Monique Schloss Glasinspiratie
Voorwoord www.castelloglass.nl
Glas, het meest transparante materiaal dat er bestaat, werkt in hoge mate tot de verbeelding van glaskunstenares Monique Schloss. Voordat het proces begint, maakt Monique schetsen van de sculptuur die zij wil maken. Samen met de glasmeester begint Monique daarna aan het proces. Door verhitting wordt glas een stroperige, lastig onder controle te houden massa. De glasmeester volgt door oogcontact de aanwijzingen die Monique hem geeft. Langzaam maar zeker ontstaat zo de sculptuur die zij voor ogen had. Haar sculpturen zijn prachtig en zeer divers. Haar herkenbare kunst bestaat uit hoofden van mensen en dieren in de stijl van Karel Appel, Corneille en Herman Brood. Ook het hoofd van Marlon Brando als de Godfather was een van haar scheppingen. Haar latere werk bestaat uit muziekinstrumenten zoals een klarinet, een gitaar en vervoermiddelen zoals een Ferrari en een scooter. In enkele van haar sculpturen is Calcedonio terug te vinden. De naam hiervan is ontleend aan de halfedelsteen chalcedoon en bestaat voor een groot deel uit zilvernitraat, uitgevonden in Murano in de 15de eeuw. Een van de hoogtepunten uit haar kunstenaarsbestaan was het zwaard dat in april 2009 werd geëxposeerd in Museum Jan van der Togt en dat later werd aangekocht door Coster Diamonds in Amsterdam. Veel glasverzamelaars zijn verbaasd over wat Monique met glas presteert. Al met al is dit een prachtig boek voor iedere liefhebber van glas. Jan Verschoor directeur Museum Jan van der Togt
Toeristische informatie Murano wordt meestal beschreven als een eiland in de Lagune van Venetië, maar het is - net als Venetië zelf - een verzameling eilandjes die door pittoreske bruggetjes met elkaar verbonden zijn. Murano, het wereldberoemde eiland met het totale spectrum van glas en glaskunst (6000 inwoners), ligt slechts 1,5 kilometer ten noorden van Venetië. Let wel - alleen bereikbaar per boot (ca. 20 minuten)!
Halte Colonna is bij het pleintje waar alle boten stoppen. Het is daar een drukte van jewelste door de toeristen die gelokt worden door de portiers maar niet weten waar als eerste binnen te gaan. Maar... kwaliteit hoef je niet naar binnen te praten, die herken je op afstand. Vooral in Murano. Gaat u direct naar de stillere linkerkant, dan vindt u na enkele minuten het glaskunstbedrijf van Oscar ZANETTI. Deze glasmeester is een ware kunstenaar, die het metier volgens de traditie geleerd heeft. Aan het Instituto d’Arte begon Oscar op 14-jarige leeftijd, in navolging van zijn vader Lucio, het vak te leren, en hij werd in 1989 bevorderd tot Maestro. (1862: A.V. Zanetti opent zijn glasinstituut in Murano.)
Aankomst boot - halte Colonna.
Uitzicht van brug - het midden van Murano waar de brug verbinding maakt met Murano’s eilanddelen.
De hoofdstraat van Murano - aan beide kanten van de gracht winkels, met daarachter fabrieken.
Bij halte Colonna kunt u ook naar rechts. Daar zijn vele winkels en kleine fabriekjes, evenals een Glasmuseum met eigen winkel. Langs het water ziet u na ongeveer tien minuten wandelen aan de linkerkant BERENGO. Deze galerie vertegenwoordigt vele grote kunstenaars van over de hele wereld. Verderop treft u de winkel aan van FORMIA, met een zeer uitgebreide collectie sculpturen, objecten, vazen, schalen, tafelservies en lampen. Formia is beroemd om zijn lampen. Bezichtiging van de showroom is zeer de moeite waard. Het vervaardigen van de glasobjecten kan men zien in de hallen beneden, waar de werkmeesters en hun teams aan de ovens staan. Tegenover Formia is de brug die het eerste deel van het eiland verbindt met het volgende deel. Vanaf de brug is het uitzicht prachtig. Aan de andere kant van het eiland zijn meerdere glasblazerijen gevestigd. Een korte rondleiding geeft een kleine indruk van glasblazen. Glasblazen is een totaal andere techniek dan glastrekken en -kneden, wat ik doe. Mocht u na een dag genieten terug willen naar Venetië, dan kan dat met de boot vanaf bijna elke halte.
Glasbewerken
De meest rechtse tang heet Borsella, de middelste halfronde schaar Tagianti (in het Venetiaans: Taianti) en het ronde model Taiante tondo.
Monique met Il Pontello. De holle stok heeft een diameter van 2-4 cm.
De Pontello is een lange metalen staaf, met een lengte van 140-150 cm.
De houten klots (stampo in legno).
Glas toevoegen.
Glasmeester zit op de scagno (bankje).
De hitte van de oven.
Links de massief stalen stok voor de afwerking van de beelden, ca. 140 cm lang en met een doorsnede van 1-3 cm.
Glasbewerken heb je in verschillende disciplines en specialismen, en na wat research in Murano kwam ik als eerste bij Maestro Oscar Zanetti terecht. Met díe naam moet je tot de allerbesten horen. En dat bleek te kloppen. Een kleine man, die alle fijne kneepjes van het vak kent. Hij leerde mij de techniek. Glaskneden en -trekken Bij deze techniek zijn altijd minimaal drie mannen in een team aan het werk, waarbij één de glasmeester is. Deze heeft vaak de meeste ervaring, is technisch geschoold en meestal creatief. De glasmeester is de baas en geeft tijdens het maakproces continu orders. Die moeten exact worden opgevolgd door de assistenten. Het team bestaat dan ook bijna altijd uit dezelfde groep mensen, die op elkaar zijn ingespeeld. Trekken en kneden van glas is een methode waarbij met een stalen pijp vloeibaar glas van ongeveer 1130 graden uit de oven wordt gehaald. Door de pijp telkens rond te draaien en het glas te vormen met een natte houten vorm (de klots) wordt het glas op de pijp een bal. Ook
als dat later een staafmodel krijgt, is het in het begin toch ‘een bol’. Door telkens meer glas toe te voegen, te versmelten en te kneden krijgt het heel langzaam het gewenste model. Op die momenten bepaal ik - als ontwerper van het te maken object - dat er bijvoorbeeld blauw glas overheen of tegenaan moet. Afhankelijk van het resultaat kan er ook bladgoud of -zilver in worden gerold. De glasmeester veegt af en toe met een natte krant over het glas, om stukjes glas die eraan zijn blijven kleven eraf te vegen. Hij knipt ook regelmatig stukjes van het glas af, om het ‘lucht’ te geven of kleine uitstulpingen te verwijderen. Dat knippen doet hij met een ‘benenschaar’. Dit is een metalen schaar met bladen in een halfrond model. De Maestro zit tijdens dit werk op een bankje, maar loopt om de paar minuten naar de oven om het glas te verhitten - anders knapt het onherroepelijk! Tijdens dat verhitten draait hij de stok met het glas, omdat het anders net als honing gaat druipen. Het draaien in de oven (ca.1200-1400 °C) is een warme en zware taak.
