Modelnummer PETL41306.0 Serienummer
GEBRUIKSAANWIJZING
Sticker met serienummer
VRAGEN? Als fabrikant zijn wij gesteld op uw volledige tevredenheid. Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
WAARSCHUWING Lees alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
INHOUD BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE LOOPBAND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN WAARSCHUWING:
Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en informatie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische schok of persoonlijk letsel te verminderen. 1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich te ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
12. Loop nooit op de loopband wanneer de electriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het electrische snoer of stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie VOORDAT U BEGINT op pagina 5 als de loopband niet goed werkt.)
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is.
13. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN op pagina 15).
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte achter de loopband en 0,5 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen, luchtroosters blokkeert. Leg een kleed onder de loopband om de vloer te beschermen.
14. Start de loopband nooit wanneer u op de band staat. Houdt u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt. 15. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.Stel de snelheid geleidelijk bij om schokkende versnellingen te voorkomen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
16. De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De pols-sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd. 6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de loopband vandaan.
17. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Haal altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en druk de aan/uit knop in de uit positie wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 om de aan/uit knop te vinden.)
7. De loopband kan alleen door mensen die minder dan 158 kg wegen worden gebruikt. 8. Laat nooit meer dan een persoon op de loopband. 9. Draag geschikte kleding wanneer u de loopband gebruikt. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Sportkleding voor mannen en vrouwen aanbevolen. Gebruik de loopband nooit op blote voeten, op sokken of op sandalen. Draag altijd sportschoenen.
18. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 26). U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 11). Geen elk ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden.
19. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten is voordat u de loopband inklapt of verplaatst. 20. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een snoer met 3 conductors, van 1mm (14 gauge) dat niet langer dan 1,5 m is.
21. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
3
22.
GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
circuits vermijden, aangezien dit fatale gevolgen kan hebben.
na gebruik van de loopband uit het stopcontact. Eveneens de stekker uit het stopcontact trekken vóór het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het bijregelen zoals beschreven is in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander onderhoud dan datgene wat vermeld staat in deze handleiding moet door een technicus uitgevoerd worden.
26. Om het risico op een elektrische schok te vermijden, verwijder nooit het deksel of de achterkant van de televisie. Deze onderdelen kunnen niet door een gewone gebruiker worden gewijzigd. Laat het onderhoud over aan gekwalificeerd onderhoudspersoneel. 27. Als het onderhoud of reparaties aan de loopband of de televisie voltooid zijn, vraag dan aan het onderhoudspersoneel om alle veiligheidscontroles uit te voeren ter bevestiging van de goede werking van het toestel.
23. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur.
• Gebruik Nr. 10 AWG (5,3mm2) koper, Nr. 8 AWG (8,4mm2) aluminium, Nr. 17 AWG (1,0mm2) verkoperde staaldraad, bronsdraad of langere draden als aardingsdraad.
24. Als er een buitenantenne of een kabelsysteem wordt aangesloten, zorg ervoor dat de antenne of het kabelsysteem geaard zijn om het systeem te beschermen tegen voltagepieken en statische ladingen. Sectie 810 van de Nationale Elektrische Voorschriften, ANSI/NFPA Nr. 70-1984, biedt meer informatie over een correcte aarding van de mast en de ondersteunende onderdelen, aarding van het inkomende snoer van een antenne-ontladingseenheid, de grootte van aardingsconductors, plaatsing van een antenne-ontladingseenheid, aansluiting van aardingselektrodes en de vereisten voor de aardingselektrodes.
• Maak een inkomende antennedraad en een aardingsdraad aan het huis vast met afstandsisolators met een tussenafstand van 1,22 tot 1,83m. • Monteer een antenne-ontladingseenheid zo dicht mogelijk bij de plaats waar de inkomende draad in het huis komt. • Gebruik een jumper die niet kleiner is dan Nr. 6 AWG (13,3mm2) koper of een soortgelijke draad als een afzonderlijke antenne-aardingselektrode wordt gebruikt. Raadpleeg de plaatselijke voorschriften.
25. Een buitenantennesysteem mag niet in de buurt van hoogspanningskabels of andere stroomkabels worden geplaatst of op een plaats waar het op dergelijke kabels kan vallen. Als u een buitenantenne installeert, moet u contact met dergelijke stroomkabels of –
Opmerking voor de CATV-systeeminstallateur: Raadpleeg de plaatselijke voorschriften voor de aarding.
4
Stroomsnoeren
Aardingsklem
Huisaansluiting
Eng
233005
Naar buitenantenneaansluiting of loopband
Afstandsisolators
Mast Inkomende antennedraad
Aardingsdraad
Huisaansluitingsapparatuur
Aardingselectrodesysteem voor de stroomaansluiting (b.v. Metalen waterbuis binnenshuis)
Antenneontladingseenheid Aardingsdraad
Aardingsklemmen
Hand and
Aardingsklemmen
Contactjumper
Optionele Antenne-aardingselektrode die 2,44m in de grond wordt geleid (Als dat vereist is volgens de plaatselijke voorschriften).
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES De stickers hier getoond zijn op uw looband geplakt. Let erop dat de tekst op de stickers in het Engels is. Zoek naar de stickers in het Nederlands en plak ze over de engelse stickers. Als er een sticker onbreekt, of niet leesbaar is, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht (zie laatste pagina van deze handleiding). Plak de stickers op de aangegeven plaatsen. Aandacht: het etiket is niet op ware grootte afgebeeld.
178425
FR
IT
SP
233006
5
GR
DU
VOORDAT U BEGINT Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire PROFORM® 585 PERSPECTIVE loopband. De 585 PERSPECTIVE heeft een uitgebreid scala aan functies waarmee u uw training plezieriger en effectiever kunt maken. En wanneer u de loopband niet gebruikt kunt u de 585 PERSPECTIVE loopband inklappen zodat hij minder ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Neem mocht u nog vragen hebben contact op met de winkel waar u de loopband heeft gekocht. Zorg ervoor dat u het modelnummer en het serienummer bij de hand heeft. Het modelnummer is PETL41306.0. Het serienummer bevindt zich op een sticker op de loopband (zie kaft van deze handleiding). Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorgvuldig door voordat u de loopband gebruikt.
Ventilator Houder voor de Waterfles (fles niet inbegrepen)
Bedieningspaneel
Handleuning Sleutel/Klip Sluitknop
Staander
Aan/Uit Knop Stroomonderbreker
Loopband
Voetkussentje Loopplatform met Kussen voor maximaal oefencomfort
ACHTERKANT
RECHTERKANT Bijstelbouten voor de Achterroller
6
Handrail Bolt (64)–4
MONTAGE De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en Star Washer Extension Leg Bolt (96)–4 verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft. (84)–2 Wheel Nut (13)–2 (96)–4 is met een Aandacht: De Extension onderkant Leg van Bolt de loopband hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking bevindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
U zult de meegeleverde sleutel tang nodig hebben .
, uw eigen kruiskop schroevendraaier
, en een knijp-
Gebruik de tekeningen hieronder tijdens de montage van de fiets om de kleine onderdelen te herkennen. Aandacht: sommige kleine onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending te vergemakkelijken. Om schade aan de plastic onderdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap voor de montage.
Moer van het Verlengstuk van de Been (67)–4
1" Schroef van de Voetkussentje (22)–4
Sterring (8)–8
Bout voor het Bedieningspaneel (64)–4
Bouten van het Verlengstuk van het Been (65)–4
1. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact getrokken is.
1 84
Met de hulp van een tweede persoon, leg zoals getoond de loopband voorzichtig op zijn linkerkant. Klap het Onderstel (58) gedeeltelijk op zodat de loopband meer stabiel is. Klap de loopband niet helemaal op totdat de montage voltooid is.
65 8
82
82
89 Maak vier Kussentjes van de Basis (82) (slechts twee worden getoond) vast aan de basis van de Staanders (84) met vier 1" Tek Schroeven (22).
