Minorengids 2014-2015
DIENST ONDERWIJS, ONDERZOEK EN KWALITEIT NOVEMBER 2014
MINORENGIDS 2014-2015 DIENST ONDERWIJS, ONDERZOEK EN KWALITEIT VERSIE 1.3 VASTGESTELD DOOR COLLEGE VAN BESTUUR 2 SEPTEMBER 2014, GEWIJZIGD VASTGESTELD DOOR COLLEGE VAN BESTUUR 25 NOVEMBER 2014
Deze minorengids benoemt de minoren die de HZ in het collegejaar 2014-2015 aanbiedt voor HZstudenten en voor niet-HZ studenten. Deze gids geeft duidelijkheid en informatie over de minoren en de voorwaarden en de procedures voor het kiezen van een minor.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
2
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE.................................................................................................................................... 3 1
MINOR ALS ONDERDEEL VAN JE STUDIE ..................................................................................... 4
1.1 1.2 1.3 1.4
Het begrip minor ........................................................................................................................................ 4 Aanmeldingsprocedure voor HZ studenten ............................................................................................... 4 Aanmeldingsprocedure voor niet-HZ studenten ....................................................................................... 5 Een minor van een andere hogeschool kiezen .......................................................................................... 5
2
MINORENAANBOD ...................................................................................................................... 6
3
KEUZEPROCES .............................................................................................................................. 7
3.1 3.2
Voorlichting minoren ................................................................................................................................. 7 Keuzeproces en de begeleiding daarbij ..................................................................................................... 7
4
HZ MINOREN ............................................................................................................................... 8
4.1 4.2 4.3 4.4
Ondernemerschap ..................................................................................................................................... 8 Leiderschap .............................................................................................................................................. 11 Filosofie .................................................................................................................................................... 12 Studie buitenland (exchange) .................................................................................................................. 14
5
ACADEMIE VOOR ECONOMIE & MANAGEMENT ...................................................................... 16
5.1 5.2 5.3 5.4
International Marketing Relations (English) ............................................................................................ 16 Accountancy............................................................................................................................................. 18 Social Media Design ................................................................................................................................. 22 Rechten .................................................................................................................................................... 24
6
ACADEMIE VOOR ZORG & WELZIJN .......................................................................................... 27
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Psychiatrie (uitstroomrichting) ................................................................................................................ 27 Jeugdzorgwerker (uitstroomrichting) ...................................................................................................... 30 Good Practice of Social Work................................................................................................................... 33 Intensief klinische zorg............................................................................................................................. 35 De wijkprofessional .................................................................................................................................. 37
7
ACADEMIE VOOR EDUCATIE & PEDAGOGIEK............................................................................ 39
7.1 7.2 7.3 7.4
Zorg aan kinderen .................................................................................................................................... 39 Stage buitenland (PABO) .......................................................................................................................... 41 Opvoedcoach ........................................................................................................................................... 44 2e Graads Windesheim/ZOAS .................................................................................................................. 46
8
ACADEMIE VOOR TECHNOLOGIE & INNOVATIE........................................................................ 47
8.1
Onderzoeken en ontwerpen .................................................................................................................... 47
9
SCALDIS ACADEMY .................................................................................................................... 49
9.1
Lifestyles at the Coast .............................................................................................................................. 49
10
DE RUYTER ACADEMY ............................................................................................................... 51
10.1 10.2 10.3
Equipment Maintenance Technology ...................................................................................................... 51 Pilotage (uitstroomrichting) ..................................................................................................................... 53 Cargo (uitstroomrichting) ........................................................................................................................ 53
11
DELTA ACADEMY ....................................................................................................................... 54
11.1
Onderzoeksminor .................................................................................................................................... 54
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
3
1
MINOR ALS ONDERDEEL VAN JE STUDIE
In dit hoofdstuk worden begrippen gedefinieerd en toegelicht en worden de belangrijkste bepalingen met betrekking tot minoren weergegeven en uitgelegd aan de hand van enkele kernvragen.
1.1
HET BEGRIP MINOR
Een minor is onderdeel van je studie aan een hogeschool. Meestal volg je een minor in het derde of vierde jaar van je studie. De minor is een 30 studiepunten (ECTS) omvattend, samenhangend programmadeel van je studie. Een minor volg je in één semester en is bedoeld om je kennis en competenties te verdiepen of te verbreden. Bij verdiepen kun je denken aan het volgen van een minor die jou in staat stelt om je verder te ontwikkelen in een specifiek, specialistisch van jouw toekomstige beroep. Bij verbreden gaat het erom dat je je blik op de maatschappij en samenleving vergroot en dat je je richt op wat meer algemene onderwerpen die jouw toekomst werkveld raken. De HZ stelt daarbij uitdrukkelijk als voorwaarde dat je minor dient aan te sluiten bij je studiekeuze en je studieloopbaan. Deze voorwaarde wordt ook getoetst op het moment dat je je voor een minor aanmeldt. Deze en andere voorwaarden voor de minoren zijn formeel verwoord in de HZ Onderwijs- en Examenregeling (OER). Deze is beschikbaar op de website van de HZ. Als student van de HZ University of Applied Sciences ben je verplicht een van de minoren te volgen die opgenomen zijn in deze minorcatalogus. De opleidingen binnen de academies van de HZ bieden zelf minoren aan, die aansluiten bij de competenties van de opleidingen. Je kunt echter ook een minor kiezen uit het HZbrede minorenaanbod. Het kan zijn dat je een minor wil volgen bij een andere instelling voor hoger onderwijs in binnen- of buitenland. In het laatste geval is vooraf toestemming van de (deel)examencommissie nodig. Bij het aanvragen van de toestemming moet je verantwoorden • wat de doelstellingen van de minor zijn; • wat het niveau van de te kiezen minor is; • dat de minor van je keuze aansluit bij je studiekeuze en studieloopbaan. De (deel)examencommissie toetst vervolgens of de doelstellingen en het niveau van de te kiezen minor voldoende verantwoord is en of de doelstellingen en het niveau van de te kiezen minor niet ook bereikt zouden kunnen worden met het volgen van een HZ-minor.
1.2
AANMELDINGSPROCEDURE VOOR HZ STUDENTEN
Als je als HZ-student een minor wilt volgen, bespreek je je keuze met je studieloopbaancoach of je opleidingscoördinator. Het is verstandig om van tevoren contact op te nemen met de minor-eigenaar (zie het overzicht) om meer informatie te krijgen over de minor, en om te vernemen welke voorwaarden gesteld worden aan de minor van je keuze. Wanneer je een minor in het buitenland wilt volgen, kun je contact zoeken met het HZ International office. Let erop dat je vaak meer dan een jaar voordat je aan de minor gaat beginnen de eerste voorbereidingen al moet treffen als je een minor in het buitenland wilt volgen. Zie voor meer informatie over het volgen van een minor in het buitenland de informatie op de HZ website (www.hz.nl, onderdeel studeren aan de HZ). Wanneer je keuze voor een van de minoren uit de HZ-minorcatalogus definitief is en je aan de gestelde voorwaarden voldoet, geef je jouw keuze door aan je opleidingscoördinator. De voorwaarden om een minor te mogen volgen vind je in de HZ Onderwijs- en Examenregeling (OER), artikel 3.8 en in de Uitvoeringsregeling bij het OER van je opleiding, artikel 2.2.9. Na aanmelding zorgt de opleidingscoördinator er niet alleen voor dat je in de juiste roostergroep wordt ingedeeld, maar ook dat je de via HZ-Infonet de literatuurlijst ontvangt, enzovoort.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
4
Let erop dat het daadwerkelijk starten van een minor altijd afhankelijk is van het aantal ingeschreven studenten – als er te weinig belangstelling blijkt te zijn voor een minor, kan de minor geannuleerd worden. In dat geval word je daarover geïnformeerd door de minor-eigenaar en/of je opleidingscoördinator.
1.3
AANMELDINGSPROCEDURE VOOR NIET-HZ STUDENTEN
Wanneer je als niet-HZ student één van de minoren van de HZ wilt volgen, ga je vooraf in gesprek met de minor-eigenaar (zie het minorenoverzicht) of met de opleidingscoördinator van de opleiding waarin de minor wordt verzorgd. In dit gesprek kan dan worden bepaald of je de juiste voorkennis hebt om een HZ-minor succesvol te volgen. Je schrijft je via Studielink in bij de opleiding van de HZ waaronder de minor valt en je levert een Bewijs van Betaald Collegegeld (ten behoeve van een tweede inschrijving aan de HZ) in bij het Studentenbureau van de HZ. Dit bewijs kun je opvragen bij de studentenadministratie van jouw eigen hogeschool. De informatie over de start van de minor, je rooster, de benodigde literatuur etc. ontvang je via de minor-eigenaar of de opleidingscoördinator, en wordt ook gepubliceerd op HZ-Infonet.
1.4
EEN MINOR VAN EEN ANDERE HOGESCHOOL KIEZEN
Minoren van andere hbo-instellingen in Nederland vind je via de website www.kiesopmaat.nl. Overleg met je studieloopbaancoach en bespreek met hem de verantwoording van je keuze. Jij moet kunnen aantonen dat de door jou gekozen minor aanvullend (verdiepend of verbredend) is voor jouw opleiding. Soms is dat vrij eenvoudig, in andere gevallen vraagt dat een uitgebreide motivering. Jouw motivering leg je neer bij de deelexamencommissie. Deze commissie toetst of de doelstellingen en het niveau van de te kiezen minor voldoende verantwoord is en/of de doelstellingen en het niveau van de te kiezen minor niet ook bereikt zouden kunnen worden met een HZ-minor. Als je keuze wordt gehonoreerd, blijf je voor het semester waarin je de minor volgt HZ-student. Andere hogescholen hanteren soms andere inschrijfprocedures. Bekijk hun informatie voordat je je aanmeldt. Wanneer je wordt gevraagd om in te schrijven, is er sprake van een ‘tweede inschrijving bij een andere hogeschool’. Je betaalt echter maar één keer collegegeld. De keuze voor een externe minor wordt niet altijd goedgekeurd. Er zijn verschillende redenen denkbaar om een minor af te keuren. De meest voorkomende zijn: • • • • • • •
Het programma van de minor omvat niet de vereiste 30 EC. Het programma wordt niet op het juiste niveau aangeboden. Het programma overlapt het reguliere programma van de opleiding. Het programma van de minor leidt niet aantoonbaar tot verbreding of verdieping van jouw competenties. Het programma van de minor is geen samenhangend geheel, maar een verzameling losstaande cursussen. Het programma van de minor wijkt inhoudelijk niet wezenlijk af van een HZ-minor, waardoor de noodzaak tot het volgen van een externe minor niet kan worden aangetoond. Je aanvraag is onvolledig.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
5
2
MINORENAANBOD
Onderstaand overzicht geeft de minoren weer die de HZ in de semesters 1 en 2 van het collegejaar 2014-2015 aanbiedt. Zie voor de startdatum van de semesters het HZ-jaarrooster op de website van de HZ. Minor HZ-Minoren
Ondernemerschap Leiderschap Filosofie Minor studie buitenland
Contactpersoon
Emailadres
G. Rodts A. De Korte V. de Rooij International Office
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Academie voor Economie & Management International Marketing Relations (English) Accountancy Social Media Design Rechten
Academie voor Zorg & Welzijn
Psychiatrie (uitstroomrichting) Jeugdzorgwerker (uitstroomrichting) Good Practice of Social Work Intensief klinische zorg De wijkprofessional
Academie voor Educatie & Pedagogiek Zorg aan kinderen Minor stage buitenland Opvoedcoach 2e Graads Windesheim/ZOAS
Academie voor Technologie & Innovatie Onderzoeken en innoveren
Scaldis Academy
Lifestylemanagement
De Ruyter Academy
Equipment Maintenance Technology Pilotage (uitstroomrichting) Cargo (uitstroomrichting)
Delta Academy
Onderzoeksminor
Sem. 1
Sem. 2
•
• • • •
F. Peeters L. Meerschaert K. de Bakker P. Schuman
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
K. Boonstra W. Scholtens L. van de Hoven D. van der Steen M. Lodder
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
J. de Jong H. op den Brouw P. Honkoop F. Spinnewijn
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
E. Mouw
[email protected]
E. Wisse
[email protected]
•
S. Basdew P. Harts P. Harts
[email protected] [email protected] [email protected]
• • •
J. van der Vleuten
[email protected]
•
• • • • • • • • •
• •
• • • • •
•
Hierna vind je per minor gedetailleerde informatie waaronder: • de hoeveelheid studiepunten die je met een minor kunt verdienen; • informatie over de plaats van de minor in het curriculum en de informatie van de minor op het lesrooster; • voorwaarden voor het volgen van een minor; • de inhoud van (de cursussen van) de minor; • de competenties die je (mede) door het volgen van de minor verwerft; • de planning, vorm en inhoud van de toetsing (en dat in relatie tot de competenties die je verwerft).
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
6
3
KEUZEPROCES
In het keuzeproces spelen voorlichting, begeleiding en de keuzeprocedure een belangrijke rol. Deze zaken worden uiteengezet in dit hoofdstuk.
3.1
VOORLICHTING MINOREN
De voorlichting over de te kiezen minoren is als volgt georganiseerd: 1. 2. 3. 4.
3.2
Er is een minorgids beschikbaar waarin de belangrijkste zaken die een student over minoren moet weten, verzameld is. Er is een minorcarroussel op 13 mei 2014, van 16.15 – 17.30 uur in PE224. Minoren worden kort geïntroduceerd, algemene regels worden toegelicht. Er zijn vervolgbijeenkomsten in oktober 2014. Tijdens die bijeenkomsten wordt nadere informatie gegeven over de minor aan belangstellende studenten. Je kunt de contactpersoon van de minor verzoeken om aanvullende informatie te geven. Dergelijke gesprekken vervangen niet de informatiebijeenkomsten. Wie niet in de gelegenheid is om de informatiebijeenkomsten te bezoeken, kan een medestudent vragen om de gegeven informatie door te geven.
KEUZEPROCES EN DE BEGELEIDING DAARBIJ
Als je niet tot een minorkeuze kunt komen, kun je je wenden tot jouw studieloopbaancoach. Ook een gesprek met de minorcontactpersoon kan helpen. Je kunt natuurlijk ook vierdejaarsstudenten benaderen om te vragen naar hun ervaringen. Je kunt drie keuzes maken voor een minor, op volgorde van je voorkeur. De opleidingscoördinatoren bepalen of de minoren door kunnen gaan, en bepalen uiteindelijk wie welke minor gaat volgen. Mocht een minor niet doorgaan of is er te veel belangstelling voor een minor, dan kan het gebeuren dat je wordt ingedeeld voor de tweede of derde voorkeurskeuze (gelukkig komt dit niet vaak voor).
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
7
4
HZ MINOREN
4.1
ONDERNEMERSCHAP
Naam minor
Ondernemerschap
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Gerben Rodts
[email protected]
Aantal EC’s
Nee
Lesdagen
De lesdagen kunnen verschillen.
