Module POH SOMATIEK 2013 (Behorende bij de Huisartsenovereenkomst 2013)
Jaartarief
Kwartaaltarief Declaratiecode
€ afhankelijk van populatie
€ afhankelijk van populatie
Achmea 14499
1. Doel module
De Module Praktijkondersteuning Huisartsen Somatiek (POH-S) heeft als doel het bevorderen van taakdelegatie en het verbeteren van de kwaliteit van de huisartsenzorg.
2.1 Nieuwe manier van bekostigen POH-S
Achmea introduceert met ingang van 1 januari 2013 een nieuwe manier om de hoogte van het moduletarief POH-S te berekenen. Achmea wil een transparante financiering waarbij rekening wordt gehouden met de populatie chronische patiënten van de huisarts. Deze nieuwe manier van financieren houdt in dat huisartsen met een relatief zware populatie chronische patiënten een hoger tarief kunnen krijgen voor de POH-S dan huisartsen met een relatief gezonde populatie. Iedere huisarts met POH-S krijgt een basisbedrag van €3,- per ingeschreven patiënt per jaar voor inzet van de POH-S. Bovenop de €3,- ontvangt de huisarts financiering op grond van het aantal chronisch zieken en ouderen in de praktijk. Een huisarts met veel chronisch zieken en ouderen zal daardoor een hoger tarief krijgen dan een huisarts met een relatief gezonde populatie. De huisarts geeft hiervoor bij het afsluiten van het contract in de digitale portal van Achmea aan op grond van de criteria genoemd in 3.2 hoeveel patiënten de praktijk heeft met: • (pre)Diabetes, • COPD, • VRM, • Astma, en • En hoeveel patiënten ouder zijn dan 75 jaar. Op grond hiervan berekent Achmea het moduletarief. De huisarts hoeft hier verder niets voor te doen. LET OP! OVERGANGSJAAR 2013 De nieuwe wijze van bekostigen van de POH-S heeft geen negatieve gevolgen voor het POH-S tarief voor 2013. Indien een huisarts op grond van de zwaarte van de populatie op een lager tarief uitkomt dan in 2012, blijft het POH-S tarief van 2012 gelden. In 2014 gelden voor alle huisartsen de nieuwe tarieven die gebaseerd zijn op de patiëntenopbouw van de praktijk. Als de huisarts op grond van de omvang van de chronische patiëntenpopulatie op een hoger tarief uitkomt dan in 2012, krijgt de huisarts in 2013 dit tarief als de huisarts hiervoor extra POH-S in dienst neemt (zie hiervoor 7. Aanvragen van de module). LET OP! HUISARTSEN DIE DEELNEMEN AAN GEZ module en KETENZORG Bij het afsluiten van het contract wordt u voor DM2, COPD en VRM gevraagd of u deelneemt aan een ketenzorgprogramma gefinancierd door een GEZ module, koptarief, koptarief+ of integraal tarief. Het kan zijn dat u nog niet weet welk contract uw zorggroep met Achmea heeft afgesloten. Achmea verzoekt u, uw zorggroep te vragen welke tariefafspraak van toepassing is. Indien de zorggroep nog met Achmea in gesprek is, verzoeken wij u te wachten met het sluiten van de overeenkomst voor huisartsenzorg tot duidelijk is welk contract de zorggroep heeft afgesloten, omdat dit van invloed is op de hoogte van het POH-S tarief.