Toevoeging van glas.
Ondersteuning van de zware klomp glas.
De oven kan kleiner of groter worden gemaakt.
Het knippen van de eerste druppel glas.
Het glas wordt na de eerste bewerkingen steeds groter en zwaarder door de toevoegingen. Doordat de zwaarte aan het eind van de 1,5 meter lange stok zit, is het gewicht twee keer zo hoog bij het liften naar en van de oven. Daarom gebruiken ze een rustbank om de stok op te laten steunen. Soms wordt die zelfs ondersteund door twee assistenten door middel van een metalen dwarsbalk. (Zie ook de foto’s hiernaast.) Gemiddeld gaan mijn objecten 30-40 keer de oven in, alvorens ze de laatste fase ingaan. Dit verhitten duurt per ronde 2 à 3 minuten. Afhankelijk van de sculptuur kan de opening van de oven vergroot of verkleind worden. Het glas in de oven brengen zonder te stoten, is een kunst op zich, die ik maar zelden fout heb zien gaan. De glasmeester houdt continu oogcontact met mij om mijn aanwijzingen op te volgen. Naar links of rechts buigen van een glasdeel (bijvoorbeeld een been) kan feitelijk alleen op het moment dat we met dat specifieke deel bezig zijn. Als ik niet reageer of niet oplet, is het te laat voor veranderingen.
De nieuwe stukken die we toevoegen, kunnen niet zomaar tegen het glas gedrukt worden. Bij elk nieuw deel glas moet er eerst een stukje vanaf geknipt worden. Net als stroop uit een fles is de eerste druppel een klontje stroperige massa. De glasmeester knipt dit met de schaar van het glas af. Met zijn andere hand houdt hij de stang met het reeds bereide object vast. Daarna houdt hij de stang van de assistent boven de juiste plek om het nieuwe glas te begeleiden naar waar ik het wil hebben. Hij draait het object pas op de laatste seconde naar waar het glas zich mag voegen. Omdat het continu een half vloeibare massa is, zou het object automatisch naar beneden zakken als de Maestro het niet blijft bewegen en draaien. Zodra het nieuwe stuk glas zich heeft verkleefd met het eerste deel, moet het geheel weer om en om gedraaid worden. Tussendoor kneden om het juiste model te krijgen en snel weer terug de oven in. Op deze wijze komt er steeds meer glas op het ontwerp waarmee we zijn begonnen. Als ik de sculptuur goedkeur, is het tijd voor de laatste stap.
De laatste stap Het item - we nemen ‘de beer’ als voorbeeld (zie ook foto’s links) is bewerkt en zit met zijn hoofdje vast aan de stok. Er is nu dus een lelijke plek aan de onbewerkte kant. Om deze nog te kunnen bewerken wordt het beertje overgeheveld naar een tweede stok.
Glazen beer.
Het overnemen van een gemodelleerd stuk glas - sculptuur Konika.
Staaf tegen het object aan.
Wachten tot het verkleefd zit.
Druppels water om het glas te laten ‘schrikken’.
Aftikken van het object en overdracht naar de tweede stok.
Losbreken en vervoeren naar de afkoeloven.
De assistent komt met zo’n zelfde stok. Daar zit een heel klein beetje helder glas op. Dit drukt hij tegen de onderkant van het beertje aan. Daarna gooit de glasmeester een heel klein beetje water over het deel waar het hoofdje vastzit aan de stok. Onmiddellijk breekt dan het glas. De glasmeester geeft een klein tikje tegen het breekpunt, waarna het beertje loskomt van de stok die de meester in zijn hand heeft. De assistent loopt in hoog tempo naar de afkoeloven. Daar
houdt hij het geheel boven de hittebestendige plaat in de oven en tikt dan het beertje op dezelfde wijze los van de stok. Daar gaat de sculptuur een heel langzame afkoeling tegemoet. De deur van de oven kan niet worden geopend totdat de afkoeling klaar is. Een verschil in temperatuur is funest voor het beeld. De tijd van afkoelen is afhankelijk van de grootte en het gewicht van het beeld. De meeste van mijn beelden staan gemiddeld vier tot vijf dagen in de oven. Door deze langzame manier van afkoelen staat het glas niet meer onder spanning en zal het niet gauw spontaan springen. Te snel uit de oven betekent meestal breuk. Zelfs als een object prachtig is gelukt, geeft dat geen enkele garantie dat het goed uit de oven komt.
Nabewerking
Afkoeloven.
Waterzaag.
Snijmachine.
Vijlmachine.
Aanwijzigingen.
Stabiel.
Zandstralen.
Afgetekend op snijwerk.
Snijden op 3D.
Het beeld op de zaagmachine.
Controleren.
Als de afkoelperiode voorbij is en de oven eindelijk open kan, gaan de bewerkte modellen naar de werkplaats, de Moleria. Er is nu nog veel werk te doen aan de plekken waar het beeld verkleefd is geweest aan de stok. De lijnen worden met een snijmachine recht afgesneden als het object vierkant of recht moet zijn. Elk object gaat eerst langs water, heel veel water. Daarmee wordt het stof van het beeld afgespoeld. Vervolgens gaat het in een soort modderbad, waarna het wordt geslepen met allerlei vijlmachines. Dit proces van de grove tot heel fijne vijl dient voor het schaven van restantjes glas die nog aan het beeld kleven. Daarna wordt er nog gepolijst. Dit proces duurt gemiddeld een uur. Matteren Een beeld matglas maken, gebeurt in een soort couveuse. De man van de Moleria gaat met zijn handen in de bak, waar handschoenen aan zitten. Daar zit een zandstraalmachine in. Hij
spuit het glas met een zandstraler en maakt daarmee het object geheel of gedeeltelijk matglas. Snijden of 3D Het snijden van een beeld - zoals mijn 3D-beeld - is lastiger. De snijmachine kan alleen rechte lijnen afzagen. Het beeld moet vastliggen. Dan gaat de snijmachine erdoorheen op de krijtlijn die ik heb aangegeven. Hierbij spoelt de waterspuitmachine continu veel water over het glas. De zaagbladen zijn heet, en zonder water zou breuk niet te voorkomen zijn. Zelfs met water is een zeker risico niet uit te sluiten. Elke kant moet gelijk verdeeld gesneden worden. Net als een appel zou een ongelijke breuklijn kunnen breken, dus ook hier is voorzichtigheid geboden. Het snijden van het beeld op de foto duurde extra lang, aangezien we halverwege het snijden het zaagblad hebben moeten vervangen omdat deze niet precies het midden-snijpunt raakte.
