Monitor 2015 Evaluatie MUP 2013 - 2014
Monitor 2015 Evaluatie MUP 2013 - 2014
Kwaliteitstoets Paraaf
Autorisatie
Paraaf
Naam
Naam Functie
T. Groeneweg Bureauhoofd ROGEM
T. Wassink
Auteur (s) Afdeling Bureau Documentnummer Datum
DCMR Milieudienst Rijnmond Parallelweg 1 Postbus 843 3100 AV Schiedam T
010 - 246 80 00
F
010 - 246 82 83
E
[email protected]
W www.dcmr.nl
:A.J. Hulstkamp en T. Wassink :Gemeenten en MKB :ROGEM :21869535 :18 maart 2015
Monitor 2014
Blad 4 van 30
Inhoud
Samenvatting
6
1
Inleiding
6
2
Coalitieakkoord
6
3
Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013 - 2014
7
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
Bedrijfsgericht milieutaken Geluid Lucht Externe veiligheid Bodem Water Licht Afval Duurzaamheid en leefbaarheid Klimaat Groen
7 13 14 14 15 16 16 16 18 23 27
Monitor 2014
blad 5 van 30
Samenvatting Het monitorrapport 2015 geeft een stand van zaken van de ambities, maatregelen en acties uit het uitvoeringsprogramma en richt zich op verduurzaming en kwaliteitsverbetering van de leefomgeving. De belangrijkste uitgevoerde werkzaamheden hebben betrekking op: - Het milieudoelenprojecten vormt sinds 2013 onderdelen van het DCMR-brede Programma Toezicht en Handhaving 2013 en worden door middel van Uitvoering Bedrijfsgerichte Taken (UBT) branchegericht uitgevoerd. - Er is een piek geweest van stankklachten over 2013. Het aantal stankklachten is over 2014 ten opzichte van 2013 afgenomen. - De afgelopen jaren is het hoge energieverbruik van het stadskantoor over het algemeen licht afgenomen. Deze daling heeft te maken hebben met diverse technische aanpassingen en het verstandiger omgaan met energie. Ook het energieverbruik van de Dukdalf is de laatste jaren afgenomen. - Er is in 2012 gestart met het project “propaantanks”. Binnen dit project is een aantal propaantanks gecontroleerd. Er is in 2014 ten opzichte van 2013 een aantal tekortkomingen geconstateerd, zoals toegankelijkheid, brandbaar materiaal, ontbreken logboek e.d. - De werkplannen 2013 en 2014 zijn bij een nagenoeg gelijkblijvend bedrijvenbestand ook op een nagenoeg gelijk financieel niveau uitgekomen als de voorgaande werkplannen. - Op het gebied van duurzaamheid zijn er de afgelopen jaren veel zaken georganiseerd, zoals de groepsaankoop voor zonnepanelen, het plaatsen van laadpalen voor elektrische auto’s, ondersteunen regionale alliantie energieakkoord, bij een aantal bedrijven is een CO2-scan (milieubarometer) uitgevoerd. Verder is er de afgelopen jaren uitvoering gegeven aan de stadsregionale duurzaamheidsagenda. - In het kader van natuur- en milieueducatie zijn er op scholen verschillende lessen verzorgd.
1 Inleiding Voor u ligt het monitoringrapport 2015 dat terugblikt op het Milieu Uitvoeringsprogramma (MUP) Brielle 2013 en 2014. Het milieuprogramma gaf een beschrijving van de gemeentebrede ambities, maatregelen en acties op het thema milieu voor de afgelopen twee jaar. De monitor bouwt in opzet voort op het milieuprogramma en is gelijk aan voorgaande monitorrapportages. Het vervolg op deze monitor is een in 2015 op te stellen nieuwe uitvoeringsprogramma voor de komende jaren. De gemeente Brielle heeft besloten geen nieuw milieubeleidsplan op te stellen. Voor het borgen van het milieubeleid zal in navolging van dit monitorrapport in 2015 een nieuw milieu uitvoeringsprogramma worden opgesteld. Het milieuprogramma geeft een schematisch overzicht van, de acties en de te behalen resultaten, de verantwoordelijke afdelingen en de benodigde capaciteit en/of budget. Voor het opstellen van het monitoringsrapport 2009-2012 en het milieuprogramma 2013-2014 is de DCMR Milieudienst Rijnmond gevraagd de gemeente Brielle te ondersteunen, zoals dat ook is gebeurd bij het opstellen van het milieubeleidsplan 2009-2012, het monitoringsrapport 2009-2010 en het milieuprogramma 2011-2012.
2 Coalitieakkoord Als onderdeel van het coalitieakkoord ‘Sociaal en Verantwoord 2014 – 2018’ wil de gemeente binnen de beperkte mogelijkheden zorgen voor bevordering van een gezonde leefstijl. Hierbij is het milieubeleid gericht op verduurzaming en kwaliteitsverbetering van de leefomgeving en verantwoord natuurbeheer. Ook het voorkomen van verspilling van schaarse grondstoffen en op het gebruik van duurzame materialen zijn speerpunten. In het coalitieakkoord zijn de volgende acties afgesproken: - Voortgaande uitvoering van het Milieu Uitvoeringsprogramma, voortbouwend op de evaluatie van het Milieubeleidsplan 2012; - Stimuleren van verduurzaming van de agrarische sector, bedrijfsterreinen en havens; - Uitvoering van het regionale krekenplan "Kreken kweken", met een open oog voor de belangen van de agrarische sector; - In regionaal verband realisatie van een adequate organisatie voor natuurbeheer, waarbij sprake is van samenwerking en samenhang tussen de diverse organisaties; blad 6 van 30
Monitor 2014
-
Blijvende aandacht voor duurzaamheid binnen het inkoop- en aanbestedingsbeleid.
In het milieubeleidsplan 2012 is een groot aantal thema’s opgenomen. Per thema zijn doelen beschreven en uitgewerkt in concrete ambities, maatregelen en acties voor de gemeente. Dit vormt de basis voor de toekomstig op te stellen monitorrapportages en uitvoeringsprogramma’s. Hieronder zijn de thema`s met het bijbehorende hoofddoel kort weergegeven: - Bedrijven: behouden adequate niveau vergunningen en handhaving; - Geluid: voldoen aan wettelijke normen voor geluid; - Lucht: voldoen aan de wettelijke normen voor lucht; - Afval: gescheiden inzameling op niveau brengen van de landelijke normen; - Externe veiligheid: het vaststellen van de visie externe veiligheid; - Bodem: structureel betrekken van het aspect bodem in ruimtelijke plannen; - Water: uitvoeren waterplan; - Duurzaamheid: verankering in de gemeentelijke organisatie en de lokale samenleving; - Klimaat: het uitvoeren van het klimaatplan; - Licht: voorkomen lichtvervuiling en lichthinder; - Groen: beschermen open landschap en stimuleren natuur- en milieueducatie. Voor de specifieke uitwerking van de genoemde thema’s verwijzen wij naar het milieubeleidsplan.
3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013 - 2014 3.1
Bedrijfsgericht milieutaken Strategische doel: Behouden adequaat niveau van vergunningverlening en handhaving. Operationele doelen: Uitvoeren werkplan DCMR; milieudoelen energie en geluid en controleren glastuinbouwbedrijven Vormgeven integrale handhaving door samenwerking partners Regelmatig houden van bouwberaad
3.1.1
Werkplannen
Inrichtingenbestand 600 400 200 0
2011
2012
2013
2014
Type A
140
134
129
124
Type B
513
514
512
517
Type C
17
18
17
7
Figuur 1. Aantal inrichtingen (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond) De werkplannen 2013 en 2014 zijn bij een nagenoeg gelijkblijvend bedrijvenbestand ook op een nagenoeg gelijk financieel niveau uitgekomen als het werkplan 2012. Type A betreft de niet meldingsplichtige, Monitor 2014
blad 7 van 30
type B de meldingsplichtige en type C de vergunningplichtige bedrijven. Wat betreft de bedrijfsgerichte taken in het werkplan 2013 blijven deze met 371 uur (11 %) achter op het berekende MAP-niveau. Het Milieu Activiteiten Programma (MAP) is de systematiek op basis waarvan het adequaat niveau van vergunningverlening en handhaving wordt berekend. Deze systematiek is in 2012 geëvalueerd en heeft in 2013 geleid tot een nieuwe methode om te komen tot een adequate manier van vergunningverlening, toezicht en handhaving. In 2013 is het werkplan financieel voor 93% gerealiseerd. Voor het werkplan is tot en met augustus (66% van de tijd) is in totaal 70% van het aantal producten en werkzaamheden uit het werkplan gerealiseerd, met 55% van de middelen. Dit betekent dat in zijn totaliteit de productie en realisatie van de werkzaamheden voorlopen op de totale taakstelling. De financiële uitputting blijft hierop achter. Vooral de geleverde producten binnen het programma vergunningverlening hebben minder tijdsinzet gevraagd dan waarvoor deze staan begroot. Een van de verklaringen is dat de werkzaamheden aan deze producten voor het merendeel in 2013 zijn uitgevoerd. De realisatie op het programma Toezicht en Handhaving is conform de planning gelopen. De realisatie op de overige programma`s liep achter. Dit werd veroorzaakt doordat niet alle producten stuurbaar waren, omdat ze afhankelijk waren van de vraag. Een korte toelichting op de realisatie van de verschillende programma`s is opgenomen in de voortgangsrapportages.