22 67
Maak een Verlengstuk van de Poot (89) aan de onderkant van de Staanders (84) vast zoals getoond. Houd twee Moeren van het Verlengstuk van de Poot(67) aan de onderkant van het Verlengstuk van de Poot. Plaats dan twee Bouten van het Verlengstuk van de Poot(65) met Sterrin-gen (8) aan de bovenkant van het Verlengstukken van de Poot en draai de Bouten van het Verlengstuk van de Poot strak vast in de Moeren van het verlengstuk van de Poot. Met hulp van een tweede persoon, draai de loopband voorzichtig om op de andere zijde. Maak het andere verlengstuk van het Been (niet getoond) vast zoals hierboven beschreven.
7
58
2. Met de hulp van een tweede persoon, moet u de Verticale Onderdelen (84) rechtop zetten.
2
Laat de andere persoon het bedieningspaneel naast de Verticale Onderdelen (84) houden zoals afgebeeld. Kijk onder het bedieningspaneel en zoek naar het Draadharnas van het Bedieningspaneel (78).
Bedieningspaneelonderstel
Snij de banden los waarmee het Verticale Draad-harnas (77) aan het rechter Verticale Onderdeel (84) is vastgemaakt. Sluit het verticale draadharnas aan op het Draadharnas van het Bedieningspaneel (78). Zorg ervoor dat u de connectors goed aansluit (zie de afbeelding). De connectors moeten gemakkelijk naast elkaar schuiven en op hun plaats klikken. Als dit niet het geval is, moet u één connector draaien en het opnieuw proberen. ALS DE CONNECTORS NIET GOED ZIJN AANGESLOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM WORDT INGESCHAKELD. 3. Kijk onder het onderstel van het bedieningspaneel en zoek de TV-kabel.
78 77 78 84
77
3 Bedieningspaneelonderstel
Snijd de banden los waarmee de TV-kabel van de Staander (104) aan de linker Staander (84) is vastgemaakt. Verbind de TV-kabel van de Staander met de TVkabel van het onderstel van het bedieningspaneel.
TV-kabel 104
84
4. Steek de Draadkoker van het Bedieningspaneel (78) en de TV-kabel in de Staanders (84). Plaats het bedieningspaneel op de Verticale Onderdelen (84). Zorg ervoor dat de Draadkoker van het Bedieningspaneel (78) en de TV-kabel niet gekneld raken. Terwijl een tweede persoon het bedieningspaneel vasthoudt, zet u het paneel vast met vier Bouten van het Bedieningspaneel (64) en vier Stervormige Afdichtingsringen (8) zoals afgebeeld; draai eerst vier Bouten van het Bedieningspaneel en draai ze dan strak vast.
4
Bedieningspaneelonderstel
78 8 64 84
8
TV-kabel 8 64 84
5. Oriënteer de Bemanteling van het Veerslot (73) zodat het grote gat aan de aangegeven kant is. Maak de Bemanteling van het Veerslot aan de linker Staander (84) vast met twee Schroeven van het Veerslot (3); draai eerst beide Schroeven van het Veerslot in de Staander en draai ze dan strak vast.
5 84
73
Verwijder de knop van de pen. Zorg ervoor dat de kraag en de veer op de pen zitten. (Aandacht: Plaats, mochten er twee kragen zijn, een kraag aan beide kanten van de veer.) Plaats de pin in de Bemanteling van het Veerslot (73) en draai de knop weer vast. Sluit het netsnoer aan zoals beschreven op bladzijde 13, en schakel de netstroom in zoals beschreven op bladzijde 15. Opmerking: De loopband kan automatisch naar het hoogste hellingsniveau stijgen en dan opnieuw naar het laagste niveau zakken.
Knop Veer 3 Groot Gat Kraag Pen
6
25
6. Plaats de loopband in de opbergpositie (raadpleeg DE LOOPBAND OPKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 26).
84 25 92
Plaats dan het cilinderuiteinde van de Schokdemper (92) aan de beugel aan de basis van de Staanders (84). Zie de twee kleine ingevoegde afbeelding. Met uw nagel of met het uiteinde van een schroevendraaier, druk op het uiteinde van de Schokdemperpen (25) om de pen van de Schokdemper (92) los te maken. Draai de Schokdemperpen dan rond en trek de pen uit de Schokdemper. U moet voorzichtig handelen zodat u de Schokdemperpen niet verliest.
Houder Cilinder
5a
25 Zie de afbeelding 5a. Druk het cilinderuiteinde van de Schokdemper (92) op het bolletje van de beugel. Steek het uiteinde van de Schokdemperpen (25) door twee van de kleine gaatjes aan het uiteinde van de Schokdemper. Draai de Schokdemperpen dan rond tot het op de Schokdemper klikt. 7. Zet de Schokdemper (92) rechtop in verticale stand. Verwijder de Schokdemperpen (25) van het uiteinde van de Schokdemper dat rechtop staat, zoals beschreven in stap 6. Als het nodig is, draai de Schokdemper rond zo-dat het uiteinde van de Schokdemper op dezelfde lijn komt als het bolletje op de beugel van het Onderstel (58). Druk dan op de toetsen om de Helling te vergroten of te verkleinen totdat het bolletje op de beugel op dezelfde lijn ligt als de Schokdemper (92). Druk dan het uiteinde van de Schokdemper op het bolletje. Opmerking: Het kan gebeuren dat u het uiteinde van de Schokdemper op het bolletje moet drukken terwijl het Onderstel beweegt. Zie afbeelding 7a. Plaats de Schokdemperpen (25) in de twee kleine gaatjes vermeld aan de uiteinde van de Schokdemper (92). Draai dan de Schokdemperpen rond totdat de pen op de Schokdemper klikt. Opmerking: Er zijn Extra Schokdemperclips inbegrepen. Druk op de Hellingafname [INCLINE] toets en stel de hellingstand in de laagste positie. Trek vervolgens de stekker uit het stopcontact.
9
92
Houder
7
58
Houder
25 92
7a
Gaten 25
92
25
8. Let op de aansluiting van de 75 ohm antenne op de loopband. Voor een ideale ontvangst, moet u een antenne, een CATV-kabel of een videotoestel aansluiten op de 75 ohm antenne-aansluiting (raadpleeg pagina 11).
8
75 Ohm Antenneaansluiting
9. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Verwijder, indien aanwezig, de dunne plastic velletjes over de stickers op de loopband. Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen. Bewaar de meegeleverde sleutel op een veilige plaats. Bewaar de meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina 28).
10
Voordat u de persoonlijke televisie kunt gebruiken, moet u de antenne, een 75 ohm CATV-kabel of een videotoestel aan de 75 ohm antenneaansluiting van het onderstel van de loopband aansluiten. Opmerking: Er wordt geen antenne, kabel of adapter bijgeleverd. HOE EEN ANTENNE AAN TE SLUITEN
300 Ohm Platte Draad
Binnenantenne
1. Raadpleeg de tekening onderaan deze pagina. Verbind de 300 ohm platte draad van de antenne aan een adapter van 300 ohm naar 75 ohm.
1. Installeer een VHF-antenne op de gewenste plaats. Verbind de 300 ohm platte draad van de antenne aan een adapter van 300 ohm naar 75 ohm.
Schroevendraaier
2. Druk de adapter van 300 ohm naar 75 ohm op de 75 ohm antenne-aansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer.
VHF 300 Ohm Platte Draad
75 Ohm CATV-kabel 1. Raadpleeg de tekening onderaan deze pagina. Verbind de 75 ohm CATV-kabel van de antenne aan de 75 ohm antenne-aansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer.
Adapter van 300 naar 75 Ohm
HOE EEN 75 OHM CATV-KABEL AAN TE SLUITEN 2. Druk de adapter van 300 ohm naar 75 ohm op de 75 ohm antenneaansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer.
VHFAntenne
1. Verbind een 75 ohm CATV-kabel aan de 75 ohm antenne-aansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer.
Adapter van 300 naar 75 Ohm 75 Ohm Aansluiting
75 Ohm CATV-kabel
75 Ohm Aansluiting
HOE EEN VIDEOTOESTEL AAN TE SLUITEN
Buitenantenne
1. Verbind een uiteinde van een 75 ohm CATV-kabel aan de video-uitgang van uw videotoestel.
Opmerking: Buitenantennes zijn onderhevig aan alle weersomstandigheden die het ontvangstsignaal kunnen aantasten. Controleer uw antenne en de inkomende draden voordat u de antenne aansluit.
