BELGISCH MONITEUR STAATSBLAD BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2005.
Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet 2005.
Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :
Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse :
www.staatsblad.be
www.moniteur.be
Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme
Direction du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme
Gratis tel. nummer : 0800-98 809
Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 N. 336
180e JAARGANG
180e ANNEE
DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
JEUDI 18 NOVEMBRE 2010
Bericht
Avis
Verhuis Diensten van het Belgisch Staatsblad
Déménagement des Services du Moniteur belge
Vanaf 1 oktober 2010 zijn de Diensten van het Belgisch Staatsblad gehuisvest in het WTC III-gebouw, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel — Gratis tel. nr. 0800-98 809 — www.staatsblad.be —
[email protected]
A partir du 1er octobre 2010 les Services du Moniteur belge sont domiciliés dans le bâtiment WTC III, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles — N° tél. gratuit 0800-98 809 — www.moniteur.be —
[email protected]
Het Belgisch Staatsblad van 17 november 2010 bevat twee uitgaven, met als volgnummers 334 en 335.
Le Moniteur belge du 17 novembre 2010 comporte deux éditions, qui portent les numéros 334 et 335.
INHOUD
SOMMAIRE
Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen
Lois, décrets, ordonnances et règlements
Grondwettelijk Hof
Cour constitutionnelle
Uittreksel uit arrest nr. 118/2010 van 21 oktober 2010, bl. 71590.
Extrait de l’arrêt n° 118/2010 du 21 octobre 2010, p. 71589.
Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Urteil Nr. 118/2010 vom 21. Oktober 2010, S. 71591.
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer 26 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 20082012, afgesloten tussen de Staat en de NV Infrabel, bl. 71592.
Service public fédéral Mobilité et Transports 26 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 20082012, conclu entre l’Etat et la SA Infrabel, p. 71592.
202 bladzijden/pages
71584
BELGISCH STAATSBLAD − 18.11.2010 − MONITEUR BELGE
26 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 20082012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBS, bl. 71600.
26 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 20082012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB, p. 71600.
26 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 20082012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBS-Holding, bl. 71608.
26 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 20082012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB Holding, p. 71608.
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale
19 APRIL 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters, bl. 71616.
19 AVRIL 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 18 mai 2009, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour les chaussures orthopédiques, relative aux conditions de travail des ouvriers et ouvrières, p. 71616.
30 SEPTEMBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot vaststelling van de bijdragen aan het Vlaams sociaal en waarborgfonds, bl. 71624.
30 SEPTEMBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 31 mars 2010, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, fixant les cotisations au Fonds social et de garantie flamand, p. 71624.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur (Vlaamse Gemeenschap), bl. 71626.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée (Communauté flamande), p. 71626.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd ″Waarborgen Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″, bl. 71636.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 janvier 2010, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la dissolution et la liquidation du fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″, p. 71636.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen, bl. 71637.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la prépension conventionnelle, p. 71637.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in de Vlaamse Gemeenschap (lange loopbaan), bl. 71639.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la prépension conventionnelle à partir de 56 ans en Communauté flamande (longue carrière), p. 71639.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2009 betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur vanaf het schooljaar 2009-2010 (Vlaamse Gemeenschap), bl. 71641.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, modifiant la convention collective de travail du 23 février 2009 relative à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée à partir de l’année scolaire 2009-2010 (Communauté flamande), p. 71641.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot oprichting van een waarborg- en sociaal fonds in de Franse en Duitstalige Gemeenschappen en tot vaststelling van de statuten ervan, bl. 71642.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, instituant un fonds social et de garantie en Communautés française et germanophone et en fixant les statuts, p. 71642.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de arbeidsduur (Franse Gemeenschap), bl. 71646.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, relative au temps de travail (Communauté française), p. 71646.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de beroepenindelingen en de lonen (Franse Gemeenschap), bl. 71648.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, relative aux classifications professionnelles et aux rémunérations (Communauté franc¸aise), p. 71648.
BELGISCH STAATSBLAD − 18.11.2010 − MONITEUR BELGE
71585
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 betreffende het stelsel van de conventionele dagen dienstvrijstelling van het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap, bl. 71655.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 octobre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, modifiant la convention collective de travail du 7 juillet 2006 relative au régime de jours conventionnels de dispense de service pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franc¸ aise, p. 71655.
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 houdende baremisering van de functies voor het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap, bl. 71659.
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 octobre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, modifiant la convention collective de travail du 7 juillet 2006 portant barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté française, p. 71659.
Grondwettelijk Hof
Cour constitutionnelle
Uittreksel uit arrest nr. 116/2010 van 21 oktober 2010, bl. 71665.
Extrait de l’arrêt n° 116/2010 du 21 octobre 2010, p. 71666.
Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Urteil Nr. 116/2010 vom 21. Oktober 2010, S. 71668.
Gemeenschaps- en Gewestregeringen
Gouvernements de Communauté et de Région
Vlaamse Gemeenschap
Communauté flamande
Vlaamse overheid
Autorité flamande
12 NOVEMBER 2010. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2009 betreffende de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt, wat betreft de invoering van een minimale levering van aardgas tijdens de winterperiode, bl. 71669.
12 NOVEMBRE 2010. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 mars 2009 relatif aux obligations sociales de service public dans le marché libéré d’électricité et de gaz naturel pendant la période hivernale, p. 71670.
Waals Gewest
Région wallonne
Waalse Overheidsdienst
Service public de Wallonie
29 OKTOBER 2010. — Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het aanpassingsplan 2010-2017 van het lokale elektriciteitstransmissienet van ELIA, bl. 71673.
29 OCTOBRE 2010. — Arrêté du Gouvernement wallon approuvant le plan d’adaptation 2010-2017 du réseau de transport local d’électricité d’ELIA, p. 71672.
Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region ¨ ffentlicher Dienst der Wallonie O 29. OKTOBER 2010 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Genehmigung des Anpassungsplans 2010-2017 des lokalen Stromübertragungsnetzes von ELIA, S. 71672.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Région de Bruxelles-Capitale
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale
28 OKTOBER 2010. — Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid en tot wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, bl. 71673.
28 OCTOBRE 2010. — Ordonnance modifiant l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau et modifiant l’ordonnance du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, la poursuite et la répression des infractions en matière d’environnement, p. 71673.
28 OKTOBER 2010. — Ordonnantie betreffende de ruimtelijke informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bl. 71675.
28 OCTOBRE 2010. — Ordonnance relative à l’information géographique en Région de Bruxelles-Capitale, p. 71675.
71586
BELGISCH STAATSBLAD − 18.11.2010 − MONITEUR BELGE Andere besluiten
Autres arrêtés
Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Service public fédéral Chancellerie du Premier Ministre et Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie
Federaal Planbureau. Personeel. Hernieuwing van mandaten, bl. 71690. Federaal Planbureau. Personeel. Bevorderingen, bl. 71690. — Federaal Planbureau. Personeel. Ontslag, bl. 71690.
Bureau fédéral du Plan. Personnel. Renouvellement de mandats, p. 71690. — Bureau fédéral du Plan. Personnel. Promotions, p. 71690. — Bureau fédéral du Plan. Personnel. Démission, p. 71690.
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
Service public fédéral Mobilité et Transports
22 OKTOBER 2010. — Ministerieel besluit tot erkenning van een instelling belast met de materiële organisatie van de examens voor de bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan deze van de klassen 1 en 7 over de weg vervoeren, bl. 71690.
22 OCTOBRE 2010. — Arrêté ministériel portant agrément d’un organisme chargé de l’organisation matérielle des examens pour conducteurs d’unités de transport transportant par la route des marchandises dangereuses autres que celles des classes 1 et 7, p. 71690.
10 NOVEMBER 2010. — Ministerieel besluit ter uitvoering van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende de samenstelling en de opdracht van de Filatelistische Commissie, bl. 71691.
10 NOVEMBRE 2010. — Arrêté ministériel pris en exécution de l’arrêté royal du 6 juillet 1997, fixant la composition et la mission de la Commission philatélique, p. 71691.
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Kroonorde. Erratum, bl. 71692. Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Personeel. Vrijwillig ontslag, bl. 71692. Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde, bl. 71692. — Rechterlijke Orde. Notariaat, bl. 71693. Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie 27 AUGUSTUS 2010. — Besluit (nr. 488) betreffende de accreditatie van de bachelor in de archeologie (academisch gerichte bachelor) van de Katholieke Universiteit Leuven, bl. 71693. 9 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 489) betreffende de accreditatie van de bachelor in de podologie (professioneel gerichte bachelor) van de Arteveldehogeschool, bl. 71694. 9 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 490) betreffende de accreditatie van de master in de industriële wetenschappen : informatica (master) van de Hogeschool Gent, bl. 71694. 9 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 491) betreffende de accreditatie van de bachelor in de industriële wetenschappen : informatica (academisch gerichte bachelor) van de Hogeschool Gent, bl. 71694. 13 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 492) betreffende de accreditatie van de bachelor in de orthopedie (professioneel gerichte bachelor) van de Katholieke Hogeschool Kempen, bl. 71695. 15 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 493) betreffende de accreditatie van de bachelor in de multimedia en communicatietechnologie (professioneel gerichte bachelor) van de Karel de Grote Hogeschool, bl. 71695. 15 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 494) betreffende de accreditatie van de bachelor in de industriële wetenschappen : milieukunde (academisch gerichte bachelor) van de Hogeschool West-Vlaanderen, bl. 71695. 15 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 495) betreffende de accreditatie van de master in de industriële wetenschappen : milieukunde (master) van de Hogeschool West-Vlaanderen, bl. 71696.
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale Ordre de la Couronne. Erratum, p. 71692. Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement Personnel. Démission volontaire, p. 71692. Service public fédéral Justice Ordre judiciaire, p. 71692. — Ordre judiciaire. Notariat, p. 71693. Gouvernements de Communauté et de Région
BELGISCH STAATSBLAD − 18.11.2010 − MONITEUR BELGE
71587
22 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 496) betreffende de accreditatie van de bachelor in de multimedia en communicatietechnologie (professioneel gerichte bachelor) van de Hogeschool West-Vlaanderen, bl. 71696. Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Goedkeuring luik 2011-2015 van het meerjarenplan 2009-2015, bl. 71696. — Verlenging erkenningen openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor schuldbemiddeling, bl. 71698. Cultuur, Jeugd, Sport en Media Ontslag en de (her)benoeming van leden van de raad van bestuur van de Stichting Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond, bl. 71699. Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Ministeriële besluiten houdende vaststelling van een ontwerp van lijst van voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, bl. 71699. — Ministeriële besluiten houdende definitieve bescherming, bl. 71704. — Ministeriële besluiten houdende wijzing, bl. 71706. — Ministeriële besluiten houdende termijnverlenging, bl. 71706.
Région wallonne Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SA Jonniaux Entreprises, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71709. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « BVBA GLK Grondwerken », en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71711. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Cheron, D., en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71712. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « BVBA Vulkagom », en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71713. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Didion Bvresse, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71714. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SA Houyoux, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71716. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « BV Besstrade », en qualité de collecteur de déchets autres que dangereux, p. 71717. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la « BV Peijnenburg Esch », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71718. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SA Troiani, Aldo, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71720. — Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de la SA Haulotte, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 71721.
Officiële berichten Grondwettelijk Hof Uittreksel uit arrest nr. 106/2010 van 30 september 2010, bl. 71722.
Avis officiels Cour constitutionnelle Extrait de l’arrêt n° 106/2010 du 30 septembre 2010, p. 71725.
71588
BELGISCH STAATSBLAD − 18.11.2010 − MONITEUR BELGE Verfassungsgerichtshof
Auszug aus dem Urteil Nr. 106/2010 vom 30. September 2010, S. 71727.
Algemene staat der kredietinstellingen per 31 juli 2010, bl. 71730.
Situation globale des établissements de crédit au 31 juillet 2010, p. 71730.
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale
Rechterlijke Macht. Arbeidshof te Brussel, bl. 71732. — Rechterlijke Ordre. Arbeidshof te Antwerpen, bl. 71732.
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, bl. 71732.
Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde. Vacante betrekkingen. Errata, bl. 71733.
Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Bureau voor Normalisatie (NBN). Registratie van Belgische normen, bl. 71733.
Pouvoir judiciaire. Cour du travail de Bruxelles, p. 71732. — Pouvoir judiciaire. Cour du travail d’Anvers, p. 71732.
Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d’assurance maladie-invalidité. Règles interprétatives de la nomenclature des prestations de santé, p. 71732.
Service public fédéral Justice Ordre judiciaire. Places vacantes. Errata, p. 71733.
Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie Bureau de Normalisation (NBN). Enregistrement de normes belges, p. 71733.
Ordres du jour Parlement francophone bruxellois, p. 71741. Parlement francophone bruxellois, p. 71742. Parlement francophone bruxellois, p. 71742.
De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl. 71743 tot bl. 71784.
Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages 71743 à 71784.
71589
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS COUR CONSTITUTIONNELLE F. 2010 — 3887
[2010/205618] Extrait de l’arrêt n° 118/2010 du 21 octobre 2010
Numéro du rôle : 5015 En cause : le recours en annulation totale ou partielle de la loi du 18 janvier 2010 modifiant la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme, et le Code des sociétés, introduit par Marc Jodrillat. La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président M. Melchior et des juges-rapporteurs R. Henneuse et E. Derycke, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet du recours et procédure Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 5 août 2010 et parvenue au greffe le 6 août 2010, un recours en annulation totale ou partielle de la loi du 18 janvier 2010 modifiant la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme, et le Code des sociétés (publiée au Moniteur belge du 26 janvier 2010) a été introduit par Marc Jodrillat, demeurant à 4000 Liège, En Feronstrée 45. Le 26 août 2010, en application de l’article 71, alinéa 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les juges-rapporteurs R. Henneuse et E. Derycke ont informé le président qu’ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que le recours en annulation n’est manifestement pas recevable et, pour le surplus, que la Cour n’est manifestement pas compétente pour connaître des autres objets de la requête. (...) II. En droit (...) B.1. Marc Jodrillat demande l’annulation totale ou partielle de la loi du 18 janvier 2010 modifiant la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme, et le Code des sociétés. B.2. Aux termes de l’article 3, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les recours tendant à l’annulation d’une disposition législative ne sont recevables que s’ils sont introduits dans un délai de six mois suivant la publication de la disposition attaquée au Moniteur belge. B.3. En l’espèce, la loi du 18 janvier 2010 précitée a été publiée au Moniteur belge du 26 janvier 2010. Par conséquent, le délai pour introduire un recours en annulation était expiré lors de l’introduction du recours en cause, le 6 août 2010. B.4. Pour le surplus, dans la mesure où elles seraient autonomes par rapport au recours en annulation, les autres demandes formulées par le requérant dans sa requête, et développées dans une partie de son mémoire justificatif, ne relèvent pas de la compétence de la Cour, telle que celle-ci est déterminée par l’article 142 de la Constitution et par la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle. B.5. Il résulte de ce qui précède que le recours en annulation est manifestement irrecevable et que, dans la mesure où ils sont autonomes par rapport à ce recours, les autres objets de la requête ne relèvent manifestement pas de la compétence de la Cour. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l’unanimité des voix, rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, à l’audience publique du 21 octobre 2010. Le greffier,
Le président,
P.-Y. Dutilleux.
M. Melchior.
71590
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE GRONDWETTELIJK HOF N. 2010 — 3887
[2010/205618] Uittreksel uit arrest nr. 118/2010 van 21 oktober 2010
Rolnummer 5015 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 18 januari 2010 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, ingesteld door Marc Jodrillat. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers R. Henneuse en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 5 augustus 2010 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 6 augustus 2010, is beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 18 januari 2010 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 januari 2010) ingesteld door Marc Jodrillat, wonende te 4000 Luik, En Feronstrée 45. Op 26 augustus 2010 hebben de rechters-verslaggevers R. Henneuse en E. Derycke, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdend in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is en, voor het overige, dat het Hof klaarblijkelijk niet bevoegd is om kennis te nemen van de andere onderwerpen van het verzoekschrift. (...) II. In rechte (...) B.1. Marc Jodrillat vordert de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 18 januari 2010 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen. B.2. Luidens artikel 3, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof zijn de beroepen strekkende tot vernietiging van een wetsbepaling slechts ontvankelijk indien zij worden ingesteld binnen een termijn van zes maanden na de bekendmaking van de bestreden bepaling in het Belgisch Staatsblad. B.3. Te dezen is de voormelde wet van 18 januari 2010 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 januari 2010. Bijgevolg was de termijn om een beroep tot vernietiging in te stellen, verstreken bij de indiening van het in het geding zijnde beroep, op 6 augustus 2010. B.4. Voor het overige en in zoverre zij autonoom zouden zijn ten opzichte van het beroep tot vernietiging, behoren de andere vorderingen die de verzoeker in zijn verzoekschrift formuleert en in een deel van zijn memorie met verantwoording uiteenzet, niet tot de bevoegdheid van het Hof, zoals die is bepaald bij artikel 142 van de Grondwet en bij de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof. B.5. Uit het voorafgaande vloeit voort dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk niet ontvankelijk is en dat de andere onderwerpen van het verzoekschrift, in zoverre zij autonoom zijn ten opzichte van dat beroep, klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoren. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 21 oktober 2010. De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Melchior.
71591
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VERFASSUNGSGERICHTSHOF D. 2010 — 3887
[2010/205618] Auszug aus dem Urteil Nr. 118/2010 vom 21. Oktober 2010
Geschäftsverzeichnisnummer 5015 In Sachen: Klage auf völlige oder teilweise Nichtigerklärung des Gesetzes vom 18. Januar 2010 zur Abänderung des Gesetzes vom 11. Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung, sowie des Gesellschaftsgesetzbuches, erhoben von Marc Jodrillat. Der Verfassungsgerichtshof, beschränkte Kammer, zusammengesetzt aus dem Vorsitzenden M. Melchior und den referierenden Richtern R. Henneuse und E. Derycke, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der Klage und Verfahren Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 5. August 2010 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 6. August 2010 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob Marc Jodrillat, wohnhaft in 4000 Lüttich, En Feronstrée 45, Klage auf völlige oder teilweise Nichtigerklärung des Gesetzes vom 18. Januar 2010 zur Abänderung des Gesetzes vom 11. Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung, sowie des Gesellschaftsgesetzbuches (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 26. Januar 2010). Am 26. August 2010 haben die referierenden Richter R. Henneuse und E. Derycke in Anwendung von Artikel 71 Absatz 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof den Vorsitzenden davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, dem in beschränkter Kammer tagenden Hof vorzuschlagen, ein Urteil zu verkünden, in dem festgestellt wird, dass die Klage auf Nichtigerklärung offensichtlich unzulässig ist, und im Übrigen, dass der Hof offensichtlich nicht dafür zuständig ist, über die weiteren Gegenstände der Klageschrift zu befinden. (...) II. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Marc Jodrillat beantragt die völlige oder teilweise Nichtigerklärung des Gesetzes vom 18. Januar 2010 zur Abänderung des Gesetzes vom 11. Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung, sowie des Gesellschaftsgesetzbuches. B.2. Laut Artikel 3 § 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof sind Klagen auf Nichtigerklärung einer Gesetzesbestimmung nur dann zulässig, wenn sie innerhalb einer Frist von sechs Monaten nach der Veröffentlichung der angefochtenen Bestimmung im Belgischen Staatsblatt eingereicht werden. B.3. Im vorliegenden Fall ist das vorerwähnte Gesetz vom 18. Januar 2010 im Belgischen Staatsblatt vom 26. Januar 2010 veröffentlicht worden. Demzufolge war die für die Erhebung einer Nichtigkeitsklage vorgesehene Frist zu dem Zeitpunkt, wo die vorliegende Klage eingereicht wurde, d.h. am 6. August 2010, abgelaufen. B.4. Im Übrigen und insofern, als sie der Nichtigkeitsklage gegenüber als autonom anzusehen wären, fallen die weiteren Anträge, die der Kläger in seiner Klageschrift zum Ausdruck bringt und in einem Teil seines Begründungsschriftsatzes darlegt, nicht in die Zuständigkeit des Hofes, so wie sie durch Artikel 142 der Verfassung und durch das Sondergesetz vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof festgelegt worden ist. B.5. Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass die Nichtigkeitsklage offensichtlich unzulässig ist und dass die weiteren Gegenstände der Klageschrift insofern, als sie der Klage gegenüber als autonom anzusehen wären, offensichtlich nicht in den Kompetenzbereich des Hofes fallen. Aus diesen Gründen: Der Hof, beschränkte Kammer, einstimmig entscheidend, weist die Klage zurück. Verkündet in französischer, niederländischer und deutscher Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof, in der öffentlichen Sitzung vom 21. Oktober 2010. Der Kanzler, P.-Y. Dutilleux.
Der Vorsitzende, M. Melchior.
71592
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS
N. 2010 — 3888 [C − 2010/14249] 26 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV Infrabel
F. 2010 — 3888 [C − 2010/14249] 26 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA Infrabel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, artikel 4, § 3; Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van de Gebruikers bij de NMBS-groep, gegeven op 1 april 2010; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 maart 2010; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 17 maart 2010; Gelet op het advies van de Nationale Paritaire Commissie, gegeven op 15 juli 2010; Op de voordracht van de Minister van Overheidsbedrijven en van de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, l’article 4, § 3; Vu l’avis du Comité consultatif des Usagers auprès du groupe SNCB, donné le 1er avril 2010; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 16 mars 2010;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu l’accord du Secrétaire d’Etat au Budget, donné le 17 mars 2010; Vu l’avis de la Commission paritaire nationale, donné le 15 juillet 2010; Sur la proposition du Ministre des Entreprises publiques et du Secrétaire d’Etat à la Mobilité et de l’avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Het als bijlage bij dit besluit gevoegde tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV Infrabel, wordt goedgekeurd.
Article 1er. Le deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA Infrabel, annexé au présent arrêté, est approuvé.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Overheidsbedrijven en de Minister bevoegd voor Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Le Ministre qui a les Entreprises publiques dans ses attributions et le Ministre qui a la Mobilité dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 26 oktober 2010.
Donné à Bruxelles, le 26 octobre 2010.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Overheidsbedrijven,
La Ministre des Entreprises publiques,
Mevr. I. VERVOTTE
Mme I. VERVOTTE
De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
Le Secrétaire d’Etat à la Mobilité,
E. SCHOUPPE
E. SCHOUPPE
Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2010 houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV Infrabel
Annexe à l’arrêté royal du 26 octobre 2010 portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA Infrabel
Tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV Infrabel De hierna volgende artikels en bijlagen worden gewijzigd als volgt : Artikel 62, na de tweede alinea, eindigend met « ... wordt verminderd met 346.000 kS2009. », wordt een derde alinea ingevoegd, luidend als volgt : Vanaf 2010 wordt het totale toegekende bedrag aan de drie vennootschappen voor investeringen verminderd 60.792 kS2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen. Het aan Infrabel toegekende bedrag wordt verminderd met 69.616 kS2010 vanaf 2010.
Deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA Infrabel Les articles et les annexes ci-après sont modifiés comme suit : Article 62, après le deuxième alinéa terminant par « ... est diminué de 346.000 kS2009. », il est inséré un troisième alinéa rédigé comme suit : Le montant total attribué aux trois sociétés pour leurs investissements à partir de 2010 est diminué de 60.792 kS2010 en raison de l’application des normes IFRS. Le montant attribué à Infrabel est diminué de 69.616 kS2010 à partir de 2010.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71593
Artikel 67 wordt aangevuld met een laatste alinea, luidend als volgt :
Article 67, l’article est complété par un dernier alinéa rédigé comme suit :
In afwijking van dit artikel, wanneer de bedragen met betrekking tot de financiering van investeringen in S van een ander jaar (jaar r) dan 2008 uitgedrukt worden, is de toepasselijke formule voor hun indexering voor het jaar t als volgt :
En dérogation au présent article, lorsque des montants relatifs au financement des investissements sont exprimés en S d’une autre année (année r) que 2008, la formule applicable à leur indexation pour l’année t est la suivante :
Contractuele toelage * ((gem It-2/gem Ir-2 * 0,4) + (gem St-2/gem Sr-2 * 0,6))
Montant contractuel * ((moy It-2/moy Ir-2 * 0,4) + (moy St-2/moy Sr-2 * 0,6))
Artikel 74, na de vijfde alinea, eindigend met « ... de werkelijke impact van de maatregel op de rekeningen van Infrabel. », wordt een zesde alinea ingevoegd, luidend als volgt :
Article 74, après le cinquième alinéa terminant par « ... l’impact réel de la mesure sur les comptes d’Infrabel. », il est inséré un sixième alinéa rédigé comme suit :
Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt verhoogd met 69.616 kS2010 vanaf 2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen.
Cette dotation d’exploitation annuelle est augmentée de 69.616 kS2010 à partir de 2010 en raison de l’application des normes IFRS.
Artikel 76 wordt aangevuld met een laatste alinea, luidend als volgt :
Article 76, l’article est complété par un dernier alinéa rédigé comme suit :
In afwijking van dit artikel, wanneer de bedragen met betrekking tot de exploitatietoelagen in S van een ander jaar (jaar r) dan 2008 uitgedrukt worden, is de toepasselijke formule voor hun indexering voor het jaar t als volgt :
En dérogation au présent article, lorsque des montants relatifs aux dotations d’exploitation sont exprimés en S d’une autre année (année r) que 2008, la formule applicable à leur indexation pour l’année t est la suivante :
Contractuele toelage * ((I gezond dect-1/I gezond decr-1 * 0,65) + (I diensten dect-1/I diensten decr-1 * 0,35)).
Montant contractuel * ((I San déct-1/I San décr-1 * 0,65) + (I Serv déct-1/I Serv décr-1 * 0,35)).
Bijlage 7. — Overzicht toelagen
De bijlage 7 van het beheerscontract goedgekeurd met het koninklijk besluit van 21 augustus 2009 wordt vervangen door de bijlage 7, gevoegd bij dit bijvoegsel.
Brussel, 26 oktober 2010.
Annexe 7. — Aperc¸ u des dotations
L’annexe 7 au contrat de gestion approuvée par l’arrêté royal du 21 août 2009 est remplacée par l’annexe 7 jointe au présent avenant.
Bruxelles, le 26 octobre 2010.
L. VANSTEENKISTE,
L. VANSTEENKISTE,
Directeur-generaal
Directeur général
L. LALLEMAND,
L. LALLEMAND,
Gedelegeerd bestuurder
Administrateur délégué
Mevr. I. VERVOTTE,
Mme I. VERVOTTE,
Minister van Overheidsbedrijven
Ministre des Entreprises publiques
E. SCHOUPPE
E. SCHOUPPE,
Staatssecretaris voor Mobiliteit
Secrétaire d’Etat à la Mobilité
71594
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71595
71596
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71597
71598
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71599
71600
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2010 — 3889
[C − 2010/14251]
26 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBS ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2010 — 3889
[C − 2010/14251]
26 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, artikel 4, § 3;
Vu la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, l’article 4, § 3;
Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van de Gebruikers bij de NMBS-groep, gegeven op 1 april 2010;
Vu l’avis du Comité consultatif des Usagers auprès du groupe SNCB, donné le 1er avril 2010;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 maart 2010;
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 16 mars 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 17 maart 2010;
Vu l’accord du Secrétaire d’Etat au Budget, donné le 17 mars 2010;
Gelet op het advies van de Nationale Paritaire Commissie, gegeven op 15 juli 2010;
Vu l’avis de la Commission paritaire nationale, donné le 15 juillet 2010;
Op de voordracht van de Minister van Overheidsbedrijven en van de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Sur la proposition du Ministre des Entreprises publiques et du Secrétaire d’Etat à la Mobilité et de l’avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Het als bijlage bij dit besluit gevoegde tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBS, wordt goedgekeurd.
Article 1er. Le deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB, annexé au présent arrêté, est approuvé.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Overheidsbedrijven en de Minister bevoegd voor Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Le Ministre qui a les Entreprises publiques dans ses attributions et le Ministre qui a la Mobilité dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 26 oktober 2010.
ALBERT
Donné à Bruxelles, le 26 octobre 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Overheidsbedrijven, Mevr. I. VERVOTTE
La Ministre des Entreprises publiques, Mme I. VERVOTTE
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE
Le Secrétaire d’Etat à la Mobilité, E. SCHOUPPE
Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2010 houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBS
Annexe à l’arrêté royal du 26 octobre 2010 portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB
Tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBS
Deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB
De hierna volgende artikels en bijlagen worden gewijzigd als volgt :
Les articles et les annexes ci-après sont modifiés comme suit :
Artikel 65, na de tweede alinea, eindigend met « ... waarvan 146.000 kS2009 voor de NMBS. », wordt een derde alinea ingevoegd, luidend als volgt :
Article 65, après le deuxième alinéa terminant par « ... dont 146.000 kS2009 pour la SNCB. », il est inséré un troisième alinéa rédigé comme suit :
Vanaf 2010 wordt het totale toegekende bedrag aan de drie vennootschappen voor investeringen verminderd met 60.792 kS2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen. Het aan de NMBS toegekende bedrag wordt verhoogd met 22.634 kS2010 vanaf 2010.
Le montant total attribué aux trois sociétés pour leurs investissements à partir de 2010 est diminué de 60.792 kS2010 en raison de l’application des normes IFRS. Le montant attribué à la SNCB est augmenté de 22.634 kS2010 à partir de 2010.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71601
Artikel 68 wordt aangevuld met een laatste alinea, luidend als volgt :
Article 68, l’article est complété par un dernier alinéa rédigé comme suit :
In afwijking van dit artikel, wanneer de bedragen met betrekking tot de financiering van investeringen in S van een ander jaar (jaar r) dan 2008 uitgedrukt worden, is de toepasselijke formule voor hun indexering voor het jaar t als volgt :
En dérogation au présent article, lorsque des montants relatifs au financement des investissements sont exprimés en S d’une autre année (année r) que 2008, la formule applicable à leur indexation pour l’année t est la suivante :
Contractuele toelage * ((gem It-2/gem Ir-2 * 0,4) + (gem St-2/gem S r-2 * 0,6))
Montant contractuel * ((moy I t-2/moy Ir-2 * 0,4) + (moy St-2/moy Sr-2 * 0,6))
Artikel 73, na de vierde alinea, eindigend met « ... op de rekeningen van de NMBS. », wordt een vijfde alinea ingevoegd, luidend als volgt :
Article 73, après le quatrième alinéa terminant par « ... la mesure sur les comptes de la SNCB. », il est inséré un cinquième alinéa rédigé comme suit :
Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt verminderd met 22.634 kS2010 vanaf 2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen.
Cette dotation d’exploitation annuelle est diminuée de 22.634 kS2010 à partir de 2010 en raison de l’application des normes IFRS.
Artikel 81 wordt aangevuld met een laatste alinea, luidend als volgt :
Article 81, l’article est complété par un dernier alinéa rédigé comme suit :
In afwijking van dit artikel, wanneer de bedragen met betrekking tot de exploitatietoelagen in S van een ander jaar (jaar r) dan 2008 uitgedrukt worden, is de toepasselijke formule voor hun indexering voor het jaar t als volgt :
En dérogation au présent article, lorsque des montants relatifs aux dotations d’exploitation sont exprimés en S d’une autre année (année r) que 2008, la formule applicable à leur indexation pour l’année t est la suivante :
Contractuele toelage * ((I gezond dect-1/I gezond decr-1 * 0,65) + (I diensten dect-1/I diensten decr-1 * 0,35)).
Montant contractuel * ((I San déct-1/I San décr-1 * 0,65) + (I Serv déct-1/I Serv décr-1 * 0,35)).
Bijlage 7. — Overzicht toelagen
De bijlage 7 van het beheerscontract goedgekeurd met het koninklijk besluit van 21 augustus 2009 wordt vervangen door de bijlage 7, gevoegd bij dit bijvoegsel.
Annexe 7. — Aperc¸ u des dotations
L’annexe 7 au contrat de gestion approuvée par l’arrêté royal du 21 août 2009 est remplacée par l’annexe 7 jointe au présent avenant.
Bruxelles, le 26 octobre 2010.
Brussel, 26 oktober 2010.
R. GAYETOT,
R. GAYETOT,
Directeur-generaal
Directeur général
M. DESCHEEMAECKER,
M. DESCHEEMAECKER,
Gedelegeerd bestuurder
Administrateur délégué
Mevr. I. VERVOTTE,
Mme I. VERVOTTE,
Minister van Overheidsbedrijven
Ministre des Entreprises publiques
E. SCHOUPPE
E. SCHOUPPE,
Staatssecretaris voor Mobiliteit
Secrétaire d’Etat à la Mobilité
71602
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71603
71604
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71605
71606
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71607
71608
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2010 — 3890
[C − 2010/14250]
26 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBSHolding ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2010 — 3890
[C − 2010/14250]
26 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB Holding
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, artikel 4, § 3;
Vu la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, l’article 4, § 3;
Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van de Gebruikers bij de NMBS-groep, gegeven op 1 april 2010;
Vu l’avis du Comité consultatif des Usagers auprès du groupe SNCB, donné le 1 avril 2010;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 maart 2010;
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 16 mars 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 17 maart 2010;
Vu l’accord du Secrétaire d’Etat au Budget, donné le 17 mars 2010;
Gelet op het advies van de Nationale Paritaire Commissie, gegeven op 15 juli 2010;
Vu l’avis de la Commission paritaire nationale, donné le 15 juillet 2010;
Op de voordracht van de Minister van Overheidsbedrijven en van de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Sur la proposition du Ministre des Entreprises publiques et du Secrétaire d’Etat à la Mobilité et de l’avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Het als bijlage bij dit besluit gevoegde tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBS-Holding, wordt goedgekeurd.
Article 1er. Le deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB Holding, annexé au présent arrêté, est approuvé.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Overheidsbedrijven en de Minister bevoegd voor Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Le Ministre qui a les Entreprises publiques dans ses attributions et le Ministre qui a la Mobilité dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 26 oktober 2010.
Donné à Bruxelles, le 26 octobre 2010.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Overheidsbedrijven, Mevr. I. VERVOTTE
La Ministre des Entreprises publiques, Mme I. VERVOTTE
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE
Le Secrétaire d’Etat à la Mobilité, E. SCHOUPPE
Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2010 houdende goedkeuring van het tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBSHolding
Annexe à l’arrêté royal du 26 octobre 2010 portant approbation du deuxième avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB Holding
Tweede bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de NV NMBS-Holding
Deuxième avenant au contrat de gestionportant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la SA SNCB Holding
De hierna volgende artikels en bijlagen worden gewijzigd als volgt :
Les articles et les annexes ci-après sont modifiés comme suit :
Artikel 69, na de tweede alinea, eindigend met « ... zonder dat het bedrag voor de NMBS-Holding wijzigt. », wordt een derde alinea ingevoegd, luidend als volgt :
Article 69, après le deuxième alinéa terminant par « sans que le montant attribué à la SNCB Holding change. », il est inséré un troisième alinéa rédigé comme suit :
Vanaf 2010 wordt het totale toegekende bedrag aan de drie vennootschappen voor investeringen verminderd met 60.792 kS2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen. Het aan de NMBS-Holding toegekende bedrag wordt verminderd met 13.810 kS2010 vanaf 2010.
Le montant total attribué aux trois sociétés pour leurs investissements à partir de 2010 est diminué de 60.792 kS2010 en raison de l’application des normes IFRS. Le montant attribué à la SNCB Holding est diminué de 13.810 kS2010 à partir de 2010.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71609
Artikel 71 wordt aangevuld met een laatste alinea, luidend als volgt :
Article 71, l’article est complété par un dernier alinéa rédigé comme suit :
In afwijking van dit artikel, wanneer de bedragen met betrekking tot de financiering van investeringen in S van een ander jaar (jaar r) dan 2008 uitgedrukt worden, is de toepasselijke formule voor hun indexering voor het jaar t als volgt :
En dérogation au présent article, lorsque des montants relatifs au financement des investissements sont exprimés en S d’une autre année (année r) que 2008, la formule applicable à leur indexation pour l’année t est la suivante :
Contractuele toelage * ((gem It-2 /gem Ir-2 * 0,4) + (gem St-2/gem Sr-2 * 0,6))
Montant contractuel * ((moy It-2/moy Ir-2 * 0,4) + (moy St-2/moy Sr-2 * 0,6))
Artikel 78, na de derde alinea, eindigend met « ... afgehouden van de betaalschijf die op 8 mei van elk jaar betaald wordt. », wordt een vierde alinea ingevoegd, luidend als volgt :
Article 78, après le troisième alinéa terminant par « ... à charge de l’échéance du 8 mai de chaque année. », il est inséré un quatrième alinéa rédigé comme suit :
Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt verhoogd met 13.810 kS2010 vanaf 2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen.
Cette dotation d’exploitation annuelle est augmentée de 13.810 kS2010 à partir de 2010 en raison de l’application des normes IFRS.
Artikel 81 wordt aangevuld met een laatste alinea, luidend als volgt :
Article 81, l’article est complété par un dernier alinéa rédigé comme suit :
In afwijking van dit artikel, wanneer de bedragen met betrekking tot de exploitatietoelagen in S van een ander jaar (jaar r) dan 2008 uitgedrukt worden, is de toepasselijke formule voor hun indexering voor het jaar t als volgt :
En dérogation au présent article, lorsque des montants relatifs aux dotations d’exploitation sont exprimés en S d’une autre année (année r) que 2008, la formule applicable à leur indexation pour l’année t est la suivante :
Contractuele toelage * ((I gezond dect-1 /I gezond decr-1 * 0,65) + (I diensten dect-1/I diensten decr-1 * 0,35)).
Montant contractuel * ((I San déct-1/I San décr-1 * 0,65) + (I Serv déct-1/I Serv décr-1 * 0,35)).
Bijlage 7. — Overzicht toelagen
De bijlage 7 van het beheerscontract goedgekeurd met het koninklijk besluit van 21 augustus 2009 wordt vervangen door de bijlage 7, gevoegd bij dit bijvoegsel.
Annexe 7. — Aperc¸ u des dotations
L’annexe 7 au contrat de gestion approuvée par l’arrêté royal du 21 août 2009 est remplacée par l’annexe 7 jointe au présent avenant.
Bruxelles, le 26 octobre 2010.
Brussel, 26 oktober 2010.
V. BOURLARD,
V. BOURLARD,
Directeur-generaal
Directeur général
J. HAEK,
J. HAEK,
Gedelegeerd bestuurder
Administrateur délégué
Mevr. I. VERVOTTE,
Mme I. VERVOTTE,
Minister van Overheidsbedrijven
Ministre des Entreprises publiques
E. SCHOUPPE
E. SCHOUPPE,
Staatssecretaris voor Mobiliteit
Secrétaire d’Etat à la Mobilité
71610
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71611
71612
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71613
71614
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71615
71616
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2010 — 3891 [C − 2010/12098] 19 APRIL 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (1)
F. 2010 — 3891 [C − 2010/12098] 19 AVRIL 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 18 mai 2009, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les chaussures orthopédiques, relative aux conditions de travail des ouvriers et ouvrières (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les chaussures orthopédiques; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 18 mai 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour les chaussures orthopédiques, relative aux conditions de travail des ouvriers et ouvrières.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 19 april 2010.
Donné à Bruxelles, le 19 avril 2010.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels
Sous-commission paritaire pour les chaussures orthopédiques
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2009
Convention collective de travail du 18 mai 2009
Arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94250/CO/128.06)
Conditions de travail des ouvriers et ouvrières (Convention enregistrée le 14 septembre 2009 sous le numéro 94250/CO/128.06)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden, de werksters en op de huisarbeiders en -arbeidsters, hierna genoemd ″werklieden″, en op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels. Wanneer de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts van toepassing zijn op de ″regelmatige huisarbeiders″, wordt hiervan telkens melding gemaakt. Onder ″regelmatige huisarbeider″ wordt verstaan : de huisarbeider die, tijdens de betrokken toepassingsperiode, een loon verdiende dat tenminste gelijk is aan 90 pct. van het referteloon van een fabriekarbeider die is tewerkgesteld in dezelfde functieklasse als de belanghebbende. In het loon is noch de vergoeding voor het gebruik van eigen machine of materiaal, noch de vergoeding voor de levering van bijhorigheden begrepen. Het in vorig lid bedoelde referteloon wordt vastgesteld door het conventioneel minimumuurloon te vermenigvuldigen met het hierna vastgestelde aantal uren, eventueel verminderd met het aantal uren verloren wegens ziekte, bevalling, militaire dienst, betaalde vakantie, ongeval van de belanghebbende, evenals met zijn gecontroleerde werkloosheidsdagen voor de in aanmerking genomen periode. Dit aantal uren wordt voor vijf werkdagen per week op acht uur per dag vastgesteld.
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux ouvriers, ouvrières et aux travailleurs et travailleuses à domicile, ci-après dénommés ″ouvriers″, et aux employeurs des entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire pour les chaussures orthopédiques. Lorsque les dispositions de la présente convention collective de travail ne s’appliquent qu’aux ″travailleurs à domicile réguliers″, il en est chaque fois fait mention. Par ″travailleur à domicile régulier″ on entend : le travailleur à domicile qui, pendant la période d’application concernée, a gagné un salaire s’élevant au moins à 90 p.c. du salaire de référence d’un ouvrier d’usine occupé dans la même classe de fonctions que l’intéressé. Dans le salaire n’est pas comprise l’indemnité pour l’emploi de machine ou matériel propres, ni l’indemnité pour fourniture d’accessoires. Le salaire de référence, visé à l’alinéa précédent, s’établit en multipliant le salaire horaire minimum conventionnel par le nombre d’heures déterminé ci-après, éventuellement diminué du nombre d’heures perdues par suite de maladie, accouchement, service militaire, congés payés, accident de l’intéressé, ainsi que de ses jours de chômage contrôlés pour la période considérée. Ce nombre d’heures est fixé à huit heures par jour pour cinq jours de travail par semaine.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71617
HOOFDSTUK II. — Classificatie van de functies en beloning
CHAPITRE II. — Classification des fonctions et rémunération
Art. 2. § 1. De minimumuurlonen van de werklieden worden op 1 april 2009, voor een arbeidstijdregeling van 38 uren per week, als volgt vastgesteld :
Art. 2. § 1er. Les salaires horaires minimums des ouvriers sont fixés comme suit au 1er avril 2009 pour un régime de travail de 38 heures par semaine :
A. Werkterrein
A. Champ d’activité
1.1. Bandagisterie
1.1. Bandagisterie
Bandagisterie omvat de techniek tot en de wetenschap om te bespreken, te ontwerpen, maat te nemen, aan te passen, af te leveren en te controleren van bandages en drukverbanden, zowel voorlopige als definitieve, zowel ″immediate fitting″ als naar maat, zowel esthetische als functionele, alsook van hulpmiddelen voor thuisverzorging en verplaatsingsmiddelen. De limitatieve omschrijving van de materie is deze beschreven in de nomenclatuur RIZIV bandagisterie, artikelen 27 en 28. 1.2. Orthesiologie Orthesiologie omvat de techniek tot en de wetenschap om te bespreken, ontwerpen, maatnemen, vervaardigen, aanpassen, afleveren en controleren van orthesen, zowel statische als dynamische, zowel voorlopige als definitieve, zowel ″immediate fitted″ als na individuele maatname, zowel esthetische als functionele, werkend door eigen lichaamskracht of uitwendige krachtbron, evenals de antikeloïde hulpmiddelen en bestralingstherapie hulpmiddelen. 1.3. Prothesiologie Prothesiologie omvat de techniek tot en de wetenschap om te bespreken, ontwerpen, maatnemen, vervaardigen, aanpassen, afleveren, en controleren van prothesen, zowel voorlopige als definitieve, zowel ″immediate fitted″ als na individuele maatname, zowel esthetische als functionele, aangedreven door om het even welke krachtbron. 1.4. Orthopedische schoentechniek Orthopedische schoentechniek omvat de techniek tot en de wetenschap om de loopfuncties van loopgestoorde gehandicapten en/of patiënten te verbeteren of te normaliseren door middel van orthopedische, podologische en functionele voorzieningen onder vorm van diverse schoentypes, orthesen, prothesen, aanvullingen, evenals door schoentechnische voorzieningen die in bepaalde gevallen aan en in confectieschoenen kunnen worden aangebracht.
La bandagisterie comporte la technique et la science permettant de discuter, de concevoir, de prendre les mesures, d’essayer, de délivrer et de contrôler des bandages et des sangles, tant provisoires que définitifs, tant le ″fitting immédiat″ que sur mesure, tant esthétiques que fonctionnels, de même que les accessoires pour les soins à domicile et les moyens de déplacement. La définition limitative de la matière est celle décrite dans la nomenclature de l’INAMI concernant la bandagisterie, articles 27 et 28. 1.2. Orthésiologie L’orthésiologie comporte la technique et la science permettant de discuter, de concevoir, de prendre les mesures, de fabriquer, d’essayer, de délivrer et de contrôler des orthèses, tant statiques que dynamiques, tant provisoires que définitives, tant ″immédiate fitted″ qu’après la prise des mesures individuelle, tant esthétiques que fonctionnelles, fonctionnant par la propre force physique ou par une source d’énergie extérieure, de même que les accessoires antiqueloïdes et de radiothérapie. 1.3. Prothésiologie La prothésiologie comporte la technique et la science permettant de discuter, de concevoir, de prendre les mesures, de fabriquer, d’essayer, de délivrer et de contrôler des prothèses, tant provisoires que définitives, tant ″immédiate fitted″ qu’après la prise des mesures individuelle, tant esthétiques que fonctionnelles, propulsées par n’importe quelle source d’énergie. 1.4. Technique de la chaussure orthopédique La technique de la chaussure orthopédique comporte la technique et la science permettant d’améliorer ou de normaliser les fonctions de la marche de personnes handicapées et/ou de patients dans la mesure où celles-ci sont perturbées, par des applications orthopédiques, podologiques et fonctionnelles sous forme de différents types de chaussures, d’orthèses, de prothèses, de dispositifs complémentaires, ainsi que par des dispositifs de chaussures orthopédiques dont les chaussures de confection peuvent être pourvus dans certains cas ou qui peuvent y être incorporés.
B. Functieclassificatie - orthopedisch schoeisel
B. Classification des fonctions - chaussures orthopédiques
B.1. Categorie I : Zonder kwalificatie - Basisloon = 10,5765 EUR.
B.1. Catégorie Ire : Sans qualification - Salaire de Base = 10,5765 EUR.
B.1.1. Onder deze categorie vallen de werknemers die in de sector orthopedisch schoeisel tewerkgesteld zijn en die een functie vervullen waarvoor geen specifieke beroepskwalificatie of bekwaamheid in het vak van de orthopedische schoentechniek vereist is. De functie omvat onder meer het technische onderhoud, het inlijmen, het vastlijmen, het onderhoud van de werkplaatsen, boodschappen verrichten, logistieke opdrachten, enz.
B.1.1. Font partie de cette catégorie, les travailleurs qui sont occupés dans le secteur des chaussures orthopédiques et qui exercent une fonction qui ne nécessite pas de qualification professionnelle ou d’aptitude spécifique dans la profession qu’est la technique de la chaussure orthopédique. La fonction comporte notamment l’entretien technique, l’encollage, le collage, l’entretien des ateliers, faire des courses, remplir des missions logistiques, etc.
B.1.2. Onder deze categorie vallen eveneens de werknemers, die in het bezit zijn van een diploma hoger secundair onderwijs, specialisatie orthopedische technieken en dit gedurende de eerste vierentwintig maanden van hun tewerkstelling in de sector.
B.1.2. Appartiennent également à cette catégorie, les travailleurs qui sont en possession d’un diplôme de l’enseignement secondaire supérieur, spécialisation techniques orthopédiques, et ce pendant les vingt-quatre premiers mois de leur occupation dans le secteur.
B.1.3. Onder deze categorie vallen eveneens de werknemers, die in het bezit zijn van een diploma hoger paramedisch onderwijs, specialisatie orthopedische schoentechniek, en dit gedurende de eerste twee jaar van hun verplichte stage.
B.1.3. Relèvent aussi de la même catégorie, les travailleurs qui sont en possession d’un diplôme de l’enseignement supérieur paramédical, spécialisation technique de la chaussure orthopédique, et ce pendant les deux premières années de leur stage obligatoire.
B.2. Categorie II : Aspirant A - Basisloon = 11,3620 EUR.
B.2. Catégorie II : Aspirant A - Salaire de base = 11,3620 EUR.
Onder deze categorie vallen de werknemers die tewerkgesteld zijn in de sector orthopedisch schoeisel en bekwaam zijn om onder begeleiding en op aanwijzen van een door het RIZIV-erkend orthopedisch schoenmaker een of meer van de volgende handelingen te stellen :
Tombent dans cette catégorie, les travailleurs occupés dans le secteur des chaussures orthopédiques et qui sont aptes à exercer un ou plusieurs des actes suivants sous l’accompagnement et sur les indications d’un chausseur orthopédique agréé par l’INAMI :
- opbouwen van orthese, steunzolen of supplementen, zonder afwerking;
- l’assemblage de l’orthèse, des semelles de supports ou des dispositifs complémentaires, sans finition;
- monteren en aanbrengen van beschermingen en verstijvingen voor koker en binnenschoen;
- le montage et l’assemblage de renforts et de raidissements pour la coquille et les chaussures intérieures;
- assembleren van proefschoenen; - aanbrengen van orthopedische voorzieningen aan confectieschoeisel.
- l’assemblage de chaussures d’essai; - l’incorporation de dispositifs orthopédiques dans des chaussures de confection.
71618
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Opleiding erkend orthopedisch schoentechnieker vanaf het derde jaar stage. B.3. Categorie III : Aspirant B - Basisloon = 12,4420 EUR. B.3.1. Onder deze categorie vallen de werknemers die tewerkgesteld zijn in de sector orthopedisch schoeisel en bekwaam zijn om in opdracht van een door het RIZIV-erkend orthopedisch schoenmaker een of meerdere van de volgende handelingen te stellen : - het maken van patronen en schachten; - het stikken en assembleren van schachten; - het maken van onderwerken. Opleiding orthopedisch schoentechnieker vanaf het vierde jaar stage. B.4. Categorie IV : Assistent - Basisloon = 13,4855 EUR. Onder deze categorie vallen de volledig geschoolde werknemers, die tewerkgesteld zijn in de sector orthopedisch schoeisel en in staat zijn om in opdracht van een door het RIZIV-erkend orthopedisch schoenmaker alle bewerkingen uit te voeren, met inbegrip van alle taken opgesomd in de categorieën II en III en van de leestenbouw. Vallen eveneens onder deze categorie : de werknemers met een opleiding orthopedisch schoentechnieker vanaf het vijfde jaar stage. B.5. Categorie V : Gekwalificeerde werknemer zonder erkenning Basisloon = 14,7105 EUR. Onder deze categorie vallen de volledig geschoolde en gekwalificeerde werknemers die tewerkgesteld zijn in de sector orthopedisch schoeisel, die niet beschikken over een RIZIV-erkenning als orthopedisch schoenmaker, of deze RIZIV-erkenning wel hebben, maar gezien hun functie in het bedrijf zelf geen prestaties verstrekken aan de patiënt in het kader van de RIZIV-reglementering. Zij dienen benevens de aktiviteiten opgesomd in de categorieën II, III en IV bekwaam te zijn tot het volledig ontwerpen, interpreteren en uitvoeren van voorschriften, in of buiten het bedrijf, werkfiches te kunnen opstellen en tevens te kunnen fungeren als meestergast of werkleider in het bedrijf of een afdeling ervan. C. Functieclassificatie - Prothesen en orthesen C.1. Categorie I : Zonder kwalificatie - 10,1015 EUR. C.1.1. Onder deze categorie vallen de werknemers die in de sector orthesen en prothesen tewerkgesteld zijn en die een functie vervullen waarvoor geen specifieke beroepskwalificatie of bekwaamheid in het vak van de orthesen en/of prothesen vereist is, zoals het gieten van gips of een vervangprodukt, technisch onderhoud, het inlijmen, het vastlijmen, het onderhoud van de werkplaatsen, boodschappen verrichten, logistieke opdrachten, enz. Hieronder vallen eveneens de werknemers die een opleiding volgen voor aspirant. C.1.2. Onder deze categorie vallen de werknemers, die in het bezit zijn van een diploma hoger secundair onderwijs, specialisatie orthopedische technieken, en dit gedurende de eerste twaalf maanden van hun tewerkstelling in de sector. C.1.3. Onder deze categorie vallen de werknemers, die in het bezit zijn van een diploma hoger paramedisch onderwijs, specialisatie orthopedische technieken, en dit gedurende het eerste jaar van hun verplichte stage. C.2. Categorie II : Aspirant. C.2.1. Onder deze categorie vallen de werknemers die tewerkgesteld zijn in de sector prothesen en orthesen en onder begeleiding van een door het RIZIV-erkende orthopedische technicus de volgende handelingen dienen te kunnen uitvoeren, zonder dat de produkten volledig afgewerkt zijn : modeleren, lamineren, voorbereiden tot garneren en monteren : 10,7985 EUR. C.2.2. Onder deze categorie vallen de werknemers, die in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs, specialisatie orthopedische technieken, en dit vanaf de dertiende maand tewerkstelling in de sector : 11,1155 EUR. C.2.3. Onder deze categorie vallen eveneens de werknemers, die in het bezit zijn van een getuigschrift orthopedist-prothesist, afgeleverd na voleindiging van de leertijd in het kader van de Middenstandsopleiding : 11,1155 EUR. C.2.4. Onder deze categorie vallen de werknemers, die in het bezit zijn van een diploma hoger paramedisch onderwijs, specialisatie orthopedische technieken, en dit gedurende het tweede jaar van hun verplichte stage : 11,4325 EUR.
Formation de technicien chaussures orthopédiques agréé à partir de la troisième année de stage. B.3. Catégorie III : Aspirant B - Salaire de base = 12,4420 EUR. B.3.1. Font partie de cette catégorie, les travailleurs qui sont occupés dans le secteur de la chaussure orthopédique et qui sont aptes, sur l’ordre d’un chausseur orthopédique agréé par l’INAMI, à exercer un ou plusieurs actes suivants : - la fabrication de la tige et du modèle; - le piquage et l’assemblage de tiges; - le travail de fond. Formation de technicien chaussures orthopédiques à partir de la quatrième année de stage. B.4. Catégorie IV : Assistant - Salaire de base = 13,4855 EUR. Relèvent de cette catégorie, les travailleurs entièrement qualifiés, occupés dans le secteur de la chaussure orthopédique et aptes à effectuer toutes les opérations nécessaires sur l’ordre d’un chausseur orthopédique agréé par l’INAMI, y compris toutes les tâches énumérées dans les catégories II et III et relatives au travail de la forme. Tombent également dans cette catégorie : les travailleurs ayant bénéficié d’une formation dans la technique de la chaussure orthopédique à partir de la cinquième année de stage. B.5. Catégorie V : Travailleur qualifié sans reconnaissance - Salaire de base = 14,7105 EUR. Font partie de cette catégorie, les travailleurs entièrement formés et qualifiés occupés dans le secteur de la chaussure orthopédique, qui ne disposent pas d’une agréation de l’INAMI comme chausseur orthopédique, ou qui disposent effectivement de cette agréation INAMI, mais qui, vu leur fonction dans l’entreprise, ne fournissent pas eux-mêmes des prestations en faveur du patient dans le cadre de la réglementation INAMI. Ils doivent en outre, en sus des activités énumérées dans les catégories II, III et IV, être aptes à effectuer intégralement la conception, l’interprétation et l’exécution des prescriptions données dans ou en dehors de l’entreprise, à rédiger les fiches de travail et à exercer la fonction de contremaître ou de chef d’atelier dans l’entreprise ou une division de l’entreprise. C. Classification des fonctions - Prothèses et orthèses C.1. Catégorie Ire : Sans qualification - 10,1015 EUR. C.1.1. Tombent dans cette catégorie, les travailleurs qui sont occupés dans le secteur orthèses et prothèses et qui exercent une fonction qui ne nécessite pas de qualification professionnelle ou d’aptitude spécifique dans la profession des orthèses et/ou prothèses, comme le plâtrage ou le moulage d’un produit de remplacement, l’entretien technique, l’encollage, le collage, l’entretien des ateliers, faire des courses, exercer des missions logistiques, etc. Les travailleurs qui suivent une formation d’aspirant font également partie de cette catégorie. C.1.2. Relèvent de cette catégorie, les travailleurs en possession d’un diplôme de l’enseignement secondaire supérieur, spécialisation techniques orthopédiques, et ce pendant les douze premiers mois de leur occupation dans le secteur. C.1.3. Tombent dans cette catégorie, les travailleurs qui sont en possession d’un diplôme de l’enseignement supérieur paramédical, spécialisation techniques orthopédiques, et ce pendant la première année de leur stage obligatoire. C.2. Catégorie II : Aspirant. C.2.1. Tombent dans cette catégorie, les travailleurs qui sont occupés dans le secteur prothèses et orthèses et qui doivent être à même, sous l’accompagnement d’un technicien orthopédique agréé par l’INAMI, d’exercer les actes suivants, sans finissage complet des produits : modeler, laminer, préparer le garnissage et monter : 10,7985 EUR. C.2.2. Appartiennent à cette catégorie, les travailleurs qui sont en possession d’un diplôme de l’enseignement secondaire, spécialisation techniques orthopédiques, et ce à partir du treizième mois d’occupation dans le secteur : 11,1155 EUR. C.2.3. Tombent également sous cette catégorie, les travailleurs en possession d’un certificat d’orthopédiste-prothésiste, délivré après avoir terminé l’apprentissage dans le cadre de la formation des Classes moyennes : 11,1155 EUR. C.2.4. Font partie de cette catégorie, les travailleurs en possession d’un diplôme de l’enseignement supérieur paramédical, spécialisation techniques orthopédiques, et ce pendant la deuxième année de leur stage obligatoire : 11,4325 EUR.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71619
C.2.5. Onder deze categorie vallen eveneens de werknemers die onder toezicht orthesen of prothesen kunnen opbouwen en minstens zesendertig maanden beroepservaring binnen de sector kunnen bewijzen : 11,5965 EUR.
C.2.5. Appartiennent également à cette catégorie, les travailleurs qui sont à même de fabriquer des orthèses ou des prothèses sous surveillance et qui peuvent démontrer au moins trente-six mois d’expérience professionnelle dans le secteur : 11,5965 EUR.
C.2.6. Tot deze categorie behoren eveneens de werknemers, die tot de groepen C.2.2., C.2.4. en C.2.5. behoren en :
C.2.6. Font également partie de cette catégorie, les travailleurs faisant partie des groupes C.2.2., C.2.4. et C.2.5. et qui :
- tewerkgesteld zijn onder de afdeling orthesen en zich willen vervolmaken in de prothesen;
- sont occupés dans le département orthèses et qui veulent se perfectionner en prothèses;
- tewerkgesteld zijn onder de afdeling prothesen en zich willen vervolmaken in de orthesen : 11,5965 EUR.
- sont occupés dans le département prothèses et qui veulent se perfectionner en orthèses : 11,5965 EUR.
Deze werknemers zullen zich voor deze bijkomende opleiding schriftelijk melden bij de werkgever door middel van een aangetekende brief. De werknemers zullen zich slechts voor een bijkomende opleiding kunnen melden, voor zover het bedrijf over een dergelijke afdeling beschikt, dat verschuiving mogelijk is, en er arbeidskracht noodzakelijk is voor deze afdeling.
Ces travailleurs se présenteront par écrit pour cette formation complémentaire auprès de l’employeur par lettre recommandée. Les travailleurs ne pourront se présenter pour une formation complémentaire que pour autant que l’entreprise dispose d’un tel département, rendant possible une permutation, et qu’un travailleur soit nécessaire pour ce département.
C.3. Categorie III : Assistent A. Tot deze categorie behoren de werknemers zoals bepaald in de groep C.2.6. en die zich hebben bekwaamd in orthesen of prothesen en twee jaar praktijk in beide disciplines kunnen bewijzen : 11,9095 EUR. C.4. Categorie IV : Assistent B.
C.3. Catégorie III : Assistant A. Font partie de cette catégorie, les travailleurs mentionnés au groupe C.2.6. et qui se sont perfectionnés en orthèses ou prothèses et qui peuvent faire la preuve de deux années de pratique dans les deux disciplines : 11,9095 EUR. C.4. Catégorie IV : Assistant B.
C.4.1. Tot deze categorie behoren de werknemers zoals bepaald in categorie III, en die zonder hulp of begeleiding orthesen en prothesen kunnen vervaardigen en afwerken, onder toezicht van een door het RIZIV-erkend orthopedisch technicus : 12,3885 EUR.
C.4.1. Relèvent de cette catégorie, les travailleurs mentionnés à la catégorie III et qui, sans aide ni accompagnement, peuvent fabriquer et finir des orthèses et des prothèses, sous la surveillance d’un technicien orthopédique agréé par l’INAMI : 11,3885 EUR.
C.4.2. Tot deze categorie behoren eveneens de werknemers die de vaardigheid en de kennis bezitten een orthese en een prothese op te bouwen en af te werken en te passen bij de patiënten, zonder hulp of begeleiding van een door het RIZIV-erkend orthopedisch technicus.
C.4.2. Font également partie de cette catégorie, les travailleurs possédant la dextérité et les connaissances nécessaires pour fabriquer et finir une orthèse et une prothèse et pour les faire essayer aux patients, sans l’aide ou l’accompagnement d’un technicien orthopédique agréé par l’INAMI.
Deze werknemers moeten :
Ces travailleurs doivent :
- ofwel zich in de disciplines van orthesen en prothesen hebben bekwaamd zoals opgegeven in punt C.2.6.;
- soit s’être perfectionnés dans les disciplines orthèses et prothèses comme prévu au point C.2.6.;
- ofwel een diploma van het hoger paramedisch onderwijs orthopedie hebben behaald en minstens vierentwintig maanden stage hebben gevolgd;
- soit avoir obtenu un diplôme de l’enseignement supérieur paramédical orthopédie, et avoir accompli un stage pendant au moins vingt-quatre mois;
- ofwel een diploma van het hoger paramedisch onderwijs orthopedie hebben behaald met onmiddelijke verwerving van het RIZIVerkenningsnummer orthesen en/of prothesen, zonder verplichte stage zoals beschreven in C.1.3. en C.2.3., gedurende het eerste jaar;
- soit avoir obtenu un diplôme de l’enseignement supérieur paramédical orthopédie, et avoir acquis immédiatement le numéro d’agréation par l’INAMI pour orthèses et/ou prothèses, sans avoir accompli le stage obligatoire prévu aux C.1.3. et C.2.3., pendant la première année;
- ofwel beschikken over een RIZIV-erkenning als orthopedisch technicus orthesen en prothesen : 12,8670 EUR.
- soit disposer d’une agréation INAMI comme technicien orthopédique, orthèses et prothèses : 12,8670 EUR.
C.5. Categorie V : Gekwalificeerde werknemers zonder erkenning of niet-gebruikte erkenning.
C.5. Catégorie V : Travailleurs qualifiés sans reconnaissance ou ne l’ayant pas utilisée.
C.5.1. Onder deze categorie vallen de volledig geschoolde en gekwalificeerde werknemers in de sector orthesen en prothesen, zoals bepaald in groep C.4.2., en die niet beschikken over een RIZIVerkenning voor orthopedie, prothesen, of deze RIZIV-erkenning wel hebben, maar gezien hun functie in het bedrijf zelf geen prestaties verstrekken aan de patiënt in kader van de RIZIV-reglementering. Zij dienen bovendien bekwaam te zijn tot :
C.5.1. Tombent dans cette catégorie, les travailleurs complètement formés et qualifiés dans le secteur orthèses et prothèses, comme prévu au groupe C.4.2., et qui ne disposent pas d’une agréation INAMI pour l’orthopédie, prothèses, ou qui disposent effectivement de cette agréation INAMI mais qui, vu leur fonction dans l’entreprise, ne fournissent pas eux-mêmes des prestations en faveur du patient dans le cadre de la réglementation INAMI. Ils doivent en outre être aptes à :
- het volledig zelfstandig ontwerpen, maat nemen, interpreteren en uitvoeren van voorschriften in of buiten het bedrijf;
- assurer d’une fac¸ on complètement indépendante la conception, la prise des mesures, interpréter et exécuter les prescriptions données dans ou en dehors de l’entreprise;
- het fungeren als meestergast of werkleider in het bedrijf of een afdeling ervan, alsook het opmaken van de werkfiches : 13,4970 EUR.
- fonctionner comme contremaître ou chef d’atelier dans l’entreprise ou une division de l’entreprise, et rédiger les fiches de travail : 13,4970 EUR.
C.5.2. Tot deze categorie behoren eveneens werknemers met een diploma hoger paramedisch onderwijs in de sector orthesen en prothesen met een RIZIV-erkenningsnummer gedurende het tweede jaar of indien zij na het bekomen van het diploma onmiddellijk de RIZIV-erkenning verwerven, zonder verplichte stage, zoals beschreven in C.1.3. en C.2.3.
C.5.2. Font également partie de cette catégorie, les travailleurs possédant un diplôme de l’enseignement supérieur paramédical dans le secteur orthèses et prothèses et un numéro d’agréation INAMI pendant la deuxième année, si, après l’obtention du diplôme, ils acquièrent immédiatement l’agréation INAMI, sans stage obligatoire, comme prévu aux C.1.3. et C.2.3.
71620
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
D. Functieclassificatie - Bandagisten
D. Classification des fonctions - Bandagistes
D.1. Categorie I : Zonder kwalificatie.
D.1. Catégorie Ire : Sans qualification.
Onder deze categorie vallen de werknemers die in de sector bandagisterie tewerkgesteld zijn en die een functie vervullen waarvoor geen specifieke beroepskwalificatie of bekwaamheid in het vak van de bandagist vereist is. Zij werken onder begeleiding van de ondernemer of zijn aangestelde. Hieronder vallen eveneens de werknemers die een opleiding volgen voor assistent. Hieronder worden verstaan :
Font partie de cette catégorie, les travailleurs occupés dans le secteur bandagisterie et qui exercent une fonction qui ne nécessite pas de qualification professionnelle ou d’aptitude spécifique dans la profession de bandagiste. Ils travaillent sous l’accompagnement de l’entrepreneur ou de son préposé. Y appartiennent également les travailleurs qui suivent une formation d’assistant. Sont visés :
1° de werknemers of stiksters, die stukwerk en herstellingen voor bandages en/of steunzolen uitvoeren;
1° les travailleurs ou piqueuses, qui effectuent des travaux à la pièce et des réparations de bandages et/ou de semelles de supports;
2° de werknemers, die rolwagens onderhouden en/of herstellen en/of aanpassingen uitvoeren : 10,1670 EUR.
2° les travailleurs qui entretiennent et/ou réparent des voitures d’invalide et/ou effectuent des adaptations : 10,1670 EUR.
D.2. Categorie II : Assistent. Onder deze categorie vallen de werknemers, die een opleiding van minstens zesendertig maanden in de sector hebben genoten en zich bekwaamd hebben in het vervaardigen van bandages en/of steunzolen en of een wettelijk erkend diploma of getuigschrift ″Bandagisterie″ kunnen voorleggen en bovendien bekwaam zijn zonder begeleiding bandages te snijden en samen te stellen, volgens de aanduidingen van een door het RIZIV-erkend bandagist, of de ondernemer, of zijn aangestelde. En/of een rolwagen kunnen aanpassen en instellen volgens de aanduidingen van een door het RIZIV-erkend bandagist, of de ondernemer, of zijn aangestelde : 10,9590 EUR. D.3. Categorie III : Gekwalificeerd personeel.
D.2. Catégorie II : Assistant. Tombent dans cette catégorie, les travailleurs qui ont bénéficié d’une formation d’au moins trente-six mois dans le secteur et qui se sont perfectionnés dans la fabrication de bandages et/ou de semelles de supports ou qui peuvent présenter un diplôme ou un certificat ″Bandagisterie″ reconnu et qui, en outre, sont aptes, sans accompagnement, à couper et composer des bandages, suivant les indications d’un bandagiste agréé par l’INAMI, ou d’un entrepreneur ou de son préposé. Ils doivent également être à même d’adapter et de régler une voiture d’invalide suivant les indications d’un bandagiste agréé par l’INAMI, ou de l’entrepreneur ou de son préposé : 10,9590 EUR. D.3. Catégorie III : Personnel qualifié.
Onder deze categorie vallen de volledig geschoolde en gekwalificeerde werknemers in de sector bandage, rolwagens, zoals bepaald in groep D.2. en die niet beschikken over een RIZIV-erkenning voor bandage of rolwagens, of deze RIZIV-erkenning wel hebben, maar gezien hun functie in het bedrijf zelf geen prestaties verstrekken aan de patiënt in het kader van de RIZIV-reglementering. Zij dienen bovendien bekwaam te zijn tot :
Tombent dans cette catégorie, les travailleurs complètement formés et qualifiés dans le secteur bandage, voitures d’invalide, comme prévu au groupe D.2. et qui ne disposent pas d’une agréation INAMI pour bandages ou voitures d’invalide, ou qui disposent effectivement de cette agréation INAMI, mais qui, vu leur fonction dans l’entreprise, ne fournissent pas eux-mêmes des prestations en faveur du patient dans le cadre de la réglementation INAMI. Ils doivent en outre être aptes à :
- het volledig zelfstandig ontwerpen, maat nemen, interpreteren en uitvoeren van voorschriften in of buiten het bedrijf;
- assurer d’une fac¸ on complètement indépendante la conception, la prise des mesures, et interpréter et exécuter les prescriptions données dans ou en dehors de l’entreprise;
- het fungeren als meestergast of werkleider in het bedrijf of een afdeling ervan, alsook het opmaken van de werkfiches : 11,7505 EUR.
- fonctionner comme contremaître ou chef d’atelier dans l’entreprise ou une division de l’entreprise, et rédiger les fiches de travail : 11,7505 EUR.
§ 2. De minimumuurlonen en de werkelijk uitbetaalde uurlonen van de werklieden worden verhoogd met 0,50 pct. op 1 juni 2009 en met 0,50 pct. op 1 januari 2010.
§ 2. Les salaires horaires minimums et les salaires horaires effectivement payés des ouvriers sont majorés de 0,50 p.c. le 1er juin 2009 et 0,50 p.c. le 1er janvier 2010.
Stukwerk en huisarbeid.
Travail à la pièce et travail à domicile.
Art. 3. Voor stukwerk uitgevoerd op de fabriek of thuis, is het loon van één uur arbeid tenminste gelijk aan het in het artikel 2 vastgestelde minimumuurloon, verhoogd met 10 pct.
Art. 3. Pour le travail à la pièce exécuté à l’usine ou à domicile, le salaire d’une heure de travail est au moins égal au salaire horaire minimum fixé par l’article 2, majoré de 10 p.c.
Art. 4. De tarieven voor de huisarbeid worden in tijdseenheden uitgedrukt.
Art. 4. Les tarifs relatifs au travail à domicile sont exprimés en unités de temps.
Aan de huisarbeiders wordt een sleuteltabel van omzetting van de tijden in geldsommen ter beschikking gesteld. Deze wordt eveneens aangeplakt in de werkplaatsen en plaatsen waar zij hun benodigdheden komen halen.
Une table-clef de conversion des temps en monnaie est mise à la disposition des travailleurs à domicile. Elle est également affichée dans les ateliers et les endroits où ils viennent prendre leurs fournitures.
HOOFDSTUK III. — Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
CHAPITRE III. — Rattachement des salaires à l’indice des prix à la consommation
Art. 5. De lonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2001 betreffende de koppeling van de lonen en uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen gesloten in het Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten.
Art. 5. Les salaires sont rattachés à l’indice des prix à la consommation, conformément à la convention collective de travail du 2 octobre 2001 relative à la liaison des salaires et indemnités à l’indice des prix à la consommation conclue dans la Commission paritaire de l’industrie des cuirs et peaux et des produits de remplac¸ ement.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71621
HOOFDSTUK IV. — Eindejaarspremie
CHAPITRE IV. — Prime de fin d’année
Art. 6. De werklieden hebben, ten laste van hun werkgever, recht op een eindejaarspremie. Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vastgesteld op 8,33 pct. van het door de werklieden bij hun werkgever verdiende loon in de loop van elk dienstjaar dat gaat van 1 december van het voorgaande jaar tot 30 november van het lopende jaar.
Art. 6. Les ouvriers ont droit, à charge de leur employeur, à une prime de fin d’année. Le montant de la prime de fin d’année est fixé à 8,33 p.c. du salaire gagné par les ouvriers chez leur employeur, au cours de chaque exercice s’étendant du 1er décembre de l’année précédente au 30 novembre de l’année en cours.
Onder ″verdiend loon″ wordt verstaan : het brutoloon dat door de werkman tijdens de referteperiode wordt verdiend, zoals bepaald bij de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, zonder evenwel de vergoedingen voor betaalde feestdagen, kort verzuim, gewaarborgd loon en vergoedingen voor bestaanszekerheid uit te sluiten.
On entend par ″salaire gagné″ : le salaire brut gagné par l’ouvrier pendant la période de référence, tel que défini par la loi du 12 avril 1965 concernant la protection de la rémunération des travailleurs, sans toutefois exclure les indemnités pour les jours fériés payés, les petits chômages, le salaire garanti et les indemnités de sécurité d’existence.
Art. 7. Vanaf 1982, wordt aan de werklieden en regelmatige huisarbeiders die tenminste twaalf maanden door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden een minimumbedrag gewaarborgd van 247,8935 EUR.
Art. 7. A partir de 1982, un montant minimum de 247,8935 EUR est garanti aux ouvriers et aux travailleurs à domicile réguliers liés au moins douze mois par un contrat de travail.
Dat minimumbedrag wordt verleend per twaalfde voor iedere maand of gedeelte van maand aanwezigheid in de onderneming, met dien verstande dat de hierna vermelde afwezigheden met aanwezigheden worden gelijkgesteld ten belope van maximum :
Ce montant minimum est octroyé par douzième pour chaque mois ou fraction de mois de présence dans l’entreprise, étant entendu que les absences mentionnées ci-après sont assimilées à des présences à concurrence de maximum :
a) gedeeltelijke of toevallige onvrijwillige werkloosheid : de totaliteit;
a) chômage partiel ou accidentel involontaire : la totalité;
b) ziekte en/of ongeval : twee maanden;
b) maladie et/ou accident : deux mois;
c) zwangerschap en bevalling met of zonder ziekte en/of ongeval : drie maanden; d) dagen werkloosheid wegens economische redenen : de totaliteit. Art. 8. De eindejaarspremie wordt betaald tussen 15 en 31 december van het jaar waarop de premie betrekking heeft. Wanneer evenwel de arbeidsovereenkomst in de loop van het jaar wordt verbroken, dan geschiedt de betaling tegelijkertijd met de laatste uitbetaling van het loon. Art. 9. Voor de gewesten en ondernemingen waar, in verband met de eindejaarspremie, gunstiger toepassingsmodaliteiten bestaan, blijven deze laatste behouden.
c) grossesse et accouchement avec ou sans maladie et/ou accident : trois mois; d) journées de chômage pour des raisons économiques : la totalité. Art. 8. La prime de fin d’année est payée entre le 15 et le 31 décembre de l’année à laquelle la prime se rapporte. Toutefois, en cas de rupture du contrat de travail dans le courant de l’année, le paiement est effectué en même temps que la dernière paie.
Art. 9. Pour les régions et les entreprises où existent des modalités d’application plus favorables en matière de prime de fin d’année, celles-ci sont maintenues.
HOOFDSTUK V. — Werkgereedschap CHAPITRE V. — Outillage Art. 10. De werkgever moet alle werkgereedschappen gratis ter beschikking stellen van de werklieden, zonder onderscheid van leeftijd. Aan de huisarbeiders die eigen materieel gebruiken, wordt buiten hun loon, een behoorlijke vergoeding toegekend.
Art. 10. L’employeur doit mettre gratuitement à la disposition des ouvriers, sans distinction d’âge, tous les outils de travail. Aux travailleurs à domicile qui utilisent leur propre matériel, il est octroyé, en sus de leur salaire, une indemnité convenable.
HOOFDSTUK VI. — Kort verzuim CHAPITRE VI. — Petits chômages Art. 11. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 juli 1970, 22 juli 1970, 18 november 1975, 16 januari 1978, 12 augustus 1981, 8 juni 1984, 27 februari 1989 en 7 februari 1991, worden de volgende voordelen met behoud van het normaal loon toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werklieden :
Art. 11. Sans préjudice des dispositions de l’arrêté royal du 28 août 1963 relatif au maintien du salaire normal des ouvriers, des travailleurs domestiques, des employés et des travailleurs engagés pour le service des bâtiments de navigation intérieure, pour les jours d’absence à l’occasion d’événements familiaux ou en vue de l’accomplissement d’obligations civiques ou de missions civiles, modifié par les arrêtés royaux des 9 juillet 1970, 22 juillet 1970, 18 novembre 1975, 16 janvier 1978, 12 août 1981, 8 juin 1984, 27 février 1989 et 7 février 1991, les avantages suivants sont accordés avec maintien du salaire normal aux ouvriers visés à l’article 1er :
71622
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Reden van de afwezigheid —
Duur van de afwezigheid —
Motif de l’absence —
Durée de l’absence —
1. Huwelijk van de werkman
Drie dagen door de werkman te kiezen gedurende de week, tijdens dewelke de gebeurtenis plaatsgrijpt of gedurende de volgende week.
1. Mariage de l’ouvrier
Trois jours à choisir par l’ouvrier pendant la semaine au cours de laquelle l’événement a eu lieu ou pendant la semaine suivante.
2. Huwelijk van een kind van de werkman of van zijn echtgenote, van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werkman.
De dag van het huwelijk, met vrije keuze tussen het kerkelijk en burgerlijk huwelijk.
Mariage d’un enfant de l’ouvrier ou de son conjoint, d’un frère, d’une soeur, d’un beau-frère, d’une belle-soeur, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère, de la seconde femme du père, d’un petit enfant de l’ouvrier.
Le jour du mariage avec libre choix entre le mariage religieux et le mariage civil.
3. Priesterwijding of intreden in het klooster van een kind van de werkman of van zijn echtgenote, van een broer, zuster, schoonbroer, of schoonzuster van de werkman.
De dag van de plechtigheid.
3. Ordination ou entrée au couvent d’un enfant de l’ouvrier ou de son conjoint, d’un frère, d’une soeur, d’un beau-frère, ou d’une belle-soeur de l’ouvrier.
Le jour de la cérémonie.
4. Bevalling van de echtgenote van de werkman
Twee dagen door de werkman te kiezen tijdens de twaalf dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling.
4. Accouchement de l’épouse de l’ouvrier.
Deux jours à choisir par l’ouvrier dans les douze jours à partir du jour de l’accouchement.
5. Geboorte van een kind van de werknemer zo de afstammeling van dit kind langs vaderszijde vaststaat.
Twee dagen door de werkman te kiezen tijdens de twaalf dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling.
5. Naissance d’un enfant du travailleur si la filiation de cet enfant est établie à l’égard de son père.
Deux jours à choisir par le travailleur dans les douze jours à partir du jour de l’accouchement.
6. Overlijden van de echtgeno(o)t(e), van een kind van de werkman of van zijn echtgenote, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werkman.
Drie dagen door de werkman te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.
6. Décès du conjoint, d’un enfant de l’ouvrier ou de son conjoint, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père de l’ouvrier.
Trois jours à choisir par l’ouvrier dans la période débutant le jour du décès jusqu’à celui des funérailles.
7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werkman inwoont.
Twee dagen door de werkman te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.
7. Décès d’un frère, d’une soeur, d’un beau-frère, d’une bellesoeur, du grand-père, de la grandmère, d’un petit enfant, d’un beaufils ou d’une belle-fille habitant chez l’ouvrier.
Deux jours à choisir par l’ouvrier dans la période débutant le jour du décès jusqu’à celui des funérailles.
8. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werkman inwoont.
De dag van de begrafenis.
8. Décès d’un frère, d’une soeur, d’un beau-frère, d’une bellesoeur, du grand-père, de la grandmère, d’un petit enfant, d’un beaufils ou d’une belle-fille n’habitant pas chez l’ouvrier.
Le jour des funérailles.
9. Plechtige communie van een kind van de werkman of van zijn echtgenote.
Eén dag (de eerste werkdag die de plechtigheid onmiddellijk voorafgaat of erop volgt wanneer deze op een rust-, zon- of feestdag valt).
9. Communion solennelle d’un enfant de l’ouvrier ou de son conjoint.
Un jour (le premier jour ouvrable qui précède ou suit la cérémonie lorsque celle-ci coïncide avec un jour de repos, un dimanche ou un jour férié).
10. Deelneming van een kind van de werkman of van zijn echtgenote aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaats heeft.
Eén dag (de eerste werkdag die het feest onmiddellijk voorafgaat of erop volgt wanneer deze op een rust-, zon- of feestdag valt).
10. Participation d’un enfant de l’ouvrier ou de son conjoint à la fête de la jeunesse laïque là où cette fête a lieu.
Un jour (le premier jour ouvrable qui précède ou suit la fête lorsque celle-ci coïncide avec un jour de repos, un dimanche ou un jour férié).
11. Verblijf van de dienstplichtige werkman in een recruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recruterings- en selectiecentrum.
De nodige tijd met een maximum van drie dagen.
11. Séjour de l’ouvrier appelé dans un centre de recrutement et de sélection ou dans un hôpital militaire, suite à son séjour dans un centre de recrutement et de sélection.
Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours.
12. Verblijf van de werkman gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verpleeginrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen.
De nodige tijd met een maximum van drie dagen.
12. Séjour de l’ouvrier objecteur de conscience au Service de santé administratif ou dans un des établissements hospitaliers désignés par le Roi, conformément à la législation portant le statut des objecteurs de conscience.
Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours.
71623
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE 13. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter.
De nodige tijd met een maximum van één dag.
13. Participation à un conseil de famille convoqué par le juge de paix.
Le temps nécessaire avec un maximum d’un jour.
14. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank.
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
14. Participation à un jury, convocation comme témoin devant les tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du travail.
Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.
15. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen.
De nodige tijd.
15. Exercice des fonctions d’assesseur d’un bureau principal ou d’un bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales et communales.
Le temps nécessaire.
16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen.
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
16. Exercice des fonctions d’assesseur d’un bureau principal de dépouillement lors des élections législatives, provinciales et communales.
Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.
17. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europese Parlement.
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
17. Exercice des fonctions d’assesseur d’un des bureaux principaux lors de l’élection du Parlement européen.
Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.
18. Het onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van een adoptie.
Drie dagen naar keuze van de werknemer in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft als deel uitmakend van zijn gezin.
18. L’accueil d’un enfant dans la famille du travailleur dans le cadre d’une adoption.
Trois jours au choix du travailleur dans le mois qui suit l’inscription de l’enfant dans le registre de la population de la commune où le travailleur est domicilié comme faisant partie de sa famille.
Art. 12. Voor de toepassing van artikel 11, nrs. 2, 3, 6, 9 en 10, wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettelijk of gewettigd kind.
Art. 12. L’enfant adopté ou reconnu est assimilé à l’enfant légitime ou légitimé pour l’application de l’article 11, nos 2, 3, 6, 9 et 10.
Art. 13. Voor de toepassing van artikel 11, nrs. 7 en 8, worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgenote van de werkman gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werkman.
Art. 13. Le beau-frère, la belle-soeur, le grand-père et la grand-mère du conjoint de l’ouvrier sont, pour l’application de l’article 11, nos 7 et 8, assimilés au beau-frère, à la belle-soeur, au grand-père et à la grand-mère de l’ouvrier.
Art. 14. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt gelijkgesteld met de echtgenoot of de echtgenote van de werklieden :
Art. 14. Pour l’application du présent chapitre est assimilée à l’époux ou l’épouse des ouvriers :
de met de werklieden op een duurzame wijze samenwonende persoon op voorwaarde dat zulks gestaafd wordt aan de hand van een officieel document.
la personne qui cohabite de fac¸ on permanente avec les ouvriers, à condition que ce fait soit étayé par un document officiel.
HOOFDSTUK VII. — Vakbondsverlof
CHAPITRE VII. — Congé syndical
Art. 15. De werkgevers staan aan de werklieden, die door de werknemersorganisaties die in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels zijn vertegenwoordigd als vakbondsafgevaardigden worden beschouwd, een vakbondsverlof toe ten einde deel te nemen aan vakbondsvergaderingen.
Art. 15. Les employeurs octroient aux ouvriers, considérés comme délégués syndicaux par les organisations de travailleurs représentées au sein de la Sous-commission paritaire pour les chaussures orthopédiques, un congé syndical afin de participer à des réunions syndicales.
Art. 16. De werkgevers moeten geen loon betalen voor de vakbondsverlofdagen. Deze dagen worden evenwel beschouwd als gelijkgesteld met werkelijk gewerkte dagen en als dusdanig aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art. 16. Les employeurs ne doivent pas payer le salaire pour les jours de congé syndical. Cependant, ces jours sont considérés comme assimilés à des journées de travail effectif et déclarés comme tels à l’Office national de Sécurité sociale.
Art. 17. De vakbondsverlofdagen mogen voor de goede organisatie van het werk geen onoverkomelijke hinderpaal uitmaken. Gebeurlijke betwistingen zullen worden geregeld in gemeen akkoord met de vakbondsafvaardiging of met de betrokken werknemersorganisatie.
Art. 17. Les jours de congé syndical ne peuvent constituer un obstacle insurmontable pour la bonne organisation du travail. Des contestations éventuelles seront tranchées de commun accord avec la délégation syndicale ou avec l’organisation de travailleurs intéressée.
Art. 18. In afwijking van de artikelen 15 en 16 wordt voor het volgen van de syndicale vorming 1 dag per jaar en per effectief mandaat in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de syndicale afvaardiging toegestaan. Deze dag(en) wordt(en) en betaald door de werkgever.
Art. 18. En dérogation aux articles 15 et 16, un jour par an et par mandat effectif dans le conseil d’entreprise, le comité de prévention et de sécurité de travail, la délégation syndicale est octroyé pour le suivi de la formation syndicale. Ce(s) jour(s) est (sont) payé(s) par l’employeur.
Commentaar Stel dat een werknemer een effectief mandaat heeft in de ondernemingsraad en een effectief mandaat als syndicale afvaardiging, dan kan deze aanspraak maken op twee dagen syndicale vorming in dat bepaald kalenderjaar.
Commentaire Admetttons qu’un travailleur a un mandat effectif dans le conseil d’entreprise et un mandat effectif de délégué syndical, il a droit à deux jours de la formation syndicale dans cette année civile.
71624
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
HOOFDSTUK VIII. — Anciënniteitsverlofdagen Art. 19. De anciënniteitsverlofdagen worden als volgt vastgesteld : - vanaf 5 tot en met 9 jaren dienst in de bedrijfstak : 1 dag; - vanaf 10 tot en met 14 jaren dienst in de bedrijfstak : 2 dagen; - vanaf 15 tot en met 19 jaren dienst in de bedrijfstak : 3 dagen; - vanaf 20 tot en met 24 jaren dienst in de bedrijfstak : 5 dagen; - vanaf 25 jaren en meer dienst in de bedrijfstak : maximum 6 dagen. De toepassingsmodaliteiten van de in dit hoofdstuk bepaalde anciënniteitsverlofdagen worden vastgesteld op het vlak van de onderneming, rekening houdend met de specifieke bevoegdheden terzake van de ondernemingsraad, van de vakbondsafvaardiging of van de syndicale vertegenwoordiger.
CHAPITRE VIII. — Jours de congé d’ancienneté Art. 19. Les jours de congé d’ancienneté sont fixés comme suit : - de 5 à 9 années de services incluses dans la branche d’activité : 1 jour; - de 10 à 14 années de services incluses dans la branche d’activité : 2 jours; - de 15 à 19 années de services incluses dans la branche d’activité : 3 jours; - de 20 à 24 années de services incluses dans la branche d’activité : 5 jours; - à partir de 25 années de services et plus dans la branche d’activité : 6 jours au maximum. Les modalités d’application des jours de congé d’ancienneté fixés dans le présent chapitre sont déterminées au niveau de l’entreprise, compte tenu des attributions spécifiques en la matière du conseil d’entreprise, de la délégation syndicale ou du représentant syndical.
HOOFDSTUK IX. — Carenzdag Art. 20. De betaling van de carenzdag bij ziekte is ten laste van de werkgever.
CHAPITRE IX. — Jour de carence Art. 20. Le paiement du jour de carence en cas de maladie est à charge de l’employeur.
HOOFDSTUK X. — Werkzekerheid Art. 21. De werkgevers verbinden er zich toe niet over te gaan tot ontslagen omwille van economische, technische en/of structurele redenen. Indien er zich toch onoverkomenlijke moeilijkheden zouden voordoen, zal voorafgaandelijk een beurtrolsysteem van werkloosheid worden toegepast met inachtname van de bestaande overlegstructuren op lokaal, regionaal en nationaal vlak.
CHAPITRE X. — Sécurité d’emploi Art. 21. Les employeurs s’engagent à ne pas procéder à des licenciements pour des raisons économiques, techniques et/ou structurelles. Au cas où, malgré tout, des difficultés insurmontables se présenteraient, un système de chômage par roulement sera mis en application en respectant les structures de concertation aux niveaux local, régional et national.
HOOFDSTUK XI. — Geldigheid Art. 22. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door één van de partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden, mits voorafgaandelijk overleg met de betrokken partijen, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt gestuurd. De opzeggingstermijn mag evenwel ten vroegste een aanvang nemen op 1 oktober 2009.
CHAPITRE XI. — Validité Art. 22. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2009 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par une des parties moyennant un préavis de trois mois, après concertation préalable avec les parties concernées, par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Souscommission paritaire pour les chaussures orthopédiques.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Le préavis prend cours à partir de la date à laquelle la lettre recommandée est adressée au président. Le préavis ne peut toutefois prendre cours que le 1er octobre 2009 au plus tôt.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 19 avril 2010.
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2010 — 3892
[C − 2010/12323]
30 SEPTEMBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot vaststelling van de bijdragen aan het Vlaams sociaal en waarborgfonds (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2010 — 3892
[C − 2010/12323]
30 SEPTEMBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 31 mars 2010, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, fixant les cotisations au Fonds social et de garantie flamand (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 7 februari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, notamment l’article 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
71625
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs; Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot vaststelling van de bijdragen aan het Vlaams sociaal en waarborgfonds.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 31 mars 2010, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, fixant les cotisations au Fonds social et de garantie flamand.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 30 september 2010.
Donné à Bruxelles, le 30 septembre 2010.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staasblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Références au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs
Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre
Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2010
Convention collective de travail du 31 mars 2010
Vaststelling van de bijdragen aan het Vlaams sociaal en waarborgfonds (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 2010 onder het nummer 99924/CO/152)
Fixation des cotisations au fonds social et de garantie flamand (Convention enregistrée le 22 juin 2010 sous le numéro 99924/CO/152) TITRE 1er. — Champ d’application
TITEL 1. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in toepassing van artikel 16 van de statuten van het Vlaams sociaal en waarborgfonds, is van toepassing op de werkgevers van de inrichtingen van het vrij onderwijs waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaams Gewest en voor de inrichtingen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de hierboven vernoemde inrichtingen.
er
Article 1 . La présente convention collective de travail, conclue en exécution de l’article 16 des statuts du Fonds social et de garantie flamand, s’applique aux employeurs des institutions subsidiées de l’enseignement libre dont le siège social se situe en Région flamande et des institutions subsidiées par la Communauté flamande, dont le siège social se situe en Région de Bruxelles-Capitale et qui sont inscrits à l’Office national de Sécurité sociale au rôle néerlandophone, ainsi qu’aux ouvriers et ouvrières, appelés ci-après ouvriers, des institutions susmentionnées.
TITEL 2. — Vaststelling van de bijdrage
TITRE 2. — Fixation de la cotisation
Art. 2. De bijdrage van de werkgevers wordt vastgesteld op de brutolonen welke in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen.
Art. 2. La cotisation des employeurs est fixée en proportion des salaires bruts pris en considération pour le calcul des cotisations de sécurité sociale.
Art. 3. De in artikel 1 bedoelde werkgevers zijn aan het Vlaams sociaal en waarborgfonds een bedrag van 0,71 pct. verschuldigd. Dit bedrag wordt als volgt aangewend :
Art. 3. Les employeurs visés à l’article 1er sont redevables au Fonds social et de garantie flamand d’un montant de 0,71 p.c. Ce montant est affecté comme suit :
- 0,35 pct. wordt geïnd ten behoeve van de werking van het fonds en van de aanvullende sociale voordelen die het uitkeert;
- 0,35 p.c. est perc¸ u en faveur du fonctionnement du fonds et des avantages sociaux complémentaires que le fonds octroie;
- 0,26 pct. wordt geïnd ten behoeve van de terugbetaling van de door de werkgevers betaalde vergoedingen in het kader van conventioneel en halftijds brugpensioen;
- 0,26 p.c. est perc¸ u en vue du remboursement des indemnités payées par les employeurs dans le cadre de la prépension conventionnelle et de la prépension à mi-temps;
71626
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
- 0,10 pct. wordt geïnd ten behoeve van de werkgelegenheid en de vorming en opleiding van risicogroepen. Art. 4. Het in artikel 3 vermelde bedrag van 0,71 pct. wordt verhoogd met : - 0,40 pct. vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 waarvan 0,30 pct. wordt geïnd ten behoeve van de werking van het fonds en van de aanvullende sociale voordelen die het uitkeert en 0,10 pct. wordt geïnd ten behoeve van de werkgelegenheid en de vorming en opleiding van de werknemers; - 0,50 pct. vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 waarvan 0,30 pct. wordt geïnd ten behoeve van de werking van het fonds en van de aanvullende sociale voordelen die het uitkeert en 0,20 pct. wordt geïnd ten behoeve van de werkgelegenheid en de vorming en opleiding van de werknemers; - 0,60 pct. vanaf 1 januari 2012 waarvan 0,30 pct. wordt geïnd ten behoeve van de werking van het fonds en van de aanvullende sociale voordelen die het uitkeert en 0,30 pct. wordt geïnd ten behoeve van de werkgelegenheid en de vorming en opleiding van de werknemers. Om de bijdragen voor het eerste en tweede kwartaal 2010 in te halen, wordt uitzonderlijk voor het derde en vierde kwartaal 2010 een bijdrage geïnd van 0,80 pct., zijnde 2 x 0,30 pct. ten behoeve van de werking van het fonds en van de aanvullende sociale voordelen die het uitkeert en 2 x 0,10 pct. ten behoeve van de werkgelegenheid en de vorming en opleiding van de werknemers. Art. 5. Het bedrag van de bijdrage kan alleen worden gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het bevoegd paritair comité en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. Art. 6. De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.
- 0,10 p.c. est perc¸ u en faveur de l’emploi et de la formation des groupes à risque. Art. 4. Le montant de 0,71 p.c. mentionné à l’article 3 est majoré de : - 0,40 p.c. à partir du 1er janvier 2010 jusqu’au 31 décembre 2010, dont 0,30 p.c. est perc¸ u en faveur du fonctionnement du fonds et des avantages sociaux complémentaires que le fonds octroie et 0,10 p.c. est perc¸ u en faveur de l’emploi et de la formation des travailleurs; - 0,50 p.c. à partir du 1er janvier 2011 jusqu’au 31 décembre 2011, dont 0,30 p.c. est perc¸ u en faveur du fonctionnement du fonds et des avantages sociaux complémentaires que le fonds octroie et 0,20 p.c. est perc¸ u en faveur de l’emploi et de la formation des travailleurs; - 0,60 p.c. à partir du 1er janvier 2012, dont 0,30 p.c. est perc¸ u en faveur du fonctionnement du fonds et des avantages sociaux complémentaires que le fonds octroie et 0,30 p.c. est perc¸ u en faveur de l’emploi et de la formation des travailleurs. Pour rattraper les cotisations des premier et deuxième trimestres 2010, une cotisation de 0,80 p.c. est exceptionnellement perc¸ ue pour les troisième et quatrième trimestres de 2010, soit 2 x 0,30 p.c. en faveur du fonctionnement du fonds et des avantages sociaux complémentaires qu’il octroie et 2 x 0,10 p.c. en faveur de l’emploi et de la formation des travailleurs. Art. 5. Le montant de la cotisation ne peut être modifié que par une convention collective de travail, conclue au sein de la commission paritaire compétente et rendue obligatoire par arrêté royal. Art. 6. La cotisation est perc¸ ue et recouvrée par l’Office national de Sécurité sociale, en application de l’article 7 de la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence.
