OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd
24-06-2008 18:30
Zandfoort aan de Eem
18:30 Slotparade GA2030 20:30 Tijd
Raadzaal 1.02
20:45 Taskforce Armoede Voorbereiding besluit
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
Tussenbalans Noordvleugel Utrecht en integrale gebiedsuitwerking Eemland Peiling
Algemene Subsidie-verordening Voorbereiding besluit
21:45 Tijd
Raadzaal 1.02
22:00 Besluiten met debat 1. Amersfoort Vernieuwt: Afweging stedenbouwkundige modellen Hogewegzone (Voortgezette behandeling) Vastgesteld besluit - afwegingsnotitie - overzicht ingediende amendementen en moties - Reactie op ingediende amendementen en moties 3 juni 2008 - Speeplekken - Financiën 22:55 Besluiten zonder debat 2. Vaststelling Verordening staangeld 2008-2009 Toelichting: Jaarlijks wordt het staangeld per 1 juli verhoogd om de tarieven voor de huur en de retributies voor de woonwagenstandplaatsen met elkaar in overeenstemming te laten blijven. 23:00 Einde
1
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 24 juni 2008 20:45
Taskforce Armoede Voorbereiding besluit
Taskforce Armoede Voorbereiding besluit Reg.nr.: 2787790 Van: Taskforce Armoede Ambtelijk contact: Bekkers (033 469 43 79) Portefeuillehouder: Kruyt Opsteller: De Korte Samenvatting: Op 26 juni 2007 heeft de gemeenteraad een Taskforce armoede in het leven geroepen met de opdracht om creatieve en effectieve voorstellen te doen die leiden tot maatregelen ten behoeve van Amersfoortse burgers die in Armoede leven. De taskforce heeft een rapport met aanbevelingen uitgebracht. Hierin is een inventarisatie opgenomen van huidige knelpunten en problemen in het huidige armoede beleid opgenomen en worden aanbevelingen gedaan. Naast algemene aanbevelingen worden aanbevelingen gedaan rondom: • Netwerken en sociaal isolement • Armoederisicomomenten • Regelgeving • Werk als oplossing voor armoede Reden van aanbieding: De taskforce Armoede is door de raad ingesteld en rapporteert aan de raad. Van de raad wordt gevraagd: *Kennis te nemen van de resultaten • Het college te verzoeken een reactie te geven met een expliciete uitspraak over de haalbaarheid en uitvoerbaarheid inclusief financiele consequenties. • Na reactie college een besluit te nemen over de aanbevelingen • De taskforce op te heffen. Vervolgtraject: Na reactie van het college worden de aanbevelingen ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadsvoorstel Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Raadsvoorstel (/smartsite.shtml?ch=&id=191471) : /smartsite.shtml?ch=&id=191472- Een mozaïek van problemen en oplossingen Rapport van Aanbevelingen : /smartsite.shtml?ch=&id=191473- Achtergrondrapport : http://www.amersfoort.nl/docs/2404896%20-%20raadsvoorstel%20Taskforce%20armoede%20Amersfoort.pdf Initiatiefvoorstel: instelling Taskforce 26 juni 2007 (pdf) Bijlage : Armoede in Amersfoort (pdf) Armoede in Amersfoort (pdf)
Gemeente Amersfoort
INITIATIEFVOORSTEL Van
Aan Portefeuillehouder
: Grace Tanamal (PvdA), Daniëlle van Wijngaarden (VVD) en Ruud Schulten (BPA) : Gemeenteraad : Arriën Kruyt
Reg.nr.
: 2404896
Datum
: 12 juni 2007 : HB-1
Agendapunt
TITEL Taskforce armoede Amersfoort
BESLISPUNTEN 1. Een Taskforce armoede in het leven roepen 2. Deze Taskforce de volgende opdracht mee te geven: a. actief voor de periode van een jaar; b. bij de kadernota 2009 wordt een voorstel aan de Raad aangeboden; c. er wordt periodiek aan de Raad gerapporteerd; d. opdracht om creatieve en effectieve voorstellen te doen die leiden tot maatregelen ten behoeve van Amersfoortse burgers die in armoede leven. e. de adviezen dienen om armoede te voorkomen, het bieden van ondersteuning wanneer er al sprake is van armoede en het aanreiken van mogelijkheden om hieruit te komen; f. de Taskforce dient zijn informatie uit diverse gremia te halen en hiertoe een plan van aanpak te maken; g. de Taskforce bestaat maximaal uit 12 personen onder wie een voorzitter (onafhankelijk) vier gemeenteraadsleden, twee Amersfoortse burgers die bekend zijn met armoede, een lid met een kerkelijke achtergrond, een lid dat actief is binnen de moskee, een lid uit het bedrijfsleven, een lid uit de woningbouwcorporatie; deze leden worden benoemd door de gemeenteraad h. de Taskforce krijgt ambtelijke ondersteuning in de vorm van een secretaris die notuleert en de eindrapportage maakt, ondersteuning van O&S en van de ambtelijke organisatie waar dat nodig is. 3. De Taskforce vergadert in beslotenheid , voorzover het vergaderingen van intern beraad betreft. 4. Het budget voor de Taskforce vast te stellen op € 20.000
AANLEIDING Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies (inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving), waarin het toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend kenmerk is, vooral in situaties waarin niet of nauwelijks uitzicht is op werk of verandering van leefsituatie. Armoede in deze brede betekenis is sociale uitsluiting. Armoede in enge zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen. (Bron: notitie gemeentelijk armoedebeleid, Stimulansz/SGBO, april 2006) Het Amersfoortse beleid is goed, maar kan nog beter. Om dit te realiseren hebben we degelijke informatie nodig. Ook de Raad heeft de laatste jaren diverse initiatieven genomen, maar de grote samenhang is niet voor iedereen helder. We moeten kritisch naar ons beleid kijken om uiteindelijk met een plan te komen om de armoede in Amersfoort zoveel mogelijk te beperken. Wij stellen dan ook voor om in Amersfoort een Taskforce Armoede in het leven te roepen Amersfoort kent een jarenlang en uitgebreid armoedebeleid. Een armoedebeleid dat van de FNV een 8 mocht ontvangen. Dat is een prachtig cijfer, maar niet genoeg. In Amersfoort kennen wij nog steeds Inlichtingen bij:
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2036432 pagina 2
mensen die te maken hebben met armoede. Mensen die door hun beperkte middelen zijn uitgesloten van minimaal aanvaardbare levenspatronen. Men is niet alleen arm door te weinig geld, maar ook omdat men niet kan meedoen aan de samenleving. Het ontstaan van een voedselbank en een kledingbank zijn veelzeggend. De toename van het aantal daklozen en huisuitzettingen zijn schrikbarend. Het thema armoede staat hoog op de politieke agenda. Armoede is een maatschappelijk verschijnsel. Hulp en ondersteuning zijn noodzakelijk voor mensen die in armoede leven. Dezelfde ondersteuning kan mensen in kwetsbare en financiële achterstandsituaties onbedoeld nog meer afhankelijk maken. Zelfredzaamheid raakt hiermee verder weg; de paradox van de verzorgingsstaat. Arbeid en het activeren van mensen bevordert zelfredzaamheid. Daar zou de ondersteuning dan ook in eerste instantie op gericht moeten zijn. Betaalde arbeid kan voorzien in een inkomen boven het bijstandsniveau. De aantrekkende economie geeft meer mensen kansen. Kansen die ondersteund moeten worden door scholing. DOEL EN TOEGEVOEGDE WAARDE De Taskforce heeft tot doel om op basis van de grote diversiteit aan verkregen informatie, creatieve en effectieve voorstellen te doen ter vermindering van de armoede in Amersfoort. De op te richten Taskforce heeft door haar brede en diverse samenstelling een duidelijke en toegevoegde waarde; met het oprichten van de Taskforce wordt dus geen instantie gecreëerd die “meer van hetzelfde”doet.
BEOOGD EFFECT Verbeterd armoedebeleid
ARGUMENTEN Armoede als sluitstuk van de sociale zekerheid Het sluitstuk van de sociale zekerheid is het armoedebeleid. Het is bedoeld als vangnet voor mensen die niet in staat zijn zonder hulp een fatsoenlijk bestaan te leiden. Onderzoek in Amersfoort laat zien dat het met name de huishoudens met kinderen tussen de 12 en 18 jaar zijn die tekort komen en alleenstaanden onder de 65 jaar. Het college kiest ervoor om de gezinnen met kinderen meer ondersteuning te bieden. Alleen en in armoede leven kan een ander probleem doen ontstaan, namelijk eenzaamheid en isolement. Dit kan ontstaan wanneer wij ervoor kiezen de ene groep boven een andere stellen. Wij zullen ons moeten afvragen of wij dergelijke keuzes willen maken. Armoedebestrijding Niet alleen de gemeente is actief op het gebied van armoedebestrijding. Er zijn tal van maatschappelijke organisaties die actief zijn op dit terrein. Religieuze instellingen, vrijwilligersorganisaties en professionals, allen hebben hetzelfde doel en dat is de nood verlichten, daar waar dit noodzakelijk is. Armoede in kaart Om armoede in Amersfoort in kaart te brengen hebben we meer nodig dan een beperkt onderzoek. Om echt in kaart te brengen wie er arm is en de effecten daarvan op iemands leven te doorgronden, zullen we veel meer moeten doen. We zullen daarvoor met mensen moeten spreken die arm zijn en naar hun verhalen en hun belevingen luisteren. Wat zijn hun verwachtingen en hoe ervaren zij het Amersfoortse armoedebeleid. Ook experts, professionals en vrijwilligers die mensen bijstaan moeten worden gehoord. Het is ook van belang om de onderzoeken die al gedaan zijn mee te nemen. Het Nibud, de rekenkamer en de afdeling onderzoek en statistiek hebben al veel in kaart gebracht. Voorzieningen In Amersfoort kennen we ter ondersteuning van het armoedebeleid: bijzondere bijstand; witgoedregeling; langdurigheidstoeslag; sociale participatieregeling; Amersfoort 65 plus regeling;
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2036432 pagina 3
kwijtschelding gemeentelijke belastingen. ziektekostenverzekering Er bestaan nog een aantal regelingen die in Amersfoort niet helder staan beschreven. De extra ondersteuning voor chronisch zieken en de sinds vorig jaar bestaande mogelijkheden om gezinnen in de bijstand collectieve bijzondere bijstand te geven.
KANTTEKENINGEN Armoede kent veel verschillende oorzaken. Er zijn ook veel verschillende oplossingen. Het vraagt om durf en creativiteit om armoede te bestrijden op een manier waar zoveel mogelijk mensen bij betrokken zijn. Het moet een probleem zijn dat de hele maatschappij aangaat en niet alleen de gemeente. Ook de provincie, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen kunnen gesprekspartner zijn en met hun ideeën en kennis een bijdrage leveren.
COMMUNICATIE -
FINANCIËN Het bedrag van € 20.000 zal worden meegenomen in de lentebrief 2007. Ook zal het college worden gevraagd om te onderzoeken welke financiële mogelijkheden er aanwezig zijn bij de provincie.
VERVOLG Na behandeling in De Ronde zal dit voorstel worden aangeboden ter besluitvorming in Het Besluit.
Grace Tanamal (PvdA)
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit
Daniëlle van Wijngaarden (VVD)
Ruud Schulten (BPA)
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT Reg.nr.2404896
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van raadsfracties PvdA, VVD en BPA van 12 juni 2007, (nr. 2404896); besluit
1. Een Taskforce armoede in het leven roepen 2. Deze Taskforce de volgende opdracht mee te geven: a. actief voor de periode van een jaar; b. bij de kadernota 2009 wordt een voorstel aan de Raad aangeboden; c. er wordt periodiek aan de Raad gerapporteerd; d. opdracht om creatieve en effectieve voorstellen te doen die leiden tot maatregelen ten behoeve van Amersfoortse burgers die in armoede leven. e. de adviezen dienen om armoede te voorkomen, het bieden van ondersteuning wanneer er al sprake is van armoede en het aanreiken van mogelijkheden om hieruit te komen; f. de Taskforce dient zijn informatie uit diverse gremia te halen en hiertoe een plan van aanpak te maken; g. de Taskforce bestaat maximaal uit twaalf personen onder wie een voorzitter (onafhankelijk) vijf gemeenteraadsleden, twee Amersfoortse burgers die bekend zijn met armoede, een lid met een kerkelijke achtergrond, een lid dat actief is binnen de moskee, een lid uit het bedrijfsleven, een lid uit de woningbouwcorporatie; deze leden worden benoemd door de gemeenteraad h. de Taskforce krijgt ambtelijke ondersteuning in de vorm van een secretaris die notuleert en de eindrapportage maakt, ondersteuning van O&S en van de ambtelijke organisatie waar dat nodig is. 3. De Taskforce vergadert in beslotenheid , voorzover het vergaderingen van intern beraad betreft. 4. Het budget voor de Taskforce vast te stellen op € 20.000,-
Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 juni 2007. de griffier,
de voorzitter,
ARMOEDE IN AMERSFOORT Achtergrondrapport
Bijlage bij rapport van aanbevelingen Taskforce Armoede Amersfoort Mei 2008
Inhoud
Hoofdstuk 1 Armoede in beeld 1.1
Definitie van armoede
3
1.2
Armoede in Nederland
4
1.3
Risicogroepen en risicofactoren
5
1.4
Armoede in Amersfoort
6
Hoofdstuk 2 Inventarisatie van huidige oplossingen 2.1
Europees en landelijk beleid
11
2.2
Minimabeleid gemeente Amersfoort
11
2.3
Recente beleidsontwikkelingen gemeente Amersfoort
15
2.4
Activiteiten intermediaire organisaties
17
Hoofdstuk 3 Taskforce Armoede Amersfoort 3.1
Samenstelling Taskforce Armoede Amersfoort 2007-2008
21
3.2
Initiatiefvoorstel Taskforce Armoede – gemeenteraad Amersfoort
23
Literatuur en bronnen
2
Hoofdstuk 1 Armoede in beeld
1.1 Definitie van armoede `Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies (inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving) waarin het toekomstperspectief een onderscheidend kenmerk is, vooral in situaties waarin niet of nauwelijks uitzicht is op werk of verandering van leefsituatie. Armoede is in deze brede betekenis sociale uitsluiting. Armoede in enge zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen’1. De Taskforce Armoede kiest voor bovenstaande brede definitie van armoede. Ze kiest ervoor armoede te beschouwen als een mozaïek van problemen. Desondanks is het wenselijk een aantal indicatoren te kiezen waarmee een situatie van armoede kan worden herkend. Een laag opleidingsniveau of een verminderde gezondheid of een onprettige leefomgeving zijn op zichzelf geen indicatie voor armoede. Ze zijn dat wel wanneer ze voorkomen in combinatie met een aantal andere factoren. En in dat samenstel van factoren is het hebben van een laag inkomen de belangrijkste. Een andere definitie van armoede wordt gegeven door Jan Vranken (1998): ‘Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zicht uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen’. Met deze definitie wordt armoede nagenoeg gelijkgesteld met sociale uitsluiting. Maatregelen ter bestrijding van armoede zullen dan vooral betrekking moeten hebben op het bestrijden van uitsluitingsprocessen. 1.1.1 Laag inkomen als indicator voor armoede Er wordt een aantal methoden gehanteerd voor het bepalen van het inkomen als indicator voor armoede: 1. Lage inkomensgrens: deze inkomensgrens wordt afgeleid van het bijstandsniveau van een alleenstaande in 1979, vermeerderd met een jaarlijks prijsindexcijfer. De lage inkomensgrens wordt met name toegepast bij vergelijkingen in de tijd. 2. Budgetgerelateerde grens: deze inkomensgrens wordt veel toegepast in Nederland om vast te stellen welk inkomen nodig is voor het doen van de onvermijdelijke uitgaven (het basisbehoeftencriterium), dan wel voor de onvermijdelijke uitgaven vermeerderd met bescheiden uitgaven voor sociale participatie en recreatie (niet-veel-maar-toereikendgrens). 1
Deze definitie van armoede is oorspronkelijk afkomstig uit het nationaal Actieplan ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2003, Ministerie SZW, 2003. De definitie wordt breed gebuikt en onderschreven in verschillende hedendaagse publicaties en vormt ook het uitgangspunt voor de Taskforce armoede Amersfoort (zie ook initiatiefvoorstel). 3
3. Sociaal minimum: deze inkomensgrens betreft een inkomen van op of onder de 105 % van het bijstandsniveau en wordt in Amersfoort gehanteerd om het percentage lage inkomens te meten. 4. Aanvullende indicatoren: Landelijk wordt een aantal financiële aanvullende indicatoren voor armoede gehanteerd: verblijfsduur onder de inkomensgrens, de aanwezigheid van schulden en betalingsachterstanden en het oordeel over de eigen financiële positie.
Hoogte van armoedegrenzen voor enkele huishoudenstypen, 2005 (netto maandbedrag in euro’s)2 alleenstaande
paar zonder kind
lage-inkomensgrensa
1 kind
eenoudergezin 2 kinderen
3 kinderen
1 kind
2 kinderen
870
1190
1460
1640
1800
1160
1320
- niet-veel-maar-toereikendvarianta
870
1190
1450
1640
1790
1160
1310
- basisbehoeftenvariant
770
1050
1280
1440
1580
1020
1160
budgetgerelateerde grens:
1.1.2 Overige factoren als indicator voor armoede Behalve financiële factoren kunnen nog andersoortige indicatoren worden gehanteerd: maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving. 1.1.3 Armoedeval Het geringe verschil tussen het minimumloon en een minimumuitkering en het verlies van het recht op inkomensafhankelijke regelingen bij het overgaan van uitkering naar (minimum)loon kan tot gevolg hebben dat gaan werken na een uitkeringssituatie per saldo niet leidt tot inkomensverbetering. Dit verschijnsel wordt armoedeval genoemd. Onderzoek is gedaan naar de vraag of het verkrijgen van inkomensafhankelijke subsidies een negatief effect heeft op het zoeken en vinden van betaald werk. Daar blijken nauwelijks aanwijzingen voor te bestaan. Het zoekgedrag naar een baan blijkt veel meer samen te hangen met factoren als leeftijd, gezondheid en opleidingsniveau.
1.2
Armoede in Nederland
1.2.1 Omvang van armoede De meest recente cijfers over armoede in Nederland zijn gepubliceerd in de Armoedemonitor 2007 (december2007), betreffende realisatiecijfers t/m 2005 en ramingen t/m 2008. In Nederland (cijfers 2005) leeft 10 % van de huishoudens onder de lageinkomensgrens. 6,4 % leeft onder de niet-veel-maar-toereikendgrens. 3,7 % leeft onder
2
Bron: www.armoedemonitor.nl 4
de basisbehoeftengrens (244.000 huishoudens). Volgens deze strenge basisbehoeftenvariant was in 2005 1 op de 27 huishoudens arm. Op het niveau van individuele personen zijn de cijfers als volgt: 8,9 % van de personen leeft onder de lage-inkomensgrens, 6,1 % leeft onder de niet-veel-maartoereikendgrens, 3,7 % leeft onder de basisbehoeftengrens. Volgens de armoedemonitor 2007 is armoede in 2005 ten opzichte van eerdere jaren eerst gestegen, maar zal die volgens de ramingen t/m het jaar 2008 gaan dalen. Deze daling wordt vooral veroorzaakt door een aantal overheids- en belastingmaatregelen. Ten gevolge hiervan is de verwachting dat het aandeel huishoudens volgens de drie genoemde inkomensgrenzen gaat dalen naar 7,9 % (lage inkomensgrens), respectievelijk 5,6 (niet-veel-maar-toereikendgrens) en 3,4 (basisbehoeftenvariant). Deze ramingen blijken na vergelijking historische laagtepunten te zijn: nooit was de (gemeten) armoede in Nederland zo laag. Een aspect van armoede is de armoededuur. Een op de drie huishoudens met een laag inkomen leeft al vier jaar of langer onder de armoedegrens. Tegelijk is zichtbaar dat de jaarlijkse in- en uitstroom uit armoede groot is, ligt in beide gevallen rond de 38 %.
1.3
Risicogroepen en risicofactoren
Uit de armoedemonitor blijkt dat er binnen de groep mensen met een laag inkomen een aantal risicogroepen zijn: -
Kinderen
-
Eenoudergezinnen
-
Niet-westerse allochtonen
-
Huishoudens met een uitkering
-
Zelfstandigen
-
Deel van de niet-werkenden
1.3.1 Armoede bij kinderen In de armoedemonitor wordt geconstateerd dat het wenselijk is om beleidsmatig aandacht te besteden aan armoede bij kinderen. Kinderen zijn duur. Gemiddeld kost een kind zo’n 390 Euro per maand per kind. Volgens het basisbehoeften-criterium leeft in Nederland 5,4 % van de kinderen in armoede. Volgens het niet-veel-maartoereikendcriterium leeft 9,1 % van de kinderen in armoede. De betekenis van deze armoede is voor de betrokken gezinnen groot: In 30 % van de gevallen is er onvoldoende geld voor dagelijks warm eten, 41 % kan niet regelmatig nieuwe kleren kopen. 30 % is om financiële redenen nergens lid van en 43 % heeft geen internet vanwege de kosten. Langdurige armoede is het grootst bij kinderen in eenoudergezinnen. Zo leeft bijvoorbeeld 7 % van de kinderen in een eenoudergezin langdurig in armoede (langer dan 5 jaar). Ook lijkt er sprake van een zekere overerfbaarheid van armoede. Kinderen
5
uit gezinnen met een laag inkomen hebben 17 jaar later een 6 procentpunt grotere kans op armoede dan andere kinderen. Volgens de armoedemonitor is nog aanvullend onderzoek nodig naar de effectiviteit van maatregelen.
1.3.2 Overige risicogroepen en risicofactoren Een aantal cijfers over de overige risicogroepen: -
Ruim 40 % van de eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen heeft een laag inkomen
-
Van de huishoudens met een niet-westerse hoofdkostwinner had 30 % een laag inkomen. Dat is driemaal zoveel als gemiddeld. Daarbinnen vormen de Marokkaanse en Antilliaans/Arubaanse huishoudens de belangrijkste risicogroep.
-
Driekwart van de huishoudens met een bijstandsuitkering leeft onder de lageinkomensgrens. Dat geldt ook voor een kwart van de mensen met een WW- of WIA-uitkering.
-
Van de werkende zelfstandigen heeft 14 % een inkomen onder de lageinkomensgrens (Armoedemonitor 2007, p. 33).
-
Van de niet-werkenden lopen drie groepen een hoger risico op langdurige armoede omdat zij minder actief naar werk (kunnen) zoeken of verminderde kansen hebben op de arbeidsmarkt: ouders, mensen met een slechte gezondheid en mensen met een laag opleidingsniveau.
1.4
Armoede in Amersfoort
1.4.1 De inkomenssituatie in Amersfoort De meest recente cijfers over inkomen en armoede in Amersfoort zijn gepubliceerd in Amersfoort in cijfers 2007, een uitgave van de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente. Amersfoort is een relatief welvarende stad. Dit blijkt onder andere uit het inkomensniveau. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van een huishouden in Amersfoort bedroeg in 2004 € 30.500 per jaar. Dit is zo'n 5% boven het landelijke gemiddelde. De wijken in het noorden en het zuiden van de stad kenmerken zich veelal door een inkomen dat boven het stedelijk gemiddelde ligt. Uit de Stadspeiling blijkt dat ruim tweederde (70%) van de huishoudens een betaalde baan heeft. Bijna de helft van hen is tweeverdiener (34%). Het opleidingsniveau in Amersfoort is relatief hoog. 8 % van de Amersfoortse huishoudens leeft van een inkomen op of rond het sociaal minimum. In Nederland is dat gemiddeld 9 %.
6
Type huishoudens in Amersfoort Alleenstaand
6% 38%
30%
Echtpaar zonder kinderen Echtpaar met kinderen Eenoudergezin
26%
3 % van de Amersfoorters maakt gebruik van de bijstand (2380 personen). Amersfoort onderscheidt zich daarmee in positieve zin binnen Nederland. Van de 100.000+gemeenten kennen slechts 4 gemeenten een lager percentage bijstandsgerechtigden.
Profiel 100.000+ gemeenten thema: Werken % zakelijke diensten rangorde totaal Almere Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem Breda Dordrecht Ede Eindhoven Emmen Enschede Groningen Haarlem Haarlemmermeer
Leiden Maastricht Nijmegen Rotterdam 's-Gravenhage 's-Hertogenbosch
Tilburg Utrecht Zaanstad Zoetermeer Zwolle Nederland
1 3 2 19 6 14 21 20 5 25 18 8 11 16 23 12 22 10 15 9 24 4 13 7 17
23,8 22,3 22,6 12,6 20,9 15,1 11,2 11,4 21,2 9,6 12,9 18,7 17,0 14,0 11,0 16,6 11,2 17,6 14,6 18,0 10,0 21,4 16,3 19,0 13,4 14,3
werkzoekenden
inkomen huishouden
rangorde
%
rangorde
in euro
rangorde
%
12 17 7 18 3 10 14 24 11 4 2 6 21 25 23 9 8 1 5 13 22 15 19 20 16
7,4 5,9 8,7 5,8 10,6 7,6 6,7 4,5 7,5 10,0 10,8 8,8 5,5 3,4 5,0 8,5 8,7 12,3 9,0 6,9 5,5 6,7 5,6 5,6 6,4
5 4 22 6 21 8 14 3 15 19 23 25 12 1 9 18 20 24 17 7 16 13 10 2 11
29.600 30.500 25.200 29.100 25.600 28.800 27.100 30.700 27.100 26.300 25.200 24.500 28.100 33.400 28.700 26.400 26.200 24.600 26.500 28.900 27.100 27.800 28.500 31.500 28.300
15 4 24 3 22 14 20 2 16 13 19 23 8 1 10 18 21 25 12 5 11 17 7 6 9
3,8 3,0 7,3 2,4 6,6 3,7 5,1 2,3 4,1 3,7 5,0 6,8 3,4 1,3 3,5 4,5 6,1 9,7 3,7 3,1 3,7 4,5 3,2 3,2 3,5
6,3
29.000
gebruik bijstand
3,1
bronnen: 7
% banen in de zakelijke dienstverlening: ETIN/LISA medio 2005 werkzoekenden (=Niet Werkende Werkzoekenden, in % van de bevolking 15-64 jaar): CWI 1-1-2006 inkomen huishouden (=besteedbaar inkomen particuliere huishoudens): CBS 2004
1.4.2 Spreiding van lage inkomens en armoede over de stad Op basis van gegevens uit `Amersfoort in cijfers 2007’ een publicatie van de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amersfoort is gezocht naar een beeld van de spreiding van armoede over de stad. Gekeken is naar een aantal indicatoren: -
aandeel niet-werkende werkzoekenden per wijk aandeel huishoudens met een Wwb-uitkering per wijk aandeel huishoudens met een inkomen op of rond sociaal minimum per wijk aandeel huishoudens met een inkomen op of rond sociaal minimum per wijk gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen per wijk aandeel niet-westerse allochtonen per wijk aandeel 1-oudergezinnen per wijk
Achtereenvolgens wordt hiervan in staafdiagrammen een beeld gegeven. aandeel niet-werkende werkzoekenden
aandeel huishoudens met uitkering wWB De Kruiskamp
Liendert Schuilenburg
Liendert
De Kruiskamp
Schuilenburg
De Koppel
Randenbroek
Randenbroek
De Koppel
Soesterkw artier
Soesterkw artier
Schothorst Zuid
Stadskern
Stadskern
Schothorst Zuid
De Berg Zuid
De Berg Zuid
Vathorst
Leusderkw artier
Amersfoort
Zonnehof
Rustenburg
Amersf oort
Leusderkw artier
Schothorst Noord
Schothorst Noord
Vermeerkw artier
Vermeerkw artier
Rustenburg
Kattenbroek
Kattenbroek
Zonnehof
Zielhorst
Zielhorst
Nieuw land
Nieuw land
Hooglanderveen
Hoogland
Vathorst
Hooglanderveen
Hoogland
De Berg Noord
De Berg Noord
0,0
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
0,0
De Koppel
4,0
6,0
8,0
10,0
Gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen
aandeel huishoudens met inkomen rond sociaal minimum
De Kruiskamp
2,0
De Berg Noord Nieuw land Vathorst
Schothorst Zuid
Hoogland
Stadskern
De Berg Zuid
De Berg Zuid
Kattenbroek
Randenbroek Liendert
Zielhorst Vermeerkw artier Rustenburg
Soesterkw artier
Amersfoort
Schuilenburg
Schothorst Noord
Schothorst Noord
Hooglanderveen
Amersfoort
Leusderkw artier Stadskern
Vathorst
Schothorst Zuid
8
aandeel niet-westerse allochtonen
aandeel 1-oudergezinnen
De Kruiskamp
Liendert
Liendert
De Koppel
Schuilenburg
Schuilenburg
De Koppel
Schothorst Noord
Randenbroek
Randenbroek
Schothorst Zuid
Soesterkw artier
Vathorst
Schothorst Zuid
Amersfoort
De Berg Zuid
Rustenburg
Kattenbroek
Vermeerkw artier
De Kruiskamp
Nieuw land
Leusderkw artier
Soesterkw artier
Amersfoort
Kattenbroek
Zielhorst
Zielhorst
Vermeerkw artier
Schothorst Noord
Nieuw land
Stadskern
Rustenburg
Leusderkw artier
Hoogland
De Berg Zuid
Vathorst
Hoogland
Stadskern
Zonnehof
Hooglanderveen
De Berg Noord
De Berg Noord Zonnehof
Hooglanderveen 0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
0,0
50,0
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
Met behulp van bovenstaande gegevens hebben we vervolgens een beeld per wijk gemaakt. De 5 ‘slechtst scorende’ wijken per aspect zijn gemarkeerd. Daardoor wordt zichtbaar dat in een aantal wijken een cumulatie van problemen die gerelateerd zijn aan armoede zichtbaar worden. Indicatoren van armoede Hoogste aandeel nietwerkende werkzoekenden
Hoogste aandeel Wwbuitkeringen
Liendert
x
x
Kruiskamp
x
x
Schuilenburg
x
x
De Koppel
x
x
Randenbroek
x
x
Hoogste aandeel huishoudens met inkomen op of onder minimum inkomen
x
Hoogste aandeel nietwesterse allochtonen
Hoogste aandeel 1oudergezinnen
x
x
x
x
x
x x
Stadskern
x
Schothorst-Z
x
Soesterkwartier De Berg-Z
Laagste besteedbaar inkomen
x
x
x
x
x
x x
Schothorst-N Zonnehof
x
x x
9
12,0
1.4.3 Kunnen rondkomen in Amersfoort Uit de minima-effectrapportage van het NIBUD (november 2006) kunnen Amersfoortse huishoudens met een minimuminkomen (tot 110 % van het bijstandsniveau) technisch gesproken over het algemeen rondkomen. Nadere beschouwing hiervan levert verschillen tussen bepaalde groepen op: Van de huishoudens onder de 65 jaar profiteert het eenoudergezin met jonge kinderen het beste van landelijke en lokale inkomensondersteuning. Dit type gezin heeft relatief hogere inkomsten uit (combinaties van) vergoedingen en heeft lagere uitgaven. Daarentegen hebben (eenouder)gezinnen met kinderen tussen 12 en 18 jaar zeer beperkte bestedingsmogelijkheden. De kosten voor het basispakket zijn zo hoog dat er nauwelijks iets overblijft voor bekostiging van het restpakket. Huishoudens van 65 jaar en ouder hebben in Amersfoort de beste bestedingsmogelijkheden. 1.4.4 Schuldenproblematiek en schuldhulpverlening Het hebben van een laag inkomen en armoede is gerelateerd aan het hebben van schulden. Huishoudens met een laag inkomen hebben vaker financiële problemen dan huishoudens met een hoog inkomen. Zij hebben vaker betalingsachterstanden en kunnen zich bepaalde uitgaven niet veroorloven. Van de groep mensen met een laag inkomen zag 5,6 % zich in 2006 genoodzaakt schulden te maken. Het aantal aanmeldingen voor schuldhulp in Amersfoort bedroeg in 2007 1.279. Het betrof hier in totaal 738 mensen (sommige mensen deden meerdere keren een aanvraag). Dat is een stijging van 9 % ten opzichte van 2006. Ten dele lijkt deze stijging te worden veroorzaakt door een verhoogde inzet op preventie. Mensen met financiële problemen lijken zich in een vroeger stadium te melden dan voorheen. Over de groep mensen die in 2007 financiële hulpverlening ontving van Stadsring 51 is het volgende bekend:
Aanmeldingen financiële schuldhulpverlening 2007
Aanmeldingen naar leeftijd
man 1% vrouw
42%
57% meerdere personen/groep
500 400 300 200 100 0 Tot 25 jr
25 tot 35 35 tot 45 45 tot 55 55 tot 65 jr jr jr jr
65 jr en ouder
onbekend
Aanmeldingen naar etniciteit 1000 500 Eu ro pa
Tu rk i je M ar ok ko O ve rig e ...
N
ed er la
nd Su rin am ...
0
10
Hoofdstuk 2 Inventarisatie van huidige oplossingen
In dit hoofdstuk aandacht voor de voorzieningen en maatregelen die er al zijn ter voorkoming en bestrijding van armoede in Amersfoort. Eerst het landelijk en Europese perspectief; welke trends en beleidsontwikkelingen zijn er op dat schaalniveau? Vervolgens het beleid van de gemeente Amersfoort en de ontwikkelingen bij intermediaire en particuliere organisaties in de stad.
2.1
Europees en landelijk beleid
In Europa ligt de focus van het armoedebeleid op het voorkomen en bestrijden van sociale uitsluiting. Daarbij worden de volgende prioriteiten benoemd: -
verbeteren van toegankelijkheid van voorzieningen elimineren van armoede bij kinderen en jongeren tegengaan discriminatie chronisch zieken en mensen met niet-westerse achtergrond.
Perspectief van het landelijke armoedebeleid is vooral de participatie van het individu: maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de kwalificaties van minima. Daarvoor zijn er de volgende instrumenten: -
2.2
Wet Werk & Bijstand (WWB) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Nationale actieplannen gericht op 4 doelstellingen: ▫ Bevordering maatschappelijke participatie ▫ Garanderen inkomenszekerheid ▫ Toegankelijkheid van voorzieningen ▫ Stimuleren van actieve inbreng betrokkenen
Minimabeleid gemeente Amersfoort
Het Amersfoortse minimabeleid heeft tot doel het voorkomen van isolement en het bevorderen van participatie en rust op een aantal pijlers: -
Beleid werk & inkomen Minimaregelingen Premiebeleid Schuldhulpverlening
2.2.1 Beleid werk & inkomen: Het beleid werk & inkomen van de gemeente Amersfoort is primair gericht op het verkrijgen van werk. Daarbij ligt de verantwoordelijkheid voor het zoeken naar en vinden van werk bij de betrokkene zelf. Als dat niet lukt biedt de gemeente mogelijkheden om de kansen op werk te vergroten of ondersteuning te krijgen bij dat proces. Stapsgewijs omvat het traject ‘Op weg naar werk’:
11
-
Zelf op zoek naar werk Centrum voor Werk & Inkomen Begeleiding en ondersteuning naar werk: ▫ Arbeidsintegratie (arbeidstoeleiding en activering, Amersfoort werkt met de reïntegratieladder), ▫ Reïntegratie arbeidsgehandicapten, ▫ Hulp voor startende ondernemers
2.2.2 Minimaregelingen: Het gebruik van de bijstand is, overeenkomstig met de landelijke trend, de afgelopen jaren sterk afgenomen.
Aanvullend op de bijstand kent de gemeente Amersfoort de volgende minimaregelingen: - Bijzondere bijstand - Langdurigheidstoeslag - Regeling sociale participatie - Witgoedregeling - Amersfoort 65+-regeling - Kwijtschelding gemeentelijke belastingen - Collectieve ziektekostenverzekeringen voor minima - Regeling schooltas In 2006 is onderzoek gedaan naar het bereik en de effectiviteit van minimaregelingen. Naar aanleiding van dit onderzoek is een tweetal aanvullende regelingen voorgesteld: jeugdsportfonds en financiële steun voor minima met oudere kinderen (12-18 jaar), beiden inmiddels ingesteld. Financiële minimaregelingen
Inkomensgrens
Gebruik 2007
Bijzondere bijstand
130 % van sociaal minimum
3035
Witgoedregeling
100 %
Kwijtschelding gemeentelijke
100 %
12
belastingen Langdurigheidstoeslag
100 %
1357
Amersfoort-plustoeslag (65 +)
110 %
1845
Coll. ziektekostenverzekering
110 %
4850
Regeling sociale participatie
100 %
2329
Regeling schooltas (gezinnen met schoolgaande kinderen 12-18 jr)
120 % (wettelijk minimumloon)
252 (m.i.v. sept. 2007)
2.2.3 Premiebeleid: In een aantal situaties kunnen bijstandsgerechtigden in aanmerking komen voor een premie: Premie
Wie
Bedrag
Toelichting
Uitstroompremie
Uitstromers naar regulier werk (ook naar WSW, ook zelfstandig ondernemerschap), vanuit de WWB en vanuit een traject met een arbeidscontract
€ 900 eenmalig, na één jaar een reguliere baan
Stimuleert uitstroom naar werk en vangt de armoedeval enigszins op
Scholingspremie
Uitstromers naar een opleiding met studiefinanciering
€ 900 eenmalig. Premie wordt vooraf, bij aanvang opleiding betaald.
Stimuleert uitstroom opleiding.
Doorstroompremie
Deelnemers aan de Doorstroompool (DSP)
€ 600 eenmalig, bij het positief afronden van het traject. Bij uitstroom naar werk dan wel terugkeer in de WWB (niet verwijtbaar) binnen één jaar na start DSP premie naar rato duur traject.
Motiveert deelnemers
Deelnemers aan Pluswerk, leerwerkbaan of vergelijkbaar
€ 600 eenmalig, bij het positief afronden van het traject, inclusief het behalen van het leerdoel. Bij uitstroom naar werk dan wel terugkeer in de WWB (niet verwijtbaar) binnen één jaar na start Pluswerk premie naar rato duur traject.
Motiveert deelnemers
WWB-cliënten voor wie het hebben van een deeltijdbaan het maximaal haalbare is
Overeenkomstig de vrijlatingregeling (25% van de inkomsten); maximaal € 900, minimaal de hoogte van de LDT
Bij beperking met structureel karakter; jaarlijks opnieuw vaststellen; compensatie voor het verlies LDT
(gewijzigd)
Premie Pluswerk en leerwerkbanen (arbeidscontract) (nieuw)
Deeltijdpremie
13
Premie vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk naast het traject
Geen premie
3 varianten
Vrijwilligerswerk = onderdeel traject
Geen premie
Vrijwilligerswerk = eindpunt (maximaal haalbare)
€ 600 per jaar
Premie ‘werk mee’
WWB-cliënten in het project ‘werk mee’ (werken met behoud van uitkering)
€ 600 per jaar. Bij Stimuleert deelname aan ‘werk beëindiging binnen één jaar mee’; jaarlijks opnieuw naar rato. vaststellen
Premie werkstage
Cliënten die een werkstage volgen (werken met behoud van uitkering)
€ 600 eenmalig, bij het positief afronden van het traject door uitstroom naar betaald werk. Bij uitstroom binnen één jaar (niet verwijtbaar) premie naar rato duur traject.
(nieuw)
Minimum van 16 uur per week deelname aan goedgekeurd of (door SZ) daaraan gelijkgesteld vrijwilligerswerk; jaarlijks opnieuw vaststellen.
Motiveert deelnemers
2.2.4 Uitvoering schuldhulpverlening Elke gemeente in Nederland is verplicht om – kostenloze – schuldhulpverlening aan burgers aan te bieden, maar is vrij in de wijze van organisatie ervan. In Amersfoort is de schulphulpverlening ondergebracht bij Stadsring 51. Stadsring 51 biedt financiële hulpverlening, sociale raad, formulierenhulp en hulp bij thuisadministratie. Speerpunt in het werk van Stadsring 51 is het voorkomen en bestrijden van schulden. Schulden ontstaan makkelijker als het inkomen niet compleet is, bijvoorbeeld door nietgebruik van inkomensvoorzieningen. Het voorkomen en bestrijden van schulden gaat dus hand in hand met het terugdringen van niet-gebruik van regelingen. Schuldhulpverlening volgt een aantal stappen: -
analyse inkomsten en uitgaven, evt. aanvragen van inkomensvoorzieningen (ontbrekende toeslagen, heffingskortingen en kwijtscheldingen) Administratie uitzoeken en ter beoordeling inleveren Schuldsaneringsplan Schuldregeling via de bank Schuldregeling via de rechter
Daarnaast heeft Stadsring 51 aandacht voor preventie in de vorm van: Budgetcursussen Activiteiten gericht op jongeren Persoonlijk advies over inkomensvoorzieningen Informatiepakket ‘Eerste hulp bij Schulden’ Voorlichtingsactiviteiten Samenwerking met woningcorporaties (ter voorkoming van huurschulden, huisuitzetting etc.
14
In het kader van armoedebestrijding is de financiële hulpverlening door Stadsring 51 een belangrijk instrument. Over de resultaten van Stadsring 51 met betrekking tot schuldhulpverlening in 2007 is de volgende informatie beschikbaar (bron: jaarverslag 2007, Stadsring 51): Werkvoorraad en uitstroom Stadsring 51 in 2007
De resultaten van de hulpverlening door Stadsring 51 op basis van de geregistreerde uitstroom van 1502 cliënten waren als volgt:
Resultaten financiële hulpverlening Stadsring 51 in 2007 40 30 20 10 0
2.3
Recente beleidsontwikkelingen gemeente Amersfoort
De gemeente Amersfoort heeft de laatste jaren geïnvesteerd in (onderzoek naar) armoedebestrijding. Achtereenvolgens zijn de volgende ontwikkelingen vermeldenswaard: 1. 0-Meting minimabeleid (afdeling O&S, 2006): onderzoek naar gebruik van inkomensondersteunende maatregelen in 2005. Resultaat van dit onderzoek is een beeld van het huidige gebruik van de verschillende inkomensondersteunende regelingen door de doelgroep. Daaruit blijkt dat het bereik van sommige regelingen nog aanmerkelijk verhoogd zou kunnen worden door gerichte voorlichting. Dit geldt met name voor de groep niet-uitkeringsgerechtigden. Een ander instrument om het niet-gebruik terug te dringen is het uitvoeren van bestandskoppelingen. Inmiddels is een deel van de bestandkoppelingen ingevoerd en doet amersfoort mee aan een pilot bestandskoppeling met de Belastingdienst.
15
2. Minima-effectrapportage 1 (NIBUD, nov. 2006): De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met een laag inkomen. Resultaten: Over het algemeen voldoen gemeentelijke regelingen met het oog op het ‘kunnen rondkomen’. Ten gevolge van een ongunstige combinatie van regelingen wordt echter een relatief slechte positie van gezinnen met kinderen 12-18 jaar geconstateerd. Een aantal maatregelen wordt voorgesteld en gedeeltelijk uitgevoerd, waaronder de Regeling Schooltas per september 2007. 3. Rekenkameronderzoek Uitgaven Minimabeleid (2006). Dit onderzoek richtte zich op de omvang en de ontwikkeling van de gemeentelijke uitgaven aan het minimabeleid. In de jaren 2003-2005 zijn de gemiddelde uitgaven per gezin gelijk gebleven en is de totale besteding van gemeentelijke middelen aan minima ruim boven het landelijk gemiddelde en boven het budget dat door het rijk ter beschikking is gesteld. Aanbevelingen uit dit onderzoek: - Aandacht voor mogelijke efficiencyverbeteringen bij de uitvoering van de minimaregelingen - minimabeleid actualiseren en heldere en meetbare doelstellingen over het kwantitatieve en kwalitatieve bereik van het beleid opnemen - in jaarverslag meer uitgebreide verantwoording over minimabeleid opnemen. 4. Rapport effectiever minimabeleid (Verwey Jonker Instituut, oktober 2007): Effectiever minimabeleid in Amersfoort. Dit onderzoek was gericht op de vraag of het brede minimabeleid een antwoord is op de algemene doelstelling het voorkomen van sociale uitsluiting en het bevorderen van zelfredzaamheid, zelfstandigheid, activering en participatie. Het Verwey Jonker Instituut deed kwalitatief onderzoek onder minima en intermediaire organisaties. Het onderzoek leverde een breed palet van adviezen op: - Adviezen gericht op een verbetering van de samenwerking tussen partijen en het versterken van de regierol van de gemeente - Adviezen gericht op het voorzieningenaanbod: uitbreiding van het pakket of het aanbod, uitbreiding van bestaande activiteiten naar nieuwe doelgroepen (m.n. budgetbeheer en –training) - Adviezen gericht op preventie. Door samenhangend beleid te voeren op verschillende beleidsterreinen en de integratie tussen die beleidsterreinen te versterken is winst te behalen - Adviezen gericht op de versterking van de client: empowerment, maar ook ondersteuning krijgen ‘in ruil voor’ een bijdrage aan de samenleving 5. Taskforce Armoede Begin juli 2007 is de Taskforce Armoede ingesteld door de gemeenteraad van Amersfoort (zie opdracht etc.). In de Raadsinformatiebrief nr 115 (oktober 2007) wordt voorgesteld dat de gemeente in haar minimabeleid pas op de plaats maakt in afwachting van de resultaten van de Taskforce Armoede. De voorzitter van de Taskforce heeft vervolgens laten weten dat de verschillende activiteiten beter naast elkaar kunnen worden uitgevoerd. Het lijkt weinig zinvol om, in afwachting van het eindrapport van de taskforce, de uitvoering van goede voorstellen uit te stellen. 6. Raadsinformatiebrieven Na de instelling van de taskforce zijn nog vier raadsinformatiebrieven betreffende armoedebestrijding verschenen: -
2007-115: Rapportage onderzoeken minimabeleid 16
Een beschrijving van de verschillende onderzoeken en maatregelen in 2006 en 2007 ten aanzien van armoedebeleid en een voorstel voor het vervolg. -
2007-142: Initiatieven voor minima
Informatie en overwegingen m.b.t. het verstrekken van computers en minima en het verstrekken van een energiebox aan mensen met een minimuminkomen. Uitkomst is dat de verstrekking van de computer (o.b.v. Nibud-advies) niet noodzakelijk is. De kosten van een internetabonnement worden vergoed via de Sociale Participatieregeling, een computer kan worden bekostigd vanuit het basispakket. -
2007-152: Premies en maatregelen in schuldhulpverleningstraject
Informatie m.b.t. nieuw beleid waarbij deelnemers aan een schuldhulpverleningstraject bij het afmaken van een traject worden beloond in de vorm van een premie. -
2008-13: Iedereen is nodig
Informatie over bemiddeling van niet-uitkeringsgerechtigden vanwege de toenemende vraag naar arbeid. 7. Aanpak Amersfoort Vernieuwt/AV-teams: In maart 2008 is het startsein gegeven voor de AV-teams (aanspreken en vooruithelpen). De AV-teams bestaan uit medewerkers van de gemeente Amersfoort, woningbouwcorporaties, politie en sociale instellingen. Zij gaan op huisbezoek om verborgen vragen en problemen op te sporen en aan te pakken. Ook willen zij de bewoners meer te betrekken bij wat er in hun buurt gebeurt. Tijdens de gesprekken kunnen de volgende onderwerpen aan bod komen: wonen en woonomgeving, werk en dagbesteding, inkomen, leren en opgroeien, gezondheid en zorg en samenleven en sociale contacten. De teams gaan van start in de wijk Liendert, daarna staan Randenbroek-Schuilenburg, Kruiskamp, Ganskuijl (Vermeerkwartier) en het Soesterkwartier op de rol. Nieuw in de aanpak is de samenwerking met lokale partners van de gemeente en de inzet van het Buurttoezichtteam. Het Buurttoezichtteam is een samenwerking tussen de gemeente en de corporaties Alliantie Eemvallei en Portaal Eemland. Deze samenwerking is gericht op het handhaven en aanspreken op het gedrag van mensen in hun eigen leefomgeving.
2.4
Activiteiten intermediaire organisaties
Intermediaire organisaties zijn alle organisaties, al of niet gesubsidieerd, die opereren op het maatschappelijk middenveld en die zich op een of andere manier richten op de bestrijding en voorkoming van armoede. Intermediaire organisaties leveren financiële hulp, hulp in natura en/of begeleiding. Daarnaast hebben zij een bredere taak(opvatting): signaleren, opsporen, doorverwijzen geven van beleidsadviezen. Preventie neemt hierbij meestal een beperkte plaats in. Het is niet mogelijk om in dit document een uitputtende opsomming te geven van alle organisaties en activiteiten op het gebied van armoede in Amersfoort. Zo veel mogelijk is dat wel geprobeerd, maar graag wordt daarnaast verwezen naar de Diaconale Wegwijzer, 17
in 2007 geheel herzien, waarin allerlei organisaties met adresgegevens staan opgenomen. 2.4.1 Gesubsidieerde instellingen Stadsring 51 Zie 3.2.3 Ravelijn Ravelijn is een organisatie voor vrijwilligerswerk, mantelzorg en maatschappelijk ondernemen. GGD Eemland De GGD speelt een rol op het terrein van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. Tot deze taken behoort onder meer de vangnetfunctie. De GGD levert een belangrijke bijdrage aan het bevorderen van de afstemming tussen de verschillende betrokken hulpverleners en organisaties in de regio. GGD Eemland houdt zich bezig met de volgende OGGZ-activiteiten: -
Aanpak veelplegers GGZ Aanpak huiselijk geweld ViA, bemiddeling bij (dreigende) huisuitzetting Voorkoming huisuitzettingen ouderen Woonhygiëne / woningvervuiling Sociaal medisch spreekuur dak- en thuislozen
Amant Divisie maatschappelijke zorg en dienstverlening Amant is een professionele organisatie die in haar werkgebied vele vormen van zorg en ondersteuning biedt. Een van die vormen van hulpverlening is maatschappelijk werk. Daar kunnen mensen terecht met vragen en problemen van allerlei aard, o.a. op het gebied van relaties, financiële problemen, problemen met werk of gezondheid. Het maatschappelijk werk van Amant wordt o.a. gesubsidieerd door de gemeente Amersfoort. Stichting Welzijn Amersfoort Stichting Welzijn Amersfoort biedt een breed scala aan welzijnsactiviteiten in de stad en is o.a. betrokken bij de aanpak Amersfoort Vernieuwt (AV-teams) NVA Centrum voor duurzame inburgering Het NVA is een dienstverlenende organisatie die zich ten doel stelt om inburgering en integratie te bevorderen. Doel is te bevorderen dat mensen zo snel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving. De wijze waarop het NVA hieraan werkt is afhankelijk van de mogelijkheden en behoeften van het individu en van de weten regelgeving die op het individu van toepassing is. Naast de kerntaken trajectbegeleiding en maatschappelijke begeleiding biedt NVA ook diverse inburgeringsprojecten, inloopspreekuur en een maatjesproject waarbij nieuwkomers in Amersfoort door een vrijwilliger wegwijs worden gemaakt in Amersfoort.