2. Steek de stekker van het videotoestel in het stopcontact. Raadpleeg de handleiding van uw videotoestel voor een correcte aarding. 3. Verbind de 75 ohm CATV-kabel aan de 75 ohm antenne-aansluiting op het onderstel van de loopband naast het stroomsnoer.
Combinatie VHF/UHF Antennes
Opmerking: Om de televisie met het videotoestel te laten werken, moet u kanaal 3 of 4 inschakelen.
300 Ohm Platte Draad
HOE EEN DVD-SPELER OF EEN VIDEOTOESTEL RECHTSTREEKS OP HET BEDIENINGSPANEEL AAN TE SLUITEN 75 Ohm Aansluiting Adapter van 300 naar 75 Ohm
Uw DVD-speler of uw videotoestel kan op de audio/video RCA-plug aan de achterkant van het bedieningspaneel worden aangesloten.
75 Ohm CATV-kabel
75 Ohm CATV-kabel
Opmerking: Om de televisie met uw DVD-speler of videotoestel te bedienen, druk een of twee keer op de stroomtoets (raadpleeg HOE DE PERSOONLIJKE TELEVISIE TE BEDIENEN op pagina 24).
11
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE DRAGEN
• Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge plaats.
De borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de borstkasband en de sensor (zie de tekening hieronder). Steek de flap van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor. Druk het uiteinde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor.
Bewaar de borstkas-sensor niet in een plastic zak of enig andere verpakking die vocht kan vasthouden. • Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C. • Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het opbergen van de borstkas-sensor niet te veel.
Borstkas-band Flappen
• Maak de borstkas-sensor schoon met een zachte doek en een beetje niet agressief schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten. U kunt de borstkas-band met de hand wassen en dan laten drogen.
Flap
Sensor Sensor
Gesp
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOSSEN De instructies op de volgende pagina’s leggen uit hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspaneel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde procedures door wanneer de borstkas-sensor niet goed werkt.
Doe vervolgens de borstkas-sensor om uw borstkas en maak het andere eind van de borstkas-band vast aan de sensor. Mocht het nodig zijn, stel dan de lengte van de band bij. De borstkas-sensor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspieren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt zoals hier links is beschreven. Opgelet: Verplaats de sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de borstkas-sensor niet goed werkt. • Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof voor contact lenzen om de electrodes van de sensor nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant (de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
• Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de loopband. Voor de goede weergave van de hartslag metingen moet de gebruiker zich op minder dan een armslengte van het bedieningspaneel bevinden. • De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met een normale hartslag. Problemen met de hartslagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppingen, of aritmie.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORSTKAS-SENSOR • Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afgedaan en de electrodes gedroogd worden. De sensor blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen leeg lopen als de borstkas-sensor electrodes niet goed gedroogd worden.
• De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed worden door magnetische storingen veroorzaakt door hoogspanningsdraden en andere electromagnetische bronnen. Verplaats de loopband als u vermoedt dat dit de oorzaak is. • De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden (zie pagina 29).
12
GEBRUIK EN BIJSTELLEN DE AL INGESMEERDE LOOPBAND Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult u de loopband beschadigen. HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen snoer. Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
1
2
Stopcontact van de Loopband
Stopcontact
F
GEVAAR:
Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden. Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
IT
13
Sleutel
Klip
WAARSCHUWINGEN
gezette doelwaarden kunt bereiken bij uw oefensessie. Bijvoorbeeld: u kunt ongewenste kilo’s verliezen met het afvalprogramma van 8 weken of u kunt trainen voor een langeafstandsloop met het Marathon-programma. De iFIT-programma’s zullen de loopband automatisch aansturen terwijl de stem van een persoonlijke trainer u helpt om u te motiveren bij elk onderdeel van het oefenprogramma. iFIT-kaarten zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Om iFIT-kaarten te kopen, ga naar www.iFIT.com. De iFIT-kaarten zijn ook in bepaalde winkels verkrijgbaar.
De sticker op het bedieningspaneel is in het Engels. Het meegeleverde blad met stickers bevat dezelfde informatie in verschillende talen. Zoek naar de sticker met Nederlandse opschrift. Plak de sticker op het bedieningspaneel. FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van verschillende functies om het meest doeltreffend te oefenen. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen door een druk op een toets. Het bedieningspaneel zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de ingebouwde hartslagsensor of borstriem.
Als u een handmatige modus of een programma kiest, dan kunt u naar wens programma’s op uw persoonlijke televisie zien terwijl u oefent. Om het bedieningspaneel handmatig te bedienen, volg de stappen beginnende op bladzijde 15. Om een voorgeprogrammeerd programma te gebruiken, zie bladzijde 17. Om het op hartslag afgestemde programma te gebruiken, zie bladzijde 19. Om een op maat eigen programma te maken en gebruiken, zie bladzijden 21 en 22. Om het op Hartslag afgestemde programma te gebruiken, zie bladzijde 23. Om de persoonlijke televisie te bedienen, raadpleeg pagina 24.
Het bedieningspaneel biedt ook 20 vooraf ingestelde programma’s. Ieder programma verandert automatisch de snelheid en de helling van de loopband tijdens uw oefening. U kunt ook nog uw eigen programma’s maken en in het geheugen opslaan voor latere oefeningen. Het bedieningspaneel kent ook nog vier hartslagprogramma’s. Ieder programma verandert automatisch de snelheid en de helling van de loopband om zodoende uw hartslag tijdens de oefening binnen uw trainingszone te houden. Opmerking: Voor de hartslagprogramma’s hebt u de borstkas-sensoren nodig.
Opmerking: Als er een plastic laagje op het bedieningspaneel ligt, dan moet u dat verwijderen. Om schade aan de loopband te vermijden, gebruik altijd schone sportschoenen als u op de loopband loopt. Inspecteer wanneer u voor het eerst de loopband gebruikt af en toe de ligging van de band. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie pagina 28).
Op het bedieningspaneel kunt u ook het nieuwe iFIT Interactief Oefensysteem kiezen. Bij het iFIT-systeem kunt u de Interactieve Oefenkaarten van iFIT in het bedieningspaneel gebruiken. Op deze kaarten worden oefenprogramma’s opgeslagen zodat u specifiek voorop--
14
wordt ingedrukt zal de snelheid van de loopband 0,1 km/h veranderen. Wanneer u de toets ingedrukt houdt zal de snelheid van de loopband 0,5 km/h veranderen. Aandacht: Het kan zijn dat, nadat u op de toetsen heeft gedrukt het eventjes duurt voordat de loopband de gekozen snelheid bereikt.
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN De stekker in het stopcontact steken (zie pagina 13). Zoek naar de aan/uit knop bij het snoer van de loopband. Plaamts de aan/uit knop in de aan positie.
Aan Positie
Als u op een van de genummerde Snelheidstoetsen drukt, dan zal de loopbank stelselmatig versnellen totdat de ingestelde snelheid bereikt is.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vast zit (zie tekening op pagina 14) en maak de klip aan de tailleband van uw kleding vast. Steek vervolgens de sleutel in het bedieningspaneel. De display zal oplichten. Belangrijk: U kunt in geval van nood, de sleutel uit het bedieningspaneel trekken. Hierdoor zal de loopband langzaam tot stilstand komen. Test de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het beningspaneel komt, stel dan de lengte van de klip bij.
Druk op de Stop-toets om de loopband te stoppen. De tijd zal op de linker display opflikkeren. Druk nogmaals op de Start toets, de Snelheidstoename toets, of op een van de genummerde Snelheidstoetsen om de loopband opnieuw te starten. Aandacht: Bekijk tijdens de eerste paar minuten de ligging van de band en stel deze bij mocht het nodig zijn (zie pagina 28).
