Checklist
Opvang na rampen en calamiteiten in het buitenland
Voor
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Eenheid Crisisbeheersing
Door
drs. Peter G. Van der Velden dr. Rolf J. Kleber Instituut voor Psychotrauma
Datum
Augustus 1997
Utrecht
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................... 2 Checklisten .............................................................................................................................. 3 Checklist Kenmerken 7 Checklist Slachtoffers 8 Checklist Voorbereiden 9 Checklist Informatienummers 10 Checklist Trauma-risico 11 Checklist Minderjarigen 12 Checklist Eerste opvang 13 Checklist Achterblijvers 14 Checklist Repatriëring 15 Checklist Ontvangst 16 Checklist Officiële aandacht 17 Checklist Identificatie 18 Checklist afstemming 19 Checklist Vervolg opvang 20 Checklist Onderzoek 22 Schema ................................................................................................................................... 23 Verantwoording.................................................................................................................... 25 Bijlagen................................................................................................................................... 26 Informatie brochure voor huisartsen “Opvang na rampen en calamiteiten”27 Schema “Overzicht checklisten ovang na rampen en calamiteiten” 34
© Instituut voor Psychotrauma
1
Checklist
Opvang na rampen en calamiteiten in buitenland Inleiding Rampen en calamiteiten gaan gepaard met intense gevoelens van machteloosheid, angst en doodsangst, ongeloof en verbijstering bij de getroffenen. Dat wil zeggen bij de slachtoffers zelf, c.q. de mensen die de ramp aan den lijve meemaken maar ook bij de “achterblijvers”, c.q. de familie, vrienden en collega’s die vernemen dat hun dierbaren en bekenden (mogelijk) zijn getroffen door de ramp of calamiteit. Daarbij valt te denken aan auto- of busongevallen, vliegtuigrampen, branden, overstromingen of aardbevingen in Nederland of in het buitenland. Het zijn gebeurtenissen waardoor mensen kunnen worden gedood of gewond kunnen raken, maar eveneens psychisch ontredderd kunnen zijn als zij niet gewond zijn geraakt of dierbaren hebben verloren. Voor het psychische herstel na de ramp of calamiteit of het verwerken van alle schokkende ervaringen is goede hulp, steun, aandacht en erkenning van groot belang. De confrontaties met de levensbedreigende omstandigheden maakt mensen, ook al is het feitelijke gevaar op een gegeven moment voorbij, namelijk zeer kwetsbaar in emotionele zin. De slachtoffers en de “achterblijvers” zijn als het ware “psychisch gewond” geraakt en zij staan voor de taak om de normale gevoelens van veiligheid, controle, macht en rechtvaardigheid weer te herstellen. Deze Checklist heeft specifiek betrekking op de psycho-sociale hulpverlening bij rampen of calamiteiten in het buitenland waar Nederlanders door getroffen (kunnen) zijn. Gebeurtenissen die meestal ver weg van huis plaatsvinden en waardoor enerzijds de slachtoffers dus automatische de normale hulp en steun van de omgeving moeten missen en anderzijds de “achterblijvers” in grote onzekerheid verkeren over het lot van hun dierbaren. Kenmerk van rampen of calamiteiten in het buitenland is dus dat op het moment dat men elkaar hard of wellicht het hardst nodig heeft (of ondersteunen) men verstoken van elkaar is (of van informatie over elkaar). En dat geldt zowel voor de slachtoffers als voor de “achterblijvers”. Voor verdere inhoudelijke informatie over de psychosociale gevolgen van rampen en calamiteiten op de korte en op de lange termijn (verwerkingsproblemen), alsmede over de verdere inhoud van de hulpverlening, wordt verwezen naar het “Handboek voor Opvang na Rampen en calamiteiten” (Van der Velden, Eland & Kleber, 1997). Deze checklist biedt een overzicht van de belangrijkste zaken die ten behoeve van de psycho-sociale opvang na rampen en calamiteiten in het buitenland geregeld moeten worden, dat wil zeggen welke specifieke zaken uitgezocht, bepaald, beslist, verzorgd, ondernomen, enzovoorts moeten worden. Daarbij wordt verondersteld dat men globaal kennis heeft genomen van typen rampen en calamiteiten, te onderscheiden fasen en de dynamiek ervan, de psychische en sociale gevolgen tijdens de gebeurtenis, gedurende
© Instituut voor Psychotrauma
2
de eerste weken of maanden en de symptomen van ernstige verwerkingsproblemen. Daarvoor kan zonodig het handboek worden geraadpleegd (de compactheid van checklisten in het algemeen is immers dat zij op dergelijke kennis is gebaseerd). Doel is deze checklist op drie momenten te gebruiken, namelijk: 1.) vooraf als middel om relevante voorbereidingsmaatregelen te treffen. Door te checklist en het bijbehorende schema in zijn geheel door te nemen worden belangrijke knelpunten zichtbaar. Met deze checklist kunnen ook oefeningen worden opgezet 2.) bij een concrete ramp of calamiteit. Op deze wijze kan de hulpverlening worden gestructureerd en voorkomen worden dat belangrijke worden vergeten 3.) na afloop de gehele hulpverleningsactiviteiten om de hulpverleningsactiviteiten en het -proces te evalueren Voor alle duidelijkheid dient vooraf gesteld te worden dat deze checklijst niet in gaat op wie of welke organisatie deze aansturing van de psychosociale hulpverlening voor zijn rekening neemt. Evenmin gaat deze checklist in op de onderlinge coördinatie en afstemming tussen de verschillende departementen die een rol in de repatriëring kunnen hebben. Dat valt buiten het bestek van deze checklist.
