MoMENTOPNAME
12 SPECIAL NATUURKUNDE
~
w
~
... en w ....,
::E
w ::E
zw
en -
-z
J: 0 w
1-
z
w
MoMENTopname special nr. 12, februari 1989. Een uitgave van het MENT-project (MEisjes, Natuurkunde en Techniek) Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Technische Natuurkunde Vakgroep Didactiek Natuurkunde
Redactie: Falco de Klerk Welters Eric Payens Lay-out: Agnes Vos TU Eindhoven MENT-project, gebouw N-laag Postbus 513 5600 MB Eindhoven Telefoon: 040-473095 Adres:
Oplage: 3000
MoMENTopname 12
Pagina:
Inhoud: Redactioneel
3
Wat is en doet MENT
4
"Meisjes vinden het niet leuk en kiezen het niet.• Daar kan ik toch niets aan doen!
7
Geen natuurkunde gehad? •.• Geen nood!
11
Meisjes-vriendelijk lesmateriaal
13
Beroepen oriënterende lessenreeks in de onderbouw (BOLERO)
21
Ontwikkeling in de Kies Exact campagnes
23
Natuurkunde en techniek in de eindtermen van het basisonderwijs
26
Het coanda-effect
29
Conferentie van "the Association for Science Education"
31,
Publikatie-overzicht van het MENT-project
35
1
REDACTIONEEL Voor u ligt MoMENTopname nummer 12. Deze keer een speciale uitgave bestemd voor alle natuurkunde-secties in Nederland. Zij gaat over meisjes en natuurkunde, zeker de laatste jaren een veelbesproken onderwerp. Voor de mensen die nog nooit van het MENT-project hebben gehoord of die alle activiteiten en plannen nog eens op een rijtje willen zien heeft Gerrit verkerk, opvolger van Jan Raat als begeleider van het MENT-project, het artikel "Wat is en doet MENT" geschreven. In het tweede artikel wordt beschreven hoe het er in Nederland voorstaat met de keuze voor natuurkunde in het a.v. o. en worden wat suggesties ter verbetering aangereikt. In het derde artikel ( ... geen nood!) wordt wat informatie gegeven over een fenomeen dat steeds meer in de publiciteit komt: schakelcursussen natuurkunde. Een methode om leerlingen in sneltreinvaart (be)trekken. in ons vak te "Meisjesvriendelijke lespakketten voor de bovenbouw" gaat over de resultaten van eerder uitgevoerd onderzoek en de mogelijkheden om deel te nemen aan nieuw onderzoek aan twee nieuwe lespakketten (voor bovenbouw vwo): 'Bloedsomloop' en 'Informatie door licht'. Het BOLERO-project beschrijft voorbeeldmateriaal om vakgerelateerde beroepenoriëntatie in de onderbouw mogelijk te maken. De ontwikkeling in de Kies Exact campagnes wordt beschreven door Ilja Mottier, medewerkster van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Niet alleen voor het voortgezet onderwijs, maar ook voor het basisonderwijs zijn voor het eerst eindtermen geformuleerd. Keimpe Kuipers, voormalig PABOdirecteur, geeft zijn visie. Aan de hand van een practicumproef (over het Coanda effect) wordt het belang van de leefwereld van de leerling aangegeven. In het volgende artikel volgt een beschrijving van de aandacht die, tijdens een conferentie, in Engeland geschonken wordt aan "meisjes, natuurwetenschappen en techniek". Tot slot is in deze moMENTopname een publikatieoverzicht van het MENT-project opgenomen. Wij hopen dat deze uitgave voor u als natuurkundelera(a)r(es) voldoende aanknopingspunten biedt om natuurkunde voor meisjes aantrekkelijker te maken. Eric Payens
3
WAT IS EN DOET MENT
Wat MENT is behoeft nauwelijks uitleg. Veel lezers zullen de naam en het project kennen van brieven, publikaties of conferenties. Het project bestaat al zo'n jaar of zeven. Verder spreekt de naam voor zich: MENT = MEisjes, Natuurkunde en Techniek. Het MENT-project is een emancipatie-project dat tot doel heeft meisjes méér dan tot nog toe de mogelijkheid te geven hun talenten te ontplooien met betrekking tot Natuurkunde en Techniek. Daardoor worden méér meisjes in de gelegenheid gesteld en gestimuleerd te kiezen voor natuurwetenschappelijke en technische opleidingen. In de toekomst wordt het dan ook voor hen mogelijk banen te vinden in natuurwetenschappelijke en technische sectoren. In deze beroepsgebieden zijn vrouwen momenteel sterk, te sterk, ondervertegenwoordigd Len opzichte van mannen. Om het hierboven beschreven doel te bereiken wordt onderzoek gedaan, les- en voorlichtingsmateriaal ontwikkeld en voorlichting geactiveerd en verzorgd. Wat is er gebeurd?
In de afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar de meisjesvriendelijkheid van bestaande natuurkundemethoden in het A.V.O. Er is onderzoek gedaan naar de positie van meisjes op de mts gezien door de ogen van meisjes, jongens, docenten en directies van mts-en. Gezocht is naar verschillen tussen jongens en meisjes, die het doen en kiezen van natuurkunde beïnvloeden. Er is literatuurstudie gedaan naar het verschil in houding van docenten tegenover jongens en meisjes. Het onderzoek en de studies hebben geleid tot aanbevelingen met betrekking tot lesmateriaal en de klasse-praktijk. Op grond van deze aanbevelingen zijn enkele voorbeeldlespakketten ontwikkeld. In deze pakketten is bijvoorbeeld gelet op de manier waarop de natuurkunde gepresenteerd wordt, dus op de illustraties, het taalgebruik en de contexten. Tevens zijn onderwerpen (thema's) gekozen die te maken hebben met het menselijk lichaam of met de directe leefwereld; dit Z1Jn onderwerpen waarin meisjes geïnteresseerd zijn. De ontwikkelde lespakketten zijn op scholen op hun bruikbaarheid getoetst, waarbij met name gelet is op de 4
meisjesvriendelijkheid van het materiaal. Het onderzoek en de studies hebben ook geleid tot voorlichtingaactiviteiten en de ontwikkeling van voorlichtingsmateriaal. Er zijn studiedagen en conferenties georganiseerd en er werd en wordt nog steeds ondersteuning gegeven aan scholen en groepen scholen door materiaal te verstrekken en de opgedane know-how ter beschikking te stellen. Veel decanen en docenten natuurkunde zijn geïnformeerd over de specifieke problematiek van de pakketkeuze voor meisjes en de mogelijkheden voor meisjes van vervolgonderwijs in natuurwetenschappelijke en technische richtingen. Ook in het technisch onderwijs is gewerkt aan een verandering van de beeldvorming. Hierbij kreeg het mto, waar nog steeds vrijwel geen meisjes onderwijs volgen, in toenemende mate aandacht. Wat doen we nu?
ook het Op dit en moment concentreert onderzoek het ontwikkelingswerk van het MENT-project zich vooral op het mto. Daarbij zijn vier hoofdlijnen te onderscheiden. 1. Het MENT-project verleend ondersteuning aan enkele lopende emancipatieprojecten in het mto. Hierbij wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen en opstellen van een overdraagbaar begeleidingaplan en het bevorderen van een soepele instroom vanuit mavo en lbo. Er wordt voorlichting verzorgd en onderzoek gedaan naar de positie van meisjes in het mto. 2. Het vak natuurkunde in de onderbouw van het A.V.O. speelt een belangrijke rol in de pakketkeuzemogelijkheden en dus ook in de mogelijkheden voor vervolgstudie op het mto. Speciaal voor meisjes die een deficiënt pakket hebben wordt momenteel gewerkt aan een zogenaamde bijspijkercursus natuurkunde {zie blz. 11). 3. Verder wordt onderzoek gedaan naar de houding van natuurkundedocenten ten aanzien van meisjes en jongens en de rol die zij (kunnen) spelen bij de pakketkeuze. 4. De vierde activiteit van het MENT-project is het attitudeonderzoek naar techniek. In dit onderzoek wordt de houding van leerlingen ten aanzien van techniek bekeken. Deze houding wordt niet alleen bepaald door de kennis en de ervaring met techniek, maar ook door de beleving of het gevoel. De samenhang van de genoemde aspecten bepaalt de attitude. Voor verschillende groepen 5
leerlingen wordt nagegaan hoe de attitude ten aanzien van techniek is, of deze te verklaren is en in hoeverre het onderwijs deze houding kan beïnvloeden. Uiteraard worden ook bij dit attitude-onderzoek de verschillen tussen jongens en meisjes bestudeerd.