TITEL 3. — Slotbepalingen Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009. Zij treedt in werking op 1 april 2010. Elk van de partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 2010.
TITRE 3. — Dispositions finales Art. 7. Cette convention collective de travail est conclue pour une durée indéterminée et remplace la convention collective de travail du 10 décembre 2009. Elle entre en vigueur le 1er avril 2010. Chacune des parties peut la dénoncer moyennant un délai de préavis de trois mois. Cette dénonciation sera signifiée par courrier recommandé à la poste adressé au président de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 30 septembre 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2010 — 3893
[C − 2010/12286]
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur (Vlaamse Gemeenschap) (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2010 — 3893
[C − 2010/12286]
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée (Communauté flamande) (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur (Vlaamse Gemeenschap).
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 30 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée (Communauté flamande).
71627
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
ALBERT
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs
Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre
Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009
Convention collective de travail du 30 juin 2009
Omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur (Vlaamse Gemeenschap) (Overeenkomst geregistreerd op 21 januari 2010 onder het nummer 96967/CO/152)
Transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée (Communauté flamande) (Convention enregistrée le 21 janvier 2010 sous le numéro 96967/CO/152)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna « werklieden » genoemd, van de onderwijsinstellingen en internaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, en gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de hogescholen en de werklieden tewerkgesteld binnen het leerlingenvervoer van het buitengewoon onderwijs, zoals gedefinieerd in de wet van 15 juli 1983 houdende de oprichting van de Nationale Dienst voor het Leerlingenvervoer. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst VIII van 6 oktober 2006 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs (Vlaamse Gemeenschap), betreffende de verbetering van de arbeidsomstandigheden.
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières, appelés ci-après « ouvriers » des établissements d’enseignement et internats, ressortissant à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, et subventionnés par la Communauté flamande, à l’exception des hautes écoles et des ouvriers occupés dans le transport scolaire de l’enseignement spécial, tel que défini par la loi du 15 juillet 1983 portant création du Service national de Transport scolaire. La présente convention collective de travail est conclue en exécution de la convention collective de travail VIII du 6 octobre 2006 et en exécution de la convention collective de travail du 25 novembre 2008, conclue en Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre (Communauté flamande), relative à l’amélioration des conditions de travail.
HOOFDSTUK II. — Doelstelling
CHAPITRE II. — Objet
Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter verbetering van de arbeidsomstandigheden, hierna tewerkstellingsluik genoemd, van de werklieden zoals gedefinieerd in artikel 1, in uitvoering van het akkoord van sectorale sociale programmering voor de jaren 2005-2009 dat betrekking heeft op de sector « Onderwijs » van de Vlaamse Gemeenschap, gesloten tussen de Vlaamse Regering en de representatieve vakorganisaties ACOD, FCSOD en VSOA en in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van 25 november 2008.
Art. 2. La présente convention collective de travail est conclue en vue d’améliorer les conditions de travail, dénommées ci-après volet emploi, des ouvriers tels que visés à l’article 1er, en exécution de l’accord de programmation sociale sectorielle pour les années 2005-2009 portant sur le secteur « Enseignement » de la Communauté flamande, conclu entre le Gouvernement flamand et les organisations syndicales représentatives CGSP, FSCSP et SLFP et en exécution de la convention collective de travail sectorielle de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre du 25 novembre 2008.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doelstelling het verhogen van het aantal contractueel gepresteerde arbeidsuren op jaarbasis in de inrichting en dit met ingang van het schooljaar 2009-2010.
La présente convention collective de travail a pour objet l’augmentation du nombre d’heures contractuelles prestées sur base annuelle dans les établissements, et ce à compter de l’année scolaire 2009-2010.
Art. 3. Het verhogen van het aantal contractueel gepresteerde arbeidsuren dient gerealiseerd door de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur en dit ongeacht de functie van de werknemer.
Art. 3. L’augmentation du nombre d’heures contractuelles prestées doit être réalisée par le biais de la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée, quelle que soit la fonction du travailleur.
Art. 4. Betreffende de in artikel 3 bedoelde contracten van onbepaalde duur worden, met uitzondering van die dagen waarvoor het fonds voor jaarlijkse vakantie tussenkomt, alle inactiviteitsdagen vergoed zonder dat er arbeidsprestaties tegenover dienen te staan. Onder « inactiviteitsdagen » wordt begrepen :
Art. 4. Concernant les contrats à durée indéterminée visés à l’article 3, à l’exception des jours pour lesquels le fonds des vacances annuelles intervient, tous les jours d’inactivité sont rémunérés sans avoir de prestations de travail pour corollaire. Par « jours d’inactivité », on entend :
- de schoolvakantiedagen, - de facultatieve vakantiedagen, - de dagen waarop de school voorziet in een alternatief lessenpakket en de kinderen hierdoor niet aanwezig zijn op school.
- les jours de vacances scolaires, - les jours de congé facultatifs, - les jours pour lesquels l’école prévoit un programme alternatif et où les élèves ne sont pas présents à l’école.
71628
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK III. — Procedure tewerkstellingsfonds
CHAPITRE III. — Procédure fonds pour l’emploi
Art. 5. De inrichtingen die wensen over te gaan tot het omzetten van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur kunnen een aanvraag tot het bekomen van een financiële tussenkomst indienen bij het sectoraal tewerkstellingsfonds, bedoeld in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2008 en dit ter financiering van een aantal dagen met vrijstelling van arbeidsprestaties (VAP-dagen).
Art. 5. Les établissements qui souhaitent procéder à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée peuvent introduire une demande d’intervention financière auprès du fonds sectoriel pour l’emploi, visé à l’article 4 de la convention collective de travail du 25 novembre 2008, et ce aux fins de financement d’un nombre de jours de dispense de prestations de travail (jours de DPT).
Een model van aanvraagformulier wordt als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd (bijlage 1).
Un modèle de formulaire de demande est joint à la présente convention (annexe 1ère).
Dit aanvraagformulier dient uiterlijk op 1 november 2009 te worden verstuurd per aangetekend schrijven naar het sectoraal tewerkstellingsfonds, voor wat betreft de middelen die betrekking hebben op schooljaar 2009-2010.
Ce formulaire de demande doit être envoyé, pour le 1er novembre 2009 au plus tard, par courrier recommandé, au fonds sectoriel pour l’emploi, pour ce qui concerne les moyens portant sur l’année scolaire 2009-2010.
Het tewerkstellingsfonds onderzoekt of aan alle voorwaarden is voldaan, verzamelt eventueel bijkomende gegevens en beslist over de goedkeuring.
Le fonds pour l’emploi examine si toutes les conditions sont respectées, collecte les éventuelles informations complémentaires et décide de l’approbation.
Het fonds zal nagaan in welke mate en voor hoeveel werklieden goedkeuring kan verleend worden, afhankelijk van de financiële kost van het dossier.
Le fonds examinera dans quelle mesure et pour combien d’ouvriers l’approbation peut être octroyée, en fonction du coût financier du dossier.
De inrichtingen die reeds contracten van onbepaalde duur aanbieden maar deze jaarlijks opzeggen kunnen eveneens een aanvraag tot financiële tussenkomst indienen.
Les établissements qui offrent déjà des contrats à durée indéterminée mais qui résilient ceux-ci annuellement peuvent également introduire une demande d’intervention financière.
De inrichtingen die reeds contracten van onbepaalde duur aanbieden maar die dit combineren met minstens 15 dagen toegestane afwezigheid gedurende de maanden juli en augustus kunnen eveneens een aanvraag tot financiële tussenkomst indienen.
Les établissements qui offrent déjà des contrats à durée indéterminée mais qui combinent cela avec au moins 15 jours d’absence autorisée pendant les mois de juillet et août peuvent également introduire une demande d’intervention financière.
Art. 6. Het tewerkstellingsfonds komt enkel tussen voor inrichtingen die vanaf schooljaar 2009-2010 enkel nog arbeidsovereenkomsten afsluiten met een duur van minstens de periode van een volledig schooljaar (1 september - 30 juni) en - met uitzondering van de dagen waarvoor voor zo ver en in de mate dat het fonds voor jaarlijkse vakantie niet tussenkomt - waarbij de werklieden van september tot juni doorbetaald worden tijdens de schoolvakanties en de door de school te bepalen vakantiedagen, alsook tijdens de dagen waarop de school voorziet in een alternatief lessenpakket.
Art. 6. Le fonds pour l’emploi intervient uniquement pour les établissements qui, à partir de l’année scolaire 2009-2010, ne concluent plus que des contrats de travail d’une durée minimale d’une année scolaire complète (1er septembre - 30 juin) et - à l’exception des jours pour lesquels le fonds des vacances scolaires n’intervient pas - où les ouvriers sont payés, de septembre à juin, durant les vacances scolaires et les jours de congé à fixer par l’école, ainsi que les jours où l’école prévoit un programme alternatif.
Dit met uitzondering van de vervangingsovereenkomsten en enkel voor wat betreft de duur van de overeenkomsten.
Ceci, à l’exception des contrats de remplacement et uniquement pour ce qui concerne la durée de ces contrats.
HOOFDSTUK IV. — Toekenning van dagen vrij van arbeidsprestaties (VAP-dagen)
CHAPITRE IV. — Octroi de jours de dispense de prestations de travail (jours de DPT)
Art. 7. Aan elke werknemer, die in het voorafgaande schooljaar was tewerkgesteld met een contract van bepaalde duur tot minstens het einde van dat schooljaar (30 juni) en waarvoor een contract van onbepaalde duur wordt afgesloten, dat ten laatste in gaat op de eerste dag van een nieuw schooljaar wordt een aantal dagen met vrijstelling van arbeidsprestaties (VAP-dagen) toegekend. Deze contracten van onbepaalde duur voorzien in de betaling van alle dagen, behoudens de dagen van betaalde vakantie.
Art. 7. Tout travailleur qui, durant l’année scolaire antérieure, était occupé sous contrat de travail à durée déterminée jusqu’au moins la fin de l’année scolaire (30 juin) et pour lequel est conclu un contrat à durée indéterminée, qui prend cours au plus tard le premier jour de la nouvelle année scolaire bénéficie d’un certain nombre de jours de dispense de prestations de travail (jours de DPT). Ces contrats à durée indéterminée prévoient la rémunération de tous les jours, sauf les jours de congés payés.
Art. 8. Aan werklieden die worden tewerkgesteld in een flexibele arbeidsregeling, zoals uiteengezet in artikel 10 van deze overeenkomst, worden per schooljaar (1 september - 31 augustus) 20 VAP-dagen toegekend.
Art. 8. Les ouvriers occupés en régime de travail flexible, tel que prévu à l’article 10 de la présente convention (1er septembre - 31 août) bénéficient de 20 jours de DPT.
Aan werklieden worden tewerkgesteld met een vaste wekelijkse arbeidsduur worden per schooljaar (1 september - 31 augustus) 15 VAP-dagen toegekend.
Les ouvriers occupés en durée de travail hebdomadaire fixe (1er septembre - 31 août) bénéficient de 15 jours de DPT.
Deze VAP-dagen kunnen niet gecumuleerd worden met de VAPdagen verkregen in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2009 betreffende de omzetting van precaire contracten naar contracten van bepaalde duur.
Ces jours de DPT ne peuvent être cumulés avec les jours de DPT obtenus en application de la convention collective de travail du 23 février 2009 portant transposition des contrats précaires en contrats à durée déterminée.
Art. 9. De VAP-dagen worden uiterlijk één week vóór de aanvang van de herfstvakantie en dit voor een volledig schooljaar en voor alle betrokken werklieden vastgelegd, dit in overleg met de syndicale delegatie van de arbeiders.
Art. 9. Les jours de DPT sont fixés au plus tard une semaine avant le début des vacances de Toussaint, pour l’année scolaire complète et pour l’ensemble des ouvriers concernés et ce, en concertation avec la délégation syndicale des ouvriers.
Bij ontstentenis van een syndicale delegatie van de arbeiders gebeurt dit in de ondernemingsraad of het lokaal onderhandelingscomité. In dat laatste geval en indien er in de ondernemingsraad of het onderhandelingscomité geen afgevaardigde van het arbeiderspersoneel zetelt, zal een afgevaardigde van het arbeiderspersoneel en lid van het CPBW, aan het overleg kunnen deelnemen. Bij ontstentenis van een ondernemingsraad of lokaal onderhandelingscomité gebeurt dit overleg met de betrokken werklieden.
A défaut d’une délégation syndicale des ouvriers, cette concertation s’effectue au sein du conseil d’entreprise ou du comité de négociation local. Dans ce dernier cas, et si aucun délégué du personnel ouvrier ne siège au sein du conseil d’entreprise ou du comité de négociation, un délégué du personnel ouvrier et membre du CPPT pourra participer à la concertation. En l’absence d’un conseil d’entreprise ou d’un comité de négociation local, la concertation s’effectuera avec les ouvriers concernés.
Alle VAP-dagen dienen uiterlijk op 31 augustus van het betreffende schooljaar te zijn opgenomen.
Tous les jours de DPT doivent être pris avant le 31 août de l’année scolaire visée.
Is de arbeidsovereenkomst geschorst op een VAP-dag, dan verliest de arbeider de VAP-dag.
Si le contrat de travail est suspendu un jour de DPT, l’ouvrier perd ce jour de DPT.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71629
Voor de bepaling van de duurtijd van één VAP-dag wordt de contractuele wekelijkse arbeidsduur gedeeld door 5.
Pour déterminer la durée d’un jour de DPT, il faut diviser par 5 la durée de travail hebdomadaire contractuelle.
De VAP-dagen worden toegekend met behoud van het normale loon. Onder normaal loon wordt begrepen het loon dat de werknemer zou ontvangen hebben indien de VAP-dag een gewone wettelijke feestdag zou zijn geweest.
Les jours de DPT sont octroyés moyennant maintien de la rémunération normale. Par rémunération normale, on entend la rémunération que le travailleur aurait perc¸ ue si le jour de DPT avait été un jour férié légal ordinaire.
De VAP-dagen worden gelijkgesteld met effectief gewerkte dagen voor de berekening van de eindejaarspremie.
Les jours de DPT sont assimilés à des jours effectivement prestés pour le calcul de la prime de fin d’année.
Art. 10. Om de omzetting van contracten van bepaalde duur naar onbepaalde duur mogelijk te maken kan een flexibele arbeidstijdregeling zoals vernoemd in artikel 8 van deze overeenkomst worden ingesteld, dit conform de bepalingen in artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971, waarbij de normale wekelijkse arbeidsduur wordt verkort of verlengd en de normale uurroosters worden vervangen door alternatieve uurroosters. Deze uurroosters zullen voorzien in een aantal gelimiteerde effectieve meeruren. Met inbegrip van meeruren mag een arbeidsdag de grens van 9 uren arbeid niet overschrijden, alsook dienen de meeruren gelimiteerd te worden tot maximum 5 uren per week. De middels deze collectieve arbeidsovereenkomst mogelijke flexibele arbeidstijdregeling is restrictief voorbehouden tot omzetting van contracten van bepaalde duur naar onbepaalde duur.
Art. 10. Pour permettre la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée, un régime de travail flexible tel que visé à l’article 8 de la présente convention peut être instauré, conformément aux dispositions de l’article 20bis de la loi sur le travail du 16 mars 1971, permettant de raccourcir ou d’allonger la durée de travail hebdomadaire normale et de remplacer les horaires normaux par des horaires alternatifs. Ces horaires prévoient un nombre limité d’heures supplémentaires. Heures supplémentaires comprises, une journée de travail ne peut excéder la limite de 9 heures de travail, les heures supplémentaires devant être limitées à 5 heures par semaine. Le régime de travail flexible rendu possible par la présente convention collective de travail est strictement réservé à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée.
De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur dient gerespecteerd te worden per schooljaar (1 september - 31 augustus). In de instelling kan een flexibele arbeidstijdregeling nooit verplicht opgelegd worden aan de betrokken werklieden maar dient steeds te gebeuren op vrijwillige basis.
La durée de travail hebdomadaire moyenne est à respecter par année scolaire (1er septembre - 31 août). Le régime de travail flexible au sein de l’établissement ne peut jamais être imposé aux ouvriers mais doit toujours s’effectuer sur base volontaire.
De invoering van alternatieve uurroosters zal gebeuren mits het in acht nemen van de procedure met betrekking tot de wijziging van het arbeidsreglement.
L’instauration d’horaires alternatifs s’effectue moyennant respect de la procédure de modification du règlement de travail.
HOOFDSTUK V. —De financiële tussenkomst van het tewerkstellingsfonds
CHAPITRE V. — Intervention financière du fonds pour l’emploi
Art. 11. Per werknemer waarvoor een contract van onbepaalde duur wordt afgesloten, conform de bepalingen in artikel 7 van deze overeenkomst, zal een financiële tussenkomst toegekend kunnen worden.
Art. 11. Une intervention financière sera octroyée par travailleur sous contrat de travail à durée indéterminée, conformément aux dispositions de l’article 7 de la présente convention.
Art. 12. Deze financiële tussenkomst zal voor elke werknemer bedragen :
Art. 12. Cette intervention financière sera de :
15 × U/5 × bruto-uurloon × 1,57
15 × U/5 × salaire horaire brut × 1,57
Waarbij : U = de contractuele wekelijkse arbeidsduur
Où : U = la durée de travail hebdomadaire contractuelle
Het bedoelde bruto-uurloon is het loon dat voor de betrokken werknemer van toepassing is op 1 september van het schooljaar.
Le salaire horaire brut est le salaire applicable au travailleur visé au 1er septembre de l’année scolaire.
Art. 13. De omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur, zal bij voorrang gebeuren voor werklieden met een eindeloopbaanproblematiek. Indien de omzetting van contract niet voor alle betrokkenen kan gerealiseerd worden zal toekenning van een contract van onbepaalde duur gebeuren op basis van volgend puntensysteem :
Art. 13. La transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée s’effectuera en priorité pour les ouvriers confrontés à la problématique de fin de carrière. Si la transposition du contrat ne peut être réalisée pour tous les intéressés, l’octroi d’un contrat à durée indéterminée sera régie par le système de points suivant :
- één punt per volledig schooljaar (1 september - 30 juni) dat men is tewerkgesteld in de inrichting;
- un point par année scolaire complète (1er septembre - 30 juin) d’occupation dans l’établissement;
- één punt per bereikt leeftijdsjaar boven de 40 jaar.
- un point par année d’âge au-delà de 40 ans.
Bij gelijkheid van puntenaantal gaat voorrang naar de werknemer met de meeste schooljaren in dienst.
A égalité de points, la priorité va au travailleur comptant le plus d’années scolaires de service.
HOOFDSTUK VI. — Sociaal overleg
CHAPITRE VI. — Concertation sociale
Art. 14. De aanvraag tot bekomen van de financiële tussenkomst dient voorwerp uit te maken van sociaal overleg binnen de inrichting. Dit overleg dient bij voorrang te gebeuren tussen directie en syndicale afvaardiging van de arbeiders. Bij ontstentenis van een syndicale delegatie van de arbeiders, zal de toetredingsakte behandeld worden door de ondernemingsraad of het lokaal onderhandelingscomité. In dat laatste geval en indien er in de ondernemingsraad of het onderhandelingscomité geen afgevaardigde van het arbeiderspersoneel zetelt, zal een afgevaardigde van het arbeiderspersoneel en lid van het CPBW, aan het overleg kunnen deelnemen. Bij ontstentenis van een syndicale delegatie voor de arbeiders, een ondernemingsraad of een lokaal onderhandelingscomité zal het overleg plaatsvinden met de bevoegde vakbondssecretaris(sen).
Art. 14. La demande d’intervention financière doit faire l’objet d’une concertation sociale au sein de l’établissement. Cette concertation s’effectue prioritairement entre la direction et la délégation syndicale des ouvriers. A défaut d’une délégation syndicale des ouvriers, la demande est examinée par le conseil d’entreprise ou le comité de négociation local. Dans ce dernier cas et si aucun délégué du personnel ouvrier ne siège au sein du conseil d’entreprise ou du comité de négociation, un délégué du personnel ouvrier et membre du CPPT pourra participer à la concertation. En l’absence d’une délégation syndicale des ouvriers, d’un conseil d’entreprise ou d’un comité de négociation local, la concertation s’effectuera avec le(s) permanent(s) syndical/aux compétent(s).
Een verslag van dit overleg wordt toegevoegd bij de aanvraag voor financiële tussenkomst.
Un rapport de cette concertation est joint à la demande d’intervention financière.
HOOFDSTUK VII. — Opvolging
CHAPITRE VII. — Suivi
Art. 15. De inrichting die een aanvraag ingediend heeft bij het tewerkstellingsfonds rapporteert jaarlijks aan dit fonds de evolutie van de tewerkstelling, het aantal werknemers, uitgedrukt in voltijds equivalenten, in dienst van de inrichtende macht.
Art. 15. L’établissement qui a introduit la demande auprès du fonds pour l’emploi fait rapport annuellement à ce fonds de l’évolution de l’emploi, du nombre de travailleurs, exprimé en équivalents temps plein, au service du pouvoir organisateur.
71630
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Dit rapport wordt voor goedkeuring ondertekend door de syndicale afvaardiging van de arbeiders, bij onstentenis hiervan door de secretaris van de ondernemingsraad of het lokaal onderhandelingscomité.
Ce rapport est signé pour approbation par la délégation syndicale, à défaut, par le secrétaire du conseil d’entreprise ou du comité de négociation local.
Dit rapport bevat een kopie de arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur die werden afgesloten.
Ce rapport contient une copie des contrats de travail à durée indéterminée conclus.
HOOFDSTUK VIII. — Slotbepalingen
CHAPITRE VIII. — Dispositions finales
Art. 16. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 30 juni 2009 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Art. 16. La présente convention collective de travail entre en vigueur au 30 juin 2009 et est conclue pour une durée indéterminée.
Elk van de partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Chacune des parties peut la dénoncer moyennant un délai de préavis de six mois, signifié par courrier recommandé à la poste adressé au président de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur (Vlaamse Gemeenschap) TEWERKSTELLINGSFONDS voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs (Vlaamse Gemeenschap) Aanvraag tot bekomen van financiële tussenkomst voor de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur VANAF SCHOOLJAAR 2009-2010 1. Identificatie van de school Naam : ........................................................................................................................................................................................... Straat : ............................................................................................................................................................. Nr. : ……………. Gemeente : ......................................................................................................................................... Postnummer : …..…….. Schoolnummer : ........................................................................................................................................................................... 2. Identificatie van de werkgever (schoolbestuur of inrichtende macht) Naam : ........................................................................................................................................................................................... Straat : ............................................................................................................................................................. Nr. : ……………. Gemeente : ......................................................................................................................................... Postnummer : …..…….. 3. Contactpersoon Naam : ........................................................................................................................................................................................... Functie : ......................................................................................................................................................................................... Tel. : ................................................................................................................................................................................................ Fax : ................................................................................................................................................................................................ E-mail : ........................................................................................................................................................................................... 4. Tewerkstelling RSZ-nummer : .............................................................................................................................................................................. Aantal werknemers op datum van de aanvraag : A. Algemeen Totaal aantal personeelsleden
Eenheden
VTE
............................................................................
....................................................................................
..............................
Totaal aantal personeelsleden
Eenheden
VTE
............................................................................
....................................................................................
..............................
B. Waarvan arbeiderspersoneel
5. Aanvraag De werkgever, bedoeld onder 1.3. dient een aanvraag in tot bekomen van een financiële tussenkomst, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs (Vlaamse Gemeenschap), betreffende het omzetten van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur. De werkgever aanvaardt uitdrukkelijk dat sancties, bepaald door de raad van beheer van het tewerkstellingsfonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs (Vlaamse Gemeenschap), voorzien zijn bij het niet eerbiedigen van de bepalingen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur. 6. Omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur. De werkgever wenst één of meerdere contracten van bepaalde duur om te zetten naar contracten van onbepaalde duur. Detail van de lopende contracten op het ogenblik van de aanvraag
71631
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Contracten van onbepaalde duur Naam werknemer
Contractuele arbeidsduur
Aanvangsdatum contract
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Contracten van bepaalde duur Naam werknemer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Contractuele arbeidsduur
Einddatum contract
71632
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE De werkgever verklaart vanaf het schooljaar 2009-2010 enkel nog arbeidsovereenkomsten af te sluiten met een duur van minstens een periode van een volledig schooljaar (1 september - 30 juni), met uitzondering van de vervangingsovereenkomsten. De werkgever verbindt zich er toe voor alle werklieden in loon te voorzien voor alle dagen, behoudens de dagen betaalde vakantie. Flexibele arbeidsregeling : Aankuisen wat past : O O
Er wordt voorzien in een flexibele arbeidsregeling Er wordt niet voorzien in een flexibele arbeidsregeling
De contracten van onbepaalde duur worden voorzien aan onderstaande werklieden, allen in voorgaande schooljaar in dienst met een contract van bepaalde duur, minstens tot het einde van het schooljaar (30 juni). De werkgever verbindt zich er toe, indien de financiële tussenkomst niet voor alle onderstaande werklieden wordt goedgekeurd, de contracten van onbepaalde duur bij voorrang aan te bieden aan de werklieden die het hoogste aantal punten behalen na optellen van : - één punt per volledig schooljaar (1 september - 30 juni) dat men is tewerkgesteld in de inrichting; - één punt per bereikt leeftijdsjaar boven de 40 jaar. Bij gelijkheid van puntenaantal gaat voorrang naar de werknemer met de meeste schooljaren in dienst.
Detail van de aangeboden contracten van onbepaalde duur :
Naam werknemer
Brutouurloon (*)
Contractuele arbeidsduur
Aantal schooljaren in dienst (*)
Geboortedatum
Ingangsdatum contract
(*) : aantal volledige schooljaren (1 september - 30 juni) dat men is tewerkgesteld in de inrichting. Wil toevoegen : kopies van de contracten van bepaalde duur die de contracten van onbepaalde duur voorafgaan. 7. Verslag van het sociaal overleg Een verslag van het sociaal overleg omtrent deze aanvraag wordt toegevoegd in bijlage. 8. Bevestiging op eer Bevestiging op eer « Ik bevestig op eer dat deze verklaring getrouw en volledig is. » Opgemaakt te ..................................................................................., op ................................................................................... Handtekening en hoedanigheid van de ondertekenaar, ...................................................................
...................................................................
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
71633
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Annexe à la convention collective de travail du 30 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée (Communauté flamande)
FONDS POUR L’EMPLOI
pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre (Communauté flamande)
Demande d’intervention financière pour la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée
A COMPTER DE L’ANNEE SCOLAIRE 2009-2010
1. Identification de l’école Nom : ............................................................................................................................................................................................. Rue : ................................................................................................................................................................. N° : ……………. Commune : ......................................................................................................................................... Code postal : …..…….. Numéro d’école : ......................................................................................................................................................................... 2. Identification de l’employeur (direction de l’école ou pouvoir organisateur) Nom : ............................................................................................................................................................................................. Rue : ................................................................................................................................................................. N° : ……………. Commune : ......................................................................................................................................... Code postal : …..…….. 3. Personne de contact Nom : ............................................................................................................................................................................................. Fonction : ....................................................................................................................................................................................... Tél. : ................................................................................................................................................................................................ Fax : ................................................................................................................................................................................................ E-mail : ........................................................................................................................................................................................... 4. Emploi Numéro O.N.S.S. : ....................................................................................................................................................................... Nombre de travailleurs à la date de la demande : A. Général Nbre total de membres du personnel
Unités
ETP
............................................................................
....................................................................................
..............................
Nombre total de membres du personnel
Unités
ETP
............................................................................
....................................................................................
..............................
B. Dont personnel ouvrier
5. Demande L’employeur visé au point 1.3. introduit une demande d’intervention financière, telle que définie dans la convention collective de travail du 30 juin 2009, conclue en Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre (Communauté flamande), portant transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée. L’employeur accepte explicitement que des sanctions, définies par le conseil d’administration du fonds pour l’emploi pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre (Communauté flamande), sont prévues en cas de non-respect des dispositions de la convention collective de travail portant transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée.
71634
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE 6. Transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée. L’employeur souhaite transposer un ou plusieurs contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée.
Détail des contrats en cours au moment de la demande Contrats à durée indéterminée Nom du travailleur
Durée de travail contractuelle
Date d’entrée en vigueur du contrat
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Contrats à durée déterminée Nom du travailleur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Durée de travail contractuelle
Date de cessation du contrat
71635
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE A partir de l’année scolaire 2009-2010, l’employeur déclare ne plus conclure que des contrats de travail d’une durée minimale d’une année scolaire complète (1er septembre - 30 juin), à l’exception des contrats de remplacement. L’employeur s’engage à rémunérer tous les ouvriers pour tous les jours, à l’exception des jours de congés payés. Régime de travail flexible : Cocher ce qui convient :
O
Un régime de travail flexible est prévu
O
Un régime de travail flexible n’est pas prévu
Les contrats à durée indéterminée sont proposés aux ouvriers suivants, tous étant, l’année scolaire antérieure, sous contrat de travail à durée déterminée, au moins jusque la fin de l’année scolaire (30 juin). Si l’intervention financière n’est pas approuvée pour tous les ouvriers ci-dessous, l’employeur s’engage à proposer un contrat de travail à durée indéterminée aux ouvriers ayant obtenu le plus de points, selon le calcul suivant : - un point par année scolaire complète (1er septembre - 30 juin) d’occupation dans l’établissement; - un point par année d’âge au-delà de 40 ans. A égalité de points, la priorité va au travailleur comptant le plus d’années scolaires de service. Détail des contrats à durée indéterminée proposés :
Nom du travailleur
Salaire horaire brut (*)
Durée de travail contractuelle
Nombre d’années scolaires en service (*)
Date de naissance
Date d’entrée en vigueur du contrat
(*) : nombre d’années scolaires complètes (1er septembre - 30 juin) d’occupation dans l’établissement. A ajouter : copies des contrats à durée déterminée qui précèdent les contrats à durée indéterminée. 7. Rapport de la concertation sociale Un rapport de la concertation sociale concernant cette demande est annexé. 8. Déclaration sur l’honneur Déclare sur l’honneur « Je certifie sur l’honneur que la présente déclaration est sincère et complète. » Fait à ............................................................................................, le ........................................................................................... Signature et qualité du signataire, ...................................................................
...................................................................
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
71636
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2010 — 3894 [2010/204799] 10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ (1)
F. 2010 — 3894 [2010/204799] 10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 janvier 2010, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la dissolution et la liquidation du fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 janvier 2010, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la dissolution et la liquidation du fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Références au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs
Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 januari 2010
Convention collective de travail du 13 janvier 2010
Ontbinding en vereffening van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″
Dissolution et liquidation du fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″
(Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99218/CO/152)
(Convention enregistrée le 4 mai 2010 sous le numéro 99218/CO/152)
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die vallen onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux travailleurs qui ressortissent à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.
Onder ″werknemers″ verstaat men : de arbeiders en arbeidsters. Art. 2. Het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 1978 (koninklijk besluit van 5 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 12 september 1978) gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, wordt ontbonden met ingang vanaf 31 december 2009 en in vereffening gesteld.
Par ″travailleurs″ on entend : les ouvriers et les ouvrières. Art. 2. Le fonds de sécurité d’existence, dénommé ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ créé par la convention collective de travail du 26 avril 1978 (arrêté royal du 5 juillet 1978, Moniteur belge du 12 septembre 1978) conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, est dissout avec effet au 31 décembre 2009 et mis en liquidation.
Art. 3. Worden in hoedanigheid van vereffenaars aangeduid :
Art. 3. Sont désignés en qualité de liquidateurs :
Mevr. Bénédicte Beauduin
Mme Bénédicte Beauduin
De heer Rudi Warson
M. Rudi Warson
71637
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE De heer Frans Dirix
M. Frans Dirix
Het mandaat van de vereffenaars is onbezoldigd.
Le mandat des liquidateurs n’est pas rémunéré.
Art. 4. De gemeenschappelijke rechten en verbintenissen - bestaand op 31 december 2009 - van het in artikel 2 bedoelde fonds worden overgeheveld naar enerzijds het ″Vlaams Sociaal en Waarborgfonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ en anderzijds het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschappen″. Voornoemde fondsen zullen opgericht worden bij collectieve arbeidsovereenkomsten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Art. 4. Les droits et obligations communs - existant en date du 31 décembre 2009 - du fonds visé à l’article 2, seront transférés d’une part au ″Fonds social et de garantie flamand pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ et d’autre part au ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre en Communautés française et germanophone″. Les fonds nommés seront instaurés par des conventions collectives de travail conclues au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.
Art. 5. De gemeenschappelijke activa en de gemeenschappelijke passiva op 31 december 2009 van het in artikel 2 bedoelde fonds worden overgeheveld naar het ″Vlaams Sociaal en Waarborgfonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ en naar het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschappen″ volgens onderstaande verdeelsleutel :
Art. 5. L’actif commun et le passif commun existant en date du 31 décembre 2009 du fonds visé à l’article 2 seront transférés au ″Fonds social et de garantie flamand pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ et au ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre en Communautés française et germanophone″ selon clé de répartition suivante :
— 65,28 pct. van de activa en passiva van het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ worden overgeheveld naar het ″Vlaams Sociaal en Waarborgfonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″;
— 65,28 p.c. de l’actif et du passif du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ seront transférés au ″Fonds social et de garantie flamand pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″;
— 34,72 pct. van de activa en passiva van het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ worden overgeheveld naar het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschappen″.
— 34,72 p.c. de l’actif et du passif du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ seront transférés au ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre en Communautés française et germanophone″.
Art. 6. Voordat zij tot de effectieve overheveling overgaan, moeten de vereffenaars de goedkeuring van de gemandateerde revisor bekomen hebben betreffende de regelmatigheid van het voorstel tot overheveling ten opzichte van de beginselen opgenomen in artikel 4 en artikel 5.
Art. 6. Avant de procéder au transfert effectif, les liquidateurs doivent avoir obtenu l’approbation du réviseur mandaté quant à la régularité de la proposition de transfert par rapport aux principes repris à l’article 4 et l’article 5.
De kosten voortspruitend uit de tussenkomst van de revisor in het kader van deze bepaling worden ten laste genomen door het fonds in vereffening bedoeld in artikel 2.
Les frais résultant de l’intervention du réviseur dans le cadre la présente disposition sont pris en charge par le fonds en liquidation visé à l’article 2.
Art. 7. De vereffenaars maken een verslag over aan de Minister van Werk.
Art. 7. Les liquidateurs transmettent un rapport au Ministre de l’Emploi.
Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op datum van ondertekening en houdt op van kracht te zijn na uitvoering van artikelen 6 en 7 en uiterlijk op 31 december 2010.
Art. 8. La présente convention collective de travail entre en vigueur à la date de la signature et se termine dès l’exécution des articles 6 et 7 et au plus tard le 31 décembre 2010.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2010 — 3895
[2010/204793]
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2010 — 3895
[2010/204793]
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la prépension conventionnelle (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen.
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la prépension conventionnelle.
71638
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
ALBERT
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs
Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009
Convention collective de travail du 10 décembre 2009
Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99219/CO/152)
Prépension conventionnelle (Convention enregistrée le 4 mai 2010 sous le numéro 99219/CO/152)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, op de werklieden en werksters, hierna werknemers genoemd, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs, ouvriers et ouvrières, dénommés ci-après travailleurs, qui ressortissent à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.
HOOFDSTUK II. — Brugpensioen
CHAPITRE II. — Prépension
Art. 2. De leeftijd om te kunnen genieten van het brugpensioen zoals bedoeld bij hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, wordt vastgesteld op 58 jaar.
Art. 2. L’âge pour pouvoir bénéficier de la prépension prévue au chapitre III de la convention collective de travail no 17, conclue le 19 décembre 1974 au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d’indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975, est fixé à 58 ans.
Art. 3. De aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 2 wordt enkel toegekend aan de werknemers die de leeftijd hebben bereikt, voorzien in artikel 2, en die voldoen aan de wettelijk gestelde anciënniteitsvoorwaarden om het statuut van bruggepensioneerde te kunnen bekomen, zijnde in 2010 en 2011 : 37 jaar loondienst of gelijkgestelde dagen voor werklieden (indien zwaar beroep : 35 jaar) en 33 jaar voor werksters. In 2012 zijn de anciënniteitsvoorwaarden voor werklieden 38 jaar loondienst of gelijkgestelde dagen (indien zwaar beroep : 35 jaar) en 35 jaar voor werksters.
Art. 3. L’indemnité complémentaire, visée à l’article 2, n’est octroyée qu’aux travailleurs qui ont atteint l’âge, prévu à l’article 2, et qui satisfont aux conditions légales d’ancienneté pour pouvoir prétendre au statut de prépensionné, à savoir en 2010 et 2011 : 37 ans de passé professionnel en tant que salarié ou jours assimilés pour les ouvriers (si métier lourd : 35 ans) et 33 ans pour les ouvrières. En 2012, les conditions d’ancienneté pour les ouvriers sont de 38 ans de passé professionnel en tant que salarié ou jours assimilés (si métier lourd : 35 ans) et de 35 ans pour les ouvrières.
HOOFDSTUK III. — Tussenkomst door het waarborg- en sociaal fonds
CHAPITRE III. — Intervention du fonds social et de garantie
Art. 4. De bepalingen van hoofdstuk III van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn enkel van toepassing op de inrichtingen waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest en op de inrichtingen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol.
Art. 4. Les dispositions du chapitre III de la présente convention collective de travail s’appliquent uniquement aux institutions dont le siège social est situé en Région flamande et aux institutions dont le siège social est situé en Région de Bruxelles-Capitale subsidiées par la Communauté flamande et qui sont inscrites auprès de l’Office national de Sécurité sociale au rôle néerlandophone.
Art. 5. Voor de brugpensioenen die ingaan na ingangsdatum van die collectieve arbeidsovereenkomst, neemt het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ de terugbetaling aan de werkgevers ten laste van de aanvullende vergoeding zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 en van de bijzondere werkgeversbijdragen. Het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″ zal ertoe gehouden zijn binnen de limieten van de daartoe geïnde bijdragen te blijven.
Art. 5. Pour les prépensions qui commencent après la date d’entrée en vigueur de la présente convention collective de travail, le ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ prend en charge le remboursement aux employeurs de l’indemnité complémentaire telle que prévue dans la convention collective de travail no 17 du 19 décembre 1974 et des cotisations patronales particulières. Le ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ sera tenu de rester dans les limites des cotisations spécifiques perçues à cette fin.
Art. 6. De modaliteiten van terugbetaling zoals voorzien in artikel 5, worden bepaald in de raad van beheer van het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″.
Art. 6. Les modalités de remboursement telles que prévues à l’article 5 sont déterminées par le conseil d’administration du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″.
Art. 7. De werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″, verbinden er zich toe de bepalingen van artikel 5 te evalueren zes maanden vóór het verstrijken van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 7. Les organisations patronales et syndicales représentées au ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″ s’engagent à évaluer les dispositions de l’article 5, six mois avant la fin de la présente convention collective de travail.
71639
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK IV. — Berekeningswijze
CHAPITRE IV. — Mode de calcul
Art. 8. De aftrek van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt berekend op 100 pct. van het brutoloon.
Art. 8. La déduction des cotisations personnelles de sécurité sociale pour le calcul de l’indemnité complémentaire est calculée sur la base de 100 p.c. du salaire brut.
Art. 9. De bepalingen van artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn enkel van toepassing op de inrichtingen waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest, en op de inrichtingen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol.
Art. 9. Les dispositions de l’article 9 de la présente convention collective de travail s’appliquent uniquement aux institutions dont le siège social est situé en Région flamande et aux institutions dont le siège social est situé en Région de Bruxelles-Capitale subsidiées par la Communauté flamande et qui sont inscrites auprès de l’Office national de Sécurité sociale au rôle néerlandophone.
Voor de werknemers die gebruik maken van het recht op een vermindering van de arbeidsprestaties voor werknemers van 50 jaar en ouder, zoals bepaald in artikel 9, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, wordt de aanvullende vergoeding van het brugpensioen berekend op basis van een voltijdse arbeidsprestatie wanneer zij overstappen van de loopbaanvermindering naar het conventioneel brugpensioen zoals voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Pour les travailleurs qui font usage du droit des travailleurs de 50 ans ou plus à une réduction des prestations tel que prévu à l’article 9, § 1er de la convention collective de travail no 77bis, l’indemnité complémentaire de prépension sera calculée sur la base d’une prestation à temps plein lorsqu’ils passent de la réduction des prestations à la prépension conventionnelle telle que prévue par la présente convention collective de travail.
Het nettoreferteloon wordt berekend rekening houdend met de werkbonus toegekend aan werknemers met een laag loon.
Le salaire net de référence est calculé tenant compte du bonus de travail accordé aux travailleurs à bas salaire.
HOOFDSTUK V. — Geldigheidsduur
CHAPITRE V. — Durée d’application
Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012.
Art. 10. La présente convention collective de travail est conclue pour une période déterminée. Elle produit ses effets le 1er janvier 2010 et cesse d’être en vigueur le 31 décembre 2012.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2010 — 3896
[2010/204795]
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in de Vlaamse Gemeenschap (lange loopbaan) (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2010 — 3896
[2010/204795]
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la prépension conventionnelle à partir de 56 ans en Communauté flamande (longue carrière) (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in de Vlaamse Gemeenschap (lange loopbaan).
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, relative à la prépension conventionnelle à partir de 56 ans en Communauté flamande (longue carrière).
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
71640
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs
Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009
Convention collective de travail du 10 décembre 2009
Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in de Vlaamse Gemeenschap (lange loopbaan) (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99220/CO/152)
Prépension conventionnelle à partir de 56 ans en Communauté flamande (longue carrière) (Convention enregistrée le 4 mai 2010 sous le numéro 99220/CO/152)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna ″werknemers″ genoemd, van de onderwijsinstellingen en internaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, en gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap.
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières, dénommés ci-après ″travailleurs″, des établissements d’enseignement et des internats qui ressortissent à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, et qui sont subsidiés par la Communauté flamande.
HOOFDSTUK II. — Voorwaarden
CHAPITRE II. — Conditions
Art. 2. Rekening houdend met de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, met het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact en van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 van 20 december 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt het brugpensioen toegestaan in alle gevallen van ontslag, behalve om dringende reden, van een werknemer die de leeftijdsgrens van 56 jaar bereikt heeft en die aan de volgende voorwaarde voldoet :
Art. 2. Compte tenu des dispositions de la convention collective de travail no 17 du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du travail, de l’accord interprofessionnel 2007-2008, de l’arrêté royal du 3 mai 2007 fixant la prépension conventionnelle dans le cadre du Pacte de solidarité entre les générations et de la convention collective no 92 du 20 décembre 2007, conclue au sein du Conseil national du travail, la prépension est accordée dans tous les cas de licenciement, sauf pour motif grave, d’un travailleur ayant atteint l’âge de 56 ans et répondant à la condition suivante :
- het bewijs kunnen leveren dat hij een beroepsverleden van tenminste 40 jaar als loontrekkende heeft en dat vóór de leeftijd van 17 jaar gedurende tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd waarvoor sociale zekerheidsbijdragen zijn betaald met volledige onderwerping aan de sociale zekerheid of tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd in het kader van het leerlingenwezen die zich situeren vóór 1 september 1983.
- se prévaloir d’un passé professionnel d’au moins 40 ans en tant que travailleur salarié et prouver qu’ils ont effectué, avant l’âge de 17 ans, pendant au moins 78 jours, des prestations de travail pour lesquelles des cotisations de sécurité sociale ont été payées, avec assujettissement complet à la sécurité sociale, ou au moins 78 jours de prestations de travail dans le cadre de l’apprentissage qui se situent avant le 1er septembre 1983.
De datum die in acht moet worden genomen om de leeftijd en de anciënniteitsvoorwaarden te bepalen is deze waarop de arbeidsovereenkomst effectief verstrijkt.
La date à prendre en considération pour déterminer l’âge et les conditions relatives à l’ancienneté est celle à laquelle le contrat de travail prend effectivement fin.
HOOFDSTUK III. — Vergoeding
CHAPITRE III. — Indemnité
Art. 3. De vergoeding is ten laste van het ″Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs″.
Art. 3. L’indemnité complémentaire est à charge du ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre″.
Art. 4. Het waarborg- en sociaal fonds neemt de terugbetaling aan de werkgevers ten laste van de aanvullende vergoeding zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 en van de bijzondere werkgeversbijdragen. Het waarborg- en sociaal fonds zal ertoe gehouden zijn binnen de limieten van de daartoe geïnde bijdragen te blijven.
Art. 4. Le fonds social et de garantie prend en charge le remboursement aux employeurs de l’indemnité complémentaire telle que prévue dans la convention collective de travail no 17 du 19 décembre 1974 et des cotisations patronales particulières. Le fonds social et de garantie sera tenu de rester dans les limites des cotisations spécifiques perçues à cette fin.
HOOFDSTUK IV. — Berekeningswijze
CHAPITRE IV. — Mode de calcul
Art. 5. De aftrek van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt berekend op 100 pct. van het brutoloon.
Art. 5. La déduction des cotisations personnelles de sécurité sociale pour le calcul de l’indemnité complémentaire est calculée sur la base de 100 p.c. du salaire brut.
HOOFDSTUK V. — Geldigheid
CHAPITRE V. — Validité
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur.
Art. 6. La présente convention collective de travail est conclue pour une durée déterminée.
Zij treedt in werking op 1 januari 2010 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.
Elle entre en vigueur le 1er janvier 2010 et cesse d’être en vigueur le 31 décembre 2010.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
71641
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2010 — 3897
[2010/205043]
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2010 — 3897
[2010/205043]
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2009 betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur vanaf het schooljaar 2009-2010 (Vlaamse Gemeenschap) (1)
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, modifiant la convention collective de travail du 23 février 2009 relative à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée à partir de l’année scolaire 2009-2010 (Communauté flamande) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2009 betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten vanonbepaalde duur vanaf het schooljaar 2009-2010 (Vlaamse Gemeenschap).
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, modifiant la convention collective de travail du 23 février 2009 relative à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée à partir de l’année scolaire 2009-2010 (Communauté flamande).
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
ALBERT
Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs
Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009
Convention collective de travail du 10 décembre 2009
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2009 betreffende de omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van-onbepaalde duur vanaf het schooljaar 2009-2010 (Vlaamse Gemeenschap)
Modification de la convention collective de travail du 23 février 2009 relative à la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée à partir de l’année scolaire 2009-2010 (Communauté flamande)
(Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99222/CO/152)
(Convention enregistrée le 4 mai 2010 sous le numéro 99222/CO/152)
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de onderwijsinstellingen en internaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, en gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van de Hogescholen en de werklieden tewerkgesteld binnen het leerlingenvervoer van het buitengewoon onderwijs zoals gedefinieerd in de wet van 15 juli 1983 houdende de oprichting van de Nationale Dienst voor het Leerlingenvervoer. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst VIII van 6 oktober 2006 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2008 gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs (Vlaamse Gemeenschap), betreffende de verbetering van de arbeidsomstandigheden.
Article 1er. La présente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières, appelés ci-après ouvriers, des établissements d’enseignement et internats, ressortissant à la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, et subventionnés par la Communauté flamande, à l’exception des Hautes Ecoles et des ouvriers occupés dans le transport scolaire de l’enseignement spécial, tel que défini par la loi du 15 juillet 1983 portant création du Service national de Transport scolaire. La présente convention collective de travail est conclue en exécution de la convention collective de travail VIII du 6 octobre 2006 et en exécution de la convention collective de travail du 25 novembre 2008 conclue en Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre (Communauté flamande), relative à l’amélioration des conditions de travail.
71642
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Art. 2. Artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2009 tot omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur wordt vervangen door volgende bepaling :
Art. 2. L’article 10 de la convention collective de travail du 23 février 2009 visant la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée est remplacé par la disposition suivante :
″Art. 10. De flexibele arbeidstijdregeling zoals vernoemd in artikel 8 van deze overeenkomst wordt ingesteld conform de bepalingen in artikel 2, 3o, van de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen, en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 juni 1987. Hierbij wordt de normale wekelijkse arbeidsduur verkort of verlengd en de normale uurroosters worden vervangen door alternatieve uurroosters.
″Art. 10. Le régime de travail flexible visé au présent article 8 est instauré, conformément aux dispositions de l’article 2, 3o, de la loi du 17 mars 1987 relative à l’introduction de nouveaux régimes de travail dans les entreprises et de la convention collective de travail no 42 du 2 juin 1987, conclue au sein du Conseil national du travail, relative à l’introduction de nouveaux régimes de travail dans les entreprises, rendue obligatoire par arrêté royal du 18 juin 1987, permettant de raccourcir ou allonger la durée de travail hebdomadaire normale et de remplacer les horaires normaux par des horaires alternatifs.
Deze uurroosters zullen voorzien in een aantal gelimiteerde effectieve meeruren. Met inbegrip van meeruren mag een arbeidsdag de bovengrens van 9 uren arbeid niet overschrijden, alsook dienen de meeruren gelimiteerd te worden tot maximum 5 uren per week.
Ces horaires prévoient un nombre limité d’heures supplémentaires. Heures supplémentaires comprises, une journée de travail ne peut excéder la limite de 9 heures de travail, les heures supplémentaires devant être limitées à 5 heures par semaine.
De compensatie voor de gepresteerde meeruren gebeurt in volledige arbeidsdagen volgens het uurrooster van betrokken werknemer.
La compensation des heures supplémentaires prestées s’effectue en journées de travail complètes selon l’horaire de travail du travailleur concerné.
Het invoeren van een flexibele arbeidstijdregeling dient te gebeuren conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1991 betreffende de deeltijdse arbeid in uitvoering van de artikelen 182 en 189 van de programmawet van 22 december 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 september 1991, Belgisch Staatsblad van 26 oktober 1991.
L’introduction d’un régime de travail flexible doit s’effectuer conformément aux dispositions de la convention collective de travail du 25 juin 1991 relative au travail à temps partiel en exécution des articles 182 et 189 de la loi-programme du 22 décembre 1989, rendue obligatoire par arrêté royal du 26 septembre 1991, Moniteur belge du 26 octobre 1991.
De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur dient gerespecteerd te worden per schooljaar (1 september - 31 augustus).
La durée de travail hebdomadaire moyenne est à respecter par année scolaire (1er septembre - 31 août).
In de instelling kan een flexibele arbeidstijdregeling nooit verplicht opgelegd worden aan de betrokken werklieden maar dient steeds te gebeuren op vrijwillige basis.
Le régime de travail flexible au sein de l’établissement ne peut jamais être imposé aux ouvriers mais doit toujours s’effectuer sur base volontaire.
De invoering van alternatieve uurroosters zal gebeuren mits het in acht nemen van de procedure met betrekking tot de wijziging van het arbeidsreglement.″.
L’instauration d’horaires alternatifs s’effectue moyennant respect de la procédure de modification du règlement de travail.″.
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met terugwerkende kracht op 23 februari 2009, datum van inwerkingtreding van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2009 tot omzetting van contracten van bepaalde duur naar contracten van onbepaalde duur.
Art. 3. La présente convention collective de travail entre en vigueur avec effet rétroactif au 23 février 2009, date de l’entrée en vigueur de la convention collective de travail du 23 février 2009 visant la transposition de contrats à durée déterminée en contrats à durée indéterminée.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd.
Cette convention collective de travail est conclue pour une durée indéterminée.
Elk van de partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden. Deze opzegging gebeurt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Chacune des parties peut la dénoncer moyennant un délai de préavis de six mois, signifié par courrier recommandé à la poste adressé au président de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2010 — 3898
[2010/205001]
10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot oprichting van een waarborg- en sociaal fonds in de Franse en Duitstalige Gemeenschappen en tot vaststelling van de statuten ervan (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F. 2010 — 3898
[2010/205001]
10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, instituant un fonds social et de garantie en Communautés française et germanophone et en fixant les statuts (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, notamment l’article 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Vu la demande de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre;
71643
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, tot oprichting van een waarborg- en sociaal fonds in de Franse en Duitstalige Gemeenschappen en tot vaststelling van de statuten ervan.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 10 décembre 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, instituant un fonds social et de garantie en Communautés française et germanophone et en fixant les statuts.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
ALBERT
Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Références au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs
Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre
Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009
Convention collective de travail du 10 décembre 2009
Oprichting van een waarborg- en sociaal fonds in de Franse en Duitstalige Gemeenschappen en tot vaststelling van de statuten ervan (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99223/CO/152)
Institution d’un fonds social et de garantie en Communautés française et germanophone et fixation de ses statuts (Convention enregistrée le 4 mai 2010 sous le numéro 99223/CO/152)
Titel 1. — Invoering
Titre 1er. — Institution
Artikel 1. In toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid voert het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs een fonds voor de bestaanszekerheid in, waarvan de statuten hierna worden bepaald.
Article 1er. En application de la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d’existence, la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre institue un fonds de sécurité d’existence, dont les statuts sont fixés ci-après.
Art. 2. Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters, hierna ″arbeiders″ genoemd, van de instellingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs, waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die zijn ingeschreven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op de Franstalige rol.
Art. 2. La présente convention s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières, dénommés ci-après ″ouvriers″, des institutions ressortissant à la compétence de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, dont le siège social est situé en Région wallonne et en Région de Bruxelles-Capitale et qui sont inscrites auprès de l’Office national de sécurité sociale au rôle francophone.
Art. 3. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2010 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegtermijn van zes maanden die bij een ter post aangetekend schrijven worden betekend en wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs.
Art. 3. La présente convention entre en vigueur le 1er janvier 2010 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par chacune des parties moyennant un préavis de six mois, à notifier par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.
Titel 2. — Statuten
Titre 2. — Statuts
HOOFDSTUK I. — Benaming, hoofdzetel en bevoegdheid ″ratione loco″
CHAPITRE Ier. — Dénomination, siège social et compétence ″ratione loco″
Artikel 1. Op 1 januari 2010 wordt een fonds voor bestaanszekerheid, genoemd ″Waarborg- en So-ciaal Fonds voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs in de Franse en Duitstalige Gemeenschappen″ ingevoerd.
Article 1er. Le 1er janvier 2010, il est institué un fonds de sécurité d’existence dénommé ″Fonds social et de garantie pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre en Communautés française et germanophone″.
Art. 2. De hoofdzetel van het fonds is gevestigd aan de Mounierlaan 100, te 1200 Brussel.
Art. 2. Le siège social du fonds est établi avenue Mounier 100, 1200 Bruxelles.
71644
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Art. 3. Het fonds oefent zijn activiteiten uit ten bate van de arbeiders die werken voor de instellingen voor vrij onderwijs waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die zijn ingeschreven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op de Franstalige rol.
Art. 3. Le fonds exerce ses activités au profit des ouvriers travaillant pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre dont le siège social est situé en Région wallonne et en Région de Bruxelles-Capitale et qui sont inscrites auprès de l’Office national de sécurité sociale au rôle francophone.
HOOFDSTUK II. — Doel
CHAPITRE II. — Objet
Art. 4. Het fonds heeft tot doel :
Art. 4. Le fonds a pour objet :
1o de bijdragen te innen die noodzakelijk zijn voor de werking ervan;
1o de percevoir les cotisations nécessaires à son fonctionnement;
2o bijkomende sociale voordelen toe te kennen aan de arbeiders van het vrij onderwijs; 3o de betaling van deze voordelen te waarborgen;
2o d’octroyer les avantages sociaux complémentaires aux ouvriers de l’enseignement libre; 3o d’assurer la liquidation de ces avantages;
4o de financiering te waarborgen van de initiatieven inzake werkgelegenheid en opleiding van risicogroepen zoals bepaald door hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 dat maatregelen omvat ter bevordering van de werkgelegenheid in toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot vrijwaring van het concurrentievermogen.
4o d’assurer le financement des initiatives en matière d’emploi et de formation des groupes à risque comme prévu par le chapitre II de l’arrêté royal du 27 janvier 1997 contenant des mesures pour la promotion de l’emploi en application de l’article 7, § 2 de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l’emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité.
In het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid en de opleiding van risicogroepen die werd gesloten op 22 april 1998 binnen het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs bestaat de taak van het fonds er meer bepaald in te ontvangen, te beheren en toe te wijzen aan de doelstellingen, waarvoor de bedragen die hiertoe door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) werden geïnd, bestemd zijn.
Dans le cadre de la convention collective de travail relative aux mesures en faveur de l’emploi et de la formation des groupes à risque conclue le 22 avril 1998 au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre, le fonds a notamment pour mission de recevoir, de gérer et d’affecter aux objectifs en vue desquels elles sont destinées les cotisations perçues à cet effet par l’Office national de sécurité sociale (ONSS).
HOOFDSTUK III Toekenning en betaling van bijkomende sociale voordelen
CHAPITRE III Octroi et liquidation d’avantages sociaux complémentaires
Art. 5. De arbeiders bedoeld in artikel 3 van titel 2 hebben recht op bijkomende sociale voordelen ten laste van het fonds, waarvan
Art. 5. Les ouvriers visés à l’article 3 du titre 2 ont droit à des avantages sociaux complémentaires à charge du fonds, dont
— de aard;
— la nature;
— het bedrag;
— le montant;
— de toekenningsvoorwaarden;
— les conditions d’octroi;
— en de betalingsvoorwaarden
— et les modalités de liquidation
worden bepaald door een collectieve arbeidsovereenkomst die wordt gesloten binnen het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs en verbindend wordt gemaakt aan de hand van een koninklijk besluit.
sont fixés par une convention collective de travail conclue au sein de la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre et rendue obligatoire par arrêté royal.
Art. 6. De betaling van de bijkomende sociale voordelen mag in geen geval afhankelijk zijn van de storting door de werkgever van de bijdragen die hij verschuldigd is.
Art. 6. En aucun cas, la liquidation des avantages sociaux complémentaires ne peut être subordonnée au versement par l’employeur des cotisations qui lui incombent.
HOOFDSTUK IV. — Beheer
CHAPITRE IV. — Gestion
Art. 7. Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur die paritair is samengesteld uit afgevaardigden van werkgevers en werknemers, die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs.
Art. 7. Le fonds est géré par un conseil d’administration, composé paritairement de délégués des employeurs et des travailleurs, représentés en Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre.
Deze raad bestaat uit zes leden, van wie drie leden de werkgevers en drie leden de werknemers vertegenwoordigen.
Ce conseil est composé de six membres, dont trois représentent les employeurs et trois représentent les travailleurs.
Tenminste 4 leden van de raad van bestuur worden aangeduid door het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs onder de effectieve of plaatsvervangende leden van dit comité die deel uitmaken van de Franstalige taalrol, van wie twee leden onder de vertegenwoordigers van de werknemers en twee leden onder de vertegenwoordigers van de werkgevers. Hun mandaat loopt ten einde, wanneer ze geen lid meer zijn van het paritair comité. In dat geval worden ze vervangen door een lid van het paritair comité dat behoort tot dezelfde groep en dezelfde taalrol als het lid wiens mandaat ten einde is gelopen.
Au moins 4 membres du conseil d’administration sont désignés par la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre parmi les membres effectifs ou suppléants de cette commission appartenant au rôle linguistique francophone, dont deux parmi les représentants des travailleurs et deux parmi les représentants des employeurs. Leur mandat s’achève lorsqu’ils cessent d’être membre de la commission paritaire. Dans ce cas, ils sont remplacés par un membre de la commission paritaire appartenant au même groupe et au même rôle linguistique que le membre dont le mandat a pris fin.
De vertegenwoordigers van de werkgevers en de vertegenwoordigers van de werknemers kiezen, elk voor wat hen aanbelangt, vrij het derde lid van hun delegatie. De duur van het mandaat bedraagt vier jaar; deze termijn is vernieuwbaar.
Les représentants des employeurs et les représentants des travailleurs, chacun pour ce qui les concerne, choisissent librement le troisième membre de leur délégation. La durée du mandat est de quatre ans, renouvelable.
Het mandaat loopt ten einde na vier jaar, in geval van overlijden of ontslag of wanneer de groep die het heeft toegekend, dit intrekt.
Le mandat prend fin par l’arrivée du terme, en cas de décès ou de démission, ou lorsque le groupe qui les a désignés le leur retire.
Art. 8. De raad van bestuur duidt in zijn schoot de voorzitter aan onder de leden van de vertegenwoordiging van de werkgevers.
Art. 8. Le conseil d’administration désigne en son sein le président, parmi la délégation des employeurs.
Art. 9. De raad van bestuur duidt in zijn schoot een secretaris aan, onder de leden van de vertegenwoordiging van de werknemers.
Art. 9. Le conseil d’administration désigne en son sein un secrétaire, parmi la délégation des représentants des travailleurs.
Art. 10. De raad van bestuur vergadert op uitnodiging van de voorzitter.
Art. 10. Le conseil d’administration se réunit sur convocation du président.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE De voorzitter moet ervoor zorgen dat de raad tenminste tweemaal per jaar vergadert of wanneer twee leden van de raad een vergadering aanvragen. Bij de uitnodigingen worden de agendapunten vermeld.
71645
Le président est tenu de convoquer le conseil au moins deux fois par an, ou lorsque deux membres du conseil en font la demande. Les convocations doivent mentionner l’ordre du jour.
De notulen worden opgesteld door de secretaris en ondertekend door de persoon die de vergadering heeft voorgezeten. Ze worden bij de uitnodiging voor de volgende vergadering gevoegd.
Les procès-verbaux sont établis par le secrétaire et signés par la personne qui a présidé la séance. Ils sont transmis avec la convocation à la réunion suivante.
De beslissingen worden genomen met een tweederde meerderheid en voor zover de meerderheid wordt bereikt in elke groep.
Les décisions sont prises à la majorité des deux tiers, et pour autant que la majorité soit atteinte dans chaque groupe.
Opdat de stemming geldig is, moeten tenminste vier leden, van wie de helft de werkgevers en de andere helft de werknemers vertegenwoordigt, aanwezig zijn.
Pour que le vote soit valable, quatre membres au moins, dont la moitié représente les employeurs et l’autre moitié représente les travailleurs, doivent être présents.
In geval van gelijkheid is de stem van de voorzitter beslissend.
En cas d’égalité, la voix du président est prépondérante.
De stemming kan alleen betrekking hebben op de agendapunten.
Le vote ne peut porter que sur les points figurant à l’ordre du jour.
Art. 11. De taak van de raad van bestuur bestaat erin het fonds te beheren en alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de goede werking ervan. De raad beschikt over alle macht voor het beheer en het bestuur van het fonds. De raad van bestuur is vertegenwoordigd in alle acties van de raad en treedt in rechte op door de voorzitter of de afgevaardigd bestuur die hiertoe wordt aangeduid.
Art. 11. Le conseil d’administration a pour mission de gérer le fonds et de prendre toute les mesures nécessaires à son bon fonctionnement. Il est investi des pouvoirs les plus étendus pour la gestion et l’administration du fonds. Le conseil d’administration est représenté dans toutes ses actions et este en justice par le président ou l’administrateur délégué désigné à cet effet.
De bestuurders zijn uitsluitend verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat.
Les administrateurs sont seulement responsables de l’exécution de leur mandat.
Ze nemen geen enkele persoonlijke verplichting op zich betreffende de engagementen van het fonds.
Ils ne contractent aucune obligation personnelle relative aux engagements du fonds.
Art. 12. De raad van bestuur kan zijn gehele of gedeeltelijke bevoegdheid overdragen aan één of meerdere van zijn leden of zelfs aan derden.
Art. 12. Le conseil d’administration peut déléguer tout ou partie de ses pouvoirs à un ou plusieurs de ses membres, ou même à des tiers.
Art. 13. De kosten voor het bestuur van het fonds worden jaarlijks bepaald door de raad van bestuur.
Art. 13. Les frais d’administration du fonds sont fixés annuellement par le conseil d’administration.
HOOFDSTUK V. — Financiering
CHAPITRE V. — Financement
Art. 14. De financiering van het fonds wordt gewaarborgd conform de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2009 betreffende de financiering van het waarborg- en sociaal fonds in de Franse en Duitstalige Gemeenschappen.
Art. 14. Le financement du fonds est assuré conformément à la convention collective de travail du 10 décembre 2009 relative au financement du fonds social et de garantie en Communautés française et germanophone.
HOOFDSTUK VI. — Balans en rekeningen
CHAPITRE VI. — Bilan et comptes
Art. 15. Het boekjaar gaat van start op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.
Art. 15. L’exercice prend cours le 1er janvier et se clôture le 31 décembre de la même année.
Art. 16. Op 31 december van elk jaar worden de balans en de rekeningen van het afgelopen boekjaar afgesloten. De balans en de rekeningen moeten duidelijk zijn op boekhoudkundig vlak.
Art. 16. Chaque année, à la date du 31 décembre, le bilan et les comptes de l’exercice écoulé sont clôturés. Le bilan et les comptes doivent être clairement définis sur le plan de la comptabilité.
HOOFDSTUK VII. — Controle
CHAPITRE VII. — Contrôle
Art. 17. Elk jaar maken de raad van bestuur en de persoon die door het paritair comité conform artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 wordt aangeduid als revisor of boekhoudkundig expert, elk een schriftelijk verslag op van de uitvoering van hun taak in de loop van het afgelopen jaar.
Art. 17. Chaque année, le conseil d’administration ainsi que la personne désignée par la commission paritaire conformément à l’article 12 de la loi du 7 janvier 1958 comme réviseur ou expert comptable, établissent chacun un rapport écrit sur l’exécution de leur mission au cours de l’année écoulée.
De balans en de schriftelijke verslagen moeten uiterlijk in de loop van de maand juni ter goedkeuring worden voorgelegd aan het paritair comité.
Le bilan et les rapports écrits doivent être soumis à l’approbation de la commission paritaire au plus tard dans le courant du mois de juin.
HOOFDSTUK VIII. — Ontbinding en afrekening
CHAPITRE VIII. — Dissolution et liquidation
Art. 18. De beslissing om het fonds te ontbinden wordt genomen door het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs. Het comité neemt een beslissing over de bestemming van de goederen en de waarden van het fonds na vereffening van de schulden door deze goederen en waarden een bestemming te geven die overeenstemt met de doelstelling, waarvoor het fonds werd opgericht. Het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs duidt de leden van de raad van bestuur aan bedoeld in artikel 7, 3de lid aan als vereffenaars.
Art. 18. La dissolution du fonds est prononcée par la Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre. La commission décide de la destination des biens et valeurs du fonds après acquittement du passif en donnant à ces biens et valeurs une affectation conforme à l’objet en vue duquel le fonds a été créé. La Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l’enseignement libre désigne comme liquidateurs les membres du conseil d’administration visés à l’article 7, alinéa 3.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
71646
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2010 — 3899 [2010/204691] 10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de arbeidsduur (Franse Gemeenschap) (1)
F. 2010 — 3899 [2010/204691] 10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, relative au temps de travail (Communauté française) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de arbeidsduur (Franse Gemeenschap).
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, relative au temps de travail (Communauté française).
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs
Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné
Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009
Convention collective de travail du 30 avril 2009
Arbeidsduur (Franse Gemeenschap) (Overeenkomst geregistreerd op 26 oktober 2009 onder het nummer 95206/CO/225)
Temps de travail (Communauté française) (Convention enregistrée le 26 octobre 2009 sous le numéro 95206/CO/225)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, met uitzondering van de gesubsidieerde vrije internaten en de hogescholen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs.
Article 1er. La présente convention collective s’applique aux employeurs et aux travailleurs subsidiés par la Communauté française, à l’exclusion des internats libres subventionnés et des hautes écoles qui ressortissent à la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné.
HOOFDTUK II. — Arbeidsduur
CHAPITRE II. — Temps de travail
Art. 2. De wekelijkse arbeidsduur bedoeld in artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971 bedraagt sinds 1 januari 2002, voor een voltijds werkend personeelslid, gemiddeld 36 uur per week.
Art. 2. Pour un membre du personnel travaillant à temps plein, la durée de travail hebdomadaire visée à l’article 19 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail est fixée à 36 heures en moyenne par semaine depuis le 1er janvier 2002.
Voor de deeltijdse werknemer, bepaalt de arbeidsovereenkomst de wekelijkse arbeidsduur die overeenstemt met een breuk van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werknemer, die bepaald is op 36 uur per week.
Pour le travailleur à temps partiel, le contrat de travail fixe la durée hebdomadaire de travail correspondant à une fraction de la durée hebdomadaire moyenne de travail d’un travailleur à temps plein fixée à 36 heures par semaine.
Art. 3. Toepassing van het artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971
Art. 3. Application de l’article 20bis de la loi du 16 mars 1971 sur le travail
3.1. De arbeidsduur van 36 uren voor een voltijdse werknemer, is een wekelijks gemiddelde dat moet nageleefd worden over een jaar van 12 opeenvolgende maanden.
3.1. La durée de travail de 36 heures pour un temps plein est une moyenne hebdomadaire à respecter sur une année de 12 mois consécutifs.
De arbeidsduur die, bij toepassing van het 2e lid van artikel 1, in de arbeidsovereenkomst voor de deeltijdse personeelsleden bepaald wordt op X/36sten, is een wekelijks gemiddelde dat moet nageleefd worden over een jaar van 12 opeenvolgende maanden.
La durée du travail, fixée dans le contrat à X/36e pour les membres du personnel à temps partiel en application de l’alinéa 2 de l’article 1er est une moyenne hebdomadaire à respecter sur une année de 12 mois consécutifs.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71647
Het refertejaar loopt in principe van 1 september tot 31 augustus, behalve indien er een afwijking opgenomen is in het arbeidsreglement.
L’année de référence est en principe du 1er septembre au 31 août, sauf dérogation inscrite dans le règlement de travail.
Het aantal voltijdse arbeidsuren over het refertejaar bedraagt 1 872 uren, met inbegrip van de uren gelijkgesteld aan de arbeidsduur en de uren die betrekking hebben op een periode van schorsing van de uitvoering van het contract bepaald door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidscontracten.
Le nombre d’heure de travail à temps plein sur l’année de référence est de 1 872 heures, en ce compris les heures assimilées à du temps de travail et les heures afférentes à une période de suspension de l’exécution du contrat prévue par la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail.
Het arbeidsreglement zal het aantal arbeidsuren over het refertejaar verduidelijken voor alle variabele uurroosters, en dit met inbegrip van de deeltijdse uurroosters.
Le règlement de travail précisera le nombre d’heures de travail sur l’année de référence pour tous les horaires flexibles, en ce compris pour les horaires à temps partiel.
Er is geen enkele loontoeslag verschuldigd, voor zover het jaarlijkse gemiddelde van de uurroosters wordt nageleefd binnen de grenzen vastgelegd in deze collectieve arbeidsovereenkomst, ongeacht de toepassing van de wet van 16 maart l971.
Aucun sursalaire n’est dû pour autant que la moyenne annuelle des horaires est respectée dans les limites fixées dans la présente convention collective, sans préjudice de l’application de la loi du 16 mars 1971.
3.2. De normale daglimiet voor voltijdse arbeid bedraagt 7 uren 12 minuten en de normale weeklimiet voor voltijdse arbeid bedraagt 36 uren.
3.2. La limite journalière normale de travail à temps plein est de 7 heures 12 minutes et la limite hebdomadaire normale de travail à temps plein est de 36 heures.
Het arbeidsreglement zal de normale dag- en weeklimiet voor alle variabele uurroosters verduidelijken, met inbegrip van de deeltijdse uurroosters.
Le règlement de travail précisera la limite journalière normale et la limite hebdomadaire normale pour tous les horaires flexibles, en ce compris pour les horaires à temps partiel.
Deze limieten moeten worden nageleefd tijdens de dagen van de schoolsluiting van de instelling.
Ces limites doivent être respectées pendant les jours de fermeture scolaire de l’établissement.
3.3. Het aantal uren dat zal kunnen worden gepresteerd boven of beneden de normale daglimiet zal worden vastgelegd in het arbeidsreglement. Het aantal uren dat zal kunnen worden gepresteerd boven of beneden de normale daglimiet zal in geen geval 2 uren mogen overschrijden en de dagelijkse arbeidsduur mag 9 uren niet overschrijden.
3.3. Le nombre d’heures qui pourront être prestées au-delà ou en deçà de la limite journalière normale de travail sera fixé dans le règlement de travail. Le nombre d’heures qui pourront être prestées au-delà ou en deçà de la limite journalière normale de travail ne pourra en tout cas dépasser 2 heures et sans que la durée de travail journalière ne puisse excéder 9 heures.
3.4. Het aantal uren dat zal kunnen worden gepresteerd boven de normale weeklimiet zal worden vastgelegd in het arbeidsreglement. Het aantal uren dat zal kunnen worden gepresteerd boven de normale weeklimiet zal in geen geval 5 uren mogen overschrijden zonder dat de arbeidsduur 41 uren mag overschrijden.
3.4. Le nombre d’heures qui pourront être prestées au-delà de la limite hebdomadaire normale sera fixé dans le règlement de travail. Le nombre d’heures qui pourront être prestées au-delà de la limite hebdomadaire normale ne pourra en tout cas dépasser 5 heures sans que la durée de travail puisse dépasser 41 heures.
3.5. Overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990 en in afwijking op artikel 4 hiervan zijn de kredieturen voor de deeltijdse werknemers die hun prestaties uitvoeren volgens een variabel uurrooster, waarvoor geen loontoeslag moet betaald worden, gelijk aan de bijkomende uren die zijn vastgelegd in het arbeidsreglement, boven de gemiddelde wekelijkse duur vermeld in het contract, voor zover het jaarlijkse gemiddelde van de gemiddelde wekelijkse duur vermeld in het contract nageleefd wordt binnen de grenzen vastgelegd in deze collectieve overeenkomst.
3.5. Conformément à l’article 6 de l’arrêté royal du 25 juin 1990 et en dérogation à son article 4, le crédit d’heures pour les travailleurs à temps partiel exécutant leurs prestations suivant un horaire flexible, pour lequel aucun sursalaire n’est dû, est équivalent aux heures complémentaires qui ont été prévues dans le règlement de travail, au-delà de la durée hebdomadaire moyenne fixée au contrat, pour autant que la moyenne annuelle de la durée hebdomadaire moyenne fixée au contrat soit respectée dans les limites fixées dans la présente convention collective.
Overeenkomstig artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 wordt de referteperiode verlengd tot 1 jaar.
Conformément à l’article 11bis de la loi du 3 juillet 1978, la période de référence est prolongée à 1 an.
3.6. Deze collectieve overeenkomst wijkt niet af van deze van 25 juni 1991 betreffende de deeltijdse arbeid in uitvoering van de artikels 181 en 189 van de programmawet van 22 december 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 september 1991.
3.6. La présente convention collective ne déroge pas à celle du 25 juin 1991 concernant le travail à temps partiel en exécution des articles 181 et 189 de la loi-programme du 22 décembre 1989, rendue obligatoire par arrêté royal du 26 septembre 1991.
HOOFDSTUK III. — Vaststelling van het maandloon
CHAPITRE III. — Fixation de la rémunération mensuelle
Art. 4. Het bruto-maandloon van de werknemer is gelijk aan het bedrag van het bruto-jaarloon, waarvan het bedrag is bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009 betreffende de beroepsclassificaties en de lonen gedeeld door 12,92. Het personeelslid ontvangt dus, per kalenderjaar, 12 maal het maandloon plus een vakantiegeld gelijk aan 92 pct. van het maandloon.
Art. 4. La rémunération mensuelle brute du travailleur est égale au montant de la rémunération annuelle brute, dont le montant est fixé dans la convention collective de travail du 30 avril 2009 relative aux classifications professionnelles et aux rémunérations divisée par 12,92. Le membre du personnel reçoit donc, par année civile, 12 fois le salaire mensuel, plus un pécule de vacances égal à 92 p.c. du salaire mensuel.
HOOFDSTUK IV. — Vaststelling van het maandloon van de deeltijds werkende personeelsleden
CHAPITRE IV. — Fixation de la rémunération mensuelle des membres du personnel travaillant à temps partiel
Art. 5. Het loon van de deeltijdse werknemer is gelijk aan het product van de vermenigvuldiging van het maandloon met een breuk waarvan de noemer 36 is en waarvan de teller gelijk is aan het aantal uren dat bekomen wordt bij toepassing van het artikel 1 van bovenvermeld punt III.
Art. 5. La rémunération du travailleur à temps partiel est égale au produit de la multiplication du salaire mensuel par une fraction dont le dénominateur est 36 et dont le numérateur est égal au nombre d’heures obtenu en application de l’article 1er du point III ci-dessus.
Bij elke betaalperiode hebben de deeltijdse werknemers, zelfs zij die in dienst werden genomen met een variabel uurrooster, recht op een loon berekend op basis van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die vermeld wordt in hun arbeidsovereenkomst.
Les travailleurs à temps partiel, même ceux engagés suivant un horaire variable, ont droit, à chaque période de paie, à une rémunération calculée sur la base de la durée hebdomadaire moyenne mentionnée dans leur contrat de travail.
HOOFDSTUK V. — Duur
CHAPITRE V. — Durée
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt het punt IV ″arbeidsduur″ van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2001 betreffende de arbeidsvoorwaarden, geregistreerd onder het nr. 64897/CO/225. Zij wordt van kracht op 1 mei 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.
Art. 6. La présente convention collective de travail remplace le point IV ″temps de travail″ de la convention collective de travail du 21 décembre 2001 relative aux conditions de travail, enregistrée sous le no 64897/CO/225. Elle produit ses effets le 1er mai 2009 et est conclue pour une durée indéterminée.
71648
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd mits naleving van een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Chacune des parties contractantes peut la dénoncer moyennant un préavis de trois mois, à notifier par lettre recommandée à la poste au président de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2010 — 3900 [C − 2010/12274] 10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de beroepenindelingen en de lonen (Franse Gemeenschap) (1)
F. 2010 — 3900 [C − 2010/12274] 10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, relative aux classifications professionnelles et aux rémunérations (Communauté franc¸ aise) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de beroepenindelingen en de lonen (Franse Gemeenschap).
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 30 avril 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, relative aux classifications professionnelles et aux rémunérations (Communauté franc¸ aise).
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs
Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné
Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009
Convention collective de travail du 30 avril 2009
Beroepenindelingen en lonen (Franse Gemeenschap)
Classifications professionnelles et rémunérations (Communauté franc¸ aise)
(Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2009 onder het nummer 96371/CO/225)
(Convention enregistrée le 10 décembre 2009 sous le numéro 96371/CO/225)
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd worden, met uitzondering van de vrije gesubsidieerde internaten en de hogescholen, die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs vallen.
CHAPITRE Ier. — Champ d’application La présente convention collective s’applique aux employeurs et aux travailleurs subsidiés par la Communauté franc¸ aise, à l’exclusion des internats libres subventionnés et des hautes écoles, qui ressortissent à la compétence de la Commission paritaire pour employés des institutions de l’enseignement libre subventionné.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK II. — Beroepenindeling en minimumloon 1. Administratie Uitvoerende werkzaamheden 1.1.1. Categorie Bedienden waarvan de functie gekenmerkt wordt door de correcte uitvoering van een eenvoudig werk van secundaire aard. Het gaat niet om functies waarbij een beroep gedaan wordt op een persoonlijk initiatief, maar zij moeten worden uitgevoerd volgens regels die op voorhand zijn vastgelegd. Valt onder deze categorie : — Klerk Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 1. 1.1.2. Categorie 2 Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : — de correcte uitvoering van eenvoudige taken waarvan de verantwoordelijkheid beperkt wordt door een directe controle; — een beperkte assimilatietijd die het mogelijk maakt om bekwaamheid te verwerven in een bepaalde taak. Vallen onder deze categorie : — Opstellers — Hulpbibliothecarissen Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 2. 1.2. Conceptwerkzaamheden Bedienden waarvan de functie gekenmerkt wordt door een autonoom, afwisselend werk, dat gewoonlijk initiatief en overleg vraagt van degene die het uitvoert en dat verantwoordelijkheid voor de uitvoering ervan met zich meebrengt. Vallen onder deze categorie : — Beheerder multimedia — Financieel beheerder — Beheerder van cultuur-, sport-, restaurant-, … infrastructuur — Bibliothecaris Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 3. 2. Opvoeders Vallen onder deze categorie : — Surveillanten Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 1. — Surveillanten-animatoren Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 2. — Studiemeesters-repetitoren Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 3. 3. Paramedici Vallen onder deze categorie : — Logopedisten — Ergotherapeuten — Verpleegkundigen — Sociaal assistenten — Psychologen Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 4. 4. Animator (buiten uurrooster) Vallen onder deze categorie : — Animatoren (kunst, sport, taal, computer) Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 2. 5. Onderwijsopdrachten Vallen onder deze categorie : — Onderwijzers : basis- of kleuterschool Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 3. — Kinderverzorgsters Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 5. — Speciale taalleerkrachten, leraren algemene vakken, technische vakken of praktijkvakken in het lager secundair onderwijs (voltijds of sociale promotie) Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 6. — Leraar algemene vakken of technische vakken in het hoger secundair onderwijs voltijds of sociale promotie) : houder van de licentiaatstitel Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 7A.
71649
CHAPITRE II. — Classification des fonctions et rémunération minimale 1. Adminitratifs 1.1. Travaux d’exécution 1.1.1. Catégorie Employés dont la fonction est caractérisée par l’exécution correcte d’un travail simple d’ordre secondaire. Il ne s’agit pas de fonctions faisant appel à l’initiative personnelle, mais elles doivent être exercées conformément à des règles fixées préalablement. Entre dans cette catégorie : — Le commis Sa rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 1re. 1.1.2. Catégorie 2 Employés dont la fonction est caractérisée par : — l’exécution correcte de travaux simples dont la responsabilité est limitée par un contrôle direct; — un temps limité d’assimilation permettant d’acquérir de la dextérité dans un travail déterminé. Entrent dans cette catégorie les : — Rédacteurs — Aides bibliothécaire Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 2. 1.2. Travaux de conception Employés dont la fonction est caractérisée par un travail autonome, diversifié, exigeant habituellement de l’initiative, du raisonnement de la part de celui qui l’exécute et comportant la responsabilité de son exécution. Entrent dans cette catégorie le : — Gestionnaire multimédia — Gestionnaire financier — Gestionnaire d’infrastructures culturelle, sportive, restaurant,… — Bibliothécaire Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 3. 2. Educateurs Entrent dans cette catégorie les : — Surveillants Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 1ère. — Surveillants-animateurs Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 2. — Responsables étude dirigée Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 3. 3. Paramédicaux Entrent dans cette catégorie les : — Logopèdes — Ergothérapeutes — Infirmier(e)s — Assistants sociaux — Psychologues Leur rémunération minimum est fixée conformément à l’annexe 4. 4. Animateur d’atelier (hors grille horaire) Entrent dans cette catégorie les : — Animateurs (artistique, sportif, de langue, informatique) Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 2. 5. Chargés d’enseignement Entrent dans cette catégorie les : — Instituteurs : primaire/maternel Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 3. — Puéricultrices Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 5. — Maîtres spéciaux de langue, professeur de cours généraux de cours techniques ou de cours pratiques dans l’enseignement secondaire inférieur (plein exercice ou promotion sociale) Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 6. — Professeur de cours généraux ou de cours techniques dans l’enseignement secondaire supérieur (plein exercice ou de promotion sociale) : porteur du titre de licencié Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 7A.
71650
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
— Leraar algemene vakken of technische vakken in het hoger secundair onderwijs voltijds of sociale promotie) : houder van het AESS-diploma Hun minimumloon wordt vastgelegd volgens bijlage 7B. — Leraar praktijkvakken in de hogere graad Hun bezoldiging wordt vastgelegd volgens bijlage 8.
— Professeur de cours généraux ou de cours techniques dans l’enseignement secondaire supérieur (plein exercice ou de promotion sociale) : porteur du titre d’AESS Leur rémunération minimum est fixée suivant l’annexe 7B. — Professeur de cours pratique au degré supérieur Leur rémunération est fixée à l’annexe 8.
HOOFDSTUK III Vaststelling van het maandloon van de voltijdse personeelsleden Het maandloon van de werknemer is gelijk aan het bedrag van het bruto jaarloon, waarvan het bedrag hierboven wordt vastgelegd, gedeeld door 12,92. Het personeelslid ontvangt dus per kalenderjaar 12 maal het maandloon, plus een vakantiegeld dat gelijk is aan 92 pct. van het maandloon.
CHAPITRE III. — Fixation de la rémunération mensuelle des membres du personnel à temps plein La rémunération mensuelle du travailleur est égale au montant de la rémunération annuelle brute, dont le montant est fixé ci-dessus, divisée par 12,92. Le membre du personnel rec¸ oit donc, par année civile, 12 fois le salaire mensuel, plus un pécule de vacances égal à 92 p.c. du salaire mensuel.
HOOFDSTSUK IV. — Vaststelling van het maandloon van de deeltijdse personeelsleden Het loon van de deeltijdse werknemer is gelijk aan het product van de vermenigvuldiging van het maandloon met een breuk waarvan de noemer 36 is en de teller het aantal uren dat men bekomt door de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009 betreffende de arbeidsduur. De deeltijdse werknemers, ook degenen die in een variabel uurrooster worden aangeworven, hebben bij iedere loonperiode recht op een loon dat wordt berekend op basis van de in hun arbeidsovereenkomst vermelde wekelijkse gemiddelde arbeidsduur.
CHAPITRE IV. — Fixation de la rémunération mensuelle des membres du personnel travaillant à temps partiel La rémunération du travailleur à temps partiel est égale au produit de la multiplication du salaire mensuel par une fraction dont le dénominateur est 36 et dont le numérateur est égal au nombre d’heures obtenu en application de la convention collective de travail du 30 avril 2009 relative au temps de travail. Les travailleurs à temps partiel, même ceux engagés suivant un horaire variable, ont droit, à chaque période de paie, à une rémunération calculée sur la base de la durée hebdomadaire moyenne mentionnée dans leur contrat de travail.
HOOFDSTUK V. — Indexkoppeling De maandloonschalen worden geïndexeerd overeenkomstig de bruto beginlonen die zijn vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2001 betreffende de arbeidsvoorwaarden (geregistreerd onder nr. 64897/CO/225), volgens de loonschalen van de leerkrachten in openbare dienst, namelijk telkens als de spilindex wordt overschreden door de afgevlakte gezondheidsindex. Zij worden gekoppeld aan de spilindex 1,4859, basis 2009, betaalbaar aan 100 pct. op 1 mei 2009. De afronding gebeurt door het cijfer dat op de af te ronden decimaal volgt te verwaarlozen wanneer het kleiner is dan 5 en de decimaal naar de naasthogere eenheid te verhogen wanneer dat cijfer gelijk is aan of hoger dan 5.
CHAPITRE V. — Indexation Les barèmes mensuels sont indexables, à partir de la rémunération brute de départ fixée dans la convention collective de travail du 21 décembre 2001 relative aux conditions de travail (enregistrée sous le n° 64897/CO/225), conformément aux barèmes des enseignants de la fonction publique, à savoir chaque fois que l’indice pivot a été dépassé par l’indice santé lissé. Elles sont liées à l’indice pivot 1,4859, base 2009, liquidation à 100 p.c. au 1er mai 2009. L’arrondi est opéré en négligeant le chiffre suivant la décimale à arrondir s’il est inférieur à 5 et en portant la décimale à arrondir à l’unité supérieure si ce chiffre est égal ou supérieur à 5.
HOOFDSTUK VI. — Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 2009. Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden beëindigd mits naleving van een opzegtermijn van drie maanden, per een ter post aangetekend schrijven meegedeeld aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs.
CHAPITRE VI. — Durée La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er mai 2009 et est conclue pour une durée indéterminée. Chacune des parties peut la dénoncer moyennant un préavis de trois mois, à notifier par lettre recommandée à la poste adressée au président de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Bijlagen aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende de beroepenindelingen en de lonen (Franse Gemeenschap)
Annexes à la convention collective de travail du 30 avril 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, relative aux classifications professionnelles et aux rémunérations (Communauté franc¸ aise)
Bijlage 1 - loonschaal klerk, surveillanten. Bijlage 2 - loonschaal opstellers, hulpbibliothecarissen, surveillantenanimatoren, animatoren (kunst, sport, taal, computer). Bijlage 3 - loonschaal beheerders multimedia, financiële beheerders, beheerders van cultuur-, sport-, restaurant- … infrastructuur, bibliothecarissen, studiemeesters-repetitoren, onderwijzers basis- of kleuteronderwijs. Bijlage 4 - loonschaal logopedisten, ergotherapeuten, verpleegkundigen, sociaal assistenten, psychologen. Bijlage 5 - loonschaal kinderverzorgsters. Bijlage 6 - loonschaal speciale taalleerkrachten. Bijlage 7A - loonschaal leraars algemene vakken of technische vakken in het hoger secundair onderwijs, houders van de licentiaatstitel. Bijlage 7B - loonschaal leraars algemene vakken of technische vakken in het hoger secundair onderwijs, houders van het AESS-diploma. Bijlage 8 - loonschaal leraars praktijkvakken in de hogere graad.
Annexe 1re — barème commis, surveillants. Annexe 2 — barème rédacteurs, aides bibliothécaire, surveillantsanimateurs, animateurs (artistique, sportif, de langue, informatique). Annexe 3 - barème gestionnaires multimédia, gestionnaires financiers, gestionnaires d’infrastructures culturelle, sportive, restaurant…, bibliothécaires, responsables étude dirigée, instituteurs primaires/maternels. Annexe 4 - barème des logopèdes, ergothérapeutes, infirmier(e)s, assistants sociaux, psychologues. Annexe 5 - barème des puéricultrices. Annexe 6 - barème des maîtres spéciaux de langue. Annexe 7A - barème des professeurs de cours généraux ou de cours techniques au degré supérieur, porteur d’un titre de licencié. Annexe 7B - barème des professeurs de cours généraux ou de cours techniques au degré supérieur, porteur d’un titre d’AESS. Annexe 8 - barème des professeurs de cours pratiques du degré supérieur.
71651
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Bijlage - Annexe 1/1re - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
20653,46
1598,56
1
20882,43
1616,29
2
21111,39
1634,01
3
21340,35
1651,73
4
21607,47
1672,40
5
22004,35
1703,12
7
22401,21
1733,84
8
23030,86
1782,57
9
23427,73
1813,29
11
23824,61
1844,01
13
24217,25
1874,40
14
24844,43
1922,94
15
25237,09
1953,34
17
25640,64
1984,57
19
26037,52
2015,29
21
26434,39
2046,01
23
26831,25
2076,72
25
27228,13
2107,44
27
27624,99
2138,16
29
28021,87
2168,88
Bijlage/Annexe 2 - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
22027,24
1704,89
1
22447,00
1737,38
2
22866,77
1769,87
3
23286,54
1802,36
4
23439,18
1814,18
5
24412,28
1889,50
7
25385,36
1964,81
8
25538,01
1976,63
9
26511,11
2051,94
11
27484,19
2127,26
13
28446,96
2201,78
14
29061,38
2249,33
15
30024,14
2323,85
17
31003,71
2399,67
19
31976,81
2474,99
21
32949,90
2550,30
23
33923,00
2625,62
25
34896,11
2700,94
27
35869,18
2776,25
29
36842,28
2851,57
31
37815,37
2926,89
71652
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Bijlage/Annexe 3 - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
25883,67
2003,38
1
26693,32
2066,05
2
27502,98
2128,71
3
28312,63
2191,38
5
29492,16
2282,68
7
30680,11
2374,62
9
31882,96
2467,72
11
33085,82
2560,82
13
34288,68
2653,92
15
35491,53
2747,02
17
36694,40
2840,12
19
37897,26
2933,22
21
39100,12
3026,33
23
40302,97
3119,42
25
41505,83
3212,53
27
42708,69
3305,63
Bijlage/Annexe 4 - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
25518,28
1975,10
1
26444,51
2046,79
2
27370,74
2118,48
3
28296,97
2190,17
5
29383,19
2274,24
7
30767,15
2381,36
9
32168,25
2489,80
11
33569,35
2598,25
13
34970,46
2706,69
15
38088,78
2948,05
17
37772,66
2923,58
19
39173,76
3032,02
21
40574,87
3140,47
23
41975,97
3248,91
25
43377,07
3357,36
27
44778,17
3465,80
Bijlage/Annexe 5 - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
18277,96
1414,70
1
18605,79
1440,08
2
18933,60
1465,45
3
19261,43
1490,82
5
19803,16
1532,75
7
20344,93
1574,68
9
20886,69
1616,62
71653
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
11
21428,45
1658,55
13
21970,23
1700,48
15
22511,96
1742,41
17
23053,71
1784,34
19
23595,49
1826,28
21
24137,25
1868,21
23
24682,99
1910,45
25
25235,47
1953,21
27
25787,96
1995,97
Bijlage/Annexe 6 - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
26303,51
2035,88
1
27136,43
2100,34
2
27969,37
2164,81
3
28802,30
2229,28
5
30168,44
2335,02
7
31560,05
2442,73
9
32953,21
2550,56
11
34346,38
2658,39
13
35739,54
2766,22
15
37132,70
2874,05
17
38525,88
2981,88
19
39919,04
3089,71
21
41312,20
3197,54
23
42705,37
3305,37
25
44098,53
3413,20
27
45491,69
3521,03
Bijlage/Annexe 7A - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
33860,75
2620,80
1
34924,67
2703,15
2
37052,51
2867,84
5
39043,05
3021,91
7
41033,60
3175,97
9
43024,14
3330,04
11
45014,68
3484,11
13
47005,22
3638,18
15
48995,77
3792,24
17
50986,31
3946,31
19
52976,85
4100,38
21
54967,39
4254,44
23
56957,93
4408,51
25
58948,48
4562,58
27
58948,48
4562,58
29
58948,48
4562,58
71654
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
31
58948,48
4562,58
33
58948,48
4562,58
57 jaar/ans*
60939,02
4716,64
58 jaar/ans*
62929,56
4870,71
* Bij 57 en 58 jaar en maximum loonschaalanciënniteit. * Si 57 et 58 ans et maximum de l’ancienneté barémique. Bijlage/Annexe 7B - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
33860,75
2620,80
1
34924,67
2703,15
2
37052,51
2867,84
5
39043,05
3021,91
7
41033,60
3175,97
9
43024,14
3330,04
11
45014,68
3484,11
13
47005,22
3638,18
15
48995,77
3792,24
17
50986,31
3946,31
19
52976,85
4100,38
21
54967,39
4254,44
23
56957,93
4408,51
25
58948,48
4562,58
27
58948,48
4562,58
29
58948,48
4562,58
31
58948,48
4562,58
33
58948,48
4562,58
57 jaar/ans*
60939,02
4716,64
58 jaar/ans*
62929,56
4870,71
* Bij 57 en 58 jaar en maximum loonschaalanciënniteit. * Si 57 et 58 ans et maximum de l’ancienneté barémique. Bijlage/Annexe 8 - Index 1,4859
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
0
30606,06
2368,89
1
31450,26
2434,23
2
33166,16
2567,04
5
34573,26
2675,95
7
35980,36
2784,86
9
37387,45
2893,77
11
38794,55
3002,67
13
40201,65
3111,58
15
41608,74
3220,49
17
43015,84
3329,40
19
44422,94
3438,31
21
45830,04
3547,22
71655
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Anciënniteit — Ancienneté
Geïndexeerd bruto jaarloon — Annuel brut indexé
Geïndexeerd bruto maandloon — Mensuel brut indexé
23
47237,13
3656,12
25
48644,23
3765,03
27
50051,33
3873,94
29
50051,33
3873,94
31
50051,33
3873,94
33
50051,33
3873,94
57 jaar/ans*
51458,42
3982,85
58 jaar/ans*
52865,52
4091,76
* Bij 57 en 58 jaar en maximum loonschaalanciënniteit. * Si 57 et 58 ans et maximum de l’ancienneté barémique. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2010 — 3901 [C − 2010/12309] 10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 betreffende het stelsel van de conventionele dagen dienstvrijstelling van het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap (1)
F. 2010 — 3901 [C − 2010/12309] 10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 octobre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, modifiant la convention collective de travail du 7 juillet 2006 relative au régime de jours conventionnels de dispense de service pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franc¸ aise (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 betreffende het stelsel van de conventionele dagen dienstvrijstelling van het niet gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 15 octobre 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, modifiant la convention collective de travail du 7 juillet 2006 relative au régime de jours conventionnels de dispense de service pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franc¸ aise.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
ALBERT
Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
71656
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs
Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009
Convention collective de travail du 15 octobre 2009
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 betreffende het stelsel van de conventionele dagen dienstvrijstelling van het niet gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99216/CO/225) Artikel 1. § 1 van artikel 4 van de bovenvermelde collectieve overeenkomst van 7 juli 2006 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. De bedienden van een gesubsidieerde vrije Hogeschool die buiten het onderwijs (initiële of voortgezette opleiding - Voorbeeld : een bediende belast met administratief werk, een bediende belast met toegepaste wetenschap, een bediende belast met het onderhoud van informaticamateriaal, …) nog een job hebben, genieten een stelsel van wettelijke jaarlijkse vakantie en conventionele dagen dienstvrijstelling dat als volgt is bepaald (een tabel als bijlage geeft de toewijzing van het verlof weer) : — minder dan 45 jaar : 32 werkdagen in het kader van de 5 dagenweek; — tussen 45 en 49 jaar : 33 werkdagen in het kader van de 5 dagenweek; — 50 jaar tot 59 jaar : 34 werkdagen in het kader van de 5 dagenweek. ». Art. 2. Deze collectieve overeenkomst treedt in werking op 1 oktober 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Elke verdragsluitende partij kan de overeenkomst opzeggen mits een opzegtermijn van drie maanden die via een ter post aangetekend schrijven gericht tot de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.
