan de urgente vragen in de regio rond Zoersel. De gemiddelde leeftijd van de cliënten die het dagcentrum bezochten was 33 jaar. 46% van de gebruikers bestond uit twintigers. Samen met het geïntegreerd wonen vormde het dagcentrum de groep van de jongste gebruikers.
LEEFTIJDSVERDELING DAGCENTRUM 2009 8 7
7
7 6 5
5 4 3 2
2
2
2 1
1 0
0 21-25 jaar
26-30 jaar
31-35 jaar
36-40 jaar
41-45 jaar
46-50 jaar
51-55 jaar
56-60 jaar
3.2. HULP- EN DIENSTVERLENING IN HET DAGCENTRUM De gevarieerde cliëntgroep van het dagcentrum kon zijn gading vinden in een grote verscheidenheid aan ateliers en activiteiten die werden aangeboden, gaande van belevingsgerichte activiteiten tot producten resultaatgerichte ateliers. Via de besprekingen van het hulp- en dienstverleningsplan werden de interesses en capaciteiten in kaart gebracht. Zij vormden de basis voor de opmaak van het individueel activiteitenplan. In januari werden alle ouders uitgenodigd om het geactualiseerde werkschema van hun zoon of dochter te bekijken en aansluitend met de directie de vernieuwde versies van de begeleidingsovereenkomst en het protocol van verblijf te ondertekenen. Deze gesprekken gaven de gelegenheid om eventueel knelpunten of bijzondere aandachtspunten van de ouders te vernemen en hieromtrent verbeterprojecten op te zetten. Tot onze aangename verrassing bleef het aantal knelpunten beperkt tot vragen naar kleine aanpassingen in het dag- en weekschema en de vraag naar aandacht voor de kleding en de dagdagelijkse zorgen.
33
Het aanbod van 2009 omvatte o.a. volgende activiteiten: - netbal - productief werken (o.a. zeep verdelen) - brouwerstoer (drank bezorgen aan alle woningen en diensten) - paardrijden - groepsspelen - muziek - tuinwerk - wandelen - snoezelen - weetgroepje (samen nadenken over de wereld rondom ons) - luchtkussen - beweging - sensopathische activiteiten - sport - glastoer (leeg glas ophalen in de buurt om naar het containerpark te brengen) - relax en massage - schilderen - plonsen - fun en uitstapjes -…
34
4. BESCHERMD WONEN 4.1. CIJFERS Op 31 december 2009 woonden 15 cliënten in het Huis aan de Voorne (8) en Huis aan de Kerk (7). Omwille van gezondheidsproblemen maakte Fons, één van de pioniers van Beschermd wonen, in maart de overstap naar het Tehuis niet werkenden. Dit gaf aan An de gelegenheid om haar intrede te maken in het Huis aan de Voorne. De bewonersgroep van Beschermd wonen had een gemiddelde leeftijd van 42,9 jaar, maar wel met een opvallend grote leeftijdsspreiding van 25 tot 77 jaar en een grote differentiatie in dagbesteding en tewerkstelling (van volledige atelierwerking over vrijwillige tewerkstelling binnen begeleid werken tot tewerkstelling in een beschutte werkplaats).
LEEFTIJDSVERDELING BESCHERMD WONEN 2009 7 6
6 5 4
4 3 2
2 1
1
1
51-60 jaar
61-70 jaar
71-80 jaar
1 0 21-30 jaar
31-40 jaar
41-50 jaar
4.2. HULP- EN DIENSTVERLENING IN HET BESCHERMD WONEN De cliënten in het Huis aan de Kerk en het Huis aan de Voorne kunnen beroep doen op de begeleiding voor de ondersteuning van het wonen en de dagbesteding. De begeleiding is beperkt aanwezig tussen 16.00 u en 20.00 u (of 20.30 u) voor de groepsgerichte begeleiding en tijdens variërende mentoruren voor de individuele ondersteuning. Tijdens de weekends wordt er gemiddeld 4 u per dag gewerkt. Buiten de werkuren kunnen de cliënten in dringende situaties beroep doen op de permanentie die via gsm bereikbaar is. Elke cliënt doorloopt zijn eigen traject en krijgt de gelegenheid zijn eigen keuzes te maken. Voor één van de bewoners betekende dit dat hij zich kandidaat stelde om op termijn in een serviceflat te gaan wonen in zijn gemeente van oorsprong. De begeleiding nam deze vraag met hem op en zette samen de nodige stappen in de richting van administratie en OCMW. Voor iedere cliënt verloopt het traject op een verschillende wijze en dient de begeleiding bijzonder alert te zijn voor de signalen en vragen. Zo kunnen ze op een gepaste manier reageren en de cliënten de mogelijkheden aanreiken om hun vragen of problemen aan te pakken. Vaak volstaat een praktische aanzet om verder op weg te kunnen gaan. De vergrijzing van de cliëntgroep wordt een nieuw thema dat stilaan de kop op steekt in de huizen (cfr. de ruime leeftijdsspreiding) en waarbij de aandacht voor de medische en paramedische hulp toeneemt.
35
Door een vlotte samenwerking met de lokale huisartsen en therapeuten en door een gedoseerde hulp bij de contacten en consultaties blijft de totaalzorg voor de cliënt gewaarborgd. Voor hun dagbesteding blijven de bewoners zelf een palet samenstellen met inzet in de atelierwerking, de logistieke diensten in Huize Monnikenheide, begeleid werken, beschutte werkplaats, aangevuld met de vrijetijdsactiviteiten in de schoot van de lokale verenigingen (KVLV, ziekenzorg, gepensioneerden,…).
36
5. GEÏNTEGREERD WONEN 5.1. CIJFERS Op 31 december 2009 woonden 12 cliënten in het Geïntegreerde Woonproject Dieghemhof te Schilde. De leeftijdsverdeling van de jonge bewonersgroep – gemiddeld 28,6 jaar – zag er als volgt uit:
LEEFTIJDSVERDELING GEÏNTEGREERD WONEN 2009 9
8
8 7 6 5
4
4 3 2 1
0
0 <21 jaar
21-30 jaar
31-40 jaar
De cliëntgroep bleef in 2009 ongewijzigd.
5.2 HULP –EN DIENSTVERLENING IN HET GEÏNTEGREERD WONEN Sinds 2 juni 2008 werd het gerenoveerde gebouw, Dieghemhof, aan de Liersebaan in Schilde in gebruik genomen als geïntegreerd woonproject. Onder begeleiding van vzw Huize Monnikenheide namen 12 jong volwassenen met een verstandelijke beperking hun intrek in het huis. Na één jaar deden we een bevraging bij de cliënten om na te gaan welke aspecten van hun nieuwe woonsituatie goed lopen en waar nog verbetering mogelijk is. We maakten een enquête met visuele ondersteuning en gaven de cliënten de opdracht deze zelf in te vullen. Waar nodig stond de begeleiding hen bij om te helpen. Drie thema’s kwamen aan bod: wonen, vrije tijd en huishoudelijke taken. WONEN Alle cliënten wonen graag in Dieghemhof en gaan ook graag naar huis. De cliënten vinden Dieghemhof een goede behuizing. Voor een aantal is het hun droomhuis, anderen kunnen nog verbeterpunten bedenken zoals meer schilderijen, tekeningen en foto’s. Alle cliënten hebben een eigen kamer. Dit wordt door velen als een leuke plek ervaren. We gingen ook na op welke plaatsen in het huis de cliënten zich goed voelen en welke plaatsen ze niet leuk vinden. De woonkamer, eetplaats en hun kamer scoorden het beste. De zolder, de gangen en de trampoline in de tuin werden door een aantal als minder leuk ervaren. VRIJE TIJD Tijdens het eerste jaar deden we maandelijks een uitstap met de hele groep. We vroegen aan de cliënten welke uitstap het leukste was en welke het minst leuk.
37
Uit de resultaten kunnen we concluderen dat de zee en zwempartijtjes het meest in de smaak vielen. De cliënten vinden één uitstap per maand genoeg, hoewel sommigen meer uitstappen zeker niet zouden afslaan. Het idee om af en toe in kleinere groepjes op pad te gaan wordt door een aantal mee gedragen.
UITSTAPPEN 9 8
8
8
7
6 6
6
6 5
5 4
3
3 2 1
3 2 2
1
1
1
1
1 0
0 zee
zwemmen
schaatsen
zoo
Efteling
Leuven
Technopolis
Heide
leukste minst leuk Uit de bevraging betreffende de vrije tijd op Dieghemhof stellen we vast dat de dansactiviteit een groot succes is. Tweewekelijks komt er een externe begeleidster dans aanbieden in het Paviljoen. Er komen een aantal externen mee dansen waardoor de activiteit ook een leuk contactmoment is voor de cliënten. De bewonersvergadering wordt door de helft van de cliënten als minder aangenaam ervaren. Vermoedelijk zijn de ernst en de duur van de vergadering onaangename factoren. We zoeken uit hoe we deze vergadering aangenamer kunnen maken. UITVOEREN VAN HUISHOUDELIJKE TAKEN De cliënten dragen hun steentje bij voor het uitvoeren van allerlei taken: tafel dekken, afwas, kamer stofzuigen, werken in de tuin, winkelen,… Iedereen heeft zijn eigen taken, rekening houdend met zijn mogelijkheden. Alle cliënten vinden dat ze genoeg taken uitvoeren, maar een aantal geven ook suggesties voor taken die ze nog meer willen uitvoeren, zoals het gras afrijden (met de nieuwe grasmaaier). WAT NU VERDER? Op de wekelijkse bewonersvergadering worden de resultaten van de enquête samen met de cliënten besproken. Zo zoeken we samen met hen naar mogelijke verbeterprojecten. We proberen hen ook maximale zeggenschap en verantwoordelijkheid te geven om hen mee te laten werken aan de optimalisatie van hun woonsituatie. Alleszins is het fijn om vast te stellen dat de cliënten graag in Dieghemhof wonen en dat dit voor hen een geslaagd project is.
38
6. LEVEREN VAN ASSISTENTIE AAN HUIS (aan cliënten met een PersoonlijkePersoonlijkeassistentiebudget) 6.1. CIJFERS Op 31 december 2009 had Huize Monnikenheide met 5 cliënten een overeenkomst afgesloten voor het leveren van assistentie aan huis in het kader van hun Persoonlijke-assistentiebudget. De vijf cliënten, Olivier, Bart, Glenn, Cloë en Vincent, maakten samen wekelijks gebruik van 77 tot 98 uur assistentie, geleverd door 9 assistenten. Johan De Muynck overleed in 2009. Na vier jaar intensieve begeleiding betekende dit overlijden een ingrijpende gebeurtenis voor de assistenten en werden zij nauw betrokken bij het rouwproces van de ouders, broers en zussen van Johan. In de viering namen zij passend afscheid:
Op het scheiden van de winter en de lente, terwijl een felle maartse wind de nog kale takken van de bomen zachtjes heen en weer wiegt, bedenk ik hoeveel lentes je nog extra gekregen hebt. Deze lente gaan jouw knoppen niet meer open. En hoewel het geen onverdeelde vreugde was, die extra jaren, heb je nog veel genoten, lieve vriend, van spaghetti en lekkere zoete dingetjes, van een “goedendag”, een babbeltje, een uitgestoken hand. En ik heb ook van jou genoten, mijnheer de burgemeester en Samson in één. Paardje kan niet stappen, zo verstond ik jouw wens om (meestal) niet naar buiten te hoeven, “te kou”. Koud maakt jouw heengaan het om mijn hart alsof de winterse wind de lente tussen de nog kale takken wegjaagt. Warm word ik nog van jouw uitgestoken hand waarin ik de mijne mocht leggen met nog een glimlach er bovenop. En schateren kon je ook, schaterlachen om niets. Want dat zal ik mij het meest herinneren van jou, mateke Die uitgestoken hand en wat daarin lag: een teder Hart.
6.2. HULP- EN DIENSTVERLENING BIJ PAB Sinds 2005 levert Huize Monnikenheide assistentie aan huis bij personen die beschikken over een Persoonlijke-assistentiebudget dat hen werd toegekend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH). De hoogte van dit budget werd bepaald aan de hand van een inschaling van de zorgvraag en de zorgzwaarte en het al dan niet gebruiken van andere ondersteuningsvormen van het VAPH. De cliënten (in dit geval benoemd als budgethouders) krijgen per kwartaal een voorschot uitgekeerd dat hen in staat stelt om de facturen van de assistenten te betalen. De procedure voor het aanvragen van assistentie wordt zeer eenvoudig gehouden. De cliënt neemt contact op voor een intakegesprek. De vragen worden verduidelijkt en vertaald in een ontwerp van assistentieplan waarin de verwachtingen beschreven worden: aantal en planning van de uren, inhoud van de assistentie, aard van de ondersteuning. Aan de hand van deze planning wordt een vacature opgemaakt om intern in Huize Monnikenheide assistenten aan te werven. De prioriteit blijft bij begeleiders die reeds een deeltijdse functie hebben binnen de voorziening en over een degelijke pedagogische bagage beschikken. De cliënt heeft zo een grotere garantie op kwaliteitsvolle ondersteuning en continuïteit binnen de zorg. Na een selectie van de assistent(en) worden deze voorgesteld aan de cliënt (en/of de ouders) en na een gunstig gesprek wordt de assistentie opgestart. De assistenten komen minstens één maal per kwartaal samen voor overleg en intervisie. Indien meerdere assistenten bij één cliënt werken, wordt een logboek bijgehouden dat ook door de ouders kan geconsulteerd en aangevuld worden. De cliënt betaalt een totaalprijs per geleverd uur assistentie waarmee de loonkosten, de administratieve uitgaven (sociaal secretariaat, verzekeringen, woon-werk verkeer, …) en de pedagogische omkadering worden betaald.