Figuur 2.Grafiek uitputting werkplan 2012 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)
blad 8 van 30
Monitor 2014
Figuur 3. Grafiek uitputting werkplan 2013 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)
Figuur 4. Grafiek uitputting werkplan 2014 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)
3.1.2
Milieudoelen
Het milieudoelenprogramma 2013 is voor een groot deel een voortzetting van de doelen en aanpak vanuit het meerjarenprogramma 2008-2012. Vanwege de bezuinigingen die sinds 2011 Monitor 2014
blad 9 van 30
zijn ingezet is het milieudoelenprogramma in een lager tempo uitgevoerd, waardoor niet alle gestelde doelen uit het meerjarenprogramma 2008-2012 zijn gerealiseerd. Het nieuw op te stellen meerjarenprogramma 2013-2016 houdt hier rekening mee. Het milieudoelenprojecten vormt onderdelen van het DCMR-brede Programma Toezicht en Handhaving 2013 en worden door middel van Uitvoering Bedrijfsgerichte Taken (UBT) branchegericht uitgevoerd. Energie In de aanpak van het milieudoel Energie staat de energiebesparing bij het midden- en kleinbedrijf (MKB) centraal. Energiebesparing bij de grote bedrijven wordt via het RCI en emissiehandel van CO 2 gerealiseerd. Voor de MKB-bedrijven en de instellingen levert het milieudoel Energie een bijdrage aan de CO 2reductiedoelstellingen zoals die door Rotterdam (RCI), voormalige stadsregio Rotterdam (Klimaatagenda) en de provincie Zuid-Holland zijn gesteld. Het milieuprogramma van energie wordt branchegericht en projectmatig uitgevoerd. Dit biedt de mogelijkheid om de voorbereiding, en energieprestaties en de nazorg met de branches te communiceren. Op deze manier werken het stimuleren en reguleren van energiebesparing in elkaars verlengde en wordt de uiteindelijk CO2-energiebesparing gegarandeerd. Het project Uitvoering Bedrijfsgerichte Taken (UBT) van de DCMR richt zich op energiebesparing bij bedrijven in de gebouwde omgeving en de daarmee samenhangende CO 2-reductie. De bedrijven worden branchegewijs gecontroleerd op het treffen van energiebesparende maatregelen die zich binnen vijf jaar terug verdienen. Vanaf 2008 lopen er trajecten voor de branches supermarkten, zorginstellingen, voortgezet onderwijs, kantoren, overheidsgebouwen en glastuinbouw. In 2010 is gestart met de warenhuizen, de groothandels (food) en industriële bedrijven (minder relevant voor Brielle). Het maatschappelijk belang van het thema energie is groot, omdat het leidt tot aanzienlijke energiebesparing en substantiële reducties in CO2emissies. In 2011 en 2012 is er naast horeca-instellingen wederom aandacht geweest voor supermarkten, kantoorgebouwen en glastuinbouw. Uitgevoerde UBT-projecten 2013 zijn : Garagebedrijven Doelstelling is, dat er na de (na)controles geen tekortkomingen (meer) worden aangetroffen, met als gevolg dat de bodem niet wordt verontreinigd, er geen onveilige situatie optreedt en het milieu niet wordt vervuild door gevaarlijk afval dat van de inrichting afkomstig is (legale afvoer). In Brielle zijn 5 garagebedrijven gecontroleerd, bij één bedrijf is een lichte overtreding geconstateerd, bij de andere bedrijven is het naleefgedrag goed te noemen. Metaalbewerking In Brielle zijn drie bedrijven in 2013 in het kader van het project metaalbewerking gecontroleerd. Doel is het inzicht vergroten in de emissies naar lucht, water, bodem en het naleefgedrag voor deze thema’s te verbeteren. De naleving is redelijk; er zijn overtreding(en) met een laag milieu- en veiligheidsrisico geconstateerd. Vuurwerk Ten aanzien van de vuurwerkverkooppunten in Brielle zijn geen overtredingen geconstateerd. In 2014 zijn nacontroles uitgevoerd bij bedrijven die eerder op energiebesparende maatregelen zijn gecontroleerd. Daarnaast zijn twee nieuwe brancheprojecten gestart namelijk energiebesparing bij zwembaden en energiebesparing bij voedingsmiddelenbedrijven. Vanuit het project energiebesparing bij zwembaden is het complex De Dukdalf van de gemeente Brielle verzocht een plan van aanpak op te stellen voor de nog te nemen energiebesparende maatregelen. Het project voedingsmiddelen is nog niet afgerond. Wel is al te melden dat Tuinderij Vers b.v. van de gemeente Brielle is bezocht en als een van de koplopers uit de bus kwam. In onderstaande tabel treft u het aantal bedrijven die tot dusver vanuit voorheen het project milieudoelen bedrijven en thans het UBT-project Energiebesparing bij bedrijven zijn benaderd.
blad 10 van 30
Monitor 2014
Relevante Niet Wel Koplopers Achterblijvers bedrijven beoordeeld beoordeeld 2011 89 56 33 19 14 2012 85 49 36 22 14 2013 45 30 15 7 8 2014 43 27 16 9 7 Tabel 2: Resultaten over 2009 tot en met 2014 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)
Plan van aanpak 9 9 -
Zoals uit tabel 2 blijkt is het aantal energierelevante bedrijven (meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 3 m gasverbruik) dat is beoordeeld toegenomen. In 2012 zijn 36 bedrijven beoordeeld. Hiervan zijn 22 bedrijven aangemerkt als koploper. De achterblijvers (14 bedrijven) moeten maatregelen treffen. Resultaten energiebesparing tot en met 2014 Eind 2014 zijn er in Brielle 43 relevante bedrijven, daarvan zijn er 16 op hun energieprestatie gecontroleerd, 9 bedrijven hebben hun zaken op orde en 7 bedrijven moeten nog een aantal maatregelen nemen. Conclusie Tot en met 2013 is regiobreed ruim 120 kiloton aan potentiële energiebesparing geïdentificeerd. De doelstelling om 85% van de relevante bedrijven te bezoeken voor 2012 is niet gehaald. Positief is dat uit de afgelegde bezoeken blijkt dat het besparingspotentieel van de bezochte bedrijven hoger ligt dan van te voren was ingeschat. De aanpak op energiegebied is succesvol. Veel bedrijven en instellingen hebben inmiddels maatregelen genomen om energie te besparen. In verband met het treffen van energiemaatregelen is het aantal achterblijvers in de loop der tijd afgenomen. Geluid Het milieudoel geluid richt zich in hoofdzaak op de horecabedrijven, omdat dit met voorsprong de grootste klachtenveroorzakers zijn. Jaar
Aantal gecontroleerde
2012 2013 2014
10 24 60
Voldoet/ zonder overtredingen 0 2 9
Bevindingen Voldoet niet 8 16 50
Niet meer aanwezig 2 6 1
Externe veiligheid LPG-tankstations Binnen het milieudoel externe veiligheid zijn in 2012 alle LPG-tankstations gecontroleerd. Voor de gemeente Brielle gaat het om vier relevante LPG-tankstations.
