Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
>
Retouradres Postbus 20350 2500 Ei Den Haag
V.o.f. Basic Trust Live
Directie Langdurige Zorg Rijnstraat 50 Postbus 20350 2500 EJ Den Haag www.rijksoverheid.nI
Postbus 93 6710 BB EDE
Contactpersoon
Kenmerk 185345-115704-LZ
Datum Betreft
Besluit aanwijzing op grond van artikel 8 eerste lid Kwaliteitswet zorginstellingen
Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.
Geachte Hierbij maak ik u mijn besluit bekend uw organisatie, V.o.f. Basic Trust Live te Ede (verder: BTL), een aanwijzing te geven op grond van artikel 8, eerste lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen. Mijn voornemen tot deze aanwijzing (hierna: voornemen) heb ik op 29 november 2013 per brief (kenmerkl782l4-114465-LZ) bekend gemaakt. In voornoemde brief bent u uitgenodigd uw zienswijze tijdens een gesprek kenbaar te maken. Dit gesprek vond plaats op 5 december 2013. Tevens heeft uw van SRK Rechtsbijstand, mij op 4 december 2013 gemachtigde, een schriftelijke zienswijze doen toekomen. Voorts heeft u mij op 6 december 2013 aanvullende stukken gestuurd ter verdere onderbouwing van uw zienswijze. Op 10 december 2013 heeft u het conceptverslag van het zienswijzegesprek per e-mail geaccordeerd, waarna dit verslag is vastgesteld. Kort samengevat heeft u in uw zienswijze de volgende hoofdpunten aangevoerd: 1. BTL kan zich niet verenigen met de inhoud van het voornemen, als ook niet met het daaraan ten grondslag liggende advies van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (verder: de inspectie). Volgens u mist het advies op veel punten een deugdelijke feitelijke en juridische onderbouwing. 2. Daarnaast stelt u dat BTL in de tussentijd na het inspectiebezoek in maart 2013, de lijst van bevindingen van de inspectie d.d.18 juni 2013 en uw brief d.d. 18 juli 2013 enkele verbeteringen in haar bedrijfsvoering heeft doorgevoerd, waarbij u overigens benadrukt dat ook ten tijde van het onderzoek door de inspectie de verantwoorde zorg niet in het geding was. U bent dan ook van mening dat al die tijd is, en ook nu wordt voldaan aan de eisen van de Kwaliteitswet zorginstellingen. 3. U geeft aan dat er behoorlijke gebreken kleven aan het onderzoek van de inspectie en daarmee aan de voorgenomen aanwijzing. Hierdoor wordt BTL ernstig benadeeld in haar verweer vanwege de onevenwichtigheid in de informatievoorziening. Ook is er volgens u sprake van een ernstige disproportionaliteit. Naar uw mening levert een aanwijzing in de huidige vorm op grond van het huidige advies van de inspectie dan ook een strijdigheid op —
—
Pagina 1 van 10
4.
5.
6.
7.