39
Conform de regelgeving van het VAPH wordt een aparte boekhouding gevoerd voor de inkomende en uitgaande bedragen. De inhoud van de dienstverlening blijft zeer verscheiden. Veelal bieden we recreatieve activiteiten aan in de thuissituatie (zwemmen, fietsen, sporten, knutselen, uitstappen), maar eveneens beantwoorden we de vragen naar zelfredzaamheidstraining, aanleren van sociale vaardigheden, onderhouden van schoolse vaardigheden,…
40
7. DAGBESTEDING De dienstverlening van Huize Monnikenheide omvat twee pijlers: woonondersteuning (waartoe vrijetijdsbesteding behoort) en de begeleiding van de dagbesteding. De dagbesteding wordt centraal gecoördineerd vanuit het team “activiteitenoverleg” o.l.v. de coördinator dagbesteding. Samen organiseren zij de dagbesteding voor de cliënten van het Tehuis niet werkenden, Beschermd wonen en Geïntegreerd wonen die een vraag stellen naar atelierwerking. De cliënten van het Beschermd of Geïntegreerd wonen kunnen ook kiezen voor een voltijds programma buiten Huize Monnikenheide via Begeleid werken of een andere vorm van vrijwillige tewerkstelling of ze gaan werken in een beschutte werkplaats. De gebruikers van het Dagcentrum kunnen naargelang de keuze voor bepaalde activiteiten aansluiten bij het programma van de dagbesteding (bv. de dagcentrumgast die wil bakken, kan zich inschrijven in de bakkerij van de dagbesteding). De dagbesteding stond daarmee in 2009 in voor een aanbod van activiteiten aan bijna 100 cliënten, van maandag tot vrijdag, behalve op woensdagnamiddag waarbij de atelierwerking vervangen wordt door de sportnamiddag. In 2009 werden twee nieuwe projecten ontwikkeld of versterkt in de dagbesteding: de geanimeerde opvang in de Bloementuin en de extra inzet in het Begeleid werken via de Jobcoach. Daarnaast werd het Doezelbos uitgewerkt tijdens de dagactiviteiten. Voor de toelichting bij het Doezelbos verwijzen we naar Thema 3. De Bloementuin werd ontwikkeld als antwoord op de opvang- en begeleidingsvragen tijdens de namiddagen voor de cliënten die wachten bij het paardrijden, geen atelier hebben, een activiteit van één uur hebben, opgevangen worden tijdens de teambesprekingen,… Na de aanduiding van twee opvoedsters, Lene en Katrien, die voor de inhoudelijke inspiratie en de coördinatie gingen zorgen, kon de Bloementuin in maart van start gaan. De naam Bloementuin is niet toevallig gekozen. De naam benoemt de plaats waar de diversiteit van bloemen tot uiting komt (= de verzameling van de woningnamen) en ook de Vlinder (het kortverblijf) rondfladdert. De begeleiding wordt ook verzorgd door begeleiders uit de verschillende woningen. Tijdens deze activiteiten ‘moeten’ de gasten niet deelnemen aan de georganiseerde activiteit, maar kunnen ze er ook voor kiezen om eerder te genieten van het gezellige samenzijn. Ze kunnen er ook een hoekje opzoeken om in boekjes te lezen of tekeningen te kleuren, of zelfs enkel te genieten van alles wat er rondom hen gebeurt. Ook hebben ze tijdens deze activiteit contacten met andere bewoners die ze anders niet tegenkomen tijdens hun dagbestedingsmomenten. We hebben gekozen om dagelijks een ander type van activiteit aan te bieden om zo een duidelijke structuur te waarborgen: - Maandag: knutselactiviteit (elke week met andere materialen, ook afgewisseld met een kookactiviteit) - Dinsdag: muziekactiviteit (regelmatig terugkerende activiteiten zoals muziekquiz, zangstonde, geluidenlotto, muziekdoos, muziekbingo, dobbelmuziekspel….) - Donderdag: spelletjes zoals bingo en hoger lager, sport zoals zitaerobic en balspelen, gewoon plezier tijdens een film en uitstap, verrassingen tijdens een wekkertocht en geluidenlotto,… - Vrijdag: Doezelbosactiviteit (op verkenning in het doezelbos) en bewegingsactiviteit zoals op het luchtkussen met muziek, maar ook massages en voetbadjes, fit-o-meter en toegankelijke verhalen (Multi Sensory Story Telling). In september werd beslist om het begeleid werken een extra impuls te geven door de aanstelling van een halftijdse jobcoach, die zich uitsluitend zou bezig houden met deze vorm van dagbesteding. Begeleid werken heeft betrekking op vormen van vrijwillige tewerkstelling op verschillende arbeidsplaatsen die tegemoet komen aan de persoonlijke vaardigheden en interesses van de cliënt én appél doet op arbeidsattitudes als volharding, stiptheid, motivatie, resultaatgerichtheid,… De jobcoach houdt zich bezig met de bevraging van de cliënten door de peiling naar hun arbeidsinteresses en –vaardigheden en zoekt een gepaste werkgever voor de betrokken cliënt. Na deze matching begeleidt de jobcoach de voorbereidingen van de cliënt (bv. het inoefenen van het traject naar de werkplaats), de kennismaking met de werkvloer en de taken en de introductie in de nieuwe werkomgeving.
41
Met de arbeidsplaats wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten betreffende de werktijden, werkinhoud, kleding, … en samen met de cliënt wordt een werknota opgemaakt en ondertekend. Dankzij de extra inbreng van de jobcoach kon het aantal “begeleid werkers” flink toenemen. Na vier maanden waren 14 cliënten buitenshuis aan het werk op een verscheidenheid van arbeidsplaatsen: winkel, administratie, groendienst, scholen, woon- en zorgcentrum, kindercrèche, zorgboerderij, postbedeling, onthaalgezin,… Tegelijkertijd werden de overeenkomsten voorbereid voor intern Begeleid werken (= taken binnen logistieke diensten of dienstverlenend aan andere woningen of entiteiten), bv. voor inschakeling in de wasserij, tuinonderhoud, strijk voor de buren, verantwoordelijke job op de akker,… Gelet op de gunstige resultaten van de jobcoaching en de enthousiaste reacties van de cliënten en de werkbegeleiders zal dit project in 2010 verdergezet worden.
Het onderstaande overzicht toont nog de diversiteit van ateliers en activiteiten waaruit de cliënten binnen de dagbesteding een keuze kunnen maken. - bakkerij - dierenpark - akker - soos - paardrijden - muziek - enclavewerk - groenteverwerking - weven - senso - recyclage - crea en schilderen - danslabo - primitieve expressie - semi-industrieel bureauatelier - redactie van de Zonnige krant - ICT-atelier - netbal - sportnamiddag Daarenboven organiseren de kinesisten groepsgerichte begeleidingen die vertrekken vanuit een therapeutische vraagstelling en/of het doelgerichte aanbieden van bewegingsoefeningen. - plonsen - damesgym - herengym
42
IVO WORDT VASTE MEDEWERKER VAN HUIZE MONNIKENHEIDE Ivo? En hoe is zijn achternaam? Voor de eenvoud en herkenbaarheid noemen we Ivo gewoon ons paard. Deze trouwe viervoeter heeft de voorbije jaren het hart van menig paardenvriend veroverd en is sinds begin 2009 in eigendom van Huize Monnikenheide. Ivo kan zo zijn geliefde gasten op de rug blijven ronddragen en met een gerust hart zijn … laten vallen. In het zomerseizoen heeft Ivo tijdelijk gezondheidsproblemen gehad. De diepe hoest was tot boven in het kantoor te horen. Er kwam zelf een speciale aerosol aan te pas om zijn stofallergie onder controle te krijgen. Gelukkig kon hij in het najaar zijn werk hervatten.
43
44
PERSONEEL 1. CIJFERS Op 31 december 2009 was Huize Monnikenheide werkgever voor 148 reëel actieve personeelsleden die qua arbeidstijd 107,72 voltijdse equivalenten vertegenwoordigden. Dit is, in vergelijking met 31 december 2008, een daling met 3 eenheden qua hoofden. Qua voltijdse equivalenten daalde het aantal met 0,48 eenheden. Op de sociale balans worden 159 medewerkers vermeld, zijnde de som van de reëel actieve en de inactieve medewerkers die wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst (ziekte, zwangerschap, tijdskrediet, brugpensioen, e.d.) afwezig zijn.
Wanneer we het aantal cliënten op 31 december van de voorbije zes jaren in verhouding plaatsen tot het aantal voltijdse equivalenten in dienst op 31 december dan krijgen we onderstaande twee grafieken. Wat het aantal cliënten betreft, tellen we in beide grafieken de erkende plaatsen, plus de cliënten die een aanbod hebben via een convenantregeling, in overtal bovenop de erkenning of via een assistentieovereenkomst in het kader van hun PAB. VTE PERSONEEL EN AANTAL CLIËNTEN 140 120 100 80 60 40 20 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
VTE personeel # cliënten
Deze eerste grafiek toont dat over de voorbije 6 jaren de spreiding tussen het aantal voltijdse equivalenten personeel en het aantal cliënten die een aanbod ontvangen lichtjes toeneemt. Per voltijdse equivalent personeel wordt dus aan meer cliënten een aanbod gedaan dan de voorgaande jaren.
45
AANTAL CLIËNTEN / VTE PERSONEEL 1,16
1,15
1,15
1,14 1,13
1,12 1,10
1,10
1,09
1,08 1,07
1,06 1,04 1,02 2004
2005
2006
2007
2008
2009
Deze tweede grafiek toont dat de verhouding tussen het aantal cliënten per voltijdse equivalent personeel op 1,15 ligt in 2009 en dat die verhouding over de voorbije zes jaren gestegen is. Beide grafieken geven hiermee een idee over de productiviteit aan dienstverlening over de voorbije zes jaren. Wanneer we de bestedingsruimte van de voorbije 6 jaren relateren aan het aantal voltijdse equivalenten in dienst op 31 december, dan krijgen we volgend verloop: BEDRIJFSRUIMTE PER VTE PERSONEEL 62.000 60.000 58.000 56.000 54.000 52.000 50.000 48.000 46.000 2004
2005
2006
2007
2008
2009
In 2009 bedroeg de bestedingsruimte per voltijds equivalent personeel 60.773,56 €. In de loop van de voorbije zes jaren is de bedrijfsruimte per voltijds equivalent personeel toegenomen. Deze grafiek geeft een idee over de mate waarin Huize Monnikenheide er in slaagt werkingsmiddelen te verwerven.
46
Verdeeld over de categorieën directie/administratie, pedagogen, sociaal assistenten, (para)medici begeleiders en logistiek personeel krijgen we volgend beeld van de personeelsgroep:
VERDELING PERSONEEL (eenheden) 5% 2% 2%
19%
9% Administratie/Directie Pedagogen Sociaal Assistenten (Para)medici Begeleiders Logistiek
63%
VERDELING PERSONEEL (voltijdsequivalenten) 6% 2% 16%
2% 7%
Administratie/Directie Pedagogen Sociaal Assistenten (Para)medici Begeleiders Logistiek
67%
De personeelsgroep bestaat voor 81 % uit vrouwen en voor 19 % uit mannen, dezelfde verhouding als eind 2008 en eind 2007. 14,9% van de personeelsleden wonen in groot Zoersel. Eind 2008 was dit 13,2 %, eind 2007, 15,5 %.
47
Volgende figuur geeft de leeftijdsverdeling van het personeel weer op 31 december 2009:
LEEFTIJDSVERDELING PERSONEEL 2009 30
28
25 20
19
20
18
17
18 16
15 9
10 5
3
0 16-20 jaar 21-25 jaar 26-30 jaar 31-35 jaar 36-40 jaar 41-45 jaar 46-50 jaar 51-55 jaar 56-60 jaar
De groep 45-plussers maakt 35,8% uit van de totale personeelsgroep, de middengroep 36-45 jaar 24,3%, en de jongeren (-35 jaar) 39,9%. In vergelijking met voorgaande jaren is de groep 50-plussers sterk toegenomen. De gemiddelde medewerker in dienst bij Huize Monnikenheide is 39,51 jaar. De volgende figuur geeft het verloop van de gemiddelde leeftijd weer over de voorbije 4 jaren:
GEMIDDELDE LEEFTIJD 2009 39,6 39,4 39,2 39 38,8 38,6 38,4 38,2 1 2006
2 2007
3 2008
4 2009
De doelstelling is om een goede leeftijdsmix te behouden binnen de personeelsgroep. Om hierin een evenwicht te bewaren is in de volgende jaren een voldoende instroom van jongere medewerkers gewenst. Na een lichte verjonging van de personeelsgroep over 2007 en 2008 door de aanwerving van relatief jongere medewerkers omwille van de uitbreiding van erkenningen, zien we de gemiddelde leeftijd over 2009 opnieuw een jaar stijgen: iedereen werd een jaartje ouder …
48
Deze tendens heeft rechtstreekse gevolgen voor de beschikbare jobtime in de organisatie. De sectorale maatregelen die in 2005 geleid hebben tot de CAO betreffende vrijstelling van arbeid met behoud van loon vanaf 45 jaar (de gekende dagen arbeidsduurvermindering, ADV), hebben een toename van vrije dagen tot gevolg gehad voor werknemers vanaf 35 jaar (5 dagen per jaar), vanaf 45 jaar (12 dagen per jaar), vanaf 50 jaar (24 dagen per jaar) en vanaf 55 jaar (36 dagen per jaar). De budgetten die ter beschikking gesteld worden om vervangende tewerkstelling te realiseren, volstaan echter niet en vereisen bovendien dat ervaren personeel vervangen wordt door goedkope, jonge krachten. Het nettoverlies aan personeelsmiddelen kan voor 2009 bepaald worden op 2,3 VTE, zijnde 2,1 % van de gesubsidieerde jobtime. In de loop van 2009 noteerden we volgende personeelsbewegingen: - 24 personeelsleden gingen uit dienst (einde tijdelijk contract, ontslag); - 37 personeelsleden werden aangeworven via een nieuw contract. Verder noteerden we volgende feiten m.b.t. de personeelsgroep: - 21 personeelsleden namen gedurende een bepaalde periode tijdskrediet; - 7 personeelsleden van boven de 50 jaar hebben een landingsbaan; - geen enkel personeelslid is op brugpensioen; - 14 vrouwelijke personeelsleden waren in 2009 tijdelijk afwezig wegens zwangerschap. De personeelsbewegingen hebben in vele gevallen te maken met tijdelijke contracten ter vervanging van zwangerschappen en tijdskrediet van andere personeelsleden.
2. VORMING, TRAINING EN OPLEIDINGEN (VTO) In 2009 werd vanuit het VTO-beleid het accent gelegd op volgende thema’s: Algemene doelstellingen: a. Het actualiseren van de kennis en deskundigheid betreffende ontwikkelingen in de hulp- en dienstverlening. b. Het personeel motiveren om de bestaande taken én de nieuwe uitdagingen enthousiast aan te vatten. Bijzondere doelstellingen: c. Het versterken van de specifieke cliëntgerichte deskundigheden in functie van een optimale begeleiding van de cliëntpopulatie in het algemeen maar ook van cliëntgroepen met specifieke ondersteuningsnoden of een bijkomende problematiek. In 2009 werd dit gerealiseerd door medewerkers te laten deelnemen aan interne en externe vormingen rond ouder wordende cliënten, palliatieve zorg en rouwen bij cliënten. d. Het werken met competenties werd verder uitgewerkt en er werd in alle teams een start genomen. De voorbije jaren werd vanuit het vormingsbudget flink geïnvesteerd in het uitbouwen van deze methodiek, waarvan we dus vanaf 2009 vruchten van konden plukken. e. Daarnaast werd ook het accent gelegd op vorming voor medewerkers in de niet – pedagogische diensten. Al het personeel van de logistieke en technische dienst volgde een intern georganiseerde vorming rond begeleidingsondersteuning voor logistiek – pedagogische medewerkers. Omwille van het succes van deze vorming hebben we als doelstelling om daar in 2010 nog een vervolg aan te breien. Zoals hierboven vermeld werd een aanzienlijk deel van het vormingsbudget gespendeerd aan studiedagen en seminaries omtrent palliatieve zorgen, afscheid nemen, rouw en zingeving. Deze inhoud werd telkens teruggekoppeld op teamniveau en het overzicht werd bewaard door de werkgroep palliatieve zorgen. Daarnaast ging een deel van het budget naar langlopende opleidingen. Er werd ook geïnvesteerd in interne vorming, zowel op teamniveau, als team- en dienstoverschrijdend.