MB~T attitude
~~~
""'"1
V... ~ IMJ;
-t.-
~ ~tn.t.t ~v.wt
~
-.a-t MB~T
natuurkunde
Er is nog veel te doen Zoals het zich laat aanzien heeft de maatschappij en ook het onderwijs nog vele jaren nodig om aan meisjes een eerlijke kans te geven op het ontwikkelen van interesse in en affiniteit met natuurkunde en techniek. Er moet hard gewerkt worden met het doel de grote achterstand van meisjes en vrouwen in techniek en in technische beroepen te reduceren. Wij werken daaraan op onze eigen manier zoals in dit artikel kort is verteld. u kunt eraan werken in de praktijk, in uw dagelijks contact met jongens en meisjes. Bedenk daarbij dat meisjesvriendelijk onderwijs automatisch leerlingvriendelijk onderwijs inhoudt. Gerrit Verkerk Coördinator MENT-project
6
"MEISJES VINDEN HET NIET LEUK EN KIEZEN HET NIET" DAAR KAN IK TOCH NIETS AAN DOEN! Veel meisjes vinden de lessen natuurkunde niet leuk. Nog steeds kiezen
veel
minder
meisjes
dan
jongens
natuurkunde
in
hun
examenpakket. Waar zou dat toch door komen? Hebben ze een andere opvoeding
gehad,
aanraking
te
minder
komen?
kansen
Ligt
het
om met
natuurkundige
misschien
aan
het
zaken
gebrek
in aan
voorbeelden van vrouwen in beroepen waar natuurkunde voor nodig is? Vriendinnen kiezen het ook niet! Percentaqe yan leerlinqen met natuurkunde op het eindexamen SCHOOLTYPE
JAAR
TOTAAL
JONGENS
MEISJES
mavo
1978 1983 1984 1985 1986 1987
28 33 35 34 34 33
48 57 60 58 58 58
11 13 15 13 14 13
havo
1978 1983 1984 1985 1986 1987
26 30 31 30 30 29
41 49 51 51 52 51
11 14 14 14 14 13
vwo
1978 1983 1984 1985 1986 1987
46 47 47 47 47 45
61 64 64 64 64 61
26 28 28 28 28 28
Uit onderzoek blijkt dat al deze factoren een rol spelen bij het (niet) kiezen van het vak natuurkunde. In dit artikel zal ik een aantal mogelijkheden proberen aan te geven hoe een natuurkundedocent zijn (of haar) leerlingen.
onderwijs wat beter kan afstemmen op alle
Inrichting lokaal In een prettige omgeving is
het goed leren.
Meisjes zijn daar
gevoeliger voor dan jongens. Het is daarom niet alleen leuk voor u
zelf
posters
om en
een
lokaal
apparaten.
wat Zorg
op
te
er
fleuren
wel 7
voor
met
planten,
dat
de
foto's,
plaatjes
ook
vrouwen tonen in hun technische of wetenschappelijke werkomgeving. Meisjes hebben al zo weinig voorbeelden. Besteed ook aandacht aan het feit dat natuurkunde iets is voor en van ~. Foto's van uw lessen, waarbij meisjes bv. actief aan practicum deelnemen, zijn zeer illustratief (ook in de schoolbrochure). Uitleggen In de lessen zult u vaak de uit te leggen theorie verluchtigen met praktijkvoorbeelden. De meeste voorbeelden sluiten, volgens onderzoek, goed aan bij de jongenspraktijk. De meisjes hebben nu eenmaal minder ervaring met technische en natuurwetenschappelijke zaken. Ga er dus bij uw uitleg vanuit dat nog niemand iets weet of kies voorbeelden waarvan u zeker bent dat iedereen er zich iets bij kan voorstellen. Stelt u vragen aan de klas als geheel dan zult u de meeste antwoorden van jongens krijgen. Stel de vragen daarom gericht aan een persoon. Wissel daarbij regelmatig jongens en meisjes af en stel aan beide sexen zowel kennis- als inzichtvragen. Groepswerk
De laatste jaren is het werken in groepen sterk toegenomen. Dat geldt zowel voor het werken aan de theorie als voor practica. Het (laten) samenwerken van leerlingen kan zeer stimulerend werken. Het wordt alleen een probleem als bepaalde leerlingen, vaak meisjes, ondersneeuwen in de kennislawine van de beter-weters. Probeer daarom het groepswerk zo te organiseren, dat er een taakverdeling binnen de groep gemaakt moet worden. Zorg voor een zodanige verdeling dat gedurende het cursusjaar ieder groepslid
Alle voorkomende taken een keer heeft moeten uitvoeren. Vanwege het grote verschil in beginsituatie lijkt het in de lagere klassen aanbevelenswaardig om aparte jongens en meisjesgroepen te maken. Keuzebegeleiding
De keuze door een leerling van het vak natuurkunde wordt niet alleen bepaald door uw advies, maar ook door haar of zijn beeld van de beroepsmogelijkheden. Geef in uw lessen vaak voorbeelden van beroepen waarin de natuurkundige kennis gebruikt wordt of noodzakelijk is. Haal ook eens een (vrouwelijke) beroeps8
beoefenaar in de klas (zie BOLERO-artikel). Zulke activiteiten tonen aan dat natuurkundige kennis zinvol is, hetgeen een belangrijke voorwaarde is voor het leren. Controleert u wel eens of uw adviezen aan
jongens
en meisjes
gebaseerd zijn op dezelfde argumenten? Het kan zijn dat u, na lezing van het bovenstaande, behoefte heeft gekregen aan meer informatie over de resultaten van onderzoek en wat meer specifieke aanbevelingen. Deze zijn te vinden in het rapport van Anneke de Leeuw, getiteld "Verschillen tussen jongens en meisjes die het doen en kiezen van natuurkunde beïnvloeden" (MENT 87-06). Dit rapport kunt u bij het MENT bestellen (kosten f6,-). Eric Payens
9
Nieuwe cursussen et dag- avondcollege Arnhem start 1 femet enkele cursussen die tot 1 Hbruari orll!ntatle
Juni zuUen duren. De
CUI'SUS
exacte vakken Is bedoeld voor hen die vroeger In het voortgezet onderwijs de vakken wiskunde, natuurkunde, schelkunde en biologie hebben laten vaUen, maar die er nu weer opnieuw kennis mee wWen maken. Deze CUI'SUS Is heel goed te combineren met een cursus lnfonnatlekunde. Een zogenaamde opfrlscursul wiskunde Is bedoeld voor mensen die In het verleden enkele jaren wiskunde hebben gedaan, maar die de toen opgedane kennis gedeelteUjk kwijt zijn. Deze repetltlecursua Is een goede basis voor het havo- of vwo-certlfl· caal (Meer lnUchtlngen: 085-4555111)
Gelderlander 19-1-'89
10
GEEN NATUURKUNDE GEHAD? ... GEEN NOOD! Pakketkeuze
Er komen steeds meer leerlingen die er achter komen dat ze voor een bepaalde vervolgopleiding een verkeerde pakketkeuze gemaakt hebben. Verschillende vervolgopleidingen proberen deze leerlingen in de gelegenheid te stellen alsnog aan hun toelatingseisen te voldoen. In de tweede klas van de mavo, de derde havo en drie en moeten leerlingen een deel van de vakken laten vallen. natuurkunde wordt met name door meisjes weinig gekozen. zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Eén van die
vier vwo Het vak Daarvoor oorzaken
is dat zo'n keuze gemaakt moet worden op een moment dat meisjes zich bewust worden van een .ander toekomstbeeld dan jongens hebben.