Modification de la convention collective de travail du 7 juillet 2006 relative au régime de jours conventionnels de dispense de service pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franc¸ aise (Convention enregistrée le 4 mai 2010 sous le numéro 99216/CO/225) Article 1er. Le § 1er de l’article 4 de la convention collective du 7 juillet 2006 susmentionnée est remplacé par la disposition suivante : « § 1er. Les employés d’une Haute Ecole libre subventionnée ayant un travail autre que celui d’enseignement (formation initiale ou continuée - Exemple : un employé chargé du travail administratif, un employé chargé de recherche appliquée, un employé chargé de la maintenance du matériel informatique, …) bénéficient d’un régime de vacances annuelles légales et jours conventionnels de dispenses de service fixé comme suit (un tableau reprend les attributions de congés en annexe) : — moins de 45 ans : 32 jours ouvrables dans le cadre de la semaine de 5 jours; — entre 45 et 49 ans : 33 jours ouvrables dans le cadre de la semaine de 5 jours; — de 50 à 59 ans : 34 jours ouvrables dans le cadre de la semaine de 5 jours. ». Art. 2. La présente convention collective entre en vigueur le 1er octobre 2009 et est conclue pour une durée indéterminée. Chacune des parties contractantes peut la dénoncer moyennant un préavis de trois mois, à notifier par lettre recommandée à la poste au président de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné. Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 betreffende het stelsel van de conventionele dagen dienstvrijstelling van het niet gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap
Annexe à la convention collective de travail du 15 octobre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, modifiant la convention collective de travail du 7 juillet 2006 relative au régime de jours conventionnels de dispense de service pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté franc¸ aise
Tabel 1 : Verloven voor de onderwijsfunctie :
Tableau 1 : Congés pour la fonction enseignante :
Schorsing van de onderwijsactiviteit — Suspension de l’activité d’enseignement (*)
Wettelijke verloven — Congés légaux
Dagen conventionele dienstvrijstelling — Jours de dispense conventionnelle de service
1/10
60
2
58
2/10
60
4
56
3/10
60
6
54
4/10
60
8
52
5/10
60
10
50
6/10
60
12
48
7/10
60
14
46
8/10
60
16
44
9/10
60
18
42
10/10
60
20
40
* in dagen
* en jours
71657
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Tabel 2 : Verloven voor de administratieve functie (tot 45 jaar) :
Tableau 2 : Congés pour la fonction administrative (jusqu’à 45 ans) :
Werkelijke verloven — Congés réels (*) (**)
Wettelijke verloven — Congés légaux
Dagen conventionele dienstvrijstelling — Jours de dispense conventionnelle de service
1/10
3
2
1
2/10
6
4
2
3/10
9
6
3
4/10
12
8
4
5/10
15
10
5
6/10
18
12
6
7/10
21
14
7
8/10
24
16
8
9/10
27
18
9
10/10
30
20
10
* in dagen
* en jours
** Deze dagen werkelijk verlof kunnen een aantal kalenderdagen geven die verschillen volgens het werkrooster en het deel van een opdracht. Bijvoorbeeld, de 15 dagen kunnen overeenkomen met 30 werkdagen als het personeelslid deeltijds werkt, eveneens verdeeld over de 5 werkdagen van een week.
** Ces jours de congé réels peuvent générer un nombre de jours calendrier différents selon l’horaire de travail et la fraction de charge. Par exemple, les 15 jours peuvent correspondre à 30 jours ouvrables si le membre du personnel preste un mi-temps réparti également sur les 5 jours ouvrables d’une semaine.
Tabel 3 : Verloven voor de administratieve functie boven 45 jaar :
:
Tableau 3 : Congés pour la fonction administrative au-delà de 45 ans
Aantal werkelijke verlofdagen Nombre de jours de congé réels leeftijd âge →
-45
50 en+
60
61
62
63
64
3,4
3,5
3,6
3,7
/10è →
45/50
1
3
3,1
3,2
3,3
2
6
6,2
6,4
6,6
6,8
7
7,2
7,4
3
9
9,3
9,6
9,9
10,2
10,5
10,8
11,1
4
12
12,4
12,8
13,2
13,6
14
14,4
14,8
5
15
15,5
16
16,5
17
17,5
18
18,5
6
18
18,6
19,2
19,8
20,4
21
21,6
22,2
7
21
21,7
22,4
23,1
23,8
24,5
25,2
25,9
8
24
24,8
25,6
26,4
27,2
28
28,8
29,6
9
27
27,9
28,8
29,7
31,6
31,5
32,4
33,3
10
30
31
32
33
34
35
36
37
De afronding van de decimalen gebeurt naar de hogere eenheid vanaf 0,5.
L’arrondi des décimales se fait à l’unité supérieure à partir de 0,5.
Een voorbeeld van de berekening van de conventionele dagen dienstvrijstelling
Un exemple de calcul des jours conventionnels de dispense d’activité de service
1. De berekening gebeurt per kalenderjaar.
1. Le calcul s’effectue par année civile.
2. Het personeelslid wordt aangeworven :
2. Le membre du personnel est engagé :
— voor 7/10 als onderwijzer
— pour 7/10 comme enseignant;
— voor 3/10 in de administratie.
— pour 3/10 comme administratif.
3. Het personeelslid wordt voor de 1ste maal aangeworven in de Hogeschool als contractueel.
3. Le membre du personnel est engagé pour la 1re fois dans la Haute Ecole comme contractuel.
71658
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
4. Het jaar begint op 15 september 2006.
4. L’année commence le 15 septembre 2006.
5. De Hogeschool heeft 3 van de 5 dagen laten vastleggen door de IM (cf. artikel 3, § 1, d/ van deze overeenkomst) van 30 oktober tot 3 november (week van Allerheiligen).
5. La Haute Ecole a placé 3 des 5 jours à fixer par le PO (cf. article 3, § 1er, d/ de la présente convention) du 30 octobre au 3 novembre (semaine de Toussaint).
1. Op hoeveel dagen conventionele dienstvrijstelling heeft dit personeelslid recht voor de 7/10 onderwijs ?
1. A combien de jours de dispense conventionnelle de service a droit ce membre du personnel pour les 7/10 enseignement ?
Het aantal dagen conventionele dienstvrijstelling is gelijk aan het aantal dagen schorsing van onderwijsactiviteit min de wettelijke verlofdagen min de feestdagen in de in aanmerking genomen periode (cf. artikel 6, § 2).
Le nombre de jours de dispense conventionnelle de service est égal au nombre de jours de suspension d’activité d’enseignement moins les jours de congé légaux moins les jours fériés sur la période considérée (cf. article 6, § 2).
De dagen Schorsing van OnderwijsActiviteit (SOA) komen overeen met 11 dagen, met inbegrip van de feestdagen (die niet op een zaterdag of zondag vallen), oftewel :
Les jours de Suspension de l’Activité d’Enseignement (SAE) correspondent à 11 jours, y compris les jours fériés (qui ne tombent pas un samedi ou un dimanche), soit :
— 27 september;
— le 27 septembre;
— 30 en 31 oktober en 1, 2 en 3 november (11 november valt op een zaterdag in 2006);
— les 30 et 31 octobre et les 1er, 2 et 3 novembre (le 11 novembre tombe un samedi en 2006);
— 25, 26, 27, 28, 29 december (30 en 31 december vallen op een zaterdag en een zondag in 2006).
— les 25, 26, 27, 28, 29 décembre (les 30 et 31 décembre tombent un samedi et un dimanche en 2006).
Waarvan 4 feestdagen
Dont 4 jours fériés
De dagen Conventionele DienstVrijstelling (CDV) komen overeen met 3 dagen :
Les jours de Dispense Conventionnelle de Service (DCS) correspondent à 3 jours :
Het aantal dagen conventionele dienstvrijstelling is gelijk aan het aantal dagen schorsing van onderwijsactiviteit (SOA) (tabel 1, kolom 1) min de wettelijke verlofdagen min de feestdagen in de in aanmerking genomen periode.
Le nombre de jours de dispense conventionnelle de service est égal au nombre de jours de suspension d’activité d’enseignement (SAE) (tableau 1, colonne 1) moins les jours de congés légaux moins les jours fériés sur la période considérée.
Het aantal gekregen dagen wettelijk verlof over de prestatieperiode is gelijk aan het aantal dagen wettelijk verlof volgens het deel van een opdracht (tabel 1, kolom 2) vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen van de periode (een maand = 30 dagen) gedeeld door 360.
Le nombre de jours de congé légaux promérité sur la période de prestation est égal au nombre de jours de congé légaux selon la fraction de charge (tableau 1, colonne 2) multiplié par le nombre de jours calendrier de la période (un mois = 30 jours) divisé par 360.
Oftewel,
Soit,
CDV = SOA (11) – wettelijk verlof
DSC = SAE (11) – congés légaux
(14 x106/360 = 4,122) – feestdagen (4)
(14 x106/360 = 4,122) – jours fériés (4)
CDV = 11 – 4 – 4 = 3
DSC = 11 – 4 – 4 = 3
2. Op hoeveel dagen conventionele dienstvrijstelling heeft dit personeelslid recht voor de 3/10 administratieve taken ?
2. A combien de jours de dispense conventionnelle de service a droit ce membre du personnel pour les 3/10 de tâches administratives ?
Het aantal dagen conventionele dienstvrijstelling is gelijk aan het aantal dagen werkelijk verlof min het aantal dagen wettelijk verlof over de in aanmerking genomen periode.
Le nombre de jours de dispense conventionnelle de service égale le nombre de jours de congé réels moins le nombre de jours de congés légaux sur la période considérée.
Het werkelijk verlof (WerV) naar rato van de prestatieperiode komt overeen met 3 dagen (zonder de feestdagen), oftewel :
Les congés réels (CR) au prorata de la période de prestation correspondent à 3 jours (sans les jours fériés), soit :
WerV = aantal dagen volgens het deel van een opdracht (tabel 2, kolom 1) vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen van de periode (een maand = 30 dagen) gedeeld door 360.
CR = nombre de jours selon la fraction de charge (tableau 2, colonne 1) multiplié par le nombre de jours calendrier de la période (un mois = 30 jours) divisé par 360.
Oftewel,
Soit,
WerV = 9 × 106/360 = 2,65 = 3
CR = 9 × 106/360 = 2,65 = 3
Het wettelijk verlof (WetV) naar rato van de prestatieperiode komt overeen met het aantal dagen wettelijk verlof volgens het deel van de opdracht (tabel 2, kolom 2) vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen van de periode (een maand = 30 dagen) gedeeld door 360.
Les congés légaux (CL) au prorata de la période de prestation correspondent au nombre de jours de congés légaux selon la fraction de charge (tableau 2, colonne 2) multiplié par le nombre de jours calendrier de la période (un mois = 30 jours) divisé par 360.
Oftewel,
Soit,
6 × 106/360 = 1,76 = 2
6 × 106/360 = 1,76 = 2
De dagen conventionele dienstvrijstelling (CDV) komen overeen met 1 dag, oftewel : CDV = WerV (3) – WetV (2); CDV = 1 Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.
Les jours de dispense conventionnelle de service (DCS) correspondent à 1 jour, soit : DCS = CR (3) – CL (2); DCS = 1 Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile,
Mevr. J. MILQUET
Mme J. MILQUET
71659
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
N. 2010 — 3902 [2010/205016] 10 OKTOBER 2010. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 houdende baremisering van de functies voor het niet-gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap (1)
F. 2010 — 3902 [2010/205016] 10 OCTOBRE 2010. — Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 octobre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, modifiant la convention collective de travail du 7 juillet 2006 portant barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté française (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs; Op de voordracht van de Minister van Werk,
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu la demande de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné; Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 houdende baremisering van de functies voor het niet gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap.
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 15 octobre 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, modifiant la convention collective de travail du 7 juillet 2006 portant barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté française.
Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 2. Le Ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010.
ALBERT
Donné à Bruxelles, le 10 octobre 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
Nota
Note
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
(1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Bijlage
Annexe
Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs
Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009
Convention collective de travail du 15 octobre 2009
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 houdende baremisering van de functies voor het niet gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsi-dieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99217/CO/225)
Modification de la convention collective de travail du 7 juillet 2006 portant barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté française (Convention enregistrée le 4 mai 2010 sous le numéro 99217/CO/225)
Artikel 1. De barematabellen die bij bovenvermelde collectieve overeenkomst van 7 juli 2006 zijn gevoegd, worden vervangen door de tabellen die bij deze overeenkomst worden gevoegd.
Article 1er. Les tableaux de barèmes annexés à la convention collective du 7 juillet 2006 susmentionnée sont remplacés par les tableaux annexés à la présente convention.
Art. 2. Deze collectieve overeenkomst treedt in werking op 1 oktober 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Art. 2. La présente convention collective entre en vigueur le 1er octobre 2009 et est conclue pour une durée indéterminée.
Elke verdragsluitende partij kan de overeenkomst opzeggen mits een opzegtermijn van drie maanden die via een ter post aangetekend schrijven gericht tot de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs wordt betekend.
Chacune des parties contractantes peut la dénoncer moyennant un préavis de trois mois, à notifier par lettre recommandée à la poste au président de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d’asile, Mme J. MILQUET
71660
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2006 houdende baremisering van de functies voor het niet gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap
Annexe à la convention collective de travail du 15 octobre 2009, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés des institutions de l’enseignement libre subventionné, modifiant la convention collective de travail du 7 juillet 2006 portant barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté française
Baremisering van de functies voor het niet gesubsidieerd contractueel personeel van de Hogescholen van het gesubsidieerd vrij onderwijs in de Franse Gemeenschap
Barémisation des fonctions pour le personnel contractuel non subsidié des Hautes Ecoles de l’enseignement libre subventionné en Communauté française
CTI 634 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut Index 1,4859 — Index 1,4859
0 1 2 3 4 5 7 9 10 11 13 15 16 17 19 21 23 25 27 29
21.827,62 22.073,55 22.565,39 22.565,39 22.852,27 23.278,52 23.704,77 24.131,02 24.807,29 25.233,53 25.659,78 26.086,03 26.762,28 27.188,53 27.614,78 28.041,03 28.467,28 28.893,53 29.319,78 29.746,03
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92) 1.689,44 1.708,48 1.746,55 1.746,55 1.768,75 1.801,74 1.834,73 1.867,73 1.920,07 1.953,06 1.986,05 2.019,04 2.071,38 2.104,38 2.137,37 2.170,36 2.203,35 2.236,34 2.269,33 2.302,32
CTI 612 In onbruik/En désuétude Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
CTI 679 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé
Index 1,4859 — Index 1,4859
Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
0
23.303,08
1.803,64
1
23.753,93
1.838,54
2
24.655,64
1.908,33
71661
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé
Index 1,4859 — Index 1,4859
Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
3
24.655,64
1.908,33
4
24.819,58
1.921,02
5
25.864,70
2.001,91
7
26.909,49
2.082,78
9
27.954,27
2.163,64
10
28.118,21
2.176,33
11
29.163,33
2.257,22
13
30.208,46
2.338,12
15
31.253,58
2.419,01
16
31.909,40
2.469,77
17
32.954,52
2.550,66
19
33.999,64
2.631,55
21
35.044,76
2.712,44
23
36.089,88
2.793,33
25
37.135,00
2.874,23
27
38.180,12
2.955,12
29
39.225,24
3.036,01
31
40.270,37
3.116,90
CTI 699 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut Index 1,4859 — Index 1,4859
0 1 2 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31
32.835,37 33.278,72 34.165,42 34.165,42 35.193,15 36.220,88 37.248,61 38.276,34 39.304,07 40.331,80 41.359,53 42.387,25 43.414,98 44.442,71 45.470,44 46.498,17 47.525,90 48.553,63
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92) 2.541,44 2.575,75 2.644,38 2.644,38 2.723,93 2.803,47 2.883,02 2.962,56 3.042,11 3.121,66 3.201,20 3.280,75 3.360,29 3.439,84 3.519,38 3.598,93 3.678,48 3.758,02
71662
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE CTI 346 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé
Index 1,4859 — Index 1,4859
Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
0
32.199,51
2.492,22
1
33.096,66
2.561,66
2
34.890,96
2.700,54
5
36.362,39
2.814,43
7
37.833,83
2.928,31
9
39.305,26
3.042,20
11
40.776,69
3.156,09
13
42.248,13
3.269,98
15
43.719,56
3.383,87
17
45.190,99
3.497,75
19
46.662,43
3.611,64
21
48.133,86
3.725,53
23
49.605,29
3.839,42
25
51.076,73
3.953,31
27
52.548,16
4.067,20
28
52.548,16
4.067,20
29
52.548,16
4.067,20
CTI 501 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé
Index 1,4859 — Index 1,4859
Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
0
34.281,05
2.653,33
1
35.393,58
2.739,44
2
37.618,64
2.911,66
5
39.700,12
3.072,77
7
41.781,61
3.233,87
9
43.863,10
3.394,98
11
45.944,59
3.556,08
13
48.026,07
3.717,19
15
50.107,56
3.878,29
17
52.189,05
4.039,40
19
54.270,53
4.200,51
21
56.352,02
4.361,61
23
58.433,51
4.522,72
25
60.515,00
4.683,82
27
60.515,00
4.683,82
29
60.515,00
4.683,82
71663
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE CTI 231 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé
Index 1,4859 — Index 1,4859
Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
0
33.447,20
2.588,79
1
34.344,34
2.658,23
2
36.138,64
2.797,11
5
37.610,07
2.911,00
7
39.081,51
3.024,88
9
40.552,94
3.138,77
11
42.024,37
3.252,66
13
43.495,81
3.366,55
15
44.967,24
3.480,44
17
46.438,67
3.594,32
19
47.910,11
3.708,21
21
49.381,54
3.822,10
23
50.852,98
3.935,99
25
52.324,41
4.049,88
27
53.795,84
4.163,76
28
53.795,84
4.163,76
29
53.795,84
4.163,76
CTI 502 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé
Index 1,4859 — Index 1,4859
Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
0
38.156,91
2.953,32
1
39.269,44
3.039,43
2
41.494,50
3.211,65
5
43.575,99
3.372,75
7
45.657,47
3.533,86
9
47.738,96
3.694,97
11
49.820,45
3.856,07
13
51.901,94
4.017,18
15
53.983,42
4.178,28
17
56.064,91
4.339,39
19
58.146,40
4.500,50
21
60.227,88
4.661,60
23
62.309,37
4.822,71
25
64.390,86
4.983,81
27
64.390,86
4.983,81
29
64.390,86
4.983,81
71664
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE CTI 557 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé
Index 1,4859 — Index 1,4859
Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
0
45.262,72
3.503,31
1
46.375,25
3.589,42
2
48.600,31
3.761,63
5
50.681,80
3.922,74
7
52.763,28
4.083,85
9
54.844,77
4.244,95
11
56.926,26
4.406,06
13
59.007,75
4.567,16
15
61.089,23
4.728,27
17
63.170,72
4.889,37
19
65.252,21
5.050,48
21
67.333,69
5.211,59
23
69.415,18
5.372,69
25
71.496,67
5.533,80
27
71.496,67
5.533,80
29
71.496,67
5.533,80
CTI 558 Anciënniteit — Ancienneté
Bruto jaarlijks — Annuel brut
Bruto maandelijks geïndexeerd — Mensuel brut indexé
Index 1,4859 — Index 1,4859
Zonder eindejaarspremie (A’ = T/12,92) — Sans prime de fin d’année (A’ = T/12,92)
0
56.423,85
4.367,17
1
57.536,38
4.453,28
2
59.761,43
4.625,50
5
61.842,92
4.786,60
7
63.924,41
4.947,71
9
66.005,90
5.108,82
11
68.087,38
5.269,92
13
70.168,87
5.431,03
15
72.250,36
5.592,13
17
74.331,84
5.753,24
19
76.413,33
5.914,34
21
78.494,82
6.075,45
23
80.576,31
6.236,56
25
82.657,79
6.397,66
27
82.657,79
6.397,66
29
82.657,79
6.397,66
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.
Vu pour être annexé à l’arrêté royal du 10 octobre 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,
La Vice-Première Ministre et Ministre de l’Emploi et de l’Egalité des chances, Chargée de la Politique de migration et d’asile,
Mevr. J. MILQUET
Mme J. MILQUET
71665
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE GRONDWETTELIJK HOF N. 2010 — 3903
[2010/205619] Uittreksel uit arrest nr. 116/2010 van 21 oktober 2010
Rolnummer 4842 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, minstens van artikel 3 ervan, ingesteld door Patrick Speeckaert en Sven Boullart. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 januari 2010 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 januari 2010, hebben Patrick Speeckaert, die keuze van woonplaats heeft gedaan te 9910 Knesselare, Brugstraat 22, en Sven Boullart, wonende te 9910 Knesselare, Brugstraat 22, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 juli 2009), minstens van artikel 3 ervan. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, « minstens van artikel 3 ervan ». Uit de uiteenzetting van de middelen van het verzoekschrift blijkt dat het beroep beperkt is tot artikel 3 van dat decreet. B.2.1. Het bestreden artikel 3 van het voormelde decreet bepaalt : « De in de diepe ondergrond van nature aanwezige koolwaterstoffen zijn eigendom van het Vlaamse Gewest. De eigendom van koolwaterstoffen die met gebruikmaking van een winningsvergunning worden gewonnen, gaat door het winnen ervan over op de vergunninghouder, op voorwaarde dat een vergoeding wordt betaald aan het Vlaamse Gewest overeenkomstig hoofdstuk II, afdeling II. De eigendom van koolwaterstoffen die met gebruikmaking van een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen als monsters of formatiebeproevingen aan de ondergrond worden onttrokken, gaat over op de vergunninghouder zonder dat er een vergoeding aan het Vlaamse Gewest betaald moet worden ». B.2.2. Overeenkomstig artikel 2 van het bestreden decreet wordt verstaan onder : « 1o diepe ondergrond : ondergrond vanaf een diepte van ten minste 100 meter onder het aardoppervlak; 2o koolwaterstof : elke in de diepe ondergrond aanwezige substantie van organische oorsprong, in een daar via natuurlijke weg ontstane concentratie van hoofdzakelijk koolstof- en waterstofverbindingen of koolstof, in vaste, vloeibare of gasvormige toestand, zoals onder meer bruinkool, steenkool, aardolie en aardgas, of mijngas, zijnde eender welk gas dat onttrokken kan worden uit een mijn ». B.3. De artikelsgewijze toelichting bij het bestreden artikel 3 vermeldt : « Ingevolge deze bepaling zijn alle koolwaterstoffen die van nature in de diepe ondergrond aanwezig zijn (dit is volgens het decreet dus vanaf een diepte van 100 meter onder het aardoppervlak), in beginsel eigendom van het Vlaamse Gewest. Vanzelfsprekend vallen koolwaterstoffen die het voorwerp uitmaken van een vergunning in het kader van de wet van 18 juli 1975 betreffende het opsporen en exploiteren van ondergrondse bergruimten in situ bestemd voor het opslaan van gas, hier niet onder, omdat deze zich niet van nature in de diepe ondergrond bevinden. Deze bepaling vormt eigenlijk een toepassing van de ruimte die artikel 552 van het Burgerlijk Wetboek laat voor beperkingen aan het eigendomsrecht van de bovengrondeigenaar. Ingevolge het beginsel van natrekking bevat de eigendom van de grond in principe de eigendom in zich van al hetgeen zich op en onder de grond bevindt. Zo mag een eigenaar, in beginsel, onder zijn grond naar goeddunken bouwen en graven en uit die gravingen alle voortbrengsels halen die zij kunnen opleveren, echter behoudens de beperkingen die onder meer voortvloeien uit de wetten en verordeningen betreffende de mijnen. In het ontwerp van decreet wordt het eigendomsrecht van de bovengrondeigenaar in die zin beperkt, dat alle koolwaterstoffen die zich van nature op een diepte van ten minste 100 meter onder het aardoppervlak bevinden, eigendom zijn van het Vlaamse Gewest. De minimumdiepte van 100 meter onder het aardoppervlak is een uiting van het zoeken naar een adequaat evenwicht tussen enerzijds het vermijden van overdreven hinder voor de rechthebbenden ten aanzien van de bovengrond en het inperken van het eigendomsrecht, en anderzijds het vanuit geologisch standpunt vooropstellen van een realistische diepte waarop koolwaterstoffen opgespoord en gewonnen kunnen worden. In elk geval wordt de bovengrondeigenaar niet beperkt in wat redelijkerwijs als een normaal gebruik van zijn eigendom kan beschouwd worden. De eigendom van koolwaterstoffen die in het kader van het decreet met gebruikmaking van een winningsvergunning of, als het louter monsters of formatiebeproevingen betreft, met gebruikmaking van een opsporingsvergunning inzake koolwaterstoffen aan de ondergrond worden onttrokken, gaat door het onttrekken aan de ondergrond ervan over op de vergunninghouder. De houder van een winningsvergunning moet hiervoor wel een vergoeding betalen aan het Vlaamse Gewest » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2008-2009, nr. 2164/1, pp. 14-15). B.4. De verzoekende partijen voeren twee middelen aan. Het eerste middel is afgeleid uit de schending van artikel 16 van de Grondwet en van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Het tweede middel is afgeleid uit de schending van de bevoegdheidverdelende regels, inzonderheid van artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
71666
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Ten aanzien van het belang B.5.1. Ter staving van hun belang voeren de verzoekende partijen aan dat zij eigenaar en onderling mede-eigenaar zijn van ongeveer twee hectaren hoofdzakelijk onbebouwde en aaneengesloten onroerende goederen, gelegen te Knesselare-Ursel. Die eigendommen bevinden zich « pal op de Cuesta van Maldegem (ook wel de cuesta van Zomergem-Oedelem genoemd) ». Op grond van artikel 552 van het Burgerlijk Wetboek zouden zij de volle eigendom van de voormelde onroerende goederen hebben, ook wat de ondergrond betreft. B.5.2. De Vlaamse Regering betwist het belang van de verzoekende partijen om in rechte te treden, vermits, gelet op de ligging van de onroerende goederen van de verzoekende partijen, het volstrekt onmogelijk zou zijn dat het bestreden decreet op hen of op hun onroerende goederen zou worden toegepast. De cuesta van Zomergem-Oedelem zou immers een zogenaamde « kleicuesta » zijn. Volgens de Vlaamse Regering zou het vaststaan dat zich daar geen koolwaterstoffen in de (diepe) ondergrond bevinden. Evenmin zouden in de betreffende regio vaste koolwaterstoffen (steenkool of bruinkool) op een diepte van meer dan 100 meter voorkomen, zijnde de bovengrens van de werkingssfeer ratione loci van het bestreden decreet. Bijgevolg zou het bestreden decreet de situatie van de verzoekende partijen niet rechtstreeks en ongunstig kunnen raken, zodat het beroep bij gebrek aan belang niet ontvankelijk zou zijn. B.5.3. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt. B.5.4. De hoedanigheid van eigenaar van bepaalde percelen die door de verzoekende partijen wordt aangevoerd, kan niet volstaan om het rechtens vereiste belang op te leveren om de vernietiging van het bestreden artikel 3 te vorderen. Zonder uitspraak te moeten doen over de vraag of de verzoekende partijen krachtens artikel 552 van het Burgerlijk Wetboek als eigenaars zouden kunnen worden beschouwd van eventueel in de diepe ondergrond - dit is de « ondergrond vanaf een diepte van ten minste 100 meter onder het aardoppervlak » - van nature aanwezige koolwaterstoffen, stelt het Hof vast dat de argumentatie van de Vlaamse Regering volgens welke het bestreden decreet geen toepassing kan vinden op het grondgebied van de gemeente Knesselare-Ursel en dus evenmin op de onroerende goederen van de verzoekende partijen, steunt op onder meer gegevens van de « Databank Ondergrond Vlaanderen », die overigens door de verzoekende partijen niet worden ontkracht. De elementen die door de verzoekende partijen zijn aangevoerd, tonen niet aan dat zij beschikken over een voldoende belang bij de vernietiging van de bestreden bepaling. B.5.5. Het beroep is niet ontvankelijk. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 21 oktober 2010. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. M. Bossuyt.
COUR CONSTITUTIONNELLE F. 2010 — 3903
[2010/205619] Extrait de l’arrêt n° 116/2010 du 21 octobre 2010
Numéro du rôle : 4842 En cause : le recours en annulation du décret de la Région flamande du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond, à tout le moins de son article 3, introduit par Patrick Speeckaert et Sven Boullart. La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke et P. Nihoul, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet du recours et procédure Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 6 janvier 2010 et parvenue au greffe le 7 janvier 2010, Patrick Speeckaert, qui a fait élection de domicile à 9910 Knesselare, Brugstraat 22, et Sven Boullart, demeurant à 9910 Knesselare, Brugstraat 22, ont introduit un recours en annulation du décret de la Région flamande du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond (publié au Moniteur belge du 6 juillet 2009), à tout le moins de son article 3. (...) II. En droit (...) B.1. Les requérants demandent l’annulation du décret de la Région flamande du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond, « à tout le moins de son article 3 ». Il ressort de l’exposé des moyens dans la requête que le recours est limité à l’article 3 de ce décret. B.2.1. L’article 3, attaqué, du décret précité dispose : « Les hydrocarbures naturellement présents dans le sous-sol profond sont la propriété de la Région flamande. La propriété des hydrocarbures extraits en faisant usage d’un permis d’extraction passe, du fait de cette extraction, au titulaire du permis, à condition toutefois qu’une indemnisation soit payée à la Région flamande, conformément au chapitre II, division II. La propriété des hydrocarbures extraits du sous-sol comme échantillons ou épreuves de formation en faisant usage d’un permis de recherche d’hydrocarbures passe au titulaire du permis sans qu’une indemnisation doive être payée à la Région flamande ». B.2.2. Conformément à l’article 2 du décret attaqué, il convient d’entendre par : « 1o sous-sol profond : le sous-sol à partir d’une profondeur d’au moins 100 mètres sous la surface de la terre; 2o hydrocarbure : toute substance d’origine organique présente dans le sous-sol profond, dans une concentration naturelle de composés carbonés et hydrogénés essentiellement ou de carbone, sous forme solide, liquide ou gazeuse, comme le lignite, le charbon, le pétrole et le gaz naturel ou le grisou, [c’est-à-dire] n’importe quel gaz pouvant être extrait d’une mine ».
71667
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE B.3. Dans le commentaire des articles, il est mentionné, concernant l’article 3 : « En vertu de cette disposition, tous les hydrocarbures naturellement présents dans le sous-sol profond (et donc aux termes du décret, à partir d’une profondeur d’au moins 100 mètres sous la surface de la terre) sont en principe la propriété de la Région flamande. Il va de soi que les hydrocarbures faisant l’objet d’un permis délivré dans le cadre de la loi du 18 juillet 1975 relative à la recherche et à l’exploitation des sites-réservoirs souterrains destinés au stockage de gaz ne sont pas concernés par ce principe parce qu’ils ne sont pas naturellement présents dans le sous-sol profond. Cette disposition constitue en réalité une application de la latitude que laisse l’article 552 du Code civil de limiter le droit de propriété du propriétaire de la surface du sol. En vertu du principe d’accession, la propriété du sol emporte en principe la propriété du dessus et du dessous. Ainsi, un propriétaire peut, en principe, faire au-dessous toutes les constructions et fouilles qu’il jugera à propos et tirer de ces fouilles tous les produits qu’elles peuvent fournir, sauf les modifications résultant des lois et règlements relatifs aux mines. Dans le projet de décret, le droit de propriété du propriétaire de la surface est limité en ce sens que tous les hydrocarbures naturellement présents à une profondeur d’au moins 100 mètres sous la surface de la terre sont la propriété de la Région flamande. La profondeur minimale de 100 mètres sous la surface de la terre traduit la recherche d’un équilibre adéquat entre, d’une part, la prévention de nuisances excessives pour les ayants droit en ce qui concerne la surface et la restriction du droit de propriété, et, d’autre part, le postulat d’une profondeur réaliste, du point de vue géologique, au niveau de laquelle les hydrocarbures peuvent être recherchés et extraits. En toute hypothèse, le propriétaire de la surface ne subit aucune limitation de ce que l’on peut considérer comme l’usage normal de sa propriété. La propriété des hydrocarbures extraits dans le cadre du décret en faisant usage d’un permis d’extraction ou, s’il s’agit simplement d’échantillons ou d’épreuves de formation, en faisant usage d’un permis de recherche d’hydrocarbures passe, du fait de cette extraction, au titulaire du permis. Le titulaire d’un permis d’extraction doit cependant payer, pour ce faire, une indemnité à la Région flamande » (Doc. parl., Parlement flamand, 2008-2009, no 2164/1, pp. 14-15). B.4. Les requérants invoquent deux moyens. Le premier moyen est pris de la violation de l’article 16 de la Constitution et de l’article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l’homme. Le second moyen est pris de la violation des règles répartitrices de compétence, en particulier de l’article 79, § 1er, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles. Quant à l’intérêt B.5.1. A l’appui de leur intérêt, les requérants font valoir qu’ils sont propriétaires et copropriétaires d’environ deux hectares de biens immeubles, principalement non bâtis et contigus, sis à Knesselare-Ursel. Ces propriétés se situent exactement sur la « cuesta de Maldegem » (également appelée « cuesta de Zomergem-Oedelem »). Sur la base de l’article 552 du Code civil, les requérants estiment détenir la pleine propriété des biens immeubles précités, y compris leur sous-sol. B.5.2. Le Gouvernement flamand conteste l’intérêt des requérants à agir, parce que, vu la situation des biens immeubles dont ils sont propriétaires, le décret attaqué ne saurait s’appliquer ni à eux, ni à leurs biens immeubles. La cuesta de Zomergem-Oedelem est en effet une cuesta « argileuse ». Selon le Gouvernement flamand, il serait établi que le sous-sol (profond) ne contient pas d’hydrocarbures. Il n’y aurait pas non plus, dans cette région, d’hydrocarbures solides (charbon ou lignite) à une profondeur de plus de 100 mètres, seuil d’application ratione loci du décret attaqué. Partant, le décret attaqué ne saurait affecter directement la situation des requérants, de sorte que le recours est irrecevable faute d’un intérêt. B.5.3. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle imposent à toute personne physique ou morale qui introduit un recours en annulation de justifier d’un intérêt. Ne justifient de l’intérêt requis que les personnes dont la situation pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme entreprise. B.5.4. La qualité de propriétaire de parcelles déterminées, invoquée par les requérants, ne peut suffire à justifier de l’intérêt requis pour demander l’annulation de l’article 3, attaqué. Sans devoir se prononcer sur la question de savoir si les requérants pourraient, en vertu de l’article 552 du Code civil, être considérés comme propriétaires des hydrocarbures éventuellement présents naturellement dans le sous-sol profond - c’est-à-dire dans « le sous-sol à partir d’une profondeur d’au moins 100 mètres sous la surface de la terre » -, la Cour constate que l’argumentation du Gouvernement flamand, selon laquelle le décret attaqué ne peut s’appliquer ni au territoire de la commune de Knesselare-Ursel, ni, de ce fait, aux biens immeubles des requérants, est fondée notamment sur des données tirées de la « Databank Ondergrond Vlaanderen » (base de données sur le sous-sol en Flandre), qui ne sont, par ailleurs, pas infirmées par les requérants. Les éléments avancés par les requérants ne permettent pas de démontrer qu’ils justifient d’un intérêt suffisant à l’annulation de la disposition attaquée. B.5.5. Le recours est irrecevable. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, à l’audience publique du 21 octobre 2010. Le greffier, P.-Y. Dutilleux.
Le président, M. Bossuyt.
71668
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VERFASSUNGSGERICHTSHOF D. 2010 — 3903
[2010/205619] Auszug aus dem Urteil Nr. 116/2010 vom 21. Oktober 2010
Geschäftsverzeichnisnummer 4842 In Sachen: Klage auf Nichtigerklärung des Dekrets der Flämischen Region vom 8. Mai 2009 über den tiefen Untergrund, wenigstens von Artikel 3 dieses Dekrets, erhoben von Patrick Speeckaert und Sven Boullart. Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Bossuyt und M. Melchior, und den Richtern R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke und P. Nihoul, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden M. Bossuyt, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der Klage und Verfahren Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 6. Januar 2010 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 7. Januar 2010 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben Patrick Speeckaert, der in 9910 Knesselare, Brugstraat 22, Domizil erwählt hat, und Sven Boullart, wohnhaft in 9910 Knesselare, Brugstraat 22, Klage auf Nichtigerklärung des Dekrets der Flämischen Region vom 8. Mai 2009 über den tiefen Untergrund (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 6. Juli 2009), wenigstens von Artikel 3 dieses Dekrets. (...) II. In rechtlicher Beziehung (...) B.1. Die klagenden Parteien beantragen die Nichtigerklärung des Dekrets der Flämischen Region vom 8. Mai 2009 über den tiefen Untergrund, «wenigstens von Artikel 3 dieses Dekrets». Aus der in der Klageschrift enthaltenen Darlegung der Klagegründe geht hervor, dass die Klage sich auf Artikel 3 dieses Dekrets beschränkt. B.2.1. Der angefochtene Artikel 3 des vorerwähnten Dekrets bestimmt: «Die im tiefen Untergrund natürlich vorhandenen Kohlenwasserstoffe sind Eigentum der Flämischen Region. Das Eigentum von Kohlenwasserstoffen, die in Anwendung einer Abbaugenehmigung gefördert werden, geht durch deren Abbau auf den Genehmigungsinhaber über, und zwar unter der Bedingung, dass der Flämischen Region eine Vergütung gezahlt wird gemäß Kapitel II Abschnitt II. Das Eigentum von Kohlenwasserstoffen, die in Anwendung einer Prospektionsgenehmigung für Kohlenwasserstoffe dem Untergrund als Muster oder Formationsproben entnommen werden, geht auf den Genehmigungsinhaber über, ohne dass der Flämischen Region eine Vergütung zu zahlen ist». B.2.2. Gemäß Artikel 2 des angefochtenen Dekrets gelten folgende Begriffsbestimmungen: «1. tiefer Untergrund: Untergrund ab einer Tiefe von mindestens 100 Metern unter der Erdoberfläche; 2. Kohlenwasserstoff: jede im tiefen Untergrund vorhandene Substanz organischen Ursprungs in einer dort auf natürlichem Wege entstandenen Konzentration von hauptsächlich Kohlenstoff- und Wasserstoffverbindungen oder Kohlenstoff in festem, flüssigem oder gasförmigem Zustand, wie unter anderem Braunkohle, Steinkohle, Erdöl und Erdgas oder Grubengas, das heißt gleich welches Gas, das aus einer Grube entnommen werden kann». B.3. In der Erläuterung der einzelnen Artikel heißt es zum angefochtenen Artikel 3: «Infolge dieser Bestimmung sind alle Kohlenwasserstoffe, die natürlich im tiefen Untergrund vorkommen (das heißt gemäß dem Dekret also ab einer Tiefe von 100 Metern unter der Erdoberfläche), grundsätzlich Eigentum der Flämischen Region. Selbstverständlich gehören hierzu nicht die Kohlenwasserstoffe, die den Gegenstand einer Genehmigung im Rahmen des Gesetzes vom 18. Juli 1975 ’ über die Erkundung und Verwertung von Untertagespeichern in situ, die zur Lagerung von Gas bestimmt sind ’ darstellen, weil sie sich nicht auf natürliche Weise im tiefen Untergrund befinden. Deze Bestimmung stellt im Grunde eine Anwendung des Spielsraums dar, den Artikel 552 des Zivilgesetzbuches für Einschränkungen des Eigentumsrechtes des Eigentümers des oberirdischen Bodens einräumt. Infolge des Grundsatzes des Zuwachses schließt das Eigentum am Grund und Boden grundsätzlich das Eigentum an allem ein, was darauf oder darunter ist. So darf der Eigentümer grundsätzlich unter dem Boden nach Gutdünken bauen und graben und aus diesen Grabungen alles herausnehmen, was sie hervorbringen, vorbehaltlich der Einschränkungen, die sich aus den die Bergwerke betreffenden Gesetzen und Verordnungen ergeben. Im Dekretentwurf wird das Eigentumsrecht des Eigentümers des oberirdischen Bodens im dem Sinn eingeschränkt, dass alle Kohlenwasserstoffe, die sich auf natürliche Weise mindestens 100 Meter unter der Erdoberfläche befinden, Eigentum der Flämischen Region sind. Die Mindesttiefe von 100 Metern unter der Erdoberfläche ist Ausdruck des Strebens nach einem angemessenen Gleichgewicht zwischen einerseits der Vermeidung übermäßiger Behinderungen für die Anspruchsberechtigten in Bezug auf den oberirdischen Boden und die Einschränkung des Eigentumsrechts und andererseits der Annahme einer realistischen Tiefe, in der Kohlenwasserstoffe prospektiert und gefördert werden können, aus geologischer Sicht. In jedem Fall wird der Eigentümer des oberirdischen Bodens nicht in dem, was vernünftigerweise als normale Nutzung seines Eigentums anzusehen ist, eingeschränkt. Das Eigentum von Kohlenwasserstoffen, die im Rahmen des Dekrets unter Anwendung einer Abbaugenehmigung oder, wenn es sich lediglich um Muster oder Formationsproben handelt, in Anwendung einer Prospektionsgenehmigung für Kohlenwasserstoffe dem Untergrund entnommen werden, geht durch deren Entnahme aus dem Untergrund auf den Genehmigungsinhaber über. Der Inhaber einer Abbaugenehmigung muss hierzu jedoch eine Vergütung an die Flämische Region zahlen» (Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2008-2009, Nr. 2164/1, SS. 14-15). B.4. Die klagenden Parteien führen zwei Klagegründe an. Der erste Klagegrund ist aus einem Verstoß gegen Artikel 16 der Verfassung und gegen Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention abgeleitet. Der zweite Klagegrund ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Regeln der Zuständigkeitsverteilung, insbesondere von Artikel 79 § 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen. In Bezug auf das Interesse B.5.1. Zur Untermauerung ihres Interesses führen die klagenden Parteien an, dass sie Eigentümer und Miteigentümer von etwa zwei Hektar vornehmlich unbebauter und angrenzender unbeweglicher Güter in Knesselare-Ursel seien. Diese Güter befänden sich «genau auf der Schichtstufe von Maldegem (auch Schichtstufe von Zomergem-Oedelem genannt)». Aufgrund von Artikel 552 des Zivilgesetzbuches besäßen sie das Volleigentum an den vorerwähnten unbeweglichen Gütern, auch in Bezug auf den Untergrund. B.5.2. Die Flämische Regierung stellt das Interesse der klagenden Parteien, vor Gericht aufzutreten, in Abrede, da es angesichts der Lage der unbeweglichen Güter der klagenden Parteien absolut unmöglich sei, dass das angefochtene Dekret auf sie oder ihre unbeweglichen Güter angewandt würde. Die Schichtstufe von Zomergem-Oedelem sei nämlich
71669
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE eine so genannte «Ton-Schichtstufe». Nach Darlegung der Flämischen Regierung stehe fest, dass sich dort keine Kohlenwasserstoffen im (tiefen) Untergrund befänden. Ebenso wenig würden in der betreffende Region feste Kohlenwasserstoffe (Steinkohle oder Braunkohle) in einer Tiefe von mehr als 100 Metern vorkommen, das heißt der Obergrenze des Anwendungsbereichs ratione loci des angefochtenen Dekrets. Folglich könne sich das angefochtene Dekret nicht unmittelbar und ungünstig auf die Lage der klagenden Parteien auswirken, so dass die Klage wegen mangelnden Interesses unzulässig sei. B.5.3. Die Verfassung und das Sondergesetz vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof erfordern, dass jede natürliche oder juristische Person, die eine Nichtigkeitsklage erhebt, ein Interesse nachweist. Das erforderliche Interesse liegt nur bei jenen Personen vor, deren Situation durch die angefochtene Rechtsnorm unmittelbar und ungünstig beeinflusst werden könnte. B.5.4. Die von den klagenden Parteien angeführte Eigenschaft als Eigentümer bestimmter Grundstücke kann nicht ausreichen, um das rechtlich erforderliche Interesse an der Beantragung der Nichtigerklärung des angefochtenen Artikels 3 zu ergeben. Ohne über die Frage, ob die klagenden Parteien aufgrund von Artikel 552 des Zivilgesetzbuches als Eigentümer von gegebenenfalls im tiefen Untergrund - das heißt dem «Untergrund ab einer Tiefe von mindestens 100 Metern unter der Erdoberfläche» - natürlich vorhandenen Kohlenwasserstoffen angesehen werden können, urteilen zu müssen, stellt der Hof fest, dass die Argumentation der Flämischen Regierung, wonach das angefochtene Dekret nicht auf das Gebiet der Gemeinde Knesselare-Ursel und somit ebenfalls nicht auf die unbeweglichen Güter der klagenden Parteien angewandt werden könne, unter anderem auf Angaben der «Databank Ondergrond Vlaanderen» (Datenbank des flämischen Untergrunds) beruht, die übrigens nicht durch die klagenden Parteien entkräftet werden. Die durch die klagenden Parteien angeführten Elemente lassen nicht erkennen, dass sie ein ausreichendes Interesse an der Nichtigerklärung der angefochtenen Bestimmung besitzen. B.5.5. Die Klage ist unzulässig. Aus diesen Gründen: Der Hof weist die Klage zurück. Verkündet in niederländischer, französischer und deutscher Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof, in der öffentlichen Sitzung vom 21. Oktober 2010. Der Kanzler, Der Vorsitzende, P.-Y. Dutilleux. M. Bossuyt.
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2010 — 3904
[C − 2010/35872]
12 NOVEMBER 2010. — Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2009 betreffende de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt, wat betreft de invoering van een minimale levering van aardgas tijdens de winterperiode De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20; Gelet op de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 57, § 4, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2008; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt, artikel 17bis en 17ter, ingevoegd bij het decreet van 25 mei 2007, en artikel 18, 1°, c), gewijzigd bij het decreet van 19 mei 2006, artikel 18, 1°, e), gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2007; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2009 betreffende de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 20 juli 2010; Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 20 oktober 2010; Gelet op het advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt, gegeven op 29 oktober 2010; Gelet op advies 48.759/3 van de Raad van State, gegeven op 19 oktober 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In hoofdstuk V van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2009 betreffende de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt wordt een afdeling I/1, dat bestaat uit artikel 29/1 tot en met 29/4, ingevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling I/1. — Minimale levering van aardgas
71670
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Art. 29/1. De huishoudelijke afnemer bij wie een budgetmeter voor aardgas werd geïnstalleerd, kan het O.C.M.W. ervan op de hoogte brengen dat hij niet beschikt over voldoende middelen om de budgetmeter voor aardgas op te laden waardoor de aardgaslevering tijdens de winterperiode onderbroken dreigt te worden. Art. 29/2. Het O.C.M.W. kan er voor opteren gebruik te maken van een systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter. Het O.C.M.W. dat opteert voor het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter, stelt voor de huishoudelijke afnemer, vermeld in artikel 26/1 en 29/1, op basis van een sociaal vooronderzoek binnen de termijn bepaald in het O.C.M.W.-decreet vast of er een reëel probleem van energiearmoede bestaat waardoor de huishoudelijke afnemer niet over voldoende middelen beschikt om zijn budgetmeter voor aardgas tijdens de winterperiode voldoende op te laden. Als er een reëel probleem van energiearmoede, zoals vermeld in het tweede lid, bestaat, kan het O.C.M.W. op basis van een tabel, vastgesteld door de minister, de kost bepalen van de hoeveelheid aardgas, die de huishoudelijke afnemer per veertien kalenderdagen nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning. Art. 29/3. Het O.C.M.W. dat opteert voor het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter, kan het bedrag dat overeenkomt met de kost, bedoeld in artikel 29/2, derde lid, per periode van veertien kalenderdagen ter beschikking stellen van de huishoudelijke afnemer tot maximaal het einde van de winterperiode inclusief de mogelijke verlenging ervan door de minister, vermeld in artikel 42. Het O.C.M.W. kan aan het ter beschikking stellen van het bedrag, vermeld in het eerste lid, voorwaarden verbinden op het vlak van : 1° schuldbegeleiding en schuldafbouw; 2° het nemen van maatregelen om het verbruik van energie door de huishoudelijke afnemer te verminderen; 3° het verplicht opladen van de budgetmeter buiten de winterperiode. Art. 29/4. Het O.C.M.W. dat opteert voor het systeem van minimale levering van aardgas via de aardgasbudgetmeter, zoals beschreven in artikel 29/2-3, kan het bedrag, vermeld in artikel 29/3, eerste lid, dat via de oplading van de budgetmeterkaart door het O.C.M.W. ter beschikking wordt gesteld voor maximum 70 % recupereren bij de aardgasdistributienetbeheerder. Het resterende percentage kan het O.C.M.W. ofwel terugvorderen bij de huishoudelijke afnemer via een afbetalingsplan, ofwel kwijtschelden. De recuperatie door het O.C.M.W. bij de aardgasnetbeheerder van maximaal 70 % van de gemaakte kosten, bedoeld in het eerste lid, is een openbaredienstverplichting van de aardgasnetbeheerder zoals bedoeld in artikel 18, c), van het Aardgasdecreet. » Art. 2. Aan artikel 49, 4° van hetzelfde besluit worden een punt j) tot en met l) toegevoegd die luiden als volgt : « j) het aantal huishoudelijke afnemers waarvoor het O.C.M.W. een aanvraag tot recuperatie in het kader van artikel 29 van dit besluit heeft ingediend bij de netbeheerder, opgesplitst naar de categorieën zoals bepaald in de indicatieve tabel op basis van de parameters; k) het gemiddelde bedrag dat aan deze klanten toegekend werd in het kader van artikel 29 van dit besluit; l) het gemiddelde bedrag dat door de netbeheerders werd terugbetaald in het kader van artikel 29/4 van dit besluit ». Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 12 november 2010. De Minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE
TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2010 — 3904 [C − 2010/35872] 12 NOVEMBRE 2010. — Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 mars 2009 relatif aux obligations sociales de service public dans le marché libéré d’électricité et de gaz naturel pendant la période hivernale Le Gouvernement flamand, Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 20; Vu la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d’aide sociale, notamment l’article 57, § 4, modifié par le décret du 19 décembre 2008; Vu le décret du 6 juillet 2001 relatif à l’organisation du marché du gaz, notamment les articles 17bis et 17ter, insérés par le décret du 25 mai 2007, et l’article 18, 1°, c), modifié par le décret du 19 mai 2006, et l’articles 18,1°, e), modifié par le décret du 25 mai 2007; Vu l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 mars 2009 relatif aux obligations sociales de service public dans les marché libérés de l’électricité et du gaz naturel; Vu l’accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 20 juillet 2010; Vu l’avis du Conseil socio-économique de la Flandre, rendu le 20 octobre 2010;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Vu l’avis de la ″Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt″ (Instance de régulation flamande pour le marché du gaz et de l’électricité), rendu le 1er septembre 2010; Vu l’avis 48.759/3 du Conseil d’Etat, donné le 19 octobre 2010, en application de l’article 84, § 1er, premier alinéa, 1°, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Sur la proposition du Ministre flamand du Bien-Etre, de la Santé publique et de la Famille et de la Ministre de l’Energie, du Logement, des Villes et de l’Economie sociale; Après délibération, Arrête : Article 1er. Au chapitre V de l’arrêté du Gouvernement flamand du 13 mars 2009 relatif aux obligations sociales de service public dans les marché libérés de l’électricité et du gaz naturel, il est insérée une section I/1, comprenant les articles 29/1 à 29/4 inclus, rédigés comme suit :
« Section I/1. — Fourniture minimale de gaz naturel Art. 29/1. Le client domestique auprès duquel un compteur de gaz naturel à budget a été installé peut informer le C.P.A.S. qu’il ne dispose pas d’assez de moyens pour recharger le compteur de gaz naturel à budget de sorte que la fourniture de gaz naturel risque d’être interrompre pendant la période hivernale. Art. 29/2. Le C.P.A.S. peut opter d’utiliser un système de fourniture minimale par un compteur de gaz naturel à budget.
Le C.P.A.S. qui opte pour une système de fourniture minimale de gaz naturel au moyen du compteur de gaz naturel à budget, constate pour le client domestique, visé aux articles 26/1 et 29/1, sur la base d’une enquête sociale préliminaire dans le délai fixé dans le décret relatif aux C.P.A.S., s’il existe un problème réel de pauvreté d’énergie de sorte que le client domestique ne dispose plus des moyens suffisants pour recharger son compteur de gaz naturel à budget pendant la période hivernale.
S’il existe un problème réel de pauvreté d’énergie, tel que visé à l’alinéa deux, le C.P.A.S. peut fixer le coût, sur la base d’un tableau fixé par le Ministre, de la quantité de gaz naturel dont le client domestique a besoin par période quinze jours calendaires afin de disposer d’un chauffage minimale de l’habitation jusqu’à la fin de la période hivernale. Le C.P.A.S. qui opte pour une système de fourniture minimale de gaz naturel au moyen du compteur de gaz naturel à budget, peut mettre le montant correspondant au coût, visé à l’article 29/2, alinéa trois, à la disposition du client domestique jusqu’au plus tard la fin de la période hivernale, y compris sa prolongation par le Ministre, visé à l’article 42. Le C.P.A.S. peut coupler des conditions à la mise à la disposition du montant, visé à l’alinéa premier, au niveau : 1° de l’accompagnement et de la réduction des dettes; 2° de la prise de mesures en vue de diminuer la consommation d’énergie par le client domestique; 3° du rechargement obligatoire du compteur à budget en dehors de la période hivernale. Art. 29/4. Le C.P.A.S. qui opte pour une système de fourniture minimale de gaz naturel au moyen du compteur de gaz naturel à budget, tel que décrit à l’article 29/2-3, peut récupérer le montant, visé à l’article 29/3, alinéa premier, rendu disponible par le C.P.A.S. au moyen du rechargement de la carte du compteur à budget, pour au maximum 70 % auprès du gestionnaire du réseau de distribution de gaz naturel. Le C.P.A.S. peut, soit réclamer le pourcentage restant au client domestique de gaz naturel au moyen d’un plan de paiement, soit en donner quittance. La récupération par le C.P.A.S. auprès du gestionnaire du réseau de distribution de gaz naturel à concurrence d’au maximum 70 % des frais encourus, visés à l’alinéa premier, est une obligation de service public du gestionnaire du réseau de gaz naturel tel que visée à l’article 18, c), du Décret relatif au gaz naturel. » Art. 2. A l’article 49, 4°, du même arrêté sont ajoutés les points j) à l) inclus rédigés comme suit : « j) le nombre de clients domestiques pour lesquels le C.P.A.S. a introduit une demande de récupération dans le cadre de l’article 29 du présent arrêté auprès du gestionnaire du réseau, ventilés suivant les catégories telles que fixées dans le tableau indicatif sur la base des paramètres; k) le montant moyen attribué à ces clients dans le cadre de l’article 29 du présent arrêté; l) le montant moyen remboursé par les gestionnaires de réseau dans le cadre de l’article 29 du présent arrêté. » Art. 3. Le Ministre flamand qui a l’assistance aux personnes dans ses attributions et le Ministre flamand qui a la politique de l’énergie dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le ou la concerne, de l’exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 12 novembre 2010. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand du Bien-Etre, de la Santé publique et de la Famille, J. VANDEURZEN La Ministre flamande de l’Energie, du Logement, des Villes et de l’Economie sociale, F. VAN DEN BOSSCHE
71671
71672
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST SERVICE PUBLIC DE WALLONIE F. 2010 — 3905
[2010/205838]
29 OCTOBRE 2010. — Arrêté du Gouvernement wallon approuvant le plan d’adaptation 2010-2017 du réseau de transport local d’électricité d’ELIA Le Gouvernement wallon, Vu le décret du 12 avril 2001 relatif à l’organisation du marché régional de l’électricité, notamment l’article 15; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 mai 2007 relatif à la révision du règlement technique pour la gestion du réseau de transport local d’électricité et l’accès à ccelui-ci, notamment le titre II; Vu la concertation entre la CWaPE et le gestionnaire de réseau de transport local ELIA; Vu l’avis de la CWaPE CD-10b18-CWaPE-271 du 3 février 2010 concernant le plan d’adaptation 2010-2017 du réseau de transport local d’électricité d’ELIA; Sur proposition du Ministre du Développement durable et de la Fonction publique; Après délibération, Arrête : er
Article 1 . Le Gouvernement approuve le plan d’adaptation 2010-2017 du réseau de transport local d’électricité d’ELIA. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Art. 3. Le Ministre qui a l’Energie dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Namur, le 29 octobre 2010. Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre du Développement durable et de la Fonction publique, J.-M. NOLLET
ÜBERSETZUNG ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE D. 2010 — 3905
[2010/205838] 29. OKTOBER 2010 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Genehmigung des Anpassungsplans 2010-2017 des lokalen Stromübertragungsnetzes von ELIA
Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Dekrets vom 12. April 2001 bezüglich der Organisation des regionalen Elektrizitätsmarkts, insbesondere des Artikels 15; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 24. Mai 2007 über die Revision der technischen Regelung für den Betrieb des lokalen Stromübertragungsnetzes und den Zugang zu diesem Netz, insbesondere Titel II; Aufgrund der Konzertierung zwischen der CWaPE und dem Betreiber des lokalen Übertragungsnetzes ELIA; Aufgrund des Gutachtens der CWaPE CD-10b18-CWaPE-271 vom 3. Februar 2010 bezüglich des Anpassungsplans 2010-2017 des lokalen Stromübertragungsnetzes von ELIA; Auf Vorschlag des Ministers für nachhaltige Entwicklung und den öffentlichen Dienst; Nach Beratung, Beschließt: Artikel 1 - Die Regierung genehmigt den Anpassungsplan 2010-2017 des lokalen Stromübertragungsnetzes von ELIA. Art. 2 - Der vorliegende Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft. Art. 3 - Der Minister, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Energie gehört, wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Namur, den 29. Oktober 2010 Der Minister-Präsident R. DEMOTTE Der Minister für nachhaltige Entwicklung und den öffentlichen Dienst J.-M. NOLLET
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71673
VERTALING WAALSE OVERHEIDSDIENST N. 2010 — 3905
[2010/205838] 29 OKTOBER 2010. — Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het aanpassingsplan 2010-2017 van het lokale elektriciteitstransmissienet van ELIA
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 15; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 mei 2007 betreffende de herziening van het technisch reglement voor het beheer van de elektriciteitstransmissienetten, alsook de toegang daartoe, inzonderheid op titel II; Gelet op het overleg tussen de CWaPE en de beheerder van het lokale transmissienet ELIA; Gelet op het advies van de CWaPE CD-10b18-CWaPE-271 van 3 februari 2010 betreffende het aanpassingsplan 2010-2017 van het lokale elektriciteitstransmissienet van ELIA; Op de voordracht van de Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Het aanpassingsplan 2010-2017 van het lokale elektriciteitstransmissienet van ELIA is door de Regering goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. Art. 3. De Minister bevoegd voor het Energiebeleid is belast met de uitvoering van dit besluit. Namen, 29 oktober 2010. De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST — REGION DE BRUXELLES-CAPITALE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
N. 2010 — 3906 [C − 2010/31513] 28 OKTOBER 2010. — Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid en tot wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu (1)
F. 2010 — 3906 [C − 2010/31513] 28 OCTOBRE 2010. — Ordonnance modifiant l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau et modifiant l’ordonnance du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, la poursuite et la répression des infractions en matière d’environnement (1) CHAPITRE Ier. — Disposition introductive
HOOFSTUK I. — Inleidende bepaling er
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Article 1 . La présente ordonnance règle une matière telle que visée à l’article 39 de la Constitution.
Art. 2. Deze ordonnantie beoogt de omzetting van Richtlijn 1998/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water en van Richtlijn 2000/60/EG van het Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.
Art. 2. La présente ordonnance vise à transposer la Directive 1998/83/CE du Conseil du 3 novembre 1998 relative à la qualité des eaux destinées à la consommation humaine et la Directive 2000/60/CE du Parlement et du Conseil du 23 octobre 2000 établissant un cadre pour une politique communautaire dans le domaine de l’eau.
HOOFDSTUK II. — Wijzigingen van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid
CHAPITRE II. — Modifications de l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau
Art. 3. In artikel 5 van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, wordt de bepaling onder 25° vervangen als volgt :
Art. 3. A l’article 5 de l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau, la disposition sous le point 25° est remplacée comme suit :
« 25° goede chemische toestand van oppervlaktewater : de chemische toestand die vereist is om te voldoen aan de milieudoelstellingen voor oppervlaktewater, vastgesteld in artikel 11, dat wil zeggen de chemische toestand van een oppervlaktewaterlichaam waarin de concentraties van verontreinigende stoffen niet boven de milieukwaliteitsnormen liggen die vastgesteld zijn in bijlage V en overeenkomstig andere relevante communautaire wetgeving; ».
« 25° bon état chimique d’une eau de surface : l’état chimique requis pour répondre aux objectifs environnementaux pour les eaux de surface, fixé à l’article 11, c’est-à-dire l’état chimique d’une masse d’eau de surface dans laquelle les concentrations de polluants ne dépassent pas les normes de qualité environnementale fixées à l’annexe V et conformément à toute autre législation communautaire pertinente; ».
Art. 4. In artikel 6 van dezelfde ordonnantie, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt :
Art. 4. A l’article 6 de la même ordonnance, la disposition du point 1° est remplacée comme suit :
« 1° Het standstill-beginsel, gedefinieerd als verplichting dat op zijn minst hetzelfde beschermingsniveau garandeert als de huidige in voege zijnde gewestelijke wetgeving; ».
« 1° le principe de standstill, défini comme l’obligation de garantir au moins le même niveau de protection que la législation communautaire actuellement en vigueur; ».
Art. 5. In hoofdstuk IV van dezelfde ordonnantie wordt het opschrift van afdeling III vervangen als volgt :
Art. 5. Au chapitre IV de la même ordonnance, l’intitulé de la section III est remplacé comme suit :
« Afdeling III. - Voor menselijke consumptie bestemd water ».
« Section III. – Eau destinée à la consommation humaine ».
71674
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Art. 6. In afdeling III van hoofdstuk IV van dezelfde ordonnantie, wordt een artikel 36/1 ingevoegd, luidende :
Art. 6. A la section III du chapitre IV de la même ordonnance, un article 36/1 est inséré, rédigé comme suit :
« Art. 36/1. - Het voor menselijke consumptie bestemd water dient te voldoen aan de regels bepaald door de Regering. »
« Art. 36/1. – L’eau destinée à la consommation humaine doit répondre aux règles fixées par le Gouvernement. »
Art. 7. In artikel 40, § 2, 3°, van dezelfde ordonnantie, wordt de bepaling onder het vijfde streepje vervangen als volgt :
Art. 7. A l’article 40, § 2, 3°, de la même ordonnance, la disposition sous le cinquième tiret est remplacée comme suit :
« – de Richtlijnen opgesomd in bijlage V van deze ordonnantie; ».
« – les Directives énumérées à l’annexe V de la présente ordonnance; ».
Art. 8. In artikel 40, § 3, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « in bijlage V van de richtlijn » vervangen door de woorden : « in bijlage V van deze ordonnantie ».
Art. 8. A l’article 40, § 3, de la même ordonnance, les mots « à l’annexe V de la directive » sont remplacés par les mots : « à l’annexe V de la présente ordonnance ».
Art. 9. In artikel 44, § 2, van dezelfde ordonnantie, worden de bepalingen onder 7° en 8° vervangen als volgt :
Art. 9. A l’article 44, § 2, de la même ordonnance, les dispositions sous les points 7° et 8° sont remplacées comme suit :
« 7° voor lozingen door puntbronnen die verontreiniging kunnen veroorzaken en die niet gebonden zijn aan een milieuvergunning afgeleverd in overeenstemming met de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de verplichting om een aangifte te doen, volgens de modaliteiten vastgelegd door de Regering, die verplicht de maatregelen bevat die bestemd zijn voor preventie of beheersing van de verontreinigende lozingen. De Regering mag met name beheersingsmaatregelen opleggen die de vorm kunnen aannemen van lozingsnormen, gebruiksvoorwaarden of beperkingen op het gebruik van bepaalde producten of stoffen, in overstemming met artikel 40.
« 7° pour les rejets ponctuels susceptibles de causer une pollution et non soumis à un permis d’environnement délivré conformément à l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, l’obligation de procéder à une déclaration, selon les modalités déterminées par le Gouvernement, qui indique obligatoirement les mesures destinées à prévenir ou à contrôler les rejets polluants. Le Gouvernement peut notamment imposer des mesures de contrôle, qui peuvent prendre la forme de normes de rejet, de conditions d’utilisation ou de restrictions à l’usage de certains produits ou substances, conformément à l’article 40.
De Regering kan algemene voorwaarden opleggen voor het gebruik van de gevaarlijke stoffen en van de producten die dergelijke stoffen kunnen uitstoten tijdens hun gebruik, opslag of verwerking;
Le Gouvernement peut fixer des conditions générales à l’utilisation des substances dangereuses et des produits qui sont susceptibles d’en émettre lors de leur utilisation, de leur stockage ou de leur transformation;
8° voor de diffuse bronnen die verontreiniging kunnen veroorzaken en die niet gebonden zijn aan een milieuvergunning afgeleverd in overeenstemming met de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de verplichting om een aangifte te doen, volgens de modaliteiten vastgelegd door de Regering, die verplicht de maatregelen bevat die bestemd zijn voor preventie of beheersing van de verontreinigende lozingen. De Regering mag met name beheersingsmaatregelen opleggen die de vorm kunnen aannemen van lozingsnormen, gebruiksvoorwaarden of beperkingen op het gebruik van bepaalde producten of stoffen, in overeenstemming met artikel 40.
8° pour les sources diffuses susceptibles de causer une pollution et non soumises à un permis d’environnement délivré conformément à l’ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d’environnement, l’obligation de procéder à une déclaration, selon les modalités déterminées par le Gouvernement, qui indique obligatoirement les mesures destinées à prévenir ou à contrôler les rejets polluants. Le Gouvernement peut notamment imposer des mesures de contrôle, qui peuvent prendre la forme de normes de rejet, de conditions d’utilisation ou de restrictions à l’usage de certains produits ou substances, conformément à l’article 40.
Deze beheersingsmaatregelen worden geregeld getoetst, en zo nodig bijgesteld.
Ces mesures de contrôle sont régulièrement vérifiées et corrigées si nécessaire.
De Regering kan algemene voorwaarden opleggen voor het gebruik van de gevaarlijke stoffen en van de producten die dergelijke stoffen kunnen uitstoten tijdens hun gebruik, opslag of verwerking; ».
Le Gouvernement peut fixer des conditions générales à l’utilisation des substances dangereuses et des produits qui sont susceptibles d’en émettre lors de leur utilisation, de leur stockage ou de leur transformation; ».
Art. 10. In artikel 61, 2°, van dezelfde ordonnantie, wordt de bepaling onder c) vervangen als volgt :
Art. 10. A l’article 61, 2°, de la même ordonnance, la disposition sous le point c) est remplacée comme suit :
« c) een overzicht van de maatregelen die nodig worden geacht om de waterlichamen binnen de verlengde termijn geleidelijk in de vereiste toestand te brengen, de redenen voor significante vertraging bij de operationalisering van deze maatregelen, alsmede het vermoedelijke tijdsschema voor de uitvoering ervan. In de bijwerkingen van het stroomgebiedsbeheersplan wordt een evaluatie van de uitvoering van die maatregelen opgenomen, alsmede een overzicht van eventuele extra maatregelen; ».
« c) un résumé des mesures jugées nécessaires pour améliorer progressivement les masses d’eau à leur état requis dans le délai reporté, les motifs de tout retard important dans la mise en oeuvre de ces mesures, ainsi que le calendrier probable de l’exécution de ces mesures. Les corrections du plan de gestion du district hydrographique comportent une évaluation de l’exécution de ces mesures, ainsi qu’un résumé des mesures supplémentaires éventuelles; ».
Art. 11. Artikel 65, § 1, van dezelfde ordonnantie, wordt aangevuld met een punt 4°, luidende :
Art. 11. L’article 65, § 1er, de la même ordonnance est complété par un point 4°, rédigé comme suit :
« 4° de waterleveranciers die hun verplichtingen niet nakomen, overeenkomstig artikel 36/1. »
« 4° les fournisseurs d’eau qui ne remplissent pas leurs obligations, conformément à l’article 36/1. »
HOOFDSTUK III. — Wijziging van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu
CHAPITRE III. — Modification de l’ordonnance du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, la poursuite et la répression des infractions en matière d’environnement
Art. 12. In artikel 33 van de ordonnantie 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu wordt de bepaling onder 13° vervangen als volgt :
Art. 12. A l’article 33 de l’ordonnance du 25 mars 1999 relative à la recherche, la constatation, la poursuite et la répression des infractions en matière d’environnement, la disposition du point 13° est remplacée comme suit :
« 13° in de zin van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid :
« 13° au sens de l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau :
a) de gebruikers die hun verplichtingen niet nakomen in overtreding van artikel 36, § 4. De sanctie houdt rekening met het volume door de zelfproducent in het rioleringsnetwerk geloosd water en met de aard van de vervuiling;
a) les utilisateurs qui ne respectent pas leurs obligations en infraction à l’article 36, § 4. La sanction tient compte du volume d’eau déversée dans le réseau d’égout par le producteur et de la nature de la pollution;
b) de waterleveranciers die de op hen rustende verplichtingen niet nakomen overeenkomstig artikel 36/1. »
b) les fournisseurs d’eau qui ne respectent pas les obligations qui leur incombent conformément à l’article 36/1. »
71675
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK IV. — Opheffing van de wet van 14 augustus 1933 betreffende de bescherming van drinkwater
CHAPITRE IV. — Abrogation de la loi du 14 août 1933 concernant la protection des eaux de boisson
Art. 13. De wet van 14 augustus 1933 betreffende de bescherming van drinkwater wordt opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 13. La loi du 14 août 1933 concernant la protection des eaux de boisson est abrogée pour la Région de Bruxelles-Capitale.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Promulguons la présente ordonnance, ordonnons qu’elle soit publiée au Moniteur belge. Bruxelles, le 28 octobre 2010.
Brussel, 28 november 2010. Ch. PICQUE, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking
Ch. PICQUE, Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, et de la Propreté publique et de la Coopération au Développement
J.-L. VANRAES, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen
J.-L. VANRAES, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Finances, du Budget, la Fonction publique et des Relations extérieures
Mevr. E. HUYTEBROECK, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting
Mme E. HUYTEBROECK, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, de la rénovation urbaine, de la Lutte contre l’Incendie et l’Aide médicale urgente et du Logement
Mevr. B. GROUWELS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer
Mme B. GROUWELS, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée des Travaux publics et des Transports
B. CEREXHE, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek
B. CEREXHE, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique
Nota
Note
(1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2009-2010. A-116/1 Ontwerp van ordonnantie. A-116/2 Verslag. Integraal verslag : Bespreking : vergadering van woensdag 20 oktober 2010. Aanneming : vergadering van donderdag 21 oktober 2010.
(1) Documents du Parlement : Session ordinaire 2009-2010. A-116/1 Projet d’ordonnance. A-116/2 Rapport. Compte rendu intégral : Discussion : séance du mercredi 20 octobre 2010. Adoption : séance du jeudi 21 octobre 2010.
* MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2010 — 3907
[C − 2010/31514]
28 OKTOBER 2010. — Ordonnantie betreffende de ruimtelijke informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
F. 2010 — 3907
28 OCTOBRE 2010. — Ordonnance relative à l’information géographique en Région de Bruxelles-Capitale (1) CHAPITRE Ier. — Dispositions générales
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen Artikel 1 Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. Artikel 2
[C − 2010/31514]
Article 1
er
La présente ordonnance règle une matière visée à l’article 39 de la Constitution. Article 2
§ 1. – Deze ordonnantie legt de algemene regels vast voor de oprichting en de werking van de infrastructuur voor ruimtelijke informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via het Brusselse portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie.
§ 1er. – La présente ordonnance fixe les règles générales relatives à l’établissement et au fonctionnement de l’infrastructure d’information géographique en Région de Bruxelles-Capitale au travers du portail bruxellois de diffusion de l’information géographique.
§ 2. – Ze zet de Richtlijn 2007/2/EG om, en betreft de verspreiding onder het publiek van ruimtelijke informatie en de uitwisseling ervan tussen overheidsinstanties, via een dienstennetwerk voor ruimtelijke gegevens.
§ 2. – Elle transpose la Directive 2007/2/CE et concerne la diffusion au public d’informations géographiques et le partage de celles-ci entre autorités publiques, via un réseau de services de données géographiques.
Ze heeft tot doel te helpen bij de uitvoering van de milieubeleidsmaatregelen en van andere beleidsmaatregelen die de eisen voor milieubescherming moeten integreren, zoals vooropgezet door de Europese Unie, de lidstaten en hun indelingen en de regionale beleidskeuzes. Daarnaast moet ze de besluitvorming bij dit beleid ondersteunen evenals de activiteiten die een directe of indirecte invloed kunnen hebben op het milieu, en het ontwikkelen door derden bevorderen van diensten met meerwaarde ten voordele van zowel de overheidsinstanties als van het publiek.
Elle a pour finalités d’aider à la mise en œuvre des politiques environnementales et d’autres politiques devant intégrer les exigences de la protection de l’environnement développées au niveau de l’Union européenne, des Etats membres et de leurs divisions, ainsi que des politiques régionales, de faciliter la prise de décision concernant ces politiques et les activités susceptibles d’avoir une incidence directe ou indirecte sur l’environnement et de favoriser le développement de services à valeur ajoutée par des tiers, au bénéfice tant des autorités publiques que du public.
71676
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Artikel 3 Verhouding tot andere wetteksten § 1. – Deze ordonnantie is van toepassing onverminderd de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur, de ordonnantie van 18 maart 2004 inzake toegang tot milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 6 maart 2008 houdende omzetting van Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie en de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. § 2. – In het kader van de publieke toegang tot de verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens die wordt bedoeld in artikel 14, mag het hergebruik van de administratieve documenten in de zin van de ordonnantie van 6 maart 2008 slechts worden verhinderd in toepassing van artikel 14, paragrafen 2, 3, 4 en 6. Wanneer de publieke toegang tot de verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens, bedoeld in artikelen 14 en 16, wordt uitgeoefend met het oog op een hergebruik in de zin van de ordonnantie van 6 maart 2008, mogen de persoonsgegevens in de zin van de wet van 8 december 1992 worden hergebruikt overeenkomstig artikel 14, § 3, 6° van deze ordonnantie. § 3. – Deze ordonnantie laat het bestaan of de eigendom van intellectuele eigendomsrechten onverlet. Artikel 4 Definities In de zin van deze ordonnantie en van haar uitvoeringsbesluiten moet, behoudens andersluidende bepalingen in deze, worden verstaan onder : 1° « ruimtelijke gegevens » : gegevens die direct of indirect verwijzen naar een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied; 2° « verzameling van ruimtelijke gegevens » : een identificeerbare verzameling van ruimtelijke gegevens; 3° « ruimtelijk object » : een abstracte voorstelling van een reëel verschijnsel in relatie tot een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied; 4° « metagegevens » : informatie waarin verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens worden beschreven en die het mogelijk maakt deze gegevens en diensten te zoeken, te inventariseren en te gebruiken; 5° « diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens » : de verwerking van de ruimtelijke gegevens die zich bevinden in verzamelingen van ruimtelijke gegevens of de verwerking van de aanverwante metagegevens door middel van een computertoepassing; 6° « infrastructuur voor ruimtelijke informatie » : metagegevens, verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens; netwerkdiensten en -technologieën; overeenkomsten betreffende de uitwisseling van, de toegang tot en het gebruik van de gegevens; en overeenkomstig deze ordonnantie ingestelde, beheerde of beschikbaar gemaakte mechanismen, processen en procedures voor coördinatie en monitoring; 7° « interoperabiliteit » : de mogelijkheid dat, zonder terugkerende handmatige verrichtingen, verzamelingen van ruimtelijke gegevens zodanig worden gecombineerd en dat diensten zodanig op elkaar inwerken dat het resultaat coherent is en de meerwaarde van de verzamelingen gegevens en van de diensten wordt verhoogd; 8° « UrbIS » : de databases en de vector- of rasterbestanden die deel uitmaken van de UrbIS-producten die door het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest (CIBG) worden verdeeld overeenkomstig de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 mei 1994 betreffende de opdracht tot promotie, distributie en dienstverlening aan de gebruikers van het product Brussels UrbIS-R-C, door het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest en van 4 juli 1996 ter uitbreiding van de opdrachten en de diensten van het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest en voor de vaststelling van de nieuwe tarifering van de aangeboden diensten, in het kader van de promotie, de distributie en dienstverlening aan de gebruikers van het product Brussels UrbIS-R-C; 9° « afgeleide UrbIS-gegevens » : elke verzameling ruimtelijke gegevens die ofwel wordt samengesteld door toevoeging van een attribuut aan bepaalde gegevens vervat in UrbiS, ofwel door samenvoeging van gegevens vervat in UrbIS, ofwel door splitsing van gegevens vervat in UrbIS, ofwel door de omlijning van de UrbIS-gegevens volledig of gedeeltelijk te volgen;
Article 3 Relations avec d’autres textes législatifs § 1er. – La présente ordonnance s’applique sans préjudice de l’ordonnance du 30 mars 1995 relative à la publicité de l’administration, de l’ordonnance du 18 mars 2004 sur l’accès à l’information relative à l’environnement dans la Région de Bruxelles-Capitale, de l’ordonnance du 6 mars 2008 portant transposition de la Directive 2003/98/CE du Parlement européen et du Conseil du 17 novembre 2003 concernant la réutilisation des informations du secteur public et de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel. § 2. – Toutefois, dans le cadre de l’accès public aux séries et services de données géographiques visé à l’article 14, la réutilisation des documents administratifs au sens de l’ordonnance du 6 mars 2008 ne peut être empêchée qu’en application de l’article 14, paragraphes 2, 3, 4 et 6. Lorsque l’accès public aux séries et services de données géographiques visé aux articles 14 et 16 est exercé en vue d’une réutilisation au sens de l’ordonnance du 6 mars 2008, les données à caractère personnel au sens de la loi du 8 décembre 1992 peuvent être réutilisées conformément à l’article 14, § 3, 6° de la présente ordonnance. § 3. – La présente ordonnance n’affecte pas l’existence ou la titularité de droits de propriété intellectuelle. Article 4 Définitions Au sens de la présente ordonnance et de ses arrêtés d’exécution, sauf disposition particulière de celle-ci, on entend par : 1° « donnée géographique » : toute donnée faisant directement ou indirectement référence à un lieu ou une zone géographique spécifique; 2° « série de données géographiques » : une compilation identifiable de données géographiques; 3° « objet géographique » : une représentation abstraite d’un phénomène réel lié à un lieu ou à une zone géographique spécifique; 4° « métadonnée » : l’information décrivant les séries et services de données géographiques et rendant possible leur recherche, leur inventaire et leur utilisation; 5° « services de données géographiques » : les opérations qui peuvent être exécutées à l’aide d’une application informatique sur les données géographiques contenues dans des séries de données géographiques ou sur les métadonnées qui s’y rattachent; 6° « infrastructure d’information géographique » : des métadonnées, des séries de données géographiques et des services de données géographiques; des services et des technologies en réseau; des accords sur le partage, l’accès et l’utilisation; et des mécanismes, des processus et des procédures de coordination et de suivi établis, exploités ou mis à disposition conformément à la présente ordonnance; 7° « interopérabilité » : la possibilité d’une combinaison de séries de données géographiques et d’une interaction des services, sans intervention manuelle répétitive, de telle fac¸ on que le résultat soit cohérent et la valeur ajoutée des séries et des services de données renforcée; 8° « UrbIS » : les bases de données et les fichiers vectoriels ou raster faisant partie des produits UrbIS distribués par le Centre d’Informatique pour la Région bruxelloise (CIRB) conformément aux arrêtés du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 mai 1994 relatif à la mission de promotion, de distribution et de services aux utilisateurs du produit Brussels UrbIS-R-C par le Centre d’Informatique pour la Région bruxelloise et du 4 juillet 1996 étendant les missions et services du Centre d’Informatique pour la Région bruxelloise et fixant une nouvelle tarification des services offerts dans le cadre de la mission de promotion, de distribution et de services aux utilisateurs du produit Bruxelles UrbIS-R-C; 9° « données dérivées UrbIS » : toute série de données géographiques élaborée soit par ajout d’un attribut à certaines données contenues dans UrbIS, soit par agrégation de données contenues dans UrbIS, soit par éclatement de données contenues dans UrbIS, soit en suivant partiellement ou totalement les contours des données UrbIS;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE 10° « Brussels portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie » : een internetsite of een ander geschikt telecommunicatiemiddel dat toegang verschaft tot de diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 9 en dat het Geoportaal voedt dat werd opgericht in toepassing van artikel 7 van het samenwerkingsakkoord van 2 april 2010; 11° « overheidsinstantie » :
71677
10° « portail bruxellois de diffusion de l’information géographique » : un site internet ou tout autre moyen approprié de télécommunication qui donne accès aux services de données géographiques visés à l’article 9 et alimente le Géoportail établi en application de l’article 7 de l’accord de coopération du 2 avril 2010; 11° « autorité publique » :
a) de bestuurlijke overheden zoals bedoeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en die afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de gemeenten, en de intercommunales waarvan de bevoegdheid het grondgebied van het Gewest niet overschrijdt, alsook de gemeentelijke en gewestelijke raadgevende instanties;
a) les autorités administratives telles que visées à l’article 14 des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat et dépendant de la Région de Bruxelles-Capitale, des communes, et des intercommunales dont le ressort ne dépasse pas le territoire de la Région, ainsi que les organes consultatifs communaux et régionaux;
b) elke natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties uitoefent in de bevoegdheidssfeer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met betrekking tot de materies die zijn opgenomen in artikel 6, § 1, II, III en V van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;
b) toute personne physique ou morale qui exerce des fonctions administratives publiques dans la sphère de compétence de la Région de Bruxelles-Capitale, y compris des tâches, activités ou services spécifiques en rapport avec les matières reprises à l’article 6, § 1er, II, III et V de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980;
c) elke natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of persoon als bedoeld in punt 11°, a) of b) belast is met openbare verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten op milieugebied verleent.
c) toute personne physique ou morale ayant des responsabilités ou des fonctions publiques, ou fournissant des services publics, en rapport avec l’environnement, sous le contrôle d’un organe ou d’une personne visé(e) au point 11°, a) ou b).
Worden met name bedoeld, de verenigingen zonder winstoogmerk waarin één of meer gemeenten of het Gewest minstens de helft van de stemmen hebben in een van de beheersinstanties, of minstens de helft van de financiering op zich nemen;
Sont notamment visées les associations sans but lucratif dans lesquelles une ou plusieurs communes ou la Région disposent d’au moins la moitié des voix dans un des organes de gestion, ou se chargent d’au moins la moitié du financement;
12° « derde partij » : elke natuurlijke of rechtspersoon die geen overheidsinstantie is;
12° « tiers » : toute personne physique ou morale autre qu’une autorité publique;
13° « BISA » : « Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse », administratie van het Secretariaat-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
13° « IBSA » : « Institut bruxellois de Statistique et d’Analyse », administration du Secrétariat général du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale;
14° « BROH » : « Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting », administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
14° « AATL » : « Administration de l’Aménagement du Territoire et du Logement », administration du Ministère de la Région de BruxellesCapitale;
15° « BIM » : « Brussels Instituut voor Milieubeheer », opgericht bij koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, bevestigd door artikel 41 van de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen;
15° « IBGE » : « Institut bruxellois pour la Gestion de l’Environnement », créé par l’arrêté royal du 8 mars 1989 créant l’Institut bruxellois pour la gestion de l’environnement, confirmé par l’article 41 de la loi du 16 juin 1989 portant diverses réformes institutionnelles;
16° « CIBG » : « Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest », opgericht door artikel 27 van de wet van 21 augustus 1987 houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten en houdende bepalingen met betrekking tot het Brussels Gewest;
16° « CIRB » : « Centre d’Informatique pour la Région Bruxelloise », créé par l’article 27 de la loi du 21 août 1987 organisant les agglomérations et les fédérations de communes et portant dispositions relatives à la Région bruxelloise;
17° « productie » : alle activiteiten die verband houden met de verzameling, de opslag, de verwerking en de analyse die nodig zijn om statistieken en ruimtelijke gegevens op te stellen;
17° « production » : l’ensemble des activités liées à la collecte, au stockage, au traitement et à l’analyse qui sont nécessaires pour établir des statistiques et données géographiques;
18° « Commissie voor de bescherming van de persoonlijke Levenssfeer » : de commissie bedoeld in artikel 23 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;
18° « Commission de la Protection de la Vie privée » : la commission visée à l’article 23 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements des données à caractère personnel;
19° « Samenwerkingsakkoord » : het samenwerkingsakkoord van 2 april 2010 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de coördinatie van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie;
19° « Accord de coopération du 2 avril 2010 » : l’accord de coopération du 2 avril 2010 entre l’Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale pour la coordination d’une infrastructure d’information géographique;
20° « Richtlijn 2007/2/EG » : de Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Europese Gemeenschap (INSPIRE);
20° « Directive 2007/2/CE » : la Directive 2007/2/CE du Parlement européen et du Conseil du 14 mars 2007 établissant une infrastructure d’information géographique dans la Communauté européenne (INSPIRE);
21° « Ordonnantie van 6 maart 2008 » : de ordonnantie van 6 maart 2008 houdende omzetting van de Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie;
21° « Ordonnance du 6 mars 2008 » : l’ordonnance du 6 mars 2008 portant transposition de la Directive 2003/98/CE du Parlement européen et du Conseil du 17 novembre 2003 concernant la réutilisation des informations du secteur public;
22° « Wet van 8 december 1992 » : de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
22° « Loi du 8 décembre 1992 » : la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel. CHAPITRE II. — Champ d’application
HOOFDSTUK II. — Toepassingssfeer Artikel 5 Verzamelingen van ruimtelijke gegevens § 1. – Deze ordonnantie is van toepassing op de verzamelingen van ruimtelijke gegevens die aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° ze zijn beschikbaar in elektronisch formaat;
Article 5 Séries de données géographiques § 1er. – La présente ordonnance s’applique aux séries de données géographiques qui remplissent les conditions suivantes : 1° elles sont au format électronique;
71678
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
2° ze worden bewaard door of namens : a) een overheidsinstantie, in die zin dat ze zijn geproduceerd of ontvangen door die instantie en binnen haar publieke taak vallen, dan wel worden beheerd of bijgewerkt door die instantie en binnen haar publieke taak vallen; b) een derde partij die deze verzamelingen van gegevens ter beschikking stelt via het Brusselse portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie, overeenkomstig artikel 12; 3° ze hebben betrekking op een of meer vastgestelde thema’s krachtens artikel 6. § 2. – Deze ordonnantie heeft betrekking op verzamelingen van gegevens zoals bedoeld in paragraaf 1 die zijn aangeduid door het Coördinatiecomité, opgericht krachtens artikel 13 van het samenwerkingsakkoord van 2 april 2010, zoals verzamelingen van ruimtelijke gegevens van het Geoportaal, opgesteld in toepassing van artikel 7 van het genoemde samenwerkingsakkoord. § 3. – Deze ordonnantie is eveneens van toepassing op de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in paragraaf 1 die ofwel elk bestaan in slechts één exemplaar, ofwel, indien er meerdere kopieën van bestaan, referentieverzamelingen van ruimtelijke gegevens vormen in de zin van de tweede alinea. Wanneer er meerdere kopieën zijn van een verzameling van ruimtelijke gegevens zoals bedoeld in paragraaf 1, bepaalt het « GeoBru »comité, bedoeld in artikel 18, welke de Brusselse referentieverzameling van ruimtelijke gegevens is, rekening houdend met het operationele karakter van de gegevens. § 4. – In het geval van verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in paragraaf 1, 2° waarvan een derde partij intellectuele eigendomsrechten bezit, kan de overheidsinstantie slechts handelen in toepassing van deze ordonnantie indien deze derde partij hiermee instemt. Wanneer een overheidsinstantie bij een derde partij een bestelling plaatst van gegevens of van verzamelingen van ruimtelijke gegevens die worden beschermd door het auteursrecht of door het recht sui generis van de databases, voorziet ze, in het bestek of, in voorkomend geval, in de overeenkomst, een bepaling krachtens welke de respectieve exploitatierechten van de auteur(s) of de producent(en) worden overgedragen. § 5. – In afwijking van §§ 1 tot 3, is deze ordonnantie slechts van toepassing op verzamelingen van ruimtelijke gegevens die door of namens een gemeente of een intercommunale bewaard worden, indien de ordonnantiële of reglementaire bepalingen de verzameling of de verspreiding ervan voorschrijven. Artikel 6 Thema’s van de ruimtelijke gegevens § 1. – De thema’s van ruimtelijke gegevens worden bepaald in de bijlagen van deze ordonnantie. § 2. – Op voorstel van het « GeoBru »-comité bedoeld in artikel 18, kan de Regering andere thema’s van ruimtelijke gegevens definiëren die moeten voldoen aan alle of een deel van de bepalingen van deze ordonnantie. Artikel 7 Diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens Deze ordonnantie is eveneens van toepassing op de diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens die verband houden met de gegevens die deel uitmaken van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 1.
2° elles sont détenues par l’une des entités ci-après ou en son nom : a) une autorité publique, lorsque celle-ci a produit ou rec¸ u ces séries de données et que ces dernières entrent dans le champ de ses missions publiques, ou bien lorsque celle-ci a géré ou mis à jour ces séries de données et que ces dernières entrent dans le champ de ses missions publiques; b) un tiers mettant ces séries de données à disposition au travers du portail bruxellois de diffusion de l’information géographique, conformément à l’article 12; 3° elles concernent un ou plusieurs des thèmes définis en vertu de l’article 6. § 2. – La présente ordonnance s’applique aux séries de données visées au paragraphe 1er qui sont désignées par le Comité de coordination, établi en vertu de l’article 13 de l’accord de coopération du 2 avril 2010, comme séries de données géographiques du Géoportail établi en application de l’article 7 dudit accord de coopération. § 3. – La présente ordonnance s’applique également aux séries de données géographiques visées au paragraphe 1er qui, soit n’existent chacune qu’en un seul exemplaire, soit, lorsqu’il en existe plusieurs copies, sont des séries de données géographiques de référence au sens du deuxième alinéa. Lorsqu’il existe plusieurs copies d’une série de données géographiques visée au paragraphe 1er, le Comité « GeoBru » visé à l’article 18 détermine quelle est la série de données géographiques bruxelloise de référence, en tenant compte du caractère opérationnel des données. § 4. – Dans le cas de séries de données géographiques visées au paragraphe 1er, 2°, et à l’égard desquelles un tiers détient des droits de propriété intellectuelle, l’autorité publique ne peut agir en application de la présente ordonnance qu’avec le consentement de ce tiers. Lorsqu’une autorité publique commande à des tiers la production de données ou séries de données géographiques protégées par le droit d’auteur ou par le droit sui generis des bases de données, elle prévoit, dans le cahier des charges ou, le cas échéant, la convention, une clause en vertu de laquelle lui sont cédés les droits d’exploitation respectivement, du ou des auteur(s) ou du ou des producteur(s). § 5. – Par dérogation au §§ 1er à 3, la présente ordonnance ne s’applique aux séries de données géographiques détenues par une commune ou une intercommunale, ou au nom de celles-ci, que si des dispositions ordonnantielles ou réglementaires en imposent la collecte ou la diffusion. Article 6 Thèmes des données géographiques § 1er. – Les thèmes de données géographiques sont définis aux annexes de la présente ordonnance. § 2. – Sur proposition du Comité « GeoBru » visé à l’article 18, le Gouvernement peut définir d’autres thèmes de données géographiques à soumettre à tout ou partie des dispositions de la présente ordonnance. Article 7 Services de données géographiques La présente ordonnance s’applique également aux services de données géographiques concernant les données contenues dans les séries de données géographiques visées à l’article 5, § 1er.
HOOFDSTUK III. — Brussels portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie
CHAPITRE III. — Portail bruxellois de diffusion de l’information géographique
Artikel 8 Metagegevens § 1. – Overeenkomstig artikel 13 worden metagegevens opgesteld en bijgewerkt met betrekking tot, enerzijds, de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, §§ 2 en 3 en, anderzijds, de diensten met betrekking tot deze gegevens zoals bedoeld in artikel 9, §§ 2 en 3. De metagegevens omvatten minstens de verplichte aspecten die zijn opgenomen in bijlage 4. Het « GeoBru »-comité bedoeld in artikel 18 stelt een technisch document ter beschikking van de overheidsinstanties en van de derde partijen bedoeld in artikel 5 § 1, 2°. Dit technisch document preciseert het formaat waarin de informatie in bijlage 4 beschikbaar zal zijn, overeenkomstig de norm ISO 19115.