49
3. SOCIAAL OVERLEG Het collectief sociaal overleg verloopt via de wettelijk voorziene organen: de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op de werkplaats.
3.1. Ondernemingsraad Het eerste volledige werkjaar van de ondernemingsraad werden veel verschillende thema’s besproken onder impuls van de vorming en informatie die de werknemersvertegenwoordiging in de ondernemingsraad en bij hun vakbondsoverleg bekwamen. Na jarenlange besprekingen met de syndicale delegatie werd een nieuw arbeidsreglement onderhandeld en op 13 juli 2010 ondertekend. Het arbeidsreglement werd aangepast aan vernieuwde (sectorale en intersectorale) regelgeving en levert nieuwe afspraken betreffende de werktijdenregeling. De beslissing dat de dienstlijnen van het opvoedend personeel voortaan gedefinieerd worden als variabele dienstroosters, was de meest omvangrijke beslissing in het nieuwe arbeidsreglement. De aanpassingen van de interne procedures en de spelregels als gevolg van de nieuwe werktijdenregeling werden geïmplementeerd in het najaar en uitgebreid toegelicht in de druk bijgewoonde personeelsvergaderingen. De ondernemingsraad kwam maandelijks bijeen en besprak o.a. ook nog volgende agendapunten: - Vergoeding voor de begeleiding van vakantiekampen met bewoners. De strikte toepassing van de regelgeving heeft n.a.v. deze discussie geleid tot de afschaffing van de kampen voor het Dagcentrum, Kortverblijf en de Geïntegreerde woonvormen vanaf 2010 - Effecten van de maatregelen van arbeidsduurvermindering vanaf 35, 45, 50 en 55 jaar - Arbeidsongevallen - Basisinformatie van de bedrijfsrevisor - Actuele wijzigingen in de regelgeving: tijdskrediet, tussenkomst in de vergoeding voor woonwerkverkeer - Toepassing Sociale Maribel en andere tewerkstellingsmaatregelen - Permanentie tijdens feestdagen - Introductie van nieuwe medewerkers - Methodiek van competentieontwikkeling - Preventieve verwijdering bij zwangerschap - Werving en selectie van nieuwe medewerkers - Personeelsmaatregelen n.a.v. de Mexicaanse griep Het sociaal overleg verloopt in een constructieve sfeer. Met respect voor de standpunten van beide partijen worden evenwichtige besluiten genomen. 3.2. Comité voor preventie en bescherming op de werkplaats (CPBW) In 2008 stelde de interne dienst voor preventie van Huize Monnikenheide en de externe dienst voor preventie IDEWE een globaal preventieplan op voor de volgende 5 jaren. Het doel van dit plan is bij te dragen tot een verder verbetering van het welzijnsbeleid in Huize Monnikenheide. Het plan is zo opgevat dat over 5 jaar telkens jaarlijks één beleidsthema volledig wordt aangepakt. Daarnaast worden ook enkele concretere, vaak beperktere doelstellingen opgenomen. De opvolging van dit globaal preventieplan berust bij de interne preventiedienst en het CPBW, dat zijn jaaractieplan opbouwt rondom de jaarthema’s van het globaal preventieplan. Binnen het CPBW werd volgend verslag en evaluatie opgemaakt van de acties die genomen werden in 2009: A. Beleidsthema werken met derden - Derden die komen werken bij Huize Monnikenheide: De directie en interne preventieadviseur maakten een proceduretekst op die werd goedgekeurd binnen het CPBW. Deze tekst is er op gericht om de
50
risico’s te beheersen die gepaard gaan met de uitvoering van werken door externe aannemers. De tekst werd gecommuniceerd aan alle medewerkers met de vraag een aantal richtlijnen te volgen. De tekst wordt voortaan, samen met een bestelling van werken, overgemaakt aan aannemers. - Medewerkers van Huize Monnikenheide die bij derden gaan werken: de directie en interne preventieadviseur maakten een proceduretekst op die werd goedgekeurd binnen het CPBW. Deze tekst is er op gericht om de risico’s te beheersen die gepaard gaan met de uitvoering van het werk door medewerkers van Huize Monnikenheide op locatie bij derden. De tekst werd gecommuniceerd aan alle medewerkers met de vraag deze richtlijnen voortaan te volgen. B. Verfijning van de introductiemethodiek voor nieuwe medewerkers Op het CPBW werd de introductiemethodiek voor nieuwe medewerkers toegelicht en besproken. Vanuit het comité werden een aantal suggesties geformuleerd. Deze werden verwerkt in de documenten die bij de introductiemethodiek horen. C. Opmaak van een sluitend plan voor verkeerscirculatie Twee cliënten werden het slachtoffer van een verkeersongeval op het domein als gevolg van een achteruit rijdende vrachtwagen. De aandacht ging vanzelfsprekend in eerste instantie uit naar de volledige genezing en het herstel van het veiligheidsgevoel van de cliënten, maar daarnaast werd grondig nagedacht over het optimaliseren van de veilige circulatie op het terrein om toekomstige incidenten te vermijden.
D. Verharding brandweg aan de achterzijde van het domein In herhaald overleg met het CPBW werd een nieuw plan voor verkeerscirculatie opgemaakt. Hierbij werd ook twee keer het advies van een verkeersdeskundige en de commissaris van Politie Zoersel ingewonnen. Ter uitvoering van het nieuwe verkeerscirculatieplan werden in 2009 volgende acties uitgevoerd: - Verharding van de brandweg aan de achterzijde van het domein met voorlopige enkelrichtingsignalisatie; - Voorlopige signalisatie “verboden achteruit te rijden”; - Brieven aan leveranciers i.v.m. de nieuwe verkeerscirculatie en het verbod op achteruitrijden; - Schilderen van zebrapaden; - Plaatsing van wegwijzers naar gebouwen; - Bestelling van definitieve verkeerssignalisatie, bijkomende bewegwijzering en afsluitpaaltjes. Qua concept werden beide agendapunten volledig gerealiseerd eind 2009. De levering en plaatsing van signalisatie, bewegwijzering en afsluitpaaltjes moet in 2010 plaatsvinden E. Identificatiedocument opmaken van de interne dienst PBW Het identificatiedocument werd opgemaakt en is beschikbaar F. Zwembad: antisliplaag aanbrengen, afwatering voetsproeiers verbeteren Veel arbeidstijd en financiële middelen werden geïnvesteerd in een aantal verbeteringswerken in het therapeutisch zwembad: - De volledige vloer werd voorzien van een antisliplaag; - De afwatering aan de voetsproeiers en ook aan de douches werd verbeterd; - De luchtvochtigheid werd lager afgeregeld, zoals voorzien in de reglementering; - De waterbehandelingsinstallatie werd volledig onderhouden en verbeterd; - Een zwembadstofzuigslang werd voorzien; - Beheersprocedures werden herzien of op punt gesteld; - Er werden contacten gelegd i.v.m. een cursus basis reanimatietechnieken voor begeleiders - Het huurcontract t.a.v. derden werd herwerkt met het oog op verhoogde hygiëne en veiligheid.
51
G. Afwerkingslaag vloer weefatelier laten aanbrengen. In het weefatelier werd een nieuwe gietvloer aangebracht met een mate van antislip. H. (Voorbereiden van een) onderzoek naar psychosociale belasting op het werk. Sinds mei 2009 wordt door IDEWE bij elk arbeidsgeneeskundig onderzoek gevraagd aan medewerkers om een gevalideerde vragenlijst in te vullen i.v.m. psychosociale belasting om het werk. Dit zal gebeuren tot mei 2010. Op basis van de antwoorden zal de arbeidsgeneesheer van IDEWE in mei 2010 de resultaten voorstellen. Op basis van de resultaten van dit eerste onderzoek kan beoordeeld worden of bijkomende gerichte onderzoeken nodig zijn i.v.m. psychosociale belasting. I. Mexicaanse Griep Binnen het CPBW werden de preventiemaatregelen opgevolgd die Huize Monnikenheide nam naar de cliënten en personeelsgroep toe m.b.t. de Mexicaanse griep: - Verstrengde maatregelen m.b.t. (hand)hygiëne werden gecommuniceerd; - Residentiële cliënten werden ingeënt tegen de Mexicaanse griep; - Medewerkers werden ingelicht en ondermeer sterk aangeraden om een griepvaccin tegen de Mexicaanse griep te laten plaatsen. Uiteindelijk bleef de impact van de Mexicaanse griep binnen Huize Monnikenheide zeer beperkt. De tijdsinvestering voor het nemen van diverse maatregelen lijkt achteraf gezien niet in verhouding te staan tot de impact die de Mexicaanse griep had. Eind 2009 werd voor 2010 binnen het CPBW volgend nieuw actieplan vooropgesteld: Beleidsthema: - arbeidsongevallen o Systematische aangifte, registratie en onderzoek van alle arbeidsongevallen en incidenten: Opstellen van een stappenprocedure en informatie hierover aan medewerkers Systematische registratie, ook van incidenten die niet als arbeidsongeval worden aangegeven Opleiding rond aangifte van ernstige arbeidsongevallen. - Bijkomende doelstellingen: o Legionellabeheersplan voorzien; o Milieuvergunningen: nagaan of ze allen aanwezig zijn, indien niet bijkomend aanvragen; o Preventief alcohol- en drugsbeleid: uitwerken en communiceren; o Regeling ophaling luiers met restafval: nieuwe werkwijze implementeren; o Bevraging over psychosociale belasting: terugkoppeling door IDEWE; o Regeling rond de preventieve verwijdering van medewerksters bij zwangerschap: opnieuw onderzoeken en eventueel herzien.
4. VRIJWILLIGERS De vrijwilligers vormen een gevarieerde en geëngageerde groep sympathisanten die elk volgens hun kwaliteiten en voorkeur de dagelijkse werking ondersteunen, in het bijzonder wat betreft de individuele tijd die zij kunnen vrijmaken voor een bewoner of gast. U vindt de groeiende namenlijst in Bijlage 5 en 6. De organisatie van het vrijwilligerswerk verloopt reeds conform het nieuwe decreet op het ingebouwd vrijwilligerswerk, waarbij met elke vrijwilliger een afsprakennota wordt opgemaakt en de vrijwilligers geïnformeerd worden over de visie en de werking van de voorziening. Dankzij de vrijwilligerswerking kunnen we o.a. maandelijks het familiecafé voor ouders en familieleden van de cliënten organiseren, hebben we het Doezelbos kunnen opbouwen, krijgen bewoners individuele aandacht tijdens wandel-, zwem- en andere vrijetijdsactiviteiten.
52
Jaarlijks brengen we de vrijwilligers samen tijdens de week van de vrijwilliger en lichten we de nieuwe evoluties toe in Huize Monnikenheide bij een lekker kopje koffie en zelf gemaakt gebak. Tegelijkertijd geven we hen de kans om elkaar beter te leren kennen en hun engagement toe te lichten. Zij zijn ook welkom op de personeelsreceptie en krijgen een nieuwjaarscadeautje. Tijdens de palliatieve fase en bij het overlijden van een cliënt worden de vrijwilligers niet uit het oog verloren en worden ze actief betrokken bij het afscheid, zoals in 2009 gebeurde bij Ritje en bij Staf.
5. INTRODUCTIE NIEUW PERSONEEL In 2009 werden 37 nieuwe medewerkers aangeworven die op een snelle en efficiënte wijze vertrouwd moeten geraken met de werking en hun opdracht binnen de organisatie. In overleg met alle afdelingen, het comité voor preventie en bescherming op de werkplaats en de ondernemingsraad werd de bestaande introductieprocedure geactualiseerd per functie en uitgebreid met de essentiële veiligheidsinstructies. De peter/meter van elke nieuwe medewerker kreeg duidelijke richtlijnen mee om de nieuwe collega’s aan de hand van een checklist te informeren over de belangrijke aandachtspunten bij de begeleiding van de cliënten en over de geldende procedures. De preventieadviseur organiseerde maandelijks een rondgang om de veiligheidsvoorschriften en voorzieningen toe te lichten en te demonstreren.
53
54
THEMA’S THEMA 1: Een Een nieuwe woning, uitbreiding en verbouwing van de Orangerie In de loop van 2008 werd de beslissing genomen om de bestaande woning Orangerie, vroeger Monnikenhuis, te verbouwen. De Orangerie, oorspronkelijk 175m², zou uitgebreid worden met een hedendaags en energiezuinig volume dat de slaapvertrekken bevat, naar een woning van 370m². Begeleiding van 5 bijkomende personen met een verstandelijke handicap Via dit project kan in de toekomst opvang en begeleiding aangeboden worden aan 5 bijkomende volwassenen met een verstandelijke handicap, een hogere zorgvraag en een bijkomende ondersteuningsnood, binnen het Tehuis niet werkenden. Dit is een urgente doelgroep waarvoor nog te weinig zorgaanbod bestaat in onze regio. De motivatie voor dit project staat uitgebreid beschreven in het jaarverslag 2008. Eerste Eerste stappen in 2008 In 2008 werden al plannen gemaakt en voorbereidende stappen gezet. Begin 2009 was dit de status van het project: - De bouwvergunning was in onderzoek bij de gemeente Zoersel; - Een aanbestedingsprocedure was opgestart; - Bij het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) was een aanvraag in onderzoek met het oog op de subsidiëring van het bouwproject; - Bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) was een aanvraag in onderzoek tot uitbreiding van de erkenning Tehuis niet werkenden van 55 naar 60 plaatsen, met daaraan gekoppeld het bouwproject; - Het besluit was genomen om de 4 toenmalige bewoners van de Orangerie alvast te laten verhuizen en aansluiten bij 4 andere woningen van het Tehuis niet werkenden vanaf 16 januari 2009. Volgende stappen in 2009 In het voorjaar van 2009 werd verder gewerkt om de realisatie van het project zo spoedig mogelijk te laten starten: - Zoals gepland, verhuisden de 4 bewoners op 16 januari 2009 naar 4 andere woningen. Hiermee viel het doek over de Orangerie/Monnikenhuis in haar oorspronkelijke vorm. Een bijdrage over dit afscheid en de geschiedenis van het project Orangerie / Monnikenhuis is opgenomen als thema 2. - Kort na de verhuis van de bewoners, op 19 januari 2009 mocht Huize Monnikenheide van de gemeente Zoersel een goedgekeurde bouwvergunning ontvangen. - Intussen voerde de technische dienst van Huize Monnikenheide een aantal taken uit als voorbereiding op de echte bouwwerken: het gebouw volledig leeg maken, uitbreken van vloeren en chape, verwijderen van lambriseringen, deuren,… - Op 2 maart 2009 liet het VAPH Huize Monnikenheide via een elektronisch bericht weten dat de aanvraag binnen de VIPA-buffer 2008 inderdaad werd goedgekeurd. Het VAPH stond ons hiermee een erkenningsuitbreiding toe van 5 plaatsen Tehuis niet werkenden. Hierbij werd Huize Monnikenheide wel uitgenodigd om tegen 10 maart 2009 een geactualiseerd investeringsdossier in te dienen bij VIPA tot het bekomen van een investeringssubsidie, gekoppeld aan de uitbreiding binnen de VIPA-buffer 2008. Dit geactualiseerde dossier werd onmiddellijk opgemaakt en ingediend op 6 maart 2009. De lopende aanvraag werd hiermee geannuleerd en (deels) herdaan, wat voor administratieve vertraging zorgde.
