Modelnummer NTEVEL2086.0 Serienummer
Schrijf het serienummer erboven voor verdere raadpleging.
Sticker met serienummer
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op uw volledige tevredenheid. Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan contact op met de winkel waar u dit product hebt gekocht.
OPGELET
Lees alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 RICHTLIJNEN VOOR DE CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN WAARSCHUWING:
Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen door voordat u de elliptische trainer gaat gebruiken om persoonlijk letsel te voorkomen. 1. Lees alle instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen van de elliptische trainer voordat uw de elliptische trainer gebruikt.
13. De pols-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren inclusief het bewegen van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beonvloeden. De pols-sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting.
2. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen dat alleen die gebruik maken van de elliptische trainer voldoende op de hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
14. Laat de pedalen langzaam tot stilstand komen wanneer u met uw oefening stopt. Met de elliptische crosstrainer kan men niet freewheelen. De pedalen blijven rond draaien totdat het vliegwiel stopt.
3. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals beschreven in deze handleiding. 4. Deze elliptische trainer is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de elliptische trainer niet commercieel of voor verhuur.
15. Het batterijpakket bevat materialen die schadelijk zijn voor het milieu. Werp het batterijpakket volgens de plaatselijke voorschriften en wetsbepalingen weg.
5. Gebruik de elliptische trainer uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de elliptische trainer op een vlakke ondergrond met een matje onder de elliptische trainer om uw vloer (bedekking) te beschermen. Zorg ervoor dat er genoeg ruimte rond de elliptische trainer is zodat u gemakkelijk kunt opstappen en afstappen en om de elliptical trainer te kunnen gebruiken.
16. De stickers met waarschuwing getoond op pagina 4 is op het elliptische oefentoestel geplakt. Let op dat de tekst van de stickers in het Engels is. Zoek naar de Nederlandse tekst and plak deze over de Engelse stickers. Als er een sticker onbreekt, of niet leesbaar is, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht (zie laatste pagina van deze handleiding). Plak de sticker op de aangegeven plaatsen.
6. Inspecteer regelmatig alle onderdelen van de elliptische trainer en draai ze dan goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen. 7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de elliptische trainer vandaan. 8. De fiets kan alleen door mensen die minder dan 136 kg wegen worden gebruikt.
9. Houdt u altijd aan de handgrepen vast wanneer u de elliptische trainer opstapt of afstapt. 10. Houdt tijdens het gebruik van de elliptische trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
11. Stop meteen en begin geleidelijk af te koelen wanneer u pijn voelt of duizelig wordt.
12. Draag geschikte kleding wanneer u de elliptische trainer gebruikt. Draag altijd sportschoenen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies voor gebruik door. ICON is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
3
VOORDAT U BEGINT
op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht. Om u beter van dienst te kunnen zijn, zorg ervoor dat u het model- en serienummer bij de hand hebt voordat u belt. Het modelnummer van de elliptische trainer is NTEVEL2086.0. Het serienummer bevindt zich op een sticker op de elliptische trainer (zie kaft van deze handleiding).
Fijn dat U voor de nieuwe NordicTrack XLT 1200 elliptische trainer. De XLT 1200 elliptische trainer is een ongelofelijk soepel apparaat met een natuurlijke elliptische beweging die uw knie- en enkelgewrichten zo min mogelijk belast. De XLT 1200 elliptische trainer biedt een hele reeks eigenschappen om uw fitnessoefeningen eenvoudig thuis te doen. Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding zorgvuldig door voordat u de elliptische trainer gebruikt. Mocht u nog vragen hebben, neem dan contact
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de volgende tekening aandachtig om bekend te raken met de verschillende onderdelen.
Armhendels
Houder voor de Waterfles* Bedieningspaneel VOORKANT
Handgreep met Polssensor
Wiel Stelpoot
ACHTERKANT
RECHTERKANT
Pedaal Hendel Stelpoot
*Fles niet inbegrepen
4
MONTAGE
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft. U zult het meegeleverde gereedschap en engelse sleutels nodig hebben.
Raadpleeg bij de montage van de elliptische trainer de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN op pagina 24. Het tweede getal geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Opmerking : Sommige kleine onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending te vergemakkelijken. Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien of het al gemonteerd is.
M8 Kleine Tussenring (18)–4
M4 x 16mm Schroef (47)–6
M10 Veerring (85)–20
Gegolfde Tussenring (88)–4
M10 Tussenring (67)–14
M4 x 19mm Schroef (57)–2
M8 x 19mm Schroef met Ronde Kop (56)–4
M8 Nylon Borgmoer (72)–4
M8 x 38mm Schroef met Ronde Kop (58)–4
M8 x 55mm Bout Set (92)–2
M10 x 25mm Nylon Schroef (48)–4
M8 Tussenring (69)–4
M10 Nylon Klemmoer (70)–2
M10 x 13mm Schroef met Ronde Kop (54)–14
M10 x 65mm Bout Set (94)–2
M10 x 116mm Draagbout (38)–2
M10 x 123mm Schroef met Ronde Kop (87)–2
5
Drukring (66)–4
1.
1
Om de montage eenvoudiger te maken, lees eerst de informatie op pagina 5 voordat u met de montage van het elliptische oefentoestel begint.
38
Maak de Stabilisator (8) aan het Onderstel (1) vast met twee M10 x 116mm Draagbouten (38) en twee M10 Nylon Klemmoeren (70).
8 1 70
2. Sluit, terwijl de tweede persoon de Staander (2) in de getoonde positie vasthoudt, de Bovenste Draadharnas (77) op de Onderste Draadharnas (78) aan.
2
Maak de Staander (2) vast aan het Onderstel (1) met vier M10 x 25mm Schroeven (48) en vier M10 Veerringen (85). Zorg ervoor dat de Draden (77, 78) niet bekneld raken.