4
Druk om de helling van de loopband te veranderen, op de Hellings- [INCLINE] toename en -afname toetsen. Ieder keer als de toets wordt ingedrukt zal de helling van de loopband 0,5% veranderen. Om het hellingsniveau snel te wijzigen, druk op de genummerde Hellingstoetsen. Opgelet: Nadat u op de toetsen hebt gedrukt, kan het even duren voor de loopband de gekozen hellingstand bereikt.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN hierboven.
2
Kies de handmatige instelling.
5
Wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt wordt de handmatige instelling gekozen. Als u een programma hebt gekozen, ga dan terug naar de handmatige modus door herhaaldelijk op de Programma [PROG.]-toets te drukken totdat er een piste op de linker display verschijnt.
3
De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst.
Volg uw voortgang op de twee beeldschermen. Het linkerbeeldscherm—Op dit scherm wordt de verlopen tijd [TIME]. Opmerking: Als u een programma hebt gekozen (behalve hartslagprogramma 21 of een naar wens ingesteld programma), dan zal op deze display de resterende tijd van het programma in plaats van de verlopen tijd verschijnen.
Start de loopband. Druk op de Start toets, de Snelheidstoename toets [SPEED], of een van de twaalf genummerde snelheidstoetsen.
Als u de handmatige modus hebt gekozen, dan zal op de linker display ook een piste verschijnen. De indicators rond de piste zullen tijdens uw oefening na elkaar oplichten totdat de hele piste brandt. De piste zal dan doven en de indicators zullen opnieuw oplichten.
De loopband zal wanneer u op de Start toets of Snelheidstoename toets drukt, met een snelheid van 2 km/h opstarten. De snelheid van de loopband kan worden geregeld met de Snelheid-toename enafname toetsen. Iedere keer als de toets
15
Het rechterbeeldscherm— Op dit scherm wordt de afstand [DISTANCE] weergegeven die u hebt gelopen of gerend, de snelheid van de loopband, het hellingsniveau van de loopband, uw loopsnelheid [PACE] (in minuten per mijl), en het geschatte aantal calorieën [CALS.] en vetcalorieën [FAT CALS.] die u hebt verbrand (zie VET VERBRAND EN op pagina 29). Deze display zal ook uw hartslag weergeven als u de handsensoren of de borstkassensoren gebruikt.
Zorg er ook voor dat uw handen proper zijn. Stap vervolgens op de voetbalken en houdt de metalen contactpunten vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag wordt waargenomen, verschijnt het hartsymbool in de display rechtsonder. Eerst worden twee hartslagen (– –)weergegeven en daarna uw hartslagfrequentie. Houdt de contactpunten ongeveer 15 seconden vast voor het meest zuivere resultaat.
7
Druk op de Ventilator toets om de ventilator aan te doen. Om de ventilator op volle sterkte te laten draaien druk nogmaals op de knop. Druk, om de ventilator uit te schakelen, een derde keer op de knop. Aandacht: De ventilator zal een paar minuten nadat de loopband tot stilstand is gekomen automatisch uitgaan.
Opgelet: Het bedieningspaneel kan de snelheid en afstand in mijlen of kilometers aangeven. De letters “MPH” of “KPH” zullen op de rechtsonder verschijnen en de gekozen eenheid aangeven. To change the unit of measurement, see HOE DE INFORMATIE-MODUS TE GEBRUIKEN op pagina 24. Om het eenvoudig te houden, worden alle aanwijzingen in dit deel in kilometer gegeven.
8
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stoptoets en stel de hellingstand in de laagste positie. De helling van de loopband moet zich in de laagste stand bevinden wanneer u de loopband wilt opbergen anders kan de loopband beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Aandacht: Het bedieningspaneel behoudt de “demo” instelling wanneer de displays en indicatoren blijven branden nadat u de sleutel heeft uitgetrokken. Zie HOE DE INFORMATIE-MODUS TE GEBRUIKEN op pagina 24 om de demo instelling uit te schakelen.
Om de displays te resetten, druk op de Stoptoets, verwijder de sleutel en steek de sleutel opnieuw in het toestel bedieningspaneel.
6
Zet desgewenst de ventilator aan.
Uw hartslag meten als u dat wilt. Aandacht: Het bedieningspaneel zal uw hartslag niet goed kunnen aangeven wanneer u de Contactpunten borstkassensor en de handgreep met poslssensor gelijktijdig gebruikt.
De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in de uit positie zetten wanneer u klaar bent met uw oefening en de stekker uit het stopcontact trekken.
Verwijder eerst de plastic velletjes geplakt over de metalen contactpunten op de handleuning om de handgreep met hartslagsensor te gebruiken. Zorg er ook voor dat uw handen proper zijn.
16
menten worden in de kolommen rechts weergegeven.
HOE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA’S TE GEBRUIKEN
1
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog maar drie seconden overblijven in het eerste segment. Er klinkt een serie geluidssignalen. Bovendien zullen de snelheid en/ou de helling opflikkeren wanneer de snelheid en de helling van de loopband gaan veranderen. Wanneer het eerste segment voltooid is zullen alle instellingen een kolom naar links verplaatst worden. De snelheid voor het tweede segment wordt dan in de kolom van het Huidig Segment (welke opflikkert) aangegeven. De snelheid en de helling van de loopband zullen zich automatisch aan het tweede segment aanpassen. Opmerking: als alle lampjes in de kolom voor het huidige segment branden nadat de snelheidsinstellingen naar links zijn verplaatst, bewegen de snelheidsinstellingen omlaag zodat alleen de hoogste indicatoren in het programmadisplay worden getoond. Als niet alle lampjes in de kolom voor het Huidige Segment branden wanneer de snelheidsinstellingen weer naar links worden verplaatst, bewegen de snelheidsinstellingen weer naar boven.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15.
2
Kies een van de voorafingestelde programma’s. Om een vooraf ingesteld programma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Programma (PROG.)-toets totdat een van de programma’s met nummer “P1” tot “P20” op de rechter display verschijnt. Als u een vooraf ingesteld programma hebt gekozen, dan zal de maximale snelheid van het programma en de maximale hellingstand enkele seconden op de rechter display flikkeren. Op de linker display wordt de totale duur van het programma weergegeven. Een profiel van de snelheidsinstellingen van het programma zal in de display linksonder over de matrix rollen.
3
Het programma zal zo doorgaan totdat de snelheidsinstelling van het laatste segment in de Huidige Segment kolom wordt aangegeven en het laatste segment eindigt. U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op enig moment tijdens het programma te hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken. Een bijkomende indicator zal gaan branden of uitgaan in de kolom van het Huidig Segment wanneer u een paar keer op de Snelheid toetsen drukt. (Als in enig van de kolommen rechts van de kolom van het Huidig Segment evenveel indicatoren opflikkeren als in de kolom van het Huidig Segment dan kan nog een indicator gaan branden of uitgaan in die kolommen.) Opgelet: De loopband zal wanneer het volgend segment van het programma start automatisch de snelheid en de helling voor het volgende segment instellen.
Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Elk vooraf ingesteld programma is onderverdeeld in 30, 50 of 60 segmenten van één minuut.Jeder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. (Opme-rking: dezelfde snelheid en/of helling instelling(en) kan/ kunnen Segmentsäule voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd.) De snelheidsinstelling voor het eerste segment zal in de Huidige Segment kolom van het schema obflikkeren. (De helling instelling wordt niet op het schema aangegeven.) De snelheidsinstellingen voor de volgende seg-
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk te stoppen. De tijd zal op de linker display beginnen op te flikkeren. Druk op de Start-toets om het programma weer op te starten. De loopband zal met een snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De loopband zal wanneer het volgend segment van het programma begint automatisch de snelheid en de helling van het volgende segment instellen.
17
4
staat. Haal vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek. Opgelet: Het bedieningspaneel blijft in de “demo” instelling wanneer de displays en indicatoren blijven branden nadat u de sleutel uit het bedieningspaneel heeft gehaald. Zie pagina 24 om de demo instelling uit te schakelen.
Volg uw vooruitgang met de displays. Zie stap 5 op pagina 15 en 16.
5
Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 16.