55
56
- Midden april stelde VIPA de vraag om te kunnen beschikken over een kopie van de erfpachtovereenkomst van de grond waarop de verbouwing zou worden uitgevoerd. Uit deze overeenkomst zou moeten blijken dat Huize Monnikenheide de grond langer in erfpacht zal hebben dan de afschrijvingsperiode van het nieuwe gebouw. Aangezien de termijn van de lopende erfpachtovereenkomst te kort was, werd op 24 april 2009 bij onderhandse overeenkomst een verlenging afgesproken tussen vzw Huize Monnikenheide en vzw Monnikenheide, de eigenaar van de grond. VIPA liet kort daarop weten dat een onderhandse akte niet volstond. Daarop werd werk gemaakt van een notariële akte. Op 8 mei 2009 kwam notaris De Sadeleer de akte van de verlenging van de erfpacht verlijden. Dezelfde dag werd de akte elektronisch overgemaakt aan VIPA. - Op 25 mei 2009 verleende het VIPA uiteindelijk haar principieel akkoord voor het aangevraagde bouwproject. - De aanbestedingsprocedure werd inmiddels afgerond, zodat Huize Monnikenheide op 26 mei 2009 het aanvangsbevel kon overmaken aan aannemer NV Noordbouw, die ook onmiddellijk van start ging. Budget Voor de realisatie van dit project keurde de Raad van Bestuur tijdens haar vergadering van 19 maart 2009 een budget goed van € 482.878,53. Dit budget omvat de aannemingsprijs, alle erelonen van architecten, ingenieurs, veiligheidscoördinator, EPB-verslaggever, speciale sanitaire uitrusting, een nachtbewakingssysteem, al het vast meubilair, de gordijnen en de omgevingsaanleg en alle BTW. Voor dit project van 370m², betekent dit een kostprijs van € 1.305,08 per m². Wat in dit budget niet was inbegrepen is de losse bemeubeling en inrichting en de realisatie van een kunstwerk. De financiering van het project wordt voor ca. 63% afgedekt door een subsidie van het VIPA. Deze subsidie wordt – in tegenstelling tot bij vroegere projecten – uitgekeerd via 20 jaarlijkse gebruikstoelagen. Huize Monnikenheide legde een kredietopening vast die ze, na opname, gedurende de volgende 20 jaren kan aflossen met de jaarlijkse gebruikstoelagen van VIPA. Respectievelijk ca. 12% en 5% wordt gefinancierd dankzij een toelage van de Nationale Loterij en de Provincie Antwerpen. De toelage van de Nationale Loterij werd al uitgekeerd in 2009. De toelage van de Provincie Antwerpen verwachten we te ontvangen in het najaar van 2010. De overige 20% of ca. € 92.000 diende Huize Monnikenheide zelf te verzamelen via sponsoring en andere acties. Hetzelfde geldt nog bijkomend voor het budget voor de losse bemeubeling en inrichting. In de loop van 2009 mocht Huize Monnikenheide alvast heel wat giften ontvangen voor het project. Verdere planning Op 31 december 2009 was zowat al het ruwbouwwerk achter de rug. Ook de ramen waren geplaatst en het gebouw was bezet. Aannemer Noordbouw spande zich in om voor het bouwverlof van Kerstmis ook de chape nog te laten voorzien. Omwille van sneeuwval is dit op de valreep niet gelukt. Hoewel het later aanbrengen van de chape, met bijhorende droogtijd, een belangrijke vertraging betekent in het bouwproces, blijft het de bedoeling dat medio mei 2010 de nieuwe bewoners hun intrek nemen en de nieuwe woning met een nieuw bijhorend begeleidersteam van start gaat.
57
58
THEMA 2: Monnikenhuis en de Orangerie, een stukje geschiedenis wordt afgerond. afgerond. Op 16 januari 2009 viel het doek over één van de meest vernieuwende projecten van Monnikenheide. Na ruim 28 jaar verhuisden de bewoners van het voormalige Monnikenhuis naar andere woningen om plaats te maken voor de bouwvakkers. De bestaande woning werd vernieuwd en uitgebreid om vanaf mei 2010 ruimte te bieden aan negen personen. Monnikenhuis werd opgestart in 1980 in het kielzog van Monnikenbos. Bij de eerstesteenlegging van Monnikenbos door eerste minister Wilfried Martens blokletterde Het Volk op 7 mei 1979 “Monnikenbos staat model voor Europa”. De primeur van het opzet was de ambitie om een ruimte te scheppen waar men “begeleid zelfstandig wonen” kon aanbieden, in kleine, gezinsbenaderende leefgroepen van 6 à 7 bewoners. We bevonden ons toen in een tijdperk waarin de dienstverlening overheerst werd door psychiatrische klinieken en -veelal- grootschalige instituten. Monnikenhuis ging nog een stapje verder: een losstaande eengezinswoning voor vier personen, zoveel mogelijk onafhankelijk functionerend, maar met de nabije veiligheid van Monnikenbos. Het vernieuwende van dit project lag niet zozeer in de kleinschaligheid, maar meer in de intentie om een woonsituatie te bieden die optimaal aansluit bij het gewone leven en kansen bood tot het ontwikkelen van zelfstandigheid en integratie in de sociale omgeving en dit voor niet-werkende personen met een matige tot ernstige verstandelijke handicap. De Europese commissie erkende het project Monnikenhuis als een waardevol en belangrijk experiment en gaf een financiële injectie om de plannen te realiseren. Monnikenhuis ging van start met een beperkte begeleiding zodat de gasten o.a. de avonden zelf konden invullen en gestimuleerd werden om zelfstandige keuzes te maken. Het levensritme sloot aan bij de eigenheid van de bewoners, maar met externe uitdagingen op het domein en daarbuiten. Het activiteitenschema was gevuld met een variatie aan, vaak dienstverlenende, taken in de voorziening (keuken, dieet, bakkerij,…) en daarnaast gericht op zelfstandig wonen (poets, winkelen,…). In het evaluatierapport van april 1981, geschreven 8 maanden na de opening, vinden we een boeiende passage: “Of deze vorm van wonen, voor deze mensen, mag beschouwd worden als een tussenfase, met als
logisch gevolg de doorstroming naar een woning in het dorp met slechts een minimum aan begeleiding, blijft een open vraag.” De schrijver was blijkbaar in een visionaire bui. Dezelfde pioniersgedachten van 1980 brachten het Huis aan de Voorne voort in 1998, later gevolgd door het Huis aan de Kerk. 15 personen met een verstandelijke handicap wonen nu volgens de basisprincipes van Monnikenhuis: uitgaande van een voldoende graad van zelfredzaamheid, een openheid om nieuwe dingen te leren en emotioneel in staat om zelf het leven in handen te nemen, mits een gedoseerde begeleiding. Het mag daarom niet verbazen dat enkele bewoners van Monnikenhuis in de voorbije jaren de overstap gemaakt hebben naar beschermd wonen. De klok stond niet stil en zo werd Monnikenhuis in 2003 de Orangerie, in grotere verbondenheid met de andere woningen. Ook bij de gasten tikte de biologische klok. De vraag naar geborgenheid en zorg nam toe, de aanwezigheid van begeleiders werd meer gewenst. Nieuwe kandidaten klopten aan in het dorp. Monnikenhuis had daarmee zijn pioniersrol vervuld en de gasten de weg gewezen naar zelfstandige woonvormen. De nieuwe woning die wordt opgericht, kan beginnen aan een tweede leven, als woning voor gasten met een hogere ondersteuningsnood. We blijven met een warm gevoel terugblikken op het historische belang van Monnikenhuis. Het Huis, zijn bewoners en zijn begeleiding, maar evenzeer de initiatiefnemers die in het project geloofden, hebben een nieuwe kijk gelanceerd op het wonen en de emancipatie van personen met een verstandelijke handicap. In 1980 nog uniek en uitzonderlijk, anno 2009 wordt het beschouwd als een evidentie en hét na te streven traject in beschermd en geïntegreerd wonen.
59
Jan woonde sinds 1980 in de Orangerie . “Iedereen op Monnikenheide weet dat ze de Orangerie verbouwen. Ze zetten een nieuw en groter gebouw. Het terras gaat weg. De kamer van Dirk gaat ook helemaal weg. Ze gaan de gang langer maken. Mijn kamer wordt mee badkamer. De muur van de keuken wordt afgebroken. Er moeten bomen weggedaan worden. Wat er met den hof gebeurt weten we nog niet.”
Roos woonde enkele jaren in de Orangerie. “Ik vind het hier -Rode Roos- heel goed. We zijn hier wel met 8 in plaats van met 4 in de Orangerie, maar daar zit ik niets mee in. Ik vind mijn kamer heel goed. Mijn ‘jobkes’ zoals de vaatwasmachine leegmaken, ’s avonds afwassen... vind ik oké. In de Orangerie zag ik af en toe een paard voorbij komen. Hier in de Rode Roos passeert er veel volk en dat vind ik leuk.
60
THEMA 3: Het Doezelbos In de natuurrijke, uitnodigende omgeving van Huize Monnikenheide werd het DOEZELBOS ingericht. Dit project werd ontwikkeld door bewoners, vrijwilligers (de Leonieten en vrienden van Natuurpunt) en begeleiders van Huize Monnikenheide en is gegroeid vanuit de behoefte aan rustige, laagdrempelige activiteiten dichtbij huis. Het nabije bos nodigde uit om dichterbij te komen en onder impuls van Kristien e.a. groene vingers kwam het bos tot leven. Via een participatief proces zijn zoveel mogelijk mensen betrokken, van binnen en buiten Monnikenheide, om dit project uit de steigers te krijgen. Het educatieve materiaal werd deels door de bewoners zelf in elkaar geknutseld: voelbakken, nestkastjes, voederplank, een reuzennest,… Het Vrij Instituut voor Technisch Onderwijs van Hoogstraten maakte als afstudeerproject de houten constructies en de materiaalkoffers. Tijdens het feestweekend in september kwamen Pol Goossen (gekend als Frank uit Thuis en vooral ook als natuurliefhebber) en burgemeester Katrien Schryvers het Doezelbos plechtig inwandelen met in hun kielzog de nieuwsgierige cliënten en geïnteresseerde onderwijsmensen uit Zoersel. De term “DOEZELBOS” verwijst naar twee begrippen: DOEN + SNOEZELEN Snoezelen is op zijn beurt een samensmelting van SNUFFELEN (verkennen met al je zintuigen) en DOEZELEN (rust vinden, genietend aanwezig zijn). Omdat een bos niet vanzelf toegankelijk wordt en blijft, is het aspect “doen” ook opgenomen in de naam van het doezelbos. In het Doezelbos kan natuureducatie en –beleving aangeboden worden op maat van de bewoners en de gasten. Andere voorzieningen of dagcentra en kleuterscholen (niveau 5-jarigen) kunnen gebruik maken van het bos en zijn zeer welkom. De verkenning van het doezelbos werd opgebouwd rond tien thema’s die aan de hand van een educatieve leidraad en beschikbare materialen (verzameld in een boskoffer in de bolderkar) doorlopen kunnen worden: • Spoorzoekerspad: over dierensporen en camouflage • Egelpad: een kennismaking met een fascinerend beestje • Huisje, boompje, beestje: een natuurleerpad over wonen in het bos • Kabouterpad: in de voetsporen van onze kleinste sprookjesfiguren • Dierenfit-o-meter: tien fitte opdrachten om je conditie op peil te houden • Vogelpad: over spechten, roofvogels en andere luchtacrobaten • Doezel-snoezelpad: deze koffer richt zich specifiek tot mensen met een hoge ondersteuningsnood en is ontwikkeld voor een één-één begeleiding • Huismoeders en lievelingen: over dag– en nachtvlinders • Doezelbomen in het bos: wat groeit er in ons bos? • Paddenstoelenpad: plant noch dier, maar oh zo mooi
61
Het Doezelbos vervult in vele opzichten een inclusieve opdracht. De opbouw van het bos bracht de cliënten in contact met nieuwe vrijwilligers die hen de passie voor de natuur bijbrachten. De kleuters en lagere schoolkinderen die op bezoek kwamen, werden onthaald en wegwijs gemaakt door de cliënten. Die werden opgeleid tot gids en met veel vuur spraken ze over de verborgen aspecten van het leven in het bos.
Burgemeester Katrien Schryvers, Pol Goossen, directeur Johan Vermeeren
62
THEMA 4: Beschermd en Geïntegreerd wonen worden diensten voor inclusieve ondersteuning (DIO) Na de experimentele opstart van geïntegreerde woonprojecten in 2007 werd snel duidelijk dat de gelijkenissen tussen beschermd en geïntegreerd wonen groter waren dan de verschillen en dat de regelgeving beter op elkaar kon afgestemd worden. In beide werkvormen wordt immers een onderscheid gemaakt tussen de woon- en leefkosten die gedragen worden door de cliënt en betaald worden met zijn integratie- en inkomensvervangende vergoeding of zijn loon (ingeval van tewerkstelling in een beschutte werkplaats) en anderzijds de begeleidings- of zorgkosten die gefinancierd worden door de overheid. In beide werkvormen ligt bovendien de klemtoon op het maximale benutten van de reguliere dienstverlening (op sociaal, (para)medisch, logistiek vlak) en het activeren van het sociale netwerk. De verschillen situeren zich vooral in de omvang van de omkadering (beschermd wonen veel beperkter) en de wijze waarop de personeelsmiddelen worden toegekend, hetzij via de bepaling van het aantal personeelsuren en de baremieke indeling (beschermd wonen), hetzij via personeelspunten (die naar eigen keuze kunnen ingevuld worden qua jobtime en diploma’s). In de nieuwe regelgeving zullen de waardevolle elementen van de voorgaande besluiten samengevoegd worden en zullen nieuwe accenten gelegd worden bij de toewijzing van de omkaderingsmiddelen. Nieuw wordt de koppeling tussen de zorgzwaarte van de cliënt en de personeelsmiddelen die toegewezen worden. Voor de bepaling van de zorgzwaarte heeft de studiecel van het VAPH een inschalingsinstrument ontwikkeld waarmee alle (huidige en toekomstige) gebruikers zullen gescreend worden. De resultaten zullen vervolgens gekoppeld worden aan een pakket personeelspunten. De verdere voorbereidingen zullen in 2010 en 2011 doorlopen worden.