Zorg ervoor dat de Draden (77, 78) niet bekneld raken. 2
77
78
85
48
6
85
1
85
48
3. Maak het Spooronderstel (4) aan het Onderstel (1) vast met twee M10 x 123mm Schroeven met Ronde Kop (87) en twee M10 Veerringen (85). Draai eerst een Schroef met Ronde Kop met uw vingers in het onderste gat en draai dan een Schroef met Ronde Kop met uw vingers in het bovenste gat. Opmerking: Deze stap is eenvoudiger als u het Onderstel een paar centimeter optilt in de richting van het pijltje rechts, als u het Spooronderstel vastmaakt.
3
85
1
4
4. Schuif een Gelaste Tussenring (89) op de Linker Krukasarm (83). Neem dan de Linker Spoorarm (12), die met een “L” gemarkeerd is. Oriënteer de Linker Spoorarm zoals getoond en schuif de arm op de Linker Krukasarm. Smeer dan een kleine hoeveelheid vet op de Gegolfde Tussenring (88). Schuif de Gegolfde Tussenring op het uiteinde van de Linker Krukasarm.
87
85
87
4 Smeer
Schuif een M8 Kleine Tussenring (18) en een Askapje (41) op een M8 x 19mm Schroef met Ronde Kop (56). Maak dan een Drukring (66) aan de hals van het Askapje vast. Draai de Schroef met Ronde Kop in het uiteinde van de Linker Krukasarm (83). Zorg ervoor dat de Drukring op de hals van het Askapje blijft zitten en dat de Gegolfde Tussenring (88) op het uiteinde van de Linker Krukasarm blijft zitten.
56
Herhaal deze stap om de Rechter Spoorarm (11) aan de rechterkant van de elliptische trainer vast te maken.
7
66 88 18 41
83 89
12
11
5. Maak een Pedaal (21) aan het Linker Pedaalbeen (14) vast met zeven M10 x 13mm Schroeven met Ronde Kop (54), zeven M10 Veerringen (85) en zeven M10 Tussenringen (67).
5
21 14
Maak de andere Pedaal (niet getoond) op dezelfde manier aan het Rechter Pedaalbeen (niet getoond) vast.
67
67
85
85 54
54 6. Smeer een dun laagje vet op de steel van de M10 x 65mm Bout Set (94). Maak dan de houder van het Linker Pedaalbeen (14) vast aan de houder van de Linker Spoorarm (12). Maak het Linker Pedaalbeen aan de Linker Spoorarm vast met de Boutset.
6 14
Maak het Rechter Pedaalbeen (niet getoond) op dezelfde manier aan de Rechter Spoorarm (niet getoond) vast.
Smeer 94 12
8
94
7. Neem de Linker Armhendel (19), die met een “L” gemarkeerd is. Steek de Linker Armhendel in een van de Verlengstukken voor de Armhendel (17); zorg ervoor dat het Verlengstuk voor de Armhendel zo gedraaid is dat de hexagonale gaten aan de aangegeven kant zitten. Maak de Linker Armhendel vast met twee M8 x 38mm Schroeven met Ronde Kop (58) en twee M8 Nylon Borgmoeren (72). Zorg ervoor dat de Nylon Borgmoeren zich in de zeshoekige gaten bevinden. Draai de Schroeven met Ronde Kop nog niet vast.
7
19 72
58
Monteur de Rechter Armhendel (niet getoond) en de Verleng-stuk voor de Armhendel (niet getoond) op dezelfde manier.
17
8. Smeer de As van de Armhendel (16) ruim met wat vet in. Schuif de Linker Armhendel (19) op de As van de Armhendel zoals getoond. Smeer vervolgens wat vet op de Gebogen Tussenring (88). Schuif de Gebogen Tussenring op het eind van de As van de Armhendel.
Zeshoekige Gaten
8
Schuif een M8 Kleine Tussenring (18) en een Askapje (41) op een M8 x 19mm Schroef met Ronde Kop (56). Maak dan een Drukring (66) aan de hals van het Askapje vast. Draai dan de Schroef met Ronde Kop strak vast in het uiteinde van de As van de Armhendel (16). Zorg ervoor dat de Drukring op de hals van het Askapje en de Gegolfde Tussenring (88) op het uiteinde van de As van de Armhendel blijft zitten.
20
19
Smeer
18
Maak de Rechter Armhendel (20) op dezelfde manier vast. Draai dan beide M8 x 19mm Schroeven met Ronde Kop (56) tegelijkertijd vast.
56
9
66 41
16
88
66 88 1
41
56 18
Smeer
9. Smeer een laagje vet op de steel van een M8 x 55mm Bout Set (92) en op een 7mm Tussenring (55). Schuif een M8 Tussenring (69) en een Tussenstuk op de boutsteel.
9
Terwijl een tweede persoon het voorste uiteinde van het Linker Pedaalbeen (14) in de houder van het linker Verlengstuk van de Armhendel (17) houdt, steek de steel van de M8 x 55mm Boutset (92) door beide onderdelen. Schuif dan een 7mm Tussenstuk (55) en een M8 Tussenring (69) op het uiteinde van de steel van de Boutset. Draai dan de moer van de Boutset enkele slagen op de steel. Draai de Boutset niet te strak vast; het linker Verlengstuk van de Armhendel moet goed kunnen bewegen.
Smeer 92
Maak het rechter Verlengstuk van de Armhendel (niet getoond) op dezelfde manier aan het Rechter Pedaalbeen (niet getoond) vast. Zie stap 7. Draai de vier M8 x 38mm Schroeven met Ronde Kop (58).
10
10. Terwijl een tweede persoon de Display van het Bedieningspaneel (74) en het Bedieningspaneel (75) bij de Staander (2) houdt, sluit de Pulsjumperdraad (76) op de pulsdraad van het bedieningspaneel aan. Sluit dan de Bovenste Draadkoker (77) op de Draadkoker van het Bedieningspaneel aan. Steek het draadoverschot in de Staander.
