INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Het EMN is opgezet bij Raadsbeschikking 2008/381/EG van 14 mei 2008 en wordt financieel ondersteund door de Europese Commissie.
Het Europees Migratienetwerk (EMN) is door de Raad van de Europese Unie opgericht. Het EMN verzamelt actuele, objectieve, betrouwbare en waar mogelijk vergelijkbare informatie over migratie en asiel. Het EMN publiceert rapporten over uiteenlopende onderwerpen op het gebied van asiel en migratie. De oprichting van het EMN past in het streven van de EU om te komen tot een effectief asiel- en migratiebeleid in de EU. www.emnnetherlands.nl
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland d
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland Maart 2013
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Colofon Titel Auteurs
2
Mobiliteit van derdelanders binnen de EU De situatie in Nederland drs. A.C. van der Wolff wetenschappelijk medewerker D. Diepenhorst MSc wetenschappelijk medewerker T 070 779 41 63 F 070 779 43 97
[email protected] Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Directie Uitvoeringsstrategie en Advies (DUSA) IND Informatie- en Analysecentrum (INDIAC) Nederlands nationaal contactpunt voor het Europees Migratienetwerk Dr. H. Colijnlaan 341 | 2283 XL Rijswijk Postbus 5800 | 2280 HV Rijswijk
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
INHOUD Lijst van tabellen en figuren Afkortingenlijst
4 5
1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.2.9
Inleiding Definities Het nationaal juridisch kader: visa en verblijfsvergunningen Langdurig ingezetenen in een andere lidstaat Houders van een EU Blue Card Onderzoekers Studenten Grensoverschrijdende dienstverleners Grensarbeiders Seizoenarbeiders Werknemers in gereglementeerde beroepen Kennismigranten
7 8 9 11 11 12 12 12 13 13 13 13
2 2.1. 2.2. 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9
Omvang en reikwijdte van het fenomeen Statistieken over de totale arbeidsgerelateerde mobiliteit Administratieve registraties over specifieke groepen mobiele derdelanders Langdurig ingezetenen uit een andere lidstaat Houders van een EU Blue Card Onderzoekers Studenten Grensoverschrijdende dienstverleners Grensarbeiders Seizoenarbeiders Werknemers in gereglementeerde beroepen Andere categorieën
15 16 20 20 20 20 21 21 21 21 21 22
3 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.
Mogelijke belemmeringen van de mobiliteit van derdelanders Toegang tot de arbeidsmarkt Minimumloon Financiële eisen bij arbeid als zelfstandige Erkenning van titels en diploma’s Toegang tot de sociale zekerheid
23 23 23 23 24 24
4
Conclusie
25
Bijlage 1: Schematische vergelijking van verblijfsvoorwaarden
27
Bijlage 2: Tabellen
31
3
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN Tabel 1 Tabel 2 Tabel 3 Tabel 4 Tabel 5 Tabel 6 Tabel 7 Tabel 8 Tabel 9 Tabel 10 Tabel 11 Tabel 12 Tabel 13
Figuur 1 Figuur 2
4
Tabellen Vreemdelingen met onbekende nationaliteit Totale mobiliteit naar nationaliteitsgroep Totale mobiliteit naar Nederland, voor arbeid/studie, naar nationaliteitsgroep Top 5 mobiliteit derdelanders naar Nederland, voor arbeid/studie Top 5 mobiliteit EU-burgers naar Nederland, voor arbeid/studie Notificaties in alle sectoren Top 5 mobiliteit derdelanders naar Nederland naar leeftijd en geslacht, voor arbeid/studie Top 5 mobiliteit EU-burgers naar Nederland naar leeftijd en geslacht, voor arbeid/studie Totale mobiliteit naar Nederland, voor arbeid of studie naar leeftijd en geslacht Landen van voorafgaand verblijf, bij mobiliteit naar Nederland voor arbeid/studie Landen van bestemming, bij mobiliteit vanuit Nederland Top 5 mobiliteit derdelanders vanuit Nederland Top 5 mobiliteit EU-burgers vanuit Nederland Figuren Mobiliteit derdelanders naar Nederland, voor arbeid/studie, 2007-2011 Mobiliteit EU-burgers naar Nederland, voor arbeid/studie, 2007-2011
15 17 17 18 19 21 31 33 35 36 37 38 38
18 19
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
ABRvS BSN CBS DUSA EER EFTA EMN EU GBA IND INDIAC INDIS MVV NCP SZW Twv UWV Vc VK VV
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Afkortingenlijst Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Burger Service Nummer Centraal Bureau voor de Statistiek Directie Uitvoeringsstrategie en Advies Europese Economische Ruimte European Free Trade Association Europees Migratienetwerk Europese Unie Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens Immigratie- en Naturalisatiedienst Immigratie- en Naturalisatiedienst Informatie- en Analysecentrum Immigratie- en Naturalisatiedienst Informatie Systeem Machtiging tot Voorlopig Verblijf Nationaal Contactpunt Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tewerkstellingsvergunning Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen Vreemdelingencirculaire Verenigd Koninkrijk Voorschrift Vreemdelingen
5
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
6
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
1
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
INLEIDING
Dit rapport is geschreven in opdracht van het Europees Migratienetwerk (EMN).1 In het EMN, dat is opgericht op initiatief van de Europese Commissie, wordt informatie over migratie en asiel verzameld en geanalyseerd. Ieder nationaal contactpunt (NCP) van het EMN heeft in dit kader in 2012 een nationaal rapport opgesteld over “Mobiliteit van derdelanders binnen de EU”. De onderzoeksspecificaties hiervoor zijn op Europees niveau vastgesteld. Als nationaal contactpunt voor het EMN in Nederland is het Informatie- en Analysecentrum (INDIAC) van de Directie Uitvoeringsstrategie en Advies van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verantwoordelijk voor het Nederlandse rapport. Op basis van dit rapport en de rapporten uitgebracht door de overige lidstaten stelt het EMN een EU-breed vergelijkend rapport op. Input voor het rapport is geleverd door de afdeling Uitvoeringsadvies van de IND, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het onderzoek is begeleid door een klankbordgroep bestaande uit medewerkers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Directie Migratiebeleid (Ministerie van Veiligheid en Justitie), het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Universiteit van Amsterdam en de IND. Het EMN wil met dit rapport het terrein van de arbeidsgerelateerde mobiliteit van derdelanders binnen de EU in kaart brengen, in voorbereiding op een door de Europese Commissie geplande publieke consultatie over arbeidsmigratie. Ook moet deze studie bijdragen aan een kritische analyse van bepaalde veronderstellingen die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het EU-acquis. Daarbij horen onder andere de overtuiging dat alleen hoog gekwalificeerde derdelanders mobiel zijn en het beeld dat derdelanders mobieler zijn dan EU-burgers.2 In de Nederlandse pers verscheen in oktober 2012 een artikel waarin wordt gesuggereerd dat in de Randstad steeds vaker Zuid-Amerikaanse werksters opduiken, die vóór de crisis naar Spanje waren gemigreerd om er te werken in de schoonmaak en de horeca. Door de crisis raakten ze daar hun baan kwijt, waarna zij voor een deel hun heil in het noorden van de EU zochten.3 Dit zou een duidelijk voorbeeld van mobiliteit binnen de EU kunnen zijn. Het is interessant om te bezien of dit beeld wordt ondersteund door de gegevens die in deze studie zijn verzameld. In dit rapport wordt gefocussed op legale arbeidsgerelateerde mobiliteit binnen de EU. Illegale arbeidsgerelateerde migratie wordt buiten beschouwing gelaten, evenals integratieaspecten van de mobiliteit binnen de EU. Als vergelijkingsgroep wordt wel gekeken naar de mobiliteit van EU-burgers.