1 2
Locatie N57- Noordzijde N57- Zuidzijde
3 4
Seggelant Schrijversdijk
Bevindingen LPG-installatie op orde Tijdelijk buiten werking gesteld, Wm-vergunning aangepast LPG-installatie op orde LPG-instalatie buitenwerking gesteld Wm-vergunning ingetrokken
Tabel 3: Resultaten project LPG-tankstations 2012 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)
Monitor 2014
blad 11 van 30
Propaantanks Constateringen Keuring installatie/tank Toegankelijkheid/begroeiing/ brandgevaarlijk materiaal Tekortkoming installatie (bv. expansiekrul/ groene aanslag) Ontbrekend logboek Melding 8.40 Wm Afstandseisen
2013 14 19
2014 21 39
1
5
10 0 4
20 1 0
Er is in 2012 gestart met het project ‘propaantanks’. Binnen dit project is een aantal propaantanks gecontroleerd. De resultaten over de verschillende jaren zijn in onderstaande tabel weergegeven. Van de overtredingen is het volgende geconstateerd:
Tabel 4. Overzicht constateringen 2013 en 2014 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond) 3.1.3
Milieumeldingen
Het aantal stankmeldingen is in 2013 flink toegenomen. Abengoa Bioenergy Netherlands bezorgde inwoners van de regio Rijnmond veel stankoverlast. In totaal zijn over 2013 1.104 stankklachten aan het bedrijf toegewezen. De klachten komen vanuit de hele omgeving, maar vooral uit de gemeenten Brielle en Maassluis, waarvan 636 uit de gemeente Brielle. De stank wordt veroorzaakt door het gebruik van maïs in het biologische productieproces. Door vergisting van de maïs komt een typische vergistings- of brouwerijgeur vrij. Bij het drogen van het organische bijproduct voor de diervoederindustrie komt een typische baklucht vrij. Abengoa heeft eind juli 2013 een vergunningaanvraag ingediend voor het plaatsen van een RTO (Regeneratieve Thermische Oxidatie). Dit is een techniek waarbij de lucht met behulp van zuurstof en hoge temperaturen wordt gereinigd. De belangrijkste geurbronnen worden op deze installatie aangesloten. Eind van het jaar is de installatie geplaatst. Het is nog niet duidelijk of de installatie de overlast grotendeels zal wegnemen. Om af te dwingen dat een bedrijf zich aan de voorschriften houdt, kan de provincie Zuid-Holland op aangeven van de DCMR dwangsommen opleggen. De gemeente heeft samen met de DCMR bestuurlijke acties uitgevoerd en dwangsommen opgelegd. Op 2 november 2011 is een last onder dwangsom opgelegd die inhoudt dat het bedrijf geen geuroverlast mag veroorzaken bij geurgevoelige locaties zoals woningen. Als de DCMR constateert dat er toch geuroverlast is, verbeurt het bedrijf een dwangsom van 10.000 euro, tot een maximum van 100.000 euro. In totaal gaat het dus om 10 inningen. Lawaai
Stank
Overig
Totaal
2012 115 571 13 698 1288 2013 100 9 1397 2014 118 589 94 800 Tabel 5. Overzicht meldingen 2012 – 2014 (bron: DCMR klachtenmonitor)
blad 12 van 30
Monitor 2014
Meldingen 2012
2013
2014 1397
1288
800 698 571
115 100 118 lawaai
589
13 stank
9
94
overig
totaal
Figuur 6. Overzicht meldingen 2010 t/m 2014 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)
3.2
Geluid Strategische doelen: Voldoen aan wettelijke normen voor geluid. Structureel betrekken milieuaspecten in ruimtelijke plannen Operationele doelen: Up to date houden beleid hogere waarden. Saneren A-woningen Inbedden van geluidsonderzoek bij reconstructie van wegen
De gemeente krijgt van de provincie een investeringsbudget van € 27.000,- voor het “saneren” van woningen met een hoge geluidsbelasting op de gevel door wegverkeer. Woningen die voor sanering in aanmerking komen, moeten op de zgn. A-lijst staan. Er staan momenteel 21 woningen in Brielle op de Alijst, waarvan 20 woningen in een 30 km zone. Met de provincie is een aantal afspraken overeengekomen:
De gemeente voert een saneringsprogramma voor de woning op de gemeentelijk A-lijst uit door in de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014, 1 woning van de A-lijst af te voeren door deze woning te saneren of door gebruik te maken van de procedures ingevolge de Wet geluidhinder;
De gemeente voert een onderzoeksprogramma voor 20 woningen op de gemeentelijk A-lijst in een 30 km-zone uit om de geluidsbelasting te bepalen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek besluit de gemeente of zij de eigenaren een financiële tegemoetkoming wil bieden. Ongeacht welk besluit de gemeente neemt, zet de gemeente alle noodzakelijke stappen om deze woningen van de Alijst af te voeren.
Conform de Verordening Investeringsbudget stedelijk vernieuwing Zuid-Holland 2010-2014, verantwoordt de gemeente jaarlijks aan de gemeenteraad de voortgang van de prestaties, de ondernomen acties om de prestaties te realiseren en de financiële consequenties van die acties. Voortgang van de prestaties: Voor alle woningen op de A-lijst in gemeente Brielle is de geluidbelasting in het maatgevende jaar bepaald. Naar aanleiding van de berekeningsresultaten is afgesproken eerst de woning buiten de 30 km zone te saneren en vervolgens te kijken of er voor het resterende budget nog iets kan worden gedaan Monitor 2014
blad 13 van 30
voor de woningen binnen de 30 km zones. Wanneer het restbudget niet voldoende ruimte biedt, zullen deze woningen juridisch worden gesaneerd. Voor het maatgevende jaar zijn de verkeersintensiteiten opgevraagd en verwerkt in een model voor het berekenen van de geluidbelasting op de woningen. Hiermee is voor alle woningen op de A-lijst in gemeente Brielle is de geluidbelasting bepaald voor het maatgevende jaar. Werkzaamheden 2013: In 2013 zijn deelnameverzoeken gestuurd aan de eigenaar van de woning aan de Rijksstraatweg 22 te Vierpolders. De eigenaar gaf (in eerste instantie) aan geen belangstelling te hebben om deel te nemen aan het project. Vervolgens is het traject ingezet om de woning juridisch te saneren. De geluidbelasting ter plaatse van de woningen is geactualiseerd. Werkzaamheden 2014: De eigenaar van de Rijksstraatweg geeft aan toch te willen meedoen aan het isolatieproject. Vervolgens is een bouwkundige opname gedaan en een berekening van de binnenniveaus in de woning. Uit de resultaten komt naar voren dat de woning in aanmerking komt voor gevelmaatregelen. Inmiddels is een bestek gemaakt en een overeenkomst gesloten met de eigenaar voor het aanbrengen van de gevelmaatregelen. Naar verwachting wordt het project in het 3e kwartaal uitgevoerd. Het restbudget is onvoldoende om de woningen aan de Kaaistraat met gevelmaatregelen te saneren. Er is in 2014 een traject gestart om de 20 woningen juridisch te saneren. Zowel het saneren door middel van maatregelen (1 woning, afspraak 1) als het juridisch saneren (20 woningen, afspraak 2) zijn geheel afgerond. In het kader van het voortraject Calandspoorlijn heeft de gemeente in 2014 naar aanleiding van het ontvangen Ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau Calandbrug een reactie gestuurd aan de staatssecretaris. Op 2 april 2014 is er een voorlichtingsbijeenkomst geweest in Zwartewaal waarbij alle voorkeursalternatieven werden toegelicht. Verder zijn er daarna diverse overleggen geweest en hebben de gemeente Brielle en Bernisse een geluidsadviseur ingehuurd om het geluidonderzoek na te laten kijken. Na ontvangst van het PlanMER zal de gemeente het rapport laten beoordelen door een onafhankelijk bureau gespecialiseerd in geluidproblematiek. Het onderzoek zal zich richten op de geluidgevolgen van alle varianten op de bevolking van Zwartewaal. Tevens is verzocht ook onderzoek te doen naar de effecten van de passages van treinen in de nachtelijke uren.
3.3
Lucht Strategische doel: Voldoen aan wettelijke normen voor luchtkwaliteit.
Ter voorkomen van toename van sluipverkeer door Brielle heeft de gemeente verkeersbeperkende maatregelen getroffen. Aan de normen voor luchtkwaliteit wordt voldaan.