met de bij de voorbereiding te betrachten zorgvuldigheid. Voorts worden de belangen van BTL volgens u hierdoor evident veronachtzaamd en kan de inhoud het besluit niet dragen. In het verlengde hiervan noemt u dat de inspectie niet heeft gereageerd c.q. geen acht heeft geslagen op alles wat BTL aan de inspectie heeft overlegd om aan te tonen of toe te lichten dat BTL wel degelijk verbeteringen heeft ingezet en doorgevoerd. Ook zijn nadere verzoeken om informatie van de zijde van de inspectie achterwege gebleven, terwijl de inspectie, naar uw zeggen, ten tijde van het op schrift stellen van het advies tot aanwijzing kennelijk nog de nodige vragen had. Daarmee heeft BTL niet kunnen aantonen dat wordt voldaan aan alle randvoorwaardelijke en inhoudelijke aspecten van de zorgverlening. Daarentegen zijn veel punten in het advies tot aanwijzing ofwel gestoeld op aannames, al dan niet wegens het vermeend ontbreken van documenten of omdat zij afkomstig zijn van verklaringen van rancuneuze ex-medewerkers en ex-cliënten, ofwel zijn de punten niet in overeenstemming met de feiten en omstandigheden. Daarmee is van BTL een, naar uw zeggen, relatief eenzijdig en negatief beeld geschetst, hetgeen u betreurenswaardig vindt. Naar uw mening is BTL wel degelijk in staat om de benodigde zorg en uren te leveren aan haar cliënten. Ook zou volgens u blijken dat met het huidige personeelsbestand, evenals het personeelsbestand ten tijde van het inspectieonderzoek, de benodigde zorg en uren kunnen worden geleverd voor de daarvoor vastgestelde normen. Ondanks dat, naar uw zeggen, BTL geen echte WTZi-instelling is, althans op die grond op dit moment geen zorg verleent, beschikt BTL wel over een Raad van Toezicht die geregeld vergadert en verslag legt van de vergaderingen. Daarnaast heeft BTL een zorgbrede governancecode vastgesteld, zo geeft u aan. Hiermee voldoet BTL naar uw mening aan de vereisten uit hoofde van artikel 6.1 van het Uitvoeringsbesluit WTZi. U vindt dat u de inspectie wel degelijk inzage heeft verschaft, en dat, voor zover dat verzoek BTL niet had bereikt, het op de weg van de inspectie had gelegen om nogmaals navraag te doen. Verder noemt u de opmerking van de inspectie over het vertrouwen in de (onafhankelijkheid van de) Raad van Toezicht erg suggestief; met name nu de inspectie volgens u kennelijk niet over de juiste gegevens beschikte ten tijde van het onderzoek. Nu uit de zienswijze, de bijlagen en de onderliggende stukken, de mondelinge toelichting op de zienswijze, het gewijzigde cliëntenbestand en het gekwalificeerde personeel en de ter harte genomen opmerkingen van de inspectie naar uw mening voldoende blijkt dat het advies tot aanwijzing niet of niet geheel actueel meer is, ligt het volgens u voor de hand om een hercontrole uit te voeren en nog geen definitieve aanwijzing te geven. Mocht er toch een aanwijzing gegeven worden dan zou het naar uw mening voor de hand liggen dat deze niet gericht zou zijn op het staken en gestaakt houden van de zorgactiviteiten van BTL, maar op het verbeteren van de zorgverlening overeenkomstig de vigerende wet- en regelgeving.
Directie Langdurige Zorg Kenmerk 185345115704LZ
—
8.
Naar aanleiding van uw zienswijze heb ik de inspectie gevraagd een herinspectie uit te voeren. Het onaangekondigde inspectiebezoek vond plaats op 12 december 2013. Doel van dit bezoek was de aanwezigheid en kwaliteit van (randvoorwaarden voor het bieden van) verantwoorde zorg nogmaals te toetsen. Daarbij is extra aandacht besteed aan de constateringen die de inspectie reeds had gedaan naar aanleiding van eerdere inspectiebezoeken aan BTL. De inspectie heeft de tijd genomen om zich te vergewissen van de actuele situatie binnen BTL; Pagina 2 van 10
allereerst ruim 2 uur op de woonlocatie Edeseweg 2 te Wekerom en vervolgens in een gesprek van ruim S uur met u beiden. De inspectie heeft het conceptverslag van het bezoek ter controle op feitelijke onjuistheden aan u voorgelegd. De inspectie heeft mij gemeld dat zij kennis heeft genomen van uw commentaar, deze correcties, voor zover het feitelijke onjuistheden betreft, heeft verwerkt in het gespreksverslag en daarmee de verslagen definitief heeft vastgesteld. Voorts meldde de inspectie dat zij, voor zover uw commentaar ziet op nadere uitleg en/of onderbouwing van uw standpunten en voor zover uw opmerkingen volgens haar feitelijk niet in overeenstemming zijn met hetgeen uit het onderzoek en de gevoerde gesprekken naar voren is gekomen, deze niet heeft overgenomen. Om deze reden heeft de inspectie ervoor gekozen uw commentaar in het conceptverslag aan het definitief vastgestelde verslag te hechten, hetgeen, zo stelt de inspectie nadrukkelijk, niet kan worden aangemerkt als een erkenning van juistheid van het door u daarin gestelde.