1
Dit rapport is een bewerking van de bijdrage van het Nederlands nationaal contactpunt aan het EMN rapport. De oorspronkelijke bijdrage is in de vorm van een questionnaire. Deze is te vinden op www.emneuropa.eu in de rubriek EMN studies.
2
Intra EU Mobility of third-country nationals. Common Template, Final: 17th October 2012, pag. 2 .Te vinden op www.emneuropa.eu in de rubriek EMN studies
3
“De werkster komt steeds vaker uit Latijns-Amerika”, Volkskrant, 23-10-2012.
7
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
1.1
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Definities
Een aantal belangrijke termen die in dit rapport worden gebruikt, zijn in de onderzoeksopzet als volgt gedefinieerd.4 Derdelander verwijst naar een persoon die geen burger van de Europese Unie is in de zin van artikel 20, lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en die geen recht heeft op vrijheid van verkeer in de zin van artikel 2, lid 5 van de Schengengrenscode. Dus iedereen die geen onderdaan is van een EU-lidstaat of van een van de EFTA-landen (Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). Mobiliteit binnen de EU verwijst naar de bewegingen van de ene (lid)staat naar een andere (lid)staat, normaal gesproken voor verblijf langer dan drie maanden in de andere (lid)staat en hoofdzakelijk met het doel om arbeid te verrichten.5 Langdurig ingezetene: iedere onderdaan van een derde land met de status van langdurig ingezetene als bedoeld in artikel 4 tot en met 7 van Richtlijn 2003/109/EG. Een familielid is over het algemeen een persoon die getrouwd is met een migrant, of die met een migrant een relatie heeft die wettelijk erkend is als gelijkwaardig aan het huwelijk. Ook hun ten laste komende kinderen en andere afhankelijke personen die erkend zijn als leden van het gezin door de toepasselijke wetgeving vallen onder deze definitie. Houder van een EU Blue Card verwijst naar een derdelander die in het bezit is van een vergunning met de vermelding EU Blue Card, welke hem/haar recht geeft op het grondgebied van een lidstaat te verblijven en te werken.6 Een student is een derdelander die is toegelaten door een instelling voor hoger onderwijs en toegelaten tot het grondgebied van een lidstaat om als hoofdactiviteit een voltijd studie te volgen die opleidt tot een diploma hoger onderwijs, erkend door de lidstaat. Hieronder wordt ook gerekend een diploma, titel of doctoraal niveau aan een instelling voor hoger onderwijs, die als voorbereidende cursus vooraf kan gaan aan dergelijk onderwijs, in overeenstemming met de nationale wetgeving. Onderzoeker verwijst naar een derdelander die houder is van een passend diploma van hoger onderwijs, dat toegang geeft tot doctoraalprogramma’s, die wordt geselecteerd door een onderzoeksorganisatie voor het uitvoeren van een onderzoeksproject waarvoor dat diploma doorgaans vereist is.
4
Indien niet anders aangegeven zijn de definities ontleend aan EMN Glossary 2.0 http://www.emnnetherlands.nl/EMN_rapporten
8
5
EMN Intra-EU mobility study Advisory Group
6
Richtlijn 2009/50/EG van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Grensoverschrijdende dienstverleners zijn werknemers die gedurende een beperkte periode, hun werk uitvoeren op het grondgebied van een andere lidstaat dan de lidstaat waar zij gewoonlijk werken.7 Grensarbeider is iemand die werkzaam is in een (lid)staat, maar woont in een andere (lid)staat, waarnaar hij op zijn minst eenmaal per week terugkeert.8 Grensarbeiders die wonen buiten de EU/EER vallen buiten deze studie, ook als ze binnen de EU/EER werken. Seizoenarbeider is een derdelander die zijn woonplaats heeft in een derde land, maar tewerk wordt gesteld in een activiteit die afhankelijk is van het ritme van de seizoenen op het grondgebied van een lidstaat op basis van een contract voor een bepaalde periode en voor specifieke werkzaamheden.
1.2
Het nationaal juridisch kader: visa en verblijfsvergunningen
De onderzoeksopzet voor deze studie spitst zich toe op arbeidsgerelateerde mobiliteit: naast herkenbare verblijfsdoelen binnen de sfeer van arbeid wordt ook gekeken naar de mobiliteit van studenten binnen de EU. Nederland kent geen aparte regels en/of procedures die van toepassing zijn op alle mobiele derdelanders. In dit rapport wordt alleen ingegaan op de voorwaarden voor verblijf van vreemdelingen die langer dan drie maanden in Nederland willen verblijven. De (belangrijkste) algemene toelatingsvoorwaarden voor derdelanders (niet EU of EFTA) die vanuit een andere lidstaat naar Nederland komen om arbeid te verrichten of om te studeren en die niet onder een van de in deze sectie te bespreken richtlijnen vallen, zijn de volgende: De vreemdeling moet in het bezit zijn van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf voor het doel waarvoor hij een verblijfsvergunning wil hebben.9 Hij moet een geldig document voor grensoverschrijding hebben en mag geen gevaar vormen voor de openbare orde of nationale veiligheid. Voor de aanvraag zijn leges verschuldigd. Als hij arbeid in loondienst wil verrichten moet zijn werkgever beschikken over een tewerkstellingsvergunning (Twv) voor de werkzaamheden die betrokkene gaat verrichten. Als de vreemdeling als zelfstandige wil gaan werken moet hij met zijn werkzaamheden een wezenlijk Nederlands belang dienen. Ook moet de vreemdeling kunnen aantonen met die werkzaamheden duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan te verwerven.10 Indien het verrichten van arbeid als kennismigrant wordt beoogd geldt een salariscriterium van € 51.239 (en voor kennismigranten jonger dan 30 jaar € 37.575).11
7
Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten
8 9
Eurofound De machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) is een visum voor lang verblijf. De verplichting om in het bezit te zijn van een mvv geldt niet voor burgers van de EU, de EFTA, Australië, Canada, Japan, Monaco, Nieuw-Zeeland, Vaticaanstad, Verenigde Staten en Zuid-Korea (bijlage 2 behorend bij art. 2.2 VV).