Ontwerpen in de praktijk Mijn streven om altijd iets origineels te maken, of een object dat nooit eerder gemaakt is, geeft soms de nodige ophef. Voorbeeld: Mannen Oscar Zanetti is een echte Italiaan. Klein, gespierd, maar vooral ook macho. Nadat ik al een tijdje met hem had samengewerkt, kwam ik bij hem met de nieuwste ontwerpen: een mannen- en een vrouwenstel. Eerst begreep Oscar echt niet wat ik bedoelde. Ik legde uit: aan de voorkant van de mannen gewoon twee bobbels maken! Dat snapte hij. Maar toen zijn assistent - op mijn aanwijzing - zijn hand op Oscars bil legde, bloosde Oscar! Het inzichtelijk maken viel niet helemaal in goede aarde. Ik verwachtte zijn hand ook op de bil van de assistent. Dat was niet bespreekbaar. Zonder dat hij zijn hand verplaatste, knikte hij beschaamd dat hij het begreep. Het beeld moest driemaal opnieuw gemaakt worden. De armen leken wel een puzzel; totaal verkeerd gedraaid. Door zeer strenge aanwijzingen mijnerzijds is het beeld uiteindelijk gelukt. De sculptuur ‘Herenliefde’ zal in Murano hoogstwaarschijnlijk niet worden gekopieerd.
Beertje besprenkelen.
Beertje in stukken.
Kneden van ‘Herenliefde’.
‘Herenliefde’.
Voorbeeld: IJsbeertje Een beer als ‘gewone’ sculptuur lijkt saai als het niet iets extra’s heeft. Ik bedacht een heuse ‘vacht’. Het beertje was klaar. Nu zou ik er grove glaspoeder overheen gooien. De poeder moest erop blijven zitten zonder dat het zou versmelten met het glas. Dat zou een grove huidstructuur geven. Leuk bedacht, maar zelfs de ervaren Maestro wist niet of het technisch haalbaar was. Terwijl hij de stok met het beertje vasthield, goten de assistent en ik lepeltje voor lepeltje poeder over het beestje, dat op dat moment rond de 1000 graden Celsius was. Het strooien duurde ongeveer vijf minuten. Op het moment dat we tevreden waren, brak het hele beertje van de stok af. Het was te lang buiten de oven geweest en te veel afgekoeld! Twee uur werken, en daar lag het geheel in kleine stukken op de grond. Diep ademhalen, even naar buiten lopen en na kort beraad opnieuw beginnen. Dat het daarna wel lukte was te danken aan ERVARING! En die heb ik inmiddels.
Ecologische verwerking van glas
Afval tijdens het maken van een schaal.
Vaten met restanten van glas.
Het overgieten van de glasdeeltjes.
Het eindresultaat.
Overgoten stukjes restafval.
Bij het vervaardigen aan de oven worden verschillende delen afgeknipt. De delen die van het glas afvallen door afkoeling, en alle restanten van glas - alles samen wordt elke dag opgeschept en verzameld in grote ‘oliedrums’ en zelfs per kleur opgespaard. Tijdens het maakproces aan de oven zijn de stukken ‘afval’ erg heet. Het afkoelen duurt afhankelijk van de grootte van het stuk zeker een uur. Na veel en lang observeren kwam ik tot een conclusie: er gaan letterlijk ‘tonnen’ aan glas in de wereld om. Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Polen en Tsjechië hebben een belangrijke glasindustrie. De glasfabrieken laten het glas afvoeren, wat ze geen geld kost maar wat ook niets oplevert. In Italië vermaalt men het met asfalt en daarom zie je ’s nachts het wegdek glinsteren. Voor onze milieuvriendelijke tijd bedacht ik: HERGEBRUIKEN! Dat glashergebruik werd mij ten zeerste afgeraden. Sterker nog: mij werd verzekerd dat het niet mogelijk is om gehard glas opnieuw te verwarmen. Toch bedacht ik een manier hiervoor. Ik begon met een verhitte kookplaat. Om de randen van de plaat had ik metalen balken gelegd, zodat een bak ontstond. In het midden van de bak: een aantal stukjes ‘restafvalglas’. Na enkele minuten schoten de stukjes - als popcorn - de lucht in. Met een houten lepel goot mijn assistent heet, vloeibaar glas over de stukjes. De kleine restafvalstukjes begonnen te springen en te dansen. Overgoten door de massa vloeibaar glas konden ze nergens heen. Je hoorde en zag ze tegenstribbelen, knappen, breken. Een prachtig
en vooral nieuw schouwspel, waar alle aanwezigen getuige van wilden zijn. De inhoud van de in klemmen gezette en door mij geconstrueerde bak ging op dat moment als een pizzaschijf de oven in. Daarna volgde het gewone afkoelproces. Wat uit de oven kwam, was een vierkant stuk helder glas met kleine stukjes afval. In de oven had het glas zich nog een beetje vervormd, omdat het niet in een ‘mal’ lag. Na het afkoelen ging mijn werkje naar de Moleria, waar het moest worden geslepen en geschaafd tot een net recht stuk. Elke maat kon gesneden worden. Wat niet kon, bleek bij herhaling van deze actie. Van de ‘kookplaat’ - het startpunt - bestond alleen een rechthoek en vierkant. De mogelijkheden in model en maat waren dus beperkt. Ook een andere hittebestendige en veel diepere bak heb ik uitgeprobeerd. Daar bleek de dikte van het te gieten - ‘vloeibare’ - glas een probleem. Het knapte tijdens het afkoelen. Een tafel maken is dus technisch mogelijk, maar in beperkte afmeting. Voor de tafelpoten moet een andere oplossing worden gevonden. De stabiliteit en het onderlinge verschil in afmeting zijn nog niet op het door mij gewenste niveau. De eerste vijf losse stukken die ik heb gemaakt, waren gezien de reacties in ieder geval aanleiding tot verdere research. Gebleken importantie van het project is: wat kan men doen met restafval! Het maken van een eco-glas tegelvloer of -tegelwand behoort nu tot de mogelijkheden.