Article 8 Métadonnées § 1er. – Conformément à l’article 13, sont créées et mises à jour des métadonnées relatives, d’une part, aux séries de données géographiques visées à l’article 5, §§ 2 et 3 et, d’autre part, aux services portant sur ces données visés à l’article 9, §§ 2 et 3. Les métadonnées comprennent au moins les aspects obligatoires repris à l’annexe 4. Le Comité « GeoBru » visé à l’article 18 met à disposition des autorités publiques et des tiers visés à l’article 5 § 1er, 2° un document technique précisant le format selon lequel les informations reprises à l’annexe 4 seront disponibles, conformément à la norme ISO 19115.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE § 2. – De metagegevens kunnen andere informatie omvatten dan degene die is opgenomen in bijlage 4, op voorwaarde evenwel dat deze informatie compatibel is met de norm ISO 19115. In dit geval kunnen de betrokken overheidsinstanties evenwel de toegang tot deze informatie beperken. § 3. – De metagegevens die betrekking hebben op een of meer van de thema’s bedoeld in artikel 6, § 1, worden opgesteld overeenkomstig het volgende tijdsschema : 1° uiterlijk twee jaar na de datum van aanneming van de uitvoeringsbepalingen overeenkomstig artikel 5, paragraaf 4 van Richtlijn 2007/2/EG, voor de verzamelingen van ruimtelijke gegevens die overeenstemmen met de in bijlagen 1 en 2 van deze richtlijn vermelde thema’s; 2° uiterlijk vijf jaar na de datum van aanneming van de uitvoeringsbepalingen overeenkomstig artikel 5, paragraaf 4 van Richtlijn 2007/2/EG, voor de verzamelingen van ruimtelijke gegevens die overeenstemmen met de in bijlage 3 van deze richtlijn vermelde thema’s; 3° bij de productie van nieuwe verzamelingen van ruimtelijke gegevens. Artikel 9 Netwerk van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens § 1. – Overeenkomstig artikel 13 wordt een dienstennetwerk opgericht en geëxploiteerd zoals gedefinieerd in de paragrafen 2 tot 4. Dit dienstennetwerk wordt « Brussels portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie » genoemd en heeft betrekking op de verzamelingen van ruimtelijke gegevens en de diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens waarvoor metagegevens werden opgesteld overeenkomstig deze ordonnantie. § 2. – Overeenkomstig artikel 13 en met betrekking tot de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 2, worden de volgende diensten opgericht en geëxploiteerd : 1° zoekdiensten, die het mogelijk maken verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens op te zoeken op basis van de inhoud van de overeenkomstige metagegevens, en de inhoud van de metagegevens weer te geven; 2° raadpleegdiensten, die het minstens mogelijk maken gegevens weer te geven, in meerdere gegevensverzamelingen te navigeren, in of uit te zoomen, panoramisch of met overlays weer te geven en om de legendes en de relevante inhoud van de metagegevens weer te geven; 3° downloaddiensten, die het mogelijk maken kopieën van verzamelingen van ruimtelijke gegevens geheel of gedeeltelijk te downloaden en er, waar praktisch mogelijk, rechtstreeks toegang toe te hebben; 4° verwerkingsdiensten, die het mogelijk maken verzamelingen van ruimtelijke gegevens om te zetten om tot interoperabiliteit te komen, zoals bedoeld in artikel 11; 5° diensten die het mogelijk maken diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens op te roepen. Deze diensten moeten bovendien rekening houden met de volgende eisen : 1° ze houden rekening met relevante gebruikerseisen en zijn gebruiksvriendelijk; 2° ze zijn beschikbaar voor het publiek en via internet of andere telecommunicatiemiddelen toegankelijk, overeenkomstig artikelen 14 en 15; 3° ze zijn ontworpen volgens een formaat met open specificaties met het oog op de interoperabiliteit van de gegevens, en waarvan de technische specificaties publiek zijn en zonder beperkingen op het vlak van toegang of toepassing, wanneer een dergelijk formaat bestaat; 4° ze worden geëxploiteerd overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 11, § 1, en te dien einde worden de verwerkingsdiensten bedoeld in paragraaf 2, alinea 1, 4° gecombineerd met de andere in deze paragraaf bedoelde diensten; 5° ze zijn bruikbaar van op het Geoportaal dat wordt opgericht door artikel 7 van het samenwerkingsakkoord van 2 april 2010. § 3. – Overeenkomstig artikel 13 worden de volgende diensten opgericht en geëxploiteerd met betrekking tot de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 3 : 1° de diensten gedefinieerd in paragraaf 2, 1°, zonder dat deze evenwel moeten voldoen aan de vereisten bedoeld in punten 4° en 5° van het tweede lid van paragraaf 2; 2° raadpleegdiensten die het mogelijk maken de gegevens visueel weer te geven en die voldoen aan de vereisten bedoeld in 4° en 5° van alinea 2 van paragraaf 2.
71679
§ 2. – Les métadonnées peuvent comporter d’autres informations que celles reprises à l’annexe 4, à condition toutefois qu’elles soient compatibles avec la norme ISO 19115. Cependant dans ce cas, les autorités publiques concernées peuvent restreindre l’accès à ces informations. § 3. – Les métadonnées qui concernent un ou plusieurs des thèmes visés à l’article 6, § 1er, sont créées conformément au calendrier suivant : 1° au plus tard deux ans après la date d’adoption des règles de mise en œuvre, conformément à l’article 5, paragraphe 4 de la Directive 2007/2/CE, dans le cas des séries de données géographiques correspondant aux thèmes figurant aux annexes 1re et 2 de cette directive; 2° au plus tard cinq ans après la date d’adoption des règles de mise en œuvre, conformément à l’article 5, paragraphe 4 de la Directive 2007/2/CE, dans le cas des séries de données géographiques correspondant aux thèmes figurant à l’annexe 3 de cette directive; 3° dès la production de nouvelles séries de données géographiques. Article 9 Réseau de services de données géographiques § 1er. – Conformément à l’article 13, un réseau des services définis aux paragraphes 2 à 4 est établi et exploité. Ce réseau de services est nommé « portail bruxellois de diffusion de l’information géographique » et concerne les séries et services de données géographiques pour lesquels des métadonnées ont été créées conformément à la présente ordonnance. § 2. – Conformément à l’article 13, et relativement aux séries de données géographiques visées à l’article 5, § 2, les services suivants sont établis et exploités : 1° des services de recherche permettant d’identifier des séries et des services de données géographiques sur la base du contenu des métadonnées correspondantes et d’afficher le contenu des métadonnées; 2° des services de consultation permettant au moins d’afficher des données, de naviguer, de changer d’échelle, d’opter pour une vue panoramique, ou de superposer plusieurs séries de données consultables et d’afficher les légendes ainsi que tout contenu pertinent de métadonnées; 3° des services de téléchargement permettant de télécharger des copies de séries de données géographiques ou de parties de ces séries, et, lorsque cela est possible, d’y accéder directement; 4° des services de transformation permettant de transformer des séries de données géographiques en vue de réaliser l’interopérabilité visée à l’article 11; 5° des services permettant d’appeler des services de données géographiques. Ces services satisfont en outre aux exigences suivantes : 1° ils tiennent compte des exigences des utilisateurs en la matière et sont faciles à utiliser; 2° ils sont mis à la disposition du public et accessibles par l’internet ou tout autre moyen approprié de télécommunication conformément aux articles 14 et 15; 3° ils sont conc¸ us selon un format aux spécifications ouvertes rendant les données interopérables et dont les spécifications techniques sont publiques et sans restriction d’accès ni de mise en œuvre, lorsqu’un tel format existe; 4° ils sont exploités conformément aux règles visées à l’article 11, § 1er et, à cette fin, les services de transformation visés au paragraphe 2, alinéa 1er, 4°, sont combinés aux autres services visés dans ce paragraphe; 5° ils sont utilisables à partir du Géoportail instauré par l’article 7 de l’accord de coopération du 2 avril 2010. § 3. – Conformément à l’article 13, sont établis et exploités relativement aux séries de données géographiques visées à l’article 5, § 3, les services suivants : 1° les services définis au paragraphe 2, 1° sans toutefois que ceux-ci ne doivent satisfaire aux exigences visées aux points 4° et 5° de l’alinéa 2 du paragraphe 2; 2° des services de consultation permettant de visualiser les données et satisfaisant aux exigences visées aux 4° et 5° de l’alinéa 2 du paragraphe 2.
71680
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
§ 4. – Dit artikel legt geen centralisering op van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens die in het bezit zijn van afzonderlijke overheidsinstanties in één of meer gegevensbestanden, op voorwaarde evenwel dat de verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens toegankelijk zijn, overeenkomstig deze ordonnantie, via het portaal bedoeld in paragraaf 1. Artikel 10 Zoekcriteria § 1. – Voor de diensten bedoeld in artikel 9, § 2 moet de minimale combinatie van zoekcriteria, die hieronder wordt opgesomd, worden uitgevoerd : 1° trefwoorden; 2° de classificering van de diensten en van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens; 3° de kwaliteit en de temporele dekking van de ruimtelijke gegevens; 4° de mate van overeenstemming met de uitvoeringsbepalingen bedoeld in artikel 7, § 1 van de Richtlijn 2007/2/EG; 5° de maximale geografische omvang; 6° voorwaarden van toepassing voor de toegang tot en het gebruik van de verzamelingen van ruimtelijke gegeven en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens; 7° overheidsinstanties of derde partijen die verantwoordelijk zijn voor de oprichting, het beheer, het onderhoud en de verspreiding van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens. Op voorstel van het « GeoBru »-comité bedoeld in artikel 18 kan de Regering andere zoekcriteria definiëren. § 2. – Voor de diensten bedoeld in artikel 9, § 3 zal minstens één van de zoekcriteria bedoeld in paragraaf 1, met uitzondering van 4°, worden uitgevoerd. Artikel 11 Interoperabiliteit § 1. – De verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5 en de diensten bedoeld in artikel 9 zijn interoperabel. Daartoe worden de ruimtelijke gegevens ontworpen volgens de geomatische referentie van het UrbIS-basisplan, volgens de versie die beschikbaar is op het moment van de productie van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens of van de diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens. § 2. – De verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 2 en de diensten met betrekking tot deze gegevens bedoeld in artikel 9, § 2 zijn ook interoperabel overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen bedoeld in artikelen 7 en 16, a) van de Richtlijn 2007/2/EG. Deze verzamelingen van ruimtelijke gegevens worden overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen ter beschikking gesteld ofwel door de aanpassing van de bestaande verzamelingen van ruimtelijke gegevens, ofwel door de in artikel 9, § 2, alinea 1, 4° bedoelde verwerkingsdiensten. § 3. – Uiterlijk twee jaar na de aanneming, van de in paragraaf 2 bedoelde uitvoeringsbepalingen, zullen de nieuw verzamelde en uitgebreid geherstructureerde verzamelingen van ruimtelijke gegevens en de desbetreffende diensten beschikbaar zijn overeenkomstig deze bepalingen. De andere nog in gebruik zijnde verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens zullen uiterlijk zeven jaar na de aanneming van de uitvoeringsbepalingen beschikbaar zijn in overeenstemming met deze bepalingen. § 4. – De informatie, die nodig is om te voldoen aan de in paragraaf 1 vermelde voorschriften, worden inclusief de gegevens, codes en technische classificaties ter beschikking gesteld van de overheidsinstanties en derde partijen onder zodanige voorwaarden dat die informatie zonder beperking voor dat doel kan worden aangewend. § 5. – Om de coherentie te garanderen van ruimtelijke gegevens die betrekking hebben op een geografisch kenmerk dat gedeeltelijk is gesitueerd in een gebied onder de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en gedeeltelijk in een gebied onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest, sluit de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de nodige akkoorden met de Federale Staat en/of met de gemeenschappen en de overige gewesten om de afbeelding en de plaats van dergelijke gemeenschappelijke kenmerken te bepalen. Artikel 12 Verbinding met het Brussels portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie
§ 4. – Pour autant que les séries et services de données géographiques soient accessibles, conformément à la présente ordonnance, via le portail visé au paragraphe 1er, cet article n’impose pas la centralisation des séries de données géographiques détenues par des autorités publiques distinctes dans une ou plusieurs bases de données. Article 10 Critères de recherche § 1er. – Aux fins des services visés à l’article 9, § 2, la combinaison minimale ci-après de critères de recherche doit être mise en œuvre : 1° mots-clés; 2° classification des services et des séries de données géographiques; 3° la qualité et l’étendue temporelle des données géographiques; 4° degré de conformité par rapport aux règles de mise en œuvre prévues à l’article 7, § 1er de la Directive 2007/2/CE; 5° l’extension géographique maximale; 6° conditions applicables à l’accès aux séries et aux services de données géographiques et à leur utilisation; 7° autorités publiques ou tiers chargés de l’établissement, de la gestion, de la maintenance et de la diffusion des séries et des services de données géographiques. Sur proposition du Comité « GeoBru » visé à l’article 18, le Gouvernement peut définir d’autres critères de recherche. § 2. – Aux fins des services visés à l’article 9, § 3, l’un au moins des critères de recherche visés au paragraphe 1er, à l’exception du 4°, doit être mis en œuvre. Article 11 Interopérabilité § 1er. – Les séries de données géographiques visées à l’article 5 et les services visés à l’article 9 sont interopérables. A cette fin, les données géographiques sont conc¸ ues selon la référence géomatique que constitue le fond de plan UrbIS, selon la version en cours au moment de la production des séries ou services de données géographiques. § 2. – Les séries de données géographiques visées à l’article 5, § 2 et les services portant sur ces données visés à l’article 9, § 2 sont en outre interopérables conformément aux règles de mise en œuvre visées aux articles 7 et 16, a) de la Directive 2007/2/CE. Ces séries de données géographiques sont mises à disposition en conformité avec les règles de mise en œuvre, soit par l’adaptation des séries existantes, soit par les services de transformation visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er, 4°. § 3. – Dans un délai de deux ans à compter de l’adoption des règles visées au paragraphe 2, les séries de données géographiques nouvellement collectées et restructurées en profondeur et les services de données géographiques correspondants sont disponibles conformément à ces règles. Les autres séries et services de données géographiques encore utilisés sont disponibles, conformément à ces règles, dans un délai de sept ans à compter de leur adoption. § 4. – Les informations nécessaires pour se conformer aux règles visées au paragraphe 1er, y compris les données, les codes et les classifications techniques, sont mises à disposition des autorités publiques et des tiers à des conditions qui ne restreignent pas leur utilisation à cette fin. § 5. – Afin de garantir la cohérence des données géographiques concernant un élément géographique situé partiellement sur une zone relevant de la compétence de la Région de Bruxelles-Capitale et partiellement sur une zone relevant de la compétence de la Région flamande, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale conclut les accords nécessaires avec l’Etat fédéral et/ou avec les Communautés et les autres Régions, afin de déterminer la représentation et la position de ces éléments communs. Article 12 Liaison au portail bruxellois de diffusion de l’information géographique
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71681
§ 1. – De Regering bepaalt de overheid die de nodige maatregelen treft opdat de overheidsinstanties de technische mogelijkheid zouden krijgen om hun verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens te koppelen aan het netwerk bedoeld in artikel 9, § 1.
§ 1er. – Le Gouvernement détermine l’autorité qui prend les mesures nécessaires pour que les autorités publiques puissent techniquement relier leurs séries et services de données géographiques au réseau visé à l’article 9, § 1er.
Wanneer de maatregelen bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel betrekking hebben op de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 2 en de desbetreffende diensten bedoeld in artikel 9, § 2, zullen ze voldoen aan de uitvoeringsbepalingen bedoeld in artikel 16, b) van Richtlijn 2007/2/EG.
Les mesures visées au paragraphe 1er du présent article, lorsqu’elles portent sur des séries de données géographiques visées à l’article 5, § 2 et les services relatifs à celles-ci visés à l’article 9, § 2, sont conformes aux règles de mises en œuvre visées à l’article 16, b) de la Directive 2007/2/CE.
§ 2. – Derde partijen, die erom vragen of die dit aanvaarden op vraag van de Regering of van het « GeoBru »-comité bedoeld in artikel 18, kunnen hun verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens koppelen aan het netwerk bedoeld in artikel 9, indien deze verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens voldoen aan deze ordonnantie.
§ 2. – Les tiers qui en font la demande ou qui l’acceptent à la demande du Gouvernement ou du Comité « GeoBru » visé à l’article 18, peuvent relier leurs séries et services de données géographiques au réseau visé à l’article 9 si ces séries et services de données géographiques sont conformes à la présente ordonnance.
In onderlinge overeenstemming bepalen één of meer overheidsinstanties, aangesteld door het « GeoBru »-comité bedoeld in artikel 18, en de derde partijen, die gebruik maken van de door alinea 1 voorziene mogelijkheid, in een overeenkomst de voorwaarden en modaliteiten onder welke de gekoppelde verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens publiekelijk toegankelijk zijn, krachtens artikel 14, en gebonden zijn aan uitwisseling, krachtens artikel 15. De verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens respecteren de regels voor de uitvoering van deze ordonnantie, waaronder met name de verplichtingen omtrent de metagegevens, de netwerkdiensten en de interoperabiliteit.
D’un commun accord, une ou plusieurs autorités publiques désignéespar le Comité « GeoBru » visé à l’article 18 et le tiers faisant usage de la possibilité prévue par l’alinéa 1er déterminent dans une convention les conditions et modalités auxquelles les séries et services de données géographiques reliés seront accessibles publiquement en vertu de l’article 14 et soumis au partage en vertu de l’article 15. Les séries et services de données géographiques reliés respectent les règles de mise en œuvre de la présente ordonnance, dont en particulier les obligations relatives aux métadonnées, aux services en réseau et à l’interopérabilité.
Artikel 13
Article 13
Verantwoordelijkheden
Responsabilités
§ 1. – De metagegevens bedoeld in artikel 8, §§ 1 en 2 worden opgesteld en bijgewerkt door de overheidsinstanties of de derde partijen bedoeld in artikel 5, § 1, 2°.
§ 1er. – Les métadonnées visées à l’article 8, §§ 1er et 2 sont créées et mises à jour par les autorités publiques ou les tiers visés à l’article 5, § 1er, 2°.
Deze overheidsinstanties of derden garanderen de overeenstemming van deze metagegevens met de bepalingen die deel uitmaken van deze ordonnantie en met de bepalingen die zijn aangenomen krachtens deze ordonnantie, en zien erop toe dat ze volledig en van voldoende kwaliteit zijn.
Ces autorités publiques ou tiers assurent la conformité de ces métadonnées aux dispositions de la présente ordonnance ainsi qu’aux dispositions adoptées en vertu de celle-ci et veillent à ce qu’elles soient complètes et d’une qualité suffisante.
Wanneer een overheidsinstantie de productie van één of meer verzamelingen van ruimtelijke gegevens bestelt, omvat deze bestelling eveneens de productie van de ermee verband houdende metagegevens.
Lorsqu’une autorité publique commande la production d’une ou plusieurs séries de données géographiques, cette commande inclut également la production des métadonnées y relatives.
§ 2. – De verzamelingen van ruimtelijke gegevens worden beheerd, verspreid en in overeenstemming gebracht met de bepalingen die deel uitmaken van deze ordonnantie of die zijn aangenomen krachtens deze ordonnantie door de overheidsinstanties of de derde partijen bedoeld in artikel 5, § 1, 2°.
§ 2. – Les séries de données géographiques sont gérées, diffusées et mises en conformité avec les dispositions de la présente ordonnance ou adoptées en vertu de celle-ci par les autorités publiques ou les tiers visés à l’article 5, § 1er, 2°.
§ 3. – De diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens worden opgericht, beheerd en onderhouden door de overheidsinstanties of de derde partijen bedoeld in artikel 5, § 1, 2°.
§ 3. – Les services de données géographiques sont créés, gérés et maintenus par les autorités publiques ou les tiers visés à l’article 5, § 1er, 2°.
Deze overheidsinstanties of derde partijen garanderen de overeenstemming van deze diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens met de bepalingen die deel uitmaken van deze ordonnantie of die zijn aangenomen krachtens deze ordonnantie.
Ces autorités publiques ou tiers assurent la conformité de ces services de données géographiques aux dispositions de la présente ordonnance ou adoptées en vertu de celle-ci.
§ 4. – De Regering bepaalt de modaliteiten met betrekking tot de invoering en het onderhoud van het Brussels portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie.
§ 4. – Le Gouvernement fixe les modalités relatives à la mise en place et à l’entretien du portail bruxellois de diffusion de l’information géographique.
De Regering bepaalt de instelling die aan de overheid materiële en technische ondersteuning biedt bij de uitvoering van de paragrafen 1 tot 5.
Le Gouvernement détermine l’autorité qui apporte son assistance matérielle et technique aux autorités publiques dans la mise en œuvre des paragraphes 1er à 5.
§ 5. – De e-commercediensten bedoeld in artikel 14, § 5, alinea 3 worden opgericht en beheerd door de overheidsinstanties of de derde partijen bedoeld in artikel 5, § 1, 2°.
§ 5. – Les services de commerce électronique visés à l’article 14, § 5, alinéa 3 sont créés et gérés par les autorités publiques ou les tiers visés à l’article 5, § 1er, 2°.
§ 6. – Het « GeoBru »-comité bedoeld in artikel 18 kan een akkoord sluiten met deze overheidsinstanties om te garanderen dat, alleen of samen met deze overheidsinstanties, aan alle of een deel van de verplichtingen voorzien in paragrafen 1 tot 5 wordt voldaan.
§ 6. – Le Comité « GeoBru » visé à l’article 18 peut conclure un accord avec ces autorités publiques pour assurer tout ou partie des obligations prévues aux paragraphes 1er à 5, seul ou conjointement avec ces autorités.
§ 7. – De overheidsinstanties bedoeld in paragraaf 2 zijn de verantwoordelijken ten aanzien van verwerkingen in de zin van artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992.
§ 7. – Les autorités publiques visées au paragraphe 2 sont les responsables de traitements au sens de l’article 1er, § 4, de la loi du 8 décembre 1992.
71682
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
HOOFDSTUK IV. — Modaliteiten voor toegang tot het Brusselse portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie Artikel 14
CHAPITRE IV. — Modalités d’accès au portail bruxellois de diffusion de l’information géographique Article 14
Publieke toegang tot de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 2, en de diensten met betrekking tot deze gegevens zoals bedoeld in artikel 9, § 2, alinea 1
Accès public aux séries de données géographiques visées à l’article 5, § 2 et aux services portant sur ces données visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er
§ 1. – Zonder afbreuk aan artikel 15 zijn de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 2 en de diensten met betrekking tot deze gegevens bedoeld in artikel 9, § 2, alinea 1 publiekelijk toegankelijk voor geoorloofde doeleinden zoals bedoeld in artikel 2, § 2 en overeenkomstig huidig artikel.
§ 1er. – Sans préjudice de l’article 15, les séries de données géographiques visées à l’article 5, § 2 et les services portant sur ces données visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er sont publiquement accessibles, aux fins licites visées à l’article 2, § 2 et conformément au présent article.
§ 2. – De overheidsinstanties of derde partijen die gebruik maken van de mogelijkheid voorzien in artikel 12, § 2 mogen de publieke toegang tot verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in paragraaf 1 beperken via de diensten bedoeld in artikel 9, § 2, alinea 1, 1°, indien een dergelijke toegang de internationale betrekkingen, de openbare veiligheid of de nationale defensie zou schaden.
§ 2. – Les autorités publiques ou tiers faisant usage de la possibilité prévue à l’article 12, § 2 peuvent restreindre l’accès public aux séries et services de données géographiques visés au paragraphe 1er par le biais des services visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er, 1°, lorsqu’un tel accès nuirait aux relations internationales, à la sécurité publique ou à la défense nationale.
§ 3. – De overheidsinstanties of derde partijen die gebruik maken van de mogelijkheid voorzien in artikel 12, § 2 mogen de publieke toegang tot de verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in paragraaf 1 beperken via de diensten bedoeld in artikel 9, § 2, alinea 1, 2° tot 5°, wanneer een dergelijke toegang een of meer van de volgende aspecten zou schaden :
§ 3. – Les autorités publiques ou tiers faisant usage de la possibilité prévue à l’article 12, § 2 peuvent restreindre l’accès public aux séries et services de données géographiques visés au paragraphe 1er par le biais des services visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er, 2° à 5°, lorsqu’un tel accès nuirait à l’un ou plusieurs des aspects suivants :
1° het vertrouwelijke karakter van handelingen van overheidsinstanties, indien deze vertrouwelijkheid bij wet, decreet of ordonnantie is voorzien;
1° la confidentialité des travaux des autorités publiques, lorsque cette confidentialité est prévue par la loi, le décret ou l’ordonnance;
2° de internationale betrekkingen, openbare veiligheid of nationale defensie;
2° les relations internationales, la sécurité publique ou la défense nationale;
3° de rechtsgang, de mogelijkheid voor een persoon om een eerlijk proces te krijgen of de mogelijkheid voor een overheid om een onderzoek van strafrechtelijke of disciplinaire aard in te stellen;
3° la bonne marche de la justice, la possibilité pour toute personne d’être jugée équitablement ou la capacité d’une autorité publique d’effectuer une enquête d’ordre pénal ou disciplinaire;
4° de vertrouwelijkheid van commerciële of industriële informatie, om een gewettigd economisch belang te beschermen, met inbegrip van het algemeen belang dat met statistische en fiscale geheimhouding is gediend;
4° la confidentialité des informations commerciales ou industrielles, afin de protéger un intérêt économique légitime, notamment l’intérêt public lié à la préservation de la confidentialité des statistiques et du secret fiscal;
5° de intellectuele eigendomsrechten;
5° les droits de propriété intellectuelle;
6° de naleving van de wet van 8 december 1992.
6° le respect de la loi du 8 décembre 1992.
In dit opzicht wordt het advies gevraagd van het in artikel 18 bedoelde « GeoBru »-comité in de gevallen en volgens de modaliteiten die door de Regering worden vastgelegd.
A cet égard, l’avis du Comité « GeoBru » visé à l’article 18 est demandé dans le cas et selon les modalités fixées par le Gouvernement.
Wanneer een hergebruik in de zin van de ordonnantie van 6 maart 2008 van de ruimtelijke gegevens gepland is, mogen persoonsgegevens in de zin van de wet van 8 december 1992 slechts worden hergebruikt indien de anonimiteit van deze gegevens kan worden bewaard bij het geplande hergebruik.
Lorsqu’une réutilisation au sens de l’ordonnance du 6 mars 2008 des données géographiques est projetée, des données à caractère personnel au sens de la loi du 8 décembre 1992 ne peuvent être réutilisées que si la réutilisation envisagée ne peut être réalisée moyennant anonymisation de ces données;
7° de belangen of de bescherming van de persoon die de gevraagde informatie op vrijwillige basis heeft verstrekt, zonder daartoe wettelijk verplicht te zijn of te kunnen worden, tenzij die persoon ermee heeft ingestemd dat de betrokken informatie wordt vrijgegeven;
7° les intérêts ou la protection de toute personne qui a fourni les informations demandées sur une base volontaire sans y être contrainte par la loi ou sans que la loi puisse l’y contraindre, à moins que cette personne n’ait consenti à la divulgation de ces données;
8° de bescherming van het milieu waarop deze gegevens betrekking hebben, zoals bijvoorbeeld de habitat van zeldzame soorten.
8° la protection de l’environnement auquel ces informations ont trait, comme par exemple la localisation d’espèces rares.
§ 4. – De in paragrafen 2 en 3 vermelde redenen voor het beperken van de toegang dienen restrictief te worden geïnterpreteerd, waarbij rekening moet worden gehouden met het openbaar belang dat gediend wordt met de toegang. In alle gevallen moet het openbaar belang van de toegang worden afgewogen tegen het belang dat wordt nagestreefd door het beperken van de toegang of het stellen van voorwaarden aan de toegang.
§ 4. – Les motifs de restriction de l’accès, tels que prévus aux paragraphes 2 et 3, sont interprétés de manière stricte, en tenant compte, dans chaque cas, de l’intérêt que l’accès à ces informations présenterait pour le public. Dans chaque cas, il convient d’apprécier l’intérêt que présenterait pour le public la divulgation par rapport à celui que présenterait un accès limité ou soumis à conditions.
De toegang tot de informatie over de emissies in het milieu kan niet worden beperkt krachtens paragraaf 3, 1°, 4°, 6° tot 8°.
L’accès aux informations concernant les émissions dans l’environnement ne peut être restreint en vertu du paragraphe 3, 1°, 4°, 6° à 8°.
§ 5. – De verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in paragraaf 1 zijn kosteloos toegankelijk overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgelegd in de klikvergunningen of gewone vergunningen betreffende hun gebruik.
§ 5. – Les séries et services de données géographiques visés au paragraphe 1er sont accessibles gratuitement conformément aux conditions fixées dans les licences internet ou ordinaires encadrant leur utilisation.
De Regering kan evenwel toelaten, in voorkomend geval op voorstel van het « GeoBru »-comité bedoeld in artikel 18, dat de overheidsinstanties een vergoeding verlangen, binnen de volgende perken :
Toutefois, le Gouvernement peut autoriser, le cas échéant sur proposition du Comité « GeoBru » visé à l’article 18, les autorités publiques à percevoir une redevance, dans les limites suivantes :
1° De diensten bedoeld in artikel 9, § 2, alinea 1, 1° en 4° blijven kosteloos;
1° Les services visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er, 1° et 4° demeurent gratuits;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71683
2° De diensten bedoeld in artikel 9, § 2, alinea 1, 2° en 3° mogen niet gebonden zijn aan een vergoeding, behalve indien deze het behoud van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens en van de diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens garandeert, vooral wanneer het gaat om een zeer groot volume van gegevens die regelmatig worden bijgewerkt;
2° Les services visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er, 2° et 3° ne peuvent faire l’objet d’une redevance que lorsque celle-ci assure le maintien de séries de données géographiques et de leurs services correspondants, particulièrement lorsqu’il s’agit d’un volume très important de données régulièrement mises à jour;
Wanneer de overheidsinstanties de diensten bedoeld in artikel 9, § 2, alinea 1, 2°, 3° en 5° tegen betaling ter beschikking stellen, moeten kosteloos e-commercediensten worden voorzien overeenkomstig artikel 13. Aan deze diensten kunnen bewijzen van afstand, klikvergunningen of indien noodzakelijk vergunningen worden gekoppeld.
Lorsque les autorités publiques imposent une redevance pour les services visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er, 2°, 3° et 5°, des services de commerce électroniques sont mis en place gratuitement conformément à l’article 13, et peuvent être couverts par des clauses de nonresponsabilité, des licences internet ou, si nécessaire, des licences ordinaires.
§ 6. – De gegevens die publiekelijk toegankelijk zijn door de diensten bedoeld in artikel 9, § 2, alinea 1, 2° kunnen dit zijn in een vorm die hun hergebruik voor commerciële doeleinden verhindert.
§ 6. – Les données publiquement accessibles par les services visés à l’article 9, § 2, alinéa 1er, 2° peuvent l’être sous une forme empêchant leur réutilisation à des fins commerciales.
§ 7. – De ruimtelijke gegevens mogen slechts worden gebruikt met uitdrukkelijk vermelding van hun bron.
§ 7. – Les données géographiques ne peuvent être utilisées que si leur source est explicitement mentionnée.
Artikel 15
Article 15
Uitwisseling van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 2 en van de diensten met betrekking tot deze gegevens bedoeld in artikel 9, § 2
Partage des séries de données géographiques visées à l’article 5, § 2 et des services portant sur ces données visés à l’article 9, § 2
§ 1. – De verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 2 et de diensten met betrekking tot deze gegevens bedoeld in artikel 9, § 2 worden uitgewisseld tussen overheidsinstanties.
§ 1er. – Les séries de données géographiques visées à l’article 5, § 2 et les services portant sur ces données visées à l’article 9, § 2 sont partagés entre autorités publiques.
Deze overheidsinstanties hebben toegang tot deze verzamelingen en diensten, kunnen ze uitwisselen en gebruiken voor overheidstaken die invloed hebben op het milieu en op het gewestelijke beleid, overeenkomstig dit artikel.
Ces autorités publiques peuvent y accéder, les échanger et les utiliser, aux fins de l’exécution de missions publiques ayant une incidence sur l’environnement et aux fins des politiques régionales, conformément au présent article.
§ 2. – De verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in paragraaf 1 worden uitgewisseld tussen de overheidsinstanties en de andere Belgische overheidsinstanties.
§ 2. – Les séries et services de données géographiques visés au paragraphe 1er sont partagés entre les autorités publiques et les autres autorités publiques belges.
Deze overheidsinstanties hebben toegang tot deze verzamelingen en diensten, kunnen ze uitwisselen en gebruiken voor overheidstaken die invloed hebben op het milieu, overeenkomstig dit artikel.
Ces autorités publiques peuvent y accéder, les échanger et les utiliser, aux fins de l’exécution de missions publiques ayant une incidence sur l’environnement, conformément au présent article.
In de zin van deze paragraaf wordt verstaan onder « andere Belgische overheidsinstantie » : elke overheidsinstantie in de zin van artikel 3, 9), a) en b) van Richtlijn 2007/2/EG, zoals omgezet door de bevoegde wetgever en dienovereenkomstig geïnterpreteerd in de bovenvermelde bepalingen.
Au sens du présent paragraphe, on entend par « autre autorité publique belge » : toute autorité publique au sens de l’article 3, 9), a) et b) de la Directive 2007/2/CE, tel que transposé par le législateur compétent et conformément interprété dans les dispositions précitées.
§ 3. – De in paragraaf 1 bedoelde verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens worden uitgewisseld tussen de overheidsinstanties en de overheidsinstanties die afhangen van andere lidstaten of de instellingen en de instanties van de Europese Unie.
§ 3. – Les séries et services de données géographiques visés au paragraphe 1er sont partagés entre les autorités publiques et les autorités publiques relevant d’autres Etats membres ou les institutions et les organes de l’Union européenne.
Deze overheidsinstanties, instellingen en instanties kunnen er toegang toe krijgen, ze uitwisselen en ze gebruiken voor de uitvoering van overheidstaken die van invloed kunnen zijn op het milieu, overeenkomstig dit artikel.
Ces autorités publiques, institutions et organes peuvent y accéder, les échanger et les utiliser, aux fins de l’exécution de tâches publiques pouvant avoir une incidence sur l’environnement, conformément au présent article.
De instellingen en de instanties van de Europese Unie hebben toegang tot de verzamelingen van ruimtelijke gegevens en de diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens onder geharmoniseerde voorwaarden, overeenkomstig de in artikel 17, punt 8 van Richtlijn 2007/2/EG bedoelde uitvoeringsbepalingen.
Les institutions et les organes de l’Union européenne ont accès aux séries et aux services de données dans des conditions harmonisées, conformes aux règles de mise en œuvre visées à l’article 17, point 8, de la Directive 2007/2/CE.
In de zin van deze paragraaf wordt verstaan onder « andere overheidsinstantie die afhangt van een andere lidstaat » : elke overheidsinstantie in de zin van artikel 3, 9), a) en b) van Richtlijn 2007/2/EG, zoals omgezet door de bevoegde wetgever van deze lidstaat en dienovereenkomstig geïnterpreteerd in de bovenvermelde bepalingen.
Au sens du présent paragraphe, on entend par « autre autorité publique relevant d’un autre Etat membre » : toute autorité publique au sens de l’article 3, 9), a) et b) de la Directive 2007/2/CE, tel que transposé par le législateur compétent de cet Etat membre et conformément interprété dans les dispositions précitées.
§ 4. – De in paragraaf 1 bedoelde verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens worden uitgewisseld tussen de overheidsinstanties en de instanties opgericht bij internationale overeenkomsten waarbij de Europese Unie en de lidstaten partij zijn.
§ 4. – Les séries et services de données géographiques visés au paragraphe 1er sont partagés entre les autorités publiques et les organes établis par des accords internationaux auxquels l’Union européenne et les Etats membres sont parties.
Deze instanties kunnen er toegang toe krijgen, ze uitwisselen en ze gebruiken, met het oog op de uitvoering van taken die van invloed kunnen zijn op het milieu en op basis van wederkerigheid en gelijke behandeling en overeenkomstig dit artikel.
Ces organes peuvent y accéder, les échanger et les utiliser, aux fins de l’exécution de tâches pouvant avoir une incidence sur l’environnement et selon le principe de réciprocité et de l’égalité de traitement et conformément au présent article.
§ 5. – Elke beperking die praktische belemmeringen kan meebrengen, die zich voordoen op de plaats van gebruik, voor de uitwisseling van verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in paragrafen 1 tot 3, is uitgesloten.
§ 5. – Toute restriction susceptible de créer des obstacles pratiques, au point d’utilisation, au partage de séries et de services de données géographiques visés par les paragraphes 1er à 3 est exclue.
71684
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
De overheidsinstanties kunnen de uitwisseling evenwel beperken : 1° indien deze uitwisseling de rechtsgang, de openbare veiligheid, de nationale defensie of de internationale beperkingen in gevaar brengt; 2° indien er een schending is van de wet van 8 december 1992, volgens de modaliteiten voorzien in artikel 14, § 3, 6°. § 6. – De uitwisseling van gegevens bedoeld in paragrafen 1 tot 4 is kosteloos. De Regering kan de overheidsinstanties die verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in paragraaf 1 verstrekken, evenwel toestaan een vergoeding te verlangen, op voorstel van het « GeoBru »-comité bedoeld in artikel 18 en binnen de volgende perken : 1° in geen geval wordt een vergoeding verlangd voor door de Lidstaten aan instellingen en instanties van de Europese Unie verstrekte verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens die zij nodig hebben ter vervulling van hun verplichtingen met betrekking tot verslaglegging krachtens de Europese wetgeving inzake het milieu; 2° de vergoeding moet ten volle verenigbaar zijn met de algemene doelstelling om de uitwisseling van verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens tussen overheidsinstanties te vergemakkelijken; 3° de vergoeding blijft beperkt tot een minimum dat nodig is om de noodzakelijke kwaliteit en beschikbaarheid van verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens te garanderen, vermeerderd met een redelijk rendement op de investering, in voorkomend geval met inachtneming van de vereisten inzake zelffinanciering van de overheidsinstanties die verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens verstrekken. De overheidsinstanties die verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens verstrekken, kunnen vergunningen toekennen. Hun toekenning moet beantwoorden aan de doelstelling om het uitwisselen van verzamelingen van ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens tussen openbare instanties te vergemakkelijken. Artikel 16 Opzoeking en publieke weergave van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 3 § 1. – De diensten bedoeld in artikel 9, § 3 zijn publiekelijk en kosteloos toegankelijk voor de informatie van personen. § 2. – De overheidsinstanties of derde partijen die gebruik maken van de mogelijkheid voorzien in artikel 12, § 2 kunnen enerzijds de publieke toegang tot de diensten bedoeld in artikel 9, § 3, 1° beperken in het geval de publieke toegang schade zou toebrengen aan één of meer van de belangen bedoeld in artikel 14, § 2, en anderzijds de publieke toegang tot de diensten bedoeld in artikel 9, § 3, 2° beperken voor zover de publieke toegang een of meer van de aspecten bedoeld in artikel 14, § 3 zou schaden. Ter fine van het voorgaand lid handelt de overheidsinstantie of de derde partij die gebruik maakt van de mogelijkheid voorzien in artikel 12, § 2, in overeenstemming met artikel 14, § 4. Artikel 17 Uitwisseling tussen overheidsinstanties van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 3 en van de diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 9, § 3 § 1. – De diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 9, § 3 worden kosteloos uitgewisseld tussen overheidsinstanties in de zin van artikel 15, § 1. De uitwisseling van de diensten bedoeld in de voorgaande alinea kan echter worden beperkt overeenkomstig artikel 15, § 5, tweede lid. § 2. – De overheidsinstanties kunnen kosteloos toegang krijgen tot en gebruik maken van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 3, met het oog op de uitvoering van overheidstaken die invloed hebben op het milieu en met het oog op het gewestelijke beleid. De toegang tot en het gebruik van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in het voorgaand lid kunnen evenwel worden beperkt overeenkomstig artikel 15, § 5, tweede lid. HOOFDSTUK V. — Administratieve structuur Artikel 18 GeoBru-comité § 1. – De Regering richt een « GeoBru-comité » op en bepaalt zijn samenstelling, zijn taken en zijn werkingsregels.
Toutefois, les autorités publiques peuvent restreindre le partage : 1° si cela est susceptible de nuire à la bonne marche de la justice, à la sécurité publique, à la défense nationale ou aux relations internationales; 2° s’il est porté atteinte à la loi du 8 décembre 1992, selon les modalités prévues à l’article 14, § 3, 6°. § 6. – Le partage de données visé aux paragraphes 1er à 4 est gratuit. Toutefois, le Gouvernement peut autoriser les autorités publiques qui fournissent des séries et des services de données géographiques visés au paragraphe 1er à percevoir une redevance, sur proposition du Comité « GeoBru » visé à l’article 18 et dans les limites suivantes : 1° les séries et services de données géographiques fournis par les Etats membres aux institutions et aux organes de l’Union européenne pour la réalisation des obligations de rapport résultant de la législation de l’Union européenne en matière d’environnement demeurent gratuits; 2° la redevance doit être absolument conforme au but de faciliter le partage de séries et de services de données géographiques entre autorités publiques; 3° la redevance est fixée au minimum requis pour assurer la qualité nécessaire et la disponibilité des séries et des services de données géographiques, tout en permettant un retour sur investissement raisonnable, et en assurant, le cas échéant, les exigences d’autofinancement des autorités publiques qui fournissent des séries et des services de données géographiques.
Les autorités publiques qui fournissent des séries et des services de données géographiques peuvent octroyer des licences d’exploitation. Leur octroi doit être conforme au but de faciliter le partage de séries et de services de données géographiques entre autorités publiques.
Article 16 Recherche et visualisation publiques des séries de données géographiques visées à l’article 5, § 3. § 1er. – Les services visés à l’article 9, § 3 sont publiquement et gratuitement accessibles aux fins de l’information des personnes. § 2. – Les autorités publiques ou tiers faisant usage de la possibilité prévue à l’article 12, § 2 peuvent, d’une part, restreindre l’accès public aux services visés à l’article 9, § 3, 1°, au cas où l’accès public nuirait à l’un ou plusieurs des intérêts visés à l’article 14, § 2, et, d’autre part, restreindre l’accès public aux services visés à l’article 9, § 3, 2°, dans la mesure où l’accès public nuirait à l’un ou plusieurs des aspects visés à l’article 14, § 3. Aux fins de l’alinéa précédent, l’autorité publique ou le tiers faisant usage de la possibilité prévue à l’article 12, § 2 agit conformément à l’article 14, § 4. Article 17 Partage entre autorités publiques des séries de données géographiques visées à l’article 5, § 3 et des services de données géographiques visés à l’article 9, § 3 § 1er. – Les services de données géographiques visés à l’article 9, § 3 sont gratuitement partagés entre autorités publiques au sens de l’article 15, § 1er. Toutefois, le partage des services visés à l’alinéa précédent peut être restreint conformément à l’article 15, § 5, alinéa 2. § 2. – Les autorités publiques peuvent gratuitement accéder aux et utiliser les séries de données géographiques visées à l’article 5, § 3 aux fins de l’exécution de missions publiques ayant une incidence sur l’environnement et aux fins des politiques régionales. Toutefois, l’accès à et l’utilisation des séries de données géographiques visées à l’alinéa précédent peuvent être restreints conformément à l’article 15, § 5, alinéa 2. CHAPITRE V. — Structure administrative Article 18 Comité GeoBru Le Gouvernement met en place un « Comité GeoBru » et fixe sa composition, ses missions ainsi que ses règles de fonctionnement.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71685
De Regering bepaalt de nodige menselijke en budgettaire middelen die worden toegekend aan het « GeoBru-comité » en/of, in voorkomend geval, individueel aan de overheden die het comité vormen, met het oog op de vervulling van de in het eerste lid bedoelde opdrachten. Artikel 19 Andere instellingen Op voorstel van het in artikel 18 bedoelde « GeoBru-comité » richt de Regering andere instellingen op die nodig zijn voor de uitvoering van deze ordonnantie en de omzetting van Richtlijn 2007/2/EG.
Le Gouvernement détermine les moyens humains et budgétaires nécessaires qui sont octroyés au « Comité GeoBru » et/ou, le cas échéant, individuellement aux autorités publiques qui le constituent, aux fins de l’accomplissement des missions visées à l’alinéa 1er. Article 19 Autres institutions Sur proposition du « Comité GeoBru » visé à l’article 18, le Gouvernement met en place toute autre institution nécessaire à la mise en œuvre de la présente ordonnance et de la transposition de la Directive 2007/2/CE.
HOOFDSTUK VI. — Diverse bepalingen Artikel 20 De Regering bepaalt de modaliteiten met betrekking tot : 1° de vertegenwoordiging van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen het Coördinatiecomité bedoeld in artikel 13 van het samenwerkingsakkoord van 2 april 2010; 2° de deelname aan het contactpunt met de Europese Unie voor wat de uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG betreft; 3° de tenlasteneming van de kosten, voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die voortvloeien uit de toepassing door het samenwerkingsakkoord van 2 april 2010; 4° de uitbating van het Brussels portaal voor de verspreiding van ruimtelijke informatie; 5° de tenlasteneming van de opvolg- en rapportageverplichting die wordt bedoeld in artikel 21 van Richtlijn 2007/2/EG. Artikel 21 § 1. – De Regering kan de bepalingen van deze ordonnantie opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen met het oog op de omzetting en uitvoering van de bepalingen die voortvloeien uit de verdragen met betrekking tot de Europese Unie en de aangelegenheden uit het voorwerp en het toepassingsveld van deze ordonnantie. De Regering kan alle maatregelen goedkeuren die nodig zijn voor de omzetting en uitvoering van de bepalingen die voortvloeien uit de verdragen met betrekking tot de Europese Unie en de aangelegenheden uit het voorwerp en het toepassingsveld van deze ordonnantie. § 2. – Als de Regering de bevoegdheid uitoefent zoals bepaald in de eerste paragraaf voor een aangelegenheid die uitdrukkelijk voor de wetgevende macht voorbehouden is door de Grondwet en de bijzondere wetten tot hervorming der instellingen, moeten de goedgekeurde besluiten worden bevestigd door de wetgevende macht binnen een termijn van een jaar vanaf hun inwerkingtreding. De in het eerste lid bedoelde besluiten worden geacht nooit van kracht te zijn geworden als ze niet worden bevestigd binnen de termijn zoals voorzien in hetzelfde lid.
CHAPITRE VI. — Dispositions diverses Article 20 Le Gouvernement détermine les modalités relatives à : 1° la représentation de la Région de Bruxelles-Capitale au sein du Comité de coordination visé à l’article 13 de l’accord de coopération du 2 avril 2010; 2° la participation au point de contact avec la Commission européenne en ce qui concerne la mise en œuvre de la Directive 2007/2/CE; 3° la prise en charge des coûts, pour la Région de Bruxelles-Capitale, résultant de la mise en oeuvre par l’accord de coopération du 2 avril 2010; 4° l’exploitation du portail bruxellois de diffusion de l’information géographique; 5° la prise en charge des obligations de suivi et de rapportage visées à l’article 21 de la Directive 2007/2/CE. Article 21 § 1er. – Le Gouvernement peut abroger, compléter, modifier ou remplacer les dispositions de la présente ordonnance en vue de transposer et de mettre en œuvre des dispositions résultant des traités relatifs à l’Union européenne et concernant des matières relevant de l’objet et du champ d’application de la présente ordonnance. Le Gouvernement peut arrêter toute mesure nécessaire en vue de transposer et de mettre en œuvre des dispositions résultant des traités relatifs à l’Union européenne et concernant des matières relevant de l’objet et du champ d’application de la présente ordonnance. § 2. – Lorsque le Gouvernement exerce l’habilitation visée au paragraphe 1er dans une matière qui est expressément réservée au pouvoir législatif par la Constitution et les lois spéciales de réformes institutionnelles, les arrêtés qu’il adopte doivent être confirmés par le pouvoir législatif dans un délai d’un an à partir de leur entrée en vigueur. Les arrêtés visés à l’alinéa 1er sont réputés n’avoir jamais produit leurs effets s’ils ne sont pas confirmés dans le délai prévu à ce même alinéa.
BIJLAGE 1
ANNEXE 1re
Referentiegegevens
Données référentielles
1. Systemen voor verwijzing door middel van coördinaten Systemen om aan ruimtelijke informatie een unieke reeks coördinaten (x, y, z) en/of breedte, lengte en hoogte toe te kennen, gebaseerd op een horizontaal en verticaal geodetische datum.
1. Référentiels de coordonnées Systèmes de référencement unique des informations géographiques dans l’espace sous forme d’une série de coordonnées (x, y, z) et/ou la latitude, la longitude et l’altitude, en se basant sur un point géodésique horizontal et vertical. 2. Systèmes de maillage géographique Grille multirésolution harmonisée avec un point d’origine commun et une localisation ainsi qu’une taille des cellules harmonisées. 3. Dénominations géographiques Noms de zones, régions, localités, grandes villes, banlieues, villes moyennes ou implantations, ou tout autre élément géographique ou topographique d’intérêt public ou historique. 4. Unités administratives Unités d’administration séparées par des limites administratives et délimitant les zones dans lesquelles les Etats membres détiennent et/ou exercent leurs compétences, aux fins de l’administration locale, régionale et nationale. 5. Adresses Localisation des propriétés fondée sur les identifiants des adresses, habituellement le nom de la rue, le numéro de la maison et le code postal. 6. Parcelles cadastrales Zones définies par les registres cadastraux ou équivalent.
2. Geografisch rastersysteem Geharmoniseerde multiresolutieraster met een gemeenschappelijk beginpunt en gestandaardiseerde plaats en grootte van de gridcellen. 3. Geografische namen Namen van gebieden, regio’s, plaatsen, steden, voorsteden, gemeenten, nederzettingen, of andere geografische of topografische elementen van openbaar of historisch belang. 4. Administratieve eenheden Door administratieve grenzen gescheiden lokale, regionale en nationale bestuurlijke eenheden die deel uitmaken van gebieden waarover de lidstaten rechtsbevoegdheid hebben en/of uitoefenen. 5. Adressen Locatie van onroerende zaken, gebaseerd op adresaanduidingen, gewoonlijk aan de hand van de straatnaam, het huisnummer en de postcode. 6. Kadastrale percelen Gebieden die worden bepaald door kadastrale registers of een equivalent daarvan.
71686
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
7. Vervoersnetwerken Netwerken voor vervoer over de weg, per spoor, in de lucht en over het water en de aanverwante infrastructuur met inbegrip van koppelingen tussen verschillende netwerken en het transeuropees vervoersnetwerk. 8. Hydrografie Hydrografische elementen, waaronder mariene gebieden en alle andere waterlichamen en daarmee verband houdende elementen, met inbegrip van stroomgebieden en deelstroomgebieden, in voorkomend geval volgens de omschrijvingen vermeld in Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, en in de vorm van netwerken. 9. Beschermde gebieden Gebieden die worden aangeduid of beheerd in het kader van internationale en communautaire wetgeving of wetgeving van de lidstaten om specifieke doelstellingen op het vlak van milieubescherming te verwezenlijken.
7. Réseaux de transport Réseaux routier, ferroviaire, aérien et navigable ainsi que les infrastructures associées. Sont également incluses les correspondances entre les différents réseaux, ainsi que le réseau transeuropéen de transport. 8. Hydrographie Eléments hydrographiques, y compris les zones maritimes ainsi que toutes les autres masses d’eau et les éléments qui y sont liés, y compris les bassins et sous-bassins hydrographiques, conformes, le cas échéant, aux définitions établies par la Directive 2000/60/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 octobre 2000 établissant un cadre pour une politique communautaire dans le domaine de l’eau, et sous forme de réseaux. 9. Sites protégés Zone désignée ou gérée dans un cadre législatif international, communautaire ou national en vue d’atteindre des objectifs spécifiques de conservation.
BIJLAGE 2
ANNEXE 2
Globale gegevens en fysisch-geografische gegevens
Données globales et de géographie physique
1. Hoogte Digitale hoogtemodellen voor land-, ijs- en oceaanoppervlakken, inclusief landhoogte, bathymetrie en kustlijn. 2. Bodemgebruik Fysieke en biologische bedekking van het aardoppervlak, met inbegrip van kunstmatige oppervlakken, landbouwgebieden, bossen, halfnatuurlijke gebieden, moeraslanden en wateroppervlakken. 3. Orthobeeldvorming Geogerefereerde beeldgegevens van het aardoppervlak, afkomstig van sensoren op satellieten of vliegtuigen. 4. Geologie Geologie, gekenmerkt volgens samenstelling en structuur, inclusief vast gesteente, waterhoudende grondlagen en geomorfologie.
1. Altitude Modèles numériques pour l’altitude des surfaces terrestres, glaciaires et océaniques. Comprend l’altitude terrestre, la bathymétrie et la ligne de rivage. 2. Occupation des terres Couverture physique et biologique de la surface terrestre, y compris les surfaces artificielles, les zones agricoles, les forêts, les zones (semi-)naturelles, les zones humides et les masses d’eau. 3. Ortho-imagerie Images géoréférencées de la surface terrestre, provenant de satellites ou de capteurs aéroportés. 4. Géologie Géologie caractérisée en fonction de la composition et de la structure. Englobe le substratum rocheux, les aquifères et la géomorphologie.
BIJLAGE 3
ANNEXE 3
Menselijk-geografische gegevens en milieugegevens
Données de géographie humaine et environnementales
1. Statistische eenheden Eenheden voor verspreiding en gebruik van statistische informatie. 2. Gebouwen Geografische locatie van gebouwen. 3. Bodem Bodem en ondergrond, gekenmerkt volgens diepte, textuur, structuur en inhoud van deeltjes en organisch materiaal, steenachtigheid, erosie en, waar passend, gemiddelde hellingsgraad en verwachte wateropslagcapaciteit. 4. Landgebruik Het grondgebied, gekenmerkt volgens zijn huidige en geplande toekomstige functionele dimensie of sociaaleconomische bestemming (b.v. wonen, industrieel, commercieel, landbouw, bosbouw, recreatie). 5. Menselijke gezondheid en veiligheid De geografische spreiding van veel voorkomende ziekten (allergieën, kankers, ademhalingsziekten, enz.), informatie over de gevolgen voor de gezondheid (biomarkers, vruchtbaarheidsdaling, epidemieën) of het welzijn van de mens (vermoeidheid, stress, enz.) die direct (luchtvervuiling, chemicaliën, aantasting van de ozonlaag, lawaai, enz.) of indirect (voeding, genetisch gemodificeerde organismen, enz.) verband houden met de kwaliteit van het milieu.
1. Unités statistiques Unités de diffusion ou d’utilisation d’autres informations statistiques. 2. Bâtiments Situation géographique des bâtiments. 3. Sols Sols et sous-sol caractérisés selon leur profondeur, texture, structure et teneur en particules et matières organiques, pierrosité, érosion, le cas échéant pente moyenne et capacité anticipée de stockage de l’eau.
6. Nutsdiensten en overheidsdiensten Nutsvoorzieningen zoals riolering, afvalbeheer, energievoorziening, watervoorziening, bestuurlijke en maatschappelijke instanties van de overheid, zoals bestuurlijke overheden, civiele bescherming, scholen en ziekenhuizen. 7. Milieubewakingsvoorzieningen Locatie en werking van milieubewakingsvoorzieningen, met inbegrip van waarneming en meting van emissies, de staat van de milieucompartimenten en van andere ecosysteemparameters (biodiversiteit, ecologische omstandigheden van vegetatie, enz.) door of namens de overheidsinstanties. 8. Vestigingen voor productie en industrie Industriële productievestigingen, met inbegrip van installaties die onder Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging vallen en installaties voor wateronttrekking, mijnbouw, opslagplaatsen.
4. Usage des sols Territoire caractérisé selon sa dimension fonctionnelle prévue ou son objet socioéconomique actuel et futur (par ex. résidentiel, industriel, commercial, agricole, forestier, récréatif). 5. Santé et sécurité des personnes Répartition géographique des pathologies dominantes (allergies, cancers, maladies respiratoires, etc.) liées directement (pollution de l’air, produits chimiques, appauvrissement de la couche d’ozone, bruit, etc.) ou indirectement (alimentation, organismes génétiquement modifiés, etc.) à la qualité de l’environnement, et l’ensemble des informations relatives à l’effet de celle-ci sur la santé des hommes (marqueurs biologiques, déclin de la fertilité, épidémies) ou leur bien-être (fatigue, stress, etc.). 6. Services d’utilité publique et services publics Comprend les installations d’utilité publique, tels que les égouts ou les réseaux et installations liés à la gestion des déchets, à l’approvisionnement énergétique, à l’approvisionnement en eau, ainsi que les services administratifs et sociaux publics, tels que les administrations publiques, les sites de la protection civile, les écoles et les hôpitaux. 7. Installations de suivi environnemental La situation et le fonctionnement des installations de suivi environnemental comprennent l’observation et la mesure des émissions, l’état du milieu environnemental et d’autres paramètres de l’écosystème (biodiversité, conditions écologiques de la végétation, etc.) par les autorités publiques ou pour leur compte. 8. Lieux de production et sites industriels Sites de production industrielle, y compris les installations couvertes par la Directive 96/61/CE du Conseil du 24 septembre 1996 relative à la prévention et à la réduction intégrées de la pollution et les installations de captage d’eau, d’extraction minière et de stockage.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE 9. Installaties voor landbouw en aquacultuur Installaties voor landbouw en productie (met inbegrip van irrigatiesystemen, broeikassen en stallen). 10. Spreiding van de bevolking – demografie Geografische spreiding van de bevolking, met inbegrip van bevolkingskenmerken en activiteitsniveaus, verzameld per raster, regio, administratieve eenheid of andere analytische eenheid. 11. Gebiedsbeheer, gebieden waar beperkingen gelden, gereguleerde gebieden en rapportage-eenheden Gebieden die worden beheerd, gereguleerd of gebruikt voor rapportage op internationaal, Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, met inbegrip van stortplaatsen, beperkte gebieden rond drinkwaterbronnen, nitraatgevoelige gebieden, gereguleerde vaarwegen op zee of op grote binnenwateren, gebieden voor het storten van afval, gebieden waar geluidsbeperkingen gelden, gebieden met toestemming voor exploratie en mijnbouw, stoomgebieden, relevante rapportageeenheden en gebieden voor kustbeheer.
71687
BIJLAGE 4
9. Installations agricoles et aquacoles Equipement et installations de production agricoles (y compris les systèmes d’irrigation, les serres et les étables). 10. Répartition de la population – démographie Répartition géographique des personnes, avec les caractéristiques de population et les niveaux d’activité, regroupées par grille, région, unité administrative ou autre unité analytique. 11. Zones de gestion, de restriction ou de réglementation et unités de déclaration Zones gérées, réglementées ou utilisées pour les rapports aux niveaux international, européen, national, régional et local. Sont inclus les décharges, les zones restreintes aux alentours des sources d’eau potable, les zones vulnérables aux nitrates, les chenaux réglementés en mer ou les eaux intérieures importantes, les zones destinées à la décharge de déchets, les zones soumises à limitation du bruit, les zones faisant l’objet de permis d’exploration et d’extraction minière, les districts hydrographiques, les unités correspondantes utilisées pour les rapports et les zones de gestion du littoral. 12. Zones à risque naturel Zones sensibles caractérisées en fonction des risques naturels (tous les phénomènes atmosphériques, hydrologiques, sismiques, volcaniques, ainsi que les feux de friche qui peuvent, en raison de leur situation, gravité et fréquence, nuire gravement à la société), tels qu’inondations, glissements et affaissements de terrain, avalanches, incendies de forêts, tremblements de terre et éruptions volcaniques. 13. Conditions atmosphériques Conditions physiques dans l’atmosphère. Comprend les données géographiques fondées sur des mesures, sur des modèles ou sur une combinaison des deux, ainsi que les lieux de mesure. 14. Caractéristiques géographiques météorologiques Conditions météorologiques et leur mesure : précipitation, température, évapotranspiration, vitesse et direction du vent. 15. Caractéristiques géographiques océanographiques Conditions physiques des océans (courants, salinité, hauteur des vagues, etc.). 16. Régions maritimes Conditions physiques des mers et des masses d’eau salée divisées en régions et sous-régions à caractéristiques communes. 17. Régions biogéographiques Zones présentant des conditions écologiques relativement homogènes avec des caractéristiques communes. 18. Habitats et biotopes Zones géographiques ayant des caractéristiques écologiques particulières – conditions, processus, structures et fonctions (de maintien de la vie) – favorables aux organismes qui y vivent. Sont incluses les zones terrestres et aquatiques qui se distinguent par leurs caractéristiques géographiques, abiotiques ou biotiques, qu’elles soient naturelles ou semi-naturelles. 19. Répartition des espèces Répartition géographique des espèces animales et végétales regroupées par grille, région, unité administrative ou autre unité analytique. 20. Sources d’énergie Sources d’énergie comprenant les hydrocarbures, l’énergie hydraulique, la bioénergie, l’énergie solaire, l’énergie éolienne, etc., le cas échéant accompagnées d’informations relatives à la profondeur/la hauteur de la source. 21. Ressources minérales Ressources minérales comprenant les minerais métalliques, les minéraux industriels, etc., le cas échéant accompagnées d’informations relatives à la profondeur/la hauteur de la ressource. ANNEXE 4
Inhoud van de metagegevens
Contenu des métadonnées
1. In het geval van de verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, §§ 2 en 3 van deze ordonnantie, en van de diensten met betrekking tot deze gegevens bedoeld in artikel 9, §§ 2 en 3 van deze ordonnantie : Identificatie – Titel van de bron (verplicht) – Naam van het bestand (verplicht) – Samenvatting van de bron (verplicht) – Type bron (verplicht) – Resource locator (url) (verplicht) – Unieke identifier van de bron (verplicht) – Coupled resource (verplicht) – Taal van de bron (verplicht) Informatie over de verspreiding – Gebruikte UrbIS-referentieversie (verplicht)
1. Dans le cas des séries de données géographiques visées à l’article 5, §§ 2 et 3 de la présente ordonnance, et des services portant sur ces données visés à l’article 9, §§ 2 et 3 de la présente ordonnance :
12. Gebieden met natuurrisico’s Kwetsbare gebieden die worden gekenmerkt door natuurrisico’s (alle atmosferische, hydrologische, seismische, vulkanische verschijnselen en ongecontroleerde branden die door hun locatie, hevigheid en frequentie, mogelijk ernstige maatschappelijke gevolgen kunnen hebben), zoals overstromingen, aardverschuivingen en -verzakkingen, lawines, bosbranden, aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. 13. Atmosferische omstandigheden Fysische omstandigheden in de atmosfeer, met inbegrip van ruimtelijke gegevens die gebaseerd zijn op metingen, modellen of een combinatie daarvan, en met inbegrip van meetlocaties. 14. Meteorologische geografische kenmerken Weersomstandigheden en de meting daarvan; neerslag, temperatuur, verdamping, windsnelheid en windrichting. 15. Oceanografische geografische kenmerken Fysische kenmerken van oceanen (stroming, zoutgehalte, golfhoogte, enz.). 16. Zeegebieden Fysische kenmerken van zeeën en zoutwateroppervlakken, ingedeeld in regio’s en subregio’s met gemeenschappelijke kenmerken. 17. Biogeografische gebieden Gebieden met betrekkelijk homogene ecologische omstandigheden die gemeenschappelijke kenmerken vertonen. 18. Habitats en biotopen Geografische gebieden die worden gekenmerkt door specifieke ecologische omstandigheden, processen, structuur en (leven ondersteunende) functies die fysiek de daar levende organismen ondersteunen, met inbegrip van volledig natuurlijke of semi-natuurlijke land- en wateroppervlakken, onderscheiden naar geografische, abiotische en biotische kenmerken. 19. Spreiding van soorten Geografische spreiding van dier- en plantensoorten per raster, regio, administratieve eenheid of andere analytische eenheid. 20. Energiebronnen Energiebronnen met inbegrip van koolwaterstof, waterkracht, bioenergie, zon, wind enz., waar passend met inbegrip van diepte/hoogteinformatie over de omvang van de bron. 21. Minerale bronnen Minerale bronnen met inbegrip van metaalertsen, industriële mineralen enz., waar passend met inbegrip van diepte/hoogte-informatie over de omvang van de bron.
Identification – Intitulé de la ressource (obligatoire) – Nom du fichier (obligatoire) – Résumé de la ressource (obligatoire) – Type de ressource (obligatoire) – Localisateur de la ressource (url) (obligatoire) – Identificateur de ressource unique (obligatoire) – Ressource couplée (obligatoire) – Langue de la ressource (obligatoire) Informations de distribution – Version de référence UrbIS utilisée (obligatoire)
71688
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
– Gebruikt coördinatensysteem (verplicht) – Formaat van de gegevensset (verplicht) – Totaal aantal objecten van het type punt of vector die een rol spelen in de gegevensset (facultatief) – Aantal velden of kolommen in de gegevensset (facultatief) – Naam van de velden : titel van de velden of kolommen (facultatief) – Beschrijving van het kenmerk dat wordt beschreven door de gemeten waarde (facultatief) – Types van ruimtelijke objecten die worden gebruikt om de plaats van de gegevens te bepalen : punten, lijnen polygonen, polylijnen,… (facultatief) Classificatie van ruimtelijke gegevens en diensten – Onderwerpcategorie (verplicht) – Type dienst met betrekking tot de ruimtelijke gegevens (verplicht) – Overeenkomst met een thematische categorie van de INSPIRE-richtlijn (verplicht) – Standaard : neen – Indien ja : Referentie van de thematische categorie (Bijlage/Nummer/Onderdeel) van de INSPIRE-richtlijn waarop de gegevensset betrekking heeft Trefwoord – Trefwoordwaarde (verplicht) – Origineel gecontroleerde vocabulaire (verplicht) – Referentiedatum originele vocabulaire (verplicht) Geografische situatie (geografische rechthoek) – Lengteligging van de meest westelijke grens van de dekking van de gegevensset, uitgedrukt met decimale graden (verplicht) – Lengteligging van de meest oostelijke grens van de dekking van de gegevensset, uitgedrukt met decimale graden (OOST positief) (verplicht) – Breedteligging van de meest zuidelijke grens van de dekking van de gegevensset, uitgedrukt met decimale graden (verplicht) – Breedteligging van de meest noordelijke grens van de dekking van de gegevensset, uitgedrukt met decimale graden (verplicht) Tijdsreferentie – Temporele dekking (begindatum) (verplicht indien de einddatum gegeven is) – Temporele dekking (einddatum) (verplicht indien de begindatum gegeven is) – Aanmaakdatum (verplicht indien geen datum van dekking of van bekendmaking of van herziening) – Datum van bekendmaking (verplicht indien geen datum van dekking of van aanmaak of van herziening) – Datum van laatste herziening (verplicht indien geen datum van dekking of van bekendmaking of van aanmaak) – Updatefrequentie (facultatief) Kwaliteit en geldigheid – Algemene beschrijving herkomst (verplicht) – Algemene beschrijving herkomst (Algemene kwaliteit van de verzameling ruimtelijke gegevens) – Algemene beschrijving herkomst (Is de verzameling gegevens gevalideerd of aan een kwaliteitscontrole onderworpen ?) – Algemene beschrijving herkomst (Betreft het de officiële versie ?) – Algemene beschrijving herkomst (Is de verzameling gegevens rechtsgeldig ?) – Ruimtelijke resolutie (verplicht) – Ruimtelijke resolutie (Schaal = schaalnoemer) – Ruimtelijke resolutie (Resolutieafstand) – Volledigheid (verplicht) Beperking met betrekking tot toegang en gebruik – Voorwaarden die van toepassing zijn
– Système de coordonnées utilisé (obligatoire) – Format du jeu de données (obligatoire) – Nombre total d’objets de type point ou vecteur intervenant dans le jeu de données (facultatif) – Nombre de champs ou colonnes dans le jeu de données (facultatif) – Nom des champs : titre des champs ou colonnes (facultatif) – Description de l’attribut décrit par la valeur mesurée (facultatif) – Types d’objets spatiaux utilisés pour localiser les données : points, lignes, polygones, polylignes,… (facultatif) Classification des données et des services géographiques – Catégorie thématique (obligatoire) – Type de service de données géographiques (obligatoire) – Correspondance à une thématique de la directive INSPIRE (obligatoire) – Par défaut : non – Si oui : Référence de la thématique (Annexe/Numéro/Elément) de la directive INSPIRE à laquelle le jeu de données se rapporte Mot-clé – Valeur du mot-clé (obligatoire) – Vocabulaire contrôlé d’origine (obligatoire) – Date de référence du vocabulaire d’origine (obligatoire) Situation géographique (rectangle de délimitation géographique) – Longitude de la limite la plus à l’ouest de l’étendue du jeu de données, exprimée avec des degrés décimaux (obligatoire) – Longitude de la limite la plus à l’est de l’étendue du jeu de données, exprimée avec des degrés décimaux (EST positif) (obligatoire) – Latitude de la limite la plus au sud de l’étendue du jeu de données, exprimée avec des degrés décimaux (obligatoire) – Latitude de la limite la plus au nord de l’étendue du jeu de données, exprimée avec des degrés décimaux (obligatoire) Référence temporelle – Etendue temporelle (date de début) (obligatoire si date de fin présente) – Etendue temporelle (date de fin) (obligatoire si date de début) – Date de création (obligatoire si pas de date de d’étendue ou de publication ou de révision) – Date de publication (obligatoire si pas de date de d’étendue ou de création ou de révision) – Date de dernière révision (obligatoire si pas de date de d’étendue ou de publication ou de création) – Fréquence de mise à jour (facultatif) Qualité et validité – Généalogie (obligatoire) – Généalogie (Qualité générale de la série de données) – Généalogie (La série de données a-t-elle été validée ou soumise à un contrôle de qualité ?) – Généalogie (S’agit-il de la version officielle ?) – Généalogie (La série de données a-t-elle une valeur légale ?) – Résolution spatiale (obligatoire) – Résolution spatiale (Echelle = dénominateur) – Résolution spatiale (Distance de résolution) – Complétude (obligatoire) Contraintes en matière d’accès et d’utilisation – Conditions applicables à l’accès
71689
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE op toegang en gebruik (verplicht) – Beperkingen op openbare toegang (verplicht) Organisatie(s) die verantwoordelijk is (zijn) voor de opmaak, het beheer, het onderhoud en de verspreiding van verzamelingen ruimtelijke gegevens en diensten – Naam van de verantwoordelijke organisatie (verplicht) – E-mailadres van de contactpersoon (verplicht) – Rol van de verantwoordelijke organisatie (verplicht) – Postadres (straat, postcode, stad, land) (facultatief) – Naam van een contactpersoon (facultatief) – Rol van de persoon (facultatief) – Telefoonnummer (facultatief) – Faxnummer (facultatief) – E-mailadres van de contactpersoon (facultatief) Dit element kan vermenigvuldigd worden in functie van de verschillende rollen Metagegevens over metagegevens – Unieke aanduiding (verplicht) – Naam van de verantwoordelijke organisatie (verplicht) – E-mailadres van de contactpersoon (verplicht) – Datum van de metagegevens (verplicht) – Taal van de metagegevens (verplicht) – Rol van de organisatie (facultatief) – Postadres (straat, postcode, stad, land) (facultatief) – Naam van een contactpersoon (facultatief) – Rol van de persoon (facultatief) – Telefoonnummer (facultatief) – Faxnummer (facultatief) – E-mailadres van de contactpersoon (facultatief) 2. Verdere informatie in geval van verzamelingen van ruimtelijke gegevens bedoeld in artikel 5, § 2 van deze ordonnantie : Conformiteit – Specificatie (verplicht) – Mate van overeenstemming (verplicht) Gezien om gevoegd te worden bij de ordonnantie van 21 oktober 2010 betreffende de ruimtelijke informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel, 28 oktober 2010.
et à l’utilisation (obligatoire) – Restrictions concernant l’accès public (obligatoire) Organisation(s) responsable(s) de l’établissement, de la gestion, de la maintenance et de la diffusion des séries et des services de données géographiques – Nom de l’organisme responsable (obligatoire) – Adresse mail de contact (obligatoire) – Rôle de l’organisme responsable (obligatoire) – Adresse courrier (rue, code postal, ville, pays) (facultatif) – Nom d’une personne de contact (facultatif) – Rôle de la personne (facultatif) – Numéro de téléphone (facultatif) – Numéro de fax (facultatif) – Adresse mail de la personne de contact (facultatif) Cet élément peut être multiplié en fonction des divers rôles Métadonnées concernant les métadonnées – Identifiant unique (obligatoire) – Nom de l’organisme responsable (obligatoire) – Adresse mail de contact (obligatoire) – Date des métadonnées (obligatoire) – Langue des métadonnées (obligatoire) – Rôle de l’organisme (facultatif) – Adresse courrier (rue, code postal, ville, pays) (facultatif) – Nom d’une personne de contact (facultatif) – Rôle de la personne (facultatif) – Numéro de téléphone (facultatif) – Numéro de fax (facultatif) – Adresse mail de la personne de contact (facultatif) 2. Informations complémentaires dans le cas des séries de données géographiques visées à l’article 5, § 2 de la présente ordonnance : Conformité – Spécification (obligatoire) – Degré (obligatoire) Vu pour être annexées à l’ordonnance du 21 octobre 2010 relative à l’information géographique en Région de Bruxelles-Capitale. Promulguons la présente ordonnance, ordonnons qu’elle soit publiée au Moniteur belge. Bruxelles, le 28 octobre 2010.
Ch. PICQUE, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking
Ch. PICQUE, Ministre-Président du Gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, et de la Propreté publique et de la Coopération au Développement
J.-L. VANRAES, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen
J.-L. VANRAES, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Finances, du Budget, la Fonction publique et des Relations extérieures
Mevr. E. HUYTEBROECK, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting
Mme E. HUYTEBROECK, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée de l’Environnement, de l’Energie et de la Politique de l’Eau, de la rénovation urbaine, de la Lutte contre l’Incendie et l’Aide médicale urgente et du Logement
Mevr. B. GROUWELS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer
Mme B. GROUWELS, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée des Travaux publics et des Transports
B. CEREXHE, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek
B. CEREXHE, Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de l’Emploi, de l’Economie, de la Recherche scientifique
Nota
Note
(1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2009-2010. A-115/1 Ontwerp van ordonnantie. A-115/2 Verslag. Integraal verslag : Bespreking : vergadering van woensdag 20 oktober 2010. Aanneming : vergadering van donderdag 21 oktober 2010.
(1) Documents du Parlement : Session ordinaire 2009-2010. A-115/1 Projet d’ordonnance. A-115/2 Rapport. Compte rendu intégral : Discussion : séance du mercredi 20 octobre 2010. Adoption : séance du jeudi 21 octobre 2010.
71690
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
ANDERE BESLUITEN — AUTRES ARRETES FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
[2010/21107] Federaal Planbureau. — Personeel. — Hernieuwing van mandaten
F. 2010 — 3908 [2010/21107] Bureau fédéral du Plan. — Personnel. — Renouvellement de mandats
Bij koninklijk besluit van 28 september 2010 wordt het mandaat van lid van het Federaal Planbureau van Mevr. Chantal Kegels, attaché, hernieuwd voor een duur van negen jaar vanaf 1 oktober 2010.
Par arrêté royal du 28 septembre 2010, le mandat de membre du Bureau fédéral du Plan de Mme Chantal Kegels, attaché, est prorogé pour une durée de neuf ans à partir du 1er octobre 2010.
Bij koninklijk besluit van 28 september 2010 wordt het mandaat van lid van het Federaal Planbureau van de heer Dominique Van Der Wal, attaché, hernieuwd voor een duur van negen jaar vanaf 1 oktober 2010.
Par arrêté royal du 28 septembre 2010, le mandat de membre du Bureau fédéral du Plan de M. Dominique Van Der Wal, attaché, est prorogé pour une durée de neuf ans à partir du 1er octobre 2010.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
[2010/21108] Federaal Planbureau. — Personeel. — Bevorderingen
F. 2010 — 3909 [2010/21108] Bureau fédéral du Plan. — Personnel. — Promotions
Bij koninklijk besluit van 26 oktober 2010 wordt Mevr. Chantal Kegels, geboren op 10 december 1966, attaché (lid) bij het Federaal Planbureau, bevorderd tot de graad van opdrachthouder met ingang van 1 oktober 2010.
Par arrêté royal du 26 octobre 2010, Mme Chantal Kegels, née le 10 décembre 1966, attaché (membre) au Bureau fédéral du Plan, est promue au grade de chargé de mission à partir du 1er octobre 2010.
Bij koninklijk besluit van 26 oktober 2010 wordt de heer Dominique Van Der Wal, geboren op 16 november 1964, attaché (lid) bij het Federaal Planbureau, bevorderd tot de graad van opdrachthouder met ingang van 1 oktober 2010.
Par arrêté royal du 26 octobre 2010, M. Dominique Van Der Wal, né le 16 novembre 1964, attaché (membre) au Bureau fédéral du Plan, est promu au grade de chargé de mission à partir du 1er octobre 2010.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
[2010/21109] Federaal Planbureau. — Personeel. — Ontslag
F. 2010 — 3910 [2010/21109] Bureau fédéral du Plan. — Personnel. — Démission
Bij koninklijk besluit van 26 oktober 2010 wordt, op haar aanvraag, aan Mevr. Windy Vandevyvere, ontslag verleend uit haar ambt van attachée (lid) bij het Federaal Planbureau, met ingang van 1 november 2010.
Par arrêté royal du 26 octobre 2010, démission de ses fonctions d’attaché (membre) au Bureau fédéral du Plan est accordée, à sa demande, à Mme Windy Vandevyvere, à la date du 1er novembre 2010.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER [C − 2010/14258] 22 OKTOBER 2010. — Ministerieel besluit tot erkenning van een instelling belast met de materiële organisatie van de examens voor de bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan deze van de klassen 1 en 7 over de weg vervoeren De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 28 juli 1987 en 15 mei 2006 en artikel 3, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999;
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2010 — 3911
[C − 2010/14258]
22 OCTOBRE 2010. — Arrêté ministériel portant agrément d’un organisme chargé de l’organisation matérielle des examens pour conducteurs d’unités de transport transportant par la route des marchandises dangereuses autres que celles des classes 1 et 7 Le Secrétaire d’Etat à la Mobilité,
Vu la loi du 18 février 1969 relative aux mesures d’exécution des traités et actes internationaux en matière de transport par mer, par route, par chemin de fer ou par voie navigable, l’article 1er, modifié par les lois des 21 juin 1985, 28 juillet 1987 et 15 mai 2006 et l’article 3, modifié par la loi du 3 mai 1999;
71691
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 2003 betreffende de opleiding van bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren,gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2007; Gelet op het ministerieel besluit van 4 juli 2003 betreffende de opleiding van bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan die van klasse 1 en 7 over de weg vervoeren; Overwegende dat de hieronder vermelde instelling, gevestigd in België, aan de voorwaarden voldoet vastgesteld in artikel 17 van bovenvermeld koninklijk besluit; Overwegende dat slechts één enkele geldige aanvraag tot erkenning als examencentrum werd ingediend bij de Dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen en Beveiliging van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer die het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg onder zijn bevoegdheden heeft,
Vu l’arrêté royal du 29 juin 2003 relatif à la formation des conducteurs d’unités de transport transportant par la route des marchandises dangereuses autres que les matières radioactives, modifié par l’arrêté royal du 3 août 2007; Vu l’arrêté ministériel du 4 juillet 2003 relatif à la formation des conducteurs d’unités de transport transportant par la route des marchandises dangereuses autres que celles des classes 1 et 7; Considérant que l’organisme mentionné ci-dessous, établi en Belgique, remplit les conditions fixées à l’article 17 de l’arrêté royal susmentionné; Considérant qu’une seule demande valable en vue d’être agréé comme centre d’examen a été introduite auprès du Service Sécurité de Marchandises dangereuses et Sûreté du Service public fédéral Mobilité et Transports qui a le transport de marchandises dangereuses par route dans ses attributions, Arrête :
Besluit : Artikel 1. Wordt erkend als instelling om de examencommissie bij te staan bij de materiële organisatie van de examens :
Article 1er. Est agréé en vue d’assister la commission d’examen dans l’organisation matérielle des examens :
Instituut wegTransport & Logistiek België VZW
Institut Transport routier & Logistique Belgique ASBL
Archimedesstraat 5
rue Archimède 5
1000 Brussel.
1000 Bruxelles.
Het int de inschrijvingskosten voor de examens bij de kandidaten volgens het barema dat jaarlijks vastgesteld wordt door de examencommissie.
Il perc¸ oit auprès des candidats les frais d’inscription aux examens selon le barème fixé annuellement par la commission d’examen.
Art. 2. De in artikel 1 bedoelde erkenning wordt toegekend voor een periode van twee jaar die aanvangt op 1 januari 2011.
Art. 2. L’agrément visé à l’article 1er est accordé pour une période de deux ans, prenant cours au 1er janvier 2011.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Bruxelles, le 22 octobre 2010.
Brussel, 22 oktober 2010.
E. SCHOUPPE
E. SCHOUPPE
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER [C − 2010/02069] 10 NOVEMBER 2010. — Ministerieel besluit ter uitvoering van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende de samenstelling en de opdracht van de Filatelistische Commissie De Minister van Overheidsbedrijven,
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2010 — 3912
[C − 2010/02069]
10 NOVEMBRE 2010. — Arrêté ministériel pris en exécution de l’arrêté royal du 6 juillet 1997, fixant la composition et la mission de la Commission philatélique La Ministre des Entreprises publiques,
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende de samenstelling en de opdracht van de Filatelistische Commissie inzonderheid op de artikelen 2, 3 en 4;
Vu l’arrêté royal du 6 juillet 1997 fixant la composition et la mission de la Commission Philatélique, notamment les articles 2, 3 et 4;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 november 2008 ter uitvoering van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende de samenstelling en de opdracht van de Filatelistische Commissie;
Vu l’arrêté ministériel du 18 novembre 2008 pris en exécution de l’arrêté royal du 6 juillet 1997, fixant la composition et la mission de la Commission philatélique;
Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van De Post betreffende de personeelsleden van De Post voor de Filatelistische Commissie;
Vu la proposition du conseil d’administration de La Poste en ce qui concerne les agents de La Poste pour la Commission philatélique;
Gelet op het voorstel van de Gedelegeerd bestuurder van De Post met betrekking tot de functie van Voorzitter van de Filatelistische Commissie;
Vu l’avis de l’administrateur délégué de La Poste concernant le poste de président de la Commission philatélique,
Arrête :
Besluit : Artikel 1. De personen van wie de naam hieronder vermeld wordt, worden vanaf 1 december 2010 als lid van de Filatelistische Commissie benoemd.
Article 1er. Les personnes dont les noms suivent sont nommés en qualité de membre de la Commission philatélique à partir du 1er décembre 2010.
De Mevrn. :
Mmes :
Alexandra JASPAR, ter vervanging van Mevr. Nancy BORREMANS
Alexandra JASPAR, en remplacement de Mme Nancy BORREMANS
Els LAGROU, ter vervanging van Mevr. Danièle VANDER ESPT
Els LAGROU, en remplacement de Mme Danièle VANDER ESPT
De heer Pierre LEEMPOEL, ter vervanging van de heer Philippe ALLARDIN
M. Pierre LEEMPOEL, en remplacement de M. Philippe ALLARDIN
Art. 2. De heer Jan SMETS wordt vanaf 1 december 2010 als Voorzitter benoemd.
Art. 2. M. Jan SMETS est nommé en qualité de président à partir du 1er décembre 2010.
Brussel, 10 november 2010. Mevr. I. VERVOTTE
Bruxelles, le 10 novembre 2010. Mme I. VERVOTTE
71692
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
[2010/205689]
[2010/205689]
Kroonorde. — Erratum
Ordre de la Couronne. — Erratum
In het koninklijk besluit van 15 januari 2006 (Belgisch Staatsblad van 14 september 2009) worden volgende vermeldingen geschrapt : ’De heer Max Blavier, Luik’.
Dans l’arrêté royal du 15 janvier 2006 (Moniteur belge du 14 septembre 2009) les mentions suivantes sont supprimées : ’M. Max Blavier, Liège’.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT
[2010/24429]
[2010/24429]
Personeel. — Vrijwillig ontslag
Personnel. — Démission volontaire
Bij koninklijk besluit van 2 november 2010 wordt de heer Bart Verhagen, attaché bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, met ingang van 1 oktober 2010, vrijwillig ontslag uit zijn ambt toegekend.
Par arrêté royal du 2 novembre 2010, il est accordé à M. Bart Verhagen, attaché au Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, démission volontaire de sa fonction à partir du 1er octobre 2010.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE [C − 2010/09927]
[C − 2010/09927] Rechterlijke Orde
Ordre judiciaire
Bij koninklijk besluit van 19 oktober 2010 is benoemd tot griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Dinant, Mevr. De Potter, A., griffier bij het vredegerecht van het vijfde kanton Charleroi. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Par arrêté royal du 19 octobre 2010, est nommée greffier au tribunal de première instance de Dinant, Mme De Potter, A., greffier à la justice de paix du cinquième canton de Charleroi. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois qui suit la publication au Moniteur belge.
Bij koninklijk besluit van 27 oktober 2010 is benoemd tot secretaris bij het parket van de arbeidsauditeur te Namen en te Dinant, de heer Vlieghe, B., secretaris bij het parket van de arbeidsauditeur te Aarlen te Marche-en-Famenne en te Neufchâteau. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Par arrêté royal du 27 octobre 2010, est nommé secrétaire au parquet de l’auditeur du travail de Namur et de Dinant, M. Vlieghe, B., secrétaire au parquet de l’auditeur du travail d’Arlon, de Marche-enFamenne et de Neufchâteau. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois qui suit la publication au Moniteur belge.
Bij ministeriële besluiten van 9 november 2010 : is opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik te vervullen aan : — de heer Cloes, S., medewerker op arbeidsovereenkomst bij de griffie van deze rechtbank. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging; — de heer Rudi, M., medewerker op arbeidsovereenkomst bij de griffie van deze rechtbank. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging; is het ministerieel besluit van 13 juli 2010 waarbij Mevr. Crabeels, F., jurist (referendaris) op arbeidsovereenkomst in het rechtsgebied van het hof van beroep te Luik, aangewezen is om haar ambt te vervullen bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, ingetrokken; is Mevr. Crabeels, F., jurist (referendaris) op arbeidsovereenkomst in het rechtsgebied van het hof van beroep te Luik, aangewezen om haar ambt te vervullen bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik.
Par arrêtés ministériels du 9 novembre 2010 : sont temporairement délégués aux fonctions de greffier au tribunal de première instance de Liège : — M. Cloes, S., collaborateur sous contrat au greffe de ce tribunal.
Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraktijk, (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.
Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment; — M. Rudi M., collaborateur sous contrat au greffe de ce tribunal. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de la prestation de serment; l’arrêté ministériel du 13 juillet 2010, par lequel Mme Crabeels, F., juriste (référendaire) sous contrat dans le ressort de la cour d’appel de Liège, est désignée pour exercer ses fonctions au tribunal de première instance de Liège, est rapporté; Mme Crabeels, F., juriste (référendaire) sous contrat dans le ressort de la cour d’appel de Liège, est désignée pour exercer ses fonctions au tribunal de première instance de Liège.
Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peut être soumis à la section administration du Conseil d’Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d’Etat, section du contentieux administratif (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.
71693
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE
[C − 2010/09925]
[C − 2010/09925]
Rechterlijke Orde. — Notariaat
Ordre judiciaire. — Notariat
Bij koninklijk besluit van 15 juli 2009, dat in werking treedt op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger, is aan de heer Busschaert, G., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Moeskroen. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Par arrêté royal du 15 juillet 2009, entrant en vigueur à la date de la prestation de serment de son successeur, est acceptée, à sa demande, la démission de M. Busschaert, G., de ses fonctions de notaire à la résidence de Mouscron. Il est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions.
Bij koninklijke besluiten van 28 april 2010, die in werking treden op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger : — is aan de heer Vinel, D., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Rixensart. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren; — is aan de heer de Streel, G., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Bevekom. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Par arrêtés royaux du 28 avril 2010, entrant en vigueur à la date de la prestation de serment de son successeur : — est acceptée, à sa demande, la démission de M. Vinel, D., de ses fonctions de notaire à la résidence de Rixensart. Il est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions; — est acceptée, à sa demande, la démission de M. de Streel, G., de ses fonctions de notaire à la résidence de Beauvechain. Il est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions.
Bij koninklijke besluiten van 2 november 2010, die in werking treden op de datum van de eedaflegging welke dient te gebeuren binnen de twee maanden vanaf de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad : — is Mevr. Storme, A., licentiaat in de rechten, kandidaat-notaris, benoemd tot notaris in het gerechtelijk arrondissement Doornik. De standplaats is gevestigd te Moeskroen; — is de heer Mahieu, A., licentiaat in de rechten, geassocieerd notaris, benoemd tot notaris in het gerechtelijk arrondissement Doornik. De standplaats is gevestigd te Moeskroen; — is de heer Laconte, B., licentiaat in de rechten, kandidaat-notaris, benoemd tot notaris in het gerechtelijk arrondissement Nijvel. De standplaats is gevestigd te Rixensart; — is de heer Michaux, G., licentiaat in de rechten, geassocieerd notaris, benoemd tot notaris in het gerechtelijk arrondissement Nijvel. De standplaats is gevestigd te Bevekom.
Par arrêtés royaux du 2 novembre 2010, entrant en vigueur à la date de la prestation de serment, laquelle doit intervenir dans les deux mois à partir de la date de la publication de cet arrêté au Moniteur belge :
Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.
— Mme Storme, A., licenciée en droit, candidat-notaire, est nommée notaire dans l’arrondissement judiciaire de Tournai. La résidence est fixée à Mouscron; — M. Mahieu, A., licencié en droit, notaire associé, est nommé notaire dans l’arrondissement judiciaire de Tournai. La résidence est fixée à Mouscron; — M. Laconte, B., licencié en droit, candidat-notaire, est nommé notaire dans l’arrondissement judiciaire de Nivelles. La résidence est fixée à Rixensart; — M. Michaux, G., licencié en droit, notaire associé, est nommé notaire dans l’arrondissement judiciaire de Nivelles. La résidence est fixée à Beauvechain. Le recours en annulation des actes précités à portée individuelle peut être soumis à la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat endéans les soixante jours après cette publication. La requête doit être envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommandé à la poste.
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie [C − 2010/35801] 27 AUGUSTUS 2010. — Besluit (nr. 488) betreffende de accreditatie van de bachelor in de archeologie (academisch gerichte bachelor) van de Katholieke Universiteit Leuven De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding bachelor in de archeologie (academisch gerichte bachelor) van de Katholieke Universiteit Leuven goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding met de afstudeerrichtingen : geschiedenis van de oudheid; geografie; archeologie en Oude Nabije Oosten, die te Leuven wordt georganiseerd. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2010-2011 tot en met het einde van het academiejaar 2017-2018. Voor de NVAO, De voorzitter
71694
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie [C − 2010/35802] 9 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 489) betreffende de accreditatie van de bachelor in de podologie (professioneel gerichte bachelor) van de Arteveldehogeschool De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding bachelor in de podologie (professioneel gerichte bachelor) van de Arteveldehogeschool goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding zonder afstudeerrichtingen, die te Gent wordt georganiseerd. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2011-2012 tot en met het einde van het academiejaar 2018-2019. Voor de NVAO, De voorzitter
* VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie [C − 2010/35803] 9 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 490) betreffende de accreditatie van de master in de industriële wetenschappen : informatica (master) van de Hogeschool Gent De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, worden het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding master in de industriële wetenschappen : informatica (master) van de Hogeschool Gent goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Gelet op de door de instelling aangevraagde overgangsmatige regeling inzake academisering wordt de accreditatie verleend voor een periode van zes jaar. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2010-2011 tot en met het einde van het academiejaar 2015-2016. Voor de NVAO, De voorzitter
* VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
[C − 2010/35804] 9 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 491) betreffende de accreditatie van de bachelor in de industriële wetenschappen : informatica (academisch gerichte bachelor) van de Hogeschool Gent De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, worden het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding bachelor in de industriële wetenschappen : informatica (academisch gerichte bachelor) van de Hogeschool Gent goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Gelet op de door de instelling aangevraagde overgangsmatige regeling inzake academisering wordt de accreditatie verleend voor een periode van zes jaar. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2010-2011 tot en met het einde van het academiejaar 2015-2016. Voor de NVAO, De voorzitter
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie [C − 2010/35805] 13 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 492) betreffende de accreditatie van de bachelor in de orthopedie (professioneel gerichte bachelor) van de Katholieke Hogeschool Kempen De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding bachelor in de orthopedie (professioneel gerichte bachelor) van de Katholieke Hogeschool Kempen goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding met volgende afstudeerrichtingen : « Orthopedische technologie » en « Schoentechnologie voor sport en revalidatie », die te Geel wordt georganiseerd. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2011-2012 tot en met het einde van het academiejaar 2018-2019. Voor de NVAO, De voorzitter
* VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie [C − 2010/35806] 15 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 493) betreffende de accreditatie van de bachelor in de multimedia en communicatietechnologie (professioneel gerichte bachelor) van de Karel de Grote Hogeschool De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding bachelor in de multimedia en communicatietechnologie (professioneel gerichte bachelor) van de Karel de Grote Hogeschool goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding zonder afstudeerrichtingen, die te Antwerpen wordt georganiseerd. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2010-2011 tot en met het einde van het academiejaar 2017-2018. Voor de NVAO, De voorzitter
* VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie [C − 2010/35807] 15 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 494) betreffende de accreditatie van de bachelor in de industriële wetenschappen : milieukunde (academisch gerichte bachelor) van de Hogeschool West-Vlaanderen De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding bachelor in de industriële wetenschappen : milieukunde (academisch gerichte bachelor) van de Hogeschool West-Vlaanderen goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding zonder afstudeerrichtingen, die te Kortrijk wordt georganiseerd. Gelet op de door de instelling aangevraagde overgangsmatige regeling inzake academisering wordt de accreditatie verleend voor een periode van 6 jaar. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2010-2011 tot en met het einde van het academiejaar 2015-2016. Voor de NVAO, De voorzitter
71695
71696
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie [C − 2010/35808] 15 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 495) betreffende de accreditatie van de master in de industriële wetenschappen : milieukunde (master) van de Hogeschool West-Vlaanderen De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding master in de industriële wetenschappen : milieukunde (master) van de Hogeschool West-Vlaanderen goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding zonder afstudeerrichtingen, die te Kortrijk wordt georganiseerd. Gelet op de door de instelling aangevraagde overgangsmatige regeling inzake academisering wordt de accreditatie verleend voor een periode van 6 jaar. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2010-2011 tot en met het einde van academiejaar 2015-2016. Voor de NVAO, De voorzitter
*
VLAAMSE OVERHEID Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie [C − 2010/35809] 22 SEPTEMBER 2010. — Besluit (nr. 496) betreffende de accreditatie van de bachelor in de multimedia en communicatietechnologie (professioneel gerichte bachelor) van de Hogeschool West-Vlaanderen De NVAO, Na beraadslaging, Besluit : Met toepassing van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, wordt het accreditatierapport en -besluit met positief eindoordeel voor de opleiding Bachelor in de multimedia en communicatietechnologie (professioneel gerichte bachelor) van de Hogeschool West-Vlaanderen goedgekeurd en wordt de opleiding geaccrediteerd. Het betreft een opleiding zonder afstudeerrichtingen, die te Kortrijk wordt georganiseerd. Tevens verleent de NVAO het bijzondere kwaliteitskenmerk Creatieve gedrevenheid in relatie met het werkveld. De in het eerste lid bedoelde accreditatie geldt vanaf de aanvang van het academiejaar 2010-2011 tot en met het einde van het academiejaar 2017-2018. Voor de NVAO, De voorzitter
*
VLAAMSE OVERHEID Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
[2010/205824] Goedkeuring luik 2011-2015 van het meerjarenplan 2009-2015 Bij de besluiten van de secretaris-generaal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 15 oktober 2010 wordt het volgende bepaald : 1) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW RIMO Limburg, Marktplein 9/21, te 3550 Heusden-Zolder wordt goedgekeurd voor de subsidiabele personeelsformatie van 23,60 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vraag tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie wordt niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE 2) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie, Brusselsepoortstraat 8, te 2800 Mechelen wordt goedgekeurd voor de subsidiabele personeelsformatie van 9 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vraag tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie wordt niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. 3) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW Samenlevingsopbouw Brussel, Henegouwenkaai 29, te 1080 Brussel wordt goedgekeurd, in zijn geheel voor de subsidiabele personeelsformatie van 16,25 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vraag tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie wordt niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. 4) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW Samenlevingsopbouw Antwerpen stad, Gasstraat 12-14, te 2060 Antwerpen wordt goedgekeurd voor de subsidiabele personeelsformatie van 26,75 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vraag tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie wordt niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. 5) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW Samenlevingsopbouw Gent, Blaisantvest 70, te 9000 Gent, wordt goedgekeurd, in zijn geheel voor de subsidiabele personeelsformatie van 9,25 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vragen tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie en verhoging van de subsidie-enveloppe worden niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. 6) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, Sint-Jacobsnieuwstraat 50, te 9000 Gent wordt goedgekeurd, in zijn geheel voor de subsidiabele personeelsformatie van 12 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vraag tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie wordt niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. 7) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, Sint-Jacobsnieuwstraat 50, te 9000 Gent wordt goedgekeurd, in zijn geheel voor de subsidiabele personeelsformatie van 12 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vraag tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie wordt niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. 8) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW Samenlevingsopbouw Vlaanderen, Vooruitgangstraat 323/2, te 1030 Brussel wordt goedgekeurd in zijn geheel, voor de subsidiabele personeelsformatie van 9 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vraag tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie wordt niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011. 9) Het geactualiseerde en bijgestuurde luik 2011-15 van het meerjarenplan 2009-2015 van de VZW RISO Vlaams-Brabant, Eenmeilaan 2, in 3010 Kessel-Lo wordt goedgekeurd, inclusief de aanvullingen bezorgd door RISO per brief van 6 augustus 2010, voor de subsidiabele personeelsformatie van 17,5 voltijdsequivalenten zoals van toepassing tijdens het jaar 2010. De vragen tot uitbreiding van de subsidiabele personeelsformatie en verhoging van de subsidie-enveloppe worden niet ingewilligd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.