30
Incl. stage
Bijzonderheden
In 2e week een voorwaardelijke GO/NO GO Pitch Na 10 weken verplichte inschrijving bij Kamer van Koophandel Korte beschrijving van de inhoud In de eerste 10 weken bereid je je voor op je daadwerkelijke start als ondernemer. Ondersteund door verschillende praktijkgerichte colleges en Masterclasses schrijf je namelijk een goed onderbouwd businessplan. Vervolgens schrijf je je in bij de Kamer van Koophandel als Zelfstandig Ondernemer en voer je in de volgende 10 weken jouw plan uit. Door ervaring en goede begeleiding bouw je een succesvolle business op. Toelatingsvoorwaarden Een globaal bedrijfsidee bij aanvang minor In 2e week een voorwaardelijke GO/NO GO Pitch Na 10 weken verplichte inschrijving bij Kamer van Koophandel Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepasssing. Relatie met je latere beroep De tijd dat je na je hbo-studie kunt kiezen uit verschillende bedrijven die jou in loondienst willen nemen, is voorbij. De arbeidsmarkt is de laatste jaren namelijk aanzienlijk veranderd. Er is nog steeds grote behoefte aan hbo-afgestudeerden, maar dan wel in een constructie die vrijheid geeft. Dit geldt natuurlijk voor zowel de opdrachtgever als opdrachtnemer. De werknemer/opdrachtnemer moet daartoe een ondernemende instelling hebben en zich niet afhankelijk moeten opstellen van één opdrachtgever. Voor ondernemende hbo’ers, die óók nog eens innoverend zijn, liggen er legio kansen op de arbeidsmarkt. Het succesvol starten van een onderneming is echter niet eenvoudig. De laatste jaren blijkt 30% van de startende ondernemers binnen een jaar alweer te stoppen en zelfs 60% van alle starters stopt binnen 3 jaar. Een slechte voorbereiding blijkt daarvan vaak de belangrijkste oorzaak. Het schrijven van een goed businessplan is belangrijk, maar daarnaast is het opdoen van ervaring én kennis van de eigen sterke en zwakke ondernemerskwaliteiten van belang. Een goede ondernemer kent namelijk óók zijn zwakke kanten en weet hiermee om te gaan. Het verbeteren van de zwakke kanten en het uitbouwen van de sterke punten is een continue proces, ook ná het starten van de eigen onderneming. Tot slot zijn kennis van de markt, nieuwe ontwikkelingen, het omgaan met klanten en het juist vermarkten van het product/de dienst belangrijke thema’s om de onderneming succesvol te starten én verder op te bouwen.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
8
Vervolg van de informatie over de minor Ondernemerschap Praktische informatie Je krijgt verschillende lessen van gastdocenten die zelf in het bedrijfsleven werkzaam zijn, de meesten als zelfstandig ondernemer. Daarnaast krijg je zogenoemde ‘Masterclasses’ op het gebied van o.a. Klant Centraal, Business Models, Proactief Marktonderzoek en Samenwerkingskunde. In de eerste 8-10 weken ben je bezig met de voorbereiding van je onderneming en daarna ga je plannen uitvoeren. Dit betekent dat er langzamerhand minder tijd gaat zitten in het volgen van lessen en het maken van opdrachten, omdat je bezig bent met het ondernemen. Je komt in contact met leveranciers, potentiële klanten en andere ondernemers. Leerdoelen C1
Je eigen kansrijke onderneming zodanig starten en voeren dat…. Dt1.1 het ondernemingsplan maken Ld1.1.1 Ld1.1.2 Ld1.1.3 Ld1.1.4 Ld1.1.5 Dt1.2
Je kunt relevante kennis van juridische zaken toepassen in jouw ondernemingsplan. Je kunt relevante kennis van financiën toepassen in jouw plan. Je kunt relevante kennis van marketing & sales toepassen in jouw plan. Je kunt een markt- en klantanalyse maken en deze analyse toepassen in jouw plan. Je kunt een presentatie houden over jouw bedrijf en hiermee potentiële klanten c.q. investeerders overtuigen je product aan te schaffen c.q. te investeren in jouw bedrijf. Het ondernemingsplan uitvoeren en bijstellen. Ld1.2.1 Ld1.2.2 Ld1.2.3 Ld1.2.4 Ldt1.2.5 Ldt1.2.6
Je bent in staat om je eigen onderneming te starten door gebruik te maken van je eerder gemaakte plan. Je bent in staat om een voor jouw branche relevant netwerk op te bouwen en dit netwerk te gebruiken voor het bijstellen van je plan. Je bent in staat om in contact te komen met potentiele klanten en hun wensen en feedback te gebruiken voor bijstelling van jouw plan. Je bent in staat om je op de hoogte te stellen van relevante ontwikkelingen in je Meso en Macro omgeving en deze ontwikkelingen in te zetten voor bijstelling van jouw plan. Je bent in staat om intervisie te gebruiken om je persoonlijke ondernemersvaardigheden te verbeteren en dit in te zetten ter verbetering van je onderneming Je bent in staat om de ‘aangeboden Masterclasses’ te vertalen naar verbeterpunten van jou zelf en van je onderneming.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
9
Vervolg van de informatie over de minor Ondernemerschap Toetsing Nr
1
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm x Businessplan
2
X
3
X
4
X
Inhoud
Wegings Bodem Toets Inzage Herkans factor cijfer in week week in week
Ondernemersanalyse + bedrijfsidee, SWOT, branche- en marktanalyse, Macro + Meso analyse, sales & marketing, juridische zaken, financieel Oplegger De opgedane ervaring en kennis vertalen Businessplan naar concrete aanpassingen van het businessplan. Ook de verschillende masterclasses, bedrijfsbezoeken en contacten met potentiele klanten, leveranciers en andere ondernemers worden hierin verwerkt. Portfolio De verschillende masterclasses, bedrijfsbezoeken, intervisie en andere opgedane ervaring omschrijven en aangeven hoe dit tot ontwikkeling van jezelf en verbetering van je onderneming heeft geleid. Eindpitch Voor een jury van in- én externe leden (Dragon’s Den Style) verdedig je jouw plan, de opgedane vaardigheden en relaties én de gemaakte keuzes. Ook schets je een realistisch toekomstperspectief van jouw bedrijf.
Inzage herkans
35%
5,5
14
16
18
20
20%
5,5
23
25
26
27
35%
5,5
23
25
26
27
10%
5,5
24
24
25
25
Reacties van oud-studenten of werkveld Aarnoud van Beelen (student Engineering; eigenaar ontwerpbureau BOOST): “Ik kan me nog goed herinneren dat ik bij het kennismakingsgesprek te horen kreeg dat het een intensieve minor was. Nou, het is zeker geen pretpakket, maar ik heb ervan genoten. Door alle kennis en kunde kan ik nu binnen mijn eigen vakgebied alles in het grote kader zien. Ik denk dat ondernemerschap gecombineerd met de technische sector een grote bijdrage kan leveren aan de Nederlandse economie.” Peter Keim (student CE; mede-eigenaar Zeeuwse Belle Company): ‘In mijn 2e studiejaar hebben we voor het project Student Company de Zeeuwse Belle Knoppe (een fietsbel) bedacht en ontwikkeld. De verkoop hiervan bleek dusdanig succesvol dat we met 4 studenten aan het einde van het studiejaar besloten om als VOF door te starten. In mijn 3e studiejaar besloot ik de Minor Ondernemerschap te volgen om zo mijn studie met mijn bedrijf te combineren. Ik had natuurlijk een voorsprong op de andere studenten, want De Belle Company bestond al. Toch is het me prima gelukt om het maximale uit de Minor te halen. De gevolgde Masterclasses, de praktijkgerichte gastcolleges en het contact met de andere student-ondernemers hebben ervoor gezorgd dat ik me als ondernemer én persoonlijk enorm heb ontwikkeld. Momenteel werken we aan een plan om samen te werken met een groot landelijk bedrijf én wordt er een nieuw product ontwikkeld.’ Ook wil Peter in het 4e studiejaar gaan afstuderen in zijn eigen onderneming.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
10
4.2
LEIDERSCHAP
Naam minor
Leiderschap
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
drs. A. de Korte (
[email protected])
Aantal EC’s
Nee
Lesdagen
4
Bijzonderheden
geen
30
Incl. stage
Korte beschrijving van de inhoud In de minor onderzoeken we welke competenties je nodig hebt om een goede leider te worden en wat daar allemaal bij komt kijken. En natuurlijk gaan we aan de slag met jouw eigen competentieontwikkeling, zodat ook jij een goede ‘future leader’ wordt! De minor bestaat uit twee delen. Het eerste deel bestaat uit kerncolleges, masterclasses en gastcolleges van business leaders. Het tweede deel bestaat uit het doen van onderzoek naar een thema dat is gekoppeld aan leiderschap. Bijvoorbeeld een onderzoek naar toegepaste leiderschapsmodellen; een onderzoek naar leiderschapsbeleid in organisaties of een onderzoek naar opleidingen rond leiderschap. De thema’s die in de kerncolleges aan de orde komen zijn: Paradoxen in leiderschap, Leiderschapsconcepten en Leiderschapsethiek. Daarnaast worden er drie masterclasses gegeven met de thema’s Persoonlijk Leiderschap, Samenwerkingskunde en Sociaal Ondernemen Tijdens de kerncolleges zullen business leaders uit de overheid, de profit en non-profit sector gastcolleges geven waarin we alles gaan horen over hoe leiderschap in de praktijk werkt. Kortom: een minor die garant staat voor actuele kennis, inzicht in de praktijk én een complete leerervaring waar je de rest van je leven wat aan hebt. Toelatingsvoorwaarden Toelatingseisen zijn een propedeuse aan een erkende HBO instelling en toestemming van opleiding waartoe de student behoort Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing Relatie met je latere beroep De Minor Leiderschap is een verbredende minor. Dat betekent dat de minor geen verdieping is van de kennis die de je bij de opleiding opdoet, maar een verbreding is van de focus buiten het vakgebied. Veel hbo’ers gaan tijdens hun werkzame leven vroeg of laat een leidinggevende functie vervullen. De Minor Leiderschap bereidt je daarop voor en biedt je een inkijk in de lusten en lasten van het vervullen van een leiderschapsrol. De vele modellen en filosofieën die worden uitgelegd dwingen je om na te denken over de persoonlijke keuzes die in een leiderschapsrol moeten worden gemaakt. De minor is daarmee een stevige voorbereiding op een toekomstige leiderschapsrol. Praktische informatie Bij de Minor behoort een driedaagse training in een klooster in Huissen. Daarvoor betaal je een aanvullend bedrag van € 175,=.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
11
Vervolg van de informatie over de minor Leiderschap Leerdoelen Je kunt verschillende leiderschapsconcepten benoemen; de verschillen toelichten en voor- en nadelen duiden. Je kunt de valkuilen van leiderschap benoemen Je kunt definiëren wat er wordt bedoeld met nieuw leiderschap Je kunt aangeven waarin nieuwe leiders verschillen van oude leiders Je kent je eigen kwaliteiten en valkuilen en je kunt daar zakelijk en helder over spreken Je kunt een leiderschapsanalyse maken Toetsing
Nr 1 2 3
4.3
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm x Kennistoets x Masterclasses x Onderzoeksrapport
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
20% 30% 50%
55 55 55
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
FILOSOFIE
Naam minor
Filosofie en Ethiek in het beroepenveld
Eventuele aantekening diploma
Contactpersoon
Vincent de Rooij
Aantal EC’s
Lesdagen
3
30
Incl. stage
Korte beschrijving van de inhoud Filosofie is modern, is hot, en een verrijking voor iedereen. Het volgen van de minor filosofie is een uitdaging en alleen geschikt voor studenten die een uitdaging aandurven, die zichzelf durven uitdagen omdat je nooit meer hetzelfde bent als je de minor hebt gevolgd. (Panta Rhei) Filosofie sluit aan bij elke opleiding, denk bijvoorbeeld aan: filosofie en recht, filosofie in bedrijf, filosofie en techniek, filosofie en ethiek voor zorg en verpleegkunde, kinderfilosofie, filosofie en kunst, enz. Uitgangspunt is dat we gezamenlijk leren door middel van uitwisseling van wat individueel gelezen en bestudeerd is, close reading (gezamenlijk teksten lezen), het voeren van dialogen met/onder begeleiding van docenten. De minor filosofie is academie-overstijgend omdat juist de kracht van interdisciplinair samengestelde groepen als een verrijking wordt ervaren. Zo kunnen diverse perspectieven vanuit verschillende opleidingen nieuwe, rijkere inzichten opleveren. Toelatingsvoorwaarden Er wordt van je verwacht dat je in een motiveringsbrief goede redenen beschrijft waarom je deze minor wenst te volgen Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
12
Vervolg van de informatie over de minor Filosofie Relatie met je latere beroep De Duitse Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804) probeerde in zijn filosofie vier vragen te beantwoorden: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens? Deze vier vragen zijn voor alle mensen die na willen denken over het leven, over de zin van hun beroepsuitoefening nog steeds actueel en richtinggevend. De HZ is een hogeschool die (jonge) mensen opleidt om een beroep uit te oefenen: HRM-medewerker, leraar, ICT-er, bedrijfskundige, verpleegkundige, hulpverlener, bouwkundige enz. Het uitoefenen van een beroep doe je voor en in de samenleving, voor je medemens en natuurlijk ook voor jezelf. Dit brengt heel veel (ethische) verantwoordelijkheid met zich mee. Nadenken over deze verantwoordelijkheid, over ‘de zin’ van jouw beroep, van je leven hoort daar onlosmakelijk bij. De vragen die Kant stelde zijn vragen die je in nu en in de toekomst steeds moet stellen om ‘zinnig’ je beroep uit te oefenen en ‘de zin’ in het (beroeps)leven vast te kunnen houden. Enkele voorbeelden: je krijgt als verpleegkundige de vraag voorgelegd van een patiënt: is euthanasie geen optie voor mij, want ik heb veel pijn en genezing is niet meer mogelijk? Zo’n vraag appelleert direct aan jouw levensvragen. Je kunt zo’n vraag niet met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoorden. Je kan met deze patiënt wel in gesprek gaan, je kan de vragen van Kant als leidraad hiervoor gebruiken. Ze helpen jou en de patiënt. Een ander voorbeeld: Je bent werkzaam als leraar in het basisonderwijs en kinderen komen met vragen die overstijgend zijn aan de geboden lesstof: Waarom moet ik eigenlijk leren? Waarom word ik gepest en (impliciet) hoe moet ik daar mee omgaan? Waarom is er armoede in de wereld? Waarom gaan mensen dood? Waarom is dit goed en dat fout? Kinderen stellen in feite regelmatig filosofische vragen. Dit betekent dat leraren in het basisonderwijs zelf moeten hebben nagedacht over deze en zoveel andere filosofische vragen zoals Immanuel Kant die heeft geformuleerd. Deze twee voorbeelden kunnen met vele andere voor elk beroep waar de HZ voor opleidt worden aangevuld. In de minor filosofie worden deze bij aanvang dan ook door jou gesteld voor je toekomstige beroepsuitoefening. In zowel het schrijven van je betoog datje moet schrijven ter afsluiting van het 1e deel van de minor als in het onderzoek dat je als afsluiting van het 2e deel moet doen. Filosofie overstijgt alle beroepskaders maar is toepasbaar in elke beroepssituatie waarin je geen antwoorden in een boek of reglement kunt vinden, maar diep moet nadenken over de beantwoording ervan. Of, analoog aan wat Hans Joachim Störig in de inleiding van het boek Geschiedenis van de Filosofie, dat voorgeschreven is voor deze minor, schrijft: Filosofie is voor degenen die in hun dagelijkse werkzaamheden en beslommeringen, blijven proberen door zelfstandig na te denken inzicht te krijgen in de raadselen van de wereld en de eeuwige vragen van de mensheid en die niet op voorhand uitsluiten dat de grote denkers uit alle tijden hun daarbij kunnen helpen. Toetsing 1. Filosofisch betoog 2. Filosofisch onderzoek: Onderzoeksrapport naar de toepassingen van filosofie in de beroepspraktijk. 3. Portfolio assessment Nr 1 2
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm x Schriftelijk tentamen; open vragen x Dossier
3
x
Adviesrapport
4
x
Reflectieverslag
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
Kennis van cocreatie, Online Dossier met uitwerkingen uit de workshops Onderzoeks- en adviesrapport met betrekking tot het vraagstuk van de opdrachtgever Reflectie op je leerproces
25%
5,5
23
25
26/27
29
25%
5,5
21
23
25
27
45%
5,5
21
23
25
27
5%
5,5
21
23
25
27
Reacties van oud-studenten of werkveld Positief, Deze minor is niet alleen een studie voor je werk maar ook voor je leven.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
13
4.4
STUDIE BUITENLAND (EXCHANGE)
Name minor
Studie buitenland (exchange)
Possible endorsement on diploma
No
Contact
Ilse Kuijpers,
[email protected]
EC’s
No
30
Internship included
Brief description HZ stimulates students to study one semester at another institute, preferably abroad. Courses Exchange 1 until Exchange 4 together will register an average score for exam results brought back by the student. This registration is based on an official transcript of record from the other/partner institute. Most likely the student will study a 30 European Credit program at the other institute, which corresponds to one semester Admission requirements Completed first year programme Requirements for endorsement on diploma Not applicable Relation to future field of work The minor abroad prepares students for a globalizing, international and intercultural working environment. Practical information The foreign school where you want to take the minor, needs to have a special cooperation/exchange agreement with HZ. IBL students take the required minor in a language area that corresponds with their choice of modern foreign languages.. Learning goals Learning goals vary. They depend on the courses that are chosen. IBL students work on improving their knowledge of foreign languages. Examination A study programme at another institute consists of a variety of exam forms assessing sustainable knowledge, skills training, reflection abiltities and integrative assignments. Final exam results will be registered on a transcript of record and send to HZ. The transcript will indicate exam results and credits received. At HZ results will be transferred to each of the 4 Exchange courses based: 1) on the number of credits; each course has 7,5 credits; 2) on an average mark, registered as an 'overall exam'.per course
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
14
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
15
5
ACADEMIE VOOR ECONOMIE & MANAGEMENT
5.1
INTERNATIONAL MARKETING RELATIONS (ENGLISH)
Name minor
International Marketing Relations
Special endorsement on diploma
No
Contact
Frank Peeters,
[email protected]
EC’s
No
Classes
8 time frames of 90 minutes equally distributed over four courses: • International Customer Relationship Management, • International Marketing Planning, • International Sales & Sales Management and • Online Marketing
30
Internship
Brief description Selling products and maintaining profitable relationships with your customers, that is in a nutshell what you will learn in this minor. To reach that goal, you will study and apply the latest marketing models that are being developed due to the disruptive effects that new technology is having on business and society. Many assignments are based on real life cases that you will discuss in student teams and during high intensive coaching sessions with lecturers and professionals from the field. Moreover, you will discover how to win the audience’s heart and turn buyers into loyal customers and even evangelists of your brand. It goes without speaking that you will be introduced to the latest communication technology available, going from mobile computing to search engine optimization and social media. By the end of the minor you will be able to independently assess international marketing opportunities, to maintain customer relationships within an international context and to close the deals that generate the revenue stream any company needs to stay in business. Admission requirements • Top of mind knowledge of advanced marketing theories and models • Familiarity with research techniques in general and marketing research in particular • Familiarity with accounting principles • Genuine interest in international economics Preconditions for endorsement on the diploma n/a Relation to future field of work Given the changes that global societies are undergoing at an ever increasing pace, no company big or small can survive without adapting itself to those changes. Nowadays marketers and relationship managers know more than ever that what worked in the past does not guarantee any success in the future. Business oriented research is critical for any business that depends on its innovative power to stay ahead of international competition. As such the minor offers an excellent training in the form of real life case studies. Perfect for students who would like to continue with case study research during their final graduation project.