2.2 Waarom een nieuwe manier van bekostigen?
180100224
Voor 2011 werd de POH-S gefinancierd met een vaste opslag op het inschrijftarief per patiënt en werd de rest gedeclareerd als consulten en visites. De minister van VWS heeft met ingang van 1 januari 2011 de financiering van de POH-Somatiek gewijzigd in een opslagtarief op het inschrijftarief. Het declareren van consulten door de POH-S is daardoor niet meer mogelijk. Achmea heeft met ingang van 2011 (individuele) moduletarieven vastgesteld op grond van de formatie van elke huisarts en op dit moduletarief werd een gedeeltelijke afslag gedaan voor chronische zorg die via integrale bekostiging (integraal tarief) werd gefinancierd. Op deze tarieven kon uitbreiding worden aangevraagd. Deze uitbreidingsverzoeken zijn voor huisartsen arbeidsintensief en daarnaast is het voor Achmea moeilijk een goede inschatting te maken of de
gewenste uitbreiding noodzakelijk is. De huidige financiering is niet transparant, kent dubbele financiering en er is geen directe relatie met de zwaarte van de populatie van de huisarts. Achmea wil een transparante financiering waarbij rekening wordt gehouden met de zwaarte van de populatie van chronische patiënten van de huisarts. Dit betekent dat we naar een betere verdeelsleutel gezocht hebben, zodat ook praktijken die nu nog weinig of geen POH-er in dienst hebben hier ruimte voor krijgen. Deze nieuwe manier van financieren houdt in dat huisartsen met een relatief zware populatie een hoger tarief kunnen krijgen voor de POH-S dan huisartsen met een relatief gezonde populatie.
3.1 Uitgangspunten van de POH-S regeling 2013
Voor het bepalen van het tarief geeft de huisarts bij het sluiten van de overeenkomst het aantal chronische patiënten en ouderen in de praktijk op in de digitale portel van Achmea. De criteria voor de patiënten worden genoemd onder 3.2. Op grond hiervan berekent Achmea het tarief. Dit tarief is als volgt opgebouwd: Tariefopbouw POH-S en praktijkmanagement Diabetes
€ afhankelijkheid van populatie
COPD
€ afhankelijkheid van populatie
VRM
€ afhankelijkheid van populatie
Astma
€ afhankelijkheid van populatie
Kwetsbare ouderen
€ afhankelijkheid van populatie
Praktijkmanager Basis
OPTIONEEL € 1,60 VAST € 3,-
A. Basis van €3,De basis van het moduletarief is €3,-. Iedere huisarts met POH-S krijgt een basisbedrag van €3,- per ingeschreven patiënt per jaar voor inzet van de POH-S. B. Aantal chronische patiënten en kwetsbare ouderen Bovenop de €3,- ontvangt de huisarts financiering op grond van het aantal chronisch zieken en ouderen in de praktijk. Een huisarts met veel chronisch zieken en ouderen zal daardoor een hoger tarief krijgen dan een huisarts met een relatief gezonde populatie. De in- en exclusiecriteria van de chronische patiënten zijn beschreven onder 3.2. Voor kwetsbare ouderen geldt dat de module kwetsbare ouderen moet zijn afgesloten. Bij het sluiten van de overeenkomst geeft de huisarts het aantal patiënten op. Achmea berekent vervolgens het tarief. Achmea doet dit op grond van het aantal opgegeven patiënten te vermenigvuldigen met het aantal minuten per jaar dat een POH-S naar verwachting gemiddeld aan zorg levert per patiëntengroep en het uurtarief van de POH-S (€47). De berekening van het uurtarief van de POH-S en enkele voorbeelden vindt u op www.achmeazorg.nl/huisartsen onder ‘downloads’. In onderstaand schema is het aantal minuten weergegeven waar Achmea mee rekent voor het bepalen van de hoogte van het tarief. Het verwacht aantal gemiddelde minuten per jaar per patiënt is tot stand gekomen op grond van consultatie met huisartsen en de medisch adviseur van Achmea.