6
Zet desgewenst de ventilator aan.
De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in de uit positie zetten wanneer u klaar bent met uw oefening en de stekker uit het stopcontact trekken.
Zie stap 7 op pagina 16.
7
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zorg ervoor dat wanneer het programma eindigt de helling van de loopband op de laagste stand
18
Als u hartslagprogramma 22, 23 of 24 hebt gekozen, dan zal een profiel van uw doelhartslag voor het programma op de matrix van de linker display verschijnen.
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR HET OP HARTSLAG AFGESTEMDE PROGRAMMA
Tijdens hartslagprogramma 21, zal uw hartslag dichtbij een vooraf ingestelde doelhartslag moeten blijven. Tijdens hartslagprogramma’s 22, 23 en 24 zal uw hartslag ongeveer 85% van de maximaal toegelaten hartslag voor uw leeftijd bereiken. (Opmerking: De maximale hartslag voor uw leeftijd wordt berekend door uw leeftijd van 220 af te trekken. Bijvoorbeeld: als u 30 bent, dan is de maximaal toegelaten hartslag voor uw leeftijd 190 per minuut).
4
Als u hartslagprogramma 21 hebt gekozen, dan zal het woord “PULSE” [hartslag] op de rechter display verschijnen en de doelhartslag voor het programma zal beginnen te knipperen. Als u dat wilt, kunt u de doelhartslag wijzigen door op de omhoog- of omlaagtoetsen onder de matrix te drukken (raadpleeg INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pagina 30).
WAARSCHUWING:
Gebruik de programma’s voor de hartslag niet wanneer U hartklachten heeft of wanneer U ouder dan 60 en niet actief bent. Bespreek met uw huisarts, als u regelmatig medicijnen inneemt of de medicijnen uw oefening voor de hartslag kan beïnvloeden.
Als u hartslagprogramma 22, 23 of 24 hebt gekozen, dan zal het woord “PULSE” [hartslag] op de rechter display verschijnen en de maximale doelhartslag van het programma zal beginnen te flikkeren. Als u dat wilt, kunt u de maximale doelhartslag wijzigen door op de omhoog- of omlaagtoetsen onder de matrix te drukken (raadpleeg INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pagina 30). Aandacht: De intensiteit van het programma zal veranderen wanneer de maximum doel hartslag instelling veranderd wordt.
Volg onderstaande stappen om het op de hartslag afgestemde programma te gebruiken. Opgelet: U moet de borstkas-sensor dragen om de programma’s voor de hartslag te kunnen gebruiken. Als u de borstkas-sensoren gebruikt, gebruik dan niet de hand-sensoren.
1
De borstkas-sensor dragen. Raadpleeg HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN op pagina 12.
2
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
5
Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15.
3
Doel hartslag invoeren.
Selecteer het op hartslag afgestemde programma.
Programma 21 voor de hartslag is in verschillende segmenten van elk één minuut verdeeld. De na te streven hartslaginstelling is gelijk voor alle segmenten. Aandacht: Stop voor een kortere oefening gewoon het programma voordat deze eindigt.
Om een hartslagprogramma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Programma (PROG.)-toets totdat “P21”, “P22”, “P23” of “P24” op de rechter display verschijnt. Als u hartslagprogramma 21 hebt gekozen, dan zal een hartslagsymbool over de matrix van de linker display rollen. Telkens als uw hartslag wordt gedetecteerd, verschijnt een piek op de display.
Voor elk segment is een doel-hartslag geprogrammeerd. (Dezelfde hartslag-instelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten.) Hartslagprogramma’s 22, 23, en 24 zijn onderverdeeld in 30 segmenten van één minuut.
19
De na te streven hartslaginstelling voor het eerste segment zal wanneer programma 22, 23 of 24 voor de hartslag gekozen wordt in de kolom Huidig Segment opflikkeren. De vier volgende hartslaginstellingen zullen in de kolommen Segmentsäu rechts worden aangegeven. le Drie seconden voor het einde van het eerste segment zullen de kolom Huidig Segment en de kolom rechts opflikkeren en zult u een toon horen.
Wanneer uw pols tijdens het programma niet gemeten kan worden dan zullen de letter PLS in de het rechterscherm opflikkeren en zullen de snelheid van de loopband automatisch toenemen of verminderen totdat het programma uw pols kan meten. Druk op de StoP-toets van het bedieningspaneel wanneer u de loopband wilt stoppen. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Starttoets. De loopband zal met een snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De snelheid van de loopband zullen automatisch veranderen wanneer het bedieningspaneel uw hartslag met de na te streven hartslag instelling vergelijkt om zodoende uw hartslag dichter bij de na te streven hartslag instelling te brengen.
De na te streven hartslaginstellingen zullen een kolom naar links verschuiven wanneer het eerste segment afloopt. De tweede na te streven hartslaginstelling zal dan in de kolom Huidig Segment worden aangegeven.
6
Volg uw vooruitgang met de displays. Zie stap 5 op pagina 15 en 16.
Het bedieningspaneel zal regelmatig tijdens beide programma’s voor de hartslag uw hartslag vergelijken met de na te streven hartslaginstelling. De snelheid van de loopband zal automatisch toeof afnemen om uw hartslag dichter bij door u na te streven hartslaginstelling te brengen.
7
Zet desgewenst de ventilator aan. Zie stap 7 op pagina 16.
8
Als de snelheid of helling te hoog of te laag is, kunt u deze instelling met de toetsen Snelheid en Helling bijstellen. De snelheid van de loopband zullen automatisch veranderen wanneer het bedieningspaneel uw hartslag met de na te streven hartslag instelling vergelijkt om zodoende uw hartslag dichter bij de na te streven hartslag instelling te brengen.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 7 op pagina 18.
20
Als het eerste segment van het programma voltooid is, dan zal de huidige snelheid en helling in het geheugen worden opgeslagen. De drie kolommen met indicatoren zullen dan een kolom naar links verplaatst worden en de snelheid en helling instelling zullen in de kolom van het Huidig Segment opflikkeren. Programmeer een snelheid en helling instelling voor het tweede segment zoals hierboven is beschreven.
HOE UW EIGEN PROGRAMMA SAMERN TE STELLEN
1
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15.
2
Kies een van de programma’s op maat. Ga door met het programmeren van snelheid en helling instellingen voor het aantal gewenste segmenten. U programma kan uit veertig segmenten bestaan. Druk twee keer op de Stop-toets wanneer u klaar bent met uw oefening. De snelheid en helling instellingen en het aantal segmenten zullen dan in het geheugen worden opgeslagen.
Om een naar wens ingesteld programma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Programma (PROG.)-toets totdat “P25” of “P26” op de rechter display verschijnt. . Als het naar wens ingesteld programma nog niet geprogrammeerd is, dan zullen drie balken met indicators over de matrix van de linker display rollen. Raadpleeg HOE UW EIGEN PROGRAMMA TE GEBRUIKEN op pagina 22 wanneer er meer dan drie kolommen met indicatoren branden.
3
4
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 7 op pagina 18.
Druk op de Start-toets of de Versnellingstoets en stel de gewenste snelheid en helling instelling. Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loopband beginnen te draaien. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen. Zie de matrix op het linkerscherm. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. De snelheid van het eerste segment zal in de eerste kolom van het Huidig Segment van het piste opflikkeren. (De helling inSegmentsäule stelling wordt niet op de piste aangegeven.) Om een snelheid en een helling instelling voor uw eerste segment te programmeren stelt U gewoon de snelheid en de helling van de loopband in door op de Snelheid en de Helling toetsen te drukken. Iedere keer als op de snelheidstoetsen wordt gedrukt zal een bijkomende indicator oplichten of doven in de kolom Huidig Segment.
21
van het eerste segment van het programma. U zult ook een geluidstoon horen. De snelheidsinstelling en de hellingsinstelling beginnen te knipperen op het rechterscherm en alle snelheidsinstellingen verschuiven een kolom naar links. De snelheid en de helling van de loopband zullen zich automatisch aan het tweede segment aanpassen.
HOE UW EIGEN PROGRAMMA TE GEBRUIKEN
1
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15.