47
47
Plaats de Bedieningspanelen (74, 75) op de Staander (2). Maak de Bedieningspanelen vast met zes M4 x 16mm Schroeven (47). Zorg ervoor dat de draden niet geklemd raken. Draai de Schroeven nog niet te strak vast. Maak de Houder van de Waterfles (26) aan de Staander (2) vast met twee M4 x 19mm Schroeven (57).
11
Raadpleeg stap 10. Draai de zes M4 x 16mm Schroeven (47)
55
17
55
69
Polssensordraad van het Bedienignspaneel 2
69
92
14
74 75
76 77
Bedieningspaneel Draadkoker
2
57 26
12. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de elliptische trainer goed vastgedraaid worden. Plaats de elliptische trainer op een vlakke ondergrond met een matje onder de elliptische trainer om uw vloer (bedekking) te beschermen. Opmerking: Het kan zijn dat sommige onderdelen na montage overblijven.
10
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN Voor de beste resultaten met de borstkas-sensor, lees eerst onderstaande instructies. HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE DRAGEN
Lees alle instructies op deze pagina goed door voordat u de borstkassensor gebruikt. Loop de hieronder genoemde procedures door om de borstkassensor te dragen. Borstkas-band Flap Uiteinde van de Sensor
Uiteinde van Gesp de Sensor
Bekijk de inzet-tekening hierboven. Steek de flap van een van de uiteinden van de borstkas-band door een van de uiteinden van de sensor.
Doe vervolgens de borstkas-senLogo sor om uw borstkas en maak het andere. Maak zoals hierboven beschreven het losse eind van de borstkas-band aan de sensor vast. Mocht het nodig zijn, stel dan de lengte van de band bij. De borstkassensor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspieren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centiTwee Electrodes meter van uw lichaam en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant (de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wanneer de borstkas-sensor niet goed werkt of wanneer de weergegeven hartslag buitensporig hoog of laag is.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt zoals hier links is beschreven. Verplaats de sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de borstkas-sensor niet goed werkt.
• Met elk gebruik van de borstkas-sensor, gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof voor contact lenzen om de electrodes van de sensor nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren. • Zorg ervoor dat u zich op minder dan een armslengte van het bedieningspaneel bevindt. Voor de goede weergave van de hartslag metingen moet de gebruiker zich op minder dan een armslengte van het bedieningspaneel bevinden.
• De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met een normale hartslag. Problemen met het meten van de hartslag kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppingen, of aritmie. • De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed worden door magnetische storingen veroorzaakt door hoogspanningsdraden en andere electromagnetische bronnen. Verplaats uw apparaat als u vermoedt dat dit de oorzaak is. • Test de borstkas-sensor op de volgende manier wanneer de borstkas-sensor nog steeds niet goed werkt: Houdt de borstkas-sensor vast en plaats uw duimen op de oppervlakte waar de electrode zit zoals aangegeven.
11
Twee Electrodes
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORSTKASSENSOR
Houdt vervolgens de borstkas-sensor bij het bedieningspaneel. Houdt een van uw duimen op de oppervlakte terwijl u met uw andere duim met een ritme van een slag per seconde op de electrode klopt. Controleer de hartslag meting op het bedieningspaneel.
• Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afgedaan en de electrodes gedroogd worden. De sensor blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen leeg lopen als de borstkas-sensor electrodes niet goed gedroogd worden.
• U moet de batterij vervangen wanneer de borstkassensor niet goed werkt nadat u alle instructies hierboven heeft nagelopen: Wanneer de borstkas-sensor nog steeds niet goed werkt vervang dan de batterij. Steek een muntje in de gleuf van de deksel. Draai de deksel tegen de klok in en verwijder de deksel. Haal vervolgens de batterij uit de sensor. Plaats er een nieuwe CR2032 batterij in met het opschrift naar boven. Maak de deksel weer vast en draai de deksel met de klok mee om deze te sluiten.
• Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge plaats. Bewaar de borstkas-sensor niet in een plastic zak of enig andere verpakking die vocht kan vasthouden. • Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct zonlicht. Niet aan een temperatuur lager dan -10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C. • Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het opbergen van de borstkas-sensor niet te veel. • Maak de borstkas-sensor schoon met een zachte doek en een beetje niet agressief schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten. U kunt de borstkas-band met de hand wassen en dan laten drogen.
CR 2032 Batterij
12
HOE DE ELLIPTISCHE CROSSTRAINER TE GEBRUIKEN
HOE DE FIETS TE VERPLAATSEN EN TE STABILISEREN
Gezien de afmeting en het gewicht van het elliptische oefenapparaat zullen twee personen nodig zijn om het apparaat te verplaatsen. Met de hulp van een tweede persoon, til de elliptische trainer op met het handvat aan de achterkant. Zo kunt u de trainer verplaatsen op de wielen vooraan. Verplaats de elliptische trainer voorzichtig naar de gewenste plaats en zet het apparaat weer op de vloer neer.
Wiel
OPGELET: Om het risico op letsels te vermijden, buig door uw knieën en houd uw rug recht. Zorg ervoor dat u uw benen gebruikt en niet uw rug om de elliptische trainer op te tillen. Verplaats de elliptische trainer niet over een oneffen oppervlak. Als de elliptische trainer schommelt op de vloer, raadpleeg de inzet-tekening en draai aan de stelvoeten aan de voor- en achterkant van de elliptische trainer totdat het toetsel niet meer schommelt. OEFENEN MET DE ELLIPTISCHE CROSSTRAINER
Houdt u vast aan de handvaten en stap voorzichtig op het laagste pedaal om de elliptische trainer te gebruiken. Stap vervolgens op het andere pedaal. Duw op de pedalen tot u een vloeiende beweging bereikt. Wacht tot de elliptische trainer helemaal is gestopt voor u van de elliptische trainer afstapt. Met de elliptische trainer kan men niet freewheelen; de pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel stopt. Wanneer de pedalen stilhouden, stap dan eerst van het hoogste pedaal af. Stap vervolgens van het laagste pedaal.