10 Het te verdienen bedrag is afhankelijk van de gezinssamenstelling en gerelateerd aan het wettelijk minimumloon, dat ieder half jaar geïndexeerd wordt. 11 Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. De genoemde bedragen gelden voor 2012.
9
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Studenten moeten een voltijds opleiding volgen, ingeschreven zijn bij een in Nederland gevestigde onderwijsinstelling die bij Ministeriële regeling is aangewezen en een verklaring van tijdelijk verlijf ondertekenen. Zij moeten over voldoende middelen van bestaan beschikken en de referent moet een garantverklaring ondertekenen. Naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU zijn de legestarieven voor langdurig ingezeten derdelanders per 26 april 2012 verlaagd tot € 130.12 Met ingang van medio januari 2013 is opnieuw een aantal tarieven aangepast.13 De legestarieven zullen in dit rapport niet verder worden besproken. In deze paragraaf wordt niet ingegaan op de afwijkende voorwaarden die kunnen gelden voor Turkse onderdanen op grond van de standstill-bepaling in het Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en Turkije.14 Het verblijfsrecht van een EU-burger ontstaat en vervalt van rechtswege. Aan verblijf van langer dan drie maanden zijn voor de EU-burger wel voorwaarden verbonden: Zij moeten beschikken over een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort waaruit hun nationaliteit blijkt. Werknemers en zelfstandigen hebben verblijfsrecht indien zij reële en daadwerkelijke arbeid verrichten. Economisch niet-actieve EU-burgers (waaronder studenten) moeten over een ziektekostenverzekering en over voldoende bestaansmiddelen beschikken, om te voorkomen dat zij ten laste komen van het sociale bijstandsstelsel. Studenten moeten ook zijn ingeschreven bij een onderwijsinstelling en verschaffen zekerheid over toereikende bestaansmiddelen middels een verklaring.15 EU-burgers zijn verplicht zich na drie maanden te registreren bij de IND. Hieraan zijn geen kosten verbonden. Indien het persoonlijk gedrag van de EU-burger een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving kan het verblijfsrecht worden beëindigd en de EU-burger ongewenst worden verklaard.16 Het vrije verkeer van personen is met ingang van 1 januari 2007 volledig van toepassing op onderdanen van Bulgarije en Roemenië, uitgezonderd de toegang tot de arbeidsmarkt (tot 1 januari 2014). Dit houdt in dat werkgevers voor werkzaamheden die door Roemenen en Bulgaren worden verricht moeten beschikken over een Twv. Nadat onderdanen van deze lidstaten voor een ononderbroken periode van twaalf maanden tot de Nederlandse arbeidsmarkt zijn toegelaten, genieten zij dezelfde rechten als de overige EU-burgers. Voor zover de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, wordt de afwijkende regelgeving in de onderstaande paragrafen opgenomen. Per categorie biedt Bijlage 1 een beknopt schematisch overzicht van de toelatingsvoorwaarden.
12 Kamerstukken II 2011-2012, 30573, nr. 108 (brief). 13 Kamerstukken I 2012-2013, 31549, nr. K (verslag schriftelijk overleg). 14 Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en Turkije art. 41 lid 1 en Besluit 1/80 art. 13. Het aantal Turkse migranten dat jaarlijks vanuit EU/EFTA naar Nederland komt varieerde in de periode 2007-2011 van 33 tot 50 per jaar. 15 Vc B10 4.2
10
16 Vc B10
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Categorieën derdelanders die het recht op mobiliteit genieten op grond van de EUrichtlijnen: 1.2.1 Langdurig ingezetenen in een andere lidstaat Houders van een vergunning als langdurig ingezeten derdelander in een van de andere lidstaten mogen vrij naar Nederland reizen om hier een verblijfsvergunning aan te vragen. Zij hoeven dus niet in het bezit te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf. Wel moeten ze hun verblijfsstatus in een andere lidstaat kunnen aantonen. Daarnaast is de toets voor de openbare orde soepeler dan normaal bij derdelanders, maar minder soepel dan voor EU-burgers. De voorwaarden voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor houders van een vergunning als langdurig ingezetene in een andere lidstaat zijn ook op specifieke punten soepeler dan voor derdelanders die niet in het bezit zijn van een dergelijke vergunning. Zo hoeft een langdurig ingezetene die arbeid in loondienst gaat verrichten alleen de eerste 12 maanden te beschikken over een Twv (normaal 36 maanden) en bij langdurig ingezetenen die arbeid als zelfstandige willen verrichten wordt niet getoetst of met de onderneming een wezenlijk Nederlands belang wordt gediend. In tegenstelling tot overige studenten hoeven studenten die houder zijn van een vergunning als langdurig ingezetene in een andere lidstaat geen voltijdstudie te volgen en evenmin een verklaring van tijdelijk verblijf te ondertekenen.17 Aan langdurig ingezeten derdelanders mogen integratievoorwaarden worden gesteld, maar alleen als zij nog niet aan integratievoorwaarden hebben moeten voldoen om de status van langdurig ingezetene te verwerven in de eerste lidstaat. EU-burgers komen niet in aanmerking voor een status als langdurig ingezeten derdelander. De voorwaarden voor verblijf van economisch actieve EU-burgers in Nederland zijn op hoofdlijnen beschreven in de inleiding van deze paragraaf. Iedere burger van de Unie die gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar legaal in Nederland heeft verbleven, heeft duurzaam verblijfsrecht in Nederland.18 Het duurzame verblijfsrecht komt onder omstandigheden (o.a. pensionering, vervroegde uittreding en blijvende arbeidsongeschiktheid) ook toe aan burgers van de Unie die nog geen ononderbroken periode van vijf jaar in Nederland hebben verbleven.19 1.2.2 Houders van een EU Blue Card Derdelanders die in het bezit zijn van een EU Blue Card van een andere lidstaat, en een aanvraag voor een Blue Card doen in Nederland, hoeven, als ze al ten minste 18 maanden in het bezit zijn van de Blue Card, voor hun komst naar Nederland niet in het bezit te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf. Voor het overige gelden dezelfde voorwaarden als voor derdelanders die een Blue Card aanvragen vanuit een land buiten de EU.20 Indien houders van een EU Blue Card in een andere lidstaat verblijf in Nederland vragen voor een ander verblijfsdoel dienen zij aan de normale voorwaarden voor de gevraagde verblijfsvergunning te voldoen. Blue Card-houders mogen, om de status van langdurig ingezetene aan te vragen, de perioden van verblijf in de verschillende Lidstaten (onder voorwaarden) bij elkaar optellen. 17 Vc B17, voor arbeid in combinatie met Vc B5 en voor studie in combinatie met Vc B6. 18 Vc B10 2.5.3 19 Vc B10 3.6 20 Vc B21