2
Het programma gaat door totdat de snelheidsinstellingen voor het laatste segment worden weergegeven in de kolom voor het Huidige Segment en er geen tijd resteert. De loopband komt dan langzaam tot stilstand.
Kies een van de programma’s op maat. Om een naar wens ingesteld programma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Programma (PROG.)-toets totdat “P25” of “P26” op de rechter display verschijnt.
U kunt als u dat wilt tijdens gebruik het programma nogmaals bijstellen. Druk gewoon op de Snelheid en Helling toetsen om de snelheid en de hellingstand van het huidige segment aan te passen. Deze nieuwe instellingen zullen in het geheugen worden opgeslagen nadat het huidige segment voltooid is. Om de tijdsduur van het programma te verlengen moet u eerst wachten totdat het programma beëindigd is. Druk dan vervolgens op de Start-toets en programmeer snelheid en helling instellingen voor zoveel meer segmenten als U wenst. Druk twee keer op de Stop-toets wanneer u het aantal gewenste segmenten heeft toegevoegd. Om de tijdsduur van het programma te verminderen moet u altijd tijdens het uitvoeren van het programma twee keer op de Stop drukken.
Als u een naar wens ingesteld programma hebt gekozen, dan zal de maximale snelheid en helling enkele seconden op de rechter display flikkeren. Op de linker display zal de totale duur van het programma verschijnen. Een profiel van de snelheidsinstellingen van het programma zal over de matrix van de linker display rollen. Opmerking: Als slechts drie balken met indicators verschijnen, raadpleeg HOE UW EIGEN PROGRAMMA SAMEN TE STELLEN op pagina 21.
3
Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk te stoppen. De tijd zal op de linker display beginnen op te flikkeren. Druk op de Start-toets om het programma weer op te starten.
Ieder programma wordt in meerdere segmenten verdeeld, die verschillen in tijd. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. De snelheidsinstelling voor het eerste segment zal in de Huidige Segment kolom van het schema obflikkeren. Segmentsä ule (De helling instelling wordt niet op het schema aangegeven.) De snelheidsinstellingen voor de volgende segmenten worden in de kolommen rechts weergegeven.
4
Volg uw vooruitgang met de displays. Zie stap 5 op pagina 15 en 16.
5
Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 16.
6
Zet desgewenst de ventilator aan. Zie stap 7 op pagina 16.
7
De kolom waarin het huidige segment wordt weergegeven en de rechterkolom beginnen te knipperen wanneer er nog drie seconden over zijn
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 7 op pagina 18.
22
handleuningen en begin te oefenen.
HOE EEN IFIT-KAART TE GEBRUIKEN
1
Tijdens het programma, zal een persoonlijke trainer u helpen bij uw oefening. U kunt het volume bijstellen door op de Volumetoetsen te drukken of u kunt de audio-instellingen selecteren voor uw persoonlijke trainer (raadpleeg stap 4 op pagina 15 en 16).
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken. Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15.
2
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op enig moment tijdens het programma te hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken. Hoe de loopband dan ook zal wanneer het volgend segment van het programma start automatisch de snelheid en de helling voor het volgende segment instellen.
Insert an iFIT Card and select a program. Om een iFIT-programma te gebruiken, steek een iFIT-kaart in het iFIT-slot; zorg ervoor dat de iFITkaart met de metalen contactpunten naar beneden georiënteerd is voordat u ze in het iFIT-slot steekt.
Om het programma op een bepaald moment te stoppen, druk op de Stop-toets. De tijd zal op de linker display beginnen te flikkeren. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Starttoets. De loopband zal beginnen te bewegen met een snelheid van 2km/u. Als het volgende segment van het programma begint, dan zal de loopband de snelheid en de helling automatisch aanpassen aan de instellingen voor het volgende segment.
iFIT Slot
iFIT Card
Kies dan een iFIT-programma door op de omhoog- en omlaagtoetsen voor het iFIT-programma naast het iFIT-slot te drukken. Als u een iFIT-programma hebt gekozen, dan zal de maximale snelheid en helling van het programma enkele seconden op de rechter display flikkeren. Op de linker display wordt de totale duur van het programma getoond. Een profiel met de snelheidsinstellingen van het programma zal over de matrix van de linker display rollen.
4
Zie stap 5 op pagina 15 en 16.
5
Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 16.
6
Zet desgewenst de ventilatoren aan. Zie stap 8 op pagina 18.
Elk iFIT-programma is onderverdeeld in verschillende segmenten van één minuut. Ieder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. Opmerking: dezelfde snelheid en/of helling instelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd.
3
Volg uw vooruitgang met de displays.
7
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u stopt met uw oefening. Zie stap 8 op pagina 20. OPGELET: Verwijder de iFIT-kaarten altijd uit het iFIT-slot als u ze niet gebruikt.
Druk op de Start-toets om het programma te laten beginnen. Even nadat u op de toets drukt zal de loopband automatisch de eerste snelheid en hellingstand van het programma instellen. Houdt u vast aan de
23
HOE DE PERSOONLIJKE TELEVISIE TE BEDIENEN
HOE DE INFORMATIE-MODUS TE GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Voordat u de televisie gebruikt, moet u een antenne, een 75 ohm CATV-kabel of een video op de 75 ohm antenne-aansluiting van de loopband aansluiten. Raadpleeg voor meer informatie pagina 11.
Het bedieningspaneel heeft een informatie-modus zodat u de nodige informatie over de loopband kan raadplegen, een meetsysteem voor het bedieningspaneel kan kiezen en de demonstratie-modus kan aanof uitzetten. In de informatie-modus kunt u de instellingen van de televisie bijstellen en de televisiekanalen in het geheugen opslaan.
Volg de onderstaande stappen om de televisie te bedienen.
1
Volg de onderstaande stappen om de informatiemodus te gebruiken.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel steken.
1
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 15.
2
Als u de informatie-modus selecteert, dan zal op de linker display het totaal aantal uur dat de loopband gebruikt is, worden weergegeven. Op het bovenste gedeelte van de rechter display verschijnt het totaal aantal kilometers of mijlen dat u op de loopband hebt gelopen.
Druk op de Stroomtoets om een televisiebron te kiezen. Als u de sleutel in het bedieningspaneel steekt, dan zal de televisie automatisch aangaan. Als u een DVD-speler of een videotoestel op de audio/video RCA-pluggen aan de achterkant van het bedieningspaneel hebt aangesloten, kies dan eerst de Invoerbron door een of twee keer op Stroomtoets te drukken.
3
Daarnaast wordt op de rechter display de letter “E” voor Engelse mijlen of de letter “M” voor het metriek stelsel weergegeven. Druk op de snelheidomhoogtoets om de meeteenheid te veranderen als u dat wilt. .
Druk op de Kanaaltoetsen om het gewenste kanaal te kiezen. Om een kanaal te selecteren, druk op de Kanaaltoetsen. Het nummer van het geselecteerde kanaal zal enkele seconden op het scherm verschijnen. Opmerking: de televisie heeft een geheugen om de kanalen op te slaan zodat u rechtstreeks naar een ander kanaal in het geheugen kunt gaan. Voordat u de kanalen op die manier kunt selecteren, moet u ze in het geheugen van de televisie opslaan. Raadpleeg HOE DE TELEVISIE-INSTELLINGEN-MODUS TE GEBRUIKEN op deze pagina.
4
Houd de Stop-toets ingedrukt terwijl u de sleutel in het bedieningspaneel steekt.
De letter “P” kan ook op de rechter display verschijnen. Als u een iFIT-kaart gebruikt, dan zal een persoonlijke trainer u helpen bij uw oefeningen en gedetailleerde instructies geven als u “P” bij de audio-instellingen hebt geselecteerd. Als u de “P”-instelling afzet, dan zal uw persoonlijke trainer u gewoon helpen bij uw iFIT-oefeningen. Druk op de Hellingomlaagtoets om de audio-instellingen bij te stellen als u dat wilt.