3.4
Externe veiligheid Strategisch doel: Vaststellen visie externe veiligheid Operationele doelen: Vaststellen EV-visie en uitvoeren acties Controleren kwetsbare objecten (i.v.m. verplaatsen schoolgebouwen) Bijhouden risicoregister
- Route gevaarlijke stoffen De route gevaarlijke stoffen en het hierbij behorende ontheffingenbeleid functioneren naar behoren. In het kader van de calamiteitenroute is er overleg geweest tussen de gemeente en RWS. Een tijdelijke calamiteitenroute is vastgesteld. (Kleidijk en Westvoornseweg) - Externe veiligheidsvisie (EV-visie) De visie voor externe veiligheid is in 2012 opgesteld en vastgesteld in 2013. Er is in 2013 ingestemd met de veiligheidscontour in het kader van het Havenbestemmingsplan Rotterdam. blad 14 van 30
Monitor 2014
- Risicoregister De DCMR heeft alle risicovolle bedrijven ten behoeve van het register risicosituaties gevaarlijke stoffen geïnventariseerd en geactualiseerd. De resultaten staan opgenomen in de provinciale risicokaart. Er heeft ten behoeve van de risicokaart geen actualisatie plaatsgevonden van kwetsbare objecten. Dit is in 2015 gepland; de inventarisatie is gestart in 2014. (ISOR-gegevens)
Figuur 7. Veiligheidscontour Europoort (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)
3.5
Bodem Strategische doelen: Voorkomen nieuwe vervuiling Structureel betrekken van aspect bodem in ruimtelijke plannen Operationele doelen Up to date houden van gegevens in Strabis Communiceren over de bodemkwaliteitskaart Uitvoeren Besluit bodemkwaliteit op adequaat niveau
In 2013 is de bodemkwaliteitskaart en Nota bodembeheer opgesteld. Het doel van een bodemkwaliteitskaart is het in kaart brengen van de globale kwaliteit van de bodem. De bodemkwaliteitskaart is samengesteld op basis van informatie over de bodemopbouw, de ontwikkelings- en verontreinigingsgeschiedenis van het gebied en informatie afkomstig uit bodemonderzoeken. In de bodembeheersnota zijn de gemeentelijke randvoorwaarden en procedures vastgelegd voor hergebruik van schone en licht verontreinigde grond binnen de gebieden waarvoor de bodemkwaliteitskaart is opgesteld. Eén van de voorwaarden is dat hergebruikte grond altijd van vergelijkbare of betere kwaliteit moet zijn dan de grond in het toepassingsgebied. Het voordeel van een regionale bodemkwaliteitskaart van Voorne-Putten en Nota bodembeheer is dat het verplaatsen van grond binnen de regio van de deelnemende gemeenten eenvoudiger en goedkoper wordt. Daarnaast zijn lokale bodemambities en bodemthema’s opgenomen. De kaart en Nota hebben alleen betrekking op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Monitor 2014
blad 15 van 30
3.6
Water Strategische doelen: Voldoen aan kaderrichtlijn water in 2015 Operationele doelen: Uitvoeren waterplan Uitvoeren maatregelen uit rapport “Uitwerking van doelen, maatregelen en kosten”
Ten aanzien van het Waterplan zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: - Natuurvriendelijke oever Kaaivest; - Verbeteren doorspoeling Molenvast - Realisatie van de ecologische verbindingszone lang het Spui - Verbeteren doorstroming watergangen Plantage Op deze manier wordt invulling gegeven aan de Kaderrichtlijn Water, waarbij het oppervlaktewater in 2015 moet zijn voldaan aan een goede ecologische en chemische kwaliteit. Er worden structureel watertoetsen opgesteld in het kader van ruimtelijke planvorming.
3.7
Licht Strategische doelen: Voorkomen lichtvervuiling en lichthinder Operationele doelen: Handhaven Wet milieubeheer Stimuleren innovaties lichtsystemen en lichtafscherming Lichtaspect betrekken bij ruimtelijke planvorming
Dit onderwerp speelt met name bij de glastuinbouw en wordt meegenomen bij het milieudoel “glastuinbouw”. In 2009 zijn vijf meldingen lichthinder binnen gekomen; in 2010 waren dat zes. In 2010 zijn 16 glastuinbouwbedrijven gecontroleerd en voor het onderwerp licht zitten alle bedrijven qua voorzieningenniveau op een adequaat niveau. In 2012 en 2014 is de glastuinbouw meegenomen in het reguliere handhavingsprogramma, waarbij afstemming met het waterschap heeft plaatsgevonden.
3.8
Afval Strategische doelen: Voldoen aan wettelijke normen voor afval Schoonhouden van wegen en terreinen Operationele doelen: Uitvoeren van een sorteeranalyse van huishoudelijk restafval Gezamenlijke afvalinzameling op bedrijventerreinen Extra voorlichting gemeentepagina afvalscheiding Tegengaan zwerfafval
Kader In 2011 heeft de gemeente een nieuwe Afvalstoffenverordening 2012 en een Uitwerkingsbesluit vastgesteld. In 2012 stelde de gemeente een nieuw afvalbeleidsplan 2013 – 2017 vast met hieraan gekoppeld een uitvoeringsplan met acties voor de komende jaren. Dit dient als richtinggevende leidraad voor de afvalinzameling in de gemeente voor de komende jaren. Aandachtspunten hierbij zijn de inzameling van oud papier en karton, kunststoffen en grof huishoudelijk afval, zodat er meer afval gescheiden wordt ingezameld, er meer kan worden hergebruikt zodat er minder wordt verbrand. Sorteeranalyse huishoudelijk restafval In 2008 en in 2011 zijn sorteeranalyses uitgevoerd. In 2010 is deze niet uitgevoerd omdat de gemeente Brielle de scheiding van plastic eerst wilde optimaliseren. Vanaf 2010 wordt kunststof gescheiden ingezameld (brengsysteem). blad 16 van 30
Monitor 2014
Ondanks dat de gemeente het aantal brengstations heeft uitgebreid tot vijftien locaties, wordt er te weinig kunststof ingezameld. Niet op alle locaties kan kunststof worden ingezameld. Daarnaast kan het plastic worden ingeleverd bij de stadswerf. Uit het rapport van de ‘sorteer- en knelpuntenanalyse afvalinzameling’ komen de volgende conclusies: - Inwoners van Brielle bieden meer restafval aan dan gemiddeld; - Het restafval bevat vele herbruikbare fracties zoals gft, oud papier, karton en kunststof; - Het scheidingspercentage van de fractie grof huishoudelijk restafval is laag; - De mate van afvalscheiding voldoet niet aan de landelijke doelstelling; - Voor oud papier en kunststof kan het serviceniveau verbeterd worden. Over 2014 is een afvalsorteeranalyse voor fijn huishoudelijk restafval uitgevoerd. Gescheiden inzamelen van afval De gemeente Brielle valt in stedelijkheidsklasse 4 met een gemiddelde landelijke scheidingsdoelstelling van 60%. Ten opzichte van de landelijke norm wordt er te weinig afval gescheiden (46%). Gewenste doel voor de gemeente Brielle is 54%.
Ingeleverd asbest Asbest 8780 5740 2960
2000
2011
2012
2013
2014
Figuur 8. Inname asbest op gemeentewerf (bron: gemeente Brielle)
Afvalstromen 2000000 1500000 1000000 500000 0
Gft
Papier
Textiel
Glas
Kunststof
2010
1505740
841420
32329
396760
49520
2011
1277580
746720
41281
384246
61800
2012
1443755
692770
58774
359937
64080
2013
1444320
632690
57525
368635
65950
2014
1449040
605040
67752
379491
84860
Figuur 9. Overzicht belangrijkste afvalstromen (bron: gemeente Brielle) Monitor 2014
blad 17 van 30
3.9
Duurzaamheid en leefbaarheid Strategische doelen: Duurzaamheid integraal verankeren in de gemeentelijke organisatie Toepassen duurzaamheidsmeter Stimuleren duurzame energietoepassingen Stimuleren duurzame mobiliteit Duurzame lokale samenleving Uitvoeren regionale duurzaamheidsagenda Duurzame stedelijke ontwikkeling Integrale duurzame planvorming Bevorderen duurzaam bouwen Operationele doelen: Duurzaam inkopen 2010: 50%; groene stroom: 100%; FSC-hout: 80% Stimuleren duurzame energie Vervangen oud groen door onderhoudsarm groen Onderzoek alternatief vulmateriaal tussen bestrating Uitvoeren scan energiebesparende openbare verlichting Opstellen regeling carpoolen en gebruik OV Tijdig betrekken relevante sectoren bij integrale planontwikkeling en opstellen checklist ‘duurzame stedelijke ontwikkeling’
Duurzaamheid in gemeentelijke organisatie Duurzame markt: In 2014 is er tijdens "Bruisend Brielle" voor de vijfde keer een duurzame markt georganiseerd in samenwerking met de Stichting Milieu Dichterbij. Er werden 20 kramen gereserveerd voor ondernemers die duurzame producten verkochten. De gemeente bemande ook een kraam waar gratis ledlampen werden uitgedeeld door middel van een quiz en waar milieuinformatie werd gegeven. Duurzame mobiliteitsweek: In 2014 heeft de gemeente wederom meegedaan aan de duurzame mobiliteitsweek. Dit houdt in dat het bedrijf Band op Spanning op diverse locaties in Brielle de bandenspanning heeft gecontroleerd bij automobilisten. Een te lage bandenspanning betekent dat de auto veel minder zuinig rijdt, en meer brandstof verbruikt. De ervaring is dat bijna alle auto’s een te lage bandenspanning hebben, en dat er dus onnodig teveel brandstof wordt verbruikt. Door middel van het controleren van de bandenspanning, en de banden daarna op de juiste spanning te brengen, kan er veel brandstof worden bespaard. Energiescans: Op 16 september 2013 heeft het college ingestemd om energiescans uit te voeren bij huishoudens door het energieteam van Hellevoetsluis in Zwartewaal en Vierpolders. De bewoners van de wijk Meeuwenoord en de Binnenstad hebben in 2013 een brief ontvangen waarin stond aangegeven dat zij gratis een energiescan konden laten uitvoeren door het energieteam van Hellevoetsluis. Naast de energiescan ontvingen de bewoners een tasje met duurzame producten. In totaal zijn er 80 energiescans uitgevoerd in de wijk Meeuwenoord en de Binnenstad. Het energieteam heeft bij alle energiescans een overzicht gemaakt hoeveel de bewoners kunnen besparen als zij de adviezen van de energiescan zouden uitvoeren. Deze adviezen bestaan alleen uit gedragsmaatregelen waarbij niet is gekeken naar het isoleren van de woning en bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen. De adviezen van het energieteam zijn makkelijk uit te voeren en kosten relatief weinig geld. Als alle adviezen opgevolgd zouden worden kunnen de 80 huishoudens € 8.780,- per jaar terug verdienen. Het energieteam van Hellevoetsluis heeft in 2014 een energiescan aangeboden aan Zwartewaal en aan Vierpolders. Op 16 september 2013 heeft het college ingestemd om energiescans uit te voeren bij huishoudens door het energieteam van Hellevoetsluis in Zwartewaal en Vierpolders. In dit advies worden de energiescans geëvalueerd. De wijk Zuurland staat gepland voor 2015.