Er ontstaat dan vaak een conflict tussen het sociaal-
maatschappelijke en het beroepsperspectief. In het geval van een mavo-opleiding hebben leerlingen die geen natuurkunde kiezen slechts één jaar de tijd gehad om zich een beeld te vormen van het vak natuurkunde op de middelbare school. Dat is zeker te weinig, met name om te kunnen inzien welke functie het vak kan hebben in vervolgopleidingen. Tevens zijn dan nog vele inhouden van het vak onvoldoende of niet aan de orde geweest.
Het komt dan ook regelmatig voor dat leerlingen in de
vierde klas van de mavo er achter komen dat een aantal mogelijke leerwegen voor hun is afgesloten.
snelheideverandering
richtingaverandering
vervorming
11
Schakelcursus
Door een aantal mts-en in Nederland wordt deze leerlingen een tweede kans geboden. In de periode tussen de eindexamens en de zomervakantie verzorgen deze een schakelcursus natuurkunde (soms ook wiskunde).
In vier weken tijd wordt alleen het allernood-
zakelijkste geleerd om te mogen beginnen aan een opleiding aan de mts. Deze leerlingen blijven natuurlijk gedurende het eerste leerjaar wat extra ondersteuning nodig hebben. De MENT-medewerk(st)ers zijn momenteel bezig zo'n schakelcursus samen
te
stellen
afgelopen weken
die
beeld-lesmateriaal modulen
die
door
mts-en
heeft elke mts ontvangen.
gebaseerd
zijn
besteld
kan
worden.
In
de
een aanbiedingsbrief met voorHet
op
de
lesmateriaal
bestaat
leerstofgebieden
uit
uit het
examenprogramma voor de mavo. Elke mts kan uit de modulen een pakket samen stellen om de aansluiting op de door de leerling gekozen opleiding zo goed mogelijk te maken. Het MENT-team hoopt met deze opzet met name meisjes in de gelegenheid te stellen hun eerder gemaakte keuzen te heroverwegen op een moment dat het beroepsperspectief zich verder ontwikkeld heeft. Eric Payens
wrijvingskracht
12
MEISJESVRIENDELIJKE NATUURKUNDELESPAKKETTEN VOOR DE BOVENBOUW De werkgroep
"Meisjes
In de
Bovenbouw"
Project Bovenbouw Natuurkunde PBN)
(een onderdeel van
het
heeft de taak onderzoeks- en
ontwikkelingswerk te verrichten met betrekking tot de vraag hoe het
natuurkundeonderwijs
aantrekkelijk
gemaakt
in
kan
de
worden
bovenbouw
voor
van
meisjes.
het
vwo
Daartoe worden
lespakketten ontwikkeld die interessanter zouden moeten zijn dan het lesmateriaal dat ze normaal krijgen. Binnen
het
MENT-project
zijn
al
voorbeeldlespakketten ontwikkeld. bedoeld voor de onderbouw.
eerder
meisjesvriendelijke
Deze lespakketten waren echter
De binnen MIB ontwikkelde pakketten
zijn voor de bovenbouw. Er zijn tot nu toe 3 pakketten: Medische Technologie, Bloedsomloop en Informatie door Licht. Bij
het
ontwikkelen
van
de
lespakketten
is
met
een
aantal
criteria rekening gehouden die het lesmateriaal niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes aantrekkelijk zouden moeten maken. Wij
noemen er hier vier
(een meer uitgebreide beschrijving van
aanbevelingen voor meisjesvriendelijk lesmateriaal is te vinden in
het
NVON-maandblad,
"Lesmateriaal
V/M" Natuurwetenschappen): 1. bij
de
keuze
van
jrg.10, de
door
onderwerpen
oktober
1986
onder de titel Vrouwen en
NVON-werkgroep in
het
lesmateriaal moet men
aansluiten bij de interesse en ervaringen van meisjes. Vooral de maatschappelijke, natuurkunde
ethische en esthetische aspecten van de
spreken aan.
Het functioneren van het menselijk
lichaam behoort tot de favoriete onderwerpen bij meisjes. 2. in tekst en illustraties dient men te streven naar ongeveer gelijke
aantallen
meisjes
en
jongens
in
een
evenwichtige
rolverdeling. 3. omdat het zelfvertrouwen van meisjes voor natuurkunde geringer is dan van
jongens moet het taalgebruik in het lesmateriaal
niet ontmoedigend werken. 4. omdat voor meisjes netheid een belangrijk aspect is, moet het lesmateriaal er uiterlijk goed verzorgd uitzien. Op de volgende pagina's bespreken wij lespakket ten.
13
kort de drie ontwikkelde
Medische Technologie Het lespakket Medische Technologie is bedoeld voor ongeveer 12 lessen in 5 of 6 vwo. De volgende onderwerpen komen aan de orde: 1. een introductie van enkele medische begrippen, 2. een overzicht van de kenmerken van (medische) techniek, 3. het meten van elektrische signalen in het lichaam, geïllustreerd met drie voorbeelden: het elektro-cardiogram, het elektro-encefalogram en het elektro-myogram, 4. het meten met golfsignalen (röntgen-straling, geluidsgolven), geïllustreerd met de voorbeelden: röntgen-foto's, CT-scanning, echografie, doppler-bloedstroomsnelheidsmetingen, 5. positieve en negatieve gevolgen van de toegenomen invloed van de techniek op de gezondheidszorg, 6. een overzicht van medisch-technische beroepen en opleidingen. Bovendien is bij het lespakket een docentenhandleiding beschikbaar, waarin naast praktische aanwijzingen over de benodigde materialen ook vakdidactische aanwijzingen gegeven worden en achtergronden bij de vakinhoud. Het lespakket Medische Technologie is in 1987/1988 ontwikkeld, getest, bijgesteld en geëvalueerd. Vooral gelet op de verschillen tussen jongens en meisjes verkregen we enige belangwekkende resultaten: De meisjes vinden het lespakket leuker en interessanter dan de jongens. Vooral de meer maatschappelijk getinte onderdelen, zoals het hoofdstuk over voor- en nadelen van de invloed van techniek op de gezondheidszorg en informatie over beroepen in de gezondheidszorg werden door de meisjes leuker gevonden. De meisjes vonden het erg belangrijk en nuttig dat ze door dit lespakket inzicht kregen in praktische toepassingen van eerder aangeboden theoretische kennis. Bovendien scoorden de meisjes gemiddeld een hoger cijfer voor de toets, behorend bij het lespakket, dan de jongens, iets wat hoogst zelden voorkomt. 14
Bloedsomloop
In het thema "Bloedsomloop" worden enkele fysische wetten op het gebied van de stromingsleer besproken in de context van de menselijke bloedsomloop, een onderwerp dat met name meisjes interessant vinden. Het pakket is bedoeld als voorbeeldlesmateriaal bij de nieuwe WEN-voorstellen voor het vwo-eindexamen. Het pakket is gepland voor ongeveer 12 lessen (inclusief toetsing) in 5 of 6 vwo. Centraal in het thema staan de activiteiten van leerlingen. Veelvuldig wordt gepoogd de theorieën aan de hand van practica af te leiden of aannemelijk te maken. Daarbij wordt er van uit gegaan dat de leerlingen weinig of geen ervaring met practicum hebben. Je houdt er dan rekening mee dat met name me is jes een vrij hoge drempel hebben ten aanzien van praktisch bezig zijn. Hieronder volgt een kort overzicht van de opbouw van het thema "Bloedsomloop". Introductie en afbakening Leerlingen worden in groepjes aan het werk gezet om gegevens uit kranten en tijdschriften e.d. te halen omtrent de bloedsomloop, (hart- en vaat-)ziekten, enz. Daarnaast vindt een eerste praktische oriëntatie plaats op vloeistofstroming. Aan de hand van de introductie wordt de afbakening van de leerstof aangegeven. Er wordt aangeduid dat er eerst gezocht gaat worden naar "ideale" modellen om druk en stroomsnelheid van een vloeistof c.q. bloed te bepalen, waarna deze modellen zullen worden toegepast op de bloedsomloop. "Afleiding" van de theorie Aan de hand van vooral leerlingenpractica worden de volgende wetten afgeleid of aannemelijk gemaakt: principe van Pascal (alzijdige verspreiding van vloeistofdruk), wet van Bernoulli (energiebehoud) en wet van Poiseuille (stromingsweerstand van viskeuze vloeistoffen). Bij de behandeling van deze wetten wordt aangegeven onder welke voorwaarden of aannames ze geldig zijn. Bij het meten van vloeistofdruk wordt ook aangegeven hoe bloeddruk gemeten wordt. Er is een stukje opgenomen over de geschiedenis van bloeddrukmetingen. Tevens zijn korte biografieën van de heren Pascal, Bernoulli en Poiseuille opgenomen.