71697
71698
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
[2010/205823] Verlenging erkenningen openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor schuldbemiddeling Bij het besluit van de secretaris-generaal van 10 september 2010 van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt het volgende bepaald : De erkenning van het centrum voor algemeen welzijnswerk en jeugdzorg Middenkust als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 10 mei 2011.
Bij het besluit van de secretaris-generaal van 27 september 2010 van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt het volgende bepaald : De erkenning van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Wetteren als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 20 februari 2011.
Bij het besluit van de secretaris-generaal van 28 september 2010 van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt het volgende bepaald : De erkenning van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Merksplas als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 30 mei 2011.
Bij de besluiten van de secretaris-generaal van 29 september 2010 van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt het volgende bepaald : De erkenning van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Lummen als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 12 maart 2011. De erkenning van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Gooik als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 24 juni 2011.
Bij het besluit van de secretaris-generaal van 30 september 2010 van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt het volgende bepaald : De erkenning van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Bekkevoort als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 30 mei 2011.
Bij het besluit van de secretaris-generaal van 7 oktober 2010 van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt het volgende bepaald : De erkenning van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Boortmeerbeek als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 30 mei 2011.
Bij het besluit van de secretaris-generaal van 13 oktober 2010 van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt het volgende bepaald : De erkenning van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Kluisbergen als instelling voor schuldbemiddeling, wordt verlengd voor een periode van zes jaar met ingang van 18 juli 2011.
71699
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Cultuur, Jeugd, Sport en Media [2010/205827] Ontslag en de (her)benoeming van leden van de raad van bestuur van de Stichting Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond Bij besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010 wordt het volgende bepaald : Artikel 1. Aan Mevr. Godelieve Cueppens wordt eervol ontslag verleend uit de raad van bestuur van de Stichting Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond. Art. 2. Mevr. Diane Verstraeten wordt benoemd als lid van de raad van bestuur van de Stichting Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond. Art. 3. De mandaten van Mevr. Geeske Van der Giessen, de heer François Meysman en de heer Cornelis Dijk in de raad van bestuur van de Stichting Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond worden voor een periode van vijf jaar verlengd, vanaf 19 december 2007. § 2. Het mandaat van de heer Leonard Cornelissen in de raad van bestuur van de Stichting Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond wordt verlengd tot en met 18 december 2012. Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
* VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [2010/205790] Ministeriële besluiten houdende vaststelling van een ontwerp van lijst van voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten Bij ministerieel besluit van 1 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : Het clubhuis van de Koninklijke Roeivereniging Brugge, de zg. ″Sport nautique″ met conciërgewoning, gebouwd op een talud, maar zonder de zuidwestelijke aanbouw, buitentrappen en achterliggende houten loods, gelegen te Brugge (Sint-Andries), Waggelwater 4; bekend ten kadaster : Brugge, 4e afdeling, sectie B, perceelnummer 566D2 (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 1 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke en historische waarde : — als monument : Gouverneurswoning, gelegen te Antwerpen (Antwerpen), Koningin Elisabethlei 26, met inbegrip van de omringende parktuin bekend ten kadaster : Antwerpen, 10e afdeling, sectie K, perceelnummer 1552N8. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke en historische waarde : — als monument : villa Van Herreweghe met omringende tuin, gelegen te Wichelen (Schellebelle), Stationsstraat 161;
71700
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE bekend ten kadaster : Wichelen, 3e afdeling, sectie C, perceelnummers 136B, 136D. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 2o Wegens de historische en industrieel-archeologische waarde : — als monument : villa en plantenloods van boomkwekerij Vlaeminck met deel van aangrenzende tuin, gelegen te Wichelen (Schellebelle), Stationsstraat 147; bekend ten kadaster : Wichelen, 3e afdeling, sectie C, perceelnummers 140K2 (DEEL), 140M. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : burgerhuis met hekwerk aan de straat en ommuurde beboomde tuin, gelegen te Wichelen (Schellebelle), Dorp(SCH) 11; bekend ten kadaster : Wichelen, 3e afdeling, sectie A, perceelnummer 530L. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en volkskundige waarde : — als monument : Onze-Lieve-Vrouw Hoop der Hopelozenkapel met inbegrip van de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, gelegen te Wichelen (Serskamp), Verhoogstraat(SCH); Krakeelstraat ZNR; bekend ten kadaster : Wichelen, 2e afdeling, sectie C, perceelnummer 1D. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en volkskundige waarde : — als monument : Heilig Hartkapel met haag en twee geknotte linden, gelegen te Wichelen (Serskamp), Boeygem ZNR; bekend ten kadaster : Wichelen, 2e afdeling, sectie E, perceelnummer 213D.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke, historische en volkskundige waarde : — als monument : Troost der Bedruktenkapel, twee flankerende linden en bijhorend Onze-Lieve-Vrouw met Kindbeeld, gelegen te Wichelen (Wichelen), Brugstraat +51; Dreefstraat; bekend ten kadaster : Wichelen, 1e afdeling, sectie A, perceelnummers 523A, 523P2 (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en volkskundige waarde : — als monument : Mariakapel met inbegrip van de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, gelegen te Wichelen (Wichelen), Boterhoek ZNR; bekend ten kadaster : Wichelen, 1e afdeling, sectie B, perceelnummer 627A. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke, historische en volkskundige waarde : — als monument : memoriekruis Sebastiaen Van Havermaet, gelegen te Wichelen (Wichelen), Oud Dorp ZNR; bekend ten kadaster : Wichelen, 1e afdeling, sectie A, perceelnummer 179C (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische, sociaal-culturele en volkskundige waarde : — als monument : omringende kerkhofsite met 22 graftekens, kerkhofmuur, kapellen van Sint-Corneliusommegang en voormalig dodenhuisje bij de als monument beschermde Sint-Jans-Onthoofdingskerk (koninklijk besluit van 21 september 1962), gelegen te Wichelen (Schellebelle), Dorp(SCH) ZNR; bekend ten kadaster : Wichelen, 3e afdeling, sectie A, perceelnummers 262B, 262C.
71701
71702
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke, historische en volkskundige waarde : — als monument : parochiekerk Sint-Denijs met inbegrip van de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, deel van de omringende kerkhofsite met hekwerk en 4 gietijzeren grafkruisen, gelegen te Wichelen (Serskamp), Dorpstraat 51; bekend ten kadaster : Wichelen, 2e afdeling, sectie D, perceelnummers 57A, 64B (DEEL), 67N (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke, historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : parochiekerk Sint-Gertrudis met inbegrip van de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, gelegen te Wichelen (Wichelen), Margote 84; bekend ten kadaster : Wichelen, 1e afdeling, sectie B, perceelnummer 381P. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische waarde : — als monument : villa ″Rustoord″ met hekwerk aan de straat, deel van de omringende tuin met uitsluiting van de jongere garage, gelegen te Wichelen (Serskamp), Damstraat 3; bekend ten kadaster : Wichelen, 2e afdeling, sectie B, perceelnummer 46H. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : beboomd dorpsplein en voetweg Zwanewegel, gelegen te Wichelen (Schellebelle), Dorp(SCH) ZNR; Zwanewegel ZNR; bekend ten kadaster : Wichelen, 3e afdeling, sectie A, perceelnummer OPENBAARDOMEIN.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en industrieel-archeologische waarde : — als monument : rosmolen, gelegen te Wichelen (Schellebelle), Hoogstraat 6; bekend ten kadaster : Wichelen, 3e afdeling, sectie A, perceelnummer 287S (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 20 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke, historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : de bizonbeelden en gedenkplaten van de Ohiobrug, gelegen te Oudenaarde (Eine), Ohiostraat Z.N.; Oudenaarde (Nederename) Ohiostraat Z.N.; bekend ten kadaster : Oudenaarde, 2e afdeling, sectie A, perceelnummer ZONDER NUMMER; Oudenaarde, 3e afdeling, sectie A, perceelnummer ZONDER NUMMER. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 29 oktober 2010 wordt vastgesteld het ontwerp van lijst van volgend voor bescherming vatbare monumenten, stads- en dorpsgezichten, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976, gewijzigd bij decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke, historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : Park Liedts met inbegrip van het kasteel, het Engels park, het ravelijn en de volkstuinen zoals afgebakend op bijgevoegd plan, gelegen te Oudenaarde (Oudenaarde), Parkstraat 2; bekend ten kadaster : Oudenaarde, 1e afdeling, sectie A, perceelnummers 30L, 30M, 30N, 30P, 37/2C2, 37/2D8, 37/2H22, 37/2K22, 37/2P20, 42C; Oudenaarde, 1e afdeling, sectie B, perceelnummer(s) 321/2, (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
71703
71704
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [2010/205825] Ministeriële besluiten houdende definitieve bescherming Bij ministerieel besluit van 1 oktober 2010 wordt beschermd, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke en historische waarde : — als monument : De Sint-Medardus- en Gildarduskerk met inbegrip van het ommuurd kerkhof, gelegen te Meise (Wolvertem), Rossemdorp; bekend ten kadaster : Meise, 2e afdeling, sectie D, perceelnummer 271B. 2o Wegens de historische waarde : — als dorpsgezicht : De gehuchtkern van Rossem, gelegen te Meise (Wolvertem), Rossemdorp; bekend ten kadaster : Meise, 2e afdeling, sectie D, perceelnummers 269D, 272F, 272L, 272M, 272N, 273B, 274B. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 1 oktober 2010 wordt beschermd, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische, historische in casu architectuurhistorische en sociaal-culturele waarde : — als monument : vakwerkhoeve met losse bestanddelen (met uitzondering van de recente aanbouwsels en de losstaande schob) en onmiddellijke omgeving, gelegen te Nieuwerkerken (Nieuwerkerken), Diestersteenweg 217; bekend ten kadaster : Nieuwerkerken, 1e afdeling, sectie C, perceelnummer 191W. 2o Wegens de historische, historische in casu architectuurhistorische en sociaal-culturele waarde : — als monument : langgestrekte vakwerkhoeve, gelegen te Nieuwerkerken (Nieuwerkerken), Tegelrijstraat 8; bekend ten kadaster : Nieuwerkerken, 1e afdeling, sectie A, perceelnummers 232F/DEEL, 232G/DEEL. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
Bij ministerieel besluit van 1 oktober 2010 wordt beschermd, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de artistieke, historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : het voormalige godshuis de Lichtervelde met kapel met inbegrip van de beplante voortuin met ijzeren afsluiting, zijnde de gevels en bedaking van het voormalige godshuis en de kapel met inbegrip van het interieur van de kapel, zoals afgebakend op bijgevoegd plan, gelegen te Nazareth (Eke), de Lichterveldestraat 1; bekend ten kadaster : Nazareth, 2e afdeling, sectie A, perceelnummers 802S, 824N, 824P. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009 en 11 januari 2010).
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Bij ministerieel besluit van 1 oktober 2010 wordt beschermd, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : Noodwoning Koning Albertfonds type Zanen & Moenaert, gelegen te Ieper (Sint-Jan), Brugseweg 164; bekend ten kadaster : Ieper, 6e afdeling, sectie B, perceelnummers 252D, 252E2 (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 en 5 juni 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009).
Bij ministerieel besluit van 1 oktober 2010 wordt beschermd, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : Noodwoning Koning Albertfonds type Jouret & Speltinckx, gelegen te Kortemark (Handzame), Handzaamse Nieuwstraat 9; bekend ten kadaster : Kortemark, 2e afdeling, sectie C, perceelnummer 56P (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 en 5 juni 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009).
Bij ministerieel besluit van 1 oktober 2010 wordt beschermd, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische en sociaal-culturele waarde : — als monument : Noodwoning Koning Albertfonds type Jouret & Speltinckx, gelegen te Veurne (Veurne), Calonnegracht 10; bekend ten kadaster : Veurne, 1e afdeling, sectie B, perceelnummer 289H (DEEL). Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 en 5 juni 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006 en 18 september 2009).
Bij ministerieel besluit van 5 oktober 2010 wordt beschermd, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009 : 1o Wegens de historische waarde : — als monument : Het Sint-Kamillusinstituut, en meer bepaald de hoofdas met administratie en watertoren, het centrale verplegingsgebouw, de kapel, de keuken, de feestzaal, de wasserij, het Sint-Jozefspavilioen, de boerderij alsook de begraafplaats, de aalmoezenierswoning en het lazaret, met uitzondering van de met X op het kadasterplan aangeduide recentere constructies, gelegen te Bierbeek (Bierbeek), Krijkelberg 1; Bierbeek (Korbeek-Lo) Krijkelberg 1; bekend ten kadaster : Bierbeek, 1e afdeling, sectie E, perceelnummers 46B, 46C, 53A4, 53C3 (DEEL), 53E3, 53F4, 53G4 (DEEL), 53H4 (DEEL), 53K2, 53K4, 53L3, 53L4, 53M4, 53S3, 53S4, 53T4; Bierbeek, 2e afdeling, sectie B, perceelnummers 295H, 295K. Met het oog op de bescherming zijn van toepassing : De beschikkingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006, 5 juni 2009 en 4 december 2009 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1994, 22 augustus 2006, 18 september 2009 en 11 januari 2010).
71705
71706
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [2010/205828] Ministeriële besluiten houdende wijzing Bij ministerieel besluit van 6 oktober 2010 wordt gewijzigd het besluit van de Secretaris-Generaal van 26 augustus 1943 houdende bescherming als monument van de houten staakmolen genaamd ″Geersensmolen″ te Klemskerke (De Haan); Enig artikel : In het enig artikel, tweede lid van het besluit van de Secretaris-Generaal van 26 augustus 1943 dat betrekking heeft op de bescherming als monument van de houten staakmolen genaamd ″Geersensmolen″ in Klemskerke (De Haan), wordt volgende wijziging aangebracht : De windmolen, te Klemkerke, eigendom van GEERSENS, Gustaaf-Joseph, geboren te Klemskerke, den 26 november 1908, kadaster : sectie B wordt vervangen door wat volgt : De houten staakmolen genaamd ″De Geersensmolen″, gelegen langs de Dorpsstraat, te Klemskerke (De Haan), met als Kadastrale ligging, 1 afdeling, sectie B, perceelnummer 27D (deel).
Bij ministerieel besluit van 6 oktober 2010 wordt gewijzigd het ministerieel besluit van 27 april 2001 houdende bescherming als monument van de houten standerdkorenmolen genaamd ″Leyssensmolen″ te Lommel, Enig artikel : In artikel 1 van het ministerieel besluit van 27 april 2001 dat betrekking heeft op de bescherming als monument van de houden stnderdkorenmolen genaamd ″Leyssensmolen″ in het Kattenbos te Lommel, wordt volgende wijziging aangebracht : Lommel (Lommel), Kattenbos; Bekend ten kadaster : Lommel, 4e afdeling, sectie D, perceelnummer 863 P 2 Wordt vervangen door wat volgt : Lommel (Lommel), Katterij Dijksken; Kadastraal bekend als : Lommel, 4e afdeling, sectie D, perceelnummers 752a (deel) en 754 (deel);
Bij ministerieel besluit van 15 oktober 2010 wordt gewijzigd het ministerieel besluit van 16 juli 1993 houdende bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten (van de stoomzagerij van Vorst te Laakdal) en houdende opheffing van het ministerieel besluit van 15 oktober 2004 houdende bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht (van de stoomzagerij van Vorst, partim, gelegen Heistraat 2, te Laakdal). Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 16 juli 1993 houdende bescherming van monumenten, stadsen dorpsgezichten (van de stoomzagerij van Vorst te Laakdal), wordt het voorlaatste streepje ″— de gebouwen waarin voormelde voorwerpen en ruimtes zich bevinden, namelijk vier traveeën in metselwerk en drie traveeën van de houten loods met afdak aan de straatzijde;″ vervangen door het volgende : ″— de drie oostelijke traveeën van de voormalige stoomzagerij, met onder meer de machinekamer, smidse en werkplaats;″ Art. 2. Het ministerieel besluit van 15 oktober 2004 houdende bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht (van de stoomzagerij, partim, gelegen te Laakdal (Vorst) wordt opgeheven.
* VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [2010/205826] Ministeriële besluiten houdende termijnverlenging Bij ministerieel besluit van 26 oktober 2010 wordt de geldigheidsduur van het ministerieel besluit van 16 juni 2009 houdende vaststelling van een ontwerp van lijst van als monument te beschermen houtig erfgoed in Vlaanderen, verlengd met een termijn van zes maanden, ter uitvoering van artikel 5, § 7, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009. Het betreft : 1o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : de zogenaamde Gezelleboom (treurbeuk), evenals een cirkelvormige zone met een straal van 15 meter eromheen, met uitzondering van het segment van het cirkelvormig vlak ingenomen door de woning, gelegen te Aalter (Poeke), Ruiseleedsestraat 3a; bekend ten kadaster : Aalter (Poeke), 6e afdeling, sectie A, perceelnummers 514H/deel, 514G/deel, 510M/deel, 506P/deel, 503E/deel, 505K. 2o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturale waarde; — als monument : De geknotte Fladderiepen en Tamme kastanjes, evenals een deel van de vallei van de Sassegembeek er omheen, gelegen te Brakel (Opbrakel);
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE bekend ten kadaster : Brakel, 2de afdeling,sectie A, perceelnummers 41A/deel, 42/deel, 43/deel, 44, 431F/deel, 428A, 430A, 430B, 429, 427A2, 427E, 427F, 425, 414A/deel, 412B/deel, 408B/deel. 3o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De knotbomenrij met vijf Zwarte populieren, gelegen te Brakel (Elst), Terwalle; bekend ten kadaster : Brakel (Elst) 4e afdeling, sectie B, perceelnummers 217C/deel, 213B/deel. 4o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De knoteik evenals een cirkelvormige zone met een straal van 30 meter errond, gelegen te Brakel (Everbeek en Parike), Fayte; bekend ten kadaster : Brakel (Parike), 6e afdeling, sectie A, perceelnummers 685/deel, 691A/deel; Brakel (Everbeek), 7e afdeling, sectie A, perceelnummers 1438A/deel, 1438B/deel. 5o Wegens de artistieke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De Taxushaag met boerentopiary, evenals een vlakvormige zone er omheen met een straal van 5 meter, gelegen te Buggenhout (Opdorp), Houtenmolenstraat 53; bekend ten kadaster : Buggenhout, 2e afdeling, sectie B, perceelnummer 323A/deel, deels z.nr. 6o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : Houtkanten met Wegedoorn, gelegen te Deinze (Bachte-Maria-Leerne), Rekkelinge; bekend ten kadaster : Deinze, 1e afdeling, sectie A, perceelnummers 1048/deel, 1049/deel, 1050/deel, 1051/deel, 1054A/deel, 1055A/deel, 1055B/deel, 1055C/deel, 1056A/deel, 1058A/2/deel, 1058B/deel, 1058B/2/deel, 1058C/deel, 1059/deel, 1095A/deel, 1095B/deel, 968/deel, 969/deel, 969/2/deel, 970/deel, 972/deel, 973/deel, deels z.nr. 7o Wegens de artistieke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De Amberboom evenals een cirkelvormige zone eromheen met een straal van 30 meter, gelegen te Gent (Gent), Kortrijksesteenweg 1026, bekend ten kadaster : Gent, 9e afdeling, sectie I, perceelnummer 495G2/deel. 8o Wegens de wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De voormalige griend met 16 wilgentaxa, gelegen te Hamme, Driegoten; bekend ten kadaster : Hamme, 3e afdeling, sectie A, perceelnummers 12E, 15, 15/2, 45C, 41, 44C, 52/2, 46B, 48B, 49B, 43, 51B, 52B, 54B, 55B, 56, 58A, 58B, 61, 60, 121, 62A02, 65, 64B, 63B, 63A, 67, 68, 71B, 71A, 72, 74, 81B, 81A, 64A, 66A, 69, 70A, 70B, 73, 75, 79A, 80A, 66B, 76, 77, 78, 85, 86, 120A, 119A, 118A, 117, 116, 132C (deel), 82, 90A, 83, 84, 89, 90B, 91, 92, 88, 87, 115B, 114, 113, 112F, 111A, 112E, 110D, 110E, 110F, 109A, 108A, 107A, 106A, 105A, 104A, 103A, 102B, 93, 94, 102A, 101, 97A, 95, 96, 97B, 99A, 100, 808 A, 807A, 806A, 805A, 804A, 803A, 802A, 801B, 809A, 810B, 811B, 809B, 809C, 811A, 810A, 798A/deel, en deels z.nr., zoals afgebakend op bijgaand plan. 9o Wegens de artistieke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De Treuressen evenals een cirkelvormige zone eromheen met een straal van 9,5 meter, op het voormalig kerkhof, gelegen te Herzele (Borsbeke), Borsbekestraat; bekend ten kadaster : Herzele, 3e afdeling, sectie B, perceelnummers 294C/deel, 300L/deel, 295H/deel, deels z.nr. 10o Wegens de artistieke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De Tamme kastanje evenals een cirkelvormige zone met een straal van 30 meter, gelegen te Kluisbergen (Ruien), Kluisbos; bekend ten kadaster : Kluisbergen, 1e afdeling, sectie C, perceelnummers 211B/deel, 213D/deel. 11o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De tuin bij de gewezen pastorie van Lede, gelegen te Kruishoutem (Wannegem-Lede), Lededorp 5; bekend ten kadaster : Kruishoutem, 2e afdeling, sectie B, perceelnummer 310B. 12o Wegens de artistieke, historische, volkskundige, en sociaal-culturele waarde : — als monument : De Leilindendreef evenals een zone van 20 meter aan weerszijden ervan, gelegen te Nevele (Hansbeke), Melkerijstraat; bekend ten kadaster : Nevele, 3e afdeling, sectie A, perceelnummers 442, 445G (deel), 445/2 (deel), 415 (deel), 416A (deel), 417F (deel), 417K (deel), 422H (deel), 438C (deel), 443C (deel), deels z.nr. — De Pluimes evenals een cirkelvormige zone eromheen met een straal van 20 meter, met uitzondering van het segment van de cirkel ingenomen door het gebouw, gelegen te Nevele (Hansbeke), Warandestraat 9;
71707
71708
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE bekend ten kadaster : Nevele, 3e afdeling (Hansbeke), sectie A, perceelnummer 365M/deel. — De Grauwe abelen evenals een cirkelvormige zone met een straal van 30 meter eromheen, gelegen te Nevele (Hansbeke), Warandestraat 9; bekend ten kadaster : Nevele, 3e afdeling (Hansbeke), sectie A, perceelnummers 363/deel 364/deel, 365M/deel, 362/deel. — De Grauwe abeel (Hansbeke) evenals een vlakvormige zone eromheen, gelegen te Nevele (Hansbeke), Warandestraat 9; bekend ten kadaster : Nevele, 3e afdeling (Hansbeke), sectie A, perceelnummers 355A/deel, 356/deel, 357/deel, 358A/deel, 365M/deel, 415/ deel, 445/2/deel, 452/deel. — De linden bij de kerk evenals een vlakvormige afbakening er omheen, gelegen te Nevele (Hansbeke), Hansbekedorp; bekend ten kadaster : Nevele, 3e afdeling (Hansbeke), sectie A, perceelnummers 1259A, 1298C/deel, 1258C/deel, deels z.nr. 13o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De linde en kapel evenals een cirkelvormige zone rond de boom met een straal van 17,5 meter, gelegen te Oosterzele (Balegem), Issegem; bekend ten kadaster : Oosterzele, 2e afdeling, sectie A, perceelnummers 109/2, 110H/deel, 841C/deel, 841D/deel; Oosterzele, 2e afdeling, sectie B, perceelnummer 194G/deel, deels z.nr. 14o Wegens de artistieke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De platanen op en met het Enameplein en de Lijnwaadmarkt, gelegen te Oudenaarde (Ename), Enameplein, Beaucarnestraat, Lijnwaadmarkt; bekend ten kadaster : Oudenaarde, 4e afdeling, sectie A, z.nr. 15o Wegens de artistieke, historische, sociaal-culturele en wetenschappe-lijke waarde : — als monument : De linde, zogenaamd Peerie’s linde, evenals een cirkelvormige zone met een straal van 10 meter, met uitzondering van het segment van de cirkel ingenomen door het gebouw, gelegen te Oudenaarde (Eine), Westerring 11; bekend ten kadaster : Oudenaarde, 2e afdeling, sectie B, perceelnummer 610F/deel. 16o Wegens de artistieke, historische, sociaal-culturele en volkskundige waarde : — als monument : De linde evenals een cirkelvormige zone met een straal van 15 meter eromheen, gelegen te Ronse (Ronse), Ninovestraat; bekend ten kadaster : Ronse, 1e afdeling, sectie B, perceelnummers 667F/deel, 732T/deel, 735N/deel, 736E, 737R/deel. 17o Wegens de artistieke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument De knoteiken langs de Hoge Heirweg evenals een cirkelvormige zone met een straal van 11 meter (westelijke boom) en 7 meter (oostelijke boom) er omheen, gelegen te Sint-Martens-Latem, Hoge Heirweg; bekend ten kadaster : Sint-Martens-Latem, 1e afdeling, sectie B, perceelnummers 318L3/deel, 318Y2/deel, 300M/deel, 318G3/deel, 265V/deel, 267F/deel, deels z.nr. 18o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De Bruine beuk op de hoek van Hoogstraat en Belselestraat (kasteeldomein Ortegat te Waasmunster), evenals een cirkelvormige zone met een straal van 25 meter eromheen, inclusief het gietijzeren hekwerk, gelegen te Waasmunster, Belselestraat 2, hoek Hoogstraat; bekend ten kadaster : Waasmunster, 2e afdeling, sectie C, perceelnummers 1473/deel, 1472/deel, deels z.nr. 19o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele, waarde : — als monument : De Fladderiep evenals een cirkelvormige zone met een straal van 25 meter eromheen, gelegen te WortegemPetegem (Wortegem), Spitaalbosstraat; bekend ten kadaster : Wortegem-Petegem (Wortegem), 1e afdeling, sectie C, perceelnummer 468z/deel. 20o Wegens de artistieke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De taxus evenals een cirkelvormige zone met een straal van 10 meter, op het voormalige kerkhof, gelegen te Zingem (Zingem), Kerkplein; bekend ten kadaster : Zingem, 1e afdeling, sectie B, perceelnummers 438B/deel, 439/deel. 21o Wegens de artistieke, historische, volkskundige, sociaal-culturele en industrieel-archeologische waarde : — als monument : De linden bij Pedesmolen evenals een cirkelvormige zone met een straal van 25 meter eromheen, gelegen te Zottegem (Velzeke-Ruddershove), Zwalmstraat en Zwalm (Hundelgem), Krekelstraat; bekend ten kadaster : Zottegem, 9e afdeling, sectie D, perceelnummer 72B/deel;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Zwalm, 7e afdeling, sectie A, perceelnummer 305D/deel. 22o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De Gele kornoelje evenals een cirkelvormige zone eromheen met een straal van 10 meter, met uitzondering van het segement van de cirkel ingenomen door het bijgebouw, gelegen te Zwalm (Roborst), Herpelstraat 27; bekend ten kadaster : Zwalm, 8e afdeling, sectie A, perceelnummer 321N/deel, deels z.nr. 23o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en wetenschappelijke waarde : — als monument : De Zwarte moerbei evenals een cirkelvormige afbakening eromheen met een straal van 10 meter, gelegen te Zwalm (Sint-Denijs-Boekel), Molenberg 4; bekend ten kadaster : Zwalm, 11e afdeling, sectie A, perceelnummers 537C/deel, 539/deel, 542A/deel, deels z.nr. 24o Wegens de artistieke, historische, volkskundige en sociaal-cultureel waarde : — als monument : De Linde z.g. Jagersboom evenals een cirkelvormige zone met een straal van 30 meter, gelegen te Zwalm (Munkzwalm, Hundelgem), Ten Bergekouter; bekend ten kadaster : Zwalm, 1e afdeling, sectie A, perceelnummers 344D/deel, 369C/deel; Zwalm, 7e afdeling, sectie A, perceelnummers 321A/deel, 449B/deel, deels z.nr. 25o Wegens de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige en sociaal-culturele waarde : — als monument : De essenkaphaag en de knotes met omgeving, gelegen te Zwalm (Sint-Blasius-Boekel), Armekleie; bekend ten kadaster : Zwalm, 10e afdeling, sectie B, perceelnummers 305E/deel, 306H/deel, 247C/deel, 304C/deel, deels z.nr.
Bij ministerieel besluit van 26 oktober 2010 wordt de geldigheidsduur van het ministerieel besluit van 18 september 2009 houdende vaststelling van een ontwerp van lijst van als monument te beschermen Casino te Mol, Owenslei 6, verlengd met een termijn van zes maanden, ter uitvoering van artikel 5, § 7, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 22 december 1995, 8 december 1998, 18 mei 1999, 7 december 2001, 21 november 2003, 30 april 2004, 10 maart 2006 en 27 maart 2009. Het betreft : 1o Wegens de historische, sociaal-culturele en volkskundige waarde : — als monument : CASINO, gelegen te Mol (Mol), Owenslei 6 bekend ten kadaster : Mol, 1e afdeling, sectie G, perceelnummers 680A16/deel, 680V7
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205661] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SA Jonniaux Entreprises, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SA Jonniaux Entreprises, le 6 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SA Jonniaux Entrerprises sise Place 4b, à 7602 Bury, est enregistrée en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-01. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets industriels ou agricoles non dangereux.
71709
71710
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1. Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205662] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « BVBA GLK Grondwerken », en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la « BVBA GLK Grondwerken », le 11 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La « BVBA GLK Grondwerken », sise Meirestraat 13, à 9770 Kruishoutem, est enregistrée en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-02. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans.
71711
71712
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205663] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Cheron, D., en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SPRL Cheron, D., le 4 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SPRL Cheron, D., sise chemin de l’Etoile 7, à 7060 Soignies, est enregistrée en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-03. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets ménagers et assimilés. Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205664] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « BVBA Vulkagom », en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la « BVBA Vulgakom », le 10 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La « BVBA Vulgakom », sise Assesteenweg 70, à 1740 Ternat, est enregistrée en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-04. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2;
71713
71714
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1. - déchets ménagers et assimilés. - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205665] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Didion Bvresse, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SPRL Didion Bvresse, le 10 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SPRL Didion Bvresse, sise chaussée de Liège 130, à 5360 Hamois, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-05. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets ménagers et assimilés. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en prend acte.
71715
71716
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205666] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SA Houyoux, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SA Houyoux, le 13 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SA Houyoux, sise chaussée de Rochefort 29, à 6900 Marloie, est enregistrée en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-06. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205667] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « BV Besstrade », en qualité de collecteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la « BV Besstrade », le 10 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. La « BV Besstrade », sise Nijverheidsweg 10, à NL-3881 Puttem, est enregistrée en qualité de collecteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-07. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte des déchets suivants : - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés. Art. 2. La collecte des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisée sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures.
71717
71718
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2, reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de collecte, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés à la collecte des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de collecte. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205668] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « BV Peijnenburg Esch », en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Vu la demande introduite par la « BV Peijnenburg Esch », le 6 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La « BV Peijnenburg Esch », sise Havensesweg 29, à NL-5296 KA Esch, est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-08. § 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets inertes; - déchets ménagers et assimilés. Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un collecteur enregistré de déchets. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la politique des déchets, une déclaration de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets, Direction de la politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la politique des déchets, qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans.
71719
71720
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205669] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SA Troiani, Aldo, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SA Troiani, Aldo, le 11 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. La SA Troiani, Aldo, sise rue des Marchands 42, à 6200 Châtelineau, est enregistrée en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-09. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets ménagers et assimilés; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art.11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
* SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [2010/205670] Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SA Haulotte, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux L’Inspecteur général, Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière de taxes régionales directes; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt no 94.211 du Conseil d’Etat du 22 mars 2001; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et transporteurs de déchets autres que dangereux; Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; Vu la demande introduite par la SA Haulotte, le 11 août 2010; Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, Acte : Article 1er. § 1er. La SA Haulotte, sise avenue des Vallées 130, à 1341 Céroux-Mousty, est enregistrée en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux. L’enregistrement est identifié par le numéro 2010-09-09-10. § 2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets inertes; - déchets industriels ou agricoles non dangereux. § 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : - déchets dangereux; - huiles usagées; - PCB/PCT; - déchets animaux; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2; - déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; - déchets ménagers et assimilés. Art. 2. La collecte et le transport des déchets repris à l’article 1er, § 2, sont autorisés sur l’ensemble du territoire de la Région wallonne. Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. Art. 5. § 1er. Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. § 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : a) la description du déchet; b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres;
71721
71722
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE c) la date du transport; d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des déchets; e) la destination des déchets; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. § 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. Art. 7. § 1er. L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des déchets; c) la date et le lieu de la remise; d) la quantité de déchets remis; e) la nature et le code des déchets remis; f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. § 2. Un double de l’attestation prévue au § 1er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de l’administration. Art. 8. § 1er. L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets une déclaration de collecte ou de transport de déchets. La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. § 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office wallon des déchets en même temps que sa déclaration annuelle les informations suivantes : 1o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers et affectés au transport des déchets; 2o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. Art. 10. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, à la collecte ou au transport des déchets désignés dans le présent enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets qui en prend acte. Art. 11. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été entendue. Art. 12. § 1er. L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. § 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite de validité susvisée. Namur, le 9 septembre 2010. Ir A. HOUTAIN
OFFICIELE BERICHTEN — AVIS OFFICIELS GRONDWETTELIJK HOF [2010/205718] Uittreksel uit arrest nr. 106/2010 van 30 september 2010 Rolnummers 4808 en 4809 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 36bis van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, zoals vervangen bij artikel IX.21 van het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, gesteld door de Raad van State. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging a. Bij arrest nr. 197.779 van 13 november 2009 in zake (I) Siska Neyt en (II) Ann Pattyn tegen het Gemeenschapsonderwijs (I en II), waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 november 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 36bis, § 1, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde leden [lees : personeelsleden] van het Gemeenschapsonderwijs het artikel 24 van de Grondwet juncto de artikelen 33, 108 en 187, aldus geïnterpreteerd dat die bepaling aan inrichtende machten het recht ontzegt om de uitbreiding van de vaste benoeming, in hoofde van personeelsleden die reeds vast benoemd zijn in een deeltijdse betrekking en die in het verleden voldoening hebben gegeven, te weigeren op grond van het feit dat deze personeelsleden niet voldoen aan de door de inrichtende macht aanvullend opgestelde selectiecriteria ? ».
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE b. Bij arrest nr. 197.776 van 13 november 2009 in zake Dominica Vandewalle tegen het Gemeenschapsonderwijs, tussenkomende partij : Sabine Vandamme, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 november 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 36bis van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, zo uitgelegd dat het er aan in de weg staat dat een voorrangsgerechtigd personeelslid dat in het verleden voldoening heeft gegeven aan aanvullende selectievoorwaarden wordt onderworpen, de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4808 en 4809 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) III. In rechte (...) Wat de in het geding zijnde bepaling betreft B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 36bis, § 1, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs (hierna : « Rechtspositiedecreet »), zoals vervangen bij artikel IX.21 van het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV. Die bepaling stelt een voorrangsregeling in met betrekking tot de invulling van een vacant verklaarde betrekking door vaste benoeming. B.1.2. Artikel 36bis, § 1, van het Rechtspositiedecreet bepaalt : « De vastbenoemde personeelsleden die een betrekking met onvolledige prestaties in hoofdambt uitoefenen, hebben, met het oog op de uitbreiding van hun vaste benoeming voorrang op alle tijdelijke personeelsleden voor vacant verklaarde betrekkingen, op voorwaarde dat zij : 1o ofwel in het bezit zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs voor de aangeboden prestaties en zij daarenboven in de scholengroep vast benoemd werden voor hetzelfde ambt; 2o ofwel in het bezit zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs en zij daarenboven in de scholengroep vast benoemd werden in hetzelfde ambt, en voor de leraren in dezelfde vakken of specialiteiten als de aangeboden prestaties ». De voormelde voorwaarden zijn alternatief en hebben betrekking op verschillende onderwijsambten. B.1.3. Artikel 36bis, § 1, van het Rechtspositiedecreet dient in samenhang te worden samen gelezen met, enerzijds, artikel 35 van het Rechtspositiedecreet en de daar ingeschreven beperkingen aangaande de toewijzing van een vacant verklaarde betrekking in een wervingsambt door middel van een vaste benoeming en, anderzijds, artikel 36, § 1, van het Rechtspositiedecreet, dat betrekking heeft op de voorwaarden voor de benoeming in vast verband, inzonderheid 1o (de vereiste dienstanciënniteit in het betrokken ambt) en 4o (de evaluatie). B.2.1. Overeenkomstig de rechtspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, is de in artikel 36bis, § 1, van het Rechtspositiedecreet bedoelde voorrangsregeling niet aan te merken als een absoluut recht op benoeming en creëert het voor de inrichtende macht geen gebonden bevoegdheid om de kandidaat die aan de voorwaarden voldoet, te benoemen. Immers, de voorrang bij uitbreiding sluit niet uit dat het schoolbestuur redenen kan aanvoeren om de kandidaat die zich erop beroept, niet te benoemen. Die redenen zijn, sinds het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, enkel in verband te brengen met artikel 36, § 1, eerste lid, 4o, van het Rechtspositiedecreet. Die ingevoerde benoemingsvoorwaarde dient zo te worden begrepen dat de redenen die een weigering tot uitbreiding van een vaste benoeming kunnen wettigen, in beginsel zullen moeten blijken uit de meest recente evaluatie, waarbij aan het schoolbestuur een geëigend instrument ter beschikking wordt gesteld om aan personeelsleden die niet voldoen, de uitbreiding van hun vaste benoeming te weigeren. B.2.2. In haar verwijzingsarrest in de zaak nr. 4808 merkt de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op dat de decreetgever, door het instellen van de voorrangsregeling, de benoemingsvrijheid van een schoolbestuur slechts beperkt in zoverre het een personeelslid betreft dat zich op artikel 36bis, § 1, kan beroepen en dat in het verleden geen blijk heeft gegeven van beroepsonbekwaamheid. Wat de prejudiciële vraag in de zaak nr. 4808 betreft B.3.1. Met de prejudiciële vraag in de zaak nr. 4808 wenst de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van het Hof te vernemen of artikel 36bis van het Rechtspositiedecreet bestaanbaar is met artikel 24 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 33, 108 en 187 ervan, in die zin geïnterpreteerd dat het aan inrichtende machten het recht ontzegt de uitbreiding van de vaste benoeming te weigeren aan personeelsleden die reeds vast benoemd zijn in een deeltijdse betrekking en die in het verleden voldoening hebben gegeven, waarbij die weigering gegrond is op de omstandigheid dat die personeelsleden niet voldoen aan de door de inrichtende macht aanvullend opgestelde selectiecriteria. B.3.2. Aangaande de mogelijke schending van de artikelen 33, 108 en 187 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 24 ervan, wordt door de verwerende partij voor de verwijzende rechter in de zaak nr. 4808 opgemerkt dat de voormelde artikelen worden geschonden wanneer aan een inrichtende macht elke appreciatie zou worden ontzegd over de kandidatuur van de voorrangsgerechtigde. B.3.3. Zoals de Vlaamse Regering aangeeft, preciseren de bewoordingen van de vraag en de motieven van de verwijzingsbeslissing niet op welke wijze de artikelen 33, 108 en 187 van de Grondwet zouden kunnen zijn geschonden door artikel 36bis van het Rechtspositiedecreet; de prejudiciële vraag in de zaak nr. 4808 is dus enkel ontvankelijk in zoverre een mogelijke schending van artikel 24 van de Grondwet wordt opgeworpen. B.3.4. Uit de motivering van het verwijzingsarrest blijkt dat, door artikel 24 van de Grondwet te beogen, de Raad van State de bedoeling heeft te verwijzen naar de bij artikel 24, § 1, gewaarborgde vrijheid van onderwijs. B.4.1. Volgens de parlementaire voorbereiding drukt de in het geding zijnde bepaling de wil van de overheid uit om de rechtspositie van het personeel van de verschillende netten zo transparant en zo eenvoudig mogelijk te maken in het raam van de invoering van het stelsel van de tijdelijk aangestelden (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1355/1, p. 3). De parlementaire voorbereiding stelt in dat verband dat de in het geding zijnde bepaling werd aangepast teneinde rekening te houden met de invoering van de mogelijkheid van tijdelijke aanstelling van doorlopende duur : « Het invoeren van de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur in het basisonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs heeft eveneens gevolgen op de principes voor vaste benoeming in een wervingsambt. De tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur wordt ook in voormelde onderwijsniveaus een voorwaarde voor vaste benoeming. De [artikelen] 36, 36bis, 36ter, 36quater en 36quinquies van het decreet rechtspositie worden aangepast aan voormeld principe » (ibid., p. 65).
71723
71724
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Aangaande de invoering van de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur werd opgemerkt : « Het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur vereenvoudigt de voorrangsregeling en maakt het concept transparant voor alle personeelsleden. De invoering ervan zorgt er trouwens voor dat maar één voorrangsregeling meer bestaat. [...] [...] Het is bovendien zo dat dit principe geldig is voor alle personeelsleden, ongeacht het net waartoe ze behoren. [...] § 2. We onderscheiden nog twee soorten tijdelijke aanstellingen : - De tijdelijke aanstelling van beperkte duur Tijdelijke personeelsleden kunnen worden aangesteld voor beperkte duur. Dit betekent een aanstelling in een niet-vacante betrekking ter vervanging van een titularis (voor beperkte duur of voor een volledig schooljaar) of een aanstelling in een vacante betrekking voor een volledig schooljaar. - De tijdelijke aanstelling van doorlopende duur Als het [personeelslid] aan een aantal specifieke voorwaarden beantwoordt, verkrijgt het een ’ voorrangsrecht ’ ten aanzien van andere tijdelijke personeelsleden. Het bekomt aldus het recht op een aanstelling van doorlopende duur » (ibid., p. 62). B.4.2. De decreetgever maakt uitdrukkelijk melding van volgende overweging : « Vanuit de idee van vereenvoudiging en eenheid tussen de onderwijsniveaus worden in het basisonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs tijdelijke aanstellingen van doorlopende duur mogelijk gemaakt. De huidige voorrangsregeling wordt op gelijke voet gebracht met de andere onderwijsniveaus » (ibid., p. 3). B.4.3. De door artikel 24, § 1, van de Grondwet gewaarborgde vrijheid van onderwijs is niet onbegrensd en verzet zich niet ertegen dat de decreetgever, met het oog op verzekeren van de kwaliteit van het met overheidsmiddelen verstrekte onderwijs, maatregelen neemt die op de onderwijsinstellingen van algemene toepassing zijn. B.4.4. De bekritiseerde beperking van de vrije personeelskeuze vloeit te dezen voort uit een maatregel die uitgaat van de overheid en die, genomen in het ruimere verband van vereenvoudiging en transparantie van de regelgeving inzake onderwijs, specifiek bedoeld is om de positie van de deeltijds vastbenoemden te verstevigen ten aanzien van de nieuw ingevoerde tijdelijk aangestelden. Die bepaling kan als dusdanig niet worden beschouwd als een inbreuk op de vrijheid van onderwijs, behoudens indien zou blijken dat de concrete beperkingen die door de in het geding zijnde bepaling aan die vrijheid worden gesteld, niet redelijk verantwoord zouden zijn. B.4.5. Te dezen kan de in het geding zijnde bepaling niet als dusdanig worden beschouwd vermits de in de prejudiciële vraag bedoelde mogelijkheid voor de inrichtende machten om de uitbreiding van de vaste benoeming te weigeren van personeelsleden die reeds vast benoemd zijn in een deeltijdse betrekking en die in het verleden voldoening hebben gegeven, niet zou toelaten de rechten te waarborgen die de decreetgever aan die personen heeft willen geven op het moment van het invoeren van een nieuw statuut, te weten de tijdelijk aangestelden. Bovendien dient, rekening houdend met wat is uiteengezet in B.1.1 tot B.1.3, te worden vastgesteld dat de voorrangsregeling enkel geldt voor personeelsleden die beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in artikel 36bis, § 1, en die tevens blijk geven van beroepsbekwaamheid. B.4.6. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 4808 dient ontkennend te worden beantwoord. Wat de prejudiciële vraag in de zaak nr. 4809 betreft B.5. Met de prejudiciële vraag in de zaak nr. 4809 wenst de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van het Hof te vernemen of het voormelde artikel 36bis bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat het « er aan in de weg staat dat een voorrangsgerechtigd personeelslid dat in het verleden voldoening heeft gegeven aan aanvullende selectievoorwaarden wordt onderworpen ». B.6.1. Artikel 36bis, § 1, van het Rechtspositiedecreet voert een verschil in behandeling in tussen de tijdelijke personeelsleden die nog niet vast benoemd werden en de personeelsleden die in een betrekking van onvolledige prestatie reeds vast benoemd zijn, doordat de laatstgenoemden, mits zij voldoen aan de voorwaarden van het vereiste bekwaamheidsbewijs of van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, en mits de vacante betrekking zich aandient binnen dezelfde scholengroep en hetzelfde ambt betreft en, in geval van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, mits het om dezelfde vakken of specialiteiten gaat, bij wijze van uitbreiding van hun vaste benoeming, voorrang genieten op de tijdelijke personeelsleden. B.6.2. Er kan worden aangenomen dat voormeld onderscheid in behandeling verantwoord is. Immers, de bijzondere situatie van het onderwijs, waar deeltijdse benoemingen zelden overeenstemmen met de keuze van de titularis ervan, maar een gevolg zijn van de in het onderwijs toepasbare regelgeving, noopt tot de invoering van een dergelijke voorrangsregeling, teneinde de risico’s van vertrek van leden van het onderwijzend personeel te beperken. B.6.3. De in artikel 36bis, § 1, uitgewerkte voorrangsregeling is bovendien voorwaardelijk vermits de deeltijds vastbenoemde personeelsleden pas op de regeling een beroep kunnen doen voor zover de bedoelde vacature zich aandient binnen dezelfde scholengroep, in hetzelfde ambt en zij ofwel houder zijn van het vereiste bekwaamheidsbewijs voor de aangeboden prestaties, ofwel houder zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, en, in dat geval moet het dezelfde vakken of specialiteiten betreffen. De voorrangsregeling is tevens niet absoluut omdat de personeelsleden die zich wensen te beroepen op artikel 36bis, § 1, van het Rechtspositiedecreet, tevens dienen te voldoen aan de vereisten van de vaste benoeming zelf, zoals die zijn vastgelegd in artikel 36, § 1, 4o, van het Rechtspositiedecreet, te weten als laatste evaluatie of beoordeling in het betrokken ambt geen evaluatie of beoordeling met eindconclusie « onvoldoende » hebben gekregen. B.6.4. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 4809 dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 36bis, § 1, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs schendt artikel 24 van de Grondwet niet in zoverre het de inrichtende machten het recht ontzegt de uitbreiding van de vaste benoeming te weigeren van personeelsleden die reeds vast benoemd zijn in een deeltijdse betrekking en die in het verleden voldoening hebben gegeven, wanneer die weigering gebaseerd is op de omstandigheid dat die personeelsleden niet voldoen aan door de inrichtende macht aanvullend opgestelde selectiecriteria. - Dezelfde bepaling schendt de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet niet in zoverre zij het niet mogelijk maakt de uitbreiding van de vaste benoeming van personeelsleden die reeds vast benoemd zijn in een deeltijdse betrekking en die in het verleden voldoening hebben gegeven, aan aanvullende selectievoorwaarden te onderwerpen.
71725
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 30 september 2010. De griffier, De voorzitter, P.-Y. Dutilleux. M. Bossuyt.
COUR CONSTITUTIONNELLE [2010/205718] Extrait de l’arrêt n° 106/2010 du 30 septembre 2010 Numéros du rôle : 4808 et 4809 En cause : les questions préjudicielles concernant l’article 36bis du décret de la Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’enseignement communautaire, tel qu’il a été remplacé par l’article IX.21 du décret du 14 février 2003 relatif à l’enseignement XIV, posées par le Conseil d’Etat. La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges R. Henneuse, E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, après en avoir délibéré, rend l’arrêt suivant : I. Objet des questions préjudicielles et procédure a. Par arrêt no 197.779 du 13 novembre 2009 en cause de (I) Siska Neyt et (II) Ann Pattyn contre l’Enseignement communautaire (I et II), dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 novembre 2009, le Conseil d’Etat a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 36bis, § 1er, du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’Enseignement communautaire viole-t-il l’article 24 de la Constitution, combiné avec les articles 33, 108 et 187, interprété en ce sens que cette disposition prive les pouvoirs organisateurs du droit de refuser l’extension de la nomination à titre définitif à des membres du personnel qui sont déjà nommés à titre définitif dans un emploi à temps partiel et qui ont donné satisfaction dans le passé, sur la base du fait que ces membres du personnel ne satisfont pas à des critères de sélection supplémentaires établis par le pouvoir organisateur ? ». b. Par arrêt no 197.776 du 13 novembre 2009 en cause de Dominica Vandewalle contre l’Enseignement communautaire, partie intervenante : Sabine Vandamme, dont l’expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 novembre 2009, le Conseil d’Etat a posé la question préjudicielle suivante : « L’article 36bis du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’Enseignement communautaire, interprété en ce sens qu’il empêche qu’un membre du personnel prioritaire qui a donné satisfaction dans le passé soit soumis à des conditions de sélection supplémentaires, viole-t-il les articles 10, 11 et 24 de la Constitution ? ». Ces affaires, inscrites sous les numéros 4808 et 4809 du rôle de la Cour, ont été jointes. (...) III. En droit (...) En ce qui concerne la disposition en cause B.1.1. Les questions préjudicielles portent sur l’article 36bis, § 1er, du décret de la Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’Enseignement communautaire (ci-après : « décret sur le statut »), tel qu’il a été remplacé par l’article IX.21 du décret du 14 février 2003 relatif à l’enseignement XIV. Cette disposition instaure une règle de priorité en ce qui concerne l’attribution, par voie de nomination à titre définitif, d’un emploi déclaré vacant. B.1.2. L’article 36bis, § 1er, du décret sur le statut dispose : « Les membres du personnel nommés à titre définitif qui occupent en fonction principale un emploi à prestations incomplètes, ont, en vue de l’extension de leur nomination à titre définitif, la priorité sur tous les membres du personnel temporaires pour les emplois déclarés vacants, à condition : 1o qu’ils soient soit porteurs du titre requis pour les prestations offertes et que, de plus, ils aient été nommés à titre définitif dans la même fonction auprès du même groupe d’écoles; 2o qu’ils soient soit porteurs du titre requis pour les prestations offertes [lire : porteurs d’un titre jugé suffisant] et que, de plus, ils aient été nommés à titre définitif dans la même fonction auprès du même groupe d’écoles; et pour les enseignants dans les mêmes branches ou spécialités que les prestations offertes ». Les conditions précitées sont alternatives et se rapportent à des fonctions d’enseignement différentes. B.1.3. L’article 36bis, § 1er, du décret sur le statut doit être lu en combinaison, d’une part, avec l’article 35 de ce décret et avec les restrictions prévues dans cet article en matière d’attribution d’un emploi déclaré vacant dans une fonction de recrutement par voie de nomination à titre définitif, et, d’autre part, avec l’article 36, § 1er, du même décret, qui porte sur les conditions de nomination à titre définitif, et en particulier avec le 1o (l’ancienneté de service exigée dans la fonction concernée) et le 4o (l’évaluation) de cet article. B.2.1. Conformément à la jurisprudence de la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat, la règle de priorité visée à l’article 36bis, § 1er, du décret sur le statut ne doit pas être considérée comme un droit absolu à une nomination et ne crée pas une compétence liée obligeant le pouvoir organisateur à nommer le candidat qui remplit les conditions. En effet, la priorité pour cause d’extension de nomination n’exclut pas que l’autorité scolaire puisse invoquer des motifs pour ne pas nommer le candidat qui s’en prévaut. Depuis le décret du 14 février 2003, ces motifs sont à mettre exclusivement en rapport avec l’article 36, § 1er, alinéa 1er, 4o, du décret sur le statut. La condition de nomination instaurée doit être comprise en ce sens que les motifs pouvant justifier un refus d’extension d’une nomination à titre définitif devront en principe découler de la dernière évaluation, laquelle offre à l’autorité scolaire un instrument approprié lui permettant de refuser aux membres du personnel qui ne donnent pas satisfaction l’extension de leur nomination à titre définitif. B.2.2. Dans l’arrêt a quo rendu dans l’affaire no 4808, la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat observe qu’en instaurant la règle de priorité, le législateur décrétal ne limite la liberté de nomination de l’autorité scolaire qu’en ce qu’elle concerne un membre du personnel qui peut se prévaloir de l’article 36bis, § 1er, et qui n’a pas manifesté d’incompétence professionnelle dans le passé. En ce qui concerne la question préjudicielle dans l’affaire no 4808
71726
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE B.3.1. En posant la question préjudicielle dans l’affaire no 4808, la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat demande à la Cour si l’article 36bis du décret sur le statut est compatible avec l’article 24, lu en combinaison avec les articles 33, 108 et 187, de la Constitution, lorsqu’il est interprété en ce sens qu’il prive les pouvoirs organisateurs du droit de refuser l’extension de la nomination à titre définitif des membres du personnel qui sont déjà nommés à titre définitif dans un emploi à temps partiel et qui ont donné satisfaction dans le passé, ce refus étant fondé sur la circonstance que ces membres du personnel ne satisfont pas à des critères de sélection supplémentaires, établis par le pouvoir organisateur. B.3.2. En ce qui concerne l’éventuelle violation des articles 33, 108 et 187, lus en combinaison avec l’article 24 de la Constitution, la partie défenderesse devant le juge a quo dans l’affaire no 4808 observe que les articles précités seraient violés si un pouvoir organisateur était privé de toute appréciation sur la candidature du candidat prioritaire. B.3.3. Comme l’indique le Gouvernement flamand, les termes de la question et les motifs de la décision de renvoi ne précisent pas de quelle manière les articles 33, 108 et 187 de la Constitution pourraient être violés par l’article 36bis du décret sur le statut; la question préjudicielle dans l’affaire no 4808 n’est donc recevable que dans la mesure où elle vise une éventuelle violation de l’article 24 de la Constitution. B.3.4. Il ressort de la motivation de l’arrêt a quo qu’en visant l’article 24 de la Constitution, le Conseil d’Etat entend se référer à la liberté de l’enseignement, garantie par l’article 24, § 1er. B.4.1. Selon les travaux préparatoires, la disposition en cause exprime la volonté de l’autorité publique de rendre aussi transparent et aussi simple que possible le statut du personnel des différents réseaux dans le cadre de l’instauration du régime des personnes désignées à titre temporaire (Doc. parl., Parlement flamand, 2002-2003, no 1355/1, p. 3). Les travaux préparatoires indiquent à cet égard que la disposition en cause a été adaptée pour tenir compte de l’instauration de la possibilité d’une désignation temporaire à durée illimitée : « L’instauration de la désignation temporaire à durée illimitée dans l’enseignement fondamental et l’enseignement artistique à temps partiel a également des effets sur les principes de nomination à titre définitif dans une fonction de recrutement. La désignation temporaire à durée illimitée constitue également une condition de nomination à titre définitif dans les niveaux d’enseignement précités. Les articles 36, 36bis, 36ter, 36quater et 36quinquies du décret sur le statut sont adaptés au principe précité » (ibid., p. 65). En ce qui concerne l’instauration de la désignation temporaire à durée illimitée, il a été observé ce qui suit : « Le droit à une désignation temporaire à durée illimitée simplifie la règle de priorité et rend le concept transparent pour tous les membres du personnel. Son instauration a d’ailleurs pour effet qu’il n’existe plus qu’une seule règle de priorité. [...] [...] En outre, ce principe est d’application à tous les membres du personnel, quel que soit le réseau auxquels ils appartiennent. [...] § 2. Nous distinguons encore deux types de désignations temporaires : - La désignation temporaire à durée limitée Les membres du personnel temporaires peuvent être désignés pour une durée limitée. Cela signifie une désignation dans un emploi non vacant en remplacement d’un titulaire (pour une durée limitée ou pour une année scolaire entière) ou une désignation dans un emploi vacant pour une année scolaire entière. - La désignation temporaire à durée illimitée Si le membre du personnel répond à un certain nombre de conditions spécifiques, il obtient ’ un droit de priorité ’ par rapport aux autres membres du personnel temporaires. Il acquiert ainsi le droit à une désignation à durée illimitée » (ibid., p. 62). B.4.2. Le législateur décrétal fait explicitement mention de la considération suivante : « En partant de l’idée d’une simplification et d’une unification entre les niveaux d’enseignement, des désignations temporaires à durée illimitée sont rendues possibles dans l’enseignement fondamental et dans l’enseignement artistique à temps partiel. Le régime de priorité actuel est aligné sur celui des autres niveaux d’enseignement » (ibid., p. 3). B.4.3. La liberté d’enseignement garantie par l’article 24, § 1er, de la Constitution n’est pas illimitée et ne s’oppose pas à ce que le législateur décrétal, en vue d’assurer la qualité de l’enseignement dispensé au moyen des deniers publics, prenne des mesures qui soient applicables de manière générale aux établissements d’enseignement. B.4.4. La limitation critiquée du libre choix du personnel découle en l’espèce d’une mesure émanant de l’autorité publique et qui, prise dans le cadre plus large de la simplification et de la transparence de la réglementation relative à l’enseignement, vise spécifiquement à renforcer la position des personnes nommées définitivement à temps partiel par rapport au régime, nouvellement instauré, des personnes désignées à titre temporaire. Cette disposition ne saurait en soi être considérée comme une atteinte à la liberté d’enseignement, sauf s’il devait s’avérer que les restrictions concrètes mises à cette liberté par la disposition en cause ne seraient pas raisonnablement justifiées. B.4.5. En l’espèce, la disposition en cause ne saurait être considérée comme telle puisque la possibilité, pour les pouvoirs organisateurs de refuser l’extension de la nomination à titre définitif de membres du personnel qui sont déjà nommés à titre définitif dans un emploi à temps partiel et qui ont donné satisfaction dans le passé, à laquelle la question préjudicielle fait référence, ne permettrait pas de garantir les droits que le législateur décrétal a entendu conférer à ces personnes au moment de l’instauration d’un nouveau statut, à savoir celui des personnes désignées à titre temporaire. En outre, compte tenu de ce qui est exposé en B.1.1 à B.1.3, il faut constater que la règle de priorité s’applique aux seuls membres du personnel qui remplissent les conditions fixées à l’article 36bis, § 1er, et qui témoignent également de compétence professionnelle. B.4.6. La question préjudicielle dans l’affaire no 4808 appelle une réponse négative. En ce qui concerne la question préjudicielle dans l’affaire no 4809 B.5. En posant la question préjudicielle dans l’affaire no 4809, la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat demande à la Cour si l’article 36bis précité, interprété en ce sens qu’il « empêche qu’un membre du personnel prioritaire qui a donné satisfaction dans le passé soit soumis à des conditions de sélection supplémentaires », est compatible avec les articles 10, 11 et 24 de la Constitution.
71727
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE B.6.1. L’article 36bis, § 1er, du décret sur le statut instaure une différence de traitement entre les membres du personnel temporaires qui n’ont pas encore été nommés à titre définitif et les membres du personnel qui sont déjà nommés à titre définitif dans un emploi à prestations incomplètes, en ce que ces derniers, à condition qu’ils soient porteurs du titre requis ou d’un titre suffisant et à condition que l’emploi soit vacant au sein du même groupe scolaire et concerne la même fonction et, dans le cas d’un titre suffisant, à condition qu’il s’agisse des mêmes branches ou spécialités, bénéficient, par voie d’extension de leur nomination à titre définitif, d’une priorité sur les membres du personnel temporaire. B.6.2. La différence de traitement précitée peut être considérée comme justifiée. En effet, la situation particulière de l’enseignement, où des nominations à temps partiel correspondent rarement au choix de leur titulaire mais sont un effet de la réglementation applicable dans ce secteur, nécessite l’instauration de cette règle de priorité, afin de limiter les risques de départ de membres du personnel enseignant. B.6.3. En outre, la règle de priorité contenue dans l’article 36bis, § 1er, est conditionnelle puisque les membres du personnel nommés à titre définitif à temps partiel ne peuvent l’invoquer que pour autant que ledit poste soit vacant au sein du même groupe scolaire et dans la même fonction et à condition qu’ils soient porteurs soit du titre requis pour les prestations offertes, soit d’un titre jugé suffisant et, dans ce cas, il doit s’agir des mêmes branches ou spécialités. La règle de priorité n’est pas non plus absolue, parce que les membres du personnel qui souhaitent se prévaloir de l’article 36bis, § 1er, du décret sur le statut doivent également remplir les conditions de nomination à titre définitif elle-même, telles qu’elles sont fixées à l’article 36bis, § 1er, 4o, du décret sur le statut, à savoir ne pas avoir obtenu, dans la fonction concernée, la mention « insuffisant » comme conclusion finale lors de la dernière évaluation ou appréciation. B.6.4. La question préjudicielle dans l’affaire no 4809 appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : - L’article 36bis, § 1er, du décret de la Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l’Enseignement communautaire ne viole pas l’article 24 de la Constitution en ce qu’il prive les pouvoirs organisateurs du droit de refuser l’extension de la nomination à titre définitif de membres du personnel qui sont déjà nommés à titre définitif dans un emploi à temps partiel et qui ont donné satisfaction dans le passé, lorsque ce refus est fondé sur la circonstance que ces membres du personnel ne satisfont pas à des critères de sélection supplémentaires établis par le pouvoir organisateur. - La même disposition ne viole pas les articles 10, 11 et 24 de la Constitution en ce qu’elle ne permet pas de soumettre à des conditions de sélection supplémentaires l’extension de la nomination à titre définitif des membres du personnel qui sont déjà nommés à titre définitif dans un emploi à temps partiel et qui ont donné satisfaction dans le passé. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l’article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, à l’audience publique du 30 septembre 2010. Le greffier, Le président, P.-Y. Dutilleux. M. Bossuyt.
ÜBERSETZUNG VERFASSUNGSGERICHTSHOF [2010/205718] Auszug aus dem Urteil Nr. 106/2010 vom 30. September 2010 Geschäftsverzeichnisnummern 4808 und 4809 In Sachen: Präjudizielle Fragen in Bezug auf Artikel 36bis des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 27. März 1991 über den Rechtsstatus bestimmter Personalmitglieder des Gemeinschaftsunterrichts, ersetzt durch Artikel IX.21 des Dekrets vom 14. Februar 2003 über den Unterricht XIV, gestellt vom Staatsrat. Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Bossuyt und M. Melchior, und den Richtern R. Henneuse, E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe und J. Spreutels, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden M. Bossuyt, verkündet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der präjudiziellen Fragen und Verfahren a. In seinem Urteil Nr. 197.779 vom 13. November 2009 in Sachen (I) Siska Neyt und (II) Ann Pattyn gegen das Gemeinschaftsunterrichtswesen (I und II), dessen Ausfertigung am 24. November 2009 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Staatsrat folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 36bis § 1 des Dekrets vom 27. März 1991 über den Rechtsstatus bestimmter Personalmitglieder des Gemeinschaftsunterrichts gegen Artikel 24 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 33, 108 und 187, dahingehend ausgelegt, dass diese Bestimmung den Organisationsträgern das Recht versagt, die Erweiterung der endgültigen Ernennung für Personalmitglieder, die bereits in einer Teilzeitstelle endgültig ernannt wurden und ihre Aufgaben in der Vergangenheit zur Zufriedenheit erfüllt haben, aufgrund dessen abzulehnen, dass diese Personalmitglieder nicht die vom Organisationsträger ergänzend festgelegten Auswahlkriterien erfüllen?». b. In seinem Urteil Nr. 197.776 vom 13. November 2009 in Sachen Dominica Vandewalle gegen das Gemeinschaftsunterrichtswesen - intervenierende Partei: Sabine Vandamme -, dessen Ausfertigung am 24. November 2009 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Staatsrat folgende präjudizielle Frage gestellt: «Verstößt Artikel 36bis des Dekrets vom 27. März 1991 über den Rechtsstatus bestimmter Personalmitglieder des Gemeinschaftsunterrichts, dahingehend ausgelegt, dass er verhindert, dass ein prioritätsberechtigtes Personalmitglied, das seine Aufgaben in der Vergangenheit zur Zufriedenheit erfüllt hat, ergänzende Auswahlkriterien erfüllen muss, gegen die Artikel 10, 11 und 24 der Verfassung?». Diese unter den Nummern 4808 und 4809 ins Geschäftsverzeichnis des Hofes eingetragenen Rechtssachen wurden verbunden. (...) III. In rechtlicher Beziehung (...)
71728
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE In Bezug auf die fragliche Bestimmung B.1.1. Die präjudiziellen Fragen beziehen sich auf Artikel 36bis § 1 des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 27. März 1991 über den Rechtsstatus bestimmter Personalmitglieder des Gemeinschaftsunterrichts (nachstehend: «Rechtsstellungsdekret»), ersetzt durch Artikel IX.21 des Dekrets vom 14. Februar 2003 über den Unterricht XIV. In dieser Bestimmung wird eine Vorrangsregelung zur Besetzung einer für unbesetzt erklärten Stelle durch eine endgültige Ernennung eingeführt. B.1.2. Artikel 36bis § 1 des Rechtsstellungsdekrets bestimmt: «Die endgültig ernannten Personalmitglieder, die eine Stelle mit unvollständigen Leistungen hauptamtlich bekleiden, haben im Hinblick auf die Erweiterung ihrer endgültigen Ernennung Vorrang gegenüber allen zeitweilig beschäftigten Personalmitgliedern für Stellen, die für unbesetzt erklärt werden, vorausgesetzt, sie sind: 1. entweder im Besitz des erforderlichen Befähigungsnachweises für die angebotenen Leistungen und wurden außerdem in der Schulgruppe für die gleiche Funktion endgültig ernannt; 2. oder sie sind im Besitz eines als ausreichend erachteten Befähigungsnachweises und wurden außerdem in der Schulgruppe für die gleiche Funktion endgültig ernannt, und für die Lehrer in den gleichen Fächern oder Fachrichtungen wie die angebotenen Leistungen». Die vorerwähnten Bedingungen gelten alternativ und beziehen sich auf unterschiedliche Lehrämter. B.1.3. Artikel 36bis § 1 des Rechtsstellungsdekrets ist in Verbindung mit einerseits Artikel 35 des Rechtsstellungsdekrets und den darin angeführten Einschränkungen bezüglich der Zuweisung einer für unbesetzt erklärten Stelle in einem Anwerbungsamt durch eine endgültige Ernennung und andererseits mit Artikel 36 § 1 des Rechtsstellungsdekrets, der sich auf die Bedingungen zur Ernennung in einem endgültigen Verhältnis, insbesondere Nr. 1 (das erforderliche Dienstalter in der betreffenden Funktion) und Nr. 4 (die Bewertung) zu betrachten. B.2.1. Gemäß der Rechtsprechung der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates ist die in Artikel 36bis § 1 des Rechtsstellungsdekrets vorgesehene Vorrangsregelung nicht als ein absolutes Recht auf die Ernennung zu verstehen, und sie führt für den Organisationsträger keine gebundene Befugnis ein, den Bewerber zu ernennen, der die Bedingungen erfüllt. Der Vorrang bei Erweiterung schließt nämlich nicht aus, dass die Schulleitung Gründe anführen kann, um den Bewerber, der sich darauf beruft, nicht zu ernennen. Diese Gründe sind seit dem Dekret vom 14. Februar 2003 über den Unterricht XIV nur mit Artikel 36 § 1 Absatz 1 Nr. 4 des Rechtsstellungsdekrets in Verbindung zu bringen. Diese eingeführte Ernennungsbedingung ist so zu verstehen, dass die Gründe, die eine Weigerung zur Erweiterung einer endgültigen Ernennung rechtfertigen können, sich grundsätzlich aus der jüngsten Bewertung ergeben müssten, wobei der Schulleitung ein geeignetes Instrument zur Verfügung gestellt wird, um den Personalmitgliedern, die nicht die Bedingungen erfüllen, die Erweiterung ihrer endgültigen Ernennung zu verweigern. B.2.2. In ihrem Verweisungsurteil in der Rechtssache Nr. 4808 bemerkt die Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, dass der Dekretgeber durch die Einführung der Vorrangsregelung die Ernennungsfreiheit einer Schulleitung nur insofern einschränkt, als es sich um ein Personalmitglied handelt, das sich auf Artikel 36bis § 1 berufen kann und das in der Vergangenheit keine berufliche Ungeeignetheit hat erkennen lassen. In Bezug auf die präjudizielle Frage in der Rechtssache Nr. 4808 B.3.1. Mit der präjudiziellen Frage in der Rechtssache Nr. 4808 möchte die Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates vom Hof vernehmen, ob Artikel 36bis des Rechtsstellungsdekrets mit Artikel 24 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 33, 108 und 187 vereinbar sei, ausgelegt in dem Sinne, dass er den Organisationsträgern das Recht entziehe, die Erweiterung der endgültigen Ernennung für Personalmitglieder, die bereits endgültig in einer Teilzeitstelle ernannt seien und die in der Vergangenheit zur Zufriedenheit gearbeitet hätten, zu verweigern, wobei diese Verweigerung auf dem Umstand beruhe, dass diese Personalmitglieder nicht die durch den Organisationsträger ergänzend aufgestellten Auswahlkriterien erfüllten. B.3.2. In Bezug auf den möglichen Verstoß gegen die Artikel 33, 108 und 187 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 24 bemerkt die beklagte Partei vor dem vorlegenden Richter in der Rechtssache Nr. 4808, dass gegen die vorerwähnten Artikel verstoßen werde, wenn einem Organisationsträger jegliche Bewertung der Bewerbung des Vorrangsberechtigten entzogen werde. B.3.3. Wie die Flämische Regierung anführt, wird in der Formulierung der Frage und der Begründung der Verweisungsentscheidung nicht präzisiert, auf welche Weise gegen die Artikel 33, 108 und 187 der Verfassung verstoßen werden könnte durch Artikel 36bis des Rechtsstellungsdekrets; die präjudizielle Frage in der Rechtssache Nr. 4808 ist folglich nur zulässig, insofern ein möglicher Verstoß gegen Artikel 24 der Verfassung geltend gemacht wird. B.3.4. Aus der Begründung des Verweisungsurteils geht hervor, dass der Staatsrat, indem er sich auf Artikel 24 der Verfassung bezieht, auf die durch Artikel 24 § 1 gewährleistete Unterrichtsfreiheit verweisen wollte. B.4.1. Gemäß den Vorarbeiten drückt die fragliche Bestimmung die Absicht der Behörden aus, die Rechtsstellung des Personals der verschiedenen Netze möglichst transparent und einfach zu gestalten im Rahmen der Einführung des Systems der zeitweilig eingestellten Personalmitglieder (Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2002-2003, Nr. 1355/1, S. 3). In den Vorarbeiten heißt es diesbezüglich, dass die fragliche Bestimmung angepasst wurde, um der Einführung der Möglichkeit einer zeitweiligen Einstellung mit durchgehender Dauer Rechnung zu tragen: «Die Einführung der zeitweiligen Einstellung mit durchgehender Dauer im Grundschulunterricht und im Teilzeitkunstunterricht hat ebenfalls Auswirkungen auf die Grundsätze für die endgültige Ernennung in einem Anwerbungsamt. Die zeitweilige Einstellung mit durchgehender Dauer wird in den vorerwähnten Unterrichtstufen auch eine Bedingung für die endgültige Ernennung. Die Artikel 36, 36bis, 36ter, 36quater und 36quinquies des Rechtstellungsdekrets werden dem vorerwähnten Grundsatz angepasst» (ebenda, S. 65). In Bezug auf die die Einführung der zeitweiligen Einstellung mit durchgehender Dauer wurde bemerkt: «Das Recht auf eine zeitweilige Einstellung mit durchgehender Dauer vereinfacht die Vorrangsregelung und macht das Konzept für alle Personalmitglieder transparent. Seine Einführung sorgt nämlich dafür, dass nur noch eine einzige Vorrangsregelung besteht. [...] [...] Im Übrigen gilt dieser Grundsatz für alle Personalmitglieder, ungeachtet des Netzes, dem sie angehören. [...] § 2. Es ist zwischen zwei Arten von zeitweiligen Einstellungen zu unterscheiden: - Die befristete zeitweilige Einstellung Zeitweilig beschäftigte Personalmitglieder können für eine begrenzte Dauer eingestellt werden. Dies bedeutet eine Einstellung in eine nicht unbesetzte Stelle als Ersatz für einen Inhaber (für eine begrenzte Dauer oder für ein vollständiges Schuljahr) oder eine Einstellung in eine unbesetzte Stelle für ein vollständiges Schuljahr. - Die zeitweilige Einstellung mit durchgehender Dauer
71729
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Wenn das Personalmitglied eine Reihe spezifischer Bedingungen erfüllt, erhält es ein ’ Vorrangsrecht ’ gegenüber anderen zeitweilig beschäftigten Personalmitgliedern. Es erhält somit das Recht auf eine Einstellung mit durchlaufender Dauer» (ebenda, S. 62). B.4.2. Der Dekretgeber führt ausdrücklich folgende Erwägung an: «Im Sinne einer Vereinfachung und Einheitlichkeit der Unterrichtniveaus werden im Grundschulunterricht und im Teilzeitkunstunterricht zeitweilige Einstellungen mit durchgehender Dauer ermöglicht. Die derzeitige Vorrangsregelung wird den anderen Unterrichtniveaus gleichgestellt» (ebenda, S. 3). B.4.3. Die durch Artikel 24 § 1 der Verfassung gewährleistete Unterrichtsfreiheit gilt nicht unbegrenzt und verhindert nicht, dass der Dekretgeber im Hinblick auf die Gewährleistung der Qualität des mit öffentlichen Geldern erteilten Unterrichts Maßnahmen ergreift, die allgemein auf die Unterrichtsanstalten Anwendung finden. B.4.4. Die bemängelte Einschränkung der freien Personalwahl ergibt sich im vorliegenden Fall aus einer Maßnahme, die von den Behörden ausgeht und die im größeren Rahmen einer Vereinfachung und Transparenz der Unterrichtsregelung spezifisch dazu dient, die Position der in einer Teilzeitstelle endgültig Ernannten gegenüber der neu eingeführten Regelung der zeitweilig eingestellten Personalmitglieder zu stärken. Diese Bestimmung kann als solche nicht als Verstoß gegen die Unterrichtsfreiheit angesehen werden, außer wenn sich herausstellen sollte, dass die durch die fragliche Bestimmung vorgenommene, konkrete Einschränkung dieser Freiheit nicht vernünftig gerechtfertigt wäre. B.4.5. Im vorliegenden Fall kann die fragliche Bestimmung nicht als solche angesehen werden, da die in der präjudiziellen Frage angeführte Möglichkeit der Organisationsträger, die Erweiterung der endgültigen Ernennung für Personalmitglieder, die bereits in einer Teilzeitstelle endgültig ernannt sind und die in der Vergangenheit ihre Aufgaben zur Zufriedenheit erfüllt haben, zu verweigern, es nicht ermöglichen würde, die Rechte zu gewährleisten, die der Dekretgeber diesen Personen zum Zeitpunkt der Einführung einer neuen Rechtsstellung, nämlich derjenigen der zeitweilig eingestellten Personen, erteilen wollte. Außerdem ist unter Berücksichtigung der Erwägungen in B.1.1 bis B.1.3 festzustellen, dass die Vorrangsregelung nur für Personalmitglieder gilt, die den in Artikel 36bis § 1 festgelegten Bedingungen entsprechen und die gleichzeitig ihre berufliche Eignung nachweisen. B.4.6. Die präjudizielle Frage in der Rechtssache Nr. 4808 ist verneinend zu beantworten. In Bezug auf die präjudizielle Frage in der Rechtssache Nr. 4809 B.5. Mit der präjudiziellen Frage in der Rechtssache Nr. 4809 möchte die Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates vom Hof erfahren, ob der vorerwähnte Artikel 36bis mit den Artikeln 10, 11 und 24 der Verfassung vereinbar sei, ausgelegt in dem Sinne, dass er «verhindert, dass ein prioritätsberechtigtes Personalmitglied, das seine Aufgaben in der Vergangenheit zur Zufriedenheit erfüllt hat, ergänzende Auswahlkriterien erfüllen muss». B.6.1. Artikel 36bis § 1 des Rechtsstellungsdekrets führt einen Behandlungsunterschied ein zwischen den zeitweilig beschäftigten Personalmitgliedern, die noch nicht endgültig ernannt wurden, und den Personalmitgliedern, die in einer Stelle mit unvollständigen Leistungen bereits endgültig ernannt sind, indem die Letztgenannten, vorausgesetzt, dass sie die Bedingung des erforderlichen Befähigungsnachweises oder eines als ausreichend angesehenen Befähigungsnachweises erfüllen und die unbesetzte Stelle in der gleichen Schulgruppe angeboten wird und die gleiche Funktion betrifft, und - im Falle eines als ausreichend angesehenen Befähigungsnachweises - es sich um die gleichen Fächer oder Fachrichtungen handelt, durch die Erweiterung ihrer endgültigen Ernennung Vorrang gegenüber den zeitweilig beschäftigten Personalmitgliedern haben. B.6.2. Es kann angenommen werden, dass der vorerwähnte Behandlungsunterschied gerechtfertigt ist. Die besondere Situation des Unterrichts, in dem Teilzeiternennungen selten der Wahl des betreffenden Inhabers entsprechen, sondern sich aus der im Unterricht geltenden Regelung ergeben, dient nämlich zur Einführung einer solchen Vorrangsregelung, um die Gefahr des Weggangs von Mitgliedern des Lehrpersonals zu begrenzen. B.6.3. Die in Artikel 36bis § 1 enthaltene Vorrangsregelung gilt außerdem bedingt, da die in einer Teilzeitstelle endgültig ernannten Personalmitglieder sich nur auf die Regelung berufen können, insofern die betreffende unbesetzte Stelle innerhalb derselben Schulgruppe, in derselben Funktion angeboten wird und sie entweder Inhaber des erforderlichen Befähigungsnachweises für die angebotenen Leistungen oder Inhaber eines als ausreichend erachteten Befähigungsnachweises sind, und in diesem Fall muss es sich um die gleichen Fächer oder Fachrichtungen handeln. Die Vorrangsregelung gilt im Übrigen nicht absolut, da die Personalmitglieder, die sich auf Artikel 36bis § 1 des Rechtsstellungsdekrets berufen möchten, gleichzeitig die Bedingungen der eigentlichen endgültigen Ernennung erfüllen müssen, die in Artikel 36 § 1 Nr. 4 des Rechtsstellungsdekrets festgelegt sind, nämlich bei der Bewertung oder Beurteilung in der betreffenden Funktion keine Bewertung oder Beurteilung mit dem abschließenden Ergebnis «unzureichend» erhalten haben. B.6.4. Die präjudizielle Frage in der Rechtssache Nr. 4809 ist verneinend zu beantworten. Aus diesen Gründen: Der Hof erkennt für Recht: - Artikel 36bis § 1 des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 27. März 1991 über den Rechtsstatus bestimmter Personalmitglieder des Gemeinschaftsunterrichts verstößt nicht gegen Artikel 24 der Verfassung, insofern er den Organisationsträgern das Recht versagt, die Erweiterung der endgültigen Ernennung für Personalmitglieder, die bereits in einer Teilzeitstelle endgültig ernannt sind und ihre Aufgaben in der Vergangenheit zur Zufriedenheit erfüllt haben, abzulehnen, wenn diese Ablehnung auf dem Umstand beruht, dass diese Personalmitglieder nicht die vom Organisationsträger ergänzend festgelegten Auswahlkriterien erfüllen. - Dieselbe Bestimmung verstößt nicht gegen die Artikel 10, 11 und 24 der Verfassung, insofern sie es nicht ermöglicht, die Erweiterung der endgültigen Ernennung für Personalmitglieder, die bereits in einer Teilzeitstelle endgültig ernannt sind und ihre Aufgaben in der Vergangenheit zur Zufriedenheit erfüllt haben, von ergänzenden Auswahlkriterien abhängig zu machen. Verkündet in niederländischer und französischer Sprache, gemäß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof, in der öffentlichen Sitzung vom 30. September 2010. Der Kanzler, P.-Y. Dutilleux.
Der Vorsitzende, M. Bossuyt.
71730
[2010/40207] ALGEMENE STAAT DER KREDIETINSTELLINGEN PER 31 JULI 2010 (1)
[2010/40207] SITUATION GLOBALE DES ETABLISSEMENTS DE CREDIT AU 31 JUILLET 2010 (1)
gepubliceerd door de Nationale Bank van België ingevolge artikels 45, 71 en 80, § 1, 4° van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.
publiée par la Banque Nationale de Belgique conformément aux dispositions des articles 45, 71 et 80, § 1er, 4° de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit.
(miljoenen euro’s) 304 997 10 403 294 594 66 355 228 239 428 103 417 993 613 126 1 146 12 099 89 389 291 393 21 991 1 236 10 110 267 570 3 315 2 447 868 2 504 109 331 148 374 1 128 2 918 45 761 41 353 34 154 3 777 3 047 505 2 519 23 3 638 770 0 161 751 1 208 182
ACTIF TRESORERIE ET CREANCES INTERBANCAIRES Caisse, avoirs auprès des banques centrales et des offices de chèques postaux Créances sur les établissements de crédit A vue Autres créances CREANCES SUR LA CLIENTELE Crédits accordés à l’origine par les établissements Effets de commerce Acceptations propres Créances résultant de location-financement et créances similaires Prêts non hypothécaires à tempérament Prêts hypothécaires Prêts à terme Avances en comptes courants Autres crédits Autres débiteurs VALEURS MOBILIERES ET AUTRES TITRES NEGOCIABLES (2) Effets publics Admissibles au refinancement auprès de banques centrales Autres Autres titres négociables à court terme Fonds publics Autres emprunts à long terme représentés par des titres Actions et parts de sociétés Autres valeurs mobilières IMMOBILISATIONS Immobilisations financières dont (3) : Participations dans des entreprises liées Participations dans d’autres entreprises avec lesquelles il existe un lien de participation Autres immobilisations financières Actions Créances subordonnées sur des entreprises liées et entreprises avec lesquelles il existe un lien de participation Autres Immobilisations corporelles Frais d’établissement et immobilisations incorporelles ACTIONS PROPRES AUTRES ACTIFS TOTAL ACTIF
(millions d’euros) 304 997 10 403 294 594 66 355 228 239 428 103 417 993 613 126 1 146 12 099 89 389 291 393 21 991 1 236 10 110 267 570 3 315 2 447 868 2 504 109 331 148 374 1 128 2 918 45 761 41 353 34 154 3 777 3 047 505 2 519 23 3 638 770 0 161 751 1 208 182
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
ACTIEF THESAURIETEGOEDEN EN INTERBANKVORDERINGEN Kas, tegoeden bij centrale banken, postcheque- en girodiensten Vorderingen op kredietinstellingen Onmiddellijk opvraagbaar Overige vorderingen VORDERINGEN OP CLIENTEN Kredieten bij de oorsprong verleend door de instellingen Handelswissels Eigen accepten Leasing- en soortgelijke vorderingen Niet-hypothecaire leningen op afbetaling Hypothecaire leningen Leningen op termijn Voorschotten in rekening-courant Overige kredietvorderingen Overige debiteuren EFFECTEN EN ANDER WAARDEPAPIER (2) Overheidspapier Herfinancierbaar bij centrale banken Overige Ander kortlopend waardepapier Overheidsfondsen Overige leningen op lange termijn vertegenwoordigd door effecten Aandelen en deelbewijzen Overige effecten VASTE ACTIVA Financiële vaste activa waarvan (3) : Deelnemingen in verbonden ondernemingen Deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Andere financiële vaste activa Aandelen Achtergestelde vorderingen op verbonden ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Overige Materiële vaste activa Oprichtingskosten en immateriële vaste activa EIGEN AANDELEN OVERIGE ACTIVA TOTAAL ACTIEF
PASSSIF (millions d’euros) DETTES INTERBANCAIRES 263 016 A vue 75 389 Dettes résultant de mobilisations 61 808 Autres dettes à terme ou avec préavis 125 819 DETTES ENVERS LA CLIENTELE 601 752 Dépôts 513 372 Dépôts à vue 164 568 A terme ou avec préavis < 1 mois 25 036 A terme ou avec préavis > = 1 mois et <= 1 an 38 284 A terme ou avec préavis > 1 an 64 813 Dépôts spéciaux 13 753 Dépôts d’épargne réglementés 206 466 Liés à des prêts hypothécaires 383 Système de protection des dépôts 69 Autres créanciers 88 380 DETTES REPRESENTEES PAR UN TITRE 78 541 Certficats de dépôt et dettes similaires 27 049 Bons de caisse 37 556 Emprunts obligataires 13 936 REDUCTIONS DE VALEUR, PROVISIONS, FONDS DE PREVOYANCE ET IMPOTS DIFFERES 10 418 AUTRES PASSIFS 169 319 DETTES SUBORDONNEES 31 827 CAPITAUX PROPRES 53 309 dont (3) : Capital 30 435 Capital souscrit 30 441 Capital non appelé 6 Primes d’émission 2 997 Plus-values de réévaluation 23 Réserves 12 078 Réserve légale 1 024 Réserves indisponibles 116 Réserves immunisées 807 Réserves disponibles 10 131 Bénéfice reporté (+) ou perte reportée (-) 2 033 Bénéfice de l’exercice (+) ou perte de l’exercice (-) 4 367 TOTAL PASSIF 1 208 182 (1) Communication sur base de la situation sociale pour les établissements de crédit de droit de belge et sur base de la situation territoriale pour les succursales d’établissements de crédit de droit étranger établies en Belgique. (2) Contient le portefeuille de placement et le portefeuille commercial. (3) La ventilation n’est pas connue pour les succursales des établissements de crédit relevant du droit d’un autre état membre de l’Union européenne ni pour les succursales assimilées.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
PASSIEF (miljoenen euro’s) INTERBANKSCHULDEN 263 016 Onmiddellijk opvraagbaar 75 389 Mobiliseringsschulden 61 808 Overige schulden op termijn of met opzegtermijn 125 819 SCHULDEN TEGENOVER CLIENTEN 601 752 Deposito’s 513 372 Zichtdeposito’s 164 568 Op termijn of met opzegtermijn < 1 maand 25 036 Op termijn of met opzegtermijn > = 1 maand en <= 1 jaar 38 284 Op termijn of met opzegtermijn > 1 jaar 64 813 Deposito’s van bijzondere aard 13 753 Gereglementeerde spaardeposito’s 206 466 Gekoppeld aan hypothecaire leningen 383 Depositiobeschermingsregeling 69 Overige crediteuren 88 380 IN SCHULDBEWIJZEN BELICHAAMDE SCHULDEN 78 541 Depositocertificaten en soortgelijke schulden 27 049 Kasbons 37 556 Obligatieleningen 13 936 WAARDEVERMINDERINGEN, VOORZIENINGEN, VOORZORGSFONDSEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN 10 418 OVERIGE PASSIVA 169 319 ACHTERGESTELDE SCHULDEN 31 827 EIGEN VERMOGEN 53 309 waarvan (3) : Kapitaal 30 435 Geplaatst kapitaal 30 441 Niet opgevraagd kapitaal 6 Uitgiftepremies 2 997 Herwaarderingsmeerwaarden 23 Reserves 12 078 Wettelijke reserve 1 024 Onbeschikbare reserves 116 Belastingvrije reserves 807 Beschikbare reserves 10 131 Overgedragen winst (+) of verlies (-) 2 033 Winst (+) of verlies (-) van het boekjaar 4 367 TOTAAL PASSIEF 1 208 182 (1) Rapportering over de vennootschappelijke positie voor de kredietinstellingen naar Belgisch recht en over de territoriale positie voor de in België gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen naar buitenlands recht. (2) Bevat de beleggings- en de handelsportefeuille. (3) De verdeling is niet gekend voor de bijkantoren van kredietinstellingen die onder een andere lidstaat van de Europese Unie ressorteren en evenmin voor de ermee gelijkgestelde bijkantoren.
71731
71732
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
[2010/205759] Rechterlijke Macht. — Arbeidshof te Brussel
[2010/205759] Pouvoir judiciaire. — Cour du travail de Bruxelles
Bij beschikking van 26 oktober 2010 werd de heer Denis REGA, raadsheer in sociale zaken, als werknemer-arbeider, bij het Arbeidshof te Brussel, door de eerste voorzitter van dit hof aangewezen om, vanaf 1 mei 2011, het ambt van plaatsvervangend magistraat uit te oefenen tot hij de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt.
Par ordonnance du 26 octobre 2010, M. Denis REGA, conseiller social au titre de travailleur ouvrier à la Cour du travail de Bruxelles, a été désigné par le premier président de cette cour pour exercer, à partir du 1er mai 2011, les fonctions de magistrat suppléant jusqu’à ce qu’il ait atteint l’âge de 70 ans.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE
[2010/205787] Rechterlijke Macht. — Arbeidshof te Antwerpen
[2010/205787] Pouvoir judiciaire. — Cour du travail d’Anvers
Bij beschikking van 28 oktober 2010 werd de heer Paul Mandervelt, raadsheer in sociale zaken, als werkgever, bij het arbeidshof te Antwerpen, door de eerste voorzitter van dit hof aangewezen om, vanaf 1 juni 2011, het ambt van plaatsvervangend magistraat uit te oefenen tot hij de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt.
Par ordonnance du 28 octobre 2010, M. Paul Mandervelt, conseiller social au titre d’employeur à la cour du travail d’Anvers, a été désigné par le premier président de cette cour pour exercer, à partir du 1er juin 2011, les fonctions de magistrat suppléant jusqu’à ce qu’il ait atteint l’âge de 70 ans.
* SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
[C − 2010/22453]
[C − 2010/22453] Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen
Institut national d’assurance maladie-invalidité Règles interprétatives de la nomenclature des prestations de santé
Op voorstel van de Technische geneeskundige raad van 18 mei 2010 en in uitvoering van artikel 22, 4°bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de Verzekering voor geneeskundige verzorging op 27 september 2010 de hiernagaande interpretatieregel vastgesteld :
Sur proposition du Conseil technique médical du 18 mai 2010 et en application de l’article 22, 4°bis, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, le Comité de l’assurance soins de santé a établi le 27 septembre 2010 la règle interprétative suivante :
Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 25 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen (Toezicht, onderzoeken en permanentie voor rechthebbenden opgenomen in een ziekenhuis en verstrekkingen verleend in de lokalen van een erkende functie voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg) :
Règles interprétatives relatives aux prestations de l’article 25 de la nomenclature des prestations de santé (Surveillance, examen, et permanence pour les bénéficiaires admis à l’hôpital, et prestations délivrées dans les locaux d’une fonction reconnue de soins urgents spécialisés) :
INTERPRETATIEREGEL 21
REGLE INTERPRETATIVE 21
VRAAG
QUESTION
Mag de verstrekking 596525 Honorarium voor het pediatrisch onderzoek, uitgevoerd bij een opgenomen rechthebbende, jonger dan 16 jaar, door een geneesheer-specialist voor kindergeneeskunde op voorschrift van de geneesheer-specialist niet-pediater, die het toezicht uitoefent, met schriftelijk verslag in het medisch dossier : het eerste onderzoek C 30 aangerekend worden op dagziekenhuis ?
La prestation 596525 Honoraires pour l’examen pédiatrique, effectué chez un bénéficiaire hospitalisé de moins de 16 ans, par le médecin spécialiste en pédiatrie, sur prescription du médecin spécialiste non pédiatre qui exerce la surveillance, avec rapport écrit repris dans le dossier médical : le premier examen C 30 peut-elle être attestée en hospitalisation de jour ?
ANTWOORD
REPONSE
Neen, de liaison pediatrie is voorbehouden voor opgenomen patiënten, die ten minste één nacht in het ziekenhuis verblijven.
Non, la pédiatrie de liaison est réservée aux patients hospitalisés, séjournant au moins une nuit à l’hôpital.
De hiervoren vermelde interpretatieregel treedt in werking op 1 oktober 2001.
La règle interprétative précitée entre en vigueur le 1er octobre 2001.
De Leidend ambtenaar, H. De Ridder.
De Voorzitter, G. Perl.
Le Fonctionnaire dirigeant, H. De Ridder.
Le Président, G. Perl.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
71733
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE
[C − 2010/09926] Rechterlijke Orde. — Vacante betrekkingen. — Errata
[C − 2010/09926] Ordre judiciaire. — Places vacantes. — Errata
In het Belgisch Staatsblad van 29 oktober 2010 : bladzijde 65787, regel 6, annuleren : ″1 Nederlandstalig″ en bijvoegen : « (*) De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. »; bladzijde 65789, regel 6, lezen : ″3″ in plaats van ″1″; bladzijde 65789, regel 14, lezen : ″4 (1 Nederlandstalig)″ in plaats van ″5 (2 Nederlandstalig)″; bladzijde 65790, regel 66, lezen : ″5 (3 Nederlandstalig en 2 Franstalig)″ in plaats van ″3 (Nederlandstalig)″.
Au Moniteur belge du 29 octobre 2010 : page 65787, ligne 6, annuler : ″1 néerlandophone et ajouter : « (*) La connaissance de la langue franc¸ aise et de la langue néerlandaise est exigée des candidats aux emplois vacants dans le greffe des juridictions marquées d’un astérisque (*), conformément aux dispositions des articles 53 et 54bis de la loi du 15 juin 1935 sur l’emploi des langues en matière judiciaire. »; page 65789, ligne 6, lire : ″3″ au lieu de ″1″; page 65789, ligne 14, lire : ″4 (néerlandophones)″ au lieu de ″5 (2 néerlandophones)″; page 65790, ligne 66, lire : ″5 (3 néerlandophones et 2 francophones) au lieu de ″3 (néerlandophones)″.
* FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE
[C − 2010/11432] Bureau voor Normalisatie (NBN) Registratie van Belgische normen
[C − 2010/11432] Bureau de Normalisation (NBN) Enregistrement de normes belges
1. Overeenkomstig artikel 26 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004 betreffende de bekrachtiging en de registratie van de door het Bureau voor normalisatie openbaar gemaakte normen, kondigt dit Bureau de registratie aan van de hierna volgende Belgische normen : NBN EN 115-2 Veiligheid van roltrappen en rolpaden - Deel 2 : Regels voor het verbeteren van de veiligheid van bestaande roltrappen en rolpaden (1e uitgave) NBN EN 312 Spaanplaat - Specificaties (2e uitgave) NBN EN 326-2 Houtachtige plaatmaterialen - Monsterneming, wijze van zagen en keuring - Deel 2 : Initiële typebeproeving en productiecontrole in de fabriek (2e uitgave) NBN EN 408 Houtconstructies - Structuurhout en gelijmd gelamelleerd houtBepaling van enkele fysische en mechanische eigenschappen (3e uitgave) NBN EN 459-2 Bouwkalk - Deel 2 : Beproevingsmethoden (3e uitgave) NBN EN 1010-2+A1 Veiligheid van machines - Veiligheidsvoorschriften voor het ontwerp en de constructie van druk- en papierverwerkingsmachines - Deel 2 : Druk- en vernismachines inclusief voordrukmachines (2e uitgave)
1. Conformément à l’article 26 de l’arrêté royal du 25 octobre 2004, relatif à l’homologation et l’enregistrement des normes rendues publiques par le Bureau de Normalisation, ce Bureau annonce l’enregistrement des normes belges ci-après : NBN EN 115-2 Sécurité des escaliers mécaniques et trottoirs roulants - Partie 2 : Règles pour l’amélioration de la sécurité des escaliers mécaniques et des trottoirs roulants existants (1e édition) NBN EN 312 Panneaux de particules - Exigences (2e édition) NBN EN 326-2 Panneaux à base de bois - Echantillonnage, découpe et contrôle Partie 2 : Essai de type initial et contrôle de la production en usine (2e édition) NBN EN 408 Structures en bois - Bois de structure et bois lamellé-collé Détermination de certaines propriétés physiques et mécaniques (3e édition) NBN EN 459-2 Chaux de construction - Partie 2 : Méthodes d’essai (3e édition) NBN EN 1010-2+A1 Sécurité des machines - Prescriptions de sécurité pour la conception et la construction de machines d’impression et de transformation du papier - Partie 2 : Machines d’impression et de vernissage y compris les équipements de pré-press (2e édition) NBN EN 1012-1 Compresseurs et pompes à vide - Prescriptions de sécurité - Partie 1 : Compresseurs d’air (2e édition) NBN EN 1069-1 Toboggans aquatiques - Partie 1 : Exigences de sécurité et méthodes d’essai (3e édition) NBN EN 1069-2 Toboggans aquatiques - Partie 2 : Instructions (3e édition) NBN EN 1493 Elévateurs de véhicules (3e édition) NBN EN 1555-1 Systèmes de canalisations en plastique pour la distribution de combustibles gazeux - Polyéthylène (PE) - Partie 1 : Généralités (2e édition) NBN EN 1555-2 Systèmes de canalisations en plastique pour la distribution de combustibles gazeux - Polyéthylène (PE) - Partie 2 : Tubes (3e édition) NBN EN 1555-3 Systèmes de canalisations en plastique pour la distribution de combustibles gazeux - Polyéthylène (PE) - Partie 3 : Raccords (3e édition) NBN EN 1555-5 Systèmes de canalisations en plastique pour la distribution de combustibles gazeux - Polyéthylène (PE) - Partie 5 : Aptitude à l’emploi du système (3e édition)
NBN EN 1012-1 Compressoren en vacuümpompen - Veiligheidseisen - Deel 1 : Compressoren (2e uitgave) NBN EN 1069-1 Waterglijbanen - Deel 1 : Veiligheidseisen en beproevingsmethoden (3e uitgave) NBN EN 1069-2 Waterglijbanen - Deel 2 : Instructies (3e uitgave) NBN EN 1493 Hefbruggen voor voertuigen (3e uitgave) NBN EN 1555-1 Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasvormige brandstoffen - Polyethyleen (PE) - Deel 1 : Algemeen (2e uitgave) NBN EN 1555-2 Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasbrandstoffen Polyethyleen (PE) -Deel 2 : Buizen (3e uitgave) NBN EN 1555-3 Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasvormige brandstoffen - Polyethyleen (PE) - Deel 3 : Hulpstukken (3e uitgave) NBN EN 1555-5 Kunststofleidingsystemen voor de verdeling van gasvormige brandstoffen - Polyethyleen (PE) - Deel 5 : Geschiktheid voor de toepassing van het systeem (3e uitgave)
71734
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
NBN EN 1911 Emissies van stationaire bronnen - Bepaling van de massaconcentratie van gasvormige chloriden, uitgedrukt als HCl - Standaard referentiemethode (2e uitgave) NBN EN 3475-605 Aerospace series - Cables, electrical, aircraft use - Test methods Part 605 : Wet short circuit test (2e uitgave) NBN EN 3719 Aerospace series - Aluminium or aluminium alloy conductors for electrical cables - Product standard (2e uitgave) NBN EN 3838 Aerospace series - Requirements and tests on user-applied markings on aircraft electrical cables (1e uitgave) NBN EN 4673-001 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 001 : Installation and removal procedure (1e uitgave) NBN EN 4673-002 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 002 : Design standard (1e uitgave) NBN EN 4673-003 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 003 : Technical specification (1e uitgave) NBN EN 4673-004 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 004 : In heat resisting nickel base alloy NI-P100HT (Inconel 718), silver plating (1e uitgave) NBN EN 4673-005 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 005 : In heat resisting nickel base alloy NI-P101HT (WASPALOY), silver plating (1e uitgave) NBN EN 4673-006 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 006 : In heat resisting steel FEPA2601 (A286), MoS2 coated (1e uitgave) NBN EN 12042+A1 Machines voor voedselbereiding - Deegverdeelmachines - Veiligheidsen hygiëne-eisen (2e uitgave) NBN EN 12158-1+A1 Bouwliften voor goederenvervoer - Deel 1 : Liften met betreedbaar platform (2e uitgave) NBN EN 12158-2+A1 Bouwliften voor goederenvervoer - Deel 2 : Hellend opgestelde liften met niet-betreedbare lastdragende inrichtingen (2e uitgave) NBN EN 12227 Kinderboxen voor huishoudelijk gebruik - Veiligheidsvoorschriften en beproevingsmethoden (2e uitgave) NBN EN 12350-11 Beproeving van betonspecie - Deel 11 : Zelfverdichtend beton Beproeving op ontmenging (1e uitgave) NBN EN 12542 LPG materieel en toebehoren - Niet-verplaatsbare, gelaste cilindrische stalen tanks, in serie geproduceerd voor de opslag van LPG, met een inhoud niet groter dan 13 m3 - Ontwerp en vervaardiging (2e uitgave) NBN EN 12629-1+A1 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen - Veiligheid - Deel 1 : Gemeenschappelijke eisen (2e uitgave) NBN EN 12629-5-4+A1 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen - Veiligheid - Deel 5-4 : Machines voor het bekleden van betonbuizen (2e uitgave) NBN EN 12697-44 Bitumineuze mengsels - Beproevingsmethoden voor warm bereid asfalt - Deel 44 : Scheurvoortplanting door halfcilinder-buigproef (1e uitgave) NBN EN 13113+A1 Leerbewerkingsmachines - Rolbekledingsmachines - Veiligheidseisen (2e uitgave) NBN EN 13135-2+A1 Hijskranen - Uitrusting - Deel 2 : Niet-elektrotechnische uitrusting (2e uitgave)
NBN EN 1911 Emissions de sources fixes - Détermination de la concentration massique en chlorures gazeux, exprimée en HCl - Méthode de référence normalisée (2e édition) NBN EN 3475-605 Aerospace series - Cables, electrical, aircraft use - Test methods Part 605 : Wet short circuit test (2e édition) NBN EN 3719 Aerospace series - Aluminium or aluminium alloy conductors for electrical cables - Product standard (2e édition) NBN EN 3838 Aerospace series - Requirements and tests on user-applied markings on aircraft electrical cables (1e édition) NBN EN 4673-001 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 001 : Installation and removal procedure (1e édition) NBN EN 4673-002 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 002 : Design standard (1e édition) NBN EN 4673-003 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 003 : Technical specification (1e édition) NBN EN 4673-004 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 004 : In heat resisting nickel base alloy NI-P100HT (Inconel 718), silver plating (1e édition) NBN EN 4673-005 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 005 : In heat resisting nickel base alloy NI-P101HT (WASPALOY), silver plating (1e édition) NBN EN 4673-006 Aerospace series - Inserts, UNJ threads, self-locking, with selfbroaching keys - Part 006 : In heat resisting steel FEPA2601 (A286), MoS2 coated (1e édition) NBN EN 12042+A1 Machines pour les produits alimentaires - Diviseuses automatiques Prescriptions relatives à la sécurité et à l’hygiène (2e édition) NBN EN 12158-1+A1 Monte-matériaux - Partie 1 : Monte-matériaux à plates-formes accessibles (2e édition) NBN EN 12158-2+A1 Monte-matériaux - Partie 2 : Monte-matériaux inclinés à dispositifs porte-charge non accessible (2e édition) NBN EN 12227 Parcs à usage domestique - Exigences de sécurité et méthodes d’essai (2e édition) NBN EN 12350-11 Essai pour béton frais - Partie 11 : Béton auto-plac¸ ant - Essai de stabilité au tamis (1e édition) NBN EN 12542 Equipements pour gaz de pétrole liquéfié et leurs accessoires Réservoirs cylindriques fixes, aériens, en acier soudé, fabriqués en série pour le stockage de gaz de pétrole liquéfié (GPL) ayant un volume inférieur ou égal à 13 m3 - Conception et fabrication (2e édition) NBN EN 12629-1+A1 Machines pour la fabrication de produits de construction en béton et silico-calcaire - Sécurité - Partie 1 : Exigences communes (2e édition) NBN EN 12629-5-4+A1 Machines pour la fabrication de produits de construction en béton et silico-calcaire - Sécurité - Partie 5-4 : Machines de revêtement des tuyaux en béton (2e édition) NBN EN 12697-44 Mélanges bitumineux - Méthodes d’essai pour mélange hydrocarboné à chaud - Partie 44 : Propagation de fissure par essai de flexion d’un bloc semi-circulaire (1e édition) NBN EN 13113+A1 Machines de tannerie - Machines d’enduction à rouleaux - Prescriptions de sécurité (2e édition) NBN EN 13135-2+A1 Appareils de levage à charge suspendue - Equipements - Partie 2 : Equipements non électrotechniques (2e édition)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE NBN EN 13141-2 Ventilatie van gebouwen - Prestatiebeproeving van onderdelen/producten voor woningventilatie - Deel 2 : In- en uitlaten voor lucht (2e uitgave) NBN EN 13203-3 Zonondersteunde gasgestookte huishoudelijke warmwatertoestellen - Toestellen met een belasting tot 70 kW en een opslagcapaciteit voor water tot 500 liter - Deel 3 : Beoordeling van het energieverbruik (1e uitgave) NBN EN 13285 Ongebonden mengsels - Specificaties (2e uitgave) NBN EN 13306 Onderhoud - Onderhoudsterminologie (2e uitgave) NBN EN 13309 Bouwmachines - Elektromagnetische compatibiliteit van machines met inwendige elektrische voedingen (2e uitgave) NBN EN 13477-2 Niet-destructief onderzoek - Geluidsafgifte - Karakterisering van apparatuur - Deel 2 : Verificatie van bedieningseigenschappen (2e uitgave) NBN EN 13623 Chemische desinfectantia en antiseptica - Kwantitatieve suspensietest voor de evaluatie van de bactericide werking tegen legionella van chemische desinfectantia voor waterige systemen - Beproevingsmethode en eisen (fase 2, stap 1) (1e uitgave) NBN EN 13674-2+A1 Spoorwegtoepassingen - Bovenbouw - Rail - Deel 2 : Spoorstaven voor wissels en kruisingen die in combinatie met Vignole rails 46 kg/m en hoger worden gebruikt (2e uitgave) NBN EN 13674-3+A1 Spoorwegtoepassingen - Bovenbouw - Rail - Deel 3 : Strijkregels (2e uitgave) NBN EN 13823 Bepaling van de brandreactie van bouwproducten - Bouwproducten, met uitzondering van vloerbedekkingen, blootgesteld aan een warmtebelasting door één enkel brandend voorwerp (2e uitgave) NBN EN 14730-1+A1 Spoorwegtoepassingen - Bovenbouw - Thermietlassen van spoorstaven - Deel 1 : Goedkeuring van lasprocessen (2e uitgave) NBN EN 14975+A1 Zoldertrappen - Eisen, merken en beproeving (2e uitgave) NBN EN 14982+A1 Kunststof leiding- en mantelbuissystemen - Kunststof schachten of stijgleidingen voor inspectieputten en mangaten - Bepaling van de ringstijfheid (2e uitgave) NBN EN 15287-1+A1 Schoorstenen - Ontwerp, installatie en ingebruikneming van schoorstenen - Deel 1 : Schoorstenen voor van de omgevingslucht afhankelijke verwarmingstoestellen (2e uitgave) NBN EN 15288-1+A1 Zwembaden - Deel 1 : Veiligheideisen voor ontwerp (2e uitgave) NBN EN 15795 Producten gebruikt voor het behandelen van water bestemd voor menselijke consumptie - Natuurlijke niet-geëxpandeerde aluminiumsilicaten (1e uitgave) NBN EN 15878 Niet-verrijdbare stalen opslagsystemen - Termen en definities (1e uitgave) NBN EN 15890 Voedingsmiddelen - Bepaling van het patulinegehalte in vruchtensap en op vruchten gebaseerde puree voor jonge kinderen - HPLC methode met vloeistof/vloeistof scheiding reinigingsmethode en vaste fase extractie en UV detectie (1e uitgave) NBN EN 15928 Meststoffen - Bepaling van de maalfijnheid (droog procedé) (1e uitgave) NBN EN 15930 Vezels - Elasticiteit van vezels - Beproevingsmethoden (1e uitgave) NBN EN 15947-1 Pyrotechnische artikelen - Vuurwerk, Categorieën 1, 2 en 3 - Deel 1 : Terminologie (1e uitgave)
71735
NBN EN 13141-2 Ventilation des bâtiments - Essais des performances des composants/produits pour la ventilation des logements - Partie 2 : Bouches d’air d’évacuation et d’alimentation (2e édition) NBN EN 13203-3 Appareils domestiques produisant de l’eau chaude sanitaire utilisant les combustibles gazeux couplés à un capteur solaire - Appareils de débit calorifique inférieur ou égal à 70 kW et de capacité de stockage inférieure ou égale à 500 litres - Partie 3 : Evaluation de la consommation énergétique (1e édition) NBN EN 13285 Graves non traitées - Spécifications (2e édition) NBN EN 13306 Maintenance - Terminologie de la maintenance (2e édition) NBN EN 13309 Machines de génie civil - Compatibilité électromagnétique des machines équipées de réseau électrique de distribution interne (2e édition) NBN EN 13477-2 Essais non destructifs, émission acoustique - Caractérisation de l’équipement - Partie 2 : Vérifications des caractéristiques de fonctionnement (2e édition) NBN EN 13623 Antiseptiques et désinfectants chimiques - Essai quantitatif de suspension pour l’évaluation de l’activité bactéricide contre des légionelles des désinfectants chimiques pour les systèmes aqueux Méthode d’essai et prescriptions (phase 2, étape 1) (1e édition) NBN EN 13674-2+A1 Applications ferroviaires - Voie - Rails - Partie 2 : Rails pour appareils de voie utilisés avec des rails Vignole de masse supérieure ou égale à 46 kg/m (2e édition) NBN EN 13674-3+A1 Applications ferroviaires - Voie - Rails - Partie 3 : Contre-rails (2e édition) NBN EN 13823 Essais de réaction au feu des produits de construction - Produits de construction à l’exclusion des revêtements de sol exposés à une sollicitation thermique provoquée par un objet isolé en feu (2e édition) NBN EN 14730-1+A1 Applications ferroviaires - Voie - Soudage des rails par aluminothermie - Partie 1 : Approbation des procédés de soudage (2e édition) NBN EN 14975+A1 Echelles de grenier - Exigences, marquage et essais (2e édition) NBN EN 14982+A1 Systèmes de canalisations et de gaines en plastique - Eléments de rehausse en matière thermoplastique pour chambres d’inspection ou regards - Détermination de la rigidité annulaire (2e édition) NBN EN 15287-1+A1 Conduits de fumée - Conception, installation et mise en oeuvre des conduits de fumée - Partie 1 : Conduits de fumée pour appareils qui dépendent de l’air dans la pièce (2e édition) NBN EN 15288-1+A1 Piscines - Partie 1 : Exigences de sécurité pour la conception (2e édition) NBN EN 15795 Produits utilisés pour le traitement de l’eau destinée à la consommation humaine - Aluminosilicates naturels non expansés (1e édition) NBN EN 15878 Système de stockage statiques en acier - Termes et définitions (1e édition) NBN EN 15890 Denrées alimentaires - Dosage de la patuline dans le jus de fruits et la compote de fruits en alimentation infantile - Méthode par CLHP avec purification par partition liquide-liquide et extraction en phase solide et détection UV (1e édition) NBN EN 15928 Engrais - Détermination de la finesse de mouture (procédé à sec) (1e édition) NBN EN 15930 Fibres - Elasticité des fibres - Méthodes d’essais (1e édition) NBN EN 15947-1 Articles pyrotechniques - Artifices de divertissement, Catégories 1, 2, et 3 - Partie 1 : Terminologie (1e édition)
71736
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
NBN EN 15947-2 Pyrotechnische artikelen - Vuurwerk, Categorieën 1, 2 en 3 - Deel 2 : Categorieën en soorten vuurwerk (1e uitgave) NBN EN ISO 2085 Anodiseren van aluminium en aluminiumlegeringen - Controle op de continuïteit van dunne anodisch aangebrachte oxidelagen - Kopersulfaatproef (ISO 2085 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 2143 Anodiseren van aluminium en aluminiumlegeringen - Schatting van het verlies aan absorberend vermogen van anodisch aangebrachte oxidelagen na afdichting - Kleurvlekproef met voorafgaand een zuurbehandeling (ISO 2143 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 2307 Touwen - Bepaling van een aantal fysische en mechanische eigenschappen (ISO 2307 : 2010) (4e uitgave) NBN EN ISO 2376 Anodiseren van aluminium en aluminumlegeringen - Bepaling van de elektrische doorslagspanning (ISO 2376 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 2931 Anodiseren van aluminium en aluminiumlegeringen - Beoordeling van de kwaliteit van gesloten, anodisch aangebrachte oxidelagen door het meten van de admittantie (ISO 2931 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 3210 Anodiseren van aluminium en aluminiumlegeringen - Beoordeling van de kwaliteit van gesloten, anodisch aangebrachte oxidelagen door het meten van het massaverlies na onderdompeling in een oplossing van chroomzuur/fosforzuur (ISO 3210 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 6581 Anodiseren van aluminium en aluminiumlegeringen - Comparatieve bepaling van de kleurechtheid bij UV-licht en warmte voor gekleurde, anodisch aangebrachte oxidelagen (ISO 6581 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 6887-5 Microbiologie van voedingsmiddelen en diervoeders - Voorbereiding van het monster en bereiding van de primaire verdunning en verdere decimale verdunningen voor microbiologisch onderzoek - Deel 5 : Specifieke werkwijze voor het bereiden van melk en melkproducten (ISO 6887-5 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 7599 Anodiseren van aluminium en aluminiumlegeringen - Algemene specificaties voor anodisch aangebrachte oxidelagen op aluminium (ISO 7599 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 7779 Akoestiek - Meting van luchtgeluid, uitgestraald door apparatuur voor informatietechnologie en telecommunicatie (ISO 7779 : 2010) (2e uitgave) NBN EN ISO 7963 Niet-destructief onderzoek - Ultrasoon onderzoek - Specificatie voor kalibratieblok Nr. 2 (ISO 7963 : 2006) (2e uitgave) NBN EN ISO 8029 Kunststofslangen - Textielversterkte, samendrukbare waterslangen voor algemeen gebruik - Specificatie (ISO 8029 : 2007) (2e uitgave) NBN EN ISO 8362-2 Containers en accessoires voor parenteralia - Deel 2 : Sluitingen voor injectieflacons (ISO 8362-2 : 2008) (2e uitgave) NBN EN ISO 8510-2 Lijmen - Afpelproef voor een flexibel-starre lijmverbinding - Deel 2 : 180 graden afpelproef (ISO 8510-2 : 2006) (2e uitgave) NBN EN ISO 8993 Anodisering van aluminium en aluminiumlegeringen - Beoordelingssysteem voor de bepaling van putcorrosie - Methode met kaarten (ISO 8993 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 10215 Anodiseren van aluminium en aluminiumlegeringen - Visuele bepaling van de beeldscherpte van anodisch aangebrachte oxidelagen Methode met een raster (ISO 10215 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 10848-4 Akoestiek - Laboratoriummeting van de flankerende overdracht van lucht- en contactgeluid tussen aangrenzende ruimten - Deel 4 : Toepassing voor knooppunten met ten minste een zwaar element (ISO 10848-4 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 10873 Tandheelkunde - Kleefstoffen voor tandprothesen (ISO 10873 : 2010) (1e uitgave)
NBN EN 15947-2 Articles pyrotechniques - Artifices de divertissement, Catégories 1, 2, et 3 - Partie 2 : Catégories et types d’artifices de divertissement (1e édition) NBN EN ISO 2085 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Contrôle de la continuité des couches anodiques minces - Essai au sulfate de cuivre (ISO 2085 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 2143 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Appréciation de la perte du pouvoir absorbant des couches anodiques après colmatage Essai à la goutte de colorant avec action acide préalable (ISO 2143 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 2307 Cordages en fibres - Détermination de certaines caractéristiques physiques et mécaniques (ISO 2307 : 2010) (4e édition) NBN EN ISO 2376 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Détermination de la tension électrique de claquage (ISO 2376 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 2931 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Evaluation de la qualité des couches anodiques colmatées par mesurage de l’admittance (ISO 2931 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 3210 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Evaluation de la qualité des couches anodiques colmatées par mesurage de la perte de masse après immersion en solution phosphochromique (ISO 3210 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 6581 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Détermination de la solidité comparée à la lumière ultraviolette et à la chaleur des couches anodiques colorées (ISO 6581 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 6887-5 Microbiologie des aliments - Préparation des échantillons, de la suspension mère et des dilutions décimales en vue de l’examen microbiologique - Partie 5 : Règles spécifiques pour la préparation du lait et des produits laitiers (ISO 6887-5 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 7599 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Spécifications générales pour couches anodiques sur aluminium (ISO 7599 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 7779 Acoustique - Mesurage du bruit aérien émis par les équipements liés aux technologies de l’information et aux télécommunications (ISO 7779 : 2010) (2e édition) NBN EN ISO 7963 Essais non destructifs - Contrôle par ultrasons - Spécifications relatives au bloc d’étalonnage n° 2 (ISO 7963 : 2006) (2e édition) NBN EN ISO 8029 Tuyaux plastiques - Tuyaux d’eau écrasables d’usage général renforcés textiles - Spécifications (ISO 8029 : 2007) (2e édition) NBN EN ISO 8362-2 Récipients et accessoires pour produits injectables - Partie 2 : Bouchons pour flacons (ISO 8362-2 : 2008) (2e édition) NBN EN ISO 8510-2 Adhésifs - Essai de pelage pour un assemblage collé flexible-surrigide - Partie 2 : Pelage à 180 degrés (ISO 8510-2 : 2006) (2e édition) NBN EN ISO 8993 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Système de cotation de la corrosion par piqûres - Méthode reposant sur des images-types (ISO 8993 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 10215 Anodisation de l’aluminium et de ses alliages - Détermination de la netteté d’image sur couches anodiques - Méthode des échelles graduées (ISO 10215 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 10848-4 Acoustique - Mesurage en laboratoire des transmissions latérales du bruit aérien et des bruits de choc entre pièces adjacentes - Partie 4 : Application aux jonctions ayant au moins un élément lourd (ISO 10848-4 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 10873 Médecine bucco-dentaire - Adhésifs pour prothèses dentaires (ISO 10873 : 2010) (1e édition)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE NBN EN ISO 11609 Tandheelkunde - Tandpasta - Eisen, beproevingsmethoden en merken (ISO 11609 : 2010) (2e uitgave) NBN EN ISO 11876 Hardmetalen - Bepaling van het gehalte aan calcium, koper, ijzer, kalium, magnesium, mangaan, natrium, nikkel en zink in kobalt metaalpoeders - Atomaire-absorptiespectrometrie (vlamtechniek) (ISO 11876 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 12863 Standaard beproevingsmethode voor de beoordeling van het onstekend vermogen van sigaretten (ISO 12863 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 13349 Ventilatoren - Woordenlijst en definities van categorieën (ISO 13349 : 2010) (2e uitgave) NBN EN ISO 13628-1/A1 Aardolie- en aardgasindustrie - Ontwerp en exploitatie van onderzeese productiesystemen - Deel 1 : Algemene eisen en aanbevelingen Amendement 1 : Herzien Hoofdstuk 6 (ISO 13628-1 : 2005/Amd 1 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 13680 Aardolie- en aardgasindustrie - Corrosievaste gelegeerde naadloze buizen voor het gebruik als bekledings- en productiebuizen en koppelingen - Technische leveringsvoorwaarden (ISO 13680 : 2010) (3e uitgave) NBN EN ISO 13720 Vlees en vleesproducten - Bepaling van vermoedelijke Pseudomonas spp. (ISO 13720 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 13943 Brandveiligheid - Woordenlijst (ISO 13943 : 2008) (2e uitgave) NBN EN ISO 14122-4/A1 Veiligheid van machines - Vaste toegangsmiddelen tot machines en industriële installaties - Deel 4 : Vaste ladders - Amendement 1 (ISO 14122-4 : 2004/Amd 1 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 19879 Metalen buisverbindingen voor hydraulische, pneumatische en algemene toepassingen - Beproevingsmethoden voor aansluitingen voor hydraulische overbrengingen (ISO 19879 : 2010) (2e uitgave) NBN EN ISO 25178-601 Geometrische productspecificaties (GPS) - Oppervlaktegesteldheid : Oppervlakte - Deel 601 : Nominale eigenschappen van contactinstrumenten (naaldvormig)(ISO 25178-601 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 25178-602 Geometrische productspecificaties (GPS) - Oppervlaktegesteldheid : Oppervlakte - Deel 602 : Nominale kenmerken van contactloze instrumenten (confocale chromatische sensoren)(ISO 25178-602 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 25178-701 Geometrische productspecificaties (GPS) - Oppervlaktegesteldheid : Oppervlakte - Deel 701 : Kalibratie en meetstandaarden voor contactinstrumenten (naaldvormig)(ISO 25178-701 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 28781 Aardolie- en aardgasindustrie - Boor- en productieapparatuur Ondergrondse afsluiters en bijbehorend gereedschap (ISO 28781 : 2010) (1e uitgave) NBN EN ISO 29701 Nanotechnologie - Endotoxineproef op monsters van nanomateriaal voor in-vitro systemen - Limulus amoebocyten lysaat (LAL) test (ISO 29701 : 2010) (1e uitgave) NBN EN 50104 Elektrisch materieel voor de detectie en meting van zuurstof Gebruikseigenschappen en beproevingsmethoden (4e uitgave) NBN EN 50206-1 Spoorwegen en soortgelijk geleid vervoer - Rollend materieel Pantografen : Eigenschappen en beproevingen - Deel 1 : Pantografen voor voertuigen voor hoofdbaanvakken (2e uitgave) NBN EN 50206-2 Spoorwegen en soortgelijk geleid vervoer - Rollend materieel Pantografen : Eigenschappen en beproevingen - Deel 2 : Pantografen voor metrostellen en Lightrail-voertuigen (2e uitgave) NBN EN 50223 Stationaire elektrostatische spuitinstallaties voor brandbaar vlokmateriaal - Veiligheidseisen (2e uitgave)
71737
NBN EN ISO 11609 Médecine bucco-dentaire - Dentifrices - Exigences, méthodes d’essai et marquage (ISO 11609 : 2010) (2e édition) NBN EN ISO 11876 Métaux-durs - Dosage du calcium, du cuivre, du fer, du potassium, du magnésium, du manganèse, du sodium, du nickel et du zinc dans les poudres métalliques de cobalt - Méthode par spectrométrie d’absorption atomique dans la flamme (ISO 11876 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 12863 Méthode d’essai normalisée pour évaluer le potentiel incendiaire des cigarettes (ISO 12863 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 13349 Ventilateurs - Vocabulaire et définitions des catégories (ISO 13349 : 2010) (2e édition) NBN EN ISO 13628-1/A1 Industries du pétrole et du gaz naturel - Conception et exploitation des systèmes de production immergés - Partie 1 : Exigences générales et recommandations - Amendement 1 : Révision de l’Article 6 (ISO 13628-1 : 2005/Amd 1 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 13680 Industries du pétrole et du gaz naturel - Tubes sans soudure en acier allié résistant à la corrosion utilisés comme tubes de cuvelage, tubes de production et tubes-ébauches pour manchons - Conditions techniques de livraison (ISO 13680 : 2010) (3e édition) NBN EN ISO 13720 Viande et produits à base de viande - Dénombrement des Pseudomonas spp. présomptifs (ISO 13720 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 13943 Sécurité au feu - Vocabulaire (ISO 13943 : 2008) (2e édition) NBN EN ISO 14122-4/A1 Sécurité des machines - Moyens d’accès permanents aux machines Partie 4 : Echelles fixes - Amendement 1 (ISO 14122-4 : 2004/Amd 1 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 19879 Raccords de tubes métalliques pour transmissions hydrauliques et pneumatiques et applications générales - Méthodes d’essai pour raccords pour transmissions hydrauliques (ISO 19879 : 2010) (2e édition) NBN EN ISO 25178-601 Spécification géométrique des produits (GPS) - Etat de surface : Surfacique - Partie 601 : Caractéristiques nominales des instruments à contact (à palpeur) (ISO 25178-601 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 25178-602 Spécification géométrique des produits (GPS) - Etat de surface : Surfacique - Partie 602 : Caractéristiques nominales des instruments sans contact (à capteur confocal chromatique) (ISO 25178-602 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 25178-701 Spécification géométrique des produits (GPS) - Etat de surface : Surfacique - Partie 701 : Etalonnage et étalons de mesure pour les instruments à contact (à palpeur) (ISO 25178-701 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 28781 Industries du pétrole et du gaz naturel - Equipement de production et de forage - Vannes de barrage de subsurface et équipement associé (ISO 28781 : 2010) (1e édition) NBN EN ISO 29701 Nanotechnologies - Essai de détection d’endotoxines sur des échantillons de nanomatériaux pour des systèmes in vitro - Essai au lysat d’amébocyte de Limule (LAL) (ISO 29701 : 2010) (1e édition) NBN EN 50104 Appareils électriques de détection et de mesure de l’oxygène - Règles de performance et méthodes d’essai (4e édition) NBN EN 50206-1 Applications ferroviaires - Matériel roulant - Pantographes : Caractéristiques et essais - Partie 1 : Pantographes pour véhicules grandes lignes (2e édition) NBN EN 50206-2 Applications ferroviaires - Matériel roulant - Pantographes : Caractéristiques et essais - Partie 2 : Pantographes pour métros et tramways (2e édition) NBN EN 50223 Matériel fixe de projection électrostatique de flock inflammable Exigences de sécurité (2e édition)
71738
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
NBN EN 50271 Elektrisch materieel voor de detectie en meting van brandbare gassen, giftige gassen of zuurstof - Eisen voor en beproevingen van detectoren die gebruikmaken van software en digitale technieken (2e uitgave) NBN EN 50291-1 Elektrische materieel voor de detectie van koolstofmonoxide in tot bewoning bestemde gebouwen - Deel 1 : Beproevingsmethoden en prestatie-eisen (2e uitgave) NBN EN 50291-2 Elektrisch materieel voor de detectie van koolstofmonoxide in tot bewoning bestemde gebouwen - Deel 2 : Elektrisch materieel voor continu gebruik in een vaste installatie in recreatieve voertuigen en soortgelijke verblijfsruimten, met inbegrip van pleziervaartuigen Aanvullende beproevingsmethoden en prestatie-eisen (1e uitgave) NBN EN 50329/A1 Railtoepassingen - Vaste inrichtingen - Tractietransformatoren (1e uitgave) NBN EN 55016-1-4 Specificatie voor meetapparatuur en meetmethoden voor radiostoringen en immuniteit - Deel 1-4 : Meetapparatuur voor radiostoringen en immuniteit - Aanvullende apparatuur - Stralingsstoring (3e uitgave) NBN EN 55016-2-3 Specificatie voor meetontvangers en meetmethoden voor radiostoringen en immuniteit - Deel 2-3 : Methode voor het meten van storingen en immuniteit - Metingen van stralingsstoring (3e uitgave) NBN EN 60034-2-2 Roterende elektrische machines - Deel 2-2 : Bijzondere methoden voor het door beproeving bepalen van de afzonderlijke verliezen van grote machines - Supplement op IEC 60034-2 (1e uitgave) NBN EN 60034-18-1 Roterende elektrische machines - Deel 18-1 : Beoordeling van de doelmatigheid van isolatiesystemen - Algemene richtlijnen (2e uitgave) NBN EN 60079-15 Explosieve atmosferen - Deel 15 : Bescherming van materieel door beschermingswijze ″n″ (4e uitgave) NBN EN 60335-2-6/A3 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid Deel 2-6 : Bijzondere eisen voor fornuizen, komforen, ovens en soortgelijke toetellen (4e uitgave) NBN EN 60335-2-2/A1 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid Deel 2-2 : Bijzondere eisen voor stof- en waterzuigers (5e uitgave) NBN EN 60335-2-3/A3 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen Deel 2-3 : Bijzondere eisen voor strijkijzers (4e uitgave) NBN EN 60335-2-7/A1 Huishoudelijke en soortgelijke elektriche toestellen - Veiligheid Deel 2-7 : Bijzonder eisen voor wasmachines (7e uitgave) NBN EN 60335-2-27 Huishoudelijk en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid Deel 2-27 : Bijzondere eisen voor huidbestralingstoestellen met ultraviolette en infrarode straling (+ corrigendum) (5e uitgave) NBN EN 60335-2-52/A2 Household and similar electrical appliances - Safety - Part 2-52 : Particular requirements for oral hygiene appliances (3e uitgave) NBN EN 60335-2-109 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid Deel 2-109 : Bijzondere eisen voor toestellen met UV straling voor behandeling van water (1e uitgave) NBN EN 60664-3/A1 Coördinatie van isolatie voor inrichtingen binnen laagspanningssystemen - Deel 3 : Gebruik van coating, inbranden of spuitgieten voor bescherming tegen verontreiniging (1e uitgave) NBN EN 60704-2-2 Bepaling van het luchtgeluid veroorzaakt door elektrische huishoudelijke en soortgelijke toestellen - Deel 2-2 : Bijzondere eisen voor ventilatorkachels (2e uitgave)
NBN EN 50271 Appareils électriques de détection et de mesure des gaz combustibles, des gaz toxiques ou de l’oxygène - Exigences et essais pour les appareils utilisant un logiciel et/ou des technologies numériques (2e édition) NBN EN 50291-1 Appareils électriques pour la détection de monoxyde de carbone dans les locaux à usage domestique - Partie 1 : Méthodes d’essais et prescriptions de performances (2e édition) NBN EN 50291-2 Appareils électriques pour la détection de monoxyde de carbone dans les locaux à usage domestique - Partie 2 : Appareils électriques en fonctionnement continu et en installation fixe dans les véhicules de loisir et locaux similaires incluant les embarcations de loisir - Méthodes d’essai supplémentaires et exigences d’aptitude à la fonction (1e édition) NBN EN 50329/A1 Applications ferroviaires - Installations fixes - Transformateurs de traction (1e édition) NBN EN 55016-1-4 Spécifications des méthodes et des appareils de mesure des perturbations radioélectriques et de l’immunité aux perturbations radioélectriques - Partie 1-4 : Appareils de mesure des perturbations radioélectriques et de l’immunité aux perturbations radioélectriques - Matériels auxiliaires - Perturbations rayonnées (3e édition) NBN EN 55016-2-3 Spécifications des méthodes et des appareils de mesure des perturbations radioélectriques et de l’immunité aux perturbations radioélectriques - Partie 2-3 : Méthodes de mesure des perturbations et de l’immunité - Mesures des perturbations rayonnées (3e édition) NBN EN 60034-2-2 Machines électriques tournantes - Partie 2-2 : Méthodes spécifiques pour déterminer les pertes séparées des machines de grande taille à partir d’essais - Complément à la CEI 60034-2-1 (1e édition) NBN EN 60034-18-1 Machines électriques tournantes - Partie 18-1 : Evaluation fonctionnelle des systèmes d’isolation - Principes directeurs généraux (2e édition) NBN EN 60079-15 Atmosphères explosives - Partie 15 : Protection du matériel par mode de protection ″n″ (4e édition) NBN EN 60335-2-6/A3 Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 2-6 : Règles particulières pour les cuisinières, les tables de cuisson, les fours et appareils fixes analogues (4e édition) NBN EN 60335-2-2/A1 Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 2-2 : Règles particulières pour les aspirateurs et les appareils de nettoyage à aspiration d’eau (5e édition) NBN EN 60335-2-3/A3 Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 2-3 : Règles particulières pour les fers à repasser électriques (4e édition) NBN EN 60335-2-7/A1 Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 2-7 : Règles particulières pour les machines à laver le linge (7e édition) NBN EN 60335-2-27 Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 2-27 : Règles particulières pour les appareils d’exposition de la peau aux rayonnements ultraviolets et infrarouges (+ corrigendum) (5e édition) NBN EN 60335-2-52/A2 Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 2-52 : Règles particulières pour les appareils d’hygiène buccale (3e édition) NBN EN 60335-2-109 Appareils électrodomestiques et analogues - Sécurité - Partie 2-109 : Règles particulières pour les appareils de traitement de l’eau par rayonnements ultraviolets (1e édition) NBN EN 60664-3/A1 Coordination de l’isolement des matériels dans les systèmes (réseaux) à basse tension - Partie 3 : Utilisation de revêtement, d’empotage ou de moulage pour la protection contre la pollution (1e édition) NBN EN 60704-2-2 Code d’essai pour la détermination du bruit aérien émis par les appareils électrodomestiques et analogues - Partie 2-2 : Règles particulières pour les appareils de chauffage à convection forcée (2e édition)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE NBN EN 60745-2-14/A1 Handgereedschap met elektrische aandrijving - Veiligheid Deel 2-14 : Speciale eisen voor schaafmachines (4e uitgave) NBN EN 60745-2-19/A1 Handgereedschap met elektrische aandrijving - Veiligheid Deel 2-19 : Speciale eisen voor voegmachines (2e uitgave) NBN EN 61508-1 Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid Deel 1 : Algemene eisen (2e uitgave) NBN EN 61508-2 Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid Deel 2 : Richtlijnen voor elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid (2e uitgave) NBN EN 61508-3 Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid Deel 3 : Eisen voor programmatuur (2e uitgave) NBN EN 61508-4 Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid Deel 4 : Definities en afkortingen (2e uitgave) NBN EN 61508-5 Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid Deel 5 : Voorbeelden van methoden voor het vaststellen van veiligheidsniveaus (2e uitgave) NBN EN 61508-6 Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid Deel 6 : Richtlijnen voor de toepassing van IEC 61508-2 en IEC 61508-3 (2e uitgave) NBN EN 61508-7 Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/programmeerbare elektronische systemen verbandhoudend met veiligheid Deel 7 : Overzicht van technieken en voorzieningen (2e uitgave) NBN EN 61850-7-4 Communicatienetwerken en -systemen in onderstations - Deel 7-4 : Basiscommunicatiestructuur voor onderstations en voedende apparatuur - Overeenstemmende logische gegevensklassen (2e uitgave) NBN EN 62591 Industriële communicatienetwerken - Draadloos communicatienetwerk en communicatieprofielen - Wireless HART (1e uitgave) 2. De normen afgeleid van de Europese normen (EN) zijn in principe beschikbaar in het Engels, het Frans en het Duits; de normen afgeleid van de internationale normen (ISO) zijn in principe beschikbaar in het Engels en in het Frans. 3. Deze normen zijn verkrijgbaar bij het Bureau voor normalisatie, Birminghamstraat 131, 1070 Brussel, tegen betaling van hun prijs. 4. De normen : NBN EN 312, 2e uitgave vervangt NBN EN 312, 1e uitgave NBN EN 326-2, 2e uitgave vervangt NBN EN 326-2, 1e uitgave NBN EN 408, 3e uitgave vervangt NBN EN 408, 2e uitgave NBN EN 459-2, 3e uitgave vervangt NBN EN 459-2, 2e uitgave NBN EN 1010-2+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 1010-2, 1e uitgave NBN EN 1012-1, 2e uitgave vervangt NBN EN 1012-1, 1e uitgave NBN EN 1069-1, 3e uitgave vervangt NBN EN 1069-1, 2e uitgave NBN EN 1069-2, 3e uitgave vervangt NBN EN 1069-2, 2e uitgave NBN EN 1493, 3e uitgave vervangt NBN EN 1493+A1, 2e uitgave NBN EN 1555-1, 2e uitgave vervangt NBN EN 1555-1, 1e uitgave NBN EN 1555-2, 3e uitgave vervangt NBN EN 1555-2, 2e uitgave NBN EN 1555-3, 3e uitgave vervangt NBN EN 1555-3, 2e uitgave NBN EN 1555-3, 3e uitgave vervangt NBN EN 1555-3/A1, 1e uitgave NBN EN 1555-5, 3e uitgave vervangt NBN EN 1555-5, 2e uitgave NBN EN 1911, 2e uitgave vervangt NBN EN 1911-1, 1e uitgave NBN EN 1911, 2e uitgave vervangt NBN EN 1911-3, 1e uitgave NBN EN 1911, 2e uitgave vervangt NBN EN 1911-2, 1e uitgave NBN EN 3475-605, 2e uitgave vervangt NBN EN 3475-605, 1e uitgave NBN EN 3719, 2e uitgave vervangt NBN EN 3719, 1e uitgave NBN EN 12042+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 12042, 1e uitgave NBN EN 12158-1+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 12158-1, 1e uitgave
71739
NBN EN 60745-2-14/A1 Outils électroportatifs à moteur - Sécurité - Partie 2-14 : Règles particulières pour les rabots (4e édition) NBN EN 60745-2-19/A1 Outils électroportatifs à moteur - Sécurité - Partie 2-19 : Règles particulières pour les mortaiseuses (2e édition) NBN EN 61508-1 Sécurité fonctionnelle des systèmes électriques/électroniiques/électroniques programmables relatifs à la sécurité - Partie 1 : Exigences générales (2e édition) NBN EN 61508-2 Sécurité fonctionnelle des systèmes électriques/électroniques/électroniques programmables relatifs à la sécurité - Partie 2 : Prescriptions pour les systèmes électriques/électroniques/électroniques programmables relatifs à la sécurité (2e édition) NBN EN 61508-3 Sécurité fonctionnelle des systèmes électriques/électroniques/électroniques programmables relatifs à la sécurité - Partie 3 : Prescriptions concernant les logiciels (2e édition) NBN EN 61508-4 Sécurité fonctionnelle des systèmes électriques/électroniques/électroniques programmables relatifs à la sécurité - Partie 4 : Définitions et abréviations (2e édition) NBN EN 61508-5 Sécurité fonctionnelle des systèmes électriques/électroniques/électroniques programmables relatifs à la sécurité - Partie 5 : Exemples de méthodes de détermination des niveaux d’intégrité de sécurité (2e édition) NBN EN 61508-6 Sécurité fonctionnelle des systèmes électriques/électroniques/électroniques programmables relatifs à la sécurité - Partie 6 : Lignes directrices pour l’application de la CEI 61508-2 et de la CEI 61508-3 (2e édition) NBN EN 61508-7 Sécurité fonctionnelle des systèmes électriques/électroniques/électroniques programmables relatifs à la sécurité - Partie 7 : Présentation de techniques et mesures (2e édition) NBN EN 61850-7-4 Réseaux et systèmes de communication dans les postes - Partie 7-4 : Structure des communications de base pour les postes électriques et les équipements de lignes - Classes de donnée et classes de noeuds logiques compatibles (2e édition) NBN EN 62591 Réseaux de communication industrielle - Réseaux de communication sans fil et profils de communication - Wireless HART (1e édition) 2. Les normes dérivées des normes européennes (EN) sont en principe disponibles en anglais, en franc¸ ais et en allemand; les normes dérivées des normes internationales (ISO) sont en principe disponibles en anglais et en franc¸ ais. 3. Ces normes peuvent être obtenues contre paiement de leur prix au Bureau de normalisation, rue de Birmingham 131, 1070 Bruxelles. 4. Les normes : NBN EN 312, 2e édition remplace NBN EN 312, 1e édition NBN EN 326-2, 2e édition remplace NBN EN 326-2, 1e édition NBN EN 408, 3e édition remplace NBN EN 408, 2e édition NBN EN 459-2, 3e édition remplace NBN EN 459-2, 2e édition NBN EN 1010-2+A1, 2e édition remplace NBN EN 1010-2, 1e édition NBN EN 1012-1, 2e édition remplace NBN EN 1012-1, 1e édition NBN EN 1069-1, 3e édition remplace NBN EN 1069-1, 2e édition NBN EN 1069-2, 3e édition remplace NBN EN 1069-2, 2e édition NBN EN 1493, 3e édition remplace NBN EN 1493+A1, 2e édition NBN EN 1555-1, 2e édition remplace NBN EN 1555-1, 1e édition NBN EN 1555-2, 3e édition remplace NBN EN 1555-2, 2e édition NBN EN 1555-3, 3e édition remplace NBN EN 1555-3, 2e édition NBN EN 1555-3, 3e édition remplace NBN EN 1555-3/A1, 1e édition NBN EN 1555-5, 3e édition remplace NBN EN 1555-5, 2e édition NBN EN 1911, 2e édition remplace NBN EN 1911-1, 1e édition NBN EN 1911, 2e édition remplace NBN EN 1911-3, 1e édition NBN EN 1911, 2e édition remplace NBN EN 1911-2, 1e édition NBN EN 3475-605, 2e édition remplace NBN EN 3475-605, 1e édition NBN EN 3719, 2e édition remplace NBN EN 3719, 1e édition NBN EN 12042+A1, 2e édition remplace NBN EN 12042, 1e édition NBN EN 12158-1+A1, 2e édition remplace NBN EN 12158-1, 1e édition
71740
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
NBN EN 12158-2+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 12158-2, 1e uitgave NBN EN 12227, 2e uitgave vervangt NBN EN 12227-1, 1e uitgave NBN EN 12227, 2e uitgave vervangt NBN EN 12227-2, 1e uitgave NBN EN 12542, 2e uitgave vervangt NBN EN 14075, 1e uitgave NBN EN 12542, 2e uitgave vervangt NBN EN 12542/A1, 1e uitgave NBN EN 12542, 2e uitgave vervangt NBN EN 12542, 1e uitgave NBN EN 12542, 2e uitgave vervangt NBN EN 14075/A1, 1e uitgave NBN EN 12629-1+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 12629-1, 1e uitgave NBN EN 12629-5-4+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 12629-5-4, 1e uitgave NBN EN 13113+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 13113, 1e uitgave NBN EN 13135-2+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 13135-2, 1e uitgave NBN EN 13141-2, 2e uitgave vervangt NBN EN 13141-2, 1e uitgave NBN EN 13285, 2e uitgave vervangt NBN EN 13285, 1e uitgave NBN EN 13306, 2e uitgave vervangt NBN EN 13306, 1e uitgave NBN EN 13309, 2e uitgave vervangt NBN EN 13309, 1e uitgave NBN EN 13477-2, 2e uitgave vervangt NBN EN 13477-2, 1e uitgave NBN EN 13674-2+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 13674-2, 1e uitgave NBN EN 13674-3+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 13674-3, 1e uitgave NBN EN 13823, 2e uitgave vervangt NBN EN 13823, 1e uitgave NBN EN 14730-1+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 14730-1, 1e uitgave NBN EN 14975+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 14975, 1e uitgave NBN EN 14982+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 14982, 1e uitgave NBN EN 15287-1+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 15287-1, 1e uitgave NBN EN 15288-1+A1, 2e uitgave vervangt NBN EN 15288-1, 1e uitgave NBN EN 15947-1, 1e uitgave vervangt NBN EN 14035-1, 1e uitgave NBN EN 15947-2, 1e uitgave vervangt NBN EN 14035-2, 1e uitgave NBN EN ISO 2085, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-16, 1e uitgave NBN EN ISO 2143, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-4, 1e uitgave NBN EN ISO 2307, 4e uitgave vervangt NBN EN ISO 2307, 3e uitgave NBN EN ISO 2376, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-17, 1e uitgave NBN EN ISO 2931, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-5, 1e uitgave NBN EN ISO 3210, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-6, 1e uitgave NBN EN ISO 3210, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-7, 2e uitgave NBN EN ISO 6581, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-8, 1e uitgave NBN EN ISO 6887-5, 1e uitgave vervangt NBN EN ISO 8261, 1e uitgave NBN EN ISO 7599, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-1, 1e uitgave NBN EN ISO 7779, 2e uitgave vervangt NBN EN ISO 7779, 1e uitgave NBN EN ISO 7779, 2e uitgave vervangt NBN EN ISO 7779/A1, 1e uitgave NBN EN ISO 7963, 2e uitgave vervangt NBN EN 27963, 1e uitgave NBN EN ISO 8029, 2e uitgave vervangt NBN EN 28029, 1e uitgave NBN EN ISO 8362-2, 2e uitgave vervangt NBN EN 28362-2, 1e uitgave NBN EN ISO 8510-2, 2e uitgave vervangt NBN EN 28510-2, 1e uitgave NBN EN ISO 8993, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-18, 1e uitgave NBN EN ISO 10215, 1e uitgave vervangt NBN EN 12373-14, 1e uitgave NBN EN ISO 11609, 2e uitgave vervangt NBN EN ISO 11609, 1e uitgave NBN EN ISO 13349, 2e uitgave vervangt NBN EN ISO 13349, 1e uitgave NBN EN ISO 13680, 3e uitgave vervangt NBN EN ISO 13680, 2e uitgave NBN EN ISO 13943, 2e uitgave vervangt NBN EN ISO 13943, 1e uitgave NBN EN ISO 19879, 2e uitgave vervangt NBN EN ISO 19879, 1e uitgave NBN EN 50104, 4e uitgave vervangt NBN EN 50104, 3e uitgave NBN EN 50104, 4e uitgave vervangt NBN EN 50104/A1, 3e uitgave NBN EN 50206-1, 2e uitgave vervangt NBN EN 50206-1, 1e uitgave NBN EN 50206-2, 2e uitgave vervangt NBN EN 50206-2, 1e uitgave
NBN EN 12158-2+A1, 2e édition remplace NBN EN 12158-2, 1e édition NBN EN 12227, 2e édition remplace NBN EN 12227-1, 1e édition NBN EN 12227, 2e édition remplace NBN EN 12227-2, 1e édition NBN EN 12542, 2e édition remplace NBN EN 14075, 1e édition NBN EN 12542, 2e édition remplace NBN EN 12542/A1, 1e édition NBN EN 12542, 2e édition remplace NBN EN 12542, 1e édition NBN EN 12542, 2e édition remplace NBN EN 14075/A1, 1e édition NBN EN 12629-1+A1, 2e édition remplace NBN EN 12629-1, 1e édition NBN EN 12629-5-4+A1, 2e édition remplace NBN EN 12629-5-4, 1e édition NBN EN 13113+A1, 2e édition remplace NBN EN 13113, 1e édition NBN EN 13135-2+A1, 2e édition remplace NBN EN 13135-2, 1e édition NBN EN 13141-2, 2e édition remplace NBN EN 13141-2, 1e édition NBN EN 13285, 2e édition remplace NBN EN 13285, 1e édition NBN EN 13306, 2e édition remplace NBN EN 13306, 1e édition NBN EN 13309, 2e édition remplace NBN EN 13309, 1e édition NBN EN 13477-2, 2e édition remplace NBN EN 13477-2, 1e édition NBN EN 13674-2+A1, 2e édition remplace NBN EN 13674-2, 1e édition NBN EN 13674-3+A1, 2e édition remplace NBN EN 13674-3, 1e édition NBN EN 13823, 2e édition remplace NBN EN 13823, 1e édition NBN EN 14730-1+A1, 2e édition remplace NBN EN 14730-1, 1e édition NBN EN 14975+A1, 2e édition remplace NBN EN 14975, 1e édition NBN EN 14982+A1, 2e édition remplace NBN EN 14982, 1e édition NBN EN 15287-1+A1, 2e édition remplace NBN EN 15287-1, 1e édition NBN EN 15288-1+A1, 2e édition remplace NBN EN 15288-1, 1e édition NBN EN 15947-1, 1e édition remplace NBN EN 14035-1, 1e édition NBN EN 15947-2, 1e édition remplace NBN EN 14035-2, 1e édition NBN EN ISO 2085, 1e édition remplace NBN EN 12373-16, 1e édition NBN EN ISO 2143, 1e édition remplace NBN EN 12373-4, 1e édition NBN EN ISO 2307, 4e édition remplace NBN EN ISO 2307, 3e édition NBN EN ISO 2376, 1e édition remplace NBN EN 12373-17, 1e édition NBN EN ISO 2931, 1e édition remplace NBN EN 12373-5, 1e édition NBN EN ISO 3210, 1e édition remplace NBN EN 12373-6, 1e édition NBN EN ISO 3210, 1e édition remplace NBN EN 12373-7, 2e édition NBN EN ISO 6581, 1e édition remplace NBN EN 12373-8, 1e édition NBN EN ISO 6887-5, 1e édition remplace NBN EN ISO 8261, 1e édition NBN EN ISO 7599, 1e édition remplace NBN EN 12373-1, 1e édition NBN EN ISO 7779, 2e édition remplace NBN EN ISO 7779, 1e édition NBN EN ISO 7779, 2e édition remplace NBN EN ISO 7779/A1, 1e édition NBN EN ISO 7963, 2e édition remplace NBN EN 27963, 1e édition NBN EN ISO 8029, 2e édition remplace NBN EN 28029, 1e édition NBN EN ISO 8362-2, 2e édition remplace NBN EN 28362-2, 1e édition NBN EN ISO 8510-2, 2e édition remplace NBN EN 28510-2, 1e édition NBN EN ISO 8993, 1e édition remplace NBN EN 12373-18, 1e édition NBN EN ISO 10215, 1e édition remplace NBN EN 12373-14, 1e édition NBN EN ISO 11609, 2e édition remplace NBN EN ISO 11609, 1e édition NBN EN ISO 13349, 2e édition remplace NBN EN ISO 13349, 1e édition NBN EN ISO 13680, 3e édition remplace NBN EN ISO 13680, 2e édition NBN EN ISO 13943, 2e édition remplace NBN EN ISO 13943, 1e édition NBN EN ISO 19879, 2e édition remplace NBN EN ISO 19879, 1e édition NBN EN 50104, 4e édition remplace NBN EN 50104, 3e édition NBN EN 50104, 4e édition remplace NBN EN 50104/A1, 3e édition NBN EN 50206-1, 2e édition remplace NBN EN 50206-1, 1e édition NBN EN 50206-2, 2e édition remplace NBN EN 50206-2, 1e édition
71741
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE NBN EN 50223, 2e uitgave vervangt NBN EN 50223, 1e uitgave NBN EN 50271, 2e uitgave vervangt NBN EN 50271, 1e uitgave NBN EN 50291-1, 2e uitgave vervangt NBN EN 50291, 1e uitgave NBN EN 55016-1-4, 3e uitgave vervangt NBN EN 55016-1-4, 2e uitgave NBN EN 55016-1-4, 3e uitgave vervangt NBN EN 55016-1-4/A1, 2e uitgave NBN EN 55016-1-4, 3e uitgave vervangt NBN EN 55016-1-4/A2, 2e uitgave NBN EN 55016-2-3, 3e uitgave vervangt NBN EN 55016-2-3, 2e uitgave NBN EN 60034-18-1, 2e uitgave vervangt NBN EN 60034-18-1/A1, 1e uitgave NBN EN 60034-18-1, 2e uitgave vervangt NBN EN 60034-18-1, 1e uitgave NBN EN 60079-15, 4e uitgave vervangt NBN EN 60079-15, 3e uitgave NBN EN 60335-2-27, 5e uitgave vervangt NBN EN 60335-2-27, 4e uitgave NBN EN 60335-2-27, 5e uitgave vervangt NBN EN 60335-2-27/A2, 4e uitgave NBN EN 60335-2-27, 5e uitgave vervangt NBN EN 60335-2-27/A1, 4e uitgave NBN EN 60704-2-2, 2e uitgave vervangt NBN EN 60704-2-2, 1e uitgave NBN EN 61508-1, 2e uitgave vervangt NBN EN 61508-1, 1e uitgave NBN EN 61508-2, 2e uitgave vervangt NBN EN 61508-2, 1e uitgave NBN EN 61508-3, 2e uitgave vervangt NBN EN 61508-3, 1e uitgave NBN EN 61508-4, 2e uitgave vervangt NBN EN 61508-4, 1e uitgave NBN EN 61508-5, 2e uitgave vervangt NBN EN 61508-5, 1e uitgave NBN EN 61508-6, 2e uitgave vervangt NBN EN 61508-6, 1e uitgave NBN EN 61508-7, 2e uitgave vervangt NBN EN 61508-7, 1e uitgave NBN EN 61850-7-4, 2e uitgave vervangt NBN EN 61850-7-4, 1e uitgave 5. De registratie van de volgende Belgische normen wordt ingetrokken : NBN ENV 1993-1-1/A2, 1e uitgave NBN ENV 1993-2, 1e uitgave NBN ENV 1991-2-6, 1e uitgave
NBN EN 50223, 2e édition remplace NBN EN 50223, 1e édition NBN EN 50271, 2e édition remplace NBN EN 50271, 1e édition NBN EN 50291-1, 2e édition remplace NBN EN 50291, 1e édition NBN EN 55016-1-4, 3e édition remplace NBN EN 55016-1-4, 2e édition NBN EN 55016-1-4, 3e édition remplace NBN EN 55016-1-4/A1, 2e édition NBN EN 55016-1-4, 3e édition remplace NBN EN 55016-1-4/A2, 2e édition NBN EN 55016-2-3, 3e édition remplace NBN EN 55016-2-3, 2e édition NBN EN 60034-18-1, 2e édition remplace NBN EN 60034-18-1/A1, 1e édition NBN EN 60034-18-1, 2e édition remplace NBN EN 60034-18-1, 1e édition NBN EN 60079-15, 4e édition remplace NBN EN 60079-15, 3e édition NBN EN 60335-2-27, 5e édition remplace NBN EN 60335-2-27, 4e édition NBN EN 60335-2-27, 5e édition remplace NBN EN 60335-2-27/A2, 4e édition NBN EN 60335-2-27, 5e édition remplace NBN EN 60335-2-27/A1, 4e édition NBN EN 60704-2-2, 2e édition remplace NBN EN 60704-2-2, 1e édition NBN EN 61508-1, 2e édition remplace NBN EN 61508-1, 1e édition NBN EN 61508-2, 2e édition remplace NBN EN 61508-2, 1e édition NBN EN 61508-3, 2e édition remplace NBN EN 61508-3, 1e édition NBN EN 61508-4, 2e édition remplace NBN EN 61508-4, 1e édition NBN EN 61508-5, 2e édition remplace NBN EN 61508-5, 1e édition NBN EN 61508-6, 2e édition remplace NBN EN 61508-6, 1e édition NBN EN 61508-7, 2e édition remplace NBN EN 61508-7, 1e édition NBN EN 61850-7-4, 2e édition remplace NBN EN 61850-7-4, 1e édition 5. L’enregistrement des normes belges suivantes est annulé : NBN ENV 1993-1-1/A2, 1e édition NBN ENV 1993-2, 1e édition NBN ENV 1991-2-6, 1e édition
AGENDA’S — ORDRES DU JOUR PARLEMENT FRANCOPHONE BRUXELLOIS [2010/20051] Convocation (1) Vendredi 19 novembre 2010, à 13 heures (Rue du Lombard 69 — Salle 206) Session ordinaire 2010-2011, n° 6 Commission du Budget, de l’Administration, des Relations internationales et des Compétences résiduaires Ordre du jour 1. Projet de décret ajustant le budget général des dépenses de la Commission communautaire française pour l’année budgétaire 2010. Projet de règlement ajustant le budget général des dépenses de la Commission communautaire française pour l’année budgétaire 2010. — Désignation du rapporteur/de la rapporteuse. — Exposés de M. Benoît Cerexhe, Ministre, de M. Christos Doulkeridis, Ministre-Président et de M. Emir Kir, Ministre, en ce qui concerne leurs compétences respectives. — Discussion et examen des tableaux partim pour ce qui concerne les compétences de M. Benoît Cerexhe, Ministre, de M. Christos Doulkeridis, Ministre-Président, et de M. Emi Kir, Ministre.
71742
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE 2. Projet de décret contenant le budget général des dépenses de la Commission communautaire française pour l’année budgétaire 2011. Projet de règlement contenant le budget général des dépenses de la Commission communautaire française pour l’année budgétaire 2011. — Désignation du rapporteur/de la rapporteuse. — Exposés de M. Benoît Cerexhe, Ministre, de M. Christos Doulkeridis, Ministre-Président, et de M. Emir Kir, Ministre, en ce qui concerne leurs compétences respectives. — Discussion et examen des tableaux partim pour ce qui concerne les compétences de M. Benoît Cerexhe, Ministre, de M. Christos Doulkeridis, Ministre-Président, et de M. Emir Kir, Ministre. 3. Divers. (1) Dans les conditions de l’article 20 du Règlement, les réunions des commissions sont publiques.
* PARLEMENT FRANCOPHONE BRUXELLOIS [2010/20052] Convocation (1) Vendredi 19 novembre 2010, à 14 heures (Rue du Lombard 69 — Salle 323) Session ordinaire 2010-2011, n° 7 Commission de l’Enseignement, de la Formation, de la Culture, du Tourisme, du Sport et du Transport scolaire Ordre du jour 1. Projet de décret ajustant le budget général des dépenses de la Commission communautaire française pour l’année budgétaire 2010. — Désignation du rapporteur/de la rapporteuse. — Exposé de M. Benoît Cerexhe, Ministre, pour ce qui concerne ses compétences. — Discussion et examen des tableaux partim pour ce qui concerne les compétences de M. Benoît Cerexhe, Ministre. 2. Projet de décret contenant le budget général des dépenses de la Commission communautaire française pour l’année budgétaire 2011. — Désignation du rapporteur/de la rapporteuse. — Exposés de M. Benoît Cerexhe, Ministre, pour ce qui concerne ses compétences. — Discussion et examen des tableaux partim pour ce qui concerne les compétences de M. Benoît Cerexhe, Ministre. 3. Divers. (1) Dans les conditions de l’article 20 du Règlement, les réunions des commissions sont publiques.
* PARLEMENT FRANCOPHONE BRUXELLOIS [2010/20053] Convocation (1) Vendredi 19 novembre 2010, à 15 heures (Rue du Lombard 69 — Salle 323) Session ordinaire 2010-2011, n° 8 Commission de la Santé Ordre du jour 1. Projet de décret ajustant le budget général des dépenses de la Commission communautaire française pour l’année budgétaire 2010. — Désignation du rapporteur/de la rapporteuse. — Exposé de M. Benoît Cerexhe, Ministre, pour ce qui concerne ses compétences. — Discussion et examen des tableaux partim pour ce qui concerne les compétences de M. Benoît Cerexhe, Ministre. 2. Projet de décret contenant le budget général des dépenses de la Commission communautaire française pour l’année budgétaire 2011. — Désignation du rapporteur/de la rapporteuse. — Exposés de M. Benoît Cerexhe, Ministre, pour ce qui concerne ses compétences. — Discussion et examen des tableaux partim pour ce qui concerne les compétences de M. Benoît Cerexhe, Ministre. 3. Divers. (1) Dans les conditions de l’article 20 du Règlement, les réunions des commissions sont publiques.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS Decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening Provincie Antwerpen Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stijlbeton te Lier Bericht van openbaar onderzoek Op 20 oktober 2010 heeft de provincieraad van Antwerpen een besluit genomen, waarin ze het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Stijlbeton te Lier voorlopig heeft vastgesteld. Voor dat ruimtelijk uitvoeringsplan wordt nu een openbaar onderzoek georganiseerd. Vanaf maandag 13 december 2010 tot en met donderdag 10 februari 2011 liggen de plannen ter inzage op het provinciehuis van Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen en op het gemeentehuis van Lier. U kan de plannen, vanaf de aanvang van het openbaar onderzoek, volledig bekijken via de website www.provant.be, via de link ruimtelijke ordening, openbare onderzoeken. Als u bij de plannen adviezen, opmerkingen of bezwaren wilt formuleren, moet u dat schriftelijk doen, en kan u dit doen tot uiterlijk 10 februari 2011. U richt uw brief aan de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening van Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen. Deze brief met adviezen, opmerkingen of bezwaren kan u ofwel aangetekend versturen aan de vermelde commissie, ofwel tegen ontvangstbewijs afgeven op het provinciehuis van Antwerpen of op het gemeentehuis van Lier. Indien echter de gemeente deze niet binnen de drie werkdagen na afloop van het openbaar onderzoek aan de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening heeft bezorgd, kan hiermee geen rekening worden gehouden volgens art. 2.2.10 § 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (B.S. 20 augustus 2009). Houd er wel rekening mee dat uw adviezen, opmerkingen of bezwaren voldoende duidelijk moeten zijn en alleen betrekking kunnen hebben op de gebieden die in het ruimtelijk uitvoeringsplan werden opgenomen. (41271)
Gemeente Sint-Katelijne-Waver Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP nr. 006 - Borgerstein — Bericht van openbaar onderzoek Het college van burgemeester en schepenen,
71743
Eventuele bezwaren, opmerkingen en adviezen met betrekking tot dit ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan dienen ten laatste op 21 januari 2011 tegen ontvangstbewijs afgegeven te worden op het gemeentehuis of aangetekend verzonden te worden aan de GECORO van Sint-Katelijne-Waver, Lemanstraat 63, 2860 Sint-Katelijne-Waver. Sint-Katelijne-Waver, 8 november 2010. (41272)
Stad Dendermonde Melding openbaar onderzoek van het rooilijn- en onteigeningsplan Hof Ten Rode te Baasrode Op 20 oktober 2010 heeft de gemeenteraad van de stad Dendermonde het rooilijn- en onteigeningsplan van Hof Ten Rode in Baasrode voorlopig vastgesteld. Het college van burgemeester en schepenen van de stad Dendermonde maakt bekend dat op de afdeling infrastructuur, administratief centrum (1e verdiep, loket kadaster), Fr. Courtensstraat 11, te Dendermonde, een onderzoek naar bezwaren wordt gehouden naar aanleiding van het hierboven vermelde onderwerp. Volgens artikel 16, 4e lid van het decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen van 8 mei 2009, heeft het rooilijnplan ook gevolgen op werken waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is vereist. Het volledig dossier ligt ter inzage van het publiek, gedurende een termijn van dertig dagen, elke werkdag tijdens de kantooruren, vanaf dinsdag 16 november 2010 tot en met woensdag 15 december 2010. Eventuele opmerkingen of bezwaren moeten ofwel per aangetekende brief, gericht aan het college van burgemeester en schepenen, dienst infrastructuur, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde, worden opgestuurd, ofwel afgegeven worden bij afgiftebewijs aan het loket buurtwegen, waterlopen, kadaster binnen de gestelde termijn van het openbaar onderzoek. (41273)
Gemeente Oud-Heverlee Bericht van openbaar onderzoek — Voorlopige vaststelling rooilijnplannen Oud-Heverlee, deelgemeente Blanden : Bierbeekstraat, Korenbloemlaan, Tulpenlaan, Narcissenlaan, Anemonenlaan; en Oud-Heverlee : Acacialaan, Esdoornlaan, Notelarenlaan, Populierenlaan, Seringenlaan, Meidoornlaan, Olmenlaan, Meuterweg Het college van burgemeester en schepenen van Oud-Heverlee, brengt ter kennis aan de bevolking dat het rooilijnplan voor de straten Bierbeekstraat, Korenbloemlaan, Tulpenlaan, Narcissenlaan en Anemonenlaan in de deelgemeente Blanden en de straten Esdoornlaan, Notelarenlaan, Populierenlaan, Seringenlaan, Meidoornlaan, Olmenlaan, Meiterweg in Oud-Heverlee voorlopig werden aanvaard door de gemeenteraad van Oud-Heverlee op 20 oktober 2010.
Gelet op artikel 2.2.14, § 2, van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen.
Het openbaar onderzoek loopt vanaf 17 november 2010 tot 17 december 2010.
Maakt bekend dat het ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan nr. 006 Borgerstein zoals voorlopig aanvaard door de gemeenteraad bij besluit van 8 november 2010, voor iedereen ter inzage ligt op het gemeentehuis (dienst ruimtelijke ordening en stedenbouw) vanaf maandag 22 november 2010 tot en met donderdag 21 januari 2011 tijdens de gewone openingsuren (alle werkdagen van 8 u. 45 m. tot 12 uur, dinsdag ook van 18 tot 20 uur en woensdag ook van 13 u. 30 m. tot 16 u. 30 m.). Het ontwerp is vanaf 22 november 2010 tevens te bekijken op www.sintkatelijnewaver.be onder de rubriek openbaar onderzoek.
Het dossier ligt ter inzage in het gemeentehuis, dienst ruimtelijke ordening, Gemeentestraat 2, te 3054 Oud-Heverlee (Vaalbeek), tijdens de openingsuren, iedere voormiddag tussen 9 en 12 u. 30 m. en dinsdagavond tussen 18 en 20 uur.
Tegelijkertijd wordt ook de nota “verzoek tot raadpleging MER plicht” met de beslissing van de dienst MER ter inzage gelegd. Deze screeningsnota en de beslissing zijn tevens te raadplegen op www.mervlaanderen.be.
Bezwaren en opmerkingen dienen ten laatste op 16 december 2010 te worden toegezonden aan het college van burgemeester en schepenen van Oud-Heverlee bij aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstbewijs, p.a. dienst ruimtelijke ordening, Gemeentestraat 2, te 3054 Oud-Heverlee (Vaalbeek). Een rooilijnplan heeft gevolgen voor werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is vereist (artikel 16 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de vaststelling en realisatie van de rooilijnen). (41274)
71744
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Provincie Limburg
Gemeente Vorselaar
Aankondiging openbaar onderzoek over het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan « Toeristisch-recreatief knooppunt type IIa Parelstrand te Lommel »
Bekendmaking openbaar onderzoek Ruimtelijke uitvoeringsplan “Zonevreemde infrastructuur”
In uitvoering van het artikel 2.2.10, § 2, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, kondigt de deputatie van de provincieraad van Limburg het openbaar onderzoek aan van het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) « Toeristisch-recreatief knooppunt type IIa Parelstrand te Lommel » dat voorlopig werd vastgesteld door de provincieraad van Limburg in zitting van 20 oktober 2010. Dit openbaar onderzoek start op 23 november 2010 en eindigt op 21 januari 2011. Het ontwerp-PRUP-« Toeristisch-recreatief knooppunt type IIa Parelstrand te Lommel » dat louter betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Lommel ligt gedurende deze periode van zestig dagen ter inzage van de bevolking tijdens de werkdagen en gewone kantooruren bij de dienst ruimtelijke ordening in het staduis, Hertog Janplein 1, 3920 Lommel. Eventuele schriftelijke bezwaren of opmerkingen met betrekking tot dit ontwerpdossier moeten uiterlijk op 21 januari 2011 aan de Provinciale Commissie voor de Ruimtelijke Ordening - Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid, Universiteitslaan 1, te 3500 Hasselt, bij ter post aangetekende brief worden verstuurd of tijdens de kantooruren worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. Conform artikel 2.2.10, § 4, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, kunnen eventuele schriftelijke bezwaren of opmerkingen ook uiterlijk 21 januari 2011 bij de stad Lommel, dienst ruimtelijke ordening, Hertog Janplein 1, 3920 Lommel, tijdens de kantooruren worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. In de bezwaren en opmerkingen moet duidelijk worden aangegeven : naam en adres van de indiener (contactpersoon voor organisaties); verwijzing naar het betreffende onderwerp en de vindplaats (vb. plan, blz.). (41275)
Stad Peer Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Bokt” Openbaar onderzoek Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2.2.14. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening deelt het college van burgemeester en schepenen u mee dat er een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Bokt” werd opgesteld. Dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Bokt” bestaat uit een plan bestaande toestand, grafisch plan met bijhorende stedenbouwkundige voorschriften, toelichtingsnota, onteigeningsplan en register percelen met bestemmingswijziging die aanleiding kan geven tot planbaten of planschaden. De gemeenteraad heeft dit plan voorlopig vastgesteld in de vergadering van 20 oktober 2010. Het openbaar onderzoek begint op 1 december 2010 en eindigt op 31 december 2011. Gedurende de periode van het openbaar onderzoek wordt het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Bokt” ter inzage gelegd op de stedelijke dienst Wonen in ’t Poorthuis. Deze dienst is toegankelijk tijdens de openingsuren, elke voormiddag van maandag tot vrijdag van 9 tot 12 uur en elke dinsdagnamiddag van 13 u. 30 m. tot 18 u. 30 m. Opmerkingen en bezwaren moeten uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek per aangetekende brief worden toegezonden of tegen ontvangstbewijs worden afgegeven aan de voorzitter van de GECORO, Joris Willems p/a Secretariaat GECORO, Zuidervest 2A, 3990 Peer. Peer, 8 november 2010. (41276)
Op 8 november 2010 stelde de gemeenteraad het ontwerp van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) “Zonevreemde infrastructuur” voorlopig vast. In het kader van dit RUP wordt van 23 november 2010 tot en met 21 januari 2011 een openbaar onderzoek gehouden. Het ontwerp van dit RUP bestaande uit de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en bijhorende plannen ligt ter inzage in het gemeentehuis, dienst ruimtelijke ordening, Markt 14, 2290 Vorselaar, en dit elke werkdag van 8 tot 12 uur, op maandag eveneens van 17 u. 30 m. tot 19 u. 30 m., en op woensdag van 14 tot 16 uur. Als u bij dit ruimtelijk uitvoeringsplan adviezen, opmerkingen of bezwaren wenst te formuleren, moet u die uiterlijk op 21 januari 2011, per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs overmaken aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) per adres Markt 14, te 2290 Vorselaar. (41277)
Aankondigingen − Annonces
VENNOOTSCHAPPEN − SOCIETES
ING (B) Invest, BEVEK naar Belgisch recht – ICBE, Marnixlaan 24, 1000 Brussel Ondernemingsnummer 0466.252.472 De aandeelhouders worden uitgenodigd deel te nemen aan de jaarlijkse algemene vergadering die zal plaatsvinden te 1000 Brussel, Marnixlaan 24, op 7 december 2010, om 15 u. 30 m., en waarop de volgende agenda en voorstellen tot beslissing zullen worden behandeld : 1) Verslag van de raad van bestuur. 2) Verslag van de Commissaris. 3) Goedkeuring van de jaarrekeningen per compartiment. Voorstel tot beslissing : de Vergadering keurt de rekeningen van het per 30 september 2010 afgesloten boekjaar goed per compartiment. 4) Toewijzing van de resultaten per compartiment. Voorstel tot beslissing : de Vergadering aanvaardt het voorstel van de raad van bestuur betreffende de toewijzing van de resultaten van het per 30 september 2010 afgesloten boekjaar per compartiment. 5) Kwijting aan de bestuurders per compartiment. Voorstel tot beslissing : de Vergadering verleent kwijting aan de bestuurders per compartiment. 6) Kwijting aan de Commissaris per compartiment Voorstel tot beslissing : de Vergadering verleent kwijting aan. de Commissaris per compartiment. 7) Statutaire benoemingen. Voorstellen tot beslissingen : de Vergadering beslist : - het mandaat van de heer Odilon De Groote als bestuurder te verlengen, en hem te benoemen als voorzitter van de raad van bestuur, voor één jaar, tot na de Jaarlijkse Algemene Vergadering van 2011; - het mandaat van de naamloze vennootschap ING Investment Management Belgium NV te verlengen voor één jaar, tot na de jaarlijkse algemene vergadering van 2011;
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE - het mandaat van de heer Patrick Vanderwinden te verlengen, als vaste vertegenwoordiger van ING Investment Management Belgium NV, voor één jaar, tot na de jaarlijkse algemene vergadering van 2011; - de heer Paul Van Eynde te benoemen als bestuurder ter vervanging van de heer Piet Van den Hoof, voor één jaar, tot na de jaarlijkse algemene vergadering van 2011; - de heer Alain Williaume te benoemen als vertegenwoordiger van de Revisor Ernst & Young, Bedrijfsrevisoren; de Revisor Ernst & Young zal aldus vertegenwoordigd zijn door Mevr. Christel Weymeersch en de heer Alain Williaume, tot na de jaarlijkse algemene vergadering van 2011. 8) Allerlei. De aandeelhouders van ING (B) Invest die wensen deel te nemen aan de algemene vergadering of die zich willen laten vertegenwoordigen, worden verzocht zich te houden aan de bepalingen van de statuten inzake de neerlegging van aandelen en inzake de vertegenwoordiging. Zij moeten met name het formulier van volmacht gebruiken dat door de raad van bestuur werd vastgesteld. Dit formulier kan worden bekomen op het volgende adres ING IM Belgium - Legal Department Marnixlaan 24, 1000 Brussel (tel. 02-547 20 76). Aandelen en volmachten moeten worden neergelegd in de agentschappen van ING België ten minste zes werkdagen voor de Vergadering. De raad van bestuur van de Bevek. (41278)
71745
- la nomination de M. Paul Van Eynde, à la fonction d’administrateur, pour un an, venant à échéance à l’Assemblée générale ordinaire de 2011, en remplacement de M. Piet Van den Hoof. - la nomination de M. Alain Williaume en tant que représentant de Reviseur Ernst & Young, Reviseur d’Entreprises; le Reviseur Ernst & Young sera donc représenté par Mme Christel Weymeersch et M. Alain Williaume, jusqu’à l’issue de l’assemblée générale ordinaire de 2011. 8) Divers. Les actionnaires de ING (B) Invest qui désirent assister à l’Assemblée générale ou s’y faire représenter sont priés de se conformer aux dispositions des statuts relatives au dépôt d’actions et à la représentation. Ils doivent notamment utiliser le formulaire de procuration arrêté par le Conseil d’administration. Ce formulaire peut être obtenu auprès de ING IM Belgium – Legal Department– avenue Marnix 24, 1000 Bruxelles (tél 02-547 20 76). Le dépôt des actions et des procurations doit être fait auprès des agences de lNG Belgique six jours ouvrables au moins avant l’assemblée. Le Conseil d’Administration de la Sicav. (41278)
Econocom Group SA/NV, naamloze vennootschap, Maatschappelijke zetel : Marcel Thirylaan 81, 1200 Brussel Ondernemingsnummer 0422.646.816
ING (B) Invest, SICAV de droit belge - OPCVM avenue Marnix 24, 1000 Bruxelles Numéro d’entreprise 0466.252.472 Les actionnaires sont invités à assister à l’assemblée générale annuelle qui se tiendra avenue Marnix 24, à 1000 Bruxelles, le 7 décembre 2010, à 15 h 30 m, avec l’ordre du jour et les propositions de décision suivants : 1) Rapport du Conseil d’administration. 2) Rapport du Commissaire. 3) Approbation des comptes annuels par compartiment. Proposition de décision : l’assemblée approuve les comptes de l’exercice clôturé le 30 septembre 2010 par compartiment. 4) Affectation des résultats par compartiment. Proposition de décision : l’assemblée accepte la proposition du Conseil d’administration relative à l’affectation des résultats de l’exercice clôturé le 30 septembre 2010 par compartiment. 5) Décharge aux administrateurs par compartiment. Proposition de décision : l’Assemblée donne décharge aux administrateurs par compartiment. 6) Décharge au Commissaire par compartiment. Proposition de décision : l’Assemblée donne décharge au Commissaire par compartiment. 7) Nominations statutaires. Propositions de décisions : l’assemblée décide : - de renouveler le mandat de M. Odilon De Groote, à la fonction d’administrateur, et la nomination en tant que président du conseil d’administration, pour un an, venant à l’échéance à l’assemblée générale ordinaire de 2011; - de renouveler le mandat de la société anonyme ING Investment Management Belgium SA, à la fonction d’administrateur, pour un an, venant à l’échéance à l’assemblée générale ordinaire de 2011; - de renouveler le mandat de M. Patrick Vanderwinden comme représentant permanent d’ING Investment Management Belgium SA, pour un an, venant à échéance à l’assemblée générale ordinaire de 2011.
Bijzondere algemene vergadering van 20 december 2010 De raad van bestuur nodigt de aandeelhouders uit om deel te nemen aan de bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders die gehouden zal worden op 20 december 2010, om 11 uur, aan de Leuvensesteenweg 510/B80, te 1930 Zaventem, België. Dagorde : 1. Lezing en goedkeuring van de bepalingen inzake controle wijziging zoals bepaald in de financieringsovereenkomsten (Facilities Agreement en Equity Bridge Facility Agreement) die gesloten werden in het kader van de aankoop van de ECS groep, in uitvoering van artikel 556 van het Wetboek van vennootschappen 2. Volmachten Voorstellen van beslissingen 1. Goedkeuring door de algemene vergadering van aandeelhouders van de bepalingen inzake controle wijziging zoals bepaald in de financieringsovereenkomsten die gesloten werden in het kader van de aankoop van de ECS groep en dit in overeenstemming met artikel 556 van het Wetboek van vennootschappen, en meer bepaald (i) de artikelen 8.1 (Change of control) en 24.13 (Change of ownership) van de FACILITIES AGREEMENT gesloten op 6 augustus 2010 tussen Econocom Group SA/NV als ″ Parent″, FORTIS BANK SA/NV en ING BANK NV als ″Bookrunner Mandated Lead Arrangers″, FORTIS BANK SA/NV als ″Agent and Security Agent″ en andere partijen en (ii) van de artikelen 8.1. (Change of control) en 24.12 (Change of ownership) van de EQUITY BRIDGE FACILITY AGREEMENT gesloten op 6 augustus 2010 tussen Econocom Group SA/NV als ″Borrower″, FORTIS BANK SA/NV en ING BANK N.V. als ″Mandated Lead Arrangers″, FORTIS BANK SA/NV als ″Agent and Security Agent″ en andere partijen. 2. Volmachten aan de bestuurders van Econocom Group en aan de advocaten van het kantoor NautaDutilh om de publicatie formaliteiten zoals neergelegd in artikel 556 van het Wetboek van vennootschappen te vervullen. Teneinde de vergadering bij te wonen, worden de aandeelhouders verzocht zich te schikken naar artikel 28 van de statuten. De titels of attesten van onbeschikbaarheid opgesteld door de rekeninghouder dienen ten laatste op 10 december 2010 neergelegd te worden op de zetel van de vennootschap.
71746
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
De aandeelhouders op naam worden verzocht om ten laatste binnen dezelfde termijn, de raad van bestuur bij aangetekend schrijven te verwittigen omtrent hun intentie om aanwezig te zijn op deze vergadering en zij dienen bij deze gelegenheid tevens aan te geven met hoeveel aandelen zij wensen deel te nemen aan de stemming. De aandeelhouders die zich wensen te laten vertegenwoordigen op de vergadering door een lasthebber, dienen eveneens een ondertekende volmacht neer te leggen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap en dit ten laatste op 10 december 2010. De door de raad van bestuur opgestelde volmachtformulieren zijn beschikbaar op de maatschappelijke zetel van de vennootschap of op haar internet site. (41780)
Econocom Group SA/NV, société anonyme, Siège social : avenue Marcel Thiry 81, 1200 Bruxelles
Imroco, burgerlijke vennootschap onder de vorm van een naamloze vennootschap, Brusselsesteenweg 6, 3020 Herent Ondernemingsnummer 0430.632.191 — RPR Leuven De houders van effecten aan worden verzocht zich aan te bieden op de zetel van de vennootschap, vanaf 18 november 2011 tot 10 december 2010, tussen 11 en 17 uur, met coupon nr. 2, teneinde de uitkering van de kapitaalvermindering van 9 juli 2010, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 13 september 2010, onder nummer 10133999, in ontvangst te nemen. (41781)
CBV HOLDING, naamloze vennootschap, Nieuwe Baan, 9, 9160 LOKEREN (EKSAARDE)
Numéro d’entreprise 0422.646.816
Ondernemingsnummer 0476.504.679
Assemblée générale spéciale du 20 décembre 2010
Algemene vergadering ter zetel op 26/11/2010, om 18 uur. Agenda : Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers.
Le conseil d’administration invite les actionnaires à assister à l’assemblée générale spéciale des actionnaires qui se tiendra au siège social (avenue Marcel Thiry 81, 1200 Bruxelles) le 20 décembre 2010, à 11 heures.
(AOPC11005827/18.11)
ETS GER, société anonyme, rue Gomelevay 52A, 4870 NESSONVAUX
Ordre du jour 1. Lecture et approbation des clauses de changement de contrôle figurant dans les accords de financement (Facilities Agreement et Equity Bridge Facility Agreement) conclus dans le cadre de l’acquisition du groupe ECS, en vertu de l’article 556 du Code des sociétés 2. Pouvoirs Proposition de décisions 1. Approbation par l’assemblée générale des actionnaires, conformément à l’article 556 du Code des sociétés, des clauses de changement de contrôle figurant dans les accords de financement conclus dans le cadre de l’acquisition du groupe ECS et, plus particulièrement, (i) des articles 8.1. (Change of control) et 24.13 (Change of ownership) du FACILITIES AGREEMENT conclu le 6 août 2010 entre Econocom Group SA/NV comme ″ Parent″, FORTIS BANK SA/NV et ING BANK NV comme ″Bookrunner Mandated Lead Arrangers″, FORTIS BANK SA/NV comme ″Agent and Security Agent″ et autres parties; et (ii) des articles 8.1. (Change of control) et 24.12 (Change of ownership) du EQUITY BRIDGE FACILITY AGREEMENT conclu le 6 août 2010 entre Econocom Group SA/NV comme ″Borrower″, FORTIS BANK SA/NV et ING BANK N.V. comme ″Mandated Lead Arrangers″, FORTIS BANK SA/NV comme ″Agent and Security Agent″ et autres parties. 2. Pouvoirs aux administrateurs d’Econocom Group et aux avocats du cabinet NautaDutilh pour procéder aux formalités de publicité prévues à l’article 556 du Code des sociétés. Pour pouvoir assister à cette assemblée, les actionnaires sont priés de se conformer aux dispositions de l’article 28 des statuts. Le dépôt de titres ou de l’attestation d’indisponibilité délivrée par l’agent financier les détenant en compte devront parvenir au siège de la société au plus tard le 10 décembre 2010. Les actionnaires nominatifs sont priés d’informer au plus tard à la même date le conseil d’administration par lettre recommandée de leur intention d’assister à cette assemblée et d’indiquer à cette occasion le nombre de titres pour lesquels ils entendent prendre part au vote. Les actionnaires qui souhaitent se faire représenter à l’assemblée générale par un mandataire doivent, en plus des formalités précédentes, déposer au siège social de la société au plus tard le au plus tard le 10 décembre 2010 une procuration signée. Les formules de procuration arrêtées par le conseil d’administration sont disponibles au siège social de la société ou sur son site Internet. (41780)
(41790)
Numéro d’entreprise 0427.215.615 Assemblée ordinaire au siège social le 08/12/2010, à 17 heures. Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers. (AOPC-1-10-05813/18.11)
(41791)
GRASSI, naamloze vennootschap, Koning Albertlaan 60, 9000 GENT Ondernemingsnummer 442.713.740 De aandeelhouders worden uitgenodigd op de bijzondere algemene vergadering die zal gehouden worden op 30 november 2010, om 15 uur, ten maatschappelijke zetel. Agenda : Goedkeuring ontslag vaste vertegenwoordiger rechtspersoon-bestuurder. Goedkeuring benoeming vaste vertegenwoordiger rechtspersoon-bestuurder. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten wat betreft de neerlegging van de aandelen. (AXPC-1-10-05817/18.11)
(41792)
GROUPE S - ALLOCATIONS FAMILIALES, société anonyme, avenue Fonsny 40, 1060 BRUXELLES Numéro d’entreprise 0408.163.033 Réunion de l’assemblée Générale ordinaire du jeudi 2 décembre 2010, à 11 heures, avenue Fonsny, à 1060 Bruxelles Ordre du jour : 1. Approbation du procès-verbal du 24 juin 2010. 2. Situations financières au 31 octobre 2010. 3. Adaptation du budget pour l’exercice 2011. 4. Enveloppe responsabilisation 2010 (contrôle 2009). 5. Point sur les opérations de liquidation de Arenberg KBF en vue de la transmission de l’actif net, à Groupe S – CAF. (AOPC-1-10-05828/18.11)
(41793)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE GROEP S - KINDERBIJSLAG VZW, naamloze vennootschap, Fonsnylaan 40, te 1060 Brussel Ondernemingsnummer 0408.163.033 Algemene vergadering van donderdag 2 december 2010, om 11 uur, Fonsnylaan 40, te 1060 Brussel Dagorde : 1. Goedkeuring van het proces-verbaal van de algemene vergadering op 24 juni 2010. 2. Financiële toestand op 31 oktober 2010. 3. Aanpassing van het budget voor het dienstjaar 2011.
Société Immobilière de Travaux Publics et Privés du Midi, en abrégé : ″Imidi″, société anonyme, rue Royale 326, 1030 BRUXELLES Numéro d’entreprise 0403.330.453 Assemblée ordinaire au siège social le 08/12/2010, à 14 h 30 m. Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Nominations. Divers. (AOPC-1-10-05666/18.11) (41798) Société anonyme TRADING MAINTENANCE ET SERVICE, établie et ayant son siège, à 4432 ANS, rue des Technologies 1 Numéro d’entreprise 0427.539.178
4. Responsabiliseringsenveloppe 2010 (controle 2009). 5. Stand van zaken in de vereffening van Arenberg KBF met het oog op de overheveling van het actief naar Groep S – KBF. (AOPC-1-10-05829/18.11) (41793) MICOMET INTERNATIONAL, société anonyme, avenue Louise 486, 1050 BRUXELLES Numéro d’entreprise 0411.627.616 Assemblée ordinaire au siège social le 02/12/2010, à 11 heures. Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers. (AOPC-1-10-05830/18.11) (41794)
NATUREL, naamloze vennootschap, Rogier Vanderweijdenstraat 41, 1000 BRUSSEL
71747
Chers actionnaires, Nous vous prions de bien vouloir assister, à l’assemblée générale extraordinaire de la SA TRADING MAINTENANCE ET SERVICES qui se tiendra dans les bureaux de l’association d’avocats LOYENS & LOEFF, Woluwe Atrium, rue Neerveld 101-103, à 1200 Bruxelles, le mercredi 15 décembre 2010, à 16 heures. Ordre du jour 1. Approbation des comptes annuels de l’exerice 2009, tels que corrigés 2. Divers. (AXPC-1-10-05825/18.11)
(41799)
Freka naamloze vennootschap Constitutiestraat 90 , 2060 Antwerpen 0440.701.583 RPR Antwerpen
Ondernemingsnummer 422.810.132 De aandeelhouders worden uitgenodigd op de bijzondere algemene vergadering die zal gehouden worden op 30.11.2010, om 17 uur, ten maatschappelijke zetel. Agenda : Goedkeuring ontslag vaste vertegenwoordiger rechtspersoon-bestuurder. Goedkeuring benoeming vaste vertegenwoordiger rechtspersoon-bestuurder. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten wat betreft de neerlegging van de aandelen. (AXPC-1-10-05819/18.11) (41795)
POLYMORF NV, naamloze vennootschap, J. Cardijnstraat 18-20, 9420 ERPE-MERE Ondernemingsnummer 403.844.553 De aandeelhouders worden uitgenodigd op de bijzondere algemene vergadering die zal gehouden worden op 30.11.2010, om 16 uur, ten maatschappelijke zetel. Agenda : Goedkeuring ontslag vaste vertegenwoordiger rechtspersoon-bestuurder. Goedkeuring benoeming vaste vertegenwoordiger rechtspersoon-bestuurder. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten wat betreft de neerlegging van de aandelen. (AXPC-1-10-05818/18.11) (41796) SABLON, société anonyme, avenue Jean Palfijn 98, 1090 BRUXELLES Numéro d’entreprise 0458.749.325
Jaarvergadering op 6/12/2010 om 20 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Kwijting bestuurders. (41774)
Imvopo naamloze vennootschap Ambiorixlei 20 , 2900 Schoten BTW BE 0411.581.985 RPR Antwerpen Jaarvergadering op 11/12/2010 om 10 u. op de zetel. Agenda : Verslag van de raad van bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/ 2010. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. (41775)
Legrand Invest naamloze vennootschap Brugse Steenweg 140 , 8370 Blankenberge 0453.812.124 RPR Brugge Jaarvergadering op 11/12/2010 om 11 uur. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2010. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. Varia. (41776)
Tansens En Casaert naamloze vennootschap Geeststraat 10 , 8540 Deerlijk 0446.051.530 RPR Kortrijk
Assemblée ordinaire au siège social le 28/11/2010, à 15 heures. Ordre du jour : Rapport du C.A.. Approbation comptes annuels au 30/6/2010. Affectation résultats. Décharge administrateurs. Divers. (AOPC-1-10-05816/18.11) (41797)
Buitengewone algemene vergadering op 17 december 2010, om 10 uur, op de zetel. Dagorde : Tussenkomst van de vennoten. Rondvraag. (41777)
71748
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Tasso naamloze vennootschap Ernest Van Dijckkaai 37 , 2000 Antwerpen 0865.475.075 RPR Antwerpen
Jaarvergadering op 10/12/2010 om 15.00 u. op de zetel. Agenda : Goedkeuring jaarrekening per 30/06/2010. Bestemming resultaat. Kwijting bestuurders. (41778)
Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen Actes judiciaires et extraits de jugements
Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil
Vervatrans naamloze vennootschap Neder Mosscher 17 , 8500 Kortrijk 0432.963.260 RPR Kortrijk
Jaarvergadering op 11/12/2010 om 14 u. op de zetel. Agenda : Verslag Raad van Bestuur. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. (Her)benoeming. Kwijting bestuurders. Varia. (41779)
Openbare Besturen en Technisch Onderwijs Administrations publiques et Enseignement technique
Aanstelling voorlopig bewindvoerder Désignation d’administrateur provisoire
Vredegerecht van het vijfde kanton Antwerpen
Bij vonnis van de vrederechter van het vredegerecht Antwerpen-5, verleend op 22 oktober 2010, werd Mevr. De Bock, Simonne, geboren te Antwerpen op 16 september 1924, wonende te 2050 Antwerpen, A. Van Cauwelaertlaan 53, doch verblijvende in het WZC De Regenboog, te 2070 Zwijndrecht, Regenbooglaan 14, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder, haar zoon : de heer Matthynssens, Hugo, geboren te Wilrijk op 6 december 1952, wonende te 2070 Zwijndrecht, Neerboek 98. Antwerpen, 8 november 2010.
OPENSTAANDE BETREKKINGEN − PLACES VACANTES
Gemeente Putte
Het college van burgemeester en schepenen maakt bekend dat het gemeentebestuur van Putte volgende contractuele functie te begeven verklaard (wervingsreserve 2 jaar) : Administratief medewerker (C1-C3) (38 uren/week) De administratief medewerker ondersteunt de dienst patrimonium, economaat, logistiek en noodplanning. Hij/zij neemt verscheidene administratieve taken op zich zoals het beheer van stock, opstellen van documenten,... Hij/zij rapporteert aan de ingenieur die de leiding heeft van deze dienst.
De griffier, (get.) Christiaensen, Inez. (73470)
Vredegerecht van het kanton Beringen
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Beringen, verleend op 3 november 2010, werd Mevr. Ceustermans, Maria, geboren te Vorst op 14 mei 1926, wonende te 3980 Tessenderlo, Solveld 32, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mevr. Wellens, Leen, advocaat, met kantoor te 3971 Leopoldsburg, Beringsesteenweg 51. Beringen, 3 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Martine Goris. (73471)
De kandida(a)t(e) moet houder zijn van een diploma van het hoger secundair onderwijs of gelijkwaardig. Bovendien moet hij/zij slagen in een aanwervingsexamen. Vredegerecht van het kanton Geel Wij bieden een maandelijks bruto startersloon van 1.677,83 euro (huidig geïndexeerd bedrag) en voordelen zoals maaltijdcheques, fietsvergoeding, glijdende werktijden en een hospitalisatieverzekering. Kandidaturen dienen aangetekend, tegen ontvangstbewijs, per e-mail en gericht aan het college van burgemeester en schepenen, uiterlijk toe te komen op 24 november 2010, samen met een afschrift van het gevraagde diploma, bewijs van goed zedelijk gedrag en een curriculum vitae. Bijkomende informatie kan bekomen worden op de personeelsdienst, Gemeenteplein 1, te 2580 Putte, tel. : 015-76 78 84, e-mail :
[email protected] (41279)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Geel, verleend op 28 oktober 2010, werd Goudar, Steven, geboren te Merksem op 1 oktober 1992, wonende te 2440 Geel (MPI-Oosterlo), Eindhoutseweg 25, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Branders, Guy, advocaat, kantoorhoudende 2440 Geel, Djepstraat 8. Geel, 5 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de hoodgriffier, (get.) Karel Thys. (73472)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Vredegerecht van het eerste kanton Gent
71749
Gezien het verzoekschrift neergelegd ter griffie, d.d. 9 maart 2010. Maaseik, 8 november 2010.