blad 18 van 30
Monitor 2014
Aanpak/uitvoering De bewoners van Zwartewaal en Vierpolders hebben in december 2013 een brief ontvangen waarin stond aangegeven dat zij gratis een energiescan konden laten uitvoeren door het energieteam van Hellevoetsluis. Naast de energiescan ontvingen de bewoners tevens een tasje met duurzame producten. In totaal hebben ongeveer 1200 huishoudens een brief ontvangen en zijn er 66 energiescans uitgevoerd. In totaal heeft 5,5% van de bewoners van Zwartewaal en Vierpolders meegedaan aan de actie. Het energieteam heeft bij alle energiescans een overzicht gemaakt hoeveel de bewoners kunnen besparen als zij de adviezen van de energiescan zouden uitvoeren. Deze adviezen bestaan alleen uit gedragsmaatregelen waarbij er niet is gekeken naar het isoleren van de woning en bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen. De adviezen van het energieteam zijn makkelijk uit te voeren en kosten relatief weinig geld. Als alle adviezen opgevolgd zouden worden kunnen de 66 huishoudens € 11.095,- per jaar terug verdienen. Ledverlichting: In 2012 is een scan uitgevoerd voor energiebesparende openbare verlichting. Bij de vervanging van straatverlichting wordt standaard overgegaan op ledverlichting. In de volgende straten in Brielle is Ledverlichting gerealiseerd: - ’t Woud - Johan H. Beenlaan - Amer (deels) - Zalmlaan (Zwartewaal) - Kindzorgcentrum (bij Breede school Zuurland) Circa 30 ledlampen in de binnenstad staan gepland. Project energieke scholen: De Stichting Milieu Dichterbij heeft bij het Maerlant college en bij de Tiende Penning het lespakket “energieke scholen” uitgevoerd. De leerlingen kregen les over energie en duurzaamheid, waarbij de leerlingen als afsluiting een presentatie hielden over duurzaamheid en welke maatregelen zij kunnen nemen in de school om zuiniger met energie om te gaan. De wethouder is bij deze presentaties aanwezig geweest. (Zie ook het overzicht uitgevoerde projecten 2013 en 2014 in tabel 10.) Energiebesparing gemeentelijke gebouwen De verbruiken van het stadskantoor zijn: jaartal
Gasverbruik totaal elek(m3) triciteit (kw) 2009 28.527 385.354 2010 45.303 441.518 2011 31.456 326.084 2012 28.749 292.506 2013 28.697 313.386 2014 27.257 319.522 Tabel 6. Verbruiken stadskantoor (bron: gemeente Brielle)
Monitor 2014
blad 19 van 30
Energieverbruik Stadskantoor 400000 300000 200000 100000 0 Gas (m3)
elektriciteit laag (kW)
elektriciteit hoog (kW)
elektriciteit totaal (kW)
2011
31456
109747
216337
326084
2012
28749
97086
195420
292506
2013
28697
103128
211258
313386
2014
27257
122153
197076
319522
Figuur 10. Energieverbruik gas en elektriciteit 2011 – 2014 (bron: gemeente Brielle) Conclusie stadskantoor: De afgelopen jaren is het hoge energieverbruik van het stadskantoor over het algemeen licht afgenomen. Deze daling heeft te maken hebben met diverse technische aanpassingen en het verstandiger omgaan met energie. In 2013 is het elektriciteitsverbruik ten opzichte van 2012 met 7% gestegen. Het is onduidelijk waar deze stijging vandaan komt. Het gasverbruik is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2012. Het elektriciteitsverbruik van 2014 is iets toegenomen ten opzichte van 2013. Het gasverbruik van 2014 is iets afgenomen ten opzichte van 2013. De verbruiken van gas en elektriciteit van de Dukdalf zijn: jaartal
Gasverbruik totaal elektri(m3) citeit (kw) 2009 195.394 541.014 2010 196.909 566.101 2011 166.226 517.599 2012 177.539 529.946 2013 160.669 505.940 2014 163.036 491.583 Tabel 7. Verbruiken Dukdalf (bron: gemeente Brielle)
blad 20 van 30
Monitor 2014
Energieverbruik Dukdalf 600000 500000 400000 300000 200000 100000 0
2011
2012
2013
2014
Gas (m3)
166226
177539
160669
163036
elektriciteit totaal (kW)
517599
529946
505940
491583
Figuur 11. Energieverbruik gas en elektriciteit 2011 – 2014 (bron: gemeente Brielle) Conclusie Dukdalf: Uit de grafiek en de verbruiken van afgelopen jaren is te zien dat het energieverbruik is afgenomen. Dit geldt zowel voor het gasverbruik als het elektriciteitsverbruik in het laagtarief en het normale tarief. Deze daling heeft te maken met diverse technische aanpassingen in de Dukdalf, waarbij goed gekeken is naar het energieverbruik. In 2013 is zowel het energieverbruik als het gasverbruik aanzienlijk gedaald. 2013 is het eerste “normale” jaar na alle verbouwingen en daaruit blijkt dat de maatregelen die zijn getroffen veel energie besparen. Het elektriciteitsverbruik van 2014 is iets afgenomen ten opzichte van 2013.Dit heeft vooral betrekking op het normale tarief. Het gasverbruik 2014 is iets toegenomen ten opzichte van 2013. Milieubarometer: In 2010 is begonnen met de CO2-estafette bij bedrijven. Door Stichting Stimular zijn in 2013 zes bedrijven bezocht om een CO2-scan (milieubarometer) uit te voeren. Deze bedrijven varieerden van een autobedrijf tot een installatiebedrijf, zodat alle sectoren aan bod kwamen. Na elke scan is een stuk in de krant geplaatst, waarin werd aangeven welke maatregelen het bedrijf gaat nemen om duurzamer te worden. In 2014 is er een scan uitgevoerd bij het Brestheater en het Dijckhuis. Resultaten CO2-estafette Brielle: Deelnemer DCBtank Seggelant
Van Rietschoten
MOH service
Selectie van maatregelen Hadden al vrij veel gedaan, o.a ketels vervangen en ledverlichting geplaatst. Nieuwe maatregelen naar aanleiding van scan: schemerschakelaar anders ingesteld waardoor luifelverlichting niet meer onnodig aanstaat, apparaten worden beter uitgezet, ook sluipverbruik wordt nu voorkomen. DCB biedt lpg en groen gas aan. Men heeft de scan van Stimular ‘Kansen bij Verkassen’ gebruikt voor de verbouwing van hun pand in Spijkenisse. Gingen al heel zuinig met alles om, letten op energieverbruik bij inkoop van nieuwe apparaten, hergebruik van afval, pand is vrij nieuw en zuinig etc. Paar kleine adviezen over uitzetten van apparaten, bewegingsmelder voor verlichting. Heeft na de scan het complete wagenpark vervangen door zuinigere en vaak ook kleinere voertuigen (gekocht bij Luveto, aan wie ze het stokje overdroegen). Auto’s zijn uitgerust met track&trace sysMonitor 2014
blad 21 van 30
Luveto
’t Dijckhuis en de Bres
Hoi4U
Brasserie de Nymph
blad 22 van 30