15
De praktijk Een aantal van de aannames bij de afleidingen is niet terecht voor de bloedsomloop. De beperktheid van de fysische wetten wordt aangeduid. Er wordt echter tevens aangegeven dat ondanks de beperkingen wel een aantal verschijnselen (waaronder ook enkele ziektebeelden) enigszins begrepen kan worden met behulp van de afgeleide modellen. Er zijn ook diverse experimenten opgenomen waarin meer specifieke eigenschappen van de bloedsomloop aan de orde komen. Zo is er een experiment opgenomen waar men het drukverloop bij de stroming van water door een elastische buis kan waarnemen. Tot slot In het laatste hoofdstuk van het thema komen enkele beroepen waarbij de stromingsleer een rol speelt, zoals in de medische sector, aan bod. Daarbij wordt ook aangeduid dat de stromingsleer zich niet beperkt tot de bloedsomloop, maar dat met name in diverse technische beroepen gebruik gemaakt wordt van de afgeleide principes. De beroepenoriëntatie kan weer geschieden door leerlingen zelf te laten zoeken naar toepassingen. Als het pakket in eerste versie gereed is zal het worden uitgeprobeerd op een beperkt aantal scholen. Daarbij zal het pakket getoetst worden op "meisjesvriendelijkheid" en op bruikbaarheid in het algemeen. Aan de hand van deze eerste evaluatie zal het eventueel worden bijgesteld of aangevuld. Informatie door licht Binnen het MIB-onderzoek wordt op dit moment (okt '88 mei '89) ook een lespakket 'Informatie door Licht' ontwikkeld. Dit lespakket, dat bedoeld is voor 4 (of evt. 5) vwo, zal de gehele optima-leerstof van de WEN-lijst omvatten, inclusief het biofysische deel over het oog. Hierdoor kan het lespakket gemakkelijk ingezet worden in de plaats van een optima hoofdstuk uit een gangbare methode. De grootste nadruk wat betreft meisjesvriendelijkheid zal in dit lespakket gelegd worden op de volgende drie punten: a. het menselijke aspect in de leerstof b. de praktische relevantie van de leerstof c. interessegebieden die meisjes meer aanspreken. 16
Dominee Stephen Hales,
rector van Farringdom in Hampshire,
meet de bloeddruk bij een paard.
17
a. Het menselijke aspect Het menselijke aspect in de leerstof wordt voornamelijk vertegenwoordigd door de nadruk op het biofysische deel: het oog, Het dagelijkse zien van en kijken naar de omgeving om ons heen is als instaphoofdstuk gekozen. Daarbij wordt aandacht besteed aan subjectieve en stereoscopische waarneming en aan kleurwaarneming. Daarnaast worden enkele onderwerpen in historisch perspectief behandeld, zoals lichtbronnen, toneelverlichting en optische apparatuur. Hierdoor wordt de rol van de mens in de wetenschap verduidelijkt,
ê ::::=:::::_:=;
=s
-
=.:::::.
;;;;
=
=
§
----
=
In dit figuur lijken de lijnen in de cirkels ten opzichte van elkaar scheef te staan, maar in werkelijkheid lopen de lijnen in de cirkels in elkaars verlengde.
Tenslotte zal verspreid enige beroepenoriëntatie worden opgenomen, b.v. over een belichtingstechnicus, een fotograaf en een opticien (allen m/v). b. Praktische relevantie Dit criterium voor meisjesvriendelijk lesmateriaal krijgt het meeste aandacht in dit lespakket. Dit komt voort uit ervaringen die z~Jn opgedaan in een vorig onderzoek naar 'Begripsontwikkeling in de Optica' (zie NVON-maandblad, nr 9 (1988)). Bij dit onderzoek werd een vragenlijst gebruikt, waarin fundamentele zaken uit de leefwereld aan de orde kwamen aan de hand van probleemsituaties in de leefwereld. Deze probleemsituaties zijn met het bijbehorende fotomateriaal als instapproblemen gebruikt in het lespakket. Een paragraaf wordt ingeleid met een vraag; vervolgens wordt enige theoretische 18
achtergrond gegeven 1 waarmee de vraag beantwoord kan worden. De praktische relevantie van het stukje theorie wordt hierdoor verduidelijkt. c. Interessegebieden. die meisjes meer aanspreken Dit criterium is sterk verweven met de twee vorige. Door nadruk te leggen op het biofysische deel wordt het menselijke aspect benadrukt 1 terwijl tegelijkertijd een gebied wordt aangesneden 1 waarin meisjes meer geïnteresseerd zijn. Overigens kan een onderwerp dat als typisch jongensachtig wordt afgeschilderd ( bv. een technisch apparaat), toch tot het interessegebied van meisjes gaan behoren als duidelijk wordt gemaakt hoe en op welke manier zo'n onderwerp praktisch nut heeft. Inhoud yan het lespakket Het lespakket bestaat uit de volgende hoofdstukken: I. Informatie door zien. II. Informatie door het vormen van beelden. III. Informatie door lichtsignalen. IV. Informatie uit kleur. De werkvormen variëren van leesteksten en leerlingproeven tot discussievragen en literatuuropdrachten. Er is een scheiding gemaakt tussen kernstof en keuzestof. De kernleerstof beslaat ongeveer
20
lessen.
De
opzet
is,
dat
alle
leerlingen
na
de
kernstof per hoofdstuk 2 lessen kunnen besteden aan keuzestof, zodat het totale lespakket inclusief toetsing 30 lessen zal innemen. Omdat vooral in de keuzestof veel van de meisjesvriendelijke onderwerpen zijn opgenomen is deze tijd er inderdaad aan wordt besteed.
het van belang dat
@ ooo 00 00
De Titchener-illusie: de middelste cirkel lijkt in de rechterfiguur cirkels.
groter
19
door
de
omgevende
Tenslotte Uit de resultaten van de MENT onderbouw voorbeeldlespakketten en de evaluatie van het lespakket Medische Technologie is gebleken dat speciaal daarvoor ontwikkeld lesmateriaal voor meisjes. We
hopen
dat
de
lespakketten Bloedsomloop
en
interessanter Informatie
is
door
Licht een zelfde soort resultaten zal hebben. Nog in de loop van dit schooljaar worden.
zullen de
lespakketten op school
gebruikt gaan
Als de lezer geïnteresseerd is in één of meer van de lespakketten, en ze wil gebruiken in de klas, kan er contact opgenomen worden met: Technische Universiteit Eindhoven Vakgroep Natuurkunde didactiek PBN-werkgroep Meisjes in de Bovenbouw Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel.: 040-473095 Robert Souwens Wilma Groenendaal Maaike Kattenberg
20
BEROEPEN OKIENTERENDE LESSENREEKS IN DE ONDERBOUW (BOLERO)
.~
Wat moet een brillenverkoper van lenzen weten? Besteedt
u wel
van opticiën
eens aandacht aan het beroep
in
uw
lessen
over
vrouwelijke opticiën als gast
lenzen?
in de
klas
is
een sprekend voorbeeld van het feit dat natuurkunde wel degelijk beroepsperspectieven heeft
voor meisjes.