18
Dak- en thuislozenzorg en crisisopvang Stichting IKS, straatadvocaten en Riagg houden zich bezig met de zorg voor en opvang van dak- en thuislozen en andere inwoners in een crisissituatie. Iks streeft naar laagdrempelige en kleinschalige opvang waarbij respect voor de eigenheid van elk individu en het stimuleren van diens ontwikkeling hoog in het vaandel staan. Ons ondersteuningsaanbod is breed en aaneensluitend. Zowel in de hulpverlening als op beleidsniveau werkt Stichting Iks nauw samen met andere dienst- en hulpverleningsinstellingen in Amersfoort en omgeving. Ook particuliere, vrijwillige organisaties bieden nog hulp aan dak- en thuislozen, zoals De Oliekruik, Diaconaal centrum ’ t Dak etc.
2.4.2 Professionele organisaties (niet gesubsidieerd door gemeente) Riagg Riagg biedt hulp bij geestelijke of emotionele problemen. Riagg biedt niet primair en niet direct hulpverlening bij armoede, maar armoede kan in het hulpverleningstraject wel een rol spelen of aan het licht komen. In dat verband werkt Riagg ook samen met andere hier genoemde instellingen. Woningcorporaties In toenemende mate richten woningcorporaties zich naast het ‘bouwen’ op leefbaarheid van wijken, integratie van wonen, welzijn en zorg en het tegengaan van verpaupering. Hierin werken de corporaties naar eigen zeggen samen met de gemeente, onder andere in de wijken Kruiskamp/Koppel, Liendert/Rustenburg en Randenbroek/Schuilenburg. Onder het thema "de Alliantie neemt de wijk" investeert De Alliantie, de grootste corporatie in Amersfoort, de komende 10-15 jaar intensief in deze wijken. 2.4.3 Organisaties vanuit particulier initiatief Straatadvocaten: Amersfoort kent twee straatadvocaten, zelf ervaringsdeskundigen, die de belangen van de dak- en thuislozen behartigen. De schatting is dat er 175 mensen dakloos zijn in Amersfoort. De straatadvocaten werken onder de naam Motiva, wat onderdeel is van Stichting Banenplan. Motiva werkt zonder subsidie. Het kantoor is dagelijks geopend. Er wordt informatie verstrekt, mensen krijgen ondersteuning bij problemen op het gebied van wonen, zorg, of schulden en vinden een luisterend oor voor alle denkbare zorgen die een dak- of thuisloze op zijn of haar pad tegenkomt. Voedselbank: De voedselfocus in Amersfoort verstrekt wekelijks voedselpakketten aan zo’n 300 Amersfoortse gezinnen/personen die in armoede leven. De hulp is in principe van tijdelijke aard, er is een permanente uitstroom (en instroom) van rond de 50 huishoudens per maand. De Voedselfocus is aangesloten bij Stichting Voedselbanken Nederland, is geheel aangewezen op giften en voert de hulpverlening uit met mensen die een reïntegratietraject volgen bij Reafors of Carefors. Veel mensen die gebruik maken van de Voedselfocus hebben te maken met een financiële overgangssituatie (scheiding, uitkering nog niet geregeld, vanuit buitenland aangekomen etc.). Daarnaast is er een groep mensen die in een schuldhulpverleningstraject zit.
19
Kledingbank Sinds 2006 geeft De Kledingbank herbruikbare kleding aan mensen die het hard nodig hebben, maar het zelf niet (meer) kunnen betalen. In 2006 gaf de kledingbank hulp aan 193 mensen, in 2007 aan 482 mensen. Inwoners van Amersfoort komen in aanmerking voor kleiding na doorverwijzing door een hulpverlener. De Kledingbank draait geheel op vrijwilligers en op vrijwillige kledinggiften. Burgerweeshuis De stichting het Burgerweeshuis te Amersfoort verleent financiële hulp aan Amersfoortse, of uit Amersfoort afkomstige wezen of jongeren uit onvolledige gezinnen ter bevordering van hun lichamelijke, geestelijk, cultureel en/of maatschappelijk welzijn. Om in aanmerking te komen wordt de aanvraag aan een aantal voorwaarden getoetst. Raad van Kerken De samenwerkende kerken in Amersfoort ontplooien verschillende activiteiten gericht op de bestrijding en voorkoming van armoede: -
straatpastoraat kledinginzameling financiële hulpverlening diverse praktische dienstverlening
Stichting Leergeld Amersfoort Steun aan schoolgaande kinderen die door armoede onvoldoende kunnen deelnemen aan schoolse en buitenschoolse activiteiten.
20
Hoofdstuk 3 Taskforce Armoede Amersfoort
3.1
Samenstelling Taskforce Armoede Amersfoort
De taskforce bestaat uit twaalf leden: een aantal Amersfoorters die bekend zijn met armoede, leden van kerkelijke organisaties, welzijnsorganisaties en bedrijfsleven en enkele gemeenteraadsleden. De taskforce wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. Samenstelling Taskforce Armoede •
mw. M. Benschop (voorzitter)
Als zelfstandig ondernemer en verandermanager ben ik werkzaam op het snijvlak tussen de professionals en hun klanten. Belangrijke bouwstenen van mijn werk zijn communicatie, doorzettingsvermogen en blijven vertrouwen in het resultaat. •
mw. B. Beltman
Raadslid voor de SP, daarnaast werkzaam als stafmedewerker financiën bij het ROC De Amerlanden. Ik vind armoede – zeker in een rijk land als Nederland – onaanvaardbaar en hoop dat de taskforce op kleine schaal wat kan bewerkstelligen en armoede doet afnemen. •
mw. N. Groenendijk
Deeltijdstudent, werkzoekend en moeder van 2 thuiswonende tieners. Als deelgenoot was mijn deelname in de Taskforce Armoede leerzaam, creatief, opbouwend en goed voor m'n gevoel van eigenwaarde. •
dhr. P. Joosten
In mijn dagelijkse werk richt ik mij op de overgang van de diensten- naar een belevingseconomie. Appelleren aan emotie wordt daarbij de onderscheidende productiefactor in de ogen van de klant. Mijn betrokkenheid voor de taskforce is ontstaan omdat ik graag wil werken aan sociale uitsluiting (door armoede). •
dhr. R. Ouahalou
Werkzaam bij Ravelijn. Drijfveer is dat ik iets goeds wil doen. Er zijn veel mensen die leven in stille armoede. Mensen wier problemen niet lijken te bestaan. Door bewustwording te scheppen kun je verder kijken naar oplossingen.
21
•
mw. M. Paffen-Zeenni
Raadslid voor het CDA. Projectmanager bij Arcadis. Mijn drijfveer en uitdaging is om mensen die verzanden in hun problemen weer hoop te bieden en te laten zien dat het leven meer is dan armoede en ellende. De situatie van met name allochtone vrouwen en ouderen wil ik verbeteren. •
dhr. R. Schulten
Raadslid voor de BPA. ‘Onderzoek alles. En behoud het goede’. •
dhr. J. Steentjes
Ik werk als projectleider voor vrijwilligersorganisatie Ravelijn en schuldhulpverleningsorganisatie Stadsring 51. Vanuit beide rollen ervaar ik dagelijks daadwerkelijke armoede in Amersfoort. Mijn eigen persoonlijke ervaring met het hebben van schulden, het oplossen ervan, maar vooral het beleven en doorvoelen van financiële en sociale armoede maakt het voor mij niet meer dan logisch om een creatieve rol te willen invullen voor het oplossen, dan wel verbeteren van elke vorm van armoedebeleving. •
mw. G. Tanamal
Raadslid voor de PvdA. Daarnaast senior bestuurder Vakbond De Unie. Medeinitiatiefnemer Taskforce Armoede. Het vraagt om durf en creativiteit om armoede te bestrijden op een manier waar zoveel mogelijk mensen bij betrokken zijn. Het moet een probleem zijn dat de hele maatschappij aangaat en niet alleen de gemeente. Wij willen met een plan komen om de armoede in Amersfoort zoveel mogelijk te beperken. •
dhr. C. Wassink
Voorgedragen door de Christen Unie en geacht inbreng van de kerken te leveren. Diaken en de laatste 10 jaar betrokken bij hulpverlening aan o.a. dak- en thuislozen. •
mw. D. van Wijngaarden
Raadslid voor de VVD. Manager Fortis Utrecht. Wil me naast commerciële activiteiten inzetten voor mensen die het minder goed hebben. Mede-initiatiefnemer Taskforce Armoede en daarbinnen vooral benieuwd naar creatieve oplossingen om de armoede te bestrijden. •
mw. M. Bekkers (secretaris)
Beleidsadviseur Wmo bij het Gewest Eemland. Drijfveer: met plezier werken en daarin een wezenlijke bijdrage aan de samenleving leveren. Als ondersteuner van de taskforce zorgen voor een goed product waarin ieders bijdrage tot zijn recht komt.
22
3.2 Initiatiefvoorstel en raadsbesluit tot instellen Taskforce Armoede Amersfoort
INITIATIEFVOORSTEL Van
: Grace Tanamal (PvdA), Daniëlle van Wijngaarden (VVD) en
Reg.nr.
: 2404896
Datum
: 12 juni 2007
Ruud Schulten (BPA) Aan
: Gemeenteraad
Portefeuillehouder
: Arriën Kruyt
Agendapunt
: HB-1
Titel TASKFORCE ARMOEDE AMERSFOORT Beslispunten 1. Een Taskforce armoede in het leven roepen 2. Deze Taskforce de volgende opdracht mee te geven: a. actief voor de periode van een jaar; b. bij de kadernota 2009 wordt een voorstel aan de Raad aangeboden; c. er wordt periodiek aan de Raad gerapporteerd; d. opdracht om creatieve en effectieve voorstellen te doen die leiden tot maatregelen ten behoeve van Amersfoortse burgers die in armoede leven. e. de adviezen dienen om armoede te voorkomen, het bieden van ondersteuning wanneer er al sprake is van armoede en het aanreiken van mogelijkheden om hieruit te komen; f. de Taskforce dient zijn informatie uit diverse gremia te halen en hiertoe een plan van aanpak te maken; g. de Taskforce bestaat maximaal uit 12 personen onder wie een voorzitter (onafhankelijk) vier gemeenteraadsleden, twee Amersfoortse burgers die bekend zijn met armoede, een lid met een kerkelijke achtergrond, een lid dat actief is binnen de moskee, een lid uit het bedrijfsleven, een lid uit de woningbouwcorporatie; deze leden worden benoemd door de gemeenteraad h. de Taskforce krijgt ambtelijke ondersteuning in de vorm van een secretaris die notuleert en de eindrapportage maakt, ondersteuning van O&S en van de ambtelijke organisatie waar dat nodig is. 3. De Taskforce vergadert in beslotenheid , voorzover het vergaderingen van intern beraad betreft. 4. Het budget voor de Taskforce vast te stellen op € 20.000
23
Aanleiding Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies (inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving), waarin het toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend kenmerk is, vooral in situaties waarin niet of nauwelijks uitzicht is op werk of verandering van leefsituatie. Armoede in deze brede betekenis is sociale uitsluiting. Armoede in enge zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen. (Bron: notitie gemeentelijk armoedebeleid, Stimulansz/SGBO, april 2006) Het Amersfoortse beleid is goed, maar kan nog beter. Om dit te realiseren hebben we degelijke informatie nodig. Ook de Raad heeft de laatste jaren diverse initiatieven genomen, maar de grote samenhang is niet voor iedereen helder. We moeten kritisch naar ons beleid kijken om uiteindelijk met een plan te komen om de armoede in Amersfoort zoveel mogelijk te beperken. Wij stellen dan ook voor om in Amersfoort een Taskforce Armoede in het leven te roepen Amersfoort kent een jarenlang en uitgebreid armoedebeleid. Een armoedebeleid dat van de FNV een 8 mocht ontvangen. Dat is een prachtig cijfer, maar niet genoeg. In Amersfoort kennen wij nog steeds mensen die te maken hebben met armoede. Mensen die door hun beperkte middelen zijn uitgesloten van minimaal aanvaardbare levenspatronen. Men is niet alleen arm door te weinig geld, maar ook omdat men niet kan meedoen aan de samenleving. Het ontstaan van een voedselbank en een kledingbank zijn veelzeggend. De toename van het aantal daklozen en huisuitzettingen zijn schrikbarend. Het thema armoede staat hoog op de politieke agenda. Armoede is een maatschappelijk verschijnsel. Hulp en ondersteuning zijn noodzakelijk voor mensen die in armoede leven. Dezelfde ondersteuning kan mensen in kwetsbare en financiële achterstandsituaties onbedoeld nog meer afhankelijk maken. Zelfredzaamheid raakt hiermee verder weg; de paradox van de verzorgingsstaat. Arbeid en het activeren van mensen bevordert zelfredzaamheid. Daar zou de ondersteuning dan ook in eerste instantie op gericht moeten zijn. Betaalde arbeid kan voorzien in een inkomen boven het bijstandsniveau. De aantrekkende economie geeft meer mensen kansen. Kansen die ondersteund moeten worden door scholing. DOEL EN TOEGEVOEGDE WAARDE De Taskforce heeft tot doel om op basis van de grote diversiteit aan verkregen informatie, creatieve en effectieve voorstellen te doen ter vermindering van de armoede in Amersfoort. De op te richten Taskforce heeft door haar brede en diverse samenstelling een duidelijke en toegevoegde waarde; met het oprichten van de Taskforce wordt dus geen instantie gecreëerd die “meer van hetzelfde”doet. Beoogd effect Verbeterd armoedebeleid
24
Argumenten Armoede als sluitstuk van de sociale zekerheid Het sluitstuk van de sociale zekerheid is het armoedebeleid. Het is bedoeld als vangnet voor mensen die niet in staat zijn zonder hulp een fatsoenlijk bestaan te leiden. Onderzoek in Amersfoort laat zien dat het met name de huishoudens met kinderen tussen de 12 en 18 jaar zijn die tekort komen en alleenstaanden onder de 65 jaar. Het college kiest ervoor om de gezinnen met kinderen meer ondersteuning te bieden. Alleen en in armoede leven kan een ander probleem doen ontstaan, namelijk eenzaamheid en isolement. Dit kan ontstaan wanneer wij ervoor kiezen de ene groep boven een andere stellen. Wij zullen ons moeten afvragen of wij dergelijke keuzes willen maken. Armoedebestrijding Niet alleen de gemeente is actief op het gebied van armoedebestrijding. Er zijn tal van maatschappelijke organisaties die actief zijn op dit terrein. Religieuze instellingen, vrijwilligersorganisaties en professionals, allen hebben hetzelfde doel en dat is de nood verlichten, daar waar dit noodzakelijk is. Armoede in kaart Om armoede in Amersfoort in kaart te brengen hebben we meer nodig dan een beperkt onderzoek. Om echt in kaart te brengen wie er arm is en de effecten daarvan op iemands leven te doorgronden, zullen we veel meer moeten doen. We zullen daarvoor met mensen moeten spreken die arm zijn en naar hun verhalen en hun belevingen luisteren. Wat zijn hun verwachtingen en hoe ervaren zij het Amersfoortse armoedebeleid. Ook experts, professionals en vrijwilligers die mensen bijstaan moeten worden gehoord. Het is ook van belang om de onderzoeken die al gedaan zijn mee te nemen. Het Nibud, de rekenkamer en de afdeling onderzoek en statistiek hebben al veel in kaart gebracht. Voorzieningen In Amersfoort kennen we ter ondersteuning van het armoedebeleid: -
bijzondere bijstand; witgoedregeling; langdurigheidstoeslag; sociale participatieregeling; Amersfoort 65 plus regeling; kwijtschelding gemeentelijke belastingen. ziektekostenverzekering
Er bestaan nog een aantal regelingen die in Amersfoort niet helder staan beschreven. De extra ondersteuning voor chronisch zieken en de sinds vorig jaar bestaande mogelijkheden om gezinnen in de bijstand collectieve bijzondere bijstand te geven. Kanttekeningen Armoede kent veel verschillende oorzaken. Er zijn ook veel verschillende oplossingen. Het vraagt om durf en creativiteit om armoede te bestrijden op een manier waar zoveel mogelijk mensen bij betrokken zijn. Het moet een probleem zijn dat de hele maatschappij aangaat en niet alleen de 25
gemeente. Ook de provincie, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen kunnen gesprekspartner zijn en met hun ideeën en kennis een bijdrage leveren. Communicatie Financiën Het bedrag van € 20.000 zal worden meegenomen in de lentebrief 2007. Ook zal het college worden gevraagd om te onderzoeken welke financiële mogelijkheden er aanwezig zijn bij de provincie.
Vervolg Na behandeling in De Ronde zal dit voorstel worden aangeboden ter besluitvorming in Het Besluit.
Grace Tanamal (PvdA)
Daniëlle van Wijngaarden (VVD)
Ruud Schulten (BPA)
26
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2404896
De raad van de gemeente Amersfoort;
op basis van het voorstel van raadsfracties PvdA, VVD en BPA van 12 juni 2007, (nr. 2404896);
besluit
1. Een Taskforce armoede in het leven roepen 2. Deze Taskforce de volgende opdracht mee te geven: a. actief voor de periode van een jaar; b. bij de kadernota 2009 wordt een voorstel aan de Raad aangeboden; c. er wordt periodiek aan de Raad gerapporteerd; d. opdracht om creatieve en effectieve voorstellen te doen die leiden tot maatregelen ten behoeve van Amersfoortse burgers die in armoede leven. e. de adviezen dienen om armoede te voorkomen, het bieden van ondersteuning wanneer er al sprake is van armoede en het aanreiken van mogelijkheden om hieruit te komen; f. de Taskforce dient zijn informatie uit diverse gremia te halen en hiertoe een plan van aanpak te maken; g. de Taskforce bestaat maximaal uit twaalf personen onder wie een voorzitter (onafhankelijk) vijf gemeenteraadsleden, twee Amersfoortse burgers die bekend zijn met armoede, een lid met een kerkelijke achtergrond, een lid dat actief is binnen de moskee, een lid uit het bedrijfsleven, een lid uit de woningbouwcorporatie; deze leden worden benoemd door de gemeenteraad h. de Taskforce krijgt ambtelijke ondersteuning in de vorm van een secretaris die notuleert en de eindrapportage maakt, ondersteuning van O&S en van de ambtelijke organisatie waar dat nodig is. 3. De Taskforce vergadert in beslotenheid , voorzover het vergaderingen van intern beraad betreft. 4. Het budget voor de Taskforce vast te stellen op € 20.000,Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 juni 2007. de griffier,
de voorzitter,
Bronnen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Raadsvoorstel Taskforce Armoede Amersfoort Amersfoort in cijfers 2007, gemeente Amersfoort, Onderzoek & Statistiek. Armoedebericht 2006, SCP/CBS, Den Haag Armoedemonitor 2007, SCP/CBS, Den Haag Prepost, Nieuws over Preventie, jaargang 9, nummer 29 (juni 2007), sociaal economische gezondheidsverschillen, ZonMw Resultaten Armoede enquête Amersfoort, juli 2007, Diaconie van de Protestantse Gemeente Amersfoort Rapportage onderzoeken minimabeleid Amersfoort, 2006 Rapportage onderzoeken minimabeleid Amersfoort, 2007 Gemeentelijk armoedebeleid, april 2006, SGBO/Stimulansz Rapport van de Taskforce Armoede gemeente ’s Hertogenbosch, oktober 2006 Amsterdamse armoedemonitor, Gemeente Amsterdam, juli 2006 De betekenis van bijstand, Leiden, april 2007 Diaconale Wegwijzer 2007 Sociale Kaart Zorgloket Amersfoort Stadsring 51, jaarverslag 2006 Stadsring 51, jaarverslag 2007 Signaleringsrapportage sociaal-juridische dienstverlening jan-jun 2007, Stadsring 51 (sociaal raadslieden) Meer over leergeld, brochure van Vereniging van Stichtingen Leergeld in Nederland, Mirjam Pool, Alle dagen schuld, Praktijkverhalen over armoede, Uitgeverij Augustus, 2007 K. Driessens en T. van Regenmortel, Bind-kracht in Armoede - leefwereld en hulpverlening, Lannoo Campus, Leuven, 2006
28
Een mozaïek van problemen en oplossingen ARMOEDE IN AMERSFOORT
Rapport van aanbevelingen Taskforce Armoede Amersfoort Mei 2008
Een mozaïek van problemen en oplossingen Armoede in Amersfoort
De Taskforce Armoede Amersfoort werkt in opdracht van de gemeenteraad van Amersfoort. Aangeboden aan de Raad op 24 juni 2008.
2
Voorwoord
In juli 2007 is een groep enthousiaste Amersfoorters van start gegaan met de opdracht om creatieve en effectieve voorstellen te doen, die leiden tot maatregelen ten behoeve van bewoners van Amersfoort die in armoede leven. En dat was een uitdaging. De samenstelling van de groep uit alle geledingen van het maatschappelijk, sociaal en politiek leven in Amersfoort leverde een keur aan ideeën, plannen, mogelijkheden en onmogelijkheden op. Veel gesprekken met belangengroeperingen, professionals, vrijwilligersorganisaties, ambtenaren, en iedereen die vanuit idealisme of pragmatisme met het onderwerp armoede bezig is, maakten het beeld completer. Centrale thema’s zijn informatieverstrekking, informatievinding, samenwerken, netwerken, en misschien wel het meest essentieel, houdt in het oog waar het allemaal om gaat; die burger die in armoede leeft, en er op zijn manier ook iets van wil maken. De taskforce had zelf ook te maken met tegenwind. Ziekte van leden, overvolle planningen van leden, wisseling van rollen en taken. Het hier aangeboden rapport is dan ook te danken aan de inspanningen van de overgebleven leden en de secretaris van de taskforce, die alles op alles gezet hebben om alle informatie en ideeën op een geordende manier te kunnen presenteren. Het is dan ook met gepaste trots dat ik de resultaten van de taskforce aan u voorleg.
Amersfoort, 21 mei 2008 Mariëtte Benschop
3
Inhoud
Voorwoord
3
Inleiding
5
I.
Inventarisatie van knelpunten en problemen in het huidige armoedebeleid
7
II.
Aanbevelingen
11
III.
Uitgewerkte aanbevelingen
16
IV.
Conclusie
22
Bijlage: Armoede in Amersfoort – achtergrondrapport
4
Inleiding De Taskforce Armoede Amersfoort is geen groep wetenschappers of professionals op het gebied van armoede. De taskforce bestaat uit mensen die op een of andere manier een relatie hebben met armoede: uit eigen ervaring, via werk of vrijwilligerswerk. De taskforce zal daarom geen wetenschappelijk verantwoorde uitspraken of aanbevelingen doen, zij kan zelfs niet garanderen dat haar aanbevelingen nieuw zijn of ‘nooit eerder vertoond’. De uitspraken die de Taskforce doet zijn tot stand gekomen op grond van ervaringen, uit creatieve discussies en door het kijken in de Amersfoortse samenleving. Daarnaast door verkenning van het begrip armoede, armoede in Nederland en in Amersfoort. De taskforce presenteert u hierbij een rapport dat een weerslag is van een jaar bezig zijn met het thema armoede. Die weerslag is een reeks aanbevelingen van allerlei aard: haalbaar en niet-haalbaar, concreet en abstract, ‘nooit eerder vertoond’ of allang bekend, onderbouwd of op grond van ervaring en intuïtie. Een ding is de taskforce duidelijk geworden: er is niet één oplossing voor armoede, er zijn er vele. Zoals er ook niet één soort armoede is. En ook niet één oorzaak voor armoede. De taskforce beschouwt armoede als een mozaïek. Een mozaïek van problemen en oplossingen. En als het licht anders op het glas valt dan worden andere problemen zichtbaar. En ook andere oplossingen. Dat laat zien dat bestrijding van armoede voordurend aandacht verdient en dat ook voortdurend opnieuw gekeken moet worden waar de armoede vandaan komt en wat nodig is om de situatie van mensen te verbeteren. Bescheidenheid is gepast. De aanbevelingen werpen soms een nieuw licht op armoedebestrijding in Amersfoort, maar soms ook niet. De gemeente Amersfoort is al heel actief en succesvol op dit gebied en vele creatieve initiatieven zijn al tot stand gekomen. De taskforce realiseert zich ook dat het doen van aanbevelingen slechts de eerste stap is, het uitvoeren ervan is vele malen moeilijker. De taskforce hoopt dat deze rapportage weer een nieuw licht werpt op armoede in Amersfoort en hoopt dat dat zal leiden tot nieuwe oplossingen ten behoeve van burgers in Amersfoort. Werkwijze Taskforce Armoede Amersfoort De Taskforce Armoede Amersfoort is in juli 2007 gestart1. In de eerste periode vond kennismaking en brainstorm plaats. Dat leidde tot een lange lijst van ideeën, die vervolgens is geclusterd in 4 thema’s: -
netwerken en sociaal isolement armoederisicomomenten regelgeving werk als oplossing voor armoede
Rond deze 4 thema’s zijn werkgroepen aan de slag gegaan. De werkgroepen deden onderzoek, voerden gesprekken met betrokken organisaties en personen en werkten
1
Voor een lijst van deelnemers aan de taskforce verwijzen wij naar de bijlage
5
gaandeweg de aanbevelingen uit. In november 2007 werd tijdens een presentatie op Het Plein voorafgaand aan de raadsvergadering gesproken met geïnteresseerde betrokkenen. Ook de ideeën die toen naar voren kwamen zijn door de werkgroepen uitgewerkt tot aanbevelingen. De meeste aanbevelingen zijn uiteindelijk in dit rapport opgenomen zonder verdere waardering. Het is aan de Raad om deze waardering te geven en vervolgens een keuze te maken welke aanbevelingen verdere uitwerking en uitvoering verdienen. De taskforce heeft tijdens haar onderzoek contact gelegd, gesproken met of gebruik gemaakt van de inbreng van een aantal personen en instanties: -
Afdeling Sociale Zekerheid gemeente Amersfoort, meerdere personen en afdelingen Cliëntenraad Sociale Zekerheid, meerdere gesprekken Straatadvocaat Voedselbank Ravelijn (via taskforceleden) Kerken (via taskforceleden) Stadsring 51 AV-teams
Leeswijzer De rapportage start (I) met het benoemen van de knelpunten die de taskforce heeft gesignaleerd ten aanzien van preventie en bestrijding van armoede in Amersfoort. Deze knelpunten zijn geordend naar de vier genoemde thema’s. Vervolgens doet de taskforce op basis van de knelpunten aanbevelingen (II), ook weer geordend naar de vier thema’s. Ten slotte worden zes aanbevelingen nader uitgewerkt (III). Waarom deze zes? De gekozen zes aanbevelingen zijn naar de mening van de taskforceleden concreet en relatief eenvoudig uit te voeren, zeker wanneer gekozen wordt voor uitvoering in de vorm van een pilot. De bijlage bij het rapport bevat informatie over het begrip armoede, armoede in Nederland, armoede in Amersfoort en geeft een beeld van de huidige armoedemaatregelen en –oplossingen in Amersfoort.
6
I. Inventarisatie van knelpunten en problemen in het huidige armoedebeleid
De Taskforce Armoede signaleert op basis van onderzoek en inventarisatie een aantal knelpunten in het armoedebeleid in Amersfoort:
Algemene knelpunten Aanbodgericht werken Het risico bestaat dat mensen die vanwege een situatie van armoede een beroep doen op hulpverlening, ingepast worden in een hulpverleningsaanbod dat niet aansluit bij hun individuele situatie, behoeften en mogelijkheden. Bovendien bestaat het risico dat zij door hulpverlening onvoldoende worden uitgedaagd hun eigen oplossingsstrategieën in te zetten, dan wel hun eigen keuzes te maken bij het gaan participeren in de samenleving Samenwerking niet optimaal Samenwerking tussen instellingen en partijen die zich richten op de preventie en bestrijding van armoede is in Amersfoort niet optimaal. De regie in de hulpverlening is vaak onvoldoende duidelijk of aanwezig. De zorgketen en het systeem van onderlinge doorverwijzing van cliënten vertoont hiaten. Regie gemeente niet helder Bij samenwerking tussen partijen is regie vereist. De gemeente heeft volgens van toepassing zijnde wetgeving (Wet werk & bijstand, Wet maatschappelijke ondersteuning) de regierol, maar vult die nog onvoldoende helder in. Daardoor ontstaan lacunes of dubbelingen in hulpverlening en werken partijen langs elkaar heen of raken in conflicten verzeild. Signaal: probleem afsluiten leningen De taskforce geeft het signaal af dat mensen met een laag inkomen relatief gemakkelijk leningen kunnen aangaan en aankopen doen via internet en postorderbedrijven. In de praktijk leidt dit tot stapeling van schulden en (onnodige) toename van schuldsaneringstrajecten.
Netwerkontwikkeling en sociaal isolement Mensen die in armoede leven leiden vaak een geïsoleerd bestaan. Geen vanzelfsprekende ontmoetingen via werk, participatie kost geld, armoede veroorzaakt een kloof tussen mensen. Dit kan tot eenzaamheid leiden. Andersom beperkt het sociaal isolement de mogelijkheden voor mensen om uit hun situatie te raken.
7
Ontmoeting minder makkelijk De mogelijkheden voor ontmoetingen zijn voor mensen met een minimuminkomen nog beperkt, mensen weten elkaar nog onvoldoende te vinden. Mensen praten weinig over hun inkomen en de zorgen die er bij komen, waardoor ze ook nauwelijks lotgenoten treffen. Het missen van deze contacten maakt het leven soms eenzaam. Wegwijzers ontbreken Mensen met een minimuminkomen weten niet altijd goed de weg te vinden in de verschillende mogelijkheden die er zijn om inkomensondersteuning te krijgen, een opleiding of de weg naar werk. Zij beschikken over onvoldoende informatie of weten de weg naar die informatie niet te vinden. Met name voor asielzoekers en mensen met een allochtone afkomst vormt dit een bijzonder probleem.
Armoederisicomomenten Bepaalde momenten in het leven van mensen brengen een verhoogd risico op armoede met zich mee (echtscheiding, werkloosheid, faillissement, studie, asiel, huiselijk geweld, psychische problematiek).Ook de periode na (positieve afronding van een schuldhulpverleningstraject wordt door de Taskforce Armoede aangemerkt als risicomoment (het risico op terugval blijkt in de praktijk groot). Acute armoede De groep mensen in een tijdelijke acute situatie van armoede is nog relatief hoog (zie cijfers schuldhulpverlening en voedselbank). Voor deze groep voldoen de bestaande gemeentelijke voorzieningen niet altijd. Rondkomen moeilijk Voor veel mensen met een minimuminkomen is het lastig om het rondkomen met beperkte financiële middelen te managen. Dit geldt nog sterker in situaties van plotselinge armoede. Bruto/nettoverschillen Mensen met schulden of andere financiële verplichtingen hebben vaak een acceptabel bruto-inkomen, maar hebben een zeer laag besteedbaar (netto-inkomen) inkomen. Dit is een veel voorkomend, maar nog onderbelicht probleem. Overerven van armoede Gebleken is dat kinderen die opgroeien in een gezin met een minimuminkomen een veel grotere kans hebben op armoede in hun latere leven dan andere kinderen. Geboren worden in een arm gezin is dus een ongunstige opvoedingssituatie. Preventie onvoldoende Er is nog onvoldoende aandacht voor preventie van armoede bij genoemde risicomomenten. De zorgverlening reageert veelal te laat en te traag en te weinig proactief, mensen weten hulpverlening onvoldoende te vinden.
8
Regie matig Soms is onduidelijk wie of welke partij de regie heeft in hulpverlening bij armoederisicomomenten.
Regelgeving De inhoud, het bereik en de uitvoering van inkomensondersteunende maatregelen zijn van invloed op de financiële situatie van mensen met een laag inkomen. In Amersfoort wordt regelgeving over het algemeen positief beoordeeld. Desondanks zijn er nog knelpunten. Computer is nodig Kinderen en met name kinderen in de middelbare schoolleeftijd, kunnen eigenlijk niet meer zonder computer. Met een inkomen op bijstandsniveau is het lastig om een computer te bekostigen. Ook de aanvullende regelingen bieden hiertoe nauwelijks mogelijkheden. Regeling kinderopvang De werking van de Regeling Kinderopvang is zodanig dat het lastig is de realisatie van kinderopvang te laten samenvallen met de overgang van uitkering naar werk. Folders te moeilijk De folders en aanvraagformulieren voor inkomensondersteunende voorzieningen zijn op onderdelen nog te ingewikkeld. Regeling Zelfstandig Ondernemerschap Er is onvoldoende zicht op de werking en de effectiviteit van de Regeling Zelfstandig Ondernemerschap vanuit het oogpunt van betrokkenen. aar aanleiding van een rapport van de Inspectie Werk & Inkomen (IWI) en signalen over externe begeleiding helpen om de Regeling Zelfstandig Ondernemerschap te verbeteren? Doorlooptijd aanvragen De doorlooptijd van de uitvoering van sommige regelingen is nog te lang. Hierdoor wachten mensen te lang op een (aanvullende) uitkering en raken daardoor in acute financiële nood. Bekendheid regelingen Inwoners van Amersfoort, met name uit specifieke doelgroepen (Nietuitkeringsgerechtigden [NUG-ers], allochtonen, ouderen), zijn niet altijd voldoende bekend met de mogelijkheden van inkomensondersteunende regelingen. De groep NUGers lijkt onvoldoende afgebakend en het bestand vervuild.
Werk als oplossing voor armoede Werk wordt algemeen gezien als een van de oplossingen voor armoede. De uitdaging is dan ook het bevorderen van arbeidsintegratie en het wegnemen van belemmeringen die
9
er wellicht voor mensen nog zijn. Maar ook: als mensen niet kunnen werken, hoe kunnen dan toch participatie en inkomenszekerheid worden bevorderd? Opvang kinderen in middelbare schoolleeftijd Vormen van opvang voor kinderen in het middelbaar onderwijs zijn nauwelijks beschikbaar, maar soms wel wenselijk. Bovendien is de beschikbare opvang voor mensen met een minimuminkomen niet betaalbaar. Arbeidsparticipatie allochtone vrouwen Arbeidsparticipatie van vrouwen van allochtone afkomst is nog relatief laag, maar (parttime werk) zou een belangrijk positief effect kunnen hebben op de inkomenssituatie van hun gezinnen. Anderzijds is de beschikbaarheid van met name parttime banen en laaggeschoold werk nog gering.
10
II.
Aanbevelingen
De gesignaleerde knelpunten leiden tot de volgende aanbevelingen:
Algemene aanbevelingen Vraaggericht werken In de hulpverlening aan mensen in armoede moet vraaggericht werken centraal staan. Dat betekent dat bij de hulpverlening de situatie van de belanghebbende voorop staat en de oplossing wordt gevonden in de vorm van maatwerk. Daarvoor is nodig dat de situatie van de belanghebbende voldoende duidelijk is en dat integraal naar alle levensgebieden wordt gekeken: inkomen, maatschappelijke participatie opleiding, gezondheid, zelfredzaamheid wonen en leefomgeving. De maatschappelijke kwetsbaarheid van mensen vereist actieve hulpverlening, maar ook een actieve betrokkenheid van mensen zelf om hun situatie te verbeteren. Die actieve betrokkenheid, empowerment, kan alleen tot stand komen in respectvolle, op maat gesneden hulpverleningsrelaties. Samenwerking versterken Mensen in armoede die een beroep doen op hulpverlening hebben door de complexiteit van hun problematiek vaak te maken met meerdere vormen van hulpverlening. Op grond van de gedachte van het vraaggericht en integraal werken moeten deze hulpverleningsrelaties vanuit het perspectief van het individu op elkaar worden afgestemd. Daarvoor is nodig dat organisaties samenwerken zodat een integraal, op het individu toegesneden hulpverleningstraject tot stand komt. Regie door gemeente Voor een goede samenwerking tussen instellingen is regie noodzakelijk. Deze regie moet niet liggen bij een van de uitvoerende partijen, maar bij de verantwoordelijke partij: de gemeente. Vanuit haar regierol moet de gemeente partijen bij elkaar brengen, taken en verantwoordelijkheden verdelen, lacunes en dubbelingen signaleren, verstoorde samenwerking oplossen, en nagaan of de samenwerking voor het individu leidt tot resultaat. Deze regierol verdient de gemeente enerzijds door de haar in wetgeving toebedeelde verantwoordelijkheid, maar vooral door een zeer goede kennis van het beleidsgebied, de activiteiten van partijen en de landelijke ontwikkelingen op het beleidsgebied (kennisontwikkeling en praktijkervaringen). Pas dan kan de gemeente als regisseur op betekenisvolle wijze haar rol vervullen. Empowerment Mensen die in armoede leven hebben net als ieder ander een eigen verantwoordelijkheid om hun situatie te optimaliseren. Sterker nog, vooral de eigen kracht van mensen is nodig om de negatieve spiraal te keren en uit de situatie van armoede te raken. 11
Hulpverlening moet erop gericht zijn deze eigen kracht van mensen te helpen vinden en te versterken en mensen zelf hebben een verantwoordelijkheid deze te benutten. Wijkgericht werken, goede inbedding van activiteiten Sluit met armoedebestrijding aan bij het wijkgericht werken. De wijk is een goede plek om aanbevelingen die de taskforce doet in te bedden. Daarmee blijf je dicht bij de leefomgeving van mensen, maar zorg je ook dat specifiek op armoedebestrijding gerichte activiteiten geen stigmatiserend karakter krijgen. Overweeg de organisatie van een armoedeconferentie Een van de problemen van armoede is de onzichtbaarheid. Mensen die in armoede leven zullen er alles aan doen om hun armoede te verbergen zodat zij meetellen en kunnen meedoen. Toch is er armoede, ook in Amersfoort. Het erkennen van dit probleem en zichtbaar maken ervan is een deel van de oplossing. Met het instrument armoedeconferentie, georganiseerd door het European Anti Poverty Network Nederland (EAPN) krijgt armoede een gezicht en een stem. Zie verder uitwerking in Deel III.
Netwerkontwikkeling en sociaal isolement Mensen die in armoede leven leiden vaak een geïsoleerd bestaan. Geen vanzelfsprekende ontmoetingen via werk, participatie kost geld, armoede veroorzaakt een kloof tussen mensen. Dit kan tot eenzaamheid leiden. Andersom beperkt het sociaal isolement de mogelijkheden voor mensen om uit hun situatie te raken. Creëer ontmoetingsmogelijkheden Creëer een ontmoetingsplek voor mensen met een minimuminkomen. Koppel aan deze ontmoetingsplek eventueel de mogelijkheid voor het oprichten van zelfhulpgroepen, het inrichten van een informatiepunt, en het opzetten van een maatjesproject. waak daarbij wel voor stigmatisering. Onderzoek of en hoe dit initiatief door mensen met een minimuminkomen tot stand kan worden gebracht en beheerd. Onderzoek welke vorm daarvoor het meest geëigend is, bijvoorbeeld een huiskamerproject met de functies: gespreksruimte, netwerkomgeving, inloop, lunchruimte, koffiecorner, kennis- en informatie omgeving. Kijk daarvoor bij vergelijkbare projecten in andere gemeenten. Houd als gemeente wel de regie: zorg voor continuïteit in middelen en beheer. Zie verder uitwerking in Deel III. Zorg voor informatiepunt en wegwijzer Koppel aan de ontmoetingsplek een informatiepunt. Zorg ook voor goede schriftelijke en digitale informatie: een wegwijzer voor mensen met een minimuminkomen. Denk daarbij aan de mogelijkheid van een op de doelgroep gerichte website en een poster die her en der in de stad opgehangen wordt. Maatjesproject Creëer ontmoetingsmogelijkheden door een maatjesproject: Mensen met een minimuminkomen worden met elkaar in contact gebracht en vormen een koppel gericht op contact, uitwisseling van ervaringen en het zoeken naar wegen om uit de situatie van
12
armoede te raken. De overeenkomstige situatie en gelijkwaardigheid van de relatie worden hierbij van belang geacht. Onderzoek hoe het vormen van maatjes het beste kan worden georganiseerd. Bijvoorbeeld via de afdeling Sociale Zaken van de gemeente of door een andere vorm van matching: speeddaten, informatiebijeenkomst, website (zie boven). Kies voor uitvoering in de vorm van een of meerdere pilots. Zie verder uitwerking in Deel III. Schakel mensen in Bij mensen in de bijstand ligt vaak de nadruk op wat er niet lukt (geld verdienen, werk krijgen, meedoen). Draai het om en schakel mensen in bij dingen die ze goed kunnen. Bijvoorbeeld door mensen die een beroep doen op de bijstand in te schakelen bij het coachen van andere mensen in de bijstand. Een concreet idee is mensen in de bijstand een budgetteringscursus aan te bieden zodat ze andere mensen kunnen coachen in het managen van hun financiële situatie.
Armoederisicomomenten Bepaalde momenten in het leven van mensen brengen een verhoogd risico op armoede met zich mee (echtscheiding, werkloosheid, faillissement, studie, asiel, huiselijk geweld, psychische problematiek). Erken het bestaan van acute armoede en onderneem actie De gemeente biedt voorzieningen voor mensen in acute financiële armoede. Desondanks zijn er mensen die hiervan geen gebruik kunnen of willen maken. Het is van belang dat de gemeente het bestaan van acute armoede erkent en blijft zoeken naar wegen om een vangnet te creëren voor deze bijzondere groep mensen. Bovendien blijft zoeken naar wegen om de desperate situatie waarin de betreffende mensen zich bevinden, te keren. De groep mensen die het betreft vindt vaak incidentele opvang voor hun acute nood via kerken en voedselbank. De gemeente kan, mits op respectvolle wijze, deze instellingen als vindplaats beschouwen van burgers die hulpverlening nodig hebben. De gemeente kan hier niet direct hulpverlenend optreden, maar wel indirect door het inzetten van maatschappelijk werk, het regisseren van de samenwerking met andere instellingen, het ondersteunen/subsidiëren van de Stichting Voedselfocus en het faciliteren van het hulpverlenende werk van kerken door bijvoorbeeld een cursusaanbod voor vrijwilligers. Aandacht voor preventie Breng risicomomenten in kaart, identificeer de risico’s op armoede daarbij, zoek naar wegen om de doelgroepen te bereiken en informeer mensen. Creëer de gelegenheid voor mensen om op het juiste moment op de juiste plek voor hulp aan te kloppen. Ondersteun gezinnen met een minimuminkomen met het doorbreken van de armoedespiraal: richt preventie op het vergroten van de kansen van kinderen door bijvoorbeeld sociale vaardigheidstraining, extra ondersteuning in de schoolloopbaan, leren budgetteren, mogelijkheden voor participatie op het gebied van sport en cultuur etc.
13
Aandacht voor budgettering en financieel management In Amersfoort worden al budgetteringscursussen aangeboden. Breid de mogelijkheden hiertoe uit door deze cursussen bij meerdere instellingen en gericht op verschillende doelgroepen (jongeren, ouderen, allochtonen, studenten) aan te bieden. Hoe laagdrempeliger, hoe beter. En geef ze een andere naam of bied mensen een alibi om deel te nemen. Breng bruto/netto-verschil in beeld Wees alert op het verschil in bruto- en netto inkomen. Breng dit in beeld voor mensen en stem hierop de (financiële) hulpverlening af.
Regelgeving De inhoud, het bereik en de uitvoering van inkomensondersteunende maatregelen zijn van invloed op de financiële situatie van mensen met een laag inkomen. In Amersfoort wordt regelgeving over het algemeen positief beoordeeld. Desondanks zijn er nog knelpunten. Vergoeding voor computer Verstrek, bijvoorbeeld via de Regeling Schooltas, een computer aan gezinnen met een minimuminkomen en kinderen in de middelbare schoolleeftijd. Het is de taskforce onvoldoende gebleken dat een computer door deze gezinnen bekostigd kan worden vanuit het reguliere basispakket (zoals dat gehanteerd wordt door NIBUD), noch via de bijzondere bijstand of de regeling Schooltas. De taskforce adviseert de raad daarom om haar onlangs genomen besluit hieromtrent te heroverwegen. Regeling kinderopvang Onderzoek hoe tegemoetkomingen voor kinderopvang toegankelijker worden; onderzoek hoe de procedures rond de betreffende regelingen kunnen worden vereenvoudigd of versneld, zodat kinderopvang geen belemmering meer is bij het aan werk gaan van mensen met een minimuminkomen. Zie verder uitwerking in Deel III. Doorlooptijd aanvragen met name bijzondere bijstand Er zijn aanwijzingen dat een sneller en eenvoudiger procedure bij aanvragen voor bepaalde vormen van bijzondere bijstand tot resultaten kan leiden. Onderzoek deze mogelijkheid. Zie verder uitwerking in Deel III. Maak folders eenvoudiger Zorg ervoor dat folders en aanvraagformulieren voor inkomensondersteunende voorzieningen nog eenvoudiger worden van inhoud en taalgebruik. Zorg dat inhoud en vorm mensen niet afschrikt een voorziening aan te vragen. Betrek in dit verbeterproces mensen uit de doelgroep en mensen uit het veld. Zorg er vervolgens ook voor dat mensen voldoende op de hoogte zijn van het bestaan van de voorzieningen (en de folders), besteed daarbij aandacht aan bijzondere doelgroepen: Nietuitkeringsgerechtigden (NUG-ers), allochtonen, ouderen.
14
Werk als oplossing voor armoede Werk wordt algemeen gezien als een van de oplossingen voor armoede. De uitdaging is dan ook het bevorderen van arbeidsintegratie en het wegnemen van belemmeringen die er wellicht voor mensen nog zijn. Maar ook: als mensen niet kunnen werken, hoe kunnen dan toch participatie en inkomenszekerheid worden bevorderd? Regeling Zelfstandig Ondernemerschap De taskforce heeft signalen dat de uitvoering van de Regeling Zelfstandig Ondernemerschap verbeterd zou kunnen worden, met name wat betreft de begeleiding tijdens het traject. Onderzoek of dit het geval is. Zie verder uitwerking in Deel III. Opvang kinderen middelbare schoolleeftijd Bij de overgang van een uitkeringssituatie naar werk is voor ouders de opvang van kinderen cruciaal. Voor kinderen in de basisschoolleeftijd zijn er mogelijkheden via de regeling Kinderopvang. Onderzoek de wenselijkheid en de mogelijkheid om ook voor kinderen in de middelbare schoolleeftijd (bijvoorbeeld gedurende de eerste twee jaar) een tegemoetkoming in de kosten voor naschoolse opvang te realiseren, eventueel in de vorm van huiswerkbegeleiding. Arbeidsparticipatie allochtone vrouwen Stimuleer dat allochtone vrouwen, van wie de man werkt, gaan deelnemen aan het arbeidsproces. Door het aangaan van kleine arbeidscontracten in de jaren dat zij jonge kinderen verzorgen, vergroten zij het gezinsinkomen direct en vergroten zij tevens hun kansen op betaald werk in de toekomst. Vergroot arbeidskansen laaggeschoolden Een deel van de mensen in de bijstand heeft weinig opleiding en komt daardoor moeilijk aan het werk. In Amersfoort is weinig laaggeschoold werk beschikbaar. Onderzoek mogelijkheden om de arbeidsmarkt juist voor deze groep laaggeschoolden te verruimen, bijvoorbeeld door het aantrekken van grote bedrijven. Een ander voorbeeld komt uit Rotterdam waar de gemeente bij aanbestedingen boeven de 225.000 Euro de voorwaarde in het bestek opneemt dat 5 % van de loonsom van het bedrijf besteed dient te worden aan de inzet van langdurig werklozen. In Rotterdam is dit met name succesvol in de sector haven & transport, alsmede in de zorg en bouw & installatiebranche.
15
III. Uitgewerkte aanbevelingen
Armoedeconferentie in 2009 Het EAPN, Europees Anti Armoede Netwerk is in 1989 op initiatief van Jacques Delors, toenmalige voorzitter van de Europese Commissie opgericht. Het doel is om armoede en sociale uitsluiting steeds weer onder de aandacht van zowel politiek als samenleving te brengen en om samen met de mensen in armoede te zoeken naar nieuwe wegen en oplossingen. In de kern wil men armoede een stem en gezicht geven door met name de inbreng van de mensen zelf. Het EAPN, is een organisatie van 15 personen, die ervaringsdeskundigen zijn of zijn geweest, Zij weken samen en staan in nauw contact met ca. 120 organisaties, zoals bijv. de locale cliëntenraden. Uit de ervaringen van de afgelopen 20 jaar weet men dat de werkelijke strijd tegen armoede en sociale uitsluiting op lokaal niveau wordt gevoerd. Daarom is men vanaf 2006 gestart met armoedeconferenties, waarbij alle groepen actief deelnemen, de doelgroep, het maatschappelijke middenveld, politieke beleidsmakers en de gemeenteraad. Ze brengen daarmee eenieder aan tafel die betrokken is bij het zoeken naar oplossingen voor armoede en sociale uitsluiting. Met name omdat men tijdens een armoedeconferentie de dialoog aangaat met alle betrokkenen, lijkt het de taskforce een mooi initiatief dat past binnen de kaders van de stad Amersfoort in het 750 jaar-perspectief. Een stad met een hart van, voor en door iedereen. Daarmee laten we in ieder geval zien (met name binnen de Amersfoort750 omgeving) dat armoede en sociale uitsluiting ook in Amersfoort bestaat. Het resultaat van zo'n conferentie is samenwerking tussen betrokkenen, bestaande initiatieven versterken alsmede publiciteit en aandacht vanuit alle geledingen die betrokken zijn bij armoede. Het fenomeen armoede in onze stad wordt daarmee beter bespreekbaar en bekender, waardoor ondersteuning kan ontstaan vanuit nu nog onbekende organisaties of individuen.