Press the Volume buttons to adjust the volume. BELANGRIJK: Als de letter “d” op de rechter display verschijnt, dan hebt u de “demo”-modus geselecteerd. Deze modus wordt slechts gebruikt als de loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Als u de demo-modus selecteert, dan kan het stroomsnoer aangesloten blijven en de sleutel van het bedieningspaneel worden verwijderd. De displays en de indicators van het bedieningspaneel zullen automatisch in een vooraf ingestelde volgorde oplichten. De toetsen van het bedieningspaneel zullen niet werken. Als er een “d” verschijnt op de rechter display als u de informatiemodus selecteert, druk dan op de Snelheidomlaagtoets.
Als u op een Volumetoets drukt, dan zal de Volumeniveaubalk enkele seconden op het scherm verschijnen. Om het geluid tijdelijk af te zetten, druk op de Mute-toets. Druk opnieuw op de Mutetoets om opnieuw naar de televisie te luisteren. Opmerking: Als de iFIT-modus geselecteerd is, dan kunt u het audio-volume van het iFIT-programma bijstellen met deze toetsen. Om een hoofd- of een oortelefoon (niet inbegrepen) te gebruiken, sluit ze aan op de hoofdtelefoonplug van het bedieningspaneel.
24
2
Druk op de Stroomtoets om de display-instellingen bij te stellen.
4
Om een video-omroepsysteem voor een simplexkanaal te kiezen, druk eerst op de Kanaaltoetsen totdat het gewenste kanaalnummer op het scherm verschijnt. Druk dan op de Volumetoetsen totdat het gewenste video-omroepsysteem voor het kanaal op het scherm verschijnt.
Een paar seconden nadat u op de Stroomtoets hebt gedrukt, zal de niveaubalk voor de helderheid op het televisiescherm verschijnen. Druk dan herhaaldelijk op de Volumetoetsen totdat de niveaubalk voor het contrast, kleur, scherpte of kleurtoon verschijnt. U kunt de verschillende instellingen bijstellen door op de Volumetoetsen te drukken
3
Druk opnieuw op de Stroomtoets en kies een videosysteem voor een simplexkanaal.
5
Druk op de Stroomtoets om kanalen te wissen of bij te voegen.
Druk opnieuw op de Stroomtoets en kies een video-omroepsysteem voor alle kanalen. Om een video-omroepsysteem voor alle kanalen te kiezen, druk op de Volumetoetsen totdat het gewenste video-omroepsysteem op het scherm verschijnt.
Om een kanaal te wissen of bij te voegen, druk eerst op de Kanaaltoetsen totdat het gewenste kanaalnummer op het scherm verschijnt. Druk dan op de Volume-omhoogtoets om een kanaal toe te voegen of op de Volume-omlaagtoets om een kanaal te wissen. Herhaal deze procedure om de gewenste kanalen bij te voegen en alle ongewenste kanalen te wissen.
6
Als u de televisie-instellingen hebt bijgesteld, verwijder de sleutel. Om de televisie-instellingen-modus te verlaten (behalve als de televisie bezig is met het scannen van de kanalen), verwijder de sleutel van het bedieningspaneel.
25
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN Stel de helling in de laagste stand voordat u de loopband inklapt. U kunt als u dit niet doet de loopband voor altijd beschadigen. De stekker uit het stopcontact. WAARSCHUWING: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen. 1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl rechts wordt aangegeven. Buig door uw benen, houd uw rug recht en hef het onderstel halfweg op tot een verticale positie. OPGELET: Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic voetsteunen. Buig door uw knieën en houd uw rug recht.
Onderstel
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loopband goed vast. Trek, met gebruik van uw linker hand, de veerslotknop naar links en houdt deze vast. Til het onderstel op totdat de grendelstop voorbij het veerslotpen is. Laat de veerslotknop langzaam los. Zorg ervoor dat de veerslotpen helemaal in het onderstel zit. Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger dan 30° C.
Slot
Vergrendeld
Sluitknop Sluitpin
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN Voordat u de loopband kunt verplaatsen moet u eerst de loopband inklappen zoals hierboven is beschreven. Zorg ervoor dat de pen goed in het slot zit. 1. Pak de uiteinden van de leuningen vast. Plaats een voet op het onderstel zoals aangegeven. 2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats. Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen van de loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband niet over een oneffen ondergrond.
Wiel
Basis
3. Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loopband tot deze weer rechtop staat. HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN 1. Zie tekening 2 hierboven. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangegeven. Trek de sluitknop naar buiten. Draai het onderstel totdat de grendel voorbij de veerslotpen is. 2. Zie tekening 1 hierboven. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de loopband op de vloer zakken. OPGELET: Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic voetsteunen. Laat de loopband niet op de grond vallen. Buig door uw knieën en houdt u rug recht om het risico op persoonlijk letsel te vermijden.
26
PROBLEMEN OPLOSSEN U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen. Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben, neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht. PROBLEEM:
De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 13 ). Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter. De loopband kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden. b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedieningspaneel zit. c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband. Als de knop uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de schakelaar opnieuw in om de stroomonderbreker opnieuw in werking te stellen (te resetten).
d Aan Positie
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electriciteitsnoer van de loopband bevindt. De knop moet zich in de aan positie bevinden. PROBLEEM:
Resten
Doorgeslagen
c
Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de schakelaar weer in. b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt, haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact. c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel. d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt (zie d. boven). e. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt. PROBLEEM:
Die Neigung des Laufgeräts ändert sich nicht richtig
OPLOSSING: a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de helling toetsen. Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren. Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd. PROBLEEM:
De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Oplossing: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek SNOER UIT HET STOPCONTACT. Leg, met de hulp van een tweede persoon, de Basis van de Staander (84) voorzichtig neer zoals aangegeven. Verwijder dan de drie Schroeven (3) en de drie Schroeven van de Kap (7). Aandacht: Een kruiskopschroevendraaier met een schacht van minstens 127mm is vereist.
a
3
7
3 84
27
Zet, met de hulp van een tweede persoon, de Staanders (84) voorzichtig rechtop zoals aangegeven. Draai de Kap (41) voorzichtig af.
Zoek de Bladveerschakelaar (63) en de Magneet (46) aan de linkerkant van de Katrol (47). Draai de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de Bladveerschakelaar. Zorg ervoor dat de afstand tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de Schroef (3) wat los en verplaats de Bladveerschakelaar enigszins. Draai de Schroef weer vast. Maak de kap weer vast en laat de loopband een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken. PROBLEEM:
41
Zicht van Boven
84
1/8” 46 63
3
47
De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter. b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b 2”–3 “
Bouten van de Achterroller
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop loopt. PROBLEEM:
De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en a DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loopband niet goed in het midden ligt. Als de loopband naar links is verschoven, draai met de meegeleverde sleutel de linker bout van de achterroller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loopband naar rechts is verschoven, draai dan de bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aandraait. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt. b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de loopband slipt. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
28
b
PROBLEEM: De televisieontvangst is slecht OPLOSSING: a. Voor de beste werking van het systeem, heeft u een goede televisieontvangst nodig. Als u een antenne gebruikt, zorg ervoor dat ze goed aangesloten is en voor een optimale ontvangst bijgesteld is. (Raadpleeg HOE DE ANTENNE AAN TE SLUITEN op pagina 11.) b. Controleer de volgende problemen en volg de instructies.. • Ontsteking (zwarte vlekjes of horizontale strepen of een bewogen of drijvend beeld)—Dit wordt meestal veroorzaakt door ontstekingssystemen van voertuigen, neonlampen, een elektrische drift of andere elektrische toestellen. Verplaats de loopband of de andere elektrische toestellen om het probleem op te lossen. • Echobeelden—Echobeelden worden veroorzaakt door televisiesignalen die twee trajecten volgen—een direct traject en een ander traject dat wordt gereflecteerd op hoge gebouwen, heuvels of andere voorwerpen. Verander de richting of de positie van de antenne om de ontvangst te verbeteren. • Blauw scherm—Als de loopband zich in een randzone van een televisie-uitzendstation bevindt waar het signaal zwak is, dan kan de beeldkwaliteit slecht zijn of er kan een blauw scherm verschijnen. Als het signaal zwak is, dan moet u waarschijnlijk een buitenantenne installeren om het beeld te verbeteren. Opmerking: Als een van deze symptomen verschijnt als de kabel aan een kabeltelevisiemaatschappij aangesloten is, dan kan het symptoom door de plaatselijke televisiemaatschappij worden veroorzaakt. SYMPTOM:
Der Brustpulssensor funktioniert nicht korrekt
OPLOSSING: a. Wenn der Herzschlagmonitor nicht richtig funktioniert, beziehen Sie sich auf BRUSTPULSSENSOR-FEHLERSUCHE auf Seite 12. b. Die Batterie sollte ausgetauscht werden, wenn der Herzschlagmonitor immer noch nicht richtig funktioniert. Um die Batterie auszutauschen, finden Sie die Drehscheibe auf der Rückseite der Sensoreinheit. Stecken Sie eine Münze in die Rille und drehen Sie die Scheibe entgegengesetzt dem Uhrzeigersinn zur öffenenden [OPEN] Position.