teem waardoor routes geoptimaliseerd kunnen worden. Daarnaast ook aandacht voor Het Nieuwe Rijden en banden op spanning houden. Verbruik wordt teruggekoppeld en besproken met medewerkers. Verder sluipverbruik van apparaten in pand verminderd dankzij scan. Pand was al vrij zuinig. Na de scan is reclameverlichting vervangen door led en zijn er tijdschakelaars op verlichting binnen geplaatst. Ook is een onzuinige vaatwasser vervangen door een zuinig exemplaar. Luveto is vooral veel bewuster geworden van de kleine dingen zoals uitdoen apparaten, stekkers uit stopcontacten halen etc. ’t Dijckhuis was al duurzaam gebouwd. Ze gaan de biljartverwarming (hele grote verbruiker) en de boilers op een tijdschakelklok zetten. Verder meegedacht over verbetering binnencomfort, afzuiging keuken en klimaatregeling. Zonnepanelen zou een goede optie zijn maar geen idee of ze dit gaan doen. Bij de Bres was ook al veel gedaan (WKOinstallatie, zuinige verlichting). Grootste besparingsmogelijkheid is op theaterverlichting. Daar willen ze stappen mee zetten, maar dit is erg kostbaar. Zal dus geleidelijk en op natuurlijke momenten (als iets kapot gaat) gaan gebeuren. Meeste winst is te bepalen door de verlichting die ze verhuren te vervangen door led. Hier zijn ze al mee gestart. Ook het eigen pand wordt steeds meer met led voorzien. Vervoer is ook een belangrijk aandachtspunt. Gemeente heeft advies gegeven over zuinigere voertuigen, Het Nieuwe Rijden en banden op spanning houden. Dit wilden ze gaan oppakken. Verder hier ook weer aandacht voor verminderen van sluipverbruik door uitzetten apparaten, tijdschakelaars en het isoleren van leidingen verwarming etc. Voor Hoi4U was ook heel handig om een CO2footprint te kunnen maken met de Milieubarometer, daar krijgen ze wel eens vragen over van klanten. Zonnepanelen zou een goede optie zijn Scan is uitgevoerd, maar nog niet nabesproken voor het artikel. Ik weet dus niet wat ze gaan oppakken. Hadden al zuinige TL-verlichting en aandacht voor fietsen (elektrisch oplaadpunt, fietsenstalling etc.) Adviezen waren o.a. isoleren van pand (als dit mag i.v.m. monumentale status), isoleren van leidingen verwarming, gloeilampen vervangen door led, koelingen minder koud zetten, rubbers koelingen vervangen en koelingen schoon maken/ houden. Zonnepanelen zouden ook heel interessant zijn, als dit is geaccepteerd i.v.m. monument (aan achterzijde wellicht). De Nymph zou op langere termijn green keycertificaat kunnen gaan halen.
Monitor 2014
3.10
Klimaat
Strategisch doel: Bijdragen aan een duurzamer, schoner en zuiniger Nederland Operationeel doel: Opstellen en uitvoeren acties uit klimaatplan Stadsregio regionale duurzaamheidsagenda De regionale duurzaamheidsagenda 2013-2016 is de opvolger van de regionale klimaatagenda 20082012 van de stadsregio Rotterdam. Hierin hebben de 15 regiogemeenten de krachten gebundeld om samen te werken aan een forse reductie van de CO2-uitstoot. De agenda beschrijft de thema’s waarop de regiogemeenten de komende vier jaar willen samenwerken. De doelstelling van CO2-reductie blijft in de vervolgagenda onverminderd van kracht. Wel is na de evaluatie van de regionale klimaatagenda besloten om de scope te verbreden en meer focus te leggen op het economisch en maatschappelijk rendement van duurzaamheid. Verder is bepaald meer de samenwerking met andere partijen aan te gaan om de ambities te realiseren. Inhoudelijke thema’s: De regionale duurzaamheidsagenda 2013-2016 bestaat uit vijf inhoudelijke thema’s waarop de gemeenten willen samenwerken, te weten: 1. duurzaam gebouwde omgeving: - verbeteren energieprestaties (aansluiting warmtenet, energieprestaties nieuwbouw, marketingaanpak voor particuliere woningeigenaren, warmtescan) - klimaatadaptatie (uitvoeren enkele cases voortkomend uit het programma Kennis voor Klimaat) - duurzame gebiedsontwikkeling (toepassing meerwaarde milieu aanpak) 2. duurzaam energieverbruik: - windenergie (uitvoering convenant, realiseren windenergielocaties, onderzoek knelpunten ) - zonne-energie (inventarisatie kansen en knelpunten) - biomassa (inventarisatie kansen en knelpunten, cascadering biomassa) 3. duurzaam ondernemen: - toepassen instrumenten ‘kansen voor verkassen’ en ‘milieubarometer’ 4. duurzame mobiliteit: Schoon op Weg project 5. verduurzaming gemeentelijke organisatie: uitrollen energiemonitor gemeentelijke gebouwen In het kader van de regionale duurzaamheidsagenda zijn de afgelopen jaren de volgende projecten uitgevoerd: Groepsaankoop zonnepanelen De gemeenten op Voorne-Putten hebben met het bedrijf iChoosr een groepsaankoop van zonnepanelen voor particulieren georganiseerd. Een dergelijke groepsaankoop houdt in dat particulieren zich vrijblijvend kunnen inschrijven voor de aanschaf van een pakket zonnepanelen. Alle bewoners van de gemeente Brielle hebben een brief ontvangen over de groepsaankoop zonnepanelen. In totaal hebben 465 bewoners zich opgegeven voor een offerte. Op basis van deze inschrijvingen is een (grootschalige) veiling georganiseerd waar marktpartijen op basis van de voorgeschreven criteria een aanbieding hebben gedaan. Het bedrijf SolarNRG uit Poeldijk had het beste aanbod. De gemeenten op Voorne-Putten zijn door het bedrijf iChoosr benaderd met de vraag of zij mee willen doen met het Monitor 2014
blad 23 van 30
organiseren van een groepsaankoop van zonnepanelen voor particulieren. Een dergelijke groepsaankoop houdt in dat particulieren zich vrijblijvend kunnen inschrijven voor de aanschaf van een pakket zonnepanelen. Op basis van deze inschrijvingen wordt dan een (grootschalige) veiling georganiseerd waar marktpartijen op basis van de voorgeschreven criteria een aanbieding kunnen doen. Door de schaalgrootte van de veiling (de veiling geschiedt voor 21 gemeenten gelijktijdig) kan een aanzienlijk prijsvoordeel worden behaald. De particulieren die zich hebben ingeschreven kunnen aan de hand van dit definitieve aanbod beslissen of ze de panelen willen kopen. Er wordt door iChoosr geen bijdrage gevraagd voor het organiseren van de groepsaankoop. Zij bekostigen hun werkzaamheden uit een fee bij de inschrijving. De enige kosten die gemeenten maken bij het traject zijn kosten voor de communicatie over de collectieve actie en de personele inzet. Er is samen met Westvoorne en Hellevoetsluis een voorlichtingsbijeenkomst gehouden. In de gemeente Brielle zijn er in 2013 110 panelen geplaatst; in 2014 342 panelen. Zonatlas In 2013 heeft de stadsregio een zonatlas opgesteld. Inwoners kunnen met een zonatlas in één oogopslag zien of hun dak geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen en het opwekken van zonne-energie. Tijdens de actie “groepsaankoop zonnepanelen” is de site van de zonatlas in Brielle veelvuldig gebruikt. Oplaadpalen subsidie stadsregio Op 23 juli 2013 is het beleidsdocument oplaadinfrastructuur vastgesteld door het college. Dit beleid is stadsregionaal opgesteld. In dit beleid is aangegeven hoe en wanneer er een oplaadpaal in de openbare ruimte geplaatst zal worden. De stadsregio financiert deze oplaadpalen. In 2013 zijn er zes aanvragen ingediend om een laadpaal te plaatsen in de openbare ruimte. Een aantal hiervan zijn afgewezen aangezien er als een laadpaal in de omgeving aanwezig was. Op dit moment zijn er vier laadpalen geplaatst en er lopen nog zes aanvragen voor het plaatsen voor een laadpaal.