16
Ontmoetingspunt/Huiskamerproject Het inrichten van een ontmoetingspunt voor Amersfoorters die in armoede leven. Het ontmoetingspunt heeft het laagdrempelige karakter van een woonkamer. Een woonkamer waarin vanzelfsprekende ontmoetingen met lotgenoten kunnen plaatsvinden. De woonkamer heeft een drietal hoofdfuncties: -
Het verminderen van sociaal isolement; Het bieden van steun en inspiratie door lotgenotencontact; Het laagdrempelig toegankelijk maken van informatie over leven in armoede en vooral het zo prettig mogelijk leven in armoede en bij voorkeur het bieden van handreikingen om de ontwikkelingen naar volwaardig inkomen te stimuleren.
Het idee Het inrichten van een ruimte met de inrichting en uitstraling van een woonkamer met de functie van: ontmoetingsplek voor Amersfoorters met een laag inkomen, bemenst door vrijwilligers uit deze doelgroep zelf. Functies: gespreksruimte; netwerkomgeving; inloop; lunchruimte; koffiecorner; kennis- en informatie omgeving. Waarom?/Hoezo? Voor veel Amersfoorters met een laag inkomen is het motief: netwerken, weer ergens bij willen horen, een zinnige bijdrage leveren aan onze Amersfoortse wereld, laagdrempelig informatie vergaren over omgaan met een laag inkomen en mogelijkheden om hier uit te raken. Heel basaal de weg vinden in de wereld van een laag inkomen en inspireren tot verbetering. In ieder geval verbetering door de situatie te kunnen hanteren. Met een woonkamerfunctie kan een bijdrage worden geleverd. Met de inrichting van een woonkamer kunnen we een statement maken: Praten over armoede/laag inkomen/schulden toegankelijker maken, maar ook onderstrepen dat laagdrempelig lotgenotencontact en het gemakkelijker vergaren van informatie kan leiden tot een verbeterende leefsituatie. Realisatie Met hulp van kringlooporganisaties en sponsoren is eenvoudig een inrichting te realiseren. Vrijwilligers kunnen de woonkamer beheren en onderhouden, samen met de inzet van scholieren vanuit maatschappelijke stages, medewerking van de voedsel- en kledingbank, Stadsring51, Ravelijn en mogelijk te onderzoeken andere partijen. De woonkamer als prettig verlengstuk in ons leven: geen kantooromgeving, geen zorgomgeving, geen omgeving waarin je op je hoede hoeft te zijn. Met een laagdrempelige toegang, de inzet van vrijwilligers en het bespreekbaar maken van laag inkomen en schulden als taboedoorbreking onderstrepen. De sponsoren kunnen door middel van een fotolijstje op een wand in de woonkamer deel uitmaken van de woonkamer. Multifunctioneel Voor diverse preventie-activiteiten en laagdrempelige informatie aan Amersfoorters met een laag inkomen ontstaat overleg-/gespreksruimte. Diverse Amersfoortse initiatieven kunnen zich presenteren en verbinden aan de woonkamer met behoud van de eigen identiteit.
17
Maatjesproject Het doel Door gelijk gesitueerden aan elkaar te koppelen, kan een sociaal isolement worden voorkomen en persoonlijke groei en ontwikkeling (weer) worden gestimuleerd. De middelen Er zijn verschillende middelen mogelijk om dit te bereiken, bijvoorbeeld; 1. Er wordt een coördinator aangesteld die aan de hand van de persoonlijke informatie uit de dossiers van SZW mensen selecteert en uitnodigt voor een informatief/intake gesprek. De coördinator beoordeelt een match en houdt contact met de beide maatjes. 2. Gelijk gesitueerden, bijv. alleenstaande ouders, worden uitgenodigd voor een ontmoetingsbijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst wordt eerst informatie gegeven over het doel, dit kan op ludieke wijze. Daarna wordt er een soort ‘speed date’ ronde gedaan waarin mensen zelf op zoek kunnen naar hun maatje.
Voor- en nadelen van de bovenstaande voorbeelden: 1. Voordelen voor de klant: direct en persoonlijk contact, maatwerk. Voordelen voor de gemeente: men zal zich eerder geroepen voelen om gehoor te geven aan de oproep/ uitnodiging, en daardoor eerder bereidt mee te werken. Nadeel voor de klant: kan als bedreigend/ verplichtend ervaren worden. Nadeel voor de gemeente: Er moet een coördinator aangesteld en betaald worden. 2. Voordelen voor de klant: ontspannen sfeer, vrijblijvend, meer eigen verantwoordelijkheid. Voordelen voor de gemeente: geen coördinator aan te stellen (financieel goedkoper), per gesitueerde groep maar een ontmoetingsdag(deel) te organiseren. Nadelen voor de klant: het missen van een aanspreekpunt bij ongeregeldheden (in de ruimste zin van het woord). Nadeel voor de gemeente: door de vrijblijvendheid kan het doel mogelijk niet bereikt worden.
Het resultaat Het project slaagt wanneer meerdere gelijk gesitueerden aan elkaar gekoppeld worden en dit een langdurige relatie oplevert. Een gelijkwaardige relatie waarbinnen allerlei zaken bespreekbaar zijn, zoals; de administratie, financiën, opvoeding van kinderen, huishoud- en eettips uitgewisseld worden, en vacatures getipt. De Taskforce beveelt aan om het maatjesproject als pilot (of meerdere pilots met een verschillende opzet) op te starten.
18
Bijzondere Bijstand Achtergrond In Amersfoort zijn in de eerste 11 maanden van 2007 2533 aanvragen voor Bijzondere Bijstand afgehandeld. Hiervan zijn er 1231 (49%) binnen 2 weken afgehandeld; 461 (18 %) binnen 4 weken; 312 (12 %) binnen 6 weken en 240 (9 %) binnen 8 weken. In 289 gevallen (11 %) duurde de afhandeling van de aanvraag langer dan 8 weken. De afdeling Sociale Zekerheid van de gemeente geeft als reactie op onder andere deze doorlooptijden: “Bij het aantal afhandelingen van algemene en bijzondere bijstandsaanvragen wordt iets minder dan driekwart van de aanvragen binnen 4 weken afgehandeld. Dit heeft te maken met het feit dat een aantal algemene en bijzondere bijstandsaanvragen, in verband met het individuele karakter en het daarmee samenhangende maatwerk, een langere afhandelingstermijn vergt. Zo is het bijvoorbeeld regelmatig nodig een onafhankelijk medisch advies op te vragen of een fraudeonderzoek te doen, alvorens een besluit op aanvraag kan worden genomen. Ook kan de afhandelingstermijn langer worden als de belanghebbende om aanvullende informatie wordt gevraagd.” Ervaring elders In Apeldoorn en Houten kunnen bijstandsgerechtigden bepaalde vormen van bijzondere bijstand veel sneller ontvangen. In Apeldoorn werkt de gemeente sinds 1 september 2007 met een vereenvoudigde afhandelingsprocedure. In totaal komen twintig verschillende soorten aanvragen voor de verkorte aanvraag in aanmerking. Vergoedingen (tot een maximum van € 250,-) die binnen de nieuwe procedure vallen zijn onder andere kosten voor de tandarts, orthodontist, mondhygiënist, fysiotherapie, pedicurekosten, bepaalde kosten voor bewindvoering en maaltijdvoorziening bij sociale indicatie. De nieuwe procedure maakt het mogelijk om aanvragen voor bijzondere bijstand binnen 10 tot 15 minuten af te handelen. Voor cliënten betekent dit dat zij een paar dagen na afhandeling en toekenning van de aanvraag over hun geld kunnen beschikken. Vooralsnog geldt deze nieuwe werkwijze alleen voor bestaande cliënten van de gemeente, omdat van hen de meeste gegevens al bekend en getoetst zijn. Aanbeveling Onderzoek of bepaalde onderdelen van de bijzondere bijstand vereenvoudigd kunnen worden, waardoor cliënten mogelijk eerder over hun vergoeding kunnen beschikken en het proces minder bewerkelijk en efficiënter wordt. Kijk daarbij naar voorbeelden elders.
19
Regeling Kinderopvang Achtergrond Begin 2008 heeft de afdeling Arbeidsintegratie de resultaten bekend gemaakt van de evaluatie van de reïntegratie-inspanningen ten behoeve van de Wet Werk en Bijstand. Hieruit kwam onder andere naar voren dat bij nagenoeg alle cliënten met kinderen die waren uitgestroomd er in het begin sprake was van een belemmering in de vorm van problemen met de kinderopvang. Ook andere signalen die de Taskforce bereikt hebben, geven aan dat het wenselijk is om de betalingen voor de kinderopvang te vereenvoudigen: het duurt minimaal 8 weken voordat de regelingen voor betaling van kinderopvang in werking kunnen treden, terwijl de kinderopvang zelf wil dat de rekeningen vooraf betaald worden. In Amersfoort zijn er twee regelingen voor tegemoetkoming van kosten voor kinderopvang en twee bijzondere voorzieningen voor de opvang van kinderen. Tegemoetkoming kosten kinderopvang: 1. Iedereen die werkt of een traject naar werk volgt en een laag inkomen heeft, heeft recht op een kinderopvangtoeslag die rechtstreeks via de Balstingdienst moet worden aangevraagd. Als er nog een eigen bijdrage overblijft, is daar eventueel Bijzondere Bijstand voor mogelijk, afhankelijk van de draagkracht en andere factoren: voor ouders die op sociaal-medische gronden opvang voor hun kinderen nodig hebben, voor vergoeding van oppas thuis (valt niet onder de wet kinderopvang). 2. Daarnaast is er sinds september 2007 de Regeling Schooltas (zie bijlagerapport. Bijzondere voorzieningen voor opvang van kinderen: 1. Er is tevens een voorziening BSO+ voor ouders of kinderen met een sociaal medische indicatie. Deze BSO+ vindt plaats in het Soesterkwartier en Schuilenburg en is bedoeld voor kinderen van 8-12 jaar die problematisch gedrag vertonen. 2. Er is een mogelijkheid tot oppas in het Vrouw en Kind Centrum (VKC) en Buurthuis Scala voor mensen die een taalcursus volgen, aan het inburgeren zijn of een traject naar werk volgen, waarvoor reguliere oppas geen passende voorziening is. De oppas sluit aan bij de tijden waarop de cursussen worden gevolgd. Dit project is een werkervaringsproject voor vrouwen vanuit het VKC, zij doen dit als vrijwilligerswerk.
Aanbeveling Onderzoek of de twee hierboven vermelde tegemoetkomingen zodanig kunnen worden vereenvoudigd of versneld, dat kinderopvang geen belemmering meer is bij het aan het werk gaan van mensen met een minimuminkomen.
20
Regeling Zelfstandig Ondernemerschap Inventariseer of er verbeteringen mogelijk zijn bij de regeling voor zelfstandig ondernemerschap Achtergrond De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) concludeerde in december 2007 in haar onderzoek “Zaak van belang”, dat er nog een wereld te winnen is als door het CWI, UWV en gemeenten de handen in elkaar worden geslagen bij het inrichten van het hulpaanbod aan starters vanuit een uitkering. Steeds meer mensen met een uitkering kiezen namelijk voor het ondernemerschap. Wetten en regels sluiten echter niet altijd op elkaar aan, de samenwerking komt nog niet overal van de grond en het hulpaanbod is veelal niet geïntegreerd. In Amersfoort wordt de regeling voor zelfstandig ondernemerschap voor mensen met een WWB-uitkering uitgevoerd door het Team Zelfstandigen van de gemeente. Indien er beperkte begeleiding (enkele gesprekken) nodig is bij het opstellen van het ondernemersplan voert het Team Zelfstandigen deze begeleiding zelf uit. Indien er meer begeleiding nodig is (cursussen, coach, workshops) dan vindt dit plaats door één van de drie door de gemeente hiervoor geselecteerde externe partijen. Ongeacht de doorlooptijd van het traject krijgen deze bedrijven een vast bedrag per te begeleiden potentiële ondernemer. Per kwartaal en per afgesloten traject wordt er gerapporteerd aan het Team Zelfstandigen. Vanuit een aantal mensen die het traject voor zelfstandig ondernemerschap (niet succesvol) hebben beëindigd, bereikte de Taskforce Armoede het signaal dat de (externe) begeleiding gedurende het traject verbeterd zou kunnen worden. Aanbeveling Onderzoeken of er op basis van het IWI-rapport en de ontvangen signalen over de (externe) begeleiding verbeteringen aangebracht kunnen worden in het traject voor zelfstandig ondernemerschap. Onderzoek de signalen, voer eventueel een klanttevredenheidsonderzoek uit en kijk met betrokkenen samen waar procesverbeteringen mogelijk zijn.
21
IV. Conclusie
Er is niet één oorzaak van armoede, er zijn er vele vormen en oorzaken van armoede. Er is niet één oplossing voor armoede, er zijn er vele. In dit rapport heeft de taskforce Armoede Amersfoort laten zien dat armoede kan worden beschouwd als mozaïek van problemen en oplossingen. De gemeente Amersfoort heeft armoedebestrijding hoog op de agenda staan, getuige de vele initiatieven en maatregelen die de laatste jaren zijn genomen. Amersfoort zoekt ook naar creatieve oplossingen en probeert burgers daarbij te betrekken. De instelling van een Taskforce Armoede is daarvan een van de voorbeelden. De taskforce heeft gekeken of en waar nog knelpunten en mogelijkheden voor verbetering in het armoedebeleid liggen. Dit heeft een breed palet aan aanbevelingen opgeleverd. Sommige van die aanbevelingen zijn nog vaag, andere aanbevelingen zijn concreter gemaakt. Sommige aanbevelingen zijn relatief eenvoudig in te voeren, andere vergen nader onderzoek. Het belangrijkste advies wat de taskforce kan geven is het armoedeprobleem voortdurend opnieuw tegen het licht te houden. Kies steeds een ander perspectief, zoek voortdurend naar nieuwe oplossingen, blijf steeds de betrokken mensen uitdagen hun mening en ideeën te geven. De bestrijding van armoede is nooit af.
22
Armoede in Amersfoort
Het Besluit Datum: Aanvang:
dinsdag 24 juni 2008 22:00
Besluiten met debat 1.
Amersfoort Vernieuwt: Afweging stedenbouwkundige modellen Hogewegzone (Voortgezette behandeling) Vastgesteld besluit - afwegingsnotitie - overzicht ingediende amendementen en moties - Reactie op ingediende amendementen en moties 3 juni 2008 - Speeplekken - Financiën Besluiten zonder debat
2.
Vaststelling Verordening staangeld 2008-2009 Toelichting: Jaarlijks wordt het staangeld per 1 juli verhoogd om de tarieven voor de huur en de retributies voor de woonwagenstandplaatsen met elkaar in overeenstemming te laten blijven. Einde
Armoede in Amersfoort
Besluiten met debat
Armoede in Amersfoort
1.
Amersfoort Vernieuwt: Afweging stedenbouwkundige modellen Hogewegzone (Voortgezette behandeling) Vastgesteld besluit - afwegingsnotitie - overzicht ingediende amendementen en moties - Reactie op ingediende amendementen en moties 3 juni 2008 - Speeplekken - Financiën /smartsite.shtml?ch=&id=191477: SP /smartsite.shtml?ch=&id=191478: PvdA, GrL en CDA /smartsite.shtml?ch=&id=191479: VVD /smartsite.shtml?ch=&id=191481: SP /smartsite.shtml?ch=&id=191482: JA /smartsite.shtml?ch=&id=191484: JA /smartsite.shtml?ch=&id=191486: VVD /smartsite.shtml?ch=&id=191488: GrL en PvdA /smartsite.shtml?ch=&id=191490: SP /smartsite.shtml?ch=&id=191485: SP Reg.nr.: 2746330 Reg.nr.: 2746330 Speeplekken (pdf) Reactie op ingediende amendementen en moties 3 juni 2008 (pdf) Financiën (pdf) afwegingsnotitie (pdf) 2746330 (pdf) 2746330 (pdf)
Armoede in Amersfoort
Besluiten zonder debat
Armoede in Amersfoort
2.
Vaststelling Verordening staangeld 2008-2009 Reg.nr.: 2760389 Reg.nr.: 2761171 2760389 (pdf) 2761171 (pdf)
Armoede in Amersfoort
Toelichting: Jaarlijks wordt het staangeld per 1 juli verhoogd om de tarieven voor de huur en de retributies voor de woonwagenstandplaatsen met elkaar in overeenstemming te laten blijven.
Armoede in Amersfoort
Einde
0,4 ha Speelplaats 10
ha Woongebied
MEMO Reactie op de ingediende moties en amendementen over de Hogeweg, 3 juni 2008 18 juni 2008
Een aantal moties en amendementen worden hieronder schriftelijk beantwoord. De rest wordt dinsdag 24 juni mondeling door de wethouder J. Hekman beantwoord.
•
SP: Motie “Alles kids voor de Hogeweg”
Motie: kan Het college onderschrijft de wens dat er voldoende speelruimte voor kinderen dient te zijn. Zeker in de Amersfoort Vernieuwt wijken is dit van groot belang. In het Groene Poort model is op diverse plekken ook rekening gehouden met speelplekken: langs het Valleikanaal, tussen de bouwblokken aan de Liendertzijde, in de groene strook tussen Liendert en de nieuwbouw en het groene plein aan de Schuilenburgzijde. Uit een globale beoordeling blijkt voor het woongebied (zie onderstaand kaartje) dat aan de norm van 3% wordt voldaan. Als we alleen rekening houden met de twee speelplekken aan de Schuilenburgzijde dan zit het Groene Poortmodel al op 4%. Aan de Liendertzijde komen op diverse plekken ook nog speelplekken. Bij de uitwerking van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) zal worden aangegeven welke speelplekken waar komen en aan welke eisen deze speelplekken voldoen (o.a. voor welke leeftijdcategorie). Gewezen wordt wel dat deze norm niet overal toepasbaar is en dat maatwerk voorop staat (afhankelijk van de behoefte in de desbetreffende wijk). Zie bijlage
Vraag VVD: Financiering parkeervoorziening Zwembad Binnen het budget voor het nieuwe zwembad bestaat enige ruimte voor het parkeren. Dit zal echter beperkt zijn. De kosten van de parkeer voorziening kan derhalve niet volledig uit het investeringsbedrag van 21.9 miljoen bekostigd worden. Als opdracht voor de komende tijd zal gelden voor het parkeren adequate oplossingen te vinden. Dat kan geschieden door bijv. voor een goedkope parkeervoorziening in het ontwerp te kiezen, door het invoeren van betaald parkeren, te bezien of de exploitatie van het zwembad een deel van de kosten kan dragen en door verwerving van bijdragen van derden.
Bijlage: 1. Overzicht ruimte speelplekken 2. Notitie financiën Hogewegzone
BEANTWOORDING MOTIES EN AMENDEMENTEN HOGEWEGZONEversieraad
Financiën Hogewegzone Aan: de Raad Van: Het College Betreft: Hogewegzone, Grond- en vastgoedexploitatie D.D: 20 juni 2008
Samenwerking In het kader van Amersfoort Vernieuwt zijn met de Alliantie afspraken gemaakt over samenwerking op de verschillende locaties. De Alliantie is, mede vanwege het feit dat de Alliantie eigenaar is van de Hoven, de aangewezen ontwikkelende partij voor de gebiedsontwikkeling Hogewegzone. De specifieke samenwerkingsafspraken zijn een nadere uitwerking hiervan. In de traditionele gebiedsontwikkelingen draagt de gemeente zorg voor de grondexploitatie. Van aankoop van gronden tot het uitgeven van bouwrijpe gronden. De ontwikkelende partij draagt zorg voor de vastgoedexploitatie. Vooralsnog wordt voor de Hogeweg nu gewerkt aan een model waarbij de Alliantie de grond- en vastgoedexploitatie zal uitvoeren. Het in een hand brengen van de grond- en vastgoedexploitatie biedt de mogelijkheden van verevening tussen beide exploitaties en het spreiden van de risico’s over deze beide exploitaties. Dit betekent dat binnen de randvoorwaarden die nu over het model worden vastgelegd de financiële gevolgen van nadere uitwerkingen, faseringen etc. geheel voor rekening en risico van de Alliantie zullen komen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de Alliantie extra kosten moeten maken voor bijvoorbeeld waterberging. Daar tegenover staat voor de Alliantie de kans van optimalisatie door een aantrekkende markt voor appartementen, gebouwde parkeervoorzieningen etc. Hierbij dient aangetekend te worden dat in de huidige markt de kans hierop gering is. Indien er buiten de vastgestelde randvoorwaarden wordt getreden dienen gemeente en Alliantie opnieuw in overleg te treden. De vastgoedexploitaties van de sporthal en het zwembad blijven bij de gemeente evenals de verdieping van de Hogeweg.
Grondexploitatie Vanaf het begin van de planontwikkeling is gezamenlijk een extern bureau ingeschakeld, dat zowel voor de grond- als de vastgoedexploitatie de berekeningen heeft opgesteld. In de grondexploitatie worden kosten voor verwerving (incl. verhuiskostenvergoedingen), bouw- en woonrijpmaken, voorbereidings- en faseringskosten opgenomen. Tegenover deze kosten staan de opbrengsten van het verkopen van bouwrijpe gronden (de residuele grondwaarde) en mogelijk subsidies en bijdragen. De grondexploitatie Groene Poort heeft een tekort van € 6,7 (afgerond 7) mln. De Alliantie neemt op voorhand het risico van dit tekort en ziet mogelijkheden dit terug te verdienen door optimalisatie binnen de randvoorwaarden van het voorliggende model. De Alliantie heeft voldoende vertrouwen in de kwaliteiten van de locatie en het stedenbouwkundige model Het groene poort model kent de volgende grondexploitatie: Grondexploitatie Hogeweg Kosten -verwerving (incl. planschade)-sloop -bouw- en woonrijpmaken -planvoorbereindingskosten Opbrengsten -grondopbrengsten -bijdrage – subsidies (zie de tabel hieronder voor de uitsplitsing) Saldo (tekort) voor rekening Alliantie Saldo voor rekening gemeente
Groene poort model € 16,4 mln € 21,0 mln € 5,3 mln € 22,7 mln € 13,3 mln € 6,7 mln 0
Gemeentelijke investeringen / risico’s in de gebiedsontwikkeling Hogeweg
Groene poort model
Garantie externe subsidiering
3
Bijdrage gebouwde parkeervoorzieningen sociale woningbouw Infrastructuur Hogeweg
1.25
Vastgoedexploitatie Zwembad/Sporthal
9
Opgenomen bij de bijdrage-subsidies in de grex Opgenomen bij de bijdrage-susbsidies in de grex Kosten en bijdrage meegenomen in de grex. Bijdrage komt uit rsvbereikbaarheid Investeringen vallen buiten de exploitatie,
Toelichting kosten In de verweringskosten is rekening gehouden met kosten voor de inbrengwaarde van de sporthal schuilenburg. De inbrengwaarde (die de Alliantie betaalt aan de gemeente) is dusdanig dat de nieuwbouw van de sporthal volledig gefinancierd is. In de kosten voor bouw- en woonrijpmaken zijn alle kosten opgenomen voor het realiseren van bouwrijpe grond en de aanleg van het openbaar gebied. Hierin zijn ook de aanleg van groen en water, evt. bodemsanering etc. opgenomen. De investeringen in de reconstructie Hogeweg zijn in deze berekeningen niet meegenomen. Hiervoor was reeds dekking voorzien in het rsv compartiment bereikbaarheid. Toelichting opbrengsten De grondwaarde van de woningen is residueel bepaald. Ten behoeve van leefkwaliteit in het gebied wordt gekozen voor gebouwd parkeren. De residuele grondwaarde wordt negatief beïnvloed door deze keuze. De kosten voor een gebouwde parkeervoorziening zijn niet altijd geheel terug te verdienen in de vrij op naam prijs van een woning, of in de huurprijs. In deze ontwikkeling neemt de onrendabele top toe naarmate er meer parkeervoorzieningen per woning moeten worden gebouwd. Dit is vaak anders in binnensteden en gebieden waar een parkeerregime heerst omdat bewoners dan meer geneigd zijn te willen betalen voor een gebouwde parkeervoorziening. In de berekening van het groene poort model is uitgegaan van 800 tot 870 woningen. Voor een project als de Hogeweg zijn een aantal subsidiemogelijkheden aanwezig. Ingeschat is dat een bedrag van 3 mln haalbaar moet zijn o.a. EFRO-gelden. De gemeente stelt zich garant voor een subsidie-bedrag van 3 mln euro. De gemeente levert een (isv)bijdrage in de kosten van gebouwde parkeervoorzieningen voor sociale huurwoningen conform de financiele afspraken op hoofdlijnen AV. Risico’s Belangrijke risico’s voor de grondexploitatie zijn de verwervingskosten, de faseringskosten (eerst investeren, zie bijvoorbeeld de bovengenoemde kosten voor verwervingen, en later de opbrengsten realiseren) en te realiseren grondwaarde (marktrisico voor zowel kosten als opbrengsten) Vastgoedexploitatie In de vastgoedexploitatie (waarvoor het externe bureau de berekeningen eveneens heeft opgesteld) worden de bouwkosten, bijkomende kosten en de residueel bepaalde grondwaarde opgenomen. De belangrijkste risico’s hierin zijn met name de mogelijke toename van bouwkosten en de afzetrisico’s. Conclusie: De grond- en vastgoedexploitatie van deze complexe stedelijke vernieuwingsopgave kent een tekort en nog vele risico’s. Tegenover deze risico’s staan ook potentiële kansen zoals eerder genoemd. Hierdoor is de Alliantie bereid de risico’s op zich te nemen. Wij zijn van mening dat met de afspraken een goed evenwicht van kansen en risico’s aanwezig is. Nb: de samenwerking wordt nog nader getoetst op juridische en fiscale aspecten.
Afwegingsnotitie Hogewegzone
23 april ’08
Inhoud 1.
Inleiding ___________________________________________________3 1.1
Achtergrond ____________________________________________________________________ 3
1.2
Doel afwegingsnotitie _____________________________________________________________ 3
1.3
Inhoud_________________________________________________________________________ 3
2.
Hogewegzone en Amersfoort Vernieuwt___________________________5 2.1
Toegevoegde waarde van de Hogewegzone ____________________________________________ 5
2.2
Het proces tot nu toe _____________________________________________________________ 5
3.
De stedenbouwkundige modellen ________________________________7 3.1
Stedenbouwkundige analyse en ontwerpmatig onderzoek _________________________________ 7
3.2
De Groene Poort ________________________________________________________________ 12
3.3
Het Stadspark __________________________________________________________________ 15
3.4
Samenvattend __________________________________________________________________ 18
4.
Beoordeling en advies ________________________________________19 4.1
Inleiding ______________________________________________________________________ 19
4.2
Stedenbouw: de Hogeweg als stadsentree ____________________________________________ 19
4.3
Wonen ________________________________________________________________________ 21
4.4
Voorzieningen __________________________________________________________________ 23
4.5
Verkeer en ontsluiting ____________________________________________________________ 26
4.6
Milieu_________________________________________________________________________ 28
4.7
Beheeraspecten_________________________________________________________________ 32
4.8
Financiële haalbaarheid ___________________________________________________________ 33
4.9
Samenvattend __________________________________________________________________ 34
5.
Participatie ________________________________________________36 5.1
Het gelopen proces ______________________________________________________________ 36
5.2
Evaluatie modellen en proces door de participatiegroep __________________________________ 38
5.3
Evaluatie Hogewegzone stadsbrede consultatie ________________________________________ 41
5.4
De binnengekomen reacties _______________________________________________________ 44
6.
7.
Vervolgtraject ______________________________________________47 6.1
Participatie in het vervolgtraject ____________________________________________________ 47
6.2
Uitwerking participatie vervolgfase __________________________________________________ 48
6.3
Eerder opgedane ervaring en expertise participatiegroep _________________________________ 48
Bijlagen ___________________________________________________49
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
1.
Inleiding
1.1 Achtergrond De Hogewegzone is één van de drie gebieden waarvoor in het kader van Amersfoort Vernieuwt een ontwikkelingsplan wordt uitgewerkt. Het gebied ligt tussen de wijken Liendert/Rustenburg en Randenbroek/Schuilenburg en biedt door het realiseren van woningen en voorzieningen kansen voor de opwaardering van deze wijken. Het biedt ook kansen voor het opwaarderen van één van de belangrijkste entrees naar de stad. Op 23 mei 2006 is de Startnotitie voor de Hogewegzone in de gemeenteraad behandeld. In deze Startnotitie zijn de uitgangspunten vastgelegd, op basis waarvan de projectgroep is gestart met de uitwerking van twee stedenbouwkundige modellen voor het gebied. Bij deze uitwerking is een brede participatiegroep van bewoners en andere belanghebbenden betrokken geweest. In de Startnotitie worden de volgende ambities genoemd: • Ingezet wordt op een Stadsentree met allure; • Een optimale verkeerskundige doorstroming op de Hogeweg; • Het woonprogramma gaat uit van een stedelijk woonmilieu met een zo hoog mogelijke dichtheid. Daarmee wordt het principe van eerst vervangend bouwen, dan pas slopen ook gewaarborgd; • De kwaliteit van de bebouwing zal hoog zijn. Het zwembad wordt een ‘blikvanger’ bij de entree van de stad. Uit de behandeling in de gemeenteraad kwamen onder meer de volgende aandachtspunten: • Over hoge dichtheid wordt wisselend gedacht (minimaal twee varianten worden uitgewerkt). • De verkeerskundige doorstroming van de Hogeweg moet verbeteren. • Geen (woon)bebouwing in het waterwingebied.
1.2
Doel afwegingsnotitie Voor Amersfoort Vernieuwt is het volgende traject afgesproken. Allereerst is een plan van aanpak geschreven, daarna volgden de Startnotities van de verschillende wijken/gebieden. Voordat uiteindelijk voor deze wijken/gebieden een ontwikkelingsplan voor de komende jaren wordt opgesteld en ter besluitvorming voorgelegd, wordt eerst een afwegingsnotitie uitgewerkt. In deze afwegingsnotitie wordt de weerslag gegeven van de discussie tot dit moment en worden twee mogelijke modellen gepresenteerd als invulling voor de Hogewegzone. De afwegingsnotitie dient houvast te geven in de besluitvorming om te komen tot een voorkeursmodel. Het voorkeursmodel wordt dan in de volgende fase uitgewerkt in het ontwikkelingsplan c.q. stedenbouwkundig programma van eisen en is de basis voor de ruimtelijk planologische procedures.
1.3 Inhoud De inhoud van deze afwegingsnotitie is op hoofdlijnen als volgt. Allereerst wordt in hoofdstuk 2 kort het kader geschetst en ingegaan op het proces vanaf de zomer van 2006. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving van de twee stedenbouwkundige modellen. Deze twee modellen worden in hoofdstuk 4 beoordeeld op een aantal inhoudelijke criteria. In hoofdstuk 5 geven we een korte beschrijving van het participatietraject in de afgelopen fase. Tevens schetsen we op hoofdlijnen een aantal standpunten en conclusies vanuit dat traject. In de bijlage zijn alle verslagen van de participatiebijeenkomsten en reacties vanuit de stadsconsultatie gevoegd.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
In hoofdstuk 6 gaan we in op het vervolgtraject om te komen tot een stedenbouwkundig programma van eisen. Hierin wordt ook onze visie op de participatie in die fase beschreven.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
2.
Hogewegzone en Amersfoort Vernieuwt
2.1
Toegevoegde waarde van de Hogewegzone Zoals in de inleiding al beschreven is, maakt de Hogewegzone deel uit van Amersfoort Vernieuwt. We willen dat het in elke wijk prettig wonen is, maar in een aantal Amersfoortse wijken staat dat woonplezier onder druk. Het woningaanbod is eenzijdig, bewoners ervaren overlast en voelen zich onveilig. De betrokkenheid bij de buurt is beperkt en de sociaal-economische positie van de bewoners is gemiddeld zwakker dan in de rest van de stad. De wijken hebben geen goed imago; bewoners verhuizen meer dan gemiddeld hun wijk uit. Met Amersfoort Vernieuwt willen we deze situatie verbeteren. We willen dat de wijken weer vitaal zijn, zodat mensen hier prettig leven en kansen hebben. Kans op ontwikkeling, op werk, op een goede opleiding, op een betere woning. We willen tevreden bewoners, trots op hun woning en hun buurt.
In de ontwikkelingsplannen voor de wijken staan 6 thema’s met ieder een eigen doelstelling centraal: Samenleven: de sociale samenhang bevorderen. Zorgen dat er meer mensen mee (kunnen) doen. Wonen: de differentiatie van het woningaanbod vergroten. Werken: de sociaal-economische positie van bewoners en de wijkeconomie verbeteren. Onderwijs: een ABC-school realiseren in elke wijk. Het aantal vroegtijdige schoolverlaters verlagen. Leefbaarheid: een veilige, schone en goed onderhouden woonomgeving realiseren. Voorzieningen: het voorzieningenniveau in de wijk op het gebied van detailhandel, zorg en welzijn, sport en spel op peil brengen en houden. Zoals al in de Startnotitie voor de Hogewegzone is aangegeven, kunnen hier kansen worden benut ter verbetering van de leefbaarheid in de aanpalende wijken. Het gaat hierbij om: • het toevoegen van nieuwe woningen en woonmilieus; • de komst van een nieuw stedelijk zwembad en voorzieningen en met de mogelijkheid om werkgelegenheid te creëren; • een betere verbinding tussen de wijken tot stand te brengen; • plekken voor ontmoeting, sport en spel te realiseren. We kunnen de wijken bij binnenkomst in de stad een nieuw gezicht geven dat mogelijk op termijn het imago ervan kan verbeteren.
2.2
Het proces tot nu toe Na de behandeling van de Startnotitie in mei 2006 zijn we gestart met de planvorming. We hebben een participatiegroep van bewoners, omwonenden en diverse belangenverenigingen samengesteld; we hebben een projectgroep met medewerkers van de gemeente en de Alliantie opgericht en diverse adviseurs geselecteerd. Voor de ontwikkeling van de stedenbouwkundige modellen is als stedenbouwkundig bureau het ontwerpbureau KCAP uit Rotterdam gekozen. Na de zomer zijn we, met de participatiegroep als adviseur, gestart met de uitwerking van minimaal 2 stedenbouwkundige modellen. Deze modellen en het proces met de participatiegroep worden in de volgende hoofdstukken beschreven. Eind vorig jaar zijn raadsleden uitgenodigd om zich te laten informeren over de stand van zaken van de modellen op dat moment en de wijze waarop het participatieproces verliep.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Tijdens het uitwerken van de modellen hebben we telkens op hoofdlijnen de gevolgen voor luchtkwaliteit, verkeer, financiën e.d. getoetst en mede daarop de planvorming bijgesteld. De 2 modellen die in deze notitie beschreven worden, zijn in de Stuurgroep Amersfoort Vernieuwt en het College behandeld. Hiervoor is het participatieproces voor deze projectfase afgerond met de “Twee weken van de Hogeweg”. Tijdens deze twee weken zijn de modellen gepresenteerd, waarbij iedere inwoner van de wijken en de stad de gelegenheid heeft gekregen kennis te nemen van de modellen en daarop te reageren. Deze reacties zijn als bijlage bij de afwegingsnotitie opgenomen.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
3.
De stedenbouwkundige modellen
3.1
Stedenbouwkundige analyse en ontwerpmatig onderzoek De Hogeweg is een belangrijke invalsweg van de A28 naar het stadscentrum. Tussen A28 en Valleikanaal bevindt zich langs deze route het projectgebied Hogeweg, dat de ambitie heeft deze stadsentree allure te geven. De stadsentree zet zich door tussen Valleikanaal en centrum waar het straatprofiel smaller wordt en de aangrenzende bebouwing bestaat uit relatief kleine stadsvilla’s. Het plan dient rekening te houden met deze overgang in de stadsentree als geheel.
Het plangebied Hogeweg kan geïnterpreteerd worden als een opeenvolging van gebieden met een uiteenlopend ruimtelijk karakter. Het plangebied kan daardoor opgedeeld worden in een aantal deelgebieden met specifieke stedenbouwkundige eigenschappen die een aanpak op maat behoeven. We geven kort aan welke potenties voor deze deelgebieden en aanbevelingen voor omliggende gebieden uit analyse en modellenonderzoek naar voor kwamen.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Snelwegoksel Tussen de kruispunten met de afritten van de A28 wordt de Hogeweg gekenmerkt door een snelweglandschap met brede asfaltstroken, een snelwegviaduct en een korte opeenvolging van drukke kruispunten. De ruimte wordt gedomineerd door het autoverkeer en een aarde geluidswal die de aangrenzende wijk Rustenburg van de Hogeweg scheidt. Aan de zuidzijde van de Hogeweg ligt een geïsoleerd agrarisch gebiedje met groen karakter, enkele bedrijfsloodsen en woningen die zijn ingesloten tussen de taluds van de snelweg en zijn afritten. Binnen het plangebied kreeg deze locatie de werknaam ‘Snelwegoksel’: een zichtlocatie die veel potentie heeft en beeldbepalend is bij de inrit van Amersfoort, maar die zich vanwege de geluids- en milieubelasting niet leent voor een woonprogramma. In het modellenonderzoek is overwogen het zwembad hier te plaatsen als icoon, goed zichtbaar vanaf de A28. Uit verkeersonderzoek bleek echter dat de bereikbaarheid voor auto’s moeilijk is door de al drukke opeenvolging van kruispunten en de beperkte mogelijkheid tot uitbereiding van de infrastructuur vanwege de beperkte breedte van het A28 viaduct. De locatie is ook verafgelegen van de binnenstad en moeilijk per fiets bereikbaar. Ook zorgt het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A28 voor een hoog groepsrisico waardoor de locatie zich niet leent voor programma’s met een grote concentratie van mensen. Een andere overwogen invulling is recreatief en/of ecologisch groen, maar omdat de gronden nog moeten verworven worden is deze optie niet financieel haalbaar. Mogelijk leent deze zichtlocatie zich voor markante kantoorgebouwen, maar omdat er al een ruim aanbod bestaat van kantoorlocaties binnen Amersfoort is deze potentie niet verder onderzocht. In de twee modellen is bijgevolg geen invulling gegeven aan de snelwegoksel. Waterwingebied Tussen het kruispunt met de A28 oprit en het kruispunt met de Operaweg doorsnijdt de Hogeweg het Waterwingebied. Dit langgerekte groengebied is ca. 150 m breed en 2 km lang en krijgt een bijzondere recreatieve en ecologische waardering. Het maakt onderdeel uit van de Groen Blauwe Structuur binnen Amersfoort. De Hogeweg vormt een barrière tussen het Waterwingebied en de groengordel Randenbroek-Schuilenburg, zowel op recreatief als ecologisch vlak. Via de doorsteek van de Barneveldsebeek bestaat de potentie een doorlopende ecologische en recreatieve route te creëren tussen het Waterwingebied en de Gelderse Vallei.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Al vroeg in het planproces is besloten de kwaliteiten van het Waterwingebied te vrijwaren en er niet te bouwen. Onduidelijk is echter wat de toekomstvisie is voor het Waterwingebied en met welk ambitieniveau de barrière die de Hogeweg vormt moeten worden ‘overbrugd’. Ook is onduidelijk of de recreatieve of ecologische potentie van het waterwingebied met de huidige landschappelijke invulling volledig wordt benut en of daartoe een herinrichting moet worden onderzocht. Het ecologische parklandschap wordt gewaardeerd door stiltezoekers, maar er leeft ook een vraag in de wijk voor recreatie en sportvoorzieningen voor jongeren. Daarvoor is een visie nodig over het hele waterwingebied, wat het projectgebied Hogeweg overstijgt. Tot het projectgebied hoort enkel een zone van ca. 230 m ten noorden van de Hogeweg. Niet de zone ten zuiden van de Hogeweg waar het Hydron pompstation ligt. Het pompgebouw aan de Hogeweg is een waardevol monument, maar het achterliggend terrein maakt een verwaarloosde indruk die negatief afstraalt op het omliggende gebied. Het modellenonderzoek heeft voorstellen gedaan om het Hydron terrein bij het groengebied te betrekken door het een publieke functie te geven als park met een educatief centrum rond het thema Water. Zeker in combinatie met een zwembad in de nabijheid kan dit een sterke ecologisch-recreatieve cluster vormen rond Waterwingebied en Hogeweg. Omdat dit niet binnen het plangebied valt is deze potentie niet verder onderzocht, maar het dient aanbeveling dit in de volgende planfase mee te nemen. Ecologisch is het gewenst met een ecoduct of -tunnel beide zijden van de Hogeweg met elkaar te verbinden1. De ecologische verbinding is vooral bestemd voor kleine dieren en amfibieën, waardoor een kleine wildtunnel de meest planeconomische oplossing vormt. Recreatief zou een ecoduct een meerwaarde kunnen bieden in combinatie met een fietsbrug op een doorgaande fietsroute. Deze ambitie is echter financieel moeilijk haalbaar zonder extra budget en daarom niet in de finale modellen opgenomen. Het dient aanbeveling deze mogelijkheid in combinatie met de budgetten voor Groen Blauwe Structuur in de volgende planfase nader te onderzoeken. Schuilenburg De Operaweg vormt een belangrijke toegangsweg tot de wijk Schuilenburg, gelegen ten zuiden van de Hogeweg. Net als Liendert een naoorlogse wijk, kenmerkt Schuilenburg zich door een functionalistisch stedenbouwkundig concept met grote stempels langs de rand van de wijk. Dit betekent dat er erg veel van dezelfde woningen in dat gebied staan, met dezelfde kwaliteit en dezelfde huurprijzen. In de relatief goedkope woningen, wonen voor een groot deel bewoners met een laag inkomen. Omdat het om relatief goedkope woningen gaat, heeft een groot deel van de bewoners een laag inkomen. 72% van de woningen in de wijk betreft huurwoningen. In de Woonvisie 2006 is aangegeven dat er een verschuiving moet plaatsvinden naar meer koopwoningen. Hiermee worden kansen gecreëerd voor de zogenaamde stijgers in de wijk. Bewoners die een wooncarrière willen maken, kunnen dan voor de wijk behouden blijven. Om deze verschuiving te kunnen bereiken dienen er veranderingen plaats te vinden in de woningvoorraad. Dit kan door verkoop van huurwoningen of door sloop en vervangende nieuwbouw. Het verkopen van huurwoningen is een instrument dat al enige jaren is ingezet en waarvan de mogelijkheden begrensd zijn.
1
Rapport nr. 06-196 “Het Waterwin(st)gebied te Amersfoort”, Bureau Waardenburg, november 2006
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Luchtfoto van de wijk Schuilenburg
Er is daarom gekeken naar de zwakke plekken in de wijk. Er wordt dan gedoeld op woningen met een slechte kwaliteit, leefbaarheidproblemen en gebrek aan uitstraling. Wanneer Schuilenburg op die manier wordt verkend komen we automatisch bij de portiekflats en een galerijflat aan de noordzijde van de wijk, de zogenaamde Hoven. Het gaat hier om 120 portiekflats en 42 galerijflats. De woningen kenmerken zich door een achterhaald kwaliteitsniveau, een hoge doorstroomsnelheid, erg veel culturele verschillen en veel leefbaarheidproblemen. De leefbaarheidproblemen doen zich in dit gebied significant meer voor dan elders in de wijk. Om tot verandering te komen van het woningaanbod in Schuilenburg is voorzien in de sloop van deze 162 woningen en vervangende nieuwbouw. Met de nieuwbouw wordt een verschuiving bereikt in de woningvoorraad binnen Schuilenburg naar meer koopwoningen en meer variatie. Het gebied van de Hoven kent nu uitsluitend sociale huurwoningen. In de planvorming is voorzien dat de noordzijde van Schuilenburg straks een programma kent in een mix van huur en koopwoningen en in een mix van grondgebonden woningen en meergezins. Het programma moet een perspectief bieden voor bewoners die in de wijk willen blijven wonen, maar wel een kwalitatief betere woning wensen, waarbij een keuze ontstaat uit huren of kopen. In het programma komen ook sociale huur- of koopwoningen. Herhuisvesting behoort tot de mogelijkheden. De ontwikkeling van de Hogeweg biedt daarom een bijzondere kans voor Schuilenburg om de noordzijde van de wijk te herontwikkelen en verandering te realiseren in de uitstralingen van de wijk en in de kwaliteit van het wonen. De grootschaligheid van de flatwoningen aan de rand van Schuilenburg wordt hiermee doorbroken. Dit levert een belangrijke bijdrage aan een ander imago van Schuilenburg. Deze locatie leent zich het best voor woningbouw met publieke ruimte op buurtniveau (speelplekken, buurtparkjes,…). De woningen liggen op korte afstand van de Hogeweg, maar de geluidsoverlast is goed oplosbaar door de oriëntatie van de woningen: de Hogeweg ligt namelijk aan de noordzijde, zodat de zuidzijde geluidsluw is. Een inplanting van woningen dwars en open naar de Hogeweg, zoals bij de Hoven het geval is, is echter ongunstig omdat beide gevels geluidsbelast zijn. Schuilenburg is niet geschikt als zwembadlocatie omdat het plangebied wordt ontsloten door de bestaande woonstraten. Wel ligt er een grote potentie voor de buurt in een nieuw levendig profiel voor de Operaweg met parallelle bebouwing en buurtvoorzieningen in de plinten. Daar kan niet enkel de herontwikkeling van de Hoven aan bijdragen, maar de potentie ligt vooral in de laagbouwstrip tussen Operaweg en Ariaweg, de bejaardenflats en het Operaplein, die dwars liggen op de Operaweg en zich daardoor van de wijkontsluitingsweg afkeren.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
In het ontwikkelingsplan Randenbroek | Schuilenburg (d.d. 11 december 2007) zijn voorstellen opgenomen voor de herontwikkeling van dit gebied. Binnen de regiegroep Amersfoort Vernieuwt vindt afstemming plaats met de ontwikkeling van de Hogewegzone. Door het wooncomplex de Hoven presenteert Schuilenburg zich niet met allure aan de Hogeweg, wel is er kwaliteit in de bomenrijke groenzone tussen de Hoven en de Hogeweg. In de modellen is deze (grotendeels) behouden. Liendert De meningen over de houten gevel van de flats aan de Spreeuwenstraat lopen uiteen, maar het gebouw heeft wel een duidelijk front naar de Hogeweg. De bebouwing langs de Zwaluwenstraat is te klein of staat dwars op de Hogeweg om echt van een stedenbouwkundig geheel te spreken, het lijkt alsof de randbebouwing van Liendert wacht op een voltooiing, de Zwaluwenstraat is een open einde.
Luchtfoto van de wijk Liendert
Tussen Liendert en de Hogeweg ligt een strip van ca. 120 m diep met tuinbedrijven, ponyweides, werfjes, loodsen en af en toe een woning. Het heeft een groene uitstraling, maar het karakter heeft meer van een weg in het buitengebied dan van een stadsentree met allure. Het groen is ook niet publiek toegankelijk en wordt vooral gewaardeerd als uitzicht voor de flats van de Spreeuwenstraat. De afmetingen van deze deellocatie bieden veel kansen voor de stad. Het is relatief eenvoudig hier binnenstedelijk te verdichten en woningen toe te voegen. Dit biedt mogelijkheden voor herhuisvesting, waardoor elders in de wijken Liendert en Schuilenburg sloopnieuwbouw of renovatie kan plaatsvinden en doorstroming bevorderd wordt. Daarnaast zorgt het toevoegen van woningen dat het woningaanbod in de wijk meer gedifferentieerd kan worden. Meer differentiatie in het woningaanbod is wenselijk. Bewoners hebben dan meer mogelijkheden om wooncarrière te maken in hun eigen wijk. De schaal van de locatie kan ook benut worden om publiek groen te bieden aan de wijk, met een stedelijk recreatief karakter en met grootstedelijke voorzieningen zoals het zwembad. Deze kansen zijn uitgewerkt in beide modellen. Valleikanaal Het Valleikanaal en de Ringweg vormen een sterke stedelijke structuur binnen Amersfoort. De Hogewegzone zal richtinggevend zijn voor het stedenbouwkundig kader langs het Valleikanaal en de Ringweg. Voor het kanaal is een ecologisch - recreatief project gedefinieerd dat langs de oevers een ecologische verbindingszone tot stand wil brengen. In beide modellen is daar plaats voor gereserveerd. In de vervolgfase is de
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
ambitie om de ecologische doelstellingen ook op een kwalitatieve landschappelijke manier vorm te geven, met recreatieve waarde door een wandelpad. De strip van bebouwing langs het Valleikanaal verbijzondert zich. De bebouwing is vaak anders in vorm en programma dan in de achterliggende wijken. Aan de Schuilenburgzijde ligt bijvoorbeeld een sporthal. De hal kent een levendig gebruik, maar binnen een gesloten doos, waardoor het uitzicht over het Valleikanaal niet wordt benut en de wandelroute langs het Valleikanaal niet wordt verlevendigd. De modellen gaan uit van sloop van de sporthal om deze in een sportcluster met het zwembad te herhuisvesten. Ook het tuinbedrijf en de woning aan de Liendertzijde benutten de potentie van het Valleikanaal ondermaats. De stedenbouwkundige modellen gaan uit van een verbijzondering van de bebouwing aan het Valleikanaal. Hierbij wordt getracht ook de structuur van Ringweg en Valleikanaal meer stedelijke allure te geven en meer woningen het kwalitatieve uitzicht over het Valleikanaal te bieden. Ook de oversteek van de Hogeweg over het Valleikanaal kan meer allure krijgen door bv. een markante renovatie van de brug.