Huisvesting in inclusieve woonprojecten – visie en onderzoek Bij de inclusieve woonprojecten blijft een betaalbare huisvesting een belangrijke voorwaarde voor een toegankelijke dienstverlening. De initiatiefnemer heeft als opdracht de huisvesting van de cliënten te regelen. Het besluit vermeldt: “Indien de voorziening woningen ter beschikking stelt van de personen
met een handicap moeten de voorwaarden van terbeschikkingstelling vooraf aan de kandidaatbewoners worden meegedeeld. De vergoeding die van de persoon met een handicap wordt gevraagd, mag niet hoger zijn dan het bedrag van een marktconforme huurprijs. Als de persoon met een handicap zelf de woning huurt, zal de voorziening het aangaan en het uitvoeren van het huurcontract begeleiden.” Daarnaast moet de initiatiefnemer een plan opmaken waaruit “de financiële haalbaarheid blijkt van het
geïntegreerde woonproject, inzonderheid de financiële haalbaarheid voor de persoon met een handicap, rekening houdend met de woon- en leefkosten.” Huize Monnikenheide kiest ervoor de cliënten huisvesting aan te bieden door studio’s te huren van vzw Monnikenheide (Huis aan de kerk en Huis aan de Voorne) en vzw Anautica (Dieghemhof). De studio’s worden doorverhuurd aan de cliënten waarmee een woonovereenkomst en een begeleidingsovereenkomst wordt afgesloten. De prijs wordt voor alle studio’s gelijkgesteld. Bij de berekening dient de toegankelijkheid van de geïntegreerde woonvormen voor élke cliënt verzekerd te worden, wat impliceert dat de woon- en leefkosten en de persoonlijke uitgaven kunnen betaald worden met de (inkomensvervangende) tegemoetkoming, ongeacht de categorie en zonder belemmering van de integratie in het maatschappelijke leven. De variatie tussen de woonprojecten ligt in de hoogte van de leefkosten, bepaald door de lokale kenmerken van de studio (aanwezigheid lift, vervoer, energieverbruik,…) en niet in de hoogte van de woonkost. Dit alles vertaalt zich in een democratische prijszetting die dezelfde is voor elke cliënt. Om Huize Monnikenheide te benchmarken met de andere aanbieders, heeft de directie een onderzoek uitgevoerd naar de aard en de kostprijs van de huisvesting van projecten voor geïntegreerd en beschermd wonen in 2009. We vatten de voornaamste conclusies samen.
63
Onderzoeksopzet Per mail werden alle erkende initiatieven voor geïntegreerd wonen in Vlaanderen (29) en beschermd wonen in de provincie Antwerpen (25) gevraagd naar hun erkenning, het aantal cliënten, de wijze waarop ze gehuisvest worden en de prijs die hiervoor aangerekend wordt. Van de 29 projecten geïntegreerd wonen zijn 2 projecten nog niet gestart en hebben we van 21 initiatieven een antwoord gekregen (78%). Aanvullend kregen we nog van 9 projecten beschermd wonen uit de provincie Antwerpen een antwoord. In het totaal gaat het om de huisvesting van 405 cliënten (zowel personen met een verstandelijke, als personen met een motorische beperking). De huisvesting van de cliënten wordt georganiseerd door zelf infrastructuur ter beschikking te stellen, door huizen te huren bij een andere VZW, door samenwerking met sociale huisvestingsmaatschappijen en door een gerichte zoektocht op de private huurmarkt. De prijzen variëren naargelang de aanbieder, het verschil tussen groeps- en individueel wonen en de mate waarin de woning toegankelijk moet zijn voor rolstoelgebruikers. Bij de huur van een sociale huisvestingsmaatschappij speelt de hoogte van het inkomen van de cliënt een medebepalende rol (de huurprijs mag maximaal 1/5 zijn van het maandinkomen). De voornaamste resultaten vatten we samen: Sociale huisvestingsmaatschappijen: huurprijs = max. 1/5 van het inkomen Prijzen tussen € 114 en € 323, in functie van het inkomen 16 voorzieningen huren bij een Sociale huisvestingsmaatschappij Private markt: Groepswoningen: tussen € 200 en € 300 Individuele appartementen: tussen € 175 en € 450 - uitgezonderd één persoon met een fysieke beperking die een aangepast appartement in het historische centrum van Brugge huurt voor € 650 per maand. Bij 14 voorzieningen huren de cliënten op de private huurmarkt. Zelf gebouwde of verworven infrastructuur: tussen € 124 en € 300 (zoals bij Monnikenheide) 12 initiatiefnemers hebben zelf studio’s gebouwd of gekocht en verhuren ze aan de cliënten. Zoals uit de absolute cijfers blijkt, kan een voorziening samenwerken met verschillende aanbieders van huurwoningen.
Positionering van Huize Monnikenheide De cliënten van beschermd wonen en geïntegreerd wonen betalen per maand (ongeacht het aantal aanwezigheidsdagen) € 282,5 huur (geïndexeerd). Dit huurbedrag valt binnen de spreiding van de groepswoningen, zowel bij de private verhuurders, als bij de eigen infrastructuur. De prijsbepaling is daarmee conform aan de marktprijzen die van toepassing zijn in de geïntegreerde woonprojecten in Vlaanderen. Ze garandeert de toegankelijkheid van deze werkvorm voor alle cliënten die recht hebben op een inkomensvervangende tegemoetkoming of die loonvormende arbeid kunnen verrichten.
64
THEMA 5: Nieuwe huisvesting voor Geïntegreerd wonen Huize Monnikenheide huurt sinds 1 juni 2008 het gebouw Dieghemhof in Schilde voor de werkvorm Geïntegreerd Wonen. De twaalf bewoners betalen op hun beurt een maandelijkse woonvergoeding aan Huize Monnikenheide voor hun huisvesting daar. Het huurcontract voor het gebouw Dieghemhof werd op 6 augustus 2009 opgezegd door de eigenaar. Momenteel loopt een opzegtermijn van 36 maanden, die afloopt op 31 augustus 2012.
Huize Monnikenheide zal zijn engagement t.a.v. de twaalf cliënten en zijn erkenning bij het VAPH van de twaalf plaatsen correct blijven uitvoeren en zal bijgevolg op zoek gaan naar een andere locatie voor het Geïntegreerd wonen die ten laatste op 31 augustus 2012 beschikbaar zal zijn. Voor de medewerkers die werken binnen de werkvorm Geïntegreerd wonen blijft de arbeidsovereenkomst onveranderd doorlopen. Na grondige afweging en na overleg met het VAPH werd een nieuwe projectzone gevonden in Zoersel waar zestien nieuwe studio’s zullen gebouwd worden. Daarmee zal een antwoord gegeven worden aan de twaalf huidige cliënten én wordt een perspectief geboden aan vier bijkomende cliënten die nu nog wachtende zijn op een gepaste woonvorm. De aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundig attest voor het bouwperceel waarop het project zal gerealiseerd worden, werd gunstig geadviseerd door de gemeente Zoersel; en Ruimtelijke Ordening Antwerpen. Het attest werd afgeleverd en eind november ontvangen. Aan de hand van een projectfiche werden acht architecten aangeschreven met de vraag een concept uit te werken dat kan beantwoorden aan het programma van eisen dat werd samengesteld. De ingediende voorstellen werden aan een vooronderzoek onderworpen waarna vijf weerhouden projecten beoordeeld werden door een jury, bestaande uit interne en externe deskundigen. Na beraadslaging werd beslist om de aanstelling van architectenbureau 51N4E aan de Raad van Bestuur voor te leggen. In het voorjaar van 2010 zal gewerkt worden aan een definitief ontwerp.
65
66
THEMA 6: Tevredenheidsonderzoek Tehuis niet werkenden In uitvoering van de procedure voor het meten van de tevredenheid van de gebruikers, organiseerde de gebruikersraad van het Tehuis niet werkenden haar periodieke tevredenheidsmeting. In deze nam de gebruikersraad het volledige initiatief, weliswaar met administratieve ondersteuning vanuit de voorziening. Aan de hand van de tevredenheidsmeting van 2004 en een model aangereikt door de federatie van gebruikersraden (FOVIG) werd een vragenlijst samengesteld en verzonden aan de wettelijke vertegenwoordigers van de cliënten in het Tehuis niet werkenden (in totaal 56 vragenlijsten). In bijlage 7 vindt u deze uitgewerkte vragenlijst. De resultaten toonden een grote tevredenheid bij de gebruikers over de geboden dienstverlening in de woningen en over de ondersteuning daarbuiten (sociale dienst, administratie, activiteiten, wasserij,…). Vier verbeterpunten sprongen naar voor: - Omgaan met kleding: aankoop, was, aankleden, soorten kledij,… - Detaillering van de facturatie, m.n. de rekening van de woninguitgaven - Onbekendheid van de gebruikersraad en zijn werking - Onbekendheid met de huisregels voor de ouders In overleg tussen gebruikersraad en directie en na intern overleg met de begeleiding werden volgende verbeteracties opgezet: M.b.t. kleding: - overzichtelijke instructies voor de families en de begeleiders betreffende de aankoop van nieuwe kleding en de geldende wasvoorschriften. Actie: brief aan de ouders en aan de begeleiding - de verwerking van de was in de wasserij en het risico op verlies. Actie: afspraken i.v.m. het tekenen van de kleding (mee in de brief aan de ouders) – bij de begeleiding toezien op een snelle behandeling van verloren kleding en regelmatig nazicht van de kleerkasten. M.b.t. de detaillering van de privé uitgaven in de woning - de kosten worden opgesplitst in herkenbare subcategorieën - de concrete uitgaven kunnen periodiek opgevraagd en desgevallend besproken worden met de mentor M.b.t. de bekendheid van de gebruikersraad - in elke woning wordt een foto gehangen van de vertegenwoordiger van de woning in de gebruikersraad met vermelding van de contactgegevens. - op de jaarlijkse feesten wordt een standje ingericht waar de leden van de gebruikersraad kunnen aangesproken worden of waar families informatie over de gebruikersraad kunnen vinden. M.b.t. de huisregels - de huisregels zijn opgenomen in de verblijfsovereenkomst en als dusdanig individueel toegelicht aan de (toenmalige) wettelijke vertegenwoordiger. - via de bespreking van het hulp- en dienstverleningsplan zal bij elke ouder nagevraagd worden welke elementen nog onduidelijk zijn. De verbeteracties zullen in 2010 opgevolgd worden tijdens de bijeenkomsten van de gebruikersraad.
67
68
THEMA 7: Feesten in Monnikenheide De dagelijkse routines overboord gooien en voluit genieten van de ambiance en elkaars aanwezigheid, da’s in één zin de essentie van feesten en dat blijven we in Monnikenheide met de regelmaat van de seizoenen ook doen. Verliefde harten en fladderende vlinders vulden de zaal bij de Valentijnsbrunch. De jaarlijkse verjaardag van Monnikenheide (eigenlijk op 1 april) is het moment om samen de taart aan te snijden, voorafgegaan door een heerlijke maaltijd van Mark en zijn keukenteam. We reppen ons dan ook om enkele jubilarissen in de schijnwerpers te zetten, nl. de gasten die 25 jaar in Monnikenheide wonen en de personeelsleden die er 25 jaar werken. Rita Neelen (Bloesem), Lieve Pans (dagbesteding) en Marleen Sebreghts (administratie) zijn al 25 jaar present. Zij kregen een plaats aan de eretafel en mochten nadien schitteren op een speciale editie van het Swingpaleis waarbij gasten en personeel zich eens goed konden laten gaan (zoals Felice zaliger dat pleegde te zeggen). September is traditioneel de feestmaand in Monnikenheide en in het bijzonder op de derde zondag hebben we jaarlijks een afspraak met de weergoden die in hun zonnigste stemming delen in de feestvreugde. De eerste kleppers verschenen al op donderdag. Eddy Smets en Letty Lanka zetten de beentjes in beweging en deden de gasten uit volle borst meezingen. Vrijdag werd het Doezelbos feestelijk ingewandeld door Pol Goossen (bekend als Frank uit Thuis), zijn hond Wap en burgemeester Katrien Schryvers. Met een inspirerend verhaal moedigde Pol ons aan zorg te dragen voor de natuur en haar wonderen te tonen aan de mensen. Na zijn bezoek aan het Doezelbos zag hij dat we goed bezig waren om het bos toegankelijk en uitdagend te maken. Zondag kon het brede publiek kennismaken met het Doezelbos en rondsnuffelen op de eerste Rommelmarkt aan Monnikenbos. Op het podium schitterden de sterren van de muziekgroep die o.a. het prachtige Doezelboslied en het lied van de “grote kuis” ten gehore brachten. In dezelfde stijl vierde het dagcentrum haar 20-jarige bestaan en brachten ze muzikaal een bloemlezing van hun kwaliteiten. De jonge rockband Ambraz sloot de podiumactiviteiten af en liet de massa meezingen op bekende hits uit de jaren 60, 70 en 80. Samen met het lekkere feestmaal, de smakelijke desserten, de lopende tapkraan en vooral veel lachende gezichten was het weer een geslaagde dag. De beelden kan je terugbekijken op Zoersel TV (te vinden via www.zoersel.be).
69
De Sint en zijn Pieten kwamen op 4 december even binnenwippen om cadeautjes uit te delen aan de bewoners en gasten. Ook de kinderen en kleinkinderen en de medewerkers van Huize Monnikenheide beleefden een fijne avond met de Sint en zijn vele Pieten.
Op het einde van het jaar, in de aanloop naar de kerstperiode, toverde de keukenploeg wederom een heerlijke feestmaaltijd uit haar potten. Na een ingetogen, creatieve viering mochten we aanschuiven en het was weer erg lekker. Doorheen het jaar zorgden de finaledagen van de Necarea, de Truckrun in Turnhout en de zomerse festivals Rock for Specials en Buitenbeenpop voor aangenaam vertier.