Bijzondere kleuren Bladgoud Aangezien de werkplaats goed moet worden gelucht, tocht het vrijwel altijd stevig in het pand; daarom liggen de gouden zilverblaadjes in een kleine, beschermde kast. De flinterdunne blaadjes worden op een harde plaat gelegd. De assistent rolt een stok met hete glasbrij langzaam over het goud heen. Doet men dit te snel, dan verschrompelt het goud tot één stuk. Nadat het op het glas is verkleefd, kan je het geheel gaan bewerken. Het uit elkaar trekken, kneden en verwerken gaat zoals elke andere handeling. Hoe verder je het glas uit elkaar trekt, hoe minder zichtbaar het goud of zilver is in het eindresultaat. Bladgoud.
Rollen van glas in het goud.
Calcedonio De meest bijzondere kleur in de glasindustrie is Calcedonio*. Het is een moeilijk mengbaar mineraal. De exacte formule voor het beste resultaat is maar bij weinig mensen bekend. Een van de bedrijven die de juiste formule heeft, is dat van Oscar Zanetti. Waarom is dit zo belangrijk? Als je de goede formule hebt gevonden voor het mixen van het mineraal met andere grondstoffen, gebeurt er iets met de kleur in de sculptuur. Wat er gebeurt De kleur in het beeld past zich volledig aan zijn omgeving aan. Staat een sculptuur met deze ‘calcedonia’-kleur bij
Mixproducten.
Calcedonio mat.
Calcedonio glans.
een blauwkleurige achtergrond, dan zal zij haar blauwe structuur meer blootgeven dan haar andere kleuren. De groene kleur komt tot zijn recht in een groene omgeving. Dat geldt evenzo voor roze, rood en crème. Alle kleuren zijn vertegenwoordigd in één en hetzelfde materiaal. Voor wie de kleuren niet goed kan mengen, is het zintuiglijke spel niet weggelegd. De kleuren zijn eveneens prachtig, maar de sculptuur neemt haar omgevingskleur niet aan. Het is van evident belang dat zij die de formule niet goed volgen, zich niet op dit gebied moeten begeven. Helaas zit er maar al te vaak veel kaf onder het koren. Om de kleurschakering te kunnen waarborgen zijn de ‘Calcedonio’-beelden in mijn collectie slechts op één hand te tellen.
*Chalcedoon is een mineraal met een glasachtige glans en een aan kwarts gerelateerde structuur. Calcedonio is een decoratief type glas, verkregen door het mengen en roeren van metaal met verschillende kleuren, om het te laten lijken op onyx, jasper en lazuursteen. Deze ontwikkeling is begonnen laat 15de eeuw, maar pas veel later beroemd geworden. Nadat men lange tijd niet meer met deze methode heeft gewerkt, is deze in de 18de eeuw ‘herontdekt’.
Het laatste nieuws op glasgebied
Fluorescerende poeder.
Het maken van een bolletje.
Het rollen van een object.
In de fluorescerende stof.
Restafval van fluorescerend glas.
Afknippen van het glas.
Lucht blazen in het bolletje.
Schudbol.
Konika.
Konika gedraaid.
Konika nog verder gedraaid.
Parasol.
Gitaar.
Fluorescerende kleuren bestaan nu ook in poedervorm speciaal voor glasbewerking. De familie Mian heeft er direct na de ontdekking patent op aangevraagd. In de werkplaats wordt het sinds 2010 gebruikt in sculpturen die gemaakt waren in helder glas. In de showroom van het bedrijf is het een bijzondere gewaarwording als de lichten uit zijn. De collectie die voorzien is van deze poeder, licht op als ‘glowing in the dark’. Het licht geeft een groene gloed en is vergelijkbaar met het lichtgevende effect van een wekker. Daar waar de stof enkele uren ‘daglicht’ heeft geabsorbeerd, geeft hij dat ook voor beperkte tijd weer af. Toen ik met twee - speciaal hiervoor gemaakte - ontwerpen kwam, kon geen van de werkmeesters mij vertellen of het ook in die constructie zou werken. We zijn het gaan proberen, met een verrassend leuk resultaat. De Schudbol: De bal die ik maakte, heeft op drie punten een vlakke kant. De kleuren kunnen kantelen naar de kant waar deze het beste (op dat moment) tot zijn recht komen. Door de kleuren blauw, rood en daarnaast helder glas te gebruiken kan de bal om en om gedraaid worden en anders worden geplaatst. Het doorzichtige deel zorgt voor de lichtopvang van buitenaf. In het donker komt de fluokleur tevoorschijn. Ook zonder dit extra element is het idee achter dit object dat de bal met één draai een totaal andere sculptuur lijkt.
De Parasol: De parasol is alleen voorzien van twee randen fluorescerende stof. Het leek me een grappig object in een mooie vestibule. Als de parasol in een daarvoor geschikte bak staat, geeft deze een lichtschijnsel in een donkere hal. Gitaar: In de elektrische gitaar zijn slechts korrels van dit materiaal verwerkt. Uitsluitend de kast van het instrument geeft licht af. Het verwerken van dit soort details geeft mij een extra spanning die ik hoop over te brengen op de alerte kijker. Een glasblaas-grapje Bij het object ‘Konika’ heb ik kleine glasbollen toegevoegd aan de glasbol waarmee ik begonnen ben. De gekleurde bollen die we hebben versmolten in de oven, zijn daarna nogmaals overgoten met helder glas. Toen dat er ‘grappig’ uitzag, heb ik een klein blaasbalgje in het glas geduwd. Na het induwen van één van de bolletjes blies ik hier lucht in. De bedoeling dat alleen het bolletje ging uitzetten, lukte goed. Het effect was verbluffend. Nu zat er licht en lucht in de ‘Konika’. Het bereikte resultaat is dat elke draai die je geeft aan de sculptuur een andere lichtval geeft. Ook is het schijnsel van zon of buitenlicht bepalend voor de kleuren die oplichten. Een conisch beeld laat makkelijk met zich spelen. De ‘Konika’ heeft mij veel inzicht gegeven en mij geleerd hoe je leuke grappen kan toevoegen aan een relatief ‘strak’ model.
Andere kleuren
Containers met kleuren.
Staafjes kleuren - speciaal project.
Kleurenpoeder.
Staafjes kleuren om het glas wikkelen.
Kleurkorrels.
Staafjes glas.