Til hier op
Stelpoten
Stelpoot
13
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
WAARSCHUWINGEN
Het bedieningspaneel biedt ook 9 vooraf ingestelde programma’s. In ieder programma verandert automatisch de weerstand van de pedalen en zal tijdens uw oefening aangegeven wanneer u uw tempo moet verhogen of verlagen.
De sticker op het bedieningspaneel is in het Engels. Het meegeleverde blad met stickers bevat dezelfde informatie in verschillende talen. Zoek naar de sticker met Nederlandse opschrift. Plak de sticker op het beU kunt zelfs persoonlijke oefenprogramma’s aanmaken dieningspaneel. ELEP4255 en ze opslaan in het geheugen. (EPEL4255.1) FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel heeft ook drie hartslagfrequenHet moderne bedieningspaneel is voorzien van vertieprogramma’s die automatisch de weerstand van de schillende functies om doeltreffend en plezierig te oefe- pedalen regelen om uw hartslag zo dicht mogelijk bij nen. U kunt de weerstand van de gebruikt door een de doelhartslag te houden als u oefent. druk op de knop bijstellen wanneer de handmatige instelling van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het Zie pagina 15 om de handmatige instelling te gebedieningspaneel zal tijdens uw oefening constant inbruiken. Om een persoonlijk programma aan te formatie geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wanmaken en te gebruiken, raadpleeg pagina 17. Zie bladzijde 18 om een vooraf ingesteld programma te neer u de handgreep met polssensor. gebruiken. Om een hartslagprogramma te gebruiken, zie bladzijde 19. Het bedieningspaneel beschikt ook over persoonlijke doelprogramma’s zodat u een doelinstelling kunt invoeren voor uw oefening. Als u oefent, zal op het bedieningspaneel informatie verschijnen totdat u uw doel bereikt.
14
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1
2
3
4
Begin te trappen en verander de weerstand als u dat wilt.
5
Volg uw vorderingen op de displays.
Begin te trappen om het bedieningspaneel aan te zetten. De fiets heeft geen batterijen of externe stroomvoorziening nodig. De stroom wordt voorzien door een generator bij het fietsen. Om het bedieningspaneel in te schakelen, begin te fietsen tegen een snelheid van ongeveer 5 kilometer per uur of sneller. Na enkele seconden zal het bedieningspaneel oplichten. U zult een pieptoon horen en het bedieningspaneel zal dan kunnen worden gebruikt. De handmatige instelling kiezen.
Als het toestel wordt ingeschakeld, dan wordt de handmatige modus geselecteerd. Er zal een piste op de display verschijnen. Als u een programma heeft geselecteerd, kunt u de handmatige modus opnieuw selecteren door op de toets Handmatig [MANUAL] te drukken.
Terwijl u loopt, kunt u de weerstand van de pedalen veranderen door op de One-touch weerstandtoetsen [ONE-TOUCH RESISTANCE] te drukken.Opmerking: Het kan een paar seconden duren nadat u op de toetsen gedrukt heeft voordat de pedalen de gewenste weerstand bereiken.
De matrix—Als u de manuele display hebt ingeschakeld, dan zal op de matrix een circuit van 400 meter verschijnen. De indicators rond de piste zullen tijdens het lopen of rennen na elkaar verschijnen totdat de hele piste verschijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indicators zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen. De Weerstandsdisplay—Op deze display wordt het weerstandsniveau van de pedalen getoond.
De Snelheidsdisplay—Op deze display wordt uw loopsnelheid in omwentelingen per minuut getoond.
Stel een doel in voor uw oefening, als u dat wilt.
Als u geen doel voor uw oefening wilt instellen, ga naar stap 4. Om een doeltijd, -afstand of -calorieën in te stellen voor uw oefening, druk op de omhoog of omlaagtoetsen onder de Tijd-[TIME], Afstand [DISTANCE]of Caloriedisplay [CALORIES]. Om een doel snel in te stellen, houd de omhoog- en omlaagtoetsen ingedrukt. U kunt één doelwaarde voor elke oefening instellen.
De Tijddisplay— Als u geen doeltijd heeft ingesteld, dan wordt op deze display de verlopen tijd getoond. Als de doeltijd ingesteld is, dan zal op deze display de resterende tijd van uw oefening worden getoond. Opmerking: Als een programma wordt geselecteerd (behalve voor het eerste hartslagprogramma), dan zal op de display de resterende tijd van het programma worden getoond.
Bijvoorbeeld: Als u 30 minuten wilt trainen, druk op de omhoog- of omlaagtoetsen onder de Tijddisplay totdat de doelwaarde “30:00” op de display wordt weergegeven.
Opmerking: Om een doelhartslag in te stellen, raadpleeg HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE GEBRUIKEN op pagina 19.
15
De Afstandsdisplay—Als er geen doelafstand is ingesteld, dan zal op de display de afstand die u heeft gefietst in totaal
greep met pols-sensor te gebruiken. Opmerking: Het kan zijn dat het bedieningspaneel de juiste meting van de hartslag niet kan aangeven als u de borstkast-sensor gebruikt en u zich vasthoudt aan de handgrepen met polssensor.
aantal omwentelingen worden getoond. Als er een doelafstand werd ingesteld, dan zal op de display de resterende afstand van de oefening worden getoond. De Caloriedisplay—Als u een doelwaarde voor het calorieverbruik heeft ingesteld, dan zal op deze display het aantal verbrande calorieën bij benadering worden getoond. Als u een doelwaarde heeft ingesteld, dan zal op deze display het resterende aantal te verbranden calorieën worden getoond.