Dit
idee
sluit
aan bij
dat
probeert
het Amerikaanse COMETS-pro j eet, om
alle
leerlingen,
maar
vooral
OBe
Een
Career Oriented Modules to Explore Topics in Science THE UNIVERSITY OF KANSAS
meisjes,
te
stimuleren
natuurwetenschap in hun opleiding op te nemen. Het BOLERO-project De
NVON-werkgroep Vrouwen
en
Natuurwetenschappen voert
in
het
cursusjaar 88/89 in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen
een
project
uit
voor
de
vakken
natuurkunde,
scheikunde en biologie in de tweede klas lbo/mavo/havo/vwo. Het is de bedoeling om voorbeeldmateriaal te maken voor vak-gerelateerde
beroepenoriëntatie.
zullen
de
eerste
gebruik
in
aanbevelingen
voor
revisie
en
Er zijn nu drie boekjes geschreven:
zien,
horen en kleur.
schrijvers
Na
een
de
klas
verdere
ontwikkeling doen. Het lesmateriaal Elk
onderwerp neemt twee à drie lessen in beslag. Voorzien van een uitgebreide docentenhandleiding wordt de serie begin maart 1989 uitgegeven door de werkgroep. ~
is
gekoppeld aan natuurkunde en biologie.
De eerste les
gaat over hoge en lage tonen,
de tweede over de gehoordrempel.
Beroepen zijn wegenbouwer .
geluidstechnicus,
o.a. :audiologe,
.z..ie.n sluit aan bij dezelfde twee vakken. De eerste
les
gaat
over
tweede over fotografie. o.a. :
winkelbediende
(contact) lenzen
en
de
Beroepen hierbij zijn op
afdeling
optiek,
oogarts, fotografe en tandartsassistente.
21
logopediste
en
.Kl.e.w:: verbinden wij
met scheikunde. De eerste les gaat over kleurstoffen in voedsel en de tweede les over textielkleurstoffen. Beroepen o.a.: keurmeester van waren, levensmiddelentechnologe, verftechnicus en kapper.
Het materiaal is straks te bestellen bij de NVON ledenservice. NVON Werkgroep Vrouwen en Natuurwetenschappen Secretariaat: Joh. Geradtsweg 68 1222 PW Htl~ersum 035-834223
Mededelingen hierover zullen in het NVON-maandblad verschijnen. Werkgroep BOLERO: Rob van Haren Marie-louise van Kleef Anneke de Leeuw Monique Speyer
22
ONTWIKKELING IN DE KIES EXACT CAMPAGNES Sinds begin 1987 voert het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen campagnes om leerlingen, in het bijzonder meisjes, te stimuleren om exacte vakken, c.q. exacte opleidingen, te kiezen. Ze waren in het bijzonder gericht op leerlingen van havo/vwo. De campagnes zijn bekend geworden onder de leuze 'Kies exact'. Dat was het motto van de campagnes die zich richtten op de beïnvloeding van de vakkenpakketkeuze. Ze werden gehouden in het voorjaar van 1987 en 1988. De derde campagne start medio februari 1989. Daar tussendoor liepen campagnes die zich richtten op leerlingen die net hun eindexamen hadden gehaald
(Geslaagd met Exact, mei
1987) of die in het eindexamenjaar een keuze voor een vervolgstudie moesten maken (Slaag Exact, november 1987). In september 1988 kwam de eerste aflevering uit van het Magazine Kies Exact. De boodschap van deze campagnes beoogt leerlingen te laten nadenken over studies en beroepen 'met perspectief', d.w.z. met arbeidsmarktperspectief. Daarnaast wortelen de campagnes sterk in het emancipatiebeleid, in het bijzonder dat deel van het beleid dat erop gericht is te bevorderen dat meer meisjes keuzes maken voor technisch-natuurwetenschappelijke richtingen. Wat het arbeidsmarktperspectief betreft, dat is vooral te vinden in de technisch-natuurwetenschappelijke vakken, en die associatie wordt ook gewekt door het woord 'exact'. Er zijn echter ook studies met perspectief bui ten deze sector, bijvoorbeeld economie. En wat te denken van biologie: wel exact, maar met nogal wat werkloze afgestudeerde biologen. In het Magazine Kies Exact wordt reclame gemaakt voor de PABOopleiding, omdat voorzien wordt dat binnen enkele jaren een tekort aan leraren basisonderwijs dreigt. Niet bepaald exact, in de toekomst hopelijk met perspectief. Wat het emancipatiebeleid betreft: hierin ziet men langzamerhand en verschuiving optreden. meisjes naar het vak.
Deze
loopt,
globaal
gezien,
van
de
De eerste campagnes sloten aan bij de gevoelens die leerlingen zelf hadden geuit, dat meisjes die exacte vakken kiezen saai zijn 23
en onpopulair bij jongens. Om dit beeld weg te nemen liet het beeldmateriaal vrolijke, volgens de laatste mode geklede, meisjes zien die exacte vakken kozen. Inmiddels is er meer aandacht gekomen voor de vakken zelf: wil men bereiken dat meisjes exacte vakken kiezen, dan moeten in de vakken zelf ook zaken aan de orde komen die interessant zijn, die aansluiten bij de leefwereld van leerlingen. Dit is in korte spots moeilijk over te brengen. De benadering wordt echter heel duidelijk in het Magazine Kies Exact. In september 1988 is hiervan een eerste nummer verschenen. Dit is in een oplage van 400.000 exemplaren gedrukt. De (decanen van de) scholen voor mavo/havo/vwo en lbo/mbo ontvingen 20 exemplaren, met de mogelijkheid om bij te bestellen. Inmiddels zijn bijna alle exemplaren de deur uit. In het magazine staat een serie artikelen waarin aansprekende toepassingen van vakken geschetst worden. Van wiskunde wordt aangegeven welke rol dit vak speelt bij het opnemen van popmuziek. Scheikunde gaat in op de chemische processen die zich in het lichaam kunnen voordoen bij verliefdheid. Natuurkunde wordt geïllustreerd aan de werking van een parachute. Hoe kun je gebruik maken van de luchtweerstand en de liftkracht, en waarom zijn langwerpige parachutes beter te besturen dan ronde? Wat is het effect van deze vakken-aanpak? Vinden leerlingen het leuk om zo over exacte vakken te lezen? Uit de evaluatie die van het magazine verricht is door NSS Marktonderzoek B.V. blijkt dat deze artikelen gelezen en gewaardeerd worden, door meisjes zowel als door jongens. De vwo leerlingen vonden ze het meest interessant. Hierbij moet worden vermeld dat de moeilijkheidsgraad soms vrij hoog lag. Van alle leerlingen (van lbo tot vwo) die de artikelen gelezen hadden, vond 74% de illustratie van wiskunde interessant tot zeer interessant, voor natuurkunde was dit percentage 80%. De in het onderzoek ondervraagde ouders lazen dit soort artikelen niet: zij keken vooral naar de beroepeninformatie. Naast de globale reclamebenadering om een exact vakkenpakket te kiezen,
is
het
van
belang
om 24
meer
inhoudelijk
materiaal
te
hebben.
De
ervaring
wellicht ook
(428
met
het
magazine,
leerlingen,
129
hoe
ouders
beperkt
en
311
van
opzet
schooldecanen
zijn ondervraagd), laat dit zien. Binnen MENT is men hier al
jaren mee bezig, door het maken van
lespakketten voor natuurkunde. Inmiddels zijn door het Ministerie van 0.
en W.
materiaal
ook opdrachten tot de ontwikkeling van voorbeeld-
verstrekt
voor
wiskunde,
informatica,
economie
en
natuurwetenschappen. Voor
dit
laatste
wetenschappen.
zorgt
Deze
de
groep
NVON-werkgroep ontwikkelt
vrouwen
materiaal
en
Natuur-
waarin
lesstof
wordt gekoppeld aan mogelijke toepassingen binnen een beroep en waarin
informatie wordt verstrekt over de dagelijkse gang van
zaken in natuurwetenschappelijke beroepen. Ilja Mottier, medewerkster O&W.