3.2
De Groene Poort Stedenbouwkundig concept Dit model neemt de diverse identiteit van de deelgebieden als uitgangspunt en zet het karakter van de deelgebieden door in de plannen voor de Hogewegzone. Daardoor ontstaat een opeenvolging van ruimtelijke sferen, als een sjasliek, waar de Hogeweg doorheen prikt. Deze ruimtelijke eenheden zijn de buurtas, de sportcluster aan het waterwingebied, de groene laan en het Valleikanaal. Buurtas Het model heeft de ambitie om de wijken Liendert en Schuilenburg beter met elkaar te verbinden door de Operaweg over de Hogeweg heen door te trekken. Deze structurerende ingreep kreeg de naam Buurtas. Om de barrière van de Hogeweg letterlijk te overbruggen, wordt het kruispunt Operaweg ongelijkvloers. Dit verbetert zowel de oversteekbaarheid voor de buurtbewoners als de doorstroming op de Hogeweg. Door inen uitvoegstroken behoudt Schuilenburg de verbinding met de Hogeweg en wordt ook het plandeel Liendert aangekoppeld. Autoverkeer van de bestaande wijk Liendert krijgt echter geen verbinding met de Hogeweg omdat dit sluipverkeer door de wijk zou genereren. Wel ontstaat een hoogwaardige route voor fietsers en voetgangers in de verbinding van Wiekslag en Operaweg. Als ontmoetingspunt tussen de wijken kan de Buurtas zich ontwikkelen als publieke ruimte met voorzieningcentrum en zo ook de wijkeconomie versterken. De buurtas wordt langs de westzijde architecturaal begeleid door een wand van woningen dwars op de Hogeweg. Deze wand krijgt levendige plinten en staat als een poort dicht op de Hogeweg. De knik in de Hogeweg ter plaatse van de Buurtas is aanleiding voor een architecturaal accent in de vorm van een woontoren. Ook de brug van de Buurtas verdient een hoogwaardige architecturale uitwerking om bij te dragen tot de allure van de stadsentree. Sportcluster aan Buurtas en Waterwingebied De locatie tussen Buurtas, Waterwingebied, Hogeweg en flats aan de Spreeuwenstraat is erg geschikt voor de sportcluster met zwembad en sporthal. De locatie ligt prominent bij de entree van de stad en is goed bereikbaar voor auto’s, fietsers en openbaar vervoer via het ongelijkvloers kruispunt Hogeweg-Buurtas. De parking, die onder het sportgebouw ligt, kan eventueel dienst doen als stadsrandparking, in combinatie met een frequente busverbinding met het centrum.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Het stedenbouwkundig concept van De Groene Poort
Mogelijke uitwerking van het stedenbouwkundig concept van De Groene Poort
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
De sportcluster vormt een motor in de ontwikkeling van een voorzieningencentrum rond het thema wellness en lifestyle2. Deze functies versterken de stedelijke uitstraling en levendigheid van de Buurtas. Een plein aan de entree van het zwembad geeft de Buurtas een aangenaam verblijfsklimaat en langs het zwembad verbindt een parkachtig landschap de buurtas met het Waterwingebied. Het zwembad heeft ook de potentie het Waterwingebied te activeren en beter toegankelijk te maken voor wandelaars uit heel de stad. In de architectuur van het zwembad kan een ecoduct geïntegreerd worden die een verbinding legt met het Hydron terrein aan de overzijde van de weg. Deze verbinding is een sterke stimulans om het Hydron terrein te betrekken in een ontwikkeling van een ecologie- en recreatiepark rond het thema water. In de financiële berekeningen is met een dergelijk ecoduct geen rekening gehouden. De architectuur van het zwembad dient spraakmakend te zijn en zich sterk te profileren naar de Hogeweg. De zijde naar het Waterwingebied kan terughoudender en inspelen op ecologische thema’s bv. door een vegetatiedak/wand. Een belangrijk aandachtspunt bij de architecturale uitwerking is het uitzicht en de bezonning van de flats aan de Spreeuwenstraat. De modeluitwerking suggereert daarvoor een groenstrip van minimaal 20 m. tussen de flats en het sportgebouw. Om de schaal van het gebouw te breken stelt de type-uitwerking een architectuur voor van verschillende volumes op een lagere plint. De architectuur en selectie van een architect voor de sportcluster is echter later te bepalen. Groene Boulevard Tussen de Buurtas en het plandeel aan het Valleikanaal krijgt de Hogeweg een symmetrisch profiel met een drietal forse bomenrijen langs beide zijden van de weg en eventueel nog een bomenrij in de middenberm. De bomen zijn beeldbepalend voor de identiteit van dit straatprofiel, zoals aan het Lange Voorhout in Den Haag. Waarschijnlijk kan een groot deel van de bestaande bomen behouden worden en kunnen nieuwe bomen worden toegevoegd. Langs de buitenzijde van dit profiel komt een laagbouw woonmilieu met hun adres langs een parallelweg van de Hogeweg. Daardoor wordt de Hogeweg ook een woonstraat. De Hogeweg kan niet ingesloten worden door hoge straatwanden omdat dit slecht is voor de luchtkwaliteit. Door laagbouw langs de groene boulevard wordt de relatie gelegd met de villa’s langs de Hogeweg tussen Valleikanaal en centrum. Zijde Liendert Ten noorden van de groene boulevard ligt in plandeel Liendert een hoofdzakelijk laagbouwmilieu met een groot deel eengezinswoningen, speelveldjes en groen voor de buurt. De hoofdontsluiting loopt in een lus om de woningen heen en wordt via de buurtas gekoppeld aan de Hogeweg. Tussen de woningen zijn doorsteken met autovrije speelpleintjes, buurtgroen en fietsroutes die Liendert verbinden met de Hogeweg. Langs de Zwaluwenstraat, tussen de bestaande en nieuwe wijk ligt een doorlopende groen- en recreatiestrip als ontmoetingsruimte tussen de bestaande en de nieuwe buurt. Deze groenstrip verbindt het Waterwingebied met het Valleikanaal. De concrete invulling van de verkaveling, de uitwerking van de straatprofielen en de keuze van de type woningen is bij verdere uitwerking te bepalen. Zijde Schuilenburg Ook ten zuiden van de Hogeweg bevindt zich een hoofdzakelijk laagbouwmilieu met een groot deel eengezinswoningen. De bestaande wegenstructuur van de wijk wordt doorgetrokken tot aan een parallelweg met de Hogeweg, waardoor drie overmaatse bouwblokken ontstaan, met daarbinnen ook bestaande woningen. Door de overmaat in de bouwblokken is er binnen elk blok plaats voor wandelpaden, buurtpleintjes en speelplekken. In het middelste blok is plaats voor een groter groen buurtplein als 2
Rapport, ‘Voorzieningen in de Hogewegzone’, BRO
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
ontmoetingsplek tussen de bestaande en de nieuwe buurtdelen. De exacte indeling en verkaveling binnen de bouwblokken en de vormgeving van de openbare ruimte is nader te bepalen. Valleikanaal Het knooppunt tussen Hogeweg en Ringweg vraagt om markante bebouwing. In aansluiting bij de ecologische oevers van het Valleikanaal is er plaats voor een stedelijk, recreatief plein met een speelse compositie van slanke woontorens. Het plein kan in niveauverschillen worden aangelegd en met een markante fiets of voetgangersbrug de Hogeweg oversteken. Onder het plein wordt geparkeerd. De compositie van torens vormt een landmark bij het binnen- en buitenrijden van de stad. De architectuur van de torens, het totale aantal, de exacte plaatsing en hoogtes zijn onderwerp van verdere uitwerking. Ook de inrichting van het plein en de ecologische oevers zijn onderwerp van verder uitwerking. Stadsentree met allure Het zwembad, de bebouwingswand met toren aan de Buurtas en de torencompositie aan het Valleikanaal vormen de landmarks langs de Hogeweg. De laagbouw van de plandelen Liendert en Rustenburg zorgt voor het nodige contrast. Het groene karakter van het profiel met meerdere bomenrijen geven de Hogeweg karakter. Het model concentreert de stedelijkheid langs nieuwe publieke ruimtes dwars op de Hogeweg, waardoor de buurten sterker met elkaar worden verweven.
3.3
Het Stadspark Stedenbouwkundig concept Het bloembladmodel dat aan de basis lag van de naoorlogse stadsuitbreiding van Amersfoort voorzag in groenzones tussen de wijken en rond de hoofdwegen. Dit stedenbouwkundig basisidee wordt in dit model vertaald in een nieuw stedelijk park langs de stadsentree. Het park voorziet in recreatieve voorzieningen, sport en spel, voor jongeren in de wijk en de stad. Er is ook plaats voorzien voor het zwembad en de sporthal die het park activeren. Door deze invulling is het park complementair aan het Waterwingebied, dat eerder een rustig, ecologisch karakter heeft. De landschappelijke inrichting en het specifieke programma voor het park zijn in de uitwerking nog nader te bepalen. Net als in de Groene Poort wordt in dit model de Operaweg over de Hogeweg doorgetrokken en de Hogeweg verdiept. Hogeweg en Operaweg kruisen zo ongelijkvloers en blijven met parallelwegen met elkaar verbonden. Hierdoor ontstaat een vlottere doorstroming op de Hogeweg en is de Hogeweg beter oversteekbaar voor de wijken. Zo is ook het park goed toegankelijk vanuit Schuilenburg en is het projectgebied in Liendert te ontsluiten zonder het verkeer door de bestaande wijk te voeren. Woonwijk Liendert De wijk Liendert krijgt een nieuw gezicht aan het park door een strip nieuwbouw die de uitstraling van de wijk naar de Hogeweg verbetert. De strip ligt tussen de Zwaluwstraat en een nieuwe ontsluitingsweg langs de rand met het park. De woningen worden ontsloten door deze nieuwe weg die aansluit op de verlengde Operaweg. Zo komt er geen extra verkeer door de bestaande wijk en ontstaat er geen sluipverkeer omdat de nieuwe weg niet aansluit op de bestaande wijk voor autoverkeer. Voor voetgangers en fietsers krijgt Liendert wel een goede verbinding met het nieuwe park door in de woningstrip doorsteken en doorzichten te voorzien in het verlengde van de straten van de wijk.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Het stedenbouwkundig concept van het Stadspark
Mogelijke uitwerking van het stedenbouwkundig concept van het Stadspark
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
De strip nieuwbouw bestaat uit bijzondere woningtypes: de breedte van de strip is te beperkt voor een conventioneel bouwblok van rijwoningen met tuinen. Ook is het vereist dat de strip zowel adressen heeft langs de parkzijde als aan de zwaluwstraat, zodat de nieuwbouw niet met zijn rug naar de wijk gaat staan, maar juist van de Zwaluwstraat een volwaardige tweezijdige woonstraat maakt. De strip dient ook een representatieve gevel naar het park te hebben met voldoende hoogte en stedenbouwkundige samenhang. Daartoe is de strip ook voor de flats van de Spreeuwenstraat doorgezet. Samen met de flats vormt de nieuwbouw een open bouwblok, waar een binnenhof een nieuw uitzicht biedt voor de bestaande flats. Ook met de bezonning van de bestaande woningen wordt rekening gehouden. Op markante plekken in de strip zijn hoogteaccenten van meergezinswoningen gepland. De meest uitgesproken zijn een toren aan het Valleikanaal en een torenduo aan het Waterwingebied. Deze markeren het begin en einde van de parkstrip en de overgang naar bv. het Waterwingebied. In de plinten van de torens kunnen voorzieningen worden opgenomen. Woonwijk Schuilenburg Het stedenbouwkundig concept voor Schuilenburg is gelijkaardig aan dat van het andere model: een laagbouwmilieu dat aansluit op de wijkinfrastructuur met groen en speelpleintjes op buurtniveau. Wel is er iets meer ruimte gereserveerd tussen de Hogeweg en de woningbouw om het groen ook over de Hogeweg heen door te zetten. De woningen die aan de Operaweg grenzen krijgen een meer stedelijke uitstraling met voorzieningen in de plint, zodat de Operaweg, net als het concept van de buurtas, een stedelijke straat wordt voor Schuilenburg. Ook aan de zijde van Schuilenburg markeert een toren het Valleikanaal, Deze vormt samen met de torens aan de Liendertzijde (aan Valleikanaal en Waterwingebied) een stedenbouwkundige compositie die de Ringweg, Hogeweg en het park markeren. Naast de toren ligt een markant woningblok, dat aansluit bij de wijk, maar zich verbijzondert aan het kanaal. De architecturale uitwerking van dit blok en de toren zijn, net als de verkaveling van de wijk, onderwerp voor verdere uitwerking. Zwembad aan het Valleikanaal Op de hoek Hogeweg-Valleikanaal staat de sportcluster. De entree ligt aan een stedelijk plein langs het ecologische landschap van het Valleikanaal, maar ook de zijde naar het park, de Hogeweg en Liendert dient aantrekkelijk te worden vormgegeven. Het zwembad ligt dicht bij de binnenstad en is goed bereikbaar voor fietsers en voetgangers langs een markante brug over de Hogeweg. Voor de auto wordt het zwembad ontsloten via de ongelijkvloerse kruising Hogeweg- Operaweg, langs de nieuwe randweg langs Liendert. Hierdoor genereert het geen extra verkeer door de bestaande woonwijk. De voorzieningen rond het thema wellness en lifestyle die het zwembad aantrekt kunnen grotendeels mee opgenomen worden in het zwembadvolume of de plint van de toren aan het Valleikanaal. De architectuur van het zwembad en de soort bijkomende voorzieningen zijn onderwerp van verdere uitwerking. Stadsentree met allure Het park is beeldbepalend voor de stadsentree en sluit aan bij het groene imago van de stad Amersfoort. De Hogeweg loopt door een asymmetrisch straatprofiel met een brede stedelijke parkzone aan de Liendertzijde en een smalle parkzone langs de Schuilenburgzijde. Centraal in het park staat het zwembad als blikvanger en torens markeren het Waterwingebied en het Valleikanaal. Beide wijken presenteren zich aan de Hogeweg met een nieuw front van hoogwaardige bebouwing. Een ambitieuze architectuur van de gebouwen en het landschap moeten de allure van de stadsentree bekrachtigen.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
3.4
Samenvattend De twee modellen onderscheiden zich sterk door hun basisuitgangspunten. Het is op deze hoofdlijnen dat een keuze tussen de modellen moet gemaakt worden. De invulling van deze hoofdlijnen is een verdiepingsslag die volgt in de verdere uitwerking.
De • • • •
kernthema’s van De Groene Poort zijn: De buurtas als voorzieningencentrum verbindt de wijken Liendert en Schuilenburg. Het zwembad versterkt de buurtas en vormt de entree tot het Waterwingebied. Een divers aanbod van woningen met een groot aandeel eengezinswoningen met tuin en een hoger woningbouwprogramma. Een gevarieerde opeenvolging van sferen en gebouwen bij de entree van de stad.
De kernthema’s van Het Stadspark zijn: • Een recreatief sportpark voor heel de stad en ook de jeugd uit de buurt. • Een zwembad met markante ligging aan park en Valleikanaal, dichter bij de binnenstad. • Een lagere dichtheid en een lager aantal eengezinswoningen met tuin. • Een entree voor de stad door het parklandschap, omrand door markante bebouwing.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
4.
Beoordeling en advies
4.1 Inleiding Na de beschrijving in het voorgaande hoofdstuk van de beide modellen zoals die door KCAP in samenspraak met de participatiegroep en de projectgroep zijn ontwikkeld, volgt in dit hoofdstuk een beoordeling van beide modellen. Dit gebeurt aan de hand van onderstaande criteria, die zijn opgesteld op basis van de ambities zoals beschreven in de Startnotitie: • Stedenbouw • Wonen • Voorzieningen (m.n. zwembad en sporthal) • Verkeer • Milieu • Beheer • Financiële haalbaarheid
4.2
Stedenbouw: de Hogeweg als stadsentree
4.2.1 Inleiding De opgave voor de Hogewegzone heeft een hybride karakter: er is een sterke relatie met de stadsvernieuwingsoperaties in de aanliggende AV-wijken Liendert en Schuilenburg én er is, gegeven de wijkoverstijgende programmaonderdelen als het zwembad en de verkeersafwikkeling op de Hogeweg, sprake van een bovenwijkse, stedelijke opgave. In de Startnotitie voor de Hogewegzone wordt daarom ingezet op een stadsentree met allure. Markante punten zoals de kruising Hogeweg / Valleikanaal en nabij het knooppunt A28 krijgen een extra accent. De ontwikkeling biedt kansen om de ruimtelijke relatie tussen Liendert en Rustenburg te versterken. Het programma van de Hogewegzone gaat uit van een stedelijk woonmilieu met een zo hoog mogelijke dichtheid. Daarmee wordt een belangrijk AV-uitgangspunt mogelijk: eerst vervangend bouwen, dan pas slopen! Dit uitgangspunt sluit tevens aan bij een stedelijk beleid, gericht op woninggroei in de bestaande stad. Met het stedelijke woonmilieu onderscheidt deze zone zich van de relatief kleinschaliger milieus van Liendert en Schuilenburg. Een goede inpassing en het creëren van een overgang is voorwaarde. De ambitie ten aanzien van de dichtheid stelt ook hoge eisen aan de inrichting van het openbaar gebied, de wijze van parkeren (inpandig) en groen- en speelvoorzieningen in de directe leefomgeving. De kwaliteit van de gebouwen zal hoog zijn. Het zwembad wordt een ‘blikvanger’ bij de entree van de stad, al dan niet gecombineerd met andere voorzieningen. Gebouwen op markante punten, zoals bij de kruising met het Valleikanaal kunnen door bijzondere architectuur een icoon worden voor het vernieuwende Amersfoort.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Beide stedenbouwkundige concepten met links De Groene Poort en rechts Het Stadspark.
4.2.2
Beoordeling
Stadsentree met allure
Relatie met aanliggende wijken en wijken onderling
De Groene Poort • Van oost naar west is er sprake van een zekere tweedeling; het zwembad met woontoren, verweven met het park als autonome gebouwen langs de Hogeweg; dan vanaf de onderdoorgang bij de Operaweg een klassiek symmetrisch boulevardprofiel dat weer wordt begrensd door de fietsbrug en woontorens bij het kanaal. • De onderdoorgang bij de Operaweg en de daarlangs gesitueerde, tot aan de Hogeweg doorgetrokken appartementblokken (en toren) markeren in principe een heldere entree van de stad (poort). Er is echter wel sprake van concurrentie met het zwembad en de woontoren op de rand van het waterwingebied die beiden op hun eigen manier de entree van de stad benadrukken. • De wanden langs de boulevard worden voor een groot deel gevormd door grondgebonden woningen. Deze woningen zullen voldoende massa moeten krijgen i.r.t. de zeer ruime maat van het straatprofiel om het karakter van een stedelijke boulevard waar te maken.
Het Stadspark • Dit model oogt als een hedendaagse invulling van het oorspronkelijke Amersfoortse ‘bloembladmodel’ waarbij groene stadsentrees de schil van naoorlogse bebouwing geleden. • Over de gehele lengte is in aanleg sprake van één samenhangend asymmetrisch profiel; aan de Liendertzijde de parkzone met gebouwde markeringen bij de overgang Waterwingebied en het kanaal; een laagbouwwand op de grens met de bestaande bebouwing van Liendert; aan de Schuilenburgzijde een op de Hogeweg georiënteerde wand van overwegend grondgebonden woningen. • De woontorens bij het waterwingebied markeren, samen met de groene setting van het bestaande en nieuwe park, eenduidig de entree van de stad. • De uit oogpunt van verkeersdoorstroming toegevoegde ongelijkvloerse kruising Operaweg doorbreekt de beleving van samenhang / continuïteit van het model enigszins. De ruimtelijke inpassing van het knooppunt, nu deels gelegen in de parkzone, is minder helder dan bij de Groene Poort. • De begrenzing van de parkzone aan de Liendertzijde is met het vervangen van de oorspronkelijk ontworpen appartementenblokken door lagere eengezinswoningen minder sterk. Het park, maar ook de stadsentree, oogt minder stedelijk.
• Aanhaking aan Schuilenburg is groot. De wijkstructuur wordt doorgezet in de Hogewegzone. • Aan Liendertzijde is er een scherpere scheiding tussen bestaand en nieuw, gemarkeerd door de groene bufferzone, maar ook als gevolg van de verkeerskundige loskoppeling van de bestaande wijk. • Het bestaansrecht van de doorgetrokken Operaweg naar Liendert wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit en levendigheid van het centraal gelegen
• Aan Schuilenburgzijde is dit model vergelijkbaar met de Groene Poort. • Aan de kant van Liendert sluit de nieuwe woonbebouwing aan op de bestaande bebouwingsstructuur en vormt zo een nieuwe wand. Door de verkeerskundige ontkoppeling wordt de samenhang tussen bestaand en nieuw echter verzwakt. • De nieuwe woningen ter hoogte van het zwembad vragen aandacht i.v.m. uitzicht. • De doorgetrokken Operaweg maakt de nieuwe groene sport- en spelzone en het zwembad goed bereikbaar vanuit
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
voorzieningenplein, waaraan o.a. het zwembad wordt gekoppeld. Een voldoende aantrekkelijk publiek gericht programma is voorwaarde voor het functioneren. Afstemming op het programma voor het Operaplein is noodzakelijk.
Schuilenburg. Uit oogpunt van sociale veiligheid verdient de doorsteek door het park aandacht.
4.2.3 Samenvattend De modellen geven op duidelijk verschillende wijze invulling aan het begrip ‘stadsentree met allure’. Het grootste onderscheid is zichtbaar aan de Liendertse kant; een parkzone met stedelijke uitstraling en enkele markante gebouwen of een uitbreiding van Liendert met een stedelijk (laagbouw)milieu. Voor beide modellen geldt dat het eindresultaat / de ambitie wordt bepaald door een zorgvuldige afstemming van het ruimtelijk concept op de programmatische mogelijkheden. In de Groene Poort zijn de kritische factoren m.n. het laagbouwprogramma langs de boulevard en het programma voor het centrale voorzieningenplein. In het Stadspark zijn de begrenzing van de parkzone (laagbouw) en de verdere uitwerking van de ontsluiting en ongelijkvloerse kruising Operaweg belangrijke aandachtspunten. Het zwembad neemt in beide gevallen een prominente plaats in als markering van de entree van de stad (Groene Poort) of als markering van een belangrijke stedelijke knoop (Stadspark). In alle gevallen vereist de positionering een alzijdige hoge architectonische kwaliteit.
4.3
Wonen 4.3.1 Inleiding In de Startnotitie is aangegeven dat voor de Hogeweg wordt ingezet op een Stadsentree met allure en een hoogwaardige stedelijke vormgeving. Gestreefd wordt naar een stedelijk woonmilieu met een zo hoog mogelijke dichtheid. De Hogewegzone moet ook oplossend vermogen bieden voor de Amersfoort Vernieuwt ontwikkelingen in de aangrenzende wijken Liendert en Schuilenburg en passen binnen het stadsbrede woningbouwprogramma. In de ontwikkelingsplannen staan de ontwikkelrichtingen beschreven voor deze wijken.
4.3.2 Wat willen we bereiken Voor de Hogewegzone zijn op het gebied van wonen de volgende doelstellingen: • Een grotere differentiatie van het woningaanbod. Dat betekent meer variatie in het woningaanbod voor wat betreft huur / koop, grootte, grondgebonden / gestapeld, specifieke doelgroepen. • Doorstroming op wijkniveau mogelijk maken en maatschappelijke stijgers behouden voor de wijk. • Eerst bouwen, dan slopen. • Doelgroepen zijn ouderen, gezinnen met kinderen en startende kopers. Dit betekent een afname van de huurvoorraad, een toename van het aantal goedkope en middeldure koopwoningen en een toename van grondgebonden woningen (koop en huur). • Toename van het aantal woningen dat geschikt is voor ouderen. We willen er voor zorgen dat mensen zolang mogelijk in hun eigen woning en woonomgeving kunnen blijven wonen. De fysieke en sociale infrastructuur willen we dusdanig verbeteren waardoor iedereen –jong en oud- aan de samenleving kan deelnemen. Aangesloten wordt op de bestaande woonservice afspraken. Vooral de woningen dicht bij de te realiseren woonservicezone Operaplein en omstreken moeten zorggeschikt zijn. Dit geldt wellicht ook voor de nabijheid van “de Liendert” aan de noordzijde. • Wonen is niet alleen het huis waarin je woont, het gaat ook over de omgeving. Met de ontwikkeling van de Hogeweg genereren we ook een kwaliteitsimpuls voor de openbare ruimte, in het bijzonder op bijzondere centraal gelegen plekken en zones. Tegelijkertijd beter benutten van de plekken die al kwaliteit hebben.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
4.3.3
Beoordeling De Groene Poort
Aantal
• • • •
Van 800 tot 870 woningen. De behoefte ligt bij het hogere aantal Het aantal meergezinswoningen varieert van 580 tot 650. Het aantal grondgebonden woningen is ca. 220.
Het Stadspark • • • • •
Woningdifferentiatie •
•
• • •
Woonmilieu
•
•
•
•
•
Fasering
•
Ruim 25% van het aantal woningen is een grondgebonden woning (uitgaande van het gemiddelde aantal meergezinswoningen). Programma sluit goed aan bij de ontwikkelrichtingen zoals genoemd in de Woonvisie en het Woningbouwprogramma Amersfoort Vernieuwt (meer differentiatie gewenst door meer eengezins- en koopwoningen) . Biedt kansen voor ‘stijgers’ in diverse segmenten en voor herhuisvesting. De verhouding grondgebonden / meergezinswoningen is redelijk goed. Het model biedt uitstekende mogelijkheden om ook voor herhuisvesting een perspectief te bieden. Het idee van eerst bouwen dan slopen geeft in dit model volop mogelijkheden. Zowel aan noord- als zuidzijde is in het middengebied een mix voorzien van grondgebonden en gestapelde bouw: stedelijk maar kleinschalig. Een goed woonmilieu waarin kleine plekken voor spelen e.d. kunnen worden opgenomen. Een goede aanvulling op de bestaande wijk. De inrichting van de buitenruimte met een klein groen plein (zijde Schuilenburg) is positief. De torenvormige gebouwen langs het Valleikanaal zorgt voor woningen met veel licht en uitzicht. De oever langs het Valleikanaal biedt een aantrekkelijk verblijfsgebied. De beide bouwblokken in het verlengde van de Operaweg zijn een kritische factor (lange blokken). Bij verdere ontwikkeling vergen deze extra aandacht (leefbaarheid). Het stedelijk plein nabij het zwembad vraagt aandacht bij de ontwikkeling. Het plein dient te zorgen voor levendigheid dat past bij een woonfunctie en de voorzieningen in de plint van het gebouw.
•
Waar ook wordt gestart in dit project, er zal altijd een mix van grondgebonden/meergezins, koop/huur worden gebouwd waardoor nieuwe bewoners voldoende keuzemogelijkheden hebben. De
•
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
•
• • •
•
•
•
•
•
Van 660 tot van 720 woningen. De behoefte ligt bij het hogere aantal. Het lagere aantal zal leiden tot verdichting elders in de stad. Het aantal meergezinswoningen varieert van 480 tot 540. Het aantal grondgebonden woningen is ruim 180. Ruim 25% van het aantal woningen is een grondgebonden woning. Programma sluit goed aan bij de ontwikkelrichtingen zoals genoemd in de Woonvisie en het Woningbouwprogramma Amersfoort Vernieuwt (meer differentiatie gewenst door meer eengezins- en koopwoningen). Biedt kansen voor ‘stijgers’ in diverse segmenten en voor herhuisvesting. De verhouding grondgebonden / meergezinswoningen is redelijk goed. Dit model bevat minder woningen dan in de Groene Poort. Aan de zijde van Liendert biedt dit model minder perspectief voor herhuisvestingmogelijkheden van bewoners van te slopen woningen. Het idee van eerst bouwen, dan slopen heeft met dit model minder effect. Vooral aan de zuidzijde is in het middengebied een mix voorzien van grondgebonden en gestapelde bouw: stedelijk maar kleinschalig. Een goed woonmilieu waarin plekken voor spelen e.d. kunnen worden opgenomen. Aan de zijde van Liendert wel erg veel groen, iets dat die wijk ook al typeert. De inrichting van de buitenruimte met een klein groen plein (zijde Schuilenburg) is positief. De invulling en bestemming van het park aan de noordzijde is erg bepalend voor de kwaliteit van het gebied. Goede sociale controle is vereist. Voor het parkgevoel is het jammer dat de ontsluitingsweg het gebied totaal doorkruist. Een deel van de woningen langs Liendert heeft vrij uitzicht en goede bezonning, een ander deel ligt echter naast (achter) het zwembad. De opzet van het blok met meergezinswoningen nabij het Valleikanaal (Schuilenburg zijde), met een gesloten binnengebied is minder positief. De gebruikswaarde is gering door gebrek aan privacy, lawaaigevoelig en veel schaduwwerking. Nieuwe bewoners hebben redelijke keuzemogelijkheden (grondgebonden/meergezins, koop/huur). De fasering in dit model biedt redelijke kansen.
Afzetbaarheid
•
fasering in dit model biedt volop kansen. De grote hoeveelheid appartementen maakt dat de afzet moeizaam kan verlopen. Er zal aandacht moeten zijn om voortdurend een gedifferentieerd aanbod in de markt te zetten.
•
Zie de opmerking hiernaast.
4.3.4 Samenvattend Beide modellen geven voor wat betreft de differentiatie voldoende mogelijkheden voor ’stijgers’ uit de wijk en voor herhuisvesting. Een belangrijke wens vanuit de wijken is toevoeging van grondgebonden woningen. De Groene Poort scoort hier beter op. Dit model biedt door het hogere aantal woningen ook meer mogelijkheden om bewoners van de beide aangrenzende wijken perspectief te bieden. De Groene Poort biedt daardoor meer ruimte voor eerst bouwen en dan slopen. Bij het Stadspark zal elders in de stad compensatie moeten worden gevonden voor het lagere aantal eenheden. De Groene Poort verdient vanuit wonen een duidelijke voorkeur omdat het op meerdere terreinen beter aansluit bij de vraag / behoefte en de doelen die we willen bereiken.
4.4
Voorzieningen 4.4.1 Inleiding Amersfoort Vernieuwt staat voor samen werken aan het opknappen van de wijken Randenbroek-Schuilenburg, Liendert-Rustenburg en het gebied rondom de Hogeweg. Het gaat daarbij om veel meer dan het toevoegen of vervangen van woningen en de woonomgeving. De aanpak richt zich ook op samenleven, werken, leefbaarheid en de daarbij behorende voorzieningen. Ingrediënten voor een vitale wijk, waar bewoners prettig leven. Wijken verschillen van elkaar op het punt van de bevolkingssamenstelling. Die samenstelling bepaalt in hoge mate de vraag naar voorzieningen. Factoren als demografische opbouw en sociaaleconomische samenstelling zijn van invloed. De met Amersfoort Vernieuwt gepaarde veranderingen in het draagvlak (omvang, leeftijdsopbouw, inkomenssituatie e.d.) vragen om een herbezinning op het programma aan commerciële en maatschappelijke voorzieningen. In dat kader is door het bureau BRO een rapport opgesteld omvattende de visie op de wenselijke voorzieningenstructuur (BRO, Amersfoort, Commerciële en maatschappelijke voorzieningen in Liendert, Randenbroek, Rustenburg en Schuilenburg, 1 december 2006). Het vormt een onderlegger voor de op te stellen ontwikkelingsplannen. Voor de Hogewegzone wordt een voorzieningencluster met een stedelijke functie en uitstraling naar de omliggende wijken (wijkoverstijgende bovenlokale verzorgingsfunctie) voorzien. Sport Centraal bij de ontwikkeling van de Hogewegzone staat de komst van het nieuwe stedelijke zwembad, waartoe de gemeenteraad juni 2005 heeft besloten. Dit ter vervanging van het verouderde sportfondsenbad. Amersfoort is een zwemstad en de verschillende clubs spelen op het hoogste niveau. De ambitie is er om wedstrijden op Europees niveau te kunnen organiseren voor wedstrijdzwemmen, waterpolo en schoonspringen. Destijds is onder meer voor de Hogeweg gekozen, omdat voor een samenhangend en kwalitatief stedelijk functioneren het van belang is om publieksaantrekkende stedelijke voorzieningen zo centraal mogelijk te situeren. Vooral als ze ook een sociale en gezondheidsbevorderende functie hebben. In die zin is een stedelijk zwembad vergelijkbaar met bijvoorbeeld stedelijke culturele voorzieningen. In Amersfoort Vernieuwt is als belangrijk aandachtspunt opgenomen dat de herstructurering van de Hogewegzone moet leiden tot nieuwe economische activiteiten en kansen.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Het programma van het zwembad aan de Hogeweg zal bestaan uit een 50-meter bad, een 25 meter bad met duikkuil en 5 meter springplatform en een trainings/instructiebad tevens doelgroepenbad. Doelgroepen zijn bijvoorbeeld senioren, gehandicapten, vrouwen, zwangerschaps- en babyzwemmen. In het plangebied bevindt zich de verouderde sporthal Schuilenburg. Omdat een dergelijke sportvoorziening belangrijk is voor het gebied, ligt het voor de hand om in de nieuwe situatie het zwembad en de sporthal te combineren. Met de komst van dit sportcomplex en de goede bereikbaarheid liggen in de Hogewegzone uitstekende kansen voor de ontwikkeling van een cluster van sport en aanverwante voorzieningen binnen het thema wellness en lifestyle: • Sport & gezondheid: enerzijds zorgverlening, zoals fysiotherapie, diëtiste, sportmassage, anderzijds om sportactiviteiten (een fitnesscenter is een interessante aanvulling op het zwembad en de sporthal). • Beauty & care: luxe op het vlak van schoonheid en verzorging, zoals een schoonheidssalon, zonnestudio, pedicure, nagelstudio, kapsalon, diëtiste, figuurcorrecties, kleurconsulenten, schoonheidsinstituten etc. • Ontspannen, relaxen, onthaasten: denk aan ontspanningstherapie, massages, stiltecentrum, sauna/thermen, Turks bad en aromatherapie. In aanvulling hierop zullen andere functies zoals kinderopvang en horeca onderdeel kunnen uitmaken van het programma. Voor detailhandel geldt dat het hoogstens om enkele tientallen meters kan gaan, met een assortiment dat past bij het thema, zoals zwemkleding, beautyproducten, gezondheidspreparaten e.d. Voor nieuwe detailhandel met een wijkverzorgende functie (zoals een supermarkt) of wijkoverstijgende functie (grootschalige detailhandel) is in de Hogewegzone geen plaats. Deze voorzieningen kunnen ten slotte een stimulans zijn voor de wijkeconomie. Wijkeconomie is zowel een middel als een doel. Het vergroten van de werkgelegenheid is een doel op zich, maar draagt ook bij aan andere sociaal-maatschappelijke doelstellingen. Een vitale wijkeconomie is een belangrijke stimulans voor revitalisering van de wijken. Kenmerken van wijkeconomie zijn menging van wonen en werken, kleinschaligheid en specialisme. De Hogewegzone kan ruimte bieden aan lokale, startende ondernemers (plinten), maar dit is in belangrijke mate afhankelijk van particuliere initiatieven. De fysieke samenhang van deze voorzieningen in de Hogewegzone heeft verschillende voordelen. Zoals meervoudig ruimtegebruik, er ontstaat ruimte voor faciliteiten die in een solitaire situatie niet haalbaar zijn, handig voor de klant, de ketensamenwerking wordt vergemakkelijkt. Daarnaast biedt het bundelen de mogelijkheid om iets van allure te realiseren. Juist de uitstraling die deze ontwikkeling in de Hogewegzone kan hebben voor de omliggende wijken is een belangrijk aspect. Enerzijds profiteren deze wijken mee van het positieve beeld dat van de Hogewegzone ontstaat, anderzijds kunnen inwoners uit de wijken profiteren van het uitgebreide aanbod. Hieronder wordt in beide modellen aangegeven waar voorzieningen mogelijk zijn.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Voorzieningen bij De Groene Poort
Gebouwde voorzieningen Voorzieningen in de openbare ruimte Mogelijke speelplekken
Voorzieningen bij Het Stadspark Hostel voor drugsverslaafden De raad heeft op 22 april 2008 de locatie Hogeweg 120 aangewezen als een definitieve locatie voor een hostel voor drugverslaafden. Er zal een tijdelijke voorziening worden gerealiseerd op het weitje naast het perceel Hogeweg 116. De permanente hostel zal meegenomen worden in de totale gebiedsontwikkeling van de Hogeweg. Hierover zullen nog concrete afspraken worden gemaakt met de Alliantie. In de bijlage is het zoekgebied voor beide modellen opgenomen. Ruimtelijke Programma van Eisen van het hostel: De hostel heeft een minimale vloeroppervlakte van 1.125 m2 (mag in maximaal 2 lagen) Een gezamenlijke buitenruimte van ongeveer 80 m2, enigszins afgeschermd Drie parkeerplaatsen voor personeel.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
4.4.2
Beoordeling De Groene Poort
Het Stadspark
Zichtbaarheid / • Door de ligging aan het voorzieningenplein en aan de doorgetrokken Operaweg is het herkenbaarheid
• Prominente ligging in de stad zorgt voor hoge ambities t.a.v. ruimtelijke en architectonische kwaliteit.
Bereikbaarheid / ontsluiting
• Door de fietsroute over de Hogeweg is de fietsbereikbaarheid goed. Voor de auto zijn nog varianten denkbaar. Duidelijk is dat het autoverkeer niet door Liendert kan. • Hier ligt het zwembad dichterbij de binnenstad. • Zwembad is hier onderdeel van de parkstrook én van de Valleikanaalzone. • Zwembad is hier onderdeel van de parkstrook én van de Valleikanaalzone. • De mogelijke locaties voor voorzieningen liggen erg verspreid
Onderdeel uitmakend van de stad Locatie / ligging
Bouwlogistiek
zwembad goed zichtbaar / herkenbaar vanuit beide aanliggende wijken. • Bereikbaarheid voor fietsers en auto’s is goed.
• Het zwembad ligt meer tussen de wijken (door de aansluiting op de Operaweg) en is rechtstreeks bereikbaar vanaf de snelweg en de Hogeweg. • Het zwembad is hier het eerste gebouw dat men bij de entree vanaf de A28 ziet. Het moet qua uitstraling / architectuur de toon zetten voor de kwaliteit van de stadsentree. • Het zwembad kan, op juiste wijze geïntegreerd, tevens een verrijking zijn van het Waterwingebied. • De locaties voor voorzieningen zijn meer geconcentreerd. • De ligging van het zwembad maakt dit een meer autonome ontwikkeling. Wat gunstig werkt voor de bouwlogistiek, waardoor het zwembad sneller en gemakkelijker gerealiseerd kan worden.
4.4.3 Samenvattend De Groene Poort kenmerkt zich door de verbinding van de wijken door de doorgetrokken Operaweg, waaraan de voorzieningen gesitueerd zijn. Hierdoor ontstaat een voorzieningenas voor en door beide wijken. Ontsluiting van het zwembad voor autoverkeer is direct vanaf de Hogeweg/Operaweg gesitueerd. Door het zwembad op een zorgvuldige wijze te ontwerpen, kan het een verrijking van het waterwingebied opleveren. De ligging in het plangebied maakt vanuit faseringsoptiek een meer autonome ontwikkeling mogelijk. Het Stadspark kenmerkt zich door een voorzieningencluster aan de Liendertkant van het plangebied aan het Valleikanaal. Het zwembad ligt hier dichter bij de binnenstad, is onderdeel van de Valleikanaalzone en de groenzone in het plangebied en is meer onderdeel van Liendert, dan van beide wijken. Ontsluiting van het zwembad door autoverkeer is eveneens direct vanaf de Hogeweg/Operaweg gesitueerd, maar loopt wel langs de nieuwe groenstrook. Qua locatie voor het zwembad en aanverwante voorzieningen is er een voorkeur voor De Groene Poort ten opzichte van Het Stadspark. Dit komt vooral door de ligging aan het voorzieningenplein en aan de doorgetrokken Operaweg.
4.5
Verkeer en ontsluiting 4.5.1 Inleiding De Hogeweg is een van de belangrijkste toegangswegen naar het centrumgebied van Amersfoort. Dit maakt een optimale doorstroming uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling. De opgave is een efficiënt verkeer- en vervoerssysteem in te richten voor alle modaliteiten (auto, openbaar vervoer, fiets).
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Bij onderstaande beoordeling is gelet op de ontsluiting van het zwembad en de woningen, de Hogeweg, de belasting van de bestaande wijken en het parkeren.
De verkeersontsluiting voor De Groene Poort (links) en B (rechts)
4.5.2
Beoordeling De Groene Poort
Zwembad: • Ontsluiting langzaam verkeer
•
• Ontsluiting openbaar vervoer
•
• Ontsluiting autoverkeer
•
Hogeweg: • Doorstroming auto •
• Doorstroming bus
•
• Oversteekbaarheid •
Bestaande wijken • Belasting bestaande wijkwegen en woonstraten
•
Het Stadspark
Is goed en veilig te bereiken vanuit • alle richtingen. Zwembad is iets beter vanuit noordelijke wijken te bereiken. • Bus kan boven bij aansluiting Operaweg halteren. Hogeweg kan dan ongelijkvloers overgestoken worden. • Loopafstand ong. 100 meter. Direct op Hogeweg aangesloten via ongelijkvloerse kruising. Ongehinderde afwikkeling van/naar het zwembad.
Is goed en veilig te bereiken vanuit alle richtingen. Zwembad is iets beter vanuit het centrum te bereiken. Zie opmerking hiernaast. Loopafstand ong. 250 meter. Zie opmerking hiernaast.
Doorstroming op de Hogeweg verbetert ten opzichte van de autonome ontwikkeling door het opheffen van het kruispunt met verkeerslichten bij de Operaweg. Aandacht voor ontwerp weefvak tussen Operaweg en toerit A28. Doorstroming verbetert door het opheffen van het kruispunt met verkeerslichten bij de Operaweg. Op het traject kan waarschijnlijk volstaan worden met alleen prioriteitsingrepen bij de verkeerslichten om doorstroming bus te waarborgen. Verbetering oversteekbaarheid door ongelijkvloerse verbinding bij Valleikanaal en bij de belangrijke oversteek ter hoogte van de Operaweg.
•
Zie opmerking hiernaast.
•
Zie opmerking hiernaast.
•
Zie opmerking hiernaast.
Veel van het extra verkeer als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen belast wijkwegen niet en wordt rechtstreeks ontsloten op de Hogeweg. De Operaweg wordt echter aantrekkelijker voor sluipverkeer, hier moeten maatregelen genomen worden om dit tegen te gaan.
•
Zie opmerking hiernaast.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Nieuwe buurten • Interne autoontsluiting
•
• Parkeren3
•
• Langzaam verkeer •
• Openbaar vervoer
•
Goede interne ontsluiting, nauwelijks gebruik bestaande wegen nodig. Aandacht voor conflict tussen op- en afritten en interne ontsluiting. Gebouwde parkeervoorzieningen voor bewonersparkeren prima. Opgenomen is 1,6 pp voor bewoners (incl. 0,3 pp voor bezoekers op maaiveld), hierbij wordt rekening gehouden met dubbelgebruik van de parkeerplaatsen voor het zwembad (300 pp), het plan voldoet hiermee aan de geldende parkeernormen. Situatie in de buurten zelf is goed en de oversteek Hogeweg verbetert door ongelijkvloerse oversteek bij Operaweg. Alle woningen liggen binnen 400 meter loopafstand van een halte voor stads- en streekvervoer.
•
Zie opmerking hiernaast.
•
Zie opmerking hiernaast.
•
Zie opmerking hiernaast.
•
Zie opmerking hiernaast.
4.5.3 Samenvattend Verkeerskundig gezien scoren beide modellen prima. Omdat beide modellen verkeerskundig nagenoeg gelijkwaardig zijn is er dan ook geen voorkeur te geven. Belangrijke aandachtspunten bij de verdere uitwerking van de plannen zijn: gebruik van ongelijkvloerse oversteek bij Valleikanaal door fietsers, het ontwerp van het weefvak op de Hogeweg tussen Operaweg en toerit A28, het functioneren van het kruispunt bij de Ringwegen, de parkeersituatie in relatie tot de nieuwe parkeernormen en het eventuele dubbelgebruik met het parkeren voor het zwembad en eventuele andere voorzieningen.
4.6
Milieu 4.6.1 Geluid De omliggende verkeerswegen, zoals de Hogeweg, de Rijksweg A28 en de Ringweg Kruiskamp – Randenbroek, zijn maatgevend voor de invulling van de geluidsgevoelige bestemmingen (zoals wonen). Daarnaast speelt ook de locatie van het zwembad een belangrijke rol. In onderstaande tabellen zijn in hoofdlijnen de onderlinge verschillen weergegeven. De Groene Poort
•
Haalbaarheid grenswaarden
• • • •
Grenswaarden mogelijk bij een aantal woningen niet haalbaar Aantal ontheffingen hoge geluidsbelasting hoger Verminderde verblijfskwaliteit wegzijde Liendert Dove gevels wellicht nodig.