The information about this minor continues on the next page.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
16
Information about minor International Marketing Relations continued. Practical information Though no preconditions are set to follow the courses 'Online Marketing' and 'International Sales and Sales Management', students are expected to master a basic knowledge of marketing concepts and models to get the best out of the courses 'International Marketing Planning' and 'International CRM'. Given that specific preconditions are met, students can attend each of the courses independently from the others. Learning goals By the end of the International Marketing Relations minor, you are able to: • define value propositions, • identify organisational improvements from CRM perspective, • assess CRM requirements and strategies, • develop a CRM campaign; • independently write a marketing plan for any given company; • critically review academic papers, • to do independently case study research, • to train your conversation skills though role-plays; • reach a target audience online, • get the audience to act, convert and engage into lasting online relationships. Examination Format (oral, written or alternative) O W A Format
Content
Weight
Minimum Exam score Week
Exam Re-sit inspection wee week
Exam inspection re-sit
CRM concepts and theories 50% Victory Bank case study 50%
5.5 5.5
45 before 4
48 7
5 15
9 18
Multiple choice questions 50% about planning models and strategies Team case 50%
4.0
4
7
before 15 18
4.0
before 4
7
15
Sales planning for an 50% international B2B company Marketing models and 50% theories
4.0
before 4
7
before 15 18
4.0
4
7
15
18
Attendance and active participation should exceed 70% of scheduled classes Contribution and cooperation Case study report Case study presentation Case study based multiple choice questions and open questions
5%
5.5
n/a
n/a
n/a
n/a
5%
5.5
before 4
7
before 15 18
20% 20% 50%
5.5 5.5 5.5
before 4 before 4 4
7 7 7
before 15 18 before 15 18 15 18
International Customer Relationship Management 1 2
x
x x
Exam Report and presentation
International Marketing Planning 1
x
2
Exam
x
Case study
18
International Sales and Sales Management 1
x
Group assignment
2
x
Exam
Online Marketing 1
x
Attendance and active participation
2
x
Peer assessment
3 4 5
x x x
Group assignment Group assignment Exam
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
17
5.2
ACCOUNTANCY
Naam minor
Accountancy
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Aantal EC’s
Nee
Lesdagen
L.P.J. Meerschaert AA
[email protected] Maandag t/m vrijdag
Bijzonderheden
-
30
Incl. stage
Korte beschrijving van de inhoud De minor Accountancy is een verdiepende minor speciaal voor studenten van de opleiding Bedrijfseconomie. De minor is bij uitstek geschikt voor studenten die na de opleiding bedrijfseconomie willen gaan werken in de Accountancy branche en/of verder willen studeren in deze richting. Echter ook als je een controllersfunctie ambieert geeft de minor je de juiste tools om deze rol kwalitatief uitstekend te vervullen. De minor bestaat uit vier met elkaar samenhangende cursussen van 7.5 EC, respectievelijk: • Externe verslaggeving/accountancy • Belastingrecht voor ondernemers • Financiële rekenkunde en levensverzekeringswiskunde • Auditing & Assurance Een individuele beschrijving per cursus is beschikbaar bij de bovenvermelde contactpersoon. Indien je een andere opleiding volgt dan Bedrijfseconomie bestaat wellicht toch een mogelijkheid één of enkele cursussen uit deze minor te selecteren in een zogenaamde “vrije minor”. De totale samenstelling van deze minor zal dan uit samenhangende cursussen dienen te bestaan. De deelexamencommissie zal een door jou ingediend verzoek moeten accorderen.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
18
Vervolg van de informatie over de minor Accountancy Toelatingsvoorwaarden Per cursus uit de minor accountancy zijn al of niet voorwaarden voor deelname gesteld. De voorwaarden hebben betrekking op noodzakelijk aanwezige voorkennis bij deelname aan de betreffende cursus. CU04807 Titel: Externe verslaggeving/ Financial Accounting Aantal EC’s: 7,5 Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: Noodzakelijke voorkennis: Geen verplichte voorkennis. Wel wordt sterk aanbevolen: CU03077 - Opstap naar je eigen bedrijf; CU03219 - Bedrijfseconomie en onderneming CU03218 - De groeiende en innoverende organisatie; CU03220 - Financiële administratie CU03845 - Budgettering in de Boekhouding; CU03849 - Management Accounting ; CU03850 – Belastingrecht CU05023 Titel: Belastingrecht voor ondernemers Voorwaarden voor deelname: Bij voorkeur afgeronde cursus CU03850
Aantal EC’s: 7,5
Voertaal: NL
CU05024 Titel: Financiële rekenkunde en levensverzekeringswiskunde Voorwaarden voor deelname: geen
Aantal EC’s: 7,5
Voertaal: NL
CU05025 Titel: Auditing & Assurance Aantal EC’s: 7,5 Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: Noodzakelijke voorkennis (courses die vooraf gevolgd dienen te worden) CU03220 Financiële Administratie; CU03219 Bedrijfseconomie en onderneming CU03845 Budgettering in de boekhouding; CU03849 Management Accounting; CU03852 BIV/AO Ondersteunende courses CU03077 Opstap naar je eigen bedrijf; CU03218 De groeiende en innoverende onderneming Voorwaarden voor aantekening diploma Relatie met je latere beroep De minor accountancy valt onder de groep verdiepende minoren. Dit betekent dat met als basis de behaalde competenties in studiejaar 1 en 2 verdieping wordt aangeboden die aansluiting met het werkveld biedt vooral m.b.t. werkzaamheden en advisering op het gebied van externe verslaggeving; belastingrecht en controle omgeving. Bij het volgen van deze minor bewerkstellig je een goede aansluiting bij starten van stagewerkzaamheden bij accountantskantoren of in een controle omgeving bij (non-)profit instellingen. Hieronder wordt een korte omschrijving gegeven per onderdeel van de minor. CU04807 Titel: Externe verslaggeving/ Financial Accounting Binnen de cursus externe verslaggeving staat de verslaggeving centraal die voorziet in de informatiebehoeften van derden. De informatie is bedoeld om verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid. Je kunt na afloop van de cursus zelfstandig (delen van) een commerciële en fiscale jaarrekening opstellen conform bedrijfseconomische grondslagen en in overeenstemming met de vigerende wet- en regelgevingen. Daarnaast voer je een onderzoek uit binnen het vakgebied financial accounting.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
19
Vervolg van de informatie over de minor Accountancy CU05023 Titel: Belastingrecht voor ondernemers De student moet via casussen op basis van (onderdelen van) de commerciële jaarrekening fiscale correcties kunnen aanbrengen met betrekking tot de waarderingen van activa en passiva en de opgevoerde baten en lasten. De student moet een onderneming kunnen inbrengen in een BV en in staat zijn de fiscale jaarrekening van een BV in het kleine tot middelgrote MKB op te stellen. De student moet in staat zijn aan te geven wat de fiscale positie is van de directeur/grootaandeelhouder (dga) van een dergelijke onderneming. Tot slot moet de student voor een dergelijke onderneming de belangrijkste aspecten voor de BTW in kaart kunnen brengen en een aangifte BTW kunnen opstellen CU05024 Titel: Financiële rekenkunde en levensverzekeringswiskunde In het onderdeel financiële rekenkunde oefen je de rekenkundige technieken voor berekeningen van o.a. annuïtaire hypotheken en rentabiliteitswaarde. In het onderdeel levensverzekeringswiskunde maak je o.a. pensioenberekeningen en stel je de balanspost “verzekeringsverlichtingen” vast. CU05025 Titel: Auditing & Assurance De cursus Auditing & Assurance uit de minor accountancy beoogt dat je je ontwikkelt tot een waardige gesprekspartner als het gaat om wet- en regelgeving ten aanzien van het accountantsberoep en het accountantscontroleproces. Je zult als start mee kunnen werken in een controleteam wat onder aanvoering van een controleleider een jaarrekeningcontrole uitvoert. Tijdens de cursus zal je ook een kort onderzoek uitvoeren naar een (actueel) accountants gerelateerd thema. Praktische informatie De minor bevat een viertal cursussen gericht op verdieping van de bedrijfseconomische (controle-)omgeving. De minor wordt verzorgd in het 5e semester zodat je met behulp van de opgedane kennis succesvol kunt zijn tijdens je aansluitende stage periode. Leerdoelen
Ld1.2.1 Je kunt de strategische doelen van een organisatie verklaren aan de hand van het businessmodel. Ld1.2.2 Je kunt op basis van de gekozen strategie een ondernemingsplan voor de organisatie uitwerken. Ld1.2.3 Je kunt uit het ondernemingsplan een tactisch beleidsplan destilleren en dit plan omzetten in operationele acties. Ld1.2.4 Je kunt de aansprakelijkheidsrisico’s van de bestuurders benoemen. Ld1.2.5 Je kunt de risico’s van verbintenissen en de financiële consequenties ervan benoemen. Ld1.3.1 Je kunt financiële en sociale informatie van de organisatie produceren en rapporteren. Ld3.1.1 Je kunt een probleemstelling formuleren (het geheel van probleemschets, onderzoeksvraag en doelstelling). Ld3.2.1 Je kunt bronnenonderzoek uitvoeren. Ld3.2.3 Je kunt een onderzoek opzetten en dit vastleggen in een onderzoeksvoorstel (= plan van aanpak voor onderzoek). Ld3.2.1 Je kunt de benodigde data verzamelen en de verzamelde gegevens op geschikte wijze verwerken tot informatie, zodat zinvolle interpretatie mogelijk wordt. Ld3.3.2 Je kunt voortgang en kwaliteit van de uitvoering monitoren en bijsturen indien nodig en de kwaliteit van het resultaat toetsen aan de gestelde eisen. Ld3.3.1 Je kunt betekenis verlenen aan de gevonden en verwerkte gegevens. Ld3.3.2 Je kunt over onderzoek rapporteren. Ld3.1.1 Je kunt je gedrag aanpassen aan bij onderzoek horende normen, beroepsethiek, attitude en verantwoordelijkheden. Ld5.1.1 Je kunt een set financiële standaarden ten behoeve van de uitvoering van de control-cyclus maken. Ld5.1.2 Je kunt verschillende methoden hanteren om kostprijsberekeningen op te stellen. Ld5.1.3 Je kunt opbrengsten en resultaten prognosticeren. Ld5.1.4 Je kunt de administratie voor verschillende typen en typologieën ondernemingen opzetten en beheren. Ld5.1.5 Je kunt een beheersingsproces operationaliseren.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
20
Vervolg van de informatie over de minor Accountancy Ld5.2.1 Je kunt financiële rapportages analyseren. Ld6.1.1 Je kunt een bedrijfssituatie definiëren. Ld6.1.2 Je kunt de informatievoorziening van geld- en goederenstromen analyseren. Ld6.2.1 Je kunt uit bestaande ‘toolbox’ passende beheersingsinstrumenten kiezen. Ld6.2.2 Je kunt interne en externe klanten adviseren op het gebied van (geautomatiseerde) informatiesystemen. Ld6.2.3 Je kunt het belang van EDP audit motiveren voor een organisatie. Ld7.1.1 Je kunt strategische risico’s onderkennen, analyseren en beheersen. Ld7.1.2 Je kunt renterisico’s, valutarisico’s en beleggingsrisico’s onderkennen, analyseren en beheersen. Ld7.2.1 Je kunt op basis van theorieën, methoden en technieken een investeringsselectie maken. Ld7.2.2 Je kunt werkkapitaalbeheer voor een organisatie uitvoeren. Ld7.2.3 Je kunt vanuit een balanspositie de optimale vermogensstructuur vaststellen. Ld7.2.4 Je kunt treasurymanagement uitvoeren. Ld7.2.5 Je kunt de theorie van waarde en waardemaximalisatie toepassen in een concrete situatie. Ld8.1.1 Je kunt een bedrijfseconomische jaarrekening opstellen die voldoet aan de eisen behorende bij (internationale) externe verslaggeving. Ld8.1.2 Je kunt een fiscale jaarrekening opstellen die voldoet (inter)nationale fiscale eisen. Ld8.2.1 Je kunt de jaarrekening toetsen op juistheid, volledigheid en tijdigheid. Ld8.2.2 Je kunt de bevindingen zodanig rapporteren dat dit input oplevert voor verbetering van de volgende controlcyclus. Toetsing Nr
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
CU04807 Titel: Externe verslaggeving/ Financial Accounting 1
x
2
x
3
X
Toets theorie grondslagen en toepassing externe verslaggeving (tussentoets) Onderzoeksopdracht (onderzoek doen binnen het vakgebied financial accounting, zowel in NL- als internationale context) Toets theorie + toepassen fiscale jaarrekening
45%
5,0
45
48
5
9
10%
5,0
4
9
15
18
45%
5,0
3
9
13
18
40% 40% 20%
5.0 5.0 5.5
45 4 3
48 9 9
5 15 13
9 18 18
50% 50%
5,0 5,0
45 4
48 9
5 15
9 18
CU05023 Titel: Belastingrecht voor ondernemers 1 2 3
x x x
Toepassingstoets (tussentoets) Toepassingstoets (eindtoets) Groepsopdracht AcconAVM Fiscale Jaarrekening
CU05024 Titel: Financiële rekenkunde en levensverzekeringswiskunde 1 2
x x
Toepassingstoets (tussentoets) Toepassingstoets (eindtoets)
CU05025 Titel: Auditing & Assurance 1
x
2
x
3
x
x
Tussentoets: Grondslagen van Auditing & Assurance / 30% Casustoets en open vragen / individueel Eindtoets: Praktijk van Auditing & Assurance / 50% Casustoets en open vragen / individueel Referaat: rapportage / verslag, individueel, schriftelijk / 20% presentatie
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
5,0
5,0
45
48
5
5,0
5,0
4
9
15
5,5
-
-
-
-
21
5.3
SOCIAL MEDIA DESIGN
Naam minor
Social Media Design
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Katinka de Bakker (
[email protected])
Aantal EC’s
Nee
Lesdagen
nog niet bekend
Bijzonderheden
In de minor werk je met echte opdrachtgevers
30
Incl. stage