Directie Langdurige Zorg Kenmerk
1853451157o4Lz
De inspectie geeft aan haar advies om BTL een aanwijzing te geven op basis van artikel 8, eerste lid van de Kwaliteitswet Zorginstellingen, te handhaven. Zij stelt dat tijdens het extra inspectiebezoek op 12 december 2013 wederom is gebleken dat BTL tekortschiet op zowel op zorginhoudelijk, organisatorisch als financieel gebied en de voorwaarden voor het (kunnen) bieden van verantwoorde zorg niet, althans onvoldoende naleeft. De bevindingen van de inspectie geven mij geen reden van mijn voornemen af te zien. Mijn overwegingen zijn de volgende: 1. De inspectie zegt ook na de hertoetsing van mening te blijven dat de zorgverlening door BTL onverantwoord is, en daarmee dus niet voldoet aan de eisen van de Kwaliteitswet zorginstellingen. Dit blijkt ondermeer uit onderstaande bevindingen, die in de bijlage nader worden onderbouwd. In het kort betreft het (ondermeer) de volgende punten: • BTL kan de inspectie geen overzicht geven van de verbeterpunten waaraan gewerkt is;
• •
2.
Er is geen (SMART geformuleerd) verbeterplan beschikbaar; De intake en risicotaxatie van cliënten vindt plaats door een niet aantoonbaar bekwame hulpverlener. Voorts is de intake niet vastgelegd in dossiers; • De deskundigheid van medewerkers is onvoldoende afgestemd op de doelgroep; • Medewerkers zijn onbekend met het agressiebeleid en beleid inzake mi dd ele ng ebru ik; • Cliënten zijn volgens BTL zelf verantwoordelijk voor medicatie, ook al blijken zij therapie-ontrouw te zijn; • Medewerkers hebben geen zicht op medicatiegebruik van cliënten; • Er is onjuiste informatie verstrekt door BTL over de Raad van Toezicht; • De PGB-besteding is (nog steeds) niet inzichtelijk voor de cliënt; • BTL heeft geen schriftelijke afspraken met ketenpartners, noch schriftelijke afspraken met behandelaren op cliëntniveau; • BTL accepteert dat er iemand in een verwaarloosde ruimte verblijft. De inspectie meldt mij dat bovenstaande punten, gecombineerd met alle bevindingen uit het eerdere toezichttraject, de inspectie onvoldoende vertrouwen bieden in de zorgverlening zoals geleverd door BTL. De inspectie acht verbetering op alle fronten op korte termijn onwaarschijnlijk gezien de wijze waarop het bestuur van BTL tot op heden op de gesignaleerde tekortkomingen heeft gereageerd. Hierdoor acht de inspectie een aanwijzing het geëigende middel. Gezien bovenstaande bevindingen van de inspectie en de onderbouwing ervan Pagina 3 van 10
in de bijlage acht ik het niet zinvol om u via een aanwijzing op te dragen de zorgverlening te verbeteren overeenkomstig de vigerende wet- en regelgeving. Uw verweer ademt steeds weer dat u er stellig van overtuigd bent dat BTL verantwoorde zorg levert, zowel op dit moment als ook ten tijde van de start van het toezichttraject in maart jongstleden. Gelet op hetgeen de inspectie heeft geconstateerd gedurende het gehele toezichtstraject en tijdens het bezoek d.d. 12 december 2013 moet ik constateren dat bij u kennelijk het inzicht ontbreekt in wat het leveren van verantwoorde zorg inhoudt. Daar komt bij dat uit de rapportage van de inspectie blijkt dat de door u gemelde (voortgang van de) verbeteringen onvoldoende inzichtelijk, en daardoor niet toetsbaar