Huisartsen zonder ketenzorg Huisartsen die de GEZ module ontvangen of ketenzorg met koptarief zijn overeengekomen
Huisartsen die Integraal tarief of koptarief+ zijn overeengekomen
Prediabeten
40 minuten
40 minuten
40 minuten
DM 2
80 minuten
120 minuten
NVT
COPD
70 minuten
120 minuten
NVT
Astma
40 minuten
40 minuten
40 minuten
VRM
In 2013 niet mogelijk
55 minuten
NVT
Kwetsbare ouderen
60 minuten
60 minuten
60 minuten
Waarom meer tijdsinzet bij GEZ module en ketenzorg dan bij reguliere zorg? Een ketenzorgprogramma kenmerkt zich door een programmatische aanpak van zorg. In vergelijking met reguliere zorg zijn er bij de GEZmodule en ketenzorg afspraken gemaakt over een pro-actieve aanpak en om te komen to meer samenhang in de zorg. Hierbij is monitoring (aanlevering datasets) en het verbeteren van de zorg een belangrijk onderdeel van het contract. Dit alles vraagt een extra tijdsinvestering van de praktijkondersteuner en hebben we vertaald in ruimere minuten per patiënt. Achmea streeft ernaar dat ook de reguliere huisarts in 2014 de kwaliteit van zorg voor chronische groepen in kaart brengt. Patiënten van de huisarts die vallen onder bovenstaande inclusiecriteria voor DM of COPD, en die via een integraal tarief of koptarief+ worden betaald, tellen niet mee voor de POH S module. De financiering van de zorg die deze patiënten ontvangen, wordt betaald via het integrale tarief of het koptarief+. Bij een koptarief of GEZ-module vindt de financiering van POH-S via deze module plaats. C. Praktijkmanagement Bij een huisarts die in 2012 op grond van de Module Innovatieproject 2012 een praktijkmanager heeft gedeclareerd, wordt er €1,60 bij het moduletarief opgeteld. De praktijkmanager biedt structurele ondersteuning binnen de administratieve en organisatorische kant van de huisartsenpraktijk. De praktijk manager stuurt en adviseert binnen de huisartsenpraktijk op verschillende gebieden, zoals boekhouding, declaratieadministratie, personeelszaken en ICT en zorgt dat deze adviezen ook operationeel uitgevoerd worden. De praktijkmanager neemt de uitvoerende en controlerende taken uit handen van de huisarts. De taken van een praktijkmanager kunnen worden uitgevoerd door een POH-S, maar dat is voor het ontvangen van de €1,60 niet noodzakelijk. De taken kunnen ook worden uitgevoerd door een speciaal voor die taak aangesteld persoon (niet de huisarts zelf). Ook huisartsen die deelnemen aan een GEZ of waarbij de zorg van chronische patiënten wordt gefinancierd via een integraal tarief, het koptarief+ of koptarief kunnen in deze module extra financiering krijgen voor de praktijkmanager. Voorwaarde is wel dat de praktijkmanager HBO werk- en denkniveau heeft en een opleiding volgt of heeft die gericht is op management. LET OP: Overgangsregeling financiering praktijkmanagement Achmea stimuleert praktijkmanagement door een tegemoetkoming in de kosten te geven. Dit werd voorheen gefinancierd via de Module Innovatieproject. Voor huisartsen die in 2012 via de Module Innovatieproject €1,60 hebben ontvangen voor een praktijkmanager en geen POH-S in dienst hebben in 2013 vervalt de mogelijkheid om de tegemoetkoming voor praktijkmanagement van €1,60 te declareren. Dit betekent dat als u geen POH-S heeft, u in 2013 geen € 1,60 voor praktijkmanagement kunt ontvangen. Om de kwaliteit voor chronische zorg te behouden en nog verder te verbeteren, wil Achmea dat er een POH-S in de praktijk werkzaam is alvorens een manager in dienst treedt. Bij Huisartsen, die in 2013 een praktijkmanager in dienst hebben die aan de voorwaarden gesteld aan de praktijkmanager voldoet, wordt de €1,60 opgeteld bij het POH-S tarief van het jaar 2012.
3.2 Criteria voor de patiënten
De huisarts vult bij het afsluiten van het contract met Achmea het aantal patiënten in de praktijk in de digitale portal in. Op grond hiervan berekent Achmea de hoogte van het tarief. Hieronder wordt omschreven welke patiënten de huisarts kan opgeven.