Korte beschrijving van de inhoud Minor Social Media Design – co-creatie met en voor bedrijven In deze nieuwe editie van de minor Social Media Design verkennen we de mogelijkheden om social media in te zetten voor cocreatiedoelstellingen. Veel bedrijven zijn geïnteresseerd om hun waardecreatieproces beter af te stemmen op de klant en onze minor wil graag op deze recente trend inspelen. Hiervoor gaan we een unieke samenwerking aan met partner-bedrijven. Je zult tools en technieken aangereikt krijgen waarmee je samen met de bedrijven op zoek gaat naar de beste manier om tot co-creatie met hun klanten te komen. Uiteindelijk gaan we een social-mediaexperiment inrichten en werken we zo aan een echt eindproduct. Opbouw De minor bestaat uit één reguliere cursus van 7,5 ECTS waarin je de noodzakelijke kennis en competenties verwerft rondom social-mediatoepassingen, online marketing, CRM en co-creatie. Een tweede blok van 7,5 ECTS zal ingericht worden met workshops die jou in de daadwerkelijke ontwikkeling van de oplossing en in de samenwerking met het bedrijf ondersteunen. Deze zijn vooral gericht op onderzoek-, communicatie- en adviesvaardigheden. Het laatste blok van 15 ECTS is het projectonderwijs in samenwerking met de partnerbedrijven. Hier gaan we dus daadwerkelijk aan de slag en onderzoeken we op welke manier we ons social-mediaexperiment het best kunnen inrichten. Toelatingsvoorwaarden Voorwaarde voor toelating voor de minor is dat je je propedeuse hebt behaald en minimaal 45 ECTS in het tweede jaar is behaald. Inschrijving is zonder meer mogelijk voor studenten aan de Academie voor Economie & Management, en studenten Informatica. Studenten van overige studierichtingen moeten een verzoek indienen bij de contactpersoon van de minor. Voorwaarden voor aantekening diploma n.v.t. Relatie met je latere beroep Veel organisaties vragen zich af welke bijdrage social media kunnen leveren aan het realiseren van de organisatiedoelstellingen. Met deze minor ben je in staat om organisaties van professioneel advies te voorzien en te begeleiden in het onderzoeken van de mogelijkheden van social media en het opzetten van een experiment. De minor bevat naast een advies- ook een onderzoekscomponent, en vormt daarmee een goede voorbereiding op je afstudeeronderzoek. Praktische informatie Je volgt hoorcolleges en workshops en krijgt coaching bij het uitvoeren van een onderzoek en opstellen van een advies voor een echte opdrachtgever.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
22
Vervolg van de informatie over de minor Social Media Design Leerdoelen Analyseren en onderzoeken: • Je kunt analyses en (toegepaste) onderzoeken op het gebied van social media initiëren, begeleiden, uitvoeren en interpreteren • Je kunt informatie op strategisch niveau interpreteren en evalueren • Je kunt op basis van analyse en onderzoek adviseren over de social-mediastrategie Ontwikkelen van en adviseren over social-mediastrategie: • Je kunt onderzoeksresultaten hanteren als input voor strategievorming • Je kunt gevraagd en ongevraagd adviseren over social-mediastrategie aan het management • Je kunt voorstellen met overtuigingskracht presenteren aan externe opdrachtgevers, zowel mondeling als schriftelijk Creëren en realiseren: • Je kunt een multi- en crossmediale middelenmix inzetten om de strategie uit te voeren • Je kunt doel- en doelgroepgericht handelen. Toetsing Nr 1 2
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm x Schriftelijk tentamen; open vragen x Dossier
3
x
Adviesrapport
4
x
Reflectieverslag
Minorengids 2014-2015
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
Kennis van cocreatie, Online Dossier met uitwerkingen uit de workshops Onderzoeks- en adviesrapport met betrekking tot het vraagstuk van de opdrachtgever Reflectie op je leerproces
25%
5,5
23
25
26/27
29
25%
5,5
21
23
25
27
45%
5,5
21
23
25
27
5%
5,5
21
23
25
27
versie 1.3, 25 november 2014
23
5.4
RECHTEN
Naam minor
Minor rechten
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
P.B. Schuman,
[email protected]
Aantal EC’s
Nee
Lesdagen
Nog niet bekend
30
Incl. stage
Bijzonderheden
De minor recht bestaat uit vier cursussen van 7,5 EC waarmee je je kennis en vaardigheden op het gebied van het recht zowel kunt verbreden als verdiepen. De vier cursussen zijn: CU03850 Belastingrecht, CU07371 Gemeenterecht, CU07370 Vervoer haven & milieu en CU14081 Consumentenrecht. Korte beschrijving van de inhoud Tijdens de cursus belastingrecht leer je omgaan met de meest belangrijke sociale verzekeringswetten, waardoor je kunt aangeven op welke verzekering als dan niet recht bestaat, hoe hoog die uitkering is, hoe lang die genoten kan worden en of er daarna nog recht bestaat op een vervolguitkering. Ook leer je werken met Wet op de inkomstenbelasting zodat je uiteindelijk in staat bent de aangifte Inkomstenbelasting voor de gemiddelde Nederlander samen te stellen en de fiscale gevolgen van een aantal gebeurtenissen kunt weergeven. In de cursus gemeenterecht leer je omgaan met de wetgeving en jurisprudentie op de verschillende beleidsterreinen waarmee een beleidsmedewerker van de gemeente te maken kan hebben. Te denken valt aan Sociale Zaken, Ruimte, Wonen, Jeugd, Sport e.d. In de cursus Vervoer, haven en milieu leer je vanuit het perspectief van de haven kijken naar internationale handel, vervoer en milieu. De internationale handel kan niet gedijen zonder haven en alles wat zich daarin en daarnaast afspeelt. Zonder haven geen mondiale handel. Maar milieuaspecten worden natuurlijk niet uit het oog verloren. In de cursus Consumentenrecht leer je alle ins en outs van koop en consumentenkoop, algemene voorwaarden, dienstverlening , e-commerce, productaansprakelijkheid en productveiligheid, Warenwet, oneerlijke en misleidende handelspraktijken, misleidende reclame, het mededingingsrecht en geschilbeslechting. Toelatingsvoorwaarden De minor is toegankelijk voor alle HZ-studenten. Als je nog geen basiskennis van recht hebt is het wel raadzaam om vóór aanvang van de minor het Basisboek recht van O. van der Roest door te nemen. Voorwaarden voor aantekening diploma n.v.t. Relatie met je latere beroep De minor recht is een brede minor waarin je naast kennis ook belangrijke vaardigheden opdoet. Zo leer je hoe je relevante wetgeving en jurisprudentie kunt vinden en hoe je deze kunt toepassen op concrete cases. In vele beroepen zul je profijt hebben van de in deze minor opgedane kennis en vaardigheden. Het consumentenrecht is een rechtsgebied met een breed scala aan onderwerpen en een groot maatschappelijk belang. Iedereen heeft er dagelijks bewust of onbewust mee te maken. Ook in je werk kun je met het consumentenrecht in aanraking komen. Als je na afloop van je studie als bij een bedrijf gaat werken dat producten verkoopt aan consumenten zul je op de hoogte moeten zijn van de regels van het consumentenrecht. Het bedrijf waarbij je aan de slag gaat kan een regulier productiebedrijf of handelsbedrijf zijn, maar het kan ook gaan om een webshop of een bouwbedrijf. Het is ook mogelijk dat je een baan vindt bij een organisatie die de bescherming van de belangen van consumenten behartigt, zoals de Consumentenbond, de ANWB, de Vereniging Eigen Huis of bij één van de vele geschillencommissie. Ook dan is kennis van het consumentenrecht van belang. Bachelors BE vinden vaak een baan op een accountantskantoor, bank of verzekeringsmaatschappij. MER-bachelors vinden soms een baan als financieel planner bij een bank of vermogensbeheerder. CE-bachelors kunnen ook aan het werk bij verzekeringsmaatschappijen of als tussenpersonen om verzekeringsproducten te verkopen. In de cursus Belastingrecht vergaar je kennis en vaardigheden op het gebied van het belastingrecht en sociale verzekeringsrecht die je in deze beroepen goed van pas zal komen.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
24
Vervolg van de informatie over de minor Rechten Als je na afloop van je studie als beleidsmedewerker bij een gemeente gaat werken, dan is de kans groot dat je je nader op de uitvoering van een bepaald terrein van wetgeving zult moeten specialiseren. Dit kan op heel verschillende beleidsterreinen zijn. Er wordt van je verwacht dat je het bestuursorgaan adviseert over het te voeren beleid. Ook moet je zelfstandig een groot aantal diverse juridische beslissingen voorbereiden en op de uitvoering daarvan letten. Dit leer je tijdens de cursus Gemeenterecht. Als je na je studie als assistent-to-manager bij een internationaal georiënteerd middelgroot bedrijf aan de slag gaat, ga je binnen het bedrijf een rol vervullen als schakel in de internationale handels- en vervoersketen. Er wordt van je verwacht dat je het management adviseert over het te voeren beleid dat hiermee samenhangt. Ook moet je zelfstandig een groot aantal diverse (juridische) beslissingen voorbereiden en op de uitvoering daarvan letten. Hier wordt je tijdens de cursus Haven, vervoer & milieu op voorbereid. Ook wordt er in deze minor invulling gegeven aan praktijkgericht onderzoek. In het tweede deel van de cursus Haven, vervoer & milieu doe je een onderzoek en schrijf je een rapport over een door jou te kiezen onderwerp dat raakvlakken heeft met de haven. Hierdoor is, afhankelijk van jouw voorkeur, specialisatie mogelijk op een gebied dat relevant is voor je opleiding. Omdat het doen van onderzoek bij je afstudeerstage een prominente plaats inneemt, vormt deze minor daarom ook een goede voorbereiding op de afstudeerfase. Praktische informatie Tijdens deze minor wordt een scala aan werkvormen gebruikt: hoorcolleges, werkcolleges, individuele opdrachten, groepsopdrachten, casuïstiek, gastlessen, bronnenonderzoek, praktijkonderzoek, etc. Leerdoelen •
• • • • • • • • • • • • •
Je kunt uit de veelheid van gegevens die een klant overlegt (denk aan bankafschriften, verzekeringspolissen, hypotheekaktes, pensioenoverzichten) een selectie maken van fiscaal relevante en irrelevante feiten en op basis van bovenstaande deze selectie de fiscale consequenties voor de Inkomstenbelasting aangeven die voor de Nederlandse particulier van toepassing zijn zowel op het gebied van de belastbare inkomsten als op het gebied van de aftrekposten Je kunt de belangrijkste fiscale boekingen toepassen in het aangiftepakket van de Belastingdienst. Je kunt op basis van de bepaalde gebeurtenissen (ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden) aangeven of er een recht op een uitkering bestaat, op welke uitkering eventueel recht bestaat, hoe lang op welke uitkering een beroep kan worden gedaan en hoe hoog deze uitkering zal zijn. Je kunt uit de veelheid van fiscale maatregelen en maatregelen op het terrein van de sociale zekerheid en het pensioenrecht de voor je werkomgeving meest relevante aspecten selecteren, de gevolgen van deze regelingen voor je werkomgeving overzien en in een schriftelijke rapportage vastleggen. Je kunt de op verschillende beleidsterreinen van de gemeente relevante wetgeving, jurisprudentie en beleid signaleren en op hoofdlijnen uitvoeren. Je kunt de totstandkoming van beschikkingen voorbereiden en beschikkingen opstellen aan de hand van bestaande modellen voor de rechtspraktijk. Je kunt een compleet juridisch dossier inrichten en beheren. Je kunt bezwaarschriften opstellen, beoordelen en afdoen. Je kunt relevante internationale regelgeving en jurisprudentie vinden in juridische databanken. Je kunt internationale regelgeving en jurisprudentie en overheidsbeleid vertalen naar het internationale beleid van de organisatie. Je kunt het management adviseren over het juiste gebruik van internationale koopcontracten, algemene voorwaarden en INCOTERMS. Je kunt het management adviseren over het juiste gebruik van vervoerscontracten, cognossementen, vrachtbrieven en charter parties en het kiezen voor de meest geëigende vervoersmodaliteit. Je kunt een juridisch vraagstuk op het terrein van het consumentenrecht vanuit diverse posities analyseren en afhandelen. Je kunt met betrekking tot een consumentenrechtelijk geschil op het gebied van het consumentenrecht een plan van aanpak opstellen en een advies formuleren.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
25
Vervolg van de informatie over de minor Rechten Toetsing De minor recht bestaat uit 4 cursussen van 7,5 EC. Deze cursussen worden elk afzonderlijk getoetst. Nr
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm
1
x
2
x
3
x
4
x
5
x
6
x
7
x
8
x
9 10
x x
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
Tussentoets belastingrecht Groepsoverdracht belastingrecht Eindtoets belastingrecht
casustoets
45%
5.0
14
18
24
26
praktijkopdracht
10%
5.0
23
26
27
28
casustoets
45%
5.0
23
26
27
28
Portfoliotoets (dossier) gemeenterecht Eindtoets gemeenterecht
Samenstellen dossier
70%
5.5
23
26
27
28
open vragen/casustoets 30%
5.0
23
26
27
28
Eindoets haven, vervoer open vragen/casustoets 50% en milieu Rapport haven, vervoer groepsverslag 50% en milieu
5.0
23
26
27
28
5.5
23
26
27
28
Werkstuk consumentenrecht Presentatie consumentenrecht Eindtoets consumentenrecht
28
groepsverslag
40%
5.5
18
22
24
presentatie
10%
5.5
20-22
22
Op afspr. Op afspr.
Open vragen/casustoets
50%
5.0
23
26
26
28
Reacties van oud-studenten of werkveld Studenten vinden de minor recht over het algemeen interessant, maar wel moeilijk. Er moet behoorlijk hard voor gewerkt worden.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
26
6
ACADEMIE VOOR ZORG & WELZIJN
6.1
PSYCHIATRIE (UITSTROOMRICHTING)
Naam minor
Minor Psychiatrie
Eventuele aantekening diploma
Contactpersoon Lesdagen
Kristel Boonstra Aantal EC’s 30 Incl. stage
[email protected] Maandag, met uitzondering van een enkele workshop en werkbezoek.
Bijzonderheden
Deeltijdstudenten werken of hebben stage in een GGZ context.
Ja Ja
Korte beschrijving van de inhoud Het werkveld van de GGZ is verspreid over diverse werkgebieden. Het houdt zich bezig met de begeleiding en behandeling van volwassenen, kinderen en jeugd, en van ouderen met een psychische aandoening. Daarnaast zijn GGZ-agogen werkzaam in de forensische psychiatrie, in de verslavingszorg en preventie. De minor psychiatrie is dan ook opgezet rondom vier pijlers: 1. 2.
Kennis over psychiatrische ziektebeelden en psychofarmaca. Projectmanagement (externe opdrachtgever uit de GGZ).
3. 4.
Trainingen, zoals motiverende gespreksvoering. Bijzondere aandacht voor bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen, juridische aspecten binnen de GGZ, enz.