'Kies Exact' slaat aan ZOETERMEER - De campagnes 'Kies Exact' van het ministerie van Onderwijs W"'l"'n vruchten af. BUjkens een NIPO-enquête zijn thans meer meisjes op de middelbare school van plan een exact .vak in hun studiepakket op te ne-
men. 'Kies Exact' moedigt metsjes aan vakken als wis-, natuur- en
schelkunde te kiezen en daarna In
de techniek verder te gaan om mcr.r kansen op de arbeklsmarkt
te hebben. Oe resultaten van het onderzoek zijn gisteren door staatsse-
cretaris Ginjaar-Maas van Onder-
wijs bekendgemaakt. In opdracht van het ministerie is nagegaan
welke vakken meisjes in de derde klas llfl VO en de vierde klas VWO voor en na de twee campagnes ko-
zen.
Van de meisjes In 3 HAVO ver· kinarde 43 procent voor het begin van de eerste campagne wiskunde
In het pakket op te nemen. Na de eerste campage was dit tot 52 procent gcstegen en na de tweede tot
87 procent. Ook willen meer metsjes natuur- en schelkunde kiezen. ller.e stijging Is echter mlnder
grool. In 4 VWO verdubbelde het per· eenlage meisjes dat wiskunde B in hel pakket wUde opnemen. liet ging van 21 naar 43 procent. Na· tuurkunde vertoonde een groei van ZS tot 18 proce~~t en achel-
kundevanll totJI.....,....
Gelderlander 10-9-'88
WJl,TE WfniTYEi'l?
:,,WJ~IHN rtRSmJM 6m1lPliHR
2s
NATUURKUNDE EN TECHNIEK IN DE EINDTERMEN VAN HET BASISONDERWIJS
Op verzoek van de minister heeft de SLO een serie eindtermen ontwikkeld voor de basisvorming en het basisonderwijs. Het is de bedoeling dat deze eindtermen na een inspraakronde worden opgenomen in de wet voor het voortgezet onderwijs en in de wet op het basisonderwijs. Voor het basisonderwijs is dit een revolutionaire ontwikkeling. Voor het eerst wordt duidelijk aangegeven dat er iets aan natuurkunde en techniek moet worden gedaan. Bovendien moet dit een roldoorbrekend karakter krijgen. Langzamerhand komen vanuit de organisaties de kritieken, die zich niet alleen richten op de inhoudelijke aspecten van de eindtermen, maar ook op de formele en principiële aspecten. In hoeverre kan de overheid voorschrijvend te werk gaan in het basisonderwijs? Er is dus wel enige reden de nut ter bespreking voorgelegde eindtermen nog niet te beschouwen als vaststaand. Voor het basisonderwijs zijn zes deeltjes verschenen. Per onderwijsactiviteit, zoals beschreven in artikel 9, lid 1 tot en met 4 van de WBO is een boekje met eindtermen gemaakt. Het betreft de volgende onderwijsactiviteiten: Lichamelijke oefening, Nederlandse, Friese en Engelse taal Rekenen en wiskunde, De natuur, waaronder biologie, Sociale redzaamheid, waaronder verkeer gezond gedrag,
en
bevordering
van
Expressie-activiteiten. Op zoek naar "natuurkunde en techniek" blijkt dit niet als afzonderlijk vak voor te komen. Alleen in deeltjes 5 "De natuur, waaronder biologie" komen elementen uit het vak aan de orde. Met enige goede wil kan men in deel 7 "Expressie-activiteiten" ook wat vinden, dat wijst in de richting van techniek. In deel 5 wordt "De natuur, waaronder biologie" onderverdeeld in een aantal domeinen waarvan "Materialen en verschijnselen uit natuur en techniek" er één is. In de inleiding op dat domein wordt gesproken over materialen 26
voor bepaalde
nuttige toepas-
singen, over energievormen en energieomzettingen, en over positieve en negatieve kanten van technische ontwikkelingen. Bij de uitwerking in doelstellingen blijkt het daarbij vooral te gaan om het kennis maken met eenvoudige technische produkten, waaronder gebruiksvoorwerpen, hulpmiddelen en eenvoudige machines. Allen bij electrische schakelingen schakelen de ontwerpers van de eindtermen over op het werkwoord "maken" . Het is jammer dat de nadruk bij de eindtermen meer ligt bij het verwerven van kennis, dan bij doen, maken en ontwerpen. De minister heeft bij het verzoek om eindtermen te ontwikkelen uitdrukkelijk verzocht, daarbij ook aandacht te geven aan roldoorbrekend onderwijs. De medewerkers van SLO geven aan dat het moeilijk is aan die eis tegemoet te komen, omdat het daarbij meer gaat attitudes, dan om kennis en vaardigheden. Het moet echter mogelijk zijn, dor huist meer aandacht te geven aan natuurkunde en techniek binnen de verschillende onderwijsactiviteiten, beter tegemoet te komen aan deze wens. Uit onderzoek van MENT is gebleken dat meisjes al op jonge leeftijd een houding ontwikkelen die zich afwendt van techniek. Daarin kan verandering worden gebracht door kinderen praktisch bezig te laten zijn met natuurkunde en techniek. Keimpe Kuipers, voormalig PABO-directeur De reeks adviezen voorlopige eindtermen, delen 1 t/m 20, kunnen worden besteld bij: DOP, Postbus 20014 2500 EA 's-Gravenhage (Tel. 070-789885)
27
1. 3
Punten die nog nadere aandacht behoeven
Gelijke kansen voor meisjes en jongens In het ontwerp is een poging gedaan voorwaarden te scheppen voor gelijke kansen voor meisjes en jongens door: - de leerstof te ordenen in contextgebieden, waardoor aansluiting bij aspecten uit het dagelijks leven gewaarborgd is; - binnen de contextgebieden sterk de nadruk te leggen op toepasbare kennis; door aan te geven in welke beroepspraktijk de aangeleerde kennis en vaardigheden van belang zijn. Er is verdere uitwerking van dit aandachtspunt nodig in leerplan- en lesmateriaal. Levensbeschouwelijke en culturele pluriformiteit De commissie heeft in de concrete doelstellingen nog geen specifieke aandacht besteed aan deze richtlijn. Een belangrijk aspect van deze richtlijn is het doorbreken van de ideeën bij leerlingen dat alle uitvindingen en toepassingen op natuurwetenschappelijk gebied eigen zijn aan één bepaalde samenleving en cultuur en dat anderen weinig of niets bijgedragen hebben. Het is van belang dat dit aspect in leermiddelen en in de lespraktijk verder wordt uitgewerkt. Afstemming met betrekking tot milieu-aspecten In verschillende vakken wordt aandacht besteed aan milieuzaken, met name in aardrijkskunde, biologie, natuur-' en scheikunde, economie en techniek. Bij verdere ontwikkeling voor de basisvorming_ is afstemming voor wat betreft milieu-aspecten nodig, teneinde een evenwichtig en samenhangend onderwijsaanbod te bevorderen en ongewenste overlap te voorkomen. Informatie-technologie In het vak natuur- en scheikunde kan de computer op drie terreinen worden ingezet: bij eenvoudige meet- en stuurtoepassingen, voor simulatie en modelvorming en voor het raadplegen van bestanden. Er bestaat nog nauwelijks ervaring met deze computertoepassingen in het vak natuur- en scheikunde, zeker in de eerste fase van het voortgezet onderwijs. Verdere ontwikkeling en onderzoek zal moeten uitwijzen op welke terreinen het gebruik van de computer in de basisvorming een meerwaarde heeft ten opzichte van de bestaande situatie.
Kopie van bladzijde 9 van het "Advies over de voorlopige eindtermen basisvorming in het voortgezet onderwijs, deel 12 voor natuur- en scheikunde".
28
HET COANDA-EFFECT We bekijken een stroming in een buis die een bocht maakt (figuur 1) .