Entfernen Sie die alte Batterie und legen Sie eine neue CR 2032 Batterie ein. Vergewissern Sie sich, dass sich die Schrift oben befindet. Darüber hinaus ver gewissern Sie sich, dass sich der Gummidichtungsring an der richtigen Stelle in der Sensoreinheit befindet. Legen Sie die Drehscheibe wieder auf die Öffnung und schließen Sie diese.
29
b
Deksel van de Batterie
Deksel van de Batterie Batterie Rubber Band
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het middelste getal van uw trainingszone ligt. Aerobic oefening
De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de hartslag metingen beïnvloeden. De pols-sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting.
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoeren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een grotere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof te voorzien. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivasculair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet verbranding en voor een aerobic oefening.
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden bestaan: Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarmfase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening. Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60 minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie getallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor aerobic oefeningen aanbevolen.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 minuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen na de oefening.
Vet verbruiken
OEFENFREQUENTIE
Om effectief vet te verbranden moet U voor een langere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare koolhydraten. Pas na de eerste paar minuten begint uw lichaam vet als energie te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te oefenen.
30
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL41306.0
R0706A
De GEDETAILLEERDE TEKENING in het midden van deze handleiding bekijken op pagina 32–35. OnderNr. Aantal Beschrijving 1 2
2 8
3 4 5
40 1 8
6 7 8 9
2 4 8 2
10
2
11
4
12 13 14 15
2 1 1 2
16 17 18 19 20
1 1 5 1 1
21 22
1 6
23
1
24 25 26 27 28
2 2 1 1 2
29 30 31
2 1 2
32 33 34 35 36 37
6 20 1 2 1 1
38
1
Sticker Isolator 3/4" Schroef van de Voetkussentje Schroef Grendel Schroef voor de Voetleuning Voorste Isolator Tussenring van Isolator Sterring Bout van het Loopplatform, Achterkant Voorste Schroef van het Loopplatform Schroef van Loopband Geleider Loopband Geleider Linker Handleuning Rechter Handleuning Schakelbout van het Onderstel Linker Voetkussentje Rechter Voetkussentje U-vormige beugel Statischer Aufkleber Steun van het Onderstel van het Bedieningspaneel Montage van Sluitpen 1" Schroef van de Voetkussentje Aardingsdraad van het Bedieningspaneel Bout van Motor Klip Schokdemper Riem van de Motor Aandrijvings Motor Tussenring van het Onderstel Hartslag Schroef Filter Draad Bout van het Liftonderstel Slotmoer 1/2” Schroef Bedieningspaneel Schroef voor Ventilator Elektriciteitssnoer Ventilator van het Bedieningspaneel Controller
OnderNr. Aantal Beschrijving 39
1
40 41 42
3 1 1
43 44 45
1 2 1
46 47 48 49 50 51 52
1 1 1 1 1 1 1
53
2
54
1
55 56
1 1
57 58 59 60 61 62 63 64
1 1 1 1 1 1 1 4
65
4
66 67
4 4
68 69 70 71 72 73
2 1 2 10 1 1
74 75 76 77
2 3 1 1
Beugel voor Elektronica Sterring van de Roller Kap Huls van Voorste Roller Liftonderstel Kapje van Basis Bout van de Voorste Roller Magneet Voorste Roller Loopband Loopplatform Been van de Motor Achterroller Linker Achter Beschermkapje Bout van de Achterroller Rechter Achter Beschermkapje Inbussleutel Houder van de Helling Stop Aardingsdraad Onderstel Onderkap Beugel voor Sensor Sensorklip Voorste Wieltje Moer Snelheidsensor Bout voor het Bedieningspaneel Bouten van het Verlengstuk van het Been Sterring Moer van het Verlengstuk van de Been Waarschuwings-sticker Waarschuwings-sticker Moer van het Platform Kabelbevestiging Haarspeld Pen, Onder Bemanteling van het Veerslot Verbindingsklip Verbinding Toegangsdeurtje Draadharnas van de
31
OnderNr. Aantal Beschrijving 78
1
79 80 81 82 83 84 85
1 2 2 6 10 1 1
86 87 88 89 90
1 2 1 2 2
91 92 93 94
2 1 2 2
95 96 97 98 99 100 101 102 103
1 1 1 1 1 1 1 1 5
104 105 106 107 108 109
1 2 1 1 1 1
110 111 112 113 #
2 1 1 1 1
# #
1 1
Staander Draadharnas van het Bedieningspaneel Sleutel/Klip Voorwiel Wielbout Kussentje van de Basis 3/4" Schroef Staander Basis van het Bedieningspaneel Haarspeld, Boven Haarpen-wigpen Hellingmotor Verlängerungs-stange Houder van de Achterroller Isolator Schokbreker Beugel voor Isolator Moer van de Isolator, Bovenste Tussen Schakelbout Arm Tussenstuk Spanwiel Arm Veer Tussenarm Tussenarmring Tussenmoer Tussenkatrol Katrolbout Schroef van de Motorkap Upright TV Cable Cable Nut Transformator Filter Montage Contactdoos Elektriciteitssnoer Adapter Motorisolatie Brustpulssensor Borstkas-band Pols Ontvanger 6” Blauwe Draad, 2 Vrouwelijke 4" Rode Draad, m./w. Gebruikersaanwijzing
# Deze onderdelen woorden niet getoond. Specificaties kunnen zonder aankondiging veranderen.
5
32
55
53
70
16
52
7
90
40
5
2
9
69
57
33
83
4
3
53
91
5
7
40
51
49
1
2
9
94
7
93
5
11
54
90
83
48
12
17
6
5
58 70
3
5
10
15
47 5
46 1
11
10
12
94
7
93
91
5
6
3
15
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL41306.0 R0706A
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL41306.0 R0706A 33 33
38
66 27
26
33
96 97
33
106
95 102 110 101
39
98
33
24
107
100 99
28
66 33
109
66
32
108
18
42
50
105
45
36
40 43
104
28
62 32 41
103 30
3
63 103 103
2
33 83
103
83
61 60
83 103
2
83 3
59 2 2
3
2
33
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. PETL41306.0 R0706A
18
20
8 64 104
8 64
18
3
77
73 8 64
21 84 89 81
67
44 3
82 80
32
8 64
22 32 68
65
31
8
77
82
32
33
22
31
82 22
3 56 87
65 8
86
44
88
82 22
72
68
92
82
89 87
22
25
32 67
80
82
81
22
34
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL41306.0 R0706A
79
34
35 37 35 3
78
3 33
13 23 3 85
3
3
3
19 3
3
3
112
76 3
29
14 3
3 113 111 3
71
75 33 74
35
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen: • het MODELNUMMER van het product (PETL41306.0) • de NAAM van het product (PROFORM 585 PERSPECTIVE loopband) • het SERIENUMMER van het product (zie de kaft van de handleiding) • het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING (zie LIJST MET ONDERDELEN en de GEDETAILLEERDE TEKENING op pagina 31 en 35.)
Onderdeel Nr. 237236 R0706A
In China gedrukt © 2006 ICON IP, Inc.