11
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
EU-burgers komen expliciet niet in aanmerking voor een Blue Card. Zij kunnen voor verblijf in Nederland gebruik maken van de mogelijkheden voor economisch actieve EU-burgers. 1.2.3 Onderzoekers Derdelanders die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning op grond van Richtlijn 2005/71/EG in een andere lidstaat en die een aanvraag voor eenzelfde vergunning doen in Nederland, hoeven voor hun komst naar Nederland niet in het bezit te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf. Voor het overige gelden dezelfde voorwaarden als voor derdelanders die eenzelfde vergunning aanvragen vanuit een land buiten de EU.21 EU-burgers kunnen voor verblijf in Nederland gebruik maken van de mogelijkheden voor economisch actieve EU-burgers. Er gelden geen specifieke regels voor onderzoekers. 1.2.4 Studenten Voor derdelanders die in Nederland verblijf willen om te studeren gelden geen afwijkende voorwaarden indien zij naar Nederland willen komen vanuit een lidstaat in plaats vanuit een land buiten de EU. De voorwaarden voor EU-burgers die in Nederland willen studeren zijn beschreven in de inleiding van dit hoofdstuk. 1.2.5 Grensoverschrijdende dienstverleners Voor grensoverschrijdende dienstverleners, die woonachtig zijn in een andere lidstaat, gelden grotendeels de voorwaarden die gelden voor derdelanders die arbeid in loondienst willen verrichten in Nederland. Als de werkgever is gevestigd buiten Nederland in een land waarvoor vrij verkeer van diensten geldt, het geen postbusonderneming betreft en de werkzaamheden van de werkgever geen uitzendarbeid betreffen, geldt als uitzondering dat zij niet in het bezit hoeven te zijn van een Twv. Een notificatie (melding via standaardformulier) van de werkgever bij UWV Werkbedrijf is in dit geval voldoende, mits de duur van de werkzaamheden de twee jaar niet overschrijdt.22 Indien bij controle achteraf (door de Inspectie SZW) blijkt dat toch sprake is van uitzendarbeid, dan kan aan zowel de uitlener als de inlener een bestuurlijke boete van (op dit moment) € 8000,- per illegaal tewerkgestelde derdelander worden opgelegd. Voor EU-burgers die als grensoverschrijdende dienstverlener in Nederland willen werken gelden de regels voor economisch actieve EU-burgers. Voor Roemenen en Bulgaren geldt in dit geval dat zij niet in het bezit hoeven te zijn van een Twv. Een notificatie van de werkgever bij UWV Werkbedrijf is voldoende, mits de werkgever is gevestigd buiten Nederland in een land waarvoor vrij verkeer van diensten geldt, het geen postbusonderneming betreft en de werkzaamheden van de werkgever geen uitzendarbeid betreffen. De hierboven genoemde bestuurlijke boete kan ook worden opgelegd aan uitlener en inlener van Roemenen en Bulgaren die achteraf toch uitzendarbeid blijken te verrichten.
21 Vc B1 4.1.1 onder i.
12
22 Vc B5 4.4
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Categorieën derdelanders die niet worden genoemd in het EU-acquis: 1.2.6 Grensarbeiders Derdelanders die als grensarbeiders in een buurland wonen en in Nederland komen werken hebben (mits zij ten minste één dag per week naar het betreffende buurland terugkeren) alleen een Twv en geen verblijfsvergunning of visum nodig. Dit geldt sinds 1 januari 2012 ook voor derdelanders die gezinslid zijn van een EU-burger, in een andere lidstaat wonen en in Nederland willen werken.23 Derdelanders die in Nederland wonen en in een van de buurlanden werken moeten in Nederland beschikken over een geldige verblijfsvergunning.24 Met uitzondering van Roemenen en Bulgaren hebben EU-burgers geen Twv nodig om arbeid in Nederland te mogen verrichten, ook niet als zij buiten Nederland wonen. Als de EU-burger in Nederland woont en buiten Nederland werkt zal hij veelal geen verblijf hebben als economisch actieve EU-burger, tenzij er sprake is van een arbeidsverhouding met een voldoende nauwe aanknoping met het Nederlands grondgebied.25 1.2.7 Seizoenarbeiders Nederland kent geen specifieke verblijfsvergunning of procedure voor het verrichten van seizoenarbeid langer dan drie maanden. Voor het verrichten van seizoenarbeid moet worden voldaan aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid in loondienst. Het maakt daarbij niet uit of de betreffende derdelander al dan niet verblijf heeft in een ander land van de EU. Ook voor EU-burgers gelden geen afwijkende voorwaarden voor seizoenarbeid. Voor EU-burgers die seizoenarbeid willen verrichten gelden de regels voor economisch actieve EU-burgers.26 1.2.8 Werknemers in gereglementeerde beroepen Voor werknemers in gereglementeerde beroepen27 gelden geen afwijkende voorwaarden voor een verblijfsvergunning. Voor de uitoefening van hun specifieke beroep zullen zij aan de voor dat beroep geldende voorwaarden moeten voldoen. 1.2.9 Kennismigranten Nederland kent een aparte verblijfsvergunning voor kennismigranten. Voor toelating op grond van de kennismigrantenregeling geldt enkel een salariscriterium van minimaal € 51.239 en voor kennismigranten jonger dan 30 jaar € 37.575 (situatie 2012). Het loon moet marktconform zijn, dat wil zeggen vergelijkbaar met wat Nederlanders in 23 Staatscourant 2011, nr. 5302/ Vc B10 5.2.2 24 Vc B5 4.7.2 25 Vc B10 3.4 26 In de inleiding van hoofdstuk 1 is aangegeven dat Roemenen en Bulgaren tot 1 januari 2014 voor het verrichten van arbeid in Nederland in het bezit moeten zijn van een Twv. De afgelopen twee jaar is er discussie geweest over de uitleg van de standstill-bepaling in de Toetredingsverdragen van genoemde landen. Rechtbanken kwamen tot het oordeel dat een verscherpte uitvoering- of handhavingpraktijk (weigeren Twv omdat er meer prioriteit genietend aanbod is) in strijd is met genoemde standstill-bepaling. Tegen deze uitspraken heeft de Staat hoger beroep aangetekend. 27 Een gereglementeerd beroep of beschermd beroep is een beroep dat alleen mag worden uitgeoefend door iemand die daarvoor toestemming heeft gekregen door een bevoegde autoriteit. Gereglementeerde beroepen in bijvoorbeeld de medische sector zijn apotheker, arts, dierenarts, fysiotherapeut etc. Maar ook architect is een voorbeeld van een beschermd beroep. Zie www.nuffic.nl
13
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
een vergelijkbaar beroep onder normale arbeidstijden verdienen. Bij mobiliteit binnen de EU gelden echter dezelfde voorwaarden als bij migratie van buiten de EU. Voor EU-burgers die zich als kennismigrant in Nederland willen vestigen gelden de algemene toelatingsvoorwaarden voor economisch actieve EU-burgers zoals vermeld in de inleiding van dit hoofdstuk.