Prediabetes Inclusiecriteria • Patiënten met gestoorde glucosetolerantie (prediabetes), (nog) zonder diagnose diabetes mellitus type 2. • Patiënten onder controle bij de huisarts waarvan de huisarts hoofdbehandelaar is.
Diabetes Mellitus type 2 Inclusiecriteria • Patiënten met diagnose diabetes mellitus type 2. • Patiënten onder controle bij de huisarts waarvan de huisarts hoofdbehandelaar is.
COPD Inclusiecriteria • Patiënten met de diagnose COPD en met een lichte of matige ziektelast. • Patiënten onder controle bij de huisarts waarvan de huisarts hoofdbehandelaar is.
Exclusiecriteria • •
Patiënten met zwangerschapsdiabetes. Patiënten die vallen onder integraal tarief of koptarief+.
Exclusiecriteria •
Patiënten die vallen onder integraal tarief of koptarief+.
De zorgstandaard maakt onderscheid in COPD met een lichte, matige of ernstige ziektelast. Alleen patiënten met een lichte en matige ziektelast worden behandeld door de POH-S. Voor patiënten met een ernstige ziektelast geldt dat evaluatie en zo nodig intensieve begeleiding in de tweede of derde lijn noodzakelijk is. Voor een beschrijving van de verschillende ziektelasten verwijzen we u naar de zorgstandaard COPD.
VRM Inclusiecriteria • Huisarts neemt deel aan GEZ module of heeft ketenzorg contract VRM met koptarief (zie onder 4.3) en heeft dus met Achmea specifieke afspraken gemaakt over deze groep. De inclusiecriteria daarvoor zijn: • Patiënt is opgenomen in het programma en ‘in zorg’. • Hoofdbehandelaarschap van de patiënt ligt bijde huisarts. • Patiënt heeft: - óf een HVZ doorgemaakt. - óf valt op basis van de risicotabel (10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ voor patiënten zonder HVZ) in de rode risicocategorie. Hierbij geldt de leeftijdsgrens van 40 jaar. - óf valt op basis van de risicotabel (10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ voor patiënten zonder HVZ) in de gele risicocategorie. Hierbij geldt de leeftijdsgrens van 40 jaar.
Astma Inclusiecriteria • Patiënten die ondersteund worden met chronische inhalatiemedicatie. • Patiënten onder controle bij de huisarts waarvan de huisarts hoofdbehandelaar is.
Exclusiecriteria •
Patiënt is prediabeet of heeftdiabetes mellitus type 2.
Patiënten die (pre)diabetes hebben, kunt u niet ook voor VRM opgeven. Dat houdt dus in dat u een patiënt die zowel diabetes heeft als VRM, alleen bij diabetes opgeeft.
Exclusiecriteria • Patiënten die u voor COPD opgeeft, kunt u niet ook voor astma opgeven. Dat houdt dus in dat u een patiënt die zowel astma heeft als COPD, alleen bij COPD opgeeft.
Kwetsbare ouderen (incl. dementie) Inclusiecriteria
Exclusiecriteria
Alleen aan te vragen indien de Module Kwetsbare Ouderenzorg wordt uitgevoerd binnen de praktijk. LET OP! Aangezien de tweejarige Module Kwetsbare Ouderen in 2012 is gestart, en helaas nog niet veel is ingezet, kan het zijn dat de omvang van de groep kwetsbare ouderen nog niet in kaart is. Daarom vragen wij het aantal patiënten in de praktijk ouder dan 75 jaar op te geven. Naar verwachting is hiervan maximaal 20% kwetsbaar. Het uitgangspunt voor het bepalen van de hoogte van het tarief is dus 20% van het aantal patiënten dat ouder is 75. Zo snel mogelijk zal hier het werkelijke aantal kwetsbare ouderen van de praktijk als uitgangspunt gaan gelden.