Vloeibare kleuren glas liggen meestal standaard in grote potten in de oven. De meest gebruikte kleuren zijn marine, bruin, zwart, wit, geel en groen. Bij gebruik van andere kleuren is het werk lastiger. We gebruiken dan glasstaafjes. Deze zijn er in vele variaties. Wat het lastig maakt, is het smelten van de staafjes. Vijf staafjes - elk één centimeter doorsnede - naast elkaar tegen een glasklontje aandrukken. Deze worden verwarmd in de oven tot ze als één geheel buigzaam zijn. Het oppervlak is te klein om grote stukken te verwerken. Nadat de kleurstaafjes zijn gesmolten, zijn ze klaar voor het kneden, trekken en versmelten. Uiteraard zijn het de uitzonderingen die de regel bevestigen. Mijn ‘gambe colorate’ benenvaas - moest bestaan uit kleuren die niet in het gewone pakket zaten. Maar voor de Maestro was dit geen groot probleem. De voorbereiding bestond hieruit: we sneden verschillende kleuren glasstaafjes af tot ze ongeveer 5 cm lengte hadden. Deze legde ik op een geribbelde grillplaat, die een minuut in de oven ging. Intussen had mijn Maestro een grote klomp zwart glas gerold en met een natte krant schoongeveegd. De ovaalvormige bal rolde hij over de grillplaat, zodat de gekleurde staafjes zich als kauwgom vasthechtten aan de bal. De bal moest direct weer de oven in. Het geheel gaf toen al een prachtige schakering van kleuren, maar was nog niet in model en zeker niet zoals ik het bedoeld had. De glasmeester zat op
zijn bankje en hield mijn object vast. Ik mocht nu met een metalen vork lijnen trekken. Voorzichtig van boven naar beneden ging de drietand langs de hete glasbol. Een rechte lijn betekent: in één keer recht naar beneden trekken met de vork. Elke afwijking is in het eindresultaat zichtbaar. Ondanks de hitte kan je niet te snel bewegen, maar ook niet te langzaam. Het beeld moet in verband met de afkoeling binnen enkele minuten de oven weer in. Na de zoveelste keer verhitting in de oven kwam er door kneden en trekken eindelijk het juiste model in. Het heeft zeker twee uur geduurd alvorens ik mijn definitieve goedkeuring gaf. Het gewicht van deze ruim 20 kilo zware vaas maakte dat het vijf dagen in de afkoeloven moest blijven. Bij de onthulling was de spanning van onze gezichten af te lezen. Omdat het beeld direct verkocht werd, besloot ik nog slechts twee keer zo’n moeilijk traject te doorlopen. Glaskorrels Glaskorrels zijn er eveneens in vele kleuren. Deze zijn simpeler te gebruiken. Versmelten tot een massa vloeibaar glas is een methode. Dezelfde methode als met de staafjes kan ook gebruikt worden, maar dan is een structuur als rechte lijnen niet haalbaar. Je kan hierbij denken aan hagelslag. Een nette, rechte lijn is lastig te creëren, door de korte tijd die je gegeven is.
Werken met een mal Een ‘mal’ is niets meer of minder dan een vorm (pasvorm-matrijsmodel). Dat de meeste glasbewerkers met zo’n pasvorm werken is niet verwonderlijk. In deze ‘vorm’ kan vele keren hetzelfde beeld worden gegoten. Het is dus een makkelijke en goedkopere manier om beelden te creëren. Dat heeft een groot voordeel voor verschillende soorten fabrieken. Bij glas scheelt het veel tijd en dus geld als de mal klaarstaat. Er hoeft bijna geen Maestro aan te pas te komen om het object te vullen met glas. Het grote nadeel is dat de objecten niet exclusief zijn. Men kan bijna onbeperkt de pasvorm volgieten. De manier waarop ik mijn werk maak, heeft als nadeel dat het tijdrovend is en ik kan - hoe mooi het object ook is geworden - nooit een exacte kopie maken. Elk object is anders dan het vorige, maar dat is ook het grote voordeel. Iedere koper weet dat er van mijn ontwerp altijd maar één is. Zelfs als ik een tweede maak, blijft het verschil onderling duidelijk zichtbaar. Eén keer heb ik een uitzondering gemaakt. Ik heb een zeer speciale mal laten maken. Ik wilde het hoofd van Marlon Brando in glas maken. Daarvoor had ik een goed lijkend model nodig van klei.
Marlon Brando - kleimodel door Monique gemaakt.
De bronsgieter, die het model in was maakt.
Eindresultaat ‘Marlon Brando - The Godfather’ in glas.
Daar heb ik enkele weken aan besteed. Het kleibeeld heb ik vervolgens naar een bronsgieter gebracht. Hij heeft er een mal van gemaakt - in ‘was’. Eerst moest er een contrabeeld van gemaakt worden om het te kunnen vullen. Ook heeft hij het wassen beeld in brons gegoten, mocht het beeld van Marlon Brando in glas niet naar mijn zin zijn. Nadat het wasmodel klaar was, heb ik dit meegenomen naar Italië. Daar is het volgegoten met glas. Het resultaat was treffend echt. Ik heb het beeld ook laten vullen in Amsterdam bij een glasbewerker. Ook hij heeft de mal gevuld met glas. Door de verschillende manieren van werken duurde de smelttijd van het glas dan wel enkele weken. Het resultaat is ook hier prachtig. Bij een object waarbij alles zo nauw luistert, is een andere methode niet mogelijk. In een ‘mal’ kan glas geen kant uit. Maar aangezien glas zich niet laat dwingen, wijzigt het zonder mal toch nog altijd wel iets in model. De kleur rood doet dat door zijn structuur het sterkst. Kneden van de kleur rood aan de buitenkant van een schaal wil meestal niet goed lukken. Het zal een buitenstaander niet snel opvallen dat een schaal zo perfect van vorm is. U als lezer weet nu dus dat perfectie zonder mal zo goed als onmogelijk is.
Glasblazen De methode van het glasblazen is wel degelijk verschillend. Deze is overigens ook te bewonderen in Nederland (Leerdam). Het is een andere manier van werken, waarbij het grootste verschil tot uiting komt in het resultaat. Voor het maken van een vaas of object met holle binnenkant is zo goed als geen andere technische oplossing als glasblazen. Al mijn beelden zijn massief en derhalve meestal zeer zwaar. Uiteraard wilde ik het glasblazen ook één keer zelf proberen. Het resultaat was helaas zeer matig. Men had mij van tevoren niet verteld wat de truc is. Het leek dus ook logisch dat ik er niets van terecht bracht. Monique aan het glasblazen.
Monique probeert glasblazen.
Met je duim de lucht tegenhouden.