Het kan zijn dat er op de metalen contactpunten van de handContactgreep met punten polssensor een plastic vel zit. Plaats uw handen op de handgreep met polssensor, uw handpalm op de contactpunten. Beweeg uw handen niet. Wanneer uw pols gemeten wordt zal uw hartslag worden aangegeven.
De Hartslagdisplay—Op deze display wordt uw hartslag getoond als u de handsensoren of de borstkas-sensoren gebruikt (raadpleeg stap 6 onderaan).
6
Houdt de handvaten, voor het beste resultaat, ongeveer 30 seconden lang vast.
Opmerking: U kunt een van de drie weergaven van de achtergrondverlichting voor de displays kiezen. Bij de “On” modus blijft het achtergrondlicht branden als het bedieningspaneel is ingeschakeld. Bij de “Off” modus wordt het achtergrondlicht uitgeschakeld. In de “Auto” modus wordt de achtergrondverlichting slechts ingeschakeld als u oefent. Om de achtergrondlichtmodus te veranderen, druk eerst enkele seconden op de Starttoets [START]. De huidige achtergrondlichtmodus zal op de Caloriedisplay verschijnen. Druk dan op de One-touch Weerstandtoets om de achtergrondlichtmodus te veranderen. Druk dan op de Starttoets.
7
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats bevinden zoals aangegeven. Zorg ervoor dat u uw handen niet te veel beweegt en houdt de contactpunten niet te strak vast. Voor de beste werking, maak de contactpunten schoon met een zacht doek. Gebruik nooit alcohol, schurende of chemische middelen. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening. Als de pedalen enkele seconden niet bewegen, zult u een aantal pieptonen horen, de Tijddisplay zal beginnen te flikkeren en de pauze-modus van het bedieningspaneel zal worden ingeschakeld.
Als de pedalen enkele minuten niet bewegen, dan zal het bedieningspaneel worden uitgeschakeld en de displays zullen worden gereset.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Om de borstkas-sensor te gebruiken, zie pagina 11. Volg de instructies hieronder om de hand-
16
Als het eerste segment van het programma eindigt, dan zult u een serie tonen horen. Het huidige weerstandsniveau en het tempo worden in het geheugen opgeslagen. De niveaubalken zullen dan een balk naar links verschuiven en het weerstandsniveau van het tweede segment wordt in de flikkerende balk met het Huidige Segment getoond. Programmeer een weerstandsniveau en een tempo voor het tweede segment zoals hierboven wordt beschreven.
HOE EEN PERSOONLIJK PROGRAMMA AAN TE MAKEN EN TE GEBRUIKEN
1 2
3
Het bedieningspaneel aanzetten.
Zie stap 1 op pagina 15.
Een persoonlijk programma kiezen.
Om een persoonlijk programma te kiezen, druk op een van de drie toetsen voor Persoonlijke Programma’s [CUSTOM]. Als u op een Persoonlijke toets drukt, dan zal de indicator van de toets aangaan.
4
Opmerking: Als het persoonlijk programma nog niet ingesteld is, raadpleeg stap 3 om een nieuw programma te maken. Als het programma al ingesteld is, raadpleeg stap 4 om het programma te gebruiken. Druk op de Starttoets of begin te fietsen om het programma te starten.
Druk op de Starttoets of begin Huidige Segment te fietsen om het programma te starten. Elk programma is onderverdeeld in 40 segmenten van één minuut. Een weerstand en tempo instelling zijn voor iedere periode geprogrammeerd. Het weerstandsniveau van het eerste segment wordt getoond in de flikkerende balk van de matrix met het Huidige Segment. (De tempo-instellingen worden niet op de matrix getoond). Om het weerstandsniveau en het tempo van het eerste segment te programmeren, stel gewoon de weerstand van de pedalen bij door op de One-touch Weerstandstoetsen te drukken en te fietsen met het gewenste tempo.
5 6 7
17
Ga door met het programmeren van weerstandsniveaus en tempo-instellingen voor de gewenste segmenten. U kunt tot 40 segmenten programmeren voor persoonlijke programma’s.
Druk op de Starttoets of begin te fietsen om het programma te starten.
Het persoonlijk programma zal op dezelfde manier werken als een vooraf ingesteld programma (raadpleeg stappen 3 en 4 op pagina 18).
Als u dat wilt, kunt u het programma opnieuw instellen tijdens uw oefening. Om het weerstandsniveau of het tempo voor het huidige segment te veranderen, druk gewoon op de One-touch Weerstandstoetsen of verander uw fietstempo. Als het huidige segment eindigt, zal de nieuwe instelling in het geheugen worden opgeslagen. Volg uw vorderingen op de displays. Zie stap 5 op pagina 15.
Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 16.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening. Zie stap 7 op pagina 16.
flikkeren. U zult enkele pieptonen horen en de tijd zal op de Tijddisplay beginnen te flikkeren. Als het eerste Segment eindigt, dan zullen alle weerstandsniveaus een balk naar links verschuiven. Het weerstandsniveau van het tweede segment zal dan als flikkerend Huidig Segment worden getoond en de weerstand van de pedalen zal automatisch naar het weerstandsniveau van het tweede segment veranderen.
HOE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA’S TE GEBRUIKEN
1 2
3
Het bedieningspaneel aanzetten.
Zie stap 1 op pagina 15.
Kies een vooraf ingesteld programma.
Om een vooraf ingesteld programma te selecteren, druk op een van de volgende toetsen: Aerobic [AEROBICS], Prestatie [PERFORMANCE], of Uithouding [ENDURANCE]. Als u op een van deze toetsen drukt, dan zal de indicator van de toets aangaan. Daarna wordt een profiel van de verschillende weerstandsniveaus van het programma op de matrix weergegeven. Op de tijddisplay wordt de programmatijd weergegeven. Het maximale weerstandsniveau van het programma begint te flikkeren op de Weerstandsdisplay en de maximale snelheid van het programma zal enkele seconden op de Snelheidsdisplay worden getoond.