zijn. Ook is mijns inziens voldoende gebleken dat de veronderstelde verbeteringen binnen uw Organisatie niet adequaat en onvoldoende zijn ge bo rgd. 3. Ondanks de door de inspectie geconstateerde tekortkomingen blijken cliënten met een hoge zorgzwaarte binnen BTL te verblijven met een ‘Arrangement begeleid wonen’. Gelet op hun hoge zorgzwaarte hebben deze cliënten echter recht op een setting van een beschermde woonomgeving met permanent toezicht, zoals omschreven in bijlage 8 van de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2013 van het Ministerie van VWS. Op grond van bijlage 6 van diezelfde beleidsregels hebben cliënten met matige tot zware beperkingen als gevolg van probleemgedrag, psychisch functioneren en geheugen- en oriëntatiestoornissen begeleiding nodig van deskundige professionals om verslechtering van hun situatie te voorkomen. Voldoende professionele deskundigheid is niet alleen bij de begeleiding zelf noodzakelijk, maar is ook van belang bij de intakeprocedure en bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van de zorgplannen en bij het begeleiden van de medewerkers. U heeft niet aangetoond te (kunnen) beschikken over deze deskundigheid en ook uit de zorgieefplannen van BTL blijkt niet dat de zorg van de cliënten geborgd is met voldoende psychiatrische en orthopedagogische expertise. Daarnaast kan, blijkens de bevindingen van de inspectie, het (ontbreken van een adequaat) medicatiebeleid worden aangemerkt als risicovol. In het licht van dit alles acht ik het dan ook onverantwoord dat cliënten langer zorg ontvangen van BTL, terwijl op voor de zorg voor hen essentiële punten als de inhoudelijke kwaliteit van de intake (in relatie tot de uitsluitingscriteria), medicatieveiligheid, deskundigheid personeel, beleid rond (het voorkomen van) conflicten en agressie en rond alcohol en drugs, samenwerkings- en ketenafspraken, nog geen adequaat beleid aanwezig is, dan wel onvoldoende is geborgd.
Directie Langdurige Zorg Kenmerk 185345115704LZ
Gelet op mijn bovenstaande overwegingen zie ik voldoende aanleiding het advies van de inspectie over te nemen. De door u ingebrachte argumenten, feiten en zienswijzen geven mij geen aanleiding van mijn voornemen af te zien dan wel mijn voornemen te herformuleren. Ik geef u daarom thans een aanwijzing op grond van artikel 8, eerste lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen, die luidt als volgt: 1.
2.
BTL zorgt dat alle in zorg zijnde cliënten per direct aantoonbaar worden over gedragen aan een andere zorgaanbieder. Aangezien cliënten recht hebben op een zorgvuldige overdracht aan een andere zorgaanbieder dient BTL deze overdracht zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen één maand na inwerking treding van dit besluit tot aanwijzing te hebben geregeld. BTL dient alle cliënten binnen één maand na inwerkingtreding van dit besluit tot aanwijzing te informeren over deze aanwijzing. Pagina 4 van 10
3. 4.
BTL neemt met onmiddellijke ingang geen nieuwe cliënten meer aan. Als BTL in de toekomst weer nieuwe cliënten wil aannemen zal BTL deze zorg pas weer mogen leveren indien na toetsing door de inspectie is vastgesteld dat BTL voldoet aan de vereisten van de Kwaliteitswet zorginstellingen.