14
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
2
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
OMVANG EN REIKWIJDTE VAN HET FENOMEEN
In Nederland kunnen de statistische gegevens over mobiliteit van derdelanders binnen de EU die met een verblijfsdoel arbeid of studie naar Nederland komen niet rechtstreeks aan één databestand worden ontleend. Door de koppeling van databestanden kan echter wel een beeld van deze mobiliteit worden gevormd. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft voor dit rapport het databestand INDIS van de IND gekoppeld aan de gegevens van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA).28 In het databestand van de IND ontbreken gegevens over het land waar de vreemdeling bestendig verblijf had voor hij naar Nederland kwam, terwijl in de GBA geen gegevens over het verblijfsdoel van de vreemdeling worden bijgehouden. Doordat in beide bestanden de vreemdeling herkenbaar is aan een uniek burgerservicenummer (BSN) ontstaat bij koppeling een beeld van de onderzochte mobiliteit. Bij de statistieken die op deze manier kunnen worden samengesteld moet een aantal opmerkingen worden gemaakt voor een juiste interpretatie en in verband met beperkingen in de vergelijkbaarheid. In dit rapport wordt mobiliteit binnen de EU gedefinieerd als bewegingen tussen twee lidstaten voor een verblijf voor langer dan 3 maanden.29 Inschrijving in de GBA vindt echter pas plaats bij een verblijf langer dan vier maanden: indien een vreemdeling van plan is langer dan vier maanden in Nederland te verblijven, moet hij zich binnen 5 dagen inschrijven in de GBA. De gehanteerde definities sluiten dus niet helemaal op elkaar aan. In de GBA wordt wel bijgehouden naar welk land een derdelander vertrekt, maar er vindt geen registratie plaats van het beoogde verblijfsdoel in het land van bestemming. Binnen de statistiek van vertrek uit Nederland kan dus alleen een totaal worden gegeven van de mobiliteit, maar kan geen beeld worden gegeven van het deel hiervan dat arbeidsgerelateerd is. Vreemdelingen moeten voor hun inschrijving in de GBA hun nationaliteit aantonen door overlegging van een nationaliteitsverklaring, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het land waarvan zij onderdaan zijn. Het overleggen van een paspoort is hiervoor niet voldoende. Een deel van de vreemdelingen beschikt bij inschrijving niet over de benodigde verklaring en wordt daarom ingeschreven met het label “onbekende nationaliteit”. Binnen het totaalbeeld (EU, EFTA en derdelanders) van de arbeidsgerelateerde mobiliteit binnen de EU gaat het om een relatief kleine groep: Tabel 1
Vreemdelingen met onbekende nationaliteit
Bron:CBS
28 De Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) is in Nederland de benaming voor de boekhouding van bepaalde gegevens die iedere Nederlandse gemeente bijhoudt omtrent alle personen die in de gemeente gevestigd zijn of waren. 29 Zie paragraaf 1.1. Definities
15
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Omdat van deze groep de nationaliteit niet bekend is, kunnen deze personen niet worden ondergebracht in een van de gebruikte categorieën in de overzichten in dit rapport. Als het geboorteland van de betreffende vreemdelingen een indicatie zou zijn voor hun nationaliteit, zou ongeveer de helft bestaan uit derdelanders en de andere helft uit EU-burgers. In de statistieken is deze groep echter buiten beschouwing gelaten. De categorie grensarbeiders is met de gebruikte databestanden niet in kaart te brengen. Derdelanders die als grensarbeiders in een buurland wonen en in Nederland komen werken hebben alleen een Twv nodig en worden niet geregistreerd bij de IND of in de GBA en zijn niet zichtbaar in hun statistieken. Derdelanders die in Nederland wonen en in een van de buurlanden werken zullen weliswaar een verblijfsvergunning in Nederland hebben, maar zijn in de bestanden van de IND en de GBA niet als grensarbeider geregistreerd. Bij het samenstellen van de statistieken is uitgegaan van het bij de IND geregistreerde verblijfsdoel (arbeid of studie). Hierdoor blijven vreemdelingen die zijn toegelaten als gezinsmigrant, maar die wel gaan werken buiten de gepresenteerde cijfers. Waar in de diverse overzichten wordt gesproken over arbeid, is dit een cumulatie van alle verblijfsvergunningen die door de IND zijn verstrekt voor eerste toelating in Nederland en waarvan het verblijfsdoel een vorm van arbeid betreft. Voor EU-burgers gaat het om het totaal aantal meldingen dat met een verblijfsdoel van een vorm van arbeid is gedaan. Voor derdelanders zijn alleen de kennismigranten als afzonderlijke categorie benoemd. Het gaat bij de beschreven mobiliteit om vreemdelingen in de leeftijdscategorie 15 tot en met 64 jaar. Eerdere vergelijking door het CBS van de gegevens in de GBA en Polisadministratie30 leidt tot de conclusie dat niet alle EU-burgers die in Nederland werken zich ook melden bij de GBA. Mogelijk gaat het hier (voor een deel) om grensarbeiders. Hierbij moet ook opgemerkt worden dat een aanzienlijk deel van de EU-onderdanen korter dan vier maanden in Nederland verblijft (en werkt) en zich dus niet in de GBA hoeft in te schrijven en/of bij de IND hoeft te laten registreren. Nederlanders die vanuit een EU-lidstaat terugkeren naar Nederland zijn buiten de statistieken gehouden, omdat van hen geen motief voor terugkeer bekend is. Zij zijn evenmin opgenomen in de mobiliteit vanuit Nederland.
2.1.
Statistieken over de totale arbeidsgerelateerde mobiliteit
Binnen de hierboven genoemde beperkingen heeft het CBS een aantal overzichten gemaakt over arbeidsgerelateerde mobiliteit vanuit EU-lidstaten en EFTA-landen naar Nederland in de jaren 2007 tot en met 2011. In deze overzichten zijn de volgende variabelen beschikbaar: jaar van vestiging of jaar van vertrek; nationaliteit; land van herkomst of land van bestemming; 30 De Polisadministratie is een authentiek gegevensregister van alle inkomstenverhoudingen in Nederland. Hieronder vallen arbeidsverhoudingen tussen werknemers en werkgevers, maar ook loongegevens en sociale uitkeringen, lijfrentes en
16
pensioenen. CBS, Belastingdienst en UWV zijn gezamenlijk eigenaar van de data in de polisadministratie.