Het Stadspark •
• • •
Grenswaarden met ontheffing in Liendert goed haalbaar/in Schuilenburg mogelijk niet Aantal ontheffingen hoge geluidsbelasting lager Redelijke verblijfskwaliteit wegzijde Liendert Weinig beperking gevel woningen zijde Liendert
•
Volkshuisvestelijk
•
Zuidelijke oriëntatie woningen Liendert op korte afstand Hogeweg ongunstig
•
Zuidelijke oriëntatie woningen Liendert op grote afstand Hogeweg gunstiger
•
Aantal blootgestelden hoge geluidsbelasting
•
Hoger
•
Lager
•
Bouwafstandbeperking •
Mogelijk bij meerdere woontorens
•
Mogelijk bij 1 woontoren
•
Bouwhoogtebeperking
•
Invloed rijksweg A28 minder beperkend
•
Invloed rijksweg A28 beperkend
•
Zwembad
•
Afhankelijk van ontwerp
•
Afhankelijk van ontwerp
3
De toekomstige parkeernorm is nog in discussie, uitgangspunt bij beoordeling is geldende parkeernorm, de nieuwe gemeentelijke conceptnormen zijn hoger dan de huidige.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Bij Het Stadspark zijn de woningen aan de Liendertzijde met de op het zuiden georiënteerde gevel zoveel mogelijk optimaal gunstig op grote afstand gelokaliseerd van de Hogeweg. Dit is de meest kwetsbare zijde, omdat dit de zonkant van de woning betreft. Deze woningen op korte afstand van de Hogeweg realiseren is ongewenst, vanwege de dan optredende hoge geluidsbelasting. Bij De Groene Poort liggen de woningen veel dichter bij de Hogeweg. Op relatief korte afstand van de Hogeweg kan de geluidsbelasting oplopen tot dichtbij de maximaal toelaatbare grenswaarde 63 dB. Het is bij beide stedenbouwkundige modellen mogelijk om maatregelen te treffen gericht op het niet overschrijden van deze maximaal toelaatbare waarde door de aanleg van een geluidarmer wegdek op de Hogeweg al dan niet gecombineerd met het aanhouden van voldoende afstand tot de Hogeweg. In het uiterste geval zullen dove gevels of vliesgevels incidenteel uitkomst moeten bieden. Maatregelen langs de Hogeweg (geluidsschermen e.d.) hebben op maaiveldhoogte wellicht het gewenste effect, maar op grotere bouwhoogte is dat effect verwaarloosbaar. De aanleg van geluidarm asfalt en het verminderen van vrachtverkeer verlagen de geluidsbelasting en daarmee de kans dat de maximaal toelaatbare grenswaarde wordt overschreden. Uit definitief onderzoek moet blijken of daarvan sprake is en of het noodzakelijk is de woontorens op grotere afstand van de weg te plaatsen. De maximaal toelaatbare grenswaarde van de rijksweg A28 wordt overschreden bij een geluidswaarde van 53 dB. Binnen de invloedssfeer van de rijksweg A28 kan dit vooral gevolgen hebben voor de toelaatbare bouwhoogte, omdat de geluidsbelasting van de rijksweg op grotere hoogten boven het maaiveld steeds sterker doordringt. Kan niet worden voldaan aan de ontheffingsgrenswaarden dan dient te worden gebouwd onder zodanige architectuur dat alsnog aan de geluidseisen met betrekking tot geluidsgevoelige/geluidsdove gevels wordt voldaan. Aan de kant van de wijk Schuilenburg zijn de noordelijk georiënteerde (minst kwetsbare) gevelzijde van woningen op relatief korte afstand van de Hogeweg gelegen. De meest kwetsbare op het zuiden georiënteerde gevelzijde wordt afgeschermd door de geluidsafschermende eerste lijnsbebouwing, die zodanig moet worden vormgegeven dat de geluidsbelasting minimaal doordringt in het achterliggende gebied, zonder dat dit een negatieve invloed heeft op de luchtkwaliteit aan de zijde van de Hogeweg. 4.6.2 Luchtverontreiniging Het wegverkeer is hier maatgevend voor de lokale luchtkwaliteit. De totale concentratie langs een weg wordt opgebouwd uit de bijdragen van het achtergrondniveau, de autonome ontwikkelingen op het nabij gelegen wegennet, evenals de bijdrage die het plan levert via de verkeersafwikkeling. De achtergrondniveaugegevens worden elk jaar aangeleverd ten behoeve van de uit te voeren berekeningen naar deze totale concentratie. De berekeningsresultaten worden getoetst aan grenswaarden, waarbij stikstofdioxide en fijn stof momenteel doorslaggevend zijn voor de beoordeling. Het concentratieverloop van de luchtverontreiniging vertoont een vrij steil verloop met de afstand tot de weg. In onderstaande tabel zijn de onderlinge verschillen weergegeven. De Groene Poort
Het Stadspark
•
Toename tov autonome ontwikkeling
•
Relatief klein
•
Zie hiernaast
•
Beoordeling op basis huidige besluit luchtkwaliteit 2005
•
Relatief kleine verslechtering algemene luchtkwaliteit Plan relatief vroeg na 2010 uitvoerbaar Gunstiger achtergrondwaarden emissies NO2 en gunstiger bomensituatie vervroegen planuitvoering. Aantal blootgestelden hoger
• •
Zie hiernaast Aantal blootgestelden lager
• •
•
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
•
Beoordeling vooruitlopend op toekomstige wetgeving
•
Zie hiernaast
•
Relatief kleine verslechtering algemene luchtkwaliteit Kans op vervroeging uitvoerbaarheid groot Gunstiger achtergrondwaarden emissies NO2, gunstiger bomensituatie en of grotere beoordelingsafstand vervroegen planuitvoering
• •
•
Instemming Europese Commissie uitstel termijn waaraan aan grenswaarden moet worden voldaan
•
Vervroeging planuitvoering
•
Zie hiernaast
•
Omvang gezondheidsrisico’s
•
Groter
•
lager
De autonome ontwikkeling levert, uitgaande van doorstromend verkeer op de Hogeweg, een concentratie langs de weg op die voor fijn stof pas omstreeks 2008 en voor stikstofdioxide vanaf 2010 voldoet aan de grenswaarde. Bij normaal stadsverkeer wordt ongeveer een jaar later aan de grenswaarden voldaan en bij stagnerend verkeer voor fijn stof vanaf 2010 en voor stikstofdioxide vanaf 2012/2013. In 2020 worden de grenswaarden als gevolg van de autonome ontwikkelingen bij goede doorstroming ruimschoots onderschreden. De ingebruikname van het zwembad, woningen en nieuwe infrastructuur zal op zijn vroegst vanaf 2010 plaatsvinden, in dezelfde periode waarin ook meer ruimte tussen de toelaatbare concentratie en de aanwezige concentratie gaat ontstaan. Deze ruimte mag, uiteraard zonder strijdigheid met de toelaatbare grenswaarde, worden opgevuld met de gevolgen die de planontwikkeling oplevert voor de toename van de concentratie luchtverontreiniging. Stikstofdioxide zal hierbij bepalend zijn. De inrichting van de openbare ruimte heeft, met de kennis van nu, invloed op de mate van verdunning van de verontreinigende stoffen. Een beoordeling van toenames onder het regiem van het Besluit luchtkwaliteit 2005 is waarschijnlijk strenger dan dat van de toekomstige wetgeving luchtkwaliteitseisen. Het stedenbouwkundig ontwerp is voor beide modellen zodanig realiseerbaar dat ten opzichte van de autonome ontwikkeling geen sprake is van een negatieve invloed op de luchtkwaliteit. Geoordeeld naar de omvang van het aantal personen dat langdurig verblijft binnen de invloedssfeer van de Hogeweg scoort Het Stadspark gunstiger dan De Groene Poort. 4.6.3 Ecologie Binnen het plangebied van de Hogeweg gelden vanuit ecologie als belangrijkste punten: 1. Realisering Ecologische verbindingszone Valleikanaal (EVZ): Natuurlijke oevers, poel en eventueel nevengeul. 2. Het zgn. waterwingebied en mogelijke verbinding richting Barneveldse beek: Natuurlijke inrichting en faunapassage (ecoduct) richting waterwingebied ten zuiden van de Hogeweg. Daarnaast is een samenhangende groenstructuur binnen het gebied van belang. Als ecologische verbinding tussen waterwingebied en Valleikanaal, maar vooral vanwege de mogelijke koppeling met recreatieve structuren in de wijk (rondje groen in de wijk). De Groene Poort De tekening laat mogelijkheden voor Ecologische Verbindingszone watergebonden natuur zien. Eilanden,
rietlanden en natuurlijke oevers geven goede
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Het Stadspark Idem.
mogelijkheden voor het realiseren van de EVZ. Aandachtspunt is een doorlopende groene oever. Waterwingebied In beide modellen staat de bebouwing niet in het waterwingebied. De meer massieve bebouwing van dit model is een grotere barrière voor uitwisseling van soorten tussen beide delen waterwingebied. Verbinden delen Vanuit ecologie, maar ook vooral vanwege waterwingebied de beleving (recreatie) is het bekijken van de mogelijkheden van een “ecoduct” (brede fietsbrug met beplanting erop) aan te raden. Hiermee zou een waardevolle voorziening voor de hele stad gecreëerd worden met in de toekomst mogelijkheden om door te fietsen langs de Barneveldse beek naar Bloeidaal en de Schammer. De locatie van het zwembad kan het realiseren van een ecoduct gemakkelijker maken. Groen in de wijk Langs de Zwaluwenstraat loopt een wandelpad/groenzone van het Valleikanaal naar het waterwingebied.
Valleikanaal (EVZ)
De bebouwing staat verder weg uit het waterwingebied.
Ook in dit model is een recreatieve ecoductverbinding wenselijk.
Het wandelpad langs de waterpartij en het park bieden mogelijkheden voor een natuurlijke inrichting. Ook mogelijkheden voor groen ommetje.
4.6.4 Groene saldoregeling In het Collegeprogramma wordt aandacht gevraagd voor het belang van groen als kwaliteitskenmerk van de woon- en leefomgeving in het kader van de binnenstedelijke vernieuwing. Het wijk- en buurtgroen mogen namelijk niet het kind van de rekening worden bij de binnenstedelijke vernieuwing. De methode hiervoor is de groene saldoregeling. Uitgangspunt daarbij is dat de groene kwaliteit van elke wijk wordt versterkt. De groene saldoregeling is nog in ontwikkeling. Met een pilot in Amersfoort Vernieuwt wordt in verschillende plangebieden, waaronder de Hogewegzone, de regeling verder uitgewerkt en getoetst aan de praktijk. Bij de groene saldoregeling is het de bedoeling dat verloren gegaan groen wordt gecompenseerd. Dit kan kwantitatief of kwalitatief. Voor de Hogewegzone wordt er in principe vanuit gegaan dat compensatie plaats vindt in het plangebied van de Hogewegzone op een kwantitatieve en kwalitatieve wijze. Bij de groene saldoregeling wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde compensatieladder, een gedragslijn over hoe het groen gecompenseerd kan worden. Eerst wordt het bestaande groen geïnventariseerd en wordt de kwaliteit daarvan bepaald. Vervolgens wordt bepaald op welke wijze gecompenseerd wordt.
Groene saldoregeling
De Groene Poort
Het Stadspark
Vooralsnog lijkt dit model voldoende mogelijkheden te bieden voor een positief groene saldering, met de aanleg van de ecologische verbindingszone langs het Valleikanaal, de groene ‘scheiding’ met Liendert en het ‘groene plein’ in Schuilenburg.
Met de groene ruimte aan Liendertzijde biedt dit model meer mogelijkheden voor groene compensatie.
4.6.5 Samenvattend Voor beide modellen wordt de voorkeursgrenswaarde voor geluid overschreden. In akoestisch opzicht is het Stadspark aantrekkelijker, omdat de woningen op grotere afstand van de Hogeweg liggen. Daarnaast worden enkele nieuwbouwwoningen door het zwembad afgeschermd. Het stedenbouwkundig ontwerp is voor beide modellen realiseerbaar dat ten opzichte van de autonome ontwikkeling geen sprake is van een negatieve invloed op de luchtkwaliteit. Het Stadspark is gunstiger voor de luchtkwaliteit dan De Groene Poort.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
De locatie van het zwembad in De Groene Poort naast het waterwingebied zorgt aan de ene kant voor een grotere ecologische barrière, maar biedt aan de andere kant betere aanknopingspunten voor realisatie van een recreatief ecoduct over de Hogeweg. Voor wat betreft de groene saldoregeling lijken beide modellen voldoende mogelijkheden te bieden voor een positieve saldering. Het Stadspark, met de groene ruimte aan Liendertzijde, heeft hiervoor wel meer mogelijkheden. Vanuit milieu gezien is er een voorkeur voor Het Stadspark.
4.7
Beheeraspecten 4.7.1 Inleiding Bij de ontwikkeling van een stedenbouwkundig model is het belangrijk om de verschillende beheersaspecten al meteen mee te nemen en mee te wegen. Zodat in de uiteindelijke situatie beheer en het ontwerp goed op elkaar zijn afgestemd en het gebied de gewenste beeldkwaliteit, netheid en inrichtingskwaliteit heeft en behoudt. De volgende aspecten zijn hierbij van belang: • De beheerskosten: De CROW4 heeft een beheerskostensystematiek ontwikkeld om op eenvoudige wijze de beheerconsequenties van een uit-/inbreidingsplan door te rekenen. Voor de Hogewegzone is gebruik gemaakt van deze systematiek (publicatie 145). De beheerskostensystematiek houdt geen rekening met de investering voor de inrichting van een plan. Uitgangspunt voor de berekening is gelijkwaardig gebruik van beide modellen. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de materialisering. Voor de materialisering dient rekening te worden gehouden met hetgeen is genoemd in de Nota Kwaliteit Openbare Ruimte en het Standaard Programma van Eisen voor de inrichting van de Openbare Ruimte. • Behoud van bestaande bomenbestand: Indien bestaande bomen worden ingepast dient tijdig een bomen effect rapportage te worden gemaakt. • Pleinen en parkeergarages: Te veel pleinen en passages zijn èn openbaar èn gesitueerd op ondergrondse parkeergarages. Openbaar gebied op parkeergarages geeft lastige juridische en beheer / onderhoudsovereenkomsten. Daar is de gemeente geen voorstander van en hetzelfde geldt voor de toekomstige bewoners. De openbare passages zijn voor de omwonenden van de blokken niet noodzakelijk en niet gewenst bij de toekomstige bewoners. Openbaar gebied op ondergrondse constructies van derden dient dus geminimaliseerd te worden. Dit geldt ook voor openbaar gebied op de parkeergarage van het zwembad. • Waterberging: een toename in het oppervlak verharding dient gecompenseerd te worden.
4
CROW is, als not-for-profit organisatie, een nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Openbaar groen Privé groen Pleinen Ecologische zone Water Nieuwe infrastructuur
4.7.2
Links: De Groene Poort (m2)
Rechts: Het Stadspark (m2)
53.380 11.070 18.420 8.790 2.200 28.100
69.790 7.990 12.470 9.500 3.970 26.570
Beoordeling De Groene Poort
Het Stadspark
Beheerkosten
Lager dan bij Het Stadspark.
Groen
• Mogelijkheden om de bomen ten zuiden van de Hogeweg te sparen. • In een dergelijk hoogstedelijk gebied dient sterk rekening gehouden te worden met goede standplaatsen voor de bomen (zowel boven- als ondergronds).
Ca. 20% hoger dan bij De Groene Poort bij een geringer aantal woningen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de grote hoeveelheid openbaar groen. • Biedt meer ruimte om ondergrondse infrastructuur uit de nabijheid van bomen te houden (gunstig voor bomen en voor kabels & leidingen). • Past beter bij het groene imago van de stad. • Het aantal m² openbaar en gesitueerd op ondergrondse parkeergarages is bij dit model geringer dan bij het andere model. • Het model kent meer open water. Dit is gunstig voor de doorstroming en de waterberging in het gebied zelf.
Pleinen op parkeerdekken Water
• Beide modellen kennen een tekort in watercompensatie, maar door de sterkere verstedelijking is dit voor dit model moeilijker op te lossen. Zonodig kan dit ondergronds worden gevonden. Rekening moet worden gehouden met de hoge grondwaterstanden in het gebied.
4.7.3 Samenvattend • Vanuit oogpunt van beheerkosten is er een voorkeur voor De Groene Poort. De beheerkosten zijn lager (minder openbaar groen) bij een groter aantal woningen en het aantal ondergrondse parkeergarages onder openbare ruimte is minder. Aandachtspunt is nog wel de waterberging. • Het Stadspark sluit beter aan bij het groene imago van de stad. Bestaande bomen kunnen beter worden ingepast en het aantal voorzieningen in de openbare ruimte neemt sterkt toe. De beheerkosten zijn een aandachtspunt.
4.8
Financiële haalbaarheid 4.8.1 Inleiding Bij de stedenbouwkundige modellen is een financiële haalbaarheidsanalyse opgesteld. Daarbij zijn de grond- en vastgoedexploitaties samengevoegd voor een optimale afstemming. Stedelijke herontwikkeling brengt veel kosten en risico’s mee. Ook in de Hogewegzone is hiervan sprake. De gebiedsontwikkeling betekent een investering van 220 tot 240 miljoen euro. Onder andere hoge verwervingskosten en kwaliteitseisen zoals gebouwd parkeren zorgen voor financiële druk. 4.8.2 Uitkomsten Beide modellen laten een tekort zien, waarvoor dekking gevonden dient te worden. Het tekort bij de Groene Poort geldt ook voor het Stadspark. Daarbij bevat dit laatste model ca. 140 woningen minder. Hierdoor loopt het tekort met ca. 6 miljoen euro extra op. Bovendien kan hierdoor niet meer het afgesproken woningbouwprogramma voor Amersfoort Vernieuwt breed worden gerealiseerd.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
4.7.3. Conclusie Beide modellen hebben een tekort hebben, maar het tekort van de Groene Poort wordt als acceptabel ervaren omdat er binnen het voorgestelde model nog voldoende ruimte anwezig is om de grond- en vastgoedexploitatie te optimaliseren. In de Groene Poort worden circa 140 woningen meer gerealiseerd dan in Het Stadspark. Hierdoor is het tekort op de grondexploitatie voor dit model beduidend lager. Het verschil bedraagt een tekort van ca. € - 6,0 miljoen. Voor dit verschil is nog geen dekkingsmiddelen beschikbaar.
4.9
Samenvattend In dit hoofdstuk zijn beide modellen beoordeeld op de criteria Stedenbouw, Wonen, Voorzieningen, Verkeer, Milieu, Beheer en Financiële Haalbaarheid. Hieronder is deze beoordeling samengevat weergegeven.
•
Stedenbouw De Groene Poort is een stedelijke invulling, de Hogeweg wordt een stedelijke boulevard, met het zwembad als markering van de entree van de stad en tegelijk de overgang naar het Waterwingebied. Het voorzieningenplein en het laagbouwprogramma langs de Hogeweg zijn kritische succesfactoren in dit model. Het Stadspark heeft een groene invulling met enkele markante gebouwen. Het zwembad is hierin een markant gebouw dat in de groenzone ligt, aan het Valleikanaal. Begrenzing en invulling van de groenzone en de ontsluiting vanaf de ongelijkvloerse kruising met de Operaweg zijn kritische succesfactoren in dit model.
•
Wonen De Groene Poort biedt meer woningen. De differentiatie en stedenbouwkundige opzet biedt verschillende marktconforme woonmilieus. Door de Liendertkant van het plangebied optimaal te benutten is zowel kwalitatief als kwantitatief meer perspectief voor herhuisvestingmogelijkheden in het kader van Amersfoort Vernieuwt. ‘Eerst bouwen dan slopen’ wordt hiermee optimaal ingevuld. Het Stadspark biedt minder woningen en daarmee minder perspectief voor herhuisvestingmogelijkheden. De woningen aan de Liendertkant zijn minder marktconform, dit heeft deels te maken met de confrontatie met het zwembad.
•
Voorzieningen De Groene Poort kenmerkt zich door de verbinding van de wijken door de doorgetrokken Operaweg, waaraan de voorzieningen gesitueerd zijn. Hierdoor ontstaat een voorzieningenas voor en door beide wijken. Ontsluiting van het zwembad voor autoverkeer is direct vanaf de Hogeweg/Operaweg gesitueerd. Door het zwembad op een zorgvuldige wijze te ontwerpen, kan het een verrijking van het Waterwingebied opleveren. De ligging in het plangebied maakt vanuit faseringsoptiek een meer autonome ontwikkeling mogelijk. Het Stadspark kenmerkt zich door een voorzieningencluster aan de Liendertkant van het plangebied aan het Valleikanaal. Het zwembad ligt hier dichter bij de binnenstad, is onderdeel van de Valleikanaalzone en de groenzone in het plangebied en is meer onderdeel van Liendert, dan van beide wijken. Ontsluiting van het zwembad door autoverkeer is eveneens direct vanaf de Hogeweg/Operaweg gesitueerd, maar loopt wel door het nieuwe plangebied.
•
Verkeer De verkeersoplossing van beide Stadsentrees is vergelijkbaar. Door het opheffen van het kruispunt met verkeerslichten aan de Operaweg en het realiseren van een ongelijkvloers kruispunt, verbetert de doorstroming en oversteekbaarheid van de Hogeweg.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
•
Milieu en groen De Groene Poort kenmerkt zich door, met name aan de Liendertkant, een bebouwing dichter op de weg. Hierdoor zijn meer woningen geluidbelast. Wellicht moet voor onderdelen van het plan gewerkt worden met dove gevels. Doordat in dit plan meer woningen worden gerealiseerd is automatisch sprake van meer blootgestelden aan luchtverontreiniging. Het zwembad kan een ecologische barrière vormen, maar biedt ook kansen voor de realisatie van een recreatief ecoduct. Het plan biedt voldoende mogelijkheden voor een positieve groensaldering. Het Stadspark heeft als voordeel dat, met name aan de Liendertkant, de bebouwing zich op een grotere afstand van de weg bevindt. Hierdoor is sprake van een lagere geluidbelasting op de gevels. Doordat er minder woningen worden gerealiseerd is tevens sprake van minder blootgestelden aan luchtverontreiniging. Dit plan biedt meer mogelijkheden voor een positieve groensaldering.
•
Beheer De Groene Poort levert relatief lage beheerskosten op vanwege minder openbaar groen en water. Watercompensatie is hierdoor overigens lastiger op te lossen. Het Stadspark levert relatief hoge beheerskosten op vanwege meer openbaar groen en water.
•
Financiële haalbaarheid Voor beide modellen is sprake van een tekort op de grondexploitatie. In de Groene Poort worden circa 140 woningen meer gerealiseerd dan in Het Stadspark. Hierdoor is het tekort op de grondexploitatie voor dit model beduidend lager. Het verschil bedraagt een tekort van ca. € - 6,0 miljoen.
Beide modellen zijn goed vergelijkbaar. De Groene Poort is meer bebouwd, het Stadspark is minder dicht en stedelijk. De Groene Poort biedt meer kansen voor wonen, voorzieningen en is financieel beter haalbaar. Het Stadspark biedt meer kansen voor speelvoorzieningen, milieu en groen en bevat minder woningen. Hierdoor ontstaat hier een groter financieel tekort c.q. dit kost zowel in aanleg als op langere termijn voor beheer meer geld.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
5.
Participatie
5.1
Het gelopen proces
Doel Doel van de participatie was maken van plannen voor de Hogewegzone in samenspraak met belanghebbenden. De informatie uit het participatietraject heeft input geleverd voor deze afwegingsnotitie Hogewegzone, dat het startpunt is voor de uitvoeringsprojecten. Het proces had bovendien als doel begrip voor de maatregelen bevorderen. Onderwerpen van participatie • Programma woningen en voorzieningen • Plaats van het zwembad • Verkeersafwikkeling op de Hogeweg • Situering van het groen. Belanghebbenden We hebben ons gericht op bewoners van stad omdat we het project als een stedelijk plan zien. Specifieke aandacht is gegaan naar de bewoners van Liendert, Rustenburg en Schuilenburg en dan met name naar de bewoners aan de Zwaluwstraat/Spreeuwenstraat en bewoners van De Hoven. Verder zijn in beeld de Wijkbeheerteams (WBT) van Liendert en Schuilenburg, de Fietsersbond, 3VO, SGLA en de Vereniging Vrienden van het waterwingebied. De belanghebbenden zijn via brieven en artikelen in de Stadsberichten uitgenodigd om deel te nemen aan de participatie. Op 26 juni 2006 hebben circa 40 belangstellenden de participatiegroep samengesteld. Participatiegroep De groep bestond uit 19 deelnemers met als verdeling 5 bewoners Liendert-Rustenburg [incl. Spreeuwenstraat], 7 bewoners Schuilenburg [incl. 3 De Hoven], 1 bewoner WBT Randenbroek-Schuilenburg, 2 bewoners stad, 1 3VO, 1 SGLA, 1 Fietsersbond, 1 Vrienden van het Waterwingebied. De participatiegroep heeft gebruik gemaakt van het aanbod van externe deskundige ondersteuning. De participatiegroep heeft de deskundigheid vooral ingezet op het gebied van verkeer en milieu. Opzet participatiebijeenkomsten Participatiebijeenkomsten Na de besluitvorming in de gemeenteraad over de startnotitie in mei 2006 is in juni de participatiegroep samengesteld. Na de zomer 2006 is gestart met participatiebijeenkomsten voor de planvorming. In het onderstaande schema is het proces in hoofdlijnen weergegeven.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
overzicht participatieproces Hogewegzone feb 2008
jun-06
jul-06 aug-06 sep-06 okt-06 nov-06 dec-06 jan-07 feb-07 mrt-07 apr-07 mei-07 jun-07
jul-07 aug-07 sep-07 okt-07 nov-07 dec-07
Samenstelling groep Workshops modellen - 3 naar 2 modellen - zwembadlocatie, verkeer, woonmilieus, groen, stadsentree, overig Informatiebijeenkomst raadsleden - stand planvorming en werkwijze workshops 2 modellen plenair - uitleg model en wat gedaan met inbreng - plenaire discussie per model (2 stuks) Onderzoeken verkeer, lucht en geluid - toelichting onderzoeken en start begeleidingsgroep - externe deskundige en actualisatie onderzoeken - aanpassing parkmodel Afronding en conclusies groep - evaluatie 2 modellen en proces - stadsbrede info gepland na de zomer Melding overleg financien gemeente/Alliantie Voorkeur college/proceswijziging - melding wijziging op bijeenkomst 26 november - ruimte voor toevoegen reactie groep - bijeenkomst 12 december reactie groep ontvangen
Allereerst zijn er een aantal bijeenkomsten geweest waarin we in de vorm van workshops hebben gewerkt aan de uitwerking van 2 stedenbouwkundige modellen. Door de stedenbouwkundige werden voorstellen voor het plangebied gedaan. Deze werden toegelicht en daarna in workshopverband besproken, waarbij de leden van de participatiegroep hun reacties en opmerkingen meegaven aan de stedenbouwkundige. Na een aantal bijeenkomsten zijn we tot de conclusie gekomen dat workshops niet de meest optimale vorm was. Omdat dit in kleine groepjes gebeurde, wisten leden van de groep beperkt elkaars mening over de planvorming en vond er slechts beperkt een brede discussie plaats over de onderdelen uit de stedenbouwkundige modellen. Eind 2006 is de gemeenteraad geïnformeerd over de stand van zaken m.b.t. de modellen en het proces met de participatiegroep. Een van de modellen was echter doorontwikkeld sinds de laatste bijeenkomst en was nog niet in de participatiegroep besproken. Een stap die we niet hadden moeten zetten. Daarnaast vond de participatiegroep het onjuist dat ook raadsleden in een workshop hun persoonlijke mening over de verschillende modellen konden geven. De inzet hiervan was om ook raadsleden te laten ervaren hoe het proces met de participatiegroep ingestoken was. Begin 2007 zijn de 2 modellen plenair in de participatiegroep besproken en heeft de stedenbouwkundige aangegeven hoe in de uitwerking omgegaan was met de input van de participatiegroep. Dit werd als een positieve manier van werken ervaren. Parallel aan de voorgaande stap was eind 2006 gestart met de toelichting van de onderzoeken naar verkeer, luchtkwaliteit en geluid. De participatiegroep heeft zich in het beoordelen van de onderzoeken, op kosten van het project, laten adviseren door een extern deskundige. Een beperkte begeleidingsgroep heeft de opdracht aan deze externe geformuleerd en deze aangestuurd. Dit was een positieve ervaring. Het heeft ertoe geleid dat de onderzoeken door de projectgroep zijn geactualiseerd en de stedenbouwkundige modellen (deels) zijn aangepast. In mei 2007 zijn de 2 stedenbouwkundige modellen en het proces in een participatiebijeenkomst geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie zijn in het verslag van de bijeenkomst van 24 mei 2007 vastgelegd en het evaluatiedeel uit het verslag is aan het einde van deze paragraaf cursief weergegeven. Aangegeven is toen dat de voorbereidingen voor de afronding van de participatie voor deze fase zouden starten en dat deze brede informatiebijeenkomst(en) in de wijken en de stad, na de zomer plaats zou vinden.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Door de nadere uitwerking van de financiële haalbaarheidsonderzoeken en het overleg daarover tussen de gemeente en de Alliantie werd de afronding echter uitgesteld. Eind 2007 was het College voornemens om aan de gemeenteraad voor te stellen om het proces te wijzigen en met 1 voorkeursmodel af te ronden. Dit is met de participatiegroep besproken en deze heeft een stuk bij het betreffende Collegestuk kunnen voegen. In dat stuk heeft de participatiegroep aangegeven dat zij het oneens was met de door het College voorgestelde wijziging van het proces en dat er daarnaast ook nog een aantal inhoudelijke, met name de A28 problematiek, meningsverschillen waren met de projectgroep. Hierover is de pers en de gemeenteraad door de participatiegroep geïnformeerd. Uiteindelijk heeft de gemeenteraad nog voor het einde van 2007 een motie aangenomen waarin gevraagd werd het proces af te ronden conform afspraak. Dat wil zeggen, beide stedenbouwkundige modellen als afronding van de participatie voor deze fase voor te leggen aan de inwoners van de wijken en de stad voordat deze voor besluitvorming aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Op basis daarvan is begin 2008, in overleg met de participatiegroep, gestart met de voorbereidingen voor de afronding van de participatie. Alle verslagen, met bijlagen, van de bijeenkomsten met de participatiegroep zijn geplaatst op de website van Amersfoort Vernieuwt. Ze zijn tevens gebundeld als bijlage bij deze afwegingsnotitie gevoegd.
5.2
Evaluatie modellen en proces door de participatiegroep
Tijdens de bijeenkomst van 24 mei 2007 zijn beide modellen en het proces geëvalueerd met de participatiegroep. De uitkomsten worden hieronder weergegeven (uit het verslag van 24 mei 2007): De heer Van der Sluijs verzoekt alle aanwezigen om elkaar in tweetallen te interviewen volgens de methode van speeddating. Elk groepje noemt de voor- en nadelen van de twee modellen en bespreekt de positieve en negatieve elementen van het gevoerde proces. Ook verwoorden zij nog openstaande vragen. Na de bespreking in tweetallen volgde een gezamenlijke terugkoppeling. Hiervoor volgen de besproken punten. Groene poort Negatief Groene Poortmodel •
De locatie van het zwembad in dit model, is minder wenselijk (te decentraal, te dicht bij Waterwingebied).
•
Teveel hoogbouw en te vol, te weinig leefruimte.
•
Het zwembad komt in dit model op een te druk punt, onwenselijk voor over steekbaarheid.
•
Het stedelijke accent bij de Operaweg is niet mooi.
•
Te weinig openbaar groen en speelruimte.
•
Vraag over de gesloten bebouwing; wil iedereen wel een gemeenschappelijke binnentuin?
•
Het uitzicht naar Koekoekstraat is minder mooi.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Positief Groene Poort Model: •
Het aantal woningen in relatie tot de vraag naar woningen is positief.
•
Het groene plein wordt als mooi omschreven.
•
De laan met bomen is positief.
•
De binnenterreinen kunnen ook een rustige kwaliteit krijgen. Beslotenheid brengt rust.
•
Het model is een samenhangend geheel tussen de twee wijken.
•
Door de helling in de Operaweg wordt deze makkelijker oversteekbaar.
•
De voorzieningen aan het plein verlevendigen Liendert.
•
De ecologische zone is een pluspunt.
•
De brug tussen de flats aan de Valleizijde is positief.
Parkmodel Negatief Parkmodel; •
De bebouwing te dicht op de Zwaluwstraat, (liever meer verspringing of meer afstand).
•
Voor wat betreft de ecologische zone ontbreekt de verbinding met het Waterwingebied.
•
Zorgen over hoogte toren bij Waterwingebied.
•
De zorg bestaat dat mensen toch snel in Liendert zullen parkeren en dan lopend naar het zwembad gaan.
•
Het woonblok naast het zwembad heeft geen uitzicht en mogelijk wel parkeeroverlast door het zwembad.
•
Zorgen over flats bij het Waterwingebied. Deze werken mogelijk belemmerend voor Rustenburg.
•
Is er wel - vraag naar dergelijke woningen?
•
Zijn de flats nadelig voor planten (schaduw)?
•
Is er voldoende parkeergelegenheid voor de huidige bewoners van Schuilenburg. (Nu parkeren sommigen nog bij de Hoven.)
•
Minder woningen (negatief in relatie tot de vraag naar woningen).
Positief Parkmodel: •
Park: sport is al ingevuld, graag ook nog kunst invullen.
•
Locatie zwembad binnen Parkmodel.
•
Aankleding Park goed. Heel positief.
•
De toren bij het Waterwingebied is een kans
•
Veel Openbare ruimte.
•
Het model bevat minder woningen, dit is rustiger en past beter bij Amersfoort.
•
Rustige stadsentree. Deze is vergelijkbaar met de Heiligenbergerweg of Stichtse Rotonde.
•
Het Groene plein bij het Parsifalpad is positief.
•
De Flat met uitzicht op Waterwingebied positief.
•
Valleikanaalzone is beter.
•
Verkeersaanvoer naar zwembad is positief.
•
De brug aan het Valleikanaal over de Hogeweg is positief.
•
Veel groen voor Liendert Zuid.
•
Qua lucht en geluid biedt dit model de meeste mogelijkheden.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Proces: Negatief: •
Diapresentatie met grootstedelijke referentiebeelden was zonde van de tijd.
•
De aandacht voor sociale woningbouw ontbrak in het proces en komt nog steeds niet
•
De workshops bevielen op den duur minder dan de plenaire discussie. In de gezamenlijke
•
De zaalindeling kan beter. Enkele deelnemers adviseren de projectgroepleden om zoveel
•
Randvoorwaarden voor de plannen waren onduidelijk. Vraag liever eerst aan de groep
terug: starters en daklozen moeten ook aanbod komen. bespreking kun elkaars argumenten horen en hierover kunt discussiëren. mogelijk in de zaal te gaan zitten en zo min mogelijk aan een aparte tafel. naar hun mening, waaraan moet aan een wijk volgens hen voldoen? Dan kun je achteraf zien of deze beelden gebleven of bijgesteld zijn •
In de workshops moeten de deelnemers te snel details beoordelen. Met een leeg vel kom je beter in de problematiek.
•
De weerstand was in het begin groot.
•
Het was niet altijd duidelijk of informatie toegezonden zou worden (bijvoorbeeld de definitieve verslagen)
•
Tijdens de vergadering was er regelmatig rumoer van andere vergaderingen in de Observant.
•
Bij deze vergaderlocatie is parkeren duur. Kunnen de participanten om uitrijdkaarten vragen?
•
Schaal klopte aanvankelijk niet bij modellen.
•
Inbreng gemeente ambtenaren van verkeer en milieu was volgens enkele deelnemers te
•
Er liggen volgens de SGLA geen aantoonbaar haalbare modellen: hoe zit het met het
ongestructureerd. Hun rol was niet duidelijk (toehoorder of deskundige). weefvak en de invloed van de A28. •
De informeren van raadsleden is prima, liever een andere werkvorm. De workshop hebben de participanten absoluut als een vergissing ervaren.
Hoe ontstaat een participatiegroep? De heer Van der Sluijs informeert of de vorming van de groep naar tevredenheid is verlopen. De aanwezigen van de eerste avond hebben zelf per deel van de stad vertegenwoordigers gekozen. Zij zijn hier tevreden over. Slechts enkele participanten zijn afgehaakt (i.v.m. ziekte). Egbert Dekker is blij met de participatiegroep. Aanvankelijk werd gedacht aan drie tot vier bijeenkomsten omdat niet duidelijk was hoe lang de deelnemers mee willen blijven doen. Het was een leerzaam proces dat langer duurde dan verwacht. Het is volgens hem van toegevoegde waarde en heeft betere plannen opgeleverd. Hij vond het prettig dat het merendeel van de groep een positief kritische houding had en mee wilde denken. Positief •
Er was veel ruimte voor discussie, en voldoende tijd voor participatie.
•
Veel van de opmerkingen van de participanten zijn verwerkt in de modellen.
•
Het model van participatie was erg positief.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
•
De individuele participanten reageerden betrokken op het algemene belang. Er was geen nimby effect (Not in my backyard).
•
Verslaglegging was goed.
•
De projectgroep was bereid om in te gaan op negatieve aspecten.
•
Wederzijds respect en vertrouwen tussen de projectgroep en de participatiegroep.
•
Lof voor de heer de Langen als voorzitter van de begeleidingscommissie.
•
Het vooraf digitaal uitsturen agenda was positief.
•
De inbreng van de onafhankelijke deskundige was goed.
•
De samenstelling van de participatiegroep was goed. Het was prettig dat er ook deels ervaren mensen bij waren. Zij hadden een positieve inbreng en goede ideeën.
•
De presentaties van KCAP waren leerzaam en interessant. Het verstrekte materiaal (in kleur) was helder.
•
Lof voor groep dat er is verantwoord omgegaan met vertrouwelijke informatie.
•
Durf dat werkvorm flexibel was.
•
Goede verzorging van de innerlijke mens door Observant.
5.3
Evaluatie Hogewegzone stadsbrede consultatie Van 31 maart 2008 tot en met 14 april is de stadsbrede consultatieronde voor de plannen van de Hogewegzone uitgevoerd. Ruim twee weken lang is de stad geïnformeerd en geconsulteerd over twee ontwikkelde modellen. Voorafgaand aan deze consultatieronde is een communicatieplan gemaakt. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: • De raad wil de mening van de stad over de twee ontwikkelde modellen. • Sinds 2006 is gewerkt aan de twee modellen voor Hogewegzone. De projectgroep en de leden van de participatiegroep zitten volop in het proces om te komen tot twee modellen. De wijken en stad moesten een informatie inhaalslag maken. • De materie is ingewikkeld. Voor elk te ontwikkelen model geldt dat er dilemma’s, voors en tegens aan zitten. Dit vereist goede voorlichting. Om de stad in korte tijd voor te lichten over de modellen geven we degelijke, geïllustreerde uitleg zowel in woord/beeld als persoonlijk. • De projectgroep betrekt de participatiegroep bij de communicatie. • De projectgroep wil de stad geen keuze uit de modellen laten maken. Maar wel reacties op de onderwerpen, de thema’s. We zijn uitgegaan van de volgende informatiebehoefte: • Bewoners uit de wijken willen waarschijnlijk informatie over: de plek van het zwembad, het aantal woningen, hoe komen de woningen eruit te zien, hoe groen wordt het, hoe ziet het geheel eruit? Hoe is het parkeren geregeld? Hoe staat het met lucht- en geluidskwaliteit? Hoe is het de veiligheid voor weggebruikers? • Bewoners van de stad zijn waarschijnlijk geïnteresseerd in de entree van de stad, groen (groenste stad van Europa), lucht- en geluidskwaliteit. De • • • • • • •
volgende doelgroepen zijn voor de stad onderscheiden: Bewoners Liendert-Rustenburg Bewoners Randenbroek - Schuilenburg Bewoners stad. Belangenorganisaties Raad Regionale media Overige geïnteresseerden
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
5.3.1 Communicatiedoelstellingen: Wat wilden we bereiken met communicatie over de modellen? • Belanghebbenden zijn goed en tijdig geïnformeerd; • weten waar ze terechtkunnen met vragen en ideeën; • hebben vertrouwen in het proces; • weten over het doorlopen proces; • weten wat de functie van de consultatieronde is; • hebben het gevoel dat hun vragen en twijfels serieus genomen worden; • weten hoe de vervolgprocedure in elkaar steekt. 5.3.2 Wat hebben we gedaan We hebben de volgende communicatiemiddelen en –activiteiten ingezet. Twee weken focus Hogewegzone De consultatieronde met de stad duurt maximaal 2 weken: dat wil zeggen: In die periode halen we actief meningen op in de stad en de wijken Liendert-Rustenburg en Randenbroek-Schuilenburg. Speciale nieuwsbrief voor bewoners Liendert-Rustenburg en Randenbroek-Schuilenburg Er is rijk een geïllustreerde bewonerskrant gemaakt waarin de informatie over de modellen centraal staat en uitleg wordt gegeven over de bijeenkomsten. De nieuwsbrief wordt verspreid in de wijken Randenbroek-Schuilenburg en Liendert-Rustenburg. En verder via drie infopunten in de stad. Daarnaast is de krant naar intermediairen gestuurd. Vragenlijst We hebben een aparte vragenlijst ontwikkeld waarop bewoners hun mening kwijt kunnen over de twee modellen. Mede in overleg met de afdeling onderzoek en statistiek van de gemeente is gekozen voor open vragen. De vragenlijst is verspreid via de kranten, de website amersfoortvernieuwt.nl, tijdens de bewonersavonden en de infopunten. Opvallende informatie in Stadsberichten Om de stad goed te informeren hebben we een, paginagroot artikel in Stadsberichten gepubliceerd. Hier lieten we de modellen in woord en beeld zien en informeerden we de stad over de informatiebijeenkomsten, inloopspreekuren en informatiepunten in de stad. Bewonersavonden We hebben twee aparte bijeenkomsten georganiseerd over de Hogewegzone. Deze bijeenkomsten bestonden uit een plenair deel en een informatiemarkt. Doel van de bijeenkomst was: algemene voorlichting geven zodat meningsvorming kan plaatsvinden. Vragen van bewoners beantwoorden. Terugblik op het proces en uitleg over de procedure. Begonnen werd met een kort plenair deel. Zoveel mogelijk gelegenheid om de bezoekers op maat te bedienen: Veel informatiestands per thema die bemenst werden door specialisten. Daarnaast twee huiskamersettings waar laagdrempelig met elkaar gediscussieerd kon worden. Een van deze huiskamers was beschikbaar voor leden van de participatiegroep zodat bezoekers ook met hen van gedachten konden wisselen over de modellen.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Inloopspreekuren Er werden zes inloopspreekuren georganiseerd. Tijdens deze spreekuren waren deskundigen aanwezig. De inloopspreekuren werden gehouden in het infopunt de Groene Stee in Liendert en aan het Meldpunt/informatiecentrum Operaplein 21. Infopunten We hebben drie infopunten ingericht. Hier was materiaal beschikbaar en kon een de vragenlijst worden opgehaald. Plekken: De Observant, Groene Stee, Operaplein 21. Een maquette was te bekijken in de Observant en tijdens de bewonersavonden. Poster Via een opvallende A-5 posters is extra bekendheid gegeven aan de informatiebijeenkomsten, inloopspreekuren en informatiepunten. Deze posters zijn verspreid via opvallende plekken in de twee wijken. Cityposter We hebben grote A 0 posters Cityposters geproduceerd. Deze zijn opgehangen op 20 plekken door de hele stad. Hierin stond de aankondiging van de consultatieronde en oproep om de bewonersavonden bij te wonen. Vraagbaak We hebben een emailvraagbaak ingericht waar mensen terecht konden met vragen, opmerkingen of suggesties. We noemden deze vraagbaak steeds in alle communicatieuitingen. Website De informatie over de consultatieronde kreeg een opvallende plek op de website van Amersfoort Vernieuwt. Publiciteit We hebben de plaatselijke media geïnformeerd via een persbericht. Er t is een lijst met Q & A’s ontwikkeld. Ook zijn binnen het project afspraken gemaakt over het omgaan met perscontacten (o.a. woordvoering). Vragen van de pers zijn beantwoord. AV in beeld We gebruikten het AV pictogram en de overige huisstijlkenmerken in onze eigen uitingen. Ook hebben we een algemene intro over Amersfoort Vernieuwt in de bewonerskrant opgenomen. 5.3.3 Resultaten Bewonersavonden Circa tweehonderdzeventig mensen hebben de bewonersavonden bezocht. Opvallend is dat hiervan 170 mensen aanwezig waren op de bewonersavond in Liendert-Rustenburg. Tijdens de eerste bewonersavond, in Randenbroek-Schuilenburg, bleek dat bewoners behoefte hadden aan het plenair stellen van vragen. We hebben hier toen gelegenheid voor gegeven. Dit onderdeel is toen actief in het programma van de tweede bewonersavond, in Liendert-Rustenburg, ingepast. De informatiestand en huiskamers werden op beide avonden drukbezocht. De experts hebben talrijke vragen beantwoord. Ook is er met elkaar gediscussieerd en gesproken over de plannen. Vragen van bezoekers gingen veelal over de gevolgen voor het plan met betrekking tot de lucht en geluidskwaliteit, de relatie met de A 28, verkeersoplossingen, groen en het voorgenomen plan voor de hostel. Evaluatie bewonersavond Na afloop van de bewonersavond is een korte enquête afgenomen. Hieruit werd duidelijk dat de keuze van de locaties voor de avonden goed was. De powerpointpresentatie werd
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
soms als moeilijk, abstract beoordeeld. Een ruime meerderheid van de mensen gaf aan dat hun vragen voldoende waren beantwoord. Inloopspreekuren Slechts 10 mensen hebben de inloopspreekuren bezocht. Infopunten In totaal hebben 60 bezoekers actief informatie opgehaald bij de drie infopunten in de stad. Hiervan hebben ongeveer 30 mensen de Observant bezocht. Deze mensen hebben naar de wijkkrant gevraagd, de vragenlijst en/of de maquette. De vraagbaak Ongeveer 20 vragen kwamen binnen via de vraagbaak. De vraagstellers hebben allemaal vlug antwoord gekregen. Daarnaast zijn nog ongeveer 6 vragen binnengekomen via het algemene emailadres van www.amersfoortvernieuwt.nl. Helaas kreeg de projectgroep deze vragen pas na afloop van de consultatieronde onder ogen. De vragen worden beantwoord, maar niet volgens de eigen snelle afhandelingnorm. Vragenlijst Ruwweg 170 ingevulde enquêtes zijn geretourneerd. Hierbij is opvallend dat veel reacties kwamen van mensen die wonen aan ‘de randen’ van de Hogewegzone en uit LiendertRustenburg. Ondanks de inspanning om stadsbreed meningen op te halen is de opbrengst uit overige delen van de stad beperkt. Publiciteit De stadsbrede consultatieronde heeft veel plaatselijke publiciteit gehad. Vaak werd in de berichtgeving door de media de data van de bewonersavonden en inloopspreekuren vermeld. Hierdoor heeft het onderwerp dus stadsbreed de nodige extra aandacht gekregen, bovenop onze eigen communicatiemiddelen (zoals de wijkkrant, de website, het paginagrote artikel in Stadsberichten). In totaal zijn er 174 reacties binnengekomen. Vragenlijsten zijn ingeleverd op een van de informatieavonden, bij de informatiepunten in Liendert of in Schuilenburg of per email.
5.4
De binnengekomen reacties
Het merendeel van de reacties komt uit de wijk Liendert. Een groot deel hiervan (19 keer) betreft mensen woonachtig in de Spreeuwenstraat. Vanuit de Hoven zijn er relatief weinig reacties (9) binnengekomen. Oorsprong van de binnengekomen reacties De Hoven 9 Liendert 61 Rustenburg 35 Schuilenburg 24 Randenbroek 13 Rest 28 Onbekend 4 Totaal 174 Alle reacties zijn gebundeld opgenomen in de bijlagen. Hieronder wordt samengevat de hoofdlijnen van de reacties besproken. Voorkeursmodel Door middel van een vragenlijst konden geïnteresseerden hun mening over de Groene Poort en het Stadspark kenbaar maken. Niet gevraagd is om een keuze te maken tussen
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
een van beide modellen. Uit de antwoorden blijkt vaak wel tegenover welk model men positief staat. Groene Poort Stadspark Geen voorkeur Beide niet Totaal
22 107 41 4 174
Een meerderheid van de reacties staat positief ten opzichte van het Stadspark. Hiervoor worden de volgende punten genoemd: • De aansluiting op het waterwingebied. • Het park aan de Liendertkant ziet er vriendelijk en ruim uit. • De hoeveelheid groen. • Een groene stadsentree past bij Amersfoort als “groenste stad”. • De ligging van het zwembad. • De combinatie van het zwembad met het park. • De variatie. • Groen, ontspanning, rust, sport in de wijk. Als • • • • • • • •
• •
minpunten van het Stadspark worden genoemd: Liever hier inbreiden dan verder uitbreiden in het buitengebied. Het park wordt een hondenpark. Minder huizen dan Groene Poort. Te veel huizen en te hoge torens. De ligging van het zwembad. De torenflats aan het waterwingebied. Minder ruimte voor laagbouw. Park een slecht idee, aangezien er al groen is in het waterwingebied en het park straks alleen gebruikt gaat worden door verslaafden en hangjongeren. Voor groen gaat men maar naar het bos of het buitengebied (ligt vlakbij). Park wel een heel groot woord voor zo’n klein stukje groen. Ruimte van het park is versnipperd.
De • • • • • •
pluspunten van de Groene Poort zijn: Een sjieke entree, het oogt symmetrisch. Betere bereikbaarheid van het zwembad en de ligging van het zwembad. Mooie entree door brede groene boulevard. De torens aan het Valleikanaal. Haalbare oplossing (financieel). Meer woningen en voorzieningen.
Voor de Groene poort worden de volgende minpunten genoemd: • Teveel “torens” bij elkaar. • Belemmering van het uitzicht. • Veel woningen op een klein oppervlak. • Past niet bij Amersfoort. Te stedelijk. • Ligging van het zwembad.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
De locatie van het zwembad en de overige voorzieningen Gevraagd is ook naar wat men vindt van de locatie van het zwembad en de voorzieningen. Bij het Valleikanaal (Stadspark) Bij het Waterwingebied (Groene Poort) Geen voorkeur Geen zwembad aan de Hogeweg totaal
67 38 57 12 174
Opvallend is dat de voorkeuren bij deze keuze minder uitgesproken is. Een meerderheid wil het zwembad bij het Valleikanaal om de volgende redenen: • Dichter bij de stad, meer centrale locatie. • Van alle kanten beter bereikbaar. • De combinatie met het park spreekt aan. • Veiliger voor kinderen. Als • • •
minpunten van deze locatie wordt genoemd: Je moet altijd door een woonwijk. Slecht bereikbaar. Uitzicht op het zwembad.
Degenen die kiezen om het zwembad naast het waterwingebied te plaatsen hebben hiervoor de volgende redenen: • Goed bereikbaar. Minder verkeersoverlast. • Dicht bij de A28. • De aansluiting op de Operaweg. • Meer mogelijkheden voor voorzieningen. Als • • • • •
minpunten voor de locatie naast het waterwingebied wordt genoemd: Te ver weg van de stad. Gevoel dat het zwembad buiten de stad ligt. Weggepropt. Kan een zwembad een aantrekkelijke aanblik zijn als entree voor de stad? Uitzicht op het zwembad. Relatie met het waterwingebied.
Enkele mensen (ca. 15) reageren ook op het Collegebesluit om in de Hogewegzone een hostel te plaatsen voor drugsverslaafde dak- en thuislozen. Zij vinden dat: • Zo’n hostel hoort niet thuis in zo’n buurt. • De combinatie met het zwembad, jongeren en het waterwingebied is niet wenselijk. Als bijlage zijn alle binnengekomen reacties opgenomen.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
6.
Vervolgtraject
In deze afwegingsnotitie ligt de keuze voor een stedenbouwkundig model c.q. een concept voor. Het gekozen model moet in de volgende stap verder uitgewerkt worden in een stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPVE). Parallel daaraan wordt gestart met de voorbereidingen voor de planologische procedures en de milieueffectrapportage. Naar verwachting zal de uitwerking van het SPVE dan begin 2009 gereed zijn voor besluitvorming in de gemeenteraad. In • • • • • • • • •
het SPVE wordt onder andere de volgende onderwerpen uitgewerkt en vastgelegd: het stedenbouwkundige plan en de verkaveling; een nauwkeuriger woonprogramma; het programma voor de voorzieningen; de inrichting van de openbare ruimte: plek van sport- en spelvoorzieningen, kwaliteitsniveau, e.d.; de inrichting van het groen en eventueel de kop van het waterwingebied; het nauwkeurige parkeerprogramma en de inpassing daarvan; de architectuur en beeldkwaliteit; de planning en fasering; de financiën (grondexploitatie);
Daarnaast komen hierin onderwerpen als levensloopbestendig wonen, kunsttoepassingen, collectief particulier opdrachtgeverschap, eventuele faunapassage onder/over de Hogeweg e.d. aan de orde.