Vanuit het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie is voor de periode 2011-2015 een plan van aanpak elektrisch vervoer opgesteld om het elektrisch vervoer in Nederland te stimuleren. De stadsregio Rotterdam en de gemeente Brielle willen deze ontwikkeling stimuleren ter verbetering van de luchtkwaliteit in de regio, verminderen van de CO2 en NO2-uitstoot, een geluidsreductie te bewerkstelligen en economische kansen te creëren in de duurzame sector. blad 24 van 30
Monitor 2014
De gemeente Brielle heeft de ambities vastgelegd in een Beleidsdocument oplaadinfrastructuur, met randvoorwaarden voor het plaatsen van elektrische laadpunten in het openbare gebied van de gemeente. Deze maatregelen worden vanuit het project Schoon op Weg uitgevoerd en gefinancierd. In samenwerking met de regiogemeenten zijn de maatregelen geformuleerd in het Actieprogramma ‘Stadsregio Rotterdam Elektrisch’ 2013-2015. De stimuleringsmaatregelen zijn te verdelen in oplaadinfrastructuur, voertuigen en kennisdeling. Voor bedrijven, particulieren en gemeenten is het met subsidie mogelijk om voor hun eigen auto een oplaadpunt aan te leggen op het eigen terrein. De subsidie is maximaal € 1.000 voor de aanschaf van een oplaadpunt. De aanvraag, afhandeling en financiering van een subsidie vindt plaats bij de stadsregio. Om het elektrisch rijden in de gemeente te bevorderen kunnen maatregelen genomen worden zoals: 1. Het elektrificeren van het eigen wagenpark; 2. Het faciliteren van oplaadinfrastructuur In februari 2013 heeft er een bestuursbijeenkomst bij de stadsregio Rotterdam over elektrisch vervoer plaatsgevonden. De stadsregio heeft een actieprogramma opgesteld over elektrisch vervoer. Alle gemeenten hebben de intentie uitgesproken om de ontwikkeling van elektrisch rijden in de stadsregio te stimuleren. Op basis van deze intentie heeft de stadsregio een convenant opgesteld. Tevens is er een beleidsdocument opgesteld over de oplaadinfrastructuur. De stadsregio heeft voor Brielle 13 oplaadpunten gepland zijn die tot 2015 in de publieke ruimte geplaatst kunnen worden. Dit aantal is op basis van het inwonersaantal. De plaatsing van de laadpalen zijn vraaggestuurd, wat inhoudt dat er alleen laadpalen worden geplaatst als er een bewoner een laadpaal aanvraagt. Verleende subsidies laadpalen Aantal verleende Locatie subsidies
Bedrag
4 Brielle 4.000 2 Vierpolders 2.000 1 Zwartewaal 1.000 Tabel 7. Verleende subsidies laadpalen (bron: gemeente Brielle) Aardwarmte – GeoMEC-4P
In Vierpolders is een aantal glastuinbouwbedrijven gevestigd met een vraag naar aardwarmte. Doelstelling is om via het GeoMEC-4P-project een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelstellingen: - een reductie van CO2-emissie van 40% in 2020 t.o.v. 1990; - de tuinders zijn verzekerd van een stabiele energieprijs tegen een gunstig tarief; - de omwonenden krijgen een gezondere leefomgeving en - er wordt geen beroep gedaan op aardgas. In 2014 is de gehele financiering rondgekomen. In 2015 wordt met de werkzaamheden aangevangen; de planning loopt tot eind 2015.
Monitor 2014
blad 25 van 30
Convenant EPL In 2012 hebben de wethouders van de stadsregio het convenant ondertekend voor het toepassen van een verscherpte energie-eis bij woningbouw en bedrijventerreinen. In het kader van dit convenant zijn er doorlopende activiteiten: - het begeleiden van de energievisies voor drie projecten in drie gemeenten; - regionale inkoop van de instrumenten GPR gebouw. Door middel van dit hulpmiddel kan gekeken worden of woningbouwprojecten aan de verscherpte energie-eis kunnen voldoen; - cursus EPC-toets voor bouw en woningtoezichtambtenaren. Klimaatadaptie In 2013 heeft de stadsregio een klimaatatlas opgesteld. De klimaatatlas geeft inzicht in de gevolgen van klimaatverandering op het gebied van wateroverlast, droogte en warmte. In 2014 is gekeken of er voor de regiogemeenten een plan opgesteld moet worden om eventuele overlast van klimaatverandering te voorkomen. Convenant windmolens In 2012 hebben de gemeenten in samenwerking met de stadsregio een convenant opgesteld over de plaatsing van windmolens. In 2013 is er gekeken of de locaties die op de kaart waren aangegeven geschikt waren en technisch mogelijk waren. In Brielle zijn vooralsnog geen locaties voor windmolens opgenomen. In 2015 wordt dit nader onderzocht. Bestuurlijk netwerkatelier In 2013 is er twee keer een bestuurlijk netwerkatelier geweest voor raadsleden en wethouders bij het InnovatieCentrum Duurzaam Bouwen (ICDuBo). Tijdens deze bijeenkomsten worden de projecten van de regionale duurzaamheidsagenda 2013-2016 onder de aandacht gebracht en wordt aan de hand van praktijkvoorbeelden de meerwaarde zichtbaar gemaakt van slim samenwerken tussen gemeenten en andere (private) partijen. Ondersteuning regionale allianties energieakkoord In het kader van het SER Energieakkoord heeft de VNG voor de periode 2014-2016 € 15 miljoen beschikbaar gekregen om regionale allianties in Nederland te ondersteunen bij het verduurzamen van particuliere woningen. Gemeenten worden gevraagd voor 15 juni in regionaal verband een aanvraag in te dienen, waarbij één van de gemeenten als aanvrager optreedt. Elke deelnemende gemeente tekent daartoe een intentieverklaring. Het doel van de in onze regio op te richten alliantie is om de belemmeringen, aan de vraag- en de aanbodkant, weg te nemen die particuliere woningeigenaren, inclusief VVE’s, er nu nog van weerhouden om te investeren in energiebesparing en (het zelf opwekken van) duurzame energie. Om dit doel te bereiken wil de alliantie, in samenwerking met woningeigenaren/VVE’s, bedrijfsleven, kennispartners en financiers, inzetten op de volgende resultaten. Een regionaal energieloket dat zich onderscheidt door vraaggerichtheid, onafhankelijkheid, deskundigheid, integrale aanpak en een resultaatgerichte concrete proactieve aanpak. Naast digitale informatie beschikt het loket over een goed toegankelijke backoffice waar woningeigenaren/VVE’s (telefonisch) terecht kunnen en desgewenst onafhankelijk maatwerkadvies aan huis en ondersteuning (ontzorging van A tot Z) kunnen krijgen. Een specifiek op VVE’s gericht ondersteuningsaanbod om tot verduurzaming van hun woningen te komen. Voor woningeigenaren/VVE’s goed toegankelijke financieringsmogelijkheden en –constructies en (maatwerk)advies daarover via het regionale energieloket. Op basis van de behoefte van de markt, nieuw ontwikkelde financieringsmogelijkheden en – constructies. Collectieve inkoop van duurzame maatregelen met garanties over kwaliteit, prestaties en service. Opgerichte energiecollectieven of –coöperaties door woningeigenaren al dan niet in samenwerking met woningcorporaties, maatschappelijke instellingen en bedrijfsleven. blad 26 van 30
Monitor 2014
Lokale en regionale netwerken van bedrijven die door activering en deskundigheidsbevordering zowel individueel als in samenwerking maximaal profiteren van de toegenomen vraag als gevolg van de hiervoor omschreven aanpak. Extra werkgelegenheid voor lokale en regionale aanbieders (bijvoorbeeld de bouw- en installatiebedrijven) en extra kansen voor werkzoekenden om aan het werk te komen.