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
geslacht; leeftijdsgroep; motief. Het motief is alleen bekend bij mobiliteit naar Nederland (en dus niet vanuit Nederland) en geclusterd naar studie- en arbeidsmobiliteit. Op grond van deze gegevens zijn diverse overzichten te maken. Vanwege de vergelijkbaarheid zullen in deze paragraaf ook cijfers over burgers uit de EU-lidstaten en EFTA-landen worden gegeven. Tabel 2
Totale mobiliteit naar nationaliteitsgroep
Bron: CBS
De arbeidsgerelateerde mobiliteit binnen de EU is een onderdeel van de hierboven in de tabel 2 weergegeven totale mobiliteit. Deze kan echter, zoals aangegeven, alleen voor mobiliteit naar Nederland in kaart worden gebracht. Tabel 3
Totale mobiliteit naar Nederland, voor arbeid/studie, naar nationaliteitsgroep
Bron: IND, bewerking CBS
De mobiliteit binnen de EU is voor het overgrote deel toe te schrijven aan EU-burgers. Derdelanders vormen in de totale mobiliteit vanuit de EU naar Nederland maar een zeer beperkt aandeel. De meeste derdelanders lijken uit hun land van herkomst dan wel een ander derdeland te komen of naar hun land van herkomst dan wel een ander derdeland terug te keren. Van de totale mobiliteit vanuit de EU-/EFTA-landen naar Nederland (zie tabel 2), is binnen de groep van EU-onderdanen ongeveer driekwart van de mobiliteit gerelateerd
17
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
aan arbeid of studie (tabel 3) Binnen de groep derdelanders is dit maar ongeveer een derde. In vergelijking met de arbeidsgerelateerde mobiliteit van EU-/EFTA-burgers is het aandeel van de mobiliteit van derdelanders in verband met arbeid en studie tamelijk gering: in de periode 2007-2011 nemen derdelanders nog geen 2,5% van deze mobiliteit naar Nederland voor hun rekening. In totaal hebben derdelanders van 125 verschillende nationaliteiten in de periode 20072011 om arbeidsgerelateerde redenen vanuit EU en EFTA landen verblijf voor meer dan vier maanden in Nederland gekregen. Tabel 4
Top 5 mobiliteit derdelanders naar Nederland, voor arbeid/studie
Bron: CBS
Figuur 1
Mobiliteit derdelanders naar Nederland, voor arbeid/studie, 20072011
Bron: CBS
De grootste groep derdelanders die vanuit de EU-/EFTA naar Nederland komt bestaat in de periode 2007-2011 uit personen met de Indiase nationaliteit, gevolgd door Amerikanen en Chinezen. Personen met de Indiase nationaliteit en in iets mindere mate Amerikanen komen vooral als kenniswerkers naar Nederland terwijl Chinezen zowel in het kader van kennismigratie als studie voor Nederland kiezen.
18
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Chinezen en Amerikanen vinden we ook terug in de top 5 van derdelanders die uit Nederland vertrekken maar de samenstelling van de top 5 is hier wisselender dan onder derdelanders die Nederland inreizen (zie tabel 12). Tabel 5
Top 5 mobiliteit EU-burgers naar Nederland, voor arbeid/studie
Bron CBS
Figuur 2
Mobiliteit EU-burgers naar Nederland, voor arbeid/studie, 2007-2011
Bron:CBS
De top 5 van mobiele EU-burgers is in deze periode vrijwel elk jaar hetzelfde. In elk jaar vinden we Polen, Duitsers, Bulgaren en Britten, en ook in deze volgorde. Duitsers, Polen en Britten vinden we ook elk jaar terug in de top 5 van EU-onderdanen die Nederland verlaten (zie tabel 13). Uit alle landen van herkomst komen meer mannelijke dan vrouwelijke vreemdelingen naar Nederland, behalve uit Duitsland en Estland. Voor de EFTA landen is het opvallend dat het aantal burgers van die landen dat naar Nederland komt bijna even groot is als de totale mobiliteit vanuit deze landen naar Nederland. Er zijn blijkbaar nauwelijks derdelanders die via de EFTA landen naar Nederland komen. Voor verder uitgesplitste tabellen wordt verwezen naar de bijlage 2.
19
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
2.2.
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Administratieve registraties over specifieke groepen mobiele derdelanders
In de voorgaande paragraaf is voor de Nederlandse situatie informatie verzameld over de omvang van de arbeidsgerelateerde mobiliteit binnen de EU. In deze paragraaf wordt getracht inzicht te krijgen in de mobiliteit van specifieke groepen derdelanders. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar groepen derdelanders die hun recht op mobiliteit ontlenen aan EU-richtlijnen en groepen die dat niet kunnen. Groepen van derdelanders die recht hebben op mobiliteit op grond van de EU-richtlijnen: 2.2.1 Langdurig ingezetenen uit een andere lidstaat Richtlijn 2003/109/EG schrijft voor dat zogenaamde nationale contactpunten informatie verzamelen over deze categorie derdelanders. Het nationaal contactpunt zoals bedoeld in de Richtlijn is ondergebracht bij het Koppelingsbureau van de IND. Dit Koppelingsbureau verzamelt inderdaad informatie over derdelanders die een vergunning voor langdurig verblijf in een andere lidstaat hebben gehad en vervolgens verblijf vragen in Nederland. Deze informatie is echter niet zodanig gestructureerd dat hieruit eenvoudig statische gegevens kunnen worden gedestilleerd. 2.2.2 Houders van een EU Blue Card Ook voor deze categorie derdelanders is in Richtlijn 2009/50/EG voorgeschreven dat informatie moet worden verzameld door zogenaamde nationale contactpunten. Ook hier geldt dat het Koppelingsbureau van de IND informatie verzamelt over derdelanders die een EU Blue Card in een andere lidstaat hebben gehad en vervolgens verblijf vragen in Nederland. Deze informatie is echter evenmin zodanig gestructureerd dat hieruit eenvoudig statische gegevens kunnen worden gedestilleerd. Uit gegevens van de IND blijkt dat er in Nederland in 2011 twee EU Blue Cards zijn verstrekt, aan vreemdelingen die al eerder verblijf voor een ander doel hadden in Nederland. Hoog opgeleide derdelanders maken wel in groten getale gebruik van de Nederlandse kennismigrantenregeling (zie ook paragraaf 1.2.9), die op verschillende punten aantrekkelijker blijkt dan de EU Blue Card. Deze nationale kennismigrantenregeling is gunstiger dan de Blue Card-richtlijn omdat ze laagdrempeliger is: voor de Blue Card geldt een HBO/WO diploma-eis en een minimum salaris van € 60.000 bruto per jaar. Voor de kennismigrantenregeling geldt alleen een inkomenseis, die bovendien beduidend lager is dan voor de Blue Card. 2.2.3 Onderzoekers Voor zover onderzoekers een verblijfsvergunning krijgen met onderzoek als verblijfsdoel, zijn hier cijfers over te genereren. De bestanden van de IND bevatten echter niet het land van voorafgaand verblijf van de vergunninghouder, zodat hieruit geen beeld naar voren komt van de mobiliteit binnen de EU. Voor dit rapport zijn de onderzoekers