Directie Langdurige Zorg
Kenmerk
185345115704Lz
Mijn besluit treedt in werking op 23 december 2013. Gelet op uw verzoek tijdens het zienswijzegesprek d.d. S december 2013 zal het besluit ook per 23 december 2013 worden openbaar gemaakt. Ten overvloede deel ik u echter nu reeds mede dat, indien BTL binnen één maand na inwerkingtreding van dit besluit niet voldaan heeft aan de uit de aanwijzing voortvloeiende verplichtingen, zulks ter beoordeling door de inspectie, ik zal overwegen op basis van artikel 10 van de Kwaliteitswet zorginstellingen een last onder bestuursdwang op te leggen. Dit besluit is tevens in afschrift gestuurd naar uw gemachtigde: Stichting Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering Postbus 3020 2700 LA ZOETERMEER
Hebt u vragen over deze beslissing of bent u het er niet mee eens? Kijk eens op Daar wordt uitgelegd wat u kunt doen als u het niet eens bent met de beslissing en misschien bezwaar wilt maken. Er staan voorbeelden waarmee u de kans op een succesvol bezwaar kan inschatten. U kunt ook bellen met uw contactpersoon. Zijn naam en telefoonnummer staan rechts op de eerste pagina van deze brief. Misschien kan hij uw bezwaar wegnemen. Wilt u toch een bezwaarschrift sturen, dan moet dit binnen zes weken na de datum die bovenaan deze brief staat. Let op: doe dit op tijd, anders kan uw bezwaar niet behandeld worden. Noem in het bezwaarschrift uw naam en adres, en de datum en het kenmerk van deze brief (dit kenmerk vindt u in de rechterkantlijn). Geef aan waarom u het niet eens bent met de beslissing. Vergeet niet om uw bezwaarschrift te ondertekenen en van een datum te voorzien. Wilt u zo vriendelijk zijn om een kopie van deze brief mee te sturen met het bezwaarschrift? Het bezwaarschrift stuurt u naar: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Directie Wetgeving en Juridische Zaken Postbus 20350 2500 Ei Den Haag
Pagina 5 van 10
U kunt uw bezwaarschrift ook faxen naar: (070) 340 59 84 of mailen naar:
Directie Langdurige Zorg
WJ Z bezwa aren be roe rj ( mi nvws. nI. Kenmerk 185345-115704-LZ
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de waarnemend directeur-generaal Langdurige Zorg,
drs. C. van der Burg
Pagina 6 van 10
Bijlage: Bevindingen onaangekondigd inspectiebezoek d.d. 12 december 2013
Hieronder rapporteert de inspectie puntsgewijs over haar bevindingen. Hierbij wordt zoveel mogelijk de volgorde in de schriftelijke zienswijze van BTL d.d. 4 december 2013 gevolgd.
Directie Langdurige Zorg Kenmerk 185345-115704-LZ
Inleiding (punt 1 t/m 3): BTL gaf in het zienswijzengesprek aan dat de inspectie eerder een verbeterplan heeft ontvangen waar de inspectie niets mee heeft gedaan is. Tijdens het inspectiebezoek van 12 december 2013 bleek dat BTL hiermee hun brief van 18 juli 2013 bedoelde. De inspectie herkent in deze brief echter geen verbeterplan. BTL geeft in de schriftelijke zienswijze bij punt 19 aan de bevindingen van de inspectie ter harte te hebben genomen en te hebben geïmplementeerd in haar bedrijfsvoering. BTL kon desgevraagd geen concreet verbeterplan laten zien, noch een overzicht met verbeterpunten en de stand van zaken. BTL gaf daaromtrent aan ad hoc te werken en de verbeterpunten voornamelijk mondeling te bespreken.
Ex-medewerkers, ex-cliënten (runt 7 t/m 10): De inspectie heeft vâôr het inspectiebezoek van 12 december 2013 niet alleen met ex-medewerkers gesproken zoals in de zienswijze werd beweerd, maar heeft ook gesproken met medewerkers, cliënten en bestuurders. Cliëntenbestand BTL (gunt 22 t/m 23): BTL blijkt toch cliënten met GGZO5c en VGO6 zorg te bieden. Cliënt met GGZO5c is inmiddels vertrokken en cliënt met indicatie VGO6 is nog steeds in zorg bij BTL.
-
-
Te leveren zorg en daaraan te stellen eisen, Arrangementen beschermd wonen, woonlocatie Edeseweg 2 in Wekerom, begeleiding, deskundigheid personeel BTL (punt 24 t/m 41): De inspectie heeft vastgesteld dat BTL cliënten met hoge zorgzwaartepakketten (zzp) in zorg heeft (en had), oplopend tot GGZO5c en VGO6. De cliëntprofielen van de zzp’s zijn omschreven in bijlage 2 van de Regeling zorgaanspraken AWBZ. Daarin staat onder andere dat: Cliënten met een ZZP VG6 intensief begeleidingsbehoeftig zijn vanwege een verstandelijke handicap gecombineerd met gedragsproblematiek en/of psychiatri sche problematiek. Op het gebied van concentratie, geheugen en denken kan zelfs sprake zijn van continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing. Er is sprake van structurele, cumulatieve gedragsproblematiek. De cliënten vragen van hun omgeving continu grote alertheid vanwege manipulatief, dwangmatig, ontremd en reac tief gedrag. De zorgverlening is voortdurend in de nabijheid te leveren. Cliënten met ZZP GGZO5c hebben vanwege een complexe psychiatrische aandoe ning, intensieve begeleiding nodig. De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies. De aard van de begelei ding is divers; zowel stabilisatie en continuering van de situatie, ontwikkelingsge richt en begeleiding bij achteruitgang zijn aan de orde. Bij deze cliënten is sprake van gedragsproblematiek. Begeleiding is mede gericht op het beheersbaar houden van deze gedragsproblematiek. De psychische problematiek is bij deze cliënten actief van aard. De problematiek wordt getracht onder con trole te houden met medicijnen en intensieve begeleiding. De zorg verlening is voortdurend in de nabij heid of 24 uur per dag direct te leveren.