6.1
Participatie in het vervolgtraject Hoe gaan we om met participatie bij de uitwerking van het stedenbouwkundige model? Omdat het plan steeds specifieker en concreter wordt zal ook de participatie specifieker en concreter worden. Het voorstel is om in workshopachtige sessies rondom een aantal thema’s een groep te formeren. De samenstelling van deze groep varieert per thema. Deze consultatieronde per onderwerp wordt compact opgezet. Dat wil zeggen dat per thema geconcentreerd wordt geconsulteerd: belanghebbenden krijgen een ruw voorstel voorgelegd en brengen de eigen (bewoners)expertise in. De projectgroep neemt dit advies serieus mee in de verdere uitwerking. ‘Compact georganiseerd’ betekent ook dat het aantal sessies per thema beperkt wordt. Voor sommige thema’s is één keer bijeenkomen wellicht voldoende, voor andere onderwerpen is wellicht een extra bijeenkomst nodig. Doel van deze consultatieronde is het inbrengen van bewonersexpertise om een zo goed mogelijk stedenbouwkundig plan te maken. De participatievorm is ‘consulterend’ dat wil zeggen dat de inbreng van bewoners/belanghebbenden als adviserend wordt beschouwd. De bijeenkomsten moeten goed worden voorbereiden door professionals.Het is handig als er al iets ligt waar mensen op kunnen reageren en verder over mee kunnen denken. Maar er moet ook ruimte zijn voor inbreng van nieuwe ideeën. Mogelijke thema’s die aan bod kunnen komen zijn woonwensen, woningtypologieën, invulling van de openbare ruimte, de Kop van het Waterwingebied. We beschouwen de Hoven als een specifiek thema. Bewoners van de Hoven worden daarbij expliciet betrokken.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
6.2
Uitwerking participatie vervolgfase Nadere uitwerking van de participatie in de vervolgfase volgt na raadsbehandeling. De volgende overwegingen spelen dan een rol: Welke specifieke onderwerpen worden gedifferentieerd?. De thema’s grijpen soms meer en soms minder op elkaar in. Rond welke thema’s is een helikopterview noodzakelijk; welke onderwerpen lenen zich om afzonderlijk uit te werken? Zo is het mogelijk om over de invulling van speelplekken afzonderlijk te praten terwijl andere onderwerpen meer met elkaar samenhangen. Welke specifieke doelgroepen zijn per thema te onderscheiden? Hierbij valt onder andere te denken aan huidige bewoners/bewoners van de Hoven versus toekomstige bewoners, straat-, buurt-, wijk- of stadsniveau, ouderen en jongeren. Waarover worden participanten geconsulteerd? Wat zijn daarbij de kaders? Anders gezegd: waar zit de ruimte om mee te praten? Praktische overdenkingen spelen ook een rol. Hoe houden we de participatie met verschillende groepen ’compact’. Hoe scheppen we reële verwachtingen? Hoe houden we de participatie werkbaar?
6.3
Eerder opgedane ervaring en expertise participatiegroep In de vorige fase (bij het ontwikkelen van de twee modellen) is een betrokken participatiegroep actief geweest. Het is wenselijk om de ervaringen die hierbij zijn opgedaan ook te betrekken bij het vervolg. Bovendien heeft de huidige participatiegroep de nodige expertise door jarenlang engagement. Zowel de ervaring met participatie als de expertise van de participatiegroep wordt als waardevol ervaren en wordt betrokken bij de uitwerking van het vervolg.
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
7. • • • •
Bijlagen Verslagen participatiegroep Binnengekomen reacties Referentiebeelden en impressies (KCAP) Zoekgebied Hostel voor drugsverslaafden voor de beide modellen
# 2342848 – Afwegingsnotitie Hogewegzone Vernieuwt
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder drs. J.A. Hekman
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2746330 : 29 april 2008 : HB-1
TITEL Afweging stedenbouwkundige modellen Hogewegzone
BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met Stadsentree Groene Poort als voorkeursmodel, zodat deze uitgewerkt kan worden tot een ontwikkelingsplan en Stedenbouwkundig Programma van Eisen; 2. In te stemmen met het voor de Hogeweg toepassen van huidige parkeernormen met een opslag en deze normen op te laten nemen in de parkeerverordening; 3. In te stemmen met de voorgestelde financiële afspraken en dekkingsvoorstellen; 4. In te stemmen met de beschreven samenwerkingsvorm en het uitwerken daarvan in een intentie- en samenwerkingsovereenkomst met de Alliantie.
AANLEIDING De Hogewegzone is één van de gebieden waarvoor in het kader van Amersfoort Vernieuwt een ontwikkelingsplan wordt uitgewerkt. Het gebied ligt tussen de wijken Liendert / Rustenburg en Randenbroek / Schuilenburg en biedt door het realiseren van woningen en voorzieningen kansen voor de opwaardering van deze wijken. Binnen Amersfoort Vernieuwt is realisatie van een verschuiving van 10 tot 15% van goedkope sociale woningbouw naar het middensegment de bedoeling. Het project biedt ook kansen voor het opwaarderen van één van de belangrijkste entrees naar de stad. Op 23 mei 2006 is de Startnotitie voor de Hogewegzone in de gemeenteraad behandeld. Uit de behandeling in de gemeenteraad kwam onder meer naar voren dat ook een minder stedelijke ambitie onderzocht diende te worden met een lagere dichtheid. Op basis hiervan is gestart met het participatietraject. Wij hebben het afgelopen jaar twee modellen uitgewerkt met de inbreng van de participatiegroep. Opdracht van de raad Op 23 mei 2006 is de Startnotitie voor de Hogewegzone in de gemeenteraad behandeld. In de Startnotitie worden de volgende ambities genoemd: • Ingezet wordt op een Stadsentree met allure; • Een optimale verkeerskundige doorstroming op de Hogeweg; • Het woonprogramma gaat uit van een stedelijk woonmilieu met een zo hoog mogelijke dichtheid. Daarmee kan ook worden voldaan aan het principe van eerst vervangend bouwen, dan pas slopen; • De kwaliteit van de bebouwing zal hoog zijn. Het zwembad wordt een ‘blikvanger’ bij de entree van de stad. • Uitwerking van een stedenbouwkundig alternatief met een minder stedelijke ambitie d.w.z met een lagere dichtheid. Planvormingsproces Op basis van de opdracht van de raad is gestart met het participatietraject op 28 augustus 2006. Het participatietraject bestaat uit 2 delen. Het eerste deel vormt een aantal bijeenkomsten met de participatiegroep. Het tweede deel bestond uit een stadsbrede consultatieronde over de twee uitgewerkte modellen
Inlichtingen bij:
P. Duijzer, SOB/EO, (033) 469 48 08
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 2
Tijdens bijeenkomsten met de participatiegroep zijn twee stedenbouwkundige modellen uitgewerkt en vervolgens ambtelijk verder doorgerekend. De twee stedenbouwkundige modellen en het participatietraject met de uitkomsten van de stadsbrede consultatieronde worden in de bijgevoegde Afwegingskader Hogewegzone uitgebreid beschreven. Eind december 2007 hadden wij het voornemen om een keuze te maken uit de modellen. Wij hebben vervolgens door middel van een motie de opdracht gekregen om het participatietraject conform eerdere afspraken met beide modellen af te ronden. De bijeenkomsten met de participatiegroep zijn uiteindelijk afgesloten met een bijeenkomst met een aantal raadsleden. Tijdens de bijeenkomst zijn de raadsleden geïnformeerd over het verloop van het participatietraject. Vervolgens heeft de stadsbrede consultatieronde plaatsgevonden. De raad heeft op 22 april 2008 de locatie Hogeweg 120 aangewezen als een definitieve locatie voor een hostel voor drugverslaafden. Er zal een tijdelijke voorziening worden gerealiseerd op het weitje naast het perceel Hogeweg 116. De permanente hostel zal meegenomen worden in de totale gebiedsontwikkeling van de Hogeweg. Hierover zullen nog concrete afspraken worden gemaakt met de Alliantie. In de bijlage is het zoekgebied voor beide modellen opgenomen. De definitieve hostel zal binnen de aangegeven zoekgebieden worden gerealiseerd.
BESLISPUNT 1: AFWEGING VAN DE TWEE STEDENBOUWKUNDIGE MODELLEN Op basis van de Startnotitie en de behandeling in de gemeenteraad zijn wij gestart met de ontwikkeling van twee stedenbouwkundige modellen. Beide modellen (stadsentree Groene Poort en Stadspark genaamd) onderscheiden zich sterk door hun basisuitgangspunten. Stadsentree Groene Poort neemt de diverse identiteit van de deelgebieden als uitgangspunt en zet het karakter van de deelgebieden door in de plannen voor de Hogewegzone. Het stedenbouwkundig basisidee voor Stadsentree Stadspark is een stedelijk park langs de stadsentree. In de Afwegingsnotitie Hogewegzone worden beide modellen uitvoeriger beschreven. Beide modellen zijn op hoofdlijnen getoetst op haalbaarheidsaspecten zoals verkeer, luchtkwaliteit en geluid. Deze onderzoeken zullen later op basis van het voorkeursmodel in het kader van de MER (Milieu Effectrapportage) verder worden uitgewerkt. Tot nu toe zijn op hoofdlijnen berekeningen gemaakt en inschattingen gedaan voor de mogelijke invloed van de A28. De modellen zijn beoordeeld op de volgende aspecten: •
Stedenbouw De Groene Poort is een stedelijke invulling, de Hogeweg wordt een stedelijke boulevard, met het zwembad als markering van de entree van de stad en tegelijk de overgang naar het Waterwingebied. Het voorzieningenplein en het laagbouwprogramma langs de Hogeweg zijn kritische succesfactoren in dit model. Het Stadspark heeft een groene invulling met enkele markante gebouwen. Het zwembad is hierin een markant gebouw dat in de groenzone ligt, aan het Valleikanaal. Begrenzing en invulling van de groenzone en de ontsluiting vanaf de ongelijkvloerse kruising met de Operaweg zijn kritische succesfactoren in dit model.
•
Wonen De Groene Poort biedt meer woningen. De differentiatie en stedenbouwkundige opzet biedt verschillende marktconforme woonmilieus, dat wil zeggen meer verschillende woningen waaronder meer woningen met tuin. Door de Liendertkant van het plangebied optimaal te benutten is zowel kwalitatief als kwantitatief meer perspectief voor herhuisvestingmogelijkheden in het kader van Amersfoort Vernieuwt. ‘Eerst bouwen dan slopen’ wordt hiermee optimaal ingevuld. Het Stadspark biedt minder woningen en daarmee minder perspectief voor herhuisvestingmogelijkheden. De woningen aan de Liendertkant zijn minder marktconform, dit heeft deels te maken met de confrontatie met het zwembad.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 3
•
Voorzieningen De Groene Poort kenmerkt zich door de verbinding van de wijken door de doorgetrokken Operaweg, waaraan de voorzieningen gesitueerd zijn. Hierdoor ontstaat een voorzieningenas voor en door beide wijken. Ontsluiting van het zwembad voor autoverkeer is direct vanaf de Hogeweg/Operaweg gesitueerd. Door het zwembad op een zorgvuldige wijze te ontwerpen, kan het een verrijking van het Waterwingebied opleveren. De ligging in het plangebied maakt vanuit faseringsoptiek een meer autonome ontwikkeling mogelijk. Het Stadspark kenmerkt zich door een voorzieningencluster aan de Liendertkant van het plangebied aan het Valleikanaal. Het zwembad ligt hier dichter bij de binnenstad, is onderdeel van de Valleikanaalzone en de groenzone in het plangebied en is meer onderdeel van Liendert, dan van beide wijken. Ontsluiting van het zwembad door autoverkeer is eveneens direct vanaf de Hogeweg/Operaweg gesitueerd, maar loopt wel door het nieuwe plangebied.
•
Verkeer De verkeersoplossing van beide Stadsentrees is vergelijkbaar. Door het opheffen van het kruispunt met verkeerslichten aan de Operaweg en het realiseren van een ongelijkvloers kruispunt, verbetert de doorstroming en oversteekbaarheid van de Hogeweg.
•
Milieu en groen De Groene Poort kenmerkt zich door, met name aan de Liendertkant, een bebouwing dichter op de weg. Hierdoor zijn meer woningen geluidbelast. Wellicht moet voor onderdelen van het plan gewerkt worden met dove gevels. Doordat in dit plan meer woningen worden gerealiseerd is automatisch sprake van meer blootgestelden aan luchtverontreiniging. Het zwembad kan een ecologische barrière vormen, maar biedt ook kansen voor de realisatie van een recreatief ecoduct. Het plan biedt voldoende mogelijkheden voor een positieve groensaldering. Het Stadspark heeft als voordeel dat, met name aan de Liendertkant, de bebouwing zich op een grotere afstand van de weg bevindt. Hierdoor is sprake van een lagere geluidbelasting op de gevels. Doordat er minder woningen worden gerealiseerd is tevens sprake van minder blootgestelden aan luchtverontreiniging. Dit plan biedt meer mogelijkheden voor een positieve groensaldering.
•
Maatschappelijke voorzieningen In de notitie ‘zwemwater in Amersfoort’ van 23 november 2004 is conform de ambities van de raad het programma voor een groot zwemcomplex als volgt uitgewerkt: - 50-meter bad - 25-meter bad met duikkuil en 5 meter springplatform - trainings-instructiebad, tevens doelgroepenbad Totaal wateroppervlak 1583 m2 Op dit moment beschikken we over een budget van € 21.9 miljoen. Met deze investering verwachten wij een aantrekkelijke, functionele zwemvoorziening te kunnen realiseren. Overigens is nog steeds onze inzet extra financiële middelen te verwerven op europees, rijks en provinciaal niveau teneinde mogelijke financiële tegenvallers adequaat te kunnen opvangen. Tevens is het streven door middel van betaald parkeren bij de sportvoorziening extra inkomsten te genereren. Vanaf de start van het project Hogeweg was het ook de wens het nieuwe zwembad te larderen met een nieuwe sporthal. Dit ter vervanging van de huidige sporthal Schuilenburg. Met de Alliantie is overeengekomen dat de woningcorporatie de locatie Schuilenburg gaat ontwikkelen met de aan de gemeente te betalen opbrengst kan budgettair-neutraal een nieuwe sporthal worden gerealiseerd.
•
Beheer De Groene Poort levert relatief lage beheerskosten op vanwege minder openbaar groen en water. Watercompensatie is hierdoor overigens lastiger op te lossen. Het Stadspark levert relatief hoge beheerskosten op vanwege meer openbaar groen en water.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 4
•
Financiële haalbaarheid Voor beide modellen is sprake van een tekort op de grondexploitatie. In de Groene Poort worden circa 140 woningen meer gerealiseerd dan in Het Stadspark. Hierdoor is het tekort op de grondexploitatie voor dit model beduidend lager. Het verschil bedraagt een tekort van ca. € - 6,5 miljoen.
Resultaat participatietraject De projectgroep heeft in samenwerking met de participatiegroep twee stedenbouwkundige modellen uitgewerkt. Deze twee modellen zijn tijdens de stadsbrede consultatieronde aan alle geïnteresseerde bewoners gepresenteerd. De bewoners zijn naar hun mening gevraagd over onderdelen van de twee stedenbouwkundige modellen. De resultaten van de stadsbrede consultatieronde zijn verwerkt in de bijgevoegde Afwegingskader Hogewegzone. Eindresultaat van de stadsbrede consultatieronde is dat er in totaal 174 reacties zijn ontvangen. In het onderstaand overzicht wordt de voorkeur van de respondenten weergegeven. Groene Poort Stadspark Geen voorkeur Beide niet Totaal
22 107 41 4 174
13% 61% 24% 2% 100%
Conclusie is dat de meerderheid van de respondenten de voorkeur geeft aan het Stadspark. Hierbij worden de volgende punten genoemd: De hoeveelheid groen De aansluiting op het waterwingebied Het park aan de kant van Liendert ziet er vriendelijk en ruim uit Een groene stadsentree past bij Amersfoort “Groenste stad” De combinatie van de ligging van het zwembad en het park De pluspunten van de Groene Poort model die door de respondenten worden genoemd, zijn:
Een sjieke entree, het oogt symmetrisch Betere bereikbaarheid van het zwembad en de liggging van het zwembad Mooie entree door een brede groene boulevard Meer woningen en voorzieningen De torens aan het Valleikanaal De financiële haarbaarheid
CONCLUSIE AFWEGINGSKADER Het Stadspark model scoort goed vanwege de aspecten groene uitstraling, afstemming van het zwembad en het park en aansluiting met het waterwingebied. Verder levert het een beter verblijfsgebied op aan de kant van Liendert omdat de bebouwing verder van de weg staat. De meerderheid van de respondenten van de stadsbrede consultatieronde geven de voorkeur aan dit model. De belangrijkste minpunten van het Stadsparkmodel zijn dat er minder woningen worden gerealiseerd en daardoor ook minder sociale huurwoningen (circa 210). Hiermee levert dit model een kleinere bijdrage levert aan de hoofddoelstellingen van het programma Amersfoort Vernieuwt. Dit model heeft nadelige forse financiële consequenties voor de gemeente. Model Groene Poort biedt zowel kwalitatief als kwantitatief meer ruimte voor herhuisvesting en het AV uitgangspunt ‘eerst bouwen dan slopen’. In dit model worden ook meer sociale huurwoningen gebouwd (circa 250) Verder is in dit model sprake van een betere inpassing van voorzieningen. Het zwembad wordt direct vanaf de Hogeweg ontsloten en de voorzieningen liggen op een natuurlijke wijze tussen de huidige wijken Liendert en Schuilenburg. Dit biedt kansen voor versterking van de sport- en verzorgingsgerelateerde voorzieningen (zie BRO-rapport) en het stimuleren van wijkeconomie.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 5
Uit het bovenstaande komt naar voren dat de meerderheid van de respondenten van de stadsbrede consultatieronde de voorkeur heeft voor het model Stadspark. Alles overwegend komen wij tot de conclusie dat het model Groene Poort op de beste manier een bijdrage levert aan de doelstellingen van het project en Amersfoort Vernieuwt en invulling geeft aan de opdracht van de raad. Daarbij heeft de raad in het programma Beleidsvisie Groen-Blauwe Structuur duidelijke groengebieden aangewezen binnen de gemeente Amersfoort en daarvoor financiële middelen beschikbaar gesteld, bijvoorbeeld voor het Waterwingebied. Voor de Hogeweg kiezen wij voor een gebied met een hoge stedelijke allure en dat wordt het beste bereikt met het model Groene Poort. Tenslotte kunnen de financiële tekorten van dit model, in tegenstelling tot die van het Stadspark model, afgedekt worden.
ARGUMENTEN BESLISPUNT 1 Stadsentree Groene Poort past stedenbouwkundig het beste in de overgangszone tussen de snelweg A28 en het Valleikanaal. Stadsentree Groene Poort biedt zowel kwalitatief als kwantitatief meer ruimte voor herhuisvesting en het AV uitgangspunt ‘eerst bouwen dan slopen’. Stadsentree Groene Poort biedt een betere inpassing van voorzieningen. Het zwembad wordt direct vanaf de Hogeweg ontsloten en de voorzieningen liggen op een natuurlijke wijze tussen de huidige wijken Liendert en Schuilenburg. Dit biedt kansen voor versterking van de sport- en verzorgingsgerelateerde voorzieningen en het stimuleren van wijkeconomie. De financiële tekorten van Stadsentree Groene poort zijn voorzien van dekkingsvoorstellen . KANTTEKENINGEN BESLISPUNT 1 De meerderheid van de respondenten van de stadsbrede consultatieronde heeft een voorkeur voor het model Stadspark. Stadsentree Stadspark scoort op het gebied van geluid en luchtkwaliteit beter. Bij Stadsentree Groene Poort is de bebouwing dichter op de weg, hierdoor zijn meer woningen geluidbelast. Wellicht moet voor onderdelen van het plan gewerkt worden met dove gevels. Stadsentree Groene Poort heeft ook meer woningen, waardoor automatisch meer blootgestelden aan luchtverontreiniging zijn. De groenzone in Stadsentree Stadspark biedt mogelijkheden voor spel en ontmoeting. BESLISPUNT 2 PARKEERNORMEN De huidige parkeernorm voor woningen is 1,3 parkeerplek per woning, inclusief 0,3 voor bezoekersparkeren. Bij de herontwikkeling van de Hogewegzone is het streven om zoveel mogelijk te anticiperen op de nieuwe gemeentelijke parkeernormen. Naar verwachting zal de nieuwe parkeernorm 1,7 zijn voor woningen tot € 256.000,- en 2,0 parkeerplek voor woningen boven de € 256.000, - In deze normen is de opslag van 0,3 voor bezoekersparkeren meegenomen. Uitgaande wat er financieel, ruimtelijk en marktechnisch haalbaar is, wordt voorgesteld om in dit gebied de parkeernorm van 1,3 parkeerplek per woning op uitgeefbaar terrein en minimaal 0,3 (streven is 0,4) parkeerplaats per woning op maaiveldniveau in het openbaar gebied aan te houden. Deze normen liggen hoger dan de huidige normen. Hiermee wordt zoveel mogelijk geanticipeerd op de nieuwe parkeernormen. Dit project is zo omvangrijk en langdurig dat het niet te voorkomen is dat we niet altijd aan de meest actuele beleidsrichtlijnen van de gemeente kunnen voldoen. We streven daar echter wel naar.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 6
Wanneer de huidige parkeernormen met een opslag worden toegepast op de geraamde woonprogramma’s voor zowel model Groene Poort als model Stadspark ontstaat een gemiddelde van circa 1,75 te realiseren parkeerplek per woning. De voorgestelde 1,6 parkeerplek per woning wijkt dus iets af van de nieuwe norm. Wanneer de Alliantie volledig aan de nieuwe parkeernormen moet voldoen, moet men er rekening mee houden dat er t.z.t een financieel tekort kan ontstaan. De partijen zullen dan in gesprek gaan om te kijken hoe dit probleem zal worden opgelost. Dit past ook in de lijn die is afgesproken in de Financiële afspraken op hoofdlijnen d.d. 2 mei 2007 dat de invloed van het in ontwikkeling zijnde parkeerbeleid nog per locatie dient te worden bezien. Overigens geldt ook voor de Hogeweg (zie Financiële afspraken op hoofdlijnen d.d. 2 mei 2007 de afspraak dat de gemeente een bijdrage levert aan de Alliantie voor het gebouwd parkeren bij nieuwe sociale huurwoningen van € 5.000, (excl BTW). Deze bijdrage wordt gefinancierd uit de ISV gelden.
ARGUMENTEN BESLISPUNT 2 De voorgestelde parkeernormen voor de Hogewegzone liggen hoger dan de huidige normen. De voorgestelde parkeernormen leiden tot overbrugbare financiële tekorten. Het toepassen van zwaardere parkeernormen leidt tot financiële tekorten. Gezien de samenwerkingsvorm gaat het hierbij om een gezamenlijk probleem waarvoor aanvullende afspraken nodig zijn. KANTTEKENINGEN BESLISPUNT 2 De toekomstige parkeernormen dienen nog vastgesteld te worden, maar de voorgestelde parkeernormen voor de Hogeweg liggen waarschijnlijk lager dan de nieuwe gemeentelijke parkeernormen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 7
BESLISPUNT 3 FINANCIËLE AFSPRAKEN EN DEKKINGSVOORSTELLEN Voor beide stedenbouwkundige modellen is een financiële haalbaarheidsanalyse uitgewerkt. In deze analyse zijn de vastgoed- en grondexploitatie samengevoegd voor een optimale afstemming. De totale investering loopt uiteen van € 215 mio (Stadspark) tot circa € 235 mio (Groene Poort). Voor beide modellen staat de financiële investering onder druk. Dit komt onder andere door de verwervingskosten en de hoge kwaliteitseisen (zoals gebouwd parkeren) voor een dergelijke binnenstedelijke ontwikkeling. In het onderstaande overzicht zijn de tekorten en de dekking voor beide modellen op hoofdlijnen weergegeven. In miljoenen euro’s Totaal investeringen Alliantie (Vastgoed en -gebiedsexploitatie)
Groene Poort
Stadspark
204
184
31
31
235 228
215 202
7
13
7 0 0
7 6 Circa 6
Totaal geraamde investeringen gemeente Zwembad (22 mio) Aanpassing Hogeweg (9 mio) Totale kosten Alliantie en gemeente Totaal geraamde opbrengsten (inclusief bijdragen gemeente) Totaal tekort Voor rekening Alliantie Voor rekening Gemeente Saldo tekort
De exploitatie van Stadsentree Groene Poort laat een tekort zien, die ten laste van de Alliantie komt. Voor het extra tekort dat ontstaat door het verminderd aantal woningen in het Stadsparkmodel zijn momenteel geen dekkingsmiddelen beschikbaar.
FINANCIËLE RISICO’S GEMEENTE Model Groene Poort Projectonderdelen
Bijdrage gemeente (subsidies)
Investeringen Dekking Risico gemeente (in miljoenen euro’s) minimaal 3 te ontvangen subsidies. De bijdrage van 3 miljoen is gebaseerd op te verwachten EFRO, Map en mogelijk overige subsidie. Deze zijn aangevraagd voor extra kwaliteit openbare ruimte, bereikbaarheid, kwaliteit woningbouw en zwembad.
Bijdrage circa 250 parkeerplaatsen (5.000, -- per sociale woning) Infrastructuur Hogeweg
1,25
ISV gelden
9
RSV-bereikbaarheid
Totaal
13.25
Nog niet zeker, risico voor de gemeente Dit moet wel een bijdrage leveren aan de ISV doelstellingen
De aanbesteding is een risico voor de gemeente
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 8
De beschreven gemeentelijke investeringen beschreven tekort bij Stadsentree Groene Poort geldt ook voor het model Stadspark. Het model Stadspark bevat ca. 140 woningen minder. Hierdoor loopt het tekort met ca. 6 miljoen extra op. Bovendien kan hierdoor niet meer het afgesproken woningbouwprogramma voor Amersfoort Vernieuwt breed worden gerealiseerd of er moet meer in AV wijken worden gebouwd. In het kader van de Samenwerkingsagenda kan de gemeente rekenen op een bijdrage van € 5.000,-- per toegevoegde woningen. Wanneer gekozen wordt voor het model Stadspark dan ontvangt de gemeente ook een lagere bijdrage van de provincie Utrecht. Model Stadspark Projectonderdelen
Bijdrage gemeente (subsidies)
Investeringen Dekking gemeente (in miljoenen euro’s) minimaal 3 te ontvangen subsidies.
Bijdrage circa 110 parkeerplaatsen (5.000, -- per sociale woning) Infrastructuur Hogeweg
1,05
Extra tekort vanwege minder woningen en meer groen Compensatie woningen aan Alliantie
circa 6
Minder subsidie provincie Totaal
9
140 woningen
0,5
ISV gelden
RSV-bereikbaarheid Deze kosten komen ten laste van de gemeente Meer woningen in de AV wijken
Risico
De bijdrage van 3 miljoen is gebaseerd op te verwachten EFRO, Map en mogelijk overige subsidie. Deze zijn aangevraagd voor extra kwaliteit openbare ruimte, bereikbaarheid, kwaliteit woningbouw en zwembad. Nog niet zeker, risico voor de gemeente Dit moet wel een bijdrage leveren aan de ISV doelstellingen
De aanbesteding is een risico voor de gemeente Hier zijn nog geen dekkingsmogelijkheden voor - ongewenste verdichting in de AV wijken; - groene saldoregeling komt onder druk te staan. Als gevolg van minder woningen zal de gemeente mogelijk minder subsidie van de provincie ontvangen
19, 55 miljoen + 140 woningen
ARGUMENTEN BESLISPUNT 3 -
Het model Groene Poort kan budgettair neutraal voor de gemeente worden uitgevoerd. Het model Groene Poort levert mogelijk een hogere bijdrage van de provincie (€ 5000, --, per toegevoegde woning) op. Met het model Groene Poort kan het voorgenomen programma van Amersfoort Vernieuwt en specifiek voor de Hogeweg worden gerealiseerd. De gemeente hoeft bij dit model niets te compenseren aan de Alliantie.
KANTTEKENINGEN BESLISPUNT 3 Bij de dekkingsvoorstellen behoort een bepaald risico. Deze zijn hierboven bij de voorstellen beschreven. Voor Stadsentree Groene Poort zijn de risico’s te overzien en overbrugbaar. Voor Stadsentree Stadspark is dit niet het geval.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 9
BESLISPUNT 4 DE SAMENWERKINGSVORM MET DE ALLIANTIE Om het plan voor de Hogewegzone te realiseren zijn afspraken nodig tussen de gemeente en de Alliantie. Hieronder wordt beschreven welke zaken hierbij met name van belang zijn. De voorgenomen afspraken tussen de gemeente en de Alliantie, vormen de uitgangspunten voor de verdere samenwerking. Overeenkomst De gemeente en de Alliantie hebben intensief besproken hoe de financiële knelpunten en risico’s moeten worden verdeeld. De hoofdgedachte is dat de Hogewegzone op rekening en risico door de Alliantie wordt ontwikkeld binnen de kaders van het Stedenbouwkundige Programma van Eisen dat nog moet worden vastgesteld. De samenwerkingsvorm en de financiële afspraken zullen t.z.t. worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Voor de voorgenomen samenwerkingsvorm is de volgende richting met de Alliantie besproken: -
De Hogewegzone wordt – met uitzondering van de hoofdinfrastructuur van de Hogeweg en het zwembad en bijbehorende voorzieningen (sporthal) - op rekening en risico van de Alliantie ontwikkeld.
-
De gemeente draagt het (financiële) risico voor de benodigde aanpassingen van de Hogeweg en de realisatie van het zwembad (inclusief de nieuwe sporthal) en het parkeren.
-
De Alliantie gaat de benodigde gronden verwerven en bouwrijp maken.
-
De gemeente brengt de sporthal Schuilenburg in bij de Alliantie voor een afgesproken bedrag. Hiermee kan de gemeente een nieuw sporthal realiseren. Daarbij is afgesproken dat er geen grondkosten worden gerekend voor de nieuwe sporthal.
-
De gemeente draagt zorg voor het inbrengen van een subsidiebedrag van 3 miljoen euro in de grondexploitatie.
-
De Alliantie is vrij in het vaststellen van de verkoopprijzen van de vrije sector koopwoningen en markthuurwoningen in dit gebied, waarbij minimaal 30% van de nieuwe woningen in de sociale huursector wordt gerealiseerd.
-
De over het parkeren gemaakte afspraken zijn hierboven beschreven bij beslispunt 2 “Parkeernormen”.
ARGUMENTEN BESLISPUNT 4 De Alliantie draagt onder voorwaarden het financiële risico van de ontwikkeling en realisatie van de Hogewegzone. Dit maakt de Hogewegzone een (financieel) haalbaar project. KANTTEKENINGEN BESLISPUNT 4 De afspraken met de Alliantie brengen voor de gemeente een risico en verantwoordelijkheid met zich mee (zie ook de kanttekening bij Peilpunt 3 “Financiële Afspraken en Dekkingsvoorstellen). BEOOGD EFFECT Na het raadsbesluit kan het voorkeursmodel verder worden uitgewerkt.
FINANCIËN Bij peilpunt 3 “Financiële Afspraken en Dekkingsvoorstellen” wordt de exploitatie van beide stedenbouwkundige modellen besproken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 10
VERVOLG Na besluitvorming in de gemeenteraad zullen de volgende vervolgstappen worden gezet: Ontwikkelingplan Hogeweg. Om een in aanmerking te komen voor de MAP-Subsidie van de provincie Utrecht van € 450.000, -hebben de gemeente Amersfoort en de Alliantie zich verplicht om twee prestaties te leveren, te weten: 1. Het realiseren van een substantieel aantal levensloopbestendige wonen. Met het voornemen om circa 80% van het programma met de label “levensloopbestendig”te bouwen , wordt aan deze prestatie-eis voldaan. 2. Het overleggen van een Ontwikkelingsplan voor de Hogeweg met de provincie Utrecht vóór 1 juli 2008. Het Ontwikkelingsplan is een abstract plan - lees Masterplan- waarin op hoofdlijnen de ontwikkelingsstrategieën en kaders worden weergegeven. Het streven is om de voorkeursvariant vóór 1 juli 2008 uit te werken tot een ontwikkelingsplan en dit voor te leggen aan het college. Stedenbouwkundig Programma van Eisen Het Ontwikkelingsplan wordt uitgewerkt tot een Stedenbouwkundig Programma van Eisen (het SPvE). Concreet bevat het SPvE een stedenbouwkundig plan, een programma van eisen voor de bouwplannen en richtlijnen voor de beeldkwaliteit. Projectplanning Voor het project Hogewegzone geldt de volgende globale planning: - in 2008 wordt het Stedenbouwkundig Programma van Eisen vastgesteld en gestart met de bestemmingsplanprocedure (met indiening zienswijzen); - in 2008 / 2010 is de ontwerpfase van de gebouwen en de openbare ruimte, waarna gestart wordt met de bouwvergunningprocedure; - in eind 2010 kan dan worden gestart met de bouw; - in 2011/2012 is de eerste oplevering; Planning zwembad Op dit moment staan er twee nieuwe zwembaden in Amersfoort gepland, een basisbad in Vathorst (model Hoogland) en een groot zwembad aan de Hogeweg. Beide sportvoorzieningen zijn nodig om aan de toenemende behoefte aan zwemwater in de stad ten gevolge van de uitbreiding van het inwoneraantal te kunnen voldoen. De oorspronkelijke opzet was dat het Vathorstbad in 2008 en het Hogewegbad in 2010 zou worden opgeleverd. Vanwege de discussie rondom de IJsbaan, een voorziening die gekoppeld moet worden aan het zwembad in Vathorst, zal oplevering niet op tijd kunnen geschieden. Hetzelfde dreigt te geschieden bij het project Hogeweg. Gevolg is een nijpend tekort aan zwemfaciliteiten. Reden waarom het noodzakelijk is om op beide fronten thans op korte termijn een stap voorwaarts te maken.
BETROKKEN PARTIJEN Het project Hogewegzone is onderdeel van Amersfoort Vernieuwt en is een samenwerking tussen de Alliantie en de Gemeente Amersfoort. De stedenbouwkundige modellen zijn ontwikkeld in nauwe samenspraak met de participatiegroep, bestaande uit bewoners en belangenpartijen. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 11
Bijlagen
- Raadsbesluit - Afwegingsnotitie Hogewegzone
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2746330
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april 2008, sector SOB/EO (nr.2746330); b e s l u i t:
1.
2. 3.
4.
als richting te kiezen voor uitwerking en invulling: a. Stadsentree Groene Poort, b. de voorgestelde financiele afspraken en dekkingsvoorstellen; c. de beschreven samenwerkingsvorm en het uitwerken daarvan in een intentie- en samenwerkingsovereenkomst met de Alliantie; in te stemmen met het voor de Hogeweg toepassen van de nieuwe parkeernormen (1,75 à 1,8) en een parkeerregime in te voeren; het college op te dragen om op korte termijn tot afspraken te komen met Rijkswaterstaat opdat binnen 4 jaren er afdoende maatregelen op de A28 zijn getroffen voor de doorstroming van het verkeer op de Hogeweg; het college op te dragen de Raad, vooruitlopend op een stedenbouwkundig plan, een startnotitie ter besluitvorming voor te leggen, inclusief een heldere planning, die ingaat op a. de inpassing van het zwembad incl. sporthal (oppervlak en hoogte) in haar omgeving met de Spreeuwenstraat (min. 20 meter gevelafstand), de buurtas en het Waterwingebied; b. betere verkeersafwikkeling in het gebied, bij de buurtas en naar de Hogeweg zelf richting A-28 en binnenstad; c. slimme vormgeving van de fysieke omgeving om zo ruim mogelijk binnen de wettelijke normen voor geluid en fijnstof te blijven d. bij de woningen en het voorzieningencluster een levendige, veilige openbare ruimte, met een goed verblijfsklimaat voor ontmoeting en wonen; e. mogelijkheden zoeken voor doortrekken van het Waterwingebied naar het groengebied Randenbroek-Schuilenburg, ecologisch en recreatief/toeristisch (fietsen, wandelen) f. een ecologische verbindingszone tussen WWG en Valleikanaal g. een robuuster ‘groen plein’ aan de Schuilenburgzijde h. mooie zichtlijnen van de stadsentree richting de binnenstad i. aan beide zijden van de Hogeweg voldoende parkeerruimte voor eigen gebruik van de bewoners, privébezoekers en gebruikers van de voorzieningen; j. de sociale opgaven voor dit gebied, zoals woonmilieu, ontmoetingsfunctie, hostel, wonen voor grote gezinnen, senioren en starters.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 juni 2008. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder drs. J.A. Hekman
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2746330 : 29 april 2008 : HB-1
TITEL Afweging stedenbouwkundige modellen Hogewegzone
BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met Stadsentree Groene Poort als voorkeursmodel, zodat deze uitgewerkt kan worden tot een ontwikkelingsplan en Stedenbouwkundig Programma van Eisen; 2. In te stemmen met het voor de Hogeweg toepassen van huidige parkeernormen met een opslag en deze normen op te laten nemen in de parkeerverordening; 3. In te stemmen met de voorgestelde financiële afspraken en dekkingsvoorstellen; 4. In te stemmen met de beschreven samenwerkingsvorm en het uitwerken daarvan in een intentie- en samenwerkingsovereenkomst met de Alliantie.
AANLEIDING De Hogewegzone is één van de gebieden waarvoor in het kader van Amersfoort Vernieuwt een ontwikkelingsplan wordt uitgewerkt. Het gebied ligt tussen de wijken Liendert / Rustenburg en Randenbroek / Schuilenburg en biedt door het realiseren van woningen en voorzieningen kansen voor de opwaardering van deze wijken. Binnen Amersfoort Vernieuwt is realisatie van een verschuiving van 10 tot 15% van goedkope sociale woningbouw naar het middensegment de bedoeling. Het project biedt ook kansen voor het opwaarderen van één van de belangrijkste entrees naar de stad. Op 23 mei 2006 is de Startnotitie voor de Hogewegzone in de gemeenteraad behandeld. Uit de behandeling in de gemeenteraad kwam onder meer naar voren dat ook een minder stedelijke ambitie onderzocht diende te worden met een lagere dichtheid. Op basis hiervan is gestart met het participatietraject. Wij hebben het afgelopen jaar twee modellen uitgewerkt met de inbreng van de participatiegroep. Opdracht van de raad Op 23 mei 2006 is de Startnotitie voor de Hogewegzone in de gemeenteraad behandeld. In de Startnotitie worden de volgende ambities genoemd: • Ingezet wordt op een Stadsentree met allure; • Een optimale verkeerskundige doorstroming op de Hogeweg; • Het woonprogramma gaat uit van een stedelijk woonmilieu met een zo hoog mogelijke dichtheid. Daarmee kan ook worden voldaan aan het principe van eerst vervangend bouwen, dan pas slopen; • De kwaliteit van de bebouwing zal hoog zijn. Het zwembad wordt een ‘blikvanger’ bij de entree van de stad. • Uitwerking van een stedenbouwkundig alternatief met een minder stedelijke ambitie d.w.z met een lagere dichtheid. Planvormingsproces Op basis van de opdracht van de raad is gestart met het participatietraject op 28 augustus 2006. Het participatietraject bestaat uit 2 delen. Het eerste deel vormt een aantal bijeenkomsten met de participatiegroep. Het tweede deel bestond uit een stadsbrede consultatieronde over de twee uitgewerkte modellen
Inlichtingen bij:
P. Duijzer, SOB/EO, (033) 469 48 08
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 2
Tijdens bijeenkomsten met de participatiegroep zijn twee stedenbouwkundige modellen uitgewerkt en vervolgens ambtelijk verder doorgerekend. De twee stedenbouwkundige modellen en het participatietraject met de uitkomsten van de stadsbrede consultatieronde worden in de bijgevoegde Afwegingskader Hogewegzone uitgebreid beschreven. Eind december 2007 hadden wij het voornemen om een keuze te maken uit de modellen. Wij hebben vervolgens door middel van een motie de opdracht gekregen om het participatietraject conform eerdere afspraken met beide modellen af te ronden. De bijeenkomsten met de participatiegroep zijn uiteindelijk afgesloten met een bijeenkomst met een aantal raadsleden. Tijdens de bijeenkomst zijn de raadsleden geïnformeerd over het verloop van het participatietraject. Vervolgens heeft de stadsbrede consultatieronde plaatsgevonden. De raad heeft op 22 april 2008 de locatie Hogeweg 120 aangewezen als een definitieve locatie voor een hostel voor drugverslaafden. Er zal een tijdelijke voorziening worden gerealiseerd op het weitje naast het perceel Hogeweg 116. De permanente hostel zal meegenomen worden in de totale gebiedsontwikkeling van de Hogeweg. Hierover zullen nog concrete afspraken worden gemaakt met de Alliantie. In de bijlage is het zoekgebied voor beide modellen opgenomen. De definitieve hostel zal binnen de aangegeven zoekgebieden worden gerealiseerd.
BESLISPUNT 1: AFWEGING VAN DE TWEE STEDENBOUWKUNDIGE MODELLEN Op basis van de Startnotitie en de behandeling in de gemeenteraad zijn wij gestart met de ontwikkeling van twee stedenbouwkundige modellen. Beide modellen (stadsentree Groene Poort en Stadspark genaamd) onderscheiden zich sterk door hun basisuitgangspunten. Stadsentree Groene Poort neemt de diverse identiteit van de deelgebieden als uitgangspunt en zet het karakter van de deelgebieden door in de plannen voor de Hogewegzone. Het stedenbouwkundig basisidee voor Stadsentree Stadspark is een stedelijk park langs de stadsentree. In de Afwegingsnotitie Hogewegzone worden beide modellen uitvoeriger beschreven. Beide modellen zijn op hoofdlijnen getoetst op haalbaarheidsaspecten zoals verkeer, luchtkwaliteit en geluid. Deze onderzoeken zullen later op basis van het voorkeursmodel in het kader van de MER (Milieu Effectrapportage) verder worden uitgewerkt. Tot nu toe zijn op hoofdlijnen berekeningen gemaakt en inschattingen gedaan voor de mogelijke invloed van de A28. De modellen zijn beoordeeld op de volgende aspecten: •
Stedenbouw De Groene Poort is een stedelijke invulling, de Hogeweg wordt een stedelijke boulevard, met het zwembad als markering van de entree van de stad en tegelijk de overgang naar het Waterwingebied. Het voorzieningenplein en het laagbouwprogramma langs de Hogeweg zijn kritische succesfactoren in dit model. Het Stadspark heeft een groene invulling met enkele markante gebouwen. Het zwembad is hierin een markant gebouw dat in de groenzone ligt, aan het Valleikanaal. Begrenzing en invulling van de groenzone en de ontsluiting vanaf de ongelijkvloerse kruising met de Operaweg zijn kritische succesfactoren in dit model.
•
Wonen De Groene Poort biedt meer woningen. De differentiatie en stedenbouwkundige opzet biedt verschillende marktconforme woonmilieus, dat wil zeggen meer verschillende woningen waaronder meer woningen met tuin. Door de Liendertkant van het plangebied optimaal te benutten is zowel kwalitatief als kwantitatief meer perspectief voor herhuisvestingmogelijkheden in het kader van Amersfoort Vernieuwt. ‘Eerst bouwen dan slopen’ wordt hiermee optimaal ingevuld. Het Stadspark biedt minder woningen en daarmee minder perspectief voor herhuisvestingmogelijkheden. De woningen aan de Liendertkant zijn minder marktconform, dit heeft deels te maken met de confrontatie met het zwembad.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 3
•
Voorzieningen De Groene Poort kenmerkt zich door de verbinding van de wijken door de doorgetrokken Operaweg, waaraan de voorzieningen gesitueerd zijn. Hierdoor ontstaat een voorzieningenas voor en door beide wijken. Ontsluiting van het zwembad voor autoverkeer is direct vanaf de Hogeweg/Operaweg gesitueerd. Door het zwembad op een zorgvuldige wijze te ontwerpen, kan het een verrijking van het Waterwingebied opleveren. De ligging in het plangebied maakt vanuit faseringsoptiek een meer autonome ontwikkeling mogelijk. Het Stadspark kenmerkt zich door een voorzieningencluster aan de Liendertkant van het plangebied aan het Valleikanaal. Het zwembad ligt hier dichter bij de binnenstad, is onderdeel van de Valleikanaalzone en de groenzone in het plangebied en is meer onderdeel van Liendert, dan van beide wijken. Ontsluiting van het zwembad door autoverkeer is eveneens direct vanaf de Hogeweg/Operaweg gesitueerd, maar loopt wel door het nieuwe plangebied.
•
Verkeer De verkeersoplossing van beide Stadsentrees is vergelijkbaar. Door het opheffen van het kruispunt met verkeerslichten aan de Operaweg en het realiseren van een ongelijkvloers kruispunt, verbetert de doorstroming en oversteekbaarheid van de Hogeweg.
•
Milieu en groen De Groene Poort kenmerkt zich door, met name aan de Liendertkant, een bebouwing dichter op de weg. Hierdoor zijn meer woningen geluidbelast. Wellicht moet voor onderdelen van het plan gewerkt worden met dove gevels. Doordat in dit plan meer woningen worden gerealiseerd is automatisch sprake van meer blootgestelden aan luchtverontreiniging. Het zwembad kan een ecologische barrière vormen, maar biedt ook kansen voor de realisatie van een recreatief ecoduct. Het plan biedt voldoende mogelijkheden voor een positieve groensaldering. Het Stadspark heeft als voordeel dat, met name aan de Liendertkant, de bebouwing zich op een grotere afstand van de weg bevindt. Hierdoor is sprake van een lagere geluidbelasting op de gevels. Doordat er minder woningen worden gerealiseerd is tevens sprake van minder blootgestelden aan luchtverontreiniging. Dit plan biedt meer mogelijkheden voor een positieve groensaldering.
•
Maatschappelijke voorzieningen In de notitie ‘zwemwater in Amersfoort’ van 23 november 2004 is conform de ambities van de raad het programma voor een groot zwemcomplex als volgt uitgewerkt: - 50-meter bad - 25-meter bad met duikkuil en 5 meter springplatform - trainings-instructiebad, tevens doelgroepenbad Totaal wateroppervlak 1583 m2 Op dit moment beschikken we over een budget van € 21.9 miljoen. Met deze investering verwachten wij een aantrekkelijke, functionele zwemvoorziening te kunnen realiseren. Overigens is nog steeds onze inzet extra financiële middelen te verwerven op europees, rijks en provinciaal niveau teneinde mogelijke financiële tegenvallers adequaat te kunnen opvangen. Tevens is het streven door middel van betaald parkeren bij de sportvoorziening extra inkomsten te genereren. Vanaf de start van het project Hogeweg was het ook de wens het nieuwe zwembad te larderen met een nieuwe sporthal. Dit ter vervanging van de huidige sporthal Schuilenburg. Met de Alliantie is overeengekomen dat de woningcorporatie de locatie Schuilenburg gaat ontwikkelen met de aan de gemeente te betalen opbrengst kan budgettair-neutraal een nieuwe sporthal worden gerealiseerd.
•
Beheer De Groene Poort levert relatief lage beheerskosten op vanwege minder openbaar groen en water. Watercompensatie is hierdoor overigens lastiger op te lossen. Het Stadspark levert relatief hoge beheerskosten op vanwege meer openbaar groen en water.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 4
•
Financiële haalbaarheid Voor beide modellen is sprake van een tekort op de grondexploitatie. In de Groene Poort worden circa 140 woningen meer gerealiseerd dan in Het Stadspark. Hierdoor is het tekort op de grondexploitatie voor dit model beduidend lager. Het verschil bedraagt een tekort van ca. € - 6,5 miljoen.
Resultaat participatietraject De projectgroep heeft in samenwerking met de participatiegroep twee stedenbouwkundige modellen uitgewerkt. Deze twee modellen zijn tijdens de stadsbrede consultatieronde aan alle geïnteresseerde bewoners gepresenteerd. De bewoners zijn naar hun mening gevraagd over onderdelen van de twee stedenbouwkundige modellen. De resultaten van de stadsbrede consultatieronde zijn verwerkt in de bijgevoegde Afwegingskader Hogewegzone. Eindresultaat van de stadsbrede consultatieronde is dat er in totaal 174 reacties zijn ontvangen. In het onderstaand overzicht wordt de voorkeur van de respondenten weergegeven. Groene Poort Stadspark Geen voorkeur Beide niet Totaal
22 107 41 4 174
13% 61% 24% 2% 100%
Conclusie is dat de meerderheid van de respondenten de voorkeur geeft aan het Stadspark. Hierbij worden de volgende punten genoemd: De hoeveelheid groen De aansluiting op het waterwingebied Het park aan de kant van Liendert ziet er vriendelijk en ruim uit Een groene stadsentree past bij Amersfoort “Groenste stad” De combinatie van de ligging van het zwembad en het park De pluspunten van de Groene Poort model die door de respondenten worden genoemd, zijn:
Een sjieke entree, het oogt symmetrisch Betere bereikbaarheid van het zwembad en de liggging van het zwembad Mooie entree door een brede groene boulevard Meer woningen en voorzieningen De torens aan het Valleikanaal De financiële haarbaarheid
CONCLUSIE AFWEGINGSKADER Het Stadspark model scoort goed vanwege de aspecten groene uitstraling, afstemming van het zwembad en het park en aansluiting met het waterwingebied. Verder levert het een beter verblijfsgebied op aan de kant van Liendert omdat de bebouwing verder van de weg staat. De meerderheid van de respondenten van de stadsbrede consultatieronde geven de voorkeur aan dit model. De belangrijkste minpunten van het Stadsparkmodel zijn dat er minder woningen worden gerealiseerd en daardoor ook minder sociale huurwoningen (circa 210). Hiermee levert dit model een kleinere bijdrage levert aan de hoofddoelstellingen van het programma Amersfoort Vernieuwt. Dit model heeft nadelige forse financiële consequenties voor de gemeente. Model Groene Poort biedt zowel kwalitatief als kwantitatief meer ruimte voor herhuisvesting en het AV uitgangspunt ‘eerst bouwen dan slopen’. In dit model worden ook meer sociale huurwoningen gebouwd (circa 250) Verder is in dit model sprake van een betere inpassing van voorzieningen. Het zwembad wordt direct vanaf de Hogeweg ontsloten en de voorzieningen liggen op een natuurlijke wijze tussen de huidige wijken Liendert en Schuilenburg. Dit biedt kansen voor versterking van de sport- en verzorgingsgerelateerde voorzieningen (zie BRO-rapport) en het stimuleren van wijkeconomie.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 5
Uit het bovenstaande komt naar voren dat de meerderheid van de respondenten van de stadsbrede consultatieronde de voorkeur heeft voor het model Stadspark. Alles overwegend komen wij tot de conclusie dat het model Groene Poort op de beste manier een bijdrage levert aan de doelstellingen van het project en Amersfoort Vernieuwt en invulling geeft aan de opdracht van de raad. Daarbij heeft de raad in het programma Beleidsvisie Groen-Blauwe Structuur duidelijke groengebieden aangewezen binnen de gemeente Amersfoort en daarvoor financiële middelen beschikbaar gesteld, bijvoorbeeld voor het Waterwingebied. Voor de Hogeweg kiezen wij voor een gebied met een hoge stedelijke allure en dat wordt het beste bereikt met het model Groene Poort. Tenslotte kunnen de financiële tekorten van dit model, in tegenstelling tot die van het Stadspark model, afgedekt worden.