Checklisten In totaal zijn er 15 checklists die geraadpleegd kunnen worden. Iedere checklist bevat een reeks onderwerpen die aandacht behoeven, c.q. die uitgezocht, bepaald, beslist of ondernomen moeten worden. Ieder onderwerp is voor de overzichtelijkheid kort omschreven en onder verschillende onderwerpen staan (specifiekere) deel-onderwerpen vermeld. In de checklist “slachtoffers” bijvoorbeeld is de categorie “professionals” opgenomen. Deze checklist is bedoeld om systematisch alle potentiele Nederlandse slachtoffers in kaart te brengen, die in principe in aanmerking komen voor opvang. Onder de categorie “professionals” staan vervolgens de belangrijkste groepen vermeld die tijdens de uitoefening van hun werk de ramp of calamiteit (kunnen) hebben meegemaakt. 1. Kenmerken Beslissingen over voorbereidingsmaatregelen, opzet en concrete uitvoering van de psycho-sociale opvang zijn sterk afhankelijk van de aard, duur en omvang van de ramp of calamiteit. Met behulp van de eerste checklist kan worden gecontroleerd of de meest relevante informatie voorhanden is of welke (nog) moet worden vergaard. Deze informatie is ook nodig in latere contacten met “achterblijver”, de media, hoogwaardigheidsbekleders en het publiek. 2. Slachtoffers Als blijkt dat Nederlanders bij de ramp betrokken zijn, is het van groot belang precies te onderzoeken om welke slachtoffers het gaat. Deze tweede checklist dient als aanvulling op de eerste, om nogmaals en expliciet na te gaan of alle groepen (potentiele) slachtoffers of direct betrokkenen goed in kaart zijn gebracht. Deze checklist is vooral bedoeld om te voorkomen dat bepaalde groepen worden “vergeten” of ten onrechte (als niet-slachtoffers) over het hoofd worden gezien. © Instituut voor Psychotrauma
3
3. Voorbereiden Bij rampen en calamiteiten moet in korte tijd en onder hoge tijdsdruk veel worden georganiseerd. Daarom is het van groot belang op een zo vroeg mogelijk tijdstip alsvast zaken voor te bereiden. Het oproepen en gereedmaken van hulpverleners of -organisaties voor de slachtoffers in het buitenland en voor de eerste opvang van de “achterblijvers” behoort tot deze vroege voorbereidingsmaatregelen. Deze checklist bevat een reeks belangrijke kwalificaties waarmee geschikte hulpverleners of -organisaties geselecteerd kunnen worden, en gaat in op te maken financiële afspraken. 4. Informatienummers Als blijkt dat “veel” Nederlanders zijn getroffen, ontstaat onmiddellijk een zeer grote groep verontruste en mogelijk angstige “achterblijvers”. Al deze mensen willen informatie over het lot van hun dierbaren, vrienden, collega’s of bekenden, en dat zijn er eerder duizenden dan honderden. Naast het volgen van mediaberichten zullen zij in grote getalen telefonisch contact zoeken met organisaties die mogelijk meer (specifieke) informatie kunnen geven. Om deze telefonische informatie goed en gestructureerd te laten verlopen, en te voorkomen dat nummers onbereikbaar zijn in de eerste uren en dagen, in de checklist “Nummers” gemaakt. 5. Trauma-risico Naarmate er meer Nederlanders (ernstig) gewond zijn geraakt of gedood, is de zending van een psycho-traumateam wenselijker. Ze geven een voorzichtige indruk of en hoeveel hulpverleners (mee)gestuurd moeten. Andere ervaringen of omstandigheden kunnen echter even traumatiserend zijn. De checklist “Trauma-risico” is bedoeld om deze factoren in kaart te brengen. Hiermee kan worden uitgesloten dat, wanneer er geen gedode of gewonde Nederlanders zijn, ten onrechte geen hulp ter plekke of na terugkomst wordt geboden. Als er al contact is met de familie/werkkring zou deze informatie daar opgevraagd kunnen worden. 6. Minderjarigen Bij rampen en calamiteiten kan het gebeuren dat (jonge) kinderen hun beide ouders verliezen. De checklist “minderjarigen” geeft aan welke zaken dan meteen geregeld moeten worden om de weggevallen zorg van de (omgekomen) ouders, zoveel mogelijk te vervangen. Indien beide ouders, maar ook indien één ouder is of zijn omgekomen, dient de school (en eventuele sportverenigingen) geïnformeerd te worden. In de checklist zijn verder enkele belangrijke instructies voor leerkrachten weergegeven. 7. Eerste opvang De eerste opvang van de slachtoffers ter plekke, maar die van de “achterblijvers”, valt vooraf moeilijk te structuren. Daarvoor zijn rampen of calamiteiten, en dus ook de eerste dagen erna, te verschillend van aard. Een essentieel kenmerk van rampen is immers de chaos tijdens en na afloop. Een aantal zaken moet desalniettemin in de eerste opvang altijd worden verzorgd en geregeld. In de checklist “Eerste opvang” staan de belangrijkste vermeld. Zoals in de checklist staat vermeld, wordt hier verondersteld dat de diverse hulpverleningsorganisaties hun activiteiten hebben afgestemd en voert één ervan de regie. Als vertrouwenspersoon speelt de huisrats een belangrijke rol in gezinnen. Om hen van relevante © Instituut voor Psychotrauma
4