3.11
Groen
Strategische doelen: Beschermen open landschap Brielle Structureel betrekken van het aspect groen in ruimtelijke plannen Operationele doelen: Stimuleren natuur- en milieueducatie Monitoren in 2005 uitgevoerde natuurwaardeninventarisatie buitengebied Ontwikkelen natuurvriendelijke oevers, herstellen kreken Volgen monitorgegevens Maasvlakte 2 Overstappen milieuvriendelijke onkruidbestrijding Natuur- en milieueducatie Samen met de andere Voorne-Puttengemeenten en geeft Brielle in samenwerking met Stichting Milieu Dichterbij (SMD) invulling aan activiteiten op het gebied van milieuvoorlichting en -educatie worden uitgevoerd voor de doelgroepen: kinderen, jongeren en volwassenen. In 2010 is een Meerjarenvisie en -overeenkomst opgesteld en vastgelegd voor de periode 2011-2015. Het NME heeft aantoonbaar bijgedragen aan het bewust maken van natuur- en milieuvriendelijke keuzen in de dagelijkse praktijk: Prioriteit ligt bij jeugd en jongeren; Iedere leerling krijgt natuur- en milieueducatie aangereikt; Burgers maken kennis met duurzaamheid als gedragspatroon; Gemeenten en bedrijven worden ondersteund in hun klimaat- en duurzaamheidsbeleid en bedrijfsvoering. Brielle heeft in 2013 in het kader van 'Energieke Scholen' extra lessen gegeven. De lessen op het Maerlant College in Brielle stonden drie dagen lang in het teken van duurzaamheid. De Stichting Milieu Dichterbij verzorgde gastlessen aan 11 klassen over afvalstromen, waterberging en de voedselketen. Wethouder Dick Verbeek leverde de opdrachtbrieven. Beleidsmedewerkers, ondernemers en bestuurders woonden de presentaties van de scholieren bij. Tijdens het lesprogramma ’Scholen voor Duurzaamheid’ werkten de leerlingen als heuse ‘adviseurs’ aan opdrachten van gemeenten en bedrijven. Na het inleidende verhaal van de gastdocente van de SMD, waarin zij het abstracte begrip duurzaamheid uitlegde, verdeelden de scholieren zich over een aantal groepjes. Zij richtten een ‘adviesbureau’ op en gingen aan de slag met een van de drie opdrachten van Dick Verbeek, wethouder milieu en energie in Brielle. Docenten van het Maerlant College begeleidden de jongeren bij de uitwerking van de opdrachten. Aan het eind van de dag presenteerden de verschillende adviesbureaus hun bevindingen.
Monitor 2014
blad 27 van 30
Beschikbare uren Activiteitenplan 2013 60 Extra bijdrage Brielle 43 Actviteitenplan 2014 60 totaal 163 Tabel 8. Verantwoording uren voorgezet onderwijs VPR 2013 en 2014 (bron: gemeente Brielle) In onderstaande tabel zijn de activiteiten weergegeven die in 2013 en 2014 op Voorne-Putten en in Rozenburg voor het basis en voorgezet onderwijs hebben plaatsgevonden. Basisonderwijs 2013 Datum Project 12-3-2013 Afvalles 12-3-2013 Afvalles 13-7-2013 Duurzame markt 19-9-2013 Water Leeft 19-9-2013 Water Leeft 25-9-2013 Water Leeft 30-9-2013 Water Leeft 9-10-2013 Water Leeft Voortgezet onderwijs 2013 Datum Project 11-1-2013 Energieke scholen 22-2-2013 Energieke scholen 18-4-2013 Start afvalproject afvalles 22-4-2013 Scholen voor duurzaamheid 23-4-2013 Scholen voor duurzaamheid 24-4-2013 Scholen voor duurzaamheid Loopt Scholen voor duurzaamheid Basisonderwijs 2014 Datum Project 7-02-2014 Warme truiendag 24-3-2014 Afvalles 24-3-2014 Afvalles 27-3-2014 Afvalles 27-3-2014 Afvalles 12-5-2014 Sarah 12-5-2014 Water Leeft 15-5-2014 Water Leeft 2-6-2014 Water Leeft 2-6-2014 Water Leeft 19-6-2014 Water Leeft 19-7-2014 Bodemdierensafari
blad 28 van 30
Monitor 2014
Groep 4 en 5 6 en 7
School Want Want
8a 6
VSO Maarland OBS Tiende Penning SBO Maarland Leonardus Branding
Groep 3 3 1
School Anna Hoeve Anna Hoeve Anna Hoeve
Twee 4e klassen
vwo Maerlant
Vijf 3e klassen
Havo/vwo Maerlant
Vier 2 klassen
Havo/vwo Maerlant
drie 1 klassen
Penta
Groep 8 5 5 5 6 8 5 7 7a 7b 3 en 4 3
School Merula Bernisse CNS Nieuwe Weg Want Rank Rank CNS Nieuwe Weg Aanwas Branding Leonardus Leonardus Vliegerdt Want
3 en 4
e
e
Voortgezet onderwijs 2014 Datum Project 6-1-2014 Energieke scholen 13-1-2014 Afvalproject 20-1-2014 Scholen voor duurzaamheid - voeding 11-3-2014 Scholen voor duurzaamheid - energie 14-4-2014 Scholen voor duurzaamheid - energie
Groep 3 3 drie 1e klassen
School Wellant College Wellant College Penta Bahürim Brielle
3
Penta Godfried Richter
vier 3e klassen
Maerlant
Tabel 9. Overzicht activiteiten (bron: gemeente Brielle) School Maerlant Brielle
Wellant college Wellant college Penta college
Maerlant
project Scholen voor duurzaamheid, module water, energie en voedsel Energieke schoen Scholen voor duurzaamheid, module zwerfafval Scholen voor duurzaamheid, module duurzame voeding Scholen voor duurzaamheid
bereik 11 klassen, mavo, havo en vwo
Jaar van uitvoering 2013
4 klassen vmbo 2 klassen vmbo
2013 en 2014 2013 en 2014
3 klassen mavo
2014
4 klassen havo en vwo
2014
Totaal 23 klassen Tabel 10. Overzicht uitgevoerde projecten 2013 en 2014
Beschrijving uitvoering VO-projecten - Maerlant Brielle: Op 22, 23 en 24 april 2013 zijn 5 verschillende modulen van het lesprogramma Scholen voor Duurzaamheid uitgevoerd met 11 klassen havo en vwo. De modulen waren vooraf aan het niveau van de leerlingen en de beschikbare tijd aangepast, waarbij iedere groep één schooldag aan het project heeft gewerkt. De leerlingen kregen de opdrachten door middel van een brief van wethouder Verbeek. Na een gastpresentatie van de SMD gingen de leerlingen aan de slag met het verzamelen van informatie, brainstormen, kaders stellen en uitwerken. Aan het eind van de schooldag hielden zij presentaties voor elkaar en genodigden. Docenten moesten erg wennen aan deze manier van werken. Op 14 april 2014 zijn de modulen over voeding en energie van Scholen voor Duurzaamheid opnieuw uitgevoerd. Dit keer deden er 4 klassen havo en vwo mee. Ook hierbij is het programma op maat gemaakt door de SMD en was de leiding van de dag in handen van de SMD. De leerlingen hebben enthousiast gewerkt aan het project en de uitwerking waren van goede kwaliteit. De school heeft ervoor gekozen om geen gasten uit te nodigen bij de eindpresentaties. - Wellantcollege Anna Hoeve: Docenten van deze school weten de SMD inmiddels te vinden voor de uitvoering van de gastlessen Energieke Scholen. In dit lesproject doen de leerlingen onderzoek naar het energiegebruik van de school en bij hen thuis. Na een inleiding door de SMD gaan zij zelf op pad met een C0 2-meter, een geluidsmeter, een thermometer, een lichtmeter en een energiemeter. Aan het eind van het dagdeel presenteren zij adviezen om energie te besparen in de school en thuis. Inmiddels is de gastles in 4 klassen uitgevoerd. Het lesproject 'Zwerfafval als uitglijder' is in twee klassen uitgevoerd. Een klas heeft zelfs kort na de kerstvakantie zwerfafval opgeruimd, er lagen nog genoeg restanten van het vuurwerk. - Penta College Bahürim Brielle: In week 4 van 2014 hebben drie 3e klassen vmbo in 3 lessen gewerkt aan de module over voeding van het programma Scholen voor Duurzaamheid. De leerlingen hebben de Plus-supermarkt Bos bezocht en een kijkje mogen nemen in de nieuwe elektrische bezorgauto. In de supermarkt deden zij onderzoek naar fair trade-, bio- en Eko-producten, verpakkingen en de herkomst van groente en fruit. Op school stelden zij een vegetarisch recept samen uit de Schijf van Vijf. Op de laatste Monitor 2014
blad 29 van 30
projectdag brachten de leerlingen zelf producten mee naar school en gingen daarmee aan de slag om een heerlijk gerecht te maken. Wethouder Dick Verbeek, beleidsmedewerker Geradine Roskam en de directeur waren uitgenodigd om ook een vorkje mee te prikken. Een aantal kinderen was heel verbaasd over het geweldige resultaat. Ondertussen hadden zij veel geleerd over duurzaamheid en de keuzen die je zelf kunt maken. Het project is met input van de docente op maat gemaakt door de SMD. Ook de gastles en de begeleiding waren in handen van SMD.
blad 30 van 30
Monitor 2014