ARGUMENTEN BESLISPUNT 1 Stadsentree Groene Poort past stedenbouwkundig het beste in de overgangszone tussen de snelweg A28 en het Valleikanaal. Stadsentree Groene Poort biedt zowel kwalitatief als kwantitatief meer ruimte voor herhuisvesting en het AV uitgangspunt ‘eerst bouwen dan slopen’. Stadsentree Groene Poort biedt een betere inpassing van voorzieningen. Het zwembad wordt direct vanaf de Hogeweg ontsloten en de voorzieningen liggen op een natuurlijke wijze tussen de huidige wijken Liendert en Schuilenburg. Dit biedt kansen voor versterking van de sport- en verzorgingsgerelateerde voorzieningen en het stimuleren van wijkeconomie. De financiële tekorten van Stadsentree Groene poort zijn voorzien van dekkingsvoorstellen . KANTTEKENINGEN BESLISPUNT 1 De meerderheid van de respondenten van de stadsbrede consultatieronde heeft een voorkeur voor het model Stadspark. Stadsentree Stadspark scoort op het gebied van geluid en luchtkwaliteit beter. Bij Stadsentree Groene Poort is de bebouwing dichter op de weg, hierdoor zijn meer woningen geluidbelast. Wellicht moet voor onderdelen van het plan gewerkt worden met dove gevels. Stadsentree Groene Poort heeft ook meer woningen, waardoor automatisch meer blootgestelden aan luchtverontreiniging zijn. De groenzone in Stadsentree Stadspark biedt mogelijkheden voor spel en ontmoeting. BESLISPUNT 2 PARKEERNORMEN De huidige parkeernorm voor woningen is 1,3 parkeerplek per woning, inclusief 0,3 voor bezoekersparkeren. Bij de herontwikkeling van de Hogewegzone is het streven om zoveel mogelijk te anticiperen op de nieuwe gemeentelijke parkeernormen. Naar verwachting zal de nieuwe parkeernorm 1,7 zijn voor woningen tot € 256.000,- en 2,0 parkeerplek voor woningen boven de € 256.000, - In deze normen is de opslag van 0,3 voor bezoekersparkeren meegenomen. Uitgaande wat er financieel, ruimtelijk en marktechnisch haalbaar is, wordt voorgesteld om in dit gebied de parkeernorm van 1,3 parkeerplek per woning op uitgeefbaar terrein en minimaal 0,3 (streven is 0,4) parkeerplaats per woning op maaiveldniveau in het openbaar gebied aan te houden. Deze normen liggen hoger dan de huidige normen. Hiermee wordt zoveel mogelijk geanticipeerd op de nieuwe parkeernormen. Dit project is zo omvangrijk en langdurig dat het niet te voorkomen is dat we niet altijd aan de meest actuele beleidsrichtlijnen van de gemeente kunnen voldoen. We streven daar echter wel naar.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 6
Wanneer de huidige parkeernormen met een opslag worden toegepast op de geraamde woonprogramma’s voor zowel model Groene Poort als model Stadspark ontstaat een gemiddelde van circa 1,75 te realiseren parkeerplek per woning. De voorgestelde 1,6 parkeerplek per woning wijkt dus iets af van de nieuwe norm. Wanneer de Alliantie volledig aan de nieuwe parkeernormen moet voldoen, moet men er rekening mee houden dat er t.z.t een financieel tekort kan ontstaan. De partijen zullen dan in gesprek gaan om te kijken hoe dit probleem zal worden opgelost. Dit past ook in de lijn die is afgesproken in de Financiële afspraken op hoofdlijnen d.d. 2 mei 2007 dat de invloed van het in ontwikkeling zijnde parkeerbeleid nog per locatie dient te worden bezien. Overigens geldt ook voor de Hogeweg (zie Financiële afspraken op hoofdlijnen d.d. 2 mei 2007 de afspraak dat de gemeente een bijdrage levert aan de Alliantie voor het gebouwd parkeren bij nieuwe sociale huurwoningen van € 5.000, (excl BTW). Deze bijdrage wordt gefinancierd uit de ISV gelden.
ARGUMENTEN BESLISPUNT 2 De voorgestelde parkeernormen voor de Hogewegzone liggen hoger dan de huidige normen. De voorgestelde parkeernormen leiden tot overbrugbare financiële tekorten. Het toepassen van zwaardere parkeernormen leidt tot financiële tekorten. Gezien de samenwerkingsvorm gaat het hierbij om een gezamenlijk probleem waarvoor aanvullende afspraken nodig zijn. KANTTEKENINGEN BESLISPUNT 2 De toekomstige parkeernormen dienen nog vastgesteld te worden, maar de voorgestelde parkeernormen voor de Hogeweg liggen waarschijnlijk lager dan de nieuwe gemeentelijke parkeernormen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 7
BESLISPUNT 3 FINANCIËLE AFSPRAKEN EN DEKKINGSVOORSTELLEN Voor beide stedenbouwkundige modellen is een financiële haalbaarheidsanalyse uitgewerkt. In deze analyse zijn de vastgoed- en grondexploitatie samengevoegd voor een optimale afstemming. De totale investering loopt uiteen van € 215 mio (Stadspark) tot circa € 235 mio (Groene Poort). Voor beide modellen staat de financiële investering onder druk. Dit komt onder andere door de verwervingskosten en de hoge kwaliteitseisen (zoals gebouwd parkeren) voor een dergelijke binnenstedelijke ontwikkeling. In het onderstaande overzicht zijn de tekorten en de dekking voor beide modellen op hoofdlijnen weergegeven. In miljoenen euro’s Totaal investeringen Alliantie (Vastgoed en -gebiedsexploitatie)
Groene Poort
Stadspark
204
184
31
31
235 228
215 202
7
13
7 0 0
7 6 Circa 6
Totaal geraamde investeringen gemeente Zwembad (22 mio) Aanpassing Hogeweg (9 mio) Totale kosten Alliantie en gemeente Totaal geraamde opbrengsten (inclusief bijdragen gemeente) Totaal tekort Voor rekening Alliantie Voor rekening Gemeente Saldo tekort
De exploitatie van Stadsentree Groene Poort laat een tekort zien, die ten laste van de Alliantie komt. Voor het extra tekort dat ontstaat door het verminderd aantal woningen in het Stadsparkmodel zijn momenteel geen dekkingsmiddelen beschikbaar.
FINANCIËLE RISICO’S GEMEENTE Model Groene Poort Projectonderdelen
Bijdrage gemeente (subsidies)
Investeringen Dekking Risico gemeente (in miljoenen euro’s) minimaal 3 te ontvangen subsidies. De bijdrage van 3 miljoen is gebaseerd op te verwachten EFRO, Map en mogelijk overige subsidie. Deze zijn aangevraagd voor extra kwaliteit openbare ruimte, bereikbaarheid, kwaliteit woningbouw en zwembad.
Bijdrage circa 250 parkeerplaatsen (5.000, -- per sociale woning) Infrastructuur Hogeweg
1,25
ISV gelden
9
RSV-bereikbaarheid
Totaal
13.25
Nog niet zeker, risico voor de gemeente Dit moet wel een bijdrage leveren aan de ISV doelstellingen
De aanbesteding is een risico voor de gemeente
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 8
De beschreven gemeentelijke investeringen beschreven tekort bij Stadsentree Groene Poort geldt ook voor het model Stadspark. Het model Stadspark bevat ca. 140 woningen minder. Hierdoor loopt het tekort met ca. 6 miljoen extra op. Bovendien kan hierdoor niet meer het afgesproken woningbouwprogramma voor Amersfoort Vernieuwt breed worden gerealiseerd of er moet meer in AV wijken worden gebouwd. In het kader van de Samenwerkingsagenda kan de gemeente rekenen op een bijdrage van € 5.000,-- per toegevoegde woningen. Wanneer gekozen wordt voor het model Stadspark dan ontvangt de gemeente ook een lagere bijdrage van de provincie Utrecht. Model Stadspark Projectonderdelen
Bijdrage gemeente (subsidies)
Investeringen Dekking gemeente (in miljoenen euro’s) minimaal 3 te ontvangen subsidies.
Bijdrage circa 110 parkeerplaatsen (5.000, -- per sociale woning) Infrastructuur Hogeweg
1,05
Extra tekort vanwege minder woningen en meer groen Compensatie woningen aan Alliantie
circa 6
Minder subsidie provincie Totaal
9
140 woningen
0,5
ISV gelden
RSV-bereikbaarheid Deze kosten komen ten laste van de gemeente Meer woningen in de AV wijken
Risico
De bijdrage van 3 miljoen is gebaseerd op te verwachten EFRO, Map en mogelijk overige subsidie. Deze zijn aangevraagd voor extra kwaliteit openbare ruimte, bereikbaarheid, kwaliteit woningbouw en zwembad. Nog niet zeker, risico voor de gemeente Dit moet wel een bijdrage leveren aan de ISV doelstellingen
De aanbesteding is een risico voor de gemeente Hier zijn nog geen dekkingsmogelijkheden voor - ongewenste verdichting in de AV wijken; - groene saldoregeling komt onder druk te staan. Als gevolg van minder woningen zal de gemeente mogelijk minder subsidie van de provincie ontvangen
19, 55 miljoen + 140 woningen
ARGUMENTEN BESLISPUNT 3 -
Het model Groene Poort kan budgettair neutraal voor de gemeente worden uitgevoerd. Het model Groene Poort levert mogelijk een hogere bijdrage van de provincie (€ 5000, --, per toegevoegde woning) op. Met het model Groene Poort kan het voorgenomen programma van Amersfoort Vernieuwt en specifiek voor de Hogeweg worden gerealiseerd. De gemeente hoeft bij dit model niets te compenseren aan de Alliantie.
KANTTEKENINGEN BESLISPUNT 3 Bij de dekkingsvoorstellen behoort een bepaald risico. Deze zijn hierboven bij de voorstellen beschreven. Voor Stadsentree Groene Poort zijn de risico’s te overzien en overbrugbaar. Voor Stadsentree Stadspark is dit niet het geval.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 9
BESLISPUNT 4 DE SAMENWERKINGSVORM MET DE ALLIANTIE Om het plan voor de Hogewegzone te realiseren zijn afspraken nodig tussen de gemeente en de Alliantie. Hieronder wordt beschreven welke zaken hierbij met name van belang zijn. De voorgenomen afspraken tussen de gemeente en de Alliantie, vormen de uitgangspunten voor de verdere samenwerking. Overeenkomst De gemeente en de Alliantie hebben intensief besproken hoe de financiële knelpunten en risico’s moeten worden verdeeld. De hoofdgedachte is dat de Hogewegzone op rekening en risico door de Alliantie wordt ontwikkeld binnen de kaders van het Stedenbouwkundige Programma van Eisen dat nog moet worden vastgesteld. De samenwerkingsvorm en de financiële afspraken zullen t.z.t. worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Voor de voorgenomen samenwerkingsvorm is de volgende richting met de Alliantie besproken: -
De Hogewegzone wordt – met uitzondering van de hoofdinfrastructuur van de Hogeweg en het zwembad en bijbehorende voorzieningen (sporthal) - op rekening en risico van de Alliantie ontwikkeld.
-
De gemeente draagt het (financiële) risico voor de benodigde aanpassingen van de Hogeweg en de realisatie van het zwembad (inclusief de nieuwe sporthal) en het parkeren.
-
De Alliantie gaat de benodigde gronden verwerven en bouwrijp maken.
-
De gemeente brengt de sporthal Schuilenburg in bij de Alliantie voor een afgesproken bedrag. Hiermee kan de gemeente een nieuw sporthal realiseren. Daarbij is afgesproken dat er geen grondkosten worden gerekend voor de nieuwe sporthal.
-
De gemeente draagt zorg voor het inbrengen van een subsidiebedrag van 3 miljoen euro in de grondexploitatie.
-
De Alliantie is vrij in het vaststellen van de verkoopprijzen van de vrije sector koopwoningen en markthuurwoningen in dit gebied, waarbij minimaal 30% van de nieuwe woningen in de sociale huursector wordt gerealiseerd.
-
De over het parkeren gemaakte afspraken zijn hierboven beschreven bij beslispunt 2 “Parkeernormen”.
ARGUMENTEN BESLISPUNT 4 De Alliantie draagt onder voorwaarden het financiële risico van de ontwikkeling en realisatie van de Hogewegzone. Dit maakt de Hogewegzone een (financieel) haalbaar project. KANTTEKENINGEN BESLISPUNT 4 De afspraken met de Alliantie brengen voor de gemeente een risico en verantwoordelijkheid met zich mee (zie ook de kanttekening bij Peilpunt 3 “Financiële Afspraken en Dekkingsvoorstellen). BEOOGD EFFECT Na het raadsbesluit kan het voorkeursmodel verder worden uitgewerkt.
FINANCIËN Bij peilpunt 3 “Financiële Afspraken en Dekkingsvoorstellen” wordt de exploitatie van beide stedenbouwkundige modellen besproken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 10
VERVOLG Na besluitvorming in de gemeenteraad zullen de volgende vervolgstappen worden gezet: Ontwikkelingplan Hogeweg. Om een in aanmerking te komen voor de MAP-Subsidie van de provincie Utrecht van € 450.000, -hebben de gemeente Amersfoort en de Alliantie zich verplicht om twee prestaties te leveren, te weten: 1. Het realiseren van een substantieel aantal levensloopbestendige wonen. Met het voornemen om circa 80% van het programma met de label “levensloopbestendig”te bouwen , wordt aan deze prestatie-eis voldaan. 2. Het overleggen van een Ontwikkelingsplan voor de Hogeweg met de provincie Utrecht vóór 1 juli 2008. Het Ontwikkelingsplan is een abstract plan - lees Masterplan- waarin op hoofdlijnen de ontwikkelingsstrategieën en kaders worden weergegeven. Het streven is om de voorkeursvariant vóór 1 juli 2008 uit te werken tot een ontwikkelingsplan en dit voor te leggen aan het college. Stedenbouwkundig Programma van Eisen Het Ontwikkelingsplan wordt uitgewerkt tot een Stedenbouwkundig Programma van Eisen (het SPvE). Concreet bevat het SPvE een stedenbouwkundig plan, een programma van eisen voor de bouwplannen en richtlijnen voor de beeldkwaliteit. Projectplanning Voor het project Hogewegzone geldt de volgende globale planning: - in 2008 wordt het Stedenbouwkundig Programma van Eisen vastgesteld en gestart met de bestemmingsplanprocedure (met indiening zienswijzen); - in 2008 / 2010 is de ontwerpfase van de gebouwen en de openbare ruimte, waarna gestart wordt met de bouwvergunningprocedure; - in eind 2010 kan dan worden gestart met de bouw; - in 2011/2012 is de eerste oplevering; Planning zwembad Op dit moment staan er twee nieuwe zwembaden in Amersfoort gepland, een basisbad in Vathorst (model Hoogland) en een groot zwembad aan de Hogeweg. Beide sportvoorzieningen zijn nodig om aan de toenemende behoefte aan zwemwater in de stad ten gevolge van de uitbreiding van het inwoneraantal te kunnen voldoen. De oorspronkelijke opzet was dat het Vathorstbad in 2008 en het Hogewegbad in 2010 zou worden opgeleverd. Vanwege de discussie rondom de IJsbaan, een voorziening die gekoppeld moet worden aan het zwembad in Vathorst, zal oplevering niet op tijd kunnen geschieden. Hetzelfde dreigt te geschieden bij het project Hogeweg. Gevolg is een nijpend tekort aan zwemfaciliteiten. Reden waarom het noodzakelijk is om op beide fronten thans op korte termijn een stap voorwaarts te maken.
BETROKKEN PARTIJEN Het project Hogewegzone is onderdeel van Amersfoort Vernieuwt en is een samenwerking tussen de Alliantie en de Gemeente Amersfoort. De stedenbouwkundige modellen zijn ontwikkeld in nauwe samenspraak met de participatiegroep, bestaande uit bewoners en belangenpartijen. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2746330 pagina 11
Bijlagen
- Raadsbesluit - Afwegingsnotitie Hogewegzone
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2746330
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april 2008, sector SOB/EO (nr.2746330); b e s l u i t: 1. in te stemmen met Stadsentree Groene Poort als voorkeursmodel, zodat deze uitgewerkt kan worden tot een ontwikkelingsplan en Stedenbouwkundig Programma van Eisen; 2. In te stemmen met het voor de Hogeweg toepassen van huidige parkeernormen met een opslag en deze normen op te laten nemen in de parkeerverordening; 3. In te stemmen met de voorgestelde financiële afspraken en dekkingsvoorstellen; 4. In te stemmen met de beschreven samenwerkingsvorm en het uitwerken daarvan in een intentie- en samenwerkingsovereenkomst met de Alliantie.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 3 juni 2008. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder drs. J.A. Hekman
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2760389 : 3 juni 2008 : HB-2
TITEL Vaststelling Verordening staangeld 2008-2009
BESLISPUNTEN 1. De Verordening staangeld 2008-2009 vast te stellen; 2. de Verordening staangeld 2007-2008 in te trekken.
AANLEIDING Om de tarieven voor de huur en de retributies voor de woonwagenstandplaatsen met elkaar in overeenstemming te laten blijven, is de jaarlijkse verhoging van het staangeld per 1 juli a.s. noodzakelijk. De gemeenteraad is bevoegd belastingverordeningen vast te stellen.
BEOOGD EFFECT Doel is opbrengsten te genereren zoals in de begroting 2008 geraamd. Daarnaast blijven de tarieven met de verhoging in lijn met de huurprijzen voor woonwagens, zoals die door De Alliantie, v/h SCW, worden gehanteerd.
ARGUMENTEN Niet voor alle standplaatsen wordt de huur op basis van een huurovereenkomst geïnd. Voor de standplaatsen waarvoor door De Alliantie geen huurovereenkomst is afgesloten, wordt de vergoeding geïnd via een belastingaanslag op basis van de Verordening staangeld. De uitvoering van de heffing en inning van staangeld van alle standplaatsen, met uitzondering van de standplaatsen aan de Birkt, is overgedragen aan De Alliantie. De vaststelling van de belastingtarieven daarentegen blijft een bevoegdheid van de Raad. Om geen verschil te laten ontstaan tussen de huurtarieven en de belastingtarieven, is een aanpassing van de belastingtarieven aan de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli noodzakelijk. Wij stellen u voor het tarief voor een standplaats op een andere lokatie dan aan de Birkt vast te stellen op € 1.223,40 per jaar, gelijk aan het bedrag dat op basis van een huurovereenkomst is verschuldigd. In dit bedrag is een verhoging verwerkt van 1,6%, welke gelijk is aan de verhoging van de huren zoals die door De Alliantie en de Vereniging Huurdersbelangen is overeengekomen.
KANTTEKENINGEN Voor de standplaatsen op de Birkt stellen wij u voor de wijze van heffen en innen alsmede de hoogte van de tarieven te handhaven op het niveau van 2007-2008 en dus niet aan te passen. Aan de standplaatsen aan de Birkt vindt uitsluitend noodzakelijk onderhoud aan de voorzieningen plaats (besluit 3 oktober 1997).
FINANCIËN Volgens begroting
Inlichtingen bij:
B.H.G. Jonker, DIA/BB, (033) 469 48 75
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2760389 pagina 2
VERVOLG Publicatie op grond van art. 139 Gemeentewet in de Stadsberichten en ter inzage legging in de Observant. Verdere communicatie via de gebruikelijke kanalen.
BETROKKEN PARTIJEN De Alliantie en de woonwagenbewoners
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- -ontwerp-raadsbesluit - -concept Verordening staangeld 2008-2009 (nr. 2761171)
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2760389
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 juni 2008, sector DIA/BB (nr.2760389); b e s l u i t: 1. de Verordening staangeld 2008-2009 vast te stellen; 2. de Verordening staangeld 2007-2008 in te trekken.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 24 juni 2008. de griffier
de voorzitter
Verordening
Reg.nr.
2761171
De raad van de gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 juni 2008, sector DIA/BB (nr. 2760389); gelet op artikel 216, 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening:
Verordening staangeld 2008-2009 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: een standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h van de Huisvestingswet (Stb 1998, 459) een woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e van de Huisvestingswet (Stb 1998, 459) een huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats met toebehoren waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld. een maand: een kalendermaand een jaar: een kalenderjaar Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam ‘staangeld woonwagens’ wordt een recht geheven voor: 1. het hebben van een standplaats voor een woonwagen in de gemeente Amersfoort, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden, op de locatie De Birkt; 2. het hebben van een standplaats voor een woonwagen in de gemeente Amersfoort, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden, op de overige, daartoe aangewezen, locaties in de gemeente Amersfoort. Artikel 3 Belastingplicht Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de vergunning als bedoeld in artikel 2.8.3 van de Huisvestingsverordening Amersfoort 2002 dan wel de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar omstandigheden beoordeeld. Artikel 4 Vrijstelling Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt met de Stichting De Alliantie of de gemeente Amersfoort.
Verordening staangeld 2008-2009
Artikel 5 Belastingtijdvak 1. Het belastingtijdvak voor de standplaatsen als bedoeld in artikel 2, eerste lid 1 is gelijk aan een maand. 2. Het belastingtijdvak voor de standplaatsen als bedoeld in artikel 2, tweede lid is gelijk aan een periode van twaalf maanden welke aanvangt op 1 juli van een jaar en eindigt op 30 juni van het jaar daaropvolgend. Artikel 6 Belastingtarief Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt: 1. voor een standplaats op de locatie De Birkt, per maand € 63,98; 2. voor een standplaats op de overige daarvoor aangewezen locaties in de gemeente Amersfoort, per periode van twaalf maanden € 1.223,40. Artikel 7 Wijze van heffing Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of andere schriftuur. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2 Indien de belastingplicht van het in artikel 2, tweede lid bedoelde recht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling als bedoeld in artikel 4 vervalt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor het hele tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3 Indien de belastingplicht van het in artikel 2, tweede lid bedoelde recht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling als bedoeld in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een andere standplaats in gebruik neemt. Artikel 9 Termijn van betaling 1. Het recht als bedoel in artikel 6, eerste lid moet worden betaald in één termijn welke vervalt veertien dagen na dagtekening van de belastingnota; 2. Het recht als bedoeld in artikel 6, tweede lid moet worden betaald in twaalf gelijke, maandelijkse termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de dag van dagtekening van de belastingnota en elk van de volgende termijnen steeds op de eerste dag van de maanden die daarop volgen. Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het staangeld.
Verordening staangeld 2008-2009
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1 De 'Verordening staangeld 2007-2008’ van 12 juni 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3 De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2008. 3 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening staangeld 2008-2009'
Aldus vastgesteld in openbare vergadering van 24 juni 2008. de griffier,
PUBLICATIEDATUM: 25 juni 2008
Verordening staangeld 2008-2009
de voorzitter,
2761171
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 24 juni 2008 20:45
Tussenbalans Noordvleugel Utrecht en integrale gebiedsuitwerking Eemland Peiling
2761171
Tussenbalans Noordvleugel Utrecht en integrale gebiedsuitwerking Eemland Peiling Reg.nr.: 2787721 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Drupsteen (033 469 46 55) Portefeuillehouder: Luchtenveld Opsteller: Drupsteen Samenvatting: Het Bestuurlijk Overleg van de Noordvleugel Utrecht (waarin de gemeente Amersfoort één van de 7 partners is) heeft vorig jaar de Ontwikkelingsvisie 2015-2030 vastgesteld. In de Ontwikkelingsvisie 2007 is besloten dat een aantal verkenningen en uitwerkingen wordt gemaakt voor deelgebieden en voor enkele sectorale onderwerpen. Voor het deelgebied Eemland is de bijgevoegde Integrale Gebiedsuitwerking Eemland opgesteld. Bijgevoegde Tussenbalans is een samenvatting van de resultaten van alle verkenningen. Reden van aanbieding: Deze voorlopige resultaten gelden als kader voor ruimtelijke- en investeringsafspraken met het Rijk die het komende halfjaar zullen worden voorbereid. Daarvoor gaan Rijk en regio onder andere gezamenlijk nog verder uitzoeken welk bedrag nodig is om de binnenstedelijke ambities te realiseren en aan welke andere voorwaarden moet worden voldaan. Van de raad wordt gevraagd: 1. De hoofdlijnen van de Tussenbalans van de Noordvleugel Utrecht te onderschrijven als onderhandelingsdocument voor de met het rijk en de provincie te maken afspraken over de verstedelijking in de periode 2015-2030. 2. De hoofdlijnen van de integrale Gebiedsuitwerking Eemland te onderschrijven als één van de onderzoeksdocumenten die ten grondslag liggen aan de Tussenbalans, ter vervanging van het rapport ’Actualisering Ruimtelijke Visie Eemland 2015-2030’ van Lörzing uit 2005. Vervolgtraject: In het eerstvolgende bestuurlijk overleg van de Noordvleugel Utrecht, in juli 2008, worden de resultaten van deze peiling gemeld. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Peiling (nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191475) : http://www.nvutrecht.nl/Producten/downloads+producten/52690.aspx : Integrale Gebiedsuitwerking Eemland (nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191476) Achterliggende documenten: /smartsite.shtml?ch=&id=191561 Tussenbalans Noordvleugel Utrecht
2761171
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 24 juni 2008 20:45
Algemene Subsidie-verordening Voorbereiding besluit
2761171
Algemene Subsidie-verordening Voorbereiding besluit datum: 24 juni 2008 van: 20.45 tot: 21.45 uur vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03) voorzitter: Voogt secretaris: Kemink Reg.nr.: 2787775 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Elfferich-van den Hul (033 469 45 51) Portefeuillehouder: Hekman Opsteller: Elfferich-van den Hul Samenvatting: De door het college van B&W vastgestelde ’Nota verbeteringen met betrekking tot het Amersfoortse subsidiestelsel’ was de aanleiding om de Algemene subsidieverordening Amersfoort zoals vastgesteld op 26 juni 2001 te herzien. Bij de herziening van deze verordening zijn tevens overbodige bepalingen - bepalingen die reeds zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht - geschrapt en is een meer heldere en eenduidige regeling gecreëerd. Verder wordt in de verordening expliciet onderscheid gemaakt tussen het afleggen van tussentijdse verantwoording en eindverantwoording. Deze herziene Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008 is van toepassing op alle door de gemeente te verstrekken subsidies. Het primaat ligt bij de raad, die het financiële beleidskader en het formeel-juridische kader voor het verstrekken van subsidies vaststelt. Het financiële beleidskader wordt vastgelegd in de begroting, het formeel-juridische kader wordt vastgelegd in deze verordening. De raad verleent het college de bevoegdheid om binnen deze kaders nadere subsidieregelingen vast te stellen. De instellingen die eerder in de gelegenheid zijn gesteld te reageren op de hiervoor bedoelde nota is de mogelijkheid geboden om te reageren op de concept Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008. Twee instellingen hebben een aantal verhelderende vragen gesteld. Er zijn geen inhoudelijke opmerkingen gemaakt. Reden van aanbieding: Het college wil de raad de mogelijkheid geven om toelichtende vragen te stellen aan de betrokken wethouder over de inhoud van de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008 voordat deze subsidieverordening ter vaststelling wordt voorgelegd. Van de raad wordt gevraagd: Zich voor te bereiden op besluitvorming over de inhoud van de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008. Vervolgtraject: Indien met de inhoud van de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008 wordt ingestemd wordt deze subsidieverordening ter vaststelling aan de raad voorgelegd.
2761171
Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadsvoorstel Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Raadsvoorstel (nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191526) : Algemene subsidieverordening 2008 (/smartsite.shtml?ch=&id=191527) : Bijlage 3 Algemene subsidieverordening 2008 : /smartsite.shtml?ch=&id=191538 : Bijlage 2 Algemene subsidieverordening 2008 Overzicht subsidieregelingen: : Subsidieregeling godsdienstonder-wijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191506) : Subsidieregeling integratie-activiteiten 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191507) : Subsidieregeling deskundigheids-bevordering huiselijk geweld 2008-2009 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191508) : Subsidieregeling stimulering sport-deelname 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191509) : Subsidieregeling sportvoorzieningen 2008 (reg. nr./smartsite.shtml?ch=&id=191510) : Subsidieregeling sporttechnisch jeugdkader 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191511) : Subsidieregeling schoolsport 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191512) : Subsidieregeling deskundigheids-bevordering vrijwilligers 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191513) : Subsidieregeling bijzondere sport-evenementen 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191514) : Subsidieregeling snelle incidentele subsidies kunstensector 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191515 : Subsidieregeling meerjarensubsidie voor amateurkunstverenigingen 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191516) : Subsidieregeling incidentele activiteiten beeldende kunst en vormgeving 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191517) : Subsidieregeling incidentele activi-teiten amateurkunst en podiumkunst 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191518) : Subsidieregeling Stedenband Amersfoort-Liberec 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191519) : Subsidieregeling voorzieningen karakteristieke gebouwen 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191520) : Subsidieregeling bodemsanering bedrijfsterreinen 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191521) : Subsidieregeling voorzieningen monumenten en beeldbepalende gebouwen 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191522) : Subsidieregeling ISV/BLS 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191523)
2761171
: Subsidieregeling Jongeren en Studentenhuisvesting 2008 (reg. nr. /smartsite.shtml?ch=&id=191524)
2761171
Datum: Aanvang:
dinsdag 24 juni 2008 18:30
Slotparade GA2030
2761171
Slotparade GA2030 Reg.nr.: 2793425 Van: Gemeenteraad Ambtelijk contact: Van Omme (033 469 4379) Portefeuillehouder: Van Vliet-Kuiper Opsteller: Van de Meerendonk Samenvatting: De gemeenteraad voert met GA2030 een verkenning uit van Amersfoort in 2030. Vanavond is er een slotparade, waarbij raadsleden met elkaar in debat gaan over een aantal hoofdpunten. De hoofdpunten zijn: bouwen, groen, gezinsstad, economie, duurzaamheid, bestuur, mobiliteit, veiligheid en gezondheid. Het is een debat tussen raadsleden, maar ook anderen krijgen de gelegenheid een duit in het zakje te doen. GA2030, tot nu toe. Aan de hand van tien thema’s zoals Wonen, Groen, Dagbesteding en Samenleven heeft de gemeenteraad vanaf september 2007 allerlei bijeenkomsten georganiseerd. Zo’n 450 Amersfoortse inwoners en organisaties en 30 experts hebben daaraan meegedaan. De verzamelde informatie is gebruikt voor een Stadsgesprek op 29 januari over de hoofdlijnen van de visie. Van alle activiteiten en informatie is een document gemaakt. Dit document, en een verslag in tekst en beeld van alle activiteiten, zijn te vinden op de website http://www.ga2030.nl. Reden van aanbieding: In november 2006 heeft de gemeenteraad besloten een toekomstvisie te ontwikkelen. De raad hechtte aan een open proces, met standpunten, visies en wensen vanuit de stad en een betrokken prominente rol voor de raad zelf. In september 2007 is de gemeenteraad gestart met de verkenning van Amersfoort in 2030. Van de raad wordt gevraagd: Op grond van alles wat gedaan en gehoord is, gaan de raadsleden op 24 juni met elkaar in debat. Het debat gaat over een aantal gekozen hoofdpunten, aan de hand van stellingen. Bij de slotparade is er ook een ’vrije zeepkist’voor eigen of alternatieve stellingen. Geïnteresseerden zijn van harte welkom. De slotparade is in ’Zandfoort aan de Eem’, van 18.30 tot 20.30 uur. De zaal is open vanaf 18.15 uur. Vervolgtraject: De raadsuitspraken worden in Het Besluit in stemming gebracht. Dit is naar verwachting in de raadsvergadering van 1 juli. Bij Het Besluit mogen stellingen geamendeerd worden. Ook eigen en niet geprogrammeerde stellingen kunnen in stemming worden gebracht. Bij motie kunnen het college bestuursopdrachten worden gegeven. Bij de slotparade ligt het accent op debat; bij Het Besluit is het debat beperkt en ligt het accent op stemmingen en stemverklaringen. Indien in Het Besluit amendementen, eigen stellingen en moties worden ingediend, dan kan hierop door de indiener uiteraard ook een toelichting worden gegeven. Na Het Besluit wordt een toegankelijke eindbrochure gemaakt waarin de raadsuitspraken centraal staan, aangevuld met beeldmateriaal en materiaal uit het eerdere proces, inclusief de slotparade. Het rapport van Huibers/Alares wordt niet vastgesteld maar dient als achtergrondinformatie over het eerdere toekomstvisie-proces,
2761171
net zoals het materiaal op http://www.ga2030.nl/. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Slotparade (debat) : Achtergrondmateriaal: /smartsite.shtml?ch=&id=198250 + http://www.ga2030.nl rapport Huibers/Alares (pdf) www.ga2030.nl
GA2030 dromen, durven, doen
Amersfoort in 2030 Amersfoort, juni 2008 Reg. nr. 2717212
1
Inhoudsopgave 1. 2.
Beeld van de stad, DNAmersfoort Inleiding 2.1 Doel en Proces 2.2 Leeswijzer 3. Trends en Ontwikkelingen 3.1 Demografische ontwikkelingen 3.2 Economische ontwikkelingen 3.3 Sociologische ontwikkelingen 3.4 Technologische ontwikkelingen 3.5 Ecologische ontwikkelingen 3.6 Politieke ontwikkelingen 4. Thema’s voor Amersfoort 4.1 Wonen 4.2 Ruimte 4.3 Dagbesteding 4.4 Eten en bewegen 4.5 Groen 4.6 Samenleven 4.7 Criminaliteit 5. Kaders voor Amersfoort Bijlage 1 Geraadpleegde bronnen Bijlage 2. Leeftijdsopbouw gemeente Amersfoort tot 2022 Colofon
3 4 4 7 8 8 9 9 10 12 13 14 14 15 16 18 19 20 21 23 24 25 26
2
1.
Beeld van de stad, DNAmersfoort
Amersfoort is een stad die zich kenmerkt door een aantal terugkerende waarden: knus, gezellig, kleinschalig, zelfs dorps. Opvallend voor een stad van 140.000 inwoners. Het stedelijke is onmiskenbaar aanwezig en wordt ook gewaardeerd, maar intimiteit is het leidende begrip. In deze paragrafen beschrijven we het vertrekpunt van de visie, het beeld van de stad, ofwel het DNA. Stad met twee gezichten Amersfoort groeide sterk in de afgelopen 25 jaar. Misschien zelfs wel zo hard dat de inwoners van de stad de jas nog niet helemaal passen. Omdat zij misschien willen behouden wat hoort of hoorde bij het bescheiden Amersfoort van een kwart eeuw terug. De ontwikkeling van Amersfoort toont gelijkenis met die van Utrecht. Die stad ontwikkelde zich ook en hoort nu definitief bij de grote steden in de Randstad. Twee decennia geleden was dat nog niet het geval. Utrecht was eigenlijk de begrenzing van de Randstad. Nu ìs Utrecht de Randstad. Dat vacuüm vult Amersfoort op. Amersfoort ligt nu aan de grens van de Randstad en markeert letterlijk de overgang van stad naar land. Dat bepaalt sterk hoe Amersfoorters zich positioneren. Als brug naar het Westen en als corridor naar het Oosten. Voor het één is een stedelijke inborst vereist, voor het ander past een bescheidener houding. De keuze die Amersfoort nu feitelijk nog heeft – groeien of consolideren – lijkt gemaakt. Inwoners willen aandacht voor de kwaliteit van de stad. Misschien wel omdat er in 25 jaar weinig tijd is geweest om je af te vragen hoe Amersfoort een grote stad moet zijn. Amersfoort wil niet meer groeien en is het bruggenhoofd tussen Oost- en West-Nederland. Amersfoort kiest voor behoud van kwalitatief groen. Dat betekent dan wel dat grote groei niet meer kan en intensieve landbouw maar heel beperkt. Maar het betekent ook dat het veel directer bij de stad betrekken of zelfs de stad inhalen van groen. Groen is een keuze en biedt kansen om de stad te verbeteren. Groen betekent ook een andere, verdere ontwikkeling van de bestaande stad. Er zal verdichting plaatsvinden met name in de binnenring. Geen grootschalige kantoorgebieden, maar een straatbeeld waarin wonen, werken, recreëren en winkelen goed samengaan. Dichtbebouwde, diverse gebieden met zowel publieke als private functies lokken de onverwachte ontmoeting uit, stimuleren innovatie en resulteren in toevallige ontdekkingen. Hier leggen we als raad van Amersfoort het concept neer van Amersfoort als open stad, een stad waarvan de identiteit bekend en de vertrouwdheid voelbaar is. Verbinding De stormachtige ontwikkeling van Amersfoort leidde tot een verwijdering van het centrum tot sommige wijken van de stad. Nu al wordt gezegd dat Vathorst eigenlijk niet bij Amersfoort hoort, simpelweg omdat het van de stad gescheiden ligt door de snelweg. Bouwprojecten, ruimtelijke ontwikkeling, alles wordt geleid door de gedachte van verbinding. Verbinding van de stad met de vallei, van het centrum met de wijk, de buurt met de straat en van inwoners met elkaar. Amersfoorters willen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen omgeving. Zij zijn prima in staat om in de eigen buurt zaken op te pakken die zij willen veranderen of verbeteren. Natuurlijk kun je wachten tot de gemeente iemand langs stuurt of een plannetje bedenkt. Maar liever bedenken zij zelf met hun buren hoe hun straat eruit ziet. Voor dat initiatief hebben we een stad nodig waar mensen elkaar zullen ontmoeten: bij het boodschappen doen, sporten, gewoon op straat of online via buurtcommunities waar initiatieven gelanceerd worden en projecten samen worden opgepakt. Een stad waar jongeren graag willen blijven wonen en waar ouderen nog volop actief zijn. 3
2.
Inleiding
‘Verleden heb je, toekomst moet je maken.’ Marc Andries, auteur.
2.1
Doel en Proces
De gemeenteraad van Amersfoort heeft een traject afgelegd, samen met inwoners en organisaties van de stad en samen met experts, om te komen tot richtinggevende uitspraken voor de toekomst. Een visie van de raad, voor de raad en de stad. GA 2030, dromen, denken, doen is de weergave van dit proces. In het slot van dit document worden de raadsuitspraken opgenomen. Toekomstbestendig, richtinggevend en onderscheidend (ten opzichte van andere steden). Uitspraken die als onderlegger dienen bij beleidsontwikkeling en –uitvoering gedurende de komende vijftien jaar. Van ruimtelijk beleid tot sociaal beleid en alles wat daar tussen zit.
Organisatie De Amersfoortse gemeenteraad was opdrachtgever en eigenaar van het visieontwikkelingstraject. Het projectteam GA 2030 verzorgde de dagelijkse uitvoering. In dat team is organisatievermogen, creativiteit, onderzoekscapaciteit en deskundigheid op het gebied van interactie gebundeld. Het projectteam werd geleid door een projectgroep van raadsleden en een vertegenwoordiging uit de griffie, onder voorzitterschap van raadslid Ismail Parmaksiz. Visieontwikkeling De Amerfoortse raadsleden ontwikkelden hun visie in gesprek met stedelingen en deskundigen. Dit traject vond plaats in een compacte periode die bestond uit een optelsom van kleinschalige, informele en soms ludieke activiteiten. Het proces verliep langs vier paden, die gedurende de periode september 2007 tot en met februari 2008 door elkaar heen zijn geweven.
100 80
Interactie
60 Onderzoek en analyse
40 20
Visieontwikkeling
Fe b
Ja n
Se
pt O kt N ov D ec
0
Figuur 1: Gewicht van de drie kernpaden gedurende het proces
4
Onderzoek en analyse Van begin tot eind speelde het benutten van informatiebronnen en het analyseren van ontwikkelingen in de samenleving een voorname rol in de analyse. We raadpleegden statistieken van de gemeente, van het CBS en van andere kennisinstuten. We lazen trendboeken, benutten internetbronnen, volgden relevante publicaties in de media en spraken met trendwachters en bestudeerden de stadsvisies van andere gemeenten zoals Rotterdam, Leiden, Apeldoorn en Almere. En uiteraard raadpleegden we Amersfoortse beleidsmedewerkers en andere professionals in de stad over specifieke Amersfoortse ontwikkelingen. Interactie: in gesprek met Amersfoorters en specifieke deskundigen Van september tot en met december 2007 organiseerden we negen zogenoemde interactiedagen. Deze verliepen volgens een vergelijkbaar patroon. ‘s Middags zochten we met een vertegenwoordiging van de raad contact met mensen in Amersfoort, via onder meer straatgesprekken, kappersgesprekken, ontmoetingen bij mensen thuis en buurthuisbezoeken. We bezochten gegoede buurten en wijken met sociale problematiek, spraken met jong en oud en met mensen van uiteenlopende culturele achtergrond. Kortom, we maakten een dwarsdoorsnede van de Amerfoortste bevolking. Raadsleden benutten de contactmomenten om zich te laten voeden met ideeën, dromen en sentimenten in de stad. Aan het einde van de middag organiseerden we in het GA 2030 hoofdkwartier in Amicitia een gesprek tussen raadsleden en experts, afwisselend van binnen en van buiten de stad. De bijeenkomsten waren openbaar toegankelijk. Tijdens deze sessies plaatsten we de geluiden uit de stad in een breder verband en benoemden we eerste elementen voor de visie. Tijdens de interactiedagen spraken we met ongeveer 450 Amerfoorters en 30 deskundigen. Visieontwikkeling: denkproces van de raad Onderzoeken, analyseren en praten leveren niet per se een visie op. Het derde pad bestond er dan ook uit de raadsleden te prikkelen te denken en te werken aanuitspraken voor de toekomst. Tijdens de interactieperiode deden we dat door op enkele momenten de meest actuele inhoudelijke lijnen met de raad te bespreken. Vooral de laatste raadsbijeenkomst op vrijdag 14 december, die plaatsvond in het GA 2030-hoofdkwartier waar de oogst uit de interactiedagen inzichtelijk was gemaakt, was een belangrijk moment. Na de interactieperiode zijn raadsleden op meer individuele basis betrokken en heeft een kerngroep van raadsleden met vertegenwoordigers van vrijwel alle fracties zich over de toekomst gebogen. Rumoer: zichtbaarheid van het project Om tot zo goed mogelijke gesprekken te komen, is bewust gekozen voor een kleinschalige en informele opzet van de interactiemomenten. Amersfoorters die wilden meepraten werden daarvoor van harte uitgenodigd, elke mening telde. Enige zichtbaarheid van GA 2030 was dus gewenst. Via aanwezigheid op straat (GA 2030-team, spandoeken, GA 2030-caravan), een internetsite en publiciteit in lokale kranten konden Amersfoorters zich op de hoogte stellen van de visieontwikkeling, hun mening geven, aanschuiven bij expertpanels of via internet meedenken over de toekomst van de stad.
5
Tien inhoudelijke thema’s Voor de interactiedagen zijn tien thema’s vastgesteld, één thema per interactiedag (het thema rust & herstel is uiteindelijk samengevoegd met het thema ontspanning & vermaak). • Wonen • Macht • Ruimte • Dagbesteding • Eten & bewegen • Groen & landschap • Samenleven • Criminaliteit & veiligheid • Rust & herstel • Ontspanning & vermaak Per thema schreef het projectteam een beknopte inhoudelijke afbakening, de afbakeningen waren leidend voor het onderzoek en voor de gesprekken tijdens de interactiedagen. Na iedere interactiedag schreef het projectteam een korte impressie, aangevuld met eerste mogelijke inhoudelijke lijnen voor de visie. De raadsleden kregen de gelegenheid opmerkingen te maken en aanvullingen te doen. In december 2007 combineerden we de uitkomsten tot zes elementen voor de visie. In afstemming tussen projectteam en raadsleden zijn die zes visieelementen aangescherpt en uitgebreid tot de weergave in dit document. De kaders voor de toekomst zijn de uiteindelijke raadsuitspraken, die worden opgenomen in hoofdstuk 5.
6
2.2
Leeswijzer
Hoofdstuk 1 geeft een beeld van de stad, het DNAmersfoort. Welk beeld over Amersfoort rijst op uit de gesprekken, discussies en onderzoek. Aan de hand van trefwoorden benoemen we de ziel van Amersfoort. Voor ons is die leidend in de koers die we varen en in de beslissingen die we nemen. In hoofdstuk 2 schetsen we de aanleiding tot het opstellen van deze visie, de vraag die er aan ten grondslag ligt en het proces dat doorlopen is om die te bereiken. In hoofdstuk 3 beschrijven we de demografische, economische, sociologische, technologische, ecologische en politicologische ontwikkelingen die plaatsvinden in onze huidige maatschappij. Dit zijn autonome ontwikkelingen die plaatsvinden in de context van Amersfoort en die niet vallen onder de invloedssfeer van het lokale bestuur. Toch zijn deze trends en ontwikkelingen in de context wel degelijk van invloed op de wijze waarop Amersfoort zich zal ontwikkelen. Hoofdstuk 4 bevat de uitkomst van de sessies die we organiseerden. Interviews, enquêtes, straatgesprekken, forums en de discussies met de experts. De hier besproken thema’s behoren tot die zaken waaraan een gemeente wel degelijk sturing kan geven en invloed kan uitoefenen. Maar, en hier komt de aanleiding voor deze exercitie om de hoek, ze zal keuzes moeten maken. Niet alles is even relevant, niet overal is geld of budget voor, soms zijn er tegengestelde belangen en soms ben je gedwongen tot ingrijpen. Hoofdstuk 5 bevat de richtinggevende uitspraken van de raad. Analyseren
Structureren
Formuleren
DNA Amersfoort
Inleiding Thema’s voor Amersfoort
Kaders voor Amersfoort
Trends en ontwikkelingen
Figuur 2. Opbouw van het visiedocument
7
3.
Trends en Ontwikkelingen
Om het DNA van de gemeente Amersfoort bloot te leggen maken wij gebruik van een benadering die van buiten naar binnen is gericht. We benoemen allereerst de algemene trends en ontwikkelingen op diverse thema’s in Nederland en daarbuiten. Dit noemen we de contextuele omgeving van de gemeente Amersfoort. We kijken naar de demografische, economische, sociologische, technologische, ecologische en politicologische ontwikkelingen. Zo ontstaat een uitgebreide omgevingsanalyse. Deze aanpak maakt de gemeente Amersfoort bewust van ontwikkelingen in de buitenwereld die ook in 2030 van invloed (kunnen) zijn.
3.1
Demografische ontwikkelingen
Nederland vergrijst. Dit is het gevolg van de naoorlogse geboortegolf en de stijging van het aantal geboorten tot ongeveer 1970. De vergrijzing brengt een grote verandering in de Nederlandse samenleving teweeg. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat zoveel mensen zo gezond oud zullen worden, al is er per saldo wel meer behoefte aan zorg en begeleiding. Het percentage mensen dat werkt zal in 2030 aanzienlijk lager zijn dan nu. De potentiële beroepsbevolking (mensen tussen de 15 en 65 jaar) is nu 68 procent; in 2030 is die nog maar 56 procent. In de eerste twee decennia van de 21ste eeuw zal in ons land de levensverwachting van mannen met 2 jaar toenemen en van vrouwen met 0,4 jaar. Niet alleen de levensverwachting van ouderen neemt nog steeds toe, maar de gezonde levensverwachting neemt nog sneller toe; het aantal ongezonde jaren in de laatste levensfase neemt dus af. Hierbij is verondersteld dat de komende generatie ouderen een gezondere levensstijl heeft dan de vorige (eten, roken, bewegen). Deze optimistische verwachting is vooral gebaseerd op het hogere opleidingsniveau van de nieuwe oudere. Verder zullen gevolgen van ziekten en aandoeningen steeds beter worden gecompenseerd door medische zorg en hulpmiddelen. Hierdoor zullen de lichamelijke beperkingen als gevolg van ouderdomsziekten afnemen. De vergrijzing is ‘big business’, met name voor technologie leveranciers. Senioren wensen actief deel uit te (blijven) maken van de maatschappij. Er komen steeds meer producten op de markt om senioren zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Momenteel is er de laagdrempelige game Braintrainer die ouderen helpt hun hersenen te trainen. De maker van dit spel ontwikkelt ook auto’s die senioren helpen met het veilig rijden. De auto in ontwikkeling houdt de hersenactiviteit van de bestuurder in de gaten en grijpt in als zich gevaarlijke situaties voordoen.