Pagina 7 van 10
Deze cliënten wonen bij BTL met een ‘Arrangement begeleid wonen’ in een setting van een beschermde woonomgeving met permanent toezicht, zoals omschreven in bijlage 8 van de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2013 van het Ministerie van VWS. Op grond van bijlage 6 van diezelfde beleidsregels hebben cliënten met matige tot zware beperkingen als gevolg van probleemgedrag, psychisch functioneren en geheugen- en oriëntatiestoornissen begeleiding nodig van deskundige professionals om verslechtering van hun situatie te voorkomen. Voldoende professionele deskundigheid is niet alleen bij de begeleiding zelf noodzakelijk, maar is ook van belang bij de intakeprocedure en bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van de zorgplannen en bij het begeleiden van de medewerkers. BTL heeft niet aangetoond te (kunnen) beschikken over deze deskundigheid en ook uit de zorgieefplannen van BTL blijkt niet dat de zorg van de cliënten geborgd is met voldoende psychiatrische en orthopedagogische expertise.
Directie Langdurige Zorg Kenmerk 18534S-115704-LZ
Uitsluitingscriteria (punt 42 t/m 43): Er zijn geen duidelijke uitsluitingscriteria geformuleerd waarin de factoren met betrekking tot professionele deskundigheid, zoals hierboven omschreven, tot ui ting komen. Ook worden de uitsluitingscriteria niet aantoonbaar toegepast. Zo kon BTL niet inzichtelijk maken met welke expertise tijdens de intake wordt beoordeeld of de cliënt uitgesloten moet worden vanwege suïcidaliteit, de kans op psychose en/of de omvang van de agressieproblematiek. Daarnaast ontbreken het in eigen beheer hebben van medicatie en middelengebruik in de uitsluitingscriteria. BTL kan de uitvoering van de intakeprocedure niet inzichtelijk maken. De overwegin gen bij intake om een cliënt al dan geen zorg te bieden, het gebruik van het inta keformulier en aantekeningen van overleg met externe partijen/behandelaar wa ren desgevraagd niet aantoonbaar.
Zo kiest BTL ervoor cliënt J.B. zorg te bieden, waarvan ze weten wat zijn proble matiek is, terwijl ze geen informatie hebben over zijn medicatie/ eventuele medi catieontrouw en ‘respecteren’ hierin de wens van cliënt en echtgenote. BTL geeft aan dat problematiek van cliënt J.B. de verantwoordelijkheid is van de behande laar. Toch neemt BTL de cliënt wel in zorg, ondanks dat BTL zich afvraagt waarom cliënt gezien zijn indicatie en problematiek niet meer begeleidingsuren inkoopt. Vervolgens formuleert BTL het monitoren van (een deel van) zijn problematiek wel als doel in het zorgleefpian. Geïndiceerde zorg en zorgovereenkomst (punt 44 t/m 48): BTL levert niet de zorg die met cliënten is overeengekomen. BTL levert de functies verpleging en persoonlijke verzorging niet. Uit het dossiers blijkt niet waarom cliënten de geïndiceerde zorg niet nodig zouden hebben. Ook blijkt uit de dossiers niet welke criteria hierbij gehanteerd zijn en met welke expertise deze afweging is gemaakt. BTL kan bovendien niet aantonen de zorgfunctie verpleging bij derden in te kopen c.q. in het verleden te hebben ingekocht. Verantwoording PGB en facturatie, inzicht PGB door cliënten (punt 51 t/m 58): Uit een mailwisseling tussen BTL en de echtgenote van ex-cliënt J.B. blijkt dat het verstrekken van de juiste informatie door BTL ten behoeve van de PGB verantwoording aan het zorgkantoor moeizaam verloopt. De inspectie stelt vast dat de overzichten die door BTL zijn verstrekt na meer dan een maand aandringen door de echtgenote van J.B., afwijken van de overzichten die de inspectie eerder van BTL heeft ontvangen. Zo blijkt onder andere dat het overzicht ‘declaratie zorgverlening 2013’ andere cijfers bevat, terwijl de datum en het
Pagina S van 10
versienummer van het document hetzelfde is. Verder blijkt uit dit document dat het totaal te declareren bedrag in 2013 (€ 33.774,-) hoger is dan in de zorgovereenkomst overeengekomen (€ 33.000,-).