inhoudelijke informatie te voorzien is in de bijlage een brochure opgenomen. 8. “Achterblijvers” Het achterhalen en het informeren van de “achterblijvers” moet zo snel mogelijk plaatsvinden. Zaak is de media daarin voor te zijn: het bericht dat een dierbare is getroffen, gewond of gedood dient persoonlijk te worden gegeven en niet via de radio, TV of krant. In de checklist “Achterblijvers” staat vermeld welke punten daarbij in acht moeten worden genomen, om zorgvuldig met de schokkende berichtgeving om te gaan. 9. Repatriëring Verschillende activiteiten en zaken die in de vorige en volgende checklisten staan vermeld hebben indirect betrekking op de repatriëring van de Nederlandse getroffenen. Bij de voorbereidingen van de daadwerkelijke repatriëring moeten de punten van de checklist “Repatriëring” in acht worden genomen. Deze punten dienen ervoor om de geschonden gevoelens van controle en veiligheid, zoveel mogelijk te ontzien. 10. Ontvangst Als de ramp of calamiteit (ruim) in de publieke belangstelling staat, is op een bepaald is een ontvangstruimte nodig. Als plek voor de eerste hereniging van de achterblijvers met gerepatrieerde slachtoffers en/of als plek waar de achterblijvers (verder) worden geïnformeerd over het gebeurde en de plannen rondom de repatriëring. Aan een dergelijke plek worden bijzondere eisen gesteld, alsmede aan de verdeling van de verschillende groepen slachtoffers en “achterblijvers” . Zij staan in deze checklist staan opgesomd. 11. Officiële aandacht Bij rampen of calamiteiten willen hoogwaardigheidsbekleders, publieke personen of leidinggevenden meestal op de één of andere manier hun medeleven en belangstelling tonen. Dit medeleven kan ertoe bijdragen dat de slachtoffers en de “achterblijvers” de noodzakelijk erkenning krijgen. In deze checklist staat vermeld aan welke (minimale) voorwaarden voldoen moet worden om te voorkomen dat de getroffenen zich door al deze officiële aandacht overvallen voelen. Eveneens wordt puntsgewijs vermeld op welke globale manieren het medeleven en de belangstelling getoond kan worden. 12. Identificatie De identificatie van een dierbare of een bekende is een (zeer) emotionele gebeurtenis. Niettemin moet worden voorkomen dat (te snel) voor de nabestaanden wordt besloten dat zij het lichaam niet hoeven te identificeren of niet meer kunnen zien. Voor het afscheid en het rouwproces kan het zien van de overledene of het zien van ongehavende lichaamsdelen namelijk zeer belangrijk zijn. In deze checklist wordt beschreven welke zaken voor de identificatie geregeld moeten worden. 13. Afstemming © Instituut voor Psychotrauma
5
Bij rampen of calamiteiten in het buitenland is de kans groot dat de slachtoffers en de “achterblijvers”(nabestaanden) afkomstig zijn uit verschillende plaatsen (en/of organisaties) die over heel Nederland zijn verspreid. Hierdoor is het gevaar groot dat na de eerste opvang het vervolg van de hulpverlening verbrokkeld, vroegtijdig stopt, in zijn geheel niet van de grond komt of juist “eindeloos” doorloopt. Daarom moet één organisatie de regie over de hulpverlening voeren en in deze checklist staan belangrijkste activiteiten genoemd die door deze organisatie ondernomen moeten worden. 14. Vervolg opvang De hulpverlening na de eerste opvang bestaat uit een aantal gesprekken over een periode van ongeveer 3-4 maanden, alhoewel bij rouwenden een langere periode wordt aangehouden. In deze checklist staat kort beschreven welke onderwerpen in deze gesprekken achtereenvolgens aan bod moeten komen en hoe de groepsopvang georganiseerd moet worden. In deze periode van de “vervolg opvang” kunnen zich nieuwe stressbronnen of risico-factoren voordoen die het verwerkingsproces kunnen stagneren, en waarop de hulpverlener attent moet zijn (mensen kunnen de gebeurtenis pas verwerken als deze is afgesloten). Deze checklist geeft een korte opsomming van de belangrijkste ervan. 15. Onderzoek Door lering te trekken uit de opzet en uitvoering van, maar ook uit de ervaringen van alle betrokken organisaties, slachtoffers en ”achterblijvers” met de gehele psycho-sociale hulpverlening, kan de hulpverlening bij toekomstige rampen of calamiteiten zo optimaal mogelijk worden gehouden. Een verrichten van een gestructureerd onderzoek is een goed hulpmiddel daarbij. In de laatste checklist staat vermeld welke keuzes bij een dergelijk onderzoek gemaakt moeten worden.
© Instituut voor Psychotrauma
6
1
Checklist Kenmerken Verzamel informatie over: • aard ramp en informatie over mogelijke toedracht ervan • plaats of omvang gebied van het gebeurde • tijd aanvang ramp en duur ervan • mate aanhoudende gevaar • totaal aantal geschatte doden, gewonden en niet-gewonde slachtoffers • aantallen en namen Nederlandse slachtoffers en direct betrokkenen • overledenen • gewonde slachtoffers • niet-gewonde slachtoffers • direct betrokkenen • expliciet: kinderen en andere mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen • aantallen niet-geïdentificeerde slachtoffers • aantallen en namen Nederlandse vermisten • verblijfplaats slachtoffers en direct betrokkenen • overledenen • slachtoffers • gewonde slachtoffers • niet-gewonde slachtoffers • aard letsel gewonde slachtoffers en risico’s • stand van zaken reddingswerk • namen slachtoffers en direct betrokkenen die levensnoodzakelijke medicijnen zijn kwijtgeraakt en dringend nieuwe nodig hebben. • updaten informatie
© Instituut voor Psychotrauma
7
2
Checklist Slachtoffers Breng de volgende groepen in kaart: • vakantiegangers (volwassen en kinderen)/ontspanning • gezinnen met kinderen • alleenstaanden • stellen of echtparen • groepen . via een reisorganisatie (al dan niet bekend met elkaar) . van een bedrijf (of meerdere bedrijven) • businessreizen/congresgangers • werknemers met meereizend gezin • alleenstaanden • groep(en) medewerkers van een bedrijf (of meerdere bedrijven) • Nederlanders die vanwege het werk (tijdelijk) woonachtig zijn in het buitenland • Nederlands bedrijf dat ook in buitenland is gevestigd • professionals • bemanning vliegtuig • (reserve)chauffeurs bus(sen) • bemanning schip • toeroperators • reisleid(st)ers • verzorgers en/of (para)medisch personeel • updaten informatie
© Instituut voor Psychotrauma
8
3