70
THEMA 8: 8: Externe samenwerking Huize Monnikenheide stelt zich open voor samenwerking, overleg en intervisie met partners in het zorglandschap, de lokale overheden, gebruikersverenigingen en al wie zich openstelt en zich engageert voor de dienstverlening aan personen met een handicap. Vanuit die open filosofie gaat Huize Monnikenheide in op de uitnodiging om lokaal, regionaal of internationaal samen te werken of neemt ze hiertoe het initiatief. Bezoekers van binnen- en buitenland zijn steeds welkom.
Gebruikersraden Op voorzieningniveau nemen de gebruikersraden de rol op van bevoorrechte gesprekspartner om diverse aspecten van de dagelijkse werking en de inhoudelijke en structurele beleidsvoering te bespreken. De Gebruikersraad van het Tehuis niet werkenden bestaat uit één vertegenwoordiger per woning en komt elk kwartaal samen. In 2009 werd bijzondere aandacht besteed aan het ontwerp van het tevredenheidsonderzoek en de opvolging van de resultaten. De Gebruikersraad van het Dagcentrum bestaat uit acht vertegenwoordigers en komt drie maal per jaar samen om de werking te bespreken. De inhoud en organisatie van de activiteiten, de contacten met de ouders, de inrichting van activiteiten buitenshuis, het taxivervoer, de aandacht voor de kleding,… zijn een greep uit de agenda van het voorbije jaar. De Gebruikersraad van het Geïntegreerd wonen bestaat uit alle ouders van de twaalf cliënten en vergadert drie maal per jaar om de voortschrijding van het woonproject in al zijn facetten mee op te volgen.
Externe bezoekers en projecten I.s.m. de Katholieke Hogeschool van Kortrijk (departement Sociaal werk) boden we een kennismakingsperiode aan drie studenten en een docent van het Rajagiri College of Social Sciences uit Kerala (India). Zij maakten enthousiast kennis met de pedagogische werking en de organisatiestructuur en werden geïnformeerd over de ondersteuning voor personen met een handicap in Vlaanderen. Dhr. Calewaert die in Guatemala op eigen initiatief een kleinschalig dagcentrum voor jongvolwassenen met een verstandelijke beperking uit de grond stampte, kwam trots zijn realisaties tonen na één jaar werking. We herkenden de voorbeelden uit de dagbesteding die hij in Huize Monnikenheide kwam oppikken. Het project Speaking with Support of Signs in Oradea (Roemenië) liep in 2009 op zijn einde. De samenwerking tussen Katho, MPI de Kindervriend (Rollegem) en Huize Monnikenheide met de scholen voor buitengewoon onderwijs en een dagcentrum in de regio van Oradea leidde tot de oprichting van een trainingscentrum voor het aanleren van SMOG (spreken met ondersteuning van gebaren) in de schoot van de universiteit. De resultaten van dit project ogen zeer spectaculair zowel op didactisch vlak (de vertaling van SMOG in het Roemeens, de ontwikkeling van tools voor het aanleren van de gebaren en de opbouw van een curriculum) als op orthopedagogisch vlak (door een versterking van het geloof in de ontwikkelingskansen van kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking). Het uitgebreide onderzoeksrapport zal in het voorjaar van 2010 gepresenteerd worden en opgenomen worden in het jaarverslag van 2010. Dit project liep met de financiële steun van het Vlaams ministerie voor Buitenlandse zaken en de inbreng van personeelsmiddelen vanuit de drie Vlaamse voorzieningen. Voor het tweede jaar op rij kwam een Chileense opvoedster gedurende twee weken stage lopen in een woning. Zij maakte deel uit van een vernieuwend pedagogisch project dat onder impuls van een Zoerselse leerkracht ontwikkeld werd. Meteen werd de afspraak gemaakt om deze vorm van samenwerking verder te zetten. De samenwerking met het Penitentiair Strafcentrum van Hoogstraten en het justitiehuis van Antwerpen loopt al enkele jaren zeer succesvol. In het kader van het herstelgericht vrijwilligerswerk komen gedetineerden allerlei logistieke taken uitvoeren. De leden van de kerngroep staken een handje toe bij
71
de organisatie van de lentemarkt, namen deel aan de sportnamiddag (en beten bijna in het zand tegen onze netbalploeg) en hielpen bij de oogst op de akker. De mooie omgeving van Huize Monnikenheide nodigt vele wandelaars en fietsers uit om zich in de bosrijke omgeving te ontspannen. Vaak combineren ze dit met een bezoek aan de voorziening en organiseren we met de gasten een drank- en plaspauze waarbij we hen laten kennis maken met de werking. Zo kregen we bezoek van de KWB van Sint Antonius, OKRA Zoersel en de dames van Markant. Verschillende scholen van Zoersel en de omringende gemeenten bezochten Huize Monnikenheide en kwamen o.a. een kijkje nemen in het Doezelbos. Sinds enkele jaren werken we samen met de Tijdbank die vrijwilligers uit bedrijven engageert om een dag in een sociaal initiatief te komen werken. Omwille van de positieve contacten en de zinvolle projecten die we indienden, ontvingen we in 2009 de Tijdbank Award.
Partners in Begeleid werken In het kader van de externe tewerkstelling van cliënten in het begeleid werken kunnen we rekenen op een veelvoud aan geëngageerde werkgevers die de cliënten integreren op hun werkvloer. Werkgevers: Gemeente Zoersel, Dexia Wijnegem, Kind Inclusie Plan, VCM Erfgoed, WZC Sint Lodewijk, Open Poortje, Chocolaterie Smet, Vennebos, Vredegerecht Schilde, Annuntia instituut, Crèche Babelut, BSGO Klimop, Zorgboerderij Vlimmeren, Zorgboerderij Zoersel, Kadodder,
Externe overlegorganen Huize Monnikenheide participeert aan verschillende externe overlegorganen waarin op voorziening overstijgend niveau intervisie, beleidsvoorbereidend en standpunt bepalend werk wordt geleverd. M.n. de regionale zorgplanning, - afstemming en -bemiddeling neemt veel aandacht in beslag. - regionaal overleg voorkempen - provinciaal overleg kinderen & jongeren - intervisiegroep tehuizen voor kortverblijf - coördinatiecomité (directies provincie Antwerpen) - sectoraal directiecomité van het Vlaams Welzijnsverbond (werkgeversorganisatie) - automatisering Vlaamse Welzijnssector (AVW) - onderzoeksgroep “ouderen met een verstandelijke handicap” (Hogeschool en Universiteit Brussel) - steunpunt expertisenetwerken (SEN) i.v.m. personen met autisme en personen met gedragsproblemen - regionale en provinciale werkgroep palliatieve zorgen - expertengroep experiment Persoonsgebonden Budget - expertengroep wonen & welzijn (VWV) Daarnaast werken we mee aan wetenschappelijk onderzoek in het kader van doctoraatsproefschriften en nemen we deel aan de professionele uitwisseling en vorming via studiedagen en workshops.
72
THEMA 9: Verbeteringsprojecten Logistiek en infrastructuur Kleine wasjes, grote wasjes In de wasserij werden in het voorjaar van 2009 nieuwe was- en droogautomaten in gebruik genomen. Drie bestaande huishoudelijke toestellen werden na 10 jaar intensief gebruik buiten dienst gesteld. We konden de aankoop van twee nieuwe toestellen financieel rond krijgen dankzij een gift van Ecover en de steun van vele sympathisanten rond de eindejaarsperiode. Het gaat om semi-industriële toestellen die voor de verwarming, het leeuwendeel van het energieverbruik, werken op aardgas. Enkel de aandrijving van de trommels gebeurt nog via een kleine elektromotor. Wasmiddelen worden voortaan in deze nieuwe en alle bestaande toestellen automatisch gedoseerd via een systeem van pompjes en aanvoerslangetjes. De capaciteit van de wasserij wordt hierdoor vergroot, waardoor de steeds groeiende hoeveelheid was vlotter en handiger kan verwerkt worden. Daarnaast zijn deze toestellen ook zuiniger qua energieverbruik, waarmee we ons engagement voor een duurzaam en een energiezuinig beleid in de praktijk brengen. Het automatische doseersysteem zorgt tenslotte voor een juistere en zuinigere aanvoer van wasmiddelen. Overdosering is voortaan uitgesloten. Tot voor de komst van de nieuwe toestellen was de wasserij steeds open, dag en nacht. Sinds de komst van de nieuwe toestellen bouwen we meer toezicht in en is de wasserij voortaan op slot buiten de werkuren. Bewoners/woningen kunnen tijdens de werkuren steeds naar de wasserij komen voor het brengen en halen van was. Na de werkuren is dit niet meer de bedoeling. De correcte behandeling van de kilo’s wasgoed blijft een permanent aandachtspunt waar ook de gebruikers (en de families) groot belang aan hechten. Ook in de resultaten van het driejaarlijkse tevredenheidsonderzoek van het Tehuis niet werkenden vonden we de aandacht voor de hygiëne en de reinheid van de kleding van de cliënten en werden verbetersuggesties geformuleerd om het zoek raken van kleding aan te pakken. Concreet resulteerde dit in: Het sensibiliseren van de begeleiders rond de aankoop van nieuwe kleding en het aankleden van cliënten. Het communiceren van “wasserijvoorschriften” aan de families van cliënten. Hierbij wordt aangegeven welke materiaalsamenstelling van kleding vlot en goed kan gewassen worden in onze wasserij en welke delicatere materialen te mijden zijn. Het aankopen van extra waszakken voor de woningen, zodat de sortering en doorstroming beter kan verlopen. Het voorzien van extra en nieuwe sokkennetjes die er voor zorgen dat de sokken van een woning samen worden gewassen om zo “eenzame sokken” te vermijden. Het werken met kleurcodes om de kleding te tekenen per woning, opnieuw om verlies te vermijden. Het werken in de wasserij is voor vele gasten één van de favoriete dienstverlenende ateliers waar ze graag voor inschrijven, niet in het minst omwille van de gemotiveerde ondersteuning door het wasserijpersoneel. Deze laatsten werden, samen met de andere logistieke medewerkers van onderhoud, technische diensten en keuken, bijgeschoold in de begeleiding van de cliënten. Onder leiding van Bernice De Vos van de Plantijn Hogeschool stonden alle logistieke medewerkers stil bij het werken in een voorziening voor personen met een verstandelijke beperking. Volgende vragen kwamen aan bod: wat zijn precies de gevolgen van een verstandelijke beperking bij het dagelijks functioneren? Wat mogen we van de bewoners en gasten verwachten en wat niet? Hoe verloopt de samenwerking met de bewoners en gasten? Deze opleiding werd fel gesmaakt en versterkte de erkenning van de logistieke diensten. In het najaar werd eveneens beslist dat de jobcoach begeleid werken ook bij elke tewerkstelling in de logistieke diensten de activiteiten zal opvolgen.
73
Therapeutisch Therapeutisch zwembad in “onderhoudstherapie” Sinds de ingebruikname van het therapeutisch zwembad in 2003 signaleerden gebruikers dat de vloeren van de kades glad aanvoelden wanneer ze nat waren. Enkele (bijna) valincidentjes toonden dit aan. De plaatsing van bijkomende steunen aan de muren en een andere poetsmethode die de vloer minder glad moest maken, brachten weinig verbetering. Ook de slechte afwatering kwam ter sprake. Het water van de douches en voetsproeiers liep slecht weg of naar de verkeerde richting. Hierdoor bleven plassen water op de vloer staan. Begin 2009 begonnen moeilijkheden op te treden om de fysico-chemische waterkwaliteit altijd binnen de wettelijke waarden te houden. Af en toe kon hierdoor een dagje niet gezwommen worden. Op 8 april 2009 voerde het Vlaams Agentschap voor zorg en gezondheid, afdeling Toezicht Volksgezondheid, een routineonderzoek uit i.v.m. de zwemwaterkwaliteit, de hygiëne en het beheer van het therapeutisch zwembad. De bovenvermelde problemen werden in het verslag van dit onderzoek opgenomen. Verder werd nog gewezen op een aantal andere elementen zoals inkuiping van producten, het hebben van schema’s van de installaties, de te hoge luchtvochtigheid, het hebben van certificaten die aantonen dat begeleiders een basiscursus reanimatie volgden,… In vergelijking met vorige routineonderzoeken bleek duidelijk dat de wetgeving strenger werd en dat er ook strenger werd afgetoetst voor een klein semi-openbaar therapiebad met een beperkt aantal bezoekers, zoals dat van Huize Monnikenheide. Op basis van al deze vaststellingen werd besloten om de geplande jaarlijkse poetsbeurt uit te breiden tot een zeer grondige poets- en onderhoudsbeurt. In mei – juni ging het therapeutisch zwembad gedurende 3 weken dicht en volgende onderhouds- en verbeteringswerken vonden plaats: De volledige vloer werd voorzien van een nieuwe antisliplaag; De afwatering aan de voetsproeiers en de douches werd verbeterd; De luchtvochtigheid werd lager afgeregeld, zoals voorzien in de reglementering; De waterbehandelingsinstallatie werd volledig onderhouden en verbeterd; Een zwembadstofzuigslang werd voorzien; Beheersprocedures werden herzien of op punt gesteld; Er werden contacten gelegd i.v.m. een cursus basis reanimatietechnieken voor begeleiders; Het huurcontract t.a.v. derden werd herwerkt met het oog op verhoogde hygiëne en veiligheid; Voor producten m.b.t. de waterbehandeling werd een inkuiping voorzien; Bij de chlooropslag werd een extra verluchting voorzien; Ramen werden gepoetst met het oog op de verwijdering van kalkaanslag; De kuip werd geledigd en gepoets, net als alle andere ruimten van het gebouw; Schema’s van de installaties werden voorzien. Na de heropening van het pas onder handen genomen therapeutisch bad merkten gebruikers onmiddellijk op dat er geen gevaar meer was voor uitschuiven en dat het water nu goed afgevoerd werd. De fysico-chemische zwemwaterkwaliteit kon ook terug goed stabiel gehouden worden. Op 26 juni 2009 vond een nieuw routineonderzoek plaats door het Vlaams Agentschap voor zorg en gezondheid, afdeling Toezicht Volksgezondheid, waarbij werd vastgesteld dat aan vrijwel alle voorgaande bemerkingen werd verholpen. Om blijvend te voldoen aan steeds strenger wordende Vlarem-reglementering, zal de uitbating van het therapeutisch zwembad continue aandacht en investeringen vragen. Ondertussen zien we dat de inzet wat dit betreft wel blijft renderen in de vorm van een goede bezetting, ook door enkele externe groepen, uitgebreide mogelijkheden tot individuele watertherapie en veel zwemplezier.