Figuur L
Stroomlijnen in een buis
Omdat de stroom in de bocht afgebogen wordt. moet er een centripetale kracht zijn. Om deze kracht te bewerkstelligen is er in de binnenbocht een onderdruk en in de buitenbocht een overdruk nodig. Volgens Bernoulli is de stroomsnelheid in de binnenbocht dus het grootst. Dit verwachten we niet omdat bij een meanderende rivier de stroomsnelheid in de buitenbocht juist het grootst is. intermezzo De wet van Bernoulli luidt:
l ev2 + egh + p = constant (langs een stroomlijn) Vaak is Bernoulli te vereenvoudigen tot:
t
e v2
+ p
= constant
(langs een stroomlijn)
Een gas- of vloeistofstroom zal in sommige situaties een bocht, tegen de verwachting in, volgen. We hebben dan te maken met het coanda-effect, genoemd naar de Roemeense ingenieur Henri Coanda, die het effect in 1910 •ontdekt" heeft. De oorzaak van het effect is de onderdruk in de binnenbocht. Belangrijk zijn echter ook de cohesie- en adhesiekrachten. Het coanda-effect treedt bijvoorbeeld op als we onze vinger in een waterstraal houden. Het kan dan gebeuren dat het water via allerlei bochten de mouw inloopt. Wanneer we een cilindervormig voorwerp, bijvoorbeeld een fles, in de wind zetten, dan is het achter de fles niet windstil, hetgeen we kunnen constateren met een kaarsvlam. De luchtstroom volgt de ronding van de fles. 29
Het coanda-effect kan leuk gedemonstreerd worden met een plastic wegwerpbekertje. Knip daartoe aan beide zijden een flapje los en vouw het aan de ene kant scherp om en aan de andere kant rond (figuur 2).
Figuur 2
Demonstratie van het coanda-effect met een plastic bekertje.
Vul het bekertje met water. Als het aan de ene kant leeggeschonken wordt, volgt het water de (scherpe) vouw niet. Wordt het aan de ander kant leeggeschonken, dan volgt het water de bocht wel.
Wat is er nu meisjesvriendelijk aan het coanda-effect? Immers de verklaring ervan, de wet van Bernoulli, is een abstracte beschrijving. Toch komen verschijnselen waarbij gas- of vloeistofstromen onverwachte bochten nemen of bij bochten onverwacht van richting veranderen in de dagelijkse leefwereld veel voor. Denk daarbij aan het overgieten van koffiemelk uit een kannetje, de waterstroom bij het handen wassen of de vermeende luwte achter een boomstam bij wind. De behandeling van het coanda-effect kan leerlingvriendelijk, dus ook meisjesvriendelijk, genoemd worden als u de dagelijkse leefwereld van leerlingen als .i1lg,a.ng kiest. Confronteer leerlingen met situaties uit hun dagelijkse praktijk en demonstreer met huis-, tuin- en keukenmater i aal al vorens over te gaan tot laboratorium experimenten en theorievorming. Gerrit Verkerk
30
CONFERENTIE VAN "THE ASSOCIATION FOR SCIENCE EDUCATION"
Begin januari vond in Engeland de jaarlijkse conferentie plaats van The Association for Science Education (de ASE is een zus van de NVON). Dit jaar was het gebeuren aan de Universiteit van Birrningham. Ik zal geen volledig verslag doen van mijn bevindingen, doch slechts melding maken van enkele zaken die mij opvielen betreffende de problematiek "meisjes (vrouwen), natuurwetenschappen en techniek" . Voorlichtingsmateriaal van de universiteit In de tentoonstellingsruimten van de conferentie was in ruime mate voorlichtingsmateriaal van de universiteit van Sirmingham zelf beschikbaar gesteld, in het bij zonder van de natuurwetenschappelijke en technische studierichtingen. Ondanks de grote achterstand, ook in Engeland, van meisjes en vrouwen in technische opleidingen en beroepen werd ik getroffen door de meisjes/vrouw-vriendelijkheid in tekst en illustraties. Het materiaal in Nederland is vaak nog sterk rolbevestigend. Van enkele faculteiten was er bovendien nog een speciale brochure waarin men vrouwelijke beroepsbeoefenaars aan het woord laat, bijvoorbeeld de brochure "Women in electronic & electrical engineering". Voorlichtingsmateriaal van "The Institute of Physics• In tegenstelling tot onze "Nederlandse Natuurkundige Vereniging" heeft de vergelijkbare organisatie in Engeland zeer veel voorlichtingsmateriaal in de vorm van folders, brochures en posters. In dit materiaal wordt gewezen op de veelzijdigheid van de natuurkunde en de vele beroepsmogelijkheden voor natuurkundjgen. Zo zijn er bijvoorbeeld de posters: physics for your future, the well-balanced physicist, the caring physicist, the versatile physicist enz. Het materiaal is met veel zorg en met grote deskundigheid opgemaakt en zeker niet rolbevestigend. De manier waarop aandacht besteed wordt aan de verschillende beroepsmogelijkheden voor de natuurkundigen zal mijns inziens meisjes niet afschrikken. Men heeft zelfs een pakket samengesteld van vrouwelijke natuurkundigen ( "Women and Physics") die vertellen over hun werk: A day in het life of ... an Astronomer, 31
THE
.PHYSICIST
Physicists play a vita! role in keepin!;J people safe when they wor1\ for us 1n dangerous areas.
32
a Diagnostic Radiographer, an Envirorunental Physicist, a Geophysicist, a Government Scientist, an Information Scientist, a Television Broadcast Engineer enz. In totaal komen 28 vrouwelijke beroepsbeoefenaars aan het woord. Het idee om in de voorlichting uitvoerig aandacht te besteden aan de beroepsbeoefening is in het bijzonder voor meisjes die de studiekeuze natuurkunde overwegen gewenst. Uit onderzoek blijkt dat de keuze voor een natuurkundestudie negatief wordt beïnvloed door het ontbreken van een beeld van beroepsmogelijkheden. natuurkundestudies bestaande voorlichtingsmateriaal voor
Het in
Nederland speelt vooral in op de belangstelling voor de studie en in mindere mate op de beroepsmogelijkheden voor natuurkundigen. Een accentverschuiving zal zeker de belangstelling van meisjes voor het vak natuurkunde bevorderen. Lezing en werkgroepen Van de vele lezingen en werkgroepen die ik bijgewoond heb gingen er twee over meisjes en natuurwetenschappen. In de werkgroep "Gender in science", door B. Walters, werd aandacht besteed aan maatregelen en activiteiten in de klassepraktijk om "science and technology" aantrekkelijk te maken voor meisjes. Evenals in Nederland is er ook in Engeland officieel geen verschil in het onderwijs zoals dat verzorgd wordt voor meisjes en voor jongens. De kansen zijn dus gelijk ... Er zijn aanbevelingen gegeven zoals die ook te vinden zijn in de talrijke publikaties van het MENTproject (zie blz. 36). Een interessante discussie ontstond naar aanleiding van de volgende vragen: is there a difference between active encouragement and positive discrimination, what are the differences, when could you apply encouragement during a science lessen, when positive discrimination? De voordracht "Gender issues in assessment", door P. Murphy , ging over de verschillen in beoordeling van jongens en meisjes. Dat werd onderzocht aan de hand van eindexamentoetsen. Belangrijk voor een eerlijke toetsing is onder andere dat de vragen door alle leerlingen op dezelfde manier begrepen worden of dat alle leerlingen dezelfde ervaring en affiniteit met de probleemstel 33
34
ling hebben. Echter, de problemen die jongens en meisjes voorgelegd krijgen worden vaak verschillend ervaren in cognitieve en affectieve zin en zijn dus verschillend in moeilijkheidsgraad. Jongens hebben daarom soms minder problemen met abstracte meerkeuzevragen dan meisjes. Ook ervaren jongens en meisjes de contexten waarin de problemen gepresenteerd worden vaak verschillend. Zo hebben jongens meer affiniteit voor contexten als wapens, techniek, motoren, terwijl meisjes meer voelen voor medische, biologische of sociale contexten. In Engeland probeert men niet alleen zicht te krijgen op de verschillen in beleving van de toetsvragen door meisjes en jongens, men probeert ook bij de samenstelling van de toetsen rekening te houden met deze verschillen, zowel in cognitieve als affectieve zin. Gerrit Verkerk
35
PUBLIKATIE-OVERZICHT VAN HET MENT-PROJECT
8 J-06
Melsjes en la&er technisch onderwijs Verslag studiedag redactie Jan H. Raat
MENT-PUBLICATIES
82-01
83-07
Anythlng wrons about girls and physlc:s?