Checklist Voorbereiden • maak overzicht relevante hulpverleningsorganisaties • voor eerste opvang en begeleiding . slachtoffers en direct betrokkenen (voor uitzending psyche-traumateam) . “achterblijvers” • voor gestructureerde opvang getroffenen in weken en maanden na ramp • voor advisering management betrokken organisaties • toets professionaliteit hulpverleningsorganisatie(s), zoals blijkt uit • geschikte hulpverleners kunnen op zeer korte termijn worden vrijgemaakt • team van hulpverleners ter beschikking met opschalingsmogelijkheden • intervisie- en supervisie hulpverleners • 7x24-uurs bereikbaarheid van organisatie en dienstdoende hulpverleners • grondige ervaring met hulpverlening na (grootschalige) schokkende gebeurtenissen • maak overzicht werkgebied hulpverleners en -organisaties, voor • werkzaam in gebied(en) waar slachtoffers en familie/nabestaanden wonen • indien slechts werkzaam in één gebied: zie checklist Afstemming • kwaliteit hulpverleners gegarandeerd • grondige inhoudelijke kennis, namelijk . verwerkingsprocessen en stress-reacties . gestagneerde verwerking en risicofactoren . groepsprocessen en -dynamiek . dynamiek en fasen rampen en calamiteiten • getraind in gestructureerde (groeps)opvang • praktische werkervaring, blijkend uit . minimaal twee jaar en regelde ervaring met opvang, begeleiding slachtoffers en direct betrokkenen van (grootschalige) schokkende gebeurtenissen . minimaal twee jaar en geregelde ervaring met groepsopvang • uitgezonden trauma-team: spreekt taal van betreffende land en/of andere internationale voertaal (engels, frans, Spaans) • financiële afspraken gemaakt rondom bekostiging te bieden hulpverlening, zoals met • verzekeringsmaatschappijen • alarmcentrales • betrokken Nederlandse bedrijf met vestiging in buitenland • (semi)overheid • andere betrokken organisaties © Instituut voor Psychotrauma
9
• overeenstemming over dienstverlening bij mogelijke inzet
© Instituut voor Psychotrauma
10
4
Checklist Informatienummers • open centraal en algemeen informatie telefoonnummer(s) • afstemming betrokken organisaties over nummer(s) • zo snel mogelijk reductie aantal informatie nummers tot één of twee • voorkomen verschillende aanspreekpunten voor familie en nabestaanden • opening nummer(s) • nummer(s) via media bekend gemaakt . nummers voor “achterblijvers” . algemeen informatienummer • aantal lijnen afgestemd op aard en omvang van ramp of calamiteit • aantal lijnen gemakkelijk op te schalen • bemanning telefoon centrale op orde • bij openen nummers voldoende telefonisten aanwezig • telefonisten zijn voorbereid/getraind in hanteren heftige emoties bellers • tijdig wisseling wacht • beschikking over goede technische faciliteiten (afschermen geluidsoverlast) • duidelijke instructies aan telefonisten • zij hebben duidelijke en schriftelijke informatie voorhanden beantwoorden vragen burgers . overzicht belangrijkste vragen en te geven antwoorden daarop . overzicht belangrijkste doorverwijsnummers en adressen • hoe te handelen met “achterblijvers” (doorschakelen, doorverwijzen, etc.) . overzicht welke vragen niet en wel beantwoord worden . registratie en noteren gewenste gegevens/telefoonnummers . controle “echtheid” identiteit achterblijvers (uitfilteren journalisten en indringers) . doorschakelen naar persoon/sectie/organisatie die “achterblijvers” van relevante informatie kan voorzien • overzicht antwoorden vragen media en doorverwijzen naar persvoorlichters • informatie overdracht telefonisten] • verversen informatie • controle of (nieuwe) informatie ook doorkomt • officieel sluiten nummer(s) op bepaald moment • afstemming betrokken organisaties over moment sluiting algemene informatienummers • bekendmaken via media • evaluatie/nagesprekken met telefonisten • voor media: op gezette tijden (korte) persconferenties houden over stand van zaken © Instituut voor Psychotrauma
11
5
Checklist Trauma-risico Inventariseer welke slachtoffers en direct betrokkenen voldoen aan de volgende kenmerken: • Omstandigheden, kenmerken of ervaringen van de persoon tijdens de ramp of calamiteit die samenhangen met stagnaties in de verwerking • confrontatie met dood van dierbare(n) , met name eigen kind(eren) • sterke/langdurige gevoelens machteloosheid, doodsangst, verbijstering; • ernstig letsel of (radio-actieve)besmettingen; • confrontatie met grote aantallen doden en gewonden; • flauwvallen/ sterke dofheid, de afwezigheid van enig gevoel; • langdurige onzekerheid lot dierbaren • paniekgedrag • zien dat anderen ernstig letsel oplopen/ worden gedood • "mislukte" en/of "foutieve" pogingen anderen te redden • aanblik zeer emotionele getroffenen • dierbaren die zijn vermist • Overige omstandigheden, kenmerken of ervaringen van de persoon die samenhangen met stagnaties in de verwerking en aanwezig vóór de ramp of calamiteit • sluimerende problemen • kwetsbaarheid stressvolle omstandigheden is gebleken • vroegere depressies • gebrek (zelf)inzicht • sterke afhankelijkheid van anderen • onverwerkte ingrijpende ervaringen • nauwelijks/geen sociaal netwerk • spannende reorganisaties/dreigend ontslag • ernstige conflicten met collega's/leidinggevende, nare sfeer en cultuur
© Instituut voor Psychotrauma
12
6
Checklist Minderjarigen • via kinderen zelf of via huisarts achterhalen van familie of vrienden waar kinderen geplaatst zouden kunnen worden. • onderbrengen kinderen • bij oudere broers/zusters • bij overige familieleden (grootouders, etc.) • bij goede vrienden ouders • bij tehuis/opvanggezin via Raad voor Kinderbescherming • melden bij Raad voor Kinderbescherming van gezagsloosheid kinderen (buiten kantooruren via politie bereikbaar) • zo min mogelijk kinderen uit verdere vertrouwde netwerk halen • bij voorkeur familie of vrienden • in de buurt ouderlijk huis • school en leerkrachten informeren over het gebeurde en instructies • geef kind regelmaat en structuur • accepteer heftige reacties, maar stel grenzen • niet teveel doorvragen • naspelen van gebeurtenis niet hinderen • in de gaten houden uitingen • bespreek gevoelens en gedachten, en uitingsvormen • bij doden . geef eerlijke en open communicatie . geef tijd om het te leren begrijpen . maak het verlies reëel • sportvereniging, etc. informeren