4
Druk op de Starttoets of begin te fietsen om het programma te starten.
Het programma zal doorgaan totdat er geen tijd meer overblijft in de Tijddisplay. Gebruik de tempo-assistent om uw oefeningen te plannen.
De tempo display zal u tijdens uw oefening helpen uw tempo bij de doel hartslag voor de huidige periode houden. Wanneer te “too slow” (te langzaam) indicator begint te branden dan moet u uw tempo wat verhogen. Wanneer de “too fast” (te snel) indicator begint te branden dan moet u uw tempo verlagen. Houd uw tempo aan wanneer de middelste indicator begint te branden.
Belangrijk: De snelheid indicatie is alleen als motivatie bedoeld. Zorg ervoor dat u op een temp fietst dat aangenaam voor u is.
Elk programma is onderverdeeld in 20 of 30 segmenten van één minuut. Een weerstand en tempo instelling zijn voor iedere periode geprogrammeerd. Opmerking: Dezelfde weerstand en/of tempo instellingen kan/kunnen voor meerdere periodes worden geprogrammeerd. Als u het programma start, dan Huidige Segment zal het weerstandsniveau van het eerste segment op de flikkerende balk van de matrix met het Huidige Segment worden weergegeven. De weerstandsniveaus voor de volgende segmenten worden in de balken rechts getoond.
5 6 7
Als er slechts drie seconden van het eerste programmasegment overblijven, dan zal het Huidige Segment en de balk rechts daarvan beginnen te
18
Als u enkele seconden stopt met fietsen, dan zult u een pieptoon horen en het programma zal worden onderbroken. Om het programma opnieuw te starten, moet u gewoon opnieuw beginnen fietsen. Volg uw vorderingen op de displays. Zie stap 5 op pagina 15.
Uw hartslag meten als u dat wilt. Zie stap 6 op pagina 16.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u klaar bent met uw oefening. Zie stap 7 op pagina 16.
4
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE GEBRUIKEN
1 2
Het bedieningspaneel aanzetten. Zie stap 1 op pagina 15.
Kies een hartslagprogramma.
Om een hartslagprogramma te selecteren, druk op een van de drie Hartslagfrequentietoetsen [HEART RATE]. Als u op een Hartslagfre-quentietoets drukt, dan zal de indicator van de toets aangaan.
Als u het eerste hartslagprogramma kiest, dan zal er een hartsymbool op de matrix verschijnen.
3
5
Als u het tweede of het derde hartslagprogramma kiest, dan zal een profiel van de eerste doelhartslagwaarden van het programma op de matrix verschijnen.
Om het hartslagprogramma te gebruiken, moet u de borstkas-sensoren dragen (zie pagina 11) of de handsensoren gebruiken. Opmerking: Het kan zijn dat het bedieningspaneel de juiste meting van de hartslag niet kan aangeven als u de borstkast-sensor gebruikt en u zich vasthoudt aan de handgrepen met polssensor.
Wanneer u de handgreep met polssensor gebruikt is het niet nodig de handgrepen tijdens het programma continu vast te houden. U moet wel echter de handgrepen vaak vast houden zodat het programma goed functioneert. Iedere keer u de handrepen vastpakt, houdt dan uw handen minstens 30 seconden op de metalen contactpunten. Opmerking: De letters PLS zullen in de display verschijnen in plaats van uw hartslag meting wanneer u de handgrepen niet vasthoudt. Druk op de Starttoets om het programma te starten.
Het eerste hartslagprogramma—Dit programma is onderverdeeld in 100 segmenten van één minuut. Voor alle periodes wordt dezelfde doelhartslag geprogrammeerd. Opmerking: Voor een kortere oefening, stop met de training of kies een ander programma voordat het programma stopt. Het tweede en derde hartslagprogramma— Deze programma’s zijn onderverdeeld in 30 segmenten van één minuut. Er wordt een doelhartslag geprogrammeerd voor elk segment. Opmerking: U kunt dezelfde doelhartslag programmeren voor twee of meer opeenvolgende segmenten.
Toets een doelhartslagfrequentie in.
Als het eerste hartslagprogramma wordt geselecteerd, dan zal de hartslagfrequentie van het programma op de Hartslagdisplay beginnen te flikkeren. Als u dat wilt, dan kunt u op de omhoogof omlaagtoetsen drukken onder de Hartslagdisplay om de doelhartslag te veranderen (raadpleeg INTENSITEIT VAN DE OEFENING op pagina 22). Aandacht: Dezelfde doelhartslag zal voor het hele programma worden gebruikt. Als u het tweede of derde hartslagprogramma heeft geselecteerd, dan zal de maximale doelhartslag van het programma beginnen te flikkeren op de Hartslagdisplay. Als u dat wilt, druk op de omhoog- en de omlaagtoetsen onder de Hartslagdisplay om de maximale doelhartslag te veranderen (raadpleeg INTENSITEIT VAN DE OEFENING op pagina 22). Aandacht: Als u de maximale doelhartslag bijstelt, dan wordt het intensiteitsniveau van het hele programma gewijzigd.
Pak de handgreep met polssensor vast of draag de optionele borstkassensor.
De doelhartslag Huidige Segment voor het eerste segment begint in de balk van het Huidig Segment op de display te knipperen. De doelhartslag voor de volgende segmenten wordt in de balken aan de rechterkant weergegeven.
19
Als er maar drie seconden van het eerste segment van het programma overblijven, begint de balk van het Huidig Segment en de balk rechts daarvan te knipperen. U zult verschillende pieptonen horen en alle doelhartslagfrequenties zullen één positie naar links verschuiven. De doelhartslag voor het tweede segment zal dan worden weergegeven in de knipperende balk van het Huidig Segment.