Glasblazen doe je zo Het blazen in de pijp behoeft geen kracht. Rustig blazen is voldoende; wanneer je de pijp van je mond haalt, leg je direct je vinger of duim op het gaatje. Door die handeling zwelt het glas op - aan het uiteinde van de stok - en neemt het glas de lucht op. Denk hierbij aan een ballon. Bij het opblazen en het tussendoor naar lucht happen moet het gaatje van de ballon dichtgehouden worden, anders loopt de lucht er weer uit. Het glas doet zelf het werk
met de verkregen lucht. Het glas komt uit dezelfde oven (pot) als bij de techniek die ik gebruik. Ook het vergroten van de massa van het glas gebeurt op dezelfde manier: steeds een beetje glas toevoegen. Het blazen door de pijp wordt steeds tussendoor gedaan. Na elke toevoeging van glas op de metalen stok kan er weer meer lucht in geblazen worden. Daarna komt pas het modelleren. Het werken gaat verder volgens hetzelfde principe als kneden, met als grote uitzondering dat bij kneden het massieve werk erg zwaar is. Het heen en weer lopen naar de oven, het liften van de stok, vasthouden en verkleven - alles is zwaarder en verdient meer aandacht en mankracht. Zodra het holle object klaar is, wordt ook hier de stok overgenomen door een assistent, die met een kerf de stok los tikt en in de afkoeloven brengt (zie de glaskneed-methode). De afkoelperiode is minder lang dan bij een massief object. Regelmatig hoor ik mensen op beurzen zeggen dat ze het glasblazen kennen van ‘die glasblazer waar ze zijn geweest’. Ik verzeker u dat dat een groot misverstand is. Een van de redenen dat ik heb gekozen voor die andere methode, is juist dat het apart is, anders!
Berengo
Bil (voorkant).
‘Dottore’.
Achterkant.
Wereldwijd heeft Adriano Berengo naam en faam opgebouwd in de glasindustrie. Exposities zijn meestal groots en ‘apart’. Berengo is zelf geen ontwerper, maar hij geeft vele kunstenaars de mogelijkheid hun creativiteit bot te vieren. Daarvoor stelt hij enkele winkels ter beschikking. Daarnaast geeft hij kapitalen uit aan promotie. Hij stelt hoge eisen aan de kunstenaars, wat betekent dat alles in perfecte stijl moet zijn; ‘gewone’ sculpturen worden niet gauw in de collectie opgenomen. ‘Extraordinaire’ en bijzondere sculpturen zijn kenmerken voor zijn collectie. Het team van Berengo is gespecialiseerd in kunst met een grote K. Hij vroeg mij in 2009 met leuke ontwerpen te komen. Mijn ideeën moest ik aanpassen aan de ‘Berengo-stijl’. Geheel tegen mijn principes in heb ik die opdracht aanvaard. Eén van m’n principes is dat ik elk beeld echt exclusief wil maken. Bij Berengo werden meerdere van mijn ontwerpen uitgevoerd en derhalve bestaan er van elke sculptuur drie. Werken met en bij Studio Berengo was om meerdere redenen niet mijn makkelijkste ‘klus’. Berengo werkt veelal met de standaardkleuren rood, geel, blauw, zwart en wit. De Maestro is op deze werkvloer de baas en bepaalt hoe hij het beeld maakt. Ook bepaalt hij wat er gebeuren moet op
welk tijdstip en hoe. De Berengo-specials zijn wel de moeite waard gebleken. Origineel en exceptioneel zijn de kwalificaties die ik ze zou willen geven. Of ik terugkeer bij de beroemde Studio is nog niet vastgesteld. Dat is afhankelijk van de ontwerpen voor het volgende seizoen. Maar ook... Met mijn eigen team en werkplaats even verderop (Formia) is het altijd gezellig, maar bovenal: ik bepaal tijdens de voorbespreking hoe we het werk gaan aanpakken. Daarnaast krijg ik altijd zelf de kans daadwerkelijk mee te werken. Dat is voor mij erg belangrijk. Ik haal de kleuren bij elkaar, geef aan wanneer en wat er gebeuren moet. ‘Mijn’ Maestro vindt het prettig maar ook erg leuk als ik zelf aan de slag ga met glas. Ook de nabewerking in de Moleria is van essentieel belang voor mij. Ondanks het feit dat het snijden en vijlen een ‘natte’ klus is, ben ik daar totaal gelukkig. Voor mij kan het niet moeilijk genoeg zijn. In de Moleria is de baas een goede vriend geworden. De soms gevaarlijke zaagdetails laat ik aan hem over, al sta ik er wel elke seconde bij. Ondanks het zwaar Venetiaanse accent van de mansen daar zijn er maar zeer zelden misverstanden.
Andere glastechnieken
Begin van glasfusion.
Oven.
.
De glasplaatjes die gesmolten moeten worden.
Eindresultaat.
Glasfusion Een andere prachtige methode om met glas te werken is het versmelten van vlakglas. In de glastechniek noemen we dit fusion. Het op elkaar leggen van verschillende platen glas, al dan niet in stukjes gebroken of gesneden, waarmee een nieuw object wordt gecreëerd. Het kan zowel blank als gekleurd glas zijn, en zelfs kunnen er andere materialen zoals koper, verfstoffen, soda en oxides tussen glasplaten worden gesmolten. Dat maakt het erg spannend. Nadat het glas is gesmolten door verhitting en weer is afgekoeld, kan men het opnieuw verhitten (dit in tegenstelling tot mijn procedé). Tijdens deze tweede fase van opnieuw stoken (naar een lagere temperatuur) kan het glas worden gebogen. Door de platen in of juist óver een keramische of stalen mal te leggen, kan een schaal of ander driedimensionaal werkstuk worden gevormd. Kennis over het gedrag van glas in een oven is absoluut nodig voor dit werk. Smelten in een thuisoventje doe je niet zomaar. De eigenschappen van glas en verhitting zijn in de praktijk minder gemakkelijk dan het lijkt. Een cursus glaskennis en glasfusion
is dan ook onontbeerlijk om werken te kunnen maken die spanningsvrij en perfect van vorm zijn. Glascasting Vormsmelten (casting) kan ook. Hierbij wordt glas in een mal gesmolten tot een massief geheel, door vloeibaar glas in een mal te gieten, ofwel grote brokken glas te laten smelten in een mal. Deze mal (vorm) kan je zelf van gips fabriceren in combinatie met wat andere grondstoffen die de gips sterk en flexibel genoeg maken voor gebruik in de hete oven. Je kan een model nemen dat tijdens het proces verbrandt, zodat je een lege huls overhoudt. Daar wordt glas in gegoten en dat wordt daarna gestookt. Na afloop gaat de mal van gips eraf en houd je een glasobject over. Ook kun je een model van klei of was als basis nemen, waarvan je met gips een negatief maakt. Het eindresultaat moet meestal worden bijgeslepen met verschillende slijp- en polijstmachines. De maximale maat van het werk is afhankelijk van de hoogte van de oven. Tevens is het advies: niet zomaar thuis even gaan proberen; een mal moet aan tal van voorwaarden voldoen en het stookproces is complex en langdurig.