20
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
wel meegenomen in de totalen van mobiliteit binnen de EU onder (overige) arbeidsmobiliteit (zie tabel 3). 2.2.4 Studenten Studenten maken deel uit van de overzichten die het CBS heeft gemaakt voor paragraaf 2.1. Zij maken deel uit van de totalen van sommige tabellen en worden soms apart benoemd. 2.2.5 Grensoverschrijdende dienstverleners Grensoverschrijdende dienstverleners31 moeten in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid in loondienst, maar zijn binnen die groep in statistieken niet apart herkenbaar. Zij hoeven echter, als zij aan de voorwaarden voldoen, niet te beschikken over een Twv, maar moeten voldoen aan een notificatieplicht (zie paragraaf 1.2.5). De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer op 27 februari 2012 geïnformeerd over het aantal notificaties in 2010 en 2011.32 Tabel 6
Notificaties in alle sectoren
Groepen derdelanders die niet die niet vallen onder het EU-acquis: 2.2.6 Grensarbeiders Grensarbeiders zijn lastig in beeld te krijgen: Derdelanders die in een van de buurlanden wonen en in Nederland komen werken hebben in Nederland alleen een Twv nodig en dus geen verblijfsvergunning. Derdelanders die in Nederland wonen en in een van de buurlanden werken moeten wel in het bezit zijn van een geldige verblijfsvergunning, maar het verblijfsdoel van deze vergunning kan niet de arbeid in een buurland zijn: zij zullen veelal een verblijfsvergunning hebben met een ander verblijfsdoel. 2.2.7 Seizoenarbeiders Nederland kent geen aparte verblijfsvergunning voor seizoenarbeid. Seizoenarbeiders die verblijf willen voor meer dan drie maanden zullen in het bezit moeten zijn van een verblijfsvergunning met als verblijfsdoel het verrichten van arbeid in loondienst. In statistieken zijn zij niet (eenvoudig) herkenbaar. 2.2.8 Werknemers in gereglementeerde beroepen Hierover zijn geen centraal verzamelde gegevens beschikbaar 2.2.9 Andere categorieën In tabel 3 van paragraaf 2.1 zijn cijfers opgenomen over de derdelanders die als kennis31 Op grond van de Dienstenrichtlijn, 2006/123/EG. Zie paragraaf 1.1. Definities 32 Kamerstukken II 2011/12, 29544, nr. 373 (brief). Het betreft het totale aantal gedane notificaties, ongeacht de hieraan gekoppelde verblijfsduur.
21
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
migrant vanuit een EU-/EFTA-land naar Nederland zijn gekomen. Dit betreft kennismigranten op grond van de Nederlandse regelgeving, die reeds bestond voor de invoering van de EU Blue Card.
22
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
3
MOGELIJKE BELEMMERINGEN VAN DE MOBILITEIT VAN DERDELANDERS
3.1.
Toegang tot de arbeidsmarkt
De Twv, een vergunning die een werkgever nodig heeft om bepaalde vreemdelingen arbeid te laten verrichten, is een belangrijk instrument bij het beschermen van de Nederlandse arbeidsmarkt. Daarbij geldt het uitgangspunt dat in de behoefte aan arbeidskrachten zoveel mogelijk moet worden voorzien door het inschakelen van arbeidsaanbod uit Nederland en de EU/EER, voor zover daarop het vrije verkeer van werknemers van toepassing is. Dit wordt het ‘prioriteitgenietend aanbod’ genoemd.33 De werkgever die een derdelander tewerkstelt die legaal in een andere EU-lidstaat verblijft of zich vanuit een andere lidstaat in Nederland vestigt, heeft hiervoor een Twv nodig. Dit geldt ook voor werknemers uit lidstaten waarmee nog geen vrij werknemersverkeer geldt. Indien er bij de aanvraag van een Twv een arbeidsmarkttoets wordt gedaan hebben EUburgers (tot 1 januari 2014 exclusief Roemenen en Bulgaren) voorrang boven derdelanders. Voor derdelanders die in het kader van grensoverschrijdende dienstverlening vanuit een EU-lidstaat tijdelijk in Nederland komen werken geldt een notificatieplicht. De werkgever dient de melding minstens twee werkdagen vóór aanvang van de werkzaamheden schriftelijk te doen. Als de dienstverlening bestaat uit het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, bijvoorbeeld via een uitzendbureau, detacheringsbureau of onderaannemer, kan niet volstaan worden met een melding. In dat geval is een Twv vereist.
3.2.
Minimumloon
De Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag maakt geen onderscheid naar nationaliteit of verblijfstatus.
3.3.
Financiële eisen bij arbeid als zelfstandige
Derdelanders die als zelfstandige in Nederland willen werken hebben een verblijfsvergunning nodig voor arbeid als zelfstandige. Daarvoor gelden verschillende voorwaarden. Een daarvan is dat de derdelander met de bedrijfsactiviteit een wezenlijk Nederlands economisch doel dient. Om dit te toetsen is in veel gevallen het oordeel van specifieke ministeries nodig. In het geval van een kunstenaar zal bijvoorbeeld advies worden gevraagd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In het geval van het zelfstandig uitoefenen van een beroep of
33 Wetgeving die op dit terrein van toepassing is: Wet arbeid vreemdelingen; Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen; Wet bestuurlijke boete arbeid vreemdelingen; Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen
23
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
ondernemersactiviteiten vraagt de IND advies aan de Minister van Economische Zaken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een puntensysteem. Als werkgevers (opdrachtgevers, aannemers en onderaannemers) vreemdelingen die in hun vrije termijn of op basis van een visum rechtmatig in Nederland verblijven, arbeid als zelfstandige willen laten verrichten, is een Twv vereist. Daarbij is de normale toetsingsprocedure van toepassing, tenzij bij verdrag anders is bepaald.34
3.4.
Erkenning van titels en diploma’s
Voor de waardering van buitenlandse diploma’s wordt in Nederland naar de inhoud van de gevolgde opleiding gekeken. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt naar nationaliteit van de aanvrager.35
3.5.
Toegang tot de sociale zekerheid
Er zijn geen bepalingen in de nationale sociale zekerheidswetgeving bekend die een belemmering kunnen opleveren voor een derdelander om zich naar een andere EUlidstaat te begeven. Evenmin lopen er voorzover bekend op dit moment juridische procedures op dit gebied.