Meisjes en middelbaar technisch onderwijs en leerlingwe~n verslag studieconferentie
Jan H. Raat
redactie Jan H. Raat 82-02
niet meer leverbaar
niet meer leverbaar
De sllngerproef Mathieu Dumont
niet meer leverbaar
83-08
Meisjes en hoger en wetenschappelijk tectwusch onderwijs verslag studiedag
82-0J
1he missing half, Clrls and sclenc::e education
Alison Kelly, llja Mottier
redactie Jan H. Raat
niet meer leverbaar 83-09
82-04
Meisjes en exacte vakken
lneke de Raaff, Jan H. Raat
82-05
Meisjes en technisch onderwijs samenvattend verslag studiebijeenkomsten
nlet meer leverbaar
redactie Jan H. Raat
84-0 I
De vrouw-man rolverdeling in na.tutrlnnle-boeken
Mathieu Dumont, Marja Lensink, Jan H· Raat
Roldoorbrekend onderwijs op docentenopleidingen Jan H. Raat
niet meer le'lel'baar
84-02
82-06
Verslag van de eerste MENT-studiedag talre en nieuwe lerarenopleidingen
YOOr
niet meer leverbaar
nlet meer leftl'baar 84-03
SJ-0 I
Het MENT....pcoject Jan H. Raat
docenten van de universl-
Roldoorbrek~
onderwijs
Jan H. Raat
Meisjes, natwrtcunde en techniek
niet meer leftrbear
Ma:rja Lensink, Jan H. Raat 84-04 Mathieu Dumont SJ-OJ
niet meer leYerbaar
Marja lensink
Meisjes en Tectwuek" achtergrondinformatie bij studiedag over meisjes
84-0'
Jan H. Raat, Marja lensink e.a.
nlet meer leYerbaar
Melsfes en tech'liek, achtergrondinformatie bij studleelag
O'lel"
mels}es
84-06
83-05
niet meer leverbaar
Elektriciteit In en om het OOis Marja Lensink
MeisJes en tech'liek, achtergrondinformatie bij studiedag over meisjes
84-07
niet meer leYerbaar
Elektriciteit in en om het huls Deel 4 Besparen op elektrische energie
en MTO en leerlingwezen Jan H. Raat, Marja Lenslnk e.a.
Elektriciteit in en om het huls
Deel 3 Wat kost elektrische Energie?
en LTO Jan H. Raat, Marja Lensink e.a.
niet meer teYerbaar
Deel 2 Hoe besteden we thuis Elektriciteit? Marja Lenslnk nirt meer )eYerbaar
en HTO en TH
8J-04
Elektriciteit in en om het huls Deel I Elektrische energie en elektrisch vermogen
83-02
niet meer leftr'baar
Marja Lensink
36
nlet meer levrrbaar
81f~08
84-09
8S-OS
Elektriciteit in en om bet huls Deel 5 Elektriciteit en veiligheid Marja Lensink
Anoeke de leeuw en Robert Souwens
niet meer lefttbaar
Elektriciteit in -..om het huls
85-09
Deel 6 Practicumopdrachten
84-10
Natuurkunde voor iedereen
85-10
Emancipatorisch Natuurkunde ondeNtijt
MT5-meisjes in de klas
Annita Alting, Robert Bouwens en Jan H. Raat
Wat vinden MTS-jongens van meisjes in de klas
verslag nascholingtcUrsus
en wat doet de leraar?
Mati$1"1 84-11
Gall~
Paul Verbeek
G~luid
Marc de Vrîes
85-01
niet meer lewerbaar
U-l 1
lle stand van zaken in djfers Suzanne Udo
8~-12
MENT-aktlvlteltonp!an 01..01-U - 01-03-37
De positie van meisjes bij het mlddelbut tecbniscb anderwijs
Annita Alting (redactie)
niet
venlag studledag u~rn
86-0l
Bnx:hure "Meisjes. MTS: Goed idee!" a) brochure
Bo$<:.h-V~Y$Chuuren
Natuurkunde .,.oor iedereen
""Meisjes. MTS: Waarom nletl"
Jacqueline van den Bosch-Ven.c:huuren
86-02
Natuurkoocle voor ledereen
stagevetstag
niet mea- Jnoerbur
OeeJ 2
Jaarftf'Siag 19M
niet meer leverbaar
Anneke de leeuw en Robert Bouwens, 2e druk
Ton Speekenbrink
niet meer leftrbtusr
Suzanne Udo
niet meer leverbut
Energie en je lichaam 8 ~-04
86-03
86-04 86-05 8 5-01
meer~
Deel J Elektriciteit in en om bet huis Marja LensJnk, 4e druk
b) docentenhandleiding
Jacquellne van den 8 ~~03
nifl meer ltrverbaar
Deel 2a leesboek energie Ann@ke de Leeuw
niet meer leftfbaer
Marja Lensink
Natwrla.Pde voor iedereen Deel 2 Energie en je Uchaarn
Geluid Marc de Vries, :2e druk
niet meer leverbaar
Jaarverslag MENT l9U
niet meer leverbaar
Factoren ln enige onder:z.ordc naar eiacte-vakkelk:euze van meisjes
Natuurktmde voar iedereen neeJ l Elektriciteit ln en om het huis Marjá Lenslnk, le druk
niet meer lnoerbut
Veta Goedhart niet meer Jeftrbaar
86-06
MoMENT-opname Spedal. Aktlviteiten en resultaten van MENT-project Annita Alting (redactie}
37
niet meer leverbaar
86-07
87 ~
Geluld Marc de
Yrles~ .)e.
ni.et:meerle~
druk
Yenchllten tussen jongens :" meisjes die het doen en kiezen van natuurkunde belnvJoeden.
Onder-:r.oeksresultaten en aanbeveUnsm opdat (meer) meisjes 86-09
86--10
36-lt
Energie en je lichaam Anneke de Leeuw, Robert Bouwens, 3e druk
(beter) .......-
gaan ......
AMeke de Leeuw
Natuurkunde voor ledereen
87-07
Begeletdlng YM meisjes rondom het stepjaar
Oeel J
tlandreiklnpn voor praktikantenlefaren
t::.lätridtrit in en om tiet huls Maria t.eMlnk, .5e druk
Technlsdle Sdlol<m
Vet'$ChUien in natwrwetenachappeUïke Interesses
87-
Verslog studiedog 21-s-16
36--ll
Natuurktmde vooc iedereen
Natuurkunde 1100r meisjes, goed Idee! Voortic::htingsbrochure
nlet meer leverbear
Anneke de t.eeuw
86,..12
Mlddelbaar
niet meer leverbaar
Suzarme Udo
van }ongens en m.elsles
Aft
Eindredactie Anne:ke de Leeuw
87-0'J
Elf•ktmetlng MENT-I--kketten Anneke de Leeuw
Deel 2a
87-!0
~Energie
&1-U 86-15
Verslog studiedog 211-,-41 niet meer leverbaar
Eindredactie Marja Brand
niet meer leverbaar
Anneke de leeuw t 3e druk
Vief' havo-vwo en lkl mbo
Oftl"
techniek
Meisjes, jongens en goede rapporten
Een onden:oek naar bet beeld van techniek en de
Su2'Bnne Udo
attitude
~encwer
techniek blj leerlingen van
vier havo-YWO en Hn mbo
Falco de Klerk Wolters 87-02
0. MTS 1100r melsjeo Ooelr_. 1:
U-02
Jaarverslag MENT 1917
U-03
De houdins van docenten ~ jongens en rrrc'l:ltfes.
Gespreldaon met meisjes op de MTS
Suzanne Udo
&7-03
Format~n:
natoatle van de
Een llteratuurstudie.. Wilma Groenendaal
MENT~
Anneke de: leeuw
87-04
De MTS voor meJsja Deelrapport D:
Gespretdeen met doa!nten: en directies van MT5-en Annita Alting
87-05
Opzet een.....tljje effektmeting MENT~ Anneke de Leeuw
38