Beide hartslagprogramma’s—Tijdens uw oefensessie zal het bedieningspaneel regelmatig uw hartslag met de doelhartslag voor het huidige segment vergelijken. Als uw hartslag te ver onder of boven de doelhartslag ligt, dan zal de weerstand van de pedalen automatisch verhogen of verlagen om uw hartslag dichter bij uw doelhartslag te brengen.
Opmerking: Tijdens het programma, kunt u de weerstandsinstellingen voor het huidige segment handmatig wijzigen met de One-touch Weerstandstoetsen. Als het bedieningspaneel uw hartslag echter met de doelhartslag vergelijkt, dan zal de weerstand van de pedalen automatisch verhogen of verminderen om uw hartslag dichter bij de doelhartslaginstellingen te brengen.
Als het eerste segment eindigt, dan zal de tempoassistent u suggereren om het fietstempo aan te houden. Wanneer te “too slow” (te langzaam) indicator begint te branden dan moet u uw tempo wat verhogen. Wanneer de “too fast” (te snel) indicator begint te branden dan moet u uw tempo verlagen. Houd uw tempo aan wanneer de middelste indicator begint te branden.
6 7
Belangrijk: De doelhartslaginstellingen zijn slechts bedoeld als motivatie. Zorg ervoor dat U in een tempo oefent die U aangenaam is.
20
Als u enkele seconden stopt met fietsen, dan zult u een pieptoon horen en het programma zal worden onderbroken. Om het programma opnieuw te starten, moet u gewoon opnieuw beginnen fietsen. Volg uw vorderingen op de displays. Zie stap 5 op pagina 15.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan wanneer u stopt met oefenen. Zie stap 7 op pagina 16.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
HOE DE DRIJFRIEM BIJ TE STELLEN
Bekijk de onderdelen van de elliptische crosstrainer regelmatig en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Verwijder eerst de twee M6 x 16mm Schroeven met Ronde Kop (49) van de linker Pedaalschijf (5). Zonder de Pedaalschijf te verwijderen, draai de schijf opzij.
Om de elliptische trainer schoon te maken, gebruik een vochtig doek en een kleine hoeveelheid zachte zeep. Zorg ervoor dat de rollen en het spoor voor de rollen regelmatig wordt schoongemaakt. Belangrijk: Houd vloeistoffen weg bij het bedieningspaneel. Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
Zoek dan de M10 Kraagmoer (95). Draai de Kraagmoer tegen de klok in totdat de pedalen niet meer slippen. Maak de Pedaalschijf (5) opnieuw vast.
POLSSENSOR OPLOSSEN
Opmerking: Het kan zijn dat het bedieningspaneel de juiste meting van de hartslag niet kan aangeven als u de borstkast-sensor gebruikt en u zich vasthoudt aan de handgrepen met polssensor.
5
Als de borstkas-sensor niet goed werkt of als de weergegeven hartslag te hoog of te laag is, raadpleeg PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOSSEN op pagina 11.
49
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet weergeeft als u de handsensoren vasthoudt of als de weergegeven hartslag te hoog of te laag is, raadpleeg stap 6 op pagina 15.
95
HOE DE ELLIPTISCHE TRAINER TE NIVELLEREN Als de elliptische trainer wat wiebelt tijdens het gebruik, raadpleeg dan HOE DE ELLIPTISCHE CROSSTRAINER TE GEBRUIKENN op pagina 13.
21
RICHTLIJNEN VOOR DE CONDITIE
de eerste paar minuten begint uw lichaam vet als energie te verbruiken. Stel, als uw doel is vet verbranden, de intensiteit van uw oefening bij zodat uw hartslag tussen het laagste getal en het middelste getal van uw training zone ligt.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het middelste getal van uw trainingszone ligt.
De polssensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De polssensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslagmeting.
Aerobic Oefening
Uw oefening moet “aerobic” zijn als het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze activiteit vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een grotere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof te voorzien. Stel de intensiteit van uw oefening bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
De volgende richtlijnen zullen u helpen bij het plannen van uw oefenprogramma. Vergeet niet dat een goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor optimale resultaten. INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is vet te verbranden of uw cardiovasculair systeem te verbeteren dan is de juiste oefen intensiteit het middel om de gewenste resultaten te bereiken. U kunt de juiste intensiteit bepalen door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet verbranding en voor een cadiovasculaire (aerobic) oefening.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderdelen bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarmfase van 5 à 10 minuten door spieren te strekken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening verhoogt uw lichaamstemperatuur, uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 30 minuten vol. Aandacht: beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten.
Zoek om uw juiste hartslag te vinden eerst naar uw leeftijd aan de onderkant van de kaart (leeftijd per 10 jaar afgerond). Vindt vervolgens de drie cijfers boven uw leeftijd. De drie cijfers geven uw "training zone" aan. Het laagste getal is de aanbevolen hartslag om vet te verbranden. Het middelste getal is de aanbevolen hartslag voor maximaal vet verbruik, en het hoogste getal is aanbevolen voor een aerobic oefening.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 minuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen na de oefening. OEFENFREQUENTIE
Vetverbranding
Om effectief vet te verbranden moet U gedurende langere tijd op een relatieve lage intensiteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw lichaam makkelijk bereikbare koolhydraten. Pas na
22
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet u 3 keer per week oefenen met minstens één dag rust tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te oefenen.
VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN
De juiste houding voor de strekoefeningen is hier rechts getoond. Strek u langzaam, vermijdt krachtige inspanning.
1
1. Tenen aanraken
Sta met uw knieën lichtjes gebogen en buig uw lichaam vanuit uw heupen naar voren. Ontspan uw rug en schouders zo veel mogelijk en reik zover mogelijk naar uw tenen toe. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees, achterkant van knieen en rug.
