1 Erik Vlaminck Miranda van Frituur Miranda wereldbibliotheek amsterdam2 Omslagontwerp Bureau Beck Omslagillustratie Hollandse Hoogte 2013 Erik Vlamin...
Het is mijn dag niet. Gisteren is Modest Verreycken gelijk een lege bloemzak in elkaar gezakt op het asfalt van de parking van de Aldi. Morsdood. In zijn ene hand had hij een karton bierblikjes. En in zijn andere hand een pak hondenbrokken. met rundvlees en groenten, voor een glanzende vacht. Ik was er niet bij maar ik weet welke hondenbrokken Modest altijd kocht. Het zou een hersenbloeding geweest zijn. Of misschien iets met zijn hart. Het maakt niet uit. Het was licht uit, en gedaan. Normaal begin ik mijn dag met het roken van een sigaret en het drinken van een grote tas zwarte koffie.
11
Vandaag heb ik alleen een sigaret gerookt. Ik wist dat koffie me niet zou smaken. Meer dan een kwartier heb ik daas en dwaas aan de tafel gezeten. Ik heb twee van mijn vingernagels ingescheurd door eraan te zitten prutsen. En ik heb de witte spikkels op mijn armen zitten tellen. Modest heeft misschien wel honderd keer de witte spikkels op mijn armen geteld. ‘Gloeiende lichtpunten’, zo noemde hij dat vlekkenkerkhof. Terwijl het gewoon littekens zijn van brandwonden die veroorzaakt werden door vetspatten. Vetspatten zijn een geweldige miserie voor iedereen die in een frietkraam staat. Uw bakvet moet gloeiend heet zijn, anders hebt ge geen frieten die u het water dun in de mond doen lopen. Er zijn weinig mensen die het beseffen maar voor goeie en smakelijke frieten is de temperatuur van het vet van het allergrootste belang. Dat is zelfs belangrijker dan de grootte van uw aardappelen of de manier waarop ge die knollen snijdt. Uw aardappelen moeten natuurlijk van degelijke kwaliteit zijn. Dat is logisch. Met glaspatatten of meelzakken begint ge geen frieten te bakken.
12
Ge hebt dus gloeiend heet vet nodig. Maar als dat vet gloeiend heet is, dan gaat het pruttelen en spatten. En omdat ge geen kant uit kunt wanneer ge in uw kraam staat, spettert dat vet op uw handen en op uw armen. Het gevolg is: armen vol witte spikkels. Niks aan te doen. Daarom draag ik zelf meestal lange mouwen. Ik heb ook al overwogen om tatoeages op mijn armen te laten zetten om mijn gloeiende lichtpunten te camoufleren. Maar ik vind dat een tatoeage op een arm meer iets voor mannen is, zeker op een voorarm. Bij een vrouw moet een tatoeage klein zijn en een beetje treiterend verstopt zitten. Enfin, dat is mijn gedacht. Voorlopig heb ik geen tatoeages. Vettig haar is natuurlijk ook degoutant. Eén dag in een frietkraam en uw haar plakt en klit. Dat van mij zeker. En alle dagen wassen is dan ook weer niet goed want dan gaat de hoofdhuid schilferen en gaan de haren verdrogen en verdunnen. En zelfs breken. Het is een delicate kwestie en ge kunt er met niemand over praten.
13
Ik ben bijvoorbeeld nog nooit een coiffeur tegengekomen die er met een minimaal beetje kennis van zaken over kan praten. Coiffeurs proberen altijd vooral die potjes en flesjes te verkopen die ze toevallig in grote stapels op hun schap hebben staan. Als ge ze moet geloven is dat altijd het beste wat er is. Misschien moet ik gewoon alle dagen een kom hondenbrokken eten. met rundvlees en groenten, voor een glanzende vacht. Frietvet heeft veel nadelen. Modest Verreycken – ik kan er niets aan doen, maar ik krijg hem niet uit mijn gedachten – vertelde me vorige week nog dat hij in Het Laatste Nieuws had zien staan dat mannen die in een frituur werken procentueel meer problemen met hun prostaat hebben dan mannen die niet in een frituur werken. En ook dat zou met de hitte en de dampen van het frituurvet te maken hebben. Het is algemeen geweten dat er veel opgeklopte leugens in Het Laatste Nieuws staan maar dit verhaal zou kunnen kloppen want ik ken verschillende mannen die al een half leven in een frietkraam werken en die om het kwartier naar buiten moeten. En niet om een sigaret te gaan roken. Toen ik vorige week bij Modest vertrok zei hij: ‘Gij hebt geluk, gij. Gij moet er geen schrik voor hebben om ooit iets aan uw prostaat te krijgen.’ 14
Het was het laatste wat hij tegen mij gezegd heeft. Ik heb, zonder mij nog om te draaien, alleen mijn hand omhoog gestoken. Ik heb hem zelfs geen antwoord gegeven.