Figuur 3 Toyota concept car met interactief interieur. Het aantal toepassingen dat voor ouderen ontwikkeld wordt groeit kortom, andere voorbeelden zijn een bril met geheugen om nooit meer een gezicht te vergeten tot een analytische telefoon die vertelt wat er eerder is besproken met de persoon die belt. 8
3.2
Economische ontwikkelingen
De vergrijzing heeft invloed op de economie, maar de inrichting van deze economie is ook aan verandering onderhevig. Nederland staat aan het begin van de transitie naar een kenniseconomie. Als gevolg van de globalisering vindt productiewerk meer in het buitenland plaats en richt Nederland zich in toenemende mate op kennisintensieve bedrijvigheid. Tegelijkertijd ligt er, ondanks de ambitie van de Nederlandse overheid om te komen tot een hoogwaardige en internationaal concurrerende kenniseconomie, wel een enorme druk op de (academische) kennisbudgetten. De eerste helft van de 21e eeuw zal zich waarschijnlijk kenmerken door een nadruk op welzijn in plaats van op welvaart. De productiviteitsgroei uit de vorige eeuw leidde tot een enorme consumptiecultuur – mensen verdienden meer geld en kochten meer spullen. De welvaart floreerde en heeft wellicht een optimum bereikt. De praktijk zal uitwijzen dat mensen in toenemende mate kiezen voor hun gezin in plaats van een hoger salaris. Liever meer vrije tijd, dan meer betaald werk.
Aandacht voor de wijkeconomie Nationale economische ontwikkelingen laten zien dat er in de toekomst meer en meer kenniswerkers opstaan. Maar de winkels, adviesbureaus en restaurants verdwijnen niet. Gemeenten kunnen van kleinschalige ondernemingen profiteren door hen een plek in de woonwijken te bieden. Een gezonde wijkeconomie bevordert het gemeenschapsgevoel in de woonwijken. Kleine ondernemingen die hun deuren openen in de wijk hebben er zelf belang bij dat wijken veilig, schoon en onderhouden zijn. Ook de stichting KEI (kenniscentrum stedelijke vernieuwing) benadrukt dat de wijkeconomie een rol speelt in het zelfregulerend vermogen van een wijk, als het gaat om maatschappelijk kapitaal, ondernemingen, voorzieningen en werkgelegenheid.
3.3
Sociologische ontwikkelingen
De Europese verzorgingsstaat wordt op de korrel genomen door de individualisering. Er ontstaat een grotere variëteit aan samenlevingsvormen, vrouwen worden zelfstandiger op de arbeidsmarkt en de levensloop van mensen neemt meer verschillende vormen aan. Hierdoor verandert de behoefte aan zekerheid (sociale verzekeringen en voorzieningen). Gezinnen bijvoorbeeld zijn minder kwetsbaar voor arbeidsmarktrisico’s omdat partners elkaar beter kunnen opvangen bij inkomensverlies van een gezinslid. Maar daar staan weer nieuwe behoeften tegenover bijvoorbeeld in de sfeer van kinderopvang en zorgverlof. Verder flexibiliseert de arbeidsmarkt. Een toenemend aandeel in de werkgelegenheid bestaat uit deeltijdbanen of banen met een flexibel contract. Op zich heeft deze flexibiliteit een substantieel extra arbeidsaanbod opgeroepen. Mensen veranderen vaker van baan en kiezen makkelijker het door hen gewenste aantal werkuren. Het arbeidsaanbod kan daardoor echter ook gevoeliger worden, onder meer voor belastingen. Dit verhoogt de kosten van herverdeling. Individualisering en flexibilisering vormen de drijvende kracht achter de stijgende arbeidsdeelname van vooral vrouwen in de afgelopen jaren. Dat is een gevolg van een breed scala aan technologische mogelijkheden maar daarnaast ook van veranderende maatschappelijke waarden. Netwerken van mensen ontwikkelen zich rond gemeenschappelijke belangen of interesses. Die gezamenlijke netwerken vormen een lappendeken van relaties, zijn verbindende schakels tussen mensen en bepalen zodoende de samenhang in de samenleving. zo stelt onder meer de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Niet langer verloopt het leven via de traditionele lijnen opgebouwd rond de eigen familie, beroepsgroep, woonplaats of religie. Relaties ontstaan aan de hand van gemeenschappelijke belangen en waarden of interesses. Je maakt deel uit van diverse kleine 9
netwerken, die ontstaan rondom een gemeenschappelijke hobby, talent, werkgebied of zelfs een ziekte. Door de mogelijkheid altijd en overal in contact te staan met anderen, hebben de netwerken een groot bereik binnen en buiten Nederland. Daarvoor gebruikt men mobiele telefoons, blogs, telefonie via internet (voice over IP) en communitywebsites als Hyves, LinkedIn en Myspace.
Duurzame relaties Enerzijds benadrukken bronnen zoals het SCP, het NICIS Instituut en diverse universitaire studies de opkomst van het individualisme en de dalende rol van collectieve sociale groepen. Het aantal personen per huishouden daalt bijvoorbeeld al geruime tijd door het hoge scheidingspercentage en het afnemende aantal kinderen per huishouden. Tegelijk bestaat er een stroming die benadrukt dat het niet alleen een zaak is van toenemend individualisme. Het ontwikkelen van een eigen individualiteit gaat bij de internetgeneratie bijvoorbeeld samen met het opbouwen van authentieke, duurzame relaties en deelname aan netwerken. Trendwatchers verwachten een toename van netwerken van inwoners die voor elkaar zorgen doordat de staat in steeds minder basisbehoeftes zal voorzien. Een voorbeeld hiervan is de introductie van het sandwichgezin waarbij de partners zorgdragen voor elkaar, hun kinderen, bejaarde ouders en andere familieleden.
3.4
Technologische ontwikkelingen
Technologische ontwikkelingen hebben effect op de vorming van netwerken in de samenleving. De nieuwe generatie jongeren is in toenemende mate op zoek naar sociale interactie via het internet. Door de komst en het gebruik van virtuele werelden verdwijnen de geografische en visuele barrières om elkaar te ontmoeten en informatie te delen. In de toekomst speelt meer en meer van ons privéleven zich in een virtuele omgeving af. We ontmoeten daar onze vrienden en collega’s zonder te hoeven reizen. Maar ook de overheid en bedrijven bieden hun diensten aan in virtuele werelden, denk bijvoorbeeld aan Second Life waar diverse gemeenten, universiteiten en commerciële instellingen een platform in zien om hun diensten aan te bieden en de burger om inspraak te vragen. Het gebruik van virtuele werelden ontwikkelt zich verder.
Figuur 4: Een virtueel familiediner. Waar virtuele werelden als Second Life en Worlds of warcraft een gesimuleerde werkelijkheid bieden, zijn virtuele ‘werkelijke’ werelden in opkomst. De belangrijkste functie van virtuele werelden blijft het bieden van een ontmoetingsplek voor mensen en organisaties van over de hele wereld. Draagbare ‘augmented reality’ wordt makkelijker verkrijgbaar en goedkoper in aanschaf. Via lenzen of brillen, gecombineerd met een draadloze verbinding met groepen bekenden en ook 10
onbekenden staan mensen non-stop met elkaar in contact. Dit contact met de veraf gelegen realiteit en het verbreken van contact met de nabijgelegen realiteit zorgt voor een spanningsveld: wat is de waarde van de sterke band met technologie?
Figuur 5: ECSGlasses: deze bril merkt oogcontact op en stuurt informatie over de ´ontmoeting´ naar andere applicaties. De komende vijfentwintig jaar zullen we ons denkvermogen vergroten door met behulp van nanorobotica virtuele verbindingen te maken. We vergroten zo ons cognitief vermogen en zijn in staat tot directe communicatie met intelligente computers. “By the end of the 2030s, we will be able to move beyond the basic architecture of the brain’s neural regions.”
Ambient Technology; een oplossing voor zelfstandige ouderen? Ambient Intelligence is een term die veel gehoord wordt in visies op de toekomst. De centrale belofte van ambient intelligence in de zorg is het mogelijk maken van gezondheidszorg waarin de wensen en behoeften van de patiënt centraal staan. Het gaat hierin om computers kleiner dan een postzegel die de patiënt zelfstandig zijn eigen gezondheid laat beheren, zonder dokter of ziekenhuis. De computer weet waar de patiënt is, hoe het met hem gaat en grijpt in als dat nodig is, bijvoorbeeld door een waarschuwingssignaal als iemand valt. Ambient intelligence slaat dus op intelligente omgevingen die het persoonlijk organisatievermogen kunnen versterken en ons onafhankelijker maken van anderen, zodat we bijvoorbeeld langer zelfstandig thuis kunnen wonen. De apparatuur wordt steeds onzichtbaarder, onderkent onszelf en onze behoeften, er komen diensten die zijn toegesneden op onze wensen. De omgeving past zich automatisch aan de patiënt aan en uiteindelijk anticipeert de omgeving zelfs op de wensen van de eigenaar. Het is dus een technologie voor persoonlijke gezondheidszorg die zoveel mogelijk wordt geautomatiseerd.
Techniek in het onderwijs Dat scholieren op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen op technologie gebied is een standaardregel die ook in 2030 zal gelden. Wat er ook wordt uitgevonden, leerlingen van basis- en middelbare scholen en studenten pikken het als eerste op. Doordat ICT diep verankerd raakt in de maatschappij zal het onderwijs ook steeds verder digitaliseren. “Elearning” is de verzamelnaam voor leren (formeel en informeel) met behulp van informatieen communicatietechnologie (in het bijzonder internettechnologie). Trendwatcher Carl Rohde liet overtuigend zien hoezeer technologie geïntegreerd is in het (sociale) leven van wat hij noemt de computer game generation (jongeren tussen de 6 en 14 jaar oud) en de generation search (tussen de 15 en 26 jaar). Dat deed hij aan de hand van de ‘soft spots’ van deze jongeren. Soft spots omschrijven wat een generatie beweegt, wat de collectieve angsten, verlangens en ambities zijn. Voor de computer game generation zijn de soft spots: respect my authority en interactieve kicks. De behoefte aan respect verklaart Rohde 11
uit het feit dat er ‘voor het eerst een generatie is die is opgevoed door ouders die beiden werken en die zich schuldig voelen over het feit dat ze zo weinig thuis zijn. Als ze thuis zijn, willen ze het perfecte moment creëren. Kinderen weten dat en leren hun onderhandelingspositie uit te buiten: you will respect my authority’. Wat interactieve kicks betreft, televisie is passief en daarom uit, computergames zijn interactief en in. De behoefte aan interactiviteit is een van de verklaringen voor het enorme succes van een softwaretoepassing als messenger, het is actief en interactief. De soft spots van de generation search zijn onder andere: ambitie, belonging (ergens bijhoren) en feeling connected (de behoefte om zich verbonden te voelen en verbonden te zijn). Deze studie laat een mooi scenario zien voor ICT en onderwijs; kinderen die nog een hele onderwijscarrière voor zich hebben (nu 6 jaar zijn) willen zelf bepalen wat ze leren en wanneer ze het leren (respect my authority), in interactie met elkaar en docenten. Het valt te verwachten dat het onderwijs hierop aansluit, niet in de laatste plaats omdat de beschikbare technologie aan deze eisen voldoet. Op de korte termijn valt een uitbreiding van bijvoorbeeld webbased tools voor samenwerken te verwachten. En laagdrempelige manieren van videogebruik zoals al op Youtube gebeurt krijgen waarschijnlijk ook een plek in het onderwijs. Leerlingen zijn bekend met deze technieken, gebruiken deze dagelijks, en de toepassingen lenen zich goed voor onderwijsdoeleinden.
3.5
Ecologische ontwikkelingen
Ons klimaat verandert, door de uitstoot van CO2 warmt de aarde op. De laatste tijd is hier meer aandacht voor. ‘Duurzaam’ en ‘besparend’ zijn sleutelwoorden, in de bouw, vervoer en energieopwekking. Op meer lokaal niveau blijkt na metingen steeds vaker dat de luchtkwaliteit rondom verkeersknooppunten slecht is. Door de capaciteit van de openbaar vervoer te vergroten, de binnenstad zoveel mogelijk autovrij te maken en de stad fietsvriendelijk in te richten kunnen gemeenten hier verbetering in aanbrengen.
Mobiliteit / schone verplaatsing Auto’s vervuilen en nemen daarnaast ook nog veel ruimte in. Klimatologische veranderingen, CO2-uitstoot, fijnstofvervuiling en filedruk; we zoeken naar mogelijkheden om de het aantal gereden autokilometers in Nederland terug te brengen. Hoewel de monorail decennia geleden uitgevonden werd, is het op het moment, in aangepaste vorm, in een aantal wereldsteden in opkomst, met name in Japan en de VS. Shanghai heeft momenteel de magneetzweefbaan Transrapid. Nederland kent een steeds oplaaiende discussie over zweefbanen. Het nieuwste initiatief is de RandstadRapid: “Dit is een idee over mobiliteit, ontwikkeld door het Consortium Transrapid Nederland, dat als doel heeft de bereikbaarheid in de Randstad te verbeteren. Het concept gaat uit van een zeer snelle, metroachtige verbinding, die wordt aangelegd tussen de grote steden van de Randstad: Amersfoort - Utrecht - Rotterdam - Den Haag - Amsterdam - Almere - Lelystad.”
Figuur 6: Brochure van monorail, gebouwd voor de wereldtentoonstelling van 1962 in Seattle
12
3.6
Politieke ontwikkelingen
De peilingen zijn belangrijk, in verkiezingstijd worden tussenstanden van zetelverdeling en populariteit van politici regelmatig bekend gemaakt. De handel en wandel van politici ligt, zogezegd, op straat. Niet langer bepaalt religie de politieke voorkeur van inwoners. Dat betekent dat inwoners kritischer worden en sneller overstappen naar andere partijen als ze ontevreden zijn. Onder invloed van peilingen en de resultaten van stemwijzer.nl bepaalt de kiezer voor zichzelf welke partij zo goed mogelijk aansluit bij zijn ideeën en overtuigingen. De transparantie en bereikbaarheid van de overheid geeft de burger meer inzicht in politiek dan ooit. Door internet, email en de gemakkelijke bereikbaarheid van de diverse media kan de burger zoveel informatie verzamelen als ze maar wil over besluitvorming, populariteit van politici en wet- en regelgeving. Daarmee is ook het uiten van onvrede gemakkelijker. De burger weet veel, en verwacht dat ook; de overheid kan weinig meer onder tafel houden. Naar analogie met het bedrijfsleven waar ‘open innovatie’ steeds meer in zwang raakt, is er een tendens merkbaar van een ‘open overheid’. Zoals Philips eindgebruikers al in vroeg stadium betrekt bij de ontwikkeling van een nieuw product, kan de overheid inwoners in vroeg stadium betrekken bij ontwikkelingen die plaatsvinden en besluiten die genomen moeten worden. Er is geen twijfel over bij wie de eindverantwoordelijkheid ligt en beslissingen zullen altijd ergens pijn doen. Maar de mogelijkheid tot inspraak wordt zo aanzienlijk verruimd en het proces van besluitvorming doorzichtig. Het is voor iedereen duidelijk hoe argumenten gewogen worden in het eindoordeel. De overheid heeft als voordeel dat marktpartijen hun kennis al in de ideevorming kunnen inzetten . Kennis wordt beter want eerder benut en individuele kennis van velen leidt tot breed gedragen beleid.
13
4.
Thema’s voor Amersfoort
In dit hoofdstuk verkennen we de transactionele omgeving van de gemeente Amersfoort. Dit zijn de directe omgevingsfactoren waar de gemeente (in-)direct invloed op kan uitoefenen. Deze omgevingsfactoren bestaan uit alle onderwerpen die voor een stad relevant zijn of invloed hebben. Belangrijke doelgroepen zijn vanzelfsprekend inwoners, maar ook ondernemers, bedrijven en (openbaar) bestuur. In een tiental sessies spraken wij als raadsleden met mensen op straat, in de buurt en soms zelfs in hun eigen huis over de stad waar zij nu, maar ook over vijfentwintig jaar willen wonen. De volgende paragrafen zijn de weerslag van deze sessies. Bij de opzet van de gesprekken zijn we uitgegaan van een ‘dagindeling’; hoe ziet onze dag er uit in 2030? Hoe ziet ons huis er uit, waar wonen we, wat voor werk doe we en hoe komen we daar.? Ontmoeten we onze docenten en klasgenoten op school of net zo makkelijk in een virtuele wereld – zijn we ooit uitgeleerd? Bewegen we nog wel, komen we nog buiten? Hoe belangrijk vinden we dat? En, gaan we nog de binnenstad in voor een avond uit of blijven we liever in onze eigen, veilige omgeving?
4.1
Wonen
Amersfoort kent een relatief jonge en hoogopgeleide inwonerspopulatie. Over het algemeen zijn de inwoners tevreden over hun stad en de plek waar zij wonen. De opgaaf voor het gemeentebestuur is om mensen betrokken te houden bij hun stad en wijk en om hen de voorzieningen te bieden waaraan in toenemende mate behoefte ontstaat. Natuurlijk zijn ook in de toekomst de huizen ruim en de wijken groen, zijn er mogelijkheden om aan huis werken of biedt de nabije omgeving faciliteiten om kantoor te houden. Maar mensen hebben vooral behoefte aan herkenbaarheid en eigenheid in de wijk. De behoefte aan sociale betrokkenheid is groot, veelal gekoppeld aan een kleinschalige opzet van de wijk. Mensen hebben behoefte aan contact in de buurt, maar alleen op eigen voorwaarden. Het behoud van privacy staat voorop. Er is een aantal trends waarneembaar: Verscheidenheid - homogeniteit De gemeente streeft naar verscheidenheid in de wijk wat betreft bebouwing en bewoning. Op buurtniveau betekent dat een homogene uitstraling. Jongeren voelen zich verbonden met hun buurt, ouderen voelen zich vertrouwd in hun straat. Individu – collectief Het aantal huishoudens neemt toe doordat ouderen langer zelfstandig wonen en er meer eensgezinshuishoudens bijkomen. Dit legt druk op de woningmarkt, maar dwingt ook tot nadenken over de woonwensen van ‘de nieuwe oudere’.Mensen wonen langer zelfstandig. De behoefte aan contact met vrienden, familie of met de omgeving is groot. Het belang dat men hecht aan de woning, de eigen levenssfeer groeit. Tegelijk bieden de woning en de buurt ruime mogelijkheden tot interactie.
Duurzaamheid Duurzaamheid is een term die breed opgeld doet. Enerzijds betekent het ‘duurzaam bouwen’ zowel van wijken en buurten als van woningen. Kijkend naar de huidige herstructureringswijken valt op dat bewoners geen binding hebben met hun omgeving en dat het type woningen dat massaal is verrezen slechts aantrekkelijk is voor één type bewoner aan de onderkant van de markt. Duurzaamheid betekent anderzijds het doorbreken van de (massale) monocultuur om te voorkomen dat de huidige nieuwbouw/vinexlocaties de herstructureringswijken zijn van 2030. Kijken we naar de woningen zelf dan is het niet langer houdbaar dat panden worden opgeleverd die niet meer dan 1 generatie of enkele decennia 14
meekunnen en dan rijp zijn voor de sloop of klaar voor grondige verbouwing. Flexibiliteit is norm: een pand past bij zijn omgeving en kan na 5 of 10 verlaten worden en ingericht voor andere doeleinden. Een groots opgezet duurzaam wonen project is te vinden in de Verenigde Arabische Emiraten. Masdar, de nog te bouwen stad in het Arabische emiraat Abu Dhabi, gaat de reeds bestaande Chinese Solar City’s alweer voorbij streven met ‘nul CO2, nul afval.’ Nadat vorig jaar het idee naar buiten werd gebracht, zijn zeer recent de concrete plannen voor het project Masdar gepresenteerd. Masdar wordt een stad waarin alle energie die nodig is voor de 47.500 toekomstige inwoners volledig zal bestaan uit schone energie. Behalve door zonnepanelen en windmolens, zal deze energie door een photovoltaic (PV) krachtcentrale geleverd worden. Daarnaast komt er een volledig automatisch vervoerssysteem op de weg en een snel vervoerssysteem via het spoor, die onder meer een verbinding heeft met de luchthaven. Vervoer door bijvoorbeeld personenauto’s wordt op deze wijze geheel overbodig. Cradle to Cradle is een concept uit 2002 van William McDonough en Michael Braungart, waarin ze een nieuwe visie op duurzaam ontwerpen geven. Het streven van de cradle to cradle (C2C) visie gaat verder; het voorzien in onze eigen noden en de toekomstige generaties meer mogelijkheden hiertoe bieden. Het idee is om de industrie te transformeren door een volledig ecologisch intelligent ontwerp. Het begrip Cradle to Cradle houdt in dat je alles volledig recyclet : van wieg tot wieg. Daar hou je van het eerste ontwerp rekening mee. De ideeën lijken puur idealistisch, maar het levert ook geld op om de natuur in te zetten om te recyclen. Het wordt ook Circulaire Economie genoemd. Bekende namen als Ford, Nike en China zijn inmiddels gevallen voor het Cradle to Cradle. In de eerste plaats nemen ze het idee serieus omdat ze voor een grote uitdaging stonden die ze zonder McDonough & Braungart nog niet aankonden. Een tweede doorslaggevend argument is dat het, om het in de woorden van Ford’s plaatsvervangend stafchef Timothy O’Brien te zeggen :’…and we are going to by the way make a lot of money out of this.’
4.2
Ruimte
Regio Eemland staat voor de opgave om in 2030 een groei van 14.000 woningen te realiseren. Dat legt een druk op de ruimte in Amersfoort en het buitengebied en vraagt een visie op bereikbaarheid en mobiliteit. Groeiscenario’s waarbij Amersfoort verder uitdijt, blijken niet populair. Amersfoort, zo is de algemene opvatting, heeft de grenzen van zijn fysieke groei bereikt. Met de voltooiing van Vathorst en het volbouwen van enkele ‘lege plekken’ in Amersfoort, realiseert de stad in 2011 een groei van ongeveer 6 à 7.000 woningen. Er ligt hier een fundamentele vraag voor: willen wij groeien? In 1983 werd Amersfoort een groeikern wat ertoe leidde dat Amersfoort haar huidige omvang bereikte. Vathorst is de laatste wijk die werd toegevoegd aan Amersfoort en voorziet in de bouw van zo’n 11.000 woningen. Strikt genomen bereikt Amersfoort daarmee de grens van haar expansie en zullen we groei uit natuurlijke aanwas en door druk uit de regio, moeten opvangen binnen het huidige stedelijke gebied. Nu stellen dat Amersfoort niet meer mag groeien zonder over alternatieven na te denken, heeft als risico dat toekomstige gemeentebesturen zich geconfronteerd kunnen zien met een zware druk op de stad.
15
4.3
Dagbesteding
Wat doet men overdag? Waar houden de inwoners van Amersfoort zich dagelijks mee bezig in 2030? Waar werken en wonen ze? En wat doen ze als ze gepensioneerd zijn?
Vrijwilligers Al eerder in dit stuk wordt gesproken over het toenemende aantal senioren, de groep gepensioneerde inwoners van Amersfoort groeit. Uit onderzoek blijkt dat met name de aankomende senioren (de babyboom generatie) geïnteresseerd zijn om vrijwilligerswerk op te pakken, ter vervanging van hun vorige, betaalde werk. Het gaat dan om vrijwilligerswerk in de traditionele zin van het woord: in bijvoorbeeld een bejaardentehuis, georganiseerd via een bureau en met een vrijwilligerscontract als basis. Jongeren daarentegen nemen liever zelf het initiatief om vrijwilligerswerk te organiseren. Het SCP noemt dit ‘individueel activisme’. Uit hun cijfers blijkt dat een groeiend aantal jongeren zich zal inzetten voor een goed doel; het is een nieuwe vorm van idealisme dat de kop op steekt. Echter, wel op hun eigen voorwaarden: het moet leuk zijn, het moet de jongere zelf ook iets opleveren; een mooie reis naar een ver land, aanzien. Men kijkt niet naar waar de nood het hoogste is maar zoekt goede doelen binnen de eigen interesses. Voor organisaties die vrijwilligers aan organisaties koppelen, zoals het Amersfoortse Ravelijn, is het een uitdaging om de jonge doelgroep op een voor hen aansprekende manier te benaderen; door bijvoorbeeld voordelen van vrijwilligerswerk te benadrukken en kortdurende (laagdrempelig) ‘dienstverbanden’ aan te bieden. In tegenstelling tot vroeger zijn de vrijwilligers van nu meer geschoold en tot meer in staat dan het eenvoudig werk. Dat betekent dat vrijwilligerswerk een bredere invulling kan krijgen dan op dit moment het geval is.
Telewerken en de kenniseconomie Telewerken in Nederland zet - in vergelijking tot de ons omringende landen - in rap tempo door. Van de werkende bevolking kan 8,25% - in aantal 593.000 mensen - als telewerker worden aangeduid. Dat cijfer zet ons land, na Finland met 10,8% en voor Zweden met 7,9%. op de tweede plaats in Europa . Van die telewerkers kan worden gezegd dat in Nederland zo'n 40% van de telewerkers vanuit huis werkt, 22% is te beschouwen als 'self employed' en werken voor hun eigen bedrijf. 40% van de telewerkers wordt 'mobiele telewerkers' genoemd, deze mensen werken bijvoorbeeld in de trein of in hotels, tussen afspraken in. Het woon-werk verkeer zal onder invloed van deze trend afnemen; mensen werken vanuit huis of vanuit kantoorpanden in Amersfoort waar voor een paar uur werkplekken te huur zijn. Deze ontwikkeling heeft een mondiaal karakter; zij is wereldwijd herkenbaar. Telewerken is het gevolg van globale en maatschappelijke verandering. Een van de oorzaken daarvoor is het toenemende belang van toegevoegde waarde van informatie en informatieverwerking. De groei van de kenniseconomie en de daarmee groeiende behoefte aan kenniswerkers heeft zijn effect op Amersfoort. De ontwikkeling van de kenniseconomie binnen de gemeente kan de aantrekkelijkheid voor bedrijven verhogen. Doordat de kenniseconomie de productiemaatschappij vervangt is er nu al, en zeker in de (nabije) toekomst, behoefte aan informatiewerkers. Mensen met de vaardigheden om effectief informatie te delen en te interpreteren.
Jongeren organiseren hun eigen leven Computers, internet en mobiele telefoons zijn voor tieners niet meer dan een vanzelfsprekendheid. Omdat ze ermee opgegroeid zijn, is ICT geïntegreerd in hun dagelijkse leven. Jongeren gebruiken het voor hun sociale contacten, vermaak en voor school. Ze hebben mede door internet steeds grotere en bredere sociale netwerken. Via o.a. msn beheren ze 16
ellenlange contactlijsten en vaak meer dan honderd contactpersonen en vrienden op profielsites en social networking sites. Zelfs de drempel om iemand pas in het netwerk toe te laten nadat er persoonlijk contact is geweest, is weggevallen; ook vrienden van vrienden worden aan het netwerk toegevoegd. Bij ieder individu komen meerdere overlappende netwerken samen. De netwerken zijn bovendien open en zichtbaar geworden door internet. Jongeren geven elkaar en anderen op hun eigen website een kijkje in hun leven via profielinformatie, foto’s en persoonlijke berichtjes. Hun netwerk van contacten is daarmee vaak zelfs letterlijk zichtbaar. Familie, vrienden, kennissen, schoolgenoten en collega’s komen samen in deze netwerken op internet, waardoor de diverse levensdomeinen werk, school en privé, door elkaar heen lopen. Rangen en standen lijken weg te vallen. Iedereen gaat mee in de stroom van casual conversation. Het is een voorbeeld van informatisering die informalisering versterkt: informalisering vervaagt de scheidslijn tussen privé en openbaar, tussen werk en thuis, tussen vrije tijd en arbeid. Het leidt tot onthiërarchiesering en grotere gelijkheid in verhoudingen tussen mensen . Als jongeren deze manieren van communicatie vasthouden, zullen netwerken van mensen steeds breder en informeler worden. Jongeren maken in het huishouden het meeste gebruik van internet, ouders weten vaak veel minder van de ICT toepassingen waar zij gebruik van maken. Dit verandert de verhoudingen binnen het gezin. Jongeren gaan hun eigen gang op internet, ouders hebben en nemen weinig controle. Om die reden is de drang om zo vroeg mogelijk uit huis te gaan minder prominent aanwezig. Jongeren blijven langer thuis wonen, zo ziet men ook in Amersfoort. Een grote groep jongeren (42%) wil in 2030 nog steeds in Amersfoort wonen, zo blijkt uit een enquête onder 641 jongeren in Amersfoort. Zelfstandigheid hoeft niet langer buiten het ouderlijk huis gezocht te worden. Jongeren onttrekken zich met internet gemakkelijker aan controlerende ouders. Jongeren maken dus minder gebruik van officiële kanalen. Er is veel zelforganisatie, of het nu gaat om sport, muziek of andere interesses, zo bespraken we ook in het kader van vrijwilligerswerk. Daarmee verandert de samenleving steeds meer van georganiseerde samenleving naar netwerksamenleving. Voor de overheid/gemeente betekent dit: minder bevoogden, meer faciliteren. Populaire voorzieningen onder jongeren is bijvoorbeeld: een braakliggend terrein, zodat ze er zelf wat mee kunnen. De energie van jongeren is positief, maar voornamelijk op particulier niveau en gericht op eigen genot, maar daarmee niet minder idealistisch. Een goed voorbeeld van die zelforganisatie is jongerenportal www.jongerenamersfoort.nl waar informatie te vinden is over diverse jongerenprojecten. Voortgezet onderwijs zal in de toekomst veel meer integreren met de samenleving. Jongeren willen leren, maar liefst dat wat maatschappelijke relevantie heeft of goede kansen biedt op een carrière. Dat betekent in het primair onderwijs meer de nadruk komt op basiskennis en dat in het voortgezet onderwijs de samenleving binnen de muren van de school moet worden gebracht. Dat kan dan betekenen dat leren niet meer op school plaatsvindt, maar in de praktijk. Vergaande samenwerking met bedrijfsleven en zorgorganisaties bijvoorbeeld, zoals nu op sommige vmbo- en mbo-scholen al gebeurt. Niet alleen om een vak te leren is contact met de dagelijkse praktijk in een bedrijf van belang, ook de persoonlijke begeleiding van iemand die niet de leraar is, maar eerder coach of mentor, heeft een positieve uitwerking op jongeren die minder maatschappelijk bevoordeeld zijn. Door contact met een coach uit het bedrijfsleven hebben ook kinderen uit minder gegoede sociaal economische milieus de voordelen van een (succesvol) rolmodel. De gemeente kan lokale bedrijven stimuleren om dit soort projecten te starten in samenwerking met onderwijsinstellingen en/of de Amersfoortse vrijwilligerscentrale.
17
4.4
Eten en bewegen
De trends in eten zijn gezond, gemak, genieten en goed gedrag. Mensen verlangen naar ambachtelijk voedsel. Waardekenmerken als gezond en authentiek worden belangrijker. In de hang naar authenticiteit zie je meer en meer streek- en ouderwetse producten (ontdekgroenten). In het weekend in koken met bijzondere streekproducten is de nieuwe trend. Maar ook doordeweeks wil men in 5 minuten een echte ouderwetse maaltijd op tafel kunnen zetten. Gemaksproducten worden dan ook steeds authentieker gepresenteerd. Ze worden verpakt met nostalgische belettering en krijgt een ouderwetse uitstraling. Vijf minuten in de magnetron en toch de smaak van vroeger. Volgens marketingdeskundigen heeft dit alles te maken met een hunkering naar houvast. Naar oud en vertrouwd, in een snel veranderende wereld. Daarbij hoort een toename van lokaal geproduceerde streekproducten. Het ontdekken lokale producten wordt steeds gewoner. Gezondheid is een product; de verwachting is dat producenten ook gezonder gaan produceren. Het is een markt en een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Kijk bijvoorbeeld naar de inspanningen van McDonalds (worteltjes in de Happy Meal) en ook Mars voor hun gezondheidsimago. Levensmiddelenfabrikanten sluiten steeds vaker convenanten af om hun producten gezonder te maken.
Gewicht Overgewicht en de daarbij behorende hart- en vaatziekten geven somber beeld voor de toekomst, jongeren en kinderen zijn vaker te zwaar. Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht en ernstig overgewicht (obesitas) snel toe en ook in Nederland is deze toename gesignaleerd. Deze toename vindt niet alleen bij volwassenen plaats, maar ook bij kinderen. Inmiddels heeft in Nederland 1 op de 7 kinderen (14%) last van overgewicht. In de regio Eemland is dat gemiddeld 1 op de 9 kinderen. De overheid grijpt in door belasting en accijnzen op vet, drank- en rokenwaren. Ook de GGD Eemland werkt aan de bestrijding van overgewicht, onder andere door het project B Slim. Uitgangspunten van dit plan zijn: kleinschalige, laagdrempelige lokale activiteiten in de eigen wijk/buurt, zowel op het gebied van voeding als beweging, waarbij de doelgroep (kinderen en hun ouders) nauw participeert en activiteiten aansluiten bij hun wensen en behoeften (preventie op maat); en waarbij intersectoraal samengewerkt wordt.
Bewegen Gelukkig sporten Nederlanders steeds meer, gemiddels 2,6 uur per week. Opvallend is dat vooral solo sporten (de sportschool) aan beoefenaars winnen, terwijl Nederland traditioneel een verenigingsland is. Toch is het vooral onder jonge kinderen niet gewoon om te sporten: 30 procent van de Amersfoortse kinderen in groep 2 beweegt veel te weinig, gemiddeld beweegt 15 tot 28 procent van de Amersfoortse jeugd te weinig. De fysieke omgeving is bepalend voor gedrag; ingrijpen in de omgeving is effectief - zorg dat centrale voorzieningen (scholen, winkels) met de fiets goed bereikbaar zijn, dat het aanbod van goede voeding dichtbij is en dat de drempel voor slechte gewoonten wordt verhoogd. Bind de kat niet op het spek. Uit onderzoek van het Nicis Institute blijkt verder dat naast ouders en de eigen motivatie van kinderen vooral ook de omgeving beïnvloedt of kinderen gaan sporten. Er blijkt een duidelijk verband te zijn tussen de beoordeling van de mogelijkheden voor sport en spel en de deelname daaraan. De aanwezigheid van sportorganisaties, de inrichting van de wijk, de sociale veiligheid en de staat van onderhoud van voorzieningen is dus van groot belang om kinderen aan het bewegen te krijgen.
18
De algemene trend is dus dat we veel dikker worden, de levensverwachting daalt en dat het alcoholgebruik onder jongeren – en andere excessen, toeneemt. Om te beïnvloeden laat je mensen het best het goede van dichtbij ervaren, probeer het leuk te maken. De veronderstelling dat iedereen weet wat goed is en wat slecht, is ongegrond. Nog steeds zijn grote groepen mensen slecht geïnformeerd; er is een grote onderlaag die niet wordt bereikt met informatie over eetgedrag. Voorlichtingscampagnes en thema-avonden blijken ineffectief; de mensen die daar op af komen zijn vaak degenen die toch al bewust met de thema´s bezig zijn – de mensen die je wilt bereiken en die het nodig hebben bereik je niet. Benut de bestaande netwerken en communities zoals scholen en crèches om mensen te bereiken.
4.5
Groen
Amersfoort is de groenste stad van Europa en ook overschrijdend aan de gemeentegrenzen stelt zij zich doelen. In de Beleidsvisie Groen Blauwe structuur staat de ambitie beschreven voor een samenhang tussen de drie landschappen Heuvelrug, Eemland en de Gelderse Vallei. Het landschap rondom de stad is van belang voor ecologische relaties, maar ook voor recreatieve verbindingen tussen stad en ommeland. De keuze van de beplanting van de groengebieden binnen Amersfoort zou nog beter kunnen aansluiten bij de omringende landschappen om zo de mogelijkheden voor natuurontwikkeling en de differentiatie te vergroten, zo staat in de visie te lezen. Groen is belangrijk, maar de vraag is hoe we dat goed inrichten; wat zijn de wensen en noden van bewoners; mag meer groen in de wijk ten koste gaan van ander groen. En een belangrijke vraag is of Amersfoort behoort tot de Randstad en als verstedelijkt beschouwd mag worden, of is het juist buitengebied en heeft het daarmee recreatieve woningbouw. Groen heeft een hoge prioriteit bij de burger, maar vormt bestuurlijk gezien nog vaak de sluitpost op de begroting. Er is een pleidooi voor meer focus op de gebruikskant van groen: er is een scala aan functies denkbaar zoals: speelruimte; afvangen van fijnstof; opvang voor water; kwaliteit van de wijk. De opdracht is dan om te zorgen voor multifunctioneel groen waardoor het thema minder snel van de begroting valt. Door functiedifferentiatie maak je de opdracht voor groen intersectoraal. ‘versnipperde waarde/opbrengsten’: de kosten-baten analyse is moeilijk omdat de winst van Groen sociaal is en dus niet eenvoudig valt ‘terug te halen’. Streefwaarden zoals 75m2 Groen per woning (i.e. 700ha Groen in Amersfoort!) zijn lastig hanteerbaar omdat ze strikte hantering in de hand werken. Een boom moet terwijl een speelplaats bijvoorbeeld beter op zijn plek zou zijn. Een normering waarin je stelt dat iedereen binnen 10 minuten in het Groen kan zijn, werkt dan effectiever. Groen kost geld en andere partijen dan de overheid zullen de meerwaarde van groen nog moeten ontdekken. Bijvoorbeeld zorgverzekeraars (groen is gezond), huizenbezitters nabij groen (groen verhoogt de waarde van je huis) en bedrijfsleven (maatschappelijk verantwoord ondernemen) kunnen toegevoegde waarde ontlenen aan groen.
19
4.6
Samenleven
Sociale cohesie of sociale binding is van groot belang voor een goed functionerende samenleving. Mede door internationale ontwikkelingen zijn de relaties tussen groepen autochtonen en nieuwe Nederlanders de laatste jaren onder druk komen staan. Maar ook landelijke en lokale ontwikkelingen zoals criminaliteit, internationalisering, mobiliteit, integratie en radicalisering, liggen hieraan ten grondslag. In toenemende mate wordt duidelijk dat voor het oplossen van dergelijke problemen netwerken binnen de samenleving een belangrijke rol vervullen. In Amersfoort is ongeveer 22 procent van de inwoners van allochtone afkomt en de gemeente besteedt aandacht aan integratie van de verschillende groepen. Met het Participatieteam Integratie bijvoorbeeld. Het P-team denkt mee over vraagstukken op het gebied van onder meer arbeidsdeelname van allochtonen en op welke manier er een bijdrage kan worden geleverd aan de sociaal-culturele integratie. Ook bedenkt en organiseert het Participatieteam activiteiten die bijdragen aan de integratie. Dergelijke initiatieven, zowel van (gemeentelijke) overheden als van particulieren hebben meer en meer een lokale focus. Per wijk of buurt wordt aandacht besteed aan integratie. Dat strookt met de landelijke trend die te zien is. Onze huidige maatschappij laat zich omschrijven als een netwerksamenleving; Inwoners zijn op zoek naar nieuwe identiteiten: individueel rond het eigen lichaam, en collectief rond primaire kenmerken als nationaliteit, religie en etniciteit. Dit verklaart het uitbundige karakter van onze samenleving, maar ook het fundamentalisme (Boutellier). Huidige communicatietechnieken stellen ons in staat altijd en overal in contact staan met vrienden en familie. Hoe verhoudt zich dat tot het contact in de ‘echte’ wereld? Wat is er veranderd in de manier waarop wij in de samenleving staan en op welke manier hanteren we nieuwe toepassingen om in contact te blijven met onze omgeving. Individueel zijn we steeds meer vrijgemaakt en kennen we een pluriforme maatschappij. Uit deze ‘ontzuiling’ treedt een paradoxaal beeld op: de veelgevreesde individualisering leidt tot een versterkte collectiviteit, misschien zelfs verzuiling. Zogenaamd vrije mensen kiezen allemaal hetzelfde. De mens is zo geprogrammeerd dat hij zich identificeert met de groepen waartoe hij behoort; hij heeft een aangeboren neiging tot collectiviteit. Met andere woorden: we zoeken weer zuilen voor onszelf – een virtuele verzuiling. We verenigen ons in lichte gemeenschappen. In tegenstelling tot de oude zuilen die sterk hiërarchisch georganiseerd zijn, kenmerken zij zich door aansluiting op basis van gelijkgestemdheid; op basis van gevoel en op basis van gelijke waarden. Religie is een zware community bij uitstek, zowel het christendom als de islam. Het ‘ietsisme’ kun je beschouwen als lichte community. Kenmerken: keuze; gevoel; vrijwilligheid (kunt uitstappen); geen/minder hiërarchie. Decennia lang hebben we dogma’s losgelaten, maar nu grijpt de jeugd terug op traditie, conservatisme en rituelen. De EO speelt hier op in met goede marketing van een mix tussen religie en de moderne maatschappij – ook hier weer staat de collectieve beleving centraal (zie de jongerendagen). Doordat mensen – vooral hogeropgeleiden - eigen sociale netwerken onderhouden neemt de band met de wijk af in belang. Toch is de identiteit van de wijk belangrijk, want sporten doe je wel in de wijk of werk aan huis. Zorg dat voorzieningen in de wijk al bij aanvang op orde zijn.
Technologie en Maatschappij Technologie kan mensen op afstand met elkaar verbinden en zo de fysieke verplaatsingen terugdringen of efficiënter organiseren. Denk aan verkeer, milieu of logistiek. Met name op 20
het punt van samenbrengen en verbinden van mensen heeft technologie een functie. Maar in dat samenbrengen moet ook een belang schuilen. Het werkt niet om activiteiten te organiseren louter om de ontmoeting. Activiteiten dienen een doel. Technologie geeft vorm aan gepersonaliseerde informatie, persoonlijke betrokkenheid (volg kind op school) of gedeelde belangen (schone straat) zijn de sleutel achter collectieve acties.- betrokkenheid (bij kinderen op school). Voorbeelden van lokale Amersfoortse initiatieven zijn de Pledgebank (www.pledgebank.com), de DiasLatinos (www.diaslatinos.nl) of Wonen, zorg en service in de wijk Tilburg (http://www.nicis.nl/nicis/dossiers/Economie/Werk/A9-Wonen--zorg-enservice-in-de-wijk_1091.html).
Overheid Met de laatstgenoemde dienst raakte discussie aan een elementaire kwestie; welke rol neemt de overheid, de gemeente hier in? De uitdaging om mensen elkaar te laten vinden en niet zozeer alle vragen of problemen in eigen beheer te willen oplossen. De overheid maakt zich te vaak probleemeigenaar. Het gevolg daarvan is dat apathie bij de burger. Laat de burger zijn wijk zelf ontwikkelen, faciliteer hem daarin. Er zijn nu teveel organisaties ‘actief’ in de wijk, maar die vooral langs elkaar heen werken. Ontkokering is de issue voor de toekomst.
4.7
Criminaliteit
Strikt genomen is criminaliteit in heel Nederland al jaren op zijn retour. De criminaliteit in Amersfoort en de regio Eemland is in 2007 voor het vijfde achtereenvolgende jaar gedaald. Vorig jaar nam het aantal geregistreerde misdrijven en overtredingen met ruim vijf procent af. Met name vermogenscriminaliteit kent een terugloop (i.e. inbraken, zakkenrollen, etc.). wel echter is er een groei waarneembaar in geweldscriminaliteit (vechten in het uitgaansleven, straatroof, overvallen, etc.). Het gevoel van veiligheid neemt onder inwoners echter niet toe. Dat heeft veel te maken met de manier waarop men aankijkt tegen de overheid. Op bestuurlijk vlak schiet de overheid tekort; de burger voelt zich in de steek gelaten bij het oplossen van het criminaliteitsprobleem. Strikt genomen echter is er een discrepantie tussen wat de burger vraagt van de overheid en wat zij kan (mag) verwachten. Opvallend is dat veel zaken die de burger onder ‘criminaliteit’ schaart, eigenlijk onder de noemer overlast vallen. Denk aan (zwerf)vuil en hangjongeren. In de index voor criminaliteit staan zaken als verkeersoverlast in de wijk, uitgaansoverlast en onfatsoenlijke buren hoog in de top 5. Het gevoel van onveiligheid wordt gedreven door andere factoren; ‘Het is vaak beter een extra vuilnisman in zetten, dan meer blauw op straat’. Ontevredenheid over het publieke domein uit zich kennelijk in een gevoel van onveiligheid. Overigens is het criminaliteitsprobleem nog steeds groot en moet de aandacht daarvoor onverminderd hoog blijven. De politie heeft een tweetal taken – een strafrechtelijke en handhaving van de openbare orde. Het laatste decennium ligt de nadruk op de strafrechtelijke benadering. De behoefte aan een zichtbare, communicerende (wijk)agent is groot. de overheid zou zich moeten positioneren als partner om problemen op te lossen. Winkeliers, bedrijfsterreinen en steeds vaker zelfs bewoners huren particuliere beveiliging in als toezichthouder. Maar dat is in principe een taak van de overheid. De mate van criminaliteit in een wijk of stad wordt bepaald door een aantal factoren zoals de samenstelling van de bevolking; de inrichting van de wijk en functievermenging. De meeste misdrijven worden gepleegd door jonge mannen tussen de 15 en 25 jaar. Goede zichtlijnen en voldoende verlichting helpen de gelegenheid tot misdragingen te verkleinen en de pakkans vergroten. Levendigheid op straat juist na 18:00u. (i.e. meer werk en commercie in de wijk en beter wonen in het centrum). Juist hiervan werden ook voorbeelden aangedragen tijdens het 21
bezoek aan Vathorst: voetbalveldjes (niet verscholen of afgelegen, maar ook niet te dichtbij woningen voor overlast); lampje in een donker gangetje en wonen boven winkels. In het algemeen kun je stellen dat de meeste mensen, zich de meeste tijd houden aan de meeste regels. Een misdrijf ontstaat uit de volgende voorwaarden: willen (sociaal), kunnen (gelegenheid) en durven (toezicht en preventie) In relatie tot een steeds omvattender informatiemaatschappij, wees een van de experts op het belang van een goede encryptie (versleuteling). Strikt genomen is de wijze waarop gevoelige informatie wordt uitgewisseld, niet optimaal beveiligd. Digibeten zijn er steeds minder, maar in het algemeen geven we ons te weinig rekenschap van de risico’s van beperkte beveiliging van pc en onderling dataverkeer.
22
5.
Kaders voor Amersfoort
PM In dit hoofdstuk worden de richtinggevende uitspraken van de raad opgenomen. De raad houdt op 24 juni 2008 een Slotparade over die uitspraken. Raadsleden debatteren daarover in het openbaar. Mensen uit de stad kunnen hier nog een duit in het zakje doen. Naar verwachting neemt de raad op 1 juli zijn besluiten.
23
Bijlage 1 Geraadpleegde bronnen • • • • •
Rapport JISC Commons2.0 door Bryan Sinclair Bijdrage Burger Partij Amersfoort NRC; Nathan rozema Time Magazine, (2006)
• • • • • • •
www.informatieprofessional.nl www.surfnet.nl www.tagcrowd.com www.sv.nl http://edition.cnn.com/2007/TECH/12/20/cars.for.seniors.ap/index.html?eref=rss_tech www.motivaction.nl www.zilverenkracht.nl
• •
Lucker, J. M. (2002). Critical Issues in Space Planning for the 21st Century Roodthart, H, (2007). Mood 2007, Trendslator
• • • • •
Elektronische Leeromgeving Jenny Brakels, Gent, 30 maart 2004: http://www.vvbad.be/backend/img/729-Elo.PDF http://www.blackboard.com/docs/AS/Bb_Content_System_Brochure.pdf Weistra, H. (2005) Scenarioplanning: een blik in de toekomst van het leren The Horizon Report, (2008), A collaboration The New Media Consortium and The Educause Learning Initiative
• •
Sociologische ontwikkelingen Adviesorgaan Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), 2005, Ver weg én dichtbij. Over hoe ICT de samenleving kan verbeteren De Mooij, Ruud, (2006), Reinventing the Welfare State Prof. dr. R.J. In ’t Veld en Ir. J.H. van der Veen (redactie), (2006), IJsberenplaag op de Veluwe, essays over de toekomst. De Nederlandse Horizonscan, (2007), eindrapport Singelenberg, J. (2004), Ouderen nu en in de toekomst, Toekomstverkenning 20002020 door RIVM en SCP in opdracht van VWS GGD Eemland, Gezondheidsprofiel voor de gemeenten in de regio Eemland 2007 Stichting SURF (2006). SURF meerjarenplan 2007-2010; ‘Verder denken’. Schuurman, J. e.a. (2005), Ambient Intelligence; toekomst van de zorg of zorg van de toekomst? Rathenau Instituut. Veen, W. en Jacobs,F. (2005). Leren van jongeren- een literatuuronderzoek naar nieuwe geletterdheid, Surf Onderwijsreeks, november 2005 (http://www.surf.nl/download/Leren_van_jongeren.pdf) Seniotren en vrijwilligerswerk, Motivaction, 2006, presentatie ppt.
• • • • • • • •
•
24
Bijlage 2. Leeftijdsopbouw gemeente Amersfoort tot 2022
Leeftijdsopbouw 2007 – 2022 Leeftijd 0- 4 5-19 20-34 35-49 50-64 65-79 80+
2007 10.245 26.764 27.391 35.725 22.657 11.659 4.624
2012 10.468 29.554 30.308 37.664 26.317 13.509 4.915
2017 10.680 30.631 30.661 36.689 30.280 16.057 5.034
2022 10.188 30.179 29.889 34.477 33.150 18.322 5.236
TOTAAL
139.065
152.735
160.032
161.441
bron: O&S juli 2007 op http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=181763. 3 januari 2008.
25
Colofon Gemeenteraad Amersfoort Opdrachtgever Website: www.amersfoort.nl De raadsgriffie telefoon: (033) 4694379 e-mail:
[email protected] postadres: Postbus 4000, 3800 EA, Amersfoort Denker in actie! Projectleider Website: www.denkerinactie.nl Jaap Huibers Coördinatie & ideeën Mannen met plannen Website: www.mannenmetplannen.nl Raymond Reesink & Marcel Brosens Ideeën, conceptontwikkeling & interactie Alares Website: www.alares.nl Harry Kotey & Marianne van Teunenbroek Onderzoek en analyse United Knowledge Website: www.UnitedKnowledge.nl Robin Snel Ontwerp, techniek en realisatie
26