Achmea kiest er bewust voor geen exclusiecriteria op te nemen. Indien een oudere boven de 75 is en bijvoorbeeld ook diabetes heeft, telt deze oudere zowel hier als bij diabetes mee.
4. ANDERE TAKEN VAN DE POH-S 4.1 De POH-S en M&I verrichtingen
De M&I verrichtingen (13.000 lijst) uitgevoerd door de POH-S kunnen worden gedeclareerd, met uitzondering van onderstaande verrichtingen. Onderstaande verrichtingen kunnen niet door de POH-S kunnen worden gedeclareerd!
POH-S via module
POH-S die ketenzorg levert koptarief+ of integraal tarief
Diabetes begeleiding
13029
Diabetes begeleiding
13029
Diabetes instellen op insuline
13030
Diabetes instellen op insuline
13030
COPD- gestructureerde zorg
13031
COPD- longfunctiemeting Voor die patiënten die ‘in zorg’ zijn.
13004
COPD- gestructureerde zorg
13031
4.2 Overige zorgtaken van de POH-S
Naast de genoemde chronische groepen levert de POH-S een belangrijke bijdrage aan de gewenste taakdelegatie in de huisartsenzorg. Daarbij is er bij huisartsen een grote variatie, waarbij de POH-S wordt ingezet voor patiënten met obesitas, het geven van preconceptueel en anticonceptieadvies, osteoporose, incontinentieproblemen, oncologie, wondverzorging, crisissituaties in een verzorgingstehuis enzovoort. Achmea vindt deze taken van de POH-S belangrijk en wil met de nieuwe berekeningssystematiek ook niet suggereren dat deze taken niet door de POH-S zouden moeten worden verleend. Veelal vindt de financiering van deze taken echter plaats zoals via M&I verrichtingen. Indien de huisarts van mening is dat de taken die de POH-S uitvoert niet op een andere wijze worden gefinancierd, terwijl het hier wel gaat om zorg die noodzakelijk is voor het bieden van goede huisartsenzorg, heeft Achmea hiervoor de mogelijkheid via de Module Kwaliteit&Innovatie. Bij deze module kan ten behoeve van kwaliteit en of innovatie voor twee jaar extra financiering worden aangevraagd. Na deze twee jaar wordt de uitkomst samen met Achmea geëvalueerd en kan het moduletarief van de POH-S structureel worden verhoogd. Op deze wijze wil Achmea uiteindelijk de kwaliteit en doelmatigheid van de huisartsenzorg vergroten.
4.3 VRM
Zoals hierboven bij 3.2 is aangegeven, telt voor het bepalen van de hoogte van het tarief het aantal VRM patiënten voor huisartsen die niet meedoen met VRM ketenzorgovereenkomst of een GEZ module niet mee voor het bepalen van de hoogte van het tarief van de POH-S. Dit betekent niet dat Achmea van mening is dat de zorg voor VRM-patiënten niet bij de huisarts thuishoort. Wel is Achmea van mening dat op dit moment nog onvoldoende is uitgekristalliseerd welke inclusiecriteria zouden moeten gelden voor deze groep. Indien wij op dezelfde wijze als voor de andere chronische groepen het aantal VRM patiënten als uitgangspunt zouden nemen, zou dat zonder eenduidige inclusiecriteria kunnen leiden tot het includeren van 25% van de populatie van de huisartsenpraktijk. Dit zou leiden tot een enorme kostenstijging en het overschrijden van het
Budgettair Kader Zorg huisartsen. Om die reden heeft Achmea deze groep voor 2013 uitgesloten voor het bepalen van het moduletarief. Wel is er bij het basisbedrag van €3,- rekening mee gehouden dat dit deels wordt ingezet voor patiënten met VRM. In 2013 gaat Achmea samen met medisch adviseurs en huisartsen bekijken of, en zo ja op welke wijze VRM kan worden opgenomen in deze module. Aangezien in het jaar 2013 het tarief voor de POH-S niet wordt verlaagd, leidt dit niet tot een tekort aan financiering voor de zorg die de POH-S verleent aan deze patiëntengroep.