De inhoud van de minor is tot stand gekomen in nauw overleg met het GGZ werkveld. Een groot gedeelte van de minor breng je ook door binnen de praktijk van de GGZ middels eigen werkplek of stage. Toelatingsvoorwaarden Voltijd: geen. Deeltijd: werken of stage lopen in een GGZ context is een vereiste. Voorwaarden voor aantekening diploma Voor de aantekening GGZ-agoog op diploma Social Work moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: Totaal van 240 EC behaald hebben. De minor psychiatrie met een voldoende afgerond. In het vierde jaar aanvullende opdrachten in de praktijk hebben afgerond. In het vierde jaar werken of stage lopen in een GGZ context. Relatie met je latere beroep Zoals eerder aangegeven is het werkveld van de GGZ verspreid over diverse werkgebieden. De inhoud van deze minor is dan ook tot stand gekomen in nauw overleg met dit werkveld. De GGZ sector is bezig om steeds meer ambulant te gaan werken waardoor er juist meer vraag is naar mensen met een agogische opleiding. Met het volgen van de minor, kun je werken aan de aantekening GGZ Agoog op je diploma Social work. Doordat het onderdeel projectmanagement een deel van de minor vormt, word je op deze manier voorbereid op het doen van onderzoek, maar ook op het samenwerken met collega’s. Kortom verschillende vaardigheden waar je je voordeel mee kunt doen. Praktische informatie De lesdagen zijn de maandagen, hierbij word je aanwezig geacht. Daarnaast kan een enkele workshop op een andere dag worden ingepland. Naast de lesdagen, werk of loop je 300 uur stage in een GGZ instelling (of BOPZ). NB de stage wordt vanuit de HZ gecoördineerd, waardoor het aantal plaatsen beperkt is. Wel kunnen studenten zelf een plaats aandragen.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
27
Vervolg van de informatie over de minor Psychiatrie Leerdoelen De leerdoelen zijn opgesteld naar aanleiding van de competenties uit het landelijke GGZ Agoog profiel. Aan deze leerdoelen wordt op de lesdagen maar ook tijdens de stage gewerkt. • • • • • • • • • •
• • • • • • • •
Je bent toegankelijk, klantvriendelijk en bereikbaar. Je zoekt proactief contact met de cliënt (wanneer die uit zichzelf geen hulp zoekt). Je houdt in het contact rekening met de psychische beperkingen van de cliënt. Je houdt rekening met het culturele referentiekader, de leeftijd en sekse van de cliënt en het cliëntensysteem. Je benadert de cliënt respectvol en oprecht en streeft naar een gelijkwaardige samenwerkingsrelatie. Je maakt, wanneer gewenst, gebruik van ICT voorzieningen in het contact met cliënten (e-health). Je gaat integer om met vertrouwelijke informatie over de cliënt en het cliëntsysteem. Je richt de ondersteuning op het herstelproces van de cliënt. Je biedt vertrouwen en veiligheid, waardoor de cliënt zich uitgenodigd voelt zijn of haar verhaal te vertellen. Je vraagt naar de situatie, waarden en wensen van de individuele cliënt en vult niet in vanuit stereotypen of eerdere ervaringen met cliënten. Je luistert en reflecteert op empathische wijze naar ervaringen en de manier waarop de cliënt deze ervaringen plaatst in het eigen levensverhaal. Je zoekt ondernemend en doelgericht naar nieuwe (creatieve) antwoorden op vragen van cliënten, opdrachtgevers en vragen vanuit de samenleving. Je kent geldende wet- en regelgeving. Je gaat respectvol om met andere professionals en maakt gebruik van hun deskundigheid. Je houdt de belangen van de cliënt, de opdrachtgeverdrachtgever, de organisatie en andere betrokkenen in evenwicht . Je komt afspraken na en spreekt anderen aan op hun verantwoordelijkheden en uitvoering. Je houdt rekening met de structuren en werkmethoden van professionals uit andere organisaties. Je agendeert vraagstukken op het gebied van de GGZ. Je werkt waar mogelijk evidence based en hanteert relevante methoden, richtlijnen, technieken en inzichten voor de GGZ en kan deze combineren. Je kan nieuwe technologieën en kennis toepassen in de beroepsuitoefening. Je bezit didactische vaardigheden om groepen cliënten trainingen te geven. Je hebt een instelling van hoop en optimisme. Je onderzoekt samen met de cliënt persoonlijke kwaliteiten en mogelijkheden, en spreekt hem hierop aan. Je ondersteunt de cliënt om onbenutte kwaliteiten en capaciteiten van zichzelf en van de omgeving in te zetten voor beter functioneren en actievere participatie. Je houdt rekening met de grenzen van mogelijkheden van een cliënt ten gevolge van zijn of haar psychische aandoening Je zoekt met de cliënt naar zijn of haar inspiratiebronnen. Je gelooft in de potenties en kracht van cliënten om de eigen situatie ter hand te nemen en in het recht op volwaardig burgerschap van iedereen. Je kan kwartiermaken waardoor het maatschappelijke klimaat voor participatie van mensen met een psychische handicap bevorderd wordt en zij zich welkom en geaccepteerd voelen. Je analyseert samen met de cliënt het bestaande sociale netwerk. Je weet dat de motivatie van de cliënt om te herstellen beïnvloedbaar is. Je zet motiverende gesprekstechnieken in. Je zoekt met de cliënt naar wat hem motiveert en wat hem in beweging brengt. Je kent de grenzen en mogelijkheden van juridische kaders en kan hier effectief mee om gaan. Je kan de noodzaak van het gedwongen kader beargumenteren. Je bent op de hoogte van de behandeldoelen waaraan de cliënt werkt met behulp van de leefgroep. Je stimuleert de cliënt tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid.
•
Je toont voorbeeldgedrag.
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
28
Vervolg van de informatie over de minor Psychiatrie
Toetsing
Nr 1 2
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm x Kennistoets psychopathologie x Projectpresentatie
3
x
Logboek Projectdossier
4
x
5
x
Rapportage/verslag projectdossier Werkplekassessment
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
N.a.v. theorie en colleges 25% psychopathologie Presentatie van het project 25% aan werkveld/opdrachtgever Procesverslag projectgroep 0%
5.5
23
26
27
29
5.5
23
nvt
28
nvt
n.v.t.
Rapportage verslag projectdossier Stagedocumenten n.a.v. stage/werkplek
25%
5.5
23 23
26 26
28 28
29 29
25%
5.5
23
26
28
29
Reacties van oud-studenten of werkveld ‘Hierdoor kreeg ik op mijn stageplek een leer-werkovereenkomst aangeboden en had ik in het vierde jaar een betaalde stage.’ ‘Het was een zware minor en ik heb keihard gewerkt maar ik ben zo blij dat ik hiervoor gekozen heb. Het geeft me een voldaan gevoel.’
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
29
6.2
JEUGDZORGWERKER (UITSTROOMRICHTING)
Naam minor
Jeugdzorgwerker
Eventuele aantekening diploma
Contactpersoon
Aantal EC’s
Lesdagen
Wilma Scholtens-Prop
[email protected] 3 lesdagen per week
Bijzonderheden
Deeltijders kunnen ook deelnemen. Verplichte dag is maandag en 5x een andere dag les of excursie.
30
Incl. stage
Ja (na 4e jaar stage en onderzoek in jeugdzorg Nee
Korte beschrijving van de inhoud In zijn algemeenheid geldt dat de jeugdzorgwerker – de professional in de jeugdzorg – om moet kunnen gaan met een veelheid aan maatschappelijke ontwikkelingen die zich afspelen in het werkveld van de jeugdzorg en kunnen functioneren binnen de diverse voorzieningen die de jeugdzorg kent. In deze minor staat het werken met en rondom jeugdigen en hun systeem centraal. Het is belangrijk om over de grenzen van het eigen werkterrein heen te leren kijken. De student maakt kennis met de wereld en de sociale omgeving van jongeren en het werkveld van de Jeugdzorg. De student leert te werken met dilemma’s, methodieken die in het werkveld worden gebruikt en hoe belangrijk netwerken zijn. De student breidt tijdens deze minor de kennis over jongeren met specifieke behoeften uit. De student leert gesprekken voeren met jongeren en hun systeem volgens de oplossingsgerichte benadering. De student leert hierbij op een creatieve manier bezig te zijn binnen de hulpverlening en zo buiten de bestaande kaders te kijken en denken en om te gaan met diversiteit. Daarnaast neemt de student deel aan werkcolleges, waarbij hij in de huid kruipt van een jeugdzorgwerker en samenwerkt met ketenpartners. Bij deze minor staan een groot aantal competenties vanuit het “Uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker” centraal, omdat deze deel uit maakt van het landelijk uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker. Toelatingsvoorwaarden Propedeuse moet behaald zijn. Deeltijders moeten werkzaam zijn met kinderen, jeugd of jongeren die vallen binnen de jeugdzorg. Voorwaarden voor aantekening diploma Wanneer de student de opleiding social work heeft gevolgd met deze minor en in het vierde jaar een afstudeerstage (met extra opdrachten) en onderzoek gedaan heeft binnen de jeugdzorg komt hij/zij in aanmerking voor een aantekening op het diploma. Relatie met je latere beroep De professionalisering van de jeugdzorg is een belangrijk speerpunt geweest de laatste jaren en in het heden. De jeugdzorgwerker dient zich te verhouden tot de samenleving waarin jongeren participeren en waarbij zijzelf of anderen opkomen voor hun rechten en belangen. Elk kind heeft het recht om op te groeien in veiligheid. Helaas is dit niet voor elk kind of jongere een vanzelfsprekendheid. Binnen deze minor bereid je je gespreksvaardigheden uit richting kinderen/jongeren en ouders. Leer je om moeilijke thema’s zoals kindermishandeling, seksueel misbruik te bespreken en hierin hulpverlening op te starten. Het uitvoeren van een onderzoeksproject met jongeren is een onderdeel binnen deze minor. De jeugdzorgwerkers van de toekomst zullen steeds meer in de wijkteams opereren. Een goede afstemming met collega’s is hierbij een belangrijke succesfactor. Het in kaart brengen van de hulpvraag van de jongeren en hun omgeving is hierin een belangrijk onderdeel. Met de invoering van de nieuwe jeugdwet in januari 2015 wordt ook het tuchtrecht ingevoerd voor de jeugdzorgwerkers. Je leert wat hiervan de relevantie is voor jouw beroep, hoe je handelen wordt getoetst en in welke landschappen de jeugdzorgwerker gaat werken.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
30
Vervolg van de informatie over de minor Jeugdzorgwerker Praktische informatie Binnen de minor wordt er gewerkt met een veelvoud aan werkvormen. Er worden hoorcolleges gegeven, workshops over en door het werkveld, training seksueel misbruik (wat is het en hoe werkt het vlaggensysteem), werkcolleges met diverse thema’s en groepsopdrachten, je gaat boeken lezen en films kijken over kinderen en jongeren om zo je perspectief te vergroten over het jeugdzorgwerk. Gespreksvoering is een belangrijke factor binnen de hulpverlening, je dient rekening te houden met het maken van opnames van je gesprekken die je voert om terug te kunnen kijken, te reflecteren en te leren. Het uitwerken van een onderzoeksproject is een onderdeel van deze minor. Deeltijd studenten dienen rekening te houden met 5 extra lesdagen buiten de maandag. Leerdoelen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Je bent bekend met de internationale rechten van het kind. Je hanteert de rechten van het kind als richtlijn. Je kunt relevante pedagogische uitgangspunten benoemen en hanteren in je handelen. Je hebt kennis van de invloed van diverse systemen van betekenis geven en de visies op opvoeden. Je kent verschillende visies vanuit waar je een problematische opvoedsituatie kunt benaderen. Je laat zien dat je je verdiept in de voorgeschiedenis van de jeugdigen en diens opvoeders/ouders. Je bejegent de jeugdige en/of opvoeders respectvol, neemt hen serieus en toont betrokkenheid. Je kent gespreksmodellen en oplossingsgerichte interventies. Je bent in staat zowel het verbale als non-verbale gedrag van de ander waar te nemen. Je kunt vanuit casuïstiek een passende specifieke benadering uitwerken. Je achterhaalt welke personen en organisaties buiten de hulpverlening de jeugdige en/of opvoeders kunnen steunen en je betrekt hen bij het realiseren van de gestelde doelen. Je bent bekend met het werkveld van de jeugdzorgwerker. Je kunt verschillende taken en functies benoemen in het werkveld in Zeeland. Je legt contact met ketenpartners. Je laat zien dat je beseft dat dwang en drang een onderdeel kan uitmaken van de hulpverlening in de jeugdzorg en dat het een tijdelijke maatregel betreft. Je kunt aangeven welke grens is overschreven door het gedrag van de jeugdige en/of opvoeders waardoor de maatregel nodig is. Je kent de criminogene factoren die kunnen leiden tot jeugdcriminaliteit. Je kent de juridische aspecten van de jeugdzorg van ouderschapsregelingen, OTS, voogdij, strafrecht minderjarige, wetten rondom seksueel misbruik en zedendelicten. Je kunt je eigen waarden en normen beschrijven en deze los zien t.a.v. de waarden en normen van de jongere en/of opvoeders. Je weet dat er verschillende gezinsvormen zijn en welke uitdagingen men heeft. Je kunt een analyse maken van de opvoedsituatie Je kunt verzamelde gegevens verwerken in een hulpverleningsplan. Je kunt samen met de jeugdige en/of diens opvoeders doelen opstellen. Je kunt methodisch handelen. Je kunt je methodische keuzes beargumenteren. Je kunt verschillende checklist, protocollen hanteren die gebruikt worden binnen de jeugdzorg. Je hebt kennis rondom identiteitsontwikkeling en seksuele ontwikkeling. Je kunt het vlaggensysteem hanteren. Je kent de risicofactoren die de kans op seksueel risicogedrag en seksueel misbruik doen toenemen.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
31
Vervolg van de informatie over de minor Jeugdzorgwerker Toetsing Er is een kennistoets binnen de minor over de kennis gerelateerde colleges. Studenten voeren een onderzoek/project uit en schrijven hiervoor een onderzoeksverslag. Het assessment wordt gevoerd met twee docenten en gaat over de competenties waaraan gewerkt is binnen de minor. Kinderen en echtscheiding is een thema dat zeer nadrukkelijk aanwezig is binnen de jeugdzorg. Na het volgen van een aantal lessen maken studenten een verslag waarbij zij laten zien dat zij hier in hun begeleiding op de juiste wijze mee om kunnen gaan. Studenten kruipen in de huid van een jeugdzorgwerker en werken binnen een groep met ketenpartners samen aan 1 plan voor het gehele gezin. Nr 1 2 3 4 5 6
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) Inhoud M S A Vorm x Toets (KI) x Onderzoeks/projectverslag x Assessment x Verslag echtscheiding x x 1 gezin, 1 plan
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
30 30 20 10 10
55 55 55 55 55
23 23 21+22 23 21
26 26 24 25 24
4 28 26+27 27 27
6 37 27 37 37
Reacties van oud-studenten of werkveld “De gastlessen waren interessant en zo kregen we echte cliënten te zien en te horen.” “Ik vond het zwaar en er was veel eigen verantwoordelijkheid van de student.” “Casus Moud was leerzaam. Eerst zelf je stukken maken en daarna samen met het netwerk tot een plan komen.” “Ik heb veel gehad aan de kennis en vaardigheden die ik geleerd had bij de minor toen ik stage ging lopen bij de Raad voor de kinderbescherming.” “Het opnemen van mijn gesprekken was heel spannend, maar door steeds terug te kijken heb ik veel geleerd over wat ik goed doe en waar ik meer van kan doen op de verschillende momenten in het gesprek.” “Het oplossingsgericht denken en werken gaf me rust en ruimte. Nu kan ik samen met de cliënt aan de slag.”
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
32
6.3
GOOD PRACTICE OF SOCIAL WORK
Naam minor
Good Practice Minor
Contactpersoon
Leontine van den Hooven Aantal EC’s 30 Incl. stage
[email protected] Geen lesdagen, maar een verblijf van 12 a 16 weken in het buitenland.
Lesdagen
Eventuele aantekening diploma
Nee Ja
Bijzonderheden
Het plan van aanpak en het brononderzoek worden verricht in semester 5. In semester 6 volgt de onderzoeksfase in het buitenland met afsluitend de presentatie van de bevindingen. Korte beschrijving van de inhoud Binnen de Academie voor Zorg & Welzijn is het belangrijk dat studenten de mogelijkheid wordt geboden om inzicht te verkrijgen in internationale aspecten. Door de internationalisering is het noodzakelijk om meer kennis aan te bieden over andere landen en de positie van Nederland in de wereld. Daarnaast is het van belang om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied Social Work en Verpleegkunde. De Good Practice Minor biedt studenten de mogelijkheid ervaringen op te doen in het buitenland. Als toekomstige Social Worker/Verpleegkundige ga je projecten in het buitenland ondersteunen en onderzoek je een werkende methodiek. Binnen de minor doorloop je een aantal fasen. In de eerste fase ga je je oriënteren en maak je een startdocument. Daarna volgt het brononderzoek, een (voor)studie als voorbereiding op het praktijkonderzoek. Hierna ga je kijken hoe het echt werkt in de praktijk, het buitenland, en verricht je een praktijkonderzoek wat leidt tot een onderzoeksverslag. Daarnaast maak je een schets van de organisatie d.m.v. praktijkopdrachten. Uiteindelijk houd je in de eindfase een presentatie over je bevindingen. Toelatingsvoorwaarden Stage jaar 2 moet zijn afgerond. Voorwaarden voor aantekening diploma Aantekening niet van toepassing. Relatie met je latere beroep Door de toenemende globalisering en de groeiende multiculturele samenleving is een internationale oriëntatie en daarbinnen een internationale leerervaring voor studenten binnen het hoger onderwijs zeer waardevol. Middels de Good Practice Minor kunnen studenten hun talenkennis vergroten en kennismaken met andere culturen. Hierdoor leren ze de kracht van culturele diversiteit te gebruiken, internationale samenwerkingsverbanden op te zetten en plaatsen zij zich beter op de internationale arbeidsmarkt. Praktische informatie De praktische zaken omtrent de stage in het buitenland, dienen door de student zelf, in samenwerking met het International Office, geregeld te worden. Leerdoelen Ld. 1. 1: Je kunt de verschillende leerstijlen beschrijven. Ld. 2. 1: Je kunt de competenties analyseren en beschrijven vanuit internationaal perspectief. Ld. 3. 1: Je kunt een kritische reflectie op je eigen handelen, houding en motivatie schrijven. Ld. 4. 1: Je kunt maatschappelijke ontwikkelingen in het (internationale) beroepenveld analyseren en beschrijven. Ld. 5. 1: Je kunt een brononderzoek uitvoeren. Ld. 6. 1: Je kunt een praktijkonderzoek uitvoeren en analyseren. Ld. 7. 1: Je kunt een probleemsituatie voor cliënten/patiënten onderbouwd formuleren en beschrijven. Ld. 8. 1: Je kunt internationale verhoudingen herkennen, benoemen en beschrijven. Ld. 9. 1: Je kunt de kracht van culturele diversiteit gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe activiteiten en dit presenteren.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
33
Vervolg van de informatie over de minor Good Practice of Social Work Toetsing Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Afvinktoets m.b.t. procesverslag oriëntatiefase. Nr 1 2
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm X Rapportage/verslag KI X
Rapportage/verslag KI 3 X Rapportage/verslag KI 4 X Logboek R 5 X Presentatie KI Reacties van oud-studenten of werkveld
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
4, 5 4, 5, 6, 7, 8 9 1, 2, 3 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
0% 50% 20% 20% 10%
5.5 5.5 5.5 5.5 5.5
44 22 22 22 27
47 24 24 24 27
49 26 26 26 36
51 28 28 28 36
“Ik heb een hele nieuwe ervaring opgedaan en ben daar trots op.” “Het was heel spannend en ik voelde me best in het diepe gegooid.” “Het was een hele uitdaging en ik heb er veel van geleerd.”