34 Uitvoeringsregels Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen, onder 5 Zelfstandigen
24
35 Mededeling NUFFIC (Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs).
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
4
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
CONCLUSIE
De Nederlandse regering stelt zich op het standpunt dat er over het algemeen voldoende arbeidsaanbod is binnen Nederland, de EU en de EER. Derdelanders (behalve kenniswerkers) kunnen daarom alleen in aanmerking komen voor een Twv als is gebleken dat er voor de betreffende functie binnen Nederland en de EU-/EER geen prioriteit genietend arbeidsaanbod beschikbaar is. Het nationale Nederlandse beleid maakt hierop geen uitzonderingen voor derdelanders die al binnen de EU verblijven. Wel worden eventuele voordelen toegekend die voor deze groep uit diverse Europese Richtlijnen voortvloeien. Deze voordelen zijn echter beperkt. Door koppeling van bestanden is in Nederland een goed beeld te krijgen van de omvang van de arbeidsgerelateerde mobiliteit binnen de EU. De arbeidsgerelateerde mobiliteit van derdelanders richting Nederland lag de afgelopen vijf jaren gemiddeld onder de 1.000 personen per jaar. Wel lijkt er sprake van een stijgende trend. Het valt op dat binnen deze groep het aantal kennismigranten gemiddeld tweemaal zo groot is als de overige arbeidsmobiliteit. De arbeidsgerelateerde mobiliteit van EU-burgers naar Nederland is met ruim 36.000 gemiddeld over de afgelopen vijf jaren aanzienlijk groter. Ook voor EU-burgers is er sprake van een stijgende trend. Voor wat betreft de Zuid-Amerikaanse werksters in de Randstad (zie inleiding), kan worden opgemerkt dat deze studie het beeld dat in de krant werd geschetst niet bevestigt. In het artikel werd met name gesproken over vrouwen uit Brazilië, Ecuador, Colombia en Bolivia die na een verblijf in Spanje, door de crisis gedwongen, hun heil zochten in Nederland. Van de vier genoemde nationaliteiten samen kwam via intra-EU mobiliteit slechts een gering aantal personen naar Nederland met het oogmerk om hier te werken: 41 in 2007, 47 in 2008, 30 in 2009, 46 in 2010 en 67 in 2011. Dit betreft mannen en vrouwen en ze kwamen zowel als kennismigranten, als studenten en om overige arbeid te verrichten. Dit wil overigens niet zeggen dat de boodschap van het genoemde artikel niet juist kan zijn. Als de betreffende vrouwen illegaal in Nederland verblijven, komen ze uiteraard niet in deze statistieken voor. Zij blijven in deze studie ook buiten beeld als zij hier om andere redenen (bijvoorbeeld gezinshereniging) verblijf hebben gekregen.
25
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
26
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
BIJLAGE 1: SCHEMATISCHE VERGELIJKING VAN VERBLIJFSVOORWAARDEN Deze bijlage biedt een schematisch overzicht van alle geldende verblijfsvoorwaarden waaraan derdelanders moeten voldoen bij mobiliteit binnen de EU, afgezet tegen de verblijfsvoorwaarden waaraan derdelanders moeten voldoen indien zij van buiten de EU komen. Ook zijn de verblijfsvoorwaarden voor EU-burgers, voor zover van toepassing, in deze bijlage in kaart gebracht. In alle gevallen gaat het om een verblijf van langer dan drie maanden. Langdurig ingezetenen (Richtlijn 2003/109/EG) vanuit een andere lidstaat
*
Vergeleken met derdelanders die afkomstig zijn van buiten de EU geldt voor langdurig ingezetenen een afwijkende openbare orde toets.
Houders van een EU Blue Card (Richtlijn 2009/50/EG)
*
Vrijstelling van het mvv-vereiste volgt na 18 maanden verblijf in andere lidstaat als houder van EU Blue Card
** Looncriterium bedoeld in artikel 1i van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen *** De referent hoeft niet erkend te zijn
27
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Onderzoekers (Richtlijn 2005/71/EG)
*
Vrijstelling van het mvv vereiste geldt voor de houder van en verblijfsvergunning op grond van deze Richtlijn in een andere lidstaat.
** Wet minimumloon. De hoogte is afhankelijk van de samenstelling van het huishouden.
Studenten (2004/114/EG)
*
De EU-burger mag geen actuele bedreiging vormen voor de openbare orde.
** Jaarlijks vastgesteld door ministerie van Onderwijs Cultuur &Wetenschappen. *** Er mag geen risico bestaan dat de student een beroep doet op de openbare kas.
Grensoverschrijdende dienstverleners (Richtlijn 97/71/EG)
28
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
*
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Ja, de EU-burger mag geen actuele bedreiging vormen voor de openbare orde
** Geen normbedrag. Wel is een arbeidsovereenkomst met een dienstverlener binnen EU/EER vereist. *** Geen normbedrag. Wel is het verrichten van reële en daadwerkelijke arbeid vereist.
Grensarbeiders
Seizoenarbeiders
*
De EU-burger mag geen actuele bedreiging voor de openbare orde vormen
** Wet minimumloon, hoogte afhankelijk van de samenstelling van het huishouden *** Geen normbedrag. Wel is het verrichten van reële en daadwerkelijke arbeid vereist.
Werknemers in gereglementeerde beroepen
*
Ja, de EU-burger mag geen actuele bedreiging voor de openbare orde vormen
** Wet minimumloon de hoogte is afhankelijk van de samenstelling van het huishouden *** Geen normbedrag. Wel is het verrichten van reële en daadwerkelijke arbeid vereist.
29
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Kennismigranten
* De EU-burger mag geen actuele bedreiging voor de openbare orde vormen **Looncriterium als bedoeld in artikel 1d van het Besluit van de Wet arbeid vreemdelingen
30
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
BIJLAGE 2: Tabel 7
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
TABELLEN
Top 5 mobiliteit derdelanders naar Nederland naar leeftijd en geslacht, voor arbeid/studie
31
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
Bron:CBS
32
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
Tabel 8
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Top 5 mobiliteit EU-burgers naar Nederland naar leeftijd en geslacht, voor arbeid/studie
33
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
Bron:CBS
34
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Bron:CBS
Tabel 9
Totale mobiliteit naar Nederland, voor arbeid of studie naar leeftijd en geslacht
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013 MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
35
36
Bron:CBS
Tabel 10
Landen van voorafgaand verblijf, bij mobiliteit naar Nederland voor arbeid/studie
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013 MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Bron:CBS
Tabel 11
Landen van bestemming, bij mobiliteit vanuit Nederland
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
37
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
Tabel 12
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Top 5 mobiliteit derdelanders vanuit Nederland
Derdelanders
Bron:CBS
Tabel 13 EU
Bron:CBS
38
Top 5 mobiliteit EU-burgers vanuit Nederland
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
39
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
40
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
INDIAC NL EMN NCP MAART 2013
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland
Het EMN is opgezet bij Raadsbeschikking 2008/381/EG van 14 mei 2008 en wordt financieel ondersteund door de Europese Commissie.
Het Europees Migratienetwerk (EMN) is door de Raad van de Europese Unie opgericht. Het EMN verzamelt actuele, objectieve, betrouwbare en waar mogelijk vergelijkbare informatie over migratie en asiel. Het EMN publiceert rapporten over uiteenlopende onderwerpen op het gebied van asiel en migratie. De oprichting van het EMN past in het streven van de EU om te komen tot een effectief asiel- en migratiebeleid in de EU. www.emnnetherlands.nl
MOBILITEIT VAN DERDELANDERS BINNEN DE EU De situatie in Nederland d