5. VOORWAARDEN MODULE 5.1 Voorwaarden ten aanzien van de praktijk(en):
• De module POH-S is eveneens van toepassing op gezondheidscentra met huisartsen in loondienst. Als in deze modulebeschrijving wordt gesproken over huisartsenpraktijk of huisarts wordt ook een samenwerkingsverband (van huisartsenpraktijken) of gezondheidscentrum bedoeld. • Binnen de huisartsenpraktijk is per normpraktijk minimaal 0,8 FTE assistente in dienst. Het is niet de bedoeling dat de POH-S activiteiten overneemt die tot het takenpakket van de assistente behoren. • Alle huisartsen hebben een ondertekende Huisartsenovereenkomst 2013 met Achmea.
5.2 Voorwaarden ten aanzien van het werkgeverschap
De POH-S is in dienst van de huisartsenpraktijk of het samenwerkingsverband of wordt gedetacheerd vanuit een instelling. Indien sprake is van een samenwerkingsverband is schriftelijk vastgelegd hoe de uren van de POH-S verdeeld worden over de deelnemende huisartsen, welke taken de POH-S uitvoert voor de deelnemende huisartsen, hoe het formele werkgeverschap en de functionele aansturing van de POH-S is geregeld en op welke wijze er wordt afgestemd met de huisarts, overige zorgverleners zoals in de tweede lijn en, indien deze in dienst is, de POH-GGZ.
5.3 Voorwaarden ten aanzien van de praktijkondersteuning:
• De POH-S heeft een erkende HBO-opleiding of volgt een erkende HBO-opleiding tot POH-S. Indien de POH-S staat ingeschreven voor deze opleiding, maar er nog niet gestart kan worden met de opleiding, wordt overleg met Achmea gevoerd. • De POH-S volgt periodiek nascholing ten aanzien van zijn of haar werkzaamheden en neemt deel aan intervisie- en (netwerk)bijeenkomsten in de regio. • Indien de POH-S tijdelijk of blijvend geen werkzaamheden meer uitoefent (wegens ziekte, zwangerschap, uitdiensttreding of overlijden), zorgt de huisartsenpraktijk voor vervanging of opvolging. Indien dit niet lukt, wordt verwacht dat dit binnen twee maanden bij Achmea gemeld wordt. • Over de periode dat de huisartsenpraktijk geen of slechts gedeeltelijke vervanging of opvolging realiseert, en het aantal uren dat de POH-S wordt ingezet, lager uitkomt, wordt de opslag op het inschrijftarief niet uitbetaald of wordt het tarief aangepast.
5.4 Voorwaarden voor de registratie door de POH-S
Om de kwaliteit van zorg meer transparant te maken en om uitkomsten te meten, is het noodzakelijk dat er goed wordt geregistreerd. Aan de registratie worden de volgende voorwaarden gesteld: • De POH-S werkt in het HIS van de huisarts en volgt hierbij de NHG-richtlijn ADEPD-registeren. De POH-S codeert dus onder andere de episodes met een ICPC-code op de E-regel.
6. VERANTWOORDING EN CONTROLE
De materiële controle op de module is gericht op de rechtmatigheid en op de doelmatigheid van gedeclareerde zorg. Om de administratieve lasten voor de huisarts te verlichten, is het niet noodzakelijk dat de huisartsenpraktijk jaarlijks een jaarverslag indient bij Achmea. Wel zal Achmea de gedeclareerde gelden conform deze module meenemen in een materiële controle. Deze controle houdt onder andere in dat Achmea jaarlijks steekproefsgewijs 10% van de praktijken zal verzoeken jaaropgaven van de betreffende POH-S en assistentes te overleggen over de afgelopen 2 jaar. Daarnaast zal jaarlijks op grond van onze declaratiegegevens het aantal opgegeven chronische patiënten en kwetsbare ouderen worden gecontroleerd.