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
34
6.4
INTENSIEF KLINISCHE ZORG
Naam minor
Minor Intensieve zorg
Eventuele aantekening diploma
Contactpersoon
Daan van der SteenI.
[email protected]
Aantal EC’s
Lesdagen
Woensdag en vrijdag
30
nee
Incl. stage
Korte beschrijving van de inhoud De minor bestaat uit diverse onderdelen. Enkele voorbeelden zijn crisismanagement, vitale functiekunde, verpleegtechnische vaardigheden en klinisch leiderschap. Tevens worden er trainingen georganiseerd. Indien mogelijk, wordt op basis van beschikbaarheid in de ziekenhuizen, een bezoek/excursie gepland op een afdeling Spoed eisende hulp WAT GA JE LEREN? • Handelen in acute situaties waarbij de vitale functies en/of psychosociale situatie zijn ontregeld. • Het ontwikkelen van de rol van regisseur in een complexe zorgsituatie. • Complexe verpleegtechnische vaardigheden. • Begeleiden van de patiënt en diens naasten in complexe zorgsituaties. • Het verplegen van kwetsbare ouderen met meervoudige problematiek. • Meewerken aan crisismanagement. • Een actieve bijdrage leveren aan een verantwoorde besluitvorming in morele dilemma’s. • Het kunnen toepassen van kennis over anatomie, fysiologie en pathologie in een complexe zorgsituatie. • Waarom voeding zo belangrijk is in relatie tot Intensieve Zorg. Toelatingsvoorwaarden Alleen studenten die op de een HBO-V studeren zijn toelaatbaar. Voorwaarden voor aantekening diploma Er is geen sprake van een certificaat Relatie met je latere beroep Verpleegkundigen) worden steeds vaker geconfronteerd met patiënten die korter in het ziekenhuis verblijven maar tegelijkertijd meer intensieve zorg nodig hebben gezien de toenemende complexiteit van de ziektebeelden waarbij vitale functies bedreigd worden of zijn en daarbij behorende behandelmethoden. Intensieve klinische zorg wordt daarnaast sterk bepaald door de medisch-technologische mogelijkheden die hoge eisen stellen aan de verpleging en begeleiding van de patiënten. In dit programma ligt de nadruk op het zelfstandig en op systematische wijze kunnen vinden en toepassen van kennis over anatomie, fysiologie, pathologie, voeding, ethiek en veiligheid in een casus waarin sprake is van hoogcomplexe zorg Praktische informatie De lesdagen zijn op de woensdag en de vrijdag. Naast colleges worden(verplichte) trainingen aangeboden op het gebied van ethiek(stimul) en omgaan met agressie. Andere onderdelen zijn projecten op het gebied van voeding en crisismanagement, waarbij de student in zijn studiegroep werkt aan een opdracht
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
35
Vervolg van de informatie over de minor Intensief klinische zorg Leerdoelen Zie de onderwerpen bij het onderdeel korte beschrijving van de inhoud. Per onderdeel zijn de specifieke leerdoelen uitgewerkt. Desgewenst kan de student deze handleidingen toegestuurd krijgen Toetsing
Nr 1 2
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm X Overall Toets X Overall Toets
3
X
Werkstuk
4 5
X X
Peer assessment Stations proef/practicum
6 7
X X
Stations proef/practicum Project verslag
8 9 10
X X
Verslag Stations proef/practicum Overall toets
x
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
Vitale functiekunde Geriatrische verpleegkunde Geriatrische verpleegkunde Klinisch Leiderschap Verpleegtechnisch handelen Ethiek Patiënten Carrière
20 10
55 55
14 14
17 17
24 24
26 26
5
55
14
17
24
26
5 15
55 55
14 14
17 17
24 24
26 26
5 20
55 55
23 23
25 25
26/27 26/27
28 28
Voeding Crisismanagement Crisismanagement
10 5 5
55 55 55
23 23 23
25 25 25
26/27 26/27 26/27
28 28 28
Reacties van oud-studenten of werkveld Interessante minor. Veel geleerd. Spreiding van de studielast over de gehele minor kan beter. Hier wordt aan gewerkt
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
36
6.5
DE WIJKPROFESSIONAL
Naam minor Contactpersoon
De Wijkprofessional Eventuele aantekening diploma Nee Martien Lodder (
[email protected]) Aantal EC’s 30 Incl. stage Ja Kevin van Gorkom (
[email protected]) Lesdagen Maandag, woensdagmiddag, donderdagochtend. (Vrijdag en dinsdag projectdagen) Bijzonderheden Korte beschrijving van de inhoud De student maakt kennis met werken in de wijk op verschillende niveaus. Deelnemers aan de minor oriënteren zich in wijkwerk van grote steden in Nederland en Vlaanderen, maar kijken ook dichter bij huis (bijvoorbeeld in Vlissingen, Goes, Bergen op Zoom en/of Terneuzen). Bedoeling is hierbij dat studenten zien wat het wijkwerk in de praktijk inhoudt. Het project IPSIG (Inter Professioneel Samenwerken in de Gezondheidszorg) in Antwerpen i.c.m. diverse Hogescholen vormt een belangrijk onderdeel van de minor. Daarnaast vindt een theoretische oriëntatie op het werken in de wijk plaats. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op, maar het is belangrijk om te weten hoe het wijkwerk wortelt in gedachten over de participatiemaatschappij en de ontzorging van de overheid. Ook wordt ingegaan andersoortig wijkwerk zoals dorpsplannen, wijkwerk van organisaties, enz. Studenten krijgen daarbij de opdracht om zelf wijkplannen te ontwerpen voor een wijk in Zuid-West-Nederland. Uiteindelijk presenteren de studenten hun aanbevelingen voor de wijk aan een deskundige jury. Toelatingsvoorwaarden Geen. Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing Relatie met je latere beroep De minor Wijkprofessional voldoet aan de nieuwe ontwikkelingen in het werkveld van Zorg & Welzijn waar gevraagd wordt naar een professional die dicht bij de mensen in de buurt staat. De uitvoering van de participatiewet, de transformaties en decentralisaties in het werkveld vragen om professionals die hier in/mee kunnen werken met nieuwe inzichten, kennis en vaardigheden versterken zij de bestaande professionals. Er is een sterke koppeling binnen deze minor met de overheid (met name met de lokale gemeente). Je werkt aan je skills als outreachend hulpverlener en leert een brug te leggen tussen individu en samenleving. Als student wordt je binnen deze gevraagd een wijkplan te maken. Hiervoor voer je zelf een praktijkgericht onderzoek uit. Dit wordt opgesteld middels de HZ onderzoek cyclus (probleemstelling, onderzoeksvraag, theoretisch kader, resultaten, analyse en aanbevelingen). Daarmee vormt de minor tegelijkertijd voor een stevige repetitie op het praktijkgerichte onderzoek van jaar 4. Twee beroepssituaties: • Bij het wijkoverleg aan tafel zien we wijkagent, de wijkverpleegkundige, de directeur van de basisschool, de middenstandsvertegenwoordiger, de gemeenteambtenaar, de voorzitter van der bewonersvereniging en de wijkwerker, die er namens de hulpverleningsinstelling zit. Men vraagt zich hardop of het niet een beetje te druk is aan tafel. Niemand biedt spontaan aan om zich terug te trekken. Dan stelt een van de aanwezigen voor dat iedereen maar eens moet uitleggen waarom zijn aandeel in de wijk zo belangrijk is. Wat zou jij zeggen? • In het nieuwe wijkgebouw zit een school, een kinderdagverblijf, de fysiotherapeut, de wijkzorgcentrale en een afdeling Social Work. De directeur spreekt zijn personeel toe. ‘Outreachend werken en interdisciplinair samenwerken’, formuleert hij streng. Maar hoe ga je dat doen en wat is het ook al weer precies. Wat kom je hierbij tegen in de praktijk? Welke valkuilen zijn er, wat kan je helpen? Praktische informatie In deze minor voer je 60uur buurtwerk uit in een zelf uitgekozen wijk. In jouw uitgekozen wijk ga je een onderzoek uitvoeren en een wijkplan opstellen. Een aantal activiteiten vinden buitenom de lesdagen plaats en de minor vraagt flexibiliteit ter deelname aan excursies.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
37
Vervolg van de informatie over de minor de Wijkprofessional Leerdoelen Toetsing
Je kunt diverse methodieken toepassen in gesimuleerde en reële situaties Je kunt projecten inde wijk coördineren en ondersteunen bij de uitvoering Je kunt een projectrapport maken en conclusies en aanbevelingen presenteren Je kunt succesfactoren voor het functioneren van de wijkprofessional benoemen Je kunt gangbare theoretische en methodische beginselen aangaande het werken in de wijk verwoorden en toepassen op de praktijksituatie Je kunt je eigen inzichten verwoorden ten aanzien van het werken in de wijk Je kunt samenwerking met verschillende disciplines bij het werken in de wijk bevorderen en vormgeven
Nr Vorm (mond., schr. of anders) Inhoud M S A Vorm 1 X Schriftelijke toets (ind.) Toets n.a.v. de behandelde literatuur
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in Inzage week herkans
30% Schriftelijk plan van aanpak voor het project. 10% Ontwerp maken (Projectplan) Theoretisch kader (ind.) Theoretisch kader behorend bij het 20%
5.5 5.5
14 7
16 9
24 11
26 13
5.5
16
18
20
22
Rapportage / verslag 20% (Projectverslag) 5 X Presentatie van de aanbevelingen van het Presentatie 10% projectplan. (Projectverslag) 6 X Individueel assessment Mondeling eindgesprek waarbij de gestelde 10% leerdoelen worden bevraagd en getoetst. (ind.) 7 Afvinklijst dossier X Actieve deelname 0% Reacties van oud-studenten of werkveld De Wijkprofessional wordt in het schooljaar 2014-2015 voor het eerst gegeven.
5.5
22
24
26
27
5.5
27
27
28
28
5.5
23
23
25
25
5.5
23
23
25
25
2
X
3
X
4
X
Minorengids 2014-2015
projectplan Projectverslag
versie 1.3, 25 november 2014
Wegingsfactor
38
7
ACADEMIE VOOR EDUCATIE & PEDAGOGIEK
7.1
ZORG AAN KINDEREN
Naam minor
Zorg aan kinderen
Eventuele aantekening diploma
Contactpersoon
Jos de Jong
Aantal EC’s
30
Nee
Incl. stage
Lesdagen Korte beschrijving van de inhoud Er is geen mens gelijk aan een ander mens; dat gegeven wordt overal beschouwd als een pluspunt: interessant die diversiteit. Niet zo in het onderwijs; in het onderwijs beschouwen we veelal diversiteit als een probleem. Kinderen die anders zijn dan het gemiddelde (denk aan de slogan: ooit een normaal (lees : gemiddeld) mens ontmoet én beviel het? ) die ervaren we veelal als lastig.De minor zorg beschouwt diversiteit als vanzelfsprekend en neemt dit gegeven tot uitgangspunt van goed onderwijs. Goed onderwijs waarin alle kinderen tot hun recht komen en in hun ontwikkeling worden gestimuleerd. In de minor zorg vragen we ons af: hoe kan ieder kind zich optimaal ontwikkelen en wat is daarvoor nodig in het onderwijs? Met andere woorden: welke zijn de onderwijsbehoeften van dit kind en hoe kan het onderwijs hierop een passend aanbod geven. Het antwoord wordt gezocht door je te gaan verdiepen in ontwikkeling van kinderen (theorie) en door onderzoek te gaan doen in de praktijk (stage). Deze minor vraagt om een pro-actieve houding, een hoge mate van zelfstandigheid en zelfsturing. Kortom.... je eigen onderwijsbehoeften realiseren! Toelatingsvoorwaarden Voorwaarden voor deelname aan deze minor is dat je je pabo 2 stage naar behoren hebt vervuld. Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing Relatie met je latere beroep De beweging die in Nederland is ingezet In het kader van passend onderwijs vraagt van de professionele leerkracht om adequaat af stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Praktische informatie De minor biedt de mogelijkheid om de stage uit te voeren in het reguliere onderwijs dan wel S.B.O. of S.O. Twee dagen in de week wordt er van je verwacht onderwijs te verzorgen aan een groep leerlingen in nauw overleg met je mentor. Naast deze stage is er één dagdeel voor theoretische verdieping.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
39
Vervolg van de informatie over de minor Zorg aan kinderen Toetsing De minor bestaat uit vier eenheden die afzonderlijk worden getoetst. De toetsen bestaan uit: het schrijven van visiestuk, stage, verslag ontwikkeling van leerlingen en actieonderzoek. CU05491 Basisblok De belangrijkste ervaringen en conclusies monden uit in persoonlijk geformuleerde visie op ‘goed’ onderwijs waarin de volgende drie aspecten een duidelijke samenhang vertonen: : - de onderwijskundige doelstellingen voor de minor - de achterliggende onderwijskundige theorie - persoonlijke ervaringen. Dit alles wordt beschreven in een visiestuk. CU05492 Stage Deze cursus is voornamelijk gericht op de beoordeling van het werkplekleren, waarbij een portfolio wordt aangelegd om de ontwikkeling weer te geven. Er vindt een beoordeling plaats op de werkplek en wordt er een verslag gemaakt van vijf intervisiemomenten. CU05493 De pedagogische lijn In deze cursus staat de het ’pedagoog zijn’ centraal. Er wordt een persoonlijk professioneel portret geschreven dat wordt ondersteund door videofragmenten. Daarnaast is er sprake van een pedagogische verdieping door het beschrijven van de ontwikkeling van vier leerlingen. CU05494 Actieonderzoek De student dient een onderzoek uit te voeren op de werkplek. Het onderzoek bevat drie elementen namelijk onderzoeksopzet, onderzoeksrapport en presentatie.
Nr
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm CU05491 Basisblok 1 X Rapportage/verslag CU05492 Stage 1 X Werkplekassessment 2 X Rapportage/verslag 3 X Portfolio CU05493 De pedagogische lijn 1 X Video observatie 2 X Verslag CU05494 Actieonderzoek 1 X Rapportage/verslag 2 X Rapportage/verslag 3 X Presentatie
Minorengids 2014-2015
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
100%
5,5
15
20-4-2015 23
2-7-2015
70% 20% 10%
5,5 5,5 5,5
25 24 24
27 8-6-2015 27 8-6-2015 27
25-9-2015 25-9-2015
30% 70%
5,5 5,5
15 15
20-4-2015 23 20-4-2015 23
2-7-2015 2-7-2015
10 80 10
5,5 5,5 5,5
24 24 24
8-6-2015 27 8-6-2015 27 8-6-2015 27
25-9-2015 25-9-2015 25-9-2015
versie 1.3, 25 november 2014
Herkans in week
Inzage herkans
40
7.2
STAGE BUITENLAND (PABO)
Naam minor
Stage buitenland (PABO)
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Henriëtte op den Brouw –
[email protected]
Aantal EC’s
Ja
Lesdagen
Voorbereidende bijeenkomst in juni, augustus en oktober. Daarna twee weken bijeenkomsten in februari (start semester 2), voor aanvang van de buitenlandperiode.
Bijzonderheden
Voor- en natraject op HZ. Minimaal 12 weken aanwezig in de school het buitenland.