Steeds koel dankzij het temperatuurbewakingssysteem Eind 2009 werd een temperatuursbewakingssysteem geïnstalleerd en in werking gesteld. Twee diepvrieskamers, twee koelkamers en twee koelkasten werden voorzien van een temperatuursonde. Elke 10 minuten wordt de temperatuur uitgelezen en verzonden naar een externe server. Wanneer de
74
temperatuur buiten een vooraf ingesteld bereik gaat, worden enkele medewerkers per mail en sms verwittigd. Daarnaast is het mogelijk om via een website de temperaturen te monitoren en historische rapporten af te drukken. Dank zij dit temperatuurbewakingssysteem voldoen we aan de HACCP-reglementering die voorschrijft dat de temperatuur in koel- en vrieskamers moet geregistreerd worden. Daarnaast vermijden we dat de waardevolle inhoud van een koel- of vrieskamer verloren zou gaan omwille van een stroompanne, een defect of een deur die blijft open staan.
In veilige afzondering Af en toe kunnen er redenen zijn om een bepaalde cliënt even uit zijn leefomgeving te halen en af te zonderen. In 2009 werd hiervoor een specifieke plek voorzien in het gebouw Monnikenbos. Er werd veel zorg besteed aan de inrichting van deze ruimte: - Zachte wanden: de wanden, de deur en de vloer zijn bedekt met zachte materialen zodat cliënten zich niet kunnen verwonden. - Belichting: er hangt een buislamp aan het plafond. De lichtknop zit aan de buitenkant van de ruimte. Er is ook een dimmer voorzien zodat voor een aangename zachte belichting kan gezorgd worden. - Verluchting: in de buitenmuur is een ventilator aangebracht die de ruimte kan voorzien van verse lucht. - Kijkgaatje: in de deur is een judas voorzien (kijkgaatje), zodat begeleiders steeds ongemerkt een oogje in het zeil kunnen houden. - Slot: de deur is voorzien van een deurklink aan de buitenkant, niet aan de binnenkant. Afzondering in de afzonderingskamer is een ingrijpende maatregel die soms nodig is, maar die we niet overbodig willen gebruiken. Concrete afspraken voor welke cliënt de afzonderingskamer gebruikt kan worden, in welke situatie, voor welke beperkte duur, worden per cliënt gemaakt in het team. De vuistregel is dat een afzondering maximaal 10 minuten duurt met eventueel een herhaling van 10 minuten, indien nodig. Na elke afzonderingstechniek of –maatregel, dus ook na gebruik van de afzonderingsruimte, verwachten we dat de begeleiding een registratieformulier invult. Dit ingevulde formulier wordt gebruikt als basis voor een nabespreking met de hoofdopvoeder of een pedagoge. De afzonderingsruimte is bedoeld om niet vaak gebruikt te worden. Voor de situaties waarin het toch nodig is, biedt ze een optimaal veilige omgeving.
Verharding van een brandweg en bijkomende parking Zoals beschreven in het deel personeel, 3.2. Comité voor preventie en bescherming op de werkplaats, werd de brandweg aan de achterzijde van het domein verhard met het oog op het voorzien van een enkelrichtingscirculatie die moet bijdragen tot een hogere verkeersveiligheid op het domein. Voor de verharding konden we rekenen op de logistieke ondersteuning met vrachtwagen en kraan van de gemeente Zoersel. Alvorens we de verharding konden aanvatten moest een lang traject doorlopen worden voor de vergunningsaanvraag met voorafgaandelijke contacten met de twee achterliggende boseigenaars, de natuurwachter van het Vlaams Agentschap voor natuur en bos en de Vlaamse administratie voor Onroerend Erfgoed en de Vlaamse Administratie voor Ruimtelijke Ordening. Samen met de verharding van de brandweg werden ook 8 bijkomende verharde parkeerplaatsen voorzien op de grote parking.
75
Nekarea 2009
76
THEMA 10 10: Kwaliteit en beleidsplan 1. Kwaliteit In 2009 zou voor de achtste keer een tussentijdse kwaliteitsaudit plaatsvinden door de inspectie Welzijn, volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Overheid, waarbij de procedures van het kwaliteitshandboek gedurende een volledige dag aan een toetsing worden onderworpen. Er vonden in 2009 in de plaats daarvan twee inspectiebezoeken plaats die toegespitst waren op twee concrete thema’s: de organisatie van het Geïntegreerd wonen door Huize Monnikenheide en de wijze waarop Huize Monnikenheide de rechtspositie van minderjarigen vrijwaart. Het kwaliteitssysteem op zich werd in 2009 niet extern geaudit. Audit erkenning Geïntegreerd Wonen Voor de werkvorm Geïntegreerd wonen ontving Huize Monnikenheide in 2008 een tijdelijke erkenning die liep van 1 juni 2008 tot 31 mei 2009. Naar aanleiding van onze vraag tot het verlengen van deze erkenning brachten de inspecteur van Welzijn, volksgezondheid en Gezin en het diensthoofd Ambulante Diensten van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) op 30 september 2009 een bezoek aan het Dieghemhof, de plek waar het Geïntegreerd wonen tot nu toe georganiseerd wordt voor 12 personen met een verstandelijke handicap. De huidige werking werd toegelicht en getoetst aan de erkenningsvoorwaarden. Daarnaast werd gesproken over de locatie waar het Geïntegreerd wonen in de toekomst georganiseerd zou worden (zie thema 5). Naar aanleiding van deze audit ontving Huize Monnikenheide net na het jaareinde een verlenging van de erkenning Geïntegreerd wonen van 1 juni 2009 tot 31 december 2013. Audit rechtspositie minderjarigen In 2004 werd het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige binnen de integrale jeugdhulp goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Dit decreet vormde samen met het kaderdecreet omtrent integrale jeugdhulp, het startpunt voor de hervorming van de jeugdhulpverlening in Vlaanderen. Sinds 2008 zijn beide decreten volledig in werking getreden en wordt de toepassing ervan door de Vlaamse overheid geïnspecteerd. Aangezien ook minderjarige cliënten terecht kunnen in het kortverblijf, werd ook Huize Monnikenheide onderworpen aan een audit, die plaatsvond op 8 oktober 2009. In een eerste deel werd bekeken welke dynamieken de decreten op het beleidsniveau in hebben gezet. Er werd vastgesteld dat er verbeterplannen werden opgemaakt en dat er acties ondernomen werden (o.a. het verder uitdiepen van de individuele dossiervorming). Deze acties werden ook ondergebracht in het kwaliteitshandboek. Er werd gesuggereerd om een visie uit te werken over het moment wanneer minderjarigen bekwaam worden geacht om al hun rechten uit te oefenen, zoals bijvoorbeeld inzage in hun dossier. We botsen hier op een spanningsveld, aangezien onze doelgroep uit minderjarigen met een verstandelijke handicap bestaat. Vervolgens werd de focus gericht op hoe de decreten ingang vinden in de dagdagelijkse hulpverlening. Ook hier komt bovengenoemd thema weer aan bod: we willen werk maken van een procedure die voorziet dat elke minderjarige informatie kan krijgen over zijn rechten binnen de jeugdhulp (toegangsrecht tot zijn dossier). Indien mogelijk, kan dit besproken worden binnen het kennismakingsgesprek. Op die manier worden eveneens de betrokken ouders geïnformeerd. Daarnaast kwamen thema’s aan bod zoals het verduidelijken van de geldende regels, het sanctiebeleid, het gebruik maken vrijheidsbeperkende maatregelen e.d. Op deze domeinen werd geen enkel werkpunt geformuleerd. Naast uitdagingen eigen aan onze doelgroep, wordt opgemerkt dat een aantal zaken minder relevant zijn voor onze werking, aangezien het binnen het kortverblijf gaat over kortdurende opvang, met een gemiddelde verblijfsduur van vier dagen. De globale beoordeling omtrent de implementatie was
77
positief, enkele concrete suggesties ter verbetering werden aangereikt. Het spreekt voor zich dat we een manier gaan zoeken om hier in de praktijk effectief gevolg aan te geven. 2. Beleidsplan Sinds mei 2008 is het Beleidsplan mei 2008 – april 2010 van kracht als spil en rode draad van het kwaliteitssysteem. Het beleidsplan is een referentiedocument dat binnen Huize Monnikenheide wordt gebruikt voor opvolging en waarnaar regelmatig verwezen wordt: 5 hoofdobjectieven Veel energie ging uit naar de realisatie van de 5 hoofdobjectieven uit het beleidsplan: De missie van Huize Monnikenheide werd in de voorbije periode geactualiseerd en op meerdere manieren getoond en kenbaar gemaakt bij de medewerkers. Meer dan voorheen is de missiezin gekend en er wordt naar verwezen. Competentieontwikkeling werd geïntroduceerd bij de medewerkers. Competentieprofielen zijn beschikbaar voor de verschillende functies en gesprekken over een persoonlijk ontwikkelingsplan werden opgestart. Verhoogde aandacht ging uit naar cliënten met een hogere ondersteuningsnood. Een werkgroep stelde als testcase voor enkele cliënten een ondersteuningspaspoort op dat aangeeft op welke concrete wijze binnen ateliers een hogere ondersteuning moet geboden worden voor een bepaalde cliënt. De bedoeling is om op deze weg verder te werken. In 2008 en 2009 werden de nodige acties genomen opdat het Tehuis niet werkenden in mei 2010 zal kunnen uitbreiden met 5 plaatsen tot 60 cliënten (zie thema 1). In 2008 en 2009 werd het Geïntegreerd wonen uitgebouwd tot een volwaardige werkvorm binnen het geheel van de werking van Huize Monnikenheide. 2 afdelingsobjectieven afdelingsobjectieven Binnen de afdelingen werd het nodige werk verricht om te komen tot competentieprofielen voor de verschillende functies. De doelstelling om 2 afdelingsdoelen te laten formuleren met het oog op het volgende beleidsplan werd door tijdsgebrek niet gerealiseerd. 17 opvolg opvolgobjectieven Omwille van de inspanningen voor het realiseren van de 5 hoofdobjectieven uit het beleidsplan kwam de realisatie van de opvolgobjectieven wat onder druk te staan. Toch werden de meeste gerealiseerd. Als belangrijkste verwezenlijkingen kunnen we verwijzen naar: Het arbeidsreglement werd volledig geactualiseerd en goedgekeurd; De inbreng van de cliënten bij hun hulp -en dienstverleningsplan werd verhoogd via ondersteuning door de methodiek van de pictodoos; Logistieke medewerkers die cliënten begeleiden in ateliers werden hierin ondersteund via vorming; De visie rond preventie van geweld en misbruik t.a.v. cliënten werd opgesteld en kenbaar gemaakt aan alle begeleiders; Cliënten worden op een betere manier ondersteund in hun communicatie via pictogrammen en smog; … In mei 2010 wordt een nieuw beleidsplan mei 2010 – mei 2012 voorgesteld dat zal voortbouwen op het huidige aflopende beleidsplan.
78
THEMA 11: 11: AFSCHEID NEMEN In 2009 namen we afscheid van drie cliënten en één personeelslid. Johan (PAB), Ritje (Kamille), Staf (Violet) en Neel (begeleidster dagbesteding) zullen een bijzondere plaats behouden in onze herinnering.
Ritje Vrebos, bewoonster van de Kamille, overleed onverwacht in de nacht van zaterdag 5 op zondag 6 december in het ziekenhuis AZ Sint Jozef te Malle onder de zorgende aandacht van haar begeleiders en in de nabijheid van haar familie. Ritje was er bij toen in april 1980 Monnikenbos startte en ze heeft al die jaren onafgebroken in de Kamille (vroeger Woning 2) haar eigen stempel gedrukt op de woning. Ze zorgde wel dat ze je aandacht wist vast te grijpen en als het kon, liet ze die niet meer los. Ze kon je plat knuffelen. Tijdens een intieme, warme afscheidsviering in Monnikenbos, hebben we met veel plezier en tederheid herinneringen opgehaald aan haar mooie, speelse karakter, haar deugnieterij en haar levenslust.
Tijdens de donkere dagen voor Kerst is het lichtje van Staf Van Dyck, bewoner van De Violet, stilletjes aan gedoofd. Op zaterdagochtend 20 december om 5.30 u is hij zachtjes in de woning, in zijn vertrouwde omgeving ingeslapen. De voorafgaande dagen werd hij door de opvoedsters en andere begeleiders met de meeste zorgen palliatief begeleid in zijn woning, gesteund door de warme appreciatie van zijn familie. Vrijdag hebben zijn familieleden en vele vrienden Staf nog een laatste deugddoend bezoek gebracht. Staf woonde in Huize Monnikenheide sinds 1990 en vond in het Hofke, de Wei en de voorbije jaren in de Violet een warme thuis. We zullen hem zeker herinneren als een lieve knuffelaar die iedereen met zijn ontwapenende blik en zijn vrolijke verschijning kon doen lachen. Op zijn 62ste kon hij nog genieten van de actie rondom hem, ook al werden zijn mogelijkheden beperkter en namen de zorgen toe. De knuffelbeer nam een centrale plaats in in de afscheidsviering waarbij in verbondenheid gedag werd gezegd aan Staf.
We kenden Johan De Muynck al vele jaren. Eerst als gebruiker van het Kortverblijf (en dat bijna vanaf het begin), later als één van de eerste PAB cliënten die we aan huis begeleidden. Ondanks zijn wankelijke gezondheid die jarenlange zijn bewegingsruimte beperkte, kon Johan enorm genieten van het individuele contact met zijn assistenten en de plezante drukte als hij met hen op bezoek kwam in Monnikenheide. Toen Johan in maart plots overleed, was iedereen toch nog verrast. Je had dus toch niet het eeuwige leven hoewel je voordien vaak op het randje balanceerde en telkens weer opveerde.
Donderdag 3 september 2009, heeft onze collega, Neel Couwels, afscheid genomen van het leven. Omringd door de zorg van wie haar nabij was, is ze rustig ingeslapen. Het einde van een lange ziekteperiode die haar vanaf maart 2006 aan huis kluisterde. Neel koos onderstaande vers uit Dageraad van Joan Cline om ons te helpen om te gaan met haar vertrek.
En dus werden de rouwliederen gemaakt. En dus werden de rouwdansen gedanst. Luide liederen. Blijde en respectvolle dansen. Want de mensen om de lijkbaar waren niet zozeer bijeengekomen om een dode te bewenen als wel om met vreugde te getuigen van een leven. Neel heeft meerdere malen beklemtoond dat de blijvende betrokkenheid van vele collega’s uit Monnikenheide voor haar van groot belang was. Na meer dan 25 jaar met de gasten, zat Monnikenheide diep in haar geworteld.
79
80
TERUGBLIK 2009 De in 2008 goedgekeurde nieuwe missiezin van Huize Monnikenheide kreeg nog meer visibiliteit, waardoor er een nog sterkere inspiratie en motivatie van uit ging in 2009.