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, verleend op 28 oktober 2010, werd Maes, Maria, geboren te Turnhout op 6 juni 1930, wonende te 9070 Destelbergen, Succalaan 1, verblijvende te 9000 Gent, AZ Jan Palfijn, Henri Dunantlaan 5, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Maes, Sophie, wonende te 1560 Hoeilaart, Groenendaalsesteenweg 60/010. Gent, 5 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Filip Ockers. (73473)
Vredegerecht van het vijfde kanton Gent
De griffier, (get.) Myrjam Heymans. (73477)
Beschikking, d.d. 29 oktober 2010, van het vredegerecht Maaseik, verklaart Francesco Laiosa, geboren te Mazingarbe op 22 december 1961, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Mulheim 3/A, niet in staat om zelf zijn goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Rose Marie Laiosa, huisvrouw, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Mulheim 3. Gezien het verzoekschrift neergelegd ter griffie, d.d. 3 september 2010.
Bij vonnis van de vrederechter van het vredegerecht Gent-5, verleend op 5 november 2010, werd beslist dat Wilfried Buyck, geboren op 20 april 1938 te Gent, wonende te 9041 Oostakker (Gent), Groenvinkstraat (Res. Militza) 2/0203, doch verblijvend in het Woon- en Zorgcentrum Kouterhof, te 9070 Destelbergen, Kouterlaan 21, niet in staat is zelf zijn goederen te beheren en voegt hem toe als voorlopige bewindvoerder : Seghers, Jan, advocaat, met kantoor te 9000 Gent, Kouter 7A-1 (Kouterhof).
Maaseik, 8 november 2010. De griffier, (get.) Myrjam Heymans. (73478)
Vredegerecht van het kanton Ninove
Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) De Mil, Ina. (73474)
Vredegerecht van het kanton Genk
Vonnis, d.d. 8 november 2010, verklaart Schraenen, Marcelle Catherina, geboren te Genk op 30 oktober 1927, gedomicilieerd in het rusthuis Herfstvreugde, te 3600 Genk, Schaapsdries 2, niet in staat zelf haar goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Bronckers, Marc Lodewijk Maria, bediende, wonende te 3600 Genk, Herentstraat 139. Genk, 8 november 2010.
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Ninove, verleend op 4 november 2010, werd Redant, Hilde Maria Francina Augusta, geboren te Liedekerke op 23 december 1933, wonende en verblijvende in het rustoord WZC « Wilgendries », te 9404 Ninove (Aspelare), Plekkerstraat 1, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Pernet, Francis, geboren te Asse op 24 oktober 1961, bediende, wonende te 1741 Ternat, Polleringestraat 47. Ninove, 8 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Volckaert, Annick. (73479)
De hoofdgriffier, (get.) Lode Thijs. (73475)
Vredegerecht van het kanton Ieper-I
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Ieper-I, verleend op 28 oktober 2010, werd de heer Donck, Gabriel, geboren te Boezinge op 27 juni 1927, wonende te 8904 Ieper, Ravestraat 1, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegewezen als voorlopige bewindvoerder : de heer Donck, Patrick, wonende te 2300 Turnhout, Pater Voordeckersstraat 19 (dossiernr. 10A768). Ieper, 28 oktober 2010.
Bij vonnis van de plaatsvervangend vrederechter Mevr. Rita Everaet, van het kanton Ninove, verleend op 21 oktober 2010, werd Bauwens, Erna, geboren te Ninove op 15 mei 1955, wonende te 9404 Ninove (Aspelare), Cyriel Prieelstraat 134, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Goessens, Peggy, geboren te Ninove op 18 april 1977, arbeidster, wonende te 9540 Haaltert, Ninovestraat 12. Ninove, 5 november 2010. Voor eensluidend uittreksl : de griffier, (get.) Volckaert, Annick. (73480)
De hoodgriffier, (get.) Wilfried Van Engelandt. (73476)
Vredegerecht van het kanton Maaseik
Beschikking, d.d. 29 oktober 2010, van het vredegerecht Maaseik, verklaart Bianca Bosmans, geboren te Bree op 22 februari 1980, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Watermolenstraat 1/1, niet in staat om zelf haar goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Dirk Arits, advocaat, wonende te 3650 Dilse-Stokkem, Borreshoefstraat 42.
Bij vonnis verleend door de vrederechter van het kanton Ninove op 4 november 2010, werd Jeannette Medorina Bombeke, geboren te Outer op 18 januari 1922, wonende en verblijvende in het rustoord WZC « Klateringen », Centrumlaan 173, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en werd haar toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Ben Roggeman, advocaat te 9400 Ninove, Koepoortstraat 11. Ninove, 5 november 2010. De hoofdgriffier, (get.) Sabine Poelaert. (73481)
71750
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Vredegerecht van het eerste kanton Schaarbeek
déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Philippe Gevaert, domicilié à 7080 Frameries, rue Sainte-Caroline 21.
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Schaarbeek, verleend, werd de genaamde Prime, Germaine, geboren te Rennes (Frankrijk) op 22 juni 1926, wonende in het rusthuis Masui, te 1030 Schaarbeek, Masuisstraat 135, onbekwaam verklaard om zijn goederen te beheren en van een voorlopig bewindvoerder voorzien zijnde : Derveaux, Dominique, advocaat, het kabinet is gevestigd te 1050 Elsene, Louisalaan 50. Voor eensluidend afschrift : de afgevaardigd griffier, (get.) Michaël Schippefilt. (73482)
Vredegerecht van het kanton Zandhoven
Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zandhoven, uitgesproken op 8 november 2010, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neergelegd op 26 oktober 2010, werd Catharina Maria Elisabeth Geboers, van Belgische nationaliteit, weduwe, geboren te Lommel op 23 juni 1932, wonende en verblijvende in WZC Joostens, te 2980 Zoersel, Kapellei 133, als voorlopige bewindvoerder toegevoegd : Mr. John Elbers, advocaat aan de balie te Antwerpen, met kantoor te 2000 Antwerpen, Britselei 28, bus 2. Zandhoven, 8 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Willy Van Thielen. (73483)
Vredegerecht van het kanton Zottegem-Herzele, zetel Zottegem
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Hélène Doyen. (73486)
Suite à la requête déposée le 14 octobre 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Boussu, rendue le 21 octobre 2010, Mme Alice van Sinoy, née à Asquillies le 18 février 1936, domiciliée à 7080 Frameries, rue Sainte-Caroline 21, mais se trouvant actuellement à 7390 Quaregnon, Résidence Maranatha, rue E. Vandervelde 257, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Philippe Gevaert, domicilié à 7080 Frameries, rue Sainte-Caroline 21. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Hélène Doyen. (73487)
Suite à la requête déposée le 19 octobre 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Boussu, rendue le 28 octobre 2010, Mme Aline Fortunée Pottiez, né à Mainvault le 24 mars 1924, domiciliée à 7301 Boussu (Hornu), Résidence « Les Glycines », rue Clarisse 35, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Jean-Michel Pottiez, domicilié à 7050 Jurbise, route d’Ath 297/5. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Hélène Doyen. (73488)
Vonnis, d.d. 21 oktober 2010, verklaart Van Damme, Ingrid, geboren te Hillegem op 13 mei 1954, wonende te 9620 Zottegem, De Pauwstraat 5/4, niet in staat zelf haar goederen te beheren en voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Van Den Berge, Hugo, wonende te 9860 Oosterzele, Sint-Kristoffelstraat 8B.
Justice de paix du canton de Fléron
Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 30 september 2010. Zottegem, 4 november 2010. De griffier, (get.) Nancy Geerts. (73484)
Justice de paix du canton d’Auderghem
Suite à la requête déposée le 8 octobre 2010, par ordonnance du juge de paix du canton d’Auderghem, rendue le 29 octobre 2010, Mme Irène Ghysbrecht, domiciliée à 1160 Auderghem, avenue Gabriel Emile Lebon 111, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Philippe Declercq, avocat à 1050 Bruxelles, avenue Louise 89. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Pierre-Philippe Lepers. (73485)
Justice de paix du canton de Boussu
Suite à la requête déposée le 14 octobre 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Boussu, rendue le 21 octobre 2010, M. Jean Gevaert, né à Frameries le 27 septembre 1935, domicilié à 7080 Frameries, rue Sainte-Caroline 21, mais se trouvant actuellement à 7390 Quaregnon, Résidence Maranatha, rue E. Vandervelde 21, a été
Suite à la requête déposée le 11 octobre 2010 par ordonnance du juge de paix du canton de Fléron, rendue le 27 octobre 2010, M. Flamant, Joseph, né à Forest le 21 octobre 1924, pensionné, domicilié à 4053 Chaudfontaine, « Aux Hirondelles », voie de l’Ardenne 77, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Jacquemotte, Marc, avocat, dont le cabinet est établi à 4620 Fléron, avenue des Martyrs 302/2. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Joseph Leruth. (73489)
Justice de paix du canton de Huy II-Hannut, siège de Huy
Conformément aux dispositions de la loi du 18 juillet 1991, par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Huy II-Hannut, siège de Huy, rendue le 28 octobre 2010, Me Céline Vanheeswyck, avocat à 4500 Huy, rue Delloye Mathieu 4, a été désignée en qualité d’administrateur provisoire des biens de Mme Renée Marie Ghislaine Peeters, née à Villers-le-Bouillet le 11 octobre 1924, domiciliée au home du Mont Falise, à 4500 Huy, chaussée de Waremme 139, incapable de gérer ses biens. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Dizier, Philippe. (73490)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Justice de paix du canton de Jette
71751
Justice de paix du second canton de Mons
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jette, en date du 22 octobre 2010 suite à la requête déposée le 12 octobre 2010, la nommée Malherbe, Gilberte, née le 15 décembre 1919, domiciliée à 1000 Bruxelles, square Sainctelette 5, mais résidant à 1090 Jette, rue Léopold Ier 314, Magnolia, a été déclarée incapable de gérer ses biens et pourvue d’un administrateur provisoire étant Me Sandrine Valvekens, avocat à 1050 Ixelles, rue de Livourne 45. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Hubrich, Veronica. (73491)
Suite à la requête déposée le 6 octobre 2010, par ordonnance du juge de paix du second canton de Mons, rendue en chambre du conseil le 29 octobre 2010, (AP 53/10) M. Baudrin, Michel Marius Octave, né le 8 juin 1949 à Jemappes, domicilié à 7032 Mons, rue du Moulin de Spiennes 17, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. l’avocat Lesuisse, Olivier, dont le cabinet est sis à 7000 Mons, Croix Place 7. Mons, le 5 novembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Claude Collet. (73496)
Tribunal de première instance de Liège
Selon jugement prononcé en date du 8 octobre 2010 par le tribunal de première instance de Liège (R.Q. 10/1297/B), Me Tanguy Kelecom, avocat dont le cabinet est établi à 4000 Liège, En Féronstrée 23, bte 4e, a été désigné en qualité de tuteur et Me Marielle Gillis, avocat, juge suppléant au tribunal, dont le cabinet est établi à 4000 Liège, rue SainteVéronique 20, en qualité de subrogée-tutrice de M. Willems, Salvatore, née à Liège le 11 juillet 1992 et domicilié rue Billy 8, à 4030 Grivegnée. Liège, le 16 septembre 2010. (Signé) Tanguy Kelecom, avocat. (73492)
Justice de paix du premier canton de Namur
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 4 novembre 2010 (RG. n° 10A2584), Moreau, Charles, né à Ciney le 23 décembre 1927, domicilié à 5590 Ciney, rue Baltazar 96, et résidant à 5020 Namur (Vedrin), home « Les 7 Voyes », rue des 7 Voyes 9, a été déclaré hors d’état de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, à savoir : Mme Cindy Willemme, domiciliée à 5020 Daussoulx, rue de l’Echangeur 66. Namur, le 5 novembre 2010.
Justice de paix du canton de Liège IV
Suite à la requête déposée le 15 octobre 2010, par décision du juge de paix du canton de Liège IV, rendue le 27 octobre 2010, Mme Demazy, Jeanne Marie Louise Renée, née à Bas-Oha le 16 juillet 1962, domiciliée à 4500 Huy, avenue Reine Astrid 63, résidant à 4000 Liège, Domaine du Sart-Tilman, soins intensifs, Tour-1A, chambre 24, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Lacroix, Mary, domiciliée à 4500 Huy, place Jules Boland 5. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Frankinet, Régine. (73493)
Justice de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean
Suite à la requête déposée le 11 octobre 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, rendue le 22 octobre 2010, Mme Frederickx, Liliane, née à Bruxelles le 19 avril 1937, domiciliée à 1080 Molenbeek-Saint-Jean, rue Vandernoot 29, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Me Quackels, François, avocat, dont le cabinet est établi à 1050 Ixelles, avenue Franklin Roosevelt 143, bte 21. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Martine Rimaux. (73494)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Rulot, Véronique. (73497)
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 5 novembre 2010 (RG. n° 10A2546), Lefebvre, Jean-Jacques, né à Namur le 26 octobre 1943, domicilié à 5300 Andenne, rue des Echavées 34, et résidant à Namur, avenue Albert Ier 185, « C.H.R. », a été déclaré hors d’état de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Isabelle, Bilquin, avocat, dont le cabinet est établi à 5000 Namur, rue Lucien Namêche 19. Namur, le 5 novembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Capelle, Angélique. (73498)
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 5 novembre 2010 (RG. n° 5528/2010), Straus, Sara, née à Saint-Marc le 1er juin 1964, domiciliée à 5000 Namur, rue d’Arquet 62/000B, été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Linotte, Caroline, dont le cabinet est établi à 5030 Gembloux, rue des Volontaires 6A. Namur, le 8 novembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Rulot, Véronique. (73499)
Justice de paix du premier canton de Mons
Suite à la requête déposée le 9 septembre 2010, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Mons rendue le 22 octobre 2010, Mme Paula Van Coppenolle, née à Pâturages le 28 septembre 1920, domiciliée à 7020 Mons, Résidence du Soleil 39, résidant à la résidence « Les Jonquilles », route d’Obourg 37, à 7000 Mons, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Jacqueline Marie-José Léona Flament, sans profession, domiciliée à 7020 Mons, rue Vilain XIV 16. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Chatelle, Christian. (73495)
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 4 novembre 2010 (RG. n° 10A2586), Berti, Fortunato, né à Rosa Vincenza (Italie) le 3 juin 1923, domicilié et résidant à 5000 Namur (Beez), impasse du Pont 5, été déclaré hors d’état de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, à savoir : M. Fabio Berti, domicilié à 5100 Jambes, rue d’Enhaive 55, bte 042. Namur, le 5 novembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Rulot, Véronique. (73500)
71752
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 5 novembre 2010 (RG. n° 10A2455), Capel, Claudine, née le 21 mars 1937, domiciliée à 1490 Court-Saint-Etienne, rue de Sart 54, et résidant à Saint-Servais, rue de Bricgniot 205, « Hôpital du Beau Vallon », a été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Sophie Pierret, avocat, dont le cabinet est établi à 5002 Saint-Servais, rue du Beau Vallon 128. Namur, le 5 novembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Capelle, Angélique. (73501)
Justice de paix du canton d’Uccle
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle en date du 5 novembre 2010, en suite de l’inscription d’office le 5 novembre 2010, M. Mahmoud Houha, né à Marseille (France) le 26 juillet 1986, domicilié à 1210 Saint-Josse-ten-Noode, rue du Moulin 194, hospitalisé à la clinique Fond’Roy, à 1180 Uccle, avenue Jacques Pastur 43, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Me Nedergedaelt, Patrick, avocat, dont le cabinet est sis à 1180 Uccle, avenue Coghen 244/19. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pascal Goies. (73506)
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 5 novembre 2010 (RG. n° 10A2583), Mattart, Samuel, né à Namur le 16 février 1988, domicilié à 5100 Namur (Jambes), Comognes de Jambes 123/46, et résidant à Namur, avenue Albert Ier 185, « C.H.R. », a été déclaré hors d’état de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Anne-Cécile Eloin, avocat, dont le cabinet est établi à 5336 Courrière, rue du Fays 43. Namur, le 5 novembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Capelle, Angélique. (73502)
Par ordonnance du juge de paix du premier canton de Namur, prononcée en date du 5 novembre 2010 (RG. n° 10A2431), Rosoux, Jacqueline, née à Assesse le 3 novembre 1948, domiciliée à 5590 Ciney, rue de Biron 57, et résidant à Saint-Servais, rue de Bricgniot 205, « Hôpital du Beau Vallon », a été déclarée hors d’état de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir : Me Christine Paermentier, avocat, dont le cabinet est établi à 5020 Malonne, rue de Curnolo 80.
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle en date du 29 octobre 2010, en suite de la requête déposée le 20 octobre 2010, Mme Sandrine Blanche Georgine Ghislaine Likin, née à Namur le 9 décembre 1978, domiciliée à 5060 Sambreville, rue du Collège 26/2, hospitalisée à la Ramée, à 1180 Uccle, avenue de Boetendael 34, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Me Willems, Dominique, avocate, dont le cabinet est sis à 1150 Woluwe-Saint-Pierre, rue François Gay 275. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pascal Goies. (73507)
Justice de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre
Namur, le 5 novembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Capelle, Angélique. (73503)
Justice de paix du canton de Nivelles
Suite à la requête déposée le 13 octobre 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Nivelles rendue le 25 octobre 2010, Mme Paulette Julienne Elvire Ghislaine Renard, née à Yvoir le 10 octobre 1928, domiciliée à 1400 Nivelles, chaussée de Braine-le-Comte 94/0bis, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Martine Isabelle Magis, née à Yvoir le 5 mars 1954, domiciliée à 1150 Woluwe-Saint-Pierre, avenue Xavier Henrard 11.
Par ordonnance rendue le 4 novembre 2010, rep. 5780/2010, par le juge de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre, le nommé Praet, Raymond, né à Bruxelles (district 2) le 15 mai 1929, domicilié à la résidence « Le Val Duchesse », à 1150 Woluwe-Saint-Pierre, avenue Jules César 11, et résidant à la résidence « Madou », à 1160 Auderghem, avenue Hector Gobert 13, a été déclaré inapte à gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Mme Praet, Josiane, domiciliée à 1932 Zaventem, Molenstraat 10. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Sonia Van Eyck. (73508)
Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind
Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Anne-Marie Farin. (73504)
Justice de paix du second canton de Tournai
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai rendue le 3 novembre 2010, Artisien, Raymond, né à Jollain-Merlin le 21 juin 1938, domicilié à 7540 Kain (Tournai), rue d’Ormont 12, résidant au CHWAPI, site Union, chambre 251, à 7500 Tournai, boulevard Lalaing 39, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Pochart, Jean-Philippe, avocat, dont les bureaux sont établis à 7500 Tournai, rue Childéric 47. Pour extrait conforme : le greffier assumé, (signé) Yan Beghain. (73505)
Vredegerecht van het eerste kanton Aalst
Beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Aalst, verleend op 2 november 2010, werd een einde gesteld aan de opdracht van Mr. Pennewaert, Anne-Marie, advocaat te 9420 Erpe-Mere, Oudenaardsesteenweg 251, aangewezen als voorlopig bewindvoerder bij vonnis, verleend door de vrederechter van het eerste kanton Aalst, op 7 oktober 2008, over Moerenhout, Roger, geboren te Lede op 17 juli 1938, laatst wonende te 9420 Erpe-Mere, Steenstraat 13, ingevolge het overlijden van Moerenhout, Roger, op 21 oktober 2010. Aalst, 4 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Luc Renneboog. (73509)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Vredegerecht van het kanton Boom
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Boom, verleend op 5 november 2010, werd Cuyckens, Walter, geboren te Niel op 9 mei 1955, wonende te 2627 Schelle, Consciencestraat 41, aangewezen bij vonnis, verleend door de vrederechter van het kanton Boom, op 19 oktober 2010 (rolnr. 10A848 - Rep.V. 2128/2010), tot voorlopig bewindvoerder over Cuyckens, Ludovicus, geboren te Opdorp op 28 augustus 1915, laatst wonende te 2627 Schelle, Steenwinkelstraat 90, met ingang van 30 oktober 2010 ontslagen van zijn opdracht aangezien de beschermde persoon overleden is op voormelde datum. Boom, 5 november 2010. De griffier, (get.) Schippers, Chantal. (73510)
Vredegerecht van het kanton Brasschaat
Bij beslissing van de vrederechter van het kanton Brasschaat, verleend op 5 november 2010, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind van Mr. Huygaerts, Manuël, advocaat, wonende te 2360 OudTurnhout, Dorp 8, over de goederen van Haverhoek, Kris, geboren te Ninove op 16 februari 1975, wonende te 2960 Brecht, Canadalaan 29, gezien de beschermde persoon Haverhoek, Kris, voornoemd, opnieuw bekwaam is zijn goederen te beheren. Brasschaat, 5 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.) Patrick Beyens. (73511)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Brasschaat, verleend op 5 november 2010, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind van de heer Smits, Ludo, wonende te 2900 Schoten, Brechtsebaan 742A, over de goederen van wijlen Smits, Lodewijk, geboren te Schoten op 11 juni 1922, wonende te 2900 Schoten, Brechtsebaan 742, en verblijvende in Home Salve, Rustoordlei 75, te 2930 Brasschaat, en overleden op 20 oktober 2010. Brasschaat, 5 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.) Patrick Beyens. (73512)
Beschikking van de vrederechter van het kanton Diest, d.d. 28 oktober 2010, verklaren Mr. Van Attenhoven, Koen, advocaat, met kantoor te 3270 Scherpenheuvel-Zichem, Kloosterstraat 26, aangewezen bij beschikking, verleend door de vrederechter van het kanton Diest, op 29 juli 2009 (A.R. nr. : 09A703 - Rep.R. nr. : 1960/2009), tot voorlopig bewindvoerder over Mevr. Boffin, Julia Maria, geboren te Halen op 5 september 1924, gedomicilieerd te 3545 Halen, Koffiestraat 3, verblijvende in het rusthuis Hof ter Heyde, te 3460 Bekkevoort, Oude Leuvensebaan 97, en overleden te Bekkevoort op 16 september 2010 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2009, bl. 52874, en onder nr. 69147), ontslagen van zijn opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Diest, 4 november 2010. De griffier, (get.) Arnold Colla.
71753
rusthuis O.-L.-V.-Ster der Zee, te 3270 Scherpenheuvel-Zichem, Rozenstraat 17, en overleden te Diest op 9 september 2010 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 juni 2010, bl. 36416, en onder nr. 67100), ontslagen van zijn opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Diest, 4 november 2010. De griffier, (get.) Arnold Colla. (73514)
Beschikking van de vrederechter van het kanton Diest, d.d. 28 oktober 2010, verklaren Mevr. Rozowski, Christina, wonende te 3271 Scherpenheuvel-Zichem, steenweg Diest 27, aangewezen bij beschikking, verleend door de vrederechter van het kanton Diest, op 10 september 2001 (R.V. nr. : 01B107 - Rep.R. nr. : 1882/2001), tot voorlopig bewindvoerder over haar moeder, Mevr. Lawnik, Helena, geboren te Tuliszkow (Polen) op 20 april 1925, gedomicilieerd en verblijvende te 3271 Scherpenheuvel-Zichem, steenweg Diest 27, en overleden te Scherpenheuvel-Zichem op 27 augustus 2010 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 september 2001, bl. 31618, en onder nr. 66376), ontslagen van haar opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Diest, 3 november 2010. De griffier, (get.) Arnold Colla. (73515)
Vredegerecht van het eerste kanton Gent
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, verleend op 8 november 2010, werd Bravo, Philippe, wonende te 1730 Asse, Muurveld 3, aangesteld als voorlopig bewindvoerder bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, op 23 januari 2008, over de goederen van Alzado, Henriette, geboren te Terneuzen (Nederland) op 26 oktober 1913, laatst wonende te 9000 Gent, R.V.T. Home Claire, Wolterslaan 60, ontlast van zijn ambt als voorlopig bewindvoerder ingevolge het overlijden van Alzado, Henriete. Gent, 8 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Parijs, Nadine. (73516)
Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, verleend op 4 november 2010, werd een einde gesteld aan de opdracht, gegeven aan de voorlopige bewindvoerder, Mr. Verstringhe, Annick, advocaat met kantoor te 9000 Gent, Monterreystraat 16, over het beheer van de goederen van Vermeulen, Martin, geboren te Gent op 16 augustus 1955, wonende te 8301 Knokke-Heist, Zeedijk 64, appartement 24, daar hij opnieuw in staat verklaard werd zelf zijn goederen te beheren. Gent, 4 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van Parijs, Nadine. (73517)
Vredegerecht van het derde kanton Gent (73513)
Beschikking van de vrederechter van het kanton Diest, d.d. 28 oktober 2010, verklaren Mr. Van Attenhoven, Koen, advocaat, met kantoor te 3270 Scherpenheuvel-Zichem, Kloosterstraat 26, aangewezen bij beschikking, verleend door de vrederechter van het kanton Diest, op 26 mei 2010 (A.R. nr. : 10A598 - Rep.R. nr. : 1550/2010), tot voorlopig bewindvoerder over de heer Bouvin, Gustaaf Henri, geboren te Neerlinter op 19 april 1930, gedomicilieerd en verblijvende in het
Bij beschikking van de vrederechter van het derde kanton Gent, verleend op 28 oktober 2010, werd Verkouille, Martine, wonende te 9050 Gentbrugge, Jules Van Biesbroeckstraat 132, ontslagen van haar opdracht als voorlopige bewindvoerder over Turkelboom, Eric René Jozef, geboren te Gent op 3 maart 1951, wonende te 9032 Wondelgem, Vroonstalledries 22, overleden te Gent op 17 april 2010. Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) C. Degraeve. (73518)
71754
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Vredegerecht van het kanton Maaseik
Zelzate, 5 november 2010. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Lietanie, Katelijne. (73522)
Beschikking, d.d. 27 oktober 2010, van het vredegerecht van Maaseik : verklaart Arits, Dirk, advocaat, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Borreshoefstraat 42, aangewezen bij vonnis, verleend door de vrederechter, op 10 september 2008 (rolnummer 08A589 - Rep.R. 1586/2008), tot voorlopige bewindvoerder over Wahhabi, Mimoun, geboren te Douar Bni Mahfoud op 16 januari 1968, wonende te 3650 DilsenStokkem, Europalaan 143 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 september 2008, bl. 49539, en onder nr. 70352), met ingang van 27 oktober 2010 ontslagen van de opdracht; verklaart Wahhabi, Mimoun, geboren te Douar Bni Mahfoud op 16 januari 1968, wonende te 3650 Dilsen-Stokkem, Europalaan 143, opnieuw in staat zelf zijn goederen te beheren vanaf 27 oktober 2010, zodat het vonnis, verleend door de vrederechter, op 10 september 2008 (Rep.nr. 1589/2008), en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 september 2008, bl. 49539, en onder nr. 70352, ophoudt uitwerking te hebben. Maaseik, 8 november 2010. De griffier, (get.) Myrjam Heymans.
Justice de paix du canton de Braine-l’Alleud
En vertu d’une ordonnance du juge de paix du canton de Braine-l’Alleud, rendue le 5 novembre 2010, constatons qu’actuellement Mme Jeannine Nisol, de nationalité belge, née à Dour le 2 mai 1933, domiciliée à 1420 Braine-l’Alleud, rue des Mésanges Bleues 18/0007, est capable d’assurer seule la gestion de ses biens, en conséquence, mettons fin à la mesuren de protection et à la mission d’administrateur provisoire de biens confiée, par ordonnance de M. le juge de paix du second canton de Wavre, du 6 janvier 2010, à M. Adelson Dubuisson, de nationalité belge, né à Dour le 27 octobre 1929, domicilié à 1420 Braine-l’Alleud, rue des Mésanges Bleues 18/0007, concernant Mme Jeannine Nisol, de nationalité belge, née à Dour le 2 mai 1933, domiciliée à 1420 Braine-l’Alleud, rue des Mésanges Bleues 18/0007.
(73519)
Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Maïder Parise. (73523)
Bij beschikking, d.d. 4 november 2010, van de vrederechter van het kanton Meise werd een einde gesteld aan het mandaat van Mevr. Van de Zavel, Patricia Marina Henrica, bediende, wonende te 1982 Elewijt, Nieuwlandstraat 14, als voorlopig bewindvoerder over Mevr. Maria Dubois, geboren te Neerharen op 7 juli 1918, verblijvende te 1860 Meise, Residentie Oase, Kapellelaan 295, met ingang van 31 oktober 2010.
En vertu d’une ordonnance du juge de paix du canton de Braine-l’Alleud, rendue le 5 novembre 2010, constatons qu’actuellement M. Alain Hardenne, de nationalité belge, né à Charleroi le 13 septembre 1961, domicilié à 1410 Waterloo, chaussée de Bruxelles 263/1, est capable d’assurer seul la gestion de ses biens, en conséquence, mettons fin à la mesure de protection et à la mission d’administrateur provisoire de biens confiée, par ordonnance du 13 décembre 2007, à M. Albert Joseph Hardenne, de nationalité belge, né à Montignies-sur-Sambre le 6 juillet 1941, domicilié à 1420 Brainel’Alleud, avenue de Vaudemont 17, concernant M. Alain Hardenne, de nationalité belge, né à Charleroi le 13 septembre 1961, domicilié à 1410 Waterloo, chaussée de Bruxelles 263/1.
Vredegerecht van het kanton Meise
Deze werd ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is op 31 oktober 2010. De hoofdgriffier, (get.) Lieve Peeters. (73520)
Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Maïder Parise. (73524)
Vredegerecht van het kanton Willebroek Justice de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Willebroek, verleend op 5 november 2010, werd Braet, Julienne, wonende te 2830 Willebroek, Oostdijk 102, aangesteld bij beschikking, verleend door de vrederechter van het eerste kanton Willebroek, op 14 september 2010 (rolnummer 10A683 - Rep.R. 1825/2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 september 2010, bl. 58966, en onder nummer 71125), in hoedanigheid van voorlopige bewindvoerder over Braet, Leon Désiré, in leven wonende te 2830 Willebroek, Bezelaerstraat 76, geboren te Willebroek op 23 maart 1919, met ingang van 23 oktober 2010 ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Willebroek, 5 november 2010. De griffier, (get.) Borgonie, Mike.
Suite à la requête déposée le 9 décembre 2009, par ordonnance du juge de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean, rendue le 4 novembre 2010, il a été mis fin à la mesure d’administration provisoire à l’égard de Mme Marchand, Christine, née à Bruxelles le 22 octobre 1983, domiciliée à Saint-Gilles, chaussée de Charleroi 236, et ce, à partir du 1er janvier 2011, à l’exception du compte d’épargne n° 035-5673781-01, que Me Six, Anne, avocate, dont le cabinet est établi à 1080 Bruxelles, rue des Houilleurs 2, continuera à gérer. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Martine Rimaux. (73525)
(73521) Justice de paix du canton de Nivelles Vredegerecht van het kanton Zelzate
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Zelzate, verleend op 4 november 2010, verklaart Van Roeyen, Raf, advocaat te 9120 Beveren, Grote Markt 34b, aangewezen bij beschikking, verleend door de vrederechter van het kanton Zelzate, op 29 januari 2003 (rolnummer 03B12, rep. 201/2003), tot voorlopig bewindvoerder over Van den Eede, Jozef, geboren te Malderen op 24 januari 1937, wonende te 1840 Londerzeel, Boeksheide 46, verblijvende te 9060 Zelzate, Suikerkaai 81, met ingang van 3 februari 2009 ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is.
Suite à la requête déposée le 18 octobre 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Nivelles, rendue le 4 novembre 2010, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 30 juin 2010, et publiée au Moniteur belge du 19 juillet 2010, à l’égard de Mme Busquin, Françoise Pauline, née le 30 janvier 1940, domiciliée à 1400 Nivelles, avenue du Centenaire 59, bte 19, cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Valérie Tollenaere, avocat à 1300 Wavre, rue de Bruxelles 37. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Anne-Marie Farin. (73526)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Justice de paix du canton de Tournai
71755
Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder Vredegerecht van het kanton Beringen
Par ordonnance du juge de paix du canton de Tournai, rendue le 3 novembre 2010, il a été constaté que la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 26 janvier 2004, a pris fin, Boutry, Ludovic, né à Tournai le 22 octobre 1984, domicilié à 7500 Tournai, rue des Corriers 27, par conséquent, il a été mis fin à la mission de son administratrice provisoire, Me Isabelle Scouflaire, avocate, dont le cabinet est établi rue Albert Asou 56, à 7500 Tournai. Pour extrait conforme : le greffier assumé, (signé) Yann Beghain. (73527)
Justice de paix du canton d’Uccle
Par ordonnance du juge de paix du canton d’Uccle, en date du 5 novembre 2010, il a été constaté que par le décès, survenu le 16 octobre 2010, de Mme Desaegher, Germaine Lucienne Augusta Ghislaine, née à Petit-Enghien le 11 février 1925, de son vivant domiciliée à 1050 Ixelles, rue Camille Lemonnier 39, mais résidant à la M.R.S. « Nazareth », à 1180 Uccle, chaussée de Waterloo 961, il a été mis fin au mandat d’administrateur provisoire de Me Simone, Irina, avocate, dont le cabinet est sis à 1180 Uccle, rue Stanley 62.
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Beringen, verleend op 3 november 2010, verklaren Mevr. Vandereyken, Leonie, geboren te Koersel op 4 november 1960, wonende te 3581 Beringen, Klaverweide 49, aangewezen bij vonnis, uitgesproken door de vrederechter van het kanton Beringen, op 6 april 2009 (rolnummer 09A426 Rep.R. 1844/2009), als voorlopig bewindvoerder over de heer Vandereyken, Petrus, geboren te Paal op 7 maart 1935, wonende te 3580 Beringen, Broekhovenstraat 18, verblijvend te 3582 Beringen, Heerbaan 375 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 april 2009, bl. 30465, en onder nummer 64450), ontslagen van haar opdracht met ingang vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad van de aanstelling van de nieuwe voorlopig bewindvoerder over de heer Vandereyken, Petrus, geboren te Paal op 7 maart 1935, wonende te 3580 Beringen, Broekhovenstraat 18, verblijvend te 3582 Beringen, Heerbaan 375. Voegen toe als nieuwe voorlopig bewindvoerder aan de voornoemde beschermde persoon : Mevr. Katleen Bynens, advocaat te 3582 Koersel, Pannenhoefstraat 58A. Beringen, 3 november 2010. De hoofdgriffier, (get.) Martine Goris. (73531)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Goies, Pascal. (73528) Vredegerecht van het kanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Veurne Justice de paix du canton de Virton-Florenville-Etalle, siège de Virton
Suite à la requête déposée le 20 août 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Virton-Forenville-Etalle, siège de Virton, rendue le 4 novembre 2010, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 19 mai 2006, et publiée au Moniteur belge du 9 juin 2006, à l’égard de Lahure, Françoise, née à Saint-Mard le 27 mai 1978, sans profession, antérieurement domiciliée à 6769 Gérouville (Meix-devant-Virton), place de l’Eglise 134A, et actuellement à 6810 Chiny (Jamoigne), rue Neuve 48/24. Cette personne étant à nouveau capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Séverine Lefevre, avocate, dont le cabinet est sis à 6760 Virton, avenue Bouvier 39. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Danielle Amorand. (73529)
Bij vonnis, uitgesproken door de vrederechter van het kanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Veurne, d.d. 21 oktober 2010, wordt voor recht gezegd dat Bohné, Caroline, geboren op 5 mei 1964, bediende, wonende te 8470 Gistel, Torhoutsebaan 101, aangewezen bij vonnis, verleend door de vrederechter van het kanton Veurne-Nieuwpoort, zetel Veurne, op 27 april 2010 (rolnummer 10A351 - Rep.nr. 1039/2010), tot voorlopig bewindvoerder over Bogaert, Thérèse, geboren op 27 december 1930, wonende te 8430 Middelkerke, Arthur de Greefplein 5, bus 904, verblijvende in het Koningin Elisabeth Instituut, te 8670 Koksijde, Dewittelaan 1 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 mei 2010, onder nr. 2010765829), met ingang van 21 oktober 2010 ontslagen van haar opdracht. Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Decadt, Johan, advocaat, kantoorhoudende te 8630 Veurne, Duinkerkestraat 34. Veurne, 8 november 2010. De hoofdgriffier, (get.) Gina Huyghe. (73532)
Justice de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre
Justice de paix du canton de Dour-Colfontaine, siège de Colfontaine
Par ordonnance rendue le 2 novembre 2010, par le juge de paix de Woluwe-Saint-Pierre, constate que par le décès de la personne protégée, Mme Gondat, Suzanne, née le 7 février 1922, domiciliée de son vivant à la résidence « Rinsdelle », à 1040 Etterbeek, place du Rinsdelle 1, l’ordonnance rendue par ce siège le 2 novembre 2006, désignant Mme Willems, Dominique, avocat à 1150 Woluwe-Saint-Pierre, rue François Gay 275, en qualité d’administrateur provisoire, cesse de produire ses effets, à dater du 3 septembre 2010.
Suite à l’ordonnance du juge de paix suppléant Pierre Cirriez, du canton de Dour-Colfontaine, siège de Colfontaine, rendue le 3 novembre 2010, Me Seminara, Audrey, avocat, dont le cabinet est situé à 7000 Mons, place du Parc 7, a été déchargée de ses fonctions d’administrateur provisoire des biens de Mme Yveline Bertiaux, née le 4 juillet 1963, domiciliée à 7110 La Louvière, rue Victorien Ergot 2, et a été désigné nouvel administrateur provisoire, Me Gwenaël Leriche, avocat, dont le cabinet est situé à 7011 Ghlin, rue de Mons 82.
Le greffier en chef faisant fonction, (signé) Josiane Kinon. (73530)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Breuse, Brigitte. (73533)
71756
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Justice de paix du troisième canton de Liège
Par décision rendue en date du 19 octobre 2010, le juge de paix du troisième canton de Liège, a mis fin à la mission confiée par ordonnance du 14 novembre 2006, à Me Pierre Lydakis, avocat, dont les bureaux sont sis à 4020 Liège, quai de la Dérivation 53/52, en qualité d’administrateur provisoire des biens de M. Panagiotis Balatsios, né à Liège le 14 janvier 1974, domicilié à 4000 Liège, rue Julien d’Andrimont 9, bte 45. A dès lors été désigné en remplacement du précédent administrateur provisoire et en la même qualité, Me Jacques De Boeck, avocat, dont l’étude est sise à 4000 Liège, clos Chanmurly 1A 033. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Renard, Carole.
Par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont, en date du 26 octobre 2010, Villalba, Marie, avocate, domiciliée quai de l’Ourthe 44/02, à 4020 Liège, a été désignée administrateur provisoire des biens de Martin, José Guy Jules Joseph, divorcé, né à Forêt-Trooz le 16 juin 1939, domicilié « Résidence de Tilff », avenue Neef 9, à 4130 Esneux, en remplacement de M. Frédéric Bovy, avocat à 4000 Liège, rue du Palais 8, désigné en cette qualité par ordonnance du 12 janvier 1998. Sprimont, le 8 novembre 2010. Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Frédérique Seleck. (73538)
Justice de paix du second canton de Tournai
(73534)
Justice de paix du canton de Liège IV
Suite à la requêté déposée le 9 juin 2010, par ordonnance du juge de paix du canton de Liège IV, rendue le 21 juin 2010, il a été mis fin à la mission de Me Vossen, Philippe, avocat, dont les bureaux sont sis à 4000 Liège, boulevard Frère Orban 9, désigné à ces fonctions par ordonnance du juge de paix de notre juridiction, en date du 26 octobre 2010, en tant qu’administrateur provisoire de Mme Dinsart, Jeanne de Chantal, divorcée de Scheuratte, Bernard, née à Liège le 15 mai 1955, domiciliée à la résidence « Saint-Ry », à 4870 Trooz, rue Sainry 118, bte 001, résidant au centre neurologique « Notre-Dame des Anges », à 4000 Liège, rue Emile Vandervelde 67. La personne protégée a été pourvue d’un nouvel administrateur provisoire, à savoir : Me Deventer, Olivier, dont les bureaux sont sis à 4000 Liège, rue Sainte-Walburge 462. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Bontemps, Catherine. (73535)
Justice de paix du canton de Saint-Gilles
Par ordonnance du 2 novembre 2010, du juge de paix du canton de justice de paix de Saint-Gilles, il a été mis fin, en date du 31 octobre 2010, à la mission de Me Gaillard, Martine, avocat à 1050 Ixelles, avenue Louise 391/7, en qualité d’administratrice provisoire des biens de Michiels, Muriel, née le 7 juillet 1959 à Anderlecht, domiciliée à 1060 Saint-Gilles, avenue de la Porte de Hal 25, et cette dernière a été pourvue d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de Me Van Melckebeke, Christophe, avocat à 1050 Ixelles, rue Paul Emile Janson 37. Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Philippe Stevens. (73536)
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai, rendue le 3 novembre 2010, Ait Moulid, Pascal, né à Belœil le 6 mars 1974, domicilié à 7970 Belœil, rue de Favarcq 83, résidant « CHWAPI », site « Dorcas », service « neurochirurgie », à 7500 Tournai, boulevard du Roi Albert 1, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un nouvel administrateur provisoire en la personne de Vanneste, Damien, avocat, domicilié à 7600 Péruwelz, boulevard Léopold III 88, en remplacement de Mme Piron, Christel, éducatrice, domiciliée à 7970 Belœil, rue de Favarcq 83. Pour extrait conforme : le greffier assumé, Yann Beghain. (73539)
Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving Acceptation sous bénéfice d’inventaire
Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, op 21 oktober 2010, heeft Mevr. Vos, Tinneke, wonende te 2400 Mol, Wezel 81, handelend als gevolmachtigde van Mevr. Mermans, Christel Emma Jan, geboren te Mol op 14 oktober 1964, wonende te 2400 Mol, Lichte Hoeve 2A, die handelend in haar hoedanigheid van draagster van het ouderlijk gezag over haar minderjarig inwonend kind, Mej. Geys, Sien, geboren te Geel op 28 augustus 1994, wonende te 2400 Mol, Lichte Hoeve 2A. Verklaart, de nalatenschap van de heer Geys, Kurt Louis Leonie, geboren te Balen op 19 februari 1964, laatst wonende te 2400 Mol, Korte Heistraat 29, en overleden te Mol op 30 mei 2010, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie maanden, te rekenen vanaf de datum van de publicatie in het Belgisch Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen aan notaris Hervé De Graef, met standplaats te 2400 Mol, Collegestraat 55. Mol, 8 november 2010. (Get.) Hervé De Graef, notaris.
Justice de paix du canton de Sprimont
Par ordonnance du juge de paix du canton de Sprimont, en date du 29 octobre 2010, Mussenge, Tshinguta, Sarah, étudiante, domiciliée avenue des Ardennes 102, à 4130 Esneux, a été désignée administrateur provisoire des biens de Mbelu Kadimba, divorcée, née à Likasi (Congo) le 12 novembre 1961, domiciliée place du Roi Albert 3/4, à 4130 Esneux, en remplacement de Mme Marianne Goijen-Corroy, avocate à 4171 Comblain-au-Pont, rue de l’Ourthe 28, désignée à cette fonction par ordonnance du 28 mai 2003. Sprimont, le 8 novembre 2010. Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Frédérique Seleck. (73537)
(41280) Suivant acte dressé au greffe du tribunal de première instance de Bruxelles, le 27 octobre 2010 : Mme Renard, Pascale, née à Saint-Josse-ten-Noode le 17 avril 1971, domiciliée à 1342 Limelette, avenue J. Georgin 20, agissant en qualié de titulaire de l’autorité parentale sur son fils mineur, savoir : Reinier, Louis, né à Ottignies le 3 novembre 2005, domicilié avec sa mère, celle-ci autorisée à agir dans la succession de : M. Reinier, Etienne Christian Francis Ghislain, né à Gerpinnes le 24 février 1957, de son vivant domicilié à 1342 Limelette, avenue J. Georgin 20, et décédé le 26 septembre 2010, à Ottignies, par ordonnance de M. le juge de paix du second canton de Wavre, du 22 octobre 2010,
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, pour compte de son fils Reinier, Louis, précité, la succession du père de ce dernier, savoir la succession de M. Reinier, Etienne Christian Francis Ghislain, né à Gerpinnes le 24 février 1957, de son vivant domicilié à 1342 Limelette, avenue J. Georgin 20, et décédé le 26 septembre 2010 à Ottignies. Les créanciers sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans les trois mois à compter de la date de la présente insertion à Me L. Meulders, notaire à la résidence d’Ottignies-Louvainla-Neuve, rue Francisco Ferrer 5. (Signé) L. Meulders, notaire. (41281)
Rechtbank van eerste aanleg te Hasselt
Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, op 8 november 2010, blijkt dat Mr. Anita Van Den Wouwer, advocaat, met burelen gevestigd te 3800 Sint-Truiden, Tongersesteenweg 30, handelend in haar hoedanigheid als voorlopige bewindvoerder, hiertoe aangesteld bij beschikking verleend door de vrederechter van het vredegerecht van het kanton Sint-Truiden, d.d. 22 juni 2010 (rol.nr. 10A898 - Rep.nr. 3270/2010), over Gijsemberg, Jeanne Marie Françoise, geboren te Landen op 6 oktober 1919, wonende te 3806 Sint-Truiden, Halingenstraat 76, teneinde dezer handeling bijzonder gemachtigd ingevolge beschikking van de vrederechter van het vredegerecht van het kanton Sint-Truiden, d.d. 27 oktober 2010 (rolnr. 10B1030 - Rep.nr. 5292/2010), de nalatenschap van wijlen Logist, Jean Gustave René, geboren te Goetsenhoven op 22 maart 1922, in leven laatst wonende te 3806 Sint-Truiden, Halingenstraat 76, en overleden te Sint-Truiden op 11 juni 2010, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving en teneinde dezer woonst te kiezen ter studie van Mr. Erik Lerut, notaris, met standplaats te 3390 Sint-Joris-Winge, Leuvensesteenweg 238, bus 1. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen drie maanden, te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad , hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen ter studie van voornoemde notaris. Hasselt, 8 november 2010. De griffier, (get.) M. Schoofs. (41282)
Tribunal de première instance de Bruxelles
Suivant acte n° 10-2379 passé au greffe du tribunal première instance de Bruxelles, le 8 novembre 2010, par :
de
M. Picron, Philippe, demeurant à Stambruges, rue des Meuniers 29;
71757
Tribunal de première instance de Charleroi
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 8 novembre 2010, aujourd’hui le 8 novembre 2010, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut, et par-devant nous, Kania, Tamara, greffier : Mme Gravina, Danielle, née à Mons le 20 août 1965, domiciliée rue Henri Culot 7, à 7000 Mons (Havré), agissant en son nom personnel, laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais, sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession de Gobier, Hervé, né à Harmignies le 16 septembre 1940, de son vivant domicilié à Rouveroy (HT.), rue Roi Albert 40, et décédé le 26 juillet 2007 à Rouveroy. Dont acte dressé à la demande formelle de la comparante, qu’après lecture faite, nous avons signé avec elle. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Delcroix, Laurent, notaire de résidence à 7000 Mons, rue Neuve 18. Charleroi le 8 novembre 2010. Pour le greffier-chef de service : le greffier, (signature illisible). (41284)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, en date du 8 novembre 2010, aujourd’hui le 8 novembre 2010, comparaît au greffe civil du tribunal de première instance séant à Charleroi, province de Hainaut, et par-devant nous, Kania, Tamara, greffier : Mme Deshayes, Fabienne, née à Gosselies le 2 avril 1968, domiciliée à 6230 Thiméon, rue d’Azebois 16, agissant en sa qualité de titulaire de l’autorité parentale à l’égard de : Iezzi, Naomi, née à Charleroi le 18 décembre 2000, domiciliée à 6230 Thiméon, rue d’Azebois 16; à ce dûment autorisée en vertu d’une ordonnance du juge de paix du canton de Seneffe, rendue en date du 27 octobre 2010, laquelle comparante déclare, en langue française, accepter mais, sous bénéfice d’inventaire seulement, la succession d’Izzi, Pino, né à Charleroi le 30 septembre 1963, de son vivant domicilié à Thiméon, rue d’Azebois 16, et décédé le 15 août 2010 à Gosselies. Dont acte dressé à la demande formelle de la comparante, qu’après lecture faite, nous avons signé avec elle. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Linker, Patrick, notaire de résidence à 6040 Jumet, rue de Gilly 65. Charleroi le 8 novembre 2010. Pour le greffier-chef de service : le greffier, (signature illisible). (41285)
en qualité de : mandataire en vertu de 3 procurations sous seing privé ci-annexées : 1) datée du 2 septembre 2010, et donnée par M. Chiarelli, Antonio, demeurant à 7100 La Louvière, place du Numéro Un 39/0102;
Tribunal de première instance de Dinant
2) datée du 2 août 2010, et donnée par M. Chiarello, Joselito Salvatore, demeurant à 59740 Eccles, route d’Hestrud 120 (France);
Suivant acte n° 10/1494 dressé au greffe du tribunal de première instance de Dinant, le 9 novembre 2010 :
3) datée du 28 juillet 2010, et donnée par M. Chiarelli, Gino, demeurant à 6183 Trazegnies, rue de l’Epine 31,
Mme Quistwater, Caroline, née à Ixelles le 6 février 1975, domiciliée à Gesves, rue Les Fonds 119, petite-fille du défunt, a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession qui lui est dévolue par le décès de Quistwater, Paul, né à Anvers le 17 juin 1921, en son vivant domicilié à Hamois (Natoye), rue des Rocailles 23, et décédé à Yvoir, en date du 2 août 2010. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois, à compter de la présente, à Me Lambinet, notaire à 5590 Ciney, rue du Condroz 36. Dinant, le 9 novembre 2010.
ont déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de M. Chiarelli, Ciro, né à Racalmuto (Italie) le 26 juillet 1939, de son vivant domicilié à Berchem-Sainte-Agathe, avenue Josse Goffin 189/home, et décédé le 14 novembre 2009 à Berchem-Sainte-Agathe. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion à Me Nerincx, Bertrand, dont l’étude est établie à 1040 Bruxelles, rue de l’Industrie 24.
Le greffier, (signé) J. Colin.
Le greffier délégué, (signé) Muriel Soudant. (41283)
(41286)
71758
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Tribunal de première instance de Liège
L’an 2010, le 26 octobre, au greffe du tribunal de première instance de Liège, a comparu :
Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé au domicile élu dans les trois mois de la présente insertion. Le greffier, (signature illisible). (41289)
Me Masset, Marc, avocat, rue de Berneau 66, à 4600 Visé, agissant en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de : Mme Jeanne Marie, née le 1er février 1928 à Visé, domiciliée rue de Jupille 72, à Visé;
L’an 2010, le 8 novembre, au greffe du tribunal de première instance de Liège, ont comparu :
et à ce, désigné par ordonnance du juge de paix du canton de Visé, rendue le 6 juillet 2009, ordonnance qui est produite en simple copie et qui restera annexée au présent acte;
Brochard, Alain, né à Bruxelles le 2 mai 1965, domicilié chemin de Sohan 15, à 4910 Theux; Brochard, Nancy, née à Verviers le 17 mai 1973, domiciliée rue Auguste Laporte 30, à 4900 Spa,
et à ce autorisé par ordonnance du juge de paix du canton de Visé, rendue le 30 mars 2010, ordonnance qui est produite en simple copie et qui restera annexée au présent acte, lequel comparant a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Lusa, Francesco, né à Feltre (Italie) le 29 septembre 1923, de son vivant domicilié à Visé, rue de la Fontaine 76, et décédé le 17 novembre 2009 à Liège. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Marc Masset, rue de Berneau 66, à 4600 Visé. Dont acte signé, lecture faite par le comparant et le greffier, lequel certifie avoir attiré l’attention du déclarant sur les dispositions du troisième paragraphe de l’article 793 du Code civil. (Signé) Diederen, José. (41287)
lesquels comparants ont déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Brochard, Roger Servais Marie Emile, né à Dison le 1er mai 1936, de son vivant domicilié à Oupeye, rue des Aubes 7, et décédé le 28 octobre 2010 à Oupeye. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, les comparants déclarent faire élection de domicile en l’étude de Me Rijckaert, Jacques, notaire, rue de Verviers 10, à 4700 Eupen. Dont acte signé, lecture faite par les comparants et le greffier. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé au domicile élu dans les trois mois de la présente insertion.
L’an 2010, le 21 octobre, au greffe du tribunal de première instance de Liège, a comparu :
Tribunal de première instance de Mons
Me Marc Masset, avocat à 4600 Visé, rue de Berneau 66, agissant en qualité d’administrateur provisoire de : Halleux, Monique, née à Warsage le 23 janvier 1942, domiciliée à 4608 Dalhem, Thier Saive 5; désignée à cette fonction par ordonnance de la justice de paix du canton de Visé, rendue en date du 10 juin 2010, et à ce autorisé par ordonnance du juge de paix du canton de Visé, rendue le 30 mars 2010, ordonnance de la même justice de paix du 7 octobre 2010, ordonnances produites en copie, et qui resteront annexées au présent acte, lequel comparant a déclaré, ès qualités, accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession d’Halleux, Jean Corneil Alphonse, né à Warsage le 27 août 1932, de son vivant domicilié à Warsage, Thier Saive 5, et décédé le 27 janvier 2010 à Dalhem (Warsage). Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, le comparant déclare faire élection de domicile en son cabinet à 4600 Visé, rue de Berneau 66. Dont acte signé, lecture faite par le comparant et le greffier, lequel certifie avoir attiré l’attention du déclarant sur les dispositions du troisième paragraphe de l’article 793 du Code civil. (Signé) Pour extrait conforme : le greffier, (signature illisible). (41288)
L’an 2010, le 8 novembre, au greffe du tribunal de première instance de Liège, a comparu : Ponente, Anna, née à Saint-Nicolas le 4 mai 1981, domiciliée à 4400 Flémalle, rue du Fossé 56, porteuse d’une procuration sous seing privé qui restera annexée au présent acte, pour et au nom de : Dossin, Michel, né à Saint-Nicolas le 5 avril 1956, domicilié à 4102 Ougrée, rue Bois Delawe 92, laquelle comparante a déclaré, ès qualités, accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Lemaire, Nicole Elisabeth Louisa, née à Saint-Nicolas le 16 avril 1934, de son vivant domiciliée à RotheuxRimière, rue des Grands Prés 35, et décédée le 27 mars 2010 à Liège. Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude de Me Pönsgen, Louis-Marie, notaire à 4102 Ougrée, avenue du Centenaire 226. Dont acte signé, lecture faite par la comparante et le greffier.
Le greffier-chef de service, (signature illisible). (41290)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, le 8 novembre 2010 : M. Fereau, Christian Michel, G., né à Haine-Saint-Paul le 4 juin 1950, domicilié à 7070 Le Rœulx, rue Jules Lavain (M) 1; Mme Walravens, Josiane, née à Baudour le 3 avril 1955, domiciliée à 7070 Le Rœulx, rue Jules Lavain (M) 1, les comparants, nous ont déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Malbecq, Maurice Joseph, né à Houdeng-Goegnies le 13 avril 1914, en son vivant domicilié à Le Rœulx, rue Jules Lavain 1, et décédé le 27 septembre 2010 à La Louvière. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Aerts, Alain, notaire de résidence à 7110 Houdeng-Aimeries, chaussée du Sart 12. Le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (41291)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, le 5 novembre 2010 : Mme Museur, Sandrine Rose A., née à Ath le 19 avril 1971, domiciliée à 1030 Bruxelles, rue Henri Evenepoel 29, bte 007, agissant en son nom personnel et porteuse de deux procurations spéciales sous seing privé à elle données : la première à Sint-Stevens-Woluwe, le 28 octobre 2010, par : M. Museur, Michaël, né à Ath le 3 juillet 1972, domicilié à 1932 SintStevens-Woluwe, Countrylaan 35, agissant en son nom personnel; la seconde à Quevaucamps, le 4 novembre 2010, par : Mme Museur, Gaëlle, née à Beloeil le 11 septembre 1980, domiciliée à Beloeil (Quevaucamps), rue de Tournai 9, apt. 6, agissant en son nom personnel; procurations non légalisées que nous annexons, ce jour, au présent acte,
71759
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE la comparante, ès dites qualités, agissant comme dit ci-dessus, nous a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Delaunois, René Désiré Léon, né à Herchies le 18 mai 1923, en son vivant domicilié à Saint-Ghislain, rue du Peuple 22, et décédé le 28 février 2010 à Saint-Ghislain. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Pirard, Anthony, notaire de résidence à 7972 Beloeil, place de Quevaucamps 34.
Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 1253 van het Gerechtelijk Wetboek Publication faite en exécution de l’article 1253 du Code judiciaire
Publication faite en exécution de l’article 1253 du Code judiciaire Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 1253 van het Gerechtelijk Wetboek
Le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez.
Hof van Beroep te Gent
(41292)
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège, le 5 novembre 2010 : Mme Museur, Sandrine Rose A., née à Ath le 19 avril 1971, domiciliée à 1030 Bruxelles, rue Henri Evenepoel 29/B007, agissant en son nom personnel et porteuse de deux procurations spéciales sous seing privé à elle données : la première à Sint-Stevens-Woluwe, le 28 octobre 2010, par : M. Museur, Michaël, né à Ath le 3 juillet 1972, domicilié à 1932 SintStevens-Woluwe, Countrylaan 35, agissant en son nom personnel;
Bij arrest van Hof van beroep te Gent, elfde kamer, d.d. 4 november 2010, rechtdoende in hoger beroep van het vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, d.d. 16 december 2008, werd als volgt beslist : verklaart Van Beeck, Carolina Elisabeth Petrus, geboren te Deurne op 4 augustus 1915, wonende te 8000 Brugge, Sint-Jacobsstraat 42, doch overdag verblijvende in het verzorgingstehuis Den Erker II, Peterseliestraat 21b, te 8000 Brugge, onbekwaam om haar persoon te besturen en haar goederen te beheren. Voor eensluidend uittreksel : de griffier-hoofd van dienst, (get.) Benny Caignau. (41295)
Gerechtelijke reorganisatie − Réorganisation judiciaire
la seconde à Quevaucamps, le 4 novembre 2010, par : Mme Museur, Gaëlle, née à Beloeil le 11 septembre 1980, domiciliée à Beloeil (Quevaucamps), rue de Tournai 9, apt. 6, agissant en son nom personnel;
Rechtbank van koophandel te Brussel
procurations non légalisées que nous annexons, ce jour, au présent acte,
Bij vonnis van 9 november 2010, werd door de rechtbank van koophandel te Brussel, de procedure van gerechtelijke reorganisatie door minnelijk akkoord geopend verklaard voor de BVBA Schrijnwerkerij Hermus, met maatschappelijke zetel te 1730 Asse, Kespier 18A, KBO nummer 0423.479.135.
la comparante, ès dites qualités, agissant comme dit ci-dessus, nous a déclaré accepter, sous bénéfice d’inventaire, la succession de Descamps, Huguette Yvette Maria, née à Saint-Ghislain le 24 janvier 1929, en son vivant domiciliée à Saint-Ghislain, rue du Peuple 22, et décédée le 29 septembre 2009 à Saint-Ghislain. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Pirard, Anthony, notaire de résidence à 7972 Beloeil, place de Quevaucamps 34.
Activiteit : schrijnwerkerij. De duur van de opschorting werd bepaald tot en met 31 januari 2011. De heer A. De Groote, Regentschapsstraat 4, te 1000 Brussel (dienst gerechtelijke reorganisatie), werd aangesteld als gedelegeerd rechter. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (41296)
Le greffier chef de service, (signé) M.-J. Saucez. (41293) Bij vonnis van 9 november 2010, werd door de rechtbank van koophandel te Brussel, de procedure van gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord geopend verklaard voor de NV Altercom, met maatschappelijke zetel te 1930 Zaventem, Excelsiorlaan 19, KBO nummer 0467.174.566.
Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 584 van het Gerechtelijk Wetboek
Activiteit : IT-sector.
Publication prescrite par l’article 584 du Code judiciaire
De duur van 15 februari 2011.
Aanstelling voorlopig bewindvoerder Désignation d’un administrateur provisoire
de
opschorting
werd
bepaald
tot
en
met
De heer M. Reynaert, Regentschapsstraat 4, te 1000 Brussel (dienst gerechtelijke reorganisatie), werd aangesteld als gedelegeerd rechter. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, Eylenbosch, J.-M. (41297)
Par décision prononcée le 4 novembre 2010, par la troisième chambre du tribunal de première instance de Liège, R.Q. 10/2149/B, Me Adrien Absil, avocat, juge suppléant, dont le cabinet est établi à 4000 Liège, avenue Emile Digneffe 6-8, a été désigné administrateur provisoire de la succession de M. Léopold Henri Faber, né à Seraing le 25 avril 1920, en son vivant domicilié à 4100 Seraing, rue Boverie 473/21, et décédé à Seraing le 11 octobre 2010. Les créanciers de la succession sont priés d’adresser leur déclaration de créance au curateur dans les trois mois à compter de la publication de cet avis. (Signé) Adrien Absil, avocat. (41294)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles a accordé la réorganisation judiciaire, par accord amiable, à la SA Sailing Team, avec siège social à 1050 Bruxelles, drève du Château 29. Numéro d’entreprise : 0452.235.378. Activité : organisation de séminaires.
71760
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Le tribunal a désigné M. le juge délégué A. De Moor, rue de la Régence 4, à 1000 Bruxelles.
Le tribunal a désigné M. le juge délégué J.-L. Philippart de Foy, rue de la Régence 4, à 1000 Bruxelles. Echéance du sursis le 15 décembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.
Echéance du sursis le 13 avril 2011. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.
(41300)
(41298)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis, d.d. 3 november 2010, van de rechtbank van koophandel te Brussel werd de gerechtelijke organisatie toegekend, bij minnelijk akkoord, aan de NV Sailing Team, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Kasteeldreef 29.
Bij vonnis, d.d. 3 november 2010, van de rechtbank van koophandel te Brussel werd de gerechtelijke organisatie toegekend, bij minnelijk akkoord, aan de NV JMV Sport, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Kasteleinsplein 33.
Ondernemingsnummer : 0452.235.378.
Ondernemingsnummer : 0863.198.842.
Handelsactiviteit : organisatie seminaries.
Handelsactiviteit : fitness zaal.
De rechtbank heeft de heer A. De Moor, Regentschapstraat 4, te 1000 Brussel, als gedelegeerd rechter benoemd.
De rechtbank heeft de heer J.L. Philippart de Foy, Regentschapsstraat 4, te 1000 Brussel, als gedelegeerd rechter benoemd.
Vervaldatum van de opschorting : 13 april 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41298)
Vervaldatum van de opschorting : 15 december 2010. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41300)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles a accordé la réorganisation judiciaire, par accord amiable, à la SPRL DBM Belgium, avec siège social à 1083 Bruxelles, place Reine Fabiola 8, bte 2.
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles a accordé la réorganisation judiciaire, par accord amiable, à la SPRL Physical Golden Club, avec siège social à 1050 Bruxelles, place du Châtelain 33. Numéro d’entreprise : 0425.086.167.
Numéro d’entreprise : 0447.192.368.
Activité : salle de fitness.
Activité : informatique. Le tribunal a désigné M. le juge délégué Ph. Cavalier, rue de la Régence 4, à 1000 Bruxelles.
Le tribunal a désigné M. le juge délégué J.-L. Philippart de Foy, rue de la Régence 4, à 1000 Bruxelles. Echéance du sursis le 15 décembre 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.
Echéance du sursis le 13 avril 2011. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch.
(41301)
(41299)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis, d.d. 3 november 2010, van de rechtbank van koophandel te Brussel werd de gerechtelijke organisatie toegekend, bij minnelijk akkoord, aan de BVBA DBM Belgium, met maatschappelijke zetel te 1083 Brussel, Koningin Fabiolaplein 8, bus 2. Ondernemingsnummer : 0447.192.368. Handelsactiviteit : informatica. De rechtbank heeft de heer Ph. Cavalier, Regentschapsstraat 4, te 1000 Brussel, als gedelegeerd rechter benoemd. Vervaldatum van de opschorting : 13 april 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41299)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles a accordé la réorganisation judiciaire, par accord amiable, à la SA JMV Sport, avec siège social à 1050 Bruxelles, place du Châtelain 33.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis, d.d. 3 november 2010, van de rechtbank van koophandel te Brussel werd de gerechtelijke organisatie toegekend, bij minnelijk akkoord, aan de BVBA Physical Golden Club, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Kasteleinsplein 33. Ondernemingsnummer : 0425.086.167. Handelsactiviteit : fitness zaal. De rechtbank heeft de heer J.L. Philippart de Foy, Regentschapsstraat 4, te 1000 Brussel, als gedelegeerd rechter benoemd. Vervaldatum van de opschorting : 15 december 2010. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41301)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles a accordé la réorganisation judiciaire, par accord collectif, à la SPRL Fabcook, avec siège social à 1180 Bruxelles, rue des Trois Arbres 16B.
Numéro d’entreprise : 0863.198.842.
Numéro d’entreprise : 0809.137.475.
Activité : salle de fitness.
Activité : snack.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Le tribunal a désigné M. le juge délégué J.-L. Philippart de Foy, rue de la Régence 4, à 1000 Bruxelles.
71761
Tribunal de commerce de Bruxelles
Echéance du sursis le 13 avril 2011. Vote des créanciers le 30 mars 2011. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (41302)
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles a homologué le plan de redressement de la réorganisation judiciaire de la SA Computer Compta Systems, avec siège social à 1150 Bruxelles, drève de Nivelles 166/33. B.C.E. 0420.993.856. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (41304)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis, d.d. 3 november 2010, van de rechtbank van koophandel te Brussel werd de gerechtelijke organisatie toegekend, bij collectief akkoord, aan de BVBA Fabcook, met maatschappelijke zetel te 1180 Brussel, Drie Bomenstraat 16B. Ondernemingsnummer : 0809.137.475. Handelsactiviteit : snack. De rechtbank heeft de heer J.L. Philippart de Foy, Regentschapsstraat 4, te 1000 Brussel, als gedelegeerd rechter benoemd. Vervaldatum van de opschorting : 13 april 2011.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis, van 3 november 2010, werd door de rechtbank van koophandel te Brussel de homologatie van het reorganisatieplan van de gerechtelijke reorganisatie uitgesproken voor de NV Computer Compta Systems, met maatschappelijke zetel te 1150 Brussel, Nijvelsedreef 166/33. KBO 0420.993.856. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41304)
Stemming op 30 maart 2011. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41302)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles a accordé la réorganisation judiciaire, par accord amiable, à la SPRL Chez Nous au Petit Machin, avec siège social à 1000 Bruxelles, rue Marché aux Herbes 17.
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles a homologué le plan de redressement de la réorganisation judiciaire de la SPRL SLVB, avec siège social à 1050 Bruxelles, chaussée de Vleurgat 208. B.C.E. 0881.800.274. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (41305)
Numéro d’entreprise : 0461.022.390. Activité : horeca. Le tribunal a désigné M. le juge délégué J.-L. Philippart de Foy, rue de la Régence 4, à 1000 Bruxelles.
Rechtbank van koophandel te Brussel
Echéance du sursis le 19 avril 2011. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (41303)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis, van 3 november 2010, werd door de rechtbank van koophandel te Brussel de homologatie van het reorganisatieplan van de gerechtelijke reorganisatie uitgesproken voor de BVBA SLVB, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Vleurgatsesteenweg 208. KBO 0881.800.274. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41305)
Bij vonnis, d.d. 3 november 2010, van de rechtbank van koophandel te Brussel werd de gerechtelijke organisatie toegekend, bij minnelijk akkoord, aan de BVBA Chez Nous au Petit Machin, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Grasmarkt 17.
Tribunal de commerce de Bruxelles
Ondernemingsnummer : 0461.022.390. Handelsactiviteit : horeca. De rechtbank heeft de heer J.L. Philippart de Foy, Regentschapsstraat 4, te 1000 Brussel, als gedelegeerd rechter benoemd.
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles n’a pas homologué le plan de redressement de la réorganisation judiciaire de la SA Daro, avec siège social à 1030 Bruxelles, rue Colonel Bourg 101.
Vervaldatum van de opschorting : 19 april 2011.
B.C.E. 0429.691.588.
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41303)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (41306)
71762
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis, van 3 november 2010, werd door de rechtbank van koophandel te Brussel de homologatie van het reorganisatieplan van de gerechtelijke reorganisatie uitgesproken voor de NV Daro, met maatschappelijke zetel te 1030 Brussel, Colonel Bourgstraat 101, geweigerd. KBO 0429.691.588. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41306)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 3 novembre 2010, le tribunal de commerce de Bruxelles n’a pas homologué le plan de redressement de la réorganisation judiciaire de la SA Nissim, avec siège social à 1190 Bruxelles, rue des Anciens Etangs 40.
Bij vonnis van 9 november 2010, verlengde de rechtbank van koophandel van Brugge, afdeling Brugge, tijdelijke eerste kamer bis, de opschorting inzake de procedure van gerechtelijke verleend aan NV Trailers Valcke, bij vonnis van 30 juni 2010, uiterlijk tot 27 december 2010. De terechtzitting waarop zal overgegaan worden tot de stemming over het reorganisatieplan en waarop zal geoordeeld worden over de homologatie wordt bepaald op maandag 20 december 2010 om 12 u. 30 m. van de tijdelijke eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel van Brugge, afdeling Brugge, zitting houdend in de zaal N (eerste verdieping) van het gerechtsgebouw te 8000 Brugge, Kazernevest 3. De heer Donald Honorez, rechter in handelszaken in deze rechtbank, werd verder gelast als gedelegeerd rechter met de taken zoals bepaald in de Wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen. Voor eensluidend verklaard uittreksel : de griffier, (get.) N. Snauwaert. (41309)
Tribunal de commerce de Charleroi
B.C.E. 0415.112.488. Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. (41307)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis, van 3 november 2010, werd door de rechtbank van koophandel te Brussel de homologatie van het reorganisatieplan van de gerechtelijke reorganisatie voor de NV Nissim, met maatschappelijke zetel te 1190 Brussel, Oude Vijversstraat 40, geweigerd. KBO 0415.112.488. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. (41307)
Bij vonnis van 9 november 2010, verklaarde de rechtbank van koophandel van Brugge, afdeling Brugge, tijdelijke eerste kamer bis, de procedure van gerechtelijke reorganisatie met het oog op het verkrijgen van het akkoord van de schuldeisers over een reorganisatieplan (art. 44 tot 58 WCO), geopend ten behoeve van D.A. Trans BVBA, met maatschappelijke zetel te 8750 Zwevezele, Industrieweg 3, ingeschreven in de Kruispuntbank van ondernemingen onder nummer 0463.659.406, met als voornaamste handelsactiviteit « Goederenvervoer over de weg, met uitsluiting van verhuisbedrijven », uitgeoefend onder de benaming D.A. Trans. De duur van de in artikel 16 WCO bedoelde opschorting werd bepaald op een periode ingaand op heden om te eindigen op 21 maart 2011. De terechtzitting waarop zal overgegaan worden tot de stemming over het reorganisatieplan en waarop zal geoordeeld worden over de homologatie werd bepaald op maandag 7 maart 2011, om 11 u. 45 m., van de tijdelijke eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel van Brugge, afdeling Brugge, zitting houdend in de zaal N (eerste verdieping) van het gerechtsgebouw te 8000 Brugge, Kazernevest 3. De heer Peter van Renterghem, rechter in handelszaken in deze rechtbank, werd verder gelast als gedelegeerd rechter met de taken zoals bepaald in de Wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen. verklaard
uittreksel :
de
griffier,
Par jugement du 4 novembre 2010, la première chambre extraordinaire du tribunal de commerce de Charleroi a prorogé le sursis qui avait été accordé par jugement du 20 août 2010 dans le cadre d’une réorganisation judiciaire attribuée à la SA Cocktail World, dont le siège social est sis à 6041 Gosselies, rue de la Pépinière 18, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0479.680.836, jusqu’au 11 avril 2011. Fixe le vote et les débats sur le plan de réorganisation le 7 avril 2011, à 8 h 30 m. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Ch. Ghislain. (41311)
Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge
Voor eensluidend N. Snauwaert.
Par jugement du 4 novembre 2010, la première chambre extraordinaire du tribunal de commerce de Charleroi a prorogé le sursis qui avait été accordé par jugement du 14 mai 2010 dans le cadre d’une réorganisation judiciaire attribuée à la SPRL Nosud, dont le siège social est sis à 6030 Marchienne-au-Pont, rue de Châtelet 24, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0444.147.261, jusqu’au 31 janvier 2011. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Ch. Ghislain. (41310)
(get.) (41308)
Par jugement du 4 novembre 2010, la première chambre du tribunal de commerce a homologué le plan de réorganisation de la SPRL La Grande Marelle, dont le siège est sis à 6280 Gerpinnes, rue Charron 44, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0479.601.454, ayant pour activité une salle de jeux pour enfants, voté par la majorité des créanciers (article 54 L.C.E.). Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Ch. Ghislain. (41312)
Par jugement du 8 novembre 2010, la première chambre extraordinaire du tribunal de commerce de Charleroi a prorogé le sursis accordé par jugement du 11 mai 2010 dans le cadre de la réorganisation judiciaire de Mlle Bounaji, Wafa, domiciliée à 6200 Châtelet, rue de Brabant 3, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0893.722.663. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Ch. Ghislain. (41313)
Par jugement du 8 novembre 2010, la première chambre extraordinaire du tribunal de commerce de Charleroi a prorogé le sursis accordé par jugement du 11 mai 2010 dans le cadre d’une réorganisation judiciaire attribuée à la SPRL 31 Nursing Infirmières Itinérantes, dont le siège social est sis à 6001 Marcinelle, rue Chapelle Beaussart 196, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0885.691.063, jusqu’au 11 avril 2011.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Fixe le vote et les débats sur le plan de réorganisation au mardi 5 avril 2011, à 9 heures précises. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Ch. Ghislain. (41314)
71763
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (41318)
Par jugement du 4 novembre 2010, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi a déclaré ouverte la procédure en réorganisation judiciaire conformément aux articles 16 et suivants de la loi du 31 janvier 2009, relative à la continuité des entreprises et en a octroyé le bénéfice à la SCRL Les Vaillants, dont le siège social est sis à 6220 Fleurus, Zoning de Martinrou, rue de Berlaimont 21A, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0465.364.131, ayant pour activité la prestation de travaux manuels.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 9 november 2010, is Codifar NV, Luitenant Karel Caluwaertsstraat 1, 2160 Wommelgem, groothandel in farmaceutische producten, ondernemingsnummer 0416.044.777, op bekentenis, failliet verklaard.
La durée du sursis est de six mois prenant cours le 4 novembre 2010 pour se terminer le 31 janvier 2011. Me A. Fiasse a été désigné en qualité de mandataire de justice pour organiser et réaliser le transfert de l’entreprise.
Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 7 januari 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen.
Le tribunal a désigné M. Robert Baert, dont la résidence administrative est sise au palais de justice, boulevard Janson 87, à 6000 Charleroi, en qualité de juge délégué à cette procédure. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Ch. Ghislain.
Curator : Mr. Dejosse, Wim, Schermersstraat 30, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 9 november 2010. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 9 december 2010.
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (41319)
(41316) Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 9 november 2010, is Noorderlicht BVBA, Suikerrui 2, 2000 Antwerpen-1, cafés en bars, ondernemingsnummer 0466.023.137, op bekentenis, failliet verklaard.
Tribunal de commerce de Mons
Par jugement du 8 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a déclaré ouverte la procédure de réorganisation judiciaire introduite par M. Colart, Jacques, né le 30 décembre 1969, domicilié à 7080 Frameries, route de Bavay 166, y exerçant l’activité de commerce de béton, B.C.E. n° 0667.213.290. Le tribunal a confirmé la désignation en qualité de juge délégué de M. Marcel Fontaine, juge consulaire, dont la résidence administrative est sise au tribunal de commerce, rue des Droits de l’Homme 1, à 7000 Mons. Le sursis accordé se terminera le 8 mai 2011. Fixe au jeudi 5 mai 2010, à 13 h 30 m, en la salle F du tribunal, rue des Droits de l’Homme, à 7000 Mons, l’audience au cours de laquelle les créanciers sursitaires seront amenés à voter sur le plan de réorganisation. Fixe au jeudi 5 mai 2011, à 15 heures, en la salle F du tribunal, rue des Droits de l’Homme, à 7000 Mons, l’audience au cours de laquelle il sera statué sur le plan de réorganisation. Le greffier, (signé) Benoit Delmoitié. (41317)
Curator : Mr. Dejosse, Wim, Schermersstraat 30, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 9 november 2010. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 9 december 2010. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 7 januari 2011, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (41320)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 9 november 2010, is Rees Autosport BVBA, in ’t kort « Garage RA », Congobootstraat 20, 2660 Hoboken (Antwerpen), detailhandel in auto’s en lichte bestelwagens, ondernemingsnummer 0435.486.745, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. De Pretre, Luc, Paleisstraat 47, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 9 november 2010. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 9 december 2010.
Faillissement − Faillite
Rechtbank van koophandel te Antwerpen
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 8 november 2010, is Schoonmaakbedrijf Wuyts BVBA, Essensstraat 19, 2060 Antwerpen-6, industriële reiniging, ondernemingsnummer 0406.045.661, bij dagvaarding, failliet verklaard. Curator : Mr. Mertens, Ilse, Molenstraat 52-54, 2018 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 8 november 2010. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 8 december 2010. Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 7 januari 2010, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen.
Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 7 januari 2010, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (41321)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 9 november 2010, is Elfde Gebod BVBA, Grote Goddaard 14, 2000 Antwerpen-1, bemiddeling bij de aankoop, verkoop en verhuur van onroerend goed voor een vast bedrag of op contractbasis, ondernemingsnummer 0423.926.523, op bekentenis, failliet verklaard. Curator : Mr. De Pretre, Luc, Paleisstraat 47, 2000 Antwerpen-1. Datum der staking van betaling : 9 november 2010. Indienen der schuldvorderingen ter griffie : vóór 9 december 2010.
71764
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen : 7 januari 2010, ter griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). De griffier, R. Gentier. (Pro deo) (41322)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, op datum van 8 november 2010, is de datum van staking der betalingen in het faillissement Security Consultancy & Partners NV, Jodenstraat 16, 2000 Antwerpen-1, ondernemingsnummer 0478.175.455, met curator : Mr. Teughels, Yves, advocaat, Coremansstraat 14A, 2600 Berchem (Antwerpen), uitgesproken op 12 oktober 2004, op 12 april 2004 teruggebracht. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41323)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Verhulsel, Jan Gerome Lucienne, Carnotstraat 137, bus 2, 2060 Antwerpen-6, gesloten bij ontoereikend actief en verschoonbaar verklaard. Curator : Mr. Bruneel, Tomas, advocaat, Bredestraat 4, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41324)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Lakjaa, Mustapha, Te Couwelaarlei 103, bus 10 D, 2100 Deurne (Antwerpen), gesloten bij ontoereikend actief en niet verschoonbaar verklaard.
Curator : Mr. Boeynaems, Steven, advocaat, Amerikalei 191, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41328)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Metropolitan Communication Center CVOA, Italiëlei 55, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Ben Daoui Lofti, 63 avenue de Paris, Villejuif 94 (Frankrijk). Curator : Mr. Boeynaems, Steven, advocaat, Amerikalei 191, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41329)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Sinar BVBA, Van Aerdtstraat 26, 2060 Antwerpen-6, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Slawomir Makowski, Armii Krajowej 150, 10217 Krakau (Polen). Curator : Mr. Bergmans, Jan, advocaat, Eikenstraat 80, 2840 Rumst. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41330)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Craessus BVBA, Frans Van Heymbeecklaan 10, 2100 Deurne (Antwerpen), gesloten bij ontoereikend actief.
Mechelse-
Beschouwd als vereffenaar : C. Mertens, Frans Van Heymbeecklaan 10, 2100 Antwerpen.
(41325)
Curator : Mr. Bergmans, Jan, advocaat, Eikenstraat 80, 2840 Rumst. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41331)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Hilca BVBA, Dorpsstraat 25, 2950 Kapellen (Antwerpen), gesloten bij ontoereikend actief.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Rafael and Sons BVBA, Paardenmarkt 25, 2000 Antwerpen, gesloten bij ontoereikend actief.
Curator : Mr. Van Mechelen, Francis, steenweg 136, 2018 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers.
advocaat,
(Pro deo)
Beschouwd als vereffenaar : Robert Janssens, Kallebeek 1, 9150 Kruibeke.
Beschouwd als vereffenaar : Rafael Costa Silva Martins, Paardenmarkt 25, 2000 Antwerpen.
Curator : Mr. Claes, Dominique, advocaat, Everdijstraat 43, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41326)
Curator : Mr. Bergmans, Jan, advocaat, Eikenstraat 80, 2840 Rumst. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41332)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Tahsin Transport BVBA, Hondsberg 54, 2910 Essen, gesloten bij ontoereikend actief.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Bula BVBA, Paleisstraat 72, 2018 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief.
Beschouwd als vereffenaars : BV Inno Concepten, Zanderij 21-33, 1185 ZM Amstelveen (Nederland); Norbertus Visser, Gevers van Endegeestraat 30, 2132 SM Hoofddorp (Nederland).
Beschouwd als vereffenaar : G. Vandenbroeke, August Vermeylenlaan 1/26, 2050 Antwerpen.
Curator : Mr. Claes, Dominique, advocaat, Everdijstraat 43, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41327)
Curator : Mr. Schoenaerts, Bruno, advocaat, Amerikalei 31, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41333)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Velta Group BVBA, Hopland 47, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Crid Industrial Doors BVBA, Herentalsebaan 212, 2100 Deurne (Antwerpen), gesloten bij ontoereikend actief.
Beschouwd als vereffenaar : De Swert, Patrick, Hopland 53, 2000 Antwerpen.
Beschouwd als vereffenaar : Van de Velde, Leningstraat 19, 2140 Antwerpen.
71765
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Curator : Mr. Henquin, Michel, advocaat, Kerkstraat 39B, 2940 Stabroek. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41334)
Curator : Mr. Leenders, Sven, advocaat, Grote Steenweg 154, 2600 Berchem (Antwerpen). De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41340)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Chermar Holding NV, Britselei 28, bus 4, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Kebir BVBA, Kielsevest 72, 2018 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief.
Beschouwd als vereffenaar : Khoenkhoen, rue Philippe 11, Luxemburg.
Beschouwd als vereffenaar : Hristov, Radomir, Kielsevest 72, 2018 Antwerpen.
Curator : Mr. De Ferm, Patrick, advocaat, Ringlaan 138, 2170 Merksem (Antwerpen). De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41335)
Curator : Mr. De Leur, Karen, advocaat, Alice Nahonlei 74, 2900 Schoten. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41341)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Costa del Sol VOF, Gillisplaats 3, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Datech BVBA, Groeningerstraat 43, 2150 Borsbeek (Antwerpen), gesloten bij ontoereikend actief.
Beschouwd als vereffenaar : Krasniqi Muharen, Victor Roosensplein 37, 2170 Antwerpen. Curator : Mr. Van Alphen, Marian, baan 289-291, 2100 Deurne (Antwerpen). De griffier-hoofd van dienst, M. Caers.
advocaat,
Turnhoutse-
(Pro deo)
(41336)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van LK Consult GCV, Carnotstraat 120, bus 1, 2060 Antwerpen-6, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaars : Lakjaa, Mustapha, en Fouzia, Liaoui, Te Wouwelaarlei 103/10, 2100 Antwerpen. Curator : Mr. Van Mechelen, Francis, steenweg 136, 2018 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers.
advocaat,
Mechelse-
(Pro deo)
(41337)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van J.S.T. Business BVBA, Groenendaallaan 101, 2170 Merksem (Antwerpen), gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Assusnta Salvi, Via San Sossio, Somma Veuviana (Italië). Curator : Mr. Houben, Luc, advocaat, Bist 45/8, 2610 Wilrijk (Antwerpen). De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41338)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Turk Star BVBA, Lange Elzenstraat 88, bus 3, 2018 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Verimli, Ismael, Mah-Dogan Soka 5/2, Bugarlu Istanbul (Turkije).
Cumhuriyet
Curator : Mr. Snepvangers, Stefan, advocaat, Grote Steenweg 154, 2600 Berchem (Antwerpen). De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41339)
Beschouwd als vereffenaar : Davy Aerts, zonder gekende woon- of verblijfplaats in België noch in het buitenland. Curator : Mr. Dobson, Deborah, advocaat, Kielsevest 2-4, bus 1, 2018 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41342)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van May Montageservice BVBA, Stationsstraat 130, bus 2, 2910 Essen, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Andres, 4754 BS Stampersgast (Nederland).
May,
Zuidersingel
Curator : Mr. Lange, Gerda, advocaat, Hoenderstraat 30, 2990 Loenhout (Wuustwezel). De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41343)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van S.R.L. BVBA, Violetstraat 68, 2060 Antwerpen-6, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Hans Theunis, Lange Gasthuisstraat 33, 2000 Antwerpen. Curator : Mr. Van Denabeele, Guy, advocaat, Jan Van Rijswijklaan 255, 2020 Antwerpen-2. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41344)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Finatra BVBA, Hollandstraat 26, 2060 Antwerpen-6, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : André Van den Bulte, Lange Batterijstraat 15/2, 2060 Antwerpen. Curator : Mr. Vercraeye, Peter, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers.
advocaat,
Britselei
(Pro deo) Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Ad Fundum BVBA, Lemmekensbaan 17, 2980 Zoersel, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : G. Cootjens, Lemmekensbaan 17, 2980 Zoersel.
7,
76,
(41345)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van De Zonnewinkel BVBA, Pothoekstraat 52, bus 3, 2060 Antwerpen-6, gesloten bij ontoereikend actief.
71766
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Beschouwd als vereffenaar : BVBA De Zonnewinkel, Pothoekstraat 52/3, 2060 Antwerpen. Curator : Mr. Haaren, Anne-Marie, advocaat, Peter Benoitlaan 15, 2550 Kontich. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41346)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Schoonmaakbedrijf Gino BVBA, De Romboutweg 6, 2930 Brasschaat, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : BVBA Schoonmaakbedrijf Gino, De Romboutweg 6, 2930 Brasschaat. Curator : Mr. Present, Myriam, advocaat, Heilige Geesthoek 24, 2070 Burcht (Zwijndrecht). De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41347)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Studio Breughel BVBA, Mollei 130, 2930 Brasschaat, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Alexis Baekelmans, Mollei 130, 2930 Brasschaat. Curator : Mr. Bruneel, Jacques, advocaat, Bredestraat 4, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41348)
Curator : Mr. Mertens, Jan Lodewijk, advocaat, Alice Nahonlei 74, 2900 Schoten. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (41352)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Stohn-Restaurant BVBA, Graaf van Egmontstraat 2, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : John Hendryckx, Scheldestraat 39, 2000 Antwerpen. Curator : Mr. Bosmans, Hendrik, advocaat, Amerikalei 27, bus 8, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (41353)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Fudeli-Finewood Europe BVBA, Sint-Aldegondiskaai 54, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Albert Van Lith, Oudesteenweg 92, 2060 Antwerpen. Curator : Mr. Verfaillie, Christine, advocaat, Amerikalei 128, 2000 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (41354)
Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van E.T. Trans BVBA, Campinaweg 11, 2960 Brecht, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Eric Thiel, Campinaweg 11, 2960 Brecht. Curator : Mr. Saelen, Agnes, advocaat, Mechelsesteenweg 210A, 2018 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (Pro deo) (41349)
Bij vonnis van de tijdelijke eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 9 november 2010, werd op bekentenis, het faillissement uitgesproken van VPR BVBA, met maatschappelijke zetel gevestigd te 8755 Ruiselede, Kasteelstraat 5, bus A8, en met uitbatingszetel gevestigd te 8000 Brugge, Monnikenwerve 17-19, voor gespecialiseerde beeld- verlichtings- en geluidstechnieken (video-producties), met als ondernemingsnummer 0450.553.716. Datum van staking van betalingen : 9 november 2010.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van De Zeeparel BVBA, Riemstraat 5, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief.
Curator : Mr. Johan Lattrez, advocaat, te 8850 Ardooie, Beverensestraat 3.
Beschouwd als vereffenaar : Birgit Evrard, Volksstraat 4/15, 2000 Antwerpen.
De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden ter griffie van de rechtbank van koophandel te 8000 Brugge, Kazernevest 3, voor 9 december 2010.
Curator : Mr. Vermeersch, Nathalie, advocaat, Maria-Henriettalei 1, 2018 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. (41350)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van Najaf BVBA, Kipdorpvest 33, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als vereffenaar : Hassan Abed, De Moystraat 10, 2018 Antwerpen. Curator : Mr. Gross, Marc, advocaat, 2018 Antwerpen-1. De griffier-hoofd van dienst, M. Caers.
Van
Eycklei
20,
(41351)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, van 9 november 2010, werd het faillissement van New York Company NV, Kipdorp 38, 2000 Antwerpen-1, gesloten bij ontoereikend actief. Beschouwd als 2018 Antwerpen.
vereffenaar :
Gerald
Ussel,
Belgiëlei
111,
De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail.W. Het eerste proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen zal dienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank uiterlijk op 19 december 2010. Voor eensluidend verklaard uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) F. Hulpia. (41355)
Bij vonnis van de tijdelijke eerste kamer bis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, d.d. 9 november 2010, werd op bekentenis, het faillissement uitgesproken van Jeroen Dewulf, geboren te Blankenberge op 28 november 1983, wonende te 8420 De Haan, Koninklijke Baan 25, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0873.642.178, met als handelsactiviteit uitbating hotel-restaurant, gelegen te 8420 De Haan, Koninklijk Baan 25, met als handelsbenaming « Old Corner ». Datum van staking van betalingen : 9 november 2010. Curatoren : Mr. Annick Alders, advocate, te 8000 Brugge, Ezelstraat 25 en Mr. Dave Pardo, advocaat, te 8000 Brugge, Ezelstraat 25.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE De aangiften van schuldvordering dienen neergelegd te worden ter griffie van de rechtbank van koophandel te 8000 Brugge, Kazernevest 3, voor 9 december 2010. De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde (onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter griffie een verklaring neerleggen overeenkomstig artikel 72ter Fail.W. Het eerste proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen zal dienen neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank uiterlijk op 19 december 2010. Voor eensluidend verklaard uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) F. Hulpia. (41356)
Rechtbank van koophandel te Dendermonde
71767
Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. (art. 72bis F.W. en art. 10 Wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cloostermans. (41358)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 8 november 2010, werd De Vis, Rudy, timmer- en schrijnwerken, Huissegemstraat 2, bus 1, 9470 Denderleeuw, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer 0885.529.628. Rechter-commissaris : Christophe Meert.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 8 november 2010, werd Van Durpe, Christophe, detailhandel in kranten en kantoorbehoeften, Koolstraat 129, 9300 Aalst, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer 0807.772.943. Rechter-commissaris : Christophe Meert. Curator : Mr. Marc Ghysens, Keizerplein 46, 9300 Aalst. Datum staking van betaling : 8 november 2010, onder voorbehoud van art. 12, lid 2 F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaan van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 17 december 2010. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. (art. 72bis F.W. en art. 10 Wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cloostermans. (41357)
Curator : Mr. Dirk Bert, Lindenstraat 162, 9470 Denderleeuw. Datum staking van betaling : 8 november 2010, onder voorbehoud van art. 12, lid 2 F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 17 december 2010. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. (art. 72bis F.W. en art. 10 Wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cloostermans. (41359)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 8 november 2010, werd Belle et Bien NV, paramedische textiel van personen, Vrijheidstraat 35, 9300 Aalst, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer 0885.083.923. Rechter-commissaris : Christophe Meert. Curator : Mr. Petra Seymoens, Pollare Dorp 28, 9400 Ninove.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 8 november 2010, werd Pieters, Kevin, schilderwerken, Jan Jeliestraat 10, bus 2, 9300 Aalst, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer 0806.462.354. Rechter-commissaris : Christophe Meert. Curator : Mr. Marc Ghysens, Keizerplein 46, 9300 Aalst. Datum staking van betaling : 8 november 2010, onder voorbehoud van art. 12, lid 2 F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 17 december 2010. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.).
Datum staking van betaling : 8 november 2010, onder voorbehoud van art. 12, lid 2 F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 17 december 2010. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. (art. 72bis F.W. en art. 10 Wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cloostermans. (41360)
71768
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 8 november 2010, werd Steels, Hilde, vennoot van de VOF MommensSteels in vereff., Vleeshouwersstraat 44, 9112 Sinaai-Waas, in staat van faillissement verklaard. Rechter-commissaris : Evelyne Martens. Curator : Mr. Alain Cleyman, Grote Peperstraat 10, 9100 Sint-Niklaas. Datum staking van betaling : 3 november 2010, onder voorbehoud van art. 12, lid 2 F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 17 december 2010. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. (art. 72bis F.W. en art. 10 Wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cloostermans. (41361)
Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 17 december 2010. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. (art. 72bis F.W. en art. 10 Wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cloostermans. (41363)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 8 november 2010, werd Almeida Pereira Nemesio, aannemerschrijnwerker, Hof-Ter-Ventstraat 19, 9280 Lebbeke, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer 0863.138.365. Rechter-commissaris : Marc Tackaert. Curator : Mr. Marianne 9200 Dendermonde.
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 8 november 2010, werd Mommens-Steels VOF in vereffening, horeca, Hamstraat 70 70, 9250 Waasmunster, in staat van faillissement verklaard. Ondernemingsnummer 0873.057.804. Rechter-commissaris : Evelyne Martens. Curator : Mr. Alain Cleyman, Grote Peperstraat 10, 9100 Sint-Niklaas. Datum staking van betaling : 3 november 2010, onder voorbehoud van art. 12, lid 2 F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 17 december 2010. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. (art. 72bis F.W. en art. 10 Wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cloostermans. (41362)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 8 november 2010, werd M & C Company CVBA, cafes en bars, Bevrijdingslaan 66, 9200 Dendermonde, in staat van faillissement verklaard.
Macharis,
Koningin
Astridlaan
8,
Datum staking van betaling : 8 november 2010, onder voorbehoud van art. 12, lid 2 F.W. Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen de dertig dagen vanaf datum faillissementsvonnis. Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen zal neergelegd worden op vrijdag 17 december 2010. Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring (art. 63 F.W.). Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. (art. 72bis F.W. en art. 10 Wet van 20 juli 2005). Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) R. Cloostermans. (41364)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van De Ridder, Gert, horeca, Bosstraat 51, 9240 Zele, ondernemingsnummer 0763.271.422, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41365)
Ondernemingsnummer 0889.726.164. Rechter-commissaris : Marc Tackaert. Curator : Mr. Marianne 9200 Dendermonde.
Macharis,
Koningin
Astridlaan
8,
Datum staking van betaling : 8 november 2010, onder voorbehoud van art. 12, lid 2 F.W.
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Deli Gafa BVBA, kleinhandel charcuterie-kaas en delicatessen, Kaardeloodstraat 71, 9400 Ninove, ondernemingsnummer 0477.828.136, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : Mevr. Louise Vander Muynsbrugge, 1547 Bever, Akrenbos 31. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41366)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van I.T.M. CVBA, groothandel in diverse artikelen, Frans Broeckaertlaan (O) 4, 9290 Berlare, ondernemingsnummer 0440.158.581, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : Mevr. Francine De Coen, 9090 Melle, Oude Brusselse Weg 38B. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41367)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Unicum BVBA, dagbladhandel, H.-Geestmolenstraat 52, 9160 Lokeren, ondernemingsnummer 0420.003.664, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief.