Techniek van lampworking (ook wel flameworking) De meest beoefende methode heet in het Engels ‘lampworking’. In het Nederlands is er geen goede naam voor. Met ‘lamp’ wordt een tafelbrander bedoeld. Door gebruik te maken van zo’n tafelbrander zijn de mogelijkheden beperkt voor wat betreft afmetingen. Daarentegen is de hoeveelheid aan technieken juist bijna onbeperkt. Dat ook hier technische kennis en vakkundigheid nodig zijn, behoeft geen uitleg. Van elk soort glas moet de basiskennis aanwezig zijn. Wat kan je met welke soort glas? Bepaalde soorten glas zetten uit, of krimpen juist afhankelijk van het gebruik. Voorbeeld: Daar waar je het glas samen laat smelten door de brander, kan de lichtbreking anders worden, ongelijkmatig; dit kun je niet verhelpen. Om aan te geven dat ook dit een wetenschap is: je kunt werken met Borosilicaat-glas, in transparant of in kleur. Dit zijn gekleurde glasstaafjes. Andere namen en soorten zijn onder meer Efferte (Moretti) en Bullseye. Efferte is softglas - dat gebruiken ze vaak in Murano. Alle glassoorten hebben een andere uitzetting bij de
Lampworking.
DNA-model van lampworking/flameworking. Design Monique.
verwerking. Dat moet je weten alvorens je ermee kan gaan werken. Er bestaat een kans dat de gekleurde glasstaaf niet ‘egaal’ van kleur blijft door de plaatselijke verhitting bij de aanhechtpunten. Deze staafjes kunnen niet in een mal gebruikt worden, maar moeten direct aan de brander gevormd worden. Dit is helemaal handwerk. Je kunt ‘vrouwenfiguren’ van glas maken: direct op de glasstaaf aan de brander. Essentieel hierbij is het glas op de juiste temperatuur te verhitten. Daardoor is het mogelijk het glas te verzamelen, uit te rekken en te laten zakken in bijvoorbeeld een kuit van een vrouwenfiguur. De figuur zo op te bouwen aan de brander dat de kracht en de spanning van de beweging gevangen worden in het glas. Zandmal Je maakt een uitsparing in zand; het glas dat je verzameld hebt op een ijzeren bol laat je dan in de uitsparing in het zand lopen. Tijdens dat proces zijn de figuren die je van tevoren hebt gemaakt aan de brander, erin gelegd, en daar moet je weer glas op laten lopen. Dit ‘gegoten’ werkstuk ‘schep’ je uit het zand en het gaat dan in de oven, voor het afkoelproces.
Geschiedenis In Mesopotamië is glas gevonden dat dateert uit circa 3500 jaar voor Christus. De glasmakerij verdween in Egypte, en kwam later tot bloei in Syrië en Mesopotamië. Rond het begin van onze jaartelling hadden de Syriërs de blaaspijp uitgevonden en waren ze erin geslaagd om de componenten zand, kalk en soda tot een vloeibare massa te smelten en zodoende met behulp van de blaaspijp glas te maken. De Syriërs ontwikkelden de glasblaaskunst. Sindsdien heeft het principe nauwelijks meer veranderingen ondergaan. De Romeinen hebben de techniek van het glasblazen meegenomen naar hun rijk. Tijdens oorlogen en de verovering van het Byzantijnse Rijk hadden de Venetianen Syrische glasblazers krijgsgevangen gemaakt en meegenomen naar Venetië. Het glas uit die periode in Venetië had dan ook nog Byzantijnse invloeden. Daarna werd een wet van kracht dat in de glasblazerijen geen vreemde arbeidskrachten mochten werken. De Venetiaanse glasblazers mochten niet buiten hun gebied glas vervaardigen. Dat gold ook voor het eiland Murano. De overheid had wegens het brandgevaar de ovens laten verplaatsen naar dit eiland. De glasblazers kregen grote geldbedragen aangeboden door de Noordelijke landen. De overheid trachtte dit tegen te gaan door te dreigen met de doodstraf. Toch wist een aantal glasblazers te ontsnappen; ze kwamen onder
Fabriek vroeger.
Fabriek nu.
Venetië.
andere terecht in Antwerpen. Ze werkten voor kooplieden en vorsten en gingen het Venetiaanse glas namaken. Dat werd ‘A la façon de Vénise’ genoemd en was meestal minder technisch verfijnd en ook wat minder helder dan het echte Venetiaanse glaswerk. Nagemaakt werden met name de Venetiaanse drinkglazen, waarvan de stam is versierd met uitsteeksels van soms ingewikkeld glaswerk. Dat wordt ook wel vleugelglas genoemd. In 1921 werden alle glasblazers uit Venetië gedwongen om te verhuizen naar Murano, wederom vanwege het brandrisico. Ook werd wel gezegd dat het de bedoeling was de geheimen van het glasblazen op die manier beter te beveiligen. Op straffe des doods was het glasblazers verboden hun kunst door te geven; deze mensen leefden als gevangenen op het eiland. Murano werd beroemd om het glaswerk en ook om de spiegels. Ook werd op Murano het Aventurijnglas uitgevonden. (Aventurijn of aventurien is een groen tot roodbruin gekleurde variant van het mineraal kwarts. Meestal komt deze edelsteen in de groene en geslepen variant voor.) Later werd het eiland beroemd om zijn kandelaars. In de 18de eeuw nam de industrie af, door de opkomst van de glaskunst in Bohemen. Maar ook aan het begin van de 21ste eeuw is glas nog steeds de belangrijkste industrie op Murano.
Biografie
Bespreken en overleg.
Maken van de urn.
Monique met ‘Pontil’.
Maken van de scooter.
De hete oven.