© Instituut voor Psychotrauma
13
7
Checklist Eerste opvang • inzet hulpverleners of -organisaties die met behulp van Checklist Voorbereiden zijn voorbereid • centrale regie van hulpverlenings- en opvangactiviteiten • hulpverleningsactiviteiten gedurende eerste dag of dagen • contact leggen met alle Nederlandse getroffenen, dus ook met eventuele “verantwoordelijken” of “schuldigen” . zie checklist Slachtoffers . directe familie en betrokkenen van slachtoffers • hulp aanbieden op actieve doch niet op een opdringende wijze • per “getroffenensysteem” (zoveel mogelijk) vaste hulpverlener(s) • emotionele steun bieden, erkenning geven en (opnieuw) verhaal laten vertellen • inschakelen, ondersteunen en stimuleren (gebruik) eigen sociale steunsysteem • beknopte informatie over stress-reacties en verwerking, uitdelen en eventueel toelichten brochure • contact opnemen met huisarts . informatie over feitelijk gebeuren . stimuleren bezoeken familie over langere tijd . opsturen/afgeven informatiebrochure voor huisartsen: zie bijlage • helpen balans te vinden tussen praten over ervaringen enerzijds en creëren noodzakelijke rust anderzijds • regelen eenvoudige praktische zaken • bewaken eigen grenzen geen activiteiten verrichten die buiten normale werk liggen • bewaken en bijsturen eventuele negatieve groepsprocessen . dominante groepsnormen . afreageren op zondebokken . spanningen tussen getroffenen door uiteenlopende belangen • verder in kaart brengen trauma-risico gevallen voorzover nog niet gedaan: zie checklist Trauma-risico • bij eventuele identificatie overledenen door nabestaanden op achtergrond of als achterwacht aanwezig. Alleen bij grote uitzondering bij identificatie aanwezig, zoals wanneer er geen kring van (bevriende) familie of bestaat • maken vervolgafspraken
© Instituut voor Psychotrauma
14
8
Checklist Achterblijvers • lijst met juiste persoonsgegevens ter beschikking van slachtoffers en direct betrokkenen (naam, adres, woonplaats, telefoonnummers, geboortedatum, etc.). • afstemming tussen betrokken organisaties wie zorgt draagt voor achterhalen van en eerste informatie aan “achterblijvers” • vastellen wie uit de kring van de “achterblijvers” als eerste geïnformeerd moeten worden • consulteer huisarts daarover indien mogelijk • levenspartner of echtgenoot • kinderen (meerderjarig) • vader en/of moeder (mogelijk gescheiden) • broers en/of zusters • zeer goede vrienden • management bedrijf/opleiding • de aan “achterblijvers” verstrekte gegevens zijn dubbel gecheckt en betrouwbaar • meerdere bronnen van informatie geraadpleegd • bevestiging informatie via meerdere kanalen • feitelijke informatie maakt heldere en ondubbelzinnige conclusies mogelijk • ingrijpende informatie aan “achterblijvers” door vertrouwenspersoon die zelf niet bij rampenhulpverlening betrokken is, zoals door • politie • huisarts • leidinggevende/opleider • geestelijke • informatie over slachtoffers en direct betrokkenen wordt eerst aan “achterblijvers” en daarna (geanonimiseerd) pas aan media en derden • er worden geen persoonlijke mededelingen gedaan aan pers, ook niet nadat “achterblijvers” zijn geïnformeerd • verzoeken van media om als medium op te treden (vragen door te spelen aan betrokkenen) doorschuiven naar later tijdstip • zo snel mogelijk vaste contactpersoon/punt voor “achterblijvers” voor komende tijd voor regelmatige informatie over: • toestand van de slachtoffers en direct getroffenen in buitenland • activiteiten in kader van repatriëring • tijdstippen verwachte vertrek en verwachte aankomst • plaats aankomst en plaats hereniging • eventueel vervoer naar CHU in verband met MRSA bacterie • initiatieven van media om contact te maken en hoe daarmee kan worden omgegaan • zorg voor begeleiding “achterblijvers” indien eerste ontvangst- of opvangruimte is geregeld • niet alleen in auto of aan het stuur in een emotionele staat • onderzoeken mogelijkheden alternatief “veilig” vervoer • duidelijke informatie over waar zij naar toe moeten gaan en hoe zij deze plaats het gemakkelijkst kunnen bereiken © Instituut voor Psychotrauma 15
9
Checklist Repatriëring • zo snel mogelijk naar huis • betere (medische) zorg in Nederland • gebied te onherbergzaam om (deel) “achterblijvers” zonder gevaar naar toe te kunnen transporteren • geen onderdak te realiseren voor grotere groepen familieleden • keuze voor repatriëring • in principe aan slachtoffers en betrokkenen de beslissing om wel/niet gerepatrieerd te worden • dringend advies om na zeer schokkende rampen en calamiteiten zeker te repatrieren • bij keuze vervoermiddel repatriëring rekening houden met trauma-gerelateerde angsten en andere emoties • informatie aan “achterblijvers” keuze . wanneer slachtoffers vertrekken en aankomen . waar de slachtoffers aankomen in Nederland . waar de hereniging zal plaatsvinden (zie verder checklist Ontvangst) • in eenheden terugkomen • familieleden of vrienden bij elkaar houden • jonge kinderen niet scheiden van ouders • spontaan gevormde (hechte) groepen zo veel mogelijk intact houden • persoon of personen die verantwoordelijk worden gehouden van ramp of falende hulpverleningsactiviteiten zoveel mogelijk scheiden van andere repatrianten • niemand blijft alleen achter in een ziekenhuis/locatie • verzorgen reis leden thuisfront naar locatie • verzorgen verblijfplaats leden thuisfront ter plekke • informeren ziekenhuis/locatie hereniging met leden thuisfront • realiseren ondersteuning of begeleiding leden thuisfront