Directie Langdurige Zorg Kenmerk 185345-115704-LZ
Beschikbare uren en benodigde begeleiding, daadwerkelijke inzet overeengekomen uren cliënten (punt 59 t/m 68): Een tweedejaars stagiaire is verantwoordelijk begeleider op de locatie Edeseweg en zij staat niet boventallig. Tijdens sommige diensten is de stagiaire de enige aanwezige medewerker op zeven cliënten, met zorgzwaartepakketten variërend van GGZO3c tot VGO6. BTL kan geen (actueel) overzicht geven van geleverde zorguren. BTL geeft de inspectie tijdens het inspectiebezoek een weekrooster (week 51), waarin de bezetting en het aantal werkuren per medewerker vermeldt staat. Dit rooster zou qua gewerkte uren representatief voor de rest van het jaar zijn, maar wijkt af van het overzicht dat BTL op vrijdag 13 december 2013 heeft opgestuurd. Cliëntbesprekingen (punt 69 t/m 72): Een medewerker bevestigt een eerdere bevinding van de inspectie dat cliëntbesprekingen altijd telefonisch plaatsvinden. Medewerkers gaan niet ‘om tafel’ om op cliëntniveau informatie uit te wisselen. BTL heeft niet kunnen aantonen dat cliënten in een multidisciplinair overleg met voldoende psychiatrische en orthopedagogische expertise worden besproken. Dagbesteding (punt 73 t! 74): Een medewerker geeft aan dat niet alle cliënten enthousiast zijn over de creatieve dagbestedingsactiviteiten. De medewerker gaf tijdens de inspectie aan dat op dat moment (om circa 10.00 uur) twee van de zeven cliënten nog in bed lagen en dat nog geen enkele cliënt zich had gemeld bij de dagbesteding. Ook een cliënt gaf aan dat hij, ondanks dat het aanbod verbeterd was, niet altijd naar de dagbesteding gaat. Inzien eigen zorpleefpian (punt 75 en 76): Alle cliënten waren in het bezit van een zogenaamd doelenboek, maar niet alle doelenboeken waren actueel en voorzien van ondertekende zorgleefplannen, daarbij was de betreffende periode niet altijd vermeld. Opvallend was dat een cliënt met zzp VGO6 een document heeft ondertekend, waarin hij verklaart in 2013 naar tevredenheid begeleiding te hebben ontvangen van BTL. Deze cliënt is niet bekend met de door BTL genoemde mogelijkheid om het zorgdossier ook digitaal in te zien. Conflicten en agressie (punt 77 t/m 79): De bestuurders weten in eerste instantie niet van het mesincident zoals beschreven in de schriftelijke zienswijze onder punt 77, maar later weet één van de bestuurders wel om welk incident het gaat. Het incident blijkt niet geregistreerd te zijn. BTL heeft ten aanzien van preventie van agressie geen beleid en werkt ook niet met signaleringsplannen op cliëntniveau. Alcohol en drugsbeleid en eerbiedigen persoonlijke levenssfeer cliënten (punt 80 t/m 82): BTL geeft aan dat hun beleid hieromtrent is vastgelegd in het huisreglement. Hierin staat alleen dat gebruiken (alcohol en drugs) niet is toegestaan. Medewerker geeft aan dat middelengebruik niet mag, maar wel voorkomt. Eén cliënt gebruikt soms overmatig alcohol een andere cliënt cocaïne. Beide cliënten Pagina 9 van 10
zijn niet elders in behandeling. Volgens BTL zouden afspraken op cliëntniveau in het zorgieefplan terug te vinden zijn. De inspectie heeft deze informatie niet aangetroffen in de zorgieefpiannen, De medewerker geeft aan sinds hij bij BTL werkt, éénmaal meegemaakt te hebben dat er een kamercontrole zonder toestemming van de cliënt werd uitgevoerd, omdat de betreffende cliënt (nog) niet aanwezig was. Medewerker had bedenkingen bij deze werkwijze en vraagt zich af of hij dat zelf ook zo zou hebben gedaan.
Directie Langdurige Zorg Kenmerk 185345-115704-LZ
Samenwerkingsa (spraken en ketenpartners (punt 83): BTL heeft geen samenwerkingsafspraken; op ketenniveau noch op cliëntniveau zijn aantoonbare afspraken gemaakt met ketenpartners/ behandelaars. Bij een crisis belt BTL met de huisarts, de behandelaar of met de crisisdienst. Medewerker geeft aan in het geval van incidenten gebruik te maken van een achterwachtsysteem. Dat is meestal Hij is telefonisch bereikbaar en kan, indien nodig, langskomen. De inspectie merkt op dat de reistijd van Ede naar Wekerom tenminste 15 minuten is en dat niet over een relevante opleiding in de zorg beschikt. Verstrekken medicatie (punt 86 t/m 87): BTL beweerde, behoudens paracetamol, nooit medicatie te hebben bewaard of uitgedeeld. Pas nadat de inspectie BTL confronteerde met een mail waaruit het tegendeel bleek, erkende BTL, in tegenstelling tot wat eerder in de schriftelijke zienswijze werd beweerd, wel medicatie te hebben bewaard en gedeeld. De inspectie constateerde verder dat BTL geen actuele medicatie overzichten heeft, omdat dat volgens BTL een verantwoordelijkheid van de cliënten zelf is. Medewerker gaf aan niet te weten welke medicatie cliënten gebruiken. De inspectie constateert op basis van de dossiers dat meerdere cliënten die psy chiatrische medicatie gebruiken medicatie ontrouw zijn. Gezien de suïcidaliteit van één van de cliënten, het soort meclicatie dat zij gebruikt en haar medicatieontrouw ziet de inspectie dit als een risico. Verder heeft de inspectie van de echtgenote van een ex-cliënt van BTL informatie ontvangen dat haar man als gevolg van onverantwoorde afbouw van psychiatri sche medicatie tijdens zijn verblijf bij BTL, in psychotische toestand gedwongen is opgenomen in het UMC. BTL gaf aan over het medicatiegebruik van betreffende cliënt niets te weten, omdat de echtgenote en haar man daar geen inzicht in wil den geven. Medicatietrouw acht BTL een aangelegenheid voor de behandelaar. De werkwijze en verantwoordelijkheidsverdeling is niet uitgewerkt in het medicatiebe leid. Governance (punt 90 t/m 95, zie ook punt 12 en 19): BTL heeft desgevraagd geen notulen van de overleggen van! met de Raad van Toezicht (RvT) van 2008 tot mei 2013 kunnen overleggen. Een lid van de RvT heeft via BTL op vrijdag 13 december 2013 in een (niet getekende) verklaring aangegeven driemaal een bijeenkomst te hebben bijgewoond, waarvan de eerste in 2010. Onderdak dak- en thuisloze: BTL heeft de schuur op het terrein aan de Edeseweg in Wekerom beschikbaar gesteld aan een dak- en thuisloze man en zijn twee honden, omdat hij momenteel nergens anders heen kan. BTL geeft aan hem geen zorg te geven, maar om hem te kunnen monitoren rapporteren medewerkers wel over de man. De ruimte was niet verwarmd en vervuild met stof, zaagsel en bouwmaterialen.
Pagina 10 van 10