Monique Schloss (1963): Het bewerken van glas is een kunst die je eigenlijk nooit helemaal onder de knie krijgt. Toch ben ik de laatste zes jaar gegrepen door de techniek. Het begon op het eiland Murano in Italië, waar ik voor het eerst kennismaakte met de meest bekende glaskunstenaars ter wereld. Terwijl ik stond te genieten van de warmte die de oven gaf en de glasbewerker die glasdieren stond te maken, schoten de vele ideeën door m’n hoofd. Ik vroeg me af of het alleen maar dieren of omhelzende mensen zouden moeten worden. Bij thuiskomst deed ik stevige research, en ik verbaasde me over de mogelijkheden. Kennis van glas en glaskunst bleek essentieel. Verschillende door mij gemaakte tekeningen brachten mij binnen een maand terug naar het eiland. Daar moest ik eerst zelf maar eens het glas voelen. Het gewicht, de hitte, en vooral hoe moeilijk het is om met een knijptang in het glas te knijpen. Denk maar eens hoe het voelt om met een schaar in een drinkglas te knippen - dat lukt niet! De ideeën die ik had uitgewerkt, waren niet alledaagse klussen
voor de glasbewerkers. Het duurde meerdere jaren voordat ik besefte hoe moeilijk details in glas te verwerken zijn. Toch had ik mijn zinnen gezet op ‘vernieuwende’ objecten. Ik wilde andere dingen dan die er al zijn. Modellen en objecten die mijn naam dragen als ontwerper en maker, moeten zich onderscheiden van alle andere. Al zijn de Maestro’s met wie ik werk zeer ervaren, de ontwerpen die ik aanbreng, geven toch de nodige problemen of op zijn minst een hoop consternatie. We bespreken het werk dan ook meestal uitgebreid voordat het werkelijke ‘brouwen’ begint. Niemand weet van tevoren of mijn ontwerp het gewenste resultaat zal behalen. Dat maakt het niet makkelijker, maar wel veel leuker. Het is aan de Maestro of hij de klus kan klaren en ik zal op zijn creativiteit moeten vertrouwen. Hoewel mijn Italiaans redelijk goed is, zijn er altijd woorden waar ik niet op kan komen op het juiste moment. Zeker niet om 07.00 uur ’s morgens. En dat is de tijd dat ik begin met werken.
Ferrari.
Klarinet.
Viool.
Inspiratie: Inspiratie is de minste van mijn problemen. “Waar haal je die vandaan?” vraagt men vaak. Daar is maar één antwoord op mogelijk: kijk om je heen en luister naar je omgeving! Zo kwam ik binnen met een echte paraplu, een ouderwetse schudbol en een serie muziekinstrumenten. De instrumenten zijn gemaakt op de exacte maat van het voorbeeld. Ook een totale collectie auto’s. Al zijn dit bestaande objecten - in glas leek me dit de uitdaging waard. Eerder al had ik de Vrouwe Justitia gemaakt van glas. Die bestaat er in vele modellen en productsoorten, maar niet in glas. Het was voor het eerst dat ik één sculptuur op verschillende manieren wilde maken. De ene dame had een sexy jurk en de andere een klassiek gewaad. Links het lange zwaard, rechts het korte zwaard en vice versa. De urnen: Wat zie je in die sector? Veel vaasjes, bloemetjes en hartjes. Voor urnen zijn veel standaardmodellen. Waarom niet
Bull on the wall.
Urn.
Porsche.
ToiLEDrol.
Vrouwe Justitia.
Scooters.
modern en strak? Dat lijkt me mooier. Maar ook een wc-rolhouder. Het leek mij een aardig idee om in het toilet een andere lichtbron te plaatsen. Het ledlampje dat hierin verwerkt is, geeft het de naam: ToiLEDrol. Met dank aan: Art4Light - die de ledlamp heeft verwerkt en tevens de naam heeft gegeven aan dit object. Nadat het ene project gemaakt is, of eigenlijk al tijdens dit proces, ben ik in gedachten al bezig met het volgende. Al zijn de objecten nog niet verkocht, toch wil ik nieuw! Altijd moet alles NIEUW zijn! Dat is zakelijk weliswaar niet aantrekkelijk, maar ik wil graag mijn klanten en bezoekers verrassen. Zo blijft mijn werk inspirerend voor bestaande klanten en interessant voor nieuwe klanten. Wat het volgende project zal zijn, is nog niet helemaal zeker. De schetsen en tekeningen liggen zo’n beetje overal om mij heen in huis, maar welke het zal worden? U kunt het zien op www.castelloglas.nl
Goede doelen Glassic GlassArt bv en Castello Glass bv steunen elk seizoen een ander goed doel: 2006 2007 2007 2008 2009 2009 2009 2010 2010
Bonbonnière.
Boeken.
Groene-benenvaas.
Horlogebox.
Partitude.
Scale doppio.
Kluis.
Boek.
War Child Emma Kinderziekenhuis Veiling: ter beschikkingstelling beeld Veiling: ter beschikkingstelling beeld ten bate van Kika Veiling beeld ten bate van J.H.I. - Hospice Amstelveen Veiling beeld ten bate van Villa Pardoes Veiling beeld ten bate van ‘Because I’m a Girl’, Plan Nederland Gay-beurs - beeld cadeau ter ondersteuning van de vrije gedachte Pink Ribbon
Museum Jan van der Togt - directeur Jan Verschoor.
Veiling goede doel.
Ronald Kolk bij het speciale project: tulpenvaas.
Burgemeester Van Zanen en de Japanse ambassadeur.
Expositie bij Art4Light.
Opening tentoonOpening door R. Tamara, directeur stelling door Diamant Museum. mr. B. Moszkowicz.
Katana in glas, Diamant Museum.
Beurzen en exposities Museum Jan van der Togt, Amstelveen Diamant Museum, Amsterdam Primavera Kunstbeurs, Rotterdam Open Art Fair, Utrecht Miljonair Fair, Amsterdam En andere beurzen
Pokerbox met stenen (2010)
(2010)
Auto (2010)
Blauwe benenvaas (2009)
Bull (2007)
Fiorini (2010)
Argento oro (2010)
Maronne (2010)
Colore doppia (2010)
Coppia al Mare (2006) 66x25x27 h.
Coppia al Mare (2006) 50x26x29 h.
Vittoria (2006) 12x80 h.
Donna in Blu (2006) 12x90 h.
Striptease (2006) 12x75 h.
Tango d'amore (2006) 22x13x55 h.
Aspettare (2006) 67x28x33 h.
Ballare (2006) 35x15x65 h.
Maternita (2006) 10x10x62 h.
Dankwoord Dit boek is tot stand gekomen met de hulp van: Art4Light, Rembrandtweg, Amstelveen - expositie Frans Meeuwsen www. deglabel - Lampworking DNA-helix M. Swinkels, Hilvarenbeek - Lampworking Ellen Prinse - Glasatelier studio Scope - Glasfusion Bevo Glaskunst Atelier Amsterdam - Marlon Brando Jan Verschoor - Museum Jan van der Togt, Amstelveen Pim Smit - Grafisch ontwerp, Amsterdam Yvonne - voor de steun bij het schrijfwerk Drukkerij Reijnen, Amstelveen Mijn familie voor hun support. Speciale dank aan mijn man Rob, voor zijn geduld en liefde.
Coppia d'oro (2006) 21x15x70 h.
Castello Glass bv Postbus 221, 1420 AE Uithoorn www.castelloglass.nl
[email protected]