© Instituut voor Psychotrauma
16
10
Checklist Ontvangst • toegankelijkheid ontvangst- en opvangruimte (locatie) • locatie is gemakkelijk te vinden voor “achterblijvers” • locatie is fysiek goed af te schermen voor media en andere indringers • locatieruimten zijn visueel goed af te schermen voor media en andere indringers • telefoonberichten van buiten verlopen altijd via centrale • registratie van aanwezigen i.v.m met latere contacten • noteren naam, adres en telefoonnummer van aanwezigen zodat bekend is wie waar is • noteren naam en adres van slachtoffers en direct betrokkenen van “achterblijvers” • telefoonnummer huisarts/specialist in verband met eventuele medische vragen • privacy geregeld en afscherming van buitenwereld • geen media binnen gebouw waar ontvangst- en opvangruimte zijn gelegen • één telefoon per “achterblijvers”-systeem beschikbaar met privacy • mensen kunnen naar buiten bellen en ook van buiten worden gebeld (m.u.v. de media) • voorkomen dat mensen met eigen mobiele telefoons informatie vanuit rampgebied proberen te krijgen • plek van waaruit mensen zoveel als mogelijk ongestoord kunnen bellen • hotelfunctie • eten en drinken • mogelijkheid verblijf gedurende een nacht • op gezette tijden informatie geven over stand van zaken/beantwoorden van vragen • plaats, tijd en omstandigheden ramp of calamiteit • hulpverleningsactiviteiten die reeds zijn ondernomen of ondernemen gaan worden • telefoonnummers van vaste aanspreek- of informatienummers • informatiebrochure over stress-reacties en verwerken • papieren die nodig zijn bij een volgend contact • belangrijke informatie vragen zoveel als mogelijk op schrift • zoveel mogelijk scheiden verschillende groepen van “achterblijvers” van slachtoffers en direct getroffenen: • die niet of licht gewond zijn • die zijn omgekomen • die (nog steeds) worden vermist • die volgens de eerste berichten een rol hebben in de toedracht van de ramp of volgens de eerste berichten daaraan schuldig zouden zijn • hulpverleners als achterwacht aanwezig © Instituut voor Psychotrauma
17
11
Checklist Officiële aandacht • toetsen wenselijkheid zichtbare belangstelling en medeleven • wenselijk/nodig vanuit politieke verantwoordelijkheid • komt tegemoet aan verwachtingen over optreden van hoogwaardigheidsbekleders • aandacht wordt geapprecieerd door betrokkenen • indien media daarbij aanwezig: geaccepteerd door getroffenen • geeft noodzakelijke erkenning • acceptabele repercussies: kan bij volgende ramp of calamiteit worden voldaan aan gecreëerde verwachtingen over (publieke) optreden hoogwaardigheidsbekleders • briefing hoogwaardigheidsbekleders over getroffenen • aanzicht gewonden • emotionele toestand • bespreekbare onderwerpen met getroffene • onbespreekbare onderwerpen met getroffene • beschikbare tijd per getroffene of -systeem • concrete aandacht (tonen medeleven, belangstelling, etc.) kan bestaan uit: • tonen belangstelling . bezoeken plaats ramp . persconferentie • tonen medeleven door afleggen bezoek . ziekenhuizen met gewonde slachtoffers . ontvangst- en opvangcentra “achterblijvers” . beleidscrisisteams . hereniging/terugkomst Nederland • tonen medeleven door condoléances . nabestaanden, “achterblijvers” . bijwonen begrafenissen/crematies . herdenkingsbijeenkomsten . toespraak (namens...) . persoonlijke brief (namens...) • aanwezigheid media bij tonen belangstelling en medeleven bij individuele personen • betreffende persoon accepteert (gedeeltelijke) aanwezigheid media hierbij • bij plechtigheden met grote groepen: beeldopnames waarbij slachtoffers, direct betrokkenen, familieleden en vrienden niet herkenbaar zijn
© Instituut voor Psychotrauma
18
12
Checklist Identificatie • lichaam of lichaamsdelen zijn toonbaar • raadplegen uitvaartverzorger • familie van te voren informeren of voorbereiden op beeld overledene • identificatie als vorm van afscheid nemen • wie komt er feitelijk voor in aanmerking • persoon(en) die overledene goed genoeg kent • voldoende weerbaar om confrontatie aan te gaan • vervoer van verblijfplaats naar locatie waar identificatie plaatsvindt • niet alleen in auto of aan het stuur in een emotionele staat • onderzoeken mogelijkheden alternatief “veilig” vervoer • duidelijke informatie over waar zij naar toe moeten gaan en hoe zij deze plaats het gemakkelijkst kunnen bereiken • steun geregeld voor na afloop • bezoek huisarts • voor noodgevallen hulpverlener achter de hand • bij aankomst niet alleen • vervoer van locatie naar eigen verblijfplaats (of alternatief) • niet alleen in auto of aan het stuur in een emotionele staat • onderzoeken mogelijkheden alternatief “veilig” vervoer
© Instituut voor Psychotrauma
19
13
Checklist afstemming • één organisatie voert ‘centrale regie’ • zorg dragen voor onderlinge overeenstemming/acceptatie hulpverleningsorganisaties over wie regie voert • aanleveren adressen en namen van slachtoffers en families aan wie hulp aangeboden moet worden • treffen adequate maatregelen als hulpverleningsorganisaties buiten ‘centrale regie’ om activiteiten ontplooien • vertegenwoordigd in (beleids)crisisteam • optreden als intermediar/belangenvertegenwoordiger van hulpverleningsorganisatie ten opzichte van overheid en financierders • overzicht behouden contacten slachtoffers en familie aan ene kant en hulpverleners aan andere kant • aard en frequentie contacten • verloop opvang • afsluiting opvang • doorverwijzing naar deskundige hulpverleners bij verwerkingsstoornissen