71769
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Van Damme, Gaspard, stukadoor, Kasteeldreef 5, 9230 Wetteren, ondernemingsnummer 0787.140.845, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41371)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Stevens, Manu, traiteur, Nijken 30, 9400 Ninove, ondernemingsnummer 0885.034.136, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41372)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Kalu Johnson, koerierdienst, Bohemen 130, 9260 Wichelen, ondernemingsnummer 0882.904.688, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41373)
De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Alex Saey, 9160 Lokeren, H. Geestmolenstraat 52. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41368)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van De Parade Salwa, detailhandel in cosmetica en toiletartikelen, Hulsterweg 151, Ter Holen Nederland, ondernemingsnummer 0866.432.407, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41369)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Damati BVBA, restaurant, Brusselsesteenweg 372, 9402 Meerbeke, ondernemingsnummer 0885.656.025, gesloten verklaard, bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. In toepassing van artikel 74 van de faillissementswet wordt de uitvoering van het voormeld vonnis gedurende één maand geschorst vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Tim Pouliart, 9300 Aalst, Louis D’Haeseleerstraat 72. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41370)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van ’T Hoveken van Belsele BVBA, uitbating restaurant, Nieuwe Baan 130, 9111 Belsele, ondernemingsnummer 0465.392.637, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Christof Van Overloop, 9220 Hamme, Brugstraat 14. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41374)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Maes BVBA, koerierdiensten, Veldstraat 290, 9140 Temse, ondernemingsnummer 0426.271.151, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : Mevr. Valerie Maes, 1800 Vilvoorde, Gezellestraat 25. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41375)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Ritaga BVBA, drankgelegenheid, Houtbriel 22, 9100 Sint-Niklaas, ondernemingsnummer 0888.876.425, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Agatho Schrans, 9100 Sint-Niklaas, Houtbriel 22. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41376)
71770
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Ransbeke NV, adviesbureau in bedrijfsvoering en beheer, Bosstraat 58, 9111 Belsele, ondernemingsnummer 0427.593.915, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Davy Blommaert en Mevr. Irene Picavet, beiden wonende te 9190 Stekene, Kwakkelstraat 65. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41377)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Kunstsmederij Paelinck BVBA, onderneming voor metaalconstructie, Daknamstraat 88, 9160 Lokeren, ondernemingsnummer 0435.378.263, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Peter Paelinck, 9040 Sint-Amandsberg, Antwerpsesteenweg 1142. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41378)
Neerlegging eerste proces-verbaal van verificatie der schuldvorderingen : 5 januari 2011, te 10 u. 30 m., zaal A, rechtbank van koophandel, gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk. Belangrijk bericht aan de belanghebbenden : om in voorkomend geval te kunnen genieten van de bevrijding waarvan sprake is in artikel 73 of in artikel 80 van de faillissementswet, moeten de natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde, ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring neerleggen die hun identiteit, hun beroep en hun woonplaats vermeldt en waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is, en waarbij de stukken zijn gevoegd zoals bepaald is in artikel 72ter van de faillissementswet. De hoofdgriffier, (get.) K. Engels. (Pro deo) (41381)
Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren, van 21 oktober 2010, werd Rosted, Helle (geboren op 5 oktober 1966), wonende te 3630 Maasmechelen, Rijksweg 394, ondernemingsnummer 0697.522.743, in staat van faillissement verklaard bij vonnis van deze rechtbank d.d. 4 januari 2010, verschoonbaar verklaard. Ref. rechtbank : 5557. Voor eensluidend uittreksel : (get.) W. Meurmans, griffier. (41382)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Hofke Van Eksaerde BVBA, restaurant, Dam 2, 9160 Lokeren, ondernemingsnummer 0859.748.513, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Peter Van Laneghem, 2000 Antwerpen, Leopold Dewaelstraat 28. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41379)
Bij vonnis van de zevende kamer van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, d.d. 3 november 2010, werd het faillissement van Medisch en didactisch materiaal Group NV, import, export medisch didactisch materiaal, Kleemstraat 90 bus B, 9111 Sint-Niklaas, ondernemingsnummer 0404.756.650, gesloten verklaard, bij vereffening. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Identiteit van de personen die als vereffenaars worden beschouwd : de heer Luk Huys, 9111 Sint-Niklaas, Gavermolenstraat 54/1. Voor eensluidend uittreksel : (get.) R. Cloostermans, afgevaardigd griffier. (41380)
Par jugement du 2 novembre 2010, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation d’actif, la faillite prononcée en date du 12 septembre 2007, à charge de la SPRL Valonyma, ayant son siège social à 4460 Grâce-Hollogne, rue des Champs 1, inscrite à la BanqueCarrefour des Entreprises sous le numéro 0471.334.084, a déclaré la société faillie inexcusable et a déchargé de sa fonction de curateur : Me François Minon, avocat à 4000 Liège, rue des Augustins 32. Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés est réputé liquidateur, Antony Gentile, rue des Champs 1/01, à 4460 Grâce-Hollogne, organe dirigeant de la société faillie. (Signé) F. Minon, avocat. (41383)
Par jugement du 2 novembre 2010, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation d’actif, la faillite prononcée en date du 24 septembre 2007, à charge de la SPRL Sud-Roch, ayant son siège social à 4340 Awans, rue de Bruxelles 155, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0478.229.992, a déclaré la société faillie inexcusable et a déchargé de sa fonction de curateur : Me François Minon, avocat à 4000 Liège, rue des Augustins 32. Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés est réputé liquidateur, Leszek Dus, rue Vaulx Toultia 28/2, à 4530 Villers-le-Bouillet, organe dirigeant de la société faillie. (Signé) F. Minon, avocat. (41384)
Rechtbank van koophandel te Kortrijk
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, buitengewone zitting vijfde kamer, d.d. 8 november 2010, werd, op bekentenis, failliet verklaard : Alvi NV, Markt 4/4, te 8780 Oostrozebeke, ondernemingsnummer 0439.221.938, eetgelegenheid met volledige bediening. Rechter-commissaris : Deceuninck, Arnold. Curator : Mr. Bailleul, Virginie, Prinsessestraat 103, 8870 Izegem. Datum der staking van betaling : 8 november 2010. Indienen der schuldvorderingen ter griffie vóór 6 december 2010.
Par jugement du 2 novembre 2010, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation d’actif, la faillite prononcée en date du 21 mai 2007, à charge de la SPRL Petitjean, Eric, ayant son siège social à 4671 Saive, rue Cahorday 27, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0479.702.414, a déclaré la société faillie inexcusable et a déchargé de sa fonction de curateur : Me François Minon, avocat à 4000 Liège, rue des Augustins 32. Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés est réputé liquidateur, Eric Petijean, rue Payefa 1, à 4190 Ferrières, organe dirigeant de la société faillie. (Signé) F. Minon, avocat. (41385)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Par jugement du 2 novembre 2010, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation, la faillite prononcée par jugement du même tribunal du 30 juillet 2009, de la SPRL Côte Sud, rue des Francs Arquebusiers 11, à 4600 Visé, B.C.E. n° 0876.192.783, a déclaré la société faillie inexcusable et a déchargé de ses fonctions de curateur, Me Jean-Luc Lempereur, avocat, quai Godefroid Kurth 12, à 4020 Liège. Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquidateur, M. Vincent Debauche, allée des Pâquerettes 6, à 4600 Visé. Le curateur, (signé) Jean-Luc Lempereur. (41386)
71771
Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce endéans les trente jours, à dater du prononcé du jugement. Clôture du premièr procès-verbal de vérification des créances : le 3 janvier 2011, à 9 h 30 m, au greffe du tribunal de commerce d’Eupen, Borngasse 3-5, à 4700 Eupen. Pour extrait conforme : (signé) D. Wetzels, greffier. (41389)
Tribunal de commerce de Mons Par jugement du 2 novembre 2010, le tribunal de commerce de Liège a déclaré close, par liquidation, la faillite prononcée par jugement du même tribunal du 26 mars 2007, de la SPRL GML Events, rue de Renory 93, à 4031 Liège, B.C.E. n° 0863.366.712, a déclaré la société faillie inexcusable et a déchargé de ses fonctions de curateur, Me Jean-Luc Lempereur, avocat, quai Godefroid Kurth 12, à 4020 Liège. Aux termes de l’article 185 du Code des sociétés, est réputé liquidateur, M. Michel Lemmens, rue Saint-Donat 5, à 4555 Nandrin. Le curateur, (signé) Jean-Luc Lempereur. (41387)
Par jugement du 2 novembre 2010, le tribunal de commerce de Neufchâteau a déclaré close, par insuffisance d’actif, les opérations de la faillite de M. Yves Brevers, domicilié à 6840 Léglise, rue des Eaux Bonnes 35B (B.C.E. 0718.583.720) et a dit pour droit que le failli était excusable. Pour extrait conforme : (signé) Me Jean-Benoît Massart, avocat. (41388)
Handelsgericht Eupen Konkurs auf Ladung Durch Urteil vom 4. November 2010 hat das Handelsgericht Eupen den Konkurs von Kastenhol, Paul, geboren am 15. Januar 1957 in Aachen (Deutschland), handelnd unter der Bezeichnung « Silver-BitRanch », eingetragen in der ZUD unter der Nummer 0650.333.827, wohnhaft in 4700 Eupen, Langesthal 94, Haupttätigkeit: Betrieb anderer Sporteinrichtungen, verkündet. Konkursrichter: Carl Baguette. Konkursverwalter: Rechtsanwalt David Chantraine, mit Kanzlei in 4700 Eupen, Paveestrasse 26. Die Gläubiger müssen ihre Forderungen innerhalb von dreissig Tagen ab Urteilsspruch in der Kanzlei des Handelsgerichts hinterlegen. Hinterlegung des ersten Schlußprotokolls der Forderungen : am 3. Januar 2011, um 9.30 Uhr, in der Kanzlei des Handelsgerichts Eupen, Borngasse 3-5, in 4700 Eupen. Für gleichlautenden Auszug, (Gez.) D. Wetzels, Greffier. (41389)
Tribunal de commerce d’Eupen Faillite sur citation Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce d’Eupen a déclaré la faillite de Kastenholz, Paul, né le 15 janvier 1957 à Aachen (D), domicilié à 4700 Eupen, Langesthal 94, exerçant son commerce sous la dénomination « Silver-Bit-Ranch », inscrit à la BanqueCarrefour des Entreprises sous le numéro 0650.333.827, pour exploitation d’autres installations sportives. Juge-commissaire : Carl Baguette. Curateur : Me David Chantraine, avocat à 4700 Eupen, Paveestrasse 26.
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, par liquidation, de M. Berckmans, Patrick, domicilié à 7060 Soignies, rue de la Station 60/22, B.C.E. n° 0868.984.495, et a déchargé le curateur, Me Etienne Franckart, de ses fonctions. Le failli a été déclaré excusable. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41390)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, par liquidation, de M. Masure, Etienne, domicilié à 7060 Soignies, rue de Neufvilles 54, B.C.E. n° 0717.333.212, et a déchargé le curateur, Me Bernard Popyn, de ses fonctions. Le failli a été déclaré excusable. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41391)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, par liquidation, de M. Cambruzzi, Thierry, domicilié à 7011 Ghlin, rue de Tournai 22, B.C.E. n° 0783.113.860, et a déchargé le curateur, Me Bernard Popyn, de ses fonctions. Le failli a été déclaré excusable. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41392)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, par liquidation, de la société SCRL Graphitex, dont le siège social est sis à 7000 Mons, chaussée du Rœulx 18/A, B.C.E. n° 0440.772.057, et a déchargé le curateur, Me Bernard Popyn, de ses fonctions. Est considéré comme liquidateur : Etienne, Jean-Marie, rue de la Paix 30, à 7030 Saint-Symphorien. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41393)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de la société SPRL Ital-Rif, dont le siège social est sis à 7390 Quaregnon, rue du Village 99, B.C.E. n° 0876.605.034, et a déchargé le curateur, Me Etienne Francart, de ses fonctions. Est considéré comme liquidateur : Brutto, Brian, cité des Cascades 16, à 7390 Quaregnon. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41394)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de la société SPRL Cilitec, dont le siège social est sis à 7020 Mons (Nimy), rue des Viaducs 133/C, B.C.E. n° 0879.917.088, et a déchargé le curateur, Me Etienne Francart, de ses fonctions.
71772
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Est considéré comme liquidateur : Marquet, David, rue des Viaducs 130, à 7020 Nimy. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41395) Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de la SA Etude et Création, dont le siège social est sis à 7334 Hautrage, rive Gauche du Canal 10, à Nimy (Blaton), RPM Mons 150753, B.C.E. n° 0459.835.725, et a déchargé le curateur, Me Christine Delbart, de ses fonctions. Est considéré comme liquidateur : Niacadie, Guy, rue E. Vandervelde 9/06, à 6040 Jumet. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41396)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de la SPRL Ma Femme et Moi, dont le siège social est sis à 7330 SaintGhislain, rue du Port 40, B.C.E. n° 0473.469.767, et a déchargé le curateur, Me Christine Delbart, de ses fonctions.
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de M. Gauquier, Dimitri, domicilié à 7110 Boussoit, rue Grande 107, B.C.E. n° 0666.390.493, et a déchargé le curateur, Me Christine Delbart, de ses fonctions. Le failli a été déclaré excusable. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41402)
Tribunal de commerce de Namur
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL « B. Thys », dont le siège social est sis à 5070 Fosses-la-Ville, chaussée de Namur 17, ayant exploité jusqu’au mois d’avril 2010 une sandwicherie sise à Charleroi, rue de la Broucheterre 9, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0887.954.727. Le même jugement reporte à la date provisoire du 4 novembre 2010, l’époque de la cessation des paiements.
Est considéré comme liquidateur : Cesly, Guy, rue du Port 40, à 7330 Saint-Ghislain. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41397)
Juge-commissaire : M. Thibaut de Maisieres, François, juge consulaire.
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de la SCRL Eureka Finance et Service, dont le siège social est sis à 7021 Havré, chaussée du Rœulx 1027, B.C.E. n° 0433.661.066, et a déchargé le curateur, Me Christine Delbart, de ses fonctions.
Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
Est considéré comme liquidateur : Monique Blondiau, chemin de la Procession 164, à 7000 Mons. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41398)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de la SPRL Le Petit Berger, dont le siège social est sis à 7080 La Bouverie, rue de la Libération 159, B.C.E. n° 0477.364.219, et a déchargé le curateur, Me Christine Delbart, de ses fonctions. Est considéré comme liquidateur : Piret, Patrick, rue de l’Industrie 192, à 7080 La Bouverie. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41399)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de la SPRL Coxi-Shop, dont le siège social est sis à 7334 Hautrage, Grand’Route 71, B.C.E. n° 0460.061.595, et a déchargé le curateur, Me Christine Delbart, de ses fonctions. Est considéré comme liquidateur : Lejay, Fabrice, rue de Fresnes 14, à F-59970 Vicq. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41400)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Mons a prononcé la clôture de la faillite, pour insuffisance d’actif, de la SPRLU Guily, dont le siège social est sis à 7380 Quiévrain, place de la Gare 18, B.C.E. n° 0449.747.725, et a déchargé le curateur, Me Christine Delbart, de ses fonctions. Est considéré comme liquidateur : Guily, Guy, rue Saint-André 16/1, à 6061 Montignies-sur-Sambre. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) F. Baugnies. (41401)
Curateur : Me Sohet, Isabelle, avenue Reine Astrid 4, 5000 Namur. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours.
Le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances se fera au greffe du tribunal de commerce de Namur le 14 décembre 2010, avant 16 heures, au deuxième étage. Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) A. Baye. (41403)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur aveu, la faillite de M. Thys, Bertrand Jacques, né à Auvelais le 8 avril 1976, domicilié à 5070 Sart-Saint-Laurent, place de Sart-Saint-Laurent 7, y exploitant sous la dénomination « La Brasserie de la Place », un débit de boissons, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0897.179.130. Le même jugement reporte à la date provisoire du 4 novembre 2010, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. Thibaut de Maisieres, François, juge consulaire. Curateur : Me Sohet, Isabelle, avenue Reine Astrid 4, 5000 Namur. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours. Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances se fera au greffe du tribunal de commerce de Namur le 14 décembre 2010, avant 16 heures, au deuxième étage. Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) A. Baye. (41404)
Par jugement du 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL Le Temps suspendu, dont le siège social est sis à 5060 Moignelée, rue de Fleurus 114, y exploitant une activité de kinésithérapie, d’esthétique et commerce de détail en produits divers, bijoux de fantaisie et articles cadeaux, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0477.743.707.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Le même jugement reporte à la date provisoire du 4 novembre 2010, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. Fourrier, Luc, juge consulaire. Curateur : Me Sine, Jean, rue de Fleurus 120A, 5030 Gembloux. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours. Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites.
71773
Par jugement prononcé le 4 novembre 2010, le tribunal de commerce de Namur, a reporté définitivement la date de cessation des paiements au 29 octobre 2009 de la faillite : SPRL Kavanagh’s Pub, dont le siège social est situé à 5030 Gembloux, place Saint-Guibert 2. Cette faillite a été prononcée par jugement du tribunal de commerce de Namur en date du 29 avril 2010. Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) André Baye. (41408)
Le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances se fera au greffe du tribunal de commerce de Namur le 14 décembre 2010, avant 16 heures, au deuxième étage.
Huwelijksvermogensstelsel − Régime matrimonial
Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) A. Baye. (41405)
Bij akte van notaris Ides Viaene, te Roeselare, gedateerd op 9 november 2010, hebben de heer Wim Dewulf en Mevr. Katrien Vanoost, samenwonende te 8800 Roeselare, Brugsesteenweg 21, hun huwelijkscontract gewijzigd door, onder meer, inbreng van een onroerend goed, in het gemeenschappelijk vermogen, tussen de heer en Mevr. Dewulf-Vanoost. (Get.) I. Viaene, notaris. (41409)
Par jugement du 8 novembre 2010, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur aveu, la faillite de la SA Indass, dont le siège social est établi à 5150 Floreffe, rue Oscar Kaisin 1, ayant une activité de conseiller en entrprises, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0865.208.227. Le même jugement reporte à la date provisoire du 8 novembre 2010, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. Thibaut de Maisieres, François, juge consulaire. Curateur : Me Bouvier, Geoffroy, avenue Reine Elisabeth 40, 5000 Namur. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours. Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances se fera au greffe du tribunal de commerce de Namur le 20 décembre 2010, avant 16 heures, au deuxième étage. Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) A. Baye. (41406)
Par jugement du 8 novembre 2010, le tribunal de commerce de Namur a déclaré, sur aveu, la faillite de la SPRL « G.D. Automobiles », dont le siège social est sis à 5310 Eghezée, section de Leuze, rue des Bruyères 62, y exploitant un garage et la vente au détail et en gros de véhicules d’occassion, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0888.725.579. Le même jugement reporte à la date provisoire du 8 novembre 2010, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. Dethinne-Delplanche, Nicole, juge consulaire. Curateur : Me Bouvier, Thibaut, avenue Reine Elisabeth 40, 5000 Namur. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours. Les personnes physiques, qui se sont constituées sûreté personnelle au failli, sont invitées à en faire déclaration au greffe conformément à l’article 72ter de la loi sur les faillites. Le dépôt du premier procès-verbal de vérification des créances se fera au greffe du tribunal de commerce de Namur le 20 décembre 2010, avant 16 heures, au deuxième étage. Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) A. Baye. (41407)
Er blijkt uit een akte verleden voor notaris Christophe Kint, te Staden, op 27 oktober 2010, geregistreerd, dat de heer Claeys, Bernard Joseph Rachel Remi, geboren te Gent op 16 april 1964, en zijn echtgenote, Mevr. Staelens, Renata Rachel, geboren te Oostburg (Nederland) op 5 september 1969, beide wonende te 9990 Maldegem, Krommewege 5, die huwden voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Aardenburg (Nederland) op 24 augustus 1990 onder het Belgische wettelijk stelsel bij gebrek aan huwelijkscontract en aangezien hun eerste echtelijke woonplaats in België was, welk stelsel niet gewijzigd werd dat zij thans hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd. De wijziging omvat het behoud van het bestaande huwelijksstelsel, doch met inbreng door de heer Bernard Claeys, van een eigen onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen. Voor eensluidend uittreksel : (get.) Christophe Kint, notaris. (41410)
Bij akte verleden voor notaris Gauthier Clerens, te Mechelen, op 18 april 2010, werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd tussen de heer Andries, Paul Frans, geboren te Mortsel op 24 januari 1975 (rijksregister nummer : 57.01.24-335.52), en zijn echtgenote, Mevr. Vertriest, Jo Adrienne, geboren te Gent op 13 september 1966 (rijksregister nummer : 66.09.13-406.71), samenwonend te 2660 AntwerpenHoboken, Zaatlaan 16. De echtgenoten Andries-Vertriest waren gehuwd te AntwerpenHoboken op 18 mei 2001 onder het stelsel der scheiding van goederen ingevolge hun huwelijkscontract verleden voor notaris Gauthier Clerens, te Mechelen, op 17 april 2001. Bij voormelde wijzigende akte werd onder meer aan deze scheiding van goederen een beperkte gemeenschap toegevoegd, door inbreng van een eigen goed van de heer Andries. Geregistreerd Mechelen tweede kantoor, drie bladen, drie verzendingen, boek 307, blad 78, vak 17, op 24 oktober 2010. Ontvangen : vijfentwintig euro. De ontvanger, (getekend) M-R. Van Vlasselaer. Mechelen, 27 oktober 2010. Voor gelijkluidend uittreksel : (get.) Gauthier Clerens, notaris. (41411)
Ingevolge akte wijziging huwelijksstelsel verleden voor notaris Bernard Indekeu, te Zoutleeuw, op 8 oktober 2010, hebben de heer Meyvaert, André Joseph Marie, geboren te Zelzate op 10 mei 1943, en zijn echtgenote, Mevr. Boyen, Simonne Julienne Maria, geboren te SintTruiden op 8 december 1959, beiden wonende te 3454 Geetbets, Kasteellaan 15, eigen onroerende goederen ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen en een keuzebeding werd toegevoegd. Namens de verzoekers : (get.) Bernard Indekeu, notaris. (41412)
71774
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Blijkens akte verleden voor notaris André Depuydt, te KruibekeRupelmonde, op 20 oktober 2010, geregistreerd op het registratiekantoor te Beveren, op 25 oktober 2010, boek 446, blad 100, vak 6, hebben de heer Mallentjer, Julien Pierre, rijksregister nummer 500521377.78, identiteitskaartnummer 590-3111214-62, geboren te Temse op 21 mei 1950, en zijn echtgenote, Mevr. Pauwels, Nicole Gudula, rijksregisternummer 581206-292.54, identiteitskaartnummer 591-1468773-04, geboren te Temse op 6 december 1958, samenwonende te 9150 Kruibeke, Rupelmonde, Kalverstraat 16, hun huwelijkscontract gewijzigd door aanneming van het stelsel der algehele gemeenschap. Kruibeke (Rupelmonde), 9 november 2010. (Get.) André Dupuydt, notaris. (41413)
Bij akte verleden voor notaris Baudouin Verelst, te Halen, op 30 juli 2010, geregistreerd te Hasselt op 10 augustus 2010, boek 774, blad 83, vak 9, hebben de heer Beerden, Thierry, geboren te Hasselt op 25 maart 1977, en zijn echtgenote, Mevr. Neskens, Nathalie Bert Irène Ghislaine, geboren te Sint-Truiden op 11 maart 1985, wonende te 3560 Lummen, Dellestraat 5 bus A, gehuwd onder het wettelijk stelsel der gemeenschap van goederen bij ontstentenis van een huwelijkscontract, een wijziging gebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, met behoud van het stelsel zelf, doch door inbreng van een onroerend goed door Mevr. Neskens, Nathalie, in de huwelijksgemeenschap. (Get.) Baudouin Verelst, notaris. (41414)
Ingevolge akte verleden voor notaris Kristel Deflander, geassocieerd notaris te Oud-Turnhout, op 21 oktober 2010, hebben de echtgenoten de heer Caers, Josephus Maria Aloysius, geboren te Turnhout op 19 augustus 1960 en Mevr. Calanog, Merlyn Martinez, geboren te Taal/ Batangas (Filipijnen) op 22 maart 1960, samenwonende te 2300 Turnhout, Verlorenweg 13, oorspronkelijk gehuwd onder het stelsel van scheiding van scheiding van goederen ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Michel Eyskens, te Oud-Turnhout, op 23 oktober 1997, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd zonder het stelsel te wijzigen en waarbij een toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen aan het stelsel werd toegevoegd en waarbij door de heer Caers een persoonlijk eigendom te Turnhout, tweede afdeling, in dit toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen werd ingebracht.
7 maart 1983, een wijziging werd aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, met onder andere de inbreng in de huwelijksgemeenschap van eigen gelden in volle eigendom door voornoemde heer Vervaeke, Luc, en door Mevr. Vermeersch, Marleen, alsmede een wijziging in de verdeling van de huwgemeenschap bij overlijden van één der echtgenoten. Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Katia Denoo, notaris. (41417)
Bij akte verleden voor Paul van den Hove d’Ertsenryck, notaris ter standplaats Zandhoven, op 30 september 2010, hebben de heer Van Langendonck, Steven Constant Marie Louise, geboren te Lier op 11 mei 1977, en zijn echtgenote, Mevr. Verlinden, Innes, geboren te Lier op 11 oktober 1983, samenwonende te 2560 Nijlen, Hellevoortstraat 14A, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd, inhoudende onder meer de inbreng door beide echtelieden van onroerende goederen in de gemeenschap. Namens de echtelieden Steven Van Langendonck en Innes Verlinden : (get.) Paul van den Hove d’Ertsenryck, notaris. (41418)
Uit een akte, verleden voor Mr. Clement Wouters, notaris te Tongeren op 21 oktober 2010, geregistreerd te Tongeren. Registratiekantoor op 26 oktober 2010, boek 569, blad 32, vak 9. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25). De eerstaanwezend inspecteur, (get.) E. Hubrechts, blijkt dat de heer Penders, Davy Lodewijk Emmanuel, zaakvoerder, geboren te Genk op 26 november 1973, nationaal nummer 73.11.26-113.38, ID-kaart nummer 591-0420799-18, van Belgische nationaliteit, en zijn echtgenote, Mevr. Vanclee, Linda Renée Marie, bestuurder, geboren te Tongeren op 19 augustus 1967, nationaal nummer 67.08.19-060.57, ID-kaart nummer 590-9082775-12, van Belgische nationaliteit, samenwonende te 3700 Tongeren, Stationslaan 13 bus 2. Dat ze gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Tongeren op 10 augustus 2002 onder het wettelijk stelsel der gemeenschap bij ontstentenis aan huwelijksvoorwaarden, niet meer gewijzigd sedertdien. Een notariële akte houdende minnelijke wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel hebben laten opmaken houdende het stelsel der zuivere scheiding van goederen. Voor eensluidend uittreksel : (get.) Clement Wouters, notaris. (41419)
Oud-Turnhout, 9 november 2010. (Get.) Kristel Deflander, notaris. (41415)
Bij akte verleden voor notaris Christian Lambrecht, te Kortrijk (Heule) op 27 oktober 2010, hebben de heer Vanslambrouck, Jeroen Valère Krista, kinesist, en zijn echtgenote, Mevr. Deschamps, Anneleen Annie Jose, kinesiste, samenwonende te Gullegem, Meiweg 1, wijzigingen aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht. De wijziging voorziet in de inbreng van een eigen onroerend goed en een schuld van Mevr. Anneleen Deschamps in het gemeenschappelijk vermogen. Voor de echtgenoten : (get.) Christian Lambrecht, notaris. (41416)
Uit een akte verleden voor notaris Katia Denoo, te Oostkamp, op 22 oktober 2010, geregistreerd te Brugge, registratie 4, op 25 oktober 2010, boek 217, blad 20, blijkt dat de heer Vervaeke, Luc Cyrille Emile, geboren te Kortrijk op 28 december 1953, en zijn echtgenote, Mevr. Vermeersch, Marleen Clarisse, geboren te Brugge op 5 maart 1957, samenwonende te 8020 Oostkamp, Azaleastraat 37, gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Damme, op 11 maart 1983, onder het wettelijk stelsel blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Patrick Van Hoestenberghe, te Jabbeke, op
Uit een akte verleden voor notaris Jean Matthys, notaris, met standplaats te Lokeren, op 15 oktober 2010, dragende de melding : « Geregistreerd twee blad(en), één verz. te Lokeren op 20 oktober 2010, deel 622, blad 35, vak 13. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De eerstaanwezend inspecteur, (get.) R. Roose », blijkt dat : de heer Van Hoenacker, Alberic Remi, geboren te Lokeren op 19 juli 1938, nationaal nummer 38.07.19 041-42, identiteitskaart nummer 590-5032351-17, en zijn echtgenote, Mevr. Van Damme, Denise Charlotte Isidoor, geboren te Lokeren op 14 augustus 1934, nationaal nummer 34.08.14 040-19, identiteitskaart nummer 590-5527935-28, samenwonende te 9160 Lokeren, Naastveldstraat 89; gehuwd onder het vroegere stelsel der wettelijke gemeenschap, bij gebrek aan een huwelijkscontract, zonder verklaring van behoud, waarbij bij akte verleden voor notaris Matthys, Jean, te Lokeren, op 24 januari 1980, een aanvulling werd aangebracht zonder wijziging van het bestaande stelsel en nadien niet meer gewijzigd zoals zij verklaren; gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid hen verschaft bij artikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek, hun voormeld huwelijksvermogensstelsel te wijzigen. Krachtens voormelde wijzigende akte werd het verblijvingsbeding geschrapt. Lokeren, 8 november 2010. Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Jean Matthys, notaris. (41420)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Bij akte verleden voor Bénédicte Strobbe, notaris met standplaats te Waregem op 14 oktober 2010, hebben de heer Declerck, Renaat Germain Omer, geboren te Roeselare op 25 december 1966, en zijn echtgenote, Mevr. Vermaut, Catherine Maria Angèle, geboren te Roeselare op 8 oktober 1969, samenwonende te 8792 Waregem, Sprietestraat 286, hun huwelijksvoorwaarden gewijzigd in die zin dat : een beperkt gemeenschappelijk vermogen werd toegevoegd; de echtgenoot eigen onroerende goederen heeft ingebracht in het beperkt gemeenschappelijk vermogen.
Dat ze gehuwd zijn onder het wettelijk stelsel der gemeenschap, bij gebrek aan een huwelijkscontract, niet gewijzigd, noch gehandhaafd, tot op heden, zoals verklaard. Dat zij in eerstgenoemde akte een minnelijke wijziging hebben aangebracht aan hun voormelde huwelijksvoorwaarden zonder dat deze wijziging de vereffening van hun vorig stelsel tot gevolg had. Diest, 4 november 2010. Voor analytisch uittreksel : (get.) J. Van Gorp, notaris. (41425)
Waregem, 8 november 2010. Voor de echtgenoten Renaat Declerck-Vermaut, Catherine : (get.) Bénédicte Strobbe, notaris. (41421)
Blijkens akte verleden voor notaris De Schepper, Peter, te Roosdaal, op 3 november hebben : De heer Van Asbroeck, Dirk, geboren te Ninove op 17 april 1963 (NN 630417 563-84), en zijn echtgenote, Mevr. Clottemans, Lutgarde Maria, geboren te Borchtlombeek op 28 maart 1957 (NN 570328 422-53), wonende te 1761 Roosdaal, Kerkstraat 24. Een aantal beschikkingen van hun stelsel gewijzigd met behoud van het stelsel zoals het thans van toepassing is en heeft de heer Van Asbroeck, Dirk, inbreng gedaan van een onroerend goed in de huwgemeenschap. Voor gelijkvormig uittreksel : (get.) P. De Schepper, notaris. (41422)
Uit een akte verleden voor notaris Peter De Baets, met standplaats te Koksijde, op 22 oktober 2010, blijkt dat : de heer Cloet, Bart Geert August, geboren te Roeselare op 21 juni 1966, nationaal nummer 66.06.21-037.82, en zijn echtgenote, Mevr. Lootvoet, Marian Bertha Marie, geboren te Ieper op 26 februari 1963, nationaal nummer 63.02.26-254.12, gedomicilieerd te 8630 Veurne, Vleeshouwersstraat 6; gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Veurne op 1 juni 1996, onder het wettelijk stelsel, bij ontstentenis van het sluiten van een voorafgaand huwelijkscontract; gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid hen verschaft bij artikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek, hun voormeld huwelijksregime te wijzigen. Krachtens voormelde wijzigende akte werden door Mevr. Lootvoet, Marian, diverse onroerende goederen ingebracht in de huwelijksgemeenschap tussen de echtgenoten Cloet-Lootvoet, alsook werd een beding opgenomen betreffende de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen in geval van overlijden. Koksijde, 9 november 2010. Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Peter De Baets, notaris. (41423)
Bij akte verleden voor notaris Bernard D’hoore, te Beernem, op 29 oktober 2010, werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd tussen de heer Etienne Julien Vindevoghel en Mevr. Rosanne Agnes Lambert. De echtgenoten Vindevoghel-Lambert waren gehuwd te Zuienkerke op 14 september 2007 onder het wettelijk stelsel. Voor gelijkluidend uittreksel : (get.) B. D’hoore, notaris. (41424)
Uit een akte opgemaakt door notaris Jan Van Gorp, geassocieerde notaris te Diest op 29 oktober 2010, geregistreerd te Diest op 3 november 2010, boek 526, blad 17, vak 17, ontvangen : vijfentwintig euro (25,00 EUR). De ontvanger, getekend C. Coenen, blijkt dat de heer Leus, Paul François Jeanne, geboren te Diest op 12 september 1945, en zijn echtgenote, Mevr. Van de Laer, Odette Norberte Charline, geboren te Zichem op 13 februari 1948, wonende te 3271 ScherpenheuvelZichem (Zichem), IJsbergstraat 83, gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Zichem op 27 mei 1967.
71775
Uit een akte verleden voor Mr. Rudy Vandermander, geassocieerd notaris te Evergem, Ertvelde, in datum van 8 november 2010, ter registratie neer te leggen, blijkt dat de heer De Muynck, Etienne Cyriel, geboren te Sleidinge op 26 september 1937, en zijn echtgenote, Mevr. Huys, Hedwige Maria Magdalena, geboren te Evergem op 12 september 1942, samenwonende te Evergem, Mithremstraat 35, gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Evergem op 24 november 1965, een notariële akte hebben laten opmaken inhoudende minnelijke wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel. Evergem (Ertvelde), 8 november 2010. (Get.) Rudy Vandermander, notaris. (41426)
Bij akte van 21 oktober 2010 verleden voor notaris Filip Michoel, te Hoogstraten, hebben de heer Paul Frans Joseph Cools, en zijn echtgenote, Mevr. Veerle Maria Magdalena Josepha Beernaert, wonende te 2320 Hoogstraten, Tinnenpotstraat 12, gehuwd onder het wettelijk stelsel der gemeenschap blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Jan Michoel, te Hoogstraten, op 23 juni 1978, een wijziging aan de samenstelling hun vermogens gebracht door de inbreng van een onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen overeenkomstig het Belgisch Burgerlijk Wetboek, door invoeging van de bepaling dat toekomstige erfenissen en schenkingen gemeenschappelijk zullen zijn en door toevoeging van een keuzebeding. Voor de verzoekers : (get.) Filip Michoel, notaris. (41427)
Bij akte verleden voor notaris Michaël Van Der Linden, te Hasselt, op 20 oktober 2010, hebben de heer Goossens, Gustaaf Maria, geboren te Lokeren op 5 juli 1930, en zijn echtgenote, Mevr. Bomans, Jacqueline Elisabeth, geboren te Elisabethville op 11 juli 1936, samenwonende te 3500 Hasselt, Anne Frankplein 3/6, een wijziging aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht, met als voorwerp de handhaving van het stelsel der gemeenschap van aanwinsten, ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Julien Matthys, destijds te Lokeren, op 15 juli 1961, mits vervanging van artikel 6 door een keuzebeding en de schrapping van artikel 7. (Get.) M. Van Der Linden, geassocieerd notaris. (41428)
Uit een akte van minnelijke wijziging van huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Filip Debucquoy, met standplaats te Kinrooi, op 17 oktober 2010, dragende als registratierelaas « 2010/314/1559/N. Geregistreerd te Maaseik op 2 november 2010, boek 539, blad 86, vak 8, drie bladen, geen verzendingen. Ontvangen : vijfentwintig euro. De eerstaanwezend inspecteur, (get.) J. Haeldermans », blijkt dat de heer Snijckers, Mathieu Michiel Antoine Gerard, en zijn echtgenote, Mevr. Stakenborg, Mechtildis Isabella Joanna Francisca, wonende te 3640 Kinrooi (Kessenich), Veldstraat 17, hun huwelijksvermogensstelsel hebben gewijzigd. (Get.) Filip Debucquoy, notaris. (41429)
71776
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Bij akte verleden voor notaris Ivo Vrancken, te Genk, op 18 oktober 2010, hebben de heer Longo, Adriano, geboren te Genk op 25 juli 1958, en zijn echtgenote, Mevr. Adimari, Giuseppina, geboren te Firmo (Italie) op 21 juli 1969, beiden van Italiaanse nationaliteit, en beiden wonende te 3600 Genk, Zenobe Grammestraat 28, hun huwelijksstelsel gewijzigd. De echtgenoten Longo-Adimari zijn gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Firmo (Italie) op 4 augustus 1991, onder het wettelijk stelsel zonder huwelijkscontract. Zij wensen dit stelsel te wijzigen door inbreng van eigen onroerende goederen door de heer Longo, Adriano, voornoemd en door toevoeging van een verblijvingsbeding zonder dat voor het overige het huwelijksvermogensstelsel wordt gewijzigd. Genk, 8 november 2010. Voor de echtgenoten Longo-Adimari : (get.) I. Vrancken, notaris. (41430)
Bij akte verleden voor notaris Hans Derache, te Tessenderlo, op 28 november 2008, hebben de heer Tordoor, Johan Jozef, geboren te Geel op 22 september 1964, en zijn echtgenote, Mevr. Sterckx, Els Maria Louisa, geboren te Koersel op 18 juli 1965, samenwonende te 3945 Ham, Wasseven 28, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd, zonder dat deze wijziging heeft geleid tot de vereffening van het stelsel, inhoudende inbreng in de huwelijksgemeenschap door Mevr. Sterckx, van onroerende goederen, toevoeging van een beding aangaande de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen ingeval van ontbinding door overlijden en van een beding aangaande de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen ingeval van ontbinding door echtscheiding. Tessenderlo, 8 november 2010. Voor de verzoekers : (get.) Hans Derache, notaris. (41431)
Bij akte verleden voor notaris Frederic Opsomer, te Kortrijk, de dato 5 november 2010, hebben de echtgenoten Frankie Pattyn-Roaen, Ilse, wonende te Kortrijk/Heule, Kortrijksestraat 143, hun huwelijksstelsel aangepast hebben, houdende aanneming van het stelsel van scheiding van goederen. (Get.) F. Opsomer, notaris. (41432)
Bij akte verleden voor het ambt van notaris Niek Van der Straeten, geassocieerd notaris, te Destelbergen, op 26 oktober 2010, hebben de heer Backlé, Bart Stephaan Louis, geboren te Aalst op 2 augustus 1959, en zijn echtgenote, Mevr. Dascotte, Claire Florence Judith, geboren te Asse op 19 februari 1959, samenwonende te Sint-Niklaas, Zamanstraat 41, een wijziging aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, doch met behoud van stelsel, houdende ondermeer toevoeging van een intern gemeenschappelijk vermogen. (Get.) N. Van der Straeten, geassocieerd notaris. (41433)
Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Charles Deckers, te Antwerpen, op 28 oktober 2010, met vermelding van volgende registratiegegevens : « Geregistreerd twee bladen, geen renvooien te Antwerpen, zevende kantoor der registratie op 2 november 2010, boek 151, blad 25, vak 05 (F 2010/441/4989/N). Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25). De ontvanger : (getekend) a.i. J. Martens », hebben de heer Peter Sijben en Mevr. Helena Claessen, samenwonende te Maaseik, Wouterbos 15, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd. Voor de echtgenoten : (get.) C. Deckers, geassocieerd notaris. (41434)
Uit een akte verleden voor notaris Marc Demaeght, te Laakdal (Veerle), op 5 november 2010, blijkt dat de heer De Jongh, Patrick Carl René, geboren te Geel op 3 februari 1960, en zijn echtgenote, Mevr. Lenaerts, Anna Nelly Paula, geboren te Leuven op 24 november 1960, samenwonende te Scherpenheuvel-Zichem (Averbode), Zandstraat 22, wijzigingen hebben aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, met behoud van het stelsel zelf, onder meer door inbreng van een onroerend goed in de huwgemeenschap door Mevr. Lenaerts, Anna, voornoemd. Namens de echtgenoten De Jongh-Lenaerts : (get.) Marc Demaeght, notaris. (41435)
Bij akte verleden voor notaris Eric Louis Adriaenssens, te Antwerpen, op 20 oktober 2010, hebben de heer El Amri, Yahya, geboren te Berkane (Marokko) op 26 februari 1969, en zijn echtgenote, Mevr. Van Huffelen, Jeannine François Isabella, geboren te Antwerpen (vijfde district) op 19 januari 1968, samenwonende te Antwerpen (Berendrecht), Antwerpsebaan 169, een wijziging aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht. Deze wijziging voorziet in de inbreng door de echtgenote van een eigen goed in het gemeenschappelijk vermogen. (Get.) E.L. Adriaenssens, notaris. (41436)
Bij akte verleden voor notaris Henri Thevelin, te Menen, op 27 oktober 2010, hebben de heer Covemaeker, Frederik, en zijn echtgenote, Mevr. Rosseel, Cindy, te 8958 Heuvelland (Loker), Dikkebusstraat 187, overeenkomstig artikel 1394 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, volgende wijziging aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel : inbreng door de heer Covemaeker, Frederik, van een eigen onroerend goed in hun gemeenschappelijk vermogen. (Get.) Henri Thevelin, notaris. (41437)
Bij akte verleden voor notaris Frederika Lens, te Vilvoorde, op 8 oktober 2010, geregistreerd te Vilvoorde op 12 oktober 2010, drie bladen, geen verzendingen, boek 176, blad 65, vak 3, hebben M. Wery, Guy André Edgard, né à Ixelles le 19 juin 1944, numéro du registre national 44.06.19-051.54, et son épouse, Mme Guichard, Monique Alphonse Marie, née à Vilvoorde le 25 juillet 1946, numéro du registre national : 46.07.25-056.15, domiciliés ensemble à 1800 Vilvoorde, Tinelstraat (Edgard) 18. Een minnelijke wijziging aan hun oorspronkelijk huwelijksstelsel aangebracht. (Get.) F. Lens, notaris. (41438)
Bij akte verleden voor notaris Frederika Lens, te Vilvoorde, op 5 oktober 2010, geregistreerd te Vilvoorde op 7 oktober 2010, twee bladen, een verzending, boek 176, blad 63, vak 12, hebben de heer Turcksin, Leo Lodewijk Jozef, geboren te Vilvoorde op 17 februari 1925, nationaal nummer 25.02.17-057.69, en zijn echtgenote, Mevr. Deboeck, Jeanne, geboren te Vilvoorde op 4 april 1932, nationaal nummer 32.04.04-042.53, samenwonende te 1800 Vilvoorde, Leuvensestraat 131. Een minnelijke wijziging aan hun oorspronkelijk huwelijksstelsel aangebracht. (Get.) F. Lens, notaris. (41439)
Er blijkt uit een akte verleden voor ondergetekende notaris Joost Vercouteren, te Beveren, op 22 oktober 2010, geregistreerd te Beveren, op 26 oktober 2010, drie bladen, geen verzendingen, boek 448, blad 1, vak 9, dat de heer Pauwels, Luc Frans Leontine, Belg, geboren te Temse op 26 december 1959, nationaal nummer 59.12.26 115-40, hier vermeld met zijn uitdrukkelijke toestemming, en zijn echtgenote, Mevr. Van
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Meervenne, Marijke Frans Emma, Belg, geboren te Temse op 11 januari 1963, nationaal nummer 63.01.11 302-19, hier vermeld met haar uitdrukkelijke toestemming, beiden wonende te 9140 Temse, Doornstraat 165A. Dat ze gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Temse op 2 december 1983. Dat ze gehuwd zijn onder het wettelijk stelsel, bij gebrek aan een huwelijkscontract, niet gewijzigd tot op heden onder voorbehoud van hetgeen hierna wordt vermeld. Dat zij ingevolge akte verleden voor notaris Joost Vercouteren, op 22 oktober 2010, hun huwelijksstelsel hebben gewijzigd zonder vereffening van het bestaande stelsel, wel met een inbreng van een onroerende goed in de gemeenschap. Voor beknopt en beredeneerd uittreksel : (get.) J. Vercouteren, notaris. (41440)
Er blijkt uit een akte verleden voor ondergetekende notaris Joost Vercouteren, te Beveren, op 12 oktober 2010, geregistreerd te Beveren, op 18 oktober 2010, drie bladen, geen verzendingen, boek 446, blad 96, vak 17, dat de heer Van Landeghem, Louis Amedée Marie, Belg, gepensioneerde, geboren te Melsele op 4 september 1926, nationaal nummer 26.09.04 227-68, hier vermeld met zijn uitdrukkelijke toestemming, en zijn echtgenote, Mevr. Van Den Camp, Monique Cecile Celine, Belg, geboren te Melsele op 26 april 1939, nationaal nummer 39.04.26 236-25, hier vermeld met haar uitdrukkelijke toestemming, beiden wonende te 9120 Beveren, deelgemeente Melsele, Spoorweglaan 189. Dat ze gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Melsele op 30 april 1959. Dat ze gehuwd zijn onder het stelsel der wettelijke gemeenschap, bij gebrek aan een huwelijkscontract, zonder verklaring van behoud, niet gewijzigd tot op heden. Dat zij ingevolge akte verleden voor notaris Joost Vercouteren, op 12 oktober 2010, hun huwelijksstelsel hebben gewijzigd zonder vereffening van het bestaande stelsel, wel met een inbreng van een onroerende goed in de gemeenschap. Voor beknopt en beredeneerd uittreksel : (get.) J. Vercouteren, notaris. (41441)
Bij akte verleden op 27 oktober 2010, voor Mr. Bernard Boes, notaris te Kortrijk, geregistreerd op het eerste registratiekantoor te Kortrijk, hebben de heer Robert Raymond Auguste Fruy, geboren te Kortrijk op 3 oktober 1945, en zijn echtgenote, Mevr. Francine Andrea Martha Lenvain, geboren te Kortrijk op 6 juni 1951, samenwonend te Kortrijk, Damkaai 14, een wijziging aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel. Deze wijziging betreft 1) de inbreng van een woon- en handelshuis, gelegen aan de Budastraat 26 te Kortrijk, van en door de heer Fruy, in de huwgemeenschap, en 2) toevoeging van een keuzebeding. Voor de echtgenoten Fruy-Lenvain : (get.) Bernard Boes, notaris. (41442)
Bij akte verleden op 26 oktober 2010, voor Mr. Bernard Boes, notaris te Kortrijk, geregistreerd op het eerste registratiekantoor te Kortrijk, hebben de heer Daniël Cyriel Desmet, geboren te Harelbeke op 1 juni 1950, en zijn echtgenote, Mevr. Simonne Martha Mylle, geboren te Kortrijk op 14 november 1950, samenwonend te Kortrijk, Bellegem, Kreupelstraat 15, een wijziging aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, zonder actuele wijziging van hun patrimonia en met behoud van het stelsel. Voor de echtgenoten Desmet-Mylle : (get.) Bernard Boes, notaris. (41443)
Er blijkt uit een akte verleden voor notaris Michel Cornelis, te Anderlecht, op 6 juli 2010 « Geregistreerd één blad, zonder renvooi op het eerste registratiekantoor van Vorst op 13 juli 2010, boek 62, blad 17, vak 6, dat de wijziging van het huwelijksstelsel van de heer Poos, Nikolaus Karl (ook genoemd Nicolas Charles), geboren op 13 mei 1934 te Schifflingen, verblijvende te Gaasbeek, Binnenweg 3,
71777
NN 34051311550, en Mevr. Münchmeyer, Gabriele, geboren op 24 december 1937 te Hamburg, verblijvende te Gaasbeek, Binnenweg 3, NN 37122409051, hebben ze veranderingen aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht, zijnde de inbreng van een onroerend in een beperkte gemeenschap. Anderlecht, 4 november 2010. (Get.) Michel Cornelis, notaris. (41444)
Er blijkt uit een akte verleden voor notaris Michel Cornelis, te Anderlecht, op 18 oktober 2010 « Geregistreerd drie bladen, nul renvooi op het eerste registratiekantoor van Vorst op 22 oktober 2010, boek 70, blad 33, vak 14, dat de wijziging van het huwelijksstelsel van de heer Berrak, Achraf, NN 810326.35901, geboren op 26 maart 1981 te Anderlecht, verblijvende te Wilrijk, Heldenplein 24 en Mevr. El Harrak, Bouchra, NN 851123.272.27, geboren op 23 november 1985 te Antwerpen, verblijvende te Wilrijk, Heldenplein 24, hebben ze veranderingen aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht, zijnde de aanneming van een stelsel van scheiding van goederen. Anderlecht, 4 november 2010. (Get.) Michel Cornelis, notaris. (41445)
Bij akte verleden voor notaris Bruno Naets, te Westerlo, op 13 oktober 2010, geregistreerd twee bladen, zonder verzendingen te Herentals. Registratie op 15 oktober 2010, boek 5/153, blad 4, vak 10. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25), de ontvanger a.i. (getekend) : V. Gistelynck, hebben de heer Claes, Christiaan, geboren te Olen op 11 november 1959, nationaal nummer 59.11.11 273-34, en zijn echtgenote, Mevr. Van Genechten, Annie Lisette Julia, geboren te Westerlo op 21 april 1960, nationaal nummer 60.04.21 220-50, samenwonende te Westerlo, Renderstraat 73, gehuwd te Westerlo op 8 juli 1983, onder het wettelijk stelsel bij ontstentenis van huwelijkscontract, een wijziging aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, doch met behoud van het wettelijk stelsel. Westerlo, 29 oktober 2010. (Get.) Bruno Naets, notaris. (41446)
Bij akte verleden voor notaris Bruno Naets, te Westerlo, op 1 oktober 2010, geregistreerd twee bladen, zonder verzendingen te Herentals. Registratie op 15 oktober 2010, boek 5/153, blad 3, vak 19. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25), de ontvanger a.i. (getekend) : V. Gistelynck, hebben de heer Ceuppens, Luc Jan Maria, geboren te Leuven op 4 oktober 1968, nationaal nummer 68.10.04 293-18, en zijn echtgenote, Mevr. Vanuytrecht, Ilsa Irma Francine, geboren te Diest op 24 september 1971, nationaal nummer 71.09.24 038-20, samenwonende te 2230 Herselt, Diestsebaan 29, gehuwd te Beringen op 6 mei 1994, onder het wettelijk stelsel bij ontstentenis van huwelijkscontract, een wijziging aangebracht aan hun huwelijksvermogensstelsel, doch met behoud van het wettelijk stelsel. Westerlo, 4 november 2010. (Get.) Bruno Naets, notaris. (41447)
Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Frank Celis, te Antwerpen, op 20 oktober 2010 (geregistreerd vier bladen, één renvooi te Antwerpen, zevende kantoor der registratie op 26 oktober 2010, boek 151, blad 23, vak 02. Ontvangen : 25 euro. De ontvanger W. Wuytack), hebben de heer Corthier, Filip René Elisabeth, chiropractor, en zijn echtgenote, Mevr. Cloostermans-Huwaert, Anne-Marie Thérèse Desiré Clara, zonder beroep, beiden van Belgische nationaliteit, samenwonende te 9220 Hamme, Weverstraat 29, hun huwelijksstelsel gewijzigd zonder dat deze wijziging heeft geleid tot vereffening van het vorige stelsel, meer bepaald door toevoeging van een wederzijds optioneel verrekenbeding opeisbaar in geval van overlijden en echtscheiding. (Get.) Frank Celis, geassocieerd notaris. (41448)
71778
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Frank Celis, te Antwerpen, op 20 oktober 2010 (geregistreerd drie bladen, één renvooien te Antwerpen, zevende kantoor der registratie 25 oktober 2010, boek 151, blad 22, vak 09. Ontvangen : 25,00 euro. De ontvanger a.i. L. T’Seyen), hebben de heer Van Thillo, Paul Pieter August Elisabeth, gepensioneerde, en zijn echtgenote, Mevr. Leysen, Clothildis Francisca Lutgardis, gepensioneerde, beiden van Belgische nationaliteit, samenwonende te 2970 Schilde, Rodedreef 46, hun huwelijksstelsel gewijzigd zonder dat deze wijziging heeft geleid tot vereffening van het vorige stelsel, meer bepaald door toevoeging van een wederzijds optioneel verrekenbeding enkel opeisbaar in geval van overlijden. (Get.) Frank Celis, geassocieerd notaris. (41449)
Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Erik Celis, te Antwerpen, op 12 oktober 2010 (geregistreerd vier bladen, geen renvooien te Antwerpen, zevende kantoor der registratie op 19 oktober 2010, boek 151, blad 20, vak 04. Ontvangen : 25,00 euro (S 25). De ontvanger, (get.) a.i. J. Martens), hebben de heer Coppieters, Bruno Jan Florent Maria, jurist, en zijn echtgenote, Mevr. Celis, Ann Maria Jozefa Cornelia, bediende, beiden van Belgische nationaliteit, samenwonende te 2610 Antwerpen, district Wilrijk, Hoge Aardstraat 36, hun huwelijksvoorwaarden gewijzigd door inbreng door de heer Bruno Coppieters van een onroerend goed in hun gemeenschappelijk vermogen, en toevoeging van een keuzebeding aan hun oorspronkelijk huwelijksvermogensstelsel. (Get.) Erik Celis, geassocieerd notaris. (41450)
Bij akte verleden op 24 september 2010, voor notaris Michaël Janssen, met standplaats te Bierbeek, met melding van volgende registratiegegevens : « Geregistreerd drie bladen, twee renvooien te Leuven, tweede kantoor der registratie op 28 september 2010. Boek 1352, blad 79, vak 2. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De ontvanger, (getekend) De Clercq, G. », hebben de heer Reekmans, Paul Pierre, geboren te Leuven op 17 april 1926, en zijn echtgenote, Mevr. Ver Eecke, Simone Maria Lutgarde Cornelia, geboren te Poperinge op 27 april 1928, samen gedomicilieerd te 3000 Leuven, Brusselsestraat 46 bus 5, hun huwelijksvermogensstelsel minnelijk gewijzigd. Deze wijziging hield onder meer in : inbreng door de heer Reekmans, Paul Pierre van de volle eigendom van onroerend goed. Voor de echtgenoten Reekmans-Ver Eecke : (get.) Michaël Janssen, notaris. (41451)
Mevr. Billen, Kathleen Patricia Isabella Maria, geboren te Leuven op 27 juni 1966, samenwonende te 1000 Brussel, Brabançonnelaan 7, hun huwelijksvermogensstelsel minnelijk gewijzigd. Deze wijziging hield onder meer in : inbreng door de heer Verkammen van onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen. Voor de echtgenoten Verkammen-Billen : (get.) Michaël Janssen, notaris. (41453)
Bij akte verleden voor notaris Michaël Janssen, op 19 augustus 2010, met vermelding van volgende registratiegegevens : « Geregistreerd drie bladen, geen renvooien te Leuven, tweede kantoor der registratie op 23 augustus 2010. Boek 1350, blad 79, vak 14. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De ontvanger, (getekend) De Clercq, G. », hebben de heer Enis, Michaël Louis Eugène, en zijn echtgenote, Mevr. Vandoren, Liesbet, samenwonende te Bierbeek, Bieststraat 51, hun huwelijksvermogensstelsel minnelijk gewijzigd. Deze wijziging hield onder meer in : inbreng door beide echtgenoten van een toekomstig onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen. Voor de echtgenoten Enis-Vandoren : (get.) Michaël Janssen, notaris. (41454)
Bij akte verleden voor Mr. Chris Celis, notaris te Brasschaat, op 6 oktober 2010, hebben de heer Vanroelen, Henri Carlo Gabriel, geboren te Vilvoorde op 22 september 1958, en zijn echtgenote, Mevr. Dierkens, Daphne Fernanda Jenny, geboren te Gent op 1 december 1958, beiden wonende te 2930 Brasschaat, Durentijdlei 97, hun wettelijk huwelijksvermogensstelsel bij ontstentenis van huwelijkscontract, gewijzigd door toevoeging van een verblijvingsbeding naar keuze. Voor de echtgenoten : (get.) C. Celis, notaris. (41455)
Bij akte verleden voor Mr. Chris Celis, notaris te Brasschaat, op 6 oktober 2010, hebben de heer Oostvogels, Ludovicus Johannes, geboren te Brasschaat op 20 augustus 1950, en zijn echtgenote, Mevr. Cuijvers, Paulina, geboren te Brasschaat op 19 augustus 1951, beiden wonende te 2930 Brasschaat, Langestraat 27, hun oorspronkelijk huwelijksvermogensstelsel van algehele gemeenschap van goederen gewijzigd door toevoeging van een verblijvingsbeding. Voor de echtgenoten : (get.) C. Celis, notaris. (41456)
Bij akte verleden op 15 oktober 2010, voor notaris Michaël Janssen, met standplaats te Bierbeek, met vermelding van volgende registratiegegevens : « Geregistreerd twee bladen, geen renvooien te Leuven, tweede kantoor der registratie op 21 oktober 2010. Boek 1354, blad 35, vak 12. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De ontvanger, (getekend) De Clercq, G. », hebben de heer Thijs, Franciscus Ludovicus, geboren te Tessenderlo op 29 maart 1943, en zijn echtgenote, Mevr. Gils, Anna Mathilda Gerarda, geboren te Oostham op 16 januari 1947, samenwonende te 3980 Tessenderlo, Aardstraat 9, hun huwelijksvermogensstelsel minnelijk gewijzigd. Deze wijziging hield onder meer in : inbreng door de heer Theys van de volle eigendom van onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen én inbreng door Mevr. Gils van haar onverdeeld vijfde in onroerende goederen in het gemeenschappelijk vermogen. Voor de echtgenoten Theys-Gils : (get.) Michaël Janssen, notaris. (41452)
Bij akte verleden op 19 augustus 2010, voor notaris Michaël Janssen, met standplaats te Bierbeek, met volgend registratiegegevens : « Geregistreerd twee bladen, geen renvooien te Leuven, tweede kantoor der registratie op 23 augustus 2010. Boek 1350, blad 79, vak 13. Ontvangen : vijfentwintig euro (S 25,00). De ontvanger, (getekend) De Clercq, G. », hebben de echtgenoten de heer Verkammen, Johan Hendrik Eugène, geboren te Beiroet (Libanon) op 3 februari 1965, en zijn echtgenote,
Bij akte verleden voor Mr. Chris Celis, notaris te Brasschaat, op 12 oktober 2010, hebben de heer Aernouts, Ludovicus Christianus Maria, geboren te Brasschaat op 7 juni 1920, en zijn echtgenote, Mevr. Vermylen, Maria Charlotta Josephina (soms ook geschreven Vermijlen), geboren te Lier op 29 maart 1920, beiden wonende te 2930 Brasschaat, Grotlei 21, hun oorspronkelijk huwelijksvermogensstelsel van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten gewijzigd door toevoeging van een keuzebeding aan de langstlevende echtgenoot, met behoud van stelsel. Voor de echtgenoten : (get.) C. Celis, notaris. (41457)
Bij akte verleden voor Mr. Chris Celis, notaris te Brasschaat, op 13 oktober 2010, hebben de heer Van Wallendael, Eddy Gustaaf Elise, geboren te Brasschaat op 28 februari 1943, en zijn echtgenote, Mevr. Schoofs, Lydia Carina Julienne, geboren te Brasschaat op 29 oktober 1946, beiden wonende te 2930 Brasschaat, Elisalei 30, hun oorspronkelijk huwelijksvermogensstelsel van algehele gemeenschap van goederen gewijzigd door toevoeging van een keuzebeding aan de langstlevende echtgenoot, met behoud van stelsel. Voor de echtgenoten : (get.) C. Celis, notaris. (41458)
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE Par acte dressé par-devant le notaire Henri Thevelin, à Messines, le 20 octobre 2010, M. Dhoine, Christophe, et son épouse, Mme Scheers, Claudine, à 8940 Wervik, Koestraat 11, ont en application de l’article 1394 et suivants du Code civil, apporté la modification suivante à leur régime matrimonial : apport par Mme Scheers, Claudine, d’un bien immobilier propre dans leur communauté. Pour les requérants : (signé) Henri Thevelin, notaire. (41459)
71779
Aus einer Urkunde aufgenommen durch den Notar Jakubowski, in Eupen, vom 21. Oktober 2010, geht hervor, dass Herr Frantzen, Charles Joseph, geboren zu Welkenraedt am 14. Juni 1924 (N.N. 240614 199 24), wohnhaft in Lontzen, Stiftstrasse 9, und seine Ehefrau, Heck, Else, geboren zu Eupen am 13. August 1941 (N.N. 410813 022 20), wohnhaft in Eupen, Hochstrasse 122/5, folgende Abänderung ihres Güterstandes beschlossen haben : die Liquidierung des bestehenden gesetzlichen Güterstandes und Annahme des Güterstandes der Gütertrennung. Für gleichlautenden Auszug : (gez.) Jean-Marie Jakubowski, Notar. (41464)
Aux termes de leur contrat modificatif, reçu par Me Roland Stiers, en date du 28 juillet 2010, M. Harrachi, Abdelouahab, né à Douar Ouled Meryem Metalsa (Maroc) le 4 avril 1976, et son épouse, Mme Allaoui, Fatiha, née à Driouch (Maroc) le 31 août 1982, domiciliés à 4000 Liège, rue Bagolet 19, tous deux mariés à Nador (Maroc) le 23 février 2010, sous le régime belge de la communauté légale à défaut de contrat de mariage. Ont modifié leur régime matrimonial comme suit : Le contrat modificatif comporte l’adoption du régime matrimonial de la séparation de biens pure et simple. Pour extrait analytique conforme : (signé) R. Stiers, notaire. (41460)
Onbeheerde nalatenschap − Succession vacante
Bij vonnis in de raadkamer van de tweede kamer van de rechtbank van eerste aanleg, zitting houdende te Leuven op 25 oktober 2010, werd benoemd tot curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Karel Mariette Belet, geboren te Wilsele op 5 december 1942, in leven laatst wonende te 3000 Leuven, Frederik Lintsstraat 33, overleden te Leuven op 13 september 2009 : Mr. Johan Mommaerts, advocaat te 3000 Leuven, Philipslaan 20. Schuldeisers en legatarissen dienen, bij aangetekend bericht hun rechten te doen kennen binnen de drie maanden na huidige publicatie.
Par requête du 23 octobre 2010, M. Fongang Fongang, Eric Igor, cafetier, né à Inang Omeng (République du Cameroun) le 28 juillet 1984, inscrit au registre national sous le numéro 84.07.28-363.28, et son épouse, Mme Michel, Carine Paulette Denise, éducatrice, née à Messancy le 8 février 1974, inscrite au registre national sous le numéro 74.02.08-014.53, domiciliés rue de la Gaume 27, à 6792 Halanzy, ont introduit devant le tribunal de première instance d’Arlon, une requête tendant à l’homologation d’un contrat modificatif de régime matrimonial reçu par Me Benoit Lempereur, notaire à Saint-Léger, en date du 7 octobre 2010. Le contrat modificatif comporte adoption du régime de la séparation des biens pure et simple. (Signé) Benoit Lempereur, notaire. (41461)
(Get.) Th. Hoschet, advocaat. (41465)
Bij vonnis in de raadkamer van de tweede kamer van de rechtbank van eerste aanleg, zitting houdende te Leuven op 25 oktober 2010, werd benoemd tot curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Fernand Anna Aurelien Gros, geboren te Leuven op 31 januari 1943, in leven laatst wonende te 3000 Leuven, Sint-Maartensdal 5/2005, en overleden te Leuven op 1 november 2009 : Mr. Geert Demin, advocaat te 3000 Leuven, J.P. Minckelersstraat 90. Schuldeisers en legatarissen dienen, bij aangetekend bericht hun rechten te doen kennen binnen de drie maanden na huidige publicatie. (Get.) Th. Hoschet, advocaat. (41466)
Aux termes de l’acte reçu par Me Olivier Jamar, notaire à ChaumontGistoux, le 19 octobre 2010, contenant modification du contrat de mariage des époux Pierre Andre et Marie-Paule Gahide, domiciliés et demeurant à (1325) Chaumont-Gistoux, rue du Cerisier 10, les époux ont déclaré que les articles 1432 à 1438 du Code civil seront d’application à la dissolution et à la liquidation de leur régime matrimonial, voulant ainsi adopter les règles actuellement en vigueur en matière de détermination des causes de récompenses et de réévaluation des récompenses. Pour les époux : (signé) Olivier Jamar, notaire. (41462)
Par ordonnance du 28 octobre 2010, la troisième chambre du tribunal de première instance de Liège, a nommé M. Léon Ligot, avocat, domicilié à 4020 Liège, avenue du Luxembourg 15, en qualité de curateur de la succession de M. Delecour, Jean-Marie Urbain, né le 10 mars 1948, domicilié à 4430 Ans, rue des Clercs 23/02, et décédé à Saint-Nicolas le 29 novembre 2009. Toute personne concernée par cette succession est priée de contacter d’urgence le curateur. (Signé) L. Ligot, avocat.
Il résulte d’un acte reçu par Me Olivier Dubuisson, notaire associé de résidence à Ixelles, le 26 octobre 2010 « enregistré 2 rôles 2 renvois, au troisième bureau de l’enseignement d’Ixelles, le 2 novembre 2010, volume 53, folio 47, case 16. Reçu : S 25. L’inspecteur principal, (signé) Marchal D », que les époux M. Fischgrund, Joseph, né à Charleroi le 3 mars 1935, Mme Szpilman, Marja, née à Etterbeek le 28 mai 1934, domiciliés à 1180 Uccle, avenue Henri Elleboudt 11/7, mariés devant l’officier de l’état civil de la ville de Charleroi, le 16 septembre 1959. Ont déclaré modifier leur régime matrimonial étant le régime de la communauté réduite aux acquêts aux termes de leur contrat de mariage reçu par le notaire Emile Jacquet, à Châtelet, en date du 28 août 1959. La modification entraîne l’apport à la communauté d’un bien propre appartenant à M. Fischgrund, Joseph. Pour extrait analytique conforme : (signé) Olivier Dubuisson, notaire associé. (41463)
(41467)
Par décision prononcée le 21 octobre 2010 par le tribunal de première instance de Liège (RQ 10/2063/B), Me Dominique Jabon, avocat, juge suppléant, dont le cabinet est établi à 4041 Vottem, rue de Liège 53, a été désignée en qualité de curateur à la succession réputée vacante de Van Loon, Henri Auguste, né à Liège le 8 décembre 1929, en son vivant domicilié à 4101 Jemeppe, rue Sualem 19, et décédé à Seraing le 5 août 2009. Les créanciers de la succession sont priés d’adresser leur déclaration de créance au curateur, dans les trois mois à compter de la publication de cet avis. (Signé) Dominique Jabon, avocat. (41468)
71780
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
Par décision prononcée le 28 octobre 2010 par le tribunal de première instance de Liège (RQ 10/2127/B), Me Dominique Jabon, avocat, juge suppléant, dont le cabinet est établi à 4041 Vottem, rue de Liège 53, a été désignée en qualité de curateur à la succession réputée vacante de Henno, Frédéric Hubert, né à Herstal le 27 juillet 1951, en son vivant domicilié à 4102 Ougrée, rue Bertholet 74, et décédé à Chênée le 18 décembre 2009. Les créanciers de la succession sont priés d’adresser leur déclaration de créance au curateur, dans les trois mois à compter de la publication de cet avis.
Tribunal de première instance de Marche-en-Famenne
Par ordonnance du 8 novembre 2010, le tribunal de première instance de Marche-en-Famenne, a désigné Me David Verday, avocat de résidence à 6900 Marche-en-Famenne, allée du Monument 7, en qualité de curateur à la succession vacante de De Cock, Eric Cyrille Aimé, né à Liège le 20 juin 1960, décédé à Ciney (Achêne) le 29 août 2009, en son vivant domicilié à Durbuy, Vanne Navet 9A. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) L. Charlier.
(Signé) Dominique Jabon, avocat. (41469)
(41470)
BIJLAGE tot het Belgisch Staatsblad van 18 november 2010 − ANNEXE au Moniteur belge du 18 novembre 2010
Katholieke Hogeschool Kempen Nevenactiviteiten onderwijzend personeel 2010-2011 Het decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse gemeenschap d.d. 13 juli 1994, zoals gewijzigd d.d. 28 maart 1995 (artikelen 147 t/m 150) en het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de lijst van andere beroepsactiviteiten of bezoldigde activiteiten die een groot gedeelte van de tijd in beslag nemen van een lid van het onderwijzend personeel, werkzaam in de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap d.d. 3 mei 1995 beschrijven de nieuwe regeling inzake de toegestane cumulatie van het onderwijzend personeel van de hogescholen. Artikel 3 van voornoemd uitvoeringsbesluit stipuleert dat het hogeschoolbestuur verplicht is om beslissingen, waarbij afwijkend van de in het besluit gestelde onverenigbaarheden gesteld wordt dat de beroepsactiviteiten of bezoldigde activiteiten toch verenigbaar worden geacht met de voltijdse functie nominatief en met bijhorende motivatie bekendgemaakt worden via een publicatie in het Belgische Staatsblad. De raad van bestuur heeft op 21 oktober 2004 de goedkeuring van de nevenactiviteiten van de leden van het onderwijzend personeel gedelegeerd naar de algemeen directeur van de VZW Katholieke Hogeschool Kempen. Hij heeft op 28 oktober 2010 in algemene termen hierover verslag uitgebracht en de knelpunten ter goedkeuring aan de raad van bestuur uitgebracht. Zo is beslist aan volgende voltijdse leden, en dit in afwijking van artikel 1, de machtiging te verlenen om de vermelde nevenactiviteiten op te nemen. Deze machtigingen worden verleend steunend op een gemotiveerd verzoek van het betrokken lid van het onderwijzend personeel, waarbij de beschikbaarheid voor de hogeschool en de relevantie voor de hogeschoolopdracht als beoordelingscriteria golden. *Daens, Willy, auteur publicaties inzake douane en zelfstandig lesgever over douaneaangelegenheden Betrokkene is in de hogeschool o.a. belast met lesopdrachten ″Btw, douane- en accijnswetgeving″, ″douane en accijnzen″ en ″Btw″. Naast deze onderwijsopdracht bevat zijn opdracht ook een aantal organisatorische en coördinerende taken. Zowel zijn nevenactiviteit als auteur, als zijn opdracht als lesgever in douaneaangelegenheden sluiten rechtstreeks aan bij zijn opdracht binnen de hogeschool. Bovendien blijft werknemer door deze activiteiten nauw verbonden met het werkveld en kan zo de ontwikkelingen in zijn vakgebied goed opvolgen, hetgeen de kwaliteit van zijn opdracht in de hogeschool ten goede komt. Deze nevenactiviteiten vormen geen belemmering voor zijn voltijdse activiteit in de hogeschool. *Frans, Roger, zaakvoerder van BVBA Fragiel Betrokkene heeft een lesopdracht bij departement HWBK (Handelswetenschappen en Bedrijfskunde). Daarnaast doet hij de technische ondersteuning van Toledo en is hij ook betrokken bij de maatschappelijke dienstverlening in het departement HWBK. De BVBA Fragiel heeft als hoofdactiviteit het verkopen van cursussen informatica (enkel de commerciële activiteiten). Deze activiteit is heel beperkt en kadert volledig in zijn opdracht in de hogeschool. Door het maken van cursussen informatica onderhoudt hij een grondige kennis van besturingssystemen en software-pakketten. Ze vormt aldus geen enkele belemmering voor zijn hoofdopdracht in de hogeschool. *Van Geel, Jan, freelance journalist In de opleidingen Office Management, Bedrijfsmanagement en Toegepaste Informatica geeft betrokkene Communicatievaardigheden en correspondentie. In Office Management geeft hij ook Duits en begeleidt hij bovendien eindwerken. De nevenactiviteit (het schrijven van persteksten, artikels schrijven en vertalen) is in die zin relevant, dat ze een toepassing zijn van wat tijdens de lesopdracht besproken wordt. Via de journalistiek kan hij de theorie ook in de praktijk omzetten. Wegens de beperkte omvang heeft de nevenactiviteit geen invloed op het uitoefenen van de lesopdracht. * Van Landeghem, Gunther, zelfstandig informaticus/consultant Betrokkene is praktijklector in het departement HWBK (ICT en sociale vaardigheden). Via zijn nevenactiviteit kan hij op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen de sector. Deze activiteit komt zijn lesopdracht ten goede en gezien de beperkte omvang vormt ze geen belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Grauwen, Paul, zelfstandig lesgever in bijscholingsactiviteiten voor land- en tuinbouwers Betrokkene is adjunct-departementshoofd van het departement Agro- en Biotechniek en is ook belast met lesopdrachten sierteelt. Tevens is hij binnen deze vakgebieden teeltverantwoordelijke. Zijn nevenactiviteit als zelfstandig lesgever binnen bijscholingsinitiatieven georganiseerd door de beroepssector land- en tuinbouw en groenbeheer, biedt hem de mogelijkheid contact te houden met en op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen de beroepssector, een troef die de kwaliteit van zijn voltijdse opdracht binnen de hogeschool ten goede komt. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Heylen, Tom, zelfstandig veehouder in bijberoep Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten in de professionele opleiding bachelor in agro- en biotechnologie. De lesopdrachten zijn labo bodemkunde, veeteelt, intensieve veehouderij, pluimveehouderij, agrarische wet- en regelgeving en communicatieve vaardigheden. Hij is in het vakgebied van de veehouderij verantwoordelijk voor stagebegeleiding. Zijn nevenactiviteit als zelfstandig veehouder in bijberoep houdt hem sterk betrokken bij de sector en biedt hem de mogelijkheid op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71781
*Hulsbosch, Rina, zelfstandig lesgever in bijscholingsactiviteiten voor landbouwers Betrokkene is in de hogeschool in de professionele opleiding bachelor in agro- en biotechnologie belast met lesopdrachten melkveeteelt, vleesveeteelt, dierlijke selectie en agrarisch beleid. Verder doet zij ook stage- en eindwerkbegeleiding. Door haar nevenactiviteit als zelfstandig lesgever in hetzelfde vakgebied binnen bijscholingsinitiatieven in opdracht van het NCBL (Nat. Centrum voor Beroepsvorming Landbouw), blijft zij in contact met de beroepssector en blijft zij op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor haar opdracht bij de K.H.Kempen. *Janssens, Juul, zelfstandig lesgever in bijscholingsactiviteiten voor de land- en tuinbouwers. Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten land- en tuinbouwmechanisatie. Tevens is hij binnen dit vakgebied verantwoordelijk voor het onderhoud. en de uitbouw van de praktijkuitrusting land- en tuinbouwmachines van de hogeschool. Door zijn nevenactiviteit als zelfstandig lesgever in hetzelfde vakgebied binnen bijscholingsinitiatieven georganiseerd door de beroepssector land- en tuinbouw, blijft hij in contact met de beroepssector en volgt hij nieuwe ontwikkelingen op de voet. Een troef die de kwaliteit van zijn voltijdse opdracht binnen de hogeschool ten goede komt. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Lambers, Jan, aankoop, beheer en verkoop van landbouwmachines Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten in de richting landbouwlandbouwmechanisatie. Hij neemt o.a. de volgende vakken op zich : elektronica, materialenleer, elektriciteit, mechanisatie ... Daarnaast doet hij ook stage- en eindwerkbegeleiding. Door zijn nevenactiviteit als beheerder landbouwmachines blijft hij op de hoogte van innovatieve ontwikkelingen binnen landbouwmechanisatie. Deze ervaring komt zijn lesopdracht ten goede en gezien de beperkte omvang vormt ze geen belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Marien, Herman, zelfstandig lesgever en dienstverlener aan de agrarische en aanverwante sectoren Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten tuinbouwtechnieken en groenteteelt. Tevens is hij verantwoordelijk voor de uitbouw van de agrarische praktijkinfrastructuur van de hogeschool. Binnen zijn opdracht werkt hij ook actief mee aan praktijkgericht onderzoek op vraag van de beroepssector. Zijn nevenactiviteit als zelfstandige in hetzelfde vakgebied maar binnen bijscholingsinitiatieven voor de beroepssector land- en tuinbouw vloeit rechtstreeks voort uit bovengenoemde opdracht bij de K.H.Kempen. Ze is een verrijking en verdieping van het beroepsveld en geeft een binding met de praktijk en een goede praktische basis voor de opleiding in de school. Gezien het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Pauwels, Jan, zelfstandig lesgever aan beroepskwekers en tuinliefhebbers Betrokkene wordt als lesgever door de verschillende verenigingen gevraagd o.w.v. zijn jarenlange praktische ervaring en de ruime specifieke kennis m.b.t. de land- en tuinbouw, zowel in de beroepssector als in de particuliere. Deze lessen liggen in het verlengde van wat de dagtaak en de opdracht binnen de K.H.Kempen omvat. Daar staan immers de vakgebieden bemesting, bodemkunde, plantenziekten, plantenbescherming, milieubeheer... ingevuld als de voornaamste lesopdrachten. Door het contact met het werkveld is er ook een ruim aanbod van stageplaatsen. Gezien het beperkt aantal uren van zijn nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Tielemans, Sophie, zelfstandig dierenarts Betrokkene geeft aan de dierenartsassistenten de theoretische vakken pathologie, farmacologie, proefdierkunde, TLO assistentietechnieken en microbiologie. Verder doet ze ook stagebegeleiding van studenten. De bedoeling van deze nevenactiviteiten is in de vakantieperiodes de courante handelingen als dierenarts te onderhouden en zo op de hoogte te blijven van nieuwe evoluties en technieken m.b.t. het beroep dierenarts. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor haar opdracht bij de K.H.Kempen. *Van Campfort, Kristof, teler van sierplanten Zijn opdracht aan de hogeschool omvat het geven van theoretische en praktische tuinbouwvakken in de bacheloropleiding agro- en biotechnologie. Verder deelt hij mee de verantwoordelijkheid voor het begeleiden van stagestudenten. Als nevenactiviteit houdt hij zich bezig met het telen van sierplanten, wat nauw aansluit met de gegeven lessen in de school. Binnen de sector komt hij in aanraking met nieuwe technieken en machines. Deze activiteit is goed te plannen in weekends en vakantieperiodes, gezien de extensieve kwekerij, overwegend vollegrond,. en vormt aldus geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Van Deun, Robert, lesgever opleidingen binnen voedingsindustrie Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten levensmiddelentechnologie, productontwikkeling, kwaliteitszorg in de voedingsindustrie. Zijn nevenactiviteit als zelfstandig lesgever in hetzelfde vakgebied binnen bijscholingsinitiatieven georganiseerd door de voedingsindustrie vloeit rechtstreeks voort uit zijn opdracht bij de K.H.Kempen. De ervaring-die hij op deze manier opdoet binnen de voedingsindustrie komt de kwaliteit van zijn voltijdse opdracht binnen de hogeschool ten goede. Gezien het beperkt aantal uren en het tijdstip van uitvoeren vormt deze geen enkele belemmering voor zijn opdracht binnen de K.H.Kempen. *Van Dijck, Kristiaan, milieuconsultant Betrokkene is in de hogeschool belast met een lesopdracht (o.a. microbiologie, milieumetingen, project milieucoördinatie...) met daarnaast ook stage- en eindwerkbegeleiding in de opleiding agro- en biotechnologie. Door de eigen praktijkervaring houdt hij voeling met de milieusector. Deze ervaring draagt bij tot het praktijkgericht onderwijs en tot de kwaliteit van zijn onderwijsopdracht. Ze vormt aldus geen enkele belemmering voor de hoofdopdracht in de hogeschool. *Van Dyck, Maria, zelfstandig lesgever in bijscholingsactiviteit Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten in de richting tuinaanleg. Tevens is zij binnen dit vakgebied verantwoordelijk voor stagebegeleiding. Haar nevenactiviteit als zelfstandig lesgever in hetzelfde vakgebied binnen bijscholingsinitiatieven georganiseerd door de landen tuinbouwsector, vloeit rechtstreeks voort uit haar opdracht bij de K.H.Kempen. De ervaring die zij op deze manier opdoet binnen de sector komt de kwaliteit van haar voltijdse opdracht binnen de hogeschool ten goede. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren vormt deze geen belemmering voor haar opdracht bij de K.H.Kempen.
71782
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
*Ver Berne, Alfons, zelfstandig fruitteler in bijberoep Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten fruitteelttechnieken. Bovendien is hij ook verantwoordelijke fruitteelt. Zijn nevenactiviteit als fruitteler biedt hem mee de mogelijkheid contact te houden met de beroepssector, een troef die de kwaliteit van zijn voltijdse opdracht binnen de hogeschool ten goede komt. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Vermeiren, Dirk, zelfstandig landbouwer en lesgever in bijberoep Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten veevoeding, veehouderij, T.L.O. veeteelt en voedergewassen. Tevens is hij binnen het vakgebied melkveehouderij verantwoordelijk voor stagebegeleiding en uitwerken van stageopdrachten. Deze nevenactiviteiten als zelfstandig landbouwer in bijberoep en zelfstandig lesgever bieden hem de mogelijkheid op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen deze beroepssector. Ook zal hij de praktische noden binnen deze sector sneller aanvoelen. Dit is natuurlijk een troef voor de kwaliteit van zijn voltijdse opdracht binnen de hogeschool waar men streeft naar een verregaande specialisatie van de studenten. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Wauters, Serge, zelfstandig lesgever naschoolse vorming voor landbouwers Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten akkerbouwteelten, teelttechnieken en planten-fysiologie. Tevens is hij teeltverantwoordelijke voor de landbouwteelten binnen de praktijkinfrastructuur van de hogeschool. Hij werkt ook actief mee aan veldproeven die op de hogeschool worden opgezet op vraag van de beroepssector. Zijn nevenactiviteiten als zelfstandig lesgever in akkerbouwteelttechnieken en vennoot in een landbouwvennootschap vloeien rechtstreeks voort uit bovengenoemde opdracht bij de K.H.Kempen en zijn een verrijking en verdieping van het beroepsveld. Door deze nevenactiviteiten blijft hij sterk betrokken bij de sector. Dit is belangrijk als leraar in de afdeling landbouw en biotechnologie, waar contact met de praktijk belangrijk is om de snel evoluerende technieken bij te houden. Door zijn activiteit krijgt de school bijkomende uitstraling naar de professionele sector toe. Gezien het beperkt aantal uren van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Weckx, Bert, zelfstandig lesgever in bijscholingsactiviteiten voor land- en tuinbouwers Betrokkene is in de hogeschool belast met lesopdrachten toegepaste technieken land- en tuinbouw, klimatisatie en constructies. Tevens is hij binnen dit vakgebied verantwoordelijk voor stagebegeleiding. Door zijn nevenactiviteit als zelfstandig lesgever in hetzelfde vakgebied binnen bijscholingsinitiatieven georganiseerd door de beroepssector land- en tuinbouw, houdt hij contact met de beroepssector en volgt hij nieuwe ontwikkelingen op de voet. Dit is een troef die de kwaliteit van zijn voltijdse opdracht binnen de hogeschool ten goede komt. Gezien het occasionele karakter van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Houbregs Geert, orthopedisch schoenmaker Betrokkene is belast met een lesopdracht in het departement Gezondheidszorg en Chemie. In het kader van zijn opleiding als ’orthopedisch schoenmaker’ (Syntra) werkt hij ook zelfstandig. Verder houdt hij door zijn praktijkervaring voeling met de nieuwe ontwikkelingen en vormt dit aldus een meerwaarde voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. * Op de Beeck, Beatrijs, zelfstandig ergotherapeut in bijberoep Betrokkene is praktijklector in het departement Gezondheid en Chemie, binnen de opleiding ergotherapie. Zij is ook verantwoordelijk voor stage- en eindwerkbegeleiding en het geven van navorming. Via haar nevenactiviteit behoudt zij de band met de praktijk en dit draagt ook bij tot de kwaliteit van haar lesopdracht bij de K.H.Kempen. *Vandervoort, Barbara, grimeuse Betrokkene is in de hogeschool o.a. belast met een lesopdracht in het departement Gezondheid en Chemie. Gezien het occasionele karakter van deze nevenactiviteit en het tijdstip van uitvoeren, vormt ze geen enkele belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Van Steenwegen, Koenraad, orthopedisch schoentechnoloog Betrokkene is in de hogeschool o.a. belast met een lesopdracht orthopedische schoentechnologie voor sport en revalidatie. Door de eigen praktijkervaring worden de laatste ontwikkelingen op de voet gevolgd en geïntegreerd in de lesopdracht. Deze activiteit vormt aldus geen enkele belemmering voor zijn hoofdopdracht in de hogeschool. *Wuyts, Alex, onderwijsadvies aan secundair onderwijs Betrokkene wil de communicatievaardigheden en -strategieën die hij binnen de communicatieve vorming doceert, blijven toetsen aan de reële praktijk. Daarnaast wil hij ook zijn expertise op het vlak van studentenbegeleiding en onderwijsstrategie ter beschikking stellen van jongeren en scholen die daar nood aan hebben. Dit geeft op zijn beurt weer nieuwe input aan zijn begeleidingsactiviteiten op de hogeschool. *Cornelissen, Peter, zaakvoerder PCP BVBA Betrokkene is lector in het departement technologie en doceert o.a. managementvaardigheden, Visual Basic... Door zijn nevenactiviteit in de IT-sector (projectmanagement en consulting-opdrachten) behoudt hij het contact met het werkveld. Deze ervaring is zeker geen belemmering voor zijn lesopdracht in de hogeschool en komt deze ook ten goede. *Dekelver, Jan, afgevaardigd bestuurder Porta Capena Betrokkene is in de hogeschool onderzoekscoördinator technologie. Hij verzorgt de externe relaties naar lokale, Vlaamse en Europese overheidsinstanties, initieert nieuwe projecten op Vlaams en Europees niveau en verzorgt de coördinatie en de voortzetting van bestaande ICTprojecten. De nevenactiviteit van bestuurder van de firma Porta Capena, dat zich situeert binnen deze ICT - sector, biedt hem de mogelijkheid om voeling te houden met de snel evoluerende technologie in deze branche. De beperkte tijdsbesteding aan deze nevenactiviteit is zeker geen bezwaar voor de volledige beschikbaarheid in de hogeschool. *Dieltjens, Guy, zaakvoerder Dakwerken N. Dieltjens BVBA Betrokkene is in de hogeschool docent bouw waarin hij theorie (o.a. werfinrichting enz..) koppelt aan de praktijk.
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
71783
De nevenactiviteit biedt hem de mogelijkheid om na zijn lange beroepservaring voeling te houden met de praktijk en dit komt ook zijn lesopdracht ten goede. *Leirs, Joran, vennoot in bouwfirma Betrokkene heeft een lesopdracht in de opleiding bouw binnen het departement technologie. De nevenactiviteit biedt hem de mogelijkheid om voeling te houden met de praktijk van calculatie en facturatie in de bouwsector. Dit is een meerwaarde voor zijn lesopdracht in de K.H.Kempen. *Mols, Sofie, zelfstandig ingenieur-architect Betrokkene verzorgt in de opleiding bouw (departement technologie) de vakken bouwfysica, energiedeskundige, verwarming en ventilatie, energie-audits... Via de nevenactiviteit (architect en energie-audits) blijft haar kennis up-to-date en dit geeft haar lesopdracht ook een meerwaarde. *Scheelen, Hanneke, lesgever tennis Betrokkene heeft een lesopdracht in de departementen technologie en lerarenopleiding. Zij heeft de volgende lesopdrachten : communicatieen informatievaardigheden, peoplemanagement, project ondernemen, sport- en entertainmentmanagement, mediamanagement, ...Verder doet zij ook taken voor de optie sport- en cultuurmanagement. De nevenactiviteit is tot een minimum beperkt zodat dit geen probleem vormt voor haar beschikbaarheid op de hogeschool. *Stroobants, Davy, architect-zaakvoerder DSPZ BVBA Betrokkene verzorgt in de opleiding bouw (departement technologie) de vakken bouwmaterialen, isolatie en warmte, vocht en akoestiek, betontechnologie, staal- en houtskeletbouw, labo bouw ... Door zijn nevenactiviteit houdt hij voeling met de praktijk en dit draagt ook bij tot de kwaliteit van zijn lesopdracht. * Van de Velde, Gino, studiebureau stabiliteit Betrokkene is lector bouw bij het departement technologie en geeft les in de vakgebieden topografie, prijscalculatie, CAD-tekenen en weefinrichting. Door zijn activiteiten (studiebureau) houdt hij voeling met de praktijk. Dit komt de kwaliteit van zijn lesopdracht ten goede. Deze activiteit is ook tot een minimum beperkt zodat dit geen probleem vormt voor zijn beschikbaarheid op de hogeschool. *Verhaert, Patrick, zelfstandige webdesigner Betrokkene is in de hogeschool lector multimedia-webdesign en doet het onderhoud en de ontwikkeling van de websites binnen de K.H.Kempen. Als zelfstandige onderhoudt hij contacten met de industrie en het werkveld, volgt de vernieuwingen op het vlak van webdesign op de voet en doet praktische ervaring op via projecten. Deze nevenactiviteit vormt geen belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Minne, Erik, trainer / consultant Betrokkene heeft binnen de K.H.Kempen een onderwijsopdracht in organisatiekunde en personeelsbeleid. Daarnaast doet hij ook opdrachten maatschappelijke dienstverlening. De nevenactiviteiten liggen volledig in de lijn van de vakken die betrokkene geeft. Bovendien leidt het contact met de beroepswereid tot meer expertise in de lessen. De nevenactiviteiten geven geen problemen voor de beschikbaarheid. *Foets, Bart, zelfstandig verpleegkundige groepspraktijk Betrokkene geeft les in het departement Gezondheidszorg. Door zijn nevenactiviteit blijft hij op de hoogte van alle verpleegtechnische handelingen. Dit komt de kwaliteit van zijn lesopdracht ten goede. De beperkte omvang van de nevenactiviteit is bovendien geen belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Peeters, Danny, freelance lesgever Betrokkene geeft les in het departement Gezondheidszorg. Door zijn nevenactiviteit komt hij in contact met het werkveld. Dit komt de kwaliteit van zijn lesopdracht ten goede. De beperkte omvang van de nevenactiviteit is bovendien geen belemmering voor zijn opdracht bij de K.H.Kempen. *Deferme, Ann, consultant en lesgever verzekeringen Betrokkene is docent verzekeringen binnen het departement HWBK. Door haar nevenactiviteit heeft zij contact met het werkveld en wordt de vakinhoud getoetst in de praktijk. Deze ervaring komt haar lesopdracht zeker ten goede. *Naest, Benoit, consultant Betrokkene is lector marketing binnen het departement HWBK. Door zijn opdrachten als consultant houdt hij contact met het werkveld en blijft hij op de hoogte van recente ontwikkelingen binnen marketing, export, verkoop. Dit komt zijn lesopdracht ten goede. De nevenactivieit is bovendien beperkt en vormt aldus geen enkele belemmering voor zijn hoofdopdracht in de hogeschool. *Lamberts, Van Assche Pieter, consultant Betrokkene is lector recht en economie binnen het departement HWBK. Door zijn opdracht als consultant houdt hij contact met het werkveld en blijft hij op de hoogte van recente ontwikkelingen binnen het domein van recht en economie. De nevenactivieit is bovendien zeer beperkt en vormt aldus geen enkele belemmering voor zijn hoofdopdracht in de hogeschool. *Gers, An, zelfstandig diëtiste Betrokkene geeft binnen het departement Gezondheidszorg lessen inzake voeding. Verder coacht en begeleidt zij studenten bij eindwerken en stages en verzorgt zij trajectbegeleiding. Door haar nevenactiviteit houdt zij voeling met de praktijk en dit komt haar lesopdracht binnen de hogeschool ten goede. * Palmans, Elisabeth, psychosociale begeleiding Betrokkene is in de hogeschool o.a. belast met een lesopdracht communicatieve vaardigheden en zorgverbreding. Tevens begeleidt zij stages en leertrajecten. De psycho-sociale begeleiding die zij verzorgt in een medisch centrum, brengt haar in contact met diverse doelgroepen. Deze ervaring is interessant binnen haar opdracht als studentenbegeleider. Ze is beperkt en vormt aldus geen enkele belemmering voor haar hoofdopdracht in de hogeschool. *Pluymers, Jean-Pierre, software-ontwikkelaar Betrokkene is in de hogeschool belast met een lesopdracht informatica en vakdidactiek en hij verzorgt ook de ICT-coördinatie. Via zijn nevenactiviteit blijft hij op de hoogte van recente ontwikkelingen in de IT-sector en dit verhoogt dan weer de kwaliteit van zijn lesopdracht. De nevenactiviteit is bovendien zeer beperkt en vormt aldus geen belemmering voor zijn hoofdopdracht in de hogeschool.
71784
BELGISCH STAATSBLAD — 18.11.2010 — MONITEUR BELGE
*De Schrijver, Willy, beheerder onderzoekslaboratoria Betrokkene is lesgever conserveringstechnologie en toepassingen voedingsindustrie. Als nevenactiviteit is hij beheerder en verantwoordelijke voor de onderzoekslaboratoria ontstaan uit de K.H.Kempen (LOVAP, Lareco, Cereco en Linas). *De Vos, Leander, zelfstandig lesgever en gerechtsdeskundige Betrokkene heeft in de hogeschool lesopdrachten in sierboomteelt, bloementeelt, fruitteelt, economisch beleid, tuinbouwmachines en plantenvoeding. Daarbuiten staat hij in voor de eindwerkbegeleiding van een aantal studenten en is hij verantwoordelijk voor de plaatsingsdienst van de studenten master biowetenschappen. Zijn nevenactiviteiten als lesgever en als gerechtsexpert betreffende land- en tuinbouwaangelegenheden sluiten nauw aan bij zijn hoofdopdracht aan de hogeschool. Zij zijn heel beperkt in omvang en vormen aldus geen probleem voor de volledige beschikbaarheid in de hogeschool. Bovendien geven deze nevenactiviteiten beroepservaring aan betrokkene en bevorderen ze de uitstraling van de hogeschool. *Lommelen, Alfons, adviseur en lesgever beroepsvorming aan land- en tuinbouwers Betrokkene is belast met o.a. een lesopdracht in dierlijke productie, aangevuld met eindwerkbegeleiding van een aantal studenten. De nevenactiviteit van adviseur en lesgever beroepsvorming aan land- en tuinbouwers leunt nauw aan bij zijn lesopdracht in de hogeschool, is beperkt tot ong. 90 uren per jaar en vormt aldus geen belemmering voor de volledige beschikbaarheid in de hogeschool. * Van Thielen, Jozef, geven van voordrachten Betrokkene doceert aan de K.H.Kempen o.a. de vakken gedragsleer, varkenshouderij, genetica en intensieve veehouderij. Als gevolg van zijn specialisatie wordt hij soms gevraagd om over een bepaald onderwerp binnen de intensieve veehouderij een avondlezing te geven voor varkenshouders. Gezien het tijdstip en de beperkte hoeveelheid geeft dit geen probleem voor de beschikbaarheid binnen de K.H.Kempen. *Dewindt, Wim, gedelegeerd bestuurder eigen vennootschap Betrokkene is binnen de hogeschool coördinator valorisatie en actief in research. De omvang van zijn nevenactiviteit als gedelegeerd bestuurder is momenteel 0 % en vormt aldus geen belemmering voor zijn beschikbaarheid binnen de K.H.Kempen. *Hooyberghs, Ellen, psycho-therapeut Betrokkene heeft een opdracht binnen de sociale dienst van de school. Als nevenactiviteit begeleidt zij cliënten in haar eigen praktijk. Door deze activiteit houdt zij voeling met de praktijk hetgeen ook haar schoolopdracht ten goede komt. De beperkte omvang vormt ook geen belemmering voor haar opdracht in de K.H.Kempen. *Thijs, Erik, zelfstandige in bijberoep in de ICT-sector Betrokkene is in de hogeschool PC-beheerder en verzorgt ook de ondersteuning van de technische labo’s. Door zijn activiteiten als zelfstandige houdt hij voeling met het werkveld. De nevenactiviteit situeert zich hoofdzakelijk in de weekends of op weekavonden en is heel beperkt zodat deze geen belemmering vormt voor zijn beschikbaarheid in de hogeschool. *Van Hirtum, Bert, zelfstandige (communicatiebureau) Betrokkene is in de hogeschool coördinator externe communicatie. Als zelfstandig consultant begeleidt hij kleine K.M.O.’s inzake communicatie, copy-writing en drukwerkbegeleiding. Op deze manier kan hij concepten uit zijn vakgebied toetsen in andere professionele omgevingen (met uitzondering van secundaire en hogescholen). De activiteit is ook beperkt zodat deze geen belemmering vormt voor zijn beschikbaarheid in de hogeschool. (80640)
Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel. − Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles. Adviseur/Conseiller : A. VAN DAMME