2
2. Kniepees strekken
Zit met één been gestrekt. Trek uw andere voet naar u toe en leg deze tegen de binnenkant van het gestrekte been. Reik zover mogelijk naar uw tenen. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,onderrug en lies. 3. Kuit/achillespees strekken
Leun met het ene been voor het andere, naar voren en plaats uw handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw achterste voet plat op de grond. Buig uw voorste been, leun naar voren en duw uw heupen naar de muur toe. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Om uw achillespees verder te strekken, buig ook uw achterste been. Spieren: kuiten, achillespees en enkels.
3 4
4. Dijspier strekken
Pak met één hand tegen de muur voor evenwicht, uw voet met uw andere hand vast. Breng uw voet zo ver mogelijk tegen uw zitvalk aan. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Spieren: dijspier en heupspieren. 5. Binnendij strekken
Zit met de voetzolen tegen elkaar en knieën naar buiten gebogen. Haal uw voeten zover mogelijk naar uw lies toe. Herhaal dit 3 keer. Spieren: dijspier en heupspieren.
23
5
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NTEVEL2086.0 Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
Aantal 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 4 1 1 2 2 2 10 1 1 4 2 1 1 4 1 2 10 4 5 4 2 2 4 4 12 1 1 2 4 8 4 8 2
Beschrijving
Nr.
Aantal
88 89 90 91 92 93 94 95 96 # # #
4 3 4 12 2 2 2 1 4 1 3 2
51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87
Onderstel Staander Spoor Spooronderstel Pedaalschijf Linker Zijschild Rechter Zijschild Stabilisator Crank Tussenstuk van de Krukas Rechter Spoorarm Linker Spoorarm Rechter Pedaalbeen Linker Pedaalbeen Drijfriem As van de Armhendel Verlengstuk voor de Armhendel M8 Kleine Tussenring Linker Armhendel Rechter Armhendel Pedaal Transportwiel Schuimrubber Armhendel Plastic Inzetstuk Katrol Houder voor de Waterfles 6mm Tussenstuk Klemschroef Spanrol Generator Wiel Controlboord Handgreep met Hartslagsensor Lagerhouder Kapje Stelpoot M6 Veerring M10 x 116mm Draagbout Armhendel Kapje Spoorschroef Askapje Lager Houder voor de Controller Korte Tussenstuk van de Krukas Borgring Wielbus M4 x 16mm Schroef M10 x 25mm Nylon Schroef M6 x 16mm Schroef met Ronde Kop M8 x 56mm Schroef met Ronde Kop
4 8 2 14 4 4 2 4 20 8 2 2 8 4 2 4 14 1 12 2 1 11 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 20 4 2
Beschrijving
R0107A
Schroef van de Krukas Afstandsstukje M6 x 12mm Schroef met Ronde Kop M10 x 13mm Schroef met Ronde Kop 7mm Tussenstuk M8 x 19mm Schroef met Ronde Kop M4 x 19mm Schroef M8 x 38mm Schroef met Ronde Kop M5 x 16mm Schroef 16mm Tussenstuk M8 x 48mm Bout 3mm Tussenstuk Huls voor het Pedaal Tussenstuk voor het Lange Zijschild Inbussleutel Drukring M10 Tussenring Batterijpakket M8 Tussenring M10 Nylon Klemmoer Spanningsbout M8 Nylon Borgmoer Tussenstuk voor het Korte Zijschild Display van het Bedieningspaneel Bedieningspaneel Pulsjumperdraad Bovenste Draadharnas Onderste Draadharnas Draadharnas voor de Controller Geaarde Draad Generatorwikkelingsdraad Draad van de Elektromagneet Linker Krukasarm Rechter Krukasarm M10 Veerring M8 Veerring M10 x 123mm Schroef met Ronde Kop Gegolfde Tussenring Gelast Tussenstuk Kleine Lagerhouder Kleine Lager M8 x 55mm Bout Set Bout van het Wiel M10 x 65mm Bout Set M10 Kraagmoer M6 Tussenring Gebruiksaanwijzing Inbussleutel Smeer
Opmerking: # betekent onderdeel niet getoond. Specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen.
24
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen: • het MODELNUMMER van het product (NTEVEL2086.0)
• de NAAM van het product (NordicTrack XLT 1200 elliptische trainer)
• het SERIENUMMER van het product (zie de kaft van de handleiding)
• het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING (zie de pagina 24–27.)
Onderdeel Nr. 249962 R0107A
In China gedrukt © 2007 ICON IP, Inc.
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. NTEVEL2086.0 74
57
75
26 47 47 47
47
2
47
24
33
34
33
70
69
71
22 46 46
50
70
36
35
27
24
37
96
30
72
95 72 69 69 27
22 46 46 8
52
43
47
27
69
50
27
35
40
4
47
52
78 79
80
81
24
82
1
40
3
85 87
32
76
77
24
52
52
24
24
96
68
85
49 37
48
85
45 85 48
45
16
42 85
42 34
38
29
R0107A
15
40
87
35
3
36
35
25
40
36
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. NTEVEL2086.0 49
5
59
59
64
59
6
59
49
59
59
59 53
73 64
5
7
53
59
26
R0107A
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. NTEVEL2086.0 39
39 19
41 18 56
88 66
42
34
34
58
55 69 92
55
41 18 56
88 66
69
42
42
34
65
61 72
34
61
28
72
10
51 86
28 44
42
51 89
34
34
42
89
89
42
34
42
72
72
84
20
23
42
17
92
23
65
25
9
42
66 88
92
18
69
55
90
90
55
91
60 60
63
63
93
69
60
91
27
21
13
63 72
69
91
62
60 31
69
93 91
72
91
91 31
67
60
91 31 54
85 54
21
54 94
94 69
56
94
14
63
41
18
94
91
90
34
88
92
11
86
91
69
91
90 91
66
17
83
12
58
56
41
R0107A
91 62
67 31
60
85 54
67 85 54