© Instituut voor Psychotrauma
20
14
Checklist Vervolg opvang • hulpverleningsactiviteiten gedurende daaropvolgende 3-4 maanden • aantal vervolg (groeps)gesprekken over periode van circa 3 maanden • “eerste” gesprek (zo snel mogelijk na repatriëring): verhaal laten vertellen, emotioneel steunen, eventueel informeren over reacties eerste nachten, praktische zaken regelen • “tweede”gesprek: verhaal laten vertellen en navragen, emotioneel steunen, navragen hoe het thuis gaat, informeren over verwerking en stress-reacties, informeren over mogelijke reacties vanuit de omgeving • “derde gesprek”: verhaal laten vertellen en navragen, navragen verloop verwerking en uitleg daarover geven, bespreken reacties uit werk en privé omgeving • “vierde gesprek”: navragen verloop verwerking en systematisch nagaan aanwezigheid en intensiteit stress-reacties, bij stagnaties in de verwerking: doorverwijzen, geen stagnaties: bespreken en expliciteren positieve en negatieve veranderingen in normen en waarden, en afsluiting • bij rouwenden: ruimere tijdmarges nemen en raadplegen literatuur. • groepsopvang indien mogelijk • samenstellen werkbare groep(en) . voorkomen (verdere) conflicten . anticiperen op weerstand en onbegrip . bewerkstelligen homogeniteitdoor splitsen groepen getroffenen • duidelijke spelregels . vertrouwelijkheid . iedereen aan bod . iedereen heeft gelijk . afspraken nakomen . geen estafette • overzicht van hulpverleners of -organisatiester beschikking die nazorg kunnen bieden • psychotherapeutisch behandeling verwerkingsstoornissen • steunpunten verlies en verwerking • lotgenoten contact rampen slachtoffers, nabestaanden/rouw, etc. • toegankelijke literatuur • waakzaam blijven nieuwe trauma-risico-gevallen en signaleren risicofactoren • gedurende de eerste dagen en weken . “vermisten” blijven vermist . dominerend vermijdingsgedrag en/of toename/intensivering stress-reacties . wetenschap dat omgekomen dierbare lang/ernstig heeft moeten lijden . sterke (overlevings)schuld- en schaamtegevoelens . gebrek aan aandacht, begrip, geborgenheid en erkenning © Instituut voor Psychotrauma
21
. . .
•
geen "rust"-momenten kunnen/weten te creëren meemaken van nieuwe ingrijpende gebeurtenissen geen contact hebben met mensen die het ook hebben meegemaakt . aanhoudende bagatelliserende en verwijtende reacties vanuit de omgeving . onzekerheid over herstel/verloop van het lichamelijk letsel gedurende de periode erna . “vermisten” blijven vermist . gebrek aan aandacht, begrip, geborgenheid en erkenning . toenemende verbittering . meemaken nieuwe ingrijpende gebeurtenissen . berichten over/onderzoeken dat het gemakkelijk te voorkomen was geweest . langdurige juridische procedures/rechtszaken . (publiekelijk) de schuld krijgen
© Instituut voor Psychotrauma
22
15
Checklist Onderzoek • vraagstellingen • helder beschreven • zijn onderzoekbaar • niet reeds in andere studies beantwoord • bijbehorende onderzoeksmethoden • beschrijvend • explorend • evaluatief • hypothese-toetsend • relevant onderzoeksdesign • eenmalig meetmoment • herhaalde metingen • beschrijving tijdstip meetmoment of -momenten • belangrijkste bronnen van informatie • populatie (gehele groep) getroffenen • steekproef getroffenen • reddingswerkers • alarmcentrales • hulpverleners of -organisaties • betrokken organisaties • wijze van dataverzameling • (semi-gestructureerde) interviews • (betrouwbare) gestandaardiseerde vragenlijsten • schriftelijke (ad-hoc) vragen • observatie • rapportage • verantwoording opzet onderzoek • responsgegevens • presentatie en analyses onderzoeksgegevens • discussie • aanbevelingen repatriëring/opvang bij toekomstige rampen en calamiteiten • verspreiding uitkomsten • respondenten • betrokken (hulpverlenings) organisaties • vakbladen • vakgenoten • media • bijstellingen/verfijningen checklisten
© Instituut voor Psychotrauma
23
Schema Met behulp van de 15 checklisten zijn de belangrijkste aspecten van de hulpverlening voor de overzichtelijkheid en bruikbaarheid gerubriceerd. In onderstaande schema zijn deze checklijsten vervolgens in een min of meer “chronologische” volgorde geplaatst. De organisatie van de hulpverlening aan de slachtoffers en de “achterblijver” is immers een proces waarin bepaalde taken op het ene moment wel en op een ander moment niet (meer) centraal staan. Per ramp of calamiteit zal, door de specifieke omstandigheden, echter wel telkens opnieuw moeten worden bekeken wat in het kader van de hulpverlening gedaan moet worden. Het schema is opgezet aan de hand van een reeks praktische vragen die voor de hulpverlening van groot belang zijn. Bij iedere vraag kan de betreffende checklist worden geraadpleegd of afgehandeld. Zoals gezegd, in de volgorde van de vragen zit een zekere chronologie. Deze is bedoeld om het gebruik van de checklisten te structuren: de checklist bijvoorbeeld die betrekking heeft op de “vervolg opvang” is niet gedurende de eerste uren na de ramp of voor de hereniging met de “achterblijvers” van belang. Volgens het schema komt de vraag of de achterblijvers zijn geïnformeerd aan bod nadat een eventueel algemeen informatienummer is geopend. In de praktijk zal tussen beide nauwelijks enige tijd zitten. In die zien moet de volgorde niet al te absoluut worden genomen, net zomin als de volgorde van de onderwerpen in de checklists. Aan de lengte van de pijlen moet geen waarde worden gehecht. Onderstaand schema is een verkleining van het schema dat in de bijlage is opgenomen. Legenda volgende vraag
leermomenten aanwezig?