30
Incl. stage
Aanbod in semester 2. Korte beschrijving van de inhoud Ben jij flexibel, zelfstandig en positief ingesteld? Dan is de minor internationalisering iets voor jou! Bij de minor internationalisering ga je tijdens je pabostudie drie à vier maanden naar het buitenland, maar je bent er inclusief voorbereiding en afronding een heel semester mee bezig. De minor bestaat uit drie delen: voorbereiding (CU07112), buitenlandverblijf (CU07113) en afronding (CU07114). Tijdens de voorbereiding in Nederland ga je werken aan een onderzoeksvoorstel voor een onderzoek dat je op een school in het buitenland gaat uitvoeren. Ook oriënteer je je op het land waar je naartoe gaat. Tijdens het buitenlandverblijf loop je stage op een basisschool en voer je je geplande onderzoek uit. Eenmaal terug in Nederland presenteer je je onderzoeksrapport en rond je de minor af met een aantal activiteiten. Natuurlijk gaat het om veel meer dan alleen de stage en het onderzoek in het buitenland. Je plant zelfstandig je reis en regelt alles wat daarbij komt kijken samen met je medestudenten. In het buitenland ga je nieuwe contacten leggen en bouw je een buitenlands sociaal netwerk op waardoor je je steeds meer thuis gaat voelen in het land waar je bent. Na terugkomst zal je merken dat je veranderd bent in positieve zin. Je hebt een bredere kijk op de wereld! Toelatingsvoorwaarden Als regel geldt dat je behoorlijk in het Engels moet kunnen communiceren. Als richtlijn geldt het niveau van B1, met extra vaardigheid op het gebied van classroom English en presenteren. In semester 5 wordt een speciale cursus aangeboden die verplicht is (instaptoets is bepalend) als je in een Engelstalig land gaat studeren of lesgeven. Als Engels niet lukt kun je overwegen naar Vlaanderen of Suriname te gaan. Laat de taal echter geen blokkade zijn! Verder dienen voorgaande stages met minimaal een voldoende afgerond te zijn. Studenten met een grote studieachterstand wordt afgeraden om naar het buitenland te gaan. Voorwaarden voor aantekening diploma -
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
41
Vervolg van de informatie over de minor Stage buitenland Relatie met je latere beroep Je grenzen verleggen, dat doe je in deze minor. Letterlijk, omdat je naar het buitenland gaat. Maar zeker ook figuurlijk, omdat je je begeeft op onbekend terrein. Je zult je moeten redden in onvoorziene situaties, lesgeven met beperkte middelen, omgaan met kinderen die opgroeien in een andere cultuur dan die van jezelf. Vaak zijn de klassen heel groot, is de didactiek totaal anders dan je gewend bent en worden er regels toegepast waar je zelf misschien niet achter staat. Dit alles zorgt ervoor dat je de dingen anders gaat bekijken, dat je je flexibeler opstelt in onbekende situaties en dat je met jouw ervaringen een ‘rijker’ leerkracht wordt terug in Nederland. Je voert onderzoek uit dat passend is bij de situatie waarin je terechtkomt in het buitenland. Dit kan bijvoorbeeld toepassingsgericht zijn: de leerkracht een aantal coöperatieve werkvormen laten zien, zodat die ze ook in kan zetten in de toekomst. Of bepaald materiaal ontwikkelen en uitproberen waarmee de school ook na jouw vertrek verder kan werken. De opzet van onderzoeksvoorstel en –rapport is gelijk aan die van het onderzoek in het vierde jaar. Het geheel in de minor is uiteraard iets minder uitgebreid dan het onderzoek aan het eind van de opleiding. Praktische informatie Er zijn verschillende typen buitenlandstage of -studie die binnen de minor mogelijk zijn: •
meedoen aan het reguliere programma of een internationaal programma van een buitenlandse opleiding in Vlaanderen, VS of Noorwegen; • op een lerarenopleiding meedoen en op een basisschool stagelopen en onderzoek doen, een combinatie dus van studie en stage, in Gambia en Suriname; • zelf/via de HZ een geschikte stageplek zoeken en daar je eigen onderzoek uitvoeren (inhoudelijk vanuit een vakgebied hier in Nederland), bijv. op Malta of in Turkije; • via organisaties als Het andere reizen, Ontmoet Afrika en Pure! Volunteer een bestemming kiezen. De kosten van reizen en wonen zijn voor eigen rekening. Wel krijg je als regel een financiële tegemoetkoming van circa €120,per maand (HZ-beurs), plus eventuele uitwonendenbeurs, plus compensatie stopzetting OV-kaart. Vergeet ook bijkomende kosten voor inentingen, visumaanvraag en bredere verzekering niet! Informatie hierover kun je krijgen bij het International Office in L110, op de HZ-website (studeren aan de HZ - studie en stage in het buitenland) en via internet. Leerdoelen De doelen van internationalisering voor pabostudenten zijn: • • • •
onderzoeksvaardigheden ontwikkelen; vanuit een ander perspectief beter leren reflecteren op eigen onderwijs; brede persoonlijke en professionele ontwikkeling; interculturele competenties verwerven. Deze bestaan uit een aantal dimensies: Culturele empathie: het vermogen zich in te leven in de gevoelens, gedachten en gedragingen van leden van groepen met een andere cultuur. Open mindedness: het hebben van een open en onbevooroordeelde houding ten opzichte van andere groepen en andere culturele normen en waarden. Sociaal initiatief: de neiging om in een andere cultuur naar buiten te treden. Het gaat hier bijvoorbeeld om het kunnen aangaan van contacten met mensen van andere culturen. Flexibiliteit: flexibel kunnen overschakelen van de ene op de andere gedragswijze, afhankelijk van wat in een bepaalde culturele context gewenst of gepast is. Cultural consciousness: een combinatie van interculturele kennis, zelfbewustzijn en vertrouwen om de afwijkende culturele en interpersoonlijke situaties het hoofd te kunnen bieden. Tolerance of ambiguity: dit staat voor de mate van zelfvertrouwen, het kunnen omgaan met onzekerheid en het kunnen accepteren van onduidelijkheid. Emotionele stabiliteit is een belangrijke factor die bijdraagt tot een hoge score op deze dimensie.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
42
Vervolg van de informatie over de minor Stage buitenland Toetsing In de voorbereidingsfase schrijf je een oriëntatieverslag en een onderzoeksplan. Het oriëntatieverslag wordt beoordeeld door de docent internationalisering en het onderzoeksplan door de betreffende vakdocent. Beide onderdelen moeten voor vertrek goedgekeurd worden. Tijdens het buitenlandverblijf schrijf je elke week een weekverslag. Op deze manier blijven de begeleidende docenten op de hoogte van de voortgang van het onderzoek, de ontwikkelingen in de stage en de dagelijkse gang van zaken in het buitenland. Bij terugkomst in Nederland werk je het onderzoeksrapport uit, schrijf je een reflectieverslag over de gehele periode en presenteer je het geheel. Ook maak je een korte promotiefilm van je in het buitenland gemaakte opnamen. Nr
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S
A
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
x
verslag
oriëntatieverslag
50
6,0
2
x
verslag
onderzoeksvoorstel
50
6,0
3
x
verslag
weekverslagen
100
6,0
4
x
verslag
onderzoeksrapport
30
6,0
5
x
verslag
minorverslag (reflectie)
30
6,0
presentatie
eindpresentatie
20
6,0
film
film
20
6,0
7
x x
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
Vorm
1
6
Toets in week
Reacties van oud-studenten of werkveld De studenten die in het buitenland geweest zijn komen altijd bijzonder enthousiast terug. Veel gehoorde reacties: ‘Ik had het nooit willen missen’, ‘Een ervaring voor het leven’, ‘Ik ben anders over het Nederlandse onderwijs gaan denken’, ‘Een proces van bewustwording, zelfstandig worden, jezelf leren kennen’. Ook laten studenten weten dat het niet altijd makkelijk is: ‘Het was moeilijk om te wennen aan de onderwijscultuur, maar uiteindelijk is het toch gelukt me staande te houden in de klas’. Studenten die voor deze minor kozen, gaan na hun afstuderen vaak nogmaals naar het buitenland om te reizen of om les te geven. HZ Pabo-studenten werkten na hun studie bijvoorbeeld in Suriname, Sint Maarten en de VS.
Ook iets voor jou? Grijp die kans!
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
43
7.3
OPVOEDCOACH
Naam minor
Opvoedcoach
Eventuele aantekening diploma
Contactpersoon
Paulien Honkoop
Aantal EC’s
Lesdagen
Maandag, dinsdag, vrijdagochtend. Woensdag en vrijdag praktijkdagen
30
Incl. stage
Ja
Korte beschrijving van de inhoud Actief aan de slag met opvoedingsondersteuning bij alledaagse opvoedvragen. Oefenen met praktijkmethodieken als Triple P, Stap voor Stap methode, Kids Skills en andere vormen van ondersteuning van gezinnen en kinderen. Centraal staat dat je deze methodieken ook daadwerkelijk gaat toepassen in een gezin. Toelatingsvoorwaarden Propedeuse behaald in opleiding HBO Pedagogiek, Pabo, Social Work, Communicatie of andere HBO opleiding. Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing Relatie met je latere beroep Een gezin met drie jonge kinderen komt via het consultatiebureau terecht bij de opvoedcoach. Er spelen verschillende opvoedvragen naast elkaar: de baby huilt veel, de peuter weigert zindelijk te worden en het oudste kind gedraagt zich erg druk en rumoerig. De ouders voelen zich vermoeid en zijn prikkelbaar. De opvoedcoach voert een intakegesprek, laat het gezin de Vragenlijst Gezin en Opvoeding invullen en schat de veiligheid in het gezin in. De opvoedcoach kijkt daarnaast ook naar de rol die het 2e opvoedingsmilieu (school) en het 3e opvoedingsmilieu (netwerk) spelen of in de toekomst zouden kunnen gáán spelen. Er is geen reden om dit gezin door te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverlening. Daarom gaat de opvoedcoach met de beide ouders aan de slag. Eén voor één worden de opvoedvragen door de ouders in dialoog met de opvoedcoach geanalyseerd. De praktische aandachtspunten die de Stap voor Stapmethode biedt ten aanzien van huilgedrag en zindelijkheidsproblematiek en de 17 opvoedvaardigheden van Triple P worden vertaald in een praktisch uitvoerbaar plan. De opvoedcoach neemt een aantal keer deel aan de dagelijkse gezinspraktijk, demonstreert waar nodig pedagogische technieken en opvoedvaardigheden, werkt met het oudste kind aan 'Kids skills', observeert, neemt eventueel beeldmateriaal op en reflecteert met de ouders op de aanpak. Na verloop van tijd geven de beide ouders aan dat zij de situatie veel beter kunnen hanteren dan voorheen en dat de doelen uit het plan bereikt zijn. De ouders hebben de opvoedvragen op deze manier zelf aangepakt. De opvoedcoach deed actief mee in hun plan van aanpak, ondersteunde waar nodig en heeft zichzelf nu weer overbodig gemaakt. Door deze aanpak in gezinnen met jonge kinderen kunnen grotere problemen op latere leeftijd voorkomen worden. Ook beroepskrachten in het basisonderwijs en de kinderopvang zullen in de aankomende jaren steeds vaker betrokken raken bij coaching van opvoeders bij alledaagse opvoedvragen – zowel binnen het gezin als in de kinderopvang en het basisonderwijs.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
44
Vervolg van de informatie over de minor Opvoedcoach Praktische informatie Op maandag krijg je lessen over opvoedmethodieken. Deze lessen hebben vaak een component training en oefening. De dinsdag gebruik je om de nieuwe inzichten die je op maandag opdeed te vertalen naar voornemens, plannen en activiteiten die je in de praktijk wilt gaan uitvoeren. Op woensdag en/of vrijdagmiddag (en flexibel op andere momenten) draai je mee met een gezin. Je wordt onderdeel van het gezinsleven, waarin je vanuit verschillende cameraposities observeert, gesprekken voert, activiteiten initieert en uitvoert, motiveert en adviseert in dialoog. Je bent aanwezig op de spitsuurmomenten, en neemt voor dagdelen de zorg voor de kinderen zelfstandig over. Vrijdagmorgen kom je terug naar de HZ voor intervisie en reflectie en voor het uitvoeren van je onderzoek naar actuele thematiek rondom het coachen van opvoeders en mede-opvoeders. Toetsing Assessment door opvoeders in het gezin waar je meedraait. Getoetst wordt de mate waarin je in staat bent aansluiting te vinden bij ouders en kinderen, de mate waarin je professioneel handelt en de kwaliteit van de coaching die je geboden hebt. Overalltoets op de HZ. Getoetst wordt of je kennis en inzicht ten aanzien van de geboden inhouden beheerst. Onderzoek. Je verdiept je in actuele thema's die de brug slaan tussen de inhouden van de minor en jouw eigen opleiding of toekomstige specialisatie. Nr
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm Cursus 1: Methodieken en instrumenten I 1 X Kennistoets 1 X Casustoets Cursus 2: Methodieken en instrumenten II 1 X Kennistoets 2 X Casustoets Cursus 3: Praktijkdeel 1 X PvA en verslag 2 X Verslag Cursus 4: Verdieping 1 X Rapportage/verslag 2 X Presentatie
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
50% 50%
5,6 5,6
9 14
11 16
4 24
50% 50%
5,6 5,6
18 24
21 26
27 27
50% 50%
5,6 5,6
24 24
26 26
27 27
50% 50%
5,6 5,6
24 24
26 26
27 27
Inzage herkans
Reacties van oud-studenten of werkveld Vanuit het werkveld wordt aangegeven dat er behoefte is aan pedagogen en beroepskrachten in kinderopvang en onderwijs die naast de pedagogische kennis en algemene vaardigheden ook specifieke pedagogische technieken kennen en beheersen. Voor het werken met gezinnen en opvoeders moet je niet alleen wéten wat positief opvoeden is, maar het ook zelf ervaren hebben en de verschillende praktische pedagogische stappen kennen die je kunt zetten in de samenwerking met een gezin. Er is behoefte aan ‘opvoedspecialisten’ die op de hoogte zijn van de alledaagse vragen die ten aanzien van de opvoeding kunnen ontstaan.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
45
7.4
2E GRAADS WINDESHEIM/ZOAS
Naam minor
Tweede graads afstandsleren
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Ferdinand Spinnewijn
Aantal EC’s
Nee
Lesdagen
geen, wel enkele terugkomdagen in Utrecht
Bijzonderheden
28 ec's vakinhouden, 2 ec's SLB, 5 ec's stagecomponent. Student kan keuzes maken in opbouw 30 ec's
30
Incl. stage
Korte beschrijving van de inhoud Vakinhouden van gekozen vak VO uit eerste jaar lerarenopleiding 2de graad Windesheim. Begeleiding wordt vanuit de HZ gegeven, de certificering gebeurt vanuit Hogeschool Windesheim. Toelatingsvoorwaarden Afhankelijk van gekozen studierichting Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing Relatie met je latere beroep Studenten pabo die deze minor hebben gevolgd komen vrijwel allemaal aan het werk binnen het VO. VO vist erg graag in de vijver van de pabo, m.n. vanwege didactische vaardigheden van de pabo student. Praktische informatie Student moet goed kunnen plannen en zelfstandig kunnen werken. Daarnaast vraagt deze minor om grote mate van discipline Leerdoelen Leerdoelen zijn afhankelijk van het gekozen vak uit het eerste jaar Toetsing Toetsing is afhankelijk van gekozen vakinhoudelijk, Verslag stage (stage is optioneel), Uitwerking SLB-opdrachten Reacties van oud-studenten of werkveld Moeilijk en zwaar, zeer verrijkend, veel werk, stage is fantastisch, biedt perspectief.......