7. AANVRAGEN VAN DE MODULE Nieuwe aanvragen Voor huisartsenpraktijken die in 2012 geen overeenkomst POH-S hadden en in 2013 de module POH-S willen aanvragen geldt dat de hoogte van het tarief wordt bepaald door de voorwaarden zoals gesteld in deze module en geldt de volgende procedure:
De ROS begeleidt de huisartsenpraktijk(en) of het samenwerkingsverband bij het opzetten van het plan van aanpak van de POH-S. De huisartsen praktijk heeft een praktijkanalyse uitgevoerd. De resultaten en eventuele verbeterpunten van de praktijkanalyse worden opgenomen in het plan van aanpak. Tevens beschrijft het plan van aanpak hoe aan de andere gestelde voorwaarden wordt voldaan. Het plan van aanpak wordt beoordeeld door de ROS die een advies aan Achmea zal geven. De deelnemende huisarts of huisartsen (inclusief AGB-code) ondertekenen het plan van aanpak waarna het ter beoordeling aan Achmea wordt voorgelegd. Het indienen van het plan van aanpak bij Achmea inclusief het advies van de ROS geldt als aanvraag van de module POH-S. Het ingediende plan van aanpak voorzien van de datum van ingang geldt als aanvraag. Een format van het plan van aanpak kunt u verkrijgen bij uw ROS. Voortzetten van de module De nieuwe wijze van bekostigen heeft geen negatieve gevolgen voor het tarief voor 2013. Indien een huisarts op grond van de zwaarte van de populatie op een lager tarief uitkomt dan in 2012, blijft het POH-S tarief van 2012 gelden. De voorwaarde is wel dat het aantal patiënten wordt opgegeven in de digitale portal van Achmea. Na het sluiten van het contract in de digitale portal, ontvangt u zo spoedig mogelijk bericht van Achmea met de hoogte van uw tarief. In deze brief staat of u op grond van onze berekening op een hoger of een lager tarief bent uitgekomen. Voor huisartsen die op een lager tarief zijn uitgekomen, verandert er in 2013 niets. Huisartsen die op grond van de berekening door Achmea op een hoger tarief uitkomen dan in 2012 kunnen meer uren POH-S in dienst nemen. Na het overleggen van de arbeidsovereenkomsten wordt het hogere tarief vergoed.
8. LOOPTIJD VAN DE MODULE
De module wordt aangegaan voor de periode van maximaal 1 jaar en eindigt per 31 december van het jaar waarop de module betrekking heeft.
9. DECLAREREN VAN DE MODULE
Indien u start met de POH-S kunt u, na schriftelijke goedkeuring van Achmea, de module POH-S het eerstvolgende kwartaal volgend op datum waarop de POH-S met de werkzaamheden is gestart declareren. De huisarts meldt bij Achmea per email via
[email protected] de ingangsdatum van de overeenkomst op basis waarvan de POH-S werkzaam is (arbeidsovereenkomst of detacheringsovereenkomst). In het portaal kunt u de praktijkgegevens invullen in het format voor de berekening van het tarief voor de POH-S 2013. Achmea stuurt vervolgens een bevestiging met het modulebedrag. Indien u al de module POH-S afneemt, kunt u in het portaal de praktijkgegevens invullen in het format voor de berekening van het tarief voor de POH-S 2013. Achmea stuurt vervolgens een bevestiging met het modulebedrag. Let op: om alle berekeningen te kunnen doorvoeren en u een correcte bevestigingsbrief te sturen, kunt u in het eerste kwartaal van 2013 hetzelfde tarief declareren als in het laatste kwartaal van 2012. Het tarief voor 2013 zoals opgenomen in de bevestigingsbrief gaat in per 1 april 2013.