Checklist slachtoffers
rampof calamiteit inbuitenland?
raadpleeg checklist
ja
Checklist kenmerken
nederlandersof nederlandsbedrijf bij betrokken?
preciesbekendwieis of zijnbetrokken betrokken?
ja
Checklist Voorbereiding
Checklist Onderzoek
Checklist trauma-risico
minderjarigen alleen?
ja ja
Checklist Opvang Rampen en Calamiteiten Buitenland Checklist informatie
veel getroffenen nederlanders?
gedode nederlanders?
gewonde nederlanders?
risico-gevallen aanwezig?
Checklist minderjarigen
nee
opvangter plekke?
Tijd
Checklist achterblijvers
achterblijvers geinformeerd?
Checklist eersteopvang
Checklist afstemming
ja
Checklijst off. aandacht
localehulp ingelicht?
Checklist identificatie
nee Checklist repartriering
repatriering?
VWS
verzamelruimte nodig?
bezoeken bestuurders?
identificatie overledenen?
getroffenen afkomstigeenuit plaats?
Checklist ontvangst
ja vervolgopvang geregeld?
Checklist vervolgopvang
signaleren stoornissen?
Crisisbeheersing
Het schema start met de vraag of sprake is van een ramp of calamiteit in het buitenland. De meeste vervolgvragen spreken voor zichzelf. Eén vraag © Instituut voor Psychotrauma 24
wordt hier kort toegelicht, en wel de vraag “opvang ter plekke?”. Deze vraag heeft betrekking op de beslissing om wel of niet een psychotraumateam uit te zenden naar de plaats in het buitenland waar de slachtoffers zich bevinden. Als daarvoor wordt gekozen moet bij de eerste opvang ter plekke aandacht worden besteed aan de zaken die in de checklist “eerste opvang” staan vermeld. De keuze vóór de zending van een dergelijk team is echter telkens afhankelijk van de feitelijke toestand en omstandigheden en is een beslissing van het beleidscrisisteam, dienstdoende alarmcentrale, betrokken bedrijven in de het Buitenland, etc. Het is nauwelijks mogelijk om vooraf scherpe criteria te geven onder welke omstandigheden niet en onder welke omstandigheden uitzending is gewenst. Voor het aanbieden van opvang na hereniging geldt dat dat altijd gedaan moet worden.
© Instituut voor Psychotrauma
25
Verantwoording Voor het ontwikkelen van deze gehel e Checklist is een serie gesprekken gevoerd met deskundigen uit het veld. Geinterviewd zijn in alfabetische volgorde. De heer H. Groenveld, Hoofd Centrale Personeelsdienst Martinair. De heer drs. L.H. Jansen. Psychiater ANWB Alarmcentrale en Vrederust, Bergen op Zoom. De heer Mr. Drs. G.J. Kruithof. Emergency center medical coordinator, ANWB. De heer G. Mostert. Hoofd afdeling Consulair Maatschappelijk Zaken, Ministerie van Binnenlandse Zaken. De heer J. Scholten, Landelijk CoordinatieCentrum, Ministerie van Binnenlandse Zaken. De heer A.H. Zwennis. Coordinator Crisisbeheersing, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Daarnaast is eveneens gebruikt gemaakt van informatie uit interviews en gesprekken in dezelfde periode ten behoeve van het Handboek voor opvang na rampen en calamiteiten. Voor een overzicht wordt naar het dankwoord van het boek verwezen. Verder zijn speciaal voor deze checklisten een serie evaluatierapporten over de volgende rampen en calamiteiten in het buitenland (of buiten het vaste land) bestudeerd: Evaluatie busongeluk Sogutcuk (Turkije), (1997). Crisisbeheersing. Evaluatierapport Vliegramp Dakota ( 1996). Crisisbeersing. Organisatie medische hulpverlening bij rampen. Evaluatie van vliegramp Bijlmermeer, treinongeval Hoofddorp, Vliegramp Faro. Geneeskundige Hoofdinspectie van de Volksgezondheid. Organisatie medische hulpverlening bij busongeval te Lyon (1994). Geneeskundige inspectie van de Volksgezondheid. Rapport de opvang en behandeling van 14 slachtoffers van het vliegtuigongeval in Faro, Portugal, in het CHU van 23 tot en met 29 december 1992 (1993). AZU, KHO en RIVM. Voor overige literatuur over rampen en calamiteiten in het buitenland wordt verwezen naar: Handboek voor opvang na rampen en calamiteiten (1997). P.G. van der Velden, J. Eland en R.J. Kleber. Uitgeverij THEMA.
© Instituut voor Psychotrauma
26