Huize Monnikenheide wil uitmunten in warme én professionele dienstverlening aan mensen met een verstandelijke handicap en hun gezin. De warme dienstverlening kwam in 2009 ongetwijfeld het sterkst naar voor op de momenten dat we afscheid namen van onze cliënten Johan, Ritje en Staf. Met een sterke betrokkenheid werd multidisciplinair samengewerkt, in nauw contact met de familie, om het levenseinde en het afscheid op een respectvolle en kwaliteitsvolle manier in te vullen. Deze momenten zijn vaak moeilijk en ze vragen extra inzet. Maar ze zorgen ook voor sereniteit en dankbaarheid over de weg die we samen konden gaan: cliënt, begeleiding, gezin en familie. Na de start midden 2008 van het Geïntegreerd wonen in het Dieghemhof te Schilde, konden we in 2009 deze werkvorm verder ontwikkelen zodat hij groeide tot een professioneel uitgebouwde werkvorm, geïntegreerd en samenwerkend binnen het geheel van de organisatie en de sociale omgeving. De wil om uit te munten werd vertaald in ons maatschappelijk engagement om te ondernemen en begeleiding te bieden aan wachtende personen met een verstandelijke handicap. In dit kader pasten in 2009 twee projecten: Na voorbereidend werk in 2008 verkreeg Huize Monnikenheide de goedkeuringen om 5 bijkomende cliënten te gaan begeleiden binnen het Tehuis niet werkenden en om daarvoor ook de nodige huisvesting te voorzien. Zo kon in het voorjaar van 2009 gestart worden met de bouwwerken. In het voorjaar van 2010 moet de nieuwe woning klaar zijn, zodat Huize Monnikenheide bijkomend aan 5 personen met een verstandelijke handicap dienstverlening kan aanbieden. In 2009 werd duidelijk dat het gebouw Dieghemhof op termijn niet de plek zou kunnen blijven waar het Geïntegreerd wonen georganiseerd wordt voor 12 personen met een verstandelijke handicap. Huize Monnikenheide koos er voor om een nieuwe accommodatie te gaan realiseren, maar dan voor 16 toekomstige bewoners. Dit geeft de mogelijkheid om 4 bijkomende personen een perspectief te bieden. Daarnaast kan zo een huisvesting gecreëerd worden met twee kleinere leefgroepen die pedagogisch meer aangepaste mogelijkheden bieden. Eind 2009 werd alvast architectenbureau 51N4E geselecteerd voor het ontwerp van de nieuwe huisvesting. Op het vlak van de kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening werd het beleidsplan als leidraad genomen voor het realiseren van de daarin vastgelegde projecten. De vinger werd aan de pols gehouden door tevredenheidsonderzoeken bij de cliënten en families van het Tehuis niet werkenden en het Tehuis voor kortverblijf. Een aantal verbeteracties kregen van hieruit vorm. Verder versterkten we ons aanbod naar cliënten toe door het Doezelbos te creëren, door cliënten samen te brengen in het atelier “de Bloementuin” en door een jobcoach in te schakelen voor het vinden en begeleiden van werkplekken buiten Huize Monnikenheide. De methodiek van competentieontwikkeling werd verder toegepast binnen de teams. Rond de vier kerncompetenties – kwaliteitsvol werken, cliëntgericht handelen, samenwerken en betrokken zijn – worden medewerkers erkend en ondersteund in hun kwaliteiten. Nieuwe was- en droogautomaten in de wasserij, het onderhoud en de verbetering van het therapiebad, een temperatuurbewakingssysteem voor koel- en vrieskamers, een gepaste afzonderingskamer, de verharding van de brandweg en extra parkeerplaatsen zorgden er voor dat we ook op het vlak van infrastructuur en technische ondersteuning een stap vooruit konden zetten.
81
Al deze projecten en acties maken dat we in 2009 opnieuw dichter kwamen bij het realiseren van onze missie: uitmunten in warme én professionele dienstverlening aan mensen met een verstandelijke handicap en hun gezin.
82
VOORUITBLIK 2010 In 2010 zullen we van start gaan met een nieuw beleidsplan mei 2010 – april 2012. In dit kader zien we drie belangrijke uitdagingen voor 2010: Een eerste objectief bestaat er in om medio mei 2010 de bouwwerken aan de nieuwe woning af te ronden. In het voorjaar van 2009 zullen 5 bijkomende cliënten geselecteerd worden met een verstandelijke handicap, een hogere zorgvraag en eventueel een bijkomende problematiek. Binnen de zo ontstane groep van 60 cliënten Tehuis niet werkenden zal een groep van 9 bewoners samengesteld worden voor de nieuwe woning. Gelijktijdig zal in het voorjaar een nieuw begeleidersteam geselecteerd en samengesteld worden voor de nieuwe woning. In mei 2010 zullen de 9 bewoners begeleid worden door het nieuwe team in de nieuwe woning. Binnen andere huidige woningen zal dan een beperkte verhuisbeweging plaatsvinden. De uitdaging bestaat er in dit hele project te laten slagen, zodat alle cliënten zich goed voelen in hun woonst. Als tweede objectief willen we in het najaar van 2010 een aannemer laten starten met de realisatie van een nieuwe huisvesting voor 16 bewoners Geïntegreerd wonen. Voor dit mogelijk is, moet in de loop van 2010 sterk doorgewerkt worden aan het aankopen van een perceel, het ontwerpen van de plannen, het informeren van cliënten en hun families, medewerkers, buren en andere belanghebbenden, het rond krijgen van de financiering,… Als we iets verder kijken, zien we de 16 bewoners in april 2012 hun intrek nemen in hun nieuwe woonst. Een derde objectief bestaat er in een nieuw organogram uit te werken dat aansluit bij de omvang die Huize Monnikenheide na jaren van geleidelijk groeien heeft bereikt. Een nieuwe structuur moet het mogelijk maken om de huidige dienstverlening de volgende jaren te blijven aanbieden, verbeteren en vernieuwen. Cross-functionele verantwoordelijkheden en doelstellingen van overlegorganen moeten duidelijk omschreven zijn. Het geheel moet uitgewerkt, gecommuniceerd en operationeel zijn in het najaar van 2010. Naast deze drie belangrijkste doelstellingen vermeldt het beleidsplan nog andere verbeterprojecten in 2010 die elk op hun niveau of in hun werkingsgebied bijdragen tot een nog warmere en professionelere dienstverlening aan onze cliënten en hun gezin.
83
84
BIJLAGE 1: Leden gebruikersraad GEBRUIKERSRAAD TEHUIS NIET WERKENDEN De heer Leurs De heer Bernaerts Mevrouw Defillet De heer De Graef Mevrouw De Visscher Mevrouw Inghels De heer Luyten De heer Theunis
voorzitter woning Lotus woning Rode Roosje woning Kamille Woning Orangerie woning Blauwe Regen woning Kerselaar woning Bloesem
GEBRUIKERSRAAD DAGCENTRUM Mevrouw Embrechts-Willemsens Mevrouw De Jagere Mevrouw De Vinck Mevrouw Hendriks De heer Janssens Mevrouw Schoenmaeckers De heer Wouters
voorzitter
GEBRUIKERSRAAD TEHUIS VOOR KORTVERBLIJF Alle gebruikers van het werkjaar 2009.
BEWONERSVERGADERING BESCHERMD WONEN In de bewonersvergadering zijn alle cliënten aanwezig.
GEBRUIKERSVERGADERING GEÏNTEGREERD WONEN Alle ouders van de opgenomen cliënten. In de bewonersvergadering zijn alle cliënten aanwezig.
85
86
BIJLAGE 2: Leden toezichtsraad Beschermd wonen Mevrouw Simone De Roy, voorzitter De heer Kris De Koninck De heer Stefan Leyder De heer Peter Mariën-Bouwens Mevrouw Nancy Verboven De Toezichtsraad Beschermd Wonen kwam samen op 7 december 2009.
87
88
BIJLAGE 3: Samenstelling Comité voor Preventie en Bescherming op de Werkplaats Vertegenwoordigers werkgever: De Koninck Kris, voorzitter Van Den Bril Ingrid Verheyen Patrick Vermeeren Johan Wouters Inge Vertegenwoordigers medewerkers: Gielis Filip Habraken Hanne O’Leary Andrew (plaatsvervanger) Storms Myriam Van Echelpoel Tinne Van Hoeydonck Emanuel Van Riel Jan Van Wassenhoven Gwen (plaatsvervanger) Intern preventieadviseur: Van Maldeghem Jules Arbeidsgeneesheer (IDEWE): Dr. Leirs Lisbeth Vergaderdata: 26 januari 2009 23 februari 2009 23 maart 2009 27 april 2009 25 mei 2009 22 juni 2009 28 september 2009 26 oktober 2009 23 november 2009
89
90
BIJLAGE 4: Samenstelling Ondernemingsraad Vertegenwoordigers werkgever: De Koninck Kris Van Den Bril Ingrid Verheyen Patrick Vermeeren Johan, voorzitter Wouters Inge Vertegenwoordigers medewerkers: Gielis Filip Habraken Hanne O’Leary Andrew Storms Myriam (plaatsvervanger) Van Echelpoel Tinne Van Hoeydonck Emanuel Van Riel Jan Van Wassenhoven Gwen (plaatsvervanger) Vergaderdata: 26 januari 2009 23 februari 2009 23 maart 2009 27 april 2009 25 mei 2009 22 juni 2009 28 september 2009 26 oktober 2009 23 november 2009
91
92
BIJLAGE 5: Vaste vrijwilligers
Adriaensen Gaby Becker Stefan Boeckmans Herman Cambula Simon Cocquet Paul Couwels Bea De Coninck Herman De Sitter Vie De Smet Hedwige Dierckx Ann De Swert Anne Exelmans Mieke Festjens Veerle Flebus-Bal Annie Fontaine Luc Gareet Annie Haest Ludo Helsen Anja Ivens José Janssenne Laetitia Meeuws Agnes Peers Monique Persoons Jan Plessers Gib Rao Sajjan Rijmenams-Lambreghts Luc & Linda Speelmans Heidi Speelmans Krist’l Stockman Mia Thiervoet Pauli Van Der Veen Sandra Van Hove Therèse Voet Hilde Wouters Mark
93
94
BIJLAGE 6: Vrijwilligers familiecafé
Baetens Annie Boeckmans Herman & Reinhilde Damen May Damen Wiske Schryvers-Van Den Bempt Leo & Stefanie Van Dessel Ida Van Den Bempt Maria
95
96
BEOORDELING
VRAAG
eerder negatief
neutraal
eerder positief
zeer positief
--
-
+/-
+
++
1
Bent u tevreden over de algemene sfeer in Huize Monnikenheide
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Bent u tevreden over het welzijn van uw familielid? -+/+ ++ Bent u tevreden over de hulpmiddelen in de woning (tiltoestellen, aangepaste baden, .. -+/+ ++ Bent u tevreden over het comfort dat uw familielid heeft in de woning? -+/+ ++ Bent u tevreden over de kledij die uw familielid draagt? -+/+ ++ Bent u tevreden over de zorg die besteed wordt aan de kleding van uw familielid? -+/+ ++ Vindt u het belangrijk dat uw familielid regelmatig in de buitenlucht komt? -+/+ ++ Bent u tevreden over wat uw familielid iedere dag kan doen of meemaken? -+/+ ++ Bent u tevreden over het aantal uitstapjes? -+/+ ++ Blijft er buiten de dagelijkse zorg voldoende tijd voor activiteiten en ontspanning? -+/+ ++ Zijn er voldoende aktiviteiten en begeleiding tijdens het weekend -+/+ ++ Bent u tevreden over de vastheid van het personeel? -+/+ ++ Bent u tevreden over de algemene medische zorg (verpleegkundigen) ? -+/+ ++ Bent u tevreden over de manier waarop men uw familielid medisch opvolgt in de woning ? -+/+ ++ Vindt u de medische begeleiding voldoende aangepast aan uw familielid ? -+/+ ++ Vindt u het belangrijk dat er wordt gestreefd naar evolutie en verbetering bij uw familielid? -+/+ ++ Zijn er in de huidige dienstverlening bepaalde zorgen die u niet of te weinig terugvindt ? -+/+ ++ Kan uw familielid de van thuis gekregen (religieuze) overtuiging beleven ? -+/+ ++ Hecht u belang aan het bestaan van een aparte ziekenafdeling ? -+/+ ++ Geeft de factuur een duidelijk beeld van de uitgaven ? -+/+ ++ Vindt u de kosten die u moet betalen, bovenop de wettelijke bijdrage, redelijk? -+/+ ++ Wordt u door de Sociale dienst voldoende begeleid in administratieve kwesties? -+/+ ++ Vindt u dat alles bespreekbaar is? -+/+ ++ Wordt u op de hoogte gehouden van de kleine en grote nieuwtjes rond uw familielid? -+/+ ++ Hecht u belang aan het contact met andere ouders en bewoners? -+/+ ++ vindt u een vrijblijvend bezoek belangrijk ? -+/+ ++ Vindt u het belangrijk om van de wetgeving omtrent handicaps op de hoogte te zijn? -+/+ ++ Weet u dat er een gebruikersraad bestaat waarin ouders een plaats hebben? -+/+ ++ Weet u wat een gebruikersraad is? -+/+ ++ Zou u daar zelf ook lid willen van zijn? -+/+ ++ Hecht u belang aan inspraak bij beslissingen rond uw familielid? -+/+ ++ Bent u op de hoogte van de mogelijkheid die u als ouder hebt op inspraak? -+/+ ++ Vindt u dat de gebruikersraad als drukkingsgroep moet handelen ivm overheidsbeslissingen ? -+/+ ++ Kent u de huisregels die er voor ouders van toepassing zijn? -+/+ ++ Hoe sta je tegenover de jaarlijkse feesten in september ? -+/+ ++ Wat vind je van de maandelijkse familiecafé's ? -+/+ ++ Heeft u nog suggesties, opmerkingen of voorstellen in verband met verzorging, kleding en activiteiten van de cliënten ? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
opmerkingen
BIJLAGE 7: Vragenlijst Tevredenheidsonderzoek
zeer negatief
98
BIJLAGE 8: Organogram vzw Huize Monnikenheide Algemene Vergadering
Raad Van Bestuur
Directiecomité
Afgevaardigd Bestuurder
Pedagogisch Directeur
Financieel & Administratief Directeur
Coördinator Sociale Dienst
Pedagogen
Opvoedergroepschef
Opvoedergroepschef Organisatiemedewerker
Coördinator Dagbesteding
Hoofdopvoeders
Nachtdienst
Tehuis voor kortverblijf
Dagcentrum
Dagbesteding
Tehuis niet werkenden
Huis aan de Voorne Huis aan de kerk Dieghemhof Vrijwilligerswerking CO MD
Medische dienst
CO MD
Paramedische dienst
CO SD
Sociale dienst
Team Administratie Team Keuken
Chef-kok
Team Schoonmaak
CO Log
Team Wasserij
Team Technische dienst