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
46
8
ACADEMIE VOOR TECHNOLOGIE & INNOVATIE
8.1
ONDERZOEKEN EN ONTWERPEN
Naam minor
Onderzoeken en Ontwerpen
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Edward Mouw
Aantal EC’s
Nee
Lesdagen
40 uur per week
30
Incl. stage
Korte beschrijving van de inhoud Actuele maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen roepen nieuwe vragen en problemen op die meestal zeer complex van aard zijn. Als hbo-professional moet je deze vragen en problemen steeds meer integraal en steeds vaker multidisciplinair kunnen aanpakken. Je gaat dan ook steeds vaker over de grenzen van jouw beroep heen en je beweegt je steeds meer op terreinen waarop anderen gespecialiseerd zijn. De arbeidsmarkt vraagt daarom niet alleen om specialisten, maar ook om generalisten. In de verdiepende minor Onderzoeken & Ontwerpen krijg je dan ook te maken met een omvangrijke en complexe opdracht die je (via het lectoraat) uitvoert voor een organisatie, en die aansluit bij jouw major, een opdracht waarmee je beroepscompetenties, onderzoekscompetenties en waar mogelijk ook ontwerpcompetenties verwerft, die vereist dat je keuzes motiveert en die een eindproduct oplevert. Toelatingsvoorwaarden Niet van toepassing Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing Relatie met je latere beroep Voor een ingenieur zijn ontwerp- en onderzoeksvaardigheden onmisbaar. Of je nu ontwerper wordt of engineer of een commercieel ingenieur, complexe vragen komen op je pad. Ze kunnen vaak niet eenvoudig worden beantwoord en een methodische aanpak is dan nodig. Het resultaat van het onderzoek is een antwoord op de vraag of een ontwerp als een functionaliteit werd gevraagd. Moderne bedrijven werken op projectbasis in een interdisciplinaire setting. De onderzoeksaanpak, zelfs in een ontwerpproject, is dan het platform waarop elke professional zich comfortabel voelt. Vandaar dat deze cursus ook buiten je afstuderen onmisbaar is voor je carrière ...
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
47
Vervolg van de informatie over de minor Onderzoeken en ontwerpen Praktische informatie Samenwerken met studenten van andere disciplines aan een omvangrijke en complexe opdracht die je (via het lectoraat) uitvoert voor een organisatie vereist een open en actieve studiementaliteit. De minor bestaat uit drie delen die parallel lopen. In het ene deel krijg je een training op maat voor (verdiepende) onderzoeksvaardigheden. Die gebruik je in het projectdeel, waarin je een onderzoeks- en/of ontwerpopdracht voor een bedrijf uitvoert. Het zijn altijd reële en realistische opdrachten voor echte bedrijven. Droogzwemmen is er niet bij! Het derde deel bestaat uit onderwijs, waarin je specifieke kennis en vaardigheden verwerft, die je toepast in je project. Dit onderwijs kan technisch zijn, maar ook andere onderwerpen bevatten. Toetsing Portfolio Jij toont aan de hand van indicatoren aan dat je de afgesproken beroepscompetenties op hbo-niveau beheerst. Je levert daartoe je portfolio met bewijslast in. Beroepscompetenties vind je in de OER van jouw opleiding. Daarnaast toon je aan dat je in een groep op hbo-niveau kunt functioneren (samenwerken) Rapportage, presentatie & verdediging Jij toont aan de hand van indicatoren aan dat je de onderzoekcompetentie op hbo-niveau beheerst. Daartoe vul je voor elke indicator een STARRT-formulier in. Je voegt er bewijslast aan toe. Verplichte bewijslast: Onderzoeksrapport, presentatie & verdediging. Onderzoekscompetenties: zie HZ-Kader voor praktijkgericht onderzoek door studenten (januari 2012). Nr 1 1
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm x Werkstuk x
Portfolio
Minorengids 2014-2015
Inhoud Rapportage/+product, presentatie & verdediging Competenties, functioneren
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
50%
5.5
23
26
27
28
50%
5.5
23
26
27
28
versie 1.3, 25 november 2014
48
9
SCALDIS ACADEMY
9.1
LIFESTYLES AT THE COAST
Name minor
Lifestyles at the Coast
Special endorsement on diploma
nee
Contact
Huub Tak
EC’s
nee
Classes
Maandag t/m vrijdag
30
Incl. stage
Brief description What are the ways of living of different groups of people at the coast? How do they determine their behavior? Which codes and trends are relevant? How do you recognize them? How do you apply qualitative research into these lifestyles? How can organisations, policymakers and entrepreneurs understand these lifestyles and translate them into new policies, products, services and concepts? These and other questions are addressed in the minor lifestyles at the coast. This minor consists of two parts of 15 EC’s each. The first part of the minor consist of 6 courses of each 2.5 EC 1. Introduction 2. Medical tourism at the coast 3. Wellbeing at the coast 4. Coastal sports tourism 5. Coastal lifestyle sports 6. Qualitative research I The first part of the minor will be finished by making an overall exam on all 6 courses, handing in an action plan/research proposal and by demonstrating your interview skills. The second part of the minor course mainly consist of carrying out a research, on the basis of the self-prepared action plan. The work will be carried out in a team (in groups of three or four students). Supervisors can be consulted during consultancy sessions. Another important assignment during the second part of the minor is the organization of a symposium. The research assignment for Lifestyles at the coast is a qualitative research project within one of the four learning lines of the minor; medical tourism at the coast, wellbeing at the coast, coastal sports tourism and coastal lifestyle sports. Those learning lines fit in the research lines of the Scaldis Applied Research Center (SARC): Admission requirements To take part into this Minor the student has completed the first-year programme. Relation to future field of work In your future professional practice it is important that you know how to recognize trends in peoples lifestyles. A practical, qualitative research, as set up and executed in this minor, is important because similar researches often come back in practice. Each company or organization will regularly have to strike out on new pathways to stand out from the competition and to define their future policies. Research is then often necessary. The experience that you will have with this research will help you to do research yourself during your graduation year. In this course you learn how to apply the theory of qualitative research, so that you will dispose of the knowledge and skills to later execute a solid research on your own.
The information about this minor continues on the next page.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
49
Information about minor Lifestyles at the coast continued. Practical information Most of the time, students work in projectgroups. You as a group are responsible for dividing tasks within the group and cooperating as a professional team. Different roles you can have will be: project leader, project assistant (for example in organising the symposium and an excursion) researcher, presenter. You are (as a group and individually) responsible for executing and/or supporting of specific tasks, like developing a research proposal, conducting qualitative data collection and analysis and writing and presenting a research report. You will give input to project team meetings and make minutes of these meetings. If you plan consultancy moments with your supervisor, you as a group must make sure that he or she can prepare (you ask for specific feedback beforehand). A proactive attitude is expected from you as a student; this means bringing in suggestions and ideas, taking initiatives (in accordance with the supervisors) and look beyond purely the specific courses in the minor. The course is focusing on achieving a basic level in the field of qualitative research, with all the associated phases, like making an actionplan (research proposal), doing desk and literature research, conducting interviews and observations, analyzing data based on grounded theory, drawing conclusions, formulating recommendations and/or results and recording in a report. The research is will be finalized with a presentation during the symposium to stakeholders in the field, fellow students and supervising teachers. The research report and the final presentation are final products of the team. The whole team gets one note, where every member will contribute to. Learning goals • • • • • • • • •
You are able to create a vision on the concept of lifestyle and translate this to suggestions capable of helping stakeholders in the field of either medical tourism, wellbeing, sports tourism and lifestyle sports to reach a higher level. You can think of new policies using the results of your own conducted qualitative research and the insights you gained within this minor and former courses. (including 5.1 and 5.2) You can apply the communicative tools to conduct a qualitative research (approaching respondents, conducting interviews). By using the right tone of voice, you can present your research report and recommendations (including own visions) during a symposium for real stake and shareholders from the field. You can think of a sustainable tourism/vitality or sports concept and give recommendations for stake- and shareholders on how to develop it. You can make a proposal for (applied) qualitative research and set up research to solve problems in practical situations. You can execute the research as described in the research proposal, monitor progress and quality and correct where needed. You can interpret the collected, structured data and draw conclusions with regard to the research question. In addition, you can evaluate the process and results and report these. Your behavior is in accordance with the (ethical) standards of conduct of the research.
Examination Nr
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm Part 1: Lifestyles at the coast I (CU10130) 1 X Video 2 X Report 3 X Action plan (report) 4 X Overall written exam 5 X Video demonstration Part 2: Lifestyles at the Coast II (CU10131) 6 X Report (excursions and guest lessons) 7 X X Rearch report and presentation 8 X X Report of preparations and evaluation of symposium
Minorengids 2014-2015
Individual/Group
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
Group Group Group Individual Individual
5% 5% 40% 40% 20%
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5
S1-3 S1-3 S1-9 S1-9 S1-9
S1-5 S1-5 S1-10 S1-11 S1-11
S1-7 S1-7 S1-11 S1-21 S1-21
S1-11 S1-11
Group
10%
5,5
S1-16
S1-18
S1-21
S2-1
Group
80%
5,5
S1-20
S2-1
S2-9
Group
10%
5,5
S1-20
S2-1
S2-9
versie 1.3, 25 november 2014
S2-1 S2-1
50
10 DE RUYTER ACADEMY 10.1
EQUIPMENT MAINTENANCE TECHNOLOGY
Name minor
Equipment Maintenance Technology
Special endorsement on diploma
Contact
Soeresh Basdew
EC’s
Lessons
Full week
30
Incl. internship
No
Brief description The course consists of 8 modules which are conducted fulltime within 1 semester (20 weeks) in Vlissingen. The first module will create a common understanding regarding maintenance, terminology and methodologies across the mixed group (backgrounds) of students. After this introduction module the following five theory modules will cover technical and engineering topics to better understand failure mechanisms, methods to detect degradation, repair options and the preparation, execution and optimization of maintenance activities. Two project modules will provide you the opportunity to apply and explore the theory provided during the course in a more practical and real-life context. You and your course participants will contribute to the course with a good basic knowledge of the assets/systems and operational requirements in your field of (prior) study. Admission requirements N/A Requirements for special endorsement on diploma N/A Relation to future field of work After completing this Minor you will be capable to identify degradation and equipment failures. You are able to judge and improve the current maintenance plan and to select the most appropriate maintenance action in order to realize the required equipment performance. Maintenance activities need to be properly designed and (timely) executed to monitor and slow-down degradation and/or restore it into the designed condition. Maintenance is focused to reinstate the asset to a required level of availability. Definition and execution of these maintenance activities are not just focussing on the asset's operational requirements but also on continuing its integrity and safety at all times. Another important aspect to consider is how to make best cost-effective use of the available resources such as budgets, time, people, information, spares and tools. The operational requirements and the availability of resources and technologies may and will change over the lifetime of the asset. This will enforce the need to continuously review and optimise the maintenance program, practices and tools. Professional positions within the industry and public service organizations that could be fulfilled with the knowledge gained in this course and after several years of working experience are for example: Maintenance Engineer in the process and energy industry, Maintenance Manager of a workshop/service provider, Superintendent for a shipping company. In these positions you will have to manage, i.e. identify, plan, execute and/or improve maintenance activities on the assets of your business or your client’s business.
The information about this minor continues on the next page.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
51
Information about minor Equipment Maintenance Technology continued. Practical information
Examination
Nr
Format (oral, written or alternative) Content O W A Format
1 2 3
X X X
Written Exam Written Exam Written Exam
4
X
Report
1
X
Portfolio
2
X
Written Exam
3
X
Written Exam
4
X
Report
5 6
X
Presentation X
Report
Minorengids 2014-2015
Weight
Minimum Exam score week
Inspectio Resit n week week
Inspectio n resit
Module 1 Introduction Module 2 Physics of Failure Module 3 Analysis of Failure Data Module 4 Research Project Proposal
20% 27% 27%
4.5 4.5 4.5
45 45 45
47 47 47
5 5 5
7 7 7
26%
4.5
45
47
5
7
Module 5 Repair and Maintenance Technology Module 6 CBM and Inspection Technology Module 7 Modeling and Optimizing Module 8 Research Project Report Module 8 Research Project Presentation Module 8 Research Project Paper
27%
4.5
4
6
15
17
27%
4.5
4
6
15
17
20%
4.5
4
6
15
17
14%
4.5
4
6
15
17
6%
4.5
4
6
15
17
6%
4.5
4
6
15
17
versie 1.3, 25 november 2014
52
10.2
PILOTAGE (UITSTROOMRICHTING)
De minor Pilotage is een opleidingsspecifieke minor van de opleiding Maritiem Officier. Deze minor bevat de volgende cursussen: • • • •
Pilotage Navigation Sustainability Research Vrije keuze
De informatie over deze cursussen, en de informatie over de toetsing van deze cursussen, is opgenomen in de Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding Maritiem Officier en beschikbaar via www.hz.nl.
10.3
CARGO (UITSTROOMRICHTING)
De minor Cargo is een opleidingsspecifieke minor van de opleiding Maritiem Officier. Deze minor bevat de volgende cursussen: • • •
“Heavy lift” of “Tanker Operations 2” of “Port Logistics” Sustainability Research Vrije keuze
De informatie over deze cursussen, en de informatie over de toetsing van deze cursussen, is opgenomen in de Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding Maritief Officier en beschikbaar via www.hz.nl.
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
53
11 DELTA ACADEMY 11.1
ONDERZOEKSMINOR
Naam minor
Onderzoeksminor
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Jan van der Vleuten
Aantal EC’s
Nee
Lesdagen
40 uur per week
30
Incl. stage
Korte beschrijving van de inhoud Actuele maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen roepen nieuwe vragen en problemen op die meestal zeer complex van aard zijn. Als hbo-professional moet je deze vragen en problemen steeds meer integraal en steeds vaker multidisciplinair kunnen aanpakken. Je gaat dan ook steeds vaker over de grenzen van jouw beroep heen en je beweegt je steeds meer op terreinen waarop anderen gespecialiseerd zijn. De arbeidsmarkt vraagt daarom niet alleen om specialisten, maar ook om generalisten. In de verdiepende onderzoeksminor van de Delta Academy krijg je dan ook te maken met een omvangrijke en complexe opdracht die je (via de onderzoeksgroepen) uitvoert voor een organisatie, en die aansluit bij jouw major, een opdracht waarmee je beroepscompetenties, onderzoekscompetenties en waar mogelijk ook ontwerpcompetenties verwerft, die vereist dat je keuzes motiveert en die een eindproduct oplevert. Toelatingsvoorwaarden Voor deelname aan de DA Minor Research geldt dat je moet voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden: • De propedeuse is behaald • Minimaal 45 EC is behaald inclusief deelresultaten van het derde en vierde semester Extra voorwaarden voor een minor in het buitenland: • De cursussen Engels, CU04206 Waterways en CU04207 Watercourse zijn met voldoende resultaat afgerond. Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing Relatie met je latere beroep Voor een hbo’er zijn ontwerp- en onderzoeksvaardigheden onmisbaar. In de beroepspraktijk komen vroeg of laat complexe vragen op je pad. Ze kunnen vaak niet eenvoudig worden beantwoord en een methodische aanpak is dan nodig.
Binnen deze minor is eerder al onderzoek gedaan naar de kweek van algen en mosselen op afvalwater van een zagerkwekerij, binnendijkse schelpdierkweek, waterberging rond het industriële complex van DOW. Maar er is ook een modelstudie uitgevoerd naar de mogelijkheden van het scheiden van grondwatersoorten door middel van een kunstmatig verkregen zoetwaterbel.
Op de volgende pagina wordt nog meer informatie gegeven over deze minor
Minorengids 2014-2015
versie 1.3, 25 november 2014
54
Vervolg van de informatie over de minor Onderzoeken en ontwerpen Praktische informatie Samenwerken met studenten van andere disciplines aan een omvangrijke en complexe opdracht die je (via een onderzoeksgroep) uitvoert voor een organisatie vereist een open en actieve studiementaliteit. De minor bestaat uit drie delen die parallel lopen. In het ene deel krijg je, indien jouw situatie dat vereist, een training op maat voor (verdiepende) onderzoeksvaardigheden. Die gebruik je in het projectdeel, waarin je een onderzoeks- en/of ontwerpopdracht voor een bedrijf uitvoert. Het zijn altijd reële en realistische opdrachten voor echte bedrijven. Droogzwemmen is er niet bij! Het derde deel bestaat, wederom afhankelijk van jouw specifieke behoeften, uit onderwijs, waarin je specifieke kennis en vaardigheden verwerft, die je toepast in je project. Dit onderwijs kan technisch zijn, maar ook andere onderwerpen bevatten. Toetsing Jij toont aan de hand van een eindrapport aan dat je de onderzoekcompetentie op hbo-niveau beheerst. Daarnaast geef je een presentatie voor je opdrachtgever. Nr
1
Vorm (mondeling, schriftelijk of anders) M S A Vorm x eindrapport
2
x
presentatie & verdediging
Minorengids 2014-2015
Inhoud
Wegings factor
Bodem cijfer
Toets in week
Inzage week
Herkans in week
Inzage herkans
Rapportage + eventueel product PowerPoint presentatie
50%
5.5
23
26
27
28
50%
5.5
23
26
27
28
versie